Caring Home.nl verslag van een pilot uitgevoerd bij Proteion Thuis
Caring Home.nl, verslag van een pilot uitgevoerd bij Proteion Thuis1 Charles G.Willems Met medewerking van Danielle Golsteijn, Wilma Groenewegen, Heidi Evers (allen vilans) en de medewerkers van het Proteion Thuis projectteam en de RAV meldcentrale te Venlo Technische ondersteuning door David Kutzik, Antony Glascock (Behavioral Informatics Media, Philadelphia USA) en Steve Lawrence (Independent living London Europe UK)
Utrecht Juni 2008
1
Voor de uitvoering van deze pilot heeft Proteion Thuis ondersteuning verkregen van ZON MW in het kader van het Zorg voor Beter / Arbeidsinnovatieprogramma.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
2
Inhoud Samenvatting ................................................................................... 4 Inleiding ......................................................................................... 5 Organisatie pilot .............................................................................. 6 Technologie ...............................................................................6 Zorgopvolging .............................................................................6 Cliënten werving en selectie ...........................................................7 Gegevensverzameling....................................................................7 Gegevens afkomstig van de sensoren ..............................................7 Gegevens afkomstig uit zorgopvolging ............................................8 Cliëntgegevens....................................................................... 10 Uitvoering en resultaten ....................................................................11 Instroom cliënten....................................................................... 11 Gegevens via RAV....................................................................... 13 Weergave van clientregistraties ..................................................... 15 Enkele afzonderlijke cases. .......................................................... 16 Gegevens m.b.t. arbeidsproductiviteit ............................................. 16 Oordeel cliënten over de voorziening .............................................. 18 Oordeel medewerkers over zorgvoorziening ...................................... 18 Vervolg na de pilot ..................................................................... 19 Discussie........................................................................................20 Vervolg .........................................................................................22
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
3
Samenvatting In het project Caring Home is door middel van een pilot bekeken of het Quiet Care systeem en bijbehorende infrastructuur potentie heeft om meerwaarde te bieden bij toepassing in de Nederlandse thuiszorgstructuur. In de pilot zijn infrarood sensoren ingezet om activiteiten van thuiswonende personen vast te leggen en te monitoren. Veranderingen in het activiteitenpatroon zijn via een web-interface weergegeven en gebruikt om sturing te geven aan de activiteiten van thuiszorgmedewerkers in relatie tot de ondersteuning van de cliënt. De pilot is uitgevoerd met 25 cliënten in de regio noord en midden limburg, gedurende een periode van 6 maanden. De resultaten laten zien dat: 1) De technologie ook in NL werkt; 2) door een gezamenlijke inspanning van verschillende organisaties(technologie leverancier, regionale ambulance voorziening als 24/7 bereikbaarheidscentrale en de thuiszorg) een gericht gebruik van deze mogelijkheden wordt gemaakt; 3) de verzamelde gegevens inzicht geven in veranderingen in het dagelijks functioneren van de cliënt; 4) een andere werkwijze bij de begeleiding van de cliënt door zowel de zorgorganisatie als ook de mantelzorger mogelijk wordt. In het verlengde deze pilot streven de samenwerkende organisaties naar een uitbouw via een opschalingtraject. hierbij worden grotere aantallen cliënten betrokken en zal de werkwijze van het thuiszorgteam gerichter kunnen worden ondersteund. Het opschalingtraject moet uitwijzen of door middel van inzet van bovengenoemde technologie zorginterventies gerichter kunnen plaatsvinden. Een en ander moet leiden tot het voorkomen van onveilige situaties bij thuiswonende cliënten en doelmatigere inzet van personeel.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
4
Inleiding In het project Caring Home is door middel van een pilot bekeken of het Caring Home systeem en bijbehorende infrastructuur potentie heeft om meerwaarde te bieden bij toepassing in de Nederlandse thuiszorgstructuur. Het project is uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen Thuiszorgorganisatie Proteion Thuis, Vilans, RAV Venlo. Het systeem is gebaseerd op het meten en vastleggen van activiteiten van thuiswonende personen met behulp van infrarood sensoren. Activiteiten die worden gemeten zijn: - Algehele activiteitenniveau overdag en ‘s nachts - moment van opstaan in de ochtend; - frequentie toilet- en badkamerbezoek; - mogelijke valsituaties; - frequentie medicijngebruik; - frequentie nuttigen van voedsel; - temperatuur in de woning Via een computerprogramma worden deze gegevens geïnterpreteerd en de resultaten worden on-line beschikbaar gesteld aan een thuiszorgmedewerker/centralist. Op basis van de veranderingen in het activiteitenpatroon is dan een bijstelling in het zorg en verpleegplan door te voeren. Acute en grote veranderingen waarbij mogelijk een directe actie is vereist worden rechtstreeks doorgemeld aan een medewerker van een zorgmeldkamer (in dit project betrof dit Regionale Ambulance Voorziening te Venlo) die vervolgens actie kan ondernemen (rechtstreeks of via een thuiszorgmedewerker). Geleidelijke veranderingen kunnen via de cliëntspecifieke internetpagina worden gevolgd. Als gevolg van de geconstateerde veranderingen kan de thuiszorgmedewerker gericht contact zoeken met de cliënt of diens zaakwaarnemer via telefoon of gericht huisbezoek. De thuiszorgmedewerker/centralist zal de veranderingen in het activiteitenpatroon (triggers), de acties die daarop gebaseerd worden (actions) en de resultaten daarvan (outcome) vastleggen in een op internet benaderbare database. Deze is voor de organisatie toegankelijk en geeft de mogelijkheid om de actuele status van de handelingen en de resultaten ervan te volgen. De technologie is ontwikkeld en op toegepast in de USA; tot nu toe zijn daar meer dan duizend toestellen in gebruik. Zij is nu zo ver dat zij in andere landen beschikbaar gesteld kan worden12. Door middel van deze technologie kan de thuiszorg en/of de mantelzorger gerichte informatie verkrijgen over het functioneren van thuiswonende cliënten. Veranderingen in het activiteitenpatroon van de cliënt kunnen zo worden vastgesteld zonder dat a) het gedrag van de cliënt wordt beïnvloedt door de meetmethode en b) zonder tussenkomst van een medewerker van de thuiszorg en c) over een langere periode Dit biedt de mogelijkheid om na te gaan of deze informatie kan worden ingezet bij de begeleiding van thuiswonenden. Met name bij mensen die geleidelijke veranderingen door maken en waar sprake is van weinig tot geen sociale controle biedt dit perspectief. Dit rapport beschrijft de aanpak (hoofdstuk 3) en het verloop en de resultaten (Hoofdstuk 4) van de Nederlandse pilot. Tot slot worden discussiepunten aangedragen en aanbevelingen voor vervolg (Hoofdstuk 5)
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
5
Organisatie pilot Technologie
In de woning van de cliënt wordt een 5-tal IR sensoren geplaatst (zie figuur 1): 1) buiten de badkamer; 2) binnen de badkamer; 3) in de koelkast; 4) in de slaapkamer; 5) in de bewaarplaats voor medicijnen De sensoren communiceren draadloos naar de centrale eenheid in de woning. Daaraan is Figuur 1 de technologie die is ingezet. ook een temperatuursensor verbonden (niet op de foto zichtbaar. De centrale unit is verbonden met het vaste telefoonnet . Het inbelnummer is een lokaal nummer. Van daaruit wordt doorgeschakeld naar het nummer van de quiet care server. Deze staat in de UK.2 Hier worden de automatische meldingen gegenereerd. Hiervandaan vindt de gegevensverwerking plaats via communicatie met een centrale server die in de USA staat. De automatische meldingen worden via Voicemail doorgegeven naar de meldkamer van de RAV waarna de vervolgactie wordt geïnitieerd. Technisch gesproken bleek het niet mogelijk een rechtstreekse verbinding vanuit Nl naar de USA te maken met behulp van een 0800 nummer. De kosten voor de cliënt zouden zo tot een minimum kunnen worden beperkt.
Zorgopvolging ‘Het systeem biedt de mogelijkheid om een aantal grenswaarden te definiëren. Deels worden die standaard in het systeem aangegeven. Zo is bijvoorbeeld een ondergrens en een bovengrens van de temperatuur ingesteld en is een grenswaarde ingesteld bij het langer verblijf in de natte cel dan een uur. Voor het overige deel worden die grenswaarden vastgelegd door het eigen activiteitenpatroon van de cliënt vast te leggen; bijvoorbeeld het aantal maaltijd gerelateerde registraties of het totaal aantal bewegingen (activiteiten) in de woning per tijdseenheid te meten. Bij het over- of onderschrijden van de grenswaarden vindt op een aantal manieren signalering plaats. 2
figuur 2 overzichtweergave van een cliënt op een willekeurig moment
DE technologie is geleverd door www.quietcaresystems.co.uk
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
6
a) overschrijding die aanleiding geeft tot acute actie wordt gemeld naar de zorgmeldkamer van de Regionale Ambulance Voorziening te Venlo. In eerste instantie telefonisch, later door een automatisch gegenereerd voicemail bericht. Deze meldingen worden op de cliëntenpagina weergegeven met een rode indicator b) overschrijdingen die geen acute actie behoeven worden op de cliëntpagina weergegeven met een gele indicatie. Deze worden door een thuiszorgmedewerkers regelmatig bekeken en voorzien van de benodigde vervolgactie c) gegevens afkomstig van de sensoren die binnen de normale range vallen worden op de cliëntpagina voorzien van een groene indicator (zie figuur 2) Per cliënt en cliëntsituatie is vooraf afgesproken wat de vervolgactie kan zijn. Bij de acute meldingen checkt de RAV eerst de overzichtspagina en neemt vervolgens contact op met de cliënt (telefonisch), met de relatiebeheerder van de cliënt (thuiszorgmedewerker) of met de mantelzorger De vervolgactie kan aanleiding geven tot het uitvoeren van een huisbezoek bij de cliënt.
Cliënten werving en selectie Via Proteion Thuis zijn 25 cliënten geworven. Een 7 tal ontvangt de zorg via het Verzorgingshuis Roncalli te Roermond (3 hiervan wonen in een aanleunwoning). De overige wonen verspreid in de regio Venlo en Venray. De cliënten hebben na informatie door de medewerkers van Proteion een zorgovereenkomst getekend en zijn akkoord gegaan met de deelname aan het onderzoek. Vervolgens is de apparatuur geplaatst in de woning door relatiebeheerders van de thuiszorg die een zorginhoudelijke achtergrond hebben. Alle instellingen aan de apparatuur zijn vooraf (in de fabriek) verricht. Het belangrijkste aandachtspunt bij de meting is het zodanig plaatsen van de sensoren dat daadwerkelijk dat ADL aspect gemeten wordt dat men wil meten. Voor wat betreft de IR sensoren wil dit zeggen dat de sensor zodanig staat uitgericht dat de activiteiten zo zuiver mogelijk worden gemeten. Bijvoorbeeld: de IR sensor die meting van het medicijnverbruik doet moet zodanig wordt geplaatst dat deze alleen wordt geactiveerd als er een handeling met die medicijnen wordt uitgevoerd. Na plaatsing van de apparatuur blijven de relatiebeheerders het eerste aanspreekpunt voor de betreffende cliënt.
Gegevensverzameling Gegevens afkomstig van de sensoren Na de installatie van de apparatuur bij de cliënt worden continue gegevens verzameld. Deze worden bij de latere analyse gebruikt. Per cliënt is het mogelijk om een algemeen beeld per dag te verkrijgen (zie figuur 3) als ook enkele detailanalyses (zie figuur 4.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
7
Figuur 3. 7 daags overzicht
Figuur 4 gedetailleerde dagweergave met activiteitenoverzicht per sensor
Met behulp van deze gegevens is het mogelijk een interpretatie van de gebeurtenissen te doen. Door deze in het perspectief van eerdere gegevens van de cliënt te plaatsen wordt het mogelijk een geleidelijke ontwikkeling te zien.
Gegevens afkomstig uit zorgopvolging Van de acties die het gevolg zijn van de acute meldingen of de geleide veranderingen waargenomen door de kleurcodes op de website wordt door de zorgopvolger een rapportage gemaakt via een formulier in de T(rigger) A(ction) O(utcome) server. Dit biedt de mogelijkheid om de interpretatie van oorzaak te doen.
Figuur 5 TAO deel 1Aard van de melding
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
8
Figuur 6 TAO deel 2 acties RAV
Figuur 7 TAO formulier resultaten zorgopvolging. Door de in de loop van de tijd verzamelde gegevens die geïnitieerd worden door 1 gebeurtenis aan elkaar te koppelen wordt zo een eenduidig gegevensbestand verkregen. Dit materiaal wordt vervolgens gebruikt bij de maandelijks uit te voeren cliëntbesprekingen
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
9
Cliëntgegevens Bij de aanvang van het project en na 6 maanden deelname zijn door Vilans huisbezoeken afgelegd. Deze hadden ten doel A) een algemene indruk te krijgen van het dagelijks functioneren van de cliënt en B) gegevens te verzamelen m.b.t. de gebruikservaringen zoals die door de cliënt zijn ondervonden
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
10
Uitvoering en resultaten Instroom cliënten Van de 25 deelnemende cliënten zijn er 23 in een tijdsbestek van 2,5 maand geïntroduceerd in de pilot. Zij hebben allen tenminste een periode van 4,5 maand in de pilot kunnen participeren. De twee laatste aansluitingen zijn pas 3,5 maand na aanvang gerealiseerd. De laatste cliënt is vrijwel onmiddellijk na introductie in de pilot opgenomen in een verpleeghuis. Hierdoor zijn over deze cliënt geen gegevens verzameld. Enkele cliëntkarakteristieken Kenmerk Wonend in aanleunwoning - Zelfstandig wonend Alleen wonend – samenwonend Vrouw - man Leeftijd (gemiddelde ± SD jaren Tabel 1: Enkele cliëntkarakteristieken
Aandoening
Aantal
Gewrichtslijtage hart/vaatziekten
3 16
Beroerte/herseninfarct
6
Suikerziekte
5
ondersteuning Maaltijdbereiding Eten/drinken Het dioen van boodschappen Persoonlijke verzorging Schoonhouden van het huis Medicijnopname Wondverzorging Vervoer Klusjes in huis
Aantal 8 16 22 – 2 17 7 83±6,6 jaar
aantal 12 1 14 12 24
12 Longaandoening 3 Reuma 1 Rugklachten 3 1 Kanker Parkinson 2 Spierziekte Dementia 1 Tabel 2: Medische achtergrond van de cliënten (links)en hun afname aan ondersteuning (diensten) Rechts Zowel bij de instroom als aan het eind van de deelname periode zijn tijdens de interviews met de cliënten een aantal vragenlijsten gebruikt om een indruk te krijgen van het zelfstandig functioneren van deze cliënten. Met behulp van deze gegevens is op individueel niveau een interpretatie van a) het beloop van de activiteiten en b) de behoefte aan ondersteuning mogelijk. De standaard instrumenten die hierbij zijn ingezet geven een objectieve registratie van de mate van zelfredzaamheid (via de GARS) en de eenzaamheid (eenzaamheidsschaal De Jong Gierveld) weer. Hieronder volgen de gegevens opgenomen met de Groningen Activity Restriction Scale
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
11
Gemiddelde Sandaard dev
Totale instrument Start (n) 42.5(24) 12
Clienten Roncalli Gemiddelde Stand dev
49.9(8) 13.1
Totale groep
Einde
Adl items start
einde
Hdl items Start
Einde
41,88(18) 12,91
22,5(24) 7,26
20,84(18) 6,32
20(24) 5,80
19,88(18) 7,57
45.14(5) 13.94
26.9(8) 8.85
26.8(5) 7.79
23 (8) 4.65
14.6 (5) 6.58
Controlegroep* gemiddelde 24(255) 13,3(255) 10,8(255) Standaard dev 8 3,6 4,8 Tabel 3: Gegevens van de GARS meting aan begin en eind van de deelname van de deelnemers vergeleken met controlegegevens verkregen uit de literatuur. * de gegevens m.b.t. de controlegroep zijn verkregen uit het onderzoek vermeld in de handleiding van de methode3
Bij deze cliënten zijn tevens gegevens verzameld met behulp van de eenzaamheidsscore van De Jong Gierveld4
Eerst e
tweede verandering eerste tweede Client Client tweede – no no Score score eerste score score 24 2 2 0 12 3 3 23 3 1 -2 11 3 1 22 10 10 5 6 21 8 9 1 9 4 20 3 8 5 5 19 6 10 4 7 3 4 18 8 6 9 7 17 2 3 1 5 4 2 16 5 7 2 4 4 2 15 5 3 -2 3 7 14 9 8 -1 2 3 13 1 1 0 1 3 3 Tabel 4: Resultaten van de meting van de eenzaamheidsscore per cliënt Ter toelichting bij deze gegevens geldt: score ≤ 2: als niet eenzaam 3 ≤ score ≤ 8: gematigd eenzaam 9 ≤ score ≤ 10: ernstig eenzaam Score = 11: zeer ernstig eenzaam
verandering tweede eerste 0 -2 1 0 1 -2 -2 -2
0
De gegevens laten zien dat in de meetperiode er bij 6 van de 18 cliënten waarbij twee metingen zijn verricht geen verandering in de score is waar te nemen, terwijl er bij 6 een hogere score is aangetroffen (versterking eenzaamheid) en bij 7 personen een lagere score (vermindering van de eenzaamheid)
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
12
Voorts is aan de deelnemers een aantal stellingen voorgelegd. Deze hebben ten doel inzicht te krijgen in het zelfbeeld bij deze cliënten over een aantal aspecten. Deze metingen zijn herhaald aan het eind van de pilot periode. De scores zijn weergegeven door de veranderingen aan te geven in de beantwoording van de cliënt. Stelling
Aantal pos 0 1 0 3
onveranderd
11 ik voel me veilig in mijn eigen woning 7 In geval van nood ben ik in staat mij zelf te redden 10 ik kan eigenlijk alles nog zelf 7 in geval van nood kan ik kennissen of hulp inschakelen 5 5 ik ken voldoende mensen doe mij kunnen helpen 7 9 ik heb best veel hulp nodig 3 12 ik heb niet zo veel contact met mensen 2 11 Ik heb veel kontact met de buren 2 8 ik heb veel contact met familie en vrienden Tabel 5: Veranderingen in de reactie van cliënten op enkele voorgelegde stelingen.
Aantal negatief 6 9 7 7 6 1 2 4 7
De gegevens laten een verminderd gevoel van veiligheid zien en tevens een verminderde zelfredzaamheid als ook een afname van de omvang van het sociale netwerk. Op individueel niveau geven deze gegevens een beeld van de veranderingen bij de cliënt. Op groepsniveau is er niet naar gestreefd een verklaring voor deze bevindingen te zoeken gezien de de zeer heterogene samenstelling van deze groep.
Gegevens via RAV Via de RAV is een registratie gestart van de formele oproepen.Deze zijn in de database vastgelegd. In figuur 8 zijn de resultaten in de proefperiode weergegeven.
Figuur 8: Aantal TAO rapporten [per observatieperiode. De eerste plaatsing vond plaats op 21 sept 2007. De laatste invoer van een TAO vond plaats op 14 april.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
13
In de hierna volgende tabel is het aantal TAO’s per cliënt weergegeven. Aantal TAO rapporten ingevuld per cliënt: Cliënt Aantal client Aantal NL-01 1 NL-08 6 NL-02 2 NL-09 2 Nl-03 3 NL-10 5 NL-04 1 NL-11 6 NL-05 2 NL-12 0 BL-06 1 NL-13 3 NL-07 7 NL-14 2 Tabel 6: Aantallen geregistreerde TAO’s
client NL-15 NL-16 NL-7 NL-18 NL-19 NL-20 NL-21 per cliënt.
aantal 3 3 2 1 2 1 1
client NL-22 NL-23 NL-24 NL-25
Aantal 1 1 2 4
Uit de gegevens die automatisch worden opgeslagen is de oorzaak van de alert terug te vinden. Dit is mogelijk zowel voor de acute alerts (red) al voor de signaleringen (LIG alerts). De volgende tabel geeft deze gegevens weer: Tao alerts (red) Aantal LIG alerts (yellow) Wakker worden 5 Activiteit Maaltijd 8 Valincident Valincident 8 Maaltijden Activiteit 9 Nachtelijk badkamerbezoek Nachtelijk badkamerbezoek 1 Temperatuur Basisstation 23 Te laat opgestaan Temperatuur 11 Tabel 7: Kwantitatief overzicht van de gegenereerde alerts. Gegevens zijn verzameld vanaf 01-oct 2007 tot en met 13 april 2008.
aantal 70 121 328 34 617 60
In tabel 7 is tevens een overzicht gegeven van de gegenereerde LIG alerts. Deze zijn rechtstreeks doorgestuurd naar de begeleider van de cliënt en niet gebruikt voor de registratie in een TAO. Deze gegevens zijn naar alle waarschijnlijkheid eerder te verklaren uit geleidelijke gedragsveranderingen dan vanuit een technische oorzaak. Een weergave in de loop van de tijd op individueel niveau is dan noodzakelijk. In deze pilot is hiervan geen gebruik gemaakt. Om te bezien of een dergelijke representatie van gegevens mogelijk is, is wel een weergave op groepsniveau gegenereerd aan het eind van de pilot periode. Het resultaat hiervan is te bezien in figuur 9.
Figuur 9: Grafische weergave van de LIG alerts gedurende de gehele pilotperiode.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
14
Weergave van clientregistraties In figuur 10 wordt van een aantal cliënten steeds twee dagen aan registraties getoond. Hieruit valt af te leiden dat: a) de patronen van cliënten onderling verschillen en b) dat verschillende dagen van eenzelfde cliënt een zeer vergelijkbare registratie weergeeft.
Figuur 10: weergave van een aantal cliëntregistraties
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
15
Uit deze voorbeelden blijkt dat iedere cliënt een eigen kenmerkend activiteitenpatroon er op na houdt. Verschillen die kunnen worden waargenomen zijn bijvoorbeeld een verschil in dag nacht ritme, het wel of niet vertonen van nachtelijke activiteit, de gemiddelde verblijfsduur in verschillende ruimtes, etc. Door nu te focussen op veranderingen kunnen die situaties worden gedetecteerd die vanuit de zorgverlening relevant worden geacht voor de begeleiding.
Enkele afzonderlijke cases. Cliënt no. 3 maakte in het begin van de pilot een periode door van serieuze klachten in verband met een cardiovasculaire aandoening en problemen met de knie. Door de Quiet Care infrastructuur werd een serie van “laat opstaan” en “activiteiten” waarschuwingen gegenereerd over een periode van twee-en een halve maand. Deze gegevens gaven het personeel de mogelijkheid om “de vinger aan de pols te houden” en zo een gedetailleerde beschrijving bij te houden van de gebeurtenissen bij de cliënt. Periode 22 oktober – 28 october: het systeem genereert opsta”waarschuwingen en een afname in algehele activiteit. Dit leidde tot een toegenomen alertheid van het personeel op de conditie van deze mevrouw. Periode 29 oktober – 4 november: het systeem geeft aan dat cliënt in toenemende mate immobiel wordt en minder frequent haar kamer verlaat. Personeel blijft conditie van cliënt monitoren. 5 november: personeel neemt waar dat linker been gezwollen is en huisarts wordt gewaarschuwd. 8 november: huisarts geeft extra medicatie en intensiveert controle met extra bezoek op 11 en 13 november. 19 november: afspraak met de cardioloog die leidt tot directe ziekenhuisopname. 22 november: cliënt komt terug in de woning. Hierna stabiliseert de conditie van de cliënt zich en blijft zij zelfstandig wonen. Cliënt no 16 is slechts gedurende korte tijd in de studie opgenomen. Het betreft een 88 jaar oude man die zelfstandig woont en een medische geschiedenis heeft van een hartinfarct en waarbij onlangs de diagnose Alzheimer is gesteld. Informele hulp wordt verleend door de dochter. Deze is tevens medewerker van de thuiszorgorganisatie. In de beginperiode wordt een aantal inconsistente meldingen gemaakt. Tevens constateert het systeem dat meneer nachtelijk dwaalgedrag vertoont in de woning en tevens op gezette tijden ’s nachts de woning verlaat. Met behulp van de gegevens vanuit het Quiet Care systeem was de dochter in staat om de indicatiestellers te overtuigen van haar inzicht dat langer zelfstandig wonen voor haar vader niet langer een realiseerbare optie was. Op grond van deze argumentatie is dan ook naar een passender woonvoorziening gezocht.
Gegevens m.b.t. arbeidsproductiviteit Vanuit de begeleiding van dit project door medewerkers van de zorgorganisatie is een invulling gegeven aan het instrument dat door TNO is opgesteld m.b.t. de zorginnovatie en de verbetering van de arbeidsproductiviteit3. Voor de start van het experiment (0-meting)en na afloop(virtueel) zijn de gegevens in het instrument ingevoerd. Onderstaande tabel geeft een beknopte weergave:
3
De methode voor de meting van de arbeidsproductiviteit is uitgevoerd in het kader van de deelname aan het zon-MW programma arbeidsinnovatie. De ontwikkeling van deze methode is nog niet afgerond.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
16
0 – meting de tijdsbesteding t.a.v. dit proces is per cliënt
virtueel
72 uur en 0 minuten 12 uur en 0 minuten
de arbeidsproductiviteit voor dit proces is (cliënten/uur)
0.01 0.08
Beoordeling kwaliteitsaspecten
Zorg- en leefplan / behandelplan Communicatie en informatie Lichamelijk welbevinden en gezondheid Mentaal welbevinden Zorginhoudelijke veiligheid Inspraak cliënten Woonomgeving en veiligheid Voldoende en bekwaam personeel Eigen kwaliteitsaspect Gemiddeld cijfer kwaliteit
Tijdsbesteding per functie
Niet ingevuld
0 uur 0 minuten 12 uur 0 minuten
Verpleegkundige/verzorgende
72 uur 0 minuten 0 uur 0 minuten
De gegevens uit deze tabel laten zien dat er verschillen zijn waar te nemen tussen de nulmeting en de virtuele meting. De virtuele meting is verricht na afloop van de pilot en is gedaan door een beleidsmedewerker vanuit de zorgorganisatie die op afstand betrokken is bij de reguliere zorg. Opvallend zijn de verschillen in het tijdsbeslag die de toepassing van deze infrastructuur oplevert. In een volgende fase zijn deze gegevens verder te substantiëren door
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
17
het doen van daadwerkelijk dossieronderzoek. In dit stadium van de ontwikkeling van deze innovatie is dat nog niet opportuun.
Oordeel cliënten over de voorziening Tijdens het tweede interview is aan de cliënten ook enkele vragen voorgelegd die betrekking hebben op het gebruik van de voorziening. Over het gebruikscomfort van het Quiet Care systeem zijn 11 clienten tevreden tot zeer tevreden. Slechts één cliënt geeft een ontevredenheid op dit punt aan. Gevraagd naar de betekenis van deze voorziening (apparatuur + bijbehorend zorgarrangement) voor de cliënt antwoorden 11 van de 19 cliënten dat hun gevoel van veiligheid wordt ondersteund, de rest weet geen antwoord te geven op deze vraag. Op de vraag of de voorzieningen nadelen kent antwoorden 9 cliënten ontkennend. Een heeft problemen met de telefoon ondervonden en een andere cliënt geeft aan dat het licht van de Led lampjes in de slaapkamer storend werkt. De overige respondenten geven op deze vraag geen eenduidig antwoord. Slechts 2 cliënten zijn er geen voorstander van dat de informatie vanuit het Quiet Care systeem rechtstreeks gedeeld kan worden met familie, 12 van de 19 respondenten is positief over deze mogelijkheid. Veertien cliënten hebben met hun familie over (de gegevens vanuit) het systeem gesproken. Twaalf cliënten zouden het gebruik van een dergelijk systeem ook willen aanbevelen aan derden. Tenslotte geven 11 cliënten aan dat zij het systeem ook na afloop van de pilot zouden willen blijven gebruiken. Echter wanneer zij daartoe gevraagd worden door medewerkers van de thuissituatie blijkt dat slechts 7 cliënten daadwerkelijk gebruik maken van deze mogelijkheid.
Oordeel medewerkers over zorgvoorziening Aan de medewerkers is gevraag om tijdens de pilot hun reacties op het gebruik van het systeem weer te geven. Het aantal medewerkers dat erbij betrokken is, is beperkt gebleven. In hoeverre hun ervaringen representatief zijn voor de medewerkers van Proteion thuis is derhalve onzeker. Wel zijn in de loop van de tijd enkele argumenten geregistreerd die voor de verdere implementatie van belang zijn: - In een stabiele situatie heeft het systeem betrekkelijk weinig meerwaarde, zeker als men toch op zeer regelmatige basis in de woning van de cliëntaanwezig is, zoals in de situatie bij Roncalli (aanleunwoningen) het geval is. Dit zou kunnen verbeteren indien er maatwerk geleverd kan worden. Dat wil zeggen dat per cliënt de eigen grenswaarden, nodig voor het genereren van alarmen, ingesteld zouden kunnen worden. - De trendanalyse heeft een meerwaarde in geval van dementie omdat het geleideiijke veranderingen in gedrag (dag nacht ritme) zichtbaar kan maken. - De trendanalyse heeft een meerwaarde ter ondersteuning van een mantelzorger. Het geeft de mantelzorger op afstand inzicht in het beloop van de activiteiten. - In deze periode is een groot aantal meldingen ontvangen die afkomstig zijn van het basisstation. Het is niet duidelijk geworden waardoor deze meldingen zijn uitgelokt. Dit werkt een wantrouwen naar het systeem toe in de hand. - De communicatie tussen service provider en medewerker over deze voorziening is beperkt. Deels komt dat door het gebruik van de Engelse taal.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
18
-
-
In enkele gevallen is het systeem gebruikt om een idee te krijgen van het dagelijks functioneren van de cliënt. Het systeem geeft een grote hoeveelheid gegevens waar men anders niet over kan beschikken. Het tijdig over deze gegevens kunnen beschikken geeft een duidelijke meerwaarde. In andere cliëntgroepen b.v. bij verstandelijk gehandicapten en bij de GGZ zou het systeem zijn meerwaarde kunnen bewijzen wanneer er doelgroep gerichte vormen van grenswaarden en daarop gebaseerde alarmeringen kunnen worden gebruikt. Een mogelijke gebruikssituatie voor deze groepen is bijvoorbeeld de monitoring tijdens nachtelijke uren wanneer doorgaans weinig personeel aanwezig is.
Vervolg na de pilot In de pilot is door 25 cliënten gemiddeld gedurende 5,5 maanden gebruik gemaakt van ondersteuning door het Quiet Care systeem. Een aantal cliënten heeft aangegeven door te willen gaan. Vanuit de zorgorganisatie zijn alle cliënten begeleid door de inzet van de bereikbaarheidscentrale vanuit de RAV. Daarnaast heeft iedere cliënt begeleiding ontvangen van de eigen zorgmedewerkers. De cliënten van Roncalli wonen dicht bij het verzorgingshuis. Zij worden begeleid door een teem van medewerkers. Binnen dit team is zo veel ervaring opgebouwd met Caring Home. De andere cliënten wonen verspreid in Noord en Midden Limburg. Zij worden door verschillende teams begeleid. De leerervaringen per cliënt worden hierdoor minder eenvoudig door meerdere medewerkers gedeeld. Vanuit de zorgorganisatie zijn dan ook nog geen redenen aanwezig om het zorgproces op een andere wijze in te richten. Verwacht wordt dat door een grotere populatie cliënten te betrekken in deze vorm van begeleiding, het mogelijk wordt om de bijstelling van de begeleiding op het niveau van de medewerkerteams ook in de beschouwing te betrekken. Ook is het dan mogelijk om veel gerichter te bekijken welk rendement er in de inzet van deze technologie te behalen valt.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
19
Discussie Uit de gebruiksevaluatie volgt dat de technologie ook in Nederland werkt. Er zijn weliswaar wat moeilijkheden geconstateerd m.b.t. het organiseren van –voor de cliënt- goedkope verbindingen maar uiteindelijk is dit toch gerealiseerd. Op het moment dat een leverancier van de technologie ook in Nederland een vestiging heeft zullen deze problemen definitief verholpen kunnen worden. Nu moest er dataverkeer plaatsvinden tussen verschillende landen om de gegevens uit te wisselen en de overschrijdingen van de grenswaarden te constateren en vervolgens aan de zogmedewerkers te signaleren. Vervolgens is geconstateerd dat met de inzet van deze technologie ook op een nieuwe manier de zorgketen gesloten is. De inzet van technologie en een zorgcentrale heeft voor cliënt en zorgmedewerker ertoe geleid dat zij op een andere wijze met elkaar in contact staan. De ontwikkeling van een eenduidig communicatieprotocol alsmede de afstemming van de werkwijzen in een zorgarrangement was hiervoor noodzakelijk. De gemaakte afspraken hebben zich in de praktijk bewezen. Vanuit de cliëntsituatie waarin een frequent contact bestaat met de cliënt (de aanleunwoningen) werd initieel een duidelijke meerwaarde geconstateerd. Gaandeweg bleek deze meerwaarde af te nemen. Een belangrijk argument dat daarbij werd gehanteerd was het gegeven dat men gemiddeld gesproken vrij veel contact heeft met de cliëntsituatie en zo goed op de hoogte blijft van het beloop. De opgedane ervaringen hebben in deze cliëntsituaties er niet toe geleid dat men een ander – minder frequent – contact patroon met de cliënt heeft gehad. In de extramurale situatie is de daling van de ondervonden meerwaarde van de inzet van het Quiet Care systeem niet gesignaleerd. Wel is in die situatie gebruik gemaakt van het systeem om in te schatten wat de zorgbehoefte van de cliënt is. In één situatie heeft dit ertoe geleid dat de betreffende cliënt in een situatie van intramuraal verblijf is opgenomen. Verwacht wordt dat deze preventieve werking van het systeem en daarmee de betrouwbaardere inschatting van de feitelijke zorgbehoefte een duidelijke meerwaarde kan bieden. Hiervoor zal het wel noodzakelijk zijn dat deze technologie eerder bij cliënten “at risk” moet kunnen worden ingezet. Eerder wil in dit geval zeggen voordat de zorgbehoefte door het optreden van incidenten manifest geworden is. Om dat te realiseren zullen cliënten als zorg en dienstverleners voldoende vertrouwen in de technische infrastructuur moeten hebben en de inzet van de apparatuur niet gaan zien als een stigma waarmee duidelijk wordt gemaakt dat er iets aan de hand is. Daartoe zal het nodig zijn dat plaatsing eenvoudig te realiseren valt (reeds het geval) en dat vanuit het cliëntsysteem de meerwaarde van de plaatsing voor de (veiligheid van) de cliënt ook ondervonden wordt. Vanuit de pilot zijn een aantal cliëntsituaties aangetroffen waar deze condities reeds aangetroffen zijn, namelijk die waarbij de mantelzorger ondersteuning ondervond van de inzet van deze technologie. Voor de zorgverlener komt op deze manier een veelheid van informatie beschikbaar over het functioneren van de cliënt. Een belangrijk deel hiervan kan behulpzaam zijn bij het snel in beeld krijgen van de hulpvraag in acute situaties. Het kan een meerwaarde geven wanneer die informatie ook op het moment van en op de plaats van handeling beschikbaar kan komen. Het ontsluiten van deze gegevens op behoefte door middel van een draagbare/ mobiele interface heeft dan de voorkeur. Ook in die situatie zou men dan moeten kunnen beschikken over de alerts die door het systeem worden gegenereerd geplaatst in een tijdreeks (zie figuur 9 waarin het groepsresultaat is weergegeven) Door de tijdreeks van de individuele cliënt beschikbaar te hebben op het moment van
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
20
planning en of uitvoering van een zorgactiviteit kan deze gerichter worden uitgevoerd. De tussenvoeging van de meldcentrale van de Regionale Ambulance Voorziening heeft ertoe geleid dat de informatie welke acute opvolging behoeft te allen tijde op de juiste plek terecht kan komen. Voor het zorgproces biedt dit een duidelijke meerwaarde. Voor de medewerkers van de Regionale Ambulance Voorziening houdt dit ook in dat zij een aanvullende taak tot ontwikkeling kunnen brengen. Voor de thuiszorgmedewerkers houdt dit een extra logistieke ondersteuning in. Voorondersteld wordt dat deze functie kan worden uitgebreid wanneer er nieuwe systemen met ondersteuning van het zorgproces kunnen worden toegevoegd waardoor ook andere cliëntsituaties kunnen worden ondersteund.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
21
Vervolg Een pilot met 25 cliënten is natuurlijk onvoldoende om een zorgproces zoals de ondersteuning van cliënten in een thuissituaties daadwerkelijk anders in te richten. Uit de resultaten blijkt dat cliënten zich ondersteund voelen op het vlak van de veiligheid, maar dat medewerkers van de zorgorganisaties nog onvoldoende aanleiding zien om een andere organisatie van het zorgproces te realiseren. Waarbij de inzet van personeel ter ondersteuning van de cliënt meer gestuurd kan worden op basis van de gegevens vanuit de activiteitenregistratie via de “caring home” technologie. Verwacht wordt dat bij een vergroting van de cliëntpopulatie die daadwerkelijk op deze wijze wordt ondersteund een andere situatie gaat ontstaan. Enerzijds doordat dan de schaalvoordelen aan leiding zullen zijn tot een grotere efficiency anderzijds doordat dan een meer routinematigere inzet van deze infrastructuur bereikt wordt. Voor de aan de pilot deelnemende organisaties is dit reden om een opschaling van de inzet van deze technologie na te streven. Daarbij kunnen ook andere cliëntsituaties ( en derhalve andere sensorsystemen) betrokken worden. Voorts wordt nagegaan of de informatie ook kan worden ontsloten via de reeds aanwezige informatica infrastructuur o.a. door de opname in mobiele informatie systemen en door incorporatie in een elektronisch patientendossierv.
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
22
Literatuurverwijzigen 1
Glascock,A , Kutzik D. The impact of behavioral monitoring technology on the provision of health care in the home J. of universal Computer Sciences 12 (1) 5980 (2006)) 2 Glascock A, and Kutzik,D. An evidentiary study of the uses of automated behavioural monitoring Conf proceedings 21st international conference on advanced information networking applications Niagara falls Ontario Canada 2(1) 858-862 (2007 3 Groningen Activiteiten Restrictie Schaal (GARS)(Groningen Activity Restriction Scale) Een handleiding G.I.J.M. Kempen D.M. Doeglas Th.P.B.M. Suurmeijer NCVG Groningen 1993 ISBN 9072156587 4 De Jong Gierveld j. 1984 Eenzaamheid, een meersporig onderzoek Van loghum Slaterus Deventer v Ch.G.Willems,J.Rietman,A.P.Glascock, D.M.Kutzik A pilotstudy of information based telehomecare; findings from the netherlands (Manuscript submitted)
© VILANS 14-07-2008 / Caring Home.nl verslag pilot bij Proteion Thuis
23