1593
Brussel, 21 april 2008
Mijnheer de minister-president, Wij hebben de eer U ten behoeve van de Vlaamse Regering ingesloten de resolutie tot besluit van de opvolging van de werkzaamheden van de Commissie Energiearmoede, over te zenden. Deze resolutie werd door het Vlaams Parlement aangenomen op 16 april 2008.
Met de meeste hoogachting,
De Griffier,
De Voorzitter,
Martine GOOSSENS
Marleen vanderpoorten
De heer minister-president van de Vlaamse Regering 1000
BRUSSEL
RESOLUTIE tot besluit van de opvolging van de werkzaamheden van de Commissie Energiearmoede
Het Vlaams Parlement, – gelet op de beslissing van het Uitgebreid Bureau van 22 oktober 2007 om de Commissie ad hoc Energiearmoede uitzonderlijk toestemming te geven om te vergaderen voor het opstellen van een stand van zaken; – gelet op de werkzaamheden van de Commissie Energiearmoede in zitting bijeen op 13 en 20 februari 2008; – gelet op de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de aanbevelingen in de motie van aanbeveling van 1 februari 2006; – gehoord de vertegenwoordigers van Infrax, Eandis, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie en OCMW Aalst; – gehoord de uiteenzettingen van minister Hilde Crevits als vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering; – vraagt de Vlaamse Regering: 1° werk te maken van de nog niet (volledig) uitgevoerde aanbevelingen van de motie van aanbeveling die naar aanleiding van de discussies tijdens het energiearmoededebat zijn tot stand gekomen;
[2]
2° rekening te houden met de koopkracht van kansarme medeburgers bij het uittekenen en het uitvoeren van het Vlaamse energiebeleid; 3° de strijd tegen de overmatige schuldenlast, in overleg met de federale regering en in samenwerking met de lokale overheden, op te voeren en daarbij specifieke aandacht te hebben voor energiearmoede; daarbij ook in het kader van de aanpak van de globale schuldenproblematiek, desgevallend na de evaluatie van de werking van de Lokale Adviescommissies (LAC’s) die op initiatief van minister Vanackere lopende is, Vlaamse middelen te voorzien voor de OCMW’s om deze in staat stellen elk dossier dat wordt doorgestuurd naar het LAC een voorafgaand sociaal onderzoek te kunnen uitvoeren; 4° de resultaten en aanbevelingen van het vergelijkend onderzoek over de werking van de LAC’s dat op initiatief van minister Vanackere lopende is, zo snel mogelijk te vertalen in een handleiding ‘goede praktijken’ en te verspreiden naar alle LAC’s; 5° de nodige stappen te ondernemen om een energiescan mogelijk te maken in alle woningen van klanten waarvoor een LAC-dossier werd opgesteld en dit zonder dat de kosten van de openbaredienstverplichtingen stijgen; 6° samen met de distributienetbeheerders te zoeken naar manieren om de OCMW’s sneller op de hoogte te brengen van eventuele betalingsmoeilijkheden bij klanten van de distributienetbeheerders en dit met respect voor de privacy van de betrokkenen; 7° in de loop van het jaar het besluit met betrekking tot de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt, en onder andere ter uitvoering van het (Sociaal) Energiedecreet van 25 mei 2007, goed te keuren; daarbij te voorzien in een verbetering van de toegankelijkheid van oplaadpunten voor budgetmeterkaarten zodat deze ook na de kantooruren kunnen toegankelijk zijn en bij voorkeur met bankkaarten of cash geld kunnen opgeladen worden;
[3]
8° te onderzoeken of er geen eenvoudigere procedure mogelijk is om de distributienetbeheerders sneller acties te laten ondernemen wanneer een klant met een budgetmeter gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld 60 dagen) zijn budgetmeterkaart niet meer heeft opgeladen, dit om te vermijden dat de klant opnieuw een energieschuld opbouwt en dit in overeenstemming met het regeerakkoord waarin gesteld wordt dat we alert blijven voor de elektriciteitsprijs en stoppen met het verhogen van de energierekening via het doorrekenen van nieuwe initiatieven in de distributievergoeding; 9° er bij de federale regering te blijven op aandringen dat de automatische toekenning van de sociale tarieven voor elektriciteit en aardgas en de operationalisering van de ombudsdienst voor energie snel wordt gerealiseerd; 10° een stappenplan op te maken om bij nieuwbouw van socialehuurwoningen betekenisvolle, strengere maar haalbare energieprestatienormen te realiseren; 11° zo snel mogelijk werk te maken van de uitvoering van de in het besluit tot reglementering van het sociale huurstelsel voorziene energiecorrectie voor sociale woningen; 12 te onderzoeken of bij de herziening van de ecologische openbaredienstverplichtingen voor de distributienetbeheerders kan voorzien worden in een betekenisvolle ondersteuning voor programma’s van sociale huisvestingsmaatschappijen die bestaande sociale woningen e-noveren tot energiezuinige woningen en zodoende waar mogelijk dakisolatie, superisolerende beglazing en een efficiënt verwarmingssysteem te voorzien; en dit in overeenstemming met het regeerakkoord waarin gesteld wordt dat we alert blijven voor de elektriciteitsprijs en stoppen met het verhogen van de energierekening via het doorrekenen van nieuwe initiatieven in de distributievergoeding; 13° dat de VMSW en de SHM (sociale huisves tingsmaatschappij), na overleg met VREG de bewoners van sociale woningen bijstaat in de keuze van de meest voordelige of geschikte energieleverancier;
[4]
14° dat de VMSW samen met de SHM daar waar technisch mogelijk voorziet in een individuele meting van het elektriciteits-, gas- en/of warmtegebruik in elke individuele wooneenheid en de energiefacturatie baseert op deze individuele verbruiksgegevens; dit is effectiever dan het plaatsen van een budgetmeter in elke sociale woning; 15° de administratieve kosten van het energieprestatiecertificaat op korte termijn te minimaliseren en een stappenplan te ontwikkelen om in de sociale huisvesting tot een gestructureerde integratie van het energieprestatiecertificaat te komen en hier de nodige middelen voor vrij te maken; 16° binnen de sector van de socialewoningbouw de ‘best practices’ voor energievriendelijke sociale woningen op korte termijn te evalueren en in heel de sector te implementeren; 17° stimulansen tot rationeel energiegebruik ook voor sociale huurders te voorzien; 18° er bij de federale overheid op aan te dringen de huidige belastingsaftrek voor energiebesparende investeringen om te zetten in een rechtstreekse korting (belastingskrediet) op de factuur; op die manier het belastingsvoordeel onmiddellijk toe te kennen zonder administratieve formaliteit voor de belastingplichtige en ook niet-belastingplichtigen van het belastingsvoordeel te laten genieten; – verwelkomt de door Vlaams minister Hilde Crevits aangekondigde maatregelen die vanuit het Vlaamse energiebeleid onrechtstreeks ook bijdragen tot het vermijden en bestrijden van energiearmoede en dan met name: 1° de premie voor energiebesparende investeringen door niet-belastingbetalers; en 2° het energierenovatiekrediet; en houdt er aan in kennis gesteld te worden van de vooruitgang van de besprekingen met de banken voor de invoering van dit krediet; – verwelkomt tevens het initiatief van Vlaams minister Marino Keulen om bij wijze van proefproject een aantal volwaardige passiefwoningen in de sociale huisvesting te realiseren;
[5]
– houdt er aan in kennis te worden gesteld van de resultaten van de energiescans bij gezinnen die in bestaansonzekerheid leven; – vraagt de minister bevoegd voor bijstand aan personen en voor de coördinatie van het armoedebestrijdingsbeleid acties te ondernemen die het belang van aanwezigheid op de LAC-zittingen en de mogelijkheid om op deze zittingen te worden bijgestaan door vertrouwenspersonen beter bekend te maken.
AANGENOMEN DOOR HET VLAAMS PARLEMENT, Brussel, 16 april 2008.
De Griffier,
De Voorzitter,