dossier merckx ’69 |
40 jaar later
Bravo Merckx! 40 jaar geleden won Eddy Merckx zijn eerste Ronde van Frankrijk. En hoe! In die Tour van 1969 demonstreerde Merckx van de eerste tot de laatste dag. In de Pyreneeënetappe tussen Luchon en Mourenx kregen zelfs Peyresourde, Aspin, Tourmalet, Soulor en Aubisque hem niet klein. Eerder het omgekeerde was het geval. ‘Bravo Merckx!’ 40 jaar later fietst ook Grinta! dit legendarische traject… in het wiel van de Allergrootste. › TEKST Frederik Backelandt › FOTOGRAFIE David Stockman
B
agnères-de-Luchon is een klinkende naam in de Tourgeschiedenis. Hier werd wel vaker wielergeschiedenis geschreven. Wat Briançon is voor de Alpen, is Luchon voor de Pyreneeën. Hoe kan het ook anders met beklimmingen als Portet d’Aspet, Menté, Portillon, Superbagnères, Peyresourde, Aspin en Tourmalet in de buurt? Onze standplaats is dan ook Bagnères-de-Luchon, een thermenstad van 8.000 inwoners. Van hieruit reconstrueren we de 17de rit uit de Tour 1969. De renners kregen toen meteen de Col de Peyresourde voor de wielen. Geen cadeau, zeker niet omdat de zon die dag zo hevig brandde. Dat doet ze vandaag ook. Toch beschouw ik de Peyresourde, net als Merckx en zijn Faema’s toen, als een inrijmoment. In het tweede deel van de klim, net vooraleer de haarspelden zich aandienen, opent de berg zich en geniet je van het decor. Het smeltende sneeuwwater op de toppen die me omringen, vormen riviertjes die als aderen door het groene landschap kronkelen. Op mijn linkerdij zie ik ook een ader blootliggen. Ik ben trots want dat betekent dat de scherpte er is, dat de topvorm op komst is. De koeien kijken me na, denkend ‘waar is die mee bezig?’: les vaches qui rient! Ginds ligt de top. De actieve Spanjaard Galera graaide hier in 1969 de puntjes voor de bergprijs mee, na wat speldengeprik in de laatste haarspeldbochten. Maar Merckx was niet ver weg. De top van de Peyresourde ligt op 1.569 meter en ik fiets de HautesPyrenées, één van de subregio’s van de Midi-Pyrenées, in. De verleiding is groot even te stoppen in een eettentje waar ze ‘crêpes sucrées’ serveren.
Amuse gueule
Gesterkt door enkele caloriebommen kan je jezelf vanaf de top van de Peyresourde naar beneden laten rollen, naar Arreau, waar de voet van de Col d’Aspin ligt. De Aspin is een klim van twee keer niks, zou je denken. Tot je er de intussen verguisde dopingzondaar Riccardo Riccò vorig jaar dé demarrage uit de Tour uit zijn spichtige kuiten zag schudden. De Aspin is, door zijn gelijkmatige stijging, al bij al de ideale col om van het échte klimwerk te proeven. Een voorgerecht in vergelijking met het hoofdgerecht > Grinta! | 49
dossier merckx ’69 |
no -de-Campan: an < Sainte-Marie voorvork intact. ijn m t 2009 blijf
< De Col de Peyresourde brengt je van de Haute-Garonne naar de Hautes-Pyrénées.
dat komen moet: de Tourmalet. Voor de Merckx van ’69 was de Aspin niet meer dan een amuse gueule. Maar de geletruidrager, toen netjes gegangmaakt door ploegmaat Martin Van Den Bossche, laat er nog niet in zijn kaarten kijken. Hij verkneukelt zich in het feit dat er zelfs hier al renners moeten lossen, inclusief Herman Vanspringel, tweede uit de Tour 1968.
> De koeien kijken me na en denken: waar is die mee bezig? < Opnieuw spurt Galera zich naar de bergprijs, Merckx komt als derde over de top. Niets op de top van de Aspin dat vandaag nog herinnert aan de Tour 1969. De paarden grazen rustig door. Twee Franse wielertoeristen 50 | Grinta!
knikken vriendelijk. Maak je maar klaar voor een doortrapafdaling, tot Sainte-Marie-de-Campan waar de Tourmalet zich snel aandient. De Tourmalet lijkt wel te grijnzen wanneer je eraan komt. Zoals op de cartoons die vroeger in de kranten stonden: tot leven gekomen en grijnzende Pyreneeënreuzen wachtten de renners op, klaar om hen een mokerslag te verkopen.
Peanuts
Sainte-Marie-de-Campan is net als Luchon zo’n uitgesproken lieu de mémoire, een pleisterplaats uit het verleden van de Tour de France. In 1913 werd de Franse Tourfavoriet Eugène Christophe hier geconfronteerd met het noodlot. Een vorkbreuk remde Christophe in zijn raid naar geel. In die prehistorische tijden – zonder oortjes, volgwagens en immer parate mecaniciens – moest brave Eugène dan maar zelf het euvel zien te herstellen.
< Op de top van de Peyresourde: nu afdalen naar Arreau waar de Aspin wacht.
Een smidse in Sainte-Marie-de-Campan, vandaag een woonhuis voorzien van een gedenkplaat die herinnert aan dit voorval, werd voor enkele uren het werkatelier van Christophe. Maar de Tour was wel verloren. Gelukkig blijf ik van dergelijke pech gespaard. Mijn gestileerde carbonvork is intact gebleven. Laat de Tourmalet maar komen. In de eerste kilometers van de klim lijkt het een makkie te worden maar tegelijk zijn er de naakte cijfers en het besef je dat je in 17 km van 848 naar 2.115 meter moet fietsen. Met uitzondering van de eerste kilometers duikt de Tourmalet nauwelijks onder een gemiddelde stijging van 8%. Ik ken mezelf: dat is voor mij de limiet om mijn trappers soepel rond te krijgen. Alles boven de 8% doet me uit het zadel gaan en vergeefs mijn rechter schakelhendel naar binnen klikken. Maar met de Tourmalet is het anders, die percenten lijken peanuts. Op de Tourmalet: zat ik nog nooit ‘dik’ of
40 jaar later
< Een ezel (links!) op de Tourmalet.
< De Tourmalet: vanaf skistation La Mongie is het nog 4 km klimmen.
ging ik nog nooit door de rooie. Ik heb er geen verklaarbare reden voor. Is de Tourmalet ‘mijn’ col? Of is het de gedachte aan de legende die me vooruitstuwt? Of heb ik gewoon een goede dag? Zo goed als Merckx in 1969 zal
> Voor de Merckx van ’69 was de Aspin niet meer dan een amuse gueule. < ik alvast nooit worden, die zekerheid heb ik wel! Merckx koos de Tourmalet toen als zijn springplank naar zijn opperste triomf.
Sturm und Drang
In de Tour 2009 trekken de renners ook de Tourmalet langs deze kant
< Fietsen tussen de sneeuw. In 1969 was het hier bloedheet!
omhoog, in de rit naar Tarbes. En volgend jaar viert de Pyreneeënklepper zijn ‘100 ans dans le Tour de France’. In 1910 harkte Octave Lapize zich hier als eerste naar boven. In een tijd toen er geen versnellingen op die 20 kg wegende ‘koersfiets’ zaten. Geef toe: vandaag trappen we in de boter met een nauwelijks 7 kg wegende Merckx met 20 versnellingen. En toch is het nog altijd lastig. Vanaf skistation La Mongie is het nog vier kilometer naar de top. De weg versmalt en wordt nog steiler. Drie ezels op de weg maken er zich geen zorgen om. Ik wel. Dichtbij de top fiets ik tussen de sneeuwmuren. Hier pleegde Merckx zijn coup, gezwind ingeleid door de hondstrouwe Martin Van Den Bossche. Grinta!-collega Patrick Cornillie beschrijft het fijntjes in zijn boek ‘De Zomer van 1969’: “Het is een herculische inspanning, maar de twee Faema’s verpinken niet. Het lijkt wel als vanzelf te gaan, het is verdomd
alsof Van den Bossche en Merckx op een chopper de col opstomen, zoals Dennis Hopper en Peter Fonda in de Rocky Mountains, in de cultfilm Easy Rider. Dit is de zomer van 1969, dit is het tijdperk waarin alles kan.”
> Dichtbij de top van de Tourmalet fiets ik tussen sneeuwmuren. < En als er één is die in 1969 alles kon, dan was het wel Merckx. Zonder het echt te willen is hij alleen op de top van de Tourmalet en suist hij richting Luz-Saint-Sauveur. De Fransen Raymond Poulidor en Roger Pingeon, die achteraf zijn gevaarlijkste belagers in het klassement zouden blijken, weten niet wat ze zien maar laten Merckx begaan. “Die pakken we toch terug.” > Grinta! | 51
dossier merckx ’69 | Niet dus. Met nog 140 km voor de boeg was dat nochtans een logische gedachtegang. Alleen: niet de eerste de beste rijdt vooruit. Het is Merckx, vandaag één en al Sturm und Drang, die alles en iedereen – de natuur, zichzelf en de anderen – uitdaagt. De afdaling naar Luz, zeker het eerste deel, is machtig. En snel.
Groots, grootser, grootst
Vanaf Luz-Saint-Sauveur, net als Luchon een ideale standplaats om Pyreneeënklimmen (Luz-Ardiden, Hautacam en Cauterets liggen in de buurt) te verkennen, blijft Merckx
40 jaar later
plankgas geven. Door de Vallée de Luz. Het lijkt pure waanzin maar het is zò mooi. In Argelès-Gazost, aan de bevoorradingszone, lijkt Merckx een vogel voor de kat: de achtervolgers volgen op 300 meter. Maar Merckx plooit niet. Gààn! Op de vervelend oplopende weg richting Arrens-Marsous, de voet van de Col du Soulor, sprokkelt Merckx twee minuten bijeen. Het signaal voor Merckx om helemaal te ontketenen. De 7 km lange Soulor is het voorgeborchte van deze kant (de bekendste) van de Aubisque. Bovenop de Soulor is het landschap top. Jammer voor Eddy dat hij in 1969 niet
de tijd nam om af te stappen en te genieten. Die optie was er nochtans want zijn voorsprong was intussen aangedikt tot ruim 5 minuten. Tien kilometer verder, op de top van de Aubisque, bedroeg die al meer dan 7 minuten. De rotsige flanken van de Aubisque zijn groots. Maar het silhouet van Merckx dat er op die 15de juli langsheen schrijdt is nog grootser, zelfs grootst. Het is Merckx tegen allen, een blauwdruk van hoe het doorheen zijn hele carrière is geweest. 8 minuten is zijn voorsprong na een weergaloze duikvlucht richting Laruns en hij houdt die vast tot
finishplaats Mourenx-Ville-Nouvelle. Le maillot jaune is nooit geler geweest dan die dag. “Nooit kan een prestatie groter worden dan wat een mens op weg naar Mourenx heeft gepresteerd, nooit kan de verslagenheid bij de tegenstanders groter worden dan op deze bloedhete zomerdag”, verwoordt Karl Vannieuwkerke het in ‘Merckxissimo’. Ik ben blij dat ik vandaag mocht delen in Merckx’ glorie, al was het maar voor één miljoenste deeltje. > Kledij en accessoires Specialized (helm en bril), Bio-Racer (outfit), DeFeet (sokken), Gaerne (schoenen)
< Na de Soulor wacht enkel nog de Aubisque. In 1969 passeerde hier een ontketende Merckx.
dossier merckx ’69 |
40 jaar later
Midi-Pyrenees praktisch > Met de TGV naar de cols
Frankrijk is nog altijd vakantiebestemming nummer één voor de Belg. Reizen naar Frankrijk kan je met de trein vanuit het station Brussel-Zuid. Het TGV-netwerk ontsluit quasi heel Frankrijk. Voor een stressloos begin van je vakantie is zo’n treinreis een absolute aanrader. Want reizen met de auto vermoeit, duurt bovendien een stuk langer en is bovendien minder goed voor het milieu. En met het vliegtuig is het fietstransport niet altijd zonder risico. Kortom: sporen richting Franse cols is comfortabeler, sneller, veiliger en groener. In de TGV Brussel-Frankrijk kan je je fiets kwijt in een fietszak (maximum 90 op 120 cm) in het bagagekwartier van elk rijtuig. Het is vaak even puzzelen maar eens de zak is geïnstalleerd, nestel je je met een gerust gemoed in jouw zetel. Om de Pyreneeën te ontdekken spoor je naar de TGV-stations Narbonne, Carcasonne, Toulouse of zelfs Bordeaux. Daar huur je een wagen – bij Europcar genieten NMBS-klanten 10% korting! – en reis je verder naar je verblijfplaats in de Pyreneeën. Via de website van de NMBS, www.nmbs.be, lees je hoe je heel snel door heel Frankrijk kan sporen. Klik door naar ‘Reizen in Europa’ en vink dan jouw bestemming aan. Je raadpleegt er de lijst met bestemmingen, de dienstregelingen, de tarieven en je kan online reserveren. Bon voyage!
< Le Pic du Midi de Bigorre (2.877 m) kan je via La Mongie met een kabellift bereiken. Het is één van de attracties in de Hautes-Pyrénées.
Hautes-Pyrénées, ook al een subregio van de Midi-Pyrénées. Plaatsen als Arreau (aan de voet van de Aspin en Peyresourde, maar ook vlakbij Pla d’Adet en Val Louron), Bagnères-de-Bigorre (op 15 km van de voet van de Tourmalet), Luz-Saint-Sauveur (aan de voet van Luz-Ardiden, Tourmalet en vlakbij Gavarnie) en ArgelèsGazost (aan de voet van Hautacam en Soulor) zijn net zo goede uitvalsbases om de Pyreneeëncols te verkennen.
> Verblijftips
Kent u Laurent Fignon nog, de gebrilde tweevoudige Tourwinnaar met zijn paardenstaartje? U weet wel: de man die de Tour 1989 verloor met acht luttele seconden van Greg Lemond. Een voorval waar ‘le professeur’ niet meer aan herinnerd wil worden. In Gerde, een voorstadje van
> Standplaatsen
Wil je zelfs Merckx en de Tour 1969 achterna? Doe dat dan in etappes: maak er een volwaardige fietsweek van. Beklimmingen zijn er genoeg! Vanuit vier standplaatsen kan je de etappe tussen Bagnères-de-Luchon en Mourenx-Ville-Nouvelle aansnijden of (gedeeltelijk) ontdekken. Uiteraard is er de thermenstad Bagnères-deLuchon vanwaar je enkele bekende beklimmingen (Peyresourde, Superbagnères, Portillon, Port de Balès, Ares, Menté, Portet d’Aspet) in de Haute Garonne en Ariège Pyrénées kan ontdekken. Het zwaartepunt van deze reportage ligt echter in de 54 | Grinta!
Bagnères-de-Bigorre, vind je het Centre Laurent Fignon, dat is ondergebracht in het sporthotel Le Relais des Pyrenées. Vanuit het Centre organiseert Fignon ondermeer klimstages. Meer info via www.relaisdes-pyrenees.com. Leuk detail: het standbeeld van ‘Le Géant’, de fietsende reus die je tijdens de zomermaanden op de top van de Tourmalet vindt, staat ‘s winters aan dit centrum geparkeerd. Bij het openen van de Col du Tourmalet eind mei/begin juni, wordt ‘Le Géant’ weer verhuisd (!) boven de 2.000 hoogtemeters. Andere verblijftips zijn Hôtel Cityblue Corneille (Luchon) en vooral Hôtel de l’Arieulat (Argelès-Gazost).
> Toerisme in Frankrijk
< ‘Le Géant’ van de Tourmalet wordt jaarlijks naar het dal gehaald.
Via de website van Atout France, www.franceguide.com, verken je alle streken van Frankrijk en hun mogelijkheden voor de actieve fietser. Je kan ook terecht op het betalend telefoonnummer 0902 88 025 of je kan mailen naar
[email protected]. Informatie over de Midi-Pyrénées vind je op www.tourisme-midi-pyrenees.com; over de Hautes-Pyrénées op www.tourisme-hautes-pyrenees.com en de Haute-Garonne tenslotte op www.cdt-haute-garonne.fr n