Jollesstraat 5 6814 JE Arnlv.' d Telefoon 026 442 33 42 Fax 026 445 8L 12
Bureau van Droffelaar
[email protected] www.bureauvandroffelaar.nl
Gemeente Brummen t.a.v. de heer A. Otten Postbus 5 6970 AA BRUMMEN
16 december 2008
Betreft: aflevering bestemmingsplannen
Geachte heer Otten, beste And re. Hierbij ontvang je zoals afgesproken 8 exemplaren van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied.
Met vriendelijke groet,
r)
Regels
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Inhoudsopgave Hoofdstuk I Artikel 1. Artikel 2. Hoofdstuk II Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9. Artikel 10. Artikel 11. Artikel 12. Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15. Artikel 16. Artikel 17. Artikel 18. Artikel 19. Artikel 20. Artikel 21. Hoofdstuk III Artikel 22. Artikel 23. Artikel 24. Artikel 25. Artikel 26. Artikel 27.
Inleidende regels 2 Begrippen............................................................................................................................2 Wijze van meten ............................................................................................................. 12 Bestemmingsregels 13 Agrarisch met landschapswaarden A........................................................................ 13 Agrarisch - Uiterwaard A-U .......................................................................................... 17 Bedrijf B (niet-agrarisch) ............................................................................................... 21 Bos BO................................................................................................................................ 23 Landhuis L......................................................................................................................... 24 Maatschappelijk M ......................................................................................................... 26 Natuur N............................................................................................................................ 27 Recreatie R........................................................................................................................ 28 Sport S................................................................................................................................ 30 Verblijfsrecreatie VR....................................................................................................... 32 Verkeer V........................................................................................................................... 37 Water WA.......................................................................................................................... 38 Wonen W........................................................................................................................... 40 Leiding - Gas (dubbelbestemming)........................................................................... 43 Leiding - Hoogspanning (dubbelbestemming) ..................................................... 45 Leiding - Olie (dubbelbestemming) .......................................................................... 47 Leiding - Riool (dubbelbestemming) ........................................................................ 49 Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming).................................................... 51 Waterstaat - Waterstaatkundige functie (dubbelbestemming)........................ 53 Algemene regels 55 Dubbeltelregel ................................................................................................................ 55 Algemene bouwregels.................................................................................................. 56 Algemene gebruiksregels ............................................................................................ 58 Algemene ontheffings- en wijzigingsregels............................................................ 60 Algemene procedureregels......................................................................................... 77 Overige regels.................................................................................................................. 78 (Aanlegvergunningen toegelaten andere werken of werkzaamheden)......... 78 Hoofdstuk VI Overgangsrecht en slotregel 81 Artikel 28. Overgangsrecht .............................................................................................................. 81 Artikel 29. Slotregel............................................................................................................................ 82
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Hoofdstuk I
Inleidende regels
Artikel 1.
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.
het plan
het bestemmingsplan Buitengebied 2008; 2.
plankaart
de als zodanig gewaarmerkte tekeningen, bestaande uit: plankaart 1, onderverdeeld in 7 kaartbladen, schaal 1: 5000; plankaart 2, Landschapskwaliteiten en beschermingszones schaal 1: 25.000; plankaart 3, Zones Ontwikkelingsvisie schaal 1: 25.000; 3.
bijlagen bij de regels
de navolgende bijlagen maken deel uit van de regels: Bijlage A Bedrijven (niet-agrarisch) Bijlage B Bestaande nevenfuncties bij agrarische bedrijven; Bijlage C Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij; Bijlage D Bestaande functies Uiterwaard; Bijlage E Landhuizen; Bijlage F Maatschappelijk; Bijlage G Recreatie; Bijlage H Sport; Bijlage I Verblijfsrecreatieterreinen; Bijlage J Rijksmonumenten; Bijlage K Gemeentelijke monumenten; Bijlage L Evenemententerreinen; Bijlage M Toegelaten functies in Veluws Bosgebied (EHS), Agrarisch gebied, Agrarisch gebied - Waardevol landschap, Landgoederenzone (EHS) en Uiterwaarden (EHS); 4.
aanbouw
een met het hoofdgebouw verbonden (en vanuit het hoofdgebouw te bereiken) afzonderlijk gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en alleen door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
2
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
5.
aan-huis-gebonden bedrijf
het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, zoals opgenomen in bijlage M Toegelaten functies in Veluws Bosgebied (EHS), Agrarisch gebied, Agrarisch gebied - Waardevol landschap, Landgoederenzone (EHS) en Uiterwaarden (EHS), dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; 6.
aan-huis-gebonden beroep een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch,
medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, niet zijnde een seksinrichting, een escortbedrijf of detailhandel, uitgeoefend in een gebouw en als functie ondergeschikt aan de woonfunctie van het hoofdgebouw; 7.
aardwetenschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het aanwezig zijn van bijzondere aardkundige verschijnselen, zoals steilranden en bodemtypen; 8.
agrarische bebouwing
gebouwen ten dienste van agrarische doeleinden; 9.
agrarisch bedrijf
een bedrijf met agrarische doeleinden; 10. agrarische doeleinden
doeleinden die gericht zijn op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door middel van het houden van dieren (grondgebonden en niet-grondgebonden bedrijven) en/of het telen van gewassen, met uitzondering van glastuinbouw, tenzij anders is bepaald in deze regels; 11. ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde; 12. andere agrarische bouwwerken
andere bouwwerken ten dienste van agrarische doeleinden, waaronder silo’s, mestopslagplaatsen en sleufsilo’s; 13. archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
3
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
14. bedrijfsmatige exploitatie van recreatiebedrijven
het via een bedrijf/stichting of ander rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat de recreatieverblijven daadwerkelijk worden gebruikt voor recreatieve doeleinden en waarbij tevens sprake is van verhuur van de recreatieverblijven ten behoeve van een wisselend gebruik; 15. bestaand bij bouwwerken: bestaande bouwwerken, die ten tijde van de terinzagelegging van het
ontwerp van dit bestemmingsplan (d.d. ….) aanwezig waren of krachtens een verleende bouwvergunning worden of mogen worden gebouwd; bij gebruik: bestaand gebruik, ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan (d.d. ….); 16. bestemmingsvlak
een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming; 17. bijgebouw
een met het hoofdgebouw verbonden (wel of niet vanuit het hoofdgebouw te bereiken) of daarvan vrijstaand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht ten dienste staat van het hoofdgebouw; 18. boomkwekerij
een agrarisch bedrijf dat gericht is op het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en heesters; 19. bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 20. bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende gebouwen en/of andere bouwwerken zijn toegelaten; 21. bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
4
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
22. cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk, landschapselement of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik, dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk, landschapselement of dat gebied heeft gemaakt; 23. detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten behoeve van verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 24. dienstwoning
een (gedeelte van een) gebouw, noodzakelijk voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, belast met het beheer van en/of toezicht op het krachtens deze regels toegelaten (agrarisch) bedrijf of instelling; 25. diepploegen
het omzetten van de grond, gemeten vanaf peil met een diepte van minimaal 0,80 m, ten behoeve van het agrarisch gebruik; 26. ecologische waarden
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de aanwezigheid en samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de kernkwaliteiten EHS en de instandhoudingsdoelstellingen Natura 20001; 27. eigen voortgebrachte producten
producten die door het toegelaten bedrijf zijn voortgebracht, geteeld of vervaardigd; 28. escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend; 29. extensiveringsgebied
ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging, omschakeling of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt, tenzij anders is bepaald in deze regels; Voor een beschrijving van de kernkwaliteiten EHS en instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000 wordt verwezen naar de toelichting. 1
5
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
30. extensief recreatief medegebruik
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, paardrijden, (water)fietsen en kanoën; 31. gebouw
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 32. gemeenschappelijke voorzieningen
gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen, kantines, sport en spel waaronder overdekte zwembaden alsmede aan de bestemming “recreatie” gelieerde en ondergeschikte horeca- en detailhandel; 33. glastuinbouwbedrijf
een agrarisch bedrijf waarbij het telen van gewassen in kassen plaatsvindt; 34. groepsverblijf
een permanent aanwezig gebouw, geen stacaravan of trekkershut zijnde, bestemd om uitsluitend door minimaal 10 personen, die het hoofdverblijf elders hebben, voor recreatieve doeleinden bewoond te worden in het kader van verblijfsrecreatie; 35. grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten, waarbij de productie geheel of nagenoeg geheel afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond (als productiemiddel) waar het bedrijf over kan beschikken; 36. hervestiging van een intensieve veehouderij(tak)
het verplaatsen van een intensieve veehouderij naar een bestaand agrarisch bouwperceel, waarbij de verplaatsing gepaard gaat met omschakeling naar de intensieve veehouderij op dat bouwperceel; 37. hobbymatige basis houden van dieren
het uit liefhebberij/vrijetijdsbesteding houden van dieren waarbij de omvang van de activiteit niet meer bedraagt dan 12 NGE; 38. hoofdgebouw
een gebouw, dat gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 39. horecabedrijf
6
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een bar-dancing, discotheek of nachtclub, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven alsmede erotisch getinte vermaaksfuncties; 40. huishouden
zelfstandige bewoning door een gezin of een andere, minder traditionele woonvorm, waarbij sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning, van continuïteit in de samenstelling van de groep en van een zekere mate van onderlinge verbondenheid; 41. intensieve veehouderij
een agrarisch bedrijf of dat deel van een agrarisch bedrijf waar tenminste 250 m2 aan bedrijfsvloeroppervlak aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet milieubeheer, waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren biologisch gehouden worden (conform artikel 2 van de landbouwkwaliteitswet) en waar geen dieren gehouden worden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer. Voor de definiëring van het begrip intensieve veehouderij is aangesloten op de milieuwetgeving. Ruwweg is intensieve veehouderij het houden van dieren in stallen (meest voorkomend: varkens, pluimvee, kalveren, stieren, nertsen). In het plangebied is de intensieve veehouderij met name gericht op varkenshouderij, vleesstieren, kalverhouderij en nertsen. 42. kas
een gebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal; 43. landhuis
een gebouw of een complex van gebouwen dat vanwege zijn cultuurhistorische, architectonische en monumentale waarde in relatie met zijn cultuurhistorisch waardevolle omgeving als waardevol wordt beschouwd; 44. landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van levende en niet-levende natuur; 45. lichte horecavoorzieningen
een horecavoorziening, die uitsluitend tot hoofddoel heeft het verstrekken van nietalcoholische en licht-alcoholische dranken en versnaperingen;
7
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
46. loonwerkbedrijf
een bedrijf dat in opdracht hoofdzakelijk agrarische werkzaamheden uitvoert; 47. manege
een gebruiksgerichte, dienstverlenende paarden- en ponyhouderij, waarbij het doel is het geven van gelegenheid om met paarden en/of pony’s binnen en/of buiten het betreffende perceel te rijden en het daaruit genereren van inkomsten; 48. minicamping
een terrein met daarbij behorende voorzieningen, zonder jaarstandplaatsen, ter beschikking gesteld voor het houden van maximaal 25 mobiele kampeervoertuigen en/of tenten; 49. mobiele kampeervoertuigen
een tentwagen, een kampeerauto of een caravan (geen stacaravan zijnde), die uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar gebruikt wordt uitsluitend voor recreatieve doeleinden; 50. natuurwaarde
alle levende organismen, hun habitats, de ecosystemen waarvan zij deel uitmaken en de daarmee verbonden uit zichzelf functionerende ecologische processen. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de kernkwaliteiten EHS en de instandhoudingsdoelstellingen Natura 20002;
51. natuurwaarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de aanwezigheid en de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur, zoals geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de kernkwaliteiten EHS en de instandhoudingsdoelstellingen Natura 20003;
52. nevenfuncties
activiteiten die in ruimtelijke en bedrijfseconomische zin een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale bedrijfsactiviteiten op een agrarisch bouwperceel; 53. NGE
Nederlandse Grootte Eenheid is een norm die wordt gebruikt voor de bepaling van de bedrijfsomvang van landbouwbedrijven;
Voor een beschrijving van de kernkwaliteiten EHS en instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000 wordt verwezen naar de toelichting. 3 Voor een beschrijving van de kernkwaliteiten EHS en instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000 wordt verwezen naar de toelichting. 2
8
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
54. niet-grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten, waarbij de productie geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen en niet of slechts in ondergeschikte mate afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond. 55. nieuwvestiging van een intensieve veehouderij
in een bestemmingsplan ten behoeve van een nieuw op te richten intensieve veehouderij een nieuw agrarisch bouwperceel met intensieve veehouderij als toegestane activiteit toelaten op een perceel waar voorheen geen agrarische bebouwing was toegestaan; 56. omschakeling naar een intensieve veehouderij
het geheel of gedeeltelijk omzetten en/of uitbreiden van een grondgebonden agrarisch bedrijf in een intensieve veehouderij; 57. overkapping
een bouwwerk met een open constructie met maximaal één gesloten wand op een bouwperceel, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebruik van het hoofdgebouw; 58. paardenfokken
agrarische bedrijvigheid bestaande uit het fokken van paarden en/of pony’s al dan niet in combinatie met het trainen en/of africhten van deze paarden en/of pony’s; 59. peil
de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte maaiveld; 60. permanente bewoning
gebruik van (een deel van) een gebouw als hoofdwoonverblijf; 61.
Reconstructieplan Veluwe
een plan als bedoeld in artikel 11 van de Reconstructiewet concentratiegebieden; 62. recreatiewoning
een permanent aanwezig gebouw, geen stacaravan zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, voor recreatieve doeleinden bewoond te worden. Hieronder worden tevens aangemerkt een chalet en een vakantiehuisje. Permanente bewoning van de recreatiewoning, chalet of vakantiehuisje is niet toegestaan;
9
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
63. reëel agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf met zodanige omvang en/of structuur dat redelijkerwijs verwacht mag worden, dat tenminste één persoon een halve tot volledige dagtaak heeft met het beheer van het bedrijf, de verzorging van het vee en/of bewerking van het land, dan wel aantoonbaar is dat de minimale omvang van het bedrijf 32 NGE of meer bedraagt; 64. seksinrichting
een voor publiek toegankelijk, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoning van erotische-pornografische aard plaatsvindt. Hieronder wordt in elk geval verstaan een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 65. sierteeltbedrijf
een agrarisch bedrijf dat gericht is op het telen van siergewassen; 66. (sleuf)silo
een bouwwerk - geen mestopslagplaats zijnde - voor het opslaan van agrarische producten; 67. stacaravan
een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede, gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen; 68. teeltondersteunende kassen
kassen waarin producten worden geteeld die een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale agrarische bedrijfsactiviteit; 69. teeltondersteunende voorzieningen
ondersteunende voorzieningen ten behoeve van vollegronds groente-, fruit-, bloemenen boomteelt; 70. trekkershut
een gebouw met een eenvoudige constructie, uitsluitend bestemd voor recreatief nachtverblijf zonder sanitaire voorzieningen; 71. uitbreiding van een intensieve veehouderij
een uitbreiding van de bestaande bebouwing van een intensieve veehouderij;
10
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
72. verkoopvloeroppervlak
de oppervlakte van een ruimte die uitsluitend gebruikt wordt voor het verkopen van producten, niet zijnde de ruimte voor opslag of het vervaardigen/bewerken van producten; 73. verwevingsgebied
ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur, waar hervestiging, omschakeling of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk is mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten. 74. waterkwaliteit
de chemische kwaliteit zowel als de ecologische kwaliteit van de oppervlaktewateren en van het grondwater;
75. woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; 76. Wet op de economische delicten
de wet van 22 juni 1950 (Stb. 1950, nr. K 258), houdende vaststelling van regelingen voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten, zoals deze luidt op het tijdstip van de vaststelling van dit plan; 77. Wet ruimtelijke ordening (Wro)
de wet van 20 oktober 2006 (Stb. 2006, nr. 566), houdende vaststelling van nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het tijdstip van de vaststelling van dit plan. 78. milieuzone - geluidsgevoelige functie
de zone ex artikel 41 Wet geluidhinder, zoals deze is aangegeven op plankaart 2 van het bestemmingsplan Buitengebied, die deel uitmaakt van dit plan.
11
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 2.
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 1.
de hoogte van gebouwen en andere bouwwerken
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of ander bouwwerk; 2.
de oppervlakte van gebouwen
wordt gemeten tussen de buitenzijden van de (verticaal geprojecteerd) gevels, behoudens topgevels en/of indien voorkomend het hart van de scheidsmuur; 3.
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 4.
inhoud van een gebouw
wordt gemeten vanaf het peil tot de bovenzijde van het dakvlak en tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of indien voorkomend het hart van de scheidsmuur waarbij de ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing worden gelaten; 5.
ondergeschikte bouwdelen
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen worden ondergeschikte bouwdelen plinten, pilasters, kozijnen, luifels, gevelversieringen, standleidingen voor hemelwater, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen, gevel- of kroonlijsten, overstekende daken goten, erkers, serres, balkons, trappen, bordessen, funderingen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet mee dan één meter bedraagt.
12
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Hoofdstuk II
Bestemmingsregels
Artikel 3.
Agrarisch met landschapswaarden A
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Agrarisch met landschapswaarden A” aangewezen grond is bestemd voor: a. agrarische doeleinden, agrarische bouwpercelen met bijbehorende erven alsmede het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden waarvoor op plankaart 2 aanduidingen zijn opgenomen met daaraan ondergeschikt: 1. de uitoefening van nevenfuncties bij bestaande agrarische bedrijven, zoals weergegeven in bijlage B “Bestaande nevenfuncties bij agrarische bedrijven” met de corresponderende cijferaanduiding; 2. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf; 3. het op hobbymatige basis houden van dieren; 4. detailhandel in eigen voortgebrachte producten en streekgeproduceerde producten; 5. instandhouding van waardevolle bebouwingskenmerken en -elementen van de ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waardevolle bebouwing voor zover de bebouwing op plankaart 1 als “Rijksmonument” of “Gemeentelijk monument” zijn aangeduid en opgenomen in bijlage J “Rijksmonumenten” en Bijlage K “Gemeentelijke monumenten” met de corresponderende cijferaanduiding; 6. extensief recreatief medegebruik, voor zover de onder a genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast; b. een terrein voor jaarlijks terugkerende één- of meerdaagse evenementen, zoals opgenomen in bijlage L “Evenemententerreinen”, ter plaatse van de aanduiding “evenemententerrein” op plankaart 1. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. uitsluitend mag voor één reëel agrarisch bedrijf binnen een op plankaart 1 aangegeven agrarisch bouwperceel worden gebouwd. Ter plaatse van de aanduiding “relatie” worden de gronden van de betreffende percelen aangemerkt als één bouwperceel; 2. de bestaande oppervlakte van het agrarische bouwperceel geldt als maximum; 3. het bestaand aantal dienstwoningen geldt als maximum; 4. voor de dienstwoningen geldt dat de bestaande oppervlakte met maximaal 25% mag worden vergroot tot een maximum van 150 m²;
13
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
5. indien de bestaande oppervlakte van de woning meer dan 150 m² bedraagt, geldt deze oppervlakte als maximum bij herbouw. (Ingeval de bestaande oppervlakte minder bedraagt dan 150 m² geldt de regeling zoals vermeld onder lid 2, sub a.4); 6. de herbouw van de woning is mogelijk waarbij de nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal 3 m van de bestaande bebouwingscontour; 7. voor de dienstwoningen en de bedrijfsgebouwen dienen de volgende goothoogteen maximale hoogtematen in acht te worden genomen; goothoogte / hoogte (in meters) dienstwoningen
3/9
bedrijfsgebouwen
6 / 10
8. ingeval de bestaande oppervlakte, goothoogte en hoogte van de dienstwoningen en bedrijfsgebouwen groter of hoger zijn dan de in de vorige leden genoemde maten, gelden deze als maximum; 9. teeltondersteunende kassen zijn tot een maximale oppervlakte van 1000 m² toegelaten, danwel de bestaande (vergunde) oppervlakte; 10. maximaal 50 m² van de oppervlakte van bebouwing mag worden gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf mits deze activiteiten geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking hebben; 11. maximaal 25 m² van de oppervlakte van bebouwing mag worden gebruikt voor detailhandel in eigen voortgebrachte producten mits deze activiteiten geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking hebben; 12. ter plaatse van de aanduiding “Paardenstal P1” en “Paardenstal P2”op plankaart 1 is uitsluitend één gebouw voor het stallen van paarden toegelaten. De oppervlakte, goothoogte en hoogte van “paardenstal P1” bedragen maximaal 95 m² respectievelijk maximaal 3 m en 5 m en van “paardenstal P2” maximaal 30 m² respectievelijk maximaal 2,2 m en 2,9 m; 13. in afwijking van het gestelde in de aanhef van lid 2, geldt voor agrarische bedrijven: a. dat nieuwvestiging en hervestiging van een intensieve veehouderij(tak)4 omschakeling naar intensieve veehouderijen alsmede de uitbreiding hiervan binnen het extensiveringsgebied, zoals aangeduid op plankaart 3, niet is toegelaten; b. dat uitbreiding van de agrarische bebouwing ten behoeve van de bestaande intensieve veehouderij(tak), zoals aangegeven op plankaart 1, aangeduid met een cijfer, en gelegen binnen het extensiveringsgebied uitsluitend toegestaan is in het kader van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid5;
4
Zoals gedefinieerd in het Reconstructieplan Veluwe (zie artikel 1 begripsomschrijvingen) Deze bedrijven zijn opgenomen in bijlage C“agrarische bedrijven met intensieve veehouderij” met bijhorende maximale oppervlakte ten behoeve van de intensieve veehouderij(tak), diersoort en gebied. 5
14
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
die gelegen zijn in het verwevingsgebied6 dat maximaal 1 ha van het agrarische bouwperceel mag worden gebruikt voor de uitbreiding van een bestaande intensieve veehouderij (tak), de hervestiging van of omschakeling naar een intensieve veehouderij(tak) 7; d. indien de oppervlakte van de bestaande bebouwing dat gebruikt wordt voor de intensieve veehouderij, als bedoeld onder a, ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan, meer dan 1 ha bedraagt geldt deze oppervlakte met het bijbehorend aantal dierplaatsen als maximum; e. dat het (deel van het) agrarische bouwperceel, dat gebruikt wordt ten behoeve van een bestaande intensieve veehouderij(tak), als bedoeld in sub a tot en met d, maximaal 10% mag worden uitgebreid met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1. indien en voor zover deze uitbreiding van het bouwperceel noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid en 2. het aanwezige aantal dierplaatsen neemt niet toe; f. dat bij de uitbreiding, als bedoeld in sub e, waarbij vergroting van het agrarische bouwperceel noodzakelijk is, toepassing kan worden gegeven aan de wijzigingsprocedure, als bedoeld in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening. c.
b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de maximale hoogte hiervan binnen het agrarisch bouwperceel, zoals aangeduid op plankaart 1, is in onderstaande tabel vermeld: andere bouwwerken
hoogte (in meters)
zwembaden
0,6
sleufsilo’s
2,5
verlichtings- en vlaggenmasten
8
mestsilo’s
4
silo’s
12
overkappingen
3
2. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 75 m² bedragen; 3. hoogte van overige andere bouwwerken binnen het agrarisch bouwperceel mag maximaal 2 m bedragen;
6
Dit betreft alle gronden buiten het extensiveringsgebied, zoals op plankaart 3 aangeduid. Deze bedrijven zijn opgenomen in bijlage C“agrarisch bedrijven met intensieve veehouderij” met bijhorende maximale oppervlakte ten behoeve van de intensieve veehouderij(tak), diersoort en gebied. 7
15
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
4. de hoogte van andere bouwwerken buiten het agrarisch bouwperceel bedraagt maximaal 1,25 m; 5. uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding “agrarisch gebied” op plankaart 3 zijn aansluitend op het agrarisch bouwperceel (buiten het agrarisch bouwperceel) sleufsilo’s en mestplaten met een gezamenlijke maximale oppervlakte van 1000 m² en een maximale hoogte van 1,5 m toegelaten. 3. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 zijn de volgende ontheffingsbevoegdheden opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1); - een tweede agrarische dienstwoning (nr.2); - het exploiteren van een minicamping (nr.3); - vormwijziging van het agrarisch bouwperceel (nr.4); - overschrijding van de grens van het agrarisch bouwperceel (nr.4a); - sleufsilo’s en mestplaten (nr.4b); - niet-agrarische bedrijfsactiviteiten, waarbij de niet-agrarische activiteit ondergeschikt blijft aan de (agrarische) hoofdactiviteit (nr.5); - het oprichten van een paardenbak (nr.6); - het oprichten van antennemasten (nr. 12). 4. Aanlegvergunning Ten aanzien van de werken en werkzaamheden buiten het (agrarisch) bouwperceel, die mogelijk nadelige gevolgen kunnen hebben voor de aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten is het aanlegvergunningenstelsel, zoals weergegeven in artikel 27 van deze regels van toepassing. Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden binnen het (agrarisch) bouwperceel is geen aanlegvergunning vereist. 5. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen de regels en/of plankaart van deze bestemming wijzigen. In artikel 25 zijn de volgende wijzigingsbevoegdheden opgenomen: - vergroten van de afmetingen van het agrarisch bouwperceel (nr.13); - functiewijziging in wonen (nr.14); - bestemmingswijziging in “Bos” (BO), “Bos met natuurwaarden” (BO-N) en “Bos met natte natuurwaarden” (BO-NN), als bedoeld art. 7 en “Natuur” als bedoeld art. 10 (nr.15); - functiewijziging in niet-agrarische bedrijfsactiviteiten, als bedoeld in artikel 5, waarbij de agrarische hoofdactiviteit vervalt (nr.16). 6. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
16
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 4.
Agrarisch - Uiterwaard A-U
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 als “Agrarisch - Uiterwaard A-U” aangewezen grond is bestemd voor: a. agrarische doeleinden, agrarische bouwpercelen met bijbehorende erven alsmede het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden waarvoor op plankaart 2 aanduidingen zijn opgenomen; b. waterberging, met daaraan ondergeschikt: c. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf; d. het op hobbymatige basis houden van dieren; e. detailhandel in eigen voortgebrachte producten en streekgeproduceerde producten; f. instandhouding van waardevolle bebouwingskenmerken en -elementen van de ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waardevolle bebouwing voor zover de bebouwing op plankaart 1 als “Rijksmonument” of “Gemeentelijke monument” zijn aangeduid en opgenomen in bijlage J “Rijksmonumenten” en bijlage K “Gemeentelijke monumenten” met de corresponderende cijferaanduiding; g. extensief recreatief medegebruik, voor zover de onder a genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn bestaande gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. uitsluitend mag voor één reëel agrarisch bedrijf binnen een op plankaart 1 aangegeven agrarisch bouwperceel worden gebouwd. Ter plaatse van de aanduiding “relatie” worden de gronden van de betreffende percelen aangemerkt als één bouwperceel; 2. de toegelaten maximale oppervlakte van de gebouwen is in bijlage D “Bestaande functies Uiterwaard” weergegeven; 3. in afwijking van het bepaalde in lid 2, sub a, onder 2, mag de maximale oppervlakte van de gebouwen, genoemd in bijlage D, eenmalig vermeerderd worden met maximaal 10%. Voor dienstwoningen geldt dat deze met 10% mogen worden uitgebreid tot het maximum van 150 m²; 4. indien de bestaande oppervlakte van de woning meer dan 150 m² bedraagt, geldt deze oppervlakte als maximum bij herbouw. (Ingeval de bestaande oppervlakte minder bedraagt dan 150 m² geldt de regeling zoals vermeld onder lid 2, sub a.3); 5. de herbouw van de woning is mogelijk waarbij de nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal 3 m van de bestaande bebouwingscontour;
17
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
6. voor de dienstwoningen en de bedrijfsgebouwen dienen de volgende goothoogteen maximale hoogtematen in acht te worden genomen: goothoogte / hoogte (in meters) dienstwoningen
3/9
bedrijfsgebouwen
6 / 10
7. ingeval de bestaande goothoogte en hoogte van dienstwoningen en bedrijfsgebouwen hoger zijn dan de in de vorige leden genoemde maten, gelden deze als maximum; 8. maximaal 50 m² van de oppervlakte van bebouwing mag worden gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf mits deze activiteiten geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking hebben; 9. maximaal 25 m² van de oppervlakte van bebouwing mag worden gebruikt voor detailhandel in eigen voortgebrachte producten mits deze activiteiten geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking hebben; 10. in afwijking van het gestelde in de aanhef van lid 2 geldt voor agrarische bedrijven: a. die gelegen zijn in het verwevingsgebied8 dat maximaal 1 ha van het agrarische bouwperceel mag worden gebruikt voor de uitbreiding van een bestaande intensieve veehouderij (tak), de hervestiging van of omschakeling naar een intensieve veehouderij(tak)9; b. indien de oppervlakte van de bestaande bebouwing dat gebruikt wordt voor de intensieve veehouderij, als bedoeld onder a, ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan, meer dan 1 ha bedraagt geldt deze oppervlakte met het bijbehorend aantal dierplaatsen als maximum; c. dat het (deel van het) agrarische bouwperceel, dat gebruikt wordt ten behoeve van een bestaande intensieve veehouderij(tak), als bedoeld in sub a en b, maximaal 10% mag worden uitgebreid met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1. indien en voor zover deze uitbreiding van het bouwperceel noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid en 2. het aanwezige aantal dierplaatsen neemt niet toe; d. dat bij de uitbreiding, als bedoeld in sub c, waarbij vergroting van het agrarische bouwperceel noodzakelijk is, toepassing kan worden gegeven aan de wijzigingsprocedure, als bedoeld in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening.
Dit betreft alle gronden buiten het extensiveringsgebied, zoals op plankaart 2 aangeduid. Deze bedrijven zijn opgenomen in bijlage C“agrarische bedrijven met intensieve veehouderij” met bijhorende maximale oppervlakte ten behoeve van de intensieve veehouderij(tak), diersoort en gebied. 8 9
18
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de maximale hoogte hiervan binnen het agrarisch bouwperceel, zoals aangeduid op plankaart 1, is in onderstaande tabel vermeld: andere bouwwerken
hoogte (in meters)
zwembaden
0,6
sleufsilo’s
2,5
verlichtings- en vlaggenmasten
8
mestsilo’s
4
silo’s
12
overkappingen
3
2. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 75 m² bedragen; 3. hoogte van overige andere bouwwerken binnen het agrarisch bouwperceel mag maximaal 2 m bedragen; 4. de hoogte van andere bouwwerken buiten het agrarisch bouwperceel bedraagt maximaal 1,25 m; 3. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 zijn de volgende ontheffingsbevoegdheden opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1); - vormwijziging van het agrarisch bouwperceel (nr.4); - overschrijding van de grens van het agrarisch bouwperceel (nr.4a); - sleufsilo’s en mestplaten (nr.4b); - niet-agrarische bedrijfsactiviteiten, waarbij de niet-agrarische activiteit ondergeschikt blijft aan de (agrarische) hoofdactiviteit (nr.5); 4. Aanlegvergunning Ten aanzien van de werken en werkzaamheden buiten het (agrarisch) bouwperceel, die mogelijk nadelige gevolgen kunnen hebben voor de aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten, is het aanlegvergunningenstelsel, zoals weergegeven in artikel 27 van deze regels van toepassing. Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden binnen het (agrarisch) bouwperceel is geen aanlegvergunning vereist. 5. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen de regels en/of plankaart van deze bestemming wijzigen. In artikel 25 zijn de volgende wijzigingsbevoegdheden opgenomen: - vergroten van de afmetingen van het agrarisch bouwperceel (nr.13);
19
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
-
functiewijziging in wonen (nr.14); bestemmingswijziging in “Bos” (BO), “Bos met natuurwaarden” (BO-N) en “Bos met natte natuurwaarden” (BO-NN), als bedoeld art. 7 en “Natuur” als bedoeld art. 10 (nr.15); functiewijziging in niet-agrarische bedrijfsactiviteiten, als bedoeld in artikel 6, waarbij de agrarische hoofdactiviteit vervalt (nr.16); extra bouwmogelijkheden bedrijfsbebouwing (nr.17).
6. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
20
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 5.
Bedrijf B (niet-agrarisch)
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “bedrijf B” (niet-agrarisch) aangewezen grond is bestemd voor: a. de uitoefening van een niet-agrarisch bedrijf, zoals weergegeven in kolom 3 “feitelijke bedrijvigheid” van bijlage A “Bedrijven (niet-agrarisch)” met de corresponderende cijferaanduiding, met daaraan ondergeschikt: b. dienstwoning(en), uitsluitend indien dit in bijlage A “Bedrijven (niet-agrarisch)” is aangegeven; c. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf; d. het op hobbymatige basis houden van dieren; e. detailhandel in eigen voortgebrachte producten en streekgeproduceerde producten; f. bij het bedrijf behorende erven, voor onder andere parkeervoorzieningen; g. een terrein voor jaarlijks terugkerende één- of meerdaagse evenementen, zoals opgenomen in bijlage L “Evenemententerreinen”, ter plaatse van de aanduiding “evenemententerrein” op plankaart 1. 2. Inrichtingseisen Bij uitvoering van de in lid 1 vermelde doeleinden dient op de aangewezen gronden in voldoende mate te worden voorzien in parkeergelegenheid en in voldoende ruimte voor de logistieke afwikkeling van het (vracht)verkeer. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. de gezamenlijke bestaande en toegelaten oppervlakte van bedrijfsgebouwen en overkappingen is opgenomen in bijlage A “Bedrijven (niet-agrarisch)” en mag met maximaal 10% worden vergroot binnen het bestemmingvlak. Ter plaatse van de aanduiding “bouwvlak” zijn gebouwen uitsluitend toegelaten binnen het bouwvlak; 2. het aantal toegelaten dienstwoningen is in bijlage A “Bedrijven (niet-agrarisch)” aangegeven; 3. voor de dienstwoningen geldt dat de bestaande oppervlakte met maximaal 25% mag worden vergroot tot een maximum van 150 m²; 4. indien de bestaande oppervlakte van de woning meer dan 150 m² bedraagt, geldt deze oppervlakte als maximum bij herbouw. (Ingeval de bestaande oppervlakte minder bedraagt dan 150 m² geldt de regeling zoals vermeld onder lid 3, sub a.3);
21
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
5. de herbouw van de woning is mogelijk waarbij de nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal 3 m van de bestaande bebouwingscontour; 6. voor de dienstwoningen en de bedrijfsgebouwen dienen de volgende goothoogteen maximale hoogtematen in acht te worden genomen: goothoogte / hoogte (in meters) dienstwoningen
3/9
bedrijfsgebouw
6 / 10
7. ingeval goothoogte en hoogte van een dienstwoning hoger zijn dan de in het vorige leden genoemde maten, gelden deze als maximum; 8. ingeval in bijlage A “Bedrijven (niet-agrarisch)” voor bedrijfsgebouwen een afwijkende goothoogte- en/of hoogtemaat is vermeld, geldt deze als maximum; b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de maximale hoogte hiervan is in onderstaande tabel vermeld: andere bouwwerken
hoogte (in meters)
zwembaden
0,6
overkappingen
3
verlichtings- en vlaggenmasten
8
2. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 75 m² bedragen; 3. hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen. 4. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 zijn de volgende ontheffingsbevoegdheden opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1); - toelaten andere niet-agrarische bedrijfsactiviteiten (nr. 7); - het oprichten van antennemasten (nr. 12). 5. Aanlegvergunning Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden binnen het bouwperceel is geen aanlegvergunning vereist. 6. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen de regels en/of plankaart van deze bestemming wijzigen. In artikel 25 is volgende wijzigingsbevoegdheid opgenomen: - functiewijziging in wonen (nr.14). 7. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
22
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 6.
Bos BO
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 als “Bos BO” aangewezen grond, nader onderscheiden in drie categorieën, is bestemd voor: a. categorie “Bos” (BO): de houtproductie en de bescherming van natuur- en landschapswaarden; b. categorie “Bos met natuurwaarden” (BO-N): primair de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden en ondergeschikt daaraan houtproductie; c. categorie “Bos met natte natuurwaarden” (BO-NN): de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natte natuur- en landschapswaarden en ondergeschikt daaraan houtproductie, alsmede de bescherming van de grondwaterstand, grondwaterstroming en de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater, met daaraan ondergeschikt extensief recreatief medegebruik, voor zover de onder a tot en met c genoemde waarden niet significant worden aangetast. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan en voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de hoogte van een brandtoren mag maximaal 30 m bedragen; 2. de hoogte van een hoogzit of een uitkijktoren ten behoeve van natuurbeleving en faunabeheer mag maximaal 7 m bedragen; 3. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen. 3. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 is de volgende ontheffingsbevoegdheid opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1). 4. Aanlegvergunning Ten aanzien van de werken en werkzaamheden die mogelijk nadelige gevolgen kunnen hebben voor de aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten, is het aanlegvergunningenstelsel, zoals weergegeven in artikel 27 van deze regels van toepassing. 5. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
23
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 7.
Landhuis L
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Landhuis L” aangewezen grond is bestemd voor: a. beheer en/of herstel van de cultuurhistorische bebouwing, tuinen, gewassen en houtopstanden; b. doeleinden - indien en voor zover weergegeven - zoals weergegeven in bijlage E “Landhuizen” met de corresponderende Romeinse cijferaanduiding; c. `behoud, beheer en herstel van landschappelijke en ecologische waarden; met daaraan ondergeschikt: d. bij het landhuis behorende erven, voor onder andere parkeervoorzieningen; e. het op hobbymatige basis houden van dieren; f. instandhouding van waardevolle bebouwingskenmerken en -elementen van de ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waardevolle bebouwing voor zover de bebouwing op plankaart 1 als “Rijksmonument” of “Gemeentelijk monument” zijn aangeduid en opgenomen in bijlage J “Rijksmonumenten” en Bijlage K “Gemeentelijke monumenten” met de corresponderende cijferaanduiding. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. de gezamenlijke bestaande en toegelaten oppervlakte van gebouwen en overkappingen is opgenomen in bijlage E “Landhuizen” en mag met maximaal 10% worden vergroot; 2. voor de hoofdgebouwen, bijgebouwen, dienstwoningen en bijgebouwen bij dienstwoningen dienen de volgende goothoogte en maximale hoogtematen in acht te worden genomen: goothoogte / hoogte (in meters) hoofdgebouw (landhuis)
12 / 15
bijgebouw bij landhuis
5/9
dienstwoning
7/9
bijgebouw bij dienstwoning
5/7
b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de maximale hoogte hiervan is in onderstaande tabel vermeld: andere bouwwerken
hoogte (in meters)
zwembaden
0,6
24
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
overkappingen
3
verlichtings- en vlaggenmasten
8
2. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 75 m² bedragen; 3. hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen. 3. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 zijn de volgende ontheffingsbevoegdheden opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1); - nevenactiviteiten, waarbij de nevenactiviteit ondergeschikt blijft aan de hoofdactiviteit (nr.8). 4. Aanlegvergunning Ten aanzien van de werken en werkzaamheden, die mogelijk nadelige gevolgen kunnen hebben voor de aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten, is het aanlegvergunningenstelsel, zoals weergegeven in artikel 27 van deze regels van toepassing. 5. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
25
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 8.
Maatschappelijk M
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Maatschappelijk M” aangewezen grond is bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, zoals weergegeven in bijlage F “Maatschappelijke voorzieningen” met de corresponderende letteraanduiding met ondergeschikt daaraan erven, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen. 2. Inrichtingseisen Bij uitvoering van de in lid 1 vermelde doeleinden dient op de aangewezen grond in voldoende mate te worden voorzien in parkeergelegenheid en in voldoende ruimte voor de logistieke afwikkeling van het (vracht)verkeer. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. de gezamenlijke bestaande en toegelaten oppervlakte van gebouwen is opgenomen in bijlage F “Maatschappelijke voorzieningen“ en mag met maximaal 10% worden vergroot; 2. de goothoogte en hoogte van de bestaande gebouwen, die vermeld zijn in bijlage F gelden als maximum. b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de hoogte van verlichtings- en vlaggenmasten mag maximaal 8 m bedragen; 2. de hoogte van overkappingen mag maximaal 3 m; 3. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen. 4. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 is de volgende ontheffingsbevoegdheid opgenomen: afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1). 5. Aanlegvergunning Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden binnen het bouwperceel is geen aanlegvergunning vereist. 6. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
26
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 9.
Natuur N
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 als “Natuur N” aangewezen grond, nader onderscheiden in twee categorieën is bestemd voor: a. categorie “Natuur N” : de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden; b. categorie “Natte Natuur N-NN” : de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natte natuur- en landschapswaarden alsmede de bescherming van de grondwaterstand, grondwaterstroming en de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater, met daaraan ondergeschikt extensief recreatief medegebruik, voor zover de onder a en b genoemde waarden niet significant worden aangetast. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan en voor andere bouwwerken geldt het volgende: a. de hoogte van een brandtoren mag maximaal 30 m bedragen; b. de hoogte van een hoogzit of een uitkijktoren ten behoeve van natuurbeleving en faunabeheer mag maximaal 7 m bedragen; c. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m mag bedragen. 3. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 is de volgende ontheffingsbevoegdheid opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1). 4. Aanlegvergunning Ten aanzien van de werken en werkzaamheden die mogelijk nadelige gevolgen kunnen hebben voor de aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten, is het aanlegvergunningenstelsel, zoals weergegeven in artikel 27 van deze regels van toepassing. 5. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
27
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 10.
Recreatie R
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Recreatie R” aangewezen grond is bestemd voor : a. dagrecreatie, zoals weergegeven in bijlage G “Recreatie” met de corresponderende letteraanduiding, gebouwen, niet-zijnde (dienst)woningen, ten behoeve van recreatieve activiteiten met daaraan gelieerde en ondergeschikte horeca- en parkeervoorzieningen alsmede parkeervoorzieningen; b. een terrein voor jaarlijks terugkerende één- of meerdaagse evenementen, zoals opgenomen in bijlage L “Evenemententerreinen”, ter plaatse van de aanduiding “evenemententerrein” op plankaart 1. 2. Inrichtingseisen Bij uitvoering van de in lid 1 vermelde doeleinden dient op de aangewezen grond in voldoende mate te worden voorzien in parkeergelegenheid. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. de gezamenlijke bestaande en toegelaten oppervlakte van gebouwen en overkappingen is opgenomen in bijlage G “Recreatie“ en mag met maximaal 10% worden vergroot; 2. de goothoogte en hoogte van de bestaande gebouwen, die vermeldt zijn in bijlage G gelden als maximum; 3. van de maximale toegelaten oppervlakte mag 50 m² worden gebruikt voor een aan recreatie gelieerde en ondergeschikte horecavoorziening. b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de hoogte van verlichtings- en vlaggenmasten mag maximaal 8 m bedragen; 2. de hoogte van overkappingen mag maximaal 3 m bedragen; 3. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen. 4. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 is de volgende ontheffingsbevoegdheid opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1). 5. Aanlegvergunning Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden binnen het bouwperceel is geen aanlegvergunning vereist.
28
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
6. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
29
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 11.
Sport S
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Sport S” aangewezen grond is bestemd voor : b. sportterreinen, zoals weergegeven in bijlage H “Sport” met de corresponderende letteraanduiding, gebouwen, niet-zijnde (dienst)woningen, ten behoeve van sportactiviteiten met daaraan gelieerde en ondergeschikte horecaen parkeervoorzieningen alsmede groenvoorzieningen; b. een terrein voor jaarlijks terugkerende één- of meerdaagse evenementen, zoals opgenomen in bijlage L “Evenemententerreinen”, ter plaatse van de aanduiding “evenemententerrein” op plankaart 1. 2. Inrichtingseisen Bij uitvoering van de in lid 1 vermelde doeleinden dient op de aangewezen grond in voldoende mate te worden voorzien in parkeergelegenheid. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. de gezamenlijke bestaande en toegelaten oppervlakte van gebouwen en overkappingen is opgenomen in bijlage H “Sport“ en mag met maximaal 10% worden vergroot; 4. de goothoogte en hoogte van de bestaande gebouwen, die vermeldt zijn in bijlage H gelden als maximum; 5. van de maximale toegelaten oppervlakte mag 50 m² worden gebruikt voor een aan de sport gelieerde en ondergeschikte horecavoorziening. b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de hoogte van verlichtings- en vlaggenmasten mag maximaal 8 m bedragen. Op het sportterrein, vermeld onder E in bijlage H, zijn geen verlichtingsmasten toegelaten; 2. de hoogte van overkappingen mag maximaal 3 m; 3. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen. 4. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 is de volgende ontheffingsbevoegdheid opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1); - het oprichten van antennemasten (nr. 12).
30
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
5. Aanlegvergunning Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden binnen het bouwperceel is geen aanlegvergunning vereist. 6. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
31
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 12.
Verblijfsrecreatie VR
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Verblijfsrecreatie VR” aangewezen grond is bestemd voor: a. een recreatiewoning, ter plaatse van de aanduiding “RW”; b. 7 verblijfsrecreatieterreinen, zoals vermeld in bijlage I “Verblijfsrecreatieterreinen” met de corresponderende Romeinse cijferaanduiding. Deze grond is, uitsluitend in het kader van een bedrijfsmatige exploitatie ten behoeve van recreatieve doeleinden, bestemd voor: verblijfsrecreatieterrein I: vakantiepark Coldenhove (Landal Greenpark): 1. verblijfsrecreatieve doeleinden in recreatieverblijven en gemeenschappelijke voorzieningen, zoals nader aangeduid met “VR-V Recreatie-voorzieningen” op plankaart 1 en aangegeven in bijlage I; 2. verblijfsrecreatieve doeleinden in trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten, zoals nader aangeduid met “VR-K Recreatie-kamperen” op plankaart 1. Het maximum aantal standplaatsen voor trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten is aangegeven in bijlage I; 3. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, en ondergeschikt daaraan: 4. aan verblijfsrecreatieve doeleinden gelieerde en ondergeschikte horecavoorzieningen en detailhandelsactiviteiten - waarvan de maximale oppervlakte in bijlage I is opgenomen als onderdeel van de gemeenschappelijke voorzieningen - alsmede kantoordoeleinden; 5. bij het verblijfsrecreatieterrein behorende erven, ontsluitingswegen en paden, voor parkeervoorzieningen, sport- en spelvoorzieningen en groenvoorzieningen. verblijfsrecreatieterrein II: Zuiderzon 1. verblijfsrecreatieve doeleinden, alsmede ondergeschikt daaraan culturele en/of educatieve doeleinden, uitsluitend in een verblijfsaccommodatie, 2. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, en ondergeschikt daaraan: 3. bij het verblijfsrecreatieterrein behorende gemeenschappelijke voorzieningen, erven, ontsluitingswegen en paden, voor parkeervoorzieningen, sport- en spelvoorzieningen en groenvoorzieningen. verblijfsrecreatieterrein III: camping de Hallse Hul: 1. gemeenschappelijke voorzieningen, zoals nader aangeduid met “R-V Recreatievoorzieningen” op plankaart 1 en aangegeven in bijlage I:
32
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
verblijfsrecreatieve doeleinden in trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten, zoals nader aangeduid met “R-K Recreatie-kamperen” op plankaart 1. Het maximum aantal standplaatsen voor trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten is aangegeven in bijlage I; 3. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, en ondergeschikt daaraan: 4. bij het verblijfsrecreatieterrein behorende erven, ontsluitingswegen en paden, voor parkeervoorzieningen, sport- en spelvoorzieningen en groenvoorzieningen.
2
verblijfsrecreatieterrein IV: camping De Kikker 1. verblijfsrecreatieve doeleinden in trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten. Het maximum aantal standplaatsen voor trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten is aangegeven in bijlage I, 2. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, met daaraan ondergeschikt: 3. bij het verblijfsrecreatieterrein behorende gemeenschappelijke voorzieningen, erven, ontsluitingswegen en paden, voor parkeerdoeleinden, sport- en spelvoorzieningen en groenvoorzieningen. verblijfsrecreatieterrein V: naturistencamping Gelre 1. verblijfsrecreatieve doeleinden in trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten. Het maximum aantal standplaatsen voor trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten is aangegeven in bijlage I, 2. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, met daaraan ondergeschikt: 3. bij het verblijfsrecreatieterrein behorende gemeenschappelijke voorzieningen, erven, ontsluitingswegen en paden, voor parkeervoorzieningen, sport- en spelvoorzieningen en groenvoorzieningen. verblijfsrecreatieterrein VI: Robertsoord 1. verblijfsrecreatieve doeleinden in mobiele kampeervoertuigen, tenten, trekkershutten, recreatiewoningen en stacaravans. Het maximum aantal standplaatsen voor trekkershutten, mobiele kampeervoertuigen en tenten is aangegeven in bijlage I, 2. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, met daaraan ondergeschikt: 3. bij het verblijfsrecreatieterrein behorende gemeenschappelijke voorzieningen, erven, ontsluitingswegen en paden, voor parkeervoorzieningen, sport- en spelvoorzieningen en groenvoorzieningen.
33
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
verblijfsrecreatieterrein VII: ABK-huis: 1. verblijfsrecreatieve doeleinden in een verblijfsaccommodatie tot maximaal 60 personen en gemeenschappelijke voorzieningen, zoals nader aangeduid met “R-V Recreatie-voorzieningen” op plankaart 1 en aangegeven in bijlage I: 2. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, en ondergeschikt daaraan: 3. bij het verblijfsrecreatieterrein behorende erven, ontsluitingswegen en paden, voor parkeervoorzieningen, sport- en spelvoorzieningen en groenvoorzieningen. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. de goothoogte en hoogte van een recreatiewoning, ter plaatse van de aanduiding “RW”, bedragen maximaal 3 en 7 m. De oppervlakte van een recreatiewoning, inclusief bijgebouwen, bedraagt maximaal 75 m²; 2. indien de bestaande maten van een recreatiewoning meer bedragen, dan de in lid 2.a.1 genoemde maten gelden deze maten als maximum bij herbouw; 3. het aantal bestaande en toegelaten dienstwoningen, het aantal en soort van de verblijfsaccommodaties, de gemeenschappelijke voorzieningen en overkappingen, is opgenomen in bijlage I “Verblijfsrecreatieterreinen” en geldt als maximum; 4. in afwijking van het bepaalde onder lid 2.a.3 mag de gezamenlijke oppervlakte van de gemeenschappelijke voorzieningen, zoals vermeld in bijlage I “Verblijfsrecreatieterreinen”, behorende bij één verblijfsrecreatieterrein met maximaal 10% toenemen; 5. voor de dienstwoningen geldt dat de bestaande oppervlakte met maximaal 25% mag worden vergroot tot een maximum van 150 m²; 6. indien de bestaande oppervlakte van de woning meer dan 150 m² bedraagt, geldt deze oppervlakte als maximum bij herbouw. (Ingeval de bestaande oppervlakte minder bedraagt dan 150 m² geldt de regeling zoals vermeld onder lid 2.a.5); 7. de herbouw van de woning is mogelijk waarbij de nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal 3 m van de bestaande bebouwingscontour; 8. voor dienstwoningen, gemeenschappelijke voorzieningen, recreatiewoningen, groepsverblijven, stacaravans en trekkershutten alsmede bijgebouwen bij recreatiewoningen, stacaravans en trekkershutten gelden de volgende maximale oppervlakten, goothoogten en hoogten:
34
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Gebouwen
Oppervlakte
Goothoogte/hoogte
(in m²)
(in meters)
150
3/9
Zie bijlage I
3/6
recreatiewoning
7510
3/7
groepsrecreatiewoning (LandalGreenpark)
164
2,5/5
recreatieverblijf (Zuiderzon)
515
4,5/7
recreatieverblijf (ABK-huis)
550
4,5/7,5
stacaravan
4011
3/3
bijgebouwen bij recreatiewoningen, stacaravans
15
3/3
trekkershut
20
2/4
dienstwoning gemeenschappelijke voorzieningen
9. ingeval goothoogte en hoogte van een dienstwoning, groter of hoger zijn dan de in het vorige leden genoemde maten, gelden deze als maximum; 10. op een verblijfsrecreatieterrein zijn maximaal 2 trekkershutten toegelaten, tenzij anders is aangegeven in bijlage I van de regels; 11. maximaal 50 m² van de gebouwen voor gemeenschappelijk voorzieningen mag worden gebruikt voor aan verblijfsrecreatieve doeleinden gelieerde en ondergeschikte horecavoorzieningen en/of detailhandelsactiviteiten, met uitzondering van verblijfsrecreatieterrein I. Hiervoor geldt de maximale oppervlakte als vermeld in bijlage I; 12. recreatiewoningen en groepsverblijven mogen niet worden uitgevoerd met onder het peil gelegen kelders en verblijfsruimten. b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de maximale hoogte hiervan is in onderstaande tabel vermeld: andere bouwwerken
hoogte (in meters)
zwembaden
0,6
overkappingen
3
verlichtings- en vlaggenmasten
8
2. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 75 m² bedragen; 3. hoogte van overige andere bouwwerken binnen het agrarisch bouwperceel mag maximaal 2 m bedragen.
10 11
Oppervlakte inclusief bijgebouwen Oppervlakte inclusief bijgebouwen
35
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
3. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 is de volgende ontheffingsbevoegdheid opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1); maximum aantal standplaatsen voor mobiele kampeervoertuigen en tenten (nr. 9 ). 4. Aanlegvergunning Ten aanzien van de werken en werkzaamheden die mogelijk nadelige gevolgen kunnen hebben voor de aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten, is het aanlegvergunningenstelsel, zoals weergegeven in artikel 27 van deze regels van toepassing. 5. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
36
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 13.
Verkeer V
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Verkeer V” aangewezen grond is bestemd voor verkeersdoeleinden, waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden: 1. Gebiedstoegangsweg V-G; 2. Ontsluitingsweg V-O; 3. Onverharde weg V-ON; 4. Paden V-P 5. Spoorlijn V-S. 6. Verharde weg V-V, met daaraan ondergeschikt: a. groenvoorzieningen, beplanting en bermsloten; b. geluidswerende voorzieningen waaronder geluidswallen tot maximale hoogte van 3 m. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan en voor andere bouwwerken geldt het volgende: a. de hoogte van geluidschermen bedraagt maximaal 3 m; b. de hoogte van bruggen, viaducten, bewegwijzering en verlichtingsmasten bedraagt maximaal 8 m; c. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen. 3. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 is de volgende ontheffingsbevoegdheid opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1); - het oprichten van antennemasten (nr. 12)
4. Aanlegvergunning Ten aanzien van de werken en werkzaamheden, die mogelijk leiden tot significante aantasting van de aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten, is het aanlegvergunningenstelsel, zoals weergegeven in artikel 27 van deze regels van toepassing. 5. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
37
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 14.
Water WA
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 als “Water WA” aangewezen grond, nader onderscheiden in vier categorieën, is bestemd voor: a. categorie A-watergang nader aangeduid met WA-A: waterstaatkundige doeleinden en instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden; b. categorie HEN-water, nader aangeduid met WA-H: 1. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van wateren die primair afhankelijk zijn van de waterkwaliteit ter plaatse, de watervoerendheid en doorstroming en de morfologie van de oevers van waterlopen en beken; 2. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van gebiedseigen natuur- , ecologische en landschappelijke waarden, met daaraan ondergeschikt de waterhuishouding en waterberging; c. categorie Kanaal, nader aangeduid met WA-K: waterstaatkundige doeleinden en instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden, extensief recreatief medegebruik en oeverrecreatie; d. categorie Rivier, nader aangeduid met WA-R: waterstaatkundige doeleinden en instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden, de afvoer van water, ijs en sediment, beroeps- en pleziervaart, extensief recreatief medegebruik en oeverrecreatie. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en voor andere bouwwerken geldt het volgende: a. de hoogte van bruggen, viaducten, verlichtings- en vlaggenmasten mag maximaal 8 m bedragen; b. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen; c. alvorens te beslissen op een aanvraag om bouwvergunning voor de gronden in de categorie HEN-water winnen burgemeester en wethouder een bindend advies in bij de waterbeheerder, voor zover het belang van deze bestemming hierbij in het geding is. 3. Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 is de volgende ontheffingsbevoegdheid opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1).
38
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
4. Aanlegvergunning Ten aanzien van de werken en werkzaamheden, die mogelijk nadelige gevolgen kunnen hebben voor de aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten, is het aanlegvergunningenstelsel, zoals weergegeven in artikel 27 van deze regels van toepassing. 5. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
39
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 15.
Wonen W
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Wonen W” aangewezen grond is bestemd voor wonen met daaraan ondergeschikt: a. erven voor onder andere tuinen en parkeervoorzieningen; b. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep en bedrijf; c. het op hobbymatige basis houden van dieren; d. instandhouding van waardevolle bebouwingskenmerken en -elementen van de ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waardevolle bebouwing voor zover de bebouwing op plankaart 1 als "Rijksmonument" of “Gemeentelijk monument” zijn aangeduid en opgenomen in bijlage J “Rijksmonumenten” en Bijlage K “Gemeentelijke monumenten”. 2. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en a. voor gebouwen geldt het volgende: 1. het maximum aantal toegelaten woningen wordt door middel van een cijfer op de plankaart aangeduid; 2. voor woningen geldt dat de bestaande oppervlakte met maximaal 25% mag worden vergroot tot een maximum van 150 m²; 3. indien de bestaande oppervlakte van de woning meer dan 150 m² bedraagt, geldt deze oppervlakte als maximum bij herbouw. Ingeval de bestaande oppervlakte minder bedraagt dan 150 m² geldt de regeling zoals vermeld onder lid 2.a.2; 4. de herbouw van de woning is mogelijk waarbij de nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal 3 m van de bestaande bebouwingscontour; 5. de oppervlakte van de bij woningen behorende bijgebouwen en overkappingen mag gezamenlijk maximaal 75 m² bedragen; 6. voor de woningen en de daarbij behorende bijgebouwen dienen de volgende maximale hoogtematen in acht te worden genomen: goothoogte / hoogte (in meters) woningen
3/9
bijgebouw
3/6
7. ingeval de bestaande goothoogte en hoogte van een woning of van bijgebouwen en overkappingen groter of hoger zijn dan de in de vorige leden genoemde maten, gelden deze als maximum;
40
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
8. indien bij een woning meer dan het onder 5 van dit lid vermelde oppervlakte aan bijgebouwen staat, is het oppervlak aan bijgebouwen toegelaten dat aanwezig is ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan. Bij vervanging van de bij de woning behorende bijgebouwen geldt dat 70% van de te vervangen bijgebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 150 m² per bijgebouw en naar keuze om te zetten in één of meerdere bijgebouwen. 9. maximaal 50 m² van de oppervlakte van de bebouwing mag worden gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf mits deze activiteiten geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking hebben; 10. ter plaatse van de aanduiding “Theeschenkerij T1” en “Theeschenkerij T2” op plankaart 1 mag respectievelijk maximaal 50 m²en 100 m² van de bebouwing alsmede de tuin worden gebruikt ten behoeve van een theeschenkerij; 11. de bestaande maximale oppervlakte van het hoofdgebouw en overige (bij)gebouw(en), gelegen binnen de bestemming “Agrarisch - Uiterwaard A-U”, is in bijlage D “Bestaande functies Uiterwaard” weergegeven en mag eenmalig vermeerderd worden met maximaal 10%. De oppervlakte van de woning mag echter niet meer bedragen dan 150 m². De herbouw van de woning is mogelijk waarbij de nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal 3 m van de bestaande bebouwingscontour; 11. onder het peil gelegen kelders en verblijfsruimten mogen de bebouwingscontour van de woning niet overschrijden. b. voor andere bouwwerken geldt het volgende: 1. de maximale hoogte hiervan is in onderstaande tabel vermeld: andere bouwwerken
hoogte (in meters)
zwembaden
0,6
overkappingen
3
verlichtings- en vlaggenmasten
8
2. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 75 m² bedragen; 3. hoogte van overige andere bouwwerken binnen het bestemmingsvlak mag maximaal 2 m bedragen. 3. Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van dit artikel. In artikel 25 zijn de volgende ontheffingsbevoegdheden opgenomen: - afwijken van maximaal 10 % van de genoemde maten (nr.1); - het oprichten van een paardenbak (nr.6); - woningsplitsing (nr. 10); - recreatief medegebruik (logies en ontbijt , lichte horecavoorzieningen) (nr. 11).
41
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
4. Aanlegvergunning Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden binnen het bouwperceel is geen aanlegvergunning vereist. 5. Algemene bouwregels Bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
42
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 16.
Leiding - Gas (dubbelbestemming)
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Leiding - Gas (dubbelbestemming)” aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een vrijwaringszone ter breedte van minimaal 5 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding. 2. Voorrangsregel In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming “Leiding - Gas (dubbelbestemming)“. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte hiervan maximaal 2 m mag bedragen. 4. Ontheffingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 en 3 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende, andere bestemmingen (basisbestemming), mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende (aard)gastransportleiding en vooraf ter zake een schriftelijk bindend advies van de leidingbeheerder is ingewonnen. 5. Aanlegvergunningplicht Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 6, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de gronden als bedoeld in lid 1, de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting; b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding, ophoging of diepploegen (meer dan 0,3 m beneden maaiveld); c. het aanbrengen van verhardingen. 6. Uitzonderingsregels aanlegvergunningsplicht Het in lid 5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
43
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan. 7. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
44
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 17.
Leiding - Hoogspanning (dubbelbestemming)
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Leiding - Hoogspanning (dubbelbestemming)“ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een hoogspanningsleiding met een vrijwaringszone ter breedte van 5 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding. 2. Voorrangsregel In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming “Leiding – Hoogspanning (dubbelbestemming)” . 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte hiervan maximaal 2 m mag bedragen. 4. Ontheffingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 en 3 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende, andere bestemmingen (basisbestemming), mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende hoogspanningverbinding en vooraf ter zake een schriftelijk bindend advies van de leidingbeheerder is ingewonnen. 5. Aanlegvergunningplicht Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 6, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de gronden als bedoeld in lid 1, de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting; b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding, ophoging of diepploegen (meer dan 0,3 m beneden maaiveld); c. het aanbrengen van verhardingen. 6. Uitzonderingsregels aanlegvergunningsplicht Het in lid 5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
45
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan. 7. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
46
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 18.
Leiding - Olie (dubbelbestemming)
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Leiding - Olie (dubbelbestemming) “ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een olietransportleiding met een vrijwaringszone ter breedte van 27 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding. 2. Voorrangsregel In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming “Leiding - Olie (dubbelbestemming)“. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte hiervan maximaal 2 m mag bedragen. 4. Ontheffingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 en 3 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende, andere bestemmingen (basisbestemming), mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende olietransportleiding en vooraf ter zake schriftelijk advies van de leidingbeheerder is ingewonnen. 5. Aanlegvergunningplicht Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 6, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de gronden als bedoeld in lid 1, de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting; b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding, ophoging of diepploegen (meer dan 0,3 m beneden maaiveld); c. het aanbrengen van verhardingen. 6. Uitzonderingsregels aanlegvergunningsplicht Het in lid 5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
47
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan. 7. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
48
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 19.
Leiding - Riool (dubbelbestemming)
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Leiding - Riool (dubbelbestemming) “ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een rioolpersleiding met een vrijwaringszone ter breedte van 5 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding. 2. Voorrangsregel In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming “Leiding - Riool (dubbelbestemming)“. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte hiervan maximaal 2 m mag bedragen. 4. Ontheffingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 en 3 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende, andere bestemmingen (basisbestemming), mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende rioolpersleiding en vooraf ter zake een schriftelijk bindend advies van de leidingbeheerder is ingewonnen. 5. Aanlegvergunningplicht Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 6, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de gronden als bedoeld in lid 1, de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting; b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding, ophoging of diepploegen (meer dan 0,3 m beneden maaiveld); c. het aanbrengen van verhardingen. 6. Uitzonderingsregels aanlegvergunningsplicht Het in lid 5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
49
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan. 7. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
50
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 20.
Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming)12
1. Bestemmingsomschrijving De op plankaart 1 voor “Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming)” aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een waterkering. 2. Voorrangsregel In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming “Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming)“. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte hiervan maximaal 2 m mag bedragen. 4. Ontheffingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 en 3 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende, andere bestemmingen (basisbestemming), mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende waterkering en vooraf ter zake een schriftelijk bindend advies van de dijkbeheerder is ingewonnen. 5. Aanlegvergunningplicht Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 6, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de gronden als bedoeld in lid 1, de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting; b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding, ophoging of diepploegen (meer dan 0,3 m beneden maaiveld); c. het aanbrengen van verhardingen. 6. Uitzonderingsregels aanlegvergunningsplicht Het in lid 5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: 12
Voor de gronden met de bestemming ” Waterstaat - Waterkering” gelden beperkingen ingevolge de Keur van
het Waterschap Veluwe en de Wet Keur Rijkswaterstaatswerken.
51
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan. 7. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
52
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 21.
Waterstaat - Waterstaatkundige functie 13 (dubbelbestemming)
1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart 1 voor “Waterstaat - Waterstaatkundige functie (dubbelbestemming)” aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), mede bestemd voor onderhoud, beheer en instandhouding van de aangrenzende waterkering, waterberging en afvoer van sediment, hoogwater en ijs, de zorg voor de waterhuishouding en de daarvoor noodzakelijke werken. 2. Voorrangsregel In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming “Waterstaat Waterstaatkundige functie (dubbelbestemming)”. 3. Bouwregels Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen op de plankaarten in acht worden genomen en voor andere bouwwerken geldt dat de hoogte hiervan maximaal 4 m mag bedragen. 4. Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 en 3 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende, andere bestemmingen (basisbestemming), mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende waterstaatskundige functie en vooraf ter zake een schriftelijk bindend advies van de waterbeheerder is ingewonnen. 5. Aanlegvergunningplicht Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 6, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de gronden als bedoeld in lid 1, de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting; b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding, ophoging of diepploegen (meer dan 0,3 m beneden maaiveld); c. het aanbrengen van verhardingen.
Op de waterkering en de aangrenzende gronden zijn het Keur op de Waterkeringen van het Waterschap Veluwe, de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken en de Beleidslijn Grote Rivieren van toepassing. 13
53
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
6. Uitzonderingsregels aanlegvergunningsplicht Het in lid 5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan. 7. Algemene bouwregels Bij het bouwen van andere bouwwerken dienen ook de regels van artikel 23 in acht te worden genomen.
54
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Hoofdstuk III Algemene regels
Artikel 22.
Dubbeltelregel
Grond die in aanmerking genomen moet worden bij een verleende bouwvergunning mag, behoudens intrekking van die bouwvergunning, niet nog eens bij de verlening van een nieuwe bouwvergunning in aanmerking worden genomen.
55
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 23.
Algemene bouwregels
1. Algemene regel Onverminderd het in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mogen geen bouwwerken worden gebouwd in de navolgende beschermingszones: a. 5 m aan weerszijden van A-watergangen, aangeduid op plankaart 1 met WA-A14 en 15 m aan weerszijden van HEN-wateren, aangeduid op plankaart 1 met WA-HEN15; b. ten aanzien van de in artikel 13 onderscheiden categorieën van wegen gelden de volgende zones: 1. 25 m aan weerszijden van de as van gebiedstoegangsweg; 2. 40 m aan weerszijden van de as van een ontsluitingsweg; 3. 15 m aan weerszijden van de as van een onverharde weg; 4. 10 m aan weerszijden van de as van een pad; 5. 15 m aan weerszijden van de as van een verharde weg; 6. bij het spoor: a. 11 m gemeten vanuit het hart van het spoor ingeval het spoor op maaiveldhoogte ligt; b. 20 m gemeten vanaf het hart van het spoor bij binnenbogen; c. 6 m gemeten van de teen van het talud indien het spoor op een verhoging ligt; d. 20 m gemeten vanaf het hart van het spoor en de as van de weg en een afstand van 500 m aan weerszijden van de overweg bij onbewaakte overwegen in het buitengebied; c. “Archeologisch waardevol terrein”, “Gebied met hoge archeologische verwachtingswaarde” en “Gebied met middelhoge archeologische verwachtingswaarde”, zoals op plankaart 2 is aangegeven. d. “Grondwaterbeschermingsgebied”, zoals op plankaart 2 is aangegeven; e. binnen de op de plankaart 2 aangegeven “milieuzone - geluidsgevoelige functie” voorzover het bouwen betrekking heeft op nieuwe (dienst)woningen of andere qua functie geluidsgevoelige gebouwen; 2. Uitzonderingsregel De onder lid 1, sub b, weergegeven zones zijn niet van toepassing op bestaande gebouwen die daarvan afwijken, mits bij herbouw of uitbreiding van het betreffende gebouw de bestaande afstand tot de as van de weg gelijk blijft, waarbij voor de onderscheiden wegen een uiterst minimum geldt van: a. 15 m aan weerszijden van de as van een gebiedsontsluitingsweg; b. 30 m aan weerszijden van de as van een ontsluitingsweg; c. 10 m aan weerszijden van de as van een onverharde weg; 14
en 15 Voor de gronden gelegen langs deze watergangen gelden beperkingen ingevolge de Keur van het Waterschap
Veluwe
56
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
d. 5 m aan weerszijden van de as van een pad; e. 11 m aan weerszijden van de as van spoorlijn. f. 10 m aan weerszijden van de as van een verharde weg; 3. Ontheffing Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing te verlenen van het bepaalde in: a. lid 1, sub a en f, na het inwinnen van een bindend advies bij de bevoegde beheerder(s); b. lid 1, sub b, indien gebleken is dat het oprichten van bouwwerken uit stedebouwkundig oogpunt wenselijk en aanvaardbaar is en er geen gevaar voor de verkeersveiligheid ontstaat; c. lid 1, sub c, indien gebleken is dat het oprichten van bouwwerken niet zal leiden tot een verstoring van het archeologische bodemarchief. Ontheffing wordt pas verleend nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar oordeel van Burgemeester en wethouders in voldoende mate is veiliggesteld; d. lid 1, sub d , ten behoeve van de uitbreiding of nieuwbouw van de binnen deze zone gelegen bouwwerken indien het belang van de waterwinning niet wordt geschaad en na het inwinnen van een bindend advies bij de Dienst Milieu en Water van de provincie Gelderland en het waterwinbedrijf. e. lid 1, sub e, nadat door het bevoegde gezag hogere grenswaarden zijn toegekend.
57
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 24.
Algemene gebruiksregels
1. Gebruiksverbod Het is verboden opstallen - of delen daarvan - en gronden te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming. Daaronder wordt in ieder geval verstaan: b. het opslaan van materialen en goederen in de open lucht buiten het agrarisch bouwperceel met uitzondering van kuilvoerplaten, die aansluitend op het bouwperceel mogen worden opgericht; c. het gebruik van teeltondersteunende voorzieningen buiten het agrarisch bouwperceel in de zone “Uiterwaarden (EHS)”, zoals aangegeven op plankaart 3 en in de zone “Openheid”, zoals aangegeven op plankaart 2; d. de wijziging in het agrarisch gebruik van de gronden voor boom- en sierteelt in de zone “Openheid”, zoals aangegeven op plankaart 2, en in de bestemming “AgrarischUiterwaard A-U”, zoals aangegeven op plankaart 1; e. het gebruik van gronden voor fruit-, druiven-, bollenteelt en/of boomteelt waarbij bestrijdingsmiddelen worden ingezet in een zone van 50 m om de volgende woonfuncties en recreatieve verblijfsfunctie: 1. op plankaart 1 aangegeven met de bestemming “Wonen W”; 2. de grens van de kernen Brummen, Eerbeek, Oeken, Empe, Leuvenheim en Hall, die op plankaart 1 zijn aangeduid als gronden vallend buiten het plan; 3. de verblijfsrecreatieterreinnen Coldenhove (Landal Greenpark), Zuiderzon, camping de Hallse Hull, camping De Kikker, naturistencamping Gelre, Robertsoord en ABKhuis; f. het gebruik van gronden, aangeduid met WA-HEN, als bedoeld in artikel 14, die: 1. de waterkwaliteit ter plaatse aantast of negatief kan beïnvloeden; 2. de morfologie van de oevers van beken en waterlopen aantast of negatief beïnvloedt; 3. de watervoerendheid en stroming aantast of negatief kan beïnvloeden; 4. de instandhouding en/of ontwikkeling van gebiedseigen natuur- , ecologische en landschappelijke waarden aantast of negatief kan beïnvloeden; 5. de waterhuishouding dan wel het waterbergend vermogen aantast of negatief kan beïnvloeden; 6. in een zone van 15 m, gerekend vanaf de insteek van de wateren van het hoogste ecologische niveau, zijn gelegen, waarbij meststoffen en/of bestrijdingsmiddelen worden ingezet waardoor een significante aantasting van de waterkwaliteit ter plaatse plaatsvindt; g. de nieuwvestiging van agrarische functies resp. teelten die voor de bedrijfsvoering afhankelijk of deels afhankelijk zijn van het gebruik van meststoffen en/of bestrijdingsmiddelen als bedoeld onder f.6;
58
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
h. het in gebruik geven, nemen en hebben van een recreatiewoning of groepsverblijf, voor permanente bewoning; i. het gebruik van gebouwen voor de exploitatie van een seksinrichting. 2. Uitzondering Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken. 3. Ontheffingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 1 van dit artikel indien strikte toepassing van de verbodsregel zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
59
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 25.
Algemene ontheffings- en wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening respectievelijk de regels te wijzigen dan wel ontheffing te verlenen van de regels volgens het onderstaande schema, waarin per kolom is weergegeven: a. De regels, waarvan ontheffing kan worden verleend of die gewijzigd kunnen worden of de wijziging van de plankaart; b. Een omschrijving van het artikel waarvan ontheffing kan worden verleend of waar de wijziging betrekking op heeft; c. De functie/het gebruik/de toegelaten bebouwing waarvoor ontheffing kan worden verleend of een wijziging kan worden doorgevoerd; d. De gebieden, zoals opgenomen op plankaart 3, waarop de ontheffings- en wijzigingbevoegdheden van toepassing zijn; e. De criteria die gelden bij het gebruik van ontheffings- en wijzigingbevoegdheden voor de gebieden, zoals opgenomen op plankaart 3.
60
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing
Ontheffingen ex. art. 3.6. Wro 1.
2.
in de regels
tot een afwijking van maximaal
Agrarisch gebied
Ten behoeve van een optimale verkaveling c.q. optimaal gebruik is een maximale afwijking van de in het plan
gestelde
10 %
Agrarisch gebied–
genoemde maten van 10% toegelaten mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het landschaps- en
minimale en
Waardevol landschap
bebouwingsbeeld en verkeersbelangen en de belangen van eigenaren en/of gebruikers van aangrenzende
maximale
Landgoederenzone (EHS)
gronden en gebouwen niet onevenredig worden geschaad.
eisen
Veluws bosgebied (EHS)
art. 3, lid 2,
bouwen
sub a, onder 3
van
2e agrarische dienstwoning
Agrarisch gebied
De (bedrijfsmatige) noodzaak in verband met controle en toezicht buiten normale werkuren en op niet
één agrarische
binnen het agrarisch
Agrarisch gebied –
voorziene tijdstippen. Deze (bedrijfsmatige) noodzaak wordt beoordeeld aan de hand van de criteria aard, de
dienstwoning
bouwperceel
Waardevol landschap
omvang en de continuïteit van het bedrijf. De milieuhygiënische toelaatbaarheid dient te worden
Landgoederenzone (EHS)
aangetoond. Natuur- en landschapswaarden worden niet onevenredig aangetast. Er is geen sprake van een elders gesitueerde dienstwoning. Vooraf dient een bindend advies te worden ingewonnen bij de Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen of bij een gelijkwaardig terzake deskundig bureau of persoon.
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
art. 3, lid 1
agrarische
het exploiteren van een
Agrarisch gebied
De minicamping is uitsluitend toegelaten bij veeteelt- en akkerbouwbedrijven. De gronden maken geen deel
sub a,
doeleinden
minicamping
Agrarisch gebied-
uit van een boom- of sierteeltbedrijf.
Waardevol landschap
Op basis van een bindend advies van de Stichting Advisering Agrarische Bedrijven of een gelijkwaardig
Landgoederenzone (EHS)
terzake deskundig bureau of persoon dient te worden aangetoond dat het bedrijf een minimale
bebouwing 3.
bedrijfsomvang heeft van 12 NGE’s. De verkeersaantrekkende werking neemt slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen en paden worden afgewikkeld. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad. Het parkeren vindt plaats binnen het bouwperceel. De bestemming betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met de agrarische activiteit. De activiteit leidt niet tot extra hinder voor omwonenden. Het aantal van 15 minicampings binnen de gebieden Landgoederenzone (EHS), Agrarisch gebied en Agrarisch gebied - Waardevol landschap wordt niet overschreden. Het aantal standplaatsen per minicamping bedraagt maximaal 25. Het terrein dient gesitueerd te worden op of direct aansluitend op het agrarische bouwperceel. De sanitaire voorzieningen zijn uitsluitend op het agrarische bouwperceel toegelaten. De initiatiefnemer dient een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan te overleggen. Stacaravans zijn niet toegestaan. Agrarisch gebied-
Het exploiteren van een minicamping is alleen toegestaan als de kernkwaliteiten van het landschap in het
Waardevol landschap
betreffende gebied worden behouden en versterkt.
62
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing Landgoederenzone (EHS)
Het exploiteren van een minicamping is niet toegestaan als daarmee de ecologische kernkwaliteiten en omgevingscondities van de EHS significant worden aangetast.
Natura 2000
Het exploiteren van een minicamping is toegestaan (zonder passende beoordeling) indien op grond van objectieve gegevens wordt uitgesloten dat de uitvoering van het plan significante gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. Het exploiteren van een minicamping is tevens toegestaan indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
4.
art. 3 en 4,
op plankaart 1
de vorm van het agrarisch
Agrarisch gebied
Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen
lid 2, aanhef
aangegeven
bouwperceel
Agrarisch gebied-
bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden
en onder a.1
agrarisch
Waardevol landschap
geschaad;
als
bouwperceel
Landgoederenzone (EHS)
De vormwijziging betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking
Uiterwaarden (EHS)
met het huidige bouwperceel.
ook
wijziging plankaart 1
De oppervlakte van het agrarisch bouwperceel wordt niet vergroot. De totale oppervlakte van de gronden voor zover deze binnen de EHS zijn gesitueerd blijft door de vormwijziging onveranderd. De aanwezige bouwwerken blijven gesitueerd binnen de begrenzing van het gewijzigde agrarisch bouwperceel; De algemene bouwregels van artikel 23 van deze regels wordt in acht genomen; De nieuwe activiteit betekent voor de gronden binnen het gebied Uiterwaarden (EHS) geen extra belemmering voor de huidige en toekomstige afvoer van water, sediment en ijs en de waterbeheerder is hierover om een bindend advies gevraagd. Agrarisch gebied-
De vormwijziging van bouwperceel is alleen toegestaan als de kernkwaliteiten van het landschap in het
Waardevol landschap
betreffende gebied worden behouden en versterkt.
63
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing Landgoederenzone (EHS),
De vormwijziging is niet toegestaan als daarmee de ecologische kernkwaliteiten en omgevingscondities van
Uiterwaarden (EHS)
de EHS significant worden aangetast.
Natura 2000
De vormwijziging is toegestaan (zonder passende beoordeling) indien op grond van objectieve gegevens wordt
uitgesloten dat
de
uitvoering
van
het
plan
significante
gevolgen
heeft
voor
de
instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. De vormwijziging is tevens toegestaan indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. 4.a
art. 3 en 4,
op plankaart 1
overschrijding van de grens van
Agrarisch gebied
De oppervlakte van het agrarische bouwperceel mag aan één zijde met maximaal 300 m² wordt uitgebreid;
lid 2, aanhef
aangegeven
het agrarisch bouwperceel
Agrarisch gebied-
De (bedrijfsmatige) noodzaak en de milieuhygiënische toelaatbaarheid worden aangetoond;
en onder a.1
agrarisch
Waardevol landschap
Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen
als
bouwperceel
Landgoederenzone (EHS)
bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden
Uiterwaarden (EHS)
geschaad;
ook
wijziging plankaart 1
De overschrijding betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met ligging van huidige bouwperceel. De algemene bouwregels van artikel 23 van deze regels wordt in acht genomen; De nieuwe activiteit betekent voor de gronden binnen het gebied Uiterwaarden (EHS) geen extra belemmering voor de huidige en toekomstige afvoer van water, sediment en ijs en de waterbeheerder is hierover om een bindend advies gevraagd. Agrarisch gebied-
De overschrijding van de grens is alleen toegestaan als de kernkwaliteiten van het landschap in het
Waardevol landschap
betreffende gebied worden behouden en versterkt.
Landgoederenzone (EHS),
De overschrijding van de grens is niet toegestaan als daarmee de ecologische kernkwaliteiten en
Uiterwaarden (EHS)
omgevingscondities van de EHS significant worden aangetast.
64
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing Natura 2000
De overschrijding van de grens is toegestaan (zonder passende beoordeling) indien op grond van objectieve gegevens wordt uitgesloten dat de uitvoering van het plan significante gevolgen heeft de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. De overschrijding van de grens is tevens toegestaan indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
4.b
art. 3 en 4,
op plankaart 1
het bouwen/plaatsen van
Agrarisch gebied-
De gezamenlijke oppervlakte van de sleufsilo’s en mestplaten bedraagt maximaal 1000 m² en de hoogte
lid 2, aanhef
aangegeven
sleufsilo’s en mestplaten
Waardevol landschap
bedraagt maximaal 1,5 m.
en onder a.1
agrarisch
Landgoederenzone (EHS)
De bedrijfsmatige noodzaak en de milieuhygiënische toelaatbaarheid worden aangetoond.
als
bouwperceel
Uiterwaarden (EHS)
Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen
ook
wijziging
bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden
plankaart 1
geschaad. Het bouwen/plaatsen van sleufsilo’s en mestplaten betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met ligging van huidige bouwperceel. De algemene bouwregels van artikel 23 van deze regels wordt in acht genomen. De nieuwe activiteit betekent in de Uiterwaarden (EHS) geen extra belemmering voor de huidige en toekomstige afvoer van water, sediment en ijs en de waterbeheerder is hierover om een bindend advies gevraagd. Agrarisch gebied-
Het bouwen/plaatsen van sleufsilo’s en mestplaten is alleen toegestaan als de kernkwaliteiten van het
Waardevol landschap
landschap in het betreffende gebied worden behouden en versterkt.
Landgoederenzone (EHS),
Het bouwen/plaatsen van de sleufsilo’s en mestplaten niet toegestaan als de daarmee ecologische
Uiterwaarden (EHS)
kernkwaliteiten en omgevingscondities van de EHS significant worden aangetast.
65
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing Natura 2000
Het bouwen/plaatsen van de sleufsilo’s en mestplaten is toegestaan (zonder passende beoordeling) indien op grond van objectieve gegevens wordt uitgesloten dat de uitvoering van het plan significante gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. Het bouwen/plaatsen van de sleufsilo’s en mestplaten is tevens toegestaan indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000gebied.
5.
art. 3 en 4,
agrarische
lid 2, sub a.1
doeleinden
niet-agrarische nevenactiviteiten
Agrarisch gebied
Uitsluitend niet–agrarische bedrijfsactiviteiten zoals die voorkomen in bijlage M “Toegelaten functies” in
Agrarisch gebied-
relatie tot de bijbehorende plankaart 3 of functies die in milieuhygiënisch oogpunt daaraan gelijk te stellen
Waardevol landschap
zijn, worden toegelaten;
Landgoederenzone (EHS)
De verkeersaantrekkende werking neemt slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie en de
Uiterwaarden (EHS)
bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen en paden worden afgewikkeld. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad. Het parkeren behorende bij het niet-agrarische gebruik vindt plaats binnen het bouwperceel. De bestemming betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met de agrarische activiteit en de activiteit leidt niet tot extra hinder voor omwonenden. De oppervlakte hiervoor bedraagt maximaal 350 m².
66
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
gebieden plankaart 3
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
art. 3 , lid 1,
agrarische
het
sub a en art
doeleinden en
paardenbak
15, lid 1, sub
wonen
algemene/specifieke criteria
bebouwing 6.
a
oprichten
van
een
Agrarisch gebied
De activiteit niet kan worden ondernomen op de gronden met de bestemming “Bos BO” en “Natuur N”.
Agrarisch gebied-
De paardenbak dient binnen of direct aansluitend op het agrarische bouwperceel te worden opgericht. Bij
Waardevol Landschap
een burgerwoning dient de paardenbak binnen of direct aansluitend op het bestemmingvlak “Wonen” te
Landgoederenzone (EHS)
worden opgericht.
Veluws bosgebied (EHS)
De maximale afmetingen van de paardenbak bedragen 20 bij 60 m. De afstand van de paardenbak tot woningen van derden of andere gebouwen van derden bedraagt ten minste 50 m. De activiteit leidt niet tot extra (licht)hinder voor omwonenden en niet tot een onevenredige aantasting van de aanwezige natuur- en landschapswaarden. Lichtmasten mogen uitsluitend binnen het agrarische bouwperceel of binnen de bestemming “Wonen” worden geplaatst. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad. De initiatiefnemer dient een door het college goed te keuren inrichtingsplan te overleggen waarin in ieder geval het kleur- en materiaalgebruik afgestemd moet zijn op de landelijke omgeving.
Agrarisch gebied -
Het oprichten van een paardenbak aansluitend op het agrarische bouwperceel of bij een burgerwoning direct
Waardevol landschap
aansluitend op het bestemmingvlak “Wonen” is alleen toegestaan als de kernkwaliteiten van het landschap in het betreffende gebied worden behouden en versterkt.
Landgoederenzone (EHS)
Het oprichten van een paardenbak aansluitend op het agrarische bouwperceel of bij een burgerwoning direct
Veluws bosgebied (EHS)
aansluitend op het bestemmingvlak “Wonen” is niet toegestaan als de daarmee ecologische kernkwaliteiten en omgevingscondities van de EHS significant worden aangetast.
67
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
gebieden plankaart 3
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
algemene/specifieke criteria
bebouwing Natura 2000
Het oprichten van een paardenbak is toegestaan (zonder passende beoordeling) indien op grond van objectieve gegevens wordt uitgesloten dat de uitvoering van het plan significante gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. Het oprichten van een paardenbak is tevens toegestaan indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
7.
art. 5, lid 1,
uitoefening
andere niet- agrarische bedrijfs-
Agrarisch gebied
Uitsluitend niet–agrarische bedrijfsactiviteiten zoals die voorkomen in bijlage M “Toegelaten functies” in
sub a en lid
van specifiek in
activiteiten van bijlage M
Agrarisch gebied-
relatie tot de bijbehorende plankaart 3 of functies die in milieuhygiënisch oogpunt daaraan gelijk te stellen
3, sub a.1
bijlage A
Waardevol landschap
zijn, worden toegelaten.
vermelde
Landgoederenzone (EHS)
De verkeersaantrekkende werking neemt niet of slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie
bedrijven (niet-
en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen
agrarisch)
en paden worden afgewikkeld. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad. Het parkeren en de logistieke afhandeling behorende bij de bedrijfsactiviteiten vinden plaats binnen het bouwperceel. De bestemming betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met de in bijlage A vermelde activiteit. De maximale oppervlakte voor de nieuwe bedrijfsactiviteiten bedraagt 500 m². De overige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt.
8.
art. 7, lid 1, sub d
landhuis
nevenactiviteiten nevenactiviteit
waarbij ondergeschikt
blijft aan de hoofdactiviteit
Agrarisch gebied-
Uitsluitend nevenactiviteiten zoals die voorkomen in bijlage M “Toegelaten functies” in relatie tot de
Waardevol landschap
bijbehorende plankaart 3 of functies die in milieuhygiënisch oogpunt daaraan gelijk te stellen zijn, worden
Landgoederenzone (EHS)
uitsluitend binnen de bestaande gebouwen toegelaten.
Uiterwaarden (EHS)
De verkeersaantrekkende werking neemt niet of slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen
68
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
gebieden plankaart 3
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
algemene/specifieke criteria
bebouwing en paden worden afgewikkeld. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad. Het parkeren behorende ten behoeve van de nevenfunctie vindt plaats binnen het bouwperceel. De bestemming betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met de agrarische activiteit en de activiteit leidt niet tot extra hinder voor omwonenden. De oppervlakte hiervoor bedraagt maximaal 350 m². 9.
art. 12, lid 1
het maximum
het verhogen van het maximum
Veluws Bosgebied (EHS),
De afmetingen van een standplaats bedragen minimaal 100 m².
en bijlage I
aantal
toege-
aantal
Agrarisch gebied-
De nieuw aan te leggen standplaatsen wordt op verantwoorde wijze landschappelijk ingepast.
laten
stand-
mobiele kampeervoertuigen en
Waardevol landschap
Het parkeren behorende bij het gebruik vindt plaats binnen de bestemming.
tenten
Landgoederenzone (EHS)
De verkeersaantrekkende werking neemt niet of slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie
plaatsen
voor
standplaatsen
voor
kampeermid-
en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen
delen,
en paden worden afgewikkeld.
zoals
opgenomen in
De bestemming betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu.
bijlage I
Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad.
10. art. 15, lid 2,
het maximum
het gebruik van het gebouw
Agrarisch gebied
De bestemming betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu.
sub a.1 en
aantal
toege-
voor meerdere woningen (split-
Agrarisch gebied -
De verkeersaantrekkende werking neemt niet of slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie
wijziging
laten
wonin-
sen van woningen).
Waardevol landschap
en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen
plankaart 1
gen is op de
Landgoederenzone (EHS)
en paden worden afgewikkeld.
kaart
Uiterwaarden (EHS)
Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen
aange-
geven
bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad.
69
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing Het parkeren vindt plaats binnen het bouwperceel. Indien de woning op plankaart 1 is aangeduid als “Rijksmonument” of “Gemeentelijk monument” dient het behoud van de cultuurhistorische waarde van het gebouw verzekerd te zijn. De woning en een daarmee in verbinding staand gebouw, is als een aaneengesloten bouwmassa te typeren en heeft een inhoud van minimaal 900 m³ waardoor twee volwaardige woningen van minimaal 80 m² en maximaal 150 m² kunnen worden opgericht. Bij een inhoud van 1500 m³ of meer kunnen er drie zelfstandige woningen in ondergebracht worden met een oppervlakte van minimaal 80 m² en maximaal 150 m² per woning. De oppervlakte van het te splitsen gebouw wordt niet vergroot. De kenmerkende bouwvorm van het betreffende gebouw wordt gehandhaafd. Per woning bedraagt de maximale oppervlakte voor bijgebouwen 75 m². De overige aanwezige - niet-karakteristieke - gebouwen worden gesloopt. 11. art. 15, lid 1
wonen
logies en ontbijt
Agrarisch gebied,
De maximale oppervlakte voor deze nevenfunctie bedraagt 100 m² met maximaal 5 kamers
of 2
Agrarisch gebied -
appartementen binnen het bestaande hoofdgebouw met aangebouwde bijgebouwen
Waardevol landschap
Het parkeren behorende bij de activiteit vindt plaats binnen het bouwperceel.
Landgoederenzone (EHS)
De verkeersaantrekkende werking neemt niet of slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen en paden worden afgewikkeld. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen ( en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad).
12. Art. 3, art. 5, art. 11, art. 13
andere bouwwerken
plaatsing antennemasten
Agrarisch gebied
Antennemasten mogen niet worden geplaatst op Rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten.
Agrarisch gebied -
Bij plaatsing in het Agrarisch gebied - Waardevol landschap dient de technische noodzaak te worden
Waardevol landschap
aangetoond.
70
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing De plaatsing moet in overeenstemming zijn met het gemeentelijk antennebeleid.
71
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing
Wijzigingen ex. art. 3.6. Wro 13. artikel 3 en
plankaart
1
vergroten van de afmetingen
Agrarisch gebied
Het betreft een reëel agrarisch bedrijf.
van het agrarisch bouwperceel
Agrarisch gebied-
De oppervlakte van het perceel voor een grondgebonden agrarisch bedrijf bedraagt maximaal 1½ ha in de
4, lid 2, sub
aangegeven
a.1
agrarisch
Waardevol landschap
zone Agrarisch gebied, Agrarisch gebied- Waardevol landschap en Landgoederenzone (EHS) en maximaal 1
bouwperceel
Landgoederenzone (EHS)
ha in de zone Uiterwaarden (EHS). Hierbij geldt overigens dat de uitbreiding van het agrarische bouwperceel
Uiterwaarden (EHS)
ten behoeve van een bestaande intensieve veehouderij(tak) in het extensiveringsgebied uitsluitend is
en
wijziging plankaart 1
toegelaten in het kader van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid. In het verwevingsgebied geldt voor intensieve veehouderijen dat de vergroting van het agrarische bouwperceel tot meer dan 1 ha uitsluitend is toegelaten in het kader van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid. De (bedrijfsmatige) noodzaak en de milieuhygiënische toelaatbaarheid worden aangetoond. Initiatiefnemer dient een bindend advies in te winnen bij de Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen of bij een gelijkwaardig terzake deskundig bureau of persoon. De aanwezige bouwwerken blijven gesitueerd binnen de begrenzing van het gewijzigde agrarisch bouwperceel. De bestemming betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met de huidige mogelijkheden. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad. De algemene bouwregels van artikel 23 van deze regels wordt in acht genomen. De vergroting van het bouwperceel levert in de zone Uiterwaarden (EHS) geen extra belemmering voor de huidige en toekomstige afvoer van water, sediment en ijs en de waterbeheerder is hierover om advies gevraagd.
72
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing Agrarisch gebied -
Het vergroten van het agrarisch bouwperceel is alleen toegestaan als de kernkwaliteiten van het landschap in
Waardevol landschap
het betreffende gebied worden behouden en versterkt.
Landgoederenzone (EHS,
Het vergroten van het agrarisch bouwperceel is niet toegestaan als daarmee de ecologische kernkwaliteiten
Uiterwaarden (EHS)
en omgevingscondities van de EHS significant worden aangetast.
Natura 2000
Het vergroten van het agrarisch bouwperceel is toegestaan (zonder passende beoordeling) indien op grond van objectieve gegevens wordt uitgesloten dat de uitvoering van het plan significante gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. Het vergroten van het agrarisch bouwperceel is tevens toegestaan indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
14. art. 3 tot en
agrarische
wonen (art. 15)
Agrarisch gebied
Het wonen vindt uitsluitend in de bestaande dienstwoning of in het gebouw waarin de dienstwoning is
met 5
doeleinden en
Agrarisch gebied–
gelegen.
lid 1, sub a
en bedrijf (niet-
Waardevol landschap
Bij wijziging wordt het agrarisch bouwperceel van de plankaart of de bestemming “Bedrijf” verwijderd en
en wijziging
agrarisch)
Landgoederenzone (EHS)
omgezet in het bestemmingvlak “Wonen”.
Uiterwaarden (EHS)
Uitsluitend de al dan niet bebouwde gronden, of een gedeelte ervan, dat direct is gelegen bij de woning en
plankaart 1
dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van deze woning, maken deel uit van het nieuwe bestemmingsvlak ten behoeve van de functie “wonen”. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad.
73
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing 15. art. 3 en 4
art.
3 en 4
“Bos”
(BO),
“Bos
met
Agrarisch gebied
Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen
en wijziging
agrarische
natuurwaarden” (BO-N) en “Bos
Agrarisch gebied-
bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden
plankaart 1
doeleinden
met natte natuurwaarden” (BO-
Waardevol landschap
geschaad.
agrarisch
NN), als bedoeld art. 7 en
Landgoederenzone (EHS)
De bestemming leidt niet tot extra hinder voor omwonenden.
bedrijf
“Natuur” als bedoeld art. 10
Uiterwaarden (EHS)
De nieuwe bestemming/gebruik betekent in de zone Uiterwaarden (EHS) geen extra belemmering voor de
Veluws Bosgebied (EHS)
huidige en toekomstige afvoer van water, sediment en ijs en de waterbeheerder is hierover om een bindend advies gevraagd.
Agrarisch gebied -
Het wijzigen van de bestemming is alleen toegestaan als de kernkwaliteiten van het landschap in het
Waardevol landschap
betreffende gebied worden behouden en versterkt.
Landgoederenzone (EHS)
Het wijzigen van de bestemming is niet toegestaan als daarmee de ecologische kernkwaliteiten en
Uiterwaarden (EHS)
omgevingscondities van de EHS significant worden aangetast. De bestemmingswijziging van de gronden
Veluws Bosgebied (EHS)
dient een positieve bijdrage te leveren aan de natuurdoelstellingen en kernkwaliteiten van het gebied, waarop de wijziging betrekking heeft.
Natura 2000
Het wijzigen van de bestemming is toegestaan (zonder passende beoordeling) indien op grond van objectieve gegevens wordt uitgesloten dat de uitvoering van het plan significante gevolgen heeft de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. Het wijzigen van de bestemming is tevens toegestaan indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
74
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing 16. art. 3 en 4, lid 1
agrarische
niet agrarische bedrijfs-
Agrarisch gebied
Uitsluitend niet–agrarische bedrijfsactiviteiten zoals die voorkomen in bijlage M “Toegelaten functies” in
doeleinden
activiteiten, als bedoeld in artikel
Agrarisch gebied-
relatie tot de bijbehorende plankaart 3 of functies die in milieuhygiënisch oogpunt daaraan gelijk te stellen
5, waarbij de agrarische hoofd-
Waardevol landschap
zijn, worden toegelaten;
activiteit vervalt
Landgoederenzone (EHS)
De oppervlakte hiervoor bedraagt maximaal 500 m².
Uiterwaarden (EHS)
Indien er sprake is van volledige omzetting, mag maximaal 50% van de onbebouwde gronden van het voormalige agrarische bouwperceel gebruikt worden als erf en als zodanig worden verhard. Het parkeren, laden en lossen behorende bij het niet-agrarische gebruik vindt plaats binnen het bouwperceel. De dienstwoning blijft gehandhaafd. Bij wijziging wordt het agrarische bouwperceel van plankaart 1 verwijderd en omgezet in een bestemming “Bedrijf”. De overige bedrijfsgebouwen worden gesloopt. De bestemming betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met de agrarische activiteit. De verkeersaantrekkende werking neemt niet of slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen en paden worden afgewikkeld. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad.
75
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Nr.
Plankaart /
Omschrijving
Ten behoeve van de
artikel
van het artikel
functie/gebruik/toegelaten
gebieden plankaart 3
algemene/specifieke criteria
bebouwing 17. art. 4, lid 2,
toegelaten
extra
bouwmogelijkheden
sub a.2,
oppervlakte,
bedrijfsbebouwing
Uiterwaarden (EHS)
De uitbreiding kan niet binnendijks plaatsvinden. De bedrijfseconomische noodzaak van de uitbreiding moet worden aangetoond op basis van een bindend
zoals
advies, in te winnen bij de Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen of bij een gelijkwaardig terzake
opgenomen in
deskundig bureau of persoon.
bijlage D
De nieuwe bestemming/gebruik betekent in de zone Uiterwaarden (EHS) geen extra belemmering voor de huidige en toekomstige afvoer van water, sediment en ijs en de waterbeheerder is hierover om een bindend advies gevraagd. Rijkswaterstaat en de Inspectie VROM hebben positief geadviseerd over de uitbreiding. Het vergroten van de bebouwde oppervlakte is niet toegestaan als daarmee de ecologische kernkwaliteiten en omgevingscondities van de EHS significant worden aangetast. Natura 2000
De uitbreiding is toegestaan (zonder passende beoordeling) indien op grond van objectieve gegevens wordt uitgesloten
dat
de
uitvoering
van
het
plan
significante
gevolgen
heeft
voor
de
instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. De uitbreiding is tevens toegestaan indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
76
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 26.
Algemene procedureregels
Procedure bij ontheffingen en wijzigingen Burgemeester en wethouders geven bij de voorbereiding van een besluit over een ontheffing of een wijziging toepassing aan de procedure, zoals beschreven in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 27.
Overige regels (Aanlegvergunningen toegelaten andere werken of werkzaamheden)
1. Werken en werkzaamheden a. Het is verboden om zonder aanlegvergunning van Burgemeester en wethouders in de verschillende bestemmingen, in de aangeduide landschapskwaliteiten en zones, de in de onderstaande tabel aangekruiste werken en werkzaamheden uit te voeren. De werken en werkzaamheden zijn onder de tabel beschreven; b. Het verbod geldt niet in de gevallen die in lid 2 zijn vermeld; c. De vergunning wordt verleend met inachtneming van het bepaalde in lid 3.
Andere werken en werkzaamheden è
1 2
3
4
5
6 7 8 9 10
Voor de “bestemmingen” zoals aangegeven op plankaart 1 1.
Bos BO (art. 7)
X X
X
2.
Bos met natte natuur BO-NN (art. 7)
X X
X
X
X X
3.
Natuur N (art. 10)
X X
X
X
X X X
4.
HEN-water (art. 14)
X X
X
X
X X X X X
X
X X
Voor de “landschapskwaliteiten” en de “beschermings-zones” zoals aangegeven op plankaart 2 5.
Bodemreliëf
X X
X
6.
Waardevolle graslandvegetatie
X X
X
7.
Zandwegen
8.
Beslotenheid/houtopstanden
9.
Weidevogels
X X
X
X X X
X X X X
X
X
X
10. Openheid
X
11. Hydrologische bufferzone
X
X
X
X
12. Grondwaterbeschermingsgebied
X
X
X
X
X X
X
X
X
13. Archeologisch waardevol terrein, gebied met middelhoge en gebied met hoge archeologische waarde
78
X
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Beschrijving werken en werkzaamheden 1. Ophoging, egalisering van gronden en afgraven van de bodem; 2. Aanleggen en verharden van wegen, het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; 3. Aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen; 4. Werken en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden, zoals bemalen, onderbemalen, het slaan van putten; 5. Aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; 6. Vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en handelingen die de dood of beschadigingen tengevolge kunnen hebben; 7. Bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden; 8. Scheuren van grasland; 9. Diepploegen; 10. De bedrijfsmatige teelt van gewassen die naar hun aard en wijze van telen –bijvoorbeeld ten gevolge van een hoge afhankelijkheid van bestrijdingsmiddelen en/of meststoffennegatieve invloed kunnen hebben op wateren van het hoogste ecologische niveau en de daarop toestromende A-watergangen, indien en voor zover deze teelten nog niet aanwezig waren op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht verkrijgt. 2. Uitzonderingen vergunningsplicht Het in lid 1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, (agrarisch) gebruik en onderhoud binnen en buiten het (agrarisch) bouwperceel; b. werken en werkzaamheden in het kader van natuur- en bosbeheer; c. werken en/of werkzaamheden welke zijn aangevangen dan wel in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan; d. het aanleggen van erfverhardingen voor ontsluitende wegen en paden naar agrarische bouwpercelen, woonpercelen, recreatieterreinen en bedrijfsterreinen van niet-agrarische bedrijven of erfbeplanting op gronden die zijn gelegen binnen agrarische bouwpercelen, woonpercelen, recreatieterreinen en bedrijfsterreinen van niet-agrarische bedrijven; e. de aanleg van verharde kavelpaden ter ontsluiting van agrarische gronden alsmede het aanleggen van erfverhardingen voor ontsluitende wegen en paden naar de percelen met een maximale breedte van 3 m, zoals onder lid 2, sub c, zijn vermeld; f. andere werken die in overeenstemming zijn met het landschapsbeleidsplan (2008) en de instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000; g. het normale beheer en/of onderzoek op of in de gronden met een middelhoge, of hoge archeologische verwachtingswaarde en archeologisch waardevol terreinen, zoals aangeduid op plankaart 2.
79
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
3. Afwegingscriteria De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover: a. de aanvrager de noodzaak van het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden aantoont op basis van een onderzoek door een terzake deskundige partij waarbij tevens de mogelijke significante (nadelige) gevolgen voor de cultuurhistorische – en/of archeologische aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten in beeld zijn gebracht; b. de werken en/of werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft, noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden overeenkomstig hun bestemming; c. geen significante aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten van de gronden; d. geen significante aantasting plaatsvindt van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –kwantiteit; e. geen significante aantasting plaatsvindt van de natuur-, landschappelijke -, ecologische -, cultuurhistorische – en/of archeologische waarden van de gronden. f. de kernkwaliteiten van het landschap in Agrarisch gebied - Waardevol landschap worden behouden en versterkt; g. daarmee de ecologische kernkwaliteiten en omgevingscondities van de EHS niet significant worden aangetast; h. op grond van objectieve gegevens wordt uitgesloten dat de uitvoering van het plan significante gevolgen heeft de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000gebied. De aanlegvergunning wordt ook verleend indien op basis van een passende beoordeling zekerheid is verkregen dat het initiatief geen schadelijke gevolgen heeft voor instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. 4. In te winnen adviezen Burgemeester en wethouders kunnen de vereiste vergunningen verlenen voor de werken en werkzaamheden: a. in de zone “Grondwaterbeschermingsgebied” na het inwinnen van een bindend advies door de initiatiefnemer/aanvrager bij de Dienst Milieu en Water van de provincie Gelderland en het waterwinbedrijf; b. in de zone “Hydrologische bufferzone” na het inwinnen van een bindend advies door de initiatiefnemer/aanvrager bij het Waterschap Veluwe; c. in een Natura 2000-gebied na het inwinnen van een advies door de initiatiefnemer/aanvrager bij een terzake deskundig adviesbureau.
80
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Hoofdstuk VI Overgangsrecht en slotregel
Artikel 28.
Overgangsrecht
1. Overgangsrecht gebouwen a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Eenmalig kan ontheffing worden verleend van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregel van dat plan. 2. Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 2.a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 2.a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Lid 2.a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan. 3. Persoongebonden overgangsrecht Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
81
Regels
bestemmingsplan Buitengebied 2008
_____________________________________________________________________________
Artikel 29.
Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als “Regels bestemmingsplan Buitengebied 2008”. Vastgesteld door de raad van de gemeente Brummen in zijn openbare vergadering van .............2009.
de Griffier,
de Voorzitter,
Besluit van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. nr.
82
Bijlage A Bedrijven (niet-agrarisch) Nr. Adres
Buitengebied Brummen
Feitelijke bedrijvigheid
Bedrijfstype volgens VNG-brochure
SBI-code
Milieucategorie
Hinderafstand
Dienst Woning(en)
Max bebouwd opp.vlak
1
Apeldoornseweg 7
Aanhangwagenbedrijf
Handel in en reparatie van auto’s
502, 504
2
30
1
542 m²
2
Bronkhorsterweg 1/3
Educatieve doeleinden met
Hotel- en pension met keuken/ Overig
5511, 5512/
2
30
1
867 m2
logiesaccomodatie
onderwijs
803, 804
3
Brummenseweg 16
Horeca- en speelvoorziening
Restaurant, cafetaria/ recreatiecentrum
553/ 9233
3
50
1
476 m²
4
Buurtweg 40A-42
Loonwerk-
Dienstverlening t.b.v. landbouw/
014/ 5162/
3
50
2
1857 m²
/landbouwmechanisatiebedrijf
groothandel in machines en apparaten/
527/ 713
Afwijkende hoogtemaat
reparatie t.b.v. particulieren/ verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
5
Dwarsweg 8
timmerbedrijf
Timmerbedrijf
203/ 204
3
100
1
238 m²
6
Eerbeekseweg 19
loonwerk-
Dienstverlening t.b.v. landbouw/
014/ 5162/
3
50
1
1979 m²
/landbouwmechanisatiebedrijf
groothandel in machines en apparaten/
527/ 713
3
50
1
814 m²
reparatie t.b.v. particulieren/ verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
7
Hallsedijk 9
Loonwerk-
Dienstverlening t.b.v. landbouw/
014/ 5162/
/landbouwmechanisatiebedrijf
groothandel in machines en apparaten/
527/ 713
reparatie t.b.v. particulieren/ verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
8
Hallseweg 21
Machinefabriek
Kantoormachines- en computerfabriek
30A
3
50
0
6485 m²
9
Hallseweg 23/25
Houtveredelingsbedrijf
Houtconserveringsbedrijven met
2010.2.1
4
200
0
3050 m²
11 Harderwijkerweg 28/30
Hotel, café, restaurant
Hotel- en pension met keuken/ restaurant,/
5511, 5512/
2
30
2
937 m²
cafe
553/ 554 10
1
311 m²
creosootolie
12 Heerweg 2
Hoveniersbedrijf
hoveniersbedrijven
0141.1
1
13 Hoevesteeg 22
Slagerij
Vleesverwerking/ Detailhandel in vlees
151.4/ 5222
3
50
1
251 m²
14 Hoevesteeg 34
Dierenpension
Dierenasiels- en pensions
9305A
3
100
1
188 m²
15 Holthuizerweg 4
Wegenbouwbedrijf
Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met 45A
3
50
1
269 m²
werkplaats
1
15 m
Nr. Adres
Feitelijke bedrijvigheid
Bedrijfstype volgens VNG-brochure
SBI-code
17 Karel van Gelreweg 22
Vervaardiging van
Vervaardiging van producten van metaal/
281 t/m 287/
metaalproducten
vervaardiging van machines en apparaten/
29/ 30/ 31
Milieucategorie
Hinderafstand
Dienst Woning(en)
Max bebouwd opp.vlak
4
300
1
7582 m²
3
100
4
1577 m²
3
50
1
242 m²
Afwijkende hoogtemaat
vervaardiging van kantoormachnies en computers/ vervaardiging van overige machines, apparaten en benodigdheden
18 Karel van Gelreweg 30
Papierfabriek en -groothandel
19 Knoevenoordstraat 32
Aannemersbedrijf
20 Knoevenoordstraat 44
Detailhandel levensmiddelen
Supermarkt
5211
2
30
1
167 m²
21 Knoevenoordstraat 51
Café
Hotel- en pension met keuken/ restaurant,/
5511, 5512/
2
30
1
515 m²
cafe
553/ 554
Vervaardiging van papier, karton en papier- 21
25 m
en kartonwaren Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met 45A werkplaats
22 Knoevenoordstraat 65
Dierenpension
Dierenasiels- en pensions
9305A
3
100
1
620 m²
23 Lichtenbeltweg 3
Poeliersbedrijf
Vleesverwerking/ Detailhandel in vlees
151.4/ 5222
3
50
1
488 m²
25 Plagweg 11
Loonwerkbedrijf
Dienstverlening t.b.v. landbouw/
014/ 02
3
50
1
920²
26 Plagweg 14
Veetransportbedrijf
Denstverlening t.b.v. landbouw
014
3
50
1
1657 m²
27 Ringlaan 25
Hoveniersbedrijf
Hoveniersbedrijven
0141.1
1
10
1
1153 m²
29 Sintelweg 4
Timmerbedrijf
Timmerbedrijf
203/ 204
3
100
1
2298 m²
30 Smeestraat 23
Transportbedrijf
Goederenvervoerbedrijven (zonder
6024
3
50
1
654 m²
Tuinbouw-kassen met verwarming/
0112,2/
2
30
0
1848 m²
Hoveniersbedrijven/ tuincentra
0141.1/ 2
30
1
488 m²
3
50
1
767 m²
Dienstverlening t.b.v. bosbouw
schoonmaken tanks)
32 Soerense Zand Zuid 29
Tuincentrum
5246/9
33 Soerense Zand Zuid 33 34 Sterrebosweg 1
Café- restaurant en hotel Aannemersbedrijf
Hotel- en pension met keuken/ restaurant,/
5511, 5512/
café
553/ 554
Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met 45A werkplaats
35 Voorstondensestraat 34/34a Bouwmaterialen groothandel
Groothandel in hout en bouwmaterialen
5153
3
50
2
2333 m²
36 De Voortweg 1
Houtzagerijen
2010.1
3
100
2
3995 m²
Vervaardiging van papier, karton en papier
21
4
300
1
19354 m²
Machinale houtbewerking met timmerwerkplaats
37 Vreeswijklaan D.W. van 4/6
Papierfabriek
2
15 m
Nr. Adres
Feitelijke bedrijvigheid
Bedrijfstype volgens VNG-brochure
SBI-code
Milieucategorie
Hinderafstand
Dienst Woning(en)
Max bebouwd opp.vlak
en kartonwaren
38 Prof. Weberlaan 1/3
Conferentiecentrum
Hotels en penions met keuken/
5511, 5512/
vakantiecentra met keuken/ restaurant/
552/ 553/
cateringbedrijven/ overige zakelijke
5552/ 74/
dienstverlening/ persoonlijke
9305
3
50
1
1162 m²
517 m²
dienstverlening n.e.g.
39 Windheuvelstraat 2A
Hoveniersbedrijf
Hoveniersbedrijven
0141.1
1
10
1
40 Windheuvelstraat 11
Mengvoeder- en
Dienstverlening t.b.v. landbouw
014
3
50
1
veevoederdistributie
1585 m² waarvan 650 m² voor detailhandel
41 Windheuvelstraat 3
Kunstwerkplaats, atelier,
Natuursteenbewerking (1- zonder breken,
expositie- en cursusruimte
zeven en drogen), beeldhouwerij/ fabricage 9251, 9252/ van munten, sieraden, e.d. / Bibliotheken,
267/ 362/
2
30
2
1170 m²
1
4735 m²
9305
musea, ateliers e.d./ persoonlijke dienstverlening n.e.g.
42 Knoevenoordstraat 31/33
St. Philadelphia gezondheid- en
Gezondheid- en welzijnzorg
85
Gezondheid- en welzijnzorg
85
Manege
9261.2
3
50
1
3591 m² 1
welzijnzorg
43 Zutphensestraat 175
Michaelshoeve gezondheid- en
7715 m²
welzijnzorg
44 Soerense Zand Zuid 3
Manege, paardenrijschool en fokkerij
45 Eerbeekseweg 1a
Manege
Manege
9261.2
3
50
0
3382 m²
46
Manege
Manege
9261.2
3
50
1
1088 m²
Manege
Manege
9261.2
3
50
1
1905 m²
48 Cortenoeverseweg 139-141 Waterschapsdepot
1
587 m²
49 Apeldoornseweg 11
Opslag muziekinstrumenten
0
207 m²
50 Eerbeekseweg 1
Kunstateliers
Bibliotheken, musea, ateliers e.d
9251, 9252
1
1
330 m²
51 Holthuizerweg 14a
Rioolwaterzuivering
Rioolwaterzuiverings- en
9000.1
4
0
3159 m²
Voorsterweg 163
47 Zutphensestraat 380
1
Soerense Zand Zuid 3: waarvan 100 m² horecavoorzieningen ondergeschikt aan en ten dienste van de hoofdfunctie.
3
Afwijkende hoogtemaat
Nr. Adres
Feitelijke bedrijvigheid
Bedrijfstype volgens VNG-brochure
SBI-code
Milieucategorie
Hinderafstand
Dienst Woning(en)
Max bebouwd opp.vlak
Afwijkende hoogtemaat
2250 m²
12 m
gierverwerkingsinrichtingen met afdekking voor bezinktanks <100.000 i.e.
52 Kanaalweg 8a
Industriewaterzuivering
Rioolwaterzuiverings- en
9000.1
4
0
gierverwerkingsinrichtingen met afdekking
max. 12.145
voor bezinktanks <100.000 i.e.
m² aan andere bouwwerken
53 ‘t Looweg 3-5
Dierenpension
Dierenasiels- en pensions
9305A
3
1
858 m²
54
Handel in kunststof kozijnen en aanverwante artikelen
Groothandel in overige intermediaire
5161
2
1
596 m²
020
3
1
1121 m²
1
0
206 m²
Voorsterweg 134-136
goederen
55
Weg naar het Ganzenei 1416
Bedrijfspand Staatsbosbeheer
Bosbouwbedrijven
56
Zutphensestraat 388
Kantoor (i.c.m. wonen)
Overige zakelijke dienstverkening: kantoren 74
57
Den Broekweg 9
Bronsgieterij
Ambachtelijk
1
237 m²
58
Arnhemsestraat
Gemaal
0
0 m²
59
Arnhemsestraat
Gemeentewerf
0
0 m²
4
Bijlage B Bestaande nevenfuncties bij agrarische bedrijven2
Buitengebied Brummen
Adres
Korte omschrijving nevenactiviteit
Hallsedijk 53
paardenpension
200 m²
Cortenoeverseweg 121
manege
1204 m²
Harderwijkerweg 4
loonwerkbedrijf
1022 m²
Hallsedijk 12
ongediertebestrijding
Soerense Zand Zuid 13
hoveniersbedrijf
Weg over ’t Hontsveld 21
minicamping
Windheuvelstraat 7
minicamping
Brummenseweg 10
minicamping
2
Toegestane oppervlakte nevenactiviteit
1940 m²
De nevenfuncties bij agrarische bedrijven hebben geen nadere aanduiding op de plankaart.
5
Bijlage C Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij(tak) Nr./aan Adres duiding Boerenstraat 37 1.
Buitengebied Brummen
Aard van de intensieve veehouderij(tak) vleeskalveren
m² 4807 m²
X
2.
Brederietweg 5
vleesvarkens, fokvarkens, vleesstieren
1467 m²
X
3.
Cortenoeverseweg 107
vleesstieren
467 m²
X
4.
De Voortweg 7
vleesvarkens, vleesstieren
270 m²
X
5.
Dierenseweg 4
vleesvarkens
444 m²
X
6.
Dovenkampweg 10
vleesstieren
502 m²
X
7.
Elzenbosweg 10
vleesvarkens, vleesstieren
1019 m²
X
9.
Hallsedijk 25
vleesvarkens
1334 m²
15.
Langedijk 1
vleesvarkens
881 m²
X
16.
Lendeweg 8
vleeskalveren
3541 m²
X
17.
Loenenseweg 144
vleesvarkens
476 m²
X
18.
Piepenbeltweg 27
fokvarkens
402 m²
X
19.
Soerense Zand Zuid 19
vleesvarkens
1052 m²
22.
Voorstondensestraat 7a
nertsen
8950 m²
X
23.
Vosstraat 20
fokvarkens, vleesvarkens
1342 m²
X
24.
Weg door de plas 14a
vleesvarkens
367 m²
X
25.
Windheuvelstraat 6
vleesvarkens
534 m²
X
26.
Zutphensestraat 203
vleesvarkens
270 m²
X
6
Verwevingsgebied
Extensiverings gebied
X
X
Bijlage D Bestaande functies Uiterwaard 3
Buitengebied Brummen Bestaande oppervlakte hoofdgebouw
Nr. Adres
Bestaande oppervlakte bijgebouw
Maximaal bebouwd oppervlak
Agrarisch bedrijf 2
Piepenbeltweg 21
6971JH
Brummen
66
746
812
3
Weg naar het Ganzenei 7/9
6971JG
4
Weg naar het Ganzenei 10
6971JG
Brummen
418
1472
1890
Brummen
218
610
828
5
Holthuizerweg 14
6971JE
Brummen
387
6
Arnhemsestraat 159
6974LD
Leuvenheim
421
2589
3010
6971JG
Brummen
P.M.
P.M.
1121 m²
De Wijde Landen Bronkhorsterweg 13-15 Huis Spaensweerd 9 Bronkhorsterweg 16-18 Burgerwoningen
6971JA
Brummen
P.M.
P.M.
494 m²
6971JA
Brummen
P.M.
P.M.
611 m²
10 11
Bronkhorsterweg 17
6971JA
Brummen
321
404
725
Bronkhorsterweg 20
6971JA
Brummen
704
2290
2994
12
Weg naar het Ganzenei 8
6971JG
Brummen
172
83
255
13
Bronkhorsterweg 11
6971JA
Brummen
132
100
232
387
Bedrijf 7
Weg naar het Ganzenei 14-16
Landhuis 8
Schansweg (ruïne)
6974AB
Leuvenheim
14
IJsselstraat 2
7399RA
Empe
263
0
15
Gelders Hoofd 6
7399RA
Empe
167
De functies niet-agrarisch bedrijf en landhuis in de uiterwaarden zijn ook geregeld in art. 6 “Bedrijf (niet-agrarisch)” en art. 8 “Landhuis”.
263 42
3
7
209
Bijlage E Landhuizen
Buitengebied Brummen Bestaande (dienst)won ingen
Maximaal bebouwd oppervlak
Voorsterweg 166-172
2
384 m²
Voorsterweg 137-139
2
850 m²
Het Leusveld
Rhienderensestraat 24
2
416 m²
IV
Huis Den Bosch
Hammelerweg 10
3
1077 m²
V
De Wildbaan
Spankerenseweg 16
4
760 m²4
VI
De Wijde Landen
Bronkhorsterweg 13-15
2
494 m²
VII
Huis Spaensweerd
Bronkhorsterweg 16-18
1
611 m²
VIII
Huis Rhienderstein
Hazenberg 24
1
535 m²
IX
Huis De Rees
Arnhemsestraat 60
X
Reuvensweerd
Piepenbeltweg 3-5
Nr.
Omschrijving
Adres
I
Huis Empe
II
Huis Voorstonden
III
4
excl. oppervlakte kantoorfunctie
Wonen
Kantoor
(750 m²)
Sociaal educatief
Hotel
1164 m² 5
8
943 m²
Bijlage F Maatschappelijke voorzieningen
Nr. Adres
Buitengebied Brummen
Feitelijke bedrijvigheid
Bedrijfstype volgens VNG-brochure
A
Hallseweg
Begraafplaats
Begraafplaatsen
B
Hoevesteeg 26
Kinderopvang
Dagverblijven
C
Doonweg 4a
Scouting
Buurt- en clubhuizen
SBI-code
Milieucategorie Hinderafstand
Maximaal bebouwd oppervlak
Maximale goothoogte
Maximale hoogte 9m
9303
1
10
75m²
6m
8512, 8513
2
30
457 m²
6m
9m
9133.1
3
50
460 m²
6m
7,6 m
Bijlage G Recreatie
Gemeente Brummen
Nr. Adres
Feitelijke bedrijvigheid
Bedrijfstype volgens VNG-brochure SBI-code
I
Dagrecreatie en horeca
Water- en oeverrecreatie restaurant
Bronkhorsterweg
553
Milieucategorie
Hinderafstand
Max bebouwd opp.vlak
Max. Max. goothoogte hoogte
2
30
150 m²
3
3
-
-
-
-
-
-
(mobiel)
II
Dwarsweg (Gat van
Dagrecreatie
Water- en oeverrecreatie
Cortenoever)
III
Eerbeekseweg
Volkstuinen
Bijlage H Sport
Gemeente Brummen Milieucategorie
Hinderafstand
Max bebouwd opp.vlak
4
200
425 m²
3,5
6
9262
660 m²
3,5
6
Veldsportcomplex
9261.2
110 m²
4
6
Veldsportcomplex
Veldsportcomplex
9261.2
3
50
500 m²
4
6
Tennisbanen
Tennisbanen
9261.2
3
50
100 m²
3
5
Nr. Adres
Feitelijke bedrijvigheid
Bedrijfstype volgens VNG-brochure SBI-code
A
Boshoffweg 1
Zwembad
Zwembad, 2- niet overdekt
9261.1
B
Eerbeekseweg 17a
Schietbaan
Schietinrichtingen
C
Sterrebosweg/ Hoevesteeg Sport- en spelterrein
D
Knoevenoordstraat 34a
E
Metelerkampweg
9
Max. Max. goothoogte hoogte
Bijlage I Verblijfsrecreatieterreinen
nr.
naam
omschrijving
Buitengebied Brummen
Nader
Maximaal toegestaan aantal
aangeduid
Max. oppervlakte aan
Aantal dienst-
gemeenschappelijke
woningen
voorzieningen I
Coldenhove
Vakantiepark
V
RW
GW
VB
TR
ST
MK
357
5
-
-
-
-
5086 m²
3
waarvan 765 m² horeca en 200 m² detailhandel K II
Zuiderzon
Recreatieverblijf
III
Hallse Hull
Camping
-
-
-
2
-
183
200 m²
-
-
-
1
-
-
-
515 m²
-
V
-
-
-
-
-
-
515 m²
1
K
-
-
-
2
-
150
365 m²
-
IV
De Kikker
Camping
-
-
-
2
-
28
250 m²
1
V
Naturistencamping Gelre
Natuurkampeerterrein
-
-
-
2
-
50
50 m²
-
VI
Robertsoord
camping
7
-
-
2
50
30
250 m²
1
VII
ABK-huis
Recreatieverblijf
-
-
1
-
-
-
550 m²
-
Verklaring: Nader aangeduid (zie plankaart 1): V:
terreingedeelte, bestemd voor gemeenschappelijke voorzieningen en verblijfsaccommodatie
K:
terreingedeelte, bestemd voor mobiele kampeermiddelen en beperkte gemeenschappelijke voorzieningen
Maximaal toegestaan aantal: RW:
recreatiewoningen
GW:
groepsrecreatiewoningen
VB:
verblijfsaccommodaties
TR:
trekkershutten
ST:
stacaravans
MK:
mobiele kampeermiddelen
10
Bijlage J Rijksmonumenten
nr
Adres
Buitengebied Brummen
Korte omschrijving
1.
Arnhemsestraat 159
Boerderij “Kraainest”
2.
Arnhemsestraat 60
Landhuis “De Rees”
3.
Bronkhorsterweg 15
Huis “De Wijde Landen”
4.
Bronkhorsterweg 16
Stalgebouw van het huis “Spaensweerd”
5.
Bronkhorsterweg 18
Huis “Spaensweerd”
6.
Hammelerweg 7
Boerderij
7.
Eerbeekseweg 10
Portierswoning “Groot Engelenburg”
8.
Emperweg 94
Gepleisterde boerderij
9.
Hazenberg 24
Landhuis “Rhienderstein”
10.
IJsselstraat 1
Hoeve “de Meerne”
12.
Hammelerweg 10
Huis “Den Bosch”
13.
Piepenbeltweg 1
Edelmanshuis “Laag-Helbergen”
14.
Piepenbeltweg 3
Huis “Reuversweerd”
15.
Piepenbeltweg 5
Gepleisterde boerderij
16.
Prof. Weberlaan 1
“Huis Eerbeek”
17.
Voorsterweg 135
Veluws boerderijtje
18.
Voorsterweg 137, 139
Huis “Voorstonden”
19.
Voorsterweg 161, 161a
Koetshuis Huis “Empe”
20.
Voorsterweg 166, 168, 170, 172
Landhuis Huis “Empe”
21.
Zutphensestraat 386
Koetshuis van het huis “Zigtrijk”
22.
Rhienderensestraat 24
Jachthuis, koetshuis “ ’t Leusveld”
23.
Spankerenseweg 16
Landhuis “Wildbloem”
24.
Windheuvelstraat 1
Boerderij en bijenstal “Abbinck”
25.
Voorsterweg 142, 144
Bosarbeiderswoning
26.
Voorsterweg 148
Boerderij
27.
Voorstondensestraat 2
Boerderij “De Korenhoeve”
11.
11
Bijlage K Gemeentelijke Monumenten
Buitengebied Brummen
nr
Adres
Korte omschrijving
1.
Boshoffweg 2
Witgepleisterde woning
2.
Cortenoeverseweg 85
Boerderij
3.
Eerbeekseweg 15, 17
T-boerderij
4.
Harderwijkerweg 16
Boerderij
5.
Elzenbosweg 20
Landhuis
6.
Plagweg 15
Kerkgebouw
7.
Slatweg 15
Boerderij
8.
Smeestraat 22 en 24
Boerderij
9.
Windheuvelstraat 3
10.
Zutphensestraat 175
Landhuis
11.
Zutphensestraat 292
Woonhuis/koetshuis
12.
Zutphensestraat 388
13.
Knoevenoordstraat 70
12
Bijlage L Evenemententerreinen
Gemeente Brummen
nr. [1]
Schietwedstrijd “sv Willem Tell”,
Omschrijving evenement
Terrein naast Eerbeekseweg 17a Eerbeek
Locattie/adres
[2]
Kermis en Oranjefeest Eerbeek
Terreinen Kanaalweg, Dr. Gunningstraat, ’t Hungeling
[3]
Oogstfeest Tonden
Terrein Hoevesteeg 3 Tonden
[4]
Festiviteit Harley Davidson Club
Terrein bij perceel Den Texweg 4 Eerbeek
Nederland Oost
[5
Kindervakantiespelen Eerbeek
[6]
Oostfeest Oeken
Terrein nabij Café-restaurant De Korenmolen, Kanaalweg Eerbeek Terrein nabij hoek Buurtweg/Kleine Vosstraat Oeken
[7]
Concours Hippique Eerbeek
Terreinen aan de Kanaalweg en Prof. Weberstraat Eerbeek
13
Bijlage M Toegelaten functies 1.
Buitengebied Brummen
toegelaten functies in het “Agrarisch gebied” en “Agrarisch gebied – Waardevol landschap”
functie
koppeling aan functies
categorieindeling Bedrijven en Milieuzonering
Via vrijstelling/wijziging toe te staan Landbouw verwante functies - agrarische hulpbedrijven .loonbedrijven
N
V
2/3
.veehandelsbedrijven
N
V
3+
.spermabank
N
V
3
.fouragehandel
N
V
2
.zaaizaad en pootgoed
N
V
3
.opslag agrarische producten
N
V
3+
.hoefsmederij
N
V
2
.hoveniersbedrijven
N
V
1
.boomverzorgingsbedrijven
N
V
1
.natuur- en landschapsbeheer
N
V
1
N
V
2
- toeleverende bedrijven
- semi-agrarische bedrijven
.vis- escargot- wormkwekerij - sociale nevenfunctie op agrarisch bedrijf (resocialisatie, therapie, gehandicapten)
N
1
Opslag .caravans / boten
N
V
.inboedel
N
V
Recreatie -horeca .eethuis
N
L
2
.ijssalon
N
L
1
.theeschenkerij
N
-paardenpension / -stalling
N
L V
1 2/3
-verhuur
14
functie
koppeling aan functies
categorieindeling Bedrijven en Milieuzonering
.paarden
N
V
2/3
.fietsen
N
V
2
.kano's
N
V
-logies met ontbijt alsmede lichte horecavoorzieningen
N
2 L
1
Dienstverlening -individuele (para)medische of therapeutische praktijk
N
V
L
-dierenarts
N
V
L
-atelier
N
V
L
-privé-kliniek
L
2
-kuuroord
L
2
L
2/3
-dierenkliniek
1
-cursuscentrum
N
V
-crèche / peuterspeelzaal
N
V
-museum / tentoonstellingsruimte Ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven
N
V
.vleesverwerking
N
V
2/3
.zuivelverwerking
N
V
2/3
.plantaardige productverwerking
N
V
3+
.imkerij
N
V
2
.wijnmakerij
N
V
2
.bierbrouwerij
N
V
3
.riet- en vlechtwerk
N
V
2
-meubelmakerij / restauratie
N
V
3
-meubelstoffeerderijen
N
V
1
-vervaardigen en reparatie sieraden
N
V
2
-vervaardigen en reparatie muziekinstrumenten
N
V
2
-spinnen en weven van textiel
N
V
3
-pottenbakkerij
N
V
2/3
2 L
2
Overige ambachtelijke bedrijven
koppeling aan functies: N toelaatbaar als nevenactiviteit met een maximale oppervlakte van 350 m² op agrarisch bedrijf V toelaatbaar als vervolgactiviteit met een maximale oppervlakte van 500 m² op voormalig agrarisch bedrijf L toelaatbaar bij landhuizen/op landgoederen als nevenactiviteit met een maximale oppervlakte van 350 m²
15
categorie-indeling: 1 grootste afstand 0 tot 10 meter 2 grootste afstand 30 meter 3 grootste afstand 50 tot 100 meter 4 grootste afstand 200 tot 300 meter
16
2.
toegelaten functies in “Landgoederenzone (EHS)”
functie
koppeling aan functies
categorieindeling Bedrijven en Milieuzonering
Via vrijstelling/wijziging toe te staan Landbouw verwante functies - semi-agrarische bedrijven .boomverzorgingsbedrijven .natuur- en landschapsbeheer - sociale nevenfunctie op agrarisch bedrijf (resocialisatie, therapie, gehandicapten)
N
V
1
N
V
1
N
1
Opslag .caravans / boten
N
V
.inboedel
N
V
.kampeerboerderij
N
V
.appartementen
N
L
2/3
.hotelaccommodatie
N
L
2
.restaurant
N
L
2
.eethuis
N
L
2
.ijssalon
N
L
1
.theeschenkerij
N
L
1
-bezoekerscentrum
N
V
1
-paardenpension / -stalling
N
V
2/3
-verhuur van:
N
V
.paarden
N
V
2/3
.fietsen
N
V
2
kano's
N
V
2
Recreatie 2/3
-horeca
.
- logies met ontbijt alsmede lichte horecavoorzieningen
N
L
W
1
Dienstverlening -dierenarts
N
V
L
-atelier
N
V
L
-museum / tentoonstellingsruimte
N
V
L
2
koppeling aan functies:
17
N V W L
toelaatbaar als nevenactiviteit met een maximale oppervlakte van 350 m² op agrarisch bedrijf toelaatbaar als vervolgactiviteit met een maximale oppervlakte van 500 m² op voormalig agrarisch bedrijf toelaatbaar bij woningen als nevenactiviteit met een maximale oppervlakte van 100 m² met maximaal 5 kamers of 2 appartementen toelaatbaar bij landhuizen/op landgoederen als nevenactiviteit met een maximale oppervlakte van 350 m²
categorie-indeling: 1 grootste afstand 0 tot 10 meter 2 grootste afstand 30 meter 3 grootste afstand 50 tot 100 meter 4 grootste afstand 200 tot 300 meter
18
3.
toegelaten functies in “Veluws bosgebied (EHS)” en “Uiterwaarden (EHS)”
functie
koppeling aan functies
categorieindeling Bedrijven en Milieuzonering
Via vrijstelling/wijziging toe te staan Landbouw verwante functies - natuur- en landschapsbeheer
N
V
N N
V
1
Recreatie -bezoekerscentrum - logies met ontbijt alsmede lichte horecavoorziening
L
1 1
koppeling aan functies: N toelaatbaar als nevenactiviteit met een maximale oppervlakte van 350 m² op agrarisch bedrijf V toelaatbaar als vervolgactiviteit met een maximale oppervlakte van 500 m² op voormalig agrarisch bedrijf L toelaatbaar bij landhuizen/op landgoederen als nevenactiviteit met een maximale oppervlakte van 350 m² categorie-indeling: 1 grootste afstand 0 tot 10 meter 2 grootste afstand 30 meter 3 grootste afstand 50 tot 100 meter 4 grootste afstand 200 tot 300 meter
19
Toelichting
Inhoud bestemmingsplan Buitengebied 2008 ____________________________________________________________________________________
1. Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Redenen voor een nieuw bestemmingsplan Doel van het plan Begrenzing van het plangebied Totstandkoming van het plan De opzet van het bestemmingsplan
2. De bestaande situatie 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Ontstaansgeschiedenis Hydrologie Ecologische waarden Landschapswaarden Cultuurhistorie en archeologie
3. Het gebruik 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Agrarische bedrijven Niet-agrarische bedrijven Wonen Landgoederen Toerisme, recreatie en sport Verkeer Leidingen en nutsvoorzieningen
4. Het planologisch kader 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.2.8 4.2.9
Het ruimtelijk beleid op hoofdlijnen Nota Ruimte Streekplan Gelderland 2005 Ruimtelijke ontwikkelingsvisie ‘Ligt op groen’ IJsselsprong Zutphen Het beleid per thema Het waterbeleid Natura 2000 Ecologische hoofdstructuur Groene wiggen Waardevolle landschappen Kapverordening (1994) Landbouw Functiewijziging in het buitengebied Toerisme en recreatie
5. De beleidsvisie voor het buitengebied 5.1 5.2
De hoofdlijnen van het beleid Het beleid ten aanzien van…..
1 1 1 2 2 3 5 5 9 11 13 14 19 19 21 22 23 23 25 26 27 27 28 30 31 31 31 33 35 38 40 43 43 44 45 47 47 52
Inhoud bestemmingsplan Buitengebied 2008 _____________________________________________________________________________________________
5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7
Natuur, landschap en cultuurhistorie Landbouw Functiewijziging van beëindiging van een (niet-)agrarisch bedrijf Wonen Landgoederen Niet-agrarische bedrijven Toerisme, recreatie en sport
6. Afstemming met andere beleidsvelden 6.1 6.2 6.3
Externe veiligheid Afstemming met het waterbeleid Afstemming met het natuurbeleid
7. Toelichting op de juridische opzet 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.2.5
Toelichting op de plankaarten Toelichting op de regels Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangsrecht en slotregel Bijlagen bij de regels
52 55 61 63 66 67 68 73 73 75 76 81 81 86 86 86 93 94 95
8. Handhaving
96
9. Inspraak en vooroverleg
99
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
1.
Inleiding
1.1 Redenen voor een nieuw bestemmingsplan Een belangrijke reden om een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied van Brummen op te stellen is het gegeven dat het geldende bestemmingsplan sterk verouderd is. Het huidige bestemmingsplan dateert uit 1982. Een actualisering van dit plan is nodig, onder meer vanwege de formele reden dat plannen eens in de 10 jaar moeten worden herzien. Die periode is inmiddels ruimschoots verstreken. Minstens zo belangrijk zijn echter de inhoudelijke redenen waarom het wenselijk is om te beschikken over een actueel bestemmingsplan. De tijd heeft niet stilgestaan. Sinds 1982 zijn er de nodige partiële herzieningen vastgesteld en procedures ex art.19 WRO gevoerd, waarin vrijstelling is verleend van het vigerende bestemmingsplan. Op dit moment gelden er niet minder dan 49 bestemmingsplannen in het buitengebied van Brummen. Ook is de visie op het buitengebied veranderd. Bescherming van natuur en landschap, milieubewustzijn en waterbeheer zijn in een heel ander daglicht komen te staan. De realisering van de Ecologische Hoofdstructuur en de aanwijzing van Natura 2000-gebieden zijn belangrijke thema’s geworden. Door ontwikkelingen in de landbouw neemt het aantal agrarische bedrijven sterk af, maar de bedrijven die overblijven krijgen een steeds grotere ruimtebehoefte. Er is behoefte aan een duidelijk beleid wat er met vrijkomende gebouwen mag gebeuren. Daarnaast is het wonen een algemeen geaccepteerde functie in het buitengebied geworden. Een effectief ruimtelijk beleid is alleen mogelijk met een actueel bestemmingsplan. Zeker in een tijd dat de overheid meer op hoofdlijnen wil sturen, is de beschikking over een actueel plan noodzakelijk. De gemeente is dan beter in staat om te sturen en haar greep op ontwikkelingen te behouden.
1.2 Doel van het plan Het bestemmingsplan is een juridisch plan dat bindend is voor de burgers én voor de overheid. De taak van het bestemmingsplan is drieledig: het regelt het gebruik van de grond, het geeft aan wat bouwmogelijkheden zijn en waarvoor de gebouwen gebruikt mogen worden. Het bestemmingsplan Buitengebied heeft in de eerste plaats een conserverend karakter: het huidige gebruik en de actueel aanwezige waarden worden vastgelegd. Dit biedt rechtszekerheid aan de eigenaren en gebruikers. De bestaande situatie is echter geen blijvend gegeven. Er dienen zich voortdurend nieuwe initiatieven aan. Het bestemmingsplan moet daarom ook flexibiliteit bieden om op
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
ontwikkelingen in te kunnen spelen. Binnen grenzen is dat mogelijk. Voor kleine veranderingen zijn daarvoor ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Nieuwe initiatieven doen zich echter altijd voor op een onverwacht moment en met eigen specifieke wensen. Het is niet mogelijk om voor alle nieuwe ontwikkelingen vooraf een toetsingskader aan te geven onder welke voorwaarden een dergelijke ontwikkeling plaats kan vinden. In die gevallen zal een afzonderlijke planologische procedure moeten worden gevoerd, waarin die afweging beter plaats kan vinden. Richtinggevend daarvoor is “De beleidsvisie voor het buitengebied” (verwoord in hoofdstuk 5), waarin wordt aangegeven welke ontwikkelingsrichting de gemeente voor ogen heeft. Nieuwe ontwikkelingen moeten passen in de beleidsvisie, maar kunnen via hun eigen weg nader worden uitgewerkt. Het beleid in hoofdstuk 5 sluit aan bij het beleid zoals geformuleerd in de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie ‘Ligt op Groen’ die in 2006 door de gemeenteraad is vastgesteld. Belangrijk is het besef dat een bestemmingsplan alleen dat kan regelen wat concreet is. Nieuwe ontwikkelingen waarover nog formele besluitvorming moet plaatsvinden, kunnen niet worden meegenomen in onderhavig bestemmingsplan. Voorbeelden zijn de mogelijke bypass van de IJssel, de ontwikkelingen rondom de IJsselsprong en de aanleg van de rondweg Laag Soeren.
1.3 Begrenzing van het plangebied Het plangebied omvat het buitengebied van de gemeente Brummen. De bebouwde kommen van Brummen, Eerbeek, Hall, Leuvenheim, Empe en Oeken zijn buiten het plan gelaten. Ten opzichte van het plan 1982 is de begrenzing rond de dorpen gewijzigd. Voorts zijn er nog twee terreinen buiten het bestemmingsplan Buitengebied gelaten: • het landgoed Engelenburg. Hiervoor is een zeer gedetailleerd bestemmingsplan opgesteld, dat tot doel had een aantal nieuwe ontwikkelingen op het landgoed op een goede wijze te regelen. Het betrof onder andere de uitbreiding van een hotelaccommodatie en de aanleg van een 9-holes golfbaan. Gelijk met het bestemmingsplan is een realiseringsovereenkomst tussen de gemeente en de landgoedeigenaar bekrachtigd. De gedetailleerdheid van dit plan is moeilijk te vertalen in de meer algemene regelingen die een grootschalig plan als een bestemmingsplan Buitengebied nu eenmaal in zich heeft. Daarom is het landgoed Engelenburg buiten onderhavig plan gelaten. • Het recreatieterrein Vinkenweide. Ook hiervoor is een gedetailleerd bestemmingsplan gemaakt voor een omzetting naar hotelaccommodatie en een nieuw café-zalencentrum.
1.4 Totstandkoming van het plan In maart 2006 is de eerste versie van het concept-voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied onder de aandacht gebracht van de inwoners van de gemeente Brummen.
2
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Het concept van het voorontwerp heeft van 1 maart tot en met 30 juni 2006 ter inzage gelegen in het kader van de ‘voorinspraak’. Tevens is het plan in het vooroverleg ex art.10 Bro gebracht. De resultaten van de voorinspraak en het vooroverleg hebben op onderdelen geleid tot wijzigingen in het plan. Deze zijn beschreven in de ‘Nota van Wijzigingen’ (2007). Ondertussen was men in de gemeente Brummen ook bezig met de herziening van de bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen. Dit heeft geleid tot nieuwe komgrenzen. Een aantal gebieden, die eerder buiten het plan Buitengebied werden gelaten, zijn nu toch in dit bestemmingsplan opgenomen. Omdat daarmee het plangebied is veranderd, werd het voorontwerpbestemmingsplan opnieuw in inspraak en vooroverleg gebracht. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 15 november tot en met 26 december 2007 ter inzage gelegen. Op 27 november is een inloopavond georganiseerd, die goed werd bezocht. Tevens is het plan opnieuw in het vooroverleg ex art. 10 Bro gebracht. De bij de gemeente binnengekomen reacties uit de voorinspraak en het vooroverleg zijn beantwoord in de ‘Nota inspraak en vooroverleg’ (november 2008). In juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De nieuwe Wro stelt een aantal specifieke eisen aan de opzet van het bestemmingsplan. Om te voldoen aan de wetgeving is de systematiek van het plan op een aantal onderdelen gewijzigd. Daarnaast is het bestemmingsplan aangepast aan de normen voor standaardisering, die zijn vastgelegd in de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008.
1.5 De opzet van het bestemmingsplan Het bestemmingsplan Buitengebied bestaat uit de volgende onderdelen: • plankaart 1 met alle rechtstreekswerkende bestemmingen. In de analoge (papieren) versie bestaat plankaart 1 uit 7 kaartbladen (schaal 1:5.000) en een legenda; • plankaart 2 (schaal 1:25.000) “Landschapskwaliteiten en beschermingszones”. Met behulp van deze kaart wordt duidelijk welke aanlegvergunningen van toepassing zijn in de verschillende delen van het buitengebied; • plankaart 3 (schaal 1:25.000) “Zones ontwikkelingsvisie”, die aangeeft welke toekomstige ontwikkelingen mogelijk zijn in de vijf onderscheiden landschappelijke zones, de Natura 2000-gebieden en het extensiverings- en verwevingsgebied uit het Reconstructieplan; • de regels met de bijlagen A tot en met M; • deze toelichting. De opzet van deze toelichting De toelichting van het bestemmingsplan geeft de resultaten van het onderzoek naar de bestaande functies en waarden in het buitengebied, het beleid van andere overheden en geeft aan tot welke keuzes dit heeft geleid voor het te voeren beleid. De hoofdstukken 2 en 3 zijn inventariserend van aard. In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de bestaande situatie en de waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie.
3
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
De ontstaansgeschiedenis van het landschap is nog steeds in belangrijke mate bepalend voor het huidige landschap. Hoofdstuk 3 gaat in op de huidige gebruiksfuncties, zoals de landbouw, andere vormen van bedrijvigheid, wonen, toerisme en recreatie. In hoofdstuk 4 wordt een samenvatting gegeven van het beleid van rijk, provincie, gemeente en waterschap en van andere plannen die gevolgen hebben voor het buitengebied van Brummen. De hoofdstukken 5 tot en met 7 geven een toelichting op de wijze hoe dit bestemmingsplan is opgezet. Hoofdstuk 5 bevat de beleidsvisie voor het buitengebied. Dit is de kern van het buitengebiedbeleid. Per deelgebied en per thema zijn keuzes gemaakt over wat er wel en niet kan en mag in het buitengebied en hoe dit wordt vertaald in bestemmingen en regels. In hoofdstuk 6 wordt een toelichting gegeven op de juridische opzet van het plan: de plankaart en de artikelen in de regels worden toegelicht. Ten slotte wordt in hoofdstuk 7: “Handhaving” aangegeven hoe de gemeente Brummen wenst om te gaan met de controle en naleving van het bestemmingsplan.
- Het grondgebied van Brummen
4
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
2. De bestaande situatie Dit hoofdstuk geeft een beschrijving en een waardering van de landschappelijke en natuurlijke kenmerken van het Brummense buitengebied. Aan de basis daarvan ligt het abiotische patroon, ofwel de letterlijke ondergrond van het plangebied. Dit abiotische patroon was – en is nog steeds – bepalend voor de flora en fauna. Verschillen in vorm, reliëf, bodem en waterhuishouding waren voor de mens aanleiding om al dan niet gebruik te maken van een bepaalde plek. Het abiotische patroon heeft daarmee een sterk ordenende betekenis en is een belangrijk gegeven voor verdere ontwikkeling. De beschrijvingen in dit hoofdstuk zijn beknopt gehouden. Voor een meer uitgebreide beschrijving van de kenmerken van het landschap wordt verwezen naar het Landschapsbeleidsplan (2008) van de gemeente Brummen.
2.1
Ontstaansgeschiedenis
Vorming van het landschap De contouren van het landschap zijn grotendeels bepaald tijdens de ijstijden. Door het bewegende landijs is het IJsseldal uitgeschuurd en de Veluwe opgestuwd (stuwwal). In de vlakte tussen de Veluwe en de IJssel zijn door de wind dekzandruggen afgezet. Het rivierenlandschap is gevormd in de periode na de ijstijden. Langs de flanken van de rivier werden oeverwallen afgezet. Door verstuiving van het rivierzand zijn plaatselijk duinen ontstaan. In het rivierdal heeft de IJssel steeds zijn bedding verlegd. Dit heeft geleid tot grofweg drie gebieden met elk zijn eigen kenmerken, te weten: de Veluwe, het IJsseldal en het hiertussen gelegen Dekzandgebied. De verschillen tussen deze gebieden waren voor de mens aanleiding tot een divers gebruik. Occupatie door de mens • Veluwe De rand van de stuwwal bood gunstige omstandigheden voor vestiging van de mens. Er was geen overlast van rivier- of grondwater, de grond was geschikt voor gebruik als akker, de nabijgelegen lagere gronden waren geschikt voor beweiding van het vee en de beken boden drinkwater. Zo ontstonden agrarische nederzettingen rondom de akkers - de enken zoals de Noorderenk en Molenenk bij Eerbeek. Door ontbossing en intensieve begrazing ontstonden er heidevelden en zandverstuivingen. Aan het eind van de 19e eeuw nam de betekenis van de heidevelden af en is de Veluwe door aanplant van (naald)hout weer grotendeels bebost. De situatie aan de randen van de Veluwe was gunstig voor het ontstaan van bedrijvigheid. Stromend water uit de beken vormde een energiebron voor korenmolens, zaagmolens,
5
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
papiermolens en wasserijen. De aanleg van het Apeldoorns kanaal als vaarweg vormde een impuls voor de economische ontwikkeling van het gebied.
- Geomorfologie (bron: Landschapsbeleidsplan 1992)
• IJsseldal De hogergelegen rivierduinen en oeverwallen boden bescherming tegen hoogwater en vormden de vestigingsplaats van de mens (Cortenoever en Brummen). Vanaf de 12e eeuw werden er dijken aangelegd en werd de IJssel steeds meer aan banden gelegd. Tussen de dijken had de rivier nog vrij spel. De rivier verlegde steeds zijn loop, waardoor een complex van oude rivierlopen en meanderruggen is ontstaan.
6
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Bij hoog water staan de uiterwaarden onder water. De hier door de rivier afgezette klei werd gebruikt voor de steenfabricage. Een deel van die uiterwaarden is inmiddels ingepolderd en overstroomt dan ook niet meer. In de uiterwaarden liggen nu nog restanten van oude riviergeulen en kleiwinputten.
• Dekzandgebied De beken stroomden via de dekzandgronden af naar de IJssel. Waar mogelijk werden de natte heide en de broekbossen ontwaterd en ontgonnen. Kenmerkend zijn de landgoederen en kastelen die als een langgerekte zone in het gebied liggen. De eigenaren hebben grote invloed gehad op de ontginning van het gebied. De meest natte delen bleven bestaan of werden bebost. Op de hogere dekzandruggen werden boerderijen gesticht, onder andere bij Hall. Daar ontstond een kampenlandschap, een landschap van door houtwallen omgeven kleine akkers. De Empese en Tondense Heide vormen nog een restant onontgonnen gebied. Waardering Aan bepaalde geomorfologische verschijnselen kan een bijzondere betekenis worden toegekend door hun zeldzaamheid, gaafheid of representativiteit. Deze gebieden worden beschouwd als “aardwetenschappelijk waardevol” en behoeven daarom bescherming. In de gemeente Brummen worden de volgende gebieden aangemerkt als waardevol: • De stuwwal van de oostelijke Veluwe met de Eerbeekse beek: een periglaciaal droogdalsysteem met aan de voet een puinwaaier; • de Overmarsch: een waardevolle oude meanderbocht, die overigens slechts voor een klein deel op het grondgebied van de gemeente ligt; 7
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
• •
de Brummense Waarden: een zeldzaam en gaaf complex van richels en droge geulen met daarin aanwezig een zeer lange, oude bedding; de Reuvensweerd: een gave, geomorfologisch waardevolle uiterwaard met een zeer zeldzaam richel- en geulencomplex en een zeldzaam systeem van oude beddingen.
- Aardkundige waarden (bron: Streekplan provincie Gelderland)
8
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
2.2
Hydrologie
Grondwatersysteem De Oost-Veluwe wordt gekenmerkt door een krachtig regionaal kwelsysteem (Veluwesysteem). Op de stuwwal van de Veluwe infiltreert de neerslag naar de grondwatervoorraad, waarvan de top soms wel enkele tientallen meters beneden maaiveld ligt. Dit grondwater stroomt af naar lagere terreinen van de Oost-Veluwe en het IJsseldal. Tijdens deze tocht neemt het water mineralen op. Dit betreft vooral carbonaat- calcium-, ijzer- en magnesiumionen. Hoe langer de verblijftijd hoe mineraalrijker het diepe kwelwater. In Brummen wordt veel potentieel kwelwater weggevangen door de sprengenkoppen van de Eerbeekse beek en de diepe grondwaterwinningen rond Eerbeek. Ook de IJssel (inclusief dode armen) draineert sterk op het traject tot Deventer. Het gevolg is dat er (tegenwoordig) nauwelijks diep grondwater in het dekzandgebied aan de oppervlakte komt.
- Het grondwatersysteem van de Veluwe
In het gebied tussen het Apeldoorns kanaal en de oeverwallen langs de IJssel (het dekzandsysteem) heeft de hydrologie een subregionaal karakter. In de dekzandruggen infiltreert het water, wat vervolgens in de beekdalen weer als kwel naar boven komt. Deze kleinere (lokale) systemen worden sterk beïnvloed door de af- en ontwatering van landbouwgebieden en door het neerslagoverschot. In de zomersituatie zullen de gebieden waar (lokale) kwel optreedt veel kleiner zijn dan in de winter. Hoe hoger het maaiveld boven het grondwaterniveau ligt, hoe groter de grondwaterstandfluctuatie. In natte tijden is de
9
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
grondwaterspiegel bol en volgt het reliëf, terwijl in droge tijden de spiegel vlak is en flauw meehelt met de topografische macrogradiënt. Het kwelwater wordt sterk beïnvloed door het landbouwkundig gebruik. De kwaliteit is meestal slecht (te voedselrijk). Het IJsseloeverwalsysteem is een subregionaal systeem. De IJssel werkt hier zowel ‘s zomers als ’s winters drainerend. Een apart systeem wordt nog gevormd door het Apeldoorns kanaal. Hieruit treedt infiltratie op naar de naastgelegen gebieden (100 l/s). Het grootste deel stroomt horizontaal af in noordoostelijke richting. Hier kwelt het kanaalwater waarschijnlijk op tot een afstand van enkele honderden meters. Oppervlaktewatersysteem De waterhuishouding van het buitengebied van Brummen is geregeld in acht eenheden (stroomgebieden). Dit zijn: • Stroomgebied van de Leuvenheimse Beek. Hiertoe behoren de beken van het zuidelijk deel van de gemeente: de Brummense, Leuvenheimse en Soerense Beek. Voor de spoorwegonderdoorgang vloeien zij samen en lozen via het Van Sytzemagemaal op de IJssel (peil 7.2 m +NAP). • Stroomgebied van de Oekense en Rhienderense Beek, die via het Colenbrandergemaal lozen (peil 5.6 m +NAP). • De Oude IJssel, waar de Voorstondense, Eerbeekse, Tondense en Emper Beek op uitmonden. De Oude IJssel watert vrij af op de IJssel, maar wordt bij hoge rivierwaterstand bemalen. Dit laatste gebeurt via de Lage Leiding door het Van der Feltzgemaal (peil 4.5/4.4 m +NAP). • Stroomgebied van de Voorster Beek, waarvan twee bovenstroomse takken, te weten de Oude Voorster Beek en de Veldbeek, in de gemeente Brummen liggen. • Stroomgebied van de Oude Beek, waarvan het water op het Apeldoorns kanaal wordt gezet. Het bemalingspeil is 11.8 m +NAP. • De Brummense en Cortenoever Waarden, waarvan de watergangen vrij afwateren op de IJssel. • De Hovense Waard, die bemalen wordt (peil 4.5 m +NAP). • Het Apeldoorns kanaal, pand I (peil 13.2 m +NAP). De afvoer vindt geleidelijk of getrapt via (regelbare) stuwen of over opgeleide trajectdelen plaats onder vrij verval. Uitzonderingen hierop zijn hierboven reeds vermeld en betreffen de gebieden net bovenstrooms van de gemalen. Op het landgoed Leusveld is aan de noordzijde een natuurontwikkelingstrook aangelegd, waarbinnen het waterpeil is verhoogd. Ten zuiden en oosten van het landgoed is een hydrologische bufferzone ingesteld. Op het landgoed zelf zijn de maatregelen gericht op het vasthouden van het water door de plaatsing van stuwen.
10
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
2.3 Ecologische waarden Het gevarieerde Brummense landschap vormt het leefgebied voor een groot aantal planten en dieren. Deze komen voor in de diverse bossen en natuurterreinen, maar ook in het agrarische gebied. Bossen en natuurterreinen De bossen ten westen van Eerbeek maken deel uit van het Veluws bosgebied. Het bos bestaat voornamelijk uit naaldhout, wat “an sich” een beperkte natuurwaarde heeft. De betekenis van deze bossen komt vooral voort uit het feit dat het onderdeel vormt van een groot aaneengesloten natuurgebied. Het is een leefgebied voor veel verschillende diersoorten, waaronder de das, edelhert en wild zwijn. In het dekzandgebied komen verspreid bossen en natuurterreinen voor, afgewisseld met agrarische gronden. Veel bossen zijn gelegen op natte gronden en maken deel uit van een landgoed. Het zijn vooral eiken-beukenbossen, eiken-haagbeukenbossen en elzenbroekbossen met een bijzondere vegetatie. Er zijn drie gebieden met een hoge natuurwaarden die afhankelijk zijn van natte omstandigheden: het landgoed Leuvenheim, het Leusveld en de Empese en Tondense Heide. De natte landnatuur op het landgoed Leuvenheim kenmerkt zich door sloten, rabattenbossen, wilgenstruwelen, kleibossen en natte heiderestanten. In het Leusveld zijn de ecologische waarden vooral gebonden aan water, sloten, broekbossen en schraalgraslanden. Water, sloten, natte heiderestanten en hooilanden kenmerken de Empese en Tondense Heide. Verder komen in de gemeente Brummen verspreid naaldbossen en eikenberkenbossen voor, die uit ecologisch oogpunt wat minder waardevol zijn. Ook in de uiterwaarden komen waardevolle terreinen voor. In het kader van de ruilverkaveling zijn de meeste terreinen in eigendom gekomen van Staatsbosbeheer. Ze worden beheerd als natuurgebied. Een bijzonder terrein ligt aan de Weg naar het Ganzenei. Hier komen weilanden voor met een zeer waardevolle vegetatie en vormen de meidoornhagen een bijzondere aankleding van het landschap. Ook voor verschillende zeldzame en beschermde dieren zijn deze terreinen een waardevol leefgebied, onder andere voor de ringslag, de knoflookpad, de kleine ijsvogelvlinder, de levendbarende hagedis, de adder en de kwartelkoning. De betekenis van de bossen en natuurterreinen is onderzocht door Bureau Schenkeveld (juli 2000). De bossen en natuurterreinen zijn beoordeeld en gewaardeerd aan de hand van de natuurbehoudswaarde (Nbw). Als waardevol zijn beoordeeld alle bossen en natuurterreinen met een Nbw>6. In bijlage 1 van de toelichting (Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen) zijn de resultaten van het onderzoek weergegeven, alsmede de hiervoor gehanteerde bronnen.
11
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Uit de analyse van de aard van de kwaliteiten van de bos- en natuurterreinen valt te concluderen dat deze terreinen vooral kwetsbaar zijn voor veranderingen in de waterhuishouding, betreding en verstoring (recreatief medegebruik, houtteelt). Ecologische waarden in het agrarisch gebied Ook in het agrarisch gebied komen belangrijke natuurwaarden voor: • Houtopstanden als houtsingels, houtwallen en boomgroepen in het agrarisch gebied zijn belangrijk als dekking voor bijvoorbeeld de das of ter oriëntatie voor vleermuizen. De houtopstanden zijn ook leef- of broedgebied voor tal van insecten en vogels. • De oevers en de beplanting langs het Apeldoorns Kanaal en de spoorlijn vormen ecologische verbindingen tussen verschillende natuurterreinen. • Steilranden van oude akkers, zoals bij Hall, bieden een waardevol biotoop voor de zandhagedis. • De Brummense landgoederenzone met zijn afwisseling tussen bossen en agrarische gronden behoort ecologisch gezien tot één van de meest waardevolle gebieden. Dit geldt met name voor het Leusveld, landgoed Leuvenheim en Voorstonden. De kwelgebieden en de vochtige bossen zijn van belang voor de flora. De weidepoelen en sloten zijn essentieel als leefgebied voor onder meer de knoflookpad, de kamsalamander, de poelkikker en de ringslang. Ook is hier een dassenpopulatie aanwezig. Ondanks het intensieve agrarische gebruik komen, vooral aan de randen van akkers en weilanden, in slootranden of langs onverharde wegen, soms toch zeldzame planten tot ontwikkeling, zoals waterviolier en beekpunge. Het stroomgebied van de Rhienderense Beek biedt goede mogelijkheden voor verdere natuurontwikkeling, omdat het voor een gedeelte nog een natuurlijk karakter heeft en het een duidelijk begrensde eenheid is. • De Eerbeekse/Voorstondense Beek vormt een belangrijke schakel tussen het Apeldoorns kanaal en de IJssel. Gerichte maatregelen zullen snel tot hogere ecologische waarden leiden, mede omdat deze deels opgeleide beek onafhankelijk functioneert ten opzichte van de omringende stroomgebieden. De Eerbeekse Beek heeft de HEN-status; water van het hoogste ecologische niveau. • De uiterwaarden vormen op regionaal niveau een belangrijke noordzuid-verbinding. Hier overwintert meer dan 1% van de totale Europese populatie Kolgans en Kleine Zwaan. Door het reliëf in de bodem ontstaan op korte afstand verschillen in nat en droog. Dit levert een bijzondere vegetatie op. Bij een extensiever gebruik kan de stroomdalflora zich verder ontwikkelen. Cortenoever behoort al tot de kerngebieden voor stroomdalflora en is aangewezen als reservaatgebied. In de Brummense en Spankerense Waarden zijn beheerovereenkomsten gesloten voor een aangepast agrarisch gebruik, dat mede is gericht op natuurbeheer. De onvergraven gedeelten hier behoren tot de meest waardevolle uiterwaarden van Nederland. De bijzondere natuurwaarden komen ook tot uitdrukking in de aanwijzing tot Natura 2000gebied (de vroegere Vogel- en Habitatrichtlijngebieden). In Brummen zijn drie gebieden (voorlopig) aangewezen als Natura 2000-gebied en vallen daarmee onder de wettelijke
12
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
bescherming van de Natuurbeschermingswet. Het betreft de Veluwe, de landgoederen Brummen (Leusveld, Voorstonden en Empese en Tondense Heide) en de uiterwaarden van de IJssel. Hierop wordt verderop in dit bestemmingsplan uitvoerig ingegaan (zie hoofdstuk 4).
2.4 Landschapswaarden Kenmerkend voor het Brummense buitengebied is de afwisseling tussen verschillende landschapstypen. De belangrijkste landschapstypen die in Brummen worden onderscheiden zijn het bosgebied van de Veluwe, de Landgoederenzone, het kampenlandschap rondom Hall, het natte heideontginningslandschap van de Empese en Tondense Heide en de uiterwaarden. Deze gebieden hebben de volgende kenmerken1: • De Veluwe is een besloten bosgebied. In het bos zijn enkele kleine open enclaves met bebouwing. Deze enclaves worden scherp begrensd door de bosranden. • De Landgoederenzone loopt in noord-zuid richting over het plangebied. Ze wordt gekenmerkt door een grote mate van afwisseling tussen bossen en agrarische gronden, kleine landschapselementen, lanen en water. Deze afwisseling wordt in het algemeen hoog gewaardeerd. • Het kampenlandschap rond Hall bestaat uit een oud akkercomplex met beplantingen en steilranden. • In de natte heideontginningsgebieden rond de Empese en Tondense Heide ontbreekt juist veelal hoog opgaande beplanting en bebouwing. Dit gebied wordt gekenmerkt door een grote mate van openheid. • In de uiterwaarden komen veel kleine landschapselementen voor als hagen, bomenrijen, moeras en open water. Hoewel er veel beplantingen aanwezig zijn, ervaart men in het gebied een gevoel van wijdsheid. Het gebied met overwegend grasland wordt veelal beleefd vanaf de hoger gelegen dijk. Waardering De landschappelijke waardering van het agrarische gebied is terug te voeren op de volgende kwaliteiten: •
Aanwezigheid van houtopstanden Verspreid in het agrarische gebied komen diverse soorten houtopstanden voor, zoals houtsingels, houtwallen en groepen markante bomen. Deze houtopstanden zijn belangrijk voor het landschapsbeeld. Ze zorgen voor afwisseling in het landschap en ze begrenzen open ruimten.
•
Zandwegen In het dekzandgebied tussen Eerbeek en Brummen ligt een groot aantal zandwegen. Zandwegen in een overwegend agrarisch gebied komen steeds minder voor in
1
Bron: Landschapsbeleidsplan gemeente Brummen (DHV Milieu & Infrastructuur, januari 1992).
13
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Nederland. Ze worden verhard omwille van een betere bereikbaarheid of zijn juist verdwenen omdat ze geen directe functie meer hadden. Vaak komt langs zandwegen een bijzondere bermvegetatie voor.
•
Bodemreliëf Het bodemreliëf is op een aantal plaatsen zeer kenmerkend. In de uiterwaarden is een nog relatief gaaf stelsel aanwezig van geulen en richels. In het kampenlandschap bij Hall komen steilranden voor langs oude akkers. Deze hebben een cultuurhistorische waarde, omdat ze een verwijzing vormen naar het agrarische gebruik in het verleden.
•
Openheid In enkele gebieden is er nauwelijks bebouwing en hoog opgaande beplanting aanwezig. Deze gebieden hebben een grote mate van openheid. Dit komt voor in delen van het natte heideontginningsgebied in de omgeving van de Empese en Tondense Heide. Openheid vormt een waardevol aspect, omdat door toenemende verstedelijking open gebieden steeds zeldzamer worden. Een ander gebied waar openheid van belang is, is het akkercomplex bij Hall.
2.5 Cultuurhistorie en archeologie De wijze waarop de mens het gebied in gebruik heeft genomen, heeft geleid tot karakteristieke patronen en elementen in het landschap. Aan dergelijke relicten wordt nu vaak een cultuurhistorische waarde toegekend, vooral wanneer ze in een nog herkenbare samenhang voorkomen.
14
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
- Cultuurhistorische waarden (bron: Streekplan provincie Gelderland)
In Brummen worden de volgende elementen als cultuurhistorisch waardevol beschouwd: • Oude lijnvormige elementen, zoals wegen, paden en dijken. In Brummen is een bijzonder patroon aanwezig van oost-west lopende wegen door het dekzandgebied. • Op enkele plaatsen komen nog oude dijken en kaden voor langs de IJssel. • Het verkavelingspatroon tussen Eerbeek, Brummen en de Zutphense Hoven. • Steilranden langs oude akkercomplexen, bijvoorbeeld bij Hall. 15
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
• Diverse landhuizen. • Een concentratie van bouwkundig belangwekkende boerderijen in de uiterwaarden. • Het Apeldoorns kanaal. • Het stoomtreintracé tussen Apeldoorn en Dieren. Verder zijn een aantal panden in het buitengebied aangewezen als rijks- of gemeentelijk monument. Een opsomming van deze monumenten wordt gegeven in bijlage J en K van de regels.
Archeologie De oudste bewoningsplekken herbergen vaak een waardevol bodemarchief. De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW, 2e generatie) geeft aan welke gebieden een hoge, middelhoge of lage trefkans op archeologische waarden hebben. In Brummen is de kans op archeologische vondsten het grootst: • Op de rand van de stuwwal rond Eerbeek. • Op het oude akkercomplex bij Hall. • Op de hoger gelegen rivierduinen en stroomruggen langs de IJssel. Op bijgaande kaart is de archeologische verwachtingswaarde van het buitengebied in beeld gebracht.
16
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
- Archeologische verwachtingswaarden (bron: Streekplan provincie Gelderland)
In het verleden zijn verder op diverse plekken archeologische vondsten gedaan. Een aantal van deze terreinen heeft een beschermde status en is opgenomen op de Archeologische Monumentenkaart (de zgn. AMK-terreinen).
17
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
18
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
3.
Het gebruik
In dit hoofdstuk komen de verschillende gebruiksfuncties in het buitengebied van Brummen aan de orde. Al deze activiteiten vragen om een bepaald ruimtebeslag. De belangrijkste grondgebruiker in het buitengebied is de landbouw, maar daarnaast zijn er meer economische activiteiten, zoals het toerisme en overige, niet-agrarische bedrijven. Ook het wonen is een belangrijke functie.
3.1 Agrarische bedrijven In dit bestemmingsplan wordt als een agrarisch bedrijf beschouwd: ieder bedrijf dat zich richt op het voortbrengen van producten door het houden van dieren en/of het telen van gewassen. Daarnaast zijn er bedrijven die verwant zijn aan de agrarische sector, zoals een loonwerkbedrijf, veehandelsbedrijf, veevoederbedrijf of landbouwmechanisatiebedrijf. Deze bedrijven voldoen niet aan bovenstaande definitie. Bovendien zijn dergelijke bedrijven steeds minder afhankelijk van vestiging in het buitengebied, hoewel zij wel een binding hebben met de agrarische sector. Deze categorie bedrijven wordt beschouwd als nietagrarische bedrijven. Volgens cijfers van het CBS2 waren er in 2005 in de gemeente Brummen 161 agrarische bedrijven. Ruim een kwart hiervan (46 bedrijven) kan worden beschouwd als een hobbybedrijf; de bedrijfsomvang is zo klein dat er geen reëel inkomen uit verdiend kan worden. Sinds 1990 is het aantal bedrijven met ongeveer een derde afgenomen. Dat houdt in dat gemiddeld 5 tot 6 bedrijven per jaar worden beëindigd. De algemene verwachting is dat deze trend verder door zal zetten. Hoeveel bedrijven de komende jaren zullen stoppen, is afhankelijk van een aantal factoren. Enerzijds zijn dat externe factoren, zoals marktontwikkelingen, anderzijds speelt de situatie op het bedrijf zelf een rol, bijvoorbeeld een te geringe bedrijfomvang, waardoor noodzakelijke investeringen niet gedaan kunnen worden of het ontbreken van een opvolger voor het bedrijf. Tabel 1: Ontwikkelingen van het aantal agrarische bedrijven Jaar
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Aantal
246
236
233
233
220
217
214
204
195
188
182
175
173
164
162
161
2
Centraal Bureau voor de Statistiek, Landbouwtellingen.
19
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Ondanks de daling van het aantal bedrijven nam de totale productieomvang in die jaren toe. De gemiddelde productie per bedrijf is flink gestegen. De piek van de productie lag in 1998. Na die tijd is de totale productieomvang weer afgenomen. De meeste bedrijven worden gerekend tot de graasdierhouderij. Dit zijn overwegend gespecialiseerde melkveebedrijven. Het aantal gespecialiseerde hokdierbedrijven (intensieve veehouderij) is afgenomen tot 4 stuks. De plantaardige sector is matig vertegenwoordigd. Er zijn enkele akkerbouw-, tuinbouw en blijvende teelt (boom- en fruitteelt) bedrijven. Glastuinbouw komt in Brummen niet voor. Voor bovengenoemde bedrijven geldt dat het aangemerkte type bedrijfsvoering voor meer dan 60% zorgdraagt voor het inkomen van het bedrijf. Indien dit niet het geval is, wordt er gesproken over een combinatiebedrijf. Tabel 2: Verdeling over bedrijfstypen Bedrijfstype
aantal
in %
Akkerbouwbedrijven
7
4%
Tuinbouw en blijvende teeltbedrijven
5
3%
Graasdierbedrijven
133
83%
Hokdierbedrijven
4
2%
Combinaties
12
7%
Totaal
161
100%
De productieomvang van een agrarisch bedrijf wordt uitgedrukt in het aantal NGE (=Nederlandse grootte eenheid). In het algemeen wordt een bedrijf van 70 NGE of meer als ‘volwaardig’ beschouwd. Van deze bedrijven is de continuïteit in principe gewaarborgd. Dit betekent niet dat een bedrijf met minder dan 70 NGE niet kan functioneren. Een agrariër kan hier mogelijk voldoende inkomen uit verdienen. Op termijn heeft een dergelijk bedrijf echter onvoldoende middelen om te kunnen investeren – en daarmee zijn toekomst veilig te stellen. Tussen 32 en 70 NGE hebben bedrijven nog redelijke mogelijkheden om door te groeien. Is de omvang minder dan 32 NGE, dan is er duidelijk sprake van nevenactiviteiten. Bij minder dan 12 NGE kan eigenlijk niet meer gesproken worden van bedrijfsmatige activiteiten, maar van een hobby. Tabel 3: Verdeling van de bedrijven naar omvang: Bedrijfsomvang
Kenmerk
aantal
in %
Tot 12 NGE
Hobbymatige activiteit
46
29%
12 tot 32 NGE
Agrarisch nevenbedrijf
31
19%
32 tot 70 NGE
Agrarisch bedrijf, neigt naar volwaardigheid
27
17%
70 tot 150 NGE
Volwaardig agrarisch bedrijf
42
26%
150 NGE en meer
Meermansbedrijf
15
9%
161
100%
Totaal
20
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Hieruit blijkt dat circa 48% van de agrarische bedrijven als een niet-volwaardig bedrijf beschouwd moet worden. Deze agrariërs halen veelal een aanvullend inkomen uit andere activiteiten, bijvoorbeeld een baan elders. De gemiddelde bedrijfsomvang loopt uiteen per bedrijfstype. Tabel 4: Gemiddelde omvang per bedrijfstype Bedrijfstype
Gemiddeld aantal NGE
Akkerbouwbedrijf
12
Tuinbouw/blijvende teeltbedrijf
30
Graasdierbedrijf
65
Hokdierbedrijf
112
Combinaties
38
Totaal gemiddeld
61
Hieruit blijkt dat vooral de plantaardige teelten vaak als nevenactiviteit beoefend worden. De veebedrijven hebben gemiddeld een hoge productieomvang. De meeste agrarische grond (90%) is in gebruik door graasdierbedrijven. De combinatie- en akkerbouwbedrijven nemen de rest voor hun rekening. Het ruimtebeslag van tuinbouw-, blijvende teelt- en hokdierbedrijven is zeer beperkt, samen gebruiken ze minder dan 0,2% van de totale oppervlakte aan cultuurgrond. Tabel 5: Verdeling van bedrijven naar oppervlakte Oppervlakte
aantal
in %
minder dan 1 ha
7
4%
1 tot 5 ha
30
19%
5 tot 10 ha
20
12%
10 tot 20 ha
25
16%
20 tot 50 ha
51
32%
meer dan 50 ha
28
17%
Totaal
161
100%
3.2 Niet-agrarische bedrijven In het buitengebied komen diverse niet-agrarische bedrijven voor. Sommige bedrijven zijn wel verwant aan de agrarische sector of aan het buitengebied, zoals loonbedrijven, tuincentra of maneges. Andere bedrijven hebben geen functionele relatie met het buitengebied. De meeste bedrijven zijn ontstaan vanuit een agrarisch bedrijf of hebben een nauwe relatie hiermee. In een aantal gevallen betreft het nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf. De omvang van de activiteiten loopt nogal uiteen. Relatief veel niet-agrarische bedrijven zijn gevestigd in de directe omgeving van het dorp Eerbeek.
21
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Tabel 6: Niet-agrarische bedrijven in het buitengebied Soort bedrijf
Voorbeelden3
Agrarisch verwant bedrijf
Loonwerkbedrijf
Aantal 6
Landbouwmechanisatiebedrijf Veehandel Buitengebied verwant bedrijf
Tuincentrum
10
Hovenier Dierenpension Manege Horeca
Café-restaurant
7
Logiesaccommodatie Speelpark Overig
Aannemersbedrijf
25
Installatiebedrijf Papierindustrie Garagebedrijf Zorg- en welzijnsinstelling Kunstwerkplaats Nutsvoorziening
Waterzuivering
6
Waterschapsdepot Totaal
54
Bijlage A, behorende bij de regels van dit bestemmingsplan, bevat een complete lijst van alle niet-agrarische bedrijven in het buitengebied. Bij de meeste bedrijven is een dienstwoning aanwezig, soms ook meer dan één. Naast deze niet-agrarische bedrijven zijn er ook diverse beroepen of bedrijfjes, die min of meer vanuit de woning worden uitgeoefend. Deze aan huis gebonden beroepen en bedrijven zijn niet afzonderlijk geïnventariseerd, omdat ze in beginsel altijd zijn toegestaan binnen de woning tot een maximale oppervlakte van 50 m2.
3.3 Wonen In het buitengebied van Brummen ligt een groot aantal woningen. Veel daarvan zijn van oorsprong boerderijen, die hun agrarische functie hebben verloren. Maar er zijn er ook veel die, vooral aan het begin van de 20e eeuw, direct als burgerwoning in het buitengebied zijn gebouwd. In het verleden werden burgerwoningen beschouwd als een ongewenste functie in het buitengebied. Het beleid was gericht op het laten “uitsterven”. In het bestemmingsplan 1982 3
Niet uitputtend.
22
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
zijn de aanwezige woningen geïnventariseerd als “landelijke woonbebouwing”. De woningen werden echter niet als zodanig bestemd, maar vielen onder het overgangsrecht. In een deel van het buitengebied werd een beleid gevoerd waarbinnen geen algehele vernieuwing van de bebouwing mocht plaatsvinden. In de dichter bebouwde gebieden, bijvoorbeeld rond de kernen, was dit wel toegestaan. In de praktijk werden er nauwelijks burgerwoningen gesloopt. Inmiddels kan worden gesteld dat wonen volledig is geaccepteerd in het buitengebied.
3.4 Landgoederen Brummen is rijk aan landgoederen en landhuizen. Historisch gezien bestaat er een verschil tussen een landhuis (bedoeld voor permanent verblijf) en een buitenplaats (als buitenhuis), maar heden ten dage is dit onderscheid niet relevant. Landgoederen en -huizen hebben vaak een cultuurhistorische en monumentale waarde. In het buitengebied van Brummen liggen 11 landhuizen, waarvan één (Engelenburg) buiten dit bestemmingsplan is gelaten. Omdat landhuizen vaak veel te groot zijn voor enkele bewoning hebben ze in veel gevallen een bijzondere functie, zoals een kantoor, een sociaaleducatieve functie, horeca of als conferentieoord. Huis Spaensweerd en De Wijde Landen liggen in de uiterwaarden, Reuvensweerd ligt aan de dijk (maar binnendijks), de overige zeven landhuizen liggen in de Landgoederenzone. De landhuizen zijn: Huis Empe
Voorsterweg
Huis Voorstonden
Voorsterweg
Het Leusveld
Rhienderensestraat
Huis Den Bosch
Hammelerweg
De Wildbaan
Spankerenseweg
De Wijde Landen
Bronkhorsterweg
Huis Spaensweerd
Bronkhorsterweg
Huis Rhienderstein
Hazenberg
Huis De Rees
Arnhemsestraat
Reuvensweerd
Piepenbeltweg
Bijlage E behorende bij de regels van dit bestemmingsplan, bevat een overzicht van de aanwezige landhuizen en hun bestaande functies. 3.5 Toerisme, recreatie en sport De recreatieve betekenis van het buitengebied wordt bepaald door de aanwezigheid van recreatieve voorzieningen, de aanwezigheid van bos- en natuurgebieden die voor de recreant toegankelijk zijn en de landschappelijke kwaliteit van het gebied.
23
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Een landschap is voor de recreant aantrekkelijk wanneer het voldoende afwisseling biedt. Vooral routegebonden recreatievormen als wandelen en fietsen krijgen daardoor een hogere attractiewaarde. Voor de recreant vormen het Veluws bosgebied, de zone langs het Apeldoorns kanaal en de Landgoederenzone de meest aantrekkelijke gebieden. Door het buitengebied van Brummen lopen een aantal lange afstandswandel- en –fietsroutes. Verblijfsrecreatie In het buitengebied van Brummen liggen acht terreinen voor verblijfsrecreatie. Eén daarvan, de Vinkenweide, valt echter buiten dit bestemmingsplan (zie hoofdstuk 1). De andere zeven terreinen betreffen: ·
Vakantiepark Coldenhove, onderdeel van Landal Green Parks. Dit is het grootste verblijfsrecreatieterrein in het plangebied, gelegen aan de Boshoffweg in het Veluws bosgebied. Het park bestaat uit een bungalowterrein en een camping en kent veel eigen voorzieningen, zoals een overdekt zwembad, tennishal, horeca en een detailhandel.
·
Groepsaccommodatie Zuiderzon, ligt tegen het terrein van Coldenhove aan.
·
Camping de Hallse Hull. De camping bestaat uit een aantal veldjes met in totaal 150 standplaatsen. Een deel van het terrein bestaat uit bos, dat deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur.
·
Het A.B.K. huis (van de Stichting Natuurvrienden). Het ABK huis is een verblijfsaccommodatie, met name tweepersoonskamers, waar ook (grotere) groepen kunnen verblijven.
·
Naturistencamping Gelre aan de Imbosweg, gelegen in de bossen van de Veluwe. De camping telt 60 standplaatsen. De voorzieningen zijn beperkt.
·
Camping De Kikker aan de Kikvorsstraat. Deze kleine camping heeft een vergunning voor 28 standplaatsen.
·
Camping Robertsoord aan de Doonweg. Volgens de vergunning zijn er 7 recreatiewoningen, 50 stacaravans en 30 kampeerplaatsen toegelaten.
Voorts is er een drietal minicampings waar kan worden “gekampeerd bij de boer”. Dergelijke kleine kampeergelegenheden vormen een verbreding van het verblijfsrecreatieve aanbod. De drie minicampings zijn: ·
Erve de Weijenberg aan de Weg over ’t Hontsveld
·
’t Lentinck aan de Windheuvelstraat
·
een minicamping aan de Brummenseweg
Recreatie In het buitengebied bevinden zich diverse voorzieningen voor dagrecreatie. Deze zijn met name bedoeld voor recreanten en de plaatselijke bevolking. Dit zijn: ·
Dagrecreatie en een mobiel horecapunt aan de Bronkhorsterweg.
·
Het Gat van Cortenoever (een zwemplas) aan de Dwarsweg.
·
De volkstuinen aan de Eerbeekseweg.
Voorts zijn er nog enkele andere functies met een recreatieve betekenis, zoals maneges, horecagelegenheden en een scoutinggebouw. Deze zijn niet allen bestemd als ‘recreatie’, maar kregen een andere bestemming als ‘Niet-agrarisch bedrijf’ of ‘Maatschappelijk’.
24
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Sport In het buitengebied bevinden zich diverse sportvoorzieningen. Deze zijn met name bedoeld voor de plaatselijke bevolking. Dit zijn: ·
Het zwembad aan de Boshoffweg.
·
De schietbaan aan de Eerbeekseweg.
·
Het sport- en spelterrein aan de Sterrebosweg/Hoevesteeg.
·
Het veldsportcomplex aan de Knoevenoordstraat.
·
De tennisbanen aan de Metelerkampweg.
Evenemententerreinen In het buitengebied ligt een aantal terreinen waar jaarlijks terugkerende evenementen worden georganiseerd. Voor deze evenementen is in het verleden een vrijstelling ex. artikel 19 WRO verleend. Het betreft de volgende evenementen en locaties: 1.
Schietwedstrijd sv Willem Tell. Dit evenement vindt plaats bij schietvereniging Willem Tell aan de Eerbeekseweg. Het terrein naast de schietvereniging wordt gedurende het evenement gebruikt als parkeer- en kampeerterrein.
2.
Kermis en Oranjefeest Eerbeek. Jaarlijks wordt in Eerbeek een kermis en oranjefeest gehouden op de locatie Kanaalweg, dr. Gunningstraat en ’t Hungeling te Eerbeek. Ten behoeve hiervan wordt op de betreffende locatie een feesttent, meerdere kermisattracties en een stellage ten behoeve van het vogelschieten geplaatst.
3.
Oogstfeest Tonden. Het oogstfeest wordt gehouden op het perceel Hoevesteeg 3 te Tonden. Ten behoeve van het evenement wordt op de betreffende locatie een feesttent geplaatst.
4.
Festiviteit HDCN te Eerbeek. De Harley Davidson Club Nederland Oost organiseert jaarlijks een feest voor de leden op een weiland aan de Den Texweg 4 te Eerbeek. Ten behoeve van de festiviteit wordt een gedeelte van het weiland ingericht als parkeergelegenheid en worden een aantal voorzieningen geplaatst.
5.
Kindervakantiespelen Eerbeek. SWB organiseert jaarlijks de kindervakantiespelen in Eerbeek. Dit evenement vindt plaats in en om het Tjark Riks Centrum en op een weiland naast café-restaurant de Korenmolen aan de Kanaalweg te Eerbeek.
6.
Oogstfeest Oeken. Het Oogstfeest te Oeken vindt plaats op het weiland hoek Buurtweg/Kleine Vosstraat. Ten behoeve van het evenement wordt een feesttent geplaatst.
7.
Concours Hippique te Eerbeek. Dit evenement vindt plaats op een aantal weilanden langs de Kanaalweg en Professor Weberlaan te Eerbeek. Ten behoeve van dit evenement wordt een tent, een clubgebouw en een aantal stellages ten behoeve van springen en dressuur geplaatst en worden een aantal stukken weiland ingericht als parkeergelegenheid.
3.6 Verkeer De wegen in het buitengebied zijn van regionale en lokale betekenis. De belangrijkste wegen zijn de N348 van Dieren naar Zutphen, de Eerbeekseweg/Brummenseweg, en de Harderwijkerweg. De overige wegen hebben een lokale betekenis. In het buitengebied liggen een aantal zandwegen, die als zodanig zijn bestemd.
25
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Voorts zijn er twee spoorlijnen die het gemeentelijk grondgebied doorkruisen: • de spoorlijn Arnhem - Zutphen; • de spoorlijn Dieren – Apeldoorn, die gebruikt wordt door een toeristische stoomtrein. Het tracé van de rondweg om Laag Soeren is niet in het plan opgenomen. Er vindt nog studie plaats naar de mogelijkheden voor verbetering van de route Dieren – Eerbeek – Loenen – Apeldoorn. De besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden.
3.7 Leidingen en nutsvoorzieningen Dwars door het buitengebied lopen diverse hoofdtransportleidingen. Dit zijn: • hoogspanningskabel (ondergronds); • afvalwatertransportleiding; • brandstofleiding; • aardgasleiding. Waterzuivering In het plangebied ligt een rioolwaterzuivering en een industriewaterzuivering. Deze zijn in het plan meegenomen onder de niet-agrarische bedrijven. Dit geldt ook voor een onderhoudsdepot van het waterschap. Dijken De uiterwaarden langs de IJssel worden begrensd door een waterkerende dijk. De dijk wordt onderscheiden in een kernzone (de dijk zelf met een strook tot 4 meter uit de teen van de dijk) en een beschermingszone, die zich uitstrekt tot een afstand van 20 meter uit de teen van de dijk. Daarbuiten ligt ook nog een buitenbeschermingszone (tot 100 meter uit de teen binnendijks en 150 meter uit de teen buitendijks). Binnen deze zones stelt de dijkbeheerder beperkingen aan het gebruik en toegestane werkzaamheden, die het waterkerende vermogen van de dijk zouden kunnen aantasten. Grondwaterbeschermingsgebied Ten noordwesten van het dorp Eerbeek wordt drinkwater gewonnen. Rondom deze waterwinning ligt een grondwaterbeschermingsgebied. In deze zogenaamde 25-jaars zone gelden specifieke regels om te voorkomen dat vervuiling van het grondwater ontstaat.
26
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
4.
Het planologisch kader
Het bepalen van het beleid voor het buitengebied van de gemeente Brummen is geen autonoom proces. Het moet worden bezien in een nationale en regionale context. Plannen van het rijk, de provincie, het waterschap Veluwe en de regio Stedendriehoek vormen een richtinggevend kader. Verder is er reeds bestaand gemeentelijk beleid dat van invloed is op de ruimtelijke ordening van het buitengebied. Dit hoofdstuk bevat een samenvatting van het relevante beleid. Eerst wordt ingegaan op de hoofdlijnen van het beleid, met name verwoord in de Nota Ruimte, het streekplan van de provincie Gelderland en de ruimtelijke ontwikkelingsvisie ‘Ligt op groen’. Daarna wordt het beleid thematisch behandeld. Aan de orde komen onder meer het beleid ten aanzien van water, natuur en landschap, landbouw, functiewijziging in het buitengebied en recreatie en toerisme.
4.1
Het ruimtelijk beleid op hoofdlijnen
4.1.1 Nota Ruimte De Nota Ruimte bevat de visie van het rijk op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het rijk wil meer sturen op hoofdlijnen en zich minder bemoeien met details volgens het motto “decentraal wat kan, centraal wat moet”. Men zet in op een dynamisch en op ontwikkeling gericht beleid. Het accent verschuift van het stellen van beperkingen naar het stimuleren van ontwikkelingen. De nationale ruimtelijke hoofdstructuur omvat gebieden en netwerken die voor de ruimtelijke structuur en het functioneren van Nederland van grote betekenis zijn, i.c. de stedelijke netwerken, economische kerngebieden en de hoofdinfrastructuur. In de meer landelijke gebieden gaat het om elementen en opgaven die voortkomen uit waarden en ontwikkelingen met betrekking tot water, natuur, landschap en cultuurhistorie. Het beleid in een groot deel van het landelijke gebied van Brummen dient op basis van de Nota Ruimte gericht te zijn op het behoud, het beheer en de ontwikkeling van de natuurwaarden, de landschappelijke kwaliteit en de cultuurhistorische waarden. De meest kwetsbare en waardevolle delen van het landelijke gebied vallen samen met de gebieden die (door de provincie) zijn begrensd in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS omvat onder andere de gebieden die bescherming genieten op basis van de Natuurbeschermingswet, de zogeheten Natura 2000-gebieden. De EHS omvat ook andere beschermde natuurgebieden en gebieden met een grote cultuurhistorische waarde. In het plangebied maken het Brummense deel van het Centraal Veluws Natuurgebied, de l
27
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Landgoederenzone en de IJsseluiterwaarden deel uit van de EHS. In deze gebieden staat de bescherming en de ontwikkeling van de natuurwaarden voorop. Verder bestaat de EHS uit een aantal nader te begrenzen en te ontwikkelen ecologische verbindingen tussen de Veluwe en de IJssel. Dit is verder uitgewerkt in het Streekplan van de provincie Gelderland. Volgens de Nota Ruimte staan het economisch draagvlak en de vitaliteit van het landelijk gebied onder druk. Om daarin verlichting te brengen wil het rijk de mogelijkheden voor hergebruik en nieuwbouw in het buitengebied verruimen. Voor het beheer van het buitengebied is een economisch vitale grondgebonden landbouw van belang. Dit soort bedrijven neemt echter in snel tempo af. Daarom moeten er meer mogelijkheden worden geschapen voor een bredere bedrijfsvoering en kan vrijkomende bebouwing worden omgezet in een woonbestemming of dienen als vestigingsruimte voor bepaalde vormen van kleinschalige bedrijvigheid. 4.1.2 Streekplan Gelderland 2005 Het streekplan (vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 29 juni 2005) borduurt voort op de uitgangspunten uit de Nota Ruimte. Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkeling in de komende tien jaar. De vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied (en de kernen daarin) staan onder druk. Het aantal agrarische bedrijven neemt af en de agrarische productie is sterk geïntensiveerd. Schaalvergroting in de grondgebonden productietakken heeft geleid tot verschaling van de landschapsstructuur. Het streekplan voorziet in maatregelen om de afname van de vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied tegen te gaan. Het landelijk gebied van de provincie Gelderland spitst zich toe op een tweeledige provinciale ruimtelijke hoofdstructuur, namelijk het Groenblauwe raamwerk en het Rode raamwerk. Daarnaast zijn er binnen het landelijk gebied van de provincie Gelderland Multifunctionele gebieden te onderscheiden. In het Groenblauwe raamwerk ligt het beleidsaccent op het beschermen en versterken van aanwezige kwetsbare waarden en belangen. Dit zijn functies met een lage ruimtelijke dynamiek, zoals de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waardevolle open gebieden en gebieden waar meer ruimte voor water moet worden gecreëerd. Het Rode raamwerk heeft betrekking op hoogdynamische functies, zoals stedelijke functies, hoofdinfrastructuur en intensieve vormen van recreatie en agrarische teelten. De aandacht van de provincie richt zich met name op deze twee raamwerken. De bemoeienis van de provincie in de Multifunctionele gebieden is van mindere aard, met uitzondering van het Waardevol landschap. In het Multifunctioneel gebied is meer planologische beleidsvrijheid voor (samenwerkende) gemeenten. Het omvat steden, dorpen, buurtschappen en gebieden buiten de provinciale hoofdstructuur. Het Groenblauwe raamwerk in Brummen bestaat uit de EHS (te weten het CVN, de bossen en de agrarische percelen in de Landgoederenzone, de IJsseluiterwaarden en de zoekzones voor ecologische verbindingen) en een aantal kleine zoekgebieden voor waterberging. Het
28
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
grootste deel van het resterende agrarische gebied wordt gekarakteriseerd als Waardevol landschap. Het gebied ten westen van Empe langs de noordgrens van de gemeente wordt gerekend tot het Multifunctioneel platteland.
- Beleidskaart Streekplan Gelderland 2005
De provincie Gelderland heeft een voorstel gedaan voor herbegrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur. Deze heeft van 31 maart tot en met 13 mei 2008 ter inzage gelegen. Op het grondgebied van de gemeente Brummen is de EHS aanmerkelijk vergroot. Het College van de gemeente Brummen heeft een zienswijze ingediend tegen deze herbegrenzing, met als belangrijkste reden dat niet goed beargumenteerd is waarom percelen zijn toegevoegd aan de EHS. 29
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
De consequenties die de EHS heeft voor functies als landbouw, natuur, recreatie en het hergebruik van vrijkomende gebouwen wordt behandeld in paragraaf 4.2 (Het beleid per thema). 4.1.3 Ruimtelijke ontwikkelingsvisie ‘Ligt op groen’ De ruimtelijke ontwikkelingsvisie ‘Ligt op groen’ (ROV) is op 28 september 2006 door de raad van de gemeente Brummen vastgesteld. Met deze visie positioneert de gemeente Brummen zich in de regio en worden richtinggevende keuzes gemaakt voor de ruimtelijke ontwikkeling. De identiteit van de gemeente Brummen wordt vooral bepaald door de groene kwaliteit. Deze groene kwaliteiten, en niet de programmatische wensen, zijn het vertrekpunt voor toekomstige ontwikkelingen. De ROV onderscheidt vijf landschappelijke zones, met elk eigen ontwikkelingsmogelijkheden en –wensen. De zones zijn noord-zuid gericht. Van oost naar west zijn dit de IJsselvallei, de Oeverwal, het Arcadisch landschap, de Veluweflank en de Veluwe. De Veluweflank en de Oeverwal zijn de meest dynamische zones. Hier zijn ook de meeste investeringen nodig om het landschap duidelijker leesbaar te maken. De vijf hoofdzones worden met elkaar verbonden door oost-westverbindingen, met name gevormd door de oost-west lopende beken. Voor de IJsselvallei, het Arcadisch landschap (onderscheiden in de ontginningen en de landgoederenzone) en de Veluwe wordt ingezet op behoud van het bestaande landschapsbeeld. Agrariërs zijn samen met de natuurbeherende instanties de beheerder van het landschap. Zij dragen in belangrijke mate bij aan het groene karakter van de gemeente. Om deze functie duurzaam te behouden, wordt, binnen randvoorwaarden en voor zover dit te combineren is met de gebiedskenmerken, ruimte geboden aan dynamiek in de vorm van schaalvergroting, verbrede landbouw of vernieuwende teeltconcepten. Naast agrarische functies wordt ruimte geboden aan extensieve recreatie, combinaties van agrarisch gebruik en natuurontwikkeling en/of herstel van de hydrologische situatie. In de ROV is de keuze gemaakt om uiterst zorgvuldig om te gaan met het toevoegen van bebouwing in het buitengebied. In beginsel worden geen nieuwe rode ontwikkelingen toegelaten. De gemeente hanteert het principe van géén rood voor groen, tenzij het college van burgemeester en wethouders een afwijking van dit principe gerechtvaardigd acht en dit per geval ter besluitvorming voorlegt aan de gemeenteraad. Met name op de Oeverwal en de Veluweflank zou een dergelijke ontwikkeling een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van het landschap. Door het vergroten van contrasten worden de landschappelijke zones als eenheid beter herkenbaar.
30
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Hergebruik van vrijkomende bebouwing kan plaatsvinden door woon- en werkfuncties die het groene karakter niet aantasten, maar wel een nieuwe economische drager kunnen vormen om de boer als beheerder een bestaansbasis te bieden. De gemeente is bereid mee te werken aan het provinciale groei- en krimpscenario als dat leidt tot een verhoging van de ecologische betekenis van de Veluwe. Er kan ruimte worden geboden aan verplaatsende recreatiebedrijven op plekken waar de ontwikkeling de groene kwaliteit versterkt. In de hele gemeente zijn er kansen voor kleinschalige en extensieve vormen van recreatie. Kansen voor intensieve vormen van recreatie zijn er op de Veluweflank, langs het Apeldoorns kanaal of op de Oeverwal. 4.1.4 IJsselsprong Zutphen In regionaal verband is de intentie uitgesproken om een nieuw woongebied te ontwikkelen aan de westkant van de IJssel ter hoogte van Zutphen. Dit kan gepaard gaan met een bypass van de IJssel, een noodzakelijke maatregel om het waterbergende vermogen van de rivier te vergroten. De gemeente Brummen stelt momenteel samen met de gemeenten Zutphen en Voorst, de provincie Gelderland, de regio Stedendriehoek, het Waterschap Veluwe en Rijkswaterstaat een structuurvisie op voor de zogeheten IJsselsprong. Uitgangspunt voor de gemeente Brummen is dat woningbouw in dit gebied op compacte wijze wordt uitgevoerd en gepaard gaat met een forse investering in het (uiterwaarden)landschap om zo een duurzame landschappelijke zone te creëren. De structuurvisie IJsselsprong is nog in ontwikkeling. Er heeft nog geen formele besluitvorming over plaatsgevonden.
4.2. Het beleid per thema In deze paragraaf komen de beleidsuitgangspunten thematisch aan de orde. Vooral het Streekplan Gelderland bevat veel beleid dat een doorwerking dient te krijgen in dit bestemmingsplan. 4.2.1 Het waterbeleid · Waterberging Op het winterbed van de IJssel is de ‘Beleidslijn grote rivieren’ (2006) van toepassing. Uitgangspunt van deze beleidslijn is het waarborgen van een veilige afvoer en berging van rivierwater onder normale en onder maatgevende hoogwaterstanden. Daarvoor dient de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed behouden te blijven en moeten ontwikkelingen die de mogelijkheid tot rivierverruiming nu en in de toekomst onmogelijk maken, worden tegengegaan. Op het winterbed van de IJssel in de gemeente Brummen is het “stroomvoerend” regime van toepassing. De beleidslijn biedt een afwegingskader voor de beoordeling van activiteiten in het winterbed. De stappen worden hier in het kort samengevat.
31
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
1.
Kleine, tijdelijke of voor het rivierbeheer noodzakelijke activiteiten zijn toegestaan. Eventueel verlies aan afvoer- of bergingscapaciteit moet echter zoveel mogelijk worden gecompenseerd. Het betreft activiteiten als bedoeld in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, activiteiten als bedoeld in artikel 20 van het Besluit op de ruimtelijke ordening of een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10% van de bestaande bebouwing.
2.
Bij maatgevende hoogwatersituaties treden er in het rivierbed verschillen op in de rivierkundige omstandigheden. Deze verschillen rechtvaardigen een gedifferentieerde afweging van het toelaten van activiteiten. Deze differentiatie leidt tot een onderscheid in deelgebieden met een “bergend” of een “stroomvoerend” regime.
3.
Onder het “stroomvoerend” regime zijn zogenaamde riviergebonden activiteiten toegestaan. De lijst van deze activiteiten is beperkt. Het betreft waterstaatkundige kunstwerken, waterkrachtcentrales, voorzieningen voor een betere en veilige afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart, realisatie van natuur en voorzieningen voor de waterrecreatie.
4.
Niet-riviergebonden activiteiten die vallen onder het “stroomvoerend” regime zijn niet toegestaan, tenzij er sprake is van een groot openbaar belang of een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden activiteiten en de activiteit redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd.
De Beleidslijn grote rivieren vormt samen met de PKB ‘ruimte voor de rivier’ de beleidsinzet om meer ruimte te bieden aan de rivier. De PKB biedt een samenhangend pakket met rivierverruimende maatregelen om in 2015 te kunnen voldoen aan het wettelijk vastgelegde beschermingsniveau. Vooral als gevolg van de klimaatverandering zal ook in de toekomst voortdurend geïnvesteerd moeten worden in de veiligheid van het rivierengebied. De PKB anticipeert hierop met het reserveren van een aantal binnendijkse gebieden voor rivierverruimende maatregelen die na 2015 nodig kunnen zijn. Waar voorheen sprake was van dijkversterking en –verhoging om het water te keren, wordt nu gekozen om het water een deel van zijn natuurlijke ruimte terug te geven. In deze regio betreft het de bypass bij Zutphen en/of de dijkterugleggingen Cortenoever en Voorsterklei. Gebieden met een ruimtelijke reservering moeten gevrijwaard blijven van grootschalige en/of kapitaalintensieve ontwikkelingen die het treffen van mogelijke toekomstige rivierverruimende maatregelen ernstig belemmeren. · Waterbeheer Het buitengebied van de gemeente Brummen ligt in een “Actiegebied WHP-3” (Derde Waterhuishoudingsplan Gelderland 2005-2009). Dat zijn gebieden waarvoor aanvullend beleid is geformuleerd om de reeds aanwezige natuurwaarden middels gericht waterbeheer te beschermen en voor verdere achteruitgang te behoeden. Delen van de Landgoederenzone hebben de functie ‘natte landnatuur’ en ‘natte parel’. Rond deze gebieden ligt een ‘beschermingszone natte landnatuur’. Binnen deze zone moeten de waterkwaliteit en de hydrologie zoveel mogelijk worden afgestemd op de natte natuurwaarden. De meest waardevolle beken en andere wateren zijn aangemerkt als HEN-
32
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
wateren. Dit zijn wateren van het hoogste ecologische niveau. Zij benaderen het meest een natuurlijke situatie. In het plangebied behoren de Eerbeekse beek en een vijftal vennen op de Empese en Tondense Heide en het landgoed Leuvenheim tot deze categorie. Het geformuleerde beleid, de doelstellingen en de functiekaart uit het WHP zijn voor het waterschap Veluwe vertrekpunt bij het formuleren van doelen en maatregelen in de stroomgebieduitwerkingsplannen. 4.2.2 Natura 2000 Natura 2000 is de nieuwe naam voor de eerder aangewezen Vogel- en Habitatrichtlijnengebieden. Door middel van een aanwijzingsbesluit vallen deze gebieden onder de wettelijke bescherming van de Natuurbeschermingswet. De Natura 2000 gebieden vormen een netwerk van natuurgebieden van Europees belang. Dit netwerk heeft als hoofddoelstelling het waarborgen van de biodiversiteit in Europa. In december 2006 is een Natura 2000-doelendocument vastgesteld door het ministerie van LNV. Dit doelendocument beschrijft de begrenzing en de doelen van de Natura 2000 gebieden en geeft sturing aan de vervolgens op te stellen beheerplannen. In januari 2007 heeft het ministerie van LNV de eerste concept-aanwijzingsbesluiten ter inzage gelegd voor de eerste 111 Natura 2000-gebieden (1e tranche). Later in 2007 volgde de 2e tranche en de 3e tranche-gebieden lagen ter inzage van 11 september tot en met 22 oktober 2008. Binnen het buitengebied van Brummen zijn drie Natura 2000-gebieden aangewezen: de Veluwe, de Landgoederen Brummen (i.c. Leusveld, Voorstonden en Empese en Tondense Heide) en de IJsseluiterwaarden. Per gebied zijn doelstellingen geformuleerd voor de instandhouding van de beschermde soorten en habitattypen. Volgens de Natuurbeschermingswet zijn maatregelen en activiteiten die, gelet op de doelstellingen van het aanwijzingsbesluit, schadelijk kunnen zijn voor het aangewezen gebied, verboden, tenzij voor de maatregelen of activiteiten een vergunning is verleend. De instandhoudingsdoelen voor de Veluwe zijn: ·
Het vergroten van interne samenhang van gebieden door herstel van evenwichtige verdeling van open en gesloten met meer geleidelijke overgangen van zandverstuivingen, heide, vennen, graslanden en bos.
·
Het versterken van het ruimtelijk netwerk van bos, heide- of stuifzandgebieden, waarbij tussenliggende gebieden gebruikt kunnen worden als stapstenen, met name voor soorten als reptielen en vlinders.
·
Het versterken van overgangen van droge naar natte gebieden, zoals beekdalen en herstel van vennen op landschapsschaal.
33
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
- Natura 2000-gebieden
De instandhoudingsdoelen voor de Landgoederen Brummen zijn: ·
Het versterken van de functionele samenhang van de Natura 2000 gebieden met hun omgeving ten behoeve van duurzame instandhouding en ter vergroting van de algemene biodiversiteit. Onder andere door het herstel van natuurlijke waterstromen en –standen, zowel grondwater als oppervlaktewater van goede kwaliteit, en op termijn herstel van overstromingsdynamiek.
·
Binnen de Natura 2000 gebieden herstel van gradiënten en mozaïeken van verschillende onderdelen, met name ten behoeve van kalkmoerassen, blauwgraslanden en vochtige alluviale bossen.
De instandhoudingsdoelen van de IJsseluiterwaarden zijn: ·
Herstel van ecologische relaties tussen binnendijkse en buitendijkse gebieden. Verbinden van leefgebieden van amfibieën, leefgebieden van vissen, met bossen binnendijks, met moerassystemen op
34
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
de Natte As, met hogere zandgronden en beeksystemen. Verder behoud van huidige slaapplaatsen en foerageergebieden van vogels in komgronden. ·
Behoud en herstel binnen uiterwaarden van afwisseling tussen grootschalige én open gebieden met kleine én half open gebieden. Herstel van evenwichtige verdeling met laaggelegen uiterwaarden (rietmoerassen en vochtige alluviale bossen) met hooggelegen uiterwaarden (met droge hardhoutooibossen) met nevengeulen en met diepe plassen. Bij voorkeur door herstel van erosie en sedimentatieprocessen.
·
Herstel
van
rivierdelta’s
én
zoetwatergetijdegebied
met
voldoende
doorstroming
en
overstromingsdynamiek én met doorgaande verbinding naar Europese achterland voor trekvissen.
Voor elk gebied zal een eigen beheerplan worden gemaakt. Daarin staan de maatregelen vermeld die helpen bij de realisatie van de natuurdoelen. Het beheerplan moet ook aangeven of het bestaande gebruik onveranderd kan worden voortgezet en voor welke activiteiten of ontwikkelingen wel of geen vergunninglicht aan de orde is. De beheerplannen moeten nog worden opgesteld c.q. vastgesteld. 4.2.3 Ecologische hoofdstructuur De provinciale ambitie is om in 2018 de beoogde omvang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in Gelderland te hebben gerealiseerd door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de bijzondere waarden en kenmerken. De EHS bestaat uit drie onderdelen: EHS-natuur, EHS-verweving en ecologische verbindingszones. De EHS-natuur bestaat uit natuur- en bosgebieden en voor een klein deel ook uit agrarische cultuurgrond die omgezet zal worden in natuur (natuurontwikkelingsgebieden). De EHS-verweving omvat landgoederen, landbouwgebieden met natuurwaarden en landbouwgebieden met een hoge dichtheid aan natuur- en boselementen. Ecologische verbindingszones verbinden de verschillende delen van de EHS-natuur en de EHS-verweving met elkaar. Ecologische verbindingszones bestaan uit een schakeling van natuurelementen (stapstenen) die het multifunctioneel gebied doorsnijden. Voor de EHS-verweving geldt hetzelfde beleid als voor de EHS-natuur met dit verschil dat er in dit gebied ruimte is voor: • een vergroting van bestaande agrarische bouwpercelen, • een verdere ontwikkeling van extensieve recreatievormen, • nieuwe landgoederen. Bij EHS-natuur geldt dat compensatie noodzakelijk is. De ecologische verbindingszones bestaan uit landbouwgronden met verspreide natuurelementen en zijn (veelal) langs beken en watergangen gesitueerd. Deze zones dienen gevrijwaard te blijven van ruimtelijke ontwikkelingen die realisering van deze zones kunnen frustreren. Er bestaat binnen deze zones ruimte voor nieuwe landgoederen waarmee de ecologische functie van de betreffende zone kan worden bevorderd. Binnen het buitengebied Brummen bevinden zich twee ecologische verbindingszones: de Soerense Poort en de Beekbergse Poort (zie ook de paragraaf 4.2.4: Groene wiggen) .
35
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
- Ecologische Hoofdstructuur
In het beleid is er speciale aandacht voor natte natuur. Waardevolle natte natuur dient beschermd te worden tegen verdroging. In het bestemmingsplan dienen de gronden met deze waarden en de bijbehorende beschermingszones te worden aangegeven. In mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland de streekplanuitwerking ‘Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur (EHS)’ vastgesteld. In deze uitwerking zijn de kernkwaliteiten in de EHS nader benoemd. In de gehele EHS gaat het om de landschappelijke verwevenheid van natuur, bos en landschapselementen met cultuurgronden. Het buitengebied van Brummen valt binnen twee deelgebieden van de EHS, namelijk de Veluwe en de IJsselvallei. Hieronder zijn per deelgebied de voor het grondgebied van Brummen relevante kernkwaliteiten geformuleerd:
36
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Kernkwaliteiten Veluwe: •
Het grootschalige samenhangende bos- en natuurgebied waarbinnen uitwisseling van planten en dieren mogelijk is, waarbinnen processen zo veel mogelijk ongestoord verlopen, en waarbinnen het beheer optimaal is afgestemd op de gevarieerde natuurdoelstellingen.
•
De verbinding van de Veluwe met de IJsselvallei, Rijnuiterwaarden, Gelderse Vallei en Randmeerkust via de toekomstige poorten en robuuste verbindingen. Deze dienen verder ontwikkeld te worden.
•
De verwevenheid en het samengaan van cultuurhistorie en natuur in onder andere landgoederen, sprengen, oude landbouwenclaves, grafheuvels en hakhoutbossen.
•
De beken, sprengen en beekdalen op de flanken van de Veluwe met hun hydrologische en landschappelijke samenhang met hun omgeving.
Kernkwaliteiten IJsselvallei: •
De grote variatie en de hoge kwaliteit van de aanwezige natte natuurterreinen en wateren (beken en sprengen), die samenhangt met de toevoer van grondwater uit de Veluwe.
•
De overgangen van de droge Veluwe naar de natte flanken en naar de IJssel(vallei) waarbinnen uitwisseling van planten en dieren mogelijk is, en waarbinnen abiotische processen zoveel mogelijk ongestoord verlopen, en waarbinnen de natuur zich op de gehele gradiënt ontwikkelt.
•
Het vanuit ecologisch opzicht samenhangend geheel van landgoederen en beken in de Zuidelijke IJsselvallei, waarin soorten als de das, amfibieën en vleermuizen voorkomen.
•
Het goed bewaard gebleven reliëf en de daarmee samenhangende variatie en hoge kwaliteit van de natuur in
de IJsseluiterwaarden.
Met het in
deze
uiterwaarden
zowel gave kronkelwaarden
met
stroomdalgraslanden, hagen en hardhoutooibosjes, als goede kansen voor een grootschalige, weinig gestuurde natuurontwikkeling.
Voor ontwikkelingen binnen de EHS geldt een ‘nee, tenzij’ benadering. Dit houdt in dat een bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Als een ontwikkeling toch doorgang vindt wegens het ontbreken van reële alternatieven en er sprake is van groot openbaar belang, dan moeten er mitigerende of compenserende maatregelen getroffen worden om de schade van de ontwikkeling zo veel mogelijk te beperken. Onder significante aantasting wordt verstaan: ·
Een vermindering van areaal en kwaliteit van bestaande natuur-, bos- en landschapselementen en gebieden die zijn aangewezen voor nieuwe natuur en agrarische natuur.
·
Een vermindering van de uitwisselingsmogelijkheden voor planten en dieren in verbindingszones en tussen de verschillende leefgebieden in de overige delen van de EHS. In het bijzonder de vrije verplaatsing van herten en wilde zwijnen binnen het gehele bos- en natuurgebied van de Veluwe.
·
Een vermindering van de kwaliteit van het leefgebied van alle soorten waarvoor conform de Flora- en Faunawet bij de ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing vereist is en die als zodanig wordt genoemd in de AMvB Vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en Faunawet.
·
Een vermindering van de grote natuurlijke eenheden (aaneengeslotenheid).
·
Een belemmering voor het verloop van natuurlijke processen in de grote eenheden.
37
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
·
En verstoring van de natuurlijke morfologie, waterkwaliteit, watervoering en verbondenheid met het landschap van HEN-wateren.
·
Een verandering van de grond- en oppervlaktewateromstandigheden (kwaliteit en kwantiteit) die de voor de natuurdoeltypen gewenste grond- en oppervlaktewater situatie (verder) aantast.
·
Een verhoging van de niet gebiedseigen geluidsbelasting in stiltebeleidsgebieden en stiltegebieden (in geval de norm van 40 decibel wordt overschreden).
Gedeputeerde Staten maken op bovenstaande een uitzondering voor ondergeschikte uitbreidingen van bestaande functies wanneer deze uitbreidingen een gering effect hebben op bovenstaande kernkwaliteiten en omgevingscondities. 4.2.4 Groene Wiggen De groene overgangen (“groene wiggen”) tussen de stuwwal van de Veluwe en de randgebieden moeten beschermd worden. Dit om te voorkomen dat de krans van steden en dorpen aan elkaar groeit en volledig versteent. Voor de gemeente Brummen zijn de groene wiggen tussen Apeldoorn en Eerbeek en tussen Eerbeek en Dieren van belang. Binnen deze groene wiggen liggen de geplande “ecologische poorten” die, na een concrete begrenzing, deel uit zullen maken van de EHS: de Soerense Poort en de Beekbergse Poort. In deze wiggen zijn nieuwe bouwlocaties niet uitgesloten, mits in dat kader een bijdrage geleverd wordt aan de ontwikkeling van de landschappelijke en de gewenste ecologische functie van deze gebieden.
- Beekbergse Poort
- Soerense Poort
38
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
De Soerense Poort ligt tussen Dieren, Eerbeek, Brummen en de IJssel en zorgt voor natuurverbindingen in twee richtingen: van de Veluwe naar de IJssel en van de Empense en Tondense heide via landgoed Voorstonden naar de landgoederenzone Brummen-Voorst. De Soerense Poort wordt gekenmerkt door een kleinschalige afwisseling van bos, natuurgebieden en landbouwgrond. Binnen de poort ligt een landgoederenzone. De volgende maatregelen worden genomen om de Soerense Poort verder te ontwikkelen: ·
Het omvormen van een deel van de landbouwgronden tot natuur.
·
Waterherstelprojecten waarbij water wordt afgestemd op de natuurdoelen.
·
Goede bestaansmogelijkheden voor de bestaande landgoederen.
·
Het realiseren en verbeteren van wandel- en fietsmogelijkheden.
·
Het landschap herstellen door de aanleg van kleine bosjes, singels, e.d..
·
Het inrichten van het gebied als leefgebied voor het hert.
·
Het verduurzamen van grondgebonden landbouw.
·
Het passeerbaar maken van het Apeldoorns Kanaal voor amfibieën en vissen.
·
Het opheffen van barrières voor boommarters, steenmarters en dassen door de aanleg van ecopassages.
·
Het tegengaan van verstening om de doorgangen van de Veluwe naar de IJsselvallei op te houden.
In 2006 is een visie en uitvoeringsprogramma vastgesteld. In 2007 is gestart met de actieve realisatie van de ontwikkelingen. De poort moet klaar zijn in 2018. De Beekbergse Poort is een lange zone langs beken en sprengen van de Veluwe ten zuiden van Apeldoorn tot aan de IJssel. De Beekbergse Poort versterkt de samenhang tussen de Veluwe en de in de poort gelegen natuurgebieden in de IJsselvallei tot een robuuste natuurzone. Water is daarbij de drager voor nieuwe natuur. De volgende maatregelen worden genomen om de Beekbergse Poort verder te ontwikkelen: ·
Het realiseren van 256 ha nieuwe natuur en 29 ha agrarisch natuurbeheer.
·
Het versterken van het kleinschalige cultuurlandschap door aanleg van landschapselementen rondom Loenen, Beekbergen en de Loenense hooilanden.
·
Het opheffen van de verdroging van de Empense en Tondense heide en het Lampenbroek.
·
Het realiseren van tijdelijke opvang van water in natte periodes.
·
Het opheffen van riooloverstorten.
·
Het realiseren van ecopassages.
·
Het stimuleren van kavelruil ter versterking van de landbouw en het realiseren van nieuwe natuur met indien nodig het verplaatsen van bedrijven.
·
Het stimuleren van verbrede landbouw.
·
Het versterken van de mogelijkheden om te wandelen of te fietsen en het stimuleren van kleinschalige accommodaties.
·
Het realiseren van nieuwe landgoederen en maatregelen ter ondersteuning van bestaande landgoederen.
In 2005 is een visie en uitvoeringsprogramma vastgesteld. De concrete uitvoering is gestart in 2006. De poort moet klaar zijn in 2015.
39
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
4.2.5 Waardevolle landschappen In mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland de streekplanuitwerking ‘kernkwaliteiten Waardevolle landschappen’ vastgesteld. Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard, en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Het ruimtelijke beleid voor de Waardevolle landschappen is: behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten. Voor de Waardevolle landschappen geldt een ‘ja, mits’regime: activiteiten zijn toegestaan mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt. Wanneer één van de in het geding zijnde kernkwaliteiten wordt aangetast, maar andere kernkwaliteiten worden versterkt, en er over het geheel genomen sprake is van versterking van de kernkwaliteiten, kan dit acceptabel zijn. Dit is niet het geval bij aantasting van onvervangbare en/of zeldzame kernkwaliteiten. Per ontwikkeling dient afzonderlijk een afweging gemaakt te worden.
Een groot deel van het landelijke gebied van Brummen buiten de EHS behoort tot de beleidscategorie “Waardevol landschap”. Het buitengebied van Brummen valt binnen de Waardevolle landschappen ‘Veluwemassief’, ‘Beekbergen-Loenen’, ‘Zuidelijke IJsselvallei’ en ‘IJsseluiterwaarden’. Hieronder zijn de kernkwaliteiten van deze Waardevolle landschappen beschreven:
40
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
- Waardevolle landschappen (bron: Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen)
41
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Kernkwaliteiten Veluwemassief: ·
De Groene long van Nederland
·
Stuwwal met grootschalige afwisseling van open heide, gesloten bos, uitgestrekt open stuifzand en vennen, agrarische enclaves.
·
Rijk aan aardkundige kwaliteiten (vooral het reliëf).
·
Afwezigheid van oppervlaktewater met uitzondering van vennen en enkele beken.
·
Weinig bebouwing
·
Karakteristieke en cultuurhistorisch waardevolle open essen op de flanken.
·
Een antropogene leegte van nu met een schatkamer van cultuurwaarden van toen: landgoederen, grafheuvels, boerderijen, e.d.
·
Rijke variatie aan (cultuurhistorisch bepaalde) soorten bos: van zeer oude loofboscomplexen tot rechtlijnig verkaveld productiebos en recent ontwikkeld oerbos met begrazers.
·
Rust, ruimte, donkerte.
Kernkwaliteiten Beekbergen-Loenen: ·
Gave open oude bouwlanden, met bebouwing langs de randen.
·
Kleinschalig met afwisseling in landbouwgebruik en beplanting.
·
Gradiënt van besloten boslandschap naar open landschap.
·
Sprengenbeken die van de stuwwal stromen.
Kernkwaliteiten Zuidelijke IJsselvallei: ·
Overgang van stuwwal met besloten boslandschap via halfopen dekzandlandschap naar open rivierenlandschap IJssel.
·
Kleinschalig mozaïeklandschap met grote afwisseling van relatief open tot besloten landschap en hiermee samenhangend een grote afwisseling van talrijke landgoederen, grondgebonden landbouw (met name weidebouw), bos, en beken die van de flank afstromen.
·
Blokverkaveling maar ook grote afwisseling in perceelsvormen.
·
Bebouwingspatroon in de vorm van dorpen langs de rand van het Veluwemassief en op de oeverwal; verspreid vele buurtschappen.
·
Vrij uitzicht vanaf de dijk over het binnendijkse landschap en de rivier.
·
Het Apeldoorns kanaal vormt een markant en cultuurhistorisch element in het landschap.
Kernkwaliteiten IJsseluiterwaarden: ·
Enige nog breed meanderende rivier, leesbaar rivierenlandschap.
·
Gaaf microreliëf van lage rivierduinen, complexen van richels en geulen (kronkelwaarden) en dergelijke.
·
Grote openheid van de uiterwaarden met nauwelijks bebouwing.
·
Steile en gave gradiënt van beboste stuwwallen van de Zuid-Veluwe en Hattem naar de uiterwaarden.
·
Zich op Veluwemassief, fraaie stadsgezichten bij Kampen, Zwolle, Deventer, Zutphen, Doesburg; weidse vergezichten over de rivier.
·
Rust, ruimte en donkerte met uitzondering van de omgeving van stedelijke gebieden.
42
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
4.2.6 Kapverordening (1994) In de kap- of bomenverordening van de gemeente Brummen is bepaald dat zonder een kapvergunning geen bomen of andere houtopstanden geveld mogen worden. Hierop gelden wel een aantal uitzonderingen wanneer er wel zonder vergunning geveld mag worden (zie voorschriften kapverordening). In het geval dat bomen of andere houtopstanden geveld zijn zonder dat hier een vergunning voor is verkregen kunnen Burgemeester en Wethouders de verplichting tot herplanten opleggen op dezelfde plaats als dat deze houtopstand geveld is. Ook kan het college van B&W overgaan op het geven van een boete of hechtenis als niet aan de regels wordt voldaan. 4.2.7 Landbouw Voor het beleid ten aanzien van de landbouw is het Reconstructieplan Veluwe 2005 van belang. Het doel van dit plan is het verbeteren van de sociaal economische omstandigheden voor landbouw, recreatie en toerisme, wonen, werken en leefbaarheid. In de huidige situatie zitten deze functies elkaar te vaak in de weg, waardoor economisch belangrijke sectoren als de landbouw en recreatie zich onvoldoende kunnen ontwikkelen, terwijl de kwaliteit van natuur, landschap en water te weinig verbetert. Een tweede doel van de reconstructie is het creëren van een goede omgevingskwaliteit op het gebied van water, milieu, natuur, landschap en cultuurhistorie. De opgaven uit het reconstructiebeleid komen overeen met de opgaven in andere beleidsstukken (realiseren van de EHS, gewenste water- en milieuaspecten, e.d.). Het Reconstructieplan geeft daarnaast ook aan wat het toekomstperspectief is voor de intensieve veehouderij. Centraal in het Reconstructieplan staat het oplossen van problemen en de uitvoering. De uitvoering van de reconstructie duurt 12 jaar: van 2004 tot 2015. Een belangrijk onderdeel uit het Reconstructieplan is de zonering voor de intensieve veehouderij. Intensieve veehouderij in de kwetsbare gebieden – rond dorpen en natuurgebieden – wordt op termijn afgebouwd, terwijl de sector tegelijk op duurzame locaties wordt geconcentreerd door bedrijven daar ontwikkelingsruimte te bieden. Om deze beweging ruimtelijk in goede banen te leiden is het landelijk gebied opgedeeld in drie zones: landbouwontwikkelingsgebieden (waar de intensieve veehouderij goede ontwikkelingsmogelijkheden krijgt), extensiveringsgebieden (waar de intensieve veehouderij op termijn wordt afgebouwd) en verwevingsgebieden (waar intensieve veehouderij kan samengaan met andere functies en waarden). Het grootste deel van de agrarische gronden in Brummen valt in de categorie “Verwevingsgebied”. Het verwevingsgebied is gericht op de verweving van landbouw, wonen en natuur. In dit gebied is (her)vestiging of uitbreiding van intensieve veehouderij op bestaande bouwpercelen mogelijk, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten, met een oppervlakte van maximaal 1 ha. Het gebied ten noorden van de Weg over het Hontsveld is aangegeven als “verweving met sterlocatie”. De provincie ziet hier ruimte voor schaalvergroting en hervestiging van te
43
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
verplaatsen intensieve veehouderijbedrijven op bestaande bedrijfslocaties. Dat betekent dat ook grondgebonden bedrijven hier mogen omschakelen naar intensieve veehouderij tot maximaal 1,5 ha. Rondom de voor verzuring gevoelige delen van de EHS liggen zones van 250 meter breed. Deze gebieden vormen de “Extensiveringsgebieden”. De uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijen, de omschakeling van grondgebonden veehouderijen naar intensieve veehouderijen en de vestiging van nieuwe intensieve veehouderijen is hier niet mogelijk. Wel is een uitbreiding van de bebouwing mogelijk in het kader van het dierenwelzijn. In Brummen zijn zones rondom de Veluwe, de Empese en Tondense Heide en rondom de landgoederen Voorstonden, Leusveld en Leuvenheim extensiveringsgebied. 4.2.8 Functiewijziging in het buitengebied Door ontwikkelingen in de landbouw zullen naar verwachting veel agrarische gebouwen in het buitengebied hun functie verliezen. De provincie wil bevorderen dat deze gebouwen op een goede manier kunnen worden hergebruikt. Zij heeft daarmee de volgende doelen voor ogen: • Land- en tuinbouwbedrijven de mogelijkheid geven een niet-agrarische nevenfunctie te vervullen. • De behoefte aan landelijk wonen (en werken) kan worden geaccommodeerd in vrijgekomen (bedrijfs)gebouwen. Hiermee kan een impuls worden gegeven aan de leefbaarheid van het landelijk gebied zonder nieuwe bouwlocaties toe te voegen. • Functieverandering kan tevens leiden tot een impuls voor de (groene) kwaliteiten door dit te koppelen aan de aanleg van landschapselementen en openbaar toegankelijke paden. • Ruimte bieden aan niet-agrarische bedrijvigheid die gebonden is aan de kwaliteiten van het buitengebied. • Bij functiewijziging dienen de resterende vrijgekomen (bedrijfs)gebouwen te worden gesloopt. Voorwaarden bij functiewijziging zijn dat de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving niet wordt belemmerd, het niet mag leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling, er geen detailhandel mag plaatsvinden (anders dan lokaal geproduceerde agrarische producten) en met beeldkwaliteitsplannen de verschijningsvorm wordt afgestemd op de omgeving. Ook dient door de initiatiefnemer te worden bijgedragen aan de verbetering van de omgevingskwaliteit en publieke functies van het buitengebied (“verevening”). Omdat niet-agrarische bedrijvigheid effect kan hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden van de omgeving, staat in het Groenblauwe raamwerk (EHS) functieverandering naar gebiedsgebonden functies voorop, zoals natuurbeheer, extensieve (verblijfs)recreatie of woon-werkcombinaties als kantoor aan huis. In het multifunctionele gebied zijn meer mogelijkheden voor kleinschalige vormen van niet-agrarische bedrijvigheid. Gemeenten
44
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
dienen deze mogelijkheden zelf verder uit te werken. Vervangende nieuwbouw is niet mogelijk bij functieverandering naar werken. De provincie ziet daarnaast ook wonen als een geschikte vorm van hergebruik van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied. Het streekplan biedt de mogelijkheid om aan het functiewijzigingsbeleid een regionale invulling te gegeven, waarin kan worden afgeweken van de in het streekplan gehanteerde maatvoering. De Regio Stedendriehoek heeft een streekplanuitwerking “functieverandering en verevening” opgesteld. Deze streekplanuitwerking kan door de afzonderlijke gemeenten verder worden ingevuld. De gemeente Brummen kiest ervoor om dit beleid nader in te vullen. Totdat de uitwerking gereed is voert de gemeente een beleid dat in overeenstemming is met het streekplan, met dit verschil dat men terughoudend is in het toelaten van nieuwe woonfuncties (zie ook onder ‘Ligt op groen’). 4.2.9 Toerisme en recreatie De groeiende behoefte naar beleving van natuur en landschap, rust, stilte en het buitenleven heeft geleid tot nieuwe toeristische concepten als natuurtoerisme, cultuurtoerisme en plattelandstoerisme. De provincie wil extensieve vormen van recreatie en toerisme stimuleren. Dit laat zich in het algemeen goed verenigen met de diverse functies in het buitengebied. De provincie acht het wenselijk dat gemeenten meewerken aan functieverandering van vrijkomende bebouwing in het buitengebied naar een extensieve recreatieve functie. Voorwaarde blijft dat de recreatie te verenigen moet zijn met de natuuren landschapsdoelstellingen, vooral binnen het Groenblauwe raamwerk en de Waardevolle landschappen. In de EHS-natuur is het “nee, tenzij”-regime ook van toepassing op extensieve vormen van verblijfsrecreatie, tenzij het gaat om functieverandering van vrijkomende gebouwen. Nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve toeristisch-recreatieve voorzieningen is binnen de EHS uitgesloten. Voor de Waardevolle landschappen wordt het “ja, mits”-beginsel gehanteerd. Algemeen uitgangspunt is dat initiatieven worden gerelateerd aan de kenmerken van de omgeving en aan hun bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het regionaal toeristisch-recreatieve product. Voor intensieve dagrecreatie gelden dezelfde uitgangspunten. De provincie acht het wenselijk om de ontwikkeling van concentratiepunten van dagrecreatie te laten aansluiten bij de omgevingskenmerken en waar mogelijk gebruik te maken van de regionale identiteit. In de nabijheid van of aansluitend aan het terrein zijn er mogelijkheden voor particuliere initiatieven en/of commerciële activiteiten, mits dit een aanvulling op het bestaande recreatieaanbod vormt en niet leidt tot aantasting van het openbare karakter van de basisvoorziening.
45
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
· Groei en krimp Om tot een beter evenwicht te komen tussen de ontwikkelingsbehoefte van recreatiebedrijven enerzijds en natuurbelangen anderzijds, is het project Groei en Krimp opgezet (streekplanuitwerking Groei en Krimp Verblijfsrecreatie op de Veluwe). Door krimp van bedrijven op voor de natuur kwetsbare locaties en groei op minder gevoelige plaatsen, in de zogenaamde recreatieclusters, ontstaat er zowel ontwikkelingsruimte als natuurwinst. Dit vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Het Brummense deel van het Veluwegebied wordt gerekend tot het krimpgebied. Groei en krimp wordt uitgedrukt in het aantal hectares. · Ontwikkelingsvisie Apeldoorns Kanaal Deze intergemeentelijke visie van provincie, waterschap, gemeenten aan het kanaal en monumentenzorg is gericht op vernieuwing van de functionaliteit en het beeld van het Apeldoorns Kanaal. Voorop staat het kanaal als “levend monument” te behouden en de “kracht van het water” te benutten voor recreatief gebruik, verbetering van de waterhuishouding en ecologische ontwikkelingskansen, versterking van het beeld en het benutten van het kanaal als wervende woon- en werkomgeving. Concreet voor de gemeente Brummen wordt gedacht aan restauratie en onderhoud van cultuurhistorische elementen (bruggen), ontwikkelen van Eerbeek als recreatieknoop (vergroten camping, aanleg golfbaan), natuurontwikkeling (ecologische verbindingszone Eerbeek-Brummen, natuurlijke oevers), ontwikkeling landgoederen gekoppeld aan ecologische verbindingszone (omgeving Hall), verkeersdrukte op Kanaalweg verminderen, waterwinning uit het kanaal.
46
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
5.
De beleidsvisie voor het buitengebied
Dit hoofdstuk geeft de gemeentelijke ruimtelijke beleidsvisie op het buitengebied. De ruimtelijke beleidsvisie past binnen de kaders van het beleid van de hogere overheden, maar met een eigen gemeentelijke invulling. Eerst wordt ingegaan op de hoofdlijnen van het beleid. Het buitengebied kan worden onderverdeeld in verschillende deelgebieden die elk hun eigen accenten hebben. Vervolgens wordt in dit hoofdstuk per thema aangegeven welke ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden er zijn en hoe deze worden vertaald in bestemmingen en regels.
5.1 De hoofdlijnen van het beleid Uit de beschrijving van de huidige situatie (hoofdstuk 2) blijkt de multifunctionele betekenis van het buitengebied. Het buitengebied herbergt veel verschillende functies en bovendien bezit het bijzondere landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten. Er is recent een ruilverkaveling uitgevoerd, waarbij onder meer nieuw bos en nieuwe natuur is aangelegd. De groene kwaliteiten zijn belangrijk voor de gemeente Brummen. Het beleid van de gemeente Brummen is er op gericht om een goede balans te vinden tussen functie en kwaliteit. In het bestemmingsplan worden de rechten van de verschillende functies vastgelegd en worden de waarden van natuur en landschap beschermd. Het bestemmingsplan ondersteunt ook het landschapsbeleid, zoals dat is verwoord in het Landschapsbeleidsplan 2008. De huidige situatie is echter geen vaststaand gegeven: er blijft voortdurend vraag naar verandering en vernieuwing. Het buitengebied was lange tijd vooral het domein van de agrariër. Het bieden van continuïteit aan de gevestigde agrarische bedrijven is nog steeds een belangrijk streven. Het aantal agrarische bedrijven neemt echter gestaag af. Om het platteland leefbaar te houden, worden er daarom meer mogelijkheden geboden voor nieuwe functies. De economische vitaliteit van het buitengebied kan worden versterkt door nieuwe economische dragers. De gemeente Brummen wil de recreatieve betekenis van het buitengebied versterken. Agrariërs kunnen een aanvullend inkomen verdienen uit nevenfuncties op de boerderij, natuur- en landschapsbeheer of recreatie. Ook wordt meer ruimte geboden aan vervolgfuncties op een agrarisch bedrijf dat wordt beëindigd. De gemeente is terughoudend in het bouwen van nieuwe woningen. Samengevat is het buitengebiedbeleid van de gemeente Brummen gericht op: • Het bieden van continuïteit aan de agrarische bedrijven; • Het beschermen en ontwikkelen van de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten; • Het versterken van de recreatieve functie van het buitengebied; • Plattelandsvernieuwing: binnen bepaalde grenzen is er ruimte voor nieuwe nietagrarische functies en wonen.
47
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Op plankaart 3 ‘Zones ontwikkelingsvisie’ wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor het buitengebied weergegeven. Binnen de gemeente kunnen verschillende gebieden worden onderscheiden die om een eigen benadering vragen. Afhankelijk van de kenmerken van het gebied worden in het beleid andere accenten gelegd. In het buitengebied worden vijf deelgebieden – vijf landschappelijke zones – onderscheiden: 1. het Veluws bosgebied; 2. de uiterwaarden; 3. de landgoederenzone; 4. het agrarisch gebied – Waardevol landschap; 5. het overige agrarische gebied.
- Indeling in landschappelijke zones
48
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
De begrenzing van deze zones is tot stand gekomen op basis van de indeling van het landelijk gebied in het streekplan en de Ruimtelijke ontwikkelingsvisie ‘Ligt op groen’. Hoewel de benaming anders is, komt de indeling overeen met de landschappelijke zones uit de ROV. De Veluweflank en de oeverwal uit de ROV worden in dit bestemmingsplan gerekend tot het Agrarisch gebied (-Waardevol landschap). Het Arcadisch landschap uit de ROV is hier onderverdeeld in het Agrarisch gebied (-Waardevol landschap) en de Landgoederenzone. Tekstueel maakt de ROV dit onderscheid ook. Hieronder wordt voor elk deelgebied aangegeven welke accenten in het ruimtelijk beleid worden gelegd: aan welke functies wordt prioriteit gegeven, wat zijn de belangen van natuur en landschap en binnen welke marges zijn er nieuwe ontwikkelingen mogelijk? Het Veluws bosgebied Het Veluws bosgebied beslaat grofweg het gebied ten westen van de Harderwijkerweg. Het bestaat grotendeels uit bos, dat deel uitmaakt van het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland: de Veluwe. In dit deelgebied ligt een aantal bijzondere functies: het verblijfsrecreatiepark Coldenhove, twee papierfabrieken en een concentratie van burgerwoningen. Er liggen geen agrarische bedrijven. De gemeente is – samen met rijk en provincie – van mening dat het bosgebied op de Veluwe van bijzondere waarde is. De Veluwe maakt deel uit van de EHS-natuur en het is aangewezen als Natura 2000-gebied. De functie natuur is richtinggevend. Daarnaast leent het gebied zich goed voor extensieve recreatie. Voor de bestaande functies bestaat een beperkte ontwikkelingsruimte binnen hun eigen terreingrenzen, mits dit geen extra belasting voor de omgeving betekent. Er is geen ruimte voor nieuwe functies. Uiterwaarden De uiterwaarden hebben primair een functie voor de waterberging. Ze overstromen bij hoog water. Het uiterwaardengebied ligt binnen de Ecologische Hoofdstructuur en binnen de beschermingszone van de Vogelrichtlijn/Natura 2000. Delen van de uiterwaarden zijn in eigendom van Staatsbosbeheer en worden als natuurgebied beheerd. Het overige deel van de uiterwaarden is in agrarisch gebruik. Vaak zijn beheersovereenkomsten afgesloten met de grondgebruikers voor een aangepast agrarisch beheer, dat mede is gericht op natuur- en landschap. Een vijftal agrarische bedrijven is gelegen in de uiterwaarden of heeft een deel van de bedrijfsgebouwen in het uiterwaardengebied. Er liggen hier geen intensieve veehouderijbedrijven. De bestaande functies zijn ondergeschikt aan de waterbergende functie. De Beleidslijn grote rivieren legt restricties op aan de uitbreiding van bebouwing. Dit mag echter niet
49
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
leiden tot het op slot zetten van de bestaande bedrijvigheid. De continuïteit van deze bedrijven dient te zijn verzekerd. Nieuwe functies of een omschakeling naar een andere, kapitaalintensieve functie is in het kader van de beleidslijn echter niet mogelijk. Het gebied is geschikt voor extensieve, routegebonden recreatie zoals wandelen en fietsen. Het Bronkhorsterveer vormt een goede plek voor recreatieve ontwikkeling. Gedacht wordt aan een beperkte horecavoorziening. Dit kan een verplaatsbare (dat wil zeggen demontabele c.q. seizoensgebonden) voorziening zijn, zodat er niet gebouwd hoeft te worden in het winterbed van de rivier. Ook een passantenhaven is een optie. Landgoederenzone De Landgoederenzone loopt in noord-zuidrichting over het buitengebied. Het omvat een gebied met veel bos- en natuurcomplexen, afgewisseld met agrarische gronden. In het gebied ligt een aantal waardevolle landgoederen. Ook de Empese en Tondense Heide worden gerekend tot de landgoederenzone. De bijzondere kwaliteit van het gebied blijkt ook uit het bestemmingsplan 1982, waarin het gebied werd aangeduid als “Bijzondere grootschalige landschapselementen”. In het streekplan wordt het tot het Groenblauwe raamwerk en de EHS gerekend en bovendien geniet een groot deel van deze zone bescherming in het kader van de Habitatrichtlijn/Natura 2000. In het gebied wordt een gelijkwaardig belang toegekend aan natuur, landschap (inclusief cultuurhistorie) en landbouw. Het beleid is gericht op het bieden van continuïteit aan de gevestigde agrarische bedrijven en het bieden van mogelijkheden voor een duurzame, streekeigen ontwikkeling van de landbouw. In het gebied zijn vooral (melk-) rundveebedrijven gevestigd, wat goed verenigbaar is met de aanwezige natuur- en landschapskwaliteiten. Door zijn kleinschaligheid en afwisseling is het gebied bij uitstek geschikt voor recreatie. Het beleid van de gemeente is er op gericht om de recreatieve betekenis van het gebied te versterken. Er is ruimte voor nieuwe voorzieningen, zowel voor verblijfs- als dagrecreatie, mits deze kleinschalig van aard blijven. Voorbeelden zijn minicampings (“kamperen bij de boer”), kleinschalige horeca en het bieden van mogelijkheden voor recreatief verblijf in de vorm van maximaal twee recreatieappartementen of vijf kamers voor logies en ontbijt. Kleinschalig recreatief verblijf wordt ook toegestaan bij woningen. Voorwaarde, zowel bij agrarische bedrijven als bij woningen, is dat deze activiteiten plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing. De multifunctionaliteit van het gebied wordt onderstreept door het toestaan van een aantal niet-agrarische nevenactiviteiten op een agrarisch bedrijf, of – als een bedrijf wordt beëindigd – het wijzigen in een andere, niet-agrarische functie. Toegestaan wordt een aantal landbouw-verwante of dienstverlenende functies (bijvoorbeeld een zorgboerderij, dierenarts) en recreatieve functies.
50
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Voorwaarde bij functiewijziging – naar een niet-agrarische functie of naar wonen – is dat overtollige vrijkomende opstallen worden gesloopt en een positieve bijdrage wordt geleverd aan de landschappelijke kwaliteiten. Agrarisch gebied en Agrarisch gebied - Waardevol landschap De zone Agrarisch gebied (-Waardevol landschap) omvat het grootste deel van het buitengebied. In dit gebied staat het functioneren van de landbouw voorop, waarbij rekening dient te worden gehouden met de aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Het hele buitengebied bezit landschappelijke kwaliteiten; geen enkel gebied is “waardenloos”. De zone is nader opgedeeld in het ‘Agrarisch gebied’ en het ‘Agrarisch gebied - Waardevol landschap’. Het verschil tussen deze gebieden is de extra toets die (op grond van het streekplan) plaats dient te vinden bij ontwikkelingen in het Agrarische gebied - Waardevol landschap. In dit gebied geldt namelijk het ‘ja, mits’-regime. Ontwikkelingen mogen in dit gebied plaatsvinden, mits dit niet leidt tot een wezenlijke aantasting van de aanwezige natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Wat deze kwaliteiten zijn staat beschreven in paragraaf 4.2.5. Aan agrarische bedrijven worden mogelijkheden voor verdere ontwikkeling geboden. Nieuwvestiging van agrarische bedrijven wordt niet rechtstreeks toegestaan, maar mocht dit aan de orde zijn, dan is dit het meest kansrijke gebied.
Functieveranderingen zijn mogelijk, mits ze geen afbreuk doen aan de agrarische betekenis en landschappelijke kwaliteiten van het gebied. Een deel van het bouwperceel kan worden 51
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
gebruikt voor niet-agrarische nevenactiviteiten. Bij beëindiging van het bedrijf kan de functie ook worden gewijzigd in een niet-agrarisch bedrijf. Dit mag geen detailhandel zijn (met uitzondering van lokaal geproduceerde agrarische producten) of een activiteit met een grote verkeersaantrekkende werking. Bij agrarische bedrijven worden kleinschalige vormen van recreatie toegelaten, zoals een minicamping, kleinschalige horeca of kleinschalig recreatief verblijf in de vorm van maximaal twee recreatie-appartementen of vijf kamers voor logies en ontbijt, mits dit binnen de bestaande gebouwen gerealiseerd wordt. Logies en ontbijt is ook mogelijk bij burgerwoningen, mits dit binnen de bestaande woning of in aangebouwde bijgebouwen gebeurt. In de “Ontwikkelingsvisie Apeldoorns Kanaal” is de wens geuit voor meer horeca langs het kanaal. Nieuwe horeca zou hier bij voorkeur tot stand moeten komen in of aansluitend op bestaande bebouwing. Het meest gunstig is de oostzijde van het kanaal, omdat hier geen hinder is van doorgaand verkeer, maar wel in de nabijheid van een bestaande verharde weg en/of brug.
5.2
Het beleid ten aanzien van……
5.2.1 Natuur, landschap en cultuurhistorie Het algemeen uitgangspunt voor het te voeren beleid is het behoud van de bestaande natuurwaarden en landschappelijke kwaliteiten en de daaraan ten grondslag liggende milieuomstandigheden. Naast de instandhouding van de bestaande bos- en natuurgebieden gaat het ook om het behoud van de natuur- en landschapswaarden in het agrarisch gebied. Bestaande bos- en natuurgebieden Bos- en natuurgebieden komen verspreid over het hele buitengebied voor, maar de meeste bos- en natuurgebieden liggen op de Veluwe, in de uiterwaarden en de landgoederenzone. Deze gebieden worden bestemd als “Bos” of “Natuur”. Bos- en natuurgebieden hebben vaak een meervoudige betekenis: behalve een ruimtelijke betekenis hebben ze ook een functie voor de natuur, houtteelt en recreatie. In gebieden met een hoge natuurbehoudswaarde (Nbw>64) zijn andere functies ondergeschikt aan de natuur. In de minder kwetsbare bossen kunnen meerdere belangen worden gediend. Binnen de bestemming “Bos” wordt met een aanduiding onderscheid gemaakt in drie categorieën: bos, bos met natuurwaarden en bos met natte natuurwaarden. Dit onderscheid is gebaseerd op de actuele natuurwaarden5 en (grond)waterafhankelijkheid van de aanwezige natuur. Ook de bestemming “Natuur” kent de nadere aanduiding “natte natuur”.
4 5
Zie vegetatieonderzoek, bijlage 1. Op basis van het vegetatieonderzoek en provinciale gegevens (EHS).
52
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Op de plankaart zijn alle bos- en natuurgebieden die groter zijn dan ½ hectare bestemd. Bosjes kleiner dan ½ ha worden aangemerkt als landschapselement. Kleinere bos- en natuurterreinen die een uitzonderlijke ecologische waarde hebben, zijn altijd als zodanig bestemd, ongeacht de grootte van het terrein. Deze terreinen hebben een Nbw>6 of vormen het leefgebied van beschermde diersoorten. Hydrologische bufferzones De natte natuur- en bosgebieden worden beschermd door het hydrologisch beïnvloedingsgebied aan te geven. In deze hydrologische bufferzone worden beperkingen gesteld aan ingrepen in de waterhuishouding (zoals draineren, dempen en graven van sloten, aanbrengen van oppervlakteverhardingen etc.). De hydrologische bufferzones liggen rondom de Empese en Tondense Heide, het Leusveld en de landgoederen Voorstonden en Leuvenheim. Ze zijn aangegeven op plankaart 2. HEN-wateren Een aantal waterlopen (sprengen) in het Veluws bosgebied zijn aangemerkt als wateren van het hoogste ecologisch niveau (HEN-wateren). Zij verdienen een extra bescherming tegen ingrepen die de waterkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden. Waarden in het agrarisch gebied In het gehele agrarische gebied komen landschappelijke waarden voor. Onder de noemer “landschapswaarden” worden zowel aardkundige, natuurlijke, landschappelijke als cultuurhistorische waarden gerekend. Om de landschapswaarden te behouden, kunnen er beperkingen worden gesteld aan de werken en werkzaamheden die in deze gebieden zijn toegestaan. Dit gebeurt door: • het afsluiten van beheersovereenkomsten. Met de gebruiker van de grond worden afspraken gemaakt over een aangepast agrarisch beheer, bijvoorbeeld over het tijdstip van maaien, het gebruik van meststoffen of het telen van een bepaald soort gewas. Beheersovereenkomsten worden privaatrechtelijk geregeld en vallen buiten het bereik van dit bestemmingsplan. • Het aanlegvergunningstelsel in het bestemmingsplan. Om landschappelijke waarden veilig te stellen, mogen bepaalde activiteiten niet worden uitgevoerd zonder een vooraf verleende schriftelijke toestemming (aanlegvergunning). In gebieden waar een bijzonder microreliëf aanwezig is, mag bijvoorbeeld de grond niet zomaar worden opgehoogd, afgegraven of geëgaliseerd. Het aanleggen of dempen van sloten kan een aantasting betekenen voor natte natuur, bijzondere (grasland-) vegetaties of weidevogels. Hierdoor kunnen het grondwaterpeil en de ideale omstandigheden voor de aanwezige flora en fauna veranderen. Aan de toekenning van landschapswaarden ligt een gedetailleerde inventarisatie van alle kleine landschapselementen ten grondslag. Geïnventariseerd zijn onder meer alle kleine bosjes, bomenrijen, monumentale bomen, houtwallen en –singels, steilranden, waardevolle
53
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
bermen en slootkanten en waterelementen. Deze kleine landschapselementen worden in het bestemmingsplan niet allemaal afzonderlijk bestemd, maar worden beschermd via een aanlegvergunningstelsel. Gebieden waar waardevolle elementen voorkomen worden met een aanduiding aangegeven. Verstorende maatregelen, zoals vergraven en ophogen, verharden en het weghalen van beplantingen worden aan een aanlegvergunningplicht onderworpen. Dit betekent niet dat de maatregelen niet worden toegestaan. Er wordt wel een “vinger aan de pols” gehouden voor bepaalde werken. Voor het betreffende werk kan een aanlegvergunning worden afgegeven mits het werk op een zodanige wijze wordt uitgevoerd dat de gebiedskwaliteiten niet worden geschaad. Tot op zekere hoogte kunnen landschapselementen inwisselbaar zijn. Voor een efficiënt gebruik kan het bijvoorbeeld wenselijk zijn om ergens een houtsingel weg te halen. Met een aanlegvergunning kan hier toestemming voor verleend worden onder de voorwaarde dat elders een nieuwe singel wordt teruggeplant.
Onderscheid wordt gemaakt in landschapselementen of –kenmerken: (R) bodemreliëf (G) waardevolle graslandvegetatie (Z) zandwegen (B) beslotenheid/houtopstanden (W) weidevogels (O) openheid
gebieden
54
met
de
volgende
waardevolle
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Deze aanduidingen zijn opgenomen op plankaart 2. Archeologisch waardevolle gebieden Delen van het buitengebied zijn aangemerkt als gebied met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Daarnaast zijn er de AMK-terreinen; dit zijn terreinen waar in het verleden reeds archeologische vondsten zijn gedaan. Om te voorkomen dat er ingrepen kunnen worden gedaan die schadelijk zouden kunnen zijn voor het historische bodemarchief vallen deze gebieden ook onder het aanlegvergunningstelsel. Ecologische hoofdstructuur De ecologische hoofdstructuur is niet direct zichtbaar in de bestemming. In het bestemmingsplan is het feitelijk gebruik en beheer leidend voor de toekenning van de bestemming, niet de ambities uit het overheidsbeleid. De EHS komt wel tot uitdrukking op plankaart 3. Deze kaart kan worden gebruikt om te bepalen of nieuwe ontwikkelingen al dan niet kunnen worden toegestaan (toepassen van flexibiliteitsbepalingen). In de EHS geldt de “nee, tenzij”-benadering. Dat wil zeggen dat een nieuwe ontwikkeling niet kan worden toegestaan, tenzij is aangetoond dat deze geen significante negatieve effecten heeft op de aanwezige natuurwaarden. Ecologische verbindingszones Om de ecologische relaties tussen de bestaande natuur- en bosgebieden te versterken, wordt gestreefd naar de aanleg van een aantal ecologische verbindingszones, dwars door het buitengebied. De zones betreffen: • een verbinding (onder meer voor de das) tussen de Veluwe en de Empese en Tondense Heide (tussen de kernen Loenen en Eerbeek); • een verbinding tussen de Empese en Tondense Heide, de Landgoederenzone en de IJsseluiterwaarden; • een verbinding tussen de Landgoederenzone en de IJsseluiterwaarden (tussen Oeken en Voorstonden). Deze zones zijn ook opgenomen in het streekplan. Op dit moment kan niet worden voorzien op welke termijn en in welke vorm de ecologische verbindingszones worden gerealiseerd en waar ze exact komen te liggen. De ecologische verbindingszones maken deel uit van de ecologische hoofdstructuur, zoals weergegeven op plankaart 3. In zijn algemeenheid geldt voor het gehele Brummense grondgebied (dus zowel binnen als buiten de ecologische hoofdstructuur) dat agrarische gronden mogen worden omgezet in een bos- of natuurbestemming. Deze mogelijke omzetting kan alleen plaatsvinden op verzoek van de grondeigenaar. 5.2.2 Landbouw De gemeente Brummen wil continuïteit bieden aan de bestaande agrarische bedrijven. Zij moeten voldoende ruimte krijgen om zich op een verantwoorde manier te kunnen ontwikkelen. In de bedrijfsvoering dienen de aanwezige landschapswaarden te worden
55
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
gerespecteerd. Nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf is niet zonder meer mogelijk. De Beleidslijn grote rivieren legt beperkingen op aan de bouwmogelijkheden in de uiterwaarden. Toch dienen ook deze bedrijven zich zodanig te kunnen ontwikkelen dat hun voortbestaan niet in gevaar komt. Bestaande agrarische bedrijven In dit bestemmingsplan wordt als een agrarisch bedrijf beschouwd: ieder bedrijf dat zich richt op het voortbrengen van producten door het houden van dieren en/of het telen van gewassen. Een duivenkweekstation wordt derhalve beschouwd als een agrarisch bedrijf, aangezien het hier ook gaat om het houden van dieren. Het houden van paarden voor diverse gebruiksdoeleinden neemt steeds meer toe. Een goede afbakening van dit begrip is belangrijk. Het (op)fokken van paarden is een vorm van agrarisch gebruik. Er is hier sprake van “het voortbrengen van een agrarisch product”. Ook het trainen van lokaal voortgebrachte veulens voor de handel wordt aangemerkt als agrarisch gebruik. Het houden van paarden (voor derden) en het trainen van paarden wordt daarentegen niet beschouwd als agrarisch gebruik, evenmin als een manege. Deze activiteiten zijn niet gericht op “het voortbrengen van een agrarisch product”. De bestaande bedrijven die een milieuvergunning hebben of onder de werking van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vallen, zijn bestemd als agrarisch bedrijf. Zij hebben een agrarisch bouwperceel toegewezen gekregen. Bebouwing is alleen toegestaan binnen dit perceel. Het doel is om de bebouwing zoveel mogelijk te concentreren: dit geldt voor het woonhuis, schuren, stallen en mestsilo’s. Ook andere voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een zwembad of een paardenbak, zijn toegelaten binnen het bouwperceel. Een paardenbak kan eventueel ook aansluitend aan het bouwperceel worden aangelegd, maar pas na het verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Sleufsilo’s (kuilvoerplaten) en mestplaten mogen aansluitend op het bouwperceel worden gesitueerd. Afhankelijk van het gebied kan dit bij recht worden toegelaten of na ontheffing. In de praktijk blijkt dat op veel plaatsen deze voorzieningen buiten het bouwperceel liggen. Waar dit het geval is zijn deze niet ondergebracht binnen het bouwperceel, omdat dit zou leiden tot onlogische bouwvlakken met een onwenselijke vorm (immers, dan kan ter plaatse van de sleufsilo ook worden gebouwd). De omvang van het bouwperceel is gerelateerd aan de geldende rechten, de huidige omvang van het bedrijf, de reeds aanwezige bebouwing, het toekomstperspectief en de ligging: bedrijven in de uiterwaarden mogen niet zonder meer uitbreiden als gevolg van de Beleidslijn grote rivieren. Bij de vorm van het bouwperceel is ook rekening gehouden met de aanwezigheid van beplantingen, sloten e.d. In beginsel bedraagt de maximale oppervlakte van een bouwperceel 1,5 ha. In de uiterwaarden is dat 1 ha. Gezien hun ontwikkelingsbehoefte zullen hoofdberoepsbedrijven meestal een ruimer bouwperceel krijgen dan kleine, niet-volwaardige bedrijven. Gelet op het feit dat de
56
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
productie per bedrijf toeneemt en de strengere milieu- en dierwelzijnseisen, neemt de benodigde ruimte per bedrijf toe. Deze ontwikkeling doet zich zeker voor in de (melk)rundveehouderij, de sector waartoe de meeste agrarische bedrijven in Brummen behoren. Vergroten of wijzigen van de vorm van het bouwperceel Als tijdens de planperiode behoefte is aan het vergroten of wijzigen van het bouwperceel, dan kan de vorm van het bouwperceel worden gewijzigd. De doelmatigheid van de bedrijfsvoering wordt in dat geval afgewogen tegen de eventuele aantasting van landschappelijke, cultuurhistorische of natuurwaarden. Uitbreiding van het bouwperceel is in beginsel ook mogelijk als dat voor de economische ontwikkeling van het bedrijf nodig is. De agrariër moet dan wel aantonen dat deze omvang noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering en dat er binnen het huidige bouwperceel onvoldoende mogelijkheden aanwezig zijn. De Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen (SAAB) of een andere onafhankelijke instantie kan hierover advies uitbrengen6. In het agrarisch gebied wordt een maximum maat gesteld van 1,5 ha. In de uiterwaarden is een ‘bouwperceel op maat’ ingetekend met een maximum van 1 ha. Per bedrijf is aangegeven welke oppervlakte aan bebouwing op dit moment aanwezig is. Deze oppervlakte mag met ten hoogste 10% worden uitgebreid. In bijzondere gevallen kan meer dan 10% worden uitgebreid, mits: • de bedrijfseconomische redenen daarvoor kunnen worden aangetoond; • de uitbreiding niet binnendijks kan plaatsvinden; • de uitbreiding geen belemmering vormt voor de bestaande en toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier; • en onder voorwaarden van goedkeuring van Rijkswaterstaat en de Inspectie VROM. Het splitsen van bouwpercelen is niet mogelijk om te voorkomen dat het landelijke gebied versteent. Nieuwvestiging Nieuwvestiging van bedrijven, dat wil zeggen het oprichten van een bedrijf op een nieuwe locatie, is niet mogelijk. De algemene verwachting is dat in de komende jaren veel bedrijven beëindigd zullen worden. Dat betekent dat ook veel bedrijfsgebouwen/-locaties hun functie zullen verliezen. Als op een bestaande agrarische bouwlocatie het bedrijf wordt beëindigd, bestaat hier vanuit ruimtelijk oogpunt de mogelijkheid om een nieuw bedrijf te vestigen of een bestaand bedrijf naar toe te verplaatsen. Het agrarisch gebied, buiten de
6
De stichting SAAB heeft de adviesfunctie overgenomen van de landbouwkundige dienst van de provincie Gelderland.
57
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
landgoederenzone, is hiervoor het meest kansrijk, omdat ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven aanwezig zijn.
hier
de
beste
Intensieve veehouderijbedrijven Voor intensieve veehouderijbedrijven geldt het beleid zoals dat is verwoord in het Reconstructieplan Veluwe. Een intensief veehouderijbedrijf is (een deel van) een agrarisch bedrijf waar op ten minste 250 m² bedrijfsvloeroppervlak dieren in stallen worden gehouden. Meestal betreft dit varkens, pluimvee, kalveren of nertsen. De Reconstructiewet schrijft een zonering van de intensieve veehouderij voor, die erop is gericht de intensieve veehouderijbedrijven zo te lokaliseren dat voor verzuring gevoelige natuur wordt ontlast. Het Veluws bosgebied en een groot deel van de Landgoederenzone vallen in het extensiveringsgebied. Hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij is hier niet mogelijk. Uitbreiding van stalruimte is alleen mogelijk om te voldoen aan eisen van dierwelzijn en –gezondheid. Uitbreiding van het aantal dierplaatsen is niet mogelijk. Het overige deel van het Brummense buitengebied is verwevingsgebied. Hier worden meer mogelijkheden geboden voor de bestaande intensieve veehouderijbedrijven. Hervestiging en uitbreiding van intensieve veehouderij is mogelijk tot maximaal 1 ha. Voor uitbreiding van de bebouwing boven de 1 ha geldt ook hier dat dat alleen mogelijk is in het kader van dierwelzijn en –gezondheid. De extensiveringsgebieden zijn weergegeven op plankaart 2. Het overige gebied is verwevingsgebied. Het Reconstructieplan biedt de mogelijkheid om in het verwevingsgebied op een sterlocatie – in het geval van Brummen aan de “Weg over het Hontsveld” – de vestiging van intensieve veehouderij op bestaande (ook grondgebonden) locaties toe te laten, met een maximale omvang van 1,5 ha. De gemeente is bereid hieraan mee te werken, maar pas nadat de haalbaarheid van een dergelijke ontwikkeling is aangetoond. Er moet voldaan worden aan alle andere relevante wet- en regelgeving, waaronder Natura 2000. Deze mogelijkheid krijgt geen doorwerking in het bestemmingsplan. Er zal in dat geval een eigen planologische procedure moeten worden gevoerd. (Glas)tuinbouw, teeltondersteunde voorzieningen, boom- en sierteelt In de gemeente Brummen liggen geen glastuinbouwbedrijven. Nieuwe glastuinbouwbedrijven zijn – conform het streekplan - overal uitgesloten. Teeltondersteunend glas is alleen binnen het bouwvlak toegestaan met een maximum van 1000 m², mits sprake is van ondergeschikte activiteiten en het glas dient ter ondersteuning van de hoofdactiviteit op het agrarisch bedrijf. Het gebruik van teeltondersteunende voorzieningen als bodembedekkende folies, plastic tunnels e.d. heeft een grote visuele invloed. In gebieden waar de openheid heel kenmerkend is (het gebied ten noordoosten van Eerbeek en de es rondom Hall) en in de uiterwaarden is het gebruik van dergelijke voorzieningen daarom niet toegestaan. Eenzelfde beleid geldt
58
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
voor het gebruik van de gronden voor boom- of sierteelt. Ook dit is in de waardevolle open gebieden en in de uiterwaarden uitgesloten. Voor het oprichten van menstoegankelijke tunnels (hoger dan 1,5 meter) en kassen is een bouwvergunning vereist. Dergelijke voorzieningen worden alleen binnen het bouwvlak toegestaan. Tweede agrarische bedrijfswoning In principe is per agrarisch bedrijf één bedrijfswoning toegestaan. De bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning is mogelijk als de noodzaak daartoe voor de langere termijn wordt aangetoond en het bedrijf zonder een tweede woning ter plaatse niet kan functioneren. De werkzaamheden op het bedrijf moeten daarvoor een omvang hebben van ten minste twee volwaardige arbeidskrachten. De Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen (of een andere onafhankelijke instantie) kan advies geven over de noodzaak van de tweede bedrijfswoning. Indien mogelijk dient gebruik te worden gemaakt van vrijkomende (agrarische bedrijfs-) woningen in de omgeving. Paardenbakken Bij agrarische bedrijven is de aanleg van een paardenbak mogelijk op, of direct aansluitend, aan het bouwperceel. Een uitzondering vormt het uiterwaardengebied, waar paardenbakken niet zijn toegestaan. Voor de aanleg van een paardenbak moet een ontheffing worden aangevraagd, waarbij eisen worden gesteld aan onder meer de maximale afmetingen (niet groter dan 20x60 meter) en de afstand tot omliggende functies (minimaal 50 meter tot naastgelegen woningen). Eventuele lichtmasten mogen alleen binnen het bouwperceel worden gerealiseerd. Daarnaast is een paardenbak ook aanlegvergunningplichtig (vanwege de omzetting van het bodemgebruik) en bouwvergunningplichtig (bij het plaatsen van het hekwerk). Nevenfuncties bij agrarische bedrijven Aan bestaande agrarische bedrijven wordt de mogelijkheid geboden om ook andere activiteiten te ontplooien. Op deze wijze kan aan agrariërs een aanvullend inkomen worden geboden en wordt de multifunctionaliteit van het platteland bevorderd. De activiteiten die worden toegestaan, verschillen per gebied. In alle gebieden is het toegestaan om rechtstreeks (dus zonder nadere ontheffing) een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf uit te oefenen, tot een maximale oppervlakte van 50 m². Voor detailhandelsactiviteiten, alleen in eigen voortgebrachte producten of streekgebonden producten, geldt een maximum oppervlakte van 25 m². Voor een nevenfunctie met een grotere oppervlakte, tot 350 m², moet eerst een ontheffing worden verleend. Voorwaarden zijn dat de activiteit geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking met zich meebrengt, dat het parkeren en eventuele laden en lossen op eigen erf plaatsvindt en dat dit geen hinder geeft voor omwonenden. In bijlage M bij de regels is een
59
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
lijst opgenomen, waarin per gebied aangegeven is welke functies kunnen worden toegestaan. In het Agrarisch gebied (en – Waardevol landschap) zijn de ruimste mogelijkheden. Hier kan worden gedacht aan: • aan de landbouw verwante functies (agrarische hulpbedrijven, toeleverende bedrijven, zorgboerderij); • opslag; • recreatie (minicamping, verhuur van recreatieappartementen, logies en ontbijt, kleinschalige horeca, verhuur van paarden, fietsen etc.); • dienstverlenende beroepen/praktijken; • ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven; • andere ambachtelijke bedrijven. De Landgoederenzone, het Veluws bosgebied en de Uiterwaarden liggen in de EHS. Om die reden wordt hier slechts een beperkt aantal nevenfuncties toegestaan. In de Uiterwaarden zijn alleen functies ten behoeve van natuur- en landschapsbeheer, een bezoekerscentrum of logies en ontbijt met een ontheffing toegelaten. De Landgoederenzone biedt wat meer mogelijkheden voor enkele landbouw verwante functies, opslag, dienstverlening en recreatie. In het Veluws Bosgebied liggen geen agrarische bedrijven. Het beleid ten aanzien van recreatieve (neven-)functies op de boerderij wordt nader toegelicht in de paragraaf “Toerisme, recreatie en sport” (5.2.7). In het plangebied ligt een vijftal bedrijven met een combinatie van agrarische en nietagrarische bedrijfsactiviteiten. Deze zijn als agrarisch bedrijf bestemd (agrarisch bouwperceel op de plankaart). In bijlage B bij de regels is aangegeven welke nevenactiviteit hier wordt toegestaan en met welke oppervlakte. Het betreft de volgende vijf bedrijven: ·
Cortenoeverseweg 121 (manege)
·
Hallsedijk 12
(ongediertebestrijding)
·
Hallsedijk 53
(paardenpension)
·
Harderwijkerweg 4
(loonwerkbedrijf)
·
Soerense Zand Zuid 13 (hoveniersbedrijf)
Daarnaast is er een drietal agrarische bedrijven met een minicamping. Het beleid voor deze vorm van kleinschalig kamperen wordt verwoord in paragraaf 5.2.7. De drie bestaande minicampings zijn: •
Brummenseweg 10
•
Weg over ’t Hontsveld 21
•
Windheuvelstraat 7
60
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
5.2.3 Functiewijziging bij beëindiging van een (niet-)agrarisch bedrijf Het aantal agrarische bedrijven neemt in ras tempo af. In de komende jaren zullen veel agrarische bedrijfsgebouwen hun functie verliezen. Afhankelijk van de ligging en de toestand waarin de gebouwen verkeren, kunnen gebouwen een nieuwe agrarische functie krijgen, worden gesloopt of een andere, niet-agrarische functie krijgen. De bestemming kan ook worden omgezet in ‘wonen’. Hergebruik van vrijkomende gebouwen Bij beëindiging van een agrarisch bedrijf kunnen vrijkomende bedrijfsgebouwen tot een maximum van 500 m² een andere, niet-agrarische functie krijgen. De mogelijkheden voor een vervolgfunctie komen in grote lijnen overeen met de functies die ook als nevenfunctie op de boerderij zijn toegestaan. Dit is opgenomen in bijlage M bij de regels7. In het Agrarisch gebied (en - Waardevol landschap) zijn er mogelijkheden voor: • aan de landbouw verwante functies (agrarische hulpbedrijven, toeleverende bedrijven); • opslag; • recreatie; • dienstverlenende beroepen/praktijken; • ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven; • andere ambachtelijke bedrijven. Lichte horecavoorzieningen of een minicamping zijn wel toegestaan als nevenactiviteit op een boerderij, maar niet als vervolgactiviteit. Recreatieve voorzieningen op een agrarisch bedrijf bieden iets extra’s in de beleving van de recreant. Die toegevoegde waarde ontbreekt als het agrarische bedrijf is beëindigd. In de Landgoederenzone (EHS) zijn functies toegelaten op het gebied: · natuur- en landschapsbeheer · opslag · recreatie · dienstverlening De mogelijkheden zijn beperkter dan in het Agrarisch gebied. In het Uiterwaardengebied (EHS) zouden vrijkomende gebouwen bij voorkeur moeten worden gesloopt. De uiterwaarden hebben op de eerste plaats een waterbergende functie en nieuwe kapitaalintensieve functies zijn hier niet toegestaan. Een uitzondering wordt gemaakt voor functies op het gebied van natuur- en landschapsbeheer of een bezoekerscentrum. In het Veluws bosgebied zijn geen agrarische bedrijven gevestigd. Functiewijziging van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen is hier dus niet aan de orde.
7
De lijst met toegelaten functies is van toepassing op zowel nevenfuncties op een agrarisch bedrijf als vervolgfuncties als het bedrijf is beëindigd.
61
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Bij hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing voor een niet-agrarische functie geldt een aantal algemene ruimtelijke voorwaarden: • de karakteristiek van bebouwing en erf dient in stand te blijven; • het hergebruik vindt plaats binnen de bestaande gebouwen; • overtollige bedrijfsgebouwen worden gesloopt; • maximaal 50% van het voormalige agrarische bouwperceel mag gebruikt worden als erf; • als gevolg van het gebruik mag geen substantiële toename van het verkeer plaatsvinden op de weg(en) die het perceel ontsluit(en); • parkeren en laden en lossen vinden plaats op eigen erf; • buitenopslag is niet toegestaan; • de vestiging mag geen industrieel karakter krijgen; • de milieuhygiënische consequenties zijn aanvaardbaar; • er bestaan geen overwegende bezwaren uit oogpunt van natuur en landschap en het geheel wordt op zorgvuldige wijze landschappelijk ingepast; • de woonfunctie van de voormalige agrarische bedrijfswoning blijft gehandhaafd; • de bedrijfsvoering mag geen belemmeringen opleveren voor omliggende agrarische bedrijven. Functiewijziging wordt mogelijk gemaakt middels een wijzigingsprocedure. Het agrarisch bouwperceel vervalt en het terrein krijgt de bestemming ‘Bedrijf’. Belangrijk is het besef bij de aanvrager dat een verdere groei van de niet-agrarische activiteit ter plaatse onmogelijk is. Boerderijsplitsing Bij beëindiging van het agrarische bedrijf kan de oorspronkelijke boerderij worden gesplitst in twee of meer woningen, overeenkomstig is beschreven onder het kopje “Woningsplitsing” bij het beleid ten aanzien van wonen (zie paragraaf 5.2.4). Bouwen in ruil voor sloop Voor het bouwen (van een nieuwe woning) in ruil voor sloop van vrijkomende bedrijfsgebouwen heeft de gemeente Brummen geen regeling geformuleerd. De Regio Stedendriehoek heeft een streekplanuitwerking over functieverandering opgesteld (“Waar de stallen verdwijnen: Oude erven, nieuwe functies”, beleidskader functieverandering van vrijkomende agrarische gebouwen, d.d. 25 april 2008). De gemeente Brummen kiest ervoor om deze streekplanuitwerking zelf nader in te vullen. Totdat de uitwerking gereed is voert de gemeente vooralsnog een terughoudend beleid, conform de ROV ‘Ligt op groen’. Wel wordt erkend dat er zich situaties voor kunnen doen waarbij het toevoegen van nieuwe bebouwing in combinatie met een landschappelijke impuls wél wenselijk wordt geacht. Dit is echter pas mogelijk na een zorgvuldige afweging. Er dient een eigen planologische procedure voor te worden gevoerd waarbij goedkeuring van de raad is vereist. Functiewijziging van een niet-agrarisch bedrijf Bij beëindiging van een niet-agrarisch bedrijf kan eenzelfde richtlijn worden gehanteerd voor functiewijziging. Hierbij gelden dezelfde voorwaarden als bij functiewijziging van een
62
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
agrarisch bedrijf. Alleen de procedure is anders: de functieverandering kan plaatsvinden middels een ontheffingsprocedure. Er vindt namelijk geen wijziging van de bestemming plaats, maar een verandering van bedrijfstype. 5.2.4 Wonen Bestaande burgerwoningen in het buitengebied, die volgens het vigerend planologisch kader als woning worden gezien, krijgen een positieve bestemming. Daarnaast worden ‘planologisch niet geregelde woonfuncties’ die al jarenlang worden aangeslagen voor de WOZ-belasting in dit plan gelegaliseerd. Om verstening van het buitengebied tegen te gaan wordt de oppervlakte van woning en bijgebouwen gebonden aan een maximum. Bestaande burgerwoningen Bestaande burgerwoningen in het buitengebied, die reeds in vigerende plannen planologisch zijn geregeld, worden ook in dit plan positief bestemd. Daarnaast zijn er in de afgelopen periode nieuwe woningen ontstaan. In veel gevallen betreft dit een woningsplitsing - al dan niet legaal -, of een inwoningsituatie die is uitgegroeid tot twee zelfstandige woningen. Het wonen in het buitengebied is een algemeen geaccepteerde functie. Het streekplan staat, onder voorwaarden, nieuwe woonfuncties toe in vrijkomende (agrarische) bebouwing. Ook de ruimtelijke ontwikkelingsvisie ‘Ligt op groen’ bevat een dergelijke benadering (rood voor rood). Er is dus vanuit beleidsmatig oogpunt geen aanleiding om eventueel handhavend op te treden tegen de meeste planologisch niet-geregelde woonfuncties. Daarbij komt dat veel woningen al wel jarenlang worden aangeslagen voor de WOZ-belasting. Besloten is om in de volgende situaties een woonbestemming op te nemen: · Het verblijf is in de periode tussen eind februari 1999 (eerste nieuwe WOZ-waarde beschikking) en 23 oktober 2007 (besluitvorming over inspraakplan) als zelfstandige woonruimte aangemerkt en aangeslagen en/of; · De belanghebbende kan aantonen dat het gebruik als woning onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan valt en dat tot op heden sprake is geweest van een onafgebroken gebruik van het verblijf als woning. De legalisatie van woningen mag niet leiden tot belemmeringen in de bedrijfsvoering van in de omgeving gelegen (agrarische) bedrijven. Alle gelegaliseerde woningen zijn getoetst aan de Wet geurhinder en veehouderij. Bijlage 2 bij de toelichting geeft een overzicht van de woningen die in dit plan zijn gelegaliseerd. Hierin zijn ook voormalige agrarische dienstwoningen opgenomen, waarvoor in de afgelopen periode een binnenplanse vrijstelling is verleend om deze als burgerwoning te mogen gebruiken.
63
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Omvang van de woning De inhoud van de woning wordt gekoppeld aan een maximum. De gemeente Brummen hanteert uit oogpunt van een eenvoudig te toetsen handhaving oppervlaktematen in plaats van inhoudsmaten. Op basis van een inventarisatie van de oppervlakte van de bestaande burgerwoningen in het buitengebied (veelal voormalige boerderijen) is voor de gemeente Brummen een oppervlaktemaat van 150 m² reëel en hanteerbaar. Woningen die kleiner zijn mogen met 25% worden uitgebreid tot een maximum van 150 m². In de uiterwaarden zijn de mogelijkheden beperkter. Hier mogen woningen eenmalig met 10% van de bebouwingsoppervlakte worden uitgebreid tot het maximum van 150 m². Een lijst met de bebouwingsoppervlakte van elke woning in de uiterwaarden is opgenomen in bijlage D van de regels. Bijgebouwen bij burgerwoningen Bij een burgerwoning is maximaal 75 m² aan bijgebouwen toegestaan. Indien bij een woning meer dan deze oppervlakte staat, is het oppervlak aan bijgebouwen toegelaten dat aanwezig is. Bij vervanging van deze bijgebouwen geldt dat 70% van de aanwezige bijgebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 150 m² per bijgebouw. Naar keuze kunnen meerdere bijgebouwen worden vervangen door één gebouw. Toegestane functies bij burgerwoningen Binnen de woonbestemming zijn ondergeschikte functies als het op hobbymatige basis houden van dieren of een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf rechtstreeks toegestaan. Een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf mag 50 m² van de woning of van aangebouwde of vrijstaande bijgebouwen in beslag nemen. Door de omvang van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten te beperken blijft het wonen de hoofdfunctie van het pand. In de Landgoederenzone is ook het bieden van kleinschalig recreatief verblijf bij burgerwoningen toegelaten. Toegestaan zijn maximaal 5 kamers (voor logies met ontbijt) of 2 recreatieappartementen, met een maximale oppervlakte van 100 m². Ook aangebouwde of vrijstaande bijgebouwen mogen hiervoor worden benut. Voor het bieden van kleinschalig recreatief verblijf moet ontheffing worden verleend. In het Agrarisch gebied (-Waardevol landschap) is logies en ontbijt mogelijk binnen het bestaande hoofdgebouw (de woning) of in aangebouwde bijgebouwen. Paardenbakken Bij burgerwoningen in het Agrarisch gebied (-Waardevol landschap), Landgoederenzone en het Veluws bosgebied is het mogelijk om een paardenbak aan te leggen. Hiervoor moet een ontheffing worden aangevraagd. Er moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden. De paardenbak moet worden gerealiseerd binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak, de afstand tot omliggende woningen of andere functies moet minimaal 50 meter bedragen, het mag geen onevenredige schade voor natuur en landschap tot gevolg hebben en voorts worden er criteria gesteld aan de maximale afmetingen (maximaal
64
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
20x60 meter). Lichtmasten zijn alleen binnen het bestemmingsvlak ‘wonen’ toegestaan. Voor de aanleg van een paardenbak is tevens een aanlegvergunning vereist (vanwege de omzetting van de grond) en een bouwvergunning (bij het plaatsen van een omheining). Woningsplitsing Veel oorspronkelijke boerderijen bestaan uit een woongedeelte en een stalruimte, in één bouwmassa of geschakeld. De boerderijen hebben vaak grote, steile kappen en zijn qua omvang te groot voor één woning. Deze boerderijen kunnen, onder voorwaarden, worden gesplitst in twee of meer wooneenheden. Daarbij wordt getoetst op de volgende criteria: • De oppervlakte van het gebouw mag niet worden vergroot en de kenmerkende bouwvorm blijft gehandhaafd. De woningen moeten dus worden gerealiseerd binnen de bestaande bouwmassa. • Vrijstaande bijgebouwen mogen niet worden omgebouwd tot woonruimte. • Om er twee volwaardige wooneenheden te kunnen realiseren moet het pand een inhoud hebben van minimaal 900 m3. De woningen moeten elk een oppervlakte hebben van minimaal 80 m² en maximaal 150 m². • Bij een inhoud van 1500 m3 of meer kunnen er drie zelfstandige woningen in ondergebracht worden. • Per woning is 75 m² aan bijgebouwen toegestaan. • Alle overtollige, niet-karakteristieke gebouwen moeten worden gesloopt. • De landschappelijke, cultuurhistorische en architectonische waarden van het pand èn de omgeving moeten worden gerespecteerd. • De splitsing mag niet leiden tot beperkingen voor nabijgelegen agrarische bedrijven. • Als het een monument betreft moet eerst advies worden ingewonnen bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Bouwen in ruil voor sloop Voor het bouwen van een nieuwe woning in ruil voor sloop van vrijkomende bedrijfsgebouwen heeft de gemeente Brummen geen regeling geformuleerd. In regionaal verband is een streekplanuitwerking voor functieverandering van vrijkomende agrarische gebouwen opgesteld (“Waar de stallen verdwijnen: Oude erven, nieuwe functies”). De gemeente Brummen kiest ervoor om dit beleid voor haar grondgebied nader uit te werken en voert hierin vooralsnog een terughoudend beleid. Ook ROV ‘Ligt op groen’ is hierin terughoudend. Wel wordt erkend dat er zich situaties voor kunnen doen waarbij het toevoegen van nieuwe bebouwing in combinatie met een landschappelijke impuls wél wenselijk wordt geacht. Dit is echter pas mogelijk na een zorgvuldige afweging. Er dient een eigen planologische procedure voor te worden gevoerd waarbij goedkeuring van de raad is vereist. Herbouw van een woning Ingeval een woning wordt afgebroken en herbouwd, dan dient de nieuwe woning op min of meer dezelfde plek te worden gebouwd. In de praktijk komt het voor dat eerst nieuwbouw plaatsvindt en pas daarna de oude woning kan worden afgebroken. Daarom geldt de
65
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
regeling dat de bebouwingscontour van de nieuwe woning op maximaal 3 meter afstand van de bestaande woning is geprojecteerd. 5.2.5 Landgoederen In het buitengebied van Brummen ligt een aantal waardevolle landgoederen. Het beleid is gericht op het behoud van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van zowel de gronden als het landhuis. Om het landgoed in stand te houden kunnen nieuwe functies mogelijk worden gemaakt, maar altijd pas na een zorgvuldige afweging. Bestaande landgoederen In het buitengebied van Brummen ligt een aantal waardevolle landgoederen. Gestreefd wordt naar de instandhouding van deze landgoederen als een economische eenheid en de bescherming van de cultuurhistorische, architectonische, natuur- en landschapswaarden. Landgoederen vallen onder de Natuurschoonwet. Samen met het bestemmingsplan biedt dit voldoende bescherming voor de instandhouding van bossen en natuurterreinen. De gronden behorend tot het landgoed hoeven derhalve niet apart bestemd te worden, maar worden bestemd naar het feitelijke gebruik: bos, natuur en agrarisch. Het landhuis, eventuele bijgebouwen en dienstwoningen en directe omgeving (tuin of park), krijgen wel een eigen bestemming ‘Landhuis’. In bijlage E van de regels is voor elk landhuis aangegeven welke functies er zijn toegelaten. Dit zijn de nu reeds bestaande functies, zoals wonen, kantoor of hotel. Tot een maximum van 350 m² kunnen Burgemeester en Wethouders ontheffing verlenen voor een nevenfunctie. Dit betreft een aantal recreatieve functies (zoals logies en ontbijt of beperkte horeca) en dienstverlenende functies, zoals een (para)medische of therapeutische praktijk, cursus- of tentoonstellingsruimte. In bijlage M van de regels is een overzicht opgenomen van de toegestane functies. Voorwaarden die worden gesteld zijn onder meer dat de verkeersaantrekkende werking in verhouding moet staan tot de wegcategorie, het parkeren moet plaatsvinden op eigen perceel en landschappelijk goed worden ingepast. Ook dient rekening te worden gehouden met in de omgeving gelegen woningen en bedrijven en met de aanwezige waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie. Eventuele uitbreiding van bebouwing is uitsluitend mogelijk indien deze ondergeschikt blijft aan de bestaande bebouwing en de cultuurhistorische en architectonische waarden niet worden aangetast. Aan de landhuizen en landgoederen worden een grote waarde toegekend. Voor de instandhouding ervan, is het soms noodzakelijk te zoeken naar andere functies. De gemeente is bereid hierin mee te denken. Andere functiewijzigingen dan hiervoor genoemd, worden echter niet geregeld binnen dit bestemmingsplan. Er zal daarvoor een afzonderlijke planologische procedure moeten worden gevoerd.
66
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Nieuwe landgoederen Het stichten van een nieuw landgoed kan een versterking betekenen van de natuur- en landschapswaarden in een gebied. Met name de Landgoederenzone is hiervoor geschikt, maar ook in het agrarische gebied is een dergelijke ontwikkeling denkbaar. In de Ontwikkelingsvisie voor het Apeldoorns Kanaal wordt het idee van nieuwe landgoederen aangedragen als middel om een nieuwe impuls te geven aan de kanaalzone. Als definitie voor een nieuw landgoed geldt: een openbaar toegankelijk bos- en/of natuurcomplex (al dan niet met overige gronden) met een oppervlakte van minimaal 25 ha, met daarin een woongebouw van allure met maximaal 3 wooneenheden en een minimale omvang van het nieuwe bos of natuurgebied van 5 ha. Omdat het nieuwe bebouwing betreft, hetgeen nogal wat ruimtelijke consequenties heeft, wordt de realisering van een nieuw landgoed niet rechtstreeks mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan. Per geval wordt dit apart bekeken en aan eventuele voorwaarden verbonden. Er zal dan ook een eigen planologische procedure moeten worden gevoerd. 5.2.6 Niet-agrarische bedrijven Ondanks dat veel bedrijven in principe niet thuishoren in het buitengebied, is de gemeente Brummen zich ervan bewust dat bedrijven die al jaren op hun huidige plek zijn gevestigd niet zomaar kunnen worden verplaatst. Grootschalige uitbreidingen zullen echter niet worden toegestaan. In het buitengebied van Brummen liggen 54 niet-agrarische bedrijven. Het merendeel van deze bedrijven is niet functioneel aan het buitengebied gebonden. Daarop is een aantal uitzonderingen, zoals agrarische hulpbedrijven, maneges, (sommige) horecabedrijven en nutsvoorzieningen (waterzuiveringsinstallaties). De vraag of een niet-agrarisch bedrijf al dan niet een positieve bestemming krijgt, wordt beantwoord aan de hand van de volgende criteria: 1. bedrijven die in het bestemmingsplan 1982 positief waren bestemd als nietagrarisch bedrijf, worden nu weer als zodanig bestemd. In dat plan werden ambachtsbedrijven, horecabedrijven, hoveniersbedrijven, loonwerkbedrijven, landbouwmechanisatiebedrijven, veehandelsbedrijven, veevoerderbedrijven en tuincentra apart bestemd; deze krijgen nu allen de bestemming ‘Bedrijf’. Het type bedrijf wordt nader gespecificeerd in bijlage A bij de regels, of: 2. Voorafgaand aan de inspraakprocedure heeft het gemeentebestuur een positief besluit genomen over een verzoek om ontheffing of bestemmingsplanwijziging van dit bedrijf en/of is hiervoor de planologische procedure met goed gevolg afgerond. Voorwaarde hierbij is dat er voldoende ruimte is om op eigen erf te parkeren en te laden/lossen. De bedrijven zijn daarvoor in hun aard en omvang getoetst aan de gemeentelijke parkeernota.
67
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Niet-agrarische bedrijven krijgen een eenmalige uitbreidingsmogelijkheid van 10% van de huidige bebouwingsoppervlakte. De oppervlaktemaat van het bedrijf is opgenomen in bijlage A van de regels. Het uitoefenen van detailhandel in het buitengebied is ongewenst. Detailhandel heeft namelijk een verkeersaantrekkende werking en kan leiden tot ontwrichting van de winkelstructuur van de (kleine, kwetsbare) kernen. Een uitzondering kan worden gemaakt voor detailhandel in eigen geproduceerde producten of streekgebonden producten. 5.2.7 Toerisme, recreatie en sport Het beleid is gericht op een versterking van de toeristisch-recreatieve betekenis van het buitengebied. Het Apeldoorns Kanaal en de Landgoederenzone zijn het meest geschikt voor nieuwe recreatieve ontwikkelingen. Agrotoerisme wordt in het gehele buitengebied gestimuleerd. Bestaande verblijfsrecreatiebedrijven In het plangebied ligt een zevental terreinen voor verblijfsrecreatie: het vakantiepark Coldenhove, de groepsaccommodatie Zuiderzon, de naturistencamping Gelre, de camping Hallse Hull, het A.B.K.-huis, camping Robertsoord, camping De Kikker en camping Robertsoord. Aan deze bestaande terreinen wordt ruimte geboden voor ontwikkeling en kwaliteitsverbetering, maar wel binnen de eigen terreingrenzen. Ook worden voorwaarden gesteld aan het behoud van het groene karakter en de landschappelijke inpassing. Bijlage I bij de regels geeft voor elk verblijfsrecreatieterrein aan wat is toegelaten. De oppervlakte aan gebouwde gemeenschappelijke voorzieningen mag met 10% worden uitgebreid. Voor verblijfsaccommodaties (recreatiewoningen, stacaravans, trekkershutten, groepsaccommodaties) wordt het kader bepaald door: · een maximum aantal accommodaties per type · een maximale oppervlakte per accommodatietype Binnen dit kader kan de ondernemer zijn eigen invulling geven aan het terrein, mits rekening wordt gehouden met de aanwezige natuur- en landschapswaarden. Recreatiewoningen In het buitengebied liggen enkele solitair gelegen recreatiewoningen. Daar waar deze legaal zijn gebouwd en/of worden aangeslagen als recreatiewoning in het kader van de WOZ (peildatum februari 1999 – 23 oktober 2007) worden zij positief bestemd. Een recreatiewoning heeft een oppervlakte van maximaal 75 m² (inclusief bijgebouwen) en een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 en 7 meter. Kleinschalig kamperen Het “kamperen bij de boer” is een aanvulling op het aanbod reguliere campings. De toegevoegde waarde is dat het mensen laat kennismaken met het “boerenleven”, anderzijds wordt aan agrariërs de kans geboden om een neventak te ontplooien. Om die reden wordt
68
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
het kleinschalig kamperen gekoppeld aan de min of meer traditionele agrarische bedrijven, te weten de veeteelt- en akkerbouwbedrijven. Minicampings kunnen niet worden opgericht bij boomkwekerijen of sierteeltbedrijven. Om te kunnen beoordelen of er sprake is van bedrijfsmatige agrarische activiteiten, wordt een advies gevraagd aan de Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen. Het bedrijf moet een minimale bedrijfsomvang hebben van 12 NGE. Minicampings tot maximaal 25 standplaatsen zijn toegestaan bij veeteelt- en akkerbouwbedrijven in de Landgoederenzone en het Agrarisch gebied. Er worden maximaal 15 van deze minicampings toegelaten. Voor een minicamping is een ontheffing vereist, waarbij voldaan moet worden aan een aantal voorwaarden: • de camping is gesitueerd op of aansluitend aan het agrarisch bouwperceel; • de noodzakelijke sanitaire voorzieningen worden gerealiseerd op het bouwperceel, bij voorkeur in een van de bestaande gebouwen; • het parkeren vindt plaats binnen het bouwperceel; • het terrein dient op een goede manier te worden ingepast in het landschap; • agrarische bedrijven in de omgeving mogen niet gehinderd worden in hun bedrijfsvoering. Stacaravans zijn niet gewenst, omdat deze (permanente) kampeermiddelen het landschap ontsieren en zij een risico vormen voor permanente bewoning. In de uiterwaarden worden minicampings uitgesloten, vanwege de landschappelijke waarden van dit open gebied en de functie voor waterberging. Kleinschalige logiesaccommodatie en horeca Het “recreëren op de boerderij” wordt gezien als een aantrekkelijke aanvulling op het bestaande aanbod. Bovendien wordt aan agrariërs de mogelijkheid geboden om zo aanvullende neveninkomsten te verdienen. In het gehele buitengebied kan op een agrarisch bedrijf middels een ontheffing logies en ontbijtaccommodatie worden aangeboden. Er worden maximaal 5 kamers of 2 appartementen toegestaan. Het is niet de bedoeling dat er extra voorzieningen worden gecreëerd (dus alleen kamers met sanitaire voorzieningen, bij appartementen aangevuld met een kleine keuken). De kamers c.q. appartementen worden in één van de bestaande gebouwen gerealiseerd. Om de recreatieve potenties van de Landgoederenzone te benutten, wordt het aanbieden van logies en ontbijt hier ook mogelijk gemaakt bij burgerwoningen, onder dezelfde voorwaarden als hierboven genoemd. Het aanbieden van logies en ontbijt bij burgerwoningen is in het Agrarisch gebied (- Waardevol landschap) ook toegestaan, mits dit plaatsvindt in de woning of binnen een aangebouwd bijgebouw. Bij een agrarisch bedrijf kunnen ook kleinschalige horeca-activiteiten worden aangeboden. Voorbeelden zijn een ijssalon, een theeschenkerij of een klein eethuis. Voorwaarden zijn:
69
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
• • •
de activiteit wordt gerealiseerd in de bestaande bebouwing; de verkeersaantrekkende werking is beperkt; er vindt een goede landschappelijke inpassing plaats.
Terreinen voor dagrecreatie In het buitengebied ligt een aantal terreinen met een functie voor dagrecreatie, zoals het (mobiel) horecapunt aan de Bronkhorsterweg, de zwemplas Cortenoever en volkstuinen. Deze terreinen worden positief bestemd, waarbij nauw omschreven wordt welke activiteiten en oppervlakte aan bebouwing zijn toegestaan (Bijlage G van de regels). De oppervlakte bebouwing mag met maximaal 10% worden uitgebreid. Sportterreinen In het buitengebied ligt een aantal terreinen met een functie voor sportactiviteiten, zoals een zwembad, een schietbaan, sport- en spelterreinen en tennisbanen. Deze terreinen worden positief bestemd, waarbij nauw omschreven wordt welke activiteiten en oppervlakte aan bebouwing zijn toegestaan (bijlage H van de regels). De oppervlakte van de bebouwing mag met maximaal 10% worden uitgebreid. Evenemententerreinen Voorts ligt er in het buitengebied een aantal terreinen waar jaarlijks terugkerende evenementen worden georganiseerd. Het betreft evenementen als oranjefeesten, oogstfeesten, kermissen, schietwedstrijden en kindervakantiespelen. Deze terreinen worden niet apart bestemd, maar op de plankaart nader aangeduid. In bijlage L van de regels wordt beschreven welke evenementen en activiteiten er mogen plaatsvinden op de betreffende locaties. Nieuwe recreatieve functies Om de recreatieve functie van het buitengebied te versterken, is de gemeente Brummen in beginsel bereid om mee te werken aan de realisering van nieuwe dagrecreatieve voorzieningen, mits deze een aanvulling zijn op het bestaande aanbod, een weinig intensief karakter hebben en geen nadelige invloed op natuur en landschap. In de “Ontwikkelingsvisie Apeldoorns Kanaal” is de wens geuit voor meer horeca langs het kanaal. Nieuwe horeca zou hier bij voorkeur tot stand moeten komen in of aansluitend op bestaande bebouwing. Het meest gunstig is de oostzijde van het kanaal, omdat hier geen hinder is van doorgaand verkeer, maar wel in de nabijheid van een bestaande verharde weg en/of brug.
70
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Andere toeristisch-recreatieve speerpunten zijn: • de verbetering van de voorzieningen bij de recreatieplas het “Gat van Cortenoever”. De sanitaire en parkeervoorzieningen kunnen hier worden verbeterd; • de ontwikkeling van nieuwe wandel-, fiets- en ruiterroutes; • een passantenhaven in de IJssel. Het is niet mogelijk om bij voorbaat al een goed kader aan te geven waarbinnen dergelijke voorzieningen gerealiseerd kunnen worden. Elk initiatief brengt zijn eigen specifieke wensen mee. Daarbij dienen de effecten op de omgeving goed in beeld gebracht te worden. Voor de realisering van nieuwe recreatieve voorzieningen zal daarom altijd een afzonderlijke planologische procedure moeten worden gevoerd.
71
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
72
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
6.
Afstemming met andere beleidsvelden
In dit hoofdstuk komt de afstemming met een aantal andere beleidsvelden en milieuaspecten aan de orde. In paragraaf 6.1 wordt aandacht besteed aan het aspect externe veiligheid. De laatste jaren heeft de overheid beleid en regelgeving ontwikkeld waarbij externe veiligheid en ruimtelijke ordening zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat daarmee rampen zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen of het effect hiervan zo veel mogelijk wordt beperkt. Paragraaf 6.2 handelt over de afstemming met het waterbeleid. Het uitgangspunt hierbij is dat aspecten die reeds elders zijn geregeld, in het bestemmingsplan niet opnieuw geregeld moeten worden. In paragraaf 6.3 wordt ingegaan op de afstemming met het natuurbeleid, meer specifiek Natura 2000 en de Natuurbeschermingswet.
6.1
Externe veiligheid
Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van diegenen die niet bij risicovolle activiteiten zijn betrokken, maar als gevolg van die activiteit wel risico’s lopen. De risico’s kunnen opgedeeld worden in twee categorieën: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico geeft inzicht in de theoretische kans op overlijden van een individu op een horizontale afstand van een risicovolle activiteit. De grenswaarde van het plaatsgebonden risico mag niet worden overschreden. Deze grens is 1 op de 1.000.000 (10-6) voor nieuwe situaties, en 1 op de 100.000 (10-5) voor bestaande situaties. Het groepsrisico wordt, naast de mogelijke ongevallen en bijbehorende ongevals-frequentie, bepaald door de aanwezige mensen in de nabijheid van een eventueel ongeval. Met het groepsrisico wordt aangegeven hoe hoog het aantal slachtoffers bij een ongeval kan zijn op basis van de aanwezige mensen. · Buisleidingen Op dit moment is de Circulaire ‘Regels inzake de zonering langs hogedrukaardgastransportleidingen (1984)’ en de Circulaire ‘Bekendmaking van voorschriften ten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1, K2 en K3 categorie (1991)’ van toepassing. Hierin worden veiligheidsafstanden gehanteerd. In de nieuwe regelgeving (AMvB Buisleidingen), die naar verwachting in de loop van 2009 van kracht wordt, gaan de afstanden verdwijnen en dienen risico’s te worden berekend (plaatsgebonden risico en groepsrisico). Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (bij een bestaande leiding) is PR 10-6 de grenswaarde. Ne geldt aan weerszijden van de leidingen een zone van 5 meter, waarin geen bouwwerken mogen worden opgericht. Bij brandstof- en aardgasleidingen geldt bovendien een veiligheidszone, de zogeheten risicoafstand, waarbinnen het oprichten van gebouwen ook niet zonder meer mogelijk is. Bij de brandstofleiding bedraagt deze risicoafstand 27 meter.
73
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Binnen het buitengebied van Brummen is een hogedrukaardgastransportleiding aanwezig. Voor de bestaande bebouwing vormt deze leiding geen belemmering. Nieuwe ontwikkelingen binnen de zone rond deze leiding dienen (tot aan de inwerkingtreding van de AMvB Buisleidingen) te worden getoetst aan de Circulaire uit 1984. Nieuwe ontwikkelingen binnen de zone van de aanwezige defensieleiding in het buitengebied van Brummen moeten worden getoetst aan de Circulaire uit 1991. Met betrekking tot het plaatsgebonden risico en het groepsrisico bestaan er voor de bestaande bebouwing geen knelpunten. · Vervoer van gevaarlijke stoffen Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is de Circulaire ‘Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2004)’ van toepassing. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, per spoor en over het water. De Provincie Gelderland heeft in 1998 besloten een groot deel van de provinciale wegen in principe vrij te geven voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De gemeente Brummen heeft in 2004 besloten een route voor gevaarlijke stoffen aan te wijzen, dit omdat de wegen in het buitengebied vaak niet geschikt waren voor grote voertuigen. De DierensewegApeldoornseweg (langs het kanaal) en de provinciale wegen N348 en de N786 zijn aangewezen als route. Deze routes hebben geen PR 10-6. Het groepsrisico wordt eveneens niet overschreden. Er doen zich in de bestaande situatie geen knelpunten voor. Via de spoorverbinding tussen Arnhem en Zutphen worden gevaarlijke stoffen vervoerd. De grenzen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico worden niet overschreden. Ook via de IJssel worden gevaarlijke stoffen vervoerd. In de bestaande situatie worden de grenzen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico niet overschreden. Bij ontwikkelingen met een personendichtheid van meer dan 1500 personen per hectare in het buitengebied dient de gemeente rekening te houden met de verantwoording van het groepsrisico. Voor de IJssel geldt een aandaandachtsgebied van 25 meter vanaf de zomerdijk. Binnen dit gebied dient de gemeente terughoudend te zijn met het toevoegen van kwetsbare objecten. Onderhavig bestemmingsplan staat geen nieuwe ontwikkelingen met een dergelijke personendichtheid toe. · Risicovolle inrichtingen Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI, 2004) richt zich op inrichtingen die als risicovol bestempeld zijn. Risicovolle inrichtingen kunnen zijn: BRZO-bedrijven, LPGtankstations, bedrijven met een ammoniakkoelinstallaties (> 400 kg), bedrijven met een opslag voor gevaarlijke stoffen van meer dan 10.000 kg en spoorwegemplacementen die zijn aangewezen voor het rangeren van gevaarlijke stoffen. Binnen het plangebied zijn een aantal risicovolle inrichtingen aanwezig, zoals een BRZObedrijf, bedrijven met opslag voor gevaarlijke stoffen en buisleidingen. Deze inrichtingen
74
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
vormen in de bestaande situatie geen knelpunt voor wat betreft het plaatsgebonden risico en groepsrisico. · Beleid gemeente Brummen Bij ontwikkelingen met consequenties voor de externe veiligheid kunnen zich twee soorten nieuwe situaties voordoen. Enerzijds kan een nieuwe situatie ontstaat doordat een bestaande risicobron wijzigt danwel een nieuwe risicobron wordt gerealiseerd. Anderzijds kan er een nieuwe situatie ontstaan door stedenbouwkundige planontwikkeling in de omgeving van een bestaande risicobron. Met het oog hierop geldt voor het buitengebied van Brummen een ambitieniveau ‘niets doen’. Daarmee beperkt de gemeente zich tot het wettelijke kader van het externe veiligheidsbeleid.
6.2
Afstemming met het waterbeleid
Afstemming bestemmingsplan - Keur De intentie is om in het bestemmingsplan geen zaken te regelen, die al onderwerp zijn van sectorale wetgeving. Het waterschap Veluwe regelt in de Keur wat wel en niet mag in of nabij oppervlaktewater, ten aanzien van lozen en onttrekken van water en op en langs dijken. Voorkomen moet worden dat iemand zowel bij het waterschap een ontheffing op grond van de Keur moet aanvragen als ook een aanlegvergunning bij de gemeente voor één en dezelfde ingreep. Zo is het overbodig om de aanleg van drainage te regelen in het bestemmingsplan, omdat drainage op grond van de Keur nergens zonder meer is toegestaan. Uitgangspunt is dat voor het verlenen van vergunningen en ontheffingen voor ingrepen in de waterhuishouding het waterschap de bevoegde instantie is. Het bestemmingsplan (c.q. het aanlegvergunningstelsel) heeft daarin slechts een aanvullende werking, als de ingrepen in de waterhuishouding ook van invloed zijn op andere waarden, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van weidevogels of waardevolle graslandvegetaties. Ruimte voor waterberging Eén van de manieren waarop het waterschap extra waterberging wil creëren is het verbreden van (gedeelten van) de bestaande watergangen. In het Stroomgebieduitwerkingsplan Zuidelijke IJsselvallei heeft het waterschap Veluwe deze aangegeven. Het betreft (delen van) de Rhienderense Beek, Eerbeekse Beek en de Tondense Beek. Deze A-watergangen worden als zodanig bestemd, met een bijbehorende beschermingszone van 5 meter aan weerszijden van de watergang waarbinnen geen bouwwerken zijn toegestaan. Binnen deze zone is het verbreden van de watergang mogelijk, met inachtneming van de bepalingen, zoals opgenomen in het aanlegvergunningstelsel. In bepaalde gebieden met landschapswaarden is het graven in de bodem aanlegvergunningplichtig (gebieden met een bijzonder bodemreliëf, hoge archeologische
75
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
verwachtingswaarde, nutsvoorzieningen).
waardevolle
graslandvegetaties,
weidevogels,
in
zones
van
In de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier heeft het rijk gebieden aangewezen die in aanmerking komen voor rivierverruimende maatregelen. In de gemeente Brummen betreft dit de aanleg van een bypass Zutphen en/of dijkterugleggingen bij Cortenoever en Voorsterklei. Zolang hier nog geen formele beslissing over is genomen en zolang niet bekend is op welke termijn dit gerealiseerd gaat worden, worden ze niet als zodanig opgenomen in het bestemmingsplan. Het aanmerken van een zoekgebied voor waterberging in het bestemmingsplan – ook via een wijzigingsbevoegdheid – heeft mogelijk gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden en de waarde van het perceel (schaduwwerking). Met grondeigenaren moet hier eerst overeenstemming over worden bereikt, ook over eventuele planschade. Zolang deze gevolgen niet duidelijk zijn kiest de gemeente ervoor om ze niet op te nemen in het bestemmingsplan. Bufferzones natte natuurgebieden In het buitengebied van Brummen is een aantal bos- en natuurgebieden aanwezig, waar de aanwezige natuurwaarden afhankelijk zijn van natte omstandigheden. De beïnvloedingsgebieden zijn als “hydrologische bufferzones” opgenomen op plankaart 2. Binnen deze zone zijn alle ingrepen in de waterhuishouding aanlegvergunningplichtig gesteld. Waterschap Veluwe voert in deze gebieden vooralsnog het vigerend waterschapsbeleid, dat gericht is op het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding ter plaatse en de aangrenzende natte natuur. Aanvullend c.q. specifiek beleid op deze zones toegespitste beleidsregels worden op termijn opgesteld.
6.3 Afstemming met het natuurbeleid Natura 2000 Binnen het plangebeid liggen drie Natura 2000-gebieden: de Veluwe, de Landgoederen Brummen en de IJsseluiterwaarden. Deze gebieden zijn beschermd op grond van de Natuurbeschermingsweg (Nb-wet). In deze wet is geregeld dat bij de beoordeling van een bestemmingsplan moet worden gekeken naar de mogelijke significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen waarvoor de Natura 2000-gebieden zijn aangewezen. Als blijkt dat een ontwikkeling negatieve effecten kan hebben, dan moet een passende beoordeling worden gemaakt. Bestaande bebouwing, erven, tuinen en wegen vallen niet onder de bescherming van Natura 2000. Zij heten te zijn “geëxclaveerd”. Van belang is voorts dat een Natura 2000-gebied ook een externe werking heeft: ook ontwikkelingen buiten een Natura 2000-gebied kunnen een effect hebben op de instandhoudingsdoelen van het betreffende Natura 2000-gebied. In
76
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Brummen speelt dit met name bij de ammoniakemissie van agrarische bedrijven. Op dit aspect wordt verderop in deze paragraaf afzonderlijk ingegaan. • Bestaand gebruik Het bestemmingsplan Buitengebied is in hoofdzaak een conserverend plan dat de bestaande situatie en rechten vastlegt. Het standpunt van de gemeente is dat het bestaande gebruik8 van grond en gebouwen buiten èn binnen Natura 2000-gebied zonder meer mogelijk is. In de beheerplannen die door de provincie worden opgesteld en naar verwachting in de loop van 2009 openbaar worden, wordt nog eens aangemerkt wat “vergunningvrije activiteiten” zijn. Het beheerplan moet ook duidelijk gaan maken welke initiatieven vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd, dus zonder toets aan de Natuurbeschermingswet. • Ontwikkelingen De mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor nieuwe ontwikkelingen betreft: - bij recht: uitbreiding van bebouwing binnen de bouwpercelen c.q. bestemmingsvlakken; - (kleinschalige) ontwikkelingen waarvoor een ontheffing nodig is; - (kleinschalige) ontwikkelingen waarvoor een wijzigingsprocedure doorlopen moet worden; - werken en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning nodig is. De toegelaten ontwikkelingen zijn altijd kleinschalig en van beperkte omvang. Het bestemmingsplan maakt geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk. In het bestemmingsplan wordt hier als volgt mee omgegaan (zie ook de tabellen aan het einde van deze paragraaf: - rechtstreekse (bouw)mogelijkheden binnen het bouwperceel c.q. het bestemmingvlak, gelegen binnen een Natura 2000-gebied, hoeven niet te worden getoetst aan de Nb-wet. De bouwpercelen zijn immers geëxclaveerd. De bouwmogelijkheden zijn bovendien beperkt (i.c. de restruimte binnen het agrarisch bouwperceel, een uitbreiding van de woning of een uitbreiding van maximaal 10% van de huidige bebouwingsoppervlakte); - ontwikkelingen buiten het bouwperceel/bestemmingsvlak, gelegen binnen een Natura 2000-gebied, kunnen mogelijkerwijs een effect hebben. In de voorwaarden bij de ontheffing of wijziging wordt opgenomen dat er een toets moet plaatsvinden aan de Nb-wet. Beoordeeld moet worden of de activiteit leidt tot een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelen van het betreffende Natura 2000gebied. Deze voorwaarde geldt voor: vormwijziging of vergroting van een agrarisch bouwperceel, het exploiteren van een minicamping, de aanleg van een paardenbak
8
Dat wil zeggen: het bestaande gebruik dat is gelegaliseerd op grond van het bestemmingsplan of de Wet Milieubeheer.
77
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
-
en voor de uitbreiding van het aantal kampeerplaatsen op een verblijfsrecreatieterrein; aanlegvergunningen voor werkzaamheden binnen Natura 2000-gebied dienen eveneens getoetst te worden op eventuele significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen. Bij een aanlegvergunningaanvraag is derhalve een natuurtoets noodzakelijk.
De externe werking van Natura 2000 in relatie tot ammoniak Binnen agrarische bouwpercelen is het mogelijk om een nieuwe stal te bouwen. De bouw van de stal heeft op zichzelf geen effect op een nabijgelegen Natura 2000-gebied. Het gebruik van de stal kan dat wel hebben. Op voorhand is echter niet aan te geven wat dat effect zal zijn. Dat is afhankelijk van de diersoort, aantal dieren en milieutechnische maatregelen. Daarnaast spelen vergunde rechten een rol. Het is derhalve onmogelijk om vóóraf aan te geven of het benutten van de restruimte binnen een agrarisch bouwperceel een effect zal hebben op een Natura 2000-gebied. Deze toets kan pas plaatsvinden bij een concrete milieuvergunning-aanvraag. De koppeling die bestaat tussen de bouwvergunning en milieuvergunning biedt de gelegenheid om deze toets uit te voeren: er geldt een aanhoudingsplicht voor de bouwvergunning als er ook een milieuvergunning is vereist. Als de uitbreiding past binnen de geldende milieuvergunning zijn er geen nadelige effecten voor de instandhoudingsdoelen.
Toetsingskader Ammoniak rondom Natura 2000-gebieden Ammoniakdepositie is een van de factoren die een significant effect zouden kunnen hebben op Natura 2000 gebieden. Om te voorkomen dat voor iedere toename van ammoniakdepositie een vergunning Nbwet moet worden aangevraagd, heeft het Ministerie van LNV het Toetsingskader ammoniak rondom Natura gebieden laten opstellen, waaraan een vergunningaanvraag getoetst kan worden. Indien voldaan wordt aan de criteria uit het toetsingskader mag worden verwacht dat er geen significante effecten optreden. Echter, de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft meerdere uitspraken gedaan over het toetsingskader. Deze komen er in het kort op neer dat de Afdeling twijfels heeft of het toetsingskader voldoende waarborg biedt dat een vergunde uitbreiding geen significante gevolgen heeft voor een Natura 2000 gebied. Het gevolg van deze uitspraak is dat voor uitbreiding van veehouderijen met potentieel significante effecten steeds in het kader van de vergunningverlening een afzonderlijk getoetst moeten worden naar het effect voor het Natura 2000-gebied. De verwachting is dat er in december 2008 een nieuw Toetsingskader wordt uitgebracht.
78
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Ontwikkelingen bij recht toegelaten: Bestemming Agrarisch
Bij recht toegelaten ontwikkeling Uitbreiding bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning binnen agrarisch bouwperceel.
Bos
Bestemming biedt geen mogelijkheden die significant effect kunnen hebben. Bedrijf (niet-agrarisch) Bestaande bedrijfsgebouwen mogen 10% worden uitgebreid binnen bestemmingsvlak. Uitbreiding bedrijfswoning. Landhuis Bestaande bebouwing mag 10% worden uitgebreid binnen bestemmingsvlak. Maatschappelijk Bestaande bebouwing mag 10% worden uitgebreid binnen bestemmingsvlak. Natuur Bestemming biedt geen mogelijkheden die significant effect kunnen hebben. Recreatie Bestaande bebouwing mag 10% worden uitgebreid binnen bestemmingsvlak. Sport Bestaande bebouwing mag 10% worden uitgebreid binnen bestemmingsvlak. Verblijfsrecreatie Gemeenschappelijke voorzieningen mogen 10% worden uitgebreid binnen bestemmingsvlak. Verkeer Bestemming biedt geen mogelijkheden die significant effect kunnen hebben. Water Bestemming biedt geen mogelijkheden die significant effect kunnen hebben. Wonen Woningen mogen 25% worden uitgebreid tot max. 150 m². Bijgebouwen max. 75 m². Saneringsregeling bijgebouwen leidt tot afname bebouwing. Overige bestemmingen Bestemming biedt geen (leidingen, waterstaats- mogelijkheden die significant effect kunnen hebben. functies)
79
Wel/geen effect op de instandhoudingsdoelstellingen Uitbreiding gebouwen heeft geen effect. Veestallen zouden effect kunnen hebben. Bij toetsing bouwvergunning/milieuvergunning (aan elkaar gekoppeld) toetsen aan Nb-wet. Indien passend binnen milieuvergunning: geen effect. Geen effect. Bij toetsing bouwvergunning/milieuvergunning toetsen aan Nb-wet. Indien passend binnen milieuvergunning: geen effect. Geen effect. Geen effect. Geen effect. Geen effect. Geen effect. Geen effect.
Geen effect. Geen effect. Geen effect.
Geen effect.
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Ontwikkelingen toegelaten na ontheffing: Ontheffing 1 2 3 4 4a 4b 5 6 7 8 9 10 11 12
Wel/geen effect op de instandhoudingsdoelstellingen Geen effect. Geen effect. Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet. Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet. Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet. Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet.
10% afwijking van genoemde maten 2e agrarische dienstwoning Exploiteren van een minicamping Vormwijziging agrarisch bouwperceel Overschrijding grens agr. bouwperceel Sleufsilo’s/mestplaten buiten agr. bouwperceel Uitoefenen niet-agrarische nevenactiviteiten Oprichten paardenbak Uitoefenen andere niet-agrarische bedrijfsactiviteiten Nevenactiviteiten in landhuis
Vindt plaats binnen bestaande gebouwen. Geen effect. Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet. Vindt plaats binnen bestaande gebouwen. Geen effect. Vindt plaats binnen bestaande gebouwen. Geen effect. Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet.
Verhogen maximaal aantal standplaatsen mobiele kampeermiddelen Woningsplitsing Logies en ontbijt bij woningen Plaatsing antennemasten
Geen effect. Geen effect. Niet toegestaan in Natura 2000-gebied. Geen effect
Ontwikkelingen toegelaten na planwijziging: 13 14 15 16 17
Wijziging Vergroten agrarisch bouwperceel Omzetten agr. Bouwperceel in Wonen Omzetten agrarische bestemming in Bos of Natuur Omzetten agr.bouwperceel in Bedrijf
Wel/geen effect Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet. Geen effect. Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet.
Vindt plaats binnen bestaande gebouwen. Geen effect t.o.v. agrarische activiteit. Extra bouwmogelijkheden in uiterwaarden Mogelijk effect. Toetsing aan Nb-wet.
80
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
7. Toelichting op de juridische opzet De plankaarten en de regels vormen samen het juridische deel van het bestemmingsplan, dat bindend is voor de burger en de overheid. In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe de inventarisatie en het beleid zijn vertaald in het juridische deel van het plan. Het bestemmingsplan Buitengebied is op de eerste plaats een conserverend plan, waarin het huidige gebruik wordt vastgelegd. Duidelijk is voor welke doeleinden de grond en de gebouwen mogen worden gebruikt en wat er aan nieuwe bebouwing wordt toegestaan. Dit biedt rechtszekerheid aan de burger. De bestaande situatie is echter geen vaststaand gegeven. Er dienen zich voortdurend nieuwe initiatieven aan. Het plan moet flexibiliteit bieden om op deze ontwikkelingen in te kunnen spelen. Voor een deel is dat mogelijk. In het plan zijn daarvoor ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Daarmee kunnen (relatief kleinschalige) ontwikkelingen planologisch worden geregeld. Bijvoorbeeld de wijziging van de vorm of grootte van een agrarisch bouwperceel, het starten van een minicamping of de functiewijziging van een gebouw als agrarische activiteiten worden beëindigd. Ontwikkelingen zijn echter ook onvoorspelbaar. De meeste initiatiefnemers hebben hun eigen specifieke wensen. Het is onmogelijk om voor alle nieuwe ontwikkelingen vooraf een kader aan te geven waarbinnen die ontwikkeling plaats kan vinden. Gewenste ontwikkelingen kunnen ook niet door het bestemmingsplan worden afgedwongen. Zolang niet bekend is op welk moment, op welke wijze en met welke financiële middelen iets tot stand kan worden gebracht, wordt dit niet in het bestemmingsplan geregeld. De beleidsvisie in hoofdstuk 5 geeft wel richtlijnen aan, maar voor meer ingrijpende ontwikkelingen zal een afzonderlijke procedure moeten worden gevoerd. In de volgende paragraaf wordt eerst uiteengezet hoe de bestemmingen en aanduidingen op de plankaart tot stand zijn gekomen. Het plan is opgezet volgens de richtlijnen van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Daarna volgt in paragraaf 7.2 een toelichting op de opzet van de regels en in 7.3 een toelichting op elk artikel. 7.1
Toelichting op de plankaarten
Bij dit plan horen drie plankaarten: Plankaart 1: Bestemmingen Plankaart 2: Landschapskwaliteiten en beschermingszones Plankaart 3: Zones ontwikkelingsvisie
81
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Plankaart 1: Bestemmingen Plankaart 1 bestaat (in de analoge versie) uit 7 kaartbladen (schaal 1:5.000) en een legenda. Op plankaart 1 zijn alle bestemmingen aangegeven. De bestemming van de gronden en gebouwen is rechtstreeks af te leiden uit het huidige (legale) gebruik. De onderscheiden bestemmingen zijn (alfabetisch gerangschikt): Bestemming
Nader onderscheiden in
A
Agrarisch met landschapswaarden
Agrarisch bouwperceel
A-U
Agrarisch - Uiterwaard
Agrarisch bouwperceel
B
Bedrijf (niet-agrarisch)
Lijst in bijlage A bij de regels
BO
Bos
(BO)
Bos
(BO-N) Bos met natuurwaarden (BO-NN) Bos met natte natuurwaarden L
Landhuis
Lijst in bijlage E bij de regels
M
Maatschappelijk
Lijst in bijlage F bij de regels
N
Natuur
(N)
Natuur
(N-NN) Natte natuur R
Recreatie
Lijst in bijlage G bij de regels
S
Sport
Lijst in bijlage H bij de regels
VR
Verblijfsrecreatie
(rw)
Recreatiewoning
(R-V)
Recreatie-voorzieningen
(R-K)
Recreatie-kamperen
Lijst in bijlage I bij de regels V
Verkeer
(V-G)
Gebiedstoegangsweg
(V-O)
Ontsluitingsweg
(V-ON) Onverharde weg
WA
Water
(V-P)
Paden
(V-S)
Spoorbaan
(V-V)
Verharde weg
(WA-A) A-watergang (WA-H) HEN-water (WA-K) Kanaal (WA-R) Rivier
W
Wonen
Als bijlage bij de regels is een aantal lijsten opgenomen, waarin de niet-agrarische bedrijven en andere functies (landhuis, maatschappelijk, terreinen voor verblijfsrecreatie en sport en dagrecreatie) nader gespecificeerd zijn. Voorts zijn op plankaart 1 een aantal dubbelbestemmingen opgenomen. Deze doorkruisen meerdere bestemmingen. Het betreft: • diverse hoofdtransportleidingen (gas, hoogspanning, olie en riool). In de regels is de bijbehorende beschermingszone omschreven;
82
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
• •
de waterkering (waterkerende dijken met beschermingszone); waterstaatskundige functies. Dit betreft de uiterwaarden die bij hoog water onder water komen te staan.
De SVBP 2008 kent een limitatief aantal bestemmingen (hoofdgroepen). Als een functie niet onder één van deze hoofdgroepen kan worden gebracht, kan deze onder de hoofdgroep ‘Overig’ worden gebracht. In onderhavig bestemmingsplan is bij twee bestemmingen een nadere invulling gegeven aan de hoofdgroepen volgens de SVBP2008. Dit betreft de volgende bestemmingen: - de landhuizen hebben een eigen bestemming ‘Landhuis’ gekregen. De SVBP2008 kent deze bestemming niet. De overweging hierbij is dat landhuizen een zeer specifieke en beschermingswaardige verschijningsvorm hebben, die niet goed onder een andere, algemene bestemming (bijvoorbeeld ‘Wonen’) is onder te brengen. Bovendien hebben ze door hun omvang vaak een meervoudige functie (bijvoorbeeld wonen en kantoor, of wonen en hotel). Door de landhuizen een eigen bestemming te geven, wordt hun speciale positie in het buitengebied duidelijk. - De verblijfsrecreatieterreinen hebben een eigen bestemming ‘Verblijfsrecreatie’ gekregen. Volgens de SVBP2008 zouden zij onder de bestemming ‘Recreatie’ moeten vallen. De dagrecreatie en verblijfsrecreatie-objecten verschillen echter dermate in hun functie en regeling, dat het voor de leesbaarheid veel beter is om ze in verschillende bestemmingen (c.q. artikelen) onder te brengen. Plankaart 2: Landschapskwaliteiten en beschermingszones Deze kaart geeft aan welke bijzondere landschappelijke waarden in het gebied aanwezig zijn. Onder de naam Landschapskwaliteiten worden ook aardkundige, ecologische en cultuurhistorische waarden gerekend. De kaart is in de analoge versie getekend op schaal 1:25.000. Onderscheiden zijn gebieden met: (R ) bodemreliëf (G) waardevolle graslandvegetaties (Z) zandwegen (B) beslotenheid/houtopstanden (W) weidevogels (O) openheid Voor de wijze waarop deze waarden zijn toegekend wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van deze toelichting. Voorts zijn op plankaart 2 aangegeven: (H) hydrologische bufferzone rondom natte natuur- en bosgebieden (G) grondwaterbeschermingsgebied (S) stiltegebied archeologisch waardevolle terreinen (zgn. AMK-terreinen)
83
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde milieuzone – geluidgevoelige functie (i.c. de geluidszone rondom industrieterrein Eerbeek Zuid).
het
• Aanlegvergunningen De toegekende waarden zijn van belang voor de overige regels (aanlegvergunningen toegelaten andere werken en werkzaamheden), zoals opgenomen in artikel 27 van de regels. Activiteiten die een aantasting (kunnen) betekenen van de aanwezige waarden, worden aanlegvergunningplichtig gesteld. Een aanlegvergunning is een door burgemeester en wethouders schriftelijk verleende toestemming om bepaalde activiteiten (werken of werkzaamheden) uit te voeren. Zonder aanlegvergunning is het verboden om bedoelde activiteit uit te voeren. De activiteiten kunnen worden toegestaan wanneer zij verband houden met de doeleinden van de aan de gronden gegeven bestemming en de overige aanwezige waarden en kwaliteiten niet onevenredig worden geschaad. De initiatiefnemer zal zelf de noodzaak van de werkzaamheden moeten aantonen. Tevens wordt een deskundig oordeel verlangd over de mogelijke nadelige gevolgen voor de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische, archeologische, aardwetenschappelijke of waterhuishoudkundige kwaliteiten. Een aanlegvergunning kan worden verleend, worden geweigerd of er kunnen nadere voorwaarden aan worden verbonden. In de Ecologische Hoofdstructuur of binnen een Natura 2000-gebied (beide weergegeven op plankaart 3) moeten de mogelijke effecten op de te beschermen natuurwaarden in de beoordeling worden meegenomen. Activiteiten die zijn opgenomen in het aanlegvergunningstelsel kunnen worden onderscheiden in activiteiten die samenhangen met: • Bodem en reliëf: ophogen, egaliseren of afgraven; • Waterhuishouding: aanleggen of dempen van watergangen of andere waterpartijen, bemalen, onderbemalen of het slaan van putten; • Infrastructuur: aanleggen of verharden van wegen of andere terreinen, aanbrengen van leidingen; • Beplantingen: rooien van bomen en andere houtopstanden, bebossen of beplanten van open gebied; • Agrarisch gebruik: diepploegen, scheuren van grasland in gebieden met waardevolle graslandvegetaties, of een intensieve manier van telen in de nabijheid van HEN-wateren. Voor werken of werkzaamheden binnen het agrarisch bouwperceel of binnen de bestemmingsvlakken ‘Wonen’, ‘Bedrijf’, ‘Maatschappelijk’, ‘Recreatie’, ‘Sport’ is geen aanlegvergunning vereist. De aanduiding ‘Stiltegebied’ heeft alleen een signalerende functie op de plankaart. In de regels is hier geen nadere regeling voor opgenomen, omdat het bestemmingsplan toch geen nieuwe lawaaiveroorzakende activiteiten toestaat.
84
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Plankaart 3: Zones ontwikkelingsvisie Op deze plankaart (schaal 1:25.000) is het buitengebied onderscheiden in vijf zones: Veluws Bosgebied, Uiterwaarden, Landgoederenzone, Agrarisch gebied – Waardevol landschap en Agrarisch gebied. Deze kaart heeft een betekenis voor eventuele toekomstige ontwikkelingen. Het Veluws Bosgebied, de uiterwaarden en de Landgoederenzone maken in hun geheel deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. De ontwikkelingsmogelijkheden zijn daarop afgestemd. Daarnaast zijn op deze plankaart de Natura 2000 gebieden aangegeven, alsmede het extensiveringsgebied (volgens het Reconstructieplan). • Ontheffingen en wijzigingen Aan deze plankaart is een stelsel van ontheffingen en wijzigingen gekoppeld (artikel 25) . De plankaart heeft geen consequenties voor het huidige gebruik, maar wel voor toekomstige mogelijkheden. De volgende ontheffingen en wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen:
Ontheffing voor: een afwijking van 10% van genoemde maten
in alle bestemmingen
e
de bouw van een 2 agrarische dienstwoning
bij agrarische bedrijven
het exploiteren van een minicamping
bij agrarische bedrijven
vormverandering van het agrarisch bouwperceel
bij agrarische bedrijven
beperkte overschrijding van het agrarisch bouwperceel bij agrarische bedrijven sleufsilo’s en mestplaten buiten het agr. bouwperceel
bij agrarische bedrijven
het uitoefenen van niet-agrarische nevenactiviteiten
bij agrarische bedrijven
het oprichten van een paardenbak
bij agrarische bedrijven en woningen
het uitoefenen van een andere, niet-agrarische bedrijfsactiviteit
bij bedrijven
het uitoefenen van nevenactiviteiten
bij een landhuis
verhoging van het aantal kampeerplaatsen
bij verblijfsrecreatieterreinen
het splitsen van woningen
bij woningen
het verstrekken van logies en ontbijt
bij woningen
het plaatsen van antennemasten
In het Agrarisch gebied en Agrarisch gebied – Waardevol landschap
Wijzigingsbevoegdheid voor: Vergroten van het agrarisch bouwperceel Het omzetten van een agrarisch bouwperceel in “wonen” Het omzetten van een agrarische bestemming in “bos” of “natuur” Het omzetten van een agrarisch bedrijf in een niet-agrarisch bedrijf Het bouwen t.b.v. een bestaand agrarisch bedrijf in de uiterwaarden
85
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
• Extensiverings- en verwevingsgebied Op plankaart 3 is tevens het extensiveringsgebied weergegeven, overeenkomstig het Reconstructieplan. Het overige gebied is verwevingsgebied. Deze aanduidingen hebben consequenties voor de gevestigde intensieve veehouderijbedrijven. Binnen het extensiveringsgebied is geen nieuwvestiging, hervestiging of omschakeling naar intensieve veehouderij mogelijk. Uitbreiding van de bebouwing ten behoeve van een bestaande intensieve veehouderijtak is alleen mogelijk in het kader van dierenwelzijn of veterinaire gezondheid. In het verwevingsgebied mag niet meer dan 1 ha van het agrarisch bouwperceel worden gebruikt ten behoeve van de intensieve veehouderij. In bijlage C bij de regels is een overzicht opgenomen van alle agrarische bedrijven met een intensieve veehouderijtak.
7.2
Toelichting op de regels
De regels bestaan uit de volgende onderdelen: • hoofdstuk I Inleidende regels; • hoofdstuk II Bestemmingsregels; • hoofdstuk III Algemene regels; • hoofdstuk IV Overgangsrecht en slotregel; • de bijlagen A tot en met M. 7.2.1 Inleidende regels De inleidende regels omvatten de gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen (art. 1) en de wijze van meten (art. 2). 7.2.2 Bestemmingsregels In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemming is opgebouwd uit: • Bestemmingsomschrijving: een omschrijving waarvoor de gronden zijn bestemd. • Eventueel inrichtingseisen: extra eisen die gesteld worden bij de uitvoering van de in de bestemmingsomschrijving genoemde doeleinden, zoals eisen aan de parkeergelegenheid en logistieke afwikkeling van het (vracht)verkeer. • Eventueel voorrangsregel (bij dubbelbestemmingen): bepaling dat in afwijking van het bepaalde in de basisbestemming niet mag worden gebouwd anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming. • Bouwregels: welke bebouwing (gebouwen en andere bouwwerken) is toegelaten en aan welke eisen moet de toegestane bebouwing voldoen. • Ontheffing van de gebruiks- en bouwregels: burgemeester en wethouders kunnen voor een aantal activiteiten ontheffing verlenen van de regels.
86
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
• Aanlegvergunning: voor bepaalde werken en werkzaamheden die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de landschappelijke, ecologische of andere waarden is een aanlegvergunning vereist. • Eventueel uitzonderingsregels aanlegvergunningplicht (bij dubbelbestemmingen): uitzonderingen waarbij de aanlegvergunningenplicht niet geldt. • Wijzigingsbevoegdheid: burgemeester en wethouders kunnen in een aantal gevallen de regels of de plankaart wijzigen. • Algemene regels: bij het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken dienen ook de regels aangaande de algemene ontheffings- en wijzigingsregels in acht te worden genomen. De gronden van het buitengebied zijn ingedeeld in de gebiedsbestemmingen “Agrarisch met landschapswaarden”, “Agrarisch - Uiterwaard”, “Bos” en “Natuur”. Deze gebieden hebben elk hun eigen functie en kwaliteiten op basis waarvan een afgestemde regeling van toepassing is. De verschillende specifieke functies zoals niet-agrarische bedrijven, burgerwoningen, wegen en dergelijke zijn specifiek bestemd. De volgende bestemmingen worden onderscheiden: • Bedrijf (niet-agrarisch) • Landhuis • Maatschappelijk • Recreatie • Sport • Verblijfsrecreatie • Verkeer • Water • Wonen Daarnaast gelden er nog een aantal dubbelbestemmingen: • Leiding – Gas • Leiding – Hoogspanning • Leiding – Olie • Leiding – Riool • Waterstaat - Waterkering • Waterstaat – Waterstaatskundige functie Toelichting per bestemming • Agrarisch met landschapswaarden (artikel 3) Deze gronden zijn bestemd voor agrarische doeleinden, alsmede het behoud, beheer en/of herstel van landschappelijke, aardwetenschappelijke of ecologische waarden. Agrarische bedrijven zijn binnen de bestemming aangeduid met een agrarisch bouwperceel. Ondergeschikt aan de agrarische functie kunnen nevenfuncties of een
87
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
aan-huis-gebonden beroep of bedrijf worden uitgeoefend en mogen ook op hobbymatige basis dieren worden gehouden. Voorts zijn de gronden bestemd voor de bescherming van cultuurhistorische waarden van rijks- en gemeentelijk monumenten en voor extensief recreatief medegebruik. De aanwezige landschapswaarden, en de kwetsbaarheid ervan voor bepaalde activiteiten, hebben geleid tot het eisen van een aanlegvergunning voor bepaalde werkzaamheden. Het aanlegvergunningenstelstel heeft een zelfstandige regeling gevonden in artikel 27. In de ontwikkelingsbepalingen (hoofdstuk IV) wordt aangegeven welke nevenactiviteiten of functieveranderingen toegelaten zijn. Deze veranderingen worden bepaald door de gebiedskwaliteit en het voorgestane beleid. In de planregels is een bebouwingsregeling opgenomen voor agrarische bebouwing. Voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf mag maximaal 50 m² van de gebouwen worden ingericht en gebruikt. In de regels is tevens een nadere regeling opgenomen voor andere bouwwerken op het agrarisch bouwperceel. De goothoogte en de hoogte van woningen in het buitengebied (zowel agrarische en niet-agrarische dienstwoningen als burgerwoningen) bedragen 3 en 9 meter. De woningen mogen met 25% van de bestaande oppervlakte worden uitgebreid tot een maximum van 150 m². Voor agrarische bedrijfsgebouwen geldt een goothoogte en hoogte van respectievelijk 6 en 10 meter. •
Agrarisch - Uiterwaard (artikel 4) De gronden zijn primair bedoeld voor de afvoer van (hoog)water, ijs en sediment, de waterhuishouding, aanleg en onderhoud van de waterkering, bescherming van natuur en landschapswaarden en agrarische doeleinden. Bebouwing ten behoeve van deze doeleinden is toegestaan, met inachtneming van de Beleidslijn Grote Rivieren, dat beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor bebouwing kent. In een bij de regels behorende lijst D “ Bestaande functies Uiterwaard” zijn de bestaande agrarische bedrijven, één ander bedrijf, twee landhuizen en een aantal woningen in de uiterwaarden opgenomen met de gezamenlijke oppervlakte van de bestaande bebouwing. Deze oppervlakte mag eenmalig met maximaal 10% worden uitgebreid. Voor woningen geldt een maximale oppervlakte van 150 m². De bestaande oppervlakte van het agrarische bouwperceel kan door middel van een wijzigingsbevoegdheid worden vergroot tot maximaal 1 ha. Ondergeschikt aan de agrarische functie kunnen nevenfuncties of een aan-huisgebonden beroep of bedrijf worden uitgeoefend en mogen ook op hobbymatige basis dieren worden gehouden. Voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of
88
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
bedrijf mag maximaal 50 m² van de gebouwen worden ingericht en gebruikt. In de regels is tevens een nadere regeling opgenomen voor andere bouwwerken op het agrarisch bouwperceel. Voorts zijn de gronden bestemd voor de bescherming van cultuurhistorische waarden van rijks- en gemeentelijk monumenten en voor extensief recreatief medegebruik. Bescherming van de aanwezige natuur- en landschapswaarden vindt plaats door het aanlegvergunningenstelsel. Het aanlegvergunningenstelstel heeft een zelfstandige regeling gevonden in artikel 27. •
Bedrijf (niet-agrarisch) (artikel 5) Niet-agrarische bedrijven die op het moment van tervisielegging van dit plan (legaal) aanwezig zijn, zijn als zodanig bestemd. Ook maneges, horecagelegenheden, een rioolwaterzuivering en een industriewaterzuivering worden gerekend tot het nietagrarisch bedrijf. In bijlage A is voor elk niet-agrarisch bedrijf de bestaande oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en het aantal dienstwoningen opgenomen. De bedrijven krijgen beperkte uitbreidingsmogelijkheden (10%). De kolom “feitelijke bedrijvigheid” in bijlage A geeft aan welk bedrijf op een locatie is toegestaan. Voor deze bestemming is een ontheffingsbepaling opgenomen om een andere nietagrarische bedrijfsactiviteit toe te staan. Deze regeling is vergelijkbaar met de functiewijzigingsregeling bij agrarische bedrijven en gebonden aan een aantal voorwaarden. Daarnaast kan de bestemming worden gewijzigd in “wonen” door middel van een wijzigingsbevoegdheid.
•
Bos (artikel 6) De bestemming “Bos” is onderverdeeld in drie categorieën: · “Bos” (BO): de houtproductie en de bescherming van natuur- en landschapswaarden. · “Bos met natuurwaarden” (BO-N): primaire instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden en ondergeschikt daaraan houtproductie. · “Bos met natte natuurwaarden” (BO-NN): de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natte natuur- en landschapswaarden en ondergeschikt daaraan houtproductie, alsmede de bescherming van de grondwaterstand, grondwaterstroming en de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Binnen deze bestemming is extensief recreatief medegebruik toegestaan, mits dit ondergeschikt is aan bovenstaande genoemde waarden. En mits de genoemde waarden niet door dit medegebruik significant worden aangetast. Gebouwen zijn in deze bestemming niet toegestaan. Uitsluitend zijn andere bouwwerken toegestaan voor zover ze ten dienste staan van de omschreven
89
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
gebruiksdoeleinden. De bijzondere kwaliteiten van de gronden in de genoemde categorieën worden beschermd door het aanlegvergunningenstelsel. •
Landhuis (artikel 7) In het buitengebied van Brummen bevinden zich 10 landhuizen. De gronden zijn bestemd voor de instandhouding van de cultuurhistorische gebouwen, tuinen, gewassen en beplantingen. Daarnaast is in bijlage E aangegeven welke functie(s) zijn toegelaten. Met een ontheffing kunnen ook andere nevenfuncties worden toegelaten. De toegelaten nevenfuncties zijn afhankelijk van het gebied waarin het landhuis ligt (zones op plankaart 3). In bijlage E zijn de oppervlakten van de bestaande gebouwen opgenomen, de toegelaten functies en het aantal (dienst)woningen. Ook voor deze bestemming geldt dat het bestaande bebouwde oppervlak met maximaal 10% mag worden uitgebreid.
•
Maatschappelijk (artikel 8) Hiertoe wordt een drietal voorzieningen gerekend, te weten een begraafplaats, een kinderopvang en een scoutingterrein. In bijlage F wordt een omschrijving gegeven van de voorziening en de toegelaten oppervlakte en hoogte van de bebouwing.
•
Natuur (artikel 9) De bestemming “Natuur” is onderverdeeld in twee categorieën: · “Natuur” (N) is bestemd voor de instandhouding en ontwikkeling van natuurlandschapswaarden. · “Natte natuur” (N-N) is tevens bestemd voor de bescherming van grondwaterstand, grondwaterstroming en de kwaliteit van grondoppervlaktewater, die aan de natte natuurwaarden ten grondslag liggen. Binnen deze bestemming is extensief recreatief medegebruik toegestaan, mits ondergeschikt is aan bovenstaande genoemde waarden.
en de en dit
Gebouwen zijn in deze bestemming niet toegestaan. Uitsluitend zijn andere bouwwerken toegestaan voor zover ze ten dienste staan van de omschreven gebruiksdoeleinden. De bijzondere kwaliteiten van de gronden in de genoemde categorieën worden beschermd door het aanlegvergunningenstelsel. •
Recreatie (artikel 10) In het buitengebied van Brummen bevinden zich drie locaties voor (dag)recreatie. In bijlage G is aangegeven welke activiteiten en bebouwing is toegelaten. Ook voor deze bestemming geldt dat het bestaande bebouwde oppervlak met maximaal 10% mag worden uitgebreid.
•
Sport (artikel 11) Deze bestemming is van toepassing op een aantal sportcomplexen, een zwembad en een schietbaan. De bestaande toegelaten situatie is vastgelegd in bijlage H. Ook hier
90
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
geldt dat de bestaande bebouwing met maximaal 10% van de oppervlakte mag worden uitgebreid. Op de terreinen dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte. •
Verblijfsrecreatie (artikel 12) In het buitengebied van Brummen bevinden zich zeven terreinen voor verblijfsrecreatie. Het gebruiksdoel is afgestemd op de huidige, vergunde activiteiten. In bijlage I zijn voor elk terrein afzonderlijk aangegeven het aantal (groeps)recreatiewoningen, stacaravans, trekkershutten, verblijfsaccommodaties en standplaatsen voor mobiele kampeermiddelen. In de regels zijn maximale maten voor de onderscheiden accommodatiesoorten opgenomen. Tevens is in bijlage I de oppervlakte aan gemeenschappelijke voorzieningen opgenomen. De oppervlakte aan gemeenschappelijke voorzieningen mag met maximaal 10% worden uitgebreid. Binnen de gemeenschappelijke voorzieningen mag 50 m² worden gebruikt voor detailhandel en/of horeca-activiteiten, tenzij in bijlage I anders aangegeven. Voor het vakantiepark Coldenhove en de camping Hallse Hull is op de plankaart een onderscheid gemaakt in twee terreindelen: · R-V: op dit terreindeel zijn de gemeenschappelijke voorzieningen en gebouwde verblijfsaccommodaties toegestaan; · R-K: is bestemd als kampeerterrein met beperkte (gemeenschappelijke) voorzieningen (sanitairgebouw). Een deel van het terrein van camping Hallse Hull is bestemd voor “Natuur”. Deze gronden maken deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur en waren in het bestemmingsplan uit 1982 ook bestemd voor groenvoorzieningen zonder bebouwing. Vanwege het afschaffen van de Wet op de openluchtrecreatie is ook het aantal kampeerplaatsen geregeld in de regels. Met een ontheffing kunnen burgemeester en wethouders toestemming geven om het aantal kampeerplaatsen te vergroten.
•
Verkeer (artikel 13) Hiertoe worden infrastructurele werken gerekend die zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: gebiedstoegangsweg, ontsluitingsweg, onverharde weg, paden, spoorlijn en verharde weg. Bij elke wegcategorie hoort een bepaalde afstand waarbinnen niet mag worden gebouwd voordat is onderzocht welke consequenties dit heeft voor de verkeersveiligheid (verwijzing naar artikel 23).
•
Water (artikel 14) Voor de bestemming “Water” is een onderverdeling gemaakt in vier categorieën: Awatergang (WA-A), HEN-water (WA-H), Kanaal (WA-K) en rivier (WA-R). Dit onderscheid is van belang vanwege het verschil in gebruiksdoeleinden. Binnen de bestemming zijn bouwwerken en andere werken toegelaten met betrekking tot deze gebruiksdoeleinden
91
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
•
Wonen (artikel 15) Op plankaart 1 is aangegeven hoeveel woningen binnen een bestemmingsvlak zijn toegelaten. Woningen mogen met 25% van de oppervlakte worden uitgebreid tot een maximum van 150 m². De maximale goothoogte en hoogte bedragen 3 en 9 meter. Bij een woning is 75 m² aan bijgebouwen toegestaan. Voor de uitoefening van een aanhuis-gebonden beroep of bedrijf mag 50 m² worden gebruikt. De gronden zijn naast woningen en bijgebouwen ook bestemd voor tuinen en parkeervoorzieningen en het houden van dieren op hobbymatige basis. In de regels is een regeling opgenomen voor de vervanging van reeds bestaande bijgebouwen die een grotere oppervlakte beslaan dan de hiervoor genoemde 75 m². Hiervoor geldt dat 70% van de te vervangen bijgebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 150 m² per bijgebouw, naar keuze uitgevoerd in één of meerdere gebouwen. Voor het oprichten van een paardenbak bij een woning moet een ontheffing worden gevraagd aan burgemeester en wethouders.
•
Leidingen (artikel 16,17, 18 en 19) Hoofdtransportleidingen voor gas, olie en rioolwater en de ondergrondse hoogspanningsleiding zijn met een dubbelbestemming opgenomen. Deze bestemmingsbepaling creëert een voorrangsregeling ten opzichte van de onderliggende (basis)bestemmingen voor de instandhouding van de leiding. Voor alle leidingen geldt een vrijwaringszone van 5 meter aan weerszijden van de leiding waarbinnen niet gebouwd mag worden. Voor de gas- en olieleidingen geldt bovendien een veiligheidsafstand, waar alvorens gebouwd kan worden eerst een risicoanalyse uitgevoerd moet worden.
•
Waterkering (artikel 20) De dubbelbestemming “Waterkering” is gericht op de aanleg en instandhouding van de waterkering met bijbehorende beschermingszones, zoals aangegeven op plankaart 1. Deze bestemmingsbepaling creëert een voorrangsregeling voor de bescherming van de waterstaatsbelangen ten opzichte van de onderliggende (basis)bestemmingen. Binnen deze bestemming mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming. Daarnaast geldt voor aantal werken en werkzaamheden een aanlegvergunningplicht.
•
Waterstaatkundige functies (artikel 21) De gronden met de dubbelbestemming “Waterstaatkundige functies” zijn mede bestemd voor onderhoud, beheer en instandhouding van de aangrenzende waterkering, waterberging, de zorg voor de waterhuishouding en afvoer van sediment, hoogwater en ijs en de daarvoor noodzakelijke werken. Deze bestemmingsbepaling creëert een voorrangsregeling voor de bescherming van de waterstaatsbelangen ten opzichte van de onderliggende (basis)bestemmingen.
92
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
7.2.3 Algemene regels In dit hoofdstuk staan de volgende algemene regels: • Dubbeltelregel (artikel 22) Deze regel bepaalt dat grond die in aanmerking genomen moet worden bij een verleende bouwvergunning niet nog eens bij de verlening van een nieuwe bouwvergunning in aanmerking mag worden genomen, tenzij de verleende bouwvergunning is ingetrokken. • Algemene bouwregels (artikel 23) Dit artikel regelt dat in bepaalde zones of gebieden niet gebouwd mag worden, maar pas nadat een nadere toets heeft plaatsgevonden aan een bepaald specifiek belang. Dit is van toepassing op zones langs watergangen, langs wegen en spoorlijnen, in het grondwaterbeschermingsgebied, in de geluidszone rond het industrieterrein Eerbeek Zuid en in archeologisch waardevolle gebieden. • Algemene gebruiksregels (artikel 24) In deze regels is een gebruiksverbod opgenomen. Dit verbod geeft aan dat het verboden is om opstallen – of delen daarvan – en gronden te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel dat strijdig is met de in het bestemmingsplan aan de grond gegeven bestemming. • Algemene ontheffings- en wijzigingsregels (artikel 25) In dit artikel is een schema opgenomen waarin aangegeven is voor welke ontwikkelingen Burgemeester en Wethouders een ontheffing van de betreffende regels kunnen verlenen danwel de betreffende regels kunnen wijzigen. Het doel hiervan is de flexibiliteit van het plan te verhogen om de benodigde planaanpassingen versneld te kunnen doorvoeren. De ontheffingen en wijzigingen zijn gerelateerd aan de gebieden die weergegeven zijn op plankaart 3 “Zones ontwikkelingsvisie”. Met het oog op de leesbaarheid zijn in de bestemmingsartikelen de toepasselijke ontheffingen en wijzigingen reeds genoemd met een verwijzing naar artikel 25. In artikel 25 zijn de ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen in een tabel. De tabel bestaat uit vijf kolommen met de volgende indeling: Nr. Plankaart / artikel
Omschrijving
Ten behoeve van de functie/ge-
van het artikel
bruik/toegelaten bebouwing
gebieden plankaart 3 algemene/specifieke criteria
Kolom 2 geeft aan van welk artikel of welk onderdeel van de plankaart ontheffing wordt verleend c.q. het plan wordt gewijzigd. Een omschrijving van het artikel staat in kolom 3. In kolom 4 wordt aangegeven ten behoeve van welke functie/gebruik/toegelaten bebouwing ontheffing wordt verleend c.q. het plan wordt gewijzigd. In kolom 5 wordt aangeduid in welk gebied en in kolom 6 welke criteria in dat geval van toepassing zijn.
93
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
• Algemene procedureregels (artikel 26) In deze regel staat beschreven welke procedure Burgemeester en Wethouders volgen bij de voorbereiding van een besluit over een ontheffing of een wijziging. • Overige regels: aanlegvergunningen (artikel 27) Dit artikel bevat het aanlegvergunningenstelsel. Voor gebieden die kwetsbaar zijn voor bepaalde werkzaamheden zullen aanlegvergunningen nodig zijn voor die activiteiten. Het betreft een aantal bestemmingen op plankaart 1 en de landschapskwaliteiten zoals die zijn aangegeven op plankaart 2. In artikel 27 wordt aangegeven voor welke activiteiten een aanlegvergunning nodig is en welke criteria daarbij worden gehanteerd. Van belang is dat door een terzake deskundige partij wordt beoordeeld of en welke nadelige gevolgen de activiteit heeft voor landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische, archeologische en/of aardwetenschappelijke waarden en voor de waterhuishoudkundige kwaliteiten. Om te beoordelen of een aanlegvergunning aangevraagd moet worden, worden de volgende stappen doorlopen: - Allereerst kan worden gekeken of de werken/werkzaamheden binnen een van de volgende aanduidingen/bestemmingen (plankaart 1) wordt uitgevoerd: binnen het agrarische bouwperceel of binnen de bestemming ‘Bedrijf’, ‘Maatschappelijk’, ‘Recreatie’, ‘Sport’ en ‘Wonen’ is géén aanlegvergunning vereist. - Er wordt gekeken naar de andere bestemmingen op plankaart 1. Voor de bestemmingen ‘Bos’ en ‘Natuur’ zijn aanlegvergunningvereisten opgenomen in de tabel in artikel 27. - Vervolgens wordt bekeken of de locatie waar de werken/werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een van de aanduidingen op plankaart 2 valt. In de tabel in artikel 27 kan worden afgelezen of de betreffende activiteit in dit gebied aanlegvergunningplichtig is. 7.2.4 Overgangsrecht en slotregel Het overgangsrecht (artikel 28) houdt in dat bouwwerken die op het moment dat het bestemmingsplan rechtskracht verkrijgt, bestaan of waarvoor reeds een bouwvergunning is aangevraagd, mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bestemmingsregels. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de regels op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt, mag worden gehandhaafd. De regels eindigen met een slotregel (artikel 29). Hierin is de naam van het bestemmingsplan benoemd en de vaststellingsdatum.
94
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
7.2.5 Bijlagen bij de regels Bij de regels horen de bijlagen A tot en met M: A B C D E F G H I J K L M
Bedrijven-(niet agrarisch); Bestaande nevenfuncties bij agrarische bedrijven; Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij; Bestaande functies in de uiterwaarden; Landhuizen; Maatschappelijke voorzieningen; Recreatie; Sport; Verblijfsrecreatieterreinen; Rijksmonumenten; Gemeentelijke monumenten; Evenemententerreinen; Toegelaten functies in het “Agrarisch gebied” “Agrarisch gebied – Waardevol landschap”, “Landgoederenzone (EHS)” , “Veluws bosgebied (EHS)” en “Uiterwaarden (EHS)”.
95
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
8.
Handhaving
Handhaving neemt tegenwoordig een steeds belangrijkere plaats in. In het collegeprogramma is aangegeven dat handhaving op alle beleidsterreinen een hoge prioriteit geniet. Met het oog hierop worden/zijn extra middelen vrijgemaakt ter ondersteuning van de toezichthouders op het gebied van de ruimtelijke ordening en bouwen woningtoezicht. De inzet van deze extra middelen is echter beperkt waardoor toch een zekere prioritering aangebracht moet worden. In verband hiermee heeft het college op 17 mei 2005 het “Handhavingsbeleidsplan bouwregelgeving en ruimtelijke ordening” vastgesteld. Dit plan bevat tevens een prioriteitstelling met betrekking tot de handhavingstaken en -gebieden. Overtredingen met een groter risico genieten een hogere prioriteit. In een risicoanalyse is een inschatting gemaakt van de gevolgen van een overtreding. Hierbij is gebruik gemaakt van een door het ministerie VROM ontwikkeld risicomodel. Het handhavingsbeleidsplan bevat tevens het beleidskader voor de aanpak van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Het team Handhaving van de gemeente Brummen is belast met toezicht en controle van zaken op het gebied van bouwregelgeving en ruimtelijke ordening. In de regels van het bestemmingsplan zijn ter verduidelijking omschrijvingen opgenomen in de begripsbepalingen zoals “permanente bewoning”, “bedrijfsmatige exploitatie van recreatiebedrijven” en “recreatiewoning”. Voorts is in artikel 12 in de bestemmingsregels aangegeven dat de grond voor de bestemming “Verblijfsrecreatie” uitsluitend in het kader van een bedrijfsmatige exploitatie ten behoeve van recreatieve doeleinden bestemd is en dus niet voor permanente bewoning. Daarnaast zal de gemeente vooral investeren in het voorkomen van overtredingen, de zogenaamde preventieve handhaving. Deze vorm van handhaving bestaat uit communicatie en voorlichting naar burgers en bedrijven, advisering, stimulering, toezicht en zichtbaar optreden. Het uitvoeren van een stringenter handhavingsbeleid betekent meer duidelijkheid en rechtszekerheid voor burgers en bedrijven, terwijl ook de gemeente zich gebonden weet aan de regels van dit vastgestelde beleid. Willekeur, strijdigheid met het gelijkheid- en vertrouwensbeginsel worden voorkomen. Ingeval er sprake is van een illegale situatie die op grond van de geldende bestemmingsplanregels niet kan worden gelegaliseerd, bestaat er in beginsel een afspraak dat opgetreden wordt met de inzet van bestuursrechtelijke dwangmiddelen, gelet op de ruimtelijke bescherming die het bestemmingsplan biedt. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan worden afgezien van handhaving.
96
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
Kortom, handhaven moet indien er geen uitzicht op legalisering bestaat en er geen bijzondere omstandigheden aanwezig zijn op grond waarvan afgezien zou moeten worden van handhaving. Een nieuw bestemmingsplan betekent echter geenszins dat met de wet/verordening strijdige situaties met betrekking tot bebouwing en gebruik gelegaliseerd worden. Per geval zal worden beoordeeld of optreden geïndiceerd is. Naar aanleiding van de voorinspraak is de keuze gemaakt om een aantal situaties te verwerken in het voorontwerpbestemmingsplan. In de Nota van Wijzigingen (zie bijlage 2 van de toelichting) en de Toevoegingen woonbestemmingen (zie bijlage 3 van de toelichting) is aangegeven welke verzoeken dit betreft. Voor bestaande situaties die strijdig zijn met het geldende bestemmingsplan betekent dit ‘mee mogen liften’ dat er tegen de strijdigheden (vooralsnog) niet handhavend wordt opgetreden. Hoewel er met de keuze voor ‘meeliften’ volgens de rechtspraak nog geen zicht is op legalisatie, wordt er in deze situaties voor gekozen af te zien van handhavend optreden. Gelet op het voornemen de strijdige bebouwing en/of het gebruik van een positieve bestemming te voorzien, wordt een handhavingactie op dit moment niet noodzakelijk geacht. Deze aanpak is niet in overeenstemming met het handhavingbeleid zoals vastgesteld door de gemeenteraad. In de Nota van Wijzigingen is deze aanpak beschreven. Deze Nota van Wijzigingen is vastgesteld door de gemeenteraad, en op deze wijze is de aanpak ook vastgesteld. Een uitzondering geldt voor die situaties waarbij sprake is van een verzoek om handhaving. In die gevallen moet te allen tijde worden opgetreden tegen de strijdige situatie. Wet op de economische delicten Overtredingen van de regels van het bestemmingsplan vallen onder het economisch strafrecht. Strafrechtelijk optreden is gewenst bij overtredingen waarvan de gevolgen niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is het kappen van houtwallen. Ook bij overtredingen die zich telkens weer herhalen (zoals permanente bewoning van recreatiewoningen) en kortdurende overtredingen (zoals detailhandelsactiviteiten in loodsen) is deze aanpak wenselijk. Gemeenten en provincies kunnen nu slagvaardiger optreden tegen overtredingen van bestemmingsplanregels. Overtredingen kunnen sneller worden vervolgd en de gevolgen kunnen effectiever worden tegengegaan. Voor de bewijsvoering kan gebruik gemaakt worden van de specifieke opsporingsbevoegdheden van de politie. De Wet op de economische delicten biedt de mogelijkheid bij het opleggen van de straf rekening te houden met het economisch voordeel dat de overtreder heeft behaald. Bij een overtreding kan nu een boete worden opgelegd. Ook biedt de wet de mogelijkheid de verplichting op te leggen om op eigen kosten de gevolgen van het delict goed te maken. Een nieuw bestemmingsplan Buitengebied biedt de mogelijkheid om een nulsituatie vast te leggen met betrekking tot de aanwezige gebouwen en het gebruik van de gronden. Hiervoor heeft een inventarisatie plaatsgevonden aan de hand van de verleende milieu- en
97
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
bouwvergunningen, meldingen en luchtfoto’s. Ook heeft in het buitengebied een opname plaatsgevonden indien de bestaande informatiebronnen onvoldoende duidelijkheid verschaften.
98
Toelichting
bestemmingsplan Buitengebied 2008
______________________________________________________________________________________________
9.
Inspraak en vooroverleg
Het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied heeft van 15 november tot en met 26 december 2007 ter inzage gelegen. Tevens is het plan in het vooroverleg ex art. 10 Bro gebracht. De bij de gemeente binnengekomen reacties uit de inspraak en het vooroverleg zijn beantwoord in de ‘Nota inspraak en vooroverleg’ (november 2008).
99
Bijlage Waardering bos- en natuurterrein bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
Waardering bos- en natuurterreinen (Bram Schenkeveld, juli 2000)
Natuurwaardering De kaart “Waardering bos- en natuurterreinen” geeft de verspreiding van de bossen en korte vegetaties met (grote) natuurwaarde. Deze is gebaseerd op een groot aantal bronnen. Drie daarvan zijn het belangrijkst. De begrenzing van de natuurtypen steunt grotendeels op het Vegetatieonderzoek Zuidelijke IJsselvallei (1979) en de basisgegevens bij het bestemmingsplan buitengebied Brummen (1982). Dit zijn de meest recente gebiedsdekkende karteringen. De natuurtypering zelf volgt de provinciale indeling. Verspreid over het buitengebied van Brummen zijn vanaf 1978 ca. 1300 opnamen gemaakt door verschillende onderzoekers in opdracht van de provincie Gelderland. De meeste hiervan (ca. 50 %) zijn gemaakt in 1978. De meest recente is uit 1998. Elke opname is op basis van de soortensamenstelling getypeerd. In de provincie Gelderland worden 25 verschillende natuur(doel)typen onderscheiden. Verder is elke provinciale vegetatieopname gekwalificeerd. Van elke opname is de zogenaamde natuurwaarde (Nbw) berekend (zie ook Achtergronddocument Natuur, provincie Gelderland). De natuurwaarde wordt uitgedrukt op een schaal van 1-9.9. Ongeveer de helft valt in de klassen 4 en 5. Op de kaart zijn de percelen met een Nbw >6 (met natuurwaarde) of Nbw >8 (met grote natuurwaarde) aangegeven. Bij de beoordeling zijn alleen de opnamen na 1990 gebruikt. Natte natuurwaarde onderscheidt zich door de aanwezigheid van waterafhankelijke plantensoorten. Bij een bepaald aandeel van deze soorten in de opname overschrijdt de (berekende) vochtwaarde een bepaalde kritische waarde. Natte natuurtypen zijn bijvoorbeeld beekbos, ven en natte heide. De natuurwaardenkaart is dus vooral gebaseerd op genoemde vegetatieopnamen. Andere bronnen, die gebruikt zijn worden expliciet vermeld bij de gebiedsbeschrijving. Aldus wordt de volgende indeling verkregen: -
(multifunctioneel) bos
-
droog bos (1) met natuurwaarde (2)
-
droog bos met grote natuurwaarde (3)
-
nat bos (4) met natuurwaarde
-
nat bos met grote natuurwaarde
-
droge lage vegetatie (5) met natuurwaarde
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
-
droge lage vegetatie met grote natuurwaarde
-
natte lage vegetatie (6) met natuurwaarde
-
natte lage vegetatie met grote natuurwaarde
-
water (7) met natuurwaarde
-
water met grote natuurwaarde
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7)
Natuurdoeltypen: arm droog bos, bos van leemgrond, bos van voedselrijke droge (klei)bodem, houtwal Natuurbehoudswaarde van de vegetatieopnamen (na 1990) > 6 en/of met bijzondere fauna Natuurbehoudswaarde van de vegetatieopnamen (na 1990) > 8 Natuurdoeltypen: arm vochtig bos, bos van hoogveen, bos van bron en beek, bos van voedselrijke vochtige tot natte (klei)bodem, singel Natuurdoeltypen: open zand, droge heide, heischraal grasland, bloemrijk grasland Natuurdoeltypen: natte heide, blauwgrasland, hoogveen, moeras Natuurdoeltypen: ven, rivier, laaglandbeek, plas, sloot
Zie ook “Natuur, Achtergronddocument bij de Omgevingsplannen Gelderland” (1996) en de “Gelderse natuurdoelenkaart”(1999).
2
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
Gebiedsbeschrijving Hieronder worden de verschillende bosopstanden en gebieden met natuurwaarde puntsgewijs besproken. Elke begrensde eenheid is genummerd en weergegeven op bijgaande kaart. Elke eenheid beslaat 1 of meerdere percelen, die in directe omgeving van elkaar liggen en gelijkwaardig zijn. Naast het natuur(doel)type (NDT) en het functietype (F) worden ook de bijzondere soorten, die in de betreffende eenheid zijn waargenomen genoemd (met bron). De sterlokaties zijn extra aangeduid. 1
Grootmoeshul Voormalig heide- en stuifzandgebied met opslag (en aanplant) van berk, eik en grove den; met sprengen van de Eerbeekse beek NDT: armdbos kraaiheide , struikheide, tandjesgras, dopheide, blauwe bosbes (1, 2) F: droog bos met natuurwaarde
2
Eerbeekse beek * Bovenloop van de Molenbeek en Eerbeekse beek NDT: beek bijzondere makrofauna van schoon helder stromend water (3) F: water met grote natuurwaarde
3
Molenbeek Directe omgeving sprengen Molenbeek NDT: armdbos blauwe bosbes, diverse karakteristieke blad- en levermossoorten (2) F: droog bos met natuurwaarde
4
Hei tussen Coldenhove en Langenberg Voormalig heide- en stuifzandgebied met opslag (en aanplant) van berk, eik en grove den NDT: armdbos kraaiheide, struikheide, pilzegge, dopheide (2) F: droog bos met natuurwaarde
5
Eerbeekse Veld Naaldbos ten westen van de Harderwijkerweg das (geen belopen burcht, wel leefgebied) (4), boommarter (5) F: bos N.B. inclusief delen van landgoed De Grootmoeshuul en De Molenbeek; binnen en buiten het raster van de vrije wildbaan
3
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
6
Landschapselementen Eerbeek Singels en bosjes ten zuidoosten van Eerbeek hengel (1) F: bos
7
Apeldoorns kanaal bermen en droge taluds langs het kanaal NDT: dryhei struikhei, hengel, stekelbrem (1) F: droge lage vegetatie met natuurwaarde
8
Huis te Eerbeek parkbos NDT: leembos dalkruid, muskuskruid, gewone salamonszegel (6) F: droog bos met natuurwaarde
9
Zaaibroek verspreide bospercelen F: bos
10
Rabattenbos Leuvenheim bospercelen met rabatten NDT: beekbos Zie 11 + elzenzegge, ijle zegge, blaaszegge, moerasstruisgras, groot heksenkruid, stijve zegge, bleke zegge, veldrus, dwergzegge, bosbies, melkeppe (1) F: nat bos met natuurwaarde
11
Loofbos en boomlanen Leuvenheim Wintereiken-Beukenbossen aan weerszijden van de Leuvenheimse straat NDT: leembos, armdbos bosanemoon, dalkruid, gewone salamonszegel, hengel, bosviooltje, witte klaverzuring, bosandoorn (1) F: droog bos met natuurwaarde
12
Wilgenstruweel Leuvenheim * wilgenstruweel in laagte NDT: moeras, beekbos gagel, melkeppe, moerasstruisgras, sterzegge, moeraswederik, elzenzegge, bosviooltje, blaaszegge, waterviolier, stijve zegge (1) F: nat bos met grote natuurwaarde
4
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
13
Natte hei Leuvenheim * heirestanten NDT: hoveen, nathei snavelzegge, wateraardbei, veenpluis, moerasstruisgras, dophei, struikhei, borstelgras, tandjesgras, liggende vleugeltjesbloem (1) F: natte lage vegetatie met natuurwaarde
14
Sloten Leuvenheim sloten en slootkanten van het grasland NDT: blmgrzu, sloot dotterbloem, bleke zegge, ijle zegge, dwergzegge, hengel, veldrus, waterviolier, bosbies (1), knoflookpad, ringslang (7, 8) F: natte lage vegetatie met natuurwaarde
15
Naaldbos Leuvenheim soortenarm naaldbos F: bos
16
Kleibos Leuvenheim Droog en Elzenrijk Essen-Iepenbos NDT: klbosdr, klbosvo gevlekte aronskelk, boskortsteel, bosandoorn, bosanemoon, groot springzaad, stijve zegge (1) F: droog en nat bos met natuurwaarde
17
Loofbos Leuvenheim soortenarm loofbos F: bos
18
Schietwilgenbos Brummense Waarden buitendijks bos F: bos N.B. De in 1978 nog rijke stroomdalflora van de Brummense Waarden is alleen nog fragmentair aanwezig in de bermen van de N48 De Brummense Waarden hebben nog wel grote betekenis als fourageer- en verblijfsgebied van ganzen en zwanen en in mindere mate als weidevogelgebied (zie ook 44)
19
Soerense beek benedenloop Soerense beek NDT: beek makrofauna van schoon helder stromend water (3) F: water met natuurwaarde
5
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
20
Leuvenheimse beek bovenloop Leuvenheimse beek NDT: beek bermpje, riviergrondel, rivierdonderpad, alver, winde (9) F: water met natuurwaarde
21
Boomlanen Knoevord berm met beplanting NDT: houtwal bosanemoon, hengel, ruige veldbies, dalkruid (1) F: droog bos met natuurwaarde
22
Bos Knoevord bospercelen F: bos
23
Koepoort broekbosperceel NDT: beekbos stijve zegge, melkeppe, elzenzegge, dotterbloem, ijle zegge (1) F: nat bos met natuurwaarde
24
Sloot Engelenburg sloot en slootkant aan bosrand NDT: blmgrzu, moeras dotterbloem, stijve zegge, melkeppe, blaaszegge, elzenzegge, ijle zegge, ruige veldbies (1) F: natte lage vegetatie met natuurwaarde
25
Landgoed Engelenburg landgoedbos NDT: leembos dalkruid, gewone salamonszegel, hengel, bosanemoon, witte kaverzuring, bosviooltje, ijle zegge, bosandoorn (1) F: droog bos met natuurwaarde
26
Produktiebos Engelenburg bospercelen F: bos
27
Water Leusveld ven, waterpartij, poel NDT: ven, plas
6
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
dodaars (18) knoflookpad, poelkikker (16) F: water met natuurwaarde 28
Sloot Leusveld sloot en slootkant aan bosrand NDT: blmgrzu, blmgrba, blagras gewone salamonszegel, gevlekte orchis, slanke sleutelbloem, bosviooltje, bosandoorn, bosanemoon, beekpunge, waterviolier, blaaszegge, hengel, dubbelloof, elzenzegge, ijle zegge, ruige veldbies (1) ringslang (16) F: natte lage vegetatie met natuurwaarde
29
Landschapselementen Hall singels en bosjes ten westen van Hall F: bos
30
Rhienderense beek NDT: beek waardevolle makrofauna (17) F: water met natuurwaarde
31
Broekbos Leusveld * bospercelen met rabatten, moerasbos Turfveen, Slangewal NDT: beekbos dalkruid, wintereik, klaverzuring, bosanemoon, grote boterbloem, elzenzegge, ijle zegge, blaaszegge, melkeppe, witte klaverzuring, stijve zegge, bosandoorn, dotterbloem, bosviooltje, wegedoorn, waterviolier, moerasvaren, veldrus, moeraswederik, schildereprijs, moerasviooltje, moerasstruisgras, gagel, wateraardbei (1) kleine ijsvogelvlinder (16) F: nat bos met (grote) natuurwaarde
32
Loofbos en boomlanen Leusveld Wintereiken-Beukenbossen op Leusveld NDT: leembos, armdbos ruige veldbies, bosanemoon, witte klaverzuring, dalkruid, gewone salamonszegel, hengel, dubbelloof, wegedoorn, bosviooltje, bosandoorn (1) groene specht (18) das, boommarter (16) F: droog bos met natuurwaarde
7
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
33
Schraalgrasland Leusveld graslandpercelen in het bos NDT: blmgrzu, blmgrba, heigras kamgras, gevlekte orchis, struikhei, trekrus, tandjesgras, dubbelloof, stekelbrem, hengel, bosanemoon (1) geelgors (18) levendbarende hagedis, adder (16) bruine vuurvlinder, heideblauwtje, heivlinder (16) F: natte en droge korte vegetatie met natuurwaarde
34
Naaldbos Leusveld percelen naaldhoutvan landgoed Leusveld F: bos
35
Productiebos Oeken-Rhienderen bospercelen aan weerszijden van de Kaniestraat F: bos
36
Beekbos Oeken beekbegeleidend bos ten westen van Oeken NDT: beekbos tweestijlige meidoorn, dalkruid, ijle zegge, bosanemoon, gewone salamonszegel (1) F: bos
37
Wilgenstruweel Cortenoever wilgenvloedstruweel F: bos
38
Populierenbos Cortenoever buitendijks populierenbos F: bos
39
Ooibos Cortenoever * hardhoutooibos NDT:klbosdr gevlekte aronskelk, boskortsteel, hondstarwegras, slangelook, bosrank, wegedoorn, tweestijlige meidoorn, maarts viooltje, gewone salamonszegel, heggerank, warkruid, cypreswolfsmelk (1) F: droog bos met grote natuurwaarde
40
Heggen Cortenoever * meidoornhagen NDT: houtwal
8
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
knolribzaad, heggerank, besanjelier, warkruid, wegedoorn, ruige weegbree, kruisdistel, kruisbladwalstro, gewone agrimonie, rapunzelklokje, akkerleeuweklauw, spiegelklokje (1) F: droog bos met (grote) natuurwaarde 41
Stroomdalgrasland Cortenoever * NDT: heigras, strmgra Zachte haver, voorjaarsganzerik, sikkelklaver, kruisdistel, grote tijm, walstrobremraap, voorjaarszegge, kleine ruit, cypreswolfsmelk, grote ratelaar, ruige weegbree, wilde salie, rapunzelklokje, brede ereprijs, veldgerst, kamgras, trilgras, gewone agrimonie, kattedoorn, karwijvarkenskervel, liggende ereprijs (1) F: droge korte vegetatie met (grote) natuurwaarde
42
Akker Cortenoever NDT: strmgra Spiegelklokje, hanjesereprijs, vroege ereprijs F: droge korte vegetatie met natuurwaarde
43
Grasland Cortenoever gehele uiterwaard NDT: natgras grutto, steenuil, wulp, tureluur, slobeend, zomertaling, patrijs, paapje, grauwe gors, kwartelkoning (19) F: zeer waardevol weidevogel- en ganzengebied
44
Grasland Brummense waarden gehele uiterwaard NDT: natgras F: waardevol ganzengebied
45
Grasland Hovense waard gehele uiterwaard NDT: natgras F: waardevol ganzengebied
51
Landschapselementen Eerbeek singels en bosjes ten noorden van Eerbeek F: bos
52
Landschapselementen Eerbeekse en Hallse hooilanden singels en bosjes ten noordoosten van Eerbeek moeraswolfsklauw (2), veldrus (1) F: bos
9
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
N.B.
De onderliggende gegevens zijn mager
53
Empese en Tondense Heide * restant natte hei en hooiland NDT: armvbos, beekbos, blagras, hoveen, blmgrzu, nathei melkeppe, blaaszegge, wateraardbei, gagel, veldrus, stijve zegge, blauwe zegge, spaanse ruiter, dwergzegge, gevlekte orchis, dopheide, draadzegge, moerasstruisgras, veenpluis, tandjesgras, snavelzegge, galigaan, blauwe knoop, struikhei, elzenzegge, kamvaren, veenbies, bruine snavelbies, kleine zonnedauw, trekrus, ijle zegge (1) sprinkhaanrietzanger, geelgors, patrijs, paapje, boompieper (10) spiegeldikkopje, bont dikkopje, kommavlinder, aardbeivlinder, heideblauwtje, veenbesblauwtje, kleine ijvogelvlinder, heidevlinder (11) zeer waardevolle makrofauna (12) F: nat bos met (grote) natuurwaarde, natte lage vegetatie met (grote)natuurwaarde
54
Bos Empese en Tondense Heide Wintereiken-Beukenbos NDT: leembos dalkruid (1) das (4) F: droog bos met natuurwaarde
55
Ven Empese en Tondense Heide pas gegraven plas NDT: plas, moeras moerashertshooi, waternavel, waterpostelein, schildereprijs (1) F: water met natuurwaarde
56
Sloot Empese en Tondense Heide sloot en slootkant aan bosrand NDT: sloot moerasbastaardwederik, waterviolier, beekpunge (1) waardevolle makrofauna (12) F: water met natuurwaarde
57
Broekbos Hall broekbospercelen in de omgeving van Hall NDT: beekbos zompzegge, slanke sleutelbloem, stijve zegge, elzenzegge, dotterbloem, ijle zegge (1) (zeer) waardevolle makrofauna (12) F: nat bos met natuurwaarde
10
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
58
Loofbos langs de Voorstondense straat eikenhakhout, singel en boomlaan NDT: leembos, houtwal bosanemoon, gewone salamonszegel, muskuskruid, wegedoorn, bosviooltje, bosandoorn, witte klaverzuring, dalkruid (1) waardevolle makrofauna (12) F: droog bos met natuurwaarde
59
Landschapselementen Hallse dijk singels, bosjes en bospercelen; verdroogd, vermest, verzuurd F: bos N.B. De onderliggende gegevens zijn mager
60
Plagplek Plagweg * geplagde hei NDT: nathei, ven kleine zonnedauw, struikhei, rode bosbes, trekrus, moeraswolfsklauw, blauwe zegge, (1) F: natte lage vegetatie met grote natuurwaarde
61
Broekbos Hontsveld broekbospercelen NDT: beekbos groot springzaad, bosbies, moerasbastaardwederik, blaaszegge (13) F: nat bos met natuurwaarde
62
Broekbos Voorstonden broekbospercelen van het landgoed Voorstonden NDT: beekbos bleke zegge, moeraswederik, muskuskruid, bosanemoon,wegedoorn, dalkruid, hengel, groot springzaad, stijve zegge, elzenzegge, melkeppe, ijle zegge (1) ringslang, knoflookpad, kamsalamander, poelkikker (8) kleine ijsvogelvlinder (15) F: nat bos met natuurwaarde
63
Haasveen moeras met wilgenstruweel en rietvegetatie NDT: beekbos, moeras stijve zegge, elzenzegge, ijle zegge, paardehaarzegge, moerasvaren, melkeppe, (1) waardevolle makrofauna (12) F: nat bos en natte lage vegetatie met natuurwaarde
64
Rabattenbos Tondensche beek Kamperfoelierijk Eiken-Haagbeukenbos
11
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
NDT: beekbos blaaszegge, stijve zegge, elzenzegge, bosanemoon, gewone salamonszegel, dalkruid, ijle zegge (1) F: nat bos met natuurwaarde 65
Bospad Voorstonden open en betreden plek in bos NDT: heigras bleke zegge, struikhei, liggende vleugeltjesbloem (1) gevlekte orchis, blauwe knoop (16) F: droge korte vegetatie met natuurwaarde
66
Parkbos Voorstonden * parkbos en boomlanen van het landgoed Voorstonden NDT: klbosdr, klbosvo bosereprijs, tweestijlige meidoorn, gewone salamonszegel, bosanemoon, muskuskruid, bleke zegge, ijle zegge, bosviooltje, witte klaverzuring, gevlekte aronskelk, bospaardestaart, bosandoorn, dwergzegge, dalkruid, elzenzegge, slanke sleutelbloem (1) hondstarwegras (16) baardvleermuis, watervleermuis, rosse vleermuis, laatvlieger, grootoorvleermuis, (ruige) dwergvleermuis, franjestaart (14) F: droog bos met natuurwaarde, nat bos met grote natuurwaarde
67
Produktiebos Voorstonden bospercelen das-burcht (4) F: bos
68
Landbouwpercelen Voorstonden cultuurgronden tussen de bossen NDT: drygras, natgras geelgors, patrijs (16) das-fourageergebied (4) F: droge en natte korte vegetatie met natuurwaarde
69
Poel Voorstonden * geisoleerde poelen in de omgeving van het landgoed Voorstonden NDT: plas, ven, moeras moeraswederik, stijve zegge, melkeppe (1) ringslang, knoflookpad, kamsalamander, poelkikker (8) (zeer) waardevolle makrofauna (12) F: water met natuurwaarde
12
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
70
Loofbos Huis Empe bospercelen in de omgeving van ‘Huis Empe’ NDT: leembos, klbosdr gewone salamonszegel, wilde hyacinth, dalkruid (2) F: droog bos met natuurwaarde
71
Populierenbos Huis Empe populierenopstanden in de omgeving van ‘Huis Empe’ F: bos
72
Moeras Huis Empe Oude IJsselarm NDT: klbosvo, moeras dotterbloem, poelruit (2) grote karekiet (2) F: nat bos met natuurwaarde, natte lage vegetatie met natuurwaarde
73
Ganzenkolk broekbos NDT: beekbos dotterbloem, waterviolier, poelruit (2) waardevolle makrofauna (12) F: nat bos met natuurwaarde
74
Emper beek beek en oude rivierloop NDT: beek, plas waardevolle makrofauna (17) F: water met natuurwaarde
13
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
Bronnen: 1 provinciale vegetatieopnamen van na 1990 2 droffelaar bv, 1982 3 iwaco 1992 4 dassenberaad 1989 5 canters en wijsman 1997 6 terreinengids gelders landschap 1994 7 creemers en crombaghs 1995 8 crombaghs en creemers 1996 9 cuppen, blankena en goosens, 1995 10 diermen, erhart en schoppers, 1993 11 bosch, 1994 en 1995 12 cuppen, 1980 13 provinciale vegetatieopnamen voor 1990 14 huitema, 1995 15 veling, 1996 16 natuurmonumenten, 1996 17 iwvv, 1995 18 vogel, 1996 19 provinciale avifaunagegevens na 1990
Literatuur n Amer-adviseurs, 1999: Bescherming natte landnatuur Oost-Veluwe; Amersfoort. n Akker, H. en M. Koopmans, 1986:
Een onderzoek naar de makrofauna van enkele beken en semi-permanente wateren tussen het Apeldoorns kanaal en de IJssel. n Bal, D. e.a., 1995:
Handboek natuurdoeltypen in Nederland; IKC Natuurbeheer nr. 11, Wageningen. n Bosch, G., 1994:
Vlindertelling in de Empese Heide in 1994; Bosch, Eerbeek. n Bosch, G., 1995:
Vlindertelling in de Empese Heide in 1995; Bosch, Eerbeek. n Broekhuizen e.a., 1992:
Atlas van de Nederlandse Zoogdieren; KNNV, Utrecht.
14
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
n Bureau van Droffelaar, 1997:
Veluwe en IJssel verbonden, kansen voor een ecologische verbindingszone in de gemeente Brummen; gemeente Brummen. n Canters, K.J. en H.J.W. Wijsman, 1997:
Wat doen we met de boommarter; KNNV, Utrecht. n Creemers, R.C.M. en B.H.J.M. Crombaghs, 1995:
De knoflookpadin het Ijsseldal; Limes Divergens en Natuurbalans, Nijmegen. n Crombaghs, B.H.J.M., R. Creemers e.a., 1996:
Voorkomen van herpetofauna in acht terreinen van Natuurmonumenten. Limes Divergens, Nijmegen. n Cuppen, H.P.J.J., 1980:
De macrofauna in een aantal droogvallende en permanente stilstaande wateren in het ruilverkavelingsgebied Brummen-Voorst; Regionale Milieuraad Oost-Veluwe, Apeldoorn. n Cuppen, H., G. Blankena en A. Goosens, 1995:
Een onderzoek naar de verspreiding van vissen in de beken op de Zuidoost-Veluwe; Visclub De Prik, Loenen. n Dassenberaad Gelderland:1989:
Dassennota voor de provincie Gelderland; Ministerie LNV, Arnhem. n Diermen, J. van, F. Erhart en J. Schoppers, 1993:
Broedvogelinventarisatie Gelderland 1993; Provincie Gelderland, Arnhem. n Bureau van Droffelaar bv, 1982:
Bestemmingsplan buitengebied; gemeente Brummen. n Gaast, J.W.J. van der & P.J.T. van Bakel, 1997:
Verdroging van droge en natte rijksinfrastructuur in Overijssel en Gelderland; DLO-Staring Centrum, Wageningen. n Huitema, H., 1995:
Vleermuisinventarisatie landgoed Voorstonden; Stichting Vleermuisbureau, Wageningen. n IWACO, 1992:
GMN+, Grondwatermodelstudie Oost-Veluwe; provincie Gelderland, Arnhem. n IWVV, 1995:
Integraal Waterbeheersplan Veluwe en Vallei; Waterschap Veluwe, Apeldoorn.
15
Bijlage Waardering bos- en natuurterreinen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
n Jongmans, R., A. Ebregt, M. Rijken, F. Galle, P. Hermelink & R. v.d. Weteringh, 1979:
Vegetatieonderzoek Zuidelijke Ijsselvallei; PPD Gelderland, Arnhem. n Krabben, C.M. en W. Hazenberg, 1994:
Doe de das niet de das om; gemeente Brummen. n Natuurmonumenten, 1996:
Beheerplan Zuidelijke IJsselvallei; Natuurmonumenten, ‘s-Graveland. n Provincie Gelderland, 1996:
Natuur, Achtergronddocument bij de Omgevingsplannen Gelderland, Arnhem. n Provincie Gelderland, 1999:
De Gelderse Natuurdoelenkaart, Arnhem. n Tax, M., 1989:
Atlas van de Nederlandse dagvlinders; Vlinderstichting, Wageningen. n Teixeira, R., 1979:
Atlas van de Nederlandse broedvogels; SOVON, Beek-Ubbergen. n Timmermans, W.,1990:
Landschapsecologie van de Oost-Veluwe, het abiotisch milieu; Regionale Milieuraad OostVeluwe, Apeldoorn. n Veling, K., 1996:
Vlinderinventarisatie Natuurmonumenten 1995; De Vlinderstichting, Wageningen. n Verkooyen, R.G.V.A., J.H. Hoogedoorn P. Grootjans, 1985:
Hydrogeochemie van de provincie Gelderland; provincie Gelderland, Arnhem. n Vogel, R.L., 1996: Leusveld (62,4 ha): Aantal territoria (N) per soortin 1985 en 1990-1996;
Vogelwerkgroep Arnhem. n Walsum, P.E.V., 1993:
Hydrologisch modelonderzoek voor de ruilverkaveling Brummen-Voorst; DLO-Staring Centrum, Wageningen. n Werf, S. van der, 1991:
Bosgemeenschappen; Pudoc, Wageningen.
16
Bijlage Toevoeging woonbestemmingen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
Toevoegingen woningen t.o.v. geldend plan L.R. Beijnenlaan 13-15
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen
L.R. Beijnenlaan 17-19 Brederietweg 4-4a Brederietweg 8-8a Cortenoeverseweg 66
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen Vrijstelling ex artikel 19 WRO
Den Texweg 5-5a Dorpstraat 53-55 Dovenkampweg 8-8a Eerbeekseweg 23-23a
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen. 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen. 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen.
Gelders Hoofd 5-7 Haarweg 1-1a Hallsedijk 11-11b en 11a
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan. Vrijstellingsprocedures gevoerd voor bouw vrijstaande woning en woningsplitsing in voormalige boerderij. Als 3 woningen bestemmen.
Hallsedijk tegenover nr. 25 Hallsedijk 48-50 Hallseweg 28-28a
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen
Kaniestraat 8-8a Hoevesteeg 31-31b Hoevesteeg 46-46a Horsterdijk 4 en 6-6a
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 2 woningen aangemerkt in vigerend plan, nu 3 woningen
Imboschweg 2 Imboschweg 3 Imboschweg 5 Karel van Gelreweg 15-17
niet aangemerkt in vigerend plan niet aangemerkt in vigerend plan niet aangemerkt in vigerend plan 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen
Karel van Gelreweg 16-18-20 Kerkweg 1-3 Kleine Vosstraat 3-3a Knoevenoordstraat 30 en 30a
2 woningen aangemerkt in vigerend plan, nu 3 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen
Knoevenoordstraat 36-36a-38 Knoevenoordstraat 40-40a Knoevenoordstraat 71
2 woningen aangemerkt in vigerend plan, nu 3 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu bestemmen voor 2 woningen.
Langedijk 3-3a Loenenseweg 133-135 Piepenbeltweg 6 Piepenbeltweg 7
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen
Plagweg 7 Radeland 1-1a Rhienderensestraat 25-25a
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen. In partiële herziening 1996 onder overgangsrecht landelijke woonbebouwing gebracht. 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen.
Rhienderensestraat 29-29a
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen.
Bijlage Toevoegingen woonbestemmingen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
Ringlaan 25-25a Smeestraat 21-a-b-c-d
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan. Het betreft 4 gebouwen,
Spankerenseweg 2-4 Sterrebosweg 3-3a
waarvan 1 met twee woningen (21 en 21b). Bestemmen tot 5 woningen. 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen
Voorsterweg 142-144 Voorsterweg 153-153a Voorsterweg 161-161a De Voortweg 9
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen Geen woning aangemerkt in vigerend plan, in 1976
Vosstraat 3-3a Vosstraat 28-28a Windheuvelstraat 10-12
bouwvergunning verleend. Opnemen als woning. 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen
Zwarteweg 29-31 Zwarteweg 46 Zwarteweg 48-50 ’t Zaaibroek 11-13
1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen 1 woning aangemerkt in vigerend plan, nu 2 woningen
Omzetting van agrarisch naar wonen t.o.v. geldend plan L.R. Beijnenlaan 9 Den Broekweg 1 Cortenoeverseweg 64 Elzenbosweg 18 Hallsedijk 48 Hallsedijk 49
Binnenplanse vrijstelling t.b.v. gebruik voormalige agrarische dienstwoning als burgerwoning. Binnenplanse vrijstelling Binnenplanse vrijstelling Binnenplanse vrijstelling Geen agrarische bedrijfsactiviteiten, geen milieuvergunning of melding meer t.b.v. agrarisch bedrijf. Geen agrarische bedrijfsactiviteiten, geen milieuvergunning of
Hallsepad 2
melding meer t.b.v. agrarisch bedrijf. Geen agrarische bedrijfsactiviteiten, geen milieuvergunning of melding meer t.b.v. agrarisch bedrijf. Binnenplanse vrijstelling
Knoevenoorstraat 70 Lichtenbeltweg 6 Plagweg 16 Spankerenseweg 61 en 63-65
Binnenplanse vrijstelling Binnenplanse vrijstelling Binnenplanse vrijstelling Agrarisch bouwperceel (nr 61) in gebruik t.b.v. vee- en
Sterrebosweg 3 en 3a Weg over ’t Hontsveld 13
hooihandel. Geen milieuvergunning of melding meer t.b.v. agrarisch bedrijf. Bestemmen als 1 woning. Binnenplanse vrijstelling Binnenplanse vrijstelling
Weg over ’t Hontsveld 22
Binnenplanse vrijstelling
Hallsedijk 50
2
Bijlage Toevoegingen woonbestemmingen bestemmingsplan Buitengebied 2008 ______________________________________________________________________________________________
Omzetting van bedrijfswoning naar wonen t.o.v. geldend plan Soerense Zand 25 Soerense Zand 27
Voormalige bedrijfwoning in gebruik als burgerwoning Voormalige bedrijfwoning in gebruik als burgerwoning
Toevoegingen recreatiewoningen t.o.v. geldend plan Harderwijkerweg 6 Harderwijkerweg 19 Hoevesteeg 33 Imboschweg 1 Imboschweg 3b Imboschweg 7 Van Vreeswijklaan 1
3
Gemeente Brummen Bestemmingsplan Buitengebied Nota inspraak en vooroverleg November 2008
Bureau van Droffelaar Jollesstraat 5, 6814 JE Arnhem tel 026 – 442 33 42 fax 026 – 445 85 12 e-mail
[email protected] www.bureauvandroffelaar.nl
Nota inspraak en vooroverleg
1.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Inleiding
Het voorontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Brummen heeft van 15 november tot en met 26 december 2007 ter inzage gelegen. Op 27 november is een inloopavond gehouden waar men vragen kon stellen over het plan. De inloopavond werd goed bezocht. Ook nadat de inspraaktermijn was afgelopen, zijn er nog reacties bij de gemeente binnengekomen. Deze zijn meegenomen in de beantwoording. In totaal zijn 147 reacties ingediend. Gelijktijdig met de ter inzage legging is het voorontwerp bestemmingsplan in november 2007 naar de bekende overlegpartners gestuurd in het kader van het vooroverleg ex art.10 Bro. In deze “Nota inspraak en vooroverleg” zijn alle reacties gebundeld. De reacties zijn telkens kort samengevat en van een antwoord voorzien. In de rechterkolom is vetgedrukt aangegeven waar dit heeft geleid tot aanpassingen in het plan. In hoofdstuk 2 worden de inspraakreacties beantwoord. Hoofdstuk 3 bevat de reacties uit het vooroverleg.
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
2
Nota inspraak en vooroverleg
2.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Inspraak
In dit hoofdstuk zijn alle inspraakreacties samengevat en van een antwoord voorzien. Waar dit heeft geleid tot aanpassingen in het plan, is dit vetgedrukt aangegeven. In de bijlage is een lijst opgenomen, waar alle insprekers alfabetisch zijn gerangschikt op adres. Nr. 1.
2. & 65.
3.
Inspraakreactie Dierenpension ‘De Wijde Blik’ De heer Buijvoets ’t Looweg 3-5 6971 KG Brummen Verzoek tot het vergroten van het bouwperceel. Op de plankaart is geen rekening gehouden met de voorgenomen uitbreiding aan de westzijde van het bouwperceel. De gemeente was al op de hoogte van de voorgenomen uitbreiding. Daarnaast heeft de initiatiefnemer gereageerd op het verzoek waar hij 10 nieuwe parkeerplaatsen wil aanleggen. L.J.F.M. Pijnappel (2) en F.H.A. ter Maat (65) Dwarsweg 17 6971 JC Brummen Verzoek tot versoepeling van de bestemming waardoor bedrijfsmatige doeleinden mogelijk worden.
Antwoord
De vergroting van het bouwperceel is abusievelijk niet meegenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. Het bouwperceel zal in het ontwerpplan worden aangepast. Als maximum bebouwd oppervlak wordt onder nummer 53 in bijlage A 858 m² opgenomen.
Op dit moment wordt er nieuw beleid ontwikkeld voor het Gat van Cortenoever. Het betreffende perceel valt hier binnen. Wij willen niet vooruitlopen op dit beleid. Totdat dit beleid is vastgesteld blijft de woonbestemming gehandhaafd. Na vaststelling van het beleid kan beoordeeld worden of het verzoek hierin past. Zie bovenstaand antwoord.
Verzoek tot een nieuwe bestemming op het perceel, waardoor een horecagelegenheid, manege en/of andere toeristische/ recreatieve doeleinden mogelijk zijn. Verzoek tot wijziging van de bestemming Zie bovenstaand antwoord. Agrarisch in Tuingrond (betreft het perceel ten oosten van de woning). Verzoek tot de mogelijkheid om een eigen Het is in principe mogelijk om een ontsluitingsweg toegangsweg over het perceel aan te leggen. naar een woning of bedrijf aan te leggen over een agrarisch perceel. Zie het aanlegvergunningstelsel in artikel 23, lid 2 sub c. J.B. Mullink Zutphensestraat 388 6971 JS Brummen Verzoek tot wijziging van de inspraakreactie De voormalige villa is in het nieuwe (onder nr. 58) in de nota van wijzigingen, bestemmingsplan bestemd met de bestemming omdat niet duidelijk staat aangegeven dat ‘Niet-agrarisch bedrijf’. In bijlage A is het perceel de voormalige villa wordt bestemd tot nader aangeduid als ‘Kantoor (in combinatie met kantoor én wonen. wonen)’. Hiermee is het toegestaan om een kantoorfunctie én een woonfunctie te huisvesten in de voormalige villa. In de Nota van wijzigingen stond dit inderdaad niet duidelijk beschreven, maar in het bestemmingsplan is het wel goed
3
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Verzoek tot wijziging van de bestemming van het bijgebouw (voormalige villa) op het perceel in kantoor (206 m2) én wonen (124 m2). 4.
5.
W. Fontein Coehoornsingel 8f 7201 AB Zutphen Verzoek tot wijziging van het antwoord in de nota van wijzigingen (onder nr. 80). Er is daarin sprake van 1 recreatiewoning, terwijl er ook een bijgebouw (met daarin een sauna) aanwezig is.
F. W. Boezewinkel De Voortweg 1 6971 JK Brummen Verzoek tot wijziging van de aangegeven oppervlakte van bijlage A, nr. 36 in 4232 m2, zijnde 40% van de oppervlakte van het terrein (in plan is 3995 m² opgenomen).
Verzoek tot wijziging van de omschrijving houtzagerij van bijlage A, nr. 36. De omschrijving moet zijn: Bouwbedrijf met machinaal houtbewerken. 6.
7. & 98.
De heer Willemsen Cortenoeverseweg 86 6971 JK Brummen Verzoek tot het bestemmen van het trafohuisje als recreatiewoning.
opgenomen. In de planregels zal het begrip bebouwd oppervlak worden opgenomen en uitgelegd. In bijlage A staat dat binnen de bestemming een maximaal bebouwd oppervlak van 206 m2 is toegestaan. Dit is het oppervlak van de begane grond van de voormalige villa. Het oppervlak van de verdieping wordt niet meegerekend, maar kan wel worden benut, voor kantoor danwel wonen.
In het bestemmingsplan wordt een regeling opgenomen voor solitaire recreatiewoningen, die gelijk is aan die van recreatiewoningen op een verblijfsrecreatieterrein: maximaal oppervlak van 75 m², inclusief bijgebouwen. Aan deze maatvoering moet dus worden voldaan. Als er nu reeds meer bebouwing aanwezig is valt deze onder het overgangsrecht.
Wij hebben in dit plan gekozen voor een andere bestemmingsregeling van niet-agrarische bedrijven dan in het vigerende plan. In plaats van een bebouwingspercentage hanteren wij een 10%-uitbreidingsregeling. In het plan is de oppervlakte van de bestaande gebouwen opgenomen, welke met 10% mag worden uitgebreid. In onderhavig geval betekent dat overigens geen inperking van de bouwmogelijkheden. De omschrijving in bijlage A wordt gewijzigd in “machinale houtbewerking met timmerwerkplaats”. De aanduiding ‘bouwbedrijf’ wijkt teveel af van de toegestane activiteiten. Nb. in de praktijk is een groot gedeelte van de gebouwen in gebruik als caravanstalling.
Het trafohuisje voldoet niet aan de eisen om het als recreatiewoning te kunnen bestemmen. Het huisje is in het verleden illegaal verbouwd tot recreatiewoning. Om deze reden wil de gemeente niet meewerken aan het verzoek.
L.J. Zwinenberg Rhienderensestraat 3 6971 LR Brummen Is het mogelijk om tussen Rhienderensestraat 1 en 3 een woning te bouwen?
Het is niet mogelijk om een nieuwe woning te realiseren. De gemeente voert een terughoudend beleid om verstening van het buitengebied te voorkomen. Er wordt op dit moment regionaal beleid voorbereid voor functieverandering en verevening in het buitengebied, maar dit is als compensatie voor sloop van overtollige bedrijfsgebouwen. Nrs. 1 en 3 betreffen beide burgerwoningen.
4
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Waarom staat de riolering vanuit Eerbeek alleen tot aan de weg getekend en niet op het perceel? Hoe verhoudt het bestemmingsplan zich met ‘Ligt op Groen’? Volgens ‘Ligt op Groen’ zou na 2015 de bestemming mogelijk veranderen. Hiervan is niks terug te zien in het bestemmingsplan.
Hier staat abusievelijk een deel van de riolering niet op de plankaart. Dit wordt aangevuld.
Ligt op Groen is een (toekomst)visie. Het geeft de richting aan van het beleid, maar is te globaal om op perceelsniveau iets vast te leggen. Dit behoeft nadere uitwerking. Het bestemmingsplan is een juridisch plan dat het gebruik van de gronden en de gebouwen en de maatvoering van de gebouwen regelt. Nieuwe ontwikkelingen kunnen alleen worden opgenomen in een bestemmingsplan als vaststaat hoe en wanneer deze worden gerealiseerd. Voor ontwikkelingen die voortvloeien uit ‘Ligt op groen’ zal een herziening van het bestemmingsplan nodig zijn op het moment dat deze aspecten werkelijk aan de orde zijn. Op welke gronden wordt de Alle woningen die in het geldende woonbestemming bepaald? bestemmingsplan als woning waren aangewezen, hebben in dit bestemmingsplan een woonbestemming gekregen. Daarnaast zijn verblijven bestemd als woning, indien zij in de periode tussen eind februari 1999 (eerste nieuwe WOZ-waarde beschikking) en 23 oktober 2007 (besluitvorming over inspraakplan) als zelfstandige woonruimte zijn aangemerkt en aangeslagen of dat er aangetoond kan worden dat het gebruik als woning onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan valt en tot heden sprake is geweest van een onafgebroken gebruik als woning. Tevens is gekeken of legalisatie van de woningen niet leidt tot (toekomstige) belemmeringen in de bedrijfsvoering van de in de omgeving gelegen (agrarische) bedrijven. Verzoek tot wijziging van het bouwperceel De woonpercelen zijn ingetekend op basis van aan de Rhienderensestraat zijde, in kadastrale grenzen en wat redelijkerwijs tot tuin aansluiting op het bouwperceel van gerekend kan worden. Rhienderensestraat nr. 1. Indien u kunt aantonen dat er gronden buiten deze bestemming vallen die toch binnen het bouwperceel horen, kan de plankaart eventueel gewijzigd worden. In dit geval zien wij hier geen aanleiding toe. Mag er een bedrijf worden uitgeoefend Maximaal 50 m2 van de oppervlakte van het in/aan de woning? hoofdgebouw en de overige (bij)gebouw(en) mag worden gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, mits deze activiteiten geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking hebben. Mag er een nieuwe woning op het perceel Het realiseren van een nieuwe woning op het gebouwd worden? perceel is niet toegestaan volgens het bestemmingsplan. Herbouw van de bestaande woning is (onder voorwaarden) wel mogelijk. Bezwaar tegen het veranderen van de status De Vosstraat heeft in het voorontwerpvan de omliggende wegen. Deze wegen zijn bestemmingsplan de bestemming V-G (Verkeernu al overbelast en gevaarlijk. gebiedstoegangsweg) gekregen. De Vosstraat wordt gebruikt als doorgangsroute richting Zutphen (ANWB bewegwijzering) en ook is de weg opgenomen in een busroute. Momenteel wordt echter onderzoek gedaan naar mogelijkheden om de Vosstraat, maar ook andere
5
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
wegen in het buitengebied, verkeersluwer te maken. In de Vosstraat is hiertoe al een drempel aangebracht. De categorie wegaanduiding V-G zal worden gewijzigd in V-V (Verkeer-Verharde weg). 8.
9.
10. & 96. & 144.
J. van de Kamp Rhienderensestraat 1 6971 LR Brummen Is het mogelijk om links van de woning op hetzelfde perceel een woning te bouwen?
Het is niet mogelijk om een nieuwe woning te realiseren. De gemeente voert een terughoudend beleid om verstening van het buitengebied te voorkomen. Er wordt op dit moment regionaal beleid voorbereid voor functieverandering en verevening in het buitengebied, maar dit is als compensatie voor sloop van overtollige bedrijfsgebouwen. Nr. 1 betreft een burgerwoning.
Mevr. Maaskant Den Broekweg 3 6971 LT Brummen Verzoek tot wijziging van de bestemming op het perceel in een passende bestemming voor de bestaande functie van de schuur als bronsgieterij.
Stichting Scouting Eerbeek T.a.v. A. Spiegelenberg (secretaris) en G.J. van der Spreng (voorzitter) Molenstraat 22 6961 DT Eerbeek Verzoek om mee te liften met het bestemmingsplan om vervangende nieuwbouw van het clubhuis mogelijk te maken. Daartoe is een GROB ingediend waarin de (effecten van) de plannen zijn beschreven.
Verzoek tot goedkeuren van de schetsontwerpen van bureau Hoornenburg, voor de vervanging van het scoutingtroephuis. De oppervlakte in bijlage E (nr. c) klopt niet met de huidige situatie, zijnde 240m2 van het troephuis en 30 m2 van een opslagunit.
6
Er is een Hinderwetvergunning d.d. 10-03-1992 verleend voor de bronsgieterij. Men heeft – naar aanleiding van het verzoek in de Nota van Wijzigingen - aangegeven dat de bronsgieterij niet is gewijzigd of zal wijzigen. Wij achten een positieve bestemming van de bronsgieterij gerechtvaardigd. De bronsgieterij wordt bestemd als ‘Bedrijf’ en in bijlage A nader aangeduid als ‘bronsgieterij’ met een maximaal bebouwd oppervlak van 237 m². De woning wordt aangemerkt als bedrijfswoning.
Door de Stichting Scouting Eerbeek is een goede ruimtelijke onderbouwing en een toetsing aan de natuurwetgeving aangeleverd. Wij kunnen instemmen met de voorgenomen uitbreiding. Het gedeelte waar het scoutinggebouw staat met de direct daar omheen gelegen gronden (EHS-verbinding) houdt de bestemming Maatschappelijk. Het terrein daar omheen, dat deel uitmaakt van de EHS-natuur krijgt de bestemming Bos. In bijlage E wordt een maximaal bebouwd oppervlak van 460 m² opgenomen en een maximale goot- en bouwhoogte van 6,0 m en 7,6 m. Deze beoordeling vindt plaats in het kader van een bouwvergunningprocedure. Dit valt buiten het kader van het bestemmingsplan Buitengebied. Nadat het bestemmingsplan is vastgesteld kan een schetsontwerp worden beoordeeld. In bijlage E wordt als maximum bebouwd oppervlakte 460 m² opgenomen. De oppervlakte is aangepast aan de nieuwbouw van het scoutinggebouw.
Nota inspraak en vooroverleg
11.
12.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
J.G.W.H. Baron van Sytzama Postbus 140 6970 AC Brummen Het perceel Buurtweg (Gem. Brummen, sectie P, nr. 365) is in agrarisch gebruik. Omdat voortzetting in de toekomst niet zeker is, wil de indiener dat een mogelijkheid voor woningbouw in het bestemmingsplan wordt opgenomen. De aanwezige boerderij op het perceel Piepenbeltweg 5 staat niet aangeven in het bestemmingsplan.
Het betreft hier een agrarisch perceel, zonder bebouwing. Het toestaan van bebouwing op agrarische percelen is niet aan de orde.
Piepenbeltweg 3 en 5 krijgen de bestemming ‘Landhuis’. Dit conform het bestemmingsplan “Reuversweerd 1995”. In het landhuis (nr.3) zijn 5 wooneenheden toegestaan. Het pand op nr.5 geldt als bijgebouw bij het landhuis. Het agrarisch bedrijf is gevestigd op nr.9. De woning op het perceel Piepenbeltweg 6 Nr. 9 is de dienstwoning bij het agrarisch bedrijf. moet bestemd worden als dienstwoning bij Nr. 6 (aan de overzijde van de weg) is bestemd de boerderij op het perceel Piepenbeltweg 5. voor ‘wonen’. De woning op het perceel Piepenbeltweg 7 Deze woning wordt niet gerekend tot het moet bestemd worden als dienstwoning bij agrarisch bedrijf, maar nr. 7 krijgt de bestemming de boerderij op het perceel Piepenbeltweg 5. ‘Wonen’. De maximale hoogte van silo’s ten behoeve Een hoogte van 3 meter voor mestsilo’s is van mestopslag, max. 3 meter, is te gering inderdaad (te) gering. De maximale hoogte voor een goede bedrijfsvoering. wordt gewijzigd in 4 meter. De maximale hoogte van sleufsilo’s, max. 1,5 Wij maken een onderscheid tussen sleufsilo’s meter, is te gering voor een goede binnen en buiten het bouwperceel. Voor bedrijfsvoering. sleufsilo’s binnen het bouwperceel wordt een maximale hoogte van 2,5 meter opgenomen. Buiten het bouwperceel dient, om landschappelijke redenen, de hoogte beperkt te blijven en wordt de maximale hoogte van 1,5 m gehandhaafd. J. van Schie
[email protected] Verzoek tot wijziging van de bestemming in Na onderzoek (vergunning 14 juli 2006) is Recreatie (R-V of R-K). Delen van de gronden gebleken dat diverse gronden, die nu als behorende bij het kampeerterrein aan de agrarisch bestemd zijn, bestemd moeten Hallseweg 10, zijn bestemd als Agrarisch, worden als recreatie. Dit wordt conform de terwijl deze niet meer als dusdanig in vergunning gewijzigd. gebruik zijn. Deze gronden staan in de kampeervergunning als behorend tot het kampeerterrein benoemd. Verzoek tot wijziging van de bestemming De bestemming van het kampeerterrein als R-V is van de kampeervelden van het correct. Dit houdt namelijk in dat op dit terrein alle kampeerterrein aan de Hallseweg 10 in bebouwde voorzieningen geconcentreerd Recreatie (R-K). Twee van de drie gerealiseerd moeten worden. Naast de kampeervelden hebben de bestemming R-K, voorzieningen zijn er op dit terrein ook het derde kampeerveld heeft de kampeermiddelen toegestaan. De bestemming bestemming R-V. Deze moet gewijzigd R-V is geen belemmering voor de bedrijfsvoering worden in R-K. van het kampeerterrein. Verzoek tot wijziging van de omschrijving in De omschrijving van het ABK-huis wordt in bijlage G. Het ABK-huis wordt in bijlage G als bijlage G veranderd in groepsaccommodatie benoemd. Dit is niet “Verblijfsaccommodatie”. Voor de juist. Het ABK-huis verhuurt voornamelijk 2 duidelijkheid wordt het ABK-huis in bijlage G persoonskamers. De groepsverhuur betreft afzonderlijk opgenomen onder nr. VII. een bescheiden minderheid. Bevat de vermelde 478 m2 (Bijlage G) ook de Het maximaal bebouwd oppervlak in vlak gemeenschappelijke voorzieningen van de aangeduid als R-V bedraagt 478 m², in de vlakken camping? Zoja, dan graag apart vermelden. met R-K is dat gezamenlijk 155 m².
7
Nota inspraak en vooroverleg
13.
14.
15.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
De ondergrond bevat onjuistheden. Er staan op de plankaart twee oude toiletgebouwen weergegeven, die jaren geleden zijn vervangen door een groter gebouw. Tevens staat de kapschuur niet aangegeven op de plankaart. A. Wesselink V.O.F. IJsselstraat 1a 7399 RC Empe Verzoek tot aanpassing van het bouwperceel. Een deel van het bouwperceel (gedeelte voor het huis) dient verplaatst te worden naar de achterzijde van het perceel (achter de stal).
In bijlage G worden de camping en het ABKhuis gesplitst. Camping Hallse Hull blijft nr. III in de lijst, het ABK-huis wordt nr. VII. Als ondergrond is de meest recente GBKNondergrond gebruikt. Ondanks dit kan het voorkomen dat er gebouwen wel of niet opstaan. Genoemde gebouwen zijn verwerkt in het maximaal bebouwd oppervlak. Het oppervlak in bijlage G is met 203 m² vergroot.
Wij blijven op het standpunt dat het ongewenst is om bebouwing aan de andere zijde van de weg te realiseren. Wel wordt in het bestemmingsplan een bepaling opgenomen die het mogelijk maakt om het bouwperceel beperkt te overschrijden. Hierdoor ontstaat er meer flexibiliteit bij uitbreiding van het bedrijf. Graag bevestiging van de opmerking: de Voor teeltondersteunende kassen is een maximum maximale oppervlakte aan ondersteunend oppervlak van 1000 m2 toegestaan, óf het glas van 1000 m2 is voor dit perceel niet van oppervlak van de bestaande aanwezige toepassing, omdat de bestaande vergunning bebouwing of de vergunde oppervlakte. Dit is een totaal oppervlak van 1265 m2 toestaat. geregeld in de overgangsbepalingen van het toekomstige bestemmingsplan. Op het perceel is derhalve een oppervlak van 1265 m2 toegestaan. (nb. overigens betreft het hier geen echter kas, maar een gebouw met gesloten wanden en een glazen dak). Voor alle duidelijkheid wordt in art. 4, lid 2 onder 9, de zinsnede “danwel de bestaande, vergunde oppervlakte” toegevoegd. Voetbalvereniging Oeken M. Romeijn (secretaris) Rhiendersevoetpad 9 6971 GA Brummen Verzoek tot wijziging van de bestemming in Wij signalerende ontwikkeling waarbij zogeheten ‘Maatschappelijk’. Hierdoor kan de Kulturhusen in opmars zijn en in actuele behoeften accommodatie ook voor andere doeleinden voorzien. Op dit moment hebben wij dit nog worden gebruikt in de vorm van een soort onvoldoende in beeld. Evenmin is er binnen de Kulturhus. gemeente beleid aanwezig aangaande deze ontwikkeling. Totdat er beleid is vastgesteld, zal de gemeente hieraan dan ook geen medewerking verlenen. M. Jochems Brummenseweg 10 6961 LR Eerbeek Verzoek tot wijziging van het bouwperceel, Door inspreker is een bouwplan ingediend. Dit voor de realisatie van een ligboxenstal aan bouwplan past niet (geheel) binnen het de westzijde van de woning, conform bouwperceel. Inspreker wil een deel van het bijgevoegde tekening. bouwperceel aan de noordzijde inleveren ten behoeve van uitbreiding aan de westkant, aansluitend aan de daar aanwezige kuilvoerplaten. Op het eerste oog lijkt de plek van de kuilvoerplaten de beste plek voor een nieuwe veestal. Uit overleg met inspreker is gebleken dat onder de kuilvoerplaten een mestkelder aanwezig is. De kosten van verplaatsing hiervan zijn behoorlijk hoog. Er bestaan geen overwegende
8
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
bezwaren om het bouwperceel aan de westzijde iets uit te breiden tegen inlevering aan de noordzijde. Het bouwperceel wordt zodanig aangepast dat het ingediende bouwplan er binnen past. Door inspreker wordt nog een grotere uitbreiding gevraagd. Indien inspreker een dergelijke uitbreiding wenst, dan dient dit nader onderbouwd te worden. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) te vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. 16.
H.G. Assië Blaarweg 2 6964 CH Hall Verzoek tot verruiming van het bouwperceel en advies aan te vragen bij SAAB. Op dit moment is het bouwperceel te klein voor eventuele toekomstige uitbreidingen.
Op 26 maart 2008 heeft SAAB advies uitgebracht. Zij constateert dat hier sprake is van een volwaardig melkrundveebedrijf met voldoende perspectief. SAAB geeft het advies om het bouwperceel in noordelijke richting te vergroten om de gewenste uitbreiding van de ligboxenstal mogelijk te maken. Uitbreiding van de jongveestal in oostelijke richting is mogelijk binnen het bestaande bouwperceel. Het bouwperceel wordt op de plankaart in noordelijke richting uitgebreid. Overigens wordt in de planregels een bepaling opgenomen die een beperkte overschrijding van het bouwperceel mogelijk maakt. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen. De sleufsilo’s aan de noordzijde hoeven niet binnen het bouwperceel te liggen, maar kunnen ook aansluitend gerealiseerd worden.
17. & 75.
Tuincentrum Laag Soeren BV Wim de Vries Eerbeekseweg 14 6957 AN Laag Soeren Verzoek tot het opnemen van een mogelijkheid voor het bouwen van een bedrijfswoning bij het Tuincentrum op het perceel Soerense Zand 17B.
Verzoek tot wijziging van de opmerking ‘nr. 17a: wonen (dit was de voormalige bedrijfswoning van het tuincentrum, deze is jaren geleden verkocht)’. Dit klopt niet, de woning behoorde in het verleden toe aan
9
Wij zijn van mening dat bij een tuincentrum heden ten dage geen dienstwoning noodzakelijk is. Om deze reden is er in het bestemmingsplan hiervoor geen regeling opgenomen, en wil de gemeente ook niet meewerken aan het verzoek. De brieven uit het verleden die aangeven dat dit mogelijk is, hebben geen juridische lading en kunnen derhalve ook niet als reden worden genoemd waarom zou moeten worden meegewerkt aan het verzoek. Dit is overeenkomstig het besluit van burgemeester en wethouders (sept. 2007) op het eerder ingediende bezwaar. (NB. tegen dit besluit is beroep ingesteld bij de rechtbank). De opmerking wordt veranderd in: dit was de voormalige bedrijfswoning van het hoveniersbedrijf op Soerense Zand 17b (deze is jaren geleden verkocht).
Nota inspraak en vooroverleg
18.
19.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
het Hoveniersbedrijf Meeuwis de Vries op adres Soerense Zand 17b. Nr. 17a heeft nooit een bedrijfswoning gehad. Verzoek tot wijziging bijlage a, nr. 32 in 1848 Nader onderzoek heeft uitgewezen dat er m2 ipv 1305 m2. inderdaad 1848 m2 aan bebouwing aanwezig is. Dit wordt gewijzigd in bijlage A. De ruimtelijke inzichten zijn in de afgelopen jaren Verzoek tot verruiming van de uitbreidingsmogelijkheden. In het vigerende veranderd, zowel bij provincie als gemeente. Nietbp was het mogelijk tot 4000 m2 te bouwen agrarische bedrijven horen eigenlijk niet thuis in en in het nieuwe bp is dit nog maar 1848m2 het buitengebied. Bovendien willen we voorkomen dat er een verdergaande + 10%. Volgens de landelijke richtlijnen tuincentra is een bebouwde oppervlakte van schaalvergroting van de bestaande bedrijven plaatsvindt. Om die reden is voor alle niet4000m2 nodig voor een rendabele agrarische bedrijven is een 10%exploitatie in de toekomst. uitbreidingsregeling opgenomen in het bestemmingsplan. Aan grotere uitbreidingen kunnen wij eventueel pas medewerking verlenen als u kunt aantonen dat daar een bedrijfseconomische noodzaak voor is. De plannen dienen in dat geval vergezeld te gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing, waarin ook de (milieu)effecten van de uitbreiding op de omgeving worden betrokken. Op basis van dit verzoek wordt gekeken of er medewerking kan worden verleend door middel van een planherziening. Verzoek tot wijziging van de opmerking nr. De gemeente heeft besloten om binnen het 6d van de nota van wijzigingen. De bouw buitengebied één lijn te trekken wat betreft de van een dienstwoning of de uitbreiding van uitbreidingsmogelijkheden. De ligging van de het bedrijf zorgt niet voor verstening van het locatie is daarbij niet van belang. Wij kunnen en buitengebied, omdat het bedrijf gelegen is willen niet in individuele gevallen van deze lijn tegen de kern Laag-Soeren en dus zorgt voor afwijken. een aansluiting met de kern. J. Hammink Troelstralaan 38 6971 CS Brummen Verzoek om een woonhuis te bouwen op het Met uitzondering van woningsplitsing maakt het perceel kadastraal bekend als gemeente bestemmingsplan het realiseren van nieuwe Brummen, I-198, gelegen aan de woningen niet mogelijk. Op die wijze willen wij Cortenoeverseweg, op basis van de rood een verdere verstening van het buitengebied voor rood regeling uit de nota ‘beoordeling tegengaan. Wij zien dan ook geen aanleiding om woningbouw of recreatie-initiatief’. een woonbestemming op te nemen. Overigens is het verzoek al eerder afgewogen en afgewezen (zie nota: beoordeling bouw- en recreatieinitiatieven). G. Lensink en M.M. Lensink-Ladage Boerenstraat 24 6961 KC Eerbeek Verzoek tot verruiming van de regels voor Wij zijn van mening dat de opgenomen regeling vervangende nieuwbouw. De indiener geeft voor vervangende nieuwbouw voldoende hiervoor 4 mogelijke alternatieven: mogelijkheden biedt om een redelijke oppervlakte 1. permanente vrijstelling van artikel 15 lid terug te kunnen bouwen. 8, voor het perceel; Daarnaast willen we erop wijzen dat er altijd de 2. wijzigen van de bestemming in mogelijkheid bestaat om bestaande gebouwen te agrarisch, incl. het verstrekken van een renoveren en op te knappen, waarmee de WM-vergunning; bestaande oppervlakte aan gebouwen 3. toestemming verlenen voor het bouwen gehandhaafd kan blijven. van een tweede woning, ter vervanging van 500 m2 aan bijgebouwen; Ten aanzien van functieverandering (bouw van
10
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
een nieuwe woning in ruil voor sloop) voeren wij vooralsnog een terughoudend beleid. In de ROV ‘Ligt op groen’ is gesteld dat wij per geval maatwerk willen leveren en dat de gemeenteraad zich hierover moet uitspreken.
4.
het uitvoeren van een planschaderegeling in verband met vermogens schade. Alternatief 3 heeft de voorkeur van de indieners van de zienswijze.
Overigens is het betreffende perceel ook in het vigerende plan bestemd voor wonen. Eventuele planschade is derhalve niet aan de orde. 20.
B. Uiterweerd Elzenbosweg 10 6971 JM Brummen Verzoek tot verplaatsing en verruiming van het bouwperceel van het perceel Elzenbosweg 10, conform bijgevoegde tekening. Hierdoor wordt het mogelijk om het bedrijf uit te breiden met een stal voor 1600 vleesvarkens.
Verzoek tot verruiming van het bouwperceel van het perceel Weg door de plas 14a, conform bijgevoegde tekening. Inspreker wil hier 3 loodsen bouwen voor machines en/of caravansopslag.
21.
Wij zijn van mening dat er binnen het bouwperceel voldoende ruimte is voor uitbreiding. Indien u van mening bent dat dit niet voldoende is, dan dient u dit nader te onderbouwen. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. Overigens wordt in de planregels een bepaling opgenomen die een beperkte overschrijding van het bouwperceel mogelijk maakt. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen. De gemeente is van mening dat er binnen het bouwperceel voldoende ruimte is voor uitbreiding. Indien u van mening bent dat dit niet voldoende is, dan dient u dit nader te onderbouwen. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. Overigens wordt in de planregels een bepaling opgenomen die een beperkte overschrijding van het bouwperceel mogelijk maakt. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen. Overigens zijn wij niet bereid om het bouwperceel te vergroten voor nietagrarische activiteiten, zoals een caravanstalling. Op basis van een negatief advies van SAAB hebben wij het verzoek eerder al afgewezen. Wij zien dan ook geen reden om de kavel te splitsen.
Verzoek tot het realiseren van een woning op het perceel Weg door de plas 14a, op basis van een rood voor rood regeling, en de kavel te splitsen. W.A.M. Ottink ‘t Zaaibroek 1a 6964 BP Hall Verzoek tot vergroting van het bouwperceel Het bouwperceel is in het kader van de naar 1.5 ha. voorinspraak al vergroot tot 1 ha. Gelet op de eerdere beperkte omvang was dit ons inziens gerechtvaardigd. Voor het vergroten van het bouwperceel tot 1,5 ha dient een nadere onderbouwing ingediend te worden. Dit kan door, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) aan te vragen. Indien dit advies positief is en het verzoek ruimtelijk goed inpasbaar is, kan medewerking
11
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
worden verleend aan het verzoek. 22.
23.
24.
Hoeve Anna-Bella W.L. Koeman Blokdijk 11 1608 HH Wijdenes Verzoek tot aanpassing van het bestemmingsplan aan het geldende beleid zoals verwoord in het Streekplan en in ‘Ligt op groen’. Dit houdt in dat nieuwvestiging op nieuwe agrarische bouwpercelen mogelijk moet zijn d.m.v. een artikel 11 WRO procedure.
Ph. J. van Dulken ’t Zaaibroek 11 6964 BP Hall Verzoek tot aanpassing van het bestemmingplan. De woning op nr. 11a (sinds kort genummerd 13) is aangeduid als recreatiewoning. Deze woning staat in de WOZ geregistreerd als woning. Hierdoor dient deze woning als woning bestemd te worden. Verzoek tot wijziging van de plankaart. Op de plankaart staat een schuur aangeduid als woning. Op de bijgevoegde tekening is de woning aangewezen. Fam. Veeneman Soerense Zand Zuid 19-23 6961 RA Eerbeek Verzoek tot wijziging van de bestemming in Agrarisch (nr. 19) met 2 dienstwoningen (nr. 21 en nr. 23) Verzoek tot vergroting van het bouwperceel tot 1 ha.
25. De heer de Breij & Lendeweg 8b 138. 6964 CK Hall Verzoek tot opnemen van de sloot, die gelegen is naast de weg langs het aangrenzende perceel.
In de afgelopen jaren zijn reeds vele agrarische bedrijven beëindigd en naar verwachting zal deze trend verder doorzetten. Dat betekent dat veel agrarische bouwpercelen in het gebied vrijkomen. Wij hebben daarom de keuze gemaakt geen nieuwe bouwpercelen in het buitengebied toe te laten. Overigens is het voor de gemeente mogelijk voor haar eigen grondgebied, binnen de kaders van het streekplanbeleid, haar eigen beleid te formuleren als zij van mening is dat dit ten goede komt aan een goede ruimtelijke ordening. Dat is bij deze keuze het geval.
Na nader onderzoek is gebleken dat de opmerking correct is. Nummer 11 en nummer 13 zijn beide woningen. De percelen worden samen bestemd als 2W.
Het betreft de aanduiding van de recreatiewoning. Omdat dit, zoals hierboven vermeld, een woning blijkt te zijn, verdwijnt de aanduiding van de plankaart.
De planregels worden aangevuld met een regeling dat het bestaande aantal bedrijfswoningen het maximaal toegestane aantal is. Nieuwe bedrijfswoningen kunnen alleen na ontheffing worden toegelaten. De ruimte binnen het bouwperceel is inderdaad beperkt. Hoewel wij beseffen dat uitbreiding van het aantal dierplaatsen hier niet mogelijk is (het betreft een intensieve veehouderij in het extensiveringsgebied, bovendien grenzend aan een Natura 2000-gebied) wordt het bouwperceel toch in oostelijke richting iets vergroot, maar minder dan 1 ha. Binnen het bouwperceel staan immers niet alleen stallen, maar dient ook de ruimte te worden geboden voor andere voorzieningen als de stalling van werktuigen en opslag. Ook een vergroting van de stalruimte vanwege dierwelzijnseisen kan aan de orde zijn.
Op de plankaart zijn alleen de A-watergangen opgenomen die in beheer zijn bij het waterschap. Andere (kleinere) watergangen zijn niet
12
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
afzonderlijk bestemd, maar wel mogelijk binnen de diverse bestemmingen. Verzoek tot wijziging van de verkaveling op Als ondergrond is de meest recente GBKNde plankaart. De verkaveling van de percelen ondergrond gebruikt. Overigens heeft de is jaren geleden veranderd. ondergrond geen juridische betekenis. Wij zien geen aanleiding om de ondergrond aan te passen. Verzoek tot het opnemen van de aanwezige Wij kunnen niet achterhalen welke kas wordt kas op de plankaart binnen de bestemming. bedoeld. Overigens maakt het niet uit of de bebouwing wel of niet op de ondergrond staat. Bebouwing, waaronder kassen, is toegestaan binnen het agrarisch bouwperceel. Welke gevolgen heeft het bos met natte Het beheer van het grondwaterpeil is de natuurwaarden (gelegen achter het perceel) verantwoordelijkheid van het waterschap Veluwe. voor de grondwaterstand? In haar beheer houdt het waterschap rekening met deze natte natuurwaarden. De verwijzing naar de nummers die op de Op de verklaring bij de plankaarten zal dit plankaart staan aangegeven voor intensieve verduidelijkt worden. veehouderij zijn niet duidelijk. Nr. 8 wordt bestemd voor ‘wonen’, nr. 8b is het Verzoek tot vergroting en verandering van agrarisch bedrijf. De plankaart wordt hierop het bouwperceel, conform tekening. Het huidige bouwperceel gaat over het huis van aangepast. de buren. Ook de vorm van het bouwperceel kan worden gewijzigd, echter niet zo diep als is voorgesteld. Wij zijn van mening dat, met het voorgestelde bouwvlak, voldoende ruimte is voor uitbreiding van het bedrijf. Indien u van mening bent dat dit niet voldoende is, dan dient u dit nader te onderbouwen. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. Overigens wordt in de planregels opgenomen dat een beperkte overschrijding van het bouwperceel is toegestaan. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen. Rechts van de woning loopt een 50kV lijn, die De bovengrondse hoogspanningsleiding bestaat verder niet op de kaart is aangegeven. niet meer. De leiding is, iets meer naar het westen, ondergronds gelegd. Verzoek tot wijziging van het dubbele In 2005 is een wijzigingsplan (ex art. 11 WRO) bouwperceel van het perceel Lendeweg 6a. vastgesteld voor de bouw van een 2e Dit perceel heeft aan de overzijde van de bedrijfswoning voor Lendeweg 6a. Op 18 maart weg (deel 2 bouwperceel) geen bebouwing. 2008 is een bouwvergunning verleend. Om deze reden wordt er geen medewerking verleend aan uw verzoek. Verzoek tot wijziging van de toelichting. Het Het gebied is in het Streekplan aangemerkt als een ‘aangewezen gebied’ op blz. 33 is een ecologische verbindingszone. Binnen deze zones zoekgebied en geen Ecologische zijn bestaande natuurelementen aanwezig èn Verbindingszone. wordt gezocht naar mogelijkheden voor nieuwe natuur om de betekenis als ecologische verbinding te versterken. Verzoek tot verwijdering van de bufferzone, De hydrologische bufferzone is aangegeven op die op delen van zijn perceel is aangegeven. plankaart 2 met als doel de bescherming van natte natuurwaarden. Ingrepen die de waterhuishouding beïnvloeden zijn daarvoor aanlegvergunningplichtig gesteld. Wij kunnen hier geen uitzonderingen voor maken. Overigens geldt de aanlegvergunningplicht niet binnen het
13
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Verzoek tot verwijdering van het waterelement op de kaart bij de bijlage ’kaart waardering bos- en natuurterreinen’ (links boven het perceel). Deze is niet aanwezig. Vraag of er een 2e bedrijfswoning mogelijk is binnen de huidige bedrijfsvoering.
Vraag of het mogelijk is voor dit perceel een nevenactiviteit op te nemen in bijlage A.
26.
27.
28.
WK Eerbeek W.J. Wensink & M. Wensink – Verbeek Apeldoornseweg 7 6961 KV Eerbeek Verzoek tot verruiming van de uitbreidingsmogelijkheid van het bedrijf. Door de nieuwe 10%-regeling worden de bestaande uitbreidingsmogelijkheden sterk beperkt.
E.H. Wunderink Dorpsstraat 20 6964 AB Hall Verzoek tot uitspraak betreffende de aanvraag voor het realiseren van een gewone camping op het perceel Pongeweg 16 (brief d.d. 21 februari 2006, kenmerk 06000767). W. Breukink & W.G. Wijma-Breukink Cortenoeverseweg 121 6971 JL Brummen Verzoek tot wijziging van de definitie nevenactiviteit. De manege bij het agrarisch bedrijf is bestemd als nevenactiviteit, terwijl deze in economische zin niet een ondergeschikte functie is. De manege dient opgenomen te worden in de hoofdbestemming. Het verplaatsen van de buitenrijbaan moet mogelijk blijven, conform het vigerende
14
agrarisch bouwperceel. Het waterelement zal van de kaart worden verwijderd. Overigens betreft dit een inventarisatiekaart, welke geen juridische betekenis heeft. Een 2e bedrijfswoning is alleen mogelijk als daar een bedrijfsmatige noodzaak voor is. Om dit te beoordelen wordt, via de gemeente, een advies gevraagd aan SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen). Hier zal bedoeld worden bijlage B (bijlage A betreft de niet-agrarische bedrijven). In bijlage B zijn alleen de bestaande en vergunde activiteiten opgenomen. Voor nieuwe activiteiten zal eerst een ontheffing moeten worden aangevraagd.
De ruimtelijke inzichten zijn in de afgelopen jaren veranderd, zowel bij provincie als gemeente. Nietagrarische bedrijven horen eigenlijk niet thuis in het buitengebied. Bovendien willen we voorkomen dat er een verdergaande schaalvergroting van de bestaande bedrijven plaatsvindt. Om die reden is voor alle nietagrarische bedrijven is een 10%uitbreidingsregeling opgenomen in het bestemmingsplan. Aan grotere uitbreidingen kunnen wij eventueel pas medewerking verlenen als u kunt aantonen dat daar een bedrijfseconomische noodzaak voor is. De plannen dienen in dat geval vergezeld te gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing, waarin ook de (milieu)effecten van de uitbreiding op de omgeving worden betrokken. Op basis van dit verzoek wordt gekeken of er medewerking kan worden verleend door middel van een planherziening.
Aan de initiatiefnemer is gevraagd op nadere gegevens aan te leveren (brief d.d. 31-01-2008). Het verzoek wordt afzonderlijk behandeld.
Het perceel is per abuis bestemd als woning. Dit moet een agrarisch bouwperceel zijn. Wij beschouwen de manege niet als hoofdfunctie. In bijlage B is aangegeven dat een manege bij het agrarisch bedrijf is toegestaan, met het toegestane bebouwde oppervlak ten behoeve van deze functie. Het verplaatsen van de buitenrijbaan is mogelijk door middel van een ontheffing. De
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
bestemmingsplan 1982. Verzoek tot handhaving van de bestaande goothoogte en nokhoogte.
29.
30. & 68.
31.
32.
T. Eijckelhoff Weg over het Hontsveld 12 7399 KJ Empe Verzoek tot vergroting van het bouwperceel aan de westzijde, in verband met omliggende percelen, de aanwezigheid van kuilplaten en eventuele uitbreidingsplannen.
J.P. Teunissen Coldenhovenseweg 68 6961 EE Eerbeek Verzoek tot wijziging van de bestemming van het perceel Coldenhovenseweg 95 als Paardenstal én Recreatiewoning.
ontheffingsprocedure biedt de mogelijkheid om te kunnen beoordelen of de buitenrijbak op deze plaats goed ruimtelijk ingepast wordt. Om landschappelijke redenen is de maximale hoogte voor gebouwen gesteld op 10 meter. Wij zien geen bedrijfsmatige noodzaak om de hoogte aan te passen. Indien de bestaande gebouwen reeds hoger zijn, dan geldt deze hoogte als maximum.
In het kader van de voorinspraak is het bouwperceel al aan de oostzijde vergroot. Wij zijn van mening dat het bouwperceel nu voldoende ruimte voor uitbreiding biedt. In het bestemmingsplan wordt een bepaling opgenomen die een beperkte overschrijding van het bouwperceel mogelijk maakt. Hierdoor ontstaat er meer flexibiliteit bij uitbreiding van het bedrijf.
De paardenstal op het perceel is positief bestemd op basis van het overgangsrecht. Het pand voldoet niet aan de voorwaarden voor een bestemming als “Recreatiewoning”. De voorwaarden zijn beschreven in de Nota van wijzigingen (oktober 2007). Er is nooit sprake van geweest dat de opstal gebruikt zou mogen worden als recreatiewoning. Maakt bezwaar tegen de bestemming BO op Inspreker verwijst naar kaartjes die op p. 8 en 15 de voormalige stortplaatsen tussen de van de toelichting zijn opgenomen. Deze zijn Coldenhovenseweg en Doonweg. Stukken afkomstig uit het streekplan. De bestaande zijn genoemd als zoekzone Wonen-Werken. papierfabriek is op de ondergrond van de Verzoek om ook het perceel streekplankaart opgenomen als “bebouwd gebied Coldenhovenseweg 95 op te nemen in de 2000”. Er is geen sprake van een zoekzone wonenzoekzone wonen-werken. werken. Maatschap A.J. en J.W. Breukink Cortenoeverseweg 117 6971 JL Brummen Verzoek tot het vergroten van het Akkoord. De gemeente heeft een positief advies bouwperceel in verband met toekomstige van SAAB ontvangen, en zal medewerking uitbreiding. verlenen aan het verzoek. De vergroting van het bouwperceel wordt opgenomen op de plankaart. R. Schouten Hoevesteeg 1 6975 AE Tonden Verzoek tot het opnemen van het bestaande Indien dit gaat over de garage aan de Weg over ’t garagebedrijf op de plankaart. Hondsveld 5, kan het volgende gemeld worden: Voor de garage wordt een persoonsgebonden beschikking afgegeven. Dit houdt in dat de garage gedoogd wordt, maar niet opgenomen in het bestemmingsplan als garage. De woonbestemming blijft in het bestemmingsplan gehandhaafd, en er zal niet handhavend worden opgetreden tegen de garage. Overige opmerkingen. Aangezien deze opmerkingen erg vaag
15
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
geformuleerd waren, hebben wij besloten om een algemeen antwoord te geven. Indien u antwoord wilt op specifieke vragen, dan kunt u contact opnemen met dhr. Otten van de gemeente Brummen. Deze kan eventueel door middel van een gesprek uw vragen beantwoorden. Op het perceel Hoevesteeg 1 rust een agrarische bouwperceel, omdat er een milieuvergunning geldt voor het perceel. In werkelijkheid is op het perceel een timmerbedrijf gevestigd. Dit is in strijd met (ook) het (geldende) bestemmingsplan. Er loopt momenteel een handhavingszaak. Legalisatie is niet mogelijk, omdat het bestemmingsplan niet voorziet in wijzigingsbevoegdheid voor een timmerbedrijf. Wij zijn van mening dat dit bedrijf thuishoort op een bedrijventerrein en niet binnen het buitengebied. Eventuele uitbreidingsmogelijkheden zijn derhalve ook niet toegestaan voor het bedrijf. 33.
34.
A.W.M. Jurrius Harderwijkerweg 4 6961 GJ Eerbeek Verzoek tot vergroting van het bouwperceel i.v.m. toekomstige uitbreidingen.
G. van Zadelhoff Tondensestraat 4 6975 AB Tonden Verzoek tot vergroting van het bouwperceel tot 1,5 ha.
16
Het huidige bouwperceel heeft reeds een omvang van 1,5 ha. Dit is de maximale maat die wij hanteren in dit bestemmingsplan. Binnen het bouwperceel is nog ruimte voor uitbreiding. Wij zijn ons ervan bewust dat de ruimte gebruikt wordt voor zowel het agrarisch bedrijf als het loonwerkbedrijf. Er kan, via de gemeente een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) worden gevraagd. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. Overigens wordt in de planregels opgenomen dat een beperkte overschrijding van het bouwperceel is toegestaan. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen.
Wij zijn van mening dat binnen het bouwperceel nog voldoende ruimte is voor uitbreiding van de bedrijfsgebouwen. Indien u van mening bent dat een vergroting van het bouwperceel wel noodzakelijk is, dan dient u dit nader te onderbouwen. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. Overigens wordt in de planregels een bepaling opgenomen die een beperkte overschrijding van het bouwperceel mogelijk maakt. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen.
Nota inspraak en vooroverleg
35.
36.
37.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
B.H.J. Roodink Kanaal Zuid 491 7371 GL Loenen Verzoek tot het veranderen van de bestemming Agrarisch in Recreatie met een bouwblok van 5 bij 10 meter op de locatie Zilvensebroekweg 16, plaatselijk bekend als Jaagpad 1 of Lendeweg ongenummerd. J.G. de Jonge-Meijering Karbouwstraat 53 1402 VB Bussum Verzoek tot het toevoegen van een woonbestemming op het perceel Cortenoeverseweg 66. Hiervoor is al een artikel 19 WRO-procedure in gang gezet. Stichting Hogenenk Tav P.J.A.M. Moerkens Hogenenk 17 6971 JP Brummen Er moet meer ruimte komen voor functies en maatregelen die gericht zijn op de waterkwaliteit.
Het bestemmingsplan met het bestemmingsvlak wonen geeft teveel vrijheid aan burgerbebouwing, met aantasting van het open afwisselende agrarisch landschap als gevolg.
Er staan veel woningen als agrarisch bestemd, en veel agrarische percelen als woningen bestemd.
Percelen met een hobbymatig agrarisch gebruik zouden als aparte categorie aangegeven moeten worden.
Ingrijpende zaken, zoals het realiseren van paardenbakken, zouden met een wijzigingsprocedure geregeld moeten worden en niet middels een ‘gemakkelijke’ vrijstellingsprocedure.
17
In het verleden is dit verzoek al meerdere malen afgewezen. De aanvraag om een bouwvergunning voor een recreatiewoning is in januari 2008 ingetrokken. Het pandje is inmiddels verwijderd en er is dus geen aanleiding voor een recreatieve bestemming.
Akkoord. Het college heeft besloten te willen meewerken aan het verzoek. Er wordt een woonbestemming opgenomen op de plankaart.
Het bestemmingsplan is niet het geschikte instrument om actief de waterkwaliteit te verbeteren. Het plan biedt wel de ruimte om, bijvoorbeeld binnen de bestemming ‘Water’ maatregelen te kunnen nemen. Daarnaast staat het plan geen functies toe die schadelijk kunnen zijn voor de waterkwaliteit. Verbetering van de waterkwaliteit is een thema dat nader uitgewerkt zal worden in het Waterplan dat samen met het waterschap zal worden opgesteld. Bij het intekenen van de bestemmingsvlakken voor ‘Wonen’ is de kadastrale ondergrond gehanteerd. Er worden maximale maten gehanteerd voor de oppervlakte van de woning en bijgebouwen. Dit, tezamen met het gegeven dat er geen nieuwe woningen mogen worden toegevoegd, zorgt voldoende voor het tegengaan van de verstening van het buitengebied. Alle bedrijven die een milieuvergunning hebben of onder de werking van de AMvB vallen, zijn bestemd als een agrarisch bedrijf. Het kan zijn dat hier geen bedrijfsactiviteiten meer worden uitgeoefend. Echter, ruimtelijk en milieuhygiënisch bestaat die mogelijkheid wel. Er zijn geen agrarische bedrijven als woning bestemd, terwijl deze nog als bedrijf in gebruik zijn. Indien u specifieke gevallen weet, dan kunt u deze doorgeven aan de gemeente. Hobbymatig gebruik van de gebouwen kent geen eigen bestemming. In de planregels is wel opgenomen dat hobbymatig gebruik van de agrarische gronden is toegestaan. In de begrippen wordt aangegeven wanneer iets hobbymatig is (kleiner dan 12 Nge). Ook aan een ontheffingsprocedure (voorheen vrijstelling) zijn criteria gekoppeld. Ook hier wordt een gedegen afweging gemaakt, voordat er ontheffing verleend wordt, waarbij onder meer de landschappelijke inpassing wordt betrokken.
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
38. Dhr. Spee & 94 Den Broekweg 1 6971 LT Brummen Verzoek tot het bestemmen van de percelen Oude Eerbeekseweg 21 en Den Broekweg 1 te Brummen overeenkomstig het feitelijke gebruik. 39.
40.
41. 42.
43.
Dhr. J.W. Heus en mevr. A.M. Elings Soerense Zand 27 6961 RA Eerbeek Verzoek tot verruiming van het bepaalde in artikel 15 lid 2a sub 8. Bij vervanging van bestaande bebouwing mag maximaal 150 m2 teruggebouwd worden. Dit is te weinig gezien de situatie ter plaatse. Familie de Bruin Tondensestraat 22 6975 AC Tonden Verzoek tot verwijdering van de aanwijzing Natte Natuur op het perceel grenzend aan het agrarisch bedrijf op de locatie Tondensestraat 22. Deze aanwijzing heeft nadelige gevolgen voor de bedrijfsvoering. Enzerink Transport B.V. Tav G. Enzerink Plagweg 14 7399 RN Empe Verzoek tot wijziging van de omschrijving van het bedrijf in Bijlage A, nr. 26. De omschrijving moet zijn ‘vee- en overig transport in de ruimste zin des woords’, zoals ook in het register van de KvK is opgenomen.
Papierfabriek Coldenhove BV Tav W.A. Sanders D.W. van Vreeswijklaan 4/6 6961 LG Eerbeek
18
Beide percelen zijn bestemd voor ‘wonen’. Op basis van de aangeleverde informatie en de bij ons bekende gegevens is er geen aanleiding om deze percelen een bedrijfsmatige bestemming te geven.
In dit geval pakt de regeling ongunstig uit, omdat er één groot gebouw aanwezig is van 960 m². Overigens bestaat er natuurlijk altijd de mogelijkheid om bestaande gebouwen te renoveren of (gedeeltelijk) te vernieuwen, waarmee de bestaande oppervlakte aan gebouwen gehandhaafd kan blijven.
Dit is nader onderzocht en de bestemming Natte Natuur is terecht. Wij zijn van mening dat deze aanwijzing geen nadelige gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van het aangrenzende bedrijf.
Er wordt geen medewerking verleend aan dit verzoek. Oorspronkelijk betreft het hier een veetransportbedrijf met een duidelijke relatie met de agrarische sector. De activiteiten zijn echter verschoven naar gewoon transport. Dit is in strijdt met het (ook het geldende) bestemmingsplan. Wij achten deze locatie niet geschikt voor een transportbedrijf. Het betreft hier een handhavingszaak. Voor de bestemming is de omschrijving in het KvK register niet relevant.
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Voor niet-agrarische bedrijven in het buitengebied geldt een 10%-uitbreidingsregeling. Wij zijn ons ervan bewust dat het bestemmingsplan Buitengebied uit 1982 in sommige gevallen ruimere uitbreidingsmogelijkheden bood. De omvang van de papierfabriek is zodanig dat hier maatwerk is vereist. Gelet op de ligging in een EHS- en Natura 2000-omgeving zullen dan ook de effecten van een mogelijke uitbreiding op de omgeving betrokken moeten worden. Een planherziening is dan het geëigende instrument. Voor de papierfabriek wordt een afwijkende hoogte opgenomen in bijlage A. De hoogte die opgenomen wordt bedraagt 15 meter. Een deel van de gronden voor de uitbreiding Er is tegen de herbegrenzing van de EHS een vallen binnen de EHS. Herbegrenzing van de zienswijze ingediend bij de provincie. Wij wachten af wat de provincie hierover beslist. EHS is gewenst. Hiervoor zijn ook al gesprekken geweest met de provincie. De bouwregels voor woningen zijn geen Inperking van de bestaande beperking vergeleken met de regeling in het bouwmogelijkheden voor woningen, t.o.v. vigerende bestemmingsplan. het vigerende bestemmingsplan, is ongewenst. Het bos gelegen op de gronden van de De bestemming BO-N is na onderzoek terecht papierfabriek is nu bestemd als bos en is in opgenomen. Het bos bezit natuurwaarden, gebruik voor de nevenactiviteit houtteelt. waarmee rekening dient te worden gehouden. Door de nieuwe bestemming Bos met In de bestemmingomschrijving van de natuur- en landschapswaarden is deze bestemming Bos staat beschreven dat de nevenfunctie niet meer mogelijk. bestemming BO dient voor de houtproductie en Handhaving van de nevenfunctie houtteelt de bescherming van natuur- en en aanpassing van de bestemming is landschapswaarden, en de bestemming BO-N voor gewenst. de instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden en daaraan ondergeschikt houtproductie. Binnen de bestemming BO-N is houtteelt dus toegestaan, indien dit ondergeschikt blijft. In het aanlegvergunningstelsel wordt opgenomen dat er voor werkzaamheden die behoren tot normaal onderhoud en/of plaatsvinden in het kader van natuur- en bosbeheer niet aanlegvergunningplichtig zijn. De zone van 15 meter langs de Eerbeekse Wij staan open voor de eventuele verlegging van Beek, die over het bouwperceel loopt is de beek. Dit kan niet binnen dit bestemmingsplan ongewenst. Deze zone beperkt de geregeld worden maar wel door middel van een bebouwingsmogelijkheden van het bedrijf. herziening. Overigens is het niet onmogelijk om op Eventuele verplaatsing van de loop van de dit terreindeel te bouwen, mits er overleg is beek is bespreekbaar. gevoerd met en toestemming is van de waterbeheerder. Landgoed Grootmoeshul B.V. Hoofdweg 93 7371 AG Loenen Verzoek tot wijziging van de bestemming De bestemming BO-N is na onderzoek terecht BO-N (Bos met natuurwaarden) in de opgenomen. In de bestemmingomschrijving van bestemming BO (Bos). De bestemming BO-N de bestemming Bos staat beschreven dat de belemmert de voortzetting van het huidige bestemming BO dient voor de houtproductie en gebruik. de bescherming van natuur- en landschapswaarden, en de bestemming BO-N voor de instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden en daaraan ondergeschikt houtproductie. Binnen de bestemming BO-N is normaal onderhoud en beheer toegestaan. In het Verzoek tot verruiming van het bouwperceel voor de realisatie van een uitbreiding met een oppervlakte van circa 4400 m2. Binnen het vigerende bestemmingsplan is het wel mogelijk. Het vigerende plan bood daarnaast een hogere maximale bouwhoogte dan de nu opgenomen 9 meter.
44.
19
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
aanlegvergunningstelsel wordt opgenomen dat er voor werkzaamheden die behoren tot normaal onderhoud en/of plaatsvinden in het kader van natuur- en bosbeheer (of regeling ten behoeve van landgoederen-bosbeheer) niet aanlegvergunningplichtig zijn. 45.
46.
47.
48. & 83.
Fortis Vastgoed B.V. Tav E. Schurer Postbus 2007 3500 GA Utrecht Verzoek tot wijziging van de bestemmingen BO-N en BO-NN op de landgoederen De Engelenburg, De Kievit en De Wildbaan in BO. De bestemmingen BO-N en BO-NN belemmeren de voortzetting van het huidige gebruik op de landgoederen.
J. Wensink Voorstondensestraat 15 6964 CD Hall Verzoek tot wijziging van de bestemming A voor de gronden behorende bij de tuin van het perceel (rondom de vijver) in de bestemming W. De aanwezige schuur op de gronden behorende bij het perceel staat niet aangegeven op de plankaart.
De bestemming BO-N is na onderzoek terecht opgenomen. In de bestemmingomschrijving van de bestemming Bos staat beschreven dat de bestemming BO dient voor de houtproductie en de bescherming van natuur- en landschapswaarden, en de bestemming BO-N voor de instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden en daaraan ondergeschikt houtproductie. Binnen de bestemming BO-N is normaal onderhoud en beheer toegestaan. In het aanlegvergunningstelsel wordt opgenomen dat er voor werkzaamheden die behoren tot normaal onderhoud en/of plaatsvinden in het kader van natuur- en bosbeheer (of regeling ten behoeve van landgoederen-bosbeheer) niet aanlegvergunningplichtig zijn.
De plankaart wordt conform het verzoek gewijzigd.
Het is mogelijk dat niet alle gebouwen op de GBKN-ondergrond staan. De ondergrond wordt ook niet aangepast. Wel wordt het bestemmingsvlak zodanig aangepast dat de schuur binnen de bestemming ‘Wonen’ valt. Verzoek tot wijziging van de bestemming Er is geen sprake van een agrarisch bedrijf. De van de woning, de schuur en de weilanden in bestemming blijft ‘Wonen’. agrarisch bedrijf. Indien u van mening bent dat er wel sprake is van een agrarisch bedrijf, dient u dit aan te tonen. Dit kan door, via de gemeente, een advies te vragen bij SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen. Natuurmonumenten Zie de beantwoording van de vooroverlegreacties T.a.v. W.C. Knol onder nr. 2 (eveneens van Natuurmonumenten). Postbus 9955 1243 ZS ‘s-Graveland H.B.U. Exploitatie B.V. (48) Zwaardvegerstraat 288 8043 DZ Zwolle Hupkes Beheer Dieren B.V. (83) gevestigd te Dieren In de Bijlage A nr. 9 staat het bedrijf op de locatie Hallseweg 23/25 omschreven als ‘Houtveredelingsbedrijf, houtconserveringsbedrijven met
De genoemde activiteiten, voor zover ze zijn opgenomen in de milieuvergunning, passen binnen de in het bestemmingsplan opgenomen omschrijving. Aanpassing van de omschrijving is
20
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
creosootolie’. Passen de volgende werkzaamheden hierbinnen: bewerken van hout zoals zagen, schaven, het anderszins bewerken, assembleren, opslag en het impregneren van hout? Zoniet, dan moet de omschrijving aangepast worden. Is het correct dat de oorspronkelijke verdeling van het terrein in opslag en bebouwing is komen te vervallen?
49. & 139
De plankaart wordt aangepast. Er wordt onderscheid gemaakt in het bestemmingsvlak en het bouwvlak, overeenkomstig het vigerende plan. Verzoek tot wijziging van de goothoogte in 9 Voor bedrijfsgebouwen in het buitengebied geldt m. algemeen een maximale goot- en bouwhoogte van 6 resp. 10 meter. Deze hoogten blijven gehandhaafd. Voor niet-agrarische bedrijven in het buitengebied Verzoek tot het wijziging van het maximaal geldt algemeen een 10%-uitbreidingsregeling. Wij te bebouwen oppervlak in bijlage A nr. 9 in zijn niet bereid hiervan af te wijken. 10.000 m2. Verwezen wordt naar Voor uitbreiding van bebouwing of overkappingen toezeggingen die in het verleden zijn (al dan niet noodzakelijk vanuit milieuoogpunt) is gedaan. ook in het verleden geen procedure gevoerd. In verband met plannen voor het gebruik Dit betreft een aanmerkelijke verandering en maken van het terrein door Hupkes Beheer, uitbreiding van het bedrijf. Dit kunnen wij niet dient het maximaal te bebouwen zomaar opnemen in dit bestemmingsplan, maar oppervlakte vergroot te worden tot 5.000m2. vraagt om een eigen afweging, waarbij ook de effecten op de omgeving worden betrokken (b.v. natuur, milieu, verkeer). Indien wordt besloten dat hieraan medewerking kan worden verleend, is een planherziening het geëigende instrument om de ontwikkeling mogelijk te maken. Op de plankaart staan geen De plankaart wordt zodanig aangepast dat er bebouwingsgrenzen aangegeven, klopt dit? wel een onderscheid wordt gemaakt in het bestemmingsvlak en het bouwvlak, overeenkomstig het vigerende plan. De houtopstand, gelegen op het terrein, is Het betreft hier bestaand bos, dat gehandhaafd bestemd als Bos. Dit is niet gewenst. dient te blijven. Dhr. Willemsen Cortenoeverseweg 86
6971 JK Brummen Verzoek tot het toestaan van een nietagrarische nevenfunctie (ambachtelijk beroep) in een bestaande stal en een bijgebouw, totaal 258 + 40 m². De nevenfunctie blijft ondergeschikt aan de agrarische hoofdfunctie.
50.
niet nodig.
Het uitoefenen van een nevenactiviteit (tot max. 350 m²) is mogelijk als daarvoor een ontheffing is verleend (voorheen vrijstelling). De criteria waaraan voldaan moet worden staan opgenomen in de planregels. Inspreker wordt derhalve verzocht een ontheffing aan te vragen, waarin een exacte omschrijving wordt gegeven van de gewenste activiteit.
E.F. Gierman Weg over ‘t Hontsveld 26
7399 RK Empe
Verzoek tot het wijzigen van de woonbestemming in een agrarisch bouwperceel, omdat het huidige gebruik een agrarisch bedrijf betreft.
Op dit moment is er geen agrarisch bedrijf aanwezig. Evenmin geldt er een milieuvergunning. Het perceel wordt derhalve niet bestemd als agrarisch. Vernomen is dat het huidige bouwperceel en de aangrenzende gronden worden gebruikt door een agrariër die elders is gevestigd. In antwoord op de voorinspraak is reeds aangegeven dat, voordat een standpunt kan worden ingenomen, wij betrokkene vragen om, via de gemeente, een advies te vragen
21
Nota inspraak en vooroverleg
51.
52.
53.
54.
55.
56.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
E. Prins Rhienderensestraat 29 6964 BG Hall Verzoek tot wijziging van de woonbestemming in 2W op het perceel, omdat er in de huidige situatie twee woningen aanwezig zijn. Verzoek tot wijziging van de begrenzing van het erf overeenkomstig de huidige situatie (minder diep, en breder). J.N. Trippe Rijksweg 52 7399 AC Empe Verzoek tot het opnemen van het perceel binnen de grenzen van het nieuwe bp. Op dit moment valt het perceel er net buiten, terwijl het wel binnen het vigerende bp valt. Onduidelijk is wáárom het perceel er buiten valt, terwijl er sprake is van een agrarisch bedrijf. B. Wartena Soerense Zand Zuid 33 6961 RA Eerbeek Verzoek tot toevoeging van de omschrijving ‘hotelfunctie’ in bijlage A nr. 33. H. Zweers Smeestraat 25 6961 KA Eerbeek Verzoek om medewerking te verlenen aan het plan om op het perceel Smeestraat 27 het bestaande gebouw (46 m²) te slopen en er nieuwbouw te plegen.
aan SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen). Indien dit advies positief is én het verzoek ruimtelijk goed inpasbaar is, kan medewerking worden verleend aan het verzoek.
Na nader onderzoek is gebleken dat er inderdaad 2 woningen aanwezig zijn op het perceel. De aanduiding 2W wordt opgenomen op de plankaart. Akkoord. De bijgebouwen worden opgenomen binnen de woonbestemming.
Het perceel valt binnen het vigerende bestemmingsplan buitengebied. Ten tijde van de inventarisatie is gebleken dat er op het perceel een woning aanwezig is en geen agrarisch bedrijf. Om deze reden is besloten om het perceel op te nemen binnen het bestemmingsplan Kom Empe. Binnen dit bestemmingsplan krijgt het perceel een passende bestemming.
In bijlage A van de voorschriften wordt de omschrijving hotelfunctie toegevoegd.
Het betreffende pandje is in het verleden onderdeel geweest van een groter pand. Dit pandje diende bij de bouw van de woning op Smeestraat 25 ongeschikt te worden gemaakt voor bewoning. Dit was een voorwaarde bij het verlenen van de bouwvergunning voor nr. 25. Een positieve bestemming is derhalve niet aan de orde. Overigens is een renovatie of gedeeltelijke vernieuwing wel mogelijk.
Autobedrijf Chris Lammers Tav C. Lammers Weg over het Hontsveld 5 7399 RH Empe Verzoek tot het opnemen van het aanwezige Het betreft hier een handhavingszaak. Besloten is autobedrijf in het bestemmingsplan en op om voor de garage een persoonsgebonden de plankaart. beschikking af te geven. Dit houdt in dat de garage gedoogd wordt, maar niet opgenomen in het bestemmingsplan als garage. De woonbestemming blijft in het plan gehandhaafd. Waterschap Veluwe Tav P. Spaan (secretaris college van dijkgraaf en heemraden) Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn Verzoek tot wijziging van de omschrijving Het perceel ligt in de Visie IJsselsprong op het van het perceel Cortenoeverseweg 135/135a mogelijke tracé van een toekomstige rondweg.
22
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
in bijlage A nr. 48 ‘waterschapsdepot’ in ‘opslagloods met dienstwoning’. Het waterschapsdepot is niet meer in gebruik en zal in de toekomst worden verkocht. De omschrijving ‘waterschapsdepot’ zal de verkoop vermoeilijken. Om deze reden wil het waterschap de omschrijving gewijzigd zien. 57.
58.
59.
60.
D.J.C. Schoonman Zutphensestraat 370 6971 JS Brummen Verzoek tot wijziging van het bouwperceel conform tekening i.v.m. toekomstige uitbreidingen.
Het verzoek wordt deels gehonoreerd. Het bouwperceel wordt in zuidelijke richting verschoven. Het gedeelte vóór de boerderij blijft deel uitmaken van het perceel, gelet op het vereiste dat de kuilvoerplaten aan het bouwperceel moeten grenzen.
Mw. A. van der Drift Vosstraat 25 6964 BA Hall Verzoek tot wijziging van het bouwperceel. Een deel van het erf/tuin is als grasland bestemd, en de zuidgrens van het bouwperceel loopt dwars over een bestaande stal. Teun Achterkamp Hallsedijk 11a 6975 AK Tonden Verzoek tot wijziging van het bouwperceel, conform tekening. De woning is niet ingetekend op de plankaart en valt hierdoor ook niet binnen het bouwperceel. De woning is reeds gerealiseerd. Deze kan dan ook verwijderd worden uit de bijlage ‘Toevoegen woonbestemmingen’. A.F. de Bode Knoevenoordstraat 6971 LG Brummen W.H. J. M. Wedemeijer Radeland 5 6971 LV Brummen Verzoek tot wijziging van de bestemming Bedrijf (niet agrarisch) in Verpleeginrichting. De bestemming is veel te ruim.
61.
Zolang er geen definitief besluit is genomen over deze plannen, willen wij niet meewerken aan een wijziging van de bestemming. Wij zijn wel bereid om, nadat er duidelijkheid is over de Visie IJsselsprong, een gesprek aan te gaan, om te kijken wat er mogelijk is. Voor een eventuele functiewijziging dient dan een afzonderlijke planologische procedure te worden gevoerd (ontheffing, herziening).
Verzoek tot handhaving van de bestaande bestemming Landelijke woonbebouwing klasse 1 met daar omheen bos van landschappelijke waarde. Dit conform een uitspraak van de Raad van State in 1986. J.A.J. Blom Eerbeekseweg 20 6971 LB Brummen Verzoek tot wijziging van de bestemming voor een aantal percelen, gelegen ten westen van het golfterrein van de
De bestaande tuin en bebouwing worden opgenomen binnen de bestemming ‘Wonen’.
Voor de bouw van deze woning is vrijstelling ex art.19.1 WRO verleend. De nieuwe woning wordt opgenomen in de bestemming ‘Wonen’ De lijst in de bijlage geeft de veranderingen ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied 1982 weer. De woning blijft derhalve in de lijst staan.
Het perceel heeft de bestemming Bedrijf, die nader gespecificeerd is in de bijlage als ‘gezondheid- en welzijnzorg’. De bestemming hoeft om deze reden niet veranderd te worden. Het bestaande bosgedeelte zal worden bestemd als ‘Bos’. Het deel van het terrein waar de gebouwen staan en wat in gebruik is als tuin cq. een semi-agrarische functie heeft, blijft binnen de bestemming ‘Bedrijf’ vallen.
De bestemming BO-N is na onderzoek terecht opgenomen. In het geldende plan uit 1982 waren deze percelen ook al bestemd als bos. In de
23
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Engelenburch. Dit gebied is bestemd als bos met natuurwaarden, terwijl het in gebruik is als productiebos (voormalige landbouwgrond, ingeplant met populieren).
62.
63.
D.N. Baarslag Hoofdstraat 56 6974 AX Leuvenheim Verzoek tot het vergroten van de woonbestemming.
De omvang van het woonperceel wordt bepaald door de bestaande gebouwen, erf en tuin. Omliggende gronden hebben een agrarische bestemming.
Meeuwis de Vries Holding BV Tav M. de Vries Soerense Zand Zuid 13 6961 RA Eerbeek Verzoek tot het wijzigen van de bestemming ‘Niet agrarisch’ in ‘Agrarisch’. De hoofdactiviteit is boomteelt en niet het hoveniersbedrijf.
Verzoek tot wijziging van de bedrijfsomschrijving in de bijlage van de voorschriften in ‘hoveniersbedrijf met boomkwekerij’. Verzoek tot verruiming van de uitbreidingsmogelijkheden van de boomkwekerij, i.v.m. toekomstige uitbreidingen. Verzoek tot het niet opnemen van bebouwingslimieten op het bouwperceel, zoals in het vigerende bestemmingsplan.
64.
bestemmingomschrijving van de bestemming Bos staat beschreven dat de bestemming BO dient voor de houtproductie en de bescherming van natuur- en landschapswaarden, en de bestemming BO-N voor de instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden en daaraan ondergeschikt houtproductie. Binnen de bestemming BO-N is normaal onderhoud en beheer toegestaan. In het aanlegvergunningstelsel wordt opgenomen dat er voor werkzaamheden die behoren tot normaal onderhoud en/of plaatsvinden in het kader van natuur- en bosbeheer (of regeling ten behoeve van landgoederen-bosbeheer) niet aanlegvergunningplichtig zijn.
E.W.A. Harms IJsselstraat 11 7399 RC Empe Verzoek tot vergroting van het bouwperceel conform schets, i.v.m. toekomstige uitbreidingen.
24
Wij kunnen ons vinden in de argumentatie. Het bedrijf wordt bestemd als agrarisch bedrijf met als nevenactiviteit het hoveniersbedrijf. In bijlage B wordt als toegestane oppervlakte voor de nevenactiviteit 1940 m² opgenomen. Deze oppervlakte mag voor het hoveniersbedrijf gebruikt worden. Het bedrijf wordt uit de lijst in bijlage A verwijderd, omdat het een agrarische bestemming krijgt. In plaats daarvan wordt het opgenomen in bijlage B en wordt het hoveniersbedrijf als neventak genoemd. Door de omzetting van de bestemming in agrarisch ontstaan er meer uitbreidingsmogelijkheden voor de boomkwekerij. Door de omzetting van de bestemming in agrarisch ontstaan er meer bouwmogelijkheden voor de boomkwekerijactiviteiten. Voor het hoveniersbedrijf als niet-agrarische nevenactiviteit is de bebouwde oppervlakte wel gelimiteerd.
Het bouwperceel biedt nog voldoende ruimte voor uitbreiding van de bedrijfsgebouwen. Er is derhalve geen reden om het bouwperceel te vergroten. Indien u van mening bent dat een vergroting van het bouwperceel wel noodzakelijk is, dan dient u dit nader te onderbouwen. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen)
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. Overigens wordt in de planregels een bepaling opgenomen die een beperkte overschrijding van het bouwperceel mogelijk maakt. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen. 65. 66.
67.
68. 69.
70. &
Zie 2. Schietsportvereniging Willem Tell Tav A. Boom (secretaris) Postbus 37 6970 AA Brummen Verzoek tot het opnemen van de feitelijke situatie in het bestemmingsplan. Op de plankaart staan een groot aantal gebouwen niet weergegeven.
Als ondergrond is de meest recente GBKNondergrond gebruikt. Ondanks dit kan het voorkomen dat er gebouwen wel of niet opstaan. Dit is niet van invloed op het volgens het bestemmingsplan toegestane bebouwingsoppervlak. Overigens wordt in onderhavig geval waarschijnlijk gedoeld op de schietbaan. Dit betreft alleen wanden, er is geen sprake van een gebouw. Verzoek tot het wijzigen van de bestemming Zoals bij de beantwoording van de voorinspraak van het aangrenzende perceel in sport- en reeds is aangegeven, moet voor de realisatie van dagrecreatie i.v.m. de toekomstig realisatie een overdekte schietbaan een apart verzoek van een overdekte schietbaan. ingediend worden. Het verzoek dient nader onderbouwd te worden, waarbij ook de effecten op de omgeving (natuur, landschap, milieu etc.) meegenomen moeten worden. Een schietvereniging heeft een hindercirkel op basis van de Brochure Bedrijven en Milieuzonering. Zolang hier geen inzicht in bestaat, wordt dit niet in het bestemmingsplan opgenomen. T.C. Schippers Metelerkampweg 21 6974 AS Leuvenheim Verzoek tot wijziging van de voorschriften In artikel 12 van de voorschriften wordt van de bestemming sport- en dagrecreatie opgenomen dat voor het terrein met de (artikel 12): aanduiding G geen lichtmasten zijn toegestaan 1. het verwijderen van de zinsnede op het betreffende terrein. ‘verlichtingsmasten’ in artikel 12 lid 3 sub 1d; 2. het toevoegen van de eis dat er tussen In de bestemmingsomschrijving wordt de de tennisbanen en de woningen omschrijving ‘groenvoorzieningen’ groenvoorzieningen aanwezig dienen te opgenomen. De daadwerkelijke realisatie van de zijn in artikel 12 lid 2. groenvoorzieningen is door middel van het Dit in verband met eerdere uitspraken van bestemmingsplan niet af te dwingen. de Raad van State. Zie 30. G. Nap Buurtweg 54 6971 KM Brummen Verzoek tot vergroting van het bouwperceel SAAB (Stichting Advisering Agrarische naar 2 ha, i.v.m. toekomstige uitbreidingen, Bouwplannen) heeft een positief advies gegeven, conform tekening. aangaande de beoogde vergroting. Het bouwperceel wordt aangepast conform het advies. Stichting kleine kernen (70) Kommissie Empe-Tonden
25
Nota inspraak en vooroverleg
73.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Tav E.F. Gierman (secretaris) Weg over ’t Hontsveld 26 7399 RK Empe Bouwadviesburo Hoevers (73) Tav J. Hoevers Hommelstraat 11 7399 RK Empe De bebouwingsmogelijkheden voor de bestemming Wonen zijn te beperkt voor met name bijgebouwen, namelijk: - 75m2 op grote percelen is erg gering, vanwege vaak aanwezige hobbymatige agrarische activiteiten. - De saneringsregeling is niet gewenst, vanwege het aantal m2 oppervlakte dat je dan moet inleveren. - De mogelijkheden voor de realisatie van schuilgelegenheden en hobbykassen zijn in het nieuwe bestemmingsplan verdwenen. Dit wordt als niet wenselijk geacht. Verzoek tot verruiming van de mogelijkheden voor vrijkomende agrarische bebouwing. In het Streekplan staan meer mogelijkheden vermeld.
Verzoek tot het positief bestemmen van de gevestigde bedrijven. Verzoek tot verruiming van de uitbreidingsmogelijkheden voor ‘kleine woningen’. 71.
72.
-
-
Het bebouwingsoppervlak van 75 m2 is conform provinciaal beleid. Wij achten deze oppervlakte voldoende. Wij zijn van mening dat de saneringsregeling voldoende mogelijkheden bevat om een redelijk oppervlakte terug te kunnen bouwen. De schuilgelegenheden en hobbykassen vallen in dit plan onder het begrip bijgebouwen.
Inmiddels is er een streekplanuitwerking over functieverandering opgesteld. Wij hebben er echter voor gekozen om deze vooralsnog niet in het bestemmingsplan te verankeren. De gemeente heeft een eigen bevoegdheid om nadere invulling te geven aan dit beleid. In de ROV is gesteld dat wij, specifiek bij functieverandering naar wonen, per geval maatwerk willen leveren en dat de gemeenteraad zich hierover moet uitspreken. Het beleid in dit bestemmingsplan blijft ongewijzigd. De legale bedrijven zijn in dit bestemmingsplan positief bestemd. De niet-legale bedrijven hebben een persoonsgebonden beschikking gekregen of zijn opgenomen in een handhavingtraject. De 25%-regeling is opgenomen om te voorkomen dat relatief kleine woningen in één keer vernieuwd kunnen worden tot een veel grotere woning. Wij willen een goede kwaliteit en variatie van bebouwing behouden in het buitengebied.
J. Hoevers Hommelstraat 11 7399 RK Empe Het perceel Hommelstraat 11 is niet De woning met bijbehorende tuin zijn opgenomen opgenomen onder de bestemming ‘Wonen’. in de bestemming. Het naastgelegen agrarische perceel niet. Verzoek tot verklaring van lijnen in en De lijnen op de plankaart zijn onderdeel van de rondom het perceel. ondergrond, de GBKN-kaart. In zijn algemeenheid betreft dit perceelsgrenzen, die misschien niet altijd meer herkenbaar zijn in het veld. Overigens heeft de ondergrond geen juridische betekenis. Gevraagd wordt of de vergunning voor de Ja. Van een verleende vergunning kan nog steeds garage/berging nog geldt. Deze is nog niet gebruik worden gemaakt. gerealiseerd. Stichting Volksvermaak Hall Hallseweg 71
26
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
6964 CK Hall Verzoek tot toevoeging van een (neven)bestemming, voor het jaarlijkse traditionele vogelschieten op het perceel Slatweg te Hall.
73. 74.
75. 76.
77. & 82.
Zie 70. J.B.H. Elfrink Voorsterweg 136 6971 KE Brummen Verzoek tot wijziging van de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf. In het nieuwe bestemmingsplan mag het perceel een max. bebouwd oppervlak hebben van 569 m2 (zie bijlage A, nr. 54). In het vigerende plan mocht er 80% van het bouwperceel bebouwd worden.
Zie 17. J.D. Ruumpol Voorstondensestraat 2 6971 KS Brummen Verzoek tot het wijzigen van de bestemming Natuur in Agrarisch. Het betreft 19,5 ha grond die reeds lange tijd wordt gepacht van Vereniging Natuurmonumenten. Uit meegestuurde kopieën van pachtcontracten blijkt dat het gaat om reguliere pacht van agrarische grond.
H. Voskamp Hallsedijk 25a 6975 AL Tonden Verzoek tot wijziging van de bestemming in Agrarisch voor het perceel Hoevesteeg 31a.
Verzoek tot wijziging van de plankaart voor het perceel Plagweg 20. In het nieuwe bestemmingsplan is de woning samengevoegd met perceel Plagweg 18 en bestemd als dubbele woning. Dit is niet
27
De evenemententerreinen die in dit plan zijn opgenomen worden gebruikt voor meerdere of voor meerdaagse evenementen. Omdat het vogelschietterrein slechts één dag per jaar als zodanig wordt gebruikt is het niet noodzakelijk om dit in het bestemmingsplan op te nemen. Overigens zal voor alle evenemententerreinen worden toegevoegd voor welk evenement ze gebruikt mogen worden (bijlage L bij de regels).
In het vigerende plan is het perceel bestemd als een ‘bijzonder agrarisch bedrijf klasse A’. Voor deze bedrijven geldt een bebouwingspercentage van 60% (geen 80%). Er is nu echter geen sprake meer van een bijzonder agrarisch bedrijf. De milieuvergunning regelt een ‘handel in kunststof kozijnen en aanverwante artikelen’. Wij hebben beoordeeld dat de bestaande bedrijfsbebouwing en –activiteiten acceptabel zijn en hebben het bedrijf daarom voorzien van een passende bestemming, inclusief de regeling voor niet-agrarische bedrijven.
In zijn algemeenheid worden gronden die in eigendom zijn van een natuurbeherende instantie bestemd als ‘Natuur’. Wij vinden een natuurbestemming echter niet terecht, als Natuurmonumenten deze grond als agrarische grond verpacht. Om die reden hebben wij besloten om de bestemming ‘Natuur” hier te wijzigen in de bestemming ‘Agrarisch met landschapswaarden’. Dit zal worden gewijzigd op de plankaart.
Bij de voorinspraak hebben wij reeds beargumenteerd waarom er geen agrarisch bouwperceel in het plan is opgenomen. Een agrarisch bouwperceel dient reeds in een geldend bestemmingsplan dan wel via een vrijstelling planologisch geregeld te zijn èn er moeten op het perceel nog rechten rusten in de zin van een milieuvergunning of melding (Wet Milieubeheer). Voor dit perceel is dit niet het geval. Dit klopt niet. Het huisnummer van de schuur is verwijderd en geplaatst op het perceel ernaast. Hierdoor is er geen dubbele woning ontstaan, alleen een wijziging van de huisnummeraanduidingen. Overigens betreft een huisnummer alleen
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
correct. 78.
79.
M. van Dijk en R. Gelderman Zwarteweg 52 Hall Verzoek tot het opnemen van de bestaande bebouwing voor paarden op de plankaart met de aanduiding P (paardenstal met buitenbak, bakverlichting en kantine).
een aanduiding van een gebouw, en kunnen daar geen verdere rechten aan worden ontleend.
Op grond van het vigerende bestemmingsplan is een vrijstelling verleend voor de bouw van een paardenstal. Op de plankaart wordt een aanduiding opgenomen met een regeling dat hier een paardenstal is toegestaan met een maximale oppervlakte van 30 m² en een goot- resp. bouwhoogte van 2,20 en 2,90 m. Wens om een bedrijfswoning te realiseren. Er is op het perceel geen sprake van een Voor het bedrijf, (een (kerst)boomkwekerij) is volwaardig agrarisch bedrijf. Om deze reden wordt uitbreiding met tunnelkassen nodig. er geen bedrijfswoning toegestaan op het perceel. Indien u van mening bent dat er wel sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf en een bedrijfswoning noodzakelijk is, dient u dit nader te onderbouwen. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) vragen. Bij positief advies over het bedrijf én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. P.E.J. Willemsen en M.E. Willemsen-van den Ham Voortweg 7 6975 AA Tonden Verzoek tot vergroting van het bouwperceel Zoals aangegeven bij de voorinspraak was het conform tekening tot 1 ha i.v.m. toekomstige (kleine) bouwperceel ingetekend volgens het ontwikkelingen. vigerende plan. Wij hebben toen reeds aangegeven dat overleg over een andere vorm bespreekbaar is. Het bouwperceel wordt vergroot tot 0,5 ha. Gezien de nog onzekere situatie hoe het bedrijf er in de toekomst uit gaat zien, achten wij 1 ha nu te groot. Indien u van mening bent dat een verdere vergroting van het bouwperceel noodzakelijk is, zult u uw plannen verder moeten onderbouwen. U kunt, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek.
80.
81.
JPR Advocaten, namens H.L.R. Robberts Noord Emperweg 17 7383 DG Voorst Verzoek tot: - het positief bestemmen van de bestaande gebouwen, naast de vijf burgerwoningen, op het perceel Brederietweg 8 te Brummen; OF - het toekennen van een woonbestemming voor die gebouwen indien ze gesaneerd worden. H. Wouters en R. Schoonman
Het is niet mogelijk om binnen dit bestemmingsplan medewerking te verlenen aan dit verzoek. Wij zijn wel bereid om een gesprek aan te gaan, om te kijken of er mogelijkheden zijn in het kader van een rood-voor-rood-regeling. Daarvoor zal een planherziening noodzakelijk zijn. U dient zelf hierover contact op te nemen.
28
Nota inspraak en vooroverleg
82. 83. 84.
85.
86.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Cortenoeverseweg 94 6971 JL Brummen Verzoek tot vrijstelling voor een toekomstige beslissing. Vanwege de vele (beleids)ontwikkelingen die in het gebied spelen bestaat nu niet de mogelijkheid om mee te liften in de herziening van het bestemmingsplan. Verzoek om in aanmerking te komen voor ruimere saneringsregelingen voor bijgebouwen voor een kleinschalig vervolgactiviteit voor bestaande trainingsen coachingsactiviteiten. Zie 77. Zie 48. Dommerholt Advocaten Mr. A.A. Robbert namens H. van Oorspronk en J.M. Kwadraat Smeestraat 23 6961 DG Eerbeek Verzoek tot het beëindigen van de huidige bedrijfsmatige bestemming door medewerking te verlenen aan het toekennen van een woonbestemming.
B.E. te Kamp – Beltman Langedijk 8 en 10 6964 CJ Hall Verzoek tot wijziging van de bestemming Bos in Agrarisch, omdat het bos (kerstdennen) niet meer aanwezig is.
Het betreft hier een agrarisch bouwperceel. Een verzoek tot functiewijziging wordt niet in deze herziening meegenomen, maar volgt altijd een eigen afweging en procedure (planwijziging). In overleg kan bepaald worden wat er op deze locatie mogelijk is. In dit geval geldt de regeling voor functiewijziging van een agrarisch bouwperceel (zie de wijzigingsbepalingen in artikel 24).
Bij het opstellen van dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van de geldende rechten. Een verzoek tot functiewijziging wordt niet in deze herziening meegenomen, maar volgt altijd een eigen afweging en procedure. In beginsel staan wij wel open voor een andere functie. In overleg met de gemeente kan bepaald worden wat er op deze locatie mogelijk is.
Akkoord. Na nader onderzoek is gebleken dat er geen bos aanwezig is. In het verleden zijn hier kerstdennen geteeld. De bestemming ‘Bos’ wordt omgezet in een agrarische bestemming. Verzoek tot vergroting van het bouwperceel Binnen het bouwperceel is nog voldoende ruimte tot 1.5 ha. aanwezig voor uitbreiding. Overigens wordt in de planregels een bepaling opgenomen die een beperkte overschrijding van het bouwperceel mogelijk maakt. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen. Indien u van mening bent dat dit niet voldoende is, dan dient u dit nader te onderbouwen. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. B. Emperpol Spankerenseweg 65 6974 LB Leuvenheim Verzoek om een agrarisch bouwperceel op te Dit verzoek is eerder al afgewezen. Op het perceel nemen. is geen sprake van een reëel agrarisch bedrijf. Er is ook geen milieuvergunning voor een agrarisch bedrijf op dit adres. Het perceel blijft bestemd voor ‘wonen’. Indien u van mening bent dat er wel degelijk sprake is van een agrarisch bedrijf, dan dient u dit aan te tonen door, via de gemeente, een advies
29
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) aan te vragen. Bij een positief advies kan medewerking worden verleend aan het verzoek. Het bestemmingsplan kent geen mogelijkheden om schuilgelegenheden te bouwen. Het realiseren van bebouwing is alleen mogelijk binnen de regels van het plan (i.c. bij burgerwoningen 75 m² aan bijgebouwen binnen het bestemmingsvlak ‘Wonen’). Zie bovenstaand antwoord. Hier kunnen wij geen medewerking aan verlenen. Er is geen sprake van een reëel agrarisch bedrijf en er is geen milieuvergunning. Wel zijn wij bereid om te onderzoeken of er mogelijkheden bestaan om het perceel een passende bestemming te geven, zodat de uitoefening van een veehandelsbedrijf en de opslag van stro en hooi is toegestaan. Deze activiteiten zullen dan binnen de bestaande bebouwing moeten plaatsvinden. Andere activiteiten zijn daarnaast niet toegestaan. De uitgesproken bereidheid staat los van lopende handhavingsacties. Voordat tot onderzoek wordt overgegaan dient de heer Emperpol aan te geven of hij kan instemmen met voorgestelde bestemming.
Beroep op het recht om weer schuilgelegenheden te mogen bouwen. Deze waren ingeleverd in overleg om bouwblokwijziging. Verzoek tot wijziging van de bestemming Wonen in Agrarisch (met transport en opslag).
87.
Stichting Natuur en Milieuplatform Tav N. Lucassen (secretaris) en T. Achterkamp (voorzitter) Knoevenoordstraat 69 6971 LH Brummen Verzoek tot het schrappen van de passage over de ecologische verbindingszone ten zuiden van Eerbeek op pag. 46 van de toelichting, omdat dit in strijd is met het streekplan en de ontwikkelingsvisie.
De toelichting wordt aangepast. Er zal duidelijk gemaakt worden dat de verbindingszone ten zuiden van Eerbeek in zijn bestaande vorm wel behouden blijft. Er is echter geen (fysieke) ruimte om deze verder te ontwikkelen. De gemeente wil de beschikbare middelen vooral inzetten om de verbindingszone ten noorden van Eerbeek te verbeteren en te versterken, omdat deze op dit moment niet voldoende aanwezig is. Verzoek tot verduidelijking van de punten Het voorontwerp-bestemmingsplan past in zijn waarop het bestemmingsplan afwijkt van het geheel binnen de kaders van het streekplan. streekplan. De provincie heeft in het voorjaar van 2008 een voorstel gedaan voor herbegrenzing van de EHS, Het College van B&W heeft hierop een zienswijze heeft ingediend. De herbegrenzing is nog niet definitief vastgesteld. Indien de nieuwe grenzen binnen redelijke termijn vóór de vaststelling van het bestemmingsplan definitief zijn, zal de nieuwe begrenzing in het plan worden opgenomen. Verzoek tot het opnemen van een In het bestemmingsplan is aangegeven op welke beoordeling waaruit blijkt in hoeverre wijze agrarische bedrijven, niet-agrarische illegale situaties het belang van natuur en bedrijven en woningen in het plan zijn landschap kunnen schaden. opgenomen. Tegen illegale situaties wordt in principe handhavend opgetreden. Op welke wijze dit gebeurt staat beschreven in de toelichting en in de Nota van wijzigingen.
30
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Verzoek tot het verduidelijken van de wijze waarop aanvragen voor nieuwe bedrijfswoningen bij boomkwekerijen worden getoetst.
Verzoek tot wijziging van de toelichting op blz. 12. De Empese en Tondense Heide zijn ten onrechte aangemerkt als weidevogelgebied. In de Nota van Wijzigingen staat beschreven, dat deze aanmerking verwijderd zou worden. Het aanlegvergunningenstelsel is te beperkt ingevuld. In Agrarisch gebied met landschappelijke waarden worden de natuur- en landschapswaarden onvoldoende beschermd.
Een boomkwekerij is een agrarisch bedrijf. Bij een reëel bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. Voor de beoordeling of er sprake is van een reëel bedrijf wordt advies gevraagd aan SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bedrijven). Eenzelfde procedure geldt ook bij de aanvraag voor een tweede bedrijfswoning. Dit zal worden gewijzigd in de toelichting.
Plankaart 2 geeft specifiek aan welke waarden beschermd dienen te worden binnen de meer algemene bestemming ‘Agrarisch gebied met landschapswaarden’. Wij zijn van mening dat op deze wijze een veel gerichtere beoordeling van de aanwezige waarden kan plaatsvinden. Wij achten dat op deze wijze natuur- en landschapswaarden voldoende worden beschermd. Verzoek tot het vrijstellen van In de bestemmingomschrijving van de bos- en vergunningplicht voor natuurontwikkeling, natuurbestemmingen staat dat de bestemming zoals het verschralen door verwijdering van (onder meer) is gericht op instandhouding, herstel de teeltaarde of het graven van en ontwikkeling van natuur- en paddenpoelen, op de bestemming Bos- en landschapswaarden. Werkzaamheden die vallen natuurterreinen in artikel 23. onder normaal beheer en onderhoud, zijn niet aanlegvergunningplichtig. Dit geldt ook voor werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van natuur- en bosbeheer (of regeling ten behoeve van landgoederen-bosbeheer). Verzoek tot het opnemen van een koppeling Akkoord. Verwezen wordt naar het met het geactualiseerde Landschapsbeleidsplan dat in het voorjaar van landschap(beleid)plan in artikel 23. Het 2008 is vastgesteld. landschapsplan van 1992 is achterhaald. Het aanlegvergunningenstelsel dient ook in In aanvulling op de regeling die reeds is het agrarisch gebied toe te zien op de opgenomen, wordt toegevoegd dat deze paden verharding van wegen en paden. Anders kan niet breder mogen zijn dan 3 meter. dit leiden tot een verrommeling van het Voor het verharden van wegen en paden breder landschap. dan 3 meter is wel een aanlegvergunning vereist. Het aanleggen van drainage is ten onrechte De aanleg van een drainage wordt getoetst door niet opgenomen in het het waterschap, niet aan het bestemmingsplan. Zie aanlegvergunningenstelsel. ook bladzijde 61 van de toelichting. Verzoek tot het aanlegvergunningplichtig Kleine landschapselementen worden beschermd maken van het samenvoegen van percelen in de bestemmingsomschrijving en via plankaart 2 in het agrarisch gebied. en het aanlegvergunningenstelsel. Het samenvoegen van percelen kunnen (en willen) wij niet tegengaan via het bestemmingsplan. Verzoek tot het koppelen van de Het bestemmingsplan en de kapverordening zijn kapverordening aan de volgens het twee verschillende instrumenten met elk een bestemmingsplan te beschermen natuur- en eigen spoor. In de nieuwe Wro is een landschapswaarden. coördinatieregeling opgenomen, die de gemeente verplicht om de initiatiefnemer te vertellen met welke regelgeving hij nog meer rekening dient te houden. Verzoek tot verdere uitleg van de te stellen Er wordt via de gemeente een onafhankelijke deskundige c.q. bureau ingeschakeld voor de eisen aan de kundigheid van partijen, in artikel 23 lid 3a. onderzoeken. Hiermee is de onafhankelijkheid gewaarborgd.
31
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Verzoek tot toelichting op de activiteiten volgens kolom 10 van artikel 23, graag met een volledige lijst van de hiermee bedoelde teeltactiviteiten. De activiteiten van kolom 10, artikel 23, dienen aanlegvergunningplichtig te zijn in bijvoorbeeld grondwaterbeschermingsgebieden en hydrologische bufferzones.
Nb. de legesverordening moet hierop worden aangepast. Het is niet mogelijk om hier een algemene lijst voor op te nemen. Eenzelfde gewas kan op verschillende wijzen geteeld worden.
De aanlegvergunning is hier specifiek opgenomen voor de bescherming van HEN-wateren, conform het provinciaal beleid. Het is niet nodig om deze ook voor andere gebieden op te nemen. Grondwaterbeschermingsgebieden zijn beschermd via de provinciale milieuverordening, waarin geregeld is wat hier wel en niet mag. De hydrologische bufferzones zijn bedoeld voor het tegengaan van verdere verdroging van natte natuurwaarden. Wij hebben geen behoefte om voor deze gebieden een strengere regeling op te nemen. Ten onrechte is in lid 4 opgenomen dat B&W Akkoord, dit wordt aangepast. vergunning zullen verlenen. Dit moet zijn: “B&W beslissen op de aanvraag voor vergunning enz.” Verzoek om aan te geven hoe de feitelijke Handhaving heeft de aandacht van het toepassing en handhaving van het gemeentebestuur. Het handhavingsbeleid wordt aanlegvergunningenstelsel in de toekomst in zijn huidige vorm doorgezet. wordt verbeterd. Verzoek tot het relateren van het begrip Wij begrijpen dat er enige verwarring kan ontstaan landschapswaarde aan het begrip omdat het in de bestemming ‘Agrarisch gebied natuurwaarde in de begrippenlijst van de met landschapswaarden’ gaat om de bescherming voorschriften. van zowel natuur- als landschapswaarden. In de bestemmingsomschrijving en de begripsomschrijving zijn deze waarden echter voldoende duidelijk omschreven. De omschrijving van het voormalige HBUIn onderhavig plan is uitgegaan van de bestaande terrein in de bijlage van het rechten volgens het vigerende bestemmingsplan. bestemmingsplan is niet overeenkomstig de Zolang er nog geen duidelijkheid bestaat over huidige situatie. toekomstplannen voor het terrein, wordt de bestemming niet aangepast. Verzoek om plankaart 2 ook digitaal Wij zijn er trots op dat wij als een van de eerste beschikbaar te stellen. gemeenten een bestemmingsplan Buitengebied digitaal raadpleegbaar hebben gemaakt. Dit is echter nog vrij experimenteel. In de verdere procedure kunnen ook de andere plankaarten digitaal beschikbaar worden gesteld. Plankaart 2: Openheid als Hier gaan wij deels in mee. In het gebied landschapskwaliteit ten westen van de globaal begrensd door de Lendeweg en de Empese en Tondense heide is niet noordelijke gemeentegrens wordt de gerechtvaardigd en zorgt voor procedurele aanduiding O gewijzigd in de aanduiding B, ten hindernissen bij eventuele aanleg van behoeve van de realisering van de ecologische landschapselementen t.b.v. de beoogde verbindingszone. ecologische verbindingszone. Het De aanduiding blijft wel gehandhaafd in het bestemmingsplan wijkt hier af van het gebied ten zuiden hiervan. Het hier aanwezige streekplan en de ROV. landschap vormt een contrast met andere delen van de gemeente. Omdat gebiedsverschillen in het algemeen steeds kleiner worden, zijn wij er voorstander van om deze waarde te benoemen. Bijlage Waardering bos en natuurterreinen: De kaarten zijn inventarisatiekaarten en bedoeld De kaart met kleine landschapselementen is als bijlage. Ze zijn niet uitputtend en hebben ook verouderd, er hebben sindsdien vele geen juridische status. Aanpassing is derhalve niet
32
Nota inspraak en vooroverleg
88.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
belangrijke wijzigingen opgetreden als gevolg van ruilverkaveling en landinrichting. De gemeente bezit hier gedetailleerde tekeningen van. De erven Buiting MK Vastgoedontwikkeling T.a.v. M. Kamp Postbus 4007 6803 EA Arnhem Verzoek om toelichting waarom het perceel nu wel is opgenomen in het bestemmingsplan. In het vigerende plan viel het perceel erbuiten.
De bestemming “Bos BO’ is geen passende bestemming, gezien de ligging tegen Eerbeek. Er is geen waardevol bosterrein aanwezig. Op dit moment worden, conform afspraak met de gemeente, stedenbouwkundige plannen voor het perceel voorbereid als kostendrager voor bodemsanering van het perceel.
89.
90.
91.
VOF de Meander Tav H.W.A. Wansink en M. Wansink-Nijsingh Zutphensestraat 296 6971 JR Brummen Verzoek tot wijziging van het bouwperceel, conform de huidige situatie met de bestaande bebouwing.
noodzakelijk.
Er wordt op dit moment ook aan de herziening van de bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen gewerkt. Dit heeft geleid tot aanpassing van de begrenzingen. In dit geval heeft dit geleid tot de keuze om het perceel niet meer binnen de kom Eerbeek, maar in het buitengebied op te nemen. Het betreft hier een bestaand bos, gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Een stedelijke ontwikkeling van het perceel ligt niet voor de hand. In de ruimtelijke ontwikkelingsvisie Ligt op Groen is aangegeven waar de komende jaren woningbouw gaat plaatsvinden. In het buitengebied kan onder voorwaarden ook ruimte zijn voor woningbouw. De capaciteit zal echter zeer beperkt zijn. Het zal dan met name gaan om zogenaamde rood voor rood ontwikkelingen of woningbouw als middel om het landschap te versterken. In alle gevallen vergen deze ontwikkelingen een zorgvuldige afweging en blijft het maatwerk.
In 1993 is toestemming verleend voor het plaatsen van wandelkappen. Het bouwperceel wordt vergroot, zodat de wandelkassen binnen het bouwperceel liggen.
P.W.J. Schoonman Voorsterweg 62 Brummen Verzoek tot vergroting van het bouwperceel, De aanwezige schuur valt nu buiten het conform tekening. bouwperceel. Het bouwperceel wordt gewijzigd, zodat de schuur er binnen valt. De maximale grootte van het bouwperceel is 1,5 ha. De sleufsilo’s mogen aansluitend aan het bouwperceel liggen. A.J.J. Nijveld-Lokate Brederietweg 5 7399 RG Empe Verzoek tot wijziging van het bouwperceel In het vigerende bestemmingsplan had het bedrijf voor het perceel Brederietweg 3a, conform een groter bouwperceel. Dit is verkleind, omdat de tekening. woning op nr. 1 is afgesplitst en bestemd als burgerwoning. In 1998 is voor de woning Brederietweg 3 vrijstelling verleend om deze te gebruiken als burgerwoning. Deze woning met bijbehorende gronden krijgt de bestemming ‘Wonen’. Het
33
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
resterende deel (Brederietweg 3a) houdt een agrarische bestemming met een bouwperceel. Wij zijn van mening dat er binnen het bouwperceel nog ruimte is voor uitbreiding van de bedrijfsgebouwen. Indien u van mening bent dat een vergroting van het bouwperceel wel noodzakelijk is, dan dient u dit nader te onderbouwen. Hiervoor moet u, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) vragen. Bij positief advies over de noodzaak van de uitbreiding én de ruimtelijke inpasbaarheid, kan medewerking worden verleend aan het verzoek. Overigens wordt in de planregels een bepaling opgenomen die een beperkte overschrijding van het bouwperceel mogelijk maakt. Op deze wijze wordt extra flexibiliteit geboden bij uitbreidingsplannen. 92.
93.
N. Lucassen Knoevenoordstraat 69 6971 LH Brummen Verzoek tot wijziging van het bestemmingsvlak voor het dierenpension op nr. 65. De wens voor deze wijziging komt voort uit overleg tussen de eigenaar van het dierenpension en de bewoners op nrs. 71 en 69. F.W. Nuesink Windheuvelstraat 7 6971 JV Brummen Verzoek tot wijziging van de grootte van het bouwperceel, conform het vigerende bestemmingsplan. Verzoek tot wijziging van het bouwperceel, zodat de woning binnen het bouwperceel valt, indien dit beperking oplevert voor de (ver)bouwmogelijkheden. Verzoek tot verschuiving van het bouwperceel in zuidoostelijke richting, conform bijgevoegde tekening.
94. 95.
Zie 38. T.J.M. Grimmelt Plagweg 9 7399 RL Empe Verzoek tot het opnemen van het perceel binnen de landgoederenzone, omdat het perceel valt onder de Natuurschoonwet 1928.
In overleg met de eigenaar van het dierenpension en omwonenden wordt een verplaatsingstraject bekeken. Vooruitlopend op de uitkomsten daarvan wordt geen standpunt ingenomen over een wijziging van het bestemmingsvlak of een andere invulling van het terrein.
Er loopt op dit moment een artikel 19 lid 1 WRO procedure. Op het moment dat hier een besluit over is genomen, kan de nieuwe situatie worden opgenomen worden. Wij willen hier nog niet op vooruitlopen. Het bouwperceel zal worden aangepast conform de artikel 19 lid 1 WRO vrijstelling, indien deze op tijd afgerond wordt. Zie ook bovenstaand antwoord. Het bouwperceel zal worden aangepast conform de artikel 19 lid 1 WRO vrijstelling, indien deze op tijd afgerond wordt. Zie ook bovenstaand antwoord.
De begrenzing van de Landgoederenzone is gebaseerd op die van de Ecologische Hoofdstructuur uit het streekplan. Daarin is dit perceel niet opgenomen in de EHS, en evenmin in de herbegrenzing van de EHS. Wij hebben er geen bezwaar tegen om op verzoek van de eigenaar het perceel toch binnen de Landgoederenzone mee te nemen. Uit een bijgevoegde brief van het ministerie van LNV blijkt dat het perceel kadastraal bekend is als Gemeente Brummen, sectie A, nr. 2753 en is
34
Nota inspraak en vooroverleg
96. 97.
98. 99.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Zie 10. Van der Bijl Diervoeders W.H. van der Bijl Windheuvelstraat 11 6971 JV Brummen Verzoek tot het positief bestemmen van de aanwezige detailhandel, inclusief uitbreidingsmogelijkheden.
Zie 7. F.W. te Kamp Oude Zutphenseweg 4 6964 CG Hall Verzoek tot wijziging van het bouwperceel, conform tekening.
100. G.S.W. te Bokkel Soerense Zand Zuid 5 6961 RA Eerbeek Verzoek tot wijziging van de bestemming in Agrarisch.
gerangschikt onder de Natuurschoonwet. Het perceel zal op plankaart 3 (zones ontwikkelingsvisie) worden aangemerkt als Landgoederenzone. Dat betekent dat het perceel onder dezelfde regeling valt als de EHS.
Door inspreker is een situatietekening toegevoegd waar de benodigde parkeerplaatsen staan aangegeven binnen het bestemmingsvlak. Op deze wijze wordt voldaan een de benodigde 24 parkeerplaatsen. De bestaande detailhandelsfunctie wordt opgenomen in bijlage A onder 40. Aan de feitelijke bedrijvigheid wordt detailhandel toegevoegd, met de aanvulling dat maximaal 650 m² van de bestaande bebouwing voor deze functie mag worden gebruikt. De uitbreidingsmogelijkheden die in het plan zijn opgenomen zijn alleen van toepassing op het mengvoeder- en veevoederdistributiebedrijf en geldt niet voor de detailhandelsactiviteiten. Eventuele uitbreiding moet binnen het bestemmingsvlak worden gerealiseerd. Indien uitbreiding binnen het bestemmingsvlak onmogelijk is, dan zal beoordeeld moeten worden of een verdere vergroting van het bestemmingsvlak acceptabel is. Hiervoor is een verzoek tot herziening de aangewezen weg.
Wij zijn akkoord met een wijziging van de vorm van het bouwperceel, mits deze de maximale maat van 1,5 ha niet overschrijdt. Het perceel wordt zoveel mogelijk naar wens aangepast.
Het perceel behoudt de bestemming ‘Bedrijf’. Wel wordt het bestemmingsplan aangepast conform de verleende vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO. In bijlage A wordt opgenomen dat bij de manege maximaal 100 m² aan ondergeschikte horeca aanwezig mag zijn. Het bestemmingsvlak wordt iets aangepast, zodat ook de buitenbak binnen de bestemming valt. Verzoek tot verruiming van de De ruimtelijke inzichten zijn in de afgelopen jaren uitbreidingsmogelijkheden voor bebouwing. veranderd. Om deze reden is de 10%De 10% regeling is te gering. uitbreidingsregeling opgenomen in het bestemmingsplan. Indien u van mening bent dat dit te weinig is, dient u een verzoek in te dienen met een degelijke onderbouwing waarin duidelijk wordt gemaakt waarom de uitbreiding noodzakelijk is. Op basis van dit verzoek wordt
35
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
gekeken of er medewerking kan worden verleend door middel van een planherziening. De bedrijfswoning op nr. 5 is bekend als zelfstandige woning. De indiener heeft in het verleden getracht aan te tonen dat er in hetzelfde gebouw nog een zelfstandige woning aanwezig is. Echter, deze woning is niet bekend in de WOZ. Waarschijnlijk is er sprake van een historisch gegroeide inwoonsituatie. Het opnemen van een woonbestemming is op basis van de argumentatie niet toegekend, omdat de argumentatie onvoldoende bewijsmiddelen bevat. Bij de voorinspraak is dit verzoek reeds afgewezen. Aangezien wij geen nieuwe bewijsmiddelen hebben ontvangen, wijzen we het verzoek nogmaals af.
Verzoek tot het opnemen van een woonbestemming voor de bestaande bedrijfswoning.
101. H. Bouman en E. Bouman-van Hilst Kaniestraat 3 Verzoek tot het toestaan van het voortzetten van de plannen voor de bouw van een opslagschuur, zoals eerder besproken met de afdelingen ruimte en VROM.
102, 105 t/m 133
Dorpsraad Hall (102) t.a.v. J. van Unen Slatweg 4 6964 AD Hall Mirjam ten Hove (105 t/m 133), namens de bewoners van de Vosstraat Vosstraat 33 6964 BB Hall Verzoek tot wijziging van de bestemming VG in V-V voor de Vosstraat.
103. Dhr. en mevr. Bouman Tondensestraat 8 6975 AC Tonden Verzoek tot wijziging van de bestemming Agrarisch in een dubbele bewoning, conform de huidige situatie. Verzoek tot het voorzien van de twee woningen met twee aparte huisnummers.
36
Er loopt op dit moment een vrijstellingsprocedure ex art. 19, lid 1 WRO. Het plan wordt 6 weken ter inzage gelegd, daarna dient een verklaring van geen bezwaar te worden aangevraagd bij GS. Als GS een verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven, kan een vrijstelling verleend op grond waarvan een bouwvergunning kan worden afgegeven. Overigens leidt dit niet tot aanpassing van onderhavig bestemmingsplan.
De Vosstraat heeft in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming V-G (Verkeergebiedstoegangsweg) gekregen. De Vosstraat wordt weliswaar gebruikt als doorgangsroute richting Zutphen (ANWB bewegwijzering) en ook is de weg opgenomen in een busroute. Momenteel wordt echter onderzoek gedaan naar mogelijkheden om de Vosstraat, maar ook andere wegen in het buitengebied, verkeersluwer te maken. In de Vosstraat is hiertoe al een drempel aangebracht. De categorie wegaanduiding V-G zal worden gewijzigd in V-V (Verkeer-Verharde weg).
Dit wordt opgenomen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsvlak krijgt de aanduiding “4W” in plaats van “3W”. Een verzoek tot het verkrijgen van een huisnummer kan ingediend worden bij de afdeling
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Samenleving, team Burgerzaken. Overigens kunnen aan een huisnummer geen rechten worden ontleend, maar betreft het alleen de aanduiding van een gebouw.
104. J.H. Lammers Rijksweg 43a 7399 RK Empe Verzoek tot wijziging van de bestemming ‘Bedrijf’ bedoeld voor een bedrijfsverzamelgebouw in lichtere milieucategorieën in combinatie met kantoorfuncties en detailhandel en handhaving van het aantal woningen.
Reeds na de voorinspraak heeft hier een aanpassing van de komgrens van Empe plaatsgevonden, waardoor dit perceel buiten het bestemmingsplan Buitengebied valt. Overigens ligt het initiatief voor een nieuwe invulling van deze plek bij de eigenaar en niet bij de gemeente. Natuurlijk willen wij u daar behulpzaam bij zijn. Er zal wel handhavend opgetreden worden, aangezien er in strijd met het bestemmingsplan gehandeld wordt.
Verzoek tot het niet handhavend optreden tegen het strijdig gebruik van de vigerende bestemming (zoals in de nota van wijzigingen nr. 92 is aangegeven), zolang er nog geen invulling voor het gebied bekend is naar aanleiding van de ontwikkelingsvisie. Indien hiertegen wel handhavend Het is niet mogelijk om aan te geven binnen welke opgetreden gaat worden, wordt verzocht termijn handhavend opgetreden zal worden. aangegeven te worden binnen welke termijn dit gebeurt. 105. Zie 102. t/m 133 134. J. Stegerman Plagweg 11 7399 RL Empe Verzoek tot wijziging van de omschrijving in Akkoord. De genoemde werkzaamheden zijn bijlage A nr. 25 (loonwerkbedrijf), zodat de toegestaan, indien zij ondergeschikt zijn aan de werkzaamheden loonwerk, grondverzet, hoofdactiviteit. groenvoorziening en bosexploitatie eronder vallen. De totale oppervlakte van de aanwezige In bijlage A van de voorschriften is het maximaal bebouwing bedraagt 1074 m² (en niet 445 bebouwd oppervlak opgenomen. Dit is de m² zoals nu is opgenomen). oppervlakte van het bedrijf exclusief de oppervlakte van de bedrijfswoning. In de voorschriften wordt opgenomen 920 m2 (1074 – 154 m2 bedrijfswoning = 920 m2). Verzoek om de vorm van het Het bestemmingsvlak wordt aangepast bestemmingsvlak te wijzigen, zodat aan de conform de feitelijke situatie. Het bedrijf heeft achterzijde van het bedrijf kan worden het achterliggende terrein in gebruik, terwijl aan uitgebreid i.p.v. aan de voorzijde. de voorzijde een agrarisch perceel ligt, dat niet voor bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt. Per saldo blijft de oppervlakte van de bedrijfsbestemming gelijk. Wel willen wij er op wijzen dat het aan de weg gelegen agrarische perceel dus ook niet gebruikt mag worden ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten, ook niet voor bijv. parkeren of laden en lossen. 135. J.F. Slaaf Valkenberglaan 31 7313 BL Apeldoorn Verzoek tot het verwijderen van de Het agrarische bouwperceel is reeds opgeheven agrarische bestemming op het perceel en heeft een woonbestemming gekregen. De
37
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Horsterdijk 1 in Eerbeek.
gronden rondom het perceel hebben de agrarische bestemming behouden, omdat deze gronden alleen gebruikt mogen worden ten behoeve van agrarische activiteiten.
136. H.M. Beije Voorstondestraat 8 6971 KS Brummen Verzoek tot wijziging van de bestemming van de gronden rondom het perceel in Natuur.
De omzetting van de percelen past binnen het beleid. De plannen van inspreker worden ondersteund door zowel de Dienst Landelijk Gebied als de provincie. De agrarische bestemming van deze percelen zal worden gewijzigd in de bestemming Natuur.
137. A.M. Weijermars Knoevenoordstraat 22 6971 LJ Brummen Verzoek tot het opnemen van alle woningen in het deel Knoevenoordstraat-noordzijde tussen de L.F. Beijenlaan en de Schouwstraat. Op de plankaart staan 7 woningen aangegeven, terwijl er daadwerkelijk 8 woningen aanwezig zijn. 138. Zie 25. 139. Zie 49. 140. De heer Terik, Van Tuyll van Serooskerkenweg 42 7261 CZ Ruurlo Waarom hebben de percelen Hallsedijk 49, 48 en 50 een agrarische bestemming gekregen, terwijl er op deze percelen geen agrarische activiteiten meer plaatsvinden? Waarom heeft het voormalig agrarisch bedrijf op het perceel Hallsedijk 51 wel een woonbestemming gekregen? Kunnen de bestaande gebouwen (ca. 72 m²) gebruikt worden ten behoeve van de woonbestemming? Deze bouwmassa bevindt zich binnen de agrarische bestemming. Hoe verhoudt de woonbestemming zich tot de agrarische bestemming? Kunnen beide bestemmingen (qua gebruik, qua bebouwing) ten dienste staan van elkaar?
Is het toegestaan om op de agrarische gronden kerstbomen te kweken? Is een paardenpension binnen de agrarische bestemming toegestaan?
38
Er wordt terecht opgemerkt dat er 8 woningen aanwezig zijn. Op de plankaart zal 7W gewijzigd worden in 8W.
Deze percelen hebben ten onrechte een agrarische bestemming gekregen. Er vinden geen agrarische bedrijfsactiviteiten plaats, evenmin is er een geldige milieuvergunning of melding. De bestemming wordt gewijzigd in ‘wonen’, het bouwperceel wordt verkleind. Voor nr. 51 geldt hetzelfde als hierboven: ook hier vinden geen agrarische bedrijfsactiviteiten plaats en is er geen geldige milieuvergunning of melding. De bestaande gebouwen mogen worden gebruikt als bijgebouw. Het bestemmingsvlak wordt vergroot zodat de bestaande gebouwen binnen dit vlak worden opgenomen. Het zijn in beginsel twee afzonderlijke bestemmingen. Binnen de bestemming ‘Wonen’ is een woning toegelaten met bijbehorende bijgebouwen, erf en tuin. Binnen dit terrein mogen ook op hobbymatige basis dieren worden gehouden. Binnen een agrarische bestemming mag niet worden gebouwd, met uitzondering van het agrarisch bouwperceel. Dit betreft dus agrarische gronden (weiland, bouwland). In het grootste deel van het buitengebied is dit toegestaan. Alleen in de uiterwaarden en in waardevolle open gebieden (aangegeven op plankaart 2) is het niet mogelijk. Met een ontheffing (voorheen was dat een vrijstelling) is het mogelijk om een paardenpension als nevenactiviteit (max. 350 m2) bij een agrarisch bedrijf op te richten.
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
De woonbestemming wordt aangepast zodat de bijgebouwen binnen de woonbestemming vallen. Is de herbouw van twee woningen binnen de Dit is alleen mogelijk als er al twee woningen woonbestemming mogelijk? aanwezig zijn. Het is niet toegestaan om een woning toe te voegen. Woningsplitsing kan onder bepaalde Is het toegestaan om van één woning twee voorwaarden, zoals genoemd in art. 24 onder nr. woningen te maken? De eerste woning in het bestaande hoofdgebouw en de tweede 10. Indien u gebruik wilt maken van woningsplitsing dient u een verzoek in te dienen in het bestaande (aangebouwde) gebouw? bij de gemeente. Ja, indien de stalruimte legaal verbouwd is tot Wordt de voormalige stalruimte, die aan de woonruimte. woning is gebouwd en gebruikt wordt ten behoeve van het wonen, meegerekend in de oppervlakte van de woning? J.H. Holtslag Vosstraat 20 6964 BA Hall Verzoek tot het mogelijk maken van het Het bedrijf ligt in het verwevingsgebied, zoals dat uitbreiden van de intensieve veehouderij. bepaald is in het Reconstructieplan. Uitbreiding van intensieve veehouderij is hier in beginsel mogelijk tot een maximale oppervlakte van 1 ha. Verzoek tot het mogelijk maken van Het bedrijf ligt in de ontwikkelingszone ‘Agrarisch overnachtingsmogelijkheden voor bezoekers gebied’ (plankaart 3). Logies met ontbijt is in deze (met een educatieve doelstelling) van de zone toegestaan als nevenactiviteit op een veehouderij. boerderij. Hiervoor moet een ontheffing worden aangevraagd. M. Holtslag-van Tilburg Vosstraat 16 6964 BA Hall Verzoek tot het opnemen van een agrarisch Op het perceel is geen agrarisch bedrijf aanwezig. bouwperceel, op basis van het besluit Er rust ook geen milieuvergunning op, evenmin is melkrundveehouderijen. er een melding gedaan op grond van de Wet milieubeheer. In het vigerende bestemmingsplan heeft het perceel ook geen agrarische bestemming. Ook bij de voorinspraak hebben wij reeds aangegeven geen aanleiding te zien om hier een agrarisch bouwperceel op te nemen. Indien u van mening bent dat er hier wel sprake is van een reëel agrarisch bedrijf, dan dient u dit aan te tonen door, via de gemeente, een advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen) te vragen. Bij positief advies over de levensvatbaarheid van het bedrijf, kan alsnog een agrarisch bouwperceel worden opgenomen. Zie 10. G.R. Simon Plagweg 16 7399 RN Empe Is het binnen de bestemming wonen Er heeft een gesprek plaatsgevonden met de toegestaan om op kleine schaal gemeente aangaande dit verzoek. De indiener van bedrijfsmatig paarden te houden? deze inspraakreactie is verzocht een apart verzoek in te dienen, waar eventueel aan meegewerkt zou kunnen worden door middel van maatwerk. Dit verzoek is nog niet ingediend. J.M. Verheul Zutphensestraatweg 45 6953 CH Dieren Is vergroting van de woonbestemming mogelijk, conform bijgevoegde tekening?
141. 142.
143.
144. 145.
146.
39
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Verzoek tot het aanpassen van de bouwvoorschriften, waardoor het mogelijk wordt (blijft) de bestaande schuilhut te vervangen en te vergroten. Het betreft een schuilhut op de hoek Den Texweg/Soerense Zand Zuid. 147. M. Bos Hallseweg 35 6964 AJ Hall Verzoek om het bestemmingsplan zodanig aan te passen dat op het woonperceel Hallseweg 35 kleinschalige recreatie wordt toegelaten, zoals dat ook in de landgoederenzone wordt toegelaten.
De afmetingen van de bijgebouwen op het perceel zijn niet juist aangegeven. Graag aanpassen conform tekening en brief.
40
De schuilhut valt onder de overgangsbepalingen van het bestemmingsplan. De overgangsbepaling in het bestemmingsplan wordt gewijzigd op grond van de nieuwe Wro.
De woning ligt in de ontwikkelingszone ‘Agrarisch gebied’ (plankaart 3). Het beleid in het bestemmingsplan wordt zodanig gewijzigd dat ook binnen deze zone een ontheffing kan worden verleend voor logies en ontbijt bij burgerwoningen. Voorwaarde is dat dit plaatsvindt in het hoofdgebouw of in aangebouwde bijgebouwen. Als ondergrond is de meest recente GBKNondergrond gebruikt. Ondanks dit kan het voorkomen dat er gebouwen wel of niet opstaan. Overigens heeft de ondergrond geen juridische betekenis. Wij zien geen aanleiding om de ondergrond aan te passen.
Nota inspraak en vooroverleg
3.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Vooroverleg
Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg ex. artikel 10 Bro toegestuurd aan de overlegpartners. De volgende organisaties en instanties hebben gereageerd: 1. LTO Noord, afdeling Brummen 2. Natuurmonumenten 3. Gelderse Milieufederatie 4. Ministerie van Verkeer en Waterstaat 5. Gemeente Rheden 6. VROM Inspectie, regio Oost 7. RVG 8. Gemeente Apeldoorn 9. Gemeente Voorst 10. Provincie Gelderland Hieronder zijn de reacties kort samengevat en van een antwoord voorzien. 1.
LTO Noord, mede namens afdeling Brummen T.a.v. mw. G. Schenkel Postbus 126 7400 AC Deventer brief d.d. 21 december 2007 Op blz.20 van de toelichting worden agrarische bedrijfstypen genoemd, maar geen gemengd bedrijf. Voor de genoemde bedrijfstypen geldt dat het aangemerkte type bedrijfsvoering voor meer dan 60% zorgdraagt voor het inkomen van het bedrijf. Indien dit niet het geval is, wordt er gesproken over een gemengd bedrijf. Op blz. 34 van de toelichting wordt vermeld dat het reconstructieplan weinig nieuw beleid bevat. Dit moet worden verwijderd, omdat de agrarische sector dit wél als ingrijpend ervaart.
De definitie van het verwevingsgebied op blz. 35 van de toelichting is niet overeenkomstig het Reconstructieplan. In de tekst van de hydrologische bufferzones (blz. 43 van de toelichting) dient opgenomen te worden dat de bouwpercelen buiten de bufferzones vallen. Eventueel kan de kaart daarop aangepast worden. Op blz. 47 van de toelichting staat dat sleufsilo’s aangrenzend aan het bouwperceel bij recht mogen worden gesitueerd. Dit zou
41
Op blz. 19 van de toelichting worden de “combinatiebedrijven” wel genoemd. De definitie van het gemengd bedrijf of combinatiebedrijf zal worden opgenomen in de toelichting.
Deze opmerking in de toelichting wordt genuanceerd. Bedoeld werd hier dat de opgaven van de reconstructie dezelfde zijn als in ander beleid, zoals realisering EHS, realiseren gewenste water- en milieuomstandigheden etc.. Wij beseffen dat het Reconstructieplan voor agrariërs wel als ingrijpend kan worden ervaren, omdat dit plan ook uitspraken doet over het toekomstperspectief van intensieve veehouderijbedrijven. In de toelichting wordt de definitie voor verwevingsgebied overgenomen uit het Reconstructieplan. In de voorschriften is opgenomen dat aanlegvergunningen (o.a. voor hydrologische bufferzones) niet gelden voor de (agrarische) bouwpercelen. Dit zal ook in de toelichting duidelijk worden opgenomen. In de regels wordt een bepaling opgenomen, waarmee de mogelijkheid ontstaat om ook mestplaten aansluitend
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
ook voor mestsilo’s en mestplaten, aangrenzend aan het bouwperceel, moeten gelden.
Op blz. 59 van de toelichting staat dat minicampings tot max. 15 standplaatsen zijn toegestaan. Dit is niet rendabel. Om deze reden zou er een maximum van 40 standplaatsen moeten worden aangehouden. Op blz. 48 van de toelichting staat dat agrarische bedrijven in de uiterwaarden een bouwperceel van maximaal 1 ha krijgen. Hierdoor worden deze boeren belemmerd in de concurrentie met agrarische bedrijven buiten de uiterwaarden. Op blz.49/50 van de toelichting staat dat de gemeente afwijkt van het reconstructieplan. De gemeente heeft destijds goedkeuring gegeven aan het reconstructieplan en dient zich er hierom aan te houden.
aan het bouwperceel te kunnen realiseren. Overigens is de regeling op advies van de provincie aangepast. Alleen in het ‘Agrarisch gebied’ op plankaart 3 bestaat deze mogelijkheid bij rechte. In het overige gebied (EHS en waardevol landschap) is een ontheffing nodig. Mestsilo’s dienen vanwege hun hoogte altijd binnen het agrarisch bouwperceel te worden gerealiseerd. Het aantal kampeerplaatsen voor minicampings wordt vergroot van 15 naar 25 kampeerplaatsen. De maat van 1 ha voor bedrijven in de uiterwaarden komt voort uit de Beleidslijn Grote Rivieren. De gemeente weet zich hieraan gebonden.
Waarschijnlijk wordt hier gedoeld op het “verwevingsgebied met sterlocaties”. Deze zijn aangewezen in het Reconstructieplan, maar gemeenten bepalen zelf of een bouwblok een sterlocatie kan worden (p.125 Reconstructieplan). De kaart in het Reconstructieplan heeft geen bindende, maar slechts een indicatieve functie. Onze ervaring is dat door o.a. de aanwijzing van Natura 2000 de uitbreiding van intensieve veehouderij tot een omvang van meer dan 125 Nge – ook in dit gebied – niet zomaar mogelijk is. Per geval zal aangetoond moeten worden of verdere doorgroei van een intensieve veehouderij hier milieutechnisch mogelijk is. Een planherziening is dan de geëigende weg. In het bestemmingsplan wordt gesproken van De gemeente heeft een eigen een waardevol open gebied, en in het verantwoordelijkheid in de waardering van gebieden. De gemeente kan op een ander Streekplan wordt gesproken over een (=lager) schaalniveau kijken. waardevol landschap. Op basis van het Wij zijn van mening dat het hier aanwezige Streekplan zou sierteelt en boomteelt in dit open landschap een contrast vormt met andere landschap mogelijk zijn. Volgens het delen van de gemeente/de regio. Omdat bestemmingsplan is dit verboden. Dit is niet gebiedsverschillen in het algemeen steeds gewenst, mede omdat dit normale bedrijfstakken zijn die niet zomaar door een kleiner worden zijn wij er voorstander van om bestemmingsplan verboden kunnen worden deze waarde te benoemen en daar ook beleid (blz. 50 van de toelichting). voor te formuleren. De gemeente heeft de vrijheid om het streekplanbeleid nader in te vullen. Gepleit wordt voor een bouwblokgrootte van Om ruimtelijke redenen hanteren wij een 2 ha. Een bouwperceel van 1,5 ha is te beperkt. maximale grootte van 1,5 ha voor een agrarisch bouwperceel. Voor de meeste bedrijven is dit ruim voldoende. Een vergroting tot 2 ha kan geregeld worden door middel van een planherziening, na een positief advies van SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen). In het advies van SAAB wordt de bedrijfseconomische en logistieke noodzaak van de uitbreiding
42
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
betrokken. Daarnaast moet worden aangetoond dat de uitbreiding ruimtelijk goed inpasbaar is. Hierdoor ontstaat er een goede waarborging voor het behoud van het landschap en houdt de gemeente greep op de ontwikkelingen in het buitengebied. Op blz. 20 van de toelichting staan de vormen In de toelichting op blz. 20 staat beschreven van agrarisch gebruik betreffende het houden dat opfokbedrijven vallen onder agrarische bedrijven, omdat deze een agrarisch product van paarden beschreven. Hierbij moeten paardenhouderijen (waarbij paarden verzorgd voortbrengen. Paardenhouderijen vallen hier niet onder, omdat deze bedrijven niet voorzien en gestald worden voor derden) en jongvee in het voortbrengen van een agrarisch product. opfokbedrijven (waarbij het jongvee wordt verzorgd totdat het vee drachtig is) worden toegevoegd. Het houden van pensionpaarden als Nevenactiviteiten tot 50 m² zijn bij recht nevenactiviteit moet bij recht worden toegestaan. Voor een grotere oppervlakte is toegestaan. een ontheffing nodig. Dat geldt ook voor het houden van pensionpaarden. Dit is geen agrarische activiteit en om die reden willen wij dit niet bij recht toestaan. De maximale omvang van paardenbakken Het is door middel van een ontheffing mogelijk voor professionele bedrijven dient te worden om een paardenbak te realiseren met een verruimd tot 1200 m². maximale afmeting van 20 x 60 = 1200 m². Er moet de mogelijkheid zijn om lichtmasten In de ontheffingsbepaling wordt bij de buitenbakken te plaatsen. opgenomen dat lichtmasten mogen worden geplaatst, mits dit binnen het agrarisch bouwperceel gebeurt. De ruimte voor nevenfuncties is te beperkt. Nu Dit beleid blijft ongewijzigd. Wij willen graag wordt maximaal 50 m² bij recht toegestaan en greep houden op de ontwikkelingen in het 350 m² na vrijstelling. Dit moet 350 m² bij recht buitengebied. worden. Agrarisch aanverwante activiteiten, zoals Nevenactiviteiten tot 50 m² zijn bij recht loonwerk, hoefsmid, landbouwmechanisatie, toegestaan. Voor een grotere oppervlakte is etc moeten bij recht als nevenactiviteit bij een een ontheffing nodig. Dat geldt ook voor agrarisch bedrijf worden toegestaan. agrarisch verwante activiteiten. Dit beleid blijft ongewijzigd. Hiermee willen wij greep houden op de ontwikkelingen in het buitengebied. Er moet mogelijkheid geboden worden voor Het bestemmingsplan biedt deze mogelijkheid het bouwen van een tweede bedrijfswoning, ook (ontheffing nr. 2), met uitzondering van de omdat deze soms uit bedrijfsmatig oogpunt uiterwaarden. gewenst is. Gevraagd wordt om mestvergisting mogelijk Voorzieningen ten behoeve van eigen te maken in het bestemmingsplan. mestverwerking of –vergisting zijn mogelijk binnen het agrarische bouwperceel. De maximale hoogte van mestsilo’s moet Dit wordt aangepast in het worden aangepast tot 4 meter. Hierdoor bestemmingsplan. De maximale hoogte kunnen agrarische bedrijven beter gebruik voor mestsilo’s wordt bepaald op 4 meter. maken van vernieuwingen, zoals mestvergistingsinstallaties die een hoogte hebben van 4 meter. De maximale goothoogte en bouwhoogte is te Om landschappelijke redenen hanteren wij een gering. In de toekomst zijn grote gebouwen maximale goot- en bouwhoogte van 6 resp. 10 noodzakelijk vanwege de schaalvergroting. De meter. Wij zijn niet overtuigd van de goothoogte moet gewijzigd worden in 9 bedrijfseconomische noodzaak om dit aan te meter en de bouwhoogte moet gewijzigd passen. worden in 13 meter. De maximale hoogte van een sleufsilo is te Wij maken een onderscheid tussen beperkt. Dit moet gewijzigd worden in 2.5 m. sleufsilo’s binnen en buiten het bouwperceel. Voor sleufsilo’s binnen het
43
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Verzoek tot toestaan van verkoop van streekproducten. Naast verkoop van eigen voortgebrachte producten moet het ook toegestaan zijn om streek geproduceerde producten (niet zelf geproduceerd) te verkopen (artikel 4.1.a lid 4). De maximale oppervlakte van detailhandel in eigen voortgebrachte producten dient te worden verruimd tot 50 m². Er moet de mogelijkheid zijn om bij een boomkwekerij of sierteeltbedrijf een minicamping te realiseren.
De gronden behorende bij paardenbedrijven, moeten niet als agrarisch bestemd worden, omdat die gronden geen agrarische doeleinden dienen.
2.
Het bestemmingsplan moet de mogelijkheid bieden om vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen om te kunnen zetten in logies/pensionruimte voor tijdelijke (buitenlandse) arbeidskrachten. Natuurmonumenten, t.a.v. H. van den Akker Postbus 9955 1243 ZS ’s-Graveland brief d.d. 26 maart 2008 Verzoek tot het opnemen van beleid aangaande de Natura 2000 gebieden Veluwe en Landgoederen Brummen in de toelichting.
bouwperceel wordt een maximale hoogte van 2,5 meter opgenomen. Buiten het bouwperceel dient, om landschappelijke redenen, de hoogte beperkt te blijven en wordt de maximale hoogte van 1,5 m gehandhaafd. Akkoord. In het bestemmingsplan wordt opgenomen dat naast de verkoop van eigen voortgebrachte producten ook de verkoop van streekgeproduceerde producten is toegestaan. Wij zijn van mening dat detailhandel een ondergeschikte activiteit moet blijven. Om die reden wordt een maximale oppervlakte van 25 m² gehanteerd. Het ‘kamperen bij de boer’ heeft een duidelijke toegevoegde waarde ten opzichte van het kamperen op een reguliere camping. Enerzijds laat het mensen kennismaken met het ‘echte boerenleven’, anderzijds wordt aan agrariërs de kans geboden om een neventak te ontplooien. Om die reden wordt het ‘kamperen bij de boer’ gekoppeld aan de min of meer traditionele agrarische bedrijven, te weten de veeteelt- en akkerbouwbedrijven. Boomkwekerijen en sierteeltbedrijven worden niet tot deze categorie gerekend. Deze gronden zijn in gebruik als weiland, en dat achten wij passend in een agrarische bestemming. Andere voorzieningen ten behoeve van paarden, zoals buitenbakken, zijn afzonderlijk geregeld. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid voor het realiseren van logiesaccommodatie als neven- of vervolgfunctie tot een maximaal oppervlak. Er mag echter geen sprake zijn van permanente bewoning. (tevens beantwoording inspraakreactie nr. 47, ingediend door Natuurmonumenten, t.a.v. W.C. Knol).
Het Natura 2000 beleid is reeds opgenomen in de toelichting. Het Natura 2000-beleid moet nog verder worden uitgewerkt, onder meer door het opstellen van beheerplannen. In hoofdstuk 5 wordt de relatie beschreven tussen bestemmingsplan en Natuurbeschermingswet. Verzoek tot het opnemen van het groenWij hebben gekozen voor een systematiek blauwe raamwerk (EHS natuur, EHS verweving waarin het bestaande gebruik en de bestaande en verbindingszones-Soerensepoort) en de waarden bepalend zijn voor de bestemming op speciale beschermingszone van de Veluwe plankaart 1. De EHS is opgenomen op een (Natura 2000) op de plankaart en in de afzonderlijke plankaart (plankaart 3) die dient toelichting. als toetsingskader voor toekomstige ontwikkelingen (ontheffingen, wijzigingen en aanlegvergunningen). De EHS op plankaart 3 wordt aangevuld met de EHS-verbinding.
44
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Het ‘nee, tenzij-‘beleid van de EHS krijgt een nadrukkelijker plaats in de planregeling. Op plankaart 3 wordt ook de begrenzing van de Natura 2000-gebieden opgenomen. Verzoek tot het opnemen van paragrafen over De plannen zijn, na het opstellen van het voorontwerp, verder ontwikkeld. In de de Soerense- en Beekbergerpoort als te toelichting zal de laatste stand van zaken ontwikkelen verbindingen tussen de Veluwe en de IJsselvallei in de toelichting. worden opgenomen. Verzoek tot het bestemmen van alle Indien gronden in gebruik zijn voor agrarische eigendommen van Natuurmonumenten als doeleinden, blijft de bestemming ‘Agrarisch ‘Natuur’ in plaats van ‘Agrarisch’. met landschapswaarden’ behouden. (NB. Zie ook inspraakreactie nr. 76). In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming ‘Agrarisch’ om te kunnen zetten in de bestemming ‘Natuur’. Van deze wijzigingsbevoegdheid kan gebruik worden gemaakt, op het moment dat de gronden niet meer in gebruik zijn voor agrarische doeleinden. Verzoek tot het heroverwegen van de Akkoord. De aanduiding O in genoemd aanduiding (en bijbehorende voorschriften) gebied wordt verwijderd van de plankaart. “Waardevol open landschap” voor het gebied De aanduiding blijft wel gehandhaafd in het globaal begrensd door de Lendeweg, Oude gebied ten zuiden hiervan. Het klopt dat de Voorsterbeek, Hallse Dijk en Zilvense Beek. Dit openheid in dit gebied niet vergelijkbaar is met gebied heeft niet van oudsher een open de openheid in andere delen van Nederland. karakter. Daarnaast mag de aanduiding geen Dat neemt echter niet weg dat het hier belemmering opleveren voor het ontwikkelen aanwezige landschap een contrast vormt met van een ecologische verbindingzone en het andere delen van de gemeente. Omdat laten ontstaan van beslotenheid binnen dit gebiedsverschillen in het algemeen steeds gebied. kleiner worden, zijn wij er voorstander van om deze waarde toch te benoemen. Verzoek tot het opnemen van aanvullende Het plaatsen van antennes tot 15 meter voorschriften voor het mogen plaatsen van wordt mogelijk gemaakt via een ontheffing. silo’s van 12 meter of hoger (met zonering), Dit overeenkomstig het antennebeleid van de lichtmasten (in kader van lichtvervuiling gemeente Brummen. In de EHS is het plaatsen ongewenst) en antennemasten van 15 meter. van antennes niet toegestaan. Voor lichtmasten en antennes wordt een Voor lichtmasten op bouwpercelen voeren wij zonering aanbevolen van 250 m rond speciale geen specifiek beleid, deze zijn binnen het beschermingszones. bouwperceel toegelaten. Silo’s tot 12 meter zijn toegestaan op agrarische bouwpercelen. Het is een goede zaak dat er specifiek beleid is Een dergelijk beleid kan niet worden voor paardenbakken. Verzoek om hierin ook opgenomen in een bestemmingsplan. Wij op te nemen dat er rond paardenbakken geen zullen nader bekijken of dit een plek kan witte hekken mogen worden geplaatst, maar krijgen in de Welstandsnota. alleen hekwerken die als het ware wegvallen in het landschap. Verzoek tot het ontwikkelen van specifiek De gemeente heeft geen specifiek beleid voor nieuwe landgoederen in het landgoederenbeleid. In de toelichting van het buitengebied. Landgoederen die in een los bestemmingsplan zijn wel enkele richtlijnen verband liggen, kunnen het landschap eerder opgenomen, waarin staat beschreven waaraan versnipperen dan bijdragen aan de EHS. Dit (nieuwe) landgoederen moeten voldoen (pag. beleid moet gericht worden op de grotere 57, 58, 59 van de toelichting). Daarnaast moet landgoederen van minimaal 15 ha groot i.p.v.5 een landgoed een oppervlakte hebben van 25 ha. ha, volgens een motie die is aangenomen bij de vaststelling van de ruimtelijke ontwikkelingsvisie. Verzoek tot nadere toelichting in het Voor werken en werkzaamheden die mogelijke bestemmingsplan aangaande de nadelige gevolgen kunnen hebben voor de
45
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
verbredingsmogelijkheden van Awatergangen, mede vanuit het oogpunt van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwetenschappelijke waarden van wateren zoals de Soerense Beek.
Verzoek tot het ontwikkelen van specifiek beleid m.b.t. de Soerense Beek als HEN-water (provinciaal waterhuishoudingsplan). Verzoek tot het terugkomen op de beslissing van de gemeente om geen inspanningen te plegen ten gunste van een ecologische verbindingszone ten zuiden van Eerbeek. Hierdoor komt het landgoed Leusveld verder geïsoleerd te liggen van de Veluwe. Dit is niet gewenst.
Verzoek om in het bestemmingsplan reeds in te spelen op komende ontwikkelingen, zoals het Poortenbeleid van de Provincie, de aanwijzing van Natura 2000-gebieden, en de aanpassing van hydrologische beschermingszones rondom verdroogde natuurgebieden, zoals verwoord in het toekomstige Waterhuishoudingsplan WHP4. Verzoek tot het niet toestaan van nieuwe zwembaden in de bestemmingen Bos en Natuur, Agrarisch gebied met landschapswaarden en Uiterwaarden. Verzoek tot het veranderen van de voorschriften aangaande het toestaan van dienstwoningen. Dit dient alleen toegestaan te worden indien dat vanwege bedrijfsvoering aantoonbaar noodzakelijk is.
Verzoek tot het aanpassen van het aanlegvergunningenstelsel. Een aanlegvergunning is ook nodig bij: - zone 4: archeologische waarde voor werken en werkzaamheden onder 1,7,8. - zone 13: bos voor werken en werkzaamheden onder 4. - zone 13: bos- en natuurwaarden voor werken en werkzaamheden onder 4.
46
aardwetenschappelijke, landschappelijke, ecologische waarden en de waterhuishoudkundige kwaliteiten is het aanlegvergunningenstelsel van toepassing. Dit staat zo verwoord en zorgt voor voldoende waarborging van de natuurlijke waarden. Het waterschap is verantwoordelijk voor de inrichting van de A-watergangen. Het waterschap hanteert in haar beleid ook de aanduiding HEN- en SED-wateren. Naast de waterafvoer houdt ook het waterschap rekening met de bescherming van ecologische en cultuurhistorische waarden. Het opstellen van dit beleid is een taak van het waterschap en niet van de gemeente. De tekst in de toelichting wordt genuanceerd. Er zal duidelijk gemaakt worden dat de verbindingszone ten zuiden van Eerbeek in zijnde bestaande vorm wel behouden blijft. Er is echter geen (fysieke) ruimte om deze verder te ontwikkelen. De gemeente wil de beschikbare middelen vooral inzetten om de verbindingszone ten noorden van Eerbeek te verbeteren en te versterken, omdat deze op dit moment niet voldoende aanwezig is. De toelichting wordt geactualiseerd aangaande de diverse beleidstukken, indien deze al vastgesteld zijn. Het bestemmingsplan loopt niet vooruit op beleid dat nog niet vastgesteld is.
Zwembaden zijn toegestaan op bestaande bouwpercelen (bij agrarische bedrijven, andere niet-agrarische bedrijven, bij woningen en landhuizen). Dit beleid blijft ongewijzigd. Dit komt overeen met hetgeen in het bestemmingsplan geregeld is. Bestaande bedrijfswoningen zijn als zodanig in het plan aangegeven. Een nieuwe bedrijfswoning is alleen mogelijk – na ontheffing– bij een reëel agrarisch bedrijf. Aan deze vrijstelling zijn voorwaarden verbonden, waaronder het aantonen van de noodzakelijkheid voor de bedrijfsvoering. Wij zien geen aanleiding om het aanlegvergunningstelsel aan te passen. Het stelsel is zodanig opgezet dat er een directe relatie dient te bestaan tussen de werken/werkzaamheden en de geconstateerde waarden. Zo zijn ingrepen in de waterhuishouding binnen de bestemming ‘Bos’ niet aanlegvergunningplichting, maar wél in ‘Bos met (natte) natuurwaarden’. Daarnaast dient het aanlegvergunningstelsel in de praktijk goed werkbaar te zijn. Een normaal agrarisch beheer moet mogelijk zijn zonder aanlegvergunningen. Het omzetten van
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
grasland- wat in de praktijk regelmatig gebeurt – is derhalve alleen in heel bijzondere situaties (bij geconstateerde waardevolle graslandvegetaties) aanlegvergunningplichtig. Dit zal worden toegevoegd in art. 7 (Bos) en Verzoek tot het opnemen van meer ruimte art. 10 (Natuur). De maximale hoogte van voor handhaving en realisatie van nieuwe hoogzitten t.b.v. faunabeheer, nieuwe een hoogzit bedraagt 7 meter. Het plaatsen (natuur)recreatieve infopanelen, hertenrasters, van infopanelen e.a. valt onder de “andere e.d. bouwwerken”. Verzoek tot het aanlegvergunningplichtig In art 23, lid 2, sub d wordt toegevoegd dat maken van verharde kavelpaden ter deze paden niet breder mogen zijn dan 3 ontsluiting van agrarische gronden. meter. Voor het verharden van wegen en paden die breder zijn dan 3 meter is dus een aanlegvergunning nodig. Het waterschap is de deskundige instantie in Bij het inwinnen van adviezen in de zone dezen. Zij neemt in haar afweging zowel de Hydrologische bufferzone moeten, naast het agrarische als ecologische belangen mee. Waterschap, ook belanghebbende terreinbeheerders om advies worden gevraagd. Verzoek om in het aanlegvergunningenstelsel In het aanlegvergunningstelsel en bij op te nemen dat aanlegvergunningen alleen ontheffingen en wijzigingen wordt verleend worden indien er geen sprake is van nadrukkelijker een relatie gelegd met de strijdigheid met de Flora- en faunawet en de EHS en Natura 2000-gebieden. Hiervoor zijn Natuurbeschermingswet. Dit dient eveneens aanvullende criteria opgenomen. opgenomen te worden bij de vrijstellings- en Overigens dient altijd rekening te worden de wijzigingsbepalingen van het gehouden met hogere wet- en regelgeving. bestemmingsplan. Dat hoeft niet specifiek in het bestemmingsplan opgenomen te worden. In de nieuwe Wro is de coördinatieregeling opgenomen die de gemeente verplicht om de initiatiefnemer te vertellen met welke regelgeving en dergelijk hij nog meer rekening moet houden. Verzoek tot het opnemen bij de Het Landschapsbeleidsplan 1992 wordt uitzonderingen vergunningplicht bij punt e: gewijzigd in het (nieuwe) andere werken die in overeenstemming zijn Landschapsbeleidsplan 2008. met het landschapsbeleidsplan en/of het Overige beleidsdocumenten worden niet provinciale Gebiedsplan Natuur en Landschap specifiek genoemd. en/of de Vogel- en Habitatrichtlijn. Verzoek tot het opnemen van een Er dient altijd rekening te worden gehouden tekstpassage die aangeeft dat voor bomen en met hogere wet- en regelgeving. Dat hoeft niet andere houtopstanden ook de boswet en de specifiek in het bestemmingsplan opgenomen te worden. In de nieuwe Wro is de gemeentelijke kapverordening gelden. Dat coördinatieregeling opgenomen die de geldt ook voor de instellingsterreinen. gemeente verplicht om de initiatiefnemer te vertellen met welke regelgeving en dergelijk hij nog meer rekening moet houden. Verzoek tot het aanbrengen van een Op pagina 11van de toelichting wordt naar koppeling tussen de bijlage Bos en deze bijlage verwezen. De bijlage betreft een Natuurterreinen met het bestemmingsplan inventarisatiekaart en heeft geen directe d.m.v. een specifieke verwijzing naar de juridische betekenis. De inventarisatie is wel bijlage. mede de basis geweest voor plankaart 2. Dit staat beschreven op p.44 van de toelichting. Voorstel om d.m.v. periodieke luchtopnames Er worden al met enige regelmaat luchtfoto’s bestaande situaties vast te leggen, zodat gemaakt. nagegaan kan worden of er kleine landschapselementen in de tijd (illegaal) verdwijnen.
47
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Verzoek tot het opnemen van de grote landschapselementen op de plankaart. Verzoek tot het opnemen van de Natura 2000gebieden in de beschrijving van hoofdlijnen.
Alle landschapselementen groter dan 0,5 ha staan aangegeven op de plankaart. Dit was reeds opgenomen. Echter, de nieuwe Wro kent geen Beschrijving in Hoofdlijnen meer. Om die reden is deze uit de planregels gehaald. Beschermde diersoorten worden beschermd door de Flora- en faunawet. Hieronder vallen ook de beschermde diersoorten die leven in de Natura-2000 gebieden. De weidevogels worden hier apart genoemd omdat deze ook worden genoemd in het Streekplan.
Verzoek tot aanpassing van artikel 4 lid 1a. In het behoud, beheer en/of herstel van ecologische waarden moet de nadruk worden gelegd op de dieren die leven in de Natura 2000-gebieden, zoals de kamsalamander en de knoflookpad. En niet op de weidevogels, aangezien het gebied maar een beperkte waarde heeft voor weidevogels. Verzoek tot het opnemen van de mogelijkheid Natuurontwikkeling is mogelijk door middel tot natuurontwikkeling in artikel 4. van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan. Het toestaan van natuurontwikkeling bij recht is niet wenselijk, omdat hierdoor de bestemming van de locatie verandert. Verzoek tot het opstellen van een duidelijkere Het is ondoenlijk om dit beheer, gebruik en omschrijving van werk en werkzaamheden in onderhoud uitputtend te omschrijven. De term het kader van normaal beheer (agrarisch) ‘werken en werkzaamheden’ maakt een gebruik en onderhoud. eigentijdse interpretatie mogelijk. Verzoek tot het opnemen in artikel 7 (Natuur) Akkoord. en artikel 10 (Bos) dat naast behoud en ontwikkeling van natuurwaarden ook herstel mogelijk is. Verzoek tot het bestemmen van het De bestemming Landhuis betreft de monumentale parkbos Voorstonden en het bebouwing en directe gronden (tuin) parkbos Leusveld met de bestemming daaromheen. Hieraan worden bepaalde Landhuis (artikel 11). functiemogelijkheden toegekend. Wij denken dat de bestemming “Bos” de beste bescherming biedt voor de instandhouding van het bos. Verzoek tot het opnemen in artikel 14 (Water) Akkoord. dat naast behoud en ontwikkeling van natuurwaarden ook herstel mogelijk is. Verzoek tot inventarisatie van bebouwing en In de toelichting is duidelijk omschreven op gebruik dat in strijd is met het welke wijze agrarische bedrijven, overige bestemmingsplan, en als zodanig moet bedrijven en woningen een positieve worden aangemerkt. Dit ter voorkoming dat bestemming hebben gekregen. In de Nota van ten onrechte aanspraak wordt gemaakt op het Wijzigingen is een lijst opgenomen van overgangsrecht. woningen die zijn toegevoegd ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied 1982. Verzoek tot het opnemen op plankaart 1: a. aangeven van het Natura 2000 gebied De begrenzing van de Natura 2000 gebieden Veluwe wordt opgenomen op plankaart 3. b. aangeven van het Natura 2000 gebied In de toelichting wordt aandacht besteed aan Landgoederen Brummen. de stand van zaken met betrekking tot de c. aangeven van de Soerense Poort en de beide Poorten. Beekbergse poort. d. de status aangeven van het rijksmonument Het plan bevat alleen een verwijzing naar van parkbos en lanen van landgoed monumentale gebouwen. Verwijzing naar Voorstonden (dus niet alleen het huis en andere monumentale elementen achten wij de directe omgeving) niet nodig. e.
ten westen van de Hogeweg ontbreekt de noodzakelijke bescherming van een
48
De verwijzing “ten westen van de Hogeweg” maakt niet duidelijk welke steilrand hier wordt
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
steilrand.
bedoeld. De werkwijze die in dit plan is gehanteerd is dat op basis van een inventarisatie van kleine landschapselementen aan gebieden een landschapswaarde toegekend, zoals aangegeven op plankaart 2. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van informatie uit het provinciale streekplan. Wij zien geen aanleiding om de begrenzing van deze gebieden aan te passen. f. het tracé van de Rhienderense Beek over Voor het bestemmingsplan zijn wij uitgegaan het Leusveld is eind 2006 gewijzigd van tekeningen van de ruilverkaveling en de (ruilverkaveling). legger van het waterschap. Het is niet duidelijk welke tracéwijziging hier wordt bedoeld. Indien inspreker nadere info heeft (op kaart) zien wij dat graag tegemoet. Dit betreft een bestaand en vergund g. het bestemmen van het westelijke rechthoekige perceel van het vakantiepark kampeerterrein. Een positieve bestemming is derhalve gerechtvaardigd. Coldenhove in bos zonder nevenbestemming (ipv R-K) ivm met het Natura 2000 beleid en Veluwe 2010. h. (wordt niet genoemd) i. Verzoek tot het opnemen van beperkingen Het bestemmingsplan regelt wat reeds voor de ontwikkelingsmogelijkheden van vergund is.. Voor wat betreft de (verblijfs)recreatie op naturistencamping uitbreidingsmogelijkheden geldt de algemene Gelre. De aanwezigheid van bouwwerken regeling van 10% van de aanwezige (trekkershutten) is ongewenst i.v.m. Natura gemeenschappelijke voorzieningen op het 2000 beleid en Veluwe 2010. terrein. Dit wordt niet gewijzigd. j. Verzoek tot het opnemen dat Ruimtelijk wordt er geen onderscheid gemaakt naturistencamping Gelre alleen als tussen een gewone camping en een naturistencamping gebruikt mag worden en naturistencamping. De niet voor andere recreatieve doeleinden. bestemmingsomschrijving (die is gebaseerd op de bestaande situatie) geeft aan wat er mogelijk is. k. de voormalige A-watergang over landgoed Voor het bestemmingsplan zijn wij uitgegaan Leusveld is om het natuurgebied heen gelegd. van tekeningen van de ruilverkaveling en de legger van het waterschap. Het is niet duidelijk welke tracéwijziging hier wordt bedoeld. Indien inspreker nadere info heeft (op kaart) zien wij dat graag tegemoet. l. Verzoek tot verduidelijking van de categorie- De categorie-indeling van wegen is gebaseerd indeling van de wegen. op het gemeentelijke Verkeersstructuurplan, dat in 1996 is vastgesteld. In het ontwerpbestemmingsplan wordt de categorieaanduiding voor twee wegen (Vosstraat en Voorsterweg) gewijzigd van VG (gebiedstoegangsweg) in V-V (verharde weg). Op dit moment wordt er onderzoek gedaan naar mogelijkheden om de Vosstraat, maar ook andere wegen in het buitengebied, verkeersluwer te maken. In de Vosstraat is hiertoe al een drempel aangebracht. Verzoek tot het opnemen van een natuurerf, Dit kan niet worden geregeld in een een rustig gebied waar weinig autoverkeer is, bestemmingsplan. In 2009 start de gemeente in het gebied tussen Dieren, Eerbeek, met het opstellen van een nieuw Brummen en Zutphen. verkeersstructuurplan. Dan kan gekeken worden in hoeverre dit thema wordt meegenomen. Bezwaar tegen aanwijzing van de Vosstraat als Zie hierboven onder l.
49
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
weg van zwaardere categorie. Er zijn diverse opmerkingen gemaakt over de kaart ‘Kleine landschapselementen’. De kaart is te onvolledig om als basis te dienen voor de bescherming van kleine landschapselementen.
De kaart Kleine Landschapselementen is een inventarisatiekaart en bedoeld als bijlage. Deze kaart is niet uitputtend en heeft ook geen juridische status. Aanpassing is derhalve niet noodzakelijk. Voor de bescherming van de kleine landschapselementen worden naast deze kaart ook andere instrumenten gebruikt, zoals luchtfoto’s. De bescherming van deze landschapselementen is hierdoor voldoende gewaarborgd. De werkwijze die in dit plan is gehanteerd is dat Opmerkingen bij plankaart 2: op basis van een inventarisatie van kleine a. de begrenzing van het gebied met bescherming voor bodemreliëf bij Hall zou landschapselementen aan gebieden een landschapswaarde toegekend, zoals ruimer moeten om recht te doen aan de waarde van het reliëf aan de zuidkant van aangegeven op plankaart 2. Daarnaast is gebruik gemaakt van streekplankaarten. Op de es van Hall (steilkanten) en tussen het basis van deze informatie zijn de huidige kanaal en Eerbeek. begrenzingen aangegeven. Wij zien geen aanleiding om dit aan te passen. b. Het reliëf bij de Empese en Tondense De Empese en Tondense Heide zijn bestemd als Heide zou beschermd moeten worden, het Natuur. Via het aanlegvergunningstelsel is het is afwijkend van de richting van het meeste bodemreliëf beschermd. reliëf in het gebied. Dit kan bescherming bieden tegen het doorgraven van ruggen en dat is weer positief voor de bescherming van het hydrologische systeem. c.
3.
Het gebied ten zuidoosten van de Empese en Tondese Heide, waar openheid als landschapskwaliteit aangegeven staat, zou kleiner moeten zijn om te voorkomen dat een conflict ontstaat bij het herstellen van de historische randbeplantingen.
Gelderse Milieufederatie t.a.v. de heer V. Vintges Jansbuitensingel 14 6811 AB Arnhem brief d.d. 27 maart 2008 Verzoek tot het opnemen van de EHS en de ecologische verbindingszones uit het Streekplan op de plankaart als dubbelbestemming.
Het hier aanwezige landschap vormt een contrast met andere delen van de gemeente. Omdat gebiedsverschillen in het algemeen steeds kleiner worden, zijn wij er voorstander van om deze waarde te benoemen.
Wij hebben gekozen voor een systematiek waarin het bestaande gebruik en de bestaande waarden bepalend zijn voor de bestemming op plankaart 1. De EHS (die deels ook Natura 2000 gebied is) is opgenomen op een afzonderlijke plankaart (plankaart 3) die dient als toetsingskader voor toekomstige ontwikkelingen (ontheffingen, wijzigingen en aanlegvergunningen). De plannen zijn, na het opstellen van het voorontwerp, verder ontwikkeld. In de toelichting zal de laatste stand van zaken worden opgenomen. Verder is het bestemmingsplan een conserverend plan dat geen ontwikkelingen toestaat die de groene wiggen en ecologische poorten zou kunnen tegenwerken. De uitbreidingsmogelijkheden die in het plan
Verzoek tot het opnemen van de groene wiggen en ecologische poorten uit het Streekplan en het Reconstructieplan op de plankaart.
50
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
zitten zijn beperkt tot de bestaande bouwpercelen. Verzoek tot het opstellen van een wrakingslijst In principe wordt er handhavend opgetreden en verzoek om geen positieve bestemming te tegen zonder bouwvergunning gebouwde bouwwerken. Dergelijke bebouwing wordt niet geven aan gebouwen en bouwwerken die positief bestemd. Voor zover het gebruik van zonder toestemming zijn gebouwd. de bebouwing afwijkt van de bestemming is een afweging gemaakt of dat gebruik positief bestemd kan worden. Het opstellen van een wrakingslijst is niet noodzakelijk. Naar onze mening is in het plan duidelijk Verzoek tot het saneren van niet benutte aangegeven hoeveel agrarische en nietbouwruimte. Indien duidelijk is dat agrarische bedrijven kunnen uitbreiden. bouwruimtes en bouwvergunningen de Daarbij zijn we ons ervan bewust dat dit afgelopen jaren niet benut zijn kunnen deze economische functies zijn die altijd behoefte verwijderd worden van de hebben aan flexibiliteit. bestemmingsplankaart. Bouwvergunningen die de afgelopen jaren niet zijn benut dienen Het intrekken van niet-benutte bouwvergunningen heeft geen prioriteit. Meer ingetrokken te worden. prioriteit is er voor handhaving van met het bestemmingsplan strijdige situaties. Het is een goede zaak dat permanente In de planregels is aangegeven dat permanente bewoning van recreatiemiddelen niet wordt bewoning van recreatiewoningen niet is toegestaan. Daar waar sprake is van verkoop toegestaan. De wijze hoe de gemeente en uitponding bevelen wij aan permanente hiermee omgaat staat onder andere bewoning te voorkomen door in het beschreven in de toelichting. Handhaving bestemmingsplan gebruik van de terreinen gebeurt al volop, en heeft een grote prioriteit een aantal maanden per jaar te sluiten, tenzij binnen de gemeente. Hierdoor is het aantoonbaar sprake is van wisselende verhuur voorkomen van permanente bewoning en wisselende bezetting. voldoende gewaarborgd. Wij zien geen noodzaak om recreatieterreinen een aantal maanden per jaar te sluiten. Verzoek tot het toestaan van recreatie als De EHS leent zich bij uitstek voor recreatie. Het nevenactiviteit met name buiten de EHS en beleid van de gemeente richt zich op het niet in de EHS. versterken van de recreatieve betekenis van dit gebied. Hierbij gaat het om kleinschalige en extensieve recreatievormen. Met uitzondering van mini-campings moeten deze recreatieve activiteiten binnen de bestaande bebouwing plaatsvinden. Voor mini-campings gelden aanvullende criteria voor de inrichting van het landschap. Op deze manier kan recreatie goed in de EHS worden ingepast en is recreatie binnen de EHS een passende functie. Verzoek om natuurwaarden, zoals bosjes en Een recreatieterrein is op de eerste plaats een singels e.d. op recreatieterreinen als zodanig economische functie en het groen is daaraan te bestemmen. Hierdoor is duurzame ondergeschikt, tenzij er een bijzondere reden bescherming mogelijk. voor is om daarvan af te wijken. Dit is bijv. het geval bij de Hallse Hull, waar een deel van het bos in de EHS ligt. Dit bos is afzonderlijk bestemd. Wij zijn van mening dat het aanlegvergunningstelsel (samen met andere instrumenten als de Boswet en kapverordening) voldoende garanties biedt. Verzoek tot het opnemen van kleine De kleine landschapselementen zijn landschapselementen op de plankaart. opgenomen op een inventarisatiekaart, die als bijlage is opgenomen bij de toelichting. Deze heeft mede als basis gediend voor de te beschermen waarden op plankaart 2. Het vastleggen van dergelijke kleine elementen op de plankaart belemmert de flexibiliteit van het
51
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Landgoederen: - Verzoek tot het verduidelijken welke gebieden uitgesloten zijn voor het stichten van nieuwe landgoederen. (pag. 57). - Landgoederen geven alleen een volwaardige bijdrage aan het landschap indien een grootte van minimaal 20 ha aangehouden wordt en het landgoed als NSW landgoed beschouwd wordt. Een grootte van 5 ha is te weinig. - Bij het toevoegen van bouwvolume binnen de EHS, wiggen en poorten dient sprake te zijn van saldering. - Aanbevolen wordt om bebouwing van nieuwe landgoederen zoveel mogelijk te clusteren. Dit is om versnippering in het landschap te voorkomen.
Het toetsingskader voor het toelaten van andere functies is niet normatief, dus de afweging is subjectief. Bij aanvragen dient getoetst te worden aan de aspecten natuur, landschap, cultuurhistorie, verkeer en overige aspecten. Aanbevolen wordt om dit in de vorm van een partiële herziening van het bestemmingsplan te doen. Verzoek tot aanpassing van de tekst op pagina 11 betreffende naaldbossen. Naaldbossen zijn mogelijk in verhouding tot gemengde bossen en loofbossen relatief soortenarm. Daarentegen zijn voor bepaalde schimmels, insecten en vogels naaldbossen wel degelijk van belang, evenals voor wild als rustplaats en dekkingsmogelijkheid. Verzoek tot het opnemen van de begrenzing van het waardevolle landschap, nationaal landschap Veluwe en het waardevolle landschap IJsselwaarden op de plankaart.
- Verzoek om minicampings ruimtelijk te zoneren om te voorkomen dat een aaneengesloten reeks van minicampings ontstaat. - Beëindiging of overname van het agrarisch bedrijf dient ook te betekenen dat de minicamping ophoudt te bestaan. - Voorkomen dient te worden dat de minicamping op termijn uitgroeit tot een reguliere camping.
52
plan. - De gemeente heeft geen specifiek beleid voor nieuwe landgoederen. Dit wordt per geval beoordeeld. Daarbij worden de in het Streekplan opgenomen kaders gerespecteerd. - De gemeenteraad heeft (als motie bij de vaststelling van de ROV) vastgesteld dat een nieuw landgoed een minimale omvang van 25 ha moet hebben. - Saldering wordt niet gezien als een meerwaarde tegen verstening en versnippering van het buitengebied. De bestaande bebouwing mag maar beperkt worden uitgebreid, wat zorgt voor voldoende waarborging van het landschap. - Indien nieuwe landgoederen worden toegestaan, zal hierbij gekeken worden naar de situering van de bebouwing en de landschappelijke inpassing. Hierdoor wordt de kwaliteit van het landschap gewaarborgd. In de criteria voor de beoordeling van een ontheffing (voorheen vrijstelling) of wijziging zijn genoemde aspecten reeds opgenomen en dus betrokken bij de afweging of er wel of niet medewerking wordt verleend. Functieveranderingen (tot 350 c.q. 500 m²) wordt mogelijk gemaakt via een ontheffing danwel planwijziging. Een herziening van het bestemmingsplan is niet noodzakelijk. Er wordt niet gezegd dat naaldbossen geen ecologische waarde hebben. De tekst maakt echter een vergelijking tussen naaldbossen en de gebieden die daarvoor genoemd staan (landgoed Leuvenheim, Leusveld, Empese en Tondense Heide). In vergelijking met deze gebieden is de natuurwaarde van de naaldbossen minder. Plankaart 3 wordt aangevuld met de begrenzing van de Natura 2000-gebieden Veluwe, Landgoederen Brummen en IJsseluiterwaarden. Binnen de zone ‘Agrarisch gebied’ wordt een nader onderscheid aangebracht tussen het ‘Agrarisch gebied – Waardevol landschap’ en het “gewone” Agrarisch gebied. - Binnen het bestemmingsplan is al sprake van zonering op het gebied van minicampings. Mini-campings zijn namelijk niet toegestaan op de Veluwe en in de uiterwaarden. Daarnaast wordt er een maximaal aantal mini-campings toegestaan en worden er eisen gesteld aan de landschappelijke inpassing. - Dit is conform het beleid. - Een mini-camping mag maximaal 25 standplaatsen bevatten. Elk verzoek voor vergroting van het aantal standplaatsen betekent een herziening van het
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
bestemmingsplan (wijziging van de bestemming). Recreatiewoningen die zijn opgericht zonder In de toelichting is duidelijk omschreven welke bouwvergunning kunnen niet positief worden (recreatie)woningen een positieve bestemming hebben gekregen. Behalve de bestemd. Hiervoor geldt het (recreatie)woningen die in het handhavingstraject. Indien alsnog een bestemmingsplan 1982 reeds als zodanig bouwvergunning wordt verleend dient dit verrekend te worden met de bouwopgaaf van bestemd waren, zijn dat ook de verblijven die in de periode tussen eind februari 1999 (eerste de gemeente. Ook bij woningsplitsing dient nieuwe WOZ-waarde beschikking) en 23 dit verrekend te worden. oktober 2007 (besluitvorming over inspraakplan) als zelfstandige woonruimte of als recreatiewoning zijn aangemerkt en aangeslagen of dat aangetoond kan worden dat het gebruik als (recreatie)woning onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan valt en tot heden sprake is geweest van een onafgebroken gebruik van de verblijven als (recreatie)woning. Daarnaast is gekeken of legalisatie van de recreatiewoningen niet leidt tot (toekomstige) belemmeringen in de bedrijfsvoering van de in de omgeving gelegen (agrarische) bedrijven. Indien verblijven niet positief bestemd worden als (recreatie)woningen, wordt het handhavingstraject opgestart. Indien er sprake is van bouw in de EHS of de Saldering wordt niet gezien als een wiggen, dan dient er sprake te zijn van meerwaarde tegen verstening en saldering. versnippering van het buitengebied. De bestaande bebouwing mag maar beperkt worden uitgebreid, wat zorgt voor voldoende waarborging van het landschap. Verzoek tot het aangeven welke woningen zijn In de bijlage van de toelichting ‘toevoeging opgericht zonder bouwvergunning woonbestemmingen’ is aangegeven welke bebouwing bestemd is als wonen, die in het vigerende bestemmingsplan niet als woning bestemd waren. Artikel 4: uitbreiden naar: Agrarisch met De natuurwaarden vallen onder het begrip landschappelijke en natuurwetenschappelijke ecologische waarden. Dit is voldoende waarden (gezien de kwalificatie als EHS). afgedekt in de bestemmingsomschrijving. Daarom is het niet noodzakelijk om de bestemmingsnaam te wijzigen. Artikel 5: uitbreiden naar: Agrarisch uiterwaard De natuurwaarden vallen onder het begrip met landschappelijke en ecologische waarden. Dit is voldoende natuurwetenschappelijke waarden (gezien de afgedekt in de bestemmingsomschrijving. kwalificatie als EHS en Vogelrichtlijngebied). Daarom is het niet noodzakelijk om de bestemmingsnaam te wijzigen. Artikel 7 Bos: koppeling leggen met de Vogel- De bestemming is reeds gericht is op de en Habitatrichtlijngebied (Natura 2000) bescherming van natuurwaarden. Het is niet Veluwe. zinvol om in de bestemming een koppeling te leggen met de Natuurbeschermingswet. Deze koppeling wordt wel gelegd bij nieuwe ontwikkelingen of activiteiten(ontheffingen, wijzigingen en aanlegvergunningen). Overigens zijn binnen de bestemming Bos geen nieuwe ontwikkelingen toegestaan. Artikel 11 Recreatie R: indien geen zwembad Wij zijn van mening dat een zwembad binnen aanwezig, dan geen zwembad toestaan. een verblijfsrecreatieterrein tot de mogelijkheden moet behoren.
53
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Artikel 15 Wonen W: geen zwembaden in het buitengebied toestaan i.v.m. verstening. Artikel 23 Aanlegvergunningenstelsel: Het aanlegvergunningenstelsel biedt teveel ruimte voor activiteiten die in strijd zijn met de te beschermen waarden. Verzoek tot overnemen van de tabel die weergegeven is in de inspraakreactie.
Artikel 24: verzoek tot het regelen van een eventuele tweede dienstwoning en verhoging van het aantal kampeerplaatsen te regelen via een herziening i.p.v. een vrijstelling. 4.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat t.a.v. de heer mr. D.W.R. Crommelin Postbus 71 7550 AB Hengelo brief d.d. 6 mei 2008 Verzoek tot het niet opnemen van (nieuwe) ontwikkelingen die de rivierverruimende maatregelen zoals voorgesteld in de Structuurvisie IJsselsprong in de weg staan.
Binnen de bestemming ‘Wonen’ (c.q. in de tuin van de woning) behoort het realiseren van een zwembad tot de mogelijkheden. Op hoofdlijnen komt de aangegeven tabel overeen met de opgenomen tabel in het bestemmingsplan, met dit verschil dat in het voorstel van de GMF in diverse gevallen werken en werkzaamheden geheel worden uitgesloten. Wij zijn van mening dat er altijd een afweging dient te worden gemaakt, waarbij nut en noodzaak van de ingreep worden afgewogen tegen de gevolgen. Bij het toestaan van een tweede dienstwoning of het aantal kampeerplaatsen is geen sprake van een wijziging van de bestemming. Om deze reden wordt dit geregeld door middel van een ontheffing (voorheen vrijstelling) en geen herziening van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan Buitengebied is een conserverend plan dat geen ingrijpende nieuwe ontwikkelingen toestaat. Het bestemmingsplan legt de bestaande functies en hun rechten vast. Artikel 21: Waterstaatsdoeleinden, lid 1. In de Een bestemmingsomschrijving van bestemmingsomschrijving voor de gronden ‘Waterstaatsdoeleinden’ is niet per definitie die bestemd zijn voor Waterstaatsdoeleinden gelijk aan de taken van Rijkswaterstaat. ontbreekt een aantal taken van Vergroting van de afvoercapaciteit kan Rijkswaterstaat, namelijk zorg voor de ingrijpende gevolgen hebben voor andere waterhuishouding, het verkeer te water en de functies en waarden in het gebied en is daarom vergroting van de afvoercapaciteit. niet zonder meer mogelijk. Ook kunnen functies geregeld zijn binnen andere bestemmingen. Zo is de beroeps- en pleziervaart geregeld in de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘Water” (art. 14). De zorg voor de waterhuishouding zal binnen de bestemmingsomschrijving opgenomen worden. Artikel 21 lid 2 Voorrangsbepaling. Hierin staat Zie ook het antwoord hierboven. Het plan aangegeven dat in afwijking van het bepaalde maakt het mogelijk om bouwwerken te in andere bestemmingen (basisbestemming) realiseren ten behoeve van de functies die in de niet mag worden gebouwd, anders ten bestemmingsomschrijving zijn genoemd. behoeve van deze bestemming ‘Waterstaatsdoeleinden’ (dubbelbestemming). Dit houdt in dat het voor Rijkswaterstaat niet mogelijk is om bouwwerken te realiseren t.b.v. de ontbrekende taken zoals hierboven benoemd. Verzoek tot aanpassing voorschriften artikel 21.1. Verzoek tot het opnemen van de voetnoot in In de voetnoot wordt tevens de Beleidslijn artikel 21, naast de Wet beheer grotere rivieren opgenomen. rijkswaterstaatwerken, de Beleidslijn grote rivieren. Artikel 21 lid 4: hierin staat ‘de belangen van Aardgastransportleiding wordt veranderd in
54
Nota inspraak en vooroverleg
5.
6.
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
de betreffende aardgastransportleiding’. Moet dit niet waterstaatdoeleinden zijn? Gemeente Rheden t.a.v. M.W. Kloppenburg Postbus 9110 6994 ZJ De Steeg brief d.d. 21 april 2208 De gemeente Rheden heeft geen opmerkingen bij de tekst, inhoud en de bijbehorende kaarten van het voorontwerpbestemmingsplan. VROM inspectie, regio Oost t.a.v. mr. R.J.M. van de Bogert Postbus 136 6800 AC Arnhem brief d.d.25 april 2008 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: De indruk bestaat dat niet alle EHS is bestemd tot natuur of bos. Verzoek tot het weergegeven van de EHS conform het Streekplan en Nota Ruimte en die de planologische bescherming te geven die daarbij past.
VROM inspectie: Verzoek tot het opnemen van een veiligheidsparagraaf, met daarin de consequenties van: - knelpunten voor buisleidingen - mogelijke risico’s van bedrijven - transport van gevaarlijke stoffen.
7.
8.
9.
waterstaatsdoeleinden.
Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. Wij bedanken de gemeente Rheden voor haar reactie.
Wij hebben gekozen voor een systematiek waarin het bestaande gebruik en de bestaande waarden bepalend zijn voor de bestemming op plankaart 1. De EHS is opgenomen op een afzonderlijke plankaart (plankaart 3) die dient als toetsingskader voor toekomstige ontwikkelingen (ontheffingen en wijzigingen). De EHS op plankaart 3 wordt aangevuld met de EHS-verbinding. Het ‘nee, tenzij-‘beleid van de EHS krijgt een nadrukkelijker plaats in de planregeling. In de toelichting wordt een paragraaf “Externe veiligheid” opgenomen.
Gevraagd wordt wat de inventarisaties hebben In de toelichting is voldoende aangegeven opgeleverd en wat met de strijdigheden wordt welke nieuwe functies zijn toegevoegd (zie gedaan. bijlage 3) en wat specifieke handhavingsgevallen zijn, omdat de feitelijke situatie strijdig is met het bestemmingsplan (i.c. Plagweg 14 en Weg over ’t Hontsveld 5). RGV t.a.v. Th. A.M. Klein Swormink Postbus 2108 6802 CC Arnhem Uit het bestemmingsplan kan niet worden Onbekend is welke fietspaden worden beheerd opgemaakt of het mogelijk is om fietspaden in door de RGV. Als de fietspaden binnen de beheer en onderhoud bij de RGV te bestemming ‘Verkeer’ zijn opgenomen, kunnen reconstrueren en eventueel te verbreden tot fietspaden worden verbreed, zolang dat binnen ca. 2-2.5 meter. het bestemmingsvlak gebeurt. Gemeente Apeldoorn Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn De gemeente Apeldoorn heeft geen op- en/of aanmerkingen op het voorontwerpbestemmingsplan. Gemeente Voorst De gemeente Voorst heeft geen op- en/of
55
Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. Wij bedanken de gemeente Apeldoorn voor haar reactie. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. Wij
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
aanmerkingen op het voorontwerpbestemmingsplan.
bedanken de gemeente Voorst voor haar reactie.
10.
Provincie Gelderland Dienst Ruimte, Economie en Welzijn t.a.v. mr. J.B.J. Bekhuis Postbus 9090 6800 GX Arnhem brief d.d. 8 augustus 2008 (ontvangen op 24 september 2008) 10.1 Toelichting 1.1 De regeling voor bos en natuurterreinen dient te zijn afgestemd op behoud en ontwikkeling van deze terreinen. De criteria water, betreding en verstoring zijn belangrijke aandachtspunten in het afwegingskader bij zich voordoende initiatieven. 1.2 Er wordt op gewezen dat het aspect gebiedsgebonden en gebiedspassend een rol speelt bij de uitbreidingsmogelijkheden van niet-agrarische bedrijven. De aard van het landelijk gebied vormt een belangrijk afwegingskader. Aan bedrijven die gebonden zijn aan het landelijk gebied (zoals loonwerkbedrijven) kunnen, onder voorwaarden, extra uitbreidingsmogelijkheden worden toegekend. 1.3
1.4
In de toelichting wordt gesteld dat de provincie beperkte bemoeienis heeft in het multifunctionele gebied. De provincie houdt echter zeker wèl bemoeienis in het multifunctioneel gebied met de aanduiding waardevol landschap. In de regeling moet vooraf een vorm van afstemming plaatsvinden tussen de Natuurbeschermingswet en wat het bestemmingsplan mogelijk maakt.
In de bestemmingsomschrijving is opgenomen dat de bestemming is gericht op de instandhouding en ontwikkeling van natuuren landschapswaarden. Het bestemmingsplan staat in deze gebieden geen nieuwe ontwikkelingen toe. Alle niet-agrarische bedrijven vallen onder dezelfde 10% uitbreidingsregeling. Wij maken geen hierbij onderscheid tussen al dan niet gebiedsgebonden of gebiedspassende bedrijvigheid. Overigens vragen wij ons af hoe deze opmerking van de provincie gelezen moet worden, aangezien in het streekplan de maximale oppervlakte van niet-agrarische bedrijven is bepaald op 375 m³, terwijl, zo blijkt uit bijlage A, de oppervlakte van de aanwezige bedrijven in de meeste gevallen reeds veel groter is. Dit wordt in paragraaf 4.1 aangepast.
In de toelichting zal een aparte paragraaf worden gewijd aan de afstemming met de Natuurbeschermingswet. Het bestemmingsplan Buitengebied is in hoofdzaak een conserverend plan, waarin het bestaande, legale gebruik is vastgelegd. In de aanwijzing van de Natura 2000-gebieden is de bestaande bebouwing met erven en tuinen geëxclaveerd. Kleine aanpassingen of uitbreiding van bestaande gebouwen zullen derhalve niet in strijd zijn met de instandhoudingsdoelen van Natura 2000. Het bestemmingsplan maakt een aantal ontwikkelingen mogelijk via een ontheffing of wijziging. In deze gevallen kan een toets aan de Nb-wet verlangd worden. In de toelichting wordt gemotiveerd bij welke ontwikkelingen dat zal zijn. De provincie heeft toegezegd dat in februari 2009 duidelijk wordt welk bestaand gebruik als “vergunningvrij” kan worden aangemerkt.
56
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
Bij de vaststelling van het plan kan de verplichting om te toetsen aan de Nb-wet in sommige gevallen dan wellicht vervallen. De toets aan de Natuurbeschermingswet wordt als criterium opgenomen in de ontheffings- en wijzigingsbepalingen en bij aanlegvergunningen in het plan. 1.5 1.6
1.7
1.8
1.9
Het “nee, tenzij”-beleid is alleen van toepassing binnen de EHS, en heeft geen externe werking. Verzocht wordt de streekplanherziening Herbegrenzing EHS te verwerken in het plan.
Het bestemmingsplan moet duidelijkheid bieden over toegelaten functies. Bossen met b.v. een dubbelfunctie Verblijfsrecreatie, worden vanuit het provinciaal beleid opgevat als een verblijfsrecreatieve bestemming. Een en ander kan consequenties hebben in relatie tot het compensatiebeleid. Bosjes kleiner dan 0,5 ha zijn aangemerkt als landschapselement. Op basis van de Boswet worden ze echter wel beschouwd als bos, en zijn compensatieplichtig. Op welke wijze worden bos –en natuurelementen beschermd, nu de Beschrijving in hoofdlijnen vervalt door de invoering van de nieuwe Wro.
1.10 Een aparte inventarisatiekaart, met juridische status, zou bij het plan kunnen worden gevoegd. 1.11 Op enkele compensatielocaties ontbreekt het nog aan de inrichting en fysieke aanleg van bos/natuur. 1.12 Verzocht wordt de bossen bij het bedrijventerrein De Kollergang positief te bestemmen.
1.13 Er is geen plankaart waarop de EHS is aangegeven. Als gevolg daarvan ontbreekt ook de differentiatie EHS-natuur, EHSverweving en EHS-verbinding. 1.14 De diensten achten het niet aanvaardbaar dat
57
Zie ook de beantwoording onder 10.6. Dit wordt gecorrigeerd in de tekst op pagina 32 van de toelichting. De college van de gemeente Brummen heeft een zienswijze ingediend op de herbegrenzing van de EHS. In Brummen zijn een aantal gebieden toegevoegd aan de EHS. De argumentatie waarom deze gebieden zijn toegevoegd is niet altijd duidelijk. Omdat deze duidelijkheid ontbreekt en de herbegrenzing niet is vastgesteld, hanteren wij in het bestemmingsplan de EHS-begrenzing uit het streekplan 2005. De gronden zijn overeenkomstig de gebruiksfuncties bestemd. Dit geldt ook voor de verblijfsrecreatieterreinen.
Dit nemen wij voor kennisgeving aan. Het is evident dat het bestemmingsplan niet het enige instrument is en dat ook andere regelingen gelden. Kleine landschapselementen beschermd via de bestemmingsomschrijving en het aanlegvergunningstelsel. Daarnaast gelden ook nog andere instrumenten, zoals een kapverordening en, zoals hierboven genoemd, de Boswet. De planregeling, in combinatie met de inventarisatiekaart in de toelichting en andere hulpmiddelen (bijv. luchtfoto’s) bieden voldoende handvatten voor de bescherming van kleine landschapselementen. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. Deze bossen vallen buiten het bestemmingsplan Buitengebied. Overigens zijn deze bossen reeds positief bestemd in het bestemmingsplan Kollergang dat in 2005 is vastgesteld en in 2006 is goedgekeurd door de provincie. De EHS is opgenomen op plankaart 3. De deelgebieden Veluws Bosgebied, Landgoederenzone en Uiterwaarden vormen samen de EHS. De ecologische verbindingszones worden
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
de ecologische verbindingszones niet in het plan zijn opgenomen. 1.15 Het “nee, tenzij”-beleid in de EHS en het “ja, mits”-beleid in het waardevol landschap dient zijn vertaling te krijgen in het bestemmingsplan. Dit in relatie tot de aanleg van paardenbakken, sleufsilo’s en minicampings aansluitend aan het bouwperceel. 1.16 De maximale oppervlakte van een agrarisch bouwperceel is 1,5 ha en in de uiterwaarden 1 ha. De diensten zijn van mening dat er altijd sprake dient te zijn van een bouwperceel op maat. 1.17
1.18
1.19
1.20
1.21
1.22
opgenomen in de EHS op plankaart 3. Zij vallen binnen het deelgebied Landgoederenzone. Bij de voorwaarden die aan ontheffing zijn verbonden zullen het “nee, tenzij”criterium (in de EHS) en het “ja, mits”criterium (in het waardevol landschap) worden opgenomen.
De bouwpercelen zijn juist “op maat” ingetekend, maar wel met een maximum. Indien men een groter bouwperceel wenst, wordt hierover eerst advies gevraagd aan SAAB (Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen). Op grond van de regeling in artikel 4, lid 2 sub Geadviseerd wordt om grondgebonden bedrijven als melkrundveehouderijbedrijven, 13 (en art. 5, lid 2 sub 10) is een dergelijke in het plan als zodanig te bestemmen. Op deze omschakeling groter dan 1 ha niet mogelijk. wijze wordt voorkomen dat bedrijven in het Overigens zijn in het bestemmingsplan de verwevingsgebied groter dan 1 ha volledig bedrijven met een intensieve veehouderijtak kunnen omschakelen naar intensieve aangeduid. Derhalve is het niet nodig om veehouderij. grondgebonden bedrijven specifiek te bestemmen. Geadviseerd wordt het functieveranderingsGemeenten hebben een eigen bevoegdheid beleid van de Regio Stedendriehoek door te om al dan niet nadere invulling te geven aan vertalen in het bestemmingsplan. dit beleid. Wij hebben ervoor gekozen om het regionale functieveranderingsbeleid vooralsnog niet in het bestemmingsplan te verankeren. Op het moment dat de gemeentelijke invulling van dit beleid is bepaald, kan dit in een partiële herziening worden vastgelegd. Er wordt op gewezen dat niet alleen bestemde Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. woningen, maar ook niet-bestemde maar in gebruik zijnde gebouwen ten behoeve van wonen, negatieve gevolgen kunnen hebben voor (agrarische) bedrijven. In het kader van de milieuvergunningverlening is het gebruik het uitgangspunt. Duidelijk moet zijn waar uitbreidingsDe regeling in het bestemmingsplan is mogelijkheden zijn opgenomen van het aantal gebaseerd op bestaande en vergunde recreatiewoningen bij de bestaande aantallen. Het plan biedt geen mogelijkheden verblijfsrecreatiebedrijven. voor nieuwe recreatiewoningen op de bestaande verblijfsrecreatieterreinen. Voor zover van toepassing moeten Het groei-krimpbeleid houdt in dat het aantal verblijfsrecreatieterreinen, voor wat betreft hectares verblijfsrecreatie op de Veluwe niet hun mogelijke uitbreidingen, worden mag toenemen. In dit bestemmingsplan zijn de gerelateerd aan het “groei-krimp”-beleid. bestaande verblijfsrecreatieterreinen als zodanig bestemd. Er is geen sprake van uitbreiding van de terreinen. Verzocht wordt duidelijk te maken of bij de Het betreft bestaande evenemententerreinen, evenemententerreinen sprake is van die via een vrijstellingsprocedure ex art.19 bestaande terreinen of ook van nieuwe reeds planologisch waren geregeld. initiatieven. Het begrip “één- of meerdaagse In het bestemmingsplan wordt (in een evenementen” is niet objectief begrensd. bijlage bij de planregels) een lijst Bovendien moet een relatie worden gelegd opgenomen waarin is aangegeven voor met de Nb-wet. welke activiteiten de terreinen mogen
58
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
worden gebruikt. 10.2 Voorschriften 2.1 Art.1, lid 38: getalsmatig zou een onderscheid gemaakt moeten worden tussen hobby, een reëel en een volwaardig agrarisch bedrijf.
2.2 2.3
2.4
2.5 2.6 2.7
2.8
2.9
Art. 1, lid 42: geadviseerd wordt de definitie van intensieve veehouderij over te nemen uit het streekplan. Art.1, lid 60: geadviseerd wordt aan de definitie van een recreatiewoning toe te voegen dat permanente bewoning niet is toegestaan. Art.1, lid 61: geadviseerd wordt een onderscheid te maken tussen een reëel en een volwaardig agrarisch bedrijf. Bij nieuwvestiging is volwaardigheid het uitgangspunt. Art.1, lid 75: hier moet de nieuwe WRO worden vermeld. Art.4, lid 2, onder a-12: verzocht wordt aan te geven of hier sprake is van een bestaande/ legaal gerealiseerde paardenstal. Art.4, lid 2, onder a-13 en art.5, lid 2 onder a10b: hieraan moet worden toegevoegd dat het gaat om intensieve veehouderij, die op basis van legale procedures een oppervlak heeft groter dan 1 ha. Art.4, lid 2 onder b-5 en art.5, lid 2 onder b-5: bij het toestaan van sleufsilo’s buiten het bouwperceel dient eerst een afweging te worden gemaakt in het kader van het ja, mits of nee, tenzij-beleid, en moet een relatie worden gelegd met de Nb-wet. Art. 4, lid 3 en andere artikelen: in dit artikel zijn vrijstellingsmogelijkheden vermeld, die vervolgens zijn uitgewerkt in artikel 24. Ditzelfde geldt voor de wijzigingsbevoegdheden.
2.10 Art.5, lid 2, onder a-10c: ook bij de uitbreiding van een bestaande intensieve veehouderij is het “ja, mits”- en “nee, tenzij”-beleid van toepassing en moet worden gerelateerd aan de Nb-wet. 2.11 Art.6, lid 3, onder 1a: ook hier is het “ja, mits”en “nee, tenzij”-beleid van toepassing.
2.12 Art. 14: geadviseerd wordt om contact op te nemen met de afdeling Water van de provincie omtrent de huidige stand van zaken rondom de zonering van HEN-, SED- en toevoerwateren.
59
In de begripsomschrijvingen worden de begrippen aangevuld met het aantal Nge. Het op hobbymatige basis houden van dieren heeft een omvang van minder dan 12 Nge. Een reëel agrarisch bedrijf heeft een omvang van minimaal 32 Nge. De definitie wordt aangevuld conform het streekplan. Akkoord. Dit wordt toegevoegd.
Het bestemmingsplan staat geen nieuwvestiging van agrarische bedrijven toe. Bij een eventuele planherziening zal volwaardigheid het uitgangspunt zijn. Het plan wordt aangepast aan de nieuwe Wro. Het betreft hier een bestaande paardenstal. De in het plan opgenomen oppervlaktes zijn bepaald op basis van verleende bouwvergunningen en milieuvergunningen, en derhalve legaal. De aanleg van sleufsilo’s en mestplaten aansluitend aan het bouwperceel zal in de EHS en in het Waardevol landschap pas mogelijk worden gemaakt na ontheffing. Het “nee, tenzij”- en “ja, mits”-criterium en de toets aan de Natuurbeschermingswet worden opgenomen als voorwaarde voor de ontheffing. Wij handhaven deze systematiek, waarbij in het artikel zelf de ontheffingen en wijzigingen zijn genoemd en die vervolgens zijn uitgewerkt in artikel 24. Wij zijn van mening dat deze systematiek de leesbaarheid van het plan vergroot. In de uiterwaarden zijn geen agrarische bedrijven met een intensieve veehouderijtak aanwezig. De regeling in art.5 kan worden geschrapt. Uitbreiding van niet-agrarische bedrijven vindt plaats binnen het bestemmingsvlak. Ontwikkelingen binnen het bestemmingsvlak worden niet getoetst aan het “ja, mits”- en “nee, tenzij”-beleid. In het plan zijn de aanduidingen uit het geldende streekplan overgenomen. Dit is het meest actuele en vastgestelde beleid.
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
2.13 Art. 23: voorgesteld wordt om nader overleg te Het aanlegvergunningstelsel is aangevuld voeren over het aanlegvergunningenstelsel. met een toetsing aan het EHS-beleid en de Natuurwetgeving. 10.3 Vrijstellingen 3.1 Nr. 2: aard, omvang en continuïteit van het Een van de voorwaarden voor de ontheffing is bedrijf dienen criteria te zijn voor een 2e de bedrijfsmatige noodzaak. De bedrijfsmatige bedrijfswoning. noodzaak wordt onder meer bepaald door aard, continuïteit en omvang van het bedrijf. Deze begrippen zullen in de criteria worden genoemd. 3.2 Nr. 3: bij minicampings is ook het “ja, mits”- en In de EHS en in het Waardevol landschap “nee,tenzij”-beleid van toepassing. zullen bij de ontheffing voor een minicamping het “nee, tenzij”- en “ja, mits”criterium en de toets aan de Natuurbeschermingswet worden opgenomen als voorwaarde voor de ontheffing. 3.3 Nr.4: bij vormwijziging van agrarische In de EHS en in het Waardevol landschap zal bouwpercelen is ook het “ja, mits”- en bij de ontheffing voor een vormwijziging “nee,tenzij”-beleid van toepassing. van het agrarisch bouwperceel het “nee, tenzij”- en “ja, mits”-criterium worden opgenomen als voorwaarde voor de ontheffing. 3.4 Nr.5: geadviseerd wordt om terugkerende De term “geen onevenredige aantasting” termen als “geen onevenredige aantasting wordt gewijzigd in “geen significante voor natuur, landschap en milieu…” te aantasting”. voorkomen. In het kader van de Nb-wet wordt de term “niet-significante aantasting” gehanteerd. 3.5 Nr.6: bij paardenbakken is ook het “ja, mits”In de EHS en in het Waardevol landschap en “nee,tenzij”-beleid van toepassing. Aan zullen bij de ontheffing voor de aanleg van genoemde criteria kan goed worden voldaan, een paardenbak het “nee, tenzij”- en “ja, waardoor paardenbakken bijna structureel mits”-criterium en de toets aan de worden toegelaten. Er ontbreekt een aspect, Natuurbeschermingswet worden nl. de toename van de druk en verstening in opgenomen als voorwaarde voor de met name het groen/blauwe raamwerk. ontheffing. Overigens zien wij geen reden om de aanleg van paardenbakken in bepaalde gebieden geheel uit te sluiten. Uit de aard der zaak kan ook niet worden gesproken over een toename van verstening. De voorwaarden die gekoppeld zijn aan de ontheffing, in combinatie met het gegeven dat lichtmasten alleen binnen het bouwperceel mogen worden geplaatst en mogelijke nadere eisen aan hekwerken (zie vooroverlegreactie nr. 2) bieden voldoende garanties voor de bescherming van natuur en landschap en de belangen van omwonenden. 3.6 Nr.8: voor nevenactiviteiten bij een landhuis Nieuwe functies zijn alleen toegelaten binnen moet duidelijkheid worden gegeven of hierbij de bestaande bebouwing. Derhalve is er geen sprake is van initiatieven binnen de bestaande directe relatie met of effect op de EHS of het bebouwing of binnen het bestemmingsvlak. Waardevol landschap. Deze activiteiten moeten worden gerelateerd aan het provinciaal beleid m.b.t. EHS en waardevol landschap. 3.7 Nr. 11: duidelijkheid moet worden gegeven of De regeling wordt aangevuld met de bij logies en ontbijt bij woningen plaatsvindt voorwaarde dat logies en ontbijt bij in bestaande bebouwing. woningen alleen is toegestaan in het bestaande hoofdgebouw (woning) of in
60
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
aangebouwde bijgebouwen. 10.4 Wijzigingen 4.1 Nr.12: vergroting van agrarische bouwpercelen moet gekoppeld worden aan de EHS en Waardevol landschap. In het plan moet onderscheid worden gemaakt tussen grondgebonden bedrijven en intensieve bedrijven. Dit om te voorkomen dat grondgebonden bedrijven die groter zijn dan 1 ha in zijn geheel omschakelen naar intensieve veehouderij.
In de EHS en in het Waardevol landschap zullen bij de wijzigingsbepaling voor vergroting van het agrarisch bouwperceel het “nee, tenzij”- en “ja, mits”-criterium en de toets aan de Natuurbeschermingswet worden opgenomen als voorwaarde voor de ontheffing. Omschakeling naar intensieve veehouderij groter dan 1 ha is volgens de planregeling niet mogelijk. 4.2 Nr. 14: wijziging van agrarische doeleinden In de voorwaarden bij de wijzigingsbepaling naar bos en natuur: ook hier EHS en waardevol wordt opgenomen dat rekening moet landschap bij betrekken. worden gehouden met de natuurdoelstellingen van de EHS en de aanwezige landschapskwaliteiten. Wij hebben er echter voor gekozen om het 4.3 Nr. 15: de wijzigingsregeling naar nietregionale beleid vooralsnog niet in het agrarische bedrijvigheid kan worden vervangen door de regionale regeling voor de bestemmingsplan te verankeren. De gemeente heeft een eigen bevoegdheid om nadere Stedendriehoek. invulling te geven aan dit beleid. Op het moment dat de gemeentelijke invulling van dit beleid is bepaald, kan dit in een partiële herziening worden vastgelegd. Vanwege de Beleidslijn Grote Rivieren hebben 4.4 Nr.16: de extra bouwmogelijkheden voor bedrijfsbebouwing dient te worden gebonden de agrarische bedrijven in de uiterwaarden aan een maximum percentage en gerelateerd geen uitbreidingsmogelijkheden. De genoemde wijzigingsbepaling maakt aan het EHS-beleid. uitbreiding, onder voorwaarden van onder meer bedrijfseconomische noodzaak en toestemming van Rijkswaterstaat en VROMinspectie, mogelijk. Dit vereist per geval maatwerk. Het koppelen aan een percentage is derhalve niet zinvol. In de voorwaarden zal het “nee, tenzij”criterium worden opgenomen. 10.5 Overige opmerkingen Art.27, lid 1 e: geadviseerd wordt om onder Akkoord. Dit wordt toegevoegd. verboden gebruik ook druiventeelt en bollenteelt te vermelden. Bijlage A: de diensten gaan ervan uit dat de in Dit klopt. Zie ook de beantwoording aan de deze lijst opgenomen bedrijven legaal tot VROM-inspectie. stand zijn gekomen. 10.6 Natuurbeschermingswet Geconstateerd wordt dat het onderwerp De Natura 2000-gebieden worden Natura 2000 onvoldoende in het plan is opgenomen op plankaart 3. meegenomen. Het bestemmingsplan Buitengebied is in In het bestemmingsplan zal getoetst moeten hoofdzaak een conserverend plan dat de worden of de ruimte voor nieuwe bestaande situatie en rechten vastlegt. De ontwikkelingen leidt tot negatieve effecten op mogelijkheden die het plan biedt voor nieuwe de instandhoudingsdoelen van het Natura ontwikkelingen betreft: 2000-gebied. - uitbreiding van bebouwing binnen de De grens van de Natura 2000-gebieden moet bouwpercelen c.q. bestemmingsvlakken’ op de kaart worden aangegeven. - (kleinschalige) ontwikkelingen waarvoor een ontheffing nodig is; - (kleinschalige) ontwikkelingen waarvoor een wijzigingsprocedure doorlopen moet worden;
61
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
werken en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning nodig is. Ontwikkelingen zijn altijd kleinschalig en van beperkte omvang. Het bestemmingsplan maakt geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk. -
Bestaande bebouwing, erven, tuinen en wegen vallen niet onder de bescherming van Natura 2000. (Zij heten te zijn “geëxclaveerd”). Van belang is voorts dat een Natura 2000-gebied ook een externe werking heeft: ook ontwikkelingen buiten een Natura 2000-gebied kunnen een effect hebben op de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000gebied. Dit speelt met name bij de ammoniakemissie van agrarische bedrijven. Voorgesteld wordt hier als mee om te gaan in het bestemmingsplan: - (bouw)mogelijkheden binnen het bouwperceel c.q. het bestemmingvlak, gelegen binnen een Natura 2000-gebied, hoeven niet te worden getoetst aan de Nbwet. Deze zijn immers geëxclaveerd. Uitzondering vormen de verblijfsrecreatieterreinen in Natura 2000gebied. Hier is sprake van een sterke verweving is tussen het recreatieve gebruik en de aanwezige natuur- en landschapswaarden; - ontwikkelingen buiten het bouwperceel/bestemmingsvlak, gelegen in een Natura 2000-gebied, kunnen mogelijkerwijs een effect hebben. In de voorwaarden bij de ontheffing of wijziging wordt opgenomen dat er een toets moet plaatsvinden aan de Nb-wet. Beoordeeld moet worden of de activiteit leidt tot een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied. Deze voorwaarde geldt voor: vormwijziging of vergroting van een agrarisch bouwperceel, exploiteren van een minicamping, aanleg paardenbak, uitbreiding van het aantal kampeerplaatsen op een verblijfsrecreatieterrein; - aanlegvergunningen voor werkzaamheden binnen Natura 2000-gebied dienen eveneens getoetst te worden op eventuele significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen. - Wat betreft de externe werking i.r.t. ammoniakemissie: zie hieronder. Gesteld wordt dat het invullen en gebruiken van restruimte binnen agrarische bouwpercelen mogelijk strijdig kan zijn met de Nb-wet. Gesteld wordt dat dit alleen kan worden opgenomen als onderbouwd wordt
62
Dit zou betekenen dat het bestemmingsplan de bouw van nieuwe stallen moet uitsluiten. De bouw van een stal kan immers leiden tot een verandering van de ammoniakemissie. Wij achten dit onwenselijk en ook niet in lijn met
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
dat een effect is uit te sluiten.
de bedoeling van de wet.** De bouw van de stal an sich heeft geen effect op een nabijgelegen Natura 2000-gebied, het gebruik van de stal echter wel. Voor het gebruik van de stal is een milieuvergunning noodzakelijk. In de praktijk moet dus de milieuvergunning worden getoetst aan de Nb-wet. Op voorhand is niet aan te geven welk gebruik precies mogelijk is. Dit is afhankelijk van diersoort, aantal dieren en milieutechnische maatregelen. Daarnaast spelen de reeds vergunde rechten een rol. Deze toets kan derhalve alleen plaatsvinden bij een concrete aanvraag. Conclusie: het is onmogelijk om vóóraf aan te geven of het benutten van de restruimte binnen een agrarisch bouwperceel een effect heeft op een Natura 2000-gebied. Deze toets kan wel plaatsvinden bij de milieuvergunningaanvraag. Er bestaat een koppeling tussen bouwvergunning en milieuvergunning: er geldt een aanhoudingsplicht voor de bouwvergunning als er ook een milieuvergunning is vereist.
De gebruikte inventarisatie van natuurwaarden is oud. Geadviseerd wordt om deze te actualiseren m.b.v. de inventarisatie van de Natura 2000-doelen.
63
De provincie werkt op dit moment aan beheerplannen. De beheerplannen moeten duidelijkheid verschaffen over welke activiteiten vergunningvrij zijn. Voor deze activiteiten hoeft dan geen vergunning op basis van de Nb-wet te worden aangevraagd. De provincie heeft aangegeven dat in februari 2009 deze inventarisatie is afgerond. Bij de vaststelling van het plan kan dan wellicht op een aantal punten in het bestemmingsplan de verplichting om te toetsen aan de Nb-wet komen te vervallen. De inventarisatie dateert inderdaad van een aantal jaren geleden. Echter, de regeling in het plan is in belangrijke mate bepaald door het streekplan (m.n. de Ecologische Hoofdstructuur). Een actualisatie van de natuurinventarisatie zal niet leiden tot een andere inhoud van het plan.
Nota inspraak en vooroverleg
Bestemmingsplan Buitengebied Brummen 2008
** Om te voorkomen dat voor iedere toename van ammoniakdepositie een vergunning Nb-wet moet worden aangevraagd, heeft het Ministerie van LNV het Toetsingskader ammoniak rondom Natura gebieden laten opstellen, waaraan een vergunningaanvraag getoetst kan worden. Indien voldaan wordt aan de criteria uit het toetsingskader treden er geen significante effecten op. De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft meerdere uitspraken gedaan over het toetsingskader. Deze komen er in het kort op neer dat de Afdeling twijfels heeft of het toetsingskader voldoende waarborg biedt dat een vergunde uitbreiding geen significante gevolgen heeft voor een Natura 2000 gebied. Het gevolg van deze uitspraak is dat voor uitbreiding van veehouderijen met potentieel significante effecten steeds in het kader van de vergunningverlening een afzonderlijk getoetst moeten worden naar het effect voor het Natura 2000-gebied. De verwachting is dat er in december 2008 een nieuw Toetsingskader wordt uitgebracht.
64
Bijlage: lijst van insprekers Instelling WK Eerbeek
Maatschap
Voorletters W.J. M. H.G.
Achternaam
Adres
Postcode Woonplaats
Nr.
Wensink Wensink-Verbeek Assië
Apeldoornseweg 7
6961 KV
Eerbeek
26
BladNr. 5
Blaarweg 2
6964 CH
Hall
16
1
W.L.
Koeman
Blokdijk 11
1608 HH
Wijdenes
22
G. M.M. A.J.J.
Lensink Lensink-Ladage Nijveld-Lokate
Boerenstraat 24
6961 KC
Eerbeek
19
1
Brederietweg 5
7399 RG
Empe
91
2
M.
Jochems
Brummenseweg 10
6961 LR
Eerbeek
15
5
G.
Nap
Buurtweg 54
6971 KM
Brummen
69
3
W.
Fontein
Coehoornsingel 8f
7201 AB
Zutphen
4
2
J.P.
Teunissen
Coldenhovenseweg 68
6961 EE
Eerbeek
30 & 68
4
Dhr.
Willemsen
Cortenoeverseweg 86
6971 JK
Brummen
7
H.
Wouters
Cortenoeverseweg 94
6971 JL
Brummen
6 & 49 & 139 81
A.J. J. W. W. W.G. Dhr.
Breukink Breukink Breukink Wijma-Breukink Spee
Cortenoeverseweg 117
6971 JL
Brummen
31
7
Cortenoeverseweg 121
6971 JL
Brummen
28
3
Den Broekweg 1
6971 LT
Brummen
38 & 94
6
Mevr.
Maaskant
Den Broekweg 3
6971 LT
Brummen
9
6
F.W.
Boezewinkel
De Voortweg 1
6971 JX
Brummen
5
3
E.H.
Wunderink
Dorpsstraat 20
6964 AB
Hall
27
5
L.J.F.M. F.H.A. W.A.
Pijnappel Ter Maat Sanders
Dwarsweg 17
6971 JC
Brummen
2 & 65
7
D.W. van Vreeswijklaan 4/6
6961 LG
Eerbeek
43
4
de Vries
Eerbeekseweg 14
6957 AN
Laag Soeren
17 & 75
5
Blom
Eerbeekseweg 20
6971 LB
Brummen
61
6
B.
Uiterweerd
Elzenbosweg 10
6971 JM
Brummen
20
7
T.
Achterkamp
Hallsedijk 11a
6975 AK
Tonden
59
2
H.
Voskamp
Hallsedijk 25a
6975 AL
Tonden
77 & 82
2
M.
Bos
Hallseweg 35
6964 AJ
Hall
147
Hallseweg 71
6964 CK
Hall
72
Papierfabriek Coldenhove Tuincentrum Laag W. Soeren J.A.J.
Stichting Volksvermaak Hall
3
A.W.M.
Jurrius
Harderwijkerweg 4
6961 GJ
Eerbeek
33
4
R.
2
Schouten
Hoevesteeg 1
6975 AE
Tonden
32
P.J.A.M. Moerkens
Hogenenk 17
6971 JP
Brummen
37
J.
Hoevers
Hommelstraat 11
7399 RK
Empe
71
2
Bouwadviesburo J. Hoevers D.N.
Hoevers
Hommelstraat 11
7399 RK
Empe
70 & 73
2
Baarslag
Hoofdstraat 56
6974 AX
Leuvenheim
62
6
Landgoed Grootmoeshul
P.J.
Sanders
Hoofdweg 93
7371 AG
Loenen
44
4
A.
Wesselink
IJsselstraat 1a
7399 RC
Empe
13
2
E.W.A.
Harms
IJsselstraat 11
7399 RC
Empe
64
3
B.H.J.
Roodink
Kanaal Zuid 491
7371 GL
Loenen
35
1
H. E. J.G.
Bouwman Bouwman-van Hilst de Jonge-Meijerink
Kaniestraat 3
Oeken
101
6
Karbouwstraat 53
1402 VB
Bussem
36
7
A.F.
de Bode
Knoevenoordstraat
6971 LG
Brummen
60
6
Stichting Hogenenk
W.H.J.M. Wedemeijer
Radeland 5
6971 LV
Brummen
A.M.
Weijermars
Knoevenoordstraat 22
6971 LJ
Brummen
137
Lucassen Achterkamp Lucassen
Knoevenoordstraat 69
6971 LH
Brummen
87
Knoevenoordstraat 69
6971 LH
Brummen
92
6
B.E.
te Kamp-Beltman
Langedijk 8 en 10
6964 CJ
Hall
85
1
Dhr.
de Breij
Lendeweg 8b
6964 CK
Hall
25 & 138
1
T.C.
Schippers
Metelerkampweg 21
6974 AS
Leuvenheim
67
6
Spiegelenberg Van der Spreng Robberts
Molenstraat 22
6961 DT
Eerbeek
5
Noord Emperweg 17
7383 DG
Voorst
10 & 96 & 144 80
H.T.
te Kamp
Oude Zutphenseweg 4
6964 CG
Hall
99
1
T.J.M.
Grimmelt
Plagweg 9
7399 RL
Empe
95
2
J.
Stegerman
Plagweg 11
7399 RL
Empe
134
2
Enzerink
Plagweg 14
7399 RN
Empe
42
2
Simon
Stichting Natuur N. en Milieuplatform T. N.
Stichting Scouting A. Eerbeek G.J. H.L.R.
Enzerink Transport G. G.R.
6
2
Plagweg 16
7399 RN
Empe
145
Schietsportvereni- A. Boom ging Willem Tell J.G.W.H. Baron van Sytzama
Postbus 37
6970 AA
Brummen
66
6
Postbus 140
6970 AC
Brummen
11
7
Fortis Vastgoed
Postbus 2007
3500 GA
Utrecht
45
6
Postbus 4007
6803 EA
Arnhem
88
5
Postbus 4142
7320 AC
Apeldoorn
56
3
Rhienderensestraat 1
6971 LR
Brummen
8
6
E.
Schurer
De erven Buiting MK vastgoedont- M. Kamp wikkeling Waterschap P. Spaan Veluwe J. van de Kamp L.J.
Zwinenberg
Rhienderensestraat 3
6971 LR
Brummen
7 & 98
6
E.
Prins
Rhienderensestraat 29
6964 BG
Hall
51
5
Romeijn
Rhiendersevoetpad 9
6971 GA
Brummen
14
6
Voetbalvereniging M. Oeken J.H.
Onderneming
Lammers
Rijksweg 43 a
7399 RK
Empe
104
J.N.
Trippe
Rijksweg 52
7399 AC
Empe
52
J.
van Unen
Slatweg 4
6964 AD
Hall
H. J.M. H.
van Oorspronk Kwadraat Zweers
Smeestraat 23
6961 DG
Smeestraat 25
J.W. A.M. G.S.W.
Heus Elings te Bokkel
Soerense Zand 27
de Vries
Meeuwis de Vries M. Hoveniers Fam.
Dierenpension De Wijde Blik
2
Eerbeek
102, 105 t/m 133 84
6961 KA
Eerbeek
54
5
6961 RA
Eerbeek
39
5
Soerense Zand Zuid 5
6961 RA
Eerbeek
100
5
Soerense Zand Zuid 13
6961 RA
Eerbeek
63
5
5
Veeneman
Soerense Zand Zuid 19-23
6961 RA
Eerbeek
24
B.
Wartena
Soerense Zand Zuid 33
6961 RA
Eerbeek
53
B.
Empenpol
Spankerenseweg 65
6974 LB
Leuvenheim
86
6
A. Y. G.
Buijvoets Buijvoets Zadelhoff
‘t Looweg 3-5
6791 KG
Brummen
1
6
Tondensestraat 4
6975 AB
Tonden
34
2
Fam.
Bouwman
Tondensestraat 8
6975 AC
Tonden
103
2
Fam.
de Bruin
Tondensestraat 22
6975 AC
Tonden
40
3
J.
Hammink
Troelstralaan 38
6971 CS
Brummen
18
7
W.A.M.
Ottink
‘t Zaaibroek 1a
6964 BP
Hall
21
5
Ph. J.
van Dulken
‘t Zaaibroek 11
6964 BP
Hall
23
5
J.F.
Slaaf
Valkenberglaan 31
7313 BA
Apeldoorn
135
1
Dhr.
Terink
Van Tuyll van
7261 CZ
Ruurlo
140
1
5
Serooskerkenweg 42 P.W.J.
Schoonman
Voorsterweg 62
6971 KB
Brummen
90
6
J.B.H.
Elfrink
J.D.
Ruumpol
Voorsterweg 136
6971 KE
Brummen
74
2
Voorstondensestraat 2
6971 KS
Brummen
76
H.M.
2
Beije
Voorstondensestraat 8
6971 KS
Brummen
136
2
J.
Wensink
Voorstondensestraat 15
6964 CD
Hall
46
1
P.E.J. M.E. J.H.
Willemsen Voortweg 7 Willemsen-van den Ham Holtslag Vosstraat 20
6975 AA
Tonden
79
3
6964 BA
Hall
142
?
6964 BA
Hall
143
?
M.
Holtslag-van Tilburg
Vosstraat 16
A.
van der Drift
Vosstraat 25
6964 BA
Hall
58
2
ten Hove
Vosstraat 33
6964 BB
Hall
2
Lammers
Weg over ’t Hontsveld 5
7399 RH
Empe
102, 105 t/m 133 55
Eijckelhoff
Weg over ‘t Hontsveld 12
7399 KJ
Empe
29
2
E.F.
Gierman
Weg over ’t Hontsveld 26 Weg over ‘t Hontsveld 26
7399 RL 7399 RL
Empe Empe
50
2
F.W.
Nuesink
Windheuvelstraat 7
6971 JV
Brummen
93
2
W.H.
van der Bijl
Windheuvelstraat 11
6971 JV
Brummen
97
3
Wansink Wansink-Nijsingh Schoonman
Zutphensestraat 296
6971 JR
Brummen
89
6
Zutphensestraat 370
6971 JS
Brummen
57
3
J.B.
Mullink
Zutphensestraat 388
6971 JS
Brummen
3
3
J.M.
Verheul
Zutphensestraatweg 45
6953 CH
Dieren
146
Berends
Zwaardvegerstraat 288
8043 DZ
Zwolle
48 & 83
5
Knoop
Postbus 600
8000 AP
Zwolle
van Dijk Gelderman
Zwarteweg 52
78
5
12
5
Namens bewoners M. van de Vosstraat Autobedrijf C. C. Lammers T. Kleine kernen kommissie Diervoeders Van der Bijl
VOF de Meander H.W.A. M. D.J.C.
H.B.U. Exploitatie L.A.M. Hupkes Beheer S.W. Nysingh Advocaten M. R. J.
van Schie
Hall
2