Bosmuseum Gerhagen Zavelberg 10 3980 Tessenderlo
GERHAGEN
Tel: 013 / 67.38.44 E-mail:
[email protected] Website: wet.gerhagen.be
Havik
Samengesteld door Willy Vanwesemael
WERKBLADEN Lager Onderwijs Derde Graad 20
De 12 Bosgeboden
Kruiswoordraadsel
Opdracht:
Door alle antwoorden juist in te vullen lees je in kolom 5, van boven naar onder, de naam van de voorvader van de vogels.
Vul in met één van de onderstaande woorden:
bomen – dieren – afval – klim – paddenstoelen – natuur leiband – paden – auto’s – vuur – lawaai – nesten 1. Blijf op de 2. Beschadig geen
, struiken of planten.
3. Maak geen 4.
... maken is ten strengste verboden.
5. Laat geen
achter.
6. Pluk geen bloemen of 7. Vang geen 8.
niet in de bomen.
9. Honden aan de 10. Geen
.
11. Verstoor geen 12. Help de
2
1. De kleinste fuutachtige vogel die in Gerhagen broedt. 2. Vogel met een gekruiste bek. 3. Ook Geitenmelker genoemd (Caprimulgus europaeus). 4. Vogelfamilie met 2 tenen naar voor en 2 tenen naar achter. 5. Vogel met kuif, broedvogel van akkers en weiland. 6. Vogel die niet zingt maar kleppert met de snavel. 7. Een mees met een blauw kruin. 8. Zwart-witte vogel met een omhoog gebogen snavel. 9. Gele vogel met zwarte vleugels. 10. Lichte uil met een hartvormige gezichtssluier. 11. Deze vogel slaapt al vliegend en heeft sikkelvormige vleugels (Apus apus). 12. De vijfde letter van de wetenschappelijke naam van de Bosuil.
... of moto’s in het bos. tijdens het broedseizoen. . beschermen.
5 1 2 3 4 S 5 6 7 8 K 9 W 10 11 12
D
S K
K
N
W N T
K O
R S
P T L L
K G
W
19
Woordverklaringen
Topografie
Opdracht:
Studie van de plaats van lichaamsdelen bij levende wezens.
Wat betekenen onderstaande woorden? Vul in. Bekijk de panelen in het Bosmuseum indien nodig.
Opdracht:
Kolonie – Determineren – Biotoop – Territorium Ornitholoog – Nestvlieders – Balts
Vul de lichaamsdelen in. Kijk eens naar deze vogel in wandkoepel 11 en gebruik de vogelgids (blz. 29).
1. De leefomgeving van een diersoort. ………………………………………………………………………………
2. Vogelkenner of vogeldeskundige. ……………………………………………………………………………….
3. Vogels die vroeg het nest verlaten. ……………………………………………………………………………….
4. Groep samenlevende vogels. ……………………………………………………………………………….
5. Gebied dat door een dier tegen soortgenoten wordt verdedigd. ……………………………………………………………………………….
6. Naam van een dier of plant vaststellen. ……………………………………………………………………………….
7. Paringsdans bij vogels. ……………………………………………………………………………….
Wat is de naam en wat zijn de volgende kenmerken van deze vogel? Gebruik de vogelgids. Nederlandse naam: ………………………………………………………….. Wetenschappelijke naam: ..................................................................... Herkennen in 3 stappen: 1. ……………………………………………………. 2. ……………………………………………………. 3. …………………………………………………….
18
3
Goed of fout
Veren
Opdracht:
Alleen vogels hebben veren!
Zijn deze uitspraken waar of niet waar? Schrappen wat niet past. Ook hier kan je de vogelgids raadplegen.
Opdracht:
1. Uilen eten muizen:
WAAR - NIET WAAR
2. Enkel vogels maken nesten:
WAAR - NIET WAAR
3. Eenden zijn roofvogels:
WAAR - NIET WAAR
4. De Aalscholver is een zoogdier:
WAAR - NIET WAAR
5. Alle vogels kunnen vliegen:
WAAR - NIET WAAR
6. Reigers eten vissen:
WAAR - NIET WAAR
7. Een Distelvink = Putter:
WAAR - NIET WAAR
8. De Havik eet planten:
WAAR - NIET WAAR
9. De specht is een holenbroeder:
WAAR - NIET WAAR
10. De Gierzwaluw kan slapend vliegen:
WAAR - NIET WAAR
11. Alleen vogels kunnen vliegen:
WAAR - NIET WAAR
12. De Gaai leeft alleen in België:
WAAR - NIET WAAR
13. Zwaluwen zijn trekvogels:
WAAR - NIET WAAR
14. De Torenvalk zie je soms bidden:
WAAR - NIET WAAR
15. Alleen vogels hebben veren:
WAAR - NIET WAAR
16. Alle vogels hebben veren:
WAAR - NIET WAAR
17. Vogels hebben een snavel:
WAAR - NIET WAAR
18. Vogels leggen eieren:
WAAR - NIET WAAR
Plaats de juiste naam bij de juiste veer.
donsveer – dekveer – slagpen
D..........................
D……………….
S…………………..
Wat is de functie (taak) van deze veren? Raadpleeg het informatiepaneel van de “veren”. Kijk ook in de wandkast van de vleugels. 1. Donsveren: …………………………………………………………….. 2. Dekveren: .……………………………………………………………… 3. Slagpennen: .……………………………………………………………
4
17
Determineren
Eieren
Opdracht:
Vogels leggen eieren!
Probeer met onderstaande beschrijvingen de vogels op naam te brengen (determineren). Ook de vogelgids kan je helpen.
Opdracht 1:
Kijk in toren 1 Een grote zwarte vogel met rode pet.
Welke vorm hebben de eieren van de volgende vogels? Kijk in de vitrinekast van de eieren.
Wulp - Fuut - Dodaars
Naam: …………………………………………………………. Kijk in toren 2 Een bruinachtige gekuifde vogel met zwarte keel en oogstreep. De vleugels zijn kleurrijk (wit, zwart, geel en rood). Naam: …………………………………………………………. Kijk in vitrinekast 7 Een eend met groene kop, witte halsring en bruine borst.
Peervormig
Buikig
Ellipsvormig
Naam: …………………………………………………………. .....................
......................
......................
Kijk in de roofvogelkast Een licht blauwgrijze roofvogel met uilachtige kop en zwarte vleugelpunten. Naam: …………………………………………………………. Kijk in vitrinekast 9 Een zwart-wit gekleurde waadvogel met omhoog gebogen snavel.
Opdracht 2: Noem 3 vogels die volledig witte eieren leggen (vrije keuze): .……………………………………………………………………………………
Naam: …………………………………………………………. Kijk in vitrinekast 12 Een meeuw met bruine kop, lichtgrijze rug en vleugels.
Opdracht 3:
Naam: ………………………………………………………….
Waarom zijn sommige vogeleieren gekleurd, gevlekt en/of gestreept? Raadpleeg de informatie tegen de vitrinekast van de eieren.
Kijk in wandkoepel 4 Een gele vogel met zwarte vleugels.
…………………………………………………………………………………..
Naam: ………………………………………………………….
16
5
Nestkasten
Vogeltrek
Opdracht 1:
Opdracht 1:
Bekijk de tekeningen. Kijk in en rond de nestkasten. Schrijf de naam van de vogel bij het juiste kastje.
Zoek de namen van onderstaande trekvogels en vul in. Je kan ze vinden en bekijken in wandkoepel 16 en/of in de vogelgids.
1
4
.
.
2
5
7
.
.
3
6
.
.………………….
.…………………….
.………………….
……………………..
.
.
Weetje: vogels die in nestkasten wonen noemt men ook holenbroeders.
Opdracht 2: Omcirkel de vogels die graag in een nestkastje wonen (raadpleeg de
Opdracht 2: Welk van de onderstaande vogels blijven tijdens de winter in België? Doorstreep de vogels die naar Afrika vliegen (trekvogels).
Boerenzwaluw – Huismus – Ekster – Huiszwaluw Gierzwaluw – Nachtzwaluw – Koolmees – Roodborst
vogelgids):
Koolmees – Fitis – Blauwborst - Ekster – Bosuil – Vink 6
15
Zwarte vogels
Vogelgeluiden
Opdracht:
Opdracht 1:
Kun je met behulp van de afbeeldingen en enkele kenmerken deze vogels op naam brengen? Kijk in wandkoepel 15 of in de vogelgids.
Waarom zingen vogels? Bekijk het paneel “zang en balts”. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………….
Opdracht 2: Kenmerken: volledig zwart korte dijveren
Kenmerken: kleiner dan Kraai kop deels grijs
Naam: …………………………
Naam: ……………………………….
Welke van de onderstaande vogels zingen hun eigen naam? Omcirkel de juiste antwoorden.
Nachtegaal - Tjiftjaf - Watersnip - Veldleeuwerik Koekoek - Ooievaar - Groene Specht - Bosrietzanger
Opdracht 3 Luister naar de vogelgeluiden. Omcirkel de juiste antwoorden. 1. Welke vogel kleppert met de snavel? Kenmerken: zeer grote vogel wigvormige staart
Kenmerken: witachtige snavelbasis lange dijveren
Naam: …………………………….
Naam: ……………………………….
Tot welke familie behoren deze zwarte vogels (zoek in de vogelgids)?
Ooievaar - Nachtegaal - Zwarte Specht - Boompieper 2. Welke vogel maakt een mekkerend geluid met de buitenste staartpennen?
Tjiftjaf - Watersnip - Boompieper - Nachtegaal - Dodaars
…………………………………………………
14
7
Biotopen
Uilen
De omgeving waar een dier graag leeft, noemt men een biotoop.
Opdracht:
Opdracht:
Bekijk de wandkoepels 13 en 14 met de uilen heel aandachtig! Vul de juiste uilennaam in.
Zoek in de vogelgids in welke omgeving de volgende vogels voorkomen. Je vindt ook heel wat informatie op de “biotoop”-panelen.
1. Zwarte Specht …………………………………………………………………………… 2. Wilde Eend …………………………………………………………………………… 3. Havik ……………………………………………………………………………
Naam: S
Naam: R
..
Naam: K
Naam: B
..
4. Dodaars …………………………………………………………………………… 5. Nachtzwaluw …………………………………………………………………………… 6. Fazant …………………………………………………………………………… 7. Kleine Karekiet …………………………………………………………………………… 8. Kievit ……………………………………………………………………………
De grootste uil van Europa is de: …………….
9. Huismus ……………………………………………………………………………
8
13
Vogelnamen
Snavels en voedsel
Opdracht 2:
Opdracht:
Wat zijn de namen van volgende vogels? Zoek ze op in de kasten en/of de vogelgids en vul hun naam in. Vraag eventueel de kaart met de gekleurde tekeningen van deze vogels.
Kijk naar de snavels van de onderstaande vogels. Noteer de namen van de vogels en zoek uit welk voedsel zij eten. Je kan deze vogels vinden in de vitrinekasten 2, 3 en 11 en in de wandkoepels 6, 10 en 11. Ook de vogelgids kan je helpen.
Putter – Koekoek – Houtduif – Waterhoen – Winterkoning Slobeend – Gekraagde Roodstaart – IJsvogel Vogelnaam: A ……………………………………….. Voedsel: ……………………………………………… ..…………………
…………………….
………………….. Vogelnaam: G ……………………………………….. Voedsel: ……………………………………………… ..…………………
..……………….. Vogelnaam: B ……………………………………….. Voedsel: ………………………………………………
..…………………
..…………………
Vogelnaam: K ……………………………………….. Voedsel: ………………………………………………
Vogelnaam: W ……………………………………….. ..…………………
12
..…………………
Voedsel: ………………………………………………
9
Vogelpoten
Vogelnamen
Opdracht:
Opdracht 1:
Van welke vogelfamilie zijn de afgebeelde vogelpoten? Kies en schrijf onder elke poot de juiste vogelfamilie (keuze: spechten, eenden, futen, roofvogels), daaronder de letter van de passende uitleg.
Wat zijn de namen van volgende vogels? Zoek ze op in de kasten en/of de vogelgids en vul hun naam in. Vraag eventueel de kaart met de gekleurde tekeningen van deze vogels.
Kijk ook op het paneel met “poten” en in de wandkast met poten.
Uitleg: A. B. C. D.
2 tenen naar voor en 2 naar achter om de schors vast te grijpen Stevige klauwen om hun prooi goed te kunnen grijpen Zwemvliezen om vlugger te kunnen zwemmen Zwemlobben (verbrede tenen) om beter te kunnen zwemmen
Fuut
………………… Letter: …..
Smient t
Draaihals
………………… Letter: …..
Merel – Koolmees – Roodborst – Gaai – Torenvalk Kokmeeuw – Boomkruiper – Kievit
..………………..
..…………………
10
..………………..
Sperwer Fuut ..………………...
……………….. Letter: …..
..………………..
………………… Letter: …..
..………………..
…
..………………..
..………………..
11