Carte blanche voor MaNOj Kamps Cappella Amsterdam Katharine Dain - sopraan Åsa Olsson - alt Scott Mello - tenor Maciej Straburzyński - bas Vitaly Medvedev - slagwerk
Woensdag 14 januari 2015 | 20.15 Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam Donderdag 15 januari 2015 | 20.00 TivoliVredenburg, Utrecht Dit concert wordt opgenomen door omroep MAX op 14 januari en uitgezonden op 20 januari om 20.00 uur in MAX Avondconcert op Radio 4.
cappella amsterdam
2
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
Programma Claude Vivier (1948-1983) Chanson du matin (uit: Cinq chansons pour percussion, 1980) Jesus erbarme dich (1974) Chanson du midi (uit: Cinq chansons pour percussion, 1980) Olivier Messiaen (1908-1992) O sacrum convivium! (1937) Claude Vivier (1948-1983) Chanson à la mort (uit: Cinq chansons pour percussion, 1980) Pascal Dusapin (1955) Umbrae mortis (1997) Claude Vivier (1948-1983) Chanson d’adieu (uit: Cinq chansons pour percussion, 1980) Pauze Claude Vivier (1948-1983) Journal (1977)
3
Toelichting Componist-dirigent MaNOj Kamps kreeg carte blanche van Cappella Amsterdam. Hij greep met beide handen de kans zijn visie te geven op Claude Vivier, in wiens liefde voor Azië hij zich als geboren Sri Lankaan herkent. Het hoogstpersoonlijke werk van de spraakmakende Canadese componist krijgt hier een ritueel kader met Franse muziek op liturgisch latijn: een vroeg koorwerk van Olivier Messiaen en een beknopt in memoriam van Pascal Dusapin. Percussie krijgt ruim baan in Viviers Chansons. De slagwerker vervult bovendien een cruciale functie in Journal als leider van een ceremoniële viering van het leven. Vivier schetst zijn levensgang op middeleeuwse wijze als reis van de ziel. De mystiek is gebleven, een soort hemelse harmonie der sferen blijft het zaligmakend hiernamaals. De kindertijd is als de Efteling verlucht met bekende personages als tovenaar Merlijn of een Disney-figuur als Pinokkio. Het relativeert zowel de diepzinnige spirituele lading van Journal, als Viviers eigen rol als boodschapper. Zo vlindert Vivier rond de pretentieuzere muziek van tijdgenoten als Messiaen en Stockhausen, als Schubert ooit in Wenen rond de gewichtige Beethoven. Reizen naar Azië In de herfst van 1976 begon Vivier zijn reizen naar Japan, Bali en Thailand. Het meest trof hem de Balinese gamelanmuziek met zijn stevige wortels in het dagelijkse leven. De grondslag voor zijn magistrale opus Journal werd op Bali gelegd. Een uitgekiende balans in ritmes en proporties verraadt het noeste werk waarmee dit ruwe dagboek later tot diamant geslepen werd. Verwacht geen intellectuele versie van de Balinese Ketjak-dans, want hier klinkt het Duits van Novalis (pseudoniem voor Friedrich von Hardenberg), het Engels van Lewis Carroll naast Frans en de ‘langue inventée’ van Vivier zelf. Talen kaatsen dooreen. Vivier verkent het niemandsland tussen woord en klank, zang- en spreekstem. In Lewis Carroll, de schepper van Alice in Wonderland, herkende hij een voorloper. Carroll schreef het nonsensgedicht Jabberwocky waar Vivier naar verwijst in het vierluik Journal. Het eerste deel L’enfance onwikkelt zich rond zes steeds complexere melodieën, de laatste in vierstemmig contrapunt. Hoge stemmen, vrolijke associaties en uitroepen, speels Indianengebruik van de handen, het schept een toepasselijke sfeer van verwachting. L’amour presenteert personages als Romeo en Julia, Tristan en Isolde. Het is het meest aardse deel. De zoektocht naar liefde reikt van de bijbel tot het bordeel. Er zijn blokkades, er is angst (‘laat me niet alleen in het donker’). Het bier vloeit rijkelijk. De kindertijd lijkt nog dichtbij. Mijlpaal is een kosmische melodie van liefde, uitgestort door koor en solisten op ‘Demeurons éternellement enlacés, à l’ombre des arbres cosmiques’.
4
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
In La mort wijkt zichtbaar licht voor innerlijk licht. Bouwsteen is onder meer een twaalftoonakkoord. De muziek op ‘Luceat’ baseerde Vivier op een acht jaar eerder gecomponeerde melodielijn. De betoogtrant varieert van bidden tot snikken en huilen. Een hogere staat van bewustzijn wordt hier bereikt. De koorklank verdiept zich. Het beloofde land dient zich aan: Jerusalem! Après la mort ten slotte inviteert mee op te gaan in de stilte van de eeuwige contemplatie, waar de sterren eeuwig twinkelen. Rituele buigingen Gewenkt door het slagwerk maken solo- en koorzangers in Journal rituele buigingen, ‘als een soort incipit, dat je oren schoonmaakt’, legt Kamps uit in een interview met Susanne Vermeulen (Muziekvan.nu). Japanse kom, gongs, cimbales antiques, tamtam en buisklokken creëren ruimtelijke klanken. Het zijn metaforen voor het schemergebied tussen fantasie en realiteit waarin Vivier zijn houvast zocht. Viviers nimmer voltooide zoektocht naar zijn genetische ouders kreeg glansrijk gestalte in een gedroomde eigen wereld. Hij zocht voortdurend de verbinding tussen zijn persoonlijke leven en de fantasie, te vertalen naar de parallelle werelden van het aardse leven en het hiernamaals. Zielen die contact zoeken met levenden hier op aard zijn volgens het spiritisme vaak zelfmoordenaars, wist Vivier. De Russische schrijver, futurist en theatermaker Majakovski schoot zich in 1930 door het hoofd. Vivier verbindt Majakovski in La mort aan het ‘in paradisum’ uit de requiem-tekst. Après la mort verklankt de kristallen schalen en juwelen van dat eeuwig fonkelend sterrenrijk. Jesus erbarme dich is een toonbeeld van eenvoud en helderheid in de wendbare zangstijl die Vivier zo goed kende van het Gregoriaans. Hij voelde zich verwant met middeleeuwse muziek en zag hierin de bevestiging van zijn overtuiging dat een eenvoudige pure vorm het beste raamwerk bood voor de rijk geschakeerde, subtiele uitdrukking van hoge verheven emoties. Een melodische behandeling van de woorden Jesus erbarme dich, wisselt zich af met een meer ritmische benadering op lettergreepniveau. Cinq chansons pour percussion ontstond in samenwerking met zijn vriend David Kent uit Toronto. De twee vonden elkaar in hun liefde voor de Indonesische gamelan. De slagwerker Kent had uit Indonesië een set gamelaninstrumenten laten overkomen, destijds een vrij uniek bezit. Kent memoreert Viviers ‘larger than life’ persoonlijkheid en gulle lach. Vivier speelde hem midden in de nacht passages voor op de piano door de telefoon. De interlocking patronen waarmee gamelanspelers op elkaar inhaken zijn hier ver te zoeken. Exotische timbres staan in dienst van persoonlijke expressie, patronen waaieren op vanuit een enkele toon. Vloeiende melodische lijnen vergen
5
fraseringskunst gezien de te overbruggen onregelmatige afstanden tussen de te bespelen instrumenten. David Kent was vanaf 1981 eerste paukenist van het Toronto Symphony Orchestra. Hij waagde zich in 1982 aan de première. Vivier was er niet bij en heeft zijn ‘slagwerkliederen’ nooit live kunnen horen. Een krachtige opwelling doorbreekt de verstilling in het motet O sacrum convivium! Anno 1937 was het Messiaens hartenkreet in hoop op een glorieuze toekomst: ‘et futurae gloriae nobis pignus datur’. MaNOj Kamps ziet Messiaen als de ‘artistieke vader’ van Vivier. Zich manifesterend in La Jeune France trok de nog vrij jonge Messiaen eind jaren dertig van leer tegen de modieuze navolging van Stravinsky’s neo-classicisme. Het moderne leven was hard, mechanisch en onpersoonlijk. Nieuwe muziek moest de mensen volgens Messiaen juist steunen met haar spirituele kracht. Terug naar de natuur, terug naar de rite! In spiritualiteit en rituele kracht lijkt Vivier inderdaad verwant aan Messiaen. Voorbereid op een bestaan als priester door de ‘Frères Maristes’ in Montréal tijdens zijn schooltijd, kende Vivier de troostende kracht van koorklanken. Bij het zingen van de middernachtmis, ontwaakte zijn liefde voor muziek. De broeders achtten hem te temperamentvol voor het priesterleven. Aan het Conservatoire de musique du Québec in Montréal componeerde Vivier zijn Strijkkwartet opus 1 onder hoede van Gilles Tremblay. Er volgde een odyssee door Keulen, Utrecht (Instituut voor Sonologie) en Parijs langs de avant-garde, de elektronische muziek en het serialisme. Spectrale muziek van Gérard Grisey en Tristan Murail hoorde Vivier tijdens een kort bezoek aan Europa in 1979-80. Het leidde in Viviers eigen werk tot verrijking met de klankkleuren die de ontginning van microtonen kan opleveren. Naast zijn gevoel voor microtonaliteit deelt Pascal Dusapin met Vivier zijn sterke antenne voor tekst, muziektheater en stemgebruik. Aanleiding voor Umbrae mortis was de vroege dood van de Spaanse componist Francisco Guerrero Marín (1951-1997). Dusapin eerde hem met dit mini-requiem, geïnspireerd door Johannes Ockeghem. Een modale melodie bloeit op in de sopranen en vervlecht zich met de lagere stemmen tot boeiende texturen en samenklanken, puur met een minimum aan vibrato. Eind 2014 verscheen bij University of Rochester Press het baanbrekende boek ‘Claude Vivier, a composers life’, geschreven door Bob Gilmore, briljant musicoloog, toetsenist, kenner van microtonaliteit en Harry Partch-biograaf. Hij overleed 2 januari 2015 aan een slopende ziekte, maar heeft zijn boek nog zien verschijnen. Huib Ramaer
6
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
Cappella Amsterdam Met een rijkdom aan stemkleuren bereikt kamerkoor Cappella Amsterdam zijn specifieke homogene klank. Sinds 1990 staat het koor onder artistieke leiding van chef-dirigent Daniel Reuss. Al vanaf de oprichting in 1970 door Jan Boeke vormt de liefde voor muziek de leidraad voor Cappella Amsterdam. Om elke compositie te laten spreken, heeft het koor zich zowel op moderne als op oude, authentieke zangtechnieken toegelegd. De nadruk in het repertoire ligt op die twee uitersten: oude meesters en moderne muziek. Speciale aandacht schenkt het koor aan werken van Nederlandse componisten, variërend van Sweelinck tot Andriessen en Ton de Leeuw. Componisten als Robert Heppener en Jan van Vlijmen hebben diverse werken speciaal voor Cappella Amsterdam gecomponeerd. Cappella Amsterdam werkt geregeld samen met uiteenlopende gezelschappen, ook uit andere disciplines. Zo levert het koor bijdragen aan operaproducties, zoals in 2011 met Karlheinz Stockhausens Sonntag aus Licht met de Opera van Keulen en Dionysos van Wolfgang Rihm tijdens het Holland Festival. Cappella Amsterdam is vanaf 2000 vrijwel iedere editie van het Holland Festival te gast. Zo heeft het koor meegewerkt aan de marathonuitvoering van Nine Rivers van James Dillon en Nono 360° met muziek van Luigi Nono. Naast samenwerking met Nederlandse topensembles en -orkesten, zoals het Orkest van de Achttiende Eeuw en Asko|Schönberg, werkt het koor met de fine fleur van internationale gezelschappen zoals de Akademie für Alte Musik Berlin, het RIAS Kammerchor, musikFabrik, Il Gardellino en het Ests Philharmonisch Kamerkoor. Om kennis, repertoire en ervaring te delen, is Cappella Amsterdam mede-initiatiefnemer van Tenso Network Europe, het Europese netwerk van professionele kamerkoren. Bij harmonia mundi verschijnen vrijwel jaarlijks cd’s van het kamerkoor. In 2010 was het Golgotha van Frank Martin, in 2011 genomineerd voor een Grammy. De cd met koorwerken van Leoš Janáček onder leiding van Daniel Reuss (2012) is internationaal zeer goed ontvangen en is bekroond met de Edison Klassiek 2013. In 2014 zijn twee cd’s uitgebracht. De eerste cd Stabat Mater van Francis Poulenc (maart) heeft recent de Franse prijs CHOC de l’annee 2014 gekregen; ook de tweede cd (september) Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen? met bijzondere koorwerken van Johannes Brahms is lovend ontvangen. Meer informatie: www.cappellaamsterdam.nl
7
MaNOj Kamps MaNOj Kamps (Sri Lanka, 1988) begon zijn muzieklessen bij Sureka Amerasinghe en studeerde aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag orkestdirectie (bij docenten Jac van Steen en Kenneth Montgomery, met financiële ondersteuning van het Kersjes Fonds), compositie (bij Roderik de Man en Calliope Tsoupaki) en koordirectie (bij Jos van Veldhoven en Jos Vermunt) waarvoor hij in 2011 summa cum laude afstudeerde. Voor koordirectie wordt hij tegenwoordig gecoacht door Daniel Reuss, met steun van de Stichting Ars Lunga. Ook nam hij deel aan dirigeermasterclasses bij o.a. Jorma Panula, George Hurst en Simon Halsey. Het repertoire dat MaNOj dirigeert reikt van de Renaissance tot nu en omvat het gehele spectrum van symfonieorkesten, instrumentale/vocale ensembles en koren. Hij dirigeerde onder meer De Nederlandse Reisopera (The Fairy Queen), Cappella Amsterdam, Silbersee, het Groot Omroepkoor, de Dutch National Opera Academy en de Ligeti Academy van het ASKO|Schönberg Ensemble. Hij assisteerde o.a. Reinbert de Leeuw, Ed Spanjaard, Etienne Siebens, Lucas Vis, Lawrence Foster en Simon Halsey, en werkte als assistent bij o.a. het Noord Nederlands Orkest, de Nationale Opera, de Nederlandse Reisopera, het Nederlands Kamerkoor, de Nederlandse Bachvereniging en Rundfunkchor Berlin. In de afgelopen jaren dirigeerde hij bovendien vele premières en Nederlandse premières van componisten als Louis Andriessen, Boudewijn Tarenskeen, Karlheinz Stockhausen, Klaas de Vries, Rodion Shchedrin en van diverse jonge componisten, tijdens festivals zoals de Gaudeamus Muziekweek, Musica Sacra en het AAA Festival van het Koninklijk Concertgebouw. MaNOj zoekt in zijn werk als dirigent graag verbindingen met theater, dans en andere disciplines. Naast zijn werk als dirigent is hij ook incidenteel zelf actief als componist en arrangeur. In de compositiewedstrijd van het Groot Omroepkoor drong hij enkele jaren geleden door tot de finale, waar hij van zowel het koor als de vakjury prijzen ontving. Tevens zet hij zich veelvuldig in voor muziekeducatie in Nederland, door het dirigeren van educatieve projecten (o.a. bij het Muziekcentrum van de Omroep en de Nationale Opera) en door voor jongeren participatiemogelijkheden te creëren in grote, (semi-)professionele producties.
8
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
Uitvoerenden Vitaly Medvedev (1988) is geboren in Sint Petersburg. Op 7 jarige leeftijd werd hij toegelaten tot het Muzieklyceum van het Rimsky-Korsakov Conservatorium in zijn geboorteplaats waar hij slagwerk ging studeren. Vanaf 2006 vervolgde hij zijn studie aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen bij Fedor Teunisse, Luuk Nagtegaal, Jan Roel Hamersma en Joeke Hoekstra en volgde hij masterclasses bij o.a. Keiko Abe, Collin Currie en Tatiana Koleva. Na zijn bachelor ging hij naar het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Al tijdens zijn studie was Vitaly actief in de hedendaagse muziekscène van Nederland. Hij werkte samen met jonge componisten en trad op in o.a. Spring Festival, Gaudeamus Festival, Tromp Festival en November Music Festival. Vitaly Medvedev haalde zijn master in 2012. Samen met Mei-Yi Lee richtte hij in 2011 SonoLab op. Dit percussie-duo richt zich op hedendaagse percussie in combinatie met multidisciplinaire kunst. Katharina Dain (coloratuursopraan) studeerde aan de Harvard University, de Guildhall School of Music and Drama en het Mannes College of Music. Haar repertoire vermeldt Fiordiligi Così fan tutte, Donna Elvira Don Giovanni, Madame Herz Der Schauspieldirektor, titelrol La Calisto, Hypsipyle Giasone en rollen in hedendaagse opera’s als Zina (cover) in Nico Muhly's Dark Sisters (Gotham Chamber Opera, Opera Company of Philadelphia). Als soliste en kamermuzikante trad ze op in onder meer Carnegie Hall en het Lincoln Center in New York. In juni vorig jaar verving Katherine op het laatste ogenblik een zieke solosopraan in de Holland Festival uitvoering van Luigi Nono Il Canto Sospeso voor solisten, koor, en orkest met Ingo Melzmacher, Cappella Amsterdam en Schola Heidelberg de SWR Sinfonieorchester Baden-Baden und Freiburg. De Zweedse mezzosopraan Åsa Olsson studeerde zang bij Geert Berghs en Margreet Honig en volgde lessen bij Maarten Vonk (drama), Eric Mentzel (improvisatie) en Thijn van Eijk (interpretatie). Åsa Olsson vertolkt zowel sopraan- en mezzo- als altsolopartijen en haar brede repertoire reikt van Monteverdi tot Cage. Componisten Elizabeth Gaskill, Vincent Vaneker en Alan Swanson schreven liederen voor haar stem en video-artiest Steve McQueen verwerkte haar improvisaties in zijn stuk DING DONG 2000. Åsa Olsson werkte samen met diverse instrumentale ensembles en dirigenten als Richard Egarr en Reinbert de Leeuw. Samen met componist Merlijn Twaalfhoven zorgde Åsa Olsson voor experimentele optredens bij grote evenementen zoals de EU-Top. De Poolse bas-bariton Maciej Straburzynski studeerde aan de Academy of Music Poznan bij Wojtek Drabowicz en was een student van David Wilson-Johnson aan het Conservatorium van Amsterdam. Met EuropaChorAkademie, Vocalconsort
9
Berlin and Cappella Amsterdam zong hij onder dirigenten als Placido Domingo, Kent Nagano, Krzysztof Penderecki, Fabio Luisi, Christopher Hogwood en Bobby McFerrin. Als solist zong hij in Purcells The Fairy Queen (Lisandro), Scarlatti's Il giardino delle rose (Borea), Mozarts Le nozze di Figaro (Bartolo) en Bastien und Bastienne. In October 2009 behaalde hij de tweede prijs in de Ritorna Vincitor Wedstrijd in Ercolano-Napels. Scott Mello wordt geprezen voor zijn ‘lyrische’ tenorstem (NY Times). Seizoen 20142015 omvat optredens van Brahms Liebeslieder Walzer met Damast Ensemble in Amsterdam, cantates van Buxetehude met Ensemble Clematis tijdens het Lanvellec Festival, Journal van Claude Vivier met Cappella Amsterdam en een enscenering van Monteverdi’s Il Combattimento di Tancredi e Clorinda met Cantata Profana in New York en Boston. Met zijn rol in de Messiah debuteert hij als bekend vertolker van Handel bij het Nashville Symphony en San Antonio Symhony en in La resurrezione met het Bach Collegium San Diego. Hoogtepunten van vorige seizoenen zijn o.a. Der Tod Jesu van Graun met het Finse Baroque Orchestra, Bachs Hohe Messe met Masaaki Suzuki en de titelrollen in Handels Samson met Nicholas McGegan en Jephta met het American Opera Theater. Hij heeft vele opnames verzorgd voor Avie, Dorian Sono Luminus, Ex Cathedra, Koch International en NPR. Hij behaalde diploma’s aan het Oberlin Conservatory, New York University en Yale University. www.Scott-Mello.com
Cappella Amsterdam Sopranen Martha Bosch Marijke van der Harst Titia van Heijst Elisabeth van Duijn-Blom
Tenoren Ross Buddie Endrik Üksvärav Ben Heijnen Joost van Velzen
Alten Sabine van der Heyden Mieke van Laren Inga Schneider Luise Kimm
Bassen Jan Douwes Jan Wilem van der Hagen Martijn de Graaf Bierbrauwer Drew Santini
10
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
Teksten / programma Claude Vivier Chanson du matin (uit: Cinq chansons pour percussion, 1980)
Claude Vivier Jesus erbarme dich Jesus erbarme dich
Jezus heb erbarmen
Claude Vivier Chanson du midi (uit: Cinq chansons pour percussion, 1980)
Olivier Messiaen O sacrum convivium! O sacrum convivium! in quo Christus sumitur: recolitur memoria passionis eius: mens impletur gratia: et futurae gloriae nobis pignus datur. Alleluia.
O heilig gastmaal waar Christus genuttigd wordt; waar zijn lijden herdacht wordt, waar de ziel met genade wordt gevuld. en ons het onderpand voor toekomstige heerlijkheid gegeven wordt.
Thomas van Aquino (Antifoon voor Sacramentsdag)
(vertaling: Eduard van Hengel)
Claude Vivier Chanson à la mort (uit: Cinq chansons pour percussion, 1980)
11
Pascal Dusapin Umbrae mortis pour choeur mixte, sur des textes extraits de l'Officium defunctorum Kyrie eleison Christe eleison
Heer ontferm u Christus ontferm u
Requiem aeternam dona eis Domine Et lux perpetua Exaudi orationem meam Ad te omnis caro veniet
Geef hen eeuwige rust, Heer En eeuwig licht Verhoor mijn gebed Alle vlees zal tot u komen
Si ambulem in medio umbrae mortis non timeo mala
Ook als ik moet gaan door een dal vol schaduw van dood, kwaad zal ik niet vrezen (teksten uit de Katholieke mis voor de doden en uit Psalm 23)
Claude Vivier Chanson d’adieu (uit: Cinq chansons pour percussion, 1980)
PAUZE
12
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
Claude Vivier Journal for Choir, Percussion and Soloists
Dagboek
CHILDHOOD
JEUGD
Twinkle twinkle little bat How I wonder what you’re at Up above the world you fly Like a tea-tray in the sky Twinkle twinkle
Schitter, klein vleermuisje Wat doe je daar toch? Hoog boven de wereld vlieg je Als een dienblad in de lucht Schitter, schitter
T’was brillig, and the slithy toves Did gyre and gimble in the wabe; All mimsy (Hic) where the borogoves, (Hic) And the mome raths outgrabe (Hic)
‘t Was bradig en de slijp’le torfs Driltolden op de wijde weep: Misbrozig stonden borogorfs, ‘t Verdoolde grasvark schreep.
Beware the jabberwock, my son! (Listen) The jaws that bite, the claws that catch! Beware the Jubjub bird (Hey, stop!) The frumious Bandersnatch
‘Mijn zoon, vrees de Krakelwok! (Luister) Zijn kakement, zijn grepe klauw! Vrees ook de Jubjub-vlerkenbrok, (Stop!) De gritse Bandjegauw!’
Did he take his vorpal sword in hand?
Nam hij ‘t vorpalen zwaard ter hand?
Et vous donnerez la vie À ces dieux inventés Ces planètes rêvées elles existeront Ces dimensions espérées elles apparaîtront.
En je zult het leven schenken Aan deze uitgevonden goden Deze gedroomde planeten zullen bestaan Deze dimensies waar je op hoopt zullen verschijnen
Long time the manxome foe he sought So rested he by the Tumtum tree, And stood awhile in thought.
Lang zocht hij naar het manxaam vod-Toen, rustend bij de Ploemploemplant, Bepeinsde hij zijn lot.
And as in uffish thought he stood The Jabberwock, with eyes of flame Came whiffling through the tulgey wood And burbled as it came!
Zo, nijvig peinzend, stond hij daar, Toen Krakelwok, zijn oog vol vlam, Door het rapuinhout blaaide, zwaar Burbelend waar hij kwam!
One, two! one, two! and through and through The vorpal blade went snicker-snack!
Hup één! Hup twee! Het scherp vorpaal Hieuw kriskras en met luid gedruis!
13
He left it dead, and with its head He went galumphing back
Het beest lag dood; hij, galomfaal, Reed met de kop naar huis.
And hast thou slain the Jabberwock? Come to my arms, my beamish boy! O frabjous day! Callooh! Callay!
‘Hebt gij de Krakelwok geveld? O heugle dag! Hoezee! Hoezot! Omhels mij, zoonlief, brale held!’
Lewis Carroll: Alice in Wonderland (‘Jabberwocky’)
Vertaling: Ab Westervaarder en René Kurpershoek
(Ya, listen!) (I’m not dead hahaha!)
(Ya, luister!) (Ik ben niet dood hahaha!)
Mister! Mister Pickwick, my wooden horse is broken!
Meneer! Meneer Pickwick, mijn hobbelpaard is stuk!
- I shall tell you where is Bruder Jakob’s workshop but you answer my question: what is it that walks at first on four legs, then on two and finally on three legs?
- Ik zal je vertellen waar de werkplaats van Vader Jacob is, maar geef eerst antwoord op mijn vraag: wat loopt er eerst op vier benen, dan op twee, en uiteindelijk op drie?
O let me think… This is the man that crawls first on four legs in his childhood, on two legs in his adult time and who finishes his life with a walking stick!
Laat me even denken… dit is de mens, die op vier benen kruipt als kind, op twee loopt als man en die zijn leven eindigt met een wandelstok!
-Very good my boy
- Heel goed mijn jongen
Et lentement comme des Pinochios, tout vivra vraiment. L’atelier de Bruder Jacob se logera au soleil des mondes inconnus. Nos yeux discerneront les univers subtils Comme la mort, la conscience nous envahira Et les rois fous gouverneront les firmaments multidimensionnels. Nos mains toucheront les couleurs merveilleuses Nos pensées se mélangeront aux poussières des univers.
En langzaam, zoals Pinokkio’s, zullen ze allemaal tot leven komen. De werkplaats van Vader Jakob zal zich bevinden in de zon van onbekende werelden. Onze ogen zullen subtiele universums onderscheiden Zoals de dood, zal bewustzijn ons bestormen En dwaze koningen zullen over de multidimensionale hemelen regeren Onze handen zullen de geweldige kleuren raken Onze gedachten mengen zich met het stof van universums.
Voorzichtig omslaan s.v.p. →
14
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
AMOUR
LIEFDE
Romeo Juliet Tristan Isolde
(namen van beroemde geliefden)
Bien aimés aimons nous les uns les autres Puisque l’amour est de Dieu
Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt van God. (1 Johannes 4:7)
J’ai souvenance du miel de tes lèvres Du doux soleil de tes yeux et des caresses de ta voix Où es-tu mon amour? Ces rires autour de moi Ces vieux sages qui ne parlent plus
Ik herinner me de honing van jouw lippen Het zachte zonlicht van jouw ogen en de strelingen van je stem Waar ben je mijn lief? Dit gelach om mij heen Deze oude wijzen die niet meer spreken
Caro mio, Vieni Bello, Vieni Amore, Vieni
Kom, mijn schat Kom, mijn schone Kom, mijn lief
Mister Pickwick (What is he looking for? Sex?)
Meneer Pickwick (Wat zoekt hij? Seks?)
BRUDER JACOB!
Vader Jacob!
M! have you got your wooden horse repaired? You dont know; e hum, Well, Bye Bye! Take care! (Was sucht er denn?) Hey my friend, we know where she is; What Really You really know were she is Yes, we know Tell me were she is! She’s not far! No, they don’t know were she is Liebe wo bist du! Liebe!
M! is je hobbelpaard gerepareerd? Je weet het niet Nou ja, doei Pas goed op jezelf (Wat zoekt hij toch?) Hé vriend, we weten waar ze is; Wat Echt Weet je echt waar ze is Ja, dat weten we Zeg me waar ze is! Ze is niet ver weg! Nee, ze weten niet waar ze is Liefde waar ben je! Liefde!
15 PINOCCHIO! WHERE ARE YOU? Don’t leave me in the dark, you know I’m afraid
Pinokkio! Waar ben je? Laat me niet in het donker achter, je weet dat ik bang ben
Et ton sexe comme une proue merveilleuse Conduit mon navire au pays du safran et des sages fous J’ai fait toute la ville pour te trouver amour Et encore palpite en moi ton corps Où sont les rois fous, les Pinochios Et les Mister Pickwick de mon enfance Tout semble si lointain, lointain, autour de moi, de moi
En je geslacht als een wonderbaarlijke voorsteven Leidt mijn boot naar het land van saffraan en van dwaze wijzen Ik heb de hele stad afgezocht om je te vinden liefste En nu klopt jouw lichaam in mij Waar zijn de dwaze koningen, de Pinokkio’s En de meneer Pickwick van mijn jeugd Alles lijkt zo ver weg om mij heen
Meuzda yè, meuzda yè jtè Wo bin Ich? Youjto Sey!
(Exotische droomtaal van Vivier)
(What does he say? I don’t understand what he says! Ich kann ihm gar nicht verstehen!)
(Wat zegt hij? Ik kan hem helemaal niet verstaan!)
Hey! Mein Freund bist du jetzt am traumen? Mein Freund! Komm doch in die Kneipe ein Bier trinken Das ist toll Aber lass mich doch nicht allein Du Weiss dass ich Angst habe allein zu sein!
Hé vriend, wat zit je te dromen? Vriend! Kom even in de kroeg, een biertje drinken Dat is leuk Maar laat me toch niet alleen Je weet dat ik het eng vind om alleen te zijn!
Hey! Amis buvons tous! Look, the world is at your feet, my friend! Ein Bier noch mal bitte! Wir trinken, immer trinken!
Hé vrienden, laat ons allemaal drinken Kijk, de wereld ligt aan je voeten, vriend Nog een biertje graag! We drinken, eindeloos
Que ta main m’amène enfin vers ces contes de fées.
Laat jouw hand me eindelijk naar deze sprookjes leiden
Bruder Jacob haben sie der getroffen? Wo ist meine Liebe hingeblieben? Von mir ist die jetzt doch weg “Der singt mir das Lied von der Liebe” Wo ist dann meine Liebe hingeblieben?
Hebben jullie Vader Jacob gevonden? Waar is mijn liefde gebleven? Ze is weggegaan. ‘Hij zingt een liefdeslied voor me’ Maar waar heeft hij zich verstopt? Voorzichtig omslaan s.v.p. →
16
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
Sa peau est douce comme les nuits de septembre Ses cheveux, poussières des firmaments Ses yeux, étoiles polaires Mon ami, nous savons où elle est! Ses mains embrassent toutes les cosmogonies Son aura vibre-t-elle de nos rêves d’enfant Ses seins sont des planètes merveilleuses Suis-nous sur ce cheval merveilleux que ce Merlin t’a donné Sa bouche est en demi lune Ouvrez-vous portes des univers chimériques Ouvrez!
Haar huid is zacht als septembernachten Haar haar, het stof van sterrenstelsels Haar ogen, poolsterren Mijn vriend, we weten waar ze is! Haar handen omvatten alles van de kosmos Haar aura trilt in onze kinderdromen Haar borsten zijn fantastische planeten Volg ons op dit mooie paard Dat Merlijn je gaf Je mond in een halve maan Opent de poorten van fabelachtige universums Open!
Mon enfant, mon ami, mon frère Enfin tu m’as rejointe. Que tes yeux voient, tes oreilles entendent Suis-moi donc. Allons chez la fée des étoiles merveilleuses Partons pour la planète des cendrillons et des princes charmants Arrêtons-nous, Pinocchio nous rejoint À la maison faite en sucre. Mangeons-la toute! Que ces grands mères veillent tendrement sur notre sommeil stellaire Demeurons éternellement Enlacés, à l’ombre des arbres cosmiques Au point ultime de la conscience. Les amoureux s’envolent au son de la musique du temple de l’au-delà En Jade, en rubis.
Mijn kind, mijn vriend, mijn broer, Eindelijk ben je weer bij mij. Mogen je ogen zien, je oren horen. Volg me, dus Laat ons de fee van fantastische sterren zien Laat ons op pad gaan naar de planeet van Assepoesters en prinsen Wacht even, Pinokkio gaat mee Bij het huisje van suikergoed Laten we het helemaal opeten! Laat deze omaatjes teder over onze slaap van sterrenstof waken Laat ons voor altijd Verstrengeld blijven, in de schaduw van kosmische bomen Tot het ultieme bewustzijn. De geliefden vliegen weg met het geluid van de muziek van de tempel van het hiernamaals In jade en in robijn.
DEATH
DOOD
Ouvrez-vous! Luminescence! Portail de lumière! Univers lumineux!
Open! Licht! Poort van licht! Lichtgevend universum!
17
Nun weiß ich wenn der letzte Morgen sein wird. Wenn das Licht nicht mehr die Nacht und die Liebe scheucht – wenn der schlummer ewig sein wird und nur ein unerschöpflicher Traum sein wird. Himmlische Müdigkeit fühl ich in mir. – Weit und ermüdend ward mir die Wallfahrt zum heiligen Grabe.
Nu weet ik wanneer de laatste ochtend aan zal breken, als het licht de nacht en de liefde niet langer ontwijkt – als de sluimer eeuwig zal zijn en slechts een onvermoeibare droom is. Ik voel een hemelse moeheid in mij. Wat was het uitputtend, die verre pelgrimstocht naar het heilige graf.
Novalis: Hymnen an die Nacht #4
vertaling: Emile van Brakel
MAYAKOWSKY
(Sovjetdichter die in 1930 zelfmoord pleegde)
Requiem Requiem aeternam In paradisum deducant te angeli In tuo adventu suscipiant te martyres
Rust Eeuwige rust Mogen engelen je naar het paradijs leiden Mogen de martelaren je ontvangen
(Trinken Bruder! Trinken)
(Drink, vriend!)
Et perducant te in civitatem sanctam Jerusalem. Requiem aeternam dona eis domine
En je naar de heilige stad Jeruzalem leiden Geef hen eeuwige rust Heer
Ne me laisse pas seul! j’ai peur! je ne vois plus rien Plus rien que le reflet de mes yeux, mes yeux dans le vide! C’est vrai que là-bas les palais sont de cristal plus précieux que le sourire des étoiles les soirs de juin? Est-ce vrai que les rues sont parées de matières plus subtiles que les aurores boréales, que je pourrai boire la lumière? Que la fée Carabosse y a son château de porphyre, que ses lacquais ont la douceur du saphyre?
Laat me niet alleen! Ik zie niets meer Niets meer dan de weerspiegeling van mijn ogen in het niets! Is het waar dat de paleizen daar van kristal zijn dat nog kostbaarder is dan de lach van de sterren op een avond in juni? Is het waar dat de straten geplaveid zijn met iets dat nog subtieler is dan het noorderlicht, dat ik het licht zal kunnen drinken? Dat de slechte fee daar haar porfirische kasteel heeft, en haar lakeien zo zacht als saffieren zijn?
Auf wiedersehn!
Tot ziens!
Est-ce vrai que les liqueurs y sont plus douces que la peau d’un enfant? Que les brebis chantent des cantiques merveilleux?
Is het waar dat de likeuren daar zoeter zijn dan een kinderhuid? Dat lammetjes prachtige lofzangen zingen?
Voorzichtig omslaan s.v.p. →
18
Carte Blanche voor MaNOj Kamps
Kyrie eleison!
God ontferm U
Bist du schon weg? Ya! Ya! es muss doch so sein. Gute Reise Bruder, komm gut nach Heim! Auf wiedersehn Bruder Auf wiedersehn!
Ben je al weg? Ya! Dat moet nu toch wel. Goede reis broeder, wel thuis! Tot ziens
Lux aeterna luceat eis Domine cum sanctis tuis in aeternam quia pius es.
Moge het eeuwige licht hen verlichten, Heer, met uw heiligen in eeuwigheid, want U bent genadig.
Je vais au pays où les brebis chantent des cantiques merveilleux; où je pourrai boire la lumière comme les caribous s’abreuvent à l’eau des lacs.
Ik ga naar het land waar lammetjes lofzangen zingen, waar ik het licht kan drinken zoals rendieren uit het meer drinken.
AFTER DEATH
NA DE DOOD
Luce! Vienne enfin la lumière pourpre des lointaines constellations! Luceat! Que j’entre enfin au temple des musiques somptueuses! des cités de jade et de diamant! Mes yeux touchent le flot infini de Dieu! Des myriades de vaisseaux célestes voguent sur les mers colorées Les vagues me balancent de dimensions en dimensions. Luceat! Pavée de la contemplation des méditants, la voie sacrée demeure silencieuse Par milliards les bergers cosmiques mènent leurs troupeaux subtils vers les planètes abstraites Luce!
Licht! Eindelijk zie ik het paarse licht van verre sterrenstelsels. Schijn! Opdat ik eindelijk de tempel van welluidende muziek binnentreden mag! Steden van jade en diamant! Mijn ogen raken de oneindige stroom van God! Talloze hemelse schepen op gekleurde zeeën De golven wiegen me heen en weer tussen de dimensies Schijn! Geplaveid met de overdenking van mediterenden, blijft de heilige weg stil Duizenden kosmische herders leiden hun subtiele kuddes naar abstracte planeten Licht!
Comme des goélands, mes souvenirs accompagnent mon corps transparent. Mes mains palpent, palpent l’indigo des quatre orients. Les étoiles innombrables flottent autour de moi. Je vous salue être des dimensions éthérées !
Als zeemeeuwen vliegen mijn herinneringen mee met mijn doorzichtige lichaam. Mijn handen raken, voelen het diepblauw van de vier windstreken. De ontelbare sterren zweven om mij heen. Ik groet u, wezen van etherische dimensies!
19
Et Véga et Dened, Arcturus Procyon et Véga Bételgeuse, Antarès Dened, Fomalhaut, Véga Capella, Sanopus, Arcturus, Toutes les étoiles.
(namen van sterren)
Musiques subtiles Emplissant mon âme. Soudain l’amour devient possible.
Subtiele muziek Vult mijn ziel. Ineens is liefde mogelijk.
The merlins from all dimensions of the universe gaze at you and love you! Your eyes are no longer eyes But starry openings Upon fabulous constellations. Your ears perceive the subtle vibrations of the bodies celestial. Temporal planes grow within you. The seven fundamental stars Shall guide you towards eternal contemplation
De Merlijnen uit alle dimensies van het universum volgen je met hun blik en hebben je lief! Je ogen zijn niet langer ogen Maar indrukken van sterren op wonderbaarlijke constellaties. Je oren nemen subtiele trillingen waar, van de hemellichamen. Je krijgt vleugels. De zeven fundamentele sterren leiden je naar eeuwige overdenking
No kazé Di yonopou. Zamoreska oumè zo ta O vay zoko mi ma Komè siké. Minayokami, nayokamina
(Exotische taal van Vivier)
COME, LET’S GO! YA!
Kom, laten we gaan! Ya!
Alle sterren!
Cappella Amsterdam artistieke leiding: Daniel Reuss zakelijke leiding: Anna Becker productieleiding: Annemiek van der Heyden en Willemijn de Graaff communicatie & marketing: Mawgosia Bos |
[email protected] www.cappellaamsterdam.nl Comité van Aanbeveling Krisztina de Châtel Reinbert de Leeuw Gerardjan Rijnders Ed Spanjaard Paul Witteman Rosita Wouda Bestuur Bart Bleker, voorzitter Benien van Berkel Frans Brouwer Katja van Kranenburg-Hanspians, secretaris Wim Plaizier Stefan Smit, penningmeester Colofon Toelichting: Huib Ramaer Redactie en samenstelling: Cappella Amsterdam en TivoliVredenburg Grafisch ontwerp: Gijs Mathijs Ontwerpers