Startconferentie
Samen werken aan een Regionale Agenda Bijna 100 raadsleden en collegeleden, 6 themakamers, 1 dagvoorzitter en 1 cabaretier. Woensdag 13 september was de avond voor de raadsleden en collegeleden van de 9 gemeenten in de Utrechtse regio. Zij konden er elkaar leren kennen, ervaringen uitwisselen en actief ideeën aanbrengen om te komen tot een Regionale Agenda voor de komende jaren.
Plaatsvervangend voorzitter
Hans van der Sluijs
Opkomst is verplichtend aan het BRU Bij afwezigheid van mevrouw Brouwer opende plaatsvervangend BRU-voorzitter Van der Sluijs, burgemeester van Maarssen, de conferentie. Hij memoreerde aan het RSP en RVVP waarvoor nu vooral veel uitvoerend werk gedaan moet worden.
Het BRU is er voor én door de gemeenten. Daarom kwam het dagelijks bestuur vooral naar de conferentie om te luisteren. Dat gebeurde met name in de zes zogeheten themakamers. Daar bogen de raadsleden en collegeleden zich met collega’s uit andere gemeenten over de vraag: welke zaken willen we de komende tijd gezamenlijk aanpakken in de regio. Dit leverde een veelheid aan discussies, ideeën en uiteindelijk soms ook al concrete agendapunten op. Het fundament is dus gelegd.
Verdiepingsslag Maar er moet nog veel gebeuren. Allereerst worden de ingebrachte ideeën gerangschikt. Vervolgens komen er deze maand rondetafelgesprekken, waarin per thema een verdiepingsslag gemaakt wordt. Hiervoor worden alle raadsleden en collegeleden uit de BRU-gemeenten uitgenodigd. Met de uitkomsten kunnen het AB en DB in november gaan werken aan een concept Regionale Agenda. Die wordt voorgelegd aan de verschillende gemeenteraden. Na deze ronde stellen het AB en DB de Regionale Agenda voor de komende jaren vast.
Een goed moment volgens Van der Sluijs om te bekijken welke zaken de BRU-gemeenten verder samen willen oppakken. Daarbij is de conferentie ook goed om elkaar te leren kennen en te zien hoe andere gemeenten met regionale samenwerking omgaan. Vrijblijvend mag het niet zijn, zeker gezien de opkomst. Die is verplichtend aan het BRU, zo hield de plaatsvervangend voorzitter zijn gehoor voor.
Oktober 2006
informatie over de Regio Utrecht
48
BruSpecial
Regionale Agenda
6
6 themakamers Belangrijk onderdeel van de conferentie waren de zogeheten themakamers. Deelnemers bespraken onderwerpen waarvan zij vinden dat die op de Regionale Agenda moeten komen. Deze special bevat per themakamer een kort overzicht van de belangrijkste ingebrachte punten. Die geven richting aan de verdere uitwerking van de Regionale Agenda.
1. Economische Ontwikkeling 2. Democratische werkwijze en betrokkenheid 3. Verkeer & Infra/openbaar vervoer 4. Wonen in de regio 5. Groen en milieu 6. Plus
2
1 voorzitter:
dhr. Strien raadslid Houten
Economische Ontwikkeling Hoe kan de regio haar economische kracht het beste inzetten? En wat is die economische kracht eigenlijk? De gesprekken in de themakamer Economische Ontwikkeling bevestigden dat economische ontwikkeling van de regio vraagt om zorgvuldige afwegingen.
‘Als de dynamiek verdwijnt, is de regio dood’
Themakamer
Hier praten we graag over door: 1. Profileer op je kwaliteiten De regio moet zich binnen en buiten de Randstad profileren, met een duidelijk onderscheidend vermogen ten opzichte van andere regio’s. Ook het vaststellen van een ‘Economische Hoofdstructuur’ kan bijdragen aan een duidelijker profilering. En een goede basis zijn voor intergemeentelijk overleg over samenhang en diversiteit.
2. Realiseer opgaven RSP Ondersteun bedrijven zowel inhoudelijk als ruimtelijk. ‘Verleid’ bedrijven zich op specifieke locaties te vestigen. En compenseer eventueel gemeenten die minder aantrekkelijk zijn als vestigingsplaats voor bedrijven, maar wel anderszins bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de regio.
3. Kijk gefundeerd breder Richt je op meer dan alleen de sectoren onderwijs en dienstverlening. Daarmee vissen we met z’n allen in dezelfde vijver. Kijk waar de vraag uit de markt vandaan komt en gebruik bijvoorbeeld onderzoeksrapporten van banken.
4. Creëer geen monocultuur voor hoger opgeleiden Zet niet alleen in op kennis & innovatie. 60% van de schoolverlaters heeft een vmbo-niveau en moet straks ook een baan hebben in de regio. Pak de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt regionaal aan.
5. Versterk wat er is Trek de sterke punten van de regio door (hoog opleidingsniveau!). Zorg daarbij ook voor onderhoud: ‘hebben is nog niet houden’. Zorg voor een sterkere binding van bedrijven met de regio.
6. Breng balans aan tussen rode schaarste en overschot Er bestaat een grote woningschaarste en een overschot aan kantoren en bedrijfsruimte. Deze discrepantie vraagt om een omslag in het denken. Herstructurering is een regionale opgave.
7. Kijk naar het schaalniveau om zaken op te pakken Voor promotie en innovatie zijn vaak grote fondsen beschikbaar. Maar BRU is daarvoor te klein. Het moet dus op het juiste schaalniveau worden aangepakt.
3
Themakamer
2 voorzitter:
dhr. Satijn raadslid Nieuwegein
Democratische werkwijze en betrokkenheid
‘Het BRU doet aan koehandel: ik geef jou dit, dan krijg ik dát’ ‘Stem het AB af op de samenstelling van coalities. Dan doe je recht aan de politieke meerderheid’
Hoe kunnen we de democratische werkwijze van het BRU en
‘We hebben met het BRU te werken. Dus moeten we maar het beste ervan maken’
Hier praten we graag over door:
‘Als we echt van het BRU af willen, dan is het morgen opgedoekt’ ‘We praten teveel over structuren, terwijl de juiste houding bepalend is. Stop met het ter discussie stellen van het BRU’ 4
de betrokkenheid van AB-leden en raadsleden verbeteren? Tot een eenduidig antwoord kwamen de discussiedeelnemers niet. Daarvoor lagen de opvattingen te ver uiteen. Eén ding is duidelijk: er is voldoende stof voor discussie.
1. Bepaal de gewenste ‘politieke afspiegeling’ binnen het algemeen bestuur Bekijk of het wenselijk is bij de samenstelling van het AB te streven naar politieke fractievorming. Of dat het AB alleen bestaat uit raadsleden uit de gemeentelijke coalities.
2. Verbeter de interne voorbereiding en terugkoppeling De gemeenten Houten, Nieuwegein en Utrecht besteden al veel aandacht aan deze punten en kunnen als lichtende voorbeelden dienen.
3. Betrek raadsleden eerder bij beleidsvoorbereiding Het AB is nu te veel een formeel eindstation. Zoek een betere vorm om raadsleden bij de besluitvorming te betrekken. Bijvoorbeeld door voorbereidingscommissies in het leven te roepen. Of organiseer themabijeenkomsten of bijeenkomsten voor raadsleden met dezelfde portefeuille.
3
Verkeer & Infra/openbaar vervoer Verkeer & Infra is een typisch regionaal vraagstuk. Of zoals één van de deelnemers aan deze themakamer het noemde: waterbedproblematiek. Met duidelijke lokale problemen – zoals overlast door sluipverkeer – die alleen in regionale samenwerking kunnen worden opgelost.
voorzitter:
mevr. Hoogendijk raadslid Bunnik
Verkeer & Infra
Themakamer
Hier praten we graag over door: 1. Meer aandacht voor verbindingen met kleine kernen Het openbaar vervoer richt zich vooral op de grote stromen. Maar er is behoefte aan een fijnmaziger netwerk. Daarbij kan ook meer aandacht worden gegeven aan alternatieven voor de ‘grote bus’.
2. Meer hoogwaardig openbaar vervoer De regio heeft hoogwaardig openbaar vervoer nodig om het autoverkeer te verminderen. Uitbreiding van het sneltramnet onder het centrum van Utrecht door naar de Uithof en Zeist moet een optie zijn.
3. Beter ontwikkeld P&R rond Utrecht Het ‘Parkeer & Reis’ (P&R) rond Utrecht is nu slecht ontwikkeld. Bekijk hoe dit kan worden ‘opgepimpt’.
4. Budget verschuiven van auto naar openbaar vervoer Onderzoek de mogelijkheid budget van auto naar openbaar vervoer te verschuiven.
5. Proactief OV-beleid in nieuwe woon- en werkgebieden
‘Er wordt weinig gedacht in alternatieve ov-vormen – alleen in kleinere of grotere bussen’ ‘Verkeersproblematiek is waterbedproblematiek. Je móet het regionaal oplossen’
Zorg voor proactief OV-beleid waardoor nieuwe woon- en werkgebieden tijdig zijn voorzien van openbaar vervoer.
6. Doorsnijding van woongebieden door spoor oplossen Reduceer de doorsnijding van woongebieden door spoor. Ondertunneling is daarvoor een optie, en mag – ondanks de hoge kosten – op de agenda.
7. Meer aandacht voor fietsnetwerk De regio kan meer doen aan fietsmarketing. Daarnaast moet dan wel gewerkt worden aan verbetering van het fietsnet, waarbij gemeentegrensoverstijgende problemen nadrukkelijk een rol spelen.
8. Beter benutten mogelijkheden personen- en goederenvervoer over het water Vervoer per water is een goed alternatief voor wegverkeer. Dat kan beter benut worden. Dit ontstijgt weliswaar het gemeentelijk niveau, maar de gemeenten moeten wel achter de initiatieven staan.
5
Reacties Ter plekke & even napraten dhr. Koudijs wethouder Houten
Ter plekke
mevr. Schmalschläger raadslid De Bilt
Ter plekke Vanavond wil ik zaken op de agenda zetten die van regionaal belang zijn. En ik wil proberen steun te verwerven voor bepaalde opvattingen. Om een voorbeeld te geven: we zeggen allemaal dat een vitaal platteland heel belangrijk is. Maar de Agenda Vitaal Platteland van het BRU biedt wat mij betreft onvoldoende basis daarvoor. Met drie zorgboerderijen kom je er niet.
“Het is goed dat het BRU dit organiseert. Enerzijds om input te krijgen voor de Regionale Agenda. Anderzijds om de afstand met de gemeenteraden te verkleinen. Raadsleden ervaren een gebrek aan democratisch gehalte van het BRU. Ze hebben het gevoel dat de raad ver van hen afstaat. Dat is jammer, want we staan samen voor veel belangrijke opgaven. Het nuttige van deze avond vind ik dat je met heel veel verschillende belangen wordt geconfronteerd. Er valt dus nogal wat te ‘bevechten’. Daarom is het belangrijk om er samen over te praten.
Even napraten Of ik tot nieuwe inzichten ben gekomen? Niet echt, wel de bevestiging dat ‘groen’ onlosmakelijk verbonden is met ‘rood’. Goed om daar gestructureerd over door te praten.
dhr. F. Dirkse raadslid Zeist
Ter plekke Ik ben hier met een open houding naartoe gegaan en ben benieuwd naar de verschillende standpunten. Heikel punt is het democratisch gehalte van het BRU. Dit laat te wensen over, terwijl er wél steeds meer taken bij het BRU komen te liggen. En je ziet dat er fricties ontstaan tussen de verschillende overheidslagen bij behandeling van onderwerpen als het GVVP en het RSP. Verder voel ik me zeer betrokken bij de discussie over de balans tussen ‘groen’ en ‘rood’. In Zeist speelt nu nadrukkelijk de discussie rond het Hart van de Heuvelrug. Het is goed om het daar ook met anderen over te hebben.
6
Themakamer
4 voorzitter:
mevr. Van Brenk raadslid De Bilt
‘Die 1.238 woningzoekenden in Zeist wonen echt niet allemaal onder de brug, hoor’
Wonen in de regio De regionale woningmarkt zit potdicht. De nieuwbouwproductie loopt ver achter bij de behoefte. Gevolg: de wachttijden lopen op en starters komen nauwelijks aan woonruimte. Hoe scheppen we ruimte op de woningmarkt?
Hier praten we graag over door: ‘Natuurlijk, grond is duur. Maar je wilt niet alles dichtbouwen. Het moet leefbaar blijven’ ‘De hoogte in én durven platgooien. Daarmee schep je ruimte om te bouwen’
1. Verbeter de doorstroming: zorg voor divers woningaanbod Wanneer er geschikte woningen voor ouderen worden gebouwd, verbetert de doorstroming: ouderen laten geschikte woningen achter voor doorstromers, wat weer ruimte schept voor starters.
2. Ga vergrijzing tegen in de randgemeenten Er moet ook in de randgemeenten voldoende worden bijgebouwd.
3. Zorg voor een goede spreiding van sociale woningen in de regio Creëer geen zwarte kernen en een witte ring.
4. Benut loze kantoorruimte De regio kent een groot aantal leegstaande kantorenpanden die mogelijk omgebouwd kunnen worden naar starterswoningen. Laat het BRU de verbouw van kantoren naar woningen stimuleren.
5. Wees kritisch op cijfers Beoordeel voortdurend of de onderzoeken naar de regionale woningbehoefte betrouwbaar zijn.
‘Mensen willen in De Bilt wonen omdat er zoveel groen is. Als je alles volbouwt, is het groen weg’
7
Themakamer
5
Groen en milieu ‘Groen’ heeft in het ontwerp-RSP 2005-2015 een prominente plaats. Méér nog dan in het RSP 1995-2005. Duidelijk is dat milieuaspecten steeds zwaarder zullen wegen bij de samenwerking op ruimtelijk gebied en op het gebied van verkeer en vervoer. Hoe moeten we deze aspecten in regionaal verband verankeren?
Hier praten we graag over door: 1. Bespreek de rol van het BRU
voorzitter:
dhr. Scheringa
‘Nietsdoen heeft waarde’
raadslid Vianen
8
Voor ‘groen’ ligt een rol bij het BRU, maar welke?
2. Daadkrachtige uitvoering We moeten echt op korte termijn aan de slag met de daadwerkelijke uitvoering.
3. Zorg voor goede balans in ‘rood’ en ‘groen’ Stimuleer groensparend bouwen Bouwen in het groen is vaak de makkelijkste weg. Het BRU moet de expertise leveren om andere oplossingen te vinden (verdichten, hoger bouwen). Stop met het ‘Randstaddenken’ “Het probleem kan niet worden opgelost langs de weg waarlangs het is ontstaan (Einstein).” Toon bestuurlijke moed Het BRU moet aangeven waar gebouwd kan worden en waar juist niet. “Tot hier rood en niet verder.” Kijk anders tegen groen aan Het groen is geen sta-in-de-weg, maar een economische kracht.
4. Neem milieu integraal mee Milieu is geen BRU-taak, maar wordt wel steeds belangrijker bij de samenwerking in ruimtelijk beleid en mobiliteit.
Themakamer
6 voorzitter:
dhr. Otten raadslid Zeist
Plus De voorzitter vond het dapper dat de deelnemers naar deze ‘meest vage’ themakamer waren gekomen. Maar er bleek meer dan voldoende houvast voor het kleine gezelschap om inhoudelijke discussies te voeren en aanvullende agendapunten aan te dragen.
Hier praten we graag over door: 1. Meer aandacht voor cultuurhistorie Bij planologische trajecten moet meer aandacht komen voor cultuurhistorische waarden, zoals de Nieuwe Hollandse Waterlinie en het hoogstamfruitteeltgebied rond de Kromme Rijn. Belangrijke cultuurhistorische waarden dreigen te verdwijnen door de grote aandacht voor grijs en rood.
2. Meer samenwerking in de bedrijfsvoering
Plus in WGR+? De discussie in de ‘pluskamer’
Themakamer
ging voor een belangrijk deel over de vraag of plustaken wel
Meer samenwerking en kennisdeling kan leiden tot kostenbesparing en meer ‘operational excellence’. Samenwerking is bijvoorbeeld mogelijk bij het P&O-beleid, de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en een gezamenlijke telefooncentrale. Met als resultaat: schaalvoordelen in de bedrijfsvoering.
bij het BRU thuishoren en of ze in het WGR+-takenpakket zitten. De uitkomst: extra projecten moeten een vrijwillig karakter hebben, waar gemeenten zich al
3. Gezamenlijke ICT-ontwikkeling rond publieke dienstverlening Mogelijk kunnen (een aantal) gemeenten gezamenlijk een systeem voor publieke dienstverlening opzetten met één automatiseerder. Op die manier kan het goed en – met name voor kleinere gemeenten – goedkoper worden georganiseerd.
dan niet bij aan kunnen sluiten. Door het slim en snel organiseren van deze projecten kan het BRU haar meerwaarde duidelijk maken en loskomen van de ‘ouderwetse’ kaderstellende rol. Ook kan worden gedacht aan projecten waarvoor wel middelen beschikbaar zijn, maar die stokken in de uitvoering. Het BRU kan worden ingezet om deze lastige projecten vlot te trekken.
‘Door de druk van al het rood en grijs blijft er weinig over voor andere zaken’ ‘Het ontbreekt aan uitvoering in de plannen’ ‘Plustaken kunnen het BRU ook herkenbaarder maken voor de gemeenten’
9
Reacties Ter plekke & even napraten dhr. Wagenmans wethouder Houten
dhr. Polman gemeentesecretaris IJsselstein
Ter plekke Ter plekke Ik ben hier om mijn bijdrage te leveren aan de discussie over het BRU. We moeten goed benoemen wat we samen willen oppakken, maar ook waar we vanaf willen blijven. Zodat er sprake is van een effectieve intergemeentelijk samenwerkingsverband en niet van een nieuwe bestuurslaag. Dat het BRU nu de openheid zoekt, vind ik goed. Zeker in het kader van de democratische legitimatie. Maar ik ben wel sceptisch of deze avond voldoende houvast kan bieden om richting aan de toekomst te geven.
Het is goed dat het BRU het contact opzoekt met haar ‘aandeelhouders’. We moeten samen durven kijken naar gezamenlijke problematiek. Daarbij moet helderder worden waar het BRU staat en hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld tussen het BRU en de gemeenten. Voor mij als gemeentesecretaris is het ook nog eens belangrijk de raad en het college goed te kunnen informeren. Ik heb me dan ook actief aangemeld voor deze conferentie.
Even napraten Even napraten Gezien mijn scepsis is de avond me zeker niet tegengevallen. Vooral de grote betrokkenheid viel me op. De discussies werden breed gevoerd en waren heel geanimeerd. Vaak zie je toch dat een paar personen de toon zetten. Mijn ervaringen in de themakamers waren heel verschillend. De themakamer Economie vond ik heel zinvol. Met een goede inkadering van de vraagstelling hoe we het economisch beleid van het BRU moeten invullen. Dat zorgde voor discussies met echt nieuwe inzichten. De themakamer Wonen daarentegen bracht weinig nieuwe invalshoeken en de tijd was te kort voor dit tamelijk complexe onderwerp. De verdieping moet dan ook komen uit vervolgstappen, zoals de rondetafelbijeenkomsten.
De sfeer was goed. Nu we deze avond gehad hebben, is het de kunst om samen ook echt een Regionale Agenda vast te stellen. Met respect voor de lokale autonomie en democratie is het de kunst om de meerwaarde uit het BRU te halen. Overigens hebben ook gemeenteambtenaren een rol in de samenwerking. Dat zou best nog zichtbaarder mogen zijn. Ook voor de raadsleden, zodat ze weten bij wie ze binnen het eigen ambtelijk apparaat terecht kunnen als het om het BRU gaat.
dhr. Hoitink, raadslid Bunnik
Ter plekke Het is goed dat ‘gewone’ raadsleden uit de verschillende BRU-gemeenten elkaar hier kunnen ontmoeten. En dat er ook gelegenheid is om de mening van anderen te horen. Dat proces vind ik vanavond misschien nog wel belangrijker dan de inhoud van het programma.
Even napraten De avond was qua sfeer duidelijk anders dan we gewend zijn van het BRU. Je kreeg het gevoel dat er meer naar raadsleden werd geluisterd. Wat je op zo’n avond merkt is dat veel raadsleden bij nul beginnen als het om het BRU gaat. Het staat heel erg ver weg van ze. Het was dan ook een goede keuze raadsleden voorzitter te maken van de themakamers. Dat geeft ons raadsleden meer het gevoel dat we de agenda echt mee kunnen bepalen. Er moet natuurlijk wel echt iets gebeuren met de ingebrachte punten. Dat lijkt me nog best lastig, want er is al veel bestaand beleid. Hoe pas je daar de nieuwe agendapunten in. Deze avond moet in ieder geval een vervolg krijgen. En niet alleen met de rondetafelbijeenkomsten, maar met een jaarlijkse bijeenkomst waar alle raadsleden en medewerkers van het BRU elkaar kunnen ontmoeten.
10
Een terugblik op de startconferentie
Goede start Dhr. Strien, fractievoorzitter van het CDA in Houten en voorzitter van de themakamer Economische Ontwikkeling, vatte de discussies in ‘zijn’ kamer aan het eind van de avond als volgt samen: “Een enorme diversiteit aan opvattingen en een grote betrokkenheid van de deelnemers aan de discussie”. Zijn indruk lijkt representatief te zijn voor alle themadiscussies die in de verschillende kamers zijn gevoerd. Een paar dagen na de conferentie laat dagvoorzitter Janssen, burgemeester van Zeist en lid van het dagelijks bestuur van het BRU, blijken dat hij niets anders had verwacht. “Vooraf kende ik geen twijfel over deze avond. Gemeentebestuurders zijn bevlogen mensen. Als zij elkaar ontmoeten, dan hebben ze elkaar altijd veel te vertellen.”
Rondetafelgesprekken
‘Ons BRU’
Vraag is natuurlijk: is de conferentie een goede start voor het vervolgtraject, te beginnen met de rondetafelgesprekken per themakamer? Ja, meent dhr. Janssen. “Ik ging met een bijzonder goed gevoel naar huis. De conferentie heeft een grote hoeveelheid inhoudelijke input opgeleverd. Deels kleine, abstracte punten, deels juist grotere, abstracte thema’s. Maar samen vormen ze een goede aanzet voor de rondetafelbijeenkomsten. Hiervoor worden er per themakamer werkdocumen-ten opgesteld, die als vertrekpunt dienen voor deze bijeenkomsten.”
Ook dhr Lubbinge, wethouder van Nieuwegein en lid dagelijks bestuur BRU, kijkt tevreden terug. “We hebben een eerste stap gezet om raadsleden en collegeleden een nadrukkelijke rol te geven in wat we als BRU moeten doen. Alleen: we moeten dit vaker doen. Alleen dan kan ‘het BRU’ ook ‘ons BRU’ worden. Tweede belangrijke punt is dat de gemeenten zélf het BRU zichtbaarder moeten maken. In sommige gemeenten gebeurt dat overigens al goed. Maar het BRU heeft de eerste inspanningsverplichting.” Gemeentebestuurders die willen intekenen voor een van de rondetafelgesprekken, kunnen dat nog altijd doen. Dhr. Janssen: “Alle raadsleden en collegeleden ontvangen hiervoor ook een persoonlijke uitnodiging. Daarbij wil ik graag nadrukkelijk ook díe mensen uitnodigen, die de conferentie – om wat voor reden dan ook – niet konden bijwonen.”
11
Uit de evaluatie Daags na de startconferentie kregen deelnemers de
Colofon BRU-berichten gaat naar de relaties van Bestuur Regio Utrecht in een oplage van 1.500 exemplaren.
vraag voorgelegd hoe zij terug- en vooruitkijken op het traject van de Regionale Agenda. Ruim een kwart reageerde. De waardering was overwegend ‘goed’. Er werd één onvoldoende gescoord.
www.regioutrecht.nl
[email protected]
Een meerderheid van de respondenten zag voldoende Postadres: Postbus 14107 3508 SE Utrecht Tel 030 - 2862525 Fax 030 - 2862500 Tekst: Bestuur Regio Utrecht in samenwerking met Wim Datema (JCM Tekstproducties, Utrecht) Grafisch ontwerp: Ellen Bakker, Utrecht
12
ruimte voor een eigen inbreng en voelt zich na de startconferentie meer betrokken bij de ontwikkeling van een Regionale Agenda. Voor een deel van de respondenten heeft de avond in Zeist tevens de betrokkenheid bij de Utrechtse regio vergroot. Een goed resultaat, te meer omdat de meeste respondenten aangeven bij de verdere ontwikkeling van de Regionale Agenda betrokken te willen zijn en ook volgend jaar weer mee willen doen
Fotografie: Erik van 't Woud (Photosteron, Utrecht)
als er opnieuw een regionale conferentie komt.
Druk: Kerckebosch, Zeist
op, die in het vervolgtraject van pas kunnen komen.
De evaluatie leverde bovendien ook zinvolle suggesties