BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 TOELICHTINGSNOTA – schetsontwerp met m.e.r.-screening april 2011
Gemeente Beersel Alsembergsteenweg 1046 • 1652 Alsemberg tel. 02 359 17 50 • fax 02 359 17 18
D+A CONSULT, Studiebureau voor Ruimtelijke Planning, Infrastructuur en Bouw │
[email protected] │ www.daconsult.be │ Meiboom 26, 1500 Halle │ T 02 363 89 10 │ F 02 363 89 11 │ Borchtstraat 28, 2800 Mechelen │ T 015 56 09 56 │ F 015 56 09 59
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
colofon BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
Opdrachtgever: gemeente Beersel
Opdrachthouder: D+A Consult nv – Meiboom 26 – 1500 Halle –
[email protected] – www.daconsult.be
Opgemaakt door ondergetekende ontwerpers,
Wouter Roesems Erkend ruimtelijk planner
Els Van Lier Projectmedewerker
fase
document
datum
revisie
versie
1
schetsontwerp met m.e.r.-screening
16/03/2011-evl
WRO
1.1
schetsontwerp met m.e.r.-screening – verzoek tot raadpleging
08/04/2011-evl
WRO
1.2
april 2011│ │P20424
1│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
Inhoudstafel
0.
Leeswijzer .......................................................5
1.
Inleiding: waarom het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 ...............................6
2.
Bestaande ruimtelijke toestand .......................7
2.1.
Situering van het plangebied.............. 7
2.2.
Beschrijving bestaande toestand ......... 7
3.
Relatie met de structuurplannen ...................10
3.1.
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen... 10
3.2.
Ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant ................................................ 10
3.3.
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Beersel – in opmaak ...................... 11
4. 4.1.
Bestaande juridische en planningscontext ....13 Bestaande juridisch-administratieve aspecten ..................................... 13
4.1.1.
Gewestplan...................................................................................................13
4.1.2.
Plannen van aanleg ......................................................................................13
4.1.3.
Ruimtelijke uitvoeringsplannen .....................................................................14
4.1.4.
Vergunde verkavelingen ...............................................................................14
4.1.5.
Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten .....................15
4.1.6.
Natuurdecreet – afbakening VEN, IVON, natuurreservaten en SBZ ............15
4.1.7.
Decreet integraal waterbeleid – watertoets...................................................15
4.2.
Bestaande juridisch-technische aspecten ................................................ 16
4.2.1.
Wegenis........................................................................................................16
4.2.2.
Rooilijnplannen .............................................................................................16
4.2.3.
Waterlopen ...................................................................................................16
april 2011│ │P20424
2│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
4.3.
Relevante wetgeving, studies en plannen ................................................ 17
4.3.1.
Landschapsatlas...........................................................................................17
4.3.2.
Inventaris van het bouwkundig erfgoed ........................................................17
4.3.3.
Biologische waardering ................................................................................17
4.3.4.
Recreatief netwerk ........................................................................................17
4.3.5.
Behoeften seniorenhuisvesting .....................................................................18
5.
Gewenst toekomstperspectief .......................19
5.1.
Doelstellingen .............................. 19
5.2.
Knelpunten en potenties ................. 19
5.3.
Visie .......................................... 20
5.4.
Ruimtelijke concepten .................... 21
5.5.
Concretisering planopties................ 22
6.
Krachtlijnen voorschriften ..............................25
7.
Effecten van het BPA ....................................27
7.1.
Onderzoek tot m.e.r. ...................... 27
7.1.1.
Methodiek .....................................................................................................27
7.1.2.
Toepassingsgebied ......................................................................................28
7.1.3.
Planonderdelen en afwegingskader .............................................................28
7.1.4.
Beoordeling milieueffecten ...........................................................................30
7.1.5.
Alternatieven.................................................................................................37
7.1.6.
Grensoverschrijdende effecten .....................................................................38
7.1.7.
Besluit ...........................................................................................................38
7.2.
Watertoets .................................. 39
7.2.1.
Oppervlakte- en grondwaterhuishouding ......................................................39
7.2.2.
Besluit ...........................................................................................................41
8.
Gevolgen voor de juridisch bestaande toestand ........................................................43
8.1.
Gewijzigde juridisch-administratieve aspecten ..................................... 43
8.2.
Register van percelen met mogelijke planbaten, planschade en bestemmings-
april 2011│ │P20424
3│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
wijzigingscompensatie ivm het grond- en pandenbeleid ............................... 43 8.3.
Gewijzigde juridisch-technische aspecten ..................................... 43
8.3.1.
Wijziging rooilijnplannen ...............................................................................43
8.3.2.
Wijziging wegenis .........................................................................................43
8.3.3.
Gevolgen voor waterlopen ............................................................................43
9.
Administratieve inlichtingen – overleg en inspraak ........................................................44
9.1.
Administratieve inlichtingen............. 44
9.2.
Overleg en inspraak in kader van de m.e.r.-screening ........................... 44
9.2.1.
Aanpassingen in gevolge van het advies van de dienst BGP m.b.t. de m.e.r.screening ......................................................................................................44
9.2.2.
Aanpassingen in gevolge van adviezen van de betrokken instanties m.b.t. de m.e.r.-screening............................................................................................45
9.2.3.
Aanpassingen in gevolge van het besluit van de dienst MER m.b.t. de m.e.r.screening ......................................................................................................46
9.3.
Bijkomende inlichtingen vanuit de plenaire vergadering ...................... 46
9.4.
Resultaat van het openbaar onderzoek 46
9.5.
Advies van het college van burgemeester en schepenen ............................... 46
10. Bijlagen .........................................................47
april 2011│ │P20424
4│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
0.
LEESWIJZER Een bijzonder plan van aanleg bevat: 1.
een bestemmingsplan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;
2.
de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer;
3.
een weergave van de feitelijke en juridische toestand in tekst en op kaart (bestaande toestand);
4.
een toelichtingsnota met:
een beknopte situering en afbakening van het BPA en duiding van het initiële programma van ruimtelijke acties voor het plangebied; de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is; de relatie met de bestaande juridische context en de planningscontext; een overzicht van knelpunten en potenties; een visie op de gewenste ruimtelijke structuur en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling; het onderzoek tot significante milieueffecten (= m.e.r.-screening). De screening betreft het onderzoek naar het al dan niet voorkomen van aanzienlijke milieueffecten ten gevolge van het voorgenomen plan of programma. Bij elke beslissing over een plan, programma of vergunning moet de bevoegde overheid eveneens nagaan of er schade kan ontstaan aan het watersysteem. Dit wordt onderzocht met behulp van de watertoets; in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van het ruimtelijk veiligheidsrapport, het plan-MER, passende beoordeling en andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; een overzicht van wijzigingen ten opzichte van de vroegere juridische toestand. Dit overzicht bevat een limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden. in voorkomend geval een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot planschadevergoeding, planbatenheffing zoals bedoeld in de codex ruimtelijke ordening of een compensatie zoals omschreven in het grond- en pandenbeleid een overzicht van de administratieve inlichtingen. De gevolgen voor de juridisch–administratieve en juridisch-technische aspecten worden gevaloriseerd bij goedkeuring van het voorliggende BPA.
Het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben verordenende kracht.
april 2011│ │P20424
5│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
1.
I N L E I D I N G : WA A R O M H E T B PA G R O T E K A P E L – G E D E E LT E L I J K E H E R Z I E N I N G 2 Met de gedeeltelijke herziening van het BPA Grote Kapel wenst de gemeente de realisatie van een woonzorgcentrum mogelijk te maken en zo in te zetten op de versterking van zijn seniorenhuisvesting. Hiermee wil ze invulling geven aan de doelstelling tot differentiatie van haar woonaanbod (doelgroepenbeleid) en de verdere uitbouw van voorzieningen bij het hoofddorp Alsemberg zoals vastgelegd in de voorlopige versie van zijn gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De gemeente opteert voor deze locatie omwille van de ligging in de nabijheid van de woonkern van het hoofddorp Alsemberg, de goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van zowel woonweefsel als recreatief groen. Bij de opmaak van het BPA wenst de gemeente eveneens in te zetten op een versterking van het aanwezige recreatieve weefsel. Concreet worden volgende realisaties voorop gesteld binnen het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2:
woonzorgcentrum met 90 bedden (78 op korte termijn) in het rusthuis en 40 serviceflats (26 op korte termijn); reca afgestemd op enerzijds de aanwezige wandel- en fietsroutes langs en doorheen het domein Rondenbos en anderzijds het geplande woonzorgcentrum; herinrichting van het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat.
april 2011│ │P20424
6│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
2.
B E S TA A N D E R U I M T E L I J K E T O E S TA N D
2.1.
Situering van het plangebied Het plangebied van BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 situeert zich in het oosten van de gemeente Beersel langsheen de N235 – Alsembergsteenweg. Deze steenweg vormt een belangrijke verbinding tussen Alsemberg (en verder) en Ukkel / Brussel. Het gebied bevindt zich op slechts een ruime kilometer van het centrum van Alsemberg. In het noorden en oosten wordt het plangebied omgeven door een woonwijk en eveneens in het westen, aan de overzijde van de N235 – Alsembergsteenweg, is er bebouwing aanwezig. Enkel in de noordwestelijke hoek kent het gebied nog een verbinding met het centrale open ruimtegebied van de gemeente. Ten zuiden van het plangebied situeert zich het gebied Rondenbos. In dit parkgebied zijn de gemeentelijke diensten en de politie gehuisvest en bevinden zich parkeervoorzieningen. Bovendien vormt het park een belangrijk knooppunt van recreatieve wandelroutes te Beersel.
│
2.2.
Situering van het plangebied BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
Beschrijving bestaande toestand Zie plan bestaande toestand Momenteel is het plangebied ingevuld met een weide en de restant van een hoogstamboomgaard (kerselaar, perelaar en appelaren). Het terrein kent een uitgesproken reliëf waarbij het laagste punt zich bevindt op de hoek van de N235 – Alsembergsteenweg en de Beukenbosstraat. Hier komt de enige bebouwing in het plangebied voor, zijnde een oude hoeve die momenteel grotendeels in verval is geraakt en gebruikt wordt als opslagruimte door de gemeente (signalisatiemateriaal, dranghekkens …). Centraal kent het plangebied een vlakker gebied vanwaar de hoogte daalt in noordwestelijke, zuidwestelijke en zuidoostelijke richting. Naar de zuidwestelijke hoek toe blijft het reliëf dalen, terwijl dit in april 2011│ │P20424
7│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 de twee andere hoeken opnieuw stijgt. De helling in de zuidoostelijke hoek is sterk uitgesproken. De noordoostelijke hoek kent de hoogste ligging van het volledige gebied.
│
Het plangebied vanuit zuidwestelijke hoek
│
Het plangebied vanuit zuidoostelijke hoek met kerselaar rechts op de voorgrond
│
Bebouwing op de hoek van de Alsembergsteenweg en de Beukenbosstraat
In het noorden en het oosten wordt het plangebied omgeven door een woonwijk. In het zuiden en het westen wordt de grens gevormd door respectievelijk de Beukenbosstraat en de N235 – Alsembergsteenweg. Het plangebied kent een uitgesproken talud langsheen deze twee wegen. Langsheen de Alsembergsteenweg is dit talud tot 4 m hoog. Ten noorden van het plangebied is een kleine voetweg welke de Alsembergsteenweg verbindt met de woonwijk (de Hoogveldlaan). Aan de overzijde van de Beukenbosstraat bevindt zich het gebied Rondenbos (met politie en gemeentediensten). Dit wordt langsheen het plangebied volledig afgeschermd door een muur. Op het kruispunt Alsembergsteenweg – Sanatoriumstraat – Beukenbosstraat en in de Beukenbosstraat (voorbij het plangebied ter hoogte van de Galgstraat) zijn er twee openingen. De circulatie van autoverkeer is zodanig geregeld dat de toegang tot het parkgebied voorzien wordt aan het kruispunt en de uitgang ter hoogte van de Galgstraat. Het kruispunt van de Alsembergsteenweg – Sanatoriumstraat – Beukenbosstraat is lichtgeregeld. De doorgang in de Beukenbosstraat bedraagt slechts zo’n 4,5 m tussen de boerderij aanwezig op het plangebied en de ommuring van Rondenbos. Om het verkeer hier te regelen is er eveneens een verkeerslicht voor de versmalling. Op de Alsembergsteenweg bevindt zich een bushalte waar bus 153 stopt. Langsheen de N235 – Alsembergsteenweg en de Sanatoriumstraat is er langs beide zijden een fietspad. In de Beukenbosstraat is er geen fietsvoorziening aanwezig.
april 2011│ │P20424
8│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
│
Alsembergsteenweg met uitgesproken talud als overgang naar het plangebied
│
Beukenbosstraat met talud als overgang naar het plangebied en muur rondom Rondenbos
│
Kruispunt van de Beukenbosstraat met de Alsembergsteenweg (links de vervallen boerderij, centraal de smalle doorgang in de Beukenbosstraat en rechts de toegang tot Rondenbos)
april 2011│ │P20424
9│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
3.
R E L AT I E M E T D E S T R U C T U U R P L A N N E N
3.1.
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen Het plangebied van voorliggend BPA situeert zich volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV)1 in buitengebied. Het gevoerde beleid in buitengebieden moet in de eerste plaats rekening houden met de aanwezige ruimtelijke structuur, gevormd door de natuurlijke en de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de infrastructuur. Binnen het kader dat gevormd wordt door deze ruimtelijke structuur kunnen activiteiten als wonen en werken plaatsvinden. Een gebiedspecifieke benadering en focus op de duurzaamheid van ontwikkeling is hierbij noodzakelijk. In het kader van deze bepalingen worden in het RSV volgende algemene doelstellingen vastgelegd:
het vrijwaren van het buitengebied voor essentiële functies; het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied; het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen; het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied; het afstemmen van het ruimtelijk beleid en milieubeleid op het fysisch systeem; het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.
Het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied is specifiek van toepassing op het plangebied, gelegen in de kern van Alsemberg. De behoefte aan bijkomende woongelegenheden moet in de kernen opgevangen worden waarbij gestreefd dient te worden naar een gedifferentieerde samenstelling van de woningvoorraad. Hiernaast behoort de gemeente Beersel tot het Vlaams stedelijk kerngebied, de zogenaamde Vlaamse Ruit, welke een regio vormt met internationaal economisch belang. Het is de bedoeling van de Vlaamse overheid om de belangrijkste stedelijke en economische ontwikkelingen in dit gebied een stimulans te geven. Dit betekent echter niet dat de Vlaamse Ruit zich verder zal ontwikkelen tot één grootstedelijk gebied. Bij de inplanting van nieuwe activiteiten zal steeds de bestaande stedelijke en economische structuur als basis worden genomen.
3.2.
Ruimtelijk structuurplan Vlaams -Brabant Beersel is gesitueerd in de provincie Vlaams-Brabant en het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant (RSVB)2 stelt een aantal kernprincipes voor het te voeren beleid voorop:
herwaardering van het fysisch systeem; een centrum-provincie met Brussel;
een provincie met diverse stedelijke kernen;
1
Goedgekeurd op 19/11/1997 door het Vlaams Parlement, herziening definitief vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering op 12/12/2003 en bij decreet bekrachtigd op 19/03/2004. 2
Goedgekeurd op 07/10/2004 bij ministerieel besluit.
april 2011│ │P20424
10│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
de Vlaamse Ruit geeft een duidelijke structuur; mobiliteit als sturend gegeven.
Alsemberg wordt door het RSVB geselecteerd als hoofddorp. Het wonen dient in het hoofddorp prioritair te worden gestimuleerd met aandacht voor de differentiatie van het woningaanbod en de verdichting van het bestaande weefsel. De woonkwaliteit dient maximaal ondersteund te worden en woonuitbreidingsgebieden- en reservegebieden kunnen binnen de omschrijvingen van het hoofddorp aangesneden worden indien dit gebeurt ten behoeve van het doelgroepenbeleid. Lokale voorzieningen kunnen uitgebouwd worden ter optimalisatie van het functioneren van het hoofddorp. Bovenlokale voorzieningen kunnen beperkt uitgebouwd worden. De provincie wenst door de aanduiding van de natuurverbindingsgebieden een verbinding te realiseren tussen grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling en de verwevingsgebieden. Het plangebied situeert zich in NVBG 9b – verdichting bossen (gebied tussen Dwersbos – domein Huizingen – Kapittelbos – Kleetbos). Het gaat om een versterkingsgebied voor verspreide boskernen. Beersel wordt gerekend tot de deelruimte ‘Verdicht Netwerk – subgebied Halle-WaterlooBrussel’. Vanuit deze deelruimte worden er geen specifieke ontwikkelingsperspectieven voorop gesteld met betrekking op het plangebied van BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2.
3.3.
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Beersel – in opmaak Momenteel is de gemeente bezig met de opmaak van zijn gemeentelijk ruimtelijk structuurplan3. Een aantal selecties en bepalingen hebben betrekking op het plangebied BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2. Beersel sluit zich aan bij de selectie van Alsemberg als hoofddorp in buitengebied zoals vastgelegd in het VSGB.
Gewenste nederzettingsstructuur In de gewenste ruimtelijke structuur wordt het gebied ondergebracht in de nederzettingsstructuur van de gemeente Beersel. Volgende doelstellingen worden vooropgesteld bij de realisatie van de gewenste nederzettingsstructuur:
ontwikkelen van kwalitatieve en karaktervolle woonomgevingen; versterken van levendige en sociale woonkernen; een gewaarborgd aanbod voor de eigen bevolking; publieke ruimte als kwalitatief bindweefsel van de nederzettingstructuur; verbeteren van de woonkwaliteit langs de steenwegen; promoten van kleinhandelszaken en winkels op niveau van de kernen; architectuur op maat.
Bovendien wil de gemeente een gedifferentieerd woonbeleid voeren met aandacht voor de diverse bevolkingsgroepen en hun noden. Voor voorzieningen voor bejaarden en zorgbehoevenden wordt een streefdoel tot 10% van het totale woningaanbod voorop gesteld. Alsemberg vormt als hoofddorp een belangrijke locatie voor de concentratie van wonen en de uitbouw van een voorzieningenapparaat op lokaal en gemeentelijk niveau.
3
Het planningsproces bevindt zich in de fase van voorontwerp en structureel overleg met de provincie en het gewest.
april 2011│ │P20424
11│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 Bij de gewenste nederzettingsstructuur wordt een onderscheid gemaakt tussen wonen in kerngebied, residentieel woongebied en zones met landelijk wonen. Het plangebied van voorliggend BPA bevindt zich in residentieel woongebied. De ontwikkeling van nieuwe verkavelingen binnen deze gebieden wordt niet nagestreefd. De actueel bestaande en uitgeruste bouwpercelen kunnen wel ingevuld worden. Hierbij dient het maximaal behoud en de verdere ontwikkeling van het groene kader nagestreefd te worden. De bouwdichtheid wordt er beperkt tot 15 woningen per ha en maximaal 2 bouwlagen met eventueel een dakverdieping. Meergezinswoningen en voorzieningen die in het kerngebied thuishoren worden in deze gebieden niet toegelaten. Een afwijking op de dichtheid en de bouwhoogte kan uitsluitend worden toegestaan in functie van het doelgroepenbeleid en projecten specifiek gericht op gemeenschapsvoorzieningen en/of sociale huisvesting. Meer concreet wordt het plangebied ondergebracht in een reservegebied voor bouwmogelijkheden, namelijk WR2. Hiervoor wordt binnen de nederzettingsstructuur een ontwikkeling op lange termijn of invulling in functie van het doelgroepenbeleid voorop gesteld. Bovendien wenst de gemeente initiatieven specifiek gericht op senioren en zorgbehoevenden te ondersteunen.
Gewenste recreatieve structuur De gemeente wenst zijn grootschalige landschappelijke attractieve gebieden verder te ontwikkelen als ruimte voor passieve recreatie. Allerlei vormen van passieve recreatie (wandelen, fietsen, natuur-educatieve projecten…) dienen te worden versterkt in relatie tot de open ruimte. De doelstellingen zoals opgenomen in het landinrichtingsproject ‘Land van Teirlinck’ zullen hierbij maximaal betrokken worden om te komen tot een waardevol passief recreatief netwerk dat het volledige grondgebied van de gemeente beslaat met de centrale open ruimte als passief recreatief hart. De uitbouw van een passief recreatief netwerk voor voetgangers en fietsers moet een algemene versterking van het recreatieve aanbod en de uitbouw van het toerisme mogelijk maken zonder afbreuk te doen aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van dit gebied. Het GRS stelt een afremming van de verdere ontwikkeling van de residentiële woongebieden voorop. Voor woonreservegebied 2, waarbinnen BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zich bevindt, wordt concreet een ontwikkeling op lange termijn of invulling in functie van het doelgroepenbeleid voorop gesteld. De ontwikkeling van voorliggend BPA kadert in de ontwikkeling van het gebied in functie van doelgroepenbeleid, namelijk ouderen. Binnen het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zal de realisatie van een project gericht op gemeenschapsvoorzieningen, namelijk woonzorgcentrum, mogelijk gemaakt worden. Dergelijke projecten komen in aanmerking voor een afwijking op de dichtheid (15 woningen per ha) en de bouwhoogte (2 bouwlagen) zoals voorop gesteld binnen het GRS. Door de opmaak van dit BPA wenst de gemeente eveneens in te zetten op de versterking van zijn recreatief netwerk.
april 2011│ │P20424
12│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
4.
B E S TA A N D E J U R I D I S C H E E N PLANNINGSCONTEXT
4.1.
Bestaande juridisch-administratieve aspecten
4.1.1.
Gewestplan Het plangebied wordt volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse4 grotendeels ingevuld als reservegebied voor woonwijken. De zuidoostelijke punt van het plangebied bevindt zich in woongebied met landelijk karakter.
│
4.1.2.
Uittreksel gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse met aanduiding plangebied.
Plannen van aanleg Er is geen algemeen plan van aanleg (APA) van kracht voor de gemeente Beersel. Wel bevindt het volledige plangebied van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zich in BPA Grote Kapel5. Volgende bestemmingen zijn van toepassing op het plangebied:
zone voor openbaar nut (blauw); zone voor privé tuinen (oranje-geel); zone voor gebouwen in open bebouwing (rood); openbare wegen met bijzondere voorschriften – woonerf (groen/rood); openbare wegen (geel);
bufferzone (groen).
4
Koninklijk Besluit 07/03/1977.
5
Koninklijk Besluit 25/02/1980.
april 2011│ │P20424
13│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
│
4.1.3.
Uittreksel uit BPA Grote Kapel met aanduiding plangebied
Ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciale RUP’s Niet van toepassing.
Gewestelijke RUP’s Processen in voorbereiding van gewestelijke RUP’s in kader van de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Het RSV stelt het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies landbouw, natuur en bos voorop. Om dit te verwezenlijken werd er in 2004 gestart met de opmaak van een ruimtelijke visie voor de buitengebiedregio’s. Deze geeft in grote lijnen aan welke gebieden behouden blijven voor landbouw en waar er ruimte kan zijn voor natuurontwikkeling of bosuitbreiding en vormt de basis voor de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Concreet wordt deze visie vertaald in het herbevestigen van agrarische bestemmingen op het gewestplan en de opmaak van een operationeel uitvoeringsprogramma. Voor het plangebied is de visie op het deelgebied 34.5 – landbouwgebied tussen Gasthuisbos, Dwersbos en Kleetbos (hoeve Hoogveld) van belang. Het gaat hier om een gebied waar grondgebonden landbouw de drager is van open ruimtekamers in afwisseling met natuur- en woonfuncties. Actie 82 – Kleetbos-Holleken zoals opgenomen in het operationeel uitvoeringsprogramma heeft eveneens betrekking op het plangebied. Het opmaken van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan na verder onderzoek wordt hier voorop gesteld. In dit RUP dienen de bosstructuren Kleetbos-Holleken versterkt te worden en dient de agrarische bestemming voor de aansluitende landbouwgebieden hernomen te worden.
4.1.4.
Vergunde verkavelingen Niet van toepassing.
april 2011│ │P20424
14│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
4.1.5.
Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten Binnen het plangebied van BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zijn geen beschermde monumenten, landschappen of dorpsgezichten gelegen. Langs de overzijde van de Alsembergsteenweg ligt het beschermd landschap ‘Noordelijk gebied van de Meigemheide’.
4.1.6.
Natuurdecreet – afbakening VEN, IVON, natuurreservaten en SBZ Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu6 legt de fundamenten voor het natuurbeleid in Vlaanderen. De ruimtelijke repercussies volgen hoofdzakelijk uit het gebiedsgericht beleid dat wordt behandeld onder hoofdstuk V. Concreet wordt dit doorvertaald in de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON), natuurreservaten en speciale beschermingszones (SBZ), vogel- en habitatrichtlijngebieden. Hiernaast bestaat er een wisselwerking tussen de ruimtelijke ordening en maatregelen ter bescherming van het natuurlijk milieu zoals verwerving, natuurinrichting, natuurinrichtplannen… Het natuurdecreet en eventuele bijhorende uitvoeringsbesluiten kunnen dan ook belangrijke consequenties hebben op het vlak van ruimtelijke ordening. Binnen het plangebied situeert zich geen afbakening van bovenstaande natuurlijke selecties.
4.1.7.
Decreet integraal waterbeleid – watertoets Het decreet betreffende het integraal waterbeleid7 werd in het leven geroepen met het oog op het gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen. Hierbij staat het bereiken van randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van deze watersystemen als zodanig en het multifunctioneel gebruik, waarbij de behoeften van de huidige en toekomstige generaties in rekening worden gebracht, centraal. Een belangrijk instrument om de overheid in staat te stellen de doelstellingen van het integraal waterbeleid na te streven is de watertoets. Elk BPA moet hieraan worden onderworpen. Voor het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zal de watertoets opgenomen worden bij het onderzoek tot MER (zie sectie 7.2). Het plangebied kent een matige tot sterke hellingsgraad en is erosie- en matig grondwaterstromingsgevoelig.
6
Goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering op 21/10/1997 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering op 19/07/2002, 27/04/2007, 03/04/2009 en 08/05/2009. 7
Goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18/07/2003 en meermaals gewijzigd.
april 2011│ │P20424
15│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
4.2.
Bestaande juridisch-technische aspecten
4.2.1.
Wegenis Binnen het plangebied bevindt zich volgende wegenis:
4.2.2.
N235 – Alsembergsteenweg; Beukenbosstraat (buurtweg nr° 2); Meidoornlaan.
Rooilijnplannen Niet van toepassing.
4.2.3.
Waterlopen Niet van toepassing.
april 2011│ │P20424
16│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
4.3.
Relevante wetgeving, studies en plannen
4.3.1.
Landschapsatlas De landschapsatlas is een inventaris van waardevolle landschappen in Vlaanderen. Het gaat om gebieden waar de historisch gegroeide landschapsstructuur tot op vandaag herkenbaar gebleven is en ze worden aangeduid als relicten van traditionele landschappen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen relictzones, ankerplaatsen en lijn- en puntrelicten. Het plangebied kent geen classificatie volgens de landschapsatlas. Wel bevindt zich aan de overzijde van de Alsembergsteenweg de ankerplaats A20064 – Meigemheide, Gasthuisbos en Begijnenbos en de relictzone R20019 – BegijnenbosGasthuisbos-Meigemheide-Kleetbos.
4.3.2.
Inventaris van het bouw kundig erfgoed Niet van toepassing.
4.3.3.
Biologische waardering De BWK8 is een uniforme inventarisatie en evaluatie van de biotopen van het Vlaamse gewest en vormt zo een landschapsecologische analyse van het gebied. De mogelijke waardecijfers zijn: biologisch zeer waardevol, biologisch waardevol, biologisch minder waardevol, complex van minder waardevolle en waardevolle elementen, complex van minder waardevolle en zeer waardevolle elementen, complex van minder waardevolle en waardevolle tot zeer waardevolle elementen en complex van waardevolle en zeer waardevolle elementen. Hiernaast worden er eveneens faunistisch belangrijke gebieden aangeduid. Het plangebied van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 wordt grotendeels gecategoriseerd als biologisch waardevol9 (zie onderzoek tot m.e.r. 7.1). Het gaat om een hoogstamboomgaard en soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden.
4.3.4.
Recreatief netwerk Door of langs het domein van Rondenbos passeren een groot aantal recreatieve wandel- en fietsroutes. Samen met de goede parkeervoorzieningen zorgt dit ervoor dat het domein door veel recreanten wordt gebruikt als uitvalsbasis. O.a. het Anton van Wilderodepad (wandel),
8
In 1987 werd gestart met de opmaak van een biologische waarderingskaart (BWK) door de toenmalige minister van Volksgezondheid en Leefmilieu. Sinds 1990 staat het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in voor de verdere opbouw en publicatie van de BWK voor het Vlaamse grondgebied. 9
Terreinbezoek juni 1998.
april 2011│ │P20424
17│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 de Herman Teirlinckroute (fiets), Zenne en Zoniën (fiets), de Gordelroute (fiets) en Vlaanderen fietsroute (fiets) passeren hier.
4.3.5.
Behoeften seniorenhuisvesting Uit de woonbehoeftestudie voor de gemeente Beersel (2005) bleek dat het aandeel van de oudste groep inwoners (+65 jaar) toenam met 4% over de periode 1991 – 2003 (13% van de volledige bevolking in 1991, 17% in 2001 en 2003)10. De prognoses wijzen op een verdere stijging tot 18,4% in 2011 en 19,6% in 2016. Gebaseerd op deze prognoses wenst de gemeente zich te engageren voor een versterking van zijn aanbod aan seniorenhuisvesting. Voor voorzieningen voor bejaarden en zorgbehoevenden wordt in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan in opmaak een streefdoel tot 10% van het totale woningaanbod voorop gesteld (dit bedroeg 9.002 in 2004). Op 1 januari 2009 beschikte Beersel over 183 erkende plaatsen in een rusthuis, 30 serviceflats en geen plaatsen in centra voor kortverblijf of in dagverzorgingscentra 11. Op dezelfde datum bedroeg het programmatiecijfer (gebaseerd op bevolkingsprognoses) voor deze voorzieningen respectievelijk 293, 117, 9 en 9. Deze getallen impliceren een tekort aan voorzieningen voor bejaarden (110 plaatsen in rusthuizen, 87 serviceflats, 9 plaatsen in centra voor kortverblijf en 9 plaatsen in dagverzorgingscentra). Met de opmaak van voorliggend BPA wenst de gemeente een antwoord te bieden op het gebrek aan voorzieningen voor bejaarden en werk te maken van het bereiken van zijn streefdoel van 10% van het totale woningaanbod.
10
Bron: gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Beersel – in opmaak.
11
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering, Lokale statistieken, december 2010.
april 2011│ │P20424
18│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
5.
GEWENST TOEKOMSTPERSP ECTIEF
5.1.
Doelstellingen Bij de opmaak van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 staan volgende doelstellingen centraal:
mogelijk maken van de realisatie van een woonzorgcentrum met het oog op de differentiatie van het woonaanbod in de gemeente, het gaat om voorzieningen aansluitend bij het hoofddorp Alsemberg – in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (in opmaak); mogelijk maken van reca-invulling in een deel van het plangebied met het oog op de aanwezige recreatieve wandel- en fietsroutes; herinrichten kruispunt mogelijk maken waarbij specifieke aandacht dient te gaan naar het verbeteren van de smalle doorgang in de Beukenbosstraat.
5.2.
Knelpunten en potenties In het kader van bovenstaande doelstellingen zijn er een aantal knelpunten en potenties aanwezig in het plangebied of de onmiddellijke omgeving die in rekening dienen genomen te worden bij de verdere uitwerking van het BPA. Belangrijke knelpunten zijn:
sterk geaccidenteerd terrein met gevarieerde hellingsrichtingen en -graden wat inplanting en realisatie van bebouwing compliceert;
mogelijkheid tot geluidshinder en afbreuk woonkwaliteit door de drukke verkeersas N235 – Alsembergsteenweg en relatief druk gebruikte Beukenbosstraat; nagenoeg volledige afwezigheid van fiets- en voetgangersvoorzieningen langsheen de Beukenbosstraat; aanwezigheid van in verval geraakte hoeve (woonhuis en stallingen) op het kruispunt van de N235 – Alsembergsteenweg en de Beukenbosstraat waardoor de Beukenbosstraat een zeer smalle doorgang kent; aanwezigheid van een muur tussen het domein Rondenbos en het plangebied
(Beukenbosstraat) waardoor er geen relatie is tussen de twee gebieden; de achterkanten van de aanwezige woonwijk langsheen het plangebied zorgen voor een lagere visuele kwaliteit.
Een aantal belangrijke potenties zijn:
nabijheid van het kerngebied van Alsemberg; situering te midden van het woonweefsel; goede bereikbaarheid en ontsluiting van het gebied langsheen de N235 – Alsembergsteenweg; nabijheid van recreatief groen in het domein Rondenbos; voorkomen van wandel- en fietsroutes door en langsheen het domein Rondenbos met aanwezigheid van voldoende parkeervoorzieningen; sterk geaccidenteerd terrein welke potenties biedt voor een erop afgestemde inplanting van de bebouwing om zo de impact op de omgeving te minimaliseren.
april 2011│ │P20424
19│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
5.3.
Visie De ligging van het plangebied in de onmiddellijke nabijheid van het kerngebied van het hoofddorp Alsemberg maakt het tot een uitgelezen locatie voor de verdere uitbouw van voorzieningen op gemeentelijk niveau. Bovendien zorgt de aanwezigheid van het domein Rondenbos voor de aanwezigheid van recreatieve potenties in het gebied. In het huidig BPA Grote Kapel krijgt het gebied grotendeels een bestemming als wonen met erfkarakter en tuinzones. Op de hoek van de Alsembergsteenweg en de Beukenbosstraat is een zone aangeduid als zone voor openbaar nut. De gemeente wenst deze bestemmingen en de eraan gekoppelde voorschriften te wijzigen om de gewenste ontwikkelingen in het plangebied mogelijk te maken. De aanduiding in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan als reservegebied voor wonen (WR2) met een ontwikkeling op lange termijn of voor doelgroepenbeleid komt overeen met de opties die de gemeente momenteel wenst te nemen. Het gaat om een residentieel woongebied. De bouwlagen dienen er beperkt te worden tot maximaal twee. In functie van het doelgroepenbeleid en projecten specifiek gericht op gemeenschapsvoorzieningen en/of sociale huisvesting is het echter mogelijk om af te wijken van deze bepalingen. Met de opmaak van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 wenst de gemeente in te zetten op een versterking van zijn voorzieningenniveau, meer bepaald de seniorenzorg, en een differentiatie in zijn woningaanbod (doelgroepenbeleid). In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan in opmaak zijn dit belangrijke doelstellingen bij de realisatie van de gewenste nederzettingsstructuur. Op deze wijze wenst de gemeente hier reeds op in te spelen. Hiernaast wenst ze eveneens de recreatieve waarde van het domein Rondenbos te verhogen. Momenteel wordt het domein, samen met zijn parkeervoorzieningen, gebruikt als uitvalsbasis voor een aantal wandel- en fietsroutes doorheen de gemeente. Door in te zetten op de realisatie van een reca-functie in het plangebied kan deze recreatieve waarde versterkt worden en kan een functionele relatie tussen het domein Rondenbos en het plangebied tot stand komen. Een laatste doelstelling bij de opmaak van het BPA is het mogelijk maken van het nemen van verkeerskundige maatregelen om te komen tot een herinrichting van het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat, specifiek het verbreden van de doorgang in de Beukenbosstraat. Bij de inrichting van het plangebied dient de nodige aandacht te gaan naar een kwalitatieve invulling van het gebied. Het gebied kent een sterk uitgesproken reliëf. Het gaat om een relatief complex patroon waarbij de hellingsrichtingen en –graden aanzienlijk variëren. Bij de realisatie van bebouwing en verhardingen dienen reliëfwijzigingen beperkt te worden. Hiernaast wordt er ingezet op een inbedding van het gebied in en een afstemming op de omgeving. Zo dient de landschappelijke en functionele relatie tussen het domein Rondenbos en het plangebied versterkt te worden, is er behoefte aan afstemming op de woonwijk en kan gestreefd worden naar het maximaliseren van de relatie met de open ruimte. Binnen het plangebied zullen verschillende functies samen voorkomen met elk hun specifieke karakteristieken en behoeften. De afstemming van deze functies op elkaar en de verwezenlijking van een vlotte overgang en meervoudig gebruik staan centraal in voorliggend BPA.
april 2011│ │P20424
20│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
5.4.
Ruimtelijke concepten Onderstaande ruimtelijke concepten vormen de belangrijkste structuren die fungeren als dragers voor het ontwerp.
Stapsteen in de open ruimte Het plangebied kan fungeren als stapsteen tussen de open ruimte in het noordwesten en Rondenbos in het zuiden. De uitbouw van een relatie met het domein Rondenbos, zowel landschappelijk als functioneel, wordt voorop gesteld.
Afwerken woonweefsel Bij de invulling van het gebied kan er gestreefd worden naar de creatie van een voorzijde van bebouwing langs de straatkant. Op deze wijze wordt de huidige achterzijde van bebouwing (de woonwijk) kwalitatief afgewerkt en aan het oog onttrokken vanop de openbare weg.
Verkeerskundige aspecten Op het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat dient de mogelijkheid geboden te worden tot het nemen van verkeerskundige maatregelen om te komen tot een herinrichting van het kruispunt. Speciale aandacht dient te gaan naar de verbreding van de doorgang in de Beukenbosstraat. Bijkomende aansluitingen voor autoverkeer op de Alsembergsteenweg dienen vermeden te worden.
april 2011│ │P20424
21│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
5.5.
Concretisering planopties Voor de realisatie van het woonzorgcentrum werd door de gemeente opgeroepen tot kandidatuurstellingen. Hieruit vloeide reeds een voorstel tot inrichting met een eraan gekoppeld inplantingsplan voort waarvan de belangrijkste aspecten met betrekking tot het bijzonder plan van aanleg hier kort besproken zullen worden. Deze aspecten worden aangevuld met een aantal elementen vanuit het planningsproces van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2. Op deze wijze ontstaat er een coherente visie op de gewenste toekomstperspectieven in het plangebied. Het gaat hier echter om een indicatief ontwerp dat tijdens het verdere planningsproces nog kan bijgestuurd worden.
│
Voorstel inplantingsplan voor het woonzorgcentrum en de reca-functie
Gewenste functies Binnen het project zal een rust- en verzorgingstehuis gerealiseerd worden met op lange termijn 90 bedden in het bejaardentehuis en 40 serviceflats. Op korte termijn zal het gaan om 78 bedden en 26 serviceflats, waarvoor reeds een vergunning werd afgeleverd. Naast het woonproject zal aanpalend een ruimte worden voorzien waar specifieke diensten worden aangeboden. Deze ruimte moet het mogelijk maken om activiteiten in te richten voor welbepaalde doelgroepen. Mogelijkheden zijn activiteiten op het gebied van gezondheidszorg, wellness, preventie, coaching, opleiding, ontmoeting… . Deze activiteiten zullen bijdragen tot de creatie van een aangename leefomgeving op de site. Om dit alles mogelijk te maken moet zo’n 9.000 m² vloeroppervlakte gerealiseerd worden op zo’n 2.500 m² bebouwde oppervlakte. Naast het woonzorgcentrum dient eveneens ruimte geboden te worden voor de ontwikkeling van bebouwing met het oog op een reca-functie afgestemd op het domein Rondenbos. Hiervoor wordt geschat dat zo’n 800 m² vloeroppervlakte dient voorzien te worden op een maximale bebouwde oppervlakte van 400 m² en met maximaal twee bouwlagen. Voor de realisatie van de reca-functie in het gebied zijn er eveneens een aantal randvoorwaarden van belang. De uitbating van deze reca zal niet enkel gebeuren in functie van de recreatieve
april 2011│ │P20424
22│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 voorzieningen gerelateerd aan het domein Rondenbos (wandel- en fietsroutes), maar kan eveneens gebeuren in functie van het woonzorgcentrum. Op deze wijze hebben de bewoners een connectie met het sociale leven buiten het centrum en wordt de mogelijkheid geboden aan bezoekers van het centrum om gebruik te maken van deze recavoorzieningen. De realisatie van reca in het gebied zal dan ook een meerwaarde vormen voor zowel het domein Rondenbos als het zorgcentrum en zijn bewoners. Inplanting De positionering van de bebouwing dient op dergelijke wijze te gebeuren dat de afstemming op de omgeving optimaal is. Zo zal er in het noordoosten een zekere open ruimte gevrijwaard worden om enerzijds een zicht vanuit het zorgcentrum op de open ruimte aan de overzijde van de Alsembergsteenweg mogelijk te maken en anderzijds de open ruimte te laten doorlopen in het plangebied. Er dient eveneens ingezet te worden op een landschappelijke relatie tussen het plangebied en het domein Rondebos. Dit kan gerealiseerd worden door de groene elementen in de twee gebieden maximaal op elkaar af te stemmen en op elkaar te laten aansluiten. Op deze wijze kan het parkkarakter van het domein Rondenbos doorgetrokken worden in het plangebied. Om de functionele (recafunctie in het plangebied) en landschappelijke relatie van de twee gebieden te versterken dient er nagegaan worden hoe de afschermende functie van de muur rondom Rondenbos kan afgezwakt worden. Het zorgcentrum zal gerealiseerd worden in de nabijheid van de woonwijk. Hierbij dient er ingezet te worden op een landschappelijke integratie en een afscherming t.o.v. de achterliggende percelen om de omgevingskwaliteit te vrijwaren. Qua inplanting wordt er geopteerd om langs de straatzijde een voorkant te creëren en de achterkant van de bebouwing te oriënteren naar de achterkanten van de woningen in de woonwijk. Bij de realisatie ervan wordt er gestreefd naar het minimaliseren van reliëfwijzigingen. De bebouwing in functie van reca dient gerealiseerd te worden in de nabijheid van het domein Rondenbos, langsheen de Beukenbosstraat. Dit om een functionele relatie met Rondenbos mogelijk te maken. Bij de (her)inrichting van de Beukenbosstraat zal een afstemming op deze functionele relatie dienen te gebeuren. Hierbij dient zowel het vlot verkeer als de oversteekbaarheid in rekening genomen te worden. De inplanting van de reca-functie zoals weergeven op het inplantingsplan in bijlage (in de onmiddellijke omgeving van het kruispunt) is enkel indicatief en zal nog gewijzigd dienen te worden in functie van de herinrichting van het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat. De overige oppervlakte van het plangebied dient een maximale groeninvulling te krijgen. Bij de keuze voor grasland, laagstammig of hoogstammig groen dienen de relaties met de omgeving maximaal in overweging genomen te worden. Hierbij dient evenwel ruimte geboden te worden voor circulatie van verkeer en toegang tot de site. Deze groenaanleg moet zowel ten dienste van de gebruikers zijn, het bieden van een parkomgeving rondom de bebouwde zone, als ten dienste van het openbaar domein, het bieden van zicht op groen voor passanten. Mobiliteit en parkeervoorzieningen Wat betreft mobiliteit dient er in rekening genomen te worden dat het te realiseren project zich hoofdzakelijk zal richten op zorgbehoevende ouderen waaronder het aantal autobestuurders eerder beperkt zal zijn. Er zal dan ook slechts een beperkt aantal van de bewoners gebruik maken van een wagen. De grootste impact op de mobiliteit zal het gevolg zijn van de tewerkstelling van het personeel. Op het drukste moment van de dag (ochtend) wordt het aantal personeelsleden geraamd op 30. Hiernaast moeten bezoekers van het woonzorgcentrum eveneens mee in rekening genomen worden. Hun aantal wordt geraamd op 20 per dag. Daarnaast is er een mobiliteitsstroom van leveranciers van goederen en april 2011│ │P20424
23│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 diensten welke wordt geraamd op 5 per dag. Voor leveranciers zal een aparte toegang voorzien worden. De circulatie op het terrein maakt onderdeel uit van een studie in opmaak. In totaal zullen er zo’n 50 parkeerplaatsen worden voorzien, waarvan het grootste deel ondergronds. De parkeermogelijkheden voor bewoners van het zorgcentrum en het personeel zullen alleszins ondergronds worden opgevangen. Hiernaast kunnen een beperkt aantal parkings op het terrein worden voorzien voor bezoek… . Deze moeten op dergelijke wijze worden gerealiseerd dat ze geïntegreerd zijn in het landschap. Het parkeren langsheen de Alsembergsteenweg of het realiseren van parkings op deze locatie is niet toegelaten met het oog op het maximale behoud van de vlotte verkeersdoorstroming op deze belangrijke verbindingsweg. Bovendien is hier een sterk talud aanwezig dat behouden moet worden en doorsnijding ervan dient minimaal te zijn. Dit alles maakt onderdeel uit van een studie in opmaak. De toegang tot het gebied voor autoverkeer kan uitsluitend mogelijk gemaakt worden langs de Beukenbosstraat, bij voorkeur op geruime afstand van het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat. Ook hier is een talud aanwezig en bij voorkeur wordt de aansluiting gerealiseerd waar het talud minimaal is en doorsnijding beperkt kan worden. De toegang voor voetgangers kan op meerdere locaties gerealiseerd worden. Het is wenselijk dat er zich zowel een toegang langs de Alsembergsteenweg als de Beukenbosstraat bevindt. In het noorden van het plangebied is een doorsteek (voetweg – trap) vanuit de woonwijk naar de Alsembergsteenweg aanwezig. Deze kan dienst doen als toegang tot het gebied. De afstand tot het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat is echter aanzienlijk, waardoor een bijkomende toegang (voor voetgangers) op het kruispunt wenselijk is. Hierbij kan maximaal gebruik gemaakt worden van de herinrichting van het kruispunt. De boog die momenteel reeds wordt gevormd door de toegangspoort tot het domein Rondenbos zou kunnen doorgetrokken worden langs de overzijde van de Beukenbosstraat om zo te komen tot een kwalitatief geheel. Naast voetgangers dient er eveneens ingespeeld te worden op de toegankelijkheid voor fietsers. Hiervoor komen dezelfde routes als deze voor voetgangers in aanmerking met uitzondering van de doorsteek vanop de Alsembergsteenweg (trap). Om fietsgebruik te promoten zal er eveneens voorzien worden in fietsenstallingen op het terrein. De gemeente Beersel wenst met de opmaak van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 eveneens de mogelijkheid te bieden tot het nemen van verkeerskundige maatregelen. De herinrichting van het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat wordt voorop gesteld waarbij de verbreding van de doorgang langs de Beukenbosstraat het belangrijkste aspect vormt. Momenteel is de doorgang langs de Beukenbosstraat slechts zo’n 4 m breed. De gemeente wenst dit te verhogen tot 10 m zodat twee baanvakken kunnen gerealiseerd worden. Om dit mogelijk te maken en tegelijk meer ademruimte te bieden aan het kruispunt en te komen tot een overzichtelijk en kwalitatief geheel dient de hoeve op de hoek van de Beukenbosstraat en de Alsembergsteenweg te verdwijnen. De intekening van de reca-functie zoals weergegeven op het inrichtingsplan zal in functie hiervan eveneens gewijzigd dienen te worden. Bij de (her)inrichting van de Beukenbosstraat zal de totstandkoming van een relatie tussen het plangebied en domein Rondenbos eveneens in rekening dienen genomen te worden. Bovendien dient er ingezet te worden op een verbetering van de fiets- en voetgangersvoorzieningen langsheen de Beukenbosstraat.
april 2011│ │P20424
24│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
6.
KRACHTLIJNEN VOORSCHR IFTEN Zie ook bestemmingsplan In deze fase van het planningsproces kunnen er, gebaseerd op de elementen uit de voorgaande secties, reeds een aantal krachtlijnen voor de voorschriften uitgewerkt worden. Bij de verdere opmaak van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zullen zij de basis vormen voor de uitwerking van de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften. Deze krachtlijnen geven eveneens een indicatie van een aantal bepalingen die belangrijk zijn in het kader van de mer-screening. Algemeen:
duurzaam waterbeheer (opvangen hemelwater met vertraagde afvoer of gebruik, aansluiting op gescheiden rioleringsstelsel…) wordt voorop gesteld; gebruik van waterdoorlatende en/of halfverharde materialen voor verhardingen; permanente natuurlijke bodembedekking op onbebouwde en onverharde zones.
Zone voor gemeenschapsvoorzieningen:
functies: o woonzorgcentrum (bejaardentehuis, serviceflats en eraan verbonden diensten); o reca. inrichting: o beperken reliëfwijzigingen; o B/T van maximaal 0,4; o G/T van minimaal 0,5; o gebruik van streekeigen en inheems plantmateriaal; o
o o o
reca maximaal 400 m² bebouwde oppervlakte, enkel langsheen de Beukenbosstraat en niet binnen de zone voor verkeerskundige maatregelen; geen toegang voor autoverkeer langsheen de Alsembergsteenweg; geen parkeervoorzieningen langsheen de Alsembergsteenweg; rekening houden met privacy omwonenden en effecten op de omgeving bij de inplanting en keuze van verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting, verlichtingsduur…).
inplanting woonzorgcentrum (overdruk): o bebouwing in functie van woonzorgcentrum (bejaardentehuis, serviceflats en eraan verbonden diensten) dient gerealiseerd te worden binnen de op het plan aangeduide overdruk; o inpassing in de omgeving met aandacht voor de achterliggende woonwijk; o ondergrondse constructies zijn toegelaten; o tot 5 bouwlagen boven het maaiveld (ter hoogte van de Beukenbosstraat zie inrichtingsplan onder 5.5 voor concretere aanduiding van aantal bouwlagen) zijn toegelaten.
zone voor verkeerskundige maatregelen (overdruk): o open houden van het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat: verbreden doorgang Beukenbosstraat tot 10 m en creëren van een overzichtelijke verkeerssituatie.
Zone voor openbare wegenis:
verbreding van de Beukenbosstraat.
april 2011│ │P20424
25│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 Relatie met Rondenbos:
uitbouwen van een functionele en landschappelijke relatie met Rondenbos
april 2011│ │P20424
26│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
7.
E F F E C T E N VA N H E T B PA
7.1.
Onderzoek tot m.e.r. De overheid kan niet langer een plan of programma dat kadervormend is voor het afleveren van vergunningen voor projecten – zoals het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 – goedkeuren als er geen onderzoek is gebeurd naar de milieueffecten. In een onderzoek tot m.e.r. worden de te verwachten effecten van het voorgenomen plan of programma, de milderende maatregelen en de redelijke alternatieven beschreven en geëvalueerd. Voor de plannen en programma’s die aanzienlijke en significante milieueffecten met zich mee kunnen brengen geldt er een plan-MER-plicht. De m.e.r. screening (onderzoek tot m.e.r.) wordt hier integraal geïntegreerd in de toelichtingsnota van het voorliggend BPA. Deze dient dan ook samen gelezen te worden met de andere hoofdstukken van de toelichtingsnota, de bestaande toestand, het schetsontwerp grafisch plan en de krachtlijnen van de voorschriften. Op deze wijze heeft de lezer steeds volledige inzage in het BPA en specifiek in de bestaande toestand als referentiesituatie en de planningscontext waarbinnen het voorliggend BPA kadert.
7.1.1.
Methodiek Een eerste stap in het onderzoek tot m.e.r. is nagaan of het BPA niet ‘van rechtswege’ planMER-plichtig is volgens de regelgeving zoals vastgelegd in het D.A.B.M. Indien dit niet het geval is kan overgegaan worden op de beschrijving en evaluatie van de te verwachten significante effecten van het voorgenomen plan. Om het onderzoek naar de milieueffecten op een kwalitatieve wijze te kunnen voeren, wordt het plangebied onderverdeeld in verschillende planonderdelen. Hierbij wordt gestreefd naar een opdeling waarbij elk planonderdeel dezelfde bestemming in het geldend verordenend plan en dezelfde ontwikkelingsmogelijkheden in het voorgenomen plan kent. Per planonderdeel worden de belangrijkste veranderingen, ten opzichte van de huidige bestemmingsen inrichtingsvoorschriften, wat betreft mogelijke activiteiten, stedenbouwkundige voorschriften e.d. ten gevolge van de uitvoering van het BPA kort weergegeven. Aan de hand van deze informatie wordt het afwegingskader ingevuld samen met de kwetsbaarheid van de verschillende disciplines 12. Dit afwegingskader doet dienst als toetsing van de relevantie van de verschillende disciplines waarbinnen milieueffecten kunnen optreden. De beoordeling kan variëren tussen zeer relevant, relevant, beperkt relevant en niet relevant. Afhankelijk van deze beoordeling zullen de disciplines meer of minder uitgebreid onderzocht en besproken worden. Bij het onderzoek van de milieueffecten worden er per discipline volgende stappen ondernomen. In een eerste fase wordt de referentiesituatie besproken. Deze geeft een indicatie van de kwetsbaarheid van het plangebied. In een tweede fase worden de milieueffecten en milderende maatregelen besproken. Afhankelijk van het oordeel in het afwegingskader kan het gaan om een zeer beknopte, beknopte of uitgebreide bespreking.
12
De kwetsbaarheid van de verschillende disciplines wordt afgeleid uit de referentiesituatie in het plangebied. De bespreking hiervan gebeurt bij de beoordeling van de milieueffecten.
april 2011│ │P20424
27│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
7.1.2.
Toepassingsgebied Het BPA is niet ‘van rechtswege’ plan-MER-plichtig omwille van volgende redenen.
In het BPA worden geen vergunningen voor projecten mogelijk gemaakt die behoren tot de bijlage I en II van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage zoals opgenomen in het BVR van 10/12/2004. Bovendien regelt het BPA het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau. Het gebied zal geen uitstraling hebben van bovenlokaal belang. Het BPA is geen plan of programma waarvoor een passende beoordeling vereist is zoals bepaald door het artikel 36ter §3 van het natuurdecreet.
Omwille van bovenstaande motivering dient besloten te worden dat het BPA ‘van rechtswege’ niet plan-MER-plichtig is, maar wel screeningsplichtig. Naargelang het resultaat van het onderzoek naar mogelijke aanzienlijke milieueffecten, wordt er een oordeel geveld over de noodzaak van de opmaak van een plan-MER:
7.1.3.
indien er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn: geen plan-MER-plicht; indien er wel aanzienlijke milieueffecten kunnen worden aangetoond voor één of meerdere criteria: wel plan-MER-plicht.
Planonderdelen en afw egingskader Om het onderzoek tot m.e.r. op een kwalitatieve wijze te kunnen voeren, worden een aantal planonderdelen afgebakend binnen het BPA dat een totale oppervlakte van zo’n 1,31 ha beslaat. Deze oppervlakte is gebaseerd op de functies die zullen voorzien worden in het plangebied en de bebouwing die hiermee gepaard zal gaan (zie inplantingsplan en schetsontwerp grafisch plan voor indicatie van locatie van de planonderdelen – de infrastructuur in functie van reca, zone B, zal in praktijk echter op ruimere afstand van het kruispunt worden ingeplant). De planonderdelen in het plangebied van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zijn13:
A: zone voor RVT en serviceflats (binnen zone voor bebouwing op schetsontwerp
bestemmingsplan) - +/- 0,4 ha; B: zone voor reca - +/- 0,04 ha; C: onbebouwde zone - +/- 0,87 ha.
Hieronder wordt kort een overzicht gegeven van de belangrijkste wijzigingen in mogelijke functies en activiteiten, bestemmingen en stedenbouwkundige voorschriften 14 (volgens het huidig BPA Grote Kapel en het voorliggend BPA) die van belang zijn bij het beoordelen van de mogelijke milieueffecten. Deze werden gebaseerd op het indicatief ontwerp zoals het momenteel op tafel ligt. Dit kan nog bijgestuurd worden tijdens het verdere verloop van het planningsproces. Bijsturingen zullen echter niet resulteren in bijkomende milieueffecten
13
De oppervlaktes zijn enkel een indicatie en kunnen bij het verdere verloop van het planningsproces nog aangepast worden. Wat betreft de bebouwde oppervlakte gaat het hier echter om ruime schattingen die in praktijk vermoedelijk lager zullen liggen. 14
Het gaat hier evenwel om indicatieve aanduidingen die tijdens het verdere verloop van het planningsproces nog aangepast kunnen worden in functie van het gewenst toekomstperspectief. Ze geven evenwel reeds een concreter beeld van de opties die zullen genomen worden binnen voorliggend BPA. Aanpassingen die kunnen leiden tot significante negatieve milieueffecten zullen later niet meer gebeuren.
april 2011│ │P20424
28│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 t.o.v. het huidige ontwerp (het zal eerder gaan om een verkleining van de milieueffecten door een kleinere bebouwde oppervlakte, vermindering van het aantal bouwlagen…).
De ontwikkeling van een woonzorgcentrum bestaande uit een rust- en verzorgingstehuis, serviceflats en eraan verbonden functies wordt mogelijk gemaakt. De ontwikkeling van een reca-functie als versterking van de recreatieve waarden van Rondenbos en van het waardevolle landschap te Beersel wordt mogelijk gemaakt. De ontwikkeling van de woonfunctie en een openbare nutsfunctie zoals vooropgesteld binnen het BPA Grote Kapel blijft niet langer mogelijk. Het nemen van verkeerskundige maatregelen ter hoogte van het kruispunt Alsembergsteenweg – Beukenbosstraat – Sanatoriumstraat wordt voorop gesteld. Specifiek wordt er ingezet op een verbreding van de Beukenbosstraat tot 10 m en het overzichtelijk maken van het kruispunt. Een maximale B/T van 0,4 en een minimale G/T van 0,5 worden voorop gesteld. De uiteindelijke B/T zal zeker niet hoger zijn en eventuele wijzigingen zullen resulteren in een kleinere B/T en grotere G/T. De groenvoorzieningen op het terrein dienen te bestaan uit inheems en streekeigen plantmateriaal. Er zal een kwalitatieve voorkant georiënteerd naar de wegenis gecreëerd worden en de achterkant van de bebouwing op de achterliggende percelen wordt afgewerkt. Ondergrondse constructies worden mogelijk gemaakt in het kader van parkeervoorzieningen en een kelderverdieping.
Voor het woonzorgcentrum worden tot 5 bouwlagen boven het huidig grondniveau mogelijk gemaakt (zie inplantingsplan). Het grootste deel van de bebouwing kent echter slechts 2 bouwlagen (R+2), 5 bouwlagen zullen enkel gerealiseerd worden in het lager gelegen deel van het plangebied (R+3). De eerste bouwlaag komt hier op dezelfde hoogte als de kelderverdieping van de bebouwing in de zone R+2. De tweede en derde bouwlaag komen op dezelfde hoogte als de eerste en tweede bouwlaag van de zone R+2. Concreet zullen er dus nog twee bouwlagen in R+3 gerealiseerd worden boven de bouwhoogte in de zone R+2.
De reliëfwijzigingen in het plangebied zullen tot een minimum beperkt worden. Ontsluiting van het plangebied en de realisatie van parkeervoorzieningen langs de Alsembergsteenweg wordt vermeden, waar dit volgens het BPA Grote Kapel wel mogelijk is.
Deze elementen zijn een belangrijke basis om te bepalen of er al dan niet milieueffecten kunnen verwacht worden binnen de verschillende disciplines. Onderstaande tabel geeft hiervan een synthese en zal bepalen of het noodzakelijk is om een discipline aan een uitgebreid, beknopt of geen nader onderzoek te onderwerpen. De invulling van deze tabel wordt verklaard in de tekstuele bespreking van de verschillende disciplines.
april 2011│ │P20424
29│ │47
erfgoed en archeologie
o/x
o
o
x
o/x
o/x
A
-
+/-
-
+/-
+/-
+/-
+/-
-
+/-
+
B
-
+/-
-
+/-
+/-
+/-
+/-
-
+/-
+
C
+/-
+/-
+/-
+/-
+/-
+/-
+/-
+/-
+/-
+/-
o/x
o
o/x
o/x
o/x
o
o
o/x
o/x
o/x
Grond- en
Mens en ruimte
Fauna en flora
Landschap, onroerend
Licht
klimatologische factoren
o/x
Atmosfeer en
Lucht
o/x
oppervlaktewater
o
referentiesituatie
Energie- en
o/x
Bodem
Geluid en trillingen
grondstoffenvoorraden
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
beoordeling effect
relevant?
referentiesituatie: kwetsbaarheid van de discipline xx = zeer kwetsbaar x = kwetsbaar o/x = niet uitgesproken kwetsbaar tot matig kwetsbaar o = niet kwetsbaar beoordeling effect: mate waarin binnen het planonderdeel effecten op een specifieke discipline kunnen verwacht worden - - = een significant negatief effect = een negatief effect +/- = geen effect + = een positief effect + + = een significant positief effect t = het effect is tijdelijk van aard relevant?: relevantie van discipline bij beoordeling milieueffecten xx = zeer relevant – uitgebreide bespreking aangewezen x = relevant – beknopte bespreking aangewezen o/x = beperkt relevant – zeer beknopte bespreking aangewezen o = niet relevant – bespreking niet aangewezen │
7.1.4.
Synthesetabel met te verwachten milieueffecten van de verschillende planonderdelen op de verschillende disciplines
Beoordeling milieueffecten Bodem Referentiesituatie De fysische bodemtoestand wordt overwegend gekenmerkt door droge leem met een zone vochtige leem en droge zandleem in het zuidoosten van het plangebied. Deze bodemtypes zijn niet uitgesproken kwetsbaar. Het plangebied kent wel een sterke erosiegevoeligheid door het sterk geaccidenteerd reliëf (zie watertoets in sectie 7.2). Legende Antropogeen Vochtig zandleem Droge zandleem Vochtige leem Droge leem
│
Bodemkaart (bron: AGIV, 2011)
april 2011│ │P20424
30│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 Wat betreft de bodemkwaliteit wordt het gebied gekarteerd als niet kwetsbaar voor verzuring, weinig kwetsbaar voor eutrofiëring en niet tot weinig kwetsbaar voor verdroging. Uit de fysische bodemtoestand en de bodemkwaliteit kan geconcludeerd worden dat de bodem in het plangebied niet uitgesproken kwetsbaar is. Milieueffecten en milderende maatregelen De uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zal een effect hebben op de fysische bodemtoestand in het plangebied. De belangrijkste factoren zijn verstoringen van de bodem en een toename van de verharding. Van verdichting zal er geen sprake zijn aangezien de fysische bodemtoestand niet van dergelijke aard is dat de bodem hier gevoelig voor is. De erosiegevoeligheid in het gebied zal besproken worden in de watertoets onder sectie 7.2. De uitvoering van voorliggend BPA zal resulteren in een aanzienlijke toename aan verharding in het plangebied met een absoluut maximum van 40% van de totale oppervlakte. De uiteindelijke planopties zullen nagenoeg zeker resulteren in een kleinere bebouwde oppervlakte. Deze toename ten opzichte van de bestaande toestand zal zich voornamelijk situeren in planonderdeel A en B. Ten opzichte van de huidige juridische toestand is er geen sprake van een toename aan verharding aangezien het huidig BPA Grote Kapel reeds voorzag in bebouwing voor de woonfunctie. De realisatie van deze bebouwing zal eveneens gepaard gaan met een tijdelijke verstoring van de bodem. Deze toename in verharding en tijdelijke verstoring van de bodem zullen dan ook resulteren in een licht negatief effect op de fysische bodemtoestand in het plangebied. Wat betreft bodemkwaliteit zouden mogelijke effecten zich hoofdzakelijk kunnen uiten op het vlak van verzuring, eutrofiëring en verdroging. De ontwikkelingen die worden mogelijk gemaakt binnen het BPA zullen echter geen effect hebben op de verzuring en eutrofiëring van het plangebied. Het onder verharding brengen van een bepaalde oppervlakte van het plangebied zou een licht negatief effect kunnen hebben op de verdroging (planonderdeel A en B). Beoordeling Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zal resulteren in licht negatieve effecten op de bodem in het plangebied, hoofdzakelijk in planonderdeel A en B. Het gaat dan om een toename aan verharding, verstoring en verdroging van de bodem. Deze effecten zijn echter niet van dergelijke aard dat het gaat om significante negatieve milieueffecten.
Energie- en grondstoffenvoorraden De uitvoering van het BPA zal geen significante wijzigingen in de aanwezige energie- en grondstoffenvoorraden veroorzaken.
Grond- en oppervlaktewater Referentiesituatie Wat betreft drainage wordt het plangebied geklasseerd als droog. Andere aspecten van de grond- en oppervlaktewaterhuishouding zullen besproken worden bij de watertoets onder 7.2. Binnen het plangebied situeren zich geen waterlopen en geen grondwatervergunningen of beschermingszones voor grondwaterwinning. Wat betreft de grondwaterkwetsbaarheid15 is het plangebied matig kwetsbaar (Ac) en kwetsbaar (Ca2). De zone Ac bestaat uit krijt,
15
De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft (bron: DOV, 2011).
april 2011│ │P20424
31│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 kalksteen, zandsteen of mergel met een kleiige deklaag. De zone Ca2 bestaat uit een zandige bodem zonder deklaag met een onverzadigde zone van meer dan 10 m. Volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij bevindt het plangebied zich in centraal gebied Hier is er afvalwaterriolering verbonden met een operationele waterzuiveringsinstallatie aanwezig. Uit dit alles kan geconcludeerd worden dat het plangebied niet uitgesproken kwetsbaar is wat betreft de discipline grond- en oppervlaktewater.
Legende Ac Ca2
│
Grondwaterkwetsbaarheidskaart (bron: AGIV, 2011)
Milieueffecten en milderende maatregelen De effecten op de grond- en oppervlaktewaterhuishouding en de milderende maatregelen worden hier kort besproken en zullen uitgebreider aan bod komen in de watertoets in sectie 7.2. Een belangrijke factor hierbij is de potentiële toename in verhardingen (voornamelijk in zone A en B) ten opzichte van de bestaande toestand. Ten opzichte van de huidige juridische toestand is deze toename niet sterk uitgesproken. Een toename in de verharde oppervlakte zal leiden tot een toename in de hoeveelheid afvloeiend hemelwater. De nodige maatregelen dienen dan ook genomen te worden om dit water op te vangen en vertraagd af te voeren. De inrichting van ondergrondse constructies kan zorgen voor een effect op de grondwaterstroming in het plangebied. Dit effect zal verder besproken worden bij de watertoets. Globaal zijn de effecten op de grond- en oppervlaktewaterhuishouding niet van dergelijke aard dat er sprake zal zijn van significante negatieve milieueffecten. Wat betreft de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moeten volgende aspecten in rekening genomen worden. De uitvoering van het BPA laat de ontwikkeling van activiteiten met een negatief effect op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater niet toe. Bovendien moet er voorzien worden in een aansluiting op een gescheiden rioleringsstelsel. Beoordeling Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 niet zal resulteren in significante negatieve milieueffecten op de discipline grond- en oppervlaktewater.
Geluid en trillingen Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte. Een uitgebreide bespreking van de discipline geluid en trillingen voor het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 is niet aan de orde. De activiteiten die worden mogelijk gemaakt zijn immers niet van dergelijke aard dat ze zullen leiden tot een significante toename in geluid en trillingen in de omgeving. Tijdens de bouwfase kan er wel tijdelijk sprake zijn van lawaaihinder overdag. Er dient evenwel de nodige aandacht te gaan naar het huidige niveau van geluid en trillingen en hoe dit in relatie zal staan tot het in de toekomst te realiseren woonzorgcentrum. De aanwezigheid van de drukke verkeersweg, de N235 – april 2011│ │P20424
32│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 Alsembergsteenweg, zorgt tijdens piekuren voor de generatie van potentiële geluidshinder. Het grootste deel van het woonzorgcentrum zal echter ingeplant worden op geruime afstand van de Alsembergsteenweg. Hierdoor zal de overlast eerder beperkt blijven. Bovendien is het snelheidsregime en de verkeersdruk niet van dergelijke aard dat het gaat om zeer sterke geluidshinder die zal resulteren in een significante afbreuk in de verblijfskwaliteit. Een laatste belangrijk element is het aanwezige sterk uitgesproken talud t.o.v. de Alsembergsteenweg. Dit talud zal fungeren als een geluidsbuffer. Globaal kan dan ook gesteld worden dat de geluidshinder gegenereerd door de Alsembergsteenweg niet van dergelijke aard is dat ze in significante mate afbreuk zal doen aan de levenskwaliteit in het wooncentrum.
Lucht Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte en de discipline klimaat en atmosfeer. Een uitgebreide bespreking van de discipline lucht voor het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 is niet aan de orde. De ontwikkeling van een woonzorgcentrum en de uitbouw van een reca-functie zal wel resulteren in een lichte toename van de verkeersbewegingen. Aangezien het aandeel autobestuurders in het woonzorgcentrum eerder beperkt zal zijn, zal deze toename hoofdzakelijk het gevolg zijn van de tewerkstelling van het personeel (geraamd op 30 op het drukste moment van de dag). Hiernaast dienen bezoekers (geraamd op 20 per dag) en leveranciers (5 per dag) mee in rekening genomen te worden. Verkeersbewegingen gerelateerd aan de reca-functie zullen hoofdzakelijk tijdens weekends, feestdagen en vakanties van belang zijn. Aangezien het domein Rondenbos reeds een belangrijke uitvalsbasis vormt voor recreanten te Beersel zal deze toename niet significant zijn. Globaal kan gesteld worden dat de toename van verkeersbewegingen gerelateerd aan de realisatie van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 niet van dergelijke aard zal zijn dat ze zal resulteren in een significant negatief effect op de luchtkwaliteit. Dit is zeker niet het geval wanneer de bijkomende verkeersbewegingen worden afgewogen tegenover de verkeersbewegingen die reeds plaatsvinden langsheen de drukke Alsembergsteenweg. Hiernaast worden er op de site geen activiteiten mogelijk gemaakt die kunnen resulteren in een negatief effect op de discipline lucht. Globaal zal er dan ook geen sprake zijn van een significant negatief effect op de discipline lucht. De gegevens van de dienst lucht van de Vlaamse Milieumaatschappij met betrekking tot de luchtkwaliteit in Vlaanderen geven een beeld van de luchtkwaliteit in het plangebied16. Het jaargemiddelde voor NO2 bedraagt 27,3 µg/m³ en dit voor PM10 23,77 µg/m³. Beiden blijven ruim onder de Europese norm. Een daggemiddelde van 50 µg/m³ wordt 20,33 maal per jaar overschreden wat dus ook ruim onder de Europese norm ligt. Er kan dan ook gesteld worden dat de luchtkwaliteit in het plangebied niet van dergelijke aard is dat ze een bedreiging zou vormen voor de levenskwaliteit van de bewoners van het woonzorgcentrum.
Atmosfeer en klimatologische factoren Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline lucht. Een uitgebreide bespreking van de discipline atmosfeer en klimatologische factoren voor het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 is niet aan de orde (zie discipline lucht).
16
De polluenten NO2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijn stof) zijn hiervoor de belangrijkste indicatoren in Vlaanderen. De
huidig geldende Europees vastgelegde jaargrenswaarde bedraagt voor de betrokken polluenten NO 2 en PM10 40 g/m³. Bovendien mag voor PM10 een daggemiddelde van 50 g/m³ niet meer dan 35 keer per jaar overschreden worden.
april 2011│ │P20424
33│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
Licht Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline fauna en flora en de discipline mens en ruimte. Het BPA maakt geen activiteiten mogelijk die een significante invloed zullen hebben op de discipline licht. Een verdere bespreking van deze discipline is dan ook niet aan de orde. Wel zal er bij de inplanting en keuze van verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting, verlichtingsduur…) rekening dienen gehouden te worden met de privacy van de omwonenden en de effecten op de omgeving.
Fauna en flora Referentiesituatie Er situeren zich geen speciale beschermingszones of delen van het Vlaams Ecologisch Netwerk en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk in het plangebied. Volgens de biologische waarderingskaart is het plangebied biologisch waardevol. Het is gekarteerd als een hoogstamboomgaard en soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden. Momenteel situeren er zich nog 6 hoogstammige fruitbomen binnen het plangebied. Globaal kan gesteld worden dat het plangebied van het BPA kwetsbaar is wat betreft de discipline fauna en flora. Legende Biologisch minder waardevol Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle gebieden Complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch waardevol Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch zeer waardevol Faunistisch belangrijke gebieden
│
Biologische waarderingskaart (AGIV, 2011)
Milieueffecten en milderende maatregelen Door de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zullen de restanten van de hoogstamboomgaard en het soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden grotendeels verdwijnen. In planonderdelen A en B zal dit zeker het geval zijn, terwijl het in planonderdeel C zal afhangen van de invulling van de onbebouwde ruimte. Er kan echter gesteld worden dat ook in planonderdeel C deze biologisch waardevolle elementen vermoedelijk verloren zullen gaan. Hierbij dienen echter een aantal kanttekeningen gemaakt te worden. Ten eerste gaat het hier om een verandering t.o.v. de bestaande toestand en niet ten opzichte van de huidige juridische toestand. Het BPA Grote Kapel voorziet hier immers reeds een invulling met bebouwing in functie van wonen. Ten tweede zal het plangebied ook na de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 nog een belangrijke groene invulling krijgen. Minimaal 50% zal onder groenaanleg zijn en bij de vastlegging van de uiteindelijke planopties in voorschriften zal dit percentage vermoedelijk nog hoger liggen. Deze inrichting van groenvoorzieningen dient bovendien te gebeuren met inheems en streekeigen plantmateriaal. Deze twee aspecten zullen ervoor zorgen dat het plangebied ook na de
april 2011│ │P20424
34│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 nog een belangrijke natuurlijke en ecologische waarde zal kennen. Beoordeling Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van voorliggend BPA zal resulteren in een verlies aan biologisch waardevolle elementen. De invulling is echter van dergelijke aard dat het plangebied na de uitvoering van het BPA ook nog een belangrijke natuurlijke en ecologische waarde zal kennen. Het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening zal dan ook niet leiden tot significante negatieve milieueffecten.
Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Referentiesituatie Binnen het plangebied van voorliggend BPA bevinden er zich geen selecties vanuit de landschapsatlas, geen beschermde monumenten, landschappen, stads- of dorpsgezichten en geen bouwkundig erfgoed. Langs de overzijde van de Alsembergsteenweg en ten noordwesten van het plangebied bevindt zich wel het beschermd landschap ‘Noordelijk gebied van de Meigemheide’ en de ankerplaats A20064 – Meigemheide, Gasthuisbos en Begijnenbos en de relictzone R20019 – Begijnenbos-Gasthuisbos-Meigemheide-Kleetbos. In het zuidwesten van het plangebied bevindt zich momenteel een hoeve in eerder vervallen staat. Globaal kan gesteld worden dat het plangebied niet uitgesproken kwetsbaar is wat betreft de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie.
Legende Beschermd landschap
│
Beschermd erfgoed (bron: AGIV, 2011)
Legende Ankerplaatsen Relictzones
│
Landschapsatlas (bron: AGIV, 2011)
Milieueffecten en milderende maatregelen De uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zal geen afbreuk doen aan het waardevolle landschap langs de overzijde van de Alsembergsteenweg. Bij de invulling van het plangebied wordt er immers ingespeeld op deze waardevolle open ruimte. Hiertoe wordt het behoud van de openheid van het plangebied langs de Alsembergsteenweg maximaal nagestreefd. De intrinsieke kwaliteiten van het landschap (helling, vergezichten…) worden door de inplanting van het volume aan de achterzijde van het terrein maximaal gevrijwaard. Indien de invulling met de woonfunctie zou gerealiseerd
april 2011│ │P20424
35│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 worden, zoals vooropgesteld binnen het BPA Grote Kapel, zouden de kwaliteiten van dit waardevol landschap minder behouden blijven. Hiernaast zal de positionering van de bebouwing zorgen voor de creatie van een voorkant langsheen de straatzijde om zo de achterkant van de woonwijk kwalitatief af te werken. Dit aspect zal eerder bijdragen tot een opwaardering van het landschapsbeeld in het plangebied. De aanwezige hoeve zal moeten verdwijnen om een (her)inrichting van het kruispunt Beukenbosstraat – Alsembergsteenweg – Sanatoriumstraat mogelijk te maken. Deze hoeve is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het gaat om een historische hoeve met een aantal specifieke karakteristieken die echter niet van unieke waardevolle aard zijn. De vervallen staat en de inplanting ervan maken behoud niet opportuun. Beoordeling Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 niet zal resulteren in significante negatieve milieueffecten op de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie.
Mens en ruimte Referentiesituatie De belangrijkste waarde wat betreft de discipline mens en ruimte komt voort uit de intrinsieke kwaliteiten van het landschap. Het gaat om een visueel kwalitatieve en aantrekkelijke open ruimte. Deze versterkt de recreatieve waarden in de omgeving en draagt bij tot een aangename leefomgeving. Voor de bewoners uit de achterliggende woonwijk waarvan de tuinen grenzen aan het plangebied vormt dit landschap een duidelijke meerwaarde voor hun woonkwaliteit. Op het vlak van mobiliteit vormt de Alsembergsteenweg een belangrijke verbindingsweg wat resulteert in een groot aantal verkeersbewegingen per dag. De Beukenbosstraat kent een kleiner belang als verbindingsweg, maar kent toch een relatief druk gebruik. De smalle doorgang ter hoogte van het kruispunt met de Alsembergsteenweg vormt een knelpunt voor de vlotte doorstroming van het verkeer. Globaal kan gesteld worden dat het plangebied van voorliggend BPA matig kwetsbaar is wat betreft de discipline mens en ruimte. Milieueffecten en milderende maatregelen De uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zal niet resulteren in uitgesproken negatieve effecten op de discipline mens en ruimte. Wel zijn er een aantal aspecten die in deze context kort dienen besproken te worden. Bij de beoordeling van de effecten voor mens en ruimte dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen de effecten t.o.v. de bestaande toestand en deze t.o.v. de huidige juridische toestand. De huidige juridische toestand volgens het BPA Grote Kapel voorziet in een invulling van het plangebied met bebouwing in functie van wonen en openbaar nut. Bij de realisatie van deze invulling zouden de landschappelijke waarden van het gebied grotendeels verloren gaan. Ten opzichte van de huidige juridische toestand zal de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 dan ook leiden tot een positief effect op de discipline mens en ruimte. Ten opzichte van de bestaande toestand is dit niet het geval. Wel zal bij de invulling van het plangebied volgens voorliggend BPA een maximaal behoud van de landschappelijke waarden nagestreefd worden. Hiernaast zijn er een aantal andere aspecten die in rekening dienen genomen te worden. Zo zal het voorliggend BPA zorgen voor een kwalitatieve afwerking van het woonweefsel
april 2011│ │P20424
36│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 waardoor de achterkant van de bebouwing in de achterliggende woonwijk niet langer zichtbaar zal zijn vanop de openbare wegenis. Het gaat hier dan ook om een positief effect Hiertegenover staat wel dat de bewoners met tuinen die uitgeven op het plangebied hun waardevol zicht zullen zien verloren gaan. Er zal bij de uitvoering de nodige aandacht gaan naar een waardevolle afwerking en afscherming t.o.v. de achterliggende percelen. Evenwel kan de invulling van het plangebied gezien worden als een negatief effect voor deze bewoners. De planopties in het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 voorzien in de realisatie van een woonzorgcentrum en de uitbouw van een reca-functie. Deze twee aspecten zullen resulteren in een positief effect op de discipline mens en ruimte. Het creëren van voorzieningen voor de opvang van ouderen en zorgbehoevenden op een kwalitatieve manier is immers een belangrijke prioriteit in de huidige maatschappij. Hiernaast zal de uitbouw van de reca-functie in het gebied bijdragen tot een versterking van het toeristischrecreatieve netwerk in de omgeving en specifiek een aanvulling bieden op de recreatieve waarden van het domein Rondenbos. De uitbouw van een woonzorgcentrum en een reca-functie zal eveneens een impact hebben op de mobiliteit in de omgeving. Zoals reeds besproken onder de discipline lucht zal de toename van de verkeersbewegingen eerder beperkt zijn. Ze zullen dan ook niet zorgen voor een belangrijke toename in belasting van de Alsembergsteenweg. De herinrichting van het kruispunt Alsembergsteenweg – Sanatoriumstraat – Beukenbosstraat zal eerder resulteren in een positief effect op de mobiliteit. Er zal gestreefd worden naar een vlottere doorstroming van het verkeer en de totstandkoming van een overzichtelijke verkeerssituatie. Hiernaast dienen ontsluitingen van het gebied langsheen de Alsembergsteenweg vermeden te worden om zo de vlotte doorstroming van het verkeer niet in het gedrang te brengen. Ontsluiting zal dan ook dienen te gebeuren langsheen de Beukenbosstraat en bij voorkeur op een zo ruim mogelijke afstand van het kruispunt met de Alsembergsteenweg. Toegang tot het gebied langsheen de Hoogveldlaan dient vermeden te worden. Beoordeling Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zal resulteren in een aantal licht negatieve en licht positieve effecten. Van een licht negatief effect is er voornamelijk sprake indien er wordt gekeken naar de bewoners van de achterliggende percelen. De overige effecten van de uitvoering van het voorliggend BPA voor de discipline mens en ruimte zijn eerder positief. Globaal kan dan ook gesteld worden dat de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 niet zal resulteren in significante negatieve milieueffecten op de discipline mens en ruimte.
7.1.5.
Alternatieven Als alternatief voor de uitvoering van het BPA zal hier kort aandacht besteed worden aan het nulalternatief. In het nulalternatief zou de bestemming volgens het BPA Grote Kapel en de ermee gerelateerde bepalingen en voorschriften behouden blijven. De belangrijkste plusen minpunten worden hieronder aangehaald: Pluspunten van het nulalternatief:
het realiseren van bebouwing in functie van wonen blijft mogelijk; het invullen van de zone voor openbaar nut blijft mogelijk.
Minpunten van het nulalternatief:
april 2011│ │P20424
37│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
er kan zich geen woonzorgcentrum ontwikkelen; er kan geen reca-functie worden uitgebouwd ter versterking van het toeristischrecreatief netwerk en in aanvulling op domein Rondenbos; de smalle doorgang in de Beukenbosstraat ter hoogte van het kruispunt blijft behouden; de landschappelijke waarden zullen minder behouden blijven.
Naast het nulalternatief kan er eveneens gekeken worden naar locatie- en inrichtings- en/of uitvoeringsalternatieven. Er werd geen onderzoek uitgevoerd naar locatiealternatieven. De gemeente wenst het woonzorgcentrum te realiseren te Alsemberg om op deze wijze de voorzieningen in zijn hoofddorp te versterken. De zones met bouwmogelijkheden met een voldoende oppervlakte om dergelijk project te realiseren zijn echter erg beperkt te Alsemberg. De gemeente opteert immers om een aantal zones met bouwmogelijkheden een open ruimtebestemming te geven om de groene dooradering en de openheid in zijn hoofddorp te bewaren. Hier is wel nog een beperkte afwerking van de woonrand mogelijk maar deze ruimten lenen zich niet voor de inrichting van een woonzorgcentrum. Wat betreft locatie- en inrichtingsalternatieven kan er gekeken worden naar de locatie van de bebouwing binnen het plangebied. Indien deze vooraan, langsheen de wegenis zou gerealiseerd worden zou dit een aantal positieve en negatieve effecten hebben. Pluspunten van het alternatief:
de tuinen van de bebouwing in de woonwijk behouden hun openheid doordat de afstand tot de bebouwing groter wordt; de onbebouwde, open ruimte in het plangebied waar bewoners kunnen vertoeven wordt in belangrijke mate afgeschermd van de verkeersassen.
Minpunten van het alternatief:
7.1.6.
het woonzorgcentrum bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid van de wegenis (lawaai, visueel…); de afwerking langsheen de wegenis zal een afbreuk doen aan de huidige openheid; het gebied zal een gesloten geheel vormen met een eerder beperkte binding en relatie met de omgeving; de onbebouwde, open ruimte zal zich bevinden tussen twee achterzijden (deze van de bebouwing in de woonwijk en deze van het woonzorgcentrum).
Grensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2, de lokale schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van significante milieueffecten dient te worden geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen door de uitvoering ervan.
7.1.7.
Besluit Er dient geconcludeerd te worden dat voor de activiteiten die binnen het kader van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 kunnen worden gerealiseerd, er van rechtswege geen plan-MER-plicht is. Het resultaat van bovenstaande m.e.r.-screening toont aan dat de uitvoering van het voorliggend BPA eveneens geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken die de opmaak van een plan-MER noodzakelijk maken.
april 2011│ │P20424
38│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 De bestemmingen en gewenste ontwikkelingen in het gebied zijn niet van dergelijke aard dat ze de ontwikkeling van activiteiten met aanzienlijke milieueffecten toelaten. Enkel voor de disciplines fauna en flora, bodem en grond- en oppervlaktewater kan een licht negatief effect verwacht worden. Voor de discipline fauna en flora komt dit voort uit het verdwijnen van de hoogstamboomgaard en de restanten van halfnatuurlijke graslanden. Bij de disciplines bodem en grond- en oppervlaktewater is dit voornamelijk het gevolg van een toename in verharding in het plangebied. Positieve effecten zijn voornamelijk terug te vinden bij de discipline mens en ruimte. Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 geen significante negatieve milieueffecten zal teweeg brengen.
7.2.
Watertoets Sinds 24 november 2003 is met het nieuwe decreet integraal waterbeleid de watertoets in Vlaanderen in voege getreden. Deze geeft uitvoering aan het principe van de integratie van integraal waterbeleid bij de vergunningverlening. De betrokken overheid moet onderzoeken of de nieuwe activiteit, plan of programma schadelijke effecten kan veroorzaken als gevolg van een verandering in de toestand van het oppervlaktewater, het grondwater of de waterafhankelijke natuur. Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering (20.07.2006, BS. 31.10.2006), regelt sinds 1 november 2006 de methodiek voor de uitvoering van de watertoets. De richtlijnen voor de watertoets staan in relatie tot 7 watertoetskaarten. Uit het beschikbare kaartmateriaal (AGIV, 2011) kan het volgende geconcludeerd worden.
7.2.1.
Oppervlakte- en grondw aterhuishouding Overstromingsgevoelige gebieden De kaart met overstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt om te kunnen beoordelen hoe belangrijk effecten van ingrepen op overstromingsgevoeligheid zijn. Het plangebied van voorliggend BPA wordt gekarteerd als niet overstromingsgevoelig.
Waterbeheerders (Vlaamse Hydrografisch Atlas) In het kader van de watertoets is het voornamelijk van belang de waterbeheerders te kennen van waterlopen in en/of nabij het plangebied. Binnen het plangebied situeren zich geen waterlopen.
Infiltratiegevoelige bodems De kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Het plangebied van BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 is nagenoeg volledig niet infiltratiegevoelig. Enkel een strook in het oosten en de zuidoostelijke punt zijn infiltratiegevoelig. Door de realisatie van bijkomende verharding zal de infiltratie in het plangebied verder bemoeilijkt worden. Het hemelwater dient dan ook opgevangen te worden gevolgd door vertraagde afvoer naar een gescheiden rioleringsstelsel of gebruik voor bepaalde functies. Buiten de bebouwde oppervlakte dient infiltratie van het regenwater
april 2011│ │P20424
39│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 maximaal behouden te blijven. Om dit niet verder te bemoeilijken wordt er geopteerd om verhardingen te realiseren in waterdoorlatende en/of halfverharde materialen.
Legende Niet infiltratiegevoelig Infiltratiegevoelig Geen informatie beschikbaar
│
Infiltratiegevoelige gebieden (bron: AGIV, 2011)
Grondwaterstromingsgevoelige gebieden De kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden werd opgemaakt om te kunnen beoordelen hoe belangrijk effecten van ingrepen op de grondwaterstroming zijn. Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale beweging van grondwater doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. Bij de watertoets gaat de aandacht in de eerste plaats naar de ondiepe grondwaterstroming. Het plangebied wordt volledig gekarteerd als weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3). Binnen deze zone dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstanties voor een constructie met een diepte van meer dan 10 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m. Indien de ondergrondse constructies binnen het voorliggend BPA deze afmetingen overschrijden zal dan ook advies moeten aangevraagd worden.
Winterbedkaart De winterbedkaart duidt gebieden aan waar verandering in bodemgebruik aanleiding kan geven tot een gewijzigd afvoergedrag bij overstromingen. Aangezien dit gewijzigd afvoergedrag enkel relevant is voor omvangrijke overstromingsgebieden, werd de winterbedkaart beperkt tot gebieden die onderhevig zijn aan overstromingen vanuit de bevaarbare waterlopen. Binnen voorliggend BPA is er geen kartering van de winterbedkaart.
Hellingenkaart De hellingenkaart werd opgemaakt om de gevoeligheid voor overstroming en erosie van het gebied te kunnen beoordelen. ‘Steile’ of ‘sterke hellingen kunnen aanleiding geven tot een grote hoeveelheid afvloeiend regenwater, wat de overstromings- en erosiegevoeligheid beïnvloedt. Het plangebied kent een geaccidenteerd reliëf met een aantal zones met een sterk uitgesproken helling. Dit zorgt voor een grote erosiegevoeligheid in het gebied (zie erosiegevoelige gebieden). Bij de invulling van het plangebied volgens het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 zal het aanwezige reliëf maximaal behouden worden. De bespreking van de erosieproblematiek die hiermee gepaard gaat is terug te vinden in de volgende paragraaf.
april 2011│ │P20424
40│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
Legende 0,5 0,5 - 5 5 - 10 >10 Out of range
│
Hellingenkaart (bron: AGIV, 2011)
Erosiegevoelige gebieden De erosiegevoeligheidskaart werd opgemaakt om de gevolgen van wijzigingen in grondgebruik te kunnen inschatten. Deze kunnen immers aanleiding geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater en ermee gepaard gaande erosie. Het plangebied van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening wordt gekarteerd als erosiegevoelig. Dit is het gevolg van de sterke hellingsgraad in het gebied. Deze erosiegevoeligheid zal niet uitgesproken beïnvloed worden door de uitvoering van voorliggend BPA. Wel zullen de zones die onder bebouwing of verharding komen niet langer vatbaar zijn voor erosie. Hiernaast wordt er eveneens voorzien in een permanente bodembedekking in de onbebouwde zone om zo erosie te beperken.
Legende Niet erosiegevoelig Erosiegevoelig Out of range
│
7.2.2.
Erosiegevoelige gebieden (bron: AGIV, 2011)
Besluit De watertoets brengt voor het plangebied van het BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 geen uitgesproken problematiek voor de oppervlakteen grondwaterhuishouding aan het licht. Niettemin komen er een aantal speciale aandachtspunten naar voren waar het BPA zoveel mogelijk aan tegemoet dient te komen. Eventuele potentieel nadelige effecten worden evenwel beperkt door volgende bepalingen: wat betreft de grondwaterstromingsgevoeligheid moeten de bevoegde instanties gecontacteerd worden voor ondergrondse constructies met een diepte van meer
dan 10 m en een lengte van meer dan 100 m; parkeervoorzieningen, toegangswegen en andere verhardingen moeten in de mate van het mogelijke gerealiseerd worden in waterdoorlatende en/of halverharde materialen; voor de bebouwde zone wordt een afdoende wateropvang, infiltratie en vertraagde afvoer voorzien; elke stedenbouwkundige aanvraag dient minimaal te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV) en de provinciale stedenbouwkundige verordening hemelwater;
april 2011│ │P20424
41│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’, prioriteit moet uitgaan haar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer; de onbebouwde en onverharde zones dienen een permanente natuurlijke bodembedekking te krijgen om erosie van deze gronden te vermijden.
april 2011│ │P20424
42│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
8.
GEVOLGEN VOOR DE JURIDISCH B E S TA A N D E T O E S TA N D
8.1.
Gewijzigde juridisch-administratieve aspecten
8.2.
Register van percelen met mogelijke planbaten, planschade en bestemmingswijzigingscompensatie ivm het grond - en pandenbeleid
8.3.
Gewijzigde juridisch-technische aspecten
8.3.1.
Wijziging rooilijnplannen
8.3.2.
Wijziging wegenis
8.3.3.
Gevolgen voor waterlopen
april 2011│ │P20424
43│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
9.
A D M I N I S T R AT I E V E I N L I C H T I N G E N – OVERLEG EN INSPRAAK
9.1.
Administratieve inlichtingen Datum van het Besluit van de Gemeenteraad houdende de beslissing van het opmaken van het plan.
9.2.
Overleg en inspraak in kader van de m.e.r.-screening In het kader van de m.e.r.-screening werd het dossier overgemaakt aan de dienst BGP waarna die zijn adviezen overbracht. In een volgende fase (de huidige fase) worden de betrokken instanties, die worden opgenomen op de lijst met te raadplegen instanties zoals aangeleverd door de dienst BGP, om advies gevraagd. Deze adviezen zullen verwerkt worden in een nota voor de dienst MER, welke vervolgens een besluit zal uitbrengen. Na advies van de dienst MER worden de nodige aanpassingen doorgevoerd in het dossier.
9.2.1.
Aanpassingen in gevolge van het advies van de dienst BGP m.b.t. de m.e.r. -screening In het advies van 28/03/2011 van de dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen (BGP) wordt er geadviseerd om volgende aanpassingen te maken aan het ontwerpdocument, dit ten einde te garanderen dat het definitieve verzoek tot raadpleging zou voldoen aan alle decretale formele vereisten en opdat het alle informatie zou bevatten die de dienst MER nodig heeft om al dan niet te kunnen besluiten dat het BPA geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben. 1.
Het ingreep-effectenschema geeft aan dat de disciplines geluid en trillingen en lucht niet relevant worden geacht. De dienst BGP stelt dat een minimale bespreking toch aangewezen is aangezien het plangebied gelegen is in de nabijheid van een drukke verkeersweg. Om aan deze bemerking te beantwoorden werd de beoordeling in het ingreepeffectenschema aangepast. Bovendien zal een beoordeling van de disciplines geluid en trillingen en lucht in het kader van het toekomstige woonzorgcentrum toegevoegd worden bij de bespreking van deze disciplines.
2.
Bij de alternatieven wordt enkel het nulalternatief besproken. De dienst BGP vraagt zich af of er ooit locatiealternatieven overwogen werden voor de inplanting van het RVT en de serviceflats. Indien dit niet het geval is stellen zij dat een beknopte motivering dient toegevoegd te worden waarom dergelijk afweging nooit heeft plaatsgevonden. Hiernaast stelt de dienst BGP dat er eveneens inrichtings- en/of uitvoeringsalternatieven mogelijk zijn. Een alternatief dat zij voorstellen is het realiseren van de ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer ter hoogte van de Meidoornlaan.
april 2011│ │P20424
44│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 De alternatieven werden aangevuld rekening houdend met deze opmerkingen. Het voorgestelde alternatief met ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer ter hoogte van de Meidoornlaan werd echter niet opgenomen aangezien de ontsluiting in het huidig plan reeds bij voorkeur op deze wijze dient te gebeuren. 3.
De dienst BGP vraagt zich af er naast autostaanplaatsen ook fietsenstallingen zullen voorzien worden en of er een maatregel zal getroffen worden voor het verbeteren van de fiets- en voetgangersvoorzieningen in de Beukenbosstraat. Naast autostaanplaatsen zullen er eveneens fietsenstallingen voorzien worden voor bewoners, werknemers en bezoekers. Dit werd toegevoegd bij de concretisering van de planopties. Wat betreft fiets- en voetgangersvoorzieningen in de Beukenbosstraat biedt het BPA de mogelijkheid om deze in de toekomst te realiseren door de wegenis in te tekenen op een ruime breedte.
4.
De dienst BGP stelt dat bij de discipline mens en ruimte eveneens dient aangegeven te worden of principes van duurzaam, energiezuinig en milieuvriendelijk bouwen in de stedenbouwkundige voorschriften van het plan verankerd zullen worden. De bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van voorliggend BPA zijn zodaning dat een aantal algemene principes van duurzaam, energiezuinig en milieuvriendelijk bouwen reeds in rekening werden genomen. Zo worden een zuinig ruimtegebruik (met de realisatie van één bouwvolume), een maximaal groene inkadering, een aangepast gabariet… voorop gesteld. Op deze wijze biedt het BPA garanties dat er bij de realisatie van de inrichting tegemoet zal gekomen worden aan de principes van duurzaam, energiezuinig en milieuvriendelijk bouwen. Verder ondersteunt het BPA de relevante sectorale wetgeving hieromtrent, maar wenst ze geen te dwingende restricties op te leggen.
5.
De dienst BGP stelt dat de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie onvoldoende werd uitgewerkt wat betreft het aspect bouwkundig erfgoed. Er dient aangegeven te worden of de aanwezige hoeve al dan niet waardevol is. De bespreking van de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie werd aangevuld om aan deze bemerking te beantwoorden.
6.
Wat betreft de discipline licht kunnen milderende maatregelen voorop gesteld worden. Bij de krachtlijnen voor de voorschriften werd opgenomen dat er bij de inplanting en keuze van verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting, verlichtingsduur…) rekening dient gehouden te worden met de privacy van omwonenden en de effecten op de omgeving. De bespreking van de discipline licht in de mer-screening werd hier eveneens mee aangevuld.
9.2.2.
Aanpassingen in gevolge van adviezen van de betrokken instanties m.b.t. de m.e.r. -screening Volgende relevante betrokken instanties werden geraadpleegd om hun mening te formuleren over de vraag of het voorliggend BPA mogelijk aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Deze lijst van relevante betrokken instanties werd aangeleverd door de dienst BGP:
april 2011│ │P20424
45│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
gemeente Beersel (initiatiefnemer); provinciebestuur Vlaams-Brabant – dienst Ruimtelijke Ordening; agentschap Natuur en Bos – Vlaams-Brabant; Vlaamse Landmaatschappij; agentschap Ruimte en Erfgoed – Ruimtelijke Ordening Vlaams-Brabant; agentschap Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant;
departement Landbouw en Visserij – afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling – Vlaams-Brabant; departement LNE – afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen – dienst Land en Bodembescherming; Vlaamse Milieumaatschappij – afdeling Operationeel Waterbeheer.
9.2.3.
Aanpassingen in gevolge van het besluit van de dienst MER m.b.t. de m.e.r. -screening
9.3.
Bijkomende inlichtingen vanuit de plenaire vergadering
9.4.
Resultaat van het openbaar onderzoek
9.5.
Advies van het college van burgemeester en schepenen
april 2011│ │P20424
46│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2
10.
BIJLAGEN Bijlagen in het kader van de m.e.r.-screening
lijst van de uit te nodigen instanties (aangeleverd door de dienst BGP) adviezen van de verschillende instanties: o provinciebestuur Vlaams-Brabant – dienst Ruimtelijke ordening; o o o o o o o
agentschap Natuur en Bos – Vlaams-Brabant; Vlaamse Landmaatschappij; agentschap Ruimte en Erfgoed – Ruimtelijke Ordening Vlaams-Brabant; agentschap Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant; departement Landbouw en Visserij – afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling – Vlaams-Brabant; departement LNE – afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen – dienst Land en Bodembescherming; Vlaamse Milieumaatschappij – afdeling Operationeel Waterbeheer.
Kaartmateriaal Plan bestaande toestand Schetsontwerp – bestemmingsplan
april 2011│ │P20424
47│ │47
BPA Grote Kapel – gedeeltelijke herziening 2 Provinciebestuur VlaamsBrabant
Dienst Ruimtelijke Ordening
Provincieplein 1
ANB – Vlaams-Brabant
VAC
Vlaamse Landmaatschappij Agentschap Ruimte en Erfgoed Agentschap Ruimte en Erfgoed Departement Landbouw en Visserij Departement LNE VMM
Ruimtelijke Ordening VlaamsBrabant Onroerend Erfgoed VlaamsBrabant Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Afdeling Operationeel Waterbeheer
VAC VAC Vlaams-Brabant
VAC
Dienst Land en Bodembescherming t.a.v. Bram Vogels
Graaf de Ferrarisgebouw
Diestsepoort 6 bus 75 Gulden Vlieslaan 72 Diestsepoort 6 bus 91 Diestsepoort 6 bus 91 Diestsepoort 6 bus 101
3010 Leuven 3000 Leuven 1060 Brussel 3000 Leuven 3000 Leuven 3000 Leuven
Koning Albert IIlaan 20 bus 20
1000 Brussel
Koning Albert IIlaan 20 bus 16
1000 Brussel