Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________
Inhoudelijke Toelichting Milieuchecklist nieuwbouwwoningen Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid
2005
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ De checklist geeft zo goed mogelijk de huidige stand van zaken weer ten aanzien van bouwen en milieu. Het is echter een momentopname. Wijzigingen in bijvoorbeeld de winning- of produktietechniek van een materiaal zou de beoordeling van dit materiaal in de checklist kunnen veranderen. Ondanks de grootst mogelijke zorgvuldigheid bij het samenstellen van de checklist, is het niet uitgesloten dat hierin toch onjuistheden kunnen voorkomen. De opdrachtgever en BOOM aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor de in de checklist vermelde gegevens, methodieken en constructies.
_____________________________________ Opdrachtgever: Gemeente Dordrecht Publieksdiensten Postbus 8 3300 AA DORDRECHT kontaktpersonen: Voor Dordrecht mevr. E. Veen tel: (078) 6 39 65 87 Voor andere regio gemeentes Zuid-Holland-Zuid dhr. L. de Jonge Tel: (078) 6 48 05 68
Samenstelling checklist: ir Frank Stofberg BOOM - Stofberg / Israëls Milieukundig Onderzoek- en OntwerpBuro Oude Delft 49 2611 BC DELFT tel: (015) 2 12 36 26 digitale bewerking: in samenwerking met: ir Leo Gommans, BOOM Maastricht en ing Bart van Schalm
1e uitgave: januari 1992 2e gewijzigde uitgave: augustus 1995 3e gewijzigde uitgave: januari 1999 4e gewijzigde uitgave: augustus 2001 5e gewijzigde uitgave: april 2003 6e gewijzigde uitgave: maart 2005
© BOOM 2005 _________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________
Inhoudsopgave
I
Inleiding
II
De vier thema's 1. Bouwmaterialen 2. Energie 3. Bouw- en Huishoudelijk afval 4. Drinkwater
III
Literatuur, sites en afkortingen
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________
I
Inleiding
De milieuchecklist is voor de Gemeente Dordrecht en Regio Zuid-Holland Zuid samengesteld. De checklist heeft als doel het stimuleren van duurzaam bouwen in de regio. De checklist is op enkele punten gewijzigd ten opzichte van de vorige uitgave: • Er zijn enkele nieuwe materialen en maatregelen toegevoegd. • Er zijn enkele maatregelen met een DCBA-score geschrapt. • De thema's bouwafval en huishoudelijk afval zijn samengevoegd. • De beoordeling van enkele maatregelen is gewijzigd. • Alle maatregelen uit het Nationaal pakket Duurzaam Bouwen - Woningbouw (lit. 1) en de Groenprojecten-regeling zijn verwijderd; dit om de checklist eenvoudiger hanteerbaar te maken. • De literatuurlijst is vernieuwd. Bij de herziening van de checklist is dankbaar gebruik gemaakt van de suggesties van diverse personen betrokken bij duurzaam bouwen in Dordrecht en de overige gemeenten uit Regio ZuidHolland Zuid.
Duurzaam bouwen Onder duurzaam bouwen, ook wel milieubewust bouwen genoemd, wordt in deze checklist verstaan 'Het zodanig bouwen en gebruik maken van gebouwen en hun omgeving dat de schade voor het milieu in alle fasen, van ontwerp t/m sloop, zoveel mogelijk beperkt blijft'. In Dordrecht en de andere gemeenten in de regio wordt al jaren ruime aandacht besteed aan duurzaam bouwen. Hierbij speelt de Milieuchecklist een centrale rol. Elk jaar evalueert men in Dordrecht, en sinds kort ook in de Regio Zuid-Holland Zuid, de DCBA-score van alle ingediende nieuwbouwprojecten en publiceert men de resultaten daarvan. Dat duurzaam bouwen noodzakelijk is èn blijft, blijkt wel uit rapporten zoals 'Nationale Milieuverkenning 5' (lit. 2) en 'Milieu en Economie' (lit. 3). De nationale overheid heeft daarom milieu-aspecten in haar (woningbouw)beleid ingepast. Dit beleid is o.a. vastgelegd in het 'Nationaal Milieubeleidsplan 4' (lit. 4) en 'Vaste waarden, nieuwe vormen' (lit. 5). integrale benadering Duurzaam bouwen heeft betrekking op een breed scala aan thema's, zowel op bouwkundige als op stedebouwkundige schaal. De voorliggende checklist heeft alleen betrekking op het bouwkundige schaalniveau. Duurzaam bouwen vraagt om een integrale benadering van thema's zoals bouwmaterialen, energie, water, groen en afval. In de navolgende korte inleidingen wordt per thema een aantal belangrijke aandachtspunten genoemd met betrekking tot duurzaam bouwen. gezondheid / kwaliteit binnenmilieu Per thema spelen ook aspecten zoals gezondheid, comfort en veiligheid mee. De keuze van bouwmaterialen, bouwdetails, installaties en ruimtelijke vormgeving bepalen voor een groot deel de kwaliteit van het binnenmilieu. Het toepassen van bijvoorbeeld een laagtemperatuursysteem zoals vloerverwarming is niet alleen comfortabel, maar verhoogt ook de kwaliteit van de binnenlucht (minder stof). Bovendien is zo'n systeem energiezuinig en vergroot het de veiligheid (geen hete radiatoren).
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ Vier-variantenmethode Bij het samenstellen van het programma van eisen is het van belang om tot duidelijke afspraken te komen over de gewenste milieu-ambitie. Hiervoor is de zogenaamde vier-variantenmethode (© SOM-TU-Delft/BOOM) ontwikkeld. Aan de hand van een aantal thema's, zoals bouwmaterialen en energie, kunnen de eisen ten aanzien van het milieu worden vastgesteld. Elk van deze thema's is verdeeld in vier niveaus: • D, het laagste niveau, dit komt vaak overeen met de gangbare situatie, waarbij een aanzienlijke milieudruk optreedt; • C, tussenniveau, met iets minder milieudruk dan bij D; • B, de milieudruk neemt aanzienlijk af ten opzichte van D; • A, het hoogst haalbare: er treedt een zeer beperkte druk op. De checklist is opgebouwd volgens de zojuist genoemde methode. De lijst is toegespitst op de met name voor de woningbouw van belang zijnde thema's: bouwmaterialen, energie, bouw- en huishoudelijk afval en drinkwater. De materialen en maatregelen zijn ondergebracht bij de verschillende niveaus op basis van literatuuronderzoek, waaronder een beperkt aantal LCA's (levenscyclusanalyses). De thema's verkeer en bodem + groen + oppervlaktewater komen in de checklist niet aan de orde, omdat deze thema's vooral van belang zijn op stedebouwkundig niveau. Voor meer informatie hierover wordt u verwezen naar het 'Nationaal pakket Duurzame Stedebouw' (lit. 6). Nog talloze kwantitatieve gegevens ontbreken over milieu-effecten van met name bouwmaterialen. In die gevallen zijn bij de beoordeling in deze checklist zo veel mogelijk kwalitatieve gegevens gebruikt. Bovendien blijft het feit bestaan dat er (nog) geen onomstreden methodiek voorhanden is om ongelijksoortige milieu-effecten met elkaar te wegen. Toch is een niveau-indeling gemaakt die dus indicatief van aard is. Achtergrondinformatie over milieu-aspecten is te vinden in o.a. het Nationaal pakket Duurzame Woningbouw, diverse andere geraadpleegde literatuur (zie literatuurlijst) en in beknopte bijschriften in de checklist. Bij de beoordeling van een materiaal is rekening gehouden met de bouwkundige toepassing en bouwkundige detaillering. Zo wordt voor een bepaalde toepassing een materiaal gunstiger dan een ander materiaal beoordeeld als van het eerste materiaal minder nodig is voor dezelfde 'prestatie', mits de overige eigenschappen en milieu-effecten vergelijkbaar zijn. De beoordeling is dus relatief en geldt steeds voor een bepaalde toepassing. Bij de beoordeling van materialen, installaties en andere voorzieningen is voor zover mogelijk rekening gehouden met de volgende criteria: • de mate van uitputting van grondstoffen; • de benodigde energie voor winning, transport, produktie en sloop; • de mate van vervuiling van bodem, water en/of lucht; • de mate van aantasting van landschap en/of ecologische systemen; • de mogelijkheden voor hergebruik; • de moeilijkheidsgraad van de verwerking van het afval; • de duurzaamheid (in de zin van levensduur) van bouwmaterialen en constructies; • de gezondheidsaspecten tijdens de bouw, het gebruik en de sloop van de woning.
Toelichting op het gebruik van de checklist De checklist is onderverdeeld in de vier thema's bouwmaterialen, energie, bouw- en huishoudelijk afval en drinkwater. De meest gebruikelijke onderdelen van een woning zijn beoordeeld naar milieu-aspecten en ingedeeld bij één van de vier milieuniveaus D, C, B of A, waarbij A dus staat
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ voor de best mogelijk milieuscore. Afhankelijk van de afspraken met de gemeente, moet minimaal voldaan worden aan een bepaald niveau gemiddeld over alle thema's. Een lager (= slechter) niveau mag alleen worden behaald indien de initiatiefnemer kan aantonen dat aan de eis (in dat specifieke geval) niet in redelijkheid kan worden voldaan. De argumentatie moet op schrift gezet worden en worden meegeleverd bij de aanvraag van de bouwvergunning, tenzij met de gemeente andere afspraken zijn gemaakt of wanneer geen bouwvergunning nodig is. Een voorgedrukt kruis (X) onder niveau D bij het thema bouwmaterialen wil zeggen dat er sprake is van duidelijke milieubezwaren. Het wordt sterk afgeraden om het betreffende materiaal toe te passen. De aanduiding met twee kruisen (XX) wil zeggen dat er sprake is van ernstige milieubezwaren. Het is niet verantwoord zo'n materiaal toe te passen. Bij keuze voor zo'n materiaal zal de score voor het thema bouwmaterialen niet hoger worden dan niveau D. De checklist is op diverse wijzen te gebruiken: • Bij het samenstellen van het programma van eisen. • Als handreiking voor ideeën voor duurzaam bouwen. • Ter controle van een bouwplan: Voldoet het plan aan de gemeentelijke eisen? procedure Het wordt sterk aanbevolen om de checklist al in het kader van het vooroverleg met de gemeente, voor zover mogelijk, in te vullen en te bespreken. Hierdoor wordt bereikt dat een plan nog relatief eenvoudig bijgestuurd kan worden. Bij dit overleg kan dan ook de mogelijk verdere invulling van de checklist ter sprake komen. Bij de indiening van de aanvraag van de bouwvergunning bij de gemeente, moet elk plan voorzien zijn van een ingevulde checklist. Worden bepaalde materialen, installaties of voorzieningen toegepast/aangebracht die niet in de checklist staan vermeld, dan moeten deze in het kort op schrift gesteld en meegeleverd worden.
Handleiding Duurzaam Onderhoud Men dient een Handleiding Duurzaam Onderhoud samen te stellen voor alle woningen. Die handleiding dient ter informatie van de bewoners van de betreffende woningen. Voor het samenstellen van de handleiding zijn beschikbaar: • Een bundel met kant-en-klare teksten en illustraties waarmee opdrachtgevers een handleiding voor bewoners kunnen samenstellen. • Instructies voor de samenstellers van de handleiding.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________
II De vier thema's 1 Bouwmaterialen Inleiding Het huidige gebruik van bouwmaterialen leidt in veel gevallen tot milieuproblemen. Te noemen zijn bijvoorbeeld uitputting van grondstoffen, verontreiniging van het binnenmilieu en aantasting van het landschap door de winning van grondstoffen. Bij de 'beoordeling' in de checklist is rekening gehouden met de milieu-effecten vanaf de winning van de benodigde grondstof t/m de sloop van de woning en de eventuele mogelijkheden voor hergebruik van materialen of componenten. Hieronder volgt een overzicht van een aantal algemene maatregelen die vaak nog niet toegespitst zijn op concrete materialen. Het thema bouwmaterialen is in de checklist opgesplitst in bouwdelen die voorzien zijn van de Stabu-nummering.
Beperk het gebruik van grondstoffen ruimtelijk ontwerp • Kies de optimale vorm van het bouwvolume: beperk het buitenoppervlak. Houd wel rekening met bijvoorbeeld een goede daglichttoetreding. • Stimuleer 'dubbel' gebruik van vertrekken, maak flexibele plattegronden (schuifdeurenschuifwanden). Dit beperkt ook de kans op 'overbodige' verbouwingen. • Zorg voor een zodanige vormgeving van de woningmassa dat geen 'moeilijke' aansluitdetails nodig zijn (bijv. loodslabben) en dat zo min mogelijk zaag- en snijverliezen optreden. Gebruik dus geen grillige vormen tenzij een hiervoor geschikt materiaal gebruikt wordt. • Maak een zodanig ontwerp dat minimale leidinglengtes nodig zijn voor verwarming, ventilatie en tapwater. Een centrale 'natte' kern is vaak een goede oplossing. • Bied de bewoner (koper of huurder) keuzemogelijkheden in het ruimtelijk ontwerp tegen redelijke kosten. Denk hierbij aan verschillende opties voor indelingsvarianten, uitbreidingen en dakopbouwen. Dit voorkomt onnodige verbouwingen direct of kort na de oplevering. Bied de koper de mogelijkheid om ook later gebruik te maken van deze opties door bijvoorbeeld bouwtechnische tekeningen tegen een onkostenvergoeding beschikbaar te stellen. Hierdoor kan de (bouwtechnische) kwaliteit van de verbouwing mogelijk verbeterd worden. detaillering • Minimaliseer onnodige afwerklagen (bijv. vloeren, verfwerk, binnenkozijnen, stuc). • Verleng de levensduur van de woning(onderdelen): - Kies een flexibel inbouwpakket voor voorzieningen. - Maak eenvoudige (de)montage van onderdelen mogelijk. Gebruik bijv. montagekozijnen en opbouwleidingen. - Zorg voor een juiste detaillering zoals bijvoorbeeld: o pas een dakoverstek toe bij houten gevels (alleen effectief voor de 2 à 3 onderliggende bouwlagen); o pas terugliggende (houten en kunststoffen) kozijnen toe; o breng dampremmende lagen aan de 'warme' zijde van constructies aan.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ • Beperk de 'massa' van constructies: Maak gebruik van optimale constructies of optimaal samengestelde constructies. Zo heeft een kanaalplaatvloer minder materiaal dan een massieve vloer. Houtskeletbouw is vanuit dit oogpunt ook gunstig. Uit onderzoek (lit. 7) blijkt dat voor de bouw van een normale eengezinswoning door o.a. bovenstaande maatregelen zeker zo'n 20% materiaal bespaard kan worden zonder wezenlijke aanpassing van de woning of verandering van materialen.
Gebruik 'duurzame' grondstoffen 'Duurzame' grondstoffen zijn grondstoffen die vernieuwbaar of eenvoudig opnieuw te gebruiken zijn en bij bewerking zo min mogelijk milieudruk veroorzaken. Enkele voorbeelden: • Hout met het FSC-keurmerk, houtafval en sloophout (bijv. voor balken en piketpaaltjes); houtvezel en cellulose (voor isolatiemateriaal). • Vlas (voor isolatiemateriaal en lijnzaadolie als grondstof voor verf en linoleum). • Leem. Deze grondstof kent weinig milieudruk bij winning en sloop. Denk aan stroleem met rondhout als draagconstructie, prefab leemstenen voor binnenwanden en leemstuc als afwerking. Leembouwtechnieken zijn meestal nog geen reëel alternatief voor de huidige projectmatige woningbouw gezien de meestal arbeidsintensieve bewerking. Wel biedt leem voor kleine projecten (met bijv. zelfbouwers) goede mogelijkheden evenals voor bepaalde onderdelen zoals binnenwanden.
Verstandig gebruik 'niet-duurzame' grondstoffen •
• •
•
Gebruik reststoffen zoals puingranulaat en rogips. Afhankelijk van de toepassing kan bij puingranulaat een onderscheid nodig zijn tussen beton- en metselwerkpuingranulaat (lit. 8). Meestal is het gebruik van puingranulaat ter vervanging van 20% grind geen enkel probleem, wel wanneer er extra hoge eisen aan het beton worden gesteld. Ook een hoger percentage behoort tot de mogelijkheden. Overleg hierover met de constructeur is dus gewenst. Overweeg het gebruik van sloopmaterialen, bijvoorbeeld hergebruik van bakstenen en dakpannen. Gebruik demontabele constructies zodat bij onderhoud en sloop hergebruik mogelijk is (zie ook lit. 9). Dus: - Gebruik zo min mogelijk ingestorte leidingen of kanalen; een bijkomend voordeel is dat ze dan eenvoudig te voorzien zijn van voldoende warmteisolatie (bijv. zinvol bij warmtapwaterleidingen). - Gebruik zo min mogelijk gelijmde verbindingen en gebruik geen ter plaatse gespoten PUR-schuim als isolatie, montagekit of kierdichting, tenzij goede alternatieven ontbreken. - Gebruik voor platte daken losliggende (met ballast) of mechanisch bevestigde dakbedekking in plaats van gelijmde. Gebruik vooral prefab-onderdelen; dit geeft minder afval en gecontroleerde verwerking van het afval bij de produktie. Vaak is dan later onderhoud en sloop ook met minder milieunadelen te realiseren.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________
2 Energie Inleiding Het overheidsbeleid is er op gericht om rond 2020 de toename van het totale verbruik van fossiele energie in ons land te stabiliseren. Grote inspanningen zijn nodig om dat doel te bereiken. Voor nieuwbouwwoningen is daarom een verdere daling van het verbruik nodig. De EPN, de Energieprestatie normering (lit. 21) is hierbij een belangrijk hulpmiddel om tot zuiniger ontwerpen te komen. De norm geeft de berekeningsmethode en het Bouwbesluit de grenswaarde. Een nadeel bij de berekening is dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen maatregelen die gedurende een beperkte tijd van invloed zijn op het werkelijke energieverbruik en maatregelen die dat gedurende de gehele levensduur van de woning zijn. Dit houdt bijvoorbeeld in dat een slecht op de zon gerichte woning toch aan de norm kan voldoen door deze te voorzien van een extra efficiënte installatie. Deze installatie gaat echter een beperkte tijd mee en kan daarna vervangen worden door naar verwachting een nog zuiniger installatie. Daarentegen is de oriëntatie van de woning gedurende de gehele levensduur van de woning een vaststaand gegeven. Het is daarom aan te bevelen om naast de EPN, ook gebruik te (blijven) maken van de 'driestappen-strategie'. Met name de maatregelen die niet of nauwelijks gedurende de levensduur te wijzigen zijn, vragen veel aandacht. De drie stappen: 1. beperk het energieverbruik door bijvoorbeeld: • compact te bouwen; • te compartimenteren en zoneren; • een zeer goede warmte-isolatie aan te brengen. 2. gebruik duurzame energie zoals: • passieve zonne-energie (woon- en speelkamers op zon richten); • actieve zonne-energie (zonneboiler, vergrote zonneboiler, zonnepanelen); • 'daglicht'. 3. maak efficiënt gebruik van 'eindige' energiebronnen: • kies voor installaties met een hoog rendement (ook voor tapwater!); • combineer de opwekking van warmte en kracht (o.a. mini-warmtekrachtkoppeling); • kies voor zuinige (collectieve) verlichting; • overweeg warmteterugwinning uit ventilatielucht en douchewater; • kies voor laag-temperatuursystemen zoals vloerverwarming en vergrote radiatoren.
Energie-prestatie normering (EPN) Bij elke bouwaanvraag moet een berekening van de energieprestatiecoëfficiënt' (EPC) bijgevoegd worden. De maximale waarde van de EPC is in het Bouwbesluit opgenomen en bedraagt per 1 januari 2000 1,0 (voor woningen). Deze waarde zal zeer waarschijnlijk per 1 januari 2006 verlaagd worden naar 0,8. Al enige jaren worden projecten gerealiseerd met een EPC die beneden deze waarde ligt, zie lit. 21 en de site www.senternovem.nl/duurzameenergie/deplanner.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ De huidige EPC-norm NEN 5128:2001 wordt vermoedelijk per 1 januari 2006 vervangen door de nieuwe NEN 5128:2004 die in maart 2004 is gepubliceerd. In 2005 mogen beide normen (met bijbehorende rekenmodellen) naast elkaar gebruikt worden (zie ook www.senternovem.nl/epn). Naast de prestatie-eis (de maximale EPC) zijn in het Bouwbesluit nog drie andere eisen ten aanzien van energiezuinigheid opgenomen, te weten: • minimale warmteweerstand van dichte constructies Rc = 2,5 m2K/W; • minimale warmteweerstand van ramen en deuren (inclusief kozijn) Rc = 0,11 m2K/W; • maximale luchtdoorlatendheid, qv10-waarde = 200 dm3/s. Afgezien van deze drie eisen is men er dus vrij in hoe men aan de EPC wil voldoen. Meer informatie over energiezuinig bouwen is te vinden in het vademecum 'Energiebewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen' (lit. 22).
Energiepakketten Ondanks de uitgebreidheid van de EPN, zijn er nog diverse zinvolle energiebesparende maatregelen mogelijk die niet in de bij de EPN behorende berekening zijn opgenomen. Deze maatregelen zijn daarom in de DCBA-checklist, naast de EPC-waarden, in verschillende pakketten ondergebracht.
Effecten op de EPC van een aantal energiebesparende maatregelen In onderstaand overzicht is van een aantal energiebesparende maatregelen een indicatie gegeven van het effect op de EPC voor de Novem referentie rijtjes-tussenwoning. Enkele maatregelen zijn alleen in de nieuwe norm NEN 5128:2004 in te voeren. LET OP: De effecten op de EPC van maatregelen mogen niet zondermeer bij elkaar opgeteld worden: ze kunnen elkaar beïnvloeden. Ook zijn sommige maatregelen niet (goed) te combineren. Ook is het effect meestal afhankelijk van het type woning en de grootte van de woning.
Vanaf de site www.senternovem.nl/epn is de meest recente versie van de spreadsheet 'EPC & Kosten' te downloaden. Hiermee kunt u inzicht krijgen in het effect op de EPC van een beperkt aantal maatregelen of van een combinatie daarvan. U kunt kiezen uit een aantal referentiewoningen en u kunt zelf een woning invoeren. Onderstaand overzicht is voor een deel gebaseerd op de genoemde spreadsheet. verlagend effect op EPC voor rijtjestussenwoning (indicatief) • goede warmte-isolatie - Rc-gevel: van 3,5 naar 4,5 - Rc-vloer: van 3,5 naar 4,5 - Rc-dak: van 4,0 naar 5,5
ca. 0,04
globale indicatie meerkosten (incl. btw en toeslagen) _ 900,-
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ • goede detaillering met zo min mogelijk koudebruggen zie in spreadsheet: lineaire warmteverliezen: gebruik uitgebreide rekenmethode i.p.v. forfetaire waarden bij EPC-berekening
max. 0,03
_ 0 à 500,-
• deuren geïsoleerd in plaats van ongeïsoleerd
ca. 0,02
_ 30,-
• passieve zonne-energie noord-zuid oriëntatie, relatief veel glas in zuidgevel, relatief weinig glas in noordgevel; effect op EPC ten opzichte van oost-west oriëntatie
ca. 0,04
_ 0,-
max. 0,08
_ 4.000,à _ 8.000,-
• serre
Let op: de serre moet onverwarmd blijven; maak de detaillering zodanig dat het bewoners duidelijk is dat het om een overdekte buitenruimte gaat. Geef bovendien een duidelijke bewonersinstructie. Het is gunstig voor het rendement om ventilatielucht via de serre voor te verwarmen (bij gebalanceerde ventilatie met wtw niet zinvol). • goede luchtdichtheid ca. 0,02 Noodzakelijk bij gebalanceerde ventilatie + wtw. - zorg voor goede kierdichting bij ramen en deuren; gebruik o.a. gelaste profielen in de hoeken. - zorg voor een dubbele naaddichting bij aansluitingen van bouwdelen zoals rondom kozijnen en kap met zoldervloer. In de spreadsheet is bij gebalanceerde ventilatie + wtw ook een goede luchtdichtheid meegenomen in de EPC-berekening. • geheel natuurlijke ventilatie in plaats van natuurlijke toevoer + mechanische afvoer ca. 0,05 Let op: vraagt om specifieke afvoerkanalen voor ventilatielucht; aan te raden is een mechanische afzuigkap in de keuken (met apart afvoerkanaal). • drukonafhankelijke ventilatieroosters (ook wel zelfregelende ventilatieroosters genoemd) voor natuurlijke toevoer ca. 0,03 Uitgaande van de combinatie met een mechanisch afzuigsysteem. EPC-effect en meerkosten t.o.v. normale ventilatieroosters. Een gelijkwaardigheidsverklaring is vereist.
_ 300,-
_ 0,-
_ 200,-
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ • gebalanceerde ventilatie + HR-wtw Ten opzichte van natuurlijke toevoer + mechanische afzuiging. • volledige bypass bij gebalanceerde ventilatie + HR-wtw Ten opzichte van systeem zonder bypass. De bypass dient om te hoge binnentemperaturen in de zomer te verminderen; de bypass zorgt er voor dat de toevoerlucht niet door de wtw wordt opgewarmd. Deze maatregel wordt alleen in de nieuwe NEN 5128:2004 gehonoreerd.
ca. 0,17
_ 2.000,-
ca. 0,02
_ 0,- à _ 200,-
• vraaggestuurde ventilatieroosters voor natuurlijke luchttoevoer ca. 0,13 Uitgaande van de combinatie met een mechanisch afzuigsysteem en natuurlijke toevoer via roosters. Een gelijkwaardigheidsverklaring is vereist. EPC-effect en meerkosten ten opzichte van roosters die niet vraaggestuurd zijn. • vloer- en wandverwarming Ten opzichte van radiatorenverwarming (met 'hoge' temperatuur, 90 graden Celsius aanvoer, 70 graden Celsius retour) • LT-radiatoren (laag-temperatuurniveau: aanvoertemperatuur maximaal 55 graden Celcius) Ten opzichte van radiatorenverwarming (met 'hoge' temperatuur). Bij LT-radiatoren is meer radiator-oppervlak nodig.
_ 1.500,-
ca. 0,03 vloerverw. _ 1.000,wandverw. _ 1.600,-
ca. 0,02
_ 500,-
ca. 0,11
_ 2.000,-
ca. 0,24
_ 4.000,-
• warmtepompboiler ca. 0,07 Een alternatief voor een zonneboiler. Mechanische afzuiging is noodzakelijk. Niet te combineren met gebalanceerde ventilatie met wtw omdat de warmte uit de ventilatielucht nodig is voor de warmtepompboiler. EPC-effect en meerkosten t.o.v. warmwater via een HR-combiketel.
_ 3.000,-
• zonneboiler voor warm tapwater met ca. 3 m2 collector In combinatie met HR-combiketel. EPC-effect en meerkosten t.o.v. alleen een HR-combiketel. • zonneboilercombi met ca. 5 m2 collector EPC-effect en meerkosten t.o.v. alleen een HR-combiketel. Er is een LT-verwarmingsysteem gewenst voor een optimaal rendement.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ • korte warmwaterleidingen (warmtapwater) Ten opzichte van invoeren forfetaire waarde in EPC-berekening.
max. 0,03
• individuele elektrische warmtepomp met vloeren/of wandverwarming, inclusief tapwaterverwarming, bodem als warmtebron (collectief) _ 5.500,EPC-effect en meerkosten t.o.v. HR-combiketel. Wanneer het tapwater niet via de warmtepomp wandverw.) verwarmd wordt, is het rendement van de warmtepomp gunstiger.
ca. 0,12 (excl. vloer/
• douche-warmtewisselaar ca. 0,10 Deze voorziening haalt warmte uit het afvalwater van de douche en levert deze warmte direct aan het koude toevoerwater. Alleen toe te passen in laagbouwwoningen of maisonnettes waarbij de douche op de bovenste (2e) bouwlaag is aangebracht. Een gelijkwaardigheidsverklaring is vereist. • buitenzonwering (begane grond en verdieping, totaal 8 m1 breed) ca. 0,01 Deze maatregel wordt alleen in de nieuwe NEN 5128:2004 gehonoreerd. • PV-panelen (multikristallijn) voor elektriciteitsopwekking - 4 m2 zonnepanelen - 7 m2 zonnepanelen - 10 m2 zonnepanelen
_ 0,-
ca. 0,05 ca. 0,11 ca. 0,16
_ 500,-
_ 2.000,-
_ 3.600,_ 6.300,_ 9.000,-
Een handig hulpmiddel voor de controle van (ingediende) EPC-berekeningen is het 'Handboek Handhaving EPN' (lit. 21a). Dit handboek is ook informatief voor ontwerpers. Daarnaast bestaat het instrument 'EPCheck', te vinden op www.senternovem.nl. Dit is een computerprogramma dat snel en eenvoudig een indicatie geeft van de kwaliteit van een aangeleverde EPC-berekening. Het programma biedt ook achtergrondinformatie over de EPC. Het is zowel voor utiliteits- als woningbouw te gebruiken.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________
3 Bouw- en huishoudelijk afval BOUWAFVAL Hieronder staan enkele algemene aandachtspunten die bedoeld zijn voor diverse partijen in het bouwproces. Met een goede aanpak, aangepast aan het betreffende bouwproject, kan men een duidelijk financieel voordeel halen. Voor meer informatie wordt u verwezen naar de volgende literatuur: • Het Nationaal Pakket woningbouw (lit. 1) • Preventie en hergebruik bouwafval (lit. 26). Voorkom afval • Voorkom afval door een goed ontwerp: gebruik geen grillige vormen en scheve hoeken, tenzij hiervoor een geschikt materiaal gebruikt wordt. • Een zorgvuldige begroting van de hoeveelheden benodigd materiaal voorkomt dat overschotten in de afvalstroom terecht komen. • Zorg er voor dat belangrijke leveranciers gebruik maken van statiegeldverpakking en containers. • Ga de mogelijkheden na voor direct hergebruik van 'afval'. Vaak is resthout nog te gebruiken op dezelfde bouwplaats evenals minerale wol. Afvalscheiding • Het scheiden in afzonderlijke fracties van bouwafval is een voorwaarde om de produkten voor hergebruik te gebruiken. Overleg tussen architect, aannemer, onderaannemers en afvaltransporteur ed. is vroegtijdig gewenst. Zo kan besproken worden welke fracties op welke plek (al dan niet op de bouwplaats) gescheiden worden en welke typen containers (grote/kleine, afsluitbare) zinvol zijn. Neem belangrijke zaken op in het bestek. • Voorkom dat er gips, cellenbeton, drijfsteen of kalkzandsteen tussen het overige steenachtige puin komt omdat dit puin dan niet meer voor puingranulaat te gebruiken is. • Zorg er voor dat bij de containers heldere bijschriften komen te hangen waarop vermeld staat voor welk afval de container exact bedoeld is. • Voorkom verontreiniging van de bodem door bijv. bekistingsolie. Voorzie het vat van een kraantje en een lekdichte bodem. • Zorg voor voldoende ruimte voor de diverse containers. • Voorkom dat omwonenden de containers voor de gescheiden inzameling met ongescheiden afval 'vervuilen'. Overweeg daarom om extra containers speciaal voor omwonenden te plaatsen. Overleg met andere betrokken partijen om de kosten hiervan te verdelen. De pakketten in de checklist moeten als richtlijn beschouwd worden omdat de exacte invulling van de maatregelen sterk afhangt van het soort project. Met name de omvang van het project is nogal bepalend hiervoor.
HUISHOUDELIJK AFVAL Tijdens de bewoning is scheiding van het afval een nog steeds zinvolle mogelijkheid om te komen tot hergebruik en een schone verwerking (lit. 27). In het woningontwerp moeten daarom mogelijkheden geboden worden aan de bewoners het afval op een hygiënische en eenvoudige manier te scheiden. Als alternatief voor het gescheiden ophalen van het GFT (groente-, fruit- en tuinafval) afval, kan men denken aan composteren aan huis. Dit is vanuit milieu-overwegingen een voor de hand liggende keuze.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________
4 Drinkwater Inleiding De drinkwatervoorziening kan in de toekomst ook in Nederland nog voor problemen komen te staan. Een beperking van het drinkwatergebruik wordt daarom bepleit, maar tevens het gebruik van andere waterbronnen voor de niet-drinkwaterkwaliteit. Zeer praktische achtergrondinformatie (zoals besparingen) is te vinden in het 'Vademecum Water' (lit. 28). Het verdient aanbeveling om in alle nieuwbouwwoningen watermeters te plaatsen, voor zover dat nog niet gebeurt. Dit in overleg met het waterleidingbedrijf. Opmerkingen: • Enkele van de opgenomen maatregelen zijn naast waterbesparend, ook energiebesparend èn vergroten het comfort. Dergelijke maatregelen kunnen daarom als extra verkoopargument bij koopwoningen dienen. De gebruikelijke keuzepakketten bij koopwoningen (betreffende o.a. sanitair, keuken ed.) moeten afgestemd zijn op de onderstaande pakketten. • Het is van groot belang om de bewoners op de hoogte te stellen van de aanwezige water- (en energie-) besparende maatregelen en voorzieningen. Niet alleen om optimaal van de voorzieningen gebruik te laten maken, maar ook met het oog op vervanging van sanitair na verloop van tijd. Geef duidelijke informatie in de bewonershandleiding. • Vergeet niet de leidinglengte tussen de tappunten voor warmwater en de warmtebron te minimaliseren. Dit vergroot niet alleen het comfort (korte wachttijden) voor de bewoner, maar is ook gunstig voor een lage EPC.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________
III Literatuur, sites en afkortingen LITERATUUR ALGEMEEN 1 Duurzaam bouwen - Nationaal Pakket woningbouw; SBR te Rotterdam, versie 2004. 2 Nationale Milieuverkenning 5, 2000 - 2030; RIVM, Samsom H.D. Tjeenk Willink te Alphen a/d Rijn, 2000. 3 Milieu en Economie: ontkoppeling door innovatie; advies nr 036; VROMraad, Den Haag, dec. 2002. 4 Nationaal Milieubeleidsplan 4 - Een wereld en een wil / werken aan duurzaamheid; VROM te Den Haag, juni 2001. 5 Vaste waarden, nieuwe vormen - Milieubeleid 2002 - 2006; VROM, nov. 2002. 6 Nationaal Pakket Duurzame Stedebouw; Nieuwe Gracht te Utrecht, in opdracht van SEV en Novem, uitgave Nationaal DuBo centrum te Rotterdam (thans Utrecht), 1999. BOUWMATERIALEN 7 Vermindering van het materiaalverbruik in de woningbouw; J. Stroband, Bekker & Stroband te Amsterdam en E. Israëls, BOOM te Delft, VROM DGV, 1994. 8 Aanbeveling 80 - Beton met menggranulaten als grof toeslagmateriaal; CUR, Gouda, 2001. 9 Demontabel bouwen in beton; CUR-rapport nr 135, CUR, Gouda, 1990. 10 Bouwen voor gierzwaluwen; M. Mourmans-Leinders, 2002; te bestellen via: www.gierzwaluw.com. 11 Bouwen met of zonder kruipruimte?; SBR-rapport nr. 237, SBR te Rotterdam, herziene versie, 1995. 12 Ankerloze spouwmuur kan sneller; M. Bakker, in: Bouwwereld nr 10, 20 mei 1997. 13 Växjö: Proefproject Meerlaagse HSB; in: Het Houtblad nr 4, 1998. 14 Meerlaagse houtskeletbouw Aalsmeer; in: Het Houtblad nr 8, 1999. 15 Vogels onder dak - Handleiding voor het bevorderen van nestgelegenheid; T. den Boer e.a., St. Uitgeverij KNNV / Vogelbescherming Nederland, Zeist, 1994. 16 Emissies van bouwmaterialen; RIZA rapport 2003.027, RIZA, Lelystad, 2003. 17 Begroeide daken in Nederland - ontwerp, uitvoering, beheer; P. Teeuw en C. Ravesloot, in opdracht van SOM TU-Delft, uitgave Delft University Press te Delft, 1998. 18 Anhydrietgebonden gietvloeren, van ontwerp tot toezicht; o.a. Novem te Sittard. 19 Milieu Centraal: zie www.milieucentraal.nl 20 Praktijkonderzoek directe lozingen; Stichting Reinwater, Amsterdam, 2001. 20a Graffitiverwijdering - Stand der techniek; publicatie W06-water; InfoMil, Den Haag, 2002 (zie ook www.infomil.nl). ENERGIE 21 NEN 5128:2004; NNI, Delft, 2004. 21a Handboek Handhaving EPN; DGMR, uitgave Novem (thans SenterNovem), 2003, bestelnummer: 1KPGE 03.07. 22 De invloed van vrije convectie op de warmteweerstand van een spouwconstructie; R. Schippers, TU-Eindhoven-FAGO, rapport 97.21.W, Eindhoven, 1997. 23 Serie vouwbladen Voorbeeldplannen Duurzaam en Energiezuinig Bouwen; Nationaal DuBo centrum, Rotterdam (thans Utrecht), 1999 en 2000.
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Milieuchecklist nieuwbouwwoningen ________________________________________________________________________ 24
25
Vademecum - Energiebewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen; BOOM te Delft, in opdracht van Novem, uitgave: Nationaal DuBo centrum, Rotterdam (thans Utrecht), 2000. Bewonersevaluatie Morra Park - Een onderzoek naar de bewonersaspecten van milieumaatregelen in de woning en de woonomgeving; Erik Woltmeijer, LU-Wageningen, verkrijgbaar bij BOOM te Delft, 1996.
BOUW- en HUISHOUDELIJK AFVAL 26 Preventie en hergebruik bouwafval - Meerwaarde door samenwerking in de bouwketen; WDC Consulting te Rotterdam, SBR te Rotterdam, 1998. 27 Milieuvoordeel gft-bak onderschat; B. Scholtens, in: de Volkskrant 26/8/2004. DRINKWATER 28 Vademecum Water- en energiebesparing ; Milieu Centraal te Utrecht i.s.m. BOOM te Delft, in opdracht van SEV en Novem, uitgave Nationaal DuBo centrum te Rotterdam (thans Utrecht), 1999.
SITES • • • • • • • • • •
www.dubo-centrum.nl (info over duurzaam bouwen) www.fks.nl (info over inzameling en hergebruik kunststofleidingsystemen) www.fscnl.org (info over FSC-hout keurmerk en leveranciers) www.houtinfo.nl (o.a. info over duurzaam hout Centrum Hout) www.infomil.nl (InfoMil- Informatiecentrum Milieuvergunningen informeert overheden over milieubeleid) www.milieucentraal.nl (info voor consumenten over allerlei milieu-aspecten van bouwen en wonen) www.overheid.nl / Publicaties Rijk / Departementale regelgeving Staatscourant (Maatlat duurzame woningbouw) www.senternovem.nl/duurzameenergie/deplanner (info over energiezuinige projecten) www.senternovem.nl/epn (info over EPN en EPC, rekenmodel te downloaden) www.viba-expo.nl (info over duurzaam bouwen, adressen leveranciers, VIBA-Expositie)
ENKELE AFKORTINGEN EPC EPDM EPN EPT FSC-keurmerk GP HDF MDF NP OSB PIB PP(C) PV
Energieprestatiecoëfficiënt etheen-propeen-di-polymeer Energie Prestatie Norm etheen-propeen-terpolymeer Forest Stewardship Council - keurmerk voor hout Groenprojecten Regeling high density fiberboard medium density fiberboard Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen oriënted strand board polyisobutyleen polypropyleen (copolymeer) fotovoltaïsche zonne-energie
_________________________________________________________________________ Gemeente Dordrecht / Regio Zuid-Holland Zuid - 2005 / BOOM
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.