E e n c o m m e r c i ë l e b i j l ag e va n IC T Me d i a , v e r s pr e i d d o o r H et Fi n a n c i ee l e Dag b l a d
BoardroomIT connected enterprise
JAARCONGRES + BTG THEMADAG
14 en 15 mei 2013
www.it-executive.nl, www.bosscheboardroom.nl
4
Richard den Uijl (BTG) ‘Wegwijs in het woud aan technologische mogelijkheden’
7
Viktor van der Wijk (KLM) ‘Multidisciplinair met functieoverschrijdende doelstellingen’
Co n n ec
19
r pr ted Ente
ise
Fedor Hoevenaars (Tele2) ‘Discussie over ict wordt op steeds hoger niveau gevoerd’
Communicatie en technologie
Jaarcongres Connected Enterprise
3, 4, 15
CIO moet geen slaaf willen zijn van netwerk
6
De voordelen van razendsnel 4G
9
Nederland internetland Learning & Development ‘as a service’
10, 11 16
’S-hertogenbosch – De nieuwe wereld kenmerkt zich door een grote mate van onderlinge verbondenheid van mensen en organisaties. Via internet, bedrijfsnetwerken en mobiele technologie. Maar ook door partnerverbanden, netwerkorganisaties en innovatieve ecosystemen. Hoewel connectiviteit een fundamentele voorwaarde is voor onze dagelijkse persoonlijke en zakelijke activiteiten, is alleen het kunnen leggen van de verbinding niet genoeg. Optimale communicatie en samenwerking vragen naast het benodigde gereedschap tevens om de juiste aanpak en cultuur. lees verder op pagina 3, 4 en 15
En verder.... Optimale connectiviteit 5 Carrierneutraal datacenter is het ideaal 6 Beter samenwerken dankzij Salesforce.com 8 Roadmap voor de ontwikkeling van apps 14 Mobiel gezondheidsmanagement 16 Videoconferencing wordt mobiel 17
Strategische basis ontbreekt
Bedrijven worstelen met sociale media
Door Sytse van der Schaaf
AMSTELVEEN – De inzet van sociale media bij Nederlandse bedrijven bevindt zich nog in een uiterst pril stadium. Ook al hebben consumenten deze nieuwe media massaal omarmd, bedrijven doen er weinig tot niets mee in hun communicatiestrategie richting de klant. Dat blijkt uit onderzoek van KPMG naar het gebruik van sociale media bij ruim 200 Nederlandse organisaties. Uit deze rondvraag blijkt dat minder dan de helft van de bedrijven op dit moment actief is op de sociale media. De gevraagde ondernemingen die wel met deze communicatievormen aan de slag zijn, doen dit nauwelijks op strategische
basis. Van de bedrijven die actief zijn op het gebied van sociale media, heeft minder dan de helft dit verankerd in de strategie. Uit het onderzoek van KPMG blijkt verder dat bedrijven die gebruikmaken van sociale media dat vooral doen om het contact met de klant te onderhouden en inzicht te krijgen in de reputatie die de onderneming heeft. Zo zet bijna 40 procent van de ondernemingen de sociale media in om te communiceren met klanten. “Deze communicatie is vooral één kant op gericht, terwijl de sociale media het juist mogelijk maken om input van de klant te krijgen”, constateert William Koot, partner bij KPMG Advisory. lees verder op pagina 3
Door Rob Beijleveld Fotografie Frank Groeliken e.a.
Over deze uitgave Redactioneel
Klaar voor hyperconnectivity? Door Rob Beijleveld In de wereld van morgen is nagenoeg alles verbonden. Mobiele ap paraten, bedrijfssystemen en sensoren in fysieke infrastructuren. Maar daarmee houdt het niet op. Ook auto’s, mensen en bedrijven onderling zullen steeds vaker op elkaar aangesloten zijn. Deze zoge noemde ‘hyperconnectivity’ is een belangrijk thema van het Jaar congres Connected Enterprise 2013. Connectiviteit, communicatie en (online) samenwerking zijn eveneens sterk IT-gedreven zaken die al langer in samenhang worden geadresseerd op het drukbezochte jaarcongres in mei. Twee jaar na de eerste editie in 2011 heeft dit onderwerp nog niets aan belang ingeboet. In tegendeel: de opmars van cloud computing, slimme mobiele devices, consumerization, sociale media, apps, intelligente netwerken en dito datacenters maken de organisatie meer ‘verbonden’ dan ooit tevoren. Allemaal zaken tenslotte, die de ontsluiting van mensen en informatie eenvoudiger maken; zowel intern als binnen innovatieve ecosystemen en consortia. Wie de trend negeert, heeft het nakijken. Samenwerking Het Jaarcongres Connected Enterprise gaat dit jaar op de vertrouw de voet verder: op 14 mei ontmoeten Nederlandse chief information officers en andere IT-verantwoordelijken, maar ook ‘geconnecteerde’ businessgebruikers elkaar in het sfeervolle Fort Voordorp te Groene kan. Ook tijdens deze derde editie van het evenement wordt intensief samengewerkt met BTG, de organisatie die sinds 1986 de belangen behartigt van Nederlandse bedrijven en instellingen die op grote schaal gebruikmaken van bedrijfscommunicatie. Op 15 mei vindt op dezelfde locatie de BTG-themadag plaats. Trefwoorden voor dit jaar zijn: internet of things, connected archi tecture, digital trust en security. Uiteraard zullen deze onderwerpen
tijdens het jaarcongres zowel vanuit technologisch als economisch perspectief worden belicht. De focus ligt daarbij sterk op de rol die IT binnen organisaties zal gaan spelen bij zowel interne als organisa tiegrenzenoverschrijdende (mobiele) samenwerking. Daarnaast is het evenement de ultieme showcase en voedingsbodem voor nieuwe samenwerkingsverbanden tussen leveranciers, part ners en andere partijen binnen het genetwerkte ecosysteem. Wie de communicatieconnectie maakt of wil maken is erbij op 14 en 15 mei. ROB BEIJLEVELD (
[email protected]) is algemeen directeur van ICT Media en organisator van het Jaarcongres Connected Enterprise.
Vervolg ‘Worstelen met sociale media’
‘Organisaties laten aanzienlijke kansen liggen’ AMSTELVEEN – De onderzochte bedrijven blijken bovendien te worstelen met de positie van de sociale media binnen de organisatie. Bijna 30 procent van de ondernemingen geeft aan dat het gebruik van sociale media niet op de bestuursagenda voorkomt. Bij een op de vier bedrijven vormen de sociale media de verantwoordelijkheid van de directeur. Ruim 20 procent geeft aan dat de inzet ervan is belegd bij de afdeling Sales & marketing. Als er al budget vrijgemaakt is voor sociale media, blijkt dit vooral te worden gedeeld met dat van de marketing- of IT-afdeling. Hoewel de sociale media een populair kanaal vormen om in contact te komen met de klant, worden zij nog in beperkte mate gebruikt voor de verkoop van producten en diensten. Meer dan 80 procent van de onderzochte bedrijven geeft aan producten en diensten niet actief via de sociale media te verkopen. Koot ziet meer mogelijkheden.
Webcare “De meeste bedrijven laten hier dan ook aanzienlijke kansen liggen”, aldus de expert. “Zo geeft maar 7 procent van de bedrijven aan dat zij klanten betrekken bij het verbeteren van producten. De onderzochte bedrijven zetten de sociale media bovendien in beperkte mate in bij het verlenen van service aan de klant. Iets meer dan een op de vier bedrijven beschikt over een webcareteam dat de vragen en klachten van de consument via de sociale media afhandelt.” De opmars van de sociale media en de groeiende datastroom zullen een grote invloed hebben op de identiteit en de aard van de ondernemingen. Bedrijven zullen merken dat de digitale identiteit net zo belangrijk wordt als de fysieke identiteit en dat beide steeds verder zullen samensmelten. Om alle data realtime te kunnen verwerken en te kunnen analyseren, zullen bovendien nieuwe technieken nodig zijn.
Deloitte investeert in Salesforce-kennis AMSTERDAM – Consultancybedrijf Deloitte en het in Salesforce.com gespecialiseerde Vivens hebben overeenstemming bereikt over een overname. Door deze transactie wordt Deloitte de belangrijkste speler voor Salesforce.com in de enterprise-applicationsmarkt in zowel Nederland als België. Vivens is een gespecialiseerde dienstverlener op het gebied van technologie van Salesforce.com, Microsoft Sharepoint en .Net. “De expertise, kennis en het klantenbestand van Vivens sluiten aan bij de doelstelling van Deloitte Consulting om een sterke en kwalitatieve groei te realiseren met betrekking tot haar Salesforce.com-, Microsoft SharePoint- en .Net-dienstverlening”, stelt Mario van Vliet, managing partner Deloitte Consulting. Na de overname wordt Deloitte marktleider in de Benelux op het gebied van Salesforce.com en verstevigt het bedrijf internationaal zijn positie als een van de twee grootste Salesforce.compartners. Door de overname verwelkomt Deloitte ongeveer vijftig medewerkers.
Uitgebreide analyse van cybercrime GROENEKAN – Financieel gemotiveerde cybercriminaliteit en overheidsspionage domineerden in 2012 het beveiligingslandschap. Dit blijkt uit het Data Breach Investigations Report 2013. Tijdens het Jaarcongres Connected Enterprise op 14 mei in Groenekan presenteert Verizon, als opdrachtgever van het rapport, een diepgaande analyse van de hedendaagse cybercrime.
Masterclass Tijdens het Jaarcongres Connected Enterprise zal een masterclass worden verzorgd door een van de auteurs van het DBIRrapport over de uitkomsten ervan en welke impact de conclusies kunnen hebben op grote en middelgrote organisaties. Geïnteresseerden kunnen zich registreren via www.connectedenterprise.nl onder vermelding van DBIR-masterclass.
Uit het DBIR 2013 blijkt verder dat het aantal incidenten waarbij hacktivisten zijn betrokken op een gelijk niveau bleef. De hoeveelheid gestolen gegevens nam echter af doordat veel hacktivisten overstapten op andere methoden, zoals Distributed Denial of Service (DDoS)aanvallen. Deze hebben als doel systemen te verstoren of plat te leggen. Het is voor de zesde maal dat Verizon het rapport publiceert. Het rapport bevat dit jaar de gegevens van negentien toonaangevende veiligheidsorganisaties van over de hele wereld; driemaal zoveel als vorig jaar.
Colofon: Hoofdredactie Hotze Zijlstra Eindredactie Yvette Polman, Edith Kroon Medewerkers Arnoud van Gemeren, Bram van Mechelen, Sytse van der Schaaf Fotografie Eric Fecken, Frank Groeliken, Roelof Pot, Marcel Willems Vormgeving Sabine van Loon Drukwerk PRinterface Uitgever Rob Beijleveld, ICT Media BV Magistratenlaan 184, 5223 MA, ’s-Hertogenbosch, t 073-6140070, f 073-6129997,
[email protected] Sales & marketing events Bart de Vaan Sales & marketing media Jeffrey Ploeg, © ICT Media BV, ’s-Hertogenbosch 2013
4
Door Eric van der Steen Fotografie Studio Damon Photography
Bedrijfstelecommunicatie
Richard den Uijl, directeur BTG
Nieuw elan binnen belangenorganisatie DRIEBERGEN – Richard den Uijl werkte onder meer bij marktleiders KPN, Ziggo en het Chinese Huawei. Sinds 1 januari 2012 is hij directeur en boegbeeld van belangenorganisatie BTG. De ‘telecommer in hart en nieren’ kreeg een heldere opdracht van het bestuur mee: zorg voor nieuw elan binnen deze oer-Hollandse vereniging en poets het ietwat stoffige imago op. Tijd voor een tussenbalans. Waar staat BTG eigenlijk voor? “Nederlandse Vereniging Bedrijfstelecommunicatie Grootgebruikers. Inderdaad, een hele mond vol. Een naamsverandering en rebranding zoals dat tegenwoordig zo mooi in het Engels heet, is nu nog prematuur. Misschien over een jaar of twee, drie”, aldus Den Uijl die zich eigenlijk meer een ondernemer voelt dan een manager. Den Uijl komt dan ook uit een echte ondernemersfamilie die haar roots in Scheveningen heeft liggen. “Een van de kernwaarden van een familiebedrijf is dat er altijd goed voor het personeel en de klanten wordt gezorgd. In goede en slechte tijden. Die menselijke maat heb ik gedurende mijn loopbaan altijd voor ogen gehouden.” Sinds 1986 behartigt BTG dus de belangen van de grootzakelijke telecom- en ict-gebruikers, voornamelijk multinationals, ministeries, maar ook ziekenhuizen. BTG lost issues
telefooncentrales, de zogenaamde PBX’en of PABX’en. Maar met de sterke opkomst van datacommunicatie, IP-telefonie en mobiele communicatie zijn spraak en data tegenwoordig onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bovendien zijn de eindgebruikers steeds mondiger geworden. Medewerkers willen tegenwoordig het liefst hun eigen smartphone of tablet ook op het werk gebruiken. En dat heeft grote gevolgen voor beveiliging van bedrijfsgegevens en privacy van medewerkers.” “Leveranciers bieden tegenwoordig cloud computing, maar de juridische consequenties en de gevolgen voor de beveiliging van data zijn nog volstrekt onduidelijk. Wij proberen onze leden wegwijs te maken in het woud aan technologische mogelijkheden. Daarbij leggen we de focus op de toepassing van technologie in organisaties. Wat kan ik ermee en wat is de toegevoegde waarde? Bijvoorbeeld: is er een sluitende businesscase te maken voor wat tegenwoordig ‘bring your own device’ wordt genoemd? Maar ook: welke concrete afspraken kun je maken met de fiscus? Met zo’n 250 grote organisaties als lid zijn er altijd wel een paar organisaties bezig met innovatie. BTG zorgt ervoor dat andere leden daarvan kunnen leren. Wij faciliteren dat leden praktijkervaringen kunnen uitwisselen. Niets meer en niets minder. Een ander, heel praktisch voorbeeld is: wie heeft er in het buitenland goede ervaringen met welke operators? BTG zorgt ervoor dat deze ervaringen onderling worden gedeeld.”
Richard den Uijl
“Wij proberen onze leden wegwijs te maken in het woud aan technologische mogelijkheden” voor leden op, bijvoorbeeld met leveranciers als KPN of Vodafone. De vereniging vertegenwoordigt leden bij regelgevende instanties zoals ACM (de voormalige OPTA), EZ en de Europese Commissie. Zo stond enige tijd geleden een ontmoeting met Eurocommissaris Kroes op het programma. Daarnaast onderhoudt de vereniging ook contacten met internationale gebruikersorganisaties. Er bestaat een warme band met de Belgische collega’s van BELTUG en de internationale INTUG die binnenkort een congres in Madrid organiseert. BTG zorgt er concreet voor dat leden kennis en ervaringen onderling kunnen delen, maar ook dat leden van elkaar en van kennisinstituten kunnen leren. Het netwerken tijdens projectgroepen en themadagen staat hierbij centraal. “Als het nodig is, deinzen we er niet voor terug om namens onze leden de publiciteit te zoeken, bijvoorbeeld bij grote verstoringen in de telecomdienstverlening.” Welke issues spelen er dan? “Sommige issues spelen al jaren, denk bijvoorbeeld aan de hoge kosten voor (internationale) roaming. Een ander voorbeeld dichter bij huis is de kwestie rondom 088-nummers. Daarbij heeft de vereniging jarenlang tegen de stroom op geroeid, omdat markt en overheid de noodzaak van nummers zonder
lokale binding niet inzagen. Onze inspanningen hebben echter vruchten afgeworpen: bedrijfsnummers zijn al jaren een feit en worden nu veelvuldig gebruikt. Per 1 juli aanstaande vindt bovendien een wetswijziging plaats, waardoor er een einde komt aan extra kosten voor het mobiel bellen naar 088-, 0900- en andere niet-geografische nummers. De torenhoge tarieven die mobiele operators berekenen voor met name de mobiele gespreksopbouw naar 0800-nummers zijn BTG-leden al jarenlang een doorn in het oog.” Hoe houden jullie alle nieuwe trends bij? “Ooit beperkte telecommunicatie bij bedrijven en instellingen zich tot bedrijfs-
“Een programma dat ongetwijfeld voor nieuw elan en verjonging gaat zorgen is Mens & Talent”
Vergrijzing is een algemene trend, hoe bereiken jullie generatie Y? “Een van onze programma’s die op termijn ongetwijfeld voor nieuw elan en verjonging in de vereniging gaat zorgen is Mens & Talent. Hierbij ligt de focus nadrukkelijk op het individu. Junior professionals, maar ook senior managers die niet continu bijleren, prijzen zichzelf binnen enkele jaren uit de markt. Daarom brengen we de opleidingen in kaart en onderzoeken we of persoonscertificatie voor onze leden zinvol is. Ook kan BTG helpen bij het opstellen van functieprofielen in het vakgebied. Wat zijn de benodigde competenties? Wat verdient een telecommanager eigenlijk? Uit ervaring weten we dat de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden extra aandacht vereist. Hoe overtuigt de IT-manager bijvoorbeeld zijn CFO, die alleen maar in euro’s denkt, van de noodzaak om te investeren in een bepaalde technologie?” Wanneer zijn de gestelde doelen bereikt? “Hoewel we de eerste successen hebben geboekt, is de missie zeker nog niet volbracht. ‘Turn arounds’ gaan altijd gepaard met weerstand tegen verandering”, zo weet Den Uijl, die onder meer bedrijfskunde studeerde, uit ervaring. “Mensen zijn gewoontedieren en een bedrijfscultuur veranderen die al meer dan 25 jaar bestaat, blijft lastig.”
Door Eddy Gijssel Fotografie De Telecom Adviseur
Connectivity
5
20x optimaal verbonden Zonder connectiviteit ligt alles stil
BREDA – Zonder transport staat alles stil. Dit geldt ook binnen de ict- en telecomsector. Zonder connectiviteit is er geen toegang tot internet en sociale media, zijn apps en clouddiensten niet te gebruiken en kunnen we niet meer bellen en sms’en. Connectiviteit Eddy Gijssel
is onze nieuwe nutsvoorziening geworden. Connectiviteit is de verzameling van alle verbindingen die ons in staat stellen om digitaal in contact te blijven met mensen, organisaties en toepassingen. Bedrijfsmatig gaat het daarbij om de verbinding met klanten, medewerkers, partners en leveranciers. Daarnaast hebben we dankzij connectiviteit overal en altijd toegang tot onze data en applicaties. Bij de zakelijke inkoop van connectiviteit zijn de volgende twintig punten van belang.
1
Impact Om de juiste connectiviteit voor een organisatie vast te kunnen stellen dienen eerst de volgende vragen beantwoord te worden: Waar willen we als organisatie toegang toe hebben en waarvoor? Wie willen we allemaal toegang geven, en hoe? Waar en wanneer moet deze toegang beschikbaar zijn en hoe veilig moet het zijn? Hoe belangrijk is connectiviteit voor onze bedrijfsvoering en ons imago?
2
Vormen Er zijn vier basisvormen van connectiviteit: vast-spraak, vast-data, mobiel-spraak, mobiel-data. Per vorm zijn meerdere technologieën beschikbaar. Hierbij wordt mobiel steeds belangrijker en verliest vast meer en meer terrein. In algemene zin geldt: vast als het moet en mobiel als het kan.
3
Vast-spraak De oudste vorm van connectiviteit is vast-spraak, oftewel: telefonie. Vroeger kende men alleen analoge netlijnen. Inmiddels zijn analoog, ISDN2, meervoudig ISDN2, ISDN15/20/30, VoIP over internet, en een SIP Trunk de belangrijkste technologieën.
4
Vast-data Vast-dataconnectiviteit werd vroeger vooral gebruikt om informatie van grote mainframecomputers te ontsluiten naar ‘domme’ terminals op kantoren. Hiervoor werden analoge huurlijnen gebruikt: koperlijnen die via het telefoonnet locaties van één organisatie met elkaar verbonden. Tegenwoordig zijn de belangrijkste technologieën: ADSL (2+), SDSL, VDSL, kabel/COAX, digitale huurlijn, extended ethernet en glasvezel.
5
Mobiel-spraak Mobiel-spraak is een veel jongere vorm van connectiviteit dan vast-spraak. Portofonie was jarenlang de enige vorm, tot in de jaren tachtig de eerste mobiele telefoons verschenen. De introductie van GSM in 1996 heeft voor een belangrijke versnelling gezorgd. De belangrijkste technologieën zijn nu: GSM/2G, UMTS/3G, LTE/4G, Tetra (PMR), SatCom, DECT, Voice over WiFi en Private GSM.
6
Mobiel-data De jongste vorm van connectiviteit en tegelijk de meest revolutionaire. Mobiel werken, toegang tot mobiele apps: het zou allemaal niet mogelijk zijn zonder mobiel data. GPRS/2G, EDGE/2.5G, HSDPA/3G, LTE/4G, WiMax, WiFi/Hot Spots en SatCom zijn de belangrijkste technologieën.
7
Toepassingen Deze bepalen in hoge mate de vorm van connectiviteit. Bijvoorbeeld overal en altijd met één apparaat kunnen werken of bedrijfszekerheid. Maar ook multichannelcontactcenters en cloudtelefonie voor het optimaliseren van het contact met klanten.
Windows Phone klimt naar derde plek LONDEN – In de strijd om de derde plek op de smartphonemarkt lijkt Windows Phone aan de winnende hand. Dit gaat voornamelijk ten koste van de marktpositie van BlackBerry. Het marktaandeel van Windows Phone is in de meeste landen redelijk aan het stijgen, terwijl dat van BlackBerry fors is gedaald. Dat blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Kantar. Het aandeel van Windows Phone is in Duitsland en Groot-Brittannië gegroeid naar 7 procent, terwijl dat een jaar geleden in die landen nog rond 3 procent lag. In Italië haalt Microsofts mobiele OS zelfs een marktaandeel van 13 procent. Android is uiteraard bijna overal de grote nummer een, gevolgd door iOS van Apple. In zeven landen, waaronder
in Oost-Europa, is Windows Phone de iPhone al gepasseerd, bleek vorige week al. De neergang van Blackberry is logisch, omdat de eerste toestellen met het nieuwe besturingssysteem Blackberry 10 in veel regio’s nog moeten verschijnen.
De eisen die toepassingen stellen zijn zeer divers: van een robuust MPLS-netwerk op basis van glasvezel voor alle bedrijfscommunicatie (spraak, data, e-mail, internet, video) tot een eenvoudige ADSL-verbinding voor surfen op internet.
organisatie. Wanneer videocommunicatie zijn intrede doet, zal de capaciteit en de kwaliteit omhoog moeten. Connectiviteit dient daarom altijd in nauw overleg met de business ingekocht te worden, met een minimale horizon van drie jaar.
8
15
9
16
10
17
Publiek versus privaat Bij publieke connectiviteit is er altijd afhankelijkheid van een provider. Bij private connectiviteit is alles zoveel mogelijk in eigen beheer. Gezien de kostenaspecten kiezen veel bedrijven ervoor om inpandig zoveel mogelijk gebruik te maken van private oplossingen. Dit is naast gemak een van de belangrijkste drijfveren van de vastmobielintegratietrend.
Beschikbaarheid technologieën Is de meest gewenste technologie in een bepaald gebied niet beschikbaar, dan zal uitgeweken moeten worden naar een alternatief. Als ook die connectiviteit niet voorhanden is, vraagt dat om nog meer concessies. Organisaties worden soms elders gehuisvest om gebruik te kunnen maken van de gewenste technologieën. Bijvoorbeeld op een industrieterrein waar glasvezel aanwezig is. Kenmerken Kenmerken bepalen in hoge mate voor welke toepassingen een technologie geschikt is. De belangrijkste zijn: capaciteit, stabiliteit, betrouwbaarheid, schaalbaarheid, beschikbaarheid, kwaliteit, toekomstvastheid, flexibiliteit en robuustheid.
11
Capaciteit Hoeveel capaciteit (bandbreedte en overboeking) is nu en in de toekomst noodzakelijk? Iedere technologie kent zijn eigen natuurkundige grenzen. De bandbreedte geeft daarbij aan welke capaciteit maximaal mogelijk is, terwijl overboeking bepaalt in hoeverre deze capaciteit in de praktijk ook gehaald kan worden. Bepaalde toepassingen zijn logisch verbonden met bepaalde vormen van connectiviteit, zoals videocommunicatie met glasvezel.
12
Stabiliteit De stabiliteit wordt vooral bepaald door de gebruikte technologie en daarnaast door de inrichting van deze technologie door de provider. Voor bedrijfskritische toepassingen is een andere stabiliteit nodig dan voor ‘nice to have’-toepassingen. Vergelijk IP-VPN-netwerken met robuuste verbindingen en zware SLA’s voor toegang tot bedrijfskritische ERPsystemen versus zwaar overboekte ADSLverbindingen voor toegang tot internet.
13
Betrouwbaarheid Zijn bepaalde toepassingen essentieel voor de bedrijfsvoering? Dan dient de betrouwbaarheid hoog te zijn. Deze wordt geborgd door het kiezen van de juiste technologie in combinatie met de juiste SLA bij de juiste provider.
14
Schaalbaarheid Hoe schaalbaar connectiviteit moet zijn wordt vooral bepaald door de ontwikkeling van de toepassingen binnen een
Beschikbaarheid Hoe bedrijfszeker moet connectiviteit zijn en hoelang kan een organisatie zonder? Welke alternatieven zijn er als de connectiviteit ergens uitvalt? Kunnen de medewerkers dan op een andere locatie of op een thuiswerkplek terecht? Of is er een uitwijklocatie beschikbaar? Dit soort overwegingen bepalen in grote mate de gestelde eisen aan beschikbaarheid. Kwaliteit Indien de kwaliteit voldoende is, ervaart iedereen dit als vanzelfsprekend, maar als dit niet zo is gaat men klagen. Bij tijdkritische toepassingen zoals spraak en video worden de hoogste eisen gesteld aan kwaliteit. Een slechte verbinding zorgt immers voor hakkelende gesprekken en verstoort de beeldkwaliteit van de videocommunicatie. Bij mobiele communicatie is netwerkdekking het belangrijkste kwaliteitscriterium.
Flexibiliteit In hoeverre is de provider in staat om de capaciteit snel aan te passen aan de wensen en eisen van de organisatie? En wat kost dat dan? Veel providers staan alleen upgrades van hetzelfde type verbinding toe binnen het contract, waardoor het verstandig kan zijn om in te stappen op de maximaal benodigde capaciteit. Om vervolgens snel te kunnen opschakelen als de capaciteitsbehoefte toeneemt.
18
Toekomstvastheid Dit geeft aan in hoeverre een bepaalde connectiviteitstechnologie voor langere tijd inzetbaar blijft. Dit wordt vooral bepaald door externe factoren zoals het beleid van overheden, de diensten van providers en de producten van fabrikanten. Als organisatie is het vooral van belang om geen technologieën toe te passen waarvan de toekomstvastheid ter discussie staat. Denk aan analoge netlijnen en GSM/2G.
19
Robuustheid Om de robuustheid te verhogen, kunnen per locatie meerdere technologieën gebruikt worden. Hierbij is het belangrijk om de fysieke infrastructuren volledig gescheiden te houden, zodat er bij inbreuk of verstoring van buitenaf minimaal één verbinding actief blijft. Denk aan glasvezel primair en SDSL secundair, maar ook ADSL primair en UMTS secundair.
20
Tot slot Connectiviteit is door de opkomst van mobility en cloud een essentiële voorziening geworden. Het belang zal de komende jaren alleen maar verder toenemen. Het is dan ook zaak om connectiviteit integraal en toekomstvast in te kopen, in nauw overleg met de business.
EDDY GIJSSEL is bedenker en oprichter van De Telecom Adviseur®.
6
Door Michel van den Assem e.a. Fotografie Interxion e.a.
Datacenter
NHR speelt in op veranderende eisen aan infrastructuur
‘CIO moet geen slaaf willen zijn van netwerk’ AMSTERDAM – IT-verantwoordelijken hoeven de toekomst van hun netwerkinfrastructuur niet in handen te leggen van één enkele leverancier. Dat zegt Sara Harshbarger, director of Global Services bij Network Hardware Resale (NHR). “CIO’s en IT-managers kunnen heel goed zelf de regie houden in een multivendoromgeving. Hetzelfde geldt voor de omarming van tools en mogelijkheden voor communicatie en samenwerking. Ecosystemen waarin meerdere leveranciers zijn samengebracht, hebben de toekomst.” Harshbarger beaamt dat netwerk en netwerktechnologie veelal niet de eerste zorg zijn voor CIO’s en IT-managers. Toch is er volgens haar voor de IT-bestuurder veel te winnen op dit terrein. “Onze klanten hebben veelal te maken met een beperking van de budgetten terwijl de wensen en eisen ten aanzien van het netwerk onveranderd hoog blijven”, aldus Harshbarger. “Sterker: de behoeftes worden vaak juist groter. Bijvoorbeeld door groei, overnames en het openen van nieuwe vestigingen.” IT-verantwoordelijken moeten volgens haar
een weloverwogen keuze maken waar men merkproducten en dito ondersteuning wil inzetten en waar ‘pre-owned’ netwerk- en opslagapparatuur zoals NHR die sinds twintig jaar levert, de voorkeur heeft. “Wij kunnen de CIO en IT-manager precies vertellen hoe ze hun geld zo goed en slim mogelijk kunnen inzetten”, verduidelijkt Harshbarger. “In een wereld waarin de budgetten steeds strakker worden, moeten IT-verantwoordelijken idealiter werken met meerdere leveranciers. Als NHR gaat het er daarbij om de IT- en businessroadmap van onze klanten zodanig te kennen dat we ze kunnen helpen bij het selecteren van de juiste partijen en oplossingen. Die ondersteuning zien we voor een deel als onze verantwoordelijkheid.” Onafhankelijk NHR kan de CIO ondersteunen door middel van een webportaal waarnaar IT-managers en CIO’s de onderhoudscontracten voor al hun apparatuur, ongeacht de leverancier, kunnen uploaden. Harshbarger: “Vanuit die centrale omgeving is het mogelijk om alle onderdelen te managen en inzichtelijk te maken voor iedere relevante medewerker. De CIO moet geen slaaf willen zijn van het
netwerk. Onze beheeroplossing kan bijdragen aan zijn of haar onafhankelijkheid.” Vanzelfsprekend heeft NHR een agenda en roadmap als het gaat om nieuwe mogelijkheden en vormen van samenwerking, waarbij veelal een combinatie van sociale media, video, chat, spraak, cloudservices en andere tools wordt ingezet. “Deze ontwikkeling is niet los te zien van de trend om met meerdere leveranciers te werken die
allemaal hun specialistische inbreng in het geheel hebben. NHR kan hierbij een rol spelen door de inrichting van een nieuw datacenter, het wereldwijd leveren van apparatuur of professional services, waarbij de diensten van diverse aanbieders worden samengebracht. Ook op dit terrein kunnen we binnen organisaties dus de rol van adviseur vervullen, maar altijd met het doel dat de klant de regie houdt.”
Interxion: grote verschillen in connectiviteit
Carrier-neutraal datacenter is ideaal SCHIPHOL-RIJK – Sinds het bedrijfsleven de beschikking heeft over internet, worden de grenzen van connectiviteit keer op keer verlegd. Eerst was er een voortdurende toename in snelheid: van dial-up naar DSL. Daarna evolueerden mobiele aansluitingen van 2G via 3G naar 4G. Intussen zorgt connectiviteit ervoor dat we zelfs in de meest afgelegen gebieden toegang hebben tot de relevante informatienetwerken. Connectiviteit wordt door deze voortdurende evolutie steeds complexer. Naast de elementaire verbindingen tussen mensen, data en diensten bestaan er diverse soorten connectiviteit, waaraan weer allemaal andere prioriteiten verbonden zijn, zoals een lage latency, hoge capaciteit of een wereldomspannend bereik. Deze eisen worden evenwel vaak over het hoofd gezien, omdat veel organisaties zich er niet van bewust zijn dat verschillende aansluitingen uiteenlopende prestaties leveren. Soms weet men weliswaar waar de connectiviteit aan moet voldoen, maar slaagt men er niet in de gewenste kwaliteit te leveren aan medewerkers en klanten. In antwoord op deze problemen hebben veel organisaties ontdekt dat carrier-neutrale colocatie datacenters een breed scala aan connectiviteit bieden, waardoor bedrijven in hun sectoren kunnen voldoen aan de eisen die hun industrie en klanten stellen. Verbindingen moeten snel genoeg zijn, voldoende capaciteit bieden voor groei, veilig zijn en idealiter kunnen leiden tot kostenbesparingen.
voldaan door servers te plaatsen in een colocated datacenter. Deze faciliteiten bieden topof-the-line fysieke en virtuele beveiliging. Ze verdelen operationele kosten over meerdere gebruikers, om daarmee hoge prestaties te bieden voor een veel lagere kostprijs.
Michel van den Assem
Latency is een van de belangrijkste en grootste uitdagingen: één enkele seconde vertraging bij het laden van een website doet maar liefst 16 procent van de potentiële internetconsumenten afhaken. Ook andere, ‘non webbased’ businessprocessen worden beïnvloed door latency. Een bekend voorbeeld is de daghandelaar op de beurs, die onmiddellijke reactietijden bij het doen van transacties eist. Zonder een low-latencyverbinding zou het resultaat sterk negatief worden beïnvloed. Capaciteit om te groeien is een andere connectiviteitseis. Stel dat de daghandelaar een extra werknemer wil inhuren. Zal zijn verbinding met de beurs dan snel genoeg blijven? Of zal een gebrek aan bandbreedte de responstijden negatief beïnvloeden? Ten slotte moeten verbindingen veilig en kosteneffectief zijn. Aan beide eisen kan worden
Specifiek Gecombineerd vormen deze vier aspecten – latency, capaciteit, betrouwbaarheid en kosten – de basisvoorwaarden ten aanzien van connectiviteit. Voorbij deze rudimentaire eisen zijn er ook meer specifieke voorwaarden, die de diverse bedrijfsonderdelen of businesses nodig hebben om te kunnen gedijen. Hoewel deze in dezelfde vier besproken categorieën vallen, vraagt elke toepassing om een eigen unieke cocktail van sectorspecifieke eisen. Drie voorbeelden. - Financiële dienstverleners moeten verbindingen hebben die niet alleen hyperveilig zijn, maar ook nagenoeg latencyvrij. Dit om gelijke tred te houden met supersnel fluctuerende marktomstandigheden en koersen. Een milliseconde vertraging kan het verschil maken tussen succes en mislukking. - Voor cloudleveranciers zijn wereldwijde connectiviteit en goede kwaliteit verbindingen met de belangrijkste IP-partners cruciaal om hun oplossingen overal te kunnen leveren. Zowel aanbieders van cloudsoftware als cloudserviceproviders zijn afhankelijk van snelle verbindingen met partners, om continu high-performance dienstverlening te kunnen garanderen. - Mediabedrijven moeten ontzettend hoge
volumes van datarijke content (zoals films, muziek, foto’s, videogames) snel en efficiënt verwerken om zo de gebruikerservaring van hun services te maximaliseren door hakkelige beelden te voorkomen. Dit vereist een veel hoger capaciteitsniveau en onaflatende prestaties. Carrier-neutraal Iedere sector heeft een eigen samenstelling van connectiviteitsbehoefte – een andere telecompartij, een specifieke internetexchange, een directe kabelverbinding, peering et cetera en daar bovenop hebben bedrijven behoefte aan een variëteit van verbindingstypes. Carrier-neutraliteit is in het kader van connectiviteit het belangrijkste punt. Sommige datacenters kunnen ‘slechts’ via een enkele aanbieder verbinding aanbieden. Zogenoemde carrier-neutrale voorzieningen stellen hun klanten evenwel in staat om partnerships aan te gaan met meerdere carriers, ISP’s en/of internetexchanges voor het opzetten van de ideale connectiviteit. Maar ook voor het behoud van de uptime indien een van de leveranciers ‘down’ zou gaan. Dit is voor organisaties die op zoek zijn naar een datacenterfaciliteit belangrijk om in gedachten te houden. Ondernemingen zouden derhalve moeten kiezen voor colocatiefaciliteiten die carrier-neutraal zijn en daardoor consistente, hoogwaardige prestaties kunnen garanderen voor hun specifieke connectiviteitsbehoeften. Michel van den Assem is managing director bij Interxion datacenters. Download de cloudwhitepapers hier: www.interxion.com/sectors/ cloud, Twitter: @interxion_nl.
Door Hotze Zijlstra Fotografie Mark van den Brink
IT & business
7
Viktor van der Wijk, director Digital Marketing KLM
Social is business! AMSTELVEEN – Luchtvaartmaatschappij KLM haakt met volle overgave in op de beweging van sociale media naar sociale business. “Meer dan drie miljoen followers en fans volgen KLM op Facebook en Twitter”, aldus Viktor van der Wijk. “Met de komst van social media wordt online steeds belangrijker als communicatiekanaal met de klant.” KLM gebruikt sociale media zowel op het gebied van klantenservice, merk- en reputatiemanagement als de traditionele verkoop. Als grote organisatie kun je volgens Van der Wijk, binnen KLM verantwoordelijk voor de online klantenwerving, handig gebruikmaken van alle nieuwe mogelijkheden van Twitter, Facebook, LinkedIn, enzovoorts in het kader van een wisselwerking met de eindklant. Bij KLM heeft men reeds grote stappen gemaakt met de omarming van sociale media. De aanleiding daarvoor was de aswolk in 2010, waarbij het Europese luchtruim voor een aantal dagen op slot ging. “Dat heeft enorm veel teweeggebracht”, aldus de Digital Marketing-directeur. “Passagiers konden niet weg, helpdesks waren overbelast, onze site lag zo goed als plat, contact leggen via e-mail kon niet meer. We waren onbereikbaar geworden en zijn eigenlijk per toeval begonnen om met onze klanten te gaan communiceren via Facebook. Daar bleek een enorme behoefte aan, omdat alle betrokkenen voortdurend wilden weten wat de status was. We hebben toen in no-time een vrijwilligersorganisatie neergezet van collega’s uit de afdelingen e-commerce, marketing en corporate communications, die op 24-uursbasis shifts zijn gaan draaien. Met z’n allen zijn we toen op Facebook berichten gaan zetten en vragen gaan beantwoorden – alle informatie verstrekken die we kónden verstrekken. Het was aan de ene kant een crisis, maar anderzijds een succes.” Ongenoegen “Het succes van de inzet van social media creëerde intern draagvlak. Daarmee overwonnen we een drempel die heel veel andere organisaties niet zomaar konden en kunnen nemen: een grote mate van ondersteuning op het hoogste niveau. Zonder aswolk was het uiteindelijk allemaal ook wel van de grond gekomen, maar beslist een stuk trager.” Naast de IT-functie waren er bij het opzetten van een socialemedia-aanpak en dito strategie zoals gezegd diverse KLMafdelingen betrokken: marketing, sales, e-commerce, corporate communications en de interne IT-functie. Van der Wijk: “Het is vanaf de start een multidisciplinaire organisatie geweest, met functieoverschrijdende doelstellingen. Natuurlijk zou dit bij grote projecten altijd zo moeten zijn, maar je moet er als management dan wel boven staan om het gezamenlijke belang te onderstrepen. Op die manier zorg je uiteindelijk voor gezamenlijk succes. Uiteindelijk is onze aanpak een gouden formule gebleken.” IT-functie Waar de meeste bedrijfsfuncties het belang van sociale media en klantinteractie via internet wel inzien, blijft IT binnen veel organisaties een beetje achter. Men grijpt terug naar terreinen waarop IT zich traditioneel veilig voelt. Sociale media hoort daar nog niet echt bij, dat is in de ogen van IT’ers nog vooral een marketingverhaal. “Het is inderdaad zo dat er voor de IT-afdeling veel nieuwe zaken bij komen kijken. Maar vanwege het feit dat IS (Information Systems, red.) ten tijde van de aswolk vanaf het begin is meegenomen, kregen we vanuit dat deel van de organisatie de medewerking die nodig was om ook de backbone te organiseren; bijvoorbeeld bij
Viktor van der Wijk
“Het is vanaf de start een multidisciplinaire organisatie geweest, met functieoverschrijdende doelstellingen” het uitproberen en de implementatie van software als Salesforce.com en Radian6.” Het is uiteindelijk een intensieve samenwerking geweest, die is uitgemond in de Social Media Hub binnen KLM: een team van een kleine vijftig mensen die in shifts continu actief zijn op de sociale media. Hier is Information Management Office (IMO) ook een onderdeel van. Gevraagd naar de ROI voor deze activiteiten antwoordt Van der Wijk dat je eerst moet weten hoe je de opbrengsten van activiteiten op het terrein van sociale media meet. “Daar worstelt iedereen mee”, stelt hij. “En toch, als we waren begonnen met een ROI als basis waren we nooit
geweest waar we nu zijn. We zijn gestart met durf, transparantie en de overtuiging dat dit werkt. Inmiddels zijn we door Socialbakers.com erkend als het meest ‘social devoted’ merk. We staan boven merken als Nike en Sony, waarmee we aantonen dat onze aanpak effect heeft.” Daarbij wordt niet alleen gekeken naar het aantal vrienden en volgers, want die kunnen heel passief zijn. Het gaat vooral om de ‘engagement’ en ‘interaction rates’; en die zijn in de ogen van de director E-acquisition erg goed. “We zitten momenteel op zo’n 15.000 tot 20.000 wekelijkse vermeldingen op Facebook en Twitter, die tevens worden gespecificeerd op sentiment. Qua ‘likes’ zitten we op meer dan twee miljoen op onze centrale Facebook-pagina. Al deze gegevens worden tot aan het hoogste bestuursniveau toe gerapporteerd.” Social commerce Vanuit klantencontact en klantenzorg, beweegt de KLM-organisatie ondertussen in de richting van wat Van der Wijk s-commerce noemt: sociale commercie. Een voorbeeld daarvan is de zogenoemde Trip Planner: “Daarbij is het in het kader van ‘social booking’ via internet mogelijk om de data, bestemming en vlucht voor een trip met vrienden te plannen.” Viktor van der Wijk wil met KLM graag een echte social business worden, waarbij
sociale technologie wordt gebruikt om de bedrijfsdoelstellingen te behalen. “Deze kunnen liggen op diverse terreinen: klanttevredenheid, omzetvergroting online, en klachtenafhandeling”, vertelt hij. “De inbedding van technologie binnen de operationele processen kan een rol spelen bij het verwezenlijken ervan. Een ontwikkeling die steeds sneller gaat, en bovendien geholpen wordt door de opmars van tablets en andere devices. Als een passagier om welke reden dan ook recent contact heeft gehad met de Social Media Hub, kunnen we de dienstdoende purser daarvan op de hoogte te stellen. Een reiziger die op een eerdere vlucht een koffer is kwijtgeraakt kan op deze manier extra beenruimte of iets anders worden aangeboden.” “Dit is zó krachtig!”, vervolgt de directeur. “We kunnen de klant weer echt centraal zetten, waarmee de cirkel echt rond is. Dit alles door het op de juiste manier inbedden van technologie en het betrekken van de Social Media Hub. De grenzen tussen al die functies zullen daarbij overigens vervagen. De silo’s gaan onder druk van social business bottom-up verdwijnen.” Tijdens het Jaarcongres Connected Enter prise op 14 en 15 mei zal Karlijn VogelMeijer meer vertellen over de toepassing van sociale media en andere communica tiemiddelen binnen KLM.
8
Door Sytse van der Schaaf e.a. Fotografie Salesforce.com e.a.
Cloud computing
MisterClipping.com profiteert van CRM in abonnementsvorm
Optimaal samenwerken dankzij Salesforce.com
HAARLEM – Niet alleen multinationals profiteren van CRM in abonnementsvorm, ook kleinere bedrijven krijgen dankzij leveranciers als Salesforce.com technologie in handen waar ze vroeger alleen maar van konden dromen. “Toen wij in 2004 op zoek waren naar klantbeheersoftware uit de muur was Salesforce.com de enige die het op deze manier aanbood”, zegt Björn Plooster, marketingmanager van MisterClipping.com.
even overwogen om een eigen softwareplatform in de lucht te brengen. Een echt alternatief was dat niet. “Andere CRMsystemen kenden we wel,” stelt Plooster, “maar deze hadden zulke hoge aanschafkosten en waren zo duur in het onderhoud dat het geen reële optie was. Salesforce heeft tegen een vast bedrag per medewerker per maand veel meer functies.” En de trom van het forse updatetempo van Salesforce, die drie keer per jaar voorbijkomt; heeft Mister Clipping daar nog last van? “Ik heb het nog niet meegemaakt dat de applicatie op een cruciaal moment uit de lucht is geweest. Het onderhoud vindt bijvoorbeeld zaterdagnacht om half vier plaats en is in een minuut weer voorbij. Als gebruiker kun je gewoon in je bed blijven liggen.”
Mister Clipping is een online outsourcingsbedrijf, gespecialiseerd in het in grote hoeveelheden bewerken van beelden in Photoshop. Plooster: “We werken voor grote retailconcerns en bekende wereld-
“Wij kunnen optimaal samenwerken met de klant rondom marketing en sales” merken, maar ook rechtstreeks voor merkenbureaus en fotografen. Alle beeldbewerkingen, zoals retoucheren en vrijstaand maken, zijn handwerk. Maar het hele proces hieromheen, het aanleveren, aanwijzingen geven, controleren, downloaden en dergelijke hebben we op MisterClipping.com volledig geautomatiseerd. Via onze portal gecombineerd met Salesforce en Force.com
bedienen wij onze klanten door vele duizenden beelden per dag in het buitenland te laten bewerken. Hoe groot de opdracht ook is, binnen een etmaal is het werk gedaan.” Gezien dit businessmodel is het een groot voordeel dat het platform volledig op cloudtechnologie gebaseerd is. “De portal vervult hier samen met de Salesforcefunctionaliteit een cruciale rol in”, vervolgt Plooster. “Werknemers werken vanuit Salesforce, de portal zorgt voor ontsluiting. Beide systemen zijn via webservices aan elkaar geknoopt met de uitstekende API’s die Salesforce hiervoor heeft. Er zijn inmiddels koppelingen gerealiseerd met de Amazoncloud en digital-assetmanagementsystemen van partners. Wij kunnen op deze manier optimaal samenwerken met de klant rondom marketing en sales.” Geen alternatief Destijds bij de ontwikkeling van het huidige platform heeft Mister Clipping nog
Innovatietempo Het stevige innovatietempo, pluk je daar de voordelen van? “In de basis verandert er niet heel veel als je een update draait”, besluit Plooster. “Het is in al die jaren nog nooit voorgekomen dat na een update van Salesforce de eigen installatie even niet meer werkt. De nieuwigheid van het updatecircus is er na al die jaren wel wat vanaf. Vroeger gingen we alle wijzigingen na om te checken of we met een uitbreiding van het aanbod aan functionaliteiten ons voordeel konden doen. Tegenwoordig lopen we even de kernpunten langs. Soms zit daar wat moois bij en kunnen we een verbetering meepakken. Soms verdwijnt er iets. Zo is Salesforce.com standaard gestopt met ondersteuning van Google-integratie, waarmee wij richting onze klanten ons voordeel konden doen. Maar dan kun je via de App Exchange nog steeds een plug-in voor Google Adwords for Salesforce vinden.”
‘Sourcingsadvies is een nichemarkt’ SCHIPHOL-RIJK – Focus en toewijding, daar draait het volgens Paul Cornelisse om in de benchmark- en adviesmarkt. Onlangs stapte de sourcingsexpert over van ict-dienstverlener Cegeka naar benchmarkspecialist Metri. Vanuit het kantoor in SchipholRijk gaat hij het bestaande portfolio helpen versterken en uitbreiden. “Mijn handen jeuken”, aldus de kersverse directeur, die naast oprichter Bart de Ruijter aan het Metri-roer staat. “Er bestaat in de sourcingsadvieswereld een enorme behoefte aan echt specialisme.” Als voormalig partner bij het enkele jaren geleden door KPMG ingelijfde sourcingsadviesbureau EquaTerra zag Cornelisse na zijn vertrek naar Cegeka met lede ogen aan hoe grote partijen een breed scala aan consultancydiensten aanboden, maar dat de echte focus ontbrak. “Er is ruimte voor middelgrote adviespartijen, met pakweg 15 tot 35 mensen in dienst, die zich vanuit hun specialisme echt richten op strategische sourcingsv raagstukken.” Niet open genoeg Ook op het gebied van de benchmarking ziet Cornelisse kansen: “Er wordt binnen de IT-dienstverlening veel gestandaardiseerd en geautomatiseerd, waardoor de transparantie toeneemt. Veel leveranciers zijn evenwel nog niet open genoeg over de te leveren prestaties en voorwaarden, terwijl bijvoorbeeld Rackspace, Google en Amazon dit allemaal keurig op hun website hebben staan. Als Metri zijn we van toegevoegde waarde voor zowel de klant als de leverancier. De eerste kan op basis van onze benchmarks de juiste keuze maken, terwijl we de aanbieder kunnen begeleiden in een steeds transparanter wordend speelveld.”
Social Ads Platform voor Twitter UTRECHT – Salesforce.com, leverancier van cloud-computingoplossingen voor de zakelijke markt, lanceerde recent een zogeheten ‘Social Ads Platform’ voor Twitter, door toepassing van de nieuwe Twitter Ads API-koppeling. Marketeers kunnen nu Twitter-campagnes samen met de bestaande social-marketingprogramma’s beheren via de Salesforce Marketing Cloud. “Succesvolle Twitter-marketing is veranderd en behoeft een meer holistische aanpak dan alleen het plaatsen van content”, zegt Michael Lazerow, chief marketing officer (CMO) van de Salesforce Marketing Cloud bij salesforce.com. “Onze klanten, van de CMO tot de communitymanager, zullen een verhoogde efficiëntie en return on investment zien met ons nieuwe Social Ads Platform voor Twitter, gecombineerd met onze door Twitter gecertificeerde producten voor engagement en analyse.” “Toen we Twitter’s Ads API uitbouwden, wisten we dat het belangrijk was om nauw
samen te werken met onze advertisingpartners om te begrijpen hoe we hun marketingcampagnes effectief kunnen schalen”, zegt Adam Bain, president of global revenue bij Twitter. “We zijn verheugd dat we verder kunnen bouwen op onze langdurige relatie met Salesforce.com en dat we campagnemanagement naar eenzelfde niveau kunnen brengen als hun toonaangevende producten voor monitoring en engagement.” ROI verbeteren Met het nieuwe Salesforce Marketing Cloud Social Ads Platform voor Twitter kunnen merken en bureaus in realtime Twitteradvertentiecampagnes bouwen en uitvoeren, adverteerders in staat stellen om hun campagnes op Twitter efficiënter te schalen door middel van innovatieve workflows, en hun ROI verbeteren door middel van creatieve en gerichte optimalisatie. De realtime aard van sociale media hebben verwachtingen van klanten veranderd. Organisaties moeten een weg vinden om aan deze verwachtingen te kunnen voldoen. Ze moeten zich sneller met klanten verbinden
Hans Brouwer
en feedback en kansen snel intern kunnen doorsturen. “Salesforce.com helpt organisaties daarom met het transformeren en versterken door social media te schalen binnen alle afdelingen van de organisatie”, aldus Hans
Brouwer, vicepresident Salesforce.com voor Noord-Europa. “Met Salesforce kunnen organisaties marketingactiviteiten integreren met sales en klantenservice om zich zo op een geheel nieuwe manier met klanten te verbinden.”
Door onze redactie Beeldmateriaal KPN
4G-netwerk
9
BNR nieuwsradio enthousiast over 4G:
‘Investeren in kwaliteit van onze uitzendingen’ AMSTERDAM – Waar nieuws te vinden is, zijn ook de verslaggevers van BNR Nieuwsradio. Hun bijdragen aan de toonaangevende uitzendingen versturen ze via mobiel internet. Hoofd Techniek BNR Nieuwsradio René van de Kolk: “Ze doen hun werk meestal op plekken waar veel mensen zijn. Die twitteren, whatsappen, versturen foto’s, enzovoort. Met 4G zijn we, ondanks de drukte, verzekerd van een bedrijfszekere verbinding met een hoge audiokwaliteit.” BNR Nieuwsradio behoort tot de FD MediaGroep, de meest vooraanstaande nieuws- en informatiedienstverlener voor ondernemend Nederland. Van de Kolk: “Als commercieel radiostation beschikken we over minder faciliteiten dan de publieke omroepen. We moeten dus technisch slim opereren en de ontwikkelingen goed in de gaten houden.” Vooraf opgenomen nieuwsitems versturen de BNR-verslaggevers nu via een 3G-SIMkaart in hun laptop. De live bijdragen komen ook via 3G, via de speciale app Luci Live op de iPhone, rechtstreeks in de uitzending. “Op nieuwslocaties maken veel mensen tegelijk intensief gebruik van hun smartphones. De capaciteit van het 3Gnetwerk kan dat niet altijd aan. Het geluid hapert dan of de verbinding valt weg. Voor hoogwaardige programma’s als de onze, is dat eigenlijk onacceptabel. Daarom zijn we in een vroeg stadium met KPN in gesprek gegaan over 4G.” Ook met iPhone Zodra René van de Kolk hoorde over de uitrol van het razendsnelle 4G mobiele
netwerk, nam hij contact op met KPN, om te kijken wat de mogelijkheden waren voor zijn organisatie. Dat resulteerde in een pilot, waarbij drie van de zeven vaste verslaggevers werden uitgerust met een zogenaamde
“Bij ons werk is de uploadsnelheid belangrijker dan de downloadsnelheid” MiFi-router. Van de Kolk: “Wij werken met iPhones, maar de iPhone is niet ingesteld op de frequentie van het 4G-netwerk in Nederland. Dat leek dus een probleem te worden, maar KPN bood een heel handig alternatief. Het gaat om een los kastje dat is aangesloten op 4G en functioneert als een soort HotSpot.
Met je iPhone maak je verbinding met deze MiFi-router (WiFi maar dan voor mobiel internet, red.) en via het kastje kom je dus op het 4G-netwerk.” De ervaring van de verslaggevers die met de 4G-oplossing op pad gingen, was enorm positief. “Een feestje”, aldus Van de Kolk. “Ze hebben items gemaakt op heel uiteenlopende plekken, van de rechtbank in Amsterdam tot naast de A4 bij Delft en overal was sprake van een heel mooie, stabiele verbinding. Bij ons werk is de uploadsnelheid belangrijker dan de downloadsnelheid. De rechtstreekse verslaggeving gaat via live streams en de voorgemonteerde items worden via ftp geüpload. Met 4G gaat dat wel tien keer zo snel als via 3G – zowel binnen als buiten. Bij de live streams viel ook de audiokwaliteit op: het klinkt bijna alsof de verslaggever naast je staat. En doordat de packet loss minimaal was, zaten er geen haperingen in het geluid.” Kiezen voor 4G Inmiddels is de pilot afgelopen en gaan de 4G-kastjes weer terug naar KPN. “Ik merk-
te daarbij de nodige tegenzin. Zo’n stabiele verbinding werkt natuurlijk heel prettig. Het geeft onze mensen meer vertrouwen in hun werk. Alleen al daarom zou ik zonder meer kiezen voor 4G. Maar daarbij is het ook een investering in de kwaliteit van je programma. Dat betekent dat er meer luisteraars ‘blijven hangen’, wat zich vertaalt in meer marktaandeel. En dat is voor een commerciële nieuwszender natuurlijk van levensbelang.” Voor alle verslaggevers die niet meededen aan de pilot, maakt BNR Nieuwsradio gebruik van een bedrijfsbundel ‘met veel 3G’. Nu wil René van de Kolk zo snel mogelijk intern voorstellen om de vaste kern van allround verslaggevers uit te rusten met 4G. “Dan kunnen de huidige 3G-dongels van de laptops weg. De laptops kunnen immers net als de iPhones via de MiFirouter op het 4G-netwerk. Zo kan er sneller gewerkt worden, zijn items eerder klaar voor uitzending en komen de verslaggevers – op de plekken waar 4G beschikbaar is – met kwalitatief goede verbindingen in de uitzending.”
Supersnel mobiel internet
4G-uitrol KPN DEN HAAG – Begin februari 2013 lanceerde KPN als eerste Nederlandse telecom aanbieder 4G. Met deze lancering kwam 4G beschikbaar in de driehoek Alphen aan den Rijn, Haarlem, Zaandam, met Amsterdam als epicentrum. Inmiddels is 4G ook beschikbaar in de regio Den Haag; Rotterdam volgt in de maand mei.
De snelle uitrol van het 4G-netwerk verloopt hiermee volgens schema. De verwachting is dat midden 2013 ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking kan beschikken over 4G. In de zomer van 2014 is 4G landelijk beschikbaar. 4G betekent supersnel mobiel internet. Een snelheid die tot op heden alleen thuis mogelijk was. Deze snelheid zorgt voor een geheel nieuwe mobiele internetervaring, zowel op de smartphone, de tablet als de laptop. Het 4G-netwerk biedt op zakelijk vlak nieuwe mogelijkheden voor communicatie en samenwerking. Zo kunnen gebruikers eenvoudiger grote bestanden uitwisselen, ook
onderweg. Ook behoort mobiel videobellen in HD-kwaliteit tot de mogelijkheden. Aanvulling 4G is een aanvulling op de 2G- en 3Gnetwerken. Deze twee vertrouwde netwerken blijven gewoon bestaan en KPN blijft investeren in verdere verbetering van deze netwerken. Alle huidige en nieuwe toestellen en apparaten blijven normaal functioneren op 2G en 3G. Klanten die 4G afnemen, kunnen eveneens gebruikmaken van 3G, bijvoorbeeld in een gebied waar op dat moment nog geen 4G-dekking is. Meer informatie: kpn.com/4G.
10
Door Koos Plegt Fotografie TelecityGroup
Nederland internetland
De handelsnatie Nederland staat synoniem voor vervoer via lucht, water, weg én internet. Door de aanwezigheid van het grootste internetknooppunt ter wereld (AMS-IX) en een aanbod van hoogwaardige datacentra kiezen veel grote internationale bedrijven ervoor hun hoofdkantoor in Amsterdam te vestigen. “Connectiviteit is de belangrijkste economische factor geworden”, zegt Alexandra Schless, algemeen directeur van datacenterdienstenleverancier TelecityGroup Nederland.
Performance en connectiviteit op digitale snelweg AMSTERDAM – Connectiviteit is key in de economie van nu. We rijden allemaal op de digitale snelweg en we willen daarop wel snel van A naar B komen. Het datacenter fungeert als kruispunt op dit digitale snelwegstelsel.
Het gaat bij connectiviteit om meer dan alleen op je bestemming komen. Continuïteit is al even belangrijk. “Tegenwoordig verwacht men simpelweg dat apparatuur altijd beschikbaar is, evenals de applicaties die daarop draaien”, zegt Alexandra Schless. “Want behalve een digitale snelweg zijn wij ook een 24/7-economie, waarin we het heel normaal zijn gaan vinden dat je ’s nachts om half twee je bankzaken kunt doen of een aankoop in een webshop. Tijd is niet meer de bepalende factor voor wanneer we iets doen.”
Alexandra Schless
“We zijn het heel normaal gaan vinden dat je ’s nachts om half twee je bankzaken kunt doen” Wanneer een dienst van een bedrijf een storing heeft, dan is de impact vaak enorm. Zeker op bedrijfsniveau, maar als het een veelgebruikte dienst betreft dan is de impact ook op maatschappelijk niveau groot. “Als leverancier van datacenterdiensten zijn wij ons hier erg van bewust”, aldus Schless. “Wij zijn dag en nacht bezig met het zeker stellen van connectiviteit en continuïteit.” Iets waar de gemiddelde internetgebruiker zelden bij stilstaat. Deze is er stilaan gewend aan geraakt dat internet altijd beschikbaar is. “Ook onze klant is gewend geraakt aan internet als een soort nutsvoorziening die er altijd is”, voegt Martijn Kooiman, sales director TelecityGroup Nederland, toe. “In principe maakt niemand zich echt zorgen of het internet het wel of niet doet. Wel of een app niet werkt, een website langzaam is of een filmpje niet laadt. Dat
valt ook onder de noemer connectiviteit en dat is waar je waarde kunt toevoegen.” Performance Connectiviteit is echter niet alleen een kwestie van ‘aan’ of ‘uit’, maar van hoe goed de performance van een dienst is. “Hoe snel verloopt bijvoorbeeld een online transactie voor het kopen van aandelen? Wat zijn de gevolgen in de gehele internetketen wanneer men online zo’n order doorgeeft? Snelheid is voor veel diensten van groot belang”, zegt Kooiman. “Heel veel spelers in onze markt leveren tegenwoordig wel een goede dienst, maar het gaat erom dat deze kwalitatief ook beter is dan die van de concurrent. ‘Connected
services’ is de sleutel.” Want uiteindelijk is er op het internet een wedloop gaande tussen aanbieders van connectiviteitsdiensten, met als inzet de snelheid en beschikbaarheid van sites en toepassingen. Dat leidt ertoe dat het datacenter als kruispunt op de digitale snelweg naast continuïteit en toegankelijkheid van het internet ook een betere ervaring voor eindgebruikers moet neerzetten. Een aanbieder van een online game die niet soepel loopt, zal bijvoorbeeld geen klanten trekken. “Maar wanneer die game direct is aangesloten op belangrijke internetknooppunten binnen een datacenter, draait deze sneller en wordt er meer gebruik van gemaakt.”
AMS-IX: grootste internetknooppunt ter wereld AMSTERDAM – Nederland neemt wereldwijd een toppositie in op het vlak van internetinfrastructuur. Van al het wereldwijd via internetexchanges uitgewisselde internetverkeer in 2012, nam de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) ruim 8 procent voor zijn rekening. Een substantiële bijdrage, die de komende jaren naar verwachting richting de 10 procent zal groeien. Met 575 aangesloten partijen vormt AMS-IX het grootste internetknooppunt ter wereld. Het biedt een platform voor de interconnectie van alle typen IP-verkeer, of het nu gaat om traditionele data, Voice-over-IP, mobiel internetverkeer of video. In 2012 is deze uitwisseling van internetverkeer op AMS-IX met bijna 30 procent gegroeid, tot een totaal volume van 4.1 exabyte (4.140.000 terabyte). Snel is AMS-IX ook: in november 2012 werd voor het eerst een piek in de internetverkeerssnelheid van 2 terabits per seconde (2 Tbps) gehaald. “De handelsnatie Nederland staat inmiddels synoniem voor vervoer via lucht, weg, water én internet. Daar mogen we met recht trots op zijn”, zegt Job Witteman, CEO van AMS-IX. “Mede dankzij de goede internetvoorzieningen groeit de datacenter- en cloud-computingindustrie in Nederland erg hard en neemt Nederland ook internationaal hier een toppositie in. Door beter gebruik te maken van de connectiviteitsmogelijkheden die de Nederlandse internetinfrastructuur en datacentercapaciteit te bieden heeft, kunnen we gezamenlijk onze online voorsprong versterken.” Infrastructuur AMS-IX werkt samen met een aantal datacentra in de regio Amsterdam. Dit heeft gezorgd voor een sterke internetinfrastructuur, met als gevolg dat verschillende grote internationale bedrijven hun Europese hoofdkantoor in Amsterdam hebben gevestigd. De relatie met TelecityGroup bestaat al sinds 2000, toen AMS-IX als eerste commerciële locatie buiten het Science Park het TelecityGroup-datacenter AMS2 koos, in Amsterdam-Zuidoost. De samenwerking is sindsdien verder geïntensiveerd, onder meer door de implementatie van een zogeheten ‘core-pop’ in het nieuwste datacenter AMS5 in het connectiveitsknooppunt Amsterdam-Zuidoost. “TelecityGroup is een van de partijen die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de optimalisatie van de Nederlandse internetinfrastructuur”, zegt Witteman, die voor de komende jaren een zeer sterke groei van het internetverkeer in Amsterdam verwacht. “Denk daarbij aan de toenemende videoconsumptie en mobiel internet via bijvoorbeeld smartphones en tablets. Hier moeten we gezamenlijk op inspelen.”
Door Koos Plegt Fotografie TelecityGroup
Nederland internetland
11
Datacenter is ‘lifeline’ in economie van nu AMSTERDAM – Als kruispunt op de digitale snelweg en leverancier van connectiviteit, fungeert het datacenter als de lifeline van de hedendaagse economie. Veruit de meeste bedrijven kiezen ervoor hun IT-platformen bij specialisten onder te brengen. De eisen van bedrijven zijn met de groei van het internet in de loop der jaren veranderd. Een aantal zaken is daarentegen ook hetzelfde gebleven. Alexandra Schless: “Toen wij in 1999 begonnen met onze eerste locatie in Nederland op het Science Park in Amsterdam, was het aanbieden van goede connectiviteit al een onderscheidend vermogen.” TelecityGroup koos destijds voor Science Park, waar de Universiteit van Amsterdam en verschillende onderzoeksinstellingen zijn gevestigd, omdat hier (onder meer door de aanwezigheid van de Amsterdam Internet Exchange, in het kort AMSIX) een uitstekende infrastructuur van netwerken lag. “Connectiviteit is sindsdien de belangrijkste economische factor geworden. Een datacenter heeft waarde voor de klant wanneer het een goede toegang heeft tot de verschillende netwerken en een goede connectiviteit biedt. Dat was toen zo en dat is vandaag de dag nog steeds zo.” Aantrekkelijk Amsterdam biedt een uitstekende infrastructuur, waarin netwerken van nationale en internationale telecombedrijven aanwezig zijn. Niet alleen in Nederland, maar ook mondiaal heeft Amsterdam een leidende positie. “Hoe meer netwerken je tot je beschikking hebt, hoe interessanter je bent voor bedrijven”, zegt Schless. “Wat dat betreft is het een feit dat we met onze datacenters AMS2 en AMS5 in AmsterdamZuidoost over de grootste connectiviteitshub van Nederland beschikken en daarmee een unieke positie hebben. Buitenlandse klanten willen hun eigen netwerken gebruiken en gaan daarom in Amsterdam zitten. De netwerken in Amsterdam, de datacentra die deze netwerken faciliteren en AMS-
IX dat deze netwerken ontsluit, zorgen al jaren voor een versterkend effect waardoor Amsterdam wereldwijd gezien een zeer aantrekkelijke locatie is voor datacenters.” Nutsvoorziening Hoewel veel (eind)klanten van datacentra gewend zijn geraakt aan internet dat als een soort nutsvoorziening uit de muur komt en altijd beschikbaar is, is de datacentermarkt allesbehalve vergelijkbaar met de elektriciteits- en gasmarkt. Waar een consument in die markten vaak simpelweg de goedkoopste leverancier uitzoekt, kan een datacenter op verschillende niveaus onderscheidend acteren. Dit onderscheidend vermogen is te vinden in het aanbieden van connectiviteit door verschillende netwerken, maar daar-
“Hoe meer netwerken je tot je beschikking hebt, hoe interessanter je bent voor bedrijven” naast is een belangrijke factor de organisatie in het datacenter zelf. Schless: “Wij hebben hier een heleboel techniek staan, maar voor klanten voor
wie continuïteit belangrijk is, moet je die continuïteit ook kunnen garanderen. Ook techniek kan een keer niet werken, dat is per definitie zo. In zo’n geval moet de organisatie achter de techniek dermate strak op orde zijn, dat de continuïteit volledig gegarandeerd blijft.” Onderscheidend vermogen zit daarom in kennis, ervaring, processen en procedures. “Het gaat bijvoorbeeld om de wijze waarop je omgaat met onderhoud en beveiliging, hoe je je mensen selecteert en opleidt, en hoe je procedures test. Na veertien jaar in deze wereld van datacenterdiensten weet ik dat dit een continu proces is. Want techniek kan echt een keer falen, dat weten we allemaal en dan komt het erop aan of de organisatie daarop is voorbereid en welke acties direct worden ondernomen.”
‘The internet of things’ AMSTERDAM – In een sector die zo snel verandert als IT, is het op het juiste moment beschikbaar hebben van de juiste soort capaciteit en connectiviteit van groot belang. Maar hoe ziet de wereld er over vijf of tien jaar uit? Wat willen klanten dan en wat wil je zelf? Om te overleven en groeien moet een IT-organisatie futureproof zijn. Het internet groeit. Behalve dat men internet intensiever gebruikt en applicaties meer data genereren, neemt ook het aantal internetgebruikers en met name het aantal devices toe. Cisco noemt dit fenomeen ‘The internet of things’. “Alles wordt verbonden met het internet”, zegt Martijn Kooiman, sales director TelecityGroup Nederland. “Niet zozeer je tablet en smartphone, maar juist zaken als je auto, koelkast, kleding en thermostaat. Naar verwachting van Cisco zijn in 2015 25 miljard devices aan het internet gekoppeld.
Vijf jaar later zijn dat er al 50 miljard.” Het internet is niet meer de gebruiker, maar de dingen waar wij sensoren op plakken en data monitoren. Een trend waarbij we pas aan het begin staan. “Zo worden er
“Je auto hangt aan het internet, net als je koelkast” tegenwoordig koeien van wireless sensoren voorzien die tientallen MB’s per maand genereren. Sensoren in een vliegtuig genereren terrabytes aan gegevens per uur, die steeds vaker realtime worden verwerkt via
internet. Of neem een voorbeeld iets dichter bij huis: in ons datacenter op het Amstel Business Park, waar het systeem dubbel is uitgevoerd, zitten twee keer 44.000 meetpunten.” Het op het juiste moment beschikbaar hebben van de juiste capaciteit en connectiviteit om mee te kunnen groeien met klanten, is een succesfactor in de datacentermarkt. Inmiddels staan er in Amsterdam vijf datacentra van TelecityGroup. “Onze laatste toevoeging, AMS5 in AmsterdamZuidoost, is in feite een uitbreiding van AMS2. Dit hebben wij vooral gedaan om de klanten die daar al zaten, verdere groei te garanderen en de beschikbaarheid van de grootste connectiviteitshub te continueren.” Criterium TelecityGroup is als leverancier van datacenterdiensten vooral een specialist voor internetbedrijven, voor wie connectiviteit het allerhoogste criterium is. Toch schuiven
sectoren naar elkaar toe als het gaat om hun eisen in IT-infrastructuur, constateert Kooiman. “Vroeger keken internetondernemingen vol bewondering naar de infrastructuur van grote enterprises, nu is het vaak precies andersom. Ook door eisen als mobiel werken beginnen IT-omgevingen van enterpriseklanten steeds meer de kenmerken te vertonen van omgevingen van de grote internetbedrijven. Want of je nu een online aankoop doet of gaat internetbankieren, een goede ontsluiting voor eindgebruikers is key.” Volgens Kooiman zit er qua IT-apparatuur nog maar weinig verschil tussen een private cloud en een publieke cloud. “Het verschil is dat bedrijven met een private cloud de muren er omheen nog laten staan. Maar ze bouwen allemaal in wezen een kleine Amazon Web Services of Windows Azure. De doelstelling is hetzelfde en ook voor hen is de behoefte aan connectiviteit steeds groter.”
Platinum Partners
Gold Partners
Silver Partners
Knowledge Partners
Media Partners
JAARCONGRES CONNECTED ENTERPRISE 2013 PROGRAMMA – 14 mei
Lifestyle Partners
09:00-10:00
REGISTRATIE & WELKOMSTRECEPTIE
13:00-14:15 LUNCHPAUZE
10:00-11:15
PLENAIR PROGRAMMA I
14:15-15:30 - - -
- Opening Jaarcongres Connected Enterprise 2013 Door: Peter van Kralingen (Tripodie) & Rob Beijleveld (ICT Media) - Dealing with hyperconnectivity Door: Henning Dransfeld, European Lead Analyst Forrester - Hoe krijg je de businesscase voor BYOD rond? Door: Dennis Leerentveld, CIO ISS Facility Services Nederland - Social business in een geconnecteerde wereld Door: Karlijn Vogel-Meijer, Manager Social Media KLM 11:15-11:45 PAUZE 11:45-13:00
PLENAIR PROGRAMMA II
- - -
Migreren tussen cloudproviders Door: Michael Symonds, Principal Solutions Architect Helix Nebula Digital trust en security Door: Jeroen Laarakkers, Senior Consultant TNO Veranderingen binnen de utilitiessector: smart grids en meer Door: Robbert-Jan Stegeman, CIO Alliander
BREAK-OUTSESSIES DEEL I Diverse peer-sessies Diverse rondetafelsessies (op uitnodiging) Diverse expertsessies
15:30-15:45 PAUZE 15:45-17:00 - - -
BREAK-OUTSESSIES DEEL II Diverse peer-sessies Diverse rondetafelsessies (op uitnodiging) Diverse expertsessies
17:00-18:00 RECEPTIE 18:00-21:30 VIP DINER (OP UITNODIGING) Diner-keynote: Guido Thys Entertainment: Tanya’s Chill Kijk voor het volledige programma en informatie over de sprekers op www.connectedenterprise.nl
Partners
BTG
THEMADAG 2013
Knowledge Partners
PROGRAMMA – 15 mei 09:15-10:15
REGISTRATIE & WELKOMSTRECEPTIE
15.45 - 16.15
10:15 -12:00
ALGEMENE LEDENVERGADERING
12:00 -13:00
LUNCHPAUZE
13:00- 14.15
PLENAIR PROGRAMMA I
- - -
Opening BTG themadag 2013 Door: Richard den Uijl (Directeur BTG) Dealing with hyperconnectivity Door: Henning Dransfeld, European Lead Analyst Forrester Lessen uit de eerste ervaringen met 4G Door: Maurice van den Akker, Teammanager Mobile SURFnet
16.15 - 17.30 BREAK-OUTSESSIES - Internet of things Peer-sessie - Digital trust en security Expertsessie - Connected architecture Rondetafelsessie KPN (op uitnodiging) - Mobility vanuit economisch perspectief Rondetafelsessie Tele2 Zakelijk (op uitnodiging) - Collaboration Rondetafelsessie (op uitnodiging)
14.15 - 14.30
PAUZE
14.30 - 15.45
PLENAIR PROGRAMMA II
- Keynote Door: Patrick van der Pijl, CEO Business Models Inc. - Paneldiscussie - Met vertegenwoordigers van o.a. BT, BTG, KPN, BlackBerry, Tele2 Zakelijk, Vodafone en ondernemer Thijl Klerkx - De (missing) link naar de business Door: Guido Thys, spreker en auteur
Pauze
17:30-18:00 RECEPTIE 17.45 - 19.30
BUFFET + ENTERTAINMENT
19.30 - 20.00 EINDE BTG-THEMADAG Bezoek de BTG Themadag op 15 mei in Groenekan. Aanmelden kan via www.btg.org/aanmelden
Media Partners
14
Door Henk-Jan Schuurman e.a. Fotografie ICT Media
Ontwikkeling
Mobile Center of Excellence:
Roadmap voor de ontwikkeling van apps AMSTERDAM – Het aantal applicaties voor mobiele apparaten groeit als kool. Hoe voorkom je als organisatie dat je de controle verliest? Hoe bundel je vragen en zorg je ervoor dat de business optimaal profiteert van de hedendaagse mobiele mogelijkheden? Een Mobile Center of Excellence, waarin zowel IT als de business is vertegenwoordigd, biedt uitkomst. De huidige ontwikkelingen op het gebied van mobile vragen op zijn minst een scherpe blik van de IT-manager. Vrijwel elke IT-manager is ermee bezig en de tijd die hij hieraan kwijt is, neemt toe, blijkt uit recent onderzoek. Dit onderzoek wijst ook uit dat de IT-manager met name druk is met het beheer van apps en de beslissing of hij bepaalde mobiele apps wel of niet toestaat binnen het bedrijf. Bovendien dient hij namens de organisatie ook mee te denken over de mogelijkheden en kansen die een slimme mobiele toepassing voor het bedrijf oplevert. De IT-manager zou vooraf inzicht moeten hebben in wat er allemaal gebeurt binnen de organisatie. Eén ding is zeker: er gebeurt vaak veel meer dan IT voor ogen heeft. Centre of Excellence Bedrijven dienen zich af te vragen wat voor applicaties zij in de toekomst nog willen gaan bouwen. Waar staan we met de infrastructuur? En wat moet er gebeuren om te komen
waar we willen zijn? Bij grotere organisaties zijn soms veertig of vijftig apps in gebruik. En vaak ook nog zonder dat er echt een beleid of strategie voor is, zo bleek uit recent onderzoek van Accenture waarvoor 250 CIO’s zijn ondervraagd. Concreet kwam daaruit naar voren dat slechts 20 procent een goede strategie heeft of een orgaan dat beslissingen neemt omtrent vraagstukken op het gebied van infrastructuur en mobiele applicaties. Dat is weinig, als je nagaat dat de business vaak een sterke vraag heeft naar applicaties, maar zeer geregeld niet het gevoel heeft goed gehoord te worden. Wat is er mogelijk? Wat kost het? En hoe gaat het concreet in zijn werk als we een app willen (laten) ontwikkelen? De antwoorden op die vragen geeft het Mobile Center of Excellence, zoals Accenture het orgaan noemt waarin de business en IT samenkomen om mobility te organiseren. Omdat er veel projecten tegelijkertijd lopen, zorgt het center voor de planning én het koppelen van de juiste mensen.
Strategiestudie Wie een Mobile Center of Excellence wil opzetten, begint met een strategiestudie, waarbij de huidige situatie in kaart wordt gebracht – zowel op het gebied van applicaties als IT. Maar ook daarbuiten, want veel dingen op dit vlak gebeuren juist buiten de IT-afdeling om. IT is af en toe verrast door wat de business doet en hetzelfde geldt voor de verschillende afdelingen onderling. Er worden veel apps ontwikkeld, maar lang niet altijd is de ITafdeling hierbij betrokken. Tijdens sessies met medewerkers komen de belangrijkste IT-vragen en -uitdagingen met betrekking tot mobility voor de komende twee, drie jaar ter tafel. De ontwikkelingen op dit vlak gaan immers zo snel, dat langer vooruitkijken niet zinvol is. De vraag die de organisatie logischerwijs tracht te beantwoorden is: welke eisen stellen ontwikkeling en beheer aan IT en de infrastructuur? Maar ook: wat is er voor nodig qua organisatiemodel om aan de wensen met betrekking tot apps in de nabije toekomst tegemoet te komen? Samenstelling Typerend voor mobility is dat zowel IT als de business het onderwerp interessant vindt. Zowel IT als de business moet ook ruimschoots vertegenwoordigd zijn in het Mobile Center of Excellence met bijvoorbeeld verantwoordelijken per subgebied zoals B2B, B2C en B2E. Al met al is het center zo ingericht dat het in staat is om snel applicaties te
bouwen, ook op grote schaal. De verhouding tussen de business en IT moet daarom ook helder zijn. Het Center of Excellence stuurt zowel de IT-afdeling als de business. Aanvragen voor een nieuwe app komen ook binnen in het center, dat de daadwerkelijke vraag filtert en bekijkt welke IT-componenten en welk organisatieonderdeel ervoor nodig zijn om de app te ontwikkelen. Althans, als de app er gaat komen. Daarbij is duidelijk communiceren van groot belang: deze applicatie doen we wel en die doen we niet. Het center bepaalt de standaarden die worden voorgeschreven voor de ontwikkeling van apps. Getoetst Uiteindelijk dient het Mobile Center of Excellence op zijn beurt natuurlijk ook getoetst te worden. Voldoet het center aan de doelstellingen? Hebben we de juiste capaciteiten in huis, bijvoorbeeld voor het toetsen en beheren van de applicaties? Hoewel je zeker kritisch naar het orgaan moet kijken is het – vanwege de snelle ontwikkelingen in de wereld van de mobiele applicaties – zaak dat het opzetten ervan in een kort tijdsbestek gebeurt. Het is belangrijker dat je als organisatie de basis neerzet dan dat je meteen iets optuigt wat honderd procent perfect is. Vervolgens pas je het center aan de nieuwste vragen en wensen vanuit de business aan. Het woord zegt het zelf al, mobility betekent in beweging blijven. HENK-JAN SCHUURMAN is Mobility Services Lead bij Accenture.
Bernhard van Oranje (Levi9):
‘Geen gemeenschappelijk doel’ AMSTERDAM –Bedrijven en organisaties staan voor belangrijke afwegingen als het gaat om investeringen in IT. Naast de kostengedreven beweging naar cloudoplossingen en standaardpakketten, vereist het creëren van business value vaak maatwerk. Nearshoring – het vlak over de grens aanboren van competenties – levert daarbij een essentiële meerwaarde. Nearshoring onderscheidt zich van ‘farshoring’ naar landen als India en Brazilië, doordat overleg en samenwerking door de kleinere geografische en culturele afstand beter te faciliteren is. “Met name bij ingewikkelde ontwikkelopdrachten is dit een groot voordeel”, aldus Bernhard van Oranje, medeoprichter van Levi9 Global Sourcing. Naast het hoofdkantoor in Amsterdam heeft dit IT-servicesbedrijf vier deliverycenters in Centraal- en Oost-Europa, waar meer dan 350 hoogopgeleide IT-specialisten werken. Qua technologie ligt de focus op de meest gebruikte enterprisetechnologieën PHP, Java en Microsoft. Het idee dat alle betrokkenen in een project of beheerafspraak altijd hetzelfde doel hebben is volgens de ondernemer een illusie. “Maar dat zou wel moeten. Er is vaak een gebrek aan openheid, sprake van conflicterende KPI’s (hoe meer uren, hoe hoger de rekening) en het is onvoldoende duidelijk wat het beoogde businessdoel is. IT wordt te vaak gezien als een kostenpost in plaats van naar de benefits te kijken. Beslissingen zijn bovendien te veel gericht op de korte termijn.” Een optimale wisselwerking binnen een uitbestedingsrelatie is gestoeld op duidelijke, naadloos op elkaar aansluitende (business-)
Bernhard van Oranje
doelstellingen en de garantie dat elk teamlid hier op basis van de juiste prikkels en ondersteuning volledig naar kan acteren. Het One Common Goal-principe van Levi9 betekent dat klant en leverancier hetzelfde nastreven. “Tastbaar succes is de inzet bij het aangaan van de klantrelatie en de start van het project. Dat vraagt om de juiste houding, kundige en verantwoordelijke mensen, strakke afspraken, open communicatie, regelmatige monitoring van de KPI’s en heldere incentives voor de korte en de lange termijn. Het gaat bij ons om het doel dat we gezamenlijk willen bereiken.”
Door Eric van der Steen Fotografie Studio Damon Photography e.a.
Actueel Topmensen moeten doorbraken realiseren
Kabinet neemt ict eindelijk serieus DEN HAAG – Minister Kamp van Economische Zaken heeft vijf topmensen uit het bedrijfsleven aangewezen die doorbraken moeten gaan realiseren in het gebruik van ict in onder meer het mkb en (top)sectoren. Belangenorganisatie BTG vindt dit een goede zaak.
Henk Kamp
Naast oud-minister en internetondernemer Willem Vermeend zijn Erna Froon (Happy Customers), Mark Herbold (CEO ESRI Nederland), Rutger van Slobbe (lid Topteam Logistiek) en Daniël Ropers (directeur bol. com) aangesteld om in publiek-privaat verband ict-gebruik bij bedrijven te vergroten en daarmee innovatie te bevorderen en de concurrentiekracht van bedrijven te verbeteren. Extra inspanning In het rapport van het World Economic Forum (WEF) over Information Technology staat Nederland, na Finland, Singapore en Zweden, vierde als het gaat om het gebruik van ict. Hiermee is Nederland twee plaatsen gestegen ten opzichte van 2012. Om deze positie verder te verbeteren is volgens het kabinet extra inspanning nodig. Zo moet bijvoorbeeld het gebruik van ict bij onderzoek voor mkb-bedrijven toegankelijker worden gemaakt. Mkb-bedrijven kunnen dan prototypes digitaal, goedkoper, beter en sneller testen en betere producten ontwikkelen. Het kabinet wil bovendien dat in 2017 burgers en bedrijven hun zaken met de overheid digitaal af kunnen handelen. Daarvoor is het nodig dat digitale voorzieningen niet alleen worden geïmplementeerd maar ook worden gebruikt. Vermeend en Froon gaan zich samen inzetten voor het mkb. Herbold doet dit voor bedrijven die open (geografische) data willen (her)gebruiken. Van Slobbe zet zich in voor verbetering van informatie-uitwisseling in de logistieke sector en Ropers om belemmeringen weg te nemen voor achterblijvend gebruik van digitale overheidsvoorzieningen door burgers en bedrijven.
BTG: ‘Goede zaak’ Jarenlang was het voor journalisten een nationale sport om in de respectievelijke regeerakkoorden te tellen hoeveel keer het woord ict voorkwam. Het resultaat was meestal bedroevend. Met de opkomst van trends als cloud computing, big data en opensourcesoftware is het volgens belangenorganisatie BTG een goede zaak dat het kabinet nu serieus werk maakt van de digitalisering van onze samenleving.
Script kiddies
Richard den Uijl
Door Richard den Uijl Angst verlamt. Ooit was ik getuige van een tafereel dat zich afspeelde boven aan een vliegtuigtrap. Drie stewardessen probeerden een doodsbange vrouw het vliegtuig in te praten. Vliegangst, dat lijkt mij geen prettig begin van een onbezorg de vakantie. De retourvlucht is immers al geboekt. Over angst gesproken, eind 2012 vroegen onderzoekers van PwC aan 1.330 stoere CEO’s in 68 landen waar zij ’s nachts nu écht wakker van liggen. Maar liefst 63 procent van de roergangers was be vreesd dat een cyberaanval of een inter netverstoring hun onderneming volledig zou kunnen ontwrichten. De afgelopen tien jaar stonden volgens de PwConderzoekers in het teken van disruptie. ’Dealing with disruption’, dat is momen teel de grootste uitdaging. Bijna dagelijks worden ondernemers geconfronteerd met kleine en grote verstoringen in de infrastructuur die zorgen voor ontwrich ting. Deze conclusie werd onlangs nog eens bevestigd door een kleinschaliger onderzoek dichter bij huis. Het uitvallen van de IT-afdeling is de grootste angst die leeft onder CEO’s, zo bleek uit een poll van certificatie-instelling BSI onder 38 klanten. Nu de recente DDoS-attacks bij onze genationaliseerde banken en KLM nog scherp op ons netvlies staan, zou je heel cynisch kunnen stellen dat de CEO’s op hun wenken worden bediend. Misschien is er zelfs wel sprake van een self-fulfilling prophecy. Ik denk in ieder geval dat ING-topman Jan Hommen zich zijn naderende pensionering toch anders had voorgesteld. Welkom in de wereld van de hacktivisten, de script kiddies, de schurkenstaten en de doorgewinterde cybercriminelen. Overuren Inmiddels draaien de techneuten van het Nationaal Cyber Security Centrum overuren. Zij stellen in een zogenoemde factsheet allerlei, met een moeilijk woord, ‘mitigerende’ maatregelen voor. Zaken die, vrij vertaald, de schade als gevolg van DDoS-aanvallen zoveel mogelijk moeten beperken. Het gaat om zaken die mijn pet – en die van de gemiddelde CEO waarschijnlijk ook – in ieder geval te bo ven gaan. Wat te denken van een stateful firewall, blackhole filtering, intrusionpreventionapparatuur, back-up- en fail-overscenario’s en anti-spoofingme chanismen? Volgens de securityexperts
zijn dit allemaal wel noodzakelijke voor waarden om weer grip te krijgen op uw eigen infrastructuur. Maar er is volgens diezelfde experts veel meer werk aan de winkel. Heeft u wel een degelijke risicoanalyse gemaakt? Is er een ‘baseline’ gedefinieerd en is het monitoringsysteem in staat om abnormaal gedrag van de infrastructuur en de onlinediensten te herkennen en op meldingen van derden te reageren? Beschikt u wel over een uitgewerkt plan voor crisiscommunica tie? Welke contractuele afspraken zijn gemaakt met de internetserviceprovider en de verantwoordelijke autoriteiten? Sinds 2003 kennen we in Nederland een corporate-governancecode, waarin een in-controlverklaring is opgenomen, waar als het goed is uw handtekening onder staat. De raad van bestuur bespreekt de interne risicobeheersings- en controle systemen bovendien met de raad van commissarissen en de auditcommissie. Natuurlijk wil ik u geen angst aanpraten. Angst is een slechte raadgever. Maar er rust wel een zware verantwoordelijkheid op uw schouders. Om u te wapenen tegen cybercrime zult u moeten investeren in state-of-the-art beveiligingssystemen en competente systeembeheerders. En dan nog, tegen DDoS-aanvallen is bijna geen kruid gewassen. Connectiviteit is te genwoordig een primaire levensbehoefte en internet is als water uit de kraan. Uw klanten, leveranciers en andere stakehol ders verwachten van u een ongestoorde online dienstverlening. Zij hebben, net als de dame met vliegangst, geen boodschap aan zoiets naars als een disruptie… RICHARD DEN UIJL is directeur BTG.
Gratis internet in de trein krijgt vervolg UTRECHT – T-Mobile en NS hebben onlangs een overeenkomst gesloten, zodat reizigers ook het komende jaar weer van gratis draadloos internet in intercity’s gebruik kunnen maken. Inmiddels zijn al 300 NSintercitytreinstellen voorzien van het ict-platform OBIS dat zorgt voor het gratis internet. Naast wifi zorgt het systeem ook voor reisinformatie en NS-televisie op de schermen in intercity’s. Nog dit jaar worden ook de laatste 65 intercitytreinstellen voorzien van OBIS. “Met de inbouw van dit systeem verhogen we de service aan de klant nog verder”, aldus Ingrid Thijssen, directeur van NS Reizigers. “Door mobiel internet in de trein kunnen zakelijke reizigers bijvoorbeeld onderweg eenvoudig hun mail checken of van het laatste nieuws
op de hoogte blijven. Ook zie je in één oogopslag op de schermen de overstapmogelijkheden of de aankomsttijden.” Populair Internet in de trein is populair onder reizigers. In februari bijvoorbeeld waren er meer dan 1,8 miljoen internetsessies met een gemiddelde duur van 43 minuten en werd er meer dan 20 terabyte aan data verwerkt. Onlangs werd het 300e treinstel met OBIS samen met leverancier Nomad Digital en NS-dochter NedTrain in gebruik genomen. Het OBIS-systeem zorgt voor wifi, reisinformatie en televisie in de trein. Daarnaast wordt OBIS in toenemende mate gebruikt voor andere diensten zoals de nieuwe proef (iNStApp) met het meten van drukte in de trein en (in de toekomst) het monitoren van allerlei systemen in de trein.
15
16
Door Michel Lohr e.a. Fotografie Bloomville e.a.
Informatiecultuur
Mobiel gezondheidsmanagement:
Meetbaar verbeteren
HILVERSUM – Net als de mate waarin werk en privé met elkaar verbonden zijn zullen ook corporate gezondheidsmanagement en ‘quantified self’ steeds meer geïntegreerd gaan worden. Niet voor niets staat een goede balans tussen privéleven en werk in de top 5 van de belangrijkste aspecten bij de keuze van een werkgever. Het gaat daarbij allang niet meer alleen om de hoeveelheid tijd en rust die je hebt om kwaliteit in je (privé)leven aan te brengen. Gezondheid speelt hierbij een steeds belangrijkere rol. Ben jij al into ‘self tracking’? Houd je bijvoorbeeld bij wat je vandaag voor beweging hebt gedaan, wat je eet, hoe je gemoedstoestand is of hoe je slaapt? Op het snijvlak van beweging, voeding, emoties en technologie is het zogenoemde ‘quantified self’ ontstaan. In 2012 waren de totale kosten voor ziekteverzuim in Nederland 12,6 miljard euro. Hierbij bedragen de gemiddelde kosten voor bijvoorbeeld een werknemer op hbo-niveau ongeveer 3.150 euro. Werkgevers zien dan ook steeds meer het belang in van een gezonde levensstijl en zijn vaker bereid om hierin te faciliteren. Medewerkers die gezond leven zijn minder ziek en ook nog eens productiever. Daarnaast draagt corporate gezondheidsmanagement bij aan een toename van de medewerkerstevredenheid en helpt het bij het behouden en werven van personeel. Waar de trend in ziekteverzuim dalend is, zien we juist een toename van langdurig verzuim door psychische klachten. Ook hier zien we dat oorzaken zowel in werk en privéleven gevonden kunnen worden. Enerzijds leiden efficiencyslagen die de laatste jaren
gemaakt zijn tot hogere werkdruk en stress en anderzijds leiden veel werknemers in hun privé-leven ook onder de recessie. Vitaliberty is een Duitse organisatie die corporate gezondheidsmanagement en quantified self geïntegreerd heeft in Moove: een aanpak waar apps onderdeel uitmaken van een integrale aanpak voor de reductie van
“Uiteindelijk is de gezondheid van medewerkers een van de belangrijkste KPI’s” ziekteverzuim en de bevordering van een gezond leven. De essentie zit hem hierbij niet in de geleverde apps voor het dagelijks bijhouden van je gewicht, beweging en het meten van de mate van stress, maar in de integratie en rapportage van alle data en de professionele begeleiding naar een betere gezond-
heid. Het beschikbaar stellen van alle data en de verwerking tot zowel individuele als corporate rapportages in een goed beveiligde portal is hierbij technologisch verwezenlijkt door ISDC. De bescherming van persoonlijke gegevens staat hierbij centraal. Het is juist de coaching en het monitoren van de voortgang door gebruikers zelf en hun door de werkgever beschikbaar gestelde coach die ervoor zorgen dat een optimaal rendement gehaald wordt uit het gebruik van apps. Daarnaast leert een online trainingsprogramma werknemers hun eigen gemoedstoestand te analyseren en om op een andere manier om te gaan met werkdruk. Krachtige tool Uiteindelijk is de gezondheid van medewerkers een van de belangrijkste KPI’s in een organisatie en kan de combinatie van quantified self en coaching vanuit corporate gezondheidsmanagement bijdragen aan een duurzame en merkbare verbetering van de gezondheid. Naast bellen, gamen, shoppen en sociaal actief zijn, hebben we nu met ons mobieltje ook een krachtige tool om aan onze gezondheid te werken en meetbaar resultaat te boeken. MICHEL LOHR is segment manager Finance & Healthcare bij ISDC.
KPN kiest Bloomville als Learning & Development-partner
Collaboration Platform De kern van de mobiele gezondheidstoepassing wordt gevormd door het zogeheten ICP-ISDC Collaboration Platform: een integraal raamwerk op basis van het opensource-enterpriseportalplatform Liferay, dat een geheel beveiligde interface met identityproviders en externe e-learningaanbieders biedt. Het platform ondersteunt meerdere dedicated gezondheidapps en uiteenlopende meetinstrumenten die kunnen worden aangesloten op toegepaste Android- en iOS-telefoons. Informatie over iemands gesteldheid kan van hieruit naar het platform worden gestuurd. Het ICP-ISDC Collaboration Platform is multitenant, SaaS-ready en bedient diverse grote klanten wereldwijd. Het systeem wordt door organisaties zowel intern gebruikt, bijvoorbeeld vanuit HRperspectief, als op de markt aangeboden als white label. ISDC maakt voor productontwikkeling, testen en integratiewerkzaamheden gebruik van de eigen nearshorefaciliteit in het Roemeense Cluj.
Peter van der Velde
‘Vakmanschap stimuleren en ondersteunen’ NIJKERK – KPN heeft na een intensief selectietraject voor Bloomville gekozen als nieuwe logistieke partner op het gebied van het leren en ontwikkelen. Het track record met betrekking tot het succesvol optimaliseren van de HRDprocessen en het HR-IT-landschap bij andere grote toonaangevende organisaties was de belangrijkste reden om voor Bloomville te kiezen.
voor een organisatie als KPN. In dit kader was het een belangrijke wens om voor het gehele bedrijf één best-practiceproces voor het opleiden en ontwikkelen te realiseren, ondersteund door een centraal zogenoemd Leer Management Systeem. Door tevens het management van het logistieke proces op het gebied van het opleiden en ontwikkelen aan Bloomville uit te besteden, kan de KPN-leerorganisatie zich nu volledig op de eigen strategische rol concentreren.
Tevens was de door Bloomville gebruikte Saba-technologie een doorslaggevend argument. “Met onze Learning & Developmentas-a-service-oplossingen (LDaaS) heeft KPN de optimale basis gelegd om continu mee te kunnen bewegen met nieuwe trends op het gebied van het leren en ontwikkelen”, aldus Peter van der Velde, managing director van Bloomville. Vakmanschap is een belangrijk onderscheidend kenmerk
Toonaangevend KPN bevindt zich als toonaangevende Nederlandse leverancier van telecommunicatie- en IT-diensten in een zeer uitdagend speelveld. “We bieden consumenten vaste en mobiele telefonie, internet en televisie”, aldus een woordvoerder van KPN. “Voor zakelijke klanten verzorgen we complete telecommunicatie- en IT-oplossingen. KPN Corporate Market biedt wereldwijd
ict-diensten aan en is marktleider in de Benelux op het gebied van infrastructuuren netwerkgerelateerde IT-oplossingen. Om die positie te kunnen behouden is het belangrijk dat onze medewerkers bijblijven waar het gaat om hun functie- en vakgebied.” Met het nieuwe Leer Management Systeem is KPN naar eigen zeggen optimaal in staat om de eigen verantwoordelijkheid van de medewerkers voor de ontwikkeling van hun vakmanschap te stimuleren en te ondersteunen. Bloomville (www.bloomville.nl) biedt klanten als ABN Amro, ASML, T-Mobile en KPN vanuit het hoofdkantoor in Nijkerk de eerdergenoemde LDaaS-oplossingen. Het bedrijf staat daarbij in het brandpunt van organisatie, processen en ondersteunende systemen op het HRD-domein. Bloomville ontwerpt en implementeert oplossingen waarmee het klanten in staat stelt om de
verschillende HRD-domeinen zoals performancemanagement, talentmanagement, learning & development en social collaboration effectief en op een integrale wijze in te zetten. Managing director Peter van der Velde: “Organisaties kunnen het management van het logistieke proces op het gebied van het leren en ontwikkelen – voor zowel het externe open aanbod als de interne trainingen – volledig aan ons uitbesteden.”
Door onze redactie Fotografie Avaya e.a.
Communicatie
17
Avaya voorziet paradigmaverschuiving
‘Videoconferencing gaat mobiel’ NIEUWEGEIN – Videoconferencing vereist niet langer een complexe voorbereiding met een IT-medewerker die stand-by moet blijven voor het geval er iets misgaat. Video is vandaag de dag een gewoon communicatiemiddel dat door iedere medewerker te gebruiken is op elk apparaat, ongeacht de omvang van de organisatie. Dat zegt John van der Velden van Avaya, een toonaangevende leverancier van samenwerkingsen communicatieoplossingen.
John van der Velden
De komende twaalf tot achttien maanden worden een zeer interessante periode voor de videomarkt, weet Van der Velden die als managing director bij Avaya Nederland werkzaam is. Minder dan twee jaar geleden stond video niet op de lijst van ‘must-have’communicatietools. Dat verandert nu snel. Klantperceptie Sterker, Avaya heeft sinds de overname van Radvision, in juni 2012, een enorme activiteit gezien op dit gebied. Radvision is actief op het gebied van unified visual communications. In een kleine zes maanden is er sprake van een merkbare verschuiving van de klantperceptie voor wat betreft de videomarkt. “De consumerization van video heeft hierin een sleutelrol gespeeld”, aldus Van der Velden. “Mensen gebruiken Skype, Facetime en messaging in hun privéleven en komen dan op hun werk waar ze niet de beschikking hebben over dezelfde gebruikerservaring. Daardoor is er meer druk vanuit de gebruikerskant voor gebruiksvriendelijke, praktische videotoepassingen op de werkvloer.” “Daarnaast is het Session Interaction Protocol, waarvan Avaya een van de pioniers was, nu een open standaard. Dit zorgt voor een paradigmaverschuiving, omdat SIP een gebruiker de vrijheid geeft om wie dan ook voor een conferentie uit te nodigen, ongeacht het medium of device. Het maakt communicatie veel efficiënter, kosteneffectiever en eenvoudiger te gebruiken. Daarnaast zorgen applicaties – die op ieder willekeurig besturingssysteem draaien – voor maximale samenwerking tussen data, spraak... en video.” Zo voorziet moderne technologie in echte ‘unified’ communicatie.
“De werkplek wordt samenwerkingsgerichter en completer”
Medewerker heeft zelden invloed op UCC-beleid BARNEVELD – Specifieke behoeften van medewerkers ten aanzien van Unified Communications & Collaboration (UCC) worden onvoldoende in kaart gebracht bij het opstellen van gebruikersprofielen. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Dimension Data. Van de ondervraagde organisaties zegt 21 procent dat al hun medewerkers ‘dezelfde behoeften’ hebben op het gebied UCC. Nog eens 13 procent ziet helemaal geen toegevoegde waarde van het in kaart brengen van de specifieke wensen voor diverse gebruikersgroepen. Slechts 38 procent van de grote organisaties geeft aan dat ze de wensen van hun medewerkers inventariseren; een vijfde heeft er eenvoudigweg niet aan gedacht om dit te doen.
Alarmerend “Deze uitkomsten zijn alarmerend”, zegt Wouter Bakker, verantwoordelijk voor de unified-communicationsactiviteiten bij Dimension Data. “Organisaties zien UCC, de BYOD-trend, de focus op het mobiel maken van UC en sociale netwerken als strategische keuze. Zonder inzicht in gebruikersbehoeften en verschillende gebruikersprofielen kleven er grote risico’s aan UCC-investeringen, vooral doordat beslissers aangeven dat ze verwachten dat dit leidt tot efficiëntere processen en hogere productiviteit.” Voor het onderzoek, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ovum, zijn meer dan 1.320 ict-managers bij bedrijven ondervraagd en 1.390 werknemers in een groot aantal sectoren in achttien landen.
Toegankelijk De benadering van Avaya zorgt ook voor een breder gebruik van video doordat grootzakelijke video nu beschikbaar is voor bedrijven van iedere omvang, van multinational tot start-up. Volgens een rapport van IDC is 30 procent van de beroepsbevolking aan te merken als ‘samenwerkingsmedewerker’. Van der Velden: “7 procent van deze groep heeft toegang tot vast opgestelde videokamersystemen of grote videosuites. Maar hoe
zit het met de andere 23 procent die daar geen toegang toe heeft? Voor deze groep creëerde Avaya oplossingen die voorzien in het mobiel maken van video. Het mooie van deze nieuwe technologie is dat het bedrijven in staat stelt om hun bestaande videoruimten te koppelen aan andere devices. Onze video-oplossingen zijn beschikbaar op desktops, laptops, smartphones en tablets. Cruciaal is dat gebruikers met lagere bandbreedte te koppelen zijn aan een telepresence-ruimte zonder dat de videokwaliteit achteruitgaat.” Voorheen had een gebruiker een handleiding nodig om videoconferencingtechnologie te gebruiken. Daarnaast was het nodig dat de IT-afdeling stand-by was. “Tegenwoordig start je een videocall net zo gemakkelijk als een audiocall. Je drukt gewoon op het video-icoon. Meer is niet nodig”, aldus de managing director. Bedrijven moeten er wel voor zorgen dat ze beschikken over de infrastructuur om de diverse devices en kanalen te managen en om te voorzien in de IT-stabiliteit, flexibiliteit en veiligheid die nodig zijn voor hun bedrijfsvoering. IT-netwerken “Avaya heeft bijvoorbeeld softwareapplicaties voor verschillende mobiele besturingssystemen”, zegt Van der Velden. “Gebruikers hebben hun privégegevens op hun telefoon staan. Zodra ze een zakelijk gesprek willen voeren, klikken ze op een applicatie en alle communicatie – spraak, video, et cetera – wordt via de applicatie verwerkt op een compliant en kosteneffectieve manier.” Om voorop te blijven lopen op videogebied moeten bedrijven zich volgens hem continu bewust zijn van de bandbreedte en prestaties van de IT-netwerken die ze aan medewerkers ter beschikking stellen. Het gemak en de flexibiliteit van mobiele video zal een enorme impact hebben op grote bedrijven, vooral op de reis- en verblijfkosten van medewerkers. “Face-to-face-meetings blijven uiteraard bestaan”, zegt Van der Velden. “Maar het mobiel maken van video kan kosten verlagen en biedt organisaties de mogelijkheid om mensen, die niet zijn meegereisd met de andere deelnemers, toch deel te laten nemen aan een videoconferentie. Mobiele video maakt de werkplek samenwerkingsgerichter en completer.”
Mobiele video wint terrein LAS VEGAS – Onderzoek in opdracht van Adobe heeft aangetoond dat de adoptie van mobiele televisie het afgelopen jaar vertwaalfvoudigd is. Dit is onlangs bekendgemaakt tijdens de conferentie van de National Association of Broadcasters (NAB) in Las Vegas. De uitkomsten van het zogeheten Digital Index-rapport toonden bovendien aan dat het aantal views van video’s via een mobiel platform met 300 procent is gestegen. Tevens leerde de studie dat de betrokkenheid bij videocontent op Facebook twee keer zo groot is als bij andere Facebook-content. Zogenoemde pre-rolladvertenties (reclame voorafgaand aan een online video) maken inmiddels deel uit van 82 procent van alle videoadvertentie-impressies.
De analyse van de online videoconsumptie is gebaseerd op bijna 20 miljard bekeken video’s, 10 miljard internetadvertenties en meer dan 450 miljoen Facebook-berichten.
18
Door Hotze Zijlstra Fotografie Marcel Willems
Discussie
Rondetafelbijeenkomst: Virtual Workspace
Geïntegreerde aanpak gevraagd ’S-HERTOGENBOSCH – Bedrijfsbehoeften veranderen in een steeds hoger tempo. De belangrijkste eisen van de business ten aanzien van IT zijn een hogere mate van productiviteit, flexibiliteit, mobiliteit en tegelijkertijd meer controle over de kosten. Nieuwe virtuele werkplekconcepten spelen in op deze wensen en eisen. De zogeheten ‘virtual workspace’ stond centraal tijdens de exclusieve rondetafelbijeenkomst, die mede op initiatief van KPN en Cisco werd gehouden. “Jonge medewerkers groeien op met fenomenen als social media en het nieuwe werken, en willen hun eigen apparatuur kunnen gebruiken”, zet Joost Hermans, verantwoordelijk voor de grootzakelijke markt bij Cisco Nederland, de toon. “Zij gaan duidelijk anders met technologie om; voor hen zijn iPhones en de toepassing van collaborationgereedschap niets nieuws. Deze mensen moeten zich nog wel thuis voelen op hun werkplek en dat is bij de traditionele werkplekconcepten niet vanzelfsprekend.” Woorden waar de discussiedeelnemers niet aan twijfelen. Vrijwel iedereen aan tafel ziet de noodzaak om de werkplek anders en beter in te vullen, al is het maar vanuit kostenperspectief. Maar ook de zegeningen van een snellere en effectievere onderlinge communicatie en samenwerking worden alom erkend. De vraag voor de meeste IT-verantwoordelijken is evenwel waar te beginnen. Hoe omarm je op een veilige, samenhangende en toekomstvaste wijze zaken als bring your own device, virtuele desktops, al dan niet mobiele video en een bedrijfsmurenoverschrijdend collaborationplatform? Binnen KPN heeft men ruime ervaring met het in geïntegreerde vorm neerzetten van een zakelijk communicatieplatform. “Er bestaat een groeiende behoefte om
overal en altijd op elk gewenst apparaat te kunnen werken en communiceren”, aldus Cees de Jong, die binnen KPN verantwoordelijk is voor oplossingen op het terrein van collaboration en communications. “Daarbij wil men steeds vaker ook met partners en klanten kunnen communiceren. De uitdaging is om alles eenvoudiger en opener te maken, maar dan wel op een veilige manier. Hoe je het insteekt, hangt dus af van je wensen en beperkingen, maar samen met Cisco bewijzen we dat een veilige en geïntegreerde aanpak mogelijk is.” Meters maken Tijdens de discussie in de Bossche Boardroom wordt vervolgens stil gestaan bij de zogeheten Virtual Workspace zoals deze door Cisco wordt gebruikt en vermarkt. Binnen dit concept is ruimte voor genoemde zaken als BYOD, Virtual Desktop (VDI), Mobile Video, een Enterprise Collaboration Platform, enzovoorts. “Op basis hiervan kunnen CIO’s en andere IT-verantwoordelijken op een aantal cruciale terreinen meters maken”, stelt Robbert Kuppens, CIO van Cisco in EMEA en Rusland. “Denk daarbij aan modernisering en flexibilisering van de desktop, business agility, verhoogde productiviteit, compliance en security, lagere operationele
kosten en het enablen van een virtuele, locatie- en tijdsonafhankelijke werkomgeving. Daarnaast is het ook belangrijk voor het aantrekken van een jongere generatie medewerkers.” Deze uitgangspunten zouden volgens Kuppens voor iedereen kunnen gelden. “Vijf jaar geleden hebben we gesteld dat de juiste informatie altijd op de juiste manier en tegen de juiste kosten bij de juiste mensen moest zijn. We wilden dat alles ook nog eens beter doen dan onze concurrenten. Een van de voorwaarden was dat IT ging samenwerken met onder meer HR, facilities en de juridische afdeling, om samen de strategie naar de werknemer toe te bepalen.” Ondersteuning Inmiddels worden binnen Cisco in principe diverse typen smartphones, tablets, pc’s en laptops toegelaten. De support vanuit IT blijft evenwel beperkt tot drie ecosystemen: Windows 7 en 8, Apple en Android.
“De uitdaging is om alles op een veilige manier eenvoudiger en opener te maken” “Het gaat erom dat je bij de ondersteuning een zekere bandbreedte aanhoudt, anders wordt het contraproductief. Maar wat werkt en wat niet wordt binnen de gebruikerscommunity al snel duidelijk.” Was er aanvankelijk nog sprake van een technologiepush met betrekking tot nieuwe werkplekconcepten, inmiddels wordt de pull
vanuit de medewerker steeds nadrukkelijker. “De afweging is nu vooral welke medewerker je waarover de beschikking geeft”, zegt Kuppens. “Dit speelt bijvoorbeeld bij echt high-end gereedschap zoals Telepresence.” Het gaat daarbij volgens een van de deelnemers niet om wat de medewerker op zijn visitekaartje heeft staan, maar wat men daadwerkelijk nodig heeft en op basis van het gebruik van dergelijke apparatuur aan waarde toevoegt. In het algemeen stelt de Cisco-CIO vast dat de kosten per medewerker door de Virtual Workspace, zowel als het gaat om IT als voor de fysieke huisvesting, omlaag zijn gegaan voor de traditionele voorzieningen. “Hierdoor komt budget vrij voor bijvoorbeeld Telepresence HD-videokwaliteit bij bepaalde medewerkers thuis. Uiteindelijk gaat het om de juiste (sociale)media-interactiemiddelen die de medewerkers met elkaar, en met klanten en partners nodig hebben voor de juiste kwaliteit interacties en transacties. Zowel op kantoor, thuis als mobiel.” Strikt genomen mogen de kosten eigenlijk geen issue zijn, zo is de teneur aan tafel. Wanneer de omarming van nieuwe, eventueel dure communicatiemiddelen voor de business productief zijn en meerwaarde opleveren, mag er best een prijskaartje aan hangen. De business betaalt dan voor de (extra) dienstverlening die de IT-functie faciliteert. Zin en onzin De discussie gaat vervolgens over de zin en onzin van high-end oplossingen voor videoconferencing. Een IT-verantwoordelijke stelt dat het gros van de medewerkers al heel goed bediend is met gratis of goedkope online applicaties als Skype, Jabber, Facetime of WebEx. “Als je even snel met iemand op een andere locatie wilt overleggen is dat wellicht effectiever”, aldus een deelnemende CIO. Anderen stellen dat hoge kwaliteit videoconferencing, zoals Telepresence, een meerwaarde hebben als er langdurig en op hoog niveau overleg gevoerd moet worden. Volgens Cees de Jong van KPN maakt het steeds minder uit welke technologieën je zoal gebruikt, omdat alles steeds beter geïntegreerd wordt. “Het gaat vooral om de vraag wat past bij welke setting.” Als bedrijf sta je op dit onderwerp dus voor een aantal belangrijke afwegingen: je moet allereerst op basis van de aard en de behoefte van de organisatie de keuze maken welke technologie werkt. Daarnaast moet je met deze keuze kunnen aanhaken op de communicatiestromen in de buitenwereld. “Er is geen standaard en er zal ook nooit een standaard komen”, verzucht een CIO. Een ander beaamt: “Precies, en daarom zul je als IT het voortouw moeten nemen bij het maken van keuzes, en de activiteiten op dit terrein coördineren.”
Door onze redactie Fotografie Tele2 Zakelijk
Dienstverlening
19
Fedor Hoevenaars, directeur Tele2 Zakelijk
‘Bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat’ AMSTERDAM – Sinds twee maanden vervult Fedor Hoevenaars de functie van directeur van Tele2 Zakelijk. In zijn nieuwe rol is hij verantwoordelijk voor een van X
de grootste IT/communicatieproviders op de Nederlandse B2B-markt. Boardroom IT sprak met Hoevenaars over de ontwikkeling in de ict, serviceverlening, de uitdagingen voor het Nederlandse bedrijfsleven, en de rol van operators. Loopt de ict-sector gevaar door teruglopende investeringen? “De grootste verandering in de afgelopen jaren is dat organisaties het beslissingsproces rondom investeringen anders ingaan. In een gespannen markt zijn bedrijven nog meer op zoek naar onderscheidend vermogen. Dat zie ik ook bij ict-investeringen. Bedrijven kiezen niet meer voor een bepaald systeem of het ontwikkelen van een nieuwe applicatie als het niet direct een bijdrage kan leveren aan
Fedor Hoevenaars
EINDHOVEN – De Van Gansewinkel Groep heeft de afgelopen jaren de behoefte van haar klanten compleet zien veranderen. Hierdoor is de dienstenportfolio van de groep steeds verder uitgebreid. Ict speelt een cruciale rol om dit brede pakket goed onder de aandacht te brengen van alle klanten. Van Gansewinkel heeft gekozen voor het opzetten van enkele klantcontactcentra waar klanten een eigen contactpersoon hebben waarbij zij voor alle diensten terecht kunnen. Deze aanpak vergt een nieuwe interne organisatie. Fred Peeters IT-directeur Van Gansewinkel Groep: “Ict is niet langer ondersteunend maar bepaalt hoe succesvol wij zijn als organisatie.”
het bedrijfsresultaat of het verbeteren van de concurrentiekracht van de onderneming. De wil om te investeren is er nog steeds, maar het geld wordt slimmer uitgegeven. Er is een efficiëntieslag gaande in de ict.”
Welke positie neemt Tele2 Zakelijk in bin nen de bedrijfsketen van haar klanten? “Dit verschilt per geval. Als serviceorganisatie richten wij ons op de behoefte van onze klant. Het kan zijn dat wij een slimme invulling geven aan de connectiviteit van een organisatie zoals wij bijvoorbeeld doen bij de Rijksoverheid of Van Gansewinkel. Maar in steeds meer gevallen betekent het ook dat wij de regierol op ons nemen. Naast de infrastructuur verzorgt Tele2 Zakelijk in die gevallen ook de kantoorautomatisering, werkplekbeheer, vast-mobielintegratie,
AMSERDAM – De Telegraaf Media Groep besteedt zeer veel aandacht aan de diversificatie van haar activiteiten. Waar inkomsten uit de traditionele printmedia onder druk staan, profiteert TMG van de groeimogelijkheden in de online media. Om snel in te spelen en daadwerkelijk te kunnen profiteren van een dergelijke verschuiving in het verdienmodel is een grote mate van flexibiliteit noodzakelijk. Tele2 Zakelijk verzorgt de connectiviteit en verschillende managed diensten voor de TMG Groep. In de samenwerking is er rekening gehouden met de noodzaak om snel capaciteit te kunnen toevoegen of afbouwen. Deze constructie geeft TMG niet alleen slagkracht om snel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, het zorgt er bovendien voor dat het mediabedrijf kostenefficiënt kan omgaan met haar IT-structuur.
Van Gansewinkel: Single point of contact zorgt voor meer business
“De discussie over ict-oplossingen wordt op een steeds hoger niveau gevoerd”
Gaat dit ten koste van de tussenlaag: consultancy- en adviesbureaus? “Kennis is nog steeds van groot belang, dit zal ook altijd zo blijven. Maar organisaties zijn zeer realistisch over de eigen krachten. Tele2 heeft een sterk klantenportfolio in de grootzakelijke markt. Wij zien zowel bij overheidsinstellingen als bij de commerciële organisaties dat zij geconfronteerd worden met dezelfde vraagstukken: bedrijfscontinuïteit, samenwerking, de plek van de klant in de organisatie, en kostenbeheersing. Bedrijven willen niet langer op al deze gebieden eigen experts in huis hebben en ook niet gebonden zijn aan één partij. De visie op de vier vraagstukken vormt de basis voor de ict-oplossing die een bedrijf kiest. Hierin levert Tele2 connectiviteit en creëren wij een IT-platform waarop verschillende partners hun diensten aanbieden. De samenwerking zorgt voor de beste oplossingen voor de klant.”
Telegraaf Media Groep: Veranderend businessmodel vraagt om grote flexibiliteit
business samen de prioriteiten en bepalen zij wat de beste oplossingen zijn. De doorlooptijd voor nieuwe releases is hierdoor binnen Tele2 teruggebracht naar slechts drie weken. Zo kunnen wij onze klanten enorme flexibiliteit en bovendien een kostenefficiënte oplossing bieden.”
enzovoorts. Al deze activiteiten voeren wij uit in samenwerking met partners. Onze rol is om de beste oplossing voor de klant te leveren en deze te bewaken.” Welke richting heeft Tele2 Zakelijk zelf ge kozen in de vier genoemde vraagstukken? “Onze focus ligt op serviceverlening, kwaliteit en cocreatie met onze klanten. Wij leveren onze diensten over ons eigen nationale glasvezelnetwerk en binnenkort ook via ons eigen mobiele LTE-netwerk. Dat betekent dat wij onze kwaliteit zelf kunnen waarborgen. Ons echt onderscheidende vermogen ligt op het gebied van ons servicemodel. Wij zijn vrijwel continu in gesprek met onze klanten om hun behoeften goed in kaart te brengen en de ontwikkelingen in hun organisatie van dichtbij te volgen. Uit deze gesprekken halen wij verbeterpunten voor onze dienstverlening. Om onze klanten op elk moment bij te kunnen staan, hebben wij
dit jaar bijvoorbeeld een VIP-servicedesk ingericht. Hier zitten ervaren medewerkers die onze klanten 24/7 van dienst zijn. Onze kracht zit in persoonlijke dienstverlening: samen met de klant ontwikkelen we een passende oplossing en kijken we continu naar mogelijkheden om onze service nog verder te verbeteren.” Brengt de ict ook nieuwe kansen mee voor Nederlandse ondernemingen? “De discussie over ict-oplossingen wordt binnen organisaties op een steeds hoger niveau gevoerd. Ict is uitgegroeid tot een ‘business-enabler’ en hangt dus zeer nauw samen met de strategie van een organisatie. Wij zien dit ook in onze eigen organisatie. Onze IT-afdeling werkt via de Agile-methode samen met de verschillende businessunits. Tijdens korte meetings, scrumsessies, beoordelen IT-ontwikkelaars en de verantwoordelijken vanuit de
Wat kunnen we de komende tijd van Tele2 Zakelijk verwachten? “Het succes van Tele2 Zakelijk is een van de best bewaarde geheimen in Nederland, maar dat gaat de komende jaren veranderen. Ik heb gekozen voor Tele2 omdat het bedrijf een unieke positie heeft op de zakelijke markt. Ons eigen glasvezel- en binnenkort ook mobiel 4G-netwerk stelt ons in staat om voor ieder bedrijf of overheidsorganisatie de beste ict-oplossingen te verzorgen. Denk hierbij aan vast-mobielintegratie, aan hostingoplossingen en beveiligingsoplossingen. Door de ervaring op de consumentenmarkt zijn wij zeer goed in staat om met zakelijke klanten in te spelen op consumerization van IT. Daarbij gaan wij ons nog meer richten op maatwerkoplossingen voor de groot zakelijke markt in Nederland. Vanwege onze focus op kwaliteit is de samenwerking met de beste partners een belangrijk onderdeel bij het verwezenlijken van onze ambitie: een substantieel groter marktaandeel.”