- januari 2012
Blz: 3 Blz: 4 Blz: 5 Blz: 6,7,8 Blz: 8,9,10 en 11
Voor u gelezen Roel Luiten Van de Voorzitter Jan Asselbergs Van de bestuurstafel Jaap Klanderman/ Kor Wijngaarden Drieluik over wadpoten Jur Pels/ Theo de Bruin Te vroeg anker op NeuPaul Raasveld halingersielerwattfahrwasser Blz: 12 Uitnodiging Jaarvergadering Blz: 13 Agenda Jaarvergadring Blz: 14, 15 en 16 Concept verslag jaarvergadering 2011 Blz: 17 en 18 Financiën Blz: 19 Toelichting Financiën Blz: 20 Bakens Blz: 21 Wadvaarders in de mist Lucy Klanderman Blz: 22 Opnieuw reuring op de torens Maarten Snel Blz: 23, 24, 25, 26 De Haligen bij slecht weer Marjan Vroom/ Eric de Waal Blz: 27, 28, wn 29 Engelse Wad Eilard Jacobs Blz: 30 Gedicht J.J.Slauerhoff
Voorpagina boven: Voorpagina onder: Pagina 3, 5, 30 Pagina 6, 7, 8: Pagina 9: Pagina 10: Pagina 11: Pagina 21: Pagina 22: Pagina 23 t/m 26: Pagina 27 t/m 29:
Ciska van Geer Eilard Jacobs Evert Jan de Kluizenaar Jur Pels Theo de Bruijn Ferdi Uuldriks Paul Raasveld Sieny van Weesep _cre8ive-M@Flickr Marjan Vroom & Erik de Waal Eilard Jacobs
Ook voor 2012 wordt er natuurlijk weer een wadvaarderskalender gemaakt. Deze komt beschikbaar bij de jaarvergadering van onze vereniging. En uw foto's kunnen daar op staan! Wat moet u daarvoor doen? Selecteer enkele van uw mooiste wadfoto's (maximaal 3) en stuur deze naar
[email protected]. De foto moet een minimale resolutie hebben van 3000x2000, en van liggend formaat zijn, zodat hij goed overkomt op het kalenderblad. Inleveren kan tot en met 19 januari. Uit de inzendingen worden de 12 mooiste geselecteerd. De drie beste inzendingen ontvangen een complete kalender (met referentieplaats naar keuze) thuis. De kalendercommissie Hans Fix Annemarie Zuydweg-Fix - januari 2012
Pag. 2
Het bestuur is weer druk in de weer geweest om alle jaarstukken gereed te maken. In deze Berichten kunt u alle vergaderstukken vinden. Het bestuur vraagt tevens versterking van de bestuursgelederen. Voorzitter Jan Asselbergs doet dan ook een oproep om je vooral te melden als aspirant bestuurslid. Wat je als bestuurslid te wachten staat valt te lezen in het sfeerverhaal van Jan over de evaluatie van het Convenant Vaarrecreatie: een stellingenvaria met een onduidelijke uitkomst. Dus: doordouwers gevraagd. Ook een doordouwer blijkt Maarten Snel, die nu waarschijnlijk wel bezig zal zijn met de bemensing van de vuurtorens en dan wel met ervaren personeel. Een gepensioneerd vuurtorenwachter gaf op de regionale bijeenkomst in Zwolle aan, dat er onervaren invalkrachten worden ingezet. Berichten 82 heeft ook weer mooie reisverhalen in petto. Paul Raasveld neemt ons mee naar het Neuharlingersieler Wattfahrwasser en wat Helmut Kohl waarschijnlijk niet gedaan zou hebben: te vroeg het anker ophalen. Hoe hogere politiek samengaat met het wadvaren, zeer lezenswaardig. Marjan Vroom en Erik de Waal nemen ons mee naar de Halligen en zijn warften. Ook in de wat winderige en natte zomer van 2011een mooie reis. Het gebied ligt meestal aan lager wal en heeft lage wallen. Dat het kan spoken daar met een westerstorm en springvloed is mooi te zien in het museum in Hallig Hooge. Ook de andere kant van de Noordzee is bezocht en wel door Eilard Jacobs. In het stroomgebied van de Broads in de buurt van Lowestoft - lijkt het landschap op Friesland maar dan met getijden in het binnenland. Een interessant stroomgebied maar alleen te begaan met een gestreken mast door het aantal vaste bruggen. In de reeks over wadpoten een bijna doe- het- zelf beschrijving om wadpoten te maken van Bankirai tuinhout. Het begrip wadpoten raakt redelijk ingeburgerd. Naast wadpoten worden ook begrippen op het internet gebezigd als droogvalstelten, droogvalkrukken, droogvalstutten en droogvalstokken. Misschien wordt het tijd voor een workshop op de jaarvergadering over wadpoten. De redactie wenst u veel leesplezier en een goed zeiljaar 2012 en tot ziens op de jaarvergadering op 28 januari in Harlingen. Roel Luiten
- januari 2012
Pag. 3
Al enige tijd zoekt het bestuur koortsachtig naar bestuurskandidaten. Dat moet zeer tijdig omdat het inwerken in de complexe materie en het leren kennen van de brede kring van beïnvloeders nu eenmaal veel tijd kost. Bij deze een oproep aan alle leden om bestuurskandidaten aan te moedigen zich te melden. De langverwachte “Evaluatie” van het Convenant Vaarrecreatie vond plaats in “het Vikingschip” te Den Oever. Wij verwachtten aan boord te gaan van een riant Bruine Vloot schip, maar wij werden geleid naar een deerniswekkend zaaltje aan het eind van een doodlopend straatje. Koffie met natte keek versterkte de indruk dat er iets ten grave werd gedragen. Ons bestuur en de kerngroep van het Pact van Rede verbaasden zich al voor aanvang over de keuze van de sprekers en de stellingen. Tijdens de “voorstelling” nam die verbazing toe. Een rap sprekende professionele spreekstalmeester runde de show en legde uit op welke knopjes wij moesten drukken om onze voorkeur bij de stellingen aan te geven. Het begon met “wie zijn wij?”. 70 man overheidsdienaren, ca 30 man natuurbeheerders en ook een dertigtal belangenbehartigers. Helaas kwam niemand toen op het idee (ik ook pas toen ik naar huis reed) om aan de helft van de overheidsdienaren te vragen stemkastjes in te leveren, zodat er een enigszins gebalanceerde score zou kunnen ontstaan. Enfin, het gaf de krachtsverhoudingen goed weer. De organiserende overheid had de ANWB gekozen als vertegenwoordiger van de recreatiesector. Of de recreatiesector zich ook vertegenwoordigd zag door de ANWB bleef geheel buiten beschouwing. Gelukkig had Eric Neef van de ANWB zich laten souffleren, zodat in vriendelijke vorm iets van onze wensen ten gehore werden gebracht. Aan het eind van de dag viel slechts vast te stellen dat ambtelijk Nederland blij was dat bijna alle vinkjes waren gezet en daarmee de klus dus bijna af was. Wel moest er nog iets gebeuren aan monitoring. Wat er aan “aangepaste handhavingsarrangementen” moest gebeuren, zoals in het Convenant aangegeven, bleef een open vraag en maakte weer eens helder hoe weinig de bestuurderen weten van de praktijk van Wadvaren. De politieke belangstelling beperkte zich tot een gedeputeerde. Kortom: Over ons, maar zonder ons. Toch zit er een andere wind in de lucht. Op 8 december kwam de hele “hoge Waddendruk” weer bijeen om zich over een nieuwe bestuurlijke indeling rond het Wad te beraadslagen. Ciska maakte daar een mooie samenvatting van (ik kon er helaas niet zijn, Kor deels wel). Zover is duidelijk, dat Margreeth de Boer, de voorzitter van de Raad voor de Wadden die na 30 jaar wordt opgeheven, in de discussie over stellingen spontaan een duit in het zakje deed door publiekelijk vast te stellen dat er bij de uitvoering van het Convenant geen sprake kon zijn geweest van “good governance”. De Raad voor de Wadden was zo'n beetje het laatste toevluchtsoord waar wij terecht konden als het weer eens te gek werd. Daar tegenover staat dat het oude LNV-Noord van het toneel zal verdwijnen. Om niet achter de feiten aan te lopen moeten de bestuurderen op vele plaatsen hun gezicht laten zien. Voor mijzelf betekende het dat ik dit jaar ruimschoots de afstand naar Barcelona heen- en weer heb gereden. Hoeveel dat was voor alle bestuurderen samen heb ik maar niet uitgerekend….. Jan Asselbergs
- januari 2012
Pag. 4
Voor twee plaatsen in het bestuur zoeken we nog kandidaten. Bij een daarvan is affiniteit en/of ervaring met ecologische of nautische onderwerpen aanbevelenswaardig. Voor de andere is enige financiële kennis en inzicht wenselijk. Heeft u interesse, meld u dat dan aan Jan Asselbergs, per mail aan
[email protected] of telefonisch 0654 747 142; of aan Kor Wijngaarden, per mail aan
[email protected] of telefonisch 0418 -564084 of mobiel: 0654 383 851. Jaap Klanderman, secretaris
Op maandag 12 december jl. hield Staatsbosbeheer de werkconferentie over de monitoring van de vaarrecreatie op de Waddenzee, met een bijdrage van de betrokken organisaties. Na de aanvangsperikelen is de uiteindelijke webversie Monitoring later gereed gekomen dan de bedoeling was. En ook het slechte weer van de maanden juli en augustus heeft dit jaar niet bijgedragen aan een enthousiaste monitoring. De rapportage die wel ontvangen is, was kwalitatief goed op orde en wordt momenteel verwerkt en komt digitaal beschikbaar. Zodra dit het geval is, zullen we u deze uitkomst berichten. In afwachting hiervan is de indruk dat het convenant goed wordt nageleefd, op een enkele uitzondering na. Het monitoren heeft als doel om gegevens over meerdere jaren vast te leggen om daaruit de trends te kunnen ontdekken. Voor ons als wadvaarders is het daarom belangrijk hier aan deel te nemen. Dit past ook in het beleid van de Wadvaarders om te komen tot de opheffing van die afgesloten gebieden waar de afsluiting niet meer relevant is. Nu de web- en papierapplicatie zeer bruikbaar zijn gemaakt, gaan we voor 2012 opnieuw inzetten op een forse deelname. Op de ledenvergadering in januari hebben we in samenwerking met Staatsbosbeheer dan ook een workshop “Monitoring”op het programma staan! Kor Wijngaarden
dersplaquette hebben gewonnen en waarvoor. En u treft daar ook een overzicht aan van de winnaars van de Wadvaarders-wisseltrofee, een puur stukje juthout, dat vanaf 1994 door elke volgende winnaar is verfraaid. Ook waar en wanneer we een jaarvergadering hebben gehouden en wie de sprekers waren wordt vermeld. Het laat zo goed zien hoeveel mensen zich inzetten om Vrij en Verantwoord te kunnen varen op het Wad.
- januari 2012
Pag. 5
In Berichten 81 begonnen wij met een drieluik over het droogvallen met Wadpoten. In dit nummer van de Berichten een technische beschrijving. In nummer 83 een nabeschouwing. Wadpoten voor een North Beach 24 Een fotootje van een North Beach 24 met wadpoten in de laatste Berichten met een uitnodiging iets over ervaringen met wadpoten te melden. Daar kan ik, als trotse North Beach vaarder, niet aan voorbijgaan natuurlijk. De North Beach op de foto is weliswaar niet mijn boot maar de wadpoten zijn wel een beetje mijn kindje geweest. Toen mijn eigen North Beach nog niet geleverd was ben ik al aan het denken geweest over wadpoten en heb voor mijn boot "planken" ontworpen die niet alleen als wadpoten maar ook als schaar en als wrijfhout te gebruiken waren. Publicatie van het ontwerp op de North Beach website zorgde er voor dat al voor ik te water was er al meerdere North Beaches met deze planken rondvoeren. Zelf heb ik de planken enkele malen gebruikt om droog te vallen, o.a. op de Koffieboonenplaat en bij het Franse Gaatje. Bij rustig weer is dat simpel te doen. Je gaat voor anker op de plek waar je droog wilt vallen, als het water ver genoeg gezakt is trek je de boot aan de ankerketting aan de grond. Je monteert de steunzolen onder de planken en zet deze over boord. De planken steken een stukje boven de dekrand uit en zo kan de boot vanaf de wantputting aan de plank "opgehangen" worden. De North Beach heeft een lange kiel waar de boot feitelijk op staat en de planken voorkomen dat ‘ie omvalt. Dit betekent dat je er wel bij moet zijn als de boot op de grond komt om de palen goed te zetten. Drijvend gaan slapen en droog wakker worden is er dus niet bij. Ook als er veel stroom is gaat het niet goed getuige de ervaringen van andere North Beach vaarders (Bob en Anita Waage met hun Sylke; zie http://nboablog.blogspot.com/2010/06/droogvallen.html).
Technische beschrijving Een paar planken tuinhout (Bankirai) kunnen als wadpoten dienst doen, maar tevens als wrijfhout voor als je langs palen of een damwand moet afmeren. Ook kan je dezelfde planken gebruiken als schaar voor de gestreken mast, evt als loopplankje en bovendien zijn ze lang genoeg (en dik genoeg) om overdwars over de railingdraden van de hekstoel te leggen zodat je een verhoogde zit hebt wat wel eens makkelijk is als je op de motor een kanaal door moet. De planken Bankirai zijn 2,5cm dik en 2,40 m lang. Daar heb ik een grondplankjes van afgezaagd en 2 strookjes. Er blijft dan 2,05 meter plank over als hoogte voor de steun. Tijdens het varen hangen de planken in de zeereling.
De steun met grond-plankje kan naast de boot gezet worden, eventueel met een stootwil er tussen, en kan dan vastgezet op de puttingogen van het zijstag. Je hangt de boot dan op aan de wantputtings (althans de kracht die nodig is om omvallen te voorkomen). Van het bovenste gat in de plank (5) naar het puttingoog, terug naar het plankoog (door een blokje), dan naar het schootleioog en dan naar de lier bij de kuip. Bijgaande foto´s illustreren de bedoeling. De grondplank wordt met een touwtje aan de poot gemaakt. De plank wordt naast de boot op de grond gezet. Op de kop van de plank is de afschuining te zien met een leertje erover. Deze afschuining komt op dek als de planken als schaar gebruikt worden bij gestreken mast.
- januari 2012
Pag. 6
Het water zakt en de boot staat als een huis op zijn kiel, de poten voorkomen omvallen.
- januari 2012
Pag. 7
10 35
60
132,5
182 197
De hele plank meet 202cm x 14,5cm en is 2,5cm dik. Van links naar rechts zitten er de volgende gaten in: 1: op 10 cm, 25mm, voor de bevestiging van de grondsteun, tevens bevestigingspunt voor lijn om aan zeerailing te bergen 2: op 35cm, 10mm, voor de scharnierbout bij gebruik als schaar 3. op ongeveer 132,5cm, 10mm, om bij gebruik als schaar met een bout aan de hekstoel vast te zetten 4. op 182cm, 25mm, om lijn doorheen te doen om plank langs zeereling te binden 5. op 197cm, 25mm, bevestigings punt voor lijn naar boot/wantputting. Het uiteinde van de plank is iets afgeschuind, dit schuine vlak komt bij gebruik als schaar op dek. Het wordt afgewerkt met een reepje tuigleer om beschadiging van het dek te voorkomen. Jur Pels,
North Beach 24-30
- januari 2012
Pag. 8
“Parel”
Naar aanleiding van jullie oproep:
Een foto van onze kielmidzwaarder, droogvallende achter Vlieland ter hoogte van de vuurtoren. Het is een Edel 4 met een diepgang van 65 cm met geheven zwaard. De boot valt droog op de balastkiel en wordt rechtopgehouden door twee wadpoten die vanuit de kuip kunnen worden bijgesteld door middel van de lieren. Het leuke van het systeem is dat je niet het water in hoeft om de poten te zetten. Theo de Bruijn
“Welcher Seemann liegt bei Nina im Bett?” Mijn sympathieke tafelgenoot in het stampvolle cafeetje van Neuharlingersiel stelde de vraag en keek met een flonker in zijn ogen om zich heen. Ik was juist met een heerlijk glas bier neergestreken op die ene vrije plek aan zijn tafel, aangeschoven bij hem, zijn echtgenote en een wat ouder echtpaar plus een zeer nautische visserman. Werd ik hier aan hun stamtafel van alles en nog wat beschuldigd? Alleen maar omdat ik als eenzame zeeman, solo, de Duitse Waddeneilanden afzeilde? “Wie is Nina”, vroeg ik hem. Nu keek de visserman mij eens aan, met een blik van: alweer zo'n suffe Hollander. Volgde de uitleg van de vragensteller, Walter, oud-ambtenaar van de Duitse regering: “Het is het ezelsbruggetje dat iedere basisschoolleerling in de Bondsrepubliek leert. Daarmee onthouden ze de namen van de zeven Ostfriesische Waddeneilanden. Het juiste antwoord is:
Wangerooge, Spiekeroog, Langeroog, Baltrum, Norderney, Juist en Borkum.” Toen stelde hij mij de vraag: “En wat is jullie ezelsbruggetje voor de vijf Nederlandse Waddeneilanden?” Maar voordat ik het bekende “tvtas” kon uitspreken hadden ze onze eilanden al opgenoemd, van links naar rechts en ook nog eens in de juiste volgorde. Wat een tafelgenoten! Een nieuw glas “Hefeweisse” stond ook al weer op tafel. Walter stelde zich aan mij voor. Hij was secretaris-generaal geweest op het ministerie van Helmut Kohl ten tijde van de Duitse hereniging. Nu greep ik mijn kans. Nieuwsgierig vroeg ik hem wat het geheim was geweest om tot de hereniging van Duitsland te komen. Zijn echtgenote begon nu te glunderen en alle tafelgenoten keken hem nu aan. Walter antwoordde: “Het juiste moment afwachten en je niet tot actie laten verleiden als het nog te vroeg is. Maar zodra je wist dat het kon, toeslaan. En niet meer loslaten.” Vervolgens vroeg hij mij: “ Hoe bent u hier verzeild geraakt?” Buiten joegen de slagregens tegen de ruitjes van het bruine café. Na een mooie teug vers bier vertelde ik het volgende verhaal: “Ik ben al droogvallend door een rappe weersverslechtering overvallen. Ook omdat de weer-marifoon de omslag wel heel laat wist door te geven. Al droogliggend wil je dan intuïtief vertrekken. De wind was op die plek al onaangenaam aangetrokken. En als zeiler schat je de windkracht misschien te hoog in, maar je weet feilloos het verschil tussen veel wind en tè veel wind; dit werd duidelijk tè veel wind. Mijn scheepje lag droog op het wantij van het Neuharlingersieler Wattfahrwasser. En toen maakte ik de bekende fout: zodra de boot los was, ankerlijn en ketting binnenhalen. Tsja, je denkt weg te kunnen en ook het anker dus naar binnen. Snel naar de motor. Als je alleen zeilt, moet je over dek soms een sprintje trekken. Met opgehaalde kiel en losgeklapt roerblad was mijn diepgang veertig centimeter. En al maakten we nu voortgang, het eerder zo vriendelijke “Wattfahrwasser” was nu wilddreigend, tamelijk ongezellig en het water liep nog niet eens over de platen. Achter ons ploegde een kleine tweemaster zich op zijn dieselschroef in de prut, vast. De vloed kwam van achteren, de wind van voren.”
- januari 2012
Pag. 9
Walter knikte begrijpend. Hij merkte op dat turbulentie kan aangroeien en soms zichzelf lijkt te versterken. “Net als in die novemberdagen van 1989 toen de Berlijnse muur viel”, voegde hij toe. Ik vervolgde mijn relaas: “Door zestig centimeter water met krachtige tegenwind die het vloedwater leek af te waaien kreeg de roerconstructie het zwaar te verduren. En toen mijn jachtje even later toch weer vastvoer, was er geen beweging meer in te krijgen. Dat kon nooit lang goed gaan, snel stijgend water dat de geulen liet vollopen, de loeiende wind, een buitenboordmotor die niets kon uitrichten, de wind duwde de boeg omhoog en liet hem weer vallen. Ik ging in vol ornaat met zeilpak en laarzen het water in, om het lichte jachtje van de hoge bubbel af te duwen. Maar de gehele roerconstructie kwam nu los omdat het blad blijkbaar knijp was gelopen. Alleen met geweld kreeg ik het zaakje weer op de vingerlingen, het water in de laarzen, terwijl de draaiende buitenboordmotor vervaarlijk pruttelde. Maar opnieuw drukten water, wind en plaatprut het roer los. Ik had geen keus: roer met helmstok en al in de kuip geduwd. Ik gaf vervolgens het zware danfort-anker drie maal de kans, maar hij haalde zijn neus er voor op om als werpanker te fungeren. Het werd dus sturen met de gashendel van de buitenboordmotor.” Ik vervolgde: “Maar toen: los! Ik legde het gas erop, om niet opnieuw op de nog hogere platen te verwaaien. Nu werd de kilometerslange prikkenrij de tegenstander. Tegen alle verwachting ging de prikkenrij na de dam nog door. Met deze schuin duwende wind en toenemende vloedstroom leek het stukje van een
halve mijl zonder einde. Met de gashendel moest ik sturen en tegensturen, terwijl juist nu de veerboot naar Spiekeroog kwam aanzetten. Hierdoor werd de oversteek van prikkenrij naar de inloop van Neuharlingersiel nog lastiger. Eenmaal daarin gedraaid gaf de dam geen enkele beschutting omdat de wind recht op de oever stond. Wegblijven nu van die palen rechts! Want zelfs zonder motorkracht liep het jachtje nog vijf knopen en dat zonder helmstok. Maar te ver van de palen betekende twee keer vastlopen in de zachte prut en wel met zo'n snelheid dat het bootje om zijn as draaide. Ik sjorde de hefkiel nog meer omhoog. Zelfs na de passage van de havenhoofden liep het bootje nog een keer vast en draaide een wilde pirouette. Achteraf kon Rolf, de havenmeester, niet precies meer aangeven wat toen eerst was gekomen: een vreselijke vloek van de schipper of de hefkiel die met moordende snelheid omhoog vloog. Feit was dat het jachtje weer op koers kwam. De enige vingersteiger van het jachthaventje bood een lege plek. En na bloedstollend langdurig achteruitslaan kwam mijn jachtje eindelijk tot stilstand en had de wind geen antwoord meer op onze manoeuvre. Achteruitvarend naar de steiger. Even later had de kleine tweemaster zoveel moeite met de fluitende wind dat men ten einde raad in de havenkom probeerde te ankeren. Dat mislukte natuurlijk, waarop Rolf en ik hen roep-wijzend naar een steigertje loodsten, in veiligheid.” De visserman aan ons tafeltje had met een glimlach naar mijn avontuur geluisterd. Hij merkte op dat het Neuharlingersieler Wattfahrwasser inderdaad “verdamt hoch war, und lang!” “Weet u dat vanmiddag alleen de vissers van Greetsiel zijn uitgevaren?”, zei hij. “En dat ook zij na hun sluispassage besloten om terug te keren?” Ik was uitverteld. “U bent er dus toch gekomen,” zei Walter met een tevreden glimlach “en met een minimum aan schade”. Walter merkte op dat Helmut Kohl na de opening van de Berlijnse muur in november 1989 meteen zag dat hij kon handelen. Maar hij had dagen gewacht voordat de eerste voorstellen werden gelanceerd. Walter gebruikte nu een vergelijking waarin scheepvaarttermen opdoken. Ik kreeg een kleur.
- januari 2012
Pag. 10
De conclusie was dat ik toch weer dezelfde fout had gemaakt: te vroeg ankerop. Hadden het tweemastertje en ik een half uurtje gewacht, zouden we heel wat netter het prikkenrijtje zijn afgevaren omdat de waterstand dan al veel hoger zou zijn geweest. “Tsja,” antwoordde de visserman, “we maken ook altijd dezelfde fout, maar om vandaag te blijven liggen moest jeook wel stalen zenuwen hebben.” Helmut Kohl hàd stalen zenuwen, leek Walter te zeggen terwijl hij mij indringend aankeek, maar hij sprak de woorden niet uit. Later zag ik dat we aan tafel hadden gezeten met dr. Walter Neuer, tot 1995 kabinetschef onder Helmut Kohl. Ambtelijk eindverantwoordelijk voor het vrijkopen van politieke
gevangen uit de DDR, later voor ondersteuning van de West-Duitse regering tijdens de herenigingsonderhandelingen in 1989 en 1990. Na die dinsdagavond bleef het drie dagen lang windwaarschuwingen regenen. Het was hartje juli 2011 en de maximumtemperatuur was al twee dagen 14 graden Celsius. De volgende avond was het grapje in het cafeetje natuurlijk: lagen wíj maar met Nina in bed! Maar om de een of andere reden denk ik nu bij droogvallen en ankerop gaan aan Walter. Aan het Duitse Wad, aan de Bondsrepubliek. “Herken wanneer je kunt handelen, maar nooit overhaast”, had Walter gezegd. Paul Raasveld, Krokfors
- januari 2012
Pag. 11
Beste Wadvaarder/ster, *
Graag nodigen wij u uit voor de Jaarvergadering op zaterdag 28 januari 2012 . Net als vorige jaren zal deze worden gehouden in het gebouw van de Maritieme Academie Harlingen, tegenover het NS hoofdstation.
09.15 – 09.45 uur Ontvangst, inschrijving en koffie 09.45 – 10.00 uur Opening door de voorzitter 10.00 – 10.40 uur Bruno Ens, teamleider kustvogels bij SOVON:
10.40 – 11.20 uur Piet Dijkstra, Projectmanager Natura 2000 Noordzeekustzone 11.20 – 11.30 uur Uitreiking Wadvaarderstrofee 11.30 – 13.00 uur Workshops over verschillende onderwerpen of gezellig loungen met wadvrienden 13.00 – 14.00 uur Lunch – twee groepen na elkaar 14.00 – 16.00 uur Formele jaarvergadering
**
16.00 – 17.30 uur Napraten met een hapje en een drankje Er zal weer een leuk programma zijn voor kinderen van 5 à 6 jaar tot 12 à 13 jaar. Wat we gaan doen….? Dat is nog geheim. Kijk voor het jeugdprogramma op www.wadvaarders.nl bij de forums bij de jaarvergadering. Kinderen boven de 12 à 13 jaar zijn uiteraard ook van harte welkom, alleen zal daar geen apart programma voor zijn. Voor alle kinderen is er een lekkere lunch geregeld. De opvang is bedoeld om leden met kinderen de gelegenheid te geven de Jaarvergadering te bezoeken. Wij hopen u op deze Jaarvergadering te mogen begroeten. Vriendelijke groet namens het bestuur, Jaap Klanderman, secretaris *Als op 28 januari de Elfstedentocht wordt verreden, vervalt deze vergadering. Kijk in dat geval op de wadvaarderswebsite voor een alternatieve datum. ** Agenda en vergaderstukken worden niet per post verzonden, maar opgenomen in Berichten 82; verwachte verschijning tweede week van januari. Vanaf 10 januari kunt u de stukken ook raadplegen op de wadvaarderswebsite. Daar vindt u ook gegevens over routes, plattegronden, workshops en dergelijke. - januari 2012
Pag.12
Beverwijk, 10 december 2011, Geachte Wadvaardster/wadvaarder, Hieronder vindt u de agenda voor de komende Algemene Ledenvergadering, die dit jaar op zaterdag 28 januari 2012 gehouden zal worden op de vertrouwde locatie: Maritieme Academie, Almenumerweg 1, 8861 KM Harlingen. e De in deze agenda genoemde vergaderstukken en bijlagen zijn opgenomen in dit 82 nummer van ons verenigingsblad Berichten. Vanaf 10 januari kunt u deze stukken ook raadplegen op de website van de Vereniging: www.wadvaarders.nl, onder het kopje Jaarvergadering 2012. Daar vind u ook nadere informatie over de aangeboden workshops en andere organisatorische zaken. Wij hopen u weer in Harlingen te mogen begroeten. Met vriendelijke groet, Bestuur Wadvaarders
Agenda: 1. Opening, vaststelling van de agenda 2. Mededelingen 3. Ingekomen stukken 4. Verslag van de Algemene Ledenvergadering, gehouden op 29 januari 2011 5. Uitreiking Wadvaardersplaquettes 6 Financieel verslag en balans over 2011, verslag kascommissie (eventuele vragen graag zoveel mogelijk vooraf schriftelijk bij het bestuur indienen) 7. Benoeming nieuw lid voor de Kascommissie 8. Jaarverslag 2011 9. Bakens 2012 – koers en doelen van de vereniging in het komende jaar 10. Begroting 2012 11. Aftreden en benoeming van bestuursleden: Uitzwaaien, want aftredend en niet herkiesbaar: Ciska van Geer en Felix Arons. Voorstel benoeming: Kor Wijngaarden als voorzitter van de vereniging Jan Asselbergs als bestuurslid Er zijn twee vacatures, waarvoor nog kandidaten worden gezocht; mogelijke geïnteresseerden verzoeken we contact op te nemen met Jan Asselbergs of Kor Wijngaarden 12. Rondvraag 13. Sluiting
- januari 2012
Pag.13
1) De voorzitter de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom op deze 21e Jaarvergadering van de Vereniging Wadvaarders. 2) informeel gedaan.
van verhindering zijn bij het begin van het ochtendprogramma al
is alleen de e-mail van Dhr. H.J. Scheepstra 3) Onder het punt betreffende de kosten die gemaakt worden door het gebruik van administratiekantoor Kuipers. Beantwoording ervan zal plaatsvinden door de penningmeester tijdens het behandelen van het financieel verslag De secretaris vraagt aandacht voor de geplande workshops meteorologie en koken van het Wad. Bij onvoldoende deelname zullen deze gecanceld worden
6) Penningmeester Felix Arons begint met het uitspreken van dank aan Administratiekantoor Kuipers en aan de kascommissie. Hij gaat in zijn toelichting in waarvoor het geld gebruikt is. Het procederen kost veel geld (€ 10.000). Dit kan tot op heden betaald worden uit de reserve. Daarnaast zijn de kosten van Adm. Kantoor Kuipers substantieel. Naar aanleiding van de ingekomen vraag van Dhr. Scheepstra wordt uitgelegd dat het bestuur vindt dat een leden en financiële administratie op een professionele wijze dient te geschieden. Hierdoor is een snel en correct overzicht mogelijk van de actuele financiële situatie. De vergadering gaat akkoord met zijn antwoord. Na de rechtsgang op 15/4 zijn er waarschijnlijk niet veel meer extra kosten te verwachten. Wel stijgt het prijspijl waardoor het moeilijk is om een spaarpot te vormen. Gevraagd wordt waarom de bestuurskosten gehalveerd zijn. Enerzijds zijn de cijfers geflatteerd doordat enkele bestuursleden nog niet hun onkosten declaraties hebben ingediend, anderzijds zijn de kosten bv ook minder doordat er bij bestuursleden privé thuis vergaderd wordt. Tevens worden reiskosten van bestuursleden met een geleasede auto niet in rekening gebracht. namens de . De Kascommissie heeft nu van Theo te Winkel doet een afstand (digitaal) de financiële overzichten beoordeeld. Zij pleit er voor dat deze de volgende keer in een fysieke bijeenkomst worden beoordeeld omdat op deze wijze directer op vragen ingespeeld kan worden.
- januari 2012
Pag.14
Een en ander staat een décharge van de penningmeester en daarmee het bestuur zeker niet in de weg. Het voorstel daartoe van de Kascommissie wordt met acclamatie aanvaard. 7)
Als nieuw wordt Eilard Jacobs benoemd; en als Carla Hogeweg. Daarnaast zal zitting hebben Jaap de Jong.
8) Er melden zich 2 sprekers Fokko-Jan Udema: Wadvaarders waren een aktieclub, die nu meer en meer worden ingekapseld in een overlegcultuur. Het gevoel bestaat dat de overheid alles mag en de recreant alles ontzegd wordt. Hij is van mening dat het tijd is tegengas te geven. Wadvaarders zouden zich duidelijker moeten profileren. Als antwoord hierop legt Jan Asselbergs de actuele stand van zaken uit en dat de Wadvaarders zich wel degelijk sterk profileren. Er is veel ambtelijke obstructie, zoals b.v. bij de Monitoring. Alleen door overleg is wat te bereiken. Daarnaast zou er een actieclub Dellewal opgericht kunnen worden waarbij nadrukkelijk (met Wadvaardersvlag) op de Dellewal wordt drooggevallen. Als 2e spreker meldt zich Hans Fix. Hij meldt dat voor de Wadkalender dit jaar 70 foto's van bijzonder hoge kwaliteit zijn ingestuurd. Hij laat hierbij enkele foto's zien. Betreffende de Website meldt hij dat deze aan verandering toe is. Deze zou wat dynamischer moeten worden. Er wordt hiervoor hulp gezocht Om jongeren te trekken, wordt door Hans voorgesteld te gaan werken met Facebook, Twitter en Hyfes. Accounts zouden reeds zijn aangemaakt. Deze nieuwe media's zouden mogelijk weer interacties kunnen geven. Maaike Richards meldt dat reeds enige tijd de account Wadlief bestaat Over het Jaarverslag zijn geen opmerkingen. Het wordt met dank aan de secretaris aanvaard. wordt voorgesteld om als nummer 1 Jongeren beleid te 9) Over noemen. Gezien de volle agenda's komt het bestuur zelf er niet aan toe voldoende inhoud hieraan te geven. Eilard Jacobs en Menno Buiskool hebben zich vorig jaar gemeld. Zij worden formeel gevraagd dit jaar voorstellen te doen.
- januari 2012
Pag.15
10) Betreffende de meldt Felix Arons dat de opbrengsten traditiegetrouw voorzichtig begroot zijn. Daar het faciliteren van cursussen niet tot ons statutair doel behoren, zullen cursussen selfsupporting moeten zijn. Er is een post onvoorzien opgenomen voor een stukje flexibiliteit. Daarnaast is de post drukwerk lager dan voorgaande jaren daar meer en meer getracht zal worden via de mail te communiceren. Ook machtigingen voor de contributie-inning zijn kostenverlagend. De Websiteredactie vraagt de capaciteit te verdubbelen. De huidige capaciteit is geheel benut. Dit brengt een kostenverhoging met zich mee van € 60 naar € 120.- per jaar. Felix geeft aan hierin geen probleem te zien. Op de vraag wat onder de post “contributies” valt volgt als antwoord dat het met name de bijdrage aan het Platform Waterrecreatie betreft. Voorgesteld wordt om een post Jeugd in de begroting op te nemen. 11) Bij het Karel Helder treedt af en is reglementair niet herkiesbaar. Karel kan gezien worden als een boegbeeld van de vereniging en samen met Jan Asselbergs vertegenwoordigde hij de vereniging op vele vergaderingen en bijeenkomsten. Met heel veel dank wordt afscheid genomen en krijgt Karel een schilderij aangeboden. Daarnaast treedt Jaap Bosch reglementair af en is niet herkiesbaar om gezondheidsredenen. Hij wordt bedankt voor zijn prompte secretariële werkzaamheden, ook wanneer de gezondheid het niet altijd toeliet. Hem wordt een scheepsklok aangeboden. Als opvolgers zijn Jaap Klanderman en Kor Wijngaarden bereid gevonden. Beide kandidaatsleden worden benoemd, waarbij hun veel succes gewenst wordt. vraagt Erika Helder naar de mogelijkheid van Wadvaarders T12) Bij de shirts voor kinderen. Het bestuur zal dit meenemen. 13) thuis.
Klokslag 16.00 uur
de voorzitter de vergadering en wenst een ieder wel
- januari 2012
Pag.16
- januari 2012
Pag.17
- januari 2012
Pag.18
- januari 2012
Pag.19
1.
De Wadvaarders zullen in 2012 actief betrokken zijn bij de afronding van de evaluatie van het Convenant Vaarrecreatie en de evaluatie van de Leidraad (in het kader van gebiedsafsluitingen op grond van art. 20 Natuurbeschermingswet). Bij de evaluatie van het Convenant worden onze leden in 2012 opnieuw opgeroepen mee te doen aan monitoring. 2. Bij deze evaluaties en daarnaast ook in meer algemene zin gaan we de samenwerking in onze coalities (Pact van Rede, W5) intensiveren en in deze verbanden meer c.q. beter afstemmen voorafgaand aan vergaderingen van de relevante overlegorganen. 3. De Vereniging gaat door met beleidsbeïnvloeding op inhoud. Met het verwerpen van ons beroep door de Raad van State is de juridische weg voor ons niet begaanbaar gebleken De politieke weg tekent zich nu af als nieuw zwaartepunt. Dat betekent lobbyen, goed gebruik maken van de netwerken van onze W5partners. Dat betekent ook samen optrekken van natuur en recreatie en actief werken aan coalities.. 4. Liefst via het Pact van Rede en anders met de W5 gaan we aan het werk om vóór augustus 2012 onderbouwde voorstellen uit te werken voor (opheffing van) afsluitingen voor het jaar 2013. 5. We moeten het wantrouwen dat bestaat t.o.v. de waterrecreant en met name de droogvaller, proberen weg te nemen. 6. We gaan voorstellen doen voor alternatieve vormen van handhaving, die veel meer maatwerk zijn dan algemene verboden, maar passen bij de situatie en het nagestreefde doel. 7. We gaan beter letten op het nakomen van afspraken die we met anderen in overlegorganen maken. 8. We gaan aan het werk met de geopperde ideeën over verjonging; we gaan werken aan nieuwe activiteiten op het gebied van cursussen, begeleiding en advisering. 9. De uitbreiding van de taken van de vereniging – met lobbywerk en met cursussen en toerusting - vraagt om meer mensen, die samen met het bestuur hieraan willen meewerken. Daartoe gaan we in de vereniging onze leden meer mobiliseren en het contact intensiveren. 10. We zijn bezig (opnieuw) een foldernetwerk in de Waddenhavens op te zetten om zo onze Vereniging en haar doelstellingen en ideeën breder bekend te maken.
- januari 2012
Pag. 20
Op 22 november was de eerste regionale winteractiviteit in Zwolle. Het programma beloofde een interessante bijeenkomst: een verhaal over en van vuurtorenwachters en een item over verjonging in de vereniging. Jammer was dat door technische en postale problemen de uitnodiging (te) laat bij de leden kwam. Misschien voortaan wat meer met email werken? Toch hadden nog zo'n 15 leden de mist getrotseerd en de Oosterkerk gevonden. Vice-voorzitter Kor Wijngaarden opende de avond en maakte plaats voor oud-voorzitter Maarten Snel. Strijd om de vuurtorenwachters. Maarten vertelde over de succesvolle lobby om de vuurtorenwachters op de torens van Terschelling en Schiermonnikoog te behouden. Rijkswaterstaat had namelijk het naar later ook in de praktijk bleek slecht doordachte- idee het menselijk oog te vervangen door camera's, telescopen en radar. Het bleek al gauw, dat dit niet zonder meer mogelijk was. Je kunt wel vanuit een overzichtsscherm details naderbij halen, maar om te weten waar die zich bevinden is een ander verhaal. Maarten schetste de inspanningen van een belanghebbendengroep, die steeds meer vingers achter de gang van zaken kreeg. De pers werd ingeschakeld, ook werden politici van de Tweede Kamer benaderd (w.o. Lutz Jacobi en Joop Atsma) en in de wandelgangen werd toch met betrokken mensen gesproken. De vuurtorenwachters zelf hadden nl. gedurende het hele proces een spreekverbod gekregen. De doorbraak kwam, toen de heer Atsma staatssecretaris werd. Hij toonde zich betrokken en nam uiteindelijk het besluit de mensen op de torens te handhaven. Tot slot van Maartens verhaal kregen we een telefonische bijdrage van een inmiddels gepensioneerde vuurtorenwachter. Deze gaf een voorbeeld uit de praktijk over het belang van de torenwachter en de samenwerking met Kustwachtcentrum, KNRM e.a. voor het opsporen en redden van boten in nood. Zijn slotopmerking veroorzaakte echter commotie: de torens zijn inderdaad nog steeds bemand, maar er zijn goed opgeleide wachters vertrokken en vervangen door
uitzendkrachten! Het (lobby)werk is dus nog niet gedaan, Hoe is eigenlijk de leeftijdsopbouw van ons ledenbestand en hoe kunnen we jongere wadvaarders interesseren voor onze vereniging? Eilard Jacobs had zich daar in verdiept, samen met Menno Buiskool (plus een groepje leden, ingesteld in de ledenvergadering van 2011) en schetste ons een beeld daarvan. Grijze en/of kale koppen vormen een groot deel van ons ledenbestand. Aan de hand van een staafgrafiek liet hij het aandeel van de verschillende generaties in onze vereniging zien met een aardige karakterisering erbij. De generatie 1940-1955, die de vereniging heeft opgericht en groot gemaakt, de 'protestgeneratie' , vormt nog steeds het leeuwendeel van leden en bestuur. Deze generatie heeft echter andere insteken en verwachtingen dan de volgende generaties. Wie kan ons zeggen hoe vooral de jongere generaties te motiveren en hoe er achter te komen wat die van een vereniging verwachten? Op die prangende vraag kwam onmiddellijk reactie uit de zaal, waar zich enkele leden uit latere generaties bevonden: er is geen behoefte aan alleen actievoeren of lobbyen, er is behoefte aan overdracht van kennis en delen van ervaringen. Denk bv. aan hulp aan beginnende wadvaarders, aan cursussen. Organiseer 'keukentafel'gesprekken en interessante workshops. Zo kwam er al aardig wat los. “Praat en denk erover en doe er wat mee” vormt nu de uitdaging voor het bestuur. En niet alleen voor het bestuur, maar ook voor alle leden! Lucy Klanderman
- januari 2012
Pag. 21
Tijdens onze najaarsbijeenkomsten in Woerden en Zwolle maken we telefonisch verbinding met een voormalig vuurtorenwachter (verkeersbegeleider). Hij is blij met het behaalde resultaat, maar geeft direct een waarschuwing af: De ervaren krachten van Schier verdwijnen van de toren. Daar voor in de plaats komen er nieuwelingen die niet voldoende zijn opgeleid. Als dit zo doorgaat, dan gaat de kwaliteit van de verkeersbegeleiding hard achteruit. En dat zou een nieuwe ronde van “ontmanning” kunnen inluiden. Enige weken later maakt de Leeuwarder Courant melding van het ontmannen van Schier in de nachtelijke uren. In een telefoontje geeft de hoogste baas in NoordNederland van Rijkswaterstaat mij te kennen: “Nee, er niets van waar. Nee, er zijn ook geen plannen in die richting. Nee, ook niet om de radar-uitlezing van Schier 's nachts vanaf de Brandaris te laten plaatsvinden. En een vaste verbinding tussen de radar van Schier en de Brandaris, nee ook daar zijn geen plannen voor”. Weer een paar dagen later komt staatssecretaris Joop Atsma met een bericht dat de vuurtorens van Terschelling en Schiermonnikoog 24 uur per dag bemenst moeten blijven, het menselijk oog kan en mag niet vervangen worden, RWS moet zorgen voor goed opgeleide verkeersleiders ook op Schier. Hij wordt daarin ondersteund door een motie (Jacobi) die in de Tweede kamer is aangenomen. Zou Atsma zo'n brief schrijven als er niet iets aan de hand was (is)? Jammer dat een goed opgeleide en ervaren kracht van de toren van Schier geen vast contract heeft gekregen; hij heeft inmiddels zijn biezen gepakt en werkt elders. Maarten Snel
- januari 2012
Pag. 22
De Halligen, een eilandengroep in de Waddenzee tussen Eiderstedt en Sylt, vormen een fascinerend gebied. De Waddenzee met zijn geulen en platen ligt hier tussen het vasteland in het oosten en eilanden met duinen in het westen, maar daartussen liggen er terpen in zee. Met enige fantasie kun je je voorstellen dat NoordNederland er 10 eeuwen geleden ook zo uitzag. Het is best lastig om er te komen met je eigen schip en vooral om er weer weg te komen tegen de heersende winden in. Hoe dan ook moet je een stukje over de Noordzee, en bij harde westelijke winden is dat lagerwal. We waren er al twee keer eerder, in 1998 en 2002, waarbij we de laatste keer voornamelijk in de haven van Pellworm verwaaid hebben gelegen. De herinneringen daaraan zijn helemaal niet leuk en toch willen we er graag weer naar toe. We hebben een maand vakantie: zullen we de gok wagen? Zo vertrekken we zaterdag 2 juli met een weersverwachting van NW 5-6 met buien van Lauwersoog naar Noordpolderzijl. Hier laten we de harde wind een dag over ons heen komen, maar daarna zeilen we in 2 dagen naar Helgoland. Hier hebben we weer een dag met wat zware buien en het is de kunst om daar tussendoor de zeekoeten, Jan van Genten en drieteenmeeuwen met hun jongen vanaf het wandelpad bovenop de rots te spotten. Donderdag 7 juli is het mooi zonnig weer, een zuidelijke wind 3-4, wat wil je nog meer. Tot aan de uiterton van het Rütergat zeilen we met ruime wind, maar dan neemt de wind af en wordt de lucht achter ons steeds donkerder met een vuile rode streep. Precies als we in de haven van Amrum liggen begint het te regenen, wat een planning! Amrum is een schitterend eiland, maar we willen naar de Halligen. Bij de VVV horen we dat de westelijke haven van Langeness niet geschikt is voor recreanten, we kunnen beter naar een haventje bij de Peterswarft.
Snel het grootzeil weg en de fok wordt een stuk ingedraaid. Even de motor bij als we teveel door de stroom worden verzet, maar dan gaan we voor de wind en met stroom mee de Süderaue in naar Langeness. Achter ons klaart het op en we zeilen al gauw weer in de zon. Nu zeilen we echt tussen de Halligen.
Om ons heen zien we de terpen boven de horizon: links Langeness en rechts Hooge. De terpen heten hier warften en ze liggen niet achter hoge dijken. Er ligt alleen een lage zomerdijk omheen, zodat het vee in de zomer in de kwelder kan lopen. Het haventje is lastig te vinden, een paar kale stokken met een rood lintje geven de route aan. We gaan langs een paar palen liggen, via een wiebelig plankje kunnen we aan de wal komen. Tijd voor een feestje, want het is gelukt: we zijn binnen een week bij de Halligen aangekomen! Maar in ons achterhoofd blijft de spanning, komen we hier ook op tijd weer weg? De volgende dag gaan we fietsen en we maken foto's van de warften tot het gaat regenen. In Inke's Café op de Ketelswarft is het gezellig druk en warm.
We vertrekken bij stralend zonnig weer met een lekker windje, maar er komt een donkere lucht aan. Voordat we hebben besloten of we gaan reven neemt de wind al toe tot een 7.
- januari 2012
Pag. 23
Onze boot ligt prachtig in de kwelder met om ons heen de vogelgeluiden van sterns en scholeksters, af en toe een kluut en een bergeend. Het is een heerlijke plek waar we best langer willen liggen. Maar het weer knapt helemaal op en wanneer we om half 8 drijven gooien we los. We zeilen op de fok, met de wind achter tot half via een lange prikkenroute naar Oland. We zitten nog lang in de kuip te genieten van deze heerlijke avond.
voor de komende dagen is erg slecht. We varen naar Hooge, waar we nog een plaatsje aan de kade kunnen bemachtigen. De fietsen gaan van boord. Hooge bestaat uit 11 warften met een hoge dijk eromheen. Het land is meer weiland dan kwelder, maar toch is het water in de sloten zout. Het zeewater komt namelijk met elk getij de haven binnen door een smalle opening.
De volgende dag is het zonnig en Erik wil snel op stap. Lunch mee, fotospullen mee, we willen helemaal rond Oland wandelen. Het eilandje bestaat maar uit één grote warft en een prachtige grote kwelder eromheen. Het is verbonden met Langeness met een dam waarover een smalspoortje ligt. Van de vaste wal kun je zo via Oland naar Langeness bij laagwater, met een soort lorrie. Je kunt dus zeggen dat Oland bij hoogwater een eiland is en bij laagwater een schiereiland. Op de kwelder is het heerlijk rustig. Af en toe een wandelaar en verder alleen de vogels en de bloemen. De lorrie naar Langeness zorgt voor een korte verstoring, maar erg leuk.
Het is nu moeilijk voor te stellen, hoe het hier is als het stormt en het water hoog komt opzetten. Toch gebeurt het meer dan 10 keer per jaar, dat de hele kwelder onderloopt en het water bij de bovenkant van de warft staat. “Landunter” heet dat en het lijkt misschien heel spannend, maar de bewoners hier zitten er helemaal niet mee. Het hoort er bij en de zee brengt weer gratis vruchtbaar slik op de kwelder. Helaas, na 2 dagen Oland besluiten we toch maar te gaan verkassen, want de voorspelling
Het uitzicht vanaf de Westwarft is geweldig: Amrum, Langeness, het hele zeegat met de banken, wat moet dat overweldigend zijn om hier een storm mee te maken! De volgende dag waait het O-NO 6 tot 7 en het regent heel hard, echt een dag om veel te lezen. Pas na 2 dagen knapt het weer op. De weersverwachting zegt windkracht 5 en afnemend, dus dit lijkt ons een goed moment om een haven aan de vaste wal op te zoeken. De 'trend' in de weersverwachting is namelijk dat er weer een aantal dagen met windkracht 6 zal komen. We zeilen door het Rummelloch, de prikkenroute naar Pellworm, voornamelijk voor de wind op fok en grootzeil. Ten oosten van Pellworm gaat het ineens erg hard waaien: 7 tot 8. Waar komt dit vandaan, het is helemaal niet voorspeld!! Op een klein fokje boksen we tegen de golven in en zoeken de luwte van Pellworm op. Bij de ingang van de priel staan flinke golven, we komen met moeite vooruit, zelfs met de motor vol aan. Eenmaal in de priel zijn de golven weg en kan het gas terug
- januari 2012
Pag. 24
naar normaal. Het waait nog steeds loeihard en we zien op tegen het aanleggen in de haven. De kade staat onder water en de havenmeester schreeuwt naar ons dat we naast een vrachter kunnen liggen. Dat is heel mooi, recht in de wind aanvaren en vastmaken. Om 4 uur liggen we vast, maar de adrenaline zit nog flink in de aderen. Even een borrel en een kop thee voor de schrik en de kou. Pellworm is geen Hallig, maar een groot poldereiland, waar de zee niet meer in kan komen, maar veel huizen staan nog op een warft. De laatste keer dat we hier op Pellworm waren, in 2002, hebben we twaalf dagen verwaaid gelegen. 's Avonds voorspelt de marifoon (DP07) morgen overdag windkracht 5, 's avonds toenemend 6 tot 7, dus eigenlijk willen we hier zo snel mogelijk weer weg. Zodra er de volgende morgen voldoende water in de geul staat varen we. 3 Uur voor HW nemen we de prikkenroute binnendoor langs de Hallig Südfall naar de Süder-Hever.
Hiermee ontlopen we een flink stuk vaarwater met harde stroom tegen. Keurig rond HW komen we aan in de Süder-haven van Nordstrand, een jachthaven met boxen aan één kant van een lange geul door de kwelder. Nordstrand is een schiereiland, dus we hebben verbinding met de vaste wal; we zullen ons niet vervelen als we hier enkele dagen verwaaid liggen. Uiteindelijk zullen we hier 4 nachten blijven en maken een uitstapje naar de Hamburger Hallig 20 km verderop. We wandelen door de grote kwelder en plukken nog eens een lekker maaltje zeekraal. We vinden het prachtig om zo met je boot midden in de kwelder te liggen. Het waait vaak 6 tot 7
met veel buien en het is ook niet warm. Als de weersverwachting eindelijk beter wordt hebben we veel zin om eens een lekkere lange zeiltocht te maken dwars door de Halligen. We maken een berekening om zo gunstig mogelijk te zeilen naar Föhr, het grote eiland ten oosten van Amrum. Om 8 uur liggen we al voor anker in de Süderhever en genieten van een bakje koffie. Om 9 uur zeilen we verder en komen keurig om half 11 in de Norderhever aan, vlak voor de kentering. Langzaam krijgen we hier steeds meer stroom mee, zodat we om 12 uur het Rummelloch inzeilen, weer langs Pellworm richting Hooge. De wind trekt aan naar 5 en draait naar ZW. Gauw het grootzeil weg, want we gaan veel te hard door deze geul. Kunnen we de prikken vertrouwen? We zien brekers aan de verkeerde kant van de prikken, er is een bank flink opgeschoven de geul in, er liggen zelfs zeehonden op. Op de fok gaan we verder, langs een bank met meer dan 30 zeehonden. Op een rustig stukje wad gaan we voor anker. Lunch, genieten van het uitzicht op alle Halligen: Gröde, Oland, Langeness, Hooge en natuurlijk Pellworm. Dan gaan we onder vol tuig tegen de stroom in, vaak zeilen we dwars over de banken heen, om de volle stroom te ontwijken, rechtstreeks op de westpunt van Langeness af. Met een voortgang van 2,5 knoop halen we nog net onze planning, om 4 uur varen we langs de vuurtoren. Dan hebben we weer stroom mee en komen we tegen de avond aan in Wyk op het eiland Föhr. Na een dag fietsen luisteren we 's avonds weer naar de weersverwachting: NW 3-4 die in de avond naar 5 en mogelijk 6 gaat. Het is 20 juli, we hebben nog 10 vakantiedagen. We besluiten dat we van dit mooi-weer-gaatje gebruik willen maken om naar de Eider te verkassen.
- januari 2012
Pag. 25
Erik heeft de tocht nauwkeurig gepland, zodat we op het goede moment bij de Eider zullen komen. Hier zit namelijk een drempel in, waar we nare verhalen over hebben gehoord van mensen die er hun kiel verloren. Met een gang van 7 knoop zeilen we Amrum voorbij. Om 11 uur zijn we bij de uiterton Rütergat, waar een deining staat van ongeveer een meter. Voor de wind zeilen we naar de uiterton van de Eider. Ondertussen trekt de wind aan naar 5. Om 15.00 zijn we bij de ondiepte in de vaargeul. Dit stuk is niet bezeild en er staat een hoge deining, maar we komen erdoor zonder dat de dieptemeter piept. Inmiddels gaat de wind al naar de 6. Om half 5 zijn we door de sluis bij het sperrwerk en hebben we nog steeds een flinke stroom mee naar Tönning. Als het weer te slecht is voor een oversteek over de Noordzee, kunnen we vanaf hier desnoods helemaal via de binnenwateren naar huis komen. We zeilen via de eider naar de sluis van Gieselau halverwege het Kielerkanaal. Voor het eerst sinds vele weken zien we hier weer Nederlanders. Het weer knapt op, zodat we over de Elbe en de Noordzee een snelle nachtelijke oversteek kunnen maken. Tussen Langeoog en Baltrum varen we de Waddenzee weer in. Het is zonnig en mooi weer en nog voor HW, dus we zeilen met een achterlijk windje 3-4 heerlijk over de wantijen van Baltrum en Norderney. Om 11 uur lopen we de haven van Norderney
in en we vinden nog een plekje in de overvolle haven. De volgende dag hebben we een heerlijke zeiltocht door het Memmert Wattfahrwasser en door het Evermannsgat onder Borkum door. Hier liggen we weer een dag verwaaid en wat is het koud! Op onze laatste vakantiedag is de wind afgenomen tot een NW4, maar er staan nog golven van meer dan een meter op de Eems. We zeilen het hele stuk over het Groninger Wad heerlijk over alle wantijen en tot slot breekt bij Lauwersoog zelfs de zon door! Thuis heeft iedereen het over de waardeloze zomer, maar wij vinden dat we het toch helemaal niet zo gek hebben getroffen. We hebben die paar mooie dagen enorm genoten van de Halligen en van de slechte dagen toch altijd iets kunnen maken door te zorgen dat we in een leuke haven verwaaid lagen. Marjan Vroom, Erik de Waal “!Vamos!” De !Vamos! is een MacWester, een polyester tweemaster uit de zeventiger jaren van 9,5 meter lang. Heel geschikt voor het wadvaren, want het heeft kimkielen en steekt maar 1 meter diep.
- januari 2012
Pag. 26
Het Waddengebied van Den Helder tot Esbjerg is uniek, maar het is natuurlijk niet het enige getijdengebied aan de Noordzee. Ook aan de Engelse Oostkust is een groot gebied met droogvallende platen, geulen, kwelders en vooral rivieren. Een van die gebieden is the Norfolk and Suffolk Broads, gelegen achter de kust van Great Yarmouth. Toen wij afgelopen zomer waren overgestoken naar Lowestoft moesten we daar natuurlijk een kijkje nemen.
Een telefoontje met de havendienst maakte duidelijk dat ze dat in Engeland toch anders doen, het was half vijf in de middag maar pas de volgende ochtend om half negen, konden we erdoor. Dus toch maar aanleggen in Great Yarmouth, met de stevige vloedstroom op de Yare en zonder jachten-steiger nog helemaal niet zo vanzelfsprekend. Maar we meerden af naast een oude stoomlogger die er als museumschip lag. Uiteindelijk bleek Great Yarmouth een aardig stadje.
De Broads zijn ontstaan toen in de middeleeuwen het veen achter de kust werd afgegraven om als brandstof te dienen. Hierdoor ontstonden er grote meren en waterlopen, e waarin het getij vrij spel kreeg. In de 17 eeuw werd het gebied, in navolging van Nederland, steeds meer ingepolderd. In later eeuwen werden de rivieren bevaarbaar gemaakt.
De volgende ochtend verscheen keurig op tijd de brêgewipper bij de brug. Er stond zeker 2,5 knoop vloedstroom naar binnen dus bleven we maar even op afstand tot de brug echt open was, ook de volgende en gelijk laatste brug opende vlot en de Broads opende zich voor ons. Voor ons lag een wijde watervlakte.
Voor onze oversteek van IJmuiden naar Lowestoft hadden we tussen de depressies door een weervenster uitgezocht met als gevolg dat we een groot deel van de tocht de motor bij hadden. 's Nachts was de Noordzee zelfs geheel blak en pas in de ochtend stak het windje op waarmee we uiteindelijk na 30 uur Lowestoft konden bezeilen. De weersverwachtingen voorspelden de dagen daarna weer een nieuwe depressie, een goede reden om eerst het binnenwater maar eens op te zoeken. De dag na onze oversteek zeilden we 's middags de paar mijl van Lowestoft naar Great Yarmouth om de Broads op te zoeken. Great Yarmouth is een industriële haven, dus waren we niet van plan daar te stoppen. Maar er liggen wel een paar beweegbare bruggen in de Yare, die nog wel zouden draaien, dachten we…..
Nu beschikten we niet over een waterkaart van de Broads. Bij het bureau voor toerisme in Lowestoft konden we alleen een toeristenfoldertje met wat blauwe lijntjes erop bemachtigen. De avond te voren hadden we via google earth zo goed mogelijk het vaargebied bestudeerd. Ook over waterdiepte of brughoogten was niet aan informatie te komen. Uiteindelijk bracht een telefoontje naar de Broads Authority ons, na veel doorschakelen en wachten (leuk als je prepaid belt met een Nederlandse telefoon) bij iemand die ons meer kon vertellen. Bij hoogwater zouden we in ieder geval genoeg diepte hebben en er was een vaste brug waarvoor we zouden moeten strijken. Toen we de brug door het meer op voeren waren een stukje verderop wat staakjes te zien. Ik vergat alleen bij het overdragen van het roer te vermelden dat het me verstandig leek daar dan ook naar toe te varen. Dus stoomden we met een flink vaartje en dikke stroom op de kont de prut in. “Odyssey, Odyssey” riep de brugwachter ons op: “on this course you will run aground”. Dat zag hij goed, maar de vloed liep nog en na een kwartiertje achteruit draaien kwamen we los. Toch maar binnen de tonnen blijven kennelijk. De Norfolk and Suffolk Broads wordt gevormd door een paar rivieren waarvan de Yare (die
- januari 2012
Pag. 27
we nu bevoeren) en de river Bure de belangrijkste zijn. De rivieren verbinden weer een aantal meren en in enkele gevallen zijn er kanalen gegraven. De meeste meren liggen in het stroomgebied van de Bure ten Noorden van Great Yarmouth, maar wij gaan zuidwaarts, want het noordelijk gebied is alleen bereikbaar via vaste bruggen. Het hele gebied heeft een wat Fries karakter, maar er is een belangrijk verschil: op alle rivieren en meren heerst het getij. Met hoogwater zijn de meren grote watervlaktes, met laagwater modderpoelen. De getijomvang is overigens niet groot hier, zo'n 1,5 meter.
Helaas is de wind pal tegen als we met de stroom mee, dat wel, de Yare opvaren. Tussen de tonnen is het water te smal om te kruisen. Nadat we het brede meer bij Great Yarmouth zijn overgestoken komen we op de smallere rivier. Hier ontvouwt zich een Hollands landschap. Aan weerszijden liggen kwelders, begrensd door lage dijkjes. Daarachter staan hier en daar windmolens, een enkele boerderij en gelukkig natuurlijk ook een pub, meerdere zelfs. Er komt een tegenligger en we vragen ons af of we nu stuurboord of bakboord moeten varen om hem te laten passeren, we zijn per slot in Engeland. Maar in tegenstelling tot het wegverkeer houdt het vaarverkeer gewoon rechts! Het vaarwater kronkelt zich verder landinwaarts en we komen aan bij Reedham. Hier kunnen we westwaarts, door de spoorbrug naar Norfolk, maar wij willen weer richting Lowestoft terug door de oostwaarts lopende “new cut” een gegraven kanaal. Maar eerst leggen we natuurlijk even aan om
Reedham te bekijken. Het is nu zo goed als hoog water en we moeten wel verder voordat het water teveel zakt. We leggen aan bij een romantisch walletje aan een paar wrakke paaltjes. Even voelen met de pikhaak leert dat het onder water niet zo romantisch is, de bij de oever gelegen kimkiel ligt maar een paar centimeter boven de bodem, terwijl het water zo weer gaat zakken! Het wordt een kort bezoek aan de prachtige kade met een souvenirwinkel annex postagentschap en de onvermijdelijke pub, die we echter vanwege onze precaire aanlegplaats, links laten liggen. De ward van de Broads Authority waarschuwt ons ook al voor onze onveilige ligplaats, dus wegwezen maar weer.
In de New Cut kan het zeil bij, hoog aan de wind, met wat hulpstoom kan het net. Aan weerszijden ligt beneden ons het polderlandschap met grazende zwartbonte koeien, zijn we eigenlijk wel de Noordzee overgestoken? Halverwege worden we opgelopen …….. door een trein. Net achter het dijkje blijkt een spoorbaan te liggen. Aan het eind van het kanaal is het uit met de pret. Er ligt een degelijke betonbrug, de masten moeten plat. We waren hier op voorbereid na ons telefoontje met de Broads Authority, dus aan het werk. Onder het maststrijken begint de al aangekondigde regen, voorbode van het stevige windveld dat ons noopte het binnenwater op te zoeken. De rest van de tocht vervolgen we met gestreken mast, wat niet wegneemt dat de spoorbrug toch voor ons moet draaien, maar dat doet ie dan ook.
- januari 2012
Pag. 28
Naarmate we Lowestoft naderen wordt het landschap gecultiveerder. De dijken, weilanden en rietvelden maken langzamerhand plaats voor villa's omgeven door bomen, met een aanlegsteiger. Bij Great Yarmouth staan de Broads in open verbinding met de zee, bij Lowestoft is er een sluis. De sluiswachter kijkt verbaasd op als wij zomaar de lege sluis met geopende deuren binnen varen. Of we wel een schutting hebben aangevraagd? Dat hebben we, maar bij het Yacht Station en niet bij hem, maar hij is toch wel bereid ons te schutten hoor.
Aan het eind van de middag varen we nog steeds met gestreken mast weer de haven van de Royal Norfolk and Suffolk Yacht Club in. De aangekondigde regen en wind zijn ook gearriveerd. Tussen de buien door zetten we, na een reparatie aan de marifoonantenne, de mast weer overeind en kan de driekleur weer in top. Een Brit vraagt ons bezorgd hoe het varen was, die denkt dat we net de Noordzee zijn komen overzetten. Eilard Jacobs, “Odyssee”
- januari 2012
Pag. 29
- januari 2012
Pag. 30
- januari 2012
��������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������� �����������������������������������������������������