18e jaargang 10 oktober 2012 redactioneel onafhankelijk magazine van de Hanzehogeschool Groningen | website: www.hanzemag.nl | e-mail:
[email protected] | Foto: Pepijn van den Broeke
3
check
Hanzemag.nl
WOONSPECIAL
Is jouw huis
brandveilig?
Pas op voor de vijftienprocentnorm!
Wonen in een
caravan
Afstuderen aan de Academie voor Popcultuur
Vrouwen van vroeger,
verleiding van vandaag
Stefan studeerde in juli af aan de Academie voor Popcultuur. Eind september presenteerden de studenten hun werk op de jaarlijkse afstudeershow in de Designfabriek in Leeuwarden. Stefans collages Vrouwen van Vroeger schitterde er, Stefan schitterde door afwezigheid. Op de zolder van poptempel Vera zeefdrukt Stefan Sloot (26) een poster voor een optreden van de Amsterdam Klezmer Band. De eerste laag inkt zit op het papier en de posters liggen te drogen in een rek. Vijftig voor Vera, tien voor Stefan. ‘Daarom was ik niet op mijn eigen afstudeershow, maar op het Flatstock, een jaarlijks posterevenement in Hamburg. Om mijn zeefdrukken te verkopen.’ Stefan is opgegroeid in Oosterwolde. Na de havo wilde hij niet direct het hogeronderwijs-diepe in, maar koos hij voor het mbo: Grafimedia aan de Friese Poort in Drachten. Stefan: ‘In het vierde jaar loop je het laatste half jaar stage. Het eerste half jaar kun je kiezen voor een voorbereiding op het hbo. Ik ging naar de Academie voor Popcultuur omdat het een prachtkans was om popcultuur en vormgeving te combineren. De stage kon ik ook op de Popacademie doen: een nieuw concept ontwikkelen voor Gronings talent voor het festival. Zo kon ik in één jaar het mbo afronden en mijn propedeuse halen.’ Stefan rolde gladjes het tweede jaar in van de Academie voor Popcultuur. Een ideale mix vindt hij: eerst het mbo en vervolgens het hbo. ‘Op het mbo leerde ik theoretisch veel over grafische software, op het hbo had ik daardoor de skills om vanuit een concept aan de slag te gaan. Op de academie zoek je alles van a tot z zelf uit. Je kiest zelf je docent, je schrijft je concept, je doet onderzoek, je brengt je eigen product aan de man, je benadert de pers, je maakt en presenteert je project. Het is zwemmen of verzuipen. Als je al kunt zwemmen, kun je beter om je heen kijken en je focussen op wat je wilt maken.’ Stefan ging bij zijn afstudeerwerk Vrouwen van Vroeger terug naar waar hij vandaag kwam: het vormgeven. ‘Leuk en aardig dat organiseren van evene-
menten, maar uiteindelijk wilde ik terug naar de basis. Aan mijn fascinatie voor collages wilde ik mijn eindpresentatie koppelen. Het pure knip- en plakwerk, met schaar, foto’s, boeken, karton, hout, lijm, spuitlijm, verf en potlood.’ Stefan deed onderzoek naar de stromingen en technieken en onderzocht per kunststroming de belangrijkste collage-artiesten. Van kubisme tot popart, van dada tot bauhaus. Hij probeerde alle technieken zelf uit en combineerde ze. Zo ontdekte hij welke technieken bij hem pasten en ontwikkelde hij zijn eigen stijl. ‘Ik maakte tijdens mijn onderzoek zo’n zestig collages. Het werd een constante dialoog tussen het theoretisch en experimenteel onderzoek. Door het toepassen van conclusies vielen er materialen af en betrok ik er weer andere mediums bij. De esthetiek was essentieel. Die keuze kon ik maken voor mijn afstudeerwerk. Het was geen commercieel werk, ik had mezelf als opdrachtgever.’ Stefan vindt het interessant om een nieuw verhaal te creëren door een plaatje, een verhaal, met een ander plaatje, ook een verhaal, te combineren. Vrouwen staan centraal in zijn expositie. Dames uit de jaren vijftig. ‘Geïnspireerd door muziek. Regels uit liedjes die ik fascinerend vind, gaan vaak over vrouwen. Die zinnen hebben hun eigen emoties. Daar heb ik negen emoties uit gefilterd waarmee ik negen kanten van de vrouw laat zien. Zoals liefde, kwaadaardigheid, onschuld, ondeugendheid… Daaruit is één kunstwerk ontstaan.’ Om te vermijden dat de emoties van de gezichten zijn te lezen, plakte Stefan de gezichten af en koos hij voor zwart-wit omdat aan kleur ook emoties zijn verbonden. Deze neutrale vrouwen vulde hij aan met maximaal twee of drie elementen die de emotie verbeelden. ‘Het
2 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
project sluit naadloos aan op wie ik ben. Mijn werk is rustig en minimalistisch. De kunst van het weglaten. Ik ben zelf ook niet iemand die op de voorgrond treedt. Ik neem op en vat samen.’ Over de poster van de Amsterdam Klezmer Band moet een tweede laag inkt. Bruin over geel. Het ontwerp is rustig en overzichtelijk. Witte lijnen uitge-
spaard op een geel vlak. De tekst is er allesbehalve schreeuwerig in verweven. Stefan hoopt op een toekomst in de muziekvormgeving. ‘Op dit moment pak ik alles aan. Er is weinig werk. Maar het liefst wil ik iets gaan betekenen in de popcultuur.’ Loes Vader www.studiocaptain.nl
Foto: Nathalie Bever
INHOUD
HOME
Pagina 8 Versus Zijn er te weinig studentenwoningen of deugen ze niet? Pagina 9 Bij de Les Lessen in empathie van de Japanse meester Kanamori Pagina 10/11 Van studentenhuis tot stacaravan. Een reportage over anders wonen Pagina 12/13 De vijftienprocentnorm gaat studenten toch hun kamer kosten
14/15
Pagina 14/15 Brandveiligheidscheck in een studentenhuis. ‘Als hier brand uitbreekt, zijn we allemaal dood’ Pagina 17
Item Verliefd op een sms’je
Page 4 int
South-African students in Groningen: ‘Suddenly I feel like I’m a grown woman’
17 10/11
Colofon HanzeMag is het redactioneel onafhankelijke magazine van de Hanzehogeschool Groningen. Het blad verschijnt maandelijks.
Hoofdredactioneel
Redactie-adres Zernikeplein 7 A0.04 en A0.05, Groningen Postadres Postbus 30030, 9700 RM Groningen T 050 5955588 • F 050 5955590 E
[email protected] I hanzemag.nl & hanzemag.com Redactie Chris Wind Boudewijn Otten Luuk Steemers Rina Tienstra Loes Vader
9
hoofdredacteur 050 5955585
[email protected] (eind)redacteur 050 5955582
[email protected] redacteur 050 5955581
[email protected] redacteur 050 5952570 r.h.tienstra-
[email protected] redacteur 050 5955588
[email protected]
Fotografie Pepijn van den Broeke - www.pepijnfoto.nl Redactie HanzeMag Lay-out Renée Zaal - www.reneemedia.nl Basis lay-out Art Studio - Groningen Productie Redactie HanzeMag & Grafische Industrie De Marne B.V. Oplage: 6.000 Advertenties Bureau Nassau 020 6230905
[email protected] Abonnementen 60 euro per jaar 050 5955588
[email protected]
8
Excellent ‘Excellent bén je niet, dat wórd je’, zei minister Marja van Bijsterveldt op de Roosevelt Academy. ‘Excelleren vraagt om doorzettingsvermogen en uithoudingsvermogen, om focus en reflectie. Uitblinkers richten zich volledig op hun doel en onderweg proberen ze te leren van hun prestaties.’ Van Bijsterveldt citeerde schrijver Malcolm Gladwell die zegt dat het predicaat wonderkind niet genoeg is. ‘Iedereen zal zo’n tienduizend uur moeten oefenen om te kunnen excelleren.’ De Hanzehogeschool stuurde op 24 september een persbericht de wereld in. Hanzehogeschool krijgt predicaat excellent van reviewcommissie Van Vught. OOG TV nam het over op de website: Hanzehogeschool is excellent. RTV Noord deed daar niet voor onder: Hanzehogeschool is excellent en mag geld verwachten. Raar, want de reviewcommissie deed helemaal geen onderzoek naar het onderwijs op de Hanzehogeschool. Ze boog zich slechts over de HG-toekomstplannen. En ja, die bestempelt de commissie als excellent. Daar kun je trots op zijn, maar daarmee mag je de HG nog niet excellent noemen. In 2010 bezocht hoogleraar Ontwikkelingspsychologie Remy Rikers de HG. Hij vertelde hetzelfde als de minister en verwees naar de theorie van de Zweedse wetenschapper Anders Ericsson: ‘In die tienduizend trainingsuren moet je je vooral focussen op dingen waarin je niet goed bent. Zo blijken topkunstschaatsers tijdens de training veel vaker te vallen dan minder goede kunstschaatsers. De laatsten richten zich vooral op het perfectioneren van dingen die ze al beheersen. De toppers steken juist veel tijd in het aanleren van nieuwe moeilijke sprongen.’ De HG wil dus een nieuwe sprong wagen. Bewonderenswaardig, maar het vergt flink oefenen. Wonderkinderen bestaan niet, wonderscholen ook niet. Chris Wind
[3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 3
Tijdens de doorloop in de Machinefabriek op 21 september bracht Het Noord Nederlands Toneel de komedie Don Juan. Het stuk waarin de klassieke verleider alle regels aan zijn laars lapt, speelt in het Nederland van 2012. Vier stagiairs van Dansacademie Lucia Marthas maken deel uit van de cast: Maaike de Kruif, Charmaine Kloof, Jenice de Haan en Marrit Nicolai. Momenteel speelt het stuk in theaters in heel Nederland en België. Op de foto (vlnr): Meral Polat (onder in de zuil), Jenice de Haan (boven, op haar knieën), Maaike de Kruif (Pamela Anderson), Jack Vecht (koning), Charmaine Kloof (met tennisracket), Peter Vandemeulebroecke (Don Juan), Ko van den Bosch (beveiliger) en Malou Gorter. Op 12, 13 en 14 november speelt het NNT in de Groningse Stadsschouwburg. 4 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
[3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 5 Foto: Luuk Steemers
HANZEMAG.NL Fysiotherapie stopt met loting De opleiding Fysiotherapie van de Hanzehogeschool gaat met ingang van het studiejaar 2013-2014 de instroom van 285 opleidingsplaatsen zelf selecteren. Sinds kort kunnen hogescholen en universiteiten voor opleidingen met een loting zelf voor 100% studenten selecteren; voorheen was dit percentage maximaal 50%. De opleiding Fysiotherapie werkte tot nu toe met 25% decentrale selectie voor specifieke groepen: internationale studenten, topsporters en studenten die een verkorte opleiding volgen. Bij de instroom voor het studiejaar 2013-2014 gaat dit veranderen. De opleiding start dan met 100% decentrale selectie, waarbij 25% van de plaatsen gereserveerd blijft voor bovengenoemde doelgroepen. De Hanzehogeschool hoopt dat dit een positief effect heeft op het studiesucces van studenten. Elke student met een vwo-, havo- of mbo niveau 4-diploma kan zich aanmelden voor decentrale selectie. Studenten die een gemiddeld eindcijfer van 8 of hoger halen worden direct toegelaten. Aspirant-studenten moeten zich vóór 1 februari 2013 aanmelden via studielink. Daarna krijgen ze van de opleiding Fysiotherapie een vragenlijst. Studenten die voldoen aan de toelatingseisen en de vragenlijst volledig hebben ingevuld voor 1 maart 2013, worden uitgenodigd om deel te nemen aan een assessment. Als zich meer dan 400 studenten aanmelden, worden de studenten uitgenodigd op volgorde van binnenkomst van de vragenlijst. Tijdens het assessment worden studenten geselecteerd op basis van aanvullende selectiecriteria, zoals competenties, motivatie en verwachtingen. Tijdens de Open dag op zaterdag 10 november 2012 wordt de procedure voor decentrale selectie toegelicht.
‘Leren is een gedeelde activiteit’ John Zubizarreta is expert op het gebied van talentonderwijs. De voormalig Professor of the Year (2010) was één van de hoofdsprekers op het eerste Excellentiecongres van de Hanzehogeschool. Hoe voorkom je dat een honours-student zich elitair gaat voelen? ‘Ik vertel de studenten in mijn honours-programma altijd dat ze veel privileges hebben, maar dat daarmee ook verantwoordelijkheden komen. Eén van die verantwoordelijkheden is dat ze moeten zorgen dat ze hun talent delen met andere studenten. Ze moeten niet alleen de moeilijke vragen van de professor beantwoorden, maar juist hun blik richten op de andere studenten en vragen wat zij ervan vinden. Hun taak is om de passie voor leren die zij voelen, te delen met de rest van de klas.’ Studenten zoeken toch zelf wel naar een slimme student als ze hulp nodig hebben? ‘Ik denk dat je te optimistisch bent. De meeste studenten leren the private way. Het onderwijssysteem, vooral in de VS, is enorm competitief. That’s really a shame. Want wat we hebben geleerd uit onderzoek is juist dat leren een gedeelde activiteit is. Hoe meer je kunt samenwerken en kennis kunt delen, hoe meer je persoonlijke kennis toeneemt. Daarnaast is het een perfecte manier om je voor te bereiden op de echte wereld.’ Maar die theorie werkt toch net zo goed in een gewone klas? ‘Juist die focus op samenwerking is enorm moeilijk
te bereiken wanneer je les geeft aan enorme klassen. Honours-klassen zijn kleiner. Daarom is het veel makkelijker om te experimenteren, te innoveren. Excellente studenten staan ook open voor experimenten, daar worden ze immers deels op geselecteerd. Wanneer blijkt dat een nieuwe methode goed werkt in een honours-klas, kun je zo’n methode ook gaan gebruiken in andere klassen. Uit ervaring weet ik dat ontzettend veel vakken die ontstonden als honours-vakken, nu reguliere vakken zijn geworden. Een honours-programma is uiteindelijk ook enorm nuttig voor het reguliere onderwijs.’ Chris Wind Check hanzemag.nl voor het volledige interview met Zubizarreta
Foto: Luuk Steemers
Kick-off Energy Academy Europe Op donderdag 20 september werd in het Atrium van de Hanzehogeschool de aftrap gegeven van de Energy Academy Europe (EAE). De EAE is een nieuw topinstituut waar energieonderwijs,onderzoek en innovatie samenkomen. GasTerra, Energy Valley, de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool werken binnen de EAE samen met als doel Nederland en Groningen een vooraanstaande positie te geven op het gebied van energie en duurzame brandstoffen. Charles Groenhuijsen presenteerde de middag. Na een aantal speeches, presentaties, interviews en interactieve momenten werd het EnTranCe, het open onderzoeksinstituut van de EAE feestelijk geopend. Gezocht: studenten met een mening HanzeMag zoekt voor komend jaar enkele nieuwe studenten voor haar redactieraad. De redactieraad adviseert de hoofdredacteur over het beleid van HanzeMag, op het gebied van persvrijheid, financiën, inhoud en vorm. De raad vergadert vijf keer per jaar. Uitstekend voor je cv, en je krijgt nog een onkostenvergoeding ook: 20 euro per vergadering! Belangstelling? Mail Chris Wind,
[email protected] of Loes Vader,
[email protected] of kom langs op de redactie, Zernikeplein 7, kamer A0.04.
Voor de volledige stukken en nog veel meer nieuws, ga naar hanzemag.nl
Foto: Luuk Steemers
Op 8 oktober openden collegevoorzitter Henk Pijlman en Jan Jacob van Donselaar, CEO van Eurest, de espressobar in de A-vleugel bij de Van OlstToren. ‘De bar trekt dagelijks al 150 tot 200 bezoekers’, zegt accountmanager Dick Schievels van Eurest. ‘Dat komt prima overeen met onze verwachtingen. Veel mensen waarderen onze koffie en de mogelijkheid om even lekker in een mediterrane sfeer te vertoeven.’ Eurest schreef een prijsvraag uit voor de naam. Uit ruim honderd inzendingen werd de winnaar gekozen: espresso&zo. Foto: Luuk Steemers
Maaike neemt drempels weg 20 September was een belangrijke dag voor Maaike Kersten (23). Op die dag verrichtte de door spina bifida aan een rolstoel gekluisterde vierdejaars Sociaal Juridische Dienstverlening de officiële opening van zes speciaal aangepaste kamers voor studenten met een beperking aan het Wielewaalplein. De beloning voor jaren knokken. Je hebt je hier vijf jaar voor ingezet. ‘Toen ik wilde gaan studeren bleek dat er nauwelijks aangepaste kamers bestaan voor studenten met een beperking. Ik heb toen met mijn moeder – die veel contacten heeft bij woningbouwcorporaties - de stichting Wiel & Deal opgericht. Woningbouwvereniging Lefier zag er wel wat in. Ze wilden best wat appartementen reserveren in de jongerenflat die ze gingen bouwen aan het Wielewaalplein. Nadat we dat hadden bereikt zijn we druk bezig geweest om subsidies te vergaren, zodat we aanpassingen aan de kamers konden bekostigen zoals ruime toiletten, lage aanrechten en het verwijderen van drempels.’ Dat is blijkbaar goed gelukt. ‘We hebben twee jaar geleden zelfs de Nationale Zorgvernieuwingsprijs gewonnen: 75.000 euro. Er zijn nu zes appartementen klaar. In één daarvan woon ik zelf. Ik geniet er met volle teugen van. Op 20 september mocht
ik de officiële openingsspeech houden. In totaal komen er zes aangepaste kamers.’ Hoe zit het met de hulpverlening aan de bewoners? ‘De specialistische hulp krijgen we van Buurtzorg. Daarnaast heb ik contact gelegd met het bedrijf van een Amsterdamse oudstudent Verpleegkunde, Thuiszorg Emile, dat met studenten werkt. Teams van dat bedrijf komen nu voor de huishoudelijke hulp. Af en toe gaan ze ook mee shoppen of organiseren ze een uitstapje. Hartstikke gaaf!’ Wiel & Deal is nu zeker niet meer nodig. ‘Ik zit nog steeds in het bestuur van de stichting. De komende tijd bespreken we wat we in de toekomst gaan doen. Ik verwacht dat we nog een tijdje blijven bestaan. We willen ons ook inzetten voor aangepaste woonruimte voor studenten in andere steden.’ Luuk Steemers www.wielendeal.nl [3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 7
HOME
Versus Tekort aan studentenwoningen?
De eerste landelijke monitor studentenhuisvesting voorspelt dat er tot 2019 zo’n 33.000 extra wooneenheden voor studenten moeten komen in Nederland. Is Groningen klaar voor nog meer studenten? Pieter Bregman ziet vooral een kwalitatieve vraag, Jos van Rooij is bang dat er best weer eens een tekort aan studentenkamers kan ontstaan.
Jos van Rooij, raadslid Student & Stad
Pieter Bregman, directeur woningcorporatie Nijestee
‘Ik denk dat de plannen van de gemeente niet voldoende zijn. Ik ben op zich een voorstander van het plan om 4500 wooneenheden voor studenten te realiseren, maar het lijkt erop dat dat aantal bij lange na niet gehaald zal worden voor 2015. Het wordt nu een beetje op de lange baan geschoven. Dat is gevaarlijk, want uit de monitor blijkt wel dat er flink bijgebouwd moet worden. Uitstel kan ervoor zorgen dat de situatie de komende jaren nijpender wordt. ‘De gemeente kijkt vooral hoe lang studenten ingeschreven zijn bij woningcorporaties en baseert daarop haar oordeel over woningnood. Ik denk dat ze het probleem onderschatten. Veel studenten hebben moeite om een kamer te vinden. En anderen hebben misschien een kamer, maar dan eentje waar nauwelijks een bed in past. Ik vind het te makkelijk om te zeggen dat er geen woningnood is in Groningen. ‘De gemeente spreekt tegen dat er een tekort is en zegt dat Bouwjong vooral bedoeld is om betere kwaliteit te bieden. Dat geloof ik eerlijk gezegd niet. Eigenlijk vindt de gemeente ook dat er te weinig kamers zijn, want in hun ogen zijn heel veel kamers geen volwaardige studentenkamers. Dat zijn bijvoorbeeld kamers die voor veel overlast zorgen door slechte isolatie, oftewel kamers waar eigenlijk helemaal geen studenten zouden moeten wonen. Daarmee zeggen ze eigenlijk dat er dus wél een tekort is aan studentenkamers. Dat noemen ze dan een kwalitatief tekort, maar het blijft een tekort. ‘Er is in Groningen een kwalitatief maar ook zeker een kwantitatief tekort aan studentenwoningen. Bouwjong zou een goede verbetering zijn voor het probleem, maar dan moet het wel sneller worden uitgevoerd. En een volledige oplossing is het volgens mij ook niet. Wat mij betreft schaffen we morgen nog de vijftienprocent norm af, dat zou een goede start zijn.’
‘De kwantiteitsbril die veel mensen opzetten deugt niet, er is altíjd alleen maar een kwalitatieve vraag. In omliggende dorpen is krimp, daar zouden studenten goedkoop en ruim kunnen leven. In een half uurtje ben je in de stad. Maar dat willen studenten niet. Dat is best begrijpelijk, maar dat bewijst wel dat je de kamernood moet benaderen als een kwalitatief probleem. ‘Er moeten duizenden studenteneenheden bijkomen, maar dat kun je alleen halen met grootschalige projecten. Maar daar zit nu juist het probleem. Beleggers zijn momenteel schichtig, er is weinig bereidheid om zo’n groot financieel risico te nemen. Juist daar merk je dat er vooral een kwalitatieve vraag is. Studenten hoeven niet per se in jouw gebouw te wonen, dus is het maar zeer de vraag of je zo’n megacomplex wel vol krijgt. ‘Natuurlijk kun je zeggen dat de vrije markt zoiets zelf wel regelt. Als studenten luxer willen leven, passen huisjesmelkers zich daar wel op aan. In die zin werkt de markt prima, maar dan krijg je dus leefstijlconflicten zoals je die nu in veel straten vindt. Ik vind ook dat een echte liberaal eigenlijk niet mag zeuren over zijn studentenburen, dat krijg je nu eenmaal als je de markt volledig vrij laat. Om de stad leefbaar te houden, moet je grip houden op de woningmarkt, dat is nu wel bewezen. ‘Op den duur zullen er minder jongeren in de regio wonen. Willen de Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool blijven groeien, dan zullen ze dus op zoek moeten naar studenten van verder weg. Dat kunnen studenten zijn uit andere regio’s, maar ook studenten uit het buitenland. Om die te lokken, moet je kwaliteit bieden. Niet alleen op het gebied van onderwijs, maar ook in het woningaanbod. Er moet dus zeker bijgebouwd worden, maar enkel en alleen vanuit een kwalitatieve benadering.’ Chris Wind
8 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
Japanse leerlingen moeten goed presteren en volgzaam zijn. Maar meester Kanamori heeft een heel andere methode: zijn lessen zijn (levens)lessen in empathie. Zijn verhaal gaat er op de Hanzehogeschool in als een Merci-chocolaatje in een onderwijzeres.
bij de les
Tranen uit Kanazawa en Koekangerveld Hanny van Putten mag op het podium komen. Althans, ze wil het zelf. Als ze het trappetje is opgelopen blijkt ze meer dan een kop groter dan meester Kanamori. De overvolle Appel lacht gul. Maar niet lang, want Hanny, een onderwijscoach voor mensgericht en life-based onderwijs uit Koekangerveld, mag op uitnodiging van de Japanse onderwijzer vertellen wat handen voor haar betekenen. Hanny’s vader is een tijdje geleden overleden. ‘Bij de begrafenis’, zo zegt Hanny, ‘hebben mijn zus en ik zijn handen benadrukt. Hoe hij ons ermee troostte als we verdriet hadden, er gewoon eens een aai over de bol mee gaf of als hij ons voor straf stevig vastgreep. Of toen hij…’ Hanny’s stem begint te beven, haar bovenlip te trillen, ‘… sorry, hoor, het komt allemaal…’ Ze herneemt zichzelf. ‘Toen hij met z’n hand onze ruggen steunde toen we leerden fietsen.’ Toshiro Kanamori reisde twee weken langs onderwijzend Nederland om zijn pedagogische aanpak uit de doeken te doen. De Hanzehogeschool is op 12
september het laatste adres. Veel van de vierhonderd toehoorders kennen Kanamori’s methode al van de film Children Full of Life, maar de organisatie vond het nuttig om hem nog eens te bekijken. Er wordt nogal wat gehuild in de film over de schoolklas in het Japanse Kanazawa. De kinderen mogen iedere dag hun hart luchten, in schrift en in woord. Het onderwerp doet er niet toe. Als de kinderen maar op de hoogte raken van wat de andere leerlingen denken en voelen. De kinderen geven flink wat zielenroerselen prijs: het verdriet over het plotselinge overlijden van een vader tot en met de schaamte over het pesten van een klasgenoot. Dat laatste is uit den boze, want de stelregel van meester Kanamori is: als één van de leerlingen niet gelukkig is, is geen van de leerlingen gelukkig. Naarmate het jaar vordert, raken de kinderen sterker op elkaar betrokken, Kanamori’s levenslessen zijn lessen in empathie. En dat is uitzonderlijk in het Japanse onderwijs dat zich kenmerkt door de nadruk op goed presteren en
volgzaamheid. Het keizerrijk eiste dat onderwijs het volk zou opvoeden tot gedweeë onderdanen. Onderwijzers die dat niet onderschreven riskeerden vóór de tweede wereldoorlog zelfs de doodstraf. ‘Onderwijs’, zo vangt de 65-jarige meester zelf na de pauze aan, ‘is kinderen bewustmaken van het belang van het vanzelfsprekende.’ Want waarover praatten de Japanners na de tsunami van 11 maart 2011? ‘Niet over abstracte zaken, niet over grootse dingen, maar over het wegvagen van alles wat voordat de grote vloed kwam, doodnormaal was.’ Japanners zijn, sterker dan westerlingen, onderdeel van een groep. Meester Kanamori erkent dat, maar hij miskent de individualiteit niet. ‘Ieder kind is uniek en moet worden aangespoord om de juwelen in zichzelf te ontdekken.’ Zelf ontdekte Kanamori zijn unieke zelf, toen hij als jochie een meisje een potlood gaf en per ongeluk haar hand aanraakte. ‘Het voelde heel zacht en warm aan. Daarna voelde ik mezelf ook zacht en warm worden. Dat gevoel bleef
Foto: Pepijn van den Broeke
dagen hangen. Het was overweldigend en verwarrend.’ Die verwarring vloog heen, toen de kleine Toshiro Kanamori ontdekte dat hij die gevoelens kon neerpennen met hetzelfde potlood waarmee deze kalverliefde begon. ‘Dat was het moment waarop het voor het eerst tot me doordrong dat kleine dingen van wezenlijk belang zijn. Een potlood en een hand.’ Dan mag iemand vertellen wat een hand voor hem of haar betekent. Hanny van Putten, onderwijscoach uit Koekangerveld, is er als de kippen bij. Zij doet het verhaal over haar vaders hand. Meester Kanamori kan er geen woord van verstaan, maar hij voelde ‘de afstand tussen onze harten heel klein worden’. Dat is nog steeds zo als hij de vertaling van Hanny’s woorden hoort. ‘Als je je emoties open naar voren brengt, vloeit daar liefde en eerbied uit voort.’ Als de Japanse meester om vijf uur een afscheidsboeket in ontvangst neemt, klettert een ovationeel applaus op hem neer. Boudewijn Otten
[3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 9
Van studentenhuis tot stacaravan
‘Dat bad maakt elk gemis aan luxe goed’ Sannekes wooncarrière begon in een studentenhuis waar de kratten bier tot aan het plafond gestapeld stonden. Nu geniet ze van rust en ruimte in haar hutje op de Bruilweering.
Hier en daar begint de kastanje zijn bladeren geel te kleuren. Opengespatte stekelige bolsters naast glanzende goudbruine kastanjes. Paddenstoelen schieten uit de bemoste grond en halfvergane boomstronken. Zilveren spinrag tussen het nog groene loof. Dauwdruppels die flonkeren als diamantjes in de vers gesponnen webben. Sanneke (29) geniet in de hangmat voor haar caravan van de vroege herfstzon. De poes van buurman Carlo vraagt luid spinnend om aandacht. Sanneke studeerde in 2011 af aan de opleiding Dramatherapie aan de Stenden Hogeschool en doet nu de opleiding
POH-GGZ (Praktijkondersteuner Huisartsenzorg Geestelijke Gezondheidszorg) bij HanzeConnect. Ze werkt bij een huisarts, in een restaurant en als vrijwilliger bij een yogastudio om zo haar eigen lessen te bekostigen. Sinds augustus woont Sanneke in de stacaravan van een vriendin op de Bruilweering, een volkstuinencompex ten zuiden van het Stadspark. Met een logeercaravan voor gasten in de tuin. ‘Jammer dat het tijdelijk is’, glimlacht ze terwijl ze van haar thee nipt. ‘Een huisje in het bos onder de rook van Groningen. Het is al jaren mijn droom om op zo’n fantastisch plekje te wonen.’
10 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
Buitenkansje Tien jaar geleden ging Sanneke voor het eerst op kamers. In een écht studentenhuis. ‘Zo’n horrorhuis met bierkratten tot aan het plafond en huisgenoten die liever hun billen aan het schoonmaakrooster afvegen dan de wc schoonmaken. Via een kamer boven toentertijd mijn stamcafé Danskroeg Storm en nog een poging van een half jaar in een hardcore studenthuis, belandde ik in de Bankastraat. Daar heb ik prima gewoond. Een vriendin had daar een huis gekocht en ik huurde de bovenetage. Ik heb ook nog een tijdje in Leeuwarden bij twee oudere mensen gewoond.
Mijn kamer in Groningen had ik opgezegd toen ik een paar maanden naar Chili ging met mijn toenmalige vriend die daar een stuk land heeft waarop hij een huis bouwt. Na Chili ging ik stage lopen in Sneek en iedere dag op en neer tussen Groningen en Sneek, nee dank je. Die mensen hadden een soort pleeghuis voor kinderen van de eilanden gehad. Er zaten geen sloten op de deuren en ik had een beetje het gevoel dat ik bij een nieuwsgierige oom en tante inwoonde. Een beetje privacy vind ik nu ook heel belangrijk.’ Na het nieuwsgierige huisbazenkoppel in Leeuwarden werd Sanneke door haar
HOME beste vriendinnetje voorgedragen bij CareX, het Groningse bureau voor antikraakwoningen. ‘Ik kon een bezemkast huren in een oude school. Heel gezellig, naast mijn vriendin en samen met een hoop leuke mensen. Maar omdat een aantal gebouwen van CareX op dit moment een nieuwe bestemming krijgen, waaronder twee scholen en het voormalige belastingkantoor, komen er veel mensen op straat te staan. Dat wilde ik niet afwachten. Toen dit buitenkansje zich via Facebook aandiende, kwam een lang gekoesterde wens uit. Hier was ik precies aan toe.’ Tobbe met boszicht Sanneke heeft een paar zonnige zomermaanden op de Bruilweering achter de rug. De kwetterende mussen, de zingende merels en de wind die zachtjes door de bomen ruist. De geur van vers gemaaid gras. Een glas wijn bij een knappend houtvuur op een zwoele zomeravond. Nu de herfst in aantocht is, besteedt Sanneke haar zonnige zondagmiddagen aan het sprokkelen van aanmaakhoutjes voor de houtkachel. ‘De luxe van de cv opendraaien heb ik ingewisseld voor de romantiek van de Jøtur, de Rolls Royce onder de houtkachels’, knipoogt ze. ‘Ik hoor van mijn buren dat het ’s winters bikkelen is en ik ben een koukleum. Ach, ik zie het wel. Als het me echt te koud wordt, kan ik altijd naar mijn vriendje in de stad vluchten. Even spontaan een nachtje niet thuiskomen als het vriest, is er niet meer bij, want de wc moet leeg anders vriest de pot kapot. En alle waterleidingen moeten op tijd worden afgetapt. Sowieso is onverwacht ’s avonds thuiskomen wennen als je door een donker Stadpark moet fietsen. Er zijn meiden die het gewoon doen. Mijn vriendje vindt het eng en wil niet dat ik in donker door het park fiets. Zelf wil ik het
Foto:'s Luuk Steemers
niet als een belemmering ervaren. Het is straks om vijf uur al donker. Gelukkig heb ik een auto tot mijn beschikking. Een fluitje, een hondenriem en een denkbeeldige viervoeter Satan, wil vast ook helpen om opdringerig volk op een afstand te houden.’ Het bos kalmeert Na tien jaar van studentenkamer naar bezemkast is een eigen plek zonder veel geluidsoverlast Sanneke goud waard. ‘Na jaren mijn wc, keuken en badkamer met anderen te hebben gedeeld, vind ik het heerlijk om in mijn eigen tobbe te stappen. Het ligbad met zicht op het bos is natuurlijk ook heel idyllisch. Het mooiste plekje in huis. Net
zoals het superfijn is om ’s ochtends de openslaande deuren te openen en met een bakje yoghurt op het trapje voor Mijn Hutje te genieten van de stilte en de boslucht. Al woon ik tweehonderd meter van de A7, de bomen dempen het verkeersgeluid. Het bos kalmeert. Het werkt als een meditatie, het is goed voor je geest. Stress die ik van mijn werk of uit de stad meeneem, valt meteen van me af als ik hier uit de auto of van mijn fiets stap. Onthaasten gaat hier vanzelf, ook omdat alles meer tijd kost. Ik leef met de seizoenen en de natuur. Samenwerken met de natuur is een luxe die je in de stad niet kent. Ik denk dat ik de winter zelfs meer ga waarderen. Het klinkt een beetje dubbel maar ondanks
dat je hier in het bos hartstikke vies wordt, voel je je toch schoner. Misschien omdat de boslucht zo lekker ruikt? Misschien omdat ik hier geen televisie heb met ranzige programma’s en opdringerige reclames? Of omdat ik gewoon schoner leef? Milieuzuiniger. Ik baal als ik het buitenlicht een nachtje heb laten branden. Om het ligbad te vullen, moet de boiler een uur op de hoogste stand voorverwarmen. Water is drie keer zo duur als in de stad. Een bad wordt daardoor een feestje. Met kaarsen, een boek en een scheut bio-badschuim. Ja, dat bad maakt elk gemis aan luxe goed.’
Tekst: Loes Vader
[3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 11
Vijftienprocentnorm moet studenten beter over stad spreiden
‘We hopen schrijnende toestanden
te kunnen voorkomen’
Niet meer dan vijftien procent van de huizen in een straat mag een kamerverhuurpand zijn. De vijftienprocentnorm van de Gemeente Groningen moet studenten evenwichtiger over de stad spreiden zodat overlast minder vaak voorkomt. Er moeten studenten verhuizen, weet Erwin Tollenaar, projectleider Wonen van de Gemeente Groningen. Laat je niet zomaar wegjagen, waarschuwt bestuurder Jan Munters van de Groninger Studentenbond. Is deze vijftienprocentnorm echt noodzakelijk? Tollenaar: ‘Vroeger woonden in een herenhuis een gezin met vier of vijf mensen. Nu wonen in datzelfde huis tien of twaalf studenten. Dat betekent dat zo’n woning veel intensiever wordt bewoond. Daar hebben omwonenden sneller last van en natuurlijk zijn studenten in de regel jonger en levenslustiger. ‘De Gemeente wil in geen enkele straat studentbewoning verbieden. Studenten zijn in onze stad van harte welkom. In de meeste straten gaat het prima, maar ondertussen moeten we ook rekening houden met gebieden waar het studentenleven botst met dat van de andere Stadjers. De norm richt zich trouwens niet alleen op studenten, maar op alle kamerhuurders: dus ook bijvoorbeeld op ouderen, gehandicapten of Antillianen.’ Munters: ‘Wij zijn beslist geen voorstander van de vijftienprocentnorm. Het is een beperking van de mogelijkheden van studenten, een vrijheidsbeperking. Wij vinden dat studenten niet per se overlast veroorzaken en als ze dat wel doen, dan zijn er betere manieren om dat aan te pakken. We vinden het bijvoorbeeld beter om in gesprek te gaan met studenten. Desnoods moet de politie eraan te pas komen. Studenten moeten zich gewoon net als ieder ander aan de regels houden. En dat gebeurt ook heel vaak, ook in straten waar de norm wordt overschreden, zoals in de Jozef Israëlsstraat. Dat is een straat met veel studenten en jonge gezinnen. De
norm van vijftien procent mag daar nu worden overschreden omdat er geen overlast is.’ Tollenaar: ‘Als vanouds wonen in de Jozef Israëlsstraat veel studenten, waarschijnlijk is meer dan de helft van de bewoners student. Het gaat er inderdaad vrij goed, maar dat wil niet zeggen dat daar helemaal geen problemen zijn. Waarschijnlijk zijn de mensen daar zo gewend aan studenten dat het gevoel van overlast minder groot is dan in wijken waar studenten nog niet zo lang in groten getale wonen, waar mensen het gevoel hebben dat de straat veranderd is. Bovendien hebben we daar de laatste tijd ineens veel klachten van een bepaalde groep bewoners. Overlast is vaak afhankelijk van een paar bewoners. Er hoeft maar ergens een groepje luidruchtige studenten bij elkaar in een pand te zitten, en je hebt veel klachten. Als er dan weer een paar verhuizen, is het zo weer voorbij, maar intussen is het wel heel vervelend voor de omwonenden.’ De regeling bestaat al een paar jaar. Waarom is er pas dit jaar ophef? Tollenaar: ‘De hoogte van de norm stond niet van tevoren vast. In 2010 begonnen we te experimenteren met een norm van 25 procent voor het gebied buiten de binnenstad. Dat verliep goed. We zagen al dat we sommige straten op slot moesten doen en dat er een betere spreiding van studenten over de stad ontstond. In 2011 is toen in de gemeenteraad de norm van vijftien procent vastgesteld. De raad heeft daarbij de eis gesteld dat de gemeente de norm
12 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
daadwerkelijk moest handhaven én dat we illegale kamerverhuurpanden moesten aanpakken. We zijn begonnen met controleren in straten waar de norm van vijftien procent nog niet werd overschreden. In die straten konden de huisbazen van illegale panden toch een vergunning krijgen, al was dat wel met een flinke boete. Dat verliep vrijwel probleemloos.’ ‘Dit jaar zijn we begonnen met controle van verhuurpanden in de straten waar de norm wel wordt overschreden. Het gaat om de Korrewegwijk, de Schildersbuurt, de Zeeheldenbuurt en de Oosterparkwijk. En nu was er wel gedoe. Als de inspecteurs een illegaal pand ontdekten, betekende dat automatisch dat studenten uit hun kamer moesten. Eén van de eerste studenten die zo’n slecht bericht kreeg was een Duitser. Die dacht dat duizenden studenten zomaar op straat zouden worden gezet en heeft een Facebook-groep opgericht. Het Duitse blad Der Spiegel kreeg daar lucht van en publiceerde een artikel waarin het leek dat duizenden studenten in Groningen zomaar hun kamer zouden worden uitgezet. Dat veroorzaakte nogal wat consternatie.’ De GSb vindt dat er niet goed is gecommuniceerd. Munters: ‘De gemeente heeft twee jaar de tijd gehad om één en ander aan de studenten uit te leggen. Dat is niet goed gebeurd, en daardoor is al die consternatie ontstaan. Vooral internationale studenten waren rond die tijd bang en bezorgd. Dat is begrijpelijk. Je bent in een vreemd land en dan voel je
je eerder machteloos. Zeker omdat er de Gemeente naar onze mening slecht heeft gecommuniceerd over de vijftienprocentnorm. Er waren veel onduidelijkheden.’ Tollenaar: ‘We hebben inderdaad fouten gemaakt. We waren niet goed voorbereid. Het eerste deel van het experiment met de norm verliep zó soepel dat we het wellicht hebben onderschat.’ Hoeveel studenten moeten er gedwongen verhuizen? Munters: ‘We schatten dat uiteindelijk zo’n 150 studenten uit hun kamer moeten vanwege de vijftienprocentnorm. Lang geen duizenden, maar toch een behoorlijk aantal.’ Tollenaar: ‘Die schatting komt overeen met ons beeld. Ik kan er in dit stadium nog niet zoveel over zeggen. Maar het zal nooit een volksverhuizing worden. Die twee- tot vierduizend in Der Spiegel slaat helemaal nergens op. We hopen dat door natuurlijk verloop schrijnende toestanden kunnen worden voorkomen. Op zich zijn er voldoende studentenwoningen in de stad. Ook zullen we niet alle panden tegelijk aanschrijven.’ Sorteert de regeling al effect? Tollenaar: ‘Vooralsnog merken we dat nog niet, maar daarvoor is het ook te vroeg. We hebben veel contact met het Meldpunt Overlast. Het aantal klachten dat daar binnenkomt over overlast van studenten is trouwens maar tien tot vijftien procent van het totale aantal overlastklachten, eigenlijk opvallend laag voor een stad met zoveel studenten. ‘Naast de vijftienprocentnorm zetten
frick
HOME we andere instrumenten in. Buurtbemiddeling, bijvoorbeeld: studenten en Stadjers met elkaar in contact brengen. Vaak is het zo dat het overlastgevoel bij mensen lang blijft hangen na een incident, terwijl de overlastveroorzaker misschien allang weer is verhuisd. Ook hebben studenten vaak geen idee dat ze overlast veroorzaken. Praten helpt in dat soort gevallen.’ Hoe zorgt de Gemeente voor een betere communicatie? Tollenaar: ‘De inspecteurs die de studentenhuizen controleren hebben nu allemaal een folder bij zich in het Nederlands en in het Engels waarin alles helder uit de doeken wordt gedaan. Ook geven we uitleg op onze site. We hebben een e-mailaccount aangemaakt voor vragen over de norm. Sindsdien hebben we eigenlijk niets meer gehoord. En dan hebben we ook nog de postercampagne op abri’s in de stad waar studenten en Stadjers worden opgeroepen om elkaar beter te leren kennen. Goed contact voorkomt problemen.’ De GSb wil studenten die uitgezet worden de helpende hand bieden. Munters: ‘Studenten die worden bedreigd met uitzetting kunnen terecht bij ons Juridisch Studenten Steunpunt.
Drs. Brugwachter
We verwachten veel vragen omdat de komende tijd veel probleempanden worden opgezocht en aangepakt. Wij hebben de mensen die de juridische zaken voor mensen met problemen kunnen uitzoeken. Veel studenten weten niet dat je huurbaas je een alternatief moet aanbieden. Als dat niet lukt, heb je recht op een financiële tegemoetko-
ming. Vijfduizend euro is daarbij het standaardbedrag.’ Tollenaar: ‘Onze contacten met de GSb zijn uitstekend. We hebben regelmatig overleg. De Gemeente speelt geen rol in advisering over je rechten als huurder. Daarom vinden we het steunpunt een uitstekend initiatief.’ Luuk Steemers
De vijftienprocentnorm Hoge concentraties studenten veroorzaken in sommige straten en wijken het gevoel van overlast bij de Stadjers. Om tot een betere spreiding van de studentenpopulatie te komen, heeft de gemeenteraad drie jaar geleden een norm ingesteld voor het percentage verhuurpanden – dat zijn huizen met meer dan drie huurders, in de praktijk vrijwel altijd studenten - in één straat. Na wat geëxperimenteer stelde de raad vorig jaar de norm op vijftien procent. De norm moet leiden tot een betere spreiding van studenten zonder dat er een tekort aan studentenkamers ontstaat. De norm geldt voor de hele stad behalve voor de woningen binnen de diepenring. Daar wonen altijd al veel studenten en de mensen die daar wonen zijn doorgaans relatief jong en nemen allerlei vormen van overlast eerder voor lief. De Gemeente stuurt inspecteurs naar kamerverhuurpanden en controleert of de huisbaas een vergunning heeft om het pand te onttrekken aan de woningvoorraad. Is die onttrekkingsvergunning er niet, dan kan de verhuurder een vergunning aanschaffen (met een boete), op voorwaarde dat de vijftienprocentnorm in die straat niet wordt overschreden. Is dat wel het geval, dan komt de huisbaas niet in aanmerking voor een vergunning. Hij moet dan een andere bestemming geven aan het pand óf het aantal huurders terugbrengen tot twee. Wonen er in zo’n illegaal kamerverhuurpand bijvoorbeeld zeven studenten, dan moeten er minstens vijf ergens hun biezen pakken.
Begin september verscheen Education at a Glance, het jaarlijkse rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking & Ontwikkeling (OESO) over de staat van het mondiale onderwijs. De man achter het rapport, Andreas Schleicher, is in z’n nopjes met de groei van het aantal hoog-opgeleiden in Europa. Logisch, want de OESO is warm pleitbezorger van het verhogen van het opleidingsniveau van de bevolking. Schleicher liet bij de presentatie van het rapport niet onvermeld dat mensen met een hogere opleiding de beste kans op (goed betaald) werk hebben en ‘dat het aantal banen waarvoor een hogere opleiding nodig is, blijft groeien.’ Met de OESO-boodschap is niks mis: allemaal hard studeren, dan komt het wel goed met je. Toch verdient de stelling dat de vraag naar hoog-opgeleiden stijgt enige nuancering. Het is nogal wiedes dat iemand met een goede opleiding meer kans op werk maakt. Een academicus kan in veel meer banen uit de voeten dan een vmbo’er. Dat leidt ertoe dat veel hoog-opgeleiden zich onledig houden met werk op een lager niveau. Doctorandus Brugwachter, bijvoorbeeld, en de Postbesteller PhD. Het feit dat hoog-opgeleiden goed aan de bak komen, zegt dus weinig over de noodzaak van hun opleidingsniveau. Of iemand veel verdient hangt daarentegen vaak wel weer samen met de hoogte van z’n opleiding: hoe hoger de opleiding, hoe hoger het salaris. Soms is alleen het hálen van een papiertje al voldoende voor een loonsverhoging. Werkgevers dichten hoog-opgeleiden, en soms beslist niet ten onrechte, meer capaciteiten toe en ze tasten daarvoor graag in de buidel. Bovendien zou de gemiddelde hbo’er of wo’er in salarisonderhandelingen wel eens beter z’n mannetje kunnen staan dan een laag-opgeleide. Zodoende krijgt een bachelor of master in de praktijk altijd meer betaald dan een slecht opgeleide collega die hetzelfde werk verzet. Werkgevers kunnen dit laten rijmen door, in ieder geval op papier, de functie-eisen te verzwaren.
Foto: Luuk Steemers
Bewoners van Vindicathuis The House of Father Tuck maken de stoep vrij van onkruid. De Jozef Israëlsstraat kent relatief weinig door studenten veroorzaakte overlast. Daardoor geldt hier de vijftienprocentnorm niet.
Misschien heeft de OESO gelijk en stijgt het aantal banen waarvoor een hbo- of wo-diploma noodzakelijk is. Maar het is minstens zo waarschijnlijk dat de stijgende vraag naar hoog-opgeleiden het gevólg is van het grotere aanbod van mensen met een papiertje. Hajo Frick
[3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 13
Brandveiligheidscheck in een studentenhuis
‘Als er brand uitbreekt,
zijn we allemaal dood’
Brandpreventiecontroleur André Huizing doet een brandveiligheidscontrole in een groot studentenhuis in de binnenstad van Groningen. ‘Twee keer in de week gebeurt er wel íets in een studentenhuis waarbij we in actie moeten komen. Een kerststukje dat in de fik vliegt, kortsluiting in een kluwen stekkerdozen, of de vlam in de frituurpan.’ Gelukkig loopt het meestal met een sisser af, maar soms ook niet, zoals twee jaar geleden in de Oude Ebbingestraat waarbij bij een grote brand een studente om het leven kwam. André Huizing (41) werkte vijftien jaar bij de uitrukdienst van de Groningse Brandweer. Sinds een half jaar is hij brandpreventiecontroleur. ‘De jongedame waar we straks naar toe gaan, voelt zich niet zo veilig in haar woning. Ze heeft zich in de KEI-week aangemeld voor een gratis brandveiligheidscheck’, vertelt hij op een zonnige vrijdagmorgen in de brandweerkazerne aan de Sontweg. ‘Ik ken het pand nog niet en ben benieuwd wat we aantreffen.’
afspraak met Annemieke.’ De student weet van niks. ‘Ik zal even kijken of ze er is’, antwoordt de blonde jongen. Hij buzt de deur open. ‘Ze moeten me sowieso altijd binnen laten’, legt André uit. ‘De brandweer mag studentenhuizen met meer dan vijf kamers onaangekondigd inspecteren.’ Achter de goed onderhouden gevel in de winkelstraat bevindt zich een verborgen wereld. De steeg komt uit op een binnenplaats die is omringd door hoge muren en beschutte tuintjes. Een stalen trap leidt naar een tweede voordeur, waarachter minstens vijftien studentenkamers blijken te zijn. Gekoppeld rookmeldersysteem In het toegangshalletje, dat volgestouwd staat met een tafel vol rommel,
Huisnummer onbekend We gaan op pad. André zet een doos met rookmelders in de achterbak van een vuurrode personenauto met brandweerlogo’s. ‘Ik mag er straks eentje weggeven aan de aanvraagster. We willen de rookmelderdichtheid in studentenkamers omhoog krijgen. Maar ik zou er veel meer willen uitdelen.’ ‘Dat begint al goed’, moppert André als we de plaats van bestemming bereiken. ‘Zie jij ergens een huisnummer? Het pand is bij de brandweer bekend, maar ik kom hier voor het eerst. Stel je voor dat je hier met een bluswagen aan komt rijden...’ Tussen twee wél genummerde buurhuizen is een smalle toegangsdeur naar een steegje. André kiest een bel uit een lange rij. Hij wacht. Op een balkon verschijnt na tijdje een student in badjas. ‘Brandweer’, meldt de geüniformeerde Huizing. ‘Ik kom voor een brandveiligheidscheck, ik heb een 14 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
oud papier, een bank en een straalkacheltje uit grootmoeders tijd, wacht André met een paar huisgenoten tot Annemieke wakker is. Boven de deur bungelt een snoer met kerstversiering. Aan het plafond hangt een rookmelder, aan de muur een rood brandalarmkastje. André scant de ruimte en keurt hem af. ‘Ik zie hier geen gekoppeld rookmeldersysteem. In zo’n groot huis is dat verplicht. En we staan hier in een vluchtroute. Die moet leeg zijn. Als het huis vol met pikzwarte rook staat, zie je geen hand voor ogen. Je breekt je nek over een tafelpoot. Vlak voor de voordeur leg je alsnog het loodje. Vuur is gevaarlijk, maar je hoeft er niet dood aan te gaan. De rook, die is dodelijk. Die ruik je niet als je ligt te slapen. Als die rookmelder afgaat, hebben jullie
drie minuten om naar buiten te komen. Straks kijken we wel even of ie werkt.’ Dodelijke droogtrommel Daar is Annemieke. ‘Helemaal vergeten. Kom verder’, verontschuldigt ze zich. ‘Laat je ons eerst de rest het huis even zien?’, vraagt André. De andere bewoners vinden het best. ‘Had je niet even kunnen opruimen?’, mompelt de blonde jongen. ‘We zijn wel wat gewend, hoor’, grijnst André. Hij klimt de trap naar de tweede verdieping op. ‘Waar gaan we heen? Dit huis lijkt wel een doolhof. Als de brandweer moet kijken of er nog mensen in het pand zijn, hebben ze een probleem.’ Annemieke beaamt het. ‘Wíj weten natuurlijk hoe het in elkaar zit. En de mensen die hier op bezoek komen ook. Maar
HOME
als er brand uitbreekt, zijn we denk ik allemaal dood.’ André loopt de gang door en stopt bij het washok. Hij kijkt omhoog. ‘Drogen jullie hier ’s nachts ook’, informeert hij. ‘De droogtrommel staat in de top-drie van brandgevaarlijkheid.’ ‘Je moet de filters regelmatig schoonmaken’, weet een huisgenoot. In de gang is geen rookmelder te bekennen. Ook niet in de andere twee kamers die André bezoekt. De vluchtroute in de achterste kamer is een drie meter lager gelegen balkon. ‘Ik moet een touwladder kopen van mijn ouders, maar dat is er nog niet van gekomen’, bekent de bewoonster. ‘Hier word ik wel een beetje bang van’, huivert een andere studente. ‘Koop rookmelders, voor een tientje heb je een vriendje’, grapt André. ‘Hij trilt niet, maar kan wel je leven redden.’ De kamerbewoonster duikt haar kamer in.
‘Jazeker, rook stijgt eerst op en slaat de hoeken van de ruimte over. Daarna beweegt-ie zich weer naar beneden.’ De keuken op de tweede verdieping blijkt het klapstuk. Een regelrechte nachtmerrie voor een rechtgeaarde brandweerman. Door het raam kijk je uit op een metershoge muur. De tussenruimte met het buurhuis is ongeveer dertig centimeter: geen enkele uitwijkmogelijkheid. ‘In dit huis zou ik graag eens een brandoefening doen’, suggereert André. ‘Het is hier één groot rookcompartiment.’ Meevallers zijn er ook. ‘Hebben jullie centrale verwarming? Mooi zo. Met gaskachels moest je hier allemaal koolmonoxidemelders op kussenhoogte plaatsen.’ Tegenvaller is dan wel weer dat de bewoners tijdens een feestje de brandblussers hebben leeggespoten.
Leeggespoten brandblussers Op de grond naast een tweede trap staan een asbak vol peuken, een stapel oude kranten en een paar flessen schoonmaakmiddel. ‘Dat moeten jullie echt opruimen’, raadt André aan. ‘Dit is hartstikke brandgevaarlijk.’ ‘Ik heb zo’n blusdeken, moet je die omdoen als je door het vuur loopt?’, vraagt een andere meisje. ‘Nee, die moet je op het vuur gooien. Als een vlam in de pan slaat, bijvoorbeeld. ‘Moet je laag blijven, als alles vol rook staat?’, informeert Annemieke.
Rookvrij huis Terug naar de hal om de rookmelder uit te proberen. De blonde student drukt met een bezem tegen het apparaat. Warempel, hij doet het! Maar die van Annemieke helaas niet meer. ‘Die hebben we laatst uit mijn kamer gezet omdat we een feestje hadden en zaten te roken. Dat maakte zo’n lawaai.’ ‘Ik zeg het je toch. Dit huis zou rookvrij moeten zijn’, bromt Annemiekes buurjongen. André komt met zijn cadeautje op de proppen. Eén van de studenten
klimt vlot op een paar lege bierkratten om de gratis rookmelder op het plafond te plakken, zo’n anderhalve meter van de deur. ‘Die doet het tot 2021, dan ben jij al lang klaar met de studie’, voorspelt André. ‘Ik hang er ook nog eentje bij de droogtrommel. Wel af en toe kijken of de batterijen het nog doen.’ De check zit erop. Annemieke krijgt een rapportje, haar huisbaas een brief. ‘De zoveelste. Jullie huurbaas voldoet al jaren niet aan de brandveiligheidseisen’, meldt André. ‘Hij moet hier een gekoppeld rookmeldersysteem aanleggen. Sommige huisjesmelkers doen er van alles aan om de zaak te rekken. Jullie huisbaas gaat al jaren verbouwen, toch? Maar jullie zijn natuurlijk zélf verantwoordelijk voor je eigen vuurtjes.’ De studenten knikken. André belooft over twee weken terug te komen om te kijken of de situatie is verbeterd. Veel fiducie heeft hij er niet in, vertelt hij op de terugweg. ‘Na een brand in de Poelestraat ging ik twee weken later bij de studenten kijken of ze al maatregelen hadden genomen. Niet dus. Ze hadden er nog wel veel bierkratten staan. Van het statiegeld hadden ze wel tien rookmelders kunnen kopen. Soms is het dweilen met de kraan open.’ Rina Tienstra
Meer brandveiligheidstips • Weet wat je moet doen bij brand. De
eerste acht minuten ben je op jezelf aangewezen. Bepaal de snelste en veiligste vluchtroutes uit het pand en houd ze vrij. Geef ze aan op een plattegrond van het huis. • Spreek een verzamelplaats af, waar je
elkaar na het vluchten ontmoet. Zo kun je checken of er nog iemand binnen is. • Frituur en kook veilig. Als je toch de
vlam in de pan krijgt, blus dan nooit met water. Doe een deksel op de pan en sluit gas of elektra af. Ga niet lopen met de pan. • Rook niet in bed en doof je peuken
goed. Leeg je asbak nooit in een prullenbak. • Gebruik geen driewegstekkers en
maak geen kluwens van verlengsnoeren en stekkerdozen. • Droog geen was bij de kachel • Laat de televisie niet op stand-by
staan Doe een brandveiligheidstest op www.watdoejijbijbrand.nl
(Annemieke heet in het echt geen Annemieke)
Foto:'s Pepijn van den Broeke
[3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 15
16 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
Item Nieuwe Pekel en Eexterzandvoort liggen 25
kilometer van elkaar. Maar de liefde van Marije en Joeri vlamde over een nog grotere afstand op. Sms heeft zo z’n voordelen.
Marije Strijker (19)
Eerstejaars Civiele Techniek
‘Het was absoluut geen horror, maar wat het wel voor film was weet ik eigenlijk niet eens meer. Wel dat het in Stadskanaal was. Ja, dat moet wel. Veendam heeft geen bioscoop. Ik was zeventien en ik zat in vier-havo van de Winkler Prins. Joeri zat één klas hoger. Ik kende hem al langer, hoor. We waren zelfs klasgenoten geweest, totdat ik de vierde klas moest overdoen en hij naar havo-vijf ging. We maakten zo’n beetje deel uit van dezelfde vriendenclub. Een leuke jongen, ja. Natuurlijk. ‘Hij had lopen geinen met z’n vrienden. Dat hij nou nooit eens een sms’je kreeg. Toen besloten die vrienden om zijn telefoonnummer rond te strooien met het verzoek om… Nou, toen begon ik dus te sms’en. Ik had er geen speciale bedoeling mee. Ik was ook niet op zoek. Het kruiste gewoon mijn pad. Gewoon leuk. En hij reageerde ook leuk, qua sms. Afijn, in een paar weken tijd stegen m’n telefoonkosten enorm. Ik was wel tien euro per week kwijt. Toen dacht ik, we moesten maar eens gewoon gaan afspreken. ‘Laat ik eerlijk zijn, toen was hij voor mij al geen gewone leuke jongen meer. Het kriebelde, ja, zo kun je het wel zeggen. Na die keer in de film kregen we wat. En dat hebben we nog steeds. ‘We ontmoetten elkaar op school en ook in de weekends waren we bij elkaar. In de zomers gaan we vaak het Zuidlaarder Meer op, met z’n boot. Joeri en ik zitten wel op één lijn. Ruzie maken we eigenlijk nooit. En als er eens wat is, blijft dat nooit lang hangen of zo. Waarom zou je gaan zitten chagrijnen als je samen kunt lachen? ‘Ik denk niet zo ver vooruit. Ik zie wel hoe het gaat. In het derde jaar wil ik op stage naar het buitenland. Wat of waar weet ik nog niet. Maar dan zullen Joeri en ik elkaar sowieso een lange tijd niet zien. Daar maak ik me nu nog geen zorgen over. Ben je mal? Dat is pas over twee jaar! Ik wil het nu leuk hebben met hem. En weet je? Ik heb het leuk met hem.’
Joeri Rietsema (18)
Tweedejaars Werktuigbouwkunde ‘Ik zat in de bus naar Amsterdam, op excursie. Ik was de enige leerling met een Natuur & Techniekprofiel met Economie in z’n pakket. In m’n uppie, dus. Ik verveelde me. Om de tijd te doden stuurde ik haar een sms’je. Ze reageerde meteen. En toen ik weer en toen zij weer. Ik herinner me dat ik door Amsterdam liep, helemaal gefixeerd op m’n mobiel. ‘Ik was helemaal niet zo van de mobieltjes. Sterker nog, ik had de mijne, een prepaid, echt nooit bij me. Maar een paar dagen voor die excursie had ik hem eens meegenomen naar school. Toen heb ik m’n hele vriendenclub erin gezet. Je kent dat wel, een stel klasgenoten en ander volk dat iedere pauze bij elkaar kruipt. Altijd hetzelfde plekje in de kantine. Beetje kletsen, beetje kaarten. ‘Marije zat ook in die club. Ik had al een tijdje een oogje op haar. Maar ik had nooit écht toenadering gezocht. Er was iemand anders. Maar die wou niet, of iets dergelijks. Toen ik haar sms’te wist ik dus dat ze vrij was. ‘Sms heeft zo z’n voordelen. Je maakt contact zonder dat je op iemand af hoeft te stappen. Maar uiteindelijk ontkom je daar niet aan. De volgende dag, op school, praatten we een tijdje. Dat klikte. En we bleven sms’en. M’n vrienden zaten me op te porren: toe nou, toe nou. Na twee dagen heb ik haar gevraagd. Ze zei: “Doe maar.” Ik weet niet of ik dat antwoord had verwacht. Het past wel bij haar: zonder omwegen. ‘Vorig jaar zat ik al op de Hanze en zij nog op de Winkler Prins. Toen zagen we elkaar door de week weinig. Ik woon in Nieuwe Pekela en Marije in Eexterzandvoort, dat is al gauw een kilometer of 25 fietsen. We kregen een soort weekendrelatie. Dat is heel anders dan elke dag met elkaar optrekken, maar de liefde werd er niet minder om. ‘Nu zitten we weer op dezelfde school. We zoeken elkaar niet elke pauze op, maar wel vaak. Het sms’en is minder geworden, maar we doen het nog vaak genoeg. Een prepaid zou me nog steeds meer kosten dan m’n huidige telefoonabonnement.’
Boudewijn Otten
[3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 17
ADVERTORIAL
18 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
loco
Tweelingbroers Robbert en Bart-Jan Winters (19) zijn talentvolle trompettisten. De tweedejaars HBO-Rechten brachten het bij Holland's Got Talent tot de halve finale. Robbert: ‘We komen uit een muzikaal nest. Bart-Jan en ik zijn met trompet begonnnen toen we acht waren. We hebben nu allebei een op maat gemaakte bes-trompet, een echte allrounder, geschikt voor jazz en klassiek. Ja, We houden van dezelfde dingen. Zo wisten we ook al vroeg op de middelbare school dat we rechten wilden doen. Gelukkig hebben we nooit ruzie over vriendinnen.’ Bart-Jan: ‘We treden allebei regelmatig op bij het Noord Nederlands Jeugd Orkest. Een van de leden kent de directeur van dansschool The Underground Dance Company. Zo hoorden we dat ze daar een begeleidende bigband zochten om mee te doen bij Holland’s Got Talent. Zo is de groep Classix onstaan. De eerste uitzending met de auditie was pas eind mei, terwijl de opnames al in februari waren. Al die tijd mochten we niet zeggen dat we al naar de liveshow mochten.’ Robbert: ‘Ach, het was leuk. Muziek maken blijft voor ons vooral ontspanning. We zullen eerder bekend worden als de nieuwe gebroeders Anker.’ Tekst en foto: Luuk Steemers
boek
boek
Die Toffe Gasten
Pauline A. Chen
Wie van melig houdt, kan zijn hart ophalen aan Broeder Hans van het Groninger duo Die Toffe Gasten. Woordspielerei is het ding van Stefan Nieuwenhuis en Karel ten Haaf en het moet gezegd, soms zou je willen dat je het zelf verzonnen had (als je tenminste van taalgrapperij houdt). Die Toffe Gasten doen het in het heel kort (zoals in het gedicht Toneel: De regenboog/ en kreeg een staande ovatie). Ze doen het in korte nieuwsberichten en in wat langere interviews over bijvoorbeeld productinnovatie (‘Gaan we toe naar een beschuit die niet kan kruimelen?).
Geweldig. Zo is De Rode Kamer van schrijfster Pauline A. Chen te beschrijven, die ergens wel doet denken aan Dagboek van een Geisha van Arthur Golden. Denk echter niet dat het twee vergelijkbare plots zijn. Waar in Dagboek van een Geisha het verhaal draait om één hoofdpersoon, geeft De Rode Kamer juist een goed beeld van alle personages. Eén voor één maakt de lezer kennis met de bewoners van Rongguo in Beijing. De rustige spanningsopbouw die samen gaat met verrassende plotwendingen, zorgt ervoor dat je dit boek niet kunt wegleggen. Daiyu wordt door haar vader naar de familie van haar moeder gestuurd in de hoofdstad. Daar vindt ze niet gelijk haar draai bij de familie Jia en hun verwanten, waar rangen, standen, macht en familie-eer van groot belang zijn. Ook de waarden en normen, die enorm verschillen van die in het westen, spelen natuurlijk een rol. In Nederland zou een vrouw hysterisch worden als haar man vertelt dat hij een tweede vrouw neemt omdat zij geen kinderen kan krijgen. Maar Xifeng laat zich in deze pakkende historische roman niet kennen. Echt een aanrader voor mensen die zicht willen krijgen op het bijzondere China van de achttiende eeuw.
Broeder Hans ★★★
De Rode Kamer ★★★★
Vindingrijk is het pornografische Løstig en Lekkår waarin de schrijvers voortdurend de namen vermelden van de in een Zweeds woonwarenhuis aangeschafte producten. Onderwijl grossieren ze in vreemde aanduidingen voor geslachtsdelen. Callipo ligt, net als flitspaal, nog wel een beetje voor de hand. Maar fritswester? Nee, dat verzin je niet. Maar Die Toffe Gasten dus wel. Storend, zeker bij een boek dat het moet hebben van z’n taal, is dat er nogal wat typfouten in staan.
BO
20 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
HA
glossy
dvd
De Liefde ★★★★
The Dictator ★★★★
Op de cover van de eerste de Liefde rood velours, rode nagels en een retro scriptlettertje. Leuk. Dragan Bakema in een innige omhelzing met Maria Kraakman. Halina Reijn wil een man die zegt: en nu ga je liggen. Penisnijd, waar hebben ze de grootste? Eeuwige liefde bestaat. Mmmmm… ik ben benieuwd. Het colofon leert dat hoofdredacteur Ruud Hollander in scheiding ligt en een nieuwe vriendin heeft, eindredacteur Padu Boerstra gelukkig samen is en medewerker Edwin Oden een koppeltje vormt met Klaus. Wie de grootste heeft? Het cliché is waar: zwarte Afrikanen hebben de grootste ter wereld, 17,3 cm. Zuid-Korea heeft de droevigste pielemuisjes: 9,66 cm, klein en dun. De erectie van de Nederlandse man telt 15,87 cm en die van de Duitser 14,48 cm. Of een grote piemel bijdraagt aan een gelukkige relatie? Als we relatietherapeut Sue Johnson moeten geloven is niet seks de basis in een intieme relatie, maar hechting. De peut wil ons allemaal aan de partner omdat we dan fysiek en mentaal gezonder zijn dan zonder. Zonder emotionele banden hebben we zelfs meer kans op een hartaanval of herseninfarct. Drie sterren voor de Liefde, maar een ster extra door de mooie foto’s en vormgeving. LV
Lang heeft Sacha Baron Cohen kunnen teren op zijn typetjes uit Da Ali G Show. Ali G kreeg zelf natuurlijk als eerste een speelfilm, gevolgd door Borat en Bruno. Maar na drie films waren ze dan toch op en moest er voor het eerst een nieuw karakter bedacht worden. Dat werd General Aladeen, een dictator uit het fictieve Noord-Afrikaanse land Wadiya. Perfect getimed natuurlijk, want de film kwam uit tijdens de Arabische Lente en Kaddafi, waar Aladeen duidelijk op gebaseerd is, was nog in leven en vrijwel dagelijks in het nieuws. Het verhaal is niets bijzonders: rijke heerser komt in New York terecht, wordt daar niet herkend en moet zich zien te redden. Inderdaad: vrijwel identiek aan Coming to America. Maar dat maakt geen donder uit, want de film zit werkelijk tjokvol met politiek incorrecte, ranzige maar vooral geweldige grappen. Oh ja, en toch nog een kleine politieke steek naar de VS aan het einde, met een toespraak die iets weg heeft van de beroemde speech in Charlie Chaplin’s The Dictator, maar dan grappiger. Misschien niet de meest originele komedie van het jaar, maar waarschijnlijk wel de grappigste.
CW
Peeters’ mega-strip op de Grote Markt De bouwwerkzaamheden op de Grote Markt van Groningen, die de komende jaren ingrijpend zal veranderen, gaan schuil achter een lange schutting. Minerva-docent Sam Peeters tekende op die schutting een stripverhaal, bijna zonder woorden. Vreemd, je moet het verhaal van rechts naar links lezen. ‘De strip moest natuurlijk wel beginnen op de Grote Markt, de plek waar de meeste mensen komen. Maar ik geef toe, het is effe wennen. Voor westerlingen, dan. Mensen uit sommige andere culturen kunnen er wel goed mee uit de voeten.’
Zo moeilijk is het verhaal nou toch ook weer niet? ‘Het gaat wel over het studentenleven, hè? Dat was ook de opdracht van het Centrum voor Beeldende Kunst. Een studentenhuis, een ijverige student en een party animal, wij herkennen die beelden meteen, maar of dat voor iedereen geldt?’
Is dat ook de reden dat er nauwelijks woorden in voorkomen? ‘Ik hou niet zo van tekstballonnetjes. In mijn balloons staan tekeningetjes. Daardoor zet ik de kijker aan het denken: wat gebeurt er eigenlijk op dit plaatje? De beelden moeten het verhaal vertellen, dat is m’n uitgangspunt. Mijn buitenlandse studenten (Peeters is docent Illustratie aan Academie Minerva, red.) snappen dit stripverhaal prima. Maar de vuurproef komt volgende week als ik de strip laat beoordelen door lagere schoolkinderen.’
Het Dagblad van het Noorden ziet het als een sneer naar het studentencorps. ‘Ik heb me door dat type huizen en studenten laten inspireren. Maar niet om Vindicat te kakken te zetten. Ik heb de eerste schetsen zelfs aan het Vindicatbestuur voorgelegd. Dat leverde me zinvolle informatie op: in een Vindicathuis hangt meestal een kroonluchter en een foto van Beatrix ontbreekt daar ook nooit. Daardoor is het verhaal beter geworden. De beelden kúnnen je nog meer vertellen, maar dat hoor je niet als je door een clichébril kijkt.’ Boudewijn Oteen
Meld je
Foto: Luuk Steemers
event
Win een stripper m/v
hanzemag.nl
Ter gelegenheid van het stripproject op bouwschutting op de Grote Markt roept het CBK alle Stadjers op om een foto van hun studentenleven te posten op de Facebookpagina van het CBK. De leukste en meest originele foto wint een strippakket. De inhoud van het pakket is naar keuze: een stripper m/v, een stripboekenpakket of aan bezoek aan het Stripmuseum in Brussel voor twee personen inclusief overnachting. Inzenden kan tot en met 31 oktober.
op
Heb je een event, lezing, excursie, feest, film, festival of een cultureel evenement op het programma staan dat je wilt promoten? Op www. hanzemag.nl kun je je eigen event toevoegen aan de evenementenkalender.
[3] 2012 10 OKTOBER WOENSDAG HANZEMAG 21
ADVERTORIAL
De voorzitters aan het woord De Hanze Studentenbelangen Vereniging (HSV) is al negen jaar de belangenbehartiger van de studenten van de Hanzehogeschool. De HSV zal altijd de HG-onderwijskwaliteit waarborgen, verbeteren en optimaliseren. De fractie behartigt de studentenbelangen op het hoogste niveau: de hogeschoolmedezeggenschapsraad. Bestuursvoorzitter
studenten. Van jou, dus!
school. Het beleid voor het jaar
studievoorlichting. Het belang
In alweer het negende bestuurs-
Onze leden bieden we een reis
2012-2013 heet Van Veel naar
van de studenten en onze achter-
jaar in de geschiedenis richt het
aan naar Brussel en het Europees
Minder. In dit beleid vind je de
ban zal de fractie uiteraard stevig
HSV-bestuur zich op Lonend Lid-
Parlement. Daarnaast staat een
aspecten terug die wij binnen het
naar voren brengen.
maatschap. Dit thema bouwen we
bezoek aan Den Haag en het
onderwijs graag anders willen
Middels dit beleid willen we
uit door een succes te maken van
Binnenhof op het programma.
zien. Speerpunten die we uit-
het HG-onderwijs waarborgen,
de symposia Klaar voor de Start
Bovendien krijgen HSV-leden
werken zijn: actieve studenten,
verbeteren en optimaliseren,
en Jij Succesvol. We willen de be-
een ledenpas waarmee ze bij ver-
geen bindend studie-advies in
zodat we de studenten optimaal
kendheid van de HSV vergroten
scheidene winkels en restaurants
het tweede en derde jaar, rechten
kunnen faciliteren.
en onze leden een lidmaatschap
korting ontvangen.
en plichten van studenten, betere
Loop je regens tegenaan? De
met inhoud geven. Dit houdt
Kortom, alle reden om lid te wor- lesruimte, de luchtkwaliteit,
deur van ons kantoor (A0.16)
onder meer in dat alle studenten
den: het HSV-lidmaatschap is
videocolleges, buddysysteem,
staat altijd open.
de kans krijgen om deel te nemen
beslist een toegevoegde waarde.
internet- & printfaciliteiten en
Stefan Spanjer
aan onze symposia en verscheidene lezingen.
Dick Hoogers
Daarnaast vindt het bestuur het belangrijk dat de fractie haar
Fractievoorzitter
werk goed kan doen. Daarom
De fractie van de HSV partici-
wil het bestuur zo veel mogelijk
peert al tien jaar als actief belan-
horen van onze achterban, de
genbehartiger op de Hanzehoge-
Onderscheid je met commissiewerk Je onderscheiden van de rest. De Hanzehogeschool biedt een breed
commissie. Je leert hierdoor de Hanzehogeschool en de organisaties
scala aan mogelijkheden om dit te bewerkstelligen. Zo kun je een
waaruit deze bestaat goed kennen. Ook wordt je netwerk uitgebreid
Honourstraject volgen binnen jouw opleiding, medezeggenschap
en ben je actief bezig je studieomgeving te verbeteren.
bedrijven binnen jouw school, meehelpen tijdens open dagen of
Zou jij graag willen meewerken om de Hanzehogeschool een betere
commissiewerk doen. Dit laatste kun je doen binnen een opleidingscommissie, binnen een studievereniging of binnen een medezeg-
studeerplaats te maken, meedenken over de toekomst van de Han zehogeschool en wil jij je
genschapsorganisatie. Wij van de OSR willen jou deze mogelijkheid
CV versterken? Neem dan
om je te onderscheiden bieden. De OSR is namelijk op zoek naar
contact met ons op via info@
enthousiaste en leergierige studenten die graag willen participeren
osrgroningen.nl, of kom even
binnen een commissie. Zo zoeken wij studenten voor onze Promotie
langs op ons kantoor A0.18 te
& Verkiezingscommissie, de klachtencommissie en een onderzoeks-
Zernikeplein 7.
22 HANZEMAG WOENSDAG 12 SEPTEMBER 2012 [2]
Lieve Loes Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je docent en kun je je niet meer op je studie concentreren? Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem.
[email protected]
Lieve Loes, Mijn vriendin is een half jaar geleden gestopt met roken. Ik heb haar daar enorm in gestimuleerd omdat ik het maar een vieze, ongezonde en dure hobby vind. Ze was echt een enorme nicotinejunk en ik ben trots dat ze er vanaf is. Waar ik alleen heel erg van baal is dat ze gigantisch is aangekomen. Ik vind haar gewoon niet aantrekkelijk meer. Ik val op slanke meiden en de vetrollen puilen nu boven haar spijkerbroek uit. Ze lijkt er zelf geen last van te hebben. En ze zegt dat de kilo’s er nou eenmaal aanvliegen als je stopt met roken. Moet ik haar dit opbiechten of moet ik maar aan haar nieuwe figuur wennen? Ik wil haar niet kwetsen en al helemaal niet weer aan het roken krijgen. Ron
Beste Ron, Roken verhoogt de stofwisseling iets omdat nicotine een opwekkend stofje is. Een roker is dus eigenlijk een beetje te licht. Door roken schijn je zo’n 200 calorieën per dag te meer te verbruiken. Daardoor kom je tijdens de eerste stopweken zo’n twee kilo aan, mits je niet meer gaat snaaien. Daarna is je lichaam gewend aan het nicotinevrije bestaan en stabiliseert je gewicht. Maar, omdat je smaak en je geur verbeteren, smaakt het eten veel lekkerder en dat is dus een valkuil: je kunt gaan bunkeren. Ook gebruiken stoppers eten vaak als compensatie voor het roken. Ik kan me bijna niet voorstellen dat je vriendin het niet vervelend vindt dat ze zo is uitgedijd. Volgens mij moet de vrouw die fluitend kilo’s aankomt nog geboren worden. Zeker als haar vriendje haar minder aantrekkelijk vindt. De oplossing is eenvoudig. Jullie gaan iedere avond samen een half uurtje hardlopen (200 calorieën). Lopen is gezond, gratis, hip, ontspannend en je valt ervan af. Bovendien stimuleert sporten om gezonder te leven. Je hebt je vriendin kunnen stimuleren om te stoppen met roken, dan kun je haar vast overtuigen dat het lekker is om goed met je lichaam bezig te zijn. Lekker met je lichaam bezig zijn, is tip 2. Met een potje goede seks verbrand je zo’n 100 tot 200 calorieën. Seks is goed voor je humeur en stressverlagend. Als je lekker in je vel zit zul je minder snel rotzooi in je lijf gooien en automatisch gezonder eten.
habon Lieve Loes, Mijn vriendin is helemaal verslingerd aan de Vijftig Tinten-triologie. Daar heb ik helemaal niets op tegen. Maar het gekke is: ze wil niet dat ik naar pornosites kijk. Dat vind ze ranzig. Vind je dat nou niet hypocriet? Arnoud Beste Arnoud, Best veel vrouwen vinden het bedreigend als hun partner porno kijkt, terwijl mannen het juist toejuichen als hun vriendin porna leest. Mannen zijn vooral blij met het positieve effect op hun sexleven, terwijl vrouwen een negatief effect vrezen. Vrouwen vermoeden dat mannen die veel aan digisex doen liever masturberen en minder/geen behoefte hebben aan sex met hun partner. Een symptoom van pornoverslaving. Vrouwen worden ook onzeker doordat ze zich vergelijken met plastic pornobabes met cup 75 F, gecorrigeerde schaamlippen en gelifte kontjes die hunkeren om langdurig anaal genomen te worden. Vrouwen zijn ook bang dat hun partner door porno geen vanillesex meer wil, maar alleen nog extreem. En dan heb je ook nog dat porna wordt geassocieerd met hippe jonge meiden en porno met vieze ouwe mannen. Afijn, mannen hebben er geen last van dat hun vriendinnen opgewonden raken van een dominante schatrijke getraumatiseerde man met een rode kamer van de pijn. Hypocriet? Het zal wel met oerinstincten temaken hebben.
Hoezo democratie? In Nederland zijn we afgelopen maand naar de stembus gegaan. Het volk heeft zijn steentje bijgedragen aan de democratie. Voor westerse landen is democratie zo’n groot goed dat ze zich inspannen om die staatsvorm te laten ontstaan in landen waar voorheen een dictatuur was. Nu ben ik absoluut geen voorstander van een dictatuur. Maar het bood wel enige zekerheid voor de burgers. De Irakezen wisten wat ze aan Sadam Hussein hadden. Dit was weinig goeds, zoals we allemaal weten. Maar dat is voor sommigen minder erg dan de onzekerheid waarin ze nu in leven. Hun veiligheid is er vaak niet op vooruit gegaan. Wat ik verder nogal tegenstrijdig vind is dat westerse mogendheden na de val van een regime, gelijk proberen om democratische verkiezingen te organiseren. De internationale gemeenschap gaat er standaard vanuit dat dit de beste staatsvorm voor die mensen is. Het westen twijfelt er zelfs niet aan dat het invoeren van een parlementaire democratie de wens van de bevolking is. Nu kan dat best zo zijn, maar in hoeverre hebben die burgers zelf kunnen aangeven dat ze een dergelijk systeem willen? Er is volgens mij in dit soort landen nooit een referendum geweest waarin het volk zijn staatsvorm kon kiezen. Is ‘het volk bepaalt’ niet de kern van de democratie? De reden dat dit alles mij stoort is dat er gedaan wordt alsof democratie de ‘beste’ staatsvorm is terwijl de democratie in Nederland soms te wensen over laat. In Nederland kiezen wij onze vertegenwoordigers in de Tweede Kamer. Maar over de benoeming van de ministers hebben wij geen enkele zeggenschap. Terwijl dit juist de mensen zijn die het beleid van Nederland bepalen. Daar komt bij dat een minister niet per se iemand hoeft te zijn die uit de Tweede Kamer komt. En stel dat de Nederlandse bevolking een bepaalde minister weg wil hebben omdat deze beslissingen neemt waar het volk tegen is. Daar kunnen wij als burgers geen invloed op uitoefenen. Er is geen noodrem. Het moet komen vanuit de politiek. Het enige wat wij hebben is dat we eens in de vier jaar naar de stembussen mogen. Ik zet daar vraagtekens bij, zeker omdat de laatste tien jaar geen enkel kabinet in staat is geweest om zijn termijn te kunnen voltooien. Is het eerlijk om democratie als de beste staatsvorm te promoten terwijl Nederland zelf niet honderd procent democratisch is? Habon Abdulahi
legal alien Country:
Mexico
Population: 115 million inhabitants, 47 times the size of the Netherlands Studies:
the Minor International journalism
ORIOL DAVIU (21)
Why did you choose Groningen to do your exchange program? ‘When I applied for my exchange programme I had a list of all the universities that I could choose from, but only here I found all the subjects that I wanted to do this year. I also had the option to go to Spain, but I prefer Groningen because I wanted to speak English.’
like this. The day that I arrived, on my way to my student house in the taxi, I saw the train station and it was so beautiful. I had always imagined that Groningen would be a very little town, without any McDonalds, but that day I noticed that it was a big city. Not as big as Mexico City of course, but I really fell in love with this city, all the buildings are so beautiful.’
What was your first impression when you arrived? ‘I never imagined that Groningen would be
What do you think about Dutch culture? ‘I think it is really different from Mexican culture. The people here are very quiet and
24 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]
they don’t rush all the time. One Dutch friend told me that here people leave the windows and the doors open because they don’t want to keep secrets and that’s incredible for me, because in Mexico everybody closes everything carefully. I also love that everybody rides bikes. This makes the city quiet and almost carless. And car drivers respect bikers and pedestrians. For me, that’s amazing.’ What goals do you want to achieve here? ‘I am learning right now, about life, but I
Likes:
Football, writing
Hates:
Brussels sprouts
think I’m going to learn even more. I say that because since the moment I knew that I would go here, I had to arrange a bunch of things, like the visa and other important documents, and I also lost some friends that got jealous because I was coming here. But I also expect to make friends from all over the world, to learn about cultures and to understand the differences between them. I also want to fit the best aspects of these new cultures into my own life.’ Text and photo: Bai Yu
South-African students Athini and Gordon do internship in the Netherlands
An experience to
ignite their future
Igniting Ambitions is an organization that connects Dutch companies with the South African market. Each year they give two South African business students the chance to do an internship at a Dutch company. This year’s students, Gordon White and Athini Kenke, share their Dutch experience.
Name: Gordon White From: Manenberg, South Africa Studies: Business Administration in TSIBA Education ‘Growing up in Manenberg has been a challenge because it’s full of drugs dealers, gangsters, alcoholics…so as a child it was difficult for me to stay away from those bad influences, but I managed to do it, maybe because I’m more focused on my future. ‘I’m working for Igniting Ambitions, trying to find more sustainable ways for the company to make progress. I’ve been researching the business relationship between South Africa and The Netherlands. ‘I decided to do this internship because I was interested in developing my own business ideas. I knew that this was the perfect environment for me to gain more knowledge and to broaden my network. I also wanted to experience another culture. This is my first time abroad. ‘Everything has been wonderful. I really like the feeling of safety in The Netherlands. I can walk alone at night, not having to worry about anything that may happen. Groningen is in my heart now. What I like a lot about living
here is communicating with people. They are open and willing to share and speak. I love the food here. My favourite dish is kroket. I think I’m going to buy a frozen box of kroketten to take home. ‘What I don’t like here are the language problems. I do speak Afrikaans and sometimes people expect me to speak perfect Dutch. I don’t really. I hate groups of people speaking Dutch very rapidly, without any consideration for those who cannot speak the language.’ ‘In the future I will pursue my profession as a graphic designer. I’ve been operating for three years now, and I managed to train someone who is currently my business partner, so I’m really proud because my business is adding value to someone’s life. My company is called Bluenib Shades Of Blue. ‘I absolutely will repeat the experience, and come back to the Netherland. I’m even thinking that maybe in a few years I will settle down here because I feel the Netherlands would be the perfect environment for a child to grow up.’ http://bluenib.weebly.com/
Name: Athini Kenke From: Langa, South Africa Studies: Business Administration in TSIBA Education ‘I’m in the fourth year of my studies, doing my obligatory internship here. After this I will go back to South Africa and in December I will graduate. ‘My job here is to find ways to change their business model. My work also has aspects of marketing. I represent the Dutch companies, develop marketing plans, and I try to find out if there are more companies interested in investing in the South African market. ‘I appreciate the chance I got to work with Igniting Ambitions because it’s a very young organization founded by Hanze students, it’s still flexible. I think it’s interesting to take part and to develop something that is still young. ‘I worked in a great environment with many entrepreneurs at the same location. We all have different disciplines, sharing ideas and offering different opinions. I enjoy being among Dutch students because they don’t slow things down. Doing things, is what matters to them most, just doing.’ ‘The people here are very kind. In the beginning I used to get lost, and asked
strangers for directions. People were so willing to do that, and they actually waited to make sure you knew the way. ‘I expected more female entrepreneurs here, but sometimes I’m the only woman at the table. I had hoped that there would have been more women with a passion for entrepreneurship. ‘When I am back in South Africa I will develop my business ideas. I would like to launch a tutoring programme for children. I want to inspire future leaders, entrepreneurs, professionals and children who want to make their dream come true. In this way I want to ignite ambitions in these children. ‘I’m also enjoying my independence here, because back home I’m used to live with my parents and my grandparents, and I had to live by my family’s rules. Being here taught me about responsibilities and managing my life, so suddenly I feel like I’m a grown woman.’ Text & Photos: Amelia Bueno Timon
[3] 2012 10 OCTOBER WOENSDAG HANZEMAG 4INT
A guide to dealing with
lazy Dutch students
Dutch students are renowned for their laziness, they only do as much as necessary to get by. A term has even been devised to describe the laziness of Dutch students: zesjescultuur or six culture, referring to the minimum grade needed to pass. But is zesjescultuur the same as laziness? And if the Dutch really are lazy, how should we deal with them? ‘Laziness isn’t the same as the six culture because laziness means unwillingness to do anything and six culture means doing the required’, says Bart Nillesen, who has been teaching at the Hanze since 1998.’ An international survey conducted by HEGESCO (commissioned by the European Union) confirmed that the zesjescultuur is reality. In the Netherlands just 33.6 percent of students strive for the highest possible grades, compared to a 55.3 percent average throughout Europe. There are many reasons why Dutch students do not aim for high grades or spend all their time studying. At job interviews companies seldom ask applicants how well they performed at university as long as they graduated. Instead, what they care about is your motivation and your collaborating skills, which cannot be learned from books.
So there is a reason the Dutch seem lazy, but this does not mean working with them will be easy for students who have different work ethics. So how should you deal with this Dutch attitude? ‘Make a contract and stick to it’, says International Communication student Tilly Manley. ‘Draw up a contract in which everything like not showing up at appointments and not making deadlines is included. If someone breaks the contract you can kick him out of the group with good reason.’ ‘Dutch students will fall back into their normal pattern of utter laziness, even if they have a contract. So be direct’,
Dutch student Neal also believes that studying is not the most important part of a Dutch student’s life: ‘Dutch students have many other interests and hobbies besides studying. Their study is not number one. We are very social, especially here in Groningen. We also do sports, and we are involved in student organizations. So yes, less time is spent on study, but at the end of the day we gain more experience.’ Loan Dorsman, History Professor at the University of Utrecht, agrees with this idea: ‘The six culture has nothing to do with laziness, but rather with all the other activities students participate in.’
3INT HANZEMAG WEDNESDAY 10 OCTOBER 2012 [3]
advises International Business student Jelle van Miltenburg. ‘The Dutch often won’t listen to someone who is soft on them. So when you are dealing with lazy Dutch students, try to give them a good verbal ass-kicking.’ Anna from Hamburg agrees: ‘I have never felt limited when working with Dutch students, if they are slacking off I am happy to tell them this and they will quickly pick up their standards.’ ‘Use the skill of the Dutch students to your advantage’, says International Communication teacher Roel Hoving. ‘I think the Dutch are better at making contacts, developing relationships, and creating a relaxed atmosphere. The
Dutch are creative and have the guts to talk to make contact with others and co-operate. In Holland grades are not the most important indicator, it’s also about what you do outside school. So perhaps not enough credit is given to the Dutch way of studying. Maybe a mix of cultures would produce the most effective students.’ These suggestions are not the magic wand that will change all your lazy Dutch classmates into Honours students. However, we dare you to try some of the tips and find out how they work for you. Amanda Hoekstra, Yorick Oor, Virginia Green, and Yi Zhu Y
FRANKENSTEIN
popronde
theater in cinema
offers free music
MOVIES THAT MATTER
It was strange to think that I was going to watch a play on a cinema screen, but just one second after the beginning, I was quite unable to take my eyes off it. All my senses, my heart and breathing were trapped in a story about highly debated topics as scientific responsibility, parental neglect, cognitive development and the nature of good and evil. Close ups and surround sound provided an intimate audience experience. On 11 October the National Theatre Live will return to Pathé with The Last of the Haussmans.
Ready for a night full of live music? Ready to walk around Groningen forever? Ready to discover new places and musical styles? Popronde offers free concerts by well-known Dutch bands of all musical styles on 11 October from 20:30 hrs until 00:30 hrs. The festival takes place each fall in different cities. In Groningen it is held in bars, pubs, cafes and theatres around the city centre. It will not be easy to attend about 25 concerts in one night, but you do have the opportunity to enjoy a different gig every 15 minutes.
For cinema lovers who care about this world’s injustices: Vera Zienema is offering the series Movies that Matter, an initiative of Amnesty International. Once a month everybody can watch a movie about the social problems of today, for instance in China. Ai Weiwei: Never Sorry, a film by first-time director Alison Klayman, focuses on the daily life of controversial Chinese artist Ai Weiwei. This movie is not only a review of Weiwei’s work, it also proves that it is possible to fight for the freedom of expression under difficult circumstances.
ADVERTENTIE
OPEN JAZZ SESSION
IN USVA
Chaos seems to be the key to beauty, but actually the jam jazz sessions in Usva are much more than that. Alto and tenor saxes, piano, bass, drums, trumpet, electric guitars, flutes, female voices. Everything is present to delight people who enjoy good jazz music. And of course, all musicians are directed by an inspiring and passionate conductor. If you are keen on jazz, Usva Theater is the place to be on Monday night. www.usva.nl
Wednesday 10 October 2012 Independent Magazine of Hanze University of Applied Sciences | website: www.hanzemag.com | email
[email protected] | Photo: Pepijn van den Broeke
3
check Hanzemag.co m
Dutch students are lazy
Myth or Reality?
Illustratie: Meike de Haas
28 HANZEMAG WOENSDAG 10 OKTOBER 2012 [3]