Casus opzeggen huidige DVO met GZH voor het schap VPR
Werkgroep VPR
1
Deel I: Inleiding en samenvatting 1. Inleiding Op verzoek van de bijeenkomst van de gezamenlijke gemeenten, deelnemend aan een (natuur- en) recreatieschap is een theoretische doorrekening gemaakt van het scenario dat een schap ten behoeve van hun ondersteuning en uitvoering van hun taken géén afnemer meer willen zijn van de GZH. Als pilot is gekozen voor het recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg. Gevraagd werd indicatief in beeld te brengen: Wat de kosten voor het schap zullen zijn van het opzeggen van de DVO met GZH. Wat de alternatieve mogelijkheden zijn om de ondersteuning aan het schap te organiseren, inclusief de kosten daarvan voor het schap/de schapsdeelnemers. De uitkomsten dienen ook als voorbeeld voor de andere schappen bruikbaar te zijn i.h.k.v. hun afwegingsproces. De resultaten van deze excercitie is opgenomen in deel II van deze notitie, waarbij is gekozen voor het geheel overnemen door een (groep van) gemeente(s) van de taken. Daarnaast is een mogelijke tussenvariant uitgewerkt, waarbij geopteerd is voor het overnamen van alleen de taken bestuursondersteuning, communicatie en planvorming en ontwikkeling door een (groep van) gemeente(s). Deze variant is weergegeven in deel III. Uiteraard zijn vele tussenvarianten te bedenken tussen enerzijds de gehele dienstverlening bij GZ-H, in welke juridische vorm dan ook, en anderzijds het geheel overnemen van de dienstverlening door de deelnemende gemeenten in het schap. In alle gevallen blijft het schap de opdrachtgever. Expliciet dient te worden gesteld dat het hier theoretische rekenmodellen betreft. In de praktijk kunnen zich afwijken voordoen. Redenen hiervoor kunnen onder andere zijn: veranderende wet- en regelgeving afspraken met bonden, GO en OR aanbestedingskosten wijzigingen in de aannames, zoals bij de rekenmodellen zijn aangegeven. Bijkomende, nog niet voorzienbare kosten bij overname van taken. Etc. Ook zal de juridische vormgeving van de mogelijke modellen voor de dienstverlening nader moeten worden doorgelicht, waarbij de eventuele risico’s nader in kaart moeten worden gebracht. Tevens zullen mogelijk juridische constructen moeten worden uitgewerkt bij het overdragen van taken aan gemeenten, waarbij plaats en positie van de deelnemers, waaronder de provincie, nader dienen te worden geregeld.
2. Uitgangspunten:
Gemeenten en de provincie werken ten behoeve van de ontwikkeling en het beheer van recreatiegebieden samen in recreatieschappen. Dit zijn gemeenschappelijke regelingen op basis van de Wgr, met een eigen rechtspersoonlijkheid. Op grond van de Wgr heeft het schap de verplichting om minimaal twee keer per jaar te vergaderen (AB). Het schap dient een eigen begroting en jaarrekening te hebben, accountantscontrole te laten verrichten etc. Als zelfstandig rechtspersoon heeft het schap diverse rechten en verplichtingen op grond van overeenkomsten met derden (o.a. exploitanten, opstalverzekeringen etc.) en als eigenaar van gronden en opstallen. Daarnaast heeft het schap ambities t.a.v. het beheer en de ontwikkeling van het onder haar beheer vallende gebied, die zij wil doen uitvoeren. De recreatieschappen kennen geen eigen ambtelijk apparaat om hen in deze taken te ondersteunen. De ambtelijke ondersteuning tbv de schapstaken wordt geleverd door de Provincie Zuid-Holland op basis
2
van een Dienstverlenings-overeenkomst (DVO) tussen de individuele schappen en de Provincie ZuidHolland. De schappen vergoeden de kosten van deze dienstverlening. De dienstverlening aan de schappen is door de Provincie Zuid-Holland (PZH) georganiseerd binnen een apart dienstonderdeel: de Groenservice Zuid-Holland (GZH). De huidige DVO’s tussen PZH en de schappen lopen eind 2014 af. Binnen de GZH is een reorganisatie gaande. De PZH beoogt daarnaast GZH te verzelfstandigen. Op dit moment loopt er een dialoog tussen PZH en de deelnemers aan de schappen over de wijze waarop de dienstverlening aan de schappen vanaf 2015 moet worden georganiseerd. Eén van de overwegingen is of de dienstverlening door de GZH moet worden voortgezet. Àls de schappen verder willen met de GZH is vervolgens de vraag aan de orde in welke mate de schappen betrokken willen zijn bij de nieuwe GZH (rechtsvorm) en hoe de dienstverlening door de nieuwe GZH eruit zou moeten zien (takenpakket). In diverse werkgroepen en bijeenkomsten worden deze vragen verder uitgewerkt om voor bestuurders een afgewogen keuze mogelijk te maken. Voorbehoud: Om een indicatie te krijgen van de kosten, is gewerkt met een groot aantal aannames en gemiddelden, waardoor het een grove inschatting betreft. De gebruikte aannames en gemiddelden worden verderop in het rapport toegelicht. Als daadwerkelijk wordt gekozen voor dit scenario, zal er een meer gedetailleerde rekenexcercitie moeten worden toegepast door daartoe gekwalificeerde deskundigen. De uiteindelijke uitkomst kan sterk afwijken van de uitkomsten van dit grove rekenmodel. Beperkingen: In deze rekenexcercities is alleen gerekend aan de basisproducten. De afbouw van additionele producten is niet in beeld gebracht. De berekening is gebaseerd op de interpretatie die de werkgroep geeft aan artikel 4 DVO. Dit is echter niet juridisch getoetst. Verder is uitgegaan van de volgende aannames: a. eventuele aanstaande structuurwijzigingen in het beheersysteem worden niet meegenomen in deze scenario’s. b. het recreatieschap is opdrachtgever en blijft dat. c. alle partijen blijven met gelijkblijvende bedragen bijdragen aan het beheer van natuur en recreatiegebieden. d. de kosten voor 1 FTE zijn berekend op € 90.000 bij de provincie en € 80.000 bij de gemeenten. Uitgezonderd de bijlagen waarin de berekeningen zijn weergegeven zijn de in deel II beschrijvingen van de huidige dienstverlening door GZH, juridische aspecten en de gebruikte rekeneenheden ook van toepassing op deel III.
3. Samenvatting deel II: afbouw dienstverlening GZ-H.
In dit deel wordt een overzicht gegeven van de kerngegevens van het schap, het juridische kader, zoals vastgelegd in de DVO en de aanbestedingsrichtlijnen. Vervolgens wordt inzicht gegeven in de opbouw van de kosten van de huidige dienstverlening. Op basis van deze gegevens wordt geschetst op welke wijze de gemeenten de taken zouden kunnen overnemen bij afbouw van de dienstverlening door GZ-H. Als uitgangspunt is gekozen de begroting 2014. In de in bijlagen opgenomen tabellen is vervolgens een theoretische berekening gemaakt van de effecten van de afbouw van de dienstvelening van GZ-H, met en zonder gedwongen ontslagen, conform het gestelde in de DVO. In de notitie zijn de aannames en gebruikte rekeneenheden nader toegelicht. Nadrukkelijk is nogmaals vermeld dat geen rekening is gehouden met mogelijk aanvullende kosten zoals in de inleiding verwoord. Mogelijke verschillen tussen in de verschillende overzichten weergegeven cijfers zijn een gevolg van afrondingsverschillen. De hoogte van de kosten van afbouw zonder gedwongen ontslagen worden gevormd door:
3
Kosten niet inzetbare uren medewerkers. De 3,15 fte die jaarlijks wordt afgebouwd, kunnen pas in de loop van de jaren vrijvallen ten gevolge van door/uitstroom. Kosten voor om/bijscholing en outplacement Doorlopende dienstverlening (restant na jaarlijkse) afbouw Kosten overgenomen dienstverlening De hoogte van de kosten van afbouw met gedwongen ontslagen worden gevormd door: Kosten wachtgeld van met de bonden afgesproken aantallen gedwongen ontslagen (max.7) Kosten niet inzetbare uren medewerkers. De fte die jaarlijks wordt afgebouwd, rekening houdend met de gedwongen ontslagen, kunnen pas in de loop van de jaren vrijvallen ten gevolge van door/uitstroom. Kosten voor om/bijscholing en outplacement Doorlopende dienstverlening (restant na jaarlijkse) afbouw Kosten overgenomen dienstverlening In beide overzichten, zonder en met gedwongen ontslagen, is geen rekening gehouden met de kosten die overblijven na de in de DVO genoemde 5 jaar. Hierover zal nader overleg met de provincie noodzakelijk zijn. Samengevat zijn de resultaten bij benadering als volgt: Resultaten afbouw dienstverlening (opzegging DVO) zonder gedwongen ontslagen.
jaar
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Kosten huidige dienstverlening
kosten afbouw dienstverlening gzh
Kosten overname diensten door gemeente
Totale kosten deelnemers
1.418.363,00
1.465.650,40
196.000,00
1.661.650,40
1.418.363,00
1.408.921,80
448.000,00
1.856.921,80
1.418.363,00
1.306.804,40
700.000,00
2.006.804,40
1.418.363,00
1.168.375,96
952.000,00
2.120.375,96
1.418.363,00
1.000.898,69
1.204.000,00
2.204.898,69
1.418.363,00
669.938,69
1.204.000,00
1.873.938,69
1.418.363,00
442.994,69
1.204.000,00
1.646.994,69
1.418.363,00
261.439,49
1.204.000,00
1.465.439,49
1.418.363,00
116.195,33
1.204.000,00
1.320.195,33
Verschil in kosten voor deelnemers 243.287,40 438.558,80 588.441,40 702.012,96 786.535,69 455.575,69 228.631,69 47.076,49 -98.167,67
Resultaten afbouw dienstverlening met gedwongen ontslagen.
jaar
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Kosten huidige dienstverlening
kosten afbouw dienstverlening gzh
Kosten overname diensten door gemeente
Totale kosten deelnemers
1.418.363,00
1.465.650,40
196.000,00
1.661.650,40
1.418.363,00
1.408.921,80
448.000,00
1.856.921,80
1.418.363,00
1.187.313,20
700.000,00
1.887.313,20
1.418.363,00
953.291,80
952.000,00
1.905.291,80
1.418.363,00
789.000,96
1.204.000,00
1.993.000,96
1.418.363,00
500.420,51
1.204.000,00
1.704.420,51
1.418.363,00
376.088,74
1.204.000,00
1.580.088,74
1.418.363,00
260.811,33
1.204.000,00
1.464.811,33
1.418.363,00
122.783,66
1.204.000,00
1.326.783,66
4
Verschil in kosten voor deelnemers 243.287,40 438.558,80 468.950,20 486.928,80 574.637,96 286.057,51 161.725,74 46.448,33 -91.579,34
4. Samenvatting deel III: afbouw dienstverlening bestuursondersteuning, communicatie en planvorming en ontwikkeling Door de gezamenlijke gemeenten op VPR is, als vingeroefening, een theoretische doorrekening gemaakt van het model waarbij slechts een deel van de taken door de deelnemende partners aan het schap worden overgenomen. Uiteraard zijn meerdere alternatieven modellen denkbaar. In dit doorgerekende alternatief is gekozen voor overname van de werkzaamheden Bestuursondersteuning (bestuursproducten, juridische ondersteuning en advisering en financiele ondersteuning), communicatie en planvorming en gebiedsontwikkeling. Uitgegaan is van het afnemen van de dienstverlening ten aanzien van beheer, onderhoud en exploitatie van gebieden van GZH. In de theoretische doorberekening van het alternatief zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: In jaar 1 worden de bestuursproducten, juridische ondersteuning, een deel van de financiele ondersteuning en de communicatie overgenomen (in totaal 3,1 fte). In jaar 2 zal het restant van de financiele ondersteuning worden overgenomen (in totaal 0,2). Deze, theoretische, splitsing is gebaseerd op de in de DVO afgesproken maximale afbouw per jaar. Bij de overname van het eerste takenpakket wordt een efficiencykorting van 0,7 Fte voorzien. Dit is verwerkt in de kosten bij de overname van taken in jaar 1. Bij de doorlopende taken is gerekend met de gemiddelde loonkosten van GZ-H. Geen rekening is gehouden met het risico dat de uitstroom na 5 jaar niet heeft geleid tot afbouw van het personeel. Nader overleg met de provincie over deze effecten is noodzakelijk. De in de inleiding en onder 2 en in deelnotitie II genoemde beperkingen en uitgangspunten. Samengevat zijn de resultaten bij benadering als volgt:
Resultaten afbouw dienstverlening programma 1, 3 en communicatie zonder gedwongen ontslagen; voortzetting overige dienstverlening GZH
jaar
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
1.418.363,00
kosten afbouw programma 1,3 en communicatie gzh, voortzetting overige dienstverlening GZH 1.464.900,00
184.000,00
1.648.900,00
1.418.363,00
1.365.600,00
200.000,00
1.565.600,00
1.418.363,00
1.314.360,00
200.000,00
1.514.360,00
1.418.363,00
1.275.768,00
200.000,00
1.475.768,00
1.418.363,00
1.244.894,40
200.000,00
1.444.894,40
1.418.363,00
1.128.772,80
200.000,00
1.328.772,80
1.418.363,00
1.121.400,00
200.000,00
1.321.400,00
1.418.363,00
1.121.400,00
200.000,00
1.321.400,00
1.418.363,00
1.121.400,00
200.000,00
1.321.400,00
Kosten huidige dienstverlening
Kosten overname diensten programma 1,3 en communicatie door gemeente
5
Totale kosten deelnemers
Verschil in kosten voor deelnemers
230.537,00 147.237,00 95.997,00 57.405,00 26.531,40 -89.590,20 -96.963,00 -96.963,00 -96.963,00
Resultaten afbouw dienstverlening programma 1, 3 en communicatie met gedwongen ontslagen; voortzetting overige dienstverlening GZH
jaar
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
1.418.363,00
kosten afbouw programma 1,3 en communicatie gzh, voortzetting overige dienstverlening GZH 1.464.900,00
184.000,00
1.648.900,00
1.418.363,00
1.421.400,00
200.000,00
1.621.400,00
1.418.363,00
1.244.908,80
200.000,00
1.444.908,80
1.418.363,00
1.208.257,92
200.000,00
1.408.257,92
1.418.363,00
1.190.886,34
200.000,00
1.390.886,34
1.418.363,00
1.176.989,07
200.000,00
1.376.989,07
1.418.363,00
1.146.106,25
200.000,00
1.346.106,25
1.418.363,00
1.123.376,50
200.000,00
1.323.376,50
1.418.363,00
1.121.400,00
200.000,00
1.321.400,00
Kosten huidige dienstverlening
Kosten overname diensten programma 1,3 en communicatie door gemeente
6
Totale kosten deelnemers
Verschil in kosten voor deelnemers
230.537,00 203.037,00 26.545,80 -10.105,08 -27.476,66 -41.373,93 -72.256,75 -94.986,50 -96.963,00
Deel II Indicatie effecten opzegging huidige DVO
7
1. Inleiding
In dit rekenmodel wordt alleen in beeld gebracht wat de kosten zijn van een totale afbouw van de dienstverlening door GZH. Het is mogelijk dat het schap in een alternatieve ondersteuningsmodel gebruik wil blijven maken van GZH-personeel en daartoe fte’s van de GZH overneemt. Dit kan zorgen voor een vermindering van de afbouwkosten voor het schap. Dit is in het rekenmodel echter niet meegenomen. Mogelijke verschillen tussen in de verschillende overzichten weergegeven cijfers zijn een gevolg van afrondingsverschillen.
2. Voorne-Putten-Rozenburg in cijfers a. Kengetallen uit programmabegroting schap VPR 2014: De exploitatielasten 2014 voor VPR zijn : 3.627.571,00 euro De kosten voor dienstverlening door de GZH zijn: 1.418.363 euro (basisproducten) De overige kosten betreffen de ‘out of pocket’ kosten, o.a. voor aanbestedingen (aannemers, maaien, uitvoeren beheerwerkzaamheden, aanschaf materiaal ed.). Deze kosten vallen niet onder ‘dienstverlening’.
b. Kengetallen organisatie GZH mbt VPR:
Fte’s toe te rekenen aan VPR: 15,76 fte Spreiding over functies (op basis van was/wordt tabel GZH nieuw): ongeveer 27 verschillende inhoudelijke functies (excl. management). Per functie/expertise is dus gemiddeld 0,58 fte voor VPR beschikbaar.
c. Kengetallen recreatieschap VPR: Oppervlakte beheergebied: Aantal exploitaties (huur en pachtovereenkomsten): (bv. verenigingen, horeca, sportcentra, watersport, wellness, recreatiewoningen en –parken, het gaat om innen van huur, erfpacht etc.) Aantal vergunningen. toestemmingen en ontheffingen: Aantal geregistreerde beheer-zaken: Aantal uitgevoerde controles: Aantal afgegeven waarschuwingen: Aantal processen verbaal:
1.180 ha (2014) 62 (2912)
185 (2012) 500 (2012) 814 (2012) 134 (2012) 181 (2012)
3. Samenvattend overzicht bevindingen. a. Kosten huidige dienstverlening door GZH:
De kosten van de huidige dienstverlening bedragen voor het schap: € 1.418.363,- per jaar.
b. Afbouwkosten voor het schap:
De indicatieve totale maximale kosten van afbouw op basis van artikel 4 DVO zullen voor het schap meerjarig ongeveer het volgende bedragen1: 2015
Totale kosten schap gedurend e afbouw DVO
€ 1.465.641,77
2016
€
1.408.907,25
2017
€
1.306.785,11
2018
€ 1.168.352,88
2019
€
1.000.872,58
2020
€
669.921,21
2021
€
442.983,13
2022
€
261.432,67
2023
€
De kosten zijn als volgt opgebouwd: Kosten voor de diensten die het schap van de GZH blijft afnemen (-20% per jaar) 1
Hier wordt uitgegaan van de berekening zonder gedwongen ontslagen, omdat deze het minst gunstig lijkt uit te vallen. Wanneer op basis van een nieuw sociaal convenant wel gedwongen ontslagen mogen vallen, zal de berekening naar verwachting iets gunstiger voor de schappen uitvallen. Zie voor een indicatie bijlage I tabellen 1.a. en 2.a..
8
116.192,30
2024
Eenmalige kosten voor her- en bijscholing, etc. t.b.v. personeel dat elders moet gaan worden ingezet door GZH. Kosten voor de uren die niet elders inzetbaar zijn gedurende maximaal 5 jaar Voor een nadere onderbouwing zie bijlage I, tabellen 1.a. en 2.a.. Er is een reële kans dat kosten langer zullen doorlopen dan de in het DVO beoogde periode van 5 jaar. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de kansen om personeel elders in te zetten en te begeleiden naar nieuw werk, veel lager liggen dan ten tijde van de eerste afgesloten DVO. Over deze restkosten zijn in de DVO geen afspraken gemaakt: 2015
2016
2017
2018
2019
Restant loonkosten na 5 jaar w aarover geen afspraken zijn gemaakt in DVO
2020
€
92.953,84
2021
€
167.316,91
2022
€ 226.807,36
2023
€ 274.399,73
2024
€ 312.473,62
Daarnaast zal het schap/zullen de deelnemers van het schap rekening moeten houden met het maken van kosten voor het alternatief inrichten/organiseren van hun dienstverlening zonder GZH. De mogelijke effecten zijn weergegeven in bijlage I, tabellen 1.b. en 2.b..
4. Afbouw dienstverlening GZH: T.g.v. de opzegging, zal de GZH haar dienstverlening jaarlijks met 20% verminderen. Vanuit VPR zijn wensen geuit m.b.t. de volgorde waarin de afbouw van diensten plaats zou kunnen vinden. Dit levert in grote lijnen de volgende aandachtspunten op (voor een volledig overzicht van de diensten die GZH aan VPR levert, zie verderop de beschrijving): 1e jaar (2015) afbouwen bestuursproducten, juridische ondersteuning en advies, en financiën: De GZH zal dan geen vergaderingen van het bestuur meer regelen, voorbereiden of ondersteunen. De GZH zal geen begrotingsadministratie voor het schap voeren, noch de benodigde financiële producten voor het schap opstellen (begroting, jaarrekening etc.). De GZH zal geen financiële of juridische advisering meer leveren. De GZH zal geen betalings- of inningshandelingen meer verrichten voor het schap. De financiele gegevens moeten worden overgedragen aan de nieuwe ondersteuners voor het schap. 2e jaar (2016) en 3e jaar (2017) afbouwen gebiedsontwikkeling: De GZH zal geen adviezen of voorstellen meer leveren t.b.v. ontwikkeling van het gebied; De GZH zal geen inspraak leveren namens het schap bij derden; De GZH zal geen gronden verwerven of verkopen namens het schap; De GZH zal geen vastgoed van het schap meer beheren. 2e, 3e en 4e jaar (2018): afbouwen restant financiën, communicatie en deel gebiedsbeheer: De GZH zal het schap niet meer ondersteunen in het beheren van exploitatiecontracten; De GZH zal geen eigendommen van het schap meer beheren; De GZH zal geen (onderhouds)opdrachten meer namens het schap aanbesteden; De GZH zal geen directievoering meer namens het schap uitvoeren; De GZH zal geen inspecties in de gebieden van het schap meer uitvoeren; De GZH zal niet meer handhaven namens het schap (processen verbaal uitschrijven etc.); De GZH zal geen vergunningen of toestemming meer verlenen namens het schap (evenementen, visvergunning, jachtrechten etc.) De GZH zal geen gastheerschap meer voeren in de gebieden; De GZH zal geen klachtafhandeling meer uitvoeren. 5e jaar (2019):
9
Restant afbouw. Geen ondersteuning meer door GZH.
5. TOELICHTING EN NADERE ONDERBOUWING 5.1. Juridisch kader: a. Dienstverleningsovereenkomst De dienstverlening die door GZH wordt geleverd is gebaseerd op een dienstverleningsovereenkomst (DVO), die tussen het schap en de provincie is gesloten. Belangwekkende artikelen voor deze casus zijn de artikelen 11 en 4: Artikel 11 geeft het volgende aan: Huidige DVO loopt tot en met 31 december 2014. Provincie legt vóór 1juli 2014 een nieuwe overeenkomst voor tbv dienstverlening vanaf 1 januari 2015. Het bestuur beslist vóór 31 december over de nieuwe overeenkomst Wanneer bestuur besluit de dienstverleningsovereenkomst niet te verlengen is artikel 4 van toepassing. Artikel 11: - Deze overeenkomst wordt aangehaald als ‘DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST NATUUREN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG-PROVINCIE ZUID-HOLLAND’ en wordt met ingang van 1 januari 2014 aangegaan voor de duur van één jaar. - De provincie legt uiterlijk 1juli van het laatste jaar van de werkingsduur van deze overeenkomst een vervangende overeenkomst ter instemming voor aan het schap. Het schap zal hierover uiterlijk 31 december van dat jaar een standpunt innemen. Indien ddor het Dagelijks Bestuur besloten wordt om de dienstverleningsovereenkomst niet te verlengen, zal het gestelde in artikel 4 hierbij van toepassing zijn. Artikel 4 bepaalt de voorwaarden waaronder en afspraken over de afbouw in het geval van verminderen/beëindigen af te nemen werkzaamheden. Artikel 4: - Het schap kan de jaarlijks af te nemen werkzaamheden in relatie tot de basisproducten (uren per product) als bedoeld in art. 1, tweede lid, van deze overeenkomst, jaarlijks met 20% verminderen. Voor additionele producten geldt een percentage van 50%. - G.Z.-H heeft de inspanningsverplichting de vrijgevallen uren elders in te zetten. De eenmalige kosten, zoals om- en bijscholing of eventuele outplacement komen voor rekening van het schap of de betrokken schappen. - Indien volledige of gedeeltelijke inzet van de vrijgevallen uren niet mogelijk is, betaalt het schap of de betrokken schappen deze uren op basis van de, eerder, overeengekomen systematiek gedurende maximaal vijf jaar. - Indien de toepassing van dit artikel leidt tot gedwongen ontslag van de betrokken medewerker(s), zijn de kosten van de door de provincie te betalen wachtgelden of uitkeringen voor rekening van het betrokken schap. b. Aanbestedingsrichtlijnen: a. De GZH treedt op als ambtelijk apparaat van het schap. b. De dienstverlening door de GZH betreffen voornamelijk werkzaamheden die vallen onder de zgn. IIA-diensten, waarop het volledige aanbestedingsregime van toepassing is. c. Het schap is de rechtspersoon waarvoor de aanbestedingsplicht voor deze dienstverlening geldt. d. Het drempelbedrag waarop de aanbestedingsrichtlijn van toepassing is bedraagt 207.000 euro. 5.2. Beschrijving van de dienstverlening (basisproducten) door de GZH aan VPR
10
In het kader van de dienstverlening door de GZH betreft het grosso modo de volgende werkzaamheden: a. Dienstverlening GZH in het kader van de bestuursondersteuning (indicatief: 12.25 % = 1,88 fte): Bestuursproducten (=1 fte) - Voorbereiding, verslaglegging en afhandeling van de vergaderingen van het DB en AB - Organiseren van representatieve en andere bijzondere gelegenheden voor het bestuur; - Vertegenwoordigen van het bestuur dan wel ondersteunen en adviseren van bestuurders naar buiten toe (bv. ambtelijk overleg, bewonersavonden, perswoordvoering); - Programma en accountmanagement.
-
Juridische ondersteuning en advisering (=0,14 fte) Algemene juridische advisering Toepassen en evalueren van voor het schap relevante regelgeving; Maken van specifieke regelgeving (verordeningen).
Financiële ondersteuning (=0,66 te) Financiele administratie voor het schap; Interne control op getrouwheid, rechtmatigheid van: inkoop & aanbestedingen, betalingsverkeer, volledigheid van huur- en erfpachtopbrengsten; - Toetsen bestuursvoorstellen t.a.v. incidentele en/of structurele financiële consequenties; - Opstellen van PCC producten: jaarstukken, begroting, voortgangsrapportage; - Begeleiden werkzaamheden accountant (interimcontrole, subsidiecontroles indien relevant, jaarrekeningcontrole). -
b. Dienstverlening GZH t.b.v. Beheer, onderhoud en exploitatie van de gebieden (indicatief 79,2% = 12,1 fte) Gebiedsbeheer (=5,6 fte) - werkvoorbereiding en directievoering t.a.v. werk uitgevoerd door derden; - visuele en technische inspecties; - meerjarenplanningen voor groot onderhoud en vervangingsonderhoud; - bijhouden beheerdata; - gastheerschap; - afhandeling van klachten en meldingen; - storingsdiensten 24/7 inzake het melden en afhandelen van calamiteiten (voor het deel dat de GZH zelf bemenst; een deel is uitbesteed).
-
-
Dienstverlening i.h.k.v. Groot Onderhoud (=1,7 fte) Aanbesteding werdzaamheden etc. Grondzaken en exploitaties (=0,61 fte) uitgifte van grond en opstallen (o.a. verkoop en erfpacht) uitgifte jacht en visrechten portefeuille- en relatiebeheer (exploitaties, verhuur, eigen vastgoedportefeuille w.o. verzekeringen, onderhoud eigen opstallen etc,inning van erfpacht en huur, contractmanagement, doorbelasten heffingen en belastingen).
Regelgeving en handhaving (=4,09 fte) Vergunningen, ontheffingen of toestemmingen voor activiteiten Toezicht en handhaving (o.a. met oog op overlast hangjongeren, dumpen afval, criminele activiteiten) d.m.v. surveillances en inspecties in het gebied - Optreden door BOA’s van GZH: reguleren, waarschuwen en indien nodig verbaliseren. Communicatie over mogelijkheden, werkzaamheden en veranderingen in de gebieden (=0,12 -
fte) 11
-
Via (bestaande) digitale en sociale media, foldermateriaal, informatieborden etc. Opdrachtverlening t.b.v. ontwikkelen en vervaardigen communicatiemiddelen Het ontwikkelen van de media en materialen gebeurt via opdrachtverlening aan derden uit materieel budget.
c. Dienstverlening GZH t.b.v. Ontwikkeling (Indicatief: 8,5% = 1,3 fte) - inhoudelijke advisering aan het bestuur over kosten, haalbaarheid en gewenste ontwikkelrichting van diverse plannen, nieuwe (externe) ontwikkelingen en initiatieven - leveren van inspraak op structuur-, streek- en bestemmingsplannen en initiatieven van derden - verwerving nieuwe gebieden (via koop, erfpacht of huur) - tijdelijke beheer van vastgoed (bv. via ingebruikgeving of anti-kraak) De kostenverdeling over de verschillende werkzaamheden ziet er als volgt uit:
5.3. Fictieve berekening kosten afbouw basisproducten in 5 jaar conform artikel 4 DVO per 2015 a. Vooraf: Omdat er binnen de GZH geen functies of personen specifiek per gebied zijn toebedeeld, maar naar functie/expertise, is niet al vooraf te bepalen welke functies/personen het zal betreffen. Dat zal moeten worden bepaald aan de hand van de afspraken die daarover zijn gemaakt in het kader van het geldende sociaal convenant. Daarom wordt voor een indicatie van de mogelijke kosten gewerkt met gemiddelde aannames. In de pratijk kunnen de kosten op basis van de individuele kenmerken per casus nog sterk afwijken. b. Rekeneenheden en aannames: 20% afbouw per jaar van 15,7 fte = 3,15 fte per jaar. Dit betreft geen specifieke personen, maar is gespreid over een groot aantal functies binnen GZH. Aanname gemiddelde loonkosten per fte (schaal 9 niveau) : 60.000 euro excl. overhead, 90.000 incl. overhead. Vertaald in uurtarieven schaal 9 niveau: 43 euro excl. overhead, 64 euro incl. overhead. We gaan voor het rekenmodel uit van kosten inclusief overhead.
12
Aanname gemiddeld aantal dienstjaren bij GZH: 10 jaar. Aanname gemiddelde leeftijd bij GZH: 48 jaar.
Toelichting: de leeftijd en aantal dienstjaren zijn van belang bij het bepalen van o.a. uitkeringsaanspraken, maar ook voor de kansen op de arbeidsmarkt. De gemiddelde leeftijd en aantal dienstjaren van het personeelsbestand bij GZH is vrij hoog. Voor deze indicatie wordt uitgegaan van geboortejaar 1966 en 10 dienstjaren.
Aanname eenmalige kosten om- en bijscholing, outplacement personeel obv Sociaal Convenant: 15.000 euro per fte
Toelichting: Bij vervallen van functies gelden voor personeel GZH de afspraken uit het Sociaal Convenant voor PZH, globaal uitgelegd : Er mogen provinciebreed maximaal 30 mensen worden ontslagen. Dit quotum wordt ihkv Fma al vóór 2015 door PZH gehaald. GZH-medewerkers kunnen dus naar verwachting niet meer in aanmerking komen voor ontslag. Er wordt ingezet op het begeleiden van werk naar werk. Indien geen andere passende functie beschikbaar is binnen PZH, dan krijgt medewerker een Persoonlijk Mobiliteits Plan (PMP), duur maximaal 18 maanden, waarbinnen een aantal faciliteiten en mogelijkheden beschikbaar zijn. De varieteit is groot, oa. opleidings- en begeleidingsmogelijkheden, detachering om niet, starten eigen bedrijf, afkoopsom max. 75.000 euro, vervroegd boventallig verklaren ivm FPU etc.. Kosten van een PMP kunnen per medewerker daardoor sterk varieren. We zijn bij deze aanname uitgegaan van een reëel scenario: begeleiding + een assesment/test + opleiding/training + 1 jaar detachering om niet: 15.000 + loonkosten. Hoewel de duur van het PMP maximaal 18 maanden kan zijn, rekenen we voor deze indicatie de eenmalige kosten volledig door in het eerste jaar.
Aanname doorstroming naar andere functies binnen of buiten PZH: na 18 maanden, maximaal 20 %
Toelichting: Ervaring leert dat een schaalniveau 9 lastig is in te passen in de rest van de PZH-organisatie; er zijn weinig andere passende functies op dit niveau beschikbaar. Hogere schaalniveau’s (11, 12) zijn beter inpasbaar. De verwachting is dat de arbeidsmarkt vanaf 2016 weer zal aantrekken. Daartegenover staat dat de uitgangspositie van PZH-medewerkers minder gunstig is i.v.m. een gemiddeld dure uitgangspositie en hoge gemiddelde leeftijd. Afgezet tegen de huidige ervaringscijfers lijkt een uitstroom van 20% na 1 jaar maximaal haalbaar. We verwachten een reëel risico dat er van de 15fte ook 5 jaar na afbouw nog voor 3 fte geen oplossing te vinden is en kosten gemaakt moeten worden. Op grond van de afbouwregeling in de DVO zijn deze kosten dan echter niet meer toe te rekenen aan het schap.
Aanname kosten wachtgeld en uitkeringen na gedwongen ontslag: voor maximaal 7 personen mogelijk vanaf 2016
Toelichting: Het CAP staat gedwongen reorganisatie-ontslag toe. Over de toepassing hiervan zijn echter afspraken gemaakt tussen PZH en de bonden in het Sociaal Convenant: PZH mag voor de periode van het huidige sociaal convenant (tot 2016) maximaal 30 personen gedwongen ontslaan t.g.v. reorganisatie. T.g.v. de FmA-reorganisatie bij PZH is de grens reeds bereikt. Op basis van de huidige rechtspositie van de medewerkers (PZH) en het geldende sociaal convenant, zal gedwongen ontslag t.g.v. opzegging DVO dus vooralsnog niet mogelijk zijn. Mensen moeten bij vervallen van functies worden begeleid van werk naar werk (zie boven). Gedwongen ontslag zou pas aan de orde kunnen zijn op basis van een nieuw sociaal convenant (huidige loopt per 2016 af of in geval van verzelfstandiging GZH). Het maximaal toegestande aantal gedwongen ontslagen is dan uitkomst van nieuwe onderhandelingen met OR en bonden. We hanteren hier de uiterst onzekere aanname dat er vanaf 2016 in maximaal 50% van de gevallen sprake mag zijn van gedwongen ontslag, dus maximaal 7 medewerkers vanaf 2016. Voor de overige medewerkers geldt het scenario zonder gedwongen ontslagen. In het huidige sociaal convenant geldt de afspraak dat bij gedwongen ontslag aan de betreffende medewerker 18 maanden gelegenheid wordt gegeven om dmv PMP ander werk te vinden. Als dat niet lukt wordt na 18 maanden het ontslag geeffectueerd. Hoewel dat bij een nieuw sociaal convenant anders kan zijn, gaan we er bij deze berekening vanuit dat in de nieuwe situatie ook een dergelijke afspraak zal gelden. We gaan in dit rekenmodel uit van 12 maanden, omdat dat makkelijker rekent. Een ruimere afspraak zal het rekenmodel ongunstig beinvloeden omdat er in dat geval langer niet inzetbare uren doorbetaald moet worden. Hoogte en duur van wachtgeld en uitkeringen zijn afhankelijk van schaal, leeftijd en aantal dienstjaren. We zijn hier uitgegaan van de eerder genoemde gemiddelde aannames, die leiden tot een doorbetalingsplicht van ruim 4 jaar. In de praktijk kan dit sterk afwijken. Zeker bij hogere leeftijd geldt doorbetalingsverplichting tot aan pensioenleeftijd (doorbetalingsverplichting kan dan oplopen tot bijvoorbeeld 8 jaar). PZH is eigen risicodrager, waardoor wachtgeld en uitkeringen geheel voor rekening van PZH komen. Dat geldt ook voor medewekers GZH. Ook in geval van een verzelfstandigde GZH zullen de medewerkers naar verwachting hun huidige rechtspositie blijven houden. We gaan ervan uit dat bovenstaande aannames ook in dat scenario zullen gelden.
13
Deel III Alternatief: Indicatie effecten gedeeltelijke opzegging huidige DVO
14
1. Inleiding
In deel II is invulling gegeven aan het verzoek van de gezamenlijke gemeenten, deelnemend aan een (natuur- en) recreatieschap tot het opstellen van een theoretische doorrekening gemaakt van de effecten van de afbouw van de dienstverlening aan de schappen door GZ-H voor het recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg. Door de gezamenlijke gemeenten op VPR is in dit deel, als vingeroefening, een theoretische doorrekening gemaakt van het model waarbij slechts een deel van de taken door de deelnemende partners aan het schap worden overgenomen. Uiteraard zijn meerdere alternatieven modellen denkbaar. Wat betreft de kengetallen, het juridische kader en de rekeneenheen en aannames wordt verwezen naar deel II. Uiteraard zijn de algemeen geldende uitgangspunten, zoals opgenomen in deel I ook van toepassing. Specifiek is dat de gemeenten op Voorne-Putten hebben een regionaal overlegorgaan, het ISVP (intergemeentelijke samenwerking Voorne-Putten) waarbinnen ook een overlegstructuur is opgenomen voor toerisme en recreatie.
2. Huidige kosten afbouw volgens DVO.
a. Huidige kosten inzet medewerkers GZH (Bron: programmabegroting VPR 2014). Zie hiervoor ook de grafiek in deel II.
Productomschrijving
Pr. 1 Bestuur
Bestuursproducten
99.900
99.900
Inzet in FTE (90.000 per FTE) 1,1
Juridische ondersteuning en advies
13.100
13.100
0,1
Financiën
61.600
61.600
0,7
518.246
518.246
5,8
Economisch beheer
56.500
56.500
0,6
Communicatie
11.600
11.600
0,1
Regelgeving en handhaving
379.300
379.300
4,2
Dienstverlening in uitgaven voorziening Groot Onderhoud
157.517
157.517
1,8
120.600
120.600
1,3
Gebiedsbeheer
Pr. 2 Beheer onderhoud en exploitatie
Planvorming en gebiedsontwikkeling
Subtotaal per programma in € Subtotaal per programma in FTE
Pr. 3 Ontwikkeling
Totaal
174.600
1.123.163
120.600
1.418.363
1,9
12,5
1,3
15,7
Het recreatieschap kan uit de basisproducten (uren per product) jaarlijks 20% afbouwen. Dat houdt in 20% van de totale personele inzet op jaarbasis: € 1.418.363,- = € 283.672,- wat overeenkomt met 3,15 fte.
3. afbouw volgens DVO. De gemeenten op Voorne-Putten werken samen in ISVP verband en hebben daarvoor al een (ambtelijke en bestuurlijke) overlegstructuur ingericht. Deze structuur kan ook ingezet worden om de taken voor programma 1 Bestuursproducten over te nemen.
15
De taken die in programma 3 Planvorming en gebiedsontwikkeling vallen worden nu ook al door gemeenten (in gezamenlijkheid) uitgevoerd en dat blijft zo. Deze inzet kan ook voor het schap worden gebruikt. Het kan zijn dat hier iets extra capaciteit voor gewenst is. De gemeente Rotterdam (voor Rozenburg) kan aan het overleg hieraan worden toegevoegd, terwijl in overleg met de provincie haar rol en positie nader zal worden vorm gegeven. Binnen de intergemeentelijke samenwerking VP wordt vorm en inhoud gegeven aan de samenwerking binnen een regionale uitvoeringsdienst, RUD. Dit is één van de mogelijkheden om het beheer, onderhoud en exploitatie van de recreatiegebieden onder te brengen. Deze uitvoeringsdienst wordt (verplicht) ingesteld voor de niet-basis Wabo-taken. Hieronder worden verstaan: vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van de bouwregelgeving. De dienst is een pure uitvoeringsorganisatie. Als we kijken naar de het beheer en onderhoud van de recreatiegebieden, waaronder het (technisch) onderhoud, vergunningverlening en handhaving, dan passen deze werkzaamheden goed binnen een uitvoeringsdienst. Bovendien is de RUD een samenwerkingsverband van alle vijf de gemeenten op VP. Hierdoor sluit ook de schaal goed aan. Productomschrijving
Totaal
Inzet in FTE (90.000 per FTE)
Voorstel VPR in FTE
Totaal kosten
Bestuursproducten
99.900
1,1
1
80.000
Juridische ondersteuning en advies
13.100
0,1
0.1
8.000
Financiën
61.600
0,7
0.7
56.000
Gebiedsbeheer
518.246
5,8
5.8
464.000
Economisch beheer
56.500
0,6
0.6
48.000
Communicatie
11.600
0,1
0.1
8.000
Regelgeving en handhaving
379.300
4,2
4.2
336.000
Dienstverlening in uitgaven voorziening Groot Onderhoud
157.517
1,8
1.8
144.000
Planvorming en gebiedsontwikkeling
120.600
1,3
0.7
56.000
Subtotaal per programma in €
1.418.363
15.7
15
1.200.000
Voor de verschillende taken wordt kort toegelicht hoe de gemeenten binnen VPR deze taken willen onderbrengen of uitvoeren. a.
Programma 1: bestuursondersteuning (indicatief: 12.25 % = 1,88 fte): Deze taken worden door de ambtelijke ondersteuning van ISVP voor T&R nu ook al (grotendeels) uitgevoerd. Hier is eenvoudig winst te halen door dubbelingen eruit te halen. Dubbelingen zijn onder andere: het adviseren van het schapsbestuur en de advisering van het portefeuillehoudersoverleg. Dit zijn formeel 2 overlegstructuren met voor een belangrijk deel dezelfde personele bezetting. Het portefeuillehoudersoverleg VP wil graag geadviseerd worden over de adviezen binnen het schap. Door de advisering te concentreren wordt een dergelijk VPadvies overbodig. Ook betekent de concentratie van advisering het voorkomen van extra ambtelijk overleg tussen de nu twee opererende organisaties. Voor het onderdeel financiën is extra aandacht nodig, aangezien de huidige financieringsstromen ook ontvlecht moeten worden. Deze kunnen worden ondergebracht bij een centrale gemeente.
16
Naast wellicht eenmalige kosten met betrekking tot de overdracht en afstemming van systemen, zijn de afdelingen financien van de gemeenten in staat deze taken in te passen. Extra benodigde inzet gemeenten = 1,5 fte. Deze worden door de gemeenten in natura wordt geleverd. b.
Programma 2 Beheer, onderhoud en exploitatie van de gebieden (indicatief 79,2% = 12,1 fte) Deze werkzaamheden worden in dit model uitgevoerd door GZ-H, exclusief het onderdeel communicatie. Dit laatste gaat ook over naar de deelnemers.
c.
Programma 3: Planvorming en ontwikkeling (Indicatief: 8,5% = 1,3 fte) De gemeenten voeren deze taken ambtelijk al uit via de inzet van stedenbouwkundigen en landschapsontwerpers (zie ontwikkeling Uitwaaijer) en ook in de ambtelijke ondersteuning van de intergemeentelijke samenwerking voor T&R is hier aandacht voor. Hier is eenvoudig winst te halen door deze werkzaamheden en inzet te concentreren. Extra benodigde inzet bij overname van deze taken door de gemeenten = ca. 1 fte . Deze wordt door de gemeenten in natura wordt geleverd.
4. Doorrekening alternatief Voor een specifieke doorrekening van het alternatief, zonder en met gedwongen ontslagen, wordt verwezen naar bijlage II. In de tabellen 3.a. en 4.a. worden de kosten voor het schap doorgerekend. In de tabellen 3.b. en 4.b. zijn de effecten voor de deelnemers aan het schap uitgewerkt.
5. Inzet medewerkers: De overname van de taken GZ-H door gezamenlijke gemeenten/schap, van programma 1 en 3 en programma 2 kan worden vorm gegeven door: - Afbouw van de taken uit programma 1 en 3 en communicatie uit programma 2, hetzij zonder of met gedwongen ontslagen. - De medewerkers van GZ-H blijven voor de resterende taken in een afzonderlijke organisatie werken ten behoeve van VPR of - Medewerkers van het huidige GZ-H worden gedetacheerd bij het schap of gemeente(n) en/of medewerkers worden (deels) ondergebracht bij de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD ); - Medewerkers van het huidige GZ-H komen in dienst van het schap, gemeente(n) of RUD. Aandachtspunten bij deze alternatieven zijn: - Huisvesting en randvoorwaarden moeten geregeld worden; - Voorkomen dat Kennis en inzet versnipperd raken; - Betere aansturing op kwaliteiten; - Intensievere samenwerking met gemeenten; - flexibiliteit door directere aansturing, medewerkers hebben maar 1 werkgever; - aanpassing GR-schap Of door de verschuiving van de werkzaamheden extra personeel op VPR-niveau nodig is, zal nader moeten worden bezien. In de tabellen is inzicht gegeven in de inzet vanuit de gemeenten. Tevens moet nader onderzocht worden of de bestuurlijke reorganisatie (met name de stuur/regiegroep en de tactische tafels) nadere ondersteuning nodig heeft en door wie die kan worden geleverd.
17
BIJLAGEN
18
BIJLAGE 1: Afbouw DVO
Uitgangspunten casus zonder gedwongen ontslagen: Omvang dienstverlening MJB 2014 Rekengemiddelde loonkosten per fte Equivalent omvang dienstverlening aan schap VPR in fte's Rekenaanname haalbare jaarlijkse uitstroom personeel d.m.v. mobiliteit, pensioen (zonder gedwongen ontslag) Eenmalige kosten om-, bijscholing, outplacement
1.418.363 90.000 15,76 0,8 15.000
Tabel 1.a.: VPR Indicatief overzicht kosten afbouw DVO-basisproducten met GZH, op basis van gemiddelde aannames, zonder gedwongen ontslagen
2015 Aantal door GZH elders onder te brengen fte's Aanname aantal fte’s obv afbouw in 5 jaar en 20% uit-/door-stroom per jaar. (art.4, lid 3)
Doorbetaling loonkosten niet inzetbare uren gedurende maximaal 5 jaar door het schap Eenmalige kosten om- en bijscholing, outplacement personeel voor het schap (15.000 per fte) Kosten schap doorlopende taken (restant fte*loonkosten) Totaal kosten afbouw GZH voor het schap (indicatief) Risico restkosten niet inzetbare uren na 5 jaar (niet gedekt door max 5 jaar bijdrage)
2016
2017
2018
2019
2021
2022
2023
2024
3,15
6,30
9,46
12,61
15,76
3,15
2,52
2,02
1,61
1,29
1,03
0,83
0,66
0,53
0,42
3,15
2,52
2,02
1,61
1,29
1,03
0,83
0,66
0,53
3,15
2,52
2,02
1,61
1,29
1,03
0,83
0,66
3,15
2,52
2,02
1,61
1,29
1,03
0,83
3,15
2,52
2,02
1,61
1,29
1,03
3,15
5,67
7,69
9,30
10,60
7,44
4,92
2,90
1,29
283.680,00
510.624,00
692.179,20
837.423,36
953.618,69
669.938,69
442.994,69
261.439,49
116.195,33
47.280,00
47.280,00
47.280,00
47.280,00
47.280,00
1.134.690,40
851.017,80
567.345,20
283.672,60
669.938,69
442.994,69
261.439,49
116.195,33
1,03
1,86
2,52
3,05
92.956,26
167.321,27
226.813,28
1.465.650,40 1.408.921,80 1.306.804,40 1.168.375,96 1.000.898,69 FTE
2020
3,47
274.406,89 312.481,77
19
Op basis van de berekeningen uit tabel 1.a. zijn de kosten doorgerekend voor de deelnemers bij overname van alle taken. Bijkomende uitgangspunten: - bij de overname van het eerste takenpakket wordt een efficiencykorting van 0,7 Fte voorzien. Dit is verwerkt in de kosten bij de overname van taken in jaar 1.In de vervolgjaren is rekening gehouden met de overname van taken voor 3,15 fte/jaar - Loonkosten gemeente bij overname van de taken bedraagt € 80.000,- per fte - Bij de doorlopende taken is gerekend met de gemiddelde loonkosten van GZ-H
Tabel 1.b. effecten gemeenten/deelnemers afbouw conform tabel 1.a.
Fte's bij overname werkzaamheden Kosten deelnemers bij overname werkzaamheden
Kosten afbouw (tabel 2a) Totale kosten deelnemers, incl doorlopende dienstverlening (noodzakelijke begrotingspost) bijdrage deelnemers huidige dienstverlening Totale extra financiele effecten voor deelnemers t.o.v. huidige bijdrage
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2,45
5,60
8,75
11,90
15,05
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
252.000,00
252.000,00 252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
196.000,00
448.000,00
700.000,00
952.000,00
1.465.650,40
1.408.921,80
1.306.804,40
1.168.375,96
2024
1.204.000,00 1.204.000,00 1.204.000,00 1.204.000,00 1.204.000,00 1.000.898,69
669.938,69
442.994,69
261.439,49
116.195,33
0 0
1.661.650
1.856.922
2.006.804
2.120.376
2.204.899
1.873.939
1.646.995
1.465.439
1.320.195
1.418.363
1.418.363
1.418.363
1.418.363
1.418.363
1.418.363
1.418.363
1.418.363
1.418.363
243.287
438.559
588.441
702.013
786.536
455.576
228.632
47.076
-98.168
20
Uitgangspunten casus met gedwongen ontslagen: Omvang dienstverlening aan schap VPR obv Meerjarenbegroting 2014: Rekengemiddelde loonkosten per fte: Equivalent omvang dienstverlening aan schap VPR in fte's: Rekenaanname haalbare jaarlijkse uitstroom personeel d.m.v. mobiliteit, pensioen (zonder gedwongen ontslag) Kosten uitkering, wachtgeld etc. per fte per maand idem per jaar Kosten om-, bijscholing, outplacement per fte Conform Sociaal Convenant mag slechts een beperkt aantal gedwongen ontslagen vallen (7 personen) Voor de overige medewerkers geldt een afbouw in 5 jaar, met 20% uit/doorstroom per jaar
1.418.363,00 90.000,00 15,76 0,80 3.351,00 40.212,00 15.000,00
Tabel 2.a.: VPR Indicatief overzicht kosten afbouw DVO met GZH, op basis van gemiddelde aannames, met gedwongen ontslagen
2015 Aantal door GZH elders onder te brengen fte's
2016 3,15
Aanname uitstroom gedwongen ontslag v.a. 2016, max 7 (soc stat) Aantal fte’s zonder gedwongen ontslag dat door schap nog 5 jaar wordt bekostigd, minus uit/doorstroom 20% per jaar. (Artikel 4, lid 3)
3,15
Totaal Kosten gedwongen ontslagen obv aannames nieuw sociaal convenant.
3,15
1 jaar doorbetaling loon na gedwongen ontslag Uitkering, wachtgeld etc. na 1 jaar gedurende 4,5 jaar, rekening houdend met uitstroom Totaal
Door het schap te betalen loonkosten fte's zonder gedwongen ontslag gedurende max 5 jaar. (art.4. lid 3) Eenmalige kosten om- en bijscholing, outplacement personeel voor het schap (15.000 per fte) Kosten schap resterende dienstverlening met afbouw in 5 jaar Totale kosten schap gedurende afbouw DVO Restant na 5 jaar waarover geen afspraken zijn gemaakt in DVO
restant fte
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
6,30
9,46
12,61
15,76
3,00
3,00
1,00
2,52
2,02
1,61
1,29
1,03
0,83
0,66
0,53
0,42
0,15
0,12
0,10
0,08
0,06
0,05
0,04
0,03
0,03
0,15
0,12
0,10
0,08
0,06
0,05
0,04
0,03
2,15
1,72
1,38
1,10
0,88
0,71
0,56
3,15
2,52
2,02
1,61
1,29
1,03
6,34
4,04
3,18
2,50
1,29
2,67
2,29
3,98
270.000,00
270.000,00
90.000,00
96.508,80
77.207,04
61.765,63
49.412,51
19.765,00
96.508,80
77.207,04
61.765,63
49.412,51
19.765,00
32.169,60
25.735,68
20.588,54
16.470,84
6.588,33
270.000,00
366.508,80
263.715,84
171.142,27
136.913,82
89.766,05
36.235,84
6.588,33
283.680,00
240.624,00
206.179,20
358.623,36
570.578,69
363.506,69
286.322,69
224.575,49
116.195,33
47.280,00
47.280,00
47.280,00
47.280,00
47.280,00
1.134.690,40
851.017,80
567.345,20
283.672,60
1.465.650,40
1.408.921,80
1.187.313,20
953.291,80
500.420,51
376.088,74
260.811,33
122.783,66
1,03
0,88
0,75
1,31
2,08
92.956,26
78.847,67
67.560,80
117.513,70
186.967,22
789.000,96
loonkosten
21
Op basis van de berekeningen uit tabel 1.a. zijn de kosten doorgerekend voor de deelnemers bij overname van alle taken. Bijkomende uitgangspunten: - bij de overname van het eerste takenpakket wordt een efficiencykorting van 0,7 Fte voorzien. Dit is verwerkt in de kosten bij de overname van taken in jaar 1.In de vervolgjaren is rekening gehouden met de overname van taken voor 3,15 fte/jaar - Loonkosten gemeente bij overname van de taken bedraagt € 80.000,- per fte - Bij de doorlopende taken is gerekend met de gemiddelde loonkosten van GZ-H
Tabel 2.b. effecten gemeenten/deelnemers afbouw conform tabel 2.a. Fte's bij overname werkzaamheden Kosten deelnemers bij overname werkzaamheden
Totaal Kosten afbouw (tabel 3a) Totale kosten deelnemers, incl doorlopende dienstverlening (noodzakelijke begrotingspost) bijdrage deelnemers huidige dienstverlening Totale extra financiele effecten voor deelnemers t.o.v. huidige bijdrage
Totaal
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2,45
5,60
8,75
11,90
15,05
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
196.000,00
252.000,00
252.000,00 252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
252.000,00
2024
196.000,00
448.000,00
700.000,00
952.000,00
1.204.000,00
1.204.000,00
1.204.000,00
1.204.000,00
1.204.000,00
1.204.000,00
1.465.650,40 1.661.650,40
1.408.921,80 1.856.921,80
1.187.313,20 1.887.313,20
953.291,80 1.905.291,80
789.000,96 1.993.000,96
500.420,51 1.704.420,51
376.088,74 1.580.088,74
260.811,33 1.464.811,33
122.783,66 1.326.783,66
0,00 1.204.000,00
1.418.363,00
1.418.363,00
1.418.363,00
1.418.363,00
1.418.363,00
1.418.363,00
1.418.363,00
1.418.363,00
1.418.363,00
1.418.363,00
243.287,40
438.558,80
468.950,20
486.928,80
574.637,96
286.057,51
161.725,74
46.448,33
-91.579,34
-214.363
22
BIJLAGE 2: Alternatief afbouw programma 1, 3 en communicatie Uitgangspunten:
-
Afbouw van 20% per jaar (conform DVO) op basis van het basisjaar 0 betekent jaarlijks maximaal 3,15 fte afbouw; bij de overname van het eerste takenpakket van programma wordt een efficiencykorting van 0,7 Fte voorzien. Bij de doorberekening van de effecten op de deelnemers is als uitgangspunt genomen dat de provincie haar bijdrage niet zal wijzigen. Bij overname van de taken door de gemeenten zullen voor de hiermee gemoeide kosten tussen de gemeenten en de provincie afzonderlijke afspraken moeten worden gemaakt; De loonkosten bij de gemeenten worden lager ingeschat ten opzichte van de provincie; Bij overname van de taken moeten nadere regels worden gesteld inzake de aanbesteding van deze taken aan de gemeenten. Omvang dienstverlening MJB 2014 Rekengemiddelde loonkosten GZH per fte Equivalent omvang dienstverlening aan schap VPR in fte's Rekenaanname haalbare jaarlijkse uitstroom personeel d.m.v. mobiliteit, pensioen (zonder gedwongen ontslag) Eenmalige kosten om-, bijscholing, outplacement Omvang dienstverlening MJB 2014 Rekengemiddelde loonkosten gemeente per fte
1.418.363,00 90.000,00 15,76 0,80 15.000,00 1.418.363,00 80.000,00
Afbouwschema:
FTE GZH
FTE VPR
2015 programma 3 (planvorming en gebiedsontwikkeling) bestuursproducten juridische ondersteuning financien deel 1
1,3 1,1 0,1 0,5
0,7 1 0,1 0,5
Communicatie
0,1
0
3,1
2,3
0,2
0,2
0,2
0,2
Totaal 2015 2016 financien deel 2 Totaal 2016
23
Bijlage 3a.: VPR Indicatief overzicht kosten afbouw DVO-basisproducten programma 1 en 3 en communicatie met GZH, op basis van gemiddelde aannames, zonder gedwongen ontslagen 2015 Aantal door GZH elders onder te brengen fte's Aanname aantal fte’s obv afbouw in 5 jaar en 20% uit-/door-stroom per jaar. (art.4, lid 3) Tot Doorbetaling loonkosten niet inzetbare uren gedurende maximaal 5 jaar door het schap (90.000 per fte)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
3,10
3,30
3,10
2,48
1,98
1,59
1,27
1,02
0,81
0,65
0,52
0,42
0,20
0,16
0,13
0,10
0,08
0,07
0,05
0,04
0,03
3,10
2,68
2,14
1,72
1,37
0,08
279.000,00
241.200,00
192.960,00
154.368,00
123.494,40
7.372,80
46.500
3.000
Eenmalige kosten om- en bijscholing, outplacement personeel voor het schap (15.000 per fte)
Kosten schap doorlopende taken (restant fte*loonkosten)
Totaal kosten, incl. afbouw programma 1 en 3en communicatie, GZH voor het schap (indicatief)
Risico restkosten niet inzetbare uren na 5 jaar (niet gedekt door max 5 jaar bijdrage), zie kanttekening 4.
1.139.400,00 1.121.400,00
1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00
1.464.900,00 1.365.600,00
1.314.360,00 1.275.768,00 1.244.894,40 1.128.772,80 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00
FTE
1,02
0,88
0,70
0,56
0,45
91.422,72
79.036,42
63.229,13
50.583,31
40.466,64
2020
2021
2022
2023
2024
Tabel 3.b. effecten gemeenten/deelnemers afbouw conform tabel 3.a. 2015 FTE's deelnemers bij overname taken Kosten deelnemers na overname GZ-H taken progr. 1 en 3 en communicatie door gemeente Totaal kosten, incl. afbouw programma 1 en 3 en communicatie, GZH voor het schap (indicatief), (tabel 4.a.) Totale kosten deelnemers, incl doorlopende dienstverlening (noodzakelijke begrotingspost) en vervangende fte bijdrage deelnemers huidige dienstverlening Effecten op begroting deelnemers
Totaal
2016
2017
2018
2019
2,3
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
184.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
1.464.900,00 1.365.600,00
1.314.360,00 1.275.768,00 1.244.894,40 1.128.772,80 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00
1.648.900,00 1.565.600,00
1.514.360,00 1.475.768,00 1.444.894,40 1.328.772,80 1.321.400,00 1.321.400,00 1.321.400,00 1.321.400,00
1.418.363,00 1.418.363,00
1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00
230.537
147.237
95.997
57.405
26.531
-89.590
-96.963
-96.963
-96.963
24
Uitgangspunten casus met gedwongen ontslagen: Omvang dienstverlening aan schap VPR obv Meerjarenbegroting 2014:
1.418.363,00
Rekengemiddelde loonkosten per fte:
90.000,00
Equivalent omvang dienstverlening aan schap VPR in fte's:
15,76
Rekenaanname haalbare jaarlijkse uitstroom personeel d.m.v. mobiliteit, pensioen (zonder gedwongen ontslag)
0,80
Kosten uitkering, wachtgeld etc. per fte per maand
3.351,00
idem per jaar
40.212,00
Kosten om-, bijscholing, outplacement per fte
15.000,00
Conform Sociaal Convenant mag slechts een beperkt aantal gedwongen ontslagen vallen (7 personen) Voor de overige medewerkers geldt een afbouw in 5 jaar, met 20% uit/doorstroom per jaar Loonkosten gemeente bij overname van de taken
80.000,00
Bijlage 4.a.: VPR Indicatief overzicht kosten afbouw DVO-basisproducten programma 1 en 3 en communicatie met GZH, op basis van gemiddelde aannames, met gedwongen ontslagen 2015 Aantal door GZH elders onder te brengen fte's (art. 4, lid 2) Aanname uitstroom gedwongen ontslag v.a. 2016, max 7 (soc conv) Aantal fte’s zonder gedwongen ontslag dat door schap nog 5 jaar wordt bekostigd, minus uit-/doorstroom 20% per jaar. (Artikel 4, lid 3).
Totaal 1 jaar doorbetaling loon na gedwongen ontslag Kosten gedwongen ontslagen obv aannames nieuw sociaal convenant.
Eenmalige kosten om- en bijscholing, outplacement personeel voor het schap (15.000 per fte) Kosten schap doorlopende taken (restant fte*loonkosten) Totaal kosten, incl. afbouw programma 1 en 3 en communicatie , GZH voor het schap (indicatief)
2017
2018
3,30
3,30
0
3
0,3
3,10
2,48
3,10
2019
2020
2021
2022
2023
3,30
3,30
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,20
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
270.000,00
27.000,00 77.207,04
61.765,63
49.412,51
19.765,00
9.650,88
7.720,70
6.176,56
4.941,25
1.976,50
86.857,92
69.486,34
55.589,07
24.706,25
1.976,50
Uitkering, wachtgeld etc. na 1 jaar gedurende 4,5 jaar, rekening houdend met uitstroom Totaal
Door het schap te betalen loonkosten fte's zonder gedwongen ontslag gedurende max 5 jaar. (art.4. lid 3)
2016
3,10
96.508,80
0
270.000,00
279.000,00
27.000,00
46.500,00
3.000,00
123.508,80
2024
0,00
1.139.400,00
1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00 1.121.400,00
1.464.900,00
1.421.400,00 1.244.908,80 1.208.257,92 1.190.886,34 1.176.989,07 1.146.106,25 1.123.376,50 1.121.400,00 1.121.400,00
Risico restkosten niet inzetbare uren na 5 jaar (niet gedekt door max 5 jaar bijdrage), zie kanttekening 4.
25
Tabel 4.b. effecten gemeenten/deelnemers afbouw conform tabel 3.a. 2015 FTE's gemeente bij overname taken
2016
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2,3
2,3
2,3
2,3
2,3
2,3
2,3
2,3
2,3
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
2,3
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
184.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
2,3 Totaal
2017
Kosten deelnemers na overname GZ-H taken progr. 1 en 3 en communicatie door gemeente Totaal kosten, incl. afbouw programma 1 en 3 en communicatie, GZH voor het schap (indicatief), (tabel 5.a.)
1.464.900,00
1.421.400,00 1.244.908,80 1.208.257,92 1.190.886,34 1.176.989,07 1.146.106,25 1.123.376,50 1.121.400,00 1.121.400,00
Totale kosten deelnemers, incl doorlopende dienstverlening (noodzakelijke begrotingspost) en vervangende fte
1.648.900,00
1.621.400,00 1.444.908,80 1.408.257,92 1.390.886,34 1.376.989,07 1.346.106,25 1.323.376,50 1.321.400,00 1.321.400,00
1.418.363,00
1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00 1.418.363,00
bijdrage deelnemers huidige dienstverlening Effecten op begroting deelnemers
230.537,00
203.037,00
26.545,80
-10.105,08
-27.476,66
-41.373,93
-72.256,75
-94.986,50
-96.963,00
-96.963,00
26