PERSBERICHT
Bundel Susanne Ahlers
Tekens aan de wand
PERSBERICHT Bundel Susanne Ahlers
Tekens aan de wand, in vier talen ‘Tekens aan de wand’ is de titel van een bundel gedichten en schilderijen van de hand van Susanne Ahlers. De in het noordduitse Lübeck geboren, maar inmiddels al vele jaren in Nijmegen woonachtige, voormalige lerares werkte jarenlang als docente Duits aan een gymnasium in Kleef. Nu debuteert zij met een kleurrijk boekwerk. Bijzonder kenmerk is zonder twijfel de drietaligheid: het esthetisch vorm-gegeven boek (ontwerp en fotografie: Peter Walvius) bevat gedichten in het Nederlands, Engels en Duits. Plus een belangrijke vierde taal: die van de schilderwerken. De expressieve symboliek van haar schilderijen lijkt die van haar poëzie op een haast magische manier te completeren en te versterken: Er ontstaat quasi een fantasievolle dialoog tussen beeld en tekst, tussen kleuren en woorden, tussen vormen en verzen. Susanne Ahlers speelt met beelden en beeldtaal, veelvuldig vindt men referenties naar bekende werken uit het verleden. Kenners zullen al lezend en kijkend subtiele verwijzingen tegenkomen naar namen als Botticelli, Ovidius of Vinzentzos Kornaros (’Erotókritos’). Haar fascinatie voor de Griekse en Egyptische mythologie springt in het oog. En soms daagt de kunstenares uit om over hedendaagse culturele vraagstukken na te denken, zoals over de ‘erotiek van de sluier’ (A bridge between heaven & earth). Wie niets van kunst weet, zal toch de menselijke emotie in haar werken herkennen: in een wereld waarin de mens ontvreemd raakt van zijn natuur, zichzelf dreigt te verliezen, haalt Susanne Ahlers een erfenis uit uiteenlopende tijden en culturen in het bewustzijn terug. Poëtische taal is voor haar een ontsluieringstechniek, een reflectie over wat buiten elke bewustzijnscontrole ligt. In symbolische taal formuleert zij vragen, maakt zij zichtbaar dat eenzaamheid, verlies, verlangen, liefde en geluk transculturele ervaringen zijn. Over de auteur Susanne Ahlers is geboren in Lübeck, groeide op in Düsseldorf en woont sinds 1984 in Nijmegen. Ze studeerde af in literatuurwetenschap en linguïstiek, politicologie en pedagogiek (Philipps Universiteit Marburg) en studeerde naderhand feministische psychologie in Hamburg. Vanaf het eind van de tachtiger jaren ontwikkelde ze zich tot schrijfster en schilderes. Ze is autodidact, maar kreeg jarenlang kunstonderwijs en begeleiding van diverse kunstenaars uit Nederland, Duitsland, Chili en Zimbabwe. Ze exposeerde in het verleden onder meer in Kleve en Nijmegen. Verschillende schilderijen uit haar oeuvre kregen in de loop der jaren een plaats in privécollecties in Nederland en Duitsland. ‘Tekens aan de wand’ is uitgegeven in eigen beheer. Voor een (duitstalige) roman is Susanne Ahlers op zoek naar een uitgeverij. -------------------------------------------------Einde persbericht
Noot voor de redactie: Voor meer informatie over het boek en/of de auteur kunt u contact opnemen met J. Oltvoort, 06-51331454. E-mail:
[email protected] Of met Susanne Ahlers: 024-3605266 E-mail:
[email protected]
Bijlage: Enkele pagina’s uit de bundel
Before the initiation
Kamasutra lessen jouw lenden zoenen een ring bijten van koraaltjes of granaat in jouw vlies tijgerlelie het zilveren vacht zoenen boven het waas van haartjes op jouw rug nachtpauwoog Ω15µ
Pain pain is a stigma an infectuous disease prepared to scare others off pain is a birthmark like a deformed leg only anchored in the heart although invisible it appears to spread a dangerous scent of blue sensitivity well hidden behind the mask of a smile, apparently washed away by waves of the morning sea or forced into oblivion, to the cellar of consciousness, it stays alert a seed, a mnemo-technique reminding you each and every day and night of your otherness, loneliness
Ω18µ
Achilles’ lucid dream
Ω19µ
Brieven je sigaret brandt op in de asbak smeulen de laatste klanken van het lied het lied vertelt van afscheid en verdriet je staat voor het open raam en staart met ogen vol ongeloof naar een toekomst, blind doof met niets in het verschiet 's nachts hoor je mensen lachen en praten op straat wanhoop zonder maat overvalt je de postbode blijft komen terwijl je benen je door alle kamers dragen en de brieven zich ongeopend ophopen op de deurmat herinneringen slinken tot schimmen slippen door netten in de sloep simpel een silhouet
Broken dreams, 2
Ω22µ
Ω23µ
Primavera Mitten auf dem Piazza del Duomo fiel mein Herz still die Tauben zerlasen mir den Weg eine, der Aphrodite nicht mehr heilig, entäußerte sich ihrer täglichen Ration an Touristenkörnern auf meiner weißbeblusten Schulter auf meinen Wangen hatte deine Stimme das Schamrot entzündet es drängte mich mit den Hufen zu scharren, meine Nüstern in deinem Nacken zu befeuchten, dein baskisches Schwarzhaar dem Glanz der Aprilsonne zu weihen Auf der Via del Calzaioli erschütterten Horden die Grundfeste des Palazzo Vecchio, katapultierten zu meinem Traum mich zurück, ich schnupperte: Zitrusduft, Nelke, Lorbeer Funken göttlichen Feuers, die rechte Hand auf der linken Brust, das lang gewellte Haar vor dem Schoß oder Minerva – warum zerzaust sie mir das Haar, greift mich beim Schopf? Ach, Amor du spanntest den Bogen, eine der Grazien ins Herz zu treffen, dazu Zephyrs’ Ungestüm auf den Wiesen am Okeanos, Schönheit der Regenbogengöttin! Ah, ich bin Psyche nicht, verharre im Feenpalast aus Gold, mag den Krug mit Wasser nicht holen, Charon & Kerberos nicht länger bestechen, lasst mich aus diesem tödlichen Schlaf erwachen, oh Götter, lasst Persephone selbst den versiegelten Krug bewachen! Broken dreams, 3 or 'Aretusa's secret love'
Ω25µ
Ω24µ
(vertaling)
Primavera midden op de Piazza del Duomo zette mijn hart uit duiven doorzeefden mijn weg, waarvan een, niet zonder zonde uit Aphrodite’s zicht, zich van haar dagelijkse portie aan toeristenvoedsel op mijn witgeblousede schouder ontlastte op mijn kaken het schaamrood, ontvlamd door je stem iets in mij drong erop aan om ongeduldig met de hoeven te trappelen, mijn wijde neusgaten in je nek te bergen, jouw baskisch zwarthaar aan de glans van de aprilzon te wijden op de Via del Calzaioli horden die het fundament van de Palazzo Vecchio deden schudden, zij katapulteerden mij terug naar mijn droom ik snoof op: citrusgeur, kruidnagel, laurier vonken van een goddelijk vuur, de rechter hand op de linker borst, het lang golvend haar voor de schoot of Minerva – waarom verwart zij mij het haar, pakt ze mij bij de kraag?
ach, Amor je spande de boog om een van de Gratiën in het hart te raken, daarnaast Zephyrs onstuimigheid op de weilanden van Okeanós o schoonheid van Iris, Godin van de regenboog! ah, ik ben Psyche niet, roerloos wacht ik in het feeënpaleis van goud, maar ik wil de kan met water niet halen, Charon en Kerberos niet langer omkopen laat mij ontwaken, o Goden, uit deze dodelijke droom, laat Persephone zelf over slaap en dromen waken!
Fata morgana dwars door zandbanken heen een karavaan van kameeldrijvers ten oosten trekt; stevig gesjord; met bronzen trossen trotseren zij de sarrende samoem drie dagen al dreigt de caracal, volgt hij het spoor zijn lynxoor luistert zwart naar de scherpe zang van de nacht drie nachten al smeken de nomaden dat Allah, de Almachtige, de karaf met water vult, Fatima, de slavin, bedwingt, de dromedaris betoomt
saffraan geurt geel uit de bazaar; daar de grauwe gier boven een rots, de zon duikt onder de kim, de mannen praten zacht tegen hun kamelen, klakken met droge tong verteerd door verlangen naar verboden vruchten maar Mohammed is hen niet welgezind; de avond valt uit het zadel zonder toom de oase vervaagt voor hun ogen geduldig zit de gier gehurkt onder de nachthemel
met de dageraad zadelen de mannen af afgereden, uitgeteerd van dorst en kou en eren de Profeet op knikkende knieën zweetparels besmetten het mozaïek de imam zingt en schreeuwt zich schor op het minaret van de moskee dadelpalmen lokken van verre, de schaduwen worden al langer in de kasba, zwarte sluiers drijven kinderen de huizen in, A bridge between heaven & earth
Ω32µ
Ω33µ