BLIKOPENER
Werkvormen om de blik te openen op onze zending Voorjaar 2011
Leeswijzer De bundel ‘Blikopener – Werkvormen om onze blik te openen’ wil aan christelijke gemeenschappen vandaag drie concrete werkvormen aanreiken. Deze werkvormen kunnen hen meer bewust maken van hun missionerende opdracht. Het document ‘Blikopener – Christelijke gemeenschappen in de toekomst in het bisdom Hasselt’ (najaar 2010) noemt de christelijke gemeenschappen – met perspectief op de toekomst – terecht ‘missionerende gemeenschappen’. Hun zendingsopdracht bestaat erin gemeenschap te vormen met Christus in hun midden, mensen in te leiden en te begeleiden in het geloof (initiëren) en de Blijde Boodschap te verspreiden via getuigenis en diaconie (evangeliseren) (cfr. Blikopener, blz. 2). Om meer bewust te worden van het belang van deze zendingsopdracht, reiken wij in deze bundel drie werkvormen aan. Op de bladzijden 4,5 en 6 vindt u materiaal voor een evangeliegesprek. Wij kozen voor de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw (Joh 4, 5-30.39-42). Werken met dit evangelieverhaal zal christenen brengen tot zowel hun persoonlijke zendingsopdracht als tot de missie van de christelijke geloofsgemeenschap waarvan zij deel uit maken. Op blz 7 en 8 wordt een ‘gesprekscarrousel’ voorgesteld. Deze werkvorm helpt ons om aan de hand van enige vragen in een soort doorschuifsysteem samen te spreken over onze zendingsopdracht als christenen vandaag. Op blz. 9 en 10 tenslotte vindt u materiaal voor een ‘schrijfgesprek’. Vertrekkend vanuit enkele gekende bijbelse beelden, schrijven de deelnemers uit hoe deze evangeliewoorden hun zending als christen kunnen verdiepen. Daarna delen ze dit met elkaar. Deze drie werkvormen kunt u toepassen op elk van de Bijbelse beelden uit ‘Blikopener – Christelijke gemeenschappen in de toekomst in het bisdom Hasselt’. Ze kunnen worden gebruikt door verschillende dragende groepen in de geloofsgemeenschap: door vrijgestelden onder elkaar, in parochie- en federatieteams, door vormselcatechisten, door vrijwilligers van Ziekenzorg, door doopcatechisten... De inhoud van deze bundel kan je eveneens vinden op de website http://www.kerknet.be/bisdomhasselt Tik bij de zoekfunctie “werkvormen” in en volg de link. Onze wens is dat onze christelijke gemeenschappen verder mogen groeien als geloofsgemeenschappen bewust van hun zendingsopdracht in de wereld van vandaag en morgen! Dienst Parochieopbouw
Blikopener Werkvormen, onze zending
3
EVANGELIEGESPREK Jezus en de Samaritaanse vrouw (Joh 4, 5-30.39-42) o • Het evangelieboek ligt open o • Er brandt een kaars o • Wij vormen een kring rondom Gods Woord
Ter inleiding: Een evangeliegesprek ter bewustwording van onze missionerende opdracht als christen vandaag De ‘Blikopener – Christelijke gemeenschappen in de toekomst in het bisdom Hasselt’ (najaar 2010) nodigt alle christenen uit om persoonlijk en als gemeenschap missionerend en evangeliserend te zijn. Allen zijn wij gezonden om Jezus’ boodschap te verspreiden. Als christen en als christelijke gemeenschap worden wij geroepen om ‘sacrament voor de wereld’ te zijn (Blikopener, blz. 2). Spreken over en bidden bij een evangelieverhaal kan ons weer meer bewust maken van deze christelijke zendingsopdracht. Het evangelie van de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw bij de waterput (derde zondag in de veertigdagentijd A-cyclus) brengt niet alleen deze vrouw maar – door haar – ook vele anderen tot geloof. Een gesprek over dit evangelieverhaal onder de vrijgestelden in een dekenaat, in een parochie– of federatieteam, onder de vormselcatechisten, met de verantwoordelijken van Ziekenzorg, enz… zal hen bewust maken van hun zending als christenen vandaag, zowel persoonlijk en als dragende groep in de plaatselijke geloofsgemeenschap. .
1. Wij beluisteren Joh 4, 5-30. 39-42 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
4
In die tijd kwam Jezus in een stad van Samaria, Sichar genaamd, dichtbij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef had gegeven. Daar bevond zich de bron van Jakob en vermoeid van de tocht ging Jezus zomaar bij deze bron zitten. Het was rond het middaguur. Toen een vrouw uit Samaria water kwam putten zei Jezus tot haar: “Geef Mij te drinken.” De leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om levensmiddelen te kopen. De Samaritaanse zei tot hem: “Hoe kunt gij als Jood nu te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?” Joden onderhouden namelijk geen betrekkingen met de Samaritanen. Jezus gaf ten antwoord: “Als ge enig begrip had van de gave Gods en wist wie het is, die u zegt: ‘Geef Mij te drinken’, zoudt ge het aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven.” Daarop zei de vrouw tot Hem: “Heer, ge hebt niet eens een emmer en de put is diep; waar haalt ge dan dat levende water vandaan? Zijt ge soms groter dan onze vader Jakob die ons de put gaf en er met zijn zonen en zijn vee uit dronk?” Jezus antwoordde haar: “Iedereen die van dit water drinkt krijgt weer dorst, maar wie van het water drinkt dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst meer; integendeel, het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een waterbron worden, opborrelend tot eeuwig leven.” Hierop zei de vrouw tot Hem: “Heer, geef mij van dat water, zodat ik geen dorst meer krijg en niet meer hier behoef te komen om te putten.” Jezus zei haar: “Ga uw man roepen en kom dan hier terug.” “Ik heb geen man”, antwoordde de vrouw. Jezus zei haar: “Dat zegt ge terecht: ik heb geen man; want vijf mannen hebt ge gehad, en die ge nu hebt is uw man niet. Wat dit betreft hebt ge de waarheid gesproken.” “Heer”, zei de vrouw, “ik zie dat Gij een profeet zijt. Onze vaderen aanbaden op die berg daar,
Blikopener Werkvormen, onze zending
en gij, Joden, zegt dat in Jeruzalem de plaats is waar men aanbidden moet.” 21 “Geloof Mij, vrouw”, zei Jezus haar, “er komt een uur dat gij noch op die berg noch in Jeruzalem de Vader zult aanbidden. 22 Gij aanbidt wat gij niet kent; wij aanbidden wat wij kennen, omdat het heil uit de Joden komt. 23 Maar er zal een uur komen, ja het is er al, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid. De Vader toch zoekt mensen die hem zo aanbidden. 24 God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem in geest en waarheid aanbidden.” 25 De vrouw zei hem: “Ik weet dat de Messias - dat wil zeggen: de Gezalfde – komt, en wanneer die komt, zal Hij ons alles verkondigen.” 26 Jezus zei tot haar: “Dat ben Ik, die met u spreek.” 27 Juist op dat ogenblik kwamen zijn leerlingen terug en stonden verwonderd dat Hij in gesprek was met een vrouw. Geen van hen echter vroeg: “Wat wilt Ge van haar?” of “ Waarom praat Gij met haar?” 28 De vrouw liet haar waterkruik in de steek, liep naar de stad terug en zei tot de mensen: 29 “Komt eens kijken naar een man, die mij alles heeft verteld wat ik gedaan heb! Zou Hij soms de Messias zijn?” 30 Toen verlieten zij de stad om naar Hem toe te gaan. 39 Vele Samaritanen uit die stad geloofden in Hem om het woord van de vrouw die getuigde: “Hij heeft mij alles verteld wat ik gedaan heb.” 40 Toen dus de Samaritanen bij Hem gekomen waren, verzochten zij Hem bij hen te blijven. 41 Hij bleef er dan ook twee dagen en door Zijn woord kwamen er nog veel meer tot het geloof. 42 Tot de vrouw zeiden ze: “Niet langer geloven wij om wat gij gezegd hebt, want wij hebben hem zelf gehoord en wij weten, dat deze werkelijk de Redder van de wereld is.”
2. Wat treft mij in dit evangelieverhaal? • Persoonlijke herlezing van de evangelietekst • Ieder verwoordt wat hem/haar treft • Wie dit wenst verwoordt wat hem/haar treft in de woorden van een ander
3. Een spirituele lezing van Joh 4, 5-30. 39-42 Bijlage wordt luidop voorgelezen. Best lezen vijf personen elk één stukje.
Blikopener Werkvormen, onze zending
5
4. En ik? Ieder wordt uitgenodigd de rijke inhoud van dit evangelie te leggen op het eigen leven. Enkele vraagjes kunnen hierbij helpen: o Herken ik mezelf in de woorden en de houding van de Samaritaanse vrouw? Hoe? o Waartoe roept dit evangelieverhaal mij op? o Wat kan mijn zending als christen inhouden? o Waartoe wordt de plaatselijke christelijke gemeenschap - waartoe ook ik behoor gezonden?
5. Afsluitend gebedsmoment •
Ieder verwoordt zijn antwoord op de twee laatste boverstaande vragen.
•
Tussenin zingen wij telkens samen: Refrein:
Uw boodschap dragen wij, O, Heer in de wereld wijd. Getuigen zullen wij opdat allen U loven. Alleluia. Mogelijk kan er ook telkens een theelichtje worden ontstoken.
•
6
Wij bidden samen: Onze Vader…
Blikopener Werkvormen, onze zending
JEZUS DORST NAAR DE MENS : Jezus en de Samaritaanse vrouw (Joh 4, 5-30.39-42) Een spirituele lezing
Jaak Janssen
1. Jezus ontmoeten bij de waterput rond het middaguur De ontmoeting tussen Jezus en de Samaritaanse is zeer herkenbaar. Mensen ontmoeten elkaar op vele en zeer verscheiden plaatsen. En ook al komt niet elke ontmoeting tot een gesprek, toch ervaren mensen hoe het vaak deugd doet met iemand, zelfs een vreemde, te kunnen spreken. Het is als een waterput: uit de diepte wordt water omhoog gehaald om te drinken en zich te laven. Zo komen in een ontmoeting en gesprek woorden uit de diepte naar boven. Ze vragen naar troost, naar heling, naar solidariteit, naar bevestiging en vooral naar vriendschap: wil je me even dragen? Wijs je me de weg? Is dit niet de bedoeling van de ontmoeting die wordt aangeduid met het woord “gebed”? Mensen gaan naar Jezus om te zoeken, te vragen en te kloppen: “Heer Jezus, kijk naar wat ik meemaak, naar wat me bezighoudt en naar wat ik verlang…” terwijl Jezus hetzelfde vraagt als de mens is uitgesproken. En, zoals het evangelie het aanduidt, een mens kan Jezus aanspreken om het even waar (een bron) en om het even wanneer (het heetste middaguur) … 2. De dorst van de Samaritaanse vrouw De Samaritaanse wordt geschilderd als de woordvoerster van de hele mensheid: zij is het beeld van elke dorstende mens. Ze heeft vooreerst dorst naar water, de drank van deze wereld voor het lichaam. Westerlingen moeten zich realiseren hoe dit in de wereld voor vele mensen een bijna onbereikbaar verlangen is. Dit basisrecht – water voor iedereen – is nog niet gerealiseerd. Vervolgens verlangt deze vrouw naar het water van de echte vriendschap en de liefde. Ze heeft al zes mannen en toch is haar verlangen nog niet vervuld. De echte ontmoeting is nog niet gebeurd. Wie voelt niet dit kloppen van het hart, dit verlangen, deze liefde die het hart van een mens vervult. En wie weet, laat het evangelie horen, Jezus kent op die manier de mens. Er is nog een diepe verzuchting bij de vrouw: wie is de ware God? Waar vind ik hem? Tot wie moet ik bidden? Bij welke God moet ik gaan drinken? Is het de God van de Samaritanen of deze van deze Joden? Of zijn er nog andere drinkplaatsen? Tussen de regels klinken nog verlangens door. Ze wil het beslissende water vinden! Ze vraagt naar aanvaarding van haar situatie: wie ziet barmhartig naar me om? Ze wil persoonlijk gekend zijn (v. 29)! De schildering van de vrouw als een dorstend mens is zeer intens weergegeven. Het raakt de lezer in zijn hart. Hij kent die vrouw. Ze woont in hem … 3. De dorst van Jezus Maar ook Jezus heeft dorst. Naar wat? Hij vraagt om water, maar in het verhaal komt hij niet tot drinken. Hij put niet, hij drinkt niet … Wat is dan zijn verlangen? Hij verlangt eigenlijk naar het geloof en de vriendschap van de vrouw. Hij dorst naar elke mens. En zijn dorst is in de kern het verlangen te kunnen geven: “Als u de gave Gods kende” (v. 10). Dat zegt Jezus tegen de vrouw en tegen elke lezer. Hij zegt het vele malen: “Als u de gave Gods kende”. Die gave Gods is Jezus zelf. Hij biedt de vrouw en de lezer Zichzelf aan als het levende water bij uitstek. Hij is de gave Gods. En hij zegt … je denkt de wereld te kennen, en het leven, en de mens … maar één ding ken je niet: de gave Gods. Want als die gekend is, dan zou je er continu naar vragen en je zou die gave ook krijgen. Hier spreekt Jezus over het geschenk van het evangelie en het christendom:Jezus zelf, zijn liefde, zijn vriendschap, zijn verbond, zijn woord en zijn heil. Wie is die gave toch? Het is de kern van het christendom (cf. vv. 20-26) en ze heeft alles met Jezus te maken: “Geloof Mij”. Die gave heeft te maken met de God die Vader is, d.w.z. een Abba die mateloos en grenzeloos bemint. Die Vader vraagt om aanbeden te worden met en door Jezus. Die Vader heeft zich in waarheid geopenbaard op het beslissende uur, nl. toen Jezus stierf op het kruis en uit het graf opstond. Zo ver en diep ging zijn liefde. Die Vader is te ontmoeten in de Geest die met Pinksteren is geschonken. Deze leeft in het hart van elke gedoopte en is een kracht die stuwt naar liefde geven en naar aanbidding. M.a.w. die gave is Jezus als de nieuwe tempel, de nieuwe Messias, de Christus. “Als u deze gave Gods kende…” 4. De Samaritaanse vrouw wordt een apostel De vrouw laat zich raken door Jezus’ gave. Het is prachtig om zien hoe ze de kruik laat staan. Het water van de put heeft ze niet meer nodig, de kruik dus evenmin. Ze wordt zelf de kruik die het nieuwe water draagt. Ze draagt Jezus. En die Jezus draagt ze uit naar haar volksgenoten. Het levende water is een bron geworden die is beginnen stromen (v. 14). De vrouw wordt een apostel. Hoe diep heeft ze Gods gave ontvangen! Ze gaat uit en roept: “Kom!” Hoe is ze veranderd door de ontmoeting! Ze biedt Jezus aan als de beslissende gave Gods, als het nieuwe water, als degene die haar helemaal vervult. “Als u de gave Gods kende …” 5. De Samaritaanse én haar volksgenoten belijden hun geloof: Jezus is de Redder van de wereld! De dorstende vrouw is een verkondigster geworden. En dit wil zeggen: ze brengt haar volksgenoten bij Jezus. Daar is het om te doen: met Jezus samen zijn. Meer nog: het is samen zijn met de gekruisigde en verrezen Heer. Want Jezus blijft twee dagen, de tijd van de passie en de verrijzenis. De tijd ook om te komen tot de grote geloofsbelijdenis: “Deze Jezus is de Redder van de wereld” (v. 42) Welke diepte verraadt de titel: “Redder van de wereld”! Ze zeggen immers niet alleen “mijn” Redder, maar de Redder “van de hele wereld”. Hoe intens moet de ontdekking van Jezus geweest zijn dat ze Hem als de Heiland van de wereld bestempelen! Betekent dit niet dat zij Zijn liefde voor hen – tot op het kruis – in haar diepte hebben gevoeld en begrepen? Dit doet nadenken … als u de gave Gods kende …”
Blikopener Werkvormen, onze zending
7
GESPREKSCARROUSEL o • Het evangelieboek ligt open o • Er brandt een kaars o • Wij vormen een kring rondom Gods Woord
Ter inleiding: De ‘Blikopener – Christelijke gemeenschappen in de toekomst in het bisdom Hasselt’ (najaar 2010) nodigt alle christenen uit om persoonlijk en als gemeenschap missionerend en evangeliserend te zijn. Allen zijn wij gezonden om Jezus’ boodschap te verspreiden. Als christen en als christelijke gemeenschap worden wij geroepen om ‘sacrament voor de wereld’ te zijn (Blikopener, blz. 2). In stilte nadenken waartoe ik geroepen ben en dit delen met enkele mensen kan ons weer meer bewust maken van deze christelijke zendingsopdracht. De tijd nemen om samen te zijn, na te denken over deze belangrijke vragen als vrijgestelden in een dekenaat, in een parochie– of federatieteam, onder vormselcatechisten, met de verantwoordelijken van Ziekenzorg, enz… zal ons bewust maken van onze zending als christenen vandaag, zowel persoonlijk of als dragende groep in de plaatselijke geloofsgemeenschap.
1. In stilte de vraag overwegen Vooraleer we met anderen over onze zending kunnen spreken is het goed er zelf even over na te denken. Neem een stuk papier/de kubus en noteer in elke hoek een deel van uw zending. Straks in de korte twee-aan-tweegesprekken kunt u aanvullen. Nog even kort de vragen formuleren:
?
Waarom ben ik vandaag christen ? Waar wil ik tijd/energie in steken als christen? Wat is mijn zending als christen?
2. Gesprekscarrousel De deelnemers worden in twee gelijke groepen verdeeld. De groepen vormen twee concentrische cirkels (de ene groep vormt de binnencirkel, de andere groep de buitencirkel). Ieder stelt zich op tegenover iemand van de andere cirkel (paren vormen). De deelnemers worden uitgenodigd om gedurende een viertal minuten per twee van gedachte te wisselen over het gekozen thema. Daarna nodigt de begeleider de deelnemers uit om door te schuiven naar rechts tot men voor een nieuwe partner staat. Er volgt opnieuw een uitwisseling per twee. Zo kan men een aantal keer doorschuiven.
8
Blikopener Werkvormen, onze zending
3. Aanvullen van de eigen notities Elke deelnemer voegt nog elementen van zijn zending toe als oogst van de twee-aantweegesprekken.
4. Afsluitend gebedsmoment
•
Ieder verwoordt zijn antwoord op de twee laatste boverstaande vragen.
•
Tussenin zingen wij telkens samen: Refrein:
Uw boodschap dragen wij, O, Heer in de wereld wijd. Getuigen zullen wij opdat allen U loven. Alleluia. Mogelijk kan er ook telkens een theelichtje worden ontstoken.
•
Wij bidden samen: Onze Vader…
Blikopener Werkvormen, onze zending
9
SCHRIJFGESPREK o • Het evangelieboek ligt open o • Er brandt een kaars o • Wij vormen een kring rondom Gods Woord
Inleiding De ‘Blikopener – Christelijke gemeenschappen in de toekomst in het bisdom Hasselt’ (najaar 2010) nodigt alle christenen uit om persoonlijk en als gemeenschap missionerend en evangeliserend te zijn. Allen zijn wij gezonden om Jezus’ boodschap te verspreiden. Als christen en als christelijke gemeenschap zijn wij ertoe geroepen een ‘sacrament voor de wereld’ te zijn (Blikopener, blz. 2). Ons laten bevragen door een evangelietekst. In stilte nadenken waartoe ik geroepen ben en dit al schrijvend delen kan ons weer meer bewust maken van deze christelijke zendingsopdracht. De tijd nemen om samen te zijn, na te denken over onze verbondenheid met Jezus de Christus en zo ook met elkaar als vrijgestelden in een dekenaat, in een parochie– of federatieteam, onder vormselcatechisten, met de verantwoordelijken van Ziekenzorg, enz… zal ons bewust maken van onze zending als christenen vandaag, zowel persoonlijk of als dragende groep in de plaatselijke geloofsgemeenschap.
1. Opening met gebed/lied (ZJ 779) Ik ben de wijnstok, mijn Vader de wijngaardenier. Gij zijt de ranken, dus blijft in Mij, Ik blijf in u, dan vindt Hij vruchten hier. Zingt voor de Vader de wijngaardenier; dus blijft in Mij, Ik blijf in u, dan vindt Hij vruchten hier.
2. Lezing uit Joh15, 1-7
3. In stilte dit bijbels beeld overwegen (zie ook Blikopener blz 16 en 17)
vraag
Dit Woord herinnert ons aan de fundamentele structuur van verbondenheid van verscheidene kringen en netwerken die elke geloofsgemeenschap en de samenleving doorkruisen. Alleen wie met Mij verbonden blijft – zoals Ik met hem – draagt rijkelijk vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets.” (Joh 15, 5)
10
Zie ik dit Schriftwoord gebeuren bij mezelf, mijn gezin, mijn vereniging, mijn geloofsgemeenschap? Wat helpt, wat hindert? Kunnen we als gezin, team of vereniging een stap zetten om dit Schriftwoord vast te houden of te verdiepen? Wat helpt, wat hindert?
Blikopener Werkvormen, onze zending
4. Schrijfgesprek a
De flappen met een woord/zin Op de ene flap schrijft de begeleider de volgende vraag: Waar zie ik dit Schriftwoord gebeuren bij mezelf, mijn gezin, mijn vereniging, mijn geloofsgemeenschap? Wat helpt, wat hindert? Op de andere flap schrijft de begeleider de volgende vraag: Kunnen we als gezin, team of vereniging een stap zetten om dit Schriftwoord vast te houden of te verdiepen? Wat helpt, wat hindert?
b
Stilte om zich te bezinnen op hetgeen men wil opschrijven. Ondertussen klinkt rustige muziek.
c
Schrijven Iedere deelnemer komt één of meer malen aan de beurt om de eigen bijdrage op het bord/flap te schrijven. Hierbij kan rechtstreeks op het basiswoord worden gereageerd maar tevens kan ingegaan worden op hetgeen anderen al op het bord/flap hebben geschreven. Iedereen doet mee. Het gebeurt in volledige stilte. De plaats waar geschreven wordt op het bord (of flap) is naar keuze.
d
Nabespreking − helderheid verschaffen over onduidelijkheden bv. gelijkaardige opmerkingen groeperen, samenvattend beeld schetsen, ingebrachte tegenstellingen aanwijzen, nieuwe gedachten eruit halen. − samenvatting
e
Afsluitend gebedsmoment •
Ieder verwoordt zijn antwoord op de vragen.
•
Tussenin zingen wij telkens samen: Refrein:
Uw boodschap dragen wij, O, Heer in de wereld wijd. Getuigen zullen wij opdat allen U loven. Alleluia. Mogelijk kan er ook telkens een theelichtje worden ontstoken.
•
Wij bidden samen: Onze Vader…
Blikopener Werkvormen, onze zending
11
LIED:
“UW BOODSCHAP DRAGEN WIJ”
Refrein: Uw boodschap dragen wij, o Heer door de wereld wijd. Getuigen zullen wij opdat allen U loven. Alleluia.
1)
Gij roept ons allen op als uw getuigen, Heer, om 't licht te zijn dat schijnt voor elk die maar wil zien. (Refr.)
2)
Uw uitverkiezing, Heer, treft ons zo diep in 't hart, dat wij nu blijgezind, U volgen waar Gij gaat. (Refr.)
3)
Gij hebt ons liefdevol, gans naar uw hart gevormd: geef dat ons wankel hart uw liefde nooit verraadt. (Refr.)
4)
O Heer, geef ons de vreugd, in uwen dienst te staan, opdat wij langs de Weg, die Gij zijt, zouden gaan. (Refr.)
5)
Met aandrang vraagt Gij ons, maak Mij bekend aan hen, die hunkeren naar Mij, hun onbekende God. (Refr.)
6)
De mensen van vandaag zoeken een paradijs; Gij wilt dat zij door ons, het zoeken waar het is. (Refr.)
7)
Zovelen wachten steeds naar Hem die hen verlost daarom gaan wij tot hen, en brengen ze tot U. (Refr.)
8)
Aan ieder biedt Gij, Heer, verlossing door uw kruis. Wij dragen het nu uit, tot redding van elkeen. (Refr.)
9)
Eens wordt de wereld, Heer, door uw liefde vernieuwd, een plaats, waar allen steeds als broeders samen zijn. (Refr.)
10)
Mocht iedereen opnieuw, uw Kerk, uw Lichaam, Heer, herkennen aan het vuur der liefde, als weleer. (Refr.)