BOTTUMOREN Om beter te kunnen begrijpen wat een bottumor juist is, wordt er in deze brochure meer uitleg gegeven over de normale structuur van het bot. Op die manier krijgt u een beter zicht op wat abnormaal is. 1. Normaal botweefsel Botten dragen het lichaam en de meeste van hen zijn hol. Het buitenste gedeelte van het bot bestaat uit een netwerk van bindweefsel waarop calcium is gevestigd. Het harde gedeelte van het bot is gemaakt uit compact been, met aan de binnenzijde een meer sponsachtig been. Binnenin het bot bevindt zich een holte (centrale holte)
Oncologie/0140
waarin er zacht weefsel aanwezig is, namelijk het beenmerg.
De meeste botten ontstaan uit kraakbeen. Het lichaam voorziet het kraakbeen van calcium en zo wordt het bot uiteindelijk gevormd. Na de botvorming kan er kraakbeen blijven liggen aan de uiteinden van het bot en is als het ware een ‘kussen’ tussen de botten. Kraakbeen is gemaakt van vezelig weefsel gemengd met een gel-achtige substantie, deze bevat weinig calcium. Kraakbeen is dan wel zachter dan bot maar is toch steviger dan de meeste weefsels. Dit kraakbeen, samen met ligamenten en ander bindweefsel vormen een gewricht. Bij volwassenen vinden we vooral kraakbeen aan het uiteinde van de botten samen met het gewricht. Het is ook te vinden ter hoogte van de borstkast op de plaats waar de ribben het borstbeen raken, de luchtpijp, het strottenhoofd en delen van het oor. Bot zelf is zeer hard en sterk. Het bot zelf bevat twee soorten cellen. 1. De osteoblasten zijn cellen die zorgen voor de aanmaak van nieuw bot. 2. De osteoclasten zorgen ervoor dat oud bot afgebroken wordt. Het lijkt vaak dat bot niet veel veranderd, maar het is echter zeer actief. Er wordt steeds nieuw bot gevormd en oud bot afgebroken. In sommige botten bestaat het beenmerg alleen uit vetweefsel (geel beenmerg). In andere botten kan deze bestaan uit een mengsel van vetweefsel en bloedvormende cellen zoals rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes (rood beenmerg). Kanker kan ontstaan vanuit de cellen van elk van deze weefsels.
2. Wat is kanker? Ons lichaam is opgebouwd uit miljoenen bouwstenen, de cellen. Ons lichaam maakt constant nieuwe cellen aan om te groeien en om beschadigde en verouderde cellen te vervangen. Bij celdeling ontstaan uit één cel twee nieuwe cellen, uit deze twee cellen ontstaan er vier, dan acht enz. Normaal zorgen “reparatiegenen” voor herstel van beschadigde cellen, soms faalt dit systeem. Dan treden er fouten op in de genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel regelen.
2
Als een cel zich dan overmatig gaat delen dan ontstaat een gezwel of tumor. Kanker betekent steeds een ongeremde deling van lichaamscellen.
Gezonde cellen
Kankercellen
3. Soorten bottumoren Sarcomen zijn kankers die ontstaan in botten, spieren, bindweefsel, bloedvaten, vetweefsel of andere weefsels. Ze kunnen overal in het lichaam ontstaan. Een primaire bottumor is een tumor die begint in het bot zelf. Er zijn verschillende soorten bottumoren. Het soort cellen die de tumor vormen en de stoffen die zij eventueel vrijstellen, zorgen voor de naamgeving. Sommige primaire bottumoren zijn goedaardig (geen kanker), en anderen zijn kwaadaardig (kanker). Bij een goedaardige (benigne) tumor is er meestal geen ingroei naar andere weefsels en is er geen sprake van uitzaaiingen. Soms is het toch nodig een goedaardige tumor te verwijderen, bijvoorbeeld als deze klachten veroorzaakt of indien het een lokaal agressieve vorm betreft die het gezonde bot verder zal aantasten. Secundaire bottumoren zijn kankers die beginnen in een ander deel van het lichaam (b.v. borst, longen, darmen, …) en uitzaaien naar het bot. Enkele voorbeelden.
Enchondromen = een tumor van het kraakbeen
Reusceltumor = een goedaardige maar lokaal agressieve tumor die heel grote cellen bevat
…………….
3
Enkele voorbeelden van kwaadaardige (maligne) tumoren.
Osteosarcoom = een kwaadaardige tumor van het bot
Ewingsarcoom = een kwaadaardige tumor van het bot of van de weke delen (spier- en bindweefsel)
Chondrosarcoom = een tumor van het kraakbeen
4. Uitzaaiingen Bij kanker kunnen uitzaaiingen, ook wel metastasen genoemd op afstand van de primaire tumor ontstaan doordat tumorcellen zich via de bloedvaten en/of het lymfestelsel gaan verplaatsen. Sarcomen zaaien meestal via het bloed uit naar de longen, maar kunnen ook uitzaaien naar andere botten, de lever, de hersenen of andere inwendige organen. Ongeveer 1 op de 5 patiënten heeft metastasen op het moment van diagnose. Deze patiënten zijn moeilijker te behandelen, hoewel sommige nog kunnen genezen wanneer de metastasen met een operatie verwijderd worden. Het lymfestelsel bestaat uit lymfevaten, lymfeklieren en lymfeklierweefsel. Dit geheel speelt een belangrijke rol bij de afweer van ons lichaam tegen virussen, bacteriën en andere organismen die ons ziek kunnen maken. Lymfevaten worden vanuit het lichaamsweefsel gevuld met een kleurloze vloeistof: lymfe.
4
lymfeklier aanvoerend lymfevat tumor
Deze vloeistof vervoert vocht en afvalstoffen uit het lichaam en komt via steeds grotere lymfebanen in de bloedbaan terecht. Voordat het lymfe in het bloed terecht komt, is het minstens één lymfeklier gepasseerd. Kankercellen kunnen loskomen van een tumor en via een lymfevat in een lymfeklier terechtkomen. In deze lymfeklier kan dan een nieuwe tumor ontstaan, de uitzaaiing (metastase).
________________________________________ Referenties:
Het multidisciplinair team sarcomen en bottumoren UZ Gent www.hoezithet.com www.huidkanker.be
5