Westpolder/Bolwerkin RerkelenRodenrijs Gemeente Lansingerland Inkomende Post d.d. 15/11/2010
110.52903
Inventarisatie beschermde fauna 2010
Van der Goes en Groot ecologisch onderzoekt- en adviesbureau
Westpolder/Bolwerk in Berkel en Rodenrijs Inventarisatie beschermde fauna 2010
F.M.van Groen V. Nederpel
2010
Opdrachtgever Gemeente Lansingerland
Van der Goes en Groot Ecologisch Onderzoeks- en Adviesbureau G&G-rapport2010-41
Vander Goesen Groot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau
Bovendijk35-G 2295 RV Kwintsheul
Hazenkoog35-A 1822BS Alkmaar www.vandergoesengroot.nl
Westpolder/Bolwerk in Berkel en Rodenrijs
Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 1.2 1.3
5
Aanleiding tot het onderzoek Doel van het onderzoek.... Ligging van het onderzoeksgebied
5 6 6
2 Beschermingskader 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
2.6
3 Methode 3.1 3.2 3.3
Jaarrond beschermde broedvogels
7 Conclusie en aanbevelingen 7.1
8 8 8 9 9 9 9 9 10 10 10
12
Vissen Rugstreeppad Broedvogels
4 Vissen 5 Rugstreeppad 6 Broedvogels 6.1
8
De Conventie van Bern Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Natuurbeschermingswet 1998 Flora- en faunawet 2.5.1 Zorgplicht 2.5.2 Verbodsbepalingen 2.5.3 Vrijstellingen 2.5.4 Broedvogels 2.5.5 Ontheffingsmogelijkheid Rode lijsten
12 12 12
14 14 15 15
16
Procedure
16
8 Literatuur
18
Bijlage 1. Bijlage 2.
19 21
Verspreidingskaart beschermde vissen Verspreidingskaarten broedvogels
Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks-en adviesbureau 2010-41
3
-
Westpolder/Bolwerk inBerkel en Rodenrijs
VanderGoesenGroot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau 2010-41
Westpolder/Bolwerk inBerkelen Rodenrijs
1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Inverbandmetuitbreidingvanhetbebouwdegebied zijn in2003 en2005doorecologisch onderzoeks-en adviesbureauVanderGoesenGrootineenaantal verschillendegebiedenrondBerkelenRodenrijs inventarisatiesnaarbeschermde flora enfauna uitgevoerd. Deinventarisatieuit2003 (DENBOERETAL,2003) betrofonderanderehetgebiedWestpolder enBolwerk aandewestrandvanBerkelenRodenrijs. InFiguur1 isdeliggingvanditgebied, onderverdeeldin deelgebieden, weergegeven. Opgrondvandeverzamelde gegevensisvoordit deelgebied ontheffing aangevraagd enverkregenvoor deFlora-enfaunawet. Dezeontheffing isechterbegin 2009verlopenterwijl dewerkzaamhedenwaarvoorde ontheffingen zijn aangevraagd deelsnognietzijn voltooid. Omdeeerderverzameldegegevenste herijken isop 19oktober2009aandehandvaneen veldbezoek degeldigheid vandeinventarisatieuit 2003opnieuwbeoordeeld (DEBEER,2009).
Geconcludeerdwerd ondermeer datvóór werkzaamheden aanvangeninDeelgebied CenEeerst vervolgonderzoek noodzakelijk wasnaarzwaar beschermdevissen endeRugstreeppad. DeelgebiedFisvrijwel ongewijzigd vergeleken metdesituatievan2003.Hetisnog steedseen intensiefgebruikt agrarisch gebied.Erwordenindit gebied geenanderebeschermdewaardenverwachtdan welke aanwezigwareninheteerdere onderzoek.Dat betekent datbroedvogels enlichtbeschermde amfibieën enzoogdierenwordenverwacht.Voordeze soortenhoeft geen ontheffing teworden aangevraagd. Voor deverwachtebroedvogels dientwelbuitenhet broedseizoenteworden gewerkt. Indedeelgebieden A,BenDworden werkzaamhedenverondersteldvrijwel afgerond te zijn. Denoodzaakvooronderzoeknaarbeschermde soorten zouhier 'opmaat',perproject moetenwordenbeoordeeld. DegemeenteLansingerlandheeft nuEcologisch onderzoeks- enadviesbureau VanderGoesenGroot opdrachtverleend ombovengenoemd onderzoek inhet plangebieduittevoeren.
DeelgebiedC
v^ X%
m '• " '1'fSf','.:!*I* * H * V-i. >I*S.~' ,T-'.'/ Ai.s
Figuur 1.Plangebied Westpolder/Bolwerk metdaarbij aangegeven eenaantal deelgebieden die onderscheiden zijn in2009 op grond van verschillen inprogressie vanwerkzaamheden- zie tekst.
Van derGoesenGroot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau2010-41
5
-
-
Westpolder/Bolwerk inBerkel en Rodenrijs
6
1.2 Doelvan het onderzoek Doelvanhetonderzoek isominzichttekrijgen inhet voorkomenendeverspreidingvanbeschermde diersoortenbinnenhet onderzoeksgebied.
1.3 Liggingvan het onderzoeksgebied Deliggingvandein2010onderzochte deelgebieden C,DenEzijn inFiguur 1 weergegeven.De deelgebieden C,DenEzijn samen38hagroot. Hetplangebied ligttenzuidwestenvanhetdorp Berkel.Denoordgrens wordtbepaald doordeLeeweg, dewestgrensdoor decontourenvandeBovenvaart. Hetgebiedheeft vooreengrootdeel een landelijk karakter. Eriseendoorgaande spoorlijn aanwezigvan RotterdamnaarVoorburg entevenswordthetgebied doorkruist doordenieuweprovinciale wegN471.De aanwezigeweilanden wordenbegraastdoorschapenen paarden.Eenanderdeelvanhetgebied,tenwestenvan deN471,isvrij recentheringericht.Hierzijn grote waterpartijen aanwezigmetzowelondiepealsdiepere
stukkenensteileoevers.Inhetgebiedzijn,naast bosschages intuinen,maarweinigbomenaanwezig.In detaludsenwegbermengroeien algemene grassenen kruiden. Directnaasthetonderzoeksgebied isde ontwikkelingvandewoonwijk invollegang.Bij deze werkzaamhedenwordtgebruikgemaaktvangroot materiaal. Deelgebied Cbetreft eengebied datmomenteelvoor ongeveer dehelft bestaatuiteenoude graslandpolder metslotenenvoordeanderehelft uitzandigbouwterreinmetmateriaalopslag,puinhopen endergelijke. DeelgebiedDbetreft eensoortwaterbergingmet brede,dieperewatergangen metdeelsglooiend aflopende- endeelssteileoevers. DeelgebiedEbestaatuitlichtverruigd,wat verwaarloosd agrarischgebiedmetvooral graslanden diedeelswordenbegraasd door schapen.Deinhet gebiedaanwezige slotenzijn omgeven doorbrede rietkragen.Naasthetagrarische gebiedliggen enkele ruderaleterreinen,vooralrichtinghetnieuw aangelegde metrostation. Inhetplangebied zijnverschillende watertypen aanwezig.Tussendegraslanden liggenvrij ondiepe
De sloten inhetplangebied zijnveelalsmal enhierendaar begroeidmet watervegetatie.
VanderGoesenGroot ecologisch onderzoeks-enadviesbureau 2010-41
Westpolder/Bolwerk inBerkel en Rodenrijs
smalle slotenmetlokaaleensomswelmeer daneen meter dikkelaagslib.Slechtshierendaariswatervegetatie aanwezigindesloten.Hetbetreft vooral kroos,draadwier ensomsGeleplomp.Deoeverszijn vrijwel overal steilenrelatiefhoog.Vegetatieopde oeverbestaat onderandereuit Smeerwortel, Fluitenkruid, lisdoddes,Blaartrekkende boterbloem, Liesgras enRiet.Deoevervegetatiehangthierendaar overhetwater. Inhetplangebied liggenookenkelebredereen dieperewateren diequabegroeiingveel overkomsten hebben metdesloten.
VanderGoesenGroot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau 2010-41
Westpolder/Bolwerk inBerkel enRodenrijs
8
2 Beschermingskader Indithoofdstuk wordteenalgemeenbeeldgeschetst vanhetbeschermingskader voor flora enfauna. Bijde conclusieszalnaderwordeningegaan opdevoordit onderzoek relevante onderdelen.
2.1 DeConventievan Bern DeConventievanBern,dietotstandisgekomenbinnen deRaadvanEuropa,isop 1 juni 1982inwerking getreden.DeEuropeseGemeenschap alszodanigisbij dezeConventieverdragspartij,waardoor deConventie rechtskrachtheeft voorzowel deEuropese instellingen alsvoor deLidstatenvandeEuropeseUnie.Datbetekent datdebepalingenvandezeConventiemoeten wordenomgezet inhetrechtvandeEuropeseUnieen inhetnationalerechtvandeEUlanden.Nederland heeft hetverdraggeratificeerd op28oktober 1980. InBijlage IIenBijlage IIIvanhetverdragvan BernstaandesoortendieopgrondvandeConventie beschermingmoetengenieten.Voordesoortenvan Bijlage IIIgeldtniet datdeverdragspartijen wettelijke enbestuursrechterlijke maatregelenmoetentreffen om debeschermingvanhetleefgebied vandezesoortente garanderen.Dezeverplichting geldtwelvoordesoortenvanBijlage II.VoordievanBijlage IIIbeperktde Conventie zichtothet opleggenvandeverplichting omwettelijke enbestuursrechtelijke bepalingente nemen dienoodzakelijk zijn voor debeschermingvan dezesoorten.Voor soortenvanBijlage IIgaatdebeschermingveelverder omdatinart.6vandeConventieeenaantal stringenteverbodsbepalingen is genoemd diedeverdragspartijen inhunnationale rechtsregelsmoeten omzetten.Voordesoortenvan Bijlage IIIgeldendezeverbodsbepalingen niet.
2.2
Habitatrichtlijn
DeHabitatrichtlijn1 wordtalgemeenbeschouwd alsde richtlijn waarin debepalingen vandeConventievan BerninhetEuropees Gemeenschapsrecht zijn omgezet.Debepalingenvan deHabitatrichtlijn zelfdienen door delandenvandeEUinhuneigennationale rechtsregelstewordengeïmplementeerd. InNederland isdatgedaanindeNatuurbeschermingswet 1998,die op 1 oktober2005vankrachtisgeworden. HetdoelvandeHabitatrichtlijn isgerichtopde realiseringvaneencoherentEuropees ecologischnetwerk,Natura2000genaamd.Hiervoor dienen deEUlanden inoverlegmetdeEuropeseCommissie speciale beschermingszones aantewijzen. Als specialebeschermingszone worden aangewezen de natuurlijke 1
nr. 92/43/EEG; PbEG 1992,L 206
habitatsvanBijlage IvandeHabitatrichtlijn ende leefgebieden vandesoortendiezijngenoemdin BijlageII. Op 19mei2003heeft Nederland 141gebiedenaangemeld enop7december 2004heeft deEuropese Commissie alledoordelidstaten aangemelde gebieden opdecommunautaire lijstvoor deAtlantischebiogeografische regiogeplaatst2.Daarmeezijn dezegebieden beschermdvolgens deregelsuitartikel 6vande Habitatrichtlijn, metuitzondering vanlid 1,datpasna aanwijzingvankracht is.Innovember2006isvoorde Nederlandse gebieden deaanwijzingsprocedure gestart. Deaanwijzing vangebieden als specialebeschermingszoneheeft eenaantalgevolgen.Zodienende EU-landenmaatregelentetreffen zodat denatuurlijke habitats endehabitatsvandesoortenzichverderkunnenontwikkelen. Binnendeaangewezen gebieden kunnenplannen ofprojecten dieeenaantasting ofeen verstoringteweegkunnenbrengen alleenwordentoegestaan indienzeeendwingenderedenvangroot openbaarbelangvertegenwoordigen enindienis aangetoond datervoorhetplanofproject inkwestie geen alternatiefis. Bovendienmoeten alsvergoeding voor denatuurwaarden dieworden aangetast compenserendemaatregelenworden getroffen omdesamenhangvanhetNatura-2000-netwerk tewaarborgen. DeHabitatrichtlijn heeft ookeenBijlage IV.In dezeBijlage zijn soorten opgenomenwaarvoorgeen verplichting geldt omhunleefgebied alsspecialebeschermingszone aantewijzen, maardiewel opeen anderewijzebeschermingbehoeven.Zodienen deEUlandenvoordeze soorten ondermeer eenverbodinte stellenopdebeschadiging ofdevernielingvanhun voortplanting- enrustplaatsen enmoeteenverbod gelden ophetvangenendodenvandezedieren. Bijlage Vgaatover soortenwaarvan deonttrekking aandenatuurendeexploitatieaan beheersmaatregelen kunnenworden onderworpen.
2.3
Vogelrichtlijn
DeVogelrichtlijn3 verplicht delidstatenvandeEuropeseUniedeinstandhouding tegaranderenvanalle natuurlijk inhetwild levendevogelsoorten ophet Europesegrondgebiedvandelidstatenwaarophet Europeseverdragvantoepassingis.Artikel4vande Vogelrichtlijn bevatdeverplichtingtothet aanwijzen vanzogenaamde "speciale beschermingszones" (SBZ's).DezewordenVogelrichtlijngebieden genoemd.InNederlandzijn datermomenteel 77.Ookde bepalingenvandeVogelrichtlijn zijn geïmplementeerd indeNatuurbeschermingswet 1998.
• Tweede Kamer,vergaderjaar 2004-2005, 29 800XIV, nr. 63 1 nr. 79/409/EEG;PbEG 1979, L 103/1
VanderGoesenGroot ecologisch onderzoeks-enadviesbureau 2010-41
Westpolder/Bolwerk inBerkel en Rodenrijs
DeVogelrichtlijn kent eenaantalbijlagen waarin vogelsoorten wordengenoemd waarvoor inhetkader van derichtlijn specialemaatregelen worden getroffen: * Bijlage 1 - Vogelsoorten waarvoor inde leefgebieden specialebeschermingsmaatregelen worden getroffen, opdatdezesoorten daarwaarzijnuvoorkomen,kunnenvoortbestaan enzichkunnenvoortplanten. * Bijlagen 2en3behandelen devogelsoorten, welke ondervoorwaarden doorjacht,hetgevangennemen ofanderszins aandepopulatie onttrokkenmogen worden.
2.4
Natuurbeschermingswet 1998
Indezewetisdebeschermingvan gebiedengeregeld enhierin zijn sinds 1 oktober2005ookdebepalingen uitdeVogel-enHabitatrichtlijn geïmplementeerd. De Natuurbeschermingswet kentdrietypengebieden, waarvanheteerstehetmeestvoorkomt: * Natura 2000-gebieden (opnieuw begrensde samenstellingvanVogel-en Habitatrichtlijngebieden). * Beschermde natuurmonumenten. * Gebieden diedeMinistervanLNVaanwijst teruitvoeringvanverdragen ofandereinternationaleverplichtingen (metuitzonderingvan verplichtingen opgrondvandeVogelrichtlijn en Habitatrichtlijn), zoalsWetlands. Hetaanwijzingsbesluit isvoorNatura 2000-gebieden van grootbelang,omdathetondermeerhet referentiekaderbiedtvoorhetbeheerplan, debeoordelingvan projecten enactiviteiten endevergunningverlening; dit referentiekader wordt gevormd doordeinstandhoudingsdoelstellingen endebegrenzingvanhetgebied (indevormvaneenkaartmeteentoelichting). Deinstandhoudingsdoelstellingen zoalsbedoeldin artikelen 19den 19fvan deNatuurbeschermingswet 1998beschrijven dedoelenvoor deinstandhouding van leefgebieden, natuurlijke habitats enpopulatiesin hetwild levendeplant- endiersoorten, zoalsvereist door deVogelrichtlijn enHabitatrichtlijn. Dezenatuurwaarden moeten ineengunstige staatvan instandhoudinggebracht ofgehouden worden.
2.5
Flora- en faunawet
DeFlora-enfaunawet wordt gezien alshetnationale wettelijke kader datdebepalingen vandeHabitatrichtlijn endeConventievanBerninnationaalrecht heeft omgezet. DeFlora-enfaunawet bepaalt datdeMinistervan LNVeeninNederland inhetwild vóórkomende planten- ofdiersoort bij algemenemaatregelenvan
bestuurkan aanwijzen alsbeschermde soort.Hieris metdriepublicaties invulling aangegeven4.
2.5.1
Zorgplicht
Eenbelangrijke bepalingisdezorgplicht inartikel2, datstelt"dateeniederdieweetofredelijkerwijs kan vermoeden datdoorzijnhandelen ofnalatennadelige gevolgenvoorflora enfauna kunnenwordenveroorzaakt,verplicht isdergelijk handelen achterwegete latenvoor zoverzulksinredelijkheid kanwordengevergd, danwelallemaatregelen tenemen dieredelijkerwijs vanhemkunnen wordengevergdteneindedie gevolgentevoorkomen of, voorzover diegevolgen nietkunnenwordenvoorkomen, dezezoveel mogelijk tebeperken ofongedaantemaken."
2.5.2
Verbodsbepalingen
DeFlora- enfaunawet bepaalt dathetverbodenis planten,behorendetoteenbeschermde inheemseplantensoort,teplukken,teverzamelen, aftesnijden, uitte steken,tevernielen,tebeschadigen,teontwortelenof openigerlei anderewijze vanhun groeiplaatsteverwijderen (art.8). Hetisverboden dieren,behorendetoteenbeschermde inheemsediersoort,tedoden,teverwonden, tevangen,tebemachtigen ofmethetoogdaaropopte sporen,danwelopzettelijk teverontrusten (artt.9en 10). Verder ishetverboden vanbeschermde diersoorten nesten,holenofanderevoortplantings-ofvasterust-of verblijfplaatsen tebeschadigen,tevernielen,uitte halenofte verstoren (art. 11)enietsdergelijks geldt voor eieren (art.12). Vogelnesten diebuitenhetbroedseizoen ingebruik zijn vallenonderdedefinitie vanvasterust- of verblijfplaatsen enzijn daaromjaarrondbeschermd (zie §2.5.4).
2.5.3
Vrijstellingen
Bij AlgemeneMaatregelvanBestuur isdeMol vrijgesteld van deverbodenvandeartikelen 9t/m 11en daarnaastzijn Bosmuis,Veldmuis enHuisspitsmuis vrijgesteld inofopgebouwenofdaarbij behorende erven5.
Besluit aanwijzing dier- enplantensoorten Flora- en faunawet, Staatsblad 2000,nr.523;Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten, Staatscourant 13november 2001, nr.220; Regeling aanwijzing beschermde dier- enplantensoorten Floraen faunawet, Staatscourant 13maart 2002, nr.51 3 Besluit vrijstelling beschermde dier- enplantensoorten, Staatsblad 2000, 525,art. 16e
Van derGoesenGroot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau2010-41
Westpolder/Bolwerk inBerkelenRodenrijs
- 10 Ineenministeriëleregelingzijnvervolgensnog anderealgemenesoortenaangewezen diealleen vrijgesteldzijn van deverboden vandeartikelen 8t/m12, indienhetgaatomwerkzaamheden inhetkadervan natuurbeheer, vanbestendigbeheerofonderhoud,van bestendig gebruik ofvanruimtelijke ontwikkelingen inrichting6.Voordezesoortenhoeft dangeenontheffingtewordenaangevraagd,maardezorgplicht blijft onverminderd gelden.Ditwordthet"lichtste beschermingsregime"genoemd,geldendvoordez.g."tabel l"-soorten(zogenoemdnaar detoelichtingbijde bovengenoemde Regeling enookgehanteerd inde LNV-brochure "Buitenaanhetwerk?").Broedvogels vallenhierniet onder (zie§2.5.4).
2.5.4
Broedvogels
Voorbroedvogelswordtinprincipegeen ontheffing verleend.Mendientverstorende activiteitenbuitenhet broedseizoen telatenplaatsvinden. Vanenkelesoortenzijn denestenjaarrond beschermd. Delijstmetvogelsoortenwaarvande nestengedurendehethelejaarzijn beschermd isin 2009aangepast (zieTabel 1).Voordeze soortenkan, meestal alleenbuitenhetbroedseizoen,wel ontheffing wordenaangevraagd.Eenomgevingscheck isdan vereist.Eendeskundigemoet indatgevalvaststellen ofdedesbetreffende soortzelfstandig eenvervangend nestkanvinden indeomgeving.Indienditniethet gevalismoet,voorzovermogelijk, eenalternatiefnest Tabel 1. Vogelsoortenwaarvan de nesteninprincipejaarrond zijn beschermdmetbeschermingscategorie (1=soorten dieook buitenhet broedseizoenhet nestgebruiken alsvasterust-of verblijfplaats, 2=koloniebroeders dieelkbroedseizoen op dezelfdeplaats broedenendie daarinzeer honkvastzijn of afhankelijkvan bebouwing ofbiotoop,3 = soorten dieelk jaar opdezelfdeplaats broeden endie daarinzeer honkvast zijn ofafliankelijkvanbebouwing, 4 =soorten dienietof nauwelijkszelf instaatzijn eennest temaken). Soort
Categorie
Boomvalk
4
Buizerd
4
Gierzwaluw
2
Grote gele kwikstaart
3
Havik
4
Huismus
2
Kerkuil
3
Oehoe
3
Ooievaar
3
Ransuil
4
Roek
2
Slechtvalk
3
Sperwer
4
Steenuil
1
Wespendief
4
Zwarte wouw
4
^ g P y Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks-en
worden aangeboden.Wanneer ookditnietmogelijk is moetontheffing worden aangevraagd. Deoverigevogelsoortenkerenweliswaarvaak terugnaardeplaatswaarzijhetjaar daarvoorhebben gebroedofdedirecte omgevingdaarvan,maar beschikken overvoldoende flexibiliteit om,alsde broedplaats verlorenisgegaan,zichelderstevestigen. Vandeze soortenzijn deverblijfplaatsen alleendan beschermd als 'zwaarwegende feiten ofecologische omstandigheden datrechtvaardigen' (cat.5).
2.5.5
Ontheffingsmogelijkheid
Derealisatievanactiviteiten,zoalshetaanleggenvan woningbouw- ofbedrijventerreinen, heeft veelal beschadiging ofdevernielingtotgevolgvandevoortplanting-enrustplaatsenvandeinhetgebiedvoorkomendebeschermde soorten.Inbepaalde gevallen moetdanontheffing volgensartikel75vandeFloraenfaunawet7 aangevraagd worden. Alseranderebeschermde soortenvoorkomen dan desoortendiezijnvrijgesteld vandeverboden,kande voorgenomen (bouw)activiteit alleenwordengerealiseerdalseenontheffing isverleend.Devraagofde ontheffing kanwordenverleendzalwordenbeoordeeld doorhetMinisterievanLandbouw,NatuurenVoedselkwaliteit, opbasisvandetweeanderebeschermingsregimes8: * Zwaarbeschermingsregime, geldendvoor soorten vanbijlage IVvandeHabitatrichtlijn envoorapart aangewezen soortenineenvernieuwde "bijlage 1" vanhetBesluitvrijstellingen beschermde dier-en plantensoorten. Zijvormen samende"tabel3"soorten.Ookvogelsvallenhieronder. * Minderzwaarbeschermingsregime, geldendvoor deoverigebeschermde soorten("tabel2"),maar niet deeerdergenoemde algemene soorten("tabel 1"). Indienmeninhetbezit isvaneendoordeministervan LNVgoedgekeurde gedragscodehoeft bij werkzaamheden inhetkadervannatuurbeheer, vanbestendigbeheerofonderhoud envanbestendig gebruikvoorde tabel2-soortenenookvoorvogelsgeen ontheffing aangevraagdteworden.
2.6
Rode lijsten
DeConventievanBern,deHabitatrichtlijn endeFlora-enfaunawet zijnjuridischetekstenmetverbindende kracht.Ditgeldtnietvoor deRodelijsten. DeRode lijsten hebbenvooral eensignaalfunctie enzijn opde eersteplaatsbedoeld alseeninstrument omdeaanBesluit vrijstelling beschermde dier- enplantensoorten, Staatsblad 2000, 525 g
wijziging inBesluitvrijstelling beschermde dier-en plantensoorten in Staatsblad 2004, 501,vnl. artt. 16ben 16c
adviesbureau
2010-41
Westpolder/Bolwerk in Berkel en Rodenrijs
dacht in beleid en beheer te richten op bedreigde en kwetsbare soorten binnen een bepaalde plant- of diergroep. Een soort kan aan het feit dat hij op de Rode lijst voorkomt geen rechten ontlenen want de Rode lijst heeft uitsluitend een beleidsmatig karakter. De betekenis van de Rode lijsten ligt inhet feit dat van provinciale overheden en gemeenten mag worden verwacht dat zij bij hun beleid rekening houden met de soorten die op een Rode lijst staan. In die zin zijn de Rode lijsten voor de lagere overheden en terreinbeherende instanties een indicator voor de betekenis van deze terreinen. Daarnaast zijn ze een richtsnoer voor inrichting en beheer. In 2004 zijn de Rode lijsten in gewijzigde vorm opnieuw vastgesteld9 en in 2009 zijn die voor zoogdieren, reptielen, amfibieën, dagvlinders en paddenstoelen geactualiseerd10.
Staatscourant 11november2004,nr.218: 21 Staatscourant2009,nr.13251
10
^gUy 1 Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks-en adviesbureau 2010-41
11 -
Westpolder/Bolwerk inBerkel en Rodenrijs
- 12
3 Methode 3.1
Vissen
Hetdoelvandevisseninventarisatie wasinzichtte krijgen indeaanwezigheid vanbeschermde soorten. Hetonderzoek isuitgevoerd aandehandvandemeest recenteversievanhetprotocolvoor inventarisaties zoalsisopgestelddoorGegevens Autoriteit-Natuur (GA-N). Driemaaliseen steekproefsgewijze inventarisatie uitgevoerd inhetplangebied. InTabel2zijn dedatums vandezebezoeken weergegeven. Tabel2. De bezoekdatums,hetweer ende opzetvanhet vissenonderzoek inplangebied Westpolder/Bolwerk in2010. Weer Opzet Datum Tijd Bew:2/8-4/8,Wind: Waterbemonsteringdoor Ol, Temp: 16-24°C, éénpersoonmet 14-06 08:15-16:45 droog schepnet,elektrisch visapparaatenwaadpak. Bew:3/8,Wind:Wl Waterbemonsteringdoor afentoeeen bui, éénpersoonmet 13-08 10:00-16:00 Temp:20°C schepnet,elektrisch visapparaatenwaadpak. Bew:2/8,Wind: Waterbemonsteringdoor ZW2, droog,Temp: éénpersoonmet 09-09 11:45-16:00 20°C schepnet,elektrisch visapparaatenwaadpak.
Debemonsteringheeft plaatsgevonden oplocaties en inbiotopenwaarzichdehoogstetrefkans voorde meeste soortenvoordoet.Bij devisseninventarisatieis gebruik gemaaktvaneensteeknet.Hetvissengebeurt zowelvanafdeoeveralsstaandeinhetwater,gekleed ineenwaadpak. Zodoendekaninhetopenwater, onderdeoevervegetatie enonderholleoeversgevist worden.Veelvissoortenhoudenzichschuil op dergelijke plaatsen. Naasthetsteeknetisdemethode 'elektrisch vissen' gebruikt.Hierbij wordtalstaande inhetwatereen elektrisch spanningsveldgecreëerd metbehulpvaneen installatie dieophetlichaam gedragenwordt.Doorhet spanningsveldwordenvissenverdoofd enonbewust gestimuleerd omnaarhetspeciaalhiervoor ingerichte vangnettezwemmen.Hettoepassen vandezemethode isvooral effectief inwatermetveel obstakels (bijvoorbeeld afval, takkenofgrotehoeveelheden vegetatie).Ooklatenjuist desnellere,grotere envrij zwemmende exemplaren zichmakkelijker vangen. Uiteraardworden eventuelezichtwaarnemingen van bijvoorbeeld SnoekenKarpermeegenomen inde resultaten.Doordatdezeinventarisatie deelsinde(na-) zomerisuitgevoerdkunneneréénzomerige exemplarenvandewatgrotere envrij zwemmende vissoortenworden gevangen,watdetrefkans vergroot voor dezesoorten. Dedeterminatievanvissenheeft plaatsgevondenin hetveld.Allevangsten enwaarnemingenzijnop
veldkaarten ingetekend.Daarbij isde classificatie uit Tabel3aangehouden. Tabel3. Abundantieklassen voor faunakartering. Abundantieklasse 1 2 3 4 5
3.2
Aantalexemplaren 1 2-5 6-10 11-20 >20
Rugstreeppad
Hetdoelvandit onderzoekwasinzichttekrijgen inde aanwezigheidvandebeschermde soortRugstreeppad enhunvoortplantingslocaties. Hetonderzoekis uitgevoerd aandehandvandemeestrecenteversie vanhetprotocolvoorinventarisaties zoalsisopgesteld doorGegevensAutoriteit-Natuur(GA-N). Erzijn tweeavond-machtbezoeken uitgevoerd(28 aprilen 5juni) eneendagbezoek (14juni).Debezoekenzijn zoveelmogelijk tijdens vochtigenrustig weeruitgevoerd.Allewaarnemingen zijn opveldkaarten ingetekend. Tijdens eennachtelijk bezoekworden depotentiële voortplantingsplaatsen opgezocht enwordende roependemannetjes geteld.Ookoppadenkunnen 's nachts adultedierenwordenwaargenomen (vooral kikkers enpadden). Tijdens eendagbezoekwordtmeteen schepnet gemonsterd.Aandehandvan dewaargenomen larven kanafgeleid wordenvanwelke soorten opwelke plaatsen daadwerkelijk voortplanting heeft plaatsgevonden.Voordekaarten isdeclassificatie uitTabel 3 aangehouden.
3.3
Broedvogels
Hetdoelvanhetbroedvogelonderzoek was inzichtte krijgen indeaanwezige soorten,hunrelatieveaantallenenhunverspreiding (namenvolgensBlJLSMAET AL., 2001).Hetisuitgevoerd conform de landelijk gebruikelijke methodiekzoalsuitgebreidbeschrevenin de 'Handleiding Broedvogel MonitoringProject' (VAN DIJK,2004). Alleenjaarrondbeschermde soortenzijn geïnventariseerd (zieTabel1). Intotaalzijn indeperiode aprilt/mjunidriebezoekenuitgevoerd,waarvantweevroeg indeochtend rondzonsopgang.Opdittijdstip vandedagisdezangactiviteit vandemeestezangvogelsoorten hethoogst enwordendusdemeestewaarnemingen gedaan. Tijdens denachtbezoekenvoor deRugstreeppadis ookgeletopeventueel aanwezigenachtactieve vogels alsuilen.
VanderGoesenGroot ecologisch onderzoeks-enadviesbureau 2010-41
Westpolder/Bolwerk in Berkel en Rodenrijs
Tijdens het veldwerk moeten de weersomstandigheden gunstig zijn in verband met de zangactiviteit. Zo is er geen veldwerk uitgevoerd tijdens perioden met regen en/ofharde wind. De bezoekdatums staan in Tabel 4. Tabel4. Bezoekdatums broedvogelinventarisatie inplangebied Westpolder/Bolwerkin2010. Bezoek 1 2 3
Datum 7april 6 mei 3juni
Na het digitaliseren van alle geldige waarnemingen zijn deze met behulp van een door Van der Goes en Groot ontwikkeld programma geclusterd tot territoria, waarbij de SOVON-criteria (VAN DIJK,2004) werden gehanteerd. Vervolgens zijn deze territoria gecontroleerd.
£.
^ ^ § 7 Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks-en adviesbureau 2010-41
13
Westpolder/Bolwerk inBerkel en Rodenrijs
14
4 Vissen Inhetplangebied Westpolder/Bolwerk zijn 15 vissoorten aangetroffen. Eenoverzichtvande aangetroffen soortenmeteenindicatievandeaantallen endestatusistevindeninTabel 5.Inhettotaalisop 24plaatsen eenbemonsteringuitgevoerd.Erwerden overwegend algemene soortengevangen alsBaars, Blankvoorn, SnoekenZeelt.Deaangetroffen visfauna isnietoveral evensoortenrijk, maarpastbij de omvangvandewateren enhetaanwezigebiotoop. Erzijntweezwaarbeschermde soorten aangetroffen, deKleinemodderkruiper ende Bittervoorn. Vandeaangetroffen soortenstaan Bittervoorn, Vetje enKroeskarper vermeldopdeRode Lijst. Deverspreiding vandebeschermde vissoorten endebemonsterde locatieszijn tevindeninBijlage1. Tabel 5. Vastgesteldevissoorten inplangebied Westpolder/Bolwerkin 2010,met indicatievan aantallengevangen individuen enhun beschermde status. Soort Aantallen Beschermd Enkele Karper Vetje Enkele RL:KW Enkele RL:KW Kroeskarper Ruisvoorn Enkele Tientallen Blankvoorn x (HR II) Enkele Bittervoorn RL:KW Tientallen Riviergrondel Snoek Enkele Enkele Kolblei Enkele Zeelt Enkele Pos Tientallen x(HRII) Kleine modderkruiper Driedoornige stekelbaars Tientallen Tiendoornige stekelbaars Tientallen Tientallen Baars
Kleine modderkuiper DeKleinemodderkruiper iseenvisdiezichgraag ophoudt opzandigebodemsmetenigemodderlagenin denabijheid. Daarnaastiseengoedontwikkelde wateren/ofoevervegetatie incombinatiemet eenglooiend verloopvandeoeverzeergunstigvoordezesoort. Inhetplangebied isdeKleine modderkruiper verspreid enopverschillende locaties aangetroffen.De soortishetmeestaangetroffen inondiepewatergangen meteen sliblaag enzondereensterkestroming.
* ^ '££li*MÉT De Kleine modderkruiperkomtverspreid inhet plangebied
eendichtevegetatie ofinafgesloten waterenzonder roofvissen, kansomseenware 'explosie' inhetaantal Vetjes ontstaan.DeVetjes doennamelijk aanbroedzorgendeeierenworden inverschillende perioden afgezet. HetVetjeheeft eenvoorkeurvoor vegetatierijke wateren.Desoortisvermeld opdeRode lijst indecategorie Kwetsbaar. Inhetonderzoeksgebied isdesoortaangetroffen inde Bovenvaart. Kroeskarper DeKroeskarper iseenvismet eenvoorkeurvoor vegetatierijke wateren.Daarnaastkande Kroeskarper ookprofiteren van geïsoleerde situatieswaarhijvaak alséénvandeweinigevissoortenweetteoverleven. In hetplangebiedisdesoortoptwee locaties aangetroffen. Hetbetreft inbeidegevallen eensmalle, relatief ondiepepoldersloot.
5 Rugstreeppad Inhetplangebied isdeRugstreeppad niet aangetroffen. Welzijn Kleinewatersalamander, Bastaardkikker en groenekikkers aangetroffen. DemeesteBastaardkikkers werden waargenomen langsdeBovenvaart.
Bittervoorn DeBittervoorn houdtvanschone,niet ofzeerlangzaamstromende wateren, eenzandigebodemenplantengroei.Dewaterbodemmagnietteslikkigzijn. Voor devoortplanting isdeBittervoom afhankelijk van zoetwatermossels. DeBittervoorn isaangetroffen opéénlocatie inhet onderzoeksgebied. Vetje HetVetje iseenkleinekarperachtige visdie(grote) scholenvormt. Ondergunstige omstandigheden zoals
Van derGoesenGroot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau 2010-41
Westpolder/BolwerkinBerkelen Rodenrijs
6 Broedvogels Van deonderzochte soortenzijn alleenvande Huismus27territoriavastgesteld.DeverspreidingskaartvandeHuismusistevinden inBijlage 2.Enkele van de27territoriabevondenzichnetbuitende grenzenvanhetplangebied. Tweemaalwerdeenjagende Ransuil waargenomen, langshetdwarsweggetje vande Leewegopdegrensvanhetgebied enlangsdeN470, honderdmetertenzuidenvandegebiedsgrens. Andere soortenmetterritoria inhetgebied zijn ondermeerKnobbelzwaan, Meerkoet, Kievit, Holenduif,Zwartekraai enRingmus.Ookvlogen inde nabijheid vanhopengrond inhetgebied territoriale Oeverzwaluwen rond.Dezehopengrondwaren kortstondig inhetgebiedaanwezigtenbehoevevan ruimtelijke ingrepen.
alleen enkelenestelende Huismussen aangetroffen. De verblijfplaatsen vandeHuismuszijnjaarrond beschermd. Inhetplangebied werdgebruik gemaaktvande aanwezige dakenvanwoningen enschuren.Vande27 vastgestelde territoriavandeHuismus bevondenzich ervijf netbuitenhetplangebied. DeHuismusiseenkoloniebroeder dieelk broedseizoen opdezelfde plaatsbroeden endiedaarin zeerhonkvastzijn ofafhankelijk vanbebouwingof biotoop (cat.2).
Huismus DeHuismus iséénvandemeest algemene enbekende broedvogels vanonslandeniswijdverspreid invrijwel alledorpen ensteden.Desondanksvergaathetde Huismus delaatste decennianietgoed. Sindsdejaren 70isdepopulatiegehalveerd endaarmee staatdesoort zelfs opdeRodeLijst. Oorzakenhiervanzijn een combinatievan afgenomen voedselaanbod (insecten vooropgroeiendejongen engranen enzadenvoor volwassen vogels)enminderdekkingen nestgelegenheid doorverstedelijking waarbij voor mussen geenplaatsmeer isonder dakpannen.Naar schattingteltNederland eenhalftotéén miljoen broedparen.
6.1
Jaarrond beschermde broedvogels
Binnen hetplangebiedzijn vandeonderzochte soorten
De Huismus isde enigevogelsoort waarvan inhet plangebied territoria zijn vastgesteld waarvan denestenjaarrond zijn beschermd.
^21^7 Van derGoes enGroot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau 2010-41
15
Westpolder/Bolwerk inBerkel enRodenrijs
16
nestgelegenheid indedirecte omgevingkunnen uitwijken, zalontheffing nietnodigzijn omdat geenvandeverboden vandeFlora-en faunawet wordtovertreden (positieve afwijzing). * Inhetonderzoeksgebied zijnbeschermdevissenuit tabel2en 3 gevonden,(zieTabel 6).Hetgaatom Kleinemodderkruiper enBittervoorn.Als(negatieve) effecten vanderuimtelijke ingreepteworden verwacht dandient eenontheffingsaanvraag te worden ingediend,waarinpassendemitigerendeen compenserendemaatregelenwordenbeschreven (zie §7.1, ontheffingsaanvraag Flora- enfaunawet).
7 Conclusieen aanbevelingen Tijdens deinventarisatie zijn beschermde soorten aangetroffen (zieTabel6). Tabel 6. Aangetroffen beschermde enbedreigdesoorten inde Westpolder/Bolwerkin2010. FF =Flora- enfaunawet, metvermelding van beschermingsregime (1 = vrijgesteld van verboden (algemenesoorten), 2= overig,3 =streng beschermd (HRIV/bijlage 1AMvB)); HR Habitatrichtlijn, metvermelding vandebijlage;RL = Rode lijst,metvermelding van categorie (GE =gevoelig,KW = kwetsbaar,BE =bedreigd, EB =ernstig bedreigd,VNW= in hetwildverdwenen);zie verder VANDUURENET AL. (2003). Nederlandse naam
FF
HR
2
II
3
II
1 1 1
V V
RL
Vissen Kroeskarper Kleine modderkruiper Vetje Bittervoorn
KW KW KW
Amflbieën Kleine watersalamander Bastaardkikker Bastaard-/Meerkikker Vogels Alleaangetroffen soorten Huismus
2 2
GE
Inhetonderzoeksgebied zijnbeschermde soorten uit desoortgroepenvissen,amflbieën envogels. Deaangetroffen soortenuitdesoortgroepen amflbieën behorentotdebeschermde algemene soorten. Voordeaangetroffen ofverwachtebeschermde algemene soortengelden deverbodsbepalingen niet alshetgaatomwerkzaamheden inhetkadervan ruimtelijke ontwikkelingeninrichting.Eenontheffingisdannietnodig.Inditgevalgaathetomde aangetroffen amflbieën. Inhetplangebied zijn broedvogels vastgesteld. Voor devastgestelde enverwachte aanwezige broedvogels dienendewerkzaamhedenbuitenhet broedseizoenplaatstevinden.Eenontheffing is voor dezebroedvogels dannietnodig.Hetbroedseizoenlooptruwwegvanmaarttotenmetjuli. Inhetgebiedzijnbroedvogels aangetroffen waarvan deverblijfplaatsen jaarrond zijnbeschermd.Hetbetreft deHuismus.Als (negatieve) effecten vandeingreep opdeverblijfplaatsen van dezesoortwordenverwacht, dienteen ontheffing tewordenaangevraagd. Inde ontheffingsaanvraag dienenpassendemitigerende encompenserende maatregelentewordenbeschreven (zie§7.1, ontheffingsaanvraag Flora-enfaunawet). Wanneer ineenontheffingsaanvraag kanworden aangetoond datdeverstoordevogelsnaaralternatieve, gelijkwaardige (eventueel aantebieden)
Zorgplicht Voorallebeschermde soorten (alleregimes) geldtde zorgplicht(zie §2.5.1).Teneindedezorgplichtnate levenkanmenvoorafgaand aandewerkzaamheden de volgendepraktischerichtlijnen hanteren: * Verstorendewerkzaamheden (zoalshetkappenvan bomenenstruiken) dienenbuitenhetbroedseizoen plaatstevinden omverstoringvanbroedvogelste voorkomen.Hetbroedseizoenlooptruwwegvan maarttot enmetjuli; * Alleaanwezigevegetatieofbodemmateriaal (takken, stronken)kangefaseerd verwijderd worden.Ditgeeft bodembewonende dierendekans omindenabijgelegen omgevingeenanderleefgebiedtebenutten; * Omschadeaanvissenenamflbieën tebeperken moetendewerkzaamheden aanwateren enoevers zoveelmogelijk wordenuitgevoerd indeperiode augustustotenmetoktoberinverbandmetde periodenvanvoortplanting enoverwintering. * Nieuwewaterenmoetenzoveelmogelijk worden aangelegdvoorafgaand aanhet dempenvanbestaande.Uitdetedempenwaterenkunnenbeschermde amflbieën (allestadia)ofvissenweggevangenworden doordewateren aftedammenen hetwaterniveau teverlagen.Dezedierenkunnen vervolgens wordenovergebrachtnaar eengeschikt waterindenabije omgeving. Hetplangebied ligtnietinofnaasteenNatura2000gebied.
7.1 Procedure Ontheffingsaanvraag Flora-enfaunawet Bijruimtelijke ingrepen dientbeoordeeldtewordenin welkemateersprakeisvannegatieve effecten vande voorgenomenwerkzaamheden opaanwezige soorten. Dithangtafvandefysieke uitvoeringdaarvan ende periodewaarin ditwordt ondernomen.Afhankelijk van dedaadwerkelijke ingrepenzal,middels eenkorte effectstudie, beoordeeldmoetenworden ofhetnodigis ontheffing aantevragen.
^jPjy7 VanderGoesenGroot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau 2010-41
Westpolder/Bolwerk inBerkel en Rodenrijs
Zijn ernegatieveeffecten opsoortenvanhet zware ofminderzwarebeschermingsregime, dandienteen "Aanvraag ontheffing, ingevolgeFlora-en faunawet artikel 75,vierde lidofvijfde lid onderdeel c"tewordeningediendbij deDienstRegelingenvanhetMinisterievanLNV.Dezeaanvraagdient onderandere vergezeldtegaanvan: * het desbetreffende projectplan; * eenactuele inventarisatienaarhetvoorkomenvan beschermde dier- enplantensoorten inhetplangebied; * eenbeschrijving vandeteverwachten schadevoor deindeaanvraagvermelde soorten; * eenbeschrijving hoedeschadeaandebeschermde soortentoteenminimumkanwordenbeperkt; * eenbeschrijving vanvoorgenomen mitigerende en/ofcompenserende maatregelen indien schade onvermijdelijkis; Voordeeerdergenoemde "tabel3-soorten"dient wegens eenuitgebreidetoetsookteworden vermeld: * onderbouwing vandekeuzevoor degeplandelocatievandevoorgenomen activiteit en onderzoek naaralternatieve locaties; * deonderbouwing vanhetmaatschappelijk belang vandevoorgenomen activiteit; * eentoelichting opdeafweging van devoorgenomen activiteit. Deontheffingsaanvraag wordtgetoetstaanhetcriterium "doetgeenafbreuk aangunstige staatvan instandhouding van desoort(populatieniveau)".Er dientrekeningteworden gehoudenmeteendoorlooptijd van2maanden.
VanderGoesenGroot ecologisch onderzoeks- enadviesbureau 2010-41
17
Westpolder/Bolwerk inBerkel en Rodenrijs
18
8 Literatuur BEER,DER., 2009. Westpolder enBolwerk te Berkel en Rodenrijs, Actualisatie van flora- en faunagegevens inverband met aflopen ontheffing Flora- enfaunawet. G&G-advies 2009. BIJLSMA, R.G., HUSTINGS F. & CJ. CAMPHUYSEN,
2001.Algemene en schaarse vogels van Nederland (Avifauna van Nederland 2). GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem/Utrecht. BOER, W. DEN,M. VAN STRAATEN & B.W.J.
OOSTERBAAN,2003. Beschermde flora en fauna Berkel en Rodenrijs. G&G-rapport 2003-25 Van der Goes en Groot, Alkmaar. CREEMERS, R.C.M., &J.C.W. VAN DELFT (RAVON,
RED.),2009.De amfibieën en reptielen van Nederland -Nederlandse Fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden. KNNV Uitgeverij, Utrecht.
Stichting RAVON, Nijmegen. SDUUITGEVERS,2002-2007.Flora- enfaunawet, bewerkt en toegelicht door mr. L. Boerema, M.A. Huber, mr. drs. D. van der Meijden, J.A.M, van Spaandonk & mr.A.S. Vreugdenhil. Koninklijke Vermande, Den Haag. SlERDSEMA, HENK, 1995.Broedvogels en beheer. Het gebruik van broedvogelgegevens inhet beheer van bos- en natuurterreinen. SOVON-onderzoeksrapport 1995/04. Staatsbosbeheerrapport 1995-1. SOVON VOGELONDERZOEK NEDERLAND, 2002. Atlas
van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5.Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNVUitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden. VAN BEUSEKOM R., HUIGEN P., HUSTINGS F., DE PATER, K. & THISSEN J. (RED.), 2005.Rode Lijst
vanNederlandse broedvogels. Tirion uitgevers B.V., Baarn.
CREEMERS,R.C.M., 1996.Bedreigde en kwetsbare reptielen en amfibieën inNederland. Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Nijmegen. DIJK, A.J.VAN,2004.Handleiding Broedvogel Monitoring Project (Broedvogelinventarisatie inproefvlakken). SOVONVogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. DUUREN,J.VAN,G.J. EGGINK,J. KALKHOVEN, J.NOTENBOOM, A.J. VAN STRIEN & R. WORTELBOER
(eindredactie),2003.Natuur-compendium 2003. Natuur in cijfers. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg en Heerlen, Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven (RIVM) en Wageningen (DLO). LENDERS, H.J.R., C.C.H. MARIJNISSEN &R.P.W. H.
FELIX, 1993. Waarnemen en herkennen van amfibieën en reptielen inhet veld.4 edruk. Stichting RAVON, Nijmegen. NIE,H.W. DE & G. VANOMMERING, 1998. Bedreigde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport nr. 33,IKC Natuurbeheer, Wageningen. NIE,H.W. DE, 1997.Atlas van deNederlandse Zoetwatervissen. 2eherziene druk. Doetichem. NIE,H.W. DE, 1997.Beschermde en kwetsbare zoetwatervissen inNederland. Voorstel voor een rode lijst. Nieuwegein. NÖLLERT,A,C.NÖLLERT,2001.Amfibieëngids van Europa. TlRiONUitgevers bv, Baam. PROVINCIE ZUID-HOLLAND, 2004.Beschermde planten en dieren inZuid-Holland. De verspreiding van deEuropese Habitatrichtlijnsoorten in kaart. Den Haag. RAVONWERKGROEPMONITORING, 1997. Handleiding voor het monitoren van amfibieën in Nederland.
Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau
2010-41
Westpolder/Bolwerk in Berkel en Rodenrijs
Bijlage 1. Verspreidingskaart beschermde vissen
Beschermde vissen Westpolder/Bolwerk ©Topografische Dienst Kadaster
Kleine modderkruiper N
J\
Van der Goes en G r o o t ecologisch onderzoek*- enadviesbureau
0,15 km
©
1
© 2-5 © 6-10 © 11-20 © >20
^gPy Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2010-41
Monsterlocaties
19 -
-
Westpolder/Bolwerk in Berkel en Rodenrijs
20
Beschermde vissen Westpolder/Bolwerk ©Topografische Dienst Kadaster
Bittervoorn N J\
Van der Goes en Groot ecologisch on/lerzoeki-en adviesbureau
0,15 ikm
©
1
Monsterlocaties
© 2-5 © 6-10 0 11-20 © >20
Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau
2010-41