Cao-akkoord Aanpassing pensioenreglement 2015 In verband met
de aanpassingen in het Financiële Toetsingskader per 1 januari 2015 en
de teruggang van de loonbelastingkaders voor het werkgeverspensioen per 31 december 2014,
zijn ondergetekenden de navolgende wijzigingen van artikel 3.12 van de CAO (1 juli 2013 – 1 januari 2016) overeengekomen. Hetgeen vermeld is onder de kolom ‘overeengekomen tekst 2015’ betreft de wijzigingen, voor het overige blijft de pensioenregeling ongewijzigd. Vindplaats in
Tekst 2014
Overeengekomen tekst 2015
Opmerkingen
De pensioenregeling is een geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenrichtleef-tijd van 67.
De pensioenregeling is een geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenrichtleeftijd die valt op de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de 67-jarige leeftijd.
Niet omschreven in CAO
Het pensioengevend maandsalaris is gelijk aan de som van het basis salaris (= salaris o.b.v. salaris band + terugschalingstoeslag + persoonlijke toeslag) inclusief de aan de desbetreffende maand toe te rekenen vakantie-uitkering, 13de maand en indien van toepassing de toeslag langere arbeid, de 4.2toeslag, de arbeidsmarkttoeslag (AMT), de pikettoeslag en de op grond van de voor de Werkgever geldende arbeidsvoorwaarden of de door de Werkgever aangemerkte pensioengevende salaristoeslagen, niet zijnde de toeslag langere arbeid en de 4.2-toeslag die conform de CAO wordt uitbetaald aan alle medewerkers die op 31 december 2004 in dienst waren van ABN AMRO Bank NV, die door de Deelnemer in de desbetreffende maand zijn genoten.
Ter voorkoming van fiscale bovenmatigheid moet de ingang van het pensioen vallen op of na het bereiken van de pensioenrichtleeftijd. Maximaal € 100.000 voor alle toegezegde pensioenelemente n ; AOP maakt geen onderdeel uit van de toezegging. Artikel 38m Wet LB bevat een overgangsbepalin g die regelt dat € 100.000+ pensioen tot 2015 geëerbiedigd wordt. Deze tekst sluit aan bij het reglement
CAO/reglement Pensioenrichtleeftij d
Pensioengevend salaris (art. 5)
Het pensioengevend salaris is vanaf 1 januari 2015 uitgebreid met de 1% bijdrage van de werkgever aan het benefitsbudget. Het pensioengevend salaris wordt voor
AOW-franchise (art.
€ 13.449
6) Opbouwpercentage
ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen vanaf 1 januari 2015 gemaximeerd op € 100.000 (2015) doch tenminste het bedrag zoals bedoeld in artikel 18ga Wet LB, eerste lid. Bij dienstbetrekkingen in deeltijd wordt dit bedrag verminderd overeenkomstig de deeltijdfactor. de minimale AOW-franchise voor middelloonregelingen als bedoeld in artikel 18a Wet LB
2,15%
1,875%
1,505%
1,313%
Het percentage als bedoeld in artikel 18b, lid 2 Wet LB per 2015:
1,505%
1,313% met aanpassing van tekst tweede lid
Op basis van de tekst 2014 is maximaal 1,313% per dienstjaar toegestaan. Ter verduidelijking moet in de reglementstekst worden opgenomen dat de bepaling geldt voor toekomstige diensttijd en dan is 1.313% acceptabel
per dienstjaar (art. 8, lid 1) Partnerpensioen (art. 9, lid 1)
Partnerpensioen bij overlijden van de deelnemer (art. 9, lid 2)
Inwerkingtreding Overgangsbepaling (artikel 43 -nieuw)
Naar verwachting geldt in 2015 100/75 x € 9.602 = € 12.802. Het percentage als bedoeld in artikel 18a, lid 2 Wet LB per 2015
Per 1 januari 2015. -
Conversie per 1 januari 2015: De per 31 december 2014 verworven aanspraken op ouderdoms-, en partnerpensioen zullen worden omgezet in aanspraken op de pensioen richtleeftijd zoals die luidt op 1 januari 2015.
Betreft actuariële herrekening van tot en met 2014 opgebouwde aanspraken in de nieuwe regeling per 1-1-2015. wegens opschuiven van de pensioenrichtleeftijd met 1 maand. Dit ter voorkoming van het creëren van pensioenrechten op twee verschillende pensioeningangsdata.
Compensatie voor lager opbouwpercentage
Aftopping van het pensioengevend salaris compensatie door middel van salaristoeslag
Vrijwillig partnerpensioen boven de aftoppingsgrens
Vrijwillig netto pensioenarrangement
Indexatiebeleid
Ter compensatie van het lagere opbouwpercentage worden de salarisbanden en het salaris per 1 januari 2015 structureel verhoogd met 2,75%. Ter compensatie van het toekomstig pensioenverlies wegens deze aftopping wordt een salaristoeslag verstrekt ter hoogte van de kostendekkende premie die het pensioenfonds aan de werkgever in rekening gebracht zou hebben als de aftopping niet had plaatsgevonden, uitgedrukt in een percentage van het pensioengevend salaris boven de aftoppingsgrens. De methodiek voor de berekening van de kostendekkende premie voor salarissen boven en onder de aftoppingsgrens is zoveel mogelijk gelijk. De salaristoeslag zal tevens worden uitgekeerd aan nieuwe medewerkers en medewerkers die na 1 januari 2015 boven de dan geldende aftoppingsgrens van het pensioengevend salaris komen. Wegens de aftopping van het pensioengevend salaris zal RBS voor deze medewerkers collectief een verzekering afsluiten met als doel de daling van het in de toekomst te verwerven partnerpensioen tegen te gaan. RBS zal een nettopensioenarrangement verzorgen voor medewerkers met een salaris boven de aftoppingsgrens. Deze werknemers kunnen door de werkgever op vrijwillige basis bedragen uit het nettosalaris laten storten in het nettopensioenarrangement, binnen de grenzen die de wetgever en de uitvoerder stellen. Het bestuur van het Pensioenfonds bepaalt de hoogte van de toeslag en hanteert hierbij de leidraad zoals uitgewerkt in het Financieel Toetsingskader.
De leidraad in het FTK verandert per 1 januari 2015
In het reglement zullen de volgende aanpassingen worden gedaan om de regeling binnen de kaders van het Financieel Toetsingskader per 1 januari 2015 te brengen. Vindplaats in
Tekst 2014
Overeengekomen tekst
reglement
2015
Art 1 – Definities
Definities aanpassen aan het nieuwe FTK waaronder:
Lid 11 Lid 12
-dekkingstekort -eigen vermogen -feitelijke pensioendatum -minimaal vereist eigen vermogen -pensioenrichtdatum -reservetekort -vereist eigen vermogen -voorziening pensioenverplichtingen
Lid 13 Lid 19 Lid 29 Lid 31 Lid 35 Lid 36 Art 6 – Franchise
Art 8 -
.... per 1 januari 2014 bedraagt EUR 13.449,....bij een opbouw van 2,15%... 2,15%
Ouderdomspensioen Art 9 -
1,505%
.... per 1 januari 2015 bedraagt EUR 12,802,....bij een opbouw van 1,875%... 1,875% en opname van de aftoppingsgrens van EUR 100.000,1,313%
Partnerpensioen Art 14 – Vervroeging of uitstel OP
Art 27 – Toeslagen
Art 35 – Korten Art 40 – Inwerkingtreding
Verwerking van pensioenrichtleeftijd die valt op de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de 67-jarige leeftijd. Aanpassing leidraad volgend uit lagere wetgeving rond het nieuwe FTK Aanpassing volgend uit lagere wetgeving rond het nieuwe FTK Per 1 januari 2015 Zoals omschreven in artikel 43, zullen de aanspraken uit het pensioenreglement tot en met 31 december 2014 per 1 januari 2015 actuarieel neutraal worden herrekend naar de pensioenrichtleeftijd.
Opmerkingen
Deze pensioenovereenkomst zal vóór 31 december 2014 ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Belastingdienst. Indien uit de goedkeuringsprocedure onverhoopt blijkt dat de pensioenregeling elementen bevat die fiscaal gezien niet toelaatbaar zijn, dan wordt de pensioenregeling zodanig en met terugwerkende kracht aangepast aan de in overleg met de Belastingdienst gedefinieerde maxima. Sociale partners treden alsdan in overleg ten aanzien van de mate waarin de regeling ten opzichte van deze overeenkomst is aangepast en in hoeverre en op welke wijze hiervoor compensatie plaatsvindt. In verband met de aanpassing van het salaris van medewerkers per 1 januari 2015, volgend op de overeenstemming de salarissen te verhogen met 2,75%, wordt de definitie van het bruto maandsalaris voor de berekening van de vertrekstimuleringspremie voor medewerkers die RBS NL verlaten met een vertrekstimuleringspremie in de periode 1 januari – 31 december 2015 derhalve aangepast. Dit geldt ook voor de vertrekstimuleringspremie voor medewerkers die als gevolg van boventalligheid in deze periode instromen in het ROS en aansluitend RBS NL verlaten, voor zover deze vertrekstimuleringsregeling berekend wordt op basis van het bepaalde in het Sociaal Plan dat geldig is tot en met 31 december 2015.
Voor deze situatie geldt als bruto maandsalaris het bruto maandsalaris in de maand voorafgaande aan de beëindigingdatum, zonder de verhoging van 2,75% per 1 januari 2015, en vervolgens verhoogd met 16,33% (of 20,53% als de 4.2-toeslag van toepassing was), en – indien van toepassing – de vaste arbeidsmarkttoeslag (AMT) en roostertoeslag. De in de CAO overeengekomen salarisverhogingen en de eventuele performance gerelateerde salarisverhoging voorafgaand aan het vertrek bij RBS NL worden wel in de berekening meegenomen. Aldus overeengekomen te Amsterdam op 17 november 2014
The Royal Bank of Scotland plc, Netherlands branch / The Royal Bank of Scotland N.V.
FNV Finance
De Unie
CNV Dienstenbond