Bouwen van de tramremises voor de steden van de 21e eeuw www.tramstore21.eu
TramStore21
Europese samenwerking TramStore21 is een samenwerkingsproject tussen Europese partners uit de overheidssector. Het past in het regionale beleid van de Europese Unie, dat een versterking van de samenhang tussen de verschillende Europese regio’s beoogt en een specifiek programma financiert: INTERREG. Door deze samenwerking zullen de vijf partners van TramStore21 vlotter een oplossing vinden voor een aantal lokale problemen die ze moeilijk alleen aankunnen, onder meer dankzij de gedetailleerde studie van andere lokale omstandigheden. Concreet worden transnationale groepen opgericht om de projecten van elke partner onder de loep te nemen en te verbeteren. Bovendien delen de technische afdelingen van de partners hun kennis van zaken om die te verrijken en de best practices te selecteren.
Blackpool
Rotterdam Dortmund Brussel
Dijon
De partners doen ook voorstellen om de nationale en Europese beleidslijnen te verbeteren die een weerslag kunnen hebben op de duurzame dimensie van de openbaarvervoerinfrastructuur. Meer info over het programma INTERREG IVB Noordwest-Europa: www.nweurope.org
Jaarlijkse evenementen TramStore21 Zolang het project loopt, wordt er jaarlijks door één van de partners een open evenement georganiseerd. Die evenementen bieden de gelegenheid alle betrokken personen uit te nodigen om met de partners de balans op te maken van de vordering van de remises en de uitwisseling van best practices. Een eerste evenement vond plaats in Dortmund op 16 december 2008.
Volgend jaarlijks evenement: 28 October 2009 in Rotterdam. Alle inlichtingen vanaf september 2009 op www.tramstore21.eu Volgende ontmoetingen: Oktober 2010: Dijon Oktober 2011: Blackpool Oktober 2012: Brussel
TramStore21 in het kort TramStore21 is een samenwerkingsproject in het noordwesten van Europa dat voor 50 % gecofinancierd wordt door de Europese Unie (programma INTERREG IVB). Het bestaat erin bij de bouw van de tramremises - ruime hangars waar trams worden onderhouden en gestald - te zorgen dat de drie dimensies van duurzame ontwikkeling nageleefd worden: economisch, sociaal en ecologisch. De partners van het project zijn de MIVB (openbaar vervoerbedrijf van Brussel, België, leider van het project), de RET (openbaar vervoerbedrijf van Rotterdam, Nederland), Grand Dijon (Regering van de stadsagglomeratie van Dijon, Frankrijk), de stad Blackpool (Verenigd Koninkrijk) en het Fraunhofer Instituut voor de logistiek (Dortmund, Duitsland). Van 2008 tot 2013 gaan die partners samenwerken en hun technische kennis uitwisselen om hun remises op de beste manier te bouwen. De resultaten die TramStore21 gaat opleveren, zijn bestemd om als referentie te dienen voor de bouw van remises in Europa. Gezien de huidige sterke groei van het openbaar vervoer in steden en de noodzaak om remises te bouwen in een groot aantal steden, is het belangrijk na te denken over de beste integratie van die industriële infrastructuur in een stedelijke omgeving.
De drie uitdagingen van het project TramStore21:
1
De bestaande best practices in Noordwest-Europa op het vlak van de bouw van remises en performante infrastructuur in termen van duurzame ontwikkeling samenbrengen
2
Vier tramremises bouwen die als voorbeeld kunnen dienen
3
Een lokale en algemene context creëren die bevorderlijk is voor de verwezenlijking van kwaliteitsvolle openbaarvervoerinfrastructuur
Remise-werkplaats: een onontbeerlijke infrastructuur, een niet-alledaagse ervaring Elk openbaarvervoersnet moet zijn rollend materieel kunnen onderbrengen, beschermen en onderhouden. Een tram is een ingewikkelde en kostbare machine: voor het onderhoud is een overdekte ruimte, een wasruimte en een werkplaats noodzakelijk. Deze infrastructuur moet in de stad gelegen zijn, dicht bij het net, om verloren kilometers te vermijden. De levensduur van een goedgebouwde remise kan een eeuw overtreffen. Ze worden niet zomaar om het jaar gebouwd, zelfs niet in de grote steden. De ervaring is dus niet altijd beschikbaar. Door samenwerking tussen verschillende partners kan het leerproces versneld worden en kunnen fouten door onervarenheid voorkomen worden. Een remise-werkplaats is uiteraard 24 uur per dag en 7 dagen per week in bedrijf en ligt centraal ten opzichte van de bewegingen van de voertuigen van het openbaar vervoer. Het is ook een groot gebouw. Om die redenen kan overlast worden veroorzaakt naar omwonenden en zijn dus preventieve maatregelen nodig, onder meer tegen lawaai en trillingen, om de visuele impact te optimaliseren en om tot een optimaal beheer van het afvloeiend water te komen. De bouw van een remise-werkplaats biedt ook lokale werkgelegenheid en verbetering van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel, de kans om een industriële site buiten gebruik te herstellen of de mogelijkheid de wijken beter te bedienen. Het gaat om de toepassing van de modernste technieken die als voorbeeld voor de bouwsector kunnen dienen.
Zeven uitwisselingsthema’s, drie werkgroepen Werkgroep 1: het standpunt van de beslissers Thema
1
: lokalisering van de remises
Hoe kies je tussen meerdere mogelijke lokaties? Hoe optimaliseer je de lokalisering op grond van het te bedienen net, of de bediening op grond van de gekozen lokalisering?
Welke stedenbouwkundige maatregelen zorgen voor een goede integratie van de remise in haar stedelijke omgeving? Welke synergie ontstaat er tussen de bouw van die nieuwe infrastructuur en de verwezenlijking van verwante operaties ter verbetering van de leefomgeving of voor stedelijke herkwalificatie?
Thema
2
: economische analyse toegepast op de te realiseren keuzes
Economisten hebben enkele technieken ontwikkeld om tot die keuze te komen: berekening van het rendement op investering (ROI - return on investment), integratie van de kostprijs over de totale levensduur, kosten-batenanalyse, multicriteria-analyse. De resultaten van die analyses kunnen erg variëren op basis van de hypothesen die worden aangenomen. Sommige zijn vrij klassiek, zoals de prijs van energie, de levensduur van het product of de verbetering van de productiviteit gelinkt aan de investering. Andere zijn nieuwer en minder tastbaar, zoals arbeidscomfort, luchtkwaliteit en lawaai. Enkele landen hebben genormeerde evaluatiemethodes ontwikkeld, andere niet. En de gekozen waarden kunnen enorm variëren. Door verschillende analysemethodes toe te passen op de te realiseren keuzes voor de remises kunnen deze methodes vergeleken worden en aanbevelingen voor de toekomst opgesteld worden.
Werkgroep 2: het standpunt van de ontwerpers (architecten, ingenieurs) Thema
3
: een remise ontwerpen
Het algemene concept van een remise-werkplaats is een moeilijker oefening dan het lijkt: de beschikbare plaats optimaal benutten, de vitale functies intelligent op elkaar afstemmen, de uitrustingen dimensioneren, een soepele exploitatie en een vlotte doorstroming van de in- en uitrijdende trams bevorderen, rekening houden met het personeel en de omwonenden: al deze elementen houden een hoop mogelijke combinaties in. De toepassing van normen, wanneer die bestaan, kan helpen, en veel ervaring en kennis van zaken zijn eveneens nodig om ervoor te zorgen dat de remise goed gedimensioneerd zal zijn en haar rol op de gepaste manier kan vervullen.
Thema
4
: het werk organiseren in een remise-werkplaats
De remise is een plaats waar het werk van de bestuurders georganiseerd wordt en een ontmoetingsplaats: ze is vaak het enige fysieke contactpunt van de bestuurders met de onderneming waar ze in dienst zijn en met de collega’s. De werkplaats moet aan alle eisen van een moderne werkplek voldoen: diagnose van de staat van de trams, digitaal beheer en intelligente opslag van de reserveonderdelen, gemakkelijke toegang tot alle delen van de tram en tot de werktuigen en uitrustingen, voldoende verlichting, veiligheid, geluid, temperatuur, circuit voor de verwerking van afvalstoffen, enz. Thema 4 zal het mogelijk maken de door de partners voorgestelde oplossingen te vergelijken om van de remises een doeltreffende en aangename werkplek te maken.
Werkgroep 3: het milieustandpunt
Thema 6 :
milieuanalyse van de bouwmaterialen
Thema 5 : grote ecologische kwesties die verband houden met de bouw en operatie van een remise
Het doel is een methode op te stellen voor de vergelijking tussen de materialen die op de markt voorhanden zijn en nuttig zijn voor de bouw van een remise, met inbegrip van het isolatiemateriaal, vanuit het standpunt van de duurzaamheid: levensduur,productieproces, verbruikte energie, afval.
Dit thema, dat centraal staat in de aanpak van TramStore21, zal het mogelijk maken om vanuit milieustandpunt zo ver mogelijk te gaan met het innoverend concept van de remises, voornamelijk: • waterbeheer: oppervlakteafstroming en doorlaatbaarheid,... regenwaterreservoir en lokaal gebruik, lozingen; • energieprestatie: haalbaarheid van de toepassing van de standaard ...«passief of lage-energiegebouw»; • lokale energieproductie: fotovoltaïsche cellen, windmolen, ...warmtepomp, biomassa, haalbaarheid van «CO2-neutrale» remise; • verwarming, ventilatie, koeling; • natuurlijke en kunstmatige verlichting, ligging van de werkruimten.
Thema
7
: bouwplaatsbeheer
Bouwplaatsen van meer dan twee jaar kunnen uiteenlopende hinder veroorzaken voor de buurt: afbraak van een oud gebouw, verkeer, lawaai, bezetting van de weg, afval. De partners van TramStore21 zullen actief aan uitwisseling doen alvorens aan de bouw van hun remise te beginnen om die hinder te minimaliseren en de organisatie van de bouwplaats te optimaliseren. Er zal in het bijzonder aandacht besteed worden aan de relaties met de buurt. De geïdentificeerde normen en goede praktijken voor de bouw van de remises zullen als model dienen voor andere bouwplaatsen die later door de partners dienen te worden gerealiseerd.
Vier toekomstige voorbeeldremises Blackpool:
1
de historische tram moderniseren, de stad nieuw leven inblazen
Blackpool is één van de belangrijkste badplaatsen aan de westkust van Engeland: zijn 140.000 inwoners verwelkomen elk jaar 10 miljoen toeristen! Sinds het begin van de 21e eeuw wordt het centrum van Blackpool gerenoveerd met een ijver die tot voorbeeld kan strekken. De kusttramlijn van Blackpool werd 120 jaar geleden ontwikkeld en is de enige tramlijn in het Verenigd Koninkrijk die ononderbroken geëxploiteerd werd. De historische voertuigen die op deze lijn rijden, zijn heel pittoresk. De stad Blackpool heeft met de hulp van de Britse Regering het plan opgevat deze tram volledig te renoveren om hem een hoofdrol te laten spelen in de mobiliteit in Blackpool in de komende jaren. Niet minder dan 100 miljoen £ (115 miljoen €) zal in dit ambitieuze project gepompt worden: nieuwe sporen, nieuwe bovenleidingen, nieuwe instapheuvels, nieuw rollend materieel en een nieuwe remise-werkplaats!
De nieuwe remise: meer dan een lokalisatie, een keuze voor ontwikkeling
> Paul Grocott, programme manager Tel: + 44 12 53 47 60 02,
[email protected] Blackpool City Council PO Box 77, Town Hall, UK – Blackpool FY1 1NA www.blackpool.gov.uk
Het eerste idee van de stad Blackpool was te proberen de nieuwe remise op de site van de oude te bouwen. Maar er was niet genoeg plaats voor en de toegangswegen waren smal en lagen in een dichte stedelijke omgeving, zodat er uiteindelijk voor een andere oplossing werd gekozen: de nieuwe remise vestigen aan het zuidelijk eindpunt van de lijn, beneden aan de zeedijk. Die grotere ruimte met een schaarsere bewoning biedt genoeg plaats om het nieuwe materieel te stallen en te onderhouden, en zelfs om het aantal voertuigen
te verhogen die nodig mochten zijn voor een mogelijke toekomstige uitbreiding van de lijn. Deelnemen aan een Europees project toegespitst op de tram betekent voor Blackpool zich openstellen voor de expertise die aanwezig is op het Europese vasteland en kennis opdoen over de werking van enkele moderne netwerken. Dankzij dit project zal het de organisatie van de remise, de keuze van de bouwmaterialen en van de milieuvriendelijkste technieken kunnen optimaliseren.
2
Dijon: twee tramlijnen om de agglomeratie zuurstof te geven De agglomeratie van Dijon beschouwt haar project als «bepalend voor de ontwikkeling en de aantrekkingskracht van haar regionale hoofdstad van de Bourgogne en van het hele leefgebied van de Dijonnais (315.000 inwoners, 135.000 arbeidsplaatsen). In combinatie met andere spoorprojecten zoals de komst van de TGV, zal het tramproject een verplaatsingsketen rondmaken die actief zal bijdragen aan de beperking van de broeikasgassen».
De twee geplande tramlijnen zullen in totaal staan voor 20 km, 37 stations, 32 stellen van 33 m, en een investering van 400 miljoen EUR. De integratie van de tram in de stad zal de aanleiding zijn voor talrijke herkwalificaties van de openbare ruimte. De indienststelling is gepland in 2013.
Remises en werkplaatsen: een oude SNCF-remise nieuw leven inblazen Een vroegere site van 14 ha van de Franse Spoorwegen zal als basis dienen voor de installatie van de toekomstige remises en werkplaatsen van de trams en bussen van le Grand Dijon. Dit project staat dus in het teken van de continuïteit en het respect voor de industriële en spoorgeschiedenis van de regio.
De bouw/renovatie van de remise zal ook resoluut gericht zijn op de toekomst en op duurzame ontwikkeling: • gebruik van de grote daken voor de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen; • recuperatie en gebruik van regenwater; • gebruik van verbrandingsresten van afval om de fundering van de toegangswegen aan te leggen; • ontwikkeling van economische activiteiten op een deel van de site; • gebruik van bepalingen van sociale inschakeling in de overheidsopdrachten zodat de bouwplaats aangegrepen kan worden om mensen op te leiden die het moeilijker hebben om hun plaats op de arbeidsmarkt in te nemen.
> Stéphane Goichon, directeur van de missie tram: Tel: +33 3 80 50 37 05,
[email protected] > Olivier Henry, manager van het remiseproject: Tel: +33 3 80 72 90 56,
[email protected] > Nadia Siali, assistente van de missie tram: Tel: +33 3 80 50 37 83,
[email protected] Grand Dijon – Communauté de l’Agglomération Dijonnaise Mission tram • 40 avenue du Drapeau F – 21075 Dijon Cédex www.grand-dijon.fr
3 RET Rotterdam: op naar duurzaam vervoer De elektrische trams hebben een geschiedenis van ruim een eeuw in de stad Rotterdam. De laatste generatie voertuigen met lage vloer maakt ze uiterst geschikt om in te spelen op de verplaatsingsbehoeften van de bevolking van deze bruisende kosmopolitische stad. De RET exploiteert 8 tramlijnen, 125 trams en twee remises, maar ook een metronet, 36 buslijnen en een Fast Ferry. RET vervoert ongeveer 600.000 personen per dag.
De voortdurende wil om schoon openbaar vervoer van goede kwaliteit aan te bieden ligt aan de basis van de strategie van de RET en van de stad Rotterdam, die de ambitie heeft tot één van de meest duurzame steden ter wereld uit te groeien, door onder meer klaar te staan om een alternatief voor de auto te bieden en de processen die klimaatsveranderingen in de hand werken zoveel mogelijk in te perken.
> Wilko Mol, senior adviseur innovatie en strategie : Tel: +31 10 447 5332,
[email protected] > D. Pols, project manager remise Beverwaard : Tel: +31 10 447 5410,
[email protected] > R.E.M. de Tender, technisch project leider : Tel: +31 10 447 5541,
[email protected] RET – Openbaar Vervoer van Rotterdam Vasteland 80 • Postbus 112 NL - 3000 AC Rotterdam www.ret.nl
De remise Beverwaard: intermodaliteit en milieu De nieuwe remise Beverwaard, gelegen in het zuiden van de agglomeratie van Rotterdam, is nodig om de ontwikkeling van de vervoerscapaciteiten van de tram op peil te houden. Het zal een intermodaal centrum van eerste rang worden: een groot deel van het dak zal ingenomen worden door een optimaal bediend P+R terrein met 500 plaatsen. Bovendien zal de remise, waarvan de bouw tot 2010 zal duren, in meer dan één opzicht een voorbeeld zijn: • installatie van meerdere warmtepompen in de onderbouw van het gebouw; • zuinige verlichting; • ergonomie van de uitrustingen voor de onderhoudswerklieden; • beheer van regenwater: opslag, gebruik, behandeling.
4 MIVB Brussel
een decennium van ongeziene groei In 1999 vervoerde de MIVB 159 miljoen reizigers in Brussel. In 2008 stond de teller op 286 miljoen, oftewel 80% meer. Deze recordevolutie van het gebruik van het openbaar vervoer in de hoofdstad van Europa heeft de uitvoering van een ambitieus ontwikkelingsprogramma onontbeerlijk gemaakt, in overleg met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met de omsluiting van de Kleine Ring in 2009 zal het metronet voortaan 40 % meer plaatsen aanbieden op vier lijnen. Het tramnet werd eveneens geherstructureerd op de belangrijkste assen en verrijkt met 68 nieuwe voertuigen met grote capaciteit. Met een bestelling van meer dan 100 nieuwe trams zal de kwaliteit van de verplaatsingen van de reizigers op meer dan de helft van het net nog verbeterd kunnen worden. Die nieuwe voertuigen vereisen de bouw van twee nieuwe tramremises: de ene in het noorden van Brussel (Haren) is zo goed als afgewerkt, de andere in het zuiden (Ukkel-Vorst, de vroegere industriële site Marconi) zal gebouwd worden tussen 2010 en 2012.
MIVB – Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel Koningsstraat 76 B – 1000 BRUSSEL www.mivb.be
De toekomstige remise Marconi: het nuttige met het aangename verenigen Voor de MIVB is deze nieuwe remise de gelegenheid om vanaf het allereerste begin te gaan voor een geïntegreerd milieuvriendelijk concept dat een gezonde en aangename werkplek biedt aan de 320 personeelsleden die er hun dienst zullen aanvatten, evenals de functies van een remise voor 75 trams en van een onderhoudswerkplaats voor 15 trams. Ecobouw: • Keuze van een relatief afgelegen gedesinvesteerde industriële site; • Algemene organisatie van de site in drie aparte maar goed verbonden gebouwen (de remise, de werkplaats en de kantoren); • Beperkt effect van het gebouw op visueel en auditief niveau; • Duurzaamheid van de materialen; • Aanleg van een groene wandelroute voor voetgangers en fietsers langs de site. Ecomanagement : • Laag energieverbruik: zoeken naar de toepassing van het principe van CO2-neutraliteit; • Geoptimaliseerd beheer van water, verlichting en verwarmingsen koelcircuits. > Raphaël du Cheyron Calvelli, coördinator van het project TramStore21, Tel: +32 25 15 39 29,
[email protected] > Romain Bossaert, leider van het project van de remise Marconi: Tel: +32 25 15 54 16,
[email protected] > Fernand Van de Plas, hoofd van het tekenbureau Rollend Materieel: Tel: +32 25 15 26 23,
[email protected] > Luc Van de Velde, manager van de afdeling Projecten Net en Methodes: Tel: +32 25 15 53 39,
[email protected]
TramStore21, een project van dynamisch kennisbeheer De uitwisselingen georganiseerd in het kader van TramStore21 zijn geïnspireerd op het concept van levensduur van kennis dat almaar vaker gebruikt wordt in de wereld van het management. Enerzijds komt het erop aan de kennis die bij deskundige personen zit, vaak onopgemerkt of zelfs onbewust, actief te delen binnen één of meer organisaties. In de vrij gefragmenteerde sector van het openbaar vervoer is het gevaar groot dat een aanzienlijk deel van de lokale knowhow verloren gaat met het nakende vertrek van de generatie van de «babyboomers». TramStore21 hoopt dit fenomeen tegen te gaan door kritieke overdrachten van die expertise te organiseren in een «Community of Practice» (“TramStore21 Exchange Group”), en door ze te formaliseren en te publiceren. Anderzijds is de hedendaagse samenleving voortaan een «kennismaatschappij» waar de productie van informatie de industriële productie overtreft. De nuttige informatie voor een openbaarvervoeroperator identificeren en ze kunnen toepassen op de op te lossen problemen is een belangrijk en complex oriënteringswerk. Teams van collega’s met complementaire achtergronden kunnen elkaar aanvullen en tot resultaten komen
Schema en methode geïnspireerd op Nonaka en Takeuchi, The knowledge creating company, Oxford University Press, 1995.
Een gunstige context creëren voor de bouw van duurzame infrastructuur Op lokaal niveau bestaat de wil om een positieve context te creëren • bij de omwonenden van de sites: overleg, organisatie van activiteiten met lokale weerslag (werkgelegenheid, opleiding, diensten aan werknemers), verbetering van het vervoersaanbod; • bij de ploegen die instaan voor het concept en de uitvoering van de projecten (architecten, ingenieurs, aannemers): verbetering van de kennis van duurzame technieken, in rekening brengen van de veelvuldige behoeften van de openbaarvervoeroperator, van zijn personeel en van de stadsomgeving. Op het niveau van de algemene en Europese context zal het project zijn bijdrage leveren tot de reflectie • over de harmonisering van de standaarden voor ecologisch bouwen en de in Europa te ontwikkelen certificeringen; • over de geschikte reglementen voor de bouw van industriële gebouwen voor de 21e eeuw (in het bijzonder de nationale toepassing van de Europese richtlijn betreffende de energieprestaties van gebouwen 2002/91/EG).
TramStore21
Het Fraunhofer Instituut IML (Dortmund, Duitsland),
wetenschappelijke partner van het project
De Fraunhofer-Gesellschaft is een overheidsmaatschappij in eigendom van de Duitse federale staat, die een brug vormt tussen de universiteiten en de industrie, tussen theorie en praktijk. Haar rol bestaat erin in opdracht aan researchwerk te doen en technologieën over te dragen. Op dit ogenblik bestaat Fraunhofer in Duitsland uit 56 instituten en 15.000 researchers. Het Instituut voor Materiaalstroom en Logistiek (IML) in Dortmund is gespecialiseerd in de bouw en de werking van elke verplaatsingsketen van goederen, vanaf de productie tot het eindgebruik, via de intelligente etikettering, de opslag, de logistiek van de bouwplaatsen, het beheer van de middelen, het effect op het milieu en de circuits van het afvalbeheer.
Rol van Fraunhofer IML in het project TramStore21: • de uitwisselingen tussen partners organiseren en de technische groepen faciliteren • de resultaten van de uitwisselingen per thema publiceren • het onderzoek van de wettelijke en reglementaire context coördineren • het partnerschap opentrekken naar de Duitse actoren.
Joachim Kochsiek, ingenieur en economist bij het departement Logistiek, Tel: +49 231 97 43 395,
[email protected] Gerald Ebel, ingenieur, Tel: +49 231 97 43 377,
[email protected] Kathrin Hesse, doctor in de wetenschappen, Tel: +49 231 97 43 364,
[email protected] Henning Schaumann, logistician, Tel: +49 231 97 43 353,
[email protected] Fraunhofer IML Joseph-von-Fraunhofer-Strasse 2-4 D-44227 Dortmund www.iml.fraunhofer.de
De terugkeer van de tram een kans voor duurzame stadsmobiliteit De tramnetten, die tot het midden van de 20e eeuw uiterst sterk ontwikkeld waren in Europa, werden in de jaren 1960 en 1970 vaak vervangen door autobusnetten, waarvan men dacht dat ze soepeler en goedkoper waren, in het bijzonder in het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk. In de loop van de laatste 20 jaar is er een trendbreuk gekomen en overal ter wereld werden nieuwe tramlijnen aangelegd. De voordelen van de tram werden herontdekt: • Grote capaciteit: een grote moderne tram kan twee keer meer passagiers vervoeren dan een gelede bus; • Elektrische tractie: geen stedelijke verontreiniging, mogelijkheid om in een tunnel te rijden; • Comfort: het verkeer op een goed onderhouden spoorbaan biedt een onvergelijkbaar verplaatsingscomfort; • Voorspelbaarheid: de aanwezigheid van een tramlijn geeft structuur aan de activiteiten en de verplaatsingen van de bevolking;
• Openbare ruimte: de aanleg van tramsporen is een goede gelegenheid voor een herkwalificatie van de openbare ruimte. De eigen trambanen met gras geven de wegen de groene toets die er zo vaak ontbreekt. Ze gaan ook perfect samen met voetgangerswegen. • Rotterdam en Brussel hebben sinds 2000 veel geïnvesteerd in hun tramnet: nieuwe voertuigen, lijnuitbreidingen. Blackpool, de enige stad in het Verenigd Koninkrijk die in de 20e eeuw een tram behouden had, heeft beslist hem volledig te moderniseren. In Dijon zal een grote mobilisatie van de agglomeratie voor ecomobiliteit uitmonden in de aanleg van twee tramlijnen.
> De website van de tramremises van de 21e eeuw. > platform van de technische uitwisselingen > Een interactieve site: inloggen, documenten bekijken, reageren, bijdragen toevoegen.
www.tramstore21.eu
Een project gestuurd door MIVB Brussel (B)
In partnerschap met RET Rotterdam (NL)
Communauté de l’Agglomération Dijonnaise (F)
Coördinatie van het project De MIVB staat in voor de leiding en de coördinatie van het project. Alle algemene informatie over het project is verkrijgbaar bij: Blackpool City Council (UK)
Jean-Luc de Wilde d’Estmael, hoofd Europese Projecten: tel: +32 25 15 53 07, e-mail:
[email protected] Fraunhofer Institute for logistics (D)
Raphaël du Cheyron Calvelli, coördinator van het project TramStore21, tel: +32 25 15 39 29, e-mail
[email protected]
Co-funded by the Interreg IVB programme for North-West Europe
9581
www.tramstore21.eu MIVB Koningsstraat 76 B – 1000 BRUSSEL