Briefing campagne cybercrime
Inleiding Internet is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven: bankzaken, contacten, informatie zoeken, (ver)kopen, spelletjes en ander vermaak vinden via internet plaats. Mensen vinden het makkelijk en zijn er inmiddels aan gewend om zaken via internet te regelen. Internet heeft ook een keerzijde. De internetgebruiker is steeds vaker het doelwit van inventieve criminelen en loopt gevaar. Daarom heeft het kabinet besloten door middel van een Postbus 51 publiekscampagne aandacht te vragen voor cybercrime. Deze campagnebriefing is tot stand gekomen na diverse gesprekken met de opdrachtgever, het ministerie van Justitie, andere betrokken partijen (zoals Digibewust.nl, Govcert, de Consumentenautoriteit, het OM, Politie) en met een interdepartementale klankbordgroep waarvan naast de opdrachtgever en –nemer de ministeries van Economische Zaken, Binnenlandse Zaken, Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Jeugd en Gezin deel uitmaken. Ook is er een kwantitatief vooronderzoek gehouden onder het algemeen publiek van 18 jaar en ouder en jongeren van 13-17 jaar. Daarnaast hebben twee focusgroepsdiscussies plaatsgevonden. De onderzoeksrapporten staan vermeld in de bijlagen. De resultaten onderbouwen deze briefing. Wie is Postbus 51 Postbus 51 is het informatiekanaal van de rijksoverheid. Door de jaren heen is het een veelomvattende term geworden. Het is zowel de naam voor de zendtijd die we op radio en tv hebben (je ziet ook altijd voor en na het spotje een 'bumper' van Postbus 51), als de naam en organisatie van het callcenter en de vraagbaak op internet (via het telefoonnummer 0800 8051 kunnen mensen vragen stellen en via de website rijksoverheid.nl. Dat was tot voor kort Postbus 51.nl, maar dat is nu opgenomen in de website voor de hele rijksoverheid) Zie hier wat meer informatie over de organisatie: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunicatie/postbus-51-enrvd
Pagina 1 van 10
Beleidsmatige aanpak cybercrime Cybercrime is een relatief nieuw probleem. Het neemt echter steeds ernstigere vormen aan en wordt ongewenst een onderdeel van het alledaagse leven van de burger. Hier is een aantal redenen voor te noemen: • ICT-toepassingen worden voor steeds meer doeleinden gebruikt. • Communicatie via moderne middelen heeft vaak een anoniem karakter wat drempelverlagend werkt voor onfatsoenlijk of crimineel gedrag. • ICT maakt snelle en massale transacties (zakelijk en sociaal) mogelijk. Zo kunnen er veel slachtoffers tegelijk vallen, waarbij de tijd om in te grijpen krap is (criminaliteit zonder ICT is beperkt en trager). • Met ICT verdwijnen de grenzen tussen organisaties en landen, waardoor internetgebruikers makkelijker door criminelen bereikt kunnen worden. Daarom is er een grotere kans voor internetgebruikers om slachtoffer te worden van cybercrime. • ICT is voordurend in verandering, waardoor ook de vormen van cybercrime steeds kunnen veranderen. Voortdurende alertheid van publieke en private partijen en van gebruikers is van belang om grote maatschappelijke en economische schade te voorkomen.
Het kabinet heeft bij zijn aantreden de bestrijding van cybercrime tot speerpunt benoemd. Het kabinet kent de volgende aanpak van cybercrime. Samen met politie en OM wordt gewerkt aan het versterken en intensiveren van de opsporing en vervolging van cybercrime en aan een betere internationale samenwerking. Daarnaast werkt Justitie samen met Economische Zaken en Binnenlandse Zaken aan het uitbreiden en intensiveren van de preventie. Voorlichting aan internetgebruikers krijgt daarbij van het kabinet prioriteit. Immers, de overheid en het bedrijfsleven kunnen het niet alleen. Ook de medewerking van burgers is nodig. Zij moeten zich bewust worden van hun eigen verantwoordelijkheid voor hun eigen internetveiligheid en die van anderen. Op preventiegebied is goede vooruitgang geboekt als het gaat om de structurering van de interdepartementale samenwerking. Dit wordt in de toekomst voortgezet. Daarnaast wordt de samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven gestimuleerd. Bijvoorbeeld door bedrijven te ondersteunen bij de uitwisseling van informatie en bij het treffen van maatregelen om hun eigen veiligheid te vergroten. Of door samen met providers een aanpak te ontwikkelen voor het verwijderen of blokkeren van ongewenste inhoud die via internet wordt aangeboden. In deze briefing staat de bijdrage die voorlichting aan internetgebruikers kan leveren aan de preventie van cybercrime centraal. Ingegaan wordt op de rol die een Postbus 51 campagne kan spelen bij de strijd tegen cybercrime. Wat is cybercrime? Cybercrime is er in vele vormen (zie bijlage 1). We onderscheiden voor deze briefing drie categorieën gebaseerd op het gebruik van internet:
Pagina 2 van 10
1. Misbruik van ontmoetingsplaatsen op internet: denk hierbij aan grooming1, webcam seks, digitaal pesten e.d. Het vindt veelal plaats binnen sociale netwerken en in chatboxen. Deze cybercrime vormen zijn veelal onrechtmatig en/of schadelijk, maar niet strafbaar. Daarnaast heeft veel voorlichting hierover plaatsgevonden en is het publiek er inmiddels mee bekend. 2. Misbruik bij aan- en verkopen op internet: Mensen kunnen worden opgelicht. Het is soms onduidelijk wie de verkoper of koper is en of deze betrouwbaar is. Wordt het geld overgemaakt? Wordt mijn aankoop wel bezorgd? Deze vorm van cybercrime is wel strafbaar en ook bekend bij het publiek. Er wordt door OM, de politie en bijvoorbeeld Marktplaats.nl al veel aan gedaan. 3. Misbruik van persoonlijke gegevens: a. Persoonlijke schade: Misbruik van persoonlijke informatie of materialen: foto’s, persoonlijke teksten (zoals brieven), etc. Bij misbruik hiervan kunnen mensen flinke imagoschade oplopen. Dit kan gebeuren door eigen handelen. Men zet bijvoorbeeld zelf verkeerde foto’s op het internet. Het kan ook zijn dat mensen erin worden ‘geluisd’. Opnames met mobiele telefoons kunnen zo op internet worden geplaatst, zonder dat het slachtoffer daar weet van heeft of toestemming voor heeft gegeven. b. Misdrijven: Internetcriminelen kunnen allerlei persoonlijke gegevens verzamelen zoals inloggegevens, e-mailadressen en creditcardgegevens. Criminelen kunnen hiermee persoonlijke profielen maken die gebruikt kunnen worden om mensen gericht te benaderen en/of op te lichten. Inmiddels is er een levendige handel in creditcardgegevens, emailadressen en inloggegevens van banken ontstaan. De kans is dan groot dat mensen slachtoffer worden van bijvoorbeeld financiële fraude zoals een bankrekening die wordt geplunderd of creditcardfraude. Adresgegevens in combinatie met persoonlijke informatie over de vakantieperiode kunnen bijvoorbeeld leiden tot een huisinbraak. De criminelen verzamelen de gegevens op een aantal manieren: Zogenaamde ‘keyloggers2’ dringen de computer van een gebruiker via een computervirus binnen. Persoonlijke gegevens worden langs deze weg achterhaald en komen in handen van de crimineel. Mensen laten hun gegevens achter op onbetrouwbare websites (phishing sites of normale websites) die zijn opgezet of gehackt door criminelen. Daarnaast verzamelen criminelen persoonlijke gegevens via sociale netwerken. Tegenwoordig kunnen criminelen ook pc’s infecteren en spam verspreiden via sociale netwerken. Uit diverse bronnen blijkt dat het misbruik van persoonsgegevens een relatief nieuwe trend is waar tot op heden weinig voorlichting over is gegeven. Internetgebruikers weten veelal niet dat hun persoonlijke gegevens worden gestolen en/of hoe dat gebeurt, terwijl zij juist zelf veel kunnen doen om dit te
1
Hierbij worden kinderen online benaderd door volwassenen met als expliciet doel om tot seksueel contact te komen. Dit gebeurt voornamelijk in chatrooms en op MSN. 2 Een programma dat bijhoudt welke toetsen de gebruiker van de computer waarop het is geïnstalleerd indrukt. Deze data kunnen verstuurd worden naar een centrale computer, waardoor bijvoorbeeld wachtwoorden te achterhalen zijn. Pagina 3 van 10
voorkomen. Veel schade kan worden beperkt door beter op te letten bij het plaatsen van persoonlijke gegevens op sociale netwerken en het achterlaten van persoonlijke gegevens op internet. Een campagne om slachtofferschap van cybercrime te voorkomen, kan de meeste toegevoegde waarde opleveren wanneer de campagne zich richt op het misbruik van persoonlijke gegevens. Onderstaande onderzoeksresultaten onderbouwen deze keuze en geven een genuanceerd beeld van cybercrime. Onderzoek onder internetgebruikers naar cybercrime Om te bepalen hoe cybercrime bij de internetgebruiker leeft is een kwantitatief onderzoek (zie bijlage 2) en kwalitatief focusonderzoek (zie bijlage 3) uitgevoerd. Beide onderzoeken zijn uitgevoerd door onderzoeksbureau Intomart GFK. Het gaat om twee onderzochte doelgroepen: het algemeen publiek van 18 jaar en ouder (18+) en jongeren in de leeftijd van 13-17 jaar (13-17). Internetgebruik • Uit kwantitatief onderzoek wordt duidelijk dat het internet voor veel doeleinden wordt gebruikt. Het algemeen publiek (18+) gebruikt internet meer voor e-mail, bankzaken, internetsurfen en kopen op internet. Jongeren (13-17) gebruiken het meer voor het onderhouden van contacten en voor vermaak. Uit kwalitatief focusonderzoek komt hetzelfde beeld naar voren. Internet wordt dagelijks 1 tot 2 uur gebruikt. Ook op het werk (afhankelijk van het beroep) wordt internet veel geraadpleegd. Bekendheid, ervaring met de risico’s van het internet en bezorgdheid • Het kwantitatieve onderzoek toont aan dat zowel het algemeen publiek als jongeren in hoge mate bekend zijn met de verschillende vormen van cybercrime (70%-90% bekendheid). Alleen de bekendheid met botnets3 is lager (circa 35%), maar deze vorm kunnen internetgebruikers ook nauwelijks zelf signaleren. Het focusonderzoek geeft hetzelfde beeld weer. • Cijfers uit kwantitatief onderzoek geven aan dat internetgebruikers niet heel vaak met cybercrime in aanraking zijn gekomen, anders dan virussen (circa 60%) en een hoax4 (circa 30%). Bij de overige vormen van cybercrime zijn er wel verschillen tussen het algemeen publiek en jongeren. Het algemeen publiek heeft meer ervaring met phishingmails (15%) dan jongeren (4%). Jongeren hebben meer ervaring met online pesten (15%) en wachtwoordenmisbruik (15%) dan het algemeen publiek (2%). • Volwassenen denken vaker aan de risico’s van internet (55%) als men online is dan jongeren (35%). Bij geldzaken zegt men zelf beter op de gevaren van internet te letten, zoals bij: internetbankieren, online aankopen en downloaden. Minder alert op de gevaren is men bij e-mailen, chatten, surfen
3
Hierbij wordt de computer (zonder dat iemand het weet) ingezet in een netwerk voor aanvallen op andere computers of websites. Ook speuren botnets naar persoonlijke gegevens die gebruikers op internet achterlaten. 4 Dit is een ‘vals gerucht’ dat verwarring veroorzaakt of een bericht, bijvoorbeeld via e-mail, dat de lezer probeert te overtuigen iets te moeten doen, bijvoorbeeld geld overmaken naar iemand in het buitenland of een kettingbrief doorsturen. Pagina 4 van 10
•
•
op internet en sociale netwerken. Juist bij deze vormen is de kans op misbruik van persoonlijke gegevens groot. Ongeveer 40% van zowel het algemeen publiek (18+) als de jongeren maakt zich zorgen over cybercrime. Ongeveer 30% maakt zich geen zorgen en ongeveer 30% is hierin neutraal. In het focusonderzoek wordt duidelijk hoe deze bezorgdheid geïnterpreteerd moet worden. Bij doorvragen blijkt dat men cybercrime niet zo zeer bedreigend vindt, maar voornamelijk vervelend. De respondenten noemen hiervoor een aantal oorzaken: o Weinig internetgebruikers zijn slachtoffer geweest van cybercrime. o Men verwacht zelf weinig invloed te hebben op cybercrime, dus waarom zou men zich druk maken. o De veronderstelling leeft dat de overheid bescherming biedt. o Gebruikers van internet zijn van mening dat zij voorzichtig handelen op internet. Het meest maken internetgebruikers zich volgens de focusgroepen zorgen om hun privacy gegevens. Misbruik van deze gegevens kan tot vervelende of zelfs bedreigende gevolgen leiden. Uit het kwantitatieve onderzoek blijkt dat internetgebruikers zich ook zorgen maken om virussen en om misbruik van financiële gegevens.
Bescherming tegen cybercrime: • Internetgebruikers geven toe dat ze niet altijd even alert zijn: 55% van de 18-plussers en 60% van de jongeren vergeet wel eens bepaalde beschermingsmaatregelen te nemen. • Zeven op de tien internetgebruikers denkt zichzelf te kunnen beschermen tegen cybercrime. Internetgebruikers beschermen zich voornamelijk met virusscanners (circa 90%) en firewalls (circa 80%). Bij deze manier van beschermen hoeft men zelf weinig te doen, want alles gaat bijna automatisch. Beschermingsmaatregelen waarbij men zelf actie moet ondernemen (zoals voorzichtig omgaan met gegevens, sterke wachtwoorden hanteren en veiligheidsinstructies opvolgen) worden in mindere mate gebruikt en vaker vergeten. Jongeren vergeten vaker veiligheidsinstructies op te volgen dan volwassenen. • Uit de focusonderzoeken blijkt dat internetgebruikers in de loop der jaren zelf vaardigheden denken te hebben ontwikkeld om veilig gebruik te maken van internet. De een is hier verder in dan de ander. Sommigen passen hun gedrag aan om te voorkomen slachtoffer te worden, door bijvoorbeeld alleen met creditcard te betalen bij een bekende internetwinkel. Informatie over hoe men zich kan beschermen: • Uit de kwalitatieve focusgroeponderzoeken komt naar voren dat internetgebruikers zelf niet proactief hebben gezocht naar informatie om zich te beschermen tegen cybercrime. Er heerst weinig bezorgdheid over cybercrime, wat de urgentie om informatie te zoeken verkleint. Hiervoor noemt men een aantal redenen: o Weinig internetgebruikers zijn slachtoffer geweest van cybercrime. De keren dat men iets mee heeft gemaakt was de schade gering. Pagina 5 van 10
Internetgebruikers vinden cybercrime te ingewikkeld en daarmee niet interessant. o Daarnaast verandert cybercrime continu, waardoor mensen het verspilde moeite vinden om zich er in te verdiepen. Er wordt een aantal voorwaarden gesteld aan de informatie die je moet beschermen tegen cybercrime: o Alleen als er een reden is, zou men op zoek gaan naar informatie om zich te beschermen. Bijvoorbeeld als cybercrime groots in het nieuws is of als er persoonlijke ervaringen zijn met cybercrime (zelf slachtoffer geworden of iemand die men kent). o Informatie om je te beschermen moet heel toegankelijk en goed bereikbaar zijn, het liefst gebracht worden. o Informatie van de overheid acht men betrouwbaar, omdat zij geen belang heeft in cybercrime. Het was opvallend dat mensen na afloop van de focusgroepen aangaven toch veel geleerd te hebben van de ervaringen van andere internetgebruikers uit de groep. Terwijl men in het begin van het gesprek aangaf zichzelf goed te beschermen. Dit geeft aan dat mensen hun eigen kennis vaak overschatten. Uit het kwantitatieve onderzoek komt naar voren dat 38% van het algemeen publiek behoefte heeft aan informatie om zich te beschermen tegen cybercrime. Dat is hoger dan het gemiddelde van Postbus 51 onderwerpen (gemiddeld 25%). 24% van de jongeren geeft aan behoefte te hebben aan deze informatie. o
•
•
•
Communicatieprobleem en uitdaging Internetgebruikers zijn enigszins op de hoogte van de meeste vormen van cybercrime. Het besef dat cybercrime ook henzelf kan overkomen is echter laag. Hiervoor is een aantal oorzaken: • Mensen weten niet goed waar internetcriminelen tegenwoordig allemaal toe in staat zijn. • De meeste internetgebruikers zijn nog nooit slachtoffer geweest van cybercrime en weten niet welke gevolgen het kan hebben. • Internetgebruikers denken zelf weinig te kunnen doen tegen cybercrime, vanwege de beperkte invloed die zij kunnen uitoefenen. Er is namelijk niet één oplossing tegen cybercrime, maar deze bestaat uit vele maatregelen die continu veranderen. De verwachting is dat deze maatregelen nooit 100% veiligheid garanderen. • Men vindt en denkt veilig genoeg te handelen op internet, terwijl veel beschermingsmanieren worden vergeten of alweer achterhaald zijn. • Mensen vertrouwen erop dat de overheid hen beschermt tegen de grote cybercrime aanvallen. Ook uit eerdere veiligheidscampagnes (bron: RVD/DPC) weten we dat mensen de risico’s vaak niet willen zien, omdat ze zich niet kunnen voorstellen dat hun zoiets gauw zal overkomen.
Pagina 6 van 10
De uitdaging is internetgebruikers via hulp en informatie bewust te maken van de risico’s die men loopt op internet, zonder daarbij de bezorgdheid over cybercrime te vergroten. Doelgroep De doelgroep bestaat uit internetgebruikers van 13 - 17 jaar. Vanaf deze leeftijd zijn jongeren veelal zelfstandig op internet (zonder toezicht ouders). De meeste internetgebruikers zijn nog nooit slachtoffer geweest van cybercrime, maar zij lopen wel risico. De kans is groot dat zij dit niet beseffen. Jongeren gebruiken internet meer als een communicatiemiddel. Op sociale netwerken wordt veel persoonlijke informatie achtergelaten met de kans op misbruik. Jongeren zijn zich minder bewust van de gevaren op internet. Dit maakt jongeren op internet minder bezorgd over mogelijke gevaren. Daarnaast schatten jongeren hun eigen kennis over cybercrime hoger in (46%) dan volwassenen (25%). Jongeren zijn tevens opgegroeid met internet en vertrouwt geraakt met het medium. De minder bezorgde houding en overschatting van eigen kennis, kan het besef van cybercrime verlagen.
Doelstellingen De campagne heeft als doel om het brede publiek meer bewust te maken van de risico’s van cybercrime en de bereidheid om zelf maatregelen te nemen te stimuleren, waarbij de focus momenteel met name ligt op misbruik van persoonlijke gegevens. Hoewel er verschillen zijn tussen de twee doelgroepen, willen we voor beide groepen hetzelfde resultaat realiseren. De doelstellingen zijn daarom voor beide groepen gelijk. Per doelgroep moet nog via een voormeting in het campagneeffectonderzoek bepaald worden welk gewenst eindniveau realistisch is (zie kopje onderzoek). Kennisdoelstellingen (13+): • Internetgebruikers weten dat internetcriminelen er momenteel met name op uit zijn om persoonlijke gegevens te misbruiken. • Internetgebruikers weten hoe persoonlijke gegevens misbruikt kunnen worden en tot welke schade dat kan leiden. • Internetgebruikers weten dat men zelf ook iets kan en moet doen om zich te beschermen tegen misbruik van persoonlijke gegevens. • Internetgebruikers weten dat er een website is met actuele en betrouwbare informatie ter bescherming tegen cybercrime. Houdingsdoelstelling (13+): • Men realiseert zich meer dat men zelf slachtoffer kan worden van cybercrime. Gedragsintentie doelstelling (13+): • Men is vaker bereid zelf maatregelen te nemen tegen cybercrime.
Pagina 7 van 10
Bereiksdoelstellingen: • Bereik en herinnering van de campagne conform benchmarks van Postbus 51 campagnes. • Afhankelijk van creatief concept in overleg nog formuleren: bezoekersaantallen van een website, conversie naar activiteiten op deze website etc. Strategische richting Hoe kunnen we internetgebruikers stimuleren om zich te beschermen tegen cybercrime? En hoe doen we dat zonder de bezorgdheid over cybercrime groter te maken? We willen mensen immers geen angst aanjagen. Bij internetgebruikers is er een laag probleembesef als het gaat om cybercrime, terwijl cybercrime steeds grotere vormen aanneemt. Daarom willen we aandacht vragen voor het probleem en uitleg geven. In de strategie staan daarom vier zaken centraal: • Het probleembesef willen we vergroten door te benadrukken dat internetcriminelen actief zijn, zonder daarbij de focus te leggen op de mogelijke schade of slachtoffers. Het probleem wordt op deze manier niet groter gemaakt dan het is, maar het geeft wel een signaal af dat men serieus rekening moet houden met cybercrime. • Inhoudelijk moet de campagne zich richten op het mogelijk misbruik van persoonlijke gegevens. Persoonlijke gegevens (diverse inloggegevens, persoonlijke informatie op sociale netwerken, gegevens van creditcards en internetbankieren) zijn voor criminelen het meest interessant om te bemachtigen. De campagne moet mensen hiervan bewust maken, ook omdat mensen niet beseffen hoe makkelijk criminelen deze gegevens kunnen achterhalen. • We wijzen gebruikers van internet op de eigen verantwoordelijkheid: men kan zelf wel degelijk iets doen om cybercrime te voorkomen. • De overheid biedt hulp aan, zodat mensen zich zo goed mogelijk kunnen beschermen. Het is daarom van belang dat er een website komt, zodat men op de hoogte kan blijven van actuele en objectieve informatie om zich te kunnen beschermen tegen cybercrime. Boodschap Er is niet één oplossing tegen cybercrime. Er zijn verschillende maatregelen die je kunt nemen om je persoonlijke gegevens te beschermen, en die maatregelen veranderen in de loop van de tijd. Cybercriminelen ontwikkelen immers steeds nieuwe manieren. We kunnen daarom niet één concrete oplossing noemen (doe dit of dat juist niet); die is misschien weer te snel achterhaald. We kunnen wel vertellen dat internetgebruikers zelf iets kunnen doen om cybercrime te voorkomen. Daarnaast moet bekend worden waar men de meest actuele en objectieve informatie over cybercrime kan vinden en hoe men zich tegen cybercrime kan beschermen. De bekendheid van de website is daarom ook van belang. We hebben daarom de volgende boodschap voor ogen: Cybercriminelen zijn via internet voortdurend op zoek naar uw persoonlijke gegevens. U kunt zelf veel doen om het hen zo moeilijk mogelijk te maken. Ga Pagina 8 van 10
naar www…..nl en krijg actuele informatie en hulp om u te beschermen tegen cybercrime. Toonzetting • Het moet uitdagend zijn om de brede doelgroep zover te krijgen dat ze naar de website gaan. De toon moet worden afgestemd op de doelgroep (jong versus volwassenen). • De boodschap moet positief gebracht worden. We helpen mensen en bieden hen een oplossing. • Maak de bezorgdheid over cybercrime niet groter dan het is. • De campagne mag absoluut niet aansporen tot het plegen van cybercrime. We bieden inzicht in cybercrime (hoe het werkt, wat je er tegen kan doen e.d.) met de bedoeling om jezelf beter te kunnen beschermen. Niet om cybercrime aan te moedigen.
Media en middelen Afhankelijk van het concept, hebben we de volgende ideeën t.a.v. media en middelen: • Postbus 51: er is een basisroulement (TV, radio en internet) ingepland vanaf 20 juli 2009 voor 4 tot 6 weken. De mediadruk bestaat uit zendtijd op publieke en commerciële zenders: 300 GRP televisie en 640 GRP radio. In dezelfde periode worden op diverse brede websites webvertisingruimte en zoekmachinetermen ingekocht. Deze middelen richten zich voornamelijk op het algemeen publiek (18+). Andere middelen staan nog open. Voor jongeren moeten specifieke middelen uitgewerkt worden. • Vanaf april 2011 wordt er met drie mediabureaus gewerkt, die fungeren als preferred suppliers. De mediastrategie voor deze campagne zal dan ook door een van die mediabureaus uitgevoerd worden. • PR kan een belangrijk middel zijn om de campagne te lanceren en te ondersteunen. • Een campagnesite als centrale plek van de campagne. De site is daarmee het centrale punt waar ook naar doorverwezen kan worden voor tips, tools en verwante sites zoals Digibewust.nl en Waarschuwingsdienst.nl. Zo verbindt de campagnesite bestaande websites aan elkaar en wordt het een centraal punt. • Marktpartijen kunnen een grote rol gaan spelen om onze boodschap en de website te promoten. Deze samenwerking vergroot het draagvlak. Mogelijke marktpartijen zijn: providers, sociale netwerken, banken, bedrijven die virussoftware leveren, computerwinkels, webwinkels (Thuiswinkel.org) e.d. Onderzoek Het creatieve concept wordt getest. De tv-spot wordt gepre-test. Daarnaast wordt campagne-effectonderzoek ingezet om de campagne te evalueren. Gezien het belang van de website, vindt websiteonderzoek plaats om de website in de toekomst te kunnen optimaliseren. Bovenstaande onderzoeken worden uitgevoerd door onafhankelijke onderzoeksbureaus onder begeleiding van RVD/DPC.
Pagina 9 van 10
Budget (alles incl. BTW): Het budget bestaat uit € 1.100.000,- voor: ontwikkelen creatieve concept, uitwerking en productie middelen, Postbus 51 basisroulement voor media-inkoop tv, radio en internet (a € 210.000,-) en aanvullende media-inkoop. Het budget van € 1.100.000,- is dus ook bedoeld om het Postbus 51 basisroulement a € 210.000,- te financieren. Randvoorwaarden • De bezorgdheid over cybercrime neemt door de campagne niet toe. Deze blijft gelijk of neemt af. • Het is bij dit onderwerp van belang dat de centrale website technisch optimaal werkt en niet ten prooi valt aan cybercriminelen of hackers. • De website moet voldoen aan de webrichtlijnen van de overheid en wordt daarop getest. • Daarnaast moet de campagne passen binnen het koepelthema Veiligheid. • Ook is het belangrijk om niet het merk of de organisatie te promoten, als wel het onderwerp. • Verder moet duidelijk zijn wie de afzender is (rijksoverheid/postbus 51), zodat mensen het kunnen plaatsen en ze weten dat het onafhankelijke informatie is. • Alle overheidscommunicatie moet voldoen aan bepaalde uitgangspunten. Je kunt een pdf downloaden van de website waarin die uitgebreid staan: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunicatie/documente n-en-publicaties/richtlijnen/2010/12/09/uitgangspuntenoverheidscommunicatie.html
Opdracht aan bureau Het schrijven van een debrief, het ontwikkelen van creatief concept en de visuele uitwerking. Planning Gedurende 7 weken kan aan het concept en de uiteindelijke campagne worden gewerkt. De deadline – presentatiemoment is in de weken 6 – 17 juni 2011. De presentatie wordt gepland in deze weken. Het rooster volgt.
Tips voor het vinden van extra informatie: • http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunicatie/docume nten-en-publicaties/richtlijnen/2010/12/09/uitgangspuntenoverheidscommunicatie.html • www.nederlandveilig.nl/veiliginternetten • www.marketingfacts.nl/berichten/20090813_zo_maak_je_campagne_op_ hyves/ • http://www.marketingfacts.nl/berichten/20090821_het_einde_van_Stanisl av_Hyves_en_Justitie_over_de_campagne/ • Creatief bureau: http://kongamsterdam.nl/#/Stanislav/ Pagina 10 van 10