Gemeente / Soest Ruimtelijke Onderbouwing / Buys Ballotlaan 4 - 6 , Soesterberg
Gemeente / Soest Ruimtelijke Onderbouwing / Buys Ballotlaan 4 - 6 , Soesterberg
Opdrachtgever
Dhr. F.F. Leyssius
Opdrachtnemer amer /ruimtelijke ontwildceling Zonnehof 43 /3811 ND / Amersfoort 033-462162.^ / bureau(«)amer.nl / www.amer.nl status
definitief
projectnummer 19-427 datum
2 maart 2011
INHOUDSOPGAVE
BIz.
Hoofdstuk 1. Inleiding
5
1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Aanleiding en doelstelling Begrenzing plangebied Geldende bestemmingsplannen Opzet ruimtelijke onderbouwing
Hoofdstuk 2. Bestaande en toekomstige situatie 2.1. 2.2. 2.3.
Geschiedenis Bestaande situatie Toekomstige situatie
Hoofdstuk 3. Beleidskader 3.1. Provinciaal beleid 3.1.1. Streekplan Utrecht 2005-2015 (2005) 3.1.2. Waterbeheersplan Vallei & Eem 2010-2015 3.2. Gemeentelijk beleid 3.2.1. Masterplan Soesterberg 3.2.2. Bestemmingsplan Soesterberg-kom 3.2.3. Sociaal-economisch beleid "Soest - Groei in balans" 3.2.4. Welstandsbeleid
Hoofdstuk 4. Planologische- en milieuaspecten 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9. 4.10.
Geluidhinder Verkeer en parkeren Bodem Luchtkwaliteit Externe veiligheid Milieuhinder Water Flora en Fauna Cultuurhistorie en archeologie Duurzaam bouwen
Hoofdstuk 5. Uitvoerbaarheid 5.1. Economische uitvoerbaarheid 5.2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 5.2.1. Overleg verplichting 5.2.2. Terinzagelegging
Ruimtelijke Onderbouiving Buys Ballotlaan 4-6 (definitief)
5 5 6 7
9 9 9 10
11 11 11 n 12 12 12 12 13
15 15 15 17 17 17 18 18 19 20 21
23 23 23 23 23
Ruimtelijke Ondeiboii\\ mg Bu-\ s Ballotlaan 4-6 (definitief)
Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doelstelling De initiatiefnemer is voornemens om aan de Buys Ballotlaan in de kern Soesterberg een Me disch Centrum te ontwikkelen. De gemeente Soest is bereid medewerldng te verlenen aan deze ontwild^eling. Het Medisch Centrum wordt gevestigd in een pand waar voorheen de lo kale Rabobank en een woning waren gevestigd. In het vigerende bestemmingsplan 'Soesterberg Kom' uit 2007 heeft het plangebied de be stemming 'Gemengde Doeleinden'. De voor gemengde doeleinden aangewezen gronden laten het gebruik van een medisch centrum niet toe. De gemeente Soest heeft het voornemen om op basis van een omgevingsvergunning de realisatie van het Medisch Centrum aan de Buys Ballotlaan 46 mogelijk te maken. De voorliggende ruimtelijke onderbouwing maakt onder deel uit van deze omgevingsvergunning.
1.2. Begrenzing plangebied Het plangebied ligt in de kern Soesterberg (gemeente Soest). Soesterberg ligt op de Utrechtse Heuvelrug. Ten zuidwesten van Soesterberg ligt Zeist, ten noordoosten Amersfoort en ten noorden de kern Soest. Op circa een Idlometer ten noorden van het plangebied ligt de vlieg basis Soesterberg.
-t '&I
.,
1 ■><■-
'-vA
i .'opirlvagen % tcenttum^'
h»'
ukberg
m\M/'/^^i.^
AV'- ^^- '\N
Afbeelding Ligging plangebied, Topografisciie Atlas Nederland
Ruimtelijke Ondelbouw ing Bu) s Ballotlaan 46 (definitief)
Afbeelding - Ligging plangebied, Google Eartii
1.3. Geldende bestemmingsplannen In het vigerende bestemmingsplan 'Soesterberg Kom' uit 2007 heeft het plangebied de bestemming 'Gemengde Doeleinden'. De voor gemengde doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen, bovenwoningen en kantoren met de daartoe benodigde gebouwen, andere bouwwerken, andere werken en openbare terreinen. Het gebouw heeft in het vigerende bestemmingsplan een goot- en dakhoogte van maximaal 6 meter en op de plaats waar het daleterras aanwezig is een goot- en daldioogte van maximaal 3 meter.
Afbeelding - Vigerend bestemmingsplan Soesterberg Kom, 2007
Ruimteliike Ondeibomving Buys Ballotlaan 4-6 (definitief)
1.4. Opzet ruimtelijke onderbouwing De ruimtelijke onderbouwing is als volgt opgebouwd: • • • •
allereerst wordt in hoofdstuk 2 "Bestaande en toekomstige situatie" de huidige ruimtelijke, functionele en toekomstige situatie in het plangebied beschreven; in hoofdstuk 3 "Beleidskader" wordt het beleidskader geschetst. Vooral het planologisch beleid op provinciaal en gemeentelijk niveau speelt hierbij een rol; in hoofdstuk 4 "Planologische- en milieuaspecten" wordt aandacht geschonken aan de milieutechnische randvoorwaarden; in hoofdstuk 5 "Uitvoerbaarheid" wordt koit ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
Ruimtelijke Onderbouwing Buys Ballotlaan 4-6 (definitief)
Ruimtelijke Onderbouwing Buys Ballotlaan 4-6 (definitief)
Hoofdstuk 2. Bestaande en toekomstige situatie 2.1. Geschiedenis Soesterberg kom is grotendeels bebouwd in de periode van de wederopbouw en wordt gekenmerkt door rust en eenvoud. Het merendeel van de woningen bestaat uit lange rijen laagbouw-woningen die hoofdzakelijk haaks op de as Utrecht-Amersfoort zijn gebouwd. De kom van Soesterberg wordt gekenmerkt door veel verschillende typen woningen. De eengezinswoningen uit de eerste helft 1900 zijn eenvoudig qua materiaalgebruik en detaillering. Op sommige plaatsen is het evenwicht verstoord door dakopbouwen.
2.2. Bestaande situatie De omgeving van het plangebied bestaat uit een woongebied met rechthoeldg verkavelingspatroon waarin een menging staat van rijen woningen en (half) vrijstaande woningen aan oudere straten. De sociale woningbouw uit het midden van de twintigste eeuw heeft grotendeels een zelfde uitstraling. In het gebied staan ook gebouwen die vanwege hun specifieke bouwstijl opvallend zijn en als zodanig waardevol genoemd kunnen worden. Aan de westkant van het plangebied bevinden zich twee vrijstaande woningen en aan de oostkant een blok van vijf rijwoningen. Aan de achterkant (noordzijde) van het pand bevinden zich twee Ideinschalige bedrijven. Het bedrijf dat grenst aan het perceel van het medisch centrum is een leverancier van en adviseur over reinigingsmethodieken en schoonmaakonderhoud. Aan de overzijde van de Buys Ballotlaan (zuidzijde) bevindt zich het Mondzorgcentrum Soesterberg. Schuin tegenover het pand ligt een winkelstrip met onder andere een kringloopwinleel, kapper, cafetaria en plantenzaak.
Afbeelding - Vooraanzicht huidige situatie Het pand zelf heeft een sobere uitstraling. Op de begane grond was voorheen de lokale Robank gevestigd en op de eerste verdieping was een woning aanwezig met dalderras. Onder het gebouw is een kelder aanwezig die gebruikt werd als opslagruimte. Achter op het terrein staat een Ideine garage met berging van circa 44 m^. Op één boom na en een paar rijen struiken is het terrein volledig verhard.
Ruimtelijke Onderbou\ving Buys Ballodaan 4-6 (definitief)
10
2.3. Toekomstige situatie Het Medisch Centrum moet een multifunctioneel zorgcentrum worden. Op de begane grond komt ruimte voor een lokale apotheek met verschillende spreeldeamers. ^ ^ B — — 1 ^
«liHiJ^^OT^rtBHiÉliM^Ha^lMiaHH^HiaHHiHHÉBimMi. Het in de huidige situatie aanwezige dakterras zal betroldcen worden bij de eerste verdieping. Voor het overige zal alleen sprake zijn van inpandige verbouwingen. De pinautomaat van de Rabobank aan de voorzijde van het gebouw wordt in de toekomst gehandhaafd. De garage achter op het terrein wordt ingericht als prilauimte met bijbehoren de wachtruimte. In totaal worden bij het Medisch Centrum 25 parkeerplaatsen aangelegd, waaivan twee voor minder valide. 15 parkeerplaatsen worden achter het gebouw aangelegd en de 10 overgeble ven parkeerplaatsen worden langs de Buys Ballotlaan aan de voorzijde van het gebouw gerea liseerd. Daarnaast worden aan de west en zuidkant van het Medisch Centrum fietsenstallin gen gemaakt. In verband met de aanleg van de nieuwe parkeerplaatsen verdwijnt op de hoek van de Buys Ballotlaan/Plesmansstraat een strook openbaar groen. Om er voor te zorgen dat het gebied niet een overheersend stenig karakter loijgt, worden achter de nieuwe parkeeivald<en groen voorzieningen aangebracht. Op deze manier behoudt het gebied een groene uitstraling voor de omgeving.
7\; ^ 0
nnnnn nnnnn nnnnn nnnnn nnnnn Afbeelding - Vooraanziclit toekomstige situatie
Ruimtelijke Ondel■bou^ving Buys Ballotlaan 46 (definitieO
11
Hoofdstuk 3. Beleidskader In dit hoofdstuk worden kort de belangrijkste integrale beleidsnota's beschreven voor de voorgenomen ontwild^eling. Doordat het in principe alleen gaat om een functieverandering zijn de sectorale nota's niet direct van toepassing en komen deze warmeer nodig (zoals het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan) bij de beschrijving van de planologische- en milieuaspecten aan bod. Daarnaast is de ontwildceling van het Medisch Centrum te Ideinschalig om relevant te zijn voor het rijksbeleid.
3.1. Provinciaal beleid 3.1.1. Streekplan Utrecht 2005-2015 (2005) In het kader van de (nieuwe) Wet op de ruimtelijke ordening (Wro), is op i juli 2008 het Streekplan omgezet naar een provinciale structuumsie. Ten behoeve van deze omzetting is de Beleidslijn nieuwe Wro opgesteld. Het doel van de Beleidslijn is om ook onder de Wro, slagvaardig het Streekplan als beleidskader te kunnen blijven toepassen. Het Streekplan is beleidsneutraal omgezet; de Beleidslijn bevat geen nieuw beleid. De Wet op de ruimtelijke ordening gaat uit van een nieuw sturingsconcept en biedt meer en nieuwe instrumenten. Het provinciaal belang bepaalt het ruimtelijk ordeningsbeleid van de provincie. De provincie definieert zelf binnen de grenzen van de wet het eigen provinciaal belang en handelt van daaruit naar de andere overheidslagen. De Wro biedt de provincie onder meer de mogelijldieid een verordening vast te stellen wanneer zij haar provinciale belangen wil laten dooi^werken richting gemeenten. In het Streekplan Utrecht 2005-2015 hgt de nadruk op een optimale benutting van de ruimte in bestaand bebouwd gebied, waarin intensivering en meeivoudigheid van het ruimtegebruik een belangrijke rol spelen. Aangezien het projectgebied gelegen is in de rode bebouwingsstructuur past het voorgenomen plan in de visie van het Streekplan. Met de ontvrikkeling van het (multifunctioneel) Medisch Centrum wordt derhalve functioneel gebruik gemaakt van een inbreidingslocatie binnen stedelijk gebied.
3.1.2.Waterbeheersplan Vallei & Eem 2010-2015 Het plan beschrijft de taken van het waterschap voor drie programma's: veilige dijken, voldoende en schoon water en zuivering van af\'alwater. Veilige dijken betekent dat het beheersgebied beschermd wordt tegen overstroming vanuit het buitenwater. Voldoende en schoon water betekent dat overal genoeg, maar niet teveel water is en dat het water schoon is. Zuivering van afvalwater betekent dat gebruikt en verontreinigd water en regenwater dat in rioleringen wordt verzameld, wordt gezuiverd voordat het wordt geloosd zodat het de kwaliteit van het oppervlaktewater zo min mogelijk beïnvloedt. In het waterbeheersplan vertaalt het waterschap zijn taken in concrete doelen voor de planperiode, maatregelen om die doelen te realiseren en criteria waaraan de resultaten kunnen worden afgemeten. In deze ruimtelijke onderbouwing is een waterparagraaf opgenomen in hoofdstuk 4.
Ruimtelijke Ondeibomsing Buys Ballodaan 4-6 (definitief)
12
3.2. Gemeentelijk beleid 3.2.1. Masterplan Soesterberg In april 2009 heeft de gemeenteraad het 'Masterplan Soesterberg' vastgesteld. Het masterplan Soesterberg bevat de hoofdlijnen van de toekomstvisie op de ontvrildceling van Soesterberg. De afgelopen jaren is er niet of slechts zeer beperkt geïnvesteerd in Soesterberg. Met het vertrek van de vliegbasis is er ruimte gekomen voor een nieuwe kwaliteitsimpuls voor Soesterberg. De komende jaren wil Soesteiberg het dorp een impuls geven door het ontwildcelen van de natuur en het versterkten van de relaties tussen de voormalige vliegbasis en het dorp. Daarnaast zal het dorp een groei doormaken om de bestaande voorzieningen te behouden en te versterken. Om deze groei te faciliteren wordt in het Masterplan uitgegaan van één centraal 'hart' met maatschappelijke functies nabij de laiiising bij de Marechausseekazerne. Het Medisch Centrum, waarin meerdere medische voorzieningen worden geclusterd, vormt een belangrijke impuls voor het voorzieningenniveau in Soesterberg. Hoewel het Medisch Centrum niet op de locatie van het geplande centrale 'hart' is gelegen, ligt het plangebied wel centraal in Soesterberg. Met de ligging langs de Buys Ballotlaan en de Kameiiingh Onneslaan is het plangebied ook goed te bereiken. Het plan is dan ook stedenbouwkundig gezien acceptabel.
3.2.2. Bestemmingsplan Soesterberg-kom Op 15 november 2007 is door de gemeenteraad van Soest het bestemmingsplan Soesterbergkom vastgesteld. Het plangebied beslaat een groot deel van Soesterberg en wordt begrensd door de N237/Amersfoortsestraat, de Kerldaan, de Kampweg en Kamerlingh Onneslaan en Oude Tempellaan. Het plan is een combinatie tussen een conserverend (vastleggen huidige situatie) en ontvrikkelingsplan (ten aanzien van centrumontwikkelingen). De huidige situatie wordt vastgelegd in gedetailleerde bestemmingen, waarbij het doel is ongewenste en schadelijke ontwikkelingen tegen te gaan.
3.2.3.Sociaal-economisch beleid "Soest-Groei in balans" In "Soest - Groei in balans" is de sociaal-economische situatie van Soest geschetst: hoe staat het met het werken in Soest, wat zijn sterke punten en wat zijn wat minder sterke punten. Op basis van deze analyse zijn visie, missie, doelen en strategie bepaald, waar de gemeente de komende jaren tot 2015 actief op gaat inspelen. •
Missie: De economische groei in balans houden met de ontwild<:eling van de beroepsbevoUdng en de aantreld^elijke omgevingslcwaliteiten. • Doelen: Op de beroepsbevoUdng afgestemde werkgelegenheidsgroei bewerkstelligen, instroom van kansarmen op de arbeidsmarkt bevorderen, ruimte creëren voor bedrijvigheid op bestaande en nieuwe werklocaties, de bereikbaarheid voor het bedrijfsleven verbeteren en de dienstverlening aan bedrijven voortdurend optimaliseren.
Ruimtelijke Ondeibouwing Buys Ballotlaan 4-6 (definitief)
13
•
Strategie: Regelgeving en lasten voor het bedrijfsleven verder terugdringen en de dienstverlening aan bedrijven verbeteren, het aanbod van bedrijfsruimte en de bereikbaarheid optimaliseren, belangrijke economische dragers en duurzaam ondernemen stimuleren, de participatie van het arbeidspotentieel maximaliseren, en Soest profileren als gemeente die gericht inzet op bepaalde groeimogelijldieden en op samenweiidng met betroldcen partijen, zowel op lokaal niveau (met het bedrijfsleven, ondervrijs, etc.) als binnen de regio. Het plan voldoet aan de voorwaarden uit de beleidsnota en zorgt er voor dat ruimte wordt gecreëerd voor bedrijvigheid.
3.2.4.Welstandsbeleid De gemeente heeft in 2004 de welstandsnota vastgesteld. Deze nota is een aanvulling op en een verbetering van de Kadernota Welstand 2000 en bevat naast algemene en objectieve criteria, gebiedscriteria. Vanaf ijuli 2004 worden de bouwplannen, die ter advisering aan de welstandscommissie worden voorgelegd, beoordeeld aan de hand van een vastgestelde gemeentelijke "Welstandsnota". De "Welstandsnota 2004" van de gemeente Soest heeft gebiedsgerichte benaderingsvrijze. Met de gebiedsgerichte benaderingswjze zijn de karakteristieken van wijken en samenhangende gebieden in heel de gemeente Soest vastgelegd en gewaardeerd. Hiermee moeten de ontwerpers van nieuwe bouwplannen rekening houden en het biedt de welstandscommissie handvatten voor het formuleren van een welstandsadvisering. De gebiedscriteria zijn gebaseerd op de belangrijke karakteristieken van een wijk, buurt of straat, het plangebied valt binnen het gebied Soesterberg Kom. Soesterberg Kom heeft een Regulier welstandsregime. Dit wil zeggen dat het beleid is gericht op het handhaven van de basiskwaliteit van de gebieden. De beperkte aanbouw op de eerste verdieping, waarbij het bestaande dakterras bij de eerste verdieping wordt betrokken, zal conform het welstandbeleid worden gerealiseerd.
Ruimtelijke Onderbouwing Buys Ballodaan 4-6 (definitief)
14
Ruimtelijke Onde^bou^^'ing Buys Ballodaan 4-6 (definitieO
15
Hoofdstuk 4. Planologische-en milieuaspecten 4.1. Geluidhinder Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder in weiidng getreden. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen geluidsgevoelige en overige gebouwen. In de wet worden woningen als "geluidsgevoelig gebouw" bepaald en zijn "andere geluidsgevoelige gebouwen": a. Ondervrijsgebouwen; b. Ziekenhuizen en verpleeghuizen; c. Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) aan te wijzen andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder 2; een gymnastieldokaal maakt voor de toepassing van de wet geen deel uit van een ondei-wijsgebouw. Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn er drie geluidsbronnen waarmee rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai. De regels van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn echter niet altijd van toepassing. Alleen in de volgende gevallen zijn de regels van toepassing: 1. Bestemmen van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige objecten zoals woningen en scholen; 2. Bestemmen van gronden voor de aanleg van nieuwe (gezoneerde) wegen; 3. Reconstructie van wegen. Situatie plangebied De voorgenomen ontwildceling betreft de functieverandering van een reeds bestaand geluidsgevoelig object Qcantoor en woning) naar het geluidsgevoelig object Medisch Centrum. Planologisch gezien is hier dan ook geen sprake van een nieuw geluidsgevoelig object, waardoor nader onderzoek niet noodzakelijk is. Het aspect geluid vormt geen belemmering voor de ontwild<eling van het plan.
4.2. Verkeer en parkeren In oktober 2008 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijke Verkeer- en Vervoersplan (GWP) vastgesteld. Daarin is opgenomen dat vraag en aanbod naar parkeerplaatsen met elkaar in balans moeten blijven. Het hanteren van en vasthouden aan parkeernormen bij ruimtelijke ontwild<elingen is hiei-voor van groot belang. Met de komst van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) wordt het in de toekomst onmogelijk om de parkeernormen af te dwingen via de bouv^'verordening. De gemeente Soest heeft daarom in 2009 de nota Parkeernormen en parkeerfonds vastgesteld. Deze nota bevat de parkeernormen van de Gemeente Soest, zodat bij nieuwe ruimtelijke plannen kan worden volstaan met een verwijzing naar deze door de gemeenteraad vastgestelde nota. In deze nota is bovendien opgenomen hoe de gemeentelijke parkeereis bij ruimtelijke ontwildcelingen wordt berekend.
Ruimtelijke Onderbouwing Buys Ballotlaan 4-6 (definitief)
16
Situatie plangebied Conform de nota Parkeernormen en parkeerfonds is in overleg met de gemeente afgesproken dat als onderdeel van de ontwildceling van het Medisch Centrum minimaal 24 parkeerplaatsen aangelegd dienen te worden. In het plangebied worden in totaal 25 parkeerplaatsen aangelegd, inclusief twee invaliden parkeerplaatsen. Hiermee wordt dus voldaan aan de parkeernorm zoals deze op basis van de nota Parkeernormen en parkeerfonds was vastgesteld. Met het aantal van 25 parkeeiplaatsen leidt de ontvsildceling van het Medisch Centrum niet tot extra parkeerdruk voor de omgeving. Voor het personeel of bezoekers die per fiets naar het Medisch Centrum komen worden aan de west- en zuidkant van het hoofdgebouw een enkele fietsenstallingen gereahseerd.
Afbeelding -Parkeer- enfietsplaatsenMedisch
Ruimtelijke Ondelbou^ving Buys Ballotlaan 4-6 (definitief)
Centi-um
17
4.3. Bodem Bij ruimtelijke ontwildcehngen is het uitgangspunt dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de toekomstige functie. Wanneer een toekomstige functie mogelijk wordt belemmerd door de bodemkwaliteit, zal een verkennend bodemonderzoek moeten aantonen of dit daadwerkelijk het geval is. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het daarom van belang om te kijken of de toekomstige functie van het gebied niet in strijd is met de kwaliteit van de bodem. Situatie Plangebied Omdat het pand grotendeels intact blijft (enkel het dakterras op de eerste verdieping wordt betroldcen bij de bestaande bebouwing) en er geen grondverzet zal plaatsvinden, vormt het aspect bodem geen belemmering voor de uitvoering van het plan.
4.4. Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de 'Wet luchtkwaliteit' in weiidng getreden. Met de Wet luchtkwahteit wordt de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen bedoeld. De Wet luchtkwaliteit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgelegd dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Met het in weiidng treden van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) per 1 augustus 2009 zijn deze grenswaarden enigszins verruimd. Onder de bepaalde projecten met getalsmatige grenzen valt bijvoorbeeld te denken aan de realisatie van nieuwe woonwijken tot 1.500 woningen met één ontsluitingsweg of 3.000 woningen met twee ontsluitingswegen. Een project draagt NIBM bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grensvoorwaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijnstof (PMio) of stikstofdioxide (NO2). Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als: • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; • een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Situatie Plangebied Het onderhavige project voldoet aan de NIBM grens en draagt dus niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Nadere toetsing van het project is volgens het Besluit NIBM niet noodzakelijk. Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de ontwildceling van het plan.
4.5. Externe veiligheid In 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van la-acht geworden. In het besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen (zoals woningen) in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd en/of opgeslagen. Sinds 1 januari 2011 is het Besluit externe veihgheid buisleidingen (Bevb) in weiidng getreden. Dit besluit geldt voor buisleidingen en heeft een vergelijkbare strelddng als het Bevi.
Ruimtelijke Onderbouwing Buys Ballodaan 4-6 (definitief)
18
In het kader van externe veiligheid worden in hoofdzaalc drie mogelijke risicobronnen onderscheiden: • • •
inrichtingen; transportroutes; buisleidingen.
Situatie Plangebied Op basis van de risicokaait.nl is een beeld veiia-egen of risicobronnen aanwezig zijn in de omgeving van het plangebied. In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die op basis van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI 2004) een potentiële belemmering vormen voor de voorgestelde ontwildceling. Eveneens hggen in of nabij het gebied geen buisleidingen of veivoerstromen die in het kader van de externe veiligheid een belemmering kunnen vormen voor de voorgestelde ontwikkeling. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de ontwildceling van het plan.
4.6. Milieuhinder Ten aanzien van de milieuzonering rond in het plan voorkomende bedrijfsactiviteiten is aangesloten bij de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende lichtafstanden ten opzichte van woonbebouwing (uitgaande van een rustige woonwijk of een rustig buitengebied). Situatie Plangebied Voor de bedrijfsbebouwing ten noorden van het Medisch Centrum geldt de bestemmingsplanregeling dat voor ambachtelijke activiteiten, die niet vergunningphchtig zijn in de zin van de Wet milieubeheer, alsmede die bedrijfsactiviteiten, die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de van deze voorschriften deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten. Inrichtingen, die krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, zijn hiei-van uitgezonderd. Een Medisch Centrum valt op basis van de VNG uitgave binnen de typering 'Aitsenpralctijken, Idinieken en dagverblijven' met SBI-code 8621, 8622 en 8623. Het Medisch Centrum valt hiermee in milieucategorie 1 waarvoor een lichtafstand van 10 meter geldt. In een straal van 10 meter rondom het gebouw komen geen geluidsgevoelige objecten voor. Het aspect milieuhinder vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan omdat er in de huidige situatie ook sprake is van een geluidsgevoelig object en dit in de toekomstige situatie niet veranderd.
4.7. Water Water en ruimtelijke ordening hebben veel met elkaar te maken. Het aanwezige watersysteem vormt een belangrijke randvoorwaarde voor wat in een bepaald gebied wel of juist niet mogelijk is en stelt daarmee eisen aan de inrichting van de beperkte ruimte. Mede naar aanleiding van het eind 2000 gepresenteerde advies "Waterbeleid voor de 21e eeuw" heeft het kabinet op 3 juli 2003 besloten tot wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 in verband met de gevolgen van ruimtelijke plannen voor de waterhuishouding. De watertoets is een instrument om te komen tot een juiste afstemming tussen water en ruimtelijke ordening.
Ruimtelijke Onderbouwing Buys Ballotlaan 4-6 (definitief)
19
De watertoets heeft tot doel om in een vroegtijdig stadium een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met ruimtelijke relevante aspecten van duurzaam waterbeheer en biedt de mogelijkheid om alle relevante partijen te betreldcen bij het opstellen van een waterad\ies. Dat advies omvat alle waterhuishoudkundige aspecten: veiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit en verdroging. De inbreng van water en daarmee ook het doel en de inhoud van de waterparagraaf hangt sterk af van het type plan. Situatie Plangebied De waterbeheerder in het plangebied is het Waterschap Vallei & Eem. Het plangebied maakt onderdeel uit van het 'Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug'. De Utrechtse Heuvelrug is een belangrijke grondwatei-voorraad voor drinkwater en natuur. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een grondwaterbeschermingsgebied of drinlcwaterzoekgebied. In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Voor zover bekend is er geen sprake van structurele grondwateroveiiast. Het plangebied is in de huidige situatie en toekomstige situatie bijna volledig verhard. De bestaande riolering zal door het Medisch Centrum worden gebruikt. Vooralsnog is de verwachting dat het aspect water geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van het plan. De ruimtelijke onderbouwing wordt toegezonden aan het Waterschap Vallei & Eem en de reactie in een later stadium samengevat.
4.8. Flora en Fauna In Nederland is de bescherming van natuui-waarden in twee wetten geregeld, namelijk in de Flora- en faunawet (2002) en in de Natuurbeschermingswet (1998). De Flora- en faunawet is gelicht op de bescherming van soorten, tei-wijl de Natuurbeschermingswet gericht is op de bescherming van leefgebieden. In de Flora- en faunawet is opgenomen dat bij ruimtelijke plannen met mogelijke gevolgen voor beschermde planten en dieren het vei-plicht is om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen. Indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk te worden beperkt. De Natuurbeschermingswet is gericht op het tegengaan van negatieve effecten op instandhoudingsdoelstellingen (habitats en soorten) in beschermde gebieden. Situatie Plangebied Het plangebied betreft een binnenstedelijke locatie en hgt derhalve niet in een gebied dat in het kader van de Natuurbeschermingswet wordt beschermd. Het plangebied is in de huidige situatie bijna volledig verhard. Voorzover bekend zijn in het plangebied dan ook geen bomen en bosschages aanwezig waarin zich beschermde diersoorten kunnen bevinden. Daarnaast bestaat de ontwildceling hoofdzakelijk uit werlczaamheden die inpandig worden uitgevoerd en waarbij de effecten voor de omgeving minimaal zullen zijn. Gelet op de omvang en de inhoud van de ontwildceling is onderzoek in het leader van de Flora- en faunwet niet noodzakelijk. Het aspect flora en fauna vormt vooralsnog geen belemmering voor de ontwildcehng van het plan.
Ruimtelijke Onderbou^ving Buys Ballodaan 4-6 (definitief)
20
4.9. Cultuurhistorie en archeologie Sinds 2007 is in Nederland de Wet op de archeologische monumentenzorg van Icracht, die de volledige implementatie van het Verdrag van Malta (1992) in de Monumentenwet (1988) betelcent. Op basis van de Wet op de archeologische Monumentenzorg is de overheid verplicht om bij het vaststellen van ruimtelijke plannen oolc de archeologische (verwachtings)waarden bij de planvorming te betrekken. Het plangebied ligt binnen een zone die op de Indicatieve Kaait Ai-cheologische Waarden (IKAW) van het Kennisinfrastructuur CultuurHistorie (KICH) is aangegeven als gebied dat niet gekarteerd is. Indicatieve Kaart Archeol Waarden < hoge trefkans
^
middelhoge trefkans lage trefkans
^
zeer lage trefkans niet gekarteerd binnenwater water hoge trefkans
. \
water middelhoge trefkans water lage trefkans
Afbeelding -Archeologische verwachtingswaarde, Kich.nl Situatie plangebied Als gevolg van de voorgenomen ontwildceling worden in het plangebied geen grootschalige grondweiiczaamheden uitgevoerd. De werlczaamheden in het leader van de ontwikkeling hebben met name betielddng op Ideine inpandige verbouwingen op de eerste verdieping. Daarnaast is het gebied op dit moment bijna volledig verhard en zal dit in de toekomstige situatie niet wijzigen. Gelet op de inhoud van de werkzaamheden kan geconcludeerd worden dat bij de voorgenomen ontwildceling eventuele aanwezige archeologische waarden niet worden aangetast. Behalve een waardevol bodemarchief Ican er ook sprake zijn waardevolle bebouwing. Het gebouw IS niet aangewezen als rijks- of gemeentelijke monument. Tevens heeft het gebouw op basis van cultuurhistorisch beleid geen beschermde status. De aspecten cultuurhistorie en archeologie voimen geen belemmering voor de ontwildcehng van het plan.
Ruimtelijke Ondeibouwmg Bins Ballodaan 4-6 (definitieO
21
4.10. Duurzaam bouwen De klimaatveranderingen, de eindigheid van de fossiele brandstof en het daarop anticiperende beleid van het Rijk, provincies en gemeenten wagen er om dat actief gekeken wordt naar duurzaamheid in nieuwbouwplannen. Het betreft thema's zoals CO2- en energiebesparing, duurzame energie en duurzaam bouwen. Bij de realisering van nieuwe gebouwen wordt aandacht besteed aan het duurzaamheidaspect. Hierbij kan gedacht worden aan energiezuinigheid en het gebruik van duurzame bouwmaterialen. Aangezien bij de voorgenomen ontwildceling sprake is van de verbouw van een bestaand gebouw kan ingespeeld worden op het aspect duurzaam bouwen. In het leader van de omgevingsvergunning worden de duurzaamheidaspecten nader uitgewerkt.
Ruimtelijke Ondeibomsing Bujs Ballodaan 4-6 (definitief)
22
Ruimtelijke OndeiboiuMiig Bujs Ballodaan 4-6 (definitief)
23
Hoofdstuk 5. Uitvoerbaarheid 5.1. Economische uitvoerbaarheid Het uitvoeren van het project heeft geen financiële gevolgen voor de gemeente. De financiële verantwoordelijleheid voor de realisatie van het plan alsmede het daarbij horende risico wordt volledig gedragen door de initiatiefnemer. Tussen de gemeente en de initiatiefnemer wordt een overeenkomst gesloten waarin afspraken worden gemaakt met betrekldng tot de herinrichting van de openbare ruimte aan de voorzijde van het Medisch Centrum. De uitvoerbaarheid van het plan is derhalve anderszins verzekerd. Het opstellen en voorleggen van een exploitatieplan is dan oolc niet nodig.
5.2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 5.2.1.Overleg verplichting Artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo geeft aan dat een omgevingsvergunning moet zijn voorzien van een ruimtelijke onderbouwing, voor het geval de betreffende activiteit waarvoor de vergunning wordt verleend in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening. Artikel 6.18 van het Bor geeft aan dat op de voorbereiding van een omgevingsvergunning die wordt verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de wet artikel 3.1.1 van het Bro overeenkomstig van toepassing is. Dit wil zeggen dat een oveiiegverplichting voor deze ruimtelijke onderbouwing geldt en het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding daarbij overleg pleegt. Dit zal gebeuren met de besturen van betroldeen gemeenten, waterschappen en diensten van provincie en Rijk. De reacties van de betroldeen instanties worden in een later stadium veinverkt.
5.2.2. Terinzagelegging De uitgebreide Wabo procedure (art. 3.10 Wabo) houdt in dat voordat een bestuurlijk besluit wordt genomen door de vergunningverlenende instantie het ontwerp van dat besluit eerst ter inzage wordt gelegd (art. 3.12 Wabo jo 3:11 Awb) waarbij iedereen gedurende 6 weleen zienswijze kan indienen (art. 3.12 hd 5 Wabo). De eventueel binnengekomen zienswijze worden in een later stadium verwerkt. Na het besluit is het voor iedere belanghebbende mogelijk om direct beroep in te stellen bij de bestuursrechter en eventueel hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Ruimtelijke Onderbouwing Buys Ballodaan 4-6 (definitief)
24
Ruimtelijke OndeibouiMng Bms Ballotlaan 4 6 (definitief)