BWP(ning) kleuter 1.Visie 1.1. Doelen bewegingsopvoeding
* Heb je voldoende zicht op de doelen van bewegingsopvoeding? OD / OA/ LP doelen? Concordantie tussen deze lijsten?
* Waar zijn deze terug te vinden?
*Waar neem jij ze op in je documenten?
*Hoe geef jij aan dat je aan alle doelen werkt? - Per leeftijdsgroep? - Over de jaren heen? *Werk je ook aan leergebiedoverschrijdende doelen als ‘leren leren’ en ‘sociale vaardigheden’? Hoe? En waar is dit terug te vinden?
* Tip: neem alle doelen (zowel deze van Lichamelijke Opvoeding als de doelen uit het OWP waaraan je ook werkt : zie concordantielijst) op in je BWP; zo kun je er ten gepaste tijd naar verwijzen. Gebruik hiervoor het OWP en het LP
1
1.Visie 1.2. Bewegingsgezinde basisschool (BB) Een BB vertrekt vanuit de algemene visie op opvoeding en onderwijs, namelijk de aandacht voor de harmonische ontplooiing van elk kind. De motorische component is daarbij het vertrekpunt. *Hoe maak jij, samen met je collega’s, van je school een bewegingsgezinde basisschool? (kleuterschool) Stel bij elke tip de vraag: doen we dit? En hoe maken we dit waar? Begeleidende tips: 1. Een BB doet een aanbod van verzorgde activiteiten bewegingsopvoeding, met aandacht voor het principe van de geïntegreerde bewegingsopvoeding. (GBO: zie LP pg. 16) - geef enkele concrete voorbeelden, of verwijs naar doc waar je voorbeelden terugvindt 2. Een BB heeft aandacht voor bewegingsintegratie ( bewegend leren). De beweging wordt dus als middel geïntegreerd in andere domeinen van leren. (BI: zie LP pg. 16) - geef enkele concrete voorbeelden, of verwijs naar doc waar je voorbeelden terugvindt 3. Een BB heeft aandacht voor voldoende bewegingspauzes in en rond de klas. Dit gaat samen met aandacht voor een bewegingsvriendelijke speelplaats. - verwijs naar jullie speelplaatswerking 4. Een BB zal bij de inrichting van haar lokalen en infrastructuur rekening houden met het scheppen van maximale bewegingskansen. ( bewegingsvriendelijke lokalen) Een bewegingsgezinde school stimuleert gevarieerde zithoudingen en heeft aandacht voor doordacht meubilair dat algemeen een gezonde houding bevordert en dagdagelijkse rugscholing mogelijk maakt. Een BB zorgt voor het dagelijks activeren van het organisme door het zinvol inschakelen van bewegingsmomenten. - aandacht voor veel bewegingsmomentjes: kleuters kunnen echt niet zo lang stilzitten 5. Een BB gaat uit van een gezondheidsfilosofie: dat wil zeggen dat ze doelgerichte ontladingsactiviteiten inlast en dat ze bewegingsactiviteiten ter bevordering van de gezondheid en het welbevinden aanbiedt. ( zie ook visie 1.6 ) Er wordt rugsparend gedrag aangeleerd bij gewoonte -handelingen als bukken, heffen en dragen van lasten, (bvb bewegingsmaterialen als banken, matjes…), tekenen en schrijven, … Er is aandacht voor gezondheidsbewuste verplaatsingen van en naar de school (te voet of met de fiets daar waar het enigszins kan). * Een BB organiseert geregeld activiteiten, waarbinnen bewegen ook zijn plaats krijgt: bvb. muzo-namiddagen, sportdagen, projectdagen en –weken, uitstappen, open-luchtklassen…… 2
1.Visie 1.3. Observeren, evalueren en rapporteren: output * Wat is de visie van de school op observeren, evalueren en rapporteren? Kun je met bewegingsopvoeding gemakkelijk aansluiten bij deze visie? * Waarom observeer en evalueer je de kleuters? Wat doe je met de gegevens? * Wat zal je observeren en evalueren? * Hoe verzamel je informatie? * Zijn de leerlingen voldoende betrokken partij bij het evalueren? Hoe? * Hoe beoordeel je de evaluatiegegevens? * Hoe rapporteer je over de observaties, over de bekomen gegevens? - Mondelinge communicatie (informeel, formeel vb. MDO, oudercontact) - Schriftelijke communicatie Heen en weerboekje voor de ouders Invulblaadjes Bewegingsverslag - Zijn de kinderen voldoende betrokken in deze communicatie? Hoe?
3
1.Visie 1.4. Zorgbreed werken: Zie ‘Vademecum Bewegingsopvoeding’ hoofdstuk 4 (website vvkbao) a) Zorg voor het bewegende kind in functie van de totale ontwikkeling. Beweging is een sterke hefboom in de ontwikkeling van jonge kinderen.
b) Het zorgcontinuüm Voor een algemene visie op ‘zorg op school’, verwijzen we naar het Vademecum Zorg van het VVKBaO. Het Vademecum geeft weer hoe alle betrokkenen zorg kunnen dragen voor het schoolkind. Het zorgcontinuüm beschrijft de zorgfasen op een transparante en eenduidige wijze, met aandacht voor wisselwerking tussen de fasen. Niet alleen voor ‘zorgleerlingen’, maar voor ALLE leerlingen.
zorgvisie
Fase 0: brede basiszorg
gv zor
Fase 2: uitbreiding van zorg
zo r g vis ie
isie
Fase 1: verhoogde zorg
Fase 3:overstap naar school op maat
4
c)
Handelingsgericht werken (HGW) als KADER en SPIEGEL vanuit de 7 uitgangspunten
Binnen onze zorgvisie sluiten we aan bij het kader van HGW. We sommen hier de 7 uitgangspunten op. 1 2
3 4 5 6
7
De onderwijs- en opvoedingsbehoeften van leerlingen staan centraal en sturen de visie op zorg, het zorgbeleid, GOK-plan, SWP De afstemming en wisselwerking tussen alle betrokkenen (ouders, zorgteam, CLB) zijn onderwerp van gesprek en observatie = een veilig klimaat van vertrouwen – reflectief vermogen De leerkracht doet ertoe en realiseert kwaliteitsvol onderwijs. Er is bijzondere aandacht voor de positieve aspecten van leerlingen, leerkrachten, klas, school, ouders. We werken constructief als team samen! School, kind, ouders, CLB, externen… Ons handelen is doelgericht vanuit een zorgstructuur die op preventie is gericht: een degelijk leerlingvolgsysteem, goede screeningsinstrumenten, een beleid voor inschrijving en onthaal, een procedure om leerlingen over te dragen, observaties in de klas… De zorg voor leerlingen gebeurt systematisch, in duidelijke fasen en transparant.
d. Wat betekent dit concreet voor bewegingszorg? **
Brede bewegingszorg – fase 0.
**
Verhoogde bewegingszorg – fase 1
**
Welke kinderen verdienen uitbreiding van zorg - fase 2?
We focussen op 2 groepen van zorgkinderen: Kinderen met een ontwikkelingsvertraging. Kinderen met een ontwikkelingsstoornis. Belangrijke bronnen: Kleuters veilig oversteken: SIG Kleuterstappen in beweging. Bewegingszorg voor het jonge kind. E. Bertrands, C. De Medts, G. Descheppere, Acco Basisdocument bewegingsonderwijs. SLO, Jan Luiting Fonds **
Overstap naar een school op maat – fase 3.
d) Hoe kunnen we via bewegingsopvoeding de zorgkinderen verder helpen? Enkele algemene aandachtspunten op het vlak van aanpak en leerkrachtstijl. We geven enkele aandachtspunten vooraf:
Geef kinderen de ‘tijd’ om te ontwikkelen: jonge kinderen ontwikkelen vaak met energiespreiding over de verschillende domeinen 5
Geloof in de ontwikkelbaarheid van kinderen.
Maak kinderen ‘competent’, eerder dan vaardigheden in te drillen. We bedoelen hier het ‘juist, aangepast en doorleefd bewegen’
Blijf het kind in zijn totaliteit zien.
Maak niet van alle kinderen zorgenkinderen.
Heb aandacht voor doorstroming van de kleutertijd naar de lagere schooltijd en verder naar het secundair onderwijs.
…
→
Initiatieven op het niveau van de leerlingen.
→
Initiatieven op het niveau van de leerkracht.
→
Initiatieven op het niveau van de school.
*Welke kinderen verdienen zorg binnen bewegingsopvoeding? *Over welke problemen gaat het? - Gezondheidsproblemen: o Ademhalingsproblemen o Metabolische aandoeningen: vb. suikerziekte o Zwaarlijvigheid o …. - Sensorische afwijkingen o vb. slecht zicht o …. - Complexe problemen met opvallende motorische component o ADHD o Ontwikkelingsdyspraxie o NLD o …. - Problemen in contactname o Autistiform gedrag o Stoornissen in flexibiliteit o Agressieve kinderen o …. - Hoogbegaafde kinderen (motorisch) -
Problemen met lateraliteit….
- Andere… welke? * Hoe info verzamelen? Zich laten informeren door derden? Zelf observeren? CLB vragen? Kind bevragen. * Wat doe je eerst zelf naar het zorgenkind toe? 6
* Wanneer ga je signaleren en doorverwijzen? * Hoe kun je zorgenkinderen verder helpen? - Algemeen: - Zie kenmerken van krachtige leeromgeving - Zie ISB rond leren leren - Zie ISB rond sociale vaardigheden en omgaan met moeilijke leerlingen (STOP-Project) - HGW * Welke initiatieven worden genomen op niveau van de school? Praktisch: = voorstel…. Op niveau van de leerlingen - zorgen voor het welbevinden van de leerlingen - differentiatie; ook curriculumdifferentiatie…? - voldoende gevarieerde werk- en organisatievormen - homogene of heterogene groepen? -… 1. aanleggen ringmapje - tabblad per zorgenkind - KVS (uit kleuterstappen in beweging . Acco + aanvullingen voor lager) - Een keer breedvoerig invullen/ daarna inspelen op het tekort, zonder het geheel uit het oog te verliezen!!!! - Graag ook aandacht voor wat goed gaat (zie HGW) Handelingsplan (ning) Bij het invullen, zeker datum noteren BS uitschrijven = Observatie Observatie analyseren Interventie plannen Interventie uitvoeren Impact = evaluatie …in functie van eigen professionaliteit (later: naar andere leerlingen bvb.) Map kan ingekeken worden door de titularis en aangevuld worden (ander kleur: in de klas/ op de speelplaats…) 2. Aanleggen mapje met ‘stoornissen’: Wat is het? Wat kan ik als leerkracht bewegingsopvoeding doen? 3. Verzamelen nuttige documentatie: uitgewerkt ten dienste van de leerkrachten (C. De Medts) - LVS - Ontwikkelingslijnen vaardigheden - Ontwikkelingslijnen attituden - Kleuterstappen in beweging, E. Bertrands, C. De Medts, G. Descheppere, , Acco deel 1: algemene visie op ‘zorg’ vanuit motorische invalshoek
7
1.Visie 1.5. Doelen ‘leren leren’ en ‘sociale vaardigheden’ ( zie ISB 2008-2009)
Leren leren / zie ook OWP 1. De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren. 2. De leerlingen kunnen op systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken. 3. De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken. 4. De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen. 5. De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding: hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren hun eigen leerproces controleren en bijsturen 6. Houdingen en overtuigingen De leerlingen kunnen op hun niveau leren met: nauwkeurigheid efficiëntie wil tot zelfstandigheid voldoende zelfvertrouwen houding van openheid kritische zin
* Hoe maak je werk van deze leergebiedoverschrijdende doelen? (zie OWP) * Waar verwijs je ernaar? * Heb je lijnen uitgewerkt?
8
Sociale vaardigheden (zie ISB 2009- 2010) 1.1 De leerlingen kunnen zich op een assertieve wijze voorstellen. 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 1.3 De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. 1.4 De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen. 1.5 De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. 1.7 De leerlingen kunnen zich weerbaar opstellen naar leeftijdgenoten en volwassenen toe door signalen te geven die voor anderen begrijpelijk en aanvaardbaar zijn. 1.8 De leerlingen kunnen zich discreet opstellen. 1.9 De leerlingen kunnen ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren. 2.
De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.
3.
De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. * Hoe maak je werk van deze doelen? * Waar verwijs je ernaar? * Heb je lijnen uitgewerkt? Zie nieuw LP BO 9
1.Visie 1.6. Gezondheidsopvoeding (zie ISB 2006) Gezondheidskader: op te nemen in het eigen SWP 1. Visie ( = korte tekst ) a. Uitgaan van een goede definitie b. Partners: onderwijspartners en niet- onderwijspartners c. Prioritaire aandacht voor evenwichtige voeding en beweging d. Zie ook vragenlijst in bijlage bij tekst ‘Gezondheidsbeleid op school’ www.vicog.be 2. Overzicht van doelen : OA of OD/ LPdoelen of ET Wero, Lichamelijke opvoeding en relationele opvoeding 3. Acties vanuit schooleigen prioriteiten 4. Inventarisatie van initiatieven (mindmap…) Voor die acties: 5 stappen: 1. BS van de school in kaart brengen 2. Noden van de school 3. Prioriteiten afbakenen 4. Uitwerken prioriteiten 5. Evalueren/ onderhouden van de acties Elke actie proberen in te vullen binnen de matrix van Olaf Moens (dit enkel om breed te denken ….) Ondersteunend materiaal: zie website: www.vicog.be Basistekst Bijlagen: - kenmerken beleidsvoerend vermogen van scholen - matrix van Olaf Moens - PP van onze uiteenzetting - een vragenlijst die scholen doet nadenken over hun gezondheidsbeleid - een mindmap met een synthese, te gebruiken als startdocument en aan te vullen binnen de eigen school. + risico-analyse a.h.v. ‘veiligheidsindex’
10
2.Planning 2.1. Binnenrooster: tijdens de uren bewegingsopvoeding = GEEN jaarplanning bewegingsopvoeding voor kleuters!! We werken ontwikkelingsgericht. Wel plannen, maar hoe?
1.Opdracht? - Welke accenten leg je in je aanbod en je interacties bij – De allerjongsten – De 3 jarigen – De 4 jarigen – De 5 jarigen? 2.Ontwikkelingslijnen? - Activiteiten: – Materiaal: groot en klein – Dans: Bewegingsliedjes Kinderdansjes Ritmiek Dansexpressie – Spel: – Bewegen in andere milieus - Organisatievorm – Klassikaal – Groepjes Vlinderen Kiezen Vast/hoeken Doorschuiven - Werkvorm – ZS – EB – OOL – O 11
- Leerproces van kinderen – Iets nieuws Exploreren Experimenteren Herhalen – Gekend Toepassen - Interactie in bewegingsactiviteiten – Ik met materiaal – Ik met ruimte – Ik met anderen – Ik met materiaal+ ruimte – Enz… - Een beweging is moeilijker – Als de situatie meer van mijn evenwicht vraagt – Als de bewegingen in mijn lichaam kleiner zijn – Als ik meerdere bewegingen aan elkaar las – Als ik verschillende handelingen gelijktijdig moet uitvoeren – Naargelang de hoeveelheid interacties Medespelers Ruimtelijke componenten Combinatie van materialen… 3. Wat is planning bij bewegingsopvoeding kleuters? - Verantwoordingscriterium naar de kinderen/ naar de maatschappij – Hebben ze zich goed? – Hebben ze met een intense betrokkenheid kunnen bewegen? – Daaruit voortvloeiend: zijn ze vooruitgegaan in hun totale ontwikkeling waaronder specifiek motoriek? – Is hun ervaringsveld met bewegen verruimd en verdiept/ hebben we hen daartoe de nodige kansen gegeven? - Initiatieven op langere termijn met het oog op – Ontwikkelingslijnen 12
Brede gevarieerde ontwikkeling Diepe ontwikkeling – Tijdig voorzien van omstandigheden – Gerichter overleggen met het team Risico: programmagericht onderwijs: een planning ligt nooit vast maar groeit en evolueert Het uiteindelijke resultaat is je agenda !!! 4.Plannen of niet? - Pro: – Contextgegevens van bewegingsopvoeding (ruimte, materiaal, hulp…) – Biedt kinderen een houvast: er kan een tijdlang doorgegaan worden; gekende dingen kunnen herhaald worden - Risico’s – Programmagericht onderwijs waarbij de L. bepaalt wat, hoe, wanneer kinderen ‘leren’ - In de kleuterschool plannen ze dan niet?? - Toch; maar anders – Er is een aanbod, een ruimte-indeling en materialen die geïnstalleerd worden in de klas/ zaal – De leerkracht stelt ES voor, maar ook de kinderen mogen inbrengen – Op basis van wat men ziet stuurt men bij, past men het aanbod aan – Tip: denk in zeswekenplanning.
2.Planning 2.2. Binnenrooster algemeen
* Hier krijgt vooral ‘speelplaatswerking ‘ een ruime invulling. Bespreek de werking op jouw school. * Ook bewegingsdagen kunnen hier besproken worden.
13
2.Planning 2.3. Aandacht voor een goed agenda
Een agenda geeft weer hoe je goede bewegingsopvoeding realiseert binnen goed kleuteronderwijs. vermeldt datum, lesuur en klas(sen) vermeldt de ES, het lesonderwerp, de doelen, de aandachtspunten (vooraf bedacht in functie van de beoogde klasgroep) verwijst eventueel naar de lesvoorbereidingen bevat ruimte voor zelfevaluatie (leerkracht) en reflectie bevat ruimte voor observatie, evaluatie en bijsturing (= directe bijsturing voor volgende act) Uitgebreider: zie zorgschrift. Woordje over de doelen We werken vanuit de OA. Het zijn belangrijke kwaliteiten die in de loop van de kleuterschool zoveel mogelijk kansen verdienen. Meer concrete doelen kunnen we verder vinden in de ontwikkelingslijnen, de leerplandoelen en de decretaal bepaalde OD. Tip: noteer vooraan in je agenda dat je altijd vertrekt vanuit de positieve ingesteldheid en dat je altijd aandacht hebt voor het vlot sociaal functioneren. Pas wanneer deze doelen dominant in de kijker staan zullen we die ook vermelden. We nemen ook heel wat OA mee uit andere ontwikkelingsdomeinen, zoals taalontwikkeling, zelfsturing, denkontwikkeling ea… Ook deze doelen worden niet steeds expliciet vermeld.
Voorbeeld agenda 14
Ervaringssituaties O/EB/ OOL/ZS Of ‘lesonderwerp’
groep : K2
Bv. 1.EB spelen met ballen en dozen/ hoogte, afstand… aangepast aan de leeftijdsgroep Eventueel verwijzen naar het nummer van de lesvoorbereiding
Klassikaal
2.Eventueel groep 2: overlooptikspel aanleren
of in 2 groepen: - ES spelen met ballen en dozen met de helft van de klasgroep -voor de andere klashelft andere ES voorzien: bvb tikspel
Be’doel’ing Ontwikkelingsaspecten, Ontwikkelingslijnen, leerplandoelen
OD
Doelen act 1 44: grootmotorisch bewegen: complexere verplaatsings- en hanteervormen worden vlotter MC 1 (bewegende objecten volgen) MC 6.4/ MC 6.5 / MC 6.11 zie ‘jongleren’ 50 : aangepast bewegen in de ruimte : inspelen op een bewegingsbaan MC 3.2 bewegingsrichtingen, afstanden en -banen inschatten ZC 3.1intrinsieke belangstelling om nieuwe bewegingssituaties verkennen
1.26
Organisatie Materiaal
Aandachtspunten Observatie en reflectie
-verschillende soorten ballen -dozen -vrij in de ruimte -na verloop; met obstakels,bvb een dikke mat, een bank, een rek…
-observatie van de basisbewegingen: wie heeft nog moeite met…? -welke ruimtelijke begrippen komen hier aan bod? -obstakels: veiligheid? -Vooraf voor mezelf: -Fien is bang van rondvliegende ballen: hoe Fien een veilig gevoel geven? -Jan kijkt enkel toe: hoe Jan betrekken bij de act.?
Kan/moet niet
1.19/ 1.20
ZC 3.2 speels bezig zijn met eigen beweging en lichamelijkheid Doelen act 2….
15
3. Eigen vorming Vertel aan elkaar wat jullie belangrijk vinden (vonden) en bijhouden als waardevol in functie van jullie functioneren als leerkracht bewegingsopvoeding: - begeleidingsinitiatieven: schoolbezoeken, ISB’s… - nascholingen - netwerken - vakliteratuur - overleg met collega’s - info vanuit het CLB - enz….
4. Noden Bespreek onderling welke noden jullie ondervinden. Formuleer duidelijk jullie vraag (vragen).
5. Bronnen Uitwisselen van goede bronnen Zie ook Leerplan bewegingsopvoeding.
16