Bureauonderzoek naar de archeologische waarde van het plangebied Beets 47 te Beets, gemeente Zeevang

Bureauonderzoek naar de archeologische waarde van het plangebied Beets 47 te Beets, gemeente Zeevang

B ure a uo nde rz o ek naa r de arc h e ol o gi s c he wa a rd e v an he t p l a nge bi e d B e e ts 47 te B ee ts, ge m ee nte Z e ev a ng

Colofon Bureauonderzoek voor het plangebied Beets 47 te Beets, gemeente Zeevang (CENH-rapport 156) Opdrachtgever: Titel: Status: Datum: Projectnummer: Senior archeoloog: Auteur: Illustraties:

Bouwbedrijf Piet van der Burg Bureauonderzoek naar de archeologische waarde van het plangebied Beets 47 te Beets, gemeente Zeevang Definitief 20 mei 2009 50950 drs. G.P. Alders mevr. MSc L. den Boon Cultureel Erfgoed Noord-Holland, tenzij anders vermeld

Autorisatie:

G.P. Alders

Datum: ISSN: 1871-398X © Stichting Cultureel Erfgoed Noord-Holland, Haarlem, 2009 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. De Stichting aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

Cultureel Erfgoed Noord-Holland Postbus 205 2000 AE Haarlem

Telefoon: Fax: Email: Internet

(023) 553 14 98 (023) 531 84 36 [email protected] www.cultureelerfgoednh.nl

Pagina 2


Samenvatting

In het ongeveer 654 m2 grote plangebied Beets 47, waar momenteel geen bebouwing gevestigd is, is de nieuwbouw van twee woningen gepland. De geplande bodemverstoring bedraagt 400 m2. Voor de aanleg van de twee woningen wordt er gewerkt met een gesloten grondbalans. Er worden geen kelders, kruipruimten en/of parkeergarages aangelegd. Om na te gaan hoe groot de kans is dat er archeologische resten in de bodem van het plangebied liggen, is een archeologisch bureauonderzoek gedaan. Om een betrouwbare verwachting te kunnen uitspreken is niet alleen het plangebied bestudeerd, maar ook de omgeving van het plangebied, het zogenaamde (bureau)onderzoeksgebied. Het

onderzoek

bestond

onder

andere

uit

het

raadplegen

van

het

Archeologisch

Informatiesysteem (ARCHIS). Dit is een bestand met archeologische, geomorfologische, bodemkundige en (historisch-)topografische en andere relevante gegevens. In ARCHIS is binnen de grenzen van het onderzoeksgebied een tweetal archeologische vondsten gemeld. Deze resten betreffen bot en een onbekende vondst, beide uit de Middeleeuwen. Naast ARCHIS zijn diverse kaarten geraadpleegd, waaronder oude kaarten vanaf de 17de eeuw. Gezien de hoge verwachting dat in het plangebied bewoningsresten aanwezig zijn en de geplande bodemverstoring, luidt het advies dat er aanvullend veldonderzoek dient te worden uitgevoerd.

Pagina 3


Pagina 4


Inhoudsopgave

Samenvatting....................................................................................................3 1. Administratieve gegevens ................................................................................7 2. Inleiding .......................................................................................................9 3.

De huidige situatie en voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied................ 11

4.

Historisch gebruik en landschappelijke ontwikkeling in het onderzoeksgebied ..... 13

5.

De bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens ........... 17

6.

Verwachte archeologische waarden in het plangebied ...................................... 19

7.

Advies ..................................................................................................... 21

Literatuur- en documentatielijst.......................................................................... 23 Afbeeldingen ................................................................................................... 25

Pagina 5


Pagina 6


1. Administratieve gegevens

Onderzoeksmeldingnummer:

35149

Datum:

20 mei 2009

Opdrachtgever:

Bouwbedrijf Piet van der Burg Molendijk 7 1636 VK Schermerhorn

Contactpersoon:

De heer P. van der Burg T: 072 - 5022192

Uitvoerder onderzoek:

Stichting Cultureel Erfgoed Noord-Holland

Bevoegde overheid:

Gemeente Zeevang

Locatie:

gemeente:

Zeevang

plaats:

Beets

toponiem:

Beets 47

NAP:

1,8 m onder NAP

Kaartblad Top. Kaart van Nederland:

19 G

Coördinaten hoekpunten plangebied: NO: 127.386 / 511.394 NW: 127.356 / 511.389 ZO: 127.386 / 511.364 ZW: 127.361 / 511.353

Pagina 7


Pagina 8


2. Inleiding

Bouwbedrijf Piet van der Burg heeft op 7 mei 2009 aan de Stichting Cultureel Erfgoed NoordHolland opdracht verstrekt tot het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek aangaande plangebied Beets 47 in Beets, gemeente Zeevang. De gemeente Zeevang is bevoegde overheid bij dit project. Het doel van het bureauonderzoek is, om voorafgaand aan de geplande werkzaamheden in voldoende mate rekening te kunnen houden met de archeologische aspecten van dit plangebied. Voor het verzamelen van gegevens met betrekking tot reeds bekende archeologische en bodemkundige waarden van het plangebied is het Archeologisch Informatiesysteem ARCHIS van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) geraadpleegd. Hierin zijn onder meer archeologische waarnemingen en terreinen opgenomen. Een waarneming bestaat uit één of meer artefacten; dit kunnen zowel mobiele vondsten als grondsporen zijn. De in ARCHIS te raadplegen Archeologische Monumentenkaart (AMK) bevat een overzicht van behoudswaardige archeologische terreinen waarvan een deel van rijkswege beschermd is. De terreinen van de AMK zijn door de provincie overgenomen en op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van Noord-Holland geplaatst. Verder bevat ARCHIS een overzicht van lopend en uitgevoerd onderzoek. Resultaten van dit onderzoek bieden vaak belangrijke aanknopingspunten voor een archeologische verwachting binnen het plangebied. ARCHIS biedt ten slotte ook kaarten aan als de geo(morfo)logische kaart, de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden en de topografische Bonnekaart uit 1900. Naast ARCHIS is een aantal oude kaarten vanaf de 17e eeuw geraadpleegd. Het plangebied ligt binnen de historische dorpskern van Beets, deze is archeologisch van hoge waarde. Als bureauonderzoeksgebied is gekozen voor de historische kern van Beets, hierbinnen ligt het plangebied. Het onderzoek is uitgevoerd door mevr. MSc L. den Boon van de Stichting Cultureel Erfgoed Noord-Holland.

Pagina 9


Pagina 10


3.

De huidige situatie en voorgenomen

ontwikkelingen in het plangebied

In het plangebied Beets 47, is momenteel geen bebouwing gevestigd. Het plangebied is in totaal circa 654 m2 groot. In het plangebied is de nieuwbouw van twee woningen gepland (zie afbeelding 2). De geplande bodemverstoring bedraagt 400 m2. Er worden geen kelders, kruipruimten en/of parkeergarages aangelegd. Er vindt geen aan- of afvoer van grond plaats; er wordt gewerkt met een gesloten grondbalans. De fundering van de woningen zal een bestaan uit betonfundering met daaronder palen. De onderkant van de betonbalk zal 90 cm onder het peil liggen, wat neerkomt op 70 cm onder de B-weg (de Koogweg), deze is tevens het maaiveld. De diepte van de palen zal 18 meter bedragen.

Pagina 11


Pagina 12


4.

Historisch gebruik en landschappelijke

ontwikkeling in het onderzoeksgebied

Ontstaansgeschiedenis De bodem van Zeevang bestaat grotendeels uit veen. Het begin van de veengroei ligt tussen 3000 en 2100 voor Christus. Voor die tijd was in het gebied alleen water te vinden1. Het gebied werd vermoedelijk vanaf de 10e eeuw ontgonnen. De naam Etersheim is een oude naam voor een nederzetting, die vanwege de uitgang op –heem, tussen de 5e en de 10e eeuw wordt gedateerd. Vanwege de ligging in het veengebied wordt een ontstaan aan het einde van deze periode verwacht. Het dorp ligt nu overigens op een andere plaats dan het in de 10e eeuw lag. De ontginning van het veen werd vanuit de riviertjes begonnen2. Er werden sloten parallel aan elkaar gegraven, waardoor een strokenverkaveling ontstond. De sloten liepen haaks op de hoogtelijnen van het veenkussen en takten schuin aan op de riviertjes, zoals de Dreij of de Kromme IJe, waarmee de ontwatering goed verliep3. Het veen was alleen in groepsverband te ontginnen, zodat men gezamenlijk sloten kon graven om het water af te voeren en kades kon aanleggen om water uit het omliggende gebied buiten de ontginning te houden. De ontginners hadden recht van opstrek, wat inhield dat zij in het verlengde van het perceel dat zij gebruikten meer veen konden ontginnen. Dit werd doorgezet totdat men op een natuurlijke barrière stuitte of op een ontginning van een andere groep. In eerste instantie zullen de ontginners zich op de flank van de veenkussens gevestigd hebben. Men stichtte een gemengd landbouwbedrijf met akkerbouw en veeteelt, die elkaar aanvulden. Door de ontwatering van het veen trad inklinking en oxidatie op, waardoor het maaiveld daalde en het perceel weer vernatte. Men groef als reactie hierop de sloten dieper uit om een betere ontwatering mogelijk te maken. Op een gegeven moment was het dieper uitgraven van de sloten niet meer afdoende, omdat het maaiveld zover gedaald was dat natuurlijke uitwatering op het riviertje niet meer mogelijk was. De vernatting van het maaiveld maakte daarmee akkerbouw onmogelijk, waarna men overschakelde op extensieve veeteelt4. In de loop van de tijd zijn de woonplaatsen van de bewoners van het gebied (mogelijk meerdere malen) verschoven. Bij het verplaatsen volgde men de stroken waarop de ontginning plaatsvond. In eerste instantie woonden de ontginners van het gebied waarschijnlijk niet in een lintdorp, maar meer verspreid over het gebied.

1

Zagwijn, 1991, kaartbijlage

2

Veenontginningen = ten behoeve van de akkerbouw en veelteelt in gebruik nemen van een veengebied. Het werd in

deze tijd nog niet gebruikt voor turfwinning. 3

De Cock, 1975, p. 333

4

Dit is een proceswaar vele tientallen jaren zo niet eeuwen overheen gingen. Aangenomen wordt dat niet een

eenmalige omslag van akkerbouw- naar veeteeltbedrijf is gemaakt, maar dat in de loop der tijd de veeteelt meer de overhand kreeg. Zie ook Ettema, 2005

Pagina 13


In de 11e / 12e eeuw werd de overlast van het water door maaivelddaling en wijziging van de weersomstandigheden vermoedelijk zo erg, dat men veenterpjes opwierp, waarop men tot de 14e eeuw woonde5. Deze veenterpjes zijn nog terug te vinden in de buurt van de huidige dorpen en liggen veelal in een lintvormige structuur bij elkaar. Vanaf de 14e eeuw vestigden de bewoners van het gebied zich langs de dijken en kades in het gebied en kwamen de dorpen op hun huidige plaats te liggen. In de tijd dat het gebied van de Zeevang werd ontgonnen strekte het land zich hier verder naar het oosten toe uit. Waarschijnlijk is er een Ooster Ee geweest aan weerszijden waarvan ook twee ontginningsblokken gelegen waren. Dit gebied is door de uitbreiding van het Almere tot de Zuiderzee weggeslagen. Vermoedelijk is de naam van de gemeente afgeleid van de naam ‘Sevenvanck’, dat kan verwijzen naar zeven dorpsgebieden, te weten één langs het riviertje de Ilp, twee langs de Purmer Ee, twee langs de Middel Ee en twee langs de Ooster Ee6. De oudst bekende vondsten in het gebied dateren uit de 11e eeuw. Een archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat in de eerste 1,20 meter onder het maaiveld geen sporen uit de prehistorie verwacht worden7. Op welke diepte prehistorische vondsten verwacht kunnen worden in het gebied zal door middel van nader archeologisch onderzoek vastgesteld moeten worden. Het ontginningsblok van Beets zal van de waterloop aan de zuidkant naar het noorden toe zijn ontgonnen (vanuit de Beets = Beek). Veenterpen In Zeevang komen, met name in het zuidelijke deel, veel veenterpen voor. Diverse van deze veenterpen zijn in de jaren negentig van de 20e eeuw door Mulder en Van Steensbergen op kaart gezet in een onderzoek naar de bodemgesteldheid van Zeevang. Later heeft een archeologische inventarisatie plaatsgevonden, waarin deze plaatsen door middel van een booronderzoek zijn onderzocht op sporen van bewoning en eventueel ander menselijk gebruik. Dit booronderzoek heeft zich beperkt tot een gebied rond Warder. Er is nog steeds weinig bekend over de veenterpen. Dijken Aan het einde van de 12e eeuw of in de 13e eeuw werd een dijkring rond de Zeevang aangelegd8. Deze dijkring omvatte een groot deel van de gemeente Zeevang, maar de Beetskoog, Grote en Kleine Koog, Hobreder Koog en Kwadijker Koog lagen erbuiten. De aanleg van de Schardam en de Keukendijk tussen Etersheim en de Schardam heeft de Beetskoog en Grote en Kleine Koog in de 14e eeuw ook binnendijks gebracht.

5

Datering op grond van schervenmateriaal. Boschma-Aarnoudse, 2003, p.36

6

De Cock, 1975, p. 334-335

7

Soonius & De Rooij, 1997, p. 10 en 21. Waarschijnlijk zijn zelfs geen prehistorische vondsten in de eerste 2,5 tot 3,5

meter onder het maaiveld te verwachten, vanwege de slappe kleilaag onder het veen. 8

Verschillende bronnen spreken hierover. 12e eeuw wordt bepleit door De Cock, 1975, p. 338, Soonius e.a., 2001,

p.92, Danner, e.a., 1994, p. 21. Boschma-Aarnoudse (2003, p. 42) plaatst de vorming van de ringdijk in de 13e eeuw.

Pagina 14


De Polder Beetskoog is langer dan de omgeving onbedijkt gebleven. In de 14e eeuw werd deze koog bedijkt. De Schardam werd voor 1319 aangelegd9. Deze verbond de Westfriese Omringdijk met de Keukendijken van de Zeevang. De Schardam sloot de Korsloot af van de Zuiderzee, om zo de dreiging van de verbinding tussen de Zuiderzee en de Beemster te verminderen. De Beemster groeide namelijk in deze tijd uit tot een meer. Alkmaar had moeite met deze dam, omdat via de Korsloot de vaarroute vanaf de Zuiderzee naar Alkmaar verliep. Aan het begin van de 17e eeuw werd aan de noordzijde van de Polder Beetskoog een nieuwe uitwatering voor de Beemster gegraven. In de 15e eeuw werd de mogelijkheid van bemaling met molens uitgevonden. Hiermee werd het mogelijk om ook water naar buiten uit te slaan als de waterstand binnen de dijk hoger was dan het peil erbuiten. In Zeevang hebben meerdere molens gestaan. Deze zijn vrijwel allemaal verdwenen. Periode

Datering

Nieuwe Tijd

1500 – heden

Late Middeleeuwen

1050 – 1500 na Chr.

Vroege Middeleeuwen

450 – 1050 na Chr.

Romeinse Tijd

12 voor Chr. – 450 na Chr.

IJzertijd

800 – 12 voor Chr.

Bronstijd

2000 – 800 voor Chr.

Neolithicum

5300 – 2000 voor Chr.

Mesolithicum

8800 – 4900 voor Chr.

Paleolithicum

300000 – 8800 voor Chr.

Tabel 1 Archeologische tijdschaal

4.4 Historische gegevens over het plangebied Voor het nagaan de ontwikkelingen in het gebied tijdens de afgelopen eeuwen zijn oude atlassen en kaarten gebruikt. Op de 17e eeuwse kaart uit het Kaartboek Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en WestFriesland van J.J. Dou is het plangebied bebouwd. Er liggen enkele huizen of boerderijen die samen een lineaire nederzetting. Deze nederzetting ligt langs de dijk die het ontginningsblok aan de zuidzijde afsluit. De kadastrale minuut uit de periode 1811-1832 laat zien dat het plangebied niet bebouwd was. Waarschijnlijk was het in gebruik als landbouwgrond. Zowel op de Grote historische Provincie Atlas 1:25000 Noord-Holland 1849-1859 als op de Atlas van historische topografische kaarten Noord-Holland 1894-1923 bestaat het plangebied uit bebouwd gebied. Ditzelfde geldt voor de kaarten van de Topografische Dubbelatlas Noord-Holland 1957-2007.

9

Lambooij, 1987, p. 69

Pagina 15


Pagina 16


5.

De bekende archeologische waarden en

aardwetenschappelijke gegevens

Voor het verzamelen van reeds bekende archeologische waarden en bodemkundige gegevens van het plangebied is het Archeologisch Informatiesysteem ARCHIS II van de Rijksdienst voor Archeologie Cultuurlandschap en Rijksmonumenten (RACM) geraadpleegd. De resultaten staan hieronder beschreven.

5.1 Archeologische waarnemingen in het onderzoeksgebied In ARCHIS is aangegeven dat het onderzoeksgebied is gelegen in de archeoregio Hollands veenkleigebied. Gezien het feit dat het onderzoeksgebied volgens de geomorfologische kaart in een vlakte is gelegen, is de kans dat vondsten uit tijdvakken van voor de Middeleeuwen worden gedaan gering. De lage trefkans voor het vinden van intacte archeologische waarden die de IKAW voor het onderzoeksgebied aangeeft is mede hierop gebaseerd. Tot aan de Vroege Middeleeuwen was het gebied te nat voor bewoning. Op het eind van de Vroege Middeleeuwen verbeterde de situatie en werd het gebied ontgonnen. Vanaf deze tijd kunnen bewoningssporen worden aangetroffen. Het is mogelijk dat er een bewoningshiaat was vanwege de vernatting van het gebied door maaivelddaling. Vooral na de dijkaanleg in de 14de eeuw kan bewoning in de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd sporen hebben nagelaten. Veelal wordt er nog steeds gewoond op deze locaties. De historische kern van Beets is daar een voorbeeld van. In het Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS) zijn binnen de grenzen van het onderzoeksgebied geen archeologische waarnemingen bekend. Vestigia heeft de locatie Beets 44 onderzocht. Hier is een bureauonderzoek en een booronderzoek uitgevoerd. Op het terrein

en

in

de

directe omgeving zijn

weinig

archeologische of cultuurhistorische waarden gedocumenteerd. Wel ligt het gebied binnen een terrein van hoge archeologische waarde, de historische kern van Beets. Op basis van het bureauonderzoek geeft Vestigia het plangebied een hoge waarde voor vondsten van voorgangers van de Beetserdijk uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Op basis van het booronderzoek concludeert Vestigia dat het plangebied ligt in zeer natte omstandigheden,

wat

duidt

op

slechte

omstandigheden

voor

bewoning

vanaf

het

Neolithicum. Pas vanaf de Late Middeleeuwen na aanleg van de Beetserdijk is het gebied beter geschikt voor bewoning. De vondsten gedaan bij het booronderzoek zijn allen gedateerd op de Nieuwe Tijd.

Pagina 17


5.2 Cultuurhistorische waarden Voor cultuurhistorische elementen

in

het

onderzoeksgebied

is de

Cultuurhistorische

Waardenkaart (CHW) van Noord-Holland gebruikt. Daarop zijn de waardevolle historisch geografische, bouwkundige en archeologische waarden in kaart gebracht. De

archeologische

waarden

zijn

ook

opgenomen

in

ARCHIS,

op

de

zogenaamde

Archeologische Monumentenkaart (AMK). Het onderzoeksgebied bevat een cultuurhistorische waarde die zowel op de CHW als op de AMK staat. Het gaat hier om: •

Historische

kern

Beets

(monumentnummer

14657),

de

kern

is

van

hoge

archeologische waarde.

5.3 Bodemkunde, geologie en geomorfologie Op de geomorfologische kaart van Nederland 1:50 000 heeft het plangebied code 1M46. Het plangebied ligt in een vlakte. Dit betekent dat het plangebied in een ontgonnen veenvlakte ligt. Deze vlakte kan bedekt zijn met klei en/of zand. De bodemkaart van Nederland (1:50.000) geeft aan dat het plangebied deels ligt binnen de eenheid pVk, wat betekend weideveengronden. De grond bestaat uit zavel of klei. Voor het plangebied is een geologische kaart 1:50 000 beschikbaar. Het gebied bestaat uit afzettingen van Duinkerke III op Hollandveen op afzettingen van Calais en behoort bij de Westland Formatie. De grondwatertrap in het onderzoeksgebied is III (zie tabel 2). Uit deze bodemkundige gegevens blijkt dus dat op het veen, nadat het door de ontginningen was gaan dalen, afzettingen van zand of klei hebben plaatsgevonden (aangeduid als Duinkerke III). Dit stemt overeen met de buitendijkse ligging van dit gebied tot in de 14de eeuw. Tabel 2: Grondwatertrappenindeling van StiBoKA, GHG/GLG = gemiddeld hoogste/laagste grondwaterstand. Grondwatertrap (GT)

I

II¹

III¹

IV

V¹

VI

VII²

GHG (in cm beneden

(<20)

(<40)

<40

>40

<40

40-80

>80

<50

50-80

80-120

80-120

>120

>120

(>160)

maaiveld) GLG (in cm beneden maaiveld)

Pagina 18


6.

Verwachte archeologische waarden in het

plangebied

Uit het bureauonderzoek volgt een verwachting voor het plangebied op de aanwezigheid van archeologische resten. Ondanks het ontbreken van bekende archeologische waarnemingen kunnen, gebaseerd op de geschiedenis en kennis van overige veengebieden in de omgeving, sporen van bewoning vanaf de Late Middeleeuwen verwacht worden. Deze kunnen zich reeds binnen enkele decimeters onder de oppervlakte bevinden en kunnen concreet bestaan uit fundamenten van huizen,

ophogingen,

afvalkuilen,

waterputten,

beerputten,

paalsporen

van

huizen,

slootvullingen, gebruiksvoorwerpen en gereedschappen. In de bestaande bebouwing van vóór 1945 kunnen nog onbekende bouwhistorische waarden aanwezig zijn. Het plangebied ligt in een gebied met bebouwing dat op alle kaarten vanaf de 17de eeuw gebruikt is als woongrond, met uitzondering van de oudste kadastrale minuut. De kans om archeologische waarden van voor de Late Middeleeuwen te vinden is klein. Er kunnen wel sporen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd worden verwacht. Gezien de grondwaterstand zullen de conserveringsomstandigheden gunstig zijn.

Pagina 19


Pagina 20


7.

Advies

Aangezien de bodem tot 70 cm onder het maaiveld geroerd zal worden, met inbegrip van een bufferzone van 20 cm is de totale verstoring 90 cm onder maaiveld, en archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd reeds op geringe diepte te verwachten zijn, is vervolgonderzoek in de vorm van karterend booronderzoek noodzakelijk.

Pagina 21


Pagina 22


Literatuur- en documentatielijst

Digitale bronnen -

Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS);

−

Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Holland: http://chw.noord-holland.nl;

−

Kadastrale minuut: www.watwaswaar.nl;

−

Google Maps: http://maps.google.nl/maps.

Atlassen −

Dou, J.J., 1980: Kaartboek Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland 1745, [2e heruitgave uitgeversmaatschappij Canaletto].

−

N.N.: Bodemkaart van Nederland, 1:50.000, Blad 14 Oost Medemblik 20 West (gedeeltelijk) Stavoren.

− −

N.N.: Geomorfologische kaart van Nederland, 1:50.000, Blad 14 Medemblik N.N. 1992: Grote Historische Provincie Atlas Noord-Holland 1849-1859 (WoltersNoordhoff).

−

N.N., 2003: Atlas van Historische Topografische Kaarten Noord-Holland. Bladen van de Chromo-topografische Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden schaal 1:25.000, 1894 – 1923.

−

N.N., 2004: Topografische Atlas Noord-Holland 1:25.000 (Wolters-Noordhoff).

−

N.N.: Foto Atlas Noord-Holland 1:14.000 kaartblad 155 (Uitgeverij Robas Producties en Topografische Dienst)

Literatuur −

Borger, G.J., 1975. De Veenhoop. Een historisch-geogfrafisch onderzoek naar het verdwijnen van het veendek in een deel van west-Friesland. Vis-Druk, Alphen aan den Rijn

−

− −

−

Boschma-Aarnoudse, C., (2003) Tot verbeteringe van de neeringe deser stede: Edam en de Zeevang in de Late Middeleeuwen en de 16de eeuw. Amsterdamsche historische reeks. Grote Serie, deel 30. Hilversum. Cock, J.K. de, (1975) Historische geografie van Waterland. In: Holland, Jaargang 7, p. 329-349 Danner, H.S., H.Th.M. Lambooij, C. Streefkerk, D. Aten & N.C. Woestenburg (1994) …die water keert. 800 jaar regionale dijkzorg in Hollands Noorderkwartier. Alkmaar/Edam De

Mulder

&

paleogeography

Bosch, of

1982,

central

and

Holocene northern

stratugraphy,

radiocarbondatings

North-Holland

(the

Netherlands),

and in:

Mededelingen Rijks Geologische Dienst 36. − −

Ettema, W., (2005) Boeren op het veen (1000-1500). Een ecologisch-historische benadering. In: Holland, Historisch Tijdschrift. Jg. 37, nr. 4, p. 239-258 Soonius, C.M. & M. de Rooij, (1997) Herinrichtingsgebied Zeevang (Noord-Holland), archeologisch onderzoek. Amsterdam

Pagina 23


−

−

Soonius, C.M., D. Bekius & S. Molenaar, (2001), Streekplan Noord-Holland Zuid. Provincie Noord-Holland. Een archeologisch bureauonderzoek. (RAAP-rapport 709) Amsterdam Zagwijn, W.H. (1991), Geologie van Nederland, Nederland in het Holoceen. ’sGravenhage/Haarlem

Pagina 24


Afbeeldingen

Afbeelding 1 Ligging van het plangebied in Noord-Holland.

Pagina 25


Pagina 26


Afbeelding 2 De ARCHIS-waarnemingen en monumenten in het onderzoeksgebied is gelijk aan de historische kern, in oranje weergegeven). Het rode vierkantje geef het plangebied weer. De afbeelding is gekanteld, waardoor het noorden zich links bevindt. (Kaart: Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten)

Pagina 27


Pagina 28


Afbeelding 3 De archeologische waarden volgens de CHW-kaart in het onderzoeksgebied. Het rode vierkantje geef het plangebied weer. (Kaart: Cultuurhistorische Waardenkaart van de Provincie Noord-Holland)

Pagina 29


Pagina 30


Afbeelding 4 Het plangebied op de oudste kadastrale minuut. Het plangebied is met een rood vierkant weergegeven. (Kaart: watwaswaar.nl)

Pagina 31


Pagina 32


Afbeelding 5 Het plangebied rond 1900. Het plangebied is met een rood vierkant weergegeven. (Kaart: watwaswaar.nl)

Pagina 33


Pagina 34

Verkennend bodemonderzoek Beets 47 te Beets

9216/08

Bouwbedrijf Piet van der Burg Molendijk 7 1636 VK SCHERMERHORN

15 september 2008 -5-

projectnr. 9216/08 september 2008, revisie 00 9216/08rap00.doc

Bouwbedrijf Piet van der Burg Verkennend bodemonderzoek Beets 47 te Beets

Inhoud

Blz.

1

Inleiding

2

2 2.1 2.2

Veldwerk Uitgevoerd veldwerk Resultaten veldwerk

3 3 3

3 3.1 3.2 3.2.1

Laboratoriumonderzoek Uitgevoerd laboratoriumonderzoek Resultaten laboratoriumonderzoek Toetsingskader

5 5 6 6

3.2.2

Grond

7

3.2.3

Grondwater

7

4

Conclusies en aanbevelingen

8

Bijlagen 1 2 3 4 5 6

Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Analyseresultaten grondwatermonster met overschrijding toetsingswaarden Streef-, tussen- en interventiewaarden grond- en grondwatermonsters Analysecertificaten Indicatieve risicobeoordeling

Tekening 9216/08S1

blad 1 van 9

Situatie


1


Inleiding In opdracht van Bouwbedrijf Piet van der Burg is door Geomechanica B.V. in augustus en september 2008 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op het terrein aan Beets 47 te Beets. Aanleiding De aanleiding tot het uitvoeren van het verkennend bodemonderzoek wordt gevormd door het voornemen om twee nieuwe woningen op het onderzoeksterrein te bouwen. In dit kader dient de kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) te worden vastgesteld. Situatie Het onderzoeksterrein is gelegen aan Beets 47 te Beets en heeft een oppervlakte van ongeveer 650 m2. Momenteel bevindt zich op de onderzoekslocatie een woning. Het voornemen bestaat om ter plaatse van de huidige woning twee nieuwe woningen te bouwen. De situatie is weergegeven op tekening 9216/08S1. Uit overleg met de opdrachtgever is gebleken dat er geen gegevens bekend zijn over milieubedreigende activiteiten op het onderzoeksterrein. Er zijn geen gegevens bekend over eerder ter plaatse uitgevoerde bodemonderzoeken Onderzoeksstrategie en doel Het bodemonderzoek is uitgevoerd met de Nederlandse Norm Bodem (NEN 5740) en het in juni 2008 gepubliceerde wijzigingsblad NEN 5740/A1 als leidraad waarbij, gezien de bekende gegevens, de onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (bijlage B.1: strategie ONV) is gehanteerd. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de kwaliteit van de bodem ter plaatse en te bepalen in hoeverre deze kwaliteit een belemmering vormt voor de voorgenomen nieuwbouw op het terrein. Bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van al dan niet verdachte bodemlagen. Hoewel de grootste zorgvuldigheid is betracht bij het uitvoeren van het bodemonderzoek, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de verontreinigingssituatie af te geven op basis van de resultaten van een bodemonderzoek. Geomechanica aanvaardt derhalve op generlei wijze aansprakelijkheid voor schade welke voortvloeit uit beslissingen genomen op basis van de resultaten van bodemonderzoek. In dit kader kan ook worden opgemerkt dat de voor het historisch onderzoek geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Voor het verkrijgen van historische informatie is Geomechanica wel afhankelijk van deze bronnen, waardoor Geomechanica niet kan instaan voor de juistheid en volledigheid van de verzamelde historische informatie. In dit rapport zijn de resultaten van het onderzoek weergegeven.

blad 2 van 9


2


Veldwerk De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de VKB-protocollen 2001 en 2002 en eventuele aanvullende NEN-/NPR-normen conform de BRL SIKB 2000 (Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB-procescertificaat voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek). Geomechanica is volgens dit SIKB-procescertificaat gecertificeerd (cerificaatnummer: ECSIK-20247 en geldig tot 24 mei 2010).

2.1

Uitgevoerd veldwerk Het uitgevoerde veldwerk is opgenomen in tabel 2.1. In totaal zijn 7 boringen verricht waarvan er één is afgewerkt tot peilbuis. De peilbuis is geplaatst een week voordat de overige boringen zijn verricht. Hierdoor konden de grond- en grondwatermonsters gelijktijdig worden genomen. De veldmedewerkers van Geomechanica hebben een cursus asbestherkenning met goed gevolg afgelegd. Het veldwerk is deels uitgevoerd op 15 augustus 2008 en deels op 22 augustus 2008 door de heer E. Oud. Tabel 2.1: Uitgevoerd veldwerk Aantal boringen En aantal boringen tot En aantal tot 0,5 m –mv.1) grondwaterspiegel2) peilbuizen 5 1 1 1) m –mv.: meter beneden maaiveld 2) minimale boordiepte 1 m –mv. en maximale boordiepte 2,0 m –mv.

Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op het voorkomen van verontreinigingen, beschreven en bemonsterd. De peilbuis is direct na plaatsing goed afgepompt en circa één week later, na nogmaals goed afpompen, bemonsterd voor laboratoriumonderzoek. In het veld is voorafgaand aan de monstername de grondwaterstand opgenomen en zijn de elektrische geleidbaarheid (EC) en de zuurgraad (pH) van het grondwater gemeten. De situering van de boringen en de peilbuis is aangegeven op tekening 9216/08S1.

2.2

Resultaten veldwerk De profielbeschrijvingen van de verrichte boringen met de bijbehorende veldwaarnemingen zijn opgenomen in bijlage 1. De bodem bestaat in het algemeen vanaf het maaiveld tot circa 1,0 m -mv. uit klei met daaronder tot de maximale boordiepte van circa 3,0 m -mv. veen. In het opgeboorde materiaal zijn vanaf het maaiveld tot een diepte van maximaal 1,0 m -mv. bijmengingen met gruis waargenomen. Tijdens het verrichten van de boringen is op het terrein en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Met nadruk wordt vermeld dat onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem geen onderdeel uitmaakt van onderzoek met de NEN 5740 als leidraad. Hiervoor is een asbestonderzoek conform de NEN 5707 nodig.

blad 3 van 9



De grondwatergegevens zijn weergegeven in tabel 2.2. Deze waarden geven geen aanleiding tot opmerkingen. Tabel 2.2: Veldgegevens grondwater Peilbuis Pb 1

blad 4 van 9

Filterstelling (m -mv.) 1,0-2,0

Grondwaterstand (m –mv.) 0,8

Zuurgraad (pH) 7,1

Electrische geleidbaarheid (mS/cm) 1,8


3


Laboratoriumonderzoek Het laboratoriumonderzoek is verricht door het door de Raad voor Accreditatie erkende laboratorium van ALcontrol B.V. te Hoogvliet. Deze accreditatie betekent dat bij de analyses consequent de juiste en vastgelegde procedures worden gehanteerd zodat de analyseresultaten een hoge betrouwbaarheid hebben. De grond- en grondwatermonsters zijn (voor)behandeld conform het accreditatieschema (AS)3000.

3.1

Uitgevoerd laboratoriumonderzoek Voor laboratoriumonderzoek zijn in totaal 2 grondmengmonsters samengesteld (zie tabel 3.1). De samenstelling en selectie van de grondmengmonsters is gebaseerd op monsterdiepte, bodemtype en veldwaarnemingen en is weergegeven in bijlage 1. Tabel 3.1: Uitgevoerd laboratoriumonderzoek Omschrijving Bovengrond MM01 Ondergrond MM02 Grondwater Peilbuis

Boringen/peilbuis

Bemonsteringsdiepte (m –mv.)

Grondsoort en veldwaarnemingen

1, 3, 5 en 6

0,0-0,5

Klei, gruis

1 en 2

0,5-1,0

Klei, gruis

1

1,0-2,0

-

De grondmengmonsters (2 stuks) zijn onderzocht op de volgende stoffen uit het standaard stoffenpakket voor grond: - zware metalen (barium, cadmium, cobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink); - polychloorbifenylen (PCB's); - minerale olie (GC; inclusief voorbehandeling); - polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK, 10 stuks volgens VROM); - percentages lutum en organische stof. Het grondwater uit de peilbuis is onderzocht op de volgende stoffen uit het standaard stoffenpakket voor grondwater: - zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink); - vluchtige aromaten (benzeen, ethylbenzeen, styreen, tolueen en xylenen) en naftaleen; - vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen; - minerale olie (GC). De genoemde parameters geven over het algemeen een goede indicatie over de aanwezigheid van vaak voorkomende verontreinigingen in de bodem van een terrein. Er was geen aanleiding om andere parameters te onderzoeken.

blad 5 van 9


3.2 3.2.1


Resultaten laboratoriumonderzoek Toetsingskader De analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters zijn opgenomen in respectievelijk bijlage 2 en 3 en conform het huidige overheidsbeleid getoetst aan de normen uit de circulaire 'Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering' van 24 februari 2000 (nr. DBO/1999226863). De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 5. Deze circulaire is uitgebracht door het Directoraat-Generaal Milieubeheer, Directie Bodem van het Ministerie van VROM. De toetsingswaarden voor zowel grond- als grondwatermonsters zijn opgenomen in bijlage 4 en hebben de volgende betekenis: - Streefwaarde (s) De streefwaarde geeft het concentratieniveau in de grond of het grondwater aan waarboven wèl en waaronder géén sprake is van een aantoonbare verontreiniging; bodems waarin streefwaarden niet worden overschreden of waarin de gehalten de streefwaarden door natuurlijke oorzaak overschrijden gelden als multifunctioneel. Overschrijding van de streefwaarde is een indicatie voor een lichte verontreiniging. - Interventiewaarde (i) De interventiewaarde geeft het concentratieniveau in de grond of het grondwater aan waarboven de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant en dier heeft, in ernstige mate kunnen zijn verminderd; in de zin van de 'Wet bodembescherming' is dan sprake van een ernstige bodemverontreiniging en in beginsel van een saneringsnoodzaak. Overschrijding van de interventiewaarde is een indicatie voor een sterke verontreiniging. - De tussenwaarde (s+i)/2 Een nader onderzoek dient te worden uitgevoerd indien er een vermoeden bestaat van een geval van ernstige bodemverontreiniging; als criterium hiervoor wordt overschrijding van het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde gehanteerd. Overschrijding van (s+i)/2 is een indicatie voor een matige verontreiniging. De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van het organische stof- en lutumpercentage van de grond. Voor de berekening van de toetsingswaarden is gebruik gemaakt van de formules zoals vermeld in de genoemde circulaires. De koppeling tussen interventiewaarde en een geval van ernstige bodemverontreiniging geldt uitsluitend indien de gemiddelde concentratie aan één stof in een bodemvolume van minimaal 25 m3 (voor grond) of van 100 m3 (voor grondwater) de interventiewaarde overschrijdt. Of sanering spoedeisend is, is afhankelijk van de humaantoxicologische risico's (risico voor de mens), ecotoxicologische risico's (risico voor aantasting van planten en dierenleven) en verspreidingsrisico's, voortvloeiend uit de bodemverontreiniging. Om dergelijke risico's in te schatten en de mate en omvang van een verontreiniging te bepalen is doorgaans het verrichten van vervolgonderzoek noodzakelijk. De actuele risico's hangen namelijk af van allerlei bodemkenmerken die de mobiliteit van stoffen en daardoor de verspreiding en de blootstellingsmogelijkheden voor de mens in de huidige en toekomstige situatie bepalen.

blad 6 van 9


3.2.2


Grond De analyseresultaten van de grond zijn samengevat in tabel 3.2. Tabel 3.2: Analyseresultaten grond Monstergegevens Omschrijving Boringen

Diepte (m –mv.)

Analyseresultaten > streefwaarde, < tussenwaarde lichte verontreiniging

> tussenwaarde, < interventiewaarde matige verontreiniging

> interventiewaarde sterke verontreiniging

Bovengrond MM01

1, 3, 5 en 6

0,0-0,5

Barium, cobalt, koper, kwik, zink en PAK-totaal

-

Lood

Ondergrond MM02

1 en 2

0,5-1,0

Cobalt, kwik, zink

Koper

Lood

Uit tabel 3.2 blijkt dat in de bovengrond met gruisbijmengingen een sterk verhoogd gehalte aan lood en licht verhoogde gehalten aan barium, cobalt, koper, kwik, zink en PAK-totaal zijn gemeten. In de ondergrond met gruisbijmengingen zijn een sterk verhoogd gehalte aan lood, een matig verhoogd gehalte aan koper en licht verhoogde gehalten aan cobalt, kwik en zink gemeten. De gemeten gehalten aan overige onderzochte stoffen zijn lager dan de betreffende streefwaarden en/of de detectiegrenzen.

3.2.3

Grondwater De analyseresultaten van het grondwater zijn samengevat in tabel 3.3. Tabel 3.3: Analyseresultaten grondwater Monstergegevens Peilbuis Filterstelling (m –mv.) Pb 1-1

1,0-2,0

Analyseresultaten > streefwaarde, < tussenwaarde lichte verontreiniging Zink en vinylchloride

> tussenwaarde, < interventiewaarde matige verontreiniging -

> interventiewaarde sterke verontreiniging -

Uit tabel 3.3 blijkt dat in het grondwater licht verhoogde gehalten aan zink en vinylchloride zijn gemeten. De gemeten gehalten aan overige onderzochte stoffen zijn lager dan de betreffende streefwaarden en/of de detectiegrenzen.

blad 7 van 9


4


Conclusies en aanbevelingen In opdracht van Bouwbedrijf Piet van der Burg is door Geomechanica B.V. in augustus en september 2008 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op het terrein aan Beets 47 te Beets. De aanleiding tot het uitvoeren van het verkennend bodemonderzoek wordt gevormd door het voornemen om twee nieuwe woningen op het onderzoeksterrein te bouwen. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de kwaliteit van de bodem ter plaatse en te bepalen in hoeverre deze kwaliteit een belemmering vormt voor de voorgenomen nieuwbouw op het terrein. Het bodemonderzoek is uitgevoerd met de Nederlandse Norm Bodem (NEN 5740) en het in juni 2008 gepubliceerde wijzigingsblad NEN 5740/A1 als leidraad waarbij, gezien de bekende gegevens, de onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (bijlage B.1: strategie ONV) is gehanteerd. De onderzoeksresultaten kunnen als volgt worden samengevat: - De bodem bestaat in het algemeen vanaf het maaiveld tot circa 1,0 m -mv. uit klei met daaronder tot de maximale boordiepte van circa 3,0 m -mv. veen. -

In het opgeboorde materiaal zijn vanaf het maaiveld tot een diepte van maximaal 1,0 m -mv. bijmengingen met gruis waargenomen.

-

In de bovengrond met gruisbijmengingen zijn een sterk verhoogd gehalte aan lood en licht verhoogde gehalten aan barium, cobalt, koper, kwik, zink en PAK-totaal gemeten. In de ondergrond met gruisbijmengingen zijn een sterk verhoogd gehalte aan lood, een matig verhoogd gehalte aan koper en licht verhoogde gehalten aan cobalt, kwik en zink gemeten. De gemeten gehalten aan overige onderzochte stoffen zijn lager dan de betreffende streefwaarden en/of de detectiegrenzen.

-

In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan zink en vinylchloride gemeten. De gemeten gehalten aan overige onderzochte stoffen zijn lager dan de betreffende streefwaarden en/of de detectiegrenzen.

Uit de resultaten van het onderzoek (veldwaarnemingen en analyseresultaten) kan worden geconcludeerd dat zowel de boven- als de ondergrond met gruisbijmengingen licht tot sterk verontreinigd zijn met zware metalen (met name koper en lood). De verhoogde gehalten in de bodem zijn naar verwachting te relateren aan de gruisbijmengingen. Omdat de bijmengingen met gruis en de daaraan gerelateerde sterke verontreiniging met lood zich in de bovengrond bevindt, is ter indicatie een risicobeoordeling uitgevoerd (zie bijlage 6). De beoordeling is indicatief omdat deze gebaseerd is op één mengmonster uit een verkennend bodemonderzoek en niet op een nader onderzoek. De standaard risicobeoordeling is uitgevoerd met Sanscrit (versie 1.11, januari 2007). Uit de standaard risicobeoordeling is gebleken dat de verontreiniging ernstig is, maar niet met spoed gesaneerd hoeft te worden wegens het ontbreken van actuele risico's. Nader onderzoek naar deze verontreiniging wordt derhalve vooralsnog niet zinvol geacht. De gemeente beoordeeld per situatie of eventueel vervolgonderzoek of maatregelen noodzakelijk zijn. Dit is namelijk mede afhankelijk van de nieuwbouwplannen. In dit kader wordt aanbevolen de resultaten van het bodemonderzoek tezamen met de nieuwbouwplannen met de gemeente te bespreken.

blad 8 van 9



Overigens kan de geconstateerde verontreiniging wel kostenverhogend werken bij de ontwikkeling van het terrein (hogere afvoerkosten van eventueel vrijkomende grond, treffen van veiligheidsmaatregelen etc.). Mogelijk dient er bij nieuwbouwactiviteiten of herinrichtingswerkzaamheden grond van de locatie te worden afgevoerd. Het onderhavige onderzoek is niet geschikt om een uitspraak te doen over de hergebruiksmogelijkheden van deze grond buiten het onderzoeksterrein. Hiervoor dient een onderzoek te worden uitgevoerd zoals omschreven in het Besluit bodemkwaliteit.

Berkhout, september ’14

blad 9 van 9

projectnr. 9216/08 september 2008, revisie 00 9216/08bijlagen.doc


Bijlage 1: Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen

bijlage 1

projectnr. 9216/08 september 2008, revisie 00 9216/08bij01.doc

Bijlage 1: Boringnummer


Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen Diepte

Textuur

Opmerkingen

in (cm-mv)

001

Monsterdiepte in (cm-mv)

Filterdiepte in (cm-mv)

50 100 200

Klei, bruingrijs Klei, grijs Veen, zwartbruin

200 -

300

Veen, zwartbruin

050 100 -

50 100 150

Klei, grijs Klei, bruin Veen, bruin

gruizig gruizig

050 100 -

50 100 150

MM02

003

0-

50

Klei, bruin

gruizig

0-

50

MM01

004

0-

50

Klei, grijs

gruizig

0-

50

005

0-

50

Klei, bruin

gruizig

0-

50

MM01

006

0-

50

Klei, bruin

gruizig

0-

50

MM01

007

0-

50

Klei, bruin

gruizig

0-

50

blad 1 van 1

050 100 150 -

Mengmonster

050 100 -

002

gruizig gruizig

PID

50 100 150 200

MM01 MM02

100 -

200



Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden

bijlage 2


Bijlage 2:


Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Boringnummer Diepte (cm-mv)

< + ++ +++ / 

: : : : : :

MM01 001,003,005,006 0 - 50

ALGEMEEN Analysedatum Droge stof Lutumgehalte Org. stofgehalte

(%) (% ds) (% ds)

METALEN Barium [Ba] Cadmium [Cd] Cobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]

mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds

PAK Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)

mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds

0,6 0,91 0,8 0,55 0,44 0,77 2,5 2,6 0,53 0,14 9,8 9,8

GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (7) (som, 0.7 factor) PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52


0,0098 < 0,0140 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020

OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie (totaal) Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C22 Minerale olie C22 - C30 Minerale olie C30 - C40

mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds

OVERIG Artefacten Droge stof

g % w/w

concentratie kleiner dan de detectielimiet concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde concentratie groter dan de interventiewaarde detectielimiet groter dan de toetsingswaarde geen streef- en interventiewaarde bekend voor deze stof Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de streefwaarde

blad 1 van 1

Eenheid

9/1/2008 77,7 * 11 * 10.2

99,0 < 0,5 5,7 57,0 1,7 630,0 < 3,0 14,0 210,0

* : # : @: &: $ :

MM02 001,002 50 - 100

9/1/2008 59,7 * 22 * 11.7

+

+

120,0 < 0,5 9,2 120,0 2,6 600,0 < 3,0 24,0 200,0

° ° ° ° ° ° ° ° ° ° + +

0,02 0,13 0,12 0,11 0,1 0,19 0,04 0,12 0,11 < 0,01 0,96 0,97

° ° ° ° ° ° °

0,0098 < 0,0140 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020 < 0,0020

+ + + +++

+ ++ + +++

+

° ° ° ° ° ° ° ° ° °

° ° ° ° ° ° °

40,0 15,0 10,0 7,0 9,0

° ° ° °

< 20,0 < 5,0 < 5,0 < 5,0 < 5,0

° ° ° °

< 1,0 77,7

° °

< 1,0 59,7

° °

gemeten in het laboratorium geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving handmatig ingevoerd standaard bodem



Bijlage 3: Analyseresultaten grondwatermonster met overschrijding toetsingswaarden

bijlage 3


Bijlage 3:


Analyseresultaten grondwatermonster met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Diepte (cm-mv)

Eenheid

ALGEMEEN Analysedatum

blad 1 van 1

9/1/2008


µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

< 45,0 < 0,8 < 5,0 < 15,0 < 0,05 < 15,0 < 3,6 < 15,0 130,0

+

AROMATISCHE VERBINDINGEN Benzeen Ethylbenzeen Naftaleen (GC) Styreen (Vinylbenzeen) Tolueen Xylenen (som) meta-/para-Xyleen (som) ortho-Xyleen

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

< 0,2 < 0,3 < 0,05 < 0,3 < 0,3 < 0,3 < 0,2 < 0,1

° °

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

< 0,1 < 0,1 < 0,6 < 0,1 < 0,3 < 0,6 < 0,3 < 0,3 0,14 < 0,2 < 0,9 < 0,1 < 0,1 < 0,2 < 0,6 < 0,6 0,96 0,01 < 0,1 < 0,1

GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan Dichloorethenen (som, 0.7 factor) Dichloormethaan Dichloorpropaan Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) Tribroommethaan (bromoform) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) Vinylchloride cis + trans-1,2-Dichlooretheen cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-Dichlooretheen

<: +: ++: +++: /: :

Pb 1-1 100 - 200

µg/l µg/l

° ° ° °

+ °


µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

< 100,0 < 25,0 < 25,0 < 25,0 < 25,0

° ° ° °

OVERIG volumiek gewicht v.h. proefstuk

µg/l

< 0,2

°

concentratie kleiner dan de detectielimiet concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde concentratie groter dan de interventiewaarde detectielimiet groter dan de toetsingswaarde geen streef- en interventiewaarde bekend voor deze stof Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de streefwaarde



Bijlage 4: Streef-, tussen- en interventiewaarden grond- en grondwatermonsters

bijlage 4

projectnr. 9216/08 september 2008, revisie 00 9216/08bij04a.doc

Bijlage 4a:


Streef-, tussen- en interventiewaarden grondmonsters Lutumgehalte Org. stofgehalte

(% ds) (% ds)

11 10.2 S

S: T: I: :

blad 1 van 1

22 11.7

T

I

S

T

I



88 0,70 5,1 28 0,25 71 3,0 21 98

215 5,6 70 87 4,3 258 102 74 302

343 11 135 146 8,4 444 200 126 505

145 0,82 8,2 35 0,29 84 3,0 32 133

355 6,5 113 111 5,0 303 102 112 410

565 12 218 186 9,8 523 200 192 686

PAK Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)

mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds

° ° ° ° ° ° ° ° ° ° 1,0 1,0

° ° ° ° ° ° ° ° ° ° 21 21

° ° ° ° ° ° ° ° ° ° 41 41

° ° ° ° ° ° ° ° ° ° 1,2 1,2

° ° ° ° ° ° ° ° ° ° 24 24

° ° ° ° ° ° ° ° ° ° 47 47

GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (7) (som, 0.7 factor) PCB (som 7) PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB 28 PCB 52


° ° ° ° ° ° ° ° °

° ° ° ° ° ° ° ° °


mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds

51 ° ° ° °

2576 ° ° ° °

OVERIG Artefacten Droge stof

g % w/w

° °

° °

Streefwaarde Tussenwaarde Interventiewaarde geen streef- en interventiewaarde bekend voor deze stof

1,0 1,0 ° ° ° ° ° ° °

° ° ° ° ° ° ° ° °

° ° ° ° ° ° ° ° °

1,2 1,2 ° ° ° ° ° ° °

5100 ° ° ° °

59 ° ° ° °

2954 ° ° ° °

5850 ° ° ° °

° °

° °

° °

° °

projectnr. 9216/08 september 2008, revisie 00 9216/08bij04b.doc

Bijlage 4b:


Streef-, tussen- en interventiewaarden grondwatermonster Richtwaarde

Eenheid

S



50 338 0,40 3,2 20 60 15 45 0,050 0,18 15 45 5,0 153 15 45 65 433

AROMATISCHE VERBINDINGEN Benzeen Ethylbenzeen Naftaleen (GC) Styreen (Vinylbenzeen) Tolueen Xylenen (som) meta-/para-Xyleen (som) ortho-Xyleen


GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan Dichloorethenen (som, 0.7 factor) Dichloormethaan Dichloorpropaan Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) Tribroommethaan (bromoform) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) Vinylchloride cis + trans-1,2-Dichlooretheen cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-Dichlooretheen

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

T

0,20 15 4,0 77 0,010 35 6,0 153 7,0 504 0,20 35 ° ° ° °

30 150 70 300 1000 70 ° °

µg/l µg/l

150 65 454 5,0 ° 204 ° ° ° 500 40 20 5,0 ° 262 203 2,5 ° 10,0 10,0



50 ° ° ° °

325 ° ° ° °

600 ° ° ° °

OVERIG volumiek gewicht v.h. proefstuk

µg/l

°

°

°

concentratie kleiner dan de detectielimiet concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde

++: +++: /:

concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde concentratie groter dan de interventiewaarde detectielimiet groter dan de toetsingswaarde

blad 1 van 1

625 6,0 100 75 0,30 75 300 75 800

0,010 0,010 7,0 0,010 ° 7,0 ° ° ° 0,010 0,80 0,010 0,010 ° 24 6,0 0,010 ° 0,010 0,010

<: +:

:

I

geen streef- en interventiewaarde bekend voor deze stof Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de streefwaarde

Milieu & Veiligheid

300 130 900 10,0 ° 400 ° ° ° 1000 80 40 10,0 630 500 400 5,0 ° 20 20



Bijlage 5: Analysecertificaten

bijlage 5

ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl

Analyserapport

Oranjewoud Almere N. Kuit Postbus 10044 1301 AA ALMERE-STAD

Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer

Blad 1 van 7

: VO Geomechanica Beets 47 : 921608 : 11349491, versie nummer: 1

Hoogvliet, 01-09-2008

Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 921608. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Hoogvliet (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 7 pagina's. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,

drs. J.H.F. van der Wart Managing Director Environmental

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Oranjewoud Almere N. Kuit Projectnaam Projectnummer Rapportnummer

Blad 2 van 7

Analyserapport VO Geomechanica Beets 47 921608 11349491 - 1

Orderdatum 25-08-2008 Startdatum 25-08-2008 Rapportagedatum 01-09-2008

Analyse

Eenheid

Q

droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten

gew.-% g g

S S S

77.7 <1 Geen

59.7 <1 Geen

organische stof (gloeiverlies)

% vd DS

S

10.2

11.7

KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS

S

11

22

METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink

S S S S S S S S S

99 <0.5 5.7 57 1.7 630 <3 14 210

120 <0.5 9.2 120 2.6 600 <3 24 200

0.14 2.5 0.60 2.6 0.91 0.77 0.44 0.80 0.55 0.53 9.8 9.8

<0.01 0.04 0.02 0.12 0.13 0.19 0.10 0.12 0.11 0.11 0.96 0.97

mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds

POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S fenantreen mg/kgds S antraceen mg/kgds S fluoranteen mg/kgds S benzo(a)antraceen mg/kgds S chryseen mg/kgds S benzo(k)fluoranteen mg/kgds S benzo(a)pyreen mg/kgds S benzo(ghi)peryleen mg/kgds S indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds

001

S S S

1) 2)

002

<2 <2 <2

1) 2)

<2 <2 <2

De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.

Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grond (AS3000)

MM01 MM01 001 (0-50) 003 (0-50) 005 (0-50) 006 (0-50)

002

Grond (AS3000)

MM02 MM02 001 (50-100) 002 (50-100)

Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286


Blad 3 van 7



Analyse

Eenheid

Q

001

002

PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) som PCB (7) (0.7 factor)

µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds

S S S S S S

<2 <2 <2 <2 <14 9.8

<2 <2 <2 <2 <14 9.8

MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40

mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds

S

15 10 7 9 40

<5 <5 <5 <5 <20


Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grond (AS3000)

MM01 MM01 001 (0-50) 003 (0-50) 005 (0-50) 006 (0-50)

002

Grond (AS3000)

MM02 MM02 001 (50-100) 002 (50-100)



Blad 4 van 7



Monster beschrijvingen

001

*

De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.

002

*


Voetnoten 1 2

De sommatie is een optelling van de ruwe waarden waarna de berekening heeft plaatsgevonden. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000



Blad 5 van 7



Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

droge stof

Grond (AS3000)

gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) som PCB (7) (0.7 factor) totaal olie C10 - C40

Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)

Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, conform CMA/2/II/A. Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Grond: eigen methode. Grond (AS3000): conform AS3010-6 Conform AS3010-8, NEN 6966 ontsluiting: NEN 6961 Idem Idem Idem Conform AS3010-8, NEN-ISO 16772 ontsluiting: NEN 6961 Conform AS3010-8, NEN 6966 ontsluiting: NEN 6961 Idem Idem Idem Conform AS3010 Conform AS3010-9 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem

Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)

Conform AS3020 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3010-11



Blad 6 van 7



Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 001 001 001 002 002

Y0370213 Y0370217 Y0370218 Y0370271 Y0370214 Y0370220

22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008

22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008

ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201

Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum



Blad 7 van 7


Monsternummer:

001


MM01MM01 001 (0-50) 003 (0-50) 005 (0-50) 006 (0-50)


Karakterisering naar alkaantraject benzine

C9-C14

kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie

C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36

De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.


ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl

Analyserapport

Oranjewoud Almere N. Kuit Postbus 10044 1301 AA ALMERE-STAD

Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer

Blad 1 van 6

: VO Geomechanica Beets 47 : 921608 : 11349497, versie nummer: 1

Hoogvliet, 01-09-2008

Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 921608. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Hoogvliet (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,

drs. J.H.F. van der Wart Managing Director Environmental

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286


Blad 2 van 6



Analyse

Eenheid

Q

METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink


S S S S S S S S S

<45 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 130

VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen styreen naftaleen


S S S S S S S S

<0.2 <0.3 <0.3 <0.1 <0.2 <0.3 <0.3 <0.05

GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l S 1,2-dichloorethaan µg/l S 1,1-dichlooretheen µg/l S cis-1,2-dichlooretheen µg/l S trans-1,2-dichlooretheen µg/l S som (cis,trans) 1,2µg/l S dichloorethenen som (cis,trans) 1,2µg/l S dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan µg/l S 1,1-dichloorpropaan µg/l S 1,2-dichloorpropaan µg/l S 1,3-dichloorpropaan µg/l S som dichloorpropanen µg/l S som dichloorpropanen (0.7 µg/l S factor) tetrachlooretheen µg/l S tetrachloormethaan µg/l S

001

<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 <0.2 0.14 <0.2 <0.3 <0.3 <0.3 <0.9 0.63 <0.1 <0.1


Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grondwater (AS3000)

Pb 1-1 Pb 1-1 001 (200-300)



Blad 3 van 6



Analyse

Eenheid

Q

001

1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride bromoform

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

S S S S S S

<0.1 <0.1 <0.6 <0.6 0.96 <0.2

MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40


S

<25 <25 <25 <25 <100


Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001

Grondwater (AS3000)

Pb 1-1 Pb 1-1 001 (200-300)



Blad 4 van 6




001

*




Blad 5 van 6



Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

barium

Grondwater (AS3000)

cadmium kobalt koper kwik lood

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

molybdeen nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen styreen naftaleen 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen som (cis,trans) 1,2dichloorethenen som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen som dichloorpropanen (0.7 factor) tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3110-3 en Conform NEN-EN 13506 Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem

Grondwater (AS3000)

Idem

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem



Blad 6 van 6



Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

bromoform totaal olie C10 - C40

Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)

Idem Conform AS3110-5

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 001 001

B0773387 G5691729 G5691735

22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008

22-08-2008 22-08-2008 22-08-2008

ALC204 ALC236 ALC236

Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum




Bijlage 6: Indicatieve risicobeoordeling

bijlage 6

Bestand Gegevens afkomstig uit Sanscrit-bestand (versie 1.11): naam onbekend

Locatie Locatie: Beets 47 te Beets Codering: 9216/08 Type bodemgebruik: toekomstig

Ernst verontreiniging Ernst verontreiniging Ernstige bodemverontreiniging: ja Ernstige grondwaterverontreiniging: nee Gevoelige situatie(s) aanwezig: nee Conclusie Er is een geval van ernstige verontreiniging. Er dient een standaardrisicobeoordeling uitgevoerd te worden.

Standaardbeoordeling humane risico's Bodemgebruiken (stap 2) Vormen van bodemgebruik die op de locatie voorkomen: wonen met tuin Blootstellingroutes (stap 2) wonen met tuin blootstellingroutes: ingestie grond inhalatie grond dermaal contact grond inhalatie binnenlucht inhalatie buitenlucht ingestie drinkwater inhalatie dampen bij douchen dermaal contact bij douchen ingestie gewas Parameters humaan (stap 2) wonen met tuin Kinderspeelplaats aanwezig (van belang bij lood): nee Bodem en overige parameters Parameter

Eenheid

Waarde

Verantwoording

organische stofgehalte

%

10

defaultwaarde

gem. diepte verontreiniging t.o.v. kruipruimte vloer (uitdamping binnenlucht)

m

7,50E-1

defaultwaarde

gem. diepte verontreiniging t.o.v. maaiveld

m

1,25

defaultwaarde

(uitdamping buitenlucht) Stoffen en concentraties (stap 2) wonen met tuin lood type meting: grond concentratie in grond geheel geval

6,30E+2

mg/kg

Toetsing (stap 2) wonen met tuin Toetsingstabel stof

dosis dosis/MT (mg/(kg.d) R ) (-)

onaanvaardbaar risico

type

lood

1,56E-3

geen

-

4,33E-1

Noot: Bij 'type' staat, indien van toepassing, welke norm wordt overschreden: MTR: overschrijding MTR door berekende dosis TCLib: overschrijding TCL door berekende (b) binnenluchtconcentratie (i) TCLob: overschrijding TCL door berekende (b) buitenluchtconcentratie (o) Toetsingstabel (vervolg) stof

Cia (g/m3)

lood

0,00E+0

Cia/TCL (-) -

Coa (g/m3) 0,00E+0

Coa/TCL (-) -

lood blootstellingsroute

dosis (mg/(kg.d))

aandeel aan totale dosis (%)

ingestie grond

9,51E-4

61,09

inhalatie grond

5,98E-6

3,84E-1

dermaal contact grond

0,00E+0

0,00E+0

inhalatie binnenlucht

0,00E+0

0,00E+0

inhalatie buitenlucht

0,00E+0

0,00E+0

ingestie drinkwater

0,00E+0

0,00E+0

inhalatie dampen bij douchen

0,00E+0

0,00E+0

dermaal contact bij douchen

0,00E+0

0,00E+0

ingestie gewas

6,00E-4

38,53

totaal

1,56E-3

100

Combinatietoxiologie (stap 2) wonen met tuin

Combinatietoxiciteit is niet bepaald omdat er geen stoffen zijn die tot dezelfde stofgroep behoren voor combinatietoxicologie. Hinder (stap 2) wonen met tuin Huidcontact Er is geen sprake van huidirritatie als gevolg van huidcontact met puur product. Geurdrempel De toetsing aan de geurdrempel heeft niet plaatsgevonden, omdat er geen stoffen geselecteerd zijn met een geurdrempel. Normoverschrijdingen standaardbeoordeling humane risico's (stap 2) wonen met tuin Voor de volgende stoffen is de dosis/MTR <= 1 en Cia/TCL <= 1 en Coa/TCL <= 1: lood Conclusie standaardbeoordeling humane risico's (stap 2) Op grond van de standaardbeoordeling humane risico's - is er geen sprake van onaanvaardbare risico's voor de mens; - is er geen sprake van een onaanvaardbare situatie voor de mens als gevolg van hinder.

Standaardbeoordeling ecologische risico's Gebiedstype (stap 2) De verontreiniging bevindt zich geheel of ten dele in de bovenste 0,5 meter van de onbedekte bodem en/of er is sprake van gewassen wortelend in verontreinigde bodem dieper dan de bovenste 0,5 meter. Niveau ecologische doelstelling: Groep 2: weilanden; akkerbouw; wonen met tuin; grootschalig openbaar groen; recreatie % Organische stof: 10

%

% Lutum:

%

11

Toetsing standaardbeoordeling ecologische risico's (stap 2) Toetsingstabel Stof

Cgem grond (mg/kg)

Cgem bsn grondwate (mg/kg) r (µg/l)

lood

6,30E+2

2,42E+2

Cgem grond / bsn (-) 2,6

Noot 1: indien voor een stof een grondwaterconcentratie is ingevoerd, wordt deze omgerekend naar een grondconcentratie en getoond bij Cgem grond. Deze grondconcentratie is gebruikt in de toetsing. Noot 2: bsn = bodemspecifieke ecologische norm Toetsingstabel (vervolg)

Stof

onbedekt opp. (m2)

toetsopp. (m2)

onbedekt opp. / toetsopp. (-)

onaanvaardbaar risico

lood

6,50E+2

5000

1,30E-1

geen

De standaardbeoordeling ecologische risico's heeft plaatsgevonden. Voor de individuele stoffen zijn er geen onaanvaardbare ecologische risico's vastgesteld. Combinatietoxicologie (stap 2) Combinatietoxiciteit is niet bepaald omdat er geen twee of meer stoffen zijn die tot dezelfde stofgroep voor combinatietoxicologie behoren of omdat voor individuele stoffen al onaanvaardbare risico's zijn vastgesteld. Conclusie standaardbeoordeling ecologische risico's (stap 2) Op grond van de standaardbeoordeling ecologische risico's is er geen sprake van onaanvaardbare risico's voor ecologie.

Standaardbeoordeling verspreidingsrisico's Kwetsbare objecten (stap 2) Er liggen geen kwetsbare objecten binnen het bodemvolume dat wordt ingesloten binnen de interventiewaarde contour en dat zal binnen enkele jaren ook niet het geval zijn. Onbeheersbare situatie (stap 2) Er is geen drijflaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden. Er is geen zaklaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden. Er is geen sprake van een bodemvolume groter dan 6000 m3 dat wordt ingesloten door de interventiewaarde contour in het grondwater. Conclusie standaardbeoordeling verspreidingsrisico's (stap 2) Op grond van de standaardbeoordeling verspreidingsrisico's is er geen sprake van onaanvaardbare risico's voor verspreiding.

Eindconclusie Er is een geval van ernstige verontreiniging, maar de locatie hoeft niet met spoed gesaneerd te worden.


Tekening

tekening


0

5

10

15

20m

Bouwbedrijf Piet van der Berg

GEOMECHANICA BV

haal : 1:1000

Formaat : 297x210

R:\00135000\00139932\ACAD\9216-08S1.DWG

Anita Wijnholds Kooijman, Karel [[email protected]] dinsdag 16 december 2014 16:52 Diepen, John van (WS) Anita Wijnholds FW: 3.1.1. reactie op het voorontwerp bestemmingsplan Beets 47

Van: Verzonden: Aan: CC: Onderwerp:

Geachte van Diepen, beste John, Ik heb overleg gehad met de ontwikkelaars van het plan Beets 47 en wij onderschrijven de hieronder geschetste locatiespecifieke argumenten om het plan niet aan te passen. Ook in het licht van de eerdere planvorming voor deze locatie vinden wij dat geen reële optie. Als overleg wenselijk is dan vernemen wij dat graag.

Met vriendelijke groet, K. Kooijman, beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting T: (0299) 409 446 – E: [email protected] (aanwezig maandag t/m donderdag)

Bezoekadres T: (0299) 409 409 Raadhuisstraat 24 F: (0299) 409 429 1474 HG Oosthuizen Postadres E: [email protected] Postbus 1 1474 ZG Oosthuizen I: www.zeevang.nl Formele correspondentie en wettelijke bekendmakingen geschieden uitsluitend schriftelijk. Klik hier voor informatie over onze elektronische dienstverlening en hier voor onze proclaimer. 3 Denk aan het milieu voordat u dit email‐bericht print.

Van: Anita Wijnholds [mailto:[email protected]] Verzonden: dinsdag 16 december 2014 14:35 Aan: Kooijman, Karel CC: 'Stichting CPO Zeevang' Onderwerp: RE: 3.1.1. reactie op het voorontwerp bestemmingsplan Beets 47

Geachte heer Kooiman, Via de CPO Zeevang ontving ik de reactie van het Hoogheemraadschap in het kader van het vooroverleg over het ontwerpbestemmingsplan Beets. De reactie is gebaseerd op de (algemene) regels in de keur. De suggestie om de nieuwe rooilijn 6 meter naar achteren te plaatsen om toekomstige dijkverzwaringen mogelijk te maken is niet passend voor deze locatie om de volgende redenen. ‐ Damwand Verhogen en verzwaren van de bestaande dijk is technisch niet haalbaar. De oude veendijk kan de zware last van het ophogen van de dijk niet torsen, de stabiliteit van de kering was in het geding en een deel van de dijk zou dan opnieuw gefundeerd en opgebouwd moeten worden. Om die reden is ca. 10 jaar geleden het 1

‐

dorp van een damwand voorzien om Beets tegen nieuwe overstromingen door de Beemsterringvaart te beschermen. De lengte van deze damwand bestrijkt drie en een halve kilometer. De damwand is voorzien van een afsluitende betonnen rand. De hele constructie is 25 cm hoger dan de bestaande kering. Door de damwand kan de ringvaart 40 cm omhoog komen (=het verschil tussen het laagste en maximaal haalbare peil). Daarmee is de damwand de belangrijkste waterkering in dit gebied en lijkt toekomstige dijkverzwaring van de oude (veen)dijk waar de weg op is gesitueerd niet aan de orde. Kern Beets In het dorp Beets zijn de woningen dicht tegen de weg aan gebouwd. Dit is historisch zo gegroeid. Het plan conformeert zich aan de historische, karakteristiek verspringende rooilijn. Bij de kerk zijn de woningen dicht tegen elkaar aan gebouwd en staan overwegend tegen de weg aan (0-2m). De aaneengesloten bebouwing zorgt voor een beschut plein rond de kerk. Een rooilijn verder van de weg af past niet bij het DNA van de kom van Beets. Welstand heeft zich positief uitgesproken over het behoud van de huidige rooilijn.

‐

Stabiliteit dijklichaam Conform het beleid geldt er voor een dergelijke dijkstrekking dat nieuwbouw eventueel mogelijk is mits er niet voorbij de gemiddelde doorgaande gevellijn wordt gebouwd. De beleidsnota waterkeringen gaat uit van NIEUWBOUW = Het maken van een bouwwerk op een plaats waar op het moment van de ontheffingsaanvraag nog geen bouwwerk is (pagina 105 beleidsnota waterkeringen). Het betreft hier echter een bestaande (en bebouwde) bouwvlek.

Het plan tast het bestaande dijklichaam niet aan omdat gebouwd wordt conform de huidige bebouwingssituatie, conform het bestaande bouwvlak en er geen onderkeldering plaats vindt. Daarmee is de stabiliteit van de bestaande dijk niet in het geding. Het zou goed zijn als de gemeente opnieuw met het Hoogheemraadschap in gesprek gaat over bovenstaande argumenten. Met vriendelijke groet, Anita Wijnholds

HzA stedebouw & landschap Schuijteskade 14 1621 DE HOORN T 0229-216757 (bureau) / 06 20617957 (mobiel) M [email protected] W www.hzabv.nl

Van: Kooijman, Karel [mailto:[email protected]] Verzonden: woensdag 10 december 2014 13:43 Aan: [email protected] Onderwerp: FW: 3.1.1. reactie op het voorontwerp bestemmingsplan Beets 47 2

Met vriendelijke groet, K. Kooijman, beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting T: (0299) 409 446 – E: [email protected] (aanwezig maandag t/m donderdag)

Bezoekadres T: (0299) 409 409 Raadhuisstraat 24 F: (0299) 409 429 1474 HG Oosthuizen Postadres E: [email protected] Postbus 1 1474 ZG Oosthuizen I: www.zeevang.nl Formele correspondentie en wettelijke bekendmakingen geschieden uitsluitend schriftelijk. Klik hier voor informatie over onze elektronische dienstverlening en hier voor onze proclaimer. 3 Denk aan het milieu voordat u dit email‐bericht print.

Van: Diepen, John van (WS) [mailto:[email protected]] Verzonden: donderdag 20 november 2014 12:05 Aan: Kooijman, Karel CC: Boon, Jan-Nico Onderwerp: 3.1.1. reactie op het voorontwerp bestemmingsplan Beets 47

Geachte heer Kooijman, beste Karel,

Op 7 oktober hebben we het voorontwerp bestemmingsplan Beets 47 van u toegezonden gekregen voor advies in het kader van 3.1.1. overleg (inkomend registratienummer 14.47898). In zijn algemeenheid is het hoogheemraadschap van mening dat het waterkeringbelang onvoldoende in het bestemmingsplan is meegenomen. Onderstaand ontvangt u puntsgewijs ons advies.

In paragraaf 3.3. op bladzijde 15 van de toelichting wordt naar ons beheerplan Waterkeringen verwezen. Het plan bevind zich inderdaad binnen de zone waterstaatswerk in een bebouwde dijkstrekking van een regionale waterkering. De huidige bebouwing op de locatie van het plangebied steekt naar voren uit ten opzichte van de gemiddelde gevellijn. Conform het beleid geldt er voor een dergelijke dijkstrekking dat nieuwbouw eventueel mogelijk is mits er niet voorbij de gemiddelde doorgaande gevellijn wordt gebouwd. Dit houdt in dat de toekomstige bebouwing 6 meter uit de kant van het bestaande asfalt van de rijbaan op de waterkering dient te blijven. De conclusie onderaan bladzijde 15 deelt het hoogheemraadschap dus niet. Aangezien deze dijksectie tijdens de laatste toetsing voldoende is bevonden op hoogte en stabiliteit hoeft er in dit plan geen rekening gehouden te worden met een op handen zijnde versterking van de waterkering.

In de waterparagraaf 4.8 dient het onderdeel waterkeringen nog aangevuld te worden met bovenstaande opmerkingen over de waterkeringen. In de regels dient nog een artikel opgenomen te worden van de dubbelbestemming WaterstaatWaterkering en deze dient ook op de Verbeelding worden aangegeven. In het bestemmingsplan Dorpskernen 2011 is slechts alleen de weg als waterkering aangegeven terwijl de begrenzing van de dubbelbestemming waterstaatswerkwerk altijd een bredere zone betreft dan alleen de werkelijke dijk.

3

Het hoogheemraadschap zal de juiste begrenzing nog digitaal aanleveren aan de gemeente zodat deze nog verwerkt kan worden op de verbeelding.

Tot slot nog een kleine tekstuele opmerking: In paragraaf 1.3 doelstelling wordt gesproken over '14 woningen' dit moet natuurlijk zijn '4'.

Ik vertrouw erop dat u zo voldoende bent geïnformeerd en dat ons advies verwerkt zal worden.

Met vriendelijke groeten,

John van Diepen Regio adviseur Laag Holland Afdeling Watersystemen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Postbus 250 1700 AG Heerhugowaard Bezoekadres: Bevelandseweg 1, Heerhugowaard T: 072-5827229 E: [email protected]

Proclaimer:

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier streeft naar een optimale dienstverlening en zorgvuldige afhandeling van vragen. Mocht deze mail toch niet voor u bestemd zijn, wilt u dan de afzender hiervan op de hoogte stellen? Verzoeken om officiële beslissingen kunnen alleen per mail worden ingediend wanneer de mogelijkheid daartoe op de website van het hoogheemraadschap (www.hhnk.nl) is opengesteld. U gebruikt het daarvoor bestemde webformulier of mailadres. U kunt alleen rechten ontlenen aan de informatie in deze e-mail en de eventueel meegezonden bestanden als dat blijkt uit het bericht en het bericht en/of de bijlage is verzonden door of namens de daartoe bevoegde persoon.

Klik hier met de rechtermuisk nop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming v an uw priv acy is deze afbeelding niet automatisch v an internet gedownload.

Dit e‐mailbericht bevat geen virussen en malware omdat avast! Antivirus actief is.

4

0

ôitjv VERZONDEN OP ZS 2E: 2C1l Burgemeester en Wethouders van Postbus 1 1474 ZG OOSTHUIZEN Gemeente Zeevang hö q|eemraadschap ze vang r HoIIands lngekomen d.d. N orderkwartler 30 |ES. 2214 knr. U - ( te - o 3 î 913 Zaa t 1 Dœé! . 'J n - / $- fo conta persoon J.R.M. van Diepen Datum 23 december 2014 Onde|erp Zienswijze op ontwerp bestemmingsplan Beets 47 Reglstratienummer 14.0062099 Doorkiesnummer 072-582 7229 Geacht college, Op 19 november 2014 heeft Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwaoier de bekendmaking van de ter inzage Iegging ontvangen van het ontwèrp bestemmingsplan Beets 47 (inkomend registratienummer 14.54952). Aangezien onze opmerkingen uit het vooroverleg hier nog niet in zijn verwerkt wil het hoogheemraadschap een zienswijzè indienen op het plan. Afgelopen weken is hier ook reeds per mail en telefonisch contact over geweest met dè heer Kooijman van de gemeente Zeevang. Het belangrijkste bezwaar van het hoogheemraadschap is dat de nieuwe bebouwing dicht op de weg wordt (herlgebouwd. De weg Beets is namelijk tevens de regionale waterkering. Het plan bevindt zich binnen de zone waterstaatswerk in een bebouwde dijkstrekking van deze regionale waterkering. De huidige bebouwing op de locatie van het plangebied steekt naar voren uit ten opzichte van de gemiddelde gevellijn. Conform het beleid geldt er voor een dergelijke dijkstrekking dat nieuwbouw eventueel mogelijk is mits er niet voorbij de gemiddelde doorgaande gevellijn wordt gebouwd. Beleidsmatig houdt dit in dat de toekomstige bebouwing 6 meter uit de kant van het bestaande asfalt van de rijbaan op de waterkering dient te blijven. Afgelopen weken is er echter nader ingezoomd op de Iocatie. Rekening houdend met het voodraject is hieruit als resultaat naar voren gekomen dat de waterkeringbelangen voldoende zijn geborgd indien minimaal de gevellijn van het naastgelegen pand Beets 45 wordt aangehouden. Bij de ontwikkelipg Beets 47 Iijkt er voldoende ruimte om het bouwvlak binnen het kadastrale perceel vërder naar achter te schuiven om op deze wijze ruimte te reseweren voor toekomstige dijkversterkingen. Het hoogheemraadschap is zich ervan bewust dat bovenstaande niet aansluit op de onderbouwing en argumenten van het stedenbouwkundigbureau/initiatiefnemer (mail 16 december 2014) maar acht deze zienswijze noodzakelijk om de waterkeringbelangen te borgen. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwaoier Postbus 250, 1700 AG Heerhugowaard Bevelandseweg 1, 1703 AZ Heerhugowaard T 072-582 8282 F 072-582 7010 [email protected] wwwhhnk.nl N1-66 NWAB 0636 7537 78 N1-72 INGB 04|01 2588 51 KVK 37161516

0

0

RegiAratlenummer 14.0062099 Pagina 2 van 2 Datum 23 december 2014 Wij ve|rouwen erop dat bovenstaande zienswijze wordt ve-erkt in het uiteindelijk vast te stellen bestemmingsplan. lndien er nog vragen zijn dan kunt u cont|ct opnemen met de heer J. van Diepen van onze afdeling Watersystemen. Met vriendelijke groet, namens het colle e van dijkgraaf en hoogheemraden, J.W. Huizinga Hoofd cluster Kennis & Ontwikkeling Afdeling Wate|ystemen

0

Bureauonderzoek naar de archeologische waarde van het plangebied Beets 47 te Beets, gemeente Zeevang

Recommend Documents