\bookfoldsheets0
Koranstudie (Dars-i-Qur’ân)
Door:
moulvi Rahamat Naipal Imaam van Tackvyatul Islam te Vredenburg, afdeling van de Surinaamse Islamitische Vereniging (S.I.V.)
DEEL 1 maart 2002 t/m augustus 2003
Herziene editie, april 2005
Voorwoord Zeer geachte broeder / zuster, U hebt op dit moment de herziene editie van “Koranstudie” in handen. Het is een verzameling van Dars-i-Qur’an topics zoals die gedurende de periode maart 2002 t/m augustus 2003 zijn behandeld op Tackvyatul Islam, een afdeling van de S.I.V, welke is gevestigd te Vredenburg. Het streven bij het houden van een Dars is, om middels Koranstudie zoveel mogelijk te trachten om dichtbij een rationele en realistische verklaring van een veelheid van verzen uit de Heilige Koran te komen. Hierbij is het evenwel van belang te weten welke gedachtegang men moet volgen als het gaat om onderlinge verbanden te leggen tussen de verschillende verzen. Om een Dars adequaat te kunnen leiden dien je te beschikken over een grote dosis parate kennis; je moet de geschiedenis van de Islam kennen; je moet heel vlot en vaardig de verzen die een soortgelijke diepgang hebben bij elkaar kunnen brengen; je moet de Hadies kennen en je moet als leider over nog heel veel meer kwaliteiten beschikken. De ervaring heeft geleerd dat moulvi Rahamat Naipal, op dit moment de stuwende kracht achter de gehele organisatie van de huidige Dars, de zojuist aangehaalde kwalificaties bezit. Als toehoorder moet u weten dat dit boekje een goede leidraad is voor allen die nieuwsgierig zijn en veel meer willen weten dan het lezen van een vers alleen. De inhoud van dit boek moet u stimuleren, zodat u bij een volgende Dars fysiek aanwezig moge zijn om uw kennis over de Islam verder te verruimen. Dit boekje geeft immers slechts een beknopt overzicht en de interessante discussies, die van iedere bijeenkomst een wezenlijk onderdeel uitmaken, zijn kortheidshalve niet opgenomen. Door de studiedagen te bezoeken leert u dus veel meer dan uit zo’n boekje alleen, en door uw aanwezigheid kunt u ook uw kennis met de overige bezoekers delen. De eerste editie van deze uitgave had een heel beperkte oplage en er moesten zonodig enkele aanvullingen en correcties gepleegd worden. Wij hopen dat deze herziene uitgave eveneens in een behoefte zal voorzien en dat het bij elke willekeurige lezer zal bijdragen tot het hebben van een betere kijk op en een betere interpretatie van verzen uit onze Heilige Koran. Vredenburg, april 2005. Was salaam.
Cursusleider: Verslaggeving: Lay-out: Met dank aan: Downloaden op:
moulvi Rahamat Naipal Riaz Ahmadali, Reza Ghafoerkhan Riaz Ahmadali James Lalmahomed, secretaris S.I.V. http://www.aaiil.org/suriname/books/books.shtml
Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 3
Dars-i-Qur’ân no. 58 3 maart 2002 ACTUEEL • • • • • • •
Geweld in Pakistan (Ayodhya; +/- 60 mensen levend verbrand). Artikel: Bloedbad bij moskee Pakistan (DWT 27 februari 2002) Heden nogal veel strijd tussen Sunni’s en Shi’a’s in Pakistan; de Ahmadi’s werd reeds lang de mond gesnoerd. Artikel: Indiase politie doodt demonstranten (DWT 2 maart 2002). Foto tennisster Venus Williams (DWT 27 februari 2002), gemaakt in Dubai (VAE); vrouwen mogen volgens moulvi Naipal nu in Arabië aan sporten deelnemen, doch gescheiden van mannen. Artikel: Turkije schaft maagdelijkheidtest af (DWT 2 maart 2002) Artikel: De weerstand van het lichaam (DWT, rubriek ‘Uw Gezondheid’). Moulvi Naipal legde uit dat aids eigenlijk geen ziekte is, maar een virus. Riaz Ahmadali haalt aan een ontwikkeling in Duitsland, waaruit blijkt dat het Moslims daar sedert kort toegestaan is op hun manier dieren te slachten. Eerder was dat verboden wegens ‘dierenleed’.
RELIGIEUS Qaza salaat Twee zaken: Zuhr en ‘Asr samentrekken (in totaal 8 rakaat) Maghrib en Isha samentrekken (in totaal 7 rakaat) Indien gezamenlijk verricht: in totaal (alleen aan het begin) één azaan, en voor elke salaat één iqama (dus in totaal één azaan en twee iqama’s). Sleuteltermen in de salaat Niyyat: behoort niet direct bij de salaat. Is het voornemen; hoeft niet luidop uitgesproken te worden. Slechts de gedachte dat iemand de salaat gaat verrichten, is reeds voldoende als niyyat (Allah weet wat in de harten is). 1. 2. 3. 4.
Takbir tahrima Istiftah (Inni wadjahtoe (6:80) - Soebhana kallahoemma - Innas salaati) Ieder hiervan mag gebruikt worden; één of twee ervan of alle drie. Istaza: a’oezoe billaahi minasj-sjaitaanir radjiem, bismillaahir rahmaanir rahiem (zie Koran 16:98) Tasliem: drie hoofdzaken: salaam, rahmat, Allah. Uitleg: de ‘salaam’ (vrede) en de ‘rahmat’ (genade) komen van Allah en zijn bestemd voor degenen die het gebed hebben verricht.
Zikr Koran 4:103: “Wanneer u dan het gebed volbracht hebt, gedenk God staande en zittende en op uw zijden liggende.” Dat houdt in dat, ongeacht of men na de salaat gaat staan, zitten of wat dan ook, men Allah moet blijven gedenken (zikr). Het gedenken van Allah eindigt niet met het einde van het gebed, maar dient voort te gaan. Zie ook Koran` 62:9 hieronder. Er is in de Islam geen gezag voor het gebruik van een gebedskrans (Religie van de Islam, Muhammad ‘Ali, vert. van Soedewo, blz. 130). Doe’a Als iemand de salaat heeft gedaan, de hemelreis van de gelovige, wat is dan het nut van een doe’a? Koran 62:9: “En wanneer het gebed geëindigd is, verspreidt u dan in het land ... en gedenk God dikwerf, opdat het u voorspoedig zal gaan.” Hier staat dus niets vermeld tussen het einde van het gebed en het zich weer begeven in de wereld. Merk op dat ook dit vers vermeldt dat men na het gebed voort dient te gaan met het gedenken van Allah. OVERIG -
-
Boodschappers werden bespot: zie Koran 15:11 en 36:30. De heilige profeet Mohammed werd geboren in Mekka op een maandag, 12 Rabi-ul-Awwal of, volgens Christelijke jaartelling, 20 april 571. Hij overleed op 12 Rabi-ul-Awwal (10 n.H.), volgens de Christelijke jaartelling op 7 juni 632. De laatste openbaring (Koran 5:3) aan de profeet vond plaats op de dag van Arafat tijdens de Afscheidsbedevaart; 81 dagen later stierf hij. Betekenis van de Islam: algehele overgave / onderwerping aan de wil van Allah. Belijder van de Islam: Moslim, Islamiet, Mohammedaan worden vaak gebruikt, maar de Koran (22:78) noemt de belijders van de Islam Moslim. In Arabië zijn vier profeten geboren: Hoed (Koran hfdst. 11 is naar hem genoemd), Shoe’aib, Salih en Mohammed. De Heilige Koran noemt zichzelf op vier manieren: Al-Foerqaan, Al-Kitaab, Al-Haq, Al-Nur. Vijf van de 99 namen van Allah: Al-Rahman, Ar-Rahiem, Al-Malik, Al-Jabbar, Al-Muhaymin. Zie ook Koran 59:22-24 en Religie van de Islam blz. 129-132. De twee namen voor het Paradijs: Djannat en Firdaus. De hel heeft zeven namen; twee ervan zijn: Djahannam en Hoetamah. Zie Koran (Ned. vertaling van Soedewo) 15:44, noot 729: de zeven namen voor de hel. De grootste feestdag in de Islam: Ied al-Adhaa. In Guyana is deze dag een nationale feestdag, Ied al-Fitr niet; in Suriname is dat omgekeerd. Twee namen voor het offerfeest: Ied al-Adhaa en Ied al-Duha. Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 5
-
De plicht tot offeren geldt alleen wanneer iemand zijn Hadj-plicht vervult. De Hadj is voor ieder Moslim die daartoe in staat is één keer verplicht. Tot en met zeven aandelen kunnen uit een groot offerdier worden gehaald. Het hoeft niet persé een oneven aantal te zijn.
Dars-i-Qur’ân no. 59 31 maart 2002 ACTUEEL -
De West, 19 maart 2002: “Familie: Osama is gezond en wel”. Halfbroer van Osama gelooft niet dat Osama achter de aanslagen van 11 september zit, omdat hij een zeer godvrezend man is. De West, 20 maart 2002: Amerikaanse troepen aangevallen door Al Qaida. De Ware Tijd, 26 maart 2002: Arabische top in Beiroet (op de foto is de nationale klederdracht van Arabië te zien; dat is cultuur, geen religie). In Suriname wordt bijv. de Pakistaanse dracht als “Islamitisch” gezien; Indonesië heeft ook een heel andere dracht. De Islam schrijft slechts nette kleding voor; geen specifiek model. Geval van overspel in Nigeria, waarbij de vrouw ter dood was veroordeeld door steniging, maar in hoger beroep werd vrijgesproken. Geval van brand in school van Arabië, waarbij meisjes door de brandweer niet werden gered, omdat ze niet “volgens voorschrift” gekleed waren. Velen vonden de dood. Pim Fortuyn noemt de Islam een ‘achterlijke cultuur’. De Ware Tijd, 22 maart 2002: Afghanen vieren Perzisch nieuwjaar. De West, 19 maart 2002: De ware betekenis van Moeharram (van drs. Ghafoerkhan) De Ware Tijd, 8 maart 2002: Hindoeïsme is een levenshouding en geen godsdienst. De Ware Tijd (datum onbekend): artikel: “Abraham is geen Brahma”, als reactie op een artikel van het Instituut voor Islamitische Studies en Publicaties, getiteld: “Abraham, aartsvader der gehele mensheid”? VRAAG: Waarom kan Arafat zijn gebied niet uit? Hoe kan het dat de Israëlische premier hem tegenhoudt? Antwoord: Ramallah, waar het hoofdkwartier van Arafat is gevestigd, werd bezet door het Israëlische leger en aan Arafat werd huisarrest opgelegd. De Israëlische tanks stonden slechts enkele meters van Arafat’s kantoor verwijderd, zodat hij niet naar buiten kon.
RELIGIEUS -
Hoe heet de vlucht van de profeet uit Mekka naar Medina en in welk jaar n.C. was dat? Hidjra, 623 n.C. Hoeveel keer heeft de profeet de bedevaart volbracht? Eén keer. Hoe heette het driejarig ‘arrest’ van de profeet in een bepaalde wijk in Mekka? Shi’b. Wat betekent ‘djihaad’? Hard streven op de weg van Allah. Hoe heten de laatste twee hoofdstukken van de Heilige Koran samen? Al- Muta`awwadhain (toevlucht zoeken tot Allah tegen het kwaad). Hoeveel maanden telt een Islamitisch jaar (Koran 9:36)? Noem ze op. Twaalf maanden: Muharram, Zafar, Rabi ul-Awwal, Rabi us-Saani, Djumaada al-Awwal, Djumaada as- Saani, Radjab, Shabaan, Ramadan, Shawwaal, Zul Qada, Zul Hadj. Er zijn vier heilige maanden: Muharram, Radjab, Zul Qada en Zul Hadj (zie voetnoot 121 in de Heilige Koran, Ned. vertaling van Soedewo). Wanneer wordt een Moslim een niet-Moslim? Door de Kalima (openlijk) te verwerpen. Wat is de allereerste boodschap van de Islam? Iqra (hfdst 96 vers 1-5). Waar ligt de heilige profeet begraven? In Medina, Masdjid al-Nabuwwi. Hazrat Abu Bakr ligt naast hem begraven, en hazrat Umar ook. Wanneer is het verplichte vasten ingevoerd in de Islam? In het 2e jaar van de Hidjra, het 15e jaar van de Islam. Wat zijn de hel en het paradijs? Geestelijke toestanden. Hoe heetten Mekka en Medina vroeger? Bekka (Koran 3:95) en Yathrib (Koran 33:13). Noem een andere naam voor de aartsengel Gabriël (Gabriël komt voor in Koran 2:98). Ruh ul-Quddus (Koran 16:102), Ruh ul-Amin (Koran 26:193-194). De Sahih Sittah bestaat uit de zes meest betrouwbare hadiesverzamelingen. Noem ze op. Bugari, Moeslim, Abu Dawud, Tirmizi, Ibn Madjah, Al Nasa’i (zie Religie van de Islam, blz. 69). Wat is het eerste gebod dat in de Koran vermeld staat? Hfdst. 2:21: Dien uw Heer. Hoeveel profeten zijn op aarde geweest? Ongeveer 124.000. Hierin worden meegerekend heiligen, hervormers, dus aulia’s, moedjaddids, moehaddas, waliAllah’s, enz. Volgens blz. 45 van het boek Stories of de Prophets, geschreven door imam Ibn Kathir (700-774 na Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 6
-
Hidjra), zijn er 313 echte boodschappers geweest. Wat is het verschil tussen nabi en rasul? Zie Religie van de Islam blz. 168. De heilige profeet wordt een ‘genade voor de volkeren’ genoemd. In welke Arabische bewoordingen? Rahmatul il-Aalamien (Koran 21:107). Op de berg Arafat heeft de profeet de Bergrede gehouden. Hoe wordt deze rede in het Arabisch genoemd? Alwida gutbah, op de berg ‘Djabbal Rahmah’ (de berg van genade). Vanwege de eerlijkheid van de profeet had hij een troetelnaam gekregen. Wat was deze naam? Al-Amien. Nadat de profeet stierf, werd hij ergens begraven. Waar? In de kamer waar hij stierf, zijn eigen slaapkamer.
Dars-i-Qur’ân no. 60 7 april 2002 Tijdens deze dars, die groots werd gevierd, werd een quiz gehouden, gevolgd door de prijsuitreiking. De antwoorden zijn hieronder opgenomen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Wat betekent Islam? Vrede / onderwerping aan de wil van Allah. Wat is de allereerste boodschap van de Islam? ”Lees”. Noem vijf attributen van Allah. Rahmaan (Weldadig), Rahiem (Genadig), Ghafoer (Vergevend), Aziez (Machtig), Samie` (Horend). Noem 5 namen voor de hel. Naar, Djahannam, Sa`ier, Djahiem, Haawiyah, Hoetamah. Hoe begint en eindigt het gebed? Noem het sleutelwoord voor het begin en dat voor het einde op. Het gebed begint met de Takbier Tahriemah en eindigt met de Tasliem. Hoe heet de grootste feestdag van de Islam? Ied al-Adhaa. Hoe heet de uittocht van de profeet van Mekka naar Medina en in welk jaar na Christus vond die plaats? Hidjra, 623 n.C. Wat betekent djihaad? Zich tot het uiterste inspannen. De Heilige Koran heeft 114 hoofdstukken. Hoe worden de laatste 2 samen genoemd? Al-Muta`awwadhain. Noem de 4 heilige maanden van de Islam. Muharram, Radjab, Zul Qada en Zul Hadj. Wanneer is het vasten ingevoerd in de Islam? In het tweede jaar na de Hidjra. Hoe heetten Mekka en Medina vroeger? Bakka (zie Koran 3:95) en Yathrib. Noem twee andere namen van de aartsengel Gabriël. Ruh ul-Quddus (Koran 16:102), Ruh ul-Amin (Koran 26:193-194). Noem de zes meest betrouwbare Hadiesboeken (Sahih Sittah). Bugari, Moeslim, Abu Dawud, Tirmizi, Ibn Madjah, Al Nasa’i. Wie is de stichter van de Ahmadiyya Anjuman Isha’at-i-Islam? Hazrat Mirza Ghulam Ahmad.
Dars-i-Qur’ân no. 61 5 mei 2002 ACTUEEL Moulvi Naipal behandelt actuele zaken, waarbij o.a. wordt aangehaald slangenaanbidding in Marokko, buikdans in Arabische landen, enz. Hij ziet dit als de culturele achtergrond van de verschillende volkeren, waarbij na de komst van de Islam nog steeds deze achtergronden bleven bestaan. Ook haalt hij aan de wereldkampioenschappen voetbal, waarbij Moslims vaak voor Arabische landen partij kiezen door de binding op basis van godsdienst. Ook wordt muziek en dans behandeld; deze zaken zijn niet verboden in de Islam. Er zijn zelfs overleveringen waaruit blijkt dat meisjes zongen in tegenwoordigheid van de profeet (zie Religie van de Islam, blz. 445). De vraag wordt gesteld wat bedoeld wordt met Koran 24:31: “En laat haar niet met haar voeten slaan, zodat wat zij van haar sierselen verbergen, bekend wordt”. Wordt hier bedoeld dat vrouwen niet mogen dansen? Het antwoord op deze vraag zal door moulvi Naipal worden opgezocht.
Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 7
RELIGIEUS De structuur van de Heilige Koran De Heilige Koran kwam tot stand door boodschappen van Allah via de engel Gabriël aan de profeet Mohammed. Dit proces duurde 23 jaren en gedurende deze periode werden 114 hoofdstukken (soerah’s) geopenbaard. Verdere onderverdeling van de Koran: • 30 delen (sipaara of djuz); • 7 manzil’s; • 79 hoofdstukken bestaan uit roekoe’s (paragrafen) die weer uit ayat’s (verzen) bestaan; 35 hoofdstukken hebben geen roekoe’s, maar alleen ayat’s (zie ook blz. CX uit het voorwoord van de voorrede van de Heilige Koran in de vertaling van maulana Muhammad ‘Ali); • van de 114 hoofdstukken werden 93 in Mekka geopenbaard en 21 in Medina. De profeet Mohammed heeft, van de 23 jaren van de openbaring, 13 jaren in Mekka doorgebracht en 10 jaren in Medina; • de Mekkaanse openbaringen worden verder onderverdeeld in vroeg-Mekkaans, midden-Mekkaans en laatMekkaans; zo worden ook de Medinese openbaringen onderverdeeld in vroeg-, midden- en laat-Medinees (zie ook blz. CX t/m CXIII uit het voorwoord van de voorrede van de Heilige Koran in de Ned. vertaling van Soedewo, alsook hfdst. 3 uit dezelfde Koranvertaling); • het grootste hoofdstuk (al-Baqarah, hfdst. 2) bestaat uit 286 ayat’s en 40 roekoe’s en het kleinste (al-kausar, hfdst. 108) uit 3 ayat’s; • de Heilige Koran bevat in totaal 6247 verzen (excl. het openingsvers Bismillahir Rahmanir Rahiem, met dit vers komt het totaal aantal verzen op 6360); • alle hoofdstukken van de Koran beginnen met Bismillahir Rahmanir Rahiem, behalve hoofdstuk 9 (al-bara’at of altaubah). Toch bevat de Koran 114 maal dit vers; het komt namelijk ook in 27:30 voor. Moulvi Naipal maakt een interessante vergelijking tussen Koran 27:44 en de Ramayan. In 27:44 wordt verteld dat koningin Sheba vrees had over het water te lopen; zo had ook Duryodhan in de Ramayan vrees om over het water te lopen. In beide gevallen werd hun gezegd dat er boven het water glas was en dat er veilig over gelopen kon worden.
Dars-i-Qur’ân no. 62 23 juni 2002 ACTUEEL -
-
De West van 15 juni 2002: “Kamer wil moskeeën aanpakken”. Gaat om de radicale imaams die in Nederland bepaalde uitspraken deden. De Ware Tijd, 18 juni 2002: “Oorkonden voor behoud Hindi/Sarnami”. Hindi Parishad coördineert Hindi lessen op 100 locaties binnen Suriname. Moulvi Naipal stelt de retorische vraag of er ook binnen de Moslimorganisaties gecoördineerde lessen plaatsvinden, hetgeen dus niet zo is. Het S.I.V.-hoofdbestuur heeft volgens moulvi Naipal een brief naar alle afdelingen gestuurd met het verzoek hun visie te geven op het wel en wee binnen de vereniging m.b.t. het verzorgen van cursussen e.a. zaken. Moulvi Naipal heeft in reactie hierop enkele punten aan het bestuur aangegeven, zoals: uniformiteit in namaaz, lesmateriaal voor beginners en gevorderden, de Heilige Koran volgens de nieuwste vertaling, andere educatieve boeken en nog enkele andere punten. De Ware Tijd van 22 juni 2002: “Globalisering en Islamitische economie” (Nico Waagmeester). Onder andere wordt behandeld ‘woeker’ en ‘rente’. Riaz Ahmadali haalt aan het blad “Internationale Samenwerking” van juni 2002, uitgegeven door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, waarin een artikel staat: “Gebed en rubberkogels”. Het artikel behandelt een korte historie van de Al-Azhar universiteit in Egypte.
RELIGIEUS -
-
De Heilige Koran bevat 79439 woorden en 323670 lettertekens. Voor het aantal hoofdstukken, verzen, enz.: zie Dars van 2 juni 2002. Afkortingen (moeqatta’at) komen 29 maal voor in de Koran. Zeven hoofdstukken beginnen met alief laam ra, drie hoofdstukken met taa sien, zeven met haa miem, vier met alief laam miem. Verder zijn er andere die éénmaal voorkomen, zoals yaa-sien. Zie ook noot 3666 uit Bayan al-Koran en blz. CXV en voetnoot 6 uit de Heilige Koran, Nederlandse vertaling van Soedewo. Niet-Ahmadi’s zijn over het algemeen van mening dat de afkortingen geen betekenis hebben en dat slechts Allah en de profeet Mohammed de betekenis hiervan kennen. Echter dient in beschouwing te worden genomen dat de Koran als een leiding voor de mensheid is gekomen, en dat Allah dus geen geheime woorden zonder betekenis voor de mensen hierin zal hebben geopenbaard. De Koran werd in gedeelten geopenbaard en door Allah gerangschikt: zie 25:32-33 en noot 953 en 954. Iemand die de Koran uit het hoofd kent is een haafiez. Dat betekent echter nog niet dat zo iemand ook de boodschap van de Koran kent; iemand die dat wel kent, is een aliem. Koran 3:6: “Niemand kent de betekenis van de Koran behalve Allah en degenen die goed onderlegd zijn in kennis”.
Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 8
Dars-i-Qur’ân no. 63 24 juli 2002 ACTUEEL Uit De West van 24-7-02 : “Zakkenrollers rechterhand afgezet na zakkenrollen in Mekka”. Het ging om 1 Egyptenaar en 1 Afghaan die in de Heilige Moskee mensen beroofden. Zie ook 5:38: “En (aangaande) de dief en de dievegge, snijd hun handen af, als straf voor wat zij hebben verdiend. Een voorbeeldige straf van Allah. En Allah is Machtig, Wijs.” Zie ook commentaar van maulana Muhammad Ali in Religie van de Islam, p. 530: “Het afsnijden der handen kan metaforisch worden opgevat, zoals in qata`a lisânahû (letterlijk: hij sneed zijn tong af), dat betekent: hij bracht hem tot zwijgen (LA). Maar zelfs al vat met het letterlijk op, toch is het niet noodzakelijk om iemand de handen af te snijden voor iedere type van diefstal.” Moulvi Naipal vertelde over een voorval dat hij meemaakte bij een (Ahmadi-) huwelijk. Na aankomst van de bruidegom, werd hij op een stoel geplaatst en werd hem op een schaal een glas cola gebracht, en werden hem steeds slokjes te drinken gegeven. Hij kreeg ook geld. Hij kreeg ook “paan” (netelblad vermengd met kalk) om op te kauwen. Volgens Naipal is dit geen islamitisch gebruik, maar een cultuuruiting. RELIGIEUS Sipaara’s (delen van de Koran) De Koran is in dertig delen verdeeld. Eén zo’n afzonderlijk deel wordt een sipaara genoemd. Iedere sipaara heeft een naam, welke gevormd wordt door de eerste woorden of letters van het vers waarmee de betreffende sipaara begint. Deze worden in de Koran met vetgedrukte letters in de Arabische tekst van maulana Muhammad ‘Ali weergegeven. Bijvoorbeeld, de eerste sipaara heet: Alif lâm-mîm (2:1). De tweede: Sayaqûlu-s-sufahâ’ (2:142); de derde: Tilka-r-rusul (2:253); de vierde: Lan tanâlû (3:91), enz. Tip: In de Nederlandse Koranvertaling van Soedewo staat op de even pagina’s bovenaan, rechterzijde, het nummer van de sipaara aangegeven met het woord “deel” en Romeinse cijfers. De tiende sipaara staat bijv. geschreven als: [deel X. Door steeds door te bladeren naar het begin van een deel, kun je alle sipaara’s vinden. In de Urdu-Koran staat op elke bladzijde, bovenaan, rechterzijde, de naam van de betreffende sipaara aangegeven. Correcties In de oude Nederlandse Koranvertaling van Soedewo staan enkele drukfouten: 33:63: “De mensen vragen u omtrent het uur. Zeg: de kennis daarvan is is slechts bij God, en wat zal u doen begrijpen, dat het vuur wellicht nabij is.” “Vuur” moet zijn “uur”. 27:67-68: En degenen die niet geneer wij stof zijn geworden en (ook) onze vaderen, zullen worden? Dit is ons vroeger voorlooven, zeggen: Wat! wanwij zekerlijk voortgebracht zeker beloofd, ons en onze vaderen; dit zijn niets dan verhalen der ouden. De twee cursief gedrukte regels in vers 68 dienen in vers 67 ingepast te worden, als volgt: En degenen die niet gelooven, zeggen: Wat! wanneer wij stof zijn geworden en (ook) onze vaderen, zullen wij zekerlijk voortgebracht worden? Dit is ons vroeger voorzeker beloofd, ons en onze vaderen; dit zijn niets dan verhalen der ouden. 37:179-180: En zie (dan), want ook zij zullen zien. den Heer der Eer, boven het- Glorie zij uw Heer, geen zij beschrijven. Hier hoort de cursief gedrukte regel van vers 179 in vers 180 thuis: 179: En zie (dan), want ook zij zullen zien. Glorie zij uw Heer, den Heer der Eer, boven hetgeen zij beschrijven. Aansluitend op het vorige: in vers 37:181 komt het woord mursalîn voor. Dit is het meervoud van het woord mursal, dat betekent: iemand die is gezonden. Het meervoud van het woord rasûl (boodschapper) is rusul.
Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 9
Afkortingen in de Heilige Koran 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Arabisch
Transcriptie Alif Lâm Ra Alif Lâm Mîm Alif Lâm Mîm Ra Alif Lâm Mîm Sâd Hâ Mîm Sâd Tâ Sîn Tâ Sîn Mîm Tâ Hâ `Âin Sîn Qâf Qâf Kâf Hâ Yâ `Âin Sâd Nûn Yâ Sîn
اﻠﺮ اﻟﻢ اﻠﻣر اﻠﻣص ﺤﻢ ص ﻄﺲ ﻄﺳﻢ ﻄﻪ ﻋﺳﻖ ق ﻜﻬﻳﻌص ﻦ ﻴﺲ Arab.
Hoofdstukken 10, 11, 12, 14, 15 2, 3, 29, 30, 31, 32 13 7 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 38 27 26, 28 20 42:2 50 19 68 36
ح
Transcr. Alif Hâ
18 19 20 21
ﺮ ﺲ ﻄ ﺺ
Râ Sîn Tâ Sâd
22
ع
`Âin
Betekenis Ana, Ik Hâ Mîm: Allâhumma (O Allâh!), bij aanval; Hâmîd (Geprezene) en Majîd (Glorierijke); Hayy (Levende) en Qayyûm (Zelfbestaande); Rahmân (Weldadige) en Rahîm (Genadige) Râ’î (Ziende); Arâ (Ik zie) Samî` (Horende); Tâ Sîn: Tûr Sînâ’ (Berg Sinaï) Latif (Beminnelijk); Tâ Hâ: O mens; Wees in rust; naam van de HP Sâdiq (Waarheidlievende); Afsal (Beste Beslisser); Sabûr (Geduldige, Langlijdende); Sadaqa-llâh (Allâh spreekt de waarheid) `Alîm (Wetende)
23 24 25 26 27 28 29
ﻖ ﻚ ﻞ ﻢ ﻦ ه ى
Qâf Kâf Lâm Mîm Nûn Hâ Yâ
Qâdir, Qadîr (Almachtige); Al-Qiyâmat (De Opstanding) Kâf-in (Genoegzaam) (Allâh) A`lam (Beste Weter) Inktkoker (geen afkorting maar een woord) Hâd-in (Leidsman) Yamîn (Gezegend); Yâ Sîn: Yâ Insân (O volmaakt mens)
16 17
ا
De dertig sipaara’s uit de Heilige Koran Versnr. 2:1 2:142 2:253 3:91 4:24 4:148 5:83 6:112 7:88 8:41 9:94 11:6 12:53 15:2 17:1 18:75 21:1 23:1 25:21 25:60 29:45 33:31 36:22 39:32 41:47 46:1
Beginwoorden Alif Lâm Mîm (1) Sayaqûl (2) Tilkar-rusul (3) Lan tanâlû (4) Wal-muhsanât (5) Lâ yuhibbul-lâh (6) Wa idhâ sami`û (7) Wa law in-nanâ (8) Wa qâlal-mala’ (9) Wa`lamû (10) Ya’tadhirûn (11) Wa mâ min dâb-bah (12) Wa mâ ubar-ri’u (13) Rubamâ (14) Subhânal-ladhî (15) Qâla alam (16) Iqtaraba lin-nâs (17) Qad aflaha (18) Wa qâlal-ladhîna (19) Am-man galaqa (20) Utlu mâ ûhiya (21) Wa many-yaqnut (22) Wa mâ liya (23) Faman azlamu (24) Ilaihi yurad-du (25) Hâ Mîm (26)
# Ruku’s 16 16 17 14 17 14 19 17 18 17 16 16 19 22 21 17 17 17 19 16 19 18 17 19 20 18
# Verzen 141 111 125 132 124 114 148 142 159 128 150 170 155 226 185 269 190 202 343 166 179 163 363 175 246 195
Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 10
51:31 58:1 67:1 78:1
Qâla famâ gatbukum (27) Qad sami`allâh (28) Tabârakal-ladhî (29) `Am-ma (30)
20 20 22 39
399 137 431 564
Dars-i-Qur’ân no. 64 25 augustus 2002 ACTUEEL Dagblad Suriname van 21 augustus 2002: artikel over doodstraf door steniging van een Nigeriaanse vrouw wegens overspel. Koran 24:2 aangaande overspel: 100 slagen voor de echtbreekster en de echtbreker. In dit geval is echter Koran 4:16 beter van toepassing, aangezien in het geval van Nigeria zowel de vrouw in kwestie als haar partner niet gehuwd zijn. Religie van de Islam, blz. 532: de Koranverzen 24:2 en 4:25 worden daar aangehaald. Zie ook blz. 533, in het bijzonder noot 1. Zie ook Koran 7:81 en 26:165-166 betreffende het volk van Lot, dat zich aan homoseksualiteit schuldig maakte. Zie verder Joh. 8:3-5 uit het Nieuwe Testament. Midras: de plaats waar de Joden hun heilig boek lezen.
Dars-i-Qur’ân no. 65 29 september 2002 ACTUEEL Hazrat Junus en de vis Er is een hadies over hazrat Junus, die vermeldt dat hij 3, 7 of 40 dagen door een vis was opgeslokt (zie ook hoofdstuk 37 van de Koran). De Heilige Koran bevat echter letterlijke en figuurlijke verzen. Verder dient te worden opgemerkt, dat Allah Zijn wetten nimmer overtreedt (Koran 30:30, 33:62, 48:23 e.a.). Met dit gegeven in gedachten, dient de functie van de maag in beschouwing te worden opgenomen; die is om voedsel te verteren. Koran 55:14: een ieder zal de dood moeten smaken. Het vers betekent: indien er geen godvruchtigheid was, zou Allah zeker de persoon hebben vernietigd. Moslims in de VS na 11 september De Ware Tijd van 23 september 2002: “meer bekendheid Islam in Amerika na 11 september”. Het gaat om een lezing van een professor, mw. Hibba Abugideiri, in theater Unique op vrijdag 20 september 2002. Het artikel geeft aan dat in de VS ongeveer 1200 moskeeën zijn, dat per jaar ongeveer 20.000 mensen zich tot de Islam bekeren en dat de VS ruim 6 miljoen Moslims telt. Bin Laden DWT van 28 september 2002: Osama Bin Laden en mullah Omar zijn nog in leven en wonen nog in Afghanistan. Dagblad Suriname van 28 september en 21 augustus 2002: schokkend, immoreel gedrag geconstateerd bij shows. Cursus In verband met 100 jaar PAHO zijn via religieuze organisaties religieuze leiders opgeroepen in hun lezingen ook informatie over SOA en aids te verstrekken. Ongeveer 100 geestelijken zullen hieromtrent worden getraind. Moulvi Naipal haalt het vers over kuisheid aan, hetgeen hij als belangrijkste middel ziet om aids e.d. tegen te gaan. RELIGIEUS Koranhoofdstukken met meerdere namen zijn de volgende: 1. Al-Faatiha (de opening), of Alhamdoe sharief 9. Al-Baraa’at of Al-Taubah (zie Bayaan al-Qur’ân, inleiding van dit hoofdstuk) 17. Bani Israa’iel of Asraa 76: Al-Insaan of Al-Dahr 94: Al-Inshirah of Alam Nashra 112: Al-Iglaas of Isaas (betekenis: het prediken van de Eenheid van Allah; zie noot in Bayaan al-Qur’ân in het voorwoord van dit hoofdstuk). 113 (Al-Falaq) en 114 (An-Naas) worden samen genoemd Al-Muta`awwadhain. Opmerkingen: Al-Moe’minoen (meervoud) en Al-Moe’min (enkelvoud) zijn twee verschillende hoofdstukken, resp. hfdst. 23 en 40. Zowel Mozes’ als Jezus’ moeder heette Maryam. Loeqmaan was profeet in Yemen. Hij was een neger. Al-Faatir (hfdst. 35): één van de 99 namen van Allah, evenals Al-Rahmaan (55), Al-Alaa (87), Al-Qadr (97). Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 11
-
-
Yaa-sien (hfdst. 36): dit hoofdstuk wordt ook wel genoemd het hart van de Heilige Koran. Al-Nadjm, Al Boeroedj en Al-Taariq betekenen allemaal: “de ster”. Eerste openbaring van Mohammed staat in 96:1-5. Na een stilstand (fatrat al-wahi, zie ook Koran 5:19 voor een andere betekenis van dit woord) werd vervolgens een deel van hfdst. 74 geopenbaard; dit was dus de tweede openbaring aan de Profeet. Het woord moersal (de titel van hfdst. 77 is Al-Moersalaat) is niet slechts op profeten van toepassing. Een ieder, die met een boodschap wordt gezonden, kan moersal of rasoel worden genoemd (zie ook Koran 12:50; het woord rabb in dit vers heeft geen betrekking op God). Koran 3:127: Allah bepaalt wie Hij wel en wie Hij niet straft. Allah gaf de profeet omtrent dit punt een openbaring. Zie ook hfdst. 80 voor een andere geestelijke waarschuwing (roehaani gabardaari) aan de profeet; deze gebeurtenissen bewijzen dat hij een mens was. In hfdst. 66:1 staat weer een andere geestelijke waarschuwing aan de profeet; dit ging omtrent zijn vrouwen. Het vaneensplijten (soerah Al-Qamr): het ging hier niet om het vaneensplijten van de maan. Het kan betrekking hebben gehad op een maansverduistering. Al-Doehaa (hfdst. 93): de vroege uren. Er is een doehaa-gebed, hetwelk wordt verricht tussen zonsopkomst en voordat de zon haar hoogste punt bereikt. De ‘Ied-gebeden zijn dus doehaa-gebeden.
Zie Ned. dagblad Trouw van 14-9-2002, rubriek “religie en filosofie”: Kaparot-ceremonie met kip of haan Op de dag voor de belangrijkste joodse feestdag van het jaar, Jom Kippoer (Grote Verzoendag), vieren orthodoxe joden de Kaparot-ceremonie. De gelovige houdt een levend dier boven het hoofd en reciteert gebeden. Een man neemt een haan, een vrouw een kip, en een zwangere vrouw een kip en een haan. De ceremonie zou de zonden doen overgaan op het dier. Na afloop wordt het dier op joods-rituele (halachische) wijze geslacht, maar soms wordt het ook vrijgekocht. Het geld wordt vervolgens aan de armen besteed. Vergelijk dit ritueel met het Islamitische offerfeest (Koran 37:100-111) en de Aqieqa. Vergelijking: zowel bij kaparot, aqieqa en offerfeest staat er een dier centraal; bij kaparot neemt een man een haan en een vrouw een kip; bij aqieqa is er ook verschil indien de persoon in kwestie een jongen of een meisje is; bij kaparot neemt het dier zogenaamd de zonden weg; bij het offerfeest is de betekenis dat men de lagere begeerten opoffert.
Dars-i-Qur’ân no. 66 27 oktober 2002 ACTUEEL -
Sluipschutter in Amerika: bekeerde moslim. Golfoorlog: vele van de betrokken militairen zijn gebleken na de oorlog veel agressiever te zijn dan daarvoor. Dominee Jesse Jackson heeft onlangs een mars geleid tegen een eventuele Amerikaanse aanval op Irak. Tsjetsjenië: moslimstaat die los wil van Rusland. Dit ligt ten grondslag aan de onlangs gehouden gijzeling. Moord in Venlo, Nederland. Een jongen van 20 jaar is zodanig mishandeld, dat hij stierf. De hoofddader is een Marokkaan.
RELIGIEUS Soerah Al-Faatiha heeft nog 25 andere namen volgens imaam Al-Soeyoeti. Zie ook Bayaan al-Qur’ân, eerste voetnoot van Al-Faatiha. Zie ook voorwoord van de Nederlandstalige koranvertaling van Soedewo. Zie ook Koran 15:87 (7 verzen en een Koran geopenbaard). De vraag rijst: zijn de 7 verzen dan geen onderdeel van de Koran? Zie de noot onder het vers (Eng. noot 736, Urdu noot 1710, vert. maulana Muhammad ‘Ali). Zie Koran 39:23: alle hoofdstukken van de Koran, inclusief de Faatiha. Enkele andere namen voor Al-Faatiha: Massana, Al-Hamdoe, Soerat al-Doe’aa, Soerat as-Salaat, Soerat ash-Shafaa, Soerat al-Kanz, Oemm al-Kitaab, Oemm al-Koran, Faatihat al-Kitaab, Soerat al-Roekoen, Soerat al-Gazaana. Leestekens Een cirkel ( ٥ ) aan het eind van een zin (in het Arabisch) is een punt. Vaak zijn er op zo’n cirkel andere tekens, zoals laam-alief, ( ) ﻻof een cijfer, of een ‘ain ( ) ع, een miem ( ) م, een to ( ) ط, een za ( ) ز, enz. Een ‘ain ( ) ع, voorzien van 3 cijfers boven elkaar, geeft het eind van een paragraaf aan. Het bovenste cijfer geeft het paragraafnummer aan, het middelste geeft het aantal verzen van die paragraaf aan en het onderste het nummer van de sipaara (het deel). Het woord roekoe eindigt in het Arabisch op een ‘ain ( ) ركوعvandaar de ‘ain aan het eind van elke roekoe. Miem ( ) مbetekent: verplicht stoppen. Laam-alief ( ) ﻻbetekent: doorgaan. Sadjdah tilaawat Dit komt 15x in de Koran voor, waaronder 2x in hfdst. Al-Hadjdj (22). Plaatsen waar dit voorkomt: 7:206, 13:15, 16:50, 17:109, 19:58, 22:18, 22:77, 25:60, 27:26, 32:15, 38:24, 41:38, 53:62, 84:21 en 96:19. Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 12
Staat ook in de marges van de betreffende verzen vermeld in de Bayaan al-Qur’ân en de Engelse Koran van maulana Muhammad ‘Ali. In de Nederlandse vertaling van Soedewo wordt steeds verwezen naar voetnoot 536. Zwaarte van verplichtingen Volgorde van al dan niet verplicht zijn van iets: (1) fard ‘ain of kifaayah), (2) waadjib, (3) soennat, (4) moestahab, (5) maqroeh. Fard ‘ain: kan niemand voor een ander doen (bijv. salaat). Fard kifaayah: het is voldoende als een deel van de moslimgemeenschap de plicht vervult (bijv. deelname aan het djanaaza-gebed; zie Religie van de Islam, blz. 323).
Dars-i-Qur’ân no. 68 26 januari 2003 ACTUEEL -
-
Seksueel molest minister Somohardjo. Moulvi Naipal geeft aan dat anderen (niet-hooggeplaatsten) wel gestraft worden voor dergelijk misbruik. Koran over dit onderwerp (zijdelings): ontucht en overspel. Deze zaken zijn ook afhankelijk van gewoonten. Iemand (van het ander geslacht) groeten en de hand geven e.d. valt niet onder seksueel molest; dit is slechts het geval indien de handeling plaatsvindt zonder dat de andere partij dat op prijs stelt. NOS-journaal d.d. 25 januari 2003: Hirsi Ali zegt dat de profeet Mohammed een tiran is. De West van 21 december 2003: “Marokkaanse vrouwen zijn schaamte voorbij”. Gaat om vrouwenrechten in Marokko. Het artikel bevat onwaarheden over de Koran. Dagblad Suriname, 21 augustus 2002: “elke minuut sterft een zwangere vrouw” (wereldwijd); 515.000 geregistreerde gevallen per jaar. Aldus UNICEF. In het bijzonder vindt de sterfte plaats in ontwikkelingslanden (1 op 13; in ontwikkelde landen 1 op 4000).
RELIGIEUS Enkele Koranverzen m.b.t. huwelijksontbinding: 1. 2:228: wachttijd voor gescheiden vrouwen is 3 maanden alvorens te hertrouwen. Het doel is om verzoening mogelijk te maken. 2. 2:234: wachttijd voor weduwen is 4 maanden en 10 dagen. Het doel is het vaststellen van een eventuele zwangerschap. Heden ten dage is deze wachttijd in feite achterhaald; een zwangerschap kan namelijk via een arts worden vastgesteld. 3. 33:49: er is geen wachttijd voor vrouwen om te trouwen, indien de man geen gemeenschap met haar geeft gehad. Ook uit dit vers blijkt, dat de wachttijd van 2:234 als doel heeft een eventuele zwangerschap vast te stellen; indien er geen gemeenschap heeft plaatsgehad, kan er ook geen sprake zijn van een zwangerschap. 4. 2:229: echtscheiding kan door de vrouw worden aangevraagd. Zie als voorbeeld Religie van de Islam, blz. 479, waar vermeld staat dat een vrouw aan de profeet Mohammed echtscheiding vroeg, en hij haar echtscheiding verleende. Ad 2: de wachttijd van 4 maanden en 10 dagen (Koran 2:234) heeft als doel een eventuele zwangerschap vast te stellen, en bij een zwangerschap vast te stellen wie de biologische vader is. Echter kan heden ten dage, op medische wijze, een eventuele zwangerschap reeds in een vroeg stadium worden vastgesteld; ook kan de biologische vader achteraf via een DNA-test worden vastgesteld. Voor deze doelen is, praktisch gezien, de wachttijd van 2:234 dus niet meer van toepassing. Wel is nog van toepassing het doel van het vers; bij een zwangerschap moet de biologische vader bekend zijn (bijv. om erfrechtelijke redenen). Is de wachttijd van 4 maanden en 10 dagen voor de weduwe misschien een rouwperiode? Neen, want voor de weduwnaar geldt zo’n rouwperiode niet na het overlijden van zijn echtgenote. De rouwperiode is volgens de Hadies vastgesteld op maximaal 3 dagen. Zo is ook het zien van de maan met het blote oog, bij het begin van een nieuwe maand, heden niet meer van toepassing. Het doel was om het begin van de maand vast te stellen; dit kan tegenwoordig wetenschappelijk exact worden berekend. Er zijn drie soorten van wachttijd: Iddah: 3 maanden verzoeningsperiode; Wachttijd van 4 maanden en 10 dagen na overlijden echtgenoot, ter vaststelling van zwangerschap; ila : 4 maanden. Zie Koran 66:1 en noot 1303 (Soedewo); ook Sahih Bugari, deel 2, blz. 201. Het handelt over de tijd, toen de profeet Mohammed gedurende 29 dagen van zijn vrouwen wegbleef en Allah hem toen een geestelijke waarschuwing gaf. Zie ook Koran 2:226-227: degenen die zweren niet tot hun vrouwen in te gaan, dienen een wachttijd van vier maanden in acht te nemen. Dit is de term ila. Tahliel of halaala: tijdelijk huwelijk met een ander, waarbij seksuele omgang dient te worden gepleegd. Het doel hiervan is om een huwelijk met de vorige echtgenoot wederom wettig te maken, nadat de echtscheiding met hem onherroepbaar is geworden. Zie ook Religie van de Islam, blz. 485. Niet te verwarren met een ander soort tijdelijk huwelijk, slechts voor bevrediging van de seksuele behoeften; dit is door de Islam verboden. De door de Heilige Koran erkende wijze van huwelijksontbinding is de talaaq-al-sunna. Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 13
Zihaar: als een man een vrouw niet meer wilde, noemde hij haar “de rug van zijn moeder”. Dit werd door de Heilige Koran ten sterkste afgekeurd in 58:1-2 (zie ook Religie van de Islam, blz. 487). Een artikel onder de titel: Huwelijk en echtscheiding – De Koran, de Aziatische Huwelijkswetgeving en de praktijk werd door het Instituut voor Islamitische Studies en Publicaties gepubliceerd in De Ware Tijd van 17 mei 2002.
Dars-i-Qur’ân no. 69 23 februari 2003 ACTUEEL -
-
-
-
-
Oorlogsdreiging VS-Irak. Als één van de mogelijke negatieve gevolgen geeft moulvi Naipal aan een stijging van de olieprijs; zo steeg onlangs ook de olieprijs op de wereldmarkt als gevolg van een staking bij de oliemaatschappijen in Venezuela. Wet van oorzaak en gevolg: als het ergens goed gaat, zal dat ook op andere gebieden positieve gevolgen hebben, en omgekeerd. De Ware Tijd van 31 januari 2003: Mandela noemt Bush “dom en arrogant”. De Koran praat in 16:22, en ook in andere verzen, over arrogantie (takbieroen). Zie bijv. 4:36, 4:173, 3:187, 17:37-38, 31:18-19, 40:56, 7:36, 7:48, 16:29, 7:146. 2:204-206, 40:60. Crash space shuttle Columbia: men heeft in overweging genomen of er terrorisme in het spel zou kunnen zijn. Zo ook in andere gevallen, zoals het Exxon geval (oliebrand). Dit geeft het wantrouwen tegenover de Moslims aan. Negen personen vermoord in Pakistan in een moskee (vrijdag 21 februari 2003). Rouwzitting in S.I.V.-hal aan de Keizerstraat, omstreeks begin februari 2003: er was een spreekbeurt van een jongere, die stof uit heel oude boeken ten gehore bracht, niet meer passend in deze tijd. Hij haalde aan dat er geen planning e.d. gemaakt hoeft te worden, omdat Allah alles leidt. Moulvi Naipal geeft aan dat wel degelijk met planningen gewerkt wordt, bijv. bij het uitvoeren van bouwwerken. Deze informatie is dus achterhaald, zoals ook het volgende: o maulana Muhammad ‘Ali geeft in de Ned. Koran (vertaling van Soedewo), voetnoot 913, evenals in de Religie van de Islam, aan dat hij het jammer vindt, dat in Mekka het overschot aan offervlees wordt begraven. Dit is heden niet meer van toepassing. En toch wordt het tegenwoordig nog in spreekbeurten e.d. aangehaald. o maulana Muhammad ‘Ali schrijft in voetnoot 926 van de Koran (Ned. vertaling van Soedewo) dat er 7 hoofdplaneten zijn; dit is heden ten dage achterhaald. Zulke zaken dienen dus niet meer naar voren te worden gebracht in toespraken. Bij een ander overlijdensgeval: o Du’a werd gelezen zonder soerah Faatiha: volgens de Hadies is een du’a echter niet compleet zonder deze soerah erin op te nemen. o De Kalima werd 100 x opgelezen voor de ziel van de overledene. Moulvi Naipal geeft aan dat een doel van de kalima is om moslim te worden; het is dus voor de levenden bestemd en niet voor de doden. Zanger Adnan Sami Khan: bekende zanger. Over de naam Adnan: deze naam is bekend uit de islamitische historie. Adnan was de tiende overgrootvader van de heilige profeet Mohammed. Zie hiervoor het boek Mohammed the Prophet van maulana Muhammad ‘Ali, blz. 45. Over de betekenis van deze naam: ‘Adnan betekent eeuwig, en ‘adnien (Koran 38:50) betekent eeuwigheid. Vraag: is het zo dat het offervlees binnen 3 dagen dient te worden opgemaakt? Antwoord: neen. Dit gebruik is wellicht geweest om bederf tegen te gaan; de Koran verbiedt het nuttigen van bedorven vlees. Echter werd in die tijd, om bederf tegen te gaan, het vlees gedroogd; zo kon het bijv. meegenomen worden op reis.
RELIGIEUS Vraag m.b.t. offeren: hoeveel keer moet iemand offeren om één offer te completeren? Moet iemand 7 jaren achter elkaar offeren, aangezien een offer 1/7 deel omvat? Antwoord: neen. Eén aandeel is een compleet offer. Verder is het belangrijkste bij het offeren het bereiken van taqwa, ofwel het hoeden voor het kwaad, ofwel Godsbewustzijn (Koran 22:28). Ook hierbij gaat het niet om het completeren van 7/7 deel. Ook bijv. het vasten heeft als doel het bereiken van taqwa. Het gaat niet slechts om het niet eten of drinken.
Dars-i-Qur’ân no. 70 30 maart 2003 Daroed: Koran 33:56. Zie ook de noot onder dit vers in Bayaan al-Qur’ân. Het woord Mizaan komt 3x voor in de Koran; steeds in een andere betekenis. Ook het woord aayat heeft verschillende betekenissen, zoals ‘vers’, ‘teken’, enz. De Koran vermeldt op 5 plaatsen dat de voorvaderen niet per definitie gevolgd dienen te worden; zelfs wordt vermeld, dat de ouders niet moeten worden gehoorzaamd, wanneer zij bevelen zaken te doen die tegen de religie ingaan. In Arabië wordt, na de Djanaaza-salaat, slechts eenmaal salaam gedaan, nl. naar rechts. De meest waarschijnlijke verklaring hiervoor, die moulvi Naipal ter ore kwam, is dat salaam naar rechts fard is en salaam naar links soennah. Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 14
Waarom stelt de Daroed dat Mohammed en zijn volgelingen zich moeten verheffen naar de positie van Abraham en zijn volgelingen? Staat Abraham dan boven Mohammed? Antwoord moulvi Naipal: de Koran stelt dat Mohammed de soennah van Abraham moet volgen (Koran 16:123). Aangaande de Irak-kwestie: zie hfdst. 100 van de Koran. Treffende gelijkenis.
Dars-i-Qur’ân no. 71 27 april 2003 ACTUEEL -
-
-
Op een kitaab (gebedsdienst) reciteerde eens een S.I.V.-moulvi, terwijl hij heel wat grammaticale fouten maakte. Hij had het daarna over “long weekend” (paasweekend), dat iedereen een planning maakt om uit te gaan, maar dat men de salaat niet verricht, of dat men door dit uitgaan heel wat salaat overslaat. Moulvi Naipal had hier moeite mee en heeft zijn misnoegen hierover aan de heer des huizes meegedeeld. Zelf is moulvi Naipal ook uitgegaan tijdens dit “long weekend”, maar zijn salaat heeft hij wel verricht (soms samengetrokken, zoals reizigers mogen doen). De theorie van voormelde moulvi slaat dus nergens op. Ook zei de moulvi (op onbehoorlijke wijze) dat degenen, die niet naar zijn recitatie / speech wilden luisteren, naar buiten mochten gaan. Verder vertelde deze moulvi, dat Bhagvan ook tot de attributen van Allah behoort, terwijl bekend is dat Allah 99 namen heeft. Moulvi Naipal stelt dat de Koran in 7:180 vermeldt dat Allah bij Zijn verheven attributen genoemd moet worden, en dat Bhagvan daar niet bij hoort. Er is eens een andere moulvi geweest die vertelde dat mensen, om het vasten in de Ramadaan over te slaan, doktersattesten laten maken. Hij zei dit op een manier alsof hij wilde stellen, dat mensen dit in het algemeen doen. Concluderend stelt moulvi Naipal, dat de S.I.V.-imaams scholing moeten krijgen en precies moeten weten, wat ze aan het publiek moeten vertellen en op welke wijze. De West van zaterdag 29 maart 2003: “Mensen houden hun adem in over Bagdad-syndroom”. Doktoren over de gehele wereld hebben het over het “Bagdad-syndroom”. Ook het Golfoorlog-syndroom is nog bekend uit 1991. Het betreft hier mensen die aan de oorlog hebben deelgenomen, en die na thuiskomst nog steeds blijven moorden (posttraumatisch). Het blad “Metro” van vrijdag 14 maart 2003 (verschijnt in Nederland): Shi’ietische moslim verwondt traditioneel ieder jaar zijn zoon als aandenken aan de dood / het martelaarschap van imaam Hussein. Gedurende de regering van Saddam Hussein was het de Shi’ieten verboden hun bedevaart naar Karbala te volbrengen. Na de val van de regering-Hussein zijn ze, na vele jaren, weer ter bedevaart gegaan.
Mw. M. Ghafoerkhan-Karamat Ali vertelt over de reis van haar en haar echtgenoot naar het Oosten. Markas (in Lahore, Pakistan), Indonesië, India en Dubai werden tijdens deze reis bezocht. In Nederland hebben ze zowel Ied al-Fitr als Ied al-Adha meegemaakt, evenals de Ied-milan, die door vier djamaats samen werd georganiseerd op de eerste zaterdag na de Ied al-Fitr. Islamabad, dat in een dal tussen bergen ligt, is de nieuwe hoofdstad van Pakistan. Alle officiële instanties zijn verplaatst van de oude hoofdstad Karachi naar Islamabad. Koning Feisal heeft in Islamabad een prachtige moskee laten bouwen (King Feisal Mosque). Op het terrein van deze moskee ligt het graf van Zia ul-Haq, ex-president van Pakistan, die bij een vliegtuigongeluk om het leven kwam. De vrouwen in deze moskee zitten een etage hoger dan de mannen en komen daar via een aparte ingang. De moskee van Markas is een eenvoudig vierkant gebouw, zonder minaret. Gezien het feit dat de Ahmadi’s in Pakistan niet als moslims worden erkend, mag die moskee geen minaretten hebben. Ook wordt om deze reden de azaan door de Ahmadiyya gemeenschap aldaar niet opgezegd; wel de iqaama. Alleen de Ahmadi’s worden in Pakistan gediscrimineerd. Andere minderheden, zoals hindoes en christenen, hebben wel het recht om hun godsdienst vrij uit te oefenen. In de moskee te Markas zijn de vrouwen achter een pardah. Niet achter de mannen, maar naast hen. Buiten de moskee hebben de mannen en de vrouwen wel contact met elkaar. Vele gewoonten en tradities zijn nog van kracht in Markas, zoals het gebruik dat mannen en vrouwen elkaar geen hand geven. De nieuwe Amier, Dr. Abdul Kareem Saeed, geeft vrouwen echter wel een hand. Het begrip “salaana djalsa” mag door de Ahmadi’s niet worden gebruikt (in het bijzonder het woord djalsa). Daarom wordt de jaarlijkse bijeenkomst nu “Duaiyan Idjtamah” (Annual Prayer Congregation) genoemd. De vrouwendjalsa was voor vrouwen alleen. Geen enkele man was daarbij aanwezig. Ook de organisatorische zaken, zoals geluid en fotografie, werden door vrouwen gedaan. Mw. Ghafoerkhan was dagvoorzitter van de vrouwensessie. Drs. Khaliel Ghafoerkhan en de Amier hebben wel, vanachter een pardah, de vrouwensessie mogen beluisteren. Na de vrouwensessie was er ook een kinderprogramma. Bij ons in Suriname is dit al lang niet meer aan de orde; kinderen worden niet meer bij djalsa’s betrokken. Aan dit programma namen zowel jongens als meisjes deel en na hun presentatie kregen ze allemaal een geschenk (als stimulans). Aandacht voor de religie wordt de kinderen in Markas al heel jong bijgebracht. Mw. Ghafoerkhan was zeer onder de indruk van het hoge islamitische kennisniveau van de jongeren te Markas. Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 15
Mw. Ghafoerkhan spreekt de hoop uit dat ook binnen de S.I.V. eraan gewerkt zal worden, dat kinderen al heel jong vertrouwd worden gemaakt met de religie. Alleen op deze wijze zullen ze zich voor de zaak van de religie kunnen interesseren. Mw. Ghafoerkhan heeft in haar speech de nieuwe Amier gefeliciteerd met zijn verkiezing. Ze heeft het vertrouwen uitgesproken dat met deze Amier, die in tegenstelling tot de vorige Amiers op vrij jonge leeftijd is gekozen in deze functie, er grote vooruitgang zal worden geboekt. Drs. Ghafoerkhan heeft deelgenomen aan de business meeting. Opleidingen e.d. zijn, door de boycot tegen Ahmadi’s, binnen Markas verboden. De Amier heeft daarom voorgesteld dat cassettebandjes worden meegenomen naar Suriname om daarmee de mensen op te leiden in het Arabisch. Maulana Baidaar heeft de groeten aan de S.I.V.-ers gestuurd. Drs. Ghafoerkhan geeft aan dat er in Indonesië een scholencomplex is van de Ahmadiyya gemeenschap aldaar, waar in totaal 5.000 leerlingen studeren (waaronder ook niet-Ahmadi’s) tot het niveau van beroepsopleiding. Het is geen vereiste dat alleen Ahmadi’s op die school worden ingeschreven. Op die scholen wordt er wel godsdienstonderwijs gegeven, waarbij ook de Ahmadiyya leerstellingen worden behandeld. Drs. Ghafoerkhan vertelt het een en ander over de oorlog van de V.S. tegen Irak. Hij begint met moulvi Naipal te complimenteren dat hij – als enige afdeling binnen de S.I.V. – zo lang al de Dars-i-Qur’ân voortzet. Het woord dadjdjaal komt niet voor in de Koran; wel het begrip daabbat al-ard. Hieronder vallen ook de Christenmissionarissen, die stellen dat Jezus Gods zoon is. Het christendom is geen godsdienst; het jodendom wel, aangezien Jezus Christus een jood was. Masieh is een titel, die God aan Jezus had gegeven. Masieh al-Dadjdjaal betekent ‘valse Masieh’; hun functie is om de mensen op een dwaalspoor te brengen. Dadjdjaal kan zijn ‘een natie’ of ‘een groep van naties’. Op zondag 4 mei 2003 zal drs. Ghafoerkhan te Imdadia een inleiding verzorgen over de Irak-kwestie. Het zal een religieus-historische benadering zijn.
Dars-i-Qur’ân no. 72 25 mei 2003 ACTUEEL -
-
-
TV 38: S.M.A.-voorzitter Soebhan zei over Adam, dat die 100 ambachten kende, zoals veeteelt, landbouwgereedschappen vervaardigen, enz. Moulvi Naipal stelt dat in die tijd de mensen natuurmensen waren, en dat dus niet veel werktuigen nodig waren. Men at van wat de natuur leverde (bosvruchten, wortelen, enz.). Moulvi Naipal vraagt zich af, wat die ambachten dan zouden kunnen zijn. Moulvi Naipal was ten huize van een overledene, met als intentie om daarna naar de begrafenis te gaan. Hij ging echter niet, omdat de imaam vermeldde dat mannen geen afscheid van de overledene (een 83-jarige vrouw) mochten nemen. Moulvi Naipal geeft aan dat de mevrouw verkoopster was en dus gedurende haar leven met heel veel mensen in contact is geweest. Hij vraagt zich af waarom dat dan niet zou mogen bij haar begrafenis. Verder meldde de imaam aldaar dat de overledene de levenden wel hoort, maar dat zij geen antwoord kon geven. Moulvi Naipal haalt, om dit te weerleggen, Koran 35:22 aan: “En u kunt degenen, die in de graven zijn, niet doen horen”. De Heilige Koran vermeldt niet dat de overledene bij de dood zal worden ondervraagd; de ondervraging zal op de Dag des Oordeels plaatsvinden. Zie ook Koran 27:80 en 30:52. Zie verder 30:30 (Fitrat-Allah) en 17:77, 35:43, 40:85, 48:23, 33:62 (Soennat-Allah): er is geen verandering in de door God geschapen natuur. Als Hij dus zegt dat doden niet horen, zal dat voor altijd blijven gelden. Koran 6:116: de woorden van Allah zijn waarachtig en niemand kan die veranderen. Algemeen Dagblad (Ned.) van 14 maart 2003 bevat een artikel, getiteld: “Stof zijn wij”. Het artikel is geschreven door professor Oosterhuis, pathaloog-anatoom. Enkele zaken uit het artikel: o Koran 55:10: mensen zijn uit klei geschapen. Op andere plaatsen wordt vermeld “stof”. Zie ook hfdst. 30 e.a. o “Van stof zijn wij en tot stof keren wij weder”: de professor weerlegt dit, omdat er bijv. skeletten van miljoenen jaren oud worden gevonden (dinosaurussen e.a.). Ook het lichaam zelf kan, onder bepaalde omstandigheden, lang goed blijven (bij koude temperaturen of mummificatie). o Nagels en haren groeien door na de dood. De professor stelt dat dit onjuist is; de huid droogt uit en krimpt in, waardoor de haren langer lijken (rigor mortis). o Soms slaakt een lijk nog een laatste zucht. Volgens de professor is dit hoogst onwaarschijnlijk; hooguit kan dit de eerste 3 uren na het overlijden voorkomen. Als het lichaam, terwijl het nog zacht is, wordt omgedraaid, kan nog een laatste restje lucht uit het lichaam ontsnappen. o In het crematorium gaat het dode lichaam soms rechtop zitten. De professor stelt dat dit een gevolg is van verhitting, zoals ook vlees krom trekt in de pan. o Doden krijgen een geheel andere gezichtsuitdrukking en lijken jaren jonger. Dit is waar volgens de professor, want de huid gaat strakker staan en rimpels kunnen verdwijnen door uitdroging. o Sommige lijken ontbinden sneller dan anderen. De professor stelt dat het lichaam van iemand, die overlijdt aan bloedvergiftiging, sneller gaat rotten. Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 16
Enkele dagen, nadat iemand overleden is, kunnen bindweefselcellen nog op kweek worden gezet. Dit zijn de taaiste cellen in het lichaam. Ook kraakbeen, dat geen eigen bloedstelsel heeft, blijft nog enkele dagen goed. Het skelet is zeer bestendig, omdat het uit mineralen bestaat. Alleen bij crematie wordt dit vernietigd. Ook het haar blijft heel lang goed. Reza Ghafoerkhan haalt een citaat van S.M.A.-voorzitter Soebhan aan, die stelde dat lichamen van profeten niet verrotten, maar nog steeds intact zijn. Dit is echter geheel in strijd met bovenvermelde Koranverzen (Fitrat-Allah en Soennat-Allah). Ook vermeldt de Koran in 21:8, speciaal over de profeten, dat die geen eeuwig lichaam hebben gekregen. Zie ook “The Early Caliphate” van maulana Muhammad ‘Ali: na de dood van de profeet Mohammed kon men geen besluit nemen over zijn begrafenis en drie dagen verstreken. Uiteindelijk was het Abu Bakr, die de opdracht gaf om alle zaken omtrent de begrafenis in orde te maken (zie Muhammad the Prophet, blz. 9, door maulana Muhammad ‘Ali). Koran 40:78 en 46:9: de profeet Mohammed mocht slechts God’s boodschap overbrengen en niets anders. o
-
RELIGIEUS Salih, Hoed, Shoe’aib en Mohammed zijn vier profeten, waarvan de Koran vermeldt dat ze in Arabië werden geboren. De bijeenkomst van vandaag staat ook in het teken van Milaad oen-Nabi en Riaz Ahmadali is door moulvi Naipal gevraagd een lezing te houden.
Dars-i-Qur’ân no. 74 3 augustus 2003 ACTUEEL -
-
-
De 75e dars zou volgens planning zijn op 31 augustus 2003, maar aangezien Reza Ghafoerkhan en Riaz Ahmadali gedurende die periode in Trinidad zullen vertoeven voor een convention, zal deze dars worden gehouden op 7 september 2003. Moulvi Naipal heeft te Blauwgrond een huwelijk meegemaakt, geleid door een imaam van Djamia Aleemiyya Fariediyya. De imaam vertelde dat het huwelijk van Adam en Eva werd ingezegend door twee engelen. Kanttekeningen van moulvi Naipal hierbij: o Hoe weet men dat de engelen de nikaah inzegenden? o Zijn engelen zichtbaar voor mensen? De Koran zegt dat die onzichtbaar zijn: zie 7:27, 9:26 en 33:9. Zie ook hoofdstuk ‘Engelen’ uit Religie van de Islam van maulana Muhammad ‘Ali. De djinn en de engelen zien de mens wel: zie 7:27. o Volgens welke ritus werd de nikaah van Adam en Eva verricht? De imaam was van mening dat de nikaah volgens de islamritus werd verricht, doch in die tijd bestond de islam niet in de huidige vorm. o Zelfs de nikaah van Mohammed en Gadiedja werd niet volgens de islamritus gesloten, maar volgens de traditie die in die tijd in Arabië heerste. Ten tijde van dit huwelijk was Mohammed nog niet tot het profeetschap geroepen. Artikel van Reinier Taus in De Ware Tijd, De West en Dagblad Suriname: moulvi Naipal kreeg dit aangeboden in zijn functie van lid van de Djami’at ul-Ulama van de S.I.V. en hij heeft hierop een reactie geschreven. Zijn reactie, puntsgewijs: o Nergens staat vermeld, dat vrouwen pas mogen trouwen als ze hun menstruatie hebben gehad. o Het is niet zo dat een mens bij het 13e levensjaar in essentie is gevormd. Het groeiproces gaat daarna nog ongeveer 4-5 jaar door. De puberteit begint omstreeks het 13e jaar en na deze leeftijd vinden er nog veranderingen plaats, zoals hormonale. o Taus vermeldt, dat er zelfs seks met familieleden plaatsvindt op jonge leeftijd, om zodoende de seksuele drang te bevredigen. Dat op 13-jarige leeftijd een onhoudbare drang naar seks bestaat, raakt volgens moulvi Naipal kant noch wal. Een kind van 13 jaar dient op school te zitten en niet als seksobject te dienen van een perverse man. o De reden dat niet-moslims / hindoes de islam / het hindoeïsme aannemen om te trouwen is volgens moulvi Naipal niet om seks te hebben, maar om aan de straf voor seks met minderjarigen te ontkomen. o Wachttijd van een jaar na echtscheiding: volgens moulvi Naipal is de overheid niet gekomen aan de rechten van de moslims en kunnen ze volgens een niet-ingeschreven nikaah trouwen, te sluiten door een niethuwelijksambtenaar. Volgens moulvi Naipal is zijn reactie niet gepubliceerd, omdat de S.I.V. geen polemiek wil. Sommige aanwezigen hebben moeite met deze stelling, omdat het juist de bedoeling is van een moslimorganisatie om onjuiste informatie over de islam te corrigeren. Moulvi Naipal stelt dat hij volledig staat achter de nieuwe Huwelijkswet, zoals die onlangs in Suriname werd ingevoerd. Het Instituut voor Islamitische Studies en Publicaties heeft in De Ware Tijd (28 juli 2003) en in Dagblad Suriname (26 juli 2003) een artikel gepubliceerd, getiteld: “Nieuwe Huwelijkswetgeving in Suriname – een integrale beschouwing”.
Dars-i-Qur’ân o.l.v. moulvi Rahamat Naipal, pag. 17