www.syncoopnieuws.com
DECEMBER 2012
Waar komt die dans vandaan (19): Troika pagina: 5
25e JAARGANG NR.74
Roemenië, land voor de echte liefhebbers pagina: 10
GOOIK: Mijn muziek- en balfolk-mekka! pagina: 7
Sholom Aleykhem: De klezmer Stempenyu pagina: 11
Doe Dans Festival 30 en 31 aug, 1 september 2013
SYNCOOPNIEUWS BOERENHEMDEN EN BERGGEITEN… Een gesprek met Dick van der Zwan
van de dans omdat het zorgt voor een andere beleving. Dat is altijd mijn credo gebleven. Tijdens deze training kreeg ik de behoefte om in al die verschillende streken te gaan kijken hoe er ter plekke gedanst werd. Ik wilde eerst “het hemd van de boer ruiken”. Terug in Nederland heb ik eerst de kaderopleiding gedaan, ik kon instromen en heb het in een half jaar afgerond. Ik kwam in een stroomversnelling en heb ook in de examencommissie gezeten, samen met Femke (van Doorn-Last). Femke is ook degene die mij heeft uitgenodigd om na de Kweekschool les te komen geven op de dansacademie in Rotterdam. Daar heb ik 10 jaar heel prettig met haar en met Yvon Despotović samengewerkt. Ik heb heel veel van haar geleerd: Femke was echt een “kanon”! Wie waren -behalve Femke- jouw inspiratiebronnen? Atanas Kolarovski en Pece Atanasovski (Macedonië) en Simos Konstandínou en Eléni Tsaoúli (Griekenland) vond ik erg inspirerend. Veel heb ik ook geleerd van Wouter Swets en Lou de Leeuw, wiens archief (handgeschreven kaartenbakken vol) met dansbenamingen, kruisverwijzingen en dansbeschrijvingen ik heb geërfd.
Dick van der Zwan: dansdocent, specialist Grieks, getrouwd met Marja, Hagenees in hart en nieren en onder Griekse muzikanten bekend als “de witte zigeuner”. Ik praat met hem bij “een bakkie” terwijl de zon door de openstaande tuindeuren naar binnen schijnt en de koolmezen buiten de clown uithangen. Dick, hoe is het allemaal zo begonnen met volksdansen? Mijn ouders waren volksdansers en zaten diep in de jeugdbeweging. Mijn moeder gaf veel les, ze reisde vooral binnen Nederland. Die jeugdbeweging was ingedeeld in cellen in diverse provincies en de dansleiders werden uitgewisseld. Ik reisde met mijn ouders mee en was een gemakkelijk kind: kroop onder een tafel om te lezen, sliep overal. Het volksdansen was niet wat mij in eerste instantie aantrok: wat ik wél leuk vond was om op één van mijn vele blokfluiten mee te spelen met het orkestje. Want er werd altijd met levende muziek gewerkt. Mijn moeder formeerde een dansgroepje om in Duitsland tijdens de Europäische Jugendwoche Nederlandse dansen te presenteren en ik mocht mee mits ik danste. Mijn eerste dansstapjes waren dus de Gort met stroop, de Hakke Toone en dergelijke. Daarna ben ik me heel erg gaan verdiepen in Schotse dansen en heb diverse cursussen gevolgd. Het jaar voordat ik mijn Teacher’s Certificat zou halen bij de Royal Scottish Country Dance Society in St.Andrews, kwam er in de zomer een Griekse dansgroep naar
Nederland en daar was ik erg van gecharmeerd. In diezelfde tijd, dat moet ongeveer in 1963 zijn geweest, kwam Atanas Kolarovski naar Nederland. In datzelfde jaar ben ik met financiële steun van mijn ouders en van het Haags Volksdans Contact naar Griekenland gegaan. Ik heb daar bijna een jaar gezeten bij een bevriende danser en trainde mee met de groepen daar. Ik werd ineens gegrepen door de Balkan. Ik heb het Schots toen laten vallen, al is de techniek - zij het roestig - nog steeds aanwezig. In Athene woonde ik in een volkswijk aan de voet van de Likavytós en ’s avonds liep ik vaak naar boven om over Athene uit te kijken. Ik was een jaar of achttien en trainde bij Homilos Ellenikoon Laikoon Choroon, het Dora Stratou Danstheater en Lykion ton Ellenidon. Daar was een dansdocente, Cathy, die keihard met ons werkte: het was een grote groep, jongens en meisjes apart. Bij wijze van spreken een uur lang Kalamatianos op steeds andere muziek, want een grootstedelijk orkest uit Athene klinkt anders dan een orkest van het platteland. Zij heeft mij voor het eerst op het spoor gezet dat de muziek bepalend is voor de uitvoeringswijze
Hoe kom je aan je materiaal? Je bent afgelopen zomer in de Balkan geweest, heb je toen materiaal verzameld? Nee, niet deze reis, maar wél op eerdere reizen. Ik heb drie keer een beurs gekregen en tijdens zo’n beursreis deed je heel veel contacten op, waarbij de ingang naar muzikanten eigenlijk het belangrijkste was. Dat zorgde wel eens voor ongemakkelijke situaties: Als je bij een bruiloft wordt uitgenodigd word je geacht bij het bruidspaar of de familie te zitten….Maar ík zat liever bij de muzikanten! Dáár kon ik immers mijn vragen stellen, over de muziek, over de dans… En als er zigeuners waren ingehuurd hoorde jij daar als buitenlandse gast niet bij te zitten: soms was het echt spitsroeden lopen! Ik heb altijd een heel goed contact gehad met muzikanten en zij zijn altijd mijn ingang geweest tot nader onderzoek naar bijvoorbeeld kleine verschillen tussen dorpen. Ik heb altijd veel opnames gemaakt; tijdens feesten en dergelijke, maar ook in speciale opnamesessies. Ik kreeg daardoor een goede naam bij muzikanten. Ik werkte eerst met cassetterecorders en draagbare bandrecorders (UHER) en was de eerste in Griekenland die digitale opnames maakte middels een Pulse Code Modulator met een videorecorder als opslagmedium. Dat ging toen allemaal nog heel ongemakkelijk en “draagbaar” betekende eigenlijk dat je een eigen kruiwagen moest meenemen. Ik heb altijd veel geïnvesteerd in mijn opnameapparatuur en dat was een heel gesjouw! Op den duur had ik een groot Tascam mengpaneel, acht microfoons met standaards en kabels, DAT-Recorders en koptelefoons. Je moet wel heel veel materiaal hebben verzameld. Ja, ik heb enorm veel materiaal en heb alles gearchiveerd. Daarom heb ik nu niet meer zo de behoefte aan nieuw materiaal: ik heb nog zóveel op de plank liggen waaruit ik kan putten. Bovendien zijn sommige bevriende muzikanten die ik eventueel nog wel eens een keer zou willen opnemen, zoals Dimitrákis Psathás, inmiddels zo beroemd geworden (hij speelt alleen nog maar samen met Ferus Mustafov) dat ik ze niet meer kan betalen. Helaas is het ook zo dat ik nooit de kans heb
gehad bepaalde muzikanten die op mijn verlanglijstje stonden op te nemen, zoals de multi-instrumentalist Chrístos Dínis uit Skopiá, Flórina en de gáïdaspeler Bárba Tántzis uit Episkopí, Náoussa, omdat ik toen ik ze leerde kennen niet de juiste opnameapparatuur daarvoor had of omdat ze toen al te ziek waren om te spelen. Beiden zijn inmiddels gestorven. Ik mijmer dan nog wel eens over hen, beroemdheden in hun gloriedagen, als ik hun (helaas verpauperde) graven bezoek. Onlangs heb ik al mijn apparatuur verkocht, ja natuurlijk, aan muzikanten. Gelukkig worden er in Griekenland zelf ook steeds meer goede opnames gemaakt en er komen steeds meer organisaties die zich bezig houden met het onderzoeken en conserveren van folklore. Maar het besef daartoe is eigenlijk een beetje te laat gekomen: er is helaas al veel verdwenen. Bovendien hebben sommige Griekse onderzoekers de opvatting dat wat op Griekse bodem gevonden wordt ook Grieks is, terwijl ik in mijn onderzoek de turbulente geschiedenis van de Balkan meeneem, de grenswisselingen en de omgeving waar het uit voortkomt.
Lees verder op pagina 2
REDACTIONEEL Toen ik de bijdragen voor dit nummer naast elkaar legde, viel me op dat de rode draad “terugblikken” is, en dat past wel bij deze tijd van het jaar. Terugblikken op Doe Dans, op die bijzondere muziekcursus, op die mooie dansreis naar Roemenië, op de eerste ervaringen met het deelnemen aan de dansopleiding MBvO. Maar ook terugblikken op het opbouwen van een specialisatie, zoals te lezen is in het interview met Dick van der Zwan of het terugblikken op een leven lang vrijwilligerswerk voor (onder andere) de volksdans, zoals u kunt lezen in het artikel naar aanleiding van een gesprek met Joop van der Voet. Er valt echter ook genoeg vooruit te kijken: neem alleen al het groepsnieuws, waar u in de kerstvakantie eens rustig doorheen kan bladeren om te overwegen wat voor dansactiviteiten u in het voorjaar gaat ontplooien. Er is genoeg te doen! Met ingang van dit nummer hebben zowel Mark Benjamin als Radboud Koop afscheid genomen van de redactie van het Syncoopnieuws. Vanaf deze plek wil ik hen heel hartelijk bedanken voor hun jarenlange bijdrage aan de ontwikkeling van de krant en voor al hun mooie en interessante artikelen. Gelukkig hebben zowel Radboud als Mark laten weten dat ze zo af en toe best nog een artikel willen schrijven. De vaste rubriek “waar komt die dans vandaan” komt dan ook gelijk dit nummer weer als vanouds uit de pen van Radboud Koop. Feit blijft dat de redactie van het Syncoopnieuws versterking kan gebruiken. Vindt u het leuk om mee te denken over de inhoud van het Syncoopnieuws en/of vindt u het leuk om ook eens een artikel te schrijven? U bent van harte welkom! Rest mij u namens de redactie fijne feestdagen, een goede afsluiting van 2012 en alvast een gezond en dansant 2013 te wensen! Dinda van der Weijden
DECEMBER 2012 - PAGINA 2
Vervolg pagina 1, BOERENHEMDEN EN BERGGEITEN…
woestijn van Utah in de Verenigde Staten vind ik fascinerend!
Een voorbeeld: de vogeltjesdans is destijds de wereld rond gegaan en wordt in Macedonië gespeeld op Zurna en Tapan, in 7/8, naast alle andere muziek. Mijn Griekse collega zou dat aanmerken als Grieks materiaal. Maar dan zeg ik: ho! In dat opzicht kan ik soms nogal van mening verschillen met mijn Griekse collega’s.
Bedankt Dick, dat ik voor dit interview gebruik mocht maken van de uitvoerige documentatie behorend bij het boek dat je ooit hoopt uit te geven over Griekse volksdansen.
Je hebt zo’n beetje in heel West-Europa les gegeven. Ja, dat klopt, en ook in Griekenland zelf. Ik had nog wel graag in Japan en in Amerika willen lesgeven. Ik geef mijn lessen vanuit een vast principe: een opbouw vanuit de basis. Daarop stapel ik variaties. Dat is iets anders dan figuren en choreografieën. Die variaties kunnen wel uit verschillende dorpen komen: combinaties die “in het wild” niet voorkomen, maar wél authentiek zijn, zodat je, als je daar komt, ook kunt meedansen in de diverse dorpen. Je moet het zien als een dansfeestje, waarbij de grote meute de basis doet en de voorste zich eens lekker kan uitleven zonder daarbij de anderen te hinderen. Bij mijn weten ben jij de enige Griekenlandspecialist in Nederland. Ja, dat is een moeilijk punt: ik heb geen opvolger. Maar mijn opvolger had van mij ook de boer op gemoeten, al wordt dat steeds moeilijker omdat dingen snel verdwijnen. Een ander probleem is de huidige crisis in Griekenland: er is geen geld om muzikanten te betalen. Ik ben bezig mijn kennis te verwerken in een boek, een soort vraagbaak voor wie van de hoed en de rand wil weten, maar er is nog een lange weg te gaan… Wat heeft - buiten het dansen - nog meer jouw belangstelling? Ik bespeel diverse fluiten. Daarnaast fotografeer ik graag en vind dan vooral het vormgeven en bewerken interessant: ik heb een opleiding webdesign gedaan. Ook heb ik de vormgeving van een tijdschrift gedaan en was ik docent ICT op een ROC. Je hebt veel gereisd in de Balkan. Welke reisbestemmingen trekken jou nog meer? Landen als Zwitserland, Canada trekken mij, en dan vooral de bergen. Niet eens zozeer om er te wandelen, ik ben tenslotte geen berggeit, maar het trekt me enorm. Ook woestijnen, zoals de steen-
Nellie Rodermond Tijdens dit interview – en ook erna – heeft Dick veel verteld over folklore, volksdans en zijn manier van lesgeven. Te veel om allemaal in het interview te verwerken – het is geen college – maar te leuk en interessant om niet met jullie te delen. Daarom separaat nog meer informatie van Dick zelf, voor de liefhebbers. Over zigeunermuzikanten Op de Balkan verspreidde zich het ambacht van betaald muzikant snel in de gebieden onder Osmaanse heerschappij. Net zoals in andere landen waar de professionele zigeunermuziek een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van de volksmuziektraditie, hebben ook de Griekse zigeuners typische eigen muzikale tradities en specialiseerden zij zich in schalmei en klarinetspel. Andere instrumenten ziet men daarentegen zo goed als nooit in de handen van zigeuners, zoals ondermeer het geval is met de 'gáïda', de doedelzak. Slechts in enkele streken in het Noorden van Griekenland maken de zigeuners nog muziek die haar oorsprong in het Oosten vindt. In vele andere streken van Griekenland is deze schalmeitraditie al lang verdwenen. De zigeuners spelen dan in een heel andere bezetting, die met name klarinet, laouto en tamboerijn omvat. Ook deze bezetting gaat ver terug in de tijd. Parallellen vinden we in de Joegoslavische Čalgija-ensembles en in de Turkse of Egyptische voorstedelijke orkesten, die in casino's of clubs in vrijwel dezelfde bezetting spelen. Men stelt de zigeunermuziek erg op prijs vanwege haar vitaliteit, haar aanstekelijke levendigheid en men betaalt de muzikanten een uitstekend loon. Men is blij als het feest mede door hun muzikale bijdrage geslaagd is en toch accepteert men hen niet als volwaardige leden van de dorpsgemeenschap. Ze wonen over het algemeen in een apart, vaak ook afgelegen gedeelte van een dorp of stadje, denigrerend aangeduid met de term 'yiftochóri' (yíftos=zigeuner en chóri=dorp). 'Yífti' (ap ton Aigypto = afkomstig uit Egypte) is een diminutief voor de in oorspong waarschijnlijk zwer-
Foto: Richard van der Kooij vende bevolkingsgroep, die naar men aanneemt via Kreta naar het vasteland is gekomen en die zich heeft verspreid over noordelijk Griekenland. Wij zijn geneigd ze zigeuner te noemen, vanwege hun donkere tot zwarte huidskleur, maar de Grieken noemen ze yífti. Zélf zeggen ze géén 'Cígani' of 'Roúmi' te zijn (naar de zigeunertaal Roúm of Róm) omdat zij de 'zigeunertaal' niet spreken en, in tegenstelling tot de in tenten en vrachtwagentjes rondzwervende Cígani, een vaste woon- en verblijfplaats hebben. Sociaal zijn ze echter nooit volledig geïntegreerd en 'ciganos' of 'yífti' zijn betekent dan ook altijd sociaal minderwaardig zijn en gediscrimineerd worden. Hoewel zigeunermuzikanten dus alom erkend worden als hoog gekwalificeerde musici is hun sociale status nog altijd heel laag. Enerzijds is een bruiloft of
een kermis voor de plaatselijke bevolking een prestigekwestie, want immers wie de beste muzikant heeft geniet in het dorp het meeste aanzien. Anderzijds zal men er niet aan denken om samen met de ingehuurde muzikant aan tafel te gaan. In de regel krijgen de zigeunermuzikanten eten aan een aparte tafel die alleen voor hen bestemd is. Voor de onderzoeker die tijdens een bruiloft opnamen wil maken schept dat altijd een moeilijke situatie: Aan de ene kant moet hij goede contacten hebben met de zigeuners in verband met het verkrijgen van achtergrondinformatie, aan de andere kant dient hij zich te gedragen als een gast en dat betekent dat hij uit beleefdheid tegenover de gastheer zo gereserveerd mogelijk moet zijn in zijn contacten met de zigeuners.
Lees verder op pagina 3
DECEMBER 2012 - PAGINA 3
Vervolg pagina 2, BOERENHEMDEN EN BERGGEITEN… Over hedendaagse muziekopvattingen en mijn moeite daarmee In de jongste jaren hebben helaas ook westerse modes het muziekleven van Griekenland bereikt. Zelfs op de meest afgelegen plaatsen verwacht men tegenwoordig van de ensembles dat ze elektronisch versterkt spelen, waarbij het er niets toe doet of de grootte van het feest dat al dan niet vereist. Het moet alleen maar hard zijn: mooi, eventueel authentiek, hoeft allang niet meer. Door dergelijke praktijken treden dan al snel wijzigingen op in de instrumentatie die de muziek misvormen en oneigen maken. Door de gewijzigde instrumentatie én door de invoering van de accordeon wordt onze getemperde toonschaal opgelegd. Er staan nu chromatische toonschalen ter beschikking en de nieuwe grote en kleine tertsharmonieën van de accordeon vinden eveneens ingang. De vele traditioneel gezongen versieringen van de melodieën vallen daarentegen weg wanneer de zanger een microfoon gebruikt en zijn stem via echo-apparatuur wordt vervormd. Door het gebruik van goedkope en tengevolge daarvan ook vaak verkeerde microfoons, de verkeerde plaatsing ervan, de onjuiste inregeling van de apparatuur (alle knoppen rechtsom, alle schuiven open, spetterhard, vervormd met een wel zeer gulle echo), rolt er een lawine van geluid over je heen en dreigen de vullingen uit je kiezen te springen. De muzikanten zelf schijnen er echter nauwelijks moeite mee te hebben, ze klagen hoogstens de volgende ochtend over wat hoofdpijn en een vreemde, hoge fluittoon in hun oren. Dat er knop-
pen op de apparatuur zitten om, liefst met mate, te gebruiken, is vaak nog niet doorgedrongen bij helaas teveel autochtone muziekgroepen. Zolang het publiek het ook mooi vindt en men de stekende koppijn en de pieptoon als een 'normaal' gevolg van het bruiloftvieren voor lief neemt, zal dit elektronificatiesyndroom voorlopig nog wel niet uit te roeien zijn. Ik vind het elke keer weer gruwelijk om te moeten horen hoe goeie muzikanten afbreuk doen aan hun muzikale kwaliteiten door het overdadig gebruik/misbruik van, inmiddels afgemartelde, apparatuur. Over variaties, varianten en figuren De Griekse dansvorm onderscheidt zich door de veel eenvoudige variaties, logisch voortbouwend op het grondpatroon van de dans, zonder de structuur ervan geweld aan te doen wat betreft het aantal tellen van de dansfrase en de bewegingsrichting. De Griekenland omringende andere Balkan dansvormen worden vooral gekenmerkt door het feit dat het aantal dansmaten vaak (opzettelijk veranderd) parallel loopt met het aantal muziekmaten, maar misschien meer nog door de enorme diversiteit aan figuren. Ik noem dit 'figuren', omdat ze nauwelijks geënt lijken te zijn op het basispatroon van de dans en daarvan vaak totaal afwijken, onder andere voor wat betreft de bewegingsrichting. Ik gebruik de termen 'variant' versus 'figuur' omdat mij hiervoor zo gauw geen andere, duidelijker terminologie ter beschikking staat. Een 'variatie' is mijns inziens altijd ontleend aan het basispatroon van een dans en vertoont duidelijke overeenkomsten daarmee, terwijl een 'figuur' daar vaak totaal van lijkt af te wijken.
is in grote delen van Griekenland. De kopdanser van een rij of een halve kring (vaak de oudste zoon uit het gezin maar in groter verband veel vaker nog de 'pater familias') bepaalt welke dans er gedaan wordt en in welk tempo, hij heeft immers de muzikanten om die dans gevraagd en ervoor betaald. De kopdanser of leider toont zijn virtuositeit (en daarmee zijn gemoedstoestand) door middel van vaak - geïmproviseerde passenvarianten en eventuele sprongen terwijl de rest van de rij fungeert als 'begeleiding' (chorus) en de basisvorm danst, ieder wachtend op zijn beurt om ook leider te worden en zijn dansvaardigheden te tonen. De persoonlijke variaties van de kopdanser sluiten echter altijd nauw aan bij de basisvorm van de dans, waarbij de dansrij niet wordt belemmerd door 'figuren' met bijvoorbeeld een ander aantal tellen of een andere bewegingsrichting (chorus betekent oorspronkelijk 'samen dansen' in tegenstelling tot 'valizo', dat 'alleen dansen' betekent). Zou de kopdanser overgaan tot een 'figuur', dan ontstaat er binnen de dansrij zeker filevorming, veroorzaakt door het verspringende danspatroon. Gelukkig zijn ook de gebruikte melodieën niet bindend voor het dansgebeuren. Als dat wel zo was, zou dat betekenen dat er op een bruiloft maar één bepaalde melodie voor één bepaalde dans gebruikt kan worden. Met het toch beperkte aantal dansen in vergelijking met het dansrepertoire waar wij ons in Nederland mee bezig houden en dat dansen van zo ongeveer de hele globe omvat - zou het een vervelend feest dreigen te worden. Mijn ervaring is dat feesten in dit deel van de Balkan nooit vervelen. Het bijwonen van dit soort feesten roept juist het verlangen op er meer van te zien of te horen, om het allemaal nog intenser te kunnen meebeleven.
De 'archaïsche' structurering van dans en dansgebeuren is de danstraditie die nog steeds gebruikelijk
Gekscherend zeg ik vaak dat er zoveel dansen zijn als dat er dorpen zijn. Daar bedoel ik dan mee
dat een dans welhaast in schier ontelbare varianten lijkt voor te komen, waarbij ik steeds probeer tijdens mijn lessen enkele van de meest voorkomende lokale varianten te bundelen en eventueel naderhand te beschrijven. Ik besteed veel aandacht aan regionale en lokale stijlen, ondersteund door achtergrondinformatie, gebaseerd op kennis die ik heb verzameld tijdens mijn studiereizen. Wat ik tijdens mijn lessen ook probeer duidelijk te maken is dat ik me bezig houd met etnische dans, waarbij ik ter verduidelijking dan maar een klein stukje uit mijn verhandeling over terminologie citeer die ik heb geschreven voor de Kaderopleidingen tot volksdansleider. Volksdans is voor mij: De traditionele dans in zijn lokaal-culturele en geografische context. De dans is nog aan veranderingen onderhevig door allerlei cultuur-dynamische processen die van invloed zijn op de lokale bevolking en haar cultuur. DUS EIGENLIJK VOLKSDANSEN WIJ NIET! Etnische dans is voor mij: De traditionele dans, zoals die in zijn oorspronkelijke vorm gevonden werd in zijn lokaal-culturele setting, maar geplaatst in een andere cultuur en geografische context met een duidelijk museale functie. Toch valt er binnen deze etnische dans, soms ook wel rurale volksdans of authentieke dans genoemd, toch heel wat gemeenschappelijks te vinden, zij het niet qua stijl, maar eerder wat betreft vorm en structuur, resulterend uit de omstandigheid waarom, waar en hoe gedanst wordt. Enkele van die gemeenschappelijke karakteristieken zijn: • Incongruentie van dansfrase en muziekfrase • Alle variaties even lang en in dezelfde richting als het grondpatroon • Vormstructuur 3/4 of 2/3 naar rechts, laatste dansdeeltje naar links • Eén dans meerdere melodieën • Eén melodie meerdere dansen
HET VOllE pOND aaN FOlklORE Dangsers aan zeer vooruitstrevend met hun tijd mee te gaan. Na de gebruikelijke plechtige openingswoorden van voorzitters en burgemeester was het woord aan mevrouw T.R.I.E.N. (beschermvrouwe van de Vereniging ter bevordering van de wederzijdse bewondering). Zij gaf, in een aan het publiek aangepaste versie van het plaatselijk dialect, een show weg à la Tineke Schouten. Modern en oud werden op grandioze wijze met elkaar vermengd. Daarna volgde een multimedia show met live danspresentaties van de folklore van de toekomst en nog niet zo lang geleden. Plaatselijke topdansers zorgden voor een kippenvel bezorgende show. Een virginaalspeler begeleidde een menuet uitgevoerd door in hoepelrok en pruikentooi gestoken dansers. De dans leek echter meer op een langzame Engelse country dance in driekwartsmaat. Echt folklore dus. Onder leiding van een dansmeester benadert de uitvoering het origineel heel aardig; zodra de dans uitwaaiert over het land en populair wordt, verzwakt de stijl en wordt het een volksdans. Tussen de middag werd gezamenlijk de warme maaltijd genuttigd volgens de plaatselijke traditie: soep zonder kluif, grauwe erwten met gewelde blanke rozijnen, boterjus en boerenjongens met als toetje griesmeelpudding en bessensap. Alles per gang geserveerd in één en hetzelfde bord en gegeten met één en dezelfde lepel. Zo wil het de traditie.
Verslag nationale folkloredag / jubileumdag 50 jaar Wieringer Dangsers Op zaterdag 15 september vierde folkloristische dansgroep “De Wieringer Dangsers” haar 50-jarig bestaan. Aangezien de dansgroep is aangesloten bij de Federatie van Folkloristische Groepen Nederland (FFGN) werd dit heuglijke feit aangegrepen om de jaarlijks terugkerende Nationale Folkloredag te combineren met dit jubileum. Aan de uitnodiging was gehoor gegeven door 250 in streek- en klederdracht gestoken folkloristen, die in de loop van de dag tijdens de diverse activiteiten over het eiland uitwaaierden. De dag begon met ontvangst in cultureel centrum Het Vikingschip, uiteraard met koffie en koek. De koek was al meteen een stukje materieel erfgoed, want de schrijfster van dit ver-
slag had de dag ervoor privé al in het plaatselijke museum het recept van deze koek gekregen. Een slimme plaatselijke bakker vond het zonde om overgebleven resten van koekjes weg te gooien en had bedacht dat verkruimelen, vermengen met een beetje nieuw deeg en van een suikerlaagje voorzien, het aangename met het winstgevende zou paren. De naam van deze bakker was Jaap Oden. Op de verpakking stond J. Oden. In de volksmond zijn deze koeken dus jodenkoeken geworden. De Enkhuizers hebben daar ooit hun eigen variant jodekoeken op gemaakt, maar deze zijn qua smaak, grootte en kleur niet met de originele Wieringer jodenkoeken te vergelijken. In het Vikingschip gaven de Wieringer
’s Middags stond een combinatie van een bustocht over het eiland, een toer met een huifkar, een bezoek aan een helemaal uit bakstenen opgetrokken kerk (ook de torenspits) en een bezoek aan museum Jan Lont op het programma. Daar toonde de gids ons een eigenaardig soort omgekeerde beker met stermotief in de bodem. Dat bleek boterklok te heten. In de tijd van boter in vaten vulde men de beker met boter en duwde die dan zo stevig aan tot de stervorm goed in de boter was ingedrukt. Na het leegstorten stond de ster er duidelijk boven op, dit was het bewijs dat men het volle pond had gekregen. Aan het einde van de dag verzamelde men zich op het terrein van de vissershaven. Daar stond een draaiorgel opgesteld met het dansrepertoire van de Wieringer Dangsers in de boeken geponst. Onversterkt schalde de muziek over het terrein en zag men een bont gezelschap zwieren en zwaaien over de keien. Volgend jaar september is er weer een Nationale Folkloredag. Waar dat zal zijn is nog onbekend. Op Wieringen kregen wij dit jaar in ieder geval “het volle pond” aan folklore. Wieringers, eilanders, een apart volkje……….. Elsche Korf
DECEMBER 2012 - PAGINA 5
WaaR kOMT DIE DaNS VaNDaaN (19): TROIka paardenpassen In die laatste beschrijving staat de waarschuwing van Michael dat de renpassen niet moeten worden uitgevoerd met ‘goose-steps’ of ‘kickingsteps’ (ganzenpassen of schoppassen). Een soortgelijke opmerking komen we vaker tegen. In Eisenberg’s boek lezen we dat de echtgenote van Michael, Mary Ann Herman, erop staat dat je geen schoppassen of ‘steigerende’ passen moet maken (zoals een paard). Vanwege de associatie van de Troika met een door drie paarden getrokken Russische slee, is dat een verrassende opmerking, temeer omdat nagenoeg alle beschrijvingen voor wat betreft de betekenis van de naam naar die driepaardenslee verwijzen. Wat we wel vaak tegenkomen is de stijlopmerking dat je bij de renpassen ‘de knieën hoog moet optrekken’. Gaat het toch weer een beetje op paardenpassen lijken….
In aflevering 2 van deze serie (Syncoopnieuws 54, maart 2006) werd de dans Korobushka besproken. En passant kwam ook de Troika even voorbij. Troika en Korobushka waren lange tijd de enige twee ‘Russische’ dansen die in Nederland bekend waren. Ze werden in de vijftiger jaren van de vorige eeuw geïntroduceerd vanuit Amerika en stonden samen op een klein 78-toerenplaatje, uitgegeven in Amerika in 1950 door Michael Herman (Folk Dancer MH 1059). Toch is het verhaal achter beide dansen niet helemaal hetzelfde. De aanhalingstekens rond het woord ‘Russische’ hierboven doen al vermoeden waar dit verhaal naar toe gaat: net zoals die bekende versie van de Korobushka is ook de Troika, zoals die bij ons bekend is, geen echte, authentieke of traditionele Russische volksdans. Ook de Troika is in Amerika ontstaan en hoogstwaarschijnlijk bedacht. Ik zeg ‘hoogstwaarschijnlijk’ omdat, anders dan bij de Korobushka, de precieze ontstaansgeschiedenis van de Troika voor mij niet helemaal te achterhalen is. Michael Herman De vroegste verwijzing naar de ons bekende Troika is te vinden in een publicatie uit 1945 onder de titel Folk Dances from Far and Near, Volume 1, uitgegeven door de Folk Dance Federation of California. Ik heb die publicatie zelf Foto: niet, dusTineke ik weetvan nietGeel of daar iets bij staat over de bron van de dans. Toch heb ik sterk het vermoeden dat de dans door Michael Herman geïntroduceerd is, misschien zelfs wel gemaakt is. Al snel komen we de dans namelijk weer tegen, nu in het boek Folk Dances for All, collected and arranged by Michael Herman, uitgegeven in 1947 (die eerste editie heb ik niet, wel de zesde uit 1957). Hij staat daar in als The Russian Troika, en: Troika – Russian Dance. Herman voegt aan de dansbeschrijving het volgende toe: “De betovering van de Russische dansen maakt hen alom geliefd; en, in tegenstelling tot wat men vaak denkt, zijn niet alle Russische dansen moeilijk. De Troika heeft alleen een simpele renpas op een levendige muziek en behoudt toch het typisch Russische karakter.” En dan te bedenken dat deze Troika over de hele wereld bekend is, behalve in Rusland…. In de jaren daarna verschijnt de dans in diverse dansbeschrijvingsboeken en volksdanspublicaties in Amerika. Regelmatig wordt de Troika opgenomen in volksdansprogramma’s voor scholen en bewegingsonderwijs als een dans met een
gemiddelde moeilijkheidsgraad, goed voor het sociaal gebeuren (vooral in de vorm als mixer) en goed voor de conditie. Wat betreft dat laatste is het grappig dat Michael Herman in zijn boek uit 1947 een suggestie voor de instructeur toevoegt “…als de plaat voor deze dans gedraaid wordt, kan het verstandig zijn om de naald er af te halen vòòr het einde van de muziek, omdat die te lang en daardoor te vermoeiend zou kunnen zijn voor een gemiddelde groep. Behalve als de dans gedaan wordt als afsluiter van een blokje met dansen, want dan kun je de plaat helemaal uit laten draaien. De mensen zullen dan wel moe zijn, maar dat zijn ze dan met een verrukkelijk gevoel.” Volksdansen niet alleen als cultuur, maar ook als sportieve prestatie…. Bronnen De dans wordt meteen vanaf eind veertiger jaren volop aangeleerd tijdens diverse workshops en folk camps in de VS en van daaruit ook in Europese landen. Op het Stockton Folk Dance Camp, één van de langstlopende international folk dance camps in de wereld, is de Troika aangeleerd in 1949 en 1950 door Madelynne Greene en later nog eens in 1964 en 1968 door Vytautas – Vyts – Beliajus (geen Rus, maar een Litouwer). Volgens de dansbeschrijvingenbundels van die folk camps is de dans steeds hetzelfde ook al wordt hij door verschillende mensen aangeleerd. Maar in de bij een platenreeks behorende syllabus World of Fun van Larry Eisenberg uit 1951 staat opgemerkt dat de copyright van de Troika weliswaar berust bij Michael Herman maar dat Vyts Beliajus in ‘zijn versie’ iets anders deed in het eerste deel. Of dat betekent dat zowel Vyts als Michael eigen versies hebben van de dans (die dan dus als ‘originele’ dans zou moeten of kunnen bestaan) en dat deze dus niet door Michael gemaakt zou zijn, wordt niet duidelijk. Nagenoeg alle andere boeken verwijzen alleen naar Michael Herman als de bron. Er blijken overigens wel verschillende versies in omloop te zijn. Zo dansen we in Nederland (en op enkele andere plaatsen) het eerste deel als 16 renpassen voorwaarts in dansrichting. In veel oude beschrijvingen staat echter dat je eerst vier renpassen diagonaal rechts voorwaarts doet, gevolgd door vier renpassen diagonaal links voorwaarts, een soort zigzag dus, waarna er nog acht renpassen rechtuit gedanst worden. Merkwaardig is dat Michael Herman zelf beide versies gebruikt, de zigzag in zijn boek uit 1947 en de ‘rechtuit’-variant in zijn syllabus uit 1953.
In de Nederlandse beschrijving van het Jeugdleidersprogramma A1 uit de zestiger jaren staat dat het laatste deel (kringetjes van drie) ook uitgevoerd kan worden met ‘spinpassen’. Zo zie je het hier ook vaak gedanst worden (soms zelfs met handen op de schouders). Dit vind je verder nergens in de andere bronnen terug, dus dit lijkt een Nederlandse aanpassing. In alle beschrijvingen staat namelijk dat die kringetjes ook met dezelfde renpassen worden uitgevoerd met de handen vast in een lage W-houding. Hoe het ook precies zit met die passen, de dans in deze vorm is in Rusland voor zover ik weet niet bekend. Er zijn zeker wel Russische traditionele volksdansen die geheel of deels in drietallen wor-
Folkraft plaatje 1170 bekend geworden, gespeeld door het Folkraft International Orchestra o.l.v. Frank L. Kaltman. Maar er zijn in de loop der tijden in verschillende landen veel nieuwe opnames gemaakt, ook in Nederland voor het A1-programma (orkest Pernoot o.l.v. Theo van Tol). Je komt op Russische platen en cds af en toe stukken tegen onder de naam Troika, maar de kans is groot dat dat heel andere melodieën zijn. De melodie van de Troika van Herman is die van een Russisch lied (géén danslied) onder de titel Zapryagu ya troiku borzu, wat zoveel betekent als ‘Ik tuig de troika op met drie vurige paarden’. Ik kan me voorstellen dat Michael Herman deze titel niet bruikbaar vond en er maar Troika van gemaakt heeft. Er bestaan trouwens veel meer Russische melodieën met het woord troika (of een afleiding daarvan) in de titel, maar bijna altijd zijn dit geen dansliederen en vaak zijn ze nieuw gecomponeerd. Het woord troika betekent ‘het cijfer drie’, of een ‘driespan’, vaak gebruikt om te verwijzen naar de typische Russische slee voortgetrokken door drie paarden. Zo schrijven veel bronnen: “De Troika (drietal, driespan) is een dans die de drie paarden symboliseert die de sleeën en rijtuigen trokken van de Russische adellijke families”. Hier komt de associatie met de renpassen, de vaart en de drietallen in de dans vandaan. Die drietallen bestonden oorspronkelijk uit een man met aan elke zijde een vrouw. Maar ook Michael Herman schrijft al in zijn boek uit 1947 dat “…het is toegestaan hier aanpassingen te maken om aan
Michael en Mary Ann Herman den uitgevoerd (in het Russisch zeg je dan ‘troikami’, ‘met z’n drieën’), maar deze vorm onder deze naam is niet te vinden. Desalniettemin verwijzen alle (Amerikaanse en Europese) bronnen naar Rusland (Russia) als het land van herkomst van de Troika, of naar de dans als een Russische dans (Russian). Op het oude plaatje van Michael Herman staat dat de Troika een “Dance for Three from Old Russia” is. Geen idee wat met ‘Old Russia’ wordt bedoeld…. Wat nog zou kunnen is dat Michael Herman (of iemand anders in de VS) zich heeft laten inspireren door een toneelvolksdanschoreografie onder de naam Troika van het Beriozka ensemble. Deze choreografie, op gecomponeerde muziek (niet dezelfde melodie als Hermans Troika) is van de hand van de leidster van het ensemble Nadyezhda Sergeyevna Nadyezhdina. Beriozka is in 1948 opgericht en bestond tot 1961 alleen uit vrouwen. De choreografie Troika voor drie vrouwen is in die eerste periode gemaakt. Vanaf 1961 kwamen er mannen bij het ensemble en in 1962 is de Troika omgezet naar een dans voor één vrouw en twee mannen, voor de liefhebber zie www.youtube.com/watch?v=SM_44hlj2YQ. In deze choreografie zijn de paardenpassen en –bewegingen overigens duidelijk zichtbaar. Beriozka trad ook in die tijd al in het buitenland op dus mogelijk heeft iemand deze dans gezien of heeft een emigrant uit Rusland dit idee meegenomen naar de VS. Russisch lied De muziek van de Troika van die eerste plaat van Michael Herman werd volgens het label gespeeld door Kostya Poliansky and his Balalaika Orchestra, naar alle waarschijnlijkheid een in de VS gesitueerd orkest en mogelijk een pseudoniem (wat in die tijd niet ongebruikelijk was). Op het Duitse Walter Kögler label is deze opname ook in Europa verspreid. Ook is hier de muziek van het
te sluiten bij de behoeftes van de groep. Dus de dans kan ook gedaan worden met drietallen bestaande uit een vrouw met twee mannen, drie vrouwen of drie mannen”. (Let wel: we spreken 1947!). Vooroordelen Dit vrije idee sluit aan bij wat hij in het voorwoord van dat boekje schrijft: “Ondanks de lol en vrolijkheid draagt volksdansen nog meer bij aan de deelnemer en de gemeenschap. Naast het als vanzelfsprekend opleiden in culturele achtergronden van de landen van herkomst van de dansen, brengt volksdansen vriendschap. Volksdansen is een erkende manier om vooroordelen te slechten en creëert in plaats daarvan een gevoel van goodwill en sympathie ten opzichte van alle mensen.” Mooie woorden, alleen krijg je bij deze versies van de dansen Troika en Korobushka wel een enigszins vertekend beeld van de Russische folklore. Sluit ik af door nog even op die Korobushka terug te komen. In het artikel uit 2006 schreef ik dat die dans (zoals uit Amerika afkomstig) in de hele wereld bekend is behalve in Rusland. Tussen toen en nu zijn we er echter achter gekomen dat er in de Oekraïne, specifiek in de Kiev-regio, een Korobushka (Korobochka) bestaat die verdacht veel lijkt op die ‘Amerikaanse’ versie van Michael Herman. De vorm en de figuren zijn grotendeels gelijk. De stijl en uitvoering van de passen is wel (heel) anders. Zo dansen net als de Russen ook de Oekraïners geen ‘Hongaarse’ afsluitpas en maken ze geen merkwaardige ‘rondjes’ met de vaste handen. Maar goed, de Amerikaanse versie blijkt toch beter terug te voeren te zijn op een traditionele dans dan we eerst dachten. Nooit te oud om te leren! Radboud Koop (met dank aan Hennie Konings)
DECEMBER 2012 - PAGINA 7
GOOIk: MIJN MUZIEkEN BalFOlk-MEkka!
De stage volksmuziek Elk jaar komen van 21 tot 25 augustus zo’n 400 volksmuziekliefhebbers, waaronder een vast aantal Nederlanders naar de stage voor traditionele volksmuziek in Gooik, België. Dit wordt georganiseerd door Muziekmozaïek impulscentrum voor Folk en Jazz, een van de negen landelijk erkende Amateurkunstorganisaties van de Vlaamse gemeenschap, verenigd in het Forum voor Amateurkunsten. Het is ontstaan in 2001 uit een fusie van de Volksmuziekfederatie en Jazz Vlaanderen. Men organiseert workshops, projecten en stages, geeft advies en hulp in zakelijke en auteursrechtkwesties, verkoopt en produceert CD’s, boeken en tijdschriften. Kortom: een voorziening om muzikanten en groepen vooruit te helpen. Een van hun activiteiten is deze Stage voor Traditionele Volksmuziek; met als ingrediënten: • 5 dagen lang intensief muziekonderwijs • Elke avond een schitterend luisterconcert • Nachtbal tot in de kleine uurtjes • 400 deelnemers • 35 docenten • 25 organisatoren en tientallen vrijwilligers Ikzelf ben vanaf 2003 deelnemer aan de hakkebordsessies en ook dit jaar was ik weer een van de gelukkigen om deel te kunnen nemen aan de 34ste editie van de Stage voor Traditionele Volksmuziek. Het is een echte familieaangelegenheid. Niet alleen volwassenen maar ook kinderen doen mee. De jongeren van toen zijn nog steeds aanwezig als krasse knarren, maar inmiddels hebben ook de volgende twee generaties zich aangediend. Tijdens de kinderanimatie wordt er ook aan muziek maken en muziek beleven in bredere zin gewerkt. De kinderen, opgesplitst in meerdere leeftijdsgroepen, hebben aparte begeleiders en avondvoorstellingen. Stage algemeen De sessies vinden vijf dagen lang elke dag plaats van 9.00 -12.00 uur en van 14.00 – 17.00 uur, op meerdere locaties in het dorp Gooik, zoals de school, de muziekschool, de bibliotheek, het volksinstrumentenmuseum, de zalen achter en boven de café’s, de schuur bij de brouwerij, de parochiezaal en het klooster. Tussendoor wordt in de pauzes op drie centrale plekken koffie en thee geserveerd (alles fair-trade en bij de prijs inbegrepen) met ter verkoop heerlijke mattetaart (de plaatselijke specialiteit met verse kaas) en rijsttaartjes. Ook de maaltijden zijn bij de prijs inbegrepen. Ontbijt, lunch (warm) en avondmaaltijd (vaak met warme elementen) worden centraal aangeboden voor vegetariërs en carnivoren. Je kunt binnen en buiten aan de lange tafels zitten en onder genot van een drankje en regelmatig livemuziek van je eten genieten. In de rij voor je eigen afwasje aan een van de buiten-aanrechten is al even gezellig. Overnachten doe je in je tent, sleepwagen/camper of bij een Bed and Breakfast. De avondlijke concerten en de nachtelijke folkbals worden niet alleen door de stagedeelnemers druk bezocht. Tegen geringe betaling komen ook honderden anderen genieten, zich uitleven op de dansvloer en genieten van de vele soorten Belgisch bier. Als er boven in de grote zaal gedanst wordt, zijn er meestal nog anderen die buiten of beneden een jamsessie op touw zetten en dan kan het heel laat worden (of vroeg, het is maar hoe je het bekijkt).
De lessen Het niveau van het lesaanbod verschilt. Voor een aantal instrumenten zijn er lessen in verschillende niveaus (beginners-gevorderden). Niet alleen de meer ervarenen, maar ook pure beginners worden aangemoedigd om een intensieve start te maken. Herman DeWit, één van de bezielers van de stage, bouwde destijds een aantal kinderdoedelzakken die ter beschikking staan van de stage, en er zijn een aantal leeninstrumenten voor deelnemers. Als je een keer een draailier, hakkebord of doedelzak wilt uitproberen is dit je kans, er zijn mensen die elk jaar een ander instrument verkennen! Voor de sessies kun je meestal kiezen uit: • Doedelzak (beginners, gevorderd, vergevorderd) • Draailier (beginners, gevorderden) • Chromatische accordeon • Gitaar voor gevorderden (DAGDAD) • Hakkebord • Hommel • Viool (gevorderd en vergevorderd) • Percussie • Trekharmonika (beginners, gevorderd en vergevorderd) • Zang (in een groep of solo) • Samenspel voor bal (deze groep verzorgt voor een groot deel het slotbal) • Samenspel voor gevorderden (met op de laatste dag een lunchconcert in de kerk).
Dit instrument kwam vroeger wel degelijk in de volksmuziek van België voor, maar is uit de roulatie geraakt. Herman kwam in contact met Roger Frood, een bouwer uit Glastonbury, Engeland en hij ontwikkelde een klein type hakkebord dat binnen de cursusduur van vijf dagen gebouwd kon worden. Twee jaar lang werden er dan ook kleine hakkeborden gebouwd in Gooik. Daarna volgde een verkenning langs de blaasinstrumenten en slagwerk-items en dit jaar was er weer een groep dulcimer-bouwers bezig. Bouwers zijn niet zozeer spelers en voor bijna iedereen was het hakkebord een nieuw instrument, maar in Amerika en Groot-Brittanië leeft het instrument nog steeds en zijn er ervaren lesgevers: Christie Burns en Karen Ashbrook zijn twee gevestigde waarden in Gooik. Dit trok ook een aantal andere spelers aan, de hakkebordsessies zijn qua deelname dan ook redelijk internationaal. Behalve de vaste Belgische groep kwamen er ook deelnemers uit Frankrijk, Engeland en dus ook Nederland.
elke avond muisstil geniet maar daverend applaudisseert. Gooik en de zomerstage, het is voor mij een jaarlijks mekka waar ik een aantal vaste vrienden ontmoet en er steeds meer bij maak. Ik hoor bij de vaste vrijwilligersploeg voor bardienst, opscheppen bij de afsluitende BBQ en eind-opruim-corvee, want ‘voor wat hoort wat’ is mijn devies. Ik kom er altijd versleten en moe vandaan maar met zoveel moois in mijn hoofd en hart dat ik er weer een hele tijd op kan teren! Wanneer je geïnteresseerd bent, kun je voor verdere info terecht op: http://www.muziekmozaiek.be Of het nu op een maandag of donderdag start, de datum voor de zomerstage blijft constant (21 tot 25 augustus). Met een centrale vakantieregeling in België is dat een vaste factor, alle scholen hebben dan in elk geval nog vrij. Let op, er is een vaste inschrijfdatum! Als je werkt kun je een jaar van tevoren je vrije dagen regelen en dan hopen dat je in april een van de gelukkigen bent die zich kan inschrijven. Karin Bellaart
Het niveau van veel jonge muzikanten is erg hoog. In België staat muziekonderwijs beter op de agenda dan in Nederland. Het lesgeld voor de muziekschool is een stuk lager dan in Nederland en het aantal muziekscholen dat docenten heeft voor traditionele volksinstrumenten (zoals doedelzak en draailier) groeit. Bovendien worden veel initiatieven gehonoreerd met subsidies. Repertoire Door de jaren heen heb ik het repertoire een beetje zien veranderen. Van louter Vlaams en Frans repertoire komen er langzaamaan meer wereldmuziek invloeden in de workshops terecht. De samenspelgroepen staan regelmatig onder leiding van docen-
C O L O F O N REDACTIE:
HENK JONKER RADBOUD KOOP MARIUS KORPEL DINDA VAN DER WEIJDEN
TEL.:
010-4707439
ADRES:
CHOPINPLEIN 51 3122 VM SCHIEDAM
INTERNET:
WWW.SYNCOOPNIEUWS.NL
MAIL:
[email protected]
POSTBANK:
141694
BIJDRAGEN AAN DIT NUMMER:
Wanneer muziek maken niet helemaal je ding is, dan kun je ook de sessie dans of kalligrafie (twee niveaus) volgen. Ik loop er tussendoor altijd een paar keer binnen om de fraaie technieken en kleine kunstwerkjes te bewonderen. Na afloop van de middagles wordt er dagelijks voor wie wil een sessie dans-initiatie gegeven om ’s avonds beter beslagen op de dansvloer te komen en een ‘TLS’ (Tune-Learning-Session) ter verrijking van het kunnen meespelen van balrepertoire. Muziek en dans gaan hand in hand tijdens de cursus! Tijdens het balfolk in de avond is de helft van de deelnemers van het mannelijk geslacht, en ik schat 75% tussen de 15-25 jaar: Echt een lust voor mijn dansoog! Een aparte sessie is instrumentenbouw. Zonder dit fenomeen was ik niet op Gooik terechtgekomen. Herman DeWit had in zijn verzameling volksmuziekinstrumenten, die tentoongesteld staan in het museum van Muziekmozaïek, een oud hakkebord.
ten die ook ruim over de grens hebben gekeken (Wouter vanden Abeele) of zelfs van buiten de Belgische grens komen (bijvoorbeeld Allan Skrobe, Zweden). De gevorderde violisten hebben les gekregen van een Finse en een Zweedse docent en vorig jaar waren de dansdocenten een ZweedsBretons duo. In het grootste deel van de lessen traint en speelt men op gehoor, bladmuziek komt maar zijdelings aan bod. Heel veel van de gespeelde muziek is dansbaar. Het bal heeft elke avond een wisselende band die van 21.00 tot 24.00 uur speelt. Daarna is er een spontane tweede groep muzikanten die tot in de kleine uurtjes doorspelen. Heeft u bijvoorbeeld wel eens gehoord van de groep Kadril, Embrun, Goze of Amorroma, om er maar enkelen te noemen? De concerten zijn altijd al internationaal geweest. Ik heb veel gerenommeerde muzikanten mogen zien spelen voor een stampvolle SintNiklaas kerk, waar een geconcentreerd publiek
JAN WAAS NELLIE RODERMOND ELSCHE KORF KARIN BELLAART IDA VAN DUUREN STEF KOOPMAN BEP KLEINHEERENBRINK MONIQUE SCHRöTER-SLINGS
DRUK:
DRUKKERIJ DE GROOT, MAASSLUIS
VORMGEVING:
DANIëL STADHOUDER, ROTTERDAM
OPLAGE:
1500
VERSCHIJNT:
15 MAART, 1 SEPTEMBER, 15 DECEMBER
KOPIJ VOOR HET SYNCOOPNIEUWS TENMINSTE 4 WEKEN VOOR VERSCHIJNINGSDATUM MAILEN NAAR:
[email protected] aBONNEMENT: 7,50 EURO pER JaaR. aBONNEREN DOOR OVERMakEN VaN DIT BEDRaG Op GIRONUMMER 141694 O.V.V. UW NaaM, aDRES EN “aBONNEMENT SYNCOOpNIEUWS”. U kRIJGT VOOR VOlGENDE JaREN STEEDS EEN aCCEpTGIRO. OpZEGGING pER E-MaIl NaaR:
[email protected]
DECEMBER 2012 - PAGINA 9
ROTTERDaMSE kRING VaN VOlkSDaNSGROEpEN – R.k.V.
Plaats Info
CURSUS INTERNATIONALE DANS GEVORDERDEN Leiding : Melie Nederpelt Datum : dinsdagavond Tijd : 20.15 – 21.45 uur BEGINNERS Leiding : Els Mulder Datum : donderdagavond Tijd : 19.45 – 21.00 uur Korting : met Rotterdam-pas Opgave/info: Corrien van Dijk, tel. 010 – 4654704 Dirkje Teljeus, tel. 06 – 45690855 Website : RKVdanst.nl ENGELSE CONTRADANS Data : elke 2e woensdag van de maand Tijd : 20.00 – 22.00 uur Leiding : Dirkje Teljeur Info : Dirkje Teljeur, tel. 06 – 45690855 Yvonne Lusse, tel. 06 – 52643815 DANSGROEP 55+ Data : dinsdagmiddag Tijd : 13.15 – 14.30 uur
: Mozaiek, Schommelstraat 68, Rotterdam : Marijke Profittlick, tel. na 17.00 uur 0181663484 BUlGaaRSE MUZIEk IN VOORBURG
VOORSTELLING ENSEMBLE CUBRICA Datum : zaterdag 8 december Aanvang : 20.30 uur Plaats : Theater de Tobbe, Burgemeester Feithplein 95, 2273 BW Voorburg Entree : 17,50 euro, kortingspassen geldig Reserveren : www.detobbe.nl of tel. 070 – 3871168
OVERIGE
kROONDaNS-VakaNTIES VOOR +ERS Info/opgave : Annie Kroon, tel. 050 - 3080591 E- mail :
[email protected] Website : www.kroondansvakanties.nl
Low budget dansvakanties, waarin u op een gezellige manier mensen ontmoet (max.20) d.m.v. een bepaalde danssoort en/of thema. In ’t buitenland, hotel halfpension, met danssoorten naar wens. In Nederland, volpension, met meestal een thema of danssoort. 2e ZON-ZEKERE-DANSVAKANTIE TE GRAN CANARIA - SPANJE Datum : 1 -8 febr. in deze extra week is nog plaats! (25 jan.- 1 febr.= vol!) Plaats : IFA Hotel BuenAventura (hp.) te Playa del Inglés Leiding/org. : Annie Kroon en een collega dansleiding Kosten : ca 795,00 euro p.p. 2/3 pers.kamer (1 pers.kamer 135,00 euro toeslag) Opgave : graag heel spoedig ! Opm. : wegens teveel belangstelling is deze 2e week EXTRA! HOOFSE DANSEN MET EEN FRANS ACCENT m.m.v Judith Dekker Datum : 2 -9 april Plaats : Nivon: Aug Reitsemahuis te Hoek van Holland Org.+les : Annie Kroon en gastdocente Judith Dekker Kosten : 215,00 euro Opgave : zie boven Opm. : dansen als pavane, branle en Quadrille’s (des Lanciers! ) en verzoekdansen
DANSMIX van CULTUREN Datum : 22-26 juli Plaats : Mennorode te Elspeet Dansleiding : Annie Kroon Opg. + info : tel. 0577-498111 www.Vakantieoord Mennorode.nl
SYNCOOP STERK IN EIGEN MERK www.syncoop.com
“NEE ZEGGEN kaN Ik TOCH NIET, Op NIETS” Vrijwilliger als levenshouding: Een interview met Joop van der Voet keltje over volksdansen. Hij werd gelijk weer enthousiast, besloot onmiddellijk te bellen en kwam zo diezelfde avond nog terecht bij Volksdansvereniging De Kring. Binnen korte tijd zat hij in het bestuur, waar hij in de loop van de jaren vele bestuursfuncties vervulde. Via zijn bestuursfunctie bij De Kring werd Joop ook afgevaardigde voor de ledenvergaderingen van de NEVO, wat later LCV, LCA en Kunstfactor werd. Ook hier pakte hij met de jaren vrijwilligerstaken op, variërend van kleine taken, zoals bij evenementen achter een informatiestand staan, tot grote klussen, zoals het van a tot z organiseren van een hele dag rond het Binnenhof in Den Haag om de volksdans meer onder de aandacht van de politiek te brengen. Recentelijk is Joop door Kunstfactor in het zonnetje gezet als de nog enige actieve vrijwilliger van deze organisatie. Op de vraag hoe hij vrijwilliger bij het Doe Dans festival is geworden, vertelt Joop dat hij welgeteld één keer als deelnemer op Doe Dans is geweest. Tijdens dit festival raakte hij in gesprek met de toenmalig directeur van de NEVO, die hem vroeg of hij de rest van het festival niet een handje wilde helpen. Joop zei “ja, graag” en de onlosmakelijke band tussen Doe Dans en Joop van der Voet was geboren. Al snel maakte hij deel uit van het coördinatorenteam, waar hij jarenlang de discipline “algemeen” aanstuurde.
Voor volksdansers die Doe Dans bezoeken of wel eens op Folkcamp Eerde zijn geweest, is Joop van der Voet een vertrouwd gezicht. Bij de folkcamps in Eerde is hij al 16 jaar actief in de staf, ook voor het Doe Dans Festival is hij al vele jaren actief. Al jarenlang is hij een onmisbare vrijwilliger die mede mogelijk maakt dat dit soort activiteiten binnen de volksdanswereld mogelijk zijn en blijven. Het vrijwilliger zijn lijkt Joop, die inmiddels de 80 gepasseerd is, in het bloed te zitten. Hoe is dat zo gekomen? Het eerste vrijwilligerswerk wat Joop deed, was al tijdens zijn lagere schoolperiode in het vooroorlogse Den Haag. Op zijn weg naar school kwam hij iedere dag langs een meisje in een rolstoel dat dag in dag uit achter het raam naar buiten zat te kijken. Na een poosje iedere dag naar haar gezwaaid te hebben, trok Joop de stoute schoenen aan en vroeg aan haar moeder of hij eens met haar mocht wandelen, waarna hij vele wandeltochtjes met haar heeft gemaakt.
De eerste kennismaking tussen Joop en de volksdans vond kort na de oorlog plaats. Er werd in die tijd veel gedanst en Joop begeleidde samen met een vriend dansfeestjes op respectievelijk piano en viool, overigens op vrijwillige basis! Daarbij kwam hij ook op Ockenburgh, de jeugdherberg in Loosduinen, waar hij twee meisjes ontmoette die volksdansten. Hij werd uitgenodigd om mee te doen, maar was te verlegen om hier op in te gaan (gelukkig is die verlegenheid in de loop der jaren wat minder geworden). Dit was wel Joops eerste kennismaking met de volksdans en hij was er weg van. Hij wilde dolgraag gaan volksdansen, maar er was eenvoudig weg geen gelegenheid en geen geld voor. Het was vlak na de oorlog en er moest hard gewerkt worden om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Pas vele jaren later kwam er een tweede kans. Joop kreeg in die tijd een baan bij de Rijksgebouwendienst in Arnhem en las, terwijl hij in afwachting van de verhuizing in een pension verbleef, begin 1976 in de krant een arti-
Joop heeft een actieve rol gespeeld in de overgang van Doe Dans van Vierhouten naar Biddinghuizen. Dit was een zeer intensieve periode, omdat toen het wiel volledig opnieuw moest worden uitgevonden. Zelf een terreinindeling maken, alle tenten en tribunes bestellen, riolering laten leggen, hij is er allemaal bij geweest en heeft vele uren aan het vormgeven van Doe Dans-Biddinghuizen besteed. Joop heeft met de jaren het festival zien professionaliseren en heeft daar zelf ook een actieve bijdrage aan geleverd. Toch vertelt hij dat hij hier met gemengde gevoelens tegen aankijkt. Hij zou graag willen voorkomen dat de behoefte aan professionalisering ten koste gaat van de gewone deelnemer, die hiervoor de prijs betaalt. Met name gezinnen met kinderen zijn hier financieel de dupe van geworden en dat vindt hij jammer, omdat hij van mening is dat de volksdanswereld juist ook vermaak voor het hele gezin moet kunnen bieden. Joop vindt het belangrijk dat bij het vormgeven van een festival als Doe Dans trouw wordt gebleven aan het karakter van de volksdanswereld, dat naar zijn mening van een redelijke eenvoud is. Daarentegen staat hij zeer open voor veranderingen in bijvoorbeeld programmering: Verandering trekt nieuwe mensen en dat is goed. Joop spreekt zijn waardering uit voor het clubje mensen dat de organisatie van het festi-
val sinds 2011 op zich heeft genomen: Het loopt als een trein! Joop vindt het ieder jaar weer leuk om aan de poort te staan om de deelnemers te ontvangen en links en rechts bekenden te begroeten. Bij de Folkcamps Eerde, waar Joop nu al 16 jaar ieder jaar als vrijwilliger actief is, is hij zelfs nooit deelnemer geweest. Hij werd ooit door Ida Besemer gevraagd voor een staffunctie en is nooit meer weggegaan. Inmiddels vormt hij na vele jaren de kookploeg te hebben versterkt voor het zesde jaar achtereen met Bob van Putten de huishoudstaf. Zijn vrijwilligerswerk voor de volksdans is eigenlijk maar een klein deel van de indrukwekkende hoeveelheid vrijwilligerswerk die Joop verricht. Naast zijn activiteiten voor de volksdans was hij enige tijd als vrijwilliger actief binnen de stichting Anorexia Nervosa, was adviseur toegankelijkheid bij de Gehandicaptenraad Arnhem en is tot op de dag van vandaag gastheer bij verschillende Nivon huizen, indien nodig vrijwilliger bij de stichting Nevofoon en zeer actief binnen de vrijwillige thuishulp: een organisatie die op vrijwillige basis allerhande diensten bij mensen uitvoert, van laminaat leggen, een stopcontact vervangen tot iemand naar het ziekenhuis brengen. Al toen hij nog in Den Haag woonde, was Joop actief binnen (het bestuur) van de Stichting Samenwerkende Vrijwillige Hulpdiensten, waar hij via via was terechtgekomen. Na zijn verhuizing naar Arnhem trof hij daar twaalf Hulpdiensten aan die goed hielpen maar wat minder efficiënt werkten door de kleinschaligheid. In zijn spoedig opgepakte functie als coördinator bij het Centraal Overleg Hulpdiensten Arnhem heeft Joop het aantal hulpdiensten na een aantal jaren druk overleg kunnen terugbrengen naar drie goed functionerende hulpdiensten. Daarnaast is er dankzij zijn jarenlange inspanning een centraal Meldpunt Vrijwillige Thuishulp (MVT) gekomen, waar mensen uit heel Arnhem telefonisch hun verzoek voor ondersteuning kunnen indienen. Desgevraagd vertelt Joop dat als puntje bij paaltje komt de vrijwillige thuishulp toch zijn favoriete vrijwilligerswerk is, omdat hij daar met een bepaalde (on)regelmatigheid steeds weer nieuwe mensen ontmoet en er steeds andere werlzaamheden op zijn pad komen. Op mijn vraag of hij er soms niet eens helemaal genoeg van heeft om altijd maar voor anderen klaar te staan, antwoordt Joop dat dit hem nooit gaat vervelen, het zit gewoon in zijn aard en hij vindt het iedere keer weer leuk om op deze manier nieuwe mensen te leren kennen. Wel vindt hij het, met name nu hij wat ouder wordt, wel eens wat bezwaarlijk dat hij zoveel van huis is. En, zo bekent hij, “heel af en toe een weekje zònder afspraken vind ik best fijn”. Dinda van der Weijden
DECEMBER 2012 - PAGINA 10
SpEEllIJST SpEEllIJST SpEEllIJST SpEEllIJST SpEEllIJST
DI GOJIM
INTERNATIONAAL DANSTHEATER
Ameezing Klezmer Show Di Gojim Het 25 jarig muzikaal bestaan van klezmerband Di Gojim gaat gevierd worden met een feestelijke happening vol gouwe ouwe ballades en liederen, meeslepend en up tempo, in vele talen. Een unieke klezmer karaoke, waarbij teksten groot geprojecteerd worden en de inbreng van het publiek onlosmakelijk verbonden is aan de voorstelling. Info:
[email protected] Website: www.digojim.nl
Datum: 19-01-2013 Tijd: 20:30 uur Locatie: De Nieuwe Kolk Assen
Datum: 05-04-2013 Tijd: 20:15 uur Locatie: Musis Sacrem Arnhem
Datum: 26-01-2013 Tijd: 20.15 uur Locatie: De Harmonie Leeuwarden première
Datum: 12-04-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: De Schalm Berkel Enschot
Datum: 01-02-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: Theater Het Kruispunt Barendrecht Datum: 09-02-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: Het Koningshof Maassluis Datum: 28-02-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: Oude Luxor Theater Rotterdam Datum: 14-03-2013 Tijd: 20:15 uur Locatie: De Muzeval Emmen Datum: 22-03-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: Stadstheater Zoetermeer Datum: 30-03-2013 Tijd: 20:15 uur Locatie: Posthuis theater Heerenveen
SpEEllIJST SpEEllIJST SpEEllIJST SpEEllIJST SpEEllIJST
Datum: 13-04-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: Theater De Stoep Spijkenisse Datum: 18-04-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: Parktheater Alphen aan den Rijn Datum: 20-04-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: TriPodia Katwijk Datum: 24-04-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: De Goudse Schouwburg Gouda Datum: 26-04-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: De Lievekamp Oss Datum: 27-04-2013 Tijd: 20:00 uur Locatie: Theater Sneek
ZONDAG 16 DECEMBER 2012 ID Begunstigersdag Amsterdam | Doelenzaal
ZATERDAG 23 FEBRUARI 2013 Mannen van de Tango Oosterhout | De Bussel
ZONDAG 16 DECEMBER 2012 Begunstigersdag Zondag 16 december | Doelenzaal | Amsterdam
MAANDAG 25 FEBRUARI 2013 Première Mannen van de Tango Amsterdam | DeLaMar Theater (P)
DONDERDAG 20 DECEMBER 2012 Zonnekoningen Deventer | Deventer Schouwburg
WOENSDAG 27 FEBRUARI 2013 Mannen van de Tango Eindhoven | Parktheater
ZATERDAG 22 DECEMBER 2012 Zonnekoningen Groningen | Stadsschouwburg
MAANDAG 04 MAART 2013 SubWays Alkmaar | de Vest
DONDERDAG 27 DECEMBER 2012 Zonnekoningen Veenendaal | De Lampegiet
DINSDAG 12 MAART 2013 SubWays Nieuwegein | De Kom
VRIJDAG 28 DECEMBER 2012 Zonnekoningen Purmerend | De Purmaryn
DONDERDAG 14 MAART 2013 SubWays Den Helder | Kunst in school
VRIJDAG 04 JANUARI 2013 Zonnekoningen Zoetermeer | Stadstheater (I)
VRIJDAG 15 MAART 2013 SubWays Baarn | De Speeldoos (i) 20.15 | 035-5418050 | kaarten/tickets
DONDERDAG 10 JANUARI 2013 Zonnekoningen Steenwijk | De Meenthe (I) VRIJDAG 11 JANUARI 2013 Zonnekoningen Capelle aan den IJssel | Isala Theater ZATERDAG 12 JANUARI 2013 Zonnekoningen Hengelo | Rabotheater ZONDAG 13 JANUARI 2013 Zonnekoningen Amersfoort | De Flint (I) VRIJDAG 18 JANUARI 2013 Zonnekoningen Den Haag | Lucent Danshteater (I) WOENSDAG 22 FEBRUARI 2012 Openbare repetitie - SubWays Doelenzaal | Amsterdam VRIJDAG 15 FEBRUARI 2013 Mannen van de Tango Valkenswaard | De Hofnar
ZATERDAG 16 MAART 2013 Mannen van de Tango Amersfoort | De Flint (I) ZONDAG 17 MAART 2013 Mannen van de Tango Den Haag | Lucent Danstheater (I) VRIJDAG 22 MAART 2013 Mannen van de Tango Breda | Chassé Theater MAANDAG 25 MAART 2013 SubWays Alkmaar | De Vest DINSDAG 26 MAART 2013 SubWays Nieuwegein WOENSDAG 27 MAART 2013 SubWays Nieuwegein ZATERDAG 30 MAART 2013 Mannen van de Tango Capelle aan den IJssel | Isala Theater
ZONDAG 17 FEBRUARI 2013 Mannen van de Tango
ROEMENIë, laND VOOR DE ECHTE lIEFHEBBERS Zeg muziek en dans en ik zeg meteen: de Balkan! En hoewel ik al veel in Bulgarije ben geweest, werd het in dit geval onverwacht Roemenië, een groot land met heel veel muziek- en danssoorten. Veel pittige muziek die om een heerlijk stukje actie vraagt, maar ook muziek om heerlijk bij weg te dromen. Muziek die je mag omschrijven met woorden als verlangen en melancholie. In de liedteksten die bij deze muziek horen, gebruikt men hiervoor het woord ‘dor’ en wanneer men er nog een schepje bovenop doet, dan wordt het ‘dorule dor’. Op zoek naar dit gevoel schreef ik me in voor de ‘dansreis voor plussers’, georganiseerd door Annie Kroon, bijgestaan door haar partner Koert. De reis ging naar Transsylvanië, het noordwestelijke gedeelte van Roemenië. Dit is een streek waar veel etnische Hongaren wonen, maar ook een regio waar nog veel Duitse invloeden te bespeuren zijn en waar je ook veel
Duitse namen tegenkomt. We streken eerst neer in de plaats Rimetea (Roemeens) / Torockó (Hongaars). Een prachtig plaatsje met een Hongaarse wijk met veel in Hongaars geschreven tekst en natuurlijk een Hongaars Protestantse kerk. Het merendeel van de bevolking is echter Roemeens en er is dan ook een Roemeens Orthodoxe kerk. Belangrijk onderdeel van deze reis was het zelf dansen. De doelgroep van deze reizen wil het liefst internationaal dansen, maar voor deze vakantie lag het accent op de Roemeense dans. Annie en ik hebben zo het dansprogramma samen vorm gegeven. De reis kenmerkte zich vooral door heel veel leuke verrassingsmomenten. Zo was er een van de eerste avonden een optreden van een Hongaarse muziekgroep met zangeres. De ‘pálinka’ werd geserveerd door een jong stel in de (Hongaarse) dracht van Rimetea. Een andere avond was er een zigeunergezelschap, waarbij het accent meer op de dans lag, door de twee dansparen die erbij waren. Maar wij konden ook zelf beide avonden heerlijk met de voetjes van de vloer! Van hieruit zijn we naar Szék gegaan, waar Michel van Langeveld zijn eigen danshuis heeft. Michel heeft ons over Szék verteld en zijn twee ‘museumhuizen’ laten zien. Er worden pogingen ondernomen om zijn danshuis op de culturele werelderfgoedlijst van Unesco te krijgen. We hebben gezien wat een mooie dingen hier gebeuren en wat hij tot stand heeft gebracht. We konden ons tegoed doen aan de goulash en ondertussen speelden de muzikanten, waar zich later weer twee dansstellen bij voegden. Natuurlijk stond ook hier onder leiding van Michel in mum van tijd iedereen te dansen. In de late uurtjes reden we terug, begeleid door het onvermijdelijke “Kroonzangkoor”. Een tweede plek van onderkomen was in Răşinari, een prachtige omgeving met weer andere mogelijkheden. Hier hadden we een
leuke ontmoeting met de jongerendansgroep. Naast veel dansen en zingen waren er nog vele culturele uitstapjes, onder andere een prachtig folkloremuseum, een iconenmuseum, de vestingstad Alba Iulia, steden als Turda (excursie naar de zoutmijn en de kloof van Turda), Cluj-
Napoca en Sibiu. Daarbij vergeet ik nog te zeggen dat we steeds door een adembenemend mooi landschap reden. Kortom, het was een prachtige reis! Ida van Duuren
DECEMBER 2012 - PAGINA 11
SHOlOM alEYkHEM:
DE KLEZMER STEMPENYU
Deel 2: Stempenyu en zijn band De sensatie die veroorzaakt werd door Stempenyu en zijn band, toen ze in het shtetl aankwamen, de oproer die er ontstond, is eenvoudigweg niet te beschrijven. “Hé, kijk daar eens! Er komt een huifkar met vier paarden ervoor van achter de molen vandaan. Dat moet de schoonfamilie zijn!” “Nee, joh! Dat zijn de muzikanten. Dat is Stempenyu met zijn groep!” “Wat? Stempenyu? Is Stempenyu al hier? Nou, dat zal een vrolijke bruiloft worden bij Chaim ben Tsion – potjandorie!” De Joodse vrouwen bloosden, joodse meisjes gingen hun haar kammen en vlechten, jongens rolden hun broekspijpen op tot boven hun knieën en renden om Stempenyu te verwelkomen. En zelfs
volwassen mannen, bebaarde echtgenoten, stonden te glunderen, hetgeen betekende dat ze opgewonden waren dat Stempenyu gekomen was te spelen op de bruiloft van Chaim ben Tsion. Geweldig! Waarom ook niet? Wat kon het hun schelen? Het kostte hun immers geen rooie cent! Tegen de tijd dat de wagen tot stilstand kwam bij de herberg, was de straat al stampvol mensen. Iedereen wilde dolgraag die Stempenyu en zijn groep zien, en dus kwamen ze even kijken. “Moet je dat gedrang zien!” schreeuwde iedereen en drong zich naar voren., zoals de gewoonte was. ”Moet je dat ellebogenwerk eens zien, die wil weer vooraan staan! Is er dan wat te zien? Heb je nog nooit klezmorim gezien?” Dat zei iedereen en baande zich een weg naar de wagen, terwijl de muzikanten een voor een tevoorschijn kwamen.
De eerste die uitstapte was Yokel de Bassist (hij speelde de contrabas), een lelijke vent met een platgeslagen neus en met plukken watten in zijn oren. Daarna kwam Leybush met zijn klarinet, een slaperig mannetje met dikke lippen. Haykel Hump kwam achter hem aan, de beroemde Haykel Hump, de gebochelde badkhen, de ceremoniemeester en grappenmaker. Daarna sprong er een man tevoorschijn met een dikke bos zwart haar en angstwekkende ruige wenkbrauwen, die verder overal behaard was als een wilde uit de woestijn. Dat was Shneyer Meyer de tweede violist. Er kwam een stel jongens achter hem aan springen, wild uitziende figuren met gezwollen wangen, zwarte ogen en voortanden wel zo groot als kolenscheppen. Dat waren de leerlingen, die nog steeds onbetaald werkten. Later, over een tijdje, werden zij misschien ook nog wel eens respectabele muzikanten. En wie kwam daar tenslotte naar buiten tuimelen op zijn kromme Obeentjes? Dat was niemand minder dan de roodharige Mekhtshi de Drummer, met een trom die twee keer zo groot was als hij. Er begon al een baard te groeien op zijn gezicht, rode begroeiing, maar alleen maar aan één kant, de rechterkant, terwijl de andere helft van zijn gezicht, de linkerkant, naakt was, zo kaal als de steppe. Mekhtshi de Drummer, moet je weten, was pas getrouwd op zijn dertigste, en men beweerde dat zijn vrouw een hermafrodiet was…. De stadsrakkertjes hadden waarschijnlijk het nieuwtje al verspreid dat Stempenyu met zijn
Vertaling: Jan Waas
GaIDa STRaalT WEER! Afgelopen september stond Gaida weer te stralen op de planken tijdens het Doe Dans festival. Met een grote, jonge groep dansers dansten en zongen zij de sterren van de hemel met een Kroatische suite en genoten met volle teugen van deze geweldige ervaring. En uit de reacties die vanaf de tribune kwamen, bleek dat ook het publiek dit onderdeel van de voorstelling geweldig kon waarderen. Maar hoe gaat het nu met deze dansgroep?
Internationale Dansgroep Gaida uit Bergen (Noord Holland) heeft een rijke traditie en bestaat inmiddels ruim 40 jaar. De groep werd opgericht in 1969 door Frits Meijer en Riki Snijders, samen met een aantal enthousiaste dansers en danseressen. Frits had de artistieke leiding en omdat hij specialist Joegoslavische dans was, ontwikkelde de groep in eerste instantie een specialisme op dit gebied. Maar ook choreografieën uit andere Balkanlanden, uit Israël en Nederland deden al snel hun intrede in het programma. De organisatorische leiding van de groep lag in handen van Riki en het bestuur van de stichting “Internationale Dansgroep Gaida”. Door de goede sturing en grote inzet van deze twee werd Gaida al snel een bekende dansgroep die veelvuldig werd gevraagd om overal in het land voorstellingen te geven.
• In het kader van “Holland promotion” werden er reizen gemaakt naar Trinidad en Koeweit, geheel verzorgd door de KLM en Heineken • Een aantal keer werd er opgetreden in Duitsland, in samenwerking met de kaasdragers uit Alkmaar • In 1985 was er een uitwisseling met de groep “Kud Ilinden” uit Ohrid en tijdens de reis naar Macedonië werd er opgetreden op het Bitola festival Ilindenski Denovi. Daarnaast werden er op diverse andere plaatsen voorstellingen gegeven. Een van de leukste daarvan was de voorstelling op het Merelveld tijdens het jubileumfeest. Op deze plek wordt ieder jaar een feest gegeven ter herdenking van de overwinning op de Turken na 500 jaar overheersing • Een maandlange tournee en busreis door Finland, waar op allerlei plaatsen voorstellingen werden gegeven, onder andere in Rovaniemi bij de poolcirkel • Verschillende reizen naar Japan; eerst naar Holland Village, een nagebouwd Nederlands dorp waar de dansgroep vijf keer per dag een voorstelling gaf, en later naar het veel grotere “Huis ten Boschstad”, de grotere variatie op Holland Village. Hier zijn onder meer het nagebouwde station van Amsterdam, de Dom van
groep eraan kwam. Om de haverklap dook er een jochie op dat een dreun gaf op de trommel of even aan de G snaar van de contrabas plukte. De jongen kreeg een pets in zijn nek van Yokel de akelige bassist. En stukje bij beetje begon de straat te deinen en te golven, want de bruidegom was ook al aangekomen in het stadje met een heel legertje jongemannen die hem tegemoet gereden waren om hem achter de molens te ontmoeten. En het shtetl Yampeli juichte en verheugde zich. En net als in Yampeli, net als in Stristsh, en in al die andere Joodse shtetls die het voorrecht hadden om Stempenyu op een bruiloft te mogen verwelkomen, zo was het ook in Mazepevke, waar Stempenyu woonde. Om kort te gaan, de hele wereld was in rep en roer vanwege Stempenyu!
Utrecht en kilometers lange grachten te vinden. Deze reizen waren altijd een feest! • Een reis door Roemenië
Natuurlijk zijn er ook veel voorstellingen gegeven binnen Nederland, zoals de theatertournee samen met Nitsanim uit Den Haag in 1982. Andere hoogtepunten voor de groep waren de keren dat Gaida te zien was in verschillende programma’s op de Nederlandse televisie, waaronder een voorstelling tijdens het afscheidsdefilé van Koningin Juliana. Ook op allerlei andere plaatsen, zoals theaters, braderieën, vakantiebeurzen en verzorgingshuizen geeft dansgroep Gaida veelvuldig voorstellingen. Daarnaast was er een jarenlange samenwerking tussen Gaida en het Joegoslavisch verkeersbureau. Na bijna de 40 jaar te hebben volgemaakt, besloot Frits Meijer te stoppen met het leiding geven aan de dansgroep. Dit was uiteraard een grote klap, maar de dansgroep zelf besloot al gauw om door te gaan. Er werd een nieuwe artistiek leider gezocht en gevonden in Arian Spaargaren. De dansgroep maakte daarna een nieuwe start, omdat behalve de artistiek leider ook een aantal dansers en danseressen was gestopt. Nieuwe dansers en danseressen
sloten zich aan bij de groep en moesten worden ingewerkt. Dit gaf ook een nieuwe impuls, zoals uit het volgende stukje blijkt, geschreven door danseres Efie Derksen: “Afgelopen Doe Dans (2012) stond ik met Gaida op de planken, wat een geweldige ervaring! In november 2011 ben ik bij Gaida komen dansen en ik voelde mij er meteen thuis. Ik had nooit gedacht dat ik tien maanden later op Doe Dans zou staan! De groep bestaat uit warme, lieve mensen, die vooral samen willen genieten van een mooi opgevoerde serie. En dat deden we op Doe Dans, we straalden! We hebben veel positieve reacties gehad. Ik ben dan ook erg dankbaar voor het vertrouwen dat Gaida in mij heeft, de kans die Doe Dans mij gaf en de mensen die van ons hebben genoten”. Door de inzet van dansers, dansleiding en orkest draait de groep weer goed en worden er regelmatig voorstellingen gegeven (ongeveer 15 tot 20 per jaar). In 2014 bestaat Gaida 45 jaar, er wordt op dit moment hard gewerkt aan een avondvullende theatervoorstelling, waarin onder andere het actuele onderwerp integratie zal worden aangestipt. Door het enthousiasme van de nieuwe groep en artistieke leiding ligt er een mooie toekomst in het verschiet en kan Internationale Dansgroep Gaida nog jaren blijven bestaan. Namens Internationale Dansgroep Gaida Stef Koopman
Het aantal choreografieën van de groep groeide gestaag. Ondertussen staan er meer dan zeventig series op de danslijst. De hoeveelheid verschillende kostuums werd hierdoor ook steeds groter en Gaida beschikt inmiddels dan ook over een aanzienlijke kostuumruimte, gevuld met kostuums die voor een belangrijk deel authentiek zijn. In de loop van de jaren zijn er ook veel kostuums zelf gemaakt, maar wel altijd naar authentiek voorbeeld. In 1984 werd de dansgroep versterkt met een eigen orkest, bestaande uit accordeon, klarinet, viool, contrabas, tambura en slagwerk. Ondanks een aantal wisselingen in de bezetting is het orkest door de jaren heen altijd een stabiele factor geweest. Alle series worden door het orkest muzikaal begeleid. Geen geringe prestatie, gezien de grote variëteit van de series en dus muziekstijlen. Door de jaren heen zijn er veel buitenlandse reizen ondernomen door de dansgroep: • Al in 1975 was er met groot succes een eerste tournee naar Joegoslavië
Foto: Barbara Bersee
DECEMBER 2012 - PAGINA 12
DOE DaNS 2012
Een verslag uit Twente. Hoe oost al jaren met liefde richting west gaat De voorbereiding voor het Doe Dans Festival begint al vroeg bij volksdansgroep Halmata uit Almelo, zo ergens in maart/april: Wie gaat er mee en hoeveel huisjes willen we deze keer? We vinden het ook leuk om onze tijdelijke huizen te delen met anderen dan met Halmata leden, zoals dit keer met een paar Nivon/Agapo leden uit Enschede. De voorbereiding bestaat voornamelijk uit “wie koken er op vrijdag en op zaterdag” en “wie slaapt bij wie”? Door deze voorbereiding begint het festival al vroeg in het jaar te leven, maar zeker ook door de door de lay-out en de opwarmertjes in de mailtjes die we met enige regelmaat van de Doe Dans organisatie krijgen wordt je langzaam in Doe Dans gezogen.
Het thema voor Doe Dans 2012 was de liefde! Nu, dat moet geen probleem zijn voor ons. Met veel liefde gaan we al jaren naar Doe Dans, een mix van gezelligheid, plezier met elkaar, samen eten, samen dansen en daarnaast genieten van alles wat Doe Dans te bieden heeft. Het gepuzzel “waar zal ik eens heen gaan” was dit jaar wat minder heftig. Het programma was compacter, er was minder keuze, maar wel voor het eerst een duidelijk verschil tussen rustig aan en een tandje meer. De dansen voor de plussers waren nu in het reguliere programma opgenomen. Les hebben van toppers op een rustig niveau. Is deze missie geslaagd? Ik ben benieuwd hoe de reacties zijn van deze dansers. Zelf heb ik me volledig op de workshops Roemeens van Cristian Florescu en Sonia Dion
gestort vanwege mijn liefde voor de Roemeense muziek/dans/folklore. Zaterdag gaven zij les in theatertent de liefde. Jammer dat hier nu minder ruimte is dan voorheen, ook tijdens de voorstellingen zag je dat het krapjes was. Maar goed, schoenen aan en vooral meedoen met alle vijf de lesuren, met aandacht voor de stijlverschillen en vooral voelen hoe dat is. Cristian en Sonia brengen met veel liefde de dans en alles er omheen. Ik heb genoten van hun lessen, ook al heb ik daardoor andere leuke dingen moeten missen, zoals het zingen bij Srđan Kekanović. Op zondagmorgen kon ik nog even meegenieten en later heb ik op You tube en van zijn CD genoten. Deze man mag wat mij betreft terug komen, het lied wat ik hem hoorde zingen, bezorgde me de koude rillingen, zo mooi. De voorstellingen, als vanouds is het moeilijk zitten, maar ik heb er met veel liefde naar gekeken. Wat ik me wel afvraag is of we nu niet een beetje teveel verwend zijn met deze mooie Nederlandse producties. Waarom is er geen buitenlandse groep meer te gast op het festival, heeft dit alleen met geld te maken? Het feest van ontmoeting met een andere cultuur zat er dit jaar op Doe Dans niet bij. Onze volksdansgroep Halmata had dit jaar deze ervaring gelukkig wel. We waren in juni te gast bij Pahoy, Denizli, Turkije. Deze groep heeft 1000 leden die allerlei Turkse dansstijlen beoefenen, met als hoofdmoot Zeybek en Teke. Je voelt in het contact met zo’n groep het belang van de liefde voor
elkaars cultuur. Dat miste ik wel op doe Dans. Het bal is sinds 2011 rustiger doordat de helft van de deelnemers bij de voorstelling zit. Voor mij betekent dit eindelijk de mogelijkheid om eens lekker te dansen op die houten vloer. Niet dringen, niet duwen, gewoon veel plek. Dat mag van mij zo blijven! Een tip ten aanzien van het balprogramma: Graag enig overleg tussen de orkesten wie wat wanneer speelt. Ik heb op beide avonden wel heel veel dezelfde dansen gedaan. Genoten van de muziek? Jazeker, en van de grapjes tussendoor en het opletten of ze gaan variëren. Dat is het leuke van een orkest, de wisselwerking tussen orkest en de dansers. Na het bal tenslotte nog even aangeschoven bij de diverse muziekgroepen. Ik mis wel de muziektent van “vroeger’, die was wel heel gezellig met de bar achterin. Maar al met al hebben we lekker nagezeten, wel met doppinda’s in onze oren: Tjonge, wat een teveel aan decibels. Zondagmiddag komt dan het afscheid. Het mooiste vond ik toch wel al die muzikanten en dansers op het plein. De Makedonsko werd gespeeld, het lied van de festival week in Turkije dat elke avond in Denizli werd gespeeld en vooral luid gezongen en nu dus te horen was op het Doe Dans plein. Als liefde dan niet samen komt! Turkije en Doe Dans, door en voor mensen met een passie voor folkore/dans/muziek. En was het thema voor 2013 niet Oost, West, thuis best? Bep Kleinheerenbrink
SUCCESVOllE aCTIE VOOR BEHOUD THEaTERkOSTUUMS
ID DOOR INTERNaTIONaal DaNSENSEMBlE palOINa
Het Internationaal Danstheater liet enige tijd geleden weten dat het voornemens was veel kostuums en instrumenten van de hand te doen. Zoals veel liefhebbers van het genre schrok ook Internationaal Dansensemble Paloina hier een beetje van. Het gaat om een ontzettend uitgebreide collectie van vaak prachtige kostuums. Sommige authentiek, andere speciaal gemaakt voor het gebruik in een theatershow. Samen vertegenwoordigen zij een unieke collectie die mogelijk in privécollecties verdwijnt of zelfs weggedaan zal worden. Dat laatste zou een enorme
aderlating betekenen voor folkloreminnend Nederland. Internationaal Dansensemble Paloina nam contact op met een aantal partners om te zien of we in een gezamenlijke actie de collectie zouden kunnen overnemen. Dat bleek echter ingewikkeld. Wie gaat die kostuums dan beheren? Wie betaalt daarvoor en hoe zorgen we voor de coördinatie van het gebruik door diverse partijen? Omdat het nodig bleek snel te schakelen en niet te lang stil te blijven staan bij deze praktische bezwaren ging het gezelschap zelf aan de slag.
Begin november startte er een actie via de website, Facebook en het eigen netwerk voor het verzamelen van bijdragen van particulieren voor de overname van de kostuums van het Internationaal Danstheater. Deze actie liep al snel heel erg goed, op de bankrekening kwam al snel bijna 3000 euro binnen en de meter loopt nog. Het is fantastisch om te zien hoe veel individuen samen een groot gebaar kunnen maken. De kostuums die gekocht kunnen worden komen terecht bij een gezelschap dat ze gaat gebruiken waar-
voor ze bedoeld zijn en ze gaat opslaan, onderhouden en beheren. De kostuums zijn hierdoor ook beschikbaar voor andere dansgroepen en dansopleidingen, want Paloina stelt haar kostuums ook ter beschikking aan anderen. Zo kan een breed publiek de kostuums blijven zien en krijgen jonge talenten de kans in deze kostuums op te treden. En dat is winst voor iedereen die van folkloredans houdt. Meer informatie www.paloina.nl
DECEMBER 2012 - PAGINA 13
"MBvO, HOE kOM JE DááR NOU TOCH BIJ?" Ervaringen van een deelnemer aan de opleiding MBvO was bekend met het fenomeen "rounds", zij danst rounds bij een Haagse dansgroep, maar voor de rest van ons was het compleet nieuw. Rounds bestaan uit vaste figuren en bewegingen die allemaal een naam hebben en waarvan de volgorde door een caller wordt afgeroepen vlak voordat de beweging wordt ingezet. De caller roept niet zomaar wat, maar leest van een cue sheet welke bewegingen er gedaan moeten worden zodat ze goed passen op de muziek. Het kan dus best dat op dezelfde muziek een ander figuur of een andere volgorde geroepen wordt, het blijft dus goed luisteren naar de caller. Voor de MBvO-doelgroep (maar ook voor ons als cursisten!) is het dansen van rounds dus niet alleen beweging, maar ook hersengymnastiek; het blijft opletten geblazen, goed luisteren naar de instructies en die omzetten in de juiste bewegingen. Op deze eerste dag hebben we ook koppels gevormd die elkaar ondersteunen bij het voorbereiden van lessen en in geval van absentie zorgt je maatje dat je op de hoogte blijft van de behandelde lesstof. De tweede lesdag werd geheel besteed aan volksdans, er werd besproken hoe je het beste instructie kan geven aan ouderen. De kans is groot dat er slechthorenden meedoen en ook zij moeten de instructie kunnen volgen, dus is het belangrijk dat ze je kunnen aankijken. Een ander idee is om de groep in een kleine kring om de docent heen te laten staan of om in de kring rond te blijven lopen. Welke methode je kiest is erg afhankelijk van de groep waaraan je lesgeeft en waar je je zelf het prettigst bij voelt. Ik merk wel dat ik bij volksdansen nu met heel andere ogen naar de dansleider kijk. Hoe geeft de leider het startsein voor een dans? Hoe krijgt de dansleider de groep stil als hij iets wil uitleggen?
Ik heet Monique en ik woon in Woerden met mijn man en vier poezen. Ik ben opgeleid tot docent Engels en heb vijftien jaar voor de klas gestaan. Daarna heb ik twee jaar met veel plezier gewerkt als tandartsassistente en nu werk ik alweer tien jaar bij een technisch automatiseringsbedrijf waar ik de brieven, offertes en gebruikershandleidingen die in het Engels zijn opgesteld corrigeer. Zo kan ik toch nog mijn Engelse opleiding gebruiken. Ik houd van koken, spelen met onze vier poezen, lezen en ik kijk graag naar Britse series op tv. Voor de broodnodige beweging ga ik naar volksdansen en fitness. Rond mijn twintigste heb ik een aantal jaren vrij fanatiek aan tapdansen gedaan, maar toen het te druk werd met opleiding en baan ben ik met tapdansen gestopt. Ik heb nog wel eens geprobeerd om het weer op te pakken, maar er worden niet zo veel taplessen aangeboden. Drie jaar terug ben ik begonnen met volksdansen bij Machar in Woerden. Het afgelopen jaar ben ik ook gaan volksdansen bij Dospovo in Utrecht. In de zomer van 2011 heb ik een beginnerscursus balfolk gedaan en af en toe ga ik naar bals en workshops om kennis te maken met andere dansvormen. Een mededanser van Machar heeft mij een paar keer gevraagd of ik wilde meedansen en helpen bij speciale dansochtenden die ze organiseerde voor haar 50+ dansgroepen. Op een gegeven moment drukte ze mij een folder van de MBvO in handen met de woorden: "Is dit niets voor jou?". Ik bekeek de folder eens maar schoof 'm toen al gauw aan de kant, ik heb 't veel te druk voor zo'n opleiding, ik heb een vaste baan en werk vier dagen in de week! Toch bleef ik er wel steeds aan denken; ik houd wel van een carrièreswitch en wat is er nou mooier dan van je hobby je werk maken? Ik heb de website van de Volksdanscarrousel grondig bestudeerd en een stel vragen op de coördinator van de opleiding afgevuurd. Na wat over en weer mailen met de coördinator en na overleg met het thuisfront heb ik me in augustus opgegeven voor de cursus die in september van start zou gaan. De Volksdanscarrousel had al in februari een bijeenkomst gehouden voor mensen die geïnteresseerd waren in de opleiding. Op dát moment waren er nog te weinig aanmeldingen, maar nu ging de opleiding wél door. Zo gezegd, zo gedaan, in september 2012 ben ik begonnen met de opleiding MBvO-dans, een opleiding tot dansleidster voor senioren. MBvO is de afkorting van Meer Bewegen voor Ouderen. De bedoeling van de MBvO-opleiding is om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig, mobiel en actief te laten zijn; daar valt niet alleen sport en fitness voor oude-
ren onder, maar ook allerlei vormen van dans. Niet alleen het in beweging zijn is belangrijk, maar zeker ook het contact met leeftijdgenoten. In de MBvOdansopleiding leren we in anderhalf jaar een aantal volksdansen, line dansen en een aantal rounds. We hebben om de veertien dagen een hele zaterdag les. De twintig cursisten komen vanuit het hele land en er is zelfs een cursiste die iedere veertien dagen vanuit (het voormalige Oost) Duitsland een lang weekend naar Nederland komt om de cursus te volgen. Om over gemotiveerd te spreken! Net zoals binnen de meeste volksdansgroepen zijn bij ons ook de dames in de meerderheid, er zijn maar twee heren op les. Ook zijn er vier cursisten die al de kaderopleiding hebben gevolgd, zij zijn dus al bevoegde dansdocenten maar willen hun bevoegdheid uitbreiden met seniorendans. Deze kadercursisten hoeven maar een beperkt aantal lessen te volgen, en zij hoeven ook alleen de tweede stage te doen; het échte lesgeven aan een seniorengroep. De kadercursisten brengen door hun ervaring goede ideeën in en ze hebben heldere voorbeelden uit de praktijk. De opleiding is onderverdeeld in drie modules: De eerste module bestaat voornamelijk uit praktijklessen om kennis te maken met de diverse dansstijlen en om dansen te leren die geschikt zijn voor ouderen. Deze module wordt afgesloten met een toets. De tweede module is een combinatie van theorie (groepsdynamiek, bewegingsleer, muziek) en praktijk, te weten een observatiestage van tien lesuren bij een bevoegde MBvO-docent. Tijdens deze eerste stage moeten we minstens één nieuwe dans aan de stagegroep aanleren. In de derde module moeten we tien lesuren bij een MBvO-groep lesgeven. Tijdens deze stage moeten we meer dansen aan de stagegroep aanleren en moeten we een heel lesuur kunnen vullen. Ook komt de stagebegeleidster van de opleiding op bezoek om te examineren. Maar zover is het nog niet, in december moeten we eerst de toets over de eerste module doen. Er wordt dan gekeken of we bij het horen van de eerste tonen van een nummer al weten welke dans ingezet gaat worden zodat we de juiste opstelling kiezen en weten wanneer de dans ingezet moet worden. Van de uitslag van de toets hangt af of we tot de volgende modules worden toegelaten. Hoe zien de lesdagen eruit? De eerste lesdag hebben we vooral met elkaar kennisgemaakt en hebben we drie country dansen en een round geleerd. Het was een heftige eerste lesdag, als volksdanser wordt je opeens in het diepe gegooid met countrydansen; de namen van de passen zijn compleet anders en je staat niet in een kring maar in rijtjes achter de docente. Alleen de Duitse cursiste
Tijdens deze lesdag kregen we het advies om alvast op zoek te gaan naar stageplaatsen. In de eerste helft van 2013 moeten we een observatiestage doen van tien lesuren, en in de tweede helft van 2013 moeten we tien echte lessen gaan verzorgen. De stages moeten bij twee verschillende groepen en bij verschillende MBvO bevoegde docenten worden gelopen. Het zoeken naar stageplaatsen is nog een hele klus:
Welke docenten zijn MBvO bevoegd? Kan ik een bevoegde docent vinden die niet al te ver uit de buurt lesgeeft? Zijn die lessen op een tijdstip dat het uitkomt met mijn baan? Wil de docent optreden als mentor en gaat de dansgroep akkoord met een stagiaire, of zien ze me als "pottenkijker"? De derde lesdag begon met twee uur muziekleer, met aandacht voor ritme en verschillende maatsoorten. De muziek van Hora mare vrâncenească werd opgeschreven en wij moesten het ritme van de noten klappen. Jammer dat ik nooit muzieklessen heb gehad, ik merkte dat de andere cursisten daar toch nog wel wat houvast aan hadden ook al hadden ze hun piano- of blokfluitlessen in een ver verleden gehad. Gelukkig gingen we daarna weer lekker dansen. De dansen van de vorige les werden herhaald en we hebben twee nieuwe dansen gedaan.
De vierde lesdag begon met een paar uur rounds. De docente legt de verschillen uit tussen country/line dance (iedere danser danst alleen en kent de dans uit het hoofd) en rounds (parendansen met een cuer). Een cuer of caller roept de passen af voor de heren, de dames moeten het zelf maar naar spiegelbeeld vertalen! We hebben de San Francisco mixer geleerd om bekend te worden met een aantal termen en passen. Ons “rounds vocabulaire” wordt steeds verder uitgebreid! In de middag hebben we zitdansen en combinatiedansen gedaan (parendansen met een zittende en een lopende danspartner). Ik had dat nog nooit gezien of gedaan en had geen idee wat ik me daar bij voor moest stellen, maar ik vond het erg leuk! We hebben in snel tempo een aantal dansen gedaan met als thema Sinterklaas en Kerst. Zelfs op sinterklaasliedjes zijn dansen of bewegingsspelletjes mogelijk, er ging een wereld voor me open! Het enige waar ik als danser met goedwerkende benen een beetje moeite mee heb is de term zitDANS. Ik zie het meer als ritmisch bewegen op muziek, alleen is dat niet zo'n lekker compacte term als 'zitdans'. Tot zover een overzicht van de inhoud van de lessen tot nu toe. Ik dans inmiddels al een aantal weken mee met een senioren damesdansgroep waar ik in het voorjaar mijn stage ga doen. Zo leren we elkaar al een beetje kennen en leer ik het repertoire van dansen die ze al onder de knie hebben; daar zijn ook een heleboel voor mij onbekende dansen bij! Het grappige is dat de dames mij dan zien stuntelen met een onbekende dans. Ze hebben het idee dat ik alle dansen ken omdat ik op de opleiding zit en ze vinden het leuk als ze mij dan iets kunnen voordoen of uitleggen, of me gerust stellen dat het bij hun ook zo' n tijd heeft geduurd voordat ze een bepaalde beweging onder de knie hadden. Nadat ik twee lessen had meegedanst heeft mijn mentor aan de groep gevraagd of ze ermee akkoord gaan als ik stage kom lopen, en gelukkig hebben ze geen bezwaar! Dat was nog even spannend want ze hadden in het verleden een stagiair gehad die ze totaal niet beviel en dat
leidde tot een breuk met hun toenmalige dansleidster! Daarom heeft hun huidige docente eerst hun toestemming gevraagd, ze moesten echt wat overwinnen om het nog eens te proberen met een andere stagiaire. Nu moet ik zorgen dat ze geen spijt krijgen van hun beslissing, want ik heb er ontzettend veel zin in! Ik ben al aan het bedenken welke dans ik zal gaan uitleggen, het moet niet té ingewikkeld zijn, een ketting wordt snel een knoeiboel, dus voor een eerste uitleg is dat niet handig. Maar ik wil beslist geen suffig melodietje gebruiken want om te oefenen moet ik de muziek kunnen dromen, dan moet het wel een leuk deuntje zijn dat in m’n hoofd blijft hangen. Ik heb al een paar ideetjes… Monique Schröter-Slings
DECEMBER 2012 - PAGINA 14
ZHERaVNa FESTIVal, BUlGaRIJE Een festival als geen ander!
Vele dansliefhebbers hebben Bulgarije al eens bezocht. Koprivshtitsa was voor velen dan de enige ‘place to be’, vervolgens het Rozenfestival en voor zangers het Pirin Pee festival. Voor ons was dè ontdekking dit jaar het Zheravna festival, een dorpje gelegen in het oostelijk deel van de Stara Planina ofwel het Balkangebergte. Een dorp dat, evenals het naburige dorp Kotel, zijn bekendheid heeft gekregen door de prachtig geweven tapijten en de mooie patronen die hierin verwerkt zijn. De laatste vijf jaar echter wordt Zheravna steeds bekender door het festival van de klederdracht met dit jaar als thema ‘een sprong in de tijd’. Die sprong in de tijd is ook werkelijk gemaakt, want wij wisten als deelnemers aan de reis dat foto- en/of filmtoestellen en mobieltjes verboden waren en het dragen van een kostuum verplicht. Dat was voor de 17 deelnemers wel even slikken alvorens in te schrijven, maar het totale reisprogramma zag er zo aantrekkelijk uit dat men er deze ‘beperking’ graag voor over had. De eerste vijf dagen van de reis waren we te gast bij Jaap van Beelen en Galina Durmushliyska in Kotel.
De folkloreliefhebber kan nergens beter terecht! Zij hebben alles uit de kast gehaald om het ons naar de zin te maken. We kregen danslessen van de Bulgaarse choreograaf Jovcho met live muziek, zodat we op het festival ons beste beentje voor konden zetten, we kregen zangles van Galina en een Bulgaarse avond waarop zij met begeleiding van een aantal muzikanten voor ons zong. Jaap werd niet moe ons te vertellen over ‘zijn’ Bulgarije en er was een zigeuneravond in een ‘magala’, uiteraard met live zigeunermuziek. Het eten en drinken was heerlijk, met steeds weer vooral huisgemaakte producten op tafel. De laatste avond had een Grieks karakter, waarbij de Karakachanen (een geassimileerde Griekse bevolkingsgroep, waarvan er nog zo’n 500 in Kotel en omgeving wonen) uit het dorp bij ons kwamen dansen. Voorafgaand aan het festival was er voor de groep het ‘kostuummoment’, een zenuwachtige bedoening. Iedereen liep nog even langs Galina om zich te laten keuren en zij maakte dan soms nog kostuums compleet of had voor enkelen zelfs prachtige kostuums in bruikleen. Een aantal mensen was in een
De 31e editie van het festival is van vrijdag 30 augustus tot en met zondag 1 september 2013. Het festivalthema van 2013 is 'Oost West Thuis Best'. We vliegen uit naar alle windstreken om een zo divers mogelijk aanbod te programmeren, maar slaan ook datgene wat 'thuis' te halen is niet over, integendeel. Heb je een tip voor de programmacommissie of wil je de voorstellingsbezoekers uitnodigen stuur dan een email naar
[email protected]
Hollandse dracht, wat op het festival ook zeer gewaardeerd werd. Het leverde in ieder geval een prachtig plaatje op. En dan het festival: werkelijk iedereen kwam in kostuum. Bij de entree liepen, nee, schreden we, door een haag van zo’n 40 gaidaspelers uit de Rodopen, een indrukwekkend moment. Het was zo magnifiek dat we, om dit gevoel vast te houden, er nog een keer doorheen liepen. Als locatie voor het festivalterrein was gekozen voor een mooi stukje natuur tussen de hoge dennenbomen met een speciaal aangelegd gazon om op te dansen. Daaromheen waren allemaal verkooppunten met vooral veel Bulgaarse handwerkkunst, omzoomd met rietmatten, waardoor alles puur natuur bleef. Alle gerechten werden nog op de ouderwetse manier klaargemaakt; het meeste op houtvuur. Het brood werd in de grond gebakken; de drank werd in kartonnen bekers geschonken; de koffie was Turkse zetkoffie die getrokken werd in koperen kannetjes in het zand; het afval ging in houten tonnen die door mannen met paard en wagen werden geleegd en afgevoerd; er was geen plastic zak te bekennen. De vele gezelschappen die er waren, spreidden hun matjes uit en zaten vreedzaam bijeen als zij niet stonden te dansen. Veel groepen lieten hun kunnen zien, maar er was geen competitiesfeer. Ook de amateurs kwamen aan hun trekken. Natuurlijk werd er veel Pravo Horo gedanst, maar ook andere dansen die vandaag de dag populair zijn in Bulgarije en op Nederlandse dansavonden. Er waren drie ‘huisorkesten’ die elkaar op de ‘dansvloer’ afwisselden. Er werd een bruidspaar écht in de echt verbonden met alle daarbij behorende rituelen. Zij konden op een afgebakend terrein hun eigen feestje vieren. De bruid kwam uit de Rodopen, dus als daar gedanst werd, kwam er af en toe een golf van gaidamuziek uit hun hoek naar ons toe. Zo wisselden kijk-, luisteren dansgenot elkaar af, daartussendoor was je neus te gast van al de heerlijkheden die overal gebakken werden. De eerste avond trad in het openluchttheater het ensemble Filip Kutev op, de tweede avond waren er groepen uit Macedonië, Oekraïne en Kroatië. De laatste avond stond er vuurdansen op het programma, een ritueel gewijd aan Constantijn en
Helena, ontleend aan een verhaal waarbij de icoon van deze heiligen door jongens op blote voeten uit een brandende kerk is gered tijdens de Ottomaanse overheersing. Uiteindelijk konden we nog om de grote vuren dansen. Dat was een enorme deinende massa, maar geweldig om je aan over te geven. We waren het er als deelnemers aan deze reis over eens dat we nog nooit zo’n fijn, aangenaam en plezierig festival hadden meegemaakt, waar dan ook. Er was een sfeer van absolute harmonie en alles klopte tot in de finesses! De laatste ochtend was het toegestaan om te fotograferen, dus konden we uiteindelijk toch nog ons ‘fotomoment’ maken. Pas toen realiseerden we ons wat een rust er van uitgaat als je niet voortdurend ‘moet’ fotograferen of sms’en. Onze reis voerde ons uiteindelijk nog verder door Bulgarije. Op Maria Hemelvaart kwamen we in Koprivshtitsa aan, waar we bij de kerk de soepuitdeling aan de armen zagen. Ook zagen we de Shipkakerk in al zijn glorie en bezochten de graven van Thracische koningen, die zo’n 300 jaar voor onze jaartelling regeerden. We zagen de schoonheid van de stad Ruse aan de Donau met z’n invloeden van het Habsburgse huis, bezochten het hoog in de bergen gelegen Ivanovo rotsklooster, het klooster van Besarbovo en het lieflijke Tryavna, kuuroord met het mooie witte stadscentrum met vele handwerkshuisjes. Daarna ging de reis nog naar het hooggelegen Glozheneklooster (hemelhoog en 35 graden Celsius) en de geheimzinnige grot Sueva Dupka (aardediep en 7 à 8 graden Celsius) en dat alles op één dag. Als klap op de vuurpijl ‘deden’ we nog een dagje Sofia met haar vele highlights. Kortom: Wat een reis en dat allemaal in twaalf dagen. Steeds weer nieuwe verrassingen, zoals vrijwel iedere avond live muziek bij het diner, waarbij vaak gedanst kon worden. Deze prachtige reis was voortreffelijk georganiseerd door Rodina Travel in samenwerking met Gokotel. Voor ons, Bas en Ida van Duuren, een groot genoegen om deze reis te mogen begeleiden. Word je nieuwsgierig en wil je meer zien kun je op internet Zheravna intoetsen. Ida van Duuren
DECEMBER 2012 - PAGINA 15
CD’S MUSIC & WORDS mikea: hazolava Dit is het derde album van de uit Madagaskar afkomstige Théo Rakotovoa. Hij richtte de groep Mikea op in 2003 en schrijft alle nummers zelf. Ofschoon de zang gebaseerd is op authentieke, lokale ‘beko’-blues, zijn het spel en de stijl van songs schrijven veel moderner. Door de relatief kleine bezetting, met Théo op zang, gitaar en kabosy, aangevuld met bas en percussie, is het een ingetogen, bijna intiem album geworden, dat eerder doet denken aan bijvoorbeeld een Tracy Chapman dan aan andere Malagassische bands als Tarika. Hazolava (Help) gaat over de zorgen van de inwoners van Madagaskar en de crisis in hun land. ‘Het is een roep om hulp’, legt Théo uit, vastbesloten om een beeld van Madagaskar te scheppen dat vrij van cliché’s is. Een zeer mooie cd, die velen zal verrassen! label: Zimbraz Records cd: MWCD 3045
aly bain & phil cunningham: five and twenty Vijfentwintig jaar zijn violist Aly Bain (Shetlands) en accordeonist Phil Cunningham al samen op tour en blijkbaar hebben ze nog steeds plezier in het samenspel. Dat blijkt ook uit deze nieuwe cd, in harmonie opgenomen waarbij voldoende ruimte blijft voor ieders inbreng. De prachtige toon en het vakmanschap van Bain, de virtuositeit van Cunningham en ondersteuning van gastmuzikanten als Michael McGoldrick maken deze cd tot een plezier om te luisteren.
maar vooral ook zijn muzikale en compositorische talenten. Hij verwerkt elementen uit de gaucho-traditie, zoals de milonga, de estilo, de chamarrita of meer stedelijke vormen als de wals en de tango. Evenmin ontbreekt het kenmerkende geluid van Montevideo: de Afro-Uruguayaanse candombe. Pazos’ invloeden zijn talrijk: van Bach tot Dino Saluzzi, van Atahualpa Yupanqui tot de straatdrummers van Montevideo. Caraguatá getuigt van Pazos’ diepe liefde voor muziek en voor de cultuur van zijn geboorteland. Zijn vakmanschap en muzikaliteit maken de cd tot een intense luisterervaring. label: Saphrane Records cd: S 62614
ook nieuwe composities en een levendige improvisatie van de diverse luit-instrumenten. Indrukwekkend is de zang van Sanubar Tursun, Abdulla Majnun en Ma Ersa. Op de bijgesloten dvd staan o.a. twee documentaires over de totstandkoming van dit project en informatie over de gebruikte instrumenten. Een uitgebreid boekje ontbreekt evenmin.
nuala kennedy: noble stranger De Ierse zangeres/fluitiste Nuala Kennedy heeft veel lof gekregen voor haar cross-overstijl. Ook haar nieuwe cd is daar weer een mooi voorbeeld van. Samen met haar trio, bestaande uit percussionist Donald Hay, gitarist Mike Brayn en mandolinespeler Iain Macleod brengt zij traditionals en eigen composities in strakke arrangementen, die drijven op de grooves van percussie. label: Compass Records cd: COM 4579
Mames babegenush: Full moon & pay days Mames Babegenush is een klezmerband uit Denemarken met ondertussen al een internationale reputatie. De groep vermengt traditionele klezmer met pop en electronica, de stijlen waar de leden mee opgegroeid zijn. De nieuwe cd doet ook precies dat: klezmer en remixes door bekende dj’s waaronder Max Pashm uit Engeland. Van de Carnegie Hall tot het Joods Muziekfestival in Amsterdam (waar ze in 2010 maar liefst drievoudig prijswinnaar waren!): Mames Babegenush is overal een graag geziene gast. In het najaar staat een tour in Nederland gepland. Gezien de kwaliteit van de nieuwe plaat iets om naar uit te kijken. label: Laika Records cd: 3510287
piet maris & theophane raballand: ik en den theo/moi et le theo Piet Maris en Theophane Raballand (allebei van Jaune Toujours) hebben een cd gemaakt met wat zij zelf noemen 'Echte muziek voor échte kinderen van 3 tot 93. Absoluut niet braaf, maar zeker ook niet stout.' Het zijn 22 leuke liedjes, die kinderen weliswaar aanspreken maar allesbehalve kinderachtig zijn. De muziek is volwassen, in de stijl van Jaune Toujours, met accordeon en rock/Balkanritmes. Erbij hoort een mooi vormgegeven boekje met grappige tekeningen. De liedjes staan 2 x op de cd: een keer in het Vlaams en een keer in het Frans gezongen.
arifa: anatolian alchemy Arifa bestaat uit vier talentvolle musici, afkomstig uit Duitsland, Roemenië, Turkije en Nederland, waaronder de oprichter Sjahin During. Hun debuut Beyond Babylon en bijbehorende optredens werden wereldwijd enthousiast onthaald. Het geheim van Arifa schuilt in de creatieve alchemie tussen de vier talentvolle muzikanten, die hun verschillende achtergronden (klassieke en volkse muziektradities van het MiddenOosten en Centraal Azië) vermengen met invloeden uit Balkan, jazz en diverse westerse stijlen. Op deze nieuwe cd is het oorspronkelijke trio aangevuld met pianist Franz von Chossy, die nadrukkelijk jazz en repeterende elementen van minimal music inbrengt. Een prachtige, ingetogen plaat. Arifa komt later dit jaar op tour. label: Mundus cd: MUNDUS 2012555
label: Choux de Bruxelles boek+cd: CHOU 1102
label: Whirlie Records cd: WHIRCD 28
gustavo pazos conde: caraguatá. guitar works from uruguay Caraguatá is het eerste solo-album van de in Nederland wonende gitarist Gustavo Pazos. De cd weerspiegelt zijn Uruguayaanse roots,
label: Smithsonian Folkways cd+dvd: SFCD 40529
madredeus: essencia Met hun nieuwste album keert Madredeus weer terug naar de basis. Na het uiteenvallen van de band in 2007 kwam er een ‘elektronische’ versie voor in de plaats, die niet overal even goed ontvangen werd. Essencia markeert de terugkeer naar het oorspronkelijke, klassieke Madredeus. De beste nummers van de afgelopen 25 jaar zijn opnieuw opgenomen, hetgeen de nieuwe zangeres Beatriz Nunes rechtstreeks in de voetsporen van Teresa Salgueiro plaatst, een positie die ze met haar engelachtige stem goed kan verdedigen. Mooi!! label: I-Play cd: LEM 61
wu man and master musicians: borderlands. music from central asia vol. 10 Dit is het tiende en tevens laatste deel van de serie ‘Music From Central Asia’. De bekende Chinese pipa-grootmeester Wu Man ontmoet op deze cd Oeigoerse, Tadzjiekse en een Chinese Hui-moslimmuzikant, met wie ze gemeenschappelijke gronden verkent. Een hele bijzondere samenwerking, waarin zelden gehoord repertoire aan bod komt, maar
maggid: quartet Het Belgische Maggid werd in 2006 door Jonas De Rave (accordeon) en Nicolaas Cottenie (viool) opgericht als traditioneel klezmerduo. Na zich een tijd op het genre en de stijl te hebben toegelegd, werd de groep uitgebreid tot kwartet, met een volledige ritmesectie bestaande uit Ruben Lamon op contrabas en Robbe Kieckens op percussie. Klezmermelodieën uit de 19e en begin 20e eeuw vormen het uitgangspunt, maar er staan ook eigen werk en stukken van John Zorn op deze cd. De uiterst gevarieerde achtergrond van de groepsleden vormt de basis van improvisatie, gewaagde harmonieën en verrassende ritmes. Mooie eigentijdse klezmer! label: Zephyrus cd: ZEP 15
DECEMBER 2012 - PAGINA 16
CD’S MUSIC & WORDS bonus-cd is van zangeres Pura Fe, een mooie mix van blues en Native American-zang. label: World Music Network 2cd: RGNET1288
stem is ietwat omstreden, maar zijn interpretaties zijn dat zeer zeker niet. De rauwe randjes aan zijn stem passen perfect bij de sfeer die hij wil oproepen met zijn jiddische tango’s. Hij wordt begeleid door Trio Scho, afkomstig uit de Oekraïne en gespecialiseerd in Russische swing en tango’s uit de jaren twintig. label: Oriente cd: RIENCD 82
tindra & kroke: live in forde Het Noorse vrouwelijke folktrio Tindra (viool, zang en accordeon) vierde in 2011 haar tienjarig bestaan. Ze traden samen met het internationaal bekende trio Kroke op het Fordefestival op en brachten de live-registratie daarvan uit ter gelegenheid van hun verjaardag. Kroke brengt weinig klezmer in, maar hun gezamenlijke arrangementen van voornamelijk Noorse folk zijn catchy en inspirerend. label: Ta:lik cd: TACD 93
mary jane lamond & wendy macisaac: seinn Seinn is een cd die liefde en respect voor de traditie van Nova Scotia ademt. Mary Jane Lamond werd in haar jeugd geraakt door de Schotse muziek en nam al snel haar eerste cd met Gaelic ballades op. Vele platen en JUNOnominaties (de Canadese Grammy) verder werkt ze nu samen met de violiste/pianiste Wendy MacIsaac. Hun duoplaat laat horen hoe zeer beiden zielsverwanten zijn, die de tradities met veel gevoel en subtiliteit vormgeven. label: Trade Root Music cd: TTLMJ 5
various/ tarkany-muvek: the rough guide to the music of hungary Hongaarse muziek heeft diverse periodes van grote populariteit gekend: in de jaren ’80 waren groepen als Muszikas vrijwel continu op tour en de laatste jaren is er opnieuw veel belangstelling voor jonge hippe bands, die al dan niet op de golven van de balkanbeats hier komen. Op deze Rough Guide vinden we gevestigde namen als Kalman Balogh, Bela Lakatos en nieuwe talenten als de jazzy zangeres Agi Szaloki, Parno Graszt, Mitsoura , de fusiemuziek van de Csik Band en nog veel meer. De bonus-cd is van Tarkany-Müvek, een groep die cimbalom en jazz vermengt! label: World Music Network 2cd: RGNET 1283
various/ dede saint-prix: the rough guide to caribbean cafe De muziek van de Caraïben heeft de muziekwereld ingrijpend veranderd, denk aan reggae, dancehall, ska, mambo en salsa, calypso uit Trinidad, om maar enkele te noemen. Deze Rough Guide is vooral gericht op dansbare grooves. We horen o.a. Ska Cubano met een briljante fusie van ska, son, cumbia en calypso, Septeto Nacional de Ignacio Piñeiro, Boukman Eksperyans met Haïtiaanse carnaval-voodoo en vele anderen. De bonus-cd is Fruits de la patience van Dede Saint-Prix. Hij is een van de belangrijkste onderzoekers van de muziek van de Franse Antillen, maar ook een interessante muzikant. Hij verwerkt zouk, son, charanga en zelfs hip-hop in zijn Afro-Caraïbische grooves. label: World Musi c Network 2cd: RGNET 1281
roisin o: the secret life of blue Ze loopt er begrijpelijkerwijs niet mee te koop, omdat ze haar eigen weg wil gaan, maar Roisin O is de dochter van de Ierse zangeres Mary Black. Ze is net als haar moeder gezegend met een werkelijk prachtige stem, helder, warm en ongelooflijk flexibel. Roisin maakt echter popmuziek en heeft zich hoorbaar laten inspireren door Joni Mitchell. Haar debuutcd The Secret Life of Blue bevat een aantal pareltjes, waaronder ’How Long’ dat haar vocale kwaliteiten goed laat uitkomen of het ingetogen ‘Filled With Snow’. We gaan nog veel van deze zangeres horen! label: Dolphin cd: TUCD 31
various/pura fé: the rough guide to native america Het ene cliché over Indianen zegt dat alle muziek ‘pow-wow’ is, dus dansen rond het vuur met veel percussie. Aan de andere kant staat het cliché van de fluitmuziek, vooral geliefd in new age-kringen. Een compilatie zou niet volledig zijn zonder voorbeelden van beide, maar gelukkig zijn de pow-wowklanken op de Rough Guide tamelijk verrassend. Daarnaast horen we texmexachtige muziek van Clan/Destine uit Phoenix en reggae van Casper Lomo Da Wa. De
ambrogio sparagna, francesco di gregori & orchestra popolare italiano: vola, vola, vola Vola, vola, vola is het resultaat van een ontmoeting tussen Ambrogio Sparagna, een van de belangrijkste folkmuzikanten in Italië op dit moment, en Francesco De Gregori, ook wel de ‘prins van de singer-songwriters’ genoemd. Samen herontdekken ze de Italiaanse folkmuziek en De Gregori heeft enkele van zijn eigen songs opnieuw vastgelegd in een meer folky stijl. Live opgenomen m.m.v. het Orchestra Popolare Italiano.
karsten troyke: noch amul! tango oyf yiddish vol. 2 Hij is niet alleen acteur en spreker, maar ook docent op het gebied van Jiddische muziek. Zijn
label: Felmay cd: MPRCD 39
tre martelli: cante ‘r paroli Tre Martelli is een folkgroep uit Noord-Italië die al dertig jaar op de podia staat en vooral muziek speelt die van generatie op generatie is overgedragen. In de jaren ‘80 hoorden ze de dichter Giovanni Rapetti uit eigen werk voorlezen en werden meteen gegrepen door de dramatische kracht die uit zijn gedichten spreekt. Uiteindelijk heeft de groep een aantal van zijn gedichten op muziek gezet, niet geheel toevallig ter gelegenheid van de 90e verjaardag van Rapetti. label: Felmay cd: FY 8193
various: opera java Met ‘Opera Java’ realiseerde regisseur Garin Nugroho een oude droom. Hij brengt een ode aan de Javaanse cultuur waar hij mee opgroeide. In deze film wordt een van de meest gespeelde episodes uit het Ramayanaepos opnieuw vormgegeven. Niet met wajang en gebonden aan de strenge regels van Javaans theater, maar in een geheel eigen interpretatie. Hij gebruikt uitsluitend gezongen dialogen en nieuw gecomponeerde muziek in een setting van prachtige installaties. Meer dan 25 Indonesische muzikanten, dansers en acteurs geven gestalte aan dit spektakel, onder wie Rahayu Supanggah (muziek), Eko Supriyanto (choreografie) en Heri Dono (installaties). Het is live opgenomen in het Tropentheater in 2010. Een bijzondere en zeer fraaie productie.. label: Aditi [image] dvd: AI 82506
ulli bögershausen: christmas carols 2 De akoestische gitarist Ulli Bögershausen is niet alleen populair in Duitsland, maar ook in Azië. Hij heeft nu een tweede cd met kerstliederen gemaakt. Twintig bekende klassiekers voor de advent- en kerstperiode krijgen een mooi arrangement mee, waarbij de kerstsfeer er niet eens zo dik bovenop ligt. label: Laika Records cd: 3510288