ALLIANTIE WERKGELEGENHEID-LEEFMILIEU
– AS GROND- EN AFVALSTOFFEN
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
CHARTER, DOELSTELLINGEN, ENGAGEMENTEN EN ACTIEPLAN
JAAR 2013
Inhoudstafel
Inleiding ...................................................................................................................... 4 Het voorwerp van de as « Grond- en Afvalstoffen » van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu .................................................................................... 6 Titel 2: De Ondersteuningstrategie bij de conversie van de sector onder impuls van de as «Grond- en Afvalstoffen » van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu .................................................................................. 16 Titel 3: De acties en verbintenissen van de partners ........................................... 23 Titel 4 : Lijst van de betrokken partners ................................................................ 29 Titel 5 : Verbintenis van de belangebbende partijen ............................................ 34 Bijlage: Actiefiches .................................................................................................. 35
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 2/35
Tabel met afbeeldingen Afbeelding 1 - Articulatie van de as « Grond- en Afvalstoffen » met de andere assen van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu ................................. 5 Afbeelding 2 – Ladder van Lansik ................................................................................ 7 Afbeelding 3 – Algemeen overzicht van de afvalstromen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Bron : PwC « Analyse van de bestaande jobs en het potentieel in de afvalstoffensector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest». Gegevens 2010) .................................................................................... 8 Afbeelding 4 - het beheer van de grond- en afvalstoffen in Brussel: huidige situatie .................................................................................................................. 17 Afbeelding 5 – De beheerscyclus van de grond- en afvalstoffen in Brussel – Gewenste situatie................................................................................................. 18 Afbeelding 6 – De strategie van het akkoord ............................................................. 19 Afbeelding 7 – De cyclus van de onderneming .......................................................... 21 Afbeelding 8 - Overzicht van de piloten van de verschillende acties ......................... 29 Afbeelding 9 – Lijst van de betrokken instellingen ..................................................... 31
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 3/35
Inleiding Een initiatief van de Regering De Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu is één van de vijf prioritaire domeinen die in de New Deal (Pact voor een Duurzame Stedelijke Groei) aan bod komen. Een van de doelstellingen van de New Deal is de mogelijkheid scheppen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om op korte en middellange termijn en op een meer adequate manier een antwoord te bieden op de uitdagingen van werkgelegenheid, opleiding en onderwijs. Dit zijn uitdagingen die meer dan ooit op de voorgrond treden door de gevolgen van de economische en financiële crisis maar ook door de gevolgen ervan voor ons leefmilieu en de levenskwaliteit. In uitvoering van haar legislatuurakkoord heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ervoor gekozen om het oorspronkelijke mechanisme van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu te gebruiken om alle gewestelijke actoren te mobiliseren rond enkele domeinen die overeenkomen met de belangrijke uitdagingen op het gebied van het leefmilieu en die een duurzame verbetering van de werkgelegenheid in het Gewest met zich mee kunnen brengen. Het concept Alliantie Werkgelegenheid – Leefmilieu vertrekt vanuit de vaststelling dat de uitdagingen inzake leefmilieu een essentiële bron van werkgelegenheid en economische groei vertegenwoordigen voor ondernemingen die zich snel zullen kunnen aanpassen. Het idee van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu bestaat er daarom in die economische sectoren te stimuleren die het meest veelbelovend zijn in termen van groei en werkgelegenheid en hen te ondersteunen in hun overgang naar meer duurzaamheid om zo het concurrentievermogen van de Brusselse bedrijven te verbeteren en de werkgelegenheid van de Brusselaars, met inbegrip van de laaggeschoolden, uit te breiden. Om dit te verwezenlijken stelt de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu een nieuwe bestuursdynamiek voor, in die zin dat ze de publieke, associatieve en privéactoren rond overlegacties wil mobiliseren en op elkaar afstemmen. Het project is echt innoverend, aangezien het niet alleen gaat om klassieke beraadslaging en deelname, maar ook over het nauw betrekken van alle betrokken partijen om te komen tot een echt collectief en individueel engagement van samenwerking met het oog op het verwezenlijken van gedeelde doelstellingen, namelijk de ontwikkeling van groene niches en het scheppen van duurzame werkgelegenheid. Deze dynamiek komt er ter ondersteuning van een reeks initiatieven met de sterke ambitie om van Brussel een model te maken op het gebied van duurzame ontwikkeling. Op 14 juli 2011 heeft de Regering beslist om na een eerste as « Duurzaam Bouwen » een tweede as « Water » op te starten alsook een derde as van de Alliantie Werkgelegenheid – Leefmilieu in het domein van « Grond- en Afvalstoffen» Deze as van de Alliantie Werkgelegenheid – Leefmilieu schrijft zich in een globaal beheer van de Grond- en Afvalstoffen in. Inderdaad, in overeenstemming met Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 4/35
artikel 5 van de ordonnantie van 7 maart 1991 met betrekking tot preventie en beheer van afval, heeft Leefmilieu Brussel, in samenwerking met Net Brussel een « Afvalstoffenplan » opgesteld met als doel te werken aan preventie en beheer van afvalstoffen, rekening houdend met de te volgen hiërarchische schaal voor een duurzaam beheer van afvalstoffen: preventie (vermindering aan de bron), voorbereiding voor hergebruik, recyclage, energetische opwaardering en afvalverwijdering. Dit plan voorziet onder anderen maatregelen aangepast aan de verschillende types afvalstoffenproducenten en /of soorten afvalstoffen (huishoudelijke, geassimileerde, industriële, specifieke of gevaarlijke). Het heeft tot doel het afvalstoffenbeheer te verbeteren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en onrechtstreeks de Europese doeleinden te bereiken. In dat kader beschouwt de regering sommige verplichtingen voortvloeiend uit het « Afvalstoffenplan » als een buitenkans voor de ondernemingen door hen uit te nodigen en hen aan te zetten om acties te verwezenlijken en activiteiten uit te voeren, zij kunnen namelijk ook tot werkgelegenheid leiden voor de Brusselse werknemers. Het overleg in het kader van de Alliantie Werkgelegenheid – Leefmilieu – 3de As « Grond- en afvalstoffen» heeft op twee niveaus plaatsgevonden: een rechtstreeks overleg met de terreinactoren en een overleg met de interprofessionele sociale partners d.m.v. de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De derde as is de coherente opvolging van de twee eerste assen – Duurzaam Bouwen (opgestart in 2010) en de tweede as Water (2011)- en staat ook voor continuïteit wat dit betreft vermits het geheel aan getroffen maatregelen in het kader van de eerste as verder worden ontwikkeld in de tweede as –Water en dat een reeks acties die verband houden met de twee eerste assen ontwikkeld zijn in het kader van de derde as «Grond- en afvalstoffen» Afbeelding 1 - Articulatie van de as « Grond- en Afvalstoffen » met de andere assen van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 5/35
Het voorwerp van de as « Grond- en Afvalstoffen » van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu Een nieuw paradigma voor een beter gebruik van de grondstoffen in het Brussels Hoofstedelijk Gewest De economische activiteit van de ontwikkelde landen steunt in ruime mate op de uitbating van natuurlijke grondstoffen. De constante stijging van de grondstoffen de afgelopen jaren is het bewijs dat we in een wereld leven met beperkte natuurlijke grondstoffen. Rekening houdend met deze realiteit worden preventie, hergebruik en recyclage niet enkel een maatschappelijke uitdaging maar worden ze ook bepalende factoren voor welvaart. Wat dit betreft vermeldt de Europese richtlijn met betrekking tot afvalstoffen 2008/98/EG - dat tegen 2020, de voorbereiding met het oog op hergebruik en recyclage van huishoudelijk afval en gelijkaardige afval tot een minimum van 50% wordt herleid. Deze richtlijn introduceert een nieuwe aanpak die rekening houdt met de levenscyclus van de producten en materialen en niet alleen met de fase waarbij deze herleid zijn tot afval, door acties te valoriseren van preventie, voorbereiding voor hergebruik en recyclage. De richtlijn specificeert dat de Lidstaten de hiërarchie van de afvalstoffen moeten toepassen in volgorde van prioriteit in hun wetgeving en beleid met betrekking tot preventie en afvalstoffenbeheer: 1. 2. 3. 4. 5.
Preventie Voorbereiding voor hergebruik Recyclage Andere valorisatie, onder andere energetische Afvalverwijdering.
De acties, aan de basis van de afvalstroom, zoals preventie en voorbereiding voor hergebruik, worden verkozen boven de acties op het einde van de stroom, zoals onder andere energetische valorisatie of verwijdering. De Europese werkzaamheden hebben tot doel een nieuw beleid te inspireren inzake het afvalstoffenbeheer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De afvalstoffen moeten niet meer beschouwd worden als materialen die moeten verdwijnen maar wel degelijk als uit te baten bronnen. De as 3 «Grond- en afvalstoffen» van de Alliantie Werkgelegenheid – Leefmilieu vertegenwoordigt een grote politieke uitdaging dankzij welke een nieuwe visie rond de afvalstoffensector kan ingevoerd worden en de voordelen ervan voor tewerkstelling en milieu duidelijk kunnen worden. Dit veronderstelt meerdere belangrijke veranderingen van het afvalstoffenbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 6/35
Afbeelding 2 – Ladder van Lansik
De «grond- en afvalstoffensector», een economisch en tewerkstellingspotentieel De afvalstoffensector is een sector die « weegt » op de Europese economie en meer specifiek op tewerkstelling, zakencijfers en investeringen. De sector van het beheer en de recyclage van afvalstoffen is de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid. Het is een sector die heel wat nieuwe banen creëert, zo’n 1,5 miljoen banen in Europa. Minstens 500 000 nieuwe banen kunnen gecreëerd worden in Europa indien de Europese landen 50% van de afvalstoffen zouden recycleren en bovendien wordt eveneens CO2 uitgespaard. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de totale stroom aan afvalstoffen geschat op ongeveer 2 miljoen ton per jaar. De afvalstoffensector bestaat uit zeer verschillende operatoren: overheidsdiensten en openbare operatoren, Zko’s, KMO’s, private operatoren, ondernemingen uit de sector van de sociale economie. Er bestaat een economische opportuniteit met betrekking tot banen in de openbare, private en inschakelingssector door de afvalstoffensector te begeleiden om het aanbod nog te vergroten en diversificatie te bieden van de verschillende subsectoren. Dit potentieel varieert in functie van het soort afvalstoffenbehandeling. Bovendien, het onderhoud, de herstelling, de selectieve afbraak en verkoop van tweedehands producten, zorgen voor de meeste banen op lokaal niveau. Een eerste opportuniteit op vlak van economie en tewerkstelling: de versterking van de hiërarchie van afval aan de toeleveringszijde -‐ -‐ -‐
preventie bevorderen selectief sorteren verhogen en meer specifiek voor andere soorten afval dan huishoudelijk afval dat meer dan 80% van de afval uitmaakt (Horeca, bouwsector, scholen, bedrijven,…) het hergebruik en voorbereiding voor hergebruik verhogen recyclage verhogen
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 7/35
De tweede opportuniteit: afvalstoffen beschouwen als uit te baten grondstoffen: al te vaak nog beschouwen de Brusselse actoren afvalstoffen als « iets dat moet verdwijnen » en niet als een uit te baten bron. Een mentale revolutie moet plaatsvinden in de geesten van de burgers en de Brusselse economische actoren om de uitdagingen gebonden aan hergebruik en energetische valorisatie van de zogenaamde « afvalstoffen » te bewerkstelligen.
@<11*5$
Afbeelding 3 – Algemeen overzicht van de afvalstromen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Bron : PwC « Analyse van de bestaande jobs en het potentieel in de afvalstoffensector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest». Gegevens 2010)
QDIIIDIII$
FDRIIDIII$
8(():)6=($.<*::&'<&(S$ 14'&/4;S$&0
U')=($$ FHLDLFI$
J=+/@&'($$ HGHDIII$
E*+$0')=($ HHQDQTI$
J4+)<),/4;$ KLIDIII$
!/,)&'(V'0*+(P$MMDLKI$
FDMIIDIII$
N+<)+='/0)*+$ KKRDIII$
#*::&'<&P$RIDIII$ A4'&/4;P$FIIDIII$
FDKIIDIII$
A*4&($3&$3'/@4/@&$&0$ 3O/,4'/@&P$FQHDIII$ FDQIIDIII$
?=()34($3O)+<)+='/0)*+P$ FHLDIII$
FDIIIDIII$
RIIDIII$
E*+B:4+)<),/4;$ FDGHIDIII$
N+34(0')&$ GIIDIII$
MIIDIII$
KIIDIII$ #*+(0'4<0)*+$ MIIDIII$ QIIDIII$
I$
$ %&'()*$+$,$-.*)/($'010)23$4*5$63(7$4*$4089*:5$*1$;0'&<1$4*$=)(7*33*5>?2.&:23*$
!"#$±$%&'()*+$,'*-)(*)'&$./-/+0$/,,'*1/0)*+2$34$'/,,*'0$5)+/6$7$8+/69(&$3&($&:,6*)($&;)(0/+0($&0$,*0&+0)&6($3/+($6&$(&<0&4'$3&($3=<>&0($&+$ ?=@)*+$3&$
A'4;&66&(B#/,)0/6&CD$ De Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu wil de ondernemingen, werknemers en $ !/@&$!"$*5$"!#$ werkzoekenden helpen om op de opportuniteiten in te gaan die zich voordoen door de nodige kennis en deskundigheid te verwerven.
Ze bestaat erin om een multisectorale overeenkomst tussen de overheden, de operatoren, de sociale partners en de actoren binnen de sector uit te werken, om zo de Brusselse bedrijven de mogelijkheid te geven de vruchten van deze groei te plukken en het aanzienlijke werkgelegenheidspotentieel, ook voor laaggeschoold werk, aanwezig in deze sector te verzilveren. De ondersteuning voor het structuren en ontwikkelen van de afvalstoffensector mobiliseert onder andere de publieke en parapublieke operatoren van de afvalstoffensector om de markten beter te kunnen identificeren en karakteriseren, deze zijn: de instellingen belast met onderzoek en innovatie die vernieuwende antwoorden kunnen bieden, instellingen die best practices kunnen definiëren, de economische animatie alsook het onderwijs, de beroepsopleidingen en de sector van de beroepsinschakeling. Het regeerakkoord 2009-2014 legt bijzondere nadruk op het betrekken van de kmo’s en zko’s en de actoren voor sociale economie. Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 8/35
Methodologie van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu De methodologie van de Alliantie Werkgelegenheid – Leefmilieu – As «Grond- en Afvalstoffen» is gedefinieerd in de beslissing van de Regering van 14 juli 2011. Deze methodologie groepeert zich rond twee fasen: •
een fase van uitwerking, waarvan de huidige tekst het resultaat is;
•
een fase van uitvoering, die zal aanvangen met de ondertekening van de Overeenkomst.
De ontwikkelingsfase vond plaats van november 2012 tot april 2013. De sturing werd verzekerd door een Comité mede voorgezeten door de Minister belast met Leefmilieu en Energie, de Minister belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, de Staatssecretaris belast met Stedenbouw, Ophaling en Verwerking van Afvalstoffen en Openbare Netheid en de Minister-President In augustus 2012 werd er een neutrale coördinator aangeduid om het hele proces op gang te brengen en de beslissingen van het Stuurcomité uit te voeren. De werkzaamheden voor de uitwerking werden geleid door drie Werkgroepen die zowel zijn samengesteld uit publieke als private operatoren. Deze werkgroepen waren elk geconcentreerd op een bijzondere categorie van behoeften van de actoren: 1. de wettelijke stimuli en voorbeeldfunctie van de openbare diensten; 2. de ondersteuningsmiddelen voor ondernemingen, het onderzoek, de innovatie en de technische referenties over de methodes en de uitvoering; 3. inschakeling, opleiding en onderwijs. De werkgroepen zijn drie keer in plenaire zitting samengekomen tussen de maanden januari en april 2013 om enerzijds de behoeften van de actoren in verband met het thema van de werkgroep en anderzijds de concrete oplossingen die zouden moeten uitgevoerd worden om aan deze behoeften tegemoet te komen te identificeren. De Werkgroepen hebben op hun beurt geleid tot de samenstelling van Subwerkgroepen verantwoordelijk voor de prioritaire acties bepaald in de werkgroepen. Bij het volledige proces waren meer dan 70 vertegenwoordigers van publieke en private instellingen of sociale partners betrokken. Het is dus vanuit een uitgebreid participatief proces dat de huidige tekst van overeenkomst voortgekomen is. Dit proces is uitgelopen op de vastlegging van 43 concrete acties die deel uitmaken van een principeakkoord van alle betrokken partners. Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 9/35
De tweede fase van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu – derde as “Grond en Afvalstoffen” zal de overeengekomen uitvoering van deze acties beogen en zal van start gaan zodra de huidige overeenkomst ondertekend is. De regels en handelswijze die deze tweede fase zullen regelen, worden in de volgende delen beschreven.
Structuur van de huidige overeenkomst De huidige overeenkomst heeft betrekking op de doelstellingen, de partners en de werking van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu. Het staat stil bij een eerste reeks van coherente en afgestemde acties, die gericht zijn op het vergemakkelijken van de ontwikkeling van de “Grond- en Afvalstoffen” sector in Brussel. Deze acties vormen het resultaat van diepgaand denkwerk en van een intensieve dialoog van meerdere maanden tussen de ondertekenende partijen en gaan vergezeld van concrete verbintenissen. Het is op de volgende manier gestructureerd: •
Titel 1: Regels en handelswijze van de Alliantie
•
Titel 2: Strategie van ondersteuning bij de ontwikkeling van de sector
•
Titel 3: Acties en verbintenissen van de partners
•
Titel 4: Lijst van de betrokken partners
•
Titel5: Verbintenis van de belanghebbende partijen
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 10/35
Titel 1: Regels en handelswijze van de as « Grond- en Afvalstoffen » van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu Artikel 1: Principes van het verloop In tegenstelling tot het klassieke verloop van een ontwikkelingsprogramma van een sector (diagnose, uitwerking van een plan, uitvoering van een of meerdere maatregelen volgens de betrokken domeinen), wil het proces van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu - derde as “Grond en Afvalstoffen” geïntegreerd zijn: alle behoeften die bestaan in de sector worden in overweging genomen en worden voorzien van gecoördineerde antwoorden door de verschillende betrokken operatoren1. De benadering is ook volkomen participatief, in die zin dat het de operatoren zelf zijn die onderling overleg plegen en met de vertegenwoordigers van de sector, om zelf uitgedachte acties voor te stellen om zo het best mogelijke antwoord te bieden op competitiviteitbehoeften van de sector en behoeften inzake de kwalificaties van de betrokken werknemers en werkzoekenden, en om vervolgens die acties in een transparant en overeengekomen kader uit te voeren. Dit originele verloop heeft meerdere voordelen: • • •
vaststelling van realistische acties omdat ze rechtstreeks verband houden met de behoeften van de doelgroepen en de realiteit binnen het werk van de operatoren; mobilisatie van de operatoren vanaf het ontwerp en bijgevolg instemming met de acties nog voordat de fase van uitvoering wordt gelanceerd; het op gang brengen van een dynamiek van samenwerking tussen operatoren van verschillende aard, die gedurende de fase van uitvoering zal vervolgd worden.
Het proces van opbouw en interventie is herhalend en ontwikkelt zich zoals cycli van het type “PDCA” (kwaliteitscirkel van Deming): plan – actie opvolging – bijsturing: • •
•
de operatoren denken na en documenteren zich over de behoeften van de ondernemingen, ze stellen een eerste reeks van acties vast om hierop een antwoord te bieden; parallel aan de uitvoering van de eerste vastgestelde acties blijven de werkgroepen samenkomen om de voortgang van deze acties te meten en te werken aan de verbetering van het antwoord op de bestaande behoeften en de vaststelling van eventuele behoeften die onvoldoende worden vervuld; regelmatig worden nieuwe acties vastgesteld en uitgevoerd die behoeften kunnen vervullen die zijn opgedoken na het vervullen van de eerste behoeften.
In die zin moet de derde as “Grond- en Afvalstoffen” van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu worden opgevat als een evolutief proces, eerder dan als een strategisch plan: de voorgestelde acties door de Werkgroepen en aanvaard door de betrokken actoren vormen slechts een eerste geheel van maatregelen naar aanleiding van welke het denkwerk voldoende ver was om een onmiddellijke uitvoering toe te laten. Andere acties zijn eveneens tijdens de werkgroepen te berde gebracht, maar zij vragen niettemin om aanvullende analyse 1
De term « operatoren » verwijst hier naar alle overheidsinstellingen, semi-overheidsinstellingen of privé-instellingen die diensten verschaffen aan ondernemingen of die in aanmerking komen om dit te doen. De administraties, de ION maar ook de beroepsfederaties, de vertegenwoordigers van de sector en de sociale partners behoren hiertoe.
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 11/35
en gedachtewisseling om het voorwerp te kunnen uitmaken van voldoende stabiele actiefiches waarover een brede consensus bestaat. Deze acties zullen worden uitgevoerd zodra ze rijp genoeg zijn en zullen tijdens de regelmatige updates in de tekst van de Overeenkomst geïntegreerd worden. De concrete regels en handelswijze die de uitvoering en het onderhoud van deze dynamiek mogelijk maken, worden in de volgende delen beschreven. Artikel 2: Opvolgingscomité De sturing van de uitvoering van de as “Grond- en Afvalstoffen” van de Alliantie wordt gegarandeerd door een gemengd Opvolgingscomité dat is samengesteld uit leden van het Brussels Comité voor Economisch en Sociaal Overleg, beperkt voor wat de vertegenwoordigers van de Regering betreft tot de 3 ministers die de Alliantie uitdragen, en uitgebreid voor wat de vertegenwoordigers van de grond- en afvalsector betreft, waarbij het evenwicht tussen de vertegenwoordigers van de verschillende bestanddelen onder de sociale partners (werkgevers, middenstand, social profit en vakbondsorganisaties) wordt nageleefd. Concreet is het dan ook als volgt samengesteld: 4 vertegenwoordigers van de Regering voor de Alliantie, in het bijzonder de Minister belast met Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, coördinator van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu As 3 «Grond- en Afvalstoffen», de Minister belast met Economie, Tewerkstelling en Wetenschappelijk Onderzoek, de Staatssecretaris belast met Stedenbouw, Ophaling en Verwerking van Afvalstoffen en Openbare Netheid en de Minister-President • •
•
6 vertegenwoordigers van de sociale partners (BECI – VOB, Kamer van de Middenstand, BCSPO, ABVV, ACV , ACLVB). 1 vertegenwoordiger van de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer – FEBEM, 1 vertegenwoordiger van de Confederatie van de Belgische Recuperatie – COBEREC, 1 vertegenwoordiger van de federatie van bedrijven uit de sociale economie actief in de sector van vermindering van afval door middel van recuperatie, hergebruik en valorisatie van bronnen – Ressources. 3 syndicale vertegenwoordigers van de sector
Het Opvolgingscomité telt maximaal 16 leden. Als dat nodig is voor de opvolging, kan het echter vertegenwoordigers van de watersector uitnodigen, in de hoedanigheid van deskundigen. Het Opvolgingscomité wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister van Leefmilieu en komt minstens één keer om de zes maanden samen. Het kan echter op elk ogenblik worden opgeroepen en met het oog op het weghalen van een hindernis tussenkomen of om zich uit te spreken over de transversale problemen die niet onmiddellijk door een van de werkgroepen worden behandeld. Het Opvolgingscomité: •
verzekert tijdens de uitvoering de naleving van de geest, doelstellingen, regels en werkingsprincipes van de Alliantie Werkgelegenheid- Leefmilieu – derde as “Grond- en Afvalstoffen”;
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 12/35
• • •
• •
• •
neemt akte van de opvolgingsrapporten die door de Coördinatie worden gemaakt; bekrachtigt de voorstellen tot heroriëntering of nieuwe acties die door de Werkgroepen worden geformuleerd; beslist om nieuwe acties te lanceren die volgen op de verwezenlijking van voorafgaande acties, op een evolutie van behoeften van ondernemingen die werd vastgesteld of op het optreden van nieuwe factoren die een rem zetten op het proces; beslist eventueel over de stopzetting of de heroriëntering van acties waarvan de vooruitgang wordt beoordeeld als onvoldoende of waarvan de doeltreffendheid teleurstelt; komt tussen om te herinneren aan de werkingsprincipes van de Overeenkomst of om ze op te helderen tussen de partners die dit nodig hebben, en indien noodzakelijk, om de hardnekkige meningsverschillen tussen partners aan te pakken, na eventuele raadpleging van de operatoren die bij de betreffende acties betrokken zijn; stuurt, oriënteert en ondersteunt de coördinatiestructuur; brengt jaarlijks verslag aan de Regering uit over de vooruitgang van de uitvoering van de Overeenkomst door tussenkomst van de dragende kabinetten.
Artikel 3: De Werkgroepen •
De partners komen in principe één keer om de vier maanden in de Thematische Werkgroepen samen om de met het thema van de Werkgroep gerelateerde factoren die een rem zetten op de conversie van de sector door te nemen, samen acties uit te denken om de factoren die een rem zijn uit de weg te ruimen en samen de uitvoering van deze acties op te volgen.
•
De thema's van de Werkgroepen worden door het Opvolgingscomité omschreven.
Er zijn momenteel drie Werkgroepen, met de volgende thema's:
1. de wettelijke stimuli en voorbeeldfunctie van de openbare diensten; 2. de ondersteuningsmiddelen voor ondernemingen, het onderzoek, de innovatie en de technische referenties over de methodes en de uitvoering; 3. inschakeling, opleiding en onderwijs. De Werkgroepen zijn toegankelijk voor alle geïnteresseerde partners. De rol van de Werkgroepen is: • •
•
de factoren te analyseren die een rem zetten op de betrokkenheid van de Brusselse ondernemingen op de werven opgestart door de operatoren van de grond- en afvalstoffensector in Brussel; uit te zoeken hoe elk van de diensten geleverd aan ondernemingen en aan de werknemers van de grond- en afvalstoffensector, aan de werkzoekenden en toekomstige werknemers (leerlingen en studenten) kan verbeterd worden, om zo beter deze remmende factoren uit de weg te ruimen en zo de ontwikkeling van de sector te vergemakkelijken; uit te zoeken hoe deze verbetering van de dienstverlening te ondersteunen door de samenhang, de toegankelijkheid, de doelmatigheid en de efficiëntie
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 13/35
van het globale aanbod aan bedrijven en werknemers, werkzoekenden en toekomstige werknemers (leerlingen en studenten) te versterken; in dit kader, de studie, het ontwerp, de planning en de uitvoering van de acties te sturen om rechtstreeks de geleverde diensten en/of het aanbod van diensten te verbeteren, meer bepaald door te werken aan het rationaliseren van het aanbod, de coördinatie, de samenwerking tussen operatoren, de omvang en de doeltreffendheid van hun diensten; de nodige informatie te verzamelen en te analyseren om de vooruitgang, de verwezenlijkingen, de efficiëntie en de doeltreffendheid van de acties en algemeen, de gelijkwaardigheid van het aanbod van de operatoren, en ook hun vooruitgang te volgen; eventuele heroriënteringen van bestaande acties voor te stellen; na te denken over nieuwe voor te stellen acties na de uitvoering van de eerdere acties, de ontwikkeling van behoeften van ondernemingen of bij het optreden van nieuwe remmende factoren.
•
•
• •
Artikel 4 : De Piloten Elke actie, ongeacht of ze het voorwerp uitmaakt van een collegiale uitvoering, wordt onder de verantwoordelijkheid van een piloot geplaatst. De piloot is de operationele verantwoordelijke van de uitvoering van de actie, zonder noodzakelijkerwijs de uitvoerder van de actie te zijn. Hij is verantwoordelijk voor: • • •
het nemen van initiatief om de betrokken partners bij de actie te mobiliseren; het geven van de nodige impuls voor de uitvoering van deze actie; het uitbrengen van verslag aan de Werkgroep en aan de Coördinatie over de vooruitgang en de resultaten van de actie in het kader van het opvolgingssysteem.
Een actie kan van meerdere piloten uitgaan. De piloot omringt zich elke keer als dat nodig is met een Subwerkgroep. Hij kan steunen op de coördinatiestructuur om de vergaderingen van deze Subwerkgroep aan te sturen en te organiseren. Artikel 5 : De Medewerkers De Medewerker staat in voor het deel van de actie die hem aanbelangt in overleg met de Piloot en met de andere Medewerkers. Om dit te bewerkstelligen beschikt hij over de mogelijkheid om voorstellen te formuleren die de actie kan versterken dankzij zijn ervaring of zijn institutionele rol. Te dien einde moet hij: • • • • •
actief meewerken aan de werkgroepen op vraag van de Piloten; in het geval hij niet gevraagd wordt, de Piloot eraan herinneren dit te doen; deel te nemen aan de vergaderingen van de werkgroepen; eventueel aan de werkgroep verslag uit te brengen over een deel van het werk; de coördinatie te informeren in geval van een probleem of blokkering.
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 14/35
Artikel 6 : De coördinatie De Regering duidt een coördinatiestructuur aan waarvan het de rol is om: • • •
• • • • • •
de vergaderingen van de Werkgroepen op een viermaandelijkse basis te organiseren en voor te bereiden; de piloten bij de uitvoering van hun actie en de oplossing van problemen die bij de uitvoering ervan werden ondervonden te ondersteunen; een instrument voor de algemene opvolging in te voeren en dit van de piloten, van de Werkgroepen en van het Opvolgingscomité ter beschikking te stellen. Dit instrument zal de nodige indicatoren bevatten voor de opvolging van de acties, maar ook impactindicatoren zoals de schepping van banen (met een focus op Brussel), de ontwikkeling van de sector en de milieuimpact. De tijdens de hele duur van de Alliantie geïdentificeerde en verzamelde indicatoren zullen bovendien beschikbaar zijn voor een expostevaluatie; de onderlinge samenhang van de acties en de globale samenhang van het actieplan te bewaken, inzonderheid acties die worden voorgesteld en opgevolgd door de verschillende Werkgroepen; verslag uit te brengen aan het Opvolgingscomité over het werk van de Werkgroepen, de vooruitgang van de uitvoering en de doeltreffendheid van de acties; de factoren vast te stellen die vanuit hun aard een rem zetten op de uitvoering van de acties en/of de goede werking van de Alliantie; de oplossing van operationele problemen op zich te nemen, meer bepaald door het aanbrengen van steun aan de piloten die daarom vragen; de strategische of institutionele problemen vast te stellen en ze mee te delen aan het Opvolgingscomité wanneer een interventie nodig is; een verband leggen tussen de gevoerde concrete acties, waar dit vereist is. Er zal een synthese aan de het Opvolgingscomité en de Regering worden voorgelegd. Dit heeft te maken met de noodzaak om de coherentie te behouden tussen initiatieven die op federaal niveau (groene banen), maar ook in het Waals en het Vlaams Gewest worden genomen.
Artikel 7: Uitvoeringsproces Vanaf de lancering van het actieplan (eerder voor bepaalde acties) beginnen de operatoren onder het toeziend oog van de Piloten aan de uitvoering te werken. De Piloten maken regelmatig een verslag op over de gang van zaken, gericht aan de bevoegde Werkgroep, de Coördinatie en de Subwerkgroep die de actie uitvoert. Nieuwe acties worden onderworpen aan de reflectie van de Werkgroepen, ofwel omdat nieuwe pistes werden vastgesteld, ofwel omdat verkennende acties, die de noodzaak om te handelen bevestigen, tot een resultaat hebben geleid. Deze nieuwe acties worden in de vorm van fiches beschreven die door de Werkgroepen via de Coördinatie aan het Opvolgingscomité worden voorgelegd; de Coördinatie neemt de nodige initiatieven om de kwaliteit en de gelijkwaardigheid van de actie en haar stroomlijning met de strategie van de Alliantie en andere lopende acties te verzekeren. Na bekrachtiging door het Opvolgingscomité kan de uitvoering van de actie beginnen. Elk jaar worden de nieuwe acties die werden uitgevoerd in de loop van het jaar of die uit te voeren zijn, in een update van de tekst van de Overeenkomst voorgesteld.
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 15/35
Titel 2: De Ondersteuningstrategie bij de conversie van de sector onder impuls van de as «Grond- en Afvalstoffen » van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu De strategie van de as “Grond en Afvalstoffen” van de Alliantie WerkgelegenheidLeefmilieu is gebaseerd op een analyse van de huidige situatie (artikel 8) van de sector, gekoppeld aan de evolutie van de uit te voeren werken. Ze bestaat in de definiëring van een strategie (artikel 10) en de toepassing van een actieplan (artikel 11) op de verschillende elementen van deze situatie, om de ondernemingen te stimuleren en te ondersteunen bij hun conversie-inspanningen, teneinde de gewenste situatie (artikel 9 ) te bereiken waarbij het regionale aanbod kan genieten, zonder specifieke steun, van de planning van de huidige en toekomstige werven in de grond- en afvalsector en ook werkgelegenheid ontwikkelen in Brussel. Artikel 8 : De huidige situatie Ongeveer 2 miljoen ton afval wordt geproduceerd en opgehaald in het Brussels Gewest. De gemeentelijke afvalstoffen (huishoudelijk afval en geassimileerde) vertegenwoordigen 22% van de afval geproduceerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De niet-gemeentelijke afvalstoffen worden geproduceerd door de bedrijven, de industrieën, de handelssector, horeca, gezondheidszorg, scholen, … Ze bestaan uit bouwafval, industriële afval en andere soorten afval van niet-huishoudelijke afkomst - gezondheidszorg, baggerspecie, handelszaken, horeca. Wat het huishoudelijk afval betreft, behaalt het Brussels Gewest met zijn 30% selectief sorteren de slechtste resultaten in vergelijking met het Waals Gewest (67%) en het Vlaams Gewest (74%). Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een specifiteit in vergelijking met de twee andere Gewesten die deze verschillen op niveau van selectieve ophaling verklaart. De voornaamste remmen waarmee we geconfronteerd worden bij het beheer van de afvalstroom zijn de volgende: 1) Het gebrek aan betrouwbare gegevens over de verschillende ingezamelde afvalstromen en meer in het bijzonder de nietgemeentelijke afvalstromen, waarover geen enkele officiële statistiek bestaat, hoewel men schat dat het 80% van de afvalstoffen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigt. 2) Het gebrek aan coördinatie tussen de openbare machten, de privésector en de verenigingssector. De acties gerealiseerd door de verschillende actoren van preventie, de ophaling, de sortering, het hergebruik en de recyclage zijn weinig op elkaar afgestemd. Het BIM is belast met de methodologische begeleiding, waaronder ook de studie over de toepassing en de omzetting van de regelgeving van de Europese Gemeenschap met betrekking tot milieu en de ontwikkeling van de controle en opvolging van de strategie van het afvalstoffenbeheer en de promotie van recyclage en hergebruik van de afvalstoffen. Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 16/35
Net Brussel is de operator belast met de ophaling, het transport en de verwerking van gemeentelijk afval. De Brusselse gemeenten beschikken over diensten die instaan voor openbare netheid onder andere door de ophaling van vuilnis in de openbare plaatsen… De gemeenten kunnen tevens de ophaling van grof huisvuil aanbieden en/of over containerparken beschikken. Het grootste deel van de stadsafval wordt behandeld door private ondernemingen door middel van contracten afgesloten tussen de producent van afval en de private operatoren. De operatoren van de sociale economie spelen ook een rol bij de ophaling en behandeling van sommige afvalstromen (grof huisvuil, elektrisch en elektronisch afval (D3E), textiel,…). Daarenboven organiseren meerdere instellingen, die actief zijn op het terrein, de inzameling en de behandeling van de afvalstromen die onderworpen zijn aan een ruimere verantwoordelijkheid van de producenten. 3) Het gebrek aan ophaaldiensten (gemeentelijke containerparken en/of stortplaatsen voor grofvuil, andere diensten, …). 4) De zwakte van de mechanismen ten voordele van de segmenten van de hiërarchie van het afvalbeheer die voorafgaat aan de verbranding ( preventie, hergebruik, recyclage) zetten niet voldoende aan tot het sorteren van afval. 5) Gebrek aan stimulatie van economische activiteiten in deze sector waaronder de innoverende activiteiten die tot preventie leiden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Afbeelding 4 - het beheer van de grond- en afvalstoffen in Brussel: huidige situatie
Te hoog verbruik van niet -hernieuwbare grondstoffen
Nietbehoedende ophalingen
Beperkte toegang tot de afvalstromen
Weinig herstellingen en hergebruik. Weinig recyclage
Verbranding Beheerskost Verspilling
Beheer dat weinig werkgelegenheid schept
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 17/35
Artikel 9: De gewenste situatie De stad zal over een duurzaam grondstoffen- en afvalbeheer beschikken indien ze er enerzijds in slaagt het verbruik van primaire grondstoffen terug te dringen en anderzijds haar eigen potentieel aan grondstoffen kan benutten in plaats van deze grondstoffen te verwijderen. Op het milieuvlak wordt een duurzame stad gekenmerkt door een betere integratie van de productlevenscyclus en de circulaire economie
Afbeelding 5 – De beheerscyclus van de grond- en afvalstoffen in Brussel – Gewenste situatie
Identificatie van de prioritaire afvalstromen Goede sortering
Duurzaam gebruik grondstoffen
Verhoogde toegang tot de afvalstromen
Ecodesign en circulaire economie
Activiteiten gekoppeld aan innovatie Gebruik van secundaire grondstoffen
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Meer werkgelegenheid
Herstelling Recyclage Meer werkgelegenheid
Verbranding
Page 18/35
Artikel 10 : De strategie van het akkoord Om de gewenste visie te verwezenlijken, gebruikt de regering twee aanvullende hefbomen: het afvalbeheerplan en de uitbreiding van het aanbod met de hulp van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu. De bedoeling van de strategie van het akkoord is om tot een aantal maatregelen te komen om dit verbeterde milieubeheer dat voor werkgelegenheid zorgt te stimuleren.
Afbeelding 6 – De strategie van het akkoord
He
!"#$$%&'' (##")*+%' $,*-'./'0%1' 2**"'%%2' 34"3#&*4"%' %3.2.+4%'
t st ed
elij k ken e eco ne sys n tee
Identificatie van de prioritaire afvalstromen n Ne RE SPO REN N E AA ILIT FAC
Goede sortering
m
Verhoogde toegang tot de afvalstromen
Duurzaam gebruik grondstoffen Ecodesign en circulaire economie
Samenwerking tussen bedrijven inzake grondstoffen STIMULEREN
Meer werkgelegenheid
EN POR AANS EN ITER IL C FA MEN R O V
EXPERIMENTEREN VORMEN INNOVEREN
Activiteiten gelinkt aan innovatie Gebruik van secundaire grondstoffen
Herstelling Recyclage Meer werkgelegenheid Verbranding
Om deze geleidelijke en duurzame overgang van het grondstoffen- en afvalbeheer in Brussel te kunnen verwezenlijken, en met het oog op de huidige situatie, moet men: 1. Het stedelijke ecosysteem kennen en de prioritaire stromen meten Bij deze eerste stap gaat het erom meer kennis te verwerven inzake grond- en afvalstoffen op regionaal niveau en aan een toekomstvisie te werken. • • •
Op regionaal niveau de gegevens verzamelen om de stromen te identificeren Meer kennis verwerven inzake ecodesign Introductie van ondernemingen actief in de sector van de economie van de functionaliteit
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 19/35
•
De best practices inzake ontmanteling en recyclage in andere landen leren kennen om deze vervolgens aan te passen aan het Brussels Gewest.
2. De relaties tussen actoren organiseren om zo de toegang tot prioritaire stromen te stimuleren Een betere organisatie en coördinatie tussen de actoren is van primordiaal belang om de toegang tot de stromen te verbeteren en toegang te krijgen tot stromen die nog onvoldoende of helemaal niet benut zijn. • • • •
Samen met de actoren een mogelijke overlegplaats uitdenken Samenwerkingsprocedures tussen de actoren ontwikkelen en vastleggen om de toegang tot de stromen en materialen te stimuleren Samenwerkingsverbanden creëren om toegang te krijgen tot de bronnen en grondstoffen De bedrijven meer sensibiliseren op het gebied van afvalsortering
3. De administraties en diensten inzake grond- en afvalstoffen op een voorbeeldige wijze beheren en de toegang tot de stromen vereenvoudigen door middel van wettelijke stimulansen • Een reeks doelstellingen vastleggen binnen de overheidsdiensten- en instellingen om de privé-actoren toegang te geven tot de stromen • Proefprojecten lanceren via programma’s of openbare diensten, in het bijzonder de sociale huisvesting • De administratieve procedures voor activiteiten inzake giften, hergebruik en recyclage vereenvoudigen • Het hergebruik stimuleren via labelingprocessen 4. Vormen, experimenteren, innoveren • Vorming voorzien om de nieuwe visie kracht bij te zetten, zowel bottomup (ecodesign) als top-down (herwaardeerders) • Het ontwerp van producten bestuderen om afbraakwerken in de bouwsector te vereenvoudigen • Nieuwe hergebruikactiviteiten ontwikkelen en de bestaande sector kracht bijzetten • Hergebruik- en recyclagenetwerken ontwikkelen • Economische activiteit stimuleren om banen te scheppen en de milieukost van afvalverbranding te verlichten
Artikel 11: De behoeften Om de markten, ondernemingen en de behoeften op het gebied van duurzame ontwikkeling in de sector beter op elkaar af te stemmen, zal de as “grond- en afvalstoffen”van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu op specifieke en versterkte wijze tegemoetkomen aan de behoeften die de ondernemingen gaan uitdrukken in de verschillende stadia van hun pogingen tot toegang tot de essentiële overheidsopdrachten. De afstemming van deze behoeften (zie onderstaand schema) is opgesteld volgens een opeenvolgende logica, die de positieve versterkingsdynamiek van de Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 20/35
Alliantie op het systeem vertegenwoordigt. Dit schema is per definitie schematisch, het spreekt vanzelf dat bedrijven in de dagelijkse realiteit echter in verspreide slagorde en meer dan een keer met deze behoeften geconfronteerd worden.
Afbeelding 7 – De cyclus van de onderneming
BEHEERSEN Om de bedrijven die actief zijn in de sector van grondstoffen- en afvalverwerking mee op de trein te krijgen, moeten de bedrijfsleiders, kaderleden en werknemers een betere kennis verwerven van de specifieke kenmerken van de markt: • kennis van de toekomstige markten, soorten beroepen en werken; • concurrentie, nichemogelijkheden; • de kosten en risico’s; • de materialen, hun economische waarde en de uitvoeringstechnieken; • de manier om de conversie in hun bedrijf te verwezenlijken (opstellen van een business plan, analyse van de benodigde vaardigheden). Slechts wanneer dit beheersingsniveau voldoende hoog is, zullen de ondernemingen daadwerkelijk beslissen om zich voor de markten/opdrachten te engageren. WERKNEMERS OPLEIDEN Om nieuwe opdrachten te kunnen uitvoeren of hun positie binnen bestaande markten te verstevigen, zullen de ondernemingen de vaardigheden van hun werknemers moeten kunnen aanpassen/verbeteren. Om een optimaal milieubeleid te kunnen voeren, zullen de bedrijven hun arbeiders en bedienden meer opleiding moeten verschaffen. De belangrijkste hindernissen die daarbij moeten worden weggewerkt zijn: • proefopleidingen lanceren; • opleidingsmodules opstellen die beantwoorden aan de geformuleerde behoeften. Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 21/35
VERKOPEN De huidige uitdaging van de ondernemingen is dat ze de werking van de stromen onvoldoende kennen: ofwel denken ze dat ze niet in staat zullen zijn om toegang te krijgen tot de stromen, ofwel zien ze de meerwaarde van een milieubewuste aanpak niet in. Het is dus belangrijk de toegang tot de stromen te versterken en zowel de afvalproducerende bedrijven als de bedrijven die hun aanwezigheid in het Brussels Gewest willen verstevigen, te sensibiliseren. Enerzijds betekent dit dat bronnen beter toegankelijk moet worden, anderzijds moeten de openbare diensten een voorbeeldfunctie vervullen, zowel op het gebied van de toegang tot hun stromen als het hergebruik. De instellingen en federaties van ondernemingen kunnen de ondernemingen bijstaan in hun aanpak door hen te informeren over het bestaan van de markten, procedures en stimuleringsmaatregelen.
OPDRACHTEN NALEVEN Zodra de opdrachten binnen zijn, zal de onderneming haar bestelling moeten nakomen. Dit impliceert in het bijzonder dat er van meet af aan toegang moet zijn tot de stromen en dat er moet worden nagedacht en er een strategische analyse moet worden gemaakt van de procedures die moeten worden gevolgd om de stromen beter te beheren. Daarvoor zullen er ook inspanningen inzake onderzoek en innovatie moeten worden geleverd. Een vereenvoudiging van de administratieve stappen die het sorteren moeten vergemakkelijken (met een focus op de bouwsector) is eveneens voorzien. BEKENDHEID OP DE MARKT VERWERVEN De activiteiten die gericht zijn op hergebruik zullen worden vereenvoudigd door de integratie van labels. Bovendien is het belangrijk de afvalproducerende ondernemingen te sensibiliseren over de mogelijkheid dit verbeterd beheer binnen hun activiteiten te integreren. ZICH ONTWIKKELEN Om de duurzame aanpak van het productcyclusbeheer verder te ontwikkelen, is het belangrijk onderzoek te ondersteunen en de daaruit verworven kennis binnen de bedrijfswereld beter te verankeren. Daarom wordt aan de hand van een aantal acties geprobeerd om enerzijds het onderzoek te oriënteren naar het afvalbeheer en anderzijds om de onderzoeks- en bedrijfswereld dichter bij elkaar te brengen door proefprojecten te lanceren. INVESTEREN Bepaalde innoverende activiteiten inzake afvalbeheer moeten gefinancierd worden zodat de aanpak ervan verder kan worden ontwikkeld. AANWERVEN De aanwervingsbehoefte van de ondernemingen staat centraal in het kader van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu. Via de opleiding van werkzoekenden en via een aantal lokale acties moeten wij trachten te waken over de goede reputatie van de afvalsector en moeten alle opleidingsactoren bewust gemaakt worden van de beroepen in de grondstoffenen afvalbeheersector en de huidige mutaties binnen deze sector. Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 22/35
Titel 3: De acties en verbintenissen van de partners De acties die door de operatoren geïdentificeerd zijn, moeten aan deze verschillende behoeften tegemoetkomen en zullen uitgevoerd worden in functie van de beschikbare begroting en het aantal mensen, volgens de prioriteit van de maatregelen die door de Regering is vastgelegd. Ze zijn bijgevolg georganiseerd volgens de maatregelen die met die behoeften overeenkomen. Hieronder volgt de gebruikte structuur. De beschrijvende fiches van deze acties zijn opgenomen in bijlage.
Maatregel 1: Beheersen Actieplan 1.1: Identificeren van de huidige markten AF 12: De Europese modellen inzake selectieve afbraak en afvalstromen op de bouwwerven analyseren en gepaste acties formuleren die moeten worden aangepast aan het BHG AF 15: Het industrieel ecosysteem in het BHG AF 30: De mogelijkheid bestuderen om zwaar afval via waterwegen te transporteren (bijv. bouwafval, aarde,…) en het vestigen van economische activiteiten inzake het verwerken van dit afval.
Actieplan 1.2: Identificeren van de toekomstige markten AF 21: De mogelijkheden analyseren om een ophaal- en sorteercircuit tot stand te brengen met het oog op de recyclage binnen de afvalstroom van het vlakglas en raamglas. AF 26: Haalbaarheidsanalyse van de ontwikkeling van een platform voor het hergebruik van materialen gebruikt door de sector van de culturele industrie. AF 10: Strategische analyse van bouw- en afbraakafval in de toekomst
Maatregel 2: Werknemers opleiden AF 31: Het concept ‘ecologisch design’ opnemen in het hoger onderwijs AF 34: Opleidingen tot ‘valorist’ (herwaardeerder) in het leven roepen AF 39: Pilootproject inzake beheer van bouwafval in de scholen en opleidingscentra. AF 43 : Opleiding-green logistics en reverse logistics
Maatregel 3: Verkopen Actieplan 3.1: Karakterisering van de overheidsopdrachten AF 4: De tenuitvoerlegging van sociale en milieuclausules versterken AF 6: De aankoop stimuleren van tweedehands producten en de overdracht van goederen aan ondernemingen uit de sociale economie door de overheid. Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 23/35
AF 14: De openbare diensten aansporen om hun bioafval beter te beheren AF 7: Het gebruik stimuleren van herbruikbaar en gerecycleerd materiaal binnen de overheidsopdrachten in de bouw.
Actieplan 3.2: Ondernemingen sensibiliseren voor de overheidsopdrachten AF 5: Het bewustmaken van de ondernemingen over het bestaan van overheidsopdrachten binnen de afvalsector
Actieplan 3.3: Een betere toegang verlenen tot de bronnen AF 18: De toegang tot afvalbronnen ontwikkelen. AF 22: Organisatie binnen de sociale economie van lokale netwerken belast met het ophalen van gebruikte plantaardige oliën van huishoudelijke afkomst AF 23: Het potentieel aan ophaling van recycleerbare metalen verhogen. AF 24: Ontwikkeling van het netwerk van het hergebruik en de recyclage van bouwmaterialen. AF 29: Het netwerk voor de ophaling, verwerking en valorisatie van bioafval ontwikkelen en stimuleren AF 33 : Werken aan de voorbereiding van de eventuele invoering van een netwerk belast met ophaling, opslag en voorbereiding van de vervangen houten raamlijsten. AF 37: Grondstoffen en materialen: Sociale economie, van hergebruik van voorwerpen tot hergebruik van grondstoffen AF42 : Netwerk voor selectieve afbraak
Maatregel 4: Opdrachten naleven Actieplan 4.1: De afvalproducenten beter betrekken AF 3: Op federaal niveau de verplichte BTW op giften aankaarten AF 9: Aanmoedigen van sorteren van bouwafval op de werven door de aanvragen voor bezetting van de openbare weg te vergemakkelijken en invoering van een “regionaal impulsfonds”.
Actieplan 4.2: Efficiëntie van de processen verzekeren AF 11: Een reproduceerbare procedure ontwikkelen om de ontmanteling van herbruikbare materialen voor afbraak te organiseren.
Maatregel 5: Bekendheid op de markt verwerven Actieplan 5.1: De zichtbaarheid en samenhang verhogen van de Brusselse voorzieningen Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 24/35
AF 1: Oprichting van een Observatorium voor Afvalstoffen in Brussel. AF 2: De mogelijkheid analyseren om een “afvalstoffencommissie” te creëren. AF 8: Bestuderen en verspreiden van standaarden voor labeling van herbruikbaar materiaal
Actieplan 5.2: Meer interesse bij de producenten opwekken zodat het beheer van de grond- en afvalstoffen beter in hun activiteit kan worden geïntegreerd AF 17: Informatiesessies voor de ondernemingen organiseren op het vlak van preventie en verplichtingen inzake het afvalbeheer enerzijds en de beschikbare instrumenten anderzijds. AF 27: Brussels Waste Network
Maatregel 6: Zich ontwikkelen Actieplan 6.1: Innovatie ondersteunen AF 16: Het voorstellen en stimuleren van business modellen in de economie van de functionaliteit AF 19: Bestuderen van bouwstrategieën waarbij constructies kunnen worden gedemonteerd om zo minder materialen te gebruiken en minder bouwafval te produceren AF 20: Tot stand brengen van een innovatienetwerk - Identificeren van de behoeften inzake onderzoek naar hergebruik en recyclage
Actieplan 6.2: Experimenteren AF 13: Proefprojecten voor afvalbeheer op de bouwwerven AF 25: Projectoproep voor het opstarten van een doorverkoopstructuur van materialen voor stedelijk hergebruik. AF 28: Analyseren van innoverende initiatieven inzake de gezamenlijke selectieve ophaling voor KMO’s
Maatregel 7: Investeren AF 35: Steun voor de ontwikkeling van repair-cafés AF 36: Werkgelegenheid scheppen in de sociale economie, met name in de sector van de verwerking van AEEA
Maatregel 8: Aanwerven Actieplan 8.1: Roepingen aanmoedigen AF 41: Een proefproject uitwerken inzake het sorteren van afval binnen de collectieve huisvesting Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 25/35
AF 38: Hergebruik integreren in de duurzame wijkcontracten
Actieplan 8.2: De bedrijfs- en opleidingswereld dichter bij elkaar brengen AF 40 : In de opleidingscentra en op de werven initiatie geven betreffende het sorteren van afvalstoffen
Actieplan 8.3: De arbeidsmarkt voeden AF 32: Project rond “eco-innovatieve valorisatiecentra van meubel – en organische afval ‘( gekoppeld aan een containerpark).
Figure 8 - Lijst van acties en piloten
N°
Actie
1
Oprichting van een Observatorium voor Afvalstoffen in Brussel
2 3 4
De mogelijkheid analyseren om een “afvalstoffencommissie” te creëren Op federaal niveau de verplichte BTW op giften aankaarten De tenuitvoerlegging van sociale en milieuclausules versterken Het bewustmaken van de ondernemingen over het bestaan van overheidsopdrachten binnen de afvalsector De aankoop stimuleren van tweedehands producten en de overdracht van goederen aan ondernemingen uit de sociale economie door de overheid Het gebruik stimuleren van herbruikbaar en gerecycleerd materiaal binnen de overheidsopdrachten in de bouw Bestuderen en verspreiden van standaarden voor labeling van herbruikbaar materiaal Aanmoedigen van sorteren van bouwafval op de werven door de aanvragen voor bezetting van de openbare weg te vergemakkelijken en invoering van een “regionaal impulsfonds” Strategische analyse van bouw- en afbraakafval in de toekomst Een reproduceerbare procedure ontwikkelen om de ontmanteling van herbruikbare materialen voor afbraak te organiseren De Europese modellen inzake selectieve afbraak en afvalstromen op de bouwwerven analyseren en gepaste acties formuleren die moeten worden aangepast aan het BHG Proefprojecten voor afvalbeheer op de bouwwerven De openbare diensten aansporen om hun bioafval beter te beheren Het industrieel ecosysteem in het BHG Het voorstellen en stimuleren van business modellen in de economie van de functionaliteit
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Piloten BIM -‐ NET BRUSSEL -‐ FEBEM -‐ COBEREC BIM COMEOS BIM -‐ SAW-‐B BECI BIM -‐ Ressources BIM BIM -‐ Ressources VSGB -‐ BIM BIM -‐ WTCB Rotor BIM BIM -‐ WTCB BIM BIM BIM Page 26/35
N° 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
Actie Informatiesessies voor de ondernemingen organiseren op het vlak van preventie en verplichtingen inzake het afvalbeheer enerzijds en de beschikbare instrumenten anderzijds De toegang tot afvalbronnen ontwikkelen Bestuderen van bouwstrategieën waarbij constructies kunnen worden gedemonteerd om zo minder materialen te gebruiken en minder bouwafval te produceren Tot stand brengen van een innovatienetwerk - Identificeren van de behoeften inzake onderzoek naar hergebruik en recyclage De mogelijkheden analyseren om een ophaal- en sorteercircuit tot stand te brengen met het oog op de recyclage binnen de afvalstroom van het vlakglas en raamglas. Organisatie binnen de sociale economie van lokale netwerken belast met het ophalen van gebruikte plantaardige oliën van huishoudelijke afkomst Het potentieel aan ophaling van recycleerbare metalen verhogen Ontwikkeling van het netwerk van het hergebruik en de recyclage van bouwmaterialen Projectoproep voor het opstarten van een doorverkoopstructuur van materialen voor stedelijk hergebruik
Haalbaarheidsanalyse van de ontwikkeling van een platform voor het hergebruik van materialen gebruikt door de sector van de culturele industrie. Brussels Waste Network Analyseren van innoverende initiatieven inzake de gezamenlijke selectieve ophaling voor KMO’s Het netwerk voor de ophaling, verwerking en valorisatie van bioafval ontwikkelen en stimuleren De mogelijkheid bestuderen om zwaar afval via waterwegen te transporteren (bijv. bouwafval, aarde,…) en het vestigen van economische activiteiten inzake het verwerken van dit afval. Het concept ‘ecologisch design’ opnemen in het hoger onderwijs
38
Project rond “eco-innovatieve valorisatiecentra van meubel – en organische afval ‘( gekoppeld aan een containerpark) Werken aan de voorbereiding van de eventuele invoering van een netwerk belast met ophaling, opslag en voorbereiding van de vervangen houten raamlijsten Opleidingen tot ‘valorist’ (herwaardeerder) in het leven roepen Steun voor de ontwikkeling van repair-cafés Werkgelegenheid scheppen in de sociale economie, met name in de sector van de verwerking van AEEA Grondstoffen en materialen: Sociale economie, van hergebruik van voorwerpen tot hergebruik van grondstoffen Hergebruik integreren in de duurzame wijkcontracten
39
Pilootproject inzake beheer van bouwafval in de scholen en opleidingscentra
32 33 34 35 36 37
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Piloten UCM Ressources VUB BAO FEBEM -‐ BIM Groupe One Agoria Ressources BIM RAB/BKO BECI BIM NET BRUSSEL -‐ BIM Haven van Brussel UCM Gemeente van Molenbeek CDR Ressources Groupe One CF2M -‐ SAW-‐B DESIGN POINT Ressources BRC Bouw
Page 27/35
N°
Actie
40
In de opleidingscentra en op de werven initiatie geven betreffende het sorteren van afvalstoffen
41
Een proefproject uitwerken inzake het sorteren van afval binnen de collectieve huisvesting
42
Netwerk voor selectieve afbraak
43
Opleiding-green logistics en reverse logistics
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Piloten Bruxelles Formation -‐ BRC Bouw Gemeente van Molenbeek BRC Bouw -‐ Iris TL Bruxelles Formation
Page 28/35
Titel 4 : Lijst van de betrokken partners Afbeelding 9 - Overzicht van de piloten van de verschillende acties
Piloten
Werkgroepen
Fiches
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
20
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
1
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
29
AGORIA
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
23
VSGB
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
9
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
5
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
27
BAO
NET BRUSSEL
BECI
Bruxelles Formation
Onderwijs Opleiding Inschakeling
40, 43
BRC Bouw
Onderwijs Opleiding Inschakeling
33, 39, 40, 42
CF2M
Onderwijs Opleiding Inschakeling
36
Coberec
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
1
Comeos
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
3
Gemeente van Molenbeek
Onderwijs Opleiding Inschakeling
32, 41
WTCB
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
10, 13
Design Point
Onderwijs Opleiding Inschakeling
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
37 Page 29/35
Piloten
FEBEM
Groupe One
Werkgroepen Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
1, 7
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
21
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
16, 22
Onderwijs Opleiding Inschakeling Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten BIM
Fiches
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
35 1, 2, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14 15, 16, 21, 24, 25, 28
Onderwijs Opleiding Inschakeling
32
Iris TL
Onderwijs Opleiding Inschakeling
42
Haven van Brussel
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
30
RAB/BKO
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
26
Ressources
Rotor
SAW-‐B
UCM
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
3, 6, 8
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
18, 24
Onderwijs Opleiding Inschakeling
34, 38
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
11
Stimulans en Voorbeeldfunctie van de Overheidsdiensten
4
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
36
Ondersteuningsmiddel voor de
17
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 30/35
Piloten
Werkgroepen Ondernemingen
Fiches
Onderwijs Opleiding Inschakeling
31
Valorfrit
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
22
VUB
Ondersteuningsmiddel voor de Ondernemingen
19
Afbeelding 10 – Lijst van de betrokken instellingen
Instelling AATL-‐MRBC
Statuut Medewerker
BAO
Piloot
NET BRUSSEL
Piloot
ACTIRIS
Medewerker
AGORIA
Piloot
Atrium
Medewerker
VSGB
Piloot
Bebat
Medewerker
BECI
Piloot
BMP-‐PMC
Medewerker
Brusselse Raad voor het leefmilieu vzw
Medewerker
Bruxelles Formation
Piloot
Brussel Mobiliteit
Medewerker
CBB-‐H
Medewerker
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 31/35
Instelling CCW
Statuut Medewerker
BRC Bouw
Piloot
CF2M
Piloot
CIBG
Medewerker
CIFFUL
Medewerker
Cluster Ecobuild
Medewerker
Coberec
Piloot
Comeos
Piloot
Gemeente van Sint-‐Jans-‐Molenbeek
Piloot
Gemeente van Watermaal-‐Bosvoorde
Medewerker
Gemeente van Sint-‐Pieters -‐Woluwe
Medewerker
Gemeente van Sint-‐Jans-‐Molenbeek
Medewerker
WTCB
Piloot
TCHN
Medewerker
Design Point
Pilote
ECORES
Medewerker
Ecotop
Medewerker
Febelauto
Medewerker
FEBRAP
Medewerker
PROHORECA
Medewerker
Fedustria
Medewerker
FEBEM
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Piloot
Page 32/35
Instelling
Statuut
VGI
Medewerker
Ateliers Groot Eiland
Medewerker
Groupe One I-‐Propeller
Piloot Medewerker
BIM
Piloot
BISA
Medewerker
Indutec
Medewerker
INNOVIRIS
Medewerker
Iris TL
Piloot
Le Logement Molenbeekois
Medewerker
MAD Brussels
Medewerker
Mission locale d'Anderlecht
Medewerker
Mission locale d'Etterbeek
Medewerker
Mission locale d'Ixelles
Medewerker
Mission locale de Bruxelles
Medewerker
Mission locale de Forest
Medewerker
Mission locale de Molenbeek
Medewerker
Mission locale de Saint-‐Gilles
Medewerker
Mission locale de Saint-‐Josse
Medewerker
Mission locale de Schaerbeek
Medewerker
Visitbrussels
Medewerker
Haven van Brussel
Piloot
RAB/BKO
Piloot
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 33/35
Instelling
Statuut
Recupel
Medewerker
Res-‐sources Retrival
Piloot Medewerker
Rotor
Piloot
SAW-‐B
Piloot
GOMB
Medewerker
SITA
Medewerker
UCL
Medewerker
UCM ULB
Piloot Medewerker
Valorfrit Verozo
Piloot Medewerker
VUB
Piloot
Worms
Medewerker
Titel 5 : Verbintenis van de belangebbende partijen De verbintenis gebeurt op twee niveaus: •
Alle ondertekende partijen verbinden er zich toe: o het proces van de Alliantie te ondersteunen; o de algemene beginselen van het verloop zoals omschreven in artikel 1 van deze overeenkomst te behartigen o actief deel te nemen aan de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, derde as- Grond- en Afvalstoffen- volgens de rol die aan de partij werd opgedragen zoals omschreven in artikelen 2, 3 en 4 van deze overeenkomst.
•
De piloten en medewerkers gaan de verbintenis aan om de acties of de actiedelen waarvoor zij verantwoordelijk zijn uit te voeren, zoals ze in de actiefiches zijn omschreven.
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 34/35
Bijlage: Actiefiches De actiefiches met betrekking tot de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, derde as- Grond- en Afvalstoffen worden hierna opgenomen.
Charter Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, as Grond- en Afvalstoffen
Page 35/35