BRIEVEN VAN DE STAD ZUTPHEN OVER HET JAAR 1571
Transcripties van: inventarisnummer 302 “Ingekomen stukken en minuten van uitgegane stukken, 1571” uit het Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1)
Brieven van de stad Zutphen 1571
pag. 2
Brieven van de stad Zutphen 1571
Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................................. 5 Over de serie brieven in het Oud-archief Zutphen .................................................................................. 5 Over het inhoudelijke karakter van de brieven........................................................................................ 5 Transcriptieregels .................................................................................................................................... 6 Gebruiksaanwijzing ................................................................................................................................. 7 Bronvermelding ....................................................................................................................................... 7 Brieven van de stad Zutphen, 1571 ......................................................................................................... 9 ‟s-Heerenberg verzoekt om voltooiing van het werk aan de molen (5 januari 1571) ......................... 9 Nijmegen bericht over Deense ruiters (16 januari 1571) .................................................................. 11 Het houden van markt buiten de stad Zutphen (18 januari 1571) ..................................................... 12 Groenlo reageert op een te houden kwartiersvergadering over de bede (20 januari 1571) ............... 13 Het Veluwse Kwartier uit bezwaar tegen onderhoudskosten van soldaten (20 januari 1571) .......... 15 Zutphen verzoekt Rutger van Graess dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) ............ 17 Zutphen verzoekt Jacob van Munster dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) ............ 19 Zutphen verzoekt Ariaenn van Erde dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) .............. 21 Zutphen verzoekt Arndt van Linteloe dringend om te komen overleggen (5 februari 1571)............ 23 Zutphen verzoekt Bernndt van Kecken dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) ......... 25 Groenlo heeft verzoeken met betrekking tot de inning van de bede (15 februari 1571) ................... 27 Lochem heeft verzoeken met betrekking tot de inning van de bede (16 februari 1571) ................... 29 Doetinchem bericht Zutphen over problemen bij inning van de bede (16 februari 1571) ................ 31 Zutphen vraagt uitstel van de gedupeerdendag (17 februari 1571) ................................................... 33 Lochem bericht over de inners van de bede (22 februari 1571) ........................................................ 35 Kanselier en raden van Gelre verzoeken om arrestatie van Deventenaren (8 maart 1571) ............... 36 De schout van Zutphen bericht over de arrestatie van speelman Johan up Zyll (17 maart 1571) ..... 38 Doesburg heeft verzoeken met betrekking tot de inning van de bede (26 maart 1571) .................... 40 Kanselier en raden van Gelre eisen inventarissen van goederen (26 maart 1571) ............................ 42 Zutphen bericht over het sturen van de roededrager naar de landdrost (14 april 1571) .................... 44 Zutphen verzoekt de landdrost om te komen overleggen (14 april 1571) ......................................... 45 Deventer waarschuwt voor mogelijke aanslagen en verraad (2 mei 1571) ....................................... 47 Stadhouder van Gelre herhaalt verboden en waarschuwt voor geweld (5 mei 1571) ....................... 48 De stadhouder van Gelre waarschuwt voor aanslagen (14 mei 1571) .............................................. 53 De schout van Lin en Urdingen schrijft over het testament van zijn zwager (31 mei 1571) ............ 55
pag. 3
Brieven van de stad Zutphen 1571
Een onbekende burgemeester vraagt hulp bij de fortificatie van zijn stad (11 juni 1571) ................ 57 De stadhouder van Gelre waarschuwt voor rebellen (25 juni 1571) ................................................. 59 De stadhouder van Gelre bericht over de waarde en geldigheid van enkele munten (3 juli 1571) ... 61 Jacoba van Hackvoort wil overleg (18 juli 1571) ............................................................................. 63 Het Hof van Gelre bericht over het ophouden van graantransporten (28 augustus 1571) ................ 65 Henrich, heer tot Gendt, antwoordt Zutphen over een onderzoek (19 september 1571)................... 67 Armgart, gravin van Limburg etc., verzoekt om levering van stenen (19 september 1571) ............. 69 Arnhem bericht over een vergissing in een brief (10 oktober 1571) ................................................. 71 Nijmegen verzoekt om overleg over Gendt en Plettenberg (17 oktober 1571) ................................. 73 Kanselier en raden van Gelre verzoeken dringend de bede te betalen (26 oktober 1571) ................ 74 Doesburg schrijft over problemen bij de vaststelling van heffing op wijn (27 november 1571) ...... 76 Otto van Ritpergh schrijft over de afhandeling van zijn brief (30 november 1571) ......................... 78
pag. 4
Brieven van de stad Zutphen 1571
Inleiding In 2001 zijn Sjoerd Galema, Ria Gresnigt en Melia Kooij-van der Leur als vrijwilliger van het Regionaal Archief Zutphen begonnen met het maken van transcripties van de Zutphense stadsrekeningen. In 2004 leidden de werkzaamheden tot een eerste publicatie: De stadsrekeningen van Zutphen 1591/92 – 1597/98, later gevolgd door De stadsrekeningen van Zutphen 1598/99-1604/05. Nadien is de transcriptiewerkgroep verder gegaan met het toegankelijk maken van de stadsrekeningen over de jaren 1570-1591, een markante periode in de geschiedenis van Zutphen, waarin de stad meermalen zowel door Spaanse als Staatse troepen werd bezet. Behalve de rekeningen van de stad werden vervolgens ook de rekeningen van het Zutphense Nieuwe Gasthuis en van de kerkmeesters van de Sint Walburgiskerk getranscribeerd. Om het beeld van de turbulente jaren 1570-1591 nog completer te krijgen, is door dezelfde groep vrijwilligers nu een begin gemaakt met het ontsluiten van de brieven die de stad Zutphen ontving en verstuurde.
Over de serie brieven in het Oud-archief Zutphen De hieronder getranscribeerde brieven zijn onderdeel van de serie “Ingekomen stukken en minuten van uitgegane stukken 1325-1815” die onder inventarisnummers 137-497 opgenomen zijn in het Oudarchief Zutphen (archiefnummer 1) dat berust bij het Regionaal Archief Zutphen. Binnen de serie zijn de brieven uit het jaar 1571 opgenomen onder inventarisnummer 302. De serie brieven is achteraf uit de bewaarde archiefbescheiden van de stad samengesteld door de inventarisator; het zijn niet de secretarissen van de stad zelf die consequent vanaf de Middeleeuwen een groep brieven per jaar bundelden. Brieven die niet tot een bepaalde zaak of onderwerp behoren, maar eerder een incidenteel of algemeen karakter hebben, zijn per jaar samengevoegd en in de serie ondergebracht. Brieven die wel direct tot een bepaald onderwerp waren te herleiden, zijn door de inventarisator in specifieke beschrijvingen geplaatst en in de daartoe geëigende rubriek ondergebracht. Een brief over een aangelegenheid die de Hanze of de Berkelvaart betreft, vindt u daarom vermoedelijk niet in deze serie brieven, maar in de daarvoor bestemde rubrieken. Er staat “vermoedelijk”, omdat het rubriceren van archiefstukken in enige mate subjectief en arbitrair is en het dus kan voorkomen dat een brief op een voor de onderzoeker onverwachte plaats in de inventaris is opgenomen. Een ervaren onderzoeker weet dat een inventaris daarom met de nodige inventiviteit moet worden geraadpleegd. In de serie zijn zowel ingekomen brieven als minuten en concepten van uitgaande brieven opgenomen. Zijn de ingekomen brieven logischerwijs netjes opgesteld en daardoor - afgezien van een moeilijke hand - beter leesbaar, de minuten en concepten bevatten daarentegen vaak doorhalingen en gekriebel in de marge. Het is vooral die laatstgenoemde groep brieven die de transcriptiewerkgroep de nodige hoofdbrekens bezorgde. De materiële staat van de brieven is slecht. Vrijwel de gehele serie brieven van het Oud-archief heeft waterschade geleden als gevolg van lekkages in de archiefbewaarplaats in 1878 en 1924. Ook treffen we gescheurde brieven aan en brieven met insectenvraat, inktvraat, knaagschade en andere schades.
Over het inhoudelijke karakter van de brieven De onderwerpen in de brieven betreffen zaken, die spelen op verschillende niveaus. Burgemeesters en schepenen van Zutphen worden aangeschreven als het bestuur van de stad, als het bestuur van het pag. 5
Brieven van de stad Zutphen 1571
graafschap Zutphen en als het bestuur van het Kwartier Zutphen. De brieven hebben zowel een ambtelijke, juridische, informele als een persoonlijke aard. In grote lijnen zijn er in 1571 drie hoofdonderwerpen: de buitengewone belasting, de bevelen van de stadhouder van Gelre en waarschuwingen. In 1570 heeft Gelre met Alva afgesproken, dat het gewest voor vier jaar een buitengewone belasting zal betalen als afkoop van de tiende penning. Elk Kwartier moet een deel daarvan opbrengen. Om het geld bijeen te krijgen worden obligaties gestuurd naar de bannerheren, de ridderschap en de steden. Door deze obligaties te tekenen en terug te sturen naar het Hof van Gelre in Arnhem, tekent men in feite een schuldbekentenis. Daarbij vermeldt men tevens welke personen die schulden gaan innen, zodat die personen persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld, als het geld er niet is. Als de inner zijn werk gedaan heeft, gaat men met het geld naar het Hof, die op de achterkant van de obligaties aantekent, dat de schuld is voldaan. De bevelen van de stadhouder van Gelre, vaak gesteld op last van Alva, betreffen uiteenlopende zaken, zoals een verbod op het houden van een markt buiten Zutphen, een verbod op het studeren buiten het gebied van de koning van Spanje, de arrestaties van personen of het ophouden van graanschepen als deze de tol passeren om mensen in staat te stellen tegen redelijke prijzen graan te kopen. Waarschuwingen tenslotte, krijgt Zutphen van andere steden, maar ook van de stadhouder. Er wordt gewaarschuwd alert te zijn op aanvallen van de Geuzen of “andere” oproerkraaiers. De aanvallers richten zich dan op steden, maar ook op geestelijke en wereldlijke bestuurders.
Transcriptieregels De grondregel voor het transcriberen was om de tekst begrijpelijk te maken. De volgende transcriptieregels zijn toegepast1:
Afkortingen zijn geheel uitgeschreven, waarbij de letters die niet in het origineel staan tussen vierkante haken zijn geplaatst. Ook andere toevoegingen, die voor de leesbaarheid aangebracht zijn, worden tussen vierkante haken gezet, zoals bij het jaartal [15]71 Wanneer een tekst door slecht schrift, door waterschade of door vraat niet leesbaar is, wordt dit aangegeven door [onleesbaar] erbij te schrijven tussen vierkante haken Doorhalingen staan tussen ronde haken met erachter wat er doorgehaald is. Is de doorhaling niet goed leesbaar in de originele brief dan wordt alleen (doorhaling:) vermeld tussen ronde haken. Woorden en zinnen die in de kantlijn geschreven staan, worden op de aangewezen plaats of op de meest waarschijnlijke plaats neergezet in de transcriptie. Als deze marges tussen de originele tekst behoren te staan, dan wordt met schuine strepen aangegeven, waar de marge begint en waar deze eindigt. Om duidelijk te maken dat het hier om een marge gaat wordt het woord marge tussen ronde haken erbij gezet. /(marge:) .........../ . Staat de extra tekst boven of onder de originele brief, dan wordt dit ook in de trancriptie boven of onder de brief neegezet met (marge:) erbij vermeld. Zo nodig zijn voor de leesbaarheid woorden van elkaar gescheiden of juist aaneen geschreven. De interpuncties, accenten en apostrofs, die gebruikt worden in de transcriptie zijn naar huidige maatstaven. Ten aanzien van de i en de j en de u,v en w en de y en de ij is gekozen voor de leesbaarheid, dus geen iaer maar jaer, geen wt maar uut, geen wyl maar wijl Woorden die herhaald worden, maar wat duidelijk een vergissing is, zijn maar één keer meegenomen (voorbeeld: “in plats in plats van…”).
1
De werkgroep heeft grotendeels de transcriptieregels van Schriftspiegel gevolgd, een publicatie van P.J. Horsman, Th.J. Poelstra en J.P. Sigmond (Zutphen, 1986). pag. 6
Brieven van de stad Zutphen 1571
Van Romeinse cijfers zijn Arabische cijfers gemaakt. In de tekst voorkomende kleine getallen (tot 20) zijn in letters geschreven, met uitzondering van data en geldbedragen. Data met toevoegingen als -en of -de zijn daarentegen wel voluit geschreven (voorbeeld: “zevende”).
Gebruiksaanwijzing De hieronder opgenomen transcripties zijn geordend op de datum die is vastgelegd bij het maken van de inventaris. Eerst wordt de brief kort samengevat en gekarakteriseerd aan de hand van een regest. Hierna volgt de transcriptie: een afschrift in andere letters of symbolen dan het geschrift, waarnaar het is vervaardigd. De regels zijn genummerd, op elke pagina beginnend vanaf regel 1. De verschillende pagina‟s zijn onderscheiden door de markering (…). Na de transcriptie volgt een toelichting. Daarin staan voornamelijk woord- en plaatsnaamverklaringen maar ook worden de in de brieven genoemde personen in hun juiste ambtelijke context geplaatst. In de toelichting wordt ook, indien mogelijk, een vertaling gegeven van Latijnse of Franse brieven. In de paragraaf scans kan worden doorgeklikt naar de afbeeldingen van de brief. In de meeste gevallen bestaat een brief uit een bladzijde papier waarbij de voor- en achterkant zijn beschreven. Meestal zijn dan twee scans gemaakt. Een andere vaak voorkomende vorm is de brief die geschreven is op enkele vellen die tot een katern zijn gevouwen. Dat levert in sommige gevallen drie, vier of zelfs nog meer scans op. Bladzijden die geen tekst bevatten, zijn niet gescand. Bij het doorklikken naar de scans komt u terecht in de juiste beschrijving in de inventaris van het archief. U begint altijd met de éérste scan. Met de navigatiebalk gaat u vervolgens naar de juiste pagina. Dit paginanummer staat in de paragraaf scans vermeld. In de viewer zijn opties om in te zoomen, te roteren en op te slaan.
Bronvermelding De transcripties zijn vrij te gebruiken mits de bron juist en volledig wordt vermeld: Regionaal Archief Zutphen, Transcripties van inventarisnummer 302 “Ingekomen stukken en minuten van uitgegane stukken, 1571” uit het Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1). De makers stellen het op prijs om correcties en aanvullingen te ontvangen. Daarvoor kunt u gebruik maken van het e-mailadres van het Regionaal Archief Zutphen:
[email protected]. Zutphen, 2012.
pag. 7
Brieven van de stad Zutphen 1571
pag. 8
Brieven van de stad Zutphen 1571
Brieven van de stad Zutphen, 1571 ’s-Heerenberg verzoekt om voltooiing van het werk aan de molen (5 januari 1571) Regest … op tenn vijfd[e] dach vann Januarii 1571 uyt ’s Herrnnberge… Hennrick Visscher herhaalt zijn dringend verzoek aan meester Welmer Tymmermann uit Zutphenn om het reeds begonnen werk aan de Berchsche molen te voltooien. De levering van de staander wordt gegarandeerd door de kapitein. Als meester Welmer niet komt, krijgt hij zijn achterstallige loon voor het werk aan de Haeper molen niet meer uitbetaald, behalve dan de reeds betaalde 56 daalder en 8 stuiver. Gewaarmerkt notarieel afschrift van Henricum Gaem, notaris en secretaris van de stad Zutphenn. Transcriptie Copia 1
5
10
15
20
25
Gunstige, guede fruenndt meister Welmer, mij verwonndert seer, dat ick geene anntwart vann u onntfanngenn en hebbe up mijnenn brieff, die ick u over drie offte vier daegenn gesonden hebbe, waerbij ick u geschrevenn hebbe, dat ghij nyt laetenn enn sult ghij en soldt die Berchsche moelen voerts koemmenn maeckenn alsoe ghij begonnenn hebbet (doorhaling: nn), wamit sij willenn u alssdann soe eerlick unnd froemelick betaelenn, alss ghij tebevoerenns gedaenn sollen hebben bij dess rennthm[eeste]rs tijden ennde indyenn ghij oeck eenige pennongenn van doen hebt, menn sall se u doenn. Gounstige fruendt, betrouut mij thoe dat ghij vann den arbeidt van den moelen eherlick unnd froeme[lijk] betaelt sult wardenn, wamit ick daer guedt bescheidt vann weet ennde inndienn ‟t oeck annders waere enn solle ick uwer l[ieve] soe sterck nyt willen schrijvenn ennde bynn oeck verseckert, dat ghij oeck vann de pennongenn, die ghij aenn die Haeper moelenn mit uwe arbeidt verdiennt hebt ende noch tenn achteren sijt, oeck froemel[ijk] betaelt sult wardenn, te wettenn die seess unnd vijfftig daler ennde 8 st[uiver], die ick op tenn veertiend[e] dach vann Novemb[er] lestleddenn ter presentie vann den rennthmeister mit uwer l[ieve] affgereckennt hebbe, ghij enn dorfft geene oersaecke nhemenn, dat men u denn stennder nyt leverenn enn kan, wannt die cappitein daer raeth thoe weet om dennselvigenn thoe bekoemenn, duss lieve
(…) 1
5
fruenndt enn wildt nyt laetenn mittenn mulder terstonndt herwerts te te koemenn ende uwe werck te vollmaecken unnd schuttenn uwe schaede offte inndien ghij nyt enn koempt, sullenn sie eynn annder nhemenn ende enn sullen u nyt eenen stuever gevenn vann uwen ver-
pag. 9
Brieven van de stad Zutphen 1571
10
15
diennden lohenn. Hiermit denn Herre bevoelenn, act[um] op tenn vijfd[e] dach vann Januarii 1571 uyt ‟s Herrnnberge [etcetera] onnderstonndt alldus uuwen gueden fruenndt Hennrick Visscher. Die opschrifft wass dess eersamenn, voersienigenn unnd discretenn m[eeste]r Welmer Tymmermann der stede van Zutphenn, mijnenn gonnstigenn, guedenn fruendt tot Zutphenn Collationiert unnd auscultiert iss dese tegenwordige[n] copie mit die principaell missive offte senndtbrieff inn pappier geschrevenn unnd iss daermede accordierennde befonndenn bij mij, Henricum Gaem, vann kon[inklijke] macht apennbaern notarienn und geswaerenn secret[aris] der stadt Zutphenn
Toelichting auscultiert: Berchsche molen: collationiert: die cappitein Hennrick Visscher:
toegehoord molen van ‟s-Heerenberg of huize Bergh vergeleken met het origineel Andries Anderlecht, landdrost van het graafschap Zutphen en de landen van ‟s-Heerenberg en kapitein en superintendent van de graaf Van den Bergh ambtman van de graaf Van den Bergh
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 1 en 2. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_001 en RAZ_0001_0302_002.
pag. 10
Brieven van de stad Zutphen 1571
Nijmegen bericht over Deense ruiters (16 januari 1571) Regest Gesch[reven] den 16 Januarii anno [15]71 Het stadsbestuur van Nijmegen schrijft aan Zutphen, dat uit Berg en Ulfft berichten komen over ruiters uit Denmerck. Het bestuur van Nijmegen vraagt aan dat van Zutphen het te informeren als er nieuws mocht zijn. Nijmegen zal Zutphen ook op de hoogte houden. De brief is in Zutphen ontvangen op 20 januari en in de raad voorgelezen op 21 januari. Transcriptie 1
5
10
Eirsame, wijse en[de] vursichtige, gunstige, guede vriend[en], na ‟t schrijven diss brieffs is ons tijdong ankomen, dat dieghone, so ten Berg en[de] Ulfft liggen, sich sterck ende degelick allerley tijdong ankompt va[n] ruyte[ren] so uyth Denmerck ankome[n]. Wat nu u ers[amen] dairva[n] angekomen off vernem[m]en konne[n], sulx begeren wij verstendicht to mog[en] werd[en]. Desgelix willen wij in tocomend[e] tijden gern oick doin en[de] bewijsen. U ers[amen] deselve dem Alm[achtige] Gott in gesonth[eid] bevelend[e]. Gesch[reven] den 16 Januarii anno [15]71 Borgermeistere, schepen en[de] rait der stadt va[n] Nijmegen
(…) 1
5
Onntfangenn denn twintigd[e] Januarii unnd inn d[e] raede gelesenn denn 21 Januarii Dem ersame[n], wijsen en[de] vursichtig[e] borgermeister[e]n, schepen ende raet der stadt Zutphen, onsen besond[er]s gued[e] vrienden
Toelichting Berg: Denmerck: Ulfft:
‟s-Heerenberg en/of huize Bergh Denemarken Ulft
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 3 en 4. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_003 en RAZ_0001_0302_004.
pag. 11
Brieven van de stad Zutphen 1571
Het houden van markt buiten de stad Zutphen (18 januari 1571) Regest Geschreve[n] denn achttiente[n] Januarii ann[o] [etcetera] [15]71 Christoffel Dullith reageert op een eerdere brief, waarvan hij een kopie aan de raad van een niet nader genoemde stad gegeven heeft, over een bevel van de hertog van Alva tot het houden van de markt buiten de stad Zutphen. Volgens Christoffel heeft niemand zich aan dit bevel gehouden. Transcriptie 1
5
10
15
Erbair unnd wollerfairner, guithgunstigher ghelirdender frundt, soe e[dele] l[ieve] ann mij gheschrevenn unnd begerdt, datt ich denselvigenn widder wolde verstendighenn offt oich (doorhaling: unze ) derghelich[e] missive, dairvain copia inn e[dele] l[ieve] schriventh verslaethenn ghewestt, /(marge:) ann eynn erbair raidt ghes[c]hickt wier/ betreffende die (doorhaling: datt die marcktdaeghe) andtwordt (doorhaling: dess) der ex[ecu]tie dess hartoghe thoe Alva, alss datt die (doorhaling: mark) marckt buithenn der stadt Zutphenn sulde ghehaldenn werdenn [etcetera], kann ich e[dele] l[ieve] erfoirder ther andtwordt nicht verhaldenn, wie dath alsulche missiff, wollghemeltenn mijnenn herenn (doorhaling: nicht) buirghemeister, schepe[n] und raidt, nicht sijnnenn aver andtwordt wordenn, hebbenn dennoch dieselvighe[n] unsess gnedig[e] herenn stadtholderss derenthalvenn uithghegongenn missiff unnd bevell allenthalvenn sich bessher ghienerss ghehaldenn (doorhaling: unnd sulle hett foirder dairup) /(marge doorhaling: datt dem ther antwort nicht ghehandeldt enn wordt)/ (doorhaling: wie bessher ernsthlich upsicht) (doorhaling: ghenaemenn und ghedraeghenn werdenn). So e[dele] l[ieve] inn dem ghewaltig[e] schutz Gaidtz lanckwilich befelende. Geschreve[n] denn achttiente[n] Januarii ann[o] [etcetera] [15]71 E[dele] l[ieve] guithwiliger frundt Christoffe[l] Dullith
Toelichting Christoffe[l] Dullith:
mogelijk Christoffel Dubbelden, secretaris van Zutphen
Scans De afbeelding is te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nr. 5. De scan is bij het RAZ geregistreerd onder het nummer: RAZ_0001_0302_005.
pag. 12
Brieven van de stad Zutphen 1571
Groenlo reageert op een te houden kwartiersvergadering over de bede (20 januari 1571) Regest Datu[m] Gronloe den twintigte Januarii a[nno] [etcetera] eyn und soeventich Het stadsbestuur van Gronloe antwoordt op een schrijven van 20 december 1570 van dat van Zutphen. Het bestuur van Zutphen stelde daarin voor om met bannerheren, ridderschap en kleine steden een kwartiersvergadering te houden om de brieven betreffende de verplichte bede, opgelegd door de stadhouder, te vergelijken en te beantwoorden. De slechte wegen en de vele sneeuw beletten de bestuurders van Gronloe echter om op de afgesproken dag te verschijnen. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
Ersame, wise und vursichtighe, gunstighe herenn und guedenn vrunde, so u ersa[men] uns als up denn tweeëntwintigte dach in loipender maent des avendt bynnen Zutphen tho erschinen verschreven hebbenn, umb volgent dages sich neffens die gesanthen der bannerheren, ritterschappen und der anderen kleynen stedenfrunden, sich der obligatioen brevenn halven tho vergelikenn, um unsen genedighen herenn den stadtholder eyn eigentlicher antwordt dienthalven tho adverterenn [etcetera], moegenn wij u ersa[me] gueder meynonghe nicht voierenthalten, dat onse ernstliche voirnement und meynonghe is gewesen und oich noch wall wehr unse schepennvrunde aldahr up angestempten dach bij u ersa[men] solden erschenen hebbenn, dan des strengen unreisbarenn weges und weders des deipen gevallenen snees, dat men mydt perden noch wagenn die wege gebruckenn kann ader mach, iss sulches verhindert wordenn. Begerenn derhalven an u ersa[men] dieselve, willenn uns in dem verschulden, dat uns sulches nicht thonn argesten mochte affgenamen werdenn, dan wess bij u ersa[men] sampt denn anderen geschicktenn der kleyner stedenn geslaten und geaccordiert miach werden. Begerenn und willenn wij oich in geliken deell denselven (doorhaling: noch) lenen und achtervolgenn [etcetera]. Und wyr willenn u ersa[men] hirmidt den Almechtigenn bevalenn hebbenn. Datu[m] Gronloe den twintigte Januarii a[nno] [etcetera] eyn und soeventich U ersa[me], guitgunstich[e] vrunde, Burgermeister, schepen und raedt der stadt Groenloe
(…) 1
Ein ersamenn, wisenn und vursichtighenn burgermeister, schepenn und raedt der stadt Zutphenn, unsen insunderen guitgunstighen heren und gueden vrunden
pag. 13
Brieven van de stad Zutphen 1571
Toelichting Gronloe/ Groenloe: obligatioen brevenn:
Groenlo brieven betreffende de opgelegde bede
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 6 en 7. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_006 en RAZ_0001_0302_007.
pag. 14
Brieven van de stad Zutphen 1571
Het Veluwse Kwartier uit bezwaar tegen onderhoudskosten van soldaten (20 januari 1571) Regest Geschreven onder der stadt Aernhems secreetsegel de[n] twintig[st]en Januarii 1571 De voor de kwartiersdagen in Aernhem verzamelde ridderschappen en stadsgezanten van het Veluwsche kwartier vinden het bezwaarlijk, dat ze steeds leningen moeten verstrekken voor de verzorging van de soldaten, die in Zutphen gelegerd zijn. Ze vinden dat ze in verhouding teveel moeten betalen, ook al omdat ze het niet minder te verduren hebben dan in het Graifschap. Het Veluwsche kwartier wil, dat elke stad of kwartier zelf gaat betalen voor de verzorging van soldaten, of dat de generaliteit dit gaat doen. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
30
Eersame, wijse en[de] voersichtige, insonders gunstighe, guede vrunden, also wij vast eene geruyme tijt nyet sonder unse[n] groete[n] beswaer die knechte[n] binne[n] Zutphen liggen[de], mit lehnungh soevoel moegelich versorcht hebben, daertoe wij doch (doorhaling: aen) ingehalden gemerckt die repartitie bij de g[e]n[er]aliteyt affgedaen is, so ist nochtannich an dem, dat wij thom averfloet en[de] voer die leste reyse die knechte[n] mit eene lehnungh hebbe[n] doe[n] versorghen, so id uns nyet moegelich en is in die lehnungh[en] voer die knechte[n], soe in die stadt Zutphen als in die steden en[de] Quartier van Veluwe[n] liggen[de], neffens alle andere[n] daegelicxe vuervallen en[de] extraordinaris laste[n] te continuiere[n]. Soe die Veluwe bijnae nyet weyniger als die Graifschap deser tijt bedorven is, als u eers[amen] onhtwijffel meer als genoich bewust, hebbe[n] derhalven nyet wille[n] late[n] desen, u e[e]rs[amen], toe verstendigen, then eynde d‟selve middler tijt uut derselver stadt ofte Quartiere, enige voerraidt van penn[i]ngen dede maicken, off sunst aen [de] geünieerde[n] in tijts aenhalde[n], dat die g[e]n[er]aliteit die lehnungh dede[n], damit u eers[amen] ghene inconveniente[n] van [de] knechte[n] te verwachte[n] hedden, ‟t welck wij u eers[ame] gunstige wol meynong nyet hebbe[n] wille[n] verhalde[n], die wij hiermit dem Almechtige[n] bevehle[n]. Geschreven onder der stadt Aernhems secreetsegel de[n] twintig[st]en Januarii 1571 Die ritterschappe[n] en[de] stedegesante[n] des Velusche[n] Quartiers alhier binne[n] Aernhe[m] the[n] quartiersdaege versaemelt
(…) 1
Denn eersamen, wijsen en[de] voersichtigen burgerm[eeste]r[e]n, schepen[en] pag. 15
Brieven van de stad Zutphen 1571
5
unde raidt der stadt Zutphe[n], unsern insonders gunstig[e], guiden frunden
Toelichting Aernhem: generaliteit: geünieerden: Graifschap: repartitie:
Arnhem benaming van de staatsmacht van het gemenebest der Verenigde Nederlanden, door de Staten-Generaal vertegenwoordigd. het gemenebest der Verenigde Nederlanden. het graafschap Zutphen evenredige verdeling
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 8 en 9. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_008 en RAZ_0001_0302_009.
pag. 16
Brieven van de stad Zutphen 1571
Zutphen verzoekt Rutger van Graess dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) Regest Gesch[reven] denn vijfd[e] Februarii anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Zutphen verzoekt Rutger van Graess om, naar aanleiding van een schrijven van de zojuist gehouden kwartiersdag, aankomende zondag 11 februari naar Zutphen af te reizen, om de volgende morgen 12 februari om 9 uur te overleggen met de afgevaardigden van de bannerheren, de ridderschap, de kleine steden en de stadsbestuurders van Zutphen. Als hij niet op de vergadering verschijnt, kan hij in ongenade vallen. Transcriptie 1
5
10
15
20
Ernveste unnd froeme, besonnder gunstige, guede fruendt, uith voellfeldige, sijnnder dem jungst gehaldenenn quartiersdach, onnss aenngekoemenn schrijvennt und gebreckenn daeraenn, hoeg unnd mercklick desenn alingenn Quartier unnd eynenn jedern gelege[n], iss onsse guedtlicke begeer unnd advertierunge, dat u l[ieve] sijne anndere saeckenn hinder gesatt, sich alhier tegenn desenn negstkumpstigenn Sonndaege[n]avennt, iss denn elfd[e] deser maennt Februarii, alhier erfuegenn willenn, gestalt dess folgenndenn daegs ‟s margenns thoe negenn uherenn alss denn twaalfd[e], mit denn verordenntenn der bannerherrn, ridderschap, onnss unnd der kleyner stedefrund[en], (die daer jegenns oeck verschrevenn) up idt foirderlickste thoe communicierenn. Dem alsoe thoegeschienn unnd dat wij geenes uithblijvenns gewertich, (up welchenn persoenenn alssdann die excusatie unnd vermuetliche ongenaede konnde gelacht werdenn) vertrouwe wij onnss gentzlich tot u l[ieve], die der Allmechtige waellfaerenndt lannckwijlich moet erhaldenn. Gesch[reven] denn vijfd[e] Februarii anno [etcetera] [15]71 Burgermeistere, schepenne und raeth der stadt Zutphen
(…) 1
Dem ernvestenn unnd froemenn Rutger van Graess, onnsen besonnderenn gunstigenn, guedenn fruenndt
Toelichting gewertich: Rutger van Graess:
erkennen. Ook wel gewert of gewaert. edelman, die woonde in havezate Plekenpol bij Winterswijk. Hij was in 1564 afgevaardigde van het graafschap Zutphen om namens de ridderschap naar Granvelle en Margaretha van Parma in Brussel af te reizen.
pag. 17
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 10 en 11. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_010 en RAZ_0001_0302_011.
pag. 18
Brieven van de stad Zutphen 1571
Zutphen verzoekt Jacob van Munster dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) Regest Gesch[reven] denn vijfd[e] Februarii anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Zutphenn verzoekt Jacob van Munster om, naar aanleiding van een schrijven van de zojuist gehouden kwartiersdag, aankomende zondag 11 februari naar Zutphenn af te reizen, om de volgende morgen 12 februari om 9 uur te overleggen met de afgevaardigden van de bannerheren, de ridderschap, de kleine steden en de stadsbestuurders van Zutphenn. Als hij niet op de vergadering verschijnt, kan hij in ongenade vallen. Transcriptie 1
5
10
15
20
Ernveste unnd froeme, besonnder gunstige, guede fruenndt, uith voellfeldige, sijnnder dem jungst gehaldenenn quartiersdach, onss aenngekoemenenn schrijvennt unnd gebreckenn daeraenn, hoich unnd mercklick (doorhaling: gelegenn) desenn alingenn Quartier unnd eynenn jedenn gelegenn, iss onnse guedtlicke begeer unnd advertierunge, dat u l[ieve] sijne anndere saeckenn hinder gesatt, sich alhier tegenn desenn negstkumpstigenn Sonndaeg[en]avennt, iss denn elfd[e] deser maennt Februarii, alhier erfuegenn willenn, gestalt dess folgennden daegs dess morgenns thoe negenn uherenn alss denn twaalfd[e], mit denn verordennten der bannerherrnn, ridderschap, onnss unnd der kleyner stedegesanndte, (die daer jegenns oeck verschrevenn) up idt foirderlickste thoe communicierenn. Dem alsoe thoegeschienn unnd dat wij geenes uithblijvenns gewertig, (up welch persoenenn alssdann die excusatie unnd vermuetliche onngenaede konnde gelacht werdenn) vertrouwenn wij onnss genntzlich tot u l[ieve], die der Almechtige waellfaerennde lannckwijlich moet erhaldenn. Gesch[reven] denn vijfd[e] Februarii anno [etcetera] [15]71 Burgermeistere, schepenne und raeth der stadt Zutphenn
(…) 1
Dem ernvestenn unnd froemenn Jacob van Munster, onnsen besonnderenn gunstigenn, guedenn fruenndt
Toelichting gewertig: Jacob van Munster:
erkennen. Ook wel gewert of gewaert. edelman, die sinds 1570 in havezate Waliën te Huppel Winterswijk woonde. Hij zou in 1572 hopman worden van graaf Willem van den Berg
pag. 19
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 12 en 13. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_012 en RAZ_0001_0302_013.
pag. 20
Brieven van de stad Zutphen 1571
Zutphen verzoekt Ariaenn van Erde dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) Regest Gesch[reven] denn vijfd[e] Februarii anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Zutphenn verzoekt Ariaenn van Erde om, naar aanleiding van een schrijven van de zojuist gehouden kwartiersdag, aankomende zondag 11 februari naar Zutphenn af te reizen, om de volgende morgen 12 februari om 9 uur te overleggen met de afgevaardigden van de bannerheren, de ridderschap, de kleine steden en de stadsbestuurders van Zutphenn. Als hij niet op de vergadering verschijnt, kan hij in ongenade vallen. Transcriptie 1
5
10
15
20
Ernveste unnd froeme, besonnder gunstige, guede fruendt, uith voellfeldige, sijnnder denn jungst gehaldenenn quartierssdach, onnss aenngekoemenenn schrijvenn unnd gebreckenn daeraenn, hoich unnd mercklick desen alingen Quartier unnd eynenn jederenn gelegenn, iss onnse guedtliche begeer unnd advertierunge, dat u l[ieve] sijne anndere saeckenn hinder gesatt, sich alhier tegenn desenn negstkumpstig[en] Sonndaegennavennt, iss denn elfd[e] deser maennt Februarii, alhier erfuegenn willenn, gestalt dess folgenndenn daegs dess margenns thoe negenn uherenn alss denn twaalfd[e], mit denn verordennt[en] der bannerherrnn, ridderschap, onnss unnd der kleyner stedefruenndenn, (die daer jegenns oeck verschrevenn) up idt furderlickste thoe communicierenn. Dem alsoe thoeferschienn unnd dat wij geenes uithblijvenns gewertig, (up welchenn persoenenn alssdann die excusatie unnd vermuetliche onngenaede konnde gelacht wordenn) vertrouwenn wij onnss genntzlick tot u l[ieve], die der Almechtige waellfaerennde lannckwijlich moet erhaldenn. Gesch[reven] denn vijfd[e] Februarii anno [etcetera] [15]71 Burgermeistere, schepenne und raeth der stadt Zutphenn
(…) 1
Dem ernvestenn unnd froemenn Ariaenn van Erde, onnsen besonnderenn gunstigenn, guedenn fruenndt
Toelichting Ariaenn van Erde: gewertig:
edelman, die in 1563 het landgoed Esselinck te Winterswijk bewoonde. Hij was getrouwd met Rutgere van Graes erkennen. Ook wel gewert of gewaert
pag. 21
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans Afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 14 en 15. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_014 en RAZ_0001_0302_015.
pag. 22
Brieven van de stad Zutphen 1571
Zutphen verzoekt Arndt van Linteloe dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) Regest Geschrevenn denn vijfte Februarii anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Zutphenn verzoekt Arndt vann Linteloe om, naar aanleiding van een schrijven van de zojuist gehouden kwartiersdag, aankomende zondag 11 februari naar Zutphenn af te reizen, om de volgende morgen 12 februari om 9 uur te overleggen met de afgevaardigden van de bannerheren, de ridderschap, de kleine steden en de stadsbestuurders van Zutphenn. Als hij niet op de vergadering verschijnt, kan hij in ongenade vallen. Transcriptie 1
5
10
15
20
Ernthveste unnd fromme, besunderss gunstighe, guide frundt, uith vielfeldighenn, sijndt denn jungsth ghehaldenn quarterssdach, unss anghekoimme[n] schriventh unnd ghebricke dairanne, hoich unnd mercklich dessenn alinghenn Quartier unnd eynenn jederenn gheleghenn, isth unze guithliche begheer unnd adverterungh, datt e[dele] l[ieve] sijne andere zaich[en] hindenn ghesatt, zich alhier teghenn dessenn negesthkumpstighenn Sundagennavondt, iss die 11 dessess maendtz Februarii, erfuighenn willenn, ghestaldt dess folgentz daigss ‟s smorgenss thoe negenn urhenn, iss die twaalfte derselviger maendtt, mittenn verordenthenn der bannerherenn, ridderschup, unss unnd der cleyner stedefrunde, (die dair jegenss oich verschrevenn) up idt foirderlixte thoe communicerenn. Dem alsoe thoegheschehenn unnd datt wij ghieness uithblivenss ghewartich, (up welchenenn absentenn personenn alstann die excusatie unnd vermuethliche ungnaede konde ghelacht werdenn) vertrouwe wij unss gensslich thoit e[dele] l[ieve], die der Almechtiger wolfarendt lanckwilich moeth erhaldenn. Geschrevenn denn vijfte Februarii anno [etcetera] [15]71 Buirghemeistere, schepenn unnd raidt der stadt Zutphenn
(…) 1
Dem ernthwestenn unnd fremmen Arndt vann Linteloe, unzerenn besunderss gunstighenn, guidenn frunde
Toelichting Arndt van Linteloe: ghewertich:
ritmeester (kapitein van de cavalerie) erkennen. Ook wel gewert of gewaert.
Scans Afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 16 en 17.
pag. 23
Brieven van de stad Zutphen 1571
De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_016 en RAZ_0001_0302_017.
pag. 24
Brieven van de stad Zutphen 1571
Zutphen verzoekt Bernndt van Kecken dringend om te komen overleggen (5 februari 1571) Regest Geschr[even] denn vijfd[e] Februarii anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Zutphenn verzoekt Bernndt van Kecken om, naar aanleiding van een schrijven van de zojuist gehouden kwartiersdag, aankomende zondag 11 februari naar Zutphenn af te reizen, om de volgende morgen 12 februari om 9 uur te overleggen met de afgevaardigden van de bannerheren, de ridderschap, de kleine steden van de graafschap en de stadsbestuurders van Zutphenn. Als hij niet op de vergadering verschijnt, kan hij in ongenade vallen. Transcriptie 1
5
10
15
20
Ernveste unnd froeme, besonnder gunstige, guede fruenndt, uith voellfeldige, sijnnder denn jungst gehaldenenn quartiersdach, onnss aenngekoemenen schrijvenn und gebreckenn daeraenn, hoich unnd mercklick desenn alingenn Quartier unnd eynenn iederenn gelegenn, iss onnse guedtlicke begeer unnd advertierunge, dat u l[ieve] sijne anndere saeckenn hinder gesatt, sich tegenns desenn negstkoempstigenn Sonndaeg[en]avennt, iss denn elfd[e] deser maennt Februarii, alhier erfuegenn willenn, gestalt dess folgenndenn daegs dess morgenns thoe negen uherenn alss denn twaalfd[e], mit denn verordennt der bannerherrnn, ridderschap, onss unnd der kleiner stedenfrundenn (die daer jegenns oick verschrevenn) up idt furderlickste thoe communicierenn. Dem alsoe thoegeschienn unnd dat wij geenes uithblijvenns gewertig (up welckenn persoenen alssdann die excusatie unnd vermuetlicke onngenaede konnde gelacht werdenn), vertrouwenn wij onnss genntslick tot u l[ieve] die der Almechtige waellfaerennde lannckwijllich moet erhaldenn. Geschr[even] denn vijfd[e] Februarii anno [etcetera] [15]71. Burgermeistere, schepenn unnd raeth der stadt Zutphenn
(…) 1
Dem ernvestenn unnd froemenn Bernndt van Kecken onnsenn besonnderenn gunstigenn, guedenn fruenndt
Toelichting Bernndt van Kecken: gewertig:
was in 1572 in een proces gewikkeld met het Nieuwe Gasthuis over Dieperietstiend, gelegen bij Bronckhorst in de Bakerweerd erkennen. Ook wel gewert of gewaert.
Scans Afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 27 en 28. pag. 25
Brieven van de stad Zutphen 1571
De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_028 en RAZ_0001_0302_029.
pag. 26
Brieven van de stad Zutphen 1571
Groenlo heeft verzoeken met betrekking tot de inning van de bede (15 februari 1571) Regest Ilentz in Gronlo den vijftient[e] dach Februarii anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Gronloe stuurt aan dat van Zutphenn een schuldbekentenis voorzien van hun zegel betreffende de aan hen opgelegde bede. Het bestuur verzoekt Zutphenn om deze in Arnhem op de afgesproken dag te overhandigen en om mee te delen, dat in Gronloe Anthonis Oevelinnk en Rotger Warnsink de bede zullen innen. Ook vragen ze of Zutphenn een verzoek in wil dienen om uitstel van betaling van de eerste termijn, vanwege de moeilijke tijden en de grote armoede. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
30
Ersame, wise und vorsichtige, guitgunstighe herenn und guden vrunde, u ersa[me] breiff der obligatioen belangende ann uns gesant, hebbenn wir untfangenn und schicken u eirsa[men] deshalven bij brenger van desen deselve unse obligatie mydt unsen secretzegell up ‟t spatium bezegeldt, mydt gunstigher begerthenn und adverterunge, u ersa[men] willenn deselve unse obligatie mede tho Arnhem avernhemen und deselve unserenthalven aldahr up angestempten dach avergeven [etcetera] und so oich u ersa[men] in derselver an uns gesanthe missive vorderen, umme derselver nhamen, so die schatpennonge bij uns inmanen und upboeren sollenn, schriftelichenn aver tho schickenn, voegenn wij u ersa[men] derhalven vermitz disenn tho wettenn dat bij uns dahrtho verordent sijnnen, mydt nhamen Anthonis Oevelinnk und Rotger Warnsink, um[m]e deselve schatpennonge in tho vorderen und up tho hevenn und oich deselve schatpennonge nhae ohren untfanck up angestempte (doorhaling : n) termijnen an orterenn, dahr sulches geboeren will, averbrengenn, bogerenn oich gantz fruntlich u ersa[men] willen uns bij brenger van disen schrifftlich verstendighenn offt dise itzighe irste termijn der schattinge up kumpstigen Petri ad Cathedram alsoe eigentlichenn tho Haeve betaldt moit wesen, ader offt oich noch ennyge widere dilaye ader uitflucht verhanden der wyr uns mochtenn vertroesten, den vermitz duerer tijdt und groeter armoit de sich bij uns erhaldt, sall die irste termijn tegens angestempten dach swerlich tho bekomen sijn, begerende u ersa[men] willen uns inn allen thon bestenn voerstaen des wir uns genslich tot u ersa[men] vertruewen, dewelche der Almechtige in langtuiriger und geluckseliger regerunge will erhalden. Ilentz in Gronlo den vijftient[e] dach Februarii anno [etcetera] [15]71. U ersa[me] guitgunstig[e] burgermeistere und schepen und raedt der stadt Gronloe (…)
1
Denn ersamenn, wisenn und vorsichtigenn burgermeisteren, schepenn und raedt der pag. 27
Brieven van de stad Zutphen 1571
stadt Zutphenn, unsen guithgunstighenn herenn und frundenn Toelichting angestempten: dilaye: Gronloe, Gronlo: obligatioen /obligatie: Petri ad Cathedram: schatpennonge: spatium:
vastgestelde uitstel Groenlo dit wordt hier zowel gebruikt in de betekenis van een opgelegde bede als van een schuldbekentenis betreffende die bede 22 februari bede of belasting onbeschreven gedeelte bij een akte
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 18 en 19. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_018 en RAZ_0001_0302_019.
pag. 28
Brieven van de stad Zutphen 1571
Lochem heeft verzoeken met betrekking tot de inning van de bede (16 februari 1571) Regest Ges[chreven] am zestien[de] daege Februarii anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Lochem schrijft aan dat van Zutphenn dat het een ondertekende schuldbekentenis naar Zutphenn stuurt, van de door de koning opgelegde bede van drie termijnen. De namen van de personen, die iedere termijn moeten innen, zal men schriftelijk meedelen. Transcriptie 1
5
Desun ersame[n], wiesen unnd voirsichtige[n] burg[e]meyste[re]n, schep[e]nn unnd raedt der stadt Zutphenn, unse bijsunders gunstige, guede ffrunde [onleesbare handtekening]
(…) 1
5
10
15
Ersame, wiese unnd voirsichtige, bijsunders gunstige, guede fru[n]de, negest unse ffruntelicke gruete unnd wess wij meer guetz vermoegenn, schicke wij u[we] ers[amen] (dieselvige u[we] ers[amen] an unss gedane schrifften nach) unse obligation der drien termijne[n] bewillichten penn[in]ggen Con[inklijke] Ma[jestei]tt, unsus aller gnedichstenn he[re]n, u wallicht unnd uns dairtoe ter contribue[re]n up erlacht, met dan in bewarte erdelonn der nhaemen die penn[in]gge desses irsten termijns boe[re]n unnd invorderenn unnd willen die naeme[n] der gedeputierde[n], ider termij[n] toe boe[re]n, alle tijth schrifftelick aeverschicken met ffruntelicke[n] begeer, ess willen u ers[amen] dieselvige[n] mede aeverschicken, dat u schulde[n] wij ider tijth gheerne an u ers[amen], die Godt Almechtich in lange walfae[re]n, gesuntheith will erhailde[n]. Ges[chreven] am zestien[de] daege Februarii anno [etcetera] [15]71 Burg[e]meystere, schep[ene]n unnd raedt der stadt Lochem
Toelichting bewillichte : obligation: Petri ad Catedram:
toegestemde schuldbekentenis betreffende de opgelegde bede 22 februari
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 20 en 21.
pag. 29
Brieven van de stad Zutphen 1571
De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_020 en RAZ_0001_0302_021
pag. 30
Brieven van de stad Zutphen 1571
Doetinchem bericht Zutphen over problemen bij inning van de bede (16 februari 1571) Regest Datum den zestient[e] Februarii anno [15]71 Het stadsbestuur van Doetinckhem schrijft aan dat van Zuttphen dat de afgevaardigden voor het innen van de verplichte belastingen niet eerder dan 19 februari beschikbaar zijn. Dat komt doordat de dijken verstevigd moeten worden vanwege het hoge water. Het hoopt dat Zuttphen hen en de andere kleine steden (waar de afgevaardigden ook moesten innen) wil verontschuldigen. De eerste termijn wordt geïnd door Johan Koerbock, de tweede termijn door Garrit Hoffsteden, voor de derde en vierde termijn worden de rentmeesters nog door de burgers aangewezen. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
Erentfeste, ersame, wijse und vorsichtige, besunders guetgunstige frunde, nadem unss e[dele] ers[ame] schrijvenn up hueden umbtrendt tuschen drie und vier urhenn den avent ankommen, als datt wij unsere gesanten tegen morgenavendt tho Zuttphen so fer aver wij solckes nicht bekommen konden, alssdan den 19 dieses maendts thoe krichenn des avents in tho kommen, der obligationen halven afferdigen sollen, so is e[dele] ers[amen] ungetwijvelt woll bewust, vor dath die dijcken hier umb langes mitt diesem geschwinden groeten waeter so sehr entwo geloepen unnd geschoeret, dat unss unmoglich ietziger tijtt aldaer tho kommen, noch wij unss umb geen gelt noch guetz willen in der geferlicheit setten mochten. Als doen wij e[dele] ers[amen] hierbij verwart unsere obligation verferdigt tho schickenn, mitt gantz guetlichem begern e[dele] ers[amen] diese unsere gelegenheit ansiehen und unss des nicht schickens halven dithmaell voer entschuldigt annhemen und sovill moglich unsere unschult an geborliche ortter vorwenden wolden, dan wess e[dele] ers[amen] hierin handlen und schlueten werden, datselvige sinnen wij neffens den anderen kleinen steden dieser Grafschafft tho achterfolgenn. In aller gestalt unsere gesanten daermitt an und aver gewest willig, sovill die schatboerers bij unnss belanget, iss dithmaell van datt irste termijn tho boeren Johan Koerbock, dat anderde
(…) 1
5
Garrit Hoffsteden toe gestalt. Dat darde und vierde termijn setten und kiesen unsere borger die renthmeisters, wie diese vorgesch[reven] ock doen warden, dat daer geen gebreck will Gott in fallen sall. Welches alles wij tho e[dele] ers[amen] (die wij hiermit in des Almechtigen beschermung tor salicheit bevelhen) unss willen vertrouwen und sijnts umb dieselve nae vermogen to verdienen alltijt bereidt. Datum den zestient[e] Februarii anno [15]71
pag. 31
Brieven van de stad Zutphen 1571
10
Borgermeister, schepen unnd raedt der stadt Doetinckhem
(…) 1
Den erentfesten, ersamen, wijsen und vorsichtigen borgermeisteren, schepen und raedt der stadt Zuttphen, unsern besundern guetgunstigenn frunden
Toelichting Doetinckhem: geschwinden: obligationen halven: schatboerers: verwart:
Doetinchem ook wel geswinde, gezwindheid: snelheid ten behoeve van de verplichte belasting degenen die de belasting innen druk bezig zijnde
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 23, 24 en 25. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_024, RAZ_0001_0302_025 en RAZ_0001_0302_026.
pag. 32
Brieven van de stad Zutphen 1571
Zutphen vraagt uitstel van de gedupeerdendag (17 februari 1571) Regest Geschreve[n] den den zeventiente Februarii anno 1571 Het stadsbestuur van Zutphenn schrijft dat het uitschrijven van een kwartiersdag niet gelukt is, hoewel het bestuur zich daarvoor in allerlei bochten heeft gewrongen. Ze hebben te kampen gehad met sneeuw, ijs, hoog water en een Barchssch oproer, waardoor ze niets hebben kunnen regelen. Omdat het houden van de kwartiersdag niet gelukt is, is het beter dat de gedeputeerdendag, waarin de gedeputeerden der vier kwartieren bijeenkomen, niet doorgaat, want de gedeputeerden kunnen nu geen eensluidend antwoord geven. De termijn voor het houden van de gedeputeerdendag vervalt echter op 26 februari 1571 en daarom vraagt het stadsbestuur om uitstel. Het bestuur verzoekt om de benodigde tijd te krijgen, om alles te kunnen regelen. Later in de tijd zal het weer minder slecht zijn, waardoor men makkelijker kan reizen. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
30
Unze underdenighe und ganssleerdte dinste [etcetera], wollghebornenen unnd edell gnedigher heer, e[dele] g[enade] konne wij unvermeldett nicht laethe, datt wij vorsoe unss inn uithschrivinghe dess quarterssdachss hebbenn voir umd voir beslingt ghehatt, inn meyno[n]ghe sovolde better gheresolverdt thoe wezenn und datt e[dele] g[enade] denn ghedeputerssdach, wanner die ghedeputerd[en] der vier Quartere[n] thoe Arnhem anthoekoeme[n], bescheid[en] worde[n] sulde[n] voir desser tidt uithgheschrevenn unnd anghesatt hebbe[n]. Nhu aver die uithschriev[in] ghe dess ghedeputerssdachss bessher verwildt, wie dann oich die tidt der dree maendt inn der oirdinantie anghetaege[n] korthlich alss denn zesentwintig[te] Februarii wordt expirere[n], isth unser underdenigher unnd densthlicher begher e[dele] g[enade] ghelievenn will (inn ansfaingh datt wij isess, snee, waterss unnd unwederss wie oich dess lestenn gonsessch rebellissch Barchssch[en] uprorss halve[n] bessher nicht dairinne hebbenn doenn ader handelenn konne[n]) unss nhae expiratie der voirs[chreven] tidt noich alsulch[e] gheruime tidt ader uithstellinghe t' wille[n] gnedichlich[e] ghevenn, datt die ghedeputerd[en] der vier Qwartere[n] versameldt sijnde, zich hirup besserich[e] unnd nieth eynsvilligher andtwordt desser oirdinantie halve[n], die ex[ecu]tie dess hartogh[en] thoe Alva [etcetera], unzess gnedige herenn, underdenichlich uutgeve[n] moighe[n], ader inn ghebreck vann denn datt e[dele] g[enade] ghefallenn will unsenthalve[n] guethlich[en] ann hoichghedachte ex[ecu]tie dess hartoghen thoe verbiddenn unnd thoe befoirderenn datt wij alsulche[n] gheruime[n] tidt thott den handell noodich unnd datt wij bequemlich, weder unnd watersshalve[n], bij denn anderenn koeme[n] konne[n] gnedichlich erhaldenn (doorhaling: moe) moeghe[n] dessess unnd alless guedess, nheffenss troesthlicher andtwordt vertroeste wij unss gensslich thott e[dele] g[enade] die der Almechtigher [etcetera]. Geschreve[n] den zeventiente Februarii anno 1571 Burghemeistere, schepen und raedt der stadt Zutphenn
pag. 33
Brieven van de stad Zutphen 1571
Toelichting Barchssch oprorss: beslingt : executie: expireren: inn ansfaingh: resolveren: verwildt:
een oproer bij ‟s Heerenberg of huis Bergh. Graaf Willem van den Berg was in 1567 gevlucht voor Alva. In1568 en in 1570 probeerde hij tevergeefs om zijn bezit, (waaronder huis Bergh in ‟s Heerenberg) te heroveren. in allerlei bocht gewrongen uitvoering verlopen, vervallen in aanmerking genomen officieel besluiten, overeenkomen niet terecht gekomen
Scan De afbeelding is te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nr. 26. De scan is bij het RAZ geregistreerd onder het nummer: RAZ_0001_0302_027.
pag. 34
Brieven van de stad Zutphen 1571
Lochem bericht over de inners van de bede (22 februari 1571) Regest … anno 1571 op Petri ad Catedram … De eerste termijn van de opgelegde belasting wordt in Lochem geïnd door Egbert toe Herckelle Meyntzsoon en door Johann Paewenn, die schepen te Lochem is. Transcriptie 1
5
Die gedeputierden der schathboringe desses irsten termijns der stadt Lochem anno 1571 op Petri ad Catedram verschenne[n] Egbert toe Herckelle Meyntzs[oon] Johann Paewenn, schep[e]n t‟ Lochem
Toelichting Egbert toe Herckelle Meyntzsoon: Petri ad Catedram: schathboringe:
gerichtsman 22 februari het innen van de belasting
In de brief van 16 februari 1571 is door het stadsbestuur van Lochem toegezegd, dat de namen van degenen die de belastingen gaan innen worden doorgegeven aan het stadsbestuur van Zutphen. Scan De afbeelding is te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nr. 22. De scan is bij het RAZ geregistreerd onder het nummer: RAZ_0001_0302_023.
pag. 35
Brieven van de stad Zutphen 1571
Kanselier en raden van Gelre verzoeken om arrestatie van Deventenaren (8 maart 1571) Regest Geschreven tot Arnhem den achten Martii 1571 T. Roos vraagt uit naam van de kanselier en de raadsheren van Gelderlandt, in overleg met de raadsheer Peteren van Apeltern, aan het stadsbestuur van Sutphen namens de commissarissen te Deventer, Desiderium van Sestich en Lucas van Schoonhove, om Johan (of Jan) op Siel en Gerrit Schoenmaecker en hun vrouwen, allen afkomstig uit Deventer, zo discreet mogelijk te arresteren. De commissarissen, die handelen uit naam van de koning en namens deze de hertog van Alva, hebben het viertal schuldig bevonden. Roos geeft zeer gedetailleerde instrukties over de arrestatie en de gevangenzetting. De arrestatie moet in de nacht van de negende op de tiende maart gebeuren en omdat er tegelijkertijd meer arrestaties op andere plaatsen plaatsvinden moet er voorkomen worden, dat de een de ander waarschuwt en men op de vlucht slaat. Transcriptie 1
Den eersamen und voirsichtigen burgerm[eeste]r[e]n, schepenen und raedt der [stad] Sutphen, onsen bisunderen gueden vrunden
(…) 1
5
10
15
pag. 36
Eersame und voirsichtige, bisunder guede vrunden, alsoo ons yetzunder bij den heren commissarissen m[eeste]r[e]n Desiderium van Sestich und Lucas van Schoonhove, vanwegen onses allerge[nadige]n heeren des Conincks, bij d[e] durchluchtigen und hoichgeboren fursten und heren, hertouge[n] tho Alva [etcetera], lieutenant-gouverneur und capiteyn-generael [etcetera], binnen die stadt Deventer (om sich te informeren u geschickt zijn[de]) geschreven wordet, dat aldaer binnen die stadt Zutphen woonende zijn eenige, die zij bij oiren informatien schuldich bevonden, als mit name een[en] genoempt Jan op Siel van Deventer gebuertich, mit oick zijne huysfrouwe, so zijn[de] hij een koopman genouch bekant en[de] van qualiteyte insge[lijk] ende noch een[en] andere[n] genoempt Gerrit Schoenmaecker, oick mit zijn huysfrouwe, sijn[de] hij een soene van zeckere vrouwe, die wellicke woont ontrent den huyse van eene andere vrouwe, zijn[de] eene stijffstere die woont bij die Dunporte, sollen vanwegen hoichstberumpter Co[ninklijke] Ma[jestei]ts (op 't schrijve[n] und begeren der voirs[chreven] commissarissen, wij uwen eer[zamen] nyet verhalden, oick va[n]wege[n] Sijner Ma[jestei]ts mit gantzen ernste gesynnen), dat u eer[zamen] (naedyen zij mit onsen medebroeder in raede heren Peteren van Apeltern docter, aen wyen wij oick tegenwoirdelick schrijve[n] sullicx to doen, mit u eer[zamen] to communiceren und sijnen guede[n] raedt mit to deylen) aenstond op 't aller secretelicxst und behendichst vernhemen nae die voirs[chreven] Johan op Siel ende Gerrit Schoenmaecker und sijluyden sampt oire huysfr[ouwen] voirs[chreven] off ymmers dieghoene
Brieven van de stad Zutphen 1571
20
25
30
u eer[zamen] van hunluyden to bekhommen sullen weten und sonderlinge Johan op Siel mit zijne huysfrouwe morgen in der nacht, to weten tusschen den negenden und thiende[n] daegen deses maents, opnemen und in hafften stellen sijluyden wael verwaren[de] off verware[n] doende als u eer[zamen] sullicx meynen to verandtworden, dat wellicke wij schrijven op morgennacht to sullen geschien, diewijle wij noch op anderen oirden op tenselven nacht, opdat d' een van d[e] anderen nyet en vernheme und folgentz fluchtich wordde, noch eenige (doorhaling: angere) andere oick aen to fangen bevohelen, und dat u eer[zamen] (sijluyden hebben[de]) alle van mallickanderen und bisunder setten und bewaren doen soewael die mans van vallickanderen alsoick die vrouwen van d[e]n mans en[de] mede van mallickandere[n] und eyntlick dat u eer[zamen] hierinne so secretelick und behendichlick handelen, als 't moigelick sal zijn und oick die saecke in der gestalt uytrichten und t‟ volfueren, als van hoichstbemelter Co[ninklijke] Ma[jestei]ts wegen wij ons tot denselven gantzelick versihen und vertrouwen, mit bevehelongh des Almachtigen. Geschreven tot Arnhem den achten Martii 1571 Cantzler und raeden des Conincks geordonneert in Gelderlandt T. Roos
Toelichting gesynnen: in hafften stellen: mallickanderen: Peteren van Apeltern: stijffstere: T. Roos: verwaren:
verlangen in hechtenis nemen elkaar ook wel genoemd Peter van Apeldoorn, raadsheer van het Hof van Gelre, een edelman afkomstig van de Veluwe vrouw die textiel stijft secretaris van het Hof van Gelre waken over
Scans Afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 29 en 30. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_030 en RAZ_0001_0302_031.
pag. 37
Brieven van de stad Zutphen 1571
De schout van Zutphen bericht over de arrestatie van speelman Johan up Zyll (17 maart 1571) Regest Gegeven tho Zutphen den 17 Martii, in 't u[we] w[aardige] f[riend] gaetzwilliger jaer unss Heren vijfthienhundert und ein und tsoeventich Jasperk Kreynck, schout te Zutphen, schrijft dat hij, op verzoek van doctor Peterss van Apeldorn, op 16 maart de speelman Johan up Zyll heeft laten arresteren en vastzetten. Deze zegt onschuldig te zijn en verwisseld te worden met Johan Zyll, een brouwer te Deventer, die kort tevoren op de vlucht is geslagen. De speelman Johan up Zyll wil direct verhoord worden om zijn onschuld te bewijzen. Jasperk Kreynck wil zo snel mogelijk vernemen, wat hij moet doen om het recht zijn loop te laten krijgen. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
30
Edele, wirdige, hoichgelerte heren, neffens erbiedung aller gehorsamheit und fleissiges dinsts kan ick euwer ed[ele] und w[aardige] nicht vorenthalden, woe dat ick uith onlanges voerhien gedaine versuick doctor Peterss van Apeldorn, Co[ninklijke] Ma[jeste]it raidt, up avondt Sint Gertrudis, wesende den zestienden dach der maendt Martii deses itz lopend[e] jaress hebbe alhir tho Zutphen laten apprehenderen und behaften einen spielman, Johan up Zyll, d' welck sich heft vernhemen lathen als dat hie giener saicken plichtich dan dat einer binne[n] Deve[n]ter wonhaftich sij gewesen geheiten Johan (doorhaling: Syell) Zyll, wese[n]de ein brouwer sins ampts, kurtz fluchtich geworden, daervoer hie angesien woerde, nnit (bedoeld: mit) begerende dat hie therstundt ther verhoerung moechte komen umb sein unschuldt (doorhaling: w) voir tho wenden, iss derhalben mein dinstlich begerent euwer ed[ele] und w[aardige] wollen mij mit den eersten (doorhaling: tho) verstendig[en] wie ick mij mit denselbig[en] behaften widers halden sall, darmit die justicie unverlett (doorhaling: letzt) und niemandt bave[n] recht beswert moege werden (doorhaling: u w) Got den Almecht[i]g[en] befolen. Gegeven tho Zutphen den 17 Martii, in 't u[we] w[aardige] f[riend] gaetzwilliger (doorhaling: die) jaer unss Heren vijfthienhundert und ein Jasperk Kreynck und tsoeventich schults to Zutphen
Toelichting Peterss van Apeldorn: schults:
pag. 38
raadsheer van het Hof van Gelre, ook wel genoemd Peter van Apeldoorn, een edelman afkomstig van de Veluwe schout
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeelding is te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 75. De scan is bij het RAZ geregistreerd onder het nummer: RAZ_0001_0302_076
pag. 39
Brieven van de stad Zutphen 1571
Doesburg heeft verzoeken met betrekking tot de inning van de bede (26 maart 1571) Regest … op Manendach post Letare ihernhalven, anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Doesborch zendt een schuldbekentenis betreffende de opgelegde bede aan de raadsvrienden Steven Bentinck en Johan Kreynck in Zutphen. Het bestuur verzoekt de raadsvrienden om deze schuldbekentenis mee te nemen, zodat het zelf geen afgevaardigde hoeft te sturen. Het bestuur vraagt vervolgens om afschriften toe te sturen van alle akten waarin overeenkomsten zijn vastgelegd, die aan de vier kwartieren van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen gegeven zullen worden. Transcriptie 1
5
10
Eerentffeste, eersame ende voersichtige, bisunders gunstige, goeden vrunden, vermuege[n] u l[ieve] ende er[same] schrivent schicken wij u l[ieven] end ers[amen] onse obligatioen met den ffrundtlicken begeren u l[ieven] ende ers[amen] onsenthalven het beste doen willen, wess aldaer meer einichsins gedaen sall werden, diewiell nyet noechdich sij onses erachtens ennige van onsen raetzffrunden daer tho schicken. Insgelicken begerende ons medt tho willen seynden copien ende affschrifften van sodane reversuelen als den vier Quartieren deses furstendombs Gelre ind Graeffschap Zutphen avergelevert sullen werden. Met bevelonge den Almechtigen Heeren, geschreven ilendth op Manendach post Letare ihernhalven, anno [etcetera] [15]71 Burgermeysteren, schepen[en] ende raedt der stadt Doesborch
(…) 1
5
Den erentffesten, eersamen unde voersichtigen Steven Bentinck unnd Johan Kreynck, raetzffrunden der stadt Zutphen, onsen bisunderen gunstigen, goeden vrunden
Toelichting Doesborch : Manendach post Letare : obligatioen: reversuelen :
Doesburg de maandag na de vierde zondag van de vasten, in 1571 was dit 26 maart schuldbekentenis betreffende de opgelegde bede akten met een gesloten overeenkomst, waarin men de rechten en verplichtingen tegenover de wederpartij erkent
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 31 en 32.
pag. 40
Brieven van de stad Zutphen 1571
De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_032 en RAZ_0001_0302_033
pag. 41
Brieven van de stad Zutphen 1571
Kanselier en raden van Gelre eisen inventarissen van goederen (26 maart 1571) Regest Geschreven tho Arnhem den zesentwintig[st]en Martii 1571 T. Roos maant de stadsbestuurders van Zutphen om de orders op te volgen, die Zutphen gesteld zijn in een eerder schrijven. In die brief van 21 maart 1571 werd Zutphen bevolen om, op verzoek van de commissarissen uit Deventer, een inventaris op te maken van de roerende en onroerende goederen van de gevluchte oud-burgemeester van Deventer, Johan Haynck. Ook moeten de bestuurders van Zutphen eenzelfde inventaris opmaken van de goederen van koopman Johan op Zyll of Johan Zyl en zijn vrouw. De inventarissen behoren gemaakt te worden volgens de voorschriften van rentmeester Johan Garbrantzen en moeten aan hem overhandigd worden. Transcriptie 1
5
10
15
20
Erentfeste und frome, eersame und voersichtige, bisundere guede vrunden, ghij und u eer[zamen] weten sich to erinneren in wat gestalt op ten een en[de] twintichsten deses vanwegen der Co[ninklijke] Ma[jestei]ts to Hispanien [etcetera], onses aller gen[adige] heren, wij geschreven und op ‟t versoeck der heren commissarissen to Deventer liggende, geordonneert hebben, u ind u eer[zamen] sich to informeren und vernhemen wat guederen eener, genoempt Johan Haynck, wael ehertijts burgermeyster der stadt Deventer [etcetera] nu fugitiff, hebben moege und ghij und u eer[zamen] sollen die informatie denselven commissarissen toeschicken [etcetera] und nu ist dat (op yetz gerurter heren commissarissen wederschrijven van hoichst beroempter Co[ninklijke] Ma[jestei]ts wegen) wij gesynnen, dat ghij und u eer[zamen] ‟t selve noch aenstont doen und folgents alle sullicke guederen, gereede en[de] ongereede, wael ordentlick bij inventaris stellen und folgents die informatie en[de] inventaris den rentmeyster Sijner Ma[jestei]ts Johan Garbrantz[en] overleveren, mit oick dat ghij und u eer[zamen] mede inventaris maecken van alle den guederen, gereede en[de] ongereede, van Johan op Zyll off Johan Zyl coopman, daervan uwe junghste schrijven vermeldet und van zijner huysfrouwen und gelijckfals dieselve annotatie en[de] inventaris yetz geruirten rentmeyster ten handen stellen om ‟t goene, wat wij hem yetz onder oick schrifftelick bevehelen, na to leven und dat ghij und uwe eer[samen] hierinne nyet zuymich en sullen zijn willen. Van hoichst beroempter Co[ninklijke] Ma[jestei]ts wegen wij ons alzo totten selven versihen mit bevehelongh des Almachtigen. Geschreven tho Arnhem den zesentwintig[st]en Martii 1571 Cantzler und raeden des Conincx in Gelderlant verordent T. Roos
(…) 1
pag. 42
Onntfangenn op ‟t Vonnssd[ag] nae Letare anno [etcetera] [15]71, omtrent den middach
Brieven van de stad Zutphen 1571
5
Dem erentfesten und fromen, ersamen und voersichtigen scholtis, burgermeysteren, schepenen und raidt der stadt Zutphen, onsen bisunderen gueden vrunden
Toelichting fugitiff: geordonneert : gesynnen: Johan Garbrantzen: scholtis: T. Roos: Vonnssdag nae Letare:
voortvluchtig bevolen verlangen rentmeester van het graafschap Zutphen schout secretaris van het Hof van Gelre woensdag na de vierde zondag in de vasten
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 33 en 34. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_034 en RAZ_0001_0302_035.
pag. 43
Brieven van de stad Zutphen 1571
Zutphen bericht over het sturen van de roededrager naar de landdrost (14 april 1571) Regest Geschrevenn am hillige[n] Paisschavendt anno 1571 Het stadsbestuur van Zutphen stuurt de roededrager Cornelis Arntzenn naar Andreiss vann Anderlech, landdrost van het graafschap Zutphen en de landen van ‟s-Heerenberg, met een mondelinge aanwijzing. Zutphen vraagt Andreiss om openhartig zijn mening te geven aan de roededrager. Transcriptie 1
5
10
Ernthveste unnd fromme, bisunderss gunstighe, guide frundt, wij schickenn jegenweirdighenn unsenn roedendregher Cornelis Arntzenn ann e[dele] l[ieve] umb eyne muidtliche weisungh thoe doene. Begherende e[dele] l[ieve] denselvigenn anhoerenn unnd ennenn inn unze[n] nhaeme ghelovenn ghevenn witte[n], wess oich e[dele] l[ieve] inn der zaiche thoe doene bedacht enne[n] guithlich mith thoe deelenn willenn, unbeswordt sijnn. E[dele] l[ieve] dem Almechtigenn inn sijnenn ghewaltige[n] schutz lanckwilich befelende. Geschrevenn am hillige[n] Paisschavendt anno 1571 Buirghemeistere, schepenn unnd raidt der stadt Zutphenn
(…) 1
Dem ernthvestenn unnd fromme[n] Andreiss vann Anderlech, landtdrosth der graiffschup van Zutphenn unnd ‟s landess vann ‟s sHerennberghe, unzerenn bisunderss gunstige[n], guide[n] frund
Toelichting Andreiss vann Anderlech: landdrost van Zutphen en ‟s-Heerenberg en kapitein en superintendent van de graaf Van den Bergh Cornelis Artzenn: roededrager ofwel gerechtsbode van Zutphen muidtliche: bedoeld mundtliche: mondelinge Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 35 en 36. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_036 en RAZ_0001_0302_037.
pag. 44
Brieven van de stad Zutphen 1571
Zutphen verzoekt de landdrost om te komen overleggen (14 april 1571) Regest Geschrevenn up tenn hilligenn Paischavondt anno 1571 Het stadsbestuur van Zutphenn verzoekt Andreiss vann Anderlecht, landdrost van het graafschap Zutphenn en de landen van ‟s Herennberghe, om naar Zutphenn te komen. Het stadsbestuur wil met de landdrost, samen met de bannerheren, het ridderschap en de amptmannen van het graafschap overleggen over een aantal dringende zaken, die recent zijn voorgevallen. Het vraagt de landdrost om aanstaande woensdagavond naar Zutphenn te komen om de donderdagmorgen erop te vergaderen. Wanneer de landdrost niet in eigen persoon kan komen, vraagt Zutphenn hem om een gevolmachtigde te sturen. Transcriptie 1
5
10
15
Ernthveste unnd fromme, bisunderss gunstighe, guide frundt, umb noidtwendighe zaichenn unnd ghebreche[n], die unss itzilich voirghefallenn, dairanne dessenn Quartier hoich gheleghenn, derhalvenn oich communicatioin t‟ haldenn noedich iss, unze guithliche adverterungh e[dele] l[ieve] alhir dessenn negesthkuimpstighenn Goinssdaghennavondt erschinenn willenn, ghestaldt mittenn verordenthenn der bannerherenn, ridderschup unnd denn zemptlichenn amptluidenn desser greiffschup (die dair jegenss oich verschrevenn) unnd unss dess folgende Dunredaigss ‟s smorgenss raidtz thoe pleghenn. Imfaill aver e[dele] l[ieve] hiranne ehehafftichlichenn verhinderth worde alhir nicht egener persoenn thoe erschinenn, datt e[dele] l[ieve] inn dem fall sijnenn vuilmechtighenn schickenn unnd komme[n] laethenn willenn. Dem vertrouwe wij unss alsoe gensslich thott e[dele] l[ieve], die der Almechtigher inn sijnenn ghewaltighenn schutz mith gnaede[n] lanckwilich moeth erhaldenn. Geschrevenn up tenn hilligenn Paischavondt anno 1571 Buirghemeistere, schepenn unnd raidt der stadt Zutphenn
(…) 1
Dem ernthvestenn unnd fromme[n] Andreiss vann Anderlecht, landtdroste[n] der graiffschup Zutphenn unnd desse landess va[n] ‟s Herennberghe, unzerenn bisunderss gunstighe[n], guidenn frundt
Toelichting Andreiss vann Anderlecht: landdrost van het graafschap Zutphen en de landen van ‟s-Heerenberg en kapitein en superintendent van de graaf Van den Bergh Dunredaigss: donderdag Goinssdaghennavondt: woensdagavond greiffschup: graafschap ‟s Herennberghe: ‟s-Heerenberg
pag. 45
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 37 en 38. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_038 en RAZ_0001_0302_039.
pag. 46
Brieven van de stad Zutphen 1571
Deventer waarschuwt voor mogelijke aanslagen en verraad (2 mei 1571) Regest Dat[um] de[n] twee[de] Maii a[nno] [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Deventer waarschuwt dat van Zutphen om rond 15 mei alert te zijn op verraad en op vijandelijke aanslagen. Geloofwaardige vrienden hebben dat het stadsbestuur van Deventer laten weten. Mocht het stadsbestuur van Zutphen ook berichten ontvangen over verraad tegen Deventer, dan hoopt Deventer dat Zutphen hen zal waarschuwen om schade te voorkomen. Transcriptie 1
5
10
15
Unsern vrundtlichen gruth thobevoerentz erentfeste, ehrsame, wijse und voirsichtige, besonderss gunstige, guede vrunde, wij konnen u ers[amen] uth gueder naberlicher frundtschap vrundtlichen nit verhalden, welcker gestalt unss durch gelofflichen personen voirgekommen, dat tegens den vijftien[de] itziger maindt Maii ein viandtlicher anslach oder verraderie angestalt und voirhanden sijn solde, dairvan wij u ers[amen] gueder meynonge geadvertiert willen hebben, umme up u ers[ame] stadt guede acht und upsicht tho nemme[n] und guede sorchfoldige wachtt t‟ halden. Mitz gantz vrundtlichen begere[n], soe veer u ers[amen] van ennige verraderie offt vergadderinghe dairan, unss offte unser stadt gelegen, vernemme[n] muchten unss ingelicker dairvan verstendigen willenn, umme unsere[n] schaden oick voirtgekomme[n] doende. U ers[amen] dem Almechtige[n] ilentz bevelen[de]. Dat[um] de[n] twee[de] Maii a[nno] [etcetera] [15]71 Burgermeystere[n], schepen[en] und raeth der stadt Deventer
(…) 1
Denn ehrentfesten[n] ersamen, wijsen und voirsichtigen burgermeystere[n], schepen[en] und raeth der stadt Zutphen, unseren besonderen gunstigen, gueden vrunden
Toelichting geadvertiert: naberlicher:
de aandacht op gevestigd van de buren
Scans Afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 39 en 40. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_040 en RAZ_0001_0302_041
pag. 47
Brieven van de stad Zutphen 1571
Stadhouder van Gelre herhaalt verboden en waarschuwt voor geweld (5 mei 1571) Regest Gegheve[n] tho Arnhe[m] de[n] vijf[d]e Maii 1571 Kaerl de Brimeu, graaf van Meghen, stadhouder en kapitein-generaal van o.a. Gelre en Zutphen herhaalt in zijn brief aan de stadsbestuurders van Zutphen de bevelen uit het plakkaat van 4 maart 1569, omdat deze niet nageleefd worden. In dat plakkaat verbood de koning alle ingezetenen om op universiteiten of scholen te studeren buiten de gebieden die onder beheer staan van zijne majesteit, met uitzondering van Roome. Studenten, die elders studeerden, handelskennis opdeden of een taal of ambacht leerden, kregen nog vier maanden (voor hen aan deze kant van het gebergte) tot zes maanden (voor hen aan de andere kant van het gebergte) de tijd om te terug te keren. Daarnaast waarschuwt Kaerl de Brimeu Zutphen om alert te zijn op geweld en wreedheid van kwaadwilligen op geestelijken en hun goederen, zoals die hebben plaatsgevonden bij Berchem en Antwerpen. Niet alleen de geestelijkheid loopt gevaar, ook wereldlijke bestuurders worden bedreigd en aangevallen. In Montphort is een rentmeester dodelijk verwond en beroofd, het huis van de rentmeester van de Veluwe, Johan Bentinck, is geplunderd en beroofd en de rentmeester van Twente is aangevallen door ruiters. Daarom kan men beter zorgvuldig de wacht houden en goed voorbereid zijn, door iedereen te informeren en kopieën van de plakkaten, die oproepen tot alertheid aan kerkdeuren, stadhuisdeuren en stadspoorten op te hangen. Tegelijkertijd dient de stad een plakkaat op te hangen, dat voormalige soldaten aanspoort geen geweld of overlast te veroorzaken, maar om naar huis te gaan, omdat er op korte termijn geen gebruik meer zal worden gemaakt van hun diensten. In zijn brief dringt Kaerl de Brimeu er bij het stadsbestuur op aan om toe te zien op naleving van deze bevelen en om burgers te beboeten wanneer ze deze bevelen negeren. Transcriptie 1
5
10
15
20
pag. 48
Kaerl de Brimeu, grave tho Meghen frijher tho Humbercourt, heer tho Housdaingh, Esperlecq, [etcetera], ritter van [de] oerden des Guld[e]n Vliess und Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts der landen van Gelre, Zutphen, Phrieslant, Overijssell, Groninge[n], Lynge[n], [etcetera], stathold[e]r und cap[itei]ne-g[e]n[er]ael Ersame und voersichtige, besundere guede vrunden, uwe eer[zamen] weten sich noch tho erinnere[n], denselve[n] toegeschickt tho wesen zeker placcaet onses aller gen[adige] he[r]en des Conincks, in dat[um] tho Bruesselle de[n] vierde[n] dach van Meert 1500 negen und tzestich voerled[en], d[aar]mit verboede[n] und geinterdiceert alle[n] ondersate[n] en[de] ingeboere[n] deser Sijner Ma[jestei]ts erfvoder lande[n], van wat state, qualit[eit] oft conditie sij waere[n], te[n] gae[n] oft reysen uuyt dese lande[n] om te studere[n], doceren oft leere[n], noch residentie te houde[n] in andere universiteyten oft schole[n], generale ofte particuliere, dan benne[n] dese lande[n] und herwertz oenere oft andere coninckrijcken, lande[n] und stede[n] onder Zijn[er] Ma[jestei]ts onderdanicheyt wesende, uuytgesondert nochtans die stat und universiteyt van Roome ende nergens elders, woe oeck doemaels geordonneert, dat
Brieven van de stad Zutphen 1571
25
alle dieghoene, die alsdoe[n] waere[n] in enig[e] universiteyten oft publycque oft particuliere schole[n] buyte[n] de[n] lande[n] und plaetze[n] voers[chreven],
(…) 1
5
10
15
20
25
30
35
40
45
te[n] allereersten dat him moegel[ijk] waere wederkere[n] solle[n], tho weten dieghoene wesende over dese zijde van [de] geberchte binnen vier maende[n] ende die andere binne[n] sesse maende[n] nae de publicatie van ‟t voers[chreven] placcaet ende dat op ‟t pene d[aar]inne begrepe[n], ‟t welck insgelijcx stat grijpe[n] sal, aengaen[de] andere jongers wesende onder twintich jaere[n], die alsdoe[n] in andere[n] lande[n] waere[n] om die tale, neeringe, coopmanschap, handel off ambachten te leeren, woe nu ‟t selfde allet bij d[e]n voers[chreven] placcaete wijders verhaelt und nu schrijft tegenwoerdel[ijk] die durchluchtig[en] und hoichgeboere[n] furst und heere, die hertouge tho Alva [etcetera] lieutenant-gouverneur und capiteyn-g[e]n[er]ael aen onss, dat dien nyettegenstaende Sijne Excell[entie] bericht sije worden, de[n]selve[n] placcate nyet soewael als behoerde naegeleeft, noch der inhalt van dye[n] geobserveert tho worde[n], derhalve[n] va[n]weghen hoichstberumpter Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts durch uuytdruckel[ijke] schriftel[ijke] ordonnan[tie] van Zijner Excell[entie] wij nhu wederomme mit ernste gesynnen, dat u eer[zamen] sich wa[e]l ernstel[ijk] informere[n] oft binne[n] der stadt Zutphen id placcaet onderhoude[n] en[de] geobserveert wordet und waer u eer[zamen] enige overtreders bevinde[n], dat u eer[zamen] procedere[n] tege[n] de[n]selve[n] tott[e]n pene[n] d[aar]toe verordent und gestelt, zonder d[aar]inne te gebruycken enige onachtsaemheyt, oichluyckinge off dissimulatie op pene (‟t welck oeck Zijn[e] Excell[entie] bij derselver schrijve[n] vermelde[n] doet) van ‟t zelve ae[n] u eer[zamen] tho verhaele[n]. Ten anderen heeft va[n]wege[n] hoichstberumpter Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts hoichgedachte heere hertouge tho Alva [etcetera], verstae[n] hebbende die grote insolentie[n], gewalt und wreetheyt bij enig[e] sectarisse[n] und andere[n] oeveldaders und moetwillig[en], voertgestelt und geperpetreert, onder andere[n] tot Berchem bij und vast voer die stadt va[n] Antwerpe[n], op te[n] persoene[n] und guedere[n] van [de] pastoir und onderpastoir aldaer, doe[n] expediere[n] seker placcaet, daermit d[aar]inne und in gelijck[e] saken versihe[n] und ordene gestelt worde, dat va[n] gelijcke[n] in anderen plaetze[n] und Quartiere[n] voertae[n] nyet en geschyd alsoeck onlancx (leyder) daerva[n] villicht
pag. 49
Brieven van de stad Zutphen 1571
(…) 1
5
10
15
20
25
30
35
40
45
(…)
pag. 50
Sijne Excell[entie] noch nyet en[de] is geadverteert und d[aar]omme d[aar]va[n] in d[e]n placcaete nyet mede vermeldet is worde[n], geschiet is tho Montphort, nementl[ijk] dat Zijner Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts rentm[eeste]r aldaer op een[e] nacht nyet alleen van alle de[n] gelde, soewel Zijne Ma[jestei]t alss hem toekhommende, sampt alle[n] cleynodie[n] beroeft und bestoele[n], maer oeck hij mit ‟s deels va[n] sijn huysgesin geslage[n] und totter doot toe verwondet zijn worden, alssoick noch wael tho gedencken dat dess rentm[eeste]rs op Veluwe[n] Johans Bentinck huyss tho Wilp, bij Deventer gelege[n], over etlicken tijt verrascht und ingekrege[n], geplundert und al wat daer tho bekhomme[n], golt, silver und anders ewech genome[n] [etcetera], alsoeck id huyss des rendtm[eeste]rs van [de] Twent aengesprenght is geweest [etcetera], woe nu u eer[zamen] onses erachtens wael gehoirt, dergestalt datter oegenschijnl[ijk] tho mercken nyet alleen die geestelicheyt, dan oeck Sijner Ma[jestei]ts officiere[n] principal[en] mede tho worden gemeynt [etcetera] und d[aar]omme wael noedich dat guede, sorchfuldig[e] toeversicht genome[n] und scherpe wachte gehald[en] worde und iss derhalve[n], dat wij uwe[n] eer[zamen] afdrucken desselfs placcaets toeschicken, mit dem va[n]wege[n] hoichstberumpter Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts (durch uytdryckel[ijke] schriftel[ijke] bevehele hoichgedachtes here[n] hertouge[n]) ernsten gesinne[n], dat u eer[zamen] aenstont und sonder vertreck id selve placcaet binne[n] der stadt Zutphe[n] voers[chreven] uuytroepe[n], verkundige[n] und publicere[n] laete[n] und folgents die afdrucke[n] op t[e] kerckduere[n], raetshuysduere[n] und stadtporte[n] der voers[chreven] stadt opslae[n] laete[n] alst va[n] alts gebruyckel[ijk], daermit nyemant ignorantie ader onwetenheyt d[aar]va[n] e[n] hebbe tho pretendere[n] ader voer tho wende[n] und daerenteyndens alsoe, hoichbemelte heer hertouge, begherende tho versien op te uuyttering[en], overlast und gewelt dagelicx geschiende bij enig[e] afgedanckt[e] knechte[n] off soldate[n], tot groote[n] laste van [de] schamele[n] onderdane[n] und gemeynte[n], mede dyenthalve[n] opgericht heeft seker placcaet alss uwe er[zamen] gelijckfals uuyt hierbij verwaert[e] afdrucken tho vernhemen, demnae is va[n] hoichstberumpter Co[ninklijke] Ma[jesteit]ts wege[n] und durch bevel hoichgedachtes hee[re]n hertougen oeck onse ernst gesynne[n], dat
Brieven van de stad Zutphen 1571
1
5
10
15
20
25
30
35
40
u dese id selve placcaet mede uuytroepe[n], kundig[en], publicere[n] und oeck opslae[n] doen als bove[n] und alsoe wij ee[n] geringe aentall va[n] knechte[n] nu onlancx angenome[n], die wellicke villicht ‟s deels onder dexel va[n] dye[n] etlicke herwarts und andere derwarts durch de[n] lande[n] sulle[n] hersweve[n], zulle[n] u eer[zamen] indye[n] sij eenyge vernheme[n], kunne[n] de[n]selve[n] aensegge[n], dat me[n] alhier voer ditmael und noch ter tijt gheen meer knechte[n] en bederft, derhalve[n] sij sich aenstont nae (doorhaling: an[n]) huyss sulle[n] heb[be]n tho ergheve[n], sonder jemants overlast tho doen und indye[n] sij yetwess oevels aenrichten, zulle[n] u eers[amen] sijluyde[n] aengrijpe[n] und tegens hun achtervolgen[de] de[n] placcate[n] procedere[n] naer behoer und eyntl[ijk] zulle[n] u eer[zamen] sich hierinne nementl[ijk] in opgemelt[en] drye puncte[n] quyte[n] drage[n] und halde[n], alss u eer[zamen] eedts und ampthhalve[n] schuldich procederende und doende procedere[n] tegen de[n] oevertreders der voers[chreven] placcate[n], soewel des van [de] vier[d]en Martii 1500 negen und tsestich aengaende die s[t]udenten unde anders van sich nyet tho ergheven in vreempden universiteyte[n] off scholen [etcetera], d[aar]va[n] in ‟t eerste punct deses mentie gemaeckt wordet, alss der anderer twee hierbove[n] geruert, mit de[n] gesynne[n] oeck, dat u eer[zamen] ons aenstont nae gedaene publicatie derselver twee laetste[n] ons overseynde[n] behoerl[ijke] certifficatien van [de] daege[n] e[nde] plaetze[n], daer dieselve publicatie[n] gedae[n] sal wese[n], om dem voertz bij onss (hoichgedachtes heere[n] hertouge[n] bevehele nae) dieselve certifficatie[n] tho hove geschickt tho worde[n], zonder in de[n] wat bove[n] geschreve[n] in ‟t geheel oft in deele suymich off naelatich tho sijn, want va[n] hoichstgedachter Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts wegen wij ons alsoe tot u eer[zamen] versihe[n], die de[n] Almechtig[e] Heren bevelen[de]. Gegheve[n] tho Arnhe[m] de[n] vijf[d]e (doorhaling: Jani) Maii 1571 T. Roos
(…) 1
Onntfang[en] denn zesentwintig[st]e Maii
5
De[n] ersamen und vursichtige[n] burgerm[eeste]r[e]n, schepen[en] und raedt der stadt Zutphen, onse[n] besundere[n] guede vrunde[n]
pag. 51
Brieven van de stad Zutphen 1571
Toelichting aengesprenght: dissimilatie op pene: geinterdiceert: geperpetreert hersweven: insolentie: Kaerl de Brimeu
mentie: Montphort oeveldaders: Roome: T. Roos
sprengen: een aanval uitvoeren met ruiters veinzen om te beboeten verboden misdaden begaan heen en weer gaan onbeschaamdheid, onbetamelijkheid graaf van Megen, geboren in Noord-Frankrijk in 1524, gestorven in januari 1572 in Zwolle. Hij was vrijheer van Humbercourt, Houdain en Eperlecques, ridder van het Gulden Vlies, lid van de Raad van State, Stadhouder Gelre, Zutphen, Friesland, Groningen, Overijssel en Lingen. gewag, melding Montfort, stad in het huidige Limburg, maakte deel uit van Gelre euveldaders, kwaadwilligen Rome secretaris van het Hof van Gelre
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 41-45. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_042, RAZ_0001_0302_043, RAZ_0001_0302_044, RAZ_0001_0302_045 en RAZ_0001_0302_046.
pag. 52
Brieven van de stad Zutphen 1571
De stadhouder van Gelre waarschuwt voor aanslagen (14 mei 1571) Regest Datum Leuwarden den 14 Maii anno 1571 Stadhouder Kaerll van Brimeu, graaf van Meghenn waarschuwt de bestuurders van de stad Zutphenn namens de hertog van Alva, dat de rebellen van plan zijn om aanslagen te plegen op de stad Zutphenn. De stad wordt gemaand om de nodige voorzorgen te nemen. In een naschrift wordt gemeld, dat gebleken is, dat de Geuzen inderdaad een aanslag hebben willen plegen in Gelre. Gelukkig is het gevaar deze keer aan de stad voorbij gegaan, maar het geeft wel aan, waarom het voor Zutphen zo belangrijk is om dag en nacht waakzaam te blijven. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
Kaerll van Brimeu, graeff toe Meghenn, statholder [etcetera] Erentfeste, ersaeme, voirsichtighe unnd fromhe, lieve, bebesundern, alsoe der durchleuchtiger unnd hoechgeporner vrijher, genediger furst unnd heer hartouge van Alva [etcetera] gubernator [etcetera], unss geschrevenn, willicher gestallt Seine F[ürstlichhei]dt u genedelichenn gewarnet, dat ghij steetz in denn stat aldair nerstighe unns flietige maght unnd toeversicht soldet halden doenn, der oirsaickenn unnd dewiell Seine F[ürstlichhei]dt vernomen, dat die wederwirttigen unnd rebellen van Seine Ma[jesteit] seeckere aenslaegen op der stat Zutphen solden voirhanden hebben. Alss ghij dan ferner uuyt hoechgemeltter hartougen van Alva schrievenns ongetwiefelt vernomen hebt unnd dan weiters Seine F[ürstlichhei]dt onss op erlacht die handt daeraene te halden unnd u te vermaenen, dat ghij daeraene sien soldet, dat eyene ongemack u overkomen unnd toegefuegt werden, hebben wij niet willen underlaeten u bij dessen toe erinnern unnd vermaenen wall ernstlichenn ghij daeraene gedencket unnd die voirsorge doit, dat die stat wall bewaert unnd niet overfallen werde unnd alsoe Seine F[ürstlichhei]dt befellich onsuymelichen nae te levenn u beflietiget. Dess wij in goeder unnd genedig[e] walmeynongh niet hebben willen bergen, uluydenn die Godt bewaere. Datum Leuwarden den 14 Maii anno 1571 Charles de Brimeu
(Marge:) 1
5
Post datum, Alss wij effens desse gefertiget, hebben wij tijdongen ontfangen dat die Goessen eenen anslagh op dem lande van Gelder voirhanden gehadt hebben, alss ghij dann
pag. 53
Brieven van de stad Zutphen 1571
10
unssere versehens wall sult hebben vernoemen, doch Godt heb loff, dat ihnen dat gefelt hefft, waeromb seer nodich ghij nacht unnd dagh goede unnd scherpe waght halden doit, updat niet versuempt werde, dan es te bedencken unnd te besorgen, statt dat sulcks op u gebrouwe[n] is gewessen
(...) 1
5
Onntfang[en] denn 17 Maii, dess morgens tussen negen unnd tien uheren Denn erentfesten, ersaemen, voirsichtighenn unnd fromhen, unssenn lievenn, besunderenn burgermeistern, schepenen unnd raedt der statt Zutphenn [Onbekend initiaal] Zutphen,
Toelichting gebrouwen: Kaerll van Brimeu:
beraamd, op touw gezet, uitgedacht graaf van Megen, geboren in Noord-Frankrijk in 1524, gestorven in januari 1572 in Zwolle. Hij was vrijheer van Humbercourt, Houdain en Eperlecques, ridder Gulden Vlies, lid van de Raad van State, stadhouder Gelre, Zutphen, Friesland, Groningen, Overijssel en Lingen.
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 46 en 47. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_047 en RAZ_0001_0302_048.
pag. 54
Brieven van de stad Zutphen 1571
De schout van Lin en Urdingen schrijft over het testament van zijn zwager (31 mei 1571) Regest Datum Lyn den letsten Maii an[no] [onleesbaar] De schout van Lin en Urdingen, Phllyps von de Brugge, schrijft aan zijn zwager Henrich Goelstienn te Sutfyn, dat hij met de schepenen van Urdingen stevige onderhandelingen heeft moeten voeren om het testament te laten bekrachtigen, omdat verschillende van hen zich weigerachtig opstelden. Uiteindelijk hebben de schepenen er in toegestemd om het testament te bevestigen. Phllyps dringt er bij zijn zwager op aan om het testament met een gevolmachtige naar Urdingen te sturen om te laten ondertekenen. Het zou nog beter zijn als Henrich Goelstienn zelf kwam met het testament, omdat verschillende schepenen Phllyps in het geheim toevertrouwd hebben, dat het bestuur van Urdingen af wil zien van de afspraak. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
Mien willigh dienst und alles guedtsz, id[er] ziett zu vorn, insund[er] gunstiger, lieber swager, kan euch gued[er] mienungh nicht verhaltenn, wy das ich mit den scheffenn van Urdingen das testemensz zu bekrefftigen in handelungh g[e]wesen, da sich etliche sher wijgerlich holten, doch haeben sij gemienlich ingewylligett so[l]chs testement zu bestedigen. So sehg ich woll verguedth ahn, das mien swager irstdachs das testementt myt einem foelmechtigem heroff se[n]dt [onleesbaar]sche und zu foern Mommerslaech solche[onleesbaar]ine wurdth, sunsth wyrt er annezu [onleesbaar]ll mandaten senden od[er] sunsth siener ad[onleesbaar] konde hervor brengen, ich haeb mir s[onleesbaar]eg das Moemerslachs fraw zu [onleesbaar]er gezoege[n] where, ich haeb noch va[onleesbaar]nnst nicht vernomen d[es]halben wyr [onleesbaar] [m]ien swager sich nit suyme[n] [onleesbaar] [te]stement irstdachs heroff quem [onleesbaar]en od[er] ir quem man hat frundth [onleesbaar] oerssen mich mien swager wyrt ahn zwiefel [onleesbaar]nsem letste[n] aebschiett noch komen. When ich in mienes swagers plaets wher, ich wold sy alda bekumert haeben [etcetera]. Sovyl dy bryeff und siegel belange, wyllen dy scheffen innen voernemen alsolche bryeff und segell wydd[er] in dy kyst zu stellen. Mich gruwelth etliche von unsen scheffen soltest ims hie[m]lich zu erkenen geben, derhalben sieg ich
(…) 1
5
es vur guedth ahn, das sich mien swager in diesem nicht suymden, mien swager wyssen lieder was es vor luid sienn, wen er es g[e]waer wuyrdth, soldth er alld[er]lie fuyndth voer dy hant nemen. Er ist nu langh nitt zu Urdingen g[e]wesen oep er es d[e] brieff pag. 55
Brieven van de stad Zutphen 1571
10
15
halber doett od[er] sunst, kan ich nitt wyssen. Jan Koenincks wold mienem swager geschreben haeben, so whar er nach Antwerpen. Ich wold mienem swager gern etwas wylbraets geschickt haeben, so gruyel mych es sold zu schanden worden sien when mien swager selbst einen her schickt, so wol ich miene swager etwas mitsenden. Soelchs ha [onleesbaar] ich mienem lieben swager gutter mienung [onleesbaar] verhalten koenen und wijl mienem liebe [onleesbaar] myt dem Almechtigem Gotts doenn [onleesbaar]. Datum Lyn den letsten Maii an[no] [onleesbaar] Phllyps von d[e] Brugge[onleesbaar] scholtis zu Lin und Urding[en]
(…) 1
Dem edlen und ernvesten Henrich Goelstienn, raetsverwanter d[er] statt Sutfyn mijenem gunstigen lieben swager zur Suuder[as] [Onleesbare handtekening]
Toelichting fuyndth: Henrich Goelstienn:
in dy kyst stellen: Linn en Urdingen: Phllyps von de Brugge: scholtis: Sutfyn:
kunstgreep ook wel Henrick Goltstein, in 1571 schepen van de stad Zutphen. In 1570 krijgt hij van zijn vrouw Gertruit van der Brugge een stuk grond bij Kaldenhuizen, vlakbij Linn en Urdingen. In 1571 was hij weduwnaar en verkocht hij het stuk grond bij Kaldenhuizen aan zijn zwager Philips van Bruggen. hier wordt waarschijnlijk de „stad kiste‟ bedoeld; de bewaarplaats voor stedelijke privilegiën zoals stempels en standaarden voor maten en gewichten. twee plaatsen in het graafschap Meurs of Moers. Ze maken nu onderdeel uit van de stad Krefeld. schout van Linn en Urdingen. schout Zutphen
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 48-50. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_049, RAZ_0001_0302_050 en RAZ_0001_0302_051.
pag. 56
Brieven van de stad Zutphen 1571
Een onbekende burgemeester vraagt hulp bij de fortificatie van zijn stad (11 juni 1571) Regest D[atum] Zutph[en] d[en] 11 Jun[i] [15]71 S[in]t V[-] Een onbekende burgemeester schrijft aan zijn buren, dat de benodigde karren ontbreken voor het herstel van de fortificatie van zijn stad. Ook ontbreekt het noodzakelijke hout en ijzer. Omdat de vijand uit is op geweld vraagt hij zijn buren om op de 8ste mei 50 tot 60 karren naar hem te verschepen op zijn kosten. Aanstaande juli zal hij alle karren weer in goede staat terugzenden of vergoeden. De burgemeester laat nog weten, dat deze zaak geen uitstel kan vergen. Transcriptie 1
5
10
15
20
A(onleesbaar) Arne[m] Ersame, wijse, vorsichtige, gunstige, gode nhabere[n] und lieve frunde, also wij totte nodigste fortificatie deser stadtt verfallene plaitse[n] eene hoge noitdrofft arachtet hebbe[n] met eene gode quantiteit va[n] kairkens versiehe[n] tho word[en] und wij /(marge:) in dese weszhae zeer verfallene und geoppressirde nots (doorhaling: ke) ghiene provisi va[n] holt/ bij gebreck va[n] holtt, plancke[n], ijser und noch ijsere spille[n] befond[en]. Demnha begere[n] wij sunderlinges und hoigster flittes, datt uwe l[ieve] und ars[amen] im anmerkinge niett alleene va[n] ‟t genige voirs[chreven] /(marge:) dan dat oick die fia[n]dt ahm gesyn sich v[er]sammelen und sines arlisztes gewelttig moth sijn, / vifftig (doorhaling: oders) offte 60 dersulviger kairkens (doorhaling:uns) op onsere koste[n] tho schepe op [de] achte[n] Ma[i]dagh uns durch ae[n]gel[ande] frundt dies[e]lvige afstae[n] wold[en], u l[ieve] u[nd] ars[amen] verseker[en] datt wij op dere anschrijvens inn alsulken qualiteit u[nd] qua[n]titei[t], als wij dieselvige aetstans Jul[i] wedder opse[n]d[en] oder die weren voir jeder kairk so achter bliefft und so dese sake ghiene v[er]wilinge khan arlijd[en] und l[ieve] u[nd] ars[amen] ock ahn die fortificatie u[nd] [onleesbaar] conservatie deses stats ge[leverd]. Als (doorhaling: sinde) will[en] wij uns deses u alles godes tot uw l[ieve] u[nd] ars[amen] uns gesilig[e] v[er]such und blievet froeme dat l[onleesbaar] g[onleesbaar] (doorhaling: i) in gesontheid u[nd] welstant lange befel[en]. D[atum] Zutph[en] d[en] 11 Jun[i] [15]71 S[in]t V[-] Burgherm[eeste]r
Toelichting aengelande: flittes: geoppressirde: gesilige: gewelttig: nhabere[n]: provisi: S[in]t V[-]
naburige, aanliggende ijver zwaarwegende van gesielt: bezield gewelddadig buren voorraad mogelijk wordt hier bedoeld de heilige Vitus, wiens feestdag op 15 juni wordt gevierd
pag. 57
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeelding is te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 76. De scan is bij het RAZ geregistreerd onder het nummer: RAZ_0001_0302_077.
pag. 58
Brieven van de stad Zutphen 1571
De stadhouder van Gelre waarschuwt voor rebellen (25 juni 1571) Regest Gegeven te Nijmegen den vijfentwintig[st]en Junii 1571 Kaerl van Brimeu waarschuwt de bestuurders van Zutphen dat vernomen is, dat er rebellen in de buurt zijn die een plaats zoeken om een aanslag te plegen. Hij dringt er, namens de koning, op aan om dag en nacht de wacht te houden om plundering of wellicht brandstichting te voorkomen. Transcriptie 1
5
10
15
Kaerl van Brimeu, grave to Meghem, frijher to Humbercourt, her to Housdaingh und Esperlecq [etcetera], ritter van der oorden des Gulden Vlies und Co[ninklijke] Ma[jestei]ts der furstendombs Gelre en[de] graeffschaps Zutphen und der landen van Vrieslant, Overijssel, Groningen und Lyngen [etcetera], stadtholder und capiteyngenerael Ersame und voersichtige bisundere guede vrunden, alzoe wij in gewisse erfaringhe gekhomen zijn, dat etlicke onses aller gen[adige] heren des Conincks rebellen und wederspennighe nyet wijt van hier vorhanden zijn, sonder eenigen twijffel gemeynt zijnde eenigen aenslaeh, id zijn dan waer id valt, aen to richte[n] und eenige stadt off huys in to nemen, plunderen, [etcetera]. Und diewijle dan noodich dat u eer[zamen] (als oick wij aen verscheyden anderen steden boven aen den aenstoot gelegen yetzont schrijven) daerop een guede vlijtige toeversicht draegen, soe ist dat wij dieselve daeraff verstendigen mit dem vanwegen Co[ninklijke] Ma[jestei]ts ernsten gesynnen, dat u eer[zamen] guede scherpe wachte und toversicht hebben, dat u eer[zamen] die stadt durch behendicheyt, bij slaepender tijt off anders bij daege, nyet en werde affgenomen und folgents tot uwer eer[zamen] en[de] der burgeren gantse bederffenisse geplundert und villicht in brande gesteken [etcetera]. Und dat u eer[zamen] hierinne sich alzoe quyten als van hoichstgedachter Co[ninklijke] Ma[jestei]ts wegen wij ons totten selven versihen mit bevelonge des Almachtigen. Gegeven te Nijmegen den vijfentwintig[st]en Junii 1571 Charles de Brimeu
(…) 1
5
Ontfangenn den 27 Junii dess avents Den ersamen und voersichtige[n] burgermeysteren, schepen[en] en[de] raedt der stadt Zutphen, onsen bisunderen guiden vrunden (Marge:)
1
Anno 1571 Onss e[dele] h[eer] stadtholder doeth warnschawonghe der
pag. 59
Brieven van de stad Zutphen 1571
viand[en] anslach und befeldt scharper wacht hald[en] [etcetera] Toelichting Kaerl van of Charles de Brimeu[s]:
graaf van Megen, geboren in Noord-Frankrijk in 1524, gestorven in januari 1572 in Zwolle. Hij was vrijheer van Humbercourt, Houdain en Eperlecques, ridder van het Gulden Vlies, lid van de Raad van State, stadhouder Gelre, Zutphen, Friesland, Groningen, Overijssel en Lingen.
Scans Afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 51-52. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_052 en RAZ_0001_0302_053.
pag. 60
Brieven van de stad Zutphen 1571
De stadhouder van Gelre bericht over de waarde en geldigheid van enkele munten (3 juli 1571) Regest Gegheven tho Arnhe[m] d[en] derde[n] Julii 1571 Kaerl de Brimeu, graaf tho Meghem en stadhouder van o.a. Gelre en Zutphen, etcetera, stuurt een kopie van een plakkaat van de koning en beveelt om dit plakkaat te verspreiden in de kerken en alle gebruikelijke plaatsen. Dit plakkaat dient om mee te delen dat de Duitse daalders nog tot aankomende kerstmis 31 stuiver waard zijn. Tevens wordt er in aangekondigd dat de kleine zilveren munten, die niet door de koning geslagen zijn, tot nader order nog gangbaar zijn. Kaerl de Brimeu wenst op de hoogte gesteld te worden op welke dag het plakkaat is verspreid. Transcriptie 1
5
10
15
Kaerl de Brimeu, grave tho Meghem, frijher tho Humb[er]court, her tho Housdaingh, Esperlecq [etcetera], ritter van [de] oerder des Guld[en] Vliess und Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts der land[en] van Gelre, Zutphen, Phrieslant, Overijssel, Groning[en], Lyng[e]n [etcetera], stadtholder und capiteyn-g[e]n[er]ael. Ersame und vursichtige, besundere guede frunden, wij schicken u ers[amen] hierinne besloeten copie eens placcaets d[aar]mit vanweghen Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts onsers alreg[erend]en hee[re]n, noch gepermitteert ader toegelaete[n] dat die Duytsche dalers noch tot Kersmisse naestkhomen[de] oere[n] loop hebbe[n] sulle[n] tot eenendertich stuvers 't stuck und sunst geordonneert wordet, als u ers[amen] uuyt dieselve copie tho beruheme[n], d' wiell oeck die durchluchtige und hoechgeboere[n] furst und her, die hertouge tho Alva [etcetera], lieutenantt-gouveneur [etcetera], capiteyn-g[e]n[er]ael als ons yetz geschreve[n] thovrede[n] tho sijn, dat die cleyne silvere munte (nyet wesende van [de] slage van Zijn[e] Ma[jesteit] noch oeren ganck hebbe tot sekeren tijt toe, als tho weten totdat bij Sijn[en] Exell[entie] vanwege[n] hoichstgedachter Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts ordene gestelt sal sijn. Is demnae van hoichst berumpter Co[ninklijk]e Ma[jestei]ts wege[n] onss gesinne[n] dat u ers[amen] aenstont id selve placcaet und inhalt van dye[n] binne[n] die stat Zutphe[n] in der kercke und sunst alle[n] plaetze[n] daer men gewoentl[ijk] es publication tho doen uuytroepe[n] en[de] verkundige[n] doen und daerbeneffens oeck verkundige[n] doen die toelatinge des gancks der voerschreven kleyner silver[en] munte in gestalt als bove[n] gesacht is, daermit nyemant des onwetenschap hebbe da[n] yedermanl[ijk] kundich worde sich d[aar]nae tho richten, ons op 't forderlicxst verstendigen tho wat dage sullicke publicatie geschiet sije und wij bevele[n] u ers[amen] d[en] Almecht[ige]. Gegheven tho Arnhe[m] d[en] derde[n] Julii 1571 [onleesbare handtekening]
(…) pag. 61
Brieven van de stad Zutphen 1571
1
5
10
Onntfangen op Sant Margrietennavennt tegen denn avent Den ersamen und vursichtigen burgerm[eester]en, schepen[en] und raedt der stadt Zutphe[n] onsen besundere guede vrunde[n] Anno [15]71 den derden Julii Onsse g[enadige] heer staetholder Meghen bevelet datt placaeth publicerenn t' laeten, datt die Duitsche dalerss unnd ander kleyne geldt lop sull hebbenn bett thott Christsmisse [etcetera]
Toelichting gesinnen: Kaerl de Brimeu:
verlangen graaf van Megen, geboren in Noord-Frankrijk in 1524, gestorven in januari 1572 in Zwolle. Hij was vrijheer van Humbercourt, Houdain en Eperlecques, ridder van het Gulden Vlies, lid van de Raad van State, Stadhouder Gelre, Zutphen, Friesland, Groningen, Overijssel en Lingen Phrieslant: Friesland Sant Margrietenn avennt: de avond van 12 juli Sant Margrietenn: 13 juli Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 53-54. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_054 en RAZ_0001_0302_055.
pag. 62
Brieven van de stad Zutphen 1571
Jacoba van Hackvoort wil overleg (18 juli 1571) Regest … Hackvoort, den achttien[d]en Julii anno 1571… Jacoba van Hackvoort, weduwe van Raesfellt, vraagt Hinrick van der Cappelle, burgemeester van Zutphenn, om of aanstaande zaterdag of aanstaande maandag naar huize Hackvoort of Baeck te komen en daar met Jacoba en de schout, die haar neef is, en andere aanwezigen over gezamenlijke belangen te praten. Transcriptie 1
5
10
15
Mijnn fruntwillig erbiedung unnd wess ick sunst eheren unnd goetz vermach tho voernn, erenntveste unnd voersichtige, gunstiger vrunth, nachdem ick gensslijck voer mij genoeme[n] heb eynen negstkoemend[e] Saeterdach ader Maendach, ee[n] vann beid[e] daegen, tho wesen an den huise Baeck umb oersaecke[n] unss semptlijcke[n] angelegen [etcetera], iss derhalvenn mijn fruntlijck bid unnd begeer u[we] l[ieve] mij unnd der saeckenn thom bestenn onbesweert willen sijnn, eenn vann beiden daegen nhae u l[ieve] gevallent nevens mijne[n] neven den schultz unnd mij sampt andere[n] anwesend[e], daer erschijne[n], wie ick datselvyge gelijckvals mijne[n] nevenn geadvertiert heb, flijtich begerende u[we] l[ieve] sich willen bij den schultz ervoege[n] umb tho communicie[r]e[n], welck va[n] beid[e] daege[n] dienen sall, daernhae ick mij hadde tho richte[n] unnd u l[ieve] semptlijch den angesatzte[n] dach hier tho Hackvoort ader tho Baeck t' haele[n] laete[n], eyn gunstich thoverlaetich antwort begerennde, mith bevhelunge Gotz, ilentz Hackvoort, den achttien[d]en Julii anno 1571 Jacoba vann Hackvoort, weduve van Raesfellt
(…) 1
Dhenn ernntvestenn unnd voersichtigenn Hinrick van der Cappelle, borgemeister der stadt Zutphenn en[de] mijnen insunderen vru[nd]
5
[Onleesbare handtekening]
Toelichting geadvertiert: Jacoba van Hackvoort: onbesweert: schultz :
ingelicht weduwe van Raesfelt wonende op het Hackfort te Wichmond / Vorden zonder bezwaar schout
pag. 63
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 55-56. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_056 en RAZ_0001_0302_057.
pag. 64
Brieven van de stad Zutphen 1571
Het Hof van Gelre bericht over het ophouden van graantransporten (28 augustus 1571) Regest Gegeven to Arnhem den achtentwintig[st]en Augusti 1500 een ende tsoeventich Namens de koning van Hispanien bevelen de stadhouder, kanselier en raden van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen de stadsbesturen en tollenaars van Nijmegen, Ruremunde, Zutphen en Arnhem om schepen met graan niet stroomopwaarts door te laten varen, vanwege het gebrek aan graan en de hoge prijs daarvan. Als er een schip met graan aankomt moeten de tollenaars het betreffende stadsbestuur waarschuwen en moet het stadsbestuur doen publiceren, dat er een uur markt zal zijn om graan te kopen tegen een vastgestelde prijs. Transcriptie 1
5
10
15
20
Vanwegen der Co[ninklijke] Ma[jestei]ts to Hispanien [etcetera] onses allerg[nadig]en heren, die stadtholder, cantzler und raeden derselver Ma[jestei]ts in den furstendome Gelre und graeffschapp Zutphen verordent; in aenschouw der duyrten en[de] gebrecks des coerns als nu voorhanden is, dergestalt dat overmits id uuytfuyren van dien groote benautheyt to besorgen hebben geordonneert en[de] voor ditmael geauthorizeert en[de] ordonneren en[de] authoriseren in cracht deses den burgerm[eestere]n, schepenen und raeden der steden Nijmegen, Ruremunde, Zutphen und Arnhem sampt und yederen bisunder elcx alle den tolleneren aldaer und in yedere der voors[chreven] steden voorts to bevelen, dat zij gheene schepen mit rogge off terwe van beneden opwarts komende voerbij en laeten vaeren, dan dieselve aenhalden ter tijt toe dat zij aldaer marckt gehalden und die burgers oere nootdrufft (tot zulcken prijse als die marckt bij den burgermeysteren, schepenen und raedt in ellicke stadt gestelt sal wesen) sullen hebben en[de] dan den schepen bij denselven burgermeysteren, schepenen und raedt verloff gegeven sal zijn voorts op to vaeren ende soe baldt aldaer eenige schepen aencomen, dat zij tollenaren den burgerm[eestere]n adverteren omme terstont to doen publiceren, dat yeder van den burgeren und inwoeneren aenstont binnen een uhre nae der publicatie om den coopman zijn vorder reyse nyet to beletten, zijne nootdrufft haele voor sullicken prijse als idselve gesat sal zijn. Oerkondt Co[ninklijke] Ma[jestei]ts secreetzegel op spacium deses gedruct. Gegeven to Arnhem den achtentwintig[st]en Augusti 1500 een ende tsoeventich T. Roos
(…) 1
5
Anno 1571 de[n] 28 Augusti Stadtholder, cantzeler unnd rhaede inn Gelderlandt befelenn ghiene scheppe mitt kornn upwertz passerenn t' laethenn, zie haldenn den irsthlich eynn uhr lanck marckt nhae der publicatie thott zeckerenn antall vann molder unnd werde desselvige[n] bij den buirgemeistere[n] ghesatt [etcetera]
Toelichting adverteren:
inlichten pag. 65
Brieven van de stad Zutphen 1571
authoriseren: Hispanien : Ruremunde : spacium : T. Roos :
machtigen Spanje Roermond onbeschreven gedeelte van een akte secretaris van het Hof van Gelre
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 57-58. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_058 en RAZ_0001_0302_059
pag. 66
Brieven van de stad Zutphen 1571
Henrich, heer tot Gendt, antwoordt Zutphen over een onderzoek (19 september 1571) Regest Geschreven denn 19 Septembr[is] anno [15]71 In antwoord op een brief van het stadsbestuur van Sutphenn van 15 september 1571 schrijft Henrich, heer tot Gentt, erffkemerlingh, dat hij het niet nodig vindt, dat raadsleden van Sutphenn persoonlijk naar Gendt komen om daar een onderzoek in te stellen naar zaken tussen hem en Dirick van Undern, die daar lange tijd gevangen zit. Wel mogen ze komen om hun mening kenbaar te maken. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
Mein freundtlich gruidt ieder tijt t' foerenn, erentfesten, ersame, weise, vuirsichtige, guede frundenn, e[uwe] er[zame] schreiven in dato des 15 huius, hebbe ick untfangenn, inhalt desselven vernoemen als datt e[uwe] e[rzamen] in meinung etzlichen der raidtzfrunden tho Gendt t' schickenn umb aldaer oculair inspectio[n] in saicken tuschen Dirick van Undern ind mij (lange tijt aldaer gefangenn) thoe nemen ind sunst die gestalt der saickenn tho erkundigenn, oick idt wederfarn an e[uwe] er[zamen] tho reportiern, wider inhalt desselven oick andtwort daernae sich tho richtenn bij brengern disselven erwartendt, so ist dat ick mij niet weedt tho berichtenn einige saicken durch meinen volmechtigenn ingestalt t' hebben ind e[uwe] e[rzamen] angekomen die einige oculair inspection bedorven ind weeth derhalven daerin nyt to verwilligen, nytthomyn khan wall lidenn (edoch mein gerechtigkeidt unverkort), datt einige van e[uwe] e[rzamen] aldaer op angestelten dach erscheinen ind soll (wil Godt) mij oick alssdan daromtrent find[e]n latenn, e[uwe] ers[ame] meinung an tho hoeren om mij weiders darnae moegen wetenn tho richtenn dittselve ick voer guitliche anttwortt nyt heb konnen verhaldenn, khenne Godt Almechtigh, die e[uwe] er[zamen] in langer gesuntheit bewarenn will. Geschreven denn 19 Septembr[is] anno [15]71 Euwer l[ieve] unnd ersamh[e] guder freundt Henrich her tot Gentt erffkemerlingh
(…) 1
5
Denn erentfestenn, ersamenn, weisenn ind vuirsichtigenn hernn burgemeisternn, schepenn ind radt der stadt Sutphenn [etcetera], meinenn gunstigenn hernn ind gudenn freundenn
Toelichting erffkemerlingh :
een geërfd ambt van een hoogwaardigheidsbekleder die tot de hofhouding van de vorst behoorde pag. 67
Brieven van de stad Zutphen 1571
Gendt: huius : oculair : Sutphenn :
plaats bij Nijmegen dezen met eigen ogen Zutphen
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 59 en 60. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_060 en RAZ_0001_0302_061.
pag. 68
Brieven van de stad Zutphen 1571
Armgart, gravin van Limburg etc., verzoekt om levering van stenen (19 september 1571) Regest Dat[um] Wildenborgh am negentiend[e] Septemb[er] anno [etcetera] [15]71 Armgart, gravin van Lymburgh en Brongkhorsz, vrouwe van Stirumb, Wisch en Borckelo, vraagt aan het stadsbestuur van Zutphenn om haar acht of negen duizend stenen te sturen tegen een vriendschappelijke prijs, om het door haar bewoonde huis de Wildenborgh te herstellen en te verbouwen. Transcriptie 1
5
10
15
Ermgart, graffinne van Lymburgh und tho Brongkhorsz, vrow tho Stirumb, Wisch unnd Borckelo [etcetera] Unnsern fruntelichen gruit gruit und wesz wi sunst meher guts vermogenn tho vornn, ersame, fursichtige unnd weise, lieve nabernn unnd guide frunde, wij hebnn ann unnsernn huise Wildenborgh etwas tho reparierenn unnd tho bowenn angefangenn, dartho unsz noch etliche dusent stein gebreecken unnd hoich vonn nodenn sein, alss wollenn wi daromb guitlich begerenn, u ers[ame], fursicht[ige], w[erdige] wollenn unnsz van ihren stein acht oder negen dusent fur gebuirlichen preisz tho fruntlichenn unnd naberlichenn preisz gewerden laten, datselvige seint wi ingleichenn unnd meheren umb u[we] ers[ame], furs[ichtige] w[erdige] tho vergleichenn willigh unnd geneigh unnd dhuen dieselve hirmet im gnadenreichen schutz und schirm desz Almogendenn Gottesz befolh[en]. Dat[um] Wildenborgh am negentiend[e] Septemb[er] anno [etcetera] [15]71 Armgart
(…) 1
Denn ersamenn, vursichtigenn unnd weisenn herrnn burgermeisternn unnd gemeinenn schepenn der statt Zutphenn, unnsern groitgunstigenn nabern und guth[e] frund[en]
Toelichting Armgart: Borckelo : Brongkhorsz : nabern: Stirumb: Wildenborgh:
gravin van Limburg en Bronckhorst, vrouwe van Stirum, Wisch en Borkulo, bannervrouwe bij het kwartier van Zutphen Borculo Bronkhorst buren het heerlijkheid Stirum, lag tussen het huidige Duisburg en Oberhausen Wildenborch, een buitenplaats nabij Vorden
pag. 69
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 61 en 62. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_062 en RAZ_0001_0302_063.
pag. 70
Brieven van de stad Zutphen 1571
Arnhem bericht over een vergissing in een brief (10 oktober 1571) Regest Dat[um] 10 Octobr[is] a[nn]o [etcetera] [15]71 Johannes Albertius Volckmannus, secretaris van Arnhem, stuurt een afschrift van een brief via Nijmegen en Roermond naar zijn vriend Christophero Dubbelden, secretaris van Zutphen, met het verzoek om dit afschrift te lezen en terug te sturen. Hij heeft van Johannes Havius gehoord, dat het verhaal niet klopt, maar dat het geen invloed heeft gehad op hun oordeel. Transcriptie 1
5
10
Mitto tibi transscriptum lectarum, per Noviomageses ad senatum Rinemundensem missarum, legendum et ad me remittendum. In traditione huius transscripti narravit miho m[agister] Johannes Havius secretis scribam in scribenda memoria errasse, eam quam nos putavimus, non scusse mentem. Bone vale mi amice, et me tui studiosissinum puta. Dat[um] 10 Octobr[is] a[nn]o [etcetera] [15]71 Letus tuus Johannes Albertius Volckmannus secretis Arnhemm[us]
(…) 1
Probo doctoq[ue] viro Christophero Dubbelden senatiu Zutphanien[si] a secretis amico suo charissimo S[alutem] P[lurimam]
Vertaling Ik stuur u een afschrift [van een brief] die via de Nijmegenaren naar de raad van Roermond gestuurd is, om te lezen en naar mij terug te sturen. Bij het overhandigen van dit afschrift heeft meester Johannes Havius, secretaris, mij verteld, dat de schrijver bij het schrijven van het verhaal zich vergist heeft, maar dat dit verhaal, naar we hebben geoordeeld, ons niet van ons stuk heeft gebracht. Het ga u goed, mijn goede vriend en beschouw mij als iemand, die u zeer toegewijd is. Gegeven 10 oktober anno etcetera 1571. Uw toegenegen vriend, Johannes Albertius Volckmannus, secretaris van Arnhem Aan de weledele en geleerde heer Christophero Dubbelden van de raad van Zutphen, afkomstig van zijn dierbare vriend secretaris. Met de allerbeste wensen. Toelichting Christophero Dubbelden: ook wel Christoffel genoemd, secretaris van Zutphen Johannes Albertius Volckmannus: ook wel Volkman genoemd, secretaris van Arnhem Johannes Havius: ook wel Have genoemd, secretaris van Nijmegen
pag. 71
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 63 en 64. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_064 en RAZ_0001_0302_065.
pag. 72
Brieven van de stad Zutphen 1571
Nijmegen verzoekt om overleg over Gendt en Plettenberg (17 oktober 1571) Regest Dat[um] ylend thot Arnhem de[n] zeventien[de] Octob[er] anno [15]71 Johan van den Have verzoekt via Christoffer Dobbelden, secretaris van Zutphen, of Zutphen afvaardigden wil sturen naar een bijeenkomst in Nijmegen, waar ook Ruremund komt. Dan kan men over de zaken van Ghent en Plettenberg praten. Transcriptie 1
5
Gunstige heer secretarre, die bijkompst to Nijmeg[en] op neistkomende Guedessdach z‟aven[ds] to Nijmeg[en], willen die her[e]n va[n] Ruremund besoick[en] lat[en], dairom mij[n] her[e]n va[n] Zutphen oick wail doin, sullen oire l[ieve] gesan[ten] aldair to schick[en], in sak[en] va[n] Ghent en[de] Plettenb[erg] bit ich to mog[en] heb[be]n antwort. Dat[um] ylend thot Arnhem de[n] zeventien[de] Octob[er] anno [15]71 Johan van den Have
(…) 1
Dem ebern en[de] walgeleirn m[eester] Christoffer Dobbeld[en], secretario der statt Zutphen, mijne[n] guns[t]ig[e] vruendt
Toelichting Christoffer Dobbelden: Ghent en Plettenberg:
Guedessdach: Johan van den Have: Ruremund:
ook wel Christoffel Dubbelden, secretaris van Zutphen De families Van Ghent en Plettenberg zijn vanaf 1557 in een juridisch gevecht gewikkeld met de families Van Rossem en Ysendoorn over de erfenis van Maarten van Rossem die 1555 ongehuwd stierf. Allen zijn nakomelingen van de ouders van Maarten van Rossem. woensdag secretaris van Nijmegen Roermond
Scans Bijbehorende scannummers: Afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 65 en 66. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_066 en RAZ_0001_0302_067.
pag. 73
Brieven van de stad Zutphen 1571
Kanselier en raden van Gelre verzoeken dringend de bede te betalen (26 oktober 1571) Regest Geschreven tho Arnhe[m], den zesentwintig[st]en Octobris 1571… (26 oktober 1571) T. Roos schrijft uit naam van de kanselier en raden in Gelderlandt, dat men van de landrentmeestergeneraal Gedeon van der Houve vernomen heeft, dat de stad Zutphen haar gedeelte van de 37.500 gulden aan zijn klerk heeft aangeboden. Zutphen heeft echter geweigerd de klerk het geld te overhandigen, omdat de betreffende obligatie, waarop de betaling afgetekend had moeten worden, niet aanwezig was. Roos schrijft, dat dit verbazing heeft gewekt, omdat alle obligaties bij het Hof zijn gebracht. Het Hof vindt namens de koning, dat ook al is de obligatie niet aanwezig, Zutphen het bedrag direct aan de landrentmeester of zijn klerk dient te betalen tegen afgifte van een kwitantie. De landrentmeester-generaal wil ook nog een verdeling van de 37.500 gulden over de graafschap hebben opdat duidelijk wordt, wie er in gebreke blijft. Het nog te betalen gedeelte dat al op 10 oktober ontvangen had moeten zijn, moet voor 12 november aanstaande betaald zijn en indien dit niet het geval is, zullen renten en kosten verhaald worden op degenen die in gebreke zijn. Transcriptie 1
5
10
15
20
25
pag. 74
Eersame und voirsichtige, bisundere guede vrunden, sijnde ons tiegenwoirdelick vanwegen des landtrentm[eeste]rs-generaels Gedeons van der Houve to konnen gegeven dat u[we] eer[zame] gesante alhier bij desselffs landtrentm[eeste]rs klerck geweest om te betaelen die portie en[de] quota van den 37.500 pond und geweygert to hebben die voirs[chreven] pen[n]ingen over to tellen, overmits die obligatien nyet voirhanden en waeren o[m]me die betaelinge op ten rugge derselver gestelt to worden, 't wellick ons wonder gheeff, diewijle alle die obligatien en[de] onder d' andere uwer eer[zame] obligatie to hove gebracht und derhalven o[n]mogelick waere 't selve to kunnen geschien und is derhalven vanwegen der Co[ninklijke] Ma[jestei]ts tho Hispanien [etcetera] onses allerge[nadige] heeren onse gantz ernste meynongh, dat u eer[zamen] die pen[n]ingen aenstondt evenwael und nyettegenstaende dat die obligatie nyet hier en sije, overseynden in handen des landtrentm[eeste]rs ader zijns clercks, willende wij u eer[zamen] alsullicke verzekerheyt doen hebben dat dieselve in der billickheyt sich daermede sullen hebben to zedigen, opdat durch sullicken middel hoichstberumpter Co[ninklijke] Ma[jestei]ts pe[n]ningen en[de] betaelinge tot derselver Ma[jestei]ts grooten interesse nyet geretardeert en[de] verrugget en worden, und id sall uwer eer[zame] gesanten gegeven worden quitan[tien] in sullicker forme als dat behoirt und daermit sij genouchsaem bewaert sullen zijn und diewijle die voirs[chreven] landtrentm[eeste]r ons verclaert noch nyet to hebben die verdeylinge over die graeffschappe Zutphen betreffende die voirs[chreven] 37500 guld[en], is van hoichstberumpter Co[ninklijke] Ma[jestei]ts wegen onse gesynnd[e]n, dat u eer[zamen] dieselve verdeylinge hem landtrentm[eeste]r ten handen stellen, daermit men weten moege waer id gebreck verblijfft und eyntlick dat u eer[zamen] verschaffen, dat die geheele reste van der stadt en[de] graeffschap Zutphen van de voirs[chreven] so[m]me van 37500 g[u]l[den] voir den twaelffden Novembris naestkhommende in handen dickgemeltes landtrentm[eeste]rs ofte zijnes clercks alhier gelevert, betaelt ofte overgesonden worden, bij pene dat men bij gebreke van dyen nyet om to gaen sall alle schaden und interesse (woe wij oick amlaetsten aen u eer[zamen] geschreven) aen denselven ofte den gebrekelicken to verhalen, daernae u eer[zamen] sich hebben to richten, betrachtende
Brieven van de stad Zutphen 1571
30
dat dieselve Victoris voirleden betaelt to worden behoirt hedden, 't wellick nyet sonder grooten interesse bisher verbleven und wij bevehelen u eer[zamen] dem Almachtigen. Geschreven tho Arnhe[m], den zesentwintig[st]en Octobris 1571 Cantzler und raeden des Conincks in Gelderlandt verordent T. Roos
(…) 1
5
Den eersamen und voirsichtige[n] burgerm[eeste]r[e]n, schepenen und raedt der stadt Zutphen, onsen bisundere[n] gueden vrunden
(marge:) 1
5
Anno 1571 den zesentwintig[st]en Octobris Geldersche cantzeler unnd rhaedt beforederenn betalungh vann 37500 g[ulden] betreffende de Zutphensche quuota up ghenoichzame quitantie[n], nichttege[n]staende datt die Zutphensche obligatie nicht voirhandenn zij bij penenn dess inter[e]s[s]e, ite[m] die verdeylungh vann die 37500 g[ulden] denn landtrentmeister thoe t' stellen
Toelichting geretardeert: obligatie: om to gaen: op ten rugge gestelt: over to tellen: overmits: pond: T. Roos: verrugget Victoris : zedigen:
vertraagd schuldbekentenis van opgelegde belasting vermijden achterop geschreven uit te betalen vanwege hier is geen sprake van een pond van 11 stuivers, maar van een pond van 20 stuivers. De pond is dan gelijk aan de Carolusgulden of de Keizer gulden. De stadsgulden of goudgulden had 28 stuivers. secretaris van het Hof van Gelre uitgesteld, op de lange baan geschoven 10 oktober manieren bijbrengen, opvoeden
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 67 en 68. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_068 RAZ_0001_0302_069
pag. 75
Brieven van de stad Zutphen 1571
Doesburg schrijft over problemen bij de vaststelling van heffing op wijn (27 november 1571) Regest Geschreven den zevenentwintig[st]en Novembris anno [etcetera] [15]71 Het stadsbestuur van Doesborch schrijft aan dat van Zutphen dat het problemen heeft met het vaststellen van de heffing op de wijn. Het heeft van goede vrienden uit Zutphen gehoord dat daar voor een kwart wijn 5 stuiver Brabants werd betaald. Om misverstanden te voorkomen, vraagt Doesborch of de heffing op de wijn verhoogd is in Zutphen en of het Zutphense stadsbestuur de huidige prijs van oude en nieuwe wijn mee wil delen, zodat Doesborch zijn prijzen daarmee kan overeenstemmen. Transcriptie 1
5
10
15
20
Eersame, wijse ende vuersichtige, bisunders gunstige, goede vrunden, wij kunnen u ers[amen] kortelicken onvermeldet nyet laten, welcker gestalt wij ethlicke mangell hebben met onsen wijnwerden aengaende die opsettingh van den wijn innd hebben ons oeck vertoent seckere missiven van goeden ffrunden uth Zutphen geschreven, dat alsdaer voer een quarte wins betalt is worden vieff stuver Brab[ants]. Omdat alle sodane onverstant tusschen ons ind onse wijnwerden hengenamen mach werden ind oeck den wijnwerden nyet tho kort enn geschie[n], begheeren wij derhalven u ers[amen] geliven willen ons met brenger deses schrifftelicken tho verstendigen off van u ers[amen] oeck ennige opsettinge van den wijn geschiet sij, innd woe duer van een q[uar]te varne offte nije wins om tho verkoepen van u er[samen] gesat is worden, om ons insgelicken daernaer tho reguleren, 't selve willen wij wederom tegens u ers[amen] verschulden, dat wij den Almechtigen Heeren in goede regimentt ind langhwaren der gesontheit bevelen. Geschreven den zevenentwintig[st]en Novembris anno [etcetera] [15]71 Burgermeysteren, schepe[ne]n ende raedt der stadt Doesborch
(…) 1
Den ersamen, wijsen unde vuersichtigen heeren burgermeysteren, schepen[en] unde raidt der stadt Zutphen, onsen bisundere gunstigen, goede vrunden
Toelichting Doesborch: mangell: opsettingh: quarte: varne:
pag. 76
Doesburg mankement, gebrek heffing wijnmaat, 1,5 - 1,9 liter wijn die ouder is dan een jaar
Brieven van de stad Zutphen 1571
Scans De afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 69 en 70. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_070 en RAZ_0001_0302_071
pag. 77
Brieven van de stad Zutphen 1571
Otto van Ritpergh schrijft over de afhandeling van zijn brief (30 november 1571) Regest Dat[um] Verdoun ahm lesten Novemb[ris] anno [etcetera] [15]71 Otto van Ritpergh schrijft aan Christoffer Dubbelinck, secretaris van Sutphen of deze zijn brief, die daar ligt, wil afwikkelen. Als er nog wat mee gebeuren moet, of als er nog kosten bijkomen, is hij bereid dat te regelen, maar hij is wel van mening, dat alles gedaan is. Transcriptie 1
5
10
Erntachtbar unnd frommer, gunstiger guder frundt, regst erbietungh meins denstz gelangt ann e[ure] l[iebe] mein frundtlich beger dieselbe woll mich meine[n] brieff, denn ich aldar heb ligge[n], beschickenn. So dar noch etwas ann der verrichtungh und unkost mangelt, sein ich willich sulchs tho verrichte[n], wie woll idt meins erachtens verrichtet is, sulchs hinwidderumb tho verschulde[n] werd ich mich stetz williger, dann willich erzeigenn. Mit Godtlicher gluckseliger empfelungh. Dat[um] Verdoun ahm lesten Novemb[ris] anno [etcetera] [15]71 E[ure] l[iebe] denstwilliger Otto von Ritpergh
(…) 1
Dem erntachtbaren unnd fromme[n] m[eester] Christoffer Dubbelinck, secret[aris] der stadt Sutphen, meinem gunstigenn, gutte[n] frundt tho behanden
Toelichting beschicken: Christoffer Dubbelinck: erachtens: hinwidderumb: Otto von Ritpergh: Verdoun:
regelen ook wel genoemd Christoffel Dubbelden, secretaris van Zutphen naar mijn mening daarentegen ook wel Otto van Ritbergh, is in 1581 getuige bij de belening van een leengoed van de bisschop van Munster aan Wilhem Morrien zu Rheine Verdun
Scans Bijbehorende scannummers: Afbeeldingen zijn te downloaden op: http://www.regionaalarchiefzutphen.nl/archieven/inventaris/memorixscan/eadid/0001/inventarisnr/302 /afbeelding/ > pagina nrs. 71 en 72. De scans staan bij het RAZ geregistreerd onder de nummers: RAZ_0001_0302_072 en RAZ_0001_0302_073.
pag. 78