BRANDPREVENTIE I N F O R M AT I E
BRANDPREVENTIE
Brand. We denken dat het óns niet overkomt. Toch komen woningbranden regelmatig voor. Meer dan de helft (61%) wordt veroorzaakt door menselijk handelen en 15% door falende apparatuur. Een wasdroger staat met stip op nummer 1 van elektrische apparaten waar brand kan ontstaan. Laat u daarom niet verrassen en neem tijdig voorzorgsmaatregelen. Tips: • • • • • • • •
2
Zet uw droger nooit aan als u niet thuis bent. Plaats ook een rookmelder in de buurt van uw wasdroger (badkamer uitgezonderd). Maak het filter van de wasdroger bij voorkeur na iedere droogbeurt (max. 3 droogbeurten) stofvrij. Maak bij een wasdroger met luchtafvoer ook eens per jaar de slang stofvrij. Een wasdroger moet ook eens in de vijf jaar van binnen grondig worden schoongemaakt, een werkje voor de vakman. Controleer bij een condensdroger de condensor en de condensorruimte regelmatig op de aanwezigheid van stof. Verwijder stof elke keer als de waterbak moet worden geleegd. Houd de uitgang voor warme lucht vrij, voorkom dat deze geblokkeerd raakt. Hang er niets overheen of voor. Door uzelf aangeschafte apparaten en installaties zoals geiser en afzuigkap(filter) moeten regelmatig worden gecontroleerd en schoongemaakt. Voorkom doorbranden van uw tv. Laat het toestel ’s nachts en als u van huis weg gaat nooit in de standby-stand staan. Heeft u een haard? Laat dan regelmatig de schoorsteen inspecteren en vegen. Heeft u kinderen? Bewaar lucifers en aanstekers dan op een voor uw kinderen onbereikbare plek. Laat kinderen en huisdieren geen moment alleen bij vuur. Een brandende kaars die per ongeluk wordt omgestoten kan in een mum van tijd uw hele huis in lichterlaaie zetten. Zorg voor voldoende toevoer van frisse lucht als u aan de slag gaat met vluchtige stoffen zoals spiritus, wasbenzine en lijm. Rook niet en pas op met het gebruik van elektrische apparatuur. Een klein vonkje kan bij gebruik van vluchtige stoffen al enorme steekvlammen veroorzaken. Giftige en verstikkende rook maakt meer slachtoffers dan vuur. Rookmelders waarschuwen u tijdig voor gevaar. Installeer ze daarom op een aantal plaatsen in uw huis, minimaal 1 per verdieping, en controleer regelmatig of ze nog goed functioneren.
BRANDPREVENTIE • • •
Gitzwarte rook maakt vluchten lastig. Houd de vluchtroute daarom vrij en bewaar huissleutels op een vaste plek zodat u uw voordeur snel kunt openen. Een touwladder kan levens redden. Ze zijn te koop bij de grotere bouwmarkten. Vlam in de pan? Blus dan nooit met water! Zorg ervoor altijd een passende deksel in de buurt te hebben. Als u die niet heeft, kunt u ook gebruik maken van een blusdeken. Zo’n deken kunt u ook gebruiken als kleding onverhoopt vlam heeft gevat.
Rookmelders Een rookmelder kan de redding zijn. Ongeveer de helft van alle woningbranden zijn namelijk branden waarbij het vuur smeult, zonder grote vlammen. Deze smeulbranden veroorzaken veel giftige rook en daardoor ook de meeste slachtoffers. Zorg daarom dat u in uw eigen woning zo’n rookmelder installeert. Rookmelders zijn apparaten die rook (en dus brand) ontdekken en dan een hard alarm laten horen. Ze werken op een batterij, die ongeveer een jaar meegaat. Rookmelders werken dus ook als brand ontstaat door sluiting of kortsluiting van het elektriciteitsnet. Tegen de tijd dat de batterij leeg is, laat de melder elke minuut een hard piepsignaal horen. Hij doet dat minimaal dertig dagen achter elkaar, zodat u het ook na een vakantie (mits die niet langer is dan dertig dagen) nog merkt als de batterij leeg is. Tegenwoordig is er nog maar één type rookmelder voor particulier gebruik: de zogenoemde optische rookmelder. Ook bestaan er combimelders: rookmelders gecombineerd met een koolmonoxidemelder (CO). Al enkele jaren moeten alle nieuwbouwwoningen standaard zijn voorzien van optische rookmelders die zijn aangesloten op het lichtnet. Een rookmelder moet voorzien zijn van het EN 14604 keurmerk. Dit keurmerk houdt in dat de rookmelder voldoet aan de noodzakelijke kwaliteitseisen ten aanzien van productinformatie, onderhoud, duurzaamheid en milieuaspecten. De rookmelder moet de rook zo snel mogelijk ontdekken en hij moet de bewoners van de woning alarmeren. Ook mensen die slapen. Bij woningen met één bouwlaag (bungalow, flat) is één rookmelder meestal voldoende. De beste plaats ervoor is de gang waar de meeste kamers op uitkomen. Bij woningen met twee woonlagen doet u er verstandig aan op iedere verdieping een melder te plaatsen, bij voorkeur op de slaapverdieping, boven aan de trap tegen het plafond. Voor een maximale beveiliging, ongeacht het aantal woonlagen, kunt u in iedere ruimte waar regelmatig iemand is een melder plaatsen. Denk met name aan de woonkamer, slaapkamer(s) en iedere ruimte waar een elektrisch apparaat staat. Gebruik bij voorkeur onderling verbindbare rookmelders. Als er dan een melder afgaat, doen de andere melders dat ook.
3
BRANDPREVENTIE
Sommige plekken zijn niet geschikt voor een rookmelder. • In de badkamer en de keuken zou u door stoom en vocht te vaak een vals alarm krijgen • Bij een ventilatieopening of mechanische ventilator en boven verwarmingstoestellen en radiatoren kunnen rookdeeltjes door luchtstromingen de rookmelder niet bereiken. • In de garage kunnen uitlaatgassen ook vals alarm veroorzaken. Op de melder zit een testknop. Drukt u daarop, dan klinkt het alarmsignaal. Zo test u of de melder nog goed werkt. 112 als iedere seconde telt Als u 112 belt, moet u snel kunnen vertellen wat er aan de hand is, zodat u snel de juiste hulp kunt krijgen. Vertel altijd: • uw naam • waar u bent (adres, plaats) • wat er aan de hand is (is de brand buiten of binnen en zijn er nog mensen in het huis?) • of u zelf veilig bent • of er slachtoffers zijn
Kleine blusmiddelen Een beginnende brand in uw woning kunt u in veel gevallen zelf blussen met een geschikte brandblusser. Bedenk dat uw blusser alleen beginnende brandjes aankan. Vergeet nooit: rook bevat vaak giftige gassen en het inademen van rook is dus levensgevaarlijk. Blus alleen zolang u zeker weet dat u zonder moeite en gevaar de ruimte kunt verlaten. Breng, ook bij een klein brandje, uw huisgenoten in veiligheid en waarschuw altijd de brandweer (112). U weet immers vooraf niet of de brand controleerbaar blijft. Hieronder leest u welk blusmiddel u nodig heeft voor een beginnende brand in uw woning.
4
BRANDPREVENTIE
De tuinslang Een tuinslang kan goed dienst doen als klein blusmiddel. Ook zijn er voor woonhuizen speciale kleine slanghaspels te krijgen, die u eenvoudig op de waterleiding kunt aansluiten. De haspel of tuinslang moet lang genoeg zijn om alle hoeken van het huis te kunnen bereiken. Water is het meest doelmatige blusmiddel voor vaste stoffen als hout, papier, textiel en karton. Gebruik nooit water voor het blussen van brandende olie of vet of branden waarbij elektriciteit in het spel is. De blusdeken Een blusdeken is gemaakt van glasvezel, geïmpregneerde wol of ander onbrandbaar materiaal. Het beste is een deken van 180 x 180 cm in een opbergkoker. De handigste plek ervoor is de keuken. Een blusdeken is natuurlijk ook heel nuttig in caravan, boot, tuinhuisje en bij de barbecue. Het is een geschikt blusmiddel in het geval van onder andere: • een in brand geraakt persoon, • vlam in de pan, • brand in televisietoestel, • een brandende prullenbak. Met de blusdeken werkt het blussen als volgt. Wikkel hem rond uw handen en leg hem op de brandhaard of over de brandende kleding, of wikkel hem om het slachtoffer. Trek de deken goed dicht bij de hals van het slachtoffer, zodat rook en vlammen niet bij het gezicht kunnen komen. Blusdekens worden verkocht in de grote doe-het-zelfzaken en bouwmarkten. Ze zijn voor eenmalig gebruik. Draagbare brandblussers Er zijn verschillende soorten draagbare brandblussers te koop. De inhoud varieert. • Een waterblusser is geschikt voor bijna alle branden (geen elektriciteitsbrand en vlam in de pan). • Een schuimblusser is geschikt voor alle woningbranden. Deze veroorzaakt bij het blussen nauwelijks verdere schade. Met een schuimblusser kunt u kleine woningbranden van vaste stoffen en vloeistoffen prima blussen. • Schuimblussers zijn ook uitstekend voor caravan en zomerhuisje. De inhoud moet minimaal twee kilo zijn.
5
BRANDPREVENTIE
Als er toch brand is
• • • • • • • • •
Blijf kalm Waarschuw alle andere bewoners Vlucht volgens uw eigen vluchtplan. Ga naar buiten en blijf buiten Houd deuren en ramen gesloten en sluit deuren achter u Blijf laag bij de grond (zo kunt u onder de rook doorkruipen) Gebruik nooit de lift Bel direct 112 Breng uzelf nooit in gevaar Ga pas blussen als u zeker weet dat het veilig is
Aanslag in het rookkanaal is gevaarlijk Stookt u in uw kachel of open haard hout, kolen of olie, dan komen onverbrande deeltjes in het rookkanaal terecht. De deeltjes hechten zich aan de wand van het stookkanaal en vormen een teerachtige, zeer brandbare laag. De hoeveelheid aanslag hangt af van hoe u stookt. Hoe minder zuurstof de verbranding krijgt, des te onvollediger is die verbranding. Er komen dan extra afvalstoffen vrij, die zich ook weer hechten aan de binnenkant van de schoorsteenwand. Ook kan de schoorsteen door andere vervuiling (zoals vogelnesten) verstopt raken. Er is dan weinig of geen ‘trek’ meer, waardoor verbrandingsgassen terugslaan in de kamer. Zo ontstaat het gevaar van koolmonoxidevergiftiging (zie kader). Koolmonoxide Nog elk jaar overlijden mensen door de combinatie van een slecht onderhouden gastoestel en onvoldoende ventilatie. Bij een onvolledige verbranding van bijvoorbeeld aardgas, hout of kolen ontstaat koolmonoxide (CO). Dit is een zeer giftig gas dat 250 maal sneller in het bloed wordt opgenomen dan zuurstof. CO-gas is een echte sluipmoordenaar; je ruikt of proeft het niet en je raakt snel bewusteloos. Koolmonoxide wordt snel in het lichaam opgenomen. Het directe gevolg is onvoldoende zuurstoftransport naar de vitale organen. De eerste lichamelijke symptomen van koolmonoxidevergiftiging lijken griepverschijnselen: lichte hoofdpijn, misselijkheid, overgeven en vermoeidheid. Hoe groter de blootstelling, des te heviger de hoofdpijn. Ook krijgt men last van verwarring, slaperigheid en een versnelde hartslag.
6
BRANDPREVENTIE
Laat de schoorsteen vegen De schoorsteenveger verwijdert voor u het vuil uit de schoorsteen en controleert hem op loszittende delen en scheuren. Stookt u hout, kolen of olie en gebruikt u de kachel of open haard als sfeerverwarming, laat de schoorsteen dan eens per jaar vegen. Bij intensief gebruik (als hoofdof bijverwarming) is het verstandig om het kanaal twee keer per jaar te laten vegen. Bij apparaten die op gas worden gestookt, zoals gaskachels, gasgestookte cv-ketels en (bad)geisers in moderne woningen, is het rookkanaal normaal gesproken niet vervuild. Gasgestookte apparaten moeten wel regelmatig onderhouden en afgesteld worden. Laat bij dit onderhoud ook het schoorsteenkanaal controleren op verstopping door bijvoorbeeld een vogelnestje. Bij oudere rookkanalen of schoorstenen is het, vooral bij gebruik van gaskachels, verstandig om eens per jaar de schoorsteen te laten vegen. Een goede schoorsteenveger Schoorsteenveger is een vrij beroep. Schakel een bedrijf in dat aangesloten is bij de Algemene Schoorsteenvegers Patroons Bond. Als u iemand inhuurt die bij deze bond is aangesloten, heeft u een paar zekerheden. Zo hebben de leden een toelatingsexamen afgelegd en zijn ze verplicht een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Nog vragen? Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Technische Zaken van Vallei Wonen, telefoon (033) 286 17 40.
Deze brochure is ontwikkeld in samenwerking met de Brandweer Woudenberg.
Afdeling Veiligheid
7
BRANDPREVENTIE
Schans 30 3931 KJ Woudenberg T: 033 286 17 40 E:
[email protected] I: www.valleiwonen.nl
Vormgeving en druk: Woudenbergse Drukkerij bv
8