-
Dit boo mboek is grati te down s lo aden op www.ui thoorn. nl/nme
Boomboek ‘Groen-Rode Scheg’ Dit is een inspiratieboek voor leerkrachten en begeleiders om met de kinderen naar buiten te gaan. Een boek vol kinderactiviteiten rondom bomen van de Groen-Rode Scheg. Naast de kinderactiviteiten geeft dit boek informatie over de boom in het algemeen, over de bomen van de Groen-Rode Scheg en bevat het specifieke kaarten van het gebied. In het boek worden aan de hand van drie thema’s (seizoenen, boomsoorten en kringloop) ideeën aangeboden waaruit leerkrachten en begeleiders kunnen kiezen.
Inhoud boomboek docent
2 1 Boom algemeen
• Basiskennis over bomen
2 Bomen Groen-Rode Scheg
docent
5
• 24 boomsoorten van de Groen-Rode Scheg worden uitgelicht
Ideeën (aan de hand van deze ideeën kan de leerkracht een eigen les samenstellen passend bij het niveau van de groep)
groep 1/2/3
11
groep 4/5/6/7
17
groep 7/8 5 Waar blijft het afval van de boom?
23
3 Seizoenen
• Eikpunt Groen-Rode Scheg • Lente: Laat het Eikpunt bloeien • Zomer: Zet het Eikpunt in blad • Herfst: Versier het Eikpunt • Winter: Eikpunt in het licht zetten
4 Boomsoorten
• Boompaspoort maken
• Voedselkringloop van de boom
Colofon Dit is een uitgave van Gemeente Uithoorn, in samenwerking met basisschool De Vuurvogel, basisschool ‘t Startnest en BSO De Scheg. Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door subsidie van het Programmabureau NME. Productontwikkeling en vormgeving door Buro Kloeg. Gemeente Uithoorn vindt het belangrijk dat kinderen spelenderwijs leren over de natuur. Daarom is speciaal voor de natuurlijke speelplek in de Groen-Rode Scheg dit boek ontwikkeld. Het boomboek is bedoeld voor scholen, buitenschoolse opvang, groene ouders en alle andere geïnteresseerden die het leuk vinden om met kinderen de natuurlijke speelplek en de bomen van de Groen-Rode Scheg te ontdekken. Dit boomboek is gratis te downloaden op www.uithoorn.nl/nme
december, 2012
d ocent
1
Bomen algemeen • Basiskennis over bomen
In dit hoofdstuk kom je meer te weten over bomen in het algemeen. Met behulp van belangrijke basisinformatie en leuke feitjes over bijvoorbeeld de bladeren, de groei en de belangrijke functie van bomen, doe je kennis op die verderop in dit Boomboek goed van pas kan komen.
2
dDocent OCENT
1
Waaraan kan je een boom herkennen? Basiskennis Bomen Docent Een boom is een plant. Onder invloed van zonlicht, water en voedingsstoffen uit de bodem kan hij groeien. Hij zuigt water en voedingsstoffen op met behulp van zijn wortels uit de grond. Het zonlicht wordt door bladgroenkorrels in het blad opgevangen en omgezet in energie om te leven. Bomen worden ook wel de longen van de aarde genoemd. Wij ademen zuurstof in en kooldioxide (= koolstofdioxide) uit. Bomen zetten dit kooldioxide weer om in zuurstof. Zo heb je een kringloop van gassen. Daarom zijn de bomen zo belangrijk voor ons! Aan de onderkant van het blad van een boom zitten huidmondjes. Deze mondjes geven, nadat de boom het kooldioxide heeft omgezet, zuurstof af aan de lucht. boomvormen Waarom vallen bladeren? In de winter is het koud. De grond bevriest dan ook. De boom kan dan moeilijkwater uit de bodem krijgen. De boom moet dus zuinig zijn met water. Door de bladeren kan de boom vocht verliezen. Net als jij, als je zweet. Dus door zijn blaadjes te laten vallen, kan de boom zuiniger met water om gaan. Waarom verkleuren bladeren? In de winter is het koud. Er is weinig water en voedingsstoffen aanwezig in de grond. De boom kan even niet hard groeien en moet het rustig aan doen in de winter. Hij heeft wel alle stoffen nodig om te blijven leven. Een belangrijk stofje dat in bladeren zit (stikstof ), trekt de boom daarom terug voordat de gaaf
gezaagd
getand
gekarteld
gelobd
bladeren vallen. Dit stikstof slaat de boom in de winter op in zijn stam. Stikstof geeft het blad een groene kleur.
bladvormen
3
d ocent
1
Meeldraden Kroonblad Stempel Stamper Stijl
Soms zitten mannelijke en vrouwelijke voorplantingsstelsel in één boom. Dus sommige bomen kunnen zichzelf bevruchten. Maar andere bomen kunnendit weer niet. Bij deze bomen moeten de ei- en zaadcellen eerst elkaar vinden voor bevruchting. Dit gebeurt door de wind of doordat insectenze meenemen.
Vruchtbeginsel
Na bevruchting ontwikkelt het zaadje zich. Dit zaadje moet vervolgens op de grond komen om te ontkiemen. Dit kan ook door de wind of door dieren gebeuren. Sommige bomen hebben ook vruchten. Dit is het omhulsel van het zaad. Zo wordt het zaad beschermd en heeft het genoeg voedingsstoffen om te
Wat zijn knoppen/ bloemen/ zaden/ vruchten nou precies?
overleven. Dit vruchtvlees vinden vele dieren lekker, en dus wordt het zaad
Een knop is het begin van een blaadje. Je ziet vooral knoppen in het voorjaar,
met vruchtvlees vaak opgegeten. Daarna poept het dier het zaad weer uit,
wanneer de boom weer nieuwe blaadjes aan maakt.
zodat het zaad vanzelf verspreid wordt.
De termen vruchten, bloemen en zaden hebben te maken met het voort plantingsstelsel van de boom.
Leuke feitjes
In het voorjaar maakt de boom naast nieuwe bladeren ook bloemen aan.
• Een honderd jaar oude beuk (staat alleen niet in de Groen-Rode Scheg)
Deze bloemen hebben mannelijke en vrouwelijk delen. Als je een bloem van
met een bladoppervlak van 1.500 m² kan in de jaarlijkse zuurstofbehoefte
dichtbij bekijkt zie je deze onderdelen. Het mannelijk voortplantingsdeel van
van tien mensen voorzien.
de bloem is de meeldraad. In de helmknopjes op de meeldraad bevinden
• De hoogste boom in Nederland staat op het koninklijke landgoed
zich de stuifmeelkorrels. Het zijn de zaadcellen. De stamper is het vrouwelijk
Het Loo bij Apeldoorn. Het is een enorme douglasspar van 49,75 meter
voortplantingsdeel van de bloem en bestaat uit de stempel, de stijl en onder-
hoog die tussen 1860 en 1870 geplant is.
aan het vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel van de stamper zitten de zaad-
• In China staat de oudste boom van ongeveer 3500 jaar.
beginsels. In elk zaadbeginsel ontwikkelt een vrouwelijke voortplantingscel,
In Nederland is de oudste boom ongeveer 500 jaar.
de eicel. Als een zaadcel een eicel bevrucht ontstaat er een zaadje.
4
d ocent
2
Bomen op locatie • 24 boomsoorten van de Groen-Rode Scheg worden uitgelicht
In dit hoofdstuk wordt inzichtelijk welke bomen er staan in de Groen-Rode Scheg. De eerste kaart (pag 6) laat zien op welke plek welke boom staat. Op de tweede kaart (pag 7) staan de locaties van de bomen aangegeven, de soortn amen staan er echter nog niet bij. De leerlingen krijgen de kans de bomen zelf op te speuren, te herkennen en te benoemen. Verder wordt er in dit hoofdstuk een overzicht gegeven van de 24 boomsoorten met daarbij detailfoto’s van het blad, de bloem, de vrucht met zaad en het schors. Dit kan helpen bij het herkennen van de bomen.
5
‘Groen-Rode Scheg’
24
9 6 8 5
9
16 9
18
5
16 22 10 8 6 6 2
21
18
5 5
16 12 15
18
18
5
11 19 9
2
15
14 12
2 7 4 4 4 4 2 Eikpunt 4 4 4 5 5 55 4 5 4 5 5 5 6 5 3 4
Vuurvogel
17
18 5
19 1
12
18 20
Startnest
5
23
BSO De Scheg
D OCENT GROEP 3/4/5
26
Docent boomkaart
2
8 10
13 11
2
2
8 1 sierkers
13 beverboom
2 zomereik
14 vleugelnoot
3 paardekastanje
15 rode paardekastanje
4 grauwe abeel
16 italiaanse els
5 es
17 noorse esdoorn
6 ruwe berk
18 zoete kers (vruchtloos)
7 schietwilg
19 plataan
8 haagbeuk
20 meelbes
9 esdoorn
21 canadese populier
10 zwarte berk
22 moseik
11 els
23 veldesdoorn
12 koningslinde
24 zoete kers
6
‘Groen-Rode Scheg’
24
9 6 8 5
9
16 9
18
5
16 22 10 8 6 6 2
21
18
17
16
18 5 5 5
18
11 19 9
2
8 10
13 11
2
2
8
Vuurvogel
2
15
14 12
2 7 4 4 4 4 2 Eikpunt 4 4 4 5 5 55 4 5 4 5 5 5 6 5 3 4
12 15
18
5
19 1
12
18 20
Startnest
5
23
BSO De Scheg
D OCENT GROEP 3/4/5
26
Leerling boomkaart
7
DOCENT
2 1 Sierkers
Boomsoorten Groen-Rode Scheg blad Het blad is 4-7 cm, eivormig met getande randen en bruin/paars.
bloem Kleine bloemetjes die tijdens het bloeienwit worden.
vrucht met zaad De vruchten zijn kersen: kleine, rode vruchten van ongeveer2 cm doorsnede. Deze zijn niet eetbaar.
schors De schors is groen/ grijzig met barsten.
4
blad Het blad is asym metrisch gelobd en dofgroen.
bloem De boom heeft groene, lange katjes en bloeit ieder jaar. Om de 2-5 jaar zijn er extra veel bloemen.
vrucht met zaad De vruchten zijn eikels, die in groepjes van 1-5 bij elkaar hangen.
schors De schors is lichtgrijs tot donkerbruin en diep gekloofd.
5
blad Het blad is sterk getand en groen. De bladeren (5-7) staan als een hand ten opzichte van elkaar.
bloem De wit/roze bloemen (10-20 cm) staan rechtop, net als kaarsen.
vrucht met zaad Donkerbruine, gladde en glimmende kastanjes. Verborgen in een groen stekelige vrucht. De kastanjes zijn NIET eetbaar.
schors De schors is donker grijsbruin. Een jonge boom heeft een gladde schors, een oude boom een schilferende.
6
Grauwe Abeel
blad Het blad is 7-8 cm, driehoekig tot eivormig en lichtgroen. De randen zijn licht gelobd.
bloem vrucht met zaad Katjes: witte pluizige De katjes blijven na bolletjes van 2-4 cm. de bestuiving hangen. Rond mei springt de doosvrucht open en komt het pluis met zaden vrij.
schors De schors is glad en grijs of wit met donkere groeven.
blad Het blad is lang werpig, licht getand en groen. De bladeren zitten paarsgewijs tegenover elkaar.
bloem De bloeiwijze is paars en pluim vormig. Er zijn geen gekleurde kroon bladeren.
vrucht met zaad De vruchten hebben ‘vleugeltjes’ die helpenbij verspreiding door de wind.
schors De schors is tamelijk glad en wat gelig. Bij ouderdom ontstaan kloven.
blad Het blad is 3-7 cm, eirond tot ruit vormig, groen, getand en heeft een spitse top.
bloem De katjes (2-4 cm) zijn geelachtig van kleur.
vrucht met half De vrucht is een klein, dubbel gevleugeld nootje.
schors De berk is zeer herkenbaaraan zijn witte schors met groeven en schilfers.
Vooral vogels eten van de kersen
2 Zomereik
Es
Deze boom kan het oudst worden van alle Europese boomsoorten.
3 Paardenkastanje
Ruwe Berk
De boom kan goed tegen luchtvervuiling in steden.
8
7 Schietwilg
blad Het blad is lang (5-10 cm), fijn gezaagd, donkergroen, spitse top en is aan de onderzijde grijs behaard.
bloem De katjes (5 cm) zijn groen, lang en slank.
vrucht De vrucht is een doosvrucht.
schors De schors is gegroefd, grijsachtig en laat niet makkelijk los.
De schietwilg heeft een koortswerende, pijnstillende en zuiverende werking.
8 Haagbeuk
10 Zwarte Berk
blad Het blad is eirond tot ruitvormig, 8 cm en heeft een grijze onderzijde.
bloem De boom heeft bruine, rechtopstaande katjes.
vrucht De vrucht is een klein, dubbel gevleugeld nootje.
schors De boom heeft een afkrullende zalmrode tot roodbruine, later zwart wordende schors.
blad Het blad is eirond tot langwerpig, 16 cm, groen en mat glanzend.
bloem De boom heeft katjes; hangende, lange en ronde, rechtopstaande.
vrucht schors De vruchten zijn De schors is glad en beter bekend als licht bruingrijs. elzenproppen; zwarte proppen waarin zaadjes zitten.
blad Het blad is hart vormig en lichtgroen van kleur.
bloem De wit-gelige bloemenzitten in groepjes (3-11) bijeen.
vrucht De vruchten zijn rond/ovaal, grijsbruin en viltig behaard.
De Zwarte Berk is een meerstammige boom.
blad Het blad is eivormig, 5-8 cm, groen en is sterk gezaagd.
bloem De katjes (5 cm) zijn groenachtig.
vrucht Het omhulsel van de vrucht is drie-slippig, waarbij de middelste slip langer is dan de andere.
schors De schors is glad en grijs. Ouderdom geeft bulten.
11 Els
De els is een effectief middel tegen reuma. De knoppen worden gedroogd, waarna er thee van kan worden gezet.
9 Esdoorn
blad Het blad is groot (10-25 cm), donkergroen, grof getand en is gespleten in 3-7 lobben, het lijkt op een hand.
bloem De geelgroene bloemen vormen hangende trossen (5-15 cm).
vrucht De vruchten zijn beter bekend als helikoptertjes; gevleugelde nootvruchten.
schors De schors is grijs. Eerst is hij glad, later gaat de schors schilferen.
12 Koningslinde
schors De schors is grijs en gegroefd.
9
13 Beverboom
14 Vleugelnoot
15 Rode Paardekastanje
blad Het blad is ovaal tot langwerpig en gaafrandig. De bladeren staan afwisselend op de stengel.
bloem De boom heeft witte bloemen met lange kroonbladeren.
vrucht De vrucht is een verzamelvrucht met bessen.
schors De schors is glad en grijs.
blad Het blad is langwerpig (20-45 cm) en geveerd. De bladeren zitten paarsgewijs tegenover elkaar.
bloem De boom heeft hangendekatjes met groene bloemen.
vrucht Nootjes in groene hangende vrucht katjes.
schors De schors is grijs en diep gegroefd.
blad Het blad is grof gezaagd en groen. De bladeren (5-7) staan als een hand ten opzichte van elkaar.
bloem De roze bloemen (10-20 cm) staan rechtop, net als kaarsen.
vrucht Dofbruine, kleine kastanjes. Verborgen in een groene vrucht. Niet stekelig in tegenstelling tot paardenkastanje.
schors De schors is grijsgroen en licht gegroefd.
16 Italiaanse Els
17 Noorse Esdoorn
18 Zoete Kers (vruchtloos)
blad Het blad is hart vormig, 5-10 cm lang en spits. Ze zijn zeer fijn gezaagd.
bloem De boom heeft katjes; ronde en rechtopstaande.
vrucht schors De elzenproppen zijn De schors is grijs en oranje en tonvormig. later licht gegroefd.
blad Het blad is gespleten in 3-5 slippen, handvormig. De lobben lopen in punten uit. Het is een breed blad.
bloem De bloemen groeien in brede, opgerichte, schermachtige pluimen.
vrucht De vruchten zijn beter bekend als helikoptertjes; gevleugelde nootvruchten.
blad Het blad is groen, langwerpig (4-7 cm) met stomp getande randen. De onderzijde is bleek en dof.
bloem Kleine bloemetjes die tijdens het bloeien wit worden.
vrucht schors In vergelijking met De schors is groen/ de gewone zoete grijzig met barsten. kers (#24) heeft deze geen vruchten.
schors De schors is grijs en glad.
10
19 Plataan
blad Het blad is glanzend groen, handvormig en met een ruw getande rand.
bloem De boom heeft ronde katjes, die uitgroeien na bevruchting tot vruchten.
vrucht De boom heeft bruine dopvruchten (nootjes, 8 cm) die in bolvormige groepjes staan.
schors De schors is grijsbruin en door afschilfering ontstaan kenmerkende donkere vlekken.
De boom kan goed tegen lucht vervuiling in steden.
20 Meelbes
21 Candese Populier
22 Moseik
blad Het blad is lang, gelobd en donkergroen van kleur.
bloem De boom heeft lange (5-6 cm) katjes, die lopen van rood naar geel.
vrucht De vruchten zijn eikels, die in groepjes van 1-5 bij elkaar hangen.
schors De schors is dof donkergrijs en ruwgegroefd, ook in het jonge stadium.
blad Het blad is gespleten in 3-5 slippen, handvormig. De slippen zijn gegolfd tot gelobd. Het is een breed blad.
bloem De bloemen zijn klein en onopvallend groen Ze staan rechtop in schermachtige pluimen.
vrucht De vruchten zijn helikoptertjes; licht rode, gevleugelde nootvruchten. Ze zijn meestal behaard.
schors De schors is grijs en eerst glad, maar later gebarsten.
blad Het blad is groen, langwerpig (4-7 cm) met stomp getande randen. De onder zijde is bleek en dof.
bloem Kleine bloemetjes die tijdens het bloeien wit worden.
vrucht De vruchten zijn kersen: kleine, rode vruchten van ongeveer2 cm doorsnede.
schors De schors is groen/ grijzig met horizontale barsten.
Deze boom kan goed tegen (zee)wind.
blad Het blad is eirond, onregelmatig gezaagd, 8-14 cm, van boven dofgroen en van onder grijstot witviltig.
bloem De witte (0,9-1,4 cm) bloemen groeien in dichtbloemige groepjes.
vrucht De boom heeft rood/ oranje bessen van 0,8-1,5 cm door snede.
schors De schors is grijs en glad, met later ondiepe richels die afschilferen.
23
blad Het blad is hart- tot ruitvormig, 9-14 cm en met een spitse top.
bloem De boom heeft katjes, die na de bestuiving blijven hangen.
vrucht In mei/juni springt de doosvrucht open en komt pluis met zaden vrij.
schors De schors is glad en grijs tot grijsgroen. Bij het ouder worden wordt de schors gegroefd en grijsbruin.
24
Veldesdoorn
Zoete Kers
Vooral vogels eten van de kersen.
11
groep 1/2/3
3
Seizoenen • Eikpunt Groen-Rode Scheg • Lente: Laat het Eikpunt bloeien • Zomer: Zet het Eikpunt in blad • Herfst: Versier het Eikpunt • Winter: Eikpunt in het licht zetten
In dit hoofdstuk leer je het Eikpunt kennen, dé centrale plek in de Groen-Rode Scheg. Van hieruit kunnen alle buitenlessen en activiteiten starten en ook eindigen. In dit hoofdstuk vind je diverse seizoens gebonden activiteiten voor kinderen uit de groepen 1, 2 en 3. Veel plezier.
12
groep 1/2/3
3
Eikpunt Groen-Rode Scheg In het park de Groen-Rode Scheg staat bij de boomspeelplek het Eikpunt. Een centrale plek vanwaar de les kan starten en eindigen. Met om het Eikpunt een amfitheater achtige heuvel waar de kinderen op kunnen zitten met mooi weer. Dit Eikpunt biedt ruimte voor de seizoencreaties van de kinderen uit groep 1/2/3. Hierdoor verandert het uiterlijk van de boom met de seizoenen mee. Ideeën om de boom te versieren staan op de volgende pagina’s.
docent. Het Eikpunt is geen speelobject.
EIKPUNT
Kinderen kunnen het Eikpunt versieren onder begeleiding van de
13
groep 1/2/3
3
Lente: Laat het Eikpunt bloeien! Handleiding docent
Binnen
1 Knip een mooie bloemen vorm uit het vilt. 2 Knip nog meer mooie bloemen uit andere kleuren vilt. 3 Naai of plak deze aan/op elkaar. Versier je bloem met knopen, glitters en meer. 4
Wat ga je met de kinderen doen? Elk kind zal zijn eigen bloemetje maken waarmee je het Eikpunt in bloei zet.
Laat je eigen creativiteit maar zien en maak het allermooiste bloemetje. Maak aan het vilten bloemetje ook twee touwtjes (met vilt/draad) 5 waarmee je het bloemetje buiten op kan hangen aan het Eikpunt.
6 Als iedereen klaar is gaan jullie weer naar buiten. Ga buiten in het park op zoek naar bloemetjes en eindig bij het Eikpunt Nu het lente is zie je dat vele bomen kleine bloemetjes maken.
Buiten, versier het Eikpunt
Overal zie je mooie kleuren. Wijs de kinderen enkele bloemen aan. Alleen het Eikpunt heeft nog geen enkel bloemetje aan zijn takken.
Hang jullie bloemen allemaal op in het Eikpunt. 7 Zie je hoe de kale boom net zo mooi wordt als alle andere bomen?
Daar gaan wij hem vandaag bij helpen. Wat heb je nodig voor het maken van de bloemen? Vilt in verschillende vrolijke bloemen kleuren Schaar (Vilt)lijm Naald Draad Versieringen zoals knopen, glitters, etc. Je kunt de opdracht ook met gekleurd papier en potloden maken, maar met vilt wordt het resultaat mooier aan de boom en daarbij leren de kinderen met naald en draad om te gaan.
14
groep 1/2/3
3
Zomer: Zet het Eikpunt in blad! Handleiding docent
Buiten in het park
1 Zoek één blaadje in het park dat jij mooi vindt en neem het mee naar binnen. Je gaat dit blad namaken. Binnen
Wat ga je met de kinderen doen? Elk kind zal aan de hand van een mooi blad van buiten zelf een vilten boomblaadje maken voor het Eikpunt. Buiten bij het Eikpunt Nu het zomer is staan de bomen in het park volop in blad. Ook het Eikpunt wil mooie blaadjes krijgen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld: Wat is dit? Een boom
Leg het blaadje op een mooie kleur vilt en trek het blaadje over met 2 viltstift.
3 Knip het vilten blaadje uit. 4 Kijk goed naar de nerven van het blaadje dat je van buiten hebt meegenomen.
5 Naai nerven in jouw vilten blaadje. Maak aan het vilten blaadje ook twee losse uiteindes van draad waarmeewe het blaadje buiten ophangen aan het Eikpunt.
6 Als iedereen klaar is gaan jullie weer naar buiten.
Wat mist er aan deze boom? Blaadjes Waarom kan deze boom geen blaadjes maken? Omdat hij niet leeft.
Buiten, versier het Eikpunt.
Omdat hij van metaal is. Dus moeten we het Eikpunt een handje helpen met z’n allen!
7 Hang jullie blaadjes allemaal op in het Eikpunt. Zie je hoe de kale boom weer mooie blaadjes krijgt?
Wat heb je nodig voor het maken van de bladeren? Vilt in verschillende groentinten Schaar Viltstift Naald Draad in verschillende natuurlijke tinten Je kunt de opdracht ook met gekleurd papier en potloden maken, maar met vilt wordt het resultaat mooier aan de boom en daarbij leren de kinderen met naald en draad om te gaan.
15
groep 1/2/3
3
Herfst: Versier het Eikpunt Handleiding docent
Buiten in het park
1 Geef ieder kind een tasje. Laat ze blaadjes zoeken in het park die ze mooi vinden. Binnen
Wat ga je met de kinderen doen? Elk kind knutselt met bladeren een bladerenketting of een bladertekening.
2 Kinderen kunnen een ketting maken: A
Rijg met naald en draad verschillende bladeren aan elkaar. Kun jij een lange bladerenketting maken?
Buiten in het park bij het Eikpunt of in de klas
Kinderen kunnen ook een tekening met de bladeren maken
Het is herfst. De bomen laten hun blaadjes vallen om zich voor te bereiden
B
Door de blaadjes op een wit papier te plakken kun je poppetjes
op de koude winter. Zie je de lege takken van de bomen? Van al deze
en diertjes maken.
blaadjes op de grond kunnen we veel moois maken.
Wat maak jij? Een hert, een eekhoorn of een muis?
We kunnen daarmee het Eikpunt versieren!
Buiten, versier het Eikpunt
3 Hang de kettingen en tekeningen allemaal op in het Eikpunt. Wat heb je nodig voor het maken van het bladeren? Bladeren van buiten (Plastic) tasje per kind Naald Draad Schaartjes Lijm Papier
16
groep 1/2/3
3
Winter: Eikpunt in het licht zetten
Buiten in het park
1 Geef elk kind een tasje. Laat ze in het park ± 5 verschillende blaadjes zoeken die ze mooi vinden.
Handleiding docent
Binnen Wat ga je met de kinderen doen? Leg een mooi blaadje op je tafel. Als de blaadjes nat zijn, kun je ze 2
Elk kind maakt een eigen waxine
droogdeppen met een keukenrol papiertje o.i.d.
lichtjeshouder.
Leg over het blaadje het A4 papiertje. Rub/kras met een krijtje over het papier, precies op de plek waar het 3
Buiten in het park bij het Eikpunt of in de klas
blaadje onder ligt. Als je het blaadje ziet verschijnen gaat het goed.
Het is winter. Het is koud.
Tip: begin te krassen bij het steeltje. Zo voel je precies waar het blaadje zit.
De dagen worden steeds korter, er is steeds minder licht. We gaan ons eigen lichtje maken. Met blaadjes.
4 Pak hierna een ander blad en een ander kleur krijtje. Leg het blad onder je papiertje op een andere plek.
In de herfst hebben vele bomen hun blaadjes laten vallen.
5 Maak meerdere afdrukken van verschillende blaadjes op je A4 papier. 6 Is je hele papier vol met gekleurde afdrukken?
Je ziet ze nog wel op de grond liggen.
7 Smeer het papier in met behulp van een kwastje met olie. Het papier wordt hierdoor perkamentachtig. Wacht tot het droog is.
Wat heb je nodig voor het maken van de waxinelichtjes? Bladeren van buiten
Slaolie
(Plastic) tasje per kind
Kwastje
Lijm
Niettang
Wit A4 papier
Glazen (jam)potje
Wascokrijt in verschillende kleuren
Waxinelichtje
Niet het papier om het glazen potje, laat de bovenzijde open. 8 9 Doe een waxinelichtje in het glazen potje. Steek het waxinelichtje aan en kijk hoe mooi je afdrukken van de 10 blaadjes zijn! Buiten, versier het Eikpunt
11 Omring het Eikpunt met licht. Plaats je lichtje aan de voet van het Eikpunt.
17
groep 1/2/3
3
Ideeënvel
Mooie dingendoos
Benodigdheden:
Op deze pagina vind je nog een aantal inspirerende activiteiten en mogelijkh eden voor nog meer leuke en leerzame buitenlessen.
Eierdoos, verf, lapjes stof, natuurschatten. Werkwijze:
Ga in het park op zoek naar natuurschatten
(kastanjes, eikels, zaden, etc.).
Beschilder een eierdoos, en leg in elk vakje een lapje
Op zoek naar de dikste boom van de Groen Rode Scheg.
stof (met zwarte glanzende stof wordt het heel
Ga op zoek naar de dikste boom.
Doosje dicht en een mooie strik eromheen!
geheimzinnig). Op elk lapje komt een natuurschat te liggen. Het lapje stof vouw je eroverheen.
Meet de boom door hem te omarmen. Hoeveel handjes passen er eigenlijk rond de boom? Tel de handjes. Zoek de boom op de kaart. Hoe heet deze boom?
Schorsspel Benodigdheden: Papier, wasco of houtskool, eventueel een blinddoek.
Lopen tussen de takken Benodigdheden:
Handspiegel
Werkwijze: De kinderen voelen (eventueel geblinddoekt) aan de schors van verschillende bomen en beschrijven wat ze voelen. Zorg voor afwisseling van gladde en ruwe
Werkwijze:
schorsen (zie hoofdstuk 2). Daarna maken ze een
Ga met je rug tegen de boom staan.
schorstekening. Twee kinderen houden het papier
Houd de spiegel met twee handen vast.
tegen de schors van de boom. Een derde kind wrijft
Kun je via de spiegel de takken van de bomen zien?
met wasco of houtskool over het papier, de tekening
‘Loop’ zo van de ene naar de andere tak.
komt te voorschijn.
18
groep 4/5/6/7
4
Boomsoorten • Boompaspoort maken
In dit hoofdstuk leren de kinderen (groep 4 t/m 7) de bomen echt te observeren en van dichtbij te bestuderen. Vandaag maken de kinderen een Boompaspoort. Door het invullen van de verschillende pagina’s van dit hoofdstuk vullen de kinderen zelf het paspoort in. Hierdoor kijken ze naar de details van de bomen en leren ze deze te herkennen. Bespreek enkele paspoorten klassikaal / in de groep.
19
groep 4/5/6/7
4
Mijn boompaspoort Printen per leerling
Mijn boomportret Bomen kun je herkennen aan hun vorm. Bekijk de tekeningen van de boomvormen hieronder. Op welke vorm lijk ik het meest? Zet een cirkel om deze vorm.
Naam: ______________________ Groep: __________
Wat ga je doen? Je gaat een echt paspoort maken van een boom. Zoek in het park bij je school een mooie grote
boom met bladeren. Kies een boom uit waar je goed bij kan komen. Probeer zoveel mogelijk over deze boom te weten
te komen. Dat kun je doen door de vragen en
opdrachten te maken die in dit paspoort staan.
Wat heb je nodig voor het maken van het boompaspoort? Potlood Kleurpotloden of stiften Onderlegger om goed op het paspoort te kunnen schrijven Meetlint of diktemeter Hoogtemeter of rechthoekige driehoek van stevig papier Wascokrijtje Camera (indien aanwezig), anders natekenen
rechthoekige driehoek
20
groep 4/5/6/7
Mijn stam
Plak hier mijn schorsafdruk.
Je kunt de omtrek van mijn stam meten. Dat doe je met een meetlint op de dikste plaats. Ik heb een omtrek van _________ centimeter. Hoe ziet mijn stam er uit? Mijn stam is: recht
krom
scheef
bobbelig
anders: __________________________ Mijn schors Hoe ouder ik word, hoe dikker mijn stam wordt en hoe minder glad mijn schors. Ik krijg ribbels en groeven. Hoe ziet mijn schors er uit? Mijn schors is: glad
ruw
ribbelig
schilferig
vlekkerig
anders: __________________________ Welke kleur heeft mijn schors? Mijn schors is: lichtbruin
donkerbruin
groen
wit
zwart
anders: __________________________
Maak een afdruk van mijn schors.
Mijn bladeren
Dit doe je door een vel tekenpapier tegen mijn stam te drukken en er met
Bomen hebben bladeren of naalden. Bomen met bladeren worden
een wascokrijtje stevig overheen te gaan. Na een tijdje zie je een afdruk
loofbomen genoemd en bomen met naalden, naaldbomen.
van de schors op je tekenvel. Plak mijn schorsafdruk in het lege vlak op de volgende bladzijde.
Zoek op de grond naar een afgevallen blad of pluk voorzichtig één blad van mij. Welke kleur heeft mijn blad? groen
geel
rood
bruin
anders: __________________
21
groep 4/5/6/7
Hieronder staan voorbeelden getekend van hoe de randen van een blad er uit kunnen zien. Mijn wonden Ben ik beschadigd? Heb ik bijvoorbeeld wonden op mijn stam, zijn er takken afgezaagd, of heeft iemand iets in mijn stam geniet of gespijkerd? nee ja Zo ja, waar en hoe ben ik beschadigd? ________________________________________________________ Mijn plaats gaaf
gezaagd
getand
gekarteld
gelobd
Sta ik hier op de goede plaats? Bomen staan op allerlei plaatsen. Sommige staan op droge plaatsen, andere weer op natte plaatsen. Als ze op een verkeerde plaats staan, dan kun je dat goed zien aan de bladeren. Ze zien
Hoe zien de bladranden van mijn bladeren er uit? __________________
er dan slecht uit. Wist je dat een boom onder de grond net zo groot is als
Hoe voelt mijn blad aan?
boven de grond? Wil je weten of ik op de goede plaats sta?
zacht dik dun hard anders: __________________
glad
Vul dan de vragen die hieronder staan in!
stekelig
Hoe sta ik? alleen
In mijn blad zitten nerven. Die vervoeren water en voedings-
in een rij
Waar sta ik? in de zon
stoffen in mijn bladeren. Teken een blad van mij na in het vak hieronder en kijk daarbij goed hoe de nerven lopen.
in een groepje in de schaduw
nerf Staan er andere bomen, muren of dingen waar ik last van heb in mijn buurt? Nee, er is genoeg ruimte om me heen. Ja, namelijk, ___________________________________________ Ik sta met mijn stam in de grond. Is daar genoeg aarde? Ja Nee, ik sta tussen tegels of straatstenen. Nee, _________________________________________________ Denk je dat ik het hier naar mijn zin heb? Waarom wel of niet? _______________________________________________________
22
groep 4/5/6/7
Mijn gegevens
Je kunt ook meten hoe hoog ik ben. Hiervoor gebruik je de boom
Net zoals bij je eigen paspoort vul je hier mijn gegevens in.
hoogtemeter of de driehoek.
Als je mijn naam niet weet, kun je deze na het invullen van
Ga een flink eind van me af staan.
het paspoort op gaan zoeken op een zoekkaart of in het
Houd de driehoek dicht bij je gezicht, met de schuine kant naar je
bomenboek.
horizontaal blijft. Vraag iemand uit je klas om dit te controleren. Kijk langs de schuine kant van de driehoek omhoog.
Boompaspoort
Loop net zolang naar voren of achteren totdat je mijn boomtop op
Mijn Nederlandse naam is:
toe. Zorg dat de onderkant van de driehoek op ooghoogte is en
de punt van de driehoek ziet.
Ik ben net zo hoog als de afstand van jou tot aan mijn stam, je moet alleen nog je eigen lengte erbij optellen. Meet met het meet-
_____________________________________
lint de afstand van waar je nu staat tot aan mijn stam.
Het adres waar ik sta: _____________________________________ Hoe oud zou ik ongeveer zijn? _____________________________________ Als ik ooit omgezaagd word, dan kun je aan mijn jaarringen zien hoe oud ik ben: elke ring is 1 jaar. Mijn hoogte Hoe hoog ben ik? Kun je dat schatten? Ongeveer ________________meter
De afstand van jou tot mij is: _________ meter (=a). Jouw lengte is _________ meter en _________ centimeter (=b). Ik ben dus _________ + _________ = _________ meter hoog. (a)
(b)
23
groep 4/5/6/7
Plak hier één grote-, vier kleine foto’s of een tekening van mij.
Mijn boompaspoort
Datum van afgifte: ____________________________________ Dit paspoort is gemaakt door: ___________________________ Ik zit in groep: ________________________________________
van basisschool: _______________________________________
Gemeente: ___________________________________________
Goedgekeurd door: ____________________________________
24
groep 4/5/6/7
4
Ideeënvel Kastanje spinnenweb
Op deze pagina vind je nog een aantal inspirerende activiteiten en mogelijkh eden voor nog meer leuke en leerzame buitenlessen.
Benodigdheden:
Kastanje, satéprikkers, garen, eventueel zilverdraad.
Werkwijze: In een kastanje steek je rondom acht satéprikkers. Met garen en, helemaal mooi, met zilverdraad weef je
Parkparfum
het web door elke keer de draad 1 x extra om de prikkers te slaan. Je begint bij de kastanje en zo werk je van
Benodigdheden:
binnen naar buiten.
Frisse blaadjes en bloemetjes uit het park,
Versier het eikpunt met de spinnenwebben.
vijzel met stamper, water, flesje, koord. Werkwijze: Doe de blaadjes en bloemetjes in de vijzel en maal ze met een stamper. Doe er een klein beetje water bij. En dan maar wrijven, stampen en draaien en klaar is je parkparfum. Doe het parfum in het flesje. Maak een koord aan het flesje.
Vrolijke beesten Benodigdheden: Verschillende soorten gedroogde bladeren, verf, penselen. Werkwijze:
Pindaslinger voor de vogels
Welk dier zie jij in jouw blad? Schilder dit dier op je blad en versier het Eikpunt met deze vrolijke beestjes.
Benodigdheden: Doppinda’s, stevig draad, dikke (stop)naald, breinaald. Werkwijze: Maak voorzichtig met de breinaald gaatjes in de doppinda’s. Rijg de pinda’s met naald en draad aan elkaar. Je kunt er ook blaadjes tussen rijgen. Versier het Eikpunt met de pindaslingers.
25
gr oep 7/8
5
Waar blijft het afval van de boom? • Voedselkringloop van de boom
Door de opdrachten en activiteiten uit dit hoofdstuk te doen, leren kinderen uit groep 7 en 8 veel over de voedselkringloop van bomen. Hoe deze kringloop eruit ziet en welke diertjes hierbij betrokken zijn, wordt duidelijk door verschillende doe-, observeer- en invuloefeningen te doen. Uiteindelijk maken de kinderen zelf een bodemprofiel en een kringloop van de boom. Bespreek enkele kringlopen en profielen klassikaal / in de groep.
26
groep 7/8
5
Waar blijft het afval van de boom?
Buiten in het park Wat is afval?
Printen per leerling ______________________________________________________________ Naam: ______________________ Groep: __________
______________________________________________________________ Hoe zit dat bij ons? Maken wij ook afval? Ja
Nee
De Groen-Rode Scheg ligt vol met afval. Natuurlijk afval en niet-natuurlijk afval. Ga naar buiten en zoek 3 voorbeelden van natuurlijk afval en van niet-natuurlijk afval. Noteer ze hieronder. Natuurlijk afval: Wat ga je doen? Je gaat het afval van de boom onderzoeken Zoek in het park bij je school een mooie grote
boom met veel bladeren en takjes op de grond. Probeer zoveel mogelijk over het afval van deze
boom te weten te komen. Dat kun je doen door
de vragen en opdrachten te maken die in deze
les staan.
Wat heb je nodig voor deze les? Schep 3 (Plastic) bakjes Wit kleed/zeiltje Stethoscoop (indien aanwezig)
Niet-natuurlijk afval:
1. ____________________________ 1. _____________________________ 2. ____________________________ 2. _____________________________ 3. ____________________________ 3. _____________________________ Welk afval kunnen diertjes wel eten en wat eten ze niet? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________
27
groep 7/8
Afgevallen bladeren, dode dieren, dode bomen, planten en poep van allerlei dieren is natuurlijk afval. Dit afval is eigenlijk geen afval. De natuur kent helemaal geen afval. Het is namelijk weer voedsel voor andere dieren. Dit gaan we nu zelf onderzoeken.
2
Wie eet de afgevallen bladeren? Kijk op de grond bij bomen en struiken en zoek een plek met veel blaadjes en takjes. Deze bovenste laag noem je de strooisellaag. Schep een deel van deze laag in een bakje. Als je goed kijkt vind je diertjes. Je zou deze diertjes
1
vermalers kunnen noemen. Zij maken de afgevallen blaadjes kleiner. Wie eet de verse bladeren?
Welke vermalers vind jij in de strooisellaag?
Zoek een struik of boom uit waar je makkelijk bij de takken en bladeren kan komen. Spreid het laken uit onder de takken. Schud de takken voor-
_____________________________________________________________
zichtig heen en weer. _____________________________________________________________ Welke diertjes zie je op het laken vallen? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ Neem een beetje strooisellaag in een bakje mee. _____________________________________________________________ _____________________________________________________________
De vermalers krijgen ook nog hulp! Schimmels en bactieriën helpen de bladeren en takjes nog fijner te malen.
Deze diertjes zou je de schrokkoppen kunnen noemen. Zij vinden vooral
Eén bacterie kan je niet zien met het blote oog. Op één mm kunnen er
grote bladeren lekker. En dan het liefst zoveel mogelijk en alles tegelijk!
30 bacteriën naast elkaar zitten. Soms kun je bacteriën wel ruiken. Een muffe geur. Ook schimmels zie je moeilijk. De schimmelbloem zien we wel vaak: de paddestoel. Deze zie je vaak in de herfst of op dood hout.
Zet alle bodemdiertjes terug waar je ze hebt gevonden.
28
groep 7/8
3
Wie eet de fijngemalen blaadjes? We gaan nu kijken wie er in de laag onder de strooisellaag leven. Deze laag heet de humuslaag. Hij is opgebouwd uit kleingemalen blaadjes en takjes. Wrijf het tussen je vingers. Als ze zwart worden, komt dat door de humus. Pak de schep veeg de bodem vrij zodat je de humuslaag goed kan zien. Steek de schep in de grond en beweeg hem heen en weer. Ook kun je trappelen op de grond. De fijnproevers komen dan boven om te zien wat er aan de hand is. Welke fijnproevers vind jij in de humuslaag? _____________________________________________________________ Het afgevallen blad is door al deze diertjes, schimmels en bacteriën _____________________________________________________________
heel fijn gemaakt. De boom kan het weer als voeding tot zich nemen. Door het regenwater zakken voedingsstoffen van de humuslaag in de
_____________________________________________________________
bodem. Daar zuigen planten en bomen met hun wortels het regenwater met de voedingsstoffen op. De boom hergebruikt dus eigelijk zijn
Neem een beetje humus in een bakje mee.
eigen afval. Maar hij kan dit niet zonder alle schrokkoppen, vermalers en fijnproevers.
Zet alle bodemdiertjes terug waar je ze hebt gevonden. Als je de stethoscoop op de stam van de boom plaatst kun je misschien wel de boomsapstroom horen waarmee de boom al deze voedingsstoffen opzuigt en vervoert! Net zoals bij ons het bloed stoffen door je lichaam vervoert. Dit kun je het beste horen bij een berk. Niet in elk seizoen kun je het horen. Welke seizoen niet, denk je? lente
zomer
herfst
winter
29
groep 7/8
In de klas Wat ga je doen? Je gaat een bodemprofiel maken. Wat heb je nodig? Potlood Plakband/lijm
Maak je eigen bodemprofiel
1
Pak de twee bakken natuurlijk afval erbij. Kun je verschil zien in de vertering? Smeer een beetje lijm op een van de vlakken hiernaast en strooi er wat materiaal uit het goede potje op. Je kunt ook het materiaal met plakband op het juiste vlak plakken. Materiaal dat niet vastplakt, schud je in de prullenbak. Smeer een beetje lijm op het tweede vlak en strooi ook hier materiaal uit het goede potje op. Goed laten drogen! Schijf de naam van de laag erbij.
2
Maak de kringloop op de volgende pagina af.
30
groep 7/8
Maak de kringloop van de boom af Schrijf op de juiste plaats in de kringloop de juiste letter. Schrijf op de juiste plaats in de bodem het juiste cijfer 3
strooisel
2
humus
1
zand
A
boom maakt blad
B
voedingssoffen regenen uit humuslaag
C
sapstroom neemt voedingstoffen op
D
blad valt uit de boom
E schimmels en bacterien maken blad klein in strooisellaag
Nu is de cirkel rond en zie je dat er nooit afval is in de natuur!
31
gr oep 7/8
5
Ideeënvel Op deze pagina vind je nog een aantal inspirerende activiteiten en mogelijkh eden voor nog meer leuke en leerzame buitenlessen.
Eikje planten 1 Zoek een eik (zie boomkaart) en verzamel wat groene eikels (zonder wormen, gaatjes of schimmel). 2 Leg de eikels drie weken in de koelkast, in een doorzichtig plastic zakje. 3 Leg de eikels zo’n 4 uur in een emmer regenwater. Eikels die drijven mag je wegdoen.
Vetbolletjes maken Benodigdheden: Pan, blok ongezouten frituutvet, fornuis, zadenmengsel, stevige katoenen draad. Werkwijze: Gebruik ongeveer één deel frituurvet op één deel zadenmengsel. Smelt frituurvet in een pan. Wacht tot het
4 Snijd een stukje van het puntje van de eikels, zonder het binnenste te beschadigen, zo kunnen ze makkelijker kiemen. Leg ze dan weer zo’n 4 uur in het regenwater. 5 Plant de eikel ongeveer 7 cm diep in een bloempot met potgrond. Leg een glazen dekseltje op de pot en hou de grond vochtig. Zet de pot binnen op de venster-
warm is, maar niet heet. Voeg daar al roerend het zaden-
bank. Na 4 tot 5 dagen beginnen de eikels te
mengsel aan toe en laat dit mengsel een beetje afkoelen.
kiemen.
Giet de warme brij in een bekertje. Leg daarin, voordat de
6 Als je eikje zo’n 30 cm groot is, kan je ‘m buiten
brij stolt, een stevige katoenen draad die ruim uitsteekt.
planten, waar hij kan uitgroeien tot een statige eik.
Zodra de massa hard is geworden, kunnen de bollenbuiten
Voorzie genoeg ruimte rondom het plantje, want
aan de draad worden opgehangen.
een eik kan erg groot worden.
Maak je eigen BoombladerenQuiz! Benodigdheden: 5 bladeren van 5 verschillende bomen, snelhechter, 5 A4-tjes blanco papier lijm, een paar zware boeken, dit boomboek met zoekkaart. Werkwijze: Verzamel 5 bladeren van verschillende bomen. De zoekkaart helpt je verschillende boom-
soorten te vinden. Laat de bladeren drie dagen drogen onder een stapel zware boeken. Plak de gedroogde bladeren op de vellen papier (één per vel). Schrijf onder het boomblad drie verschillende boomsoorten (waarvan één de juist is). Maak voor jezelf een antwoordenvel. Zo maak je je eigen BoombladerenQuiz. Wissel met je klasgenoten/groepsgenoten de BoombladerenQuiz uit en vul deze in. Omcirkel op ieder blad wat de juiste boomsoort is. Daarna controleer je van elkaar de antwoorden. Veel plezier!
32