Borreliose of iets wat erop lijkt ?
Drs. ing. Herman Aa dierenarts
Een onderzoek op (sub)tropische aandoeningen door steekbeesten!! door NEUROTOXINEN-BIOTOXINEN Leishmaniase - ziekte van Lyme Alzheimer- MS - multiple sclerose – Parkinson - vitamine B12 gebrek
www.neurotoxinen.nl Het is de bedoeling deze website zo up-to-date mogelijk te houden, waarbij diverse ziekten als de ziekte van Lyme, Leishmaniasis, Q koorts, Alzheimer, MS, Parkinson, maar ook hun symptomen zoals Vitamine B12 gebrek, incontinentie, chronisch vermoeidheidssyndroom, neurologische aandoeningen, pijnen ea. Ze worden allemaal besproken onder de naam:
Het ONTDEKKEN en BEHANDELEN van ziekten door BIO- en NEUROTOXINEN uit STEEKBEESTEN
2
VOORWOORD Tijdens het bestuderen van Leishmania bij hond en mens werd ik geconfronteerd met de ziekte van Lyme bij enkele familieleden. Ook Leishmaniasis wordt overgebracht door steekbeesten, maar we denken nog steeds dat alleen de zandvlieg de boosdoener is, terwijl in Nederland deze ziekte al regelmatig wordt gediagnosticeerd. In mijn directe omgeving werd iemand acuut ernstig ziek en mijn dochter worstelde al lang met het chronische vermoeidheidssyndroom. Zoekend naar mogelijke oplossingen kwam ik bij dr. C Richie Shoemaker terecht, de Amerikaanse Lymespecialist, die me verwees naar de VEGA test, de complementaire therapie, ontgiften, vetafdrijving en immuunmodulatie. Dit heeft allemaal te maken met biotoxinen en dan wel heel specifiek met de neurotoxinen van bacteriën die zich via de diverse steekbeesten verspreiden. De complexiteit, het verschil in opvattingen, de testen en de therapieën maken het moeilijk en ook interessant, maar bijna onmogelijk het te begrijpen. Toevalligerwijs kwam ik iemand tegen die me zeer positief wist te stimuleren waardoor ik het onderzoek uitgebreider ben gaan doen, vooral in mijn eentje door te zetten, waardoor ik hoop zo iets voor de zieke mens, beroepszieken en ARBO wetgeving te kunnen betekenen. Mijn dank aan de hulptroepen met al hun positieve energie. Bedankt allemaal Herman Aa Joppe 1-1-2010
3
Inhoud
BIOTOXINEN
NEUROTOXINEN
Voorwoord…………………………………………………..5 Geschiedenis……………………………………………...…7 Biotoxinen en neurotoxinen………………………………11 Besmettingsgraag in diverse landen……...………………13 KORTE OPSOMMING Preventie……………………………………………….…. 15 Testen………………………………………...…………….16 Symptomen………………………………………………...17 Diagnostiek en behandeling …….…….…………….…....18 Chronische Borreliose………….……..……………….….19 Behandeling………………………………………………..22 UITGEBREID……………………..………………………25 Preventie……………………………………..…….………26 Diagnose…………………………….……………………..30 Dr.Petra Hopf-Seidel…...……………….…………..…….34 Acute stadium……………………………………..…..…..35 Chronische stadium…………………………………...….44 Therapie……………………………………………….…..66 Immuunmodulatie en vetuitdrijving………….………. 67 Medicijnselectie per stadium van de ziekte…….…….…69 Conservatief – antibioticacombinaties……...…….……..70 Samenvatting holistische therapie…………..…….....…. 75 Aanvullende NIEUWE BIO onderzoekmethode….….....78 Hoe werkt de VCS test …………...……………....…..…..80 Vegatest – bioresonantie …………….........………..…......83
4
Inhoud
Biotoxinen - Neurotoxinen … …………..……...………. .87 Hoe kunnen we helpen?..............................….………….. .91 IN HET KORT ……...……………………………………95 Therapie……………...……………………………...…..…97 BCA behandelschema……………………………….…….99 WHO behandelschema…………………………………..113 Enkele voorbeelden als Vraag/Antwoord…….…...……116 Literatuur …………….………………..…………….......131 Betrouwbaarheid urine PCR……………………………135 PCR schema………………………………………………138 LEISHMANIASIS…………………..…………………...141 GIARDIA…………………………………………………156 Q KOORTS………………………………………………160
5
Notities:
6
Geschiedenis
Geschiedenis ONTDEKKING VAN DE ZIEKTE VAN LYME Reeds lang beschreven in Europa, onder verschillende namen: Borrelia recurrentis, Spirochaeta Obermeyern. In 1910 beschreef de Zweedse dokter dermatoloog Afzelius de langzaam groter wordende rode vlek die veroorzaakt wordt door een tekenbeet: erythema chronicum migrans. In 1922 berichtten de Franse artsen Garin en Bujadoux over een verlamming na een tekenbeet. De Duitse neuroloog dr. A. Bannwarth beschreef een ontsteking van het hersenvlies aan de VIIe hersenzenuw - zonder aantoonbare ziektekiem - met verhoging van het aantal monocyten en lymfocyten in het hersenvocht en met beschadiging van de myelineschede van de zenuw, dikwijls gepaard gaande met een aangezichtsverlamming, voorkomend na een tekenbeet: Bannwarth syndroom. Het vermoeden ontstond dat de verschijnselen te wijten waren aan een besmetting met een bacterie in de tekenbeet. In 1948 werd de bacterie - een spirocheet - voor het eerst ontdekt in een biopt van het erythema (EM). In 1951 behandelde de Zweedse arts Hollstrom - met succes tekenbeetpatiënten met penicilline. Naar aanleiding van een epidemie - van wat eerst verondersteld werd juveniele reumatoïde artritis te zijn - in Lyme, bestudeerde de Amerikaanse reumatoloog Prof. Alan C. Steere, tussen 1972 en 1976, 51 gevallen van patiënten met korte periodes – zowat een week – van ontstekingen in één 7
Geschiedenis
gewricht (monarthritis) of in enkele gewrichten (oligoartritis). Hij legde de link tussen de gewrichtsontstekingen en de tekenbeet vermeld door meerdere van zijn patiënten, behandelde hen met antibiotica en publiceerde zijn bevindingen in het tijdschrift Arthritis and Rheumatism, in 1977. Daarna werd duidelijk dat naast de huiduitslagen en de gewrichtsproblemen ook, in enkele gevallen, oogontstekingen, hartritme- en geleidingsstoornissen voorkomen en aantasting van het centrale en het perifere zenuwstelsel: meningitisachtige verschijnselen en ontstekingen van de zenuwbanen naar, vooral de onderste ledematen met gevoelsstoornissen en verlammingsverschijnselen. In 1982 isoleerde Willy Burgdorfer een bacterie van de familie der spirocheten uit de ingewanden van teken. In 1983 toonde Johnson aan dat deze spirocheet een soort was van het geslacht Borrelia en gaf haar in 1984 de naam Borrelia burgdorferi. In 1996 publiceerde Norman dat er verschillende soorten Borrelia burgdorferi bestaan en dat elke soort een van de verschillende verschijnselen veroorzaakt. Lyme kan evolueren naar een langdurig stadium met chronische ziektebeelden. Het 3e stadium zien we zelden en dus zeker niet altijd bij patiënten die verschijnselen uit het 1e en 2e of uit het 2e stadium gehad hebben.
8
Geschiedenis Heel wat mensen die met Borrelia besmet werden, kregen geen 1e en 2e stadium verschijnselen van Lyme ! Sommigen kregen een mild griepachtig beeld - ze werden dus niet behandeld. Van hen evolueerde slechts een heel kleine minderheid naar een chronisch ziektebeeld en dat begint vanaf 3 tot meer dan 12 maanden na de tekenbeet. Dan kan er een chronische artritis ontstaan zijn met gewrichtsontstekingen die heel sterk lijken op die van reumatoïde artritis en die dezelfde beschadiging geven. Bij Lyme ontsteken vooral de grote gewrichten – de kniegewrichten – en - in tegenstelling tot reumatoïde artritis in mindere mate de kleine gewrichten van handen en voeten. We zien ook - en dat komt in Europa meer voor dan in Amerika - een ziektebeeld dat sclerose - stugheid van de huid - geeft en dat lijkt op sclerodermie, waarbij de huid op de handen, onderarmen, onderbenen en de voeten afsterft (acrodermatitis chronica atrophicans). Die aandoening kan jaren na de tekenbeet ontstaan. Langdurige neurologische ziektebeelden komen in dit stadium voor, bijvoorbeeld beelden lijkend op MS, waarbij zenuwbanen ontsteken. Ook ziektebeelden als chronisch vermoeidheidssyndroom al of niet gepaard gaand met fibromyalgie kunnen voorkomen.
9
Notities
10
Biotoxinen en neurotoxinen BIOTOXINEN en NEUROTOXINEN Belangrijk tijdens mij ontdekkingstocht naar Lyme ea zijn de te bespreken biotoxinen en neurotoxinen die allerlei ziekten veroorzaken en dat beperkt zich niet alleen tot de ziekte van Lyme, maar ook MS, Parkinson, Alzheimer, Leishmania, Q koorts, incontinentie, vit B12 gebrek, ea. Opvallend is dat vele van de veroorzakende toxinen uit deze bacteriën, schimmels en virussen worden overgebracht door steekbeesten als teken, muggen, dazen ea. Het loopt als een rode draad door het hele verhaal bij het bestuderen van deze ziekten, want het gaat hier om giftige stoffen van levende organismen met grote gevolgen. Biotoxinen: Gifstoffen geproduceerd door levende organismen. Neurotoxinen: Biotoxinen die specifiek een nadelig effect hebben op de neurologische (zenuw) functies van het lichaam. Biotoxinen en neurotoxinen beïnvloeden de neurofysiologische processen. Met een visuele screeningtest (VCS) is vast te stellen of gezondheidsproblemen worden veroorzaakt door biotoxinen. Vele organismen produceren stoffen die giftig zijn voor de mens, te weten algen/plankton in riviermondingen en in de oceaan, blauwalgen in zoetwater, schimmels in de binnen- en buitenlucht en ook sommige bacteriesoorten maken ze aan. Tijdens het eerste onderzoek naar acute en chronische door
11
Biotoxinen en neurotoxinen biotoxinen veroorzaakte ziekten zag men een relatie tussen de tekorten in de visuele contrastgevoeligheid van de ogen en niet-specifieke symptomen van neurotoxinen en biotoxinen .
De behandeling van de ziekte genaamd ‘Possible Estuary Associated Syndrome’ (mogelijk aan riviermondingen geassocieerd syndroom) door het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention ondervonden herstel van het gezichtsvermogen en het verdwijnen van de symptomen, door de met het door Ritchie Shoemaker voorgeschreven behandelingsprotocol van ontgiften; dus de complementaire therapie, vetafdrijving en immuunmodulatie. Het onderzoek toonde ook aan dat toxinen van door teken (Borrelia burgdorferi en Babesia microti) overgedragen pathogenen chronische ziekten kunnen veroorzaken, zelfs nadat de spirocheten of intracellulaire protozoa zijn gedood door antibiotica!! Mensen die van nature niet in staat zijn biotoxinen en dus ook neurotoxinen te kunnen elimineren, uitscheiden of afbreken ontwikkelen chronische ziekten 12
Biotoxinen en neurotoxinen
Met Borreliae besmette teken:
* Duitsland 30 - 50 % * Nederland 30-35 % * Zwitserland 5-34 % * Oostenrijk 2-26 % * Zweden 13-29 % * Slowakije 23 % * Rusland 30 % 13
Teken en menginfecties
LYME BORRELIOSE met veel co-infecties
Borrelia burgdorferi + Babesia Babesia-PCR in EDTA bloed direct aantoonbaar
Borrelia burgdorferi + Bartonella PCR inEDTA-bloed direct aantoonbaar
Borrelia burgdorferi + Ehrlichia Elispot-LTT (Lymphocyten-transformatietest)
Borrelia burgdorferi + Chlamydia Elispot-LTT (Lymphocyten-transformatietest)
Borrelia burgdorferi + Rickettsia/Coxiella PCR in EDTA-bloed direct aantoonbaar
Borrelia burgdorferi + Mycoplasmata PCR in sputum - secretum en bloed direct aantoonbaar
Borrelia burgdorferi
+ Virussen
(EBV, CMV, HSV)
14
Preventie - acute symptomen in het kort
1. Preventief - dus tekenbeet voorkomen!! - Kleding voorschriften - Kleding drogen gedurende 30 minuten - Bodycheck - Deet® - Permethrin® - Thermacell®
2. EM: niet wachten op rode ring - slechts 30/40%!
15
Testen - acute symptomen in het kort
3. Toch een tekenbeet - niet op tijd (binnen 8 uur) kunnen verwijderen en een besmette beet? Dan is er dus sprake van acute Borreliose ! Nu hebben we de volgende mogelijkheden: a. Tekentest met labuitslag aanvragen via AA LAB®, waardoor de arts overtuigd is van de noodzaak van een voldoende lange en juiste antibioticumkuur - dus gedurende minimaal 4-6 weken doxycycline. b. De Elispot LTT Borreliose test. Deze lymfocytentransformatietest is al na 8-10 dagen af te lezen - andere testen zijn onvoldoende betrouwbaar en te laat toepasbaar!! (pas na weken/maanden afhankelijk van de al toegepaste antibioticumtherapie en de aanmaak antilichamen)
c. De CD57+ NK celwaardetest, die laat zien dat een therapie aanslaat en die men gebruikt tijdens de behandeling.
16
Acute symptomen in het kort
De toxinen veroorzaken symptomen met een hoge diagnostische waarde:
Symptomen acute Borreliose: - rode ring – EM – Erythema migrans - lymfocytoom aan oorlellen, tepels/borsten, scrotum - monarthritis (knie) - facialisparese/-paralyse - of verlamming/parese van andere hersenzenuwen - hartklachten - hartritmestoringen of extrasystolen – vooral jongeren - allerlei spier- en botklachten
17
Behandeling acute Borreliose in het kort
Behandeling van de acute Borreliose: Minstens 4-6 weken doxycycline liefst in combinatie met de complementaire therapie om de biotoxinen en/of neurotoxinen aan te pakken die gevormd worden door de Borrelia spirocheet.
Dus: vetafdrijving, immuunmodulatie en ontgiften.
Typische ‘Borreliosegriep’ met griepachtige verschijnselen en koorts is al een zeer duidelijke aanwijzing en moet voor de behandelend arts voldoende zijn om de juiste therapie toe te passen.
18
Chronische Borreliose - symptomen in het kort
Symptomen bij een chronische/persisterende Borreliose met opvallende en vooral typische soorten pijn: Algemeen: - gewrichtsontstekingen -spierpijnen - heftige elektriserende pijnscheuten - scheenbeen - hielbeenpijn - pijn aan voetzolen - achillespeespijn - carpaaltunnelsyndroom - tennisarm - wondgevoel ribben/borstkas - plotselinge sterke gewrichtspijnen vooral ’s nachts - pijnlijke dikke knieën.
Een aparte plaats neemt hierbij het Banwarth syndroom in: - vooral pijn ’s nachts - geen EM - ernstig meningitisbeeld - met verlamming VIIe hersenzenuw (zie verder)
19
Chronische Borreliose - symptomen in het kort
Bij de persisterende Borreliose zien we: - cognitieve tekorten - sterke vermoeidheid en uitputting - vaak gezien als ‘depressie’ - spraakstoornissen - foute typeteksten
Vegetatieve en inwendige symptomen: - ’s nachts zweten koortsscheuten - terugkerende verdikte lymfeklieren - duizeligheid - alcoholovergevoeligheid - verstoord hartritme - hoesten - voedselonverdraagzaamheid
Veranderde functie zintuigen en huid: -
visuele stoornissen – nachtblind terugkerende oogontstekingen pijnlijke haarpunten en haarverlies huidveranderingen – schimmelachtige handpalmen milde psoriasis pijnlijke knobbels roodachtige vlekken oorsuizingen soms verstoorde smaak
20
Chronische Borreliose symptomen in het kort
Hormonale (endocriene) veranderingen: -
verhoogd cholesterol mogelijk vertraagde schildklier stemmingsveranderingen - depressieve stemmingswisselingen zware oververmoeidheid bloeddrukveranderingen reactie van Herxheimer (verhoogde TumorNecroseFactor - TNF-alpha) leverwaardeveranderingen gewichtsveranderingen veranderde zuur/base huishouding libidoverlies – onregelmatige menstruatie gasvorming darm – maag – diarree/verstopping branderige blaas/blaasfunctiestoornissen testikel/prostaat/liespijn
21
Behandeling chronische Borreliose in het kort
Chronische - persisterende Borreliose 1. De arts moet op basis van de symptomen deze diagnose kunnen en durven stellen en dus behandelen!! 2. Wanneer al met antibiotica is behandeld zijn testen niet meer betrouwbaar, behalve de Elispot LTT en de CD 57+, de VCS-test (Richie Shoemaker) en de Vegatest. 3. Alleen wanneer een neurologisch specialist het geheel begeleidt met specifieke antibiotica is het probleem op te lossen, vooral in combinatie met complementaire therapie, vetafdrijving en immuunmodulatie. 4. Zo niet – dus geen specialist die kan of wil behandelen, dan wél altijd de complementaire therapie toepassen! Dus:
Ontgiften - Detox preparaten voor het aanpakken neurotoxinen en biotoxinen Immuunmodulatie met plantenextracten en multivitaminen Vetafdrijving - Cholestyramine of Lipostabil N, etc. Alternatief voor Cholestyramine i.v.m. obstipatieklachten zijn infusen met Lipostabil N, dit zijn plantaardige fosfolipiden die oa. ook worden gegeven ter behandeling van een vetembolie.
22
Behandeling chronische Borreliose in het kort
Pas op voor vals negatieve testuitslagen: 1. Antibiotica: Borrelia spirocheten maken nu geen antistoffen meer en gaan naar het slaapstadium.
2. Ontgiften: Nu verdwijnen de antistoffen uit het bloed en dan zie je bij de testuitslag: geen Lyme!! - terwijl de bacterie nog wel aanwezig is in het weefsel in de cyste vorm en/of in de slaaptoestand en kan al dan niet na 28 dagen zijn 'kop' weer opsteken, maar kan dat zelfs na jaren nog doen!!
23
Chronische Borreliose in het kort
De Bell’s Palsy parese/verlamming zien we bij chronische persisterende Borreliose Let op de oog- en mondhoek aan de linker zijde. Zien we ook bij het syndroom van Banwarth
24
Uitgebreid - preventie, diagnose, therapie
WAT KUNNEN WE DOEN OM TE ONTDEKKEN WAT WE HEBBEN? EN WAT DOEN WE ER DAN AAN? Nieuwe serologische testen en ‘bio’-testen
1. Preventief - dus voorkom de ziekte in de eerste aanpak! 2. Snelle onderzoekmethoden - op chronische Borreliose 3. Antibiotica wanneer wel en wanneer niet/welke wel en welke niet
25
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie
Nieuwe testen en behandelingen: BIO testen - VCS en Vega test Neurotoxinen en biotoxinen aanpakken
I. Preventief en behandeling: Voorkom de tekenbeet en/of pak de teek! Voorkom tekenbeten met Permethrin® Alluthrin® Deet®
ThermaCell® gebruikt een kleine hoeveelheid ‘repellent’ voor een lange periode. De stof is door de verhitting ongevaarlijk voor mens en dier. Stinkt niet, maakt geen geluid en is geschikt voor buitenactiviteiten. - Kledingvoorschriften – Permethrin® - Alluthrinbehandelingen –ThermaCell® - Deet® - Onderzoek de teek met de tekentest: www.teken-test.nl
26
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie
II. PAK de TEEK en BEWAAR de TEEK! Zie ook de VIDEO op www.teken-test.nl WETENSWAARDIGHEDEN: * Besmette teek - altijd 4-6 weken doxycycline, want de Borrelia burgdorferi – de veroorzaker van de ziekte van Lyme - heeft een cyclus van 28 dagen * Is er nadien een rode ring (EM) ontstaan? (zie je slechts in 30-50% van de gevallen) * Kan men zich de tekenbeet nog herinneren? * Teken worden pas actief bij een omgevingstemperatuur van + 10° Celsius en blijven dat tot ong. + 50 ° C. Een wasmachinecyclus tot 50 ° Celsius overleven teken nog! * Droogte kunnen ze niet aan, zodat kleren na een boswandeling het beste in de droger worden gestopt, waarbij de verzamelde nymfen, larven of volwassen teken volledig uitdrogen. * Kinderen na het spelen zo mogelijk goed onderzoeken (vooral haargrens, achter de oren, gehoorgang en benen) een besmetting kan namelijk slechts plaats vinden nadat een teek 8-12 uur heeft vastgezeten en daarom mogen teken niet met kinderen in bed in contact komen!
27
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie
III. Sneller de diagnose stellen met sneller werkende testen: Via de bloedstroom verplaatsen de Borrelia bacteriën zich in het lichaam en nestelen zich in de weefsels, bijvoorbeeld van de gewrichten. In een biopt van dat gewrichtsweefsel zijn dan de spiraalvormige bacterie zichtbaar te maken. Dat is dan het zekerste bewijs van de Borrelia besmetting. Als methode voor de diagnose is dat wel zeer omslachtig en zelden ziet men een duidelijk beeld van de bacterie. Het opzoeken van de Borrelia zélf doet men dan ook alleen voor studiedoeleinden.
28
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie De conservatieve testen als Polymerase kettingreactie (PCR) en de test op Borrelia antilichamen, als ze al gevormd zijn, kunnen pas na 7-10 weken !
Borrelia Burgdorferi Antistoffenbepaling door de ELISA met screening (IgM en IgG) en de Western Blot zijn minder belastende en gevoeliger proeven, maar geven geen absolute zekerheid over de aanwezigheid van antistoffen. Elke soort Borrelia (garinii, burgdorferi, afzelii) heeft verschillend DNA en een eigen vorm van MIR = epitoop waarop de antistoffen aangrijpen. Met Western Blot en PCR kunnen die verschillende soorten worden aangetoond.
29
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie Een PCR (antigeen DNA amplificatie) kan zeer kleine hoeveelheden bacteriën aantonen in bloed, hersenvocht, gewrichtsvocht, urine,… maar is soms vals positief. Na al die testen zijn vals negatieve resultaten nog altijd mogelijk (sommige statistieken geven 10%) en de meeste mensen met een positieve antistoffentiter hebben helemaal geen verschijnselen van Lyme. Die testen worden dus gebruikt als aanvulling op een klinische diagnose
Er zijn 2 nieuwe laboratoriumtesten op chronische Borreliose: 1. Borrelia LTT - Elispot lymfocytentransformatietest kan na 7-10 dagen.
2. CD 57+ NK celwaarde vooral om verloop ziekte te controleren
Bestaande ‘BIO’ onderzoekmethoden: 1. VCS test van dr. Richie Shoemaker (Visual Contrast Sensitivity) vooral van belang samen met de complementaire therapie (zie verder) 2. VEGATEST (Bioresonantie test), waarbij ook een behandeling volgt met ontgifters (Detox), vitaminen (Vitafit), Cholestyramine, ea.
30
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie
IV. Neurotoxinen en Biotoxinen Ontgiften - Let vooral op Vetten en Voeding VOORZORGSMAATREGELEN: Verbetering van de immuniteit door gezonde voeding is belangrijk. Omdat door chronische Borreliose ook de cholesterolspiegel verhoogd is, moeten vooral meervoudig verzadigde vetzuren bij de koken/maaltijd gebruikt worden. Bovendien wordt een hoge dosis multivitaminenpreparaat (Vitafit) gegeven, dat naast al B vitaminen ook foliumzuur, vitamine C, A en E, ong., selenium, zink, K en magnesium evenals chroom en coenzym Q 10 bevat. Zo kunnen mogelijke vitaminetekorten als oorzaak van polineuropathie (PNP) aangevuld worden evenals de toepassing van MSM. Geadviseerd wordt koud geperste olijfolie, koolzaadolie, olie van gekleurde distel of lijnzaadolie, evenals veel vers fruit (vitamine!) en gestoofde in plaats van gekookte groente. In het bijzonder moeten vermeden worden: Zonnebloem- en kokosnootolie, gistproducten, meelproducten, chocoladebeslagen, gefrituurde en gesuikerde bakproducten (witte suiker is een bekende vitaminerover!).
31
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie
V. Antibiotica Bacteriostatisch/bacteriocid 4-6 Weken antibiotica, dan 4-6 weken wachten i.v.m. de 4 weken cyclus (28 dgn) van de spirocheet!
De beste methode blijft natuurlijk de ziekte voorkomen of in het acute stadium behandelen Voor wie toch een besmetting oploopt is er een behandeling met antibiotica, die zorgt in bijna alle gevallen voor het beëindigen van alle verschijnselen van de ziekte, mits op tijd de juiste antibiotica voldoende lang zijn voorgeschreven.. Maar als de Borrelia door de bloedhersenbarrière gegaan is, volstaan de eerstelijns antibiotica niet meer, want die kunnen daar niet doorheen! Dan zijn andere typen antibiotica nodig in hogere doses gedurende langere periodes. De afloop is des te beter naarmate de antibioticabehandeling vroeger werd gestart. In enkele gevallen is de patiënt zo adequaat behandeld met antibiotica dat er zeker geen Borrelia bacterie meer aanwezig is en toch blijven de neurologische-, gewrichts- of vermoeidheidsverschijnselen bestaan en terugkomen als gevolg van de gevormde neurotoxinen. Dan moet deze langdurige ziekte behandeld worden door een in dit vakgebied gespecialiseerde arts.
32
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie Aan hen die dan neurologische verschijnselen hebben, wordt dus sterk aangeraden een "second opinion" te vragen aan een gespecialiseerde neuroloog. Patiënten met chronische artritis komen bij de reumatoloog terecht en krijgen dezelfde therapieën als de reumatoïde artritis patiënten. Dat zijn de basismedicamenten als ontstekingsremmende pijnstillers, evenals cortison injecties in het ontstoken gewricht. Dat kan ook zover gaan dat een behandeling als een synovectomie - bijvoorbeeld van de knie - wordt uitgevoerd, waarbij het ontstoken gewrichtsweefsel tijdens een kijkoperatie afgepeld wordt. Zo’n ingreep is zelden nodig. Bovenstaande geldt ook voor uitbehandelde Lymepatiënten met een chronisch vermoeidheidssyndroom al of niet verbonden met een fibromyalgie. Ook zij krijgen dezelfde therapieën als patiënten bij wie het syndroom niet ontstaan is door een bacteriële besmetting. Voor de acute stadia van Borreliose bestaan adequate behandelingen, maar dat kan zeker niet gezegd worden van alle ziektebeelden in het langdurige – persisterende stadium. Dan zijn de behandelingen veel ingewikkelder. Ze vergen de samenwerking van verschillende disciplines en de resultaten zijn minder voorspelbaar. Dat stadium is het meest belastend voor de patiënt en voor de maatschappij.
33
Uitgebreid – preventie, diagnose, therapie
Chronische - persisterende - Borreliose Dr. Petra Hopf-Seidel Fachärztin für Neurologie und Psychiatrie - Fachärztin für Allgemeinmedizin - Zusatzbezeichnung Chirotherapie Klinisch diagnostische procedures zijn nodig en een op het totaal gericht behandelingsregime van de chronische Borreliose - een multi-orgaanziekte en daarom is de anamnese en het lichamelijk onderzoek erg belangrijk. Naast onderzoek op Borrelia antilichamen met Immunoblot en ook het Polymerase kettingreactie (PCR)-onderzoek bestaan de twee nieuwe laboratoriumtesten, nl. 1. de Borrelia LTT (lymfocytentransformatietest) (nieuw is de Elispot Test) 2. de CD 57+-NK celwaarde, Deze testen dragen er toe bij een chronische Borrelia infectie, dus een nog steeds actieve persisterende Borreliose, sneller te herkennen.
34
Uitgebreid – acute symptomen
HERKEN de ZIEKTE! Anamnese: Het belangrijkste onderdeel bij het stellen van een diagnose is het nauwkeurige navragen of er sprake was van een tekenbeet, een eventueel daarna optredend erytheem en vooral of zich sindsdien telkens opnieuw klinische symptomen hebben voorgedaan !! * De eerste vraag, die moet worden gesteld aan de patiënt: kunt u zich een tekenbeet herinneren? (soms ook door andere insecten zoals muggenen, blinde vliegen, ea ) * Zijn na de beet op de steekplaats zichtbare veranderingen ontstaan? * Is er een ruwe zwelling opgekomen aan: oorschelp, borstwand of testikel, die gedurende langere tijd is gebleven een zgn. lymfocytoom? * Of heeft het daar slechts sterk gejeukt gedurende verscheidene dagen/weken? * Teken zitten graag op warme, vochtige lichaamsplaatsen met dunne huid bijv. in lichaamsplooien, oksel, haargrens en achter de oren, in knieholten of tussen de tenen.
35
Uitgebreid – acute symptomen
Erythema migrans (EM) – de bekende rode ring die lichtelijk jeukt!! * Een gedurende meerdere dagen tot weken roder wordende rode kring, waarbij de binnenkant steeds lichter wordt, zodat uiteindelijk een ringvormige cirkel overblijft met een dikke rand. * Het ontstaat vaak na dagen maar eventueel pas na weken of maanden en geeft daardoor al de eerste diagnostische hindernis, wanneer het zich niet specifiek ontwikkeld - of het wordt helemaal niet gezien – zoals bij 50-70% van de geïnfecteerden. Het is ook vaak voor de patiënt slecht zichtbaar op de rug of in de knieholte of het EM ontstaat zoveel later dat de originele tekenbeet er niet meer mee in verband wordt gebracht. * Een EM wordt gemakkelijk gezien als een schimmelinfectie of het verbergt zich tussen tenen/vingers, in gehoorgang of binnen de genitale waaier. * EM wordt bij kinderen vaak met rode hond - een virusinfectie - verward.
36
Uitgebreid – acute symptomen Foute interpretatie Wanneer EM foutief wordt geïnterpreteerd bijvoorbeeld als een schimmelinfectie, geeft men meestal cortison crèmes of andere huidzalven! Dit geeft specifieke vertragingen voor het vormen van Borreliose antilichamen en/of kan zo een foutieve indruk geven wat er gaande is, bijvoorbeeld alleen IgM-AK zonder IgG-AK vorming of omgekeerd. Daarnaast zie je soms in stadium II - na de vermeerdering specifieke polytope erythemata, d.w.z. meerdere Erythemata migrantia tegelijkertijd op verschillende plaatsen op het lichaam - en vaak niet op de plaats van de tekenbeet. Vooral bij tekenbeten op het hoofd of de hals is het ontstaan van een EM nogal variabel wat meer door de anatomie ter plekke te maken heeft - ontstaan van een EM op het hoofd zie je vaak op het oor, in de peri orbitale weke delen en op de haargrens.
37
Uitgebreid – acute symptomen
EM – 1ste stadium Het erythema migrans (EM) verschijnt meestal in de maand van de beet en blijft tot de maand erna. In het 1e stadium bestaat het uit een enkele vlek die vergroot tot een tiental cm doorsnede, met een steeds bleker wordend centrum dat omgeven is door een rood gevormde lijn meteen goed afgebakende buitenomtrek.
Het lijkt wat op de vlek die je vroeger zag bij acute gewrichtsreuma en werd "erythema marginatum" genoemd omdat het landkaartachtig afgelijnd is.
38
Uitgebreid – acute symptomen
EM - 2de stadium In het 2e stadium zijn er daar rond soms meerdere vlekken. Ze zijn niet erg jeukend en niet erg pijnlijk in tegenstelling tot de klassieke insectenbeten als dazenbeten ea. die meer kwabvorming geven, meer netelroosachtige verschijnselen en meer centrale jeuk.
Wanneer er een erythema chronicum migrans is, zijn er feitelijk geen verdere onderzoeken nodig voor de diagnose. Dan is er een definitieve Borrelia besmetting. De beet zie je tussen juni en september, in de warme vochtige periodes. Waar de patiënt dan is geweest, kan al een aanwijzing zijn. De teek is inactief in de winter en ook in de hete droge periodes in het midden van de zomer.
39
Uitgebreid – acute symptomen
Na teken-/insectenbeet zie je als eerste symptoom van Borreliose griepachtige verschijnselen (‘Borreliosegriep’) met of zonder koorts, zonder verdere koude rillingen en zonder EM, maar met een uitgesproken ziektegevoel en stevige spierpijn in de ledematen . Zeer belangrijk: 1. Een EM als kenmerkende aanwijzing van een plaats gevonden besmetting bestaat volgens literatuurgegevens in 50-70% niet!!. Dus vaker NIET dan wel!! 2. Men kan 100% zeker besmet zijn, zonder positieve serologische tests in de eerste fase van Borreliose 3. De vorming van antilichamen na eerste besmetting zie je op zijn vroegst na 3-8 weken. 4. Tegenwoordig is het snelste onderzoek al 7 dagen na de plaatsgevonden besmetting mogelijk: de Borrelia Lymphocyten transformatie test (LTT)! 5. LTT is dus het vroegst mogelijke besmettingsbewijs als zich geen EM ontwikkeld heeft. Wordt naar Borrelia antilichamen gezocht, kan dit op zijn vroegst 6 weken na de beet, omdat dan IgM- en IgG antilichamen aangetoond kunnen worden.
40
Uitgebreid – acute stadium Maar dan heb je nog steeds geen serologisch zeker resultaat, vooral wanneer slechts met IFT- of ELISA- screening tests naar Borrelia antilichamen gezocht wordt. Definitieve antwoorden krijg je over een actuele infectie alleen met testen als Immunoblot en de Borrelia LTT (Lymfocyten transformatietest). Nieuw – Elispot Test * Immunoblot geeft informatie over de duur van de besmetting (bijv. 25kD/OspC en kD 21 een zeer vroege en 34 kD, 83 kD, 100 kD een zeer late besmetting) * LTT toont met de hoogte van de SI waarden de activiteit van de infectie.
41
Uitgebreid – acute symptomen
Frequente oorzaken voor het niet vormen van Borrelia antilichamen: 1. Cortison therapie in het vroege stadium van de ziekte, waarbij een EM als een allergische aandoening wordt aangezien, of als schimmelinfectie en dan is dat vaak wekenlang met cortison/antischimmel zalf behandeld. Dus altijd letten op veranderingen van de huid, die met cortison of antischimmel zalven behandeld zijn, omdat dat vaak een EM verbergt. Ook het ontbreken van IgM /IgG antilichaamvorming is daardoor verklaarbaar. 2. Verkeerde antibiotica (zie verder) Zoals gezegd kunnen zich in het vroege stadium alleen griepsymptomen voordoen - vaak met iets koorts en forse hoofdpijn en een verminderde capaciteit het hoofd te kunnen buigen (meningismus). Sommige patiënten zijn door spierpijn in het gehele lichaam en lymfeklierzwellingen verscheidene dagen bedlegerig. Bovendien zie je in dit vroege stadium ook volledig andere symptomen als buikpijn, hartritmestoringen of sterk zweten zonder fysieke inspanning (meest ‘s nachts). Dus al in het begin zie je een grote verscheidenheid van ziektesymptomen, die in de loop van de ziekteproces verdergaan en dat maakt het de artsen tot het stellen van aandoening Borreliose zo moeilijk. 42
Uitgebreid – acute stadium
SYMPTOMEN met HOGE DIAGNOSTISCHE WAARDE
Acute stadium: De volgende klinische symptomen hebben in een vroege besmettingsfase een hoge kenmerkende waarde: * Erythema migrans (EM) * Lymphocytoom oorlellen, tepels/borsten of scrotum * Monarthritis (meestal de knieën) * Facialisparese of parese van een andere hersenzenuw gewoonlijk nervus abducens, nervus oculomotorius * Hartklachten - AV-Blok, tachycardie * Hartritmestoring of extrasystolen vooral jongere mensen) * Verplaatsen/verspreiden van allerlei spier- en botklachten
43
Uitgebreid – chronische stadium
Chronische persisterende stadium: * Veranderingen van de huid - Acrodermatitis Chronica Atrophicans (ACA) in het maculeuze, infiltratieve of atrofische stadium * Multiloculaire monartritiden en spierpijnen – op allerlei plaatsen voorkomende spier en gewrichtspijnen * Zich versterkende symptomen van reeds aanwezige of in vroegere tijden voorgedane reacties bij een antibiotische behandeling, gewoonlijk 2-4 dagen na therapiebegin (reactie van Herxheimer) evenals (voorwaardelijke) verbetering van deze symptomen na Antibiose * Typische Borreliosesymptomen na een FSME entingvaccinatie, een mononucleose (EBV), andere zware virusbesmettingen, maar ook na zwangerschap/geboorte. Dit alles als gevolg van een plaatsgevonden vermindering van het immuunsysteem.
44
Uitgebreid – chronische stadium
TYPISCHE soorten PIJN bij BORRELIA 1.Korte, heftige ‘elektriserende’ pijnscheuten of zich ‘beroerd’ voelen, kort en hevig als een messteek en dan altijd op volledig verschillende lichaamsplaatsen. Geen enkel andere bekende ziekte vertoont dit pijnkarakter 2. Scheenbeen en hiel/hakpijn, een of beiderzijds als ononderbroken pijn, vooral ‘s nachts tijdens het liggen zonder enige aanleiding. 3. Pijn aan voetzolen een- of beiderzijds zoals bij een peesplaatneurose 4. Achillespeespijn, carpaal-tunnel-syndroom (CTS), epicondylitiden (‘tennisarm’) oa pees aanhechtingspijnen 5. Wondgevoel’ van de ribben of de volledige borst 6. Pijn of doofheidsgevoel, tintelen of huidjeuk met wisselende localisatie en intensiteit 7. Opspringende, sterke gewrichtspijn (polytope arthralgien) vooral van de grote gewrichten zoals knieën of schouders, handwortelbeentjes en vooral ’s nachts het maximum van de pijn 8. Pijnlijke kniegewrichtkapsels die dikker worden - maar ook zie je pijnloze gewrichtszwellingen die erg groot kunnen worden thv slijmbeurzen (bijv. bursa suprapatellaris)
45
Uitgebreid – chronische stadium
Syndroom van Bannwarth (Garin-Bujadoux-Bannwarth syndroom) neemt een aparte plaats in - oa ook omschreven als ‘een ernstig meningitisbeeld met verlamming van de VIIe hersenzenuw dat gekenmerkt wordt door het scheef staan van het gelaat’. Het treedt gewoonlijk weken tot maanden na Borrelia infectie op vaak zonder een vorige EM. Garin, Bujadoux en Bannwarth beschrijven reeds in 1922 de zenuwpijn van grote zenuwen zoals van de nervus ischiadicus of de plexus brachialis, waarbij (meningo)polyradikulitis met lymfo plasma cellulaire pleocytose en proteïne eiwitvermeerdering in het gewrichtsvocht aanwezig is. Typisch is vooral de pijn gedurende nacht.
Het Bannwarth syndroom – hierbij onderscheiden we 3 ondertypen: A. Craniale type - type met hersenaandoeningen (stijve nek - hoofdpijn,) o.a. hersenzenuwuitval (bijv. facialis- of abducensparese) evenals sensibiliteit storingen en pijn in de buurt van het hoofd bijv. in de waaier van de hals/van de schouder. B. Cranio caudale type - extremiteiten- en hersenzenuwaandoening Hierbij treden ook verlammingen van de buikspieren op, die zeer gemakkelijk over het hoofd worden gezien 46
Uitgebreid – chronische stadium C. puur extremiteitentype met wervelkolompijnen. De oorzaak van de klachtenverhoging ‘s nachts wordt toegeschreven aan Borrelia die zich binden aan vasculitiden van de vasa nervorum en de ontstane veranderingen van de bloedviscositeit met het gevolg van nachtelijke ischemiën in de kleine bloedvaten. Een uitbreiding van de zenuwpijn in andere lichaamsgebieden komt in het verloop van de ziekte voor, vaak heeft het te maken met de localisatie van originele tekenbijtplaats. Pijnscheuten ’s nachts gaan vaak samen met griepachtige symptomen - zweten ‘s nachts. Tegelijkertijd zie je cognitieve tekorten als verminderde opmerkzaamheid, concentratiestoring en denkblokkades, omdat het om een centraal nerveuze infectie gaat! Er bestaan uitgebreide geleidingsstoringen bij het syndroom Bannwarth. Je ziet zowel normale aandoeningen, maar ook zuivere geleidingsveranderingen/vertragingen en randlijnvertragingen en een combinatie van centrale en perifere electrofysiologische verschijnselen.
Diagnose via liquor (hersenvocht) - het is noodzakelijk een liquorpunctie te doen: De typische veranderingen daarin zijn het onomstotelijke bewijs. (Celvermeerdering tot 500/3 cellen, EWvermeerdering en Borrelia AK-bewijs).
47
Uitgebreid – chronische stadium De hersenvocht afname moet altijd tegelijkertijd met een serologische AK bepaling - zo kom je tot een liquor/serumquotiënt. Ook moet getracht worden de spirocheet in het liquor te kweken en altijd proberen via PCR het bewijs van Borrelia te krijgen daar een antilichamentest vaak (vals) negatief uitvalt! Therapeutisch bij het syndroom Bannwarth moeten antibiotica worden toegepast die in hersenvocht goed werken als cephalosporinen van de 3de generatie (Rocephin, Claforan) voor minstens 30 dagen (vanwege de generatietijd van Borrelia, die ongeveer 28 dagen bedragen kan). Het pijnsyndroom kan bij een ontoereikende behandeling chronisch worden.
Verdere symptomen bij de persisterende (chronische) Borreliose Bij de chronische Borreliose zie je ook vaak andere pijnklachten en –symptomen, die ook bij andere ziekten optreden. De Amerikaanse arts en Borreliose onderzoeker dr. Ritchie Shoemaker, M.D. stelt dat bij de persisterende Borreliose symptomen van verschillende groepen organen tezelfdertijd voor langer tijd naast elkaar moeten bestaan Zie voor details www.chronicneurotoxins.com en het boek van Ritchie C. Shoemaker, M.D.: ‘De geneeskunde van de wanhoop’, Gateway pers 2001, ISBN 0-96655351-9, te bestellen via www.amazon.com ) 48
Uitgebreid – chronische stadium
Psychologische en cognitieve veranderingen Sterke vermoeidheid en uitputting en ‘het niet op gang kunnen komen’, hetgeen vaak aangezien voor een depressie. Dit zijn de meest voorkomende klachten bij alle chronisch patiënten met Borrelia !!
Cognitieve tekorten met verstoord kort geheugen, attent zijn, minder concentratie- en uitingsvermogen, denkremmingen, onpraktisch storingen voor dagelijkse activiteiten en verstoorde oriëntatie (bij ouderen vaak als verkeerde diagnose ‘Alzheimer’). Spraakproblemen, vooral het moeilijk woorden kunnen vinden en zich vaak ’verspreken’ , hoofdletters verkeerd zetten of weglaten (eklaar). Vooral opvallend bij het typen op de pc en vreemd genoeg minder bij het schrijven!
49
Uitgebreid – chronische stadium
Vegetatieve en inwendige symptomen: 1. ’s Nachts zweten (zonder koorts!) evenals sidderen en beven. Een verhoogd ‘koudegevoel’ (met volledig normaal functionerende schildklier). Het gewoonlijk ’s nachts - maar ook overdag - uitbreken van zweetperiodes (vaak op hetzelfde tijdstip) zonder voorafgaande inspanning is een zeer frequent symptoom van de persisterende Borreliose. (differentiaal diagnostisch: tuberculose en tumoren) 2. Recidiverend verdikte lymfeklieren en nu en dan ook leuco- en/of lymfocytopenie, d.w.z. te weinig witte bloedlichaampjes en/of lymfocyten. In het laboratorium zie je vaak verlaagde CD 57+-NKwaarden (natuurlijke killercellen) < 60/µl, wat een verlaagde immuniteit aangeeft door de chronische Borrelia infectie. 3. De recidiverende subfebriele temperaturen of koortsscheuten, gewoonlijk gedurende enkele dagen of gebonden aan vaste tijden, soms ook in een 4-wekelijkse cyclus. Bij kinderen en jongeren zie je vaak ‘gloeiwangen zonder koorts - altijd op vaste op momenten.
50
Uitgebreid – chronische stadium 4. Duizeligheid - evenwichtsproblemen en coördinatieproblemen vaak met diffuse sterke hoofdpijnen, die niet op gebruikelijk pijnstillers of anti reumatica reageren. 5. De alcoholovergevoeligheid, voor slechts kleine hoeveelheden 6. Verstoord hartritme - gewoonlijk tachycardie, maar ook bradycardiale hartritmestoringen doen zich voor. Het ECG vertoond vaak een zich voor het eerst aangetoond AV-Blok I-II ( III). graad. 7. Hoest - kortademigheid zonder een adequate oorzaak, druk op de borst - door patiënten vaak als een beklemd gevoel aangeduid. Niet te verwarren met angstgevoelens of als depressie interpreteren! 8. Plotseling optredende onverdraagzaamheid voor bepaalde voedingsmiddelen, die altijd weer betrekking hebben op ander voedsel.
51
Uitgebreid – chronische stadium
Veranderingen van de functie van de zintuigen en van de huid 1. Vage visuele storingen - zien als een sluier - vooral nachtblindheid, maar ook het veelvuldig voorkomen van ‘mouches volantes’ (zwevende vliegjes/stukjes) in het glasachtig lichaam. 2. Eenzijdige functiestoringen van de pupil, zgn. pupillotoniën ontstaan na een Borrelia infectie en worden door de patiënt als eenzijdig pupilverwijding waargenomen (mydriasis). Vaak sterk afgenomen reactiviteitsnelheid van de pupil bij het binnenvallen van een lichtstraal wordt vaak waargenomen, wat enerzijds als een verblindende gevoeligheid en ook tot een vertroebeling van het zien kan leiden. 3. Recidiverende oogontstekingen afwisselend aan beide ogen, waarbij zowel de ooglidslijmvliezen, als de retina of de iris betrokken kunnen zijn, maar ook een branderig gevoel en uitgedroogd gevoel of het idee van vreemde stoffen in het oog van de patiënt worden waargenomen. Het komt vaak samen met diverse gewrichtspijnen voor, 4. Zgn. ‘haarpunt catarrh’ met pijn bij het kammen of bij het bevoelen van het haar wordt eveneens vrij regelmatig gerapporteerd.
52
Uitgebreid – chronische stadium 5. Diffuus haarverlies, vooral in het vroege stadium en later met het voortgaan van de Borreliose wordt vooral door vrouwelijke patiënten waargenomen. 6. De huidveranderingen als exanthemata, mycose-achtige veranderingen en droge huidschilfers op beide handpalmen, zelden ook op de voetzolen. Deze patiënten krijgen dan meestal de diagnose neurodermitis opgeplakt, zelfs als deze veranderingen voor het eerst optreden op volwassen leeftijd. Ook wordt de milde vorm van psoriasis frequent als oorzaak van de typische huidveranderingen aangeduid en de pijn aan de extremiteiten als ‘psoriasis artritis’ aangeduid. Wordt de diagnose dienovereenkomstig met geneesmiddelen als Arava of Metothrexat behandeld zal het immuunsysteem minder functioneren wat het chronisch worden van Borreliose zal bevorderen. 7. Een lymphadenosis cutis benigna Bäfverstedt zie je meestal aan of bij het oor, op het scrotum of aan tepels/borsten en is een accumulatie/verzameling van lymfocyten (lymfocytoom). Dit kan ook het eerste symptoom na een Borrelia infectie zijn in plaats van en/of naast een EM voorkomen, vooral bij kinderen. Het is een wat zeldzame, maar typische aanwijzing van een plaatsgevonden Borrelia infectie.
53
Uitgebreid – chronische stadium 8. Panniculitis, een ontstekingsverandering van het onderhuidse vetweefsel met pijnlijke knobbelvorming, zien we zo nu en dan. Dit verdwijnt meestal na een adequate Borrelia therapie. 9. Het zich opnieuw openbaren van multiloculaire lipomen of peesknobbels na een Borrelia infectie wordt telkens opnieuw gerapporteerd. 10. Roodachtige gevlekte huidveranderingen zowel lateraal bij de hals als in de omgeving van het decolleté die doen denken aan een zonnedermatose, die je ook ziet na een Borrelia infectie zonder blootstelling aan de zon (en zonder voorafgaande doxycycline inname!). Deze huidverandering blijft gewoonlijk bestaan. 11. Gevoelige polyneuropatiën zonder motorieke tekorten en zonder reflexverliezen (waarschijnlijk ontstaan door vasculitiden van het vasa nervorum van de perifere zenuwen) - zie je vaak bij de persisterende chronische Borreliose. Ze nemen af in het verdere behandelingsloop. De dieptegevoeligheid (trillingsgevoelheid) blijft intact bij deze vorm van polyneuropathie (PNP ). Wanneer PNP veranderingen worden aangetoond moet natuurlijk via een laboratorium screening ook naar andere oorzaken worden gezocht, zoals bijv. naar schildklierfunctie veranderingen, alcohol, diabetes, foliumzuur tekort ea.
54
Uitgebreid – chronische stadium 12. Oorsuizingen evenals vermindert gehoor aan één of aan beide kanten, soms met evenwichtsstoringen en flauwtes. Nu en dan zie je ook de typische aanvallen van de ziekte van Ménière met tegelijkertijd oorsuizen, slechthorendheid, duizeligheid en misselijkheid. Zelden zie je een verstoorde smaak (vaak bittere of metaalsmaak) en/of het volledig verliezen van smaak of geur.
55
Uitgebreid – chronische stadium
ENDOCRIENE VERANDERINGEN!! 1. CHOLESTEROL -Hypercholesterinemie wordt sowieso bij de doorsnee bevolking vaak waargenomen. Maar bij Borreliose patiënten is het cholesterol pas na de besmetting verhoogd en betreft het vaak jonge gezonde mensen, die niet tot de arteriosclerose risicogroepen behoren. De verhoogde cholesterolwaarden ontstaat door een reactie op de Borrelia infectie, want deze spirocheten kunnen geen lipiden (vetten) of vetzuren aanmaken en de bacteriën hebben cholesterol nodig voor de opbouw van hun celwand!! Komt de bacterie in een vetvrije omgeving terecht, vormen ze onmiddellijk cysten (dit kan in vitro door tetracycline verhinderd worden) 2. SCHILDKLIER - Latente hypothyreosen met een verlaagd fT3 en verhoogd TSH- basaal gehalte. Relatief vaak wordt ook over de ontwikkeling van de auto-immuun ziekte Hashimoto thyreoïditis met de schildklier autoantilichamen MAK, TRAK en TPO gerapporteerd. Klinische de symptomen: ook sterke veranderingen van het temperatuurgevoel, met het rillen en koelte hypergevoeligheid (opmerkelijke vooral bij mannen, die eerder nooit last hadden van koude rillingen ed.), daarnaast, opnieuw het voorkomen van plotseling zweten ‘s nachts.
56
Uitgebreid – chronische stadium 3. SEROTONINE, stoffwisselings- en cortisolspiegelveranderingen met stemmingswisselingen, opgewonden doen, angst en het zich voordoen van paniekaanvallen, agressiviteit en slaapstoornissen (teveel, te weinig, oppervlakkig en vroeg wakker worden) 4. DEPRESSIEVE stemmingswisselingen zijn zeer frequent. Bij diegenen die voor de eerste keer als volwassene depressies hebben, die daarbij slecht reageren op antidepressiva, moet altijd aan een Borreliose gedacht worden. Natuurlijk kunnen ook de diverse klachten van de Borreliose en de constante pijn reactief aan een depressieve situatie bijdragen. 5. Vaak zie je zware OVERVERMOEIDHEIDS verschijnselen, die bij een depressief iemand aan de depressiviteit wordt toegeschreven en nooit aan de Borreliose!! 6. Waarschijnlijk als gevolg van de veranderde cortisolspiegels en/of angiotensine-II receptor zie je heel vaak bloeddrukveranderingen, vooral verhoogde bloeddrukwaarden die zich voordoet na de Borrelia besmetting, die met de gebruikelijke anti hypertensiva maar moeilijk laten instellen - bij personen die altijd een volledig normale bloeddruk hadden !!
57
Uitgebreid – chronische stadium 7. Een verhoging van de tumornecrosefactor (TNF)-alpha in het serum wordt bij de reactie van HERXHEIMER, die met antibiotica wordt behandeld, beschreven. Geschikte medicamenteuse tegenmaatregel bij de verhoogde TNF alphawaarde is Pioglitazon (Actos 15 mg 1-3 x daags) voor enkele dagen, die de PPAR gamma-afweer tegen de TNF activering versterkt. Als alternatief ook efficiënt: Probenecid, Metamizol (Novalgin), acetylsalicylzuur (aspirine), prednisolon of dexamethason in lage dosering. 8. Voorbijgaande of een blijvende leverwaardenverhogingen na een Borrelia infectie. Dit werd vooral waargenomen wanneer tezelfdertijd een Epstein-Barr-Virus (EBV)-besmetting plaats vond. 9. Vaak zie je een gewichtstoename (met verhoogde insulineweerstand), maar soms ook afname van het gewicht of veranderde eetlust. Ook zie je door nieuwe voedselallergieën (s.o.) veranderende eetgewoonten. 10. Frequent zie je na Borrelia infecties een verstoorde zuurbase huishouding met een verzuring, die voor een deel aan de zo vaak aangegeven spierpijnen bijdraagt. Dit is te onderzoeken met de zgn. Sandertest, waarbij op 5 verschillende tijdstippen per dag urinesteekproeven worden gedaan, waarbij dan de pH wordt gemeten en in een dagcurve wordt geregistreerd. Zo bepaal je dan een zuurgraadquotiënt en eveneens regulering van de dagelijkse stofwisselingscapaciteit.
58
Uitgebreid – chronische stadium 11. LIBIDO verlies en andere seksuele defecten 12. Onregelmatige MENSTRUATIE, borst (mammae)pijn, soms zelfs melkgift en bij mannen ‘n gynaecomastie borstvorming (gelijk met een meetbare prolactineverhoging i.S.) 13. Druk op de maag, gasontwikkeling, diarree afgewisseld met VERSTOPPING in zie je ook vaak als nietspecifieke symptomen na een Borrelia infectie. Vaak zie je tezelfdertijd een besmetting met Helicobacter pylori of lactoseonverdraagzaamheid, die beide laboratoriumchemisch moeten worden aangetoond en behandeld. 14. Over het algemeen geldt dat symptomen van Borreliose na een narcose en na virusinfecties (vooral EBV) en inentingen (FSME!) voor het eerst gezien worden of juist verergeren. 15. Terugkerend branderig gevoel in de blaas evenals blaasfunctiestoringen met frequente urineren (polyurie) of incontinentie (men merkt een volle blaas niet meer op) zonder bacteriële infectie van de blaas. Kinderen kunnen primaire incontinentie voor urine en stoelgang vertonen als het symptoom van een Borrelia infectie. 16. Testikel-/prostaat- en liespijn zonder organische aandoening.
59
Uitgebreid – chronische stadium
Niet-specifieke pijnsyndromen op verschillende localisatie 1. Spierkramp en intensieve spierpijn na lichamelijke belasting door een sterke verzuring. Soms trillen van de aangezichtsspieren of van de extremiteiten, wat gemakkelijk voor een ‘tic’ wordt aangezien. 2. Recidiverende nekpijn met uitstraling in de bovenste BWS en armen, zijn vaak de eerste symptomen na een Borrelia besmetting (zgn. Borrelia meningitis(?)) 3. Vage recidiverende, vaak zeer sterk en plotseling opkomende hoofdpijn, recidiverende keel- of tongpijn evenals frequente voorhoofds- en neusbijholte ontstekingen met slijmvlieszwellingen, zonder bacteriële verwekkers. 4. Trekkende en/of brandende ischialis-brachialis achtige pijn, die maandenlang kan aanhouden, geen correlatie heeft met CT of NMR en niet reageert op de gebruikelijke pijnstillende middelen of antirheumatica (zie syndroom van Bannwarth). Deze symptomen zie je typisch genoeg vooral ’s nachts - tijdens het liggen !! Men veronderstelt dat de vasculitis/artritis bij Borreliose de oorzaak is omdat de capillairen ’s nachts vernauwd zijn door de lighouding of door het indikken van het bloed (‘modderfenomeen’) en dus een relatieve weefselischemie.
60
Uitgebreid – chronische stadium Dit geldt in het bijzonder voor slecht doorbloed weefsel als pezen en bindweefsel waarin de Borrelia bacteriën zich terugtrekken vanuit de bloedsomloop als persisterende overlevingsstadia. Zo overleven ze ook een antibiotische therapie.
Door de voorraad in het lichaam van deze persisterende spirocheten is reactivering van de Borreliose mogelijk, dus het manifesteert zich als ziektebron. In het vroege stadium van de ziekte zie je interessant genoeg vaak een maandelijks ritme ontstaan (28 dagen = vermeerderingscyclus Borrelien!), later kan het jaarlijks terugkeren. Hierbij is het interessant dat dit bij elke patiënt met gewoonlijk precies dezelfde klinische symptomen terugkomt als de eerste keer.
61
Uitgebreid – diagnostiek
Klinische onderzoeken: Na nauwkeurige anamnese moet een grondig lichamelijk algemeen onderzoek gedaan worden, waarbij zowel de internistische, neurologische en neuro orthopedische criteria bekeken moeten worden, zodat bijv. functionele extremiteitenaandoeningen als oorzaak voor de skeletspierpijn uitgesloten kunnen worden. Tijdens het neurologische onderzoek wordt grote betekenis gegeven aan het onderzoek op gevoeligheid van de extremiteiten met de naald (naaldwieltje) om zo de eventuele aanwezigheid van een gevoelige polyneuropathie niet over het hoofd te zien. Dit zie je vooral bij de persisterende Borreliose. Bovendien wordt het volledige integumentum nauwkeurig onderzocht, zodat EM-plekken, tekenbijtplekken, eczemata of andere opvallende veranderingen (als subcutane verdikkingen bij een panniculitis) niet over het hoofd worden gezien. Bloeddruk en pols worden in de gaten gehouden evenals de veranderingen van eetlust en gewicht.
62
Uitgebreid – diagnostiek
Serologische diagnostiek: Met serologisch onderzoek wordt naast Borrelia onderzoek ook gekeken naar mogelijke cobesmettingen, indien hier tijdens de anamnese aanleiding toe bestaat, in die zin dat een besmetting met Yersiniën, Chlamydiae of Ehrlichiae aanwezig zouden kunnen zijn. Dit zou vooral kunnen bij chronische processen wanneer patiënten niet voldoende reageren op een goede antibiotische behandeling. Naast het Borrelia antilichaamtest (IFT, EIA en/of .ELISA) wordt ook de Borrelia Immunoblot gedaan om specifieke bewijs te krijgen In zeldzame gevallen van seronegatieve Borreliose is dit te ontmaskeren met de Borrelia Lymphocyten transformatietest (LTT) Bij een persisterende Borreliose is de LTT altijd zeer nuttig, omdat hij de ziekteactiviteit van Borreliose het beste aangeeft..
63
Uitgebreid – testen
Verbeterde Borreliose activiteitstest: De Elispot test ter vervanging van de LTT Borreliose test: Nieuw: speciale CPDA teststaafjes, die de cellen tot 3 dagen stabiliseren (tot nu LTT- teststaafjes slechts 24 uur)! Testen van de actuele Borreliose activieit met 3 verschillende antigenen Zeer snelle uitslag: 16 uur (Borrelia LTT: 1 tot 2 weken) ! ! Zeer snelle beslissing mogelijk voor het verlengen of een andere Borreliose therapie !!! Deze uitgebreide test wordt slechts in gespecialiseerde laboratoria gedaan. Betrouwbare laboratoria: Instituut voor med. diagnostiek in Berlijn, Laser Labor in Keulen, Laboratorium Rurainski in Ettlingen Karlsruhe Labor dr. Sandkamp in Bremen. Labor van Charite Berlijn, Prof.Burmester Lab Dr.Franke in Duesseldorf Dr.Gerritzen en partners in Bremen. De antibiotische behandeling vindt pas plaats nadat deze serologische waarden bekend zijn (antilichamen, Immunoblot als besmettingsbewijs en LTT als activiteitsparameter). Virussen als Herpes simplex, Varizella zoster of het Epstein Barr virus zijn vaak de reden van het voortduren van een Borrelia infectie. 64
Uitgebreid – testen Waarschijnlijk geeft dit een verlaging van de cellulaire immuniteit waardoor een Borrelia infectie persisteert. Daarbij komt dat sommige patiënten een genetische aanleg hebben in hun HLA systeem, zodat ze niet in hun eentje opgewassen zijn tegen een Borrelia infectie. Men veronderstelt dat mensen met HLA-Allel HLA-DR 1 geen specifieke Borrelia antilichamen kunnen aanmaken - dit is momenteel nog onderworpen aan onderzoek. Tot de diagnostiek voor een actieve Borreliose hoort naar mijn ervaring ook de bepaling van de cellulaire immuniteit met de Natuurlijke - Killercellen (NK waarde) totaalwaarde en de specifieke CD 57+ - NK-celwaarde, want die is bij een actieve d.w.z. persisterende Borreliose meestal zeer duidelijk lager! Een gezond immuunsysteem heeft waarden tussen 60-360/µl CD 57+-NK cellen. Reeds langer bestaande Borreliose heeft gewoonlijk waarden < 60/µl. Na een succesvolle antibiotische therapie stijgen deze waarden weer en kunnen ze gebruikt worden in het verloop van de toestandsverbetering. Zijn de CD 57+-NK waarden sterk gezakt, beïnvloedt dat naar mijn idee ook de LTT reactiviteit en daarom kunnen patiënten met actieve (persisterende) Borreliose negatieve LTT waarden hebben. (d.w.z. stimulatie indices (Si) < 3.0).
65
Uitgebreid – testen Na een gerichte en juiste antibiose- en immuun stimulatie kan dan de Borrelia LTT positief worden en tegelijkertijd de CD-57+-NK waarden zich verbeterd hebben. De toentertijd verkondigde mening dat Borrelia IgG-AK zonder tegelijkertijd aanwezige IgM-AK slechts een ‘serologisch litteken’ zou zijn - zonder mogelijkheid tot behandelen - moet door de nieuwe bevindingen dringend herzien worden, ten gunste van betreffende patiënten, die aan een chronisch actieve Borrelia infectie met zijn diverse symptomen lijden en op grond van dergelijke uitslagen zelfs niet erkend worden als Borreliose patiënt, laat staan behandeld. Zolang het zgn. stapsgewijze schema van de diagnostiek voortgezet wordt, waarbij negatieve AK zoektesten voor fondspatiënten en verdergaande serologische onderzoeken verboden is, zullen vooral ernstig zieke Borreliose patiënten met lage cellulair Immuniteit (CD 57+-NK waarde < 60/µl) en vaak onvoldoende reagerend LTT als actief zieke niet geïdentificeerd blijven!! .
66
Uitgebreid – therapie
Therapie bij het voortduren van Borreliose na een holistisch behandelingsregime: immuunmodulatie en vetuitdrijving Tot de laboratoriumresultaten van LTT er zijn - ong. 10 dagen – wordt voorafgaand al begonnen met het plantenextract voor immuunmodulatie en de vetuitdrijvende therapie met Cholestyramine 2-4 zakjes (8-16 g) dagelijks (natuurlijk alléén dan wanneer de Visuele contrastgevoeligheidstest (VCS) – pathologisch is, wat bij de chronische vorm van Borreliose bijna altijd het geval is). Het effect - de vermindering van de vetmoleculen in het bloed - die ofwel de (eerst in het laboratorium) aangetoonde neurotoxine aan zich binden, waardoor de algehele toestandsverbetering ontstaat of omdat Borrelia bacteriën vet uit het serum nodig hebben, omdat ze het zelf niet kunnen aanmaken, waarbij ze in een vetarm milieu direct in de hongervariant tot ‘cyste’ overgaan en dan niet zijn aan te pakken. Een uit Amerika afkomstig behandelingsalternatief voor de Cholestyramine, zijn infusen met Lipostabil N , dat zijn plantaardige fosfolipiden van sojabonen, die als behandeling bij een vetembolie worden gegeven.
67
Uitgebreid – therapie
Als plantaardige immuunmodulators zijn beschikbaar: * Karden Minze kruid (Voorzieningsbron: Inc. Gmbh, Magirusstr. 21b, 70469 Stuttgart, Tel. 0711/806087 11) * Anjer, bitterkruid- en walnootolie mengsel, dat vroeger nog Rizol bevatte, dat wegens een potentiële leverbeschadiging niet meer gebruikt wordt. (verkrijgbaar bij Ansbachapotheek, Johann. Sebastian Bachplatz 11, Tel. 0981/12192) * Vitafit, een hoog gedoseerd vitaminemengsel met selenium, coenzym Q 10, magnesium en zink (Apotheek Ansbach of stadsapotheek Roth, Tel. 09171/892403) * Lymfe diaral druppels of -tabletten (receptplichtig) * Samento TOA-Vrij: Derma Vit, Tel.089-18908460 of woonplaatsapotheek (s.o.). * Rechts-Regulat, Dr. Niedermaier Pharma, Gmbh, 85662 Hohenbrunn of woonplaatsapotheek (s.o.)
68
Uitgebreid – therapie
Medicijnselectie per stadium van de ziekte van Lyme Wanneer uit de serologische gegevens de activiteit van de Borrelia infectie aangeven - vooral bij een positief LTT resultaat met Si waarden > 3 op de antigenen Borrelien B.garinii, B.afzelii, B. sensu stricto en Borr.OspC - moet de antibioticatherapie minstens 30 dagen worden voorgeschreven ivm de voor Borrelia vermelde regeneratietijd van 28 dagen. Maar ook bij LTT twijfelgevallen moet - wanneer de anamnese en de klinische klachten duidelijk op een actieve Borreliose wijzen - op dezelfde wijze behandeld worden!! Diagnose en besluit over behandelingsnoodzaak voor Borreliose moet klinisch onderzoek plaatsvinden, niet naar aanleiding van de serologische waarden! Immers negatieve of grenswaarden zijn vaak bereikt door het omlaag gaan (downregulation) van het cellulaire immuunsysteem, wat te zien is bij een CD 57+-NK celwaarde minder dan 60/ µl.
69
Uitgebreid – therapie
De antibioticakeuze hangt altijd af van het Borreliose stadium. 1. Vroege fase met hoge LTT activiteit, dan is het zinvol antibiotica toe te passen die bactericied inwerken op de delende bacteriën. a. De werking is irreversibele belemmerend op de bacteriecelwand verkleving: penicilline, ampicilline, amoxicilline en cephalosporine als Claforan, Rocephin of Cefuroxim -axetil. Al deze antibiotica werken niet intracellulair en hebben geen invloed op de aanmaak van intracellulaire persisterende vormen van de Borrelia, die zich normaal gesproken kort na de eerste besmetting ontwikkelen. b. Rocephin en ook amoxicilline bevorderen de cystenvorming van Borrelia. Dit is te voorkomen door tetracycline. 2 a. Ook de bactericied, intracellulair werkende antibiotica: rifampicin en de gyrase (een enzym)-remmer Ciprobay, Tarivid, Tavanic, Avalox omdat ze de synthese van m-RNS van de bacteriën verhinderen. Zij werken echter alleen bactericied op de delende bacterie. Beide groepen antibiotica moeten alleen in uitzonderlijke gevallen worden toegepast bij overwegend intracellulair en zeer lang aanwezige infecties of bij een menginfectie met chlamydiae.
70
Uitgebreid – therapie b. Metronidazole is een bactericied werkend antiprotozoicum, omdat het de nucleïnezuursynthese belemmert/beïnvloedt van de bacteriën en van de lichaamscellen (!) en dient daarom slechts maximaal 10 dagen te worden gebruikt. Het werkt zeer goed op intracellulaire protozoën en anaeroben en verspreid zich gemakkelijk door het weefsel en lichaamsvocht. 3 a. Tetracycline, doxycycline en de macroliden erythromycin, roxithromycin, clarithromycin en azithromycin werken slechts bacteriostatisch, maar vooral intracellulair tegen een eiwitsyntheseremming van de bacterieribosomen b.: Sulfonamide en trimethoprim (TMP) ( in vitro matig werkzaam tegen Borrelia) werken echter ook slechts bacteriostatisch door folaatsyntheseremming. Men gebruikt TMP in combinatie met makroliden als roxithromycin en TMP (Rulid 2 x 150 mg en Infectotrimet 2 x 100 mg). !! Combinaties van bactericiede en bakteriostatische antibiotica zouden altijd moeten worden vermeden, daar het tot antagonismen kan komen !! Bacteriostatisch werkende antibiotica verhinderen bijvoorbeeld het effect van antibiotica, die delende bacteriën en de celwandsynthese beïnvloeden.
71
Uitgebreid – therapie Maar er zijn ook zeer zinvolle antibioticumcombinaties. Professor Donta adviseert, roxithromycin, clarithromycin of erythromycin in combinatie met quensyl, resochin of amantadin, waardoor een intracellulaire alkalisatie ontstaat en zo een versterkingseffect van de macroliden wordt bereikt. Azithromycine (Zithromax) zou nog efficiënter zijn dan clarithromycin en kan eveneens met quensyl worden gecombineerd. Het cumuleert intracellulair en men heeft dagelijks slechts 1 tablet nodig. Het is daarom gunstig om na 4 behandeldagen een onderbreking van het 3 dagen pauze te nemen. Zinvol is ook de combinatie van amoxicilline met probenecid, dat het uitscheiden van amoxiciline vertraagt en zo bloedspiegel verhoogt (bijv. 2 x 1000 mg amoxicilline en Probenecid 2 x 1, in plaats van 3 x 1000 mg amoxicilline). Erythromycin wordt momenteel alleen nog bij kinderen en zwangere vrouwen toegepast. Clarithromycin is voor kinderen ook zeer geschikt. Menginfecties met yersiniae (yersinia enterocolitica), chlamydia trachomatis of Chlamydia pneumoniae: Tavanic 500 mg 2 x 1 En nog beter werkzaam is Avalox (1 x dagelijks). Rocephin en claforan slechts in uitzonderlijke gevallen gebruiken, wanneer een voortdurende delingsactiviteit van Borrelia bestaat
72
Uitgebreid – therapie Bij acute Borreliose zijn rocephin en clarofan eerste keus, vanwege hun goede verspreiding in lichaamsvocht!!Ook zijn ze allebei niet doeltreffender - ondanks i.v. toepassing waardoor ze een hogere bloedspiegel geven dan doxycycline per os. Mogelijke bijwerking van rocephin is de aanmaak van galblaasgruis, wat vaak galblaasoperaties en kolieken (pseudomembraneuze colitis) veroorzaakt. Rocephin werkt overigens totaal niet intracellulair, wat nu juist een eerste vereiste is bij een chronisch verloop van Borreliose!! De tot nu toe heersende gouden standaard van de rocephininfuustherapie: het is alleen effectief wanneer er nog spiraalvormige en deelbare Borrelia bacteriën in bloedbaan of hersenvocht bevinden, want door het verhinderen van de bacterie celwandsynthese door cephalosporin werkt het bactericied. Op de intracellulair liggende persiterende vormen bij Borreliose (vanaf stadium II) zijn cephalosporine, rocephin en ook claforan niet meer effectief. Daarom moet de therapie bij een voortdurende (chronisch actieve) Borreliose met genoemde intracellulair werkende antibiotica toegepast worden.
73
Uitgebreid – therapie De mislukking van de therapie is voorgeprogrammeerd als bij een persisterende Borreliose te kort, te laag gedoseerd of niet met intracellulair werkende antibiotica wordt behandeld (als bijv. tetracyclin, clarithromycin (Klacid, Cyllind) of azthromycin (Zithromax)!! 1. Na de behandeling van 30 dagen:LTT controle na 46 weken wachtperiode. 2. Stoppen mag bij een Borrelia LTT < 3.0 Si, wat bevestigd dat op dat moment geen specifieke Borrelia T- helpercellen in het bloed zitten, dus is er geen sprake meer van een actieve Borrelia infectie. 3. Bestaat na de therapie nog activiteit van Borreliae, moet opnieuw doelbewust met antibiotica worden behandeld. 4. Idem wanneer telkens op vaste tijden - 28 dagen – zich Borrelia symptomen openbaren.
74
Uitgebreid – therapie
Samenvatting van de gehele holistische therapie Bij de combinatietherapie met intracellulair werkende antibiotica (voor 30 dagen), innemen van immuun modulatoren en een vetverwerkende therapie - Cholestyramine of Chlorella/Spirulina – moeten ong. om de 6 weken VCS testcontroles en hun klinische waarden worden bekeken. Omdat de uitslagen van de VCS test gewoonlijk parallel lopen met de klinische verbetering van de patiënt, is de VCS test voor de patiënt een mooi houvast. Ook de vóór begin van therapie gemeten PNP waarden dalen gewoonlijk tijdens de therapie en kunnen in cm gemeten goed vergeleken worden.
Conclusie: Het ziektebeeld van de chronische Borreliose lijkt op de schrik van de vorige eeuw Syfilis. De veroorzaker van Syfilis Treponema pallidum is ook een spirocheet! Het was bekend dat Syfilis zeer lang behandeld moest worden en dat het niettemin toch vaak leidde tot stadium 3, dus het ging door tot aan de tabes dorsalis met centraalnerveuze symptomen.
75
Uitgebreid – therapie Waarom zou Borreliose vandaag de dag dan te behandelen kunnen zijn met slechts 14-21 dagen Doxycycline? Zo lang zelfs richtlijnen betreffende de therapie voor alle ziektestadia van Borreliose uitsluitend een antibiotische therapie is en die dan ook nog eens te kort en te laag gedoseerd wordt, zullen chronische Borreliose patiënten blijven bestaan, die blijven lijden aan hun diverse klachten, zonder dat de daaraan ten grondslag liggende Borreliose door de behandelende arts (h)erkend wordt. Persisterende Borreliose die exclusief met antibiotica, dus zonder gelijktijdig neurotoxine en/of vetmoleculen uitdrijving en immuniteitsverhoging, kan niet doeltreffend behandeld worden en zal geen immunologisch evenwicht en dus een ‘welbevinden’ van de patiënt ten gevolge hebben. Of nochtans uitsluitend daardoor ook het genezen van een Borreliose infectie mogelijk is, kan momenteel nog niet worden beoordeeld, omdat telkens opnieuw een reactivering van de Borreliose uit lichaamsreservoirs als bind-, pees- of vetweefsel van rustende persisterende spirocheten mogelijk blijft. Van de andere kant lopen bepaalde beroepsgroepen telkens weer een nieuwe infectie op - vooral boswachters en jagers - omdat zich géén blijvende afweer opbouwt als bij een vaccinatie. 76
Uitgebreid – therapie De beste manier om de ziekte te voorkomen is de tekenbeetprofylaxe en het op tijd en zo snel mogelijk vaststellen van de acute Borreliose bij een EM of door het onderzoek van de besmette teek (www.teken-test.nl) gevolgd door een juist gedoseerde en voldoende lange antibioticumtherapie (doxycycline, amoxicilline, cefuroximaxetil, rocephin, claforan) Voor de meeste chronische patiënten kan door de beschreven combinatietherapie bereikt worden, dat door de verbeterde immuniteitssituatie Borrelia bacteriën slechts asymptomatisch in het lichaam verblijven en de besmette mens daardoor niet meer constant met de verontrustende symptomen worden opgezadeld. Door deze therapie kan zo de levenskwaliteit van Borreliose patiënten cruciaal verbeterd geworden.
77
Uitgebreid – AK techniek
Aanvullend niet-medisch ondersteund onderzoek: I. AK techniek Wanneer bij de anamnese een gerechtvaardigde verdenking bestaat op een persisterende Borreliose wordt vóór de screeningmethode met de gedetailleerde Borrelia serologische AK techniek (Applied Kinesiology), nog één maal opnieuw onderzocht. Bij niet-specifiek symptomen als vermoeidheid of hoofdpijn krijg je bij deze testmethode zeer snel aanknopingspunten voor of tegen een bestaande besmetting Borrelia. Ook mogelijk cobesmettingen met yersiniae, chlamydiae, EBV of het herpes simplex en/of herpes zoster kunnen nu snel worden onderkend, wat voor het daarop volgende serologisch onderzoek nuttig en ook kostenbesparing is. Met de AK techniek kunnen nog andere veranderingen – los van de Borrelia besmetting - onderzocht worden zoals bijv. immuniteitsniveau (via de thymus-TL), besmettingen van de neusbijholten (de specifieke TL op de zenuwuiteinden punten (NAP) en infecties in het mond/keelgebied en de TL van de submandibulaire lymfeklieren). Door deze immuun stimulatie testen kunnen dan de geschikte plantaardige of homeopathische preparaten voor de immuunmodulatie gevonden worden. 78
Uitgebreid – Vetafdrijving-immuunmodulatie
II. VET verwijdering en IMMUUN modulatie Zo snel mogelijk wordt met de vetverwijderings therapie (cholestyramine) en de immuunmodulatie begonnen en het klinische ziektebeeld in de gaten gehouden. Gewoonlijk verbetert samen met de VCS-test het fysieke welbevinden, waardoor alleen al deze immuun modulerende preparaten een Herxheimer reactie voorkomen!! De onderzoeksmogelijkheden met de AK techniek biedt naast de diagnostiek het onschatbare voordeel de specifieke antibiotica te kunnen bepalen, dus welke antibiotica in elk geval de specifieke Borrelia besmetting met eventueel aanwezige andere veroorzakers aangepakt worden en of de patiënt het bewuste antibioticum verdragen kan. Wanneer de patiënt op de AK testen met een beter wordende test reageert, betekent dit een goede verenigbaarheid en doeltreffendheid. Dit verbetert de naleving van de behandeling van de patiënt. Zie ook Wolfgang Gerz: Handboek van de Toegepaste kinesiologie in de natuurgeneeskundige praktijk, 336 blz. met afbeeldingen, Uitgeverij AKSE, 2e oplage. 2001, ISBN 3-00-000616-8).
79
Uitgebreid – VCS test
III. VCS-test op TOXINEN Wanneer de anamnese en alle gevonden symptomen op een persisterende Borreliose wijzen wordt de visuele contrast gevoeligheid (VCS) - test gedaan om de neurotoxinebelasting te kunnen meten. Door de ervaringen opgedaan door dr. Ken Hudnell, A.P.Ginsburg, Ph.D., prof Donta en Cartwright en de Amerikaanse Borreliose specialist Ritchie Schoenmaker M.D. die in de jaren 1999 - 2001 veel van zijn patiënten in zijn algemene medische praktijk onderzocht, ontdekte men dat vele giftige Borrelia proteïnen worden vrijgegeven, de zgn. BbTox 1-Proteine. Deze werken net als andere bacteriële toxinen (zoals bijv. tyfus en difterie) als een neurotoxine en zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de symptomen van Borreliose! Ze verdwijnen - na uitgebreide ervaringen van de Amerikaanse onderzoekers - met cholestyramine uit de enterohepatische cyclus en dus ook gelijktijdig uit het lichaam en worden via de darmen ‘uitgewassen’. Dit kan na onze ervaringen volledig onderschreven worden. Jammer genoeg zijn er geen wetenschappelijk begeleide studies voor deze therapievorm.
80
Uitgebreid – VCS test Denkbaar is daarnaast dat het effect van Colestyramine slechts op vermindering van de vetmoleculen in het bloed is gebaseerd, omdat ook Lipostabil N infusen hetzelfde effect geven. Lipostabil N infusen worden profylactisch en als behandeling toegepast bij vetemboliën en geeft dezelfde positieve ervaringen bij patiënten die klagen over ‘mist in het hoofd’!. Vertonen zich bij de VCS-test in rij C en D duidelijk gezichtsverliezen, wordt de totaalscore toegepast en als uitgangspunt genomen vóór de Cholestyramine uitscheidingstherapie. Ook het actuele gezichtsvermogen wordt getest en voor elk oog afzonderlijk gehouden (bijv. rechter oog 20/20 = 100% gezichtsvermogen, linkeroog 20/32 = 60%). Brildragers worden altijd mét hun leesbril getest. Bij een slecht gezichtsvermogen moeten altijd eerst de resultaten van de uitdrijvingstherapie worden afgewacht, voordat men zich een nieuwe bril laat aanmeten, want de ervaring is dat het door neurotoxine verslechterde gezichtsvermogen hersteld. De VCS testresultaten worden aan de patiënt gegeven, zodat de verbetering in gezondheid en de VCS uitslagen kunnen worden vergeleken
81
Uitgebreid – VCS test Een alternatief voor cholestyramine bijv. bij allergie of sterke obstipatieproblemen zijn eventueel zoetwateralgpreparaten als spirulina, chlorella of bio reurella. Ook de Amerikaans oliekorrels (welchoilpills) van Ritchie Shoemaker M.D. werken voldoende afdrijvend. Het in drogisterijen verkrijgbare silicea-gel heeft ook toxinebindende capaciteiten, smaakt neutraal en veroorzaakt waarschijnlijk minder obstipaties als Cholestyramine. Tijdens de behandeling wordt ook telkens de inwerking op de Borrelia en/of andere verwekkers (chlamydiae, yersiniae, EBV, HSV, VZV) onderzocht met de AK-techniek De ervaring is dat de werkzaamheid bij potenties D60 - D200 tijdens de antibiotische therapie negatief verloopt, het verloopt dalend vanaf de hoge potenties (d.w.z. eerst is D200 negatief, dan D100 enz.) Na het beëindigen van de antibiotische therapie wordt na een wachtperiode van 6 weken de Borrelia LTT controle gedaan. Afhankelijk van het resultaat en klinische symptomen wordt dan besloten of opnieuw een antibiotische therapie noodzakelijk is of slechts een verdere uitdrijvingstherapie met immuun modulerende ondersteuning nodig is.
82
Uitgebreid – VEGA test
VEGATEST - met de Vegatest kan - in ongeveer 1 uur - uitspraak gedaan worden over de aanwezigheid van: Bepaalde bacteriën of virussen - schimmel of parasieten zwakke organen - belasting door pesticiden of insecticiden - aantasting zenuwstelsel door de aanraking - of het werken met bepaalde giftige stoffen. De Vegatest methode onderzoekt snel en duidelijk of er sprake is van vergiftiging door (zware) metalen, DDT, pesticiden, insecticiden, amalgaam, asbest en vele andere mogelijke oorzaken van pijn en chronische en verborgen ontstekingshaarden. Ook kan er sprake zijn van - PVS (post vaccinaal syndroom) - erfelijkheidsfactoren - astma - huidallergie - tbc - psoriasis - darmproblemen - ADHD - HPU en vele andere mogelijke oorzaken van een ziektebeeld
83
Uitgebreid – chronische stadium
De Vegatest meting : Deze meet de aanwezigheid van micro-organismen of gifstoffen in het lichaam zonder prikken of andere ongemakken. Tijdens de 1e afspraak doen we meteen een meting - dit duurt gemiddeld 1 uur. Hierna is bekend wat er volgens de test aan de hand is en wordt een behandeladvies gegeven.
Uiteraard is de behandeling afhankelijk van zowel de conditie van de patiënt als van de resultaten (de ernst) van de uitslag van de Vega test meting.
84
Uitgebreid – VEGA test
De behandeling : De bacterie, parasiet of schimmel wordt met een kuur het lichaam uitgewerkt. Daarna kan uw lichaam weer herstellen. Door zorgvuldig rekening te houden met uw lichaam bij het kiezen van de medicatie wordt de kans op genezing vergroot. De voorgeschreven kuur duurt enige weken. Het is belangrijk dat u zich houdt aan de voorgeschreven inname van de medicatie. Deze medicatie wordt zorgvuldig aangepast aan de patiënt zodat er zo min mogelijk reactie kan ontstaan. In 90% van de ziekte beelden is er een behandeling mogelijk. De duur van een behandeling is vaak afhankelijk van de geconstateerde uitslagen. Echter om een idee te geven - de meeste ontgiftingskuren duren gemiddeld 4 tot 5 weken. Voor een parasiet of schimmel, virussen en bacteriën is de termijn erg moeilijk te omschrijven. Voor sommige patiënten volstaat een aantal weken, andere weer met een aantal maanden, afhankelijk van de ernst en ook van de inzet van de patiënt zelf.
85
Uitgebreid – VEGA test
Controles: Wanneer besloten wordt de behandeling aan te gaan, zijn ook enkele nacontroles nodig tot de klachten zijn verholpen. De controlebezoeken vinden met een zekere regelmaat plaats (om de 4 a 5 weken) en zijn van belang om het effect van de behandeling op het beloop van de ziekte te volgen, na te gaan of aanvullende behandeling nodig is en om eventuele complicaties te signaleren. Wanneer u zich tussentijds ongerust maakt over de gezondheid, kunt u de huisarts consulteren of een vervroegde controle afspraak maken. Homeopatische middelen kunnen in sommige gevallen het gevoel geven dat de klachten licht verergeren. Dat is een bekende, maar heel normale lichaamsreactie en duurt slechts kort. Er vindt geen lichamelijk onderzoek plaats. Meetmethode zonder prikken - dus ook geschikt voor onderzoek bij kinderen!
86
NEUROTOXINEN - BIOTOXINEN
Chronische ziekten veroorzaakt door blootstelling aan giftige stoffen – toxinen - van levende organismen. Vele biotoxinen/neurotoxinen hebben invloed op de neurofysiologische processen. Met een visuele screeningtest is vast te stellen of gezondheidsproblemen worden veroorzaakt door biotoxinen.
Biotoxinen - gif geproduceerd door levende organismen. Neurotoxinen – deze biotoxinen hebben een nadelig effect op de neurologische functies van het lichaam
87
NEUROTOXINEN - BIOTOXINEN
VCS – visuele gevoeligheidstest – determineert de gezondheidsproblemen mogelijk veroorzaakt door biotoxinen Tekorten die zichtbaar worden via de visuele test - visueel contrast gevoeligheid - zijn geassocieerd met een chronische ziekte veroorzaakt door blootstelling aan biotoxinen (1-8). Als de uitslagen suggereren dat biotoxinen de ziekte veroorzaakt, kan men een behandelingsprotocol krijgen waarmee succesvol veel mensen zijn behandeld. Dit paradigma voor het diagnosticeren en behandelen van chronische, door biotoxinen geïnduceerde ziekten is gebaseerd op onderzoek en praktijkervaringen van dr. C. Ritchie Shoemaker, MD en op zijn klinische ervaringen.
88
NEUROTOXINEN - BIOTOXINEN
Organismen die biotoxinen en neurotoxinen produceren Veel organismen produceren stoffen die giftig zijn voor de mens, zoals dinoflagellaten (algen/plankton), gevonden in riviermondingen en de oceaan, cyanobacteriën (blauwalgen) aangetroffen in zoetwater, schimmels in de lucht binnenshuis en buitenshuis en sommige soorten bacteriesoorten. Tijdens het eerste onderzoek naar acute en chronische door biotoxinen geïnduceerde ziekten zag men een relatie tussen de nietspecifieke symptomen en tekorten in de visuele contrast gevoeligheid bij contact met de voor vissen uit riviermondingen dodelijke dinoflagellaten Pfiesteria piscicida, en andere giftige dinoflagellaten van het toxische Pfiesteria complex. De behandeling van deze ziekte door het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC), genaamde Possible Estuary Associated Syndrone (PEAS) ofwel ‘mogelijk aan riviermondingen geassocieerd syndroom’, die volgens ons protocol werden behandeld ondervonden herstel van het gezichtsvermogen en het verdwijnen van de symptomen. Een chronische ziekte veroorzaakt door toxinen van uit zee afkomstig dinoflagellaten ciguatera (Chronic Ciguatera Seafood Poisoning), cyanobacteriën (cylindrospermopsis en cicrocystis), diverse soorten schimmels, zoals stachybotrys, aspergillus, penicillium, fusarium en spinnen (bruine kluizenares). Ons onderzoek toonde ook aan dat toxinen van door teken 89
NEUROTOXINEN - BIOTOXINEN overgedragen pathogenen (Borrelia burgdorferi en Babesia microti) chronische ziekten kunnen veroorzaken, zelfs nadat de spirocheten of intracellulaire protozoa (ook wel apicomplexans) zijn gedood door antibiotica. Mensen die niet van nature biotoxinen elimineren ontwikkelen chronische ziekten. De toxinen kunnen echter worden uitgedreven door het gebruik van ons behandelingsprotocol en geeft een herstel van een goede gezondheid.
Ziektebeelden Chronisch ziekten veroorzaakt door biotoxinen werden succesvol behandeld door dr Shoemaker ea met behulp van het besproken behandelingsprotocol (oa. cholesteramine CMS) hadden last van: depressies, chronisch vermoeidheidssyndroom, fibromyalgie, prikkelbare darmsyndroom, multiple sclerose, Sick Building Syndrome, Bell's Palsy, leerstoornis, endometriose, sensorische - neurale doofheid, verminderd gezichtsvermogen, Chronisch Soft Tissue Injury (meestal door een auto-ongeval) en Post- Lyme disease. De behandelende artsen realiseerden zich niet dat de ziekten werden veroorzaakt door biotoxinen. Ook zijn mensen met succes behandeld met de zeldzame erfelijke aandoening genaamd Charcot-Marie-Tooth disease. Dit is een aandoening waarbij toxinen worden geproduceerd in het lichaam, waardoor deze chronische ziekte ontstaat.
90
NEUROTOXINEN - BIOTOXINEN
Hoe kunnen wij helpen?
Standaard medische diagnostische tests bij patiënten met door biotoxinen geïnduceerde ziekten, zijn moeilijk op de juiste wijze te interpreteren en daardoor worden de patiënten niet behandeld. Er bestaat echter een eenvoudige test die helpt de diagnose te stellen bij patiënten die tekenen vertonen van een neurologische aandoening. Dat is de visuele contrast gevoeligheid test (VCS). Een positieve VCS test toont de aanwezigheid van biotoxinen aan. De enorme hoeveelheid van meerdere systeemaandoeningen en de onmogelijkheid van een juiste medische behandeling of de goede verklaring voor de symptomen, bieden de basis voor het stellen van de waarschijnlijkheidsdiagnose van een door ‘biotoxinen veroorzaakte ziekte’. Gebruikers van de website www.teken-test.nl kunnen een screening versie van de VCS test doen via www.chronicneurotoxins.com
91
. NEUROTOXINEN - BIOTOXINEN Bij het vermoeden van biotoxinen, kan een pakket worden aangeschaft met het behandelingsprotocol en drie extra VCS testen die worden gebruikt om het herstel tijdens de behandeling te controleren. Patiënten kunnen het behandelingsprotocol en het bijbehorende onderzoek voorleggen aan een lokale begeleider onder supervisie van dr. Ritchie Shoemaker.
Hoe werkt de VCS test?
Het gezichtsvermogen omvat een complex neurologische netwerk - het netvlies, oogzenuwen, de hersenkernen en de visuele cortex. Een van de belangrijkste resultaten van het gezichtsvermogen is ‘kunnen zien’!. De VCS test is een indicator voor het vermogen om visuele patronen op te sporen. De test meet de geringste hoeveelheid contrast tussen de
92
NEUROTOXINEN - BIOTOXINEN lichte en donkere strepen (sinusoïdale graderingen) die nodig is voor de kijker om de strepen te kunnen onderscheiden. VCS wordt gemeten met vijf verschillende dikten strepen (ruimtelijke frequenties), omdat de perceptie van de verschillende strepen wordt geïnterfereerd aan verschillende fysiologische componenten en die zijn verschillend gevoelig voor de invloed van de verschillende toxische stoffen. De grootste invloed van biotoxinen zie je bij de middelgrote strepen. Om VCS te meten krijg je een reeks van streeppatronen te zien. Het is dan de bedoeling aan te geven of de strepen gekanteld zijn naar links, schuin naar rechts, recht op en neer of dat ze niet worden waargenomen. Het patroon met het laagste contrast, dat correct is geïdentificeerd is de maat van VCS voor die streepjesgrootte. Na de VCS-test krijgt men een rapport dat aangeeft of biotoxinen (positief) wel of niet (negatief) kunnen worden betrokken bij de ziekte. De criteria voor het verkrijgen van een "positief" VCS resultaat is zo ingesteld dat valspositieve resultaten worden vermeden. Dit resulteert af en toe in een vals negatief resultaat; sommige gevallen van chronische biotoxines geïnduceerde ziekte kunnen de VCS-test een aantal keer passeren.
93
NEUROTOXINEN - BIOTOXINEN
ENKELE BASICS met betrekking op BIOTOXINEN Dr Shoemaker uitstekende boek, Mold Warriers, dat ingaat op de meest geavanceerde medische testen voor de gezondheid en de manieren waarop men biotoxinen kan verkrijgen en verwijderen. Ik denk dat het zal een van de belangrijkste medische boeken van het decennium. Ik ben vereerd te helpen als auteur. Dr. Schoenmaker website www.chronicneurotoxins.com
94
IN HET KORT
Preventief:
1. Kleren etc. DROGEN – daar kan de teek niet tegen! 2. Deet, Alluthrin en Permethrin al dan niet in kleding of Thermacell® 3. Bodycheck – vooral kinderen –haargrens, achter oren, genitale waaier
DIAGNOSE: Acute Borreliose: 1. Beoordelen op de SYMPTOMEN – 2. 3. 4. 5.
‘Borreliosegriep’ Op zijn vroegst na 7-10 dagen met de LTT Borreliose test Indien de teek langer dan 8 uur vastzit – via de tekentest EM dat na dagen, soms na weken of maanden kan ontstaan VCS en Vega testen
Chronische (persisterende) Borreliose –3-12 maanden na de beet: 1. LTT Borreliose test (Elispot) en CD 57 NK celwaardetest 2. VCS en Vega testen 3. PCR 4. Immunoblot etc
95
IN HET KORT Syndroom van Banwarth jaren na beet – typische pijnscheuten vooral ’s nachts: diagnose alleen in hersenvocht (celvermeerdering tot 500/3 cellen, EW vermeerdering en Borrelia AK bewijs) en altijd proberen de spirocheet in het hersenvocht te kweken!!
Verbeterde Borreliose activiteitstest: De Elispot Test ter vervanging van de LTT-Borreliose test: Nieuw: Speciale CPDA teststaafjes, die de cellen tot 3 dagen stabiliseren (tot nu LTT- teststaafjes slechts 24 uur)! Testen van de actuele Borreliose activiteit met 3 verschillende antigenen. Zeer snelle uitslag: 16 uur (Borrelia LTT: 1 tot 2 weken) ! Zeer snelle beslissing mogelijk voor het verlengen of een andere Borreliose therapie ! Borrelia-Elispot (LTT / T Celtest) 1. Al ca. 14 dgn. na de tekenbeet verhoogde titer (bij een eventueel nog negatieve IgM-Antilichaamtiter) 2. Nacontrole van de therapie - STAGING: Al ca. 6-8 weken na het stoppen van de therapie duidelijke vermindering IgM/IgG-titervermindering meestal pas na 6-12 maanden! 3. Beoordeling van de activiteit van een Borreliose infectie: aanwijzing van een nog niet uitgekuurde Borreliose bij een positieve Elispot/LTT op het eind van de behandeling
96
IN HET KORT
Nieuwe therapiecyclus ? Persisterende problemen !? THERAPIE: Doxycycline (vanaf 8 jaar) 2x200 mg/d Besmette teek - 4-6 weken Positieve LTT - 4-6 weken Borreliosegriep – 4-6 weken
Als de Borrelia bacterie door de hersenbarrière is gegaan helpt een eerstelijns antibioticum niet meer – die dringt daar niet door!!
I. Antibiotica – de juiste antibiotica en voldoende lang Persisterende Borreliose die exclusief met antibiotica – dus zonder gelijktijdig aanpak van neurotoxinen en/of vetmoleculen uitdrijving en immuniteitsverhoging door doeltreffende voeding (zie verder) – wordt behandeld, wordt niet doeltreffend behandeld en kan geen immunologisch evenwicht en dus ‘welbevinden’ van de patiënt ten gevolge hebben. De mislukking van een antibioticumtherapie is voorgeprogrammeerd wanneer bij een persisterende Borreliose tekort, te laag gedoseerd of met niet intracellulair werkende antibiotica wordt behandeld!!
97
IN HET KORT Na een behandeling met de juiste antibiotica van 4-6 weken moet na 4-6 weken wachtperiode opnieuw een LTT controle plaats vinden. Stoppen met antibiotica mag bij een Borrelia LTT < 30 Si Wat ALTIJD belangrijk blijft – hebben we het over acute of persisterende Borreliose en durven we het aan om op de symptomen alleen al de therapie toe te passen! Bij chronische patiënten is het van belang de complementaire therapie – ontgiften, ontvetten, immuunmodulatie - toe te passen voor het ‘welbevinden’ van de patiënt. Later kan men zich verdiepen om de spirocheet ook uit het lichaam te verdrijven.
II. Gezonde voeding geeft verbetering van de immuniteit: 1. Hoge doses multivitamine preparaten als Vitafit geven, het bevat naast B vitaminen ook foliumzuur, vit C,A en E, selenium, zink, kalium, chroom en coënzym Q – zo kunnen de mogelijke vitaminetekorten als oorzaak van polineuropathie (PNP) aangevuld worden en MSM geven de juiste resultaten. 2. Omdat door chronische Borreliose ook de cholesterolspiegel verhoogd is, moeten meervoudig verzadigde vetzuren bij koken/maaltijd gebruikt worden.
98
IN HET KORT 3. Geadviseerd wordt: koud geperste olijfolie, koolzaadolie, olie van gekleurde distel of lijnzaadolie, evenals veel vers fruit (vitaminen) en gestoofde in plaats van gekookte groenten. 4. In het bijzonder vermijden: zonnebloem- en kokosnootolie, gistproducten, meelproducten, chocoladebeslagen, gefrituurde en gesuikerde bakproducten - witte suiker is een bekende vitaminerover! 5.Complementaire therapie vrnl. gebaseerd op het aanpakken (ontgiften) van de door de Borrelia spirocheet gevormde neuro- en biotoxinen (oa. de zgn. BbTox 1Proteïne )met Cholestyramine of Lipostabil N Complementaire therapie geeft ook verlichting bij MS, Addison, Alzheimer, Parkinson, vit.B12 gebrek, diabetes, etc. Een alternatief voor cholestyramine bijv. bij allergie of sterke obstipatieproblemen zijn eventueel zoetwateralg preparaten als spirulina, chlorella of bio reu-rella. Ook de Amerikaans oliekorrels (welchoilpills) van Ritchie Shoemaker M.D. werken voldoende afdrijvend. Het in drogisterijen verkrijgbare silicea-gel heeft ook toxinebindende capaciteiten, smaakt neutraal en veroorzaakt waarschijnlijk minder obstipaties als Cholestyramine.
99
BCA behandelschema
LYME BORRELIOSE en CO-INFECTIES: Borrelia Burgdorferi + Babesia - Babesia-PCR in bloed (EDTAbloed): direct aantoonbaar + Bartonella - PCR in bloed (EDTAbloed): direct aantoonbaar + Ehrlichia - Elispot-LTT (Lymphocytentransformatietest) + Chlamydia - Elispot-LTT (Lymphocyten-transformatietest) + Rickettsia/Coxiella - PCR in bloed(EDTA-bloed): direct aantoonbaar + Mycoplasmata - PCR in sputum/secretum/bloed: direct aantoonbaar + Virussen (EBV, CMV, HSV)
100
BCA behandelschema
Holistische therapie: Voor chronisch Borreliose patiënten en ernstige zieken is een antibioticumtherapie alleen niet genoeg om succes te hebben. 1. Antibiotica 2. Ontsteking remmende voeding 3. Gerichte gezonde voeding (vitaminen, mineralen, essentiële vetzuren, probiotica) 4. Complementaire therapie (natuurgeneeskunde, homeopathie, biologische geneeskunde) als toevoeging van de antibiotica of als exclusieve therapie (Karde, kattenklauw, Artemisin, Resveratrol, Andrographis, knoflook, enz.) 5. Pijntherapie 6. Training en oefentherapie 7. Stressmanagement 8. Mentale en sociale ondersteuning
101
BCA behandelschema - holistische therapie:
Antibiotica: * Totale vernietiging of reduceren van Borreliae en de eventuele neveninfecties * Specifieke antibiotica voor de verschillende vormen van Borrelia (cysten, L/vorm, intracellulaire vormen) en de neveninfecties * Voldoende lange therapie i.v.m. de het levenscyclus van de Borreliae.
Lyme Borreliose: De aanbevolen therapie door BCA
Stadium I Orale therapie (duur: min. innemen tot verdwijnen EM en/of lymfocytaire infiltratie). Vlgs. de richtlijnen ILADS 4-6 weken. Doxycycline (vanaf 8 jaar) 2x200 mg/d (werkt ook tegen Ehrlichiose als neveninfectie) Cefuroxim * 2x0,5 g/d Amoxicillin * 3x0,5 g/d * kinderen onder 8 jaar en zwangere vrouwen
102
BCA behandelschema
Burrascano schema (ILADS/USA): Infusen Stadium II en III Infuus therapie met: Ceftriaxon 4 g intraveneus als “gepulseerde infusen” 4 dagen infusen (b.v. maandag tot donderdag) en dan onderbreking van de 3 dagen Therapieduur: 12+ weken 10e week: Vaststellen hoe lang het nog moet voortduren: Staging met in achtneming van de klachten/symptomen, de Borrelia-LTT en de CD57+celwaarden. Voor- en nadelen van de infuustherapie: Voordelen: - Hoogste weefselconcentratie van het antibioticum - Dus hogere genezingskans - Geringere maagbelasting (misselijk, braken) - onafhankelijkheid van absorptievermogen van de maagdarmkanaal Nadelen: - Men moet geen ‘vene/naaldfobie’ hebben - Dagelijkse kost het zomaar één uur - Lokale afhankelijkheid (medische praktijk, poliklinische patiëntenkliniek) - Vermindering van de maagdarmflora (in het bijzonder darm) met gevaar van diarree - Hoger totaal kostenplaatje van de therapie
103
BCA behandelschema
Horowitz (ILADS/USA): tablettentherapie 1. Cefuroxim 500 mg 1-0-1 ged 4 weken, dan … 2. Clarythromycin 500 mg 1-0-1 + Hydroxychloroquin 200mg 1-0-1 ged. 4 weken, dan… 3. Metronidazol 400 mg 1-0-1 ged. 2 weken Therapieduur: 10 weken totaal. In de 10e week „staging“ met in acht name van de symptomen, de Borrelia-LTT en de CD57+celwaarde
Donta-schema: tablettentherapie 1. Clarythromycin 500 mg 1-0-1 en dan… 2. Hydroxychloroquin 200 mg 1-0-0 of 1-0-1 - Uitproberen bij patiënten met duidelijke symptomen en twijfelachtige labtesten - voorlopig 4 weken - bij acute Borreliose (EM)- bij veel neveninfecties - als nabehandeling voor het Burrascano schema wanneer de therapie niet voldoende aanslaat
Voor- en nadelen van de tablettentherapie: Voordelen: - Ruimtelijke en tijdsonafhankelijkheid - Geen vene/bloedvat nodig ivm ‘naaldfobie’ - Lage totaalkosten van de therapie Nadelen: - Minder hoge weefselconcentratie - Daardoor minder genezingskans - Afhankelijk van opnamecapaciteit maagdarmkanaal - Vaak slecht te verdragen (misselijk, braken). - Reductie van oa. de darmflora tgv braken
104
BCA behandelschema
Onduidelijke, twijfelachtige of omstreden therapievormen: 1. Fluconazol penicilline (Schardt-Schema) 2. Colestyramine voor toxinen afdrijving vlgs Shoemaker 3. Doxycyline als monosubstantie of in combinatie met andere medicatie (bv Gasser-schema) 4. Constant veranderende antibiotica met het langere therapiepauzes (bv Ulmer schema) 5. Onderdompelen in drukcabines 6. Bloed Apheresen (waarschijnlijk slechts zeer kort effect)
105
BCA behandelschema
„Augsburger schema“ bij chronische Lyme-Borreliose We raden consequent de hoge doses antibiotica aan gedurende 12 weken met Ceftriaxon-infusen (bv Ceftriaxon Saar, Cefotrix© of Rocephin©) als „gepulste therapie“ (met in aansluiting daarop de antibioticumkuur per os) .
I. 12 weken infuustherapie 4 Opeenvolgende dagen per week (bv ma-do of di-vrij) Korte infusen gedurende minstens 30 - 60 minuten!!! Begin van de therapie: (1ste en 2de therapiedag): 2g Ceftriaxon in 100 ml NaCl 0,9% Wordt dit goed verdragen:(vanaf de 3de therapiedag): 4g Ceftriaxon in 100 ml NaCl 0,9% (bij een lichaamsgewicht ≤50 kg dosisreductie op 3 g Ceftriaxon) Sterk aangeraden: doorgaan met deze therapie in de 1ste, mogelijk ook in de 2de week vlgs het Borreliose programma van intensieve behandeling en ‘rehabilitatie’ met dagbehandeling vlg. de BCA voorschriften. II . Aansluitend: 8 – 12 weken orale therapie Basis: Clarithromycin 500 mg 2 x daags 1 Extra: Quensyl (Hydroxychloroquin) 200mg 2 x dd 1 tablet Alternatief: Minocyclin 100mg 2 x daags 1 t na de maaltijd Extra: Quensyl (Hydroxychloroquin) 200mg 2 x daags 1 tablet
106
BCA behandelschema
Laboratoriumcontroles van het BCA: Voor het opstarten van de therapie: Borreliaserologie (IgM & IgG ELISA en Immunoblot): CD3-CD57+ - en Borrelien LTT (EliSpot), ook op mogelijke co-infecties 8ste week: CD 57 test, Borrelia LTT, ook op mogelijke coinfekties. 16de week: Borrelia serologie (IgM + IgG ELISA en Immunoblot), CD 57 en Borrelia LTT 24ste week: Borrelia serologie (IgM + IgG ELISA en Immunoblot), CD 57 en Borrelia LTT
107
BCA behandelschema
„Augsburger schema“chronische LymeBorreliose + co-infecties:
1. ANTIBIOTICA 1ste – 5de dag: ‘s morgens Clarythromycin 500 mg i.v. in 500 ml Nacl 0,9% en ‘s avonds Clarythromycin 500 mg oral 6de – 56ste dag: Clarythromycin 500 mg 2 x dagelijks 1 t Quensyl 200 mg 2 x daags. 1 tablet (Hydroxychloroquin) 57ste – 70ste dag: Metronidazol 400 mg. 2 x daags 1 tablet * mits geen contra-indicaties aanwezig zijn (hartritme verstoringen, AV blok, zwangerschap) Dringend aangeraden wordt het doorvoeren van de therapie in de 1ste en mogelijk ook 2de week , vlgs het voorgeschreven Borreliose programma ‘Intensieve behandeling en rehabilitatie“ met dagbehandeling in het BCA, laboratoriumcontroles in het BCA en voortzetting van de therapie in de 8ste therapieweek en 2 maanden erna als voorgeschreven
2. Holistische therapie - verandering eetgewoonten: De laatste jaren is komen vast te staan dat bij ontstekingsprocessen en infecties het belang van een verander in eet- en leefgewoontes zeer groot is.
108
BCA behandelschema Doel: - Herstel van de homeostase in het lichaam - Ondersteunen en versterken van het immuunsysteem - Stoppen van de chronische ontsteking - Uitsluiten van allerlei klachten
3. Gerichte voedingspatronen bij Borreliose: Door doeltreffende inname van gezonde voedingsstoffen wordt de behandeling ondersteunt en de neveneffecten van de antibiotica minder of totaal niet aanwezig.. Vitamine : Vitamine A ( dagelijks. 3-5.000 I.E) + ß- caroteen (5-10.000 I.E.) Vitamine B-complex ( B1 thiamine , B2 riboflavine, B3 niacine, B5 pantotheenzuur, B6 piridoxine, B9 foliumzuur, B12 methylcobalamine) Vitamine C ( dagelijks 500 – 2000 mg) + event. Quercitin ( bioflavonoid , dagelijks 500- 1500 mg) Vitamine D ( D3 cholecalciferol 400-5000 I.E.) Magnesium ( dagelijks 400 -1000 mg) Coenzym Q10 ( dagelijks 50-200 mg) Essentiële vetzuren ( Omega 3 dagelijks 1000-4000 mg, Omega 6)
109
BCA behandelschema
Doelbewuste verbetering van de vertering bij Borreliose:
Probiotica: * Acidophilus B. ( Lactobacillus) * Bifidus B. * Sacchromyces boulardii
4. Verandering leefgewoonten: Geen alcohol en nicotine Regelmatige beweging Voldoende slaap
Ondersteunende begeleidingstherapie uit de natuurgeneeswijze geven: 1. Betere verdraagzaamheid en werkzaamheid van de antibiotica 2. Verhoogd immuunsysteem (ganzheitlich) 3. Pijnvermindering (ook bij chronische pijnen) 4. Slechtere omstandigheden scheppen voor nieuw Borreliae vermeerdering 5. Opsporen van ‘verborgen’ Borreliae in het weefsel 6. Verminderen van de productie van ontstekingsbevorderende processen door zytokine en een evenwicht instellen tussen TH 1 en TH 2 7. Behandeling depressiviteitsaanvallen 8. Orgaanfuncties ondersteunen (o.a. lever en nieren) en afvoeren van toxinen 9. Verbeteren van de lichamelijke conditie
110
BCA behandelschema
Micro voedingsmiddelen kuur:
Kernpunt van deze therapievormen is een voldoende hoog gedoseerde behandeling met antibiotica gedurende meerdere weken (meestal in de vorm van een infuustherapie). Zo worden de Borreliae spirocheten in het lichaam vernietigd Door parallel zuurstoftherapie toe te passen (vlgs. Ardenne) zien we in vele gevallen een duidelijk betere werkzaamheid van de antibiotica. De bijwerkingen van de antibiotica worden flink afgezwakt door deze behandelingsmethoden gedurende 90 dagen (incl. probiotica) (BCA immuunpakket ter ondersteuning van een goede afweer dat de genezing en de darmflora gunstig beïnvloedt) Micro voedingsmiddelenkuur: BCA immuunpakket Zeer belangrijk tijdens het genezingsproces tijdens een behandeling met antibiotica is een verhoogde behoefte aan vitaminen, sporenelementen en antioxidantia. Dit is van groot belang voor een gunstige darmflora. Antibiotica vernietigen delen van de fysiologische darmflora (diarree) Lipoproteïneresten van de vernietigde Borreliae worden in de darm uitgescheiden Belangrijk: vanaf het begin ondersteuning geven aan de darmflora tijdens en na het geven van de antibiotica. ‘Niet wachten op de diarreeklachten zodat je het kind met het waswater wegspoelt’!
111
BCA behandelschema
Pijnbestrijding en mentale begeleiding
Veel Borrelia patiënten hebben enorme pijnen – ook chronische patiënten. Een bezwaar van de holistische therapie is daarbij de begeleiding van de pijnbestrijding Het kan met de gebruikelijke middelen als .acupunctuur, gevoeligheidstherapie, hoge prikkeltherapie. Mentale begeleiding - vertrouwen krijgen en angsten afbouwen: Gesprekstherapie, uitwisselen van ervaringen met andere getroffenen, ontspannings- en meditatietechnieken etc.
5. Pijnbestrijding bij Borreliose Een gerichte aanpak van de pijnbestrijding bij door steekbeesten veroorzaakte ziekten is van groot belang en moet een duidelijk onderdeel zijn van de gehele aanpak van Borreliose.
Veel voorkomende pijnsoorten bij Borreliose: Musculo scleretale pijnen : - Artritiden - Polyarthralgiën - Myalgiën
Neuropathische pijnen : - Polyneuropathiën - Mono- en Polyneuritiden - Neuralgiën
Centrale pijnen : - Meningitis - Meningo- radiculoneuritis
112
WHO behandelschema
Behandeling vlgs het stap-voor-stapschema van het WHO: WHO - stap I - Niet-opioïd - bijv. Paracetamol, Ibuprofen, Diclofenac, Metamizol u.U. COX-2-remmer)
WHO - stap II - Zwak opioïd - Tramadol, Tilidin-Naloxon, Dihydrocodein ret. + niet-opioïden
WHO - stap III - Sterk werkend opioïd - Morfiune, Hydromorphon, Fentanyl + niet-opioïden
113
BCA behandelschema
Begeleidingsmedicatie bij de pijntherapie „Co-analgetica“: - Antidepressiva ( Amitriptylin, Doxepin) - Anticonvulsiva ( Carbamazepin, Gabapentin, Pregabalin) - Sedativa ( Lorazepam, Midazolam) - Spasmolytika ( Butylscopolamin) - Anti-emetica ( Metoclopramid, Haloperidol)
Begeleidingstherapie tijdens pijntherapie : - Electrotherapie - Massage/fysiotherapie - Acupunctuur
Weekprogramma Borreliose „Intensieve behandeling en rehabilitatie“ Een dagelijkse behandeling gedurende 2-4 maanden; maar minstens 1-3 weken om de medicamenteuze begeleiding beter te begrijpen en door te verwijzen naar de begeleidiend huisarts. Een dergelijke intensieve aanpak verhoogd de genezingskansen duidelijk - Weg uit de dagelijkse sleur (negatieve energie) - „Monitoring“ door de behandelende artsen – aanpassen van de therapie – direct inspringen bij ontstaan van een Herxheimer reactie Doelgerichte pijnbestrijding (niet alleen medicamenteus)
114
Notities:
115
- de ziekte van Lyme Acute, persisterende/chronische Borreliose Hier wordt aan de hand van een vraag gesteld naar aanleiding van een artikel in het tijdschrift van de Lymevereniging een zo compact mogelijk antwoord gegeven en zo aangetoond hoe complex het probleem is van de ze ziekte. Daarna wordt in onderdelen besproken hoe e.e.a aangepakt kan worden. Het artikel: “Neem Lymeziekte serieus!” Zo luidde de kop van een artikel dat in de Telegraaf van dinsdag 14 juli jl. heeft gestaan. Hierin kwam de NVLP aan het woord en pleitte voor een behandel- en expertisecentrum middels een petitie. De vereniging gaf aan dat er onvoldoende artsen zijn die de ziekte en zijn patiënten serieus nemen. Voor het gehele artikel zie onder pers op onze website www.lymevereniging.nl. In aanvulling op dit artikel verscheen in de Telegraaf van dinsdag 21 juli jl. een stuk van dierenarts Herman Aa. Hij pleitte voor het bewaren en laten testen van de teek, zodat er bij een besmette teek direct antibiotica gegeven kan worden. “Bloedtesten kunnen vaak laat, want de antilichamen worden pas laat aangemaakt en de veroorzakende bacterie kan lang in ruststand blijven. Dan wordt dus niets aangetoond en wordt de
116
ziekte laat aangepakt met alle ernstige gevolgen van dien. Als de ziekte van Lyme in het chronische stadium verkeert, wordt de behandeling zeer moeizaam”, aldus Herman Aa. De redactie heeft met dierenarts Herman Aa contact gezocht en hem gevraagd zijn visie in ons tijdschrift te publiceren. Hier zijn bijdrage. Diagnose en behandeling ziekte van Lyme Naar aanleiding van mijn aanvullend stuk over de ziekte van Lyme in de Telegraaf van dinsdag 21 juli jl. is mij gevraagd mijn zienswijze in uw blad te plaatsen. Dat doe ik graag want ik ben nogal geschrokken van de vreemde sfeer die er hangt rond de behandeling en het stellen van de diagnose van de ziekte – zowel acuut als chronisch. Ik ben dierenarts, d.w.z. doctorandus in de diergeneeskunde en. ingenieur in de (sub)tropische landbouw, vandaar mijn interesse in de (sub)tropische ziekten, zoals Leishmania, Borrelia, Babesia, hartworminfecties en Giardia hebben mijn speciale aandacht, evenals staart- en maaneczeem, myxomatose en andere door steekbeesten ofwel insecten overgebrachte ziekten. De ziekte van Lyme - hoe aan te pakken en te voorkomen? 1. Bewaar de teek, laat hem onderzoeken en haal hem er in zijn geheel uit, bij voorkeur met de tekenlasso. Door erop te drukken met een platte pincet veroorzaak je dat de maaginhoud van de teek in je lichaam terecht komt. Met de tekenlasso pak je ook de kleine teekjes – de larfjes en de nymfen - ofwel 1ste en 2de jaars teekjes. 2. Behandel ook wanneer er vage ‘Borreliose’ symptomen zijn, je niet meer weet of je wel of niet
117
door een teek te pakken bent genomen en wacht niet tot het probleem een chronisch probleem is geworden. 3. Lyme/Borreliose kan ook door andere steekbeesten/insecten (muggen, luizen, ea) worden overgebracht!! Het blijkt dat artsen, neurologen en andere specialisten in Nederland vaak terughoudend reageren op het behandelen, zelfs na een tekenbeet, wanneer serologisch – dus in het bloed – (nog) geen antistoffen tegen de Borrelia bacterie zijn aangetoond. Dat is op zijn zachtst gezegd vreemd, want we weten dat deze bacterie, behorend tot de spirocheten, heel lang in het lichaam verborgen kan blijven en zich niet deelt in bepaalde periodes en door bepaalde uitwendige invloeden – geen antilichamen aanmaakt en dus niet aantoonbaar is. ‘Normale’ bacteriën delen constant, maken constant antistoffen aan waar het lichaam op reageert en zo zijn ze aan te tonen en kan de door hen veroorzaakte ziekte direct behandeld worden - dát is dus het grote verschil met Borrelia Burgdorferi. Er zijn aanwijzingen dat de bacterie zich onder bepaalde omstandigheden zal inkapselen en dan in een slaaptoestand raakt – wel weken/maanden of jaren lang. Je kunt hem dan niet aantonen, maar je hebt hem wel. Hoe is dit te doorbreken? 1. Bewaar de teek en laat hem onderzoeken: a. Dit kan bij een aantal laboratoria – zie www.teken-test.nl b. De kosten verschillen nogal (€ 37.50 tot € 135,-) – en helaas worden de kosten door de zorgverzekeraar (nog) niet vergoed. Bij het AA-LAB® kost het incl. rapport € 37,50. c. Een vroegtijdige behandeling is voor de zorg een heel stuk goedkoper, wanneer er dus direct een behandeling zou worden ingesteld.
118
De test kan ook als thuistest gedaan worden (€ 15,-), maar dat zal door de huisarts waarschijnlijk moeilijk worden geaccepteerd, waardoor er al helemaal niet wordt overgegaan tot een behandeling. We weten allemaal dat behandeling van de acute vorm van de ziekte van Lyme met een kuur van minimaal 30 dagen doxycycline kan worden aangepakt, maar behandeling van de chronische vorm kan wel 1-4 jaar duren en dat moeten we voorkomen. Om de medische stand in Nederland te overtuigen is de tekentest het meest directe middel dat we hebben, want zo kun je aantonen door een besmette teek gebeten te zijn. Belangrijke weetjes: - Meer dan 50% van de mensen krijgt Lyme na het verkeerd verwijderen van de teek. - (veel) Minder dan 50% krijgt de bekende rode vlekken/kringen. - 20-80% van de teken zijn besmet met de bacterie afhankelijk van het gebied waar ze zitten. Zie het landenoverzicht achterin. - Als er sprake is van een besmette teek bijvoorbeeld van een hert – zijn meestal alle teken op dat hert besmet. - De tekentest ook gedaan worden met een mengsel van een aantal teken van 1 persoon! Dat is een stuk goedkoper dan het 1 voor 1 testen!! Door drs. ing. Herman Aa, dierenarts Vragen?
[email protected]
119
Beste Herman, Aangezien het email adres onder aan het artikel vermeld stond besloot ik te mailen. Ik heb vol aandacht het artikel gelezen en heb er veel van opgestoken! Ik heb zelf sinds 5 1/2 jaar helaas Lyme en ben in behandeling sinds vorig jaar in het Radboud ziekenhuis in Nijmegen. Helaas nog zonder verbetering... Ik had een paar vraagjes aan U als het mag!? 1. Wanneer de Borrelia bacterie "slapend" is, oftewel je een periode geen klachten hebt, deelt de bacterie zich dan ook niet? Oftewel, staat de infectie dan even stil? 2. Is de bacterie ‘slapend’ als deze in cystevorm is, of heeft dat niets met elkaar te maken? 3. Mijn zoon had afgelopen zomer een teek na een paar dagen kamp, deze is verwijderd thuis en hebben we opgestuurd naar VITADEX, Dynamic code AB in Zweden. In de verpakking van de tekenlasso die we gekocht hadden, zat een formulier en een buisje waarin je de teek samen met het ingevulde formulier op kon sturen naar dit lab. We zouden dan snel via de mail uitslag krijgen of het om een besmette teek ging of niet. Helaas duurde dat meer dan een week en heb ik uit paniek ook bij PRO-HEALTH in Weert, die gespecialiseerd zijn in onderzoek naar Borrelia, de urine van mijn zoon op PCR laten onderzoeken tegelijkertijd kregen we de uitslagen. Teek : negatief PCR urine: positief!!! Ik was erg geschrokken, wil niet dat mijn zoon hetzelfde overkomt als mij is gebeurd! Wat moesten we nu geloven???? Mijn vraag is kent U het bedrijf in Zweden
120
en welke test ( de urinetest, of de tekenanalyse test ) zou U het meest betrouwbaar vinden? Ik heb nl gehoord dat een PCR test ook pos. kan reageren bij aanwezigheid van andere bacteriën ( vlg. arts in Radboud) en bij Pro- Health zeggen ze juist dat de PCR urine echt betrouwbaar is en dat er mensen zijn die na een neg. tekenanalyse een tijd later soms nog een rode ring of klachten krijgen, dus dat het toch een besmette teek was? Na 2 1/2 week is mijn zoon behandeld voor de zekerheid met 14 dagen Amoxicilline en daarna nog 2 weken Doxycycline. Hij is nl te licht voor zijn 12 jarige leeftijd en mocht daardoor in eerste instantie geen doxy, terwijl dat wel het middel is tegen Lyme!! Ik hoop dat u tijd / moeite eventueel zou willen geven aan het beantwoorden van mijn vragen, want het houdt me nog continu bezig... Met vriendelijke groet, Leny de B
Tja Leny dat zijn een heleboel vragen in 1 keer, maar dat geeft ook de complexiteit weer van het probleem Borreliose! Ik zal een uitgebreid en hopelijk begrijpelijk verhaal doen: 1. Een slapende spirocheet deelt zich niet en maakt dus geen antistoffen en is zo moeilijk/niet aantoonbaar in serologische testen ondanks dat de patiënt wel degelijk ziek is (Borreliosegriep – zie verder) 2. De cystevorm is de vorm waarin de spirocheet (Borrelia bacterie) zich terugtrekt - slapende houdt – oa. na toedienen
121
van bepaalde antibiotica en deelt zich dus dan niet meer – maakt zich als het ware 'immuun'. 3. Testen zijn slechts voor een bepaald percentage betrouwbaar. Zover ik kan nagaan is de Vitadextest voor 98% betrouwbaar - maarrr...was die ene teek wel de veroorzaker van de infectie blijft altijd de vraag!! - dus het feit dat de PCR-urinetest positief is wil niet zeggen dat de Vitadextest niet ok is! Het kan ook zijn dat de test te snel gedaan is na de tekenbeet en dan werkt deze test (nog) niet naar behoren!! 4. De PCR-test is een van de testen die je op dit moment kunt toepassen als je geen tekentest (www.teken-test.nl) kunt doen (teek weg of weggegooid) - echter wat ik ontdek over deze test: "De PCR (antigeen-DNA amplificatie) kan zeer kleine bacteriën aantonen in bloed hersenvocht, gewrichtsvocht, urine..etc maar is soms vals positief!!! En kan pas na 7-10 weken gedaan worden. Echter bij besmette patiënten wel degelijk positief! Een test moet altijd worden gebruikt als aanvulling op de klinische diagnose DUS OP DE VERSCHIJNSELEN!!! 5. Ik neig heel sterk naar een aantal zaken in dit geheel: a. Kijk vooral naar de symptomen en behandel dan DIRECT niet wachten op testuitslagen – b. Als het niet lukt de arts/neuroloog te overtuigen van een behandeling dan kan een alternatieve methode van testen (VCR van Ritchie Shoemaker of de Vegatest) uitkomst bieden en zeker hun complementaire therapie vrnl. gebaseerd op het aanpakken (ontgiften) van neuro- en biotoxinen oa gevormd door de Borrelia spirocheten, de vetregulering en de immuunmodulatie (zie verder). De resultaten zijn geweldig. c. De Borrelia LTT test (lymfocytentransformatie test)is een snelle (al na 7dagen) moderne en betrouwbare test en de
122
CD57+ NK celwaardetest is ook een moderne testmethode, vooral gebruikt in het verloop van de behandeling om te zien of het ‘beter’ gaat. d. Als de Borrelia door de hersenbarrière is gegaan volstaat een eerstelijns antibioticumkuur niet meer, want die dringen daar niet door!! (neurologische verschijnselen). e. Aan hen die neurologische verschijnselen hebben wordt sterk aangeraden een ‘second opinion’ te vragen aan een in dit vakgebied gespecialiseerde neuroloog. f. De rode ring (erythema migrans) – is een steeds roder wordende ring, waarbij de binnenkant steeds lichter wordt gepaard gaand met lichtelijk jeuken. Hij ontstaat slechts bij 30-50% van de Lyme patiënten – maar dan is het altijd wel LYME!! Deze ring ontstaat pas na dagen, weken en soms pas na maanden. Ook komt ie voor op slecht zichtbare plaatsen als knieholten, gehoorgang of binnen de genitale waaier, etc. en wordt vaak gezien als een schimmelinfectie. Bij kinderen wordt EM vaak verward met rode hond! g. Verkeerd geïnterpreteerde EM kan al behandeld zijn met cortison zalven of andere huidmiddelen en dat vertraagd de vorming van Borreliose antilichamen waardoor serologische testen vaak negatief zijn of pas heel veel later zijn uit te voeren en dan een positief beeld geven!! h. Specifieke Polytope Erythema (EM) zie je vaak op verschillende plaatsen op het lichaam (hoofd!!) – dit is stadium II
123
LET OP: 1.Na een besmette tekenbeet zie je als eerste symptoom van Borreliose GRIEPACHTIGE verschijnselen (de ‘Borreliosegriep’) met of zonder koorts, maar met een uitgesproken ziektegevoel en stevige spierpijn in de ledematen. doe altijd de tekentest www.teken-test.nl indien mogelijk. 2.Ook ontstaat vaak een verminderde capaciteit het hoofd te kunnen buigen (meningismus). 3.Sommige patiënten hebben spierpijn in hele lichaam met lymfeklierzwellingen en zijn daardoor verscheidene dagen bedlegerig. 4.Maar in het vroege stadium zie je soms volledig andere symptomen als buikpijn, hartritmestoornissen of sterk zweten zonder fysieke inspanning (vooral ’s nachts) 5.Een EM bestaat slechts in 30-50% van de gevallen vlgs. de literatuurgegevens. 6.Je kunt 100% zeker besmet zijn zonder positieve serologische testen in de eerste fase (3-8 weken) van Borreliose. 7.De LTT Borreliose test (nieuw– Elispot test) is het vroegst mogelijke besmettingsbewijs (7 dagen) als zich geen EM ontwikkeld. 8.De vorming van antilichamen ontstaat pas na 3-8 weken! 9.Besmetting vindt al plaats wanneer de teek 8 uur heeft vast gezeten. 10.Kinderen: bedden nakijken, haargrens, achter de oren, gehoorgang en benen. Kleding, beddengoed etc. DROGEN!! dáár kan de teek niet tegen!!
124
Wanneer vormen zich géén Borrelia antilichamen 1. Cortisonen- en antischimmel therapie in vroeg stadium van de ziekte waarbij het EM wordt aangezien als een allergische aandoening of schimmel. 2. Daardoor is ook het ontbreken van de IgM/IgG antilichamen verklaarbaar en is een serologische test negatief!!
Persisterende Borreliose: 1. Wanneer om wat voor reden dan ook niet behandeld is met de juiste antibiotica in het acute stadium van Lyme is de complementaire therapie de oplossing. 2. Zeker wanneer geweigerd is/wordt om (de juiste) antibiotica toe te dienen 3. Ook voor patiënten met telkens terugkerende klachten is dit van belang – door deze therapie toe te passen zijn ze telkens weer klachtenvrij, zonder risico van een verkeerde behandeling of vreemde bijverschijnselen
Ondersteuning geven hierbij de VCR- en de VEGAtest, waarbij je het bewijs krijgt dat het beter met je gaat. Je voelt dit ook als bewijs van je ‘welbevinden’.
125
Een specialist kan daarnaast de specifieke antibiotica toedienen – soms is dat jarenlang nodig! 1. Verkeerde antibiotica activeren de vorming van een biofilm rond de bacterie – deze moet eerst worden aangepakt voordat de spirocheet zelf is aan te pakken. 2. Chronische/persisterende Borreliose ontstaat 3-12 maanden na een tekenbeet. We zien dan vaak: * Ontsteking van de grote gewrichten (knie) * Huidaandoeningen lijken op sclerodermie, waarbij de huid op handen, onderarmen, voeten en onderbenen afsterft (kan jaren na de tekenbeet ontstaan) * Langdurige neurologische ziektebeelden zie je in dit stadium ook - lijkend op MS - waarbij zenuwbanen ontsteken Syndroom van Banwarth jaren na beet – typische pijnscheuten vooral ’s nachts: diagnose alleen in hersenvocht (celvermeerdering tot 500/3 cellen, EW vermeerdering en Borrelia AK-bewijs) en dan altijd proberen de spirocheet in het hersenvocht te kweken!! 3. Complementaire therapie geeft ook verlichting bij MS, Addison, Alzheimer, Parkinson, vit.B12 gebrek, diabetes, etc. 4. Chronisch vermoeidheidsyndroom al of niet gepaard gaande met fibromyalgie
126
5. Kinderen kunnen primaire incontinentie voor zowel urine als stoelgang vertonen als symptoom van een Borrelia-infectie 6. Nauwkeurige anamnese en een grondig lichamelijk onderzoek zijn nodig, waarbij zowel internistisch, neurologisch en neuro orthopedische criteria bekeken moeten worden, waardoor bijvoorbeeld functionele extremiteitenaandoeningen als oorzaak van de skeletpijn uitgesloten kunnen worden. Hierbij wordt grote betekenis gegeven aan het onderzoek op gevoeligheid van de extremiteiten met de naaldwieltje!! Hiermee kan de aanwezigheid van een eventueel aanwezige gevoelige polineuropathie niet over het hoofd worden gezien bij een persisterende Borreliose! 7. Persisterende Borreliose die exclusief met antibiotica, dus zonder gelijktijdig aanpak van neurotoxinen en/of vetmoleculen uitdrijving en immuniteitsverhoging door doeltreffende voeding wordt behandeld, wordt niet doeltreffend behandeld en kan geen immunologisch evenwicht en dus ‘welbevinden’ van de patiënt ten gevolge hebben. a. De mislukking van een antibioticumtherapie is voorgeprogrammeerd wanneer bij een persisterende Borreliose tekort, te laag gedoseerd of met niet intracellulair werkende antibiotica wordt behandeld!! Na een behandeling met de juiste antibiotica van 4-6 weken moet: na 4-6 weken wachtperiode opnieuw een LTT controle plaats vinden. b. Stoppen met antibiotica mag bij een Borrelia LTT < 30 Si Wanneer zich telkens op vaste tijden Borrelia symptomen zich openbaren zijn opnieuw antibiotica en de complementaire therapie noodzakelijk.
127
Verbetering van de immuniteit door gezonde VOEDING: 1.Hoge doses multivitamine praparaten als Vitafit geven, het bevat naast B vitaminen ook foliumzuur, vit C,A en E, selenium, zink, kalium, chroom en coënzym Q – zo kunnen de mogelijke vitamine tekorten als oorzaak van polineuropathie (PNP) aangevuld worden en MSM geven de juiste resultaten. 2. Omdat door chronische Borreliose ook de cholesterolspiegel verhoogd is, moeten meervoudig verzadigde vetzuren bij koken/maaltijd gebruikt worden 3. Geadviseerd wordt: koud geperste olijfolie, koolzaadolie, olie van gekleurde distel of lijnzaadolie, evenals veel vers fruit (vitaminen) en gestoofde in plaats van gekookte groenten. 4. In het bijzonder vermijden: zonnebloem- en kokosnootolie, gistproducten, meelproducten, chocoladebeslagen, gefrituurde en gesuikerde bakproducten witte suiker is een bekende vitaminerover! Hoe dan ook, aanpakken in het eerste - acute - stadium is het belangrijkste: 1. Op puur en alleen de symptomen moet men de juiste en voldoende lange antibioticumtherapie al toepassen. 2. De tekentest doen – www.teken-test.nl 3. Complementaire therapie, een juiste voeding en MSM stimuleren het immuunsysteem en helpen positief voor het ‘welbevinden’ van de patiënt Vriendelijke groet Herman Aa
128
Interessant stuk door medisch research journalist Désirée L. Röver
Licht op Lyme: de vele gezichten van een ongekende epidemie Steeds meer mensen worden - vaak ongemerkt - gebeten door een besmette teek. Dit vertaalt zich in een toenemend aantal gevallen van de ziekte van Lyme. Dat een tekenbeet de enige besmettingsroute is, is echter een van de grootste misverstanden rond deze ingewikkelde ziekte. De ziekte van Lyme is een niet-onderkende epidemie die wordt veroorzaakt door de Borrelia bacterie. Deze ziekteverwekker geeft een pleomorfe, intracellulaire infectie. Dat wil zeggen: de Borrelia bacterie neemt verschillende vormen aan én hij verstopt zich binnenin de lichaamscellen. Door deze laatste eigenschap speelt deze infectie zich af buiten het gezichtsveld van het immuunsysteem van de ’gastheer’, dat vervolgens geen antilichamen zal aanmaken om de infectie te bestrijden. Een vroeg symptoom van een Borrelia infectie kán een rode ring/vlek zijn op de plaats van de tekenbeet (EM, ofwel erythema migrans), maar ook griepachtige klachten, zoals hoofdpijn, stijve nek, koorts, spierpijnen en vermoeidheid. Deze symptomen kunnen echter ook uitblijven, de gastheer is dan een niet-symptomatische drager. Wanneer niet of onjuist behandeld, kan Lyme borreliose in toenemende mate tal van verschillende klachten geven: neurologisch en psychiatrisch (gedrag, hersenen en
129
zenuwstelsel), dermatologisch (huid), reumatologisch (spieren en gewrichten), cardiologisch (hart), en ophthalmologisch (ogen). Weinig artsen en patiënten zijn zich ervan bewust, dat Borrelia moeiteloos meer dan 360 bekende ziektebeelden imiteert, met als dramatisch gevolg: het uitblijven van de juiste behandeling. De gangbare laboratoriumtests zijn gericht op het aantonen van antistoffen in het bloed of serum. Terwijl deze, zoals gezegd, bij Borrelia meestal niet worden aangemaakt, zijn zij binnen de officiële behandelrichtlijnen echter wel voorwaarde voor de toediening van een antibioticumkuur. De tragiek is, dat de ziekte van Lyme in de allereerste stadia goed te behandelen is, maar dat het gevestigde beleid en de misdiagnoses rechtstreeks leiden tot neuroborreliose fase III, de meest moeilijk te behandelen vorm van de ziekte.
130
Literatuur over (on)betrouwbaarheid van liquor bevindingen bij neuroborreliose: BACKGROUND: No consensual criteria exist to diagnose neuroborreliosis. Intrathecal anti-Borrelia antibody index (AI) is a necessary criterion to diagnose neuroborreliosis in Europe, but not in the United States. Previous studies to determine the diagnostic value of the AI found a sensitivity ranging from 55% to 80%. However, these studies included only typical clinical cases of meningitis or meningoradiculitis, and none had a control group with CSF anti-Borrelia antibodies. METHODS: We studied a sample of 123 consecutive patients with clinical signs of neurologic involvement and CSF antiBorrelia antibodies. We determined the AI for all patients and a final diagnosis was made. Patients were then divided into three groups (neuroborreliosis, possible neuroborreliosis, control). RESULTS: Thirty of the 40 patients with neuroborreliosis had a positive AI (AI sensitivity = 75%). Two of the 74 patients with another neurologic diagnosis had a positive AI (AI specificity = 97%). CONCLUSION: The antibody index has a very good specificity but only moderate sensitivity. Given the lack of consensual criteria for neuroborreliosis and the absence of a "gold standard" diagnostic test, we propose pragmatic diagnostic criteria for neuroborreliosis, namely the presence of four of the following five items: no past history of neuroborreliosis, positive CSF ELISA serology, positive anti-Borrelia antibody index,
131
favorable outcome after specific antibiotic treatment, and no differential diagnosis. These new criteria will need to be tested in a larger, prospective cohort. Diagnostic utility of Borrelia burgdorferi cerebrospinal fluid polymerase chain reaction in children with Lyme meningitis. Abstract: BACKGROUND: Cerebrospinal fluid (CSF) laboratory tests are frequently collected to help differentiate Lyme meningitis from other causes of aseptic meningitis. Previous studies using Lyme CSF polymerase chain reaction (PCR) have yielded varied results (sensitivity between 10 and 90%). No studies have specifically examined the diagnostic utility of Lyme CSF-PCR in North American children with Lyme meningitis. METHODS: Retrospective chart review of children presenting to a children's hospital in a Lyme-endemic region between October 1999 and September 2004. Patients were included if they had both Lyme serology and Lyme CSF-PCR performed during the same hospital encounter and had documented meningitis. Patients were considered to have Lyme meningitis if they had meningitis and met CDC criteria for Lyme disease. The Lyme CSF-PCR assay amplified a Borrelia burgdorferi DNA flagellin gene sequence. RESULTS: Of 108 patients with meningitis who qualified for the study, 20 patients met criteria for Lyme meningitis and 88 were classified as aseptic meningitis. Positive Lyme CSF-PCR was found in 1 patient (1 of 20, 5%) with Lyme meningitis and one patient classified as
132
aseptic meningitis (1 of 88, 1%). Lyme CSF-PCR had a sensitivity of 5% and a specificity of 99%. The only Lyme meningitis patient with positive Lyme CSF-PCR had the highest CSF white blood cell count and CSF protein values compared with the other Lyme meningitis patients. CONCLUSIONS: This is the first study to evaluate Lyme CSF-PCR exclusively in North American children. This commercially available laboratory test is not generally helpful for identifying Lyme meningitis because of its low sensitivity. Contribution to laboratory diagnostics of neuroborreliosis Abstract: BACKGROUND: Neuroborreliosis affects peripheral and central nervous system. OBJECTIVES: Point out on possibilities of laboratory diagnostics of neuroborreliosis. SUBJECTS AND METHODS: During 1997-2001 we tested 666 pair samples of CSF and serum from 661 patients with different neurological diagnosis by ELISA Westernblot, PCR, completed by biochemical and cytological investigations. RESULTS: We confirmed intrathecal specific IgG antibodies production by AI in 14 cases (2.1%) of total 666 samples tested. From those in 7 cases there were present also IgM antibodies in CSF. We found borderline AI values in 3 cases (0.5%) and isolated intrathecal production, antibodies present only in CSF, in 1 case (0.15%). There were normal AI values found in 25 cases (3.8%). Specific antibody possitivity by WB method was detected only in one case. DNA positivity by PCR was detected in one CSF from 43 samples during 2 years period. CONCLUSIONS: The microbiological test results should not be used in isolation but used in correlation with the biochemical and cytologic tests and also with clinical 133
symptoms and epidemiological data to produce an overall clinical diagnosis. (Tab. 7, Fig. 1, Ref. 21) PMID: Antigen detection and cerebrospinal fluid studies. In "Lyme Disease," ed. P. Coyle, p.143 "...spirochetes show a peculiar feature compared to other bacterial neurologic infections: the organisms can be present in CSF without inducing inflammatory changes. This is well-documented for neurosyphilis, leptospirosis, and relapsing fever, and appears to be occasionally true for Lyme disease as well. In Europe, B. burgdorferi has been cultured from otherwise normal CSF." Central nervous system manifestations of Lyme disease. Abstract: We studied six patients with central nervous system manifestations of Lyme disease. Weeks to years after the initial infection, behavioral changes, ataxia, and/or weakness in bulbar or peripheral muscles developed. Four of the six patients had a lymphocytic pleocytosis in the cerebrospinal fluid, and two of them had magnetic resonance imaging scans suggestive of demyelination. In a patient with a subacute encephalitis, a brain biopsy specimen showed microgliosis without an inflammatory infiltrate and spirochetes morphologically compatible with Borrelia burgdorferi. All six patients had elevated antibody titers to B burgdorferi in serum, but none had selective concentration of specific antibody in the cerebrospinal fluid. All six patients were treated with high-dose intravenous penicillin; four had complete recoveries and two did not. Lyme disease may affect the central nervous system causing organic brain disease or syndromes suggestive of demyelination.
134
Literatuur over betrouwbaarheid Urine PCR Alle hier samengevatte artikelen ondersteunen de stelling dat Urine PCR voor Borrelia bruikbaar is indien positief. In sommige andere artikelen geuite twijfels over de bruikbaarheid van urine-PCR betreffen alleen de sensitiviteit en niet de selectiviteit. (m.a.w. er zijn geen aanwijzingen voor vals-positieven) PCR in lyme neuroborreliosis: a prospective study. Abstract - OBJECTIVES: DNA proof is the only widely available direct diagnostic tool in Lyme borreliosis. Sensitive PCR detecting of spirochetal DNA was prepared and a prospective study in neuroborreliosis was performed. MATERIALS AND METHODS: 57 hospitalised patients with active neuroborreliosis and proved CSF antibodies synthesis were examined. Nested-PCR (utilizing three targets) was used for the detection of specific DNA in plasma, CSF and urine. RESULTS: Before treatment 36 positive patients (63.1%) were found in all tested specimens in parallel, 28 patients (49.1%) were positive in urine, 20 in CSF (35.0%) and 16 in plasma 28.0%). Later only urine was tested and the following results were obtained: 17 positive patients (30.0%) immediately after treatment, 8 (14.0%) after 3 months and one patient persisted positivity after 6 months. CONCLUSIONS: The highest sensitivity of PCR was achieved in the acute period of neuroborreliosis - 63.1% in three body fluids comparing with CSF antibody synthesis. Detection of spirochaetal DNA simultaneously in skin biopsies, peripheral blood and urine from patients with erythema migrans.
135
Abstract: Lyme borreliosis is an emerging zoonosis transmitted by infected hard-bodied ticks. The disease is multisystemic. In the initial stage its typical manifestation is the erythema migrans, a cutaneous lesion that occurs in up to 90% of patients. In order to investigate the presence of the specific agent, Borrelia burgdorferi, in the early stages of the disease, DNA from skin biopsies, urine and peripheral blood of 30 patients with clinically documented erythema migrans and without apparent systemic involvement was analysed by polymerase chain reaction. Borrelia DNA in both blood and skin biopsies was detected in 23 patients, while in 9 patients it was discovered in urine and skin biopsies. These results demonstrate that Borrelia DNA is detectable systemically also in patients with early Lyme borreliosis and strongly suggest a possible dissemination of the causative agents even when only a local infection is assumed. Detection of Borrelia burgdorferi DNA in urine of patients with ocular Lyme borreliosis. Abstract: AIM: To evaluate the diagnostic value of the polymerase chain reaction (PCR) to detect Borrelia burgdorferi DNA in patients with ocular Lyme borreliosis. METHODS: Of 256 consecutive uveitis patients six selected individuals with clinical evidence for Lyme borreliosis and 30 patients with non-Lyme uveitis were enrolled. Lyme serology was performed by ELISA and western blotting. Urine samples were examined by an optimised nested polymerase chain reaction (PCR) protocol. RESULTS: Only four of six uveitis patients suspected for Lyme borreliosis were ELISA positive, while all six subjects showed a positive western blot. B burgdorferi PCR was positive in all of these six patients.
136
Whereas two of the 30 controls had a positive Lyme serology, B burgdorferi DNA was not detectable by PCR in any sample from these patients. CONCLUSIONS: PCR for the detection of B burgdorferi DNA in urine of uveitis patients is a valuable tool to support the diagnosis of ocular Lyme borreliosis. Moreover, these patients often show a weak humoral immune response which may more sensitively be detected by immunoblotting. Borrelia burgdorferi DNA in the urine of treated patients with chronic Lyme disease symptoms. Abstract: The presence of Borrelia burgdorferi DNA was established by PCR from urine samples of 97 patients clinically diagnosed as presenting with symptoms of chronic Lyme disease. All patients had shown erythema chronica migrans following a deer tick bite. Most of the patients had been antibiotic-treated for extended periods of time. We used three sets of primer pairs with DNA sequences for the gene coding of outer surface protein A (OspA) and of a genomic sequence of B. burgdorferi to study samples of physician-referred patients from the mideastern USA. Controls from 62 healthy volunteers of the same geographic areas were routinely carried through the procedures in parallel with patients' samples. Of the 97 patients, 72 (74.2%) were found with positive PCR and the rest with negative PCR. The 62 healthy volunteers were PCR negative. It is proposed that a sizeable group of patients diagnosed on clinical grounds as having chronic Lyme disease may still excrete Borrelia DNA, and may do so in spite of intensive antibiotic treatment.
137
138
139
140
LEISHMANIASIS Canine Leishmaniasis (vernoemd naar de Schotse arts William Leishman, 1865-1926) wordt veroorzaakt door eencellig organismen ofwel protozoën - de parasiet Leishmania donovani. Deze parasiet wordt overgebracht door de zandvlieg (Phlebotomus) - eigenlijk een klein behaard mugje, die voorkomt in landen rond de Middellandse Zee. De Leishmania donovani leeft in de rode bloedlichaampjes welke hij vernietigt
141
Leishmaniasis
De zandvlieg Overdag houden deze vliegjes zich verscholen, maar rond zonsondergang komen zij te voorschijn. Een goede remedie: ’s avonds de hond binnenhouden of een speciale band, de Scalibor-tekenband, die bescherming biedt tegen de zandvliegjes. De zandvlieg komt waarschijnlijk niet in Nederland voor. Verwacht wordt dat als de klimaatsverandering doorzet zijn verspreidingsgebied langzaam uit zal gaan breiden. Wanneer de zandvlieg in Nederland nog niet aanwezig is kan een besmette hond geen andere dieren besmetten.
De hond De ziekte en het ziektebeeld verschilt enorm per hond. Sommige honden krijgen de ziekte heel kort na de infectie, bij anderen is het hun hele leven aanwezig, zonder ooit klachten te hebben. De parasiet kan zich inkapselen in milt lever, maar ook in beenmerg en/of lymfeklieren. Je merkt hier niets van en de hond hoeft verder niet ziek te worden.
142
Leishmaniasis
Op zo’n moment is de ziekte dan ook niet aan te tonen door een test. Maanden tot jaren later kan de ziekte "wakker " worden en gaat de hond pas symptomen vertonen. Of en wanneer de ziekte actief wordt hangt af van de individuele afweer van de hond.
Let op: Ook al is de hond getest en negatief bevonden is, wil dat niet zeggen dat de hond niet jaren later - tot 7 jaar - alsnog de ziekte kan krijgen.
143
Leishmaniasis
Middellandse Zeegebied Alle honden in de betrokken gebieden worden vroeg in hun leven door de zandvlieg gestoken en zullen afweerstoffen bij zich dragen. De ziekte kan dus na enkele weken tot jaren (zeven jaar of langer) tot uiting komen. Het treft dus vooral honden met een zeer laag immuunsysteem.
Symptomen: Leishmaniose is een van de moeilijkste ziektes om te herkennen aan de hand van symptomen. De hond kan drager zijn (positief) zonder ooit ziek te worden. Afhankelijk van de organen die aangetast zijn door de parasiet en het stadium van de ziekte, kunnen er verschillende ziekteverschijnselen optreden:
Bij twijfel is het eventueel tóch aan te raden een bloedtest te doen! Negatieve test, maar blijvende klachten, test dan gewoon nog eens.
144
Leishmaniasis
Wat zijn de symptomen? Leishmaniose kan zich verschillend uiten per hond. Van de onderstaande symptomen kunnen er enkele of meerdere aanwezig zijn bij een besmette hond:
Algehele toestand van de hond: 1. Geleidelijke toenemende lusteloosheid 2. Gewichtsverlies ondanks dat hij goed eet of zelfs veel meer eten krijgt. 3. Bewegingsproblemen-gewrichtsklachten. 4. Koorts 5. Slaapzucht 6. Bloedarmoede (bleke slijmvliezen) 7. Lymfeklieren vergroot, vooral in hals- en knieholte
Uiterlijke symptomen: Huidklachten: 1. Droge schilferige huid en wondjes die slecht/niet genezen 2. Kale plekken: oren, de neus/rond de ogen (de ‘bril’) + symmetrische kaalheid op lichaam en/of hoofd 3. Roze ooglidranden en/of rond de neus en kale plekjes achterop de oren 4. Korsten en kloven aan neusspiegel en voetzooltjes en zweren op de huid en in de slijmvliezen 5. Rode geïrriteerde huid / blauwe plekken
145
Leishmaniasis
Overige: - Droge neus /neusbloedingen/chronische oogontstekingen - Diarree, soms constant en soms wisselend - Afwijkingen aan de nagels, snelgroeiend of erg dik/hard
Niet zichtbare symptomen: -
Lymfeknopen te groot Lever /milt te groot Chronische darmvliesontsteking (braken en diarree) Nier- insufficiëntie (grootste doodsoorzaak van Leishmaniose)
146
Leishmaniasis
Bloed: bij bloedonderzoek wordt vaak proteïnurie aangetoond. Totaalserum: vrijwel altijd verhoogd Albumine- gehalte: vaak verlaagd Hematocriet waarde: vaak verlaagd Leukocyten: meestal normaal Ureum- en kreatininegehaltes: verhoogd. (in laat stadium) In een gevorderd stadium zullen ook de lever- en nierfunctie evenals het bloed zelf slechter worden. Kortom, een heel scala van symptomen.
De diagnose: door een beenmerg punctie en laboratorium onderzoek. Antilichamen in het bloed tegen deze parasiet kunnen in de hond worden gevonden (de titer waarde) en dit kan helpen de diagnose vast te stellen.
147
Leishmaniasis Niet alleen de symptomen zijn een wat ingewikkeld verhaal, over de bloedtesten bestaat ook veel onduidelijkheid. Dit omdat er meerdere testen mogelijk zijn. Afhankelijk van de staat van de hond kiest men voor de ene, de andere of een combinatie van beiden.
Heeft mijn hond Leishmaniose? Daar zijn testen voor, die u met uw dierenarts kunt bespreken: · PCR (Polymerase Chain Reaction) spoort DNA-ketens van de parasiet op. Een hond die drager is maar niet ziek, kan zo ontdekt worden omdat de PCR-test redelijk zeker kan vaststellen of de hond positief of negatief is. (Voor verdachte honden zónder symptomen). · IFI (Immuno Fluorescentie afweerstoffentest) is een nuttige test. Deze test geeft de hoeveelheid afweerstoffen tegen de parasiet aan. (voor honden met één of meerdere symptomen aangeraden) · ELISA Deze test biedt een betrouwbaarheid van 80-100%, maar kan in de vroege fase van de ziekte vals negatieve uitslagen geven. Bij twijfel: na een aantal weken hertesten. · DAT (direct agglutination test) is een test op antilichamen in het bloed en kan - net als de Elisa - in een beginstadium vals negatieve uitslagen geven.
148
Leishmaniasis
Behandeling. In principe is de hond goed te behandelen! Eerst wordt er getest en daarna kan men starten met Glucantime®. De injecties worden elke dag om en om, subcutaan (onderhuids) en intramusculair ( in de spier) ingespoten door de dierenarts gedurende ongeveer 25 dagen, afhankelijk van de hoogte van de titer waarde. Vervolgens wordt er gelijktijdig of na de Glucantime® gestart met de tablettenkuur van Allopurinol®, dat de symptomen doet verminderen. Honden die na behandeling opnieuw getest worden, kunnen negatief zijn. Sommige blijven de tablettenkuur gedurende hun hele leven gebruiken zonder nadelige gevolgen. Ze blijven echter wel drager van de ziekte. Het is tevens verstandig om het bloed om de 3 -6 maanden te laten controleren. OLEYL-PC In 2004 zijn een aantal honden behandeld met de medicatie "OLEYL-PC”. Het is ontwikkeld door Prof. Eibl uit Duitsland, voor dieren die resistent zijn voor Glucantime of ouder zijn dan 5 jaar. Deze medicatie is nog niet geregistreerd. Medicatie: 1. Glucantime® - injecties 20-30 dgn. 2. Allopurinol® 3. Glucantime® en Allopurinol® 4. Solidago-complex
149
Leishmaniasis
NIERPATIENTEN Heel belangrijk bij deze behandeling met Glucantime® is dat de nieren en lever nog redelijk goed zijn. Is dit niet het geval dan kun je geen injectie- behandeling geven. Begin dan gewoon met de Allopurinol®. Na het stoppen van deze behandeling zal de ziekte de kop weer opsteken.
VRAGEN over Leishmania 1. Is het overdraagbaar op mensen? Leishmaniasis is - zover bekend - niet overdraagbaar op mensen. Personen met een verlaagd immuunsysteem - zoals HIV patiënten - hebben wel een verhoogd risico om zelf Leishmaniasis te ontwikkelen als ze gestoken zijn door een zandvlieg in de risicogebieden. 2. Is het overdraagbaar op andere honden zonder de drager (de zandvlieg)? Onderzoek heeft aangetoond dat vlooien en teken de ziekte niet over kunnen brengen. In diverse landen in Europa zijn honden met Leishmaniasis die met andere honden samenleven, waarbij géén van de andere honden de ziekte heeft ontwikkeld.
150
Leishmaniasis 3. Kan een hond aan de ziekte Leishmaniasis overlijden? Ja, maar het zijn uitzonderingen. Als een hond in een stabiele, rustige omgeving verblijft en zich prettig voelt, zodat het afweersysteem goed kan functioneren, gaat het in de meeste gevallen met behulp van de medicatie Allopurinol® erg goed.
Op vakantie naar het buitenland: De vliegjes zijn rond zonsopgang en ondergang het meest actief. Houd uw hond ‘s avonds en ’s nachts zoveel mogelijk binnen en gebruik dubbel muskietengaas. Hoe zuidelijker u reist hoe groter de kans op besmetting. De zandvlieg is actiever in en bij waterrijke gebieden, ze hebben water nodig om te overleven. Gaat u met uw hond op vakantie naar gebieden rond de Middellandse Zee, geef hem dan preventief een behandeling met een vlooienmiddel op basis van permethrin en/of een tekenband: de Scalibor® protectorband (deltametrine), van de firma Mycofarm, tegen vlooien en teken. Deze band biedt tevens voor 97% bescherming tegen de zandvliegjes. Het is een plastic band, is waterbestendig, geurloos en mag bij honden vanaf 7 weken worden gebruikt. De werkzame stof komt langzaam uit de band vrij en wordt verspreid in de bovenste vetlaag van de huid.
151
Leishmaniasis De stof komt dus niet in het bloed van de hond. De band geeft na 2 weken een optimale bescherming en werkt gedurende 6 maanden tegen teken en zandvliegen en 3 maanden tegen vlooien. Pas echter op, sommige (wind)-honden zijn hier allergisch voor, wat uit zich in een flinke huiduitslag rond de plek waar de band om de hals zit. Remedie: band regelmatig af, ze worden anders gek van de jeuk.
FEITEN: 1. Na een gecombineerde behandeling duurt het veel langer voordat de ziekte terugkomt en is het zelfs mogelijk dat de ziekte niet meer terugkomt. 2. Het is echter vrijwel onmogelijk om de parasiet volledig weg te krijgen, na behandeling zullen veruit de meeste honden drager blijven. 3. Bij een juiste behandeling en tijdige onderkenning van de symptomen kan een hond met Leishmaniose goed gezond oud worden. 4. Leishmaniose hoeft niet te betekenen dat je hond hieraan overlijdt of zelfs maar zichtbaar ziek hoeft te zijn. 5. Er zijn honden die aan Leishmaniose overlijden, maar veelal gaat het dan om honden waarbij de behandeling laat is ingezet of om honden met daarbij bijvoorbeeld een Ehrlichia besmetting. 6. De ziekte is en blijft wel een sluipmoordenaar. Het is een ziekte die in de gaten moet worden gehouden met regelmatige testen. Zowel op de parasiet als de functies van de organen. 7. Zeer belangrijk is en blijft een vroegtijdige diagnose. 8. Stress verlaagt de weerstand van de hond waardoor de
152
Leishmaniasis
Leishmania wakker kan worden. Probeer dit te voorkomen, geef de hond een stabiele, rustige omgeving. 9. Het gebruik van cortisonen (zoals prednison) vermindert de natuurlijke weerstand van de hond waardoor de ziekte kan terug keren. Probeer daarom het gebruik te voorkomen. Gebruik het alleen kortdurend of als het echt niet anders kan. 10. Narcose kan de weerstand eveneens ernstig verlagen. Laat dat alleen doen als de hond weer stabiel is of als het echt niet anders kan. 11. Onthoudt, hoe zuidelijker u reist hoe groter de kans is op besmetting. Ook is de vlieg actiever bij waterrijke gebieden. De zandvlieg heeft water nodig om te overleven.
153
Leishmaniasis
Angsten en onwaarheden over Leishmaniose. Leishmaniose kan alleen worden overgedragen met tussenkomst van de zandvlieg. Omdat deze zandvlieg in Nederland nog niet voorkomt hoeft u niet bang te zijn dat uzelf of uw andere honden besmet raken door aanraking van de met Leishmaniose besmette hond. Theoretisch is het mogelijk om besmet te raken door uw hond. Dit kan door een bloedtransfusie of door het prikken met een naald waarmee een punctie is gedaan bij de hond, deze kans is dus zeer klein en dan nog slaat deze ziekte bij volwassen gezonde mensen niet aan. Zelfs als uw hond de wonden van een besmette hond schoon likt kan hij hierdoor niet besmet raken. Dit kan alleen als het bloed rechtstreeks in een open wond terechtkomt (vergelijkbaar met AIDS). In de praktijk is het nog niet voorgekomen dat mensen besmet zijn geraakt van de hond zonder tussenkomst van de zandvlieg en omdat die hier niet voorkomt hoeft u niet bang te zijn. De zandvlieg wordt wel door de veranderende weersomstandigheden rond 2020 in Nederland verwacht.
Bronnen: www.leishmania.co.uk - www.kit.nl www.dierenhulpcadiz.nl Met veel dank aan de Stichting Dierenhulp Cadiz voor het beschikbaar stellen van de zeer typerende foto's.
154
155
GIARDIA infecties bij MENS en DIER Een animatiefilm over Giardia zie www.dierenadviesonline.nl >> diarree
Diarree bij hond en kat door Giardia Een oorzaak die vaak over het hoofd gezien wordt is diarree ten gevolge van Giardia. Dit is een flagellaat (een protozoaire parasiet) ofwel een eencellig organisme, dat voorkomt in diverse ontwikkelingsstadia. Giardia is de meest voorkomende maag-darmparasiet bij honden, 10-20% van de diarree bij honden wordt veroorzaakt door deze giardia, bij dierenpensions en kennels kan dit oplopen tot 100%.
Giardia is een Zoönose, het is dus ook voor mensen besmettelijk! Overdracht vindt plaats via de feacale-orale weg. Dit houdt in dat het dier de cysten uitpoept en dat een ander dier of mens zich hiermee door de opname via de mond besmet. Dus de besmetting gaat oa.: * via kinderen!! * via ontlasting van andere honden * via cystes die in het gras of op de weg achterblijven Welke dieren zijn vatbaar voor Giardia? Vaak verlopen Giardia infecties, bij gezonde dieren, zonder symptomen maar scheiden ze wel periodiek de besmettelijke cysten uit. Echter bij honden met minder weerstand komt het wel tot ziekteverschijnselen. Vooral honden die in een asiel of pension verblijven kunnen
156
GIARDIA gemakkelijk met Giardia besmet raken. Jonge honden en honden met een verminderde weerstand, bv door ziekte of stress, kunnen diarree door Giardia oplopen.
Langdurige of chronische diarree Chronisch (diarree meerdere weken tot zelfs maanden diarree) is meestal een gevolg van een Giardia-infectie! Denk aan Giardia als uw hond of kat steeds terugkerende diarree heeft, behandeling met medicijnen niet aanslaat en aangepast voer geen enkele verbetering geeft.
Hoe ziet Giardia diarree eruit? Giardia geeft dunne ontlasting of brijachtige stinkende diarree. Er kan slijm en bloed bij zitten. Ook zie je vaak dat de honden misselijk zijn en makkelijk overgeven, maar vaak behouden ze wel hun eetlust.
Giardia bij de kat Vooral bij katten jonge katten komt Giardia voor en het wordt minder vaak gevonden bij oudere katten. Let vooral op als er kittens uit een cattery, asiel of boerderij met diarree aangeboden worden dat er Giardia in het spel kan zijn.
Behandeling bij diarree ten gevolge van Giardia Wanneer der dierenarts de Giardia heeft aangetoond met de AA Sneltest kan de behandeling ingesteld worden. U hoeft maar enkele druppels ontlasting mee te nemen en de uitslag
157
Leishmaniasis
krijgt u binnen een half uur. Als therapie kan er metronidazol (Metrazol) of fenbendazol (Panacur) gegeven worden. Er zijn Giardiastammen die niet gevoelig zijn voor metronidazol en wel voor fenbendazol en andersom. Alle dieren in het gezin moeten behandeld worden! Daarbij is een goede hygiëne heel belangrijk. Was als eigenaar je handen na contact met je hond. Reinig en desinfecteer de omgeving waar je dier leeft, dit is belangrijk om herbesmetting te voorkomen.
Soms houdt de diarree aan! Soms blijft de diarree doorgaan ondanks dat de Giardia effectief bestreden is. Dan moet de diarree met hypoallergeen eten en verteringsverbeterende enzymen (Pancrex) behandeld worden.
Giardia wordt vaak over het hoofd gezien!
158
159
Q koorts – niet van mens op mens - wel van dier op mens De Q-koorts staat volop in de belangstelling en er zijn een aantal praktische vragen te beantwoorden. De letter Q komt van het woord ‘Query’ dat ‘vraagteken’ betekent. De bacterie die Q-koorts veroorzaakt - Coxiella burnetii was namelijk lange tijd lang onbekend.
Vraag 1 Ik heb een klein bedrijfje en wil niet het risico dat ik aansprakelijk wordt gesteld. Vooral mensen die hobbymatig enkele geiten hebben maken zich grote zorgen wat ze wel en niet moeten, mogen en kunnen doen. Allereerst kunnen kleine bedrijven een Zoönose keurmerk krijgen van de Gezondheidsdienst voor Dieren - de GD >> www.gd.nl en www.rivm.nl. Zoönose wil zeggen – dat een dier een mens kan besmetten. Als bedrijfje moet je dit zelf aanvragen en krijgt dan een
160
Q koorts voorlichting over de mogelijkheden van bijvoorbeeld maandelijks onderzoek met de DNA-PCR test (dure test) in melk, vaccinaties, incubatietijd, besmetting via andere dieren, besmetting via mest, geboortevliezen, de vrucht zelf, etc. en wat de risico’s zijn. Besmetting tijdens geboortes (vooral vanaf februari wanneer de geboortes beginnen), maar natuurlijk ook bij een abortus. De veroorzakende bacterie komt dan nl vrij en kan zich gemakkelijk verspreiden, wel 60 km in de omgeving.
Vraag 2 We hebben een lagere school met 4 geiten en veel bezoekende zwangere moeders. Wat is het risico voor mens en dier? Q-koorts kan men oplopen door het inademen van lucht waar de bacterie in zit. De bacterie komt in de lucht tijdens het lammeren van besmette geiten of schapen vanaf februari tot en met mei. Vooral vruchtwater en de moederkoek van besmette dieren bevatten grote hoeveelheden bacteriën. De bacterie kan ook in melk, mest en urine zitten, maar niet in het vlees van de geit of het schaap. Andere dieren zoals koeien en huisdieren kunnen ook besmet zijn en de infectie overdragen op mensen. In Nederland is dit nog niet of nauwelijks gebeurd. De bacterie kan maanden tot jaren overleven in de omgeving. Het RIVM - www.rivm.nl - is vooral gericht op de mens, daar kunt met meer vragen altijd terecht.
161
Q koorts
Vraag 3 Kan de huisarts testen doen bij de mens? Kan een mens die zich niet lekker voelt testen laten doen? Een bloedtest kan aantonen of je besmet bent en de arts kan aan de hand van de symptomen beslissen of dit nodig is. Dit zijn de verschijnselen: a. Hoge koorts b. Enorme hoofdpijn c. Langdurige spierpijnen d. Ernstig vermoeid - langdurig
Vraag 4 Vaccineren van de geiten mag dat eigenlijk? Vaccineren gebeurt 2x met 3 weken tussenpoos op publieke bedrijven – kinderboerderijen – scholen etc Bedrijven waar niet is gevaccineerd met meer dan 50 geiten – alles wordt geruimd!!
Vraag 5 Wordt je altijd ziek na een besmetting? Kan ik besmetting voorkomen? a. Ruim de helft van de mensen die besmet zijn met Q-koorts worden helemaal niet ziek. Krijg je wel last, dan is dat gemiddeld 2-3 weken na de besmetting, maar soms duurt het 6 weken. b. Nee, u kunt besmetting niet voorkomen. U kunt de bacterie namelijk in een gebied waar Q-koorts voorkomt via de lucht inademen.
162
Q koorts Wel kunt u de volgende maatregelen nemen als u in direct contact met dieren komt: • • • • • •
•
Handen met zeep en veel water wassen na contact met dieren en handen vóór het eten wassen Niet tussen de dieren eten en eetgeen voedsel dat op de grond is gevallen Niet bij zieke dieren of dieren komen die jongen krijgen Neem geen mest onder uw schoenen mee naar huis Overall en laarzen bij het contact met dieren op een boerderij dragen en laat ze op het bedrijf achter Contact met hooi, stro, mest, vruchtwater en moederkoek van geiten, schapen en doodgeboren dieren vermijden Contact met kleding en schoenen die op melkgeitenen melkschapenbedrijven zijn gedragen vermijden als je tot een risicogroep behoort, dus was bijvoorbeeld deze kleding niet
Vraag 6 Kan de huisarts me behandelen als ik klachten het heb? Wanneer Q-koorts is vastgesteld krijg je een antibioticumkuur. Echter na de Q-koorts kun je lang last houden van vermoeidheid, die niet te behandelen is, maar uiteindelijk wel zal verdwijnen. Bij chronische Q-koorts is
163
Q koorts
vaak jarenlang behandeling met antibiotica nodig. De meeste mensen met chronische Q-koorts hebben een ontsteking aan de hartkleppen (endocarditis). Chronische Q-koorts komt meestal voor bij patiënten met een verminderde afweer en bij hartpatiënten. Zwangere vrouwen met een eerder doorgemaakte Q-koorts infectie krijgen vaak de chronische Q-koorts.
Vraag 7 Als je zwanger bent loop je dan grotere risico’s? Nee, tijdens de zwangerschap kun je het kind niet besmetten met Q-koorts. In zeer zeldzame gevallen kan dit wel gebeuren tijdens de bevalling of bij het geven van borstvoeding. Herman AA dierenarts
164