Brandend actueel: Kwaliteitsindicatoren pijn Decock Stefanie 28 maart 2014
Geïnspireerd op de presentatie S. Broekmans & Prof. F. Bardiau . Indicatoren voor de evaluatie en behandeling van (acute) pijn
Kwaliteitsindicator • Definitie – Meetbaar element van zorgverlening dat een aanwijzing geeft over de mate van kwaliteit van een bepaald aspect van de zorg
(Lawrence et al.,
1997).
• Functie – Signaleren – Monitoren – Bijsturen
2
Kwaliteitsindicator • Doel
– Verbetering van de kwaliteit van zorg • Zorg evalueren • Zorg optimaliseren en verbeteren • Transparant maken – Zelfsturing en verbetering (informatie verschaffen over zorgprocessen of patiënttevredenheid) – Externe verantwoording (benchmark)
3
Kwaliteitsindicator • Ontwikkelen van indicatoren – Nastreven van een bepaald doel – Voldoen aan een bepaalde richtlijn – Op basis van best beschikbare bewijs dat over de kwaliteit van zorg voorhanden is – Als startpunt voor een nog te formuleren richtlijn – Om de implementatie van een richtlijn te bevorderen – Aanzet geven tot het aanpassen van een bestaande richtlijn
4
Donabedian's model of quality assessment
Teshima T Jpn. J. Clin. Oncol. 2005;35:497-506
5
Structuurindicatoren • Geven informatie over: – De (organisatorische) randvoorwaarden waarbinnen zorg wordt geleverd – De organisatie/equipage van een systeem – Of de omstandigheden geschikt zijn om de gewenste zorg te leveren
6
Voorbeelden structuurindicator • Organisatie van multidisciplinaire pijncentra/multidisciplinair algologisch team • Beschikbaarheid van pijnprotocollen • Beschikbaarheid van pijnmeetinstrumenten • Scholing voor artsen en verpleegkundigen • Bij elke postoperatieve patiënt wordt tijdens de dagelijkse zorg nagegaan of deze last heeft van pijn Doorgaans te beantwoorden met ja of nee 7
Evaluatiemogelijkheden structuurindicatoren • Jaarlijkse evaluatie
– Aanwezigheid strategisch plan/projectfiche • Strategische doelstellingen • Verbeterplannen PLan-Do-Act-Check
– Aanwezigheid MAT • Pijnarts, pijnverpleegkundigen • Actuele pijnprotocollen
• Registratiemogelijkheden • Opleiding van personeel mbt pijn en pijnbehandeling
8
Procesindicatoren • Geven informatie over de handelingen die binnen een zorgproces worden uitgevoerd om kwaliteit te leveren. Het kenmerk van procesindicatoren is dat ze direct beïnvloedbaar zijn: ze meten hoe (vaak) iets is gedaan • Ze volgen een serie gebeurtenissen tijdens een onderzoek en/of behandeling van een patiënt • Het gaat meestal om de bepaling van het percentage gevallen waarbij een bepaalde procedure is uitgevoerd
9
Voorbeelden procesindicator • Percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij klinische patiënten op de verpleegafdelingen. – Teller: Aantal uitgevoerde gestandaardiseerde pijnmetingen bij klinische patiënten op de verpleegafdelingen – Noemer: Aantal ligdagen op de verpleegafdelingen x 3 metingen per dag – Exclusiecriteria: kinderen jonger dan 18 jaar; patiënten waarbij de NRS niet afgenomen kan worden als gevolg van een
uitingsbeperking
10
Voorbeelden procesindicator • Indicator pijnmeten – De manier van meten en de patiëntenpopulatie verschilt per ziekenhuis – meetwaarde, subjectiviteit, patiënten met chronische en acute pijn – De ziekenhuizen die een hoger percentage mensen postoperatief meten met momenten van meer pijn zijn tegen deze achtergrond niet per definitie leveranciers van slechte zorg. De meting kan zeker een goed intern evaluatiemiddel zijn
11
Voorbeelden procesindicator • Percentage patiënten met pijn en met opioïden behandeld die laxantia voorgeschreven hebben gekregen • Percentage patiënten met pijn bij wie de dagelijkse dosering van 2,5 gram paracetamol in geval van chronisch gebruik is overschreden • Percentage patiënten met pijn die klassieke NSAID’s hebben gekregen en bij wie een protonpompremmer of misoprostol is voorgeschreven Multidisciplinaire richtlijn: pijn bij kwetsbare ouderen
12
Evaluatiemogelijkheden procesindicatoren • Continue monitoring (prospectief) • Retrograde dossieranalyse – Aantal patiënten dat werd geïnformeerd – Systematische pijnevaluatie – Toepassing van pijnprotocollen
– Toedienen van pijnmedicatie bij een positieve pijnscore
13
Uitkomstindicatoren • Geven informatie over de uitkomsten van zorgprocessen
gemeten op patiëntniveau. Is het gewenste resultaat bereikt? • Indeling volgens het Institute for Healthcare Improvement (IHI) – Effectiviteit (opbrengsten, resultaten) – Veiligheid (voorkomen van fouten en complicaties) – Tijdigheid (toegangstijd, doorlooptijd, wachttijd) – Efficiëntie (relatie tussen opbrengst en kosten) – Gelijkheid (niet achterstellen van bepaalde patiëntengroepen) – Toegankelijkheid (geen barrières die toegang tot de zorg blokkeren) – De patiënt centraal (past het zorgaanbod bij de context van de patiënt?) Institute for Healthcare Improvement. Crossing the quality chasm. Boston: 2001
14
Uitkomstindicator • Afhankelijk van: – De geleverde zorg, de ernst van de aandoening, verschillen in natuurlijk beloop en van therapietrouw, de case mix. – Om uitkomsten te kunnen gebruiken op patiëntniveau als indicator van kwaliteit moet dus aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn: • Steekproef (aantallen patiënten) moet groot genoeg zijn • De gegevens moeten gestandaardiseerd verzameld kunnen worden •
Er moet correctie mogelijk zijn voor verschillen in ernst van de ziekte/pijn.
Lucassen PLBJ. Kwaliteit is een dilemma. Huisarts en Wetenschap 2005; 48 (10): 514-518
15
Steekproefgrootte
www.jointcommission.org
16
Voorbeeld uitkomstindicatoren •
Percentage klinische patiënten met kanker met matige of
ernstige pijn •
Percentage patiënten met een pijnscore ≥ 4 die binnen het uur
pijnmedicatie toegediend krijgen •
Percentage patiënten met op enig moment een pijnscore van
boven de 7 in de eerste 72 uur na een operatie
• Aantal patiënten dat aangeeft pijn te hebben en waarvoor een behandelplan is opgesteld • Percentage patiënten zonder cognitieve/communicatieve
beperkingen dat tevreden is over de pijnstilling 17
Evaluatiemogelijkheden uitkomstindicator • Enquête – Patiëntentevredenheid bij ontslag – Patiëntentevredenheid tav. pijnbehandeling • Retrograde dossieranalyse
– Analyse van pijnscores en de daaraan gerelateerde behandeling – Analyse van pijnscores • Aantal patiënten met een negatieve pijnscore op D3 postop
18
Interne en externe indicatoren • Interne indicatoren – Deze kunnen inzicht geven in de resultaten van de zorgprocessen. – Interne sturing en niet naar buiten gebracht.
• Externe indicatoren – Worden gebruikt om verantwoording af te leggen, m.a.w. dienen ter controle. Zij zijn een middel om de resultaten van de patiëntenzorg transparant te maken.
Berg M, Schellekens W. Paradigma.s van kwaliteit: de verschillen tussen externe en interne kwaliteitsindicatoren. Medisch Contact 2002; 57 (34): 1203-5 Ten Have P. Indicatoren voor verbeterprojecten. 1e druk. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden, 2004.
19
Interne indicatoren • Informatie is gericht, relevant, specifiek en gedetailleerd – Inzicht in zorgprocessen, verbeteren van zorg en zelfsturing
• Soms gevoelig voor case mix, afh. soort patiëntenaanbod (CP
versus acute pijn) • Lagere eisen aan validering • Realiseerbaar, eenvoudig te registreren en te ontwikkelen • Snel, leuk, leerzaam • Paradigma: goed/beter
20
Pijnprotocol 2 aaneensluitende projecten: implementatie systematische pijnregistratie & het ziekenhuisbreed pijnbeleid (volwassenen) Projectleider: Verhelst Delfien en Decock Stefanie Verbeterteam: (medisch directeur, verpleegkundige directeur, pijnarts, spoedarts, pediater, pneumoloog, neurochirurg, neuroloog, geriater, projectbegeleider klinische paden
Goals
Involved patients and caregivers
• Alle gehospitaliseerde patiënten worden gescreend op pijn. • Er wordt gestreefd naar het aanbieden van een adequate en zo gestandaardiseerd mogelijke pijntherapie voor alle volwassen, gehospitaliseerde patiënten met pijn. • De aangeboden pijntherapie wordt individueel geëvalueerd aan de hand van de pijn screening.
•Volwassenen, gehospitaliseerde patiënten met een pijnscore ≥ 4 •Exclusiecriteria: Minderjarigen die de leeftijd van 15 jaar niet hebben bereikt (er is een ziekenhuisbreed pijnbeleid voor elke pediatrische patiënt beschikbaar)
7-step methodology 7. Continuous follow-up: Streefdoel: toepassingspercentage 90% ziekenhuisbreed pijnbeleid (pijnregistratie en daaraan gekoppeld een adequate pijnbehandeling)
5. Implementation & 6. evaluation: -Poster pijnladder, opstart referentenwerking en implementatie pijnregistratie. -Informeren van alle zorgverstrekkers over het standaard pijnprotocol en herinneren aan de pijnregistratie. - Aanbieden mogelijkheid tot deelname e-learning over preventie chronische pijn, pijnmedicatie en pijnmechanismen aan de referentieverpleegkundigen. - Ondersteunend werd er een link naar het protocol op intranet geplaatst. - Nameting ter evaluatie van de toepassing van het ziekenhuisbreed pijnbeleid.
1. Screening: - Polsen naar kennis en attitude over pijn en pijnmedicatie bij verpleegkundigen - Opstellen verbeterteam
2. Project- planning: Projectplan uitschrijven en opstellen gantt chart. De projectfiche werd regelmatig aangevuld in het kader van continue verbetering
4. Development : - Analyse van alle bestaande discipline -en patiëntspecifieke pijnprotocollen in az groeninge -Opmaak pijnprotocol en het pijnprotocol laten aanpassen en goedkeuren door verbeterteam - Publicatie pijnprotocol op het procedureboek -Toelichten nulmeting en analyse bestaande protocollen aan het verbeterteam. - Toevoegen van verwijzingen over weerhouden discipline -en patiëntspecifieke pijnprotocollen aan het standaard pijnprotocol
3. Diagnosis and verify : - Oplijsten van alle discipline -en patiëntspecifieke pijnprotocollen in az groeninge - Opzoeken van EB informatie - Nulmeting: (pneumologie 3B2 en 3B1, orthopedie 3A en 3D, leiepunt, leie 2, neurologie en neurochirurgie)
2173 | VL-2A100% 90%
90%
80%
76%
70% 60% 50%
60%
70% 60%
50%
50%
40% 30% 20% 10% 0%
22
Mei ‘13
Augustus ‘12
Januari ‘13
Nameting Juli ‘13
Nulmeting juni ‘12
April ‘12
23 6 meetmomenten n=80 op 8 testafdelingen
PIJNSCORE IK HEREVALUEER EN NOTEER!
- Na toediening pijnmedicatie - Patiënten die terugkomen van de radiologie in de WZU3
25
26
Externe indicatoren • Relevant voor overheid, inspectie, RIZIV, patiëntenorganisatie – verantwoording afleggen, accreditatie, problemen signaleren, vergelijkingen tussen praktijken maken (benchmarken), patiënten
informeren over de kwaliteit van zorgaanbieders
• Aspecifiek, globaal, controleerbaar • Goede validering nodig
• Nood aan goede infrastructuur voor registratie • Informatie is publiek • Paradigma: goed/ slecht 27
Enkele tips • Kies niet teveel indicatoren – Een aantal van 5-10 indicatoren per onderwerp is al veel – Het verzamelen en registeren van informatie kost tijd
• Zorg voor een combinatie van de verschillende indicatoren – Uitkomstindicatoren: is het doel bereikt – Procesindicatoren maken duidelijk waardoor dit eventueel niet is gebeurd
28
Enkele tips • Laat de indicatoren op verschillende dimensies van een onderwerp betrekking hebben – Medisch inhoudelijke kwaliteit meten – Doelmatigheid – Tijdigheid.
• Kies indicatoren waarbij het verzamelen ervan weinig tijd kost – Registratiecoaches – Cijfers MVG – Elektronisch patiëntendossier 29
Meten is weten
Meet enkel wat u nodig heeft om te meten 30