SCHOOLGIDS 2014 – 2015
BREDE SCHOOL BOCHOLTZ WIJNGRACHT 11 6351 HJ BOCHOLTZ TEL. 045 – 5443614 FAX 045 – 5445952 E‐MAIL
[email protected] WEBSITE WWW.BSBOCHOLTZ.NL
Voorwoord De basisschool is een stukje van je leven. Voor de kinderen en voor u. Jarenlang is er diezelfde weg van huis naar school en weer terug. Wist u dat u in de loop van de jaren uw kind ruim 7500 uur toevertrouwt aan de zorg van de juffen en meesters van de basisschool? Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een school kies je dan ook met zorg. Scholen verschillen in manier van werken, in sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit. Dat maakt het kiezen niet eenvoudig. Deze schoolgids kan dan ook dienen als hulpmiddel bij het kiezen van de juiste school voor uw kind(eren). In de schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe wij streven naar verbetering van de onderwijskwaliteit. Uiteraard is deze gids ook bedoeld voor ouders die reeds kinderen op onze school hebben. Aan hen leggen we verantwoording af over onze manier van werken en over de resultaten die we op onze school bereiken. Deze schoolgids draagt de goedkeuring van de medezeggenschapsraad. Vanwege kostenbesparing bieden wij de volledige schoolgids aan op onze website (www.bsbocholtz.nl). Ouders die hun kind voor het eerst aanmelden, kunnen de schoolgids op schrift ontvangen. Wij adviseren u om ook gebruik te maken van onze schoolkalender. De schoolkalender bevat een overzicht van diverse activiteiten, belangrijke informatie en schoolvakanties. Voor actuele informatie kunt u altijd terecht op onze website. Wanneer u in het openingsscherm op “agenda” klikt, verschijnt een maandkalender met relevante data en activiteiten. Wij hopen dat u na het lezen van deze schoolgids over een duidelijk beeld van onze school beschikt. Wij zijn graag bereid om eventuele vragen te beantwoorden. Laat schooljaar 2014‐2015 een periode zijn, die gekenmerkt wordt door een prettige samenwerking, zodat wij samen het beste kunnen bereiken voor de kinderen van onze school. Namens het team van Basisschool Bocholtz, Bart Thonen, directeur
Inhoudsopgave schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz
Hoofdstuk 1 1.1.
De school – algemene gegevens
Indeling van de groepen 1.1.1. Algemene gegevens 1.1.2. Naam 1.1.3. Richting 1.1.4. Directie 1.1.5. Schoolgrootte / aantal groepen 1.1.6. Schoolgebouw 1.1.7. Bereikbaarheid school 1.1.8. Situering school Participanten Brede School Bocholtz 1.2.1. Kinderdagverblijf Humanitas 1.2.2. Peuterspeelzaal Plattegrond schoolgebouw
1.2.
1.3.
Hoofdstuk 2 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Het bevoegd gezag – MOVARE
Onderwijsstichting MOVARE Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Schoolbegeleiding O & O MOVARE Regeling klachtenbehandeling Onderwijsinspectie
Hoofdstuk 3 3.1. 3.2.
Waar de school voor staat
Identiteit van de school Missie 3.2.1. Missie en visie MOVARE 3.2.2. Missie van de school Visie Waarden
3.3. 3.4.
Hoofdstuk 4
Het onderwijsprogramma
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
4.6. 4.7. 4.8.
Onderwijskundige uitgangspunten Leertijd Verdeling leertijd over de leer‐ en vormingsgebieden Het onderwijsprogramma in groep 1 en 2 Het onderwijsprogramma in de groepen 3 t/m 8 4.5.1. Nederlandse taal / lezen 4.5.2. Engelse taal 4.5.3. Schrijven 4.5.4. Rekenen en wiskunde 4.5.5. Oriëntatie op mens en wereld 4.5.6. Natuur en techniek 4.5.7. Expressievakken 4.5.8. Bewegingsonderwijs 4.5.9. Godsdienst / levensbeschouwelijke vorming 4.5.10. Sociaal – emotionele vorming 4.5.11. Burgerschapsvorming en sociale integratie Inzet van ICT op school Schooltelevisie Huiswerk
Schoolgids 2013 – 2014 Basisschool Bocholtz inhoudsopgave
Pagina 1
Hoofdstuk 5 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8. 5.9. 5.10. 5.11. 5.12. 5.13. 5.14.
Bijzondere activiteiten voor de kinderen
Sport en spel Schoolvoetbal KNVB Klimlessen Schoolverlaterskamp Jeugd EHBO A Excursie, lezingen en verkenningen in de natuur Cultuureducatie Museumbezoek Theaterbezoek Kinderboekenweek Eerste heilige Communie Heilig Vormsel Feesten en vieringen Schoolreizen
Hoofdstuk 6 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7. 6.8. 6.9. 6.10. 6.11. 6.12. 6.13. 6.14. 6.15. 6.16. 6.17. 6.18. 6.19. 6.20. 6.21. 6.22. 6.23. 6.24. 6.25. 6.26.
De organisatie van de school
Indeling van de groepen Groepsgrootte Schoolgrootte / aantal groepen / leerlingen Schooltijden Verdeling van de tijd over de leer‐ en vormingsgebieden Gymlessen – rooster Urenberekening 2013 – 2014 Vakantierooster 2013 – 2014 Vrije dagen 2013 – 2014 Verzuim op school 6.10.1. Schoolbezoek 6.10.2. Leerplicht en verlofregeling 6.10.3. Ziekteverzuim 6.10.4. Dyslexie‐, logopedie‐ en fysiotherapiebehandeling e.d. onder schooltijd. Mag dat? Toelating, time‐out, schorsing en verwijdering van leerlingen Vrijstelling om het onderwijs te volgen Tussenschoolse opvang / Overblijven Aandachtspunten – regels op school Veiligheid 6.15.1. Fysieke veiligheid 6.15.2. Sociale veiligheid Pestgedrag Hoofdluispreventie School – verzekeringen jeugdgezondheidszorg Verkeersveiligheid Fietsenstalling Wet op de bescherming persoonsgegevens Schoolbeleid t.a.v. het maken van foto’s, video‐ en filmopnames Schoolfotograaf de Bibliotheek op school – BOS Openbare Bibliotheek Bocholtz
Schoolgids 2013 – 2014 Basisschool Bocholtz inhoudsopgave
Pagina 2
Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen 7.1. Leerlingenzorg; kaders 7.2. Passend Onderwijs 7.3. Aanmelding en opvang van nieuwe leerlingen 7.3.1. 4 – jarige kinderen 7.3.2. Zij – instromers 7.4. Toelating, time ou, schorsing en verwijdering van leerlingen 7.5. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen 7.5.1. Het leerlingvolgsysteem – testen en toetsen 7.5.2. LOVS CITO 7.5.3. Enkele belangrijke toetsen 7.5.4. De verslaggeving van leerlingengegevens 7.5.5. Het volgen van de leerlingenprestaties 7.6. Onderwijs op maat 7.7. Passend Onderwijs en schoolondersteuningsprofiel 7.8. De wijze waarop wij binnen de school zorg verlenen 7.8.1. De groepsleerkracht 7.8.2. Interne begeleiding 7.8.3. Remedial teaching 7.8.4. Individuele leerlingen ondersteuning 7.8.5. Onderwijsbegeleiding & Ontwikkeling MOVARE 7.8.6. Spreekuur 7.8.7. Orthotheek 7.8.8. Schoollogopedie 7.8.9. Schoolmaatschappelijk werk 7.8.10. Verwijsindex risicojongeren Parkstad Limburg 7.8.11. Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld 7.8.12. Gedragscode school 7.8.13. Zorg Advies Team 7.8.14. Centrum voor Jeugd & Gezin 7.8.15. Regionaal onderzoek KAANS – universiteit Maastricht 7.9. De procedure leerlingenzorg op BS Bocholtz 7.10. Zittenblijven / verlengde kleuterperiode 7.11. Vervroegde doorstroming naar een hogere groep 7.12. De begeleiding van de overgang naar het VO Hoofdstuk 8 Schoolteam 8.1. De samenstelling van het team 8.2. Groepsbezetting 2013 – 2014 8.3. Groepsoverstijgende schooltaken 8.4. Schoolteam / taken 8.5. Combifuncties: vakleerkracht muziek / vakleerkracht sport 8.6. De wijze van vervanging van leerkrachten 8.7. De scholing van leerkrachten 8.8. De begeleiding van stagiaires Schoolgids 2013 – 2014 Basisschool Bocholtz inhoudsopgave
Pagina 3
Hoofdstuk 9 9.1. 9.2. 9.3. 9.4. 9.5. 9.6. 9.7. 9.8.
Ouders
Het belang van de betrokkenheid van ouders / verzorgers Informatievoorziening 9.2.1. recht op informatie 9.2.2. schoolgids / schoolkalender 9.2.3. website school 9.2.4. informatiebulletins 9.2.5. individuele gesprekken 9.2.6. gesprek met directeur 9.2.7. ouderinformatie‐avonden 9.2.8. thematische ouderavonden 9.2.9. de relatie school – omgeving 9.2.10. rapport 9.2.11. proefwerkenmap 9.2.12. persoonlijke oudergesprekken Ouderhulp Vervoer door ouders / verzorger Ouderbijdrage(n) Sponsoring Oudervereniging Medezeggenschapsraad
Hoofdstuk 10 10.1. 10.2. 10.3. 10.4.
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Kwaliteitsverbetering Beleidsvoornemens Resultaten Verwijzing naar het voortgezet onderwijs
Schoolgids 2013 – 2014 Basisschool Bocholtz inhoudsopgave
Pagina 4
Alfabetisch overzicht onderwerpen schoolgids 2014 – 2015 A B C
Aandachtspunten Aanmelding leerling Aardrijkskunde Adventsactie Adventsvieringen
blz. blz. blz. blz. blz.
H6 – 18 H7 – 2 H4 – 10 H9 – 9 H5 – 11
BAPO‐verlof Bestuursbureau BHV Bibliotheek Boeteviering Buitenschoolse opvang Busvervoer
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H8 – 7 H2 – 1 H6 – 22 / H8 – 3 H6 – 30 H5 – 11 H1 – 5 H9 – 6
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H5 – 11 H7 – 25 H7 – 14 H7 – 15 H8 – 7 H5 – 10 H4 – 16 H8 – 6 H5 – 6
blz. H1 – 2 / H9 – 3
blz. blz. blz. blz.
H5 – 4 H1 – 1 H4 – 8 H5 – 5
blz. blz. blz. blz.
H1 – 1 H5 – 11 H6 – 28 H6 – 29
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H4 – 10 H5 – 11 H4 – 10 H4 – 13 H6 – 2 H6 – 2 H6 – 4
Carnaval Centrum jeugd en Gezin CITO Entreetoets groepen 7 CITO Eindtoets Basisonderwijs Combifuncties muziek / sport Communie Computeronderwijs Conciërge Cultuureducatie
D Directeur E EHBO – A jeugd E – mailadres school Engelse taal Excursies F Faxnummer school Feesten Fietsenstalling Foto‐ en filmopnames G Geschiedenis Gezinsvieringen Gezond gedrag Godsdienst Groepering Groepsgrootte Gymlessen
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz alfabetisch overzicht onderwerpen
H I
Handenarbeid Herfst‐cross‐country Hoofdluis Huiswerk
ICT – coördinator IMPULS Informatie‐avonden ouders Inloopnamiddagen ouders kleuters Inspectie basisonderwijs Intern begeleider
blz. blz. blz. blz.
H4 – 12 H5 – 1 H6 – 25 H4 – 22
blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H4 – 18 / H8 – 3 H7 – 23 H9 – 3 H9 – 3 H2 – 4 H7 – 21
J Jeugdgezondheidszorg K Katholieke school Kinderboekenweek Kinderdagverblijf Kerndoelen basisonderwijs Kerstviering Kindermishandeling / huiselijk geweld Klachtenregeling Klimwand Kokertrefbal Kwaliteitszorg L Leefstijl Leerkrachten Leerlingenbesprekingen Leerlingvolgsysteem CITO Leerplicht Leerlingenzorg Lesurentabel Levensbeschouwelijke uitgangspunten Levensbeschouwelijke vorming Lezen Lezingen Lichamelijke oefening Logopedie Logo school M Medezeggenschapsraad Missie MOVARE Museumbezoek Muziekconsulente Muzikale vorming
blz. H6 – 26
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H3 – 1 H5 – 9 H1 – 5 H4 – 1 H5 – 11 H7 – 24 H2 – 2 H5 – 2 H5 – 1 H10 – 1
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H4 – 14 H8 – 1 H7 – 16 H7 – 7 H6 – 9 H7 – 25 H6 – 3 H3 – 1 H4 – 13 H4 – 6 H5 – 5 H6 – 4 H7 – 23 H1 –1
blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H9 – 12 H3 – 3 H2 – 1 H5 – 7 H8 – 6 H4 – 12
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz alfabetisch overzicht onderwerpen
N Natuuronderwijs Nederlandse taal O Onderwijskundige uitgangspunten Onderwijsprogramma groepen 1 en 2 Organisatie van de school Overblijven Ouderbijdragen Oudergesprekken Ouderhulp Oudervereniging P Pasen Passend Onderwijs Palmpasen PCL Pedagogische uitgangspunten Pesten Peuterspeelzaal Plattegrond schoolgebouw Proefwerken R Rapporten Regels op school Regiodirecteur Rekenen / wiskunde Remedial teacher Resultaten onderwijs S Schade Schoolarts Schoolbestuur Schoolbegeleiding Schoolbieb Schoolfotograaf Schoolongevallenverzekering Schoolreis Schooltijden Schoolverlatersdagen Schoolvoetbal School – TV Schorsing Schrijven Slagbal Smartboard Sociaal – emotionele vorming Speciaal onderwijs
blz. H4 – 11 blz. H4 – 5
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H4 – 1 H4 – 4 H6 – 1 H6 – 18 H9 – 7 H9 – 5 H9 – 6 H9 – 8
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H5 – 11 H7 – 2 e.v. H5 – 11 H7 – 18 H3 H6 – 24 H1 – 6 H1 ‐7 H9 – 4
blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H9 – 4 H6 – 19 H2 – 1 H4 – 9 H7 – 22 H10 – 7
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H6 – 21 H6 – 26 H2 – 1 H2 – 2 H6 – 30 H6 – 29 H6 – 25 H5 – 12 H6 – 2 H5 – 3 H5 – 2 H4 – 21 H6 – 17 H4 – 8 H5 – 1 H4 – 17 H4 – 14 H7 – 19
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz alfabetisch overzicht onderwerpen
Spelencircuit / ‐ kermis Sponsoring Sport en spel Spreekuur psychologe / orthopedagoge Staatsinrichting Stagiaires St. Maartenviering Studiedagen T Teamvergaderingen Techniek Telefoon school Tekenen Testen en toetsen Textiele werkvormen Time out Theaterbezoek U Urenberekening V Vaccinaties Vakanties Vervoer door ouders Veiligheid Verkeersonderwijs Verkeersbrigadiers Verkeersexamen Verkeersveiligheid Verlengde kleuterperiode Verlof Vervroegde doorstroming Verwijdering Verwijsindex risicojongeren Verzuim Vervanging Vieringen Voortgezet onderwijs Vormsel Vrije dagen Vrijstelling onderwijs W Website school Weer samen naar school Z ZAT – zorg advies team Ziekteverzuim Zittenblijven
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H5 – 1 H9 – 7 H5 – 1 H7 – 23 H4 – 10 H8 – 7 H5 – 11 H8 – 7
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H9 – 3 H4 – 11 H1 – 1 H4 – 12 H7 – 7 H4 – 12 H6 – 16 H5 – 8
blz. H6 – 6
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
H6 – 26 H6 – 7 H9 – 6 H6 – 23 H4 – 10 H6 – 27 H7 – 14 H6 – 27 H7 – 28 H6 – 9 H7 – 29 H6 – 17 H7 – 24 H6 – 9 H8 – 7 H5 – 11 H7 – 30 H5 – 10 H6 – 8 H6 – 17
blz. H1 – 1 blz. H7 – 18
blz. H7 – 25 blz. H6 – 11 blz. H7 – 28
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz alfabetisch overzicht onderwerpen
Hoofdstuk 1
De school – algemene gegevens
1.1. Beschrijving van de school 1.1.1. Algemene gegevens: Naam school:Basisschool Bocholtz Adres school: Wijngracht 11 Plaats: Bocholtz Telefoon: 045 – 5443614 Fax: 045 – 5445952 E‐mail school:
[email protected] E‐mail directeur:
[email protected] Website: www.bsbocholtz.nl De verklaring van het logo van de school Vol symboliek De vorm: De acht vlakken symboliseren de acht groepen in het basisonderwijs. De vlakken worden steeds groter, het geen de geestelijke ontwikkeling en lichamelijke groei van het kind aangeeft. Het kleurverschil onderscheidt de onderbouw van de bovenbouw. Het uitwaaieren duidt op beweging, ontwikkeling, dynamiek en de uiteindelijke doorstroming naar het voortgezet onderwijs. Ook karakteriseert de ontwerper hiermee het Zuid‐Limburgse heuvellandschap, zo ook de ligging aan de Wijngracht. De kleuren: De gekozen kleuren symboliseren eveneens de karakteristiek van Zuid‐Limburg: okergeel voor de Zuid‐ Limburgse löss, die een vruchtbare bodem vormt voor de hierop groeiende gewassen. Groen duidt op de groene natuur: de bomen en bossen, die welig tieren op de vruchtbare ondergrond: het bronsgroen eikenhout.
Schoolgids 2014 – 2015Basisschool BocholtzHoofdstuk 1 De school – algemene gegevens
Pagina 1
1.1.2. Naam Per 1 augustus 2001 zijn de basisscholen “Op jen Bies” en “de Bongerd” in Bocholtz gefuseerd. Als naam voor de nieuwe school hebben we om praktische redenen gekozen voor “Basisschool Bocholtz”. Met de naam “Brede School Bocholtz” willen we aangeven, dat er meerdere disciplines in het gebouw aan de Wijngracht zijn opgenomen waarmee wij samenwerken: Kinderdagverblijf “Jij en ik” inclusief buiten‐ schoolse opvang “Zie Zo” van de Stichting Kinderopvang Humanitas en de Stichting Spelentère met peuterspeelzaal “de Kirchmuusjer”.
1.1.3. Richting Onze school is een katholieke bijzondere school. Het is een vorm van bijzonder onderwijs (in tegenstelling tot openbaar onderwijs, dat beheerd wordt door de overheid). Dit is onderwijs, dat gegeven wordt op een school die door een particulier schoolbestuur wordt bestuurd, meestal gebaseerd op een bepaalde gods‐ dienstige grondslag. Alhoewel onze school een katholieke school is, zijn er op onze school ook kinderen met een andere geloofsovertuiging. Door de open en ontspannen sfeer op school is iedereen welkom. We pro‐ beren de kinderen op onze school respect te leren hebben voor de levensbeschouwingen van anderen.
1.1.4. Directie basisschool Bocholtz Het bewaken van de eigen school is op de eerste plaats een aangelegenheid van de directeur van de school, die als integraal schoolleider zo breed mogelijke taken en verantwoordelijkheden heeft om inhoudelijk en organisatorisch de school vorm te geven. In het directiestatuut is vastgelegd welke taken aan de schooldirecties zijn opgedragen en welke bevoegdheden aan hen zijn gegeven. Directeur: de heer Bart Thonen Wijngracht 11, 6351 HJ Bocholtz, tel. 045 ‐ 5443614 (fax 045 – 5445952) E‐mail:
[email protected]
1.1.5. Schoolgrootte / aantal ( parallel‐ )groepen / leerlingen De school kent een populatie tussen 375(begin) en ca. 415 (einde) leerlingen per schooljaar. Het aantal groepen bedraagt per 01 – 08 – 2014: ……… 15 Situatie per 01 augustus 2014 (verwacht) Onderbouw 1 Groep 1a: 14 Groep 1b: 14 4 – jarigen 4 jarigen en 5 jarigen In de loop van het schooljaar stromen hier 4‐jarigen in. Groep 2a: 30 Groep 2b: 29 Onderbouw 2 Groep 3a: 23 Groep 3b: 22 Groep 4a: 23 Groep 4b: 23 Middenbouw Groep 5a: 27 Groep 5b: 12 Groep 6b: 14 (26 lln. combinatieklas 5b / 6b) Groep 6a: 28 Bovenbouw Groep 7a: 29 Groep 7b: 29 Groep 8a: 27 Groep 8b: 28
Schoolgids 2014 – 2015Basisschool BocholtzHoofdstuk 1 De school – algemene gegevens
Pagina 2
1.1.6. Schoolgebouw De basisschool is een onderdeel van de Brede School Bocholtz. Het grootste gedeelte van het schoolgebouw (voormalige BS Op jen Bies) dateert uit 1978. In 2004 kwam de Brede School Bocholtz gereed. Het bestaande gebouw werd inwendig verbouwd en o.a. uitgebreid met 8 leslokalen, een grote docentenkamer, enkele kantoren en een aula. De school telt 16 groepslokalen, een lokaal voor handenarbeid / techniek, een speellokaal voor de groepen 1 en 2, een schoolbibliotheek(BOS – project = Bibliotheek Op School), een werklokaal voor ILOen een groot computerlokaal. Daarnaast hebben alle groepen een computerhoek in het groepslokaal. De aula wordt gebruikt voor allerlei vieringen, carnavalszitting, muziekuitvoeringen (o.a. cabaret groepen 8), expositieruimte voor de expressievakken, ouderavonden, overblijven etc. Verder zijn er in het schoolgebouw een personeelskamer, werk‐ en gespreksruimtes voor de leraren, intern begeleider, externe hulpverleners, conciërge, admini‐ stratie, ICT‐coördinator en directeur. De school heeft vier speelplaatsen: één voor de groepen 1 en 2; één voor de groepen 3 en 4; één voor de groepen 5 en 6 en één voor de groepen 7 en 8. Op de speelplaats voor de groepen 1 en 2 bevindt zich een groot speeltoestel en een grote hoeveelheid buitenspelmateriaal. Op de overige speelplaatsen bevinden zich diverse speeltoestellen, zitbanken en schaduwbomen. Het souterrain in de nieuwe Brede School Bocholtz wordt gebruikt door de Stichting Humanitas(kinderdag‐ verblijf en buitenschoolse opvang) en de Stichting Spelentère” met peuterspeelzaal “de Kirchmuusjer”. De lessen lichamelijke oefeningen voor groep 2 t/m 8 worden gegeven in de sporthal/ gymzaalnaast de school.
1.1.7. Bereikbaarheid van de school Men kan via meerdere ingangen het schoolterrein bereiken. ‐ Aan de kant van de sporthal kan men via een brede trap op de speelplaats van de groepen 5 t/m 8 komen. ‐ Parkeergelegenheid is op de grote parkeerplaats voor en achter de sporthal. ‐ Aan de Biesweg kan men via een dubbele poort de speelplaats van de groepen 1 t/m 4 bereiken. ‐ De fietsenstalling (voor de leerlingen vanaf groep 5) is via de Biesweg te bereiken.
Schoolgids 2014 – 2015Basisschool BocholtzHoofdstuk 1 De school – algemene gegevens
Pagina 3
1.1.8. Situering van de school De Brede School Bocholtz aan de Wijngracht is rustig gelegen even buiten het centrum van het dorp ‐ ten zuiden van de voormalige spoorlijn Maastricht – Aken. Bocholtz ligt aan twee zijden omsloten door de Nederlands – Duitse grens. Bocholtz kent een aantal wijken: Kerkeveld – Bloemenwijk – de Quelle – Op de Weijer – Klinkert. De leerlingen komen verder uit de buurtschappen: Vlengendaal – Bocholtzerheide – Bane‐heide – Prickart – Zandberg – Broek. De school is omringd door akkers en weilanden die doorkruist worden door talrijke veldwegen. In pedagogisch‐didactisch opzicht biedt dat vele mogelijkheden. We denken dan aan natuurwandelingen met het accent op actieve verkenning in het algemeen en aandacht voor cultureel erfgoed; veldwegen, holle wegen, boerderijen, de Eyserbeek, het Nyswillerbos etc. Ook bestaan er legio mogelijkheden op historisch en heemkundig gebied; de restanten van een Romeinse villa te Vlengendaal, de hoeve Overhuizen, kasteel de Bongerd, de Benedictijnerabdij te Mamelis, vakwerkhuizen, huizen gebouwd in Kunrader kalksteen etc.De school ligt vlak naast de sporthal, die door ons gebruikt wordt voor het geven van de lessen lichamelijke oefening en het houden van sport‐ en spelactiviteiten.
Topografische kaart 1 : 25.000
Schoolgids 2014 – 2015Basisschool BocholtzHoofdstuk 1 De school – algemene gegevens
Pagina 4
1.2.
Participanten Brede School Bocholtz
Het souterrain in de nieuwe Brede School Bocholtz wordt grotendeels gebruikt door de Stichting Humanitas (kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang) en de Stichting Spelentère met peuterspeelzaal “de Kirchmuusjer”. Alle partners hebben de intentie uitgesproken, dat we in de komende jaren moeten zien hoe we ook inhoudelijk iets voor elkaar kunnen betekenen, om zodoende meer invulling te geven aan het fenomeen Brede School, hoe klein deze variant op dit moment ook nog is. Mogelijk, dat er in de toekomst nog andere partners aansluiten bij de Brede School Bocholtz. Voor‐ en naschoolse opvang Met ingang van 1 augustus 2007 is ons schoolbestuur verantwoordelijk voor de organisatie van voor‐ en naschoolse opvang voor de leerlingen. Hiervoor zijn met de aanbieders van voor‐ en naschoolse opvang (de zogenaamde ‘kindpartners’) afspraken gemaakt over onder meer de kwaliteit van de opvang, de prijs en de uitvoeringslocaties. Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant, dat te downloaden is via www.movare.nl “Documenten” “Convenanten”. Voor uw kind wordt opvang aangeboden door Humanitas in Kindercentrum “Jij en ik” en de Buitenschoolse opvang “Zie zo” in de Brede School Bocholtz Voor nadere informatie en voor aanmeldingen kunt u contact opnemen met de aanbieder. Let op: Ook als u nu al klant bent, dient u zich aan te melden!
1.2.1. Kinderdagverblijf Humanitas (voor – en naschoolse opvang voor MOVARE)
Kinderopvang is leuk en goed voor kinderen Zoekt u kinderopvang bij u in de buurt? Of wilt u gewoon weten welke opvangvorm het beste bij uw situatie past en wat het kost?Wist u bijvoorbeeld dat u een deel van de kosten via de kinderopvangtoeslag retour kunt krijgen? Neem dan contact op met ons regiokantoorLimburg‐Zuid, Meezenbroekerweg 3, 6412 VK HEERLEN Wij plannen graag een rondleiding voor u! Tel: 045 ‐ 57 11 254, of mail
[email protected] of raadpleeg onze website: www.kinderopvanghumanitas.nl Kinderdagverblijf Jij & Ik en Buitenschoolse Opvang Zie zo zijn gevestigd in de Brede School Bocholtz. Voor informatie zie www.kinderopvanghumanitas.nl/kdvjijenik , tel: 045 ‐544 66 40 en www.kinderopvanghumanitas.nl/bsoziezo ........ tel: 045 ‐ 544 67 94.HansTummers, locatiemanager. Wie is Kinderopvang Humanitas? Kinderopvang Humanitas is de grootste kinderopvangaanbieder zonder winstoogmerk, met kinderdag‐ verblijven, centra voor buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en gastouders door heel Nederland. Iedere dag krijgen duizenden kinderen van nul tot dertien jaar bij ons een afwisselend aanbod in een veilige en vertrouwde omgeving. Schoolgids 2014 – 2015Basisschool BocholtzHoofdstuk 1 De school – algemene gegevens
Pagina 5
Kinderopvang Humanitas biedt een plek waar uw kind zich welkom voelt, waar hij mag zijn wie hij is. Onze pedagogisch medewerkers zijn professionals die het kind stimuleren en begeleiden op zijn ontdekkings‐ tocht door het leven. Dienstverlening: openingstijden van 07.30 tot 18.00 uur; opvang inclusief luiers en gevarieerde, gezonde voeding; gediplomeerde pedagogisch medewerkers; uitdagend en gevarieerd spel‐ en activiteitenaanbod; geen inschrijfgeld; vervoer door pedagogisch medewerkers of taxi van school naar kindercentra; hele / halve dagopvang 0 – 4 jarige; minimale afname 0 – 4 jarige: 1 hele of 2 halve dagen per week; openingsduur 0 – 4 jarige en BSO: 52 weken, 5 dagen per week: maandag t/m vrijdag; Wij zijn gesloten opalgemeen erkende feestdagen en 2 studiedagen per jaar.
1.2.2. Stichting Spelentère Peuterspeelzaalwerk (locatie Bocholtz: “de Kirchmuusjer”): Stichting Spelentère peuterspeelzaalwerk: Helmy Bijster Directeur/coördinator Spelentère Mesweg 14 6287 BH Eys tel 06‐81966406 E‐mail
[email protected] KvK 41076307
Aanmelden: Mevr. Yolanda Kleuters, hoofdleidster Telefoon: 045 – 5441209 E‐mail:
[email protected] Website: www.kirchmuusjer.nl Brede School Bocholtz / peuterspeelzaal “de Kirchmuusjer” Wijngracht 11B, 6351 HJ Bocholtz De peuterspeelzaal is toegankelijk voor peuters vanaf twee jaar. Openingstijden: Maandag t/m vrijdag: 08.45 – 11.30 uur Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdagmiddag: 13.15 – 16.00 uur
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool BocholtzHoofdstuk 1 De school – algemene gegevens
Pagina 6
de bouwhoek van de PZ
de huishoek van de PZ
de vertelhoek van de pZ
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool BocholtzHoofdstuk 1 De school – algemene gegevens
Pagina 7
Hoofdstuk 2
Het bevoegd gezag → het schoolbestuur→ Onderwijsstichting MOVARE
Onze school maakt deel uit van Onderwijsstichting MOVARE. Deze stichting telt op 1 augustus 2014 51 scholen, met in totaal 58 locaties, in de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Sittard‐Geleen, Stein en Vaals. Dit zijn 47 ‘reguliere’ basisscholen, 3 scholen voor speciaal basisonderwijs en 1 school voor speciaal (voortgezet) onderwijs, met in totaal 12.022 leerlingen (teldatum 1 oktober 2013). MOVARE kent rooms‐katholiek, oecumenisch, protestants‐christelijk, algemeen bijzonder en openbaar onderwijs. Drie basisscholen bieden Jenaplanonderwijs aan en één basisschool werkt volgens het principe van het Freinetonderwijs. Organisatiestructuur MOVARE kent het Raad van Toezichtmodel met een statutair onderscheiden College van Bestuuren de Raad van Toezicht.Het College van Bestuur bestaat uit de heren H.M. Tromp (voorzitter a.i.) en drs. H.M.G Linssen MES (lid). De scholen zijn verdeeld over drie regio's, die worden aangestuurd door een regiodirecteur. Deze is de direct leidinggevende van de schooldirecteuren. Het bestuursbureau en het administratiekantoor VIZYR verrichten ondersteunende diensten voor de diverse geledingen binnen de stichting. Onze regiodirecteur is dhr. Jos Feron. Het College van Bestuur (CvB) is belast met het besturen van de stichting en vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte. Zij legt haar werkzaamheden vast in een bestuursreglement. Het College treedt op als werkgever voor alle medewerkers in dienst van MOVARE en geeft direct leiding aan de regiodirecteuren en de medewerkers van het bestuursbureau. Statutair telt het CvB één en ten hoogste drie leden, waarvan één de functie van voorzitter heeft; benoeming geschiedt door de Raad van Toezicht. De naam MOVARE De naam MOVARE staat voor beweging en verandering. Het onderwijs is evenals de maatschappij in beweging. MOVARE richt die beweging op de kwaliteit van het onderwijs. Aanpak en werkwijze zijn vooruitstrevend en kenmerken zich door een hoog ambitieniveau, ondernemingszin en oog voor innovatie.
Algemene gegevens van het bevoegd gezag Onderwijsstichting MOVARE
Naam: Bezoekadres: Postadres:
Onderwijsstichting MOVARE Heyendahllaan55b (abdij Rolduc Kerkrade) Postbus 12 6460 AA Kerkrade 045 ‐ 5466950 045 ‐ 5466977
[email protected] www.movare.nl 41516
Telefoonnummer: Faxnummer: E‐mail‐adres: Internet: Brinnummer: Voor actualiteiten en gegevens over de stichting verwijzen wij u naar de website www.movare.nl.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 2 Bevoegd gezag
Pagina 1
2.2.
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
MOVARE heeft een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Deze geeft advies of verleent instemming over schooloverstijgende zaken (aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen of voor de meerderheid van de scholen) met als doel de beleidsontwikkeling mede vorm te geven. Medezeggenschapszaken met betrekking tot individuele scholen worden behartigd door de Medezeggenschapsraden (MR‐en) van de afzonderlijke scholen. De leden van de GMR hoeven geen lid te zijn van een Medezeggenschapsraad (MR), wel wordt van hen enige binding met een school uit de betreffende regio verwacht. Voor de actuele GMR‐samenstelling en het GMR‐reglement, zie www.movare.nl > GMR.
2.3.
Schoolbegeleiding O & O MOVARE
Onze school is voortdurend in ontwikkeling. Bij sommige aspecten van deze ontwikkeling laten we ons ondersteunen door experts van buiten de school. Onderwijsstichting MOVARE beschikt over een team van medewerkers dat werkzaam is op het gebied van onderwijsbegeleiding en ‐ontwikkeling en verbonden is aan het bestuursbureau van MOVARE. Binnen dit team werken orthopedagogen, psychologen, psycholo‐ gisch assistenten en onderwijsbegeleiders. Zij helpen ons bij vragen die te maken hebben met de zorg voor individuele leerlingen (consultatie en diagnostiek), het verder ontwikkelen van de zorgstructuur en het versterken van de kwaliteit van het onderwijs in de groepen (passend en opbrengstgericht onderwijs). Deskundigen op het gebied van ICT ondersteunen bij het effectief leren omgaan met bijvoorbeeld digitale schoolborden etc. Indien nodig maken we gebruik van andere deskundigen.
2.4.
Regeling klachtbehandeling
Op grond van de Kwaliteitswet die in werking is getreden op 1 augustus 1998 zijn de schoolbesturen ver‐ plicht een klachtenregeling te hebben. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Door de klachtenregeling ontvangen het bevoegd gezag en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd, waar‐ mee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veilig school‐ klimaat). Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling over‐ leg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze wordenafgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op deze klachtenregeling. U kunt de klachtenregeling downloaden via de website www.movare.nl. Klik in het menu op documenten en vervolgens op regelingen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 2 Bevoegd gezag
Pagina 2
Procedure bij klachten 1. Intern klager leerling ouder personeelslid
klacht over andere leerling eigen leerkracht andere leerkracht
klagen bij eigen leerkracht eigen leerkracht, schooldirecteur eigen leerkracht, andere leer‐ kracht, schooldirecteur schoolse zaken eigen leerkracht, schooldirecteur machtsmisbruik, agressie, pesten, leerkracht, schooldirecteur, seksuele intimidatie schoolcontactpersoon andere leerling leerkracht leerkracht eigen kind leerkracht, schooldirecteur schoolse zaken leerkracht, schooldirecteur schooldirecteur schooldirecteur, regiodirecteur machtsmisbruik, agressie, leerkracht, schooldirecteur, pesten, seksuele intimidatie schoolcontactpersoon leerling ouder ouder ouder, schooldirecteur collega collega, schooldirecteur schooldirecteur schooldirecteur, regiodirecteur schoolse zaken schooldirecteur machtsmisbruik, agressie, schooldirecteur, schoolcontact‐ pesten, seksuele intimidatie persoon
Het staat de klager altijd vrij als eerste stap de klacht neer te leggen bij de op school aangestelde school‐ contactpersoon. Wordt de klacht op school bij iemand anders ingediend, dan wijst deze de klager op de mogelijkheid de schoolcontactpersoon in te schakelen. De interne procedure kan ertoe leiden, dat de externe procedure gestart wordt. 2. Extern Klager of aangeklaagde neemt contact op met: 1. schoolcontactpersoon van de school die kan doorverwijzen naar 2. vertrouwenspersoon, die verder adviseert, waarbij a. het bevoegd gezag de klacht zelf afhandelt b. doorverwijzing naar klachtencommissie plaatsvindt. 3. klachtencommissie. Stappenplan klachtbehandeling Het stappenplan is de route die bij voorkeur wordt gevolgd bij de behandeling van een klacht opdat deze zo zorgvuldig en efficiënt mogelijk wordt opgelost. Degene tot wie u zich met een klacht wendt, zal u op dit stappenplan wijzen. Stap 1 De klager bespreekt zijn klacht zo mogelijk met degene tegen wie de klacht gericht is (bijv. een leerkracht). De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 2. Stap 2 De klager bespreekt zijn klacht met (een lid van) de schoolleiding. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 3. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 2 Bevoegd gezag
Pagina 3
Stap 3 De klager wendt zich, via de schoolleiding of de schoolcontactpersoon, tot een van de vertrouwensperso‐ nen. Deze gaat na of de klacht door bemiddeling tot een oplossing kan worden gebracht dan wel aanleiding geeft tot het indienen van een klacht hetzij bij het bevoegd gezag hetzij bij de klachtencommissie. In het laatste geval, volg stap 4a respectievelijk 4b. Stap 4a De klager dient, al dan niet bijgestaan door een vertrouwenspersoon, een klacht in bij het College van Bestuur. Het College van Bestuur neemt de klacht in behandeling. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 4b. Stap 4b De klager dient, al dan niet bijgestaan door een gemachtigde, een klacht in bij de landelijke klachten‐ commissie. Deze onafhankelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bevoegd gezag hierover. De klachtencommissie geeft advies over: a. het wel of niet ontvankelijk zijn van klager; b. het wel of niet gegrond zijn van de klacht; c. het nemen van maatregelen; d. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. Stap 5 Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bevoegd gezag het besluit hierop kenbaar maken aan: a. de klager b. de aangeklaagde c. de klachtencommissie d. de schooldirecteur e. de medezeggenschapsraad van de school f. de schoolcontactpersoon g. de vertrouwenspersonen De contactpersonen in het kader van de wettelijke klachtenregeling voor onze basisschool zijn Mevr. L. Smit‐Daniëls, Groot Berghem 55, 6235 BK Ulestraten, tel. 043 – 3649333 Mevr. M. Olislagers Bosheide33, 6373 CJ Landgraaf, tel. 045 – 5671539 De schoolcontactpersoon zal aan de hand van het hierboven toegelichte stappenplan samen met u tot een oplossing proberen te komen. Vertrouwenspersonen MOVARE beschikt over twee vertrouwenspersonen. Mocht u naar aanleiding van een klacht niet tot een adequate oplossing komen met de schoolcontactpersoon, dan zal deze u doorverwijzen naar de onderstaande vertrouwenspersonen. Mevr. C. Verschuren Op de Acker 21 6431 GJ Hoensbroek Tel: 045‐5220878 Dhr. W. Pieters Terlindenweg 18 6433 PC Hoensbroek Tel: 045‐5216240 Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 2 Bevoegd gezag
Pagina 4
Landelijke klachtencommissie Per identiteit (denominatie) bestaat er een landelijke klachtencommissie. Alle MOVARE‐scholen zijn op basis van hun identiteit aangesloten bij een van deze commissies. Onze school is aangesloten bij de onderstaande klachtencommissie. Het is van belang dat u eerst kennis neemt van de inhoud van de regeling klachtbehandeling, alvorens u zich wendt tot een landelijke klachtencommissie. Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs Postbus 82324 2508 EH DEN HAAG Tel. 070 ‐ 392 55 08 Fax. 070 ‐ 302 08 36 E‐mail: info@geschillencies‐klachtencies.nl Website: www.geschillencies‐klachtencies.nl Termijn indienen klacht In de klachtenregeling is onder paragraaf 3, artikel 6; lid 2 de volgende passage opgenomen: De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend. De klachtencommissie kan beslissen niet‐ontvankelijkheid vanwege termijnoverschrijding achterwege te laten indien zij van oordeel is dat, alle omstandigheden van het geval meewegend, de klager de klacht zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs van hem verlangd kan worden, heeft ingediend.
2.5.
Onderwijsinspectie
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 1113111 (lokaal tarief) De inspecteur ziet toe op de naleving van de wet‐ telijke voorschriften en toetst het schoolplan en de schoolgids aan deze voorschriften. Verder houdt hij al dan niet persoonlijk contact met de scholen, gemeente en het ministerie.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 2 Bevoegd gezag
Pagina 5
Hoofdstuk 3
Waar de school voor staat
3.1.
Identiteit
Wie we als BS Bocholtz willen zijn en hoe we (h)erkend willen worden. Als bijzondere katholieke school willen we de leerlingen vanuit de christelijke levensvisie een verant‐ woorde vorming geven. Deze christelijke levensvisie zal de sfeer op school bepalen. We staan op een respectvolle wijze open voor ouders en kinderen met een ander geloof. We willen de kinderen de waarde leren ervaren van het met elkaar leven op deze aarde. We vinden hierbij dat innerlijke vrede een grote rijkdom is in deze materieel ingestelde wereld. Onze fundamentele waarden worden mede bepaald door de christelijke levensvisie, we willen die laten doorklinken in ons onderwijs. Waarden en normen worden niet door regels aangepraat of opgelegd, maar ze worden in gesprekken doordacht en ervaren. Ze gaan de houding van alle betrokkenen bij de school mede bepalen. Wij willen de waarden en normen met de kinderen bespreken, maar ze vooral ook zelf voorleven; wij willen met het kind verwonderd zijn over alles wat ons omringt. Als een rode draad zal dit door ons onderwijs moeten lopen. We willen vanuit kerkelijke vieringen (vieringen versterken onze school als gemeenschap)een zodanige sfeer op school creëren, dat de leerlingen komen tot een eigen christelijke levensvisie. Vanuit deze christelijke visie bepalen de leerlingen hun houding t.o.v. de medemens. De leerlingen leren, open te staan voor andersdenkenden en ieder mens als gelijkwaardig individu te beschouwen. Behalve respect voor de medemens leren we kinderen ook respect op te brengen voor de natuur en de culturele verworvenheden. We proberen leerlingen zover te brengen, dat ze hier op een verantwoorde wijze mee omgaan. Deze katholieke gerichtheid betekent niet dat de school er is in dienst van de kerk. Wel verlenen wij loyale medewerking aan kerkelijke plechtigheden als 1e H. Communie, H. Vormsel en gezinsvieringen. De huidige pastoor (P. Pierik) verzorgt enkele lessen in de groepen 4 (voorbereiding 1e H. Communie), in de groepen 8 (voorbereiding H. Vormsel), in de groepen 5 – 6 – 7 (Adventstijd en de tijd vóór Pasen). Voor het overige heeft de school haar eigen verant‐ woordelijkheid. De godsdienstlessen worden in princi‐ pe gegeven door de groepsleerkracht aan de hand van een door de school gekozen methode (zie verder bijlage 2 Het onderwijsaanbod). Wij benaderen het godsdienstonderwijs als één van de vele vakken die op onze school aan de orde komen. Het doel van deze godsdienstlessen is niet wervend of overtuigend, maar open. Open in de zin van waardering voor andere opvattingen ‐ hoewel het vertrekpunt steeds het katholieke geloofsgoed is ‐ en ook open in de zin van eventuele keuzen die het kind later in zijn leven wil maken. Die openheid komt ook tot uiting in het toelatingsbeleid dat we hanteren. Onze school biedt plaats aan ieder kind, ongeacht de gelovige of niet‐ gelovige achtergrond. We gaan er daarbij vanuit dat de katholieke grondslag van de school gerespecteerd wordt en dat men zich conformeert aan de bestede tijd aan vieringen en voorbereidingen hierop als ouders hun kind(eren) als leerling aanmelden. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 1
3.2.
Missie
3.2.1. Missie en visie van MOVARE MOVARE werkt vanuit de missie “Onderwijs op maat voor elk kind met aandacht voor autonomie en authenticiteit van elk mens in een respectvolle omgang met elkaar en de wereld waarin wij leven met het oog op de leefbaarheid van de maatschappij van morgen”. Alle medewerkers geven hun activiteiten zodanig gestalte dat zij de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen. Op deze manier leveren zij goed onderwijs voor de kinderen. Visie van MOVARE MOVARE biedt boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief en geeft invulling aan de rol van maatschappelijk ondernemer. Strategische uitgangspunten MOVARE‐scholen stellen het kind in zijn ontwikkeling centraal in een context waarin kinderen en medewerkers zich prettig voelen en met plezier naar school gaan. Scholen van MOVARE creëren voor kinderen leersituaties, waarbij niet alleen het leerstofaanbod leidend is, maar mogelijkheden, talenten en behoeften van kinderen. Dit betekent dat kinderen op MOVARE‐scholen voortdurend kansen krijgen om samen met volwassenen verantwoordelijkheid te dragen en richting te geven aan hun eigen ontwikkeling. Kinderen op MOVARE‐scholen krijgen kansen zich waarden en normen eigen te maken die van belang zijn voor hun bijdrage aan het functioneren in en het ontwikkelen van de maatschappij waarin ze leven. Nadere uitwerking in 3 thema’s: 1. MOVARE verzorgt boeiend en passend onderwijs Om goede opbrengsten te kunnen genereren, realiseert MOVARE kwalitatief onderwijs dat boeiend en passend is vanuit een lerend perspectief. Daarbij worden kinderen kansen geboden om zelf keuzes te maken in het leerproces. Behalve aandacht voor individueel leren is er aandacht voor samen leren. 2. MOVARE wil boeiend en (ver) bindend zijn Onderwijs is mensenwerk, waardoor de sleutel tot succes bij onze medewerkers ligt. Dit betekent dat MOVARE haar verantwoordelijkheid neemt als het gaat om het welbevinden en de professionele ontwik‐ keling van haar personeel. MOVARE beseft dat goed leiderschap een zeer belangrijke factor is bij schoolontwikkeling. Leiding geven in een cultuur van voortdurende verandering vraagt personen die op basis van een gedeelde visie werken aan de ontwikkeling van de leerlingen, het personeel, de school, de omgeving en de maatschappij. 3. MOVARE is verbindend naar binnen en naar buiten MOVARE levert een bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen en is voortdurend in dialoog met haar omgeving en heeft oog en oor voor belangrijke levensvragen. Ouders zijn daarbij belangrijke partners.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 2
3.2.2. Missie van de school Binnen de kaders van de missie, visie en het strategisch beleidsplan van MOVARE formuleert elke school zijn eigen missie en visie. Het begrip missie heeft te maken met datgene wat je als organisatie wil uitdragen naar buiten, waardoor de identiteit van de organisatie zichtbaar wordt gemaakt. Missies bestaan doorgaans uit een aantal elementen. Deze elementen zijn: ons werkterrein (wie zijn we, wat doen we?) ons bestaansrecht (wie zijn onze klanten, in welke behoeften van onze klanten voorzien onze activitei‐ ten?) de betekenis voor onze belanghebbenden (welke beloften doen we aan onze belanghebbenden?) onze normen/waarden/overtuigingen (welke normen en waarden staan centraal in ons handelen?) onze intenties en ambities (wat is de opdracht waarvoor we staan?) Waarom we er als BS Bocholtz zijn en wat we onze kinderen willen meegeven. In de missie beschrijven we wat we de kinderen op onze school willen meegeven. Onze missie geeft antwoord op de vraag: wat willen wij met onze school betekenen? Waardoor maken we het verschil voor de kinderen, de ouders, de leerkrachten de omgeving, de samenleving? De missie vormt het morele doel van onze school. Het is het fundament onder onze verdere ontwikkeling. Onze visie en onze aanpak vinden hun basis in onze gezamenlijke levende missie. We zien het als onze kerntaak om kinderen die bagage mee te geven die ze nodig hebben om hun eigen leven vorm te geven. We willen op onze school kinderen met een verschillende ontwikkeling zo goed moge‐ lijk begeleiden en voorbereiden op de toekomst. Onze school heeft als eerste doelstelling het geven van kwalitatief goed onderwijs. Hieronder verstaan we onder meer ernaar te streven de leerstof en vaardigheden zó aan te bieden, dat de brede persoon‐ lijkheidsontwikkeling van de individuele leerling wordt bevorderd. We bieden de kinderen onder alle omstandigheden kansen om al hun talenten te ontwikkelen. Kinderen op onze school leren zichzelf te zijn, we willen dat ze zich zodanig ontwikkelen dat ze vanuit een positief zelfbeeld een constructieve bijdrage willen en kunnen leveren aan de samenleving. Daarvoor hebben we niet alleen kennis en vaardigheden nodig, maar speelt ook algemene ontwikkeling als mens een belangrijke rol. Naast de primaire taak van onze school, het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, is onze school ook een leefgemeen‐ schap. We leren onze leerlingen dat de samenleving aan een ieder een zinvolle plaats moet geven. De leerlingen krijgen de kans om hun sociale vaardigheden verder te ontwikkelen. We willen de leerlingen leren functioneren in een groep, leren voor je rechten opkomen, leren praten, leren luisteren naar anderen, leren incasseren, leren rekening houden met elkaar, leren een gemeenschap te vormen waarin ze de regels hanteren die bij deze gemeenschap horen; kortom sociaal gedrag aanleren. Door de toenemende vrije tijd proberen we kinderen een houding aan te leren die hen in staat stelt met hun leven om te gaan, zin te geven aan tijd die niet aan het arbeidsproces wordt besteed. Op de volgende bladzijde hebben we de missie wat meer specifiek uitgewerkt. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 3
Kennis en vaardigheden We zien het als een belangrijke taak van onze school om de kinderen die kennis en vaardigheden mee te geven die ze nodig hebben om een volwaardig lid van de samenleving te zijn. Niet slechts om zich staande te houden, maar om een constructieve bijdrage te leveren aan een betere samenleving. Dat houdt ook in dat we ze leren het beste uit zichzelf en uit situaties te halen. Kinderen leren op onze school de kennis die ze hebben te gebruiken om weloverwogen beslissingen te nemen en om informatie selectief te gebruiken. Er dient in ons werk samenhang te zijn tussen de kennis die aangeboden wordt en de vaardigheden die we met de kinderen ontwikkelen. Enkele specifieke vaardigheden die we op onze school belangrijk vinden: leren van fouten, kunnen omgaan met kritiek, flexibel zijn, zelf keuzes kunnen maken, goed communiceren We laten kinderen kennis maken met de diverse vormen van informatietechnologie. We zien vele kansen om met behulp van de technologie het onderwijs boeiend te maken. Tegelijkertijd vinden we het van belang dat we kinderen helpen op een verantwoorde en respectvolle manier om te kunnen gaan met de nieuwe technologie. We besteden niet alleen aandacht aan de rijke mogelijkheden, maar ook aan de risico's en de beperkingen die de nieuwe media met zich meebrengen. In deze tijd van moderne technologie vinden we het als school erg belangrijk (hernieuwde) aandacht te hebben voor het gesproken en geschreven woord. Zelfbeeld We vinden het erg belangrijk dat kinderen een positief zelfbeeld hebben: de kracht om zichzelf te zijn en weten dat dit goed is! We helpen kinderen vertrouwen te hebben in zichzelf en in anderen. We helpen hen bij het ontwikkelen daarvan, zodat ze in staat zijn om hun eigen interesses en dromen na te streven. Dat betekent onder meer doorzettingsvermogen, kunnen omgaan met tegenslagen, incasseringsvermogen, zelfredzaamheid en weerbaarheid, het lef om drempels te nemen. We helpen kinderen al hun talenten te ontwikkelen. We leren hen ontdekken en ervaren waar ze goed en minder goed in zijn. Ze leren de kansen te benutten die hun talenten bieden en tevens om te gaan met eigen beperkingen. Omgaan met anderen Liefde, rekening houden met elkaar, open staan en mede daardoor leren van elkaar wordt steeds belangrijker. We leren kinderen hoe belangrijk samenwer‐ ken is en wat het betekent om voor anderen het verschil te maken, iets voor anderen te betekenen. We schenken daarom aandacht aan sociale en emotio‐ nele vaardigheden zoals goed leren samenwerken en communiceren, écht naar elkaar luisteren, respectvol met anderen omgaan, accepteren en gebruik maken van verschillen, kunnen uiten van gevoelens, praten over hetgeen hen bezig houdt. Omgaan met de omgeving In deze materiële wereld willen we kinderen leren om te genieten en dankbaar te zijn voor “gewone dingen”. Daardoor ontwikkelen we tevens respect en verantwoordelijkheid voor de omgeving, zowel in het klein als in het groot: voor andere mensen, voor het milieu, voor de natuur, het zorgvuldig omgaan met energie. Creativiteit In onze complexe wereld wordt veel van mensen gevraagd. We willen dat kinderen hun toekomst als een uitdaging ervaren en hen de hulpmiddelen geven om die toekomst vorm te geven. Creatief denken en handelen, flexibel zijn, blijven leren vanuit brede interesses zijn daarbij essentieel. Ontwikkelen van creativiteit neemt op onze school een speciale plaats in, omdat we ervan uitgaan dat creativiteit veel voor de ontwikkeling van kinderen kan betekenen. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 4
3.3.
Visie
Visie Visie heeft te maken met beelden en verwachtingen richting toekomst. Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Hoe zien we ons zelf in de komende jaren. Welke kant willen wij als school opgaan? Wat willen we bereiken? Het gaat bij het formuleren van onze visie dus om: 1. Waar gaat het heen? 2. Waar gaan wij heen? 3. Wat is nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan
Ad 1:
Als wij de blik naar buiten richten, zijn de volgende ontwikkelingen voor onze school relevant:
Gelet op de huidige ontwikkelingen verwachten wij dat in de komende 4 jaren de volgende factoren een belangrijke rol zullen spelen: Moderne media spelen in de wereld van het kind een steeds prominentere rol. Een toenemende aandacht voor de ontwikkeling van vaardigheden in het leren (zelfstandig werken, samenwerkend leren, zelfstandig plannen). Het realiseren van boeiend en eigentijds onderwijs. Opbrengstgerichtheidis een belangrijk thema voor het hele onderwijsveld. De toenemende aandacht voor een veilige school en schoolomgeving.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 5
Ad 2:
Waar gaan we dus voor:
Voor een stevige plek voor ICT in ons onderwijsaanbod. Met name het gebruik van zgn. smartboards of digiboards zal in toenemende mate onderdeel moeten worden van het didactisch repertoire van leer‐ krachten. Het realiseren van boeiend onderwijs in nauwe samenhang met opbrengstgericht werken Het aanbieden van gevarieerde werkvormen en hulpmiddelen om leer‐ en denkvaardigheden uit te breiden. Voor het verbeteren van de leesprestaties van onze leerlingen. We doen dit door deel te nemen aan het leesverbeterproject van MOVARE.
In algemene zin willen we een school zijn die hoge verwachtingen waarmaakt. Een school waarin wij als schoolteam onze leerlingen ondersteunen om alles uit hun mogelijkheden te halen, mede door een eigen‐ tijds aanbod en een eigentijdse aanpak, waardoor bij alle belanghebbenden (kinderen, ouders, gemeente, stichting, inspectie) een positief beeld heerst. Die eigentijdsheid geven wij vorm door de structurele inzet van werkvormen m.b.t. meervoudige intelligentie, coöperatief leren en zgn. system tools.
Ad 3:
Wat is naar ons inzicht nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan:
Onderwijskundig leiderschap dat schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling stimuleert. Onderwijskundig leiderschap met aandacht voor personeelsontwikkeling door klassenconsultaties en een regelmatige gesprekscyclus. Goede begeleiding van het leertraject bij veranderingsprocessen. Permanente kwaliteitszorg (systematisch en cyclisch). Het bevragen van belanghebbenden (kinderen, ouders, personeelsleden) Een pedagogisch‐didactische aanpak die zich kenmerkt door: o activiteit en zelfstandigheid van leerlingen o het stellen van ambitieuze doelen o doelgerichte lesaanpak o doelgerichte jaarprogrammering o effectieve inzet van tijd o effectief klassenmanagement o Onderwijs met een eigentijds ICT‐aandeel o Betrokkenheid van leerlingen
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 6
3.4.
Waarden
Hoe we willen handelen om onze missie en visie te realiseren. In de missie geven we antwoord op de vraag: Waarom zijn wij als BS Bocholtz een team: wat willen we met zijn allen realiseren voor onze kinderen? Bij de waarden geven we antwoord op de vraag: Hoe willen wij als BS Bocholtz een team zijn op weg naar onze missie en visie? De waarden vormen de leidraad voor het gedrag dat mensen die bij MOVARE werken, laten zien. Ze vormen het kader voor onze identiteit, ze geven aan wie we zijn en hoe we door anderen herkend willen worden. De waarden staan ten dienst van de missie. Ze helpen ons deze missie ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. De centrale waarden bij BS Bocholtz zijn: verantwoordelijkheid: nemen en geven, het verschil willen maken, iets betekenen
samenwerking, openheid en veiligheid: open staan voor anderen, voor elkaar zorgen
kennis en vaardigheden: blijven ontwikkelen, levenslang leren, professionaliteit
enthousiasme en plezier: passie in het werk, initiatief nemen, brede belangstelling
(zelf)respect: positief zelfbeeld, waarderen van de ander en het andere
creativiteit en uitdaging: inventiviteit, buiten bestaande paden kunnen denken en handelen
Op de volgende pagina is uitgewerkt wat deze waarden betekenen in de praktijk van BS Bocholtz. Deze uitwerking vormt samen met de visie‐uitspraken de basis voor de acties die we de komende periode gaan ondernemen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 7
De betekenis van onze waarden
waarde samenwerken
waarde creativiteit
in de klas
in de school
Kinderen leren samenwerken in een door‐ gaande lijn van 1 tot en met 8. Kinderen ervaren hoe belangrijk samenwerken is en dat je samen meer kunt dan alleen. Ze leren om elkaar te helpen, samen aan een gemeenschappelijk doel te werken. Andere aspecten zijn hiervoor nodig: goed communiceren, respect voor elkaar, reke‐ ning met elkaar houden, zich houden aan afspraken en regels die samen ontwikkeld zijn en zichtbaar zijn in elke klas. Aandacht voor coöperatieve werkvormen.
Leerkrachten die met elkaar samenwerken op allerlei manieren: belangstellingsgroe‐ pen, samen voorbereiden, uitwisselen van ideeën en ervaringen, van elkaar leren het onderwijs te verbeteren. Niet alleen in de klas, maar ook in het team worden coöperatieve werkvormen toege‐ past (b.v. bij vergaderingen). Kwaliteiten in het team benutten door goed samen te werken. Nauwe samenwerking tussen school en ouders bij diverse activiteiten.
in de klas
in de school
Kinderen krijgen de ruimte om op een eigen manier te werken en problemen op te lossen. Daartoe werken ze in een uit‐ dagende en prikkelende omgeving. Er is aandacht voor een rijke aankleding van een klaslokaal. Leerkrachten stellen vooral open vragen aan kinderen, ze nodigen uit tot creatieve oplossingen. Hiervoor hanteren ze een diversiteit aan verschillende uitnodigende werkvormen. Ze gebruiken visuele middelen en gaan uit van de belevingswereld van het kind. Leerkrachten gaan op zoek naar samen‐ hang tussen de vakken, ze pakken vak‐ overschrijdende thema’s op (bv. d.m.v. [schoolbrede] projecten). Omdat creativiteit alleen mogelijk is in een veilige context, wordt daar veel aandacht aan besteed. Er is gerichte aandacht voor de creatieve vakken en voor kunst en cultuur in de school.
We willen een echt team zijn waarin we op een creatieve manier elkaars kwaliteiten benutten. Daarom werken we aan het veilig voelen om talenten te laten zien. We willen gebruik maken van mensen van buiten de school die voor kinderen e.e.a. te bieden hebben op het gebied van creativiteit. Het vergt van ons een oprechte belangstel‐ ling voor het nieuwe: niet alleen dingen beter doen, maar ook betere dingen doen. Daarbij kan samenwerken met andere scholen veel opleveren: “hoe doen jullie dit?” We zoeken naar creatieve werkvormen, zowel om in te zetten in het team (denk aan vergaderingen) als ook in de klas. We geven binnen de kaders van de missie en de visie ruimte aan de eigenheid van elk individu.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 8
waarde
in de klas
in de school
We zien in de klas zowel kinderen als leerkrachten met passie aan het werk. Grote betrokkenheid en een actievehou‐ ding, open staan voor de wereld. We zien blije gezichten in de school bij leerlingen en leerkrachten. Sfeervol ingerichte klaslokalen en gangen (o.a. werkjes van de leerlingen). Leerkrachten en kinderen maken gebruik van diverse werkvormen en materialen. Aan de inrichting van de klas kun je zien waar men mee bezig is (actueel / thema‐ tisch / functioneel). Leerkrachten kunnen boeiend vertellen en oprecht luisteren. Ze denken en handelen positief. Om enthousiasme bij kinderen te bevor‐ deren geven ze boeiende lessen en sluiten aan bij de belevingswereld van de leer‐lingen → hoge betrokkenheid → meer plezier → enthousiasme Er is sprake van betekenisvol leren.
Ook in het team zien we vooral blije gezich‐ ten. Mensen doen hun werk vanuit passie en betrokkenheid. We communiceren zorgvuldig: we praten met elkaar praten, niet over elkaar! Er worden gezamenlijke activiteiten onder‐ nomen, b.v. uitstapjes – kinderboekenweek – cursus – projecten ….. Alle leerkrachten doen actief mee tijdens de teamvergaderingen, ieder levert zijn/haar bijdrage vanuit betrokkenheid bij het geheel van de school. Er is sprake van schoolbrede interesses en een duidelijk saamhorigheidsgevoel. We tonen interesse in de ander. Van belang is dat we elkaar enthousiast maken en houden, complimenteren. Openstaan voor ideeën van de ander. Enthousiasme van collega’s waarderen en vooroordelen aan de kant zetten. Denken in mogelijkheden i.p.v. onmogelijk‐ heden.
waarde
in de klas
in de school
Verantwoorde lijkheid
Kinderen leren zorg te dragen voor zich‐ zelf, voor elkaar en voor de omgeving: het gebouw, het materiaal. Kinderen krijgen taken in de klas zodat ze leren verantwoordelijk te zijn. Denk b.v. aan het opruimen van het eigen kastje, van de klas en van de school; het werk op tijd inleveren op school, handtekeningen etc. We geven kinderen kansen om ver‐ antwoordelijk te kunnen zijn! We maken leerlingen ervan bewust, dat ze verantwoordelijk zijn voor het eigen gedrag / inzet. Ze leren dus verantwoordelijkheid geven en nemen. Daarbij hoort tevens zorgen voor veilig‐ heid, zowel fysiek als psychisch. Leerlingen moeten durven spreken / presteren zonder belemmeringen.
Iedereen die op onze school werkt, voelt zich gezamenlijk verantwoordelijk voor de dingen die moeten gebeuren. “Het is ons aller pakkie‐an”! Leerkrachten zijn m.b.t. verantwoordelijk voelen ,een duidelijk zichtbaar voorbeeld voor de leerlingen. We spreken elkaar aan op gedrag en ver‐ antwoordelijkheden. Door middel van taak‐ verdeling werken we aan: samen verant‐ woordelijk, maar niet voor alles! We tonen oprechte interesse in elkaar, we vinden het van belang dat we er zijn voor elkaar.
enthousiasme
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 9
waarde kennis en vaardigheden
waarde (zelf)respect
in de klas
in de school
De kinderen komen naar school om din‐ gen te leren. Opbrengstgericht werken is daarom erg belangrijk voor ons. Bewust kennis en vaardigheden aanleren, ook bij de creatieve vakken, sociale vaardighe‐ den / communicatieve vaardigheden. Heldere lesdoelen voorkomen activitei‐ tengericht onderwijs. Door middel van goed onderwijs, diverse hulpmiddelen en materialen proberen we zo optimaal mogelijk de kennis en de vaardigheden te ontwikkelen die kinderen nodig hebben. We werken met flexibele groeperingsvor‐ men binnen het jaarklassensysteem met ruimte voor interactie: leerkracht ↔ leerling ↔ leerling We zorgen voor een uitdagende en leer‐ stofgerichte aankleding van de klasloka‐ len. (bv. letters, getallenlijn, wandkaar‐ ten, muurkrant ….). Om goed onderwijs te realiseren, is een betrokken houding van leerlingen en leer‐ kracht nodig. Als leerkracht bekwaam zijn / kundig zijn en zo overkomen. Lessen worden goed voorbereid. Gebruik maken van de kennis van de kinderen. Wat kunnen kinderen van elkaar leren? Inzet ICT m.b.t. presentaties (presentatie‐ vormen/ smartboard), als middel en als doel.
Net als bij de overige waarden is het ook hier belangrijk dat wij als leerkracht het voorbeeld geven: ontwikkelen van kennis en vaardigheden als levenslang leerproces. We willen op onze school vakmensen zijn op het gebied van goed onderwijs. Daartoe is leren belangrijk. Dit doen we op verschil‐ lende manieren: cursussen volgen die meerwaarde hebben voor jezelf, de groep en de school, relevante vakliteratuur lezen, interactie met collega’s, thema‐vergaderin‐ gen …. Belangrijk vinden we om open te staan voor nieuwe kennis en er iets mee doen. Belangrijk is kennis hebben van doorgaan‐ de leerlijnen (TULE ‐ SLO). We bereiden samen lessen voor om meer effectiviteit en grotere betrokkenheid te krijgen en waar organisatorisch mogelijk gaan wij bij elkaar kijken om inspiratie en ideeën op te doen: zowel in andere groe‐ pen op de eigen school als ook andere scholen.
in de klas
in de school
(Zelf)respect zien we zowel in de klas als in het team op verschillende manieren terug. Leerkrachten laten allereerst voor‐ beeldgedrag zien: complimenten geven, waarderen, actieve en échte luisterhou‐ ding, oprechte interesse in kinderen to‐ nen, een positieve lichaamstaal, respect‐ vol taalgebruik, benadrukken van wat goed is! Ontwikkelen van een positief zelfbeeld. Daarnaast werken ze actief met kinderen om hen te leren respectvol met elkaar en met de wereld om te gaan: positieve interactie, elkaar leren accep‐ teren en in zijn waarde laten, open staan voor elkaars meningen en ideeën, goed leren communiceren, kunnen omgaan met kritiek.
In het team gelden een aantal uitgangspun‐ ten die ook in de klas van toepassing zijn. Respect op schoolniveau zien we op ver‐ schillende manieren terug. Leerkrachten ondersteunen elkaar, ze zetten anderen in hun kracht. Ze hebben zorg voor het wel‐ bevinden van collega's. Ze tonen openheid in twee betekenissen: belangstellend en eerlijk! Ze tonen oprechte belangstelling zonder te doen alsof. Ze hebben zelfver‐ trouwen, onder andere door te durven vertrouwen in de ander. Leerkrachten ontwikkelen een positief zelfbeeld bij elkaar. Ze richten hun aandacht ten volle en niet gespeeld.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 3 Waar staat de school voor? Pagina 10
Hoofdstuk 4
Het onderwijsprogramma voor de kinderen
Dit hoofdstuk beschrijft datgene wat een kind leert bij ons op school. Want al houden we bij ons onderwijs rekening met de actualiteit, de leerstof ligt voor een belangrijk deel vast in de methoden die we gebruiken. De leerstof wordt zo gekozen, dat alle leerlingen in ieder geval dezelfde basisstof kunnen verwerken. Die stof verwijst naar de kerndoelen in het basisonderwijs. Ze zijn opgesteld voor alle scholen in ons land. Het kernprogramma is afgestemd op de gemiddelde leerling in een leerjaar. Het houdt bij de jongste leerlingen rekening met wat ze aankunnen, bij de oudere leerlingen met de eisen van het voortgezet onderwijs.
4.1.
Onderwijskundige uitgangspunten
Basisschool Bocholtz wil bereiken dat ieder kind via een passend leer‐ en ontwikkelingsproces, de kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Dit kan het best in een omgeving waar de leerlingen zich thuis voelen. We zetten ons in voor het versterken en verbeteren van het groeps‐ en schoolklimaat. We willen een basis leggen voor een vorm van voortgezet onderwijs, die past bij het niveau en de interesse van de individuele leerling. De in gebruik zijnde en nog aan te schaffen onderwijsleerpakketten waarborgen het bovengenoemde leerproces en de wettelijke plicht om aan de kerndoelen primair onderwijs te voldoen.
Leergebiedspecifieke kerndoelen Dit zijn kerndoelen die betrekking hebben op een bepaald leergebied. Er worden zes leergebieden onderscheiden. I 1. Nederlandse taal ( inclusief lezen ) 2. Schrijven II 3. Engelse taal III 4. Rekenen / Wiskunde IV 5. Oriëntatie op jezelf en de wereld 5.1. Aardrijkskunde 5.2. Geschiedenis 5.3. Mens en Samenleving 5.3.1. Sociaal ‐ emotionele vorming 5.3.2. Burgerschapsvorming 5.4. Natuur en Techniek V 6. Kunstzinnige oriëntatie 6.1. Cultuureducatie 6.2. Tekenen en handvaardigheid 6.3. Muziek 6.4. Spel en bevordering van het taalgebruik 6.5 Beweging VI 7. Bewegingsonderwijs 8. Levensbeschouwelijke / godsdienstige vorming Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 1
De wet "Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen" is op 1 augustus 2010 in werking getreden. De wet strekt zich over vrijwel alle onderwijssectoren uit en beoogt: een goede zichtbaarheid van het niveau van beheersing van de Nederlandse taal en het rekenen voor zowel de leerling als de leraar en de school; meer eenduidigheid in taal‐ en rekenonderwijs in de gehele onderwijskolom; meer doelgericht taal‐ en rekenonderwijs door nauwkeurig omschreven doelen; een betere overdracht van leerlingen tussen de verschillende onderwijssectoren door de introductie van een eenduidige en gemeenschappelijke taal; het ontstaan van beter doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen; het (opnieuw) doordenken door scholen van de aanpak van taal en rekenen; het verleggen van accenten binnen het huidige taal‐ en rekenonderwijs. Genoemde wet vormt voor ons de basis voor (aanpassing van) lesmethoden, leermiddelen en toetsen / examens. Daardoor zal deze ook uitgangspunt zijn bij het ontwerpen van taal‐ en rekenonderwijs binnen onze school.
4.2. Leertijd Onze kinderen moeten voldoende tijd krijgen om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Dat betekent dat we de invloed van de populatie meenemen in de verdeling van de leertijd. De school voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. de leertijd. Over 8 jaar gerekend voldoen we ruimschoots aan de norm van 7520 uren onderwijs. Om effectief om te gaan met de beschikbare leertijd maken we ook gebruik van inlooptijden. Deze bedragen 10 minuten voorafgaand aan de ochtend‐ en middag‐ lessen. Groep 1A / 1B 4‐jarigen Groepen 1B – 2 – 3 – 4 Groepen 5 – 6 – 7 – 8
maandag 08.30 – 12.00
dinsdag 08.30 – 12.00
woensdag 08.30 – 12.00
donderdag 08.30 – 12.00
vrijdag 08.30 – 12.00
08.30 – 12.00 13.15 – 15.15 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15
08.30 – 12.00 13.15 – 15.15 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15
08.30 – 12.00
08.30 – 12.00 13.15 – 15.15 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15
08.30 – 12.00 13.15 – 15.15 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15
08.30 – 12.30
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 2
4.3.
Verdeling leertijd over de leer‐ en vormingsgebieden
Groepen Verdeling van de tijd over de leer‐ en vormingsgebieden Leer‐ en vormings‐ 1A 1B + 2 3 4 5 6 gebieden Art. 9 WPO Zintuiglijke oefen. 4.00 6.00 2.00 2.00 2.00 2.00 Lich.oefening Nederlandse taal Nederlandse taal 3.45 5.00 5.00 5.00 3.45 5.15 Lezen 6.45 5.15 4.15 3.45 Schrijven (technisch) 0.30 2.00 1.30 0.45 0.30 Rekenen / wiskunde
7
8
2.00
2.00
5.00
5.00 2.30 ‐ 5.00 0.45 1.30 1.30 1.30 2.00 ‐
2.30 ‐
1.15
2.30
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
‐
‐
‐
‐
‐
‐
0.30
3.30 ‐ ‐ ‐ ‐
6.30 ‐ ‐ ‐ ‐
1.00
1.00
(0.30) 1.00
0.30 (1.00)
‐
‐
1.00
1.30
‐
‐
1.00
1.30
‐
‐
1.00
1.30
0.30
0.30
0.30
0.30
1.30 1.30 1.30 1.30 0.45
1.30
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
Tekenen
‐
‐
0.30
0.45
0.45
0.30
0.30
Muziek
1.15
1.30
0.45
1.00
0.30
0.30
0.30
Engelse taal Oriëntatie op mens en wereld (projecten + ICT) Aardrijkskunde Geestelijke stroming. Geschiedenis Samenleving Natuuronderwijs Gezond gedrag Sociale redzaamheid, gedrag in het verkeer Expressieactiviteiten Handvaardigheid
Bevordering taalgebruik Spel en bewegen Godsdienst / Levensbe‐ schouwelijke vorming + Sociaal – emotionele vorming “Leefstijl” Pauze Totaal uren per week
1.00 0.30 0.30
Valt onder mondeling taalgebruik ( Nederlandse taal ) Valt onder Nederlandse taal, zintuiglijke en lichamelijke oefening 1.00 1.00 1.00 1.15 1.00 1.00 1.00
1.00
1.15 17.30
1.15 26.00
1.15 25.30
1.15
1.15
1.15
1.15
25.30
25.30
26.00
26.00
1.15 26.00
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 3
4.4.
Het onderwijsprogramma in groep 1 en 2
De aanpak in groep 1 en 2 verschilt van die in de andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen en de manier van werken is anders. Het werken in deze groepen gebeurt vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de hoeken ( o.a. een computerhoek ), in het speellokaal en op de eigen speelplaats voor groep 1 en 2. Op de brede kleutergang kunnen de kleuters ook allerlei activiteiten uitvoeren (de winkel, de poppen‐ kast, grote vloerpuzzels, bouwhoek etc ). In groep 1 ( 4 / 5‐jarigen ) ligt in het begin voornamelijk de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt vooral door spelen. Dit gaat in groep 2 ( 5 / 6‐jarigen ) door, maar hier heeft de leerkracht een meer sturende rol. De meeste leer‐ en vormingsgebieden komen in samenhang aan de orde aan de hand van een bepaald thema ( bv. de projec‐ ten wonen, voeding, de winter etc ). In de lessentabel worden leer‐ en vormingsgebieden onderscheiden. In de dagelijkse praktijk in de klas is dit nauwelijks merkbaar. Wie speelt in de poppenhoek is ook bezig met taalontwikkeling, wie speelt met een lotto leert ook getallen of kleuren en wie op een werkblad de golven van de zee tekent is bezig met voorbe‐ reidend schrijven. Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor heel veel ander leren. Het onderwijs in de groepen 1 en 2 vindt niet plaats op basis van vakken en leerstof, maar op basis van een beredeneerd aanbod van leeractiviteiten, waarbij onderwijsinhouden worden aangepast aan het ontwik‐ kelingsniveau van het kind. Dat beredeneerde aanbod hebben we bij ons op school verpakt in een 6‐tal kernactiviteiten.
mondelinge communicatie (gesprekken en kringactiviteiten) lezen en schrijven(beginnende geletterdheid) rekenen – wiskunde (beginnende gecijferdheid) spelen construeren en uitbeelden Thema´s en projecten
Veel kinderen zitten meestal zo’n twee jaar in groep 1 en 2. Het is afhankelijk van hun geboortedatum, aard en aanleg. In groep 2 worden ( speelse ) activiteiten aangeboden, die voorbereiden op leren lezen, schrijven en rekenen in groep 3. Aan het einde van groep 2 wordt met U besproken of Uw kind toe is aan groep 3. We vinden het belangrijk, dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen, lukt pas als een kind hier‐ aan toe is. We zien een kind liever een jaar langer in groep 2, dan jarenlang op de tenen de school doorlopen. ( zie verder bij zittenblijven en vervroegde doorstroming naar een hogere groep ) Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 4
4.5.
Het onderwijsprogramma in de groepen 3 t/m 8
Het leerstofaanbod is van groot belang voor de ontwikkelkansen van de kinderen. Wij vinden het belangrijk dat het methodische aanbod eigentijds is en dat het kinderen goed voorbereidt op het vervolg‐ onderwijs. De school kiest daarom voor methoden die recht doen aan de eisen zoals geformuleerd in de referentieniveaus taal en rekenen en voor het overige dekkend zijn voor de kerndoelen. De meeste methodes die we thans hanteren worden stapsgewijze vernieuwd. Bij de vernieuwing van methodes wordt officieel een cyclus van 8 à 10 jaar aangehouden. Derhalve werken we met meerjaren‐ investeringsbegrotingen . De school biedt de leerstof van de bovengenoemde methoden aan tot en met het niveau van groep 8. Dit geldt voor alle leerlingen, tenzij er sprake is van een individueel ontwikkelingsperspectief of een specifiek handelingsplan dat anders vermeld. De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. We geven dit vorm door het gebruik van dezelfde methoden en door afstemming van de manier van lesgeven. De school past het leerstofaanbod aan de behoeften van de leerlingen aan. De methoden bieden naast basismateriaal ook verbredings‐ en verdiepingsmateriaal. Voor leerlingen met specifieke problemen worden handelingsplannen opgesteld met gebruik van extra materiaal.
4.5.1. Nederlandse taal (inclusief lezen) Het taalonderwijs is veelomvattend. De woordenschat wordt uitgebreid, er is aandacht voor het verwoor‐ den van ideeën, spelling en luisteren naar anderen. Behalve schriftelijk taalwerk, leren we kinderen ook verhalen schrijven en spreekbeurten houden. Groep 3 hanteert geen aparte taalmethode. Lezen en taal vormen één geheel. Vanaf het schooljaar 2010 – 2011 zijn wij in de groepen 4 t/m 8 gestart met een nieuwe methode voor het van Nederlandse taal: “Taal op maat”.“Taal op maat” is een methode, met een taallijn en een aparte spellinglijn (de spelling van de onveranderlijke woorden ‐ de werk‐ woordspelling ). “Taal op maat” voldoet volledig aan de kerndoelen. Alle domeinen hebben een plaats gekregen: luisteren ‐ spreken ‐ stellen ( bv. een opstel of een brief schrijven ) ‐ lezen ‐ creatief spel ‐ taalbeschouwing ( grammatica – ontleden ‐ werkwoordspelling ‐ woordvormen ‐ betekenis van woorden en zinnen ‐ spreekwoorden ‐ uitdrukkingen en gezegdes – denkrelaties). Een methode voor sterk en zwak. “Taal op maat” is een methode voor alle kinderen. Op de taalkaarten vinden de kinderen opdrachten die wat meer inzicht en creativiteit verlangen (Meesterwerk). Voor remediëring biedt Taal op maat hulpbladen (Maatwerk). Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 5
De rode draad: het woordweb. Veel aandacht krijgt de ontwikkeling van de woordenschat, door de hele methode heen. De aanpak berust op associatie, maar dan op een gestructureerde manier. De kinderen leren te denken in categorieën van onderling verwante woorden. Zo ontwikkelen zij een “woordweb” waarin de afzonderlijke woorden stevig zijn verankerd. Soepel van jaargroep 3 naar jaargroep 4. Ze hebben er best moeite mee. Ze komen net uit groep 3 en ze moeten direct werken met een boek én met een schrift. De handige werkschriftjes van “Taal op maat” combineren beide. Het lezen én begrijpen van teksten in groep 4 blijft lastig. “Taal op maat” houdt daar rekening mee. In de groepen 1 en 2 wordt al veel aan taalvorming gedaan. U moet dan denken aan luisteroefeningen, voorlezen, kringgesprekken, versjes aanleren, verhalen vertellen, werken met prentenboeken, spelen met de poppenkast etc. Naast de wekelijkse methodegebonden controledictees worden twee maal per jaar in groep 3 tot en met 8 de spellingresultaten getoetst (CITO LOVS toets Spelling– zie verder bij Testen en Toetsen).
Lezen In groep 3 wordt officieel een start gemaakt met het leren ( technisch ) lezen. Vanaf het schooljaar 2009 – 2010 werken we in groep 3 met de nieuwste versie van de methode “Veilig Leren Lezen”. De meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen van Nederland. Ruim 75% van alle kinderen leert lezen met maan, roos, vis. Veilig leren lezen biedt: Ruimte voor verschillen, snellere leesontwikkeling, uniek: online advies bij toetsresultaten, uitgebalanceerd materialenpalet, aansluitende Schooltv‐ serie, uiterst adaptieve software en software voor het digitale schoolbord . De kinderen lezen veelal hardop.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 6
Vanaf het schooljaar 2012 – 2013 gebruiken de groepen 4 t/m 8 een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen: “Lekker Lezen” (uitgeverij Malmberg Den Bosch). “Lekker Lezen” is een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen voor kinderen in groep 4 t/m 8 in het basisonderwijs. Met de lesmethode lezen alle kinderen op hun eigen AVI‐niveau. Alleen zo heeft ieder kind de mogelijkheid om de meeste voortgang te maken. De kinderen vinden Lekker Lezen leuk vanwege afwisselende verhalen en teksten in mooie full‐colour leesboeken. LekkerLezen is AVI‐proof. De methode voldoet volledig aan de oude en nieuwe AVI‐indeling. Twee maal per jaar ( in groep 4 – 3 x ) ( einde schooljaar een derde keer voor de uitvallers ) worden de vorderingen op het gebied van technisch lezen getoetst (zie verder onder Testen en Toetsen). In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend lezen en later ook op het studerend lezen te liggen. We gebruiken daarbij in de groepen 4 t/m 8 de methode “ Tekstverwerken” (Noordhoff). Daarnaast gebruiken we de methode “Nieuwsbegrip”. Het is een complete on‐line‐methode waarmee het begrijpend lezen op een zeer actuele manier gestalte krijgt. Naast de methode gebonden toetsen gebruiken we ook de toetsen van het CITO LOVS (zie hoofdstuk 7 van deze schoolgids). Belang van studievaardigheden Studievaardigheden worden voor kinderen steeds belangrijker. Vandaar dat dit een apart onderdeel is van de Cito‐eindtoets en de Cito‐entreetoetsen. Logisch dat het nu ook in het Cito‐leerlingvolgsysteem wordt opgenomen. “Blits Studievaardigheden” sluit naadloos aan bij deze ontwikkelingen. Met Blits leren de kinderen het lezen, begrijpen en verwerken van allerlei informatiebronnen: teksten, kaarten, tabellen en grafieken. Deze methode wordt gebruikt in de groepen 7 en 8. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 7
Leesbevordering / leesplezier: Spreekbeurten in de groepen 5 t/m 8 Boekbesprekingen in de groepen 4 t/m 8 Bespreken krantenartikelen groepen 8 Voorlezen door leerlingen BB in OB Voorleesstoel in de klas Stilleesmomenten ( lezen in eigen boek naar keuze)
We leren de kinderen niet alleen technisch, begrijpend en studerend lezen; we brengen ze ook liefde voor boeken bij. Daarom wordt er ook veel voorgelezen en is er tijd op het lesrooster ingeruimd voor recreatief lezen. Bij de kleuters hebben we de prentenboekenhoek en is er aandacht voor beginnende geletterdheid. Jaarlijks wordt er door groep 3 een excursie gemaakt naar de plaatselijke bibliotheek. Ook schenken we aandacht aan de jaarlijkse “Kinderboekenweek”. de Bibliotheek op school ‐‐‐‐‐‐‐‐ dBos Dit staat voor de Bibliotheek op school en houdt in dat de vroegere klassenbibliotheken samengevoegd worden tot één schoolbibliotheek. Vanuit deze zullen, mét ondersteuning van professionals uit de biblio‐ theek, onze twee leescoördinatoren (juf Miranda America voor de onderbouw en juf Jessica Janssen voor de bovenbouw) samen met de leerkrachten speciale leesactiviteiten organiseren. De combinatie met het reguliere bibliotheekwerk bestaat uit het feit dat alle aanwezige boeken ingevoerd worden in het bibliotheeknetwerk én alle kinderen een lidmaatschapspasje van de school krijgen waarmee ze gelijktijdig in alle Parkstad‐Limburg‐Bibliotheken terecht kunnen. Dit project wordt mogelijk gemaakt door een provinciale subsidie die wij in samenwerking met de bibliotheek Kerkrade e.o. hebben aangevraagd en waarvoor binnen Parkstad‐ Limburg twee Movare‐scholen werden aangewezen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 8
4.5.2. Engels Het aanbieden van Engelse taal op de basisschool heeft enerzijds tot doel kinderen al vroeg vertrouwd te maken met een vreemde taal. Anderzijds wordt hiermee aandacht besteed aan de functie van Engels als belangrijke internationale taal. Leerlingen herkennen het Engels als bron van leenwoorden in het Nederlands. Ze leggen de basis voor spreken en lezen van de Engelse taal, uitgaand van alledaagse situaties (thema’s de familie, eten en drinken, wonen, tijdsaanduidingen, de weg vinden in het verkeer etc. ). Leerlingen moeten daartoe een begin maken met de verwerving van een woordenschat, inzicht krijgen in zinsbouw en de betekenis van woorden kunnen achterhalen. Op onze school wordt 1 lesuur per week Engels gegeven in groep 7 en 8. In groep 7 ligt de nadruk op een eerste kennismaking. Er wordt veel aandacht besteed aan mondelinge taalvaardigheid, lees‐ en luister‐ vaardigheid. Vanaf het schooljaar 2014 – 2015 gaan we de methode “Groove me” in groep 7 en 8 gebruiken. In groep 8 krijgen de leerlingen ook toetsen / proefwerken. De resultaten worden vertaald in een rapportpunt. Een revolutionaire methode Engels!! Groove.me is een revolutionaire digibord lesmethode Engels voor het basisonderwijs. De eerste complete lesmethode Engels waarbij muziek de basis is van alle lessen. De muziek die gebruikt wordt is ‘echte’ muziek: bekende popsongs en eigentijdse hits in hun oorspronkelijke uitvoering. In de lessen wordt het thema van het liedje gebruikt om leerlingen Engels te leren, daarbij komen alle vaar‐ digheden aan bod. De lessen beperken zich niet tot alleen de woorden uit het liedje, maar worden uitge‐ breid met woorden passend bij het thema. Muziek werkt! Muziek helpt kinderen om Engels beter te onthouden. Tijdens het luisteren naar deze muziek, ont‐ staat er bij kinderen emotie. Wetenschappers hebben vastgesteld dat door deze emotie er een stof en werking in de hersenen ontstaat waardoor kinderen het geleerde makkelijker kunnen onthouden. Bijna alle kinderen houden van muziek en volgen de hits uit de top 40. Ze zijn heel nieuwsgierig naar ‘hun’ helden en willen van alles weten over de muziek en het Engels kunnen begrijpen. Hun motivatie om Engels te willen leren is en blijft door de keuze voor deze muziek enorm groot. Muziek geeft zelfvertrouwen. Kinderen zijn zo enthousiast over deze muziek, dat ze ongemerkt meteen over de moeilijke drempel stappen om zelf Engels te durven zingen en praten. Met muziek leer je Engels via zoveel mogelijk intelligenties: zien, kijken, horen, luisteren, zeggen, zingen, lezen, voelen en bewegen. Ook via het digibord en de opdrachten speelt de lesmethode Groove.me steeds in op diverse zintuigen en leerstijlen met opnieuw als gevolg dat kinderen sneller Engels leren. Groove.me scoort een dikke 8 bij leerkrachten. Volgens leerkrachten zijn hun leerlingen gemotiveerder om Engels te leren en leren zij ook sneller en beter Engels dan voorheen. Dat blijkt uit het tevredenheidsonderzoek van Groove.me (2013).
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 9
4.5.3. Schrijven Met schrijven bedoelen we de technische schrijfvaardigheid die uitgroeit tot een persoonlijk handschrift. Het voorbereidend schrijven vindt plaats in groep 1 en 2 en loopt zo over naar het aanvankelijk schrijven in groep 3 en 4. Het gaat om de ontwikkeling van motorische vaardigheden ( van grove motoriek naar steeds fijnere motoriek ). Er is veel aandacht voor arm‐ , pols‐ en handbewegingen. Beginnen met tekenen, krijten, schilderen, prikken, knippen en dergelijke. In de loop van de jaren wordt dit steeds meer verfijnd. Op school hanteren we de methode “Pennenstreken” in de groepen 2 t/m 6. De methode “Pennenstreken” is gekoppeld aan de leesmethode “Vernieuwd Veilig Leren Lezen” die de leerlingen gebruiken in groep 3. De kinderen leren direct de letters van de woorden schrijven die ze net hebben leren lezen in de leesmethode: ik, maan, roos, vis etc. Ze leren direct schrijven in lopend schrift. In groep 3 leren de kinderen de cijfers 1 tot en met 10 schrijven. In groep 4 leren de kinderen de hoofdletters en hun verbindingen naar de volgende letter schrijven en hun functioneel toepassen. Bij het voortgezet schrijven in groep 5 gaat de aandacht uit naar het herhalen en automatiseren van het verbonden schrift. Geleidelijk aan schrijven de kinderen langere woorden. In groep 6 wordt voor het eerst geoefend met op – tempo – schrijven. Verder wordt een aanzet gegeven tot het ontwikkelen van een goed leesbaar, regelmatig persoonlijk handschrift. Bewaking van het persoonlijke handschrift gebeurt uiteraard in groep 7 en 8. In alle leerjaren wordt voortdurend aandacht geschonken aan: een goede schrijfhouding; een juiste penvoering; goed schrijfgereedschap (De eerste jaren werken de leerlingen met het potlood. Vanaf groep 4 schrijven de leerlingen met de vulpen. De balpen wordt slechts gebruikt in de werkboekjes. een juiste ligging van het schrijfblad of schrift; goede verbindingen tussen de letters.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 10
4.5.4. Rekenen en wiskunde In groep 1 en 2 komen de verschillende ontwikkelingsaspecten, waar‐ onder rekenen en wiskunde, geïntegreerd en vaak impliciet aan de orde. Door het creëren van situaties waarin bepaalde problemen zijn verpakt, worden de kleuters uitgenodigd tot een breed scala van activiteiten. De meest gehanteerde werkvormen zijn: werken met ontwikkelings‐ materialen, kringgesprekken, toegepaste spel en het werken met werk‐ bladen. De wiskundige momenten die zich hierbij voordoen, dienen als aangrijpingspunt voor allerlei activiteiten die Voor dit leer‐ en vormingsgebied hanteren we in de groepen 3 t/m 8 de methode “Rekenrijk”. Deze methode volgt de nieuwe inzichten op het gebied van realistisch rekenen en de nieuwe kerndoelen op de voet. In de onderbouw komen aan de orde: getallen – bewerkingen ‐ meten – geld rekenen ‐ diagrammen en tabellen ‐ ruimtelijke oriëntatie. In de bovenbouw bestaat de leerstof uit: hoofdrekenen ‐ cijferen ‐ breuken ‐ rekenen allerlei (coördinaten ‐ grote getallen ‐ meten ‐ meetkunde ‐ tijden – geld rekenen ‐ tabellen en grafieken ‐ procenten ‐ verhoudingen ‐ deelbaarheid ‐ redactiesommen ). Dagelijks wordt gecontroleerd of de leerlingen de leerstof begrepen hebben en toepassen kunnen. De leerkracht kan dan snel ingrijpen als er iets misgaat. Twee maal per jaar wordt er een schooloverstijgende toets ( CITO LOVS Rekenen en wiskunde ‐ zie verder bij hoofdstuk 7 ) afgenomen om te controleren of de leerlingen genoeg vorderingen maken. In het schooljaar 2012 – 2013 voerden we de nieuwe versie van Rekenrijk (3e editie) in in de groepen 3 – 4 – 5). In het schooljaar 2013 – 2014 volgden de groepen 6 – 7 – 8.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 11
4.5.5. Oriëntatie op mens en wereld Dit is een verzamelnaam van een groot aantal leer‐ en vormingsge‐ bieden die te maken hebben met de mens en de wereld om ons heen. Hiertoe behoren aardrijkskunde, geschiedenis, staatsinrichting, maat‐ schappelijke verschijnselen, natuuronderwijs, bevordering van gezond gedrag, sociale redzaamheid (w.o. verkeer) en geestelijke stromingen. In groep 1 tot en met 4 worden deze vakken niet afzonderlijk aangebo‐ den, maar geïntegreerd onder de naam “wereldoriëntatie” ( oriëntatie op mens en wereld ). Er wordt gewerkt met bepaalde thema’s / projec‐ ten. Vanaf groep 5 worden de vakken aardrijkskunde (methode “Wijzer door de wereld” – nieuw 2014), geschiedenis / staatsinrichting (methode “Wijzer door de tijd” – nieuw 2015) en voor de vakken natuuronderwijs, milieu en techniek: (methode “Leefwereld” voor de groepen 3 en 4 – methode “Wijzer door de natuur en techniek” – nieuw 2015) als aparte vakken aangeboden. We maken daarbij gebruik van moderne methodes die aansluiten bij de kerndoelen van het basisonderwijs en de stof van het voortgezet onderwijs. Ter ondersteuning van de leerstof maken we veel gebruik van smartboard en andere audiovisuele hulpmiddelen, diverse didactische werkvormen, ondernemen we excursies en andere activiteiten en projecten. Op het lesrooster hebben we ook tijd gereserveerd voor een verzameling van leer‐ en vormingsgebieden onder de naam “Oriëntatie op mens en wereld”. Deze tijd wordt gebruikt voor allerlei activiteiten en projecten. Zie verder in deze schoolgids. Een les per week wordt aandacht besteed aan verkeersonderwijs in groep 3 t/m 7. We maken gebruik van het lesmateriaal van VVN: “Rondje verkeer”” VVN voor de groepen 1 – 2 – 3; “Stap Vooruit” VVN voor groep 4; “Op voeten en fietsen” VVN voor de groepen 5 en 6 en “Jeugd Verkeerskrant” VVN voor groep 7.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 12
4.5.6. Natuur en techniek Techniek is een van de nieuwe leer‐ en vormingsgebieden in het basisonderwijs. Op onze school wordt hier op bepaalde momenten specifiek aandacht aan besteed in de bovenbouwgroepen. Binnen de methode “Wijzer door de natuur en techniek” (invoering nieuwe methode in 2015) zitten thema’s met betrekking tot aspecten van techniek en bovendien bieden de vakken tekenen / handenarbeid veel mogelijkheden. Techniek gaat over de dingen die mensen gemaakt hebben en nog steeds maken, als hulpmiddelen om in leven te blijven en het bestaan te vergemakkelijken en te verrijken. Het betreft zowel oude als moderne technieken. De basisschool richt zich op elementaire inzichten en vaardigheden op de volgende technische gebieden in de eigen leefwereld: constructies (o.a. bruggen, gebouwen, wegen, meubels, apparaten, gereedschap, verpakking); transport (o.a. voertuigen, transport over land, lucht en water, via leidingen, buizen, kabels); communicatie (o.a. actuele kennis over de informatiemaatschappij en toepassingsmogelijkheden van informatie‐ en communicatietechnieken); productie (o.a. gebruiksvoorwerpen, toiletartikelen, consumptiegoederen). Onderwijs in techniek op de basisschool heeft in zijn uitwerking het karakter van een combinatie van doen en denken. Qua inhoud en werkwijze heeft het gebied een speciale relatie met natuuronderwijs en tekenen / handenarbeid.
Verder huren wij gastlessen in van de stichting “Mad Science”. De uitgangspunten van Mad Science zijn: "Educate, have funand make a difference" Science, (wetenschap & techniek) is de perfecte “tool” om kinderen iets te leren. We vertellen kinderen niet hoe iets werkt, we laten het zien, sterker nog, ze mogen het zelf doen. Wat leren de kinderen dan? De kinderen leren de basisbeginselen van science (wetenschap en techniek). De groepen 6 volgende de workshops “Ir.reacties” en “Statische elektriciteit”. De groepen 6 bezoeken ook het museum ‘CONTINIUM”in Kerkrade. De groepen 7 bezoeken het watercentrum in Heel. De groepen 7 voeren het project “Weer en klimaat” uit. De groepen 8 nemen deel aan de workshop “Be tobacco free”.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 13
4.5.7. Expressievakken Op onze school verstaan we hieronder: muzikale vorming, handenarbeid, textiele werkvormen en tekenen. De dramatische vorming krijgt aandacht binnen het vakgebied Nederlandse taal. Creativiteitsontwikkeling vinden we belangrijk. Creativiteit is het vermogen om uit ervaringen, gevoelens en gedachten, nieuwe combinaties, ideeën of producten te vormen. Kinderen groeien hierdoor in hun ontwik‐ keling, omdat ze komen tot een meer bewuste waarneming van hun omgeving. Deze lessen zijn op onze school beslist geen “toegift” op de “serieuze” lessen. Wekelijks komen ze aan de orde. We hebben er ook nogal wat tijd op het lesrooster voor uitgetrokken. Muzikale vorming behelst: muziek maken ( met behulp van instrumenten en door te zingen ) het beluisteren van en spreken over muziek ‐ het uitvoeren van projecten ( in de bovenbouw bijvoorbeeld: het blaasorkest ‐ het symfonie‐ orkest ‐ de geschiedenis van de popmuziek ‐ een muzikale wereldreis ). Wij gebruiken de methode “Muziek moet je doen”. De meeste leerkrachten geven op onze school hun eigen lessen muzikale vorming. Soms nemen collega’s die lessen over. Onze school beschikt ook over een vakleerkracht muziek, die de leerkrachten ondersteunt bij het muziekonderwijs, door het aanreiken van nieuwe leerstof voor de muzieklessen en het actueel houden van het repertoire. Handenarbeid (ruimtelijke werkvor‐ men) behelst het werken met diverse materialen, variërend van papier, karton, klei, gips, hout, wegwerpmateriaal, blik, ijzerdraad, kurk, leer, touw, alufolie etc.Er wordt gewerkt met gereedschap: scharen, stanleymessen, zagen, hamers, soldeergereedschap etc. Textiele werkvormen behelst het werken met garens, vezels, stoffen en dergelijke. Vanaf 2012 – 2013 wordt het vak textiele werkvormen niet meer apert onderwezen, maar maakt samen met handenarbeid deel uit van het vakgebied beeldende vorming. Tekenen (inclusief schilderen). De kinderen leren omgaan met diverse materialen: potloden ‐ gum – liniaal ‐ kleurpotloden ‐ viltstiften ‐ vetkrijt ‐ plakkaatverf ‐ vingerverf – oost‐indische inkt ‐ ecoline –pen‐ netjes ‐ houtskool ‐ druktechnieken etc. In de groepen 1 en 2 worden de vakken handenarbeid, textiele werkvormen en tekenen geïntegreerd aangeboden onder de naam handvaardigheid.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 14
4.5.8. Bewegingsonderwijs In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs (binnen‐ en buitenspel) dagelijks op het lesprogramma. Daarbij krijgen de kleuters twee per week gericht lichamelijke oefeningen en bewegen op muziek in het speello‐ kaal. Vanaf groep 3 krijgen de leerlingen twee per week een les lichamelijke oefening in de sporthal naast onze school. Er is een in de lessen een afwisseling van gymnastiek en spel. Zie verder bij: sport en spel. Wij gebruiken de nieuwe methode “Basislessen bewegingsonderwijs” deel 1 (o.a. gymnastiek, atletiek, bewegen op muziek) deel 2 Spel.
4.5.9. Godsdienst / levensbeschouwelijke vorming Concrete leer‐ en ontwikkelingsdoelen: De kinderen kennen die verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament, welke typerend zijn voor de bijbels ‐ christelijke levensvisie en welke tevens aansluiten bij de denk‐ en ervaringswereld van de kinderen, aan wie ze verteld worden. De kinderen kennen de belangrijkste vormen van christelijk ‐ liturgisch leven (sacramenten en gebed). De kinderen kennen de begrippen, die fundamenteel zijn voor een christelijk leefpatroon (goed ‐ kwaad ‐ vergeving ‐ schuld – vriendschap – vertrouwen etc). De kinderen zijn in staat om, via verschillende verwerkingsvormen de aan hen vertelde bijbelverhalen te actualiseren in hun eigen leven. De kinderen zijn in staat om in hun eigen leefsituatie, op het niveau van eigen gewetensontwikkeling, de voor een christelijk gedrag fundamentele begrippen, inhoud te geven en toe te passen in hun eigen leven. De kinderen geven in hun persoonlijk gedrag blijk van een bijbels ‐ christelijke levenshouding. De kinderen geven er in hun persoonlijk leven blijk van, dat christelijk leven niet primair een kwestie is van uiterlijk voldoen aan bepaalde wetten, maar van een grondhouding, die weergegeven kan worden in de termen “liefde – verdraagzaamheid”. Beleving van christelijke feesten en vieringen. Thema’s worden in samenhang aangeboden met de thema’s uit de methode voor sociaal – emotionele vorming “Leefstijl”: Ik – Goeden kwaad – Kersttijd – Geluk – Rouwen verlies – Natuuren schepping Pastoor P. Pierik verzorgt lessen in de groepen 4 ter voorbereiding op de Eerste Heilige Communie en in groep 8 ter voorbereiding van het H. Vormsel. Daarnaast geeft hij enkele lessen in de groepen 5 – 6 – 7 in de Adventstijd en de Vastentijd.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 15
4.5.10. Sociaal‐emotionele vorming Zeker omdat de laatste tijd zoveel gesproken wordt over waarden en normen, willen wij als school op ons lesrooster hier nadrukkelijk aandacht aan besteden. Het team heeft gekozen voor de methode “Leefstijl”. Wat is Leefstijl? Leefstijl is een programma dat kinderen helpt om hun sociaal‐emotionele vaardigheden te ontwikkelen. Om een aantal te noemen: samen spelen, samenwerken, praten, luisteren, rekening houden met elkaar, zelfvertrouwen opdoen, gevoelens uiten, omgaan met verschillen, conflicten oplossen en omgaan met groepsdruk. Ook komen media‐educatie, gezondheidsvaardig‐ heden en burgerschap aan bod. Allemaal essentiële basisvaardigheden die voor kinderen belangrijk zijn om goed te kunnen functioneren. Zowel nu op school, thuis, als later wanneer zij volwassen zijn.
4.5.11. Burgerschapsvorming en sociale integratie Scholen in het primair en het voortgezet onderwijs zijn vanaf 1 februari 2006 verplicht om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn onze leerlingen immers!) de basiskennis, vaardigheden en houdingen bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Wij vinden dat als school belangrijk omdat het onze leerlingen een kans op een goede toekomst biedt. Hoe geeft onze school vorm aan actief burgerschap en sociale integratie? Onze school richt zich op het bijbrengen van kennis (weten), vaardigheden (kunnen) en houdingen (willen) en op het opdoen van ervaringen (actief! burgerschap). Dit doen we vooralsnog niet m.b.v. een bepaalde methodische leergang, maar het is verweven in ons totale onderwijs. Burgerschapsvorming moet niet worden gezien als een apart vak. Burgerschapsvorming kan daarnaast komt ook tot uiting in de wijze waarop de school bijvoorbeeld invulling geeft aan regels ten aanzien van veiligheid, kennis over democratie, ouderbetrokkenheid en onderlinge omgang tussen leerlingen en leerkrachten (schoolregels). Er zijn in de uiting van burgerschap verschillende niveaus te onderscheiden. Het eerste niveau is als we de leerlingen willen laten oefenen met burgerschap, waarbij het kan gaan om het verbeteren van de relatie tussen leerlingen onderling. Ook kunnen we de leerlingen meer onderdeel willen laten uitmaken van de omgeving of hen de kans geven die omgeving te beïnvloeden. Hierbij wordt duidelijk dat er goed naar het niveau van burgerschapsvorming moet worden gekeken. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 16
We onderscheiden drie niveaus waar onderwijsactiviteiten zich op kunnen richten: Microniveau: burgerschap binnen de school, waaronder de verhoudingen binnen de school, het intermenselijke verkeer. Mesoniveau: maatschappelijk burgerschap, waaronder het inzetten voor de omgeving van de school; Macroniveau: politiek burgerschap, waaronder kennis van democratie, politiek en staatsinrichting. Er zijn drie gebieden waarop wij ons richten. Deze burgerschapsdomeinen sluiten aan op het toezicht‐ kader van de inspectie. Democratie: een manier om verschillende opvattingen en belangen bij elkaar te brengen en op vreedzame wijze tot oplossingen te laten komen. Participatie: het tonen van verantwoordelijkheid voor de eigen leefomgeving door er een bijdrage aan te leveren. Identiteit: het eigen waardesysteem van waaruit iemand handelt in de publieke ruimte, zoals de school; wat is belangrijk genoeg om energie in te steken? Welke idealen heeft iemand?
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 17
4.6.
Inzet van ICT op school
a. Opbouw van ons ICT‐onderwijs: Vanaf groep 2 zijn onze leerlingen planmatig met ICT bezig. In het begin staat de ontwikkeling van de muisvaardigheden, waarvoor program‐ ma’s als “Okido” en diverse onderdelen uit het “TG‐windowspakket” gebruikt worden. Een speelse manier van werken staat voorop, maar inhoudelijk zijn de programma’s gericht op vele facetten van hun ontwikkeling, zoals herkenning van vormen en kleuren. Vanaf groep 3 zal vooral het gebruik van het toetsenbord meer centraal gaan staan. Hierbij speelt uiter‐ aard de letterherkenning in eerste instantie een rol. Naderhand zal de vaardigheid/snelheid van het toetsenbordgebruik meer de aandacht krijgen. Hiervoor hebben we geen speciaal hierop gerichte pro‐ gramma’s, maar is dit ingebed in de gebruikte software van “Zwijsens‐VLL” , “Spelen met maan‐roos‐vis” in de groepen 3 en “Ambrasoft”‐onderdelen. Dit wordt in de groepen 4 en 5 vervolgd door m.n. veel “Ambrasoft”‐onderdelen. In groep 6 wordt specifiek aandacht besteed aan de computervaardigheid. Aan bod komen: toetsen‐ bordtraining, PC‐onderdelen, windows, introducties van word‐excel‐paint, internet, en e‐mail. In groep 7 en 8 wordt dit uitgebreid met de onderdelen: windows – word – internet ‐ word‐extra (=werk‐ stukken maken) – powerpoint – excel.
b. ICT als methode‐ondersteuning: Wij gebruiken de volgende software ter ondersteuning van de methodes: “woordenstart(Ambrasoft)” voor mondelinge taalontwikkeling en beginnende geletterdheid en “spelen met 1‐2‐3” van Zwijsen voor de beginnende gecijferdheid. Ook de “Okido”‐programma’s sluiten hierbij aan. Software van “Veilig Leren Lezen” (groep 3). Onze schrijfmethode “Pennenstreken” voor de groepen 3 t/m 6 wordt hier door ondersteund. Ook met Ambrasoft werken we aan de werkwoordspelling in de bovenbouw.“RekenSom”, een uitgebreid rekenpakket voor de groepen 3 t/m 8. “Tafel totaal” vooral voor groep 4 en 5 als extra oefenstof voor het automatiseren van de tafeltjes. De methode “Nieuwsbegrip‐XL” is een complete on‐ line‐methode waarmee het begrijpend lezen op een zeer actuele manier gestalte krijgt. Bij aardrijkskunde gebruiken we de softwaretopografie bij “wijzer door de wereld”, evenals de software bij “De Kleine Bosatlas”. Bij natuuronderwijs is m.n. bij groep 8 ondersteuning door de programma’s “het menselijk lichaam deel 1, 2 en 3” en bij het thema seksuele vorming: “liefdevol”. Steeds meer wordt er bij elke methode gebruik gemaakt van de methode‐eigen software én de digibord‐software. Deze is speciaal ontwikkeld voor gebruik van de elektronische schoolborden. Onderhand gebruiken we bij praktisch elk leervak de specifieke software hier voor. Dit geldt ook voor de expressievakken Voorbeeld hiervan is bijv. de methode “laat maar zien” (van Beeldend Onderwijs) die we veelvuldig gebruiken bij het vak beeldende vorming.
c. ICT als communicatiemiddel: Het gaat er om dat we in staat zijn om oude (televisie, radio, pers) en nieuwe media (internettoepassingen, sms) te gebruiken en dat we een gezonde men‐ taliteit ten opzichte van deze media hebben, waarbij we ons bewust zijn van de mogelijkheden en van de context van informatie. Vanaf de groepen 5 kunnen de leerlingen beschikken over hun eigen e‐mail‐ adrescq. live@edu‐account op school. Vanaf groep 7 wordt hier planmatig aandacht aan besteed als zijnde één van de hedendaagse communicatie‐ middelen. De overige “social‐media” zoals twitter, facebook, skype, kennen en waarderen wij maar komen nog niet als deel van ons onderwijs aanbod. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 18
d. ICT als informatiemiddel: Vanaf groep 5 leren de kinderen informatie opzoeken m.b.v. de computer. Eerst nog via genoemde programma’s en vanaf groep 6 ook via demogelijk‐ heden van het internet. Ongeschikte pagina’s zijn op KENNISNET zoveel mogelijk afgeschermd. Komen de leerlingen toch op ongewenste pagina’s (en dat blijft natuurlijk altijd wel eens mogelijk) dient dit opgemerkt te worden en bespreekbaar te zijn. Duidelijke regels in de omgang hiermee zullen met de kinderen worden afgesproken.
e. ICT als presentatiemiddel: Vanaf groep 7 wordt ICT planmatig gebruikt als presentatiemiddel. In de praktijk schuift dit elk jaar weer een stukje verder naar voren, aangezien de kinderen steeds sneller bepaalde vaardigheden op dit gebied ontwikkelen.Met name het gebruiken van powerpoint‐presentaties bij de spreekbeurten is hier een overduidelijk voorbeeld van.
f. ICT als remediërend / verrijkend middel: Als zodanig wordt de volgende software gebruikt: Als extra oefenstof voor de werkwoorden gebruiken we “spelen met het werkwoord” en “werkwoorden totaal”. “Leeshulp 1, 2 en 3” voor de onderbouw, evenals “Flitskikker”, “RT‐spelling”, en “diagnostisch rekenonderzoek” worden ingezet als remediërend onderzoeks‐ en ondersteuningsmiddel. ”cijferhaai” en “woordenhaai”en“maatwerk rekenen”worden intensief bij RT gebruikt. Enkele verrijkende programma’s die regelmatig gebruikt worden: “google‐earth”, “toetstrainer 1 + 2”, “spelen met 1‐2‐3”, “spelen met de klok”, en “spelen met tafels”. Veel onderdelen van het Ambra‐ softpakket functioneren hierin ook.
g. Smartboards: In elk lokaal (behalve 1a) hangt een zg. “smartboard”. Een smartboard is een digitaal interactief schoolbord. Dit betekent dat je in je lessen op een eenvoudige manier gebruik kunt maken van websites, software, filmpjes, muziekfrag‐ menten, interactieve teksten, presentaties en wat je nog meer zou kunnen bedenken. Daarbij is het mogelijk om instructies die op het bord zijn gemaakt op te slaan en later weer op te roepen. Het gebruik van deze technologie vergroot de mogelijkheden om te leren en maakt leren leuker. Leren gaat immers vaak beter wanneer je de leerstof visualiseert. Toch hangt het succes van het bord voor een groot deel af van de leerkracht die het gebruikt. Leerkrachten die het smartboard gebruiken, hebben hiervoor een cursus gevolgd die door de Stichting Movare aangeboden wordt. Aangezien ook hier de ontwikkelingen niet stil staan, worden er dit jaar weer cursussen gevolgd om de nieuwste software hiervoor ook weer onder de knie te krijgen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 19
Live@Edu Onderwijsstichting MOVARE heeft ontwikkeling en innovatie hoog in het vaandel staan. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van nieuwe media. Om aan te sluiten aan de behoeften van kinderen hebben alle MOVARE‐scholen de beschikking gekregen over Live@Edu. De kinderen van de groepen 5 tot en met 8 maken gebruik van dit online communicatieprogramma. Wat is Live@Edu? Live@Edu is meer dan alleen e‐mail. Kinderen krijgen met hun e‐mailaccount toegang tot: ‐ E‐mailbox met een omvang van 10 Gigabyte. ‐ Online opslag voor persoonlijke documenten van 25 Gigabyte. ‐ Chatmogelijkheden tussen leerlingen ‐ Online samenwerkingsgroepen waardoor leerlingen in het kader van projecten documenten kunnen delen met andere leerlingen.
Is Live@Edu veilig? Ja. De hele omgeving van Live@Edu is afgesloten van reclame en ongewenste e‐mail en afgestemd op de specifieke behoeften van de school. Het kan toch gebeuren dat uw zoon/dochter ongewenste e‐mail ontvangt of op een website terecht komt die hij/zij eigenlijk niet wenst te bezoeken. Leerkrachten zijn bekend met Live@Edu, waardoor zij direct maatregelen kunnen nemen. Is er een protocol aanwezig? Ja. Dit protocol internet‐ en e‐mailgebruik (mediaprotocol) kunt u bekijken via de website www.movare.nl à documenten à Live@Edu. Voor het gemak is in deze schoolgids een samenvatting van het mediaprotocol opgenomen. Moet ik toestemming geven? Ja. Uw zoon/dochter mag niet eerder gebruik maken van Live@Edu, voordat u door middel van een toestemmingsformulier toestemming heeft gegeven. Meer informatie Meer informatie vindt u op de website http://live.movare.nl Samenvatting mediaprotocol voor leerlingen 1. Uitgangspunten Kinderen maken gebruik van internet & e‐maildiensten. De school heeft de verantwoordelijkheid om kinderen hier ‘wegwijs’ in te maken. Kinderen dienen zich tevens aan de afspraken te houden over internetgebruik of het versturen van e‐mail/ chatberichten. 2. Afspraken a. Kinderen gebruiken internet op school voornamelijk voor lesdoeleinden. Indien kinderen ‘vrij’ willen internetten, dient dit altijd in overleg met de leerkracht te gebeuren. Internet en e‐mail op school is hoofdzakelijk bedoeld als ondersteuning van het leerproces.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 20
b. Bij het bezoeken van internet wordt van de kinderen verwacht dat gemaakte afspraken nagekomen worden. Dit wil zeggen dat websites die geen verband houden met het leerproces, niet bezocht mogen worden zonder toestemming van de leerkracht. Bij het bezoeken van internetpagina’s/chat programma’s of e‐mail, wordt altijd in overleg met de leerkracht besloten of privacygevoelige informatie wordt gegeven (denk hierbij aan NAW‐gegevens). c. De school biedt kinderen tevens de mogelijkheid om verschillende zaken te printen. Het maken van een afdruk gebeurt altijd in overleg met de leerkracht. d. Het is niet toegestaan om bestanden te downloaden en/of te installeren op een computer van school. 2.1 Schoolwebsite Ouder(s) /verzorger(s) dienen toestemming te geven of gegevens van hun zoon/dochter op de schoolweb‐ site gepubliceerd mag worden. Deze toestemmingsverklaring wordt door de school bewaard en direct toegepast bij wel/geen akkoord. 2.2 E‐mail /Chatten Kinderen ontvangen een e‐mailadres van school. Hiermee kunnen zij berichten versturen en chatten met andere leerlingen. De inhoud van deze berichten moeten te maken hebben met het leerproces. Indien kinderen zich misdragen bij het versturen van e‐mail/chatberichten heeft de leerkracht de mogelijkheid om de toegang tot e‐mail te blokkeren. 2.3 Mobiele telefoons / Mp3 spelers Het gebruik van mobiele telefoons / mp3 spelers is op school niet toegestaan. Het is mogelijk om een mobiele telefoon / mp3 speler te gebruiken bij onderwijsprojecten. Hiervoor zal de leerkracht aangeven dat dit is toegestaan.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 21
Het gebruik van de computer op school De beslissing om computers te verstrekken aan het basisonderwijs komt niet uit de lucht vallen. Invoering van Informatie‐ en Communicatie Technologie (ICT) ten behoeve van het onderwijs is al jaren één van de doelstellingen van het overheidsbeleid, dat er op gericht is de kwaliteit en effectiviteit van het onderwijs te verbeteren. De mogelijkheden van de computers zijn legio. De computer koppelt direct terug naar de leerlingen en werkt daardoor stimulerend en motiverend. De leerkracht kan de computer gebruiken als hulpmiddel bij individualiseren en differentiëren. Ons netwerk is aangesloten op KENNISNET. Dit is een constante internetverbinding die geheel bedoeld en ingericht is voor gebruik door het onderwijs. Ook voor ouders biedt dit kennisnet een schat aan informatie! Een centrale figuur bij het gebruik van de computer in de school is de ICT‐coördinator. Deze leerkracht zorgt dat de apparatuur en de bijbehorende programmatuur zo goed mogelijk kan worden gebruikt. Hij/zij treedt op als vraagbaak bij technische en organisatorische problemen en inhoudelijke zaken. Bovenal ziet hij/ zij zijn/haar taak in het zo optimaal mogelijk inzetten van de computers in het gehele leerproces en als zodanig optreden als coach voor het gehele team. Wij werken in de klaslokalen met 2 PC’s per groep, maar het computerlokaal biedt nog veel meer mogelijk‐ heden: er kunnen 22 kinderen gelijktijdig werken en bovendien beschikken we hier over een smartboard. In groepen die te groot zijn, wordt merendeels met 2x een halve groep gewerkt. Om een zo gedegen mogelijk gebruik van de computers te waarborgen hebben we enkele ouders van verschillende groepen bereid gevonden, die de leerkrachten ondersteunen bij het werken met de computers. De groepsleerkracht geeft aan met welke programma's gewerkt gaat worden en heeft ook het administratieve deel bij iedere computer in eigen hand. Tot nu toe is deze manier van werken uitstekend bevallen. Wél zijn wij in elke groep weer zéér afhankelijk van de bereidwilligheid van “computer‐ouders”. Bij gedeelde groepen is namelijk steeds één helft in het computerlokaal, terwijl de leerkracht met de andere helft in de klas is. Op het moment dat er geen ouders meer actief zijn, lukt deze manier van werken dus niet meer en kunnen deze groepen geen gebruik meer maken van het computerlokaal.
Het aangelegde netwerk is zodanig ingericht, dat in de klaslokalen alle relevante programma’s te gebruiken zijn en de leerkracht vanaf elke plek kan nagaan hoe de resultaten zijn. Ook kan de leerkracht vanaf zijn/haar beeldscherm precies volgen waar de kinderen op de andere PC’s mee bezig zijn. Mocht dit nodig zijn, kan er op deze manier ook direct op de betreffende PC worden ingegrepen. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 22
Het gebruik van het computerlokaal is meer bedoeld om groepsgewijze en instructief te kunnen te werken, waarbij met name voor de groepen 6 t/m 8, naast de eerder genoemde programma’s, de mogelijkheden (en moeilijkheden) van het internetverkeer en het e‐mailen aan bod komen. Niet alleen het technisch leren omgaan met deze communicatiemiddelen, maar zeer zeker ook de inhoud van en omgang met deze media heeft onze zorg en aandacht. De kinderen zullen moeten leren dat niet alles wat te vinden en te doen is, geschikt en zinvol is. De ouders geven schriftelijk toestemming zodat de kinderen gebruik mogen maken van internet en e‐mail. Wij vinden het onontbeerlijk voor de huidige generatie en zullen ook alles in het werk stellen om dit zo serieus en veilig mogelijk te doen. Daartoe heeft ons schoolbestuur een “internet en e‐mail protocol” opgesteld, dat op onze homepage “www.bsbocholtz.nl” kan worden nagelezen.
4.7.
Schooltelevisie
Televisie en DVD zijn, ook in het onderwijs, van onschatbare waarde. Aanschouwelijk onderwijs kan vaak beter beklijven dan een theoretische les. Vandaar dat wij dankbaar gebruikmaken van deze media om kinderen kennis te laten maken met de hen omringende wereld. Dit gebeurt via programma's van de Nederlandse Onderwijs Televisie. We maken uiteraard een doelbewuste keuze uit het aanbod. Er bestaan programma’s voor alle leer‐ en vormingsgebieden. We wijzen de ouders erop, dat veel programma’s ook thuis bekeken kunnen worden. Deze uitzendingen vinden veelal plaats op zaterdagochtend. uitzendingen vinden plaats op zaterdagmorgen. De leerlingen van de groepen 5 volgen maandelijks de lessen “Nieuws uit de natuur”. De leerlingen van groep 7 en 8 bekijken iedere vrijdagmorgen om 11.00 uur het “ TV weekjournaal”. Hierin worden actuele thema's op een voor kinderen begrijpelijke wijze behandeld. De onderwerpen zijn zeer gevarieerd en alle vakgebieden komen aan de orde. Per thema wordt een leerling aangewezen om een korte samenvatting te maken, aangevuld met illustraties en krantenknipsels.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 23
4.8.
Huiswerk
Bij het voortgezet onderwijs is het normaal, dat de leerlingen regelmatig huiswerk maken. Om hen hier enigszins mee vertrouwd te maken, zullen de leerlingen in de bovenbouw (er zit een opbouw naar groep 8 ) regelmatig thuis iets moeten leren en/of maken. Indien nodig ontvangen de kinderen van de andere groe‐ pen af en toe oefenstof en/of leerstof om thuis te verwerken. Onder “huiswerk” verstaan wij ook het verzamelen van materiaal voor bijvoorbeeld de wereldoriënterende vakken ( kranten‐ en / of tijdschriften‐ knipsels e.d. ). Op de ouderinformatieavonden aan het begin van het schooljaar zullen we daar nader op ingaan. In verband met het huiswerk hebben de leerlingen van groep 7 en 8 een schoolagenda ( eenvoudig, zonder veel toeters en bellen !! ) nodig om het huiswerk te noteren. Aandachtspunten voor de ouders: zorg dat Uw kind regelmatig kan leren; zoek een rustig plekje voor hem/haar uit. Stripverhalen, speelgoed, een spelcomputer e.d. moeten niet binnen handbereik zijn. controleer of alle materialen in orde zijn; potlood, pen ( vulpen heeft de voorkeur ) e.d. blader regelmatig door de agenda, schriften klapper etc.; eis netheid; helpen bij het afvragen van de leerstof voor een proefwerk; regelmatige controle is noodzakelijk, ook tijdens het leren. het maken van vragen over de leerstof, het maken van een samenvatting of het maken van zogenaamde “mindmaps” (begrippenspin) zijn goede hulpmiddelen bij het leren;
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma
Pagina 24
Hoofdstuk 5 5.1.
Bijzondere activiteiten voor de kinderen
Sport en spel
Op onze school wordt in alle groepen een aantal keren bijzondere aandacht besteed aan sport‐ en spel‐ activiteiten. vrijdag 17 oktober 2014 herfst‐cross‐countryvoor groep 7 en 8 vrijdag 28 november 2014 spelencircuit voor groep 2 t/m 5 dinsdag 16 december 2014 koker‐trefbaltoernooigroepen 6 – 7 – 8 dinsdag 26 mei 2015 slagbaltoernooivoor groep 6, 7 en 8 dinsdag 02 juni 2015 slagbaltoernooi (uitwijkdatum)
5.2.
Schoolvoetbal KNVB
Jaarlijks nemen we met een of meerdere jongens‐ en meisjesteams (groepen 7 en 8) deel aan de school‐ voetbaltoernooien van de KNVB. Deze wedstrijden vinden plaats op woensdagmiddag. Gemeentekampioen 1e ronde woensdag 18 maart 2015 Gemeentekampioen 1e ronde (uitwijkdatum) woensdag 25 maart 2015 Gemeentekampioen 2e ronde woensdag 15 april 2015 e Gemeentekampioen 2 ronde (uitwijkdatum) woensdag 22 april 2015 Regio‐finales woensdag 13 mei 2015 Regio‐finales (uitwijkdatum) woensdag 20 mei 2015 Districtsfinale (Susteren) zaterdag 30 mei 2015 Districtsfinale (uitwijkdatum) Nederlandse kampioenschappen woensdag 03 juni 2015
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 1
5.3.
Klimlessen
Tijdens de lessen bewegingsonderwijs willen we in de groepen 7 en 8 een aantal lessen werken aan de klimwand in de sporthal. Het een en ander zal gebeuren onder deskundige leiding van onze vakleerkracht sport de heer Roger Steens. Hij heeft de bevoegdheid om als kliminstructeur op te treden. Tijdens de les zal hij met een gedeelte van de klas bezig zijn aan de klimwand, terwijl de groepsleerkracht op hetzelfde moment met de rest van de klas bezig is. In de volgende les wordt gewisseld van klim‐ groep.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 2
5.4.
Schoolverlaterskamp
Voor de leerlingen van groep 8 worden jaarlijks het kamp voor de schoolverlaters gehouden. Dit school‐ jaar van woensdag 01 juli tot met zaterdag 04 juli 2015. We overnachten midden in het bekende Leudal op het buitencentrum "de Spar" in Haelen. De kosten bedragen ca. € 55,00 per leerling. Leerlingen die géén lid zijn van de oudervereni‐ ging betalen ca. € 60,00. Deze dagen zijn bedoeld als een soort afsluiting van de basisschool. De leerlingen zullen de beschikbare tijd samen doorbrengen binnen een onschoolse, kameraadschappelijke sfeer met lerende en spelende momen‐ ten, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op het samen – doen, zelfstandigheid, verantwoordings‐ gevoel en respect voor elkaar. Kampprogramma: estafettespelen (teamspelen) – avondbosspelen – zwemmen – bezinningsmoment – kampvuurliedjes – spelencircuit (“rode draad”= samenwerken) – hindernisbaan / cross country – alternatief rugby – barbecue – quizavond).
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 3
5.5.
Cursus Jeugd EHBO ‐ A
In de periode januari – juni (15 lessen) worden de leerlingen van groep 8 opgeleid voor het officiële certificaat Jeugd EHBO A van het Oranje Kruis. De lessen worden gegeven in het kader van het leer‐en vormings ‐ gebied Bevordering Gezond Gedrag door de groepsleerkracht en een aantal enthousiaste mensen van de Rode Kruis Afdeling Bocholtz – Simpelveld – Vaals. Groep 8a: maandag: 10.30 – 11.15 uur Groep 8b: maandag: 11.15 – 12.00 uur Examen Jeugd EHBO A: maandag 08 juni 2015 Herkansingen: maandag 15 juni 2015 Diploma‐uitreiking: maandag 15 juni 2015 – 11.30 uur
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 4
5.6.
Excursies en lezingen / verkenningen in de natuur
In de loop van het schooljaar worden er in alle groepen excursies en lezingen gehouden ter ondersteuning van de lessen binnen de diverse leer‐ en vormingsgebieden. In principe hanteren we een vast stramien, maar daarnaast moet er ruimte zijn voor incidentele activiteiten die zich op een bepaald moment voor‐ doen.
herfst‐, winter‐ en lentewandeling (natuuronderwijs ) bezoek aan een boerderij (groepen 1 en 2 ) bezoek aan de markt (project “voeding” groepen 1 en 2) bezoek aan de schaapskooi in Epen (groepen 3) Excursie Staatsbosbeheer in Vijlenerbos (groepen 3) Bezoek aan de bibliotheek (groepen 2 en 3) Projecten herfst / winter / lente / zomer (groepen 1 t/m 4) Bezoek aan een bakkerij (groepen 4) Educatieve wandeling door Bocholtz (cultureel erfgoed) o.l.v. een gids Boerderijbezoek Lemiers (groepen 5) Watersafari (wateronderzoek) Schrieversheide (groepen 5) Lezing over de Romeinen in Zuid‐Limburg / bezoek aan Thermenmuseum of Gallo Romeins museum Tongeren (groepen 6) Lessen over de Romeinen in Zuid‐Limburg door CAVEFELEM (groepen 6) Bezoek aan kasteel Hoensbroek (groepen 6) Technieklessen Mad Science (groepen 6) Drielandenproject: veldwerk in het landschap van Vaals – Wolfhagen (groepen 6) Lezing over mantelzorg (groepen 7) Excursie naar het Watercentrum Heel van de Waterleiding Maatschappij Limburg (groepen 7) Bezoek aan het Natuurhistorisch museum in Maastricht (groepen 7)? Bezoek aan gouvernement Maastricht (groepen 7) Bezoek aan oorlogskerkhof Margraten (groepen 7) Project “Weer en Klimaat” (Leon Rademakers L1) (groepen 7) Exploratiefietstocht langs heemkundige objecten in Bocholtz e.o. (groepen 8) Lezing steenkoolmijnbouw in Zuid‐Limburg (groepen 8) Praktijkles nadelige gevolgen roken door Mad Science les “Be tobacco free” – (groepen 8) Excursie naar de Benedictijner abdij Mamelis (groepen 8)
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 5
5.7.
Cultuureducatie
Cultuureducatie wordt een steeds belangrijkere factor in het onderwijs. De regering heeft aangegeven cultuureducatie ook de komende jaren prioriteit te geven. Zij is ervan overtuigd dat cultuureducatie jongeren in contact brengt met onderliggende waarden in de samenleving, met historische lijnen, en hen leert om kunst te waarderen en te beoordelen. Het einddoel is om kinderen in een doorlopende leerlijn kennis te laten opdoen over en met cultuur in de breedste zin van het woord (kunst en erfgoed) en een gevarieerd programma van culturele activiteiten aan te bieden. OC & W wil bewerkstelligen dat alle scholen in het primair onderwijs hun visie op de plaats van cultuur‐ educatie in het onderwijsprogramma formuleren. De school heeft een meerjaren visie op de functie van cultuureducatie ontwikkeld. Het begrip cultuureducatie heeft te maken met: Kunst: dans – muziek – literatuur – toneel – film – schilderkunst – beeldhouwkunst – fotografie – bouwkunst – architectuur – toegepaste kunst Media – educatie: school TV – bioscoopbezoek – krant – website school Cultureel erfgoed: monumenten – landschappen – archeolo‐ gische vondsten – bibliotheken – archieven – museale voorwer‐ pen en het geheel van gewoonten, tradities, rituelen en gebrui‐ ken dat immaterieel of levend erfgoed wordt genoemd. De kracht van erfgoededucatie ligt in het omgevingsonderwijs: het leren in, van en over je eigen leefomgeving. Erfgoededucatie en omgevingsonderwijs zijn sterk verbonden met de vakken aardrijkskunde en geschiedenis.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 6
5.8.
Museumbezoek
Bonnefantenmuseumin Maastricht Op een speelse manier ontdekken de leerlingen van de groepen de oude en de hedendaagse kunst in het Bonnefantenmuseum: Thema: “Ademloos ontdekken”. Op school worden de leerlingen voorbereid op het museumbezoek. De leerlingen van de groepen 7 bezoeken het Bonnefantenmuseum: Thema: “Een kijkje in de museum‐ keuken”. De leerlingen krijgen een kijkje achter de schermen van een museum. Hoe bewaar je een muur‐ schildering ? Hoe kan een kunstwerk veranderen door restauratie ? Wat is een klimaatkist ? Hoe wordt een tentoonstelling georganiseerd ?
Thermenmuseum Heerlen / Gallo Romeins museum Tongeren De leerlingen van groep 6 maken kennis met het leven van de Romeinen in onze streek
Kasteel Hoensbroek De groepen 6 bezoeken het kasteel om aan den lijve te ervaren wat het betekende om in een kasteel te leven.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 7
Modelsteenkoolmijn in Valkenburg De groepen 5 brengen aldaar een bezoek. Continium Kerkrade De groepen 6 bezichtigen dit museum voor het cultureel erfgoed van Limburg en nemen deel aan een workshop.
Steenkoolmijnbouw in Zuid‐Limburg (medewerkers van het Mijnmuseum Heerlen) Lezing op school voor de groepen 8
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 8
5.9.
Theaterbezoek
De leerlingen zullen dit schooljaar deelnemen aan de volgende voorstellingen in een van de Parkstad Limburg Theaters. Parkstad Limburg Theaters theatervoorstellingen Datum voorstelling locatie Groepen Donderdag 04 juni t/m “Wim is weg” Theater Heerlen 2 – 3 ‐ 4 dinsdag 16 juni 2015 Groepen 5 donderdag ‘Música’ door philharmonie Theater Heerlen 13 november 2014 Zuid‐Nederland Het is belangrijk voor de algemene ontwikkeling, dat leerlingen kennismaken met cultuur en theater. De school (plus een bijdrage van de oudervereniging) betaalt de entrees en bijkomende kosten. Van de ouders zal een kleine bijdrage ( € 3,00 ) in de vervoerskosten gevraagd worden.
5.10.
Kinderboekenweek
De 60ste editie van de Kinderboekenweek vindt plaats van woensdag 1 t/m zondag 12 oktober 2014. Thema 2014: Feest! ……….. Lang zal je lezen! De Kinderboekenweek zal in het teken staan van Feest! Uit de perstekst van de CPNB: 'Met de 60ste Kinderboekenweek vieren we het kinderboek. En hoe kan dat in een jubeljaar beter dan het vieren zelf centraal te stellen, met het motto Feest! Want er wordt flink gefeest in kinderboeken: verjaardagen, Sinterklaas, Suikerfeest, schoolfeestjes enzovoort. Pippi Langkous maakt van iedere dag een feest en ook in de boeken van Toon Tellegen wordt flink gevierd. Maar niet ieder feest verloopt even makkelijk of feestelijk. Denk aan Caro in 'Verboden voor mij' van Maren Stoffels, Bram Botermans in 'Het leven van een Loser. Zwaar de klos!' of aan de 111e verjaardag van Agaat in 'De Zuurtjes' van Jaap Robben en Benjamin Leroy. Niet voor niets luidt het spreekwoord: het leven is een feestje, maar je moet zelf de slingers ophangen. Tijdens de Kinderboekenweek 2014 gaan we dat juist met zijn allen doen!' In de Kinderboekenweek bezoeken de groepen 2 en 3 plaatselijke openbare bibliotheek.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 9
5.11. Eerste heilige communie Op zondag 24 mei 2015 – Pinksteren vindt het feest van de Eerste Heilige Communie plaats. De leerlingen van groep 4, die katholiek zijn, worden op school door de leerkrachten en de pastoor voorbereid op de Eerste Heilige Communie. Onzerzijds bestaat bezwaar om kinderen uit andere jaargroepen (bijvoorbeeld een broertje of zusje uit groep 3) aan de communie‐voorbereiding in groep 4 te laten deel‐ nemen, omdat dit onderwijs organisatorisch erg moeilijk is. Het onderwijsprogramma van groep 4 is er voor een deel op afgestemd. Donderdag 22 januari 2015 is er om 20.00 uur een informatieavond voor de ouders van groep 4. Donderdag 26 maart 2015 is er om 20.00 uur een knutselavond (ouders / leerkrachten) gepland in verband met de versieringen in de kerk. De leerlingen maken een excursie naar een bakkerij. Zaterdag 18 april 2015 zullen de communicantjes zich in de avondmis van 19.00 uur voorstellen aan de parochianen. Zaterdag 06 juni 2015 is er ter afsluiting van de communieactiviteiten om 19.00 uur een H.Mis voor de communicantjes en hun ouders.
Heilig Vormsel
De leerlingen van groep 8, die katholiek zijn, kunnen het H. Sacrament van het Vormsel ontvangen. De toediening van het H. Vormsel vindt plaats op vrijdag 06 februari 2015 om 19.00 uur. De voorbereiding geschiedt op school door de leerkrachten en pastoor Pierik. Het H. Vormsel zal worden toegediend door Z.H.Exc. Monseigneur Frans Wiertz, de 23e bisschop van het Bisdom Roermond. Te zijner tijd zullen wij U nader informeren over het verloop van de vormselviering. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 10
5.13. Feesten en vieringen PROCESSIE: zondag 07 september 2014 09.30 uur (organisatie / begeleiding via parochie) St. MAARTENSVIERING Op vrijdag 14 november 2014 organiseert de oudervereniging het St. Maartensfeest. SINTERKLAAS: Op vrijdag 05 december 2014 zal de Sint met zijn Pieten onze school bezoeken. 's Middags is er surprise voorde leerlingen van de bovenbouw. GEZINSVIERINGEN(in onze parochiekerk) Kerstmis woensdag 24 december 2014 18.00 uur Palmpasen zaterdag 11 april 2015 19.00 uur Een werkgroep van ouders en de pastoor organiseert deze vieringen in samenwerking met de school. ADVENTSVIERINGEN: In de Adventstijd zullen we elke maandagmorgenin alle groepen rond de adventskrans bijeenkomen voor een kort sfeervol bezinningsmoment met tekst en gezang. KERSTVIERING: Vrijdag 19 december 2014 CARNAVAL: Op donderdag 12 februari 2015 hebben we om 19.00 uur een carnavalsrevue gepland voor ouders en familieleden van onze leerlingen. Carnavalszittingen voor de leerlingen: Groep 3 – 4 – 5: donderdagmiddag 12 februari 2015 Groep 6 – 7 – 8: vrijdagmiddag 13 februari 2015 Groep 1 en 2: aangepast programma PALMPASEN: vrijdag 10 april 2015 tocht door het dorp door de groepen 2 en 3 PASEN: Op Witte Donderdag 02 april 2015 besteden we aandacht aan activiteiten gericht op Pasen met een boeteviering op school voor de groepen 4 t/m 8. SACRAMENTSPROCESSIE: zondag 21 juni 2015 (09.30 uur) (organisatie / begeleiding via parochie) Cabaret groepen 8: donderdag 09 juli 2015 voor de groepen 2 – 3 – 4 / vrijdag 10 juli 2015 voor de groepen 5 – 6 – 7 / vrijdag 10 juli 2015 19.00 uur voor de ouders
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 11
5.14.
Schoolreizen
Een keer per jaar gaan we met de kinderen op schoolreis. Iedere jaargroep heeft een eigen educatief reisdoel, dat aansluit bij de leerstof. Daarnaast is er voldoende ruimte voor ontspanning en gezelligheid. Van de ouders wordt een bijdrage gevraagd. Een gedeelte van de kosten neemt de oudervereniging voor haar rekening. Te zijner tijd zullen wij U nader informeren. Voor data en reisdoelen zie onze schoolkalender
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 12
Schoolreizen naar het buitenland De Onderwijsstichting MOVARE (ons schoolbestuur) is opnieuw nagegaan hoe om te gaan met schoolreizen naar het buitenland in relatie tot reisdocumenten. De volgende tekst staat vermeld op de website van 'postbus 51' en spreekt voor zich (www.postbus51.nl): Heeft mijn kind een eigen reisdocument nodig bij een school‐ reis naar het buitenland? Als uw kind met een schoolreisje naar het buitenland gaat, heeft het een eigen paspoort of identi‐ teitskaart nodig. Het maken van een kopie van het paspoort van een der ouders (waarin het kind staat vermeld) is eveneens niet geldig. Wij wijzen nu reeds in onze schoolgids op het ‘een persoon per paspoort’ beginsel. Om deel te kunnen‐ nemen aan bepaalde schoolactiviteiten wordt het verplicht dat leerlingen een eigen identiteitsbewijs‐ hebben. In het verleden bestond er een reizigerslijst of collectieve lijst, waardoor het mogelijk was om zonderal teveel administratieve rompslomp in groepsverband naar België, Luxemburg en Duitsland te reizen. Deze mogelijkheid is al een aantal jaren geleden afgeschaft. Er bestond nog veel onduidelijkheid over deze regeling. Daarom zijn over dit onderwerp in 2007Kamer‐ vragen gesteld. Het antwoord van de minister was dat Nederland, net als een groot aantal andere landen, de afgifte van collectieve paspoorten heeft beëindigd. Door het verstrekken van een individueel reisdocument ontstaan meer mogelijkheden om de houder een‐ duidig te identificeren. Ook draagt het bij aan het tegengaan van kinderontvoering doordat de identiteit van het kind aan de hand van een eigen reisdocument op een meer betrouwbare wijze kan worden geverifieerd. Het gebruik van collectieve lijsten of paspoorten geeft ook problemen als een deelnemer van een school‐ reisje of kamp door ziekte of ongeval in een land moet achterblijven en dan niet beschikt overeen geldig identiteitsdocument. Een persoon per paspoort beginsel Vanaf 26 juni 2012 kunnen kinderen niet meer bijgeschreven worden in het paspoort van hun ouder(s). Bijschrijvingen van kinderen in het paspoort van ouder(s) waren geldig tot 26 juni 2012. Nu moeten kinderen een eigen reisdocument hebben. Dit is het gevolg van een wijziging van de Europese verordening die voorschrijft waaraan reisdocumenten moeten voldoen. In de gewijzigde verordening wordt het beginsel van een persoon per paspoort geregeld. Geldig blijft wel het document van de houder waarin de bijschrij‐ vingen zijn geplaatst, totdat de datumgeldigheid op het reisdocument is verlopen. MOVARE heeft de schooldirecties gevraagd bij het organiseren van schoolreizen terdege rekening te houden met het vorenstaande. Het is daarom, dat wij voor als nog uitsluitend schoolreizen in Nederland mogen organiseren. Jammer, want de aardige reisdoelen in België en Duitsland vallen voorlopig af. In het komende schooljaar zullen wij in overleg met de ouderraad, medezeggenschapsraad en het team bekijken hoe we hier in de toekomst mee zullen omgaan.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 5 Bijzondere activiteiten kinderen Pagina 13
Hoofdstuk 6
De organisatie van de school
6.1.
Indeling van de groepen
Wij werken op school met een indeling in onderbouw I (groep 1 en 2), onderbouw II ( groepen 3 en 4), middenbouw ( groepen 5 en 6) en de bovenbouw ( groepen 7 en 8). In groep 1a en groep 1b zitten de vierjarigen in de ochtenduren. Tot 01 juni 2015 stromen nieuwe kleuters binnen in deze groepen. In groep 1b zitten ook de zogenaamde “middengroepers” (5‐jarige kleuters). In groep 2a ‐ 2b zitten nog enkele oudere vijfjarigen (middengroep kleuters) en zesjarigen (oudste kleuters). Zodra een kleuter 5 jaar wordt, komt die ook ‘s middags naar school. Dat is de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin de minder‐ jarige de leeftijd van 5 jaar bereikt. Vanwege de groepsgrootte kan het voorkomen, dat een “jonge” 5‐jarige kleuter nog enige tijd ‘s morgens in groep 1a en 1b zit en ‘s middags in een van de groepen 2. Uiteindelijk gaat hij/zij voor vast naar een groep 2. Door de aard van de activiteiten wordt in de groepen 1 en 2 veel in groepjes gewerkt. De leerlingen zijn verdeeld over leeftijdsgroepen. De meeste lessen worden klassikaal aangeboden en individueel door de leerlingen verwerkt. Er is binnen de lessen aandacht voor adaptief onderwijs(boeiend en passend onderwijs en onder‐ wijs op maat), zelfstandig werken / leren, meervoudige intelli‐ gentie en coöperatief leren. Een keer per week werken de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 in het compu‐ terlokaal. Dat gebeurt groepsgewijs en per toerbeurt. Ouders assisteren daarbij. In alle groepslokalen staan enkele computers waar de leerlingen individueel mee kunnen werken. Een keer per week werken de leerlingen van groep 3 een uur met speelleer‐ materiaal. Leerlingen werken dan in groepjes of individueel. Verder kunnen de leerlingen individueel werken met het computerprogramma dat hoort bij de methode aanvankelijk lezen “Veilig Leren Lezen”. Vanaf groep 4 t/m 7 lezen (technisch lezen in AVI ‐ niveaus) de leerlingen twee keer per week een half uur in niveaugroepen. Sommige leerlingen hebben wat meer moeite om het gemiddelde niveau van de klas te volgen. Op gezette momenten krijgen zij binnen de klas individuele taken te verwerken of worden ze buiten de klas individueel begeleid door een ILO ‐ leerkracht. Het betreft vooral de basisvaardigheden (lezen ‐ taal ‐ rekenen ‐).
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 1
6.2.
Groepsgrootte
Wij streven er naar om zoveel mogelijk leerkrachten in de groepen in te zetten en daardoor de groeps‐ grootte laag te houden. Voor de vele taken die in school uitgevoerd moeten worden (bijvoorbeeld: direc‐ tietaken, interne begeleiding, coördinatie leerlingenzorg, informatie‐ en communicatietechnologie, groepsoverstijgende zaken en activiteiten ) moeten leerkrachten ook op sommige dagen vrij geroosterd kunnen worden. Door de terugloop van het aantal leerlingen (krimp in de regio Zuid‐Limburg) moeten wij in het schooljaar 2014 – 2015 voor het eerst op BS Bocholtz een combinatiegroep formeren. Dat wordt groep 5B / 6B met groepsleerkracht de heer Remy Geurts.
6.3.
Schoolgrootte / aantal groepen / leerlingen
De school kent een populatie tussen 375 (begin) en ca. 415 (einde) leerlingen per schooljaar. Het aantal groepen bedraagt per 01 – 08 – 2014: ……… 15 Situatie per 01 augustus 2014 (verwacht) Onderbouw 1 Groep 1a: 14 Groep 1b: 14 4 – jarigen 4 jarigen en 5 jarigen In de loop van het schooljaar stromen hier 4‐jarigen in.
Onderbouw 2 Middenbouw Bovenbouw
Groep 2a: 30
Groep 2b: 29
Groep 3a: 23 Groep 4a: 23
Groep 3b: 22 Groep 4b: 23
Groep 5a: 27 Groep 6a: 28
Groep 5b: 12 Groep 6b: 14 (26 lln. combinatieklas 5b / 6b)
Groep 7a: 29 Groep 8a: 27
Groep 7b: 29 Groep 8b: 28
6.4. Schooltijden
Groep 1A / 1B 4‐jarigen Groepen 1B – 2 – 3 – 4 Groepen 5 – 6 – 7 – 8
Onze kinderen moeten voldoende tijd krijgen om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Dat betekent dat we de invloed van de populatie meenemen in de verdeling van de leertijd. De school voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. de leertijd. Over 8 jaar gerekend voldoen we ruimschoots aan de norm van 7520 uren onderwijs. Om effectief om te gaan met de beschikbare leertijd maken we ook gebruik van inloop‐ tijden. Deze bedragen 10 minuten voorafgaand aan de ochtend‐ en middaglessen. maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 08.30 – 12.00 08.30 – 12.00 08.30 – 12.00 08.30 – 12.00 08.30 – 12.00 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15
08.30 – 12.00 13.15 – 15.15 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15
08.30 – 12.00 08.30 – 12.30
08.30 – 12.00 13.15 – 15.15 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15
08.30 – 12.00 13.15 – 15.15 08.30 – 12.00 13.15 – 15.15
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 2
6.5.
Verdeling van de tijd over de leer‐ en vormingsgebieden
Groepen Verdeling van de tijd over de leer‐ en vormingsgebieden Leer‐ en vormings‐ 1A 1B + 2 3 4 5 6 gebieden Art. 9 WPO 4.00 6.00 2.00 2.00 2.00 2.00 Zintuiglijke oefen. Lich.oefening Nederlandse taal 3.45 5.00 5.00 5.00 3.45 5.15 Lezen 6.45 5.15 4.15 3.45 Schrijven (technisch)
8
2.00
2.00
5.00
5.00 2.30 ‐ 5.00 0.45 1.30 1.30 1.30 2.00 ‐
2.30
0.30
2.00
1.30
0.45
0.30
‐
1.15
2.30
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
‐
‐
‐
‐
‐
‐
0.30
3.15 ‐ ‐ ‐ ‐ 1.30
6.15 ‐ ‐ ‐ ‐
1.00
1.00
1.00
0.30
‐
‐
1.00
1.30
‐
‐
1.00
1.30
‐
‐
1.00
1.30
0.30
0.30
0.30
0.30
1.30 1.30 1.30 1.30 0.45
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
Tekenen
‐
‐
0.30
0.45
0.45
0.30
0.30
Muziek
1.15
1.30
0.45
1.00
0.30
0.30
0.30
Rekenen / wiskunde Engelse taal Oriëntatie op mens en wereld (projecten + ICT) Aardrijkskunde Geestelijke stroming. Geschiedenis Samenleving Natuuronderwijs Gezond gedrag Sociale redzaamheid, gedrag in het verkeer Expressieactiviteiten Handenarbeid
Bevordering taalgebruik Spel en bewegen Godsdienst / Levensbe‐ schouwelijke vorming + Sociaal – emotionele vorming “Leefstijl” Pauze Totaal uren per week
7
1.00 0.30 0.30
Valt onder mondeling taalgebruik ( Nederlandse taal ) Valt onder Nederlandse taal, zintuiglijke en lichamelijke oefening 1.00 1.00 1.00 1.15 1.00 1.00 1.00
1.00
1.15 17.30
1.15 26.00
1.15 25.30
1.15
1.15
1.15
1.15
25.30
25.30
26.00
26.00
1.15 26.00
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 3
6.6.
Gymlessen – rooster
De gymlessen voor groep 3 tot en met 8 worden gegeven in de sporthal naast de school. Voor de gymlessen moeten de kinderen van groep 3 t/m 8 bij zich hebben: een sportbroekje of gympakje gymschoenen (géén zwarte zolen !!) Deze mogen niet buiten gedragen worden in verband met beschadiging van de vloer in de sporthal. een T‐shirt een handdoek en zeep, omdat na de gymles gelegenheid bestaat om zich te wassen. Wilt U de gymspullen bij thuiskomst controleren ?? Het komt nogal eens voor dat iemand een verkeerde handdoek e.d. meeneemt of zelfs spullen vergeet. Na de gymlessen moeten de kinderen de sportspullen weer mee naar huis nemen. Dit in verband met het kwijtraken en wasbeurt. Ontheffingen Aangezien het wel eens voorkomt, dat een leerling geen zin heeft om mee te doen aan een gymles en dan maar zegt dat hij ziek is, verzoeken wij U in deze om medewerking. Kan Uw kind niet deelnemen aan de gymles, dan gelieve U ons hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. Anderzijds gaan wij ervan uit, dat de leerling gewoon mee kan doen. Voor de leerlingen van groep 1 en 2 De groepen 2 maken een keer per week (dinsdagochtend) gebruik van de sporthal. Voor een goed en hygiënisch gebruik van het speellokaal / sporthal dienen alle kleuters gymschoenen mee te nemen. Deze gymschoenen kunnen op school blijven, omdat ze bijna dagelijks worden gebruikt. (gaarne in een stoffen zakje). Let er bij aankoop op, dat het kind ze zelf kan aantrekken. Denkt U er ook aan, om de naam in de gymschoenen te zetten. Ook bij het aan‐ en uitkleden proberen wij de zelfstandigheid te bevorderen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 4
Basisschool Bocholtz Wijngracht 11 6351 HJ Bocholtz 045‐5443614 045‐5445952
[email protected]
ROOSTER BEWEGINGSONDERWIJS 2014 – 2015 BS Bocholtz
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Tijd 08.30‐09.15 09.15‐10.15 10.15‐11.00 11.00‐12.00 12.00‐13.15 13.15‐14.15 14.15‐15.15 08.30‐09.15 09.15‐10.15 10.15‐11.00 11.00‐12.00 12.00‐13.15 13.15‐14.15 14.15‐15.15 08.30‐09.15 09.15‐10.15 10.15‐10.30 10.30‐11.30 11.30‐12.30 08.30‐09.15 09.15‐10.15 10.15‐11.00 11.00‐12.00 12.00‐13.15 13.15‐14.15 14.15‐15.15 08.30‐09.15 09.15‐10.15 10.15‐11.00 11.00‐12.00 12.00‐13.15 13.15‐14.15 14.15‐15.15
1/3 sporthal 2/3 sporthal bezet bezet bezet 6A (1+2) Roger Steens 5B/6B (3+4) Roger Steens bezet bezet 7A (1+2) 7B (3+4) 5A (1+2) bezet 2A Roger bezet 8A (1+2) Roger Steens 8B (3+4) Roger Steens bezet bezet bezet 3B (1+2) 3A (1+2) 2B Roger 5A (3+4) Roger Steens 8A (1+2) 8B (3+4)
Gymzaal 2B (5+6) 3A (5+6) 3B (5+6) 2A (5+6) 1B (5+6) 4A (5+6) 4B (5+6) bezet bezet 5B/6B (5+6) 6A (5+6) 4A (5+6) 4B (5+6) 7B (5+6) 7A (5+6)
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 5
6.7.
Urenberekening 2014 – 2015
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Totaal per week Per jaar x 52wk Extra Woensdag 30 sept. 2015
Groep 1 Groep 2 03.30 05.30 03.30 05.30 03.30 03.30 03.30 05.30 03.30 05.30 17.30 25.30
Groep 3 05.30 05.30 03.30 05.30 05.30 25.30
Groep 4 05.30 05.30 03.30 05.30 05.30 25.30
Groep 5 05.30 05.30 04.00 05.30 05.30 26.00
Groep 6 05.30 05.30 04.00 05.30 05.30 26.00
Groep 7 05.30 05.30 04.00 05.30 05.30 26.00
Groep 8 05.30 05.30 04.00 05.30 05.30 26.00
910.00
1326.00
1326.00
1326.00
1352.00
1352.00
1352.00
1352.00
03.30
03.30
03.30
03.30
04.00
04.00
04.00
04.00
Extra onderwijstijd i.v.m. schoolverlatersdagen groepen 8 (zie bijlage)
16.30
Subtotaal 913.30 1329.30 1329.30 1329.30 1356.00 1356.00 1356.00 1372.30 per jaar Vakanties 224.00 328.00 328.00 328.00 334.00 334.00 334.00 334.00 24.30 Vrije 36.30 36.30 36.30 15.00 15.00 15.00 15.00 uur uur dagen uur uur uur uur uur uur Vrije 0 10.00 10.00 10.00 6.00 6.00 6.00 6.00 middagen uur uur uur uur uur uur uur Totaal 31.30 46.30 46.30 46.30 21.00 21.00 21.00 37.30 vrije uren Resturen 7.00 1.00 1.00 1.00 1.00 1.00 1.00 1.00 uur uur uur uur uur uur uur uur Onderwijs‐ 658.00 954.00 954.00 954.00 1000.00 1000.00 1000.00 1000.00 tijd 3520 uur 4000 uur Meer onderwijstijd door de SVD voor groep 8 …………. aangepaste schooltijden: Het kamp duurt van woensdag 14.30 uur tot en met zaterdag 13.00 uur (3 overnachtingen) woensdag 01 – 07 – 2015: 14.30 – 18.30 uur (in ruil voor ’s morgens vrij) donderdag 02 – 07 – 2015: 08.00 – 18.30 uur + 05.00 uur(08.30 – 12.00 /13.15 – 15.15) vrijdag 03 – 07 – 2015: 08.00 – 18.00 uur + 05.00 uur(08.30 – 12.00 /13.15 – 15.15) zaterdag 04 – 07 – 2015: 08.00 – 14.30 uur + 06.30 uur
16.30 uur (3 x 05.30 uur)
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 6
6.8.
Vakantierooster 2014 – 2015
Vakanties
Herfstvakantie
20 oktober t/m 24 oktober 2014 22 december t/m 02 januari 2015 16 februari t/m 20 februari 2015 06 april 2015 27 april t/m 08 mei 2015
Kerstvakantie Carnaval Pasen (maandag) Meivakantie Inclusief: ‐ bevrijdingsdag Hemelvaart + vrijdag Pinkstermaandag Zomervakantie
14 mei en 15 mei 2015 25 mei 2015 20 juli t/m 28 augustus 2015 Totaal vakantie
Groep 1 17.30 uur
Groepen 2 – 3 – 4 25.30 uur
Groepen 5 – 6 – 7 ‐ 8 26.00 uur
35.00 uur
51.00 uur
52.00 uur
17.30 uur
25.30 uur
26.00 uur
03.30 uur
05.30 uur
05.30 uur
35.00 uur
51.00 uur
52.00 uur
07.00 uur
11.00 uur
11.00 uur
03.30 uur
05.30 uur
05.30 uur
105.00 uur
153.00 uur
156.00 uur
224.00 uur
328.00 uur
334.00 uur
Eerste schooldag 2015 – 2016: maandag 31 augustus 2015 Vanaf 01 augustus 2006 is er meer ruimte gekomen voor de scholen om de onderwijstijden te bepalen. Het maximum van 5.30 uur lestijd per dag vervalt en het verschil in uren tussen onder‐ en bovenbouw mag worden losgelaten. Vooropgesteld: de school mag de schooltijden wijzigen, maar hoeft dit niet te doen. Wel moet de school er voor zorgdragen dat leerlingen minimaal 7520 lesuren krijgen over 8 schooljaren. Voor de groepen 3 t/m 8 mogen op jaarbasis maximaal 7 weken van 4 dagen zijn boven op de weken die al vier werkdagen hebben (bv. bijzondere kerkelijke dagen zoals Goede Vrijdag en 2e Paasdag). Voor de groepen 1 en 2 is geen maximum vastgesteld. De oudergeleding van de MR moet instemming verlenen. Van het bovenstaande rooster kan niet worden afgeweken !!! Aan verzoeken om één of meerdere dagen eerder of langer vakantie kan géén gevolggegeven worden. (zie verder bij Verzuim school). Houd er rekening mee bij de planning van Uw eigen vakantie. Breng Uzelf en ons niet in verlegenheid en moeilijkheid, dit in het belang van Uw kind en de leerplichtwet. Laat ons schriftelijk of telefonisch weten als Uw kind vanwege ziekte verhinderd is de school te bezoeken. Bel echter niet tijdens de lessen. Gaarne bellen voor schoolbegin !!!
Tel. 045 – 5443614 / e‐mailadres:
[email protected] Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 7
6.9.
Vrije dagen 2014 – 2015
Vrije dagen groep groep groepen groepen groep 8 (7 wk van 4 dg) 1A 1B – 2 3 – 4 5 t/m 7 3.30 uur 5.30 uur 5.30 uur Collectieve C‐dag 1 vrijdag 28 X X november 2014 3.30 uur 5.30 uur 5.30 uur Collectieve C‐dag 2 vrijdag X X 23 januari 2015 Collectieve C‐dag 3 03 april 2015 3.30 uur 5.30 uur 5.30 uur 5.30 uur 5.30 uur Goede Vrijdag 3.30 uur 5.30 uur 5.30 uur Collectieve C‐dag 4 vrijdag X X 19 juni 2015 3.30 uur 5.30 uur 5.30 uur Collectieve C‐dag 5 vrijdag X X 10 juli 2015 Collectieve C‐dag 6 vrijdag 03 juli 2015 3.30 uur 5.30 uur 5.30 uur 5.30 uur X (sv‐kamp) Laatste schooldag (middag) Personeelsdag 7 woensdag 3.30 uur 3.30 uur 3.30 uur 3.30 uur 4.00 uur School 10 juni 2014 Studiemiddag VISEON maandag X 2.00 uur 2.00 uur X X Groepen 1 t/m 4 26 januari 2015 Studiemiddag VISEON dinsdag X X X 2.00 uur 2.00 uur Groepen 5 t/m 8 24 februari 2015 Studiemiddag LOVS‐M dinsdag X 2.00 uur 2.00 uur X X Groepen 1 t/m 4 10 maart 2015 Studiemiddag VISEON dinsdag X X X 2.00 uur 2.00 uur Groepen 5 t/m 8 17 maart 2015 Studiemiddag X 2.00 uur 2.00 uur 2.00 uur 2.00 uur Groepen 1 t/m 8 Studiemiddag X 2.00 uur 2.00 uur X X Groepen 1 t/m 4 Studiemiddag X 2.00 uur 2.00 uur X X Groepen 1 t/m 4 Totaal vrije uren 24.30 uur 46.30 uur 46.30 uur 46.30 uur 15.30 uur 31.30 uur 47.30 uur 47.30 uur 47.30 uur 22.00 uur Resturen 7.00 uur 1.00 uur 1.00 uur 1.00 uur 6.30 uur Meer onderwijstijd voor groep 8 i.v.m. het schoolverlaterskamp door aangepaste schooltijden: 16.30 uur extra vrij + 06.30 uur resturen = 23.00 uur 4 x 5.30 uur (dagen) vrijdag 26 juni 2015 dinsdag 30 juni 2015 maandag 6 juli 2015 maandag 13 juli 2015 Opmerkingen: Maximaal 7 weken met een 4‐daagse schoolweek (behalve Paasmaandag en Pinkstermaandag). Resterende uren (studiemiddagen ) kunnen dus alleen maar ingezet worden op middagen! Géén vrije middagen meteen achter een vakantie plannen!!!
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 8
6.10. Verzuim op school 6.10.1. Schoolbezoek De verplichting om te zorgen, dat een minderjarige als leerling van een school is ingeschreven, begint op de eerste schooldag van de maand volgende op die waarin de minderjarige de leeftijd van 5 jaar bereikt. De ouders/voogden of verzorgers zijn met betrekking tot de minderjarige die nog niet de leeftijd van 6 jaar heeft bereikt, voor ten hoogste 5 uren per week vrijgesteld van de verplichting om te zorgen dat deze de school waarop hij is ingeschreven, geregeld bezoekt. Men dient de directeur van de school hiervan in kennis te stellen en nadere afspraken in deze te maken. Als ouder / verzorger van Uw kind bent U verplicht zorg te dragen, dat het kind de school bezoekt. U verlangt van ons goed onderwijs; stap daar dan niet te gemakkelijk overheen als vrij hebben voor U toevallig beter uitkomt. Van regelmatig schoolbezoek is slechts sprake indien Uw kind op school is op de dagen en tijdstippen vermeld in het rooster van lesuren en vakanties zoals die door de inspectie voor gezien is getekend en zoals die elk jaar wordt bekend gemaakt. Dit rooster geeft een verantwoorde verdeling van lessen en lesvrije tijden over de week en het schooljaar. Bovendien is zoveel mogelijk rekening gehou‐ den met scholen in de buurt.
6.10.2. Leerplicht en verlofregeling
In beginsel is verlof buiten de schoolvakanties niet mogelijk! De regeling omtrent het verlenen van verlof en het toezicht daarop is aanzienlijk verscherpt. Aangezien de directie persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor het naleven van de regels zullen wij deze strikthand‐ haven. Alleen bij uitzondering kan binnen de wettelijke regels verlof worden verleend. Onderstaand leest u de regels waaraan wij (en dus ook de ouders) gebonden zijn. 1. Vakantieverlof Vrijstelling wegens vakantie (ook 1 dag!) van de leerling kan door de directeur van de basisschool alleen verleend worden onder de volgende voorwaarden: Door de specifieke aard van het beroep van een ouder kan het gezin niet in één van de schoolvakanties op vakantie gaan. Als bijvoor‐ beeld uw vakantie in de zomervakantie niet mogelijk is, maar in de herfstvakantie wel, is dat geen reden voor verlof. Er kan slechts eenmaal per jaar extra verlof worden verleend voor een periode van ten hoogste tien werkdagen. Niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar. Vakantieverlof wordt schriftelijk bij de directie aangevraagd mini‐ maal 8 weken voor de geplande vakantie.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 9
Een werkgeversverklaring moet duidelijk maken waarom de werkgever niet in één van deschoolvakan‐ ties verlof kan verlenen aan de werknemer. Een zelfstandig ondernemer dient dit zelf schriftelijk te onderbouwen.
2. Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen per schooljaar of minder Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: Voor het bezoeken van een medicus, één en ander voor zover dit niet buiten de lesuren kan gebeuren; Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; Bij verhuizing binnen de gemeente één dag; Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed‐ en aanverwanten tot ene met de derde graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; Bij overlijden van bloed‐ en aanverwanten van de eerste graad voor ten hoogste 4 dagen; van bloed‐ of aanverwanten in de tweede graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed‐ en aanverwanten in de derde en de vierde graad ten hoogste 1 dag; Bij ernstige ziekte van ouders of bloed‐ en aanverwanten van de leerling tot en met de derde graad, duur in overleg met de directeur; Bij 25‐, 40, 50‐ en 60‐jarig ambtsjubileum en het 12½ ‐, 25‐, 40‐, 50‐ en 60‐ jarige huwelijksjubileum van ouders en grootouders voor 1 dag; Voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. 3. Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per schooljaar.
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 1 maand tevoren via de directeur van de school bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Verlof indien: De ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende een van de gezins‐ leden. Van elk verzuim dient U vooraf verlof te vragen aan de directeur van de school. Het zal duidelijk zijn, dat dit verlof voor het doen van boodschappen, het afleggen van familiebezoeken en dergelijke steeds geweigerd wordt. Wanneer het vermoeden van ongeoorloofd verzuim bestaat ( bv. een leerling wordt ten onrechte ziek gemeld ), heeft de directeur de bevoegdheid een onderzoek te laten instellen. Mocht hieruit blijken, dat het verzuim ongegrond is, dan is de directeur verplicht hiervan aangifte te doen bij de leerplichtambtenaar van de gemeente (= Bureau Leerplichtzaken van de gezamenlijke Parkstad Limburg gemeenten in Heerlen). Deze zal dan in gevolge artikel 22 lid 2 van de Leerplichtwet proces verbaal opmaken. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 10
Bureau VSV Parkstad Limburg CBS‐weg 2 Postbus 1 6400 AA Heerlen Tel. 045 – 4001133 Verlofaanvragen dienen schriftelijk (reden verlofaanvrage aangeven + bewijs bijvoegen) te worden ingediend bij de directeur. Gebruik daartoe de verlof ‐ aanvraagformulieren van de school!! Deze zijn op school te verkrijgen of via onze website.
ATTENTIE: Stuur Uw kinderen tijdig, echter niet te vroeg, naar school, dat wil zeggen 10 minuten voor schoolbegin. Het schoolplein is 's morgens vanaf 08.20 uur en 's middags van 13.05 uur geopend. Op onze school hanteren we inlooptijden voor de ochtend‐ en middagschooltijden. Vanaf deze tijden mogen de leerlingen in alle rust naar binnen lopen en hun klaslokaal opzoeken. De groepsleerkracht vangt de leerlingen in het klaslokaal op. Om voldoende ruimte te hebben voor de kinderen verzoeken wij ouders om buiten de poort te wachten. Daarbij vragen wij U met nadruk om de ingangen bij de poorten, trap en fietsenstalling ( Biesweg ) vrij te houden. Wilt u dit ook doorgeven aan andere personen die uw zoon of dochter bij de school komen ophalen. Vooral in de ochtend constateren wij dat er te veel ouders met hun kinderen de school binnenkomen. Leerkrachten moeten toezicht houden of moeten nog zaken voorbereiden. Als u vragen heeft of anderszins een leerkracht wilt spreken, doe dit dan s.v.p. om 12.00 uur of liever nog: maak een afspraak!
6.10.3. Ziekteverzuim Ziekte is een geldige reden voor geoorloofd schoolverzuim. Dit verzuim moet binnen twee dagen, liefst telefonisch vóór half negen gemeld worden. Mocht er echter geen telefoontje zijn binnen gekomen dan neemt de groepsleerkracht in de loop van de eerste dag contact op met de ouders om te informeren naar het welbevinden van het kind. Zodra een leerplichtige leerling op drie achtereenvolgende dagen verzuimt, of gedurende vier op een vol‐ gende lesweken meer dan een achtste deel van de lestijd ongeoorloofd verzuimt,neemt de directeur contact op met de leerplichtambtenaar van Bureau VSV Parkstad Limburg. De ouders worden dan ook door de leerplichtambtenaar benaderd.
Bel echter niet tijdens de lessen!! Liefst telefonisch vóór half negen !!! Tel. 045 – 5443614 / e‐mailadres:
[email protected]
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 11
6.10.4. Dyslexiebehandeling onder schooltijd, mag dat?
Behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie vindt plaats op indicatie, zoals bijvoorbeeld ook logopedie, fysiotherapie of orthodontie. Een bezoek aan deze behandelaars kan onder bepaalde omstandigheden gelden als geoorloofd verzuim. De school mag hier vrij voor geven. De school dient echter altijd de noodzaak van de constructie te kunnen beargumenteren en moet hierbij in overweging nemen in hoeverre de afwezigheid van de leerling invloed heeft op de uitvoering van het reguliere onderwijsprogramma. Aangezien dyslexie een stevige belemmering voor het leren kan vormen, kan het onderwijs wel degelijk een groot belang bij de dyslexiebehandeling hebben. Het kind mist schooltijd, maar krijgt individuele specialistische zorg waardoor het onderwijsrendement groter kan worden. Vrij geven is niet verplicht Daar staat tegenover dat een school er – terecht – moeite mee kan hebben als de afwezigheid als gevolg van de behandeling teveel oploopt of bijvoorbeeld altijd bepaalde activiteiten doorkruist, waardoor de leerling zoveel tijd mist, dat de leertijd wel erg onder druk komt te staan. De inspectie van het onderwijs let hier nadrukkelijk op en kan hier ingrijpen! Scholen zijn niet verplicht om kinderen tijdens schooltijd vrijaf te geven. De verantwoordelijkheid voor het verzuim ligt zowel bij de ouders als bij de school. Goed overleg tussen ouders en school en redelijkheid vanuit beide partijen zijn hierbij belangrijk. Beleid van de school is: In beginsel moeten de ouders (en behandelaars) alle moeite doen om de behandelingen buiten de schooltijden af te spreken. De meeste behandelaars houden hier (gemiste schooltijd) nadrukkelijk rekening mee!! Indien door aantoonbare noodgedwongen omstandigheden een behandeling een keer (gedeeltelijk) onder schooltijd zou moeten vallen, dan dient dit met de directeur van de school te worden afgesproken. Dit geldt ook voor eventuele behandelingen op de school! De inspectie ziet erop toe dat het beleid is voorgelegd aan de medezeggenschapsraad en is opgenomen in de schoolgids of anderszins aan alle ouders bekend is gemaakt. Wanneer ouders en leerlingen de afge‐ sproken maximale behandeltijd overschrijden, vindt verschuiving plaats van geoorloofd naar ongeoorloofd verzuim en kan leerplicht door de school worden ingeschakeld.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 12
BasisschoolBocholtz Wijngracht 11 6351 HJ Bocholtz 045 – 5443614 045 – 5445952
[email protected]
AANVRAAG VOOR (KORT) VERLOF (zie schoolgids) Ondergetekende, ouder / verzorger van: ___________________________________________ Leerling van groep: ___________________________________________ Vragen voor bovengenoemde zoon / dochter verlof: Op ____________________ dag, _________________________________ Verlofreden: __________________________________________________________________ Bewijsstuk (kopie) zit hierbij ingesloten (bv. jubileum, huwelijk, orthodontist). Indien uw zoon/dochter bv. een uurtje moet missen op school vanwege een bezoek aan de huisarts, dan hoeft u dit maar even te melden (telefonisch of eigen kort briefje). Het verlof wordt aangevraagd voor: Gehele dag (#) / ochtend (#) / middag (#) ( # = doorstrepen) Handtekening ouder / verzorger: ____________________________________________ Plaats: _______________________ Datum: ___________________ Opmerking: Dit formulier tijdig inleveren bij de directeur of diens plaatsvervanger. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 13
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 14
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 15
6.11. Toelating, time‐out, schorsing en verwijdering van leerlingen Onderstaande tekst is een samenvatting van de notitie ‘Toelating, time‐out, schorsing en verwijdering van leerlingen’. Deze notitie ligt voor u op school ter inzage. Desgewenst kunt u de notitie ook raadplegen via de website van MOVARE: www.movare.nl “Documenten” “Vastgesteld beleid”. Het kan voorkomen dat het College van Bestuur (als bevoegd gezag van de school) zich genoodzaakt ziet een leerling niet toe te laten tot een school of een leerling tijdens het schooljaar te schorsen of te verwijderen van de school. Hieronder leest u wat onder de termen ‘toelating’, ‘time‐out’, ’schorsing’ en ‘verwijdering’ wordt verstaan en in welke gevallen deze maatregelen worden toegepast. Toelating en weigering Toelating is de plaatsing van een leerling op de school. Van weigering is sprake wanneer de school het verzoek van de ouders afwijst hun kind op een bepaald tijdstip tot de school toe te laten. Gronden voor weigering 1. Het niet in voldoende mate tegemoet kunnen komen aan de hulpvraag die de leerling stelt, tenzij het een speciale school voor basisonderwijs betreft en de permanente commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband heeft bepaald dat plaatsing van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. 2. Geen huisvestingscapaciteit. 3. Op grond van specifiek beleid ter bevordering van evenwichtige leerlingenstromen. 4. Voor zover het bijzonder onderwijs betreft: De grondslag wordt door de ouders niet overeenkomstig het toelatingsbeleid van de school gerespecteerd dan wel onderschreven tenzij er niet binnen een redelijke afstand de mogelijkheid is om openbaar onderwijs te volgen. 5. Voor zover het een speciale school voor basisonderwijs betreft: Het feit dat de permanente commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband niet heeft bepaald dat plaatsing van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. Time‐out Van een time‐out is sprake wanneer de leerling één dag of korter het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Een time‐out zal normaal gesproken gedurende een schooldag worden opgelegd en enkel voor die betreffende schooldag gelden. Grond voor time‐out Grond voor een time‐out is ontoelaatbaar gedrag of een ernstig incident dat het in het belang van de leerling en/of de school noodzakelijk maakt dat de leerling voor de duur van maximaal één dag niet deelneemt aan de les of niet op school komt. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 16
Schorsing Van schorsing van een leerling is sprake wanneer de leerling tijdelijk het recht op deelname aan hetonder‐ wijs wordt ontzegd. Als dit maximaal één dag omvat, wordt het geen schorsing maar een time‐out genoemd (zie hierboven). Gronden voor schorsing 1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 2. Ernstig wangedrag van de ouder(s) van de leerling, waardoor de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de orde, rust en/of veiligheid op school. 3. Een andere grond die het in het belang van de school en/of de school dringend noodzakelijk maakt dat de leerling tijdelijk niet deelneemt aan de les of niet op school komt. Verwijdering Als blijkt dat meerdere schorsingsmaatregelen niet het beoogde effect hebben, kan verwijdering als corri‐ gerende strafmaatregel worden toegepast. Het kan ook worden toegepast als maatregel naar aanleiding van een ernstige aangelegenheid. Van verwijdering is sprake als het College van Bestuur besluit een leerling de verdere toegang tot de school te ontzeggen. Gronden voor verwijdering 1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 2. Ernstig wangedrag van de ouder(s) van de leerling, waardoor de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de orde, rust en/of veiligheid op school. 3. Een onherstelbaar verstoorde relatie tussen school en leerling. 4. Het niet in voldoende mate tegemoet kunnen komen aan de hulpvraag die de leerling stelt. Procedures Voor de maatregelen toelating/weigering, time‐out, schorsing en verwijdering bestaan procedures. Voor de beschrijving hiervan, wordt u verwezen naar de notitie ‘Toelating, time‐out, schorsing en verwijdering van leerlingen’
6.12.
Vrijstelling om het onderwijs te volgen
De ouders van die leerlingen die vanwege een andere religieuze overtuiging of vanwege een handicap (een gedeelte) van het onderwijs gedu‐ rende een bepaalde tijd ) niet kunnen (wensen) bijwonen, dienen met de directeur hieromtrent afspraken te maken over de te compenseren ver‐ plichte onderwijstijd. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 17
6.13. Tussenschoolse opvang / Overblijven Volgens de Wet op het primair onderwijs (artikel 45) moeten scholen leerlingen in de gelegenheid stellen “onder toezicht de middagpauze in het schoolgebouw en op het terrein van de school door te brengen”.Formeel zijn vanaf augustus 2006 de schoolbesturen verantwoordelijk voor het overblijven (tussenschoolse opvang). De oudergeleding van de MR heeft instemmingsrecht over hoe het overblijven geregeld wordt. ATTENTIE !! Omdat de ruimte en het aantal toezichthoudende ouders beperkt is, vragen wij U met nadruk: Laat uw kind(eren) alléén overblijven, wanneer dit echt noodzakelijk is. Te vaak moeten wij de laatste tijd van kinderen horen, dat zij overblijven, omdat ze dat “gewoon leuk” vinden of om welke andere niet‐ dringende reden dan ook!! We willen proberen om het overblijven op een verantwoorde wijze uit te voeren. Daarbij zijn wij aange‐ wezen op de inzet van een groep ouders die toezicht houden. Wanneer de groep overblijvers te groot wordt en het aantal toezichthouders te klein, zijn wij genoodzaakt om te zoeken naar een andere (voor u wellicht kostbaardere) oplossing voor het overblijven. Dit geldt voor de middagpauze van 12.00 uur tot 13.05 uur op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Daarna lopen de leerlingen naar hun klas (inlooptijden). De school is verplicht om voor toezicht te zorgen. Dit toezicht brengt kosten met zich mee (vergoedingen toezichthouders, verzekeringen, spelmateriaal etc ). Die komen gedeeltelijk voor rekening van de ouders van de overblijvers. De school bepaalt de hoogte van de bijdrage, waardoor volledige dekking van kosten bereikt wordt. Overblijven gebeurt budgettair neutraal. Tijdens de middagpauze wordt het toezicht en de begeleiding verzorgd door ouders. Zij zien toe op een correcte manier van samen tafelen en zorgen voor een goede hygiëne. Per toerbeurt helpen de leerlingen / overblijvers bij het opruimen van het overblijflokaal. Na de lunch mogen de kinderen onder toezicht binnen of buiten spelen.
De kosten bedragen op dit moment nog: Bij incidenteel overblijven per keer per leerling € 1,00. Per week € 3,00 Het derde kind uit één gezin, dat gelijktijdig overblijft met zijn broertje(s) en/of zusje(s), is gratis. De betaling dient te geschieden bij de groepsleerkracht. Mevrouw L. Smit – Daniëls coördineert het overblijven op school. Zie ook in deze schoolgids: Voor – en naschoolse opvang Brede School Bocholtz
Wat moeten de kinderen meenemen?
een theedoek (onderlegger) een lunchpakket iets om te drinken eventueel een leesboek, gezelschapsspel van thuis
Afspraken In samenspraak met de overblijfmoeders hebben wij een “overblijfreglement” opgesteld, waaraan alle kinderen zich moeten houden. Het belangrijkste punt hierin is, dat kinderen die zich herhaaldelijk niet houden aan afspraken, het recht op overblijven kan worden ontzegd. Het een en ander gebeurt in overleg met de ouders / verzorgers. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 18
Overblijfregels: • handen wassen voor het eten • gezamenlijk eten • zitten blijven totdat alle kinderen aan tafel klaar zijn met eten • handen wassen • als iedereen klaar is met eten mogen de leerlingen gaan spelen • zorgvuldig omgaan met het aanwezige spelmateriaal • zich gedragen volgens de algemene fatsoensregels • luisteren naar de aanwezige overblijfmoeders Een enkele keer komt het voor dat een overblijver zich niet aan de regels houdt. Mocht er na herhaaldelijk waarschuwen sprake blijven van slecht gedrag dan deelt de coördinator overblijven (mevrouw Lilian Smit) en / of de directeur, na overleg met de overblijfmoeders, een zogenaamde "gele kaart" uit aan de desbe‐ treffende leerling. Deze gele kaart houdt in dat wanneer de leerling zich de volgende keer wederom niet aan de regels houdt, hem de toegang tot het overblijven voor 1 maand ontzegd kan worden (“rode kaart”). De ouders worden schriftelijk in kennis gesteld van het toekennen van de gele/ rode kaart en alle verdere maatregelen die er genomen worden.
6.14.
Aandachtspunten – regels op school
Voor een ordelijk verloop binnen en buiten het gebouw zijn een aantal regels opgesteld waaraan de leerlin‐ gen zich dienen te houden. Wij verzoeken de ouders dan ook kennis te nemen van deze regels: Kinderen willen nog even spelen en rennen voor ze naar binnen gaan. Wilt U hiermee rekening houden!! In verband met de geringe speelruimte verzoeken wij de ouders niet op de speelplaats te blijven staan. Voor de poort van de school kunt U afscheid nemen van Uw kind. Dit bevordert de zelfstandigheid van Uw kind en de rust op de speelplaats. Een uitzondering maken wij voor de jongste kleuters, die U ca. één week ter gewenning tot aan de deur van de klas kunt begeleiden. De inlooptijd is ’s ochtends van 08.20 uur tot uiterlijk 08.30 uur, en ’s middags van 13.05 uur tot uiterlijk 13.15 uur. Iedereen is dan op zijn plek in de klas. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 19
Te laat komen!! De groepsleerkracht is in het kader van de Leerplichtwet verplicht om te laat komen te noteren. Bij regelmatig te laat komen, worden de ouders in kennis gesteld en zo nodig is de school verplicht om melding te doen bij de Leerplichtambtenaar. Bovendien is dit storend voor de andere kinderen en de leerkracht bij les‐ begin. In de gangen mag niet gerend (ongelukken door botsingen) of geschreeuwd worden. Toch gebeuren er nog ongelukjes!! Leerkrachten wijzen de kinderen hier regelmatig op. Wilt u dat thuis ook a.u.b. aan uw kind(eren) meegeven? Voor alle leerlingen geldt de afspraak dat ze door de deur waar ze met hun leerkracht naar binnen komen ook weer naar buiten gaan, tenzij anders afgesproken met de leerkracht. Leerlingen gaan bij binnenkomst in de klas meteen op hun eigen plaats zitten. In de school mogen geen buggy’s etc neergezet worden in de gangen i.v.m. versperren van de door‐ gang. Wij verzoeken een ieder uitdrukkelijk, in verband met het voorkomen van ongelukjes niet op de speelplaats te fietsen. De school verkeert in de gelukkige omstandigheid, dat wij kunnen beschikken over een grote parkeer‐ plaats voor en achter de sporthal. Dringend verzoek: volg de pijlen op het wegdek – let op de borden –parkeren in de vakken – matig Uw snelheid – niet stoppen voor het voetpad – houd de doorgang naar de parkeerplaats vrij !!
Het is een ieder verboden het schoolterrein te betreden in gezelschap van een hond. Elke leerkracht hanteert zijn eigen regels voor toiletbezoek. De leerlingen dienen zich daaraan te houden. Na elk toiletbezoek worden de handen gewassen. In de klas worden geen petten, mutsen en hoofddoekjes gedragen. Tijdens de gymles in de sporthal is sportkleding voor jongens en meisjes verplicht. Onder sportkleding wordt verstaan een korte broek en shirt met korte mouwen, en sportschoenen. De leerlingen nemen aan alle activiteiten van het lesrooster deel. Mocht een leerling om een bepaalde reden niet kunnen deelnemen aan een activiteit (bv. gymles) dan moet dat schriftelijk door de ouders aan de betreffende leerkracht meegedeeld worden.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 20
De kinderen kunnen 's morgens iets te eten en/of te drinken meenemen. We geven U enkele sugges‐ ties; melk, vruchtensap, roosvicee, fruit of een boterhammetje. Dit is bedoeld als een gezond tussen‐ doortje en niet ter vervanging van een ontbijt. Zeker géén snoep, koekjes of zakken chips meegeven !! De kinderen van de groepen 1 en 2 eten rond 10 uur in de klas. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 eten in de ochtendpauze buiten. U kunt uw kind iets te drinken, fruit of een boterham mee naar school geven. Wij verzoeken u een goed sluitende kunststof beker te kopen en deze niet te vullen met koolzuurhoudende drank. Voorzie alle bekers en boterham‐ doosjes van de naam van uw kind. In de ochtendpauze is er toezicht op de speelplaatsen door leerkrachten (per speelplaats twee leer‐ krachten). Deze leerkrachten zijn het aanspreekpunt voor leerlingen die op dat moment hulp nodig hebben. De leerlingen mogen voor de lestijden en inde pauze niet het schoolgebouw binnenlopen zonder toestemming van de toezichthoudende leerkrachten of overblijfouders. Vanwege het gevaar van lichamelijk letsel, beschadiging kleding en brillen en schade aan de vele ruiten, mogen op het schoolterrein geen balspelen gespeeld worden, noch mag 's winters met sneeuw‐ ballen gegooid worden. Alleen tijdens de kleine pauze mogen de leerlingen met een door school verstrekte zachte balspelen. Het gebruik van andere ballen in de pauzes is niet toegestaan. Tijdens de ochtendpauze komen geen leerlingen in de zandbak. Afval van versnaperingen worden in de vuilnisbakken op de speelplaats gedeponeerd. Na de pauze gaan de leerlingen in de rij op de afgesproken plaats staan en worden ze door de leer‐ kracht opgehaald. Verboden voorwerpen op school zijn lucifers, zakmessen en andere gevaarlijke voorwerpen, maar ook rookartikelen en kauw‐ gum. Alle schade veroorzaakt door ruwheid of onachtzaamheid van de leerling aan leer‐ en hulpmiddelen, meubilair of gebouw, wordt verhaald op de ouders. Leerlingen mogen hun mobiele telefoon tijdens schooluren niet gebruiken. Indien nodigkunnen ze op school bellen of gebeld worden. MP3 spelers en dergelijke mogen onder schooltijd niet gebruikt worden. Leerlingen brengen geen speelgoed mee naar school, tenzij anders afgesproken met de leerkracht. Als een kind op zijn verjaardag in de klas wil trakteren, laat het dan een kleinigheid meenemen. Denkt u daarbij ook aan gezonde voeding! Het gaat meer om het gebaar! Wilt U ervoor zorgen, dat in de laarzen, regenjacks en dergelijke de naam van Uw kind staat. Dit om verwisseling te voorkomen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 21
Regelmatig blijven er jassen, paraplu's, gymkleren en dergelijke op school achter. Let er op dat Uw kind alle spullen weer mee naar huis neemt. Enkele keren per jaar worden de gevonden/achtergelaten spullen tentoongesteld in de aula. De kinderen / ouders kunnen die spullen dan ophalen. Wat achterblijft dragen wij over aan een instantie voor een goed doel (bv. Stichting ORMUS).
Omwille van de hygiëne en de orde in de school moeten hoofdluiscapes dagelijks mee naar huis geno‐ men worden. Overigens zijn de meningen onder de deskundigen verdeeld wat het gebruik van hoofdluis‐ capes betreft. Aan het eind van een schooldag gaan alle rugzakken / tassen mee naar huis. Als de school uit is kunt u uw kind weer ophalen op vaste plekken op de speelplaats. Voor de kinderen uit de groepen 1 t/m 4 geldt de afspraak dat ze bij de leerkracht blijven wachten als ze niemand zien die hen komt ophalen, wanneer dit zo met het kind is afgesproken. Wijs uw kind ook zelf op deze regel. Als een kind uit de onderbouwgroepen na schooltijd met iemand anders mee naar huis mag of door iemand anders wordt opgehaald, geef dat dan door aan de leerkracht. Dat kan bijvoorbeeld door aan uw kind een briefje mee te geven! Een goede nachtrust is een noodzakelijke voorwaarde voor prestaties en concentratie. Heb waardering voor het werk waarmee de leerlingen thuiskomen, kijk erna en laat ze erover vertellen Elke leerkracht die ongewenst gedrag constateert spreekt de betreffende leerling(en) daar onmiddellijk op aan. Houd het gezag van het onderwijzend personeel hoog bij U kinderen. Hebt U problemen, kom dan met ons praten, dat geeft wat meer gevoel van samenspel.
KOMT U GERUST NAAR SCHOOL EN VRAAG WAT U WETEN WILT !! Wij willen U een eerlijk antwoord geven. Bij de schoolpoort of op straat worden veelal "verhalen" verteld die onvolledig of niet juist zijn.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 22
6.15. Veiligheid
6.15.1.
Fysieke veiligheid
Op onze school wordt veel aandacht besteed aan de fysieke veiligheid van leerlingen en personeelsleden. Hieronder verstaan wij een goede huisvesting en een in alle opzichten veilige schoolomgeving. Het wettelijk kader is hiervoor maatgevend. Indien noodzakelijk, worden aanvullende maatregelen getroffen. In school zijn een groot aantal bedrijfshulpverleners aanwezig die o.a. tot taak hebben het verlenen van eerste hulp bij ongevallen en het in noodsituaties alar‐ meren en evacueren van alle personeel, leerlingen en ouders in de school. Met behulp van herhalingscursus‐ sen en oefeningen worden de vaardigheden op het ver‐ eiste niveau gehouden. Minimaal tweemaal per jaar vinden er ontruimingsoefeningen plaats binnen de school om de veiligheid van alle betrokkenen binnen de school zo goed mogelijk te kunnen waarborgen. In ieder lokaal hangen voorschriften en wenken ten behoeve van de brandbeveiliging.
6.15.2. Sociale veiligheid Ook de sociale veiligheid staat bij ons hoog in het vaandel. Hiertoe heeft de school de “Gedragscode basisschool Bocholtz”in een beleidsnotitie vastgelegd. We vinden veiligheid belangrijk en het getuigt naar ons idee van een professionele instelling om belangrijke afspraken voor zowel leerlingen als leerkrachten en ouders vast te leggen. Het gaat bij deze afspraken over algemene uitgangspunten en over zaken als machtsmisbruik en seksuele intimidatie, lichamelijke (en gees‐ telijke) mishandeling, discriminatie, racisme, pesten en privacy. Door het vastleggen van deze afspraken in een gedragscode ontstaat duidelijkheid en hebben alle partijen houvast. Doel gedragscode: Het bevorderen van een goed pedagogisch klimaat, waarbinnen alle betrokkenen zich prettig en veilig voelen. Het bijdragen aan preventie van machtsmisbruik in de ruimste zin. Het bevorderen en bewaken van veiligheids‐, gezondheids‐ en welzijnsaspecten voor alle mensen bij hun werk op school. Het bewaken van de privacy van alle betrokkenen.
Gedragsregels Iedereen gedraagt zich beleefd, fatsoenlijk en betrouwbaar ten opzichte van ieder ander in de school. Brutaal taalgebruik, scheldgedrag, racistische of discriminerende uitingen en agressief gedrag worden niet geaccepteerd. Iedereen onthoudt zich van seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen, toespelingen,wijze van aanspreken en handelen, dat door anderen als seksistisch en/of kwetsend ervaren kan worden.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 23
Leerkrachten zien er op toe dat er binnen de school geen discriminerende en/of racistische teksten of afbeeldingen worden gebruikt. Leerkrachten zien er op toe dat er binnen de school geen seksueel getinte tekeningen,briefjes, artikelen e.d. worden gemaakt of verspreid, die kwetsend kunnen zijn voor een bepaalde sekse. Iedereen onthoudt zich van lichamelijk en geestelijk geweld. Leerlingen, leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel verschijnen in gepaste kleding op school. Wat gepast is, is moeilijk aan te geven, maar we spreken elkaar aan op wat wij als ongepast ervaren. Als ongepast wordt in ieder geval beschouwd kleding met opdruk die als discriminerend ervaren kan worden.
Zie de uitgebreide nota “Gedragscode Basisschool Bocholtz” op de website van onze school. 6.16. Pestgedrag Pesten is tegenwoordig een alom bekend probleem, zowel op school als daarbuiten. We proberen op school door samenwerking het probleem van het pestgedrag bij kinderen aan te pakken. Hiermee willen we het geluk, het welzijn en de toekomstverwachting van de kinderen verbeteren. Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Pestgedrag is schadelijk tot zeer schadelijk voor kinderen, zowel voor slachtoffers als voor de pesters. Dit ernstige probleem moet aangepakt worden, in het bijzonder door de ouders en de leerkrachten. Directie en personeel moeten zo goed mogelijk samenwerken met leerlingen en ouders om het probleem "pesten" proberen op te lossen. We willen ons verplichten tot het volgende: • hulp bieden aan het gepeste kind • hulp bieden aan de pester • hulp bieden aan de zwijgende middengroep • hulp bieden aan de leerkracht • hulp bieden aan de ouders • het bewust maken en bewust houden van alle betrokkenen van het probleem • het gericht voorlichten van alle betrokkenen van de Brede School Bocholtz • het betrekken van de vertrouwenspersonen op school • het aanleggen van toegankelijke, goede informatie over het probleem "pesten" Als school proberen wij er alles aan te doen om pesten op school te weren. Het een en ander is vastgelegd in een beleidsnotitie: “De gedragscode Basisschool Bocholtz” (zie website van de school).
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 24
6.17.
Hoofdluispreventie Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van de een naar de ander overgebracht worden. De school is ongewild zo’n plaats. We zijn van mening dat zowel de school als de ouders een stuk verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school een aan‐ tal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is de verantwoorde‐ lijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zonodig te behandelen. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden, hebben we een aantal ouders bereid gevonden om na iedere vakantie alle leerlingen op hoofdluis te controleren. Als er bij een leerling hoofdluis wordt ge‐ constateerd, neemt de hoofdluiscoördinator of de leerkracht contact met de ouders op en alle leerlingen uit de groep van deze leerling krijgen een brief mee. Na ongeveer twee weken wordt de hele groep opnieuw gecontroleerd.
Het is zeer belangrijk dat alle kinderen uit deze groep dagelijks door hun ouders gecontroleerd worden. Verder is het van belang dat u altijd op school meldt als uw kind hoofdluis heeft. Bij twee meldingen wordt de groep name‐ lijk in zijn geheel gecontroleerd. Het is van groot belang dat de hoofdluisbrigade voldoende leden blijft houden. Als u mee wil helpen bij de hoofdluisbrigade kunt u contact opnemen met mevrouw M. Olislagers, coördinatie hoofdluispreventie.
6.18.
School – verzekeringen
Bij het aanmelden van uw kind op onze school gaan we ervan uit dat u als ouder/verzorger een eigen verzekering hebt afgesloten voor Wettelijke Aansprakelijkheid. De school biedt niet de mogelijkheid om een collectieve W.A.‐verzekering af te sluiten. Het schoolbestuur heeft een collectieve schoolongevallen verzekering afgesloten. Deze verzekering houdt in dat u uitsluitend schade i.v.m. lichamelijk letsel kunt claimen. De school verzekert alle leerlingen en begeleiders tegen ongevallen onder schooltijd, op weg van en naar school, tijdens deelneming aan alle schoolactiviteiten, mits dit onder toezicht gebeurt. Er is geen verhaal mogelijk t.a.v. materiële schade, zoals brillen, kleding, fietsen etc. Bij schade, toegebracht door medeleerlingen adviseren wij de W.A‐ verzekering van de betreffende leerling aan te spreken.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 25
6.19. Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg
De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg zet zich in voor een gezonde lichamelijke en psychosociale ontwikkeling van alle vier‐ tot negentien‐ jarigen in de regio. Aan elke school is een team JGZ verbonden bestaande uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een doktersassistente. Bij de JGZ kunnen ouders en verzorgers, maar ook de school en de wat oudere kinderen, terecht met de meest uiteenlopende vragen over opvoeden en op‐ groeien. Bij vragen of zorgen over een kind kan men een afspraak maken voor een gesprek met een van onze JGZ‐medewerkers. Als uit het gesprek of onderzoek blijkt dat hulp of zorg nodig is, dan zoeken wij samen naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners op het gebied van opvoeden en opgroeien. Binnen de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG)werken we nauw samen met het consultatiebureau, het welzijnswerk en met andere professionals die zich bezighouden met de zorg voor de gezondheid van de jeugd. Vinger aan de pols Het team JGZ houdt de vinger aan de pols als het gaat om de lichamelijke, psychische en sociale ontwikke‐ ling van het kind tijdens zijn (of haar) schoolcarrière. We kijken bijvoorbeeld naar groei, motoriek en spraak, maar ook ‐ bij oudere kinderen – naar eventueel schoolverzuim en het gebruik van genotmiddelen. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we ouders en – in het voortgezet onderwijs ‐ leerlingen regelmatig om een vragenlijst in te vullen waarin allerlei gezondheidsaspecten aan bod komen. Daarnaast kijken we natuurlijk in het kinddossier, met informatie over de groei en ontwikkeling van uw kind vanaf zijn eerste bezoek aan het consultatiebureau. Inentingen Als JGZ zorgen we voor de uitvoering van het landelijk Rijksvaccinatieprogramma. Dat betekent dat jongens en meisjes volledig worden ingeënt tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP) en tegen Bof, Mazelen en Rode‐ hond (BMR). De laatste inentingen krijgt het kind op 9‐jarige leeftijd. Meisjes van 12 jaar krijgen bovendien de HPV‐vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. De GGD Zuid Limburg doet meer We kijken of de school of het kinderdagverblijf schoon en veilig is en geven waar nodig adviezen om de hygiëne en veiligheid te verbeteren. We helpen scholen om hoofdluis te voorkomen en/of te bestrijden. Ook ondersteunen we scholen bij hun lessen en/of projecten over bijvoorbeeld overgewicht, genotmid‐ delen, pesten en seksuele vorming. Jongeren t/m 24 jaar kunnen met al hun vragen over seksualiteit en seksueel overdraagbare aandoe‐ ningen gratis terecht bij Sense, het Centrum voor Seksuele Gezondheid van de GGD ’en in Limburg. Elke vier jaar verricht de GGD Zuid Limburg onderzoek naar de gezondheid en het welbevinden van alle kinderen van 12 tot 18 jaar in Zuid‐Limburg. Gemeenten en scholen gebruiken de resultaten van dit onderzoek bij het maken van jeugdbeleid. Vragen? Meer weten? Neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Zuid Limburg. Telefoon 046 – 8506644 E‐mail
[email protected] website www.jeugdgezondheidszorg.ggdzl.nl
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 26
6.20.
Verkeersveiligheid School, oudervereniging, gemeente en politie zijn intensief bezig om de verkeerssituatie in ons dorp te verbeteren met name in het belang van de jeugd. Echter ouders vergeet uw eigen verantwoordelijkheid niet. Wijst u uw kind op de veilige weg van en naar school. Probeer zoveel mogelijk te voet naar school te komen, samen met uw kind. Laat uw auto staan als het kan.
Afhalen leerlingen na school Verkeersbrigadiers zorgen voor het overzetten van de leerlingen bij de oversteekplaatsen aan de Heiweg en de Wijngracht om 12.00 uur en om 15.15 uur. Tijdens de vrije dagen van de groepen 1 t/m 4 wordt niet gebrigadierd. Coördinatrices van de verkeersbrigade zijn: Jolanda Amkreutz Dautzenbergstraat 15 Bocholtz 045 – 5444406 Jacqueline Hassert Bongaarderweg 7 Bocholtz 045 – 5444506 Let wel: op de Biesweg geldt een absoluut stopverbod tot aan het (voormalig) woonwagenkampje. Dit geldt trouwens ook voor de Wijngracht. Van de op hun kroost wachtende ouders wordt verwacht, dat zij het trottoir niet blokkeren voor de naar huis lopende kinderen en medeverantwoordelijkheid willen dragen voor een verkeersveilige school. De straten zijn te smal om te stoppen en te parkeren, waardoor het doorgaande verkeer gehinderd wordt. Bovendien is het in‐ en uitstappen een levensgevaar‐ lijke situatie. We moeten echter constateren, dat toch nog altijd mensen zijn die zich niets aantrekken van het stopverbod. Deze mensen laten zien, dat ze de gevaarlijke situatie niet herkennen. Politie en BOA's kunnen verbaliserend optreden tegen overtreders van de verkeersregels. Gelukkig zijn er ook ouders die op de grote parkeerplaats voor en achter de sporthal parkeren en gebruik maken van de nieuwe trap naar de speelplaatsen. We hebben de luxe, doe er uw voordeel mee!!
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 27
Let op!!! Biesweg éénrichtingverkeer (behalve voor fietsers). Omwille van de verkeersveiligheid vragen wij U met klem: niet stoppen en/of parkeren op de Wijngracht – de Biesweg!! Dringend verzoek: volg de pijlen op het wegdek – let op de borden – parkeren in de vakken – let op het openen van de portieren (beschadigingen geparkeerde auto’s) – matig Uw snelheid – niet stoppen voor het voetpad – houd de doorgang naar de parkeerplaats vrij !! Wij vechten voor een veilige situatie voor Uw kind !! Doet U dat ook !!
Parkeren achter de sporthal !! Maakt u ook gebruik van deze mogelijkheid om de speelplaatsen van onze school te bereiken?
6.21.
Fietsenstalling
Stuur Uw kind te voet naar school. Het is veiliger en bovendien is in onze fietsenstalling slechts plaats voor een beperkt aantal fietsen. Alléén die leerlingen (vanaf groep 5 – een dringend advies van VVN en ANWB) die door de grote afstand met de fiets zouden willen komen, kunnen dit kenbaar maken bij de directeur. Aan het begin van het schooljaar deelt de directeur mee welke leerlingen met de fiets mogen komen. Leerlingen uit lagere groepen zal de toegang tot de fietsenstalling geweigerd worden. De school draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor diefstal, verlies, vernielingen en dergelijke. Fietsen stallen vóór de sporthal raden wij af. Dit valt geheel buiten de verantwoordelijkheid van de school. 6.22. Wet op de bescherming persoonsgegevens Bij aanmelding op de Basisschool Bocholtz ontvangen de ouders / verzorgers een formulier (zie bijlage) – verband houdend met de Wet Bescherming persoonsgegevens – waarop zij kunnen aangeven of zij wel of niet akkoord gaan met: het verstrekken van NAW‐gegevens en informatie van hun kind aan derden (bv. GGD), het plaatsen van foto’s / film van hun kind in uitgaven van de school en op de website en het gebruik van internet en e‐mail door hun kind.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 28
6.23.
Schoolbeleid t.a.v. het maken van foto’s, video‐ en filmopnames
Basisschool Bocholtz heeft een eigen internetsite: www.bsbocholtz.nl. Op deze site zetten we informatie over schoolactiviteiten, vaak met foto’s van deze activiteiten. Het blijkt dat ouders dit erg waarderen. Zonder tegenbericht van de ouders / verzorgers gaan we er vanuit dat zij hier geen bezwaar tegen hebben. Natuurlijk zorgen we ervoor dat er nooit “ongepaste” foto’s worden gepubliceerd. Foto’s die op de website worden geplaatst door de school, zijn beveiligd. Uitsluitend voor intern gebruik: Incidenteel maken leerkrachten (of personen die daartoe zijn gevraagd door de school) foto’s of filmopnames van bepaalde activiteiten op school, die later in de klas met de leerlingen bekeken worden. Wij gaan ervan uit dat de ouders / verzorgers geen bezwaar hebben dat wij foto’s, film‐ en video‐opnamen maken voor intern gebruik op school. Indien ouders / verzorgers hier wel bezwaar tegen hebben, dienen zij ons hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen; we zullen dan geen opnamen van het betreffende kind meer maken.“ Leerlingen van de Basisschool Bocholtz mogen in principe niet door ouders / verzorgers en of derden in de klas, in de school of op het schoolterrein gefotografeerd of gefilmd worden. De school wil de privacy van haar leerlingen binnen de reguliere leeromgeving zoveel mogelijk beschermen. Een uitzondering maken wij bij een aantal bijzondere activiteiten: Indien een leerling jarig is (groepen 1 en 2) mogen de ouders enkele foto’s maken in de klas. Intocht Sinterklaas op school (speelplaats). Tijdens de carnavalsrevue voor de ouders / verzorgers mogen ouders enkele foto’s / filmopnames maken van het optreden van hun zoon/dochter. Communiefeest:op de speelplaats / tocht van de school naar de kerk / het maken van foto’s en filmop‐ names in de kerk is niet toegestaan Bij schoolactiviteiten buiten het schoolgebouw / schoolterrein (openbaar gebied) kunnen ouders / verzorgers foto’s / filmopnames maken (bv. herfstwandeling, bezoek schaapskooi, slagbaltoernooi). Uitgangspunt is altijd, dat het verloop van de activiteiten niet verstoord mag worden vanwege het maken van opnames. Mocht dit onverhoopt toch het geval zijn, dan behoudt de school zich het recht toe om het maken van opnames alsnog te verbieden. Het is de school die het beleid ten aanzien van het maken van foto’s, video‐ en filmopnames op het grondgebied en in het schoolgebouw bepaalt. De directie van de school heeft dit onderwerp in januari 2008 opnieuw besproken met het team, de Medezeggenschapsraad en het bestuur van de Oudervereniging. Alle organen sluiten zich geheel aan bij het beleid van de school.
6.24.
Schoolfotograaf
Op dinsdag 26 augustus 2014 komt de schoolfotograaf. Van alle groepen wordt een groepsfoto gemaakt. De leerlingen van groep 8 krijgen deze groepsfoto gratis uitgereikt als herinnering. Van de leerlingen van groep 2, 5 en 7 worden portretfoto's gemaakt. De aangeboden foto's kunt U vrijblijvend kopen. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 29
6.25. de Bibliotheek op school Voor alle duidelijkheid: Het streven van gemeente Simpelveld om de lokale bibliotheek te sluiten en onder te brengen in lokalen van de Brede School, staat helemaal los van dit nieuwe project in school: dBos. Dit staat voor de Bibliotheek op school en houdt in dat de vroegere klassenbibliotheken samen‐ gevoegd worden tot één schoolbibliotheek. Vanuit deze zullen, mét ondersteuning van profes‐ sionals uit de bibliotheek, onze twee leescoördinatoren (juf Miranda America voor de onderbouw en juf Jessica Janssen voor de bovenbouw) samen met de leerkrachten speciale leesactiviteiten organiseren. De combinatie met het reguliere bibliotheekwerk bestaat uit het feit dat alle aanwezige boeken ingevoerd worden in het bibliotheeknetwerk én alle kinderen een lidmaatschapspasje van de school krijgen waarmee ze gelijktijdig in alle Parkstad‐Limburg‐Bibliotheken terecht kunnen. Dit project wordt mogelijk gemaakt door een provinciale subsidie die wij in samenwerking met de bibliotheek Kerkrade e.o. hebben aangevraagd en waarvoor binnen Parkstad‐ Limburg twee Movare‐ scholen werden aangewezen. 6.26. Openbare Bibliotheek Bocholtz Veel lezen is zeer nuttig voor de taalontwikkeling van Uw kinderen. Daarom is binnen de Parkstad‐Limburg‐ bibliotheken bepaald, dat alle jeugdigen tot en met 13 jaar gratis gebruik kunnen maken van de biblio‐ theek. Bibliotheek Bocholtz (deel uitmakend van Bibliotheek Kerkrade e.o.) Wilhelminastraat 17 …6351 GN Bocholtz … Telefoon: 045 – 5444858 Openingstijden: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 14.00 – 14.00 – 14.00 – 15.00 – gesloten gesloten gesloten 17.30 uur 17.30 uur 17.30 uur 20.00 uur
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 6 De organisatie van de school
Pagina 30
Hoofdstuk 7 7.1.
De zorg voor de kinderen
Leerlingenzorg: kaders
Onze leerlingenzorg vindt plaats binnen de kaders van het rijksbeleid (Passend Onderwijs), het Zorgplan van het Samenwerkingsverband en het beleid van Movare inzake passend, boeiend en opbrengstgericht onderwijs. Wanneer we over leerlingenzorg spreken, bedoelen we de zorg voor álle leerlingen op onze school. We denken daarbij meer in termen van afstemming en minder in termen van hulpverlening. Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten en kenmerken van onze leerlingenzorg? Uitgangspunten en kenmerken m.b.t. deze kaders: 1. Handelingsgerichtheid: Wij gaan uit van behoeften van kinderen in plaats van tekortkomingen van kinderen. Het gaat dus niet om de vraag: wat heeft dat kind, maar de vraag: wat heeft dat kind nodig. M.a.w.: wat vraagt dat kind van ons om de volgende stap te kunnen maken! 2. Preventie: Onze leerlingenzorg richt zich niet alleen op het helpen bij problemen, maar zeker ook op het voorkomen van problemen. Zorgpreventie is voor de school van groot belang. Goed onderwijs is daarbij de krachtigste factor. De professionaliteit van de leerkrachten speelt bij deze preventieve zorg een sleutelrol. Effectieve instructie en effectief klassenmanagement. met een stevige pedagogisch‐didactische basis en een positieve grondhouding zijn daarbij gevraagd. Die positieve grondhouding van de leerkracht zorgt er voor dat een kind zich veilig en geaccepteerd voelt ook met zijn beperkingen. Binnen het kader van deze preventieve gerichtheid speelt de toenemende samenwerking met peuterspeelzaal “De Kirchmuusjer” en Kinderdagverblijf “Jij en ik” ook een belangrijke rol. Al bij de aanmelding en eerste weken op onze school willen we zo goed mogelijk op de hoogte zijn van de ontwikkeling van leerlingen. Het zwaartepunt van de begeleiding van leerlingen ligt bewust in de onderbouw. 3. Samenwerking in de keten van jeugdvoorzieningen: Om onze kinderen goed te kunnen begeleiden bij hun ontwikkeling werkt onze school samen met externe partners: Peuterspeelzaal “De Kirchmuusjer” (binnen de Brede School Bocholtz) Kinderdagverblijf “Jij en Ik” Humanitas (binnen de Brede School Bocholtz) Onderwijsbegeleiding & Ontwikkeling Movare Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 31.06 Heerlen e.o. Psychologenpraktijken e.d. ….. Logopedist(e) Madeleine Trost / Jo Hollands Therapeuten (fysio – ergo ‐ Zorgadviesteam (ZAT) gemeente Simpelveld Schoolmaatschappelijk werk IMPULS Centrum voor Jeugd en Gezin(CJG) gemeente Simpelveld Bureau Jeugdzorg Bureau Voortijdig Schoolverlaten Wijkagent Schoolarts 4. Samenwerking met ouders: Wanneer wij werken aan de aanpak van een probleem betrekken wij de ouders daar zo veel mogelijk bij, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn. Wij bespreken dan niet louter het probleem en de achterliggende oorzaken, maar zoeken vooral ook gezamenlijk naar constructieve oplossingen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 1
7.2.
Passend onderwijs
1. Wat is passend onderwijs? Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt geor‐ ganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet ‘op’ passend onderwijs. Scholen werken met elkaar samen in samen‐ werkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. 2. Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd? Passend onderwijs vervangt het oude systeem van de leerlinggebonden financiering en indicatiestelling voor speciaal onderwijs. Met de invoering van passend onderwijs wil men een aantal problemen oplossen. Een van de problemen is dat steeds meer leerlingen, vooral leerlingen met ernstige gedragsproblemen, verwezen worden naar speciaal onderwijs. Scholen en ouders vinden de indicatiestelling erg bureaucratisch en het is lastig om ondersteuning op maat te organiseren. Verder zijn er in het oude systeem veel kinderen die thuiszitten. Zij zijn bijvoorbeeld van school verwijderd vanwege de problemen die ze hebben, of omdat er geen goede begeleiding voor ze is op school. Het doel van passend onderwijs is dat alle leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning in de klas nodig hebben, een passende onderwijsplek krijgen. Uitgangspunt daarbij is: regulier als het kan, speciaal als het moet. 3. Hoe werkt passend onderwijs? Scholen die samenwerken in een samenwerkingsverband krijgen geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het samenwerkingsverband ontvangt het geld en besluit over de toewijzing van ondersteuning en geld naar de scholen. Hiervoor wordt het geld gebruikt dat nu in de rugzakjes zit en naar ambulant begeleiders gaat. Maar ook het geld voor ondersteuning op speciale scholen (cluster 3 en 4), het speciaal basisonderwijs, leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs gaat naar het samenwerkingsverband. De samenwerkende scholen maken een plan om ervoor te zorgen dat iedere leerling passend onderwijs krijgt. In het ene samenwerkingsverband zullen scholen dat anders doen dan in het andere samenwerkingsverband. Er zullen dus verschillen zijn tussen regio’s in de manier waarop onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuning eruit komt te zien. De bedoeling is dat de scholen precies kunnen nagaan wat er nodig is voor hun leerlingen zodat ze ondersteuning op maat kunnen organiseren. 4. Voor welke leerlingen is er passend onderwijs? Passend onderwijs is er voor alle leerlingen in het basis en voortgezet onderwijs, speciaal (voortgezet) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In de praktijk gaat het vooral over leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben (voor deze groep leerlingen is er zorgplicht). Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking of een chronische ziekte. Maar ook voor leerlingen met een gedrags‐ of leerstoornis is passend onderwijs natuurlijk erg belangrijk. Soms is het bij de start op school al duidelijk dat er extra ondersteuning nodig is, soms blijkt dat pas later. In het oude systeem was de ondersteuning voor leerlingen onderverdeeld in 4 clusters: cluster 1 voor Leer‐ lingen die blind of slechtziend zijn; cluster 2 voor leerlingen die doof of slechthorend zijn of ernstige spraaktaalmoeilijkheden hebben; cluster 3 voor leerlingen met een verstandelijke beperking, een lichame‐
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 2
lijke beperking of een chronische ziekte; cluster 4 voor leerlingen met gedragsstoornissen, ontwikkelings‐ stoornissen of een psychiatrisch probleem. Cluster 1 en 2 zullen het onderwijs en de ondersteuning landelijk organiseren. Zij doen dus niet mee met de regionale indeling van samenwerkende scholen in passend onderwijs. Wel wordt er nauw samengewerkt tussen de regionale samenwerkingsverbanden en de instellingen voor cluster 1 en 2. Voor alle andere leer‐ lingen die extra ondersteuning nodig hebben geldt wel de systematiek van regionale samenwerkings‐ verbanden. 5. Wanneer gaat passend onderwijs van start? Passend onderwijs gaat van start op 1 augustus 2014. Schoolbesturen hebben dan een zorgplicht en de samenwerkingsverbanden krijgen het geld en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Tot die tijd gelden de oude regels voor indicatiestelling voor speciaal onderwijs en het rugzakje. Vanaf 1 november 2013 zijn alle scholen gaan samenwerken in de nieuwe samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Uiterlijk 1 mei 2014 is het ondersteuningsplan van elk samenwerkingsverband klaar. 6. Wat is een samenwerkingsverband? Het samenwerkingsverband is de nieuwe vorm waarin scholen gaan samenwerken op het terrein van passend onderwijs. Er bestaan nu ook al samenwerkingsverbanden van scholen, maar deze worden in het nieuwe systeem deels samengevoegd en krijgen er nieuwe taken bij. Er komen in totaal 77 samenwerkings‐ verbanden voor het primair onderwijs en 75 samenwerkingsverbanden voor het voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband krijgt in de Wet passend onderwijs veel taken. De belangrijkste taak is het maken en uitvoeren van een plan (het ondersteuningsplan) waarin staat op welke manier alle leerlingen een pas‐ sende plek op een school krijgen. Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband PO 31.06 Heerlen e.o. 7. Wat is de zorgplicht? Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 een nieuwe zorgplicht. Deze betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die extra ondersteuning nodig heeft, die bij hen ingeschreven staat of zich aanmeldt een passend onderwijsaanbod krijgt. De school moet zorgvuldig onderzoeken wat uw kind nodig heeft en dit eerst proberen zelf te realiseren. Het schoolbestuur moet daarvoor nagaan wat de ondersteuningsmogelijkheden van de school zijn eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkings‐ verband. Als de school deze ondersteuning zelf niet kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school na overleg met u zorgen dat er een school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Momenteel moet u in zo’n situatie nog vaak zelf naar een nieuwe school zoeken. Met de inwerkingtreding van passend onderwijs heeft de verwijzende school die verantwoordelijkheid. Daarbij is het belangrijk dat de school goed met u overlegt welke school passend is voor uw kind. 8. Wat verandert er voor mijn kind? Voor de meeste leerlingen zal er door de invoering van passend onderwijs in de dagelijkse praktijk weinig veranderen. Wel verandert de organisatie van de ondersteuning op school, en worden er op termijn min‐ der kinderen doorverwezen naar speciaal onderwijs. Als uw kind een rugzakje krijgt, vervalt deze indicatie per 1 augustus 2014. De school blijft verantwoordelijk voor het bieden van de ondersteuning die nodig is voor uw kind. Als uw kind op 1 augustus 2014 op een school voor speciaal onderwijs zit, dan behoudt uw kind recht op deze plek voor de eerstvolgende twee schooljaren. Binnen die periode wordt samen met u gekeken of deze school de beste plek is, of dat er mogelijk een andere (reguliere of speciale) school is waar uw kind ook passende ondersteuning kan krijgen. Als uw kind binnen die twee jaar naar een andere (v)so‐ school wil gaan, bijvoorbeeld vanwege de overgang van speciaal onderwijs naar voortgezet speciaal onder‐ wijs, dan moet de school hiervoor een aanvraag doen bij het samenwerkingsverband. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 3
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 4
Passend Onderwijs/ Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. In een nieuw gevormd Samenwer‐ kingsverband (SWV) hebben alle schoolbesturen de taak om in gezamenlijkheid voor alle leerlingen die wonen binnen de regio van dit SWV een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Dit noemen we de zorgplicht van het schoolbestuur. Passend onderwijs is voor alle leerlingen op de basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs bedoeld, en richt zich nadrukkelijk op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Belangrijkste doelstellingen van passend onderwijs zijn: ‐ Zo passend mogelijk onderwijs aanbieden en daarbij vooral kijken naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen en minder naar de beperkingen; ‐ Leraren en scholen beter toerusten: passend onderwijs voor en extra ondersteuning van een leerling in de klas staat of valt met de mogelijkheden en competenties van de leerkracht(en) en de kwaliteit van de ondersteuningsstructuur in en rond de school; ‐ Toewijzing van extra ondersteuning vindt dichtbij de leerling, in overleg met de ouders en met gebruikmaking van interne‐ en externe expertise plaats; ‐ Het financiële systeem dat bij de nieuwe regeling passend onderwijs hoort maakt de inzet van middelen beheersbaar en transparant; ‐ Alle kinderen verdienen een passende plek in het onderwijs waardoor “thuiszitten” niet meer voorkomt; ‐ De passende onderwijsplek is zo thuisnabij mogelijk met als uitgangspunt de schoolvoorkeur van de ouders; ‐ Er is afstemming en intensieve samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Gemeenten worden verantwoordelijk voor jeugdhulp. Het jeugdbeleid en het ondersteuningsplan van het SWV grijpen in elkaar en versterken elkaar wederzijds. Het bestuur van het SWV heeft een ondersteuningsplan opgesteld. Het ondersteuningsplan beschrijft het ‘wat’ en het ‘hoe’ van het SWV voor de periode 2014‐2018. Dit plan is na instemming van de ondersteuningsplanraad vastgesteld. De schoolbesturen en hun scholen werken samen aan de uitvoering van dit plan. Daarin staan zij niet alleen. Ze worden daarbij ondersteund door de bovengenoemde gemeenten en door organisaties op het terrein van jeugd, gezondheid en welzijn. Basisondersteuning Alle scholen hebben hun huidige mogelijkheden om leerlingen te begeleiden en ondersteunen beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. Het SWV heeft een ambitieus niveau van de basisondersteuning vastgesteld. Dat is het niveau waar alle scholen in de periode tot 2018 naartoe groeien. Extra ondersteuning Voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften geldt een nieuwe regeling. De leerlinggebonden financiering (rugzak) verdwijnt en de wijze waarop leerlingen worden verwezen en toegelaten tot het speciaal (basis)onderwijs zijn anders geregeld. Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school overstijgt, wordt in overleg ondersteuning toegevoegd of wordt een plaatsing in een andere basisschool of een tijdelijke plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs overwogen. Voor een tijdelijke plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring noodzakelijk. Per 1 augustus 2014 beslist het samenwerkingsverband door middel van een toelaatbaarheidsverklaring of een leerling toelaatbaar is tot een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) of (voortgezet) speciaal onderwijs (V)SO. Tegen deze beslissing over de toelaat‐ baarheid kan bezwaar worden ingediend bij een (bezwaar)adviescommissie. De directeur geeft, na inwinning van het deskundigenadvies, al dan niet een toelaatbaarheidsverklaring af en vervolgens kan de leerling geplaatst worden in of het SBO of het SO. In het onderstaande wordt nader ingegaan op toelating, schorsing en verwijdering, voor zover de invoering van Passend Onderwijs heeft geleid tot aanpassingen in de Wet Primair Onderwijs (WPO) Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 5
Toelating en verwijdering (artikel 40 WPO) Het College van Bestuur besluit over de toelating en de verwijdering van leerlingen. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders. Het schoolbestuur heeft met ingang van 1 augustus 2014 een zorgplicht om voor alle leerlingen die worden aangemeld, of staan ingeschreven, een zo passend mogelijk onderwijsaanbod te doen. De aanmelding van kinderen voor toelating geschiedt schriftelijk en kan worden gedaan vanaf de dag waarop het kind de leeftijd van 3 jaar bereikt. De ouders doen de aanmelding zo mogelijk ten minste 10 weken voor de datum waarop toelating wordt gevraagd en geven bij de aanmelding aan bij welke school of scholen eveneens om toelating is verzocht. De school die het aanmeldformulier ontvangt, moet een zo passend mogelijk aanbod doen. Dat moet een plek op een school zijn waar de leerling ook daadwerkelijk geplaatst kan worden. Het College van Bestuur/schooldirectie beoordeelt of de aanmelding een kind betreft dat extra ondersteuning behoeft. Het College van Bestuur/schooldirectie moet altijd een oordeel vellen over de ondersteuningsbehoefte van de aangemelde leerling. Het College van Bestuur/schooldirectie kan daarom de ouders via een vragenlijst verzoeken gegevens te overleggen betreffende stoornissen of handicaps van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie. Op grond van de ingevulde vragenlijst kan het College van Bestuur/schooldirectie besluiten om meer gegevens met betrekking tot de ondersteuningsbehoefte van een leerling bij de ouders op te vragen. De school waar toelating verzocht is, relateert de vastgestelde ondersteuningsbehoefte aan het schoolondersteuningsprofiel en het niveau van de basisondersteuning zoals vastgesteld door het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Het schoolondersteuningsprofiel is beschikbaar op de website van de school. De school waar een leerling wordt aangemeld, hoeft niet alle leerlingen op de eigen school te plaatsen. Net als in de huidige situatie, moet de school eerst onderzoeken of zij de leerling een passend onderwijsprogramma kan bieden. Als blijkt dat plaatsing een onevenredige belasting is voor de school, dan moet het College van Bestuur/schooldirectie een andere school vinden die een passend onderwijsaanbod kan bieden en waar het kind ook kan worden geplaatst. Toelating weigeren bij leerling met extra ondersteuning Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft wordt geweigerd, vindt de weigering pas plaats nadat het College van Bestuur/schooldirectie er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Dit is een resultaatsverplichting. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en vso of een instelling voor speciaal en vso. Het College van Bestuur/schooldirectie neemt de beslissing over toelating van een leerling zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 6 weken na ontvangst van de aanmelding. Indien de beslissing niet binnen 6 weken kan worden gegeven, deelt het College van Bestuur/schooldirectie dit aan de ouders mee en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien ( uiterlijk 4 weken later).
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 6
Schorsing Het College van Bestuur/schooldirectie kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. Het College van Bestuur stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Verwijderen Voordat wordt besloten tot verwijdering hoort het College van Bestuur de betrokken groepsleraar. Definitieve verwijdering van een leerling vindt pas plaats nadat het College van Bestuur ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een speciale school voor basisonderwijs (SBO) of school voor speciaal onderwijs (SO). Met ingang van 1 augustus 2014 is nieuw de tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering/geschillencommissie Passend Onderwijs, ook wel de geschillencommissie passend Onderwijs genoemd (artikel 43 WPO). Aan deze commissie kunnen door ouders onder andere geschillen worden voorgelegd over: de aanmelding van een kind dat extra ondersteuning behoeft; de toelating van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben; over de verwijdering van leerlingen. De commissie bestaat uit deskundigen en doet binnen 10 weken uitspraak als een geschil wordt voorgelegd. Bij haar oordeel houdt ze rekening met het schoolondersteuningsprofiel en het ondersteu‐ ningsplan van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Anders dan bij de regeling Bezwaar geeft bij deze procedure een onafhankelijke externe instantie een oordeel over het bestreden besluit. Indien de bezwaarprocedure en de geschillenprocedure bij de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering tegelijkertijd lopen, neemt het bevoegd gezag pas een beslissing over het bezwaar nadat de Tijdelijke geschillencommissie haar oordeel heeft gegeven. Overigens is sinds 13 juni 2014 de mogelijkheid geopend al voor 1 augustus geschillen voor te leggen College voor de rechten van de mens Als ouders vinden dat rond het besluit over toelating en verwijdering sprake is van discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte, kunnen zij het College voor de rechten van de mens vragen een oordeel te geven. Deze procedure staat los van de andere hier genoemde procedures. Indien er een oordeel van het College ligt, zal de rechter dat in zijn oordeel betrekken. Meer informatie Voor meer informatie over Passend Onderwijs kunt u contact opnemen met de directie en of interne begeleider van de school. Het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs staat op de website van het schoolbestuur. Algemene informatie over passend onderwijs kunt u vinden op de site www.passendonderwijs.nl
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 7
7.3.
De aanmelding en opvang van nieuwe leerlingen in de school
7.3.1. 4 ‐ jarige kinderen De gemeente Simpelveld verstrekt geen gegevens over te verwachten leerlingen (informatie uit het bevol‐ kingsregister) meer aan de scholen in verband met de aanscherping van de privacy wetgeving. Als school trachten we op andere manieren toch aan prognosecijfers van te verwachten nieuwe 4‐jarigen te komen, waardoor meerjarenplanningen toch mogelijk zijn. - Via de plaatselijke weekbladen “Troef” en “Troebadoer”; - Via het parochieblaadje “Jacobusbode”; - Via het doopregister van de parochie Jacobus de Meerdere in Bocholtz; - Via de peuterspeelzaal “de Kirchmuusjer”; - Via het Kinderdagverblijf “Jij en ik” Humanitas; - Ouders benaderen zelf de school (o.a. geboortekaartjes worden gestuurd!) Alle ouders / verzorgers van bij ons bekend staande aankomende 4‐jarigen ontvangen tijdig (ongeveer twee maanden voordat een kind 4 jaar wordt) een uitnodiging (inclusief aanmeldingsformulieren, een vragenlijst over het kind en een schoolgids) voor een kennismakingsmorgen in de toekomstige groep. Kind en ouders kunnen nader kennismaken met de groepsleerkracht en de toekomstige klasgenootjes. In een persoonlijk gesprek met de directeur krijgen de ouders nadere informatie over de school – worden de aanmeldingsformulieren en de vragenlijst over het kind besproken ‐ kunnen ouders aanvullende vragen stellen (eventueel naar aanleiding van het lezen van de schoolgids en de schoolkalender) en belangrijke, noodzakelijke informatie over het kind verstrekken. De datum voor de eerste schooldag wordt dan ook afgesproken. Tot slot maken we een rondgang door de school. We kunnen een kind niet plaatsen, wanneer het nog niet zindelijk is, tenzij er een medische indicatie is. In dat geval vindt overleg plaats met de ouders. Er vindt een zogenaamde “warme overdracht”plaats van gegevens over het ontwikkelingsverloop van peuters van de peuterspeelzaal “de Kirchmuusjer”en kinderdagverblijf “Jij en Ik” van Humanitas die instromen in groep 1 van basisschool Bocholtz.
7.3.2. Zij‐instromers Ook komt het voor dat leerlingen van andere scholen bij ons instromen (zij‐instromers), denk aan verhuizingen, proefplaatsingen, etc. Ook hier vindt er een eerste gesprek plaats met de directie, eventueel bijgestaan door de interne begeleider. Graag wijzigen in: Bij zij‐instromers nemen wij altijd contact op met de school van herkomst. Pas nadat wij alle gegevens hebben ontvangen (het onderwijskundig rapport) gaan wij over tot definitieve plaatsing.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 8
Onder zij‐instromers wordt verstaan leerlingen, ouder dan vier jaar, die van basisschool wisselen. Het betreft een wisseling van school dan wel binnen het eigen schoolbestuur of daaroverheen. De wisseling kan het gevolg zijn van een problematiek die op een naburige school beter aangepakt kan worden. De volgende afspraken van handelen, die gelden voor alle basisscholen van Movare. De directie is verant‐ woordelijk voor de toelating en inschrijving. Voorafgaande aan de eventuele inschrijving vindt eerst een oriënterend gesprek plaats tussen directie en ouders. De directie neemt contact op met de school, waar de leerling nog steeds staat ingeschreven. De eventuele plaatsing van de leerling wordt gerelateerd aan het leerlingenaantal van de betreffende jaargroep en de reeds voornoemde regels uit het aannamebeleid. Betreft het een leerling, waarvoor in het verleden een beschikking is afgegeven door de PCL, dan wijst de directie het verzoek om inschrijving af. Tot plaatsing wordt overgegaan als dit aantoonbaar in het belang van de leerling is en door de centrale directie van Movare wordt geaccordeerd (m.u.v. verhuizingen). Indien het geen zorgleerling betreft volgt een tweede gesprek tussen directie en de ouders met de leerling voor inschrijving. Betreft het een zorgleerling, dan zoeken de interne begeleiders van beide scholen contact met elkaar om de zorg aan de leerling te bespreken.
7.4.
Toelating, time out, schorsing en verwijdering van leerlingen
Onderstaande tekst is een samenvatting van de notitie ‘Toelating, time‐out, schorsing en verwijdering van leerlingen’. Deze notitie ligt voor u op school ter inzage. Desgewenst kunt u de notitie ook raadplegen via de website van MOVARE: www.movare.nl “Documenten” “Vastgesteld beleid”. Het kan voorkomen dat het College van Bestuur (als bevoegd gezag van de school) zich genoodzaakt ziet een leerling niet toe te laten tot een school of een leerling tijdens het schooljaar te schorsen of te verwijderen van de school. Hieronder leest u wat onder de termen ‘toelating’, ‘time‐out’, ’schorsing’ en ‘verwijdering’ wordt verstaan en in welke gevallen deze maatregelen worden toegepast. Toelating en weigering Toelating is de plaatsing van een leerling op de school. Van weigering is sprake wanneer de school het verzoek van de ouders afwijst hun kind op een bepaald tijdstip tot de school toe te laten. Gronden voor weigering 1. Het niet in voldoende mate tegemoet kunnen komen aan de hulpvraag die de leerling stelt, tenzij het een speciale school voor basisonderwijs betreft en de permanente commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband heeft bepaald dat plaatsing van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. 2. Geen huisvestingscapaciteit. 3. Op grond van specifiek beleid ter bevordering van evenwichtige leerlingenstromen. 4. Voor zover het bijzonder onderwijs betreft: De grondslag wordt door de ouders niet overeenkomstig het toelatingsbeleid van de school gerespecteerd dan wel onderschreven tenzij er niet binnen een redelijke afstand de mogelijkheid is om openbaar onderwijs te volgen. 5. Voor zover het een speciale school voor basisonderwijs betreft: Het feit dat de permanente commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband niet heeft bepaald dat plaatsing van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 9
Time‐out Van een time‐out is sprake wanneer de leerling één dag of korter het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Een time‐out zal normaal gesproken gedurende een schooldag worden opgelegd en enkel voor die betreffende schooldag gelden. Grond voor time‐out Grond voor een time‐out is ontoelaatbaar gedrag of een ernstig incident dat het in het belang van de leerling en/of de school noodzakelijk maakt dat de leerling voor de duur van maximaal één dag niet deelneemt aan de les of niet op school komt. Schorsing Van schorsing van een leerling is sprake wanneer de leerling tijdelijk het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Als dit maximaal één dag omvat, wordt het geen schorsing maar een time‐out genoemd (zie hierboven). Gronden voor schorsing 1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 2. Ernstig wangedrag van de ouder(s) van de leerling, waardoor de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de orde, rust en/of veiligheid op school. 3. Een andere grond die het in het belang van de school en/of de school dringend noodzakelijk maakt dat de leerling tijdelijk niet deelneemt aan de les of niet op school komt. Verwijdering Als blijkt dat meerdere schorsingsmaatregelen niet het beoogde effect hebben, kan verwijdering als corrigerende strafmaatregel worden toegepast. Het kan ook worden toegepast als maatregel naar aanleiding van een ernstige aangelegenheid. Van verwijdering is sprake als het College van Bestuur besluit een leerling de verdere toegang tot de school te ontzeggen. Gronden voor verwijdering 1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 2. Ernstig wangedrag van de ouder(s) van de leerling, waardoor de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de orde, rust en/of veiligheid op school. 3. Een onherstelbaar verstoorde relatie tussen school en leerling. 4. Het niet in voldoende mate tegemoet kunnen komen aan de hulpvraag die de leerling stelt. Procedures Voor de maatregelen toelating/weigering, time‐out, schorsing en verwijdering bestaan procedures. Voor de beschrijving hiervan, wordt u verwezen naar de notitie ‘Toelating, time‐out, schorsing en verwijdering van
Leerlingen”. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 10
7.5.
Het volgen van de ontwikkeling van kinderen
Zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsproces De basisschool dient zorg te dragen voor een ononderbroken ontwikkelingsproces van 4 tot en met 12 jarigen. Dat betekent voor de leerkrachten in eerste plaats, dat zij een duidelijk beeld moeten hebben van kinderen tijdens de verschillende fasen van hun schoolloopbaan. In de groepen 1 zitten op onze school de vierjarigen (jongsten → leerlingen geboren na 01 oktober) en (middengroepers = leerlingen vóór 01 oktober geboren). In de groepen 2 zitten de middengroepers en oudste kleuters. In principe hanteren wij nog de 01 oktobergrens (leeftijd is uitgangspunt (teldatum), maar zeer zeker wordt ook gekeken naar de ontwikkeling van het kind). Is het kind vóór 01 oktober 6 jaar geworden, dan kan dat kind in principe in het zelfde kalenderjaar naar groep 3. Kinderen die na 01 oktober 6 jaar worden gaan pas het volgend schooljaar naar groep 3. Als team zijn wij de mening toegedaan (praktijkervaring) dat het langer verblijven in de kleuterbouw voor veel leerlingen heden ten dage van voordeel is (verstevigen van het veelzijdige “fundament”). Naast tegenstanders van deze opvatting, zijn er ook pedagogen / onderwijskundigen die duidelijk voorstander zijn. Hierbij moeten we ook denken aan de redenen die geleid hebben tot de Wet OKE (VVE). In de praktijk blijkt echter ook, dat er elk jaar enkele kinderen (“herfst‐ kinderen”) versneld doorstromen naar groep 3. Daar besteden we nadrukkelijk aandacht aan.
In de groepen 3 tot en met 8 werken we met homogene groepen in een klassikaal systeem. Voor de cognitieve ontwikkeling zijn de ontwikkelingsdoelen beschreven voor de groepen 1 en 2 en voor de groepen 3 tot en met 8 zijn de doelen in de verschillende onderwijsleermethodes opgenomen. Zij vormen een eerste aanzet voor een ononderbroken ontwikkelingsproces. De evaluatie van de verschil‐ lende doelen toont aan hoe het ontwikkelingsproces verloopt en waar kinderen eventueel problemen ondervinden. Wij volgen de vorderingen van de leerlingen op de volgende manieren: via observaties; met methodegebonden toetsen, proefwerken en overhoringen voor de zaakvakken (de resultaten worden verwerkt in groepsoverzichten per vak; met methode‐onafhankelijke toetsen (CITO Leerlingvolgsysteem) d.m.v. leerlingenbesprekingen
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 11
7.5.1. Het leerlingvolgsysteem – testen en toetsen De leerkrachten moeten een duidelijk beeld hebben van kinderen tijdens de verschillende fasen van hun schoolloopbaan. Hiervoor worden regelmatig testen, toetsen dan wel proefwerken en overhoringen afge‐ nomen. Tijdens de leerlingenbesprekingen worden de vorderingen en gedragsaspecten van de individuele leerlingen besproken. Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws te weten komen. We proberen kinderen uit te dagen steeds iets nieuws te ontdekken. Als die ontwikkeling minder snel verloopt, bieden we hulp. De school is klassikaal georganiseerd. In een groep zitten meestal kinderen van dezelfde leeftijd. De meeste methodes die wij hanteren, gaan uit van de “gemiddelde” leerling. Ons onderwijs wordt voornamelijk afgestemd op die groep leerlingen. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel, krijgt extra hulp en oefenstof binnen de mogelijkheden die onze school heeft. Ook voor de leerlingen die goed en gemakkelijk kunnen leren, proberen we uitdagingen te bieden. De vakken taal, lezen, schrijven en rekenen vormen de kern van het onderwijs. Het zijn debasisvaardig‐ heden. Ze vormen het fundament voor elke verdere ontwikkeling. Daarom nemen deze vakken binnen onze school een centrale plaats in. Uiteraard is er voldoende tijd gereserveerd voor de wereldoriënterende vakken, expressievakken en sociaal – emotionele vorming. Met het leerlingvolgsysteem bedoelen we de wijze waarop het dagelijkse werk en het werk‐ en leergedrag van de kinderen wordt bekeken, beoordeeld en de vorderingen verzameld. Het doel ervan is de leerlingen in hun ontwikkeling te begeleiden. In de groepen 1 en 2 gebeurt dit veelal door aan de hand van vaste criteria en observatielijsten (PRAVOO‐ systeem en GOVK) te observeren. In de groepen 3 tot en met 8 gebeurt dit door observaties van de groepsleerkracht en door regelmatig een proefwerk of schriftelijk werk te geven. Daarnaast hanteren wij het Leerling‐onderwijs‐volg‐systeem (LOVS) van het CITO Drie keer per jaar wordt een rapport(+ overzichten resultaten CITO LOVS) uitgereikt aan de leerlingen en hun ouders/verzorgers.
7.5.2. Leerling – Onderwijs – Volg – Systeem CITO Uw kind maakt een aantal keren per jaar een CITO‐toets. Waarom dat zo is en wat U eraan heeft, willen we U graag vertellen. Leraren hebben over het algemeen een goed beeld van een kind. Dat kan ook haast niet anders als je het kind zo vaak in allerlei situaties meemaakt en zo vaak werk van ze nakijkt en beoordeelt. Waarom dan nog toetsen van het CITO LOVS ? VORDERINGEN Dit systeem levert aanvullende gegevens over de leerling. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd, bijvoorbeeld in de periode tussen Kerstmis en Pasen: de echte vorderingen dus. Met de bekende rapporten kun je dat niet zo duidelijk zien. Een zeven met Kerstmis en een zeven met Pasen zegt nog niets over de feitelijke vooruitgang. LANDELIJKE VERGELIJKING De toetsen zijn afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van Uw kind te vergelijken met alle andere kinderen in Nederland die net zoveel onderwijs hebben genoten. Het voordeel daarvan is dat je een goede maatstaf hebt voor het beoordelen van vorderingen. En dat is belangrijker dan U misschien denkt. Als Uw kind namelijk in een groep zit met over het algemeen begaafde leerlingen, loopt het een grote kans lager beoordeeld te worden dan wanneer het in een groep zit met over het algemeen minder begaafde leerlingen. Dat is niet de bedoeling !! Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 12
OBJECTIEF Wie de toetsen afneemt en nakijkt, doet er niet toe. Het resultaat verandert er niet door. Dat is belangrijk want bij de dagelijkse beoordeling doet iedere leerkracht het op zijn eigen wijze en dat kan wel eens tot verschillende resultaten leiden. Alle leerlingen worden op dezelfde wijze met dezelfde meetlat gemeten. ALLE GROEPEN Er is nog een eigenschap van het CITO LOVS die we moeten noemen: het loopt gewoon over de grenzen van de groepen of leerjaren heen. De ontwikkeling van Uw kind trekt zich daar immers ook niets van aan. Het systeem begint bij de kleuterjaren en loopt door tot en met groep 8. Met het CITO LOVS krijg je antwoord op de vraag: Zijn de vorderingen van dit kind met zijn of haar moge‐ lijkheden in de afgelopen periode bevredigend te noemen ? Hoe het systeem werkt, gaan we U nu vertel‐ len. Het CITO LOVS bestaat uit toetspakketten voor taal, lezen, rekenen en wereldoriëntatie. Als voorbeeld nemen we het pakket van rekenen. DE TOETS Twee keer per jaar maakt Uw kind een rekentoets. De toetsen zijn speciaal ontworpen voor het CITO LOVS. NA DE TOETS De leerkracht kijkt de toets na en telt de goed beantwoorde vragen bij elkaar op. Volgens een bepaalde procedure kan de leerkracht dit aantal omzetten in een toetsscore. Die score wordt weergegeven in een grafiek: het leerlingrapport. Deze grafiek maakt het interpreteren van de score eenvoudig. We laten U een leerlingrapport zien waarin de rekenvorderingen van Sahid en Femke door de leerkracht zijn ingetekend. Onderaan het rapport ziet U wanneer de toetsen zijn afgenomen. M5 staat voor halverwege (medio) groep 5 en E5 voor eind groep 5. Links van de grafiek staan de scores die de kinderen kunnen behalen. Verder ziet U gekleurde gebieden. Bij ieder gebied hoort een letter van A tot en met E. Ligt de score in het A ‐ of B ‐ gebied dan betekent dit een hoge score. Ligt de score in het C ‐ gebied dan is dat een matige score. Een D ‐ of E ‐score betekent een lage score. De witte lijn is het gemiddelde. De genoemde gebieden geven aan hoe het verloop van de vorderingen bij andere kinderen in Nederland met evenveel onderwijs is geweest. De bovenste lijn is de lijn van Sahid. We zien hier dat hij van groep 5 tot en met groep 8 twee maal per jaar een toets heeft gemaakt. De lijn begint in niveau B, het niveau net boven het gemiddelde en eindigt in niveau A. Dat betekent dat hij meer vooruit is gegaan dan de andere leerlingen van zijn groep en dat hij daardoor in de A ‐ groep terecht is gekomen. De onderste lijn is de lijn van Femke. In groep 5 scoort ze op niveau C, daarna zakt de lijn naar niveau D. Ze is dus minder vooruit gegaan dan we van haar verwachtten. Wat zou er aan de hand zijn ? Het CITO LOVS geeft de leerkracht aanwijzingen hoe hij of zij erachter kan komen wat er met Femke aan de hand is en wat er aan gedaan zou kunnen worden. De leerkracht vult voor iedere leerling zo'n rapport in. Daarmee wordt de voortgang nauwkeurig in beeld gebracht. Op onze school hebben we daar een speciaal computerprogramma voor.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 13
VERDER KIJKEN Vertoont de lijn in de grafiek van Uw kind te weinig stijging, dan zal de leerkracht actie ondernemen. Hij gaat op zoek naar knelpunten. Voor het opsporen van deze knelpunten biedt het CITO LOVS heldere aanwijzingen. Het zo exact mogelijk opsporen van problemen is nodig. Alleen dan kan de leerkracht Uw kind zo goed mogelijk helpen om verder te komen. VERDER KOMEN Verder komen, vooruit gaan, daar gaat het om. Vooral als het wat moeizaam gaat, hebben kinderen een extra duwtje in de goede richting nodig. Bij Femke zagen we bijvoorbeeld dat ze na groep 5 moeite kreeg met rekenen. De leerkracht vindt in het CITO LOVS lesjes die precies aansluiten bij haar probleem. Zo kan de leerkracht Femke helpen verder te komen. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 14
7.5.3. Enkele belangrijke toetsen die we op school gebruiken
CITO LOVS GROEP 1 en 2 Het is zeer belangrijk, dat we een duidelijk beeld hebben van een kind, alvorens begonnen wordt met het aanvankelijk lees‐, taal‐, schrijf‐en rekenonderwijs in groep 3. Voor deze beeldvorming kunnen de CITO LOVS toetsen Taal voor kleuters – Rekenen voor kleuters een hulpmiddel zijn. Deze toetsen richten zich op bepaalde aspecten (leesvoorwaarden, taalbegrip, schrijfvoorwaarden, rekenvoorwaarden en ruimtelijke begrippen). TOETS REKENEN VOOR KLEUTERS In de toetsen Rekenen voor kleuters zijn opdrachten opgenomen over getal‐ begrip (omgaan met de telrij, omgaan met hoeveelheden, omgaan met getallen), meten (lengte, omtrek en oppervlakte, inhoud en gewicht en tijd) en meetkunde (oriënteren en lokaliseren, construeren, opereren met vormen en figuren). Daarnaast bevat het toetspakket Rekenen voor kleuters een aparte beheer‐ singstoets voor kleur en een aparte beheersingstoets op het gebied van lichaams‐ delen. De papieren toets wordt groepsgewijs afgenomen, individueel of in kleinere groepjes. Dit wordt in twee of drie keer gedaan. Elke keer heeft men zo’n 20 à 30 minuten nodig. Bij de papieren toets leren de kinderen met een kopieerbaar oefenboekje hoe ze de toets moeten maken. Tijdens de toets werken ze in een eigen opgavenboekje waarin ze bij iedere opdracht steeds het juiste plaatje moeten aanstrepen. De scores worden voor ieder kind vastgelegd in een leerling‐overzicht; van de groep in een groepsoverzicht. Daarnaast is er een groepsrapport, waarop direct te zien is hoe de leerlingen individueel en de groep als geheel er op een bepaald moment voor staan. De toets wordt twee keer per jaar afgenomen: medio en einde schooljaar. TOETS TAAL VOOR KLEUTERS In de toets zijn opdrachten opgenomen over passieve woordenschat en kritisch luisteren. De toets voor oudste kleuters bevat verder nog opdrachten over klank en rijm, eerste en laatste woord horen, schriftoriëntatie en auditieve synthese. De papieren toets kan groepsgewijs afgenomen worden, individueel of in kleinere groepjes. Dat gebeurt in twee of drie keer. Bij de papieren toets leren de kinderen met een kopieerbaar oefenboekje hoe ze de toets moeten maken. Tijdens de toets werken ze in een eigen opgavenboekje waarin ze bij iedere opdracht steeds het juiste plaatje moeten aanstrepen. De scores worden voor ieder kind vastgelegd in een leerlingoverzicht; van de groep in een groepsover‐ zicht. Daarnaast is er een groepsrapport, waarop te zien is hoe leerlingen indivi‐ dueel en de groep als geheel er op een bepaald moment voor staan. De toets wordt twee keer per jaar afgenomen: medio en einde schooljaar. OBSERVATIELIJST VISEON VOOR KLEUTERS VISEON is een leerlingvolgsysteem om het sociaal – emotioneel functioneren van leerlingen te volgen. Voor als nog nemen we VISEON een keer per jaar af. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 15
CITO LOVS GROEP 3 tot en met 8 DRIE – MINUTEN ‐ TOETS CITO LOVS Een goede technische leesvaardigheid is een essentiële voorwaarde voor begrijpend lezen. Met de Drie – Minuten ‐Toets of DMT kan men vaststellen hoe goed de leerlingen zijn in technisch lezen. Bij de DMT ligt de nadruk op de snelheid waarmee leerlingen woorden van uiteen lopende moeilijkheidsgraad ‐ kunnen verklanken.
TOETSEN TECHNISCH LEZEN CITO LOVS Ook de nieuwe toetsen Technisch lezen worden groepsgewijs afgenomen. De opgavenvorm halverwege groep 3 (leestechniek) is tekening‐plus‐grondwoord‐plus‐afleiders. Het grondwoord is het goede antwoord en wordt weergegeven in de tekening. De afleiders zijn de vier onjuiste antwoordalternatieven. Ook eind groep 3 kan men de leerlingen deze opgavenvorm voorleggen, maar voor de betere lezers kan men ook kiezen voor een tekst waarin de leerlingen telkens een keuze moeten maken uit drie woorden: het juiste woord en twee daarvan afgeleide foute woorden. De leerlingen krijgen zes minuten tijd om de toets te maken. Vanaf groep 4 is dit de reguliere opgavenvorm (leestempo). De teksten zijn dan wel langer en de leestijd bedraagt acht minuten. De scores worden voor ieder kind vastgelegd in een leerlingrapport; van de groep in een groepsoverzicht. Daarnaast is er een groeps‐ rapport waarop direct te zien is hoe de leerlingen individueel en de groep als geheel er op een bepaald moment voor staan. Het door de leerlingen behaalde AVI‐niveau in het AVI‐overzicht.Met behulp van deze toetsen wordt het Avi niveau ( = Analyse Individualiseringsvormen) bepaald. WeonderscheidendeAVI – niveaus: Avi start, M3, E3, M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7, E7, Avi plus. De toets wordt afgenomen: Leestechniek &Leestempo : groep 7: januari en juni / groep 8: decemberTechnisch lezen : groep 3 t/m 7: januari en juni / groep 8: december AVI – TOETSEN AVI ‐ toetsen ( = Analyse Individualiseringsvormen) worden alleen gebruikt om te bepalen welke problemen een leerling heeft waardoor de leesontwikkeling stagneert. De kinderen lezen dan een of meer verhaaltjes die op toetskaarten staan hardop. De tijd die ze daarvoor nodig hebben en het aantal en de aard van de fouten bepalen samen het AVI – niveau voor hardop lezen en geven de leerkracht inzicht in de aard van de problemen. Op school en in de bibliotheek zijn de leesboeken ingedeeld naar AVI ‐ niveau.
TOETSEN BEGRIJPEND LEZEN CITO LOVS De nieuwe toetsen Begrijpend lezen bevatten meerkeuze‐opgaven. Er is een breed aanbod aan teksttypen en ‐genres met verschillende opgavenvormen en ‐typen. De opgaven in de toetsen doen een beroep op verschillende verwerkings‐ processen. In een deel van de opgaven staat de inhoud, het wat van de tekst centraal: de feiten en gebeurtenissen waarover de tekst gaat. Heel belangrijk voor de betekenis van een tekst is ook het ‘hoe’ van de tekst: de kenmerken van de taalgebruikssituatie waarin gecommuniceerd wordt en die dus te maken hebben met de schrijver, zijn doelen en zijn publiek de lezers. Vandaar dat ook aan deze aspecten een deel van de opgaven is gewijd. Elke toets bestaat uit drie modules: een gezamenlijke startmodule, een gemakkelijkere module Vervolg 1 en een moeilijkere module Vervolg 2. Deze modules KUNNEN gedifferentieerd aan de leerlingen voorgelegd worden op basis van de score die de leerlingen behalen op de startmodule. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 16
Tot en met groep 6 bestaat iedere module uit 25 opgaven met een afnametijd van ongeveer 40 minuten. Vanaf groep 7 bestaan de vervolgmodules uit 30 opgaven met een afnametijd van ongeveer 50 minuten. De afname kan het best over twee dagen gespreid worden. De leerlingen van groep 3 en 4 werken in het opgavenboekje. Vanaf groep 5 noteren de leerlingen hun antwoorden op het antwoordblad. De scores worden voor ieder kind vastgelegd in een leerlingrapport; van de groep in een groepsoverzicht. Daarnaast is er een groepsrapport, waarop direct te zien is hoe de leerlingen individueel en de groep als geheel er op een bepaald moment voor staan. Deze toetsen worden in de groepen 5 t/m 8 medio schooljaar afgenomen. De toets voor groep 3 aan het einde van het schooljaar. Groep 4 in januari en juni.
TOETSEN SPELLING CITO LOVS De nieuwe toetsen Spelling bevatten dictees en meerkeuze‐opgaven over in totaal 50 verschillende spellingcategorieën, die zijn geselecteerd op basis van een uitgebreide methodeanalyse. De toetsen sluiten qua inhoud en volgorde van behandeling van de categorieën dus nauw aan bij het spellingonderwijs in Nederland. Per groep komt telkens een deel van de spellingcategorieën aan de orde. Elke toets bestaat uit drie modules. Een gezamenlijke startmodule, een gemakkelijkere module Vervolg 1 en een moeilijkere module Vervolg 2. Deze modules kunnen gedifferentieerd aan de leerlingen voorgelegd worden op basis van de score die de leerlingen behalen op de startmodule. Tot en met groep 5 bestaat iedere module uit 25 opgaven. Vanaf groep 6 bestaat iedere module uit 30 opgaven. De afnametijd per module is telkens ongeveer 30 minuten. De afname kan het best over twee dagen gespreid worden. Vanaf eind groep 7 zijn er naast toetsen voor niet‐werkwoordspelling ook toetsen voor werkwoordspelling opgenomen. Ook deze toetsen bestaan telkens uit drie modules van ieder 25 opgaven met een afnametijd van ongeveer 30 minuten. De leerlingen werken in het opgavenboekje of ‐ vanaf groep 5 ‐ op een kopieerbaar antwoordblad. De scores worden voor ieder kind vastgelegd in een leerlingrapport; van de groep in een groepsoverzicht. Daarnaast is er een groepsrapport, waarop direct te zien is hoe de leerlingen individueel en de groep als geheel er op een bepaald moment voor staan. De toets wordt twee keer per jaar afgenomen: groepen 3 t/m 7 januari en einde schooljaar / groep 8 in december.
TOETSENREKENEN – WISKUNDE CITO LOVS In groep 3 tot en met 8 kunnen we per half jaar de rekenvaardigheid van de leerlingen vaststellen: de daadwerkelijke vooruitgang over een bepaalde periode. De toetsen zijn gestoeld op de inzichten van het realistisch rekenen.Op basis van de toetsresultaten kan de leraar bepalen welke soorten opgaven een leer‐ ling goed, matig of onvoldoende beheerst. Voor de groepen 3 tot en met 7 zijn er per leerjaar twee toetsen: januari en één voor aan het eind van het leerjaar. In groep 8 is er één toets in december wordt afgenomen. De toetsen hebben betrekking op de leerstofonderdelen: getallen en getalrelaties hoofdrekenen: optellen en aftrekken hoofdrekenen: vermenigvuldigen en delen complexere toepassingen meten, tijd en geld breuken, verhoudingen en procenten (bovenbouw)
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 17
CITO VISEON
Hoe werkt VISEON? Het pakket VISEON bestaat uit een gratis basisversie van het computerprogramma LOVS en een handleiding inclusief instructies voor de installatie van het computer‐ programma. VISEON bevat twee digitale vragenlijsten: een voor de leerkracht (leerkrachtlijst) en een voor de leerling (leerlinglijst). De antwoorden die de leerkracht geeft op de leerkrachtlijst zijn gebaseerd op de observaties van de leer‐ kracht van de leerlingen van groep 1 tot en met 8. Het invullen van een leerkrachtlijst duurt ongeveer tien minuten per leerling. In de lijst komen vier dimensies van het sociaal‐emotioneel functioneren aan bod: zorgvuldige versus onzorgvuldige werkhouding, aangenaam versus storend gedrag, emotionele stabiliteit versus emotionele instabiliteit en sociaal versus teruggetrokken gedrag. De leerlinglijst is een zelfbeoordelingslijst en is te gebruiken voor leerlingen van groep 5 tot en met 8. Het invullen kost een leerling ongeveer vijftien minuten. In de leerlinglijst komen de aspecten zelfvertrouwen, werkhouding, relatie met de leerkracht, relatie met andere leerlingen en schoolbeeld aan bod. Door de resultaten van de twee lijsten naast elkaar te leggen krijgt men een completer beeld. Voordelen van VISEON VISEON is een digitaal instrument, waardoor men de vragenlijsten niet zelf hoeft te scoren en de resultaten op overzichten hoeft te noteren. Met één druk op de knop krijgt men zowel een groepsoverzicht als een overzicht per leerling. En bij leerlingen met bij een aandachts‐ of risicoscore geeft een categorieënanalyse een beschrijving van het opvallende leerlinggedrag. Op basis van deze informatie kan de leerkrachtvervol‐ gens met de leerling in gesprek gaan. Als men leerlingen door de jaren heen met VISEON op sociaal‐emotioneel gebied systematisch volgt, kan deleerkracht nagaan of eerdere interventies zinvol zijn geweest en of leerlingen zich positief of negatief ontwikkelen op de onderzochte dimensies. Afname Voor als nog nemen we VISEON een maal per jaar af in november.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 18
CITO GROEP 7
CITO ENTREETOETS In mei wordt gedurende 4 dagen in groep 7 de CITO ENTREE‐ TOETS afgenomen. Deze toets verschaft een globaal inzicht in de mate waarin leerlingen nog tekorten vertonen in de beheersing van belangrijke vaardigheden op het gebied van taal, informa‐ tieverwerking (=begrijpend en studerend lezen ‐ tabellen en grafieken) en rekenen. De ouders ontvangen een uitgebreid leerlingenrapport.
VERKEERSTOETS VVN ( groep 7 ) Het verkeersexamen dat uit een schriftelijk gedeelte en een praktijk‐ gedeelte bestaat, zal worden afgenomen in april. Voor het praktijkge‐ deelte leggen de leerlingen een bepaald parcours af in Bocholtz op een in goede staat verkerende fiets. Voor aanvang van het examen worden de fietsen gecontroleerd door de politie. Een groep ouders neemt de controleposten in en noteren de bevindingen. Wanneer het examen goed is afgelegd, ontvangen de leerlingen het verkeersdiploma.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 19
De centrale eindtoets primair onderwijs (ingang 2015)
Vanaf schooljaar 2014‐2015 is het voor alle leerlingen van groep 8 in het reguliere basisonderwijs verplicht om een eindtoets te maken. De overheid stelt hiervoor aan scholen de centrale eindtoets beschikbaar. De centrale eindtoets is één van de eindtoetsen die, in aanvulling op het schooladvies, informatie geeft over welk type voortgezet onderwijs bij een leerling past. Het schooladvies is doorslaggevend voor de toelating tot het voortgezet onderwijs. Vanaf 2015 mogen scholen voor voortgezet onderwijs toelating niet meer laten afhangen van het resultaat van de eindtoets. Het schooladvies gaat het zwaarst wegen. Reden invoering verplichte eindtoets Het resultaat van een eindtoets laat zien in welke mate leerlingen de referentieniveaus voor taal en rekenen beheersen. Ook toont de eindtoets aan welk type vervolgonderwijs bij een leerling past. De eindtoets is dus een hulpmiddel om vast te stellen of het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs inhoudelijk goed op elkaar aan zullen sluiten. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is verantwoordelijk voor de centrale eindtoets, die in samen‐ werking met Cito wordt gemaakt. Deze toets bouwt voort op de Eindtoets Basisonderwijs van Cito. Afnamedata en deelnemers De centrale eindtoets wordt in april 2015 voor het eerst afgenomen. De toets wordt op papier afgenomen. De afnamedata in 2015 zijn: 21, 22 en 23 april 2015. Scholen kunnen ervoor kiezen om met (een deel van) de leerlingen uit groep 8 de centrale eindtoets digitaal te maken in de periode rondom de afnamedata. De afnamedata voor de afname van de digitale centrale eindtoets zijn: 15, 16 en 17 april óf 28, 29 en 30 april 2015. Leerlingen die de toets op het eerste afnamemoment niet hebben gemaakt, bijvoorbeeld door ziekte, krijgen de mogelijkheid om binnen vijf weken de toets alsnog te maken. Deze ‘inhaaltoets’ is digitaal. Toetsinhoud De centrale eindtoets bestaat uit de onderdelen Taal, Rekenen en Wereldoriëntatie. Taal en Rekenen zijn verplichte onderdelen. Wereldoriëntatie is een facultatief onderdeel. Dit onderdeel bevat de kennis‐ gebieden aardrijkskunde, geschiedenis en natuur, waaronder biologie. Het onderdeel Wereldoriëntatie kan alleen worden afgenomen bij de papieren versie van de centrale eindtoets. Centrale eindtoets basis en niveau De centrale eindtoets wordt in twee versies aangeboden: basis en niveau. Een toets die aansluit bij de vaar‐ digheden van de leerling is voor de leerlingen prettiger om te maken en komt het resultaat ten goede. De centrale eindtoets basis is geschikt voor leerlingen waarvan de leerkracht verwacht dat zij doorstromen naar de gemengde/theoretische leerweg van vmbo of naar havo of vwo. De centrale eindtoets niveau is geschikt voor leerlingen die naar verwachting doorstromen naar de basis‐ beroepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo. Aangepaste versies speciale leerlingen Voor leerlingen met een beperking bestaat de mogelijkheid een aangepaste versie van de centrale eindtoets te maken. Het aanbod zal aansluiten bij het aanbod van de Eindtoets Basisonderwijs van Cito. Meer informatie vindt u in de brochure De centrale eindtoets PO in 2015. Tijdens de ouderinformatie‐avond voor de groepen 8 op dinsdag 09 september 2014 (19.30 uur) ontvangen de ouders nadere concrete informatie. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 20
Eindtoets helpt bij bepalen kwaliteit school De eindtoets geeft inzicht in de leerresultaten van een basisschool. De Inspectie van het Onderwijs gebruikt onder andere deze informatie om te bepalen of de opbrengsten van het onderwijs op een school volgens verwachting zijn. Het oordeel van de inspectie over de opbrengsten maakt onderdeel uit van het totaaloor‐ deel over een school.
Intelligentietest van CITO naast de Eindtoets Primair Onderwijs De meeste kinderen presteren op de Eindtoets Basisonderwijs conform hun capaciteiten. Om het verschil tussen capaciteiten (wat zit erin?) en leervorde‐ ringen (wat komt eruit?) direct zichtbaar te maken biedt Cito vanaf het school‐ jaar 2008‐2009 naast de Eindtoets ook een Intelligentietest aan. De Intelligentie‐ test is zowel individueel als klassikaal af te nemen. Prestaties lopen soms uiteen De Eindtoets Basisonderwijs is een leervorderingentoets: de toets meet wat een kind in acht jaar basisonderwijs geleerd heeft. De score op de Eindtoets is een goede voorspeller van het toekomstig succes in de verschillende typen van het voortgezet onderwijs. Dat komt doordat de Eindtoets indirect een aantal eigen‐ schappen meet die van groot belang zijn voor de (verdere) schoolcarrière zoals leertempo, concentratie, motivatie, doorzettingsvermogen en intelligentie. Dat de Eindtoets deze eigenschappen indirect meet is meestal voldoende: de meeste kinderen presteren op de Eindtoets conform hun capaciteiten. Dat geldt echter niet voor alle leerlingen. Door bijvoorbeeld een gebrek aan motivatie of stimulans steken sommige leerlingen minder op van het basisonderwijs, dan hun even intelligente leeftijdsgenootjes die wel gemotiveerd zijn om te leren. Hierbij geeft de intelligentietoets meer informatie. De test kan zowel individueel als klassikaal afgenomen worden. De afnametijd bedraagt in beide gevallen een uur en een kwartier. Rapportage Na de afname van de Intelligentietest stuurt de school het antwoordblad voor eind februari naar Cito retour. De school ontvangt zowel een Leerlingrapport met het best passende brugklastype voor de leerlingen, als een rapportage met hun intelligentie‐index. Is er sprake van een groot verschil tussen intelligentie en leervorderingen? Dan kan de school dit in de rapportage duidelijk terugvinden en het voort‐ gezet onderwijs nóg beter informeren over haar toekomstige leerlingen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 21
7.5.4. De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleerkracht Van ieder kind wordt een (digitaal) leerlingendossier bijgehouden. Daarin komen de relevante gegevens over het kind als: persoonlijke gegevens (leerlingenadministratie), gesprekken met ouders (logboek ), overzicht rapportcijfers, logopedische hulp, toets‐ en observatie‐ gegevens. Van alle zorgleerlingen houdt de intern begeleider ook een individu‐ eel dossier bij.
7.5.5. Het volgen van de leerlingenprestaties Drie keer per schooljaar vinden leerlingenbesprekingen ( onderbouw ‐ middenbouw ‐ bovenbouw: groep 1‐ 2 / groep 2‐3 / groep 3 ‐4 / groep 5 ‐ 6 / groep 6 ‐ 7 / groep 7‐8 ) plaats waarin de prestaties, speel‐ en werkgedrag en de sociaal‐emotionele ontwikkeling van de leerlingen aan de orde komt. Na iedere toetsperiode (CITO ‐ LOVS) worden de resultaten van alle kinderen doorgesproken met de groepsleerkrachten, intern begeleider leerlingenzorg en directeur. Dit gebeurt ook tijdens de leerlingen‐ besprekingen. Indien nodig worden afspraken gemaakt om speciale hulp of aandacht te bieden.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 22
7.6.
Onderwijs op maat
Door onze schoolorganisatie proberen wij een gerichte bijdrage te leveren aan het onderwijs op maat. De leerkrachten volgen de ontwikkelingen van leerlingen systematisch en signaleren tijdig problemen hierin. Er zijn diverse niveaus van zorg:
Niveau 1: Niveau 2: Niveau 3: Niveau 4: Niveau 5:
geen extra zorgverbreding extra zorg bieden in de groep door middel van (kortdurende hulp) zorg bieden in / buiten de groep aan de hand van een handelingsplan extra onderzoek, begeleiding door de zorgsector (intern begeleider, remedial teacher en taakleerkrachten) externe hulp (onderzoek) / verwijzing naar een school voor S(B)O. Niet alleen de kinderen die problemen met de leerstof hebben of anderszins moeilijk functioneren in de groep of op school worden extra ondersteund of begeleid, maar ook kinderen die meer dan goed presteren. Onze school rekent het tot haar taak deze kinderen d.m.v. extra aandacht en aanbod van verrijking / verdieping van leerstof mogelijkheden te bieden, waardoor zij steeds weer voldoende uitdaging op school vinden om hun interesse in leren levend te houden en gemotiveerd te blijven. Hierbij spelen niet alleen de intellectuele vaardigheden een rol, maar wordt er ook gekeken naar de sociale en emotionele ontwikkeling van een kind. Dit alles uiteraard in overleg met de ouders. Op school hanteren wij het protocol (hoog‐)begaafde leerlingen. Daarnaast bieden de moderne methodes mogelijkheden om met meerwerk tegemoet te komen aan kinderen die meer behoeven.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 23
7.7.
Passend onderwijs / schoolondersteuningsprofiel
De Eerste Kamer heeft de Wet Passend Onderwijs aangenomen. Op 01 november 2013 zijn de Samenwer‐ kingsverbanden Passend Onderwijs PO een feit. Op 01 februari 2014 ligt het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband klaar om te bespreken met de ondersteuningsplanraad. In de maanden daarvoor is overleg gevoerd met de gemeentebesturen, het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs en andere ketenpartners. Op 01 augustus 2014 wordt de Wet Passend onderwijs ingevoerd en is de zorgplicht van kracht. Ook voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen moet er een passende onderwijsplek zijn. Liefst op een gewone school waar het kind extra begeleiding krijgt. En als het echt nodig is in het speciaal onderwijs. Het kabinet wil het stelsel voor passend onderwijs herzien. In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Daartoe moet elke basisschool beschikken over een schoolondersteuningsprofiel.
Het schoolondersteuningsprofiel van Basisschool Bocholtz In het schoolondersteuningsprofiel beschrijven we welke ondersteuning en begeleiding de school momen‐ teel kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft in haar vergadering d.d. 20 – 03 – 2013 een positief advies gegeven over ons schoolondersteuningsprofiel. Het uitgangspunt voor onze school is dat we voor al onze leerlingen een passend onderwijsaanbod realise‐ ren. Daarom stellen we ons steeds met u als ouder de vraag: “Wat heeft het kind, van u als ouder en van ons als school, nodig om zich optimaal, naar eigen vermogen te kunnen ontwikkelen?”. In de meeste situaties kunnen we dat met ons eigen team, soms zullen we daarbij gebruik maken van externe expertise en in uitzonderlijke situaties constateren we dat een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan we op onze school nu kunnen realiseren. In dat laatste geval gaan we, in overleg met de u en met hulp van andere deskundigen, op zoek naar een school die wel de ondersteuning kan bieden die de uw kind nu nodig heeft. De belangrijkste functie van het schoolondersteuningsprofiel is gericht op het realiseren van Passend Onderwijs conform de Wet Passend Onderwijs en binnen de financiële mogelijkheden van de Onderwijs‐ stichting MOVARE en het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO – SWV PO 31.06 Heerlen e.o. Het schoolondersteuningsprofiel is het sturingsinstrument om leerlingen op basis van hun ondersteunings‐ behoefte op de juiste school te plaatsen. De juiste school is de school die voor de betreffende leerlingen Passend Onderwijs kan en gaat verzorgen. Het schoolondersteuningsprofiel is voor de school de basis voor de communicatie met ouders en anderen. Het document beschrijft de onderwijskwaliteit die de school realiseert en de maatregelen die de school neemt om deze kwaliteit te kunnen inzetten. Voor ouders geeft dit een duidelijk beeld van wat de school te bieden heeft. Ouders hebben een beeld van de ontwikkelingsbehoeften van hun kind en de ondersteuning die daarbij nodig is. Op basis van het profiel van de school, hun eigen verwachtingen en mogelijkheden, kunnen ze hun keuze bepalen en hun kind aanmelden. Het schoolondersteuningsprofiel helpt het team om beredeneerde keuzes te maken ten aanzien van de verdere ontwikkeling van de school. Het schoolondersteuningsprofiel geeft het schoolbestuur inzicht in de mate waarin voldaan wordt aan de zorgplicht en geeft het bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs informatie over hun opdracht te zorgen voor een dekkend onderwijsaanbod in de regio.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 24
7.8.
De wijze waarop wij binnen de school zorg verlenen 7.8.1. De groepsleerkracht Door op een zo adaptief mogelijke manier met leerlingen om te gaan probeert elke leerkracht elke leerling die zorg en aandacht te geven die nodig is. In de groep wordt remediale hulp gegeven.
7.8.2 Interne begeleiding Onder "zorgverbreding" verstaan we: de uitbreiding van maatregelen en activiteiten op school om een zo goed mogelijke zorg te garanderen voor de kinderen, speciaal voor hen die specifieke pedagogische of didactische hulp nodig hebben. Hiertoe heeft de school een "systeem van interne begeleiding" opgezet waarbinnen de taak van "intern begeleider” ( leerlingenzorg ) een plaats heeft gekregen. Met "interne begeleiding" wordt een reeks van door de directeur aan een lid van het schoolteam gedelegeerde onder‐ wijsinhoudelijke activiteiten bedoeld die gericht zijn op het signaleren, analyseren en oplossen van onderwijsleerproblemen bij leerlingen binnen de school. De leerkrachten kunnen met hun vragen over leerlingen die problemen ondervinden ten aanzien van ge‐ drag en het verwerven van kennis en vaardigheden terecht bij de intern begeleider. De IB’er is in eerste instantie een luisterend oor om van daaruit problemen te analyseren, mogelijk te diagnosticeren en een hulpplan op te stellen. Soms kan volstaan worden met het geven van advies / tips, soms wordt er een kortlopend hulpplan opgesteld. In andere gevallen wordt er nader onderzoek gedaan, een handelingsplan opgesteld of zelfs hulp / advisering via CONSENT ( onderwijsbegeleidingsdienst ) of andere hulpverlenende instanties ingeroepen. Ook ouders kunnen een beroep doen op de intern begeleider als zij zich zorgen maken over de ontwikkeling van hun kind. De groepsleerkracht wordt hier altijd bij betrokken. Planmatig handelen op individueel, groeps‐ en schoolniveau is een voorwaarde. Regelmatig toetsen van leerlingen, vastleggen van de gegevens in een goed leerling‐ volgsysteem, het analyseren van de toetsuitslagen als basis voor verdere handelingen en de leerlingenbesprekingen maken deel uit van het gehele systeem "interne begeleiding". Mevrouw Marianne Olislagers vervult op school de taak van " intern begeleider".
7.8.3 Remedial teaching Remedial Teaching is een vorm van hulpverlening aan leerlingen met specifieke (didactische) hulpvragen. Er wordt extra pedagogisch‐didactische begeleiding gegeven aan kinderen die meer dan gewone zorg nodig hebben. Voor met name de leerlingen met een E‐niveau CITO LOVS wordt daartoe een handelingsplan opgezet door de groepsleerkracht en intern‐begeleider. Met ingang van het schooljaar 2011 – 2012 kunnen wij op onze school géén RT meer verzorgen buiten de groep. Door terugloop in de formatie (daling leerlingenaantal, formatiekortingen e.d.) is daar geen ruimte meer voor. Wij zijn genoodzaakt om zoveel mogelijk leerkrachten voor de groep te plaatsen. De groeps‐ leerkracht , ondersteund door de intern begeleider, zal binnen de groep zelf RT moeten verzorgen binnen de grenzen van het mogelijke!!
7.8.4 Individuele Leerlingen Ondersteuning (ILO) Waar mogelijk (formatieruimte / inzet vrijwilligers[oud‐collega]) willen we individuele leerlingen of kleine groepjes leerlingen extra hulp verlenen die (tijdelijk / specifieke) moeilijkheden hebben bij de basis‐ vaardigheden (technisch lezen – begrijpend‐ en studerend lezen – spelling algemeen – werkwoordspelling – rekenen / wiskunde). Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 25
7.8.5 Onderwijsbegeleiding & Ontwikkeling MOVARE Onze school is voortdurend in ontwikkeling. Bij sommige aspecten van deze ont‐ wikkeling laten we ons ondersteunen door experts van buiten de school. Onder‐ wijsstichting MOVARE beschikt over een team van medewerkers dat werkzaam is op het gebied van onderwijsbegeleiding en ‐ontwikkeling en verbonden is aan het bestuursbureau van MOVARE. Binnen dit team werken orthopedagogen, psychologen, logopedisten, psychologisch assistenten en onderwijsbegeleiders. Zij helpen ons bij vragen die te maken hebben met de zorg voor individuele leerlingen (consultatie en diagnostiek), het verder ontwik‐ kelen van de zorgstructuur en het versterken van de kwaliteit van het onderwijs in de groepen (passend en opbrengstgericht onderwijs). Logopedisten worden ingeschakeld bij taal‐ en/of spraakproblemen van leer‐ lingen en spelen een rol binnen de ontwikkeling van het taalonderwijs. Deskundigen op het gebied van ICT ondersteunen bij het effectief leren omgaan met bijvoorbeeld digitale schoolborden etc. Indien nodig maken we gebruik van andere deskundigen.
7.8.6 Spreekuur medewerker O & O MOVARE De medewerkers van de afdeling O & O MOVARE bieden hulp bij de individuele leerlingbegeleiding. Het doel is hulp bieden wanneer er rondom een kind leer‐ en/of gedragsproblemen ervaren worden. Indien dat het geval is, zal de orthopedagoog / GZ ‐ psycholoog in overleg met de intern begeleider van de school, de groepsleerkracht en de ouders observaties en testen doen. Aan de hand van de resultaten worden adviezen van pedagogisch‐didactische aard gegeven en zo nodig wordt in overleg met de eerder genoemde personen een handelingsplan opgezet. Dit spreekuur heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de vergroting van de zorgbreedte van de school door zowel aangemelde als gesignaleerde kinderen te bespreken binnen de voor de school beschikbare tijd. Het spreekuur (ca. 10 dagen per jaar) biedt zowel voor de leerkrachten als voor de ouders de mogelijkheid om met de orthopedagoog / GZ – psycholoog over een kind te praten zonder eerst een aanmeldingsformu‐ lier voor verder onderzoek in te hoeven vullen. De interne begeleider zorgt voor de organisatie, voorbereiding en afhandeling (verslaglegging) van de gevoerde gesprekken. De interne begeleider is (vaste deelnemer) aanwezig bij het spreekuur. Over het algemeen zijn de groepsleerkrachten ook aanwezig bij de gesprekken.
7.8.7 De orthotheek Op school hebben we ook een orthotheek. Dit is een verzameling van hulpmiddelen om onderwijs op maat te geven. Hierin zijn op‐ genomen: speciale programma’s voor de verschillende leer‐ en vormingsgebieden, allerlei testen en toetsen, naslagwerken ( bv. gedragsproblemen ).
7.8.8 Logopedie Met ingang van 01 – 08 – 2013 heeft de gemeente Simpelveld de subsidie voor logopedie op school stop gezet.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 26
7.8.9 Schoolmaatschappelijk werk – IMPULS Onze leerlingen kunnen gebruik maken van het spreekuur schoolmaatschappelijk werk op school. In principe op woensdagochtend is onze schoolmaatschappelijk werkster (IMPULS Kerkrade telefonisch bereikbaar onder 045 – 5456351). Indien u er bezwaar tegen heeft dat uw kind hier gebruik van maakt, dient u dit op school schriftelijk te komen bevestigen. Al onze ouders kunnen van de mogelijkheid maatschappelijk werk gebruik maken. Waarvoor kunt u bij de maatschappelijk werker terecht? ‐ wanneer u zich zorgen maakt over uw kind in de meest brede zin van het woord ‐ wanneer u niet goed in uw vel zit ‐ wanneer u moeilijk voor uzelf kunt opkomen ‐ wanneer u iemand verloren heeft en dit niet kunt verwerken ‐ wanneer u schulden heeft en hier niet uitkomt ‐ wanneer u praktische ondersteuning nodig heeft ‐ met álle soorten vragen waarvan u niet weet waar u ermee terecht kunt Er kan vrijblijvend van gedachten gewisseld worden.
7.8.10 Verwijsindex risicojongeren Parkstad Limburg Waarom is er een Verwijsindex? De Verwijsindex valt binnen de wet op de Jeugdzorg en is daarom wettelijk bepaald door de overheid. De overheid heeft deze bepaling ingesteld naar aanleiding van voorvallen met kinderen en jongeren waarbij professionals van verschillende organisaties niet van elkaar wisten dat ze in hetzelfde gezin werk‐ zaam waren. De Verwijsindex is onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid. Uw kind in de Verwijsindex? De Verwijsindex is een systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders die met kinderen en jongeren werken, registreren wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn, er kunnen bijvoorbeeld problemen op school zijn of zorgen over de gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van het kind. Het kan zijn dat meerdere organisaties tegelijkertijd hun hulp aanbieden. Het is belangrijk dat deze organisaties dit van elkaar weten, want dan kan de geboden hulp op elkaar afgestemd worden. Als er twee of meer registraties door verschillende organisaties zijn gemaakt over uw kind, ontstaat er een zogenaamde match. Registratie Alleen algemene gegevens, zoals het Burgerservicenummer, naam, adres en geboortedatum worden in de Verwijsindex opgenomen. De reden van registratie wordt niet vermeld. Als de school uw kind wil registreren in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. Samen met u en uw kind wordt dan bekeken welke hulp en ondersteuning het beste is. Wat zijn uw rechten? Over de registratie in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. De persoonsgegevens kunnen alleen ingezien worden door de school en de betrokken hulpverleners. U kunt vragen welke persoonsgegevens zijn opgenomen en vragen om correctie van de persoonsgegevens. U kunt bezwaar aantekenen tegen opname van de persoonsgegevens van uw kind. Meer informatie? Voor de regio Parkstad Limburg (Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken, Nuth, Simpelveld, Voerendaal) verwijzen we naar de website: www.verwijsindex‐parkstad.nl. Buiten deze regio kunt u voor verdere informatie terecht bij de betreffende gemeente of de landelijke site: www.verwijsindex.nl Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 27
7.8.11 Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK): volgend uit de Wet Meldcode huiselijk geweld en kinder‐ mishandeling. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huise‐ lijk geweld en/of kindermishandeling, dan zijn wij wettelijk verplicht om dit te melden. Wij handelen vervol‐ gens conform de eveneens wettelijk vastgelegde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor deze code en meer informatie verwijzen wij u naar: www.movare.nl Documenten
7.8.12 Gedragscode Onze school hanteert een gedragscode. In deze gedragscode staan regels en afspraken die betrekking heb‐ ben op leerkrachten, leerlingen en ouders. De afspraken richten zich op machtsmisbruik en seksuele intimi‐ datie, pesten, lichamelijk en geestelijk geweld, racisme en discriminatie, computer en internet, privacy en klachtrecht. Deze gedragscode vormt het kader waarbinnen leerkrachten de groepsregels, zo veel mogelijksamen met de leerlingen, afspreken. Deze gedragscode staat op onze website www.bsbocholtz.nl.
7.8.13 Zorg Advies Team (ZAT) Zorgprofessionals en scholen werken samen in een zorg‐ en adviesteam (ZAT) om problemen van jongeren vroeg te signaleren, te bespreken en passende hulp in te schakelen. Docenten en andere onderwijsprofes‐ sionals zijn vaak de eersten die signaleren dat een leerling extra zorg of ondersteuning nodig heeft. Zorgverleners in de jeugdzorg kunnen vanuit hun expertise advies geven over een passende aanpak. Samenstelling zorg‐ en adviesteam Voorzitter ……………….(coördinator CJG Simpelveld) Intern begeleider van de school vertegenwoordigers van Bureau Jeugdzorg maatschappelijk werk jeugdgezondheidszorg ad hoc politie ad hoc huisartsen ad hoc kleuterbureau
De contactgegevens van het CJG Simpelveld zijn: Telefoonnummer: 045 – 5440185 Website: www.simpelveld.nl/cjg E‐mail:
[email protected] Bezoekadres: Kommerstraat 51, Bocholtz Postbus: Postbus 21000, 6369 ZG Simpelveld
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 28
7.8.14 Centrum voor Jeugd en Gezien (CJG) Op 28 april 2010 heeft de gemeente Simpelveld de deuren van het Centrum Jeugd & Gezin (CJG) voor de kernen Bocholtz en Simpelveld geopend. Het centrum heet ‘CJG Simpelveld’ en is gehuisvest in het Welzijns Medisch Centrum te Bocholtz. Het CJG Simpelveld is voor iedereen met vragen over opgroeien en opvoeden. Dus voor ouders, kinderen en jongeren. Maar ook voor vrijwilligers en professionals die met kinderen en jongeren te maken hebben. Het CJG biedt informatie, advies en (lichte vormen van) hulp op maat. Opvoeden en opgroeien is niet altijd even makkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of nodig. Het vinden van die informatie of hulp is soms moeilijk. Er zijn veel organisaties voor jeugdzorg en gezond‐ heidszorg. Om u te helpen bij het vinden van de juiste informatie of ondersteuning is er in iedere gemeente één centraal punt voor alle vragen rondom opvoeden en opgroeien opgericht: het Centrum Jeugd en Gezin. Wie kan bij het CJG terecht? Het Centrum Jeugd en Gezin is er voor: (aanstaande) ouders en verzorgers van kinderen, jeugd en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar, professionals die met kinderen, jeugdigen en hun ouders werken en vrijwil‐ ligers die met kinderen/jeugdigen werken (sport en vrije tijd). Partners Onder de paraplu van het Centrum Jeugd en Gezin vallen verschillende organisaties, zogenaamde keten‐ partners. Samen met deze partners zorgt het Centrum Jeugd en Gezin voor de juiste informatie of hulp. Ook worden er activiteiten en cursussen georganiseerd. De partners van het Centrum Jeugd en Gezin zijn onder andere alle onderwijsstichtingen, organisaties in de jeugdgezondheidszorg, alle welzijnsorganisaties, peuterspeelzalen en kinderopvang. De volgende organisaties zijn partner van het CJG Simpelveld: Brede School Bocholtz, Bureau Voortijdig Schoolverlaten, gemeente Simpelveld, GGD Zuid Limburg, MeanderGroep Zuid‐Limburg, MEE Zuid‐Limburg, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, Stichting Eerstelijnszorg Bocholtz‐Simpelveld, Stichting Impuls, Stichting Kinderopvang Humanitas, Stichting MIK en Stichting Peuterspeelzaalwerk Simpelveld/Bocholtz. Meer informatie? Voor de regio Parkstad Limburg (Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken, Nuth, Simpelveld, Voerendaal) verwijzen we naar de website: www.cjgparkstadlimburg.nl. Buiten deze regio kunt u voor ver‐ dere informatie terecht bij de betreffende gemeente.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 29
7.8.15 Regionaal onderzoek Universiteit Maastricht / KAANS Sinds enkele jaren voert de Universiteit Maastricht (de onderzoeksgroep KAANS) re‐ gionale onderzoeken uit in peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen en in het voortgezet onderwijs. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door subsidies van (regio‐ nale) overheden, schoolbesturen en de Uni‐ versiteit Maastricht en is ingebed in conve‐ nanten van alle betrokken besturen en de 18 Zuid‐Limburgse gemeenten. Hoofdvraag is wat de onderwijskansen zijn voor Zuid‐Limburgse leerlingen. In de loop van het onderzoek is steeds duidelijker geworden hoe het met verschillende categorieën leerlingen gaat in de opeenvolgende onderwijsfasen en schooltypen. Ook wordt helder wat daarin de betekenis is van enerzijds de achtergrond van die leerlingen en anderzijds de schoolkeuze. Vergroten van kansen De onderzoeken richten zich er primair op dat onderwijsinstellingen een beter beeld krijgen van hun opbrengsten. Daarnaast moeten ze meer kennis opleveren over schooleffectiviteit. Op deze wijze worden de kansen van alle categorieën leerlingen vergroot. Dieper inzicht De onderwijsinstellingen krijgen vertrouwelijk informatie terug waarin hun opbrengsten worden verge‐ leken met die van hun collega’s. Diverse samenwerkingsverbanden (o.a. met de Inspectie van het Onder‐ wijs) en de inzet van promovendi moeten daarnaast resulteren in dieper inzicht in onderwijsprocessen. Inzet ouders Om deze onderzoeken mogelijk te maken is met enige regelmaat ook de inzet nodig van ouders. Zij ontvan‐ gen (meestal korte) vragenlijstjes die o.a. een beeld opleveren van hun ervaringen met het onderwijs en de ontwikkeling van hun kinderen. Hoe meer ouders meewerken, hoe vollediger ook de informatie die het onderzoek oplevert. Vertrouwelijk/anoniem Uiteraard wordt ook persoonlijke en dus vertrouwelijke informatie verzameld door de onderzoekers waar‐ bij vertrouwelijkheid en anonimiteit worden gegarandeerd. Persoonsgegevens worden verwijderd vóórdat de gegevens worden geanalyseerd en er wordt nooit herkenbaar gerapporteerd. Als ouders desondanks niet willen dat gegevens van hun kinderen meegaan in het onderzoek, krijgen zij jaarlijks de kans om die gegevens te laten schrappen. Dat geldt ook voor gegevens die de onderwijs‐ instellingen aandragen om het onderzoek mogelijk te maken. Informatie Meer informatie over het onderzoek is te vinden op de site www.kaans.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen met de coördinatrice van de dataverzamelingen, mevr. Jacqueline Haze:
[email protected]
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 30
7.9 De procedure leerlingenzorg op BS Bocholtz Soms vormen het gedrag, de prestaties in de klas of de CITO‐toetsen aanleiding om extra maatregelen te nemen. Elk kind ontvangt dan extra hulp binnen de mogelijkheden die onze school thans heeft. Het is van wezenlijk belang om de problemen van leerlingen in kaart te brengen. We gaan als volgt te werk.
Fase 1. Problemen signaleren: het opsporen van risicoleerlingen
observaties van de leerkracht(en) observaties door de orthopedagoog / GZ‐psycholoog van O & O MOVARE of de interne begeleider ervaringen van ouders schriftelijke werkjes mondelinge prestaties proefwerken methode‐gebonden toetsen toetsen uit het CITO – Leerlingvolgsysteem gesprekken met de interne begeleider het houden van leerlingenbesprekingen
Leerlingen die bij een of meer vakken op D‐ en E‐niveau zittenvan het CITO‐leerlingvolgsysteem of onvoldoende persoonlijke groei laten zien) zijn voor ons zorgleerlingen. De D‐leerlingen worden besproken. Er wordt gekeken naar mogelijke oorzaken en welke extra ondersteuning zij nodig hebben in de groep of eventueel daar buiten. Dit kan zijn: extra instructie in de groep preteaching / reteaching extra huiswerk ( met ondersteuning van de ouders ) remediale hulp in de groep De E‐leerlingen worden in principe nader gediagnosticeerd door de interne begeleider, remedial teacher of externe deskundigen zoals O & O MOVARE en PCL (alleen in zeer uitzonderlijke gevallen). Met behulp van handelingsplannen kunnen deze leerlingen verder worden geholpen in de klas. Uiteraard wordt daarbij ook gekeken naar de prestaties op de methodegebonden toetsen. Ook leerlingen die een hoog A‐niveau scoren worden besproken.
Fase 2. Diagnostiseren: het doen van nader onderzoek
het analyseren van de gemaakte toetsen gerichte observaties ( bv. bij gedragsproblemen ) gesprekken met groepsleerkracht(en) gesprekken met ouders eventuele externe instanties inschakelen (bv. Mondriaan Zorg Groep, IMPULS, Jeugdzorg, Mytylschool, schoolarts, logopedist etc ) spreekuur: orthopedagoog / psycholoog nader didactisch / psychologisch onderzoek onderzoek door de intern begeleider / remedial teacher Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 31
Fase 3. De hulpverlening Als we een kind met zijn problemen willen gaan helpen, staan de leerkracht verschillende mogelijkheden ter beschikking. Allereerst zal hij vanuit zijn professioneel handelen voor het betreffende kind de onderwijs‐ leersituatie zo proberen in te richten, dat gaande het leerproces het probleem verdwijnt. Een andere mogelijkheid om hulp te bieden is het toepassen van het BHV‐model. Dit is een vorm van differentiatie waarbij de zwakkere leerlingen doorgaans meer tijd en oefening nodig hebben om de basisdoelen te bereiken, herhalingsstof aangeboden krijgen om tot voldoende beheersing te komen. In een groepsplan beschrijft de leerkracht welke oplossingen bedacht zijn en toegepast worden om kinderen die problemen met de leerstof hebben te helpen. Gedurende een bepaalde periode werken alle leerlingen in de groep dan met verrijkingsstof ( V ) of herhalingsstof ( H ) of de basisstof ( B ). Na deze periode, die veelal een week duurt, wordt weer gestart met nieuwe leerstof met een klassikale instructie. Kinderen die onvoldoende profiteren van de hierboven beschreven manier van differentiatie kunnen in aanmerking komen voor een individueel handelingsplan. In samenwerking met de intern begeleider en in voorkomende gevallen met de ortho‐ pedagoog wordt dan een kortdurende leerweg uitgestippeld, toegespitst op het specifieke probleem dat het kind vertoont.
Fase 4. Het uitvoeren van het handelingsplan De speciale begeleiding die hierop volgt, wordt uitgebreid besproken met de ouders en meestal op verschil‐ lende niveaus uitgevoerd: thuis met behulp van de ouders, in de groep met behulp van de groepsleerkracht en met behulp van de intern begeleider die het proces begeleidt. De groepsleerkracht is de eerstverantwoordelijke voor de uitvoering van het handelingsplan, maar wordt hierbij ondersteund door de intern begeleider.
Fase 5. Evaluatie van de effecten van de speciale begeleiding Er vindt tussentijds evaluatie plaats en aan het eind van de in het handelingsplan aangegeven tijd tussen de groepsleerkracht(en), de intern begeleider en remedial teacher. De evaluatie kan leiden tot: ‐ stoppen ‐ een nieuw handelingsplan ‐ nader onderzoek ‐ aanmelding spreekuur Het spreekt vanzelf dat de ouders/verzorgers bij deze extra zorg intensief betrokken worden. Wij ondernemen in dit kader geen stappen waar de ouders geen weet van hebben. Voor een psychologisch / pedagogisch / didactisch onderzoek (in de praktijk wordt er geen toestemming gevraagd voor intern didactisch onderzoek) door een externe deskundige is altijd schriftelijk toestemming nodig van de ouders. De ouders krijgen een mondeling en schriftelijk verslag van het onderzoek(niet bij intern didactisch onderzoek).
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 32
7.10
Zittenblijven / verlengde kleuterperiode
Heb ik als ouder het recht om mee te beslissen over het al dan niet zittenblijven van mijn kind ? Zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs is zittenblijven wettelijk niet geregeld. De scholen mogen zelf bepalen of ze een leerling laten zitten of niet. De school gaat daarbij zorgvuldig te werk, waarbij alle aspecten van de ontwikkeling van de betreffende leerling betrokken worden. Uiteraard zal de school ( leerkrachten, intern begeleider en directie ) uitvoerig en tijdig het een en ander met de ouders / verzorgers bespreken alvorens een besluit wordt genomen. Elke jaargroep kan beschouwd worden als één geheel, met een afgerond pakket aan leerstof en bijbe‐ horende doelen. Wanneer een leerling binnen het leerjaar deze doelen niet weet te bereiken, komt de continuïteit naar volgende jaren in het gedrang. Bij een significante achterstand (of voorsprong) zal de leerroute die de leerling door de school aflegt dus aangepast moeten worden. Kinderen moeten een solide basis hebben om te kunnen werken aan het leerstofpakket van de volgende groep. Het zal hier dus doorgaans gaan om cognitieve aspecten, die getoetst worden door middel van de methodegebonden toetsen en de toetsen van het CITO LOVS. Voor de afzonderlijke toetsen verwijzen wij naar de toets‐ kalender. Het kan echter ook zo zijn dat de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind aanleiding geeft tot het doubleren. Onze school vindt het van belang om in een vroegtijdig stadium met ouders te communiceren over het feit dat de school doubleren mogelijk de beste oplossing vindt. De beslissing om een leerling te laten doubleren, is gebaseerd op enerzijds 'harde' gegevens en anderzijds op de meer subjectieve observatie van de leerkracht. Daarnaast toets de leerkracht zijn of haar mening aan de mening van de andere collega's die de betreffende leerling in de groep gehad hebben. Dit gebeurt tijdens de leerlingenbesprekingen. Op deze manier zijn veel mensen betrokken bij het totstandkomen van een beslissing en wordt een te eenzijdige benadering van de problematiek vermeden. Het kan voorkomen dat de toetsresultaten (ook over meerdere jaren gezien) in principe aanleiding geven tot het laten doubleren van een leerling, maar dat uit nader onderzoek (door school of door een externe instantie) blijkt dat een kind tegen zijn of haar mogelijkheden aan werkt. Doubleren is dan niet zinvol. Het voegt niets toe aan een positieve ontwikkeling van het kind. In zo’n geval kiest de school er, in samenspraak met ouders voor om het kind door te laten werken in de volgende groep, met een eventueel aangepast programma. Vanaf groep 7 is het in dergelijke gevallen ook mogelijk om (afhankelijk van de leeftijd) ver‐ vroegd uit te stromen naar het voortgezet onderwijs (LWOO).
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 33
7.11
Vervroegde doorstroming naar een hogere groep
Mochten we tot de conclusie komen dat het in het belang van een leerling beter is dat deze vervroegd doorstroomt naar een hogere groep, dan zijn daar voor wat jongere, pientere kleuters betreft wel een aantal afspraken vastgelegd. In principe hanteren wij nog de 01 oktobergrens (leeftijd is uitgangspunt, maar zeer zeker wordt ook gekeken naar de ontwikkeling van het kind). Is het kind vóór 01 oktober 6 jaar geworden, dan kan dat kind in principe in het zelfde kalenderjaar naar groep 3. Kinderen die na 01 oktober 6 jaar worden gaan pas het volgend schooljaar naar groep 3. Als team zijn wij de mening toegedaan (praktijkervaring) dat het langer verblijven in de kleuterbouw voor veel leerlingen heden ten dage van voordeel is (verstevigen van het veelzijdige “fundament”). Naast tegenstanders van deze opvatting, zijn er ook pedagogen / onderwijs‐ kundigen die duidelijk voorstander zijn. Hierbij moeten we ook denken aan de redenen die geleid hebben tot de Wet OKE (VVE). In de praktijk blijkt echter ook, dat er elk jaar enkele kinderen (“herfstkinderen”) versneld doorstromen naar groep 3. Daar besteden we nadrukkelijk aandacht aan. Leerlingen waarbij eventueel vervroegd doorstromen naar een volgende groep overwogen kan worden, vallen op door een ontwikkelingsvoorsprong op groepsleeftijdsgenootjes. In eerste instantie is het hun voorspoedige cognitieve ontwikkeling die opvalt. Maar dat alleen is niet voldoende om vervroegd door te stromen. Behalve dat de cognitieve ontwikkeling een duidelijke voorsprong moet laten zien, zal de groepsleerkracht ook goed moeten kijken naar de sociaal – emotionele ontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Een kleuter die vervroegd doorstroomt, zal blijk moeten geven van een meer intrinsieke motivatie en vanuit zichzelf dingen oppakken. Verder moet zo’n leerling eraan toe zijn om op een meer klassikale manier aangesproken te worden en na klassikale instructie zelfstandig aan de slag kunnen. Hiervoor wordt dat het kind beschikt over zelfvertrouwen, goede zelfsturing en een goede taakspanne. Bovendien moet de motoriek goed ontwikkeld zijn en dient zo’n kleuter voldoende oog‐hand‐coördinatie te hebben ontwikkeld om in groep 3 de juiste schrijfbewegingen te kunnen maken. Als meetbare factor wordt gehanteerd, dat de kleuter, die vervroegd wil doorstromen, A‐scores behaalt op alle CITO LVS toetsen voor de oudste kleuters. Belangrijk is dat er evenwicht bestaat tussen de sociaal – emotionele en de cognitieve ontwikkeling als men vervroegd doorstromen overweegt dan wel hiertoe besluit. Dit alles verloopt via een proces van observeren, toetsen, ontwikkelingen nauwgezet volgen, bespreekbaar maken. Dat hier voldoende tijd voor genomen wordt, moge duidelijk zijn. We gaan niet over één nacht ijs ! Dit verlangt ook de zorgvuldigheid naar andere ouders toe. Een beslissing tot al dan niet vervroegd doorstromen dient altijd in goed overleg met de ouders, groepsleerkrachten, interne begeleider, eventuele externe deskundigen en directie genomen te worden. Het versneld doorstromen naar een hogere groep kan zich ook voordoen in hogere leerjaren. Ook hier is een belangrijk uitgangspunt dat er sprake moet zijn van een evenwicht tussen de sociaal – emotionele en de cognitieve ontwikkeling. Het moge duidelijk zijn dat steeds zorgvuldig gekeken wordt naar alle aspecten van de ontwikkeling van de betreffende leerling.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 34
7.12
De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs
De voorlichting aan leerlingen en ouders De keuze voor voortgezet onderwijs wordt gemaakt in groep 8. Regelmatig geeft de groepsleerkracht informatie aan de leerlingen van groep 8 over de vormen van voortgezet onderwijs. In december / januari houden wij een extra ouder‐informatie‐avond waarop wij de ouders informeren over de overgang naar het voortgezet onderwijs. Aan de orde komen:(zie Powerpoint Presentatie op de website van de school) Eindtoets Primair Onderwijs (doel ‐ inhoud ‐ scores ‐ waarde etc) CITO Intelligentietest Hoe komt het VO‐advies tot stand ? VISEON: sociaal – emotionele ontwikkeling Vormen van voortgezet onderwijs Tweede Fase (het studiehuis) Soorten scholen in onze regio (wat zijn de mogelijkheden ?) Aanmeldingsprocedure Toelatingseisen
In de loop van het jaar geven wij diverse infobrochures met betrekking tot de overgang naar het voortgezet onderwijs aan de leerlingen mee naar huis. In de hal van onze school bouwen wij een VO‐INFO‐STAND op waar allerlei informatie over de VO‐scholen in onze regio te vinden is (schoolgidsen, leerboeken e.d.) Daarna volgen de diverse kennismakingsdagen, proeflessen, open dagen, ouderavonden van de scholen voor voortgezet onderwijs. Wij stimuleren de leerlingen en ouders om deel te nemen aan deze open dagen. Wij verstrekken de ouders een aandachtspuntenlijstje om zodoende met een kritische blik deze dagen te bezoeken en ter plekke ook gerichte vragen te kunnen stellen. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 35
Soort gegevens die over de leerlingen worden verzameld Na al die jaren onderwijs die een kind op onze school heeft gehad, zijn er natuurlijk veel gegevens beschikbaar over de prestaties en capaciteiten van de leerling. Maar net zo belangrijk zijn de motivatie, het doorzettingsvermogen, de zelfstandigheid en de studiehouding van de leerling. Daarvoor gebruiken we o.a. VISEON (sociaal‐emotionele ontwikkeling) … zie ook 7.5.3. (CITO LOVS). Al deze niet‐cognitieve aspecten bepalen mede het succes voor de komende jaren. In het advies dat de groepsleerkracht van groep 8 met de directeur, aan de school voor voortgezet onderwijs geeft, speelt dit laatste, naast de resultaten in de afgelopen jaren en de Eindtoets Primair Onderwijs (wettelijk verplicht als tweede advies), een belangrijke rol. De centrale eindtoets is één van de eindtoetsen die, in aanvulling op het schooladvies, informatie geeft over welk type voortgezet onderwijs bij een leerling past. Het schooladvies is doorslaggevend voor de toelating tot het voortgezet onderwijs. Vanaf 2015 mogen scholen voor voortgezet onderwijs toelating niet meer laten afhangen van het resultaat van de eindtoets. Het schooladvies gaat het zwaarst wegen.
De totstandkoming van het schoolkeuze‐advies Tijdens een oudergesprek in april leggen de leerkrachten van groep 8 aan de ouders uit tot welk advies zij gekomen zijn. Er wordt dan ook aangegeven welk informatie (onderwijskundig rapport) wij doorsturen naar de school van voortgezet onderwijs. In overleg met de ouders wordt dan de definitieve keuze voor een school voor voortgezet onderwijs gemaakt. Mocht meer overleg nodig zijn, dan is dat altijd mogelijk. Het streven is immers,om te komen tot een schoolkeuze, waarin alle betrokkenen zich kunnen vinden. In sommige gevallen heeft zo’n keuze tijd nodig. Indien dat gewenst is, kunnen ouders ook nog een persoon‐ lijk gesprek aanvragen bij een van de brugklasmentoren van een school voor voortgezet onderwijs.
De aanmelding Het is gebruikelijk dat wij als basisschool de aanmelding bij de door de ouders gekozen school van voortgezet onderwijs verzorgen. Wij reiken de ouders de daartoe nodige formulieren ter ondertekening aan. Wij sturen de schriftelijke aanmelding met een uitgebreid leerling‐ rapport (inclusief CITO‐toets‐gegevens ‐ rapportcijfers groep 8 ‐ Viseon) naar de betreffende scholen voor voortgezet onderwijs. Daarna bezoeken de brugklasmentoren onze school en in een mondeling gesprek kunnen nog toelichtingen gegeven worden. Voor de aanmelding van een LWOO – leerling wordt een bijzondere procedure gevolgd.
De nazorg: de contacten met het voortgezet onderwijs De groepsleerkrachten van groep 8 en de directie bezoeken zelf ook regelmatig open ‐ dagen of speciale infobijeenkomsten van het voortgezet onderwijs om zodoende op de hoogte te blijven van allerlei nieuwe ontwikkelingen. Wij vinden de gesprekken met de brugklasmentoren over onze schoolverlaters erg belangrijk. Wij voeren ze in het brugklasjaar met alle scholen om te adviseren bij eventuele aanpassingsproblemen en om een overzicht te krijgen van de leerprestaties van onze oud‐leerlingen. Bijkomend aspect is, dat wij op deze manier goed zicht krijgen op onze uitgebrachte adviezen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 7 De zorg voor de kinderen
Pagina 36
Hoofdstuk 8
Schoolteam
8.1.
De samenstelling van het team
In eigen dienst
Overige personele betrokkenen
Directeur Plaatsvervanger van de directeur Intern begeleider (coördinatie leerlingenzorg) ICT – coördinator Groepsleerkrachten (LA en LB) Conciërge
Vakleerkracht muziek (combifunctie) Vakleerkracht sport (combifunctie) ILO – leerkracht (vrijwilligster) Orthopedagoge / GZ psychologe MOVARE Schoolmaatschappelijk werkster IMPULS Z.E.H. pastoor Conciërge (vrijwilliger) Schoonmaakpersoneel BALANZ
8.2.
Groepsbezetting 2014 – 2015
1a
Ine Frederikx
Ine Frederikx
Ine Frederikx
1b
Elly van Loo
Elly van Loo
Elly van Loo
2a
Lilian Smit
Lilian Smit
Lilian Smit
2b
Diana Thewissen Ramona Colen Zw‐verlof Miranda America
Diana Thewissen Ramona Colen Zw‐verlof Miranda America Wendy Gelissen
4a
Wendy Gelissen Linda Bröcheler
Diana Thewissen Ramona Colen Zw‐verlof Miranda America Anke Huijnen
4b
Phily Linssen
Linda Bröcheler Phily Linssen
Linda Bröcheler Mieke Bosch
Yvonne Odekerken Remy Geurts
Yvonne Odekerken Remy Geurts René grooten Nancy Kisters
Yvonne Odekerken Remy Geurts
Monique Geerarts Karin Thewissen
Monique Geerarts Karin Thewissen Joyce Vliegen
3a 3b
maandag
Yvonne Odekerken 5b/6b Remy Geurts
5a
dinsdag
7b
Monique De la Haije Monique Geerarts Jessica Janssen
Monique De la Haije Monique Geerarts Jessica Janssen
8a
Joyce Vliegen
Joyce Vliegen
8b
Fleur Franssen
Fleur Franssen
6a 7a
woensdag
Joyce Vliegen René Grooten Fleur Franssen
donderdag Ine Frederikx Rita Grooten Elly van Loo Ine Frederikx Lilian Smit Rita Grooten Diana Thewissen Ramona Colen Zw‐verlof Miranda America
vrijdag Ine Frederikx Rita Grooten Lilian Smit
Anke Huijnen
Diana Thewissen Ramona Colen Zw‐verlof Miranda America Wendy Gelissen
Jos Quadflieg
Jos Quadflieg
Phily Linssen
Mieke Bosch Anke Huijnen
Nancy Kisters
René Grooten
Remy Geurts Monique De la Haije Monique Geerarts Jessica Janssen Joyce Vliegen René Grooten
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 8 Schoolteam
Pagina 1
8.3.
Groepsoverstijgende schooltaken
Leerkracht Bart Thonen, directeur (MT) Marianne Olislagers (MT)
René Grooten
Activiteiten Directietaken intern begeleider remedial teacher master SEN gedragsspecialist coördinatie Passend Onderwijs lid ZAT gemeente Simpelveld CITO LOVS automatisering hoofd BHV’er / EHBO’er coörd. hoofdluispreventie coördinator ICT automatisering algemeen (o.a. beheer website) coördinator sport en spel organisatie Carnaval
Fleur Franssen (GMT)
Jessica Janssen (GMT)
Miranda America (GMT)
Remy Geurts
Monique Geerarts
Karin Thewissen
Ine Frederikx
Marleen Kroonen – Delnoy (leerkracht / vrijwilliger) Ankie Janssen Roger Steens
Coördinator bouwoverleg MB / BB VEBO‐coördinator Coördinator Taal en lezen MB – BB Coördinator Taal en lezen OB Coördinator bouwoverleg OB Coördinator rekenen / wiskunde Coördinator beeldende vorming Coördinator cultuureducatie Master SEN gedragsspecialist Coördinator cultuureducatie Contacten VVE / PZ / KDV Coördinator kleuterbouw OB1 ILO = Individuele leerlingenondersteuning Combifunctionaris / vakleerkracht muziek Combifunctionaris / vakleerkracht sport
Lesvrije tijden Maandag t/m vrijdag Maandag t/m vrijdag Vanwege Cv en BAPO …. 33 dagen verlof
dinsdag Maandag en enkele dinsdagen en woensdagen CV + Bapo‐verlof
Donderdag Groepen 4 en 5 Donderdag
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 8 Schoolteam
Pagina 2
8.4.
Schoolteam 2014 – 2015
Dhr. Bart Thonen Mevr. Marianne Olislagers
directeur HBO‐master SEN gedrag intern begeleider leerlingenzorg coördinatie BHV
Dhr. René Grooten LB Mevr. Fleur Franssen LB Mej. Joyce Vliegen LB groep 8B groep 8B groep 8A ICT ‐ coördinator coördinator bouwoverleg MB/BB HBO‐master SEN gedrag Beheer website BHV’er coördinator sport & spel
Mevr. Jessica Janssen LB Mevr. Karin Thewissen Mevr. Monique Geerarts LB groep 7B groep 7B groep 7A coördinator Taal / Lezen coördinatie cultuureducatie coördinatie beeldende vorming VEBO ‐ coördinator en cultuureducatie HBO‐master SEN gedrag / BHV’er
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 8 Schoolteam
Pagina 3
Dhr. Remy Geurts LB Mevr. Monique De la Haije Nancy Kisters groep 5B / 6B groep 6A invulling ouderschapsverlof HBO Master SEN rekenspecialist BHV’er groep 6A coördinator rekenen / wiskunde woensdag ‐ donderdag
Mevr. Yvonne Odekerken Mevr. Jos Quadflieg Mevr. Linda Bröcheler groep 5A groep 4B groep 4B
Mevr. Phily Linssen LB Mevr. Mieke Bosch groep 4A groep 4A CV‐BAPO‐invulling m.n. groep 5A
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 8 Schoolteam
Pagina 4
Mevr. Wendy Gelissen LB Mej. Anke Huynen Mevr. Miranda America LB groep 3B groep 3B – 5A groep 3A Magistrum‐opleiding HBO Master SEN gedragsspecialist coördinator bouwoverleg OB begeleiding “LGF‐lln” coördinator Taal / Lezen BHV’er
Mevr. Lilian Smit Mevr. Diana Thewissen LB Ramona Colen groep 2B groep 2A invulling zwangerschapsverlof coördinatie tussenschoolse HBO‐master SEN ‐ RT groep 2A opvang / BHV’er september – januari 2015
Mevr. Elly van Loo Mevr. Ine Frederikx Mevr. Rita Grooten groep 1B groep 1A groepen 1 en 2 BHV’er coördinatie VVE bouwoverleg OB‐kleuters Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 8 Schoolteam
Pagina 5
Mevr. Marleen Kroonen Mevr. Ankie Janssen Dhr. Roger Steens ILO – leerkracht combifunctionaris combifunctionaris (donderdag) vakleerkracht muziek vakleerkracht sport
Dhr. Karl Stekhuizen Dhr. Paul Franssen conciërge conciërge BHV’er
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 8 Schoolteam
Pagina 6
8.5.
Combinatiefuncties: vakleerkracht muziek / vakleerkracht sport
Het rijk wil samen met de gemeenten en de sectoren sport, cultuur en onderwijs met ingang van het schooljaar 2012 – 2013 combinatiefuncties gerealiseerd hebben. Een combinatiefunctionaris is een betaalde kracht die deels werkzaam is op een Brede school, eventueel bij andere jeugdinstellingen en daarnaast contacten onderhoudt met sportverenigingen en culturele verenigingen. Het doel van de regeling is: Uitbreiding Brede scholen met sport‐ en cultuur (muziek) aanbod; Betrokkenheid sport‐ en culturele (muziek) verenigingen verhogen; Stimuleren dagelijks sport‐ en beweegaanbod; Bevorderen kennismaking en actieve beoefening van muziek. Binnen de gemeente Simpelveld is 1,4 formatieplaats beschikbaar. Er komen twee combifunctionarissen voor: Het onderdeel sport en spel: Roger Steens (1,0) vakleerkracht op de Brede Scholen in Bocholtz en Simpelveld; naschoolse activiteiten bij de Kinderdagverblijven; het orthopedagogisch behandelinstituut voor jongeren “de Gastenhof”in Simpelveld (woensdag); contacten met sportverenigingen
Het onderdeel muzikale vorming: Ankie Janssen (0,4) vakleerkracht op de Brede Scholen in Bocholtz en Simpelveld; project “Klinkend perspectief” in samenwerking met de muziekverenigingen;
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 8 Schoolteam
Pagina 7
8.6.
De wijze van vervanging bij ziekte, verlof, compensatieverlof en bapo‐verlof.
Het is niet meer zoals vroeger dat een leerkracht vijf dagen per week werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. Velen werken parttime. Andere leerkrachten vervullen op bepaalde momenten andere taken in de school, zoals ICT – coördinator, intern begeleider, of zijn belast met algemene groepsover‐ stijgende schooltaken. Bovendien heeft een aantal leerkrachten recht op compensatieverlof omdat ze meer werken dan hun werktijdfactor groot is. Veel oudere leerkrachten maken gebruik van de seniorenregeling (bapo verlof), waardoor ze minder hoeven te werken. BAPO staat voor Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen, ook wel de BAPO‐regeling genoemd. Het is een vorm van arbeidsurenvermindering (afbouw van arbeidsduur) voor ouder personeel in het voortgezet onderwijs en het basisonderwijs, met het doel de werkdruk op oudere leeftijd wat te beperken. Leerkrachten vanaf 52 jaar kunnen zogenaamd BAPO‐verlof opnemen; er komt dan een vaste leerkracht in de groep. Soms moeten ze na‐ of bijscholingscursussen volgen, of hebben ze een dag buitengewoon verlof of zijn noodgedwongen met ziekteverlof; er komt dan een vervanger in de klas. Verschillende groepen hebben meerdere leerkrachten. Onze leerkrachten compenseren bij elkaar de teveel of te weinig gewerkte dagen conform de cao. In geval van verhindering van een leerkracht aan onze school (bijvoorbeeld bij ziekte) kan de school beschikken over vervangers. Onderwijsstichting Movare hanteert daarvoor een vervangingsbank op internet. Door het enorme tekort aan leerkrachten is het vaak heel moeilijk een vervanger te vinden. We proberen altijd een oplossing te vinden. In principe worden geen kinderen naar huis gestuurd. In noodsituaties zullen we groepen moeten samenvoegen of zullen de leerlingen over meerdere groepen verdeeld worden.
8.7.
De scholing van leerkrachten Om bij te blijven in ieder beroep is het noodzakelijk / ver‐ plicht, dat regelmatig wordt deelgenomen aan na‐ en bij‐ scholingsactiviteiten. Jaarlijks schrijven leerkrachten in op diverse cursussen. Elk schooljaar worden er voor het hele team studiedagen met een bepaald thema georganiseerd. In het schooljaar 2010 – 2011 / 2011 – 2012 / 2012 – 2013 is dat met name “opbrengstgericht boeiend onderwijs”. Daarnaast wordt MOVARE – breed een meerjarentraject gestart “Leesverbetering”. Scholing in 2012 – 2013. In de schooljaren 2012 – 2013 / 2013 – 2014 / 2014 – 2015 zijn wij bezig met schoolzelfevaluatie a.d.h.v. het CITO LOVS o.l.v. Pierre Wolters en Sjoerd Verheijden.
8.8.
De begeleiding van stagiaires
Aangezien het aantal studenten aan de PABO’s in Limburg drastisch is teruggelopen (er is nog maar één PABO voor Limburg – locatie Sittard) kunnen we in het schooljaar 2014 – 2015 enkel studenten van het ROC ARCUS‐COLLEGE te Heerlen, Unit Gezondheidszorg, Dienstverlening en Welzijn ( ROC = Regionaal Opleidings Centrum / Middelbaar beroepsonderwijs ) de gelegenheid geven om stage te lopen op onze school. Het zijn studenten die de opleiding volgen van “helpende en sociaal‐pedagogisch werker”, kortweg “schoolassistent(e)”. Incidenteel bieden wij ook stagemogelijkheden aan studenten van andere HBO – opleidingen (bv. opleiding tot docent beeldende vakken, lichamelijke oefening, pedagogiek, logopedie).
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 8 Schoolteam
Pagina 8
Hoofdstuk 9
De ouders
9.1.
Het belang van de betrokkenheid van ouders / verzorgers
Als team hechten wij enorm veel waarde aan een goed contact tussen de ouders / verzorgers en de school, hoe kort dat contact ook moge zijn. Immers, als een kind naar school gaat, wordt het toevertrouwd aan de zorg van de leerkracht. Wij stellen het zeer op prijs als U ons van alle belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt, zodat wij ons handelen daarop kunnen instellen. Wij informeren U over alle belangrijke gebeurtenissen op school, over algemene schoolzaken, maar ook over het wel en wee van Uw kind(eren). Een goede samenwerking bevordert zeer zeker het welbevinden en prestaties van Uw kind. Ook doen wij een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en mee te helpen aan de organisatie ervan. Door de vele activiteiten die binnen het lesprogramma plaatsvinden, denk aan ondersteuning bij de lessen beeldende vorming, groepslezen, com‐ puterlessen, projecten, een bezoek aan de schouwburg of aan een museum of activiteiten die buiten de lessen om worden georganiseerd, ziet de school goede contacten met de ouders als een noodzakelijke voorwaarde om de zorg voor de kinderen zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
9.2.
Informatievoorziening
9.2.1. Recht op informatie Iedere ouder heeft in principe recht op informatie van de school over zijn of haar kind. Dat is ook het uitgangspunt bij ons op school. Er zijn echter wel verschillen. De ene ouder heeft rechtop meer informatie dan de andere. Een enkeling heeft zelfs helemaal geen recht op informatie. Dat heeft te maken met de wettelijke hoedanigheid waarin ouders verkeren. Voor ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen heb‐ ben, is de situatie het gemakkelijkst. Zij krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind. Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 1
Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. Als het gaat om de vader, moet deze bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij helemaal geen recht op informatie,ook niet als hij erom vraagt. Deze ouders hebben een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaalpedagogische ontwikkelingen op school. Als het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben ouders ook geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. De school is gehouden aan bovenstaande wettelijke regels over informatieplicht naar ouders toe. Het is dan ook belangrijk dat met name ouders school informeren hoe de omgang is vastgelegd. Ook indien zich tussentijdse wijzigingen voordoen.
9.2.2. Schoolgids / schoolkalender Met ingang van het schooljaar 2011 – 2012 zullen we de schoolgids op een andere manier bij u aanbieden. Vanwege kostenbesparing zullen we de complete schoolgids plaatsen op de website van de school. Wel geven wij weer de schoolkalender met de belangrijkste informatie in compacte vorm uit. Ouders die hun kind voor het eerst op school aanmelden, ontvangen de complete schoolgids op schrift. We streven er naar om de schoolkalender uit te geven in de eerste schoolweek! Wij hopen dat U deze schoolgids aandachtig zult lezen en goed bewaren, omdat er een hele hoop gegevens zijn opgenomen, die het gehele schooljaar van dienst kunnen zijn. In de schoolkalender zijn een groot aantal schoolse activiteiten en vakanties opgenomen. Wij adviseren u deze schoolkalender op te hangen: voordeel hierbij is dat hij niet zoek raakt! Indien u gerichte informatie zoekt, kunt u gebruik maken van de inhoudsopgave en/of het alfabetische trefwoor‐ denregister.
9.2.3. Website www.bsbocholtz.nl Verder is onze website “www.bsbocholtz.nl” voor u ook van belang vanwege de opgenomen AGENDA. Als u in het openingsscherm op “agenda” klikt, krijgt u een maandkalender te zien die wij zo actueel moge‐ lijk houden. Alle relevante data en activiteiten zijn hierin met tijd en korte inhoud opgenomen. U kunt hier het gehele schooljaar in doorbladeren.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 2
9.2.4. Informatiebulletins Op velerlei manieren worden de ouders op de hoogte gebracht van alles wat er op school gebeurt. In de loop van het schooljaar (in principe aan het begin van de herfst‐, kerst‐, voorjaars‐ en zomervakantie) geven wij een aantal keren een informatiebulletin uit. Daar waar nodig informeren wij ouders / verzorgers door middel van een brief of via e‐mail. Ook worden publicaties van allerlei instanties, die met school en onderwijs te maken hebben, verspreid.
9.2.5. Individuele gesprekken Het kan zijn dat een ouder behoefte heeft aan een gesprek met de leerkracht over zijn kind. Er kan altijd een afspraak gemaakt worden. Alle leerkrachten zijn onmiddellijk na school te spreken. Graag vooraf een afspraak maken !!! Het team vergadert op dinsdag vanaf 15.30 uur. Afspraken met leerkrachten zijn dan niet mogelijk !!!
9.2.6. Gesprek met de directeur Indien U een gesprek wenst met de directeur van de school, gelieve U een telefonische afspraak te maken, (045 – 5443614) of via E‐mail:
[email protected]
9.2.7. Ouderinformatie‐avonden Voor de ouders van de diverse groepen worden er aan het begin van het schooljaar informatie‐avonden gehouden. Op deze avond geeft de groepsleerkracht een uiteenzetting over de werkwijze, methoden, hulpmiddelen, leerstofinhouden en specifieke zaken van de jaargroep.
Groepen Groep 1a – 1b Groep 2a – 2b Groep 3a – 3b Groep 4a – 4b Groep 5a – 5b Groep 6a – 6b Groep 7a – 7b Groep 8a – 8b
Datum
Tijdstip
Woensdag 17 september 2014 Woensdag 17 september 2014 Donderdag 25 september 2014 Maandag 15 september 2014 Donderdag 22 januari 2015 (1e H. Communie) Maandag 08 september 2014 Maandag 08 september 2014 Maandag 22 september 2014 Dinsdag 27 augustus 2013 Donderdag 08 januari 2015 (VO – informatie‐avond)
19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 20.00 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 3
9.2.8. Thematische ouderavonden Verder organiseren wij in samenwerking met de oudervereniging en of externe instanties specifieke ouderinformatieavonden: Voorbereiding op de Eerste Heilige Communie (ouders groep 4) Knutselavond voor de ouders van de communicantjes de overstap naar het voortgezet onderwijs (ouders groep 8) thema‐avonden: bijvoorbeeld “(ciber‐)pesten”
9.2.9. De relatie van de school met de omgeving In deze schoolgids hebben wij diverse instanties en personen genoemd waarmee de school nauwe con‐ tacten onderhoud. Ons doel daarbij is om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen, het uitoefenen van invloed en voordelen voor onze school ( leerlingen, ouders, leerkrachten ) te kunnen bedingen.
9.2.10. Rapport Drie keer per jaar krijgen de ouders van de leerlingen van groep 3 tot en met 8 een rapport over de vorde‐ ringen van hun kind(eren). eerste trimester: tweede trimester: derde trimester: Vrijdag 19 december 2014 Donderdag 02 april 2015 Vrijdag 17 juli 2015 groepen 3 t/m 7 groepen 3 t/m 7 3 t/m 8 vrijdag 06 februari 2015 groepen 8
9.2.11. Proefwerkenmap
Alle proefwerken en netwerk worden meteen na de correctie door de groeps‐ leerkracht, ter ondertekening door de ouders, mee naar huis gegeven. Op deze wijze wordt U regelmatig op de hoogte gehouden van de vorderingen van Uw kind. Deze proefwerken worden bewaard in een individuele leerlingenmap.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 4
9.2.12. Persoonlijke oudergesprekken De leerkrachten van groep 3 tot en met 8 houden na het Kerstrapport en het Paasrapport persoonlijke oudergesprekken. Voor de ouders van de groepen 2 zijn er ook twee periodes per schooljaar. De ouders worden uitgenodigd voor een “tien‐minuten‐gesprek” om met de leerkracht te spreken over de vorderingen en het gedrag van hun kind. Wanneer deze tijd onvoldoende blijkt te zijn, wordt er een vervolgafspraak gemaakt. Ouders / verzorgers van de leerlingen uit de groepen 1 worden op meerdere momenten (na 4 maanden onderwijs en als de leerling de groep verlaat) persoonlijk uitgenodigd voor voortgangsgesprekken betref‐ fende hun zoon/dochter. Vóór de uitreiking van het derde rapport roepen we alleen de ouders van de leerlingen die het leerjaar moeten overdoenop en die waarmee afspraken voor het volgende schooljaar gemaakt moeten worden. Zowel de ouders als leerkrachten kunnen ook buiten de genoemde gelegenheden contact met elkaar opnemen als dit in het belang van de leerling gewenst is.
Groepen Groepen 1 Groepen 2 Groepen 3 t/m 7
Groepen 8
1e trimester
2e trimester
3e trimester
Na 3 / 4 maanden onderwijs incidentele gesprekken met ouders / verzorgers week 03 januari 2015
Na 3 / 4 maanden onderwijs week 05 januari 2015 week 16 april 2015
week 48 24 + 25 november 2014
week 10 2 en 3 maart 2015
week 24 juni 2014 week 24 juni 2014 incidentele gesprekken met ouders / verzorgers (twijfelgevallen / uitvallers) eventueel week 21 18 en 19 mei 2015
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 5
9.3.
Ouderhulp op school
Om het huidige onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen is de hulp van ouders onontbeerlijk gewor‐ den. Een aantal onderwijsactiviteiten kunnen alleen doorgang vinden wanneer we kunnen rekenen op de medewerking van de ouders. Tijdens de informatie‐avonden van de diverse groepen zullen we het een ander toelichten. In het begin van het schooljaar kunt U zich opgeven als ouderhulp voor de een of andere activiteit. Op dit moment kennen we de volgende activiteiten waarbij ouders kunnen assisteren. ondersteuning bij allerlei activiteiten in groep 1 en 2 (dataplanning en inschrijfformulier volgt) handvaardigheidslessen in groep 1 en 2 speelleermateriaal in groep 3 textiele werkvormen in groep 3 en 4 assistentie bij het praktische verkeersexamen in groep 7 ondersteuning bij projectwerk buitenschoolse sport‐ en spelactiviteiten leerwandelingen, excursies en culturele activiteiten schoolreizen vervoer schoolverlaterskamp overblijven hoofdluispreventie vieringen op school / parochie hulp bij de computerlessen in groep 1 t/m 8 materialen poetsen: Op school wordt in de onderbouw veel gebruik gemaakt van kunststoffen ` leermiddelen. Aan het einde van het schooljaar willen we met medewerking van ouders dit materiaal een extra poetsbeurt geven.
9.4.
Vervoer door ouders / verzorgers
Af en toe doen wij nog wel eens een beroep op ouders c.q. verzorgers om leerlingen van onze school per auto te vervoeren naar een bestemming in de buurt van de school ( bv. marktbezoek kleuters in Simpel‐ veld). We gaan uiteraard ervan uit, dat enerzijds ouders die hun auto beschikbaar stellen verzekerd zijn volgens de Wet op aansprakelijkheidsverzekering Motorvoertuigen, kortweg W.A.M. genoemd, anderzijds voor de kinderen door de ouders een W.A‐verzekering is afgesloten. Het schoolbestuur heeft bovendien voor deze buitenschoolse activiteiten voor leerlingen als begeleiders een collectieve schoolongevallenverzekering afgesloten. Het risico, dat ouders die leerlingen van onze school per auto vervoeren lopen, betreft dus enkel en alleen schade veroorzaakt aan het beschikbaar gestelde voertuig in dit geval uw auto ( behalve wanneer uw auto casco en WA, zogenaamd all‐risk, verzekerd is ). Wanneer er niet voldoende vervoer is, kunnen bepaalde uitstapjes niet gemaakt worden. Mocht Uw kind in de loop van het schooljaar dus komen vragen om te rijden in verband met een excursie, zegt U dan toe wanneer het ook maar enigszins mogelijk is. Over het algemeen worden de leerlingen per bus vervoerd. Aan de ouders vragen wij een bijdrage per leerling van € 3,00 in de vervoerskosten (ingang 01 – 08 – 2011). Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 6
9.5.
Ouderbijdrage(n)
Onze school kent vooralsnog geen vaste ouderbijdrage per jaar. Een ouderbijdrage is vrijwillig en een school mag een leerling niet weigeren als ouders de ouderbijdrage niet willen betalen. Om een aantal activitei‐ ten echter tot stand te laten komen, is een bijdrage van de ouders onont‐ beerlijk. We denken dan aan de schoolreis ‐ schoolverlatersdagen ‐ culturele activiteiten en dergelijke. De contributie van de oudervereniging staat hier los van. Concrete bedragen kunnen wij hier nu niet noemen. Dat hangt af van de activiteit en de gemiddelde prijs per leerling. Indien wij van de ouders een financiële bijdrage vragen voor een bepaal‐ de activiteit, laten wij dit altijd via een aparte brief weten. Ouders onder‐ tekenen dan, dat zij akkoord gaan met een geldelijke bijdrage voor die bepaalde activiteit. Een gevolg van het niet of gedeeltelijk betalen is dan wel, dat de school kan besluiten een leerling niet te laten deelnemen aan de activiteiten waarvoor niet betaald is. Een school mag een leerling echter niet uitslui‐ ten van het volgen van het reguliere onderwijsprogramma. Voor die leerling betekent dat, dat hij/zij dan onderwijs volgt in een andere klas. De betrokken leerkracht van het kind zorgt voor een pakket werk‐ opdrachten.
9.6.
Sponsoring
De school geldelijke bepaalde
voert een terughoudend beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of bijdragen. We doen het zeker niet wanneer daar naar de leerlingen toe verplichtingen aan verbonden zouden zijn. Om de schoolverlaterdagen voor de leerlingen van groep 8 financieel draaglijk te houden voor ouders / verzorgers (ouders hebben al veel onkosten in verband met de overstap naar het voortgezet onderwijs) Hebben een viertal sponsoren (ouders / oud‐schoolbestuurder) aangebo‐ den om een financiële injectie te geven aan de schoolverlaterdagen.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 7
9.7.
Katholieke Oudervereniging Bocholtz
Ruim 95% van alle ouders zijn hiervan lid. De oudervereniging is een stichting met als algemeen bestuur de Ouderraad. De samenwerking met de school verloopt hoofdzakelijk via de contactpersonen. Op deze wijze heeft de oudervereniging een goede ingang op de scholen om wensen en/of vragen welke onder de ouders leven naar voren te brengen en constructief mee te werken aan het hele onderwijsgebeuren. Ouderparticipatie = deelnemen en deelhebben. Ouderparticipatie is om tweeërlei redenen van belang. Ten eerste om bij de ouders belangstelling te wekken voor het onderwijs van hun kind en de betrokkenheid bij de school te bevorderen. Ten tweede om via de weg van mee‐weten te komen tot mee‐denken en mee‐ beslissen. De bestuursleden van de oudervereniging willen bruggenbouwers tussen ouders en school zijn. Wij nodigen U graag uit om nader kennis te maken met de oudervereniging. Door met ons mee te doen, maakt U de school tot Uw school. De naam en het adres van het secretariaat treft U hierbij aan. Secretariaat oudervereniging: De heer Maurice Janssen ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Schoolstraat 19, 6351 EG Bocholtz Telefoon 045 ‐ 5714766 Ledenlijst bestuur Oudervereniging ( = Ouderraad ): Mevr. J. Zegers ‐ Voorzitter Dhr. M. Janssen ‐ Secretaris Mevr. T. van Sint Feyth ‐ Penningmeester Mevr. R. Grooten ‐ Contactpersoon Verkeer / Vebo / werkgroep (1e H. Communie) Mevr. A. Vanderschuren ‐ Contactpersoon werkgroep basisschool (diversen) Mevr. N. Leerssen ‐ Contactpersoon werkgroep basisschool (diversen) Mevr. H. Xhonneux ‐ Contactpersoon werkgroep basisschool (diversen) Mevr. C. Meyer ‐ Contactpersoon adventsactie/ St. Maartensviering / werkgroep Mevr. M. Muyrers ‐ 1e Heilige Communie / cabaret schoolverlaters Taken van de oudervereniging 1. Contact onderhouden met de ouders Op ……………….. 2015 om 20.00 uur houdt de oudervereniging de jaarvergadering op school. Hier kunnen nieuwe kandidaten het bestuur wijzigen en/of aanvullen. Daar bestaat tevens de gelegenheid voor alle leden het bestuur ter verantwoording te roepen en wensen en/of vragen kenbaar te maken. Uiteraard wordt ook hier, mede aan de hand van het financiële verslag, de contributie vastgesteld. Momenteel bedraagt de contributie € 10,00 per kind per schooljaar. Voor instromers wordt vanaf de herfstvakantie € 7,50 berekend; na de jaarwisseling € 6,50 en na Pasen € 4,00. Voor de inning van deze contributie krijgt Uw kind een zakje mee naar huis. Nadat de contributie is voldaan, ontvangt Uw kind een lidmaatschapskaart, die naderhand bij activiteiten waar Uw kind aan deelneemt, op verzoek getoond dient te worden. 2. Inspraak De ouderraad onderhoudt contact met de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad ( MR ). De ouderraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan de MR. Een aantal keren per jaar voert de ouderraad ( c.q. voorzitter ) overleg met de directie van de school. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 8
3. Financiële ondersteuning Jaarlijks wordt in overleg tussen ouderraad en school bezien op welke wijze financiële steun kan worden geleverd bij activiteiten zoals projecten – schoolreizen – schoolverlatersdagen – schoolgids/kalender – excursies – sport‐ en spelactiviteiten – vieringen ‐ culturele activiteiten – ehbo‐lessen groep 8 – verkeers‐ examen groep 7 – communiefeest – kindervakantiewerk. Tevens wordt er door de werkgroep BS Bocholtz ondersteuning gegeven bij de uitvoering van diverse activiteiten. Deze werkgroep bestaat uit twee bestuursleden en een aantal ouders. 4. Katholiciteit De oudervereniging hecht er waarde aan om mede uitdrukking te geven aan de katholiciteit in de vorm van vieringen ( bv. St. Maartensviering ) en gezinsmissen. Dit in nauwe samenwerking met de parochie.
Adventsactie In samenwerking met de oudervereniging houden wij in de Adventstijd een financiële actie op school. Onze aandacht gaat niet alleen uit naar de kansarme kinderen in verschillende landen van de wereld, maar ook naar andere goede doelen. Ook in het afgelopen schooljaar was het goede doel de school in Berending Gambia (West‐Afrika). Ieder jaar wordt er zorgvuldig gekeken welk project financieel ondersteund wordt.
Het basisonderwijs voor kinderen in Gambia is weliswaar gratis, maar er is geen leerplicht. Leermiddelen, meubilair en hulpmiddelen zijn sterk verouderd. Een school kan alleen voortbestaan met (financiële) hulp van buitenaf. Door grote inzet van de dorpelingen beschikt Berending over een eigen basisschool. Momenteel gaat meer dan 90% van de kinderen naar school. Om dit allemaal in stand te houden en waar mogelijk te verbeteren is hulp gevraagd. Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 9
“Voedsel‐ en zeeppakketten – actie” In de Goede Week houden wij reeds enkel jaren een succesvolle “voedsel‐ en zeeppakketten”‐ actie voor de noodlijdende bevolking in de regio Moftin in Roemenië. Dit doet de school in samenwerking met de Oudervereniging en de Stichting ORMUS.
Voor de tweede keer in de historie van BS Bocholtz is een heus boekwerkje samengesteld voor, door en over de schoolverlaters. Op initiatief van de Oudervereniging Bocholtz, gesponsord door de Rabobank Centraal Zuid‐Limburg, geassisteerd door de docenten en a.d.h.v. een grafisch ontwerp van Karin Eken toog men (leerlingen en leerkrachten) het hele schooljaar aan het werk om er we er een mooi naslagwerk van te maken.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 10
Activiteiten die gedaan worden of financieel ondersteund worden door de Oudervereniging Oktober Oktober Oktober
Oktober November November November December December Februari April
Mei Juni Juni Juni Juni Juni Juni Juni Juli Juli Juli Juli
1 Dierendag – bezoek aan boerderij traktatie + attentie Bezoek bibliotheek, attentie biebmedewerkster X Laatste schooldag voor de herfstvakantie: appel voor iedere leerling wandeling groepen 2 Herfst cross‐country drankje + wafel St. Maartenviering: materiaal voor lampionnen St. Maartenviering: ruiter met paard, X chocomel, gansjes, verteller, geluid Spelencircuit traktatie + hulpouders X Sinterklaasviering X Kerstmis, wandeling met X versnapering, kerstviering Carnaval: buttons, wafels, drankje X Pasen: geverfde eieren (gr. 1 t/m 8) X choco‐eitjes (gr. 1 en 2) + bedankje traktatie alle leerlingen Bezoek aan bakkerij communicantjes Jaarvergadering oudervereniging X Traktatie geslaagde verkeersdiploma Slagbaltoernooi groepen 6, 7 en 8 (frisdrank) EHBO A diploma uitreiking traktatie Bijdrage schoolreisjes X Bijdrage schoolverlaterskamp Bijdrage kindervakantiewerk Grabbelton X Jaarboek schoolverlaters Spelenkermis: traktatie + drankje Laatste schooldag: iedereen een ijsje X X Kunstconfrontatie financiële onder‐ steuning: theaterbezoek, filmbezoek, museumbezoek etc.
groepen 4 5
2 X
3
6
7
8
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 11
9.8.
Medezeggenschapsraad
Er zijn verschillende mogelijkheden om ouders mee te laten praten, denken, beslissen. Een daarvan is de medezeggenschapsraad. Iedere school behoort een medezeggenschapsraad (MR)te hebben, waarin het personeel en de ouders vertegenwoordigd zijn. De leden worden rechtstreeks gekozen door de ouders (oudergeleding) en door het personeel(personeelsgeleding). De MR zorgt voor de behartiging van de algemene belangen van het personeel, de ouders en leerlingen binnen de school en is daarom betrokken bij zaken die de school in algemene zin betreffen. Daar waar het gaat om individuele gevallen zullen de betrokkenen zich moeten wenden tot de schoolleiding. • De ouderleden van de MR zijn een vertegenwoordiging van de ouders en als zodanig ook aanspreekbaar op vragen die bij de ouders spelen. • De personeelsleden die zitting hebben in de MR zijn een vertegenwoordiging van het team en als zodanig het aanspreekpunt voor het schoolpersoneel. • De directeur is namens het bevoegd gezag (Movare) uit dien hoofde bij de MR vergadering aanwezig. De MR dient als medezeggenschapsorgaan van de school ten opzichte van het schoolbestuur. De MR heeft recht van advies of instemming op het schoolbeleid op basis van de Wet Medezeggenschap op scholen (WMS), voor zover dit beleid niet reeds is vastgesteld door de Gezamenlijke Medezeggenschapsraad (GMR). De rechten en plichten van de MR zijn vastgelegd in het medezeggenschapsreglement. U kunt relevante documenten inzien op www.movare.nl >documenten > vastgesteld beleid. Per 1 augustus 2014 (tot 01 augustus 2018) is een nieuwe MR gekozen voor onze basisschool. In onze situatie bestaat de MR uit drie ouders en evenzoveel namens het personeel. Het aantal is afhankelijk van het totaal aantal leerlingen op een school. Namens de ouders: ‐ De heer Ramon Copier Vlengendaal 152, telefoon 045 – 5441914 ……………….. voorzitter ‐ De heer Lucien Philips Hofstraat 2, telefoon 045 – 5214889 ………………………… secretaris ‐ Mevrouw Melanie van Gelder Heiweg 62, telefoon 045 – 5443260 …………………………. lid Namens het personeel: ‐ Mevr. PhilyLinssen – Dresen ............ penningmeester ‐ Mevr. Jos Quadflieg – Franken ………. lid ‐ Mevr. Yvonne Odekerken – van der Mey …. lid Contactadres: MR Basisschool Bocholtz Wijngracht 11, 6351 HJ Bocholtz E‐mail:
[email protected]
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad MOVARE heeft een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Deze geeft advies of verleent instemming over schooloverstijgende zaken (aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen of voor de meerderheid van de scholen) met als doel de beleidsontwikkeling mede vorm te geven. Medezeggenschapszaken met betrekking tot individuele scholen worden behartigd door de Medezeggenschapsraden (MR‐en) van de afzonderlijke scholen. De leden van de GMR hoeven geen lid te zijn van een Medezeggenschapsraad (MR), wel wordt van hen enige binding met een school uit de betreffende regio verwacht. Voor de actuele GMR‐samenstelling en het GMR‐reglement, zie www.movare.nl> GMR.
Schoolgids 2014 – 2015 Basisschool Bocholtz Hoofdstuk 9 Ouders
Pagina 12
Hoofdstuk 10
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
10.1. Kwaliteitsverbetering Onze school is een van de vele basisscholen in de regio. Al die scholen verschillen in meerdere en mindere mate van elkaar. Scholen verschillen in werkwijzen, sfeer en resultaten. Kortom in kwaliteit. Op meerdere manieren werken wij aan verdere kwaliteitsverbetering: werken met goede methodes gemotiveerd personeel (scholing) veel samenwerking en overleg tussen de leerkrachten het volgen van de resultaten van de leerlingen (cognitieve ontwikkeling) het volgen van het kind op sociaal – emotioneel gebied het evalueren van het totale schoolse gebeuren In onze school wordt lesgegeven met behulp van moderne, aantrekkelijke lesmethoden en hulpmiddelen. De meeste methoden zijn vrij nieuw, andere zijn langzamerhand aan vervangen toe. Vanwege de hoge kosten, kan dat helaas niet ineens. Stapsgewijs vervangen wij de lesmethoden. Bij het kiezen van lesboeken en andere materiaal wordt gelet op de kwaliteit en het uiterlijk; kunnen kinderen goed leren met behulp van deze methoden en ziet het materiaal er aantrekkelijk uit? Er zijn kinderen die extra moeilijk werk aankunnen. En kinderen die veel extra oefenstof nodig hebben. We letten er bij de aanschaf van methoden op of voor beide groepen kinderen voldoende leerstof in de methode zit. Het werken met goede methoden is één manier om kwaliteit na te streven. Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Aan hen heeft U Uw kind(eren) toevertrouwd. Zij zorgen ervoor, dat de lesmethoden en materialen zinvol gebruikt worden. De teamleden werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. Omdat niet alleen in de maatschappij regelmatig het nodige verandert, maar ook in het onderwijs, volgen de leer‐ krachten regelmatig nascholingscursussen. Een derde manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en verder te verhogen is het werken met toetsen. Toetsen geven ons een inzicht in de prestaties van kinderen. Voor de school zijn deze schoolover‐ stijgende toetsen ( CITO LOVS = Leerling – Onderwijs – Volg – Systeem ) van groot belang, omdat ze ons een totaalbeeld van de school verschaffen. Verder kunnen we onze school vergelijken met de landelijke prestaties. Het schoolbeleid kunnen we daar op afstemmen. Om de kinderen op sociaal – emotioneel gebied beter te kunnen volgen, gaat de school het Leerling Volgsysteem voor sociaal – emotionele vorming van CITO – VISEON gebruiken. Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 1
10.2. Beleidsvoornemens Wat willen we concreet en reëel realiseren in de komende vier jaar op het gebied van de verschillende beleidsterreinen ? We willen ervoor waken dat we niet teveel onderwerpen in een jaar aanpakken en ervoor zorgen, dat de gerealiseerde veranderingen goed geconsolideerd worden. De beleidsvoornemens / plannen moeten “SMART” zijn:
S M A R T
→ → → → →
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden
concreet evalueerbaar instemming betrokkenen haalbaar gepland in tijd
Onderstaand een samenvatting van onze voornemens. Voor een meer gedetailleerd overzicht van voorgenomen veranderingsonderwerpen verwijzen wij naar het meerjarenbeleidsplan (zie schoolplan 2011 – 2015) zoals dat door de school is opgezet.
Schooljaar 2014 – 2015:
Opbrengstgericht boeiend onderwijs
Consolideren / implementeren: het verbeteren / vernieuwen – aanpassen aan de opvattingen van deze tijd met betrekking tot het opbrengstgericht boeiend onderwijs, didactisch handelen (adaptief onderwijs / zelfstandig werken) en passend onderwijs. De nieuwe methodes bieden in deze veel meer mogelijkheden. Het is nu zaak dat deze nieuwe didactische principes in de dagelijkse lespraktijk nog meer zichtbaar worden. Dit proces heeft tijd nodig en moet groeien.
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 2
Basisschool Bocholtz is in februari 2010 gestart met interne deskundigheidsbevordering o.l.v. Jan Jutten, Arsène Francot en Truus Römgens van de Stichting “Natuurlijk leren” m.b.t. het thema “boeiend onderwijs in deze tijd”. Op basis daarvan hebben we gedurende de schooljaren 2010 – 2011 en 2011 – 2012 een traject gevolgd met “Natuurlijk Leren” om door middel van boeiend onderwijs een impuls te geven aan de kwaliteit van het primair proces in de school. Van belang daarbij is onder meer de samenhang tussen de diverse activiteiten. We willen hier blijvend aandacht aan besteden. Periodiek houden wij elkaar tijdens de plenaire teamvergade‐ ringen op de hoogte van de stand van zaken in de jaargroepen. In afgelopen schooljaren werden met de name de volgende takken in samenhang met elkaar verkend: - meervoudige intelligentie - coöperatief leren - denkgewoonten - kennis over hersenen en leren - de vele werkvormen van systeemdenken met kinderen - nog meer aandacht voor samenhang / teamleren Op schoolniveau wordt met en van elkaar leren gekoppeld aan deze onderwerpen. Leerkrachten bereiden samen lessen voor, ze helpen elkaar, ze wisselen ervaringen uit met de werkvormen. Leerkrachten gaan daar in hun eigen klas mee aan de slag. Daarbij is het belangrijk dat ze feedback krijgen, ideeën wat ze kunnen doen met het geleerde en welke andere kansen er nog zijn. Dit doen we door middel van coaching en collegiale consultatie in de klas.
Schoolzelfevaluatie afstemmen op ontwikkelingsbehoefte door handelingsgericht werken
Opbrengstgericht werken is momenteel een hot item in het onderwijs. Uit divers onderzoek blijkt, dat opbrengstgericht werken een positief effect heeft op de leerresultaten van leerlingen. Opbrengstgericht werken is echter meer dan het “knutselen”met cijfers en getallen. In het professionaliseringsaanbod van Bureau Wolters wordt opbrengstgericht werken benaderd zowel vanuit de didactische als de pedagogische invalshoek, kwantitatief en kwalitatief. Ook wordt het leerkracht handelen en de interactische processen onder de loep genomen . In de bijeenkomsten wordt aandacht geschonken aan het computerprogramma CITO LOVS. Dit programma biedt uitgekiende mogelijkheden voor het planmatig en stapsgewijs registreren, signaleren, analyseren en interpreteren van school‐, groeps‐ en leerlingniveau. Maar daarnaast zal de focus ook liggen op de processen van goed leraarschap, die van invloed zijn op de leerprestaties van de leerlingen en hun welbevinden. Doel deskundigheidsbevordering: 1. Meer inzicht te verkrijgen in het hoe het CITO LOVS (inclusief VISEON) op een optimale manier gebruikt kan worden en de inzet van handzame en tijdrovende modellen en werkwijzen. 2. Meer inzicht te verkrijgen in mogelijke vervolgstappen en analyses. Aanbod, organisatie en leerkracht handelen. Doel van de bijeenkomsten is het herkennen van de ontwikkelingsbehoeften van het kind, de groep en de school door te observeren, analyseren en interpreteren om aan te kunnen sluiten in de zone van de naaste ontwikkeling door adequaat leerstofaanbod en sociaal‐emotionele ondersteuning. In het schooljaar 2012 – 2013 hebben we drie studiedagen hieraan aandacht besteed. In de schooljaren 2013 – 2014 / 2014 – 2015 krijgt dit een vervolg: een follow up na de eerstvolgende toetsronde (medio). Daartoe hebben we weer 4 studiedagen ingepland. Bureau Wolters ‐‐‐‐‐‐Reutjesweg 47 ‐‐‐‐‐‐ 6077 NA St. Odilienberg E‐mail: info@bureau‐wolters.nl Telefoon: 0475‐532861 Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 3
Voortzetting MOVARE leesverbetertraject 2014 – 2015
Wat is het MOVARE Leesverbetertraject? Met ingang van het schooljaar 2011‐2012 is MOVARE gestart met het Leesverbetertraject. Dit project zal, verspreid over een periode van vier jaren, een belangrijke rol spelen bij de ontwikkelingsprocessen op de MOVARE‐scholen. Het project wordt begeleid door CPS Onderwijsontwikkeling en advies (een landelijke adviesorganisatie voor het onderwijs). De coördinatoren namens deze organisatie zijn dhr. drs. Hessel de Boer en mevr. drs Simone Kessels); namens MOVARE coördineert Jef Caelen het project. Doelstelling en ambities van het Leesverbetertraject MOVARE wil tussen 2011 en 2015 het niveau van technisch lezen op haar scholen zodanig verbeteren, dat minimaal 90% van de leerlingen eind groep 5 een niveau bereikt heeft van AVI 9 of een vergelijk‐ baar niveau volgens een andere toets, zoals CITO (DMT). Momenteel is dat (naar schatting) minder dan 60%. Eind schooljaar 2011‐2012 wordt het exacte streefpercentage definitief vastgesteld. MOVARE wil in de bovengenoemde periode vanuit het speerpunt “MOVARE Leesverbetertraject” een impuls geven aan de algemene didactische expertise van haar leerkrachten en aan de opbrengstge‐ richtheid van het onderwijs op haar scholen, vanuit een benadering die als “meetgestuurd” wordt kenschetst. MOVARE koppelt het traject tevens aan het verbeteren van begrijpend lezen, dat als een van de voor‐ waarden voor de verbetering van de kwaliteit van alle leeropbrengsten op de basisschool wordt be‐ schouwd. Vanuit deze meetgestuurde benadering worden vervolgens ook relaties gelegd met de ove‐ rige vakgebieden. MOVARE wil de boeiende component blijven stimuleren en doet dat o.a. door samen te werken met de bibliotheken in Parkstad Limburg. Beknopte schets van de activiteiten De activiteiten m.b.t. het Leesverbetertraject zijn verdeeld over vier schooljaren. Het eerste jaar (school‐ jaar 2011‐2012) is een voorbereidend jaar, dat wordt aangeduid als het jaar 0. De onderstaande activiteiten zullen dan plaatsvinden. Elke MOVARE school heeft inmiddels een of twee leesspecialisten, die straks de spil vormt/vormen voor de coördinatie van de activiteiten op de school. De leesspecialist wordt door het CPS opgeleid met een tijdsinvestering van zeven middagen vanaf november 2011 tot en met mei 2012. De leesspecialist zal ondersteund worden door medewerkers van Onderwijsbegeleiding en ‐ontwikke‐ ling (O&O). Een aantal collega’s van O&O krijgt hiervoor nascholing, die is toegespitst op de specifieke didactische benadering die het CPS hanteert. In het schooljaar 2011‐2012 vond een nulmeting plaats. Uitgangspunt hiervoor was een toetsmoment in januari 2012 en een validering in juni 2012. Aan de hand van deze meting hebben de leesspecialisten, samen met de directeur en IB‐er, een leesverbeterplan opgesteld voor de komende drie jaren. Dit wordt gekoppeld aan een ondersteuningsplan, dat door O&O is uitgevoerd. Gedurende het hele schooljaar waren er afstemmingsmomenten gepland tussen het CPS, het domein Onderwijs en de regiodirecteuren. Een van de opbrengsten zal zijn, dat er voor de scholen een “MOVARE norm” zal worden bepaald voor het te halen technisch leesniveau eind groep 5. Op maandag 7 mei 2012 werd er in het MECC te Maastricht een studiedag georganiseerd, die de feitelijke start was voor dit traject. De leerkrachten werden toen inhoudelijk goed geïnformeerd over het Leesverbetertraject. Op intranet worden, naast allerlei presentaties, verslagen en nieuws, ook 'Richtlijnen bij het Leesver‐ betertraject' gepubliceerd. Deze dien als theoretische achtergrond voor de leerkrachten. Tevens zal er drie keer per jaar een nieuwsbrief verschijnen met theoretische achtergronden, aankondiging van activiteiten, verslaggeving, enz.
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 4
In het schooljaar 2012‐2013 is het Leesverbetertraject officieel van start gegaan. Alle scholen hebben aan hun eigen Leesverbeterplan gewerkt. Tevens werden de leerkrachten in dit jaar verder opgeleid. De medewerkers van O&O zullen de scholen naar behoefte onder‐ steunen. Als tussenevaluatie vindt er opnieuw een meting plaats, zodat de plannen eventueel bijgesteld kunnen worden. Voorts wordt dan een nauwkeurig plan gemaakt voor de schooljaren 2013‐2014 en 2014‐2015.
Voor‐ en vroegschoolse educatie
Sinds 1 augustus 2010 is de Wet OKE in werking. Het doel van de wet is de kansen voor kinderen met taalachterstanden te vergroten. OKE staat voor Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie. De wet regelt de basis‐ kwaliteit van peuterspeelzaalwerk een aantal zaken rond voor‐ en vroeg‐ schoolse educatie. Vroegschoolse educatie vindt plaats op basisscholen, de wet heeft dus ook gevolgen voor scholen en schoolbesturen. Doorgaande lijn van voor‐ naar vroegschoolse educatie. Bij doorgaande lijnen gaat het om een ononder‐ broken ontwikkelingsgang van kinderen door het onderwijs. Het gaat in dit geval om een doorgaande lijn van voorschoolse educatie (in peuterspeelzalen of kinderdagverblijven) naar vroegschoolse educatie (in groep 1 en 2). Er zijn heel veel manieren om een doorgaande lijn te realiseren. Hoe je dat doet, is afhanke‐ lijk van de visie en aanpak van de school, de omgeving waarin de school staat, en allerlei andere factoren. De doorgaande lijn in het beleid: samenwerking en afstemming tussen peuterspeelzalen/ kinderdag‐ verblijven en de school. De overdracht van gegevens van de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf naar de school. De inhoudelijke doorgaande lijn: doorlopende programma’s, leerlijnen voor taal, rekenen, sociale ontwikkeling. OKE‐wet staat ook dat de onderwijsinspectie een zogenaamde VVE‐bestandsopname moet uitvoeren in heel Nederland. Met die VVE‐bestandsopname beoordeelt de onderwijsinspectie bij (bijna) alle Nederland‐ se gemeenten de kwaliteit van de voor‐ én de vroegschoolse educatie. De inspectie voert de bestandsopname per gemeente uit. De onderwijsinspectie kijkt zowel naar het VVE‐ beleid van uw gemeente als naar de uitvoering van VVE op de voor‐ en de vroegscholen. Om de uitvoering van VVE te beoordelen heeft elke voor‐ en de vroegschool eerst een web‐vragenlijst gekregen, en daarna werden ook enkele voor‐ en vroegscholen ‘fysiek’ bezocht door een inspecteur. In aansluiting op de Moelejaan gemeenten die onderwijsachterstandenmiddelen ontvangen, zal ook in de andere gemeenten een VVE inspectie door de inspecteur van het basisonderwijs worden uitgevoerd. Daarmee kan een redelijk compleet beeld van de stand van zaken omtrent het VVE beleid in de Moelejaan gemeenten van Zuid ‐ Limburg afzonderlijk en in zijn geheel worden geschetst. De gemeente Simpelveld kent geen onderwijsachtstandenbeleid. Derhalve zal de onderwijsinspectie die gemeenten ook niet “fysiek” bezoeken. Wel is een zelfevaluatie ingevuld. Die zelfevaluatie is gebeurd in december 2012. A.d.h.v. de resultaten van de zelfevaluatie en de reactie van de inspectie zullen de betrokken VVE‐partners verder werken aan het VVE‐beleid op de Brede School Bocholtz.
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 5
Passend onderwijs / schoolondersteuningsprofiel
De Eerste Kamer heeft de Wet Passend Onderwijs aangenomen. Op 01 november 2013 zijn de Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs PO een feit. Op 01 februari 2014 ligt het ondersteuningsplan van het Samen‐ werkingsverband klaar om te bespreken met de ondersteuningsplanraad. In de maanden daarvoor is overleg gevoerd met de gemeentebesturen, het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs en andere ketenpartners. Op 01 augustus 2014 wordt de Wet Passend onderwijs ingevoerd en is de zorgplicht van kracht. Ook voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen moet er een passende onderwijsplek zijn. Liefst op een gewone school waar het kind extra begeleiding krijgt. En als het echt nodig is in het speciaal onderwijs. Het kabinet wil het stelsel voor passend onderwijs herzien. In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Daartoe moet elke basisschool beschikken over een schoolondersteuningsprofiel. Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft realistisch en objectief de mogelijkheden van de school voor het beiden van passend onderwijs aan alle leerlingen en expliciet de leerlingen met specifieke onderwijs‐ behoeften die extra ondersteuning nodig hebben. Het geeft een helder beeld van de onderwijsinhoudelijke als procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis‐ en extra ondersteuning.
Het opzetten en werken met groepsplannen
Geruime tijd werken de leerkrachten met ondersteuning van de IB’er aan het opzetten van groepsplannen voor de basisvaardigheden. De ene leerkracht is daar verder in gevorderd dan de ander. Leerkrachten leren veel van de good practice van de collega’s.
Rekenen en wiskunde ‐ ‐
aanpassingen n.a.v. de wet referentieniveaus rekenen het invoeren van een nieuwe methode: 2012 – 2013 (groepen 3 – 4 – 5) 2013 – 2014 (groepen 6 – 7 – 8) afspraken op schoolniveau over de waardering /normering rekenen en wiskunde in de groepen 1 en 2 activeren (tussendoelen / doorgaande rekenlijn) periodiek evaluatiemomenten tijdens het bouwoverleg / plenaire teamvergadering.
‐ ‐ ‐
Invoering nieuwe methodes voor de zaakvakken: ‐ ‐ ‐
Aardrijkskunde augustus 2013 Geschiedenis januari 2014 Natuur‐ en techniekonderwijs januari 2015
Engels: keuze van een nieuwe methode “Groove me” voor de groepen 7 en 8: invoering augustus 2014
Leesbevordering:
De start van het project “de BOS” (de bieb op school) in samenwerking met de Openbare bibliotheek Parkstad Limburg per 01 – 09 – 2014. Zie verder bij hoofdstuk 6.25.
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 6
10.3. Resultaten De wet schrijft voor dat in de schoolgids informatie moet worden opgenomen over de met het onderwijs‐ leerproces bereikte resultaten van de school. Zoals we weten houden de schoolprestaties sterk verband met de sociale achtergrond van de leerlingen. De schoolprestaties verschillen, omdat de scholen nu eenmaal door verschillend publiek worden bezocht. Als daarmee bij de beoordeling van de schoolprestaties geen rekening wordt gehouden, is een vergelijking onzinnig. De scores van de leerlingen kunnen met de landelijke referentiegroep worden vergeleken. De school kan dan zien of de leerlingen van de school gemiddeld beter of minder goed presteren dan de landelijke referentiegroep. Op school gebruiken we toetsen van het Leerlingvolgsysteem van het CITO ( zie verder bij “Testen en toetsen” ) om de resultaten van de leerlingen goed in de gaten te houden. Maar we doen er meer mee. We kunnen de resultaten die wij behalen ook vergelijken met de gemiddelde resultaten van andere basisscholen in ons land. Daarmee zien we of ons onderwijs de kwaliteit heeft die wij willen bieden. Als kinderen op school een toets voor lezen, spelling of rekenen maken dan zijn de resultaten verschillend. Niet alleen op onze school, maar op alle scholen. De kinderen kunnen een A, B, C, D of E‐resultaat halen. De kinderen in het A‐groepje hebben het beste resultaat gehaald. De kinderen in het E ‐ groepje het slecht‐ ste resultaat. We weten dat in ons land gemiddeld ¼ ( 25% ) van de schoolkinderen in het A‐groepje komt, 25% in het B‐groepje, 25% in het C‐groepje, 15% in het D‐groepje en 10% in E. We willen vooral, dat zo weinig mogelijk kinderen in het D‐ of E‐ groepje komen. De resultaten van onze school in de groepen geven aan, dat ons dat goed lukt. Het zou in het kader van deze schoolgids te ver voeren om de resultaten van alle groepen gedurende het gehele schooljaar te vermelden. De resultaten zijn in de meeste gevallen zelfs beter dan bij de gemiddelde school.
De resultaten van de Cito Eindtoets Basisonderwijs 2014 Na correctie ontvangen wij van het Cito voor elke leerling een individueel leerlingrapport met vermelding van de score. Daarnaast ontvangt de school drie schoolrapporten.
Toelichting op de schoolrapporten Eindtoets Basisonderwijs 2014 In het Schoolrapport zonder correctie worden de gemiddelden van uw school vergeleken met de gemid‐ delden van alle deelnemende scholen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met kenmerken van de school of de leerlingen van de eigen school. Het Schoolrapport correctie LG (correctie voor Leerlinggewicht) geeft een vergelijking van onze school‐ gemiddelden met dat van scholen die gelet op de sociaal‐culturele achtergrond van onze leerlingen met onze school vergelijkbaar zijn. Daarom wordt in het Schoolrapport de correctie LG gecorrigeerd met onze gemiddelde scores voor de samenstelling van onze school in percentages leerlingen met een bepaald leerlinggewicht. Het Schoolrapport correctie LG en BL (correctie voor Leerlinggewicht en Begrijpend Lezen) corrigeert de prestaties van onze leerlingen voor zowel het percentage leerlingen met een bepaald leerlinggewicht als de vaardigheid van onze leerlingen op begrijpend lezen als indicator voor de intelligentie van onze leerlingen. Indien het landelijk gemiddelde tussen onze boven‐ en ondergrens ligt, heeft onze school niet uitzonderlijk (goed of slecht) gepresteerd op dit onderdeel. Een score boven de bovengrens of onder de ondergrens betekent een opvallende prestatie. Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 7
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 8
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 9
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 10
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 11
Uit de schoolrapporten blijkt welke van de 15 opgavenrubrieken er relatief beter uitkomen dan de andere. Door naar de betreffende opgaven in de opgavenboekjes te kijken, krijgen we een beeld van de delen van het onderwijsprogramma, die meer of minder effectief zijn geweest. Als school kunnen we dan in het vervolg meer aandacht besteden aan die bepaalde onderdelen.
Standaardscores CITO
Start gefuseerde BS Bocholtz 01 – 08 – 2001
Eindtoets Basisonderwijs 2002
BS Bocholtz 537,6
Eindtoets Basisonderwijs 2003
BS Bocholtz 540,4
Eindtoets Basisonderwijs 2004
BS Bocholtz 539,3
Eindtoets Basisonderwijs 2005 (digitaal)
BS Bocholtz 534,9
Eindtoets Basisonderwijs 2006
BS Bocholtz 538,0
Eindtoets Basisonderwijs 2007
BS Bocholtz 537,9
Eindtoets Basisonderwijs 2008
BS Bocholtz 540,2
Eindtoets Basisonderwijs 2009
BS Bocholtz 538,6
Eindtoets Basisonderwijs 2010
BS Bocholtz 537,8 (landel. gem. 535,1)
Eindtoets Basisonderwijs 2011
BS Bocholtz 539,2 (landel. gem. 535,1)
Eindtoets Basisonderwijs 2012
BS Bocholtz 537,5 (landel. gem. 534,9)
Eindtoets Basisonderwijs 2013
BS Bocholtz 534,1 (landel. gem. 534,0)
Eindtoets Basisonderwijs 2014
BS Bocholtz 537,5 (landel. gem. 534,4)
10.4.
Verwijzingen naar het voortgezet onderwijs 2013
Jaarlijks ontvangt de school van alle scholen van voortge‐ zet onderwijs overzichten van de resultaten van de oud‐ leerlingen (idem tussentijdse doorstroming, wisseling van afdeling en eindexamenresultaten). De groepsleerkrachten van groep 7 / 8 en directie bezoe‐ ken regelmatig open‐dagen of speciale informatiebijeen‐ komsten van het voortgezet onderwijs om zodoende op de hoogte te blijven van allerlei nieuwe ontwikkelingen. Wij vinden de gesprekken met de brugklasmentoren over onze schoolverlaters erg belangrijk. Wij voeren ze in het brugklasjaar met alle scholen om te adviseren bij eventuele aanpassingsproblemen en een overzicht te krijgen van de leerprestaties van onze oud‐leerlingen. Bijkomend aspect is, dat wij op deze manier een goed zicht krijgen op onze uitgebrachte adviezen. Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 12
Waar gaan de kinderen na groep 8 heen? Er bestaan inmiddels diverse varianten op de hoofdindeling. Praktijkonderwijs LWOO = Leerweg ondersteund onderwijs (voorheen IVBO = Individueel Voorbereidend Beroepsonderwijs ) VMBO = Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (een combinatie van het VBO ( = Voorbereidend Beroepsonderwijs ) en Mavo ) VMBO / Havo = brugklas Mavo / Havo Havo / VWO = brugklas Havo / Atheneum VWO = ( Atheneum ) Gymnasium Het Technasium is een unieke onderwijsstroom voor havo, atheneum en gymnasium. In de formule staat het nieuwe examenvak Onderzoek & Ontwerpen centraal, dat wordt gegeven vanaf de eerste klas tot aan het eindexamen. Daarnaast volgen de leerlingen theorievakken.
Schoolverlaters schooljaar 2013 – 2014 → voortgezet onderwijs (48 leerlingen = 100%) Per school Bernardinus‐ college Heerlen
Charlemagne college
Grotius college Heerlen
Sintermeerten College Heerlen
Sophianum Gulpen
Cita Verda Heerlen
Beroeps‐ college Parkstad Limburg
Bernhard Lievegoed College Maastricht
9 18,8%
0 0,0%
4 8,3%
1 2%
28 58,4%
3 6,3%
1 2%
2 4,2%
Per categorie gymnasium = gymnasium atheneum + atheneum technasium technasium 01 01 05 02 2% 2% 10,5% 4% VMBO (tg) VMBO bk = mavo 21 02 0 0 43,9% 4% Verwijzingen naar het speciaal onderwijs In het schooljaar 2013 – 2014 zijn 3 leerling(en) verwezen naar het speciaal basisonderwijs.
Havo + technasium 07 14,6% Lwoo 03 6,4%
Havo 06 12,6% Praktijkonderwijs 0 0%
Verwijzingen vanuit het speciaal onderwijs In het schooljaar 2013 – 2014 hadden wij 3 leerlingen met een LGF indicatie op onze school en is 1 leerling verwezen naar een SO school.
Schoolgids 2014 – 2015 BS Bocholtz Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Pagina 13