STAD ANTWERPEN
BPA GALGENWEEL - BORGERWEERT TOELICHTINGSNOTA versie 15 maart 2006 ter definitieve vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van 23 oktober 2006
Auteurs: Frank Geunes, Johan Van Reeth Projectleider Stad Antwerpen: Philippe Teughels, Ann De Cannière
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth Herbert Hooverplein 17 – 3000 Leuven T 016 89 85 50 – F 016 89 85 49 www.ontwerpteam.be –
[email protected]
INHOUDSTAFEL
3.4
TOELICHTINGSNOTA 3 1
Inleiding 4 1.1
De Prestibelsite 4
1.1.1
Situering 4
1.1.2
Kenmerken 4
1.2 2
Verkeersorganisatie in het plangebied 22
3.4.1
Wegenclassificatie in het plangebied 22
3.4.2
Circulatie wegverkeer 22
3.4.3
Circulatie zacht verkeer 23
3.4.4
Parkeren 23
4
Stedenbouwkundige krijtlijnen 25
4
Stedenbouwkundige krijtlijnen 25
5
Ruimteboekhouding 26
Voorgeschiedenis 4 Randvoorwaarden 6
2.1
Planningscontext 6
2.1.1
Gewestplan 6
2.1.2
Afbakeningsproces grootstedelijk gebied Antwerpen (in uitvoering van het
RSV) 6 2.1.3
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen 6
2.1.4
Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) 7
2.1.5
Masterplan Antwerpen: Oosterweelverbinding 9
2.2
Ruimtelijk kader 10
2.2.1
Strategische ruimtes van Antwerpen 10
2.2.2
Concepten voor het grootstedelijk gebied 10
2.2.3
Concepten voor Linkeroever 11
2.2.4
Concepten voor de Prestibelsite 13
3
Stedenbouwkundig programma 15 3.1
Bebouwde ruimte 15
3.1.1
Wonen 15
3.1.2
Kantoren 15
3.1.3
Handel 16
3.1.4
Recreatie 17
3.1.5
Gemeenschapsvoorzieningen 18
3.2
Open ruimte 19
3.2.1
Randvoorwaarde: zeilen op het Galgenweel 19
3.2.2
Galgenweelpark 19
3.2.3
Groene Singel 20
3.2.4
Open ruimte op wijkniveau 20
3.3
Bereikbaarheidsprofiel 21
3.3.1
Wegverkeer 21
3.3.2
Openbaar vervoer 21
3.3.3
Zacht verkeer 22
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 2
DEEL 1 TOELICHTINGSNOTA
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 3
Het terrein is grotendeels onbebouwd en begroeid met grassen, laag- en hoogstammig groen en verspreide solitaire bomen. In het noordoosten is een sporthal gebouwd, met een kleine parking. Aan de noordelijke oever van het Galgenweel bevinden zich de restanten van
1 INLEIDING
het voormalige openluchtzwembad, met een parking die aansluit op de Galgenweellaan. Een onverhard pad loopt van aan de Blancefloerlaan tot aan het Galgenweel. Ter hoogte van het Galgenweel sluit dit pad aan op een lus die rond de plas loopt.
1.1 De Prestibelsite
Ten westen van het Galgenweel wordt de oever van het gedeeltelijk ingegraven tracé van de E17 en de spoorlijn Antwerpen-Gent afgescheiden door een talud.
1.1.1 SITUERING
Het Galgenweel wordt voornamelijk gebruikt voor de zeilsport en de hengelsport. Diverse zeilverenigingen hebben hun lokalen en opslagruimtes op de zuidelijke oever van de plas,
1
De Prestibelsite ligt op de Antwerpse Linkeroever , ten zuidwesten van de centrale woonzone.
Het
gebied
wordt
in
het
noorden
en
het
westen
begrensd
op de site van een voormalig verdedigingsfort.
door
verkeersinfrastructuren, respectievelijk de Blancefloerlaan, de op- en afrit “Linkeroever” van recreatieve plas Galgenweel en in het oosten een KMO-zone.
1.2 Voorgeschiedenis
Figuur 1.1: situering Prestibelsite: topografische kaart NGI en luchtfoto’s
In 1929 werd, voor een duur van 70 jaar, Imalso (Intercommunale Maatschappij voor de
de E17 en de infrastructuurbundel spoorweg-R1/E17 richting Gent. Aan de zuidzijde ligt de
ontwikkeling van de Linker Schelde-Oever) opgericht met als doel het aanleggen, onderhouden en exploiteren van een tunnel onder de Schelde en het valoriseren van de
1.1.2 KENMERKEN
gronden van Linkeroever.
De site heeft een onregelmatige vorm. Opvallend kenmerk is een 300 meter lange uitloper
Imalso staat de ontwikkelingsrechten op de Prestibelsite af aan een particuliere
van het Galgenweel die het terrein deels doorsnijdt (verder insteekdok genoemd). De
ontwikkelaar.
oppervlakte, inclusief deze uitloper, bedraagt ruim 39 ha.
Tussen 1991 en 2000 werden voor de Prestibelsite verschillende stedenbouwkundige ontwerpen gemaakt door architect Georges Baines. In deze ontwerpen werd een buurtpark
Het terrein is vrijwel vlak. Het maaiveld is het resultaat van de historische ophoging van het
voorzien tussen de Blancefloerlaan en het insteekdok, en werden tot aan de oevers van de
polderlandschap. Vanaf het terrein heeft men in noordelijke richting een vrij zicht over de
plas gebouwen voorzien. Er werd een gemengd stedelijk programma voorgesteld met de
Blancefloerlaan en het groengebied “Middenvijver”. In zuidelijke richting is voorbij het
klemtoon op wonen (appartementen).
Galgenweel de Scheldedijk zichtbaar, waarover de Beatrijslaan leidt, en aan de horizon de zuidelijke rede van de rechteroever. De oostelijke grens bestaat voor het grootste deel uit de 270 meter lange gevelwand van de bedrijfshal van Combori. Daarachter eindigt het terrein in een smalle trechter langs het water, uitgevend op de Galgenweellaan.
Figuur 1.2: stedenbouwkundig ontwerp Georges Baines (1991-2000) Op 27 oktober 1998 werd een gewestplanwijziging, aangevraagd door de stad Antwerpen, goedgekeurd. De Prestibelsite werd van KMO-zone en recreatiegebied omgezet naar gebied voor stedelijke ontwikkeling; Deze gewestplanbestemming kan alleen worden gerealiseerd mits voorafgaande goedkeuring van een BPA.
1
In deze tekst wordt “Linkeroever” gebruikt als aanduiding van het Antwerpse grondgebied
ten westen van de Schelde. Als enkel de oevers van de rivier worden bedoeld, wordt “de
In 1999 gaat Imalso in vereffening en worden haar eigendommen op Linkeroever, waaronder de Prestibelsite, overgenomen door het Vlaams Gewest.
linkeroever” (zoals “de rechteroever”) gebruikt.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 4
Dit stadsontwerp wordt tijdens een infoweek van 11 tot 18 september 2005 op de Op 30 maart 2001 verwerft de NV Prestibel Left Village (PLV, filiaal van NV Vooruitzicht) van
Prestibelsite voorgesteld aan de bevolking van Linkeroever, die de mogelijkheid wordt
het Vlaams Gewest de exclusieve rechten voor de ontwikkeling van de Prestibelsite. Het
geboden om te reageren op het plan. Gedurende één week wordt een infokeet geïnstalleerd
stedenbouwkundig ontwerp van Georges Baines vormde het uitgangspunt voor deze
waar de doelstellingen, de plannen en de maquette aan de geïnteresseerde bezoekers
overeenkomst.
worden voorgesteld. In de infokeet wordt mondeling verdere toelichting gegeven. De bezoekers kunnen hun bemerkingen ter plekke noteren.
In 2002 werd door architecten Cleuren-Merken een nieuw stedenbouwkundig ontwerp gemaakt, als product van een overlegproces met het stadsbestuur.
Figuur 1.5: stadsontwerp Ontwerpteam Johan Van Reeth (2005): plan
Het proces valt stil, zonder resultaat. Figuur 1.6: stadsontwerp Ontwerpteam Johan Van Reeth (2005): axonometrie Figuur 1.3: stedenbouwkundig ontwerp Cleuren-Merken (2002) De opmerkingen van de infoweek worden in de plangroep en stuurgroep geëvalueerd en in In april 2004 krijgt het Ontwerpteam Johan Van Reeth van PLV de opdracht een nieuw
het dossier opgenomen. Enkele opmerkingen m.b.t. de inrichting van het stadsontwerp
stedenbouwkundig ontwerp te maken voor de Prestibelsite. Na drie maanden overleg met de
(meer publiek groen, bredere straten, autoluwe delen…) worden meegenomen bij de
planningscel van de stad Antwerpen en enkele andere sleutelactoren, wordt het “concept
wijziging van het stadsontwerp en de uitwerking van het BPA. Een groot deel van de
stadsontwerp” afgerond. Het stadsontwerp verschilt grondig van de voorgaande voorstellen.
opmerkingen hebben betrekking op de concrete uitwerking van het project en zullen tijdens
Waar de vroegere voorstellen bebouwing voorzien tot tegen de oever van het Galgenweel,
de realisatiefase opnieuw aan bod komen.
wordt in het nieuwe ontwerp de bebouwing geconcentreerd langs de Blancefloerlaan.
PLV verzoekt het architectenbureau AWG om een kritische evaluatie te maken van het
Daardoor ontstaat een grootschalig openruimtegebied (park) aansluitend op het Galgenweel.
stadsontwerp. Op basis van de opmerkingen van AWG wordt met name de centrale
Een andere belangrijke aanpassing is de introductie van een substantieel aandeel
woonwijk van het stadsontwerp aangepast. Deze aanpassingen worden door het college
grondgebonden woningen (ca. 25% van het totaal aantal woningen), daar waar vroegere
gevalideerd en meegenomen bij de uitwerking van het BPA.
voorstellen uitsluitend gestapelde woningen voorzagen. Figuur 1.7: stadsontwerp AWG (2005) Figuur 1.4: concept-stadsontwerp Ontwerpteam Johan Van Reeth (2004) Deze stadsontwerpen zijn het resultaat van het voorbereidend stedenbouwkundig en Op 18 juni 2004 beslist het college van de stad Antwerpen om een BPA-proces op te starten
programmatorisch onderzoek naar de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van het
voor de Prestibelsite. De stad is opdrachtgever en regisseur van het proces. Het Bijzonder
plangebied. Ze vormen de inhoudelijke basis voor de opmaak van dit Bijzonder Plan van
Plan van Aanleg (BPA) zal opgemaakt worden door het Ontwerpteam Johan Van Reeth.
Aanleg. Het BPA destilleert uit de krijtlijnen van de stadsontwerpen de principes voor de stedenbouwkundige aanleg van het gebied.
Er wordt gestart met een overlegstructuur met gemandateerde afvaardiging in een plangroep (technisch niveau) en een stuurgroep (beleidsniveau). In opeenvolgende plangroep- en
De concrete invulling van deze krijtlijnen, zoals voorgesteld in de stadsontwerpen, wordt niet
stuurgroepvergaderingen wordt gewerkt aan de verfijning van het ruimtelijk kader en het
op gebouwniveau vastgelegd in het BPA. Gezien de omvang van het projectgebied en de
programma, hetgeen resulteert in een bijsturing van het stadsontwerp. Op 17 juni 2005 keurt
lange realisatietermijn is het immers aangewezen om enige flexibiliteit te behouden. De
het college dit bijgestuurde stadsontwerp goed als basis voor verdere uitwerking tot het BPA
inrichtingsvoorstellen van de stadsontwerpen worden vertaald naar voorschriften voor
Galgenweel-Borgerweert. Het stadsontwerp wordt na de goedkeuring toegelicht op het
terreinbezetting, vloeroppervlakte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende
Stedelijk Wijkoverleg, waarop de omwonenden worden uitgenodigd. De bewoners kunnen
voorzieningen. De voorliggende stadsontwerpen zijn daarmee een valabele, maar zeker niet
hun bedenkingen formuleren en krijgen (mondeling) antwoord op hun vragen. Van de
de enig mogelijke uitwerking van de voorschriften van het BPA. De concrete
vergadering wordt een verslag opgesteld. Dit wordt opgestuurd naar de genodigden, ter
maatschappelijke
beschikking gesteld via de website en ter inzage gelegd op het stedelijk wijkkantoor.
architecturale inzichten zullen het uiteindelijke ontwerp mee bepalen.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
behoeften,
de
economische
randvoorwaarden
en
de
vigerende
TOELICHTINGSNOTA - blz. 5
2 RANDVOORWAARDEN
De Prestibelsite ligt volgens het voorstel van afbakening binnen het grootstedelijke gebied Antwerpen, en meerbepaald binnen de regionale pool Antwerpen LO. Het plangebied beschikt over een hoge multimodale bereikbaarheid en vormt daarom een potentieel
2.1 Planningscontext
verdichtingspunt voor grootstedelijke functies. Er moet naast een gedifferentieerd stedelijk
2.1.1 GEWESTPLAN
2.1.3 PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ANTWERPEN
programma gestreefd worden naar een stedelijke bebouwingsdichtheid.
Op 27 oktober 1998 werd de door de stad aangevraagde gewestplanwijziging goedgekeurd. Als onderdeel van het grootstedelijk gebied Antwerpen maakt de Prestibelsite deel uit van de Deze herbestemde de Prestibelsite (m.i.v. de sporthalsite en de oude zwembadsite) van
hoofdruimte Antwerpse fragmenten. In deze hoofdruimte geldt een beleid van omgaan met
KMO-zone, recreatiegebied en bufferzone naar gebied voor stedelijke ontwikkeling, waar
fragmentatie.
volgende stedelijke activiteiten mogelijk zijn, als ze verenigbaar zijn met hun onmiddellijke
Hoogdynamische activiteiten worden bij voorkeur ondergebracht in dit deel van de provincie
multifunctionele stedelijke omgeving: industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten,
en geconcentreerd in een groot aantal hoogwaardige knooppunten. De verdergaande
kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut
fragmentatie van de provincie Antwerpen wordt binnen de grenzen van de Antwerpse
en gemeenschapsvoorzieningen.
fragmenten gehouden. Creëren van nieuwe vormen van stedelijkheid, vernieuwing van bestaande stedelijkheid en realiseren van nieuwe grootschalige samenhang zijn essentieel.
Deze
gewestplanbestemming
goedkeuring
van
BPA
alleen
ontwikkelen gebieden, belangrijke natuurwaarden en vernieuwing van de ‘stad aan de stroom’ zijn ermee verbonden. Daarnaast moet de Antwerpse gordel als grootschalige
verkeersorganisatie in relatie met omliggende gebieden, functionele wijziging van bestaande
groenstructuur samenhang brengen doorheen de vele fragmenten. Verdichtingsgebieden
gebouwen.
zijn onderdelen van het grootstedelijk gebied Antwerpen, de haven, Albertkanaal, stedelijke
gebied,
voorschriften
worden
voorafgaande
vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van gebouwen en bijhorende voorzieningen,
het
elementen
mits
Schelde, Rupel, Dijle en Nete zijn belangrijke dragers van de Antwerpse fragmenten. Te
van
volgende
gerealiseerd
opgenomen:
aanleg
waarin
worden
terreinbezetting,
stedenbouwkundige
een
kan
m.b.t.
gebieden Boom en Lier, Boomsesteenweg en het netwerk Lier - Aarschot. M.b.t. de terreininname vermeldt de toelichtingsnota bij het gewestplan dat maximaal 60%
Een prioritaire provinciale actie voor de Antwerpse fragmenten is o.m. het realiseren van een
wordt bestemd voor woningbouw en minimaal 40% wordt bestemd voor recreatieve
hoogwaardig voorstedelijk openbaar vervoersnetwerk.
voorzieningen en park, waarvan minstens de helft onbebouwd blijft. Figuur 2.1: detail Gewestplan Antwerpen
Uit wat volgt zal blijken dat de ontwikkeling van de Prestibelsite zich inschrijft in deze ruimtelijke principes. Er wordt een stedelijke ontwikkeling nagestreefd die voor Linkeroever tot nu toe ongekend is, maar die zal bijdragen aan de sociale en ruimtelijke differentiatie.
2.1.2 AFBAKENINGSPROCES GROOTSTEDELIJK GEBIED ANTWERPEN (IN UITVOERING VAN HET RSV)
Het project kan zelfs op lange termijn positieve impulsen geven aan de verdere verstedelijking van dit stadsdeel. Door de ontwikkeling van de Prestibelsite wordt de ruimtelijke samenhang van de onmiddellijke omgeving verbeterd. Noord-zuid relaties (tussen Middenvijver en het
Het eindrapport afbakeningsstudie (mei 2005) vormt de basis voor de opmaak van een
Galgenweel) en oost-west relaties (tussen de nieuwe en de bestaande woonwijken en
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Belangrijk hierbij is de afbakeningslijn van het
tussen de Prestibelsite en het Van Eedenplein) worden geïntensiveerd. De bestaande
grootstedelijk gebied. Binnen deze lijn zal immers een (groot)stedelijk gebiedsbeleid gevoerd
infrastructuren (Blancefloerlaan, tramlijn) worden hierbij optimaal benut.
worden. Dit is een taak op Vlaams niveau.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 6
2.1.4 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ANTWERPEN (S-RSA)
besteed worden aan de structuur van het publiek domein, het ontwerp van een specifieke stedelijke morfologie en verdichting. De belangrijkste aandachtspunten
Het s-RSA presenteert een generiek beleid waarbinnen het beeld van de ecostad het meest
voor deze gebieden zijn: toegankelijkheid, “fronten”, het ontwerp van de
relevant is voor de ontwikkeling van de Prestibelsite. Daarnaast worden in het s-RSA de
benedenverdieping en verdichting.
strategische ruimtes van het grootstedelijk gebied Antwerpen geformuleerd. Deze strategische ruimtes vormen de ruimtelijke structuur van de stad. De harde en de zachte ruggengraat en het lager netwerk hebben betrekking op de ontwikkeling van het plangebied.
2.1.4.2 De harde ruggengraat Antwerpen ontleent zijn identiteit vooral aan zijn ligging langs de Schelde. Desondanks is de
Figuur 2.2: uittreksel uit s-RSA voor Linkeroever
relatie van de stad met de rivier beperkt. Het belangrijke thema ‘water’ is vandaag bijna niet aanwezig. Het werk dat verricht werd in het kader van Stad aan de Stroom in de jaren ’80 en
2.1.4.1 De ecostad
'90 had belangrijke culturele invloeden maar kwam waarschijnlijk te vroeg voor de stad. In die periode onderging Antwerpen een grondige modernisering van zijn structuur; de
Om de leefkwaliteit van het stedelijk gebied te verhogen, moet voldoende groene ruimte ter
onderlinge relaties tussen enkele belangrijke delen en de relatie met het water veranderden.
beschikking staan, waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten, recreëren en ontspannen. Om
De huidige situatie is beter geschikt voor belangrijke strategische acties, zoals het uitwerken
de gebruikswaarde van deze groene ruimten te verhogen, hebben ze bij voorkeur een
van een nieuwe relatie met de rivier en het bepalen van de rol, op een meer precieze
verschillende aanleg en vormgeving en moeten ze toegankelijk zijn voor het publiek.
manier, voor elk deel van de stad.
De ecostad veronderstelt de realisatie van een aantal doelstellingen voor de open ruimte:
Deze strategische ruimte is bedoeld als ‘ruggengraat’ van de stad: een lineaire stedelijke condensator. Het is het voornaamste structurerende element van de metropolis, de kern van
−
Ontwikkelen van een stedelijke parkstructuur.
Antwerpen als grootstad. Gemengde programma’s op grootstedelijk en internationaal niveau
De open ruimte snippers moeten met elkaar verbonden worden én met de grote
kunnen hier gelokaliseerd worden. Vanuit ruimtelijk, functioneel en symbolisch oogpunt is de
natuur- en landbouwgebieden. Barrières tussen deze open ruimtegebieden en het
voornaamste
stedelijk weefsel moeten weggewerkt worden.
bewerkstelligen ‘ex novo’ van de relatie tussen de stad en de Schelde, in overeenstemming
doelstelling
in
deze
strategische
ruimte
het
herdefiniëren
en
het
met het beeld van de waterstad. −
Realiseren van leesbaarheid. Elk onderdeel van de stedelijke parkstructuur heeft een eigen karakter, gebaseerd op de aanwezige geografische kenmerken en op de lokale behoeften.
−
Deze strategische ruimte heeft als voornaamste doelstelling het creëren van een krachtig Differentiëren van recreatief medegebruik. Sommige elementen van de stedelijke parkstructuur kunnen meer recreatief medegebruik verdragen dan andere. Zo wordt de Prestibelsite beschouwd als een locatie die een sterk stedelijk programma kan opnemen (met metropolitane functies), gecombineerd met waterrecreatie op het Galgenweel, scholen en voorzieningen voor indoor en outdoor sport.
−
2.1.4.3 De zachte ruggengraat
Bebouwing innovatief oplossen. Nieuwbouw binnen of aan de rand van parken moet gezien worden als een gelegenheid om de grenzen van het park aan te passen, de toegankelijkheid te
samenhangend ecologisch systeem. Deze strategische ruimte is bedoeld als een ruggengraat. Het is een element dat in interactie met de harde ruggengraat de hoofdstructuur van de stad zal bepalen. De zachte ruggengraat is een aaneenschakeling van vijf grote stedelijke parken. De parken leggen relaties met de omgeving en met de natuurlijke structuur. Ze zijn afgestemd op de structuur van de waterelementen zoals beken, afvoerkanalen en grachten. De vijf parken in tegengestelde wijzerzin zijn: Scheldepark, Zuiderpark, Schijnvallei park, Noorderpark, Havenpark. Ze stemmen overeen met de vijf strategische programma’s waarvoor het ruimtelijk structuurplan enkele strategische projecten voorstelt.
bevorderen en nieuwe woonstijlen te introduceren. Speciale aandacht moet
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 7
Ze verbinden de Schelde met het hinterland van Antwerpen en zijn onderling verbonden
2.1.4.5 Lager netwerk en stedelijke centra
door de groene corridor van de Singel en door kleinere corridors gevormd door het doorsijpelen van de natuur in het weefsel van de compacte stad. Volgens het voorontwerp sRSA dat op 18 november 2005 door het stadsbestuur werd goedgekeurd, maakt de Prestibelsite integraal deel uit van de strategische ruimte ‘zachte ruggengraat’.
Antwerpen moet opnieuw investeren in het netwerk van lokale wegen (stedelijke en territoriale boulevards, winkelstraten) en in het openbaar vervoer. Het lager netwerk, de radiale stedelijke en territoriale boulevards en de Leien, de Singel, de Mennesroute en de Krijgsbaan zijn de fundamentele dragers van het openbaar vervoer. Vooral het netwerk van
2.1.4.4 De Groene Singel De basisdoelstelling van de strategische programma’s voor de Groene Singel is om deze strategische ruimte, die er vandaag onderbenut, gefragmenteerd en marginaal bijligt, tot een nieuwe centraliteit voor de stad om te vormen. Een hoogwaardige stedelijke ruimte, open, groen, en in staat om te werken als een verbinding tussen binnen- en buitenstad, binnen een corridor die het systeem van de vijf parken verbindt. Ten gevolge van deze wens moet mobiliteit naar een lager schaalniveau gebracht worden en het idee van scheiding van de verkeersstromen volgen door de aanleg van een stedelijke snelweg, parallel aan en in de zate van de doorgaande snelweg. Een belangrijke kwestie is de realisatie van een nieuwe tramlijn, die loopt langs de boulevard
tramlijnen bepaalt de strategische ruimtes van het lager netwerk dat de stedelijke en grootstedelijke regio structureert. Het lager netwerk heeft betrekking tot het domein van straten, boulevards, tramlijnen; over het algemeen beschouwd als secundair volgens de hiërarchie die de snelwegen bovenaan plaatst. Dit lager netwerk, gesitueerd in het gefragmenteerde en diffuse grondgebied van de Antwerpse regio, kan een belangrijke structurerende en strategische rol vervullen om de mobiliteit in deze ruimte te verbeteren. Het doel van het ruimtelijk structuurplan is het verhogen van de kwaliteit van het lager netwerk als een manier om de kwaliteit van de gebieden die hieraan gerelateerd zijn te bevorderen: de stedelijke buurtcentra, de winkelstraten, de stationsomgevingen en de gebieden langsheen de tramlijnen. Figuur 2.3: strategische ruimtes van Antwerpen (s-RSA)
van het Eilandje naar het zuiden en naar Linkeroever via de nieuwe Mercatorbrug. De ruimte langsheen de Groene Singel is, vooreerst, asymmetrisch. Ze wordt in feite
Volgens het voorontwerp s-RSA dat op 18 november 2005 door het stadsbestuur werd
gekenmerkt door de aanwezigheid van een stedelijke gevel, nu eens opgetrokken uit
goedgekeurd, maakt de Prestibelsite integraal deel uit van de strategische ruimte ‘zachte
gebouwen en direct toegankelijk, dan weer gevormd door meer complexe systemen van
ruggengraat’. Dit betekent dat bij de invulling van het plangebied bijzondere aandacht
fysische elementen (zoals langs de spoorwegviaduct). Aan de andere zijde wordt ze meestal
besteed moet worden aan de beleidsdoelstellingen die geformuleerd worden voor de
gekenmerkt door open en groene ruimtes aan de rand met de Ring, of langs het water zoals
ecostad.
ter hoogte van het Lobroekdok of het Albertkanaal meer in het noorden. Uit wat volgt zal blijken dat het BPA voor de Prestibelsite terdege met deze doelstellingen Het is ook een gevarieerde ruimte. Vele verschillende karakters en ruimtelijke sequenties
rekening houdt. Zo blijft de bebouwingsdichtheid relatief laag; de V/T over de gehele site
zijn herkenbaar. Elk van deze ruimtes zal onderzocht worden door een verschillend
bedraagt ongeveer 1. De vloeroppervlakte wordt zodanig over de site verdeeld dat er in het
programma.
zuidelijk deel een structurele publieke en open ruimte ontstaat die deel uitmaakt van het bovenlokale oeverlandschap rond het Galgenweel. Dit bovenlokale landschap wordt dmv
Het ontwerp van de Groene Singel en van de verschillende strategische projecten moet op
publieke doorsteken doorheen de bebouwde ruimte verbonden met de Blancefloerelaan en
deze verschillende secties afgestemd worden en op de asymmetrische ruimte die ze
de Middenvijver. In de bebouwde omgeving heeft de publieke ruimte een hoge
doorkruist. De open ruimte langsheen de snelweg is een element dat geïntegreerd en
verblijfswaarde. Zodoende combineert het BPA de voordelen van stedelijk wonen en wonen
geherwaardeerd moet worden, niet verwaarloosd. Dit betekent dat enkel in een beperkt
aan een park.
aantal en specifieke gebieden gebouwd zal worden langs beide zijden van de Groene
Programmatorisch voorziet het BPA een recreatief aanbod dat complementair is met het
Singel.
bestaande en voorziene aanbod op Linkeroever. Door deze functies te integreren in een gemengd stedelijk project wordt de stedelijke structuur van heel linkeroever versterkt.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 8
Tenslotte stimuleert het BPA de realisatie van vernieuwende (woon)typologieën en wordt de
Figuur 2.4: voorstudie tracé Oosterweelverbinding (BAM nv)
bebouwing ingezet als een middel om een kwalitatieve overgang te realiseren tussen de onbebouwde en de bebouwde ruimte. De stedenbouwkundige krijtlijnen van het BPA gaan verder in op de link tussen het beeld van de ecostad en de concrete stedenbouwkundige voorschriften.
2.1.5 MASTERPLAN ANTWERPEN: OOSTERWEELVERBINDING Om de leefbaarheid en de mobiliteit in en rond Antwerpen te verbeteren, ontwikkelde de Vlaamse Overheid het Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Het werd op 15 december 2000 door de Vlaamse regering goedgekeurd. Het Masterplan is een initiatief van de Vlaamse Overheid, in samenwerking met de stad Antwerpen, de provincie Antwerpen, de NMBS en De Lijn. Het voorziet in een hele reeks belangrijke projecten en infrastructuurwerken. Alles samen gaat het om een investering van meer dan 2,95 miljard euro. Tegen 2015 moet alles rond zijn. Belangrijkste consequenties van het Masterplan voor Prestibel zijn de aanleg van de Oosterweelverbinding en de scheiding van doorgaand en lokaal verkeer op de Ring en de Singel. −
Door de aanleg van de Oosterweelverbinding krijgt Antwerpen in het noorden een nieuwe Scheldetunnel die de Ring helemaal rond maakt. Daardoor worden de zuidelijke Ring en de Kennedytunnel ontlast en wordt de bereikbaarheid van de haven verzekerd. Zo stelt de Oosterweelverbinding de toekomst van Antwerpen als wereldhaven en draaischijf van de Vlaamse economie veilig.
−
Na de realisatie van de Oosterweelverbinding wordt het huidige aansluitingscomplex tussen Blancefloerlaan en E17 afgeschaft en enkele honderden meters meer naar het westen verplaatst (zie verder).
−
In de toekomst zal het doorgaand en internationaal verkeer op de Ring gescheiden worden van het stedelijk verkeer door een ingenieus telematicasysteem. De Ring zal ook deels het lokaal verkeer verwerken dat nu nog over de Singel rijdt. Door deze ingrepen kan de Singel worden omgevormd tot een echte boulevard met goed openbaar vervoer, heel veel groen en brede fiets- en voetpaden.
−
Door een nieuwe Scheldebrug kan de Singel worden doorgetrokken om op Linkeroever ter hoogte van het huidige aansluitingscomplex met de E17 aan te sluiten op de Blancefloerlaan.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 9
Betekenis van het concept:
2.2 Ruimtelijk kader
De Prestibelsite ligt op een scharnierpunt van 3 strategische ruimtes uit het s-RSA, nl. de
Gezien de complexiteit en de impact van het Prestibelproject op Linkeroever en het hele
Implicaties voor de Prestibelsite:
Groene Singel, de zachte ruggengraat en het lager netwerk.
stedelijk gebied, was het noodzakelijk om het planologische kader verder te verfijnen. De en
De stedelijke ontwikkeling Prestibel vormt een strategisch project voor de Groene Singel. De
gewestplan, bieden aanknopingspunten op een abstract planniveau om de Prestibelsite in
site moet het stedelijk karakter van de verlengde Groene Singel versterken. Dit betekent dat
haar ruimere omgeving te verankeren. Verdere uitwerking is evenwel nodig. De richtlijnen
de Prestibelsite een meer strategische positie verwerft na realisatie van de Groene Singel.
van het voorontwerp s-RSA werden als uitgangspunt genomen om ruimtelijke concepten te
Het BPA houdt hier reeds rekening mee door te anticiperen op de toekomstige realisatie van
formuleren tot op het niveau van de Prestibelsite.
de Groene Singel. Omdat bij de opmaak van dit BPA geen zekerheid bestaat over de timing
bestaande
plannen,
voorontwerp
Ruimtelijk
Structuurplan
Antwerpen
(s-RSA)
voor de verlenging van de Groene Singel, voorziet het BPA een stedelijke ontwikkeling die ook zonder deze verlenging kan functioneren. De verlenging van de Singel zal met andere
2.2.1 STRATEGISCHE RUIMTES VAN ANTWERPEN
woorden een toegevoegde waarde voor de ontwikkeling Prestibel betekenen, maar is geen nodige voorwaarde voor de ontwikkeling.
In het voorontwerp s-RSA worden de strategische ruimtes van het grootstedelijk gebied
.
Antwerpen geformuleerd. Het gaat om de harde ruggengraat, de zachte ruggengraat, de
De ontwikkeling van het Galgenweel en de linker Schelde-oever vormt een strategisch
Groene Singel en het lager netwerk. Deze strategische ruimtes vormen de ruimtelijke
project voor de zachte ruggengraat. Het gebied moet een bijdrage leveren aan de globale
structuur van de stad en reiken een strategie aan om prioritaire acties te selecteren. Deze
leesbaarheid van Linkeroever en een overwegend groene inrichting krijgen.
strategische ruimtes bevatten enkele strategische projecten. Voor elk strategisch project formuleert het voorontwerp s-RSA de randvoorwaarden (zie § 2.1.2).
De stedelijke ontwikkeling Prestibel zou ook een strategisch project voor het lager netwerk kunnen vormen. Het project introduceert immers een zekere centraliteit op Linkeroever, complementair aan wat op het Van Eedenplein mogelijk is (zie verder). In het voorontwerp s-
2.2.2 CONCEPTEN VOOR HET GROOTSTEDELIJK GEBIED
RSA wordt op Linkeroever, vanuit een traditionele benadering op centraliteit, vooralsnog enkel het Van Eedenplein als strategisch project geselecteerd.
De concepten voor het grootstedelijk gebied gaan uit van de potenties voor de toekomstige ontwikkeling van Linkeroever als een volwaardig onderdeel van het grootstedelijk gebied Antwerpen.
2.2.2.1 De Prestibelsite op het scharnierpunt van drie strategische ruimtes
2.2.2.2 Een open ring en stedelijke ringweg voor doorgaand verkeer Figuur 2.6: concepten voor het grootstedelijk gebied: (b) een open ring en stedelijke ringweg voor doorgaand verkeer
Figuur 2.5: concepten voor het grootstedelijk gebied:
Betekenis van het concept
(a) de Prestibelsite op het scharnierpunt van drie strategische ruimtes
Het huidige netwerk van bovenlokale wegen kent vele uitwisselingspunten met het lokale wegennet. Hierdoor wordt internationaal en lokaal verkeer gemengd, wat één van de oorzaken is van de huidige verkeerscongestie.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 10
De internationale verkeersstromen zullen gescheiden worden van het verkeer dat de
vervoer (hoog performante tramlijn). Na realisatie van de Groene Singel vormt de
verschillende delen van de stad als bestemming heeft én van het interne stadsverkeer.
Prestibelsite niet langer het eindpunt, maar een knooppunt waar stedelijk, randstedelijk en
Een ring zal functioneren voor internationaal doorgaand verkeer en een stedelijke ringweg
plaatselijk verkeer samenkomen. Deze bijzondere verkeerskundige conditie kan zich
voor het doorgaand verkeer op stedelijk niveau. Het stedelijk bestemmingsverkeer zal over
vertalen in de verdere uitbouw van een transferium op het knooppunt van de Groene Singel
een stedelijk netwerk geleid worden waarvan de Groene Singel deel uitmaakt.
en de Blancefloerlaan.
Implicaties voor de Prestibelsite Om de stedelijke ringweg rond Antwerpen te sluiten, is de aanleg van nieuwe infrastructuur nodig op Linkeroever. De Oosterweelverbinding zal ter hoogte van Rot en Blokkersdijk gerealiseerd worden.
2.2.3 CONCEPTEN VOOR LINKEROEVER De concepten voor Linkeroever gaan uit van de potenties voor de toekomstige ontwikkeling van Linkeroever als een samenhangend ruimtelijk geheel.
Het bovenlokale wegennet vormt in de toekomst een autonoom systeem dat geen onmiddellijke relatie met de Prestibelsite meer heeft. Om Linkeroever bereikbaar te houden
2.2.3.1 Asymmetrische, stedelijke oevers
is een nieuwe aansluiting van Linkeroever op het hoofdwegennet noodzakelijk. Figuur 2.8: concepten voor Linkeroever:
2.2.2.3 Een oost-west as als ruggengraat
(a) asymmetrische, stedelijke oevers
Figuur 2.7: concepten voor het grootstedelijk gebied:
Betekenis van het concept
(c) een oost-west as als ruggengraat
De rechter Schelde-oever is een verharde oever en drager van een gemengd stedelijk programma. De linker Schelde-oever is een zachte oever en drager van een (groot)stedelijk
Betekenis van het concept De centrum-as Groenplaats – Meir – Keyserlei wordt beschouwd als de ruggengraat van de Antwerpse binnenstad. Om de centrumfuncties te versterken en evenwichtiger te spreiden over de hele stad, werd reeds in de jaren ’90 voorgesteld om de aswerking door te trekken naar Linkeroever en naar de Turnhoutsepoort. Op de eindpunten worden nieuwe knooppunten van stedelijke activiteit voorzien. Virtueel worden de assen verder gezet en ondersteund door performant openbaar vervoer tot in het Waasland en de Kempen.
Implicaties voor de Prestibelsite De Blancefloerlaan vormt de ruimtelijke verlenging van de as Meir-Keyserlei op Linkeroever en is hiermee de belangrijkste stedelijke as van Linkeroever. Een toekomstige (her)aanleg van de Blancefloerlaan en de langsgelegen gebieden moet afgestemd zijn op haar stedelijke functie. De Prestibelsite vormt het eindpunt langs deze as op het grondgebied van Antwerpen. Dankzij haar ligging langs de stedelijke as van de Blancefloerlaan kent de Prestibelsite vandaag reeds een hoge publieke bereikbaarheid voor autoverkeer en voor openbaar
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
recreatief programma. Toekomstige projecten moeten het parkachtig karakter van de oever behouden en versterken. Op strategische plaatsen worden de beide oevers met elkaar verbonden. Concreet gaat het om de bestaande voetgangerstunnel die uitkomt t.h.v. het Van Eedenplein en de toekomstige Scheldebrug t.h.v. het Galgenweel.
Een publieke route voor zacht verkeer
verbindt de recreatieve faciliteiten met elkaar, met de voetgangerstunnel en met het grootstedelijk open ruimtegebied (Scheldepark).
Implicaties voor de Prestibelsite Het Galgenweel met haar oevers maakt integraal deel uit van de zachte linker oeverstrook. Dit betekent dat de recreatieve potenties van de plas geconsolideerd zullen worden. Zowel de zeilsport als de zachte recreatie op de oevers van de plas worden in de voorgestelde ontwikkeling veilig gesteld. De ecologische waarden van de plas zijn beperkt en lokaal. Deze ecologische waarden kunnen door kleinschalige ingrepen in de marge van de recreatieve activiteiten versterkt
TOELICHTINGSNOTA - blz. 11
worden (b.v. door de inrichting van de waterkant), maar dit vormt geen doel op zich. De
Dit vereist een zorgvuldige combinatie van individueel en collectief wonen, van laagbouw en
ecologische waarde van de plas en zijn oevers vormen geen beperkende randvoorwaarde
hoogbouw, binnen een parkachtige omgeving.
voor de zachte recreatie. Om dit stadsbeeld te realiseren, kan enerzijds het bestaande weefsel op strategische
2.2.3.2 Een grootstedelijk open ruimtegebied Figuur 2.9: concepten voor Linkeroever: (b) een grootstedelijk open ruimtegebied
Betekenis van het concept Niet enkel Blokkersdijk en St.-Annabos, maar ook Middenvijver, Rot en Vlietbos worden samen uitgebouwd tot één coherent open ruimtegebied, het Scheldepark. De versnippering
locaties verdicht worden. Anderzijds kan het bestaande weefsel uitgebreid worden met nieuwe stedelijke woonmilieus.
Implicaties voor de Prestibelsite De Prestibelsite (en Middenvijver) zijn de laatste grote uitbreidingsmogelijkheden voor Linkeroever. Dit betekent dat er een hoog ambitieniveau moet worden nagestreefd m.b.t. de kwaliteit van het woonmilieu.
van het gebied door bestaande infrastructuren (Charles De Costerlaan – N49) en nieuwe infrastructuren (Oosterweelverbinding) moet zoveel mogelijk beperkt worden.
De Prestibelsite is binnen het huidig juridisch kader de laatste locatie waar met een project van een dergelijke schaal de verstedelijking van Linkeroever kan bijgestuurd worden. Hierbij
Implicaties voor de Prestibelsite
wordt ondermeer gedacht aan het herstel van het sociale evenwicht en aan de verbreding van het tewerkstellings- en voorzieningenaanbod.
De Prestibelsite zal op een steenworp afstand van één van de belangrijkste open ruimtegebieden van Antwerpen liggen. De fysieke en visuele nabijheid van het Scheldepark kan als troef in het stedenbouwkundig ontwerp opgenomen worden. De doorstroming voor zacht verkeer vanuit het Galgenweel naar Middenvijver verloopt nu nog problematisch omwille van de moeilijk oversteekbare Blancefloerlaan. Deze weg vormt momenteel een fysieke barrière. Het faciliteren van deze doorstroming vormt een belangrijk thema voor het stedenbouwkundig ontwerp.
2.2.3.3 Een compact bebouwd weefsel
2.2.3.4 Een hiërarchisch wegennet structureert de nieuwe ontwikkelingen Figuur 2.11: concepten voor Linkeroever: (d) een hiërarchisch wegennet structureert de nieuwe ontwikkelingen
Betekenis van het concept Er wordt een hiërarchie geïntroduceerd in het wegennet van Linkeroever. De Groene Singel en de De Costerlaan vormen de twee assen die de linkeroever verbinden met de
Figuur 2.10: concepten voor Linkeroever:
rechteroever. De Blancefloerlaan vormt de belangrijkste verbinding tussen Linkeroever en
(c) een compact bebouwd weefsel
het hoofdwegennet / het westelijke hinterland.
Betekenis van het concept
Deze assen worden onderling verbonden door de lus Blancefloerlaan-HalewynlaanVermeylenlaan-Esmoreitlaan-Gloriantlaan. Omwille van hun overgedimensioneerde sectie
De bestaande, uiteengelegde stedelijke structuur van Linkeroever (functiescheiding,
en de link met het openbaar vervoer (geplande nieuwe tramlijn), worden deze lanen in de
overgedimensioneerde infrastructuur, ongedefinieerde publieke ruimte...) moet evolueren
wegenhiërarchie opgewaardeerd. Deze lus staat in voor de interne bediening van
naar een structuur waarin een traditionele functiemenging wordt aangevuld met een
Linkeroever.
gevarieerd pakket publieke groene ruimtes die de openbare ruimte geleden.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 12
Implicaties voor de Prestibelsite
De Prestibelsite kan ook als een centrum versterkt worden, complementair met het Van Eedenplein.
De Prestibelsite moet een versterking vormen van de Blancefloerlaan als stedelijke as. De Prestibelsite dient ontsloten te worden én ingericht te worden met een verkeersstructuur en een programma die de geïntroduceerde hiërarchie respecteren en verder uitbouwen.
2.2.3.5 Een ecologische corridor verbindt Blokkersdijk met Hobokense polder Figuur 2.12: concepten voor Linkeroever: (e) een ecologische corridor tussen Blokkersdijk en Hobokense polder
Betekenis van het concept Tussen Blokkersdijk en Hobokense polder wordt een ecologische corridor op grootstedelijk niveau gerealiseerd. De opeenvolgende stapstenen van deze corridor worden gevormd door
Concreet
kunnen
er
functies
gerealiseerd
worden
die
inspelen
op
(grootstedelijke) bereikbaarheid en zichtbaarheid of die zich richten op de wijk. De BPAvoorschriften maken stedelijke handelsfuncties mogelijk maar sluiten tegelijk ongewenste ontwikkelingen uit (shopping center, hypermarkt, baanwinkelconcentraties, …).
Implicaties voor de Prestibelsite Een programmatorische afstemming tussen het Van Eedenplein en de Prestibelsite is nodig. De zone tussen het Van Eedenplein en de Prestibelsite is van strategisch belang om de complementariteit tussen beide centra optimaal uit te spelen. De Blancefloerlaan zou in het voorontwerp s-RSA mee opgenomen kunnen worden als strategische zone voor het lager netwerk.
2.2.4 CONCEPTEN VOOR DE PRESTIBELSITE
Blokkersdijk/St.-Annabos, Rot/Vlietbos, Burchtseweel, Schelde-oevers, Hobokensepolder.
Implicaties voor de Prestibelsite Het Galgenweel maakt geen deel uit van de ecologische corridor. Deze ligt ten westen van de Prestibelsite.
2.2.3.6 Van Eedenplein en de Prestibelsite als complementaire centra
2.2.4.1 Samenhangend oeverlandschap Galgenweel Figuur 2.14: concepten voor de Prestibelsite: (a) Samenhangend oeverlandschap Galgenweel De beleving van het landschap rond het Galgenweel staat centraal. Schelde, plas, oevers en randbebouwing vormen één landschappelijk geheel dat nauwgezet moet worden vormgegeven.
Figuur 2.13: concepten voor Linkeroever:
De oevers van het Galgenweel moeten een parkachtige inrichting krijgen. Bebouwing en
(f) Van Eedenplein en Prestibel als complementaire centra
verhardingen kunnen toegelaten worden in functie van het recreatieve programma. De oevers moeten publiek toegankelijk blijven. Een route voor zacht verkeer rond de plas
Betekenis van het concept Het Frederik Van Eedenplein is een “natuurlijk” centrum voor Linkeroever dankzij de nabijheid van het stadscentrum en de ligging op het snijpunt van belangrijke routes. Het Van Eedenplein is echter niet noodzakelijk het enige centrum. Binnen de bereikbaarheidslogica
verbindt het Galgenweel met het systeem van de zachte Schelde-oever.
2.2.4.2 De nieuwe bebouwing bundelen tussen de Blancefloerlaan en het Galgenweelpark
van Linkeroever heeft ook de Prestibelsite een centrale ligging, gezien de goede bereikbaarheid en het strategisch karakter van het kruispunt Blancefloerlaan – Groene
Figuur 2.15: concepten voor de Prestibelsite:
Singel.
(b) de bebouwing concentreren langs de Blancefloerlaan
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 13
Door de bebouwing van de Prestibelsite te bundelen tussen de Blancefloerlaan en het
2.2.4.4 Verbindingen tussen Middenvijver en Galgenweel
Galgenweelpark, wordt het stedelijk karakter van de Blancefloerlaan bevestigd. De ontsluitingsstructuur van de wijk wordt aangesloten op de Blancefloerlaan. Hierbij wordt
Figuur 2.17: concepten voor de Prestibelsite:
sluipverkeer en ander oneigenlijk gebruik zoveel mogelijk vermeden.
(d) Verbindingen tussen Middenvijver en Galgenweel
Door compacte bebouwing wordt zuinig met de ruimte omgesprongen, wat toelaat een zo
Er worden publieke doorsteken door de bebouwing op de Prestibelsite voorzien, die
groot mogelijk park te creëren.
fungeren als landschappelijke en recreatieve verbindingen tussen het Galgenweelpark en Middenvijver.
De bebouwde randen tussen het Galgenweel en de wijk vormen de overgang van een open
Deze doorsteken sluiten aan op de route voor zacht verkeer rond het Galgenweel. Ze
naar een stedelijk landschap. Deze zone heeft voldoende massa om een representatief front
worden ingericht als ontsluitings- en/of verblijfsruimte voor de wijk.
te vormen en moet tegelijk voldoende permeabel zijn om een goede fysieke en mentale relatie tussen park en bebouwing te garanderen.
Deze doorsteken hebben geen ecologische functie op schaal van Linkeroever. De corridor die ten westen van de Prestibelsite loopt, heeft de juiste schaal om deze functie op te
2.2.4.3 Een gedifferentieerde ontwikkeling langs de Groene Singel Figuur 2.16: concepten voor de Prestibelsite:
nemen.
2.2.4.5 Ontwikkeling van een stedelijke wand langs de Blancefloerlaan
(c) een gedifferentieerde ontwikkeling langs de Groene Singel Figuur 2.18: concepten voor de Prestibelsite: (e) Ontwikkeling van een stedelijke wand langs De toekomstige Groene Singel conditioneert de westelijke rand van het Galgenweel en de
de Blancefloerlaan
Prestibelsite. Een programmatorische verzwaring is hier op zijn plaats om het stedelijk karakter van de Groene Singel te versterken. De stedelijke dynamiek van dit programma
De Prestibelsite versterkt het stedelijk karakter van de Blancefloerlaan.
neemt gradueel toe van zuid naar noord. Deze contactzone heeft een representatieve architectuur en een gemengd stedelijk Dankzij de goede bereikbaarheid (Singel/transferium) kan de contactzone tussen de wijk en
programma op niveau van Linkeroever, dat optimaal gebruik maakt van de goede
de Groene Singel belangrijke stedelijke programma’s opnemen. De contactzone tussen de
bereikbaarheid en van het zicht op Middenvijver.
Groene Singel en het park/insteekdok krijgt een programma dat inspeelt op de goede bereikbaarheid en de ligging aan het water. Het smalste segment, langs de plas zelf, biedt plaats voor laagdynamische activiteiten en informeel gebruik. Bebouwing en privatisering moet minimaal blijven. Deze programma’s kunnen vóór de aanleg van de Groene Singel gerealiseerd worden, mits een goede alternatieve ontsluiting mogelijk is.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 14
opnieuw naar de stad te halen. Voorliggend project breekt met de toenemende tendens van appartementsbouw door minstens 25% grondgebonden eengezinswoningen en hoogstens 75% appartementen te realiseren, waarvan minstens 15% gestapelde woningen voor grote
3 STEDENBOUWKUNDIG PROGRAMMA
gezinnen. Die appartementen voor grote gezinnen hebben een netto vloeroppervlakte van minstens 100m², 3 slaapkamers en een voldoende grote private buitenruimte. M.b.t. woningklassen primeert de absolute wens om een groot aandeel betaalbare woningen te realiseren.
3.1 Bebouwde ruimte
3.1.2 KANTOREN 3.1.1 WONEN Figuur 3.2: inplantingsmogelijkheden voor kantoren op de Prestibelsite Figuur 3.1: inplantingsmogelijkheden voor woningen op de Prestibelsite In de huidige situatie en na de realisatie van de Oosterweelverbinding sluit de Prestibelsite De afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, in uitvoering van het RSV, is nog
aan op de Ring van Antwerpen en de E17. Met de auto is de site vlot bereikbaar vanuit het
niet gebeurd. Het s-RSA gaat ervan uit dat de Prestibelsite in ieder geval binnen het stedelijk
Waasland, vanuit Linkeroever zelf en vanuit Antwerpen Zuid (Hoboken, Wilrijk en een deel
gebied zal liggen en stelt een stedelijke ontwikkeling op deze site voor.
van de binnenstad). Na realisatie van de Scheldebrug wordt de bereikbaarheid vanuit de kernstad en het Zuid nog beter.
Het hoofdaccent van de stedelijke ontwikkeling Prestibel ligt op wonen. Tegelijk wil het project een nieuwe stedelijkheid op Linkeroever introduceren, door het woonweefsel te
Er is een snelle en frequente tramverbinding met de kernstad en het centraal station
verrijken met andere stedelijke functies, zonder dat die de bovenhand nemen.
enerzijds, en met Zwijndrecht anderzijds. Door op termijn eventueel het perron langs de spoorlijn Antwerpen-Gent ter hoogte van de site Gazet van Antwerpen opnieuw in gebruik te
Door een aantal streefcijfers voor woningdichtheden toe te passen op Prestibel werd het
nemen kan ook van hieruit arbeidspotentieel aangetrokken worden.
totaal aantal woningen bepaald. Het RSV streeft in stedelijke gebieden naar een minimale woningdichtheid van 25 woningen/ha. De woonbehoeftestudie van de stad Antwerpen mikt
De nieuwe op- en afrit van de Oosterweelverbinding, de toekomstige brug over de Schelde
op een gemiddelde woningdichtheid van 45 woningen/ha. Het voorontwerp s-RSA verfijnt dit
en de (te onderzoeken) her-ingebruikname van het perron aan de site Gazet van Antwerpen,
cijfer in functie van de diverse strategische ruimtes: binnen de zachte ruggengraat en de
zullen dus de bereikbaarheid van de site in de toekomst verder verbeteren. Op basis van
Groene Singel wordt gestreefd naar een gemiddelde woningdichtheid van 30 woningen/ha.
deze ontwikkeling is de zone Prestibel – Gazet van Antwerpen geselecteerd als zoekzone
Dit levert voor het totale aantal woningen een streefcijfer van minstens 1200 woningen op
voor kantoren, gekoppeld aan een duurzame stadsontwikkeling.
voor het volledige plangebied Prestibel (van ca. 40 ha). Binnen het bebouwbare deel van het stedelijk
ontwikkelingsgebied
(volgens
gewestplanvoorschriften:
60%
van
stedelijk
−
In de stedelijke band aan de Blancefloerlaan en langs de af te schaffen afrit (waar mogelijks de Groene Singel komt, aanzet tot de brug), zijn kantoorgebouwen voor
ontwikkelingsgebied) wordt gestreefd naar een woningdichtheid van 45 woningen/ha.
hoofdzetels mogelijk. Inzake woningtypes wordt een onderscheid gemaakt tussen grondgebonden woningen en
−
Voor het overige deel van de Prestibelsite wordt gestreefd naar een aanbod van
appartementen. Er wordt naar gestreefd om op de Prestibelsite betaalbare middenklasse
verweven kleinschaligere kantooreenheden, dat in overeenstemming is met de lokale
woningen aan te bieden aan jonge tweeverdieners, al dan niet met kinderen, die in de
behoefte.
binnenstad geen betaalbare grondgebonden woning met tuin meer vinden. Op die manier helpt dit project de stadsvlucht deels in te perken en probeert het zelfs jonge gezinnen
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 15
Ontwerpmatig onderzoek heeft de ruimtelijke draagkracht en de verwevingsmogelijkheden aangetoond op basis van volgende ruimtelijke principes:
Juridische verankering van dit principe in het BPA biedt een sterker aftoetskader voor de advisering en vergunningverlening van sociaal-economische vergunningen, wat onder
− −
aandacht voor de doorwaadbaarheid van het gebied richting site GvA / toekomstige
andere gebeurt op basis van volgende criteria (vermeld in de wet betreffende de vergunning
Groene Singel en richting Middenvijver
van handelsvestigingen): ruimtelijke ligging, belang van de consumenten, impact op de
aandacht voor de verweving met andere functies, zowel horizontaal (andere gebouwen
werkgelegenheid, effect op de bestaande handel.
in de zone) als verticaal (stedelijke plinten) −
een consistente ontwikkeling voor een hele zone, als samenhangend bouwblok
Uitgangspunt is in ieder geval dat gezien de stedelijke context, de handel in principe op
−
vermijden van een schaalbreuk met de woonzone
gebouwniveau (en zoniet in ieder geval op niveau van de zone) moet verweven worden met
−
gediffentieerde bouwvolumes (footprint en bouwhoogte)
andere programma’s (wonen, kantoren). Vrijstaande winkelvolumes zijn niet wenselijk.
−
inzet van hoogwaardige architectuur
Meestal wordt een verplichte bovenbouw opgelegd. Voor zover de handel wordt toegelaten,
−
bovengrondse en ondergrondse organisatie van het parkeren
is deze functie slechts mogelijk in nevenbestemming.
Volgende kwantitatieve randvoorwaarden werden vastgelegd:
De inplanting en de ontwikkelingsmogelijkheden van de handelsfuncties zijn afhankelijk van verschillende parameters:
− −
langs de Groene Singel kunnen maximaal 40.000 m² multi-tenant kantoren gerealiseerd
-
de positionering van de handel in Antwerpen en op Linkeroever in het bijzonder;
worden.
-
de (multimodale) bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden
daarnaast kunnen, in functie van de behoeften van concrete eindgebruikers, een
-
de zichtbaarheid vanaf belangrijke stedelijke assen
beperkt aandeel kleinere kantoren (max. 1.500 m² per kantoor) gerealiseerd worden, te
-
de morfologische inpasbaarheid
verweven in de woonwijk (maximaal 10.000 m²) en in de Rand Blancefloerlaan
-
de synergie met andere stedelijke programma’s
(maximaal 5.000 m²). De randvoorwaarden voor de inplanting van handelsfuncties worden gedefinieerd in functie van de omgevingsfactoren van elke locatie.
3.1.3 HANDEL Langs de Blancefloerlaan zijn handelsfuncties mogelijk die zowel het plangebied als het Figuur 3.3: inplantingsmogelijkheden voor handel op de Prestibelsite
zuidelijk deel van Linkeroever bedienen. Deze handelsfuncties kunnen profiteren van de goede zichtbaarheid langs deze stedelijke as. Het aanbod kan zowel bestaan uit dagelijkse
Ter ondersteuning van de voorziene stedelijke functies kan een behoorlijk aandeel handel gerealiseerd worden op Prestibel. Het klantenpotentieel wordt gevonden in de bewoners van Linkeroever, de ca. 2.500 toekomstige bewoners van de nieuwe wijk, de passanten langs de Blancefloerlaan, de overstappende reizigers aan het tramknooppunt, de werknemers van de diverse kantoren en de bezoekers van de recreatiefaciliteiten.
verbruiksgoederen
(gespecialiseerde
voedingswinkel,
drogist,
…),
diensten
(verzekeringskantoor, …) als uit gespecialiseerde goederen (meubelwinkel, fietsenwinkel, computerwinkel, …). De ruimtelijke randvoorwaarden (o.a. gebouwvolumes met verplichte bovenbouw)
sluiten
klassieke
baanwinkelconcepten
uit.
Om
de
inplanting
van
handelsfuncties te faciliteren, wordt toegelaten om de bezoekersparkings op de (private) gelijkvloerse buitenruimte te voorzien. Om de commerciële diversiteit te bevorderen en
De stad streeft in eerste instantie naar de versterking van bestaande binnenstedelijke handelsconcentraties. De handelsfuncties die in het plangebied worden gerealiseerd, moeten daarom in ieder geval complementair zijn aan het aanbod rond het Van Eedenplein en aan het handelscentrum op de rechteroever. Er moet bovendien rekening gehouden
concurrentie te vermijden tussen de grootschalige handelszaken op de kop en die langs de Blancefloerlaan, wordt de vloeroppervlakte van de commerciële voorzieningen langs de Blancefloerlaan beperkt tot 2.000 m² netto handelsoppervlakte per functionele eenheid (i.c. de behoefte van een supermarkt) en op 4000 m² voor de hele zone.
worden met de nabijheid van andere commerciële “trekkers” buiten de Stad: de Carrefourhypermarkt langs de E17, het Waasland shopping center, …
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 16
In het bijzonder is een verdichting aan handelsfuncties mogelijk ter hoogte van het
Om de spontane groei van kleinschalige handel en horeca in het projectgebied te faciliteren,
kruispunt van de Blancefloerlaan met de toekomstige Groene Singel. De nabijheid van
wordt toegelaten om voor de eerste schijf van vijf bezoekersparkings te rekenen op het
de belangrijke tramhalte en van de kantoren langs de Groene Singel bieden een bijkomend
openbaar domein.
klantenpotentieel bovenop de passage langs de Blancefloerlaan en de nabijheid van de woningen. De bovengrens voor de “kop Groene Singel” wordt op 4000 m² netto vloeroppervlakte gelegd, met een maximum van 2.500 m² netto vloeroppervlakte per
3.1.4 RECREATIE
functionele eenheid. Figuur 3.4: inplantingsmogelijkheden voor recreatie op de Prestibelsite Langs de Groene Singel zijn de locatiekarakteristieken vergelijkbaar met de zone langs de Blancefloerlaan. Zowel handelsfuncties ondersteunend aan de kantoor- en woonfunctie als inspelend op de representatieve ligging zijn mogelijk. De ruimtelijke beperkingen zijn ook
Het gewestplan gaat uit van de inplanting van recreatie op de Prestibelsite (zie § 2.1.1). Voor de recreatie op de Prestibelsite bestaat voorlopig nog geen concreet programma.
hier verplichte bovenbouw en verplicht ondergronds of inpandig gelijkvloers parkeren. Als bovengrens geldt hier een netto vloeroppervlakte van 2000 m² per functionele eenheid en
Toch worden vier belangrijke ontwikkelingen in het vooruitzicht gesteld.
4000 m² voor de hele zone. Wellicht worden de gebouwen gerealiseerd voordat de Groene Singel wordt doorgetrokken. Om de spontane groei van handel en horeca nadien alsnog mogelijk te maken, wordt voor alle gebouwen de verplichting opgenomen dat het gelijkvloers afsplitsbaar moet zijn.
De voorzieningen voor zachte recreatie zitten in ieder geval ingebakken in het BPA. Het BPA reserveert immers een 9 hectare groot terrein, grenzend aan het Galgenweel, voor de ontwikkeling van een park. Daardoor wordt ruimte gereserveerd voor diverse vormen van passieve recreatie: wandelen, fietsen, joggen, spelen, … Het BPA voorziet dat deze ruimte
In de centrale “wijk” zijn buurtondersteunende functies mogelijk: bakker, kapsalon, café, kinesist, … Om te voorkomen dat te grote handelsfuncties in de wijk terechtkomen, wordt de bovengrens voor de vloeroppervlakte bepaald op "de grens van sociaal-economische
zelfs niet gedeeltelijk mag worden afgesloten. Het publiek karakter is daarmee een feit. Supplementair geldt de verplichting dat minstens één vierde van de 3,2 hectare grote “parkrand” eveneens moet ingericht worden als publieke groene ruimte.
vergunning": max. 400 m² netto handelsoppervlakte (zijnde de oppervlakte bestemd voor verkoop inclusief verkoopsoppervlakte in openlucht en toegankelijk voor publiek, ook kassazones, inkomruimtes waar waren uitgestald worden,...). Deze buurtondersteunende handelsfuncties komen het multifunctioneel karakter (en daarmee de woonkwaliteit) van de wijk ten goede. De ruimtelijke randvoorwaarden (handel in nevenbestemming, hoofdzakelijk grondgebonden woningen, niet-woongebouwen enkel langs de hoofdassen mogelijk, …)
De inplanting van het “Galgenweelpark” vrijwaart de Galgenweelplas (buiten het plangebied) van bijkomende windhinder die het zeilen onmogelijk maakt (zie verder). Voorliggend BPA consolideert daarmee de zeilrecreatie op het Galgenweel. Aanvullend wordt het “insteekdok” in het BPA als waterzone bestemd, zodat het water zowel landschappelijk als i.f.v. watergebonden recreatie tot in het plangebied wordt gebracht.
maken kwantitatieve maxima overbodig. De stad wenst de zone langs Combori, aansluitend op de bestaande sporthal, te reserveren Gekoppeld aan of nabij de grootschalige recreatiefunctie tussen het insteekdok en de toekomstige Groene Singel zijn diverse ondersteunende handelszaken mogelijk: sportwinkel, horeca, … De handels- en horecafuncties zullen in belangrijke mate de economische haalbaarheid van de grootschalige recreatiefunctie bepalen. Om die reden wordt de maximale vloeroppervlakte op 40% van de totale vloeroppervlakte, met een bovengrens van 6.000 m², gesteld. Naast de beperking van de handel tot het “ondersteunende” karakter t.o.v.
voor sportfaciliteiten (in publieke of private exploitatie). Deze sportfaciliteiten moeten gedeeltelijk de behoeften van de bewoners op Linkeroever dekken. Gedacht wordt onder meer aan een uitbreiding van de indoor vloercapaciteit en de aanleg van buitensportvelden. Daarmee kan het Galgenweelpark worden gevrijwaard van “harde” recreatievoorzieningen. De concrete programmabehoefte in het plangebied is afhankelijk van de eventuele realisatie van een “sportcampus” op de middenvijver.
de hoofdfunctie, geldt de ruimtelijke beperking van ondergronds parkeren. Tenslotte wordt, conform de bepalingen van het gewestplan, een gedeelte van het plangebied gereserveerd voor (indoor) recreatie. Omwille van nabijheid van park en plas, bereikbaarheid en zichtbaarheid vanaf de toekomstige Groene Singel, werd geopteerd voor
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 17
de zone ten westen van het insteekdok. Er wordt gemikt op een recreatiefaciliteit op het
Gezien de regionale invloedssfeer van de stedelijke ontwikkeling Prestibel, kan hier een
niveau van het stedelijk gebied, zoals b.v. een waterthemacomplex (recreatiebaden,
bovenlokale recreatiecluster uitgebouwd worden, die ondersteund wordt door lokale
wellness, sauna, …). De oriëntatie op watergebonden recreatie speelt maximaal in op de
voorzieningen met hoofdaccent op ontmoeting (jeugdlokaal, speelpleintjes, senioren- en
aanwezigheid van het Galgenweel. Om een marktconforme ontwikkeling mogelijk te maken,
dienstencenrum, polyvalente zaal).
wordt de mogelijkheid geboden om het recreatieprogramma uit te breiden met handels- en horecafuncties (zie “handel”). Zolang deze grootschalige recreatiefunctie niet wordt
In het BPA wordt de zone langs Combori in hoofdbestemming gereserveerd voor
gerealiseerd, moet de betreffende zone ingericht worden als parkgebied.
gemeenschapsvoorzieningen, met uitsluiting van programma’s die moeilijk te verenigen zijn met het woonkarakter van de omgeving (b.v. strafinrichting, waterzuivering, zendmast, …).
3.1.5 GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN
In enkele andere zones zijn gemeenschapsvoorzieningen in nevenbestemming mogelijk. Concreet wordt b.v. gedacht aan een kinderkribbe, een school, ….
Figuur 3.5: inplantingsmogelijkheden voor gemeenschapsvoorzieningen op de Prestibelsite Er
dient
een
onderscheid
gemaakt
te
worden
tussen
bovenlokale
en
lokale
woonondersteunende voorzieningen. Gewenst is om de lokale woonondersteunende voorzieningen in kwalitatieve clusters te bundelen binnen een onderling verbindend groen netwerk. De kwaliteit van deze clusters wordt bepaald door hun ruimtelijke eenheid en samenhang, hun centraliteit rond identiteitsbepalende plekken (pleinen, opvallende gebouwen, winkelstraten…) en hun functionele compleetheid van voorzieningen (aantal, aard, omvang en bereikbaarheid). De belangrijkste lokale woonondersteunende voorzieningencluster op Linkeroever bevindt zich momenteel rond het Frederik Van Eedenplein. Ook de stedelijke ontwikkeling Prestibel voldoet aan bovenstaande kwaliteitsvereisten en kan uitgebouwd worden als een lokale woonondersteunende voorzieningencluster die complementair is aan het Frederik Van Eedenplein. Waar de centraliteit in de omgeving van het Frederik Van Eedenplein voornamelijk gebaseerd is op de nabijheid van het Antwerpse stadscentrum, steunt de ontwikkeling van de Prestibelsite vooral op een hoge zichtbaarheid en multimodale bereikbaarheid. Omwille van deze eigenschappen fungeert de Prestibelsite als een knooppunt en scharnier binnen dit voorzieningennetwerk dat bovendien bovenlokale functies kan opvangen. Belangrijkste randvoorwaarden hierbij zijn: −
een hoge bereikbaarheid
−
de ruimtelijke en functionele verweving
−
aandacht voor complementariteit van de voorzieningen.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 18
Verschillende scenario’s werden getest: de bestaande vegetatie, het stadsontwerp van Georges Baines, een scenario met woontorens langs het insteekdok en tenslotte het
3.2 Open ruimte Figuur 3.6: inplantingsmogelijkheden voor groen op de Prestibelsite
scenario van het stadsontwerp dat op 17 juni 2005 door het schepencollege werd goedgekeurd. Het scenario met de grootschalige recreatiefunctie langs het insteekdok levert op basis van de hoger beschreven gabarietregel L=h*10 geen windhinder op voor het gedeelte waar kan
3.2.1 RANDVOORWAARDE: ZEILEN OP HET GALGENWEEL Figuur 3.7: gabariet ter vrijwaring van de windhinder Figuur 3.8: toetsing van de windhinder ten westen van het Galgenweel Figuur 3.9: toetsing van de windhinder ten noorden van het Galgenweel De Galgenweelplas is omwille van zijn omvang en zijn omgevingsfactoren één van de weinige plaatsen in Vlaanderen waar de zeilsport recreatief én competitief kan worden beoefend. De zeilmogelijkheden op het Galgenweel zijn een waardevol onderdeel van het sportaanbod in Antwerpen. Het zeilen voegt bovendien een extra dimensie toe aan de recreatiefunctie en de belevingswaarde van het Galgenweel. De Prestibelsite onbebouwd laten is echter niet haalbaar. De stad kampt immers met belangrijke ruimtebehoeften. De ontwikkeling van de Prestibelsite kan met name de behoefte aan woningen (en grondgebonden woningen in het bijzonder) en aan multimodaal ontsloten kantoren op een substantiële manier helpen lenigen. De stad wil daarom op de Prestibelsite een project doen realiseren dat zo weinig mogelijk bijkomende windhinder veroorzaakt t.o.v. de bestaande toestand. Het belangrijkste uitgangspunt van het voorliggend BPA, m.n. de maximale terugtrekking
worden gezeild. De windhinder zal zelfs verbeteren t.o.v. de bestaande toestand, wanneer de bomen op het talud langs de E17 worden gerooid (nodig voor de realisatie van de Groene Singel). Ook voor de bebouwing ten noorden van het Galgenweel werd het effect op de windhinder onderzocht, volgens dezelfde methode als voor de bebouwing langs het insteekdok. (zie hoger). Verschillende scenario’s werden getest: de bestaande vegetatie, het stadsontwerp van Georges Baines, en scenario met parallelle inplanting van de gebouwen en de alternerende inplanting (zoals voorzien in het stadsontwerp dat op 17 juni 2005 door het schepencollege werd goedgekeurd). Door het terugtrekken van de bebouwing vanaf de waterkant, wordt het windprobleem langs deze zijde reeds grotendeels opgelost. Uit het onderzoek blijkt dat een bouwhoogte van acht lagen in Parkrand Oost geen bijkomende windhinder veroorzaakt t.o.v. de bestaande toestand, waar de bomen reeds een belangrijke storende factor vormen. Deze bouwhoogte werd dan ook aangehouden in het voorliggende stadsontwerp. De bebouwing ten noorden van het Galgenweel hindert de zeilsport overigens slechts in beperkte mate, aangezien de wind het minst frequent vanuit het noorden waait.
van de gebouwen van de oever van het Galgenweel, betekent alvast een fundamentele tegemoetkoming aan het probleem van de windhinder, in vergelijking met vroegere ontwerpen. Er werd een windonderzoek uitgevoerd waarbij de impact van de nieuwe bebouwing op de plas werd gevisualiseerd. Volgens wetenschappelijke studies strekt de windhinder zich uit over lengte gelijk aan 20 keer de hoogte van een obstakel. Omdat dit criterium in de praktijk bebouwing nagenoeg onmogelijk maakt, wordt voorgesteld om de windhinder over een lengte van 10 keer de hoogte in beschouwing te nemen. De obstakels ten westen en ten noordwesten van het Galgenweel hebben de grootste
3.2.2 GALGENWEELPARK De realisatie van het Galgenweelpark, aansluitend op de Galgenweelplas, is een essentiële component van de ontwikkeling van de Prestibelsite. In vorig hoofdstuk werd het belang van het Galgenweelpark voor de site en voor heel Linkeroever voldoende aangetoond. Het gewestplan gaat uit van de realisatie van een belangrijke groene ruimte (met recreatief karakter) op de Prestibelsite (zie § 2.1.1). Behalve de oppervlaktebepaling (min. 20% van het plangebied) werden geen verdere bepalingen in het gewestplan vastgelegd.
impact op de windhinder, aangezien deze windrichtingen het vaakst voorkomen.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 19
Voor het Galgenweelpark is nog geen concreet programma gedefinieerd. Uitgangspunt is
3.2.4 OPEN RUIMTE OP WIJKNIVEAU
dat het park integraal en onbeperkt publiek moet toegankelijk zijn, in functie van zachte recreatie: wandelen, joggen,spelen, … De inrichting moet zowel het parkkarakter als het
Aanvullend aan de open ruimte van het Galgenweelpark en van de Groene Singel, worden
recreatief gebruik ondersteunen.
op wijkniveau bijkomende open ruimtes voorzien. Het betreft onder meer:
Om deze uitgangspunten vast te leggen, zal het BPA strikte beperkingen m.b.t. bebouwing,
-
2 wijkpleinen langs de hoofdassen in de bestemmingszone “wijk”;
-
open ruimte in de bestemmingszone “rand Combori”, ten behoeve van de
verharding en afsluiting van het park opleggen. De afbraak van de restanten van het voormalig openluchtzwembad is in ieder geval een randvoorwaarde.
bufferfunctie en de inplanting van recreatie- en gemeenschapsvoorzieningen; -
een
pleinfunctie,
gekoppeld
aan
de
grootschalige
recreatiefunctie
in
bestemmingszone “rand insteekdok”; Het bestaande “insteekdok” wordt als een bestaande landschappelijke kwaliteit beschouwd. Het behoud van het insteekdok wordt in het BPA verzekerd.
3.2.3 GROENE SINGEL
-
publieke
groene
ruimtes
in
de
“parkrand”,
als
overgang
tussen
het
Galgenweelpark en de bebouwing in het plangebied. Gezien de omvang van de stedelijke ontwikkeling (met nadruk op wonen) en de aanwezigheid van het “extensieve” Galgenweelpark, is het aangewezen om de open ruimtes op wijkniveau in te richten in functie van intensief gebruik (sport en spel, sociaal leven, …).
De inrichting van de verlengde Groene Singel is bij de opmaak van dit BPA nog niet gekend.
Het BPA legt voorschriften op om de omvang, de publieke toegankelijkheid, het
In afwachting van een concreet ontwerp, wil de stad Antwerpen volgende principes
verblijfskarakter en (waar relevant) het groen karakter te garanderen.
respecteren: Het is van belang om het element water in het stedenbouwkundig plan te introduceren, −
typeprofiel doorgaand verkeer 2x1 rijstroken
−
vermijden van vrachtverkeer (doorgaand en internationaal)
−
toevoegen van groen en openbaar vervoer (tram)
−
aanbieden van een multifunctioneel programma van wonen en voorzieningen
−
toelaten van hoofdkantoren op de knopen van openbaar vervoer
aangezien de relatie met de Galgenweelplas de belangrijkste bestaande kwaliteit van de Prestibelsite is. Tevens wordt aandacht besteed aan de buffering, de infiltratie, de filtering en het hergebruik van hemelwater.
De Groene Singel dient uitgewerkt te worden als een parkdrager waarbij het open ruimtekarakter belangrijk is en de interactie- en ontmoetingsmogelijkheden en het verblijfskarakter primeren boven de verkeersfunctie. Bij de uitwerking van de bebouwing aan de rand van de Groene Singel dienen de relatie en de interactie met de ‘Singel’ als verblijfsgebied sterk te worden benadrukt. Dit wordt bij voorkeur uitgedrukt in een stedelijke plint (publiek toegankelijke functies met representativiteit op de gelijkvloerse verdieping - commercieel of collectief). Ook de omliggende publieke ruimtes worden maximaal aangehecht op en verbonden met de Groene Singel om bij te dragen aan de belevingswaarde.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 20
3.3.1.3 Bereikbaarheid op wijkniveau
3.3 Bereikbaarheidsprofiel
De Prestibelsite is op wijkniveau bereikbaar via de Blancefloerlaan. Dit betekent dat de hele ontwikkeling in principe rechtstreeks op de Blancefloerlaan moet worden aangesloten. Een aansluiting voor wegverkeer via de Galgenweellaan (bestaande toegangsweg naar het
3.3.1 WEGVERKEER
voormalige zwembad) is niet aangewezen. Eventueel is aanvullend een aansluiting op de Edmond De Coussemakerstraat mogelijk om
3.3.1.1 Aansluiting op het hoofdwegennet
de Prestibelsite met de onmiddellijke omgeving te verbinden, evenwel zonder dit als wijkontsluiting uit te bouwen.
Figuur 3.10: geplande aansluiting van Linkeroever op het hoofdwegennet Figuur 3.11: nieuw aansluitingscomplex Linkeroever (BAM NV)
3.3.2 OPENBAAR VERVOER
Het huidige aansluitingscomplex tussen Blancefloerlaan en E17 zal na de realisatie van de
Figuur 3.13: bereikbaarheid Prestibelsite voor openbaar vervoer
Oosterweelverbinding worden afgeschaft en enkele honderden meters westelijk worden verplaatst. Een directe aansluiting van Linkeroever op het hoofdwegennet blijft dus bestaan. Omwille van de complexe aansluiting van de Oosterweelverbinding op de E17, wordt het
3.3.2.1 Bestaande bediening
aantal op- en afritten zoveel mogelijk beperkt. In de richting van de rechteroever (via de
De Prestibelsite heeft met het bestaande aanbod reeds een zeer performante ontsluiting met
Kennedytunnel) krijgt het aansluitingscomplex “Linkeroever” een eigen op- en afrit. Richting
openbaar vervoer. De tramlijnen 2, 3 en 15 bedienen de tramhaltes t.h.v. de sporthal en de
Gent sluit het complex via ventwegen aan op de op- en afrit Zwijndrecht. Richting N49
op- en afrit “Linkeroever” (eindhalte voor lijn 3).
gebeurt hetzelfde via de afrit “Waasland”. Richting haven (via de Oosterweeltunnel) worden geen rechtstreekse op- en afrit voorzien.
Deze tramlijnen in eigen bedding bieden, met een frequentie van 7,5 minuten (in de piekuren), een verbinding met de kernstad op 7 minuten en met het centraal station op 11
De Ch. De Costerlaan wordt losgekoppeld van de N49 en zal niet langer de functie van
minuten.
aansluiting op het hoofdwegennet vervullen.
3.3.1.2 Verbindingen op stedelijk niveau Figuur 3.12: geplande verbindingen op stedelijk niveau
3.3.2.2 Toekomstige uitbreidingen Diverse geplande uitbreidingen van het tramnet zullen op termijn de bereikbaarheid van Linkeroever, en de Prestibelsite in het bijzonder, verder verbeteren. De Lijn plant een nieuwe tramlijn voor de bediening van Linkeroever. Deze tramlijn zou met een lusvormig traject het
Na uitvoering van alle geplande werken, zal Linkeroever op stedelijk niveau bereikbaar zijn
hele stadsdeel ontsluiten: Blancefloerlaan – Halewijnlaan – St. Anna – Gloriantlaan –
via drie routes:
Frederik Van Eedenplein.
−
via de Waaslandtunnel naar de noordelijke kernstad
−
via de Scheldebrug naar Antwerpen-Zuid en de Singel op de rechteroever
De Lijn overweegt bovendien een sneltramlijn richting Burcht (later eventueel verder te
−
via de Blancefloerlaan naar Zwijndrecht.
verlengen. In het S-RSA wordt gepleit voor een tram in vrije bedding over de Groene Singel. Na realisatie van de Scheldebrug zou deze tramlijn kunnen doorgetrokken worden tot op de
De Beatrijslaan zal niet langer de rol vervullen van verbinding op stedelijk niveau met Burcht.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
Blancefloerlaan.
TOELICHTINGSNOTA - blz. 21
3.3.3 ZACHT VERKEER
Twee oost-west verbindingsstraten verbinden de hoofdassen tot een logisch netwerk: -
de meest oostelijk gelegen hoofdas wordt aan de zuidkant verbonden met de Edmond de Coussemakersstraat;
Figuur 3.14: bereikbaarheid Prestibelsite voor zacht verkeer -
de twee meest westelijk gelegen hoofdassen worden aan de zuidkant verbonden met de Groene Singel (via de ventweg).
Diverse bestaande en geplande routes voor zacht verkeer zullen de Prestibelsite bedienen. Een niet-limitatief overzicht:
De andere straten worden gedefineerd als woonstraten. Zij hebben geen verbindende of
−
bestaande noord-zuid route langs de Groene Schelde-oever;
−
geplande noord-zuid verbinding vanaf Galgenweel, via Middenvijver tot Blokkersdijk;
−
bestaande
verbinding
met
de
rechteroever
via
de
fietserstunnel
t.h.v.
wijkontsluitende functie. de
Kennedytunnel; − −
geplande verbinding via Groene Singel over Scheldebrug; bestaande verbinding met de rechteroever via de St. Annatunnel;
−
geplande verbinding met de rechteroever via de Oosterweeltunnel;
−
geplande verbinding van St. Anna met Zwijndrecht via het Vliet;
−
geplande oost-west route parallel aan de Blancefloerlaan, via de Prestibelsite.
Er worden drie wijkpleinen gedefinieerd: -
twee wijkpleinen gelegen langs een centrale hoofdas; één wijkplein tussen de “wijk” en de grootschalige recreatiefunctie in de zone “rand insteekdok”.
Deze classificatie volgt logischerwijze uit de structuur van de zoneringen binnen het BPA. Alle voornoemde openbare ruimte wordt onder dezelfde bestemmingszone “openbare wegenis” ondergebracht.
3.4 Verkeersorganisatie in het plangebied
Het BPA voorziet tenslotte diverse publieke doorsteken voor zacht verkeer (fietsers en voetgangers). Deze doorsteken verfijnen de maaswijjdte van de bouwblokken en bemiddelen in de relatie tussen de publieke en de private ruimte. De concrete inplanting en inrichting hangt vaak af van de inrichting van een deelzone. Het BPA legt daarom deze
3.4.1 WEGENCLASSIFICATIE IN HET PLANGEBIED
doorsteken slechts in grote lijnen vast. De noodzakelijke doorsteken worden verplicht opgelegd. Het tracé is meestal (binnen zekere marges) vrij te kiezen. Meestal worden
Figuur 3.15: Onderdelen van de publieke ruimte op de Prestibelsite Het BPA introduceert volgende wegenclassificatie.
randvoorwaarden opgelegd aan de inrichting van deze doorsteken. In het binnengebied van een bouwblok wordt een “woonhof” gerealiseerd. Dergelijk woonhof kan een publiek of een privaat karakter hebben. In het BPA worden deze dus niet
Op het hoogste niveau staan de Blancefloerlaan en de te verlengen Groene Singel. Zij vormen de noordelijke en de westelijke begrenzing van het plangebied. Deze wegen
beschouwd als een noodzakelijk deel van de openbare wegenis en dus niet alsdusdanig ingetekend.
vervullen een verbindingsfunctie op stedelijk niveau. Om op de Groene Singel het lokaal bestemmingsverkeer van het doorgaand verkeer te scheiden, wordt de realisatie van een ventweg voorzien. De nieuwe ontwikkelingen en toegangen tot het privaat domein sluiten hierop aan. De hoofdstructuur van de publieke ruimte in de nieuwe ontwikkeling, wordt gevormd door vier noord-zuid georiënteerde hoofdassen. Zij zorgen (samen met de ventweg) voor de
Het BPA voorziet de mogelijkheid om eventuele nieuwe ontwikkelingen ten oosten van het plangebied (o.a. Site Combori) op de openbare wegenis en de doorsteken voor zacht verkeer in het plangebied aan te sluiten.
3.4.2 CIRCULATIE WEGVERKEER
rechtstreekse aansluiting van de nieuwe ontwikkelingen op de Blancefloerlaan. Figuur 3.16: Circulatie wegverkeer
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 22
3.4.4 PARKEREN De circulatie voor wegverkeer in het plangebied houdt rechtstreeks verband met de classificatie van de wegenis.
Het BPA legt boven- en ondergrenzen op aan het aantal te realiseren bestemmingsparkings. De parkeernormen zijn een evenwicht tussen ogenschijnlijk tegengestelde beleidsopties:
Het verkeer van en naar het plangebied sluit rechtstreeks aan op de Blancefloerlaan en de
-
Groene Singel, zonder de bestaande wijken te belasten. De verlenging van de Edmond de Coussemakersstraat heeft louter de bedoeling om de onderlinge verbinding van beide wijken te faciliteren. De
wijkontsluiting
enerzijds, het aantal parkings beperken om het gebruik van andere modi (fiets, openbaar vervoer) aan te moedigen;
-
anderzijds, voldoende parkings te voorzien om een afwenteling van het bestemmingsparkeren op het openbaar domein te voorkomen.
de
Uitgangspunt is inderdaad dat alle bestemmingsverkeer voor de nieuwe ontwikkelingen op
verbindingsstraten. De functies langs de Blancefloerlaan en de Groene Singel sluiten
gebeurt
via
de
hoofdassen
en
in
tweede
instantie
via
het privaat domein moet worden opgevangen. Dit is essentieel om het openbaar domein
rechtstreeks op deze stedelijke assen aan (langs Groene Singel via een ventweg). In het
optimaal af te stemmen op de verblijfsfunctie.
bijzonder wordt de grootschalige recreatiefunctie rechtstreeks aangesloten op de Groene Singel, zonder de wijk te belasten.
De gehanteerde parkeernormen houden rekening met de goede bediening van de Prestibelsite met het openbaar vervoer (i.c. hoogfrequente tramlijnen in vrije bedding op de
Het bestemmingsverkeer voor het Galgenweel (park en plas) wordt diffuus rondom de plas
Blancefloerlaan). Anderzijds kan niet voorbij gegaan worden aan de maatschappelijke
opgevangen in kleinere parkeervoorzieningen. De hoofdassen zullen dus in beperkte mate
realiteit dat het bezit en het gebruik van de auto algemeen aanvaard is. De radiaal
bestemmingsverkeer voor het Galgenweelpark moeten verwerken.
georiënteerde openbaar vervoerlijnen zijn bovendien minder performant voor tangentiële trajecten. Het noodzakelijk gebruik van de auto kan bijgevolg niet worden genegeerd.
Al het openbaar vervoer (tram en bus) wordt afgewikkeld via de Blancefloerlaan (en later ook via de Groene Singel).
De parkeernormen worden gediversifieerd in functie van de bestemmingen (alle oppervlaktebepalingen zijn te interpreteren als bruto vloeroppervlaktes).
3.4.3 CIRCULATIE ZACHT VERKEER
Voor kantoren wordt het maximum op 1 parking per 50 m² vloeroppervlakte gelegd, omwille van de goede bediening per tram. Het minimum van 1 per 60 m² houdt rekening met de
Figuur 3.17: Circulatie zacht verkeer
“modal split” die op andere locaties wordt gerealiseerd.
De circulatie van het zacht verkeer volgt eveneens de logica van de wegenclassificatie.
Voor handel ligt de norm tussen 1 per 40 m² en 1 per 35 m². Het minimum wordt vrij laag
-
-
circulatie is mogelijk langs de Blancefloerlaan en de Groene Singel, op vrijliggende
gelegd (1 per 40 m²), omdat buurtondersteunende handel vaak eerder op voetgangers en
fiets- en voetpaden;
fietsers mikt.
zacht verkeer is mogelijk op alle openbare wegenis in het plangebied. In de hoofdstraten van 18 meter breed is voldoende ruimte beschikbaar voor een
Deze vrij strikte parkeernormen moeten garanderen dat in het plangebied enkel “stedelijke”
vrijliggend fietspad, indien de noodzaak hiertoe zo blijken;
handelsactiviteiten
de doorsteken voor zacht verkeer verkleinen de maaswijdte van de openbare
(baanwinkels, hypermarkten) kunnen niet leven met deze norm en zullen de site dus
wegenis;
vermijden. De parkeernorm is dus zonder meer sturend voor de invulling van de
doorheen het Galgenweelpark lopen tenslotte belangrijke routes voor fietsers en
handelsmogelijkheden in het BPA.
worden
ontwikkeld.
De
klassieke
suburbane
winkelconcepten
voetgangers. Binnen dezelfde redenering wordt parkeren voor horeca op 1 per 40 m² tot 1 op 30 m² vastgelegd. Voor hotels is de ratio 2 per 5 tot 3 kamers.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 23
Voor wonen wordt de vork relatief ruim genomen: tussen 0,8 en 1,2 parkings per woongelegenheid. Deze norm speelt in op het feit dat in de praktijk de verkoop van parkings onder de grens van 1 parking per woning duikt. De ruime vork moet het mogelijk maken om het parkeerbeleid op specifieke doelgroepen af te stemmen. Voor gemeenschapsvoorzieningen moet de concrete behoefte worden aangetoond. Om de ontwikkeling van kleine handels- en horecafuncties te stimuleren, wordt een vrijstelling gegeven voor de eerste vijf bestemmingsparkings. Hiervoor mag op het openbaar domein gerekend worden. Parkeren gebeurt in regel ondergronds of inpandig op het gelijkvloers. Aan parkeren in open lucht op het privaat domein worden beperkingen opgelegd. Samengebruik van parkings (door in tijd complementaire functies) wordt niet onmogelijk gemaakt, maar evenmin als verplichting opgenomen.
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 24
4 STEDENBOUWKUNDIGE KRIJTLIJNEN De stedenbouwkundige krijtlijnen vormen de tussenstap tussen de abstracte concepten van dit eerste deel en de concrete stedenbouwkundige voorschriften die hierna aan bod komen. De stedenbouwkundige krijtlijnen zorgen voor de vereiste ruimtelijke samenhang en kwaliteit in het plangebied. Het zijn deze samenhang en ruimtelijke kwaliteit die in het BPA vastgelegd moeten worden. De stedenbouwkundige krijtlijnen dragen dus bij tot een beter begrip van de stedenbouwkundige voorschriften. Hoewel ze geen bindend of verordenend karakter hebben, worden ze toch in deel 2 (algemene bepalingen) en deel 3 (bijzondere bepalingen per bestemmingszone) opgenomen. Een opdeling in kolommen maakt het onderscheid duidelijk tussen de eigenlijke voorschriften en de stedenbouwkundige toelichting. In een eerste kolom worden het nummer en de titel van het artikel vermeld. In een tweede kolom zijn de roeping en de doelstellingen van het BPA of van een deelgebied opgenomen. Deze kolom geeft inzicht in de achterliggende motivatie voor een stedenbouwkundig voorschrift. In de derde kolom wordt gespecifieerd welke aspecten men moet vastleggen opdat de roeping en de doelstellingen ook effectief gerealiseerd zullen worden. In de vierde kolom zijn de stedenbouwkundige voorschriften zelf opgenomen. Deze kolom is gemarkeerd met een grijze achtergrondkleur. Enkel de bepalingen in deze kolom hebben een bindend en verordenend karakter. Figuur 4.1: situering deelruimtes
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
TOELICHTINGSNOTA - blz. 25
5 RUIMTEBOEKHOUDING
BUFFER (BU)
2.987
0,00
0,00
0
0
PARK (Pc)
1.888
0,00
0,00
0
0
RAND BLANCEFLOERLAAN
16.566
2,15
2,25
35.617
37.274
De toegelaten vloeroppervlaktes zijn het resultaat van het ontwerpend onderzoek dat aan de
Ga1
6.154
1,50
2,70
9.231
16.616
opmaak van het BPA is voorafgegaan. Als uitgangspunt voor de opstelling van de V/T
Ga2
5.445
1,50
2,70
8.168
14.702
Ga3
4.967
1,50
2,70
7.451
13.411
indices werden de vloeroppervlaktes gehanteerd uit het stadsontwerp dat door het schepencollege op 17 juni 2005 werd goedgekeurd De richtcijfers gaan uit van een realiseerbaar programma in het bebouwbaar gebied
RAND GROENE SINGEL
(uitgezonderd bestemmingszone rand Combori) van 280.000 m² bruto vloeroppervlakte. Voor de bestemmingszones werd een beperkte marge in min en in plus gehanteerd. De
18.885
3,20
3,35
60.432
63.265
Gb1
4.438
4,50
5,50
19.971
24.409
Gb2
14.447
2,50
3,00
36.118
43.341
29.760
0,70
1,50
20.832
44.640 17.840
marges voor de deelzones zijn ruimer, om de bouwmogelijkheden op het concrete RAND INSTEEKDOK
programma te kunnen afstemmen.
Gc1
4.460
3,00
4,00
13.380
Voor de bestemmingszones “Rand Combori” (R/GM) en “Rand Insteekdok” (Gc) werd
Gc2
14.260
0,00
1,20
0
17.112
minstens gedeeltelijk de minimale V/T weggelaten uit de voorschriften. Voor deze zones
Gc3
11.040
0,80
1,00
8.832
11.040
10.424
1,10
1,30
11.466
13.551
W/GRa1
6.511
0,9
1,40
5.860
9.115
W/GRa2
3.913
0,9
1,40
3.522
5.478
22.004
1,35
1,50
29.705
33.006
W/GRb1
10.368
1,55
1,70
16.070
17.626
W/GRb2
8.273
1,55
1,70
12.823
14.064
W/GRb3
3.363
0,80
0,95
2.690
3.195
217.061
1,15
1,39
248.753
302.325
0,55
0,67
248.753
302.325
wordt immers de mogelijkheid voorzien om onbebouwd te blijven en respectievelijk als sportinfrastructuur en parkgebied te worden ingericht.
PARKRAND WEST
Oppervlakten in m²
OPP
MIN
MAX
Bestemmingszone
ZONE
V/T
V/T
MIN
MAX
VLOEROPP VLOEROPP PARKRAND OOST
WIJK
94.518
0,90
0,95
85.066
89.792
13.219
0,85
1,00
11.236
13.219
W2
8.316
0,85
1,00
7.069
8.316
W3
9.474
0,85
1,00
8.053
9.474
W4
15.884
0,85
1,00
13.501
15.884
W5
15.311
0,85
1,00
13.014
15.311
W6
11.142
0,85
1,00
9.471
11.142
W7
21.172
0,85
1,00
17.996
21.172
ONTWIKKELBAAR GEBIED
W1
14.907
0,00
1,00
0
14.907
GALGENWEELPARK (Pa)
R/GM1
6.850
0,00
1,00
0
6.850
PARK INSTEEKDOK (Pb)
R/GM2
8.057
0,00
1,00
0
8.057
INSTEEKDOK (WA)
RAND COMBORI
PARKRAND MIDDEN (W/GM)
5.122
1,10
1,15
5.634
5.890
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel – Borgerweert - versie 15.03.2003
84.819 8.342 25.755
OPENBARE WEGENIS (OW)
115.534
PLANGEBIED
451.511
TOELICHTINGSNOTA - blz. 26
STAD ANTWERPEN
BPA GALGENWEEL - BORGERWEERT FIGURENBUNDEL BIJ DE TOELICHTINGSNOTA versie 15 maart 2006 ter definitieve vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van 23 oktober 2006
Auteurs: Frank Geunes, Johan Van Reeth Projectleider Stad Antwerpen: Philippe Teughels, Ann De Cannière
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth Herbert Hooverplein 17 – 3000 Leuven T 016 89 85 50 – F 016 89 85 49 www.ontwerpteam.be –
[email protected]
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel - Borgerweert versie 15.03.2005
TOELICHTINGSNOTA- blz. 27
ONTWERPTEAM Johan Van Reeth – BPA Galgenweel - Borgerweert versie 15.03.2005
TOELICHTINGSNOTA- blz. 28