Burgers over gemeentelijke dienstverlening Een onderzoek in tien gemeenten
D2
Projectnummer
:
POD02058S3
Datum
:
April 2003
Copyright: © afdeling Onderzoek Consumentenbond Dit onderzoekverslag is opgesteld door Afdeling Onderzoek van de Consumentenbond. Het auteursrecht op dit onderzoekverslag berust bij de Afdeling Onderzoek. Overname van (of delen van) dit onderzoekverslag door derden is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de Afdeling Onderzoek, onverminderd de rechten van de opdrachtgever.
Inleiding Onderzoeksopzet Gemeentelijke voorzieningen en dienstverlening
2 2 3
Belang gemeentelijke voorzieningen
3
Oordeel over gemeentelijke voorzieningen
4
Oordeel gemeentelijke dienstverlening
6
Communicatie en voorlichting Vertrouwen in de overheid Openbare ruimte
8 10 10
Belangrijkste problemen
10
Algemene problemen
10
Veiligheidsproblemen
11
Overlastbestrijding door de gemeente
11
Wat verwachten burgers van hun gemeente?
13
Invloed van de burger Beleidskeuzes Toedeling van extra geld Waar voor je belastinggeld De kloof tussen raadsleden en burgers
15 16 16 18 20
Belangrijkste problemen openbare ruimte
20
Andere beleidskeuzes
21
Waar voor je geld
22
Verantwoordelijkheidsverdeling
22
Welk raadslid voorspelde de burgerwensen het best?
23
Samenvatting en conclusies
24
Bijlage 1.
29
Enkele achtergrondkenmerken van de respondenten
29
Gemeente
29
Geslacht, leeftijd en opleiding
29
Politieke voorkeur
30
1
Inleiding De Consumentenbond legt al vijftig jaar de producten en diensten van bedrijven langs de consumentenmeetlat. “Krijgen consumenten waar voor hun geld?” is een van de belangrijkste vragen die wij ons daarbij stellen. En als het antwoord een stellig ‘nee’ is, dan volgt er vaak actie van de bond. De Consumentenbond wil dat ook graag doen bij gemeenten, die immers ook producten en leveren, zoals paspoorten en ophalen van huisvuil. Staat het geld dat je hiervoor betaalt in verhouding tot wat je daar voor terugkrijgt? Oftewel: krijgen burgers waar voor hun geld? De Consumentenbond is daarom in december 2002 gestart met de campagne ‘Meten is weten, ook voor gemeenten’. De aanleiding van de campagne zijn de consumentenproblemen bij gemeentelijke producten en diensten, zoals onvoldoende kwaliteit, onduidelijke verwachtingen, willekeurige en sterk stijgende prijzen en ontbrekende klachtenmogelijkheden. Via het aangaan van discussie, het doen van voorstellen, het uitvoeren van onderzoek en houden van publieke acties, hoopt de Consumentenbond een bijdrage te leveren aan het creëren van meer transparantie op het gebied van gemeentelijke dienstverlening. In de hoop én de verwachting dat daarmee de problemen voor burgers voortvarend worden aangepakt. In het kader van deze campagne heeft de Consumentenbond een grootschalig onderzoek gedaan onder raadsleden én burgers van tien gemeenten verspreid over Nederland: de vijf grootste gemeenten plus een vijftal gemeenten van rond de 30.000 inwoners.
Onderzoeksopzet Onderdeel van de campagne is dus een onderzoek onder zowel burgers als de raadsleden in de tien gemeenten. Wij vroegen de burgers ondermeer hoe zij de kwaliteit van de dienstverlening van hun gemeente beoordelen, of zij meer inspraak willen in de keuzes die de gemeente maakt en waar zij vinden dat de gemeente meer aan zou moeten doen. Al eerder hebben we dezelfde vragen voorgelegd aan de raadsleden van dezelfde gemeenten met de gedachte: weten de raadsleden wat er leeft onder de burgers in hun gemeente? Het doel is te onderzoeken of burgers waar voor hun geld krijgen en of er een kloof is (en zo ja, hoe groot deze kloof is) tussen wat bij bestuurders leeft en wat de burgers bezighoudt. Over de enquête onder raadsleden werd eind 2002 apart gerapporteerd. Deze rapportage beschrijft de uitkomsten van de enquête onder de burgers. Voor zover ons bekend is niet eerder een dergelijk dubbel vragenlijstonderzoek gehouden. De vragenlijsten werden per post toegezonden naar de huisadressen van aselect gekozen burgers. We verzonden 20.000 vragenlijsten -2000 per gemeente- en we ontvingen 3851 bruikbare vragenlijsten retour. In bijlage 1 wordt nader ingegaan op de achtergrondkenmerken van de respondenten.
2
Gemeentelijke voorzieningen en dienstverlening Belang gemeentelijke voorzieningen De gemeente is voor verschillende voorzieningen verantwoordelijk. Wij hebben de burgers gevraagd aan te geven hoe belangrijk zij een aantal gemeentelijke voorzieningen vinden. Eigenlijk vinden de ondervraagden alle gemeentelijke voorzieningen belangrijk. Maar er zijn natuurlijk toch verschillen. De drie gemeentelijke voorzieningen waaraan de respondenten het meest belang hechten zijn: 1.
Huisvuilverwijdering
2.
Groenvoorzieningen in de directe omgeving
3.
Reiniging van straten
Dit zijn ook zaken die voor iedereen van belang zijn. Het minste belang hechten de respondenten aan speelvoorzieningen. Het ligt bij dit item voor de hand dat de waardering van het belang samenhangt met de levensfase waarin de respondenten zich bevinden. Een gezin met kleine kinderen vindt dat waarschijnlijk belangrijker dan een alleenstaande van 95 jaar. Twee andere onderwerpen met een relatief lage belangscore zijn openbaar vervoer en parkeergelegenheid. Ook is het zo dat een item als bijvoorbeeld “groenvoorziening”, in de stad een heel ander gewicht heeft voor de burgers dan in een kleinere gemeente waar de natuur bij wijze van spreken om de hoek ligt. Dat geldt ook voor het item straatreiniging. De grote steden onderscheiden zich duidelijk als groep waar de burgers een groter belang hechten aan straatreiniging door de gemeente. We constateren overigens dat burgers van grote gemeenten, Rotterdam voorop, gemiddeld genomen meer belang hechten aan gemeentelijke voorzieningen dan kleine gemeenten.
3
Oordeel over gemeentelijke voorzieningen De inwoners van de onderzochte gemeenten hebben op 20 onderwerpen aangaande gemeentelijke dienstverlening aangegeven hoe tevreden zij hierover waren (zie tabel). We hebben deze waardering omgezet in een tevredenheidsscore die vergelijkbaar is met een rapportcijfer1. In onderstaande tabel staat de gemiddelde tevredenheidsscore per gemeente over twintig items. Het gemiddelde cijfer van alle onderzochte gemeenten is 5,8. Tabel 1 Tevredenheid over gemeentelijke voorzieningen (20 items).
Gemiddelde tevredenheidsscore (rapportcijfer) Amsterdam Bergen Den Haag Eindhoven Goes Meppel Oldenzaal Rotterdam Sneek Utrecht
5,8 5,7 5,7 5,7 5,8 5,9 6,2 5,5 6,0 6,0
In % van gegeven antwoorden Zeer ontevreden Tevreden tevreden ontevreden noch ontevreden 9 20 27 37 9 21 28 36 10 21 27 37 8 21 29 38 7 20 29 39 7 20 27 41 5 16 26 46 11 23 28 34 6 19 28 42 7 19 25 41
Zeer tevreden 7 6 5 4 5 5 7 4 5 8
Slechts 3 gemeenten hebben een score van 6,0 of hoger. Rotterdammers zijn gemiddeld het minst tevreden over de gemeentelijke voorzieningen terwijl de burgers van Oldenzaal het meest tevreden zijn. In de volgende tabel geven wij per item aan welke gemeenten significant afwijken van de gemiddelde score op dat onderwerp. De bovengemiddelde score wordt aangegeven met een plus en de ondergemiddeld scorende gemeente krijgt een minteken.
1
Aan de oordelen hebben we de volgende waarden toegekend: “zeer tevreden” = 9,5: “tevreden” =7,5; tevreden noch
ontevreden” =5,5; “ontevreden” =3,5; “zeer ontevreden” = 1,5. Het gemiddelde “rapportcijfer” kan theoretisch tussen 1,5 en 9,5 liggen. Net als bij een rapportcijfer achten we een 6 of hoger een voldoende resultaat.
4
Tabel 2 Beoordeling gemeentelijke voorzieningen
-
Aantal plantsoenen en parken in uw directe omgeving Kwaliteit van plantsoenen en parken in uw directe omgeving Aantal hondenuitlaatplaatsen
6,6 7,0 7,5
Aantal speelvoorzieningen voor kleuters (tot 6 jaar) Kwaliteit speelvoorzieningen voor kleuters (tot 6 jaar) Aantal speelvoorzieningen voor kinderen (6 – 12 jaar) Kwaliteit speelvoorzieningen voor kinderen (6 – 12 jaar) Aantal JeugdOpvangPlaatsen (kinderen ouder dan 12 jaar) Kwaliteit van JeugdOpvangPlaatsen (kinderen ouder dan 12 jaar) Ophaalfrequentie huishoudelijk afval
5,0 5,7 6,0
-
6,0 5,6 5,9
-
4,7 5,2 5,6
Ophalen/zelf wegbrengen grofvuil
5,4 6,6 7,3
Frequentie van reinigen van de straat Kwaliteit van reinigen van de straat
5,0 5,7 6,4
-
-
-
+
+
+
5,1 5,9 6,6
-
-
-
+
+
+
+
+
+
-
-
-
-
-
-
Meppel
Sneek
+
Bergen
Oldenzaal
Goes
Utrecht
Den Haag
Rotterdam
Kleine gemeenten
Eindhoven
Grote gemeenten
Amsterdam
Hoogste beoordeling
Gemiddelde beoordeling
Laagste beoordeling
Gemiddelde per gemeente
5,6 5,9 6,4 -
-
-
+
-
-
+
+
+
-
+
+
-
-
+
-
4,7 5,2 5,7
-
+
-
4,0 4,5 5,0
-
+
+
+
+
6,2 6,5 6,7
Hoeveelheid voetpaden en trottoirs
5,9 6,7 7,1
Aantal parkeerplaatsen in centrum
4,3 4,9 6,1
Aantal parkeerplaatsen in uw straat
5,3 5,7 6,1
-
Aanwezigheid onveilige plekken in de wijk
4,4 5,3 5,8
-
Aantal maal slechter dan gemiddeld (-)
-
+
-
+ +
+
+
-
+
-
+
+
-
+
+
+
-
+
-
+
-
+
+
-
-
+ -
-
+
Grote gemeenten
+
+
Goes
Eindhoven
Kleine gemeenten
Utrecht
Den Haag
Rotterdam
+
-
+ +
Amsterdam Aantal maal gemiddeld
+
Oldenzaal
Aantal fietspaden
Aantal maal beter dan gemiddeld (+)
-
Meppel
-
Bergen
6,3 7,1 7,7
Gemeentelijke voorzieningen
+
+
4,4 4,7 5,1
Openbaar vervoer (bus, tram, metro, 4,6 5,9 6,7 trein) 4,7 5,3 6,1 Aantal fietsenstallingen
-
Sneek
4,0 4,6 5,7
-
2
1
2
6
1
4
16
6
4
5
15
5
11
13
13
12
3
11
9
12
3
14
7
1
6
4
1
3
7
3
5
Algemeen geldt dat plantsoenen, huisvuil (halen en brengen) en het aantal fiets- en voetpaden gemiddeld met een voldoende worden beoordeeld. De overige items halen gemiddeld niet een voldoende. Knelpunten: het aantal hondenuitlaatplaatsen, speelvoorzieningen met name voor oudere jeugd, parkeervoorzieningen in het centrum en het aantal onveilige plekken. De kleinere gemeenten (rond 30.000 inwoners) oogsten meer waardering van hun burgers dan de grote steden. Samen scoren zij 35 keer boven het gemiddelde terwijl de grote steden slechts 12 keer een plus scoren. Vooral Oldenzaal doet het goed. Een kleine gemeente die minder goed scoort is de gemeente Bergen, met name voorzieningen voor voetgangers en kinderen scoren hier ondergemiddeld. Bij de grote steden betonen de burgers van Rotterdam zich het minst tevreden. Op maar liefst 14 van de 20 items scoren de Rotterdammers onder het gemiddelde. De inwoners van Utrecht zijn de meest tevreden stadsbewoners. Op een grootstedelijk knelpunt als “het aantal hondenuitlaatplaatsen” scoort Utrecht boven het gemiddelde terwijl Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Eindhoven daar ondergemiddeld scoren. In het oog lopende verschillen tussen de onderzochte grote en kleine gemeenten betreffen: de straatreiniging, het aantal fietspaden en het aantal onveilige plekken in de wijk en het openbaar vervoer. Op de eerste drie punten scoren de kleine gemeenten uitsluitend bovengemiddeld of gemiddeld en is dat bij de grote steden complementair. Voor wat betreft het openbaar vervoer scoren juist de kleine gemeenten slecht en de grote gemeenten relatief goed.
Oordeel gemeentelijke dienstverlening Naast de gemeentelijke voorzieningen biedt de gemeente nog andere diensten. Met veel van deze diensten heeft men niet dagelijks te maken of nooit te maken. Niet alle respondenten hebben dan ook een oordeel gegeven. In onderstaande tabel staan de items in volgorde van het aantal respondenten dat een oordeel kon geven. De gemeenten wijken niet al te veel af van deze totaalpercentages, met dien verstande dat de burgers van de kleinere gemeenten meer ervaring hebben met het aanvragen van bouw- en kapvergunningen. Bij het ophalen van grofvuil neemt Eindhoven een uitzonderingspositie in en hebben relatief weinig mensen dit item beoordeeld. Navraag leert dat in Eindhoven de inwoners per keer moeten betalen voor grofvuil ophalen; mogelijk dat dit een drempel opwerpt om van deze dienst gebruik te maken. Tabel 3 Beoordeling gemeentelijke dienstverlening
47
4,5 5,0 5,7
-
Bezwaarschrift
41
4,7 5,2 6,0
-
Aanvraag bouwvergunning
37
4,6 5,5 6,1
-
Aanvraag kapvergunning
30
5,1 6,1 6,7
-
Aanvraag huursubsidie
28
5,4 6,1 6,6
+
-
-
-
+
-
+
+
+
-
+
+
-
+
-
+
+
-
+
+
+
-
-
-
+
+
Meppel
Klacht
+
Bergen
4,6 5,2 5,7
+
Sneek
49
Goes
Melding vervuiling/ vernieling
Kleine gemeenten
Eindhoven
5,3 6,6 7,0
Utrecht
67
Den Haag
Verzoek ophalen grofvuil
Rotterdam
6,7 7,0 7,3
Amsterdam
86
Hoogste beoordeling
Laagste beoordeling
Aanvraag paspoort
Gemiddelde beoordeling
Beoordeeld door (%)
Grote gemeenten
Oldenzaal
Gemiddelde per gemeente
Behandelen van…
+ -
+
-
+
+ +
6
Met het aanvragen van een paspoort hebben de meeste ondervraagde burgers ervaring en op dit punt wordt de gemeentelijke dienstverlening als voldoende beoordeeld. Uit de reacties op een stelling hieromtrent2 bleek dat een derde van de respondenten het een goede zaak zouden vinden als paspoort- of rijbewijszaken ook in een andere gemeente geregeld zouden kunnen worden. De gang van zaken rond het ophalen van grofvuil scoort niet overal een voldoende: bij de grote steden zijn de inwoners van Den Haag en Utrecht tevreden en geven de inwoners van Eindhoven gemiddeld een onvoldoende. Bij de kleinere gemeenten scoren Oldenzaal en Goes onder het gemiddelde met betrekking tot het oordeel over de afhandeling van een verzoek om grofvuil op te halen. Goes scoort echter nog wel een voldoende op dit punt en de beoordeling van de voorziening zelf is bovengemiddeld (zie tabel beoordeling gemeentelijke voorzieningen). Oldenzaal valt op omdat de inwoners over het algemeen in dit onderzoek positief oordelen over hun gemeente. Op dit punt dus niet, navraag leert dat men in Oldenzaal €27,20 voorrijkosten moet betalen en €36,40 per m³ grof huisvuil (b.v. meubels) dient te betalen (puin is nog duurder). Het afdanken van een bankstel is dus een prijzige zaak in Oldenzaal. Het afhandelen van klachten wordt tezamen met het behandelen van een melding over vervuiling of vernieling over de hele linie als onvoldoende beoordeeld. Bij de grote steden zijn de burgers van Amsterdam en Rotterdam het minst tevreden over de ambtelijke prestaties. Bij de kleine gemeenten valt de gemeente Bergen in negatieve zin op. Sneek valt op doordat de burgers van deze gemeenten op alle bovenstaande punten een oordeel geven dat boven het gemiddelde ligt. In onderstaande tabel staat de gemiddelde tevredenheidsscore per gemeente over acht items betreffende de gemeentelijke dienstverlening. Het gemiddelde cijfer van alle onderzochte gemeenten is 6,2. Tabel 4 Rapportcijfer gemeentelijke dienstverlening
Gemeente Amsterdam Bergen Den Haag Eindhoven Goes Meppel Oldenzaal Rotterdam Sneek Utrecht
2
Dienstverlening 6,0 5,8 6,2 6,0 6,2 6,4 6,3 6,0 6,6 6,3
“Ik vind het verkeerd dat ik voor een rijbewijs en een paspoort alleen in mijn eigen gemeente terecht kan.”
Men is het niet eens met deze stelling. Er is een significant verschil tussen de 10 gemeenten maar dat is niet toe te schrijven aan het onderscheid grote versus kleine gemeenten.
7
Communicatie en voorlichting Een ander aspect van gemeentelijke dienstverlening betreft de voorlichting en de bereikbaarheid van de gemeente naar haar burgers toe. We hebben tevredenheid gemeten met betrekking tot een aantal aspecten van communicatie en voorlichting van de gemeenten. In de volgende tabel hebben we het oordeel van de burgers weer gepresenteerd in de vorm van “rapportcijfers”. De onderwerpen zijn gerangschikt naar het percentage burgers dat het betreffende item heeft beoordeeld. Tabel 5 Beoordeling communicatie en voorlichting
Presentatie van te voeren beleid
77
4,6 5,3 6,2
Verantwoording van beleid
77
4,2 5,0 6,0
Informatie over de behandeling van een bezwaarschrift Informatie op de website
44
4,9 5,4 6,0
41
5,9 6,3 7,0
+
+
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Meppel
5,6 6,0 6,5
-
-
Bergen
81
Oldenzaal
Deskundigheid medewerkers
Goes
5,8 6,5 7,1
Kleine gemeenten
Eindhoven
85
Utrecht
4,6 5,6 6,3
Den Haag
86
Rotterdam
6,1 6,5 6,8
Amsterdam
91
Hoogste beoordeling
Laagste beoordeling
5,7 6,0 6,3
Gemiddelde beoordeling
beoordeeld door (%)
92
Begrijpelijkheid van brieven, folders, aanslagen en formulieren Klantvriendelijkheid medewerkers Betrokkenen tijdig informeren over besluiten Telefonische bereikbaarheid
Grote gemeenten
-
+
+
-
+
Sneek
Gemiddelde per gemeente
Communicatie en voorlichting
+
+
+
-
+
-
+
+
+
-
+
-
-
+
+
+
-
+
-
-
-
-
+
+
+
-
+
-
-
-
-
+
+
+
-
+
+
+
-
+
+
-
De klantvriendelijkheid van de medewerkers wordt overal als voldoende beoordeeld. Belangrijke knelpunten zijn echter: betrokkenen tijdig informeren over besluiten die hen aangaan, de presentatie van het te voeren gemeentelijk beleid en de verantwoording van het beleid achteraf. De grote steden scoren op veel punten onder het gemiddelde en de kleine boven het gemiddelde, met uitzondering van de gemeente Bergen die over de hele linie onder het gemiddelde scoort. De informatie op de website werd door relatief weinig mensen beoordeeld (41%).
8
In onderstaande tabel staat de gemiddelde tevredenheidsscore per gemeente over negen items betreffende communicatie en voorlichting. Het gemiddelde cijfer van alle onderzochte gemeenten is 5,9. Tabel 6 Rapportcijfer communicatie en voorlichting
Gemeente
Communicatie en voorlichting
Amsterdam Bergen Den Haag Eindhoven Goes Meppel Oldenzaal Rotterdam Sneek Utrecht
5,6 5,4 5,6 5,8 6,2 6,2 6,4 5,6 6,3 5,7
Op welke gebieden geeft de gemeente voldoende voorlichting? Burgers van de grote gemeenten zijn over het algemeen minder tevreden over de voorlichting van hun gemeente in vergelijking met burgers van de door ons onderzochte kleine gemeenten. Het enige punt waar geen verschil is, betreft de voorlichting over de openingstijden. Knelpunten, met name bij de grote steden, betreffen voorlichting over toekomstplannen van de gemeenten, verkeerszaken en inspraak en discussie. Hoewel voor minder burgers van belang, vermelden wij hier toch dat de voorlichting over subsidiemogelijkheden en bedrijfsvestigingen in de steden door een meerderheid onvoldoende wordt beoordeeld. Tabel 7 Beoordeling van voorlichting van gemeente door burgers van grote en kleine gemeenten
Onderwerp
Gemeente geeft voldoende voorlichting (%)
Respondenten met een
Grote gemeenten
oordeel (%)
Kleine gemeenten
openingstijden van het gemeentehuis
84
83
87
gemeentelijke belastingen
60
65
85
sport en ontspanning
74
80
78
evenementen
75
82
75
toekomstplannen van de gemeente
34
54
72
verkeerszaken
41
56
71
zorg en welzijn
59
75
68
kunst en cultuur
73
78
66
bouwen en wonen
52
62
66
inspraak en discussie
49
62
63
de mogelijkheid voor klachten
51
63
62
school en opleiding
68
79
58
subsidiemogelijkheden
42
51
50
werk en inkomen
53
65
45
bedrijfsvestiging
42
64
39
Via een stelling hebben we apart gevraagd naar de informatie over huisvuil ophalen tijdens feestdagen. Daarbij geeft 31% aan dat zij daarover niet goed geïnformeerd worden, iets meer dan de helft (52%) vindt dat ze wel goed geïnformeerd worden op dit punt. 9
Meer dan de helft (53%) onderschrijft de stelling dat ze te weinig weet over wat de gemeente doet, ze kunnen daarom als burger geen bijdrage leveren aan de keuzes die de gemeente maakt. Eveneens 53% ervaart dat de gemeente pas informeert wanneer zij reeds een besluit heeft genomen. Inwoners van de grote steden vinden vaker dan die van de kleine gemeenten dat ze te weinig of te laat informatie krijgen van hun gemeente.
Vertrouwen in de overheid Gemeentegrootte Ik heb er vertrouwen in dat overheidsinstellingen voorzichtig omgaan met mijn persoonlijke gegevens
Ik beschouw overheidsinformatie als onafhankelijke informatie
mee eens
neutraal
mee oneens
Groot
53%
26%
21%
Klein
63%
24%
14%
Totaal
58%
25%
17%
Groot
48%
28%
24%
Klein
56%
27%
17%
Totaal
53%
28%
20%
De antwoorden op bovenstaande stellingen geven een indicatie dat het vertrouwen in de overheid bij burgers in de grote gemeenten beduidend minder is in vergelijking met de burgers van de kleine gemeenten. Grof samengevat heeft één op de vijf burgers geen vertrouwen in de onafhankelijkheid van overheidsinformatie en gelooft men niet dat de overheid voorzichtig omspringt met de hen toevertrouwde persoonlijke gegevens.
Openbare ruimte De gemeenten hebben de taak en de middelen om de openbare ruimte te beheren. De gebruikers van die ruimten hebben er weinig invloed op, afgezien van hun persoonlijk gedrag bij het gebruik.
Belangrijkste problemen De burgers konden aangeven welke drie problemen de gemeente volgens hen met voorrang moest aanpakken. We legden een lijstje met algemene problemen voor en een lijstje met veiligheidsproblemen. Van beide lijstjes presenteren wij de top 5 problemen die volgens de burgers van grote gemeenten, respectievelijk kleine gemeenten met prioriteit moeten worden aangepakt. Tussen haakjes staat het percentage burgers dat actie verlangt op dit onderwerp.
Algemene problemen Grote gemeenten
Kleine gemeenten
1 Rommel op straat
(41%)
1 Parkeerproblematiek
(43%)
2 Hondenpoep
(33%)
2 Hondenpoep
(41%)
3 Parkeerproblematiek
(31%)
3 Verkeersveiligheid
(31%)
4 Overlast jongeren
(29%)
4 Rommel op straat
(22%)
5 Vandalisme
(24%)
5 Vervuiling parken en plantsoenen
(22%)
In beide rijtjes zitten overeenkomsten; de burgers vinden dat de gemeente bij voorrang de volgende problemen moet aanpakken: hondenpoep, de parkeerproblematiek en rommel op straat.
10
Het valt op dat de parkeerproblematiek een zaak is die volgens de inwoners van de kleine gemeenten de hoogste prioriteit heeft. Bij de grote gemeenten is dat de rommel op straat. Overlast door jongeren en vandalisme zijn problemen die volgens de burgers van de grote steden met voorrang moeten aangepakt worden. De verkeersveiligheid is een item dat speelt bij de onderzochte kleine gemeenten.
Veiligheidsproblemen Grote gemeenten
Kleine gemeente
1 Geweld op straat
(60%)
1 Inbraak in woningen
(53%)
2 Inbraak in woningen
(45%)
2 Te hard rijden
(46%)
3 Agressief verkeersgedrag
(42%)
3 Geweld op straat
(40%)
4 Agressief gedrag in openbaar vervoer
(28%)
4 Beschadiging en vernielingen van auto’s
(38%)
5 Te hard rijden
(27%)
5 Agressief verkeersgedrag
(30%)
Geweld op straat houdt de gemoederen in de grote steden enorm bezig. Maar liefst 60% vindt dit een topprioriteit. Bij de kleinere gemeenten staat het punt op de derde plaats met 40%. Inbraak in woningen wordt door de inwoners van de kleine gemeenten het vaakst genoemd (53%), maar staat ook bij de grootstedelingen hoog genoteerd, namelijk op de tweede plaats (45%). Te hard rijden is blijkbaar een probleem dat meer speelt in de kleine gemeenten. Agressief gedrag in het openbaar vervoer is een typisch stadsprobleem. Nemen we de algemene- en veiligheidsproblemen ten aanzien van de openbare ruimte samen, dan komen we tot de volgende top 5 voor alle onderzochte gemeenten: 1
inbraak woningen
(50%)
2
geweld op straat
(49%)
3
parkeerproblematiek
(38%)
4
hondenpoep
(37%)
5
te hard rijden
(37%)
Overlastbestrijding door de gemeente Gemeenten nemen maatregelen om verschillende vormen van overlast tegen te gaan. Deze maatregelen zijn niet altijd zichtbaar voor de burger. Een belangrijke vraag hierbij is wat de burgers vinden over het resultaat van de getroffen maatregelen. We legden de burgers een lijst met vormen van overlast voor. Wij vroegen of ze tevreden waren over het resultaat van de maatregelen om deze overlast te bestrijden. Het oordeel van de burgers vertaalden we ook hier weer naar rapportcijfers. Niet alle onderwerpen werden door iedereen beoordeeld. Een onderwerp als “overlast door straatprostitutie” werd door 47% van de respondenten overgeslagen of de categorie “ik weet het niet ” werd benut. De verschillen in het aantal beoordelaars tussen de steden zijn niet echt groot. We geven in onderstaande tabel het percentage beoordelaars weer. De overlastonderwerpen die door de meeste respondenten beoordeeld werden staan bovenaan.
11
Tabel 8 Beoordeling resultaat maatregelen overlastbestrijding
Den Haag
Utrecht
Eindhoven
Goes
Oldenzaal
Sneek
Bergen
Meppel
Kleine gemeenten
Rotterdam
Grote gemeenten Amsterdam
Hoogste beoordeling
Gemiddelde beoordeling
Laagste beoordeling
Beoordeeld door (%)
Gemiddelde per gemeente
-
-
-
-
-
+
+
+
+
+
Zwerfvuil
96 4,1 5,0 5,8
Gladheid
95 4,0 5,3 6,1
Hondenpoep
95 3,9 4,3 5,0
-
-
+
Vernieling
91 4,3 4,9 5,3
-
-
-
Graffiti, bekladde muren
90 4,6 5,5 6,3
-
-
-
Lawaai van voertuigen op straat
89 5,2 5,8 6,1
-
-
-
Overlast van jongeren
89 4,6 5,2 5,7
-
-
Foutparkeren
88 4,2 5,0 5,5
-
Vuurwerk
86 5,0 5,5 5,9
-
Stank van voertuigen
85 5,6 6,2 6,7
-
-
-
Stank van bedrijven
83 6,1 6,6 7,2
-
-
+
Lawaai van vliegtuigen
82 5,2 6,4 7,0
-
+
+
Vervuild oppervlaktewater
77 5,4 6,1 6,7
-
-
Bedreiging op straat
74 4,2 5,5 6,5
-
Bedelarij
62 4,5 6,0 7,4
Overlast dealpanden
60 4,8 6,0 6,7
Overlast coffeeshop Straatprostitutie
-
-
-
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
-
-
+ +
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
-
+
-
-
+
+
+
+
-
-
-
+
+
+
+
-
-
-
-
+
+
+
+
-
-
-
-
-
+
+
+
+
58 5,4 6,2 7,2
-
-
-
-
+
+
+
53 6,0 6,6 7,0
-
-
-
-
+
+
-
Grote gemeenten
12
Aantal maal gemiddeld
9
1
2
3
12
5
Aantal maal slechter dan gemiddeld (-)
9
16
14
13
6
1
17
+
Meppel
Bergen
Sneek
2
Oldenzaal
2
Goes
Utrecht
1
Eindhoven
Den Haag
Aantal maal beter dan gemiddeld (+)
+
-
Kleine gemeenten
Rotterdam
Amsterdam
Resultaat overlastbestrijding
-
+
14
12
8
4
6
9
1
1
Knelpunten zijn hondenpoep, vernielingen, zwerfvuil, foutparkeren en overlast door jongeren. De bestrijding van deze vormen van overlast blijkt over de hele linie onvoldoende volgens de respondenten. In de grote steden worden daarnaast nog tal van zaken als onvoldoende beoordeeld (bedreiging op straat, bedelarij, overlast dealpanden). Men is in elk geval niet tevreden over het resultaat van de maatregelen die tegen deze vormen van overlast worden genomen. De grote steden scoren zeer vaak onder het gemiddelde en de kleine gemeenten boven het gemiddelde.
12
In onderstaande tabel staat de gemiddelde tevredenheidsscore per gemeente over achttien items betreffende het resultaat van de overlastbestrijding. Het gemiddelde cijfer van alle onderzochte gemeenten is 5,5. Tabel 9 Rapportcijfers overlastbestrijding
Gemeente
Overlastbestrijding
Amsterdam
5,2
Bergen
5,9
Den Haag
5,1
Eindhoven
5,3
Goes
5,7
Meppel
5,7
Oldenzaal
6,1
Rotterdam
4,9
Sneek
5,9
Utrecht
5,2
Wat verwachten burgers van hun gemeente? De verantwoordelijkheid voor een prettige, schone en veilige leefomgeving ligt niet geheel op het bordje van de overheid. Burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid. Wanneer verwachten we dat de overheid ingrijpt? Welke kosten moeten (groepen) individuen voor hun rekening nemen en welke lasten dragen we als gemeenschap? We legden de respondenten een aantal stellingen voor die betrekking hebben op de vraag of een bepaald probleem opgelost moet worden door de overheid, of dat burgers of bedrijven dit zelf moeten doen. Bij de nu volgende stellingen, die over de inzet van politie en brandweer gaan, blijken geen verschillen tussen de meningen van burgers in grote en kleine gemeenten. mee
neutraal
eens Als burgers geluidsoverlast hebben van hun buren dan moet de politie dit oplossen
mee oneens
41%
31%
28%
76%
11%
13%
25%
16%
59%
Alle extra kosten die de politie moet maken voor het bewaren van de openbare orde bij voetbalwedstrijden en andere evenementen moeten door de organisatoren worden betaald Als de brandweer een kat uit de boom haalt hoeft de eigenaar daar zelf niets voor te betalen
Een grote groep burgers verwacht van de politie dat zij ingrijpt bij problemen met buren. Wanneer de politie of brandweer ingezet wordt ten behoeve van een specifiek belang, vindt de meerderheid dat de kosten verhaald kunnen worden op de begunstigde.
13
Over de volgende stellingen wordt verschillend gedacht door burgers van grote en kleine gemeenten: Gemeente grootte De stoep voor woningen moet door de gemeente worden schoongehouden
Wie bij een aanrijding een verkeersbord of lantaarnpaal beschadigt dient de kosten daarvoor te betalen
Als een bank een pinautomaat aan de openbare weg plaatst, moet de bank er ook voor zorgen dat dit een veilige plek is om te pinnen
mee eens
neutraal
mee oneens
Groot
43%
21%
37%
Klein
33%
19%
48%
Totaal
37%
20%
43%
Groot
70%
14%
17%
Klein
74%
12%
14%
Totaal
72%
13%
16%
Groot
85%
8%
7%
Klein
91%
5%
5%
Totaal
88%
6%
6%
De burgers van de grote gemeenten verwachten meer van hun gemeente dan die van kleine gemeenten. Het meest spectaculaire verschil zien we bij "de eigen stoep schoonvegen”: in de grote steden vindt men dat duidelijk meer een taak van de gemeente dan in de onderzochte kleine gemeenten. Mogelijk is dat mede een verklaring voor de slechtere beoordeling door de stadsbewoners van gemeentelijke voorzieningen zoals straatreiniging. Een laatste stelling betreft meer in het algemeen de maatstaf van kwaliteit die burgers van overheidsinstellingen, dus ook de gemeente, eisen. mee
neutraal
eens Ik vind dat de dienstverlening door overheidsinstellingen beter zou moeten zijn dan de dienstverlening van bedrijven
59%
mee oneens
28%
14%
De lat wordt door de respondenten hoog gelegd. De burgers eisen meer van hun gemeente dan ze als klant van een commerciële instelling zouden eisen. Door middel van het gebruik van een zogenaamd “burgerhandvest” is het wellicht mogelijk de prestaties van de gemeente te beoordelen en te verbeteren. De Consumentenbond wil dat de gemeente zich in een dergelijk handvest verplicht volgens bepaalde normen te presteren. Burgers die niet volgens die normen bediend worden en dit melden krijgen een tevoren afgesproken financiële compensatie van hun gemeentelijke dienstverlener. Volgens 41% van de burgers is dat een (zeer) goed idee, ruim een kwart van de ondervraagden staat daar neutraal tegenover terwijl een derde het concept “burgerhandvest“ afwijst. Hierbij is overigens geen verschil tussen grote en kleine gemeenten geconstateerd. Een groot deel van de respondenten (43%) denkt dat de dienstverlening met een burgerhandvest dan inderdaad beter wordt. Een meerderheid denkt dat de dienstverlening hetzelfde blijft (48%) of zelfs zal verslechteren (9%).
14
Invloed van de burger Wat is in de eigen perceptie de invloed van burgers op het gevoerde beleid in de gemeente? De meeste burgers willen zich niet bemoeien met alle zaken die het gemeentebestuur aangaan. Het belangrijkst zijn de zaken in de directe omgeving. Ongeveer de helft vindt 1 keer per 4 jaar stemmen wel genoeg, de andere helft vindt dat onvoldoende en wenst kennelijk andere mogelijkheden om invloed op het lokale bestuur uit te oefenen. Een grote groep burgers (40%) vindt dat de gemeenteraad te ver afstaat van problemen van de burgers. De gemeente zou volgens 36% van de respondenten ook meer open moeten staan voor ideeën van de burgers. Al met al is 35% niet tevreden over de manier waarop de gemeente met hun belangen omgaat. Er is een significant verschil tussen de grote steden en de kleine gemeenten op deze punten. De inwoners van de grote gemeenten zijn minder tevreden over hun invloed op het beleid.
Als ik in de 4 jaar mijn stem laat horen vind ik dat genoeg Ik hoef geen inspraak te hebben op alle keuzes die de gemeente maakt, maar alleen voor die zaken die mij en mijn directe omgeving aangaan De gemeente staat open voor ideeën van burgers De gemeenteraad staat te ver af van de problemen in de gemeente Ik ben tevreden over de manier waarop de gemeenteraad mijn belangen behartigt
mee eens
neutraal
mee oneens
44%
17%
39%
64%
14%
22%
28%
36%
36%
40%
35%
25%
21%
45%
35%
Van lokale partijen verwachten de burgers dat deze beter weten wat er leeft onder de bevolking en ook dat zij meer bereiken dan landelijk actieve partijen. Opmerkelijk is dat dit ook geldt voor kiezers van landelijke partijen (CDA, VVD, PvdA, Groenlinks, D66, SP, Christenunie en SGP).
Een lokale partij weet beter wat er leeft bij de burgers dan een partij die ook landelijk actief is Een landelijk actieve partij kan op lokaal niveau meer bereiken dan een lokale partij
Voor gemeenteraad 2002 gestemd op landelijke partij lokale partij /anders niet gestemd totaal landelijke partij lokale partij /anders niet gestemd totaal
mee eens
neutraal
59% 77% 66% 62% 25% 13% 23% 23%
20% 14% 23% 20% 24% 18% 28% 23%
mee oneens 21% 9% 11% 18% 51% 69% 49% 54%
15
Beleidskeuzes We hebben de burgers van de gemeenten op het pluche van gemeenteraadszetels gezet. Ze mogen twee maal €100 euro uitgeven aan zaken die de gemeente aangaan. Deze 100 euro mocht één keer verdeeld worden over algemene categorieën en één keer verdeeld worden over concrete bestedingen. Het had wellicht meer in deze tijd gepast om de burgers te vragen waar zij €100,-- zouden weghalen, maar bovenstaande opdracht is sympathieker en geeft ons inzicht in de prioriteiten die men kiest. De burger is nu gedwongen om afwegingen te maken (meer blauw op straat betekent bijvoorbeeld minder schommels voor de kinderen).
Toedeling van extra geld Sommigen hadden niets uitgegeven of te weinig, anderen hun budget ruim overschreden. Er zijn er ook respondenten geweest die de algemene categorieën juist hadden ingevuld maar de concrete bestedingsdoelen weer niet en omgekeerd. Al deze respondenten laten we hier buiten beschouwing. We gaan verder met 2978 burgers (77%) die zich precies aan de opdracht hebben gehouden.
100 euro verdeeld over de wethouderportefeuilles
€ 2,72
Openbare orde en veiligheid
€ 2,81
Onderwijs
€ 7,76
€ 27,13
€ 8,80
Volksgezondheid en milieu Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Verkeer vervoer en waterstaat Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
€ 10,99
Cultuur en recreatie
€ 14,21 € 12,61
Financiën Algemeen bestuur
€ 12,97
Tabel 10 verdeling van €100,-- over beleidsterreinen naar type gemeente
grote kleine Totaal gemeenten gemeenten Openbare orde en veiligheid € 30,38 € 24,49 € 27,13 Onderwijs € 14,46 € 14,00 € 14,21 Volksgezondheid en milieu € 13,63 € 12,43 € 12,97 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening € 11,38 € 13,61 € 12,61 Verkeer vervoer en waterstaat € 9,89 € 11,88 € 10,99 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting € 8,33 € 9,19 € 8,80 Cultuur en recreatie € 7,03 € 8,35 € 7,76 Financiën € 2,46 € 3,10 € 2,81 Algemeen bestuur € 2,43 € 2,95 € 2,72 € 100,00 € 100,00 € 100,00
16
100 euro verdeeld over concrete bestedingsdoelen Meer blauw op straat, meer cameratoezicht e.d.
€ 4,13 € 5,63
€ 25,07
€ 8,25
Beter onderhoud en schoonhouden van bestrating Belastingverlaging Investeren huisvesting voor burgers
€ 8,54
Meer onderhoud van scholen Meer groenvoorzieningen
€ 10,08
€ 14,22
Meer speelvoorzieningen voor de jeugd Snellere afhandeling van procedures
€ 11,38
€ 12,68
Vaker ophalen huisvuil
Tabel 11 Verdeling van €100,-- over concrete bestedingsdoelen naar type gemeente
Meer blauw op straat, meer cameratoezicht e.d. Beter onderhoud en schoonhouden van bestrating Belastingverlaging Investeren huisvesting voor burgers Meer onderhoud van scholen Meer groenvoorzieningen Meer speelvoorzieningen voor de jeugd Snellere afhandeling van procedures Vaker ophalen huisvuil
grote kleine Totaal gemeenten gemeenten € 27,43 € 23,16 € 25,07 € 15,07 € 13,54 € 14,22 € 10,38 € 14,55 € 12,68 € 10,72 € 11,92 € 11,38 € 10,01 € 10,14 € 10,08 € 8,69 € 8,43 € 8,54 € 7,43 € 8,92 € 8,25 € 5,44 € 5,79 € 5,63 € 4,84 € 3,55 € 4,13 € 100,00 € 100,00 € 100,00
Het meeste geld van de burgers gaat naar het beleidsterrein openbare orde en veiligheid, en naar een concreet bestedingsdoel op dat terrein: meer blauw op straat en cameratoezicht. De inwoners van grote steden hebben daar nog meer voor over dan de burgers van de kleine gemeenten. De beleidsterreinen onderwijs, volksgezondheid en milieu, sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening worden ook belangrijk gevonden en kunnen elk rekenen op een taartpunt van 13 à 14%. Bij de concrete bestedingsdoelen staan beter onderhoud en schoonhouden van de straten op de tweede plaats. Op de derde plaats staat belastingverlaging. De inwoners van de kleinere gemeenten staan zichzelf een hogere belastingverlaging toe dan die van de grote steden.
17
Waar voor je belastinggeld Gemeenten leggen de burger allerlei belastingen op. Daarmee wordt de gemeentekas maar voor een deel gevuld, want het merendeel van het geld komt uit de uitkeringen die de gemeenten van het rijk ontvangen. Met al dat geld verrichten de gemeenten een groot scala aan prestaties. Wij zijn erg geïnteresseerd in de vraag of burgers van mening zijn dat zij waar voor hun gemeentebelastinggeld krijgen (nogmaals: strikt genomen krijgen de huishoudens veel meer terug dan ze betalen aan de gemeente, want gemeentelijke belastingen dekken maar een klein deel van alle gemeentelijke uitgaven). Wij vroegen de respondenten: “Als u alle belastingen die uw gemeente uw huishouden oplegt, vergelijkt met de voorzieningen die de gemeente u biedt, hoe beoordeelt u dan die ruil?" Tabel 12 Krijgen burgers naar hun oordeel waar voor hun geld?
Grote
Kleine
Totaal
Totaal 2
gemeenten
gemeenten
(%)
(%)
(%)
(%)
Ik krijg veel meer terug dan ik betaal
2
1
1
Ik krijg iets meer terug dan ik betaal
2
2
2
Ik krijg even veel terug als dat ik betaal
11
16
14
Ik krijg minder terug dan ik betaal
29
30
30
Ik krijg veel minder terug dan ik betaal
19
15
17
Ik kan dat niet beoordelen
32
30
31
geen mening
6
6
6
5 22 73
Voorts vroegen wij: “Als u alle belastingen die uw gemeente oplegt vergelijkt met de belastingen die vergelijkbare gemeenten opleggen, hoe beoordeelt u dan uw gemeente?”
Tabel 13 Betalen burgers naar hun oordeel meer of minder in vergelijking tot andere vergelijkbare gemeenten?
Grote
Kleine
Totaal
Totaal 2
gemeenten
gemeenten
(%)
(%)
(%)
(%)
Hier betaal ik meer dan elders
37
43
19
76
Hier betaal ik even veel als elders
8
11
10
18
Hier betaal ik minder dan elders
3
4
3
6
Ik kan dat niet beoordelen
44
33
38
Geen mening
8
8
8
Bijna een derde van de ondervraagden is niet in staat te beoordelen of zij waar voor hun gemeentelijke belastingbetalingen krijgen. Niet verwonderlijk, want een substantiële groep burgers weet vaak niet wat ze precies betaalt en meer dan de helft vindt dat ze slecht geïnformeerd worden over de besteding van dat belastinggeld (zie onderstaande stellingen). Van de burgers die denken de ruil tussen betaalde belastingen en de geboden gemeentelijke voorzieningen wel te kunnen beoordelen, vinden bijna drie op de vier dat zij minder terug krijgen dan zij betalen. Slechts 5% denkt dat zij meer terug krijgt in de vorm van gemeentelijke diensten en inspanningen.
18
Veel respondenten kunnen niet beoordelen hoeveel er in andere vergelijkbare gemeenten aan belasting wordt betaald. Dit geldt in het bijzonder voor de grote steden (44% kan geen oordeel geven en 8% heeft geen mening). Voor de groep die overblijft is het gras aan de overkant groener: ruim driekwart denkt dat zij meer betalen dan elders. Gemeente
mee eens
neutraal
grootte Ik weet niet wat ik per jaar aan gemeentebelastingen betaal
Ik word door de gemeente goed geïnformeerd over hoe zij belastinggeld besteden
mee oneens
Groot
41%
14%
46%
Klein
30%
14%
57%
Totaal
35%
14%
52%
Groot
9%
30%
60%
Klein
17%
35%
46%
Totaal
15%
33%
53%
mee eens
neutraal
mee oneens
Ik vind dat als de gemeente aan het eind van het jaar geld overhoudt,
52%
18%
31%
zij dit terug moeten geven aan de burgers
Bovenstaande stellingen hebben betrekking op belastingen. De inwoners van grote steden weten minder goed dan die in de kleine gemeenten hoeveel gemeentebelastingen zij eigenlijk betalen (41% tegen 30%). Ze zijn het ook vaker oneens met de stelling dat zij goed geïnformeerd worden door de gemeente omtrent de besteding van deze gelden (60% tegen 46%). Ruim de helft van de respondenten vindt voorts dat als de gemeente geld overhoudt, zij dit jaarlijks terug moet geven aan de burgers. Dit zou neerkomen op een jaarlijks wisselende belastingdruk.
19
De kloof tussen raadsleden en burgers Voordat we deze enquête bij de burgers afnamen lieten we de leden van de gemeenteraden voorspellen wat de burgers zouden gaan invullen. We willen daarmee vaststellen in hoeverre de raadsleden zich bewust zijn van de wensen van de mensen die zij vertegenwoordigen. Uiteraard bestaat dat vertegenwoordigen niet enkel en alleen uit het functioneren als doorgeefluik, maar er mag toch ten minste worden verwacht dat vertegenwoordigers weten wat de achterban wil.
Belangrijkste problemen openbare ruimte Bij de vraag welke de belangrijkste problemen zijn die aangepakt moeten worden, komen we tot de volgende ranglijstjes: Algemene problemen Top 3 Raadsleden zelf
Top 3 Zoals raadsleden
Top 3 Zoals de burgers erover
vermoeden dat de burgers
denken
erover denken 1
Parkeerproblematiek
Hondenpoep op straat
Parkeerproblematiek
2
Verkeersveiligheid
Parkeerproblematiek
Hondenpoep op straat
3
Rommel op straat
Overlast jongeren
Verkeersveiligheid
Top 3 Zoals raadsleden
Top 3 Zoals de burgers erover
vermoeden dat de burgers
denken
Veiligheidsproblemen Top 3 Raadsleden zelf
erover denken 1
Geweld op straat
Geweld op straat
Inbraak in woningen
2
Inbraak in woningen
Inbraak in woningen
Geweld op straat
3
Agressief verkeersgedrag
Beschadiging auto’s
Te hard rijden
Wat dit betreft lijken de raadsleden zich weinig te onderscheiden van burgers: bovendien zijn ze redelijk goed instaat te voorspellen hoe de burgers er over denken.
20
Andere beleidskeuzes Een van de interessantste punten hierbij is de verdeling van het beschikbare geld. Hieronder staat berekend hoe groot het verschil is tussen de door de burgers werkelijk gewenste verdeling van 100 euro en de voorspelling van de raadsleden daarvan. Burgers zullen 100 euro extra besteden aan:
Gemiddelde voorspeld
Gemiddeld toegekend
door raadsleden n=111
door burgers
Verschil absoluut
Verschil in % t.o.v. schatting raadsleden
n=>3000 Wethouderportefeuilles Algemeen bestuur
1,84
2,72
Openbare orde en veiligheid
31,78
27,13
0,87
Verkeer/vervoer en waterstaat
12,72
10,99
Onderwijs
13,94
14,21
0,27 2,78
Cultuur en recreatie
4,98
7,76
Sociale voorzieningen
14,06
12,61
Volksgezondheid en milieu
8,32
12,97
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
9,85
8,80
Financiën
2,50
2,81
6,62
5,63
147% 4,651,74-
85% 86% 102% 156%
1,464,65
90% 156%
1,050,32
89% 113%
Concrete bestedingsdoelen Snellere afhandeling procedures
0,99-
85%
Meer blauw op straat
25,73
25,07
0,66-
97%
Beter onderhoud bestrating
15,44
14,22
1,22-
92%
Meer onderhoud scholen
8,46
10,08
1,62
Meer groenvoorzieningen
7,26
8,54
1,29
Meer speelvoorzienigen jeugd
9,31
8,25
Vaker ophalen huisvuil
5,66
4,13
Investeren huisvesting burgers
11,18
11,38
Belastingverlaging
10,33
12,68
119% 118% 1,061,53-
0,20
89% 73% 102%
2,35
123%
In het eerste deel van de tabel staan de algemene categorieën van de begroting van een gemeente. De gemiddelde bedragen die beide groepen aan de diverse begrotingsonderdelen toedelen staan naast elkaar en daaruit volgt het verschil. De raadsleden onderschatten de bedragen die burgers toedelen aan de portefeuilles volksgezondheid en milieu, cultuur recreatie en algemeen bestuur. Daartegenover overschatten ze enigszins de portefeuilles openbare orde en veiligheid, en verkeer en vervoer. In het tweede deel van de tabel staan steeds concrete bestedingsdoelen. Zeer opvallend is dat de raadsleden bij de concrete bestedingsdoelen veel nauwkeuriger weten te schatten hoeveel de burgers er voor over zouden hebben. Zowel in absolute bedragen als relatief. Alleen bij de post belastingverlaging en huisvuil zitten ze er meer dan 15% naast. Burgers willen meer aan belastingverlaging toedelen dan de raadsleden beseffen. Andersom willen burgers minder toedelen aan het vaker ophalen van huisvuil.
21
Waar voor je geld Wij zijn erg geïnteresseerd in de vraag of raadsleden goed weten te voorspellen of de burgers van mening zijn dat de huishoudens waar voor hun (gemeentebelasting) geld krijgen. Feitelijk %
Voorspeld %
5
2
22
15
73
83
Ik krijg veel meer terug dan ik betaal Ik krijg iets meer terug dan ik betaal Ik krijg even veel terug als dat ik betaal Ik krijg minder terug dan ik betaal Ik krijg veel minder terug dan ik betaal
Elders was al vastgesteld dat burgers vinden dat ze geen waar voor hun geld krijgen. Maar zo somber als de raadsleden erover denken is het niet. Zien we hier doorgeslagen cynisme?
Verantwoordelijkheidsverdeling Hoe de burgers denken over de verdeling van de verantwoordelijkheid tussen overheid en burgers wordt door de raadsleden niet goed voorspeld. We hebben de respondenten in totaal zes stellingen over dit onderwerp voorgelegd. Drie hiervan zijn zodanig geformuleerd dat je verantwoordelijkheid legt bij de overheid als je het er mee eens bent (groep 1). Bij de andere drie is dat omgekeerd en betekent "mee eens" dat de burger verantwoordelijk is (groep 2). Groep 1: verantwoordelijkheid bij de overheid
Als de brandweer een kat uit de boom haalt, hoeft de eigenaar
verhouding eens / oneens bij burgers Feitelijke mening
Voorspeld
van de burgers
door raadsleden
0,42
1,07
0,86
1,69
1,46
2,58
daar zelf niets voor te betalen De stoep voor woningen moet door de gemeente worden schoongehouden Als burgers geluidsoverlast hebben van hun buren dan moet de politie dit oplossen Groep 2: verantwoordelijkheid bij de burger
Wie bij een aanrijding een verkeersbord of lantaarnpaal
verhouding eens / oneens bij burgers Feitelijke mening
Voorspeld door
van de burgers
raadsleden
4,50
3,27
5,85
2,61
14,67
5,85
beschadigt dient de kosten daarvoor te betalen Alle extra kosten die de politie moet maken voor het bewaren van de openbare orde bij voetbalwedstrijden en andere evenementen moeten door de organisatoren worden betaald Als een bank een pinautomaat aan de openbare weg plaatst, moet de bank er ook voor zorgen dat dit een veilige plek is om te pinnen In de cellen is de verhouding eens/oneens bij burgers te vinden, uitgedrukt in een getal. Het percentage "eens" wordt gedeeld door het percentage "oneens". Een getal groter dan 1 geeft aan dat er meer respondenten het
22
eens met de stelling zijn dan oneens. Bij een getal tussen 0 en 1 is dat precies anders om: meer "oneens" dan "eens". Stel dat 25% van de burgers het eens is met een stelling en 5% oneens, dan komt daar als verhoudingsgetal 5 uit. Is bij een andere stelling bijvoorbeeld 5% het er mee eens en 25% mee oneens, dan is het verhoudingsgetal 0,2. Er lijkt een duidelijk patroon te zitten in de voorspellingen van de raadslieden: Raadsleden onderschatten bij alle zes de stellingen de mate waarin burgers bereid zijn de verantwoordelijkheid te dragen. De verklaring van deze kloof is wellicht dat het raadswerk een zekere beroepsdeformatie met zich meebrengt. Als je als gemeenteraadslid dagelijks te maken hebt met grote verwachtingen die burgers tegen je uitspreken, krijg je wellicht het gevoel dat alle burgers deze hoge verwachtingen koesteren.
Welk raadslid voorspelde de burgerwensen het best? We hebben voor alle raadsleden individueel bepaald hoe goed zij de mening van hun burgers voorspelden. Daarbij vergeleken we van elk raadslid zijn antwoordscore op elke vraag met het antwoord (de gemiddelde score) van de burgers in zijn gemeente. Vervolgens werd de individuele eindscore bepaald. Hoe kleiner het verschil, hoe beter men scoorde. In onderstaande tabel staat het best scorende raadslid per gemeente. Daarnaast is te vinden hoe de raadsleden het gemiddeld per gemeente ten opzichte van elkaar doen. Tabel 14 Raadsleden kennen hun burgers: best scorende raadsleden en best scorende gemeenten.
Gemeente
Beste raadslid Partij Naam
Rangorde ten opzichte van andere “beste” raadsleden
Beste gemeente Rangorde gemeente
Gebaseerd op aantal raadsleden
Amsterdam
VVD
Eric van den Burg
7
9
17
Bergen
Thijs Bijl
8
3
13
Den Haag
Gemeentebelangen BES VVD
P.T. van Woensel
1
6
12
Eindhoven
PvdA
Onbekend
6
5
19
Goes
D66
Sjaan Huissoon
2
2
15
Meppel
Sterk Meppel
Herman Jansen
10
4
8
Oldenzaal
Gerda de Gunst
4
1
5
Rotterdam
WerknemersGroepering Oldenzaal VVD
Onbekend
5
7
16
Sneek
CDA
3
8
16
Utrecht
Leefbaar Utrecht
Sytske KooijJacobsma. Onbekend
9
10
10
Niet alle raadsleden met een beste voorspelling voor hun gemeente zijn onder naam bekend. De beste kenner van de burgers blijkt de heer P.T. van Woensel (VVD) van de gemeenteraad van Den Haag te zijn. De beste gemeente is Oldenzaal, de deelnemende raadsleden van deze gemeente zaten gemiddeld het minst ver af van de opvattingen van hun burgers.
23
Samenvatting en conclusies Beoordeling gemeentelijke voorzieningen en dienstverlening De belangrijkste gemeentelijke voorzieningen zijn volgens de burgers: huisvuilverwijdering, groenvoorzieningen in de directe omgeving en straatreiniging. Over het ophalen van het huisvuil oordelen de burgers over de hele linie positief. Als onvoldoende wordt beoordeeld (en daarmee als knelpunten te beschouwen): het aantal hondenuitlaatplaatsen, speelvoorzieningen met name voor oudere jeugd, parkeervoorzieningen in het centrum en verder is men ontevreden over het aantal onveilige plekken in de wijk. De burgers van Rotterdam zijn het minst tevreden met betrekking tot de gemeentelijke voorzieningen. De inwoners van Utrecht zijn de meest tevreden stadsbewoners. De burgers van Oldenzaal zijn het meest positief over de gemeentelijke voorzieningen, de enige uitzondering betreft de gang van zaken rond het grofvuil in deze gemeente. Bij het aanvragen van een paspoort, iets waarmee de meeste ondervraagde burgers ervaring hebben, wordt de gemeentelijke dienstverlening als voldoende beoordeeld. Het afhandelen van klachten wordt tezamen met het behandelen van meldingen over vervuiling of vernieling over de hele linie als onvoldoende beoordeeld. Bij de grote steden zijn de burgers van Amsterdam en Rotterdam het minst tevreden over de dienstverlening. Bij de kleine gemeenten valt de gemeente Bergen in negatieve zin op. Communicatie en voorlichting De klantvriendelijkheid van de medewerkers wordt overal als voldoende beoordeeld. Belangrijke knelpunten zijn echter: betrokkenen tijdig informeren over besluiten die hen aangaan, de presentatie van het te voeren gemeentelijk beleid en de verantwoording van het beleid achteraf. Burgers van de grote gemeenten zijn over het algemeen minder tevreden over de voorlichting van hun gemeente in vergelijking met burgers van de door ons onderzochte kleine gemeenten. Met name bij de grote steden laat de voorlichting over toekomstplannen van de gemeenten, verkeerszaken en inspraak en discussie te wensen over. Meer dan de helft van de respondenten vindt dat ze te weinig weten over wat de gemeente doet en dat de gemeente pas informatie geeft als besluiten zijn genomen. Inwoners van de grote steden vinden vaker dan die van de kleine gemeenten dat ze te weinig of te laat informatie krijgen van hun gemeente. Openbare ruimte De burgers vinden dat de gemeente bij voorrang de volgende problemen moet aanpakken: hondenpoep, de parkeerproblematiek en rommel op straat. Er zijn wel accentverschillen tussen de grote steden en de kleine gemeenten. Overlast door jongeren en vandalisme zijn problemen die volgens de burgers van de grote steden met voorrang moeten aangepakt worden. De verkeersveiligheid is een item dat speelt bij de kleine onderzochte gemeenten. Voor wat betreft de veiligheid van de openbare ruimte staat het geweld op straat op de eerste plaats, daarna de woninginbraken en een derde item is agressief verkeersgedrag en te hard rijden. De overlastbestrijding van hondenpoep, vernielingen, zwerfvuil, foutparkeren en overlast door jongeren wordt in alle onderzochte gemeenten gemiddeld als onvoldoende beoordeeld. In de grote steden worden daarnaast de maatregelen tegen bedreiging op straat, bedelarij en overlast dealpanden als onvoldoende beoordeeld. De overlastbestrijding wordt in de grote steden vaak onder het gemiddelde beoordeeld; bij de kleine gemeente is men wat meer tevreden.
24
Hieronder geven wij een rangorde van de gemeenten op basis van de beoordeling van de burgers3. Tabel 15 Rangorde van gemeenten op basis van rapportcijfers voor: voorzieningen, dienstverlening, overlastbestrijding, communicatie en voorlichting
Gemeente 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Oldenzaal Sneek Meppel Goes Utrecht Eindhoven Bergen Amsterdam Den Haag Rotterdam
Voorzieningen
Dienstverlening
6,2 6,0 5,9 5,8 6,0 5,7 5,7 5,8 5,7 5,5
6,3 6,6 6,4 6,2 6,3 6,0 5,8 6,0 6,2 6,0
Overlastbestrijding 6,1 5,9 5,7 5,7 5,2 5,3 5,9 5,2 5,1 4,9
Communicatie en voorlichting 6,4 6,3 6,2 6,2 5,7 5,8 5,4 5,6 5,6 5,6
Verwachtingen Stadsbewoners verwachten meer van hun gemeente dan bewoners van de onderzochte kleine gemeenten. Zo vinden stedelingen relatief vaker dat de gemeente verantwoordelijk is voor het schoonhouden van de stoep voor de woning. De gemeentelijke dienstverlening zou ook beter moeten zijn dan de dienstverlening van bedrijven, meent 59% van de respondenten. Door middel van het gebruik van een zogenaamd “burgerhandvest” is het wellicht mogelijk de prestaties van de gemeente te beoordelen en te verbeteren. De Consumentenbond wil dat de gemeente zich in een dergelijk handvest verplicht volgens bepaalde normen te presteren. Burgers die niet volgens die normen bediend worden en dit melden krijgen een tevoren afgesproken financiële compensatie van hun gemeentelijke dienstverlener. Volgens 41% van de burgers is een burgerhandvest een (zeer) goed middel om afspraken tussen burger en gemeente gestalte te geven, een derde van de burgers verwacht hier echter niet veel van en zegt het burgerhandvest een (zeer) slecht idee te vinden. Een groot deel van de respondenten (43%) is van mening dat de dienstverlening met een burgerhandvest zal verbeteren. Een meerderheid denkt echter dat de dienstverlening hetzelfde blijft (48%) of zelfs zal verslechteren (9%). Invloed burgers Van lokale partijen verwachten de burgers dat deze beter weten wat er leeft onder de bevolking en ook dat zij meer bereiken, dan landelijk actieve partijen. Opmerkelijk is dat dit ook geldt voor kiezers van landelijke partijen (CDA, VVD, PvdA, Groenlinks, D66, SP, Christenunie en SGP). Een grote groep burgers (40%) vindt dat de gemeenteraad te ver afstaat van problemen van de burgers, 36% zegt dat de gemeente meer open moet staan voor ideeën van de burgers. De inwoners van de grote gemeenten zijn relatief het minst tevreden over hun invloed op het gemeentelijke beleid. De meeste burgers willen zich niet bemoeien met alle zaken die het gemeentebestuur aangaan. Het belangrijkst zijn de zaken in de directe omgeving. Ongeveer de helft vindt 1 keer per 4 jaar stemmen wel genoeg, de andere
3
Gebaseerd op het gemiddelde van vier genoemde rapportcijfers.
25
helft vindt dat onvoldoende en wenst kennelijk andere mogelijkheden om invloed op het lokale bestuur uit te oefenen. Beleidskeuzes Wanneer burgers een extra bedrag mogen besteden, dan gaat het meeste geld naar openbare orde en veiligheid, meer blauw op straat en cameratoezicht. De inwoners van grote steden hebben daar nog meer voor over dan de burgers van de kleine gemeenten. Het beleidsterrein onderwijs staat op de tweede plaats. Bij de concrete bestedingsdoelen staan uitgaven ten behoeve van beter onderhoud en schoonhouden van bestrating op de tweede plaats. De inwoners van de kleinere gemeenten staan zichzelf een hogere belastingverlaging toe dan de inwoners van de grote steden. Waar voor je geld Bijna een derde van de ondervraagden is niet in staat te beoordelen of zij waar voor hun gemeentelijke belastingbetalingen krijgen. Niet verwonderlijk, want een substantiële groep burgers weet vaak niet wat ze precies betaalt en meer dan de helft vindt dat ze slecht geïnformeerd worden over de besteding van dat belastinggeld. Van de burgers die denken de ruil tussen betaalde belastingen en de geboden gemeentelijke voorzieningen wel te kunnen beoordelen vinden bijna drie op de vier dat zij minder terugkrijgen dan zij betalen. Slechts 5% denkt dat zij meer terug krijgen in de vorm van gemeentelijke diensten en inspanningen. Voor zover ze dat kunnen beoordelen (meer dan de helft geeft aan dit niet te kunnen of heeft geen mening) denkt driekwart van de burgers dat zij in hun gemeente meer moeten betalen dan in andere vergelijkbare gemeenten. De kloof tussen raadsleden en burgers Burgers en raadsleden identificeren min of meer dezelfde problemen betreffende de openbare ruimte als de burgers. Met betrekking tot de verdeling van €100,-- door de burgers aan de beleidsterreinen zien we een discrepantie tussen de raadsleden en de burgers die zij vertegenwoordigen. De raadsleden onderschatten de bedragen die burgers toedelen aan de portefeuilles volksgezondheid en milieu, cultuur en recreatie en algemeen bestuur. Daartegenover overschatten ze een enigszins de portefeuilles openbare orde en veiligheid en verkeer en vervoer. Bij de concrete bestedingsdoelen schatten de raadsleden vrij nauwkeurig in waaraan de burgers €100,-extra zouden willen besteden. Over de vraag of de burgers denken waar voor hun geld te krijgen, maken de raadsleden zich geen illusies. De voorspelde richting is zeker goed, alleen slaan de raadsleden nog iets door, ze denken dat 83% van de burgers vindt dat ze minder terugkrijgt dan ze betaalt, in werkelijkheid is dat 73%. Van de noodzaak tot betere communicatie over de bestedingen van gemeentelijke belastinggelden zouden de raadsleden op basis van hun eigen inschatting op dit punt eigenlijk overtuigd moeten zijn. Hoe de burgers denken over de verdeling van de verantwoordelijkheid tussen overheid en burgers is de raadsleden niet zo duidelijk. Raadsleden onderschatten de mate waarin burgers bereid zijn de verantwoordelijkheid te dragen, zo blijkt uit hun voorspelling over de mening van de burgers op een zestal stellingen. Mening Consumentenbond De Consumentenbond vindt het onthutsend dat zoveel burgers vinden dat zij geen waar voor hun geld krijgen van hun gemeente. Kennelijk ligt hier inderdaad een groot probleem. Zeker als je bedenkt dat gemeenten veel meer inkomsten krijgen dan de gemeentelijke belastingen en dus per saldo méér zouden moeten leveren dan
26
op grond van de lokale lasten mag worden verwacht. Immers ook uit het landelijke gemeentefonds krijgen de gemeenten geld om producten en diensten te leveren aan burgers. Ook vindt de Consumentenbond het betreurenswaardig dat veel burgers helemaal niet kunnen beoordelen of zij waar voor hun geld krijgen. Burgers weten niet wat ze van hun gemeente mogen verwachten en dus ook niet hoe het is gesteld met de prijs-kwaliteitverhouding. Laat staan dat ze weten hoe de prestaties van hun gemeente zich verhouden tot die van andere gemeenten. Gemeenten zijn klaarblijkelijk niet voldoende ‘transparant’. De bond is ervan overtuigd dat transparantie noodzakelijk is om de kwaliteit van de prestaties van gemeenten te doen verbeteren en het vertrouwen in de lokale democratie te versterken. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste onvrede van burgers zit in de uitvoering van taken; de wijze waarop de gemeente de buurt netjes houdt, onveilige situaties tegengaat of maatregelen neemt tegen bijvoorbeeld hondenpoep. Gemeenten zelf wijzen erop dat de werkzaamheden complex zijn en dat met alle belanghebbenden en allerlei aspecten rekening moet worden gehouden. De Consumentenbond vindt het jammer dat zij daarbij geen onderscheid maken tussen (politieke) beleidsvorming en het simpelweg uitvoeren van taken. "Gemeenten zijn geen koekjesfabrieken" is een vaak gehoorde stelling, vanuit gemeenteland. Maar wél als het gaat om de producten en diensten. Daar zijn de wensen van de burgers ook helemaal niet complex: ze willen gewoon waar voor hun geld. Verder blijkt uit het onderzoek dat de gemeentelijke tarieven en belastingen veel meer zijn gestegen dan de inflatie. En dat terwijl de burgers ontevreden zijn over wat de gemeente daarvoor presteert! Bij het spoor en de kabel bijvoorbeeld accepteren we dat met z’n allen ook niet. Burgers betalen steeds meer, terwijl ze niet voor een andere ‘leverancier’ kunnen kiezen en terwijl ze ontevreden zijn (voorzover ze al in staat zijn om dat te beoordelen). De Consumentenbond vindt dat de gemeenten hier snel aan moeten gaan werken en doet daarvoor concrete voorstellen: Eisen Consumentenbond De Consumentenbond is ervan overtuigd dat deze problemen kunnen worden aangepakt als gemeenten meer inzicht geven in de kosten van hun producten en diensten, helder maken wat de burgers daarvoor precies mogen verwachten aan kwaliteit en aangeven hoe dat alles in verhouding staat tot wat andere gemeenten bieden. Op deze manier zijn burgers beter in staat om de prestaties van hun gemeente te beoordelen en invloed uit te oefenen op de kwaliteit van de dienstverlening van hun gemeente. Zij krijgen daardoor immers de informatie om vragen te stellen, druk uit te oefenen op de politiek en de gemeentevertegenwoordigers af te rekenen op de prestaties van hun gemeente. Die ‘transparantie’ kan worden gerealiseerd door een combinatie van het afspreken van normen over de kwaliteit van de dienstverlening (zoals "graffiti wordt binnen een dag verwijderd" of "op uw brief wordt binnen een week inhoudelijk gereageerd"), het publiceren van vergelijkingen tussen gemeenten (zodat burgers beter in staat zijn om de discussie aan te gaan met hun gemeentevertegenwoordigers) en het beter afleggen van verantwoording door gemeenten over de bereikte resultaten, met name via het burgerjaarverslag. (Overigens is bijna de helft van de ondervraagden op voorhand enthousiast hierover.) Als gemeenten zich niet houden aan de afgesproken normen, moet dit consequenties hebben zodat zij gedwongen worden goed te presteren. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door een ‘strafkorting’ op het bedrag dat zo’n
27
gemeente ontvangt uit het gemeentefonds. Ook moeten gemeenten burgers een presentje (zoals een boekenbon) geven als in een individueel geval een norm niet is gehaald. De Consumentenbond vraagt aan de minister van Binnenlandse Zaken om binnen een jaar - dus vóór 1 april 2004 - een ‘burgermeetlat’ te ontwikkelen, waarlangs de uitvoering van taken, diensten en voorzieningen van gemeenten kan worden gelegd. En om gemeenten te verplichten hun prestaties langs deze meetlat te leggen. (Een noodzakelijke voorwaarde is een eenvormige methode van kostprijsberekening van gemeentelijke diensten. Daar ontbreekt het nu helaas aan, waardoor iedere vergelijking tussen gemeenten mank gaat.)
28
Bijlage 1. Enkele achtergrondkenmerken van de respondenten Gemeente Per gemeente werden 2000 vragenlijsten uitgezet, de gemiddelde respons was 19% en varieert per gemeente van 16% tot 24%. De respons van de burgers van de drie grootste steden is het laagst. Bij alle in het onderzoek betrokken gemeenten wordt de door ons gestelde target van 300 respondenten per gemeente ruim gehaald. Respons per gemeente
Respondenten steekproef Aantal % 321 8,3 470 12,2 327 8,5 389 10,1 399 10,4 419 10,9 371 9,6 344 8,9 389 10,1 386 10,0 36 0,9 3851 100
Amsterdam Bergen Den Haag Eindhoven Goes Meppel Oldenzaal Rotterdam Sneek Utrecht Niet ingevuld Totaal
Respons % 16 24 16 19 20 21 19 17 19 19 19
Geslacht, leeftijd en opleiding Leeftijden vanaf 20 jaar
20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar 60-69 jaar 70 jaar en ouder Totaal (N=3798)
Respondenten (%) 7 20 20 22 17 15 100
Nederland (%)4 17 22 20 17 11 13 100
Er hebben meer mannen (55%) dan vrouwen (45%) aan het onderzoek meegedaan. Jongeren (20-29 jaar) zijn ondervertegenwoordigd. De respondenten blijken hoger opgeleid dan op basis van de landelijke cijfers verwacht mocht worden. Hierbij moeten we wel opmerken dat de categorie 15 tot 20-jarigen (te jong voor afgeronde HBO of WO opleiding) niet vertegenwoordigd is bij de respondenten maar wel in de CBS-cijfers is verdisconteerd.
4
Per 1 januari 2001 (bron CBS)
29
Hoogst behaalde onderwijsniveau
Respondenten basisonderwijs mavo vbo havo/vwo mbo hbo wo Totaal Onbekend/anders
aantal 266 350 194 335 777 1173 536 3631 220
Nederland (15-64 jaar) 5 %
% 7 10 5 9 21 32 15 100
14 9 15 7 32 15 7 100
Politieke voorkeur Als indicator voor de politieke voorkeur gebruiken we de keuze van de respondenten bij de Tweede Kamer verkiezingen van 2002. Voorspelde uitslag en keuze respondenten voor Tweede Kamer 15 mei 2002
Keuze van de respondenten bij de verkiezingen CDA VVD PvdA LPF Groenlinks D66 SP Christen Unie SGP Leefbaar Nederland Anders Totaal stemmers
(%) 24,0 17,2 19,4 13,1 8,9 5,7 7,5 1,8 0,8 1,0 0,7 100
Niet gestemd Wil niet zeggen Onbekend
5,8 6,3 4,9
Zetels TK 36 26 29 20 13 9 11 3 1 1 1 150
Voorspelde uitslag op basis van de feitelijke verkiezingsuitslag van de 10 gemeenten6 (%) Zetels TK 24,4 37 15,6 23 17,5 26 16,6 25 8,4 13 5,7 9 6,7 10 1,9 3 1,0 1 1,5 2 0,7 1 100 150 24
In vergelijking met de opkomstcijfers 15 mei 2002, zijn de stemmers beter vertegenwoordigd onder de respondenten. Op basis van de verkiezingsuitslagen van de tien gemeenten mochten we verwachten dat 24% van de respondenten thuis zou zijn gebleven, in het onderzoek bleek het percentage niet-stemmers echter 5,8% te zijn. Als gebruikmaken van het stemrecht een indicator is voor betrokkenheid bij de samenleving, dan is het wellicht niet zo vreemd dat de thuisblijvers van 15 mei 2002 minder reageerden op onze enquête. De politieke voorkeur van de respondenten komt verder goed overeen met die van de burgers in de onderzochte gemeenten. Kiezers van VVD en PvdA zijn iets oververtegenwoordigd en de LPF kiezers zijn iets ondervertegenwoordigd.
5
2001 (bron CBS)
6
Gemiddeld percentage van de tien gemeenten gewogen voor het aantal respondenten uit de betreffende gemeenten.
30