Buitenschoolse opvang Op Weg Adres Prinses Beatrixstraat 55 b 6576 AW Ooij Telefoon 06 47 20 19 78 E‐mail
[email protected]
Inhoud 4 4
Welkom bij…
Bso Op Weg Hoofdstuk 1
Wij stellen ons voor
Bijzonder aan onze locatie Gebouw en de tuin Basisgroep Pedagogisch medewerkers Scholing pedagogisch medewerkers Achterwacht Vierogenprincipe Voorschoolse opvang Samenwerking tussen de twee basis groepen Oudercommissie
Hoofdstuk 2
Praktische informatie
Vervoer van en naar de bso Zelfstandig vervoer Wat doen we ’s middags Vriendjes en vriendinnetjes mee Post Wennen Overgang tussen de verschillende leeftijdsgroepen Verzorging en voeding Ziekte en medicijnen Reservekleding Huisregels bij bso Op Weg Taal Aanbod tijdens schoolvakanties Samenvoegen tijdens vakanties Openingstijden, brengen en halen in vakanties
5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 7 7 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 10 10 11 11 11
Hoofdstuk 3
13
Pedagogisch werkplan
13
Pedagogische doelen en pedagogisch beleid Pedagogische uitgangspunten Kijken en luisteren naar kinderen Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte Ritme en structuur Positieve contacten tussen kinderen Respect voor anderen en de omgeving Brede uitdaging en plezier Respect voor autonomie Fysieke veiligheid van kinderen Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Kind‐volg‐systeem en signaleren Ontwikkeling pedagogische kwaliteit Samenwerking 2
13 14 14 15 15 16 16 17 18 18 18 19 19 20
Hoofdstuk 4
Algemene informatie
Plaatsing en interne wachtlijst Studiedagen basisschool Flexibele opvang Ruilen van dagen Incidentele opvang Nationale feestdagen Inventarisatie aanwezige kinderen tijdens vakantieperiodes Uitbreiding, wijziging en vermindering van dagdelen Einde opvang Klachten en klantsignalen Complimenten, wensen en kritiek Omgaan met privacygevoelige informatie Kwaliteit
3
21 21 21 21 21 21 22 22 22 22 23 23 23 23 23
Welkom bij…
Bso Op Weg Deze informatie is voor jullie als ouder(s)/verzorger(s) die gebruik gaan maken van opvang bij bso Op Weg. We hopen dat jullie je snel thuis zullen voelen bij ons. Om de start van de opvang zo soepel mogelijk te laten verlopen, vinden wij het belangrijk je te informeren over wie we zijn en wat we doen. Kortom, wat je van ons mag verwachten. We beschrijven de dagelijkse gang van zaken op onze locatie zoals het pedagogisch werkplan. Dit werkplan gaat over de groepen, de pedagogisch medewerkers en op welke manier we werken; volgens welke pedagogisch uitgangspunten. Het is het resultaat van discussies binnen het team. Ook de oudercommissie heeft hierover meegepraat en advies uitgebracht. Tot slot hebben we de algemene praktische informatie verzameld, bijvoorbeeld uitleg over uitbreiding van de overeenkomst of over klantsignalen. Het pedagogisch werkplan is één jaar geldig. Om te zorgen dat het werkplan actueel blijft, houden we het één keer per jaar kritisch tegen het licht. Dit doen we onder andere op basis van de informatie uit ons kind‐volg‐systeem. Als het nodig is vullen we het plan aan. Veranderingen leggen we voor aan de oudercommissie. Ouders informeren we hierover. Aanpassingen in beleid nemen we zoveel mogelijk mee maar omdat we het één keer per jaar aanpassen kan het gebeuren dat een (deel van de) tekst niet helemaal overeenkomt met de actuele situatie. Op onze website, op de locatiepagina van de bso, staat de meest actuele versie van dit werkplan. Via het digitale locatienieuws houden wij je op de hoogte van ontwikkelingen of gebeurtenissen bij bso Op Weg. Voor algemene informatie of vragen over de overeenkomst kun je terecht bij Klantrelaties via 024 382 26 55 of
[email protected]. Voor andere vragen, opmerkingen, complimenten of tips kun je terecht bij de pedagogisch medewerkers of ondergetekende. Ik wens jullie een heel plezierige tijd toe bij onze bso. Masja van der Werve Clustermanager bso Op Weg Augustus 2015
4
Hoofdstuk 1
Wij stellen ons voor
Bijzonder aan onze locatie Onze bso is gevestigd in basisschool Op Weg, daar maken we onderdeel uit van kindercentrum Op Weg. In de omgeving zijn er veel buitenspeelmogelijkheden. We hebben een eigen aangrenzende buitenspeelruimte en we kunnen gebruik maken van het aangrenzende schoolplein. Daarnaast zijn er diverse speeltuinen, zoals de Speulplek, een buitenspeelruimte met natuurlijke materialen en de Bisonbaai (natuurlijk buitenwater) in de buurt.
Gebouw en de tuin De bso heeft twee groepen. Eén voor de kinderen tot zeven jaar en één voor de kinderen vanaf zeven jaar. We zitten samen met de peutergroep en het kinderdagverblijf in een aparte vleugel bij basisschool Op Weg. Samen vormen we kindercentrum Op Weg. De jongere kinderen van de bso spelen in dezelfde ruimte als de peutergroep. Hier hebben we een ruime poppenhoek voor fantasiespel, een grote tafel om aan te tekenen en knutselen en een hal waar naar hartelust gebouwd kan worden. De groepsruimte voor de oudere kinderen bevindt zich op de eerste verdieping, boven het kinderdagverblijf. Deze is in huiselijke sfeer ingericht, met verschillende hoeken. Wij maken veel gebruik van het schoolplein en de aangrenzende speelplaats. We hebben een minituintje waarin wij bloemen en wat groenten met de kinderen kweken en planten. We spelen veel buiten; hutten bouwen, tikspelletjes, spelen met zand en water, beestjes zoeken en dergelijke zijn activiteiten waar we volop de mogelijkheid voor hebben.
Basisgroep Er zijn twee basisgroepen en we vangen maximaal twintig kinderen per basisgroep op bij deze locatie. Er is één basisgroepvoor de kinderen tot zeven jaar (junior) en één voor de kinderen vanaf zeven jaar (senior). Er komen maximaal veertig kinderen tegelijkertijd. Als kinderen op basis van hun leeftijd doorschuiven naar de oudere groep of er andere redenen zijn om door te schuiven, overleggen we dit mondeling met de ouders en de desbetreffende kinderen. Indien kinderen in twee verschillende groepen zitten, bespreken we dit ook en leggen we dit schriftelijke vast in een toestemmingsformulier. Op die manier is voor kinderen, maar ook voor ouders duidelijk tot welke groep ze horen. Ons doel is om in samenspraak en met toestemming van de ouders een kind opvang te bieden in de groep die zo goed mogelijk past bij de behoefte van het kind. Aangezien er een vast team van pedagogisch medewerkers werkt, zal het kind niet snel een nieuw gezicht zien. Door de kleinschaligheid van de opvang kennen de pedagogisch medewerkers alle kinderen. Bijzonderheden van kinderen zijn schriftelijk vastgelegd. Pedagogisch medewerkers hebben regelmatig een teamoverleg, waarin eventuele bijzonderheden van de kinderen besproken wordt. Pedagogisch medewerkers Bij bso Op Weg werken vier pedagogisch medewerkers. Zij zijn gekwalificeerd volgens de cao Kinderopvang. Het aantal pedagogisch medewerkers dat tegelijkertijd aanwezig is, hangt af van het aantal en de leeftijd van de kinderen die komen. We baseren ons hierbij op een regeling bij de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen. Er is één pedagogisch medewerker per tien kinderen. Aan het begin en het eind van de dag zijn er minder
5
pedagogisch medewerkers. Elke basisgroep heeft in principe ‘eigen’ pedagogisch medewerkers die iedere week op dezelfde dagen werken. Soms is er een stagiaire in de groep. De opleiding die een stagiaire volgt en het niveau dat hij of zij hierin bereikt heeft, bepaalt de mate waarin hij of zij ondersteuning mag bieden bij het activiteitenaanbod en de begeleiding van de kinderen. De stagiaires zijn in principe boventallig (extra). De stagiaire doet, onder begeleiding van een pedagogisch medewerker, mee aan bepaalde onderdelen van het programma. De opleiding die een stagiaire volgt, heeft hier invloed op. Sportstagiaires bereiden bijvoorbeeld sport‐en spelactiviteiten voor en organiseren groeps‐ en individuele activiteiten voor de kinderen. Stagiaires van een HBO‐opleiding pedagogiek zijn naast het activiteitenaanbod bijvoorbeeld betrokken bij de ontwikkeling van een specifiek pedagogisch project, zoals de aanpak van pesten op de groep. Een stagiaire, die naar het oordeel van de clustermanager en de werkbegeleider in staat wordt geacht om onder toezicht zelfstandig verantwoordelijk te zijn voor de groep, kan incidenteel en onder in de Cao Kinderopvang vastgestelde voorwaarden worden ingezet naast een gediplomeerd pedagogisch medewerker in de groep. Scholing pedagogisch medewerkers Alle pedagogisch medewerkers zijn geschoold op het gebied van veiligheid en pedagogiek. Zij hebben allemaal een basistraining kinder‐EHBO gehad en daarnaast is een aantal van hen aangesteld als bedrijfshulpverlener. Bij alle locaties zijn actuele evacuatieplannen en doen ze, in samenwerking met de brandweer, brandoefeningen. Soms zijn ze hier vooraf van op de hoogte maar soms is een oefening onaangekondigd. Nieuwe pedagogisch medewerkers worden ingewerkt op de locatie. Er is een scholingsbudget dat we heel divers in kunnen zetten voor een specifieke scholingsbehoefte zoals bijvoorbeeld Video Interactie Begeleiding. Hierbij filmen we de interactie tussen pedagogisch medewerkers en kinderen en bespreken dit na. Een ander voorbeeld zijn workshops en werkochtenden die de afdeling Pedagogiek & Kwaliteit ontwikkelt en verschillende modules door middel van E‐learning. Achterwacht In situaties dat er heel weinig kinderen bij de bso aanwezig zijn en één pedagogisch medewerker voldoet, is er altijd een pedagogisch medewerker als achterwacht aanwezig bij kinderdagverblijf Op Weg. Vierogenprincipe De ruimte van de jongste kinderen van de buitenschoolse opvang en het kinderdagverblijf grenzen aan elkaar. Via een deur kunnen de pedagogisch medewerkers elkaars ruimte betreden. Deze deur is voorzien van een groot raam waardoor er altijd zicht is op de andere ruimte. De ruimte voor de oudere kinderen van de buitenschoolse opvang zit direct boven het kinderdagverblijf. Het zit dus allemaal zo dicht bijelkaar dat iedereen makkelijk bij elkaar naar binnen kan wandelen. Daarbij komen kinderen en pedagogisch medewerkers elkaar regelmatig tegen tijdens het buitenspelen. De kinderen van de bso maken ook beneden gebruik van het toilet. Voorschoolse opvang Tijdens schoolweken bieden we op maandag, dinsdag en donderdag voorschoose opvang tussen 7.30 en 8.45 uur voor kinderen van vier tot dertien jaar. Dit vindt plaats in de groepsruimte van buitenschoolse opvang Op Weg. Dat is op de eerste verdieping, boven het kinderdagverblijf. Bij de voorschoolse opvang komen maximaal twintig kinderen tegelijkertijd. Alle kinderen zitten in een basisgroep.
6
Voor de vso hanteren we dezelfde kwaliteitseisen als voor de bso. Er werkt bij de vso één pedagogisch medewerker, soms ondersteund door een extra medewerker als er meer dan tien kinderen komen. Het eerste halfuur van de voorschoolse opvang zijn er soms minder pedagogisch medewerkers aanwezig maar nooit minder dan de helft van het benodigde aantal. Bij ziekte van een pedagogisch medewerker, worden zij vervangen door een andere pedagogisch medewerker van de bso, het kdv of een vaste invalkracht. Ouders/verzorgers brengen hun kind(eren) naar de voorschoolse opvang. Tijdens de voorschoolse opvang spelen we een spelletje met de kinderen of lezen een boek voor. Omdat de kinderen nog een beetje wakker moeten worden, passen we het tempo in activiteiten daarop aan. We drinken wat en kinderen kunnen een zelf meegebrachte boterham eten. Om 8.30 uur brengen we de jongste kinderen van vier tot en met zes jaar naar klas. Daar wachten we tot de leerkracht aanwezig is. De zevenjarigen lopen zelf naar hun klas.
Samenwerking tussen de twee basis groepen Bso Op Weg heeft twee basisgroepen. Er is een nauwe samenwerking tussen de twee groepen. Omdat de groepen zo dicht bijelkaar zitten, kan er goed ingespeeld worden op de diverse leeftijden en interesses. Er wordt soms voor gekozen om een ‘subgroep’ te maken, bijvoorbeeld met de oudste kinderen. Op deze manier kunnen we zo goed mogelijk leeftijdsgerichte en interesse gerichte activiteiten aanbieden. Alle vijf de pedagogisch medewerkers zijn bekend met beide groepen en de teamoverleggen vinden gezamenlijk plaats. Tijdens de schoolvakanties worden de groepen, vanwege het kindaantal, regelmatig samengevoegd. Oudercommissie Alle locaties hebben een oudercommissie. Zij zijn het klankbord van de ouders en nauw betrokken bij het opstellen en evalueren van bijvoorbeeld dit pedagogisch werkplan en de veiligheid‐ en gezondheidsplannen van de locatie. Daarnaast organiseert de oudercommissie in samenwerking met ons themabijeenkomsten voor alle ouders en helpen ze met de voorbereiding en uitvoering van allerlei activiteiten. Voor onderwerpen die je onder de aandacht van de oudercommissie wilt brengen kun je gebruik maken van het postvak of neem via de clustermanager contact met hen op. We vinden het erg belangrijk dat ouders meedenken en ‐praten over de kwaliteit van de opvang. Je kunt hier een bijdrage aan leveren door zitting te nemen in de oudercommissie waardoor je direct betrokken bent bij beleid, kwaliteit en continuïteit van de opvang van je kind.
7
Hoofdstuk 2
Praktische informatie
Vervoer van en naar de bso Bso Op Weg is gevestigd in basisschool Op Weg. De kinderen van de basisschool halen we lopend op. Met school is afgesproken dat de kinderen verzamelen in de aula (bij een tafel) van de school. De kinderen blijven zoveel mogelijk aan tafel, zodat ze niet in het gedrang van andere kinderen terecht komen. Als alle kinderen aanwezig zijn, lopen we met z’n allen naar de bso. We gaan vaak naar buiten. We maken dan niet alleen gebruik van het schoolplein maar bijvoorbeeld ook van de nabijgelegen ‘Speulplek’. Soms maken we een uitstapje wat verder weg. Met name tijdens de schoolvakanties is hier gelegenheid voor. Als het mogelijk is proberen we met openbaar vervoer, lopend of op de fiets naar deze uitstapjes te gaan. Er gaan altijd voldoende pedagogisch medewerkers mee op deze uitstapjes en ouders geven toestemming middels het toestemmingformulier voor hun kinderen om mee te mogen. Kinderen die in de auto zitten hebben altijd een veiligheidsgordel om. Bij basisschool Op Weg wordt blokfluitles gegeven. Er zijn verschillende lestijden. Het is mogelijk voor de kinderen om tijdens bso tijd een les te volgen. Aangezien alles in hetzelfde gebouw plaatsvindt, kunnen de kinderen veilig van de bso naar de lesruimte. Zelfstandig vervoer Als kinderen ouder worden hebben ze meer behoefte aan zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Oudere kinderen mogen met toestemming van de ouder(s) zelfstandig lopend of fietsend naar de bso komen. Met kinderen die zelfstandig naar de bso komen, maken we afspraken over het aan‐ en afmelden. Wat doen we ’s middags Op maandag, dinsdag en donderdag zijn de kinderen vanaf 15.15 uur bij de bso. De kinderen van de juniorgroep worden door een pedagogisch medewerker opgehaald in de aula van school. Ze beginnen de middag gezamenlijk aan tafel met iets eten en drinken. Kinderen kunnen iets vertellen over de schooldag en tijdens dit moment besteden we bijvoorbeeld aandacht aan een verjaardag. Voor kinderen een mooie gelegenheid om hun verhaal te doen. Daarna kunnen ze vrij spelen of meedoen aan een activiteit. De kinderen van de seniorgroep komen zelfstandig uit de klas naar de groepsruimte en kunnen zelf bepalen of ze eerst wat gaan eten en drinken of dat ze eerst even gaan (buiten)spelen. Ook zij kunnen vrij spelen maar ook aansluiten bij een activiteit. Als kinderen naar huis gaan, melden de kinderen en hun ouders zich bij de pedagogisch medewerker(s) af. Vanaf 17.00 uur kun je je kind ophalen. Om 18.00 uur sluiten we. Vriendjes en vriendinnetjes mee In overleg met de pedagogisch medewerkers mogen vriendjes en vriendinnetjes mee komen naar de bso. De ouders vragen dit van te voren aan de pedagogisch medewerker. Als de pedagogisch medewerker akkoord is, maken ze afspraken hoe het kind naar de bso komt, wie het ophaalt en wie ze bellen als er iets met het kind aan de hand is. Post Als we brieven of informatie voor je hebben, geven we deze zelf mee of doen we dit in de rugzak van je kind. 8
Wennen We besteden extra aandacht aan nieuwe kinderen en hun ouders. We vinden het belangrijk dat ze zich snel thuis voelen. Voor aanvang van de eerste opvangdag hebben we een intakegesprek met de ouders waarin we informatie geven over onze werkwijze en vragen kunnen stellen over en eventueel aan je kind. We overleggen met ouders en kinderen of zij gebruik willen maken van een of meerdere wenmiddagen. Kinderen en ouders van kinderen die doorstromen vanaf het kinderdagverblijf maken niet altijd gebruik van deze mogelijkheid omdat de kinderen door de kleinschaligheid al vertrouwd zijn met de andere kinderen en medewerkers van de bso. Op het moment dat een kind een andere dag komt dan gewend, incidenteel of structureel, wordt dit onderling gecommuniceerd. Pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte dat het desbetreffende kind die dag extra komt of structureel gebruik gaat maken van die dag. Aangezien er een vast team van pedagogisch medewerkers werkt, zal het kind niet snel een nieuw gezicht zien. Mocht dit wel zo zijn, dan is het kind voor de pedagogisch medewerker niet onbekend. Door de kleinschaligheid van de locatie kennen de pedagogisch medewerkers alle kinderen. Bijzonderheden van kinderen zijn schriftelijk vastgelegd. Verder starten we elke dag met een gezamenlijk tafelmoment, dit biedt veiligheid en structuur. Op de website vind je meer informatie over het wennen. Overgang tussen de verschillende leeftijdsgroepen We besteden aandacht aan de kinderen die doorstromen naar de oudere groep. Wanneer dit gebeurt, is afhankelijk van de leeftijd van het kind (meestal vanaf zeven jaar), de ontwikkeling van het kind én de beschikbare plaatsen in de leeftijdsgroepen. Na overleg met ouders en hun toestemming maakt een kind de overstap. Ouders en kind gaan dan op gesprek en kinderen kunnen al een keer komen wennen. Dit spreken we individueel af. Er zijn ook kinderen die structureel op twee basisgroepen worden opgevangen. Dit is tevens met de ouders afgestemd en schriftelijk vastgelegd. Verzorging en voeding We hechten veel waarde aan de gezondheid van de kinderen die naar de bso komen. Onze uitganspunten zijn de richtlijnen van de GGD die gebaseerd zijn op de adviezen van het Voedingscentrum. Op onze website vind je meer informatie over de voeding die kinderen bij ons krijgen en over beleid met betrekking tot traktaties. Ziekte en medicijnen Als je kind ziek wordt, nemen we contact met je op en informeren we je hoe het met je kind gaat. Afhankelijk van diverse factoren (moment van de dag, hoogte van de koorts, gedrag van je kind, besmettingsgevaar voor andere kinderen) kijken we wat er op dat moment nodig is en spreken we af of en wanneer je je kind op komt halen. Een belangrijke leidraad daarbij zijn de richtlijnen over gezondheid en infecties van de Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Bij kinderen die extra medische zorg nodig hebben en bijvoorbeeld standaard medicijnen gebruiken, maken we concrete afspraken met de ouders. Wij volgen daarbij ons protocol ‘Medisch handelen en toedienen van medicijnen’. Meer informatie hierover vind je op onze website. Reservekleding Het kan wel eens voorkomen dat er een ongelukje gebeurt bij de jongere kinderen of dat we heerlijk buiten in de modder spelen. We vragen je daarvoor een setje reservekleding, passend bij het seizoen, in zijn of haar postvakje neer leggen (of in een tas aan de kapstok) zodat je kind, als dit nodig is, schone kleren aan kan trekken.
9
Als je ‘oude’ kleding over hebt dan kunnen wij dat goed gebruiken als reservekleding. Aanvulling is altijd welkom.
Huisregels bij bso Op Weg De bso heeft algemene afspraken voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen. In principe houdt iedereen binnen de bso zich hieraan. Het is de taak van de pedagogisch medewerkers en ouders (als ze aanwezig zijn) om kinderen bij de handhaving van de afspraken te ondersteunen. Afspraken voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen – Bij ongepast taalgebruik spreken we elkaar, de ouders en de kinderen daar op aan. Als kinderen veelvuldig ongepaste woorden gebruiken, bespreken we dit met de ouders. – We gaan met respect om met elkaar, met speelgoed, materialen, meubels en ander spullen in de ruimte. Ook buiten geldt deze regel. – Iedereen wordt bij binnenkomst begroet, als we weggaan nemen we afscheid. – Kinderen mogen vies worden van het spelen. Afspraken voor ouders – Als je kind, om welke reden dan ook, later of helemaal niet naar de bso komt, dan horen we dat graag vóór 15.00 uur. In de vakanties horen wij het graag vóór 9.30 uur. Je kunt altijd het antwoordapparaat of de voicemail van de bso inspreken. – Als iemand anders dan jezelf of je partner het kind komt halen, dan is het belangrijk dat wij dit van te voren weten. Wij geven je kind uiteraard niet aan onbekenden mee. – Als je door omstandigheden, bijvoorbeeld door drukte op de weg, je kind niet op tijd kan komen halen, dan verzoeken we je dringend ervoor te zorgen dat iemand anders je kind op tijd kan ophalen en dit door te geven aan de pedagogisch medewerker. – Als je aanwezig bent, heb je zelf de verantwoording voor het gedrag van je kind. Als je je kind ophaalt, verzoeken we je dringend hem/haar af te melden bij de basisgroep van je kind. Afspraken voor kinderen – Speelgoed van thuis meenemen mag, maar dan mogen ook andere kinderen hiermee spelen. Zo niet, dan leggen we het speelgoed in het bakje of vakje van je kind tot hij/zij naar huis gaat. Ook als het speelgoed gevaar oplevert leggen we het meegebrachte speelgoed weg. We zijn niet verantwoordelijk als het eigen speelgoed kapot gaat of kwijt raakt. – Als een kind naar de wc is geweest, wast hij/zij daarna de handen. – Voor en na het eten wassen alle kinderen hun handen. Afspraken voor pedagogisch medewerkers – Pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld in het respectvol omgaan met elkaar en materiaal, zoals: niet praten over de kinderen waar zij bij zijn, spullen oprapen die op de grond liggen, enzovoort. – Kinderen spelen buiten onder toezicht van een pedagogisch medewerker, met uitzondering de kinderen waarvoor door de ouders via het toestemmingsformulier akkoord is gegeven dat ze zonder toezicht buiten mogen spelen. – Om als pedagogisch medewerker goed te kunnen functioneren is een veilige en vertrouwde werkomgeving belangrijk. Daarom geven we elkaar feedback op een constructieve manier. We hebben een open houding, genieten van een compliment en voelen ons niet te snel aangevallen als we kritiek krijgen. We zijn erop gericht op positieve wijze met de gegeven feedback om te gaan. Taal Bij de buitenschoolse opvang is de spreek‐ en schrijftaal Nederlands. 10
Aanbod tijdens schoolvakanties Schoolvakanties zijn speciaal bij de bso. De kinderen zijn de hele dag aanwezig waardoor er meer tijd is om (speciale) activiteiten te organiseren of uitstapjes te maken. In de vakantie werken we regelmatig met thema’s. Dit thema vormt de rode draad in de activiteiten die we organiseren. De kinderen zijn de hele dag op de bso, tussen de middag eten we met z’n allen. Ook koken of bakken we wel eens iets zelf, zoals koekjes, minipizza’s of broodjes. Tijdens de vakantieweek organiseren we speciale activiteiten. In de zomervakantie zijn dat er een aantal per week. We gaan dan bijvoorbeeld naar de Bisonbaai. Als we een uitstapje gaan maken, informeren we ouders altijd van te voren over waar we heen gaan en wat we daar gaan doen. Voor elke vakantieperiode informeren we ouders en kinderen over het vakantieprogramma op de bso. We werken vaak met een weekthema passend bij het seizoen. Het thema werken we uit met spel en sportieve activiteiten, zoekopdrachten, quizen en creatieve activiteiten afgestemd op de leeftijd van de kinderen. We wisselen vrij spel af met geleide activiteiten rond het gekozen thema. Voor elke vakantieperiode informeren we ouders en kinderen over het vakantieprogramma bij de bso. Samenvoegen tijdens vakanties Tijdens de vakanties zijn er vaak minder kinderen op de bso. Meestal voegen de basisgroepen dan samen. Tijdens de vakantie periode zetten we een aantal van de vaste medewerkers in. Door het geringere aantal kinderen, zetten we niet alle bso‐ medewerkers in. Openingstijden, brengen en halen in vakanties In de vakantieweken zijn wij maandag, dinsdag en donderdag geopend van 7.30 uur tot 18.00 uur. Bij speciale activiteiten, zoals sportactiviteiten of uitstapjes tijdens school‐ of vakantieweken, kan het zijn dat we later terug zijn in de groep, waardoor je je kind(eren) pas na 17.00 uur kunt ophalen. Ook kan het zijn dat we bij uitstapjes in de vakantieperiode op tijd willen vertrekken en aan jou vragen je kind voor 9.30 uur te brengen. We stellen je tijdig op de hoogte van dit soort activiteiten en afwijkende haal‐ en brengtijden.
11
12
Hoofdstuk 3
Pedagogisch werkplan
Pedagogische doelen en pedagogisch beleid In ons pedagogisch werkplan zijn de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen herkenbaar. Bovendien valt dit plan binnen het pedagogisch beleidskader, dat bestaat uit het Kindbeeld en de pedagogische uitgangspunten, en binnen het pedagogisch beleid van de kinderdagverblijven. Pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen – Bieden van emotionele veiligheid – Mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie – Mogelijkheid tot het ontwikkelen van sociale competentie – Overdracht waarden en normen Kindbeeld Ieder kind is uniek, heeft een eigen karakter en mogelijkheden. Elk kind heeft recht op respect voor dit eigene. De manier waarop een kind zich ontplooit, is mede afhankelijk van de mensen en de wereld om hem heen. Om zich te kunnen ontwikkelen, heeft een kind zowel veiligheid als uitdaging nodig. Een kind zoekt de veiligheid in relaties met opvoeders, broertjes en zusjes, vriendjes. De structuur die een kind ervaart, zorgt ervoor dat hij weet waar hij aan toe is. Vanuit deze veilige basis onderzoekt een kind zijn omgeving. Hij is een ontdekkingsreiziger die voortdurend nieuwe ervaringen opdoet. Soms alleen, vaak samen met anderen. Pedagogische uitgangspunten – Kijken en luisteren naar kinderen – Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte – Ritme en structuur – Positieve contacten tussen kinderen – Respect voor anderen en de omgeving – Brede uitdaging en plezier – Respect voor autonomie van kinderen – Fysieke veiligheid van kinderen – Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Pedagogische uitgangspunten en de doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen Onze pedagogische uitgangspunten rangschikken we onder de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen (Wkkp). Het uitgangspunt ‘Kijken en luisteren naar kinderen’ is van toepassing is op alle Wkkp‐doelen. Doel Wkkp: – Emotionele veiligheid Onze uitgangspunten: – We bieden emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte – We bieden ritme en structuur – We werken samen met ouders en anderen uit de leefomgeving van de kinderen – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal 13
Doel Wkkp: Onze uitgangspunten:
Doelen Wkkp: Onze uitgangspunten:
– Mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie – We bieden brede uitdaging en plezier – We hebben respect voor autonomie van de kinderen – We bewaken de fysieke veiligheid van de kinderen – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal – – – –
Mogelijkheid tot het ontwikkelen van sociale competentie Overdracht waarden en normen We bevorderen positieve contacten tussen kinderen We stimuleren kinderen respect te hebben voor anderen en hun omgeving – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal
Pedagogische uitgangspunten Onze pedagogische uitgangspunten zijn uitgewerkt in het algemeen pedagogisch beleid van de buitenschoolse opvang. Dit staat op onze website. Dit beleid geldt ook voor ons. In dit werkplan gaan we het algemeen pedagogisch beleid niet herhalen. We beperken ons tot een korte toelichting op de pedagogische uitgangspunten en geven concrete voorbeelden hoe we deze bij onze locatie realiseren. Jaarlijks kijken we of deze voorbeelden nog passen bij onze werkwijze en passen we ze zo nodig aan. Kijken en luisteren naar kinderen Wil een kind zich bij ons prettig voelen en zich kunnen ontwikkelen, dan moeten we zijn behoeften kennen en hierop inspelen. Om dit maatwerk te kunnen realiseren, moeten we het kind goed begrijpen. We kijken en luisteren goed naar kinderen. We proberen te begrijpen wat kinderen ons niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk ‘vertellen’. Dit doen we eigenlijk de hele dag door. Het is de basis van ons pedagogisch aanbod: ons pedagogisch handelen, de inrichting van de ruimtes, de materialen, thema’s, de opzet van de activiteiten, structuur, ritme en verzorging. Dit geldt zowel voor individuele kinderen als voor de groep in zijn geheel. De Gordonmethode De Gordonmethode is een methode die zich richt op communicatie. Werken met kinderen, en met kinderen een goede communicatie tot stand brengen, vereist een deskundig oog zowel voor de behoeften van het kind als die van de pedagogisch medewerker zelf. Een goed contact met kinderen vraagt om concrete communicatievaardigheden, zoals luisteren en het duidelijk zijn in het omgaan met elkaar. De Gordonmethode is een manier van omgaan met elkaar die leidt tot meer zelfstandigheid, zelfvertrouwen en groei bij zowel pedagogisch medewerkster als kind. Het gaat bij de Gordonmethode vooral om het bevorderen van het plezier en evenwicht in relaties. Hiertoe reikt hij luister‐ en confrontatietechnieken aan, die de pedagogisch medewerkers en de kinderen de kans geven om in conflicten en probleemsituaties effectief in actie te komen zonder dat het de relatie schaadt. Belangrijke vaardigheden zijn: – Actief luisteren – Het geven van ik‐boodschappen – Geen‐verliesmethode voor conflicthantering Het credo van de grondlegger van de Gordonmethode, Dr. Thomas Gordon is: Jij en ik hebben een relatie die belangrijk voor me is en toch zijn we ieder ook aparte personen met onze eigen waarden en normen.
14
Voorbeelden uit onze praktijk – Als we zien dat de kinderen na school erg energiek zijn (schreeuwen, rennen), dan zorgen we dat het eetmoment niet te lang duurt en we gaan hierna lekker allemaal naar buiten. – Als een kind wat pas gestart is op de basisschool moe is na een schooldag kan het kind lekker op schoot komen zitten of op de bank gaan liggen met een dekentje over zich heen om zo een rustmoment in de dag te hebben. Soms valt een kind even in slaap en kan zo weer energie opdoen om daarna weer tot spel te komen samen met andere kinderen in de groep. – Soms willen een paar kinderen lekker buiten spelen terwijl een ander deel van de groep binnen een activiteit doet. Met toestemmingsformulieren van de ouders mogen deze kinderen zelfstandig buiten spelen. De kinderen zijn door het raam zichtbaar en zo blijft het contact met elkaar toch mogelijk.
Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte We proberen een open, warme sfeer te creëren waarin kinderen zich prettig en op hun gemak voelen. We nemen kinderen serieus. We laten merken dat we het fijn vinden dat hij/zij er is. We zijn geïnteresseerd in wat een kind bezighoudt en stimuleren zijn of haar inbreng. Het geven van positieve aandacht, waardering en stimulans vinden we belangrijk. We zijn er op attent dat we alle kinderen zien en horen. Waar nodig bieden we hulp, bescherming en steun. Voorbeelden uit onze praktijk – Nieuwe kinderen in onze groep zijn meestal net vier jaar. Als ze naar de bso komen hebben ze er een lange dag op zitten en zijn moe, willen eigenlijk naar huis. Deze kinderen houden we dan dicht bij ons; we nodigen hen uit naast ons te komen zitten of op schoot te zitten. We geven regelmatig signalen af dat we hen zien: door een aai over de bol, hen bij een gesprek te betrekken, te informeren naar hun dag e.d. Als het nodig is zorgen we voor een maatje dat het kind wegwijs maakt in de groep. Het maatje gaat samen met het nieuwe kind naar de wc of laat zien waar het buitenspeelgoed staat. – We starten de middag gezamenlijk aan tafel, waar we wat drinken en fruit eten. Aansluitend aan het fruit‐ en drinkmoment kunnen kinderen in een vragenrondje kenbaar maken wat ze willen gaan doen; meedoen met een aangeboden activiteit of vrij spelen. We zien er op toe dat alle kinderen iets kiezen en proberen de kinderen samen met elkaar te laten spelen. We proberen samen met de kinderen een rol te vinden voor een kind wat nog aansluiting zoekt bij een groepje . – Tijdens het spelen lopen we rond. We gaan bij de kinderen kijken en tonen belangstelling voor wat zij doen en maken een praatje. Hierbij benoemen we wat we zien dat het kind doet op een positieve manier, b.v. als een kind iets aan het bouwen is met Kapla, zeggen we ‘wat een prachtig kunstwerk!’ of ‘ik zie dat je het erg leuk vindt om met Kapla te bouwen’ of ‘wat zijn jullie hier gezellig samen aan het bouwen’. – Als we merken dat een kind niet lekker in zijn/haar vel zit, besteden we daar extra aandacht aan door individuele aandacht voor het kind om te zien wat we kunnen doen om het kind zich prettiger te laten voelen. – Als een kind gevallen is, troost de pedagogisch medewerker het kind. Ritme en structuur Structuur biedt een kind houvast. Een belangrijk houvast voor de kinderen zijn de vertrouwde gezichten om zich heen, van pedagogisch medewerkers en kinderen. In een groep werken in principe vertrouwde pedagogisch medewerkers volgens een wekelijks terugkerend rooster. Zo leren de kinderen en de pedagogisch medewerker elkaar goed kennen. Ook de andere kinderen in de groep zijn na verloop van tijd bekend en vertrouwd. Elke groep heeft een eigen, vertrouwde groepsruimte.
15
Als een kind hieraan toe is, kan een kind de groep als uitvalsbasis gebruiken bij het ontdekken van de rest van het kindercentrum. Zo leert het kind ook andere pedagogisch medewerkers en andere kinderen op het kindercentrum kennen. Op een bso verspreiden de kinderen zich vaak over meerdere ruimtes, maar begint de middag bij de bso met een tussendoortje en drinken in de stamgroepsruimte. Houvast komt ook terug in het ritme en programma van de ochtend, middag of dag, de regels en afspraken, rituelen en in de inrichting. De structuur die geboden wordt, hangt af van de situatie, het ontwikkelingsniveau van de kinderen en behoeften van de kinderen. Voorbeelden uit onze praktijk – We starten de middag aan tafel met eerst fruit eten, dan drinken en dan een soepstengel en/of koekje. Ondertussen mogen kinderen iets vertellen aan de groep; als een kind iets wil vertellen mag het eerst de vinger opsteken, de anderen kinderen gaan dan luisteren. – Tijdens het tafelmoment maken we een rondje en vragen aan elk kind wat ze willen gaan doen, waar ze willen spelen. Vaak ontstaan er dan groepjes kinderen die samen gaan spelen. – Rond 17.15 uur ruimen we zoveel mogelijk speelmateriaal op. Van tevoren vragen we hier al aandacht voor. We gaan bij de spelende groepjes langs, maken een praatje over hun spel en vertellen dan ook dat ze nog even kunnen doorspelen en dat we over een kwartiertje gaan opruimen. Als we dit ruim van te voren aankondigen, worden de kinderen niet overvallen door het opruimmoment en leven ze er naar toe. Vaak gaan ze dan uit zichzelf al opruimen. Positieve contacten tussen kinderen Samendoen en samenspelen is leuk en ondersteunt de ontwikkeling. Kinderen kijken naar elkaar, leren van‐ en met elkaar, stimuleren elkaar. Vanaf jonge leeftijd zoeken kinderen contact. We stimuleren onderling positief contact en samenspel. We richten de aandacht van kinderen op elkaar, schaffen materialen aan die samenspel bevorderen, we richten de ruimte zo in dat kinderen ongestoord in groepjes kunnen spelen en doen activiteiten in kleine of grote groep. Waar nodig begeleiden we contacten tussen kinderen. Zo krijgen kinderen de kans van en met elkaar te leren. Voorbeelden uit onze praktijk – Tijdens het gezamenlijke tafelmoment is er ruimte voor ieders verhaal. We stimuleren kinderen om naar elkaar te luisteren en te interacteren met elkaar. – We beginnen het buitenspelen soms met een gezamenlijk spelletje bv. Haasje‐wolfje, een tikspelletje . Alle kinderen doen mee. Na een kwartier kunnen kinderen zelf kiezen wat ze willen gaan doen. We zien er op toe dat alle kinderen tot samenspel kunnen komen door te vragen wat ze willen gaan doen en met wie. – Soms zijn er groepjes kinderen die dezelfde spullen willen hebben, maar niet met elkaar willen spelen. Bijvoorbeeld: er is een hutje, maar daar passen maar drie kinderen in, dus mogen andere kinderen er niet meer bij. We denken mee en vragen dan of het een goed idee is als ze met andere materialen een andere hut erbij bouwen. Vaak vinden ze dat leuk en gaan ze wél samen aan de slag en bouwen de hut uit. Vaak is dan wel die nieuwe hut populairder. – We spelen buiten graag tikspelletjes waarbij de medewerkers de tikker zijn en de kinderen elkaar kunnen vrijtikken; zo helpen ze elkaar in het spel en genieten er erg van om de medewerkers in het spel te verslaan. Respect voor anderen en de omgeving We vinden het belangrijk dat een kind zich waarden, normen en gebruikelijke omgangsvormen eigen maakt, zodat het onderdeel is van de gemeenschap waarin het leeft. 16
Voorbeelden uit onze praktijk – Het komt regelmatig voor dat enkele jongens door de tuin crossen op een (loop)fiets en enkele meisjes aan het touwtje springen zijn, de jongens vinden het een grappig spelletje om de touwtje‐springsters te hinderen. We laten de kinderen eerst zelf vertellen dat ze het vervelend vinden dat de jongens er doorheen fietsen. Dan vragen wij of de fietsers een goede oplossing weten hoe ze beter samen kunnen zijn in de tuin zonder elkaar te hinderen. Soms hebben ze een prima idee en is het opgelost, soms moeten we een deel van de tuin afzetten met pionnen zodat iedereen een plekje heeft om zijn eigen spel te spelen. We leggen dit dan ook uit aan beide partijen. – Als we met een groepje op straat lopen, vertellen we de kinderen dat ze ruimte moeten maken voor andere mensen op de stoep. – We leren kinderen dat ze voorzichtig en met respect om moeten gaan met de spullen uit de natuur. Je breekt niet zomaar takjes af of maakt plantjes kapot. Er worden wel eens beestjes gevonden en bestudeerd in potjes. We leggen de kinderen uit dat deze dieren leven en goed behandeld willen worden. Na verloop van tijd moeten de beestjes weer los worden gelaten. – Tijdens de bso schoolvakanties stimuleren de pedagogisch medewerkers de kinderen om samen de tafel te dekken voor de lunch.
Brede uitdaging en plezier We vinden het belangrijk kinderen uit te dagen. We zorgen ervoor dat het aanbod aansluit bij de beleving, niveau, interesse, ideeën en leefwereld van kinderen. Zo’n aanbod vergroot hun betrokkenheid en plezier bij activiteiten. Betrokkenheid is voorwaarde voor leren en ontwikkeling. We zorgen ervoor dat in ons aanbod alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. We hebben de ruimte(s) ingericht met gezellige en uitdagende speelhoeken waar kinderen ongestoord met een groepje of in hun eentje kunnen spelen. Regelmatig kunnen kinderen ook buiten de ‘eigen’ groepsruimte terecht: in de speelhal, gang, in andere groepsruimtes, buiten. Natuurlijk doen we regelmatig allerlei activiteiten, met een klein groepje of juist met z’n allen. Vaak doen we dit aan de hand van een thema. We stimuleren kinderen om mee te doen. Sommigen hebben het nodig om hierbij even (letterlijk of figuurlijk) bij de hand genomen te worden. We vinden het belangrijk dat de kinderen bij ons de kans krijgen om allerlei verschillende ervaringen op te doen om zich zo te kunnen ontwikkelen. Bij de bso betrekken we waar mogelijk bij het bieden van uitdaging en plezier ook externe begeleiders, hobby‐ en sportclubs en school. Kinderen kunnen bijvoorbeeld spelen in de buitenruimte van school of de gymzaal of gaan tijdens de bso naar dans‐ of blokfluitles. Voorbeelden uit onze praktijk – We maken regelmatig gebruik van de Speulplek, een uitdagend speelterrein met natuurlijke elementen. In het bos naast de Speulplek wordt regelmatig gespeeld en kunnen de kinderen hutten bouwen. – De oudere kinderen maken vrijwel dagelijks gebruik van het speelplein van school. – We gaan ook wel eens naar een speeltuin in de buurt. – Bij slecht weer kunnen we gebruik maken van de gymzaal van school, zodat kinderen de gelegenheid hebben om hun energie kwijt te raken. – Soms bieden we een activiteit die voor een deel verplicht is voor iedereen; we hadden een keer een CD met klassieke muziek (carnaval des animeaux) en kinderen moesten raden welk dier door de muziek werd verbeeld. Sommige kinderen wilden meebewegen op de muziek en die ruimte is er dan. Na het raden mochten kinderen zelf kiezen of ze verder wilden met het thema of een eigen idee hadden om te spelen.
17
Respect voor autonomie Kinderen mogen eigen keuzes maken en ‘zelf doen’. We stimuleren ze actief om dingen zelf te proberen en respecteren de eigen ideeën en oplossingen van de kinderen. Dit draagt bij aan het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde van kinderen. Bij de bso vinden we kinderparticipatie belangrijk. Door kinderen actief te betrekken bij de inrichting, aankleding, materialen en activiteiten bij de bso, kunnen we beter inspelen op hun behoeftes. Zo wordt het echt hun bso. Voorbeelden uit onze praktijk – De kinderen mochten zelf een schilderij maken op een groot canvasdoek, deze hangt nu in de groepsruimte. – Een kind had de wens om een stuk papier op de deur te plakken en het dan te beschilderen. Hij wist precies wat voor kleur papier hij nodig had, wat voor verf. Andere kinderen vonden dit erg leuk en wilden deze activiteit ook doen, zijn idee sloeg erg aan en dat benoemde ik. – Enkele jongens hadden als plan om een hele grote plastic buis te vullen met water bij het buitenkraantje. Ze vroegen of dit mocht en we vonden het prima, zolang ze niet volledig doorweekt raakten. Ze probeerde uit hoe vol ze die buis konden krijgen en samen nog konden dragen zonder dat al het water eruit stortte. – Er is wel eens onenigheid met het samenspel. De pedagogisch medewerker stimuleert de kinderen om er samen uit te komen. Zonodig ondersteunt de pedagogisch medewerker de kinderen hierbij. Fysieke veiligheid van kinderen We doen zoveel mogelijk om ernstige ongelukken te voorkomen. De fysieke omgeving waar de kinderen verblijven is veilig en hygiënisch. Ook regels dragen bij aan deze fysieke veiligheid. Regels voor pedagogisch medewerkers zijn vastgelegd in werkinstructies. Meer informatie over fysieke veiligheid vind je op onze website. Veel inspanningen zijn gericht op een fysiek veilige omgeving. Maar we willen en kunnen kinderen niet overal tegen beschermen. Ontwikkelen betekent ook ruimte, de wereld mogen ontdekken, leren met vallen en opstaan. Kleine ongelukjes, zoals schrammen of builen, horen hierbij. We leren kinderen stap voor stap omgaan met situaties die zij spannend vinden zoals van een glijbaan glijden, ergens vanaf springen of in een boom klimmen. Zo leren ze ook hun eigen grenzen kennen en verleggen. Voorbeelden uit onze praktijk – Kinderen wordt geleerd binnen niet te rennen omdat buiten daar de meest geschikte plek voor is. – De kinderen vinden het erg leuk om de glijbaan anders te gebruiken dan er vanaf te glijden. We staan b.v. toe dat ze er banden vanaf laten rollen, maar maken hier dan afspraken over hoe ze dit veilig kunnen doen, zonder andere kinderen ermee te raken. – Waar nodig worden kinderen geholpen door een ander kind of pedagogisch medewerker. Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind(eren). Daarom informeren we jullie over hoe we werken en welke keuzes we maken. Ouders zijn informatiebron en gesprekspartner als het gaat om de ontwikkeling van hun kind. Waar mogelijk stemmen we met hen af. Elke locatie heeft een oudercommissie. Voor een uitgebreidere toelichting op contacten met ouders en oudercommissie kun je terecht op onze website.
18
De leefomgeving van oudere kinderen betreft niet alleen thuis en bso, maar ook school, de voetbalclub, gitaarles, enzovoort. We streven er naar kinderen een aanbod te doen dat hierop is afgestemd. Voorbeelden uit onze praktijk – We proberen met elke ouder elke middag even contact te hebben, als ouders niet naar ons toekomen, gaan wij naar de ouders toe. We vertellen wat hun kind heeft gedaan die middag, hoe de sfeer in de groep was en soms maken we een meer algemeen praatje om de ‘lijnen open te houden’. – Als we ons zorgen maken over een kind bespreken we dit eerst onderling. Zo nodig uiten we onze zorg aan de ouders en bespreken we met elkaar in hoeverre zij dit ook zien/herkennen en hoe zij hier mee omgaan. We vinden het, in balang van het kind, belangrijk om samen met de ouders hierin op één lijn te zitten. – Leerkrachten geven aan ons door als er bijzonderheden zijn met het kind die dag (ziek, erg moe of druk).
Kind‐volg‐systeem en signaleren Natuurlijk houden we zorgvuldig in de gaten hoe het met de kinderen gaat. Als het nodig is, passen we daar onze manier van omgang met een kind of een groep kinderen op aan. Hiernaast volgen we hun welbevinden, hun ontwikkeling en het functioneren van de groep. Op dit moment hebben we één keer per jaar oudergesprekken. Voorafgaand vullen we een formulier in met betrekking tot de ontwikkeling van het kind. Tijdens het teamoverleg is kindbespreking een vast agendapunt. Eventuele bijzonderheden met betrekking tot een kind worden dan besproken. Het komt soms voor dat we ons zorgen maken over de ontwikkeling of gedrag van een kind. In dit geval bespreken we onze zorgen zo snel mogelijk met de ouders. We handelen dan op basis van een stappenplan. Relevante protocollen zijn onder andere het signaleringsprotocol en de ‘Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld’. Meer informatie is te vinden op onze website. Ontwikkeling pedagogische kwaliteit Jaarlijks besteden we extra aandacht aan een van de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen. Dit doen we door het meten van twee van onze pedagogische uitgangspunten. We hebben enkele pedagogisch medewerkers opgeleid om bij meerdere locaties als ‘aandachtsfunctionaris pedagogiek’ de teams en clustermanager daarbij te ondersteunen. Zij maken aan het begin van het jaar een nulmeting van de pedagogische kwaliteit bij elke groep van de locatie. Op basis van de resultaten voeren zij, samen met het team en de clustermanager, verbeteracties uit. Aan het eind van het jaar volgt een tweede meting om te zien of de gestelde doelen behaald zijn. De clustermanager informeert de oudercommissie over de resultaten van de eerste meting in het voorjaar, over de actiepunten die uitgevoerd worden en de resultaten van de tweede meting aan het eind van het jaar. Via Locatienieuws, de (digitale) nieuwsbrief van de locatie, brengen we ouders op de hoogte welke pedagogische uitganspunten we meten en wat de resultaten van de metingen zijn. Wil je hier meer over weten dan kun je terecht bij de clustermanager. De afdeling Pedagogiek & Kwaliteit ontwikkelt voortdurend workshops en pedagogisch ondersteuning voor teams op maat, zoals bijvoorbeeld een teamavond over oudercontacten of kinderparticipatie of individuele ondersteuning met behulp van Video Interactie Begeleiding. Hiermee scholen we pedagogisch medewerkers op specifieke onderwerpen als blijkt uit de meting dat hier extra aandacht voor nodig is.
19
Samenwerking Samenwerking binnen cluster Er is een nauwe samenwerking tussen de beide bso groepen in Ooij. Tijdens vakantieweken clusteren wij en maken we samen een activiteitenplanning. Tijdens werkdagen is er regelmatig contact als we de kinderen ophalen bij de basisschool en kunnen we kort dingen afstemmen. Door middel van teamoverleggen houden wij elkaar op de hoogte van belangrijke zaken die spelen en worden werkwijzes besproken en daar waar nodig aangepast. Daarbij wisselen we ervaringen uit en kunnen we elkaar adviseren op pedagogisch gebied. Deze overleggen vinden circa één maal in de zes weken plaats. Een paar keer per jaar is er een verdiepingsmoment tijdens een teamavond voor alle bso medewerkers en soms ook samen met de collega’s van de kinderdagverblijven en peutergoepen in Ooij en Beek. Er staat dan een bepaald thema centraal. Samenwerking bso met basisschool Op Weg De afspraken die we gemaakt hebben met basisschool Op Weg: – Kinderen verzamelen in de hal van de school bij een tafel; dit om geren en gebots te voorkomen. – De eventuele informatie‐overdracht van leerkracht naar pedagogisch medewerkers, bijvoorbeeld als een kind zich niet lekker voelt of als er op school belangrijke dingen zijn, gebeurt regelmatig; – De leerkracht van de kleuters komt melden of er bijzonderheden zijn met een kind; het was druk, veel huilen, ziek, het ging heel goed (bij een nieuw kind) e.d. – We mogen gebruik maken van de gymzaal, indien we dit tevoren overleggen. – Van de school mogen we gebruik maken van het schoolplein en het buitenspeelgoed. Het vormt een aangename afwisseling met het spelen bij de buitenruimte van de peuterspeelzaal.
20
Hoofdstuk 4
Algemene informatie
Plaatsing en interne wachtlijst De afdeling Klantrelaties regelt de plaatsing. Het kan voorkomen dat we je (tijdelijk) andere of minder dagdelen hebben geboden dan je aanvankelijk hebt aangevraagd. Via de interne wachtlijst zal de medewerker van de afdeling Klantrelaties de gewenste dagen of de uitbreiding van dag(del)en inplannen. Mocht je na verloop van tijd op andere dagen of meer opvang nodig hebben dan kun je deze afdeling vragen om je hiervoor in te plannen. Je vult dan via de website online een mutatieformulier in. Als je liever een papieren exemplaar gebruikt dan liggen deze bij de locatie of je download en print het formulier via onze website. Je vult de gewenste dag(del)en in en stuurt het naar het adres dat onderaan op het formulier staat. Studiedagen basisschool Elke basisschool heeft per jaar gemiddeld drie studiedagen die ze aan het begin van het schooljaar bekend maken. Als extra service bieden we ouders drie gratis opvangdagen per schooljaar aan. Ouders kunnen maximaal drie keer per jaar gebruik maken van de opvang tijdens studiedagen als deze studiedag valt op een reguliere opvangdag. Overige roostervrije dagen, margedagen en/of ADV‐dagen vallen niet onder deze regeling. Aan de opvang op studiedagen is een aantal voorwaarden verbonden. Een van de voorwaarden is dat de clustermanager aan de hand van het rooster van de basisschool bepaalt op welke studiedagen de bso opvang aanbiedt. Als de school later een extra studiedag bekendmaakt, kun je navragen of het mogelijk is om tegen betaling opvang voor deze hele dag af te nemen. Voor de overige voorwaarden raadpleeg onze website. Flexibele opvang Bij elke locatie kunnen we een beperkt aantal kinderen met een overeenkomst voor flexibele opvang plaatsen. Met een flexibele overeenkomst neem je op wisselende dag(del)en in de maand opvang af. Deze opvang is bedoeld voor ouders met een onregelmatig werkrooster. Je sluit een overeenkomst af met een minimum van gemiddeld één dagdeel per week. Drie weken voor het begin van elke maand lever je een ‘aanvraagformulier flexibele opvang’ in met daarop de dag(del)en van de gewenste opvang aan de hand van je rooster en vervolgens plannen wij bij de bso je kind in. De opvang proberen we zoveel mogelijk in dezelfde stamgroep in te plannen maar we kunnen dit niet helemaal garanderen. Het aanvraagformulier is bij alle locaties beschikbaar maar je kunt het ook downloaden en printen via onze website. Bij te laat inleveren van het formulier vervalt het automatisch recht. Beoordeling vindt dan plaats op basis van beschikbare ruimte/personeel, dezelfde criteria als bij incidentele opvang. Voor meer informatie over een overeenkomst voor flexibele opvang kun je terecht bij de afdeling Klantrelaties. Ruilen van dagen Als je een dag(deel) wilt ruilen dan vul je het formulier ‘ Aanvraag ruilen opvang’ in en geeft dit af bij de pedagogisch medewerker. Dit formulier is beschikbaar bij alle locaties of je kunt het zelf downloaden en printen via onze website. De pedagogisch medewerkers en clustermanager zullen hun uiterste best doen om aan je wens tegemoet te komen. Het kan echter voorkomen dat we door een kort tijdsbestek of hoge bezetting in de basisgroep je wens niet kunnen vervullen. De reden van afwijzing
21
zullen we altijd toelichten. Het antwoord op de aanvraag krijg je van de pedagogisch medewerker. De richtlijnen voor ruilen staan op de achterkant van het aanvraagformulier en op onze website. Aan ruilen zijn geen kosten verbonden. Wij zijn ons ervan bewust dat deze service niet altijd tot tevredenheid kan worden gehonoreerd. Zeker bij de locaties waar de stamgroepen het maximum toegestane aantal kinderen opvangen. We willen ten alle tijden kwaliteit leveren en vanzelfsprekend volgens de wettelijke eisen werken. Wij vragen daarom je begrip als de pedagogisch medewerker of clustermanager niet aan je verzoek kan voldoen.
Incidentele opvang Incidentele opvang kun je aanvragen als je een dag(deel) extra nodig hebt, dus méér uren dan vastgelegd in de overeenkomst. Het ‘Aanvraagformulier incidentele opvang’ is bij alle locaties aanwezig maar je kunt het ook downloaden en printen via onze website. Dit ingevulde formulier geef je af bij de pedagogisch medewerker en zij zal je laten weten of het mogelijk is. Als wij je kind extra kunnen opvangen krijg je achteraf een aparte factuur. De kosten hiervoor kun je nakijken op de website op het tariefoverzicht. Voorwaarden voor incidentele opvang staan op de achterkant van het aanvraagformulier en op onze website. Nationale feestdagen Op de website staan de feestdagen waarop de bso gesloten is. Inventarisatie aanwezige kinderen tijdens vakantieperiodes Voorafgaand aan een vakantieperiode inventariseert de bso of je kind aanwezig is of niet. De ervaring leert namelijk dat tijdens de zomer‐ en Kerstvakantie vaak minder kinderen aanwezig zijn. Voor deze inventarisatie krijg je ruim van tevoren van ons een brief met het verzoek om aan te geven wanneer je kind er wel en niet zal zijn en de brief weer aan ons retour te geven. Na deze opgave gaan we ervan uit dat je kind dan ook daadwerkelijk komt. Wijzigingen die pas bekend zijn na het invullen van de inventarisatie horen we graag zo snel mogelijk. Heb je buiten je vastgelegde overeenkomst extra opvang nodig tijdens een vakantieperiode, dan kun je incidentele opvang aanvragen. De informatie over welke kinderen wanneer aanwezig zijn hebben wij nodig om: – te zorgen voor een optimale personele bezetting per locatie/locatie volgens de wettelijke eisen, soms is het gewenst om groepen samen te voegen en/of opvang te organiseren op de hoofdlocatie; – een vakantierooster te maken voor de pedagogisch medewerkers, inclusief de inzet van (vaste) invalkrachten; – een op aantal, leeftijd en interesse van de aanwezige kinderen afgestemd activiteitenaanbod te kunnen bieden. Uitbreiding, wijziging en vermindering van dagdelen Mocht je de dag(del)en waarop je kind gebruik maakt van de opvang willen uitbreiden, wijzigen/verminderen of de plaats helemaal opzeggen dan kan je dit op verschillende manieren doen; – Door een ‘Aanvraag mutaties’ in te vullen en deze opsturen naar het adres dat onder aan het formulier staat. Dit formulier is beschikbaar bij alle locaties en je kunt het desgewenst zelf downloaden en printen via ‘downloads’ op de website. – Door op de website de button ‘geef een wijziging door’ aan te klikken en daar het formulier in te vullen en online te versturen.
22
Als je het aantal dag(del)en wilt verminderen of de hele plaats op wilt zeggen, houdt dan rekening met de opzegtermijn van één maand.
Einde opvang De opvang van je kind stopt niet automatisch. Je zegt in alle gevallen de plaats bij de bso via e‐mail op bij Klantrelaties. Houdt dan rekening met de opzegtermijn van één maand. Klachten en klantsignalen Als je klachten hebt of niet tevreden bent over bepaalde zaken, dan vinden wij het prettig als je dit aankaart bij één van de pedagogisch medewerkers of de pedagogisch medewerker met wie je een probleem hebt. Lost dit je klacht of probleem niet op dan kun je bij de clustermanager terecht. Kan ook de clustermanager niets voor je doen, dan kun je je klacht schriftelijk neerleggen bij het management. Ook bestaat de mogelijkheid een onafhankelijke externe klachtencommissie te raadplegen. Jouw klacht behandelen we volgens een vastgesteld reglement dat is beschreven in de folder ‘Een klacht is voor ons een kans’. Deze folder ligt bij elke locatie en is te lezen op onze website. Natuurlijk hopen wij dat we bij klachten of problemen via een gesprek er samen met je uit kunnen komen. Complimenten, wensen en kritiek We verzamelen actief alle signalen die ouders geven over verschillende onderwerpen. Deze signalen bespreken we zowel in het teamoverleg als in het managementoverleg. Daar waar nodig en mogelijk, op basis van deze klantsignalen, verbeteren we onze dienstverlening in de breedste zin van het woord. Signalen van ouders, zowel kritiek als complimenten, gaan zo niet verloren. Op onze website staat een formulier waar je je wens, compliment of kritiek kunt melden. Omgaan met privacygevoelige informatie De Wet bescherming persoonsgegevens schrijft voor hoe wij moeten omgaan met privacygevoelige informatie. Dat betekent onder andere dat we bij de bso informatie over kinderen en ouders in een afgesloten kast bewaren.
Kwaliteit We zijn voortdurend bezig met de kwaliteit van onze dienstverlening. Onze visie op kwaliteit is het kennen van de verwachtingen van de klant, er naar handelen en nog wenselijker, deze verwachtingen overtreffen. Om te blijven zorgen voor een goede kwaliteit, hebben we een continusysteem van meten en verbeteren. Kwaliteit is onze basis: kwaliteit van de opvang, van ons personeel en de locaties. Al onze locaties hebben een vergunning; deze krijg je als je voldoet aan de landelijke en gemeentelijke kwaliteitseisen. Bovendien zijn alle locaties geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP).
23