Energiezuinigheid nieuwbouw na 1 januari 2015 Warmteweerstand utiliteitsbouw gecontroleerd
Niet slopen, maar inpakken
EU-doelstelling niet haalbaar met Energieakkoord
Jaargang 9 | december 2014
12
BOUWREGELS IN DE PRAKTIJK
Over ontwikkeling, toepassing en handhaving van de bouwregelgeving
Them isol a atie
Gratis
toegang? Ga naar
www.bouwbeurs.nl/toegang en meld je aan met de code:
100.001.91
9 t/m 13 februari 2015
Jaarbeurs | Utrecht
• Nieuwste bouwmaterialen en -systemen • Live demonstraties • Bouw & ICT: virtueel bouwen Gelijktijdig met:
• Greenbuild boulevard: duurzaamheid en biobased • Ambacht in actie: traditionele toepassingen in modern jasje
2015 VAKBEURS VOOR DUURZAME VERNIEUWING IN BOUW EN VASTGOED
VAN IDEE TOT REALISATIE
Vijf dagen lang komt alles en iedereen in bouw en vastgoed samen in de Jaarbeurs in Utrecht. Een combinatie van vakbeurzen, debatten, awards, netwerkbijeenkomsten en congressen.
COLOFON HOOFDREDACTIE
Ing. Frank de Groot REDACTIE
Wico Ankersmit (directeur Vereniging BWT Nederland) Mr.drs. Hans Damen (Rho adviseurs voor leefruimte) Drs. Bart Dunsbergen (Ministerie BZK, Wonen en Bouwen) Ir. Hajé van Egmond (Instituut voor Bouwkwaliteit) Ir. Annet van der Horn (NEN Bouw) Ing. Gert-Jan van Leeuwen (Instituut voor Bouwkwaliteit) Drs. ing. Harry Nieman (Instituut voor Bouwkwaliteit) Roelof Oost (algemeen bestuurslid Vereniging BWT Nederland) Dr. ir. C.C.A.M. (Caspar) van den Thillart (adviseur CEmarkering en industrieel bouwen) Alle bijdragen worden op persoonlijke titel geschreven. UITGEVER
Marcel Jille, BIM Media BV EINDREDACTIE
Ingrid de Zwart-Schaap, BIM Media BV e-mail:
[email protected] VORMGEVING
SD Communicatie, Rotterdam ABONNEMENTEN
BIM Media Klantenservice, Postbus 16262, 2500 BG Den Haag, tel (070) 304 67 77;
[email protected] Losse nummers € 25,- (excl. btw) Abonnementen: Normale prijs € 199,- (excl. btw) Verschijnt 10 maal per jaar. Een abonnement geldt steeds voor een jaar en kan op elk gewenst tijdstip ingaan. Het abonnement wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij BIM Media Klantenservice. Vanwege de aard van de uitgave, gaat BIM Media uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Leden van de Vereniging BWT Nederland die het blad Bouwregels in de praktijk ontvangen dienen met betrekking tot wijzigingen en opzegging lidmaatschap contact op te nemen met de ledenadministratie van de Vereniging BWT Nederland tel. 0318-438340.
Regelpraat Gemeenten houden van verkeersdrempels. Ze houden zelfs verschrikkelijk veel van verkeersdrempels. Althans, die conclusie valt te trekken wanneer we een gemiddelde woonwijk in Nederland doorkruisen of in het buitengebied een 60 km-weg berijden. Na zo’n rit bent u bijna in staat direct door te rijden naar de garage om de schokdempers te laten controleren op schade. Wie bepaalt nu eigenlijk vorm en afmetingen van verkeersdrempels? Het zal u verbazen: er bestaan geen wettelijke eisen voor verkeersdrempels. Jazeker: we hebben ergens in Nederland geen regels voor! Wat daar het dichtst bij in de buurt komt zijn de richtlijnen van het CROW (Kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur) voor verkeersdrempels. Een hele gemene drempel hoeft overigens niet meteen te betekenen dat de wegbeheerder schadevergoeding aan u moet betalen indien uw wagen is gelanceerd. Hoe lager de snelheidslimiet, hoe meer vrijheid de wegbeheerder heeft om snelheidsremmende maatregelen toe te passen. Van weggebruikers mag worden verwacht dat zij rekening houden met allerlei soorten remmers in bijvoorbeeld een woonerf of een 30 km-zone. Dat u het maar even weet!
inhoud 5 Column
ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Jan Vlastuin, BIM Media BV,
[email protected]
THEMA ISOL ATIE
www.bouwregelsindepraktijk.nl Wij verwerken uw gegevens voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over BIM Media bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Als u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij BIM Media Klantenservice, postbus 16262, 2500 BG Den Haag. Voor informatie over onze leveringsvoorwaarden kunt u terecht op www.bimmedia.nl/leveringsvoorwaarden. Abonnementen gelden voor minimaal één jaar. ISSN: 1382-4937 © BIM Media 2014 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De bij toepassing van art. 16b en 17 Auteurswet wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 10. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken op grond van art. 16 Auteurswet dient men zich te wenden tot de Stichting PRO, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 09. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden. Aangeleverde artikelen kunnen worden hergebruikt voor elektronische doeleinden.
6 Energiezuinigheid nieuwbouw na 1 januari 2015 9 Platform Gevelisolatie: EU-doelstelling niet haalbaar met Energieakkoord 12 Vanaf wanneer gelden nieuwe regels energiezuinigheid? 14 Warmteweerstand utiliteitsbouw gecontroleerd 16 Niet slopen, maar inpakken 18 Vergunningvrij bouwen: Een zorg minder 22 Helpdeskvraag van de maand: Thermische isolatie bij ingrijpende renovatie 24 Bouwrecht: Opheffing strijd bestemmingsplan na realisatie 26 NEN Nieuws 31 Nieuws 35 Productnieuws 37 Verenigingsnieuws VBWTN 39 Agenda
Bouwregelgeving kinderspel?
BBTonline… toets op niveau en verbeter uw kennis!
Waarom BBTonline? BBTonline is ontwikkeld door professionals! Gebaseerd op een efficiënte werkmethodiek draagt BBTonline bij aan een éénduidige vastlegging van de toetsresultaten. Daarom is BBTonline uitermate geschikt voor iedereen die bouwplannen toetst aan het Bouwbesluit. Zien is geloven… neem voor meer informatie contact op met: Buro BOV | Softwareontwikkeling Postbus 655 4870 AR Etten-Leur
telefoon (076) 504 04 32 e-mail
[email protected] website www.bbtonline.nl
Behalve de software aanschaffen, kunt u ook kiezen voor een volledige implementatie, afgestemd op uw situatie, zodat u direct aan de slag kunt.
Verbeterde kwaliteitscontroles met BRIS
• Conform BRL 5019 en BRL 5006 • Samenhang tussen de producten • Los of als één pakket • Kwaliteitsverhogend bris.nl advertentie-bouwregels_04122014.indd 1
4-12-2014 16:14:43
5
Energy makes free Op dit moment zitten we in de nadagen van een enorme crisis. Een bankencrisis, een vastgoedcrisis, een landencrisis. Volgens mij een systeemcrisis, oftewel een systeem shift. Geschiedenisboeken staan er vol van en toch schijnen we er zelfs op het hoogste niveau niet de vinger achter te kunnen krijgen. Maar het is simpel, heel simpel: elke crisis is in de basis het gevolg van meer uitgaven dan opbrengsten. Zo ook de onze: er is veel meer uitgegeven dan wat er aan toegevoegde waarde is gecreëerd.
Column
joop petit
D
oor het oprekken van het financiële systeem is de onderliggende waarde voor het financieren van de uitgaven terechtgekomen bij vastgoed en waardepapieren in plaats van verbonden met toegevoegde waarde. Door de positieve emotie is de virtuele waarde van vastgoed- en waarde papieren tot grote hoogte gestegen en daarmee de financieringen en dus de uitgaven. Zo simpel is het! Nu komen wij langzaam weer met de pootjes op aarde en mogen de waardecreateurs het gelag betalen. Het duurt nog wel even voordat er voldoende reële waarde is gecreëerd om de schulden in te lossen. Ruimte voor innovatie Het mooie van dit alles is dat er nu ruimte ontstaat voor innovatie, voor ontwikkeling van exploitatieconcepten die deel zullen uitmaken van een nieuw systeem waarin de rol van de gemeenschappen centraal zal staan. Het einde van het centralisme is nabij. Door de ontwikkelingen in de techniek wordt het mogelijk om als individu alle diensten en producten te organiseren. De buurtwinkel, in ons concept de Burenmarkt, zal zijn herintrede maken om vervolgens nooit meer te verdwijnen. Daarnaast zullen gestapelde exploitaties de meest gangbare vorm van exploiteren worden. Denk, in de meest simpele versie, maar eens aan het hebben van meerdere banen. Het aantal mensen met twee banen is sinds 2003 met bijna 50% gestegen, tot zo’n 7,6% van onze beroepsbevolking. Wijk weer centraal De techniek zal weldra in staat zijn om plaatselijk meer dan voldoende energie op te vangen om aan de lokale behoefte te voldoen. Kleine plaatselijke energieopwekkers, zoals biomassa-installaties en windturbines, zullen op buurt- en wijkniveau zorgdragen voor de opvang van piekmomenten of aanvullende behoeftes. Er zullen private en wijkgebonden energiebedrijven ontstaan! Het overschot aan plaatselijke energie kan vervolgens via de geoptimaliseerde bestaande infrastructuur worden herverdeeld.
Denk in dit verband niet alleen aan de nu reeds toegepaste techniek om stroom opgewekt via zonnecellen terug te leveren aan het net. Maar bijvoorbeeld ook aan het lokaal opvangen van zonneenergie die omgezet wordt in waterstof via een brandstofcel. Een deel van deze waterstof wordt in de elektrische auto gebruikt voor vervoer en het overschot aan waterstof wordt vervolgens via ons, geoptimaliseerde, gasleidingensysteem herverdeeld en vervolgens plaatselijk weer ergens omgezet in elektriciteit en water. Nieuwe waarden Omdat de hoeveelheid lokale energie de vraag plaatselijk ruim zal ontstijgen kan energie ook voor de minderbedeelden onder ons geleverd worden zonder dat daar een vergoeding in geld tegenover staat. Het verdienmodel zal er anders uitzien. Het gaat namelijk ook hier weer om toegevoegde waarde. Denk bijvoorbeeld aan internet, dat tegenwoordig in ruime mate gratis voorhanden is. Hierdoor komt kennis bij iedereen terecht en bestaan geheimen niet meer. Plotseling ontstaan er bedrijven en beroepen die tien jaar geleden nog niet bestonden, ontstaan er kansen voor de kanslozen. Mensen van wie we het nooit gedacht hadden worden succesvolle ondernemers. Ontwikkelingen in de techniek maken het mogelijk om de hele wereld als producent te koppelen aan de individuele consument, de straat, de buurt en de wijk. Het stelt ons in staat om 24 uur in contact te zijn met elkaar, in beeld en geluid. De derde industriële revolutie is een feit, we zitten er middenin! Door de transformatie van ons energiesysteem van centraal naar lokaal en de herverdeling via een smartgrid zal zich een parallelle ontwikkeling manifesteren die samen met het internet de nieuwe backbone van de samenleving wordt. Een duurzame samenleving. Met dank aan de crisis! Joop Petit Community Innovator
6
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Energiezuinigheid nieuwbouw na 1 januari 2015 Th e
THEMA ISOLATIE
isolama tie
Tekst ing. T.G. (Theo) Haytink en ir. H.J.J. (Harm) Valk
Per 1 januari 2015 wijzigt een aantal eisen uit afdeling 5.1 van Bouwbesluit 2012 met betrekking tot de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen. Het betreft zowel de eis aan de energieprestatie als de minimaal vereiste waarde voor thermische isolatie van de gebouwschil. Wat houden de wijzigingen in detail in en wat is de betekenis voor de praktijk? Daarnaast een verkenning van de toekomstige ontwikkelingen. waarmee een nog groter aantal partijen uit de bouw- en vastgoedsector zich achter de uitgangspunten schaarden. EPC-eisen Per 1 januari 2015 worden de EPC-eisen uit artikel 5.2 aangescherpt. Dat geldt voor alle gebruiksfuncties met een EPCeis. Woningen moeten voldoen aan een EPC-eis van 0,4 in plaats van de huidige EPC-eis van 0,6. Voor utiliteitsfuncties wordt de EPC-eis met 50% aangescherpt ten opzichte van de eisen van 2007. Voor het realiseren van een EPC ≤ 0,4 kunnen diverse bouwkundige en installatietechnische maatregelen worden getroffen. Denk hierbij onder andere aan de thermische schil, het verwarmings- en tapwatersysteem en aan een energiezuinig ventilatiesysteem. De eerste stap is echter een compacte gebouwvorm en een bewuste organisatie en oriëntatie van het gebouw. Het combineren van het gebouwontwerp met bouwkundige en installatietechnische maatregelen leidt tot een optimaal energieconcept.
Foto: T.Haytink, Nieman Raadgevende Ingenieurs.
H
et beleid van de Rijksoverheid is, in lijn met de Europese EPBD (Energy Performance of Buildings Directive), erop gericht dat nieuwe gebouwen in 2020 (bijna) energieneutraal zijn. Dit wordt aangeduid als nearly Zero Energy Buldings (nZEB) of Bijna EnergieNeutrale Gebouwen (BENG). Op 1 januari 2015 wordt een belangrijke tussenstap gezet met de aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) en nieuwe minimale eisen aan de thermische isolatie. De aanscherping is al aangekondigd in het kabinetsprogramma ‘Schoon en Zuinig’ in 2007 en vormde ook de basis voor het sluiten van het ‘Lente-akkoord Energie-
zuinige Nieuwbouw’ in 2008, tussen het Ministerie van BZK en Bouwend Nederland, Aedes, Neprom en NVB. Dit akkoord is in de zomer van 2012 herbevestigd en uitgebreid met een koepelconvenant
Huidige EPC-eis
Eis per 1 januari 2015
Woonfunctie
0,6
0,4 1,1
Bijeenkomstfunctie
2,0
Gezondheidszorgfunctie met bedgebied
2,6
1,8
Gezondheidszorgfunctie overig
1,0
0,8
Kantoorfunctie
1,1
0,8
Logiesfunctie zijnde een logiesgebouw
1,8
1,0 0,7
Onderwijsfunctie
1,3
Sportfunctie
1,8
0,9
Winkelfunctie
2,6
1,7
7
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Foto: T.Haytink, Nieman Raadgevende Ingenieurs.
Thermische schil Per 1 januari 2015 worden er scherpere eisen gesteld aan de thermische schil van een gebouw. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wens in de markt dat er meer aandacht uitgaat naar de bouwkundige schil van een gebouw. Momenteel wordt er een Rc-waarde-eis van 3,5 m2K/W gesteld voor de gehele schil. Die eis wordt gedifferentieerd naar type constructie: • Vloer: Rc-waarde minimaal 3,5 m2K/W, grenzend aan kruipruimte, grond of water. • Gevel: Rc-waarde minimaal 4,5 m2K/W, verticale uitwendige scheidingsconstructies. • Dak: Rc-waarde minimaal 6,0 m2K/W, horizontale of schuine uitwendige scheidingsconstructie Gangbare constructies kunnen zonder erg ingrijpende wijzigingen aan de gestelde eisen voldoen. De differentiatie is opgenomen omdat het meer kosteneffectief is om hogere isolatiewaarden toe te passen in een dak dan in een gevel of vloer. Het beperken van de energievraag door goed te isoleren vormt de basis voor een goed energieconcept.
Onderzoek Aanvankelijk was het plan om de Rc-waarde voor alle constructies op minimaal 5,0 m2K/W te stellen. Dit was verwoord in de motie Jansen c.s. die in december 2011 door de Tweede Kamer was aangenomen. Minister Spies heeft de invoering per 1 januari 2015 aangekondigd. Destijds was er nog enige twijfel over de kosteneffectiviteit, reden om de invoering met ruim twee jaar uit te stellen. In de tussentijd is er op initiatief van de partijen van het Lente-akkoord onderzoek uitgevoerd naar die kosteneffectiviteit. Daarbij is, anders dan gebruikelijk, voor een hele pragmatische aanpak gekozen. Aan de hand van projecten die medio 2012 in aanbouw waren, is nagegaan welke mogelijkheden er in de praktijk waren voor een Rc van 5 m2K/W of meer en tegen welke knelpunten men aanliep. Uit dat onderzoek1 bleek dat er in de praktijk met name in gevelconstructies aanzienlijke meerkosten zouden ontstaan, onder meer door het moeten aanpassen van de bouw1
alk, H.J.J. en F.A. Deuring, Onderzoek hoogV waardige thermische schil, Nieman RI, Utrecht, februari 2013. Rapport opgesteld in opdracht van het Lente-akkoord.
kundige detaillering. Met een grenswaarde van 4,5 m2K/W zou dat niet, of in veel mindere mate het geval zijn. Bovendien wordt een gevel voor een groot deel uitgevoerd in kozijnen, ramen en deuren. Een ander aspect speelt een rol bij de discussie rondom vloeren. Door het kleinere temperatuurverschil tussen de binnentemperatuur en de grond is de warmtestroom door een vloer sowieso kleiner dan die door gevel of dak. Via berekeningen aan de hand van de EPG is aannemelijk gemaakt dat met een hogere waarde aan de dakisolatie een vergelijkbaar energieverlies zou ontstaan. Deze gedifferentieerde aanpak is aan Minister Blok voorgelegd en vervolgens in het wijzigingsvoorstel opgenomen en door de Tweede Kamer overgenomen. Aandachtspunten Voor een aantal constructies vraagt de aangescherpte eis aandacht, zoals: • Het dak van een dakkapel. De constructiedikte zal toenemen met een gewijzigde detaillering als gevolg. De wang van een dakkapel is specifiek genoemd en moet voldoen aan de Uwaarde-eis (1,65 W/m2K).
8
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Foto: T.Haytink, Nieman Raadgevende Ingenieurs.
•
•
•
en paneelconstructie. Het houten E regelwerk in het paneel en/of het kozijn heeft een negatieve invloed op de thermische kwaliteit waardoor er niet zondermeer aan de minimale Rcwaarde wordt voldaan. De (voorzet)wand en -plafond tussen een appartement en het bergingenblok. Hiervoor geldt ook de minimale Rc-waarde van 4,5 m2K/W. Ook hiervoor geldt een (fors) extra ruimtebeslag als gevolg van een dikkere wand/plafond. Daken. De Rc-waarde-eis voor daken stijgt fors. Dat betekent een dikker isolatiepakket. Vooral voor de kleinere dakvlakken kan dat leiden tot ingrijpende wijzigingen in de detaillering.
U-waarde-eis versoepeld Voor transparante constructies (ramen/ deuren) is de eis wat versoepeld. De huidige U-waarde-eis van 1,65 W/m2K geldt momenteel op constructieniveau. Per 1 januari 2015 geldt dezelfde eis maar mag die als gemiddelde van alle transparante delen van het ‘bouwwerk’ worden beschouwd. Daarbij mag de U-waarde van een individuele constructie niet hoger zijn dan 2,2 W/m2K. De ramen kunnen met HR++-beglazing en een gangbaar houten of kunststof kozijn voldoen aan de gestelde eis. Voor deuren en aluminium kozijnen is het lastiger om aan de U-waarde-eis van 1,65 W/m2K
te kunnen voldoen. In het bijzonder de achterdeur (vaak een stapeldorpeldeur) vraagt aandacht. Toekomst Conform de EPBD wordt de energieprestatie-eis per 2020 opnieuw aangescherpt om de realisatie van Bijna EnergieNeutrale Gebouwen wettelijk te verankeren. Dat betekent echter niet dat dit gaat gebeuren door de eis aan de EPC te verlagen tot ‘0’. In de kamerbrief van Minister Blok van 20 juni 2014 is een modernisering van de bepalingsmethode voor de energieprestatie aangekondigd. Uit een eerste marktconsultatie is duidelijk geworden dat er draagvlak is voor een eis in kWh/ m2. Deze grootheid wordt al gebruikt voor het Energielabel voor de utiliteitsbouw en vormt ook in veel andere EU-landen de maatstaf voor de eis aan de energieprestatie. Eén van de voordelen is, dat daarmee de indruk wordt vermeden dat de gebouwen die voldoen aan deze eis ook daadwerkelijke energieneutraal zijn voor de eindgebruiker. De eisen beperken zich immers tot het gebouwgebonden energiegebruik. Het gebruikersgebonden deel van de energierekening blijft steeds buiten beschouwing; van de computer, printer en koffieautomaat op kantoor tot de wasmachine, koelkast en flatscreens thuis. Het ligt voor de hand deze wijziging door
te voeren gelijktijdig met de aanscherping naar ‘bijna 0’. In de tussentijd wordt in Europees verband gewerkt aan nieuwe geharmoniseerde set normen (of preciezer gezegd: bepalingsmethoden) voor de energieprestatie van gebouwen. Deze komen vanaf 2016 beschikbaar. Net als nu zullen deze de achtergrond vormen voor de Nederlandse energieprestatienorm. Door NEN wordt nog nagegaan of dit zal leiden tot een opvolger van NEN 7120, of dat gekozen wordt voor een nationale annex op de CEN-normen, zoals ook met de normen voor constructieve veiligheid is gebeurd. Kortom: de komende jaren zijn er nog de nodige ontwikkelingen op het gebied van de energieprestatie-eisen en -bepalingsmethoden te verwachten. Maar nu vragen eerst de wijzigingen per 1 januari 2015 de aandacht.
Ing. T.G. (Theo) Haytink en ir. H.J.J. (Harm) Valk zijn beiden werkzaam bij Nieman Raadgevende Ingenieurs. www.nieman.nl.
9
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Platform Gevelisolatie: EU-doelstelling niet haalbaar met Energieakkoord thema isolatie
Tekst Rick van de weg
Het Platform Gevelisolatie is nog maar nauwelijks van start gegaan en bij monde van voorzitter Anton van Kruistum wordt meteen de noodklok geluid: ‘In Nederland focussen we ons veel te veel op energiebeparingsstapjes. Ook het Nationale Energieakkoord schiet tekort als je de CO2-reductie-eisen van de EU ziet. We verspillen hiermee geld én kansen. We moeten anders gaan denken. Ingrijpend renoveren met minimaal 80 procent energiebesparing is de opgave. Buitengevelisolatie is daar hét bewezen middel voor.’
Them isol a atie
Voorzitter Anton van Kruistum: ‘We moeten nu meteen breed inzetten op ingrijpende renovaties, waarbij minimaal 80 procent energiereductie wordt gehaald. Je moet dan wel de juiste maatregelen nemen. Daarbij geldt: eerst de gebouwschil, dan de technieken.’ Foto: Henk van der Veen.
V
an Kruistum windt zich zichtbaar op als het over de energiebesparingdiscussie gaat. ‘Er wordt teveel geroepen, zonder dat men de feiten op orde heeft. Daarom zijn we dit platform begonnen. Om via platformgevelisolatie.nl heldere en betrouwbare informatie te geven en te zorgen dat we in Nederland onze prioriteiten weer op orde krijgen. Vanzelfsprekend hebben we daar als initiatiefnemers (Branchevereniging Producenten Gepleisterd Bouwen, Technisch Bureau Afbouw, NOA en Stichting Garantiefonds Gevelisolatie) een belang
10
Bouwregels in de praktijk | december 2014
bij, maar er is een overstijgend belang voor heel Nederland. Buitengevelisolatie is essentieel als we aan de eisen van de EU willen gaan voldoen.’ Te langzaam Europa zal haar emissies van broeikasgassen voor 2050 met 80 procent moeten verminderen om ingrijpende klimaatverandering te voorkomen. De 2050 Roadmap van de Europese Commissie maakt duidelijk dat Nederland zich mag voorbereiden op beleid met hoge CO2reductie doelstellingen. Van Kruistum: ‘Het Nederlandse beleid, inclusief het Energieakkoord, vertoont nu echter geen tekenen van een daadkrachtige langetermijnaanpak van het energieverbruik van de Nederlandse woningvoorraad. Wat met name jammer is, is dat er eigenlijk geen beleid is om met stimuli bewoners van vrijstaande woningen of twee-onder-een-
kappers tot energiebesparing te bewegen. Terwijl deze huizen wel verantwoordelijk zijn voor 40 procent van het energieverbruik binnen woningen.’ In dat kader noemt Van Kruistum de onlangs afgesloten deal Stroomversnelling Koop eveneens een gemiste kans: ‘Op zich een positieve stap, maar ook hier is het weer jammer dat het programma zich vrijwel alleen op de twee miljoen rijtjeswoningen richt. Mede hierdoor gaat de aanpak te langzaam. Na afloop van het Energieakkoord moet er tussen 2020 en 2050 acht keer meer energie bespaard te worden dan de tien jaar daarvoor.’ Halve werk Het kan echter wel volgens Van Kruistum. Met dezelfde kosten: ‘Door nu meteen breed in te zetten op ingrijpende renovaties, waarbij minimaal 80 procent energiereductie wordt gehaald. Je moet dan
wel de juiste maatregelen nemen. ‘Een goede schil is het halve werk. Eerst de gebouwschil, dan de technieken’, stond er al in Lenteakkoord energiezuinige bouw van 2013. Isolatie van de gesloten schil zet dan de meeste zoden aan de dijk. Een woning verliest via de gevel namelijk meer dan 50 procent van de warmte. Om dit te voorkomen is de isolatiewaarde van de gesloten gevel en kozijnen, plus de kierdichting bij de aansluitingen essentieel.’ Nul-op-de-meter Het Platform Gevelisolatie pleit dan ook voor meer aandacht voor buitengevelisolatie. ‘Voor de vereiste energiebesparing van 80 procent moet de gevel een isolatiewaarde van zo’n Rc = 7 m2K/W hebben. De energetische prestaties voor een gangbare spouw zijn beperkt tot een maximale Rc van 1,8 m2K/W. Spouwmuurisolatie is dus wel een stap in de goede richting, maar
11
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
goed beschouwd is het dubbel werk. Op termijn moet je dan toch nog een keer de buitengevel aanpakken.’ ‘Als je met binnenisolatie de beoogde Rc wilt halen, verlies je al gauw 20 centimeter binnenruimte en dat bij elke muur. Dat is dus ook vaak geen optie. Bij buitengevelisolatie heb je geen verlies van binnenruimte, maar je kunt er wel een Rc van 7 m2K/W mee halen. Sterker nog, het is een noodzakelijke maatregel als je die normen wilt halen. Bovendien zijn buitengevelisolatiesystemen van deze drie opties het meest effectief in het elimineren van koudebruggen en/of kieren: cruciaal bij nul-op-de-meter renovaties.’
Nederlandse woningvoorraad In Nederland staan meer dan 7 miljoen woningen. Daarvan is 56 procent koopwoning, 31 procent sociale huur en de rest is particuliere huur. Rijtjeswoningen vormen bijna de helft (42%) van de voorraad, gevolgd door ‘gestapelde bouw’ (32%), vrijstaand (14%) en 2-onder-1 kap (12%). De laatste twee categorieën zijn bij elkaar genomen wel verantwoordelijk voor 40 procent van het energieverbruik binnen woningen. Rijtjeswoningen nemen 41 procent voor hun rekening en de flats en dergelijke 19 procent. De reden hiervoor is dat de (semi)vrijstaande huizen doorgaans groter zijn en rijtjeswoningen en gestapelde bouw ‘elkaar’ isoleren.
Vocht en tocht Van Kruistum: ‘Ten slotte zorgt buitengevelisolatie voor minder vocht en tocht in huis. Met de technieken van tegenwoordig is het ook niet meer zo dat het uiterlijk van de woning verandert. Alhoewel veel mensen dat wel zullen laten doen omdat het gewoon een hele fraaie nieuwe gevel oplevert. Een ander voordeel is dat de bewoners tijdens de werkzaamheden hun huis niet uit hoeven. Het is dus ook niet zo gek dat wij de politiek en ambtenarij,
maar ook de bouwsector oproepen om veel meer naar buitengevelisolatie te kijken. Wie de informatie op onze site leest, kan er niet meer omheen.’ Alle informatie over het Platform Gevelisola tie is te vinden op www.platformgevelisola tie.nl. Hier staan ook geïllustreerde case beschrijvingen, technische aangelegenheden en achtergronden bij renovatie en isolatie.
Energieverbruik woningen Met een derde van het totale Nederlandse energieverbruik is de gebouwde omgeving de op één na meest energie verbruikende sector van Nederland. Meer dan 73 procent van de energie die wordt verbruikt in een huis gaat op aan het verwarmen van die woning.
Rc-waarde gevel nieuwbouw te laag ‘Het is onbegrijpelijk dat de verplichte Rc-waarde van de gevel bij nieuwbouw per 1 januari 2015 niet naar 5 m2K/W gaat’, aldus Van Kruistum. ‘Vanzelfsprekend is 4,5 m2K/W een stap in de goede richting, maar ook hier is meer ambitie geboden om de doelstellingen te behalen. Bovendien betekenen striktere eisen ook een mooie stimulans voor innovatie in de sector.’
Rick van de Weg is werkzaam bij Havana Orange Community PR te Rotterdam. www.havanorange.nl.
12
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Vanaf wanneer gelden nieuwe regels energiezuinigheid? Thema THEMA ISOLATIE
isola tie
Tekst Ir. Hajé van Egmond
Sinds 1 januari 1996 is de energieprestatiecoëfficiënt in stappen aangescherpt. Met name de laatste twee aanscherpingen (2006 en 2011) leidden ertoe dat een fors aantal (woning)bouwplannen vlak voor de wijziging nog snel werd ingediend bij de gemeente. Het aanscherpen van de EPC en de isolatie-eisen voor gebouwen per 1 januari 2015 zal naar verwachting ook weer leiden tot een ‘opleving’ in het aantal aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen. Hoe zit dat nu eigenlijk met het overgangsrecht en wat moet er voor 1 januari aangeleverd worden om nog uit te kunnen gaan van de ‘oude’ voorschriften? Een toelichting.
I
eder verzoek om een besluit – een aanvraag – wordt standaard getoetst op basis van de regels die gelden op het moment van het nemen van dat besluit. Dit is de algemene regel. Voor bouwplannen zou dit leiden tot de onwenselijke situatie dat bouwplannen die ontwikkeld zijn op basis van bepaalde voorschriften opeens niet meer zouden voldoen als tijdens het beoordelen van de aanvraag de voorschriften veranderen. Om die reden is in Bouwbesluit 2012 algemeen overgangsrecht geregeld voor de toetsing van bouwplannen aan het Bouwbesluit: bepalend zijn de regels die gelden op het moment van indienen van het bouwplan bij het bevoegd gezag. Artikel 9.1 regelt in het zesde lid het overgangsrecht voor aanvragen omgevingsvergunning in relatie tot tussentijdse wijzigingen van de voorschriften van Bouwbesluit 2012: 6. Op een aanvraag om vergunning voor het bouwen of voor brandveilig gebruik, een gebruiksmelding of een sloopmelding, gedaan voor het tijdstip waarop een wijziging van dit besluit in werking treedt, alsmede met betrekking tot enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een beslissing omtrent een dergelijke aanvraag of melding, blijven de voorschriften van dit besluit en de daarop berustende bepalingen van toepassing, die golden op het tijdstip waarop de aanvraag of melding werd gedaan. Iedere aanvraag die wordt ingediend voor 1 januari 2015 wordt dus getoetst aan een EPC van 0,6 en de isolatie-eisen die op dit moment nog gelden. Totdat de vergun-
ning onherroepelijk is, dus inclusief eventueel bezwaar en beroep, blijven die regels van toepassing. En wat als je het nou net niet haalt? Het overgangsrecht zorgt ervoor dat bouwplannen kunnen worden ontwikkeld op basis van het geldende recht. Is sprake van aangekondigde wijzigingen dan kan daar tijdig op worden geanticipeerd door of de planning aan te passen of door het bouwplan aan te passen aan de nieuwe voorschriften. Een wijziging moet dan natuurlijk wel tijdig bekend zijn. In het geval van de komende wijzigingen werd al op 7 december 2013 een motie van Jansen en Monasch (30196, nr. 229) aangenomen dat de aanscherping zeker per 1 januari 2015 zou moeten ingaan. Minister Blok heeft vervolgens op 7 januari 2014 de Kamer geïnformeerd dat hij die motie zal uitvoeren en vervolgens op 20 mei 2014 de nieuwe voorschriften bekendgemaakt in het concept voorstel van wijziging dat op die datum aan de Tweede Kamer is verstuurd. Op 8 september zijn de wijzigingen gepubliceerd en werd inwerkingtreding per 1 januari 2015 dus officieel (Staatsblad 2014, 342). De oplettende bouwer/ontwikkelaar wist dus al even dat de nieuwe EPC er aan zat te komen. De kans is echter groot dat er toch partijen zullen zijn die 1 januari net niet halen. De verschillende opties op een rij… Gefaseerde aanvraag Bij een aanvraag omgevingsvergunning in twee fasen op grond van artikel 2.5 van de Wabo is het de vraag of nu het eerste moment van aanvragen bepalend
is of het moment waarop de aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen wordt aangevraagd. Onder de Woningwet werd hier vanuit VROM (later BZK) altijd aangegeven dat het moment van aanvragen van de tweede fase – de toets aan het Bouwbesluit – bepalend was voor de van toepassing zijnde voorschriften. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gaat dit onder de Wabo niet op1: De gefaseerde verlening brengt met zich dat twee afzonderlijke beschikkingen worden genomen op twee afzonderlijke aanvragen. De afzonderlijke beschikking geeft de aanvrager evenwel niet het recht om de aangevraagde activiteit te verrichten. De beide positieve beschikkingen worden, gelet op artikel 2.5, achtste lid, van de Wabo tezamen aangemerkt als één omgevingsvergunning. Nadat zowel de eerste als de tweede fase van de aangevraagde omgevingsvergunning is verleend, kan, gelet op artikel 6.3, eerste lid, van de Wabo, van de omgevingsvergunning gebruik worden gemaakt en kunnen de activiteiten worden verricht. Gelet op het voorgaande is de Afdeling, anders dan de rechtbank, van oordeel dat een redelijke uitleg van artikel 9.1, eerste lid, van het Bouwbesluit, gelezen in verbinding met artikel 2.5, achtste lid, en artikel 6.3, eerste lid, van de Wabo, in dit geval met zich brengt dat voor de vraag welk recht van toepassing is, de datum van de aanvraag om een beschikking eerste fase, waarmee de procedure inzake de gefaseerde omgevingsvergunning aanvangt, in dit geval 9 september 2011, bepalend is. 1
ECLI:NL:RVS:2014:3119.
13
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Is in geval van een bouwplan voor 1 januari 2015 een aanvraag in fasen ingediend, waarbij de eerste fase bijvoorbeeld strijdig gebruik of milieu is, dan is die aanvraag dus bepalend. De aanvraag omgevingsvergunning bouw in de tweede fase wordt dus getoetst aan de voor 1 januari 2015 geldende EPC en RC-waarde. Onvolledige aanvraag en later aan te leveren gegevens en bescheiden Wordt voor 1 januari 2015 een aanvraag ingediend die onvolledig is, dan zal het bevoegd gezag via de normale procedure (4:2 Awb) om aanvulling vragen. Ook in dit geval is de datum van aanvraag bepalend en niet de datum van aanvulling. Het bevoegd gezag dient een aanvrager een redelijke termijn te bieden waarbinnen de aanvraag kan worden aangevuld. Wat het minimum is dat moet worden aangeleverd is niet te zeggen, een verzoek om iets te mogen bouwen moet echter al snel als aanvraag in de zin van de 1:3 van de Awb worden beschouwd. Wordt een onvolledige aanvraag ontvangen dan kan het bevoegd gezag ook een besluit nemen vergunning te verlenen onder de voorwaarde dat de ontbrekende gegevens voor start van de bouwwerk-
zaamheden alsnog worden aangeleverd. Artikel 2.7 van de Regeling omgevingsrecht biedt het bevoegd gezag hiervoor een ruime mogelijkheid:
aard’, zal een nieuwe aanvraag moeten worden gedaan. En op die nieuwe aanvraag is dan ook de dan geldende regelgeving van toepassing.
Artikel 2.7. Uitgestelde indieningsvereisten omtrent het bouwen […] 3. Indien de aard van het bouwplan naar het oordeel van het bevoegd gezag daartoe aanleiding geeft, kan in de vergunning worden bepaald dat gegevens en bescheiden, genoemd in de artikelen 2.2, eerste lid, onderdelen c tot en met h, en tweede tot en met zesde lid, 2.3, onderdeel i, 2.4 en 2.5, binnen een termijn van drie weken voor de start van de uitvoering van de desbetreffende handeling worden overgelegd.
In gezamenlijk overleg is veel mogelijk…. De wijzigingen per 1 januari 2015 op gebied van energiezuinigheid kunnen voor sommige in ontwikkeling zijnde bouwplannen forse gevolgen hebben. Het is dus zaak om vergevorderde bouwplannen op tijd in te dienen. Lukt dat niet dan is in overleg veel mogelijk. Het gaat niet zo ver dat plannen in initiatieffase al kunnen worden ingediend: dergelijke plannen zullen bijna altijd nog zodanig worden aangepast dat een nieuwe aanvraag nodig zal zijn.
Dus ook gegevens en bescheiden uit het oogpunt van energiezuinigheid (artikel 2.2, vierde lid van de Regeling omgevingsrecht) mogen later worden aangeleverd indien het bevoegde gezag hiertoe toestemming geeft. Deze ruime bevoegdheid biedt mogelijkheden voor plannen die nog niet geheel zijn uitontwikkeld. Het levert echter ook een risico op: indien een plan later alsnog wordt aangepast en die aanpassing is ‘niet ondergeschikte van
Ir. Hajé van Egmond is adviseur bij Geregeld BV.
[email protected]. Tel. 06-24230136. www.geregeld.eu.
14
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Warmteweerstand utiliteitsbouw gecontroleerd THEMA ISOLATIE
Them isol a
Tekst André Kruithof
atie
Per 1 juli 2014 is het energielabel nieuwbouw voor de utiliteitsbouw verplicht. Dat betekent dat een energielabel opgesteld moet zijn op het moment dat er een utiliteitspand, waarvoor een EPC-berekening vereist is, wordt opgeleverd.
H
et energielabel voor de bestaande utiliteitsbouw bestaat al jaren. Sinds kort is naast de zogenaamde basismethodiek, een detailmethodiek uitgewerkt. Deze detailmethodiek is beter bekend als ‘nieuwbouwlabel utiliteit’. Bij het opstellen van het nieuwbouwlabel wordt er een controle uitgevoerd van de EPC-berekening die is opgesteld. Dat kan de EPC-berekening zijn die voor de aanvraag van de omgevingsvergunning is uitgewerkt. Maar dat mag ook een recentere EPC-berekening zijn. De detailmethodiek kan gebruikt worden voor utiliteitspanden die nieuw gerealiseerd zijn maar ook voor zeer energiezuinige bestaande panden. Een groot verschil met de basismethodiek is de uitkomst van het energielabel. Voor de basismethodiek is een energielabel A tot en met G mogelijk. Voor het nieuwbouwlabel is, afhankelijk van de uitkomst van de EPCberekening een label B tot en met A++++
Controle EPC-berekening In hoofdstuk 8 van de ISSO 75.1 is het opnameprotocol beschreven dat gevolgd moet worden bij het opstellen van het nieuwbouwlabel. Kort gezegd is hierin beschreven welke onderdelen uit de EPCberekeningen gecontroleerd moet worden en op welke manier dat moet gebeuren. Als er afwijkingen worden geconstateerd dan moet de EPC-berekening worden aangepast, wat consequenties voor het energielabel kan hebben. Hierbij wordt stilgestaan bij zowel installatietechnische als bouwkundige kenmerken van het gebouw. De controle van de thermische kwaliteit van een gebouw wordt in dit artikel nader toegelicht. mogelijk. De relatie tussen de uitkomst van de EPC-berekening en het energielabel nieuwbouw is in de tabel weergegeven. Energielabel
Ep;tot / Ep;admin
A++++
X ≤ 0,30
A+++
0,30 < X ≤ 0,65
A++
0,65 < X ≤ 1,00
A+
1,00 < X ≤ 1,15
A
1,15 < X ≤ 1,35
B
X > 1,35
Om in aanmerking te komen voor ‘plusjes’ op het energielabel A is het volgen van de detailmethodiek dus een vereiste.
Thermische kwaliteit Van alle bouwkundige constructietypen in de EPC-berekening moet de thermische kwaliteit worden gecontroleerd. Het gaat daarbij doorgaans dus om de vloer, gevel en dakconstructie. Als er verschillende geveltypen in een project worden toegepast dan moet de warmteweerstand dus per geveltype worden gecontroleerd. In de EPC-berekening is een constructietype met een bepaalde warmteweerstand, een begrenzing en een oppervlak aangehouden. De begrenzing moet in alle gevallen worden gecontroleerd. De oppervlaktes moet volgens een voorgeschreven steekproef worden gecontroleerd. In het Bouwbesluit is NEN 1068 ‘Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden’ aangestuurd voor het bepalen van de thermische kwaliteit van constructies. De warmteweerstand wordt gebruikt bij het opstellen van de EPC-berekening. In de praktijk ontbreekt deze berekening
15
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Voorbeelden van beeldmateriaal ten behoeve van het projectdossier.
vaak bij de aanvraag van de omgevingsvergunning. Bij het vaststellen van het energielabel nieuwbouw moet gecontroleerd worden of de warmteweerstand die is aangehouden in de EPC-berekening overeenkomt met de werkelijke warmte weerstand. Als die afwijkt dan is dat aanleiding om de EPC-berekening aan te passen wat invloed kan hebben op het uiteindelijke energielabel. Er wordt niet alleen gecontroleerd of de berekening van de warmteweerstand is opgesteld volgens NEN 1068. Ook tijdens de realisatie wordt gecontroleerd of er gebouwd wordt volgens de detaillering. Hierbij wordt de constructieopbouw gecontroleerd, inclusief aspecten die invloed hebben op de warmteweerstand zoals het aantal spouwankers, het type isolatiemateriaal of het houtpercentage bij een samengestelde constructie. Ook wordt er gecontroleerd of de isolatieplaten goed zijn aangebracht (onderlinge aansluitingen en aansluitingen ter plaatse van kozijn, dak en begane grond). Beeldmateriaal van zowel de constructieopbouw als van de aansluiting van isolatie-
materiaal moet worden vastgelegd voor het zogenaamde projectdossier. Gecertificeerde organisatie, gediplomeerde adviseur Om een officieel (nieuwbouw)energielabel op te mogen stellen moet de adviseur geslaagd zijn voor het examen. Hierbij wordt stilgestaan bij het bepalen van de warmteweerstand van constructies volgens NEN 1068. Daarnaast moet een organisatie gecertificeerd zijn volgens BRL 9500 (deel 06) om energielabels af te mogen geven. Energetische kwaliteit vastgelegd Bij het opstellen van het energielabel nieuwbouw wordt gecontroleerd of er in de praktijk gebouwd is volgens de opgestelde EPC-berekening. Daarbij wordt er tijdens de realisatie van nieuwbouw beoordeeld of de beoogde thermische kwaliteit ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Hiermee is het nieuwbouwlabel een belangrijk instrument om inzicht te geven in de daadwerkelijke kwaliteit van een gebouw.
André Kruithof is adviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. te Zwolle. www.nieman.nl.
16
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Niet slopen, maar inpakken THEMA ISOLATIE
Them isol a atie
Tekst ing. Frank de Groot
Op 25 november vond de projectlancering plaats van zestien energieneutrale sociale huurwoningen in Heerenveen van woningcorporatie Accolade. Deze woningen zijn gerenoveerd volgens het Built4U prin cipe. Dit is een innovatieve renovatiemethode voor betaalbare passief renovatie van sociale woningbouw. In slechts vijf dagen wordt een woning middels een prefab schil gerenoveerd volgens de principes van passief bouwen. De bewoner hoeft het huis niet uit. Built4U is een samenwerkingsverband van Doorwin, Kingspan Unidek, Zehnder–J.E. Storkair, Trecodome, The Source Group en Van Aken Architecten. Keten integratie in optima forma dus.
W
oningcorporaties en particuliere woningbezitters kampen anno 2014 met een aantal uitdagingen. Eén van de uitdagingen is hoe de huidige woningvoorraad verduurzaamd kan worden. ‘Zeventig procent van het energieverbruik zit in de gebouwde omgeving. Dan is het niet meer dan logisch dat we daar
beginnen’, zegt Ron de Goeij, directievoorzitter van Van Aken Architecten. ‘De transitie van rijtjeshuizen uit de jaren zestig en zeventig in de sociale sector van bijvoorbeeld energielabel F naar A of zelfs A+ en A++ is wel degelijk mogelijk. Als er iets gebeurt horen we dikwijls: van F naar B kan, maar verder niet vanwege de financiering. Bij corporaties is dan het
budget op. Wij tonen met Built4U aan dat het wel kan.’ Built4U biedt de oplossing door in slechts vijf dagen de woning middels een prefab schil te renoveren volgens de principes van passief bouwen. Bewoners hoeven dus niet drie weken hun huis uit. De energetische waarde van de woning steekt na renovatie volgens het samenwerkings-
17
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Voordelen Built4U • • • • • •
Innovatieve betaalbare totaaloplossing. Energieneutraal renoveren. Hoogwaardig geïsoleerde prefab schil. In slechts vijf dagen per woning. Bewoners hoeven hun huis niet uit. Horizontale LEAN samenwerking: 3 leveranciers, 3 adviseurs. • Eén aanspreekpunt van ontwerp tot uitvoering. • Eenvoudig opschaalbaar. • Geen subsidies nodig.
voor passief bouwen uit Duitsland) om in de ontwerpfase de energiezuinigheid van het gerenoveerde gebouw te bepalen. Bovendien garandeert Built4U dat het geluidsniveau van de installaties niet hoger is dan 30 dB(A) (nieuwbouweis Bouwbesluit 2012). Daarnaast geeft men garantie op voldoende ventilatie en wordt met een blowerdoortest de luchtdichtheid gecontroleerd.
verband ‘met kop en schouders’ boven energielabel A uit. De renovatie ligt gedurende het gehele proces in handen van ervaren specialistische partijen die de producten zelf hebben ontwikkeld. Lange tijdrovende bestekprocessen zijn daarmee verleden tijd en het financiële model biedt vervolgens diverse mogelijkheden voor financiering van de renovatie. John Rietveldt van Doorwin licht toe: ‘Wij hebben veel tijd besteed aan het stroomlijnen van onze gezamenlijke processen en het perfectioneren van de compositie van de productonderdelen en zijn er zo in geslaagd de kosten te minimaliseren en verspillingen te voorkomen. Doordat er nauwgezet volgens de LEANmethode wordt samengewerkt, kunnen daardoor ook de uren op de bouwplaats geoptimaliseerd worden.’ Prefab schil De hoogwaardige isolatie wordt gerealiseerd met een prefab schil. Het huis wordt aan de buitenkant ingepakt; zowel de gevels als het dak. Op de plaatsen van ramen en deuren worden openingen
uitgespaard. Er wordt dus niet gesloopt of verbouwd, de woning krijgt een op maat ontworpen jas. De schil isoleert én biedt ruimte voor de installatietechniek. Andere maatregelen zijn drievoudige beglazing en vloerisolatie. In slechts vijf dagen is de woning getransformeerd tot een gezonde, comfortabele woning met een nieuw uiterlijk, zonder dat er aan de binnenkant ruimteverlies wordt geleden. Het comfortabele en gezonde binnenklimaat van de Built4U-woning is het effect van comfortventilatie met warmteterugwinning. Deze installatie wordt verwerkt in de schil. Comfortventilatie resulteert in een continue toestroom van frisse lucht. Dankzij de warmteterugwinning en gebalanceerde luchttoevoer en -afvoer ervaart de bewoner geen ‘tocht’ en warmte- en koudebruggen. Naar behoefte kunnen ook andere installaties worden toegevoegd, zoals zonnecollectoren of -panelen. Built4U geeft in het voortraject inzicht in de energiebesparing en daarmee in de financiële haalbaarheid van de renovatie. Dat gebeurt met het berekeningsprogramma PHPP (berekeningsmethodiek
Levensechte preview Met het geavanceerde softwareprogramma REVIT maakt Built4U driedimensionale modellen van de schilonderdelen in een Building Information Model (BIM). Die worden in de fabriek geprefabriceerd en vervolgens voor en op de woning gemonteerd. Deze modellen zijn niet alleen waardevol vanwege de technische vernuftigheid en efficiëntie, ze bieden ook een levensechte preview van het nieuwe uiterlijk. Ron de Goeij: ‘Door middel van een BIM-model en productengineering zijn de onderlinge producten op elkaar afgestemd, waardoor we in staat zijn snel en efficiënt te renoveren waarbij de renovatie voldoet aan de hoogste kwaliteitsstandaarden en het uiterlijk door de bewoners en woningcorporaties zelf kan worden bepaald.’ Impuls voor de wijk De schil brengt zowel een esthetisch als een sociaal voordeel met zich mee. Dankzij een verscheidenheid aan materialen, zoals steenstrips, aluminium of een combinatie van diverse kleuren, kan de oorspronkelijke uitstraling op een moderne wijze worden nagebootst of juist worden gewijzigd. Sociaal heeft de metamorfose ook zijn effect. Ten eerste bepalen de woningcorporatie en bewoners zelf het uiterlijk van de schil, een proces dat bijdraagt aan de verbondenheid in de wijk. Ten tweede kan een compleet nieuw uiterlijk het imago van de buurt verbeteren. Meer weten? Kijk op www.built4u.nl.
18
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Een zorg minder VERGUNNINGVRIJ BOUWEN
Tekst: Ir. Marcel van Mierlo; Foto’s: PasAan
‘Het wordt makkelijker om een mantelzorgwoning te bouwen voor een naaste die zorg nodig heeft.’ Minister Stef Blok (Wonen) en staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) maakten in juni al bekend dat er geen vergunning meer nodig is om zo’n woning aan of bij het eigen huis te realiseren. Per 1 november is deze vergunningvrijstelling officieel een feit. Het kabinet houdt er rekening mee dat in 2040 achter elke vijfde voordeur iemand woont van 75 jaar of ouder.
H
et aantal 80-plussers stijgt, terwijl het aantal verzorgingshuizen daalt. De scheiding van wonen en zorg biedt nogal wat uitdagingen voor toekomstige huisvesting. We moeten een nieuwe bestemming vinden voor leegstaande zorgcentra en tegelijkertijd goede mantelzorgwoningen bieden aan ouderen met een zorgvraag, die langer thuis blijven wonen. De overheid wil dit mogelijk maken door gunstige financiële regelingen te treffen voor de herbestemming van de zorgcentra en door mantelzorgwonin-
gen vrij te stellen van vergunningen. De bewindslieden benadrukken dat het bij mantelzorgwoningen niet enkel gaat om huisvesting voor ouderen, maar ook om mensen met een lichamelijke en verstandelijke handicap of met een psychische beperking. ‘Een mantelzorgwoning is een aangepaste woning voor iemand die zorg nodig heeft. Als geen sprake is van mantelzorg omdat de bewoner nog zelfstandig kan blijven wonen op het erf en het bouwsel in strijd is met het bestemmingsplan, moet nog wel een vergunning worden aangevraagd.’
PasAan verwelkomt aanpassing Directeur Ruud Dirkse van PasAan is gelukkig met de versoepelde regelgeving: ‘De plaatsing van mantelzorgwoningen wordt in de regel geheel vergunningvrij. Een mijlpaal! Voor veel families gaat dit zowel veel bureaucratie, als ook vaak forse legeskosten voor het verkrijgen van vergunningen schelen. De officiële invoeringsdatum van de nieuwe regeling is 1 november 2014, maar dankzij de formele publicatie is de nieuwe regeling sinds eind september al een feit.’ Dirkse vervolgt: ‘Wij merken dat gemeen-
19
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
ten nog heel verschillend reageren als inwoners zich tot hen wenden. Sommige gemeenten geven aan dat het bestemmingsplan leidend blijft. Dat is niet het geval: de nieuwe regels ‘overrulen’ bepalingen in bestemmingsplannen. Ook in het buitengebied moet de vergunnings vrijheid het uitgangspunt zijn, hierover is een motie aangenomen in juni 2014. In de nieuwe regeling is vastgelegd, dat verplaatsbare woningen tot 100 m2 als extra bouwoppervlak mogen worden neergezet.’ Voor de toepassing van de bouwregelgeving (Woningwet, Bouwbesluit) is een mantelzorgwoning een tijdelijk bouwwerk. Dat betekent dat een nieuw te bouwen mantelzorgwoning dient te voldoen aan de eisen die op grond van het Bouwbesluit van toepassing zijn op een tijdelijk bouwwerk. ‘Ook de procedures zijn verkort’, vervolgt Dirkse gedreven. ‘De plaatsing van mantelzorgwoningen wordt in de regel vergunningvrij, maar er zijn uitzonderingssituaties waarin nog wel een omgevingsvergunning nodig is. De nieuwe regels verplichten in die gevallen gemeenten om binnen acht weken tot een besluit te komen, oftewel een veel kortere procedure.’ Lange voorgeschiedenis Ruud Dirkse blikt terug op de lange voorgeschiedenis: ‘PasAan heeft als verreweg de grootste leverancier van mantelzorgwoningen actief meegedacht over de nieuwe regels. Voor ons is de wetswijziging een belangrijke stap na jarenlang fors lobbyen. Dit gebeurde samen met vele maatschappelijke organisaties als de ouderenbonden, Mezzo (organisatie voor Mantelzorgers), Landelijk Overleg Cliëntenraden (LOC), vereniging Eigen Huis en
de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad (CG-raad). Deze nieuwe regels waren nodig, omdat teveel families met lange procedures werden geconfronteerd, die regelmatig maanden en soms zelfs jarenlang duurden.’ Maar de nieuwe regels werpen hun vruchten nu al af: ‘PasAan merkt de afgelopen maanden dat steeds meer gemeenten al gaan handelen in de geest van de nieuwe regels. Afgelopen maanden zijn diverse mantelzorgwoningen neergezet na procedures die soms maar enkele weken duurden. Bij het vergunningvrij worden is zelfs deze proceduretijd van enkele weken verleden tijd.’ Maatwerk met ergotherapeut PasAan heeft inmiddels zeven jaar ervaring met het plaatsen van mantelzorgwoningen: ‘Wij hebben de eerste mantel-
zorgwoning neergezet en zijn nog steeds verreweg de grootste leverancier van mantelzorgwoningen’, vertelt Dirkse met gepaste trots. ‘Onze mantelzorgwoningen hebben zich in deze jaren doorontwikkeld, gebaseerd op veel gebruikservaring. Dit betekent dat er steeds meer slimme oplossingen in de bouwkundige constructie, maar ook in de inrichting zijn doorgevoerd.’ ‘Wij merken dat betrokken families allemaal hun eigen wensen hebben. Plaatsten we de eerste jaren alleen woningen van 54 m2, tegenwoordig plaatsen we woningen van uiteenlopende maten. Onze mantelzorgwoning van 72 m2 is de afgelopen maanden het meest populair. In de afwerking van de buitenkant zien wij steeds meer uiteenlopende wensen. Verreweg de meeste families kiezen voor de stenen afwerking, maar er kan veel meer, bijvoorbeeld een mantelzorgwoning in dezelfde kleurstelling en met hetzelfde hout afgewerkt als de hoofdwoning.’ ‘Ook in de bouwkundige staat en de technische voorzieningen leveren we maatwerk’, vervolgt Ruud Dirkse. ‘We hebben ergotherapeuten en bouwkundigen in dienst, die het optimum zoeken voor onze klanten. De meeste families kiezen voor hoge kwaliteit in verband met de restwaarde na gebruik. We hebben inmiddels meermaals bewezen dat onze mantelzorgwoningen na gebruik een hoge restwaarde hebben, die dicht in de buurt ligt bij de oorspronkelijke aanschafprijs. Voor families die minder willen of kunnen investeren kennen wij de mantelzorgwoning-basis, die een lagere aanschafprijs kent.’
20
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Staalconstructie De mantelzorgwoning van PasAan is eigenlijk een gewoon huis, net als alle anderen, met woonkamer, keuken, slaapkamer, badkamer en een halletje. Wat maakt een mantelzorgwoning dan toch zo bijzonder? In verband met het tijdelijke karakter van de voorziening is een staalconstructie opgenomen in de volledig geprefabriceerde woning. Hierdoor is het een gewone woning, die na gebruik toch ‘verhuisbaar’ is. De constructie is zo opgebouwd, dat je zelfs units kan stapelen als dat nodig is. Verder is het huisje gebouwd als een normale hedendaagse woning, gewoon stenen muren, een betonnen vloer, dubbelglas, hardhouten kozijnen en een eigen klimaatsysteem. Ruud Dirkse voegt hieraan toe: ‘Het huis bevat alle luxe, maar ook handige (zorg-) voorzieningen die naar wens worden ingebouwd via een slim systeem. Een mantelzorgwoning stelt bewoners en
familieleden in staat zo lang mogelijk bij elkaar te wonen in hun eigen sociale omgeving met behoud van ieders privacy. Je bent langer zelfredzaam en behoudt langer je eigen regie. De mantelzorger wordt minder belast met reis- en regeltijd. En de woning staat binnen enkele uren op z’n plek. Binnen een week kan je erin trekken!’ Gemak bij een ongemak ‘Onze mantelzorgwoning is bedoeld als veilige woning, die van alle gemakken is voorzien en voldoet aan het Woonkeurkeurmerk voor zorgwoningen. Dankzij de goede isolatie en de bijzondere luchtwarmtepomp is er ieder seizoen een prettig binnenklimaat’, legt Dirkse uit. ‘De lucht wordt continu gefilterd en gereinigd. Door de vele ramen wordt de woonruimte als licht en ruim ervaren. Er kan desgewenst veel met de afstandsbediening geregeld worden. Het licht,
de afzuigkap, de gordijnen, de deuren, het doorspoelen van het toilet, u zegt het maar.’ Bij een toenemende zorgvraag veranderen de voorzieningen vaak van luxe in noodzakelijke faciliteiten, ‘De voorzieningen groeien mee met de behoefte. Zelfs naar het niveau van een verpleeghuis, indien gewenst. Het verplaatsbare huis is mede door ergotherapeuten ontwikkeld met een doordachte uitrusting als resultaat. Overal is voldoende manoeuvreerruimte. Alle deuren zijn extra breed en er zijn nergens drempels. De keuken is elektrisch hoog-laag instelbaar en alles in de badkamer is in hoogte en breedte instelbaar, zelfs het toilet. Een basisvoorziening voor alarm-, communicatie- en veiligheidstoepassingen is standaard opgenomen.’ Kopen of huren? De meeste bewoners kiezen ervoor om de mantelzorgwoning te kopen. Na gebruik wordt de mantelzorgwoning weer verkocht. PasAan, ondersteund door een landelijk netwerk van seniorkeurmakelaars, treedt op als makelaar en bemiddelt tussen de oude en nieuwe eigenaar. Ruud Dirkse voegt hier enthousiast aan toe: ‘Wij regelen ook de verplaatsing. Mede dankzij de hoge (bouw)kwaliteit behoudt onze mantelzorgwoning in principe haar aankoopwaarde in euro’s. Deze hoge en inmiddels meermaals waargemaakte restwaarde maakt onze mantelzorgwoning uiteindelijk in de loop van de gebruiksduur een meer dan rendabele investering. Wij zorgen dat de eigenaren na gebruik de restwaarde ook weer kunnen ‘verzilveren’, doordat wij ons actief inzetten om na gebruik de mantelzorgwoning weer door te verkopen.’ Kopen is niet altijd haalbaar. Ruud Dirkse legt uit hoe je toch in je eigen mantelzorgwoning kunt wonen: ‘Op het moment dat koop niet mogelijk is, gaan wij samen met betrokkenen naar een woningbouwvereniging om na te gaan of die de mantelzorgwoning wil kopen om die vervolgens als een soort verplaatsbare aanleunwoning te verhuren. Via deze financieringsconstructie staan inmiddels al diverse mantelzorgwoningen in Nederland en de betrokken bewoners krijgen veelal huurtoeslag. Voor veel mensen is het wonen in een mantelzorgwoning goedkoper dan het wonen in een zorginstelling. Als je bijvoorbeeld de eigen bijdragen bij opname in een zorginstelling bij elkaar optelt en die vergelijkt met de totale kosten van een mantelzorgwoning, dan zal je zien dat een gekochte mantelzorgwoning weliswaar een investering vraagt, maar vaak goedkoper is. Het in een mantelzorg-
21
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Aanbieders van mantelzorgwoningen Een mantelzorgwoning is een compleet huis, dat tijdelijk naast een ander huis gezet wordt, meestal in de tuin. Tijdelijk varieert van enkele jaren tot tientallen jaren. De mantelzorgwoning is daarmee een alternatief voor het wonen in een seniorencomplex of in een zorginstelling. De mantelzorgwoning biedt een tijdelijke oplossing en kan eenvoudig worden geplaatst en verwijderd. Dat is bijvoorbeeld mogelijk door volledig prefab te leveren. Wilt u meer informatie over oplossingen voor mantelzorgwoningen, neem dan eens contact op met de verschillende aanbieders van mantelzorgwoningen, zorgunits en zorgkamers zoals: PasAan, Hodes, TopTotaal, SymoBouw of Duurzaam Bouwen Nederland. Laat u in ieder geval informeren over: zorgvoorzieningen en afmetingen; restwaarde en restkwaliteit in relatie tot de constructie- en materiaalkeuze.
woning geïnvesteerde geld valt na gebruik weer grotendeels vrij.’ Als alternatief voor een mantelzorgwoning kan je ook denken aan de verbouw van een bestaande schuur, garage of stal. Dirkse wijst op een addertje onder het gras. ‘Houdt bij de financiële kant van deze afweging rekening met het feit dat een bestaand gebouw na gebruik meestal weer in de oude staat moet worden teruggebracht, hetgeen neerkomt op kapitaalvernietiging, terwijl de mantelzorgwoning haar waarde behoudt en wordt doorverkocht.’ Alle lichten op groen Frank van Alphen, financieel journalist, schrijft enthousiast in de Volkskrant: ‘Alle
lichten voor een zorgaanbouw of mantelzorghuisje in de tuin staan nu op groen. Ten eerste blijft het 6% BTW-tarief voor verbouwing en renovatie onveranderd tot juli 2015. Dat is gunstig. Ten tweede is de hypotheekrente laag, dus geld lenen voor een uitbreiding of klein huisje is relatief goedkoop. Ten derde zorgt de vrijstelling van de bouwvergunning voor aanzienlijk minder obstakels in het voorbereidingsen bouwproces.’ Ook Ruud Dirkse is vol vertrouwen over de toekomst van mantelzorgwoningen: ‘Er zijn in Nederland ruim 2 miljoen tuinen groot genoeg, maar ook 4 miljoen woningen zonder tuin of met een te kleine tuin. Steeds vaker vinden gemeenten het ook goed als – indien dat aanwezig is – een mantelzorgwoning voor een stukje op gemeentegrond, zoals een aanpalend plantsoen, komt te staan!’ Meer informatie over ervaringen van bewoners vindt u op www.pasaan.nl
Wat kunnen we leren van PasAan? PasAan ziet vanuit haar maatschappelijke betrokkenheid al jaren een nieuwe huisvestingsvraag ontstaan voor mantelzorg. Om aan die vraag te voldoen moest regelgeving wijzigen en een totaalconcept worden ontwikkeld: klantgericht, flexibel en eenvoudig te plaatsen en verwijderen. Ze zijn ooit begonnen met veel vraagtekens, onzekerheden en drempels, maar PasAan biedt inmiddels een succesvol bouwconcept in de mantelzorg. Andere specifieke toepassingen, zoals verplaatsbare kantoorruimte, mobiele guesthouses en flexibele studentenkamers staan voor dezelfde ontwikkeling. Wachten we de regelgeving af of gaan we vast nieuwe concepten ontwikkelen?
In januari 2013 is ir. Marcel E. van Mierlo gestart met kennisplatform LEVEN IN TUINEN, een podium voor uitwisseling van kennis over ‘innovatieve en duurzame gebouwtjes in de achtertuin’. Op www.facebook.com/levenintuinen kan iedereen nieuwe voorbeelden posten en vragen behandelen, die te maken hebben met het leven in de achtertuin. In een tweewekelijkse interactieve blog op www.levenintuinen.nl behandelt Marcel een specifiek thema, bijvoorbeeld: de kleinst mogelijke footprint (vanaf 1 m2), het tweede leven van zeecontainers, leef je eigen sprookje in een hobbit house, mantelzorg in je achtertuin, biologische huisjes en Plug & Play. En natuurlijk thema’s op verzoek van de platformdeelnemers.
22
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Thermische isolatie bij ingrijpende renovatie Om u een idee te geven van de vragen die bij de Helpdesk Bouwbesluit binnenkomen, wordt in elke uitgave van Bouwregels in de praktijk een telefonisch gestelde vraag en antwoord opgenomen. Vraag en antwoord zijn uiteraard geanonimiseerd.
VRAAG EN ANTWOORD
TEKST HELPDESK BOUWBESLUIT
OMSCHRIJVING Hoe moet worden bepaald of er sprake is van een ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 5.6, lid 3 van Bouwbesluit 2012? VRAAG Hoe moet worden bepaald of er sprake is van een ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 5.6, lid 3 van Bouwbesluit 2012 met betrekking tot de eisen aan thermische isolatie? ANTWOORD In artikel 5.6, lid 3 van Bouwbesluit 2012 is bepaald dat bij een verbouwing die moet worden gezien als een “ingrijpende renovatie”, als bedoeld in artikel 2 van de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen, aan de nieuwbouweisen voor thermische isolatie moet worden voldaan. In artikel 5.6, lid 4 van Bouwbesluit 2012 is aangegeven dat bij ministeriële regeling voorschriften kunnen worden gegeven over de in het derde lid bedoelde ingrijpende renovatie. Artikel 2 van de herziene richtlijn energieprestatie van gebouwen geeft voor de definitie van ingrijpende renovatie twee opties: of 25% van de waarde van het gebouw investeren of 25% van de gebouwschil vervangen. In het Bouwbesluit is gekozen voor implementatie van de tweede optie. Het voorschrift is uitgewerkt in artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012. Hierin staat dat er sprake is van een ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 5.6, lid 3 van Bouwbesluit 2012 wanneer: 1. meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot; én 2. deze vernieuwing, verandering of vergroting de integrale gebouwschil betreft. Ad 1. Oppervlakte van de gebouwschil De oppervlakte van de gebouwschil moet worden bepaald volgens ISSO 75.1 (uitgave oktober 20111). De berekeningswijze in deze publicatie heeft weliswaar betrekking op utiliteitsgebouwen, maar is volgens de toelichting van artikel 3.2 van de Regeling ook te gebruiken bij woningen. Bij de berekening van het percentage van de gebouwschil wordt niet gekeken naar de gebruiksfunctie, maar wordt uitgegaan van het totale gebouw. De gebouwschil kan bestaan uit gevels (inclusief ramen en deuren), daken en vloeren. Dit is nader omschreven in paragraaf 6.6 van genoemde ISSO publicatie. 1
er 1 januari 2015 verwijst de Regeling Bouwbesluit 2012 naar ISSO 75.1, P uitgave juli 2014 in plaats van naar ISSO 75.1, uitgave oktober 2011.
Deze vraag en Antwoord is afkomstig van de Helpdesk Bouwbesluit van de Nieman Groep en Geregeld BV.
De oppervlakte van een gevel wordt bepaald aan de hand van paragraaf 6.6.2.1 van deze publicatie. Hierin is aangegeven hoe de horizontale afmeting en de verticale afmeting van de gesloten gevel moet worden bepaald. De oppervlakte van ramen en deuren wordt niet van de totale oppervlakte afgetrokken. De oppervlakte van het dak wordt bepaald conform paragraaf 6.6.2.3. Een dakvlak wordt binnenwerks gemeten tussen de beide aansluitingen met de gevel (bij een plat dak) of tussen de aansluiting met de gevel en de nok (bij een hellend dak). De oppervlakte van de vloer wordt bepaald conform paragraaf 6.6.2.4. Deze oppervlakte wordt ook binnenwerks gemeten tussen de opgaande wanden. Het gaat dus om de oppervlakte waardoor warmteverlies optreedt en niet om de totale oppervlakte. Ad 2. Integrale gebouwschil Het begrip ‘integrale gebouwschil’ wordt nergens formeel gedefinieerd. In de Nota’s van toelichting van zowel artikel 5.6 van Bouwbesluit 2012 als artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012 worden wel enkele voorbeelden gegeven van wat wel of niet moet worden verstaan onder de integrale gebouwschil. Toelichting artikel 5.6, Bouwbesluit 2012 (deze alinea’s staan ook in de toelichting van artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012): “… Van een renovatie van de integrale gebouwschil is bijvoorbeeld sprake wanneer een dak of gevel volledig wordt opengelegd en vernieuwd, waardoor de mogelijkheid bestaat om tegelijkertijd isolatie aan te brengen die voldoet aan de nieuwbouweis. … Voorbeelden van aanpassingen die geen betrekking hebben op de integrale gebouwschil zijn: na-isolatie van een spouwmuur, na-isolatie van enkelsteens buitenmuren aan binnen- of buitenkant, na-isolatie onder dakpannen of tegen het dakbeschot. Bij dergelijke aanpassingen is geen sprake van verbouw van de uitwendige scheidingsconstructie en daarmee zijn er op grond van het eerste lid van artikel 5.6 ook geen eisen gesteld aan de minimaal te realiseren warmte-isolatie. …” Toelichting artikel 3.2, Regeling Bouwbesluit 2012: “… Hiermee (met een ingrijpende renovatie, red.) wordt bedoeld dat de uitwendige scheidingsconstructie volledig, dat wil zeggen met inbegrip van alle constructie-onderdelen (binnenblad, spouwvulling, buitenblad) wordt gerenoveerd. …”
23
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Aanvullende opmerking(en) - Artikel 5.6, lid 3 geldt alleen voor het deel van de gebouwschil dat wordt gerenoveerd en niet voor de rest van de gebouwschil van het gebouw. Delen die niet worden meegenomen in de renovatie of vervanging hoeven dus ook niet ook geïsoleerd te worden. - Bij renovaties die wel betrekking hebben op de integrale gebouwschil (waarbij dus sprake is van verbouw) maar die qua oppervlakte minder zijn dan 25% van de gebouwschil, is geen sprake van ingrijpende renovatie. Wel moet in dit geval worden voldaan aan de thermische isolatie-eis voor verbouw. - Andersom geldt ook: bij aanpassingen die geen betrekking hebben op de integrale gebouwschil is, ook als het gaat om renovatie van meer dan 25% van de gebouwschil, geen sprake van een ingrijpende renovatie. - Bij het vergroten van een woonfunctie door het bouwen van een aanbouw, dakkapel, dakopbouw, et cetera geldt dat aan de nieuwbouweisen voor thermische isolatie moet worden voldaan. - In de Nota van toelichting bij artikel 5.6 van Bouwbesluit 2012 is aangegeven dat het bij de integrale gebouwschil altijd om de uitwendige scheidingsconstructie gaat. Bedacht moet echter worden dat veelal ook de begane grondvloer deel uit kan maken van de gebouwschil. Gaat het om een begane grondvloer die boven een kruipruimte ligt dan maakt die vloer namelijk geen deel uit van de uitwendige scheidingsconstructie. Daarnaast kan ook een inwendige scheidingsconstructie deel uitmaken van de gebouwschil. - In de Nota van toelichting bij artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012 is aangegeven dat de ISSO publicatie nr. 75.1 is te raadplegen via www.isso.nl. Deze mogelijkheid is echter beperkt tot het raadplegen van de inhoudsopgave, een symbolenlijst en de inleiding.
Foto: www.renovatief.com.
artikel 3.2, Regeling Bouwbesluit 2012 Van een ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 5.6, derde lid, van het besluit is sprake wanneer meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil, bepaald volgens ISSO 75.1, uitgave oktober 2011, wordt vernieuwd, veranderd of vergroot en deze vernieuwing, verandering of vergroting de integrale gebouwschil betreft. thermische isolatie-eis voor verbouw artikel 5.6, lid 1, Bouwbesluit 2012 1. Bij het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de voorschriften van artikel 5.2 niet van toepassing en de voorschriften van artikelen 5.3, eerste tot en met vierde lid, en 5.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau voor zover dat niveau voor de warmteweerstand niet lager is dan 1,3 m²•K/W.
TOELICHTING ingrijpende renovatie artikel 5.6, lid 3 en 4, Bouwbesluit 2012 3. In afwijking van het eerste lid zijn op een ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 2 van de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen de voorschriften van artikel 5.2 niet van toepassing en zijn de voorschriften van de artikelen 5.3, eerste tot en met vierde lid, en 5.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van het in artikel 5.4 aangegeven niveau van eisen wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau. 4. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over de in het derde lid bedoelde ingrijpende renovatie.
Bel: (085) 489 88 89 Mail:
[email protected] Praktische hulp bij het nieuwe Bouwbesluit. Gratis voor u als abonnee! De technische voorschriften waaraan gebouwen moeten voldoen, zijn op 1 april 2012 veranderd met het nieuwe Bouwbesluit. Met al uw vragen hierover kunt u bij ons terecht. Speciaal voor u als abonnee is er professioneel advies door een uitgebreid team van experts beschikbaar gesteld. Deze experts zijn werkzaam bij de Nieman Groep en Geregeld BV. U kunt eenvoudig uw vraag stellen via (085) 489 88 89 of
[email protected]. Met een van de experts neemt u door wat uw vraag is.
vergroten van een woonfunctie artikel 5.6, lid 2, Bouwbesluit 2012 2. In afwijking van het eerste lid zijn op het geheel oprichten of geheel vernieuwen van een dakkapel of van een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht de voorschriften van artikel 5.2 niet van toepassing, en zijn de voorschriften van de artikelen 5.3, eerste tot en met vierde lid, en 5.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van het in artikel 5.4 aangegeven niveau van eisen wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau.
Indien mogelijk ontvangt u telefonisch direct een inhoudelijke reactie op uw vraag. Voor een uitgewerkte (schriftelijke) vastlegging zullen prijsafspraken worden gemaakt. www.omgevingindepraktijk.nl Alle gepubliceerde vragen en antwoorden zijn te vinden op de website van Omgeving in de praktijk (www.omgevingindepraktijk.nl) en kunnen door de abonnementhouders van Omgeving in de praktijk worden geraadpleegd. Zie voor de voorwaarden www.cobouw.nl/helpdeskbouwbesluit/ voorwaarden. Daar kunt u ook zien voor welke abonnementen van BIM Media deze service gratis is.
24 5
Bouwregels Bouwregels inin dede praktijk praktijk| december | februari 2014 2013
Opheffing strijd bestemmingsplan na realisatie BOUWRECHT
Tekst Mr F.H. van den Bercken auteur
Op 17 juli 2014 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak in een geschil dat betrekking had op een besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk. Daarbij werd in eerste instantie geweigerd omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een aanbouw aan de zijgevel van een woning en het plaatsen van een erfafscheiding op het perceel.
telijke belemmering. Vanuit de ramen van de aanbouw is er zicht op zijn woning en tuin. Burgemeester en wethouders van Heemskerk deelden de bezwaren van de buurman niet. Zij wezen zijn bezwaren dan ook af. Beroep Ook met het besluit op bezwaar was de buurman het niet eens. Hij stelde daarom tegen dat besluit beroep in bij de recht bank Noord-Holland. De rechtbank deed op 27 september 2013 uitspraak. Zij stelde burgemeester en wethouders van Heems kerk in het gelijk en verwierp het beroep van de buurman.
B
urgemeester en wethouders schreven onder oplegging van een dwangsom vergunning aanvrager aan om de inmiddels gerealiseerde aanbouw en erfafscheiding te verwijderen. Tegen dit besluit en de ge weigerde omgevingsvergunning maakte de buurman bezwaar bij burgemeester en wethouders. Zijn bezwaren werden echter niet ontvankelijk verklaard. Uiteindelijk verleenden burgemeester en wethouders toch de gevraagde omgevingsvergunning voor de aanbouw en de erfafscheiding. Die vergunning werd verleend met ge bruikmaking van de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gegeven
bevoegdheid om in afwijking van het bestemmingsplan daartoe over te gaan. Volgens de planvoorschriften van het be stemmingsplan moet de afstand van een bijgebouw tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 1,5 meter zijn. Die afstand bedraagt in dit geval 0,35 meter. Bezwaar De buurman maakte bezwaar tegen de verlening van de omgevingsvergun ning. Hij meende dat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan, met redelijke eisen van welstand en met het Bouwbesluit 2012. Aan het bouwplan kleefde volgens hem een privaatrech
Hoger beroep Omdat de buurman zich ook niet kon vinden in de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, stelde hij daartegen hoger beroep in bij de Afdeling bestuurs rechtspraak van de Raad van State. De Afdeling overwoog het volgende. De stelling van de buurman dat de rechtbank heeft miskend dat de reeds gerealiseerde aanbouw en erfafscheiding in strijd met het bestemmingsplan zijn, treft geen doel. Om de strijdigheid van het bouwplan met het bestemmingsplan op te heffen, hebben burgemeester en wethouders ook omgevingsvergunning verleend voor de activiteit het gebruiken van gronden in strijd met het bestem mingsplan. De rechtbank heeft dit onderkend. De grond op de aan te houden zijdelingse afstand tot de perceelsgrens mocht volgens de planvoorschriften niet
25 5
Sdu Uitgevers BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl | www.bouwregelsindepraktijk.nl
worden gebruikt voor woondoeleinden. Aan het verlenen van de omgevingsver gunning staat geen privaatrechtelijke belemmering in de weg, zoals de buur man stelde. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling is voor het oordeel van de bestuursrechter dat een privaatrechtelijke belemmering aan de verlening van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12 van de Wabo in de weg staat, slechts aanleiding wanneer deze een evident karakter heeft. Nu in de omge vingsvergunning is voorgeschreven dat de ramen van de aanbouw ondoorzichtig zijn en feitelijk geen onderhoud aan de aan bouw vanaf het perceel van de buurman kan plaatsvinden wegens de plaatsing van een schutting, is geen sprake van een evidente privaatrechtelijke belemmering. Parapluvoorschriften Burgemeester en wethouders hebben aan de afweging om omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bestem mingsplan de ‘Parapluvoorschriften Heemskerk 2006’ als beleidskader ten grondslag gelegd. Op grond van deze voorschriften is de aanbouw toegestaan, zij het dat de aanbouw 0,1 meter te hoog is. Burgemeester en wethouders vinden het verlagen van de bouwhoogte met 0,1 meter van de reeds gerealiseerde aanbouw niet proportioneel, omdat daartoe een rij dakpannen moet worden verwijderd waardoor de loodslab zichtbaar wordt. Het aanzicht van de aanbouw wordt daar door minder mooi en bovendien wordt de waterdichtheid van de aanbouw aange tast. Desgevraagd heeft de buurman niet duidelijk gemaakt waarom, zoals hij had gesteld, het woongenot van zijn moeder dan wel zijn belangen worden geschaad doordat de aanbouw 4,6 meter hoog is, in plaats van de in het beleidskader toege stane 4,5 meter. Verder is het bouwplan, naar niet in ge schil is, op het perceel gerealiseerd en kan in zoverre niet beletten dat de moeder van de buurman vanuit de achtertuin naar de voorzijde van zijn woning kan lopen. De keuze om een schutting in plaats van een haag te plaatsen om het zicht aan de aan bouw te onttrekken, komt voor rekening van de buurman. Het enkele feit dat vergunninghouder eerst de bouwwerken heeft gerealiseerd en vervolgens omgevingsvergunning heeft aangevraagd naar aanleiding van het handhavend optreden van burgemees ter en wethouders, maakt niet dat zij niet in redelijkheid een omgevingsvergunning voor de bouwwerken konden verlenen in afwijking van het bestemmingsplan. In dat verband wordt overwogen dat burge
meester en wethouders bij de afweging al dan niet handhavend op te treden moeten onderzoeken of er concreet zicht op lega lisering is. De rechtbank heeft dan ook terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat burgemeester en wethouders in rede lijkheid een zwaarder gewicht hadden moeten toekennen aan de belangen van de buurman dan aan die van vergunning houder. Welstandsadvies Volgens vaste jurisprudentie van de afde ling mogen burgemeester en wethouders, hoewel zij niet aan een welstandsadvies zijn gebonden en de verantwoordelijkheid voor welstandtoetsing bij hen berust, aan het advies in beginsel doorslaggevende betekenis toekennen. Tenzij het advies naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont dat burge meester en wethouders dit niet – of niet zonder meer – aan hun oordeel omtrent de welstand ten grondslag hebben mogen leggen, behoeft het overnemen van een welstandadvies in beginsel geen nadere toelichting. Dit is anders indien de aanvrager of een derdebelanghebbende een advies over legt van een ander deskundig te achten persoon of instantie dan wel gemotiveerd aanvoert dat het welstandadvies in strijd is met de volgens de welstandsnota geldende criteria. Ook laatstgenoemde omstandigheid kan aanleiding geven tot het oordeel dat het besluit van burge meester en wethouders in strijd is met de verlening van omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan of niet berust op een deugdelijke mo tivering. Dit neemt echter niet weg dat een welstandsnota criteria kan bevatten die zich naar hun aard beter lenen voor beoordeling door een deskundige dan voor beoordeling door een aanvrager of derde-belanghebbende. De rechtbank heeft terecht overwogen dat burgemeester en wethouders, gelet op het positieve welstandadvies, de omgevings vergunning niet in strijd met redelijke ei sen van welstand hebben verleend. Dat de welstandscommissie de gerealiseerde aan bouw niet ter plaatse heeft gezien, zoals de buurman aanvoerde, leidt niet tot het oordeel dat het welstandadvies gebrekkig tot stand is gekomen. Bij de aanvraag zijn immers tekeningen en foto’s gevoegd, waarop de aanbouw en de woning van de buurman te zien zijn. Desgevraagd heeft de buurman ook ter zitting van de Afde ling niet nader onderbouwd waarom het bouwplan in strijd is met redelijke eisen
van welstand, beoordeeld naar de criteria van de welstandsnota Heemskerk. Blijkens de bij de omgevingsvergun ning behorende bouwtekening dienen alle ramen in de zijgevel te bestaan uit ‘Pyroguard brandwerende beglazing (30 min)’ waarbij brandvertragende glaslat ten worden gebruikt. Gelet hierop heeft de rechtbank terecht overwogen dat de enkele stelling van de buurman dat de brandveiligheid niet is gewaarborgd niet kan leiden tot het daarmee beoogde doel. De vraag of de ramen, zoals vergund in de omgevingsvergunning, daadwerkelijk zijn geplaatst betreft een kwestie van handhaving. Een en ander leidt tot het oordeel van de Afdeling dat het beroep ten onrechte is voorgedragen. De verleende omgevings vergunning blijft dus gewoon in stand. De al gebouwde aanbouw en de erfafschei ding zijn met die omgevingsvergunning gelegaliseerd en mogen blijven staan. Conclusie In deze uitspraak sluit de Afdeling op verschillende onderdelen aan bij haar vaste jurisprudentie betreffende privaat rechtelijke belemmeringen en welstand. Verder wordt nog maar eens duidelijk gemaakt dat ook strijd met het bestem mingsplan in het kader van verlening van een omgevingsvergunning nadat de bouw is gerealiseerd, kan worden opgeheven. Tot slot blijkt maar weer eens dat men het niet redt met enkel stellingen. De stel lingen zullen moeten zijn onderbouwd, al dan niet met deskundige rapportages.
Mr Van den Bercken is als seniorjurist werkzaam geweest bij het voormalige Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het besproken geschil heeft zaaknummer 201310086/1/A1.
26
Bouwregels in de praktijk | december 2014
nieuws Deze pagina’s komen tot stand onder verantwoordelijkheid van NEN. NEN Vlinderweg 6 2623 AX Delft Tel. (015) 2 690 391 www.nen.nl
[email protected]
Nieuwe norm voor energieaudits Een effectief energiemanagementsysteem is van essentieel belang voor een maatschappelijk verantwoorde en kosteneffectieve bedrijfsvoering. In 2011 is er al een norm uitgebracht voor de ontwikkeling van een energiemanagementsysteem, NEN-EN-ISO 50001. Nu is er in aanvulling daarop een nieuwe norm voor auditoren en certificerende instellingen die werken met ISO-energiemanagementsystemen NEN-ISO 50003. Een effectieve tool voor certificerende instellingen NEN-ISO 50003 ‘Energiemanagementsystemen - Eisen voor entiteiten die audits en certificering van energiemanagementsystemen verzorgen’ is ontworpen om certificatie-instellingen te ondersteunen bij het uitvoeren van audits. Deze norm bevat eisen met betrekking tot de kwaliteit, consistentie en onpartijdigheid van het audit- en certificatieproces. De norm is bedoeld om gebruikt te worden bij NEN-EN-ISO/IEC 17021:2011 ‘Conformiteitsbeoordeling - Eisen voor instellingen die audits en certificatie van managementsystemen uitvoeren’. Hij biedt de juiste specifieke technische context die nodig is om de effectiviteit van de (certificatie)audit te waarborgen. Dit geldt ook voor de aanvullende eisen voor het planningsproces van de audit, de initiële certificatieaudit, het uitvoeren van de audit op locatie en voor de kwalificaties van de auditoren.
Serie normen rondom energiemanagement NEN-ISO 50003 is de nieuwste aanwinst in de serie normen rondom energiemanagement. De serie omvat verder NEN-ISO 50001 voor de ontwikkeling van een energiemanagementsysteem en NEN-ISO 50002 die de basisprincipes en eisen bevat voor het uitvoeren van energieaudits. En er wordt gewerkt aan: - ISO 50004 een leidraad voor implementatie, onderhoud en verbetering van een energiemanagementsysteem; - ISO 50006 voor meting van energieprestatie met gebruik van referenties voor energieverbruik (Energybaselines) en energieprestatie-indicatoren; - ISO 50015 voor het meten en verifiëren van de energieprestatie in organisaties. Ook binnen CEN zijn, passend bij de NEN-EN-ISO 50001, normen voor energie-audit ontwikkeld. Deze normen zijn onder mandaat van de Europese Commissie ontwikkeld en zijn gerelateerd aan de energy efficiency directive. Naast het algemene deel Energie audits – deel 1 – Algemene eisen (EN 16247-1:2012), dat aan de basis heeft gestaan van NEN-ISO 50002, zijn de volgende delen ontwikkeld: - Energie audits – deel 2 – Gebouwen (EN 16247-2:2014) - Energie audits – deel 3 – Processen (EN 16247-3:2014) - Energie audits – deel 4 – Transport (EN 16247-4:2014) En is het volgende deel in ontwikkeling: - Energie audits – deel 5 – Competentie van energy auditoren (EN 16247-5) Deel 2, over Energie audits van gebouwen gaat over het energieverbruik tijdens het gebruik van het gebouw. Voor de energieprestatie van het gebouw zelf wordt in de norm verwezen naar ‘EN 15603, Energy performance of buildings - Overall energy use and definition of energy ratings’. Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp of contact over deelname aan de commissie kun je contact opnemen met Bert Dijkstra, consultant Energie, telefoon (015) 2 690 108, of e-mail
[email protected].
27
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Commissielid aan het woord Wie bent u? Eric Las, werkzaam bij Kingspan Unidek. Voorzitter van de normcommissie Thermische isolatiematerialen en actief commissielid in diverse nationale en Europese normcommissies. De Nederlandse Isolatie Industrie (NII) is een vereniging voor branche organisaties van ondoorzichtige isolatie materialen. Hierin zijn vertegenwoordigd: Stybenex (EPS nu Airpop), NVPU (Polyurethaanschuim) en EPFA (Resolschuim). Sinds de oprichting in 1988 zijn we als NII actief in diverse normcommissies die een relatie hebben met isolatie en de toepassingen waarin isolatiemateriaal een rol kunnen spelen. Isolatiematerialen spelen een bepalende rol binnen energiebesparing en het terugdringen van de CO2-uitstoot en zijn daarom terug te vinden in vrijwel alle toepassingen die met de schil van een gebouw te maken hebben. Bij het terugdringen van de (energie-) vraag is het aanbrengen van isolatie het meest effectief en biedt het een uiterst kosteneffectieve en robuuste mogelijkheid om het gewenste comfort te bereiken. Isolatie vraag namelijk geen onderhoudskosten en vervult haar functie zonder verlies gedurende de levensduur van het gebouw. Wat voor rol spelen normen in uw branche? Normen zijn steeds meer de neerslag van de combinatie tussen de stand der techniek en marktbelangen gericht op het invullen van de wettelijke regels en de eisen vanuit de markt. Tevens worden normen steeds meer ingevuld vanuit Europese schema’s en politieke belangen. De reden voor de NII om deel te nemen aan de diverse normcommissies is gelegen in het verkrijgen en/of borgen van een eerlijke positie voor de bij de NII aangesloten isolatiematerialen. De productnormen voor isolatie vormen de basis voor de CEmarkering en geven diverse eigenschappen aan die gedeclareerd moeten worden. Op basis van deze eigenschappen kan de markt bepalen welk materiaal het best past. Het bepalen van de energieprestatie en daarmee de effectiviteit van de maatregelen is voor de NII het meest belangrijke onderwerp binnen tal van normcommissies. Naast de simpele bouwfysica spelen daarbinnen ook mee hoe belangen worden vertegenwoordigd en hun plaats vinden in de desbetreffende norm. De overheid stelt een eis en wijst een bepalingsmethode aan; daarmee is het van belang dat elke maatregel fair wordt beoordeeld ten opzichte van de concurrerende maatregelen. Hier schiet de huidige norm (NEN 7120) o.i. deels te kort. Zeker richting 2020 waarin beoogd wordt om gebouwen te realiseren die bijna Energieneutraal
zijn. Energieneutraal is de balans tussen verbruik en opwekking en het is natuurlijk dom en o.i. kortzichtig om gebouwen te ontwerpen die vanuit de basis (het casco en de bouwkundige maatregelen) nog energie gebruiken. Met een optimaal geïsoleerd casco wordt in de landen om ons heen, maar ook in Nederland bewezen dat een minimumverbruik gerealiseerd kan worden en ook dat isoleren de meest efficiënte manier is om dit te bereiken. Ons doel in de normcommissie is om dit ook in Nederland te realiseren. Willen gebouwen straks ook daadwerkelijk energieneutraal zijn, dan moet er ook een logische en onweerlegbare relatie zijn tussen alle factoren die het energiegebruik kunnen beïnvloeden en daarmee ook in de wijze waarop men hierin zo efficiënt en optimaal mogelijk kan ingrijpen. Zeker als het werkelijke energiegebruik wordt vergeleken met het normatief berekende of gesimuleerde energiegebruik. Een beperking van de huidige modellen is dat deze niet in staat, of geschikt zijn om de complexiteit van het totale energiegebruik in de praktijk te bevatten. Kortom het model klopt (al lang) niet meer met de realiteit. Tijd om dit weer te herstellen. Door het model weer dichter bij de werkelijkheid te brengen is er sprake van een faire afweging. Isolatie is fair; door te isoleren reduceer je het verbruik en wat je niet gebruikt, niet hoeft opgewekt te worden, niet hoeft te worden betaald. Energiebesparing is hiermee ook een budget discussie geworden en isolatie biedt hierin de meest efficiënte oplossing. Daarnaast moeten we ook zorgen dat onze materialen efficiënt en veilig moeten worden toegepast. Daarom kijken we ook altijd naar brandveilige oplossingen en werken we op alle fronten samen met de industrie om de juiste isolatie te adviseren en de constructies hierdoor te vrijwaren van onnodige effecten door vochtopname of de oneigenlijke en ongewenste effecten door belastingen in normaal gebruik. Onze isolatie biedt daardoor een lange garantie op de prestaties en heeft zo ook een uitstekend milieuprofiel. De NII wil ook zeker waken dat de (wetenschappelijke) onderbouwing binnen normen juist en transparant de basis vormt voor de inhoud en dat deskundigheid niet verwisseld wordt met marktbelangen.
Nederlandse Isolatie Industrie Kanaalweg 15-G 3526 KL Utrecht www.nii.nl
[email protected]
28
Bouwregels in de praktijk | december 2014
nieuws
Werk mee aan de nieuwe generatie Eurocodes! digen. Bij beton spreken we over bijvoorbeeld betonconstructies, vooraf vervaardigde betonproducten, betonmengsel, toeslagmaterialen, toepassing van granulaat, wapeningsmateriaal voor in beton en andere producten en bevestigingsmiddelen. Maar ook duurzaamheid en self-healing horen hierbij. Daarnaast is er natuurlijk nog veel meer voor de bouw van belang, denk maar eens aan de aanpalende gebieden als steigers, pbm’s, hijsmiddelen en betonmolens. En alles moet in een goede samenhang fungeren.
Beton is een heerlijk materiaal om mee te bouwen, alles is mogelijk: van rond en recht tot dun en massief, eigenlijk geldt: the sky is the limit. Of een bouwontwerp blijft staan is aan te tonen met onder andere de Eurocodes (NEN-EN 1990 tot en met NEN-EN 1999). Internationaal is dit de meest complete serie normen voor het ontwerpen en toetsen van bouwconstructies op constructieve veiligheid. De Eurocodes vormen samen één geheel met de product- en vervaardigingsnormen voor een bouwconstructie en vormen de brug tussen wetgeving en klantwensen. In Nederland gebruiken wij de Eurocodes eigenlijk pas vrij kort. Sinds de invoering van het Bouwbesluit 2012 zijn ze leidend bij bouwaanvragen. Toch bestaat deze 1e generatie Eurocodes al ongeveer 10 jaar; dat is één van de redenen dat momenteel een groot Europees project is gestart om deze normenserie te herzien. Tegen 2020 wordt de 2e generatie Eurocodes verwacht. Op dat moment moet het aantal nationale verschillen dat er nu is binnen Europa zijn verkleind, de gebruiksvriendelijkheid zijn toegenomen en de laatste stand der techniek in de normen zijn ondergebracht. Tegen die tijd moeten er ook nieuwe nationale bijlagen (NB’s) worden opgesteld. Waarschijnlijk zijn deze NB’s dunner dan de huidige. Dit betekent wel dat construerend en bouwend Nederland moet zorgen dat de Nederlandse praktijkbehoeften goed worden gehoord in Europa. De Nederlandse belangen moeten daar goed worden ingebracht en verdedigd. In normcommissies bij NEN wordt het Nederlandse standpunt, voor alles wat met de Eurocodes te maken heeft, bepaald. De commissies zijn bovendien verantwoordelijk voor het opstellen van de NB’s. U kunt hier ook aan deelnemen, normen worden immers voor en door de markt zelf gemaakt. NEN begeleidt u hierin. Zo zorgen we er samen voor dat u en uw collega’s alle vormtechnische dromen in beton waar kunnen maken. De norm bepaalt u! Bij NEN houden we van de bouwwereld. Bouwen gaat verder dan alleen producten, maar behelst ook het ontwerp en het vervaar-
Dankzij normen is voor iedereen duidelijk wat er wordt gevraagd en/of aangeboden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat normen binnen Europa een grote (steeds grotere) rol spelen. Voor de Europese Commissie zijn normen een van de belangrijkste pilaren voor het internationale handelsverkeer, want met Europese normen kan bijvoorbeeld worden aangetoond dat een in Nederland vervaardigd product gebruikt kan worden op andere locaties in Europa en vice versa. Europese normen worden in samenspraak opgesteld door de 33 leden van CEN, het Europese normalisatie-instituut. Voor wereld wijde normen geldt hetzelfde, deze worden opgesteld bij ISO met 165 leden. NEN, het Nederlandse normalisatie-instituut, is namens Nederland lid van deze Europese en mondiale netwerken. Voor normen geldt dat wie schrijft die blijft. Voor de Nederlandse markt is het dan ook buitengewoon belangrijk actief te participeren in deze normontwikkelingen, zodat onze belangen, maar ook onze kennis en kunde, goed tot hun recht komen. Door deel te nemen aan normcommissies bij NEN kunt u invloed uitoefenen op Nederlandse, Europese en mondiale normen. Bent u geïnteresseerd in de bouw en wilt u goede afspraken? Dan verwelkomen wij u graag bij ons in een van de normcommissies! Meer informatie Voor meer informatie over normen, hun toepassing en/of deelname kunt u contact met ons opnemen. Dan zal de desbetreffende NEN-consultant met u contact opnemen. NEN Materialen & Bouwproducten T +31 (015) 2 690 443
[email protected] www.nen.nl/eurocodes
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Eerste exemplaren herziene NEN 8005 ´Nederlandse invulling van NEN-EN 206 Beton´ uitgereikt op de Betondag 2014 Op de Betondag 20 november 2014 is de herziene NEN 8005 gepresenteerd en gelanceerd. De eerste exemplaren zijn op de stand van NEN uitgereikt aan de aanwezige commissieleden en enkele prominenten van BFBN, C&BC en VOBN; de betonbranche van Nederland. De norm is voor en door hen opgesteld. Meer informatie en aanmelden Voor inhoudelijke informatie over of deelname aan het ontwikkelen van de nationale bijlage kunt u contact opnemen met Taco van den Broek, consultant Materialen en bouwproducten. Telefoon (015) 269 01 64 of e-mail
[email protected].
Overzicht nieuw verschenen normen 13.220.40
Brandgedrag/brandvoortplanting en ontvlambaarheid van materialen en producten
NEN-EN 16602-70-21:2014 en
Space product assurance - Flammability testing for the screening of space materials
13.220.50
Brandwerendheid van bouwmaterialen en bouwdelen
NEN 6069:2011/A1:2014 3e Ontw. nl
Beproeving en klassering van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten. Met dit wijzigingsblad bij NEN 6069 wordt het mogelijk om gevels, beproefd volgens NEN-EN 1364-1, NEN EN 1364-3 en NEN-EN 1364-4, in Nederland toe te passen. In NEN 6069:2005 was het deel buitenwanden onder 5.3.2 opgenomen. Bij NEN 6069:2011 is dit deel vervallen, omdat de normcommissie de buitenwanden en de vliesgevels op gelijke wijze wil behandelen.
13.320
Alarm- en waarschuwingssystemen
NEN-EN 45544-4:2014 Ontw. en
Werkplekatmosfeer - Elektrische apparatuur gebruikt voor de directe opsporing en directe concentratiemeting van giftige gassen en dampen - Deel 4: Leidraad voor selectie, installatie, gebruik en onderhoud
79.040
Hout, houtblokken, rondhout en gezaagd hout
NEN-EN 350:2014 Ontw. en
Duurzaamheid van hout en houtachtige producten - Beproeving en classificatie van de weerstand tegen biologische agentia, de doorlaatbaarheid van water en de prestaties van hout en houtachtige materialen
91.080.40
Betonconstructies
NEN 8005:2014 nl
Nederlandse invulling van NEN-EN 206: Beton - Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit. NEN 8005 geeft normatieve bepalingen voor die aspecten die bij de samenstelling van beton volgens NEN-EN 206 nationaal mogen worden geregeld. Daarnaast worden bepaalde paragrafen van NEN-EN 206 van een toelichting voorzien.
91.100.10
Cement. Gips. Kalk. Mortel
NEN-EN 480-1:2014 en
Hulpstoffen voor beton, mortel en injectiemortel - Beproevingsmethoden - Deel 1: Referentiebeton en referentiemortel voor beproevingen
91.100.30
Beton en betonproducten
NEN-EN 480-1:2014 en
Hulpstoffen voor beton, mortel en injectiemortel - Beproevingsmethoden - Deel 1: Referentiebeton en referentiemortel voor beproevingen
91.140.10
Centrale verwarmingssystemen
NEN-EN 15316-1:2014 Ontw. en
Verwarmingssystemen en op water gebaseerde koelsystemen in gebouwen - Berekeningsmethode voor de systeemenergiebehoefte en het systeemrendement - Deel 1: Algemeen en uitdrukking van de Energieprestatie
NEN-EN 15316-4-1:2014 Ontw. en
Verwarmingssystemen en op water gebaseerde koelsystemen in gebouwen - Berekeningsmethode voor de systeemenergiebehoefte en het systeemrendement - Deel 4-1: Warmteopwekkers voor ruimteverwarming en huishoudelijk warm water, verbrandingssystemen (boilers)
NEN-EN 15502-1:2012/Ontw. A1:2014 en
Gasgestookte centrale-verwarmingsketels - Deel 1: Algemene eisen en beproevingen
91.140.65
Warmwaterinstallaties
NEN-EN 12831-3:2014 Ontw. en
Verwarmingssystemen en op water gebaseerde koelsystemen in gebouwen - Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting - Deel 3: Ontwerpwarmtebelasting en karakterisering van de behoefte aan huishoudelijk warm water
91.140.70
Sanitaire installaties
NEN-EN 16578:2014 2e Ontw. en
Beoordeling van de duurzaamheid - Keramische sanitaire toestellen
91.140.99
Installaties in gebouwen, overige
NEN-EN 50491-2:2010/2e Ontw. A1:2014 en
Algemene eisen voor elektronische systemen in woningen en gebouwen, gebouwautomatisering en controlesystemen - Deel 2: Omgevingsomstandigheden
29
NEN Wintercourses Conditiemeting
Praktijkgericht leren nu een koud kunstje NEN Wintercourses voor onderhoudsinspecties gebouwen en vastgoedmanagement Boek resultaat! In maart 2015 kunt u een 4-daagse ‘NEN Wintercourse Conditiemeting van gebouwen’ volgen, waar u zich door kennis en gerichte praktijkoefeningen weer helemaal kunt opladen voor 2015.
Voordelen NEN Wintercourses •
Snel resultaat! Boek al in 4 dagen resultaat!
•
Een Wintercourse van NEN is dynamisch en heeft de juiste balans tussen theorie en praktijk en ontspanning.
U kunt kiezen tussen de onderstaande Wintercourses: • NEN Wintercourse Conditiemeting van gebouwen -
•
kwaliteit van NEN.
Onderhoudsinspecteur • NEN Wintercourse Conditiemeting van gebouwen -
•
Opdrachtgever Beide Wintercourses spelen in op dé norm voor conditiemeting, NEN 2767. Via www.nen.nl/wintercourses vindt u meer informatie.
Een Wintercourse met de bekende betrouwbare
De uitgelezen kans om tijd te nemen voor het verrijken van uw kennis en het opdoen van praktijkervaring.
•
Intensieve Wintercourse zonder afleiding van ander werk, maar een pure focus op conditiemeting.
31
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
NIEUWS ‘De essentiële bouwkundige controlepunten’
Proef met APK-keuring voor woningen in Utrecht
Van links naar rechts: Rob Frek, Marcel Koene en Joric Witlox.
Tijdens de Brandveilig Bouwen Nederland (BBN)-studiedag ‘Aantoonbare brandveiligheid’ op 13 november is traditiegetrouw de nieuwste editie gepresenteerd van de ‘De essentiële bouwkundige controlepunten’. Brandweer Nederland, Vereniging BWT Nederland en BBN hebben samen deze editie tot stand gebracht. Sinds de eerste editie in 2005 vindt er jaarlijks een update plaats waarin voortschrijdende inzichten en terugkoppeling uit de praktijk en wetgeving zijn verwerkt. De ‘Essentiële Bouwkundige Controlepunten’ beoogt een bijdrage te leveren aan brandveiliger gebouwen. Dat wordt gedaan door duidelijk te maken welke punten in ieder geval van belang zijn als het gaat om bouwkundige brandveiligheid. De beschikbare kennis voor bouwkundige brandveiligheid wordt hiermee zoveel mogelijk toegankelijk gemaakt, zodat iedere betrokkene zijn verantwoordelijkheid kan waarmaken. Doelgroepen hierbij zijn: Gebouweigenaren/beheerders, huurders en gebruikers, verzekeraars, architecten, aannemers, installateurs, brandweer en bouwen woningtoezicht. ‘De publicatie past goed binnen de visie van Brandweer Nederland’, zegt Stephan Wevers, voorzitter Raad van Brandweercommandanten in het voorwoord. ‘Op de publicatie zijn de eerder genoemde sleutelbegrippen naadloos van toepassing. Kennisoverdracht is een belangrijk instrument bij de bevordering van kwaliteit van de verschillende bouwpartners, zo ook bij de toezichthoudende partijen zoals de brandweer. Dat is niet alleen relevant voor de burger, maar ook voor het brandweerpersoneel dat bij brand moet optreden. De voornaamste vernieuwing in deze publicatie zit in hoofdstuk 7 over brandwerende constructies. Er is onderscheid gemaakt in het brandwerend bekleden van beton, staal en hout. Ook zijn de effecten van diverse brandwerende toepassingen beschreven. Dat is een enorme verrijking, want vorige versies beschouwden slechts de toepassing van brandwerende coatings.’ Het boekje bevat onder andere een quickscan essentiële controlepunten en een duidelijke verwijzing naar de veiligheid van repressief personeel in het hoofdstuk voor Industriële Branddeuren. Via www.bbn.nu is het boekje gratis als PDF te downloaden.
Als het aan wethouder Paulus Jansen van Wonen ligt komt er in Utrecht een proef met een APK-keuring voor huizen. De keuring is bedoeld voor koophuizen in het goedkopere segment en goedkopere huurhuizen in de particuliere sector. Ook de verzekeringsbranche is positief over het initiatief. Volgens wethouder Jansen helpt een vierjaarlijkse APK-keuring om de gevaren van niet of slecht onderhouden verwarmingsinstallaties en elektrotechnische voorzieningen terug te dringen. Hij wijst erop dat een goed ingeregelde cv-installatie ook een positief effect heeft op het energieverbruik. Voorzitter Titia Siertsema van UNETO-VNI is blij met het initiatief: ‘Voor de privatisering van de nutssector werden gas en elektriciteit van woningen bij een verhuizing afgesloten, waarna het energiebedrijf de veiligheid controleerde. Dat gebeurt sinds halverwege de jaren negentig niet meer waardoor het risico op ongelukken zoals koolmonoxidevergiftiging toeneemt.’ Ook het Verbond van Verzekeraars is positief over de proef in Utrecht en ziet mogelijkheden om het Politiekeurmerk Veilig Wonen uit te breiden met een APK voor woningen. Bij huizen met dit keurmerk zou de premie voor de opstal-/inboedelverzekering omlaag kunnen. UNETO-VNI pleit al jaren voor een verplichte APK voor woningen. De draaiboeken hiervoor liggen klaar en kunnen snel worden ingevoerd.
32
Bouwregels in de praktijk | december 2014
NIEUWS Volledig toegankelijk gebouw van NSGK
Minister Blok bekijkt veiligheid van CV-ketels
Het nieuwe pand van de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK) is met talrijke aanpassingen volledig toegankelijk gemaakt voor medewerkers met een handicap. Minister Blok voor Wonen en Rijksdienst werd op 5 november 2014 persoonlijk rondgeleid door de gehandicapte en niet-gehandicapte werknemers van de toekomst, de zogenaamde ‘Kantoorbende’. Samen met Famous Friend van NSGK, Lucille Werner, overhandigden zij de minister ‘Tien tips voor een toegankelijk kantoor’. Dit in het kader van het Bouwbesluit en de plannen voor verbetering van de toegankelijkheid van gebouwen.
Minister Stef Blok (Wonen) gaat kijken welke maatregelen nodig zijn om de veiligheid van cv-ketels te vergroten. Hij wacht daarvoor een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) af, dat hij begin volgend jaar verwacht. Dat komt doordat mensen hun apparatuur slecht laten onderhouden of omdat de ketels niet goed zijn geïnstalleerd. Voorheen ging het alleen om oude geisers, maar ook modernere cv-ketels blijken een boosdoener. Blok is niet van plan om jaarlijks onderhoud aan de ketels te verplichten, waar de SP om vraagt.
De directeur van NSGK, Ingrid Tuinenburg, hoopt dat NSGK een inspiratiebron is: ‘Niet alleen voor minister Blok als hij het Bouwbesluit aanpast, maar ook voor de werkgevers, ontwikkelaars en architecten die nu de kantoren bouwen waar ‘onze’ kinderen met een handicap in de toekomst graag willen werken.’ Tuinenburg benadrukt dat er nog een lange weg te gaan is: ‘Tijdens onze zoektocht naar dit pand hebben we gezien hoe slecht toegankelijk de meeste gebouwen zijn, zelfs nieuwbouw.’ De geplande aanpassingen van Blok voor de toegankelijkheid van kantoorpanden zijn een stap voorwaarts. Volledig toegankelijk kantoor NSGK heeft verschillende aanpassingen gedaan om haar gebouw volledig toegankelijk te maken voor gehandicapte werknemers en bezoekers. Alles wat in het gebouw bereikbaar moet zijn is of laag bevestigd, of in hoogte verstelbaar. Daarnaast hangen er duidelijke pictogrammen, waardoor de signing ook begrijpelijk is voor mensen met een verstandelijke beperking. Alle ruimtes zijn voorzien van geluidsabsorberende platen voor mensen die slechthorend zijn. En zowel het aanrecht als de bovenkastjes in de keuken zijn in hoogte verstelbaar, zodat ook iemand in een rolstoel erbij kan. Dit zijn slechts een aantal voorbeelden van de vele aanpassingen die NSGK voor elkaar heeft gekregen. Met het volledig toegankelijk maken van het nieuwe kantoor wil NSGK mensen inspireren om met andere ogen naar hun eigen pand te kijken en de kansen te benutten om de toegankelijkheid te verbeteren.
Sinds in 2007 de Vestigingswet voor bedrijven is afgeschaft, hoeven installatiebedrijven niet aan speciale bekwaamheidseisen te voldoen om een onderneming te beginnen. Er is volgens de brandweer de afgelopen jaren sprake van een toename van het aantal onbekwame installateurs op de markt. ‘Iedereen kan in feite freubelen met gasinstallaties, met gastoestellen. Dat komt omdat er te weinig regelgeving is op dat gebied’, zegt Charles Meijer van Brandweer Nederland in ‘Dit is De Dag Onderzoek’. Hij pleit ervoor dat er vanuit de overheid weer eisen worden gesteld aan de kwaliteit van installateurs. Dat is in België en Duitsland al het geval. Onderzoek van Dit is de Dag wijst uit dat er vorig jaar 83 slachtoffers zijn gevallen door koolmonoxidevergiftiging door cv-ketels. Door geisers vielen 30 slachtoffers. Eén persoon overleed aan de vergiftiging. In 2012 kregen nog 85 mensen te maken met een vergiftiging door een slechte geiser, terwijl er toen 73 slachtoffers vielen door een verkeerd geplaatste cv-ketel. Het aantal open geisers in Nederland daalt al jaren. In 2001 had nog 1,7 miljoen huishoudens een geiser. In 2012 was dat nog maar 550.000.
33
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Aanpassing KOMO-systematiek aan CPR conflicten zullen zijn met deze Verordening, de CE-markering en prestatieverklaring.
De Verordening bouwproducten (CPR) maakt het noodzakelijk dat de KOMO-systematiek voor wat betreft de erkende kwaliteitsverklaringen wordt aangepast. Dit geldt als voor het betreffende product CE-markering van kracht is op basis van een geharmoniseerde Europese norm (hEn). Daarnaast kan de CPR ook invloed hebben op de inhoud van product certificaten die op een hEn zijn gebaseerd. Met het oogmerk om binnen de EU zoveel mogelijk handelsbelemmeringen weg te nemen is per 1 juli 2013 de Europese wetgeving met betrekking tot bouwproducten, de ‘Construction Products Regulation’ (CPR) in werking getreden. Deze verordening vervangt de Richtlijn Bouwproducten (CPD) en is daarmee de nieuwe grondslag voor de CE-markering op bouwproducten, inclusief de prestatieverklaring. De Verordening bouwproducten schrijft de wijze voor waarop producten moeten worden getest op de essentiële kenmerken (producteigenschappen die van belang zijn voor de toepassing van het product in een bouwwerk) en hoe gecommuniceerd moeten worden over de prestaties van het bouwproduct. Als gevolg van de Verordening en de daarbij horende CE-markering met verplichte prestatieverklaring worden de mogelijkheden om producteigenschappen, in het bijzonder de essentiële kenmerken, op andere wijze te bepalen of communiceren, zeer beperkt. Dit heeft een directe invloed op gangbare kwaliteitsborgingsystemen. Deze borgingsystemen moeten zodanig aangepast worden dat er geen
Wat gaat er veranderen? Er worden alleen nog bouwdelen of bouwsystemen door het Ministerie van Binnenlandse Zaken erkend. Om die erkenning te behouden worden straks alleen nog maar separate attesten verleend door de certificatie instellingen. Productcertificaten kunnen vanaf 1 januari 2015 niet meer onder de erkenning vallen met uitzondering van productcertificaten die op basis van het Besluit bodemkwaliteit zijn afgegeven. De aanpassing betekent het volgende voor de certificaten/kwaliteitsverklaringen: De essentie is dat de KOMO-systematiek hiermee helder wordt gepositioneerd in een volledig private kwaliteitsverklaring en in aparte verklaringen met daarin publieke eisen: • de KOMO KV verklaart dat aan alle private eisen is voldaan; • het erkende attest legt de aansluiting aan het Bouwbesluit vast; • de NL BSB en de KOMO BbK KV legt de aansluiting aan het Besluitbodemkwaliteit vast. Om de afgifte van deze kwaliteitsverklaringen mogelijk te maken worden BRL-en aangepast. Daar waar het erkende regelingen betreft worden deze gesplitst in volledig private verklaringen en erkende verklaringen welke de aansluiting aan wetgeving aantonen. Wanneer verandert het? Deze aanpassing van de KOMO-systematiek zal volledig zijn beslag krijgen in 2014. Uiterlijk per 1 januari 2015 zullen de certificaathouders beschikken over de kwaliteitsverklaringen die voldoen aan de eisen van de CPR. Het is een traject dat op dit moment wordt uitgevoerd door alle KOMO-voerende certificatieinstellingen en dat zal voor de erkende KV's worden beoordeeld en gefaciliteerd door de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) en haar commissies (TBB, TBbk en HCB) en het KOMO bureau.
Huidige Kwaliteitsverklaring (KV)
Nieuwe Kwaliteitsverklaring (KV)
Erkend KOMO attest of erkend attest met productcertificaat
KOMO KV + erkend attest of privaat KOMO KV met attest of KOMO attest 1)
Erkend KOMO productcertificaat (Bbk)
KOMO KV + erkende NL-BSB KV of KOMO KV + erkende KOMO BbK KV
KOMO productcertificaat met: - declaratie van prestaties alle kenmerken
KOMO KV met: - declaratie prestaties niet essentiële kenmerken - eisen aan essentiële kenmerken ( optioneel) 2)
1)
Wanneer de sector besluit te stoppen met de erkenning Bouwbesluit in het kader van de TriPartiete Overeenkomst. Eisen waaraan het product in het kader van de BRL moet voldoen.
2)
34
Bouwregels in de praktijk | december 2014
NIEUWS Aardbevingsgebied proeftuin voor duurzaam bouwen Het gebied in Groningen waar woningen bevingsschade opgelopen hebben wordt een proeftuin voor duurzame bouw. Dat heeft de Tweede Kamer 11 november 2014 besloten. Bouwend Nederland is blij met het besluit. ‘Wij vragen al geruime tijd om een ambitieuze aanpak, waarbij we de aanpak van deze schade combineren met het verduurzamen en levensloop bestendig maken van woningen. Dan laten we het gebied sterker achter dan tevoren’, zegt Rolf Koops, manager van de Regio Noord van Bouwend Nederland. Een Kamermeerderheid stemde voor een motie van Stientje van Veldhoven (D66) om van het Noorden een proeftuin voor duurzame bouw te maken. De regering moet van de Kamer ervoor zorgen dat het grootschalige project ook veel extra banen oplevert voor de bouwsector in het Noorden. ‘We bepleiten al langer om van de nood een deugd te maken’, zegt regiomanager Rolf Koops. ‘We hebben al rond 25.000 schademeldingen. Daarnaast zijn er misschien wel 50.000 woningen die preventief tegen aardbevingsschade verstevigd moeten worden. Maar het Noorden staat tegelijkertijd voor andere grote opgaven. We moeten op grote schaal woningen gaan verduurzamen. Enkele deelgebieden kampen met krimp en we moeten veel woningen gaan aanpassen, zodat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen.’ ‘Tijdens het recente gesprek tussen bouwers en politici in de Bouwkeet bij het Binnenhof hebben we de Tweede Kamer nogmaals op het hart gedrukt: combineer al die grote bouwstromen en maak werk met werk. We zijn blij dat de Kamer die hartenkreet heeft gehoord. Wij willen de provincie, zoals ook de NAM heeft gezegd, sterker teruggeven. Daarom gaan we liefst morgen met deze klus aan de slag. Ook omdat de bouw in het Noorden die extra banen heel goed kan gebruiken.’ Koops benadrukt dat het een grote uitdaging wordt om de (gedupeerde) bewoners te ontzorgen en te begeleiden, een uitdaging
die de bouwsector volgens hem graag oppakt: ‘Dat wordt waarschijnlijk kritieker dan de techniek.’ Vooralsnog gaat het om een grootschalige pilot van de Rijksoverheid en de provincie. Hoeveel huizen daarmee duurzaam aangepakt worden, is nog niet duidelijk.
Infoblad geeft duidelijkheid over ventilatiesystemen Een goed ventilatiesysteem is essentieel voor een gezonde en comfortabele woning. De kwaliteit van ventilatiesystemen is van directe invloed op energieprestatie en gezondheidsaspecten. Duurzame woningen zijn gezonder voor mensen, beter voor het milieu en ze kosten minder (schaarse) grondstoffen. Daarom stimuleert het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties energie besparende maatregelen in woningen. Samen met een lucht- en waterdichte gebouwschil is het ventilatiesysteem één van de basiselementen van een woning. Iets wat gewoon moet kloppen en waar je als bewoner vooral geen last van wil hebben. In de praktijk blijkt echter dat het ventilatiesysteem het meest genoemde negatieve beoordelingsaspect van woningen is. Reden voor Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO.nl) om een infoblad aan het onderwerp ventilatiesystemen in energiezuinige woningen te besteden. Dit infoblad geeft een overzicht van de belangrijkste ventilatiesystemen in de huidige praktijk en hoe je – zonder expert te zijn op het gebied van ventilatie – kunt bijdragen aan een betere luchtkwaliteit in woningen. U vindt het infoblad op www.rvo.nl. Vult u in het zoekvak in: ‘Infoblad ventilatie’. Onderaan de pagina die u dan kunt kiezen kunt u het infoblad downloaden.
35
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
PRODUCTNIEUWS
Gevelbekleding combineert brandveiligheid en esthetiek
Hout is door haar natuurlijke en warme uitstraling bijzonder in trek als bouwmateriaal; maar hout is van nature brandbaar. Omdat Rockpanel Woods ook in FS-Xtra uitvoering verkrijgbaar is, kunnen opdrachtgevers hun ontwerpen voortaan de fraaie ‘look’ van natuurlijk hout meegeven, zonder zich zorgen te hoeven maken over de brandveiligheid.
Brandveiligheid speelt een steeds grotere rol in de bouw. Rockpanel FS-Xtra gevelpanelen combineren optimale brandveiligheid met het grootste assortiment aan designs en RAL-kleuren, dat momenteel verkrijgbaar is. De Rockpanel ‘Durable’ en ‘Xtreme’ uitvoeringen met een Europese brandklasse van B-s2, d0 (overeenkomstig EN 13501-2) worden al vele jaren succesvol toegepast als gevelbekleding in geventileerde constructies. De FS-Xtra uitvoering voldoet, indien bevestigd met blindklinknagels op een aluminium of stalen draagconstructie, aan de Europese brandklasse A2-s1, d0. Deze brandklasse geldt volgens de nationale bouwwetgeving als onbrandbaar. Met het onderhoudsarme plaatmateriaal in FS-Xtra uitvoering, beschikt u over een bijzonder breed assortiment: de kleurrijke ‘Colours’, de extravagante ‘Chameleon’ voorzien van een coating met een kristaleffect, de elegante ‘Woods’ tot de moderne ‘Metallics’. Het gehele assortiment is kleurvast, niet richtingsgevoelig en onderhoudsarm. Alle kleuren en designs kunt u, met uitzondering van Rockpanel Woods, in alle richtingen verwerken zonder aan esthetiek in te boeten. Anders dan zijn geringe gewicht en de gemakkelijke verwerk-
baarheid doen vermoeden, is het plaatmateriaal vervaardigd van het natuurlijk gesteente basalt. Dat maakt het materiaal extreem duurzaam, dimensiestabiel en weersbestendig. Daarnaast onderscheidt het materiaal zich door zijn brandwerende eigenschappen. FS-Xtra is beschikbaar in 9 mm dikte. Dit plaatmateriaal kan bevestigd worden met een grotere spanwijdte, is beter bestand tegen een grotere windbelasting en biedt een mogelijke kostenbesparing op de draagconstructie. Duurzaamheid vormt tevens de kern van het plaatmateriaal en het productieproces. Onlangs nog heeft BRE Global aan Rockpanel een European Environmental Product Declaration (E-EPD) toegekend. Op basis van een Life Cycle Assessment (LCA) zijn de producten gecertificeerd volgens de Europese norm EN 15804 voor bouwproducten en systemen. Kortom, de FS-Xtra uitvoering van Rockpanel is de ideale oplossing als een hoge brandveiligheid wenselijk of verplicht is zoals bij hoge flatgebouwen, scholen, ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. Rockwool BV/Rockpanel Group, Roermond, (0475) 353 000, www.rockpanel.com
36
Bouwregels in de praktijk | december 2014
PRODUCTNIEUWS Dak als energiecentrale van de toekomst
Warme ventilatielucht slim benut Veel woningen zijn voorzien van een mechanisch ventilatiesysteem dat kostbare warme lucht naar buiten afvoert. Dat is zonde: waarom deze warmte laten vervliegen? Inventum heeft nu de ventilatiewarmtepomp Ecolution® ontwikkeld, een systeem dat warme ventilatielucht uit de woning benut als bron voor de warmtepomp. Op zeer rendabele wijze maakt de Ecolution extra warmte die wordt gebruikt voor het opwarmen van tapwater en cv.
Afgelopen jaren zijn de energie-eisen door de overheid drastisch aangescherpt. Er is vanuit de woningbouw behoefte ontstaan om naast energie te besparen ook energie op te wekken, bijvoorbeeld via het dak met PV-panelen. Kingspan Unidek en SCX Solar bundelden hun kennis en kunde en ontwikkelden een prefab dakelement dat dakisolatie en energieopwekking combineert tot één PV-dakoplossing: Unidek SolarPower. Het dak kan een zeer belangrijke bijdrage leveren aan de productie van duurzame energie. Naast de huidige primaire functies van het dak, isolatie en waterdichtheid, ontstaat er een nieuwe primaire functie voor het dak als energieopwekker. Er is echter een wildgroei ontstaan in het aanbod van PV-panelen waarbij onderscheid gemaakt wordt in opdak- of indaksystemen. Beide systemen zijn vaak arbeidsintensief en tijdrovend omdat de opbouw van een traditioneel dak met PV-panelen bestaat uit: het monteren van dakelementen, panlatten, waterkerende laag, PV-bevestigings systeem en daarna de PV-panelen. Daarnaast is er te weinig kennis aanwezig van de bouwkundige integratie in of op het dak en zijn er maar weinig PV-systemen getest op de Nederlandse bouwkundige regelgeving. PV-dakoplossing Kingspan Unidek speelt in op de dringende vraag naar een geschikte PV-dakoplossing en ontwikkelde in samenwerking met SCX Solar: Unidek SolarPower. Dit systeem combineert dakisolatie en energieopwekking geïntegreerd in één prefab dakelement. Het prefab karakter van Unidek SolarPower resulteert in een aanzienlijke vermindering van het aantal arbeidsgangen op de bouwplaats. In één hijsbeweging zijn het dakelement, PV-bevestigingssysteem en PV-panelen op het dak te bevestigen. Unidek SolarPower is geschikt voor 75% van alle merken PVpanelen. Het prefab dakelement is getest op waterdichtheid, windweerstand en vliegvuur en voldoet aan alle bouwkundige aspecten. De combinatie van fraaie afdekprofielen in kleur van de PV-panelen, een mooie randafwerking rondom en PV-panelen die het gehele dakvlak bedekken, maken dit systeem esthetisch en kwalitatief hoogwaardig. Kingspan Unidek B.V., Gemert, (0492) 378 111, www.kingspanunidek.com
Ventilatielucht als warmtebron staat 24 uur per dag tot onze beschikking en zorgt ook nog eens voor een gezond binnenmilieu. De Ecolution ventilatiewarmtepomp vervangt de mechanische ventilatiebox en vormt samen met bijvoorbeeld de HR-combiketel, een hybride opstelling voor opwekking van warmte en warmwater. De Ecolution vervult drie functies; mechanisch ventileren, duurzaam opwekken van warmte voor de verwarming en warm tapwater. Deze unieke oplossing is toepasbaar in de bestaande bouw en nieuwbouw. Bij een renovatieproject in Vijlen werden onlangs twaalf woningen voorzien van een aantal duurzaamheidsmaatregelen. Naast HR++ beglazing en PV-zonnepanelen werd hier ook de Ecolution Combi 50 toegepast. Het resultaat was een labelsprong van G naar A. Hierdoor besparen de bewoners meer dan € 50,- per maand op de energierekening. Daarnaast zorgt het systeem voor een sterk verbeterd comfort en binnenklimaat. Voor verwarming maakt de Ecolution naast gebruik van ventilatielucht ook gebruik van de cv-ketel als hulpbron. Daarom werkt hij in de meeste gevallen samen met een hr-combiketel. De Ecolution zorgt dan continu voor de productie van de basiswarmte en de HR-combiketel voor het bijspringen tijdens piekmomenten. De Ecolution innovatie is volledig toegespitst op Nederlandse woningsituaties en gebruikelijke installatietechnieken. Inventum B.V., Houten, (030) 274 84 84, www.inventum.com
De redactie van dit blad draagt geen verantwoordelijkheid voor de juistheid van de op deze pagina’s aangegeven eigenschappen van besproken producten.
37
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Verenigingsnieuws VBWTN Deze pagina’s komen tot stand onder verantwoordelijkheid van de Vereniging BWT Nederland. Kijkt u ook eens op www.bwtinfo.nl voor algemene berichtgeving over ons vakgebied en www.vereniging-bwt.nl met specifiek verenigingsnieuws.
Secretariaat VBWTN Het secretariaat is gevestigd bij de Vereniging Stadswerk Nederland.
Het adres van het secretariaat is: Vereniging BWT Nederland T.a.v. algemeen secretariaat Postbus 416 6710 BK Ede Tel. 0318 – 43 83 40 Fax. 0318 – 43 76 53
Websites: www.bwtinfo.nl www.vereniging-bwt.nl Bezoekadres: Galvanistraat 1 6716 AE Ede
Nieuwsbrief en presentatie over Wet Kwaliteitsborging Bouw De werkgroep private kwaliteitsborging van de Vereniging BWT Nederland heeft een presentatie en een nieuwsbrief opgesteld die speciaal is ontwikkeld om het gemeentebestuur (College van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad) te informeren over de invoering van private kwaliteitsborging met de Wet Kwaliteitsverbetering Bouw. Dat er aan deze informatie behoefte bestond bleek wel uit de zeer verschillende beelden die er leven bij de verschillende bestuurders. Veel bestuurders denken dat na de invoering van private kwaliteitsborging zo ongeveer de gehele Bouw- en Woningtoezicht kan worden afgeschaft. Duidelijk is echter dat (zeker bij kleinere) gemeenten de formatie slechts zeer beperkt zal gaan afnemen, zeker als eerst voor een aantal jaren uitsluitend de onder risicoklasse 1 vallende bouwwerken (CC1) over zullen gaan naar de markt. Juist binnen deze categorie is het aandeel Bouwbesluittoets zeer beperkt, en zit het werk vooral in het proces, de bestemmingsplantoetsing en de beoordeling door welstand. Daarnaast komen er ook een beperkt aantal taken bij voor de gemeente. Zo zal het Bouw- en Woningtoezicht moeten gaan toezien of het juiste instrument wordt ingezet en dat dit plaatsvindt door een tot dat instrument toegelaten kwaliteitsborger. Verder zullen taken in de toekomst nog verder verschuiven van een preventieve rol naar een repressieve rol. Zeker waar het gaat om toezicht op de bestaande voorraad is dit voor veel gemeenten een ondergeschoven kindje dat in de
toekomst, gelet op de veroudering van de bestaande voorraad zeker meer aandacht zal gaan vragen. De presentatie en de nieuwsbrief kunnen worden ingezet om deze te gebruiken tijdens een informatiebijeenkomst voor het bestuur, of door bijvoorbeeld deze te
presenteren in een collegebijeenkomst. Ook is het mogelijk om de presentatie te laten verzorgen door Wico Ankersmit van de vereniging BWT Nederland. De presentatie en de Nieuwsbrief zijn te vinden op www.bwtinfo.nl onder de dossierpagina private kwaliteitsborging.
38
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Verenigingsnieuws VBWTN Regiodag bij u in huis?
Vindt u het leuk als er volgend jaar een Regiodag wordt gehouden in uw mooie gemeente? Neem dan even contact op via
[email protected] of bel naar 06-13154648.
Ook in het voorjaar van 2015 zal er weer een vijftal regiodagen worden georganiseerd, verspreid over het land. Deze regiodagen houdt de Vereniging BWT Nederland altijd bij gemeenten die lid zijn van de vereniging. Ook in 2015 willen we dit weer op een zelfde wijze gaan organiseren. Het zal dan weer gaan om een vijftal regiodagen, waar gemiddeld zo’n 70 deelnemers op afkomen.
Kerstgroet vanuit de Vereniging Namens het bestuur van de Vereniging BWT Nederland wens ik u allen heel fijne kerstdagen en een gezond en inspirerend 2015. Het vakgebied is in beweging. Dit brengt veranderingen teweeg, maar wekt ook emoties op. Als vereniging willen wij u ook in 2015 weer zo goed als mogelijk ondersteunen bij alle aspecten van het vakgebied. Of het nu gaat om de technische aspecten of de meer procesmatige. Samen als vereniging hebben wij een duidelijke stem in de bouwketen. Deze stem zullen wij ook het volgende jaar weer laten horen. Wij bedanken u dan ook voor uw betrokkenheid in 2014 en zien uit naar een nieuw jaar waar die betrokkenheid op eenzelfde wijze zal worden gevraagd. Namens het bestuur van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland Wico Ankersmit Directeur
De deelnemers worden over een dag heen bijgepraat over alle ontwikkelingen op het vakgebied. Wij doen via deze weg een oproep of wij wellicht één van de regio dagen bij u mogen houden. De organisatie vindt plaats door de Vereniging BWT, en de gastgemeente hoeft in principe alleen een passende ruimte beschikbaar te stellen.
39
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Cursusagenda 2015 Bouwforum Bouwbesluitberekeningen daglicht en ventilatie (hele dag) 2 april 2015, Baarn In de cursus staat het maken van de berekening centraal. Na een uitleg over hoe deze tot stand komt, welke gegevens u moet verzamelen en wat de minimale uitkomst moet zijn, gaat u aan de slag met het maken van een berekening. U rekent zelf waardoor er tegen knelpunten en onduidelijkheden aangelopen wordt, welke plenair besproken worden. Slim modelleren met Bouwbesluit terminologie (hele dag) 20 januari 2015, Baarn Door bij het ontwerp van gebouwen slim gebruik te maken van Bouwbesluitterminologie wordt toepassing van Bouwbesluitvoorschriften gemakkelijker! Dat vraagt natuurlijk wel kennis van randvoorwaarden en achtergronden bij het indelen van gebouwen volgens de Bouwbesluitterminologie. Tijdens deze cursus krijgt u inzicht in de terminologie die mede bepalend is bij de vaststelling van de eisen waaraan uw bouwwerk moet voldoen. Verdiepingscursus daglichtberekeningen (middag) 9 april 2015, Baarn Maakt u regelmatig daglichtberekeningen en bent u er achtergekomen dat de norm vaak niet geschikt is voor de praktijk? Hoe bijvoorbeeld om te gaan met een daglichtberekening in een atrium, en dan ook nog in combinatie met kolommen? Hoe een loggia te berekenen? In deze verdiepingscursus bent u welkom wanneer u reeds beschikt over de basiskennis van het berekenen volgens NEN 2057, maar benieuwd bent hoe om te gaan met de niet-standaard situaties. Veilig onderhoud gebouwen (middag) 3 februari 2015, Baarn 28 mei 2015, Utrecht Het Bouwbesluit bepaalt dat een te bouwen gebouw zodanig moet zijn dat onderhoud aan het gebouw veilig kan worden uitgevoerd. Wat betekent dit precies? Hoever moet je gaan bij het treffen van gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen? Wanneer mag je inzetten op additionele voorzieningen als rolsteigers en wanneer mag je inzetten op persoonlijke beschermingsmiddelen? Verbouw en Transformatie (hele dag) 13 januari 2015, Utrecht 30 april 2015, Utrecht
Het mag niet slechter worden dan het is. Dat is de basisgedachte en de doelstelling van de verbouwvoorschriften in het Bouwbesluit 2012. De docent bespreekt met u de regels bij herbestemmen, de eisen die gelden bij het veranderen van installaties, het vergroten en het verkleinen van brandcompartimenten en andere opvallende aspecten van de verbouwvoorschriften. De workshop maakt daardoor duidelijk wat de ondergrens en wat de bovengrens is van het rechtens verkregen niveau. Bouwkwaliteit zit ‘m in de details (middag) 23 april 2015, Utrecht Wat zijn de voorwaarden voor het ontwikkelen van goede details? Hoe zorgt u dat de regels van het Bouwbesluit gerespecteerd worden en dat details maakbaar en robuust zijn? Na de cursus bent u in staat de kwaliteit van waterdichtheid, luchtdichtheid, thermische isolatie, brandveiligheid en geluidwering in bouwkundige details te borgen. Want bouwkwaliteit zit ‘m in de details. Prijs: € 295,- (Deze cursus is in samenwerking met SBRCURnet). Milieuprestatie (middag) 10 februari 2015, Baarn De Energieprestatie is inmiddels een bekend begrip, sinds 2012 is daar de Milieu Prestatie van Gebouwen (MPG) bij gekomen. De MPG kent nog geen prestatie-eis, maar het is wel vereist om een berekening te overleggen bij een aanvraag omgevingsvergunning voor woningen en kantoren. Hoe maak je de berekening? Welke gegevens moet je verzamelen? En ook, wat kan je ermee? Energieprestatie voor de woningbouw (middag) 5 maart 2015, Utrecht Deze cursus leert u niet hoe u een EPCberekening moet maken. Wel komt aan bod welke aspecten invloed hebben op de uitkomst van een EPC-berekening en welke maatregelen het meest doelmatig zijn om toe te passen. Tevens geeft de cursus een stand-van-de-techniek met betrekking tot energiezuinige installaties en bouwkundige constructies. Realisatie Brandwerendheid (hele dag) 31 maart 2015, Utrecht 9 juni 2015, Baarn In deze cursus leert u het principe achter hoe een gebouw moet worden ingedeeld in brandcompartimenten, welke wbdboeisen daarbij worden gesteld en hoe u deze moet vertalen naar een brandwerendheid.
U krijgt achtergronden over de manier waarop constructies in het laboratorium getest worden op brandwerendheid en leert zelf de brandwerendheid van constructies te kunnen beoordelen. U krijgt concrete handreikingen over de uitvoering van brandwerende wanden, vloeren, deuren, ramen en doorvoeringen. Beheersen en stoomlijnen van de aanvraag om omgevingsvergunning (hele dag) 5 februari 2015, Utrecht Door de Wabo wordt de vergunningaanvrager uitgedaagd om aan vergunningenmanagement te doen. U leert in feite een vergunningenplan te maken en oefent hierin aan de hand van een praktijkcase. Daarmee bent u in staat de regie in eigen hand te houden. Bouwgebreken voorkomen (middag) 14 april 2015, Baarn In deze cursus worden aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden de belangrijkste aandachtspunten bij veel voorkomende schades en klachten besproken en de benodigde stappen om deze te voorkomen. Het zwaartepunt ligt daarbij op gebreken met een bouwfysische component: lucht- en waterdichtheid, condensvorming, geluidwering, thermische isolatie, ventilatie en binnencomfort. Na het volgen van deze cursus bent u in staat om potentiële bouwgebreken tijdens het ontwerp en de bouwvoorbereiding te herkennen en weet u hoe u schades kunt voorkomen. Prijs: € 295,- (Deze cursus is in samenwerking met SBRCURnet). Naar energieneutrale en duurzame woningbouw (middag) 26 maart 2015, Baarn 12 mei 2015, Utrecht Energieneutrale renovatie en nieuwbouw staan volop in de belangstelling. Maar wat verstaan we onder energieneutraal? En is dat ook kostenneutraal, voor bouwer, installateur, beheerder en eindgebruiker? Welke technieken zijn effectief en welke rekenmethode is het beste? In deze cursus wordt aan al deze aspecten aandacht besteed. Prijs: € 295,- (Deze cursus is in samenwerking met SBRCURnet). Infosessie Wonen met Zorg (middag) 29 januari 2015, Baarn 28 mei 2015, Utrecht Het doel van de scheiding van wonen en zorg (‘extramuralisering’) is dat ouderen langer zelfstandig blijven wonen. In deze infosessie
40
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Cursusagenda 2015 wordt u ingeleid in de basisprincipes van een brandveilige woonomgeving voor ouderen en ontvangt u adviezen om de brandveiligheid te borgen met een praktijkgericht plan van aanpak. Welke gevolgen heeft verder het scheiden van wonen en zorg voor de gebouwde omgeving en voor betrokken professionals ? Denk aan onderwerpen als ‘bestemmingsplannen’, ‘huurrecht’, en ‘aansprakelijkheid’. Prijs: € 225,Bouwbesluit in de Praktijk (hele dag) 21 april 2015, Utrecht Deze eendaagse Bouwbesluitcursus is bedoeld voor de beginnende gebruiker van Bouwbesluit 2012 die geïnformeerd wil worden over de toepassing van het Bouwbesluit in de dagelijkse praktijk. Brandveilig compartimenteren en vluchten (hele dag) 17 maart 201, Baarn 19 mei 2015, Utrecht Deze cursus geeft een uitleg van de brandvoorschriften van Bouwbesluit 2012 op het gebied van brandcompartimentering en vluchten. Aan de hand van vele voorbeelden worden de spelregels uitgelegd. De cursus gaat over het op juiste wijze vaststellen van de brandcompartimenten en de vluchtroutes; en het vinden van mogelijke, betere of goedkopere alternatieven. Luchtdicht bouwen (middag) 12 maart 2015, Baarn 11 juni 2015, Utrecht In deze cursus leert u ontwerpen, tekenen en rekenen aan luchtdichtheid, maar ook wordt getoond hoe u afdichtingsmaterialen als PUR-schuim en kitten zorgvuldig kunt aanbrengen. Prijs: € 295,- (Deze cursus is in samenwerking met SBRCURnet). Installatie & Geluid in de woning (middag) 15 januari 2015, Baarn 4 juni 2015, Baarn De cursus gaat in op de wijze waarop in de woningbouw voldaan wordt aan het geluidvoorschrift. Aan de hand van praktijkvoorbeelden bespreekt de docent met u de ontwerp- en uitvoeringsaspecten voor een aantal veel voorkomende installaties in eengezinswoningen en appartementen. Infosessie Kwaliteitsborging in de bouw (middag) 21 januari 2015, Utrecht 12 februari 2015, Baarn
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft inmiddels een wetsvoorstel gepubliceerd voor een nieuw stelsel rondom de vergunningplicht voor het bouwen. Kern van dat wetsvoorstel is een sterkere positie van de consument en bouwpartijen die staan voor hun eigen werk zonder dat de gemeente meekijkt. Met deze infosessie wordt u bijgepraat over de stand van zaken en over de gevolgen voor uw organisaties. Prijs: € 295,Voor meer informatie Bouwforum BV (www.bouwforum.nl). Tel: (030) 2411227. E-mail:
[email protected]. De cursussen die zijn opgedeeld in dagdelen, kunnen als aparte modules worden gevolgd. U kunt ervoor kiezen één, twee, drie of vier dagdelen te volgen. Cursussen met een duur van één of twee dagen kunnen niet worden opgedeeld in afzonderlijke dagdelen. Prijzen zijn per deelnemer, exclusief btw en eventuele parkeerkosten, maar inclusief cursusmateriaal en lunch. Indien niet vermeld worden de cursussen georganiseerd in samenwerking met BIM Media/Cobouw en zijn de prijzen: Aantal dagdelen Cobouw- Niet abonnees abonnees 1 dagdeel € 295,- € 345,- 2 dagdelen/1 dag € 545,- € 625,3 dagdelen € 795,- € 895,4 dagdelen/2 dagen € 995,- € 1.125,NEN Training & Advies Brandveiligheidseisen volgens Bouwbesluit 2012 (hele dag) 11 februari 2015, Utrecht 18 juni 2015, Eindhoven Na afloop: weet u brandveiligheidseisen te vinden in bouwregelgeving (waaronder het Bouwbesluit en Gebruiksbesluit), kent u de inzichten van andere partijen op het gebied van brandveiligheid en kunt u omgaan met brandveiligheidseisen, uitzonderingsregels en het principe van Gelijkwaardigheid. Prijs: € 580,NEN 2580: Bepalen van oppervlakten en inhouden van gebouwen (hele dag) 7 april 2015, Utrecht Na afloop van deze training kent NEN 2580 voor u geen geheimen meer. U past de norm toe om oppervlakten op uniforme wijze te berekenen én u kunt aangeven dat u meet volgens de norm kunt aangeven dat u meet volgens de norm. Prijs: € 580,-
NEN 2767: Conditiemeting infrastructuur. De methodiek (hele dag) 13 februari 2015, Utrecht 29 mei 2015, Eindhoven Tijdens deze training wordt duidelijk gemaakt op welke gebieden NEN 2767-4 voor conditiemeting infrastructuur wordt toegepast en hoe de methodiek (uit NEN 2767-1) werkt. Prijs: € 580,NEN 1010: veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten (hele dag) 12 februari 2015, Utrecht 8 april 2015, Delft 18 juni 2015, Eindhoven Na afloop van deze training weet u wat voor aanvullende eisen NEN 1010 stelt aan elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten. U weet hoe u de norm interpreteert en hoe u de vele normlimieten verklaart. U leert onder meer wat de effecten zijn van stroomdoorgang door het lichaam en wie de classificatie van ruimtes mag vaststellen. Tijdens de training worden veel praktijkvoorbeelden behandeld. Prijs: € 635,-
NEN 1006: Nieuwe ontwikkelingen leidingwaterinstallaties (middag) 20 januari 2015, Utrecht 22 april 2015, Delft NEN 1006 wordt momenteel ingrijpend herzien. Daarnaast is op 1 juli 2011 de nieuwe Drinkwaterwet van kracht gegaan. Tijdens deze halfdaagse training bespreken we wat er al veranderd is en wat er nog gaat veranderen op het gebied van leidingwaterinstallaties. Na de training weet u hoe u ervoor zorgt dat uw drinkwaterinstallaties voldoen aan de eisen. Prijs: € 385,NEN 1006: Beveiliging gevaarlijke toestellen (hele dag) 4 maart 2015, Apeldoorn 2 juni 2015, Apeldoorn Na afloop: weet u als eigenaar van de installatie wat de relevante wet- en regelgeving is en kunt u de opbouw daarvan, weet u hoe de controle door het drinkwaterbedrijf en Inspectie Leefomgeving en Transport werkt, weet u hoe de eigenaar (aantoonbaar) aan goed beheer van de terugstroombeveiligingen kan voldoen, kunt u aangeven of de controle op een juiste manier is uitgevoerd, weet u welke terugstroombeveiligingen er zijn en hoe deze werken, kent u de bepalingsmethode van de juiste terugstroombeveiliging in een bepaalde situatie en kunt u
41
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
terugstroombeveiligingen op een juiste wijze controleren. Prijs: € 580,NEN 7120: aan de slag met energie prestatie (hele dag) 28 januari 2015, Utrecht 2 april 2015, Zwolle 24 juni 2015, Delft Na afloop van deze eendaagse training kent u de belangrijkste ins en outs van de norm NEN 7120. Tijdens de training gaat u aan de hand van cases zelf met de norm aan de slag. U krijgt inzicht in de relevante parameters en u wordt bijgepraat over de belangrijkste tips en valkuilen. Daarnaast neemt de docent voorbeeldberekeningen met u door en krijgt u uitleg over de relatie met andere normen. Prijs: € 580,- (incl. praktijkgids t.w.v. € 71,-) E-learning module NEN 2767: conditieme ting van gebouwen, de methodiek Duur : 2 - 3 uur Deze e-learning is nuttig voor iedereen die kennis wil maken met de opbouw en theorie van de methodiek uit NEN 2767 en wil begrijpen hoe conditiemeting en risicobepaling werkt en in de praktijk kan worden toegepast. Bijvoorbeeld voor: (toekomstig) inspecteurs en onderhoudsadviseurs, managers beheer en onderhoud, bedrijfsvoerders, inkopers, maintenance engineers, beleidsmakers, contractmanagers, werkvoorbereiders, uitvoerders en monteurs. Prijs: € 300,Gasinstallaties in de praktijk volgens NPR 3378 (hele dag) 25 maart 2015, Utrecht 2 juli 2015, Eindhoven Na afloop: kent u de belangrijkste veiligheidsvoorschriften voor gasinstallaties, weet u wat de belangrijkste eisen zijn vanuit het Bouwbesluit en de normen, zoals NPR 3378, kent u de samenhang tussen de Woningwet, het Bouwbesluit, de voorwaarden voor aansluiting, transport en andere gasnormen, kunt u bestaande installaties beoordelen, weet u wat begrippen als prestatie-eisen en veiligheid voor u betekenen en kent u de actuele ontwikkelingen op het gebied van gasinstallaties. Prijs: € 580,NEN 6068, 6069 en 6090: Brandveilig ont werpen van gebouwen (hele dag) 3 maart 2015, Utrecht 26 juni 2015, Eindhoven Na afloop: weet u wat moet en wat mag als
het gaat om brandwerende producten, kunt u inschatten wanneer en op welke plaatsen er bouwkundige afdichtingen en materialen moeten zijn, weet u hoe brandwerende materialen moeten worden onderhouden, weet u wat de certificering inhoudt waar overheid en inspectie-instellingen om vragen, kent u de normen NEN 6068, NEN 6069 en NEN 6090 in grote lijnen, weet u het verschil tussen variabele- en permanente vuurbelasting, kent u de vuurbelasting van de verschillende materialen, kunt u een eenvoudige vuurbelastingsberekening maken en kent u NEN-EN 13501-1 die NEN 6064, NEN 6065 en NEN 6066 heeft vervangen. Prijs: € 580,Leergang NEN 6059: Brandveiligheid bouwwerken, van theorie naar praktijk Om tot een eenduidig, gestructureerd en transparant inzicht in de brandveiligheid van bouwwerken te komen, wordt NEN 6059 toegepast. NEN 6059-1 beschrijft de beoordeling brandveiligheid bouwwerken op basis van een nulmeting. Daarmee wordt vastgesteld of het gebouw aan een vooraf vastgelegd brandveiligheidsniveau voldoet en – als het gebouw daar niet aan voldoet – welke maatregelen moeten worden genomen om het gebouw op dat niveau te brengen. Met NEN 6059-2 kan worden vastgesteld wat aan maatregelen in de onderhoudscyclus nodig is om het vooraf bij de nulmeting vastgelegde niveau te handhaven. Een meerjaren onderhoudsplanning op basis van NEN 6059 kan gelden als onderdeel van de bedrijfsdoelstellingen, beleid uitgangspunten en korte en lange termijn visie op het eigen vastgoed of dat van klanten. Module 1. NEN 6059-1 en -2: Brand veiligheid bouwwerken, de methodiek (hele dag) Data nog niet bekend. Na het volgen van deze training weet u NEN 6059-1 en NEN 6059-2 toe te passen. U kunt een nulmeting uitvoeren en de gegevens uit deze meting gebruiken om eventuele tekortkomingen in kaart te brengen of om verbetervoorstellen uit te werken. Prijs: € 580,Module 2. NEN 6059-1: Brandveiligheid bouwwerken, webtool in de praktijk - nul meting (hele dag) Data nog niet bekend. Na afloop: Heeft u een beoordeling brandveiligheid bouwwerken in de praktijk uitgevoerd, inclusief uitwerking van de resultaten in de software.
Kunt u de theorie en werkwijze in de praktijk op locatie toepassen. Weet u welke onvoorziene situaties zich bij brandscans voor kunnen doen en waar vooraf rekening mee moet worden gehouden. Weet u welke informatie vooraf beschikbaar had moeten zijn om een goede brandscan uit te kunnen voeren. Kunt u de verkregen informatie uitwerken tot een inspectierapport en heeft u handvatten daarvoor meegekregen. Weet u wat u persoonlijk nog nodig heeft aan kennis, ervaring of aanvullende informatie voor uw (gewenste) functie. Prijs: € 580,Combinatiekorting Als u zich gelijktijdig opgeeft voor module 1 en 2, dan betaalt u € 1.070,-. U bespaart € 90,-. Leergang NEN 2767 conditiemeting gebouwen – Onderhoudsinspecteur (vier modulen) Het doel van de 'Leergang NEN 2767: Conditiemeting gebouwen - Onderhoudsinspecteur' is tweeledig. Enerzijds u optimaal te informeren in alle facetten van het onderhoudsproces, waarbij gebruik gemaakt wordt van de norm. Anderzijds u een volledige en zeer praktijkgerichte NEN 2767-inspecteursopleiding aan te bieden. Zo bent u 6 van de 8 dagen op locatie. Ook zijn er mogelijkheden voor examen en een certificaat. Zo kunt u dan aan de slag met het Certificaat NEN 2767 Onderhoudsinspecteur. Module 1. NEN 2767: Conditiemeting van gebouwen, de methodiek (hele dag) 15 januari 2015, Utrecht 4 maart 2015, Delft 4 maart 2015, Zwolle 23 april 2015, Leiden 23 april 2015, Zwolle Tijdens deze basistraining leert u NEN 2767 toe te passen en gaat u aan de hand van casussen zelf aan de slag om conditiescores te bepalen. Na afloop van deze training weet u in uw meerjarenonderhoudsplannen duidelijk aan te geven waarom onderhoud noodzakelijk is. U kunt aangeven waarom de huidige technische staat niet voldoet aan de gemaakte afspraken of het gewenste kwaliteitsniveau. Prijs: € 635,Module 2. NEN 2767: Conditiemeting van gebouwen, van theorie naar praktijk (hele dag) 22 januari 2015, Utrecht 11 maart 2015, Delft 11 maart 2015, Zwolle
42
Bouwregels in de praktijk | december 2014
Cursusagenda 2015 30 april 2015, Leiden 30 april 2015, Zwolle Deze training NEN 2767 leert u hoe u met de gebrekenlijsten tot een afgewogen conditie voor elementen komt. U stelt met de bepaalde condities een behoefteplan op. Voor het vertalen van het behoefteplan in een meerjarenonderhoudsplan, is het formuleren van onderhoudsbeleid noodzakelijk. De conditie kan daartoe ook worden ingezet als prestatie-indicator. Prijs: € 635,Module 3A. NEN 2767: Bouwkundige, Elektrotechnische en Werktuigbouwkundige conditiemeting in de praktijk (drie dagen) 3, 4 en 10 februari 2015, Woerden 24, 25 en 31 maart 2015, Woerden 2, 3 en 9 juni 2015, Woerden Tijdens deze driedaagse praktijktraining leert u de werkwijze van NEN 2767 beheersen door het vooral te doen. De werkwijze is in principe hetzelfde als de verdiepingstraining maar het verschil zit in het feit dat u nu zelf aan de slag gaat met een echt gebouw met echte gebouw- of installatiedelen en echte gebreken. Het verschil wordt ook gemaakt doordat u zelf verantwoordelijk wordt voor de uitwerking van uw inspectieresultaten (huiswerkopdracht). Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de wijze van rapporteren. Prijs: € 1250,Module 3B. NEN 2767: Conditiemeting van gebouwen, zelfstandig inspecteren (drie dagen) 3, 4 en 10 maart 2015, Utrecht 21, 22 en 28 april 2015, Utrecht 23, 24 en 30 juni 2015, Utrecht Tijdens de training ‘NEN 2767: Conditiemeting van gebouwen, zelfstandig inspecteren’ wordt de deelnemer uitgedaagd zelfstandig een volledige inspectie uit te voeren. Hiervoor is een geschikte kantoorlocatie beschikbaar. Per discipline is een vakdocent aanwezig om vragen te beantwoorden en het inspectieproces individueel te begeleiden. De verwerkte resultaten worden beoordeeld en van commentaar voorzien. Prijs: € 1.250,Combinatiekorting Als u zich gelijktijdig opgeeft voor meerdere modules, dan geldt een combinatiekorting. Inschrijving van twee modules. Bij inschrijving voor module 1 en 2, zijn de kosten € 1.170,-. U bespaart € 100,-. Inschrijving van drie modules. Bij inschrijving voor module 1, 2 en 3A, zijn de kosten € 2.320,-. U bespaart € 200,-. Inschrijving van alle vier modules: € 3.520,-. U bespaart € 250,- . Voor meer informatie NEN Training & Advies (www.nen.nl). Prijzen zijn per persoon, excl. btw, inclusief koffie/thee en cursusdocumentatie. Dagprogramma is inclusief lunch. Tel. (015) 269 01 88. E-mail:
[email protected]. Zie ook de website van NEN: www.nen.nl -> Training&Advies -> Bouw.
Onafhankelijke toetsing en toezicht van ontwerp tot oplevering. Wat betekent Kwaliteitsborging voor uw gemeente? Er komt nieuwe wetgeving over de kwaliteitsborging in de bouw. Vooruitlopend op deze verandering oefenen vijf gemeenten en de waarborginstellingen Bouwgarant, SWK en Woningborg met deze nieuwe werkwijze. Deze instellingen waarborgen de kwaliteit onder het keurmerk van de Stichting Garantiewoning. Zij zorgen ervoor dat aan de bouwregelgeving wordt voldaan en garanderen dat eventuele fouten worden hersteld. Sinds 1 oktober gaan bouwers in de gemeenten Delft, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam, Sint Anthonis zelf zorgen dat hun woningen voldoen aan de wettelijk verplichte kwaliteitseisen in het Bouwbesluit 2012. De gemeente beoordeelt het bouwplan alleen nog aan ruimtelijke en welstandseisen. Meer weten over het experiment en kwaliteits borging? Ga naar www.plangarant.nl.
PlanGarant Leeuwenhoekweg 58 2661 DD Bergschenhoek
T E W
088 26 66 800
[email protected] www.plangarant.nl
Alles wat u moet weten over het Bouwbesluit vindt u in de Bouwbesluitboeken VERBEELDING BOUWBESLUIT 2012 BOUWFYSICA In dit boek krijgt u door middel van tekeningen de technische eisen aan gebouwen voor wat betreft de bouwfysica in het Bouwbesluit uitgelegd. Deze uitgave is geoptimaliseerd met een verdiepingsslag en met het toevoegen van praktijkgerichte aandachtspunten bij de tekeningen. Auteurs: ing. D.M. Hellendoorn en ing. H. Harbers
Nieuwe uitgav e Nu met 25% introductiekorting!
ISBN: 9789462451292 Prijs: nu voor € 88,43* (normaal € 117,91*)
VERBEELDING BOUWBESLUIT 2012 ALGEMEEN BOUWKUNDIG In dit boek krijgt u aan de hand van beeld uitleg van de artikelen uit het Bouwbesluit. Door de overzichtelijke presentatie en het gebruik van eenduidige symbolen en afkortingen vindt u snel de gezochte informatie. Auteurs: ing. D.M. Hellendoorn, ing. H. Harbers, ing. M.I. Berghuis, ing. M.J. Dunnink en ing. P.J. van der Graaf ISBN 9789462450844 Prijs € 124,98*
BOUWBESLUIT 2012 MET TOELICHTING EN COMMENTAREN Met dit boek heeft u in één boek alle relevante toelichtingen van Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit 2012. De officiële teksten van de toelichting van de Nota’s van toelichting uit de afzonderlijke Staatsbladen en de Toelichtingen uit de afzonderlijke Staatscouranten zijn ‘in elkaar geschreven’, zodat er twee leesbare integrale toelichtingen zijn ontstaan. Auteurs: M. van Overveld, M.I. Berghuis en P.J. van der Graaf Aantal pagina’s: 556 ISBN 9789462451100 Prijs € 65,99* *Prijs is exclusief btw en verzendkosten
De boeken uit de Reeks Bouwbesluit Praktijk bevatten informatie over de toepassing van Bouwbesluit 2012. Zowel in tekst als in afbeeldingen zijn de voorschriften uitgelegd. De auteurs van deze boeken hebben dagelijks beroepsmatig met het Bouwbesluit te maken en hun expertise staat garant voor de deskundige en praktische benadering van dit complexe onderwerp.
Kijk voor meer informatie of uw bestelling op www.bimmedia.nl/bouwbesluitboeken14 of bel naar 070 304 67 77.
‘Waar haal jij altijd zo snel die expertise vandaan?’
Op omgevingindepraktijk.nl heeft u snel en gemakkelijk antwoord op al uw vragen omtrent bouwregelgeving, grondzaken, milieu en erfgoed. Aanmelden:
omgevingindepraktijk.nl/gratis
Omgeving in de praktijk.nl