Bomenbeleidsplan Beverwijk
Gemeente Beverwijk januari 2010
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Bomenbeleidsplan Beverwijk TUSSENRAPPORTAGE
Gemeente Beverwijk januari 2010
4
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Voorwoord De wijze waarop we Beverwijk en haar bomenbestand vandaag de dag ervaren en beleven heeft alles te maken met de ontstaansgeschiedenis en groei van de stad door de eeuwen heen. De stadsboom had voorheen een zeer bescheiden plaats in het stadsbeeld. Alleen belangrijke wegen en verbindingen werden om hun status aan te geven begeleid met bomen. In Beverwijk waren dat onder andere de Breestraat, Zeestraat, Vondellaan en de Romerkerkweg. Vanaf de 19e eeuw zien we nieuwe vormen van natuurbeleving, zoals het genieten en verpozen in het groen, waartoe parken en singels werden aangelegd. Daarnaast werden in die tijd voorheen particuliere buitenplaatsen openbaar toegankelijk gemaakt. In de loop van de tijd is het groen en de boom in het bijzonder een steeds meer geïntegreerd onderdeel van de stedelijke ontwikkeling en neemt de betekenis voor het stadsbeeld toe.
Om de waarde van de stadsboom tot zijn recht te laten komen is een gedegen bomenbeleid nodig. Dit bomenbeleid geeft de visie van Beverwijk op bomen, schept voorwaarden en brengt samenhang in het bomenbeleid door afstemming van de beleidsonderdelen, bomenstructuur, ontwerp en inrichting, beheer en onderhoud, regelgeving en handhaving, communicatie en organisatie. Deze samenhang en afstemming zijn de sleutel tot een verantwoord bomenbeleid en zo kan worden gewerkt aan een duurzaam en hoogwaardig bomenbestand.
Maarten Dijkshoorn Wethouder Ruimtelijke Ordening en Groen
De boomstructuur van Beverwijk is te zien als een netwerk opgebouwd uit een aantal hoofdaders die de stad geleden en die gekoppeld zijn aan de hoofdontsluitingswegen. Daarnaast zijn er de zijtakken die de stad verder verdelen in kleinere eenheden. Samen vormen de verschillende onderdelen een geheel. Binnen de structuur zijn verschillende typen wijken en stedebouwkundige eenheden herkenbaar. Zo zien we linten, landgoederen, tuindorpen, wederopbouwwijken en woonerven met ieder zijn karakteristieke boombeplanting. De kwaliteit van de openbare ruimte is hét visitekaartje van de gemeente. Wij stellen hieraan hoge eisen. Stadsbomen dragen sterk bij aan de herkenbaarheid, de geleding van de stad en het imago van Beverwijk. Bomen bieden rust en nestelgelegenheid en mogelijkheden voor foerageren voor vogels en vleermuizen. Ze hebben een cultuurhistorische betekenis als onderdeel van historische pleinen en lanen en bieden de mogelijkheid om kennis te nemen van natuurlijke groeiprocessen en dragen bij aan de waarde van onroerend goed.
5
6
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Inhoud Voorwoord
5
Inhoud
7
1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel 1.3 Aanpak 1.4 Leeswijzer
9 9 10 11 12
2. Bomen in Beverwijk 2.1 Verleden 2.2 Heden 2.3 Knelpunten 2.4 Beleidskader 2.5 Uitgangspunten bomenbeleid
13 13 14 15 18 22
3. Boomstructuur 3.1 Stadsniveau 3.2 Wijkniveau 3.3 Boom in de straat
25 29 51 67
4. Instrumenten 4.1 Ontwerpinstrumenten 4.2 Procesinstrumenten 4.3 Wet en Regelgevinginstrumenten 4.4 Beheerinstrumenten en inrichting- en uitvoeringsinstrumenten 4.6 Communicatie instrumenten
72 73 74 74 77 80
5. Communicatie 5.1 Interne communicatie 5.2 Communicatie met bewoners
82 82 83
6. Samenvatting en financiële consequenties
84
Bijlage de instrumenten 5. Kapverbod, Herplantplicht, Wegnemen bedreigingen 9. Tien geboden voor bouw of aanleg bij bomen 12. Ziekten- en plagenbeleid 13. VTA-controle 16. Bomenbalans
86
7
8
Bomenbeleidsplan Beverwijk
1. Inleiding Bomen hebben in tegenstelling tot bodembedekkend groen zoals gras en heesters een sterk ruimtelijke effect. Bomen vormen een belangrijk tegenwicht voor de verstening van onze omgeving, scheppen geborgenheid en maken de stad tot een plek waar mensen willen zijn en elkaar willen ontmoeten. Ze vormen en dimensioneren de ruimte en versterken zo het ruimtelijke beeld en zorgen voor structuur. Deze ruimtelijke eigenschap is onder andere goed beleefbaar in lanen, plantsoenen en op pleinen. Bomen zorgen voor zuurstof, ze leveren schaduw en luchtverversing en remmen sterke wind af. Daarnaast zorgen ze ook voor een hogere luchtvochtigheid. Bomen kunnen bovendien een belangrijke rol spelen bij de opvang van fijn stof, de buffering van neerslagwater en de opslag van CO2. Bomen hebben vaak ook een cultuurhistorische betekenis. Ze herinneren aan een vroeger landschap of zijn aangeplant als herinnering aan een belangrijke gebeurtenis of op een historisch belangrijke plaats. En bovenal brengen bomen natuur in de stad. Ze dragen bij aan natuurbeleving en het ervaren van de wisseling van de seizoenen. Bomen bieden aan organismen een leefomgeving en leveren zo een essentiële bijdrage aan de biodiversiteit in de stad. In dit plan wordt het bomenbeleid geformuleerd, zodat de belangen van deze bomen zo goed mogelijk tot uitdrukking komen in de stad. Het gaat hierbij om een groot aantal, dat staat in het openbaar groen, op begraafplaatsen, kinderboerderijen, sportcomplexen, openbare gelegenheden en speeltuinen van de gemeente Beverwijk. Het bomenbeleidsplan geeft de visie van de gemeente op bomen en schept samenhang in het bomenbeleid door afstemming van de beleidsonderdelen bomenstructuur, ontwerp en inrichting openbare ruimte, beheer en onderhoud, regelgeving en handhaving, personeel en organisatie en communicatie en voorlichting. De samenhang tussen de verschillende beleidsonderdelen in de sleutel tot succes voor het bomenbeleid. De planperiode voor het Bomenbeleidsplan Beverwijk is tien tot vijftien jaar, maar zo nodig zullen jaarlijks updates van de instrumenten plaatsvinden. Het is noodzakelijk het belang van bomen in de stad in diverse beleidsterreinen te verankeren zodat we interdisciplinair kunnen werken aan een duurzaam en hoogwaardig bomenbestand.
1.1
Aanleiding
Groenbeeld Een willekeurige bezoeker die Beverwijk voor het eerst bezoekt, krijgt niet direct een goed, aangenaam en helder beeld van Beverwijk. De openbare ruimte lijkt versnipperd, oogt op verschillende plaatsen stenig en grijs, en een duidelijk herkenbare structuur en geleiding van de stad lijkt te ontbreken. Ook veel bewoners van de gemeente Beverwijk hebben door de jaren heen aan het gemeentebestuur laten weten dat zij de stad te grijs en stenig vinden. Een deel van deze indruk heeft te maken met de kwaliteit en de kwantiteit van het bomenbestand. Zij vinden dat er te weinig beeldbepalende bomen zijn en dat de kwaliteit van het groen beter kan. Als mensen de stad beter leren kennen, ontdekken ze echter ook dat deze eerste stenige en grauwe indruk lang niet overal in Beverwijk geld en dat er ook diverse zeer aangename woongebieden en openbare ruimten zijn te vinden. De Beverwijkse gemeenteraad neemt de indrukken van bewoners serieus en neemt maatregelen om de kwaliteit van de openbare ruimte en het woon- en leefklimaat in diverse delen van de stad te verbeteren. Deels door gehele herstructurering van verschillende woongebieden als de Plantage, Wijkerbaan, Stationsomgeving en Oranjebuurt en deels ook door verbetering van de woonomgeving; straten, pleinen en parken zoals het Willem Alexander Plantsoen en historische routes zoals de Arendsweg. Bestaande en nieuw op te stellen beleidsplannen geven richting en sturing aan deze uitvoeringsplannen en projecten. Ook in de structuurvisie Beverwijk 2015+ (vastgesteld 2009) is dit een belangrijk streven. Bestaand beleid In 2005 is het groenstructuurplan en in 2007 het groenomvormingsplan vastgesteld. Het groenstructuurplan vormt de basis van het Beverwijkse groenbeleid en wordt door de jaren heen uitgewerkt op verschillende deelaspecten, waaronder de bomen. Het bomenbeleid is echter niet specifiek uitgewerkt in het groenstructuurplan. Daarnaast zijn verschillende losse instrumenten, nota’s en beleidsintenties met betrekking tot bomen vastgesteld, zonder dat de samenhang daartussen duidelijk is. Voor het overzicht worden deze in het nieuwe bomenbeleidsplan samengevoegd.
9
1.2
Doel
In 2006 is de Nota “Duurzaam bomenbeleid gemeente Beverwijk” opgesteld en tussen 2007 en 2009 zijn er instrumenten, nota’s en beleidsintenties met betrekking tot bomen en boomaspecten geformuleerd. De dagelijkse praktijk is echter weerbarstiger dan de theorie. Enkele van deze instrumenten blijken niet effectief en hanteerbaar te zijn en ook zijn er landelijk gezien verbeterde inzichten gekomen en kennis ontwikkeld.
De gemeente Beverwijk heeft zich voor de komende jaren het volgende doel met betrekking tot de bomen gesteld:
Omdat bomen een erg belangrijke rol spelen voor de ruimtelijke beeldvorming, de structuur en uitstraling van Beverwijk wordt nu ter verbetering van het eerder vastgestelde bomenbeleid een vernieuwd en samenvattend bomenbeleidsplan opgesteld.
Belangrijke subdoelen zijn daarbij het realiseren, aanvullen, verbeteren en verder ontwikkelen van een samenhangende bomenstructuur voor de stad, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten. En ook het behoud van grote (duurzame) bomen door belangen en waarden van bestaande bomen te betrekken bij besluitvorming in integrale projecten en verbeteringen in onderhoud en beheer van (monumentale) bomen.
“De ontwikkeling van een aantrekkelijke en duurzame boomstructuur, met de juiste boom op de juiste plek, een toename van de kwaliteit en het behoud van de kwantiteit van het bomenbestand”
Randvoorwaarden Randvoorwaarden voor het behalen van dit doel zijn de verbetering van de communicatie naar inwoners over hoe de gemeente omgaat met haar bomen en de onderbouwing van de budgettering voor boombeheer (inzicht bieden in de benodigde werkorganisatie, capaciteit en planning). Uitgangspunten Het bomenbeleidsplan is een uitwerking van het groenstructuurplan en eerder vastgesteld boombeleid. Uitgangspunten zijn: -
10
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Behouden kwantiteit, versterken kwaliteit Elke wijk herkenbaar aan bebouwing, stratenpatoon en beplanting Duidelijk herkenbare en structurerende hoofdbomenstructuur Herinrichtingen van openbare ruimte integraal benaderen en verbetering van boomstructuur koppelen aan uitvoering Bestaande middelen uit groen(boom)beheer en groenomvormingsplan inzetten ten behoeve van gerichte verbeteringen in het bomenbestand. Zonodig extra middelen vrijmaken.
1.3
Aanpak
Het Bomenbeleidsplan is opgedeeld in twee delen: een Bomenstructuurplan en de Bomeninstrumenten. Deze onderdelen worden samen in één stuk uitgewerkt omdat ze ook samen nodig zijn om de doestelling te behalen. Voor mooie stevige bomen is een verbetering van de technische kwaliteit van de groeiomstandigheden nodig. De robuuste hoofdstructuur kan alleen vorm krijgen als de bomen binnen die structuur ook de voorzieningen en verzorging krijgen om tot grote stevige bomen uit te groeien. Met de hoofdbomenstructuur wordt een betere, heldere structuur en geleding van de stad voorgesteld die als richtlijn gaat dienen bij de grote en kleinere uitvoeringsprojecten. Hiermee wordt een karakteristiek groenbeeld en boombeeld voor de diverse woonomgevingen gerealiseerd. De instrumenten die vervolgens gepresenteerd worden vormen de handvaten voor de gemeente om er voor te zorgen dat deze visie en de benodigde randvoorwaarden kunnen worden gerealiseerd. De instrumenten verbeteren de technische kwaliteit van het bomenbestand door middel van aanleg, onderhoud en beheer.
Ook in de dagelijkse praktijk kan met behulp van instrumenten invloed worden uitgeoefend. De instrumenten dragen op kwalitatieve en kwantitatieve wijze bij aan het bomenbestand. Het Bomenbeleidsplan is tot stand gekomen in overleg met de afdelingen stads en wijkzaken en de teams Openbare Ruimte en Beleid en Projecten, medewerkers van verschillende andere vakgebieden waaronder verkeer en kabels en leidingen. Voor de inhoud van het document is ook gebruik gemaakt van het bomenbeleid van verschillende andere gemeenten en het door de Bomenstichting gepubliceerde rapport: “Gemeentelijk bomenbeleid”.
Schematisch kan deze relatie worden weergegeven in de driehoek “Beeld, beheer en aanleg”. Het zijn termen die niet los van elkaar kunnen worden gezien. De aanleg van een project heeft invloed op hoe die plek kan worden beheerd en hoe die plek er uitziet. Het gewenste beeld bereik je door een goede aanleg en beheer van de locatie. De mate en manier van beheer heeft invloed op de mogelijkheden die we hebben voor aanleg en beeldkwaliteit. Wanneer er weinig capaciteit en budget voor beheer is zullen we moeten kiezen voor een meer sobere aanleg en beeld/ontwerp. Bij de verdeling van de budgetten moet dus ook goed nagedacht worden over de status van de locatie en het effect dat op die plek behaald kan worden. Doormiddel van de VTA gegevens kan bijvoorbeeld een goede planning worden gemaakt waar en wanneer onderhoud aan de bomen nodig is. Door deze afstemming kan sneller en beter effect worden behaald bij de technische kwaliteit van de bomen. Tijdens de planvorming van projecten kan met de verscheidenheid aan instrumenten op verschillende momenten vanuit de gemeente invloed worden uitgeoefend op de manier waarop in die projecten met de bomen wordt omgegaan. Vanaf de conceptuele ideeën tot en met de uitwerking van het bestek. Voor de diverse soort projecten zijn instrumenten toepasbaar van grote herstructureringen, wegreconstructies tot kleine inpassingsplannen.
11
1.4
Leeswijzer
Het bomenbeleidsplan is gebouwd op twee belangrijke peilers; het bomenstructuurplan en de beleidsinstrumenten. Het eerste hoofdstuk beschrijft de aanleiding, het doel en de aanpak van de gemeente. In hoofdstuk twee wordt een korte geschiedenis van de bomen in Beverwijk geschetst en vervolgens worden de belangrijkste knelpunten en het beleidskader toegelicht. Het hoofdstuk sluit af met een overzicht van de uitgangspunten voor het bomenbeleid. In hoofdstuk drie word de huidige en gewenste bomenstructuur van Beverwijk uitgebreid beschreven en toegelicht. Hoofdstuk drie is ingedeeld in paragrafen waarbij de boomstructuur op verschillende schaalniveaus wordt bekeken. Vanaf het grote schaalniveau met daarin de stadsstructuur, wordt vervolgens de visie op wijkniveau beschreven, en als laatste komt ‘de gewone boom in de straat’ aan bod. Hoofdstuk vier bevat een korte omschrijving van de verschillende instrumenten die de gemeente kan aanwenden bij de ontwikkeling en bescherming van de bomen. De uitgebreide omschrijving van de instrumenten worden in bijlagen toegevoegd. In de laatste hoofdstukken wordt ingegaan op de communicatie over dit plan met de bewoners en binnen het stadskantoor. Vervolgens sluiten we af met een samenvatting en de consequenties voor de komende jaren.
12
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Verleden: Koningsstraat was in het verleden voorzien van veel bomen.
2. Bomen in Beverwijk Bomen zijn van groot belang voor de leefbaarheid in de stad. De ontwikkeling van het bomenbestand, de betekenis die bomen voor de inwoners hebben en de belangrijkste knelpunten van het huidige bomenbestand, zijn bepalend hoe dit belang behartigd wordt. 2.1
Verleden
Bij het ontstaan van steden had de boom een zeer bescheiden rol in het stadsbeeld. Pas bij de groei van steden en het vergroten van de afstand tot het landschap is de boom in het stedelijk groen belangrijker geworden. Bomen in de openbare ruimte moesten een functie hebben, bijvoorbeeld schaduw geven op plekken waar daar behoefte aan was, ze moesten vooral niet in de weg staan. De openbare ruimte was beperkt en liet niet veel ruimte over voor openbare beplantingen.
Verleden: Langs de Alkmaarseweg hebben vroeger veel bomen gestaan.
Op oude kaarten van Beverwijk is goed te zien dat vooral langs de grotere ontsluitingswegen en singels rijen bomen hebben gestaan. Voorbeelden hiervan zijn de Alkmaarseweg, de Zeestraat en de Romerkerkweg. Kleinere straten vooral in het centrum bevatten nauwelijks bomen. Opvallend is dat er bomen langs de kade in de haven (het huidige Meerplein) hebben gestaan. Meestal werden er geen bomen in havens aangeplant, de bomen vangen de wind weg. Langs de ontsluitingswegen en op pleinen werden vooral lindes en in mindere mate kastanjes, platanen en iepen toegepast. Door de industrialisatie en vooral de toenemende verkeersdruk, is de boom uit het straatbeeld van de ontsluitingswegen verdwenen. Vanaf de negentiende eeuw zien we nieuwe vormen van natuurbeleving, zoals het genieten en verpozen in het groen, waartoe parken en singels werden aangelegd. Gaandeweg wordt groen steeds meer een geïntegreerd onderdeel van de stedelijke ontwikkeling en neemt de betekenis van de boom in het stadsbeeld toe.
Verleden: Zeestraat, veel van de hier afgebeelde bomen zijn nog nog aanwezig.
13
2.2
Heden
Bomen worden steeds belangrijker gevonden in de openbare ruimte. Voor de bewoners van Beverwijk hebben bomen: - Een ruimtelijke betekenis Bomen dragen sterk bij aan de herkenbaarheid en het imago van de stad. Bomen, in het bijzonder langs routes, op pleinen en in parken, ondersteunen de ordening en vergroten de belevingswaarde van de stad. Bomen hebben niet alleen betekenis voor de plek waar ze staan, maar ook voor de samenhang tussen stedelijke ruimten. Bomen kunnen ruimten met elkaar verbinden en de vormgeving van pleinen en wegen versterken, accentueren of juist verbloemen. Ze benadrukken verschillen tussen wegen, waardoor de herkenbaarheid van de stad wordt vergroot en de opbouw van de stad wordt verduidelijkt. - Een milieutechnische betekenis Bomen dragen bij aan een gezond leefklimaat in de stad. Ze produceren zuurstof, binden fijnstofdeeltjes, dempen geluid en verlagen de temperatuur. Ze verhogen de luchtvochtigheid en draineren ’s zomers vochtige plekken. - Een ecologische betekenis Bomen bieden in de stad een beperkt aantal rust- en nestelplekken en mogelijkheden voor foerageren. Daarnaast kunnen bomen in parken en andere aaneengesloten begroeide oppervlakken een bijdrage leveren aan de instandhouding van leefgemeenschappen. De ecologische betekenis is afhankelijk van de boomsoort en van het type omgeving waarin een boom staat. Vooral inheemse soorten zijn van groot belang bij de instandhouding van leefgemeenschappen. Losse bomen vormen als het ware groene steppingstones in een zee van steen, terwijl bomenrijen geschikt zijn als foerageerroute. In het algemeen zijn bomen zonder begeleidende struikgroei ecologisch van veel minder waarde dan struiken met bomen. - Een cultuurhistorische betekenis Als onderdeel van historische pleinen en lanen hebben boombeplantingen een cultuurhistorische betekenis, doordat zij bijdragen aan het beeldend maken van de geschiedenis van de stad.
14
Bomenbeleidsplan Beverwijk
- Een educatieve betekenis Bomen bieden de mogelijkheid om kennis te nemen van natuurlijke groeiprocessen, zoalsseizoenwisselingen, groeiprocessen en de samenhang tussen flora en (avi)fauna. - Een sociale betekenis Uit diverse onderzoeken is gebleken dat bomen een positieve invloed hebben op het welzijn van mensen. Bomen en groen blijken een positief effect te hebben bij: • het bevorderen van het herstel van stress en aandachtsmoeheid, • het stimuleren tot bewegen, • het vergemakkelijken van het leggen van sociale contacten, • het bevorderen van de ontwikkeling van kinderen, • het bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling en zingeving bij volwassenen.
2.3
Knelpunten
Ondanks de zorg die op dit moment in Beverwijk aan het bomenbestand wordt besteed, kan het bomenbestand nog niet optimaal worden genoemd. De vitaliteit laat nog te wensen over of de verschijningsvorm past niet op de plek waar de bomen geplant zijn. Hieronder staat een aantal knelpunten die in Beverwijk spelen met betrekking tot de bomen en de boomstructuur.
Ruimteclaims De boven- en ondergrondse ruimte wordt steeds kleiner doordat steeds meer functies van dezelfde ruimte gebruik maken zoals: verkeer (steeds groter wordende auto’s), parkeren (per huishouden steeds meer auto’s), kabels en leidingen.
Bomenstructuur Het bomenbestand maakt door de situering van de bomen en de keuze van de soort vaak een gefragmenteerde indruk, waardoor de hiërarchische indeling van stad, stadsdeel, wijk en buurt in de boomstructuur niet altijd even duidelijk overkomt. Kwaliteit Dominante groenelementen blijken terug te lopen in kwaliteit. Het straatbomenbestand van kort na de oorlog bestaat vaak uit minder gezond ogende bomen. Langs grote delen van de doorgaande routes en waterwegen staan veel bomen met een korte omlooptijd of met een slechte vitaliteit, waardoor een rommelig en onverzorgd beeld ontstaat. De huidige gemiddelde omlooptijd van straatbomen is 30 jaar. Deze omlooptijd is alleen te verhogen door op de geschikte locaties investeringen te plegen in standplaatsverbetering en verbeterde voorwaarden te stellen aan de inrichting van de nieuwe standplaatsen. Kabels en leidingen De grote toename van de aanleg van kabels en leidingen, heeft tot gevolg dat de bomen over minder ondergrondse ruimte beschikken. Naast elektriciteit, telefonie en gas, komen er ook nieuwe kabels bij voor bijvoorbeeld internet in de grond. Daarnaast zorgen de werkzaamheden voor een verdichting van de bodem met beschadiging van wortels tot gevolg. Bij de inrichting van straten is er een competitie om de ondergrondse ruimte onder het trottoir tussen de bomen, kabels en leidingen en ondergrondse containers.
Kabels en leidingen: ondergronds claimen kabels- en leidingen steeds meer ruimte.
15
Herprofilering van de wegen De herprofilering en herbestrating van wegen heeft in de afgelopen deccenia vaak tot minder goede groeiplaatsomstandigheden geleid doordat de hoeveelheid verharding en vooral afsluitende asfaltverharding toe is genomen zonder de ondergrondse groeiomstandigheden van de bomen daar voldoende op af te stemmen. Daarnaast raken takken, wortels en stammen, van bestaande bomen, vaak beschadigd door werkzaamheden aan de weg. Door toename van het verkeer ontstaat er verdichting van de bodem. Dit bemoeilijkt de wortelgroei. Ook de scheiding van verkeersgroepen zoals fietsers, voetgangers en auto’s geeft een grotere ruimte claim waardoor er binnen het profiel minder ruimte overblijft voor de bomen.
Herprofilering: Herprofilering leidt vaak tot minder goede groeiomstandigheden voor bomen. Takken, wortels en de stam raken beschadigd.
16
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Standplaats Bij de aanplant van bomen heeft in het verleden vaak onvoldoende standplaatsverbetering plaatsgevonden. Het resultaat hiervan is dat veel bomen een kwijnend bestaan leiden. In plaats van bij te dragen aan de groene uitstraling, geven deze kwarrende bomen juist een onprettig en rommelig beeld. Ook tegenwoordig wordt er, vanwege misplaatse ‘zuinigheid’, vergeten voldoende aandacht te besteden aan de ondergrondse voorzieningen voor nieuwe bomen. Door deze ‘zuinigheid’ kan zelfs met de meest geavanceerde onderhoud- en beheermiddelen nooit het het gewenste boombeeld geleverd. Soortkeuze In het verleden zijn bij de aanplant soms verkeerde soorten uitgezocht. Er zijn veel bomen met een korte omlooptijd geplant, want deze stellen vaak minder eisen aan de ondergrondse omstandigheden en groeien snel. Deze bomen takelen echter ook eerder af en krijgen last van takbreuk. In diverse gebieden is het bestand van langzaamgroeiende, langlevende soorten als gevolg van hun gevorderde leeftijd aan het aftakelen. De lanen staan bijvoorbeeld wel soorten met een langere omlooptijd, maar beginnen nu op hun eind te raken.
Standplaats: Zonder voldoende standsplaatsverbetering kunnen nieuw aangeplante bomen nooit het gewenste boombeeld verzorgen.
Organisatie Bij projecten en beheer wordt nog te weinig naar de grotere samenhang gekeken. Bij de organisatie van het boombeheer is het van belang om tot een betere integrale aanpak te komen. Ook dient er meer aandacht te zijn voor ontwikkeling en afstemming van vakkennis van de mensen in het beheerproces. Bij stedelijke vernieuwingsprojecten blijkt het moeilijk tijdig aandacht voor waardevolle bomen te vragen. Het beste moment om een bomeninventarisatie te doen is tijdens de inventarisatie voor het stedenbouwkundige proces. De uitkomsten van de inventarisatie kunnen dan meegenomen worden in de eerste stedenbouwkundige schetsen. Een ander knelpunt zijn de benodigde financiële middelen om tot een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand te komen. In projecten wordt nog vaak een te gering bedrag geraamd voor de aanleg van bomen.
Grondwater Op veel locaties in Beverwijk is de grondwaterstand erg hoog wat negatieve gevolgen heeft voor de bomen. De bomen hebben hierdoor weinig ruimte en kunnen daardoor geen goed wortelstelsel ontwikkelen. De boom zal zich slecht ontwikkelen en bovendien neemt de kans op omvallen en omwaaien bij deze bomen toe. Voor het oplossen en uitwerken van deze knelpunten is een samenhangend bomenbeleid en bomenbeheer nodig.
Bewoners Een goede communicatie over bomen is van groot belang. Het plaatsen en weghalen van bomen levert vaak veel emotie op en het is daarom belangrijk dat de gemeente zorgt voor heldere voorlichting en communicatie. Een deel van het beeldbepalende bomenbestand bevindt zich ook op particulier terrein. Hierdoor is de gemeentelijke invloed op deze bomen beperkt. Met de juiste instrumenten kan de gemeente de bewoners ondersteunen bij het onderhoud van deze waardevolle bomen.
17
2.4
Beleidskader
Voor het realiseren van een duurzame en beeldbepalend bomenbestand moet afstemming gezocht en gevonden worden met ander vastgesteld facet beleid in Beverwijk. Daarom is het van belang de essentie en raakvlakken van of relatie met dit facetbeleid, zoals van stedenbouw, ruimtelijke ordening, onderwijs, groen, verkeer en vervoer, riolering, verlichting en water, te kennen. Duurzaam bomenbeleid gemeente Beverwijk (vastgesteld februari 2006) Deze nota is opgesteld als een kader voor het onderhoud en beheer van bomen. Het bomenplan zet vooral in op het kwalitatief verbeteren van de stadsbomen en het behouden van de hoeveelheid bomen die we nu in Beverwijk hebben. Grote nadruk ligt in het plan op het vergroten van het bomenbewustzijn, zodat zowel in de ambtenarij als in de politiek maar ook bij de burger bewuster nagedacht zal worden over bomen. Het motto van deze nota is dan ook “Bomen duurzaam op de kaart!”. In de bijlagen van het plan zijn bestaande en te ontwikkelen beleidsinstrumenten opgenomen. De nota besteedt de meeste aandacht aan de praktijkkant van de bomen, een duidelijke visie van de ontwikkeling voor de komende jaren en een visie op de ruimtelijke structuur en de positie van bomen in die structuur voor Beverwijk ontbreekt. Relatie met het Bomenbeleidplan: De nota ‘Duurzaam Bomenbeleid gemeente Beverwijk’ is de voorzet geweest voor dit Bomenbeleidsplan. Aan de bestaande plannen is nu een ruimtelijke visie, update en uitbreiding van de instrumenten toegevoegd.
Groenstructuurplan (GSP, vastgesteld november 2005) In het groenstructuurplan is een analyse gemaakt van de huidige groenstructuur en een visie ontwikkeld voor de gewenste groenstructuur voor Beverwijk. Daarnaast word gesteld dat de gemeente haar aandacht gaat richten op het verhogen van de kwaliteit van het bomenbestand. Relatie met het Bomenbeleidplan: In het Groenstructuurplan staan plekken aangegeven die beeldbepalend zijn. Vaak bevatten deze plekken bomen die beeldbepalend zijn of bomen die een grote invloed hebben op de beeldbepalende plek. Het is wenselijk deze bomen op te nemen in het Bomenbeleidsplan.
18
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Groenomvormingsplan (GOP, vastgesteld november 2007) Het groenomvormingsplan vormt de uitwerking van het groenstructuurplan. In het groenomvormingsplan zijn een aantal projecten uitgewerkt met een eerste schets om zo de groenstructuur te verbeteren. Vanuit de jaarlijks vrijgemaakte ‘omvormingsgelden’ worden deze projcten verder uitgevoerd. En ze kunnen meeliften op bijvoorbeeld riool- of verkeersprojecten of worden als individueel project opgepakt. Relatie met het Bomenbeleidplan: Verscheidene van de projecten die in het groenomvormingsplan zijn uitgewerkt dragen bij aan de versterking van de hoofdbomenstructuur en het boombeeld van Beverwijk. Zij worden opgenomen en verwerkt in het bomenbeleidsplan.
Structuurvisie Beverwijk 2015+ (vastgesteld juni 2009) De Structuurvisie Beverwijk 2010+ is een ruimtelijk beleidskader voor de stad Beverwijk, het dorp Wijk aan Zee en het omliggende buitengebied voor zover vallend binnen de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur van Beverwijk. De missie “verleiden tot verblijven” is vertaald naar vier pijlers voor het ruimtelijk beleid van Beverwijk: - gevarieerd wonen - werken met perspectief - openbaar leven - bereikbaar Beverwijk Daarnaast worden een aantal sleutelprojecten gepresenteerd. Dit zijn de ruimtelijke projecten die er voor moeten zorgen dat aan de randvoorwaarden wordt voldaan, dat de missie en pijlers verwezenlijkt worden en dat hiermee de ruimtelijke samenhang en de ruimtelijke kwaliteit van het bestaand stedelijk en buitengebied van Beverwijk verbeterd worden. Relatie met het Bomenbeleidsplan De wijkcategorieën die in de structuurvisie worden uiteengezet vormen ook de basis voor de wijk indeling van het bomenstructuurplan. Bij elke type wijk past ook een eigen boombeeld met een bepaalde hoeveelheid, type en soorten bomen. Door hier op in te spelen en de hoofdbomenstructuur te verbeteren, zal het bomenbeleidsplan uitvoering geven aan het versterken van de identiteit van deze woongebieden en Beverwijk als totaal.
Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (GVVP, concept vastgesteld augustus 2009) In het GVVP is het verkeersbeleid voor de verschillende vervoerswijzen voor de komende 10 à 20 jaar uitgewerkt in een beleidskader en een visie. Er is gekeken naar de huidige situatie, de lopende plannen, de toekomstige knelpunten en mogelijke oplossingen. Er is een nieuwe wegencategorisering beschreven waarin de verkeerskundige functie van de wegen staat, maar ook hoe de gewenste verkeersstromen in en rond de stad komen te lopen en de manieren om deze verkeerscirculatie tot stand te brengen. Relatie met het Bomenbeleidplan De hoofdbomenstructuur is verbonden aan de hoofdinfrastructuur. Deze hoofdinfrastructuur geleed de stad functioneel en bepaalt daardoor ook vaak de eerste indruk van mensen die de stad binnenkomen. De hoofdbomenstructuur is daarom ook zo beeldbepalend. Historische wegen zijn belangrijk voor cultuurhistorie en een kans om identiteit te versterken. Onder druk van toename verkeer, deels te smalle profielen en matige technische mogelijkheden is het een uitdaging deze wegen met beeldbepalende hoofdbomen te beplanten.
Gemeentelijk Riool Plan (GRP, vastgesteld oktober 2005, plan voor 2010 in de maak) In het GRP wordt omschreven hoe voor een periode van ca. 5 jaar de gemeentelijke watertaken worden opgepakt. Daar vallen een aantal strategische rioolprojecten onder, die samenhangen met grote projecten die voortvloeien uit de structuurvisie, de vitale stad projecten zijn daarvan een voorbeeld. Relatie met het Bomenbeleidplan Het is een wettelijke verplichting van de gemeente om het riool te onderhouden, er is hier dan ook een financiële dekking en duidelijke planning voor gemaakt. Dit biedt de kans aan andere disciplines om met de rioolprojecten mee te liften en zo een win – win situatie te creëren. Het gevoerde grondwaterbeleid heeft ook invloed op de mogelijkheden van de bomen. Het verlagen van de grondwaterstand in wijken zoals Oosterwijk heeft een positieve invloed op de mogelijkheden om in dit gebied bomen te laten groeien. De ondergrondse ruimte die bomen hebben kan door de rioolbuizen beperkt worden. In deze situatie zullen extra maatregelen nodig zijn, zoals de plaatsing van worteldoek.
Netwerk auto korte termijn (2010-2015) uit: Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan najaar 2009 19
Open Plekken Plan (OPP, vastgesteld mei 2007) Het Open Plekkenplan geeft voor de komende jaren de ontwikkelingsrichting aan voor de meeste open plekken van Beverwijk. Een openplek is gedefinieerd als een onbebouwd, openbaar gebied. De open plekken hebben bijvoorbeeld betekenis als speelplek, kijkgroen, verblijfsplek of parkeerterrein. Vanuit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) zijn subsidies beschikbaar voor het opknappen van deze ruimten. Relatie met het Bomenbeleidplan De subsidies die vanuit het ISV beschikbaar zijn, kunnen worden aangewend voor de inrichting van belangrijke groenknooppunten. Deze knooppunten vallen namelijk regelmatig samen met de open plekken uit het plan. Deze openplekken krijgen afhankelijk van hun positie in de hoofdbomenstructuur een duurzame inrichting met stevige bomen en/of ander hoogwaardig groen.
Duurzaam ruimtegebruik (vastgesteld mei 2007) Tussen 2010 en 2020 heeft de IJmond de opdracht om 4000 woningen binnenstedelijk te realiseren. Daarvan zal Beverwijk een substantieel deel moeten realiseren. De Nota Duurzaam Ruimtegebruik is opgesteld om er voor te waken dat bij deze uitbreidingen en verdichtingslocaties een integrale aanpak voorop staat. De cultuurhistorische elementen en karakteristiek van de buurten moeten bij de stedelijke ontwikkeling in acht worden genomen. De uitgangpunten die in de nota genoemd worden zijn een goede inpassing in de omgeving, ondersteuning aan het aanbod van voorzieningen, voldoende ruimte voor openbaar groen, voldoende kwaliteit voor de leefomgeving en leefklimaat en het behoud van de groene binnenring. Relatie met het Bomenbeleidplan: Bij het ontwerp van gebieden zoals Westelijk Beverwijk, Broekpolder, Wijkerbaan en de Plantage wordt rekening gehouden met het de bestaande bomen en het bestaande groenbeeld of het landschap waarin de ontwikkelingen plaats vinden. Door bestaande bomen in een herstructurering of uitbreiding op te nemen, ontstaat al gelijk een volwassen groenbeeld. Ook waakt de nota ervoor dat er naar verhouding genoeg bomen en groen in de wijk terug keren.
20
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Groen en waterplan (vastgesteld, september 2001) Samen met de Provincie, Corus en de gemeenten Velsen en Heemskerk heeft Beverwijk het Groen- en Waterplan ontwikkeld. Het Groen- en Waterplan is een ontwerpplan voor het binnenduinrandgebied dat aansluit op het stedelijke gebied in deze gemeenten. De landschappelijke samenhang wordt onder andere hersteld, ecologisch waardevolle groen- en waterstructuren gerealiseerd en de mogelijkheden voor recreatie worden vergroot. Water krijgt extra aandacht in dit plan omdat dit een essentieel onderdeel vormt van de natuurontwikkeling van de binnenduinrand en omdat er in de huidige situatie zowel wateroverlast is als een tekort aan water. Het plan hangt nauw samen met de aanleg van de Westelijke Randweg en het inrichten van het noordelijke gedeelte van het Businesspark IJmond. Relatie met het Bomenbeleidplan: Met het plan worden meerdere doelen nagestreefd, zoals het herstellen van de landschappelijke samenhang, het versterken van ecologisch waardevolle groen- en waterstructuren en het vergroten van de mogelijkheden voor recreatie. Met behulp van bomen kan de cultuurhistorie en landschappelijke identiteit van de gebieden versterkt worden.
College programma 2006-2010 In het collegeprogramma “Beverwijk en Wijk aan Zee: Fraai, groen, schoon en bruisend!” wordt gesteld dat de kwaliteit van de openbare ruimte hét visitekaartje van de gemeente is. Het college stelt daarom hoge eisen aan de openbare ruimte . Voor het uiterlijk van de bestaande wijken is het belangrijk dat er kwantitatief en kwalitatief voldoende groen is en dat er voldoende open plekken zijn. Door het uitwerken van het Groenomvormingsplan en het Open Plekkenplan zijn de eerste stappen naar de verbetering van de openbare ruimte gezet. Aan de projecten die in het Groenomvormingsplan zijn gedefinieerd is een budget van drie ton per jaar gekoppeld. De projecten Willem Alexanderplantsoen, Landgoed Westerhout en de Kanaalweg zijn inmiddels met deze budgetten gerealiseerd. De projecten Wijk aan Zee en de Vitale Stad projecten worden de komende jaren met extra aandacht voor de openbare ruimte ontworpen en uitgevoerd. Relatie met het Bomenbeleidplan Het bomenbeleidsplan draagt bij aan de visie van het college om de komende jaren gestructureerd meer aandacht aan de kwaliteit van de openbare ruimte te besteden. Niet alleen in herstructureringsgebieden, maar ook in de gewoon te handhaven wijken. De hoeveelheid, de structuur en de kwaliteit van de aanwezige bomen hebben een essentiële en positieve uitwerking op de beleving van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Beverwijk Vitale Stad (verzameling van projecten in Beverwijk) In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw is Beverwijk explosief gegroeid. In korte tijd zijn woonwijken gebouwd om de werknemers van de toenmalige Hoogovens te huisvesten. Deze naoorlogse wijken zijn toe aan modernisering en ook in het centrumgebied is vernieuwing noodzakelijk. De Vitale Stad projecten zijn projecten waarmee Beverwijk zich de komende jaren zal ontwikkelen tot een vitale gemeente met een bruisende binnenstad, een mooie en leefbare stationsomgeving, moderne industrieterreinen, een goede infrastructuur, een drukke Bazaar, veel groen en recreatiegebieden. Relatie met het Bomenbeleidplan: De gezonde en vitale uitstraling die Beverwijk de komende jaren zal gaan krijgen hangt nauw samen met de hoeveelheid en de vitaliteit van de bomen die in de stad staan. Een verbetering in de kwaliteit van het bomenbestand door een goede plaatsing, goede ondergrondse voorzieningen, adequaat beheer en juiste soortkeuze lijdt automatisch ook tot een betere kwaliteit van de leefomgeving en maakt een vitale indruk.
21
2.5
Uitgangspunten bomenbeleid
Uit de beschrijving van het voorgaande beleidskader en de genoemde knelpunten komen de volgende belangrijke uitgangspunten naar voren, voor het in Beverwijk te voeren bomenbeleid. Kwaliteit Kwaliteit staat voorop. Het gaat om kwaliteiten behouden en kansen grijpen voor verbetering. Voor het bomenbeheer betreft dit het bewust omgaan met de schaarse ruimte, waarbij kritisch gekeken moet worden naar waar en hoe bomen worden geplaatst. Hierbij is ook de zorg voor een betere benutting van aanwezige mogelijkheden zoals: waterhuishouding, bodemkwaliteit, biodiversiteit, cultuurhistorische waarden en stedenbouwkundige ruimte. Dit betekent onder andere dat bij de situering van bomen en de keuze van boomsoorten historische overwegingen en de standplaats belangrijke criteria zijn. Bomen zijn hierbij als structurerende drager van het groen een belangrijk middel. Ze zorgen voor een aantrekkelijke “menselijke” omgeving, zowel fysiek als sociaal, waar het goed wonen en werken is. Daarnaast dient de inrichting van de openbare ruimte bij te dragen aan een versterking van het imago van de stad. Duurzaamheid Bij duurzaamheid gaat het om het maatschappelijk en economisch verantwoord vormen en in stand houden van boomstructuren en boombeplantingen voor de lange termijn. Voor het bomenbestand betekent het dat er rekening wordt gehouden met toekomstige kansen en bedreigingen van een goede groei van de bomen, evenals de onderlinge samenhang tussen alle ontwikkelingen die de bomen betreffen. Bomenstructuur De behoefte aan een samenhangende bomenstructuur langs de hoofdinfrastructuur is groot. Een doorgaande bomenstructuur geeft duurzaamheid en continuïteit aan het stedelijk weefsel. Er is ook behoefte aan een structuurbeeld als toetsingskader en als streefbeeld voor verdere uitbouw en verbetering van het Beverwijkse bomenbestand. De hoogste prioriteit heeft het aanzien van de verkeersroutes, de visitekaartjes van de stad, evenals de poorten van de binnenstad.
22
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Wijkaanpak en communicatie De gemeente richt zich nadrukkelijk op het concreet aanpakken van problemen in samenwerking met bewoners en partners in de stad. De schaal van de wijk biedt een uitstekend vertrekpunt om samen met bewoners en organisaties de problemen van de stad aan te pakken en het bewustzijn van het boombeheer te vergroten. Het grootste deel van het bomenbestand bevindt zich op particuliere grond of is in beheer als semi-openbaar of gemeenschappelijk groen. Het is gewenst om een actief voorlichtingsbeleid te voeren over de betekenis, het behoud en de kwalitatieve verbetering van het bomenbestand. Organisatie Bij de organisatie zijn belangrijke elementen een betere bedrijfsvoering, zakelijker verhoudingen, een sterker ontwikkeld sturend vermogen en een sterkere gerichtheid op de stad. Bij de planontwikkeling dient samenwerking en een integrale aanpak het uitgangspunt te zijn om de maatregelen voortkomend uit de diverse vakdisciplines op elkaar af te stemmen. Budgettering Voor de realisatie van een duurzaam en vitaal boombestand is geld nodig. Vanuit diverse disciplines en plannen zijn al financiën beschikbaar voor de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. Bijvoorbeeld omvormingsgelden en de bestaande onderhoud- en beheerbudgetten. Binnen deze budgetten moet rekening gehouden en afstemming gevonden worden met het gewenste boombeleid. Vaak is er de mogelijkheid om een win-win situatie te creëren. De instrumenten die verderop in deze nota worden gepresenteerd zorgen er voor dat in de diverse projecten en processen ook rekening wordt gehouden met de bomen zodat we een maximaal effect kunnen behalen.
23
B
C D
A
E F J I
G
H
K
L
Hoofdontsluiting Beverwijk (Netwerk auto korte termijn( 2010-2015) uit: concept Gemeentelijk Hoofdboomstructuur - wensbeeld Verkeer en Vervoerplan) 24
Bomenbeleidsplan Beverwijk
M
3. Boomstructuurplan In dit hoofdstuk komt de boomstructuur in zijn algemeenheid aan bod. Daarna wordt de Beverwijkse boomstructuur op drie niveaus beschreven, stadsniveau, wijkniveau en buurtniveau. Bomen zijn waardevolle elementen in de stad en het landschap. Dat geldt vooral voor de bomen die de dragers zijn van het landschap, de stedenbouwkundige structuur en de infrastructuur. Deze bomen noemen we de ‘structurele boombeplanting’. Om die reden is het belangrijk zorgvuldig met deze bomen, dus met de structuur, om te gaan. Om deze bomen te ‘beheren’.
De opbouw van de boomstructuur van Beverwijk is goed te vergelijken met hoe een spinnenweb is opgebouwd. De verschillende onderdelen zijn apart van elkaar te bekijken, maar vormen duidelijk één geheel, is het één niet op orde, dan is het geheel ook niet op orde. De basis wordt gevormd door de lange spandraden deze zijn de boomstructuur op stadsniveau of hoofddrager. De verbindingsstukken tussen de dragers vormen de boomstructuur op wijkniveau. De lijnen tussen de verbindingsstukken en de spandraden zorgen voor de fijnmazigheid in het netwerk en zijn te vergelijken met de bomen in de woonstraten. Dit is de boomstructuur op buurtniveau. Elk type buurt wordt gekenmerkt door zijn eigen soort boombeplanting.
Een belangrijk sturingsinstrument voor het boombeheer is de boomstructuur, waarbij aangegeven wordt welke bomenrijen deel uit maken van die structuur, wat de gewenste boomsoorten zijn en welke maatregelen genomen moeten worden om de gewenste structuur te realiseren. Het geeft voorstellen voor het oplossen van knelpunten. De uitgangspunten van het bomenbeleid zoals beschreven in paragraaf 2.5 zijn leidend voor de uitwerking. Een prioritering is aangebracht tussen stadswijk en buurtniveau. Naast het bestuderen van de belangrijkste beleids- en structuurplannen zijn ook gebiedsverkenningen uitgevoerd. Dit betreft belangrijke achtergronden op het gebied van historie, stedenbouwkundige ontwikkelingen, infrastructuur en het milieu. Dit leidt tot diverse kaartbeelden waarop de structuur van Beverwijk wordt geschetst en een beschrijving van uitgangspunten en richtlijnen voor het realiseren van de boomstructuur. Het doel is dat de bomenstructuur integraal is afgestemd met de verschillende vakdisciplines. De bomen in parken en op zich zelf staande groengebieden worden later binnen andere planvormen zoals ‘de parkenvisie’ en beheerplannen verder uitgewerkt.
25
Boomstructuur op stadsniveau De boomstructuur op stadsniveau wordt door alle Beverwijkers en bezoekers ervaren en is daarom het belangrijkste overkoepelende niveau. Deze bomen staan op de meest representatieve plekken van de stad, veelal gekoppeld aan de hoofdinfrastructuur. De structuur op stadsniveau is zo belangrijk dat hier de meest zware middelen ingezet worden om bomen te realiseren (indien noodzakelijk). Omdat de boomstructuur op stadsniveau op veel plekken samen valt met de hoofdinfrastructuur zijn kunstingrepen vaak noodzakelijk om hier een gezonde en duurzame boomstructuur te realiseren. Zwaar verkeer, grote oppervlakten met verharding en verdichtte grond belemmeren een normale groei. Zonder extra maatregelen zoals boomkratten, kabelgoten en wortelstraten zullen bomen niet uitgroeien tot gezonde volwassen exemplaren. Deze materialen maken het mogelijk bomen te realiseren op plekken waar ondergronds eigenlijk te weinig ruimte is. Boomstructuur op wijkniveau De boomstructuur op wijkniveau is ook belangrijk, maar hier zullen kunstingrepen zich beperken tot bomenzand en/of bomengranulaat. Dit is materiaal waarin de boom goed kan wortelen, en tevens voldoende draagkracht heeft zodat auto’s boven de wortels kunnen parkeren. Boomstructuur op buurtniveau De boom in de buurt wordt met name door de buurtbewoners beleefd en is daarmee minder bepalend voor het totale stadsbeeld. Voor de boomstructuur op buurtniveau geldt dat de basis goed moet zijn. Het plantgat en overige voorbereidingen moeten voldoen aan de algemene technische eisen van de gemeente. Op die manier heeft de jonge boom een goede start en kans om uit te groeien tot een volwassen exemplaar.
26
Bomenbeleidsplan Beverwijk
De gewenste hoofdboomstructuur is op pagina 24 weergegeven. In donkergroen de boomstructuur op stadsniveau, lichtgroen staat voor de boomstructuur op wijkniveau en de verschillende gekleurde vlakken geven de verschillende buurttypen aan, waarbij elk buurttype een eigen boomstructuur heeft (hierbij is de structuurvisie als uitgangspunt genomen). In de volgende paragrafen wordt per niveau de huidige staat van de boomstructuur besproken, vervolgens de verbeterpunten en iedere paragraaf wordt afgesloten met het streefbeeld voor het besproken niveau. Per niveau zijn nummers en letters op de overzichtsplaten geplaatst. Deze nummers en letters komen overeen met de nummers en letters van de dwarsprofielen en foto’s die tussen de tekst geplaatst zijn.
27
B
C D
A
E F J I
G
H
K
L
Boomstructuur op stadsniveau - huidig bomenbeeld 28
Bomenbeleidsplan Beverwijk
M
3.1
Stadsniveau
Huidig boombeeld Het concept van de hoofdopzet van de boomstructuur op stadsniveau is gebaseerd op de hoofdinfrastructuur van Beverwijk. Haar bovenstedelijke infrastructuur (stroomwegen), gebiedsontsluitingswegen en enkele historische routes en de ligging van de stad tussen de binnenduinrand en het tuinbouwgebied enerzijds en de Wijkermeerpolder anderzijds. De hoofdopzet is zoveel mogelijk gekoppeld aan de hoofdgroenstructuur en er is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het bestaande bomenbestand. De belangrijkste onderdelen van de hoofdopzet van de boomstructuur op stadsniveau zijn de groene ring, de buitenring, de historische routes, landelijke en regionale infrastructuren, de grote invalswegen en de knooppunten. Bomen van de boomstructuur op stadsniveau zijn op verschillende manieren geplaatst, ze staan verspreid, in lanen of in enkele rijen. Deels zijn deze lanen en rijen onderbroken of verdwenen, daarnaast bestaat de hoofdstructuur uit veel verschillende, maar ook afwisselende boomsoorten. Hierdoor is een versnipperd boombeeld ontstaan. Waardoor de structurerende werking van de hoofdboomstructuur minder duidelijk wordt ervaren.
29
B
C D
A
E F J I
G
H
K
L
Boomstructuur op stadsniveau - punten voor verbetering 30
Bomenbeleidsplan Beverwijk
M
Punten voor verbetering De bomen langs de hoofdroutes bepalen voor een belangrijk deel het bomenimago van Beverwijk. Om dit imago verder te versterken en de herkenbaarheid van het hoofdroutesysteem verder te vergroten zouden de huidige boombeelden langs de wegvakken, meer dan nu het geval is op elkaar dienen aan te sluiten en in overeenstemming zijn met het karakter van de omgeving (stedelijk-landelijk) en de historische betekenis van deze routes. Het verbeteren van de boomstructuur houdt op een aantal plekken in dat bomen en onderbegroeiing weggehaald moeten worden om de structuur zichtbaarder te maken. Op andere plekken wordt door middel van bomenaanplant de structuur verbeterd. Op dit moment bestaat het grootste deel van de boomstructuur van Beverwijk uit iep, esdoorn, es en populier (zie ook instrument bomendiversiteit). Binnen de boomstructuur op stadsniveau is meer diversiteit gewenst. Daarom is het van belang om de boomsoortkeuze af te stemmen op het gebied waar de boomstructuur zich bevindt. Een manier om meer kleur en afwisseling in het Beverwijkse bomenbestand te krijgen is om op de belangrijke knooppunten accenten te maken door middel van aanplant van kleurrijke bomen. Ook kan ook gekozen worden om één bepaald wegvak in te planten met een opvallende soort. Er moet nagegaan worden of de gekozen bomen aan de criteria voor de hoofdboomstructuur kunnen voldoen. In het buitengebied zullen vooral landelijke bomen zoals populier, es, iep en wilgensoorten toegepast worden. Voorbeelden van wegen in het buitengebied zijn: de Westelijke Randweg (B), snelweg A9 en A22, Vuurlinie (M), en de invalswegen. Meer cultuurlijke soorten zoals linde, iep, plataan, beuk en kastanje worden toegepast in het stedelijke gebied. Zoals langs de Groene Ring (o.a. C, D en E) en de Alkmaarseweg (F). Binnen de landelijke en cultuurlijke soorten zal gezocht worden naar variëteiten die in Beverwijk nog weinig zijn aangeplant.
31
B C D A
E F J I G
H K
L
Boomstructuur op stadsniveau - streefbeeld 32
Bomenbeleidsplan Beverwijk
M
Streefbeeld Het streven is om de hoofdroutes zo continu mogelijk te voorzien van een eenduidige boomstructuur met bomen van de eerste grootte en in een herkenbaar ritme. De bomen kunnen in rijen, lanen en verspreid langs de route staan, maar de manier van aanplanten sluit aan op de eerder geplante bomen. Het streefbeeld is om de bomen van de hoofdstructuur zoveel mogelijk in het groen te zetten, gras of een laagblijvende, groenblijvende heestersoort en dit dan over een zo groot mogelijke lengte. De wijze van aanplanten en de soortkeuze is wijkoverschrijdend. Als planten in het groen niet mogelijk is, moet intensief ingezet worden op het toepassen van de meest optimale nieuwe, maar bewezen ondergrondse technische mogelijkheden, om goede groeiomstandigheden te creëren. Het toepassen van relatief prijzige, maar duurzame oplossingen zoals boombunkers en of boomkratten is hier een voorbeeld van.
33
Onderdelen van de boomstructuur op stadniveau De boomstructuur op stadsniveau is in de delen in een aantal onderdelen namelijk; de groene ring, de buitenring, de historische routes, landelijke en regionale infrastructuren, de grote invalswegen en de knooppunten. Door in te zoomen op de verschillende onderdelen van de boomstructuur op stadsniveau is beter per onderdeel aan te geven wat het huidige boombeeld is, wat de verbeterpunten zijn en wat het streefbeeld is. De groene ring Huidig boombeeld Delen van de groene ring zien er prima uit. Voorbeelden hiervan zijn delen van de Warande (E), Plesmanweg (C) en de Laan der Nederlanden (D). Hier staan goed gekozen soorten, die passen bij de maat van het profiel. Iepen en linden, boomsoorten van de eerste grootte. Ze zijn gezond, vitaal en staan over het algemeen in een eenduidige lage bodembedekker. Plekken waar delen van de hoofdboomstructuur ontbreken zijn bijvoorbeeld Vondellaan en een deel van de Warande. Punten voor verbetering Op de Warande (E) ter hoogte van de vijvers van de Irislaan en de Laan van Blois moet onderbeplanting worden verwijderd om de hoofdboomstructuur te versterken. Voorbij de kruising met de Laan der Nederlanden aan de Plesmanweg (C) moet de boomstructuur aangevuld worden met bomen van de eerste grootte (bijvoorbeeld iepen). Ook de Vondellaan (G) tussen Westerhoutplein en Beeckzanglaan moet worden voorzien van bomen van de eerste grootte (platanen) in boomkratten tussen langsparkeervakken. Streefbeeld Het streefbeeld van de ‘groene ring’ is een eenduidige boomstructuur die zoveel mogelijk in het groen staat, over een zo groot mogelijke lengte. Dit kan gras of een laagblijvende, groenblijvende heestersoort zijn.
34
Bomenbeleidsplan Beverwijk
E Warande Het profiel van de Warande (E) is heel breed. Bomen van de eerste orde zijn hier goed op hun plek. De lage onderbegroeiing in de vorm van gras geeft een rustig beeld.
E Warande Enkele jaren geleden. De rommelige onderbegroeiing in de middenberm wijkt sterk af van de eenduidige onderbegroeiing in de overige delen van de Warande.
E Warande in de richting van het Westerhoutplein is een goed vooreeld van de groene uitstaling die we nastreven. Het wekt bij de voorbijgangers een aangename en groene indruk van Beverwijk
E Warande Tegenwoordig heeft dit deel van de Warande (E) het uiterlijk van een de boomstructuur die we nastreven. De onderbeplanting is omgevormd in gras. Door deze verandering is de middenberm een geheel geworden met zijn omgeving.
E Warande Even verderop geeft De Warande een heel ander beeld. Een (te) kleine boom in een breed profiel. Ondergrondse aanpassingen maken het mogelijk om hier een grotere boom te planten en ook dit deel van de groene ring een robuuste uitstraling te geven.
35
C Plesmanweg: Profiel ter hoogte van benzinestation
C Plesmanweg: ter hoogte van benzinestation. De boomstructuur bestaat hier uit een en dezelfde boomsoort over een zo groot mogelijke lengte en staat in een lage bodembedekker.
C Plesmanweg terugkijkend op de kruising met de Alkmaarseweg. Plots zijn er geen bomen meer die de weg begeleiden. Door bomen toe te voegen wordt de boomstructuur op dit deel van de groene ring weer één geheel.
36
Bomenbeleidsplan Beverwijk
D Laan der Nederlanden, bestaande profiel
D Laan der Nederlanden Langs de groene ring is de boomsoortkeuze van groot belang. In dit voorbeeld is qua schaal en uitstraling een te kleine boom gekozen, bomen van de eerste orde waren meer op hun plaats geweest.
D Laan der Nederlanden, mogelijk toekomstig profiel met bomen van de eerste grootte in gras.
D Laan der Nederlanden Op dit deel van de groene ring ontbreekt het aan begeleiding door bomen. Door hier bomen te planten krijgt de groene ring op deze locatie het gestreefde uiterlijk.
37
De buitenring Huidig boombeeld De buitenring wordt gevormd door de nieuwe Westelijke Randweg (B). Deze weg wordt met veel zorg landschappelijk ingepast. Dit houdt onder andere in dat de weg zoveel mogelijk in het landschap wordt ingebed en dat alleen wanneer het landschap aanleiding geeft, de weg begeleid wordt door bomen. Punten voor verbetering De beplanting wordt op dit moment volgens plan aangelegd. Er moet aandacht besteed worden aan de beplanting van de aansluiting van de Plesmanweg op de Wijk aan Duinerweg. De weg wordt hier gereconstrueerd en wordt teruggebracht van 2x2 rijbaan met een brede tussenberm naar 2x1 rijbaan op het noordelijke wegdeel. De huidige buitengewoon forse boombeplanting sluit na reconstructie minder goed aan bij de wegbreedte. Streefbeeld Het streefbeeld is een inrichting langs de weg die aansluit op het omliggende landschap. De weg ligt als het ware in het landschap in plaats van dat de weg met begeleidende beplanting het landschap doorsnijdt (de bomen zijn niet beeldbepalend).
38
Bomenbeleidsplan Beverwijk
A: Zeestraat nog uitwerken
B: WRW/Plesmanweg nog uitwerken
39
De historische routes Huidig boombeeld Belangrijke historische elementen zijn de Vuurlinie (M) en de St. Aagtendijk (I). Beide zijn dijken, maar ze hebben elk een geheel eigen beplantingsstijl. De Vuurlinie is van oorsprong beplant met hoog opgaande bomen van de eerste grootte (essen en iepen) terwijl de St. Aagtendijk geheel vrij is van beplanting, omdat het een primaire waterkering is. Historische routes in de hoofdboomstructuur zijn de Alkmaarseweg (F) en de Breestraat (H). Vanouds belangrijke doorgaande route verfraaid met bomen. Tegenwoordig ontbreken grote delen van de boomstructuur langs de Alkmaarseweg. Punten voor verbetering Bij de St. Aagtendijk (I) zal beplanting verwijderd moeten worden om dit historisch landschappelijk element beter zichtbaar te maken. Met name daar waar de dijk de Spoorsingel kruist is dit van belang, omdat de dijk voor de gebruikers van de ‘groene ring’ het meest beleefbaar is. De Alkmaarseweg (F) moet opnieuw voorzien worden van bomen van de eerste grootte, in een regelmatig ritme. Geschikte soorten zijn: plataan, iep en linde. Streefbeeld Het streven is om de St. Aagtendijk (I) en de Alkmaarseweg (F) zoveel mogelijk te voorzien van een passende beplanting. Dit houdt in dat de St. Aagtendijk (I) zo kaal mogelijk gemaakt wordt en dat de Alkmaarseweg (F) zoveel mogelijk voorzien worden van bomen (eerste grootte, plataan, iep, linde). De Vuurlinie (M) is op dit moment voorzien van bomen en er is een plan van aanpak in de maak om het bomenbestand te verbeteren (onderdeel Verbindingen van het Strategisch Groenproject de Buitenlanden).
40
Bomenbeleidsplan Beverwijk
G: Vondellaan. De Vondellaan heeft een smal wegprofiel, maar een heel groen uitelijk door de grote bomen en diepe voortuinen
F Alkmaarseweg: de gekozen boomsoort, past qua maat niet goed bij het brede profiel. Daarnaast zijn de bomen onregelmatig ontwikkeld, dit duidt vaak op ondergrondse problemen.
F De Almaarseweg is een van de belangrijke ontsluitingswegen van Beverwijk, maar is nu nog erg kaal. Door bomen toe te voegen in het profiel wordt de weg een van de dragers van de boomstructuur. Bovengronds en ondergronds is niet overal voldoende ruimte. Ondergrondse voorzieningen zoals boomkratten, maakt het inpassen van de bomenrijen goed mogelijk.
F Alkmaarseweg: mogelijk toekomstig profiel. Een bomenrij aan beide zijden van de eerste grootte past hier prima. Door over de gehele lengte bomen van de eerste grootte aan te planten op een regelmatige afstand, krijgt de Alkmaarseweg weer een passende boombegeleiding.
41
H: Breestraat. Op de Breestraat zijn een aantal jaren terug iepen vervangen door wintelindes. Een goede keuze, deze soort wordt erg groot en past daardoor goed in het brede straatprofiel van de Breestraat.
H: Breestraat. Hierboven een indicatie van hoe de Breestraat er uit ziet als de wintelindes volgroeit zijn. De bomen zijn qua maat in overeenstemming met de ruimte tussen de bebouwing.
42
Bomenbeleidsplan Beverwijk
I St. Aagtendijk De groene lijn geeft de loop van de St. Aagtendijk aan. Beplanting aan de westkant van de Spoorsingel belemmert op dit moment dat de dijk ook daadwerkelijk herkenbaar is.
M: Vuurlinie. De Vuurlinie is een opvallend landschappelijk element in de Wijkermeer. Vooral de beplanting valt erg op in het verder vrij lege landschap van de polder. Om dit beeld te behouden is het noodzakelijk de bestaande bomen goed in de gaten te houden en wanneer het noodzakkelij is, nieuwe bomen aan te planten.
43
Landelijke en regionale infrastructuren Huidig boombeeld De A9 en A22 zijn de grote infrastructuren bin de gemeentegrenzen van Beverwijk. De A22 doorsnijdt als het ware het bebouwd gebied, terwijl de A9 er langs scheert. Beide wegen worden begeleid door bomen. Deze boomstructuren zijn geen compleet geheel over de gehele lengte. Qua maat en uitvoering sluiten delen van de boomstructuur beter en minder goed aan op het brede profiel van de snelwegen. Een deel dat goed overeenkomt met het brede profiel is de beplanting langs de geluidswal van de Broekpolder. Een deel wat minder robuust is, is het deel tussen het Meerplein en de bedrijven langs de Parallelweg. Punten voor verbetering De boomstructuur langs de landelijke en regionale infrastructuur moet zoveel mogelijk aansluiting vinden bij het omliggende landschap. Is het omliggende landschap open, dan worden er geen bomen geplant. Is het omliggende landschap verdicht, door bijvoorbeeld bebouwing of hoogopgaande beplanting, dan moet de weg op die plekken voorzien worden van een boombeplanting van de eerste orde, passend op de ondergrond. Streefbeeld Het streefbeeld is een robuuste begeleiding door bomen van de eerste grootte. In Beverwijk gaan deze wegen voornamelijk door voormalig poldergebied met een kleiige bodem. Populieren zijn dan een geschikte keuze.
44
Bomenbeleidsplan Beverwijk
45
Grote invalswegen Huidig boombeeld De grote invalswegen zijn de belangrijkste toevoerwegen van ‘buiten’ naar de ‘groene ring’. Voorbeelden hiervan zijn de Wijkermeerweg (K) en de Laan van Broekpolder (J). De Laan van Broekpolder is een relatief jonge laan. Het boombeeld is op dit moment nog niet volgroeid. De basis is goed. De laan bestaat uit bomen van de eerste grootte op regelmatige afstand in een lage bodembedekker. De Wijkermeerweg is een al wat oudere weg, al is dit aan de bomen niet te zien. De zware wegconstructie in combinatie met het zware verkeer en de vele in- en uitritten hebben er voor gezorgd dat de bomen het erg zwaar hebben en weinig meer groeien. De boombegeleiding van deze weg is daardoor minimaal. Punten voor verbetering Met name de Wijkermeerweg kan wat betreft de boomstructuur wel een opknapbeurt gebruiken. Dit is een belangrijke invalsweg vanuit het westen en daarmee onderdeel van de entree van Beverwijk.
J: Laan van Broekpolder. De boomstructuur die hier is aangelegd, komt overeen met het streefbeeld dat we tracthten te bereiken. Aangegeven is hoe de boomstructuur er in volwassen staat uit zal zien.
Streefbeeld Het streefbeeld voor deze wegen is minmaal een bomenrij van bomen van de eerste grootte op regelmatige afstand. Daar waar meer ruimte is, wordt dit uitgebreid naar een dubbele bomenrij in een laagblijvende bodembedekker. De boomsoort wordt afgestemd op het gebied waar het doorheen loopt. Geschikte boomsoorten:
J: Laan van Broekpolder. Op dit moment staan aan de Laan van Broekpolder jonge bomen. Wanneer deze volgroeid zijn, passen ze goed in het brede profiel.
46
Bomenbeleidsplan Beverwijk
K Wijkermeerweg Qua beeldvorming en beeldkwaliteit heeft een bomenrij aan beide zijden de voorkeur. Ondergrondse obstakels en eigendomsgrenzen dwingen tot een ander voorstel. Aanpassing van het profiel levert extra ondergrondse ruimte aan de noordzijde, een volwaardige bomenrij is dan mogelijk.
L: Kanaalweg. Ook langs de Kanaalweg zal binnen afzienbare tijd het boombeeld ontstaan dat we hier nastreven. De bomen zijn in 2009 aangeplant.
K Wijkermeerweg: Op dit moment is de ondergrondse gesteldheid onvoldoende voor bomen om uit te kunnen groeien tot volwassen exemplaren.
L: Kanaalweg. Langs de Kanaalweg zijn nog niet zo lang geleden populieren geplant. Zodra ze wat groter zijn begeleiden ze als groene slilnger de hoofdentree van Beverwijk vanuit het oosten. K Wijkermeerweg: In het aangepaste profiel is het mogelijk aan één zijde een volwaardige boomstructuur te plaatsen. 47
Knooppunten Huidig boombeeld De knooppunten liggen vooral op de plekken waar bewoners en bezoekers het bebouwde gebied van de gemeente Beverwijk binnenkomen. Het zijn plekken waar passanten een keuze maken over hun te volgen route, maar het zijn ook plekken waar Beverwijk zich kan presenteren/kan laten zien wat het in huis heeft. Het zijn plekken die overzichtelijk en aantrekkelijk moeten zijn. Voorbeelden van knooppunten zijn het Stationsgebied, het Westerhoutplein en de entree vanuit Heemskerk via de kruising Plesmanweg met de Laan der Nederlanden. Punten voor verbetering Delen van het Stationsgebied zijn in uitvoering. Het beeld van de boomstructuur is daardoor rommelig en onoverzichtelijk. Ook het Westerhoutplein is niet overal even overzichtelijk. Door rommelige struikbeplanting te verwijderen (o.a. bij het herdenkingsmonument) en vaste plantenvakken toe te voegen ontstaat een veel aantrekkelijker beeld. Vaste planten staan er al op de kruising Plesmanweg met de Laan der Nederlanden, hier ontbreken echter bomen van de eerste grootte. Door op alle hoeken van de kruising eenzelfde opvallende boomsoort te planten (bijvoorbeeld een rode beuk of een Italiaanse populier) ontstaat een soort poort waardoor bewoners en bezoekers Beverwijk binnengaan. Streefbeeld De knooppunten van Beverwijk hebben welke een eigen identiteit die versterkt wordt met bomen van de eerste grootte en fraaie plantvakken.
48
Bomenbeleidsplan Beverwijk
49
4
3 1
2
6 5 7 10
11 12
Boomstructuur op wijkniveau - huidig bomenbeeld 50
Bomenbeleidsplan Beverwijk
8 9
3.2
Wijkniveau
Huidig bomenbeeld De boomstructuur op wijkniveau is vooral gebaseerd op de wijkverzamelwegen en de historische routes. Daarnaast is het gebaseerd op de ontwikkeling van Beverwijk door de eeuwen heen. Beverwijk is ontstaan op een strandwal en is daarna uitgebreid richting het tuindersgebied en vervolgnes de polder. Verder is de boomstructuur op wijkniveau zoveel mogelijk gekoppeld met de wijkgroenstructuur en is er aansluiting gezocht bij de bestaande bomen. Bomen van de boomstructuur op wijkniveau zijn op verschillende manieren geplaatst, ze staan verspreid, in lanen of in enkele rijen. Per wijk zijn er kleine verschillen te vinden in de opzet van de boomstructuur. In de oudere wijken staan de bomen vooral in lanen of wat hiervan is overgebleven. Terwijl in de nieuwere wijken de bomen wat losser of gestrooider langs de wegen staan.
51
4
3 1
2
6 5 7 10
11 12
Boomstructuur op wijkniveau - punten voor verbetering 52
Bomenbeleidsplan Beverwijk
8 9
Punten voor verbetering De gekozen boomsoorten en de manier van aanplanten geven vaak een goed beeld van hoe een stad of dorp zich door de jaren heen ontwikkeld heeft. Door de jaren heen zijn bomen bijvoorbeeld bomen uitgevallen en op andere plekken zijn a-typische soorten aangeplant waardoor de verschillen tussen wijken steeds minder zijn geworden. Het boombeeld is vrij homogeen geworden in de loop der tijd. Daarnaast worden er binnen Beverwijk slechts een beperkt aantal soorten bomen gebruikt. Dit is een tweede omstandigheid waardoor een uniform boombeeld is ontstaan.
53
4
3 1
2
6 5 7 10
11 12
Boomstructuur op wijkniveau - streefbeeld 54
Bomenbeleidsplan Beverwijk
8 9
Streefbeeld Het streven is om zoveel mogelijk de ontwikkelingsgeschiedenis van Beverwijk in het boombeeld naar voren te laten komen. Oude routes hebben een eigen identiteit door middel van afgestemde beplanting en bestratingsmateriaal. De wijkverzamelwegen moeten zoveel mogelijk begeleid worden door bomen van één soort op regelmatige plantafstand, afgestemd op het profiel.
55
Onderdelen van de boomstructuur op wijkniveau Oude routes Huidig boombeeld Deze wegen zijn organisch ontstaan als snelste route van en naar Beverwijk. In de loop der tijd is Beverwijk hierlangs uit gaan breiden. Langs veel van deze wegen hebben hagen gestaan als afsluiting van de tuinen en op slechts enkele plekken stonden bomen. Op een aantal plekken zijn overblijfselen van deze structuren terug te vinden. Ze vormen een deel van de geschiedenis van Beverwijk en zijn van grote waarde voor de groene beleving van de aanliggende wijken. Voorbeelden zijn Duinwijklaan, Bankenlaan, Groenelaan en Hoflanderweg. Punten voor verbetering De oude routes van hebben vaak weinig ruimte voor nieuwe bomenrijen en lanen. Enkele bomen of kleine boomgroepjes op strategische plaatsen kunnen deels de structuur van deze wegen versterken. Extra maatregelen zoals het plaatsen van een eigen straatmeubilairlijn en het realiseren van een ‘eigen’ bestratingspatroon leveren een aanzienlijkere bijdrage aan het versteken van de structuur van deze straten (zie ook bijvoorbeeld de Hoflanderweg) Streefbeeld Het streven is herkenbare oude routes, zowel in boombeeld als in straatbeeld. Te gebruiken soorten, zijn soorten die van oorsprong ook langs dit soort routes stonden aangeplant. Op de hogere delen linden en iepen en op de lagere delen elzen. Richting de tuinderijen kunnen de elzen ook de vorm hebben van een haag.
56
Bomenbeleidsplan Beverwijk
1 Julianaplein Op het Julianaplein is een boomsoort gekozen die karakteristiek is voor het kustgebied, daarnaast is bestratingsmateriaal gebruikt dat past bij de kleinschaligheid van het dorp. Dit levert een evenwichtig geheel op.
4 Bankenlaan, tot een paar jaar terug met haag, typerend voor het tuindersgebied aan de westkant van Beverwijk.
7 Hoflanderweg voor herinrichting was de weg voorzien van betonstraatstenen en industriele lichtmasten en was er geen ruimte voor bomen.
4 Bankenlaan, huidige situatie zonder haag. Na aanleg van nieuwbouwwijk Binnenduin zal de haag hier weer teruggeplaatst worden.
7 Hoflanderweg na herinrichting, duidelijk is te zien dat de gebruikte materialen (gebakken klinkers, kleine lichtmasten) afgestemd zijn op het soort straat (woonstraatje) en dat daardoor het karkater van het straat versterkt is. Er was slechts plaats voor een klein aantal bomen
57
58
11 Groenelaan: in het huidige profiel staan de begeleidende bomen te kwarren, als gevolg van verkeerde soortkeuze en minimale ondergronds omstandigheden.
11 Groenelaan: huidig profiel, ondergronds is de situatie niet optimaal voor bomen, daarnaast is de soort niet goed gekozen, de soort vertakt laag waardoor vrachtverkeer de laagste takken kapot rijden.
11 Groenelaan: het profiel hoeft niet aangepast te worden. Door een andere soort te kiezen en de groeiomstandigheden voor aanplant te verbeteren, zal de weg voorzien zijn van een degelijke boombegeleiding.
11 Groenelaan: huidig profiel met ondergrondse verbeteringen en een beter afgstemde boomsoort
Bomenbeleidsplan Beverwijk
10: Grote Houtstraat nog uit werken
12 Duinwijklaan, heeft een groene uitstraling dat voldoet aan het beeld dat we in deze wijk nastreven.
12 Duinwijklaan, huidig profiel, om ervoor te zorgen dat de bomen van de eerste grootte niet teveel overlast geven, worden de platanen regelmatig gekandelaberd.
59
Wijkverzamelwegen Huidig boombeeld De meeste wijkverzamelwegen zijn van later dato dan de oude routes. Deze wegen zijn ontworpen binnen de stedenbouwkundige plannen van de latere uitbreidingswijken. Ze zijn voorzien van veel bomen en groenvlakken en geven de omgeving daardoor een groen karakter. Langs deze wegen zijn een gebrek aan groeimedium of een verkeerde soortkeuze vaak de oorzaak van een gebrekkig boomstructuur. Punten voor verbetering Langs deze wegen zijn meerder mogelijkheden om de boomstructuur te versterken. Van eenvoudig, zoals het verbeteren van de groeiomstandigheden (ploffen, bestaande bomen worden door middel van injecties in de grond voorzien van voedingsstoffen en zuurstof) en het simpel aanplanten van nieuwe bomen in ‘kale’ straten. Ingrijpende verbeteringen zijn complete herprofileringen van straten.
3 Burgemeester Bruinsmalaan, In de huidige situatie heeft deze wijkverzamelweg een heel divers uiterlijk. Verschillende boomsoorten in verschillende soorten onderbegroeiing geven een heel rafelig beeld.
Streefbeeld Het boombeeld dat we hier nastreven is een eenduidige boomstructuur in een herkenbaar ritme van bomen die qua maat passen bij het profiel van de straat. Ook hier is goed gekeken naar de ondergrond. Hierop wordt de boomsoort aangepast. Op de hogere, zanderige delen staan iepen, linden en op de lagere delen staan populier en els.
3 Burgemeester Bruinsmalaan, In het nieuwe profiel is ruimte om de Burgemeester Bruinsmaweg te begeleiden met een bomenrij van bomen van de eerste grootte aan beide zijden in laagblijvende onderbegroeiing.
60
Bomenbeleidsplan Beverwijk
4 Van Riemsdijklaan, Dit is een typisch voorbeeld van weg in een wederopbouwbuurt. Het enige dat ontbreekt zijn de bomen.
4 Van Riemsdijklaan, Naast het aanplanten van bomen, zal ook een aanpassing van de gebruikte straatmaterialen het profiel veel goed doen. De vele reparaties aan het wegdek en op het trottoir komen op dit moment over als een lappendeken van verschillende straatmaterialen.
4 Van Riemsdijklaan, met bomen krijgt weg een vriendelijker karakter. De grote bomen passen goed in het ruime profiel en bij de hoge bebouwing.
61
5 Kuenenplein: nog uitwerken
6 Büllerlaan, De Büllerlaan is een van de belangrijkere wijkverzamelwegen. Dit is echter niet af te lezen aan de begeleidende boomstructuur. Kleine soorten in een kwarrende toestand.
6 Büllerlaan, Op delen langs de Büllerlaan is het mogelijk om aan beide zijden een dubbele rij bomen aan te planten. Een enkele rij aan beide zijden is in ieder geval mogelijk. Dit geeft de weg een passend boombegeleiding.
62
Bomenbeleidsplan Beverwijk
8 Italielaan: Ook de Italiëlaan is een goed voorbeeld van weg in een wederopbouwbuurt. Hier zijn slecht enkele bomen aangeplant en deze zijn van onregelmatige vorm en matig van kwaliteit.
8 Italielaan: kwarrende bomen leveren geen toegevoegde waarde aan het profiel van de Italiëlaan.
8 Italielaan: Het streefbeeld hier is een stevige boombegeleiding van boomsoorten van de eerste grootte. Dit past goed bij de maat van het profiel en de hoogte van de bebouwing.
8 Italielaan: nieuwe bomen met forse standplaatsverbeteringen zorgen voor een aangename en groene uitstraling.
63
9 Zwaansmeerstraat; De Zwaansmeerstraat is enkele jaren geheel opgeknapt. Dit is integraal aangepakt. Dat wil zeggen dat zowel het riool als de wegen als het openbaar groen tegelijk zijn vernieuwd en op elkaar zijn afgestemd.
9 Zwaansmeerstraat, het profiel van Zwaansmeer biedt veel ruimte voor groen en voetgangers, maar heeft ook voldoende parkeergelegenheid.
64
Bomenbeleidsplan Beverwijk
65
Boomstructuur op buurtniveau op basis van de bestaande stedenbouwkundige eenheden 66
Bomenbeleidsplan Beverwijk
3.3
Buurtniveau
In dit hoofdstuk staat op dit moment een eerste aanzet voor de streefbeelden van de verschillende buurten van Beverwijk. Het is onze intentie om met name de streefbeelden samen verder uit te werken met buurtbewoners in een aantal klankbordgroepbijeenkomsten.
Streefbeeld Bomen op de belangrijke plekken en daar waar mogelijk in de gewone straten. Vanwege de krappe ruimte moeten de bomen zowel boven- als ondergronds goed ingepast worden.
Naast de bomen in de hoofdstructuur komen ook bomen in de woonstraten van de bebouwde woongebieden voor. Het gaat hier om de gebieden centrum, vooroorlogs, wederopbouw, laatnaoorlogs, verandergebied, bedrijventerrein en Wijk aan Zee. Zie ook de kaart op pagina 56. Ieder gebied heeft zijn eigen kenmerken en daarmee verbonden ook zijn eigen problemen voor het bomenbestand. centrum (wonen-winkels) Het centrum heeft een dichte compacte structuur van smalle wegen met relatief kleinschalige veelal individuele, maar aan elkaar vast gebouwde panden direct langs deze routes. Verruimingen zijn te vinden op knooppunten van wegen. In het centrum zijn twee groene enclaves, Scheybeek en Akerendam, te vinden. Het straatbeeld is overwegend stenig, zonder voortuin of openbaar groen. In de iets ruimere profielen hebben decennia lang doorgaande boombeplantingen gestaan en op een ruimere hoek in het nauwe profiel een strategische boom. Onder druk van latere verstedelijking en toename van autobezit zijn veel van deze kenmerkende boombeplantingen verloren gegaan. Huidig bomenbeeld Er staan weinig bomen in het centrum, dit is centrumeigen. De bomen die er staan hebben een flink formaat en staan in open ruimtes van de stedenbouwkundige structuur. Vaak zijn het solitairen of een kleine groep. Ze kleden de openbare ruimte in het stenige centrumgebied op een strategische manier groen aan. Zonder veel oppervlak in te nemen, is de groene impact groot. Punten voor verbetering Het Meerplein, Beverhof, Markt en parkeerplaats Bloksteeg zijn samen met het stationsgebied en de Breestraat de belangrijkste plekken voor bomen in het centrum. Dit zijn de plekken ook nu nog ruimte is voor groene accenten. Nagegaan moet worden waar in doorgaande straten boombeplanting toegevoegd kan worden.
vooroorlogs, in een aantal lanen zijn in het verleden bomen vervangen door afwijkende boomsoorten, hierdoor ontstaat een rafeling beeld.
67
vooroorlogs (verdicht-overwegend villa’s) De stedenbouwkundige opzet van het villa-gedeelte van dit buurttype wordt gekenmerkt door grote vrijstaande villa’s in ruime particuliere tuinen, liggend aan grote groene lanen met grote bomen. Ook hier is weinig ruimte om de verstedelijking en autotoename op te vangen. De fraaie bomenrijen zijn echter wel behouden gebleven. Openbaar gebruiksgroen ontbreekt grotendeels (uitzondering is het Harmonielaantje). De verdichte buurten in dit buurttype bouwden voort op de oorspronkelijke lanenstructuur van de tuindorpen met villa’s Ze wijken af van deze eerdere buurten door een veel hogere dichtheid met aaneengesloten kleine grondgebonden arbeiderswoningen en het ontbreken van de ruim opgezette particulieren tuinen of grote voortuinen. Erg smal dwarsprofiel waarbij parkeren op de openbare weg wordt opgelost. Het groene karakter en het verblijfsklimaat van deze buurten staat onder druk. Huidig bomenbeeld Op een aantal plekken is het beeld heel groen met grote voortuinen en statige lanen, op andere plekken heel stenig vanwege het smalle wegprofiel en het ontbreken van voortuinen. Punten voor verbetering Op een aantal plekken zijn in het verleden uitgevallen bomen opgevuld met parkeerplaatsen of afwijkende boomsoorten. Dit geeft een rafelig beeld, voor een meer eenduidig beeld is het goed om deze plekken te herstellen. Streefbeeld Lanen zoveel mogelijk herstellen en in tact houden. Te gebruiken soorten: zoveel mogelijk soorten van de eerste grootte.
68
Bomenbeleidsplan Beverwijk
wederopbouw (laagbouw-hoogbouw) Kenmerkend van dit buurttype is het stempelpatroon en het repeterende karakter van het bebouwingstype en de indeling van de openbare ruimte. Buurten met hoogbouw bestaan voornamelijk uit portieketageflats gegroepeerd in rechthoekige of rechtlijnige clusters rondom een ruim groenvlak met vooral gras en bomen. Buurten met laagbouw bestaan vooral uit strokenbouw met grondgebonden rijtjeswoningen gegroepeerd in rechtlijnige clusters rondom een groenpleintje of een doorgaande groenstrook. Ruimte ontsluitingswegen met geclusterd parkeren, ruime opzet en een groene uitstraling door situering aan brede doorgaande boom- en parkstructuur. Geen of nauwelijks parkeerproblematiek of groentekort, eenduidigheid, saai, kleurloos. Huidig bomenbeeld Veel bomen, juist veel van dezelfde soort, hierdoor veel van hetzelfde soort groen. Informele manier van beplanten in hoven en grotere vlakken groen tussen bebouwing. Langs wegen vaak in rijen. Punten voor verbetering Er mag wat meer kleur aangeplant worden, als accenten op groenpleintjes en in doorgaande groenstroken of als een doorgaande rij langs wegen. Streefbeeld Passende soort bij de straat, diverse soorten. Uitgangspunt is een gezonde boom, passend in de straat. Voor de boom moet er zowel boven- als ondergronds voldoende ruimte en voedsel zijn.
laatnaoorlogs redelijk verdicht-overwegend villa’s De redelijk verdichte buurten bestaan vooral uit grondgebonden woningen in rijtjes of geschakeld in meerdere onder één kap. De opzet is juist niet rechtlijnig maar met hoeken van 90 en 120 graden. Daardoor is een organische wijk gecreëerd met meer aandacht voor voetgangers en fietsers, met woonerfkarakter. Kleine groenpleintjes tussen voorkanten of naast zijkanten van woningen. Ook komen afplantstroken regelmatig voor. De laatnaoorlogse villabuurten zijn ruimer opgezet dan de gewone laatnaoorlogse wijken. Grotere privé-tuinen en vrijstaande of 2-onder-1kap woningen. De opzet van deze buurten is verder dezelfde als gewone laatnaoorlogse wijken.
wederopbouw, veel groen, maar veel van dezelfde soort waadoor een eentonig beeld ontstaat.
Huidig bomenbeeld Heel veel verschillende soorten, hierdoor is een heel afwisselend beeld ontstaan. Helaas kwalitatief niet allemaal even goed. Door de organische stedenbouwkundige opzet zijn er een groot aantal ‘loze hoeken’. Deze zijn allemaal volgezet met groen, hierdoor krijgt de wijk een groene uitstraling. Punten voor verbetering Soorten die niet goed blijken te groeien vervangen door soorten die het wel goed doen. Plekken voorzien van hoogwaardig, aantrekkelijk en eenvoudig te beheren groen. Streefbeeld Passende soort bij de straat, diverse soorten. Uitgangspunt is een gezonde boom, passend in de straat. Voor de boom moet er zowel boven- als ondergronds voldoende ruimte en voedsel zijn.
laat-naoorlogs, veel verschillende soorten, hierdoor is een heel afwisselend beeld ontstaan. Helaas zijn de gebruikte soorten kwalitatief niet allemaal goed.
69
verandergebied Hieronder vallen: Vinexwijk Broekpolder. De opzet is met 35-40 woningen per ha. ruim. De inrichting is strak, functioneel en overzichtelijk zonder eentonig te zijn. Een groene dooradering met een redelijke beeldkwaliteit, verschillende gebruiksmogelijkheden en verschillende architectuurstijlen zorgen voor voldoende afwisseling en een herkenbaar woonmilieu. Westelijk Beverwijk. Dit is een nieuwe villawijk met een groene uitstraling, veel vrijstaande woningen en 2-onder-1 kap woningen op ruime privé-kavels. Diverse binnenstedelijke verandergebieden waaronder de Plantage en de Prinsenhof. Over het algemeen wordt ook in deze nieuwe buurten onder ‘architectuur’ gebouwd. Opvallend is dat de stedenbouwkundige structuur aansluiting zoekt bij de kwaliteiten en structuur van het omliggende stedenbouwkundig weefsel. Huidig bomenbeeld De beplanting is afgestemd op de stedenbouwkundige opzet van de wijk. Punten voor verbetering In verband met de aanlegperiode van het groen in deze wijken zijn er op de korte termijn geen aanpassingen te verwachten. Streefbeeld In stand houden van de huidige situatie.
70
Bomenbeleidsplan Beverwijk
bedrijventerrein De bedrijventerreinen en industriegebieden zijn qua ligging en opzet gescheiden van de verschillende woongebieden. Beverwijk ligt als het ware ingeklemd tussen twee grote bedrijventerreinen.
wijk aan zee Stedenbouwkundig bestaat het dorp uit verschillende typen. Het hart van Wijk aan Zee bestaat uit een knooppunt van oude routes met daar tussen de vooroorlogse uitbreidingen en de latere 70-er jaren bouw. Deels met villa’s en veel privé groen, deels met aaneengesloten rijen arbeiderswoningen.
Huidig bomenbeeld Het ontbreken van bomen en andere soorten beplanting in grote delen van het bedrijventerrein, geeft het gebied een schraal uiterlijk.
Huidig bomenbeeld Vrij kaal, maar dit is kenmerkend voor kustdorpen.
Punten voor verbetering Beplanting kan zorgen voor meer eenheid en structuur in het bedrijventerrein.
Punten voor verbetering In straten waar ruimte in het profiel aanwezig is, nieuwe bomen aanplanten.
Streefbeeld Voor het bedrijventerrein ligt de nadruk op de hoofdstructuur. De structuur op buurtniveau is gelijk aan die van de hoofdstructuur met het verschil dat de plantafstand is de rijen groter is en de gebruikte soort kleiner is. Lange rijen van dezelfde soort op regelmatige afstand.
Streefbeeld Soorten die goed tegen het zeeklimaat kunnen en een ingetogen uiterlijk hebben (in- of uitheems). Op plekken in de stadstructuur is ruimte voor meer uitbundige soorten.
71
4. Instrumenten Naast het vaststellen, uiwerken en realiseren van de bomenstructuur van Beverwijk zijn er een tal van instrumenten die medebepalend zijn voor goed boombeheer en boombeeld binnen Beverwijk. Het een kan niet zonder de ander en het structuurbeeld en de instrumenten vullen elkaar aan. Tijdens de planvorming van projecten en het dagelijksbeheer kan met de verscheidenheid aan instrumenten op verschillende momenten vanuit de gemeente invloed worden uitgeoefend op de manier waarop met de bomen wordt omgegaan. Vanaf de conceptuele ideeën (bomentoets) tot en met de uitwerking van het bestek (technische voorwaarden). De instrumenten van de gemeente Beverwijk zijn voor de overzichtelijkheid ingedeeld in vijf groepen, namelijk de Ontwerpinstrumenten, Procesinstrumenten, Wet- en Regelgevingsinstrumenten, Beheersinstrumenten en Communicatie instrumenten. De instrumenten worden kort omschreven en daarnaast wordt wat verteld over de huidige status en toepassing van het instrument. Dit gedeelte van het Bomenbeleidsplan is aan verandering onderhevig en zal dan ook regelmatig worden geüpdate. De instrumenten worden als bijlage aan de nota toegevoegd.
72
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Een overzicht van de instrumenten: Categorie: Ontwerpinstrumenten
Instrument: - Bomennorm - Soortkeuzerichtlijn
Procesinstrumenten
- Bomenchecklist voor projectleiders - Groentoets/ BEA
Wet en Regelgevinginstrumenten
- Kapverbod (APV) - Herplantplicht (APV) - Wegnemen bedreigingen (APV) - Flora en Fauna wet - Omgevingsvergunning
Beheerinstrumenten
- Bescherming monumentale bomen - Tien geboden voor bouw of aanleg bij bomen - Standplaatsverbetering - Bescherming waardevolle particuliere bomen - Ziekten en Plagenbeleid - VTA controle
Inrichtings en Uitvoeringsinstrumenten
- Technische voorwaarden - Plantvoorschriften
Communicatie instrumenten
- Bomenbalans - Boomfeestdag
4.1
Ontwerpinstrumenten
Het ontwerp is een van de belangrijkste schakels om tot de uiteindelijke uitvoering van een plan te komen. Binnen het ontwerp worden de plannen (visueel) uitgewerkt en vastgelegd op een tekening, eventueel met een bijbehorende toelichting. Het is van belang dat in het ontwerp al rekening wordt gehouden met de standplaatseisen van de boom en zijn uiteindelijke grootte. Wanneer een bestaande boom in het plan wordt opgenomen moet rekening worden gehouden met de ruimte die deze boom nodig heeft en daarnaast de bestaande maaiveldhoogtes en grondwaterstanden. In de ontwerpfase kunnen we met het instrument ‘Bomennorm’ invloed uitoefenen op de hoeveelheid bomen die in het plan worden opgenomen. Met het instrument ‘Soortkeuzerichtlijn’ heeft de gemeente invloed op de soortkeuze van de bomen en daarmee op de vitaliteit en diversiteit van de boomstructuur door de juiste soort op de juiste plek te zetten. Bomennorm Status: In ontwikkeling
8 Italielaan: fotobewerking
Momenteel hanteert de gemeente Beverwijk geen normering voor het gewenste aantal bomen per woning. Het instrument ‘Bomennorm’ levert een positieve bijdrage aan de evenwichtige spreiding van bomen over de stad, bijvoorbeeld in de vorm van een zonering met normen voor de verschillende buurttypen. Deze normering is een richtlijn bij herstructureringen en gebiedsuitbreidingen. Het principe kan worden vergeleken met de parkeernorm. Met de ontwikkeling van dit instrument kan de gemeente invloed uitoefenen op de kwantiteit van bomen in nog te ontwikkelen plannen, herinrichtingen en herstructureringen Soortkeuzerichtlijn Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld Elke boom groeit anders. De ene soort kan beter tegen verharding, de ander doet het juist beter in open grond. Daarnaast zijn bepaalde bomen meer geschikt als laanbeplanting terwijl andere soorten weer beter zijn als solitair. Door de jaren heen is veel ervaring opgedaan met het planten en verzorgen van bomen in de bebouwde omgeving. Met de soortkeuzerichtlijn hebben we een richtlijn ontwikkeld voor ontwerpers die in Beverwijk plannen ontwerpen. We gebruiken dit instrument om de diversiteit in het Beverwijkse bomenbestand te vergroten. Dit instrument is een bundeling van kennis en ervaring die steeds als er nieuwe technieken en kennis ontstaat, aangevuld wordt. 73
4.2 Procesinstrumenten
4.3 Wet en Regelgevinginstrumenten
Tijdens de planontwikkeling raakt regelmatig het belang en het behoud van bomen op de achtergrond. Door de bomenchecklist en de bomentoets deel uit te laten maken van het proces dat doorlopen moet worden bij de planontwikkeling waarborgt de gemeente dat er voldoende aandacht aan het aanwezige en te realiseren groen wordt gegeven. Beverwijk is een ambitieuze gemeente, die meerdere grote projecten de komende tijd in uitvoering brengt. Beleidsmedewerkers groen en openbare ruimte zitten in projectgroepen waar de ontwikkeling en het ontwerp van deze projecten worden besproken en gemaakt. De beleidsmedewerkers waken er voor dat de aanwezige bomen in het plan worden opgenomen en nieuwe bomen een goede plek krijgen.
In de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) van de gemeente Beverwijk zijn diverse regels opgenomen met betrekking tot de gemeentelijke houtopstanden. Met deze regels heeft de gemeente een juridisch instrument in handen om de kwaliteit en kwantiteit van het bomenbestand te beïnvloeden. Naast de APV gelden ook landelijke wetten en regels met betrekking tot de bomen. Hieronder worden de verschillende instrumenten nader toegelicht.
Bomenchecklist voor projectleiders Status: In ontwikkeling Deze lijst brengt het belang van de boom onder de aandacht bij elk project in de openbare ruimte. Hij moet in elke projectfase, van de exploitatie tot de onderhoudsfase steeds bij het project gebruikt worden. De checklist dwingt de projectleider om een goede inventarisatie en analyse van de bestaande bomen te (laten) maken. Daarnaast wordt al in een vroege fase aandacht gevraagd voor de toekomstige bomen en groenstructuur. Zo zorgt de gemeente er voor dat bestaande bomen ingepast worden en bijvoorbeeld dat er voldoende geld gereserveerd wordt voor nieuwe bomen en duurzame groeiomstandigheden. Bomentoets en Boom Effect Analyse (BEA) bij bouwplannen Status: In ontwikkeling In de kleinere en particuliere projecten waarbij de bomenchecklist niet van toepassing is wordt gebruik gemaakt van de bomentoets en de BEA. Op het moment dat er een bouwaanvraag bij de gemeente binnenkomt wordt de bouwaanvraag gescand op eventueel aanwezige bomen die beïnvloed kunnen worden door de werkzaamheden. De beleidsmedewerker groen bepaalt dan of de bouwvergunning kan worden afgegeven. Of dat er extra maatregelen (zoals bij bijlage # 10 geboden) of nog extra onderzoek (BEA) moet plaatsvinden voordat de bouwvergunning kan worden afgegeven.
74
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Kapverbod waardevolle en gemeentebomen (APV) Status: vastgesteld gemeentelijk beleid Ter conservering van het bomenbestand is in de APV van de gemeente Beverwijk een kapverbod opgenomen: Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een houtopstand te vellen of te doen vellen. De uitzonderingen op deze regel, evenals de mogelijkheid tot de aanvraag van een kapvergunning en alle bijbehorende zaken staan in de APV. Het kapverbod in de APV heeft betrekking op alle bomen binnen de bebouwde kom, daarbuiten is de Boswet van kracht. Ook voor het verplanten van een boom is een kapvergunning nodig. Herplantplicht (APV) Status: vastgesteld gemeentelijk beleid De herplant-/instandhoudingsplicht is in de APV opgenomen, bij de verlening van de kapvergunning kan opgenomen worden dat een (gelijkwaardige) boom herplant moet worden. Als bomen zonder vergunning worden gekapt, kan de gemeente aan de eigenaar van de grond waarop de boom stond, de verplichting opleggen te herplanten in overeenstemming met de door de gemeente te geven aanwijzingen binnen een door de gemeente te stellen termijn.
Wegnemen bedreigingen (APV) Status: vastgesteld gemeentelijk beleid Als een boom waarvoor het kapverbod geldt, wordt bedreigd door de uitvoering van werkzaamheden, kan het college de plicht opleggen om boombeschermende voorzieningen te treffen. Wanneer de bedreiging van een boom gesignaleerd wordt, kan de veroorzaker door het college aangeschreven worden. In de prakrijk functioneert dit instrument goed. Er wordt beter rekening gehouden met de boom en de bedreigingen worden weggenomen. Flora- en faunawet Status: vastgesteld landelijk beleid
Kapverbod waardevolle en gemeentebomen: Het is verboden om zonder vergunning waardevolle en gemeentebomen te kappen, bij verlening kan de gemeente als voorwaarde stellen dat een (gelijkwaardige) boom herplant moet worden.
De voorwaarden bij een kapvergunning op basis van de verplichtingen vanuit de Flora- en faunawet zijn : Ten aanzien van vogels: Wanneer in een boom een vogelnest in gebruik is, kan de boom onder geen enkele voorwaarde worden gekapt, ongeacht de tijd van het jaar. Wanneer door het kappen van een boom een nest in de directe omgeving , al dan niet in een boom, wordt verstoord, kan de boom evenmin worden gekapt. Dit ter beoordeling van een deskundig ecoloog of beschermer van Nederlandse broedvogels. In verband met het gebruik door vogels van houtige begroeiing mogen in de hoofdbroedtijd van 15 maart tot 15 juli bomen niet worden gekapt. Bomen en struiken leveren in die periode veel insecten als voedsel voor de jonge van nestelende vogels. In de periode van 15 maart tot 15 juli kunnen alleen vrijstaande bomen die niet of nauwelijks door vogels worden bezocht, worden gekapt; zulks ter beoordeling van een deskundig ecoloog of beschermer van Nederlandse broedvogels.
Kapverbod waardevolle en gemeentebomen: Ook voor het verplanten van een waardevolle of gemeenteboom moet een kapvergunning aangevraagd worden.
75
Ten aanzien van vleermuizen: Bomen, bewoond door vleermuizen mogen niet worden gekapt. Alleen wanneer het ministerie van LNV ontheffing heeft verleend, kan een boom met vleermuizen worden gekapt in de maanden september en oktober, mits aan de voorwaarden van de ontheffing is voldaan. In geval van direct gevaar voor het publiek –zulks ter beoordeling van een boomdeskundige – kan na raadpleging van een deskundig ecoloog een boom met vleermuizen worden gekandelaberd. Wanneer de veiligheid vereist dat ook de stam wordt gekapt moet de boom(stam) voorzichtig wordt gestreken en moet de gekapte boom(stam) in zijn geheel een nacht blijft liggen, zodat de vleermuizen kunnen ontsnappen.
Flora en Faunaweg: bomen waarin vleermuizen huizen, mogen zonder ontheffing niet gekapt worden.
76
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Omgevingsvergunning Status: vastgesteld landelijk beleid Door inwerkingtreding van de omgevingsvergunning in 2010, worden bij elk fysiek project de bomen direct bij de vergunningaanvraag onder de aandacht gebracht. Het betreft het wetsvoorstel “Wet algemene bepalingen omgevingsrecht” (Wabo). De kapvergunning wordt dan samengevoegd met 24 andere ruimtelijke vergunningen tot één integrale omgevingsvergunning. Deze omvorming van kap- naar omgevingsvergunning heeft slechts formele en procedurele consequenties. De Wabo is slechts een formele kaderwet die eisen stelt aan de aanvraag, de procedure en de integraliteit van een (kap)besluit. Dit betekent dat een projectbesluit onder de Wabo altijd een “boominclusief besluit” moet bevatten. Met de komst van de omgevingsvergunning komt er een wettelijke verplichting tot integrale besluitvorming over alle aanvragen in één keer. De inhoud van het kapvergunningenbeleid blijft een exclusieve gemeentelijke bevoegdheid.
4.4 Beheerinstrumenten Goed beheer is essentieel om vitale, duurzame volwassen bomen te krijgen. Goed beheer houd in, goede plantvoorschriften, goede ondergrondse voorzieningen, regelmatige controle, verzorging en snoei van de bomen, zorg bij de aanplant en zorg bij bouwwerkzaamheden. Bescherming monumentale bomen Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld Oude en bijzondere bomen zijn zeer beeld- en sfeerbepalend en geven een extra dimensie aan de openbare ruimte. Oude bomen dragen de omgevingsgeschiedenis van vele jaren met zich mee. Daarom wil de gemeente Beverwijk deze monumentale bomen extra beschermen. De monumentale bomen zijn op veel plaatsen het kenmerk van de stedelijke ruimte en daar dragen ook veel particuliere bomen aan bij. Goed onderhoud zorgt dat we er langer van kunnen genieten.
Standplaatsverbetering Status: in ontwikkeling Voor de beleving van groen is de aanwezigheid van volwassen bomen van groot belang, het is dus nuttig te investeren in bomen en er voor te zorgen dat bomen oud kunnen worden. De bomen in Beverwijk hebben in veel gevallen onvoldoende goede groeiomstandigheden. Vaak is het knelpunt onvoldoende doorwortelbare ruimte en te weinig aanwezigheid van zuurstof en voedingsstoffen. Helaas is het vrijwel onmogelijk om de groeiomstandigheden duurzaam te verbeteren bij bestaande bomen. Het boombeheer is er daarom op gericht de standplaats van bestaande bomen zo veel mogelijk te beschermen. Kwarrende bomen kunnen door het injecteren van extra zuurstof en voedingstoffen, het zogenaamde ‘ploffen’, weer een oppepper krijgen maar dit is geen duurzame oplossing. De gemeente is altijd op zoek naar de beste manier om bestaande bomen te beheren en volgt de trends in boomverzorging zo veel mogelijk.
Tien geboden voor bouw of aanleg bij bomen Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld De tien geboden zijn een instrument ontwikkeld door de Bomenstichting en geeft tien gouden regels die bij de bouw of aanleg van projecten in de buurt van bomen moeten nageleefd. Het gaat om de volgende regels: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Bescherm de stam en de wortels Plaats geen bouwmaterialen en geen bouwkeet onder de boom Houdt bouwverkeer buiten de kroonprojectie Verstoor de bovengrond niet Voorkom beschadiging van de wortels Leg kabels en leidingen zorgvuldig aan Houdt de grondwaterstand gelijk Houdt schadelijke stoffen uit de buurt van bomen Laat noodzakelijk snoeiwerk door vakkundige boomspecialisten uitvoeren 10. Plaats geen dichte verharding over de wortels Deze regels moeten algemeen bekend zijn bij alle medewerkers van de gemeente die betrokken zijn bij de coordinatie en uitvoering van werkzaamheden.
Standplaatsverbetering: door middel van ploffen wordt de doorwortelbare ruimte vergroot en voedingstoffen en zuurstof tussen de wortels gebracht.
77
Bescherming waardevolle particuliere bomen Status: in ontwikkeling
Ziekten- en Plagenbeleid Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld
Binnen de gemeente bevinden zich een groot aantal waardevolle bomen op particulier terrein. De bomen die in vaak in de voor- of achtertuin van bewoners staan leveren een waardevolle bijdrage aan het boombeeld in de straat of wijk. De gemeente wil haar bewoners bewuster maken van de waarde van de bomen en bewoners stimuleren om de bomen te behouden.
Met het effectief bestrijden van ziekten en plagen bewaken we de gezondheid van ons bomenbestand. De kwaliteit van het bomenbestand wordt hiermee positief beïnvloed. Gezonde bomen leven langer zodat de boomstructuur robuuster wordt. Bomen kunnen ziek worden. Als gevolg van ziekten en plagen kan de wortelen de takkenstructuur van de boom achteruitgaan. Zwakke bomen onveilige situaties veroorzaken worden preventief verwijderd. Vroegtijdig en kordaat optreden kan in veel gevallen ervoor zorgen dat de ziekte niet verder uitbreidt. Bij nieuwe ziektes wordt de berichtgeving over onderzoeken naar bestrijding van de ziekte nauwgezet gevolgd en zo nodig wordt actie ondernomen. Bomen die gezond en vitaal zijn, zijn minder vatbaar voor ziekten. Nieuwe bomen worden daarom met veel zorg en aandacht geplant, zodat ze alle kans krijgen om gezond en vitaal te blijven (zie ook instrument Plantvoorschriften). Bomen waarvan bekend is dat ze vatbaar zijn voor ziekten worden in Beverwijk terughoudend aangeplant.
Ziekten- en Plagenbeleid: Met het effectief bestrijden van ziekten en plagen zorgen we ervoor dat ons bomenbestand gezond en vitaal blijft (hierboven iepen aangetast door de iep-ziekte).
78
Bomenbeleidsplan Beverwijk
VTA-controle: Regelmatige VTA-controle voorkomt dat dat bomen onverwacht deel of helemaal omvallen en schade veroorzaken.
VTA-controle Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld
Technische Voorwaarden Status: in ontwikkeling
Met informatie die we verkrijgen uit de Visual Tree Assessment (VTA) kunnen we ingrepen doen om de kwaliteit en de kwantiteit van het bomenbestand te vergroten en te versterken. Bij een dergelijke controle wordt op verschillende zaken gelet. Acties die uit de VTA-controle voortvloeien zijn onderhoudsmaatregelen zoals kappen en snoeien of het uitvoeren van een nader onderzoek. Door regelmatige inspecties voorkomen we dat de bomen onverwacht deels of helemaal omvallen en schade veroorzaken. In Beverwijk worden alle bomen gemiddeld één keer per drie jaar gecontroleerd. Minder vitale bomen worden frequenter gecontroleerd (eens per jaar) en vitale minder frequent (in ieder geval eens in de vijf jaar). Aan de hand van gegevens uit de VTA-controle worden de bomen beheerd. De VTA-gegevens worden ook gebruikt bij beoordelingen van de toekomstwaarde van bomen in straten of wijken die heringericht of geherstructureerd worden. Door de V.T.A.-gegevens twee maal per jaar te analyseren, verkrijgen we input voor het maken van nieuw beleid. De V.T.A.-gegevens zijn vooral van toepassing op de soortkeuzerichtlijn en de plantvoorschriften.
Beverwijk maakt bij de uitvoering van projecten gebruik van gemeentelijk vastgestelde technische voorwaarden. Hierin staan onder andere eisen ten aanzien van de standplaats en aanplant van bomen. Dit document is in 2009 herzien en aangevuld met een uitgebreide plantvoorschriften en beheersmaatregelen voor bomen. De technische voorwaarden spelen een belangrijke rol omdat ze bij de uitvoering van projecten aan de aannemer worden meegegeven als te volgen regels. Plantvoorschriften Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld De boven- en ondergrondse ruimte zijn in grote mate bepalend voor de uiteindelijke kwaliteit van bomen. Onderzoek heeft aangetoond dat de gemiddelde boom zijn wortels bij voorkeur ontwikkeld in de zone onder de kroon. Natuurlijk moet in de zogenoemde kroonprojectie wel gelegenheid zijn om wortels te kunnen laten groeien. Voor het planten moet de doorwortelbare ruimte aangelegd worden zodat we zeker zijn van een technisch duurzame standplaats. Een fysieke duurzame standplaats is minder eenvoudig te definiëren. De bovengrondse ruimte in verticale en horizontale richting moet voldoende zijn om de boom, in de te verwachtte eindgrootte, te kunnen handhaven zonder dat de boom overdadige overlast voor de omgeving oplevert. Met overlast wordt gedoeld op extreme uitzichtbelemmering en schaduwwerking door bomen die te dicht op bebouwing of verkeersvoorzieningen staan.
Technische Voorwaarden: om bomen te laten groeien langs grote infrastructuren zijn speciale boomstraten noodzakelijk. In de technische voorwaarden staat vermeld waaraan de standplaats van bomen aan moet voldoen
79
4.5
Communicatie instrumenten
De aanplant en verwijdering van bomen gaat vaak gepaard met veel emotie. Bewoners zijn erg betrokken bij wat er met de bomen gebeurt en daarom is het belangrijk goede en heldere informatie te geven over het gemeentelijk bomen beleid. Met de onderstaande instrumenten kan periodiek informatie verstrekt worden over het reilen en zeilen van de bomen in Beverwijk. Bomenbalans Status: vastgesteld gemeentelijk beleid De bomenbalans geeft inzicht in hoeverre het aantal gekapte gemeentebomen in evenwicht is met het aantal geplante bomen. In de APV is geregeld dat voor elke gekapte boom een nieuwe geplant wordt (herplantplicht), het is echter niet altijd mogelijk dit in de directe omgeving te doen, bovendien zit er vaak enige tijd tussen. In 2003 is gestart met het opstellen van de bomenbalans. Dit wordt jaarlijks herhaald om vooral op de langere termijn te kunnen sturen. De effectiviteit van de balans is groot, een negatief saldo valt meteen op, zolang daarvoor een goede verklaring is, mag dat geen probleem zijn. Het instrument speelt een belangrijke rol in de communicatie naar de burgers toe. Bewoners krijgen jaarlijks een overzicht hoeveel boemen zijn gekapt en aangeplant en ook in welke gebieden dit is gebeurt. Het instrument laat zien dat de gemeente bewust met de bomen omgaat.
80
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Boomfeestdag (17 maart 2010) Status: vastgesteld landelijk beleid De Nationale Boomfeestdag wordt in Nederland jaarlijks gehouden op de derde woensdag in maart. Deze dag in het voorjaar voor het behoud van bomen in de natuur werd voor het eerst in april 1957 in Nederland georganiseerd door het Landelijk Comité Boomplantdag (als onderdeel van Staatsbosbeheer), en in 1980 is voortgezet door de Stichting Nationale Boomfeestdag. Het doel van de Boomfeestdag is om kinderen de functies en de waarde van bomen in hun directe leefomgeving te laten inzien, door middel van het laten planten van een eigen boom. De Stichting streeft ernaar dat ieder kind tijdens zijn of haar lagere schooltijd minimaal één keer een eigen boom plant. Voor de gemeente is de Boomfeestdag een mooie gelegenheid om nog eens aan de bevolking te laten zien wat de gemeente op het gebied van bomen doet. De wethouder groen zal op deze dag met een groep school kinderen nieuwe bomen aanplanten en voorlichting geven over het gemeentelijke bomenbeleid. Specifieker kan worden ingegaan op het behoud of verplanting dat jaar van waardevolle bomen in grote projecten.
81
5. Communicatie Voor bekendheid, een goede implementatie van het plan en het creëren van draagvlak is een communicatieplan nodig. Het is belangrijk dat de mensen die met het plan moeten gaan werken en/of er door beïnvloed worden op de hoogte zijn van de inhoud van het plan. Ook bewoners zijn graag op de hoogte van het gemeentelijk beleid. Zij willen weten wat de gemeente de komende jaren met de bomen en de boomstructuur van plan is. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de gemeente het Bomenplan onder de aandacht zal brengen. 5.1
Interne communicatie
Binnen de “groene” afdelingen moet overeenstemming zijn over het plan, het moet dus zowel door de buitendienst, de beleidsmedewerkers van wijkzaken en de beleidsmedewerkers van stadszaken gedragen worden. Daarnaast is het zaak dat andere werkvelden zich kunnen vinden in het plan en inhoudelijk op de hoogte zijn. Al in de ontwikkelingsfase van het beleidsstuk moeten andere werkvelden zoals verkeer, water en riolering, kabels en leidingen en bouw en woontoezicht bij het plan betrokken worden. Deze vakgebieden weten dan ook dat er een nieuw plan aan komt. Dit is echter niet voldoende om het plan binnen de gemeente te laten landen. Zeker de projectleiders die veel met het plan temaken zullen krijgen zijn een belangrijke groep om het plan aan te presenteren. Hieronder staan een aantal mogelijkheden opgesomd om het plan onder de aandacht te brengen. Verspreiding nota In de verschillende kamers in het stadskantoor en op het bedrijfsgebouw moeten een aantal exemplaren van het plan komen te liggen. Zo hebben de verschillende werkvelden altijd een exemplaar tot hun beschikking. Maak kennis met.. Bijna elke maand is er de mogelijkheid om een lunchlezing te geven over een inhoudelijk onderwerp. Door het bomenbeleidsplan in ‘Maak kennis met .. ‘ te presenteren kunnen we de plannen aan een breed publiek bekend maken.
82
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Nieuwsbrief Wijkzaken Wijkzaken brengt maandelijks een nieuwsbrief uit. Hierin worden actuele onderwerpen in behandeld. Een kort stukje over het bomenbeleidsplan en wat informatie over de betrokken personen zou in deze brief kunnen worden geplaatst. Presentatie in teamoverleg Wijkzaken heeft maandelijks een teamoverleg hierin wordt ook altijd een inhoudelijk thema behandeld. Dit is een goede mogelijkheid om het bomenplan te presenteren. Intranet/Binnenwerk Op binnenwerk kan ook een stuk over het bomenplan verschijnen met een link naar het originele document.
5.2
Communicatie met bewoners
Met de verdichting van het stedelijk gebied en de toename van de stedelijke dynamiek zijn mensen steeds meer het belang van bomen in hun directe leefomgeving gaan inzien. Men wordt er zich steeds meer van bewust dat het welzijn van mensen voor een deel wordt bepaald door de aanwezigheid van groen. In een stedelijk gebied waar zoveel functies en belangen op een kleine ruimte spelen, is niet altijd ruimte voor groen en moeten er wel eens keuzes gemaakt worden die ten nadele van het groen uitvallen. Voor veel mensen zijn bomen de exponent van het groen en indirect dus ook verantwoordelijk voor hun welbevinden. Emoties kunnen een rol gaan spelen als bomen moeten wijken voor andere belangrijke functies. In veel gevallen kan een goede communicatie over de kap in combinatie met het beleid dat de gemeente heeft ten aanzien van bomen de zaken verduidelijken. Daarnaast is het belangrijk om open te communiceren over de (on) mogelijkheden van bomen in de openbare ruimte. Met een dergelijke communicatie kunnen veel misverstanden uit de weg worden geruimd. Om tot een goede communicatie met de bewoners te komen kan van de onderstaande communicatie middelen gebruik worden gemaakt.
Informatieavond Het plan kan door de groenmedewerkers worden gepresenteerd op een informatieavond. Evenementen Bij de organisatie van de boomfeestdag of de dag van de park kan het bomenplan weer onder de aandacht worden gebracht. Wijkgroepvergaderingen In de wijkgroepen kan ook een presentatie worden gegeven. Nieuwsbrief/Wijk De wijkco’s brengen een nieuwsbrief uit, hierin kan een artikel over het bomenbeleid worden opgenomen.
Persbericht De gemeente kan naar de lokale en regionale pers een persbericht verzenden over het nieuwe bomenbeleid. Informatiefolder Ter informatie kan deze informatiefolder bij de publieksbalie neergelegd worden voor degenen die geen internet hebben, of de informatie schriftelijk willen lezen. Internet / website Beverwijk Op de website van de gemeente kan een artikel worden geplaatst met een link naar het gehele document als pdf. Radio/televisie De gemeente kan de radio of televisie uitnodigen om het bomenbeleidsstuk onder de aandacht te brengen.
83
6. Samenvatting en financiële consequenties invulling volgt t.z.t.
84
Bomenbeleidsplan Beverwijk
85
Bijlage De instrumenten
86
Instrument:
Status:
1. Bomennorm
in ontwikkeling
2. Soortkeuzerichtlijn
in ontwikkeling
3. Bomenchecklist voor projectleiders
in ontwikkeling
4. Bomentoets, hoe om te gaan met bestaande bomen bij bouwplannen
in ontwikkeling
5. Kapverbod (APV)
vastgesteld gemeentelijk beleid
5. Herplantplicht (APV)
vastgesteld gemeentelijk beleid
5. Wegnemen bedreigingen (APV)
vastgesteld gemeentelijk beleid
6. Flora en Fauna wet
vastgesteld landelijk beleid
7. Omgevingsvergunning
vastgesteld landelijk beleid
8. Bescherming monumentale bomen
in ontwikkeling
9. Tien geboden voor bouw of aanleg bij bomen
gereed, wordt met het vaststellen van het bomenbeleidsplan vastgesteld
10. Standplaatsverbetering
in ontwikkeling
11. Bescherming waardevolle particuliere bomen
in ontwikkeling
12. Ziekten en Plagenbeleid
gereed, wordt met het vaststellen van het bomenbeleidsplan vastgesteld
13. VTA controle
gereed, wordt met het vaststellen van het bomenbeleidsplan vastgesteld
14. Technische voorwaarden
in ontwikkeling
15. Plantvoorschriften
in ontwikkeling
16. Bomenbalans
vastgesteld gemeentelijk beleid
17. Boomfeestdag
vastgesteld landelijk beleid
Bomenbeleidsplan Beverwijk
1. Bomennorm status: in ontwikkeling 2. Soortkeuzerichtlijn status: in ontwikkeling 3. bomenchecklist voor projectleiders status: in ontwikkeling 4. bomentoets, hoe om te gaan met bestaande bomen bij bouwplannen status: in ontwikkeling
5. Kapverbod waardevolle en gemeentebomen, Herplantplicht (APV), Wegnemen bedreigingen (APV) Status: vastgesteld gemeentelijk beleid Hieronder volgt de tekst uit de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) 2006 Afdeling 2: Het bewaren van houtopstanden Artikel 11.2.1 Begripsomschrijvingen 1. In deze afdeling wordt verstaan onder: a. houtopstand: hakhout, een houtwal of een of meer bomen; b. hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen; c. dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand; d. bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1, vijfde lid, van de Boswet; e. iepziekte: de aantasting van iepen door de schimmel Ophiostoma ulmi (Buism.) Nannf. (syn. Ceratocystis ulmi (Buism.) C. Moreau); f. iepenspintkever: het insect, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F.) en Scolytus multistriatus (Marsh) en Scolytus pygmaeus. 2. In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan: rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
87
Artikel 11.2.2 Kapverbod 1. Het is verboden zonder vergunning van het college houtopstand te vellen of te doen vellen. 2. Het verbod geldt niet voor: a. wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouw gronden, beide voorzover bestaande uit niet-geknotte populieren of wilgen; b. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden; c. fijnsparren, niet ouder dan 12 jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; d. kweekgoed; e. houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld; f. houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en gelegen is buiten een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt die: ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are; ofwel bestaat uit rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen; g. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving of last van het college, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 11.2.6. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op houtopstanden in niet-openbare tuinen of nietopenbare erven tenzij het college de betreffende houtopstand, de betreffende niet-openbare tuin of niet-openbare erf heeft aangewezen als houtopstand , niet-openbare tuin of nietopenbaar erf ten aanzien waarvan het eerste lid onverkort van toepassing blijft. Artikel 11.2.3 Aanvraag vergunning 1. De vergunning moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken. 2. Wanneer het bureau LASER aan het college een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwt het college dit afschrift mede als een vergunningaanvraag.
88
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Artikel 11.2.4 Weigeringsgronden De vergunning kan in elk geval worden geweigerd op grond van: a. de natuurwaarde van de houtopstand; b. de landschappelijke waarde van de houtopstand; c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon; d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand; e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand; f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand. Artikel 11.2.5 Bijzondere vergunningsvoorschriften 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen moet worden herplant. 2. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Een vergunning kan worden verleend onder de voorwaarde van feitelijk niet-gebruik tot het moment van definitief worden van de vergunning, oftewel tot het moment dat: a. de bezwaar- of beroepstermijn voor derden is verstreken zonder dat bezwaar of beroep is ingediend; b. beslist is op een verzoek om een voorlopige voorziening; c. beslist is op het beroep van derden en geen verzoek tot voorlopige voorziening is gedaan. 4. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschrift kan behoren dat het voorschrift dat eerst tot het vellen of doen vellen mag worden overgegaan indien andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk zijn geworden en/of de financiële voortgang van werken voldoende is gewaarborgd.
Artikel 11.2.6 Herplant-/instandhoudingsplicht 1. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld dan wel op andere wijze tenietgegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door zijn te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn. 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen. 4. Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste tot en met derde lid is opgelegd, alsmede zijn rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.
Artikel 11.2.8 Bestrijding iepziekte 1. Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn: a. indien de iepen in de grond staan, deze te vellen; b. de iepen te ontschorsen en de schors te vernietigen; c. of de niet-ontschorste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen. 2. Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan, met uitzondering van geheel ontschorst iepenhout en iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 cm, voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren. Het college kan ontheffing verlenen van dit verbod.
Artikel 11.2.7 Schadevergoeding Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende door de toepassing van artikel 11.2.2, artikel 11.2.4 of artikel 11.2.6, schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijn en laste behoort te komen en waarvan de vergoeding niet anderszins is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
89
6. Flora- en Faunawet Status: vastgesteld landelijk beleid 7. OmgevingsvergunningZiekten- en Plagenbeleid Status: vastgesteld landelijk beleid 8. Bescherming monumentale bomen status: in ontwikkeling
90
Bomenbeleidsplan Beverwijk
9. Tien geboden voor bouw of aanleg bij bomen Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld
10. Standplaatsverbetering Status: in ontwikkeling 11. Bescherming waardevolle particuliere bomen Status: in ontwikkeling
91
12. Ziekten- en Plagenbeleid Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld Waarom: Met een effectieve bestrijding van ziekten en plagen bewaken we de gezondheid van het bomenbestand. Daarmee wordt met name de kwaliteit van het bomenbestand positief beïnvloed. Gezonde bomen leven langer waarmee de boomstructuur robuuster wordt. Dit houdt in: Bomen kunnen ziek worden. Als gevolg van ziekten en plagen kan de wortelen de takkenstructuur van de boom achteruitgaan. Zwakke bomen, die bij omvallen of bij takbreuk onveilige situaties veroorzaken worden preventief verwijdert. Een tijdig en kordaat optreden kan er in veel gevallen voor zorgen dat de ziekte zich niet verder verspreidt. De bekendste ziektes waar we in Beverwijk mee te maken hebben worden hieronder genoemd: Iepziekte wordt veroorzaakt door een schimmel die overgebracht wordt op de bomen door de iepenspintkever. Een van de symptomen van iepziekte zijn het in de zomer plotseling geelworden van bladeren beginnend bij één tak, maar al snel uitbreidend naar meerdere takken. Ter bestrijding wordt de zieke boom verwijderd. Bij zieke iepen die onderdeel zijn van een groep wordt behalve de zieke boom, ook de bomen waarmee verwacht word dat er wortelcontact is met de zieke boom, verwijdert. De provincie werkt samen met de gemeenten aan bestrijding van iepziekte. De gemeente Beverwijk werkt daar actief aan mee. De watermerkziekte komt voor bij wilgen en wordt veroorzaakt door een bacterie. De eerste symptomen zijn het verwelken, verdrogen en bruinkleuren van bladeren. De verschrompelde bruine bladeren blijven nog enige tijd aan de aangetaste takken zitten. De ziekte heeft zich de laatste 10 tot 20 jaar snel uitgebreid. Over de levenswijze van de bacterie en de wijze van infectie en verspreiding is helaas nog weinig bekend. Aangetaste bomen worden verwijderd.
92
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Kastanjeziekte is een relatief nieuwe ziekte, er is nog niet veel van bekend. Bomen krijgen bruine vlekken op de stam en ‘bloeden’ donker vocht. De aantasting leidt tot baststerfte en bij ernstige aantasting tot sterfte van de boom. Landelijk wordt er onderzoek gedaan naar de verspreidingswijze en de mogelijkheden voor bestrijding van de ziekte. De Bomenstichting adviseert kastanjes niet te kappen totdat ze gevaar voor de omgeving opleveren. De gemeente neemt dit advies over. Bacterievuur, ook wel perenvuur genoemd, komt voor bij een groot aantal plantensoorten. Het is een plantenziekte veroorzaakt door een bacterie. De kenmerken van de ziekte zijn het bruinzwart verkleuren, verdorren en verschrompelen van bloesems, bladeren en twijgen. Soorten als meidoorn, appel, peer, vuurdoorn, lijsterbes, meelbes en grootbladige cotoneasters zijn bijzonder vatbaar. Bij gevallen van bacterievuur worden de bomen verwijdert als ze gevaarlijke situaties opleveren. Bij nieuwe ziektes wordt de berichtgeving over onderzoeken naar bestrijding van de ziekte nauwgezet gevolgd en zo nodig wordt actie ondernomen. Bomen die gezond en vitaal zijn, zijn minder vatbaar voor ziekten. Nieuwe bomen worden daarom met veel zorg en aandacht geplant, zodat ze alle kans krijgen om gezond en vitaal te blijven (zie ook instrument Plantvoorschriften). Bomen waarvan bekend is dat ze vatbaar zijn voor ziekten worden in Beverwijk terughoudend aangeplant. Plagen worden beschreven in het instrument Soortkeuzerichtlijn (in ontwikkeling).
13. VTA-controle Status: gereed, wordt met de vaststelling van dit bomenplan vastgesteld
14. Technische voorwaarden Status: in ontwikkeling
Waarom: Met de informatie die verkregen wordt uit de Visual Tree Assessment (VTA) kunnen ingrepen gedaan worden om de kwaliteit en de kwantiteit van het bomenbestand te vergroten en te versterken.
15. Plantvoorschriften Status: in ontwikkeling
Dit houdt in: Wanneer bomen schade aanrichten bij of aan derden, zal de eigenaar van de boom bij onvoldoende zorg voor de boom aansprakelijk worden gesteld. De gemeente Beverwijk heeft dus als eigenaar/beheerder van de gemeentelijke bomen een zorgplicht voor haar bomen. Om aan de zorgplicht te voldoen moet de gemeente de bomen regelmatig en systematisch beoordelen en de uitkomsten hiervan registreren. Deze controle wordt een Visual Tree Assessment (V.T.A.) genoemd. Bij zo’n controle wordt op verschillende zaken gelet. Bijvoorbeeld of er geen grote gaten of scheuren in de boom zitten. Hieruit kunnen acties voortvloeien zoals onderhoudsmaatregelen bijvoorbeeld kappen en snoeien of het uitvoeren van een nader onderzoek. Door regelmatig bomen te inspecteren kunnen we voorkomen dat de bomen deels of helemaal omvallen en schade veroorzaken. In Beverwijk worden alle bomen gemiddeld één keer per drie jaar gecontroleerd. Minder vitale bomen worden frequenter gecontroleerd (eens per jaar) en vitale (vaak jonge bomen tot zo’n 25 jaar) wat minder frequent (in ieder geval eens in de vijf jaar). Aan de hand van de gegevens van de V.T.A.-controle worden de bomen beheerd, maar de V.T.A.-gegevens worden ook gebruikt bij beoordelingen van de toekomstwaarde van bomen in straten of wijken die heringericht of geherstructureerd worden. Door de V.T.A.-gegevens twee maal per jaar te analyseren, verkrijgen we input voor het maken van nieuw beleid. De V.T.A.-gegevens zijn vooral van toepassing op de soortkeuzerichtlijn en de plantvoorschriften.
93
16. Bomenbalans Status: vastgesteld gemeentelijk beleid Waarom: In de APV zijn de gemeentebomen beschermd met het kapverbod en de herplantplicht. De bomenbalans is het instrument waarmee we de vinger aan de pols houden, zodat het bomenbestand per saldo in evenwicht blijft. Dit houdt in: Dat de gemeente (team openbare ruimt (TOR)) precies bijhoudt hoeveel bomen er elk jaar gekapt zijn en hoeveel aangeplant. Bij kap, aanplant en herplant spelen de volgende zaken een belangrijke rol om een accurate bomenbalans op te kunnen maken. -
-
-
-
-
-
94
Herplant gebeurt niet perse op de plek waar de oude boom stond. Dat kan ook elders in de stad. In een aantal gevallen duurt het enkele jaren voordat op de plek van de oude boom herplant plaats vindt, dit in verband met andere plannen die van invloed zijn op het groenobject. Het herplanten van bomen is niet uitsluitend gericht op de kwantiteit van het bomenbestand. Het is belangrijker dat herplant bijdraagt aan een kwalitatieve verbetering van de bomen en de openbare ruimte als geheel. Het herplanten gebeurt daarom niet altijd 1 op 1, de bomenbalans zorgt voor de naleving van de herplantplicht. Daarbij is het niet te vermijden dat er schommelingen in de balans zitten. De publicatie van de kapvergunning wordt voorzien van de reden van de voorgenomen kap, de melding van een verplanting en/of de locatie van de herplant. Het dunnen van bosplantsoen valt niet onder de herplantplicht. Het verwijderen van bomen uit bosplantsoen is een onderhoudsmaatregel om het bosplantsoen jong en gezond te houden. Het kappen van bomen uit bosplantsoen heeft daarom geen invloed op de bomenbalans. Bij het kappen van grote bosplantsoenvlakken, met het doel ze anders in te richten, kan wel een herplantplicht opgelegd worden in de vorm van compensatie. Ook et verwijderen van bomen uit bos(plantsoenvakken) heeft geen invloed op de bomenbalans. Deze bomen worden niet als individu beheerd, maar als object. In 2003 is gestart met het bijhouden van de bomenbalans, het overzicht over de voorgaande jaren wordt gebruikt om trends te signaleren en beleidimpulsen te formuleren.
Bomenbeleidsplan Beverwijk
De bomenbalans wordt door Team Openbare Ruimte (TOR) voortdurend bijgehouden. Jaarlijks wordt er door Wijkzaken verslag uitgebracht bij het college.
17. Boomfeestdag (17 maart 2010) Status: vastgesteld landelijk beleid
95
96
Bomenbeleidsplan Beverwijk
Colofon: Gemeente Beverwijk President Kennedyplein 1 Postus 450 1940 AL Beverwijk telefoon: 0251-256256 internet: www.Beverwijk.nl
project: Bomenbeleidsplan Beverwijk Afdeling: Stadszaken en Wijkzaken Auteur: Rixt Hofman, Annemarie Kok en Josselin Bakker datum: 29 januari 2010 docman: 2010/6361
97