Sociale Kruidenier Leuven CVBA – VSO
Blauwdruk in kader van pilootprojecten coöperatief ondernemen Aanzet businessplan voor de realisatie van sociale kruidenier volgens coöperatieve principes
Leren Ondernemen vzw – Lalynn Wadera 15-10-2012
1
Blauwdruk in het kader pilootprojecten coöperatief ondernemen INHOUDSTAFEL Inleiding ALGEMEEN – VOORSTELLING 1.
SAMENVATTING PROJECT SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN BEGRIPPENKADER Een sociale kruidenier Verschillende vormen sociale kruidenier Een winkelpunt Een afhaalpunt PRAKTISCHE WERKING SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN Schematische voorstelling Sociale Kruidenier Leuven Inhoudelijke uiteenzetting werking Sociale Kruidenier Leuven
2.
HISTORIEK
3.
DOELSTELLINGEN, MISSIE en VISIE DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN: DOELSTELLINGEN De doelstellingen van de CVBA-VSO De doelstellingen van de sociale winkelpunten en de sociale afhaalpunten DE MISSIE VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN DE VISIE VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN Visie op armoede Visie op noodhulp Visie op participatie Visie op de werking van een Sociale Kruidenier Visie op armoedebestrijding TOEKOMSTVISIE Korte termijn Middellange termijn Lange termijn Heel lange termijn HET BELANG VAN DE COÖPERATIEVE VENNOOTSCHAP IN HET VERHAAL VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN DE BEPERKINGEN VAN DE COOPERATIEVE VENNOOTSCHAP IN HET VERHAAL VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN
2
DE BELANGRIJKSTE KERNWAARDEN VAN DE COÖPERATIEVE VENNOOTSCHAP IN HET VERHAAL VAN DE SOCIALE KRUIDENIER 4.
OMGEVINGSANALYSE SWOT-ANALYSE KANSEN BEDREIGINGEN STERKTES ZWAKTES Hoe worden de sterktes gebruikt om volop in te spelen op de kansen? Hoe remedieert men de zwaktes om volop in te spelen op de kansen? Hoe worden de sterktes gebruikt om de bedreigingen af te wenden? Hoe worden de zwaktes geremedieerd om de bedreigingen af te wenden?
5.
MARKETING EN COMMUNICATIE DE KLANTEN VAN DE SOCIALE WINKELPUNTEN EN SOCIALE AFHAALPUNTEN Geografische afbakening Demografie Eigenheid Sociale klasse MARKETING PRODUCT OF DIENST: DE PRODUCTKENMERKEN Aanbod in producten Aanbod in diensten PRIJS: PRIJSZETTING, PRIJSBEPALING,… JURIDISCHE BEPALINGEN Verbod op verkoop met verlies EIGENHEID VAN DE GROEP De prijszetting Groep 1: Mensen in armoede Algemene criteria Budgetstandaard Goede huisvadersprincipe Groep 2: Mensen in armoede voor wie de prijs van deze eerste groep nog te hoog ligt Algemene criteria Groep 3: mensen die niet tot een van bovenstaande groepen behoren PLAATS PROMOTIE Mensen in armoede Sociale organisaties Buurtbewoners en sympathisanten Concurrentie?
3
6.
OPERATIONEEL PLAN: DE ORGANISATIE VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN DE ALGEMENE VERGADERING DE RAAD VAN BESTUUR DAGELIJKSE LEIDING Functiedoel Plaats in de organisatie Kwalificatievereisten gelijkwaardig of niveau Taakomschrijving Beschrijving van de kerncompetenties en functie specifieke competenties AANSTURING VAN DE CVBA-VSO VOLGENS COÖPERATIEVE PRINCIPES PARTICIPATIE VAN DE KLANTEN HET PERSONEELSBELEID VAN DE CVBA-VSO SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN Het paritair comité waar onder de CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven valt INDICATIE VAN DE LOONKOSTEN De CVBA-VSO en de invloed op het personeelsbeleid KLANTGERELATEERDE BEDRIJFSPROCESSEN De belangrijkste diensten en producten voor de Sociale Kruidenier Leuven De hulpmiddelen die worden ingezet om deze producten en diensten aan te bieden Voor het aanbieden van de basisproducten groenten, fruit en brood Voor het aanbieden van de diensten De kostprijs van deze voorzieningen Voor het aanbieden van de basisproducten groenten, fruit en brood Vrachtfiets Vrachtwagens Voor het aanbieden van de diensten Structureel maken van deze kosten
7.
DE RECHTSVORM PROCES ADVIEZEN VAN EXPERTEN DE VERSCHILLEN TUSSEN EEN VZW EN EEN CVBA-VSO DE MIJLPALEN DIE BIJDROEGEN TOT DEZE KEUZE DE COÖPERATIE ALS MEEST GESCHIKTE VORM ERKENNING DOOR HET NRC (NATIONALE RAAD VOOR COÖPERATIES) EEN COOPERATIE MET SOCIAAL OOGMERK
4
CONCLUSIE DE VENNOTEN IN DE CVBA-VSO ‘SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN’ NIEUWE VENNOTEN AANTREKKEN DE MODALITEITEN WAARMEE VENNOTEN IN DE COÖPERATIE TOETREDEN, UITTREDEN,… HET STEMRECHT HET WINSTBELEID STAKEHOLDERMANAGEMENT Belangrijkste stakeholders Externe ondersteuning 8.
FINANCIEEL PLAN INVESTERINGEN EIGEN VERMOGEN VREEMD VERMOGEN SUBSIDIES FINANCIEEL PLAN – DUIDING Algemene assumpties Overzicht van de producten en de verwachte verkoop AANTAL MENSEN IN KANSARMOEDE AANTAL MENSEN IN ARMOEDE VOOR WIE BOVENSTAANDE PRIJS NOG TE HOOG IS AANTAL MENSEN DIE MARKTCONFORME PRIJS BETALEN De marktconforme prijs Aantal mensen in deze groep HUUR VAN DE WINKELPUNTEN ENERGIE VAN DE WINKELPUNTEN HUUR VAN DE DEPOT (VOOR DE OPSLAG VAN DE PRODUCTEN BESTELD DOOR DE KOEPEL) ENERGIE VOOR HET DEPOT PERSONEELSKOSTEN WINKELPUNTEN PERSONEEL COÖRDINATIE EN ADMINISTRATIE TRANSPORT OVERHEADKOSTEN AANTAL VOLUMES GESCHAT OP JAARBASIS Jaarlijkse operationele kosten LOKALEN PERSONEEL WINKELPUNT LEUVEN PERSONEEL COORDINATIE EN TRANSPORT TRANSPORT OVERHEAD KOSTEN
5
INVESTERINGEN SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN Resultaat 9.
LESSONS LEARNED UIT HET PROJECT MOEILIJKHEDEN TIPS KRITISCHE SUCCESFACTOREN SUCCESSEN CONCRETE VOLGENDE STAPPEN
BRONVERMELDING INTERESSANTE LINKS BIJLAGEN
6
Inleiding Voor u ligt het businessplan van de CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven. Het was een werk van lange adem. Maar na vele maanden vergaderen, overleggen, cijferen en onderzoeken, mag het resultaat er zijn. Meer dan 100 pagina’s verduidelijking bij hoe een sociale kruidenier in coöperatieve vorm er kan uit zien, meer zelfs, hoe die op termijn zelfbedruipend kan zijn. Het was een leerproces voor de organisatie dat hopelijk een hulpmiddel mag zijn voor soortgelijke initiatieven. Met de Sociale Kruidenier wordt naar een oplossing gezocht voor een probleem dat voor velen spijtig genoeg een realiteit is. Beperkte middelen en daardoor geen of weinig toegang tot duurzame en gezonde voeding. Kansarmoede is een kluwen dat over verschillende levensdomeinen verspreid is. Voeding is daar slechts één van. De Sociale Kruidenier wil duurzame voeding voor alle Leuvenaars toegankelijk maken. Maar dit is slechts een stap in de blijvende aanklacht tegen armoede. Het is een intermediaire oplossing. De organisatie blijft immers de dialoog met het beleid aangaan. Aan de overheid wordt gevraagd na te denken over hoe burgers op een menswaardige manier een bestaan kunnen uitbouwen. De organisatie blijft inzetten op een volwaardig inkomen voor iedereen. In een ideale samenleving is de nood aan een sociale kruidenier immers onbestaand. Maar tot dan kan de sociale kruidenier soelaas bieden. Daarnaast wil de sociale kruidenier ook een duidelijke breuk stellen met de traditionele vormen van voedselbedeling. Ook mensen in armoede hebben keuzevrijheid en recht op wat zij zelf wensen. In de traditionele vormen staat het paternalistische, het caritatieve centraal. Daar wil de sociale kruidenier een menswaardig verschil aanbieden. Arm, dus aannemen wat je krijgt? De sociale kruidenier vindt van niet. Het initiatief is een manier om de bestaande vooroordelen rond mensen in armoede te doorbreken, door de samenleving te laten nadenken over bepaalde verhoudingen die in stand worden gehouden. Mensen in armoede worden betrokken als volwaardige partner, als dé partner bij uitstek waar naar wordt geluisterd, die zelf worden aangemoedigd om actie te ondernemen. Het initiatief gaat over democratie, over sociaal ondernemerschap, mede-eigenaarschap en participatie. Het is een project van en voor mensen in armoede. Zij staan centraal. De Sociale Kruidenier Leuven is een ideaalvoorbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarbij de drie pijlers economie, samenleving en ecologie verweven zijn en de identiteit van het geheel verbinden. Er wordt getracht los te komen van het bestaande maatschappelijke kader en er wordt nagedacht over hoe er duurzaam met voeding kan worden omgegaan, hoe verspilling vermeden kan worden, hoe lokaal en korte keten centraal kan staan. Op die manier wordt een mental shift naar meer duurzame voedingspatronen beoogd. Wij hopen dat deze blauwdruk daar toe kan bijdragen. In wat volgt wordt de lezer mee genomen in het hele leerproces tot deze organisatievorm met inhoudelijke keuzes geleid heeft. Voor verduidelijkende vragen kan u altijd terecht bij Leren Ondernemen vzw of bij de deelnemende organisaties die tot de stuurgroep behoren. Veel leesplezier!
7
ALGEMEEN – VOORSTELLING
Naam initiatief: Sociale Kruidenier Leuven Naam verantwoordelijke: Lalynn Wadera – Saskia De Bruyn Adres: Valkerijgang 26, 3000 Leuven Telefoonnummer: 016 67 90 04 Email:
[email protected] Website: www.lerenondernemenvzw.org Streefdatum oprichting coöperatie: In de loop van 2013 – concrete datum ligt nog niet vast
SAMENVATTING PROJECT SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN Het project ‘Sociale Kruidenier Leuven’ wil in de stadsregio Leuven op een solidaire manier duurzame voeding toegankelijk maken voor iedereen. Om dit te realiseren gaat initiatiefnemer Leren Ondernemen vzw, een Leuvense vereniging waar armen het woord nemen, een breed partnerschap aan met lokale producenten, sociale organisaties, beleidsmakers en sympathisanten. Samen wordt er van onderuit gewerkt aan een organisatie gestoeld op coöperatieve principes die ruimte laat voor verschillende duurzaamheidsaspecten: sociaal, economisch, ecologisch en maatschappelijk. Het project combineert het economische luik, met duurzame tewerkstelling, ontmoeting en armoedebestrijding. Om dit te realiseren wordt een netwerk opgericht dat kleine sociale kruideniers in het Leuvense ondersteunt en adviseert bij de oprichting en uitbating. Het vertrekpunt van dit project is de reeds bestaande sociale kruidenier ‘Leo m>’ die terug te vinden is bij Leren Ondernemen vzw. Een sociale kruidenier is een winkel van en voor mensen in armoede waar zij (1) aan een sterk verlaagde prijs gezonde basisproducten kunnen kopen, waar er eveneens (2) plaats is voor ontmoeting, waar (3) werkgelegenheid gecreëerd wordt en waar (4) structurele armoedebestrijding centraal staat. De huidige winkel ontstond als antwoord op de noden van mensen in armoede die op de vereniging komen. De winkel wordt uitgebaat door vrijwilligers en via een samenwerking met lokale leveranciers wordt gezocht naar een breed aanbod aan kwalitatieve producten. Het initiatief kende een dermate groot succes dat werd besloten om met een breed partnerschap te zoeken naar manieren om het inhoudelijk te versterken en duurzaam te verankeren in de Leuvense context. Het pilootproject was hiertoe het ideale onderzoekskader. In een stuurgroep verzamelden zich verschillende organisaties en samen werd er nagedacht over een uitbreiding en verankering van de bestaande winkel. Er werd een constructie ontwikkeld die toelaat een grote groep mensen in armoede te bereiken, maar die tegelijk aandacht heeft voor de heterogeniteit van deze doelgroep. Verschillende Leuvense organisaties focussen zich in hun werking op een specifiek segment van deze doelgroep. Denk hierbij aan daklozen, kansarme gezinnen, vluchtelingen,… Om hen passend te kunnen begeleiden, worden er op verschillende plaatsen in Leuven sociale kruideniers geopend, in de vorm van een winkelpunt of in de vorm van een afhaalpunt. Deze punten zijn geënt op bestaande sociale organisaties en passen hun aanbod, zowel in producten als diensten aan, aan deze cliënten. Deze worden telkens in samenspraak met de doelgroep ontwikkeld en aangeboden. Op die manier kan er blijvend bottom-up gewerkt worden. In een eerste fase wordt er gestart met een basisaanbod aan groenten, fruit en brood. In een volgende fase wordt dit aanbod uitgebreid met zuivel en lokale producten. Hiervoor worden samenwerkingsverbanden met andere lokale actoren uitgewerkt. De verschillende kleine kruideniers, zowel winkels als afhaalpunten, organiseren zich in een CVBA-VSO met naam ‘Sociale Kruidenier Leuven’. Deze nieuwe organisatie verenigt naast winkelpunten ook alle stakeholders
8
(overheid, leveranciers, middenveldorganisaties,…) en garandeert hun inspraak binnen een evenwichtige verdeling (multistakeholderstructuur). Ze zorgt voor de uitvoering van de missie en de visie en organiseert de solidariteit die de financiële leefbaarheid van de CVBA-VSO moet garanderen. Verder verzorgt de CVBA-VSO de praktische en logistieke omkadering van de kleine sociale kruideniers. Deze kunnen zich op hun beurt richten tot hun doelgroep. Er zijn plannen voor de opstart van twee sociale winkelpunten en zes sociale afhaalpunten. Deze zullen in 2013 van start gaan. De solidariteit in de winkels en de afhaalpunten bestaat uit het aantrekken van een sociale klantenmix (mensen in armoede, klanten die tewerkgesteld zijn in de sociale economie, buurtbewoners, sympathisanten,…) Er zijn drie verschillende prijscategorieën en afhankelijk van de financiële situatie van de klant, wordt hij/zij aan een van deze categorieën toegewezen. In geval van mensen in armoede, gebeurt dit door een erkende doorverwijzer. Deze constructie draagt bij tot de financiële leefbaarheid, brede gedragenheid en op die manier tot een structurele armoedebestrijding. De organisatievorm die aan deze constructie het beste tegemoetkomt is de CVBA-VSO. De coöperatieve principes eigen aan deze vorm, worden reeds binnen Leren Ondernemen vzw uitgedragen en staan ook centraal tijdens het overleg met de stuurgroep. Het gaat over: bottom-up werken, medezeggenschap, lidmaatschap, solidariteit,…
9
BEGRIPPENKADER Een korte uitleg bij een aantal begrippen die frequent in deze blauwdruk gebruikt worden. Een sociale kruidenier Een sociale kruidenier is een winkel van en voor mensen in armoede, waarbij het thema ontmoeting centraal staat. De kenmerken zijn: -
Het is een winkel van en voor mensen in armoede waar gezonde, betaalbare basislevensmiddelen worden verkocht. Het thema duurzame voeding staat centraal. Het is naast een winkel ook een ontmoetingsplek, waar mensen samenkomen en elkaar ontmoeten. Het is een actieve plek, waar verschillende activiteiten plaatsvinden en waar mensen uitgenodigd worden om gebruik te maken van de diensten en activiteiten van partnerorganisaties in Leuven. Het is een werkplek, zowel voor betaald als vrijwilligerswerk, zowel voor mensen in armoede als anderen. Het werkt aan structurele armoedebestrijding en pleit voor structurele oplossingen om armoede en sociale uitsluiting uit de wereld te helpen. Het project wordt op een coöperatieve wijze vorm gegeven.
Met een sociale kruidenier worden de volgende doelstellingen: -
Er wordt gestreefd naar een laagdrempelige dienst die vooral de zwakste groepen bereikt.
10
-
-
Er wordt gestreefd naar een divers organisatiemodel om in te spelen op de diversiteit van de doelgroep. Het gaat over verschillende buurtwinkels met een aparte aanpak: winkels geënt op bestaande sociale organisaties, winkels met een sociale mix, aan huislevering,… Er wordt gestreefd naar duurzame voeding in een korte keten. Er wordt gestreefd naar samenwerking, eerder dan het naast elkaar werken van verschillende organisaties. Er wordt coöperatief gewerkt, met aandacht voor participatie van de doelgroep. Er wordt gestreefd naar een financieel haalbaar model.
Verschillende vormen sociale kruidenier Een sociale kruidenier kan op verschillende manieren georganiseerd worden: -
Een winkelpunt Dit is een sociale kruidenier die georganiseerd is naar het model van een buurtwinkel. In de winkel zijn een koeltoog, winkelrekken,… terug te vinden. Naast het winkelpunt is er ook een duidelijke plaats voor ontmoeting gereserveerd.
-
Een afhaalpunt Dit is een sociale kruidenier die geen winkelpunt is, er wordt gewerkt met bestellingen of reeds samengestelde pakketten. Vrijwilligers zetten deze pakketten klaar. Ook hier is er een vrije keuze (indien er op voorhand een bestelling wordt doorgegeven), of bestaat er de mogelijkheid om een standaardpakket aan te kopen.
11
PRAKTISCHE WERKING SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN Schematische voorstelling Sociale Kruidenier Leuven
Inhoudelijke uiteenzetting werking Sociale Kruidenier Leuven De bedoeling van deze blauwdruk is de opstart van een nieuwe organisatie, namelijk de CVBA-VSO ‘Sociale Kruidenier Leuven’. Deze CVBA – VSO zorgt voor de bevoorrading en de logistiek voor de verschillende kleine sociale kruideniers en afhaalpunten die vanaf 2013 in Leuven zullen opgestart worden. Deze winkelpunten zullen verbonden zijn aan bestaande sociale organisaties. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de CVBA-VSO en de verschillende kruideniers (deze termen worden in de rest van de blauwdruk vaak gebruikt), vindt u onderstaand een overzicht van de taken van beide. De taken van de CVBA-VSO zijn: -
De aankoop van goederen en producten De verkoop van goederen en producten aan sociale winkel- en afhaalpunten Afspraken met leveranciers maken (schaalvoordelen onderhandelen,…) Organiseren van logistiek en vervoer tussen de verschillende winkelpunten en opslagruimte Organisatie en beheer van een centraal depot Boekhouding en administratie van leveringen Prijsbepaling over de verschillende winkelpunten heen Solidariteit uitwerken Aantrekken van aandeelhouders Netwerken uitbreiden …
12
De taken van de kleine sociale kruideniers en sociale afhaalpunten zijn: -
Producten en diensten aanbieden in de eigen winkel aan een aangepaste prijs voor de doelgroep, aan een marktconforme prijs voor de niet-doelgroep. Ontmoetingsplaats voor mensen in armoede organiseren Arbeidstrajecten aanbieden voor mensen in armoede: vrijwilligerswerk, werkervaringsprojecten,… Mensen in armoede zoveel mogelijk proberen in te schakelen in deelwerkingen van de organisatie Invullen van de eigen kruidenier op de manier die het beste aansluit bij de eigen visie
Conclusie: de CVBA-VSO zorgt voor de volledige omkadering en ondersteuning van de sociale kruideniers in Leuven. Op die manier kunnen de sociale kruideniers, die geënt zijn op bestaande sociale organisaties, zich focussen op de eigen doelgroep. De CVBA-VSO beoogt dus geen nieuwe basiswerking in Leuven te worden. Ze wordt opgestart om sociale organisaties te ondersteunen bij het aanbieden van een aanvullende deelwerking aan de organisatie. Nu de taken van de beide duidelijk zijn, wordt een overzicht gegeven van hoe dit praktisch in zijn werk gaat. 1.
De klanten worden doorverwezen door erkende sociale organisaties Mensen in armoede kunnen een klantenkaart krijgen voor de sociale kruidenier indien ze door een erkende sociale organisatie worden doorverwezen. De voorwaarden hiervoor, budgetstandaard en goede huisvaderprincipe, worden verder nog geduid. De klanten die niet zijn doorverwezen betalen een marktconforme prijs.
2.
De sociale organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor de inrichting van het winkel of afhaalpunt De sociale organisaties openen een sociale kruidenier (winkelpunt of afhaalpunt) dat verbonden is aan de eigen sociale organisatie. De inrichting van de winkel/afhaalpunt behoort tot de eigen verantwoordelijkheid. Hier is een zekere kost aan verbonden. Het gaat over de aankoop van winkelmateriaal, koelelementen,… In bijlage 1 is een overzicht terug te vinden van de geschatte kosten van een winkelpunt of een afhaalpunt.
3.
De sociale organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor het vinden van (betaalde of onbetaalde) werkkrachten om de winkel draaiende te houden In bijlage1 vindt u eveneens de geschatte kost voor deze investering terug. De organisaties kiezen zelf door wie ze deze werkplaatsen laten invullen. Ze kunnen kiezen voor vrijwilligers, betaalde krachten,… dat wat het beste binnen de eigen aanpak past.
4.
De sociale organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor het aanbieden van aangepaste diensten aan de doelgroep De sociale organisaties vullen hun dienstenaanbod in combinatie met de kruidenier, zelf in op de manier die zij zelf wensen en aangepast aan de eigen infrastructuur. Hierbij houden ze maximaal de noden van de doelgroep voor ogen.
5.
De sociale organisaties geven de bestelling voor de producten door aan de CVBA-VSO
13
De sociale organisaties zoeken naar een manier om een zo accuraat mogelijk beeld te krijgen van het aantal producten dat ze wekelijks willen bestellen. Deze manier is aangepast aan de eigen doelgroep en aan het eigen winkelmodel. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van bestellijsten die samen met de doelgroep worden ingevuld, inschrijvingen,… 6.
De sociale kruideniers organiseren hun openingsmomenten zo dat er optimale toegankelijkheid is voor al de doelgroepen De sociale winkel- en afhaalpunten stelden een voorlopig schema op van de openingsmomenten. Hierbij werd rekening gehouden met de openingsuren (ook voor mensen die werken), een optimale spreiding, met de leveringsmogelijkheden,… Het voorlopige schema: Maandag Voormiddag Namiddag
Dinsdag CAW Leuven
Woensdag
Vrijdag
Leren Ondernemen vzw en CAW Leuven Buurthuis ’t Lampeke voorziet ook een avondopening (tot 19u) voor de werkende klanten. 7.
Leren Ondernemen vzw
Donderdag Buurthuis ‘t Lampeke Buurtwerk Stad Leuven
De CVBA-VSO zorgt voor de correcte levering van de producten bij de verschillende winkelpunten De CVBA-VSO haalt de producten op bij de producenten (oa. Veiling in Sint Katelijne Waver) en brengt deze tot bij de winkelpunten.
8.
De CVBA-VSO zorgt voor de prijsbepaling van de producten De CVBA-VSO bepaalt de prijzen voor de verschillende producten, aan de hand van de heersende marktprijzen (voor de rijke doelgroep) en zoekt samen met andere Leuvense sociale partners blijvend naar manieren om de prijs voor de doelgroep te verlagen. De verschillende sociale kruideniers kopen de producten aan aan de prijzen die door de CVBA-VSO werden opgemaakt. Dit wil zeggen dat de kruideniers geen winst zullen maken als zij producten verkopen. Zij kunnen eventueel wel delen in de winst van de CVBA-VSO. Indien de CVBA-VSO verlies maakt, is enkel de CVBA-VSO hier verantwoordelijk voor. Een fictief, verduidelijkend voorbeeld: Een komkommer kost bij aankoop 20 cent, de eerste groep klanten betaalt 20 procent, de tweede groep klanten betaalt 30 cent (aankoopprijs plus surplus - zie later), de derde groep klanten betaalt 80 cent (marktconforme prijs). Winkel X bestelt 5 komkommers, waarvan 1 voor groep 1, 2 voor groep 2 en nog eens 2 voor groep 3. De factuur voor de kruidenier aan de CVBA-VSO bedraagt dan: 0,20 + 0,30 + 0,30 + 0,80 + 0,80 = 2,40 euro.
9.
De CVBA-VSO zorgt voor de administratie en boekhouding, contacten leveranciers,… De sociale organisaties kunnen zich op die manier bezig houden met de doelgroep en producten aanbieden. Het administratieve en boekhoudkundige stuk van het centrale deel valt voor hen weg, de CVBA-VSO neemt dit stuk volledig op zich.
Een uitgebreide uitleg is in het vervolg van de blauwdruk terug te vinden.
14
HISTORIEK
15
Bovenstaand werd al even kort stilgestaan bij een aantal begrippen en de praktische werking van de CVBA-VSO en de sociale kruideniers, dit om het vervolg van het betoog duidelijk en overzichtelijk te houden. Onderstaand vindt u onder andere de historiek van het project, de doelstellingen en de missie en de visie. HISTORIEK Leren Ondernemen vzw is de initiatiefnemer van het project. De organisatie heeft een lange traditie van innovatief sociaal ondernemerschap. Hierbij is zij altijd uitgegaan van coöperatie principes. Zie hiervoor Levanto studie ‘coöperatieve sociale kruidenier’, 2010, pg. 12. Begin jaren ’90 ontstond Leren Ondernemen vzw vanuit een groep buurtbewoners die de handen in elkaar sloegen voor de ontwikkeling van een participatieve kinderopvang van en voor mensen in armoede. Naast de vzw Leren Ondernemen, was dit ook het begin van de CVBA Valkerij, een coöperatieve vennootschap met diezelfde mensen als aandeelhouders. Zij kochten de gebouwen waarin Leren Ondernemen vzw en een reeks andere sociale organisatie zoals Arktos vandaag zijn gevestigd. De renovatie van deze site bracht mensen uit heel Leuven en daarbuiten op de been. Een hele reeks initiatieven gebaseerd op coöperatieve principes volgden uit de opstart van deze twee organisaties. Leren Ondernemen vzw stond mee aan de wieg van het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen en van de Koepel Lokale Diensteneconomie. In de schoot van Leren Ondernemen vzw ontstonden verschillende projecten als twee innovatieve lokale diensten van en voor mensen in armoede (het sociaal restaurant De Drukkerij en de sociale kruidenier Leo m> en het Energiesnoeiersproject Ecoploeg), een IBO van en voor gezinnen in armoede en het Inloopteam De Mobil, een participatief opvoedingsondersteuningsinitiatief. In 2009 werden de eerste contacten gelegd met de zusters van de Goede Herder, zij wilden een oplossing zoeken voor het groot aantal mensen in Leuven die honger hadden en waarmee ze in hun werk regelmatig geconfronteerd werden. Met dit idee kwamen ze aankloppen bij Leren Ondernemen vzw en ondersteunden ze de organisatie in de zoektocht naar een duurzame oplossing. Dit deden ze bijvoorbeeld door het voorzien van een diepvries. Dit leverde hun de naam ‘madammen van den diepvries’ op. Zij waren samen met Leren Ondernemen vzw, CAW Leuven en enkele individuele hulpverleners de bezielers van de organisatie. Dit initiatief werd verder uitgebouwd en wou alternatief bieden voor de caritatieve voedselbedelinginitiatieven en mensen in armoede een actieve rol geven in de samenleving en in het opnemen van hun rechten en dit in partnerschap met de bredere maatschappij. Gezien het grote succes en potentieel van deze sociale winkel van en voor mensen in armoede, werd besloten de verschillende sociale partners in Leuven samen te brengen in een stuurgroep om een coöperatief model sociale kruidenier voor heel Leuven uit te bouwen. Tot deze stuurgroep behoren:
CAW Leuven OCMW Leuven Integratiedienst Stad Leuven Buurtdiensten Stad Leuven RISO Vlaams-Brabant Buurthuis ’t Lampeke Wijkgezondheidscentrum ‘de Central’ SPIT Kringwinkel Leren Ondernemen vzw
16
Een solidaire winkel is een ideaal project om een coöperatieve aanpak te realiseren, enerzijds heeft het de ambitie om heel verschillende groepen uit de samenleving samen te brengen rond een gemeenschappelijk doel. Denk aan mensen in armoede, sociale partners, leveranciers, andere coöperatieven, sympathisanten,... Een van de belangrijkste elementen zijn mede-eigenaarschap en participatie. Anderzijds combineert het sociale ,economische en ecologische doelen. Het vinden van organisatie- en financieringsvormen die hierop aansluiten zijn dan ook noodzakelijk om tot een duurzame verankering te komen. Het businessplan dat hier voorligt, is een eerste stap in dit proces. Vervolgens wordt er overgegaan tot implementatie. Deze is voorzien vanaf 2013.
17
DOELSTELLINGEN, MISSIE EN VISIE
18
DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN: DOELSTELLINGEN De doelstellingen van de CVBA-VSO ‘Sociale Kruidenier Leuven’ zijn niet gelijk aan de doelstellingen van de sociale winkel- en afhaalpunten. Beide hebben ze andere uitgangspunten, dat werd duidelijk in de praktische uitwerking van de Sociale Kruidenier Leuven.
De doelstellingen van de CVBA-VSO
De CVBA-VSO ondersteunt basisorganisaties met een sociale doelstelling die een sociale kruidenier en/of sociaal afhaalpunt organiseren. Een sociale winkelpunt of sociaal afhaalpunt (1) heeft een aanbod gezonde voeding aan een lage prijs (2) organiseert ontmoeting, (3) doet aan armoedebestrijding, (4) en aan beleidsbeïnvloeding. De doelstellingen van de CVBA-VSO zijn: -
-
Aankoop van goederen en producten (food en non food) met aandacht voor gezond en duurzaam. Verkoop van goederen en producten aan sociale kruideniers en andere organisaties Organisatie van logistiek en vervoer tussen de verschillende winkelpunten en depot. Organisatie en beheer van een centraal depot Boekhouding en administratie van centraal depot bijhouden Onderhandelen over prijzen en schaalvoordelen voor goederen en producten bekomen Prijsbepaling over de verschillende winkelpunten heen Zorgen dat het aanbod ook toegankelijk blijft voor de meest kwetsbare en financieel zwakke mensen binnen de stad. Zoeken naar manieren om aandeelhouders in al de categorieën aan te trekken. Uitbouwen en exploreren van partnerschappen met andere organisaties. Organiseren van afstemming, ondersteuning (empowerment), sensiblisering en uitwisseling tussen de afhaalpunten en kruidenier vertrekkende van de noden van de winkels/afhaalpunten en mensen in armoede en deze in de werking van de CVBA-VSO op te nemen. De CVBA-VSO heeft een signaalfunctie naar het beleid omtrent het armoedethema. De vennootschap mag bovendien alle activiteiten verrichten, zowel op handels- en als op nijverheidsgebied, zowel roerende als onroerende of van financiële aard, welke rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met het doel, en die de uitbating en het bestaan van de vennootschap en de winkelpunten kunnen bevorderen.
De CVBA-VSO wil haar doel bereiken door de toepassing van principes van democratisch ondernemen op mens en milieuvriendelijke wijze. In de mate van het mogelijke, kan de CVBA-VSO initiatieven nemen om educatieve, informatieve, solidaire en dienstverlenende activiteiten te organiseren.
De doelstellingen van de sociale winkelpunten en de sociale afhaalpunten
Deze doelstellingen zijn dezelfde als die van de andere sociale kruideniers in Vlaanderen die verenigd zijn in de koepel Sociale Kruideniers Vlaanderen vzw. (www.socialekruideniersvlaanderen.be). -
-
Er wordt gestreefd naar een laagdrempelige dienst die vooral de zwakste groepen bereikt. Er wordt gestreefd naar een divers organisatiemodel om in te spelen op de diversiteit van de doelgroep. Het gaat over verschillende buurtwinkels met een aparte aanpak: winkels geënt op bestaande sociale organisaties, winkels met een sociale mix, aan huislevering,… Er wordt gestreefd naar duurzame voeding in een korte keten. Er wordt gestreefd naar samenwerking, eerder dan het naast elkaar werken van verschillende organisaties. Er wordt coöperatief gewerkt, met aandacht voor participatie van de doelgroep.
19
-
Er wordt gestreefd naar een financieel haalbaar model.
DE MISSIE VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN De sociale kruidenier is een winkel die een kwaliteitsvol alternatief biedt voor noodhulp. Door haar aanwezigheid creëert zij eveneens een ontmoetingsplek waar mensen in armoede actief en uitnodigend als volwaardige partners betrokken worden in het kader van armoedebestrijding. Deze armoedebestrijding gebeurt zowel op individueel vlak, als op collectief vlak. Hierbij gaat ook aandacht naar het beïnvloeden van het beleid. DE VISIE VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN
Visie op armoede De Sociale Kruidenier Leuven vertrekt van volgende definitie over armoede: ‘Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen.’ (J. Vranken) Armoede is dus meer dan een gebrek aan geld. Om armoede te bestrijden zijn er acties nodig op individueel niveau, organisatieniveau en op niveau van de samenleving. De Sociale Kruidenier Leuven onderschrijft de noodzaak van een structurele aanpak van armoede. Hiervoor dient de overheid haar beleid te wijzigen en bijvoorbeeld voldoende hoge inkomens te garanderen.
Visie op noodhulp Vlaanderen kent vele noodhulpinitiatieven; plaatsen waar mensen die het moeilijk hebben voedselpakketten, maaltijden, kledij, e.d. kunnen krijgen. Traditioneel vertrekken deze vanuit een caritatieve instelling. Noodhulp is in het verhaal van armoedebestrijding slechts een doekje voor het bloeden, want niet structureel. Toch moeten steeds meer mensen een beroep doen op noodhulp om te kunnen overleven. Deze stap zetten is moeilijk en vernederend. Mensen in armoede vertellen over noodhulpinitiatieven waar ze geconfronteerd worden met lange wachtrijen, pakketten met vervallen producten, betuttelende werking, onduidelijke regels, … Deze noodhulp gaat niet alleen uit van caritas, maar is bovendien een directe, individualiserende methode van armoedebestrijding, die een nog grotere afhankelijkheid installeert bij diegene die noodhulp ontvangt en een machtsrelatie bevestigt tussen hulpvrager en hulpgever. Noodhulp valt zo te begrijpen als een vorm van ‘beheersen’ en bestendigt de sociale uitsluiting van mensen in armoede. De Sociale Kruidenier Leuven wil dit doorbreken door een concreet en kwaliteitsvol alternatief te bieden en tegelijk een bijdrage te leveren aan het armoedebestrijdingsbeleid, zodat mensen in armoede als volwaardige partner aan de samenleving deelnemen en vorm geven. Als vertrekbasis hanteren Sociale Kruideniers een kritische bevraging van de bestaande werkelijkheid van noodhulp op het vlak van menselijke waardigheid.
20
Visie op participatie Door het inbouwen en organiseren van participatie van mensen in armoede in het dagelijkse functioneren en het bestuur van de Sociale Kruidenier Leuven worden mensen in armoede als volwaardige partner betrokken en geven ze mee vorm aan dit project. De Sociale Kruidenier Leuven organiseert zich hiervoor volgens coöperatieve principes. De Sociale Kruidenier Leuven streeft er daarnaast ook naar om een breed netwerk van sociale partners te verzamelen die een sterke band hebben met mensen in armoede om vanuit deze expertise een zo groot mogelijke groep mensen in armoede een stem te geven in de uitbouw van de Sociale Kruidenier Leuven. Tenslotte wil de Sociale Kruidenier Leuven ook een winkel zijn die sterk ingebed is in de bredere maatschappij. Er wordt dan ook intensief gewerkt aan gemeenschapsvorming en solidariteit vanuit de Sociale Kruidenier Leuven.
Visie op de werking van een sociale kruidenier De sociale kruidenier is een winkel; de klanten zijn mensen in armoede (in deze case kan iedereen klant worden van de sociale kruidenier, maar de hoofdklanten zijn mensen in armoede). Mensen worden klant via het netwerk van professionele doorverwijzers die doorverwijzen op basis van het goede huisvaderprincipe met als referentiekader de budgetstandaard. Er is afstemming tussen de doorverwijzers en de Sociale Kruidenier Leuven hierover via regelmatig overleg. De vertrouwensrelatie tussen doorverwijzers, klant en sociale kruidenier is essentieel. De klanten kiezen uit kwaliteitsvolle producten wat ze willen kopen en betalen hiervoor. De betaalde prijs ligt voldoende ver onder de marktprijs. Er wordt vraaggericht gewerkt; men bouwt het aanbod van de Sociale Kruidenier uit op basis van de vragen/noden van mensen in armoede. Het aanbod in een Sociale Kruidenier bestaat dus niet uit de (vervallen) overschotten van de voedingsindustrie. Men vindt immers niet dat mensen in armoede blij moeten zijn met wat ze krijgen. Mensen in armoede verdienen – net als iedereen – kwaliteit en keuzevrijheid. De sociale kruidenier zorgt dat zijn medewerkers – betaalde krachten en vrijwilligers - inzicht hebben in de leefwereld van mensen in armoede. Omdat de Sociale Kruidenier Leuven zich in zijn werking wil onderscheiden van de ‘gewone noodhulp’ en zijn visie en werkwijze wil bewaken, wordt er gewerkt met een kwaliteitslabel i.s.m. de Sociale Kruideniers Vlaanderen vzw. De Sociale Kruidenier Leuven hoopt door zijn aanwezigheid en manier van werken onder andere een mentaliteitswijziging teweeg te brengen in de manier waarop er in Vlaanderen aan noodhulp wordt gedaan, om deze uiteindelijk overbodig te maken en te vervangen door een netwerk van sociale kruideniers over heel Vlaanderen. De Sociale Kruidenier Leuven wil bijzondere aandacht schenken aan een breed aanbod gezonde en ecologische voeding aan een zo goedkoop mogelijke prijs op plekken waar tijd en ruimte is voor de mens in al zijn/haar complexiteit.
Visie op armoedebestrijding De Sociale Kruidenier Leuven neemt een rol op in de strijd tegen armoede op individueel, organisatorisch en samenlevingsniveau. De Sociale Kruidenier Leuven nodigt mensen in armoede tot
21
ontmoeting en participatie. De Sociale Kruidenier Leuven creëert ruimte voor mensen in armoede om deel te nemen aan de bredere samenleving en in beweging te komen. Voor deze sociale functie wordt binnen de Sociale Kruidenier Leuven de nodige tijd en ruimte voorzien in samenwerking met de verschillende partners. Er is vrije keuze om hieraan te participeren. De Sociale Kruidenier Leuven wil mensen niet afhankelijk maken van noodhulp en wil dan ook meer zijn dan dienstverlening voor een acute nood. In de winkel wordt actief en integraal gewerkt aan het armoedekluwen, via (vrijwilligers)werk, ontmoeting, overleg en een brede waaier aan activiteiten rond diverse thema’s (werk, voeding, opvoeding, …). Deze activiteiten zijn niet extra, maar zitten in de kern van de Sociale Kruidenier Leuven. Gezien de Leuvense context en haar ruime aanbod aan basiswerkingen is het geen streefdoel om een nieuwe basiswerking te organiseren, maar integendeel in te bedden in het bestaande sociale weefsel. De Sociale Kruidenier Leuven is dus een sociale winkel voor en door mensen in armoede met sterke linken naar bestaande basiswerkingen die in of via de winkel het aanvullend aanbod organiseren. De uitbouw van Sociale Kruideniers in Vlaanderen zal niet volstaan om de strijd tegen armoede te winnen. De Sociale Kruidenier wil maximaal aansluiten bij organisaties die signalen geven aan de brede samenleving en het beleid over armoede en noodhulp om zo structurele veranderingen te bewerkstelligen en noodhulp overbodig te maken. De Sociale Kruidenier Leuven zoekt dan ook samenwerking met andere coöperatieve initiatieven en andere sociale kruideniers. Conclusie: De CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven moet het resultaat worden van een participatief proces waar mensen in armoede centraal staan. Door met een breed netwerk van sociale partners de participatie van een zo groot mogelijke groep mensen in armoede te organiseren, wordt er gewerkt aan eigenaarschap en gedragenheid bij de doelgroep, zodat het project inspeelt op hun noden. Het proces wordt volledig bottom – up georganiseerd, wat de duurzaamheid in grote mate vergroot. De Sociale Kruidenier Leuven zal op termijn de eerste coöperatieve vennootschap zijn waarin mensen in armoede de centrale stakeholders zijn. Binnen deze coöperatieve vennootschap gaan mensen in armoede een uniek partnerschap aan met verschillende maatschappelijke spelers, zowel publiek als privé met het oog op duurzame armoedebestrijding door middel van solidaire economie. Dit zorgt voor een actieve betrokkenheid van mensen in armoede aan de maatschappij en een positieve beeldvorming. De sociaal economische activiteit is het uitbaten van een sociale kruidenier door en voor mensen in armoede uit heel Leuven. De kruidenier combineert op unieke wijze de economische functies van een buurtwinkel met een hele reeks sociale functies, zoals: -
Promotie van gezonde en ecologische voeding bij mensen in armoede Duurzame en zinvolle tewerkstelling van mensen in armoede Organisatie van ontmoeting en uitwisseling tussen mensen in armoede en de bredere samenleving Organisatie van een laagdrempelige instap naar sociale diensten van de partnerorganisaties Beleidsbeïnvloeding inzake werk, gezondheid, inkomen,…
De Sociale Kruidenier Leuven biedt een solidair antwoord op de caritatieve noodhulp en op de voedselverspilling in de samenleving. Met dit initiatief wordt deze samenleving geappelleerd om stil te staan bij de huidige welvaartsverdeling en formuleren mensen in armoede binnen een breed partnerschap zelf een volwaardig alternatief dat gemeenschapsvorming en solidariteit centraal stelt. Het project stimuleert maatschappelijke verandering van onder uit.
22
De Sociale Kruidenier Leuven boort een nieuwe activiteit aan die sociale economie en coöperatief ondernemen aan elkaar verbindt. Het kan een inspiratiebron zijn voor andere initiatieven sociale kruidenier in Vlaanderen, alsook voor sociale economiebedrijven en coöperatieve ondernemingen die interesse hebben in de uitbouw van deze niche. TOEKOMSTVISIE Wat beoogt de CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven in de toekomst. Onderstaand vindt u een opsomming van de visie op korte termijn (eerste twee jaar), middellange termijn (3 tot 5 jaar) en lange termijn (na 5 jaar)
Korte termijn In het model zoals het hier voorligt, wordt er gestart met twee winkelpunten en zes afhaalpunten die elk op verschillende momenten geopend zijn. Er wordt verwacht dat hier ongeveer 380 gezinnen in armoede mee bereikt worden. Qua aanbod wordt er in de eerste fase gestart met een basisaanbod dat bestaat uit groenten, fruit en brood. Er wordt blijvend gewerkt aan de uitbreiding van dit aanbod, onder andere met zuivelproducten en verzorgingsproducten. Verder worden de eerste stappen gezet naar een verduurzaming van het aanbod. Dit wilt zeggen dat de pistes korte keten, lokale producten,… verder worden onderzocht. Wat betreft de infrastructuur in de eerste fase wordt er vooral gekeken naar sociale economieorganisaties in Leuven. Er wordt vooral gewerkt met uitbesteding. Op Vlaams niveau wordt er gewerkt aan een project door vzw Sociale Kruideniers Vlaanderen. Zij onderzoeken samen met de Komosie ( de Koepel van milieuondernemers in de Sociale Economie) over hoe overschotten van de voedingsindustrie kunnen verwerkt worden tot nieuwe producten die vervolgens kunnen verkocht worden in Vlaamse sociale kruideniers en eventueel op andere plaatsen. Dit project wordt ondersteund door het Kabinet Lieten en beloofd in 2013 een eerste stap in die richting te zetten. De eerste jaren wordt het project uitgewerkt en gezocht naar manieren om het om te zetten naar de praktijk.
Middellange termijn Op een periode van drie jaar wordt verwacht dat er tot minstens een verdubbeling van het aantal klanten in de sociale kruideniers is overgegaan. Het gaat met andere woorden over bijna 750 mensen in armoede. Dit kan gerealiseerd worden door een uitbreiding van het aantal winkelpunten of door een uitbreiding van het aantal openingsmomenten van de bestaande kruideniers. Het aanbod is ondertussen uitgebreid met zuivelproducten en verzorgingsproducten en dit met extra aandacht voor duurzame en lokale producten. De sociale kruideniers zijn een begrip in de stad. De inwoners weten waar de winkels en afhaalpunten voor staan en dragen indien mogelijk hun steentje bij, als klant of als vrijwilliger. Wat betreft infrastructuur worden op middellange termijn overgegaan tot een aantal investeringen. De sociale kruideniers zijn structureel ingebed in het Leuvense landschap.
Lange termijn Op de lange termijn wordt beoogd een zo groot mogelijke groep mensen in armoede te bereiken. Er wordt gewerkt aan minstens een verdriedubbeling van het startaantal. Het gaat dus over meer dan 1000 klanten. Daarenboven is er met de Leuvense sociale partners een manier gevonden om een structurele verlaging van de aankoopprijs voor de meest precaire groep te realiseren. De winkels
23
hebben een structureel aanbod dat voldoende uitgebreid is en dat aangepast is aan de noden van de doelgroepen.
Heel lange termijn Doorheen het hele initiatief blijft de Sociale Kruidenier de dialoog met het beleid aangaan om samen na te denken over hoe tot een structurele armoedebestrijding kan worden overgegaan, bijvoorbeeld door het verhogen van de leeflonen, realistische schuldbemiddeling,… De doelstelling op heel lange termijn is dat de sociale kruideniers overbodig zijn. Dit wordt toegevoegd omdat dit het belangrijkste streven blijft.
HET BELANG VAN DE COÖPERATIEVE VENNOOTSCHAP IN HET VERHAAL VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN De CVBA-VSO ‘Sociale Kruidenier Leuven’ stoelt op coöperatieve principes en de waarden die aan die coöperatie verbonden zijn van essentieel belang. Over welke waarden gaat het? Uit de publicatie ‘Samenwerken aan de toekomst – de kracht van coöperaties’ door Matthieu Vanhove, komen zes essentiële waarden voor de coöperatieve beweging naar voren. Deze zijn:
Zelfhulp Verantwoordelijkheidszin Democratie Gelijkheid Rechtvaardigheid Solidariteit
Deze zes waarden vormen samen de fundamenten van de coöperatieve beweging. Ze maken er de essentie van uit. Daarnaast moeten leden van coöperaties belang hechten aan ethische waarden als eerlijkheid, openheid en transparantie, maatschappelijke verantwoordelijkheid, aandacht en zorg voor anderen. Leren Ondernemen vzw heeft in zijn werking telkens het coöperatieve gedachtengoed centraal gesteld. Bij het overlopen van de essentiële waarden, wordt direct duidelijk dat er quasi volledig overlap is tussen de coöperatieve waarden en de waarden die essentieel zijn voor de Sociale Kruidenier Leuven. Een keuze voor een organisatie gebaseerd op coöperatieve principes ligt dus ook voor de hand. Onderstaand een verduidelijking:
Zelfhulp Het project ontstond bottom up, vanuit de concrete vraag van mensen in armoede om basisproducten tegen een lagere prijs aan te kopen. Op die manier kunnen basisbehoeftes vervuld worden. Aan de andere kant is Sociale Kruidenier Leuven ook het project bij uitstek om vorming en educatie rond duurzame en gezonde voeding aan te verbinden. Tegelijk biedt het ook mogelijkheden om werkervaring op te doen (voor verschillende statuten). Deze dragen rechtstreeks en onrechtstreeks bij tot een versterking van de doelgroep, zowel individueel als maatschappelijk.
Verantwoordelijkheidszin Het project Sociale Kruidenier Leuven is een verhaal van verantwoordelijkheidszin en medezeggenschap. Mensen in armoede en dus de klanten van de verschillende sociale kruideniers bepalen welke strategie ze wensen te realiseren. Tevens bieden de winkel- en afhaalpunten verschillende werkmogelijkheden. Deze dienen allebei onder meer om de betrokkenheid en de verantwoordelijkheid van de doelgroep ten opzichte van het project te vergroten.
24
Gelijkheid en democratie Iedereen heeft toegang tot de sociale kruideniers, ongeacht inkomenssituatie. De mensen in armoede betalen een lagere prijs. Iedereen kan tevens aandeelhouder van de CVBA-VSO worden (zie later). Omdat mensen in armoede de belangrijkste stakeholders zijn en zij minder kapitaalkrachtig zijn, kunnen zij aandelen aan een verlaagde prijs aankopen. Op die manier tracht de Sociale Kruidenier Leuven gelijkheid en democratie in de hand te werken.
Rechtvaardigheid Klanten van de Sociale Kruidenier Leuven betalen een rechtvaardige prijs voor de producten. Deze prijs is bepaald op basis van de individuele situatie van de klant. Daarenboven wordt er ook getracht om ook voor de producenten een eerlijke prijs te bekomen. Zeker wanneer de tweede fase van start gaat waarbij er samengewerkt wordt met lokale boeren, zal dit een essentieel element van de organisatie worden. Verder draagt het project bij tot een rechtvaardige herverdeling van rijkdom in de (Leuvense) samenleving.
Solidariteit Om de Sociale Kruidenier Leuven zelfbedruipend te organiseren (een van de hoofddoelen van dit project), is het aangewezen om de verschillende kruideniers open te stellen voor iedereen. Hierbij staat het inclusief gedachtengoed en het principe van rijken en minder rijken centraal. Doordat rijkere mensen een hogere prijs betalen, kan er een lagere prijs gevraagd worden aan de doelgroep. Zo kan een deel van het verlies gedekt worden of kunnen de operationele kosten vergoed worden. Zonder het bestaan van solidariteit kan het project financieel, maar ook maatschappelijk niet verder overleven.
De samenleving staat tegenwoordig voor een heel aantal maatschappelijke uitdagingen. Onderstaand een citaat dat terug gevonden kan worden op www.vlaandereninactie.be. … Vlaanderen staat voor grote maatschappelijke uitdagingen op vlak van demografie, globalisering en milieu. In het project ‘Vlaanderen in Actie’ formuleert de Vlaamse overheid het ambitieuze doel een innovatie gedreven, ecologisch duurzame en sociaal warme samenleving te realiseren en Vlaanderen daarmee naar de top 5 van de Europese regio’s te brengen (www.vlaandereninactie.be). De maatschappelijke uitdagingen zijn enorm, de overheidsmiddelen beperkt. De ambitieuze doelstellingen nopen tot het zoeken naar nieuwe antwoorden waarbij publieke en private actoren op een verantwoorde en verantwoordelijke manier samen werken. De overheid is kader scheppend, voorwaarden creërend en stuurt sterk aan op samenwerking en zelfredzaamheid. Men zoekt naar nieuwe modellen die noodzakelijke dienstverlening kunnen aanbieden, met garantie van kwaliteit, participatie en toegankelijkheid én met kwalitatieve bijdrage op vlak van tewerkstelling en duurzame ontwikkeling. Naast een oplossing voor het financieringsprobleem wil men tegelijkertijd participatie van gebruikers en werknemers realiseren en gezamenlijke verantwoordelijkheid en solidariteit en meer sociale cohesie bewerkstellingen. Er wordt gezocht naar nieuwe manieren om samen behoeften te bepalen en antwoorden erop te formuleren, samen verantwoordelijkheid op te nemen, samen te organiseren, beheren, controleren, samen te financieren. De nood groeit dus aan innovatieve organisatiemodellen die: Op een alternatieve manier financiële middelen ophalen in de markt en dit op een manier die lokale financiële verankering waarborgt. Daarbij dienstverlening aanbieden op een manier die de kwaliteit, de toegankelijkheid en de duurzaamheid van de dienstverlening doen primeren op korte termijn financieel gewin Beantwoorden aan de lokale noden van de gebruikers en de aanbieders Participatie van diverse stakeholders vorm geven Een kwalitatieve bijdrage op vlak van tewerkstelling bieden
25
Een (meer) optimaal antwoord bieden op huidige en toekomstige maatschappelijke noden binnen de principes van de sociale economie.’
De coöperatieve vennootschap kan hier het antwoord bieden. De kenmerken kunnen eveneens toegepast worden op de Sociale Kruidenier Leuven. De maatschappelijke uitdagingen voor de Sociale Kruidenier Leuven zijn:
Stijgende armoede: uit verschillende onderzoeken blijkt dat 1 op 10 Belgen onder de armoedegrens leeft (bron: Voortgangsrapport 2012 van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding). Voor kinderen gaat het zelfs over 1 op 4. Armoede is meer dan een gebrek aan geld of inkomen, het is een kluwen dat zich doorheen de verschillende vlakken van het leven kruist. Het gaat over gebrekkige huisvesting, ongezonde voeding, een slechte gezondheid, sociaal isolement,… In het geval van de Sociale Kruidenier Leuven gaat het ook over een gebrek aan voedselzekerheid.
Veranderd voedings- en landbouwsysteem: de laatste jaren is de kloof tussen consument, product en producenten erg vergroot. Dit is bijvoorbeeld te merken aan de producten die geconsumeerd worden, de producent houdt minder en minder rekening met de seizoenen, het aantal kilometers dat een product heeft afgelegd,… Door het hoge aanbod aan kant-en-klare maaltijden weten veel consumenten niet meer hoe de basisproducten eruit zien. Ook de producenten laten zich meer en meer beïnvloeden door de eisen van de markt die gecreëerd zijn door de reclamemakers. Producten met een gaatje of plooitje worden niet gekocht, dus ook direct vernietigt. (Koppenreportage, december 2011 en www.newfoodfrontier.be).
Stijgende voedselverspilling: in al de stappen van de voedselketen worden voedingswaren verspild en weggegooid. Uit onderzoek (Het Journaal, 19/01/2012, Studie Europese Unie, Interview Bart Staes) blijkt dat het meeste verspild wordt bij de consumenten zelf en in de grootwarenhuizen. In België wordt er jaarlijks 3,6 miljoen ton voeding weggegooid of vernietigd. Tegelijkertijd is er te weinig voedsel om de wereldbevolking te eten te geven. Het is een uitdaging om een evenwicht te vinden tussen voedselverspilling en de stijgende hongersnood.
De Sociale Kruidenier Leuven geeft een antwoord op deze maatschappelijke uitdagingen. De verschillende Leuvense sociale organisaties richten een winkel in als een deel van hun werking. De doelgroep, mensen in armoede, die ze reeds bereiken, kunnen gebruik maken van de dienstverlening. Het is tegelijkertijd de beste aangrijpbasis om het beleid te informeren en duidelijk te maken dat armoede een allesomvattend probleem is dat op verschillende vlakken aangepakt dient te worden. Doordat de verschillende sociale organisaties ook over andere basiswerkingen beschikt, kunnen de klanten van de kruideniers ook in deze deelwerkingen worden opgenomen. Op die manier wordt armoede op de allesomvattende manier benaderd die noodzakelijk is voor de complexiteit van het probleem. Daarnaast heeft de Sociale Kruidenier Leuven ook een educatief en vormend luik. Er wordt bij de samenstelling het aanbod maximaal rekening gehouden met de seizoenen, met de korte keten en de lokale dimensie. Op die manier wordt getracht op voeding terug dichter bij de gebruiker te brengen en wordt ecologie en duurzaamheid concreet ingevuld. Omdat de kruidenier gecombineerd wordt met andere projecten en basiswerkingen, kan er tot maatwerk worden overgegaan. Elke organisatie legt zijn eigen accenten en kan vormend werken op de manier die het beste aansluit bij de eigenheid van de organisatie. Zo loopt er op Leren Ondernemen vzw bijvoorbeeld een groenproject waarbij kinderen en volwassen in 1m2-bakken en in tuinen van buurtbewoners groenten en fruit telen. Een project als dit kan perfect gecombineerd worden met de kruidenier. Maar organisaties kunnen ook workshops en dergelijke organiseren. De concrete invulling hiervan wordt overgelaten aan de organisaties zelf.
26
Daarenboven wil de Sociale Kruidenier Leuven samenwerken met lokale winkels en boeren die hun overschotten op een maatschappelijk verantwoorde wijze willen verwerken in plaats van ze weg te gooien. De Sociale Kruidenier Leuven hoedt zich ervoor dat ze niet gebruikt wordt als afvalverwerker. De waardigheid van de doelgroep, maar ook van voeding staat hier voorop. Maar er kan perfect worden overgegaan tot aanvulling van het bestaande aanbod. Op Vlaams niveau wordt er bijvoorbeeld gewerkt aan een project waar deze overschotten op verantwoorde wijze worden verwerkt. Dit project wordt in de komende jaren verder uitgewerkt door Sociale Kruideniers Vlaanderen en Komosie (Koepel van MilieuOndernemers in de Sociale Economie). Het project Sociale Kruidenier Leuven maakt een verbinding tussen economie, sociaal en ecologie, de drie pijlers van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarenboven zou deze coöperatie de eerste zijn die mensen in armoede als centrale en belangrijkste stakeholders ziet. Er wordt pionierswerk verricht wat betreft doelgroep en zoektocht naar een bevattend antwoord op deze nieuwe maatschappelijke realiteit. Dit maakt het project zo boeiend. Tegelijk behoudt het project een erg nauwe band met de doelgroep: zij zijn diegene die aangeven welke producten ze in de winkels wensen, welke activiteiten zinvol zijn,… Het is een gepast antwoord op hun noden en beschouwt hen als volwaardige partners.
DE BEPERKINGEN VAN DE COOPERATIEVE VENNOOTSCHAP IN HET VERHAAL VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN De keuze voor een coöperatie is eerder vanzelfsprekend, maar houdt echter ook beperkingen in. Onderstaand een korte opsomming:
Mensen in armoede als centrale stakeholders, maar met een beperkt budget De meest voor de hand liggende beperking is dat de belangrijkste stakeholders in dit verhaal, slechts over een beperkt budget beschikken. Met andere woorden, zullen zij moeilijker in staat zijn om aandelen aan te kopen, wat essentieel is in het geheel van dit project. Deze op het eerste doorslaggevende beperking, kan echter eenvoudig opgelost worden. Er zullen bepaalde aandelen in de coöperatie voorbehouden zijn voor mensen in armoede. Deze aandelen kunnen aangekocht worden voor 5 euro. Op die manier kunnen ook mensen in armoede volwaardig deelnemen aan deze structuur. Zie later voor de concrete uitwerking van de aandeelstructuur.
Onbekend in onbemind De coöperatie is de ideale organisatievorm om verschillende voedingsactoren samen te brengen en gezamenlijk te werken aan een nieuw landbouw- en voedingssysteem. In de praktijk is deze samenwerking echter niet zo evident. De achterliggende ideeën van de coöperatie, de mogelijkheden, de krachtpunten zijn voorlopig nog onvoldoende gekend bij de verschillende actoren, zodat een echt samenwerken bemoeilijkt wordt. Projectoproepen als deze dragen bij tot het opnieuw bekend maken van de organisatievorm waardoor mogelijks een aantal vooroordelen doorbroken kunnen worden. Aan de andere kant is het ook erg opvallend dat de ondersteunde partners (met uitzondering van de sociale organisaties) moeilijk te overtuigen zijn van de intenties van de doelgroep. Uit deze gesprekken kwamen dezelfde vooroordelen telkens terug: de doelgroep is niet geïnteresseerd in aankoop van aandelen, ze hebben geen nood aan inspraak in de organisatie,… Dat dit project in casu een initiatief is van de doelgroep lijkt geen doorslaggevend argument. Bij de uitwerking van de
27
coöperatie wordt het nog een opgave om derden te overtuigen van het nut en de inbreng die mensen in armoede kunnen geven.
Combinatie sociaal werk en economie is niet evident te organiseren De sterkte van de coöperatie is dat de organisatievorm het mogelijk maakt om de sociale en economische dimensie met elkaar te verenigen, zonder dat een van beide dimensies de bovenhand krijgt. Uit verschillende gesprekken met mogelijke partners en stakeholders blijkt het geen sinecure om beide te verenigen. Vooral in de sociale sector wordt op veel weerstand gestoten. De grootste angst is dat de doelgroep uit het oog verloren wordt, van zodra economische principes hun intrede doen. Het is geen evidentie om de stakeholders uit de sociale sector te overtuigen dat beide perfect combineerbaar zijn. Tegelijkertijd is het een kunst om in een economisch verhaal de noden van de doelgroep niet uit het oog te verliezen. Het is een continue balanceren en blijvend op zoek gaan naar het juiste evenwicht.
DE BELANGRIJKSTE KERNWAARDEN VAN DE COÖPERATIEVE VENNOOTSCHAP IN HET VERHAAL VAN DE SOCIALE KRUIDENIER Doorheen het businessplan is de nodige aandacht besteed aan coöperatieve waarden en het belang ervan voor de Sociale Kruidenier. Onderstaand vindt u een drietal kernwaarden terug die van belang zijn in een coöperatie, maar die ook voor de Sociale Kruidenier Leuven van doorslaggevend belang zijn.
Participatie en mede eigenaarschap Een van de belangrijkste kernwaarden van de coöperatie is het belang van participatie en mede eigenaarschap. Dit is terug te vinden in de visie van Sociale Kruidenier Leuven, namelijk: ‘door het inbouwen en organiseren van participatie van mensen in armoede in het dagelijks functioneren en het bestuur van de Sociale Kruidenier Leuven, worden mensen in armoede als volwaardige partner betrokken en geven ze mee vorm aan dit project. De Sociale Kruidenier Leuven organiseert zich hiervoor volgens coöperatieve principes. Daarnaast streeft ze ook naar een breed netwerk van sociale partners die een sterke band hebben met mensen in armoede om vanuit deze expertise een zo groot mogelijk groep mensen in armoede een stem te geven in de uitbouw van dit project. Ten slotte wil ze ook een winkel zijn die sterk ingebed is in de bredere maatschappij. Er wordt dan ook intensief gewerkt aan gemeenschapsvorming en solidariteit. ’
Duurzaamheid Duurzaamheid speelt een erg belangrijke rol en vormt de rode draad doorheen dit project. Begrippen als duurzaamheid, korte keten, lokaal en biologisch staan centraal. Tegelijkertijd zoekt de Sociale Kruidenier Leuven ook naar manieren om voedselverspilling tegen te gaan en op die manier de afvalberg te verkleinen.
Toegankelijkheid De sociale kruideniers zijn voor iedereen toegankelijk: voor mensen in armoede, buurtbewoners, personeel,… Afhankelijk van de inkomenssituatie kunnen de producten tegen een andere prijs worden aangekocht. Tegelijk wordt er tijdens de openingsuren van de winkels/afhaalpunten maximaal gezorgd
28
voor het wegwerken van mogelijke drempels en biedt het de sociale organisaties de kans om klanten te laten kennismaken met de andere deelwerkingen van de organisatie.
29
OMGEVINGSANALYSE
30
OMGEVINGSANALYSE De slagkracht van een toekomstige coöperatie wordt enerzijds bepaald door de mate waarop ze inspeelt op (maatschappelijke) behoeften en anderzijds hoe de eigenheid van de organisatie slim aanwendt om hierop in te spelen. Om dit te analyseren voor de Sociale Kruidenier Leuven werd onderstaande SWOT-analyse opgesteld. Vervolgens wordt stilgestaan bij de verschillende sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen. SWOT-ANALYSE
Hulpvol ten opzichte van Schadelijk ten opzichte van het doel het doel Interne herkomst
Externe herkomst
Sterktes Ervaring met coöperaties uit de praktijk – CVBA Valkerij Grote kennis van doelgroep bij de sociale organisaties – brede gedragenheid Sterk partnerschap – uitgebreide expertise Uniek project – pioniersproject voor België Bereiken van een unieke sociale mix, bevordering van de sociale cohesie Kwalitatief, aantrekkelijk aanbod voor de doelgroep Kansen Middelen Stedenfonds Grote interesse naar een passend antwoord op voedseltekort en voedselverspilling Grote interesse naar maatschappelijk verantwoord ondernemen bij bedrijven. Imago bevorderend – aantrekkelijk naar buiten komen met de doelgroep
Zwaktes Evenwicht behouden tussen economische en sociale aspecten Verhaal komt iets te vroeg Evenwicht in budget sterk afhankelijk van bereikte klantengroepen Nog geen eindverantwoordelijke/ Coördinator Prijszetting mogelijk concurrentieel met reguliere grootwarenhuizen
Bedreigingen Beleidsmatig en maatschappelijk verminderende interesse voor doelgroep Economische crisis stijgende vraag aan voeding, maar ook protectionistische houding van winkelketens – angst voor concurrentie? Pioniersproject – verloop van project volledig onduidelijk
KANSEN Onderstaand vindt u verdere duiding bij de grootste opportuniteiten/trends en ontwikkelingen die zich in de samenleving voordoen en die de oprichting en de werking van de coöperatie in de sector de wind in de zeilen kunnen geven.
Toegekende middelen uit Stedenfonds Leuven
31
De stad Leuven ondersteunt het project ‘Sociale Kruidenier Leuven’. Het project werd in de maand mei van 2012 voorgesteld aan de schepenen van Welzijn en Economie en aan de directeur Sociale Zaken van het OCMW. Na voorlegging van het financieel plan werd er 50 000 euro vrijgemaakt voor de opstart van het project. Dit bedrag zal gedurende een jaar worden vrijgemaakt en kan gebruikt worden voor loonkosten en eerste werkings- en investeringskosten. Deze middelen geven het project de kans om in een eerste fase op ontdekking te gaan en zijn een financiële meevaller voor het eerste werkingsjaar.
Stijgende interesse voor een passend antwoord voor tekort aan voeding en voedselverspilling De voorbije maanden heeft het thema ‘voedselverlies’ sterk aan terrein gewonnen, onder andere door het verhaal van de muffinman Steven De Geynst. Op 22 maart 2010 werd hij aangehouden nadat hij twee zakken misbakken muffins uit een afvalcontainer op een parking haalde. Ruim een jaar later werd hij veroordeeld tot zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met drie jaar uitstel. Later werd hij in beroep vrijgesproken. Er kwam veel reactie op deze case, zowel van warenhuizen, van burgers als van de politiek. Het debat rond voedselverspilling werd nog nooit zo sterk gevoerd. Dit heeft zijn weerslag in onder andere de verkiezingsprogramma’s van de partijen. De samenleving wordt uitgedaagd om stil te staan bij de voedselverspilling en wordt op zijn verantwoordelijkheid gewezen. De sociale kruidenier kan in het politiek debat rond voedselverspilling op steun rekenen en wordt door velen beschouwd als een oplossing. In dit huidige klimaat kan er nagedacht worden over de toekomst van de kruideniers, iets waar voorheen minder aandacht aan besteed werd. Zo heeft het Kabinet Lieten sinds enkele maanden de voedselactoren samengeroepen om te bekijken of welke manier er kan samengewerkt worden. Verder werd gestart met een pilootproject om bijna vervallen producten uit de winkelrekken te halen en te verdelen onder de meest hulpbehoevenden. Deze voorbeelden geven duidelijk aan dat de samenleving klaar is om na te denken over het thema en kunnen een eerste stap zijn in een mental shift in de huidige consumptiemaatschappij.
Tendens waarbij de koppeling economie, sociaal en ecologie aan interesse wint De laatste jaren wint Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen steeds meer terrein. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) kan als volgt omschreven worden: een continu verbeteringsproces waarbij ondernemingen vrijwillig en op systematische wijze economische, milieuen sociale overwegingen op een geïntegreerde manier in de gehele bedrijfsvoering opnemen, waarbij overleg met stakeholders, of belanghebbenden, van de onderneming deel uitmaakt van dit proces. Steeds meer bedrijven trachten MVO in hun bedrijfsbeleid te implementeren. Dit maakt een samenwerking met de Sociale Kruidenier Leuven, die eveneens deze drie pijlers bevat, gemakkelijker te ondersteunen. Concreet werden het project ondersteund door PwC (PriceWater House Cooper) die in kader van MVO de kruidenier ondersteund hebben bij het opmaken van het businessplan. Maar ook producenten, boeren, … zijn het project genegen, net omwille van deze insteek.
Bereik van een unieke sociale mix – bevordering van de sociale cohesie De sociale winkel- en afhaalpunten is een van de eerste projecten in Vlaanderen die zich richt op verschillende groepen en verschillende lagen in de bevolking. Zowel mensen in armoede, als buurtbewoners, als personeel worden in het project aangesproken. Doordat het geheel ingebed in andere basiswerkingen van de sociale organisaties, zullen ook in deze deelwerkingen nieuwe klanten worden betrokken.
32
BEDREIGINGEN Onderstaand vindt u verdere duiding bij de drie grootste externe bedreigingen die zich in de samenleving voordien en die de oprichting en of de werking van de coöperatie belemmeren of onmogelijk maken.
Verminderde interesse voor doelgroep / vooroordelen ten aanzien van de doelgroep In een vorig deel werd reeds aangehaald dat er ten aanzien van de doelgroep een heel aantal vooroordelen bestaan. Zij zouden geen interesse hebben om een aandeel aan te kopen, zouden inspraak in de organisatie niet nodig vinden. Uit de ervaring van de praktijk blijkt echter dat de doelgroep vragende partij is voor een initiatief als dit, dat ze zelf vorm kunnen geven en dat aangepast is aan de eigen noden. Het is echter niet evident om deze vooroordelen te counteren. Verder is het heel moeilijk om de doelgroep te bepalen en de noden duidelijk in kaart te brengen. Het gaat over een sterk heterogene groep waar beleidsmatig weinig interesse wordt getoond: vluchtelingen, asielzoekers, kansarmen, allochtonen,…
De economische crisis en de protectionistische houding van de grootwarenhuizen De eerste jaren van het bestaan van initiatieven als de sociale kruidenier, konden er eenvoudiger samenwerkingsverbanden met grootwarenhuizen gesloten worden. In de vzw Sociale Kruideniers Vlaanderen worden verschillende sociale kruideniers verenigd. Het valt direct op dat de eerste initiatieven het meeste samenwerkingsverbanden hebben, de nieuwe initiatieven worden minder gemakkelijk opgezet. De reden hiervoor ligt volgens vele bij de economische crisis. Daarenboven zijn er een aantal winkelketens die de achterliggende idee van de sociale kruidenier niet genegen zijn en reeds overeenkomsten hebben met de traditionele voedselbedelingsvormen. Omdat de sociale kruidenier een deel van haar producten verkoopt, vrezen zij voor concurrentie. De sociale kruidenier is als initiatief voorlopig nog onvoldoende gekend om de vooroordelen te doorbreken. Zowel de vzw Sociale Kruideniers Vlaanderen als de afzonderlijke sociale kruideniers blijven de gesprekken met de partners aangaan.
Concurrentievervalsing Een veel gehoorde vrees bij eventuele stakeholders, is die van concurrentievervalsing. Uit de korte samenvatting van het project werd duidelijk dat er een sociale mix van klanten zou zijn. Dit wil zeggen dat de sociale kruidenier zich ook op het reguliere economische circuit begeeft, maar wel enkele economische voordelen heeft: mogelijks verlaagde vennootschapsbelasting, samenwerking met sociale economiebedrijven,… Dit stuk werd onderzocht en vormt volgens een adviseur van VOSEC geen probleem, zolang de reguliere klanten een marktconforme prijs betalen. Toch hebben sommige partners koudwatervrees om effectief mee in het project te stappen.
Pioniersproject – geen voorbeeld, moeilijk in te schatten of andere groep mensen gevonden kan worden. – afwachtende houding belangrijke stakeholders De Sociale Kruidenier Leuven is het eerste project waarbij de doelgroep mensen in armoede centraal wordt geplaatst en als belangrijkste stakeholder wordt beschouwd. Het is ook het eerste project dat op lokaal niveau naar een zo breed mogelijke dekking zoekt en dat sociale kruideniers zullen geopend worden, geënt op verschillende sociale organisaties. Dat heeft veel voordelen, pionierswerk verrichten is dankbaar en het project biedt een toegevoegde waarde voor de Stad Leuven. Tegelijkertijd wilt het ook zeggen dat er geen best practises zijn waar het project te kijk kan gaan. Het is een zoektocht van vallen en opstaan. Hoogstwaarschijnlijk zal het project veel kinderziektes bevatten die van zodra het
33
project opgestart is naar voren zullen komen. Deze zullen ad hoc opgelost moeten worden. Aan de andere kant wordt duidelijk dat er veel potentiele stakeholders zijn die geïnteresseerd zijn in het project en een eventuele samenwerking zien zitten. Zij gaan echter nog niet in zee met de CVBA-VSO omdat ze eerst willen bekijken hoe het project zal evolueren. Vermits er geen voorbeelden zijn, weten ze niet wat ze moeten verwachten. Zeker voor investeerders speelt dit een belangrijke rol. STERKTES Onderstaand vindt u duiding bij de sterktes van de Sociale Kruidenier Leuven die bijdroegen tot de oprichting en de werking.
Ervaring uit de bestaande praktijk, zowel voor het uitbaten van een sociale kruidenier als met coöperaties Momenteel bestaat er reeds een sociale kruidenier, Leo> op Leren Ondernemen vzw. Hier heeft men al heel wat praktische expertise opgedaan die nuttig is voor de opbouw van dit coöperatief model. In de praktijk zorgt dit ervoor dat het nieuwe project niet vanuit het ijle, maar vanuit de concrete dagdagelijkse werking verder uitgebouwd kan worden. Het biedt de kans om bepaalde valkuilen te voorkomen en bepaalde stappen over te slaan of net extra bij stil te staan. Daarnaast maakt de vereniging Leren Ondernemen vzw deel uit van CVBA Valkerij. De organisatie heeft met andere woorden de nodige ervaring met de werking van coöperaties en zoals reeds duidelijk werd, zijn coöperatieve en participatieve principes inherent deel van de werking.
Grote kennis van de doelgroep door verschillende organisaties – brede gedragenheid Via de stuurgroep Sociale Kruidenier Leuven worden de belangrijkste sociale partners uit Leuven samengebracht. Doorheen hun werking richten ze zich allemaal op een verschillende doelgroep. Het gaat immers over een erg heterogene groep waar de verschillen om een aangepaste aanpak vragen. Doordat er op verschillende locaties in Leuven kruideniers zullen geopend worden die geënt zijn op de bestaande sociale organisaties, kunnen de organisaties de door hun opgebouwde expertise gebruiken. Tijdens de bijeenkomsten van de stuurgroep kunnen best practises worden uitgewisseld waardoor er ten volle wordt ingespeeld op de noden van de doelgroep.
Sterk partnerschap en een netwerk met veel expertise Uit voorgaande werd duidelijk dat er heel wat expertise te vinden is, zowel binnen als buiten de organisatie. De stuurgroep zorgt voor de kennis over doelgroep, maar ook op Vlaams niveau wordt overlegd (Sociale Kruideniers Vlaanderen vzw). Deze expertise blijft echter op niveau van het sociale. Er zijn veel aspecten waar deze organisaties minder bekend mee zijn. Het gaat over het financieel plan, over de organisatievorm,… Doorheen de uitwerking van het project zag de projectcoördinator zich ondersteund door verschillende experten ter zake. Het gaat onder andere over: PWC (in kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen gaven zij advies over de verdere uitwerking van het financieel plan), Coopburo, Febecoop (beide organisaties zorgden voor de inhoudelijke ondersteuning en keuze voor de organisatievorm), Curia,… (zie verder voor een uitgebreide lijst van geconsulteerde partners).
Bereiken van een unieke sociale mix, bevorderen van de sociale cohesie De verschillende sociale kruideniers zullen zich in hun werking richten op verschillende doelgroepen, zowel binnen de heterogene groep mensen in armoede, maar ook buurtbewoners en andere
34
sympathisanten zullen klant kunnen zijn bij de kruidenier. Dit is uniek, een plaats waar verschillende groepen met elkaar in contact komen en met elkaar in dialoog kunnen gaan. Een initiatief als dit, draagt bij tot het bevorderen van de sociale cohesie in Leuven en een uitwisseling tussen verschillende groepen. Op die manier kunnen bijvoorbeeld de bestaande vooroordelen omtrent mensen in armoede, maar ook bestaand isolement doorbroken worden.
ZWAKTES Onderstaand vindt u duiding bij de interne zwakte punten die remmend werken met betrekking tot de oprichting of werking van de coöperatie.
Combinatie sociaal en economisch aspect: niet eenvoudig om een evenwicht te bewaren Zoals reeds eerder werd aangegeven is het niet eenvoudig om het sociale en het economische aspect met elkaar te verbinden. In het sociale werkveld is het een opgave om aan te tonen dat een sociaal verhaal perfect kan gecombineerd worden met een economisch verhaal. Aan de economische experten moet de doelgroep telkens opnieuw centraal gezet worden. Beide partijen hebben niet de expertise om beide moeiteloos met elkaar te verbinden. Het is de taak van de projectverantwoordelijke en later van de coördinator om het evenwicht tussen beide in stand te houden.
Verhaal komt iets te vroeg – nog veel projecten in de pipeline De huidige tijdsgeest draagt bij tot een mental shift waar er meer en meer wordt nagedacht over voedselverspilling, ecologie en duurzaamheid. Er zijn enorm veel zich ontwikkelende projecten die versterkend kunnen zijn voor de Sociale Kruidenier Leuven. Deze projecten zijn echter nog in ontwikkeling, waardoor een definitieve samenwerking niet structureel kan verankerd worden. Voor de Sociale Kruidenier Leuven gaat het onder andere over het project ‘Open Schuur’ dat ondersteund wordt de provincie Vlaams-Brabant (zie bijlage 2), een samenwerking met de Voedselteams, het pilootproject rond het ophalen van overschotten in de grootwarenhuizen (Kabinet Lieten), de opstart van een kinderboerderij en zelfoogstboerderij in de Abdij van ‘t Park in Heverlee, maar ook op verschillende andere plaatsen,…
Evenwicht in budget is sterk afhankelijk van de bereikte klantengroepen In het laatste hoofdstuk van het businessplan vindt u het financieel plan terug en krijgt u een overzicht van het aantal klanten die in elke groep moeten bereikt worden. Om het geheel financieel sterk te houden, zijn er per week 150 ‘rijke’ klanten nodig. Dit wil zeggen dat er per winkelpunt minstens 25 klanten per week inkopen moeten doen. Dit is geen onoverkomelijk aantal, maar het is wel noodzakelijk om een financieel evenwicht te kunnen bekomen. Als deze niet gevonden en bereikt worden, dan zal de kruidenier naar andere manieren moeten zoeken om project betaalbaar te houden.
Voorlopig nog geen coördinator voor de nieuwe organisatie Momenteel is er nog geen zicht op een coördinator die de dagelijkse leiding van de CVBA-VSO voor zijn rekening wilt nemen. Het functieprofiel (zie later) voor deze job is opgesteld. De selectiegesprekken starten in november 2012, zodat er tegen januari 2013 een coördinator aan de slag kan gaan.
35
Prijszetting mogelijk concurrentieel met reguliere grootwarenhuizen. De kans bestaat dat de reguliere grootwarenhuizen concurrentie van de Sociale Kruidenier Leuven krijgen. Hoe groot en hoe reëel deze is, zal pas vanaf januari 2013 kunnen ingeschat worden, maar het is belangrijk dat men zich van de mogelijkheid bewust is.
Hoe worden de sterktes gebruikt om volop in te spelen op de kansen? De grootste sterktes situeren zich op vlak van kennis en het beschikken over een groot netwerk. Tijdens het uitwerken van het project werd er maximaal ingezet op het uitbreiden van het netwerk. Door met verschillende partners een gesprek aan te gaan en ook hen enthousiast te maken voor het project, kon het project op veel bijval rekenen. Daarenboven werden verschillende scenario’s besproken, en voor elk van de scenario’s werd een gepast antwoord geformuleerd. Verder beschikken de verschillende sociale partners samen over enorm veel expertise over de doelgroep. Op die manier kan er ook effectief nagedacht worden over hoe de doelgroep het beste bereikt kan worden, welke pijnpunten aangepakt moeten worden. Door de ondersteuning van de Stad Leuven kan het project van start gaan en door de gedragenheid, de kennis en het brede netwerk zullen deze middelen zo efficiënt mogelijk ingezet kunnen worden. Hoe remedieert men de zwaktes om volop in te spelen op de kansen? Met dit project worden de eerste stappen gezet naar een organisatievorm waarbij sociale en economische aspecten met elkaar verenigd worden. Het is een pioniersproject voor Vlaanderen, waar vele soortgelijke organisaties ideeën uit kunnen putten. Het is niet altijd eenvoudig om de specifieke eigenheid van het project duidelijk te maken, sociale en economische aspecten verenigen vraagt een andere, voor velen, nieuwe visie. Doordat vele van de partners echter mee op zoek zijn naar een passend antwoord voor verspilling en voedseltekort, durven ze mee zoeken naar alternatieven. De brede gedragenheid en het grote netwerk van experten stellen daarin gerust. Met de middelen die vrijgemaakt worden door het Stedenfonds kan een coördinator aangesteld worden, die het nieuwe project mee vorm kan geven. Deze persoon heeft tevens als taak blijvend mee op zoek te gaan naar nieuwe klanten, leveranciers,… om de financiële structuur in evenwicht te houden. Er zal echter ook veel ‘al doende’ geleerd worden, terwijl het project loopt zal er ad hoc ingespeeld moeten worden op problemen die opzetten. Deze dynamiek is noodzakelijk voor het slagen van het project. Het geheel wordt voldoende omkaderd met de nodige juridische en financiële kennis. Deze zijn veelal afkomstig van externen. Op die manier kan men zich voldoende indekken tegen eventuele valkuilen. Hoe worden de sterktes gebruikt om de bedreigingen af te wenden? Coöperaties worden in de huidige tijdsgeest naar voren geschoven als één van de oplossingen om sociale en economische doelstellingen te verenigen. Doordat het project op zoek gaat naar een structurele oplossing voor het aanbod in de winkel, kan de kruidenier zelf als aankoper fungeren in plaats van de huidige situatie waar men afhankelijk is van giften. De sociale kruidenier moet een winkel worden die los van het reguliere (en dus van giften) functioneert en ook zonder deze giften over voldoende aanbod beschikken. Op die manier kan een volwaardige sociale mix bereikt worden. Het feit dat het een pioniersproject betreft, opent ook heel wat deuren. Zeker omdat al de partners over de nodige kennis beschikken. Dat kan derden gerust stellen. Er is hoe dan ook veel interesse in een volwaardige oplossing voor voedselverspilling.
36
Hoe worden de zwaktes geremedieerd om de bedreigingen af te wenden? Het evenwicht in het budget is sterk afhankelijk van de bereikte klantengroepen, aan de andere kant is het te bereiken aandeel niet onrealistisch. Als deze bereikt worden, is het geheel financieel leefbaar, kunnen eigen producten aangekocht worden en kan er een volwaardig alternatief voor de traditionele voedselbedelingen aan de mensen in armoede worden aangeboden. Er zal tijd, energie en geld geïnvesteerd moeten worden om deze aantallen effectief te kunnen bereiken. Hier toe zullen ook de nodige middelen worden ingezet. Denk aan communicatie, reclame, toonmomenten, … (zie later). Bedoeling is dat het project voldoende bekend geraakt bij de Leuvenaars en dat ze zich mee verantwoordelijk voelen voor het slagen van het project.
37
MARKETING EN COMMUNICATIE
38
MARKETING EN COMMUNICATIE Ook in een waardegedreven coöperatieve vennootschap moet het product of de dienst aan man/vrouw/gemeenschap gebracht worden, ook al is het streven naar winst ondergeschikt aan maatschappelijke doelstelling van de coöperatie en is de klant mogelijks vennoot. In dit stuk worden al elementen besproken die betrekking hebben op het succesvol op de markt brengen van de producten diensten van de sociale kruidenier.
de de de en
DE KLANTEN VAN DE SOCIALE WINKELPUNTEN EN SOCIALE AFHAALPUNTEN Geografische afbakening De sociale winkel- en afhaalpunten richten zich in de eerste fase uitsluitend tot inwoners van Groot-Leuven. Hiertoe behoren: -
Leuven Wilsele Kessel-lo Heverlee Wijgmaal Terbank Egenhoven
De winkel- en afhaalpunten zullen op verschillende plaatsen in Leuven en in de randgemeenten georganiseerd worden, namelijk: -
Afhaalpunt in buurtcentrum Wilsele- dorp in Wilsele Afhaalpunt in buurtcentrum Broek in Kessel-lo Afhaalpunt in buurtcentrum Sint Maartensdal in Leuven Afhaalpunt in buurtcentrum Mannenstraat in Leuven Afhaalpunt in buurthuis ’t Lampeke in Leuven (ridderstraat) Winkelpunt in CAW Leuven (de Meander – redingenstraat) Winkelpunt op Leren Ondernemen vzw in Leuven (Valkerijgang) – REEDS BESTAAND
De locaties van deze organisaties zijn niet toevallig: ze zijn gevestigd daar waar het meeste nood is aan buurtwerking en sociale dienstverlening. Uit de gegevens van de atlas achtergestelde buurten ( http://geo.kuleuven.be/geography/projects/atlasdeprivednbh/images/ppt-persconferentie.pdf) wordt direct duidelijk dat in het gros van deze buurten het hoogst aantal mensen onder de armoedegrens wonen. De punten zullen met andere woorden geopend worden in die buurten waar de nood aan een sociale kruidenier hoog is. Buurtwerking Casa Blanca in Kessel-lo is eveneens geïnteresseerd in de opstart van een afhaalpunt. Dit zal begin 2013 opnieuw bekeken worden en is afhankelijk van de beschikbare ruimte in hun nieuwe gebouwen en van de prioriteiten binnen het nieuwe meerjarenplan. Ook SPIT vzw en Wonen en Werken vzw toonde interesse voor het opstarten van een eigen kruidenier. Voorlopig werd hier nog niets concreets afgesproken, maar er wordt een continue dialoog aangegaan met deze mogelijke partners. Voor de verdere uitwerking van het project wordt ook blijvend uitgekeken naar nieuwe locaties voor een kruidenier.
39
In totaal wonen er in Leuven bijna 100 000 inwoners, waarvan er naar schatting bijna 6000 onder de armoedegrens leven (www.armoedebestrijding.be). Uit dit onderzoek blijkt dat het stadsgewest Leuven 9 achtergestelde buurten kent. Tabel: Aantal achtergestelde buurten en inwoners in deze buurten in 17 Belgische stadsgewesten Stadsgewest Aantal achtergestelde buurten Bevolking in deze buurten Brussel 295 503 549 Charleroi 274 257 906 Luik 267 280 959 Bergen 267 280 959 Antwerpen 76 156 361 La Louvière 102 96 891 Verviers 36 38 564 Namen 31 32 425 Gent 38 77 051 Doornik 28 25 135 Hasselt 15 26 278 Oostende 20 27 315 Kortrijk 11 9638 Leuven 9 5923 Sint-Niklaas 11 13 857 Mechelen 12 12 525 Brugge 4 2536 Totaal 1369 1 702 997 Bron: Vandermotten Christian, Kesteloot Christian, Ippersiel Bertrand e.a. (2007), Dynamische analyse van de buurten in moeilijkheden in de Belgische stadsgewesten, ULB, KUL, ICEDD, p.20.
Deze cijfers zijn reeds enkele jaren oud, plus het is nog maar de vraag of deze cijfers alomvattend zijn. In deze blauwdruk wordt ervan uit gegaan dat er 6000 mensen onder de armoedegrens leven. Onderstaand worden nog enkele andere cijfergegevens geduid die een idee geven van de heterogeniteit van de doelgroep. Deze informatie is afkomstig van het OCMW Leuven.
Aantal mensen die recht hebben op een leefloon in Groot-Leuven: 1230 gezinnen Aantal mensen in schuldbemiddeling in Groot-Leuven: 403 personen Aantal personen die aanspraak maken op inkomensgarantie voor ouderen of gewaarborgd inkomen voor bejaarden in Groot-Leuven ontvangen: 3233 personen Aantal personen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering, op basis van sociaal voordeel: jonger dan 65 jaar – 11 933 personen, ouder dan 65 jaar: 10 002 Aantal geboortes in kansarme gezinnen: 319 kinderen Aantal uitkeringsgerechtigde niet werkende werkzoekenden, deze bestaan uit verschillende categorieën: Werkzoekenden met werkloosheidsuitkeringsaanvraag: totaal 9930 (verplicht ingeschreven en kunnen aanspraak maken op een wacht of werkloosheidsuitkering) Schoolverlaters: totaal 1135 (In wachttijd alvorens aanspraak te kunnen maken op een wacht op werkloosheidsuitkering) Andere verplicht ingeschrevenen: totaal 1962 Onder andere werkzoekenden ten laste van het OCMW
Deze cijfers geven een idee over hoeveel mensen onder de armoedegrens leven, maar zijn geen exacte weergave van de situatie. Zoals eerder gezegd werd, is armoede een kluwen dat zich over verschillende
40
domeinen verspreid. Een betaalde job is geen garantie tegen armoede. Het is bijgevolg noodzakelijk om case per case te bekijken en de afgesproken criteria (zie later) toe te passen. De 9 buurten in Leuven waar het in het bovenstaand onderzoek over gaat, zijn vooral buurten in lichte moeilijkheden (4 van de 9) en buurten in gentrificatie (3 van de 9). Gentrificatie is een fenomeen waarbij een wat vervallen stadsdeel in enkele jaren verandert in een hippe buurt, waar steeds meer trendy mensen wonen of een zaak uitbaten. Het gevolg is vaak dat de huur- en koopprijzen zodanig de hoogte in gaan dat de oorspronkelijke bewoners de buurt moeten verlaten. Uit dit onderzoek valt vooral de noord-zuid structuur in Leuven op, met in het zuiden de meer welstellende bevolking en in het noorden de eerder kansarme buurten. De aanwezigheid van arbeidersbuurten in het Noorden van Leuven wordt vooral verklaard door de aanwezigheid van de industrie rond de Vaart (kanaal Leuven – Mechelen), nu gedomineerd door InBev Belgium N.V. en het feit dat de meerderheid van de sociale woningen hier gebouwd zijn, onder ander in Sint-Maartensdal. Soortgelijke buurten zijn terug te vinden in het centrum van Kessel-lo ten noordoosten van de stad. Denk aan de wijk Casa Blanca. Hier heeft men volgens het onderzoek te kampen met leegstand, mobiliteitsproblemen en een toenemend onveiligheidsgevoel. Recente tendensen tonen aan dat heel wat jonge gezinnen en starters op de arbeidsmarkt, interesse vertonen in deze arbeidersbuurten. Zij hebben het vermogen een oude woning te kopen en te renoveren met als gevolg dat de oorspronkelijke bevolking meer en meer verdrongen wordt. In de binnenstad treft men ook flats voor studenten aan, die in de praktijk worden ingenomen door kansarme huishoudens. Uit dit onderzoek blijkt tegelijk ook dat de universiteit, het secundaire onderwijs en de zetel van de Boerenbond voor een groot overgewicht van de tertiaire sector in Leuven zorgen. Daardoor blijft de achterstelling beperkt. Aan de andere kant is er een oververtegenwoordiging van vluchtelingen en asielzoekers veroorzaakt door het internationale karakter van de studentenbevolking. In het zuiden lokken Heverleebos en het Meerdaalwoud reeds lange tijd de Leuvense elite in hun richting tot Oud-Heverlee. De recente suburbanisatie is concentrisch rond de stad verspreid. De gemeenten Rotselaar, Lubbeek, Herent en Bierbeek combineren sinds de jaren 80 hun groen landschap met een goede autosnelwegaansluiting. Dit trekt een welstellende bevolking aan die soms evenzeer op Brussel als op Leuven gericht is. Helemaal in het zuiden van het stadsgewest valt een in de Leuvense context laag scorende buurt op, vooral op het vlak van tewerkstelling. Het gaat om een plattelandsbuurt van Oud-Heverlee, aan de rand van het woud, waar een camping met permanente bewoners staat en waarvan de inwoners meestal geen woon- en werkgelegenheid vinden in de stad. Demografie Uit onderzoek blijkt dat er steeds meer nood is aan voedselhulp. De vraag naar voedselhulp breekt records in België. Vandaag zijn er meer dan 117 440 landgenoten afhankelijk van voedselhulp, meer dan 3000 meer dan in 2010. Ook in Leuven stijgt de vraag naar voedselhulp. Onderstaand zijn enkele cijfergegevens terug te vinden uit 2007 die deze stijgende vraag naar voedselhulp aantonen. Er wordt verwacht dat deze trend zich verder zal doorzetten. Tabel: voedselhulp in België 1994-2007: ingezamelde hoeveelheid, aantal geholpen instellingen, aantal begunstigde hulpbehoevenden en handelswaarde. Jaar
Ingezamelde hoeveelheid ton)
(in
Aantal geholpen instellingen
Aantal begunstigde hulpbehoevenden
Handelwaarde (euro)
41
1994 4125 518 1995 3910 588 1996 5256 606 1997 5750 637 1998 6290 645 1999 6380 656 2000 7645 665 2001 7700 665 2002 6620 648 2003 8582 661 2004 9128 661 2005 8400 654 2006 9400 648 2007 12 000 653 Bron: Belgische Federatie van Voedselbanken
59 461 69 938 73 768 80 280 83 800 91 445 95 225 99 338 97 000 100 000 104 000 106 550 106 900 108 100
_ _ _ _ _ _ _ 12 105 000 16 135 000 20 800 000 23 000 000 21 300 000 21 600 000 27 900 000
Ook aan de hand van het aantal klanten in de sociale restaurants in België kan men concluderen dat er een stijgende nood is aan voedselhulp. In 2006 werden er in de 16 ‘restaurants met een hart’ die ons land telt (12 in Wallonië, 2 in Vlaanderen en 2 in Brussel) een derde meer maaltijden uitgedeeld dan in 2005. Het aantal gereserveerde maaltijden stijgt jaar na jaar : ongeveer 230 000 maaltijden in 2004, 285 382 in 2005 en meer dan 380 000 in 2006. Eigenheid De doelgroep mensen in armoede is een erg heterogene groep die niet eenduidig kan omschreven worden. Dat werd reeds duidelijk uit bovenstaande cijfers. Wel is het zo dat elke sociale organisatie in Leuven zich toespitst op een eigen doelgroep. Een opsomming:
Buurthuis ’t Lampeke: In het buurthuis komen verschillende mensen over de vloer die geïnteresseerd zijn in de sociale kruidenier. Ze geven zelf aan dat het voor hen interessant zou zijn om een eigen sociale kruidenier op te starten die geënt is op hun kinderwerking, Fabota. De ouders die hun kinderen daar ophalen, kunnen tegelijk boodschappen doen, of een voedselpakket meenemen. Voor het buurthuis kan dit gecombineerd worden met vorming rond duurzame en gezonde voeding.
CAW Leuven: Vanuit de stuurgroep richten zij zich op de meest kwetsbare groep in de samenleving, denk daarbij aan dak- en thuislozen, mensen met een ex-psychiatrische problematiek, (ex)gedetineerden, vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren. Het winkelpunt komt in aanvulling op het inloopcentrum De Meander, dat deze groep via ontmoeting, vorming en activiteiten een plek aanbiedt om opnieuw verbinding te vinden. Binnen het basisaanbod van de Meander zit ook een sociaal restaurant en de mogelijkheid voor de bezoekers om de keuken te gebruiken. Een winkelpunt van de sociaal kruidenier breidt dit aanbod nog uit en sluit naadloos aan bij de noden van de bereikte doelgroep. Daarnaast bereikt het CAW binnen zijn andere deelwerkingen zoals het vluchthuis, begeleid wonen en het JAC een groot, maatschappelijk kwetsbaar publiek dat baat heeft bij een aanbod sociaal kruidenier.
Leren Ondernemen vzw: vanuit de huidige praktijk worden er wekelijks 150 gezinnen bereikt. Zij besteden specifieke aandacht aan gezinnen met kinderen.
Buurtwerk stad Leuven: het buurtwerk richt zich op de buurtbewoners, een grote groep onder hen zijn senioren en mensen die aanspraak maken op een sociale woning (waar vaak nog extra problematiek aan verbonden is).
42
Integratiedienst: de integratiedienst is lid van de stuurgroep omwille van de woonwagenbewoners die zij vanuit hun werking maximaal proberen in te schakelen in de ruimere samenleving. Dit is een hele specifieke groep, met een eigen cultuur, die een eigen aanpak vraagt. Tegelijk wil de integratiedienst hen zoveel mogelijk inzetten in bestaande organisaties, om een deel van de vooroordelen rond deze groep te doorbreken. Het is echter niet eenvoudig hen van het woonwagenpark te krijgen. Een sociale kruidenier in een andere organisatie met bijhorende deelwerkingen kan hier wel toe bijdragen. Zij zijn geen vragende partij om een eigen kruidenier op te richten, omdat ze eigen doelstellingen hebben en hun doelgroep zoveel mogelijk willen inzetten in bestaande organisaties.
SPIT vzw/ Wonen en Werken vzw: zij zijn geïnteresseerd in een samenwerking met de sociale kruidenier maar kunnen hun mensen niet doorverwijzen naar Leo m>, de bestaande sociale kruidenier, omdat de openingsuren van de winkel niet passen binnen de werkuren van de arbeiders. Zij zijn mogelijks geïnteresseerd om een eigen afhaalpunt te organiseren of er worden openingsuren ingebouwd bij de nieuwe kruideniers die geen belemmering zijn voor hen.
Buurthuis Casa Blanca: Zij richten zich tot buurtbewoners, met speciale aandacht voor de meest kwetsbaren. Ze werken tegelijk op agogisch vlak met de mensen zelf, als aan beleidsbeïnvloeding samen met de bewoners. Enkele bewoners vinden de weg naar Leo m>, de sociale kruidenier op Leren Ondernemen vzw, maar dit vraagt een grote inspanning van hen om daar te geraken.
Doordat er verschillende winkels zullen worden geopend, kan de dienstverlening en het aanbod maximaal aangepast worden aan de eigenheid van de doelgroep zoals die gekend is bij de sociale organisatie en waar ze over de nodige expertise beschikken. Sociale klasse Er wordt gemikt op een ander type klant dan een zuiver commerciële speler zou doen. Het hoofdpubliek is mensen in armoede. Zij zijn per definitie niet kapitaalkrachtig, wat uit commercieel oogpunt weinig interessant is. De sociale kruideniers willen echter aan de noden van deze doelgroep voldoen en het contact tussen hen en de buurtbewoners versterken.
43
MARKETING De verschillende elementen van het marketingplan kunnen worden samengevat onder de zogenaamde ‘vier P’s van marketing’: product, prijs, plaats en promotie. PRODUCT OF DIENST: DE PRODUCTKENMERKEN Aanbod in producten In de sociale winkel- en afhaalpunten zal op korte termijn (fase 1) worden aangeboden:
Seizoengroenten Seizoenfruit Brood Aardappelen
Deze producten zullen zelf worden aangekocht. Naast deze zelf aangekochte producten, worden het aanbod aangevuld met een aantal gratis producten:
BIRB-producten Dit zijn een aantal basisproducten die ter beschikking worden gesteld door de Europese Unie in kader van armoedebestrijding. Het gaat over conserven, melk, rijst,… Deze steun zal op korte termijn worden afgebouwd en dan stopgezet. Deze producten kunnen enkel verdeeld worden onder mensen in armoede en kunnen niet meegegeven worden met de andere klanten.
Producten die gratis door grootwarenhuizen ter beschikking gesteld worden De huidige sociale kruidenier van Leren Ondernemen vzw heeft een aantal samenwerkingsverbanden met lokale grootwarenhuizen. Zij stellen producten ter beschikking die tegen de houdbaarheidsdatum zitten. Deze worden ook verdeeld onder de doelgroep. Deze samenwerkingen zijn interessant, maar leveren geen structureel aanbod. Het is echter een comfortabele manier om het (beperkte) aanbod voor de meest precaire doelgroep uit te breiden. Het is niet geheel duidelijk hoelang deze samenwerkingen zullen stand houden.
Het wordt direct duidelijk dat deze laatste twee sporen niet structureel zijn. De bedoeling van dit project is net een waardig en structureel alternatief te bieden. Er wordt dus maximaal gezocht naar manieren om een eigen aanbod te organiseren, om zelf leveranciers in te schakelen en zo een eigen circuit te starten. Daarnaast wil de Sociale Kruidenier Leuven speciale aandacht besteden aan de korte keten en aan duurzaamheid. Hiervoor worden gesprekken aangegaan met lokale boeren en producenten. In een eerste fase zullen de groenten en het fruit echter aangekocht worden bij de Veiling in Sint Katelijne Waver. De gesprekken met lokale actoren zijn volop bezig, maar nog in volle ontwikkeling. Om stilstand te vermijden, worden er in de eerste fase gestart met eigen aankoop bij de veiling. Wel wordt er volop rekening gehouden met de seizoenen om op die manier duurzaamheid en bewustzijn bij de doelgroep bij te brengen. Voor het brood wordt een samenwerking opgezet met De Brabander, een sociaal economie project in VlaamsBrabant die geïnteresseerd zijn in een samenwerking. In de tweede fase, op middellange termijn, wordt de lokale piste verder geïntegreerd in het project. Aanbod in diensten
44
De sociale kruideniers zijn echter veel meer dan louter winkel of afhaalpunten. Het is een plaats waar ontmoeting plaats vindt en waar die centraal staat. Het is daarnaast ook een plaats waar betaalde en vrijwillige arbeidsplaatsen gecreëerd worden en op basis van de output van deze ervaring wordt getracht armoede structureel te bestrijden. Deze drie laatste kenmerken zijn diensten die worden aangeboden aan de klanten. Deze diensten kunnen per organisatie apart ingevuld worden, afhankelijk van de infrastructuur waar de organisatie over beschikt. De meeste deelnemende organisaties beschikken over een sociaal restaurant of een gemeenschappelijke keuken. Deze kunnen gebruikt worden om vorming rond gezonde voeding te geven, geeft mensen de kans om recepten uit te wisselen, workshop te organiseren,… Het aanbod naar diensten wordt niet alleen bepaald door de infrastructuur van de organisatie, maar vooral door de vraag van de klanten. Waar hebben zij nood aan? Wat zouden zij graag zelf op poten zetten? Voorbeeld: In 2013 gaat Leren Ondernemen vzw van start met een project met naam ‘Wiege wiege Winkeltje’. Het project richt zich in eerste instantie op de gezinnen met kinderen in armoede, maar kan vanzelfsprekend worden uitgebreid naar de andere doelgroepen. Zij zullen in de ontmoetingsruimte van de sociale kruidenier, op bepaalde momenten tijdens de maand, informatie geven aan mensen in armoede. Het is een samenwerking met verschillende andere basiswerkingen in Leuven. Zo zullen de energiesnoeiers tips geven om te besparen op de energiefactuur, zullen deelwerkingen van het huis van het kind jonge gezinnen gerichter helpen,… Conclusie: de unieke marktpositie (unique selling proposition) wordt bepaald door de combinatie van volgende elementen: -
Gezonde basisproducten Boodschappen doen is meer dan een economische activiteit – er is aandacht voor het sociale luik en voor tewerkstelling Aandacht voor een bottom up benadering
PRIJS: prijszetting, betalingsvoorwaarden, kortingen,… Voor het bepalen van de prijs in dit project, zijn er twee criteria waar rekening mee gehouden moet worden. Ten eerste, de juridische bepalingen met betrekking tot het verkopen van producten en ten tweede, de specifieke eigenheid van de groep di. een gebrek aan middelen. JURIDISCHE BEPALINGEN Verbod op verkoop met verlies Bij het verkopen van producten moet rekening gehouden worden met deze beperking, er mag niet verkocht worden met verlies. Onderstaand zijn de wettelijke bepalingen terug te vinden, deze werden geleverd door Curia. De wettelijke bepalingen inzake verkoop met verlies zijn opgenomen in de artikelen 101 en 102 van de Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (hierna WMPC genoemd, voor deze artikelen zie onder). Artikel 101 bepaalt dat het elke onderneming verboden is om goederen met verlies te koop aan te bieden of ze te verkopen. Belangrijk om aan te stippen is dat deze bepalingen gelden voor alle ondernemingen en niet enkel voor commerciële handelaars. Deze bepaling zijn dus ook van toepassing op een vzw, cvba-vso,…
45
Onder een verkoop met verlies wordt een verkoop aan een prijs die onder de bevoorradingsprijs (d.i. de prijs die men aan de leverancier dient te betalen voor de goederen) ligt verstaan. Van deze bevoorradingsprijs mogen wel toegekende en definitieve kortingen afgetrokken worden. Concreet gaat het over kortingen die de leverancier van de goederen onvoorwaardelijk heeft toegekend aan de onderneming. Een verkoopprijs die lager is dan de factuurprijs impliceert niet automatisch dat er een verkoop met verlies is. Indien de prijs die de onderneming zou moeten betalen bij herbevoorrading (d.i. de zogeheten herbevoorradingsprijs) lager is dan de factuurprijs, moet rekening gehouden worden met deze herbevoorradingsprijs en niet met de factuurprijs. Er is slechts sprake van verkoop met verlies indien de verkoopprijs lager zou liggen dan de herbevoorradingsprijs. Deze regel is ingegeven vanuit de gedachte dat ondernemingen met een grote stock niet in een slechtere concurrentiepositie zouden terecht komen dan ondernemingen die zich hebben kunnen herbevoorraden tegen gunstigere prijzen. Uit het advies van Curia blijkt dat het belangrijk is om voor ogen te houden dat de beoordeling van een verkoop met verlies goed per goed gebeurt. Het volstaat dat één goed met verlies wordt verkocht om een schending van de WMPC op te leveren. De rechtspraak en de rechtsleer zijn het erover eens dat het verlies bij de verkoop van één goed niet gecompenseerd kan worden met de winst bij de verkoop van andere goederen. De gemiddelde winstmarge over de verkoop van alle goederen is dus bijgevolg irrelevant. Indien het echter gaat om een gezamenlijk aanbod (bijvoorbeeld één prijs voor een gezamenlijk aanbod van een brood, groenten en een brik melk) geldt het verbod niet afzonderlijk, maar voor het hele aanbod. In dit geval is het dus wel toegestaan om de winst met het verlies van de afzonderlijke producten te compenseren. Op het verbod van verkoop met verlies bestaan een aantal wettelijke uitzonderingen. Deze uitzonderingen staan beschreven in artikel 102 WMPC: Goederen die uitverkocht worden of in het kader van een opruiming verkocht worden. Goederen die niet langer bewaard kunnen worden (het gaat hier bijvoorbeeld over goederen die gelet op het zeer snel naderen van de houdbaarheidsdatum dringend verkocht moeten worden). Goederen die de onderneming, ten gevolge van externe omstandigheden, redelijkerwijze niet meer kan verkopen tegen een prijs die gelijk aan of hoger dan de aankoopprijs ervan (het gaat hier bijvoorbeeld over goederen die ingevolge een wijziging in techniek of aankoopgedrag niet meer met winst, verkocht kunnen worden). Goederen waarvan de verkoopprijs, om dwingende redenen van mededinging, wordt afgestemd op de prijs die door de concurrentie voor hetzelfde of een concurrerend goed gevraagd wordt (in de Memorie van Toelichting bij de WMPC wordt volgende bestaansreden voor deze uitzondering gegeven: deze uitzondering geldt voor ondernemingen die vermoeden dat de prijs die de concurrentie toepast voor die concurrenten verlieslatende prijs is die geen aanspraak kan maken op een uitzondering. Uiteraard kan men in dat geval een vordering instellen voor de rechtbank, maar dit kan een tijdrovende bezigheid zijn. Volgens het advies van Curia is geen enkele van de uitzonderingen op het verbod van verkoop met verlies op de Sociale Kruidenier Leuven van toepassing op een permanente basis. Sporadisch kan er wel gebruik gemaakt worden van de uitzondering voor bederfbare waren die de houdbaarheidsdatum naderen. De wettelijke bepalingen zijn: ARTIKEL 101 WMPC § 1. Het is elke onderneming verboden goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen.
46
Als een verkoop met verlies wordt beschouwd, elke verkoop tegen een prijs die niet ten minste gelijk is aan de prijs waartegen de onderneming het goed heeft gekocht of die de onderneming zou moeten betalen bij herbevoorrading, na aftrek van eventuele toegekende en definitief verworven kortingen. Om uit te maken of er verkoop met verlies is, wordt geen rekening gehouden met kortingen die, al dan niet uitsluitend, toegekend worden in ruil voor verbintenissen van de onderneming andere dan de aankoop van goederen. §2. In geval van gezamenlijk aanbod van verscheidene, al dan niet identieke goederen, geldt het verbod bedoeld in § 1, eerste lid, slechts wanneer het aanbod in zijn geheel een verkoop met verlies uitmaakt. ARTIKEL 102 WMPC § 1. Het in artikel 101, §1, eerste lid, bedoelde verbod geldt evenwel niet: 1° voor goederen die uitverkocht worden of in het kader van een opruiming verkocht worden; 2° voor goederen die niet langer bewaard kunnen worden; 3° voor goederen die de onderneming, ten gevolge van externe omstandigheden, redelijkerwijze niet meer kan verkopen tegen een prijs gelijk aan of hoger dan de aankoopprijs ervan; 4° voor goederen waarvan de verkoopprijs, om dwingende redenen van mededinging, wordt afgestemd op de prijs die door de concurrentie voor hetzelfde of een concurrerend goed gevraagd wordt. § 2. De contractuele bedingen waarbij verkoop met verlies aan de consument wordt verboden, kunnen niet ingeroepen worden tegen degene die het goed verkoopt in de gevallen bedoeld onder §1.
EIGENHEID VAN DE GROEP De specificiteit van de groep ligt hem in het gebrek aan middelen. Er moet dus naar manieren gezocht worden om hen de producten aan te bieden aan een sterk verlaagde prijs, met de juridische regels in acht genomen. An de andere kant staat de financiële leefbaarheid van het project ook centraal en moet er nagedacht worden over manieren om het gederfde verlies van de doelgroep elders te compenseren. Hiertoe wordt een solidaire mix van klanten opgesteld, een groep ‘rijken’ die de marktconforme prijs betalen, en de groep mensen in armoede die de aankoopprijs (eventueel met surplus) betalen. Voor het bepalen van de prijs worden er drie groepen klanten in acht genomen:
Groep 1: mensen in armoede – prijs: aankoopprijs plus 20 procent surplus Groep 2: mensen in armoede – meest precaire groep voor wie de prijs van de sociale kruideniers zoals bepaald in groep 1, nog te hoog is. – prijs: aankoopprijs Groep 3: mensen die niet tot een andere groep behoren – prijs: marktconforme prijs
De prijszetting Groep 1: Mensen in armoede Om tot een omschrijving te komen van deze groep, worden er een aantal uitgangspunten genomen die als criteria kunnen dienen. Let wel, deze criteria zijn niet eenduidig te gebruiken. Armoede is meer dan enkel inkomen of het hebben van een job. Het kan perfect zijn dat iemand die niet tot een van de opgesomde categorieën behoort, wel in aanmerking komt voor de kruidenier. Om dit zoveel mogelijk op te vangen, worden naast deze criteria ook de budgetstandaard en het goede huisvadersprincipe gehanteerd.
47
Algemene criteria Kunnen door een van de erkende doorverwijzers naar de sociale kruideniers worden doorverwezen en hebben op basis van hun klantenkaart recht op een prijs die iets hoger ligt dan de aankoopprijs: -
Personen in schuldbemiddeling Personen die recht hebben op een leefloon Personen zonder inkomen (daklozen, mensen zonder papieren,…) Personen die recht hebben op een ziekte-uitkering Personen in arbeidszorg Personen met acute vraag/noodhulp Personen die bij de doorverwijzers terecht komen en die onder de budgetstandaard leven Personen in een artikel 60 statuut Personen in een tewerkstellingsmaatregel als: sine, activa,… Personen met een werkloosheidsuitkering
Budgetstandaard De budgetstandaard werd ontwikkeld door Berenice Storms en Karel Van den Bosch van de KHKempen. Onderstaand worden de belangrijkste elementen uit het onderzoek gehaald. “ De budgetstandaard tracht een antwoord te formuleren op de vraag: ‘Hoeveel geld heeft een gezin minimaal nodig om op een menswaardige manier te kunnen participeren aan de Vlaamse samenleving?’. Deze methode start met de opstelling van een lijst of ‘korf’ van noodzakelijke goederen en diensten. Per item (artikel of dienst) wordt een prijs vastgesteld. De vermenigvuldiging van aantal of hoeveelheid met de prijs levert een bedrag op per onderdeel van het budget, en de optelling van deze bedragen resulteert in het totaal budget. De uitgangsbasis bij de uitwerking van deze budgetstandaard zijn niet de klassieke productcategorieën zoals voeding, kleding, huishoudgoederen, … maar wel de fundamentele behoeften die moeten vervuld zijn opdat mensen minimaal, maar menswaardig kunnen participeren aan de samenleving. Er wordt gesproken over menswaardige participatie als mensen het gevoel hebben erbij te horen, als mensen een plaats hebben binnen sociale netwerken en van hieruit betekenisvolle sociale contacten onderhouden, als mensen de gedeelde verwachtingen verbonden aan hun sociale positie kunnen invullen en zo meewerken aan de realisatie van essentiële maatschappelijke functies. Menswaardig participeren aan de samenleving staat dus zowel voor bijhoren als voor bijdragen. Er kan van uitgegaan worden dat er aan twee universele menselijke behoeften moet voldaan zijn om minimaal te kunnen participeren in de samenleving, namelijk gezondheid en autonomie. Van dit uitgangspunt werd gezocht naar goede satisfactoren, producten en diensten die instaan voor de bevrediging van deze behoeften. Let wel, deze satisfactoren zijn relatief, in tegenstelling tot de behoeften die ze moeten vervullen. Dit betekent dat ze in hoge mate historisch en cultureel bepaald zijn. Toch is het mogelijk ze te overkoepelen tot een tiental intermediaire behoeften. Op minimaal te kunnen participeren aan de samenleving, moeten mensen beschikken over voldoende en adequate:
Voeding Huisvesting Gezondheidszorg Persoonlijke verzorging Kleding Rust Ontspanning
48
Daarnaast moeten mensen een veilige kindertijd hebben doorgemaakt, de mogelijkheden krijgen om betekenisvolle sociale relaties te onderhouden, zich veilig voelen en voldoende mobiel zijn. Drie criteria waren richtinggevend bij het bepalen van de aard, de hoeveelheid en de prijs van deze goederen en diensten:
Ze moeten in staat zijn een gezonde levensstijl aan te houden. Ze moeten personen in staat stellen autonome keuzes te maken over de invulling van hun verschillende maatschappelijke rollen.”
Op basis van al deze gegevens werd een grootschalig onderzoek opgezet dat een overzicht gaf van de verschillende maatschappelijke domeinen en het budget hieraan verbonden. Onderstaande tabel toont de budgeten die zo bekomen werden. En die voor de Sociale Kruidenier de richtcijfers zijn om te bepalen of iemand al dan niet in aanmerking komt om een klantenkaart te verkrijgen.
Gezinstype
Zonder sociale voordelen - ZSV
Met sociale voordelen – MSV
Alleenstaande vrouw Alleenstaande man Alleenstaande vrouw + jongen 2 jaar Alleenstaande vrouw + meisjes 4 jaar Alleenstaande vrouw+ jongen 8 jaar Alleenstaande vrouw + meisje 15 jaar Alleenstaande vrouw +jongen 2 jaar en meisje 4 jaar Alleenstaande vrouw +meisje 4 jaar en jongen 8 jaar Alleenstaande vrouw +jongen 8 jaar en meisje 15 jaar Koppel Koppel + jongen 2 jaar Koppel + meisje 4 jaar Koppel + jongen 8 jaar Koppel + meisje 15 jaar Koppel + jongen 2 jaar en meisje 4 jaar Koppel + meisje 4 jaar en jongen 8 jaar Koppel + jongen 8 jaar en meisje 15 jaar
976,20 978,85 1274,09
952,19 955,24 1247,59
Met sociale voordelen en sociale huur – MSV, SH 701,08 704,13 949,85
1301,89
1274,81
977,07
1403,09
1374,14
1076,41
1539,83
1500,08
1202,34
1507,18
1476,68
1104,82
1636,98
1604,22
1232,36
1874,87
1829,19
1457,33
1295,52 1544,12 1587,58 1682,74 1823,18 1785,34
1252,82 1508,03 1540,16 1633,45 1763,09 1735,33
1052,44 1210,29 1242,42 1335,71 1465,35 1363,47
1895,63
1854,08
1482,22
2139,65
2086,82
1714,96
In onderstaande tabel kan u de samenstelling van de budgetstandaard, per onderdeel bekijken. Het wordt direct duidelijk dat voeding een grote hap uit het budget is. Het is de tweede belangrijkste uitgavenpost. Opvallend is eveneens dat voor deze korf weinig schaalvoordelen gelden, de kostprijs loopt op met het aantal
49
gezinnen. Zo spenderen alleenstaanden ongeveer 15 procent van hun budget aan voedingsgerelateerde uitgaven, terwijl koppels met twee ouderen kinderen genoodzaakt zijn hiervoor 24 procent van hun gezinsbudget opzij te zetten.
50
Tabel: Samenstelling van de budgetstandaard
Een opmerking die in dit geval gemaakt moet worden: Er kan geconcludeerd worden dat het algemene niveau van minimuminkomensbescherming in België ruim onvoldoende is om menswaardig te leven. Zelfs wanneer gezinnen met een laag inkomen geen gezondheidsproblemen hebben en zij hun inkomen op de ideale wijze budgetteren, kunnen zij de materiële voorwaarden voor goede gezondheid en autonomie niet realiseren. In het onderzoek wordt opgeroepen voorzichtig te zijn bij het gebruik van deze budgetstandaard, bijvoorbeeld in kader van de toekenning van aanvullende steun door OCMW’s en bij de bepaling van het te besteden inkomen in collectieve schuldenregeling. Dit kan worden doorgetrokken naar de Sociale Kruidenier Leuven. De budgetstandaard kan als referentie inkomen dienen, maar voor iedere cliënt moet worden nagegaan of de korven en de bedragen niet moeten worden aangepast in functie van zijn/haar concrete omstandigheden en problemen. In dit project wordt van de doorverwijzers eveneens een dergelijke flexibiliteit verwacht die maatwerk van cliënt tot cliënt toestaat. Goede huisvadersprincipe De ‘goede huisvader’ is een juridisch principe dat er van uit gaat dat iemand zich redelijkerwijze als een verantwoord persoon gedraagt die alles doet wat nodig is om (voorzienbare) schade te voorkomen. Toegepast op de Sociale Kruidenier Leuven wil dit zeggen (zie ook samenwerkingsovereenkomst Sociale Kruidenier Leuven in de bijlage): de doorverwijzer hanteert voor de screening en doorverwijzing naar een sociale kruidenier het goede huisvaderprincipe. Dit betekent dat de doorverwijzer op basis van (1) de missie en de visie van de sociale kruidenier, (2) diens eigen kennis van de armoedeproblematiek in het algemeen en die van de potentiele klant in het bijzonder en (3) de budgetstandaard als referentiekader (zie boven) in vertrouwen bepaalt wie klant mag zijn in de sociale kruidenier en voor welke periode. Op regelmatig gezamenlijk overleg wordt verder nagedacht hoe de principes van doorverwijzing verfijnd kunnen worden op basis van opgedane ervaringen, zonder daarbij de noden van de allerzwakste uit het oog te verliezen. Groep 2: Mensen in armoede voor wie de prijs van deze eerste groep nog te hoog ligt Algemene criteria
51
Voor de individuen voor wie de prijs van deze eerste groep nog te hoog, kan nog een extra korting gegeven worden. Zij kunnen de producten aankopen aan aankoopprijs Het zijn de erkende doorverwijzers die hierover zullen beslissen. Opmerking, deze prijs zal voor velen ook nog te hoog zijn. Er wordt dan ook blijvend gezocht naar manieren om de prijs in deze categorie te verlagen. Hiervoor wordt met de sociale organisaties in Leuven blijvend gezocht naar manieren. Nog in 2012 worden de gesprekken met bijvoorbeeld het OCMW Leuven over de mogelijkheid om de producten aan een lagere prijs of kosteloos aan te bieden. Noot: De doorverwijzing voor de twee eerste groepen: concreet Een valkuil in het systeem zoals het voorligt, is dat er verschillende kruideniers zijn en ook verschillende doorverwijzers. Er moet een zekere eenduidigheid bestaan over de doorverwijzing. Het kan niet zijn dat een klant bij de ene doorverwijzer geen toegang tot de kruidenier krijgt en bij een andere doorverwijzer wel. Om dit te vermijden werden er aantal regels voor doorverwijzing opgesteld:
Elke organisatie kan mensen een klantenkaart geven als de organisatie er van uitgaat dat deze persoon in aanmerking komt voor de sociale kruidenier. De persoon in kwestie krijgt dan een klantenkaart voor de betreffende winkel. Deze is niet geldig in de andere winkelpunten. De doorverwijzers die niet over een eigen kruidenier beschikken, verwijzen de klanten door naar die sociale kruidenier met deelwerkingen die het beste aansluit bij de cliënt. Hiertoe worden regelmatig vormingen gehouden. Doordat de klantenkaart enkel geldig is in de winkel van de doorverwijzer, kan elke organisatie in de mate van het mogelijke, en met bovenstaande budgetstandaard in het achterhoofd, mensen een klantenkaart geven. Die klanten die niet erkend worden, kunnen in een database worden ingevoerd, met daarbij een korte uitleg over waarom hij/zij geen klantenkaart krijgt. Deze database is consulteerbaar door al de deelnemende organisaties, maar elke organisatie krijgt de vrijheid om een afgewezen klant toch een klantenkaart te geven voor de eigen winkel. Deze individuele cases kunnen besproken worden tijdens de Sociale Kruidenier Leuven vergaderingen. Ook deze redenen kunnen opgenomen worden in de database.
Groep 3: mensen die niet tot een van bovenstaande groepen behoren Deze groep betaalt de marktconforme prijs, omdat ze het doel willen ondersteunen, omdat ze de marktconforme prijs kunnen betalen,… In het financiële plan aan het einde van dit businessplan wordt duidelijk aangegeven wat dit per product aan de consument zal kosten. PLAATS Op verschillende plaatsen in Leuven worden sociale kruideniers en afhaalpunten gestart, ze worden geënt op reeds bestaande sociale organisaties. De visie van de Sociale Kruidenier Leuven gaat uit van een bottom-up benadering, het is een participatief proces waarbij mensen in armoede betrokken worden bij de uitwerking van de Sociale Kruidenier Leuven. Ze worden als volwaardige partners betrokken en geven mee vorm aan dit project. De Sociale Kruidenier Leuven richt een centrale depot in die kleine sociale kruideniers bevoorraad. Deze zijn geënt op de werking van de sociale organisatie zelf. De kruidenier wordt een deel van de organisatie. Op die
52
manier kan elke organisatie tegemoet komen aan de eigen en specifieke noden van de doelgroep die de basiswerking reeds bediende. Zoals reeds eerder werd aangegeven zijn de deelnemende sociale organisaties gepositioneerd op die plaatsen in Leuven waar er veel mensen in armoede wonen. Door de organisatie op deze manier in te richten, slaagt het erin om een zo groot mogelijk publiek te bereiken en de drempels tot de dienstverlening zo laag mogelijk te houden. De exacte locaties van de kruideniers vindt u bovenstaand terug. Er kan geconcludeerd worden dat het coöperatieve aspect van de Sociale Kruidenier Leuven van doorslaggevend belang geweest is om de plaatsen uit te kiezen. Deze werkwijze laat het meeste ruimte voor een bottom up inrichting. PROMOTIE De Sociale Kruidenier Leuven wenst zich te profileren als: laagdrempelig, duidelijk herkenbaar, innovatief, duurzaam, dynamisch, met aandacht voor de allerzwaksten en zonder vooroordelen toegankelijk voor iedereen. Om klanten te bereiken worden verschillende vormen van promotie gebruikt:
Mensen in armoede In eerste instantie zullen zij via de sociale organisaties hun weg vinden naar de verschillende kruidenierspunten. Vermits ze daar over de vloer komen, is de drempel naar de kruidenier erg laag. Verder is het effect van mond aan mond reclame bij deze doelgroep niet te onderschatten. Ook zullen er voor in de verschillende sociale organisaties folders gemaakt worden die een korte uitleg geven over de kruideniers, de prijs, toegangsvoorwaarden,… Deze worden in eenvoudige taal, met afbeeldingen verspreid.
Sociale organisaties Om mensen in armoede tot bij de sociale kruideniers te krijgen, is het noodzakelijk dat het personeel van de sociale organisaties in Leuven van het bestaan kennen, weten wanneer ze kunnen doorverwijzen,… In de huidige praktijk wordt duidelijk dat dit niet altijd het geval is. Om hier maximaal op in te spelen worden regelmatig vormingen en werkbezoeken georganiseerd voor de maatschappelijk assistenten van de erkende doorverwijzers. Verder wordt een duidelijke folder en email verspreid met voorwaarden en korte uitleg.
Buurtbewoners en sympathisanten Om Sociale Kruidenier Leuven een financieel leefbaar project te maken, is het noodzakelijk dat er ook anderen hun inkopen doen in deze winkelpunten. Zij betalen een marktconforme prijs. In eerste instantie wordt er gerekend op het personeel van de deelnemende organisaties. De winkelverantwoordelijken hebben hier de taak om hen actief aan te moedigen en hen bekend te maken met de voordelen van het systeem. De andere klanten worden geworven via een publicatie in de buurtkranten, via folders die verspreid worden in Leuven,…
Verder zullen ook de geijkte kanalen gebruikt worden om promotie te maken voor de winkel en klanten te werven (bepaald ism Peter Bosmans, Febecoop):
Versturen persberichten lokale pers
53
Website Brochures Mond aan mond reclame Sociale media Etalagemoment voor de bekendmaking van het project Benadrukken van andere voordelen dan enkel het financiële. Het sociale doel tastbaar maken voor financiers (concrete projecten, voor welke mensen,…) Aandacht voor concrete acties in plaats van voor grote verhalen Kwaliteit aanbieden Zelfde kernboodschap anders brengen Kracht van mensen – vrijwilliger overtuigt meer dan marketeer
Aandachtspunten bij de communicatie zijn duidelijkheid, toegankelijkheid, verstaanbaarheid, herkenbaarheid en openheid. Het grote voordeel van het project is dat het een enorm groot netwerk beslaat. Dit zorgt voor een snellere verspreiding van bestaan en leidt automatisch tot een groter klantenbestand. Een specifiek aandachtspunt is het vermarkten van de aandelen en de communicatie hieromtrent. Eveneens het aansnijden van andere inkomstenfondsen vormt hierbij een aandachtspunt. Belangrijk bij het aantrekken van aandeelhouders is de boodschap ‘what is in it for me’ te communiceren. Deze zal weinig waarschijnlijk financieel kunnen uitgedrukt worden. In een CVBA-VSO is er immers een beperkt vermogensvoordeel. Wel kan ingespeeld worden op het maatschappelijk dividend dat aan het ondersteunen van dit project verbonden is. Het is een project dat solidariteit tussen verschillende groepen in de samenleving promoot. Waar een missie en een visie wordt verkocht en waarbij iedereen bijdraagt aan het sociaal doel. Concurrentie? Op inhoudelijk vlak zijn er strikt genomen geen concurrenten. In Leuven zijn er verschillende voedselbedelingsinitiatieven terug te vinden, maar zij vertrekken vanuit een geheel andere visie. De Sociale Kruidenier Leuven wilt een waardig alternatief voor noodhulp bieden. Deze andere organisaties als Poverello, bieden gratis voedselpakketten aan. Vermits deze gratis zijn en de organisaties een zelfde doel hebben, namelijk het doorbreken van de armoedecyclus, kan er strikt genomen niet van concurrentie gesproken worden. Met lokale buurtwinkels kan er eventueel concurrentie gevoerd worden. Maar uit een onderzoek blijkt, dat op de plaatsen waar de sociale kruideniers zouden openen, niet overal lokale winkels terug te vinden zijn. Zeker wat betreft de doelgroep mensen in armoede, kan er niet van concurrentie gesproken worden. Zij waren in eerste instantie geen vaste klant bij deze winkels. Voor de andere klanten kan dit mogelijks wel, maar omdat de Sociale Kruidenier Leuven een beperkt aanbod heeft, is het onwaarschijnlijk dat lokale handelaars zich bedreigt voelen.
54
OPERATIONEEL PLAN
55
OPERATIONEEL PLAN: DE ORGANISATIE VAN DE SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN In bijlage 3 zijn de statuten van de CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven terug te vinden. Onderstaand worden de belangrijkste elementen toegelicht. DE ALGEMENE VERGADERING Wettelijk gezien zijn de taken van de Algemene Vergadering de volgende: -
de goedkeuring van de statuten de goedkeuring van een statutenwijziging de benoeming en de afzetting van de bestuurders de benoeming en afzetting van commissarissen en het vastleggen van een eventuele bezoldiging kwijting verlenen aan bestuurders en commissarissen goedkeuring van de begroting en de rekeningen de ontbinding van de vzw de benoeming van de vereffenaars, wanneer de vzw ontbonden zal worden de uitsluiting van een [werkend] lid de omzetting van de Sociale Kruidenier Leuven vzw in een vennootschap met sociaal oogmerk.
Alle leden van de coöperatieve maken deel uit van de algemene vergadering. De Algemene Vergadering verenigt al de belanghebbenden. In het geval van de CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven gaat het over volgende belanghebbenden:
Mensen in armoede De sociale organisaties die een winkelpunt of een afhaalpunt aan hun basiswerking toevoegen De sociale organisaties die als doorverwijzer erkend zijn De sociale organisaties die het project genegen zijn De lokale overheden De werknemers van de organisatie Leveranciers en lokale producenten Sympathisanten Buurtbewoners Iedereen die het doel genegen is
Al deze belanghebbenden kunnen de Algemene Vergadering bijwonen, op voorwaarde dat zij een aandeel aangekocht hebben. Uit deze Algemene Vergadering wordt een Raad van Bestuur gekozen. DE RAAD VAN BESTUUR In de ‘Startersgids Licht op groen voor coöperaties’ van Coopconsult, kan u het volgende over de Raad van Bestuur terug vinden: De kracht en de meerwaarde van een goede raad van bestuur schuilen in de resultaatsgerichte samenwerking van de bestuurders, die ieder met hun persoonlijkheid, specialisatie en netwerk elkaar aanvullen en versterken. Met de missie van de organisatie voor ogen, ontwikkelt en bewaakt de raad van bestuur de strategie en zet zij de bakens uit voor het management. Het is door de samenwerking van een goed samengestelde ploeg dat de raad van bestuur tot diepgang en echte meerwaarde komt. Discussies in kader van vertrouwen tussen mensen met complementaire competenties en
56
persoonlijkheden zorgt voor de inbreng van de juiste signalenen de integratie in de aansturing van de organisatie. Het gaat hier over competenties op persoonlijk vlak en over competenties die vanuit de strategische visie van de organisatie vereist zijn. Een strategie heeft interne competenties en externe die beiden met voldoende deskundigheid in de raad van bestuur vanuit beleidsoogpunt opgenomen dienen te worden. De Raad van Bestuur moet uit minstens drie leden bestaan. In de statuten wordt gekozen voor een raad van bestuur die bestaat uit experten die niet rechtstreeks verbonden zijn aan de kruideniers, en voor een bepaling de waarbij er minstens 1/2 van de A-aandeelhouders en minstens 1 vertegenwoordiger van de andere groepen aandeelhouders lid van zijn. Elk van deze leden kan een adviserend lid aan de Raad van Bestuur toevoegen, die de raden volgt maar wel geen stem heeft. De Raad van Bestuur bestuurt de CVBA-VSO en vertegenwoordigt de CVBA-VSO in en buiten rechte en heeft alle bevoegdheden die niet tot de bevoegdheid van de algemene vergadering behoren. In de statuten wordt bepaald dat de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor: De raad van bestuur heeft de meest uitgebreide machten voor het besturen van de CVBA-VSO. Daartoe kan de raad van bestuur alles doen wat nodig of nuttig is om het doel van de CVBA-VSO te verwezenlijken, behoudens datgene waartoe de algemene vergadering uitsluitend bevoegd is krachtens de wet en/of deze statuten. Al wat niet door de wet en/of door de statuten voorbehouden wordt aan de algemene vergadering, valt onder zijn bevoegdheid. Aldus heeft de raad van bestuur de macht om onder meer en zonder dat dit beperkend moet worden gelezen: -
-
-
alle daden van dagelijks bestuur te verrichten en/of te delegeren; alle verbintenissen aan te gaan tegenover derden in verband met de activiteiten van de CVBA-VSO, waaronder alle goederen – zowel roerende als onroerende - in huur te nemen en te geven, te verwerven en te vervreemden en alle handelingen te stellen die daarmee gepaard gaan; leningen en kredieten aan te gaan; obligaties uit te geven, met of zonder hypothecaire waarborg; de CVBA-VSO te vertegenwoordigen tegenover alle financiële instellingen, post, telefoon- en nutsbedrijven en alle administraties en overheidsinstanties; vermogenselementen van de CVBA-VSO in pand te geven of haar onroerende goederen met hypotheek te bezwaren; met afstand van hypotheek, voorrecht, en/of vordering tot ontbinding, met of zonder kwijting en ook zonder dat het bewijs van betaling wordt geleverd, vrijstelling of opheffing te verlenen van hypothecaire en andere inschrijvingen, overschrijvingen, beslag, verzet op de prijs en andere handelingen te stellen die een vrije en onbezwaarde levering van goederen belemmeren; dadingen en minnelijke schikkingen te treffen; in rechte op te treden namens de vennootschap; de besluiten van de algemene vergadering uit te voeren; zijn machten te delegeren bij wijze van in de tijd en/of in omvang beperkte lastgevingen.
Deze Raad van Bestuur werd in overleg met Curia en de stuurgroep samengesteld. De coördinator van CVBA-VSO ‘Sociale Kruidenier Leuven’ volgt de Raad van bestuur ook, maar heeft geen stem in de raad van bestuur. Hij of zij kan de praktijk wel duiden. CoopConsult adviseert een andere voorzitter dan de coördinator te kiezen. Waarom? Wettelijk gezien kan de coördinator immers ook de voorzitter van de Raad van Bestuur zijn. Beide kunnen beter worden gescheiden omdat:
57
Het gaat om verschillende taken en verschillende verantwoordelijkheden, die verschillende competenties eisen. Een splitsing geeft meer autonomie aan de raad van bestuur en doorbreekt machtsconcentraties. Het laat een betere controle en een meer efficiënt toezicht toe.
Om deze redenen worden beide functies apart gehouden. Een van de stichtende leden neemt de rol van voorzitter op zich. Deze voorzitter wordt door de Raad van Bestuur gekozen. CoopConsult adviseert om tijdens de Raad van Bestuur voldoende rekening te houden met:
Is iedereen aan de vergadertafel wel voldoende en in dezelfde mate geïnformeerd om de juiste vragen te stellen? Beschikt iedereen over dezelfde informatie? Hebben alle bestuurders voldoende invloed om hun stem te laten doorklinken? Of zijn het enkelingen die aan de touwtjes trekken? Bestuurders moeten niet alleen voldoende onafhankelijk zijn, ze moeten ook voldoende gelijk zijn op het vlak van informatie en invloed.
In het geval van de Sociale Kruidenier Leuven zijn deze opmerkingen van groot belang. Als men mensen in armoede wil betrekken in de Raad van Bestuur, dan zal deze telkens grondig voorbereid moeten worden met de doelgroep. De verschillende manieren waarop dit kan gebeuren, worden in een volgend punt besproken. Naast het formeel juridische gedeelte is de participatie van de essentiële stakeholders, in het bijzonder mensen in armoede, binnen het dagelijks bestuur en de dagelijkse werking van doorslaggevend belang. DAGELIJKSE LEIDING Voor de organisatie en het beheer van de CVBA-VSO wordt gekozen voor een voltijdse coördinator (m/v). Onderstaand vindt u een functieprofiel voor deze algemeen coördinator terug. De vacature zal online komen vanaf midden oktober. De selectieprocedure zal bestaan uit:
Selectie op basis van cv en motivatiebrief, door mensen van de stuurgroep Een eerste kennismakingsgesprek, met een verantwoordelijke van Leren Ondernemen vzw en twee geselecteerde persoon uit de stuurgroep. En anderzijds een jury bestaande uit mensen de doelgroep die vertrouwd zijn met de werking van Leo m>, de huidige sociale kruidenier. Het gaat bijvoorbeeld over vrijwilligers, de verantwoordelijke van de winkel,… Een tweede gesprek, dezelfde constructie als boven. Beslissing – in samenspraak met de stuurgroep
Functiedoel De algemene coördinator staat in voor het kwaliteitsbeleid, het bedrijfseconomische beleid, het logistieke beleid en de algemene werking en organisatie van Sociale Kruideniers Leuven. Hij/zij staat in voor de dagelijkse coördinatie van Sociale Kruideniers Leuven ten overstaan van mensen in armoede, de deelnemende sociale organisaties, belangrijke derden en anderen. Plaats in de organisatie De algemeen coördinator is in eerste instantie in dienst van Leren Ondernemen vzw voor de verdere uitwerking van de CVBA-VSO. Van zodra de CVBA-VSO opgericht is, staat de coördinator rechtstreeks onder de raad van bestuur. In een eerste fase is hij/zij de enige werknemer van de organisatie. De
58
andere werknemers zijn gedetacheerd van sociaal economie organisaties en OCMW Leuven. Op termijn kan het werknemersbestand uitgebreid worden. Dit is afhankelijk van de evolutie van de organisatie. Hij/zij begeleidt de gedetacheerde werknemers in samenwerking met de verantwoordelijke organisaties.
Kwalificatievereisten gelijkwaardig of niveau Een bachelor in een voor de functie relevante richting (sociaal, economisch of juridisch). Kennis en ervaring van: Beleidswerk, begeleiding van doelgroep medewerkers, coördinerende functie, armoedebestrijding, management winkel, financieel management, organisatieontwikkeling. Kennis van boekhoudkundige principes strekt tot de aanbeveling.
Taakomschrijving
Onmiddellijke en dagdagelijkse organisatie van logistiek en administratie van de nieuwe CVBA-VSO Oa. Contacteren leveranciers Logistiek schema uitwerken Onderhouden contacten partners Concurrentievervalsing maximaal uit de weg gaan Netwerk uitbouwen Implementatie van het bestaande businessplan
Grensoverschrijdende linken leggen met andere organisaties als Velt en Voedselteams. Pistes sociale economie verder onderzoeken en uitbouwen
Van de coördinator wordt verder verwacht: Er wordt binnen de organisatie zorgvuldig omgegaan met het budget, materiaal en infrastructuur. Namelijk:
Zorgen voor voldoende middelen zodat organisatie kan blijven bestaan en functioneren. Opvolgen van de boekhouding: opvolgen van inkomsten van verkoop en eventueel subsidies, opvolgen van uitgaven en beide in evenwicht houden. Jaarlijks het financieel verslag en de begroting opstellen. Opvolgen en uitvoeren van geplande investeringen.
Er is een open, constructieve relatie met de raad van bestuur, de algemene vergadering en het netwerk van derden. Namelijk:
Vlot samenwerken met de raad van bestuur en de algemene vergadering van de organisatie. Oog hebben voor participatie, kwaliteit en brede gedragenheid.
59
Onderhouden van externe contacten met andere armoedeorganisaties, Sociale Kruideniers Vlaanderen vzw, mogelijke partners, lokale overheden,…. Sociale Kruidenier Leuven extern vertegenwoordigen.
De organisatie evolueert mee met de relevante maatschappelijke evoluties. Namelijk:
Opvolgen van wetgeving, aanbevelingen, innovaties,… Actief deelnemen aan nuttige overlegorganen bijvoorbeeld rond Leuven Klimaatneutraal. Uitschrijven en opvolgen van projecten rond sociale tewerkstelling en duurzame voeding. Opvolgen lokaal beleid. Opvolgen wetgeving coöperaties
Beschrijving van de kerncompetenties en de functie specifieke competenties -
Verantwoordelijk en zelfstandig open en respectvolle communicatie standvastigheid - vanuit een natuurlijke daadkracht vind je een goed evenwicht tussen aansturen en participatie van alle betrokkenen. Besluitvaardig creatief zijn en out of the box kunnen denken sociaal en enthousiast goed kunnen plannen en organiseren je behoudt het overzicht en bewaakt de doelstellingen.
AANSTURING VAN DE CVBA-VSO VOLGENS COÖPERATIEVE PRINCIPES De coöperatieve beginselen vormen de belangrijkste grondslag voor de aansturing van de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering. De Sociale Kruidenier Leuven ism de sociale kruideniers in Leuven, zijn erop gericht om concrete situaties van armoede en sociale uitsluiting aan te pakken, zodat het een verbetering betekent voor het leven van mensen in armoede. Daarom wordt er telkens vertrokken vanuit de ervaringen van mensen die in armoede leven. Van uit hun ervaringen wordt het project verder vorm gegeven. Zij geven aan waar de pijnpunten in het beleid zitten, zij geven concrete cases aan die de basis vormen voor voorstellen tot verandering. De coördinator gaat hiervoor dan ook het gesprek aan met de sociale kruideniers die op hun beurt de dialoog aangaan met de doelgroep en laat de voorstellen tot inrichting van het project quasi uitsluiting bottom – up groeien. Deze ervaringen staan centraal tijdens de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering. Om de afstand tussen coördinator en doelgroep niet te veel te vergroten, wat een mogelijke valkuil kan zijn in deze constructie, worden er regelmatig werkgroepen georganiseerd, met doelgroep, sociale organisaties en coördinator. Enkel zo kan er maximaal op hun noden worden ingespeeld, vooral wat betreft aanbod en dienstverlening. Kernwoorden in deze benadering zijn participatie, bottom up en een open houding ten opzichte van de voorstellen. Het project bestaat immers voor, maar ook door mensen in armoede. Hun stem is van doorslaggevend belang.
60
PARTICIPATIE VAN DE KLANTEN In de Sociale Kruidenier Leuven zijn twee groepen klanten te onderscheiden:
Mensen in armoede (met budgetstandaard als maatstaf) Overige groep
Zowel de klanten als andere organisaties worden nauw betrokken bij de werking van de Sociale Kruidenier Leuven. Participatie van de kansengroep is dus de belangrijkste insteek. Ook buurtbewoners, personeel van de organisaties, sociale organisaties en sympathisanten denken mee na over de inrichting van de kruideniers en de dagdagelijkse werking. Belangrijk blijft echter de inbreng van de doelgroep doorheen heel dit proces. Voor mensen in armoede is het, zonder in vooroordelen te hervallen, niet altijd evident om een raad van bestuur of algemene vergadering bij te wonen en de voor hun belangrijke punten aan te halen. Het is dan ook noodzakelijk om de raad van bestuur en / of de algemene vergadering voldoende voor te bereiden. Dit om de besluitvorming te bevorderen. Bijvoorbeeld in de vorm van werkgroepen waarbij de agenda reeds kort wordt overlopen. De methodes die hiervoor de voorkeur genieten zijn (zie studie Levanto): -
Creatie van een aparte werkgroep Sommige klanten zullen minder ervaring hebben met de formele vergadercultuur en beslissingsstructuur in de vennootschappen. In een dergelijke werkgroep kunnen de klanten leren over de werking en de structuren. De werkgroep kan daarenboven de participatie van de klanten in het geheel bewaken. Het maakt het immers mogelijk voor kansengroepen om deel te nemen aan de besluitvorming zonder eindverantwoordelijkheid te hebben. Ze kunnen via de werkgroep ook advies geven aan de raad van bestuur. Op die manier is er een sterke wisselwerking tussen klanten en raad van bestuur over strategische beslissingen.
-
Gebruik van participatiemethodes om de vennoten op hun maat te betrekken en dit in functie van het onderwerp dat aan bod komt. Mensen in armoede kunnen soms een aantal drempels ervaren om te participeren, ze zijn niet gewoon om deel te nemen aan formele vergaderingen, de vergaderingen duren vrij lang en de inhoud is abstract. De voorkeur gaat naar de dialoogmethode, een adviserende methode. Hierbij wordt eerst met de mensen in armoede een discussie gevoerd waar hun ervaringen centraal staan. Nadien gaat men met voorstellen naar de partners uit het werkveld (stuurgroep/raad van bestuur), deze voorstellen worden vervolgens naar het beleid gecommuniceerd. Deze laatste methode wordt regelmatig gebruikt door Leren Ondernemen vzw omdat ze het meeste aansluit bij de werkwijze van de organisatie (participatief proces). Elke organisatie kan echter voor zichzelf bekijken op welke manier de participatie van de doelgroep maximaal gerealiseerd kan worden. Elke organisatie heeft hier immers zijn eigen traditie en expertise.
-
Voor andere voorbeelden van participatiemethodes wordt de geïnteresseerde lezer doorverwezen naar de publicatie: ‘ Participatie aan het lokaal sociaal beleid van groepen met minder behartigde belangen’, van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Lokaal sociaal beleid, Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, samenlevingsopbouw.
HET PERSONEELSBELEID VAN DE CVBA-VSO SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN Onderstaand vindt u een overzicht van de personeelsplanning voor de eerste drie jaar:
61
Bedienden Arbeiders Totaal
Jaar 1 Aantal 1 VTE / 1 VTE
Jaar 2 Aantal 1 VTE / 1VTE
Jaar 3 Aantal 1 VTE 2 VTE 3 VTE
Eerste jaar: In het eerste jaar zal er slechts één personeelslid in dienst zijn van de CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven, namelijk een coördinator. Deze coördinator heeft als taak om het businessplan zoals het hier voorligt verder uit te werken, en de concrete werking ervan te implementeren. Vanzelfsprekend is er tijdens het eerste jaar ook nood aan logistieke ondersteuning. Hiervoor wordt voorlopig gekeken naar het OCMW Leuven, zij kunnen hier werklozen in artikel 60 voor inschakelen. Deze werknemer zal bijvoorbeeld als magazijnier worden ingeschakeld. Deze persoon is ook verantwoordelijk voor het afleggen van kleine afstanden met een vrachtfiets, die aangekocht wordt bij Velo vzw (zie verder). Naast een magazijnier zullen er ook chauffeurs moeten voorzien worden die de leveringen voor hun rekening nemen. Tijdens het eerste jaar zal dit eveneens gaan om uitbesteedde werkkracht, onder andere van het OCMW Leuven, SPIT Kringwinkel of Wonen en Werken vzw. Deze twee laatste zijn sociale economiebedrijven uit de regio die over de infrastructuur en de kennis beschikken om dit te realiseren. Dit is een serieuze kost, maar moet niet als personeelskost gerekend worden. In het financieel plan (zie verder) zal het aspect logistiek verder aan bod komen en krijgt de lezer een overzicht van de prijs. Tweede jaar: In het tweede jaar zal de organisatie eveneens slechts een coördinator in dienst hebben. Omdat het project ook bijdraagt tot tewerkstelling voor de doelgroep, wordt voorrang gegeven aan gesubsidieerde arbeid, zoals bijvoorbeeld artikel 60-ers. Er wordt verwacht dat het tweede jaar ook nog de logistiek van de Leuvense organisaties zal gebruikt worden. De aankoop van eigen vrachtwagens is voorlopig nog te duur. Derde jaar: Er is nog steeds een coördinator. Er wordt echter wel verwacht dat er ondertussen middelen zijn vrijgemaakt voor de aankoop van een vrachtwagen. Deze vrachtwagen kan met eigen middelen gekocht zijn of via subsidies verworven. Voor het besturen van deze vrachtwagen zijn 2 voltijdse chauffeurs nodig. Voor magazijnbeheer en leveringen op korte afstand, blijft de CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven naar het OCMW kijken voor gesubsidieerde arbeid. Het paritair comité waar onder de CVBA-VSO Sociale Kruidenier Leuven valt Om een antwoord op deze vraag te formuleren, werd contact opgenomen met de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Harry Bocksteins, de adviseur – generaal, gaf het volgende antwoord. De bepaling van het bevoegd paritair comité kan slechts voldoende nauwkeurig gebeuren, nadat een onderzoek werd gevoerd naar de werkelijke in België uitgeoefende activiteit. Dit kan voorlopig nog niet omdat de werkelijke activiteit pas zal worden uitgevoerd vanaf 2013. Aan de hand van de gegevens die aan de dienst werden overhandigd, kon wel een theoretisch antwoord bezorgd worden:
62
… aan de algemene principes te herinneren die door de administratie in deze dossiers worden gehanteerd. Het bepalen van het bevoegd paritair comité voor een onderneming gebeurt op basis van de werkelijk verrichte economische activiteiten zoals deze in België wordt uitgeoefend. Daarbij wordt het principe gehanteerd dat dat de bijzaak de hoofdzaak volgt. Een uitzondering op deze regel is gerechtvaardigd wanneer de reglementering uitdrukkelijk anders voorziet of wanneer verschillende soorten werk zonder de minste onderlinge verwantschap worden verricht in afzonderlijke en van elkaar verwijderde lokalen met personeel dat uitsluitend voor ieder soort werk is aangewezen. In dit geval wordt de ondernemingsactiviteit als volgt beschreven: het verrichten van logistieke ondersteuning van sociale kruideniers (leveranciers contacteren, producten aan- en afleveren) in de vorm van een vzw. In een eerste fase zal er enkel een bediende (coördinator) worden aangeworven. Verder zal worden gewerkt met gesubsidieerde arbeid (art 60 OCMW wet) en vrijwilligers. De administratie is van oordeel dat een onderneming met deze activiteit voor haar bediendenpersoneel zal ressorteren onder het PARITAIR COMITE VOOR BEDIENDEN UIT DE INTERNATIONALE HANDEL, HET VERVOER EN DE LOGISTIEK (nr. 226) opgericht op het Koninklijk Besluit van 06.04.1995 (Belgisch Staatsblad 27.04.1995), laatst gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 06.10.2008 (Belgisch Staatsblad 17.10.2008) op basis van artikel 1, §1: “Bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten en hun werkgevers, waarvan de ondernemingen door hun hoofzakelijke activiteiten behoren tot: (…) 3. De bedrijfstak van de ondernemingen die, zowel binnen als buiten de havengebieden, voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten beoefenen. Onder logistieke activiteiten wordt verstaan: ontvangst, opslag, weging, verpakking, etikettering, voorbereiding van bestellingen, beheer van voorraden of verzending van grondstoffen, goederen en producten in de verschillende stadia van hun economische cyclus, zonder dat er nieuwe halfafgewerkte of afgewerkte grondstoffen, goederen of producten worden voortgebracht. Onder voor rekening van derden wordt verstaan: het uitvoeren van logistieke activiteiten voor andere natuurlijke of rechtspersonen en onder voorwaarde dat de ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen op geen enkel ogenblik eigenaar van de betrokken grondstoffen, goederen of producten worden. (…) Het paritair comité voor bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek is niet bevoegd voor de ondernemingen die voor de rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen en de daarmee gelijkgestelde ondernemingen wanneer deze logistieke activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een productie- of handelsactiviteit waarbij deze logistieke activiteiten opgenomen zijn in de bevoegdheid van een specifiek paritair comité”. Dit advies wordt gegeven onder voorbehoud van vaststelling van de werkelijk verrichte ondernemingsactiviteit door de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten. INDICATIE VAN DE LOONKOSTEN Jaar 1 bedrag in euro Bedienden 60 000 euro Arbeiders / Totaal 60 000 euro Deze cijfers zijn telkens naar boven afgerond.
Jaar 2 bedrag in euro 60 000 euro / 60 000 euro
Jaar 3 bedrag in euro 60 000 euro 60 000 euro 120 000 euro
De CVBA-VSO en de invloed op het personeelsbeleid
63
Voor Sociale Kruidenier Leuven is het belangrijk dat er de mogelijkheid wordt geboden tewerkstelling te organiseren voor de kansengroepen. Daarom wordt er expliciet gekozen voor gesubsidieerde arbeid. Het personeel kan eveneens klant van de winkel zijn én inspraak hebben in hoe de organisatie het beste tegemoet komt aan de noden van de doelgroep. KLANTGERELATEERDE BEDRIJFSPROCESSEN De belangrijkste diensten en producten voor de Sociale Kruidenier Leuven De voornaamste producten die in de winkels en/of afhaalpunten aangeboden worden, zijn basisvoedselproducten, als fruit, groenten en brood. Zoals reeds duidelijk werd uit de rest van dit plan, is voor een sociale kruidenier het louter aankopen van waren van ondergeschikt belang. Het sociale aspect, het ontmoetingsluik is het belangrijkste aspect van dit project. Dit laatste zal per organisatie verschillend worden ingericht, afhankelijk van de voorzieningen waarover de sociale organisatie beschikt. In bepaalde gevallen gaat dit over een sociaal restaurant. Deze, in combinatie met de sociale kruidenier, kan de ideale basis vormen voor het geven van vormingen, workshops of een manier om voeding terug dichter bij de mens te brengen. In andere organisaties vinden we ook een kinderwerking terug, in combinatie met een sociale kruidenier is dit het ideale vertrekpunt om gezonde voedingsgewoontes reeds van jong af aan bij kinderen bij te brengen,… De hulpmiddelen die worden ingezet om deze producten en diensten aan te bieden Voor het aanbieden van de basisproducten groenten, fruit en brood Een van de belangrijkste vraagstukken in deze blauwdruk is die van de logistiek. Het overkoepelde orgaan zorgt voor de nodige producten en legt de contacten met de leveranciers, maar deze producten moeten op het gepaste tijdstip op de juiste plaats geraken. Dit kan op verschillende manieren aangepakt worden, met vrachtwagens en/of met vrachtfietsen. Het logistieke stuk neemt een grote hap uit het budget voor de Sociale Kruidenier Leuven. Dit is immers een grote, steeds terugkerende kost. Toch wordt er geopteerd om in een eerste fase enkel te werken met uitbestedingen en huur. Het is niet opportuun om in deze fase al direct grote uitgaven te maken, ten eerste omdat er niet voldoende middelen voor zijn en ten tweede omdat in deze fase het succes van het geheel niet te voorspellen is. Voor het aanbieden van de diensten Het ontmoetingsluik is de core business van de sociale winkel- en afhaalpunten. Het wordt door de organisatie zelf ingevuld, afhankelijk van de voorzieningen waarover ze beschikken en afhankelijk van de vraag van de door hun bereikte doelgroep. De organisaties beschikken zelf over de nodige expertise om hun doelgroep op de best mogelijke manier te benaderen. Toch kan een uitwisseling van best practises nuttig zijn. De stuurgroep (of raad van bestuur of werkgroepen) zal hiertoe maandelijks blijven samen komen, om te waken over het correct uitvoeren van de missie en de visie en om deze goede praktijken uit te wisselen, het project regelmatig te evalueren en zo kort op de bal te spelen in geval er iets mis mocht lopen. De kostprijs van deze voorzieningen Voor het aanbieden van de basisproducten groenten, fruit en brood Voor het organiseren van de logistiek is het niet eenvoudig de juiste prijs te bepalen. Er is immers een groot verschil indien het materiaal voor logistiek zelf aan gekocht wordt of als Sociale Kruidenier Leuven voor het inrichten van de logistiek bij andere organisaties ten rade gaat. In het model zoals het hier voorligt, wordt er van uitgegaan dat er in een eerste fase enkel gewerkt zal worden met uitbesteding. Om zo weinig mogelijk risico’s te nemen, zal de logistiek zoveel mogelijk uitbesteed worden. Afhankelijk van het succes van het project kan er na enkele jaren overgegaan worden naar de aankoop van
64
eigen materiaal. Daarenboven werd de expliciete vraag gesteld aan de deelnemende partners, die over de nodige logistiek beschikken, om indien er overgegaan wordt tot de aankoop van nieuw materiaal, het oud materiaal aan de koepel kan worden overgedragen. Hier werd door iedereen positief op gereageerd. Dit zou in een tweede fase dus op de kosten kunnen drukken. Om tot een kostenbepaling van de logistiek in de eerste fase te komen, werd er uitgebreid overlegd met verschillende organisaties in Leuven. Om de logistiek rond te krijgen heeft Sociale Kruidenier Leuven een vrachtwagen en een vrachtfiets nodig, mét chauffeurs. Dit laatste is de grootste kost. Vrachtfiets Voor de vrachtfietsen werd er overlegd met Vélo vzw, een sociale economie organisatie in Leuven met specialisatie in reparatie en assemblage van fietsen. Zij zijn bereid een vrachtfiets ter beschikking te stellen gedurende drie halve dagen per week, met chauffeur. Deze zou de goederen van de stockageruimte naar de kleine afhaalpunten kunnen brengen. Voor een halve dag kost de huur van deze fiets 18 euro, op jaarbasis gaat dit over 2700 euro. Voor een chauffeur betaal je nog eens 30 euro per uur. Een andere optie is de aankoop van de fiets, dit kost ongeveer 2500 euro. Leasing is ook mogelijk, dan gaat het over 1000 euro per jaar onderhoud inbegrepen. In een eerste fase lijkt het in eerste instantie het interessantste om de aankoop uit te stellen en dus tot uitbesteden over te gaan. Maar als de prijzen met elkaar vergeleken worden, gaat de voorkeur uit naar de aankoop dit is immers het goedkoopste. Daarenboven is de prijs voor aankoop relatief laag en bijgevolg een investering die gemakkelijk kan gemaakt worden. Het vinden van chauffeurs is een andere zaak. Via het OCMW kunnen er mensen in artikel 60 in dienst genomen worden die deze taken voor hun rekening kunnen nemen. Vermits het gaat om mensen die in dienst zijn van het OCMW is deze tewerkstelling voor de koepel kosteloos. Vrachtwagens Het belangrijkste deel van de logistiek moet verzorgd worden door vrachtwagens. Er moet op bepaalde dagen naar de veiling gereden worden en de grote winkelpunten moeten hun producten aangeleverd krijgen. Het is onrealistisch om ervan uit te gaan dat er in een eerste fase vrachtwagens aangekocht kunnen worden. De kosten hiervan, samen met verzekering en benzinekosten, loopt al snel op tot meer dan 30 000 euro. Daarnaast zijn er in Leuven verschillende organisaties zijn die over een uitgebreide logistieke infrastructuur beschikken, enkelen van hen zitten bij in de stuurgroep. Een samenwerking is begrijpelijk. De verschillende organisaties met logistiek, hebben deze infrastructuur nodig voor hun eigen dagdagelijkse werking. Het is niet vanzelfsprekend om gedurende enkele dagen per week gebruik te maken van deze diensten. Om het logistieke verhaal rond te krijgen zal de infrastructuur van de verschillende organisaties gecombineerd moeten worden. Omdat de verschillende winkelpunten op relatief korte afstand van elkaar verwijderd zijn, moeten er op jaarbasis slechts een klein aantal kilometers afgelegd worden. Er wordt uitgegaan van 20 000 kilometer per jaar. Voor berekening zie bijlage 4. Aan diesel kost dit bij benadering 1500 euro per jaar. Daar komt de huur van en de vrachtwagen zelf nog bij. Het voordeel van de uitbesteding is dat de organisatie voor chauffeurs en begeleiding zorgt. In het stuk rond financiering zijn de exacte prijzen van de verschillende organisaties terug te vinden. In totaal wordt er voor het vervoer gerekend op 1900 euro per maand, wat overeenkomt met 22 800 euro per jaar. Zoals aangegeven zal er in een tweede fase worden overgegaan tot de aankoop van vrachtwagens. Hoe dan ook, zal deze kostenpost telkens, samen met de loonkost, de hoogste zijn. Voor het aanbieden van de diensten
65
Het uitwisselen van goede praktijken en het op een lijn krijgen van de missie en de visie, is quasi kosteloos. Het gaat eerder over onkosten die gemaakt worden bijvoorbeeld voor verplaatsingen, het afdrukken van verslagen,… In het financiële plan wordt hier een vast kost per maand voor opgegeven. Structureel maken van deze kosten De Sociale Kruidenier Leuven is zich er ten volle van bewust dat de logistiek van het geheel een van de belangrijkste succesfactoren is. Doordat ze over een breed netwerk aan Leuvense organisaties beschikken, en deze lid uitmaken van de stuurgroep, het project genegen zijn omdat ze er enerzijds aan meewerken of anderzijds in de positie zijn om de Sociale Kruidenier te ondersteunen, zal de logistiek in de eerste fase ter beschikking zijn. Omdat de verdeelpunten op relatief korte afstand van elkaar verspreid liggen, zal levering van producten eenvoudig te realiseren zijn. Zeker als er in een eerste fase over een elektrische vrachtfiets aan gekocht wordt.
66
DE RECHTSVORM
67
DE RECHTSVORM In het voorgaande werd aangehaald dat er voor de oprichting van de Sociale Kruidenier Leuven gekozen wordt voor een CVBA-VSO. Onderstaand wordt enerzijds stil gestaan bij de betekenis van deze rechtsvorm en anderzijds hoe dit er concreet uit zal zien voor de Sociale Kruidenier Leuven. Er wordt gestart met een overzicht van de stappen hoe er tot deze keuze werd overgegaan. PROCES Na uitgebreid overleg met verschillende experten ter zake, het bijwonen van studiemomenten,… werd gekozen voor een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en sociaal oogmerk. De experten die hieromtrent werden geconsulteerd zijn: Cera (met name Coopconsult) – contact met Lieve Jacobs en Sofie Donneaux Febecoop – contact met Peter Bosman Curia – contact met Anneleen Steeno De infomomenten en de seminaries die tot de beslissing hebben bijgedragen:
Infosessies en workshops in de Vooruit te Gent Seminarie ‘De coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk’, georganiseerd door FEBECOOP, op 27 juni 2012
In eerste instantie werd gedacht te starten met een vzw die op termijn overgeschakeld kon worden naar een CVBA-VSO. De CVBA was altijd de meeste geschikte organisatievorm voor de Sociale Kruidenier Leuven, maar toch waren er enkele bezwaren om er direct mee aan de slag te gaan:
Het project als zodanig kan op enorm veel weerklank rekenen, er zijn veel initiatieven in het Leuvense waar ongetwijfeld een prachtige samenwerking mee kan opgebouwd worden, waardoor het project nog steviger staat. Deze projecten zijn momenteel echter in volle ontwikkeling. De Sociale Kruidenier Leuven wou niet wachten tot deze projecten gelanceerd zijn, alvorens het project vorm te geven. Een vzw leek hiervoor een ideale tussenoplossing. Omvorming van een vzw naar een cvba-vso kan relatief gemakkelijk georganiseerd worden. In de workshop ‘de coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk’, georganiseerd door FEBECOOP, werd geruime tijd stilgestaan bij deze mogelijkheid. Het ontbreken van startkapitaal voor de opstart van een cvba-vso. Dit startkapitaal bedraagt het minimum van 6150 euro, dit moet slechts voor 2500 euro volstort zijn bij oprichting.
Na uitgebreid onderzoek blijkt dat een vzw niet tot de mogelijkheden behoort. In de bijlagen vindt u de adviezen van de experten die deze keuze mede bepaald hebben. Onderstaand worden de belangrijkste elementen toegelicht. ADVIEZEN VAN EXPERTEN Er werd met verschillende experten samen gezeten om de keuze voor de juiste organisatievorm te vergemakkelijken. De experten ter zake zijn:
Lieve Jacobs en Sofie Donneaux – Cera/Coopburo Peter Bosmans –Febecoop Anneleen Steeno – Curia
68
Uit deze gesprekken werd direct duidelijk dat de gepaste organisatievorm ofwel een vzw of wel een CVBA-VSO is. Op vraag werd een adviesnota opgesteld waar de vergelijking tussen vzw en CVBA-VSO werd gemaakt. Deze is terug te vinden in bijlage 5. De verschillen tussen een vzw en een CVBA-VSO ACTIVITEIT Vzw
Verbod op het drijven van nijverheids- of handelszaken Maar een bijkomstige commerciële/economische activiteit is toegelaten mits naleving van de volgende drie voorwaarden: Kwantitatieve ondergeschiktheid van de economische activiteit ten aanzien van de nieteconomische activiteit Rechtstreeks of onrechtstreekse band van minderen of meerdere noodzakelijkheid tussen beide activiteiten. Bestemmingsplicht van de opbrengsten van de economische activiteit voor de verwezenlijking van de niet-economische activiteit/doelstelling
CVBA-VSO
Handelsactiviteiten Het sociale doel van deze activiteiten moet duidelijk omschreven zijn in de statuten Winst beogende activiteit kan worden uitgeoefend, maar het voornaamste oogmerk mag er niet in bestaan vermogen voordeel aan de vennoten uit te keren.
MINIMUMKAPITAAL Vzw
Geen kapitaal vereisten
CVBA-VSO
6150 euro Volledig geplaatst Volstorting ten belope van 2500 euro en na twee jaar volledig volstort Het kapitaal wordt gekenmerkt door een vast en een variabel gedeelte
WINSTOOGMERK Vzw
Verbod tot het verschaffen van een stoffelijk voordeel Onrechtstreekse vermogensvoordelen voor de leden mag wel worden nagestreefd bijvoorbeeld kostenbesparing.
CVBA-VSO
De vennoten mogen geen of slechts beperkt vermogensvoordeel nastreven. Indien men een dividend wenst uit te keren moet dit beperkt blijven tot een wettelijk vastgelegde rentevoet. Het voornaamste oogmerk mag niet bestaan in het verlenen van een onrechtstreeks vermogensvoordeel aan de vennoten.
69
VERWERVEN VAN KAPITAAL/MIDDELEN/INKOMSTEN Vzw
Subsidies Sponsoring Giften en schenkingen Inkomsten uit daden van koophandel (deze daden mogen niet de hoofdactiviteit zijn) Obligaties
CVBA-VSO
Inkomsten uit daden van koophandel Kapitaalinbreng van de vennoten (niet elke vennoot dient evenveel kapitaal in te brengen in de vennootschap. Het is mogelijk om te werken met verschillende aandeelhoudersgroepen waarbij elke groep staat voor een verschillende kapitaalinbreng. Belangrijk is ook dat het ingebrachte kapitaal vroeg of laat ook weer dient uitbetaald te worden aan de vennoten onder de vorm van een scheidingsaandeel. Men is vrij om de waarde van het scheidingsaandeel te bepalen in de statuten. Giften en schenkingen Sponsoring Subsidies Obligaties
BELASTINGSSTELSEL Vzw
Rechtspersonen belasting
CVBA-VSO
Vennootschapsbelasting – in het advies van Coopburo wordt er vanuit gegaan dat de CVBA-VSO ook aan de rechtspersonenbelasting onderworpen is, op voorwaarde dat: De CVBA-VSO geen winst nastreeft dat wil zeggen van zodra er dividend wordt uitgekeerd is de vso onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Geen onderneming exploiteert of uitsluitend of hoofdzakelijk werkzaam is binnen de perken van artikel 181 van het WIB en 182 van het WIB. Om hier definitief uitsluitsel rond te krijgen, is het aangeraden contact op te nemen met de belastingsdiensten. VRIJWILLIGERS Vzw
Ja
CVBA-VSO
Nee: de wet betreffende de rechten van vrijwilligers is enkel van toepassing op ‘elke feitelijke vereniging of private of publieke rechtspersoon zonder winstoogmerk die werkt met vrijwilligers’
70
In de adviesnota worden ook andere punten tussen beide organisatievormen vergeleken. De adviesnota is terug te vinden in de bijlage. Onderstaand een opsomming van de andere elementen uit de nota:
Oprichtingsmodaliteiten Rechtspersoonlijkheid Inbreng in natura Algemene vergadering Raad van bestuur Vertegenwoordiging Boekhouding, jaarrekening en controle Vereffeningsaldo Leden/vennoten Participatie van de verschillende doelgroepen
Op basis van deze adviesnota komt Coopburo tot volgende conclusie: ‘… het is de intentie van de Sociale Kruidenier Leuven een commerciële activiteit uit te voeren die niet louter ondersteunend zijn voor de financiering van haar onbaatzuchtige doelstelling, maar waar de commerciële activiteit een doel op zich is, met name de aan- en verkoop van voedingswaren. Bijgevolg zou een vzw niet aangewezen zijn voor de uitbouw van een winkel mede daar de mogelijkheid bestaat tot herkwalificatie in een commerciële maatschap en mogelijks zelf een aanklacht wegens onwettige mededinging. Mijn inziens lijkt het aangewezen te kiezen voor een CVBA-VSO als rechtsvorm voor de uitwerking van het project. Een CVBA-VSO is namelijk een goed alternatief voor een vzw. De CVBA-VSO heeft de mogelijkheid om handelsactiviteiten te organiseren en zodoende winst na te streven. Voor de oprichting van een CVBA-VSO dient er echter een minimumkapitaal te worden voorzien en zijn de oprichters onderworpen aan een specifieke oprichtersaansprakelijkheid. Tevens is de vennootschap onderworpen aan zwaardere boekhoudkundige verplichtingen dan een vzw en zijn er meer oprichterskosten aan verbonden.’ De elementen in het nadeel van de CVBA-VSO, zijn dat er geen vrijwilligers kunnen ingeschakeld worden, iets wat zeker in de eerste fase van de organisatie een must is om het geheel draaiende te houden. Vermits de deelnemende organisaties wel vzw’s zijn, kunnen vrijwilligers via deze organisaties ingezet worden. Dit nadeel hoeft dus geen rechtstreeks probleem te vormen. Onderstaand vindt u een uittreksel uit het advies van Curia terug. Het advies is terug te vinden in bijlage 6. Ook zij raadden de Sociale Kruidenier Leuven aan om een CVBA-VSO te starten. Artikel 1 vzw – wet verbiedt een vzw commerciële activiteiten te verrichten DE LETTER VAN DE WET Zie bijlage TOEGEPAST OP DE SOCIALE KRUIDENIER De activiteiten van De Sociale Kruidenier vallen onder artikel 2, eerste streepje W. kh: de aankoop van voedingsmiddelen en koopwaren om die, al dan niet na bewerking of verwerking, weder te verkopen. Daarmee staat vast dat de vzw commerciële activiteiten (zgn. handelszaken) drijft. Het feit dat de vzw voor een deel van haar activiteiten een specifieke finaliteit nastreeft (met name kansarme gezinnen helpen) verhindert niet dat haar activiteiten als dusdanig als commerciële activiteiten gelden.
71
Evenmin is een eventuele taxatie onder de rechtspersonenbelasting een argument om deze kwalificatie als commerciële activiteiten te counteren. DE EVOLUTIE VAN DE WET Van geen naar bijkomstige commerciële activiteiten - Geleidelijk aan hebben rechtsleer en rechtsprak aanvaard dat een vzw wel bijkomstige of ondergeschikte commerciële activiteiten mag voeren. - Volgens de meerderheidsstrekking worden de volgende criteria toegepast om na te gaan of de commerciële activiteiten van een vzw bijkomstig (en dus toelaatbaar) zijn: De commerciële activiteiten moeten ten aanzien van de niet commerciële activiteiten kwantitatief minder belangrijk zijn wat de omzet of de ingezette middelen betreft. De commerciële activiteiten moeten een rechtstreeks of onrechtstreekse band hebben met de niet – commerciële activiteiten. De opbrengsten van de commerciële activiteiten moeten worde aangewend voor de realisatie van het onbaatzuchtige oogmerk. TOEGEPAST OP DE SOCIALE KRUIDENIER Enkel indien de Sociale Kruidenier kan aantonen dat haar hoofdactiviteiten bestaan uit het aanbieden van voedingswaren aan kansarme gezinnen (en dit volgens beide kwantitatieve vergelijkingen van omzet en ingezette mensen en middelen), kan de reguliere verkoop aan het normaal publiek, als bijkomstig worden gekwalificeerd. We hebben echter begrepen dat dit weinig waarschijnlijk zal zijn nu precies de normale verkoop (qua omzet in elk geval) de hoofdactiviteit zal vormen. En zelfs als de bijkomstigheidstest wordt doorstaan door de Sociale Kruidenier, biedt dit geen garanties tegen andere benaderingen. De rechtspraak is constant in beweging zodat nieuwe interpretaties niet uitgesloten zijn. RISICO’S – bij de keuze voor een vzw Als drastische sanctie kan een concullega de ontbinding van de vzw vorderen die de wet of haar statuten schendt (art. 18 vzw wet). Dergelijke vordering is echter niet erg doeltreffend aangezien ze maar uitvoerbaar is na een uitspraak in kracht van gewijsde. Minder drastisch doch veel doeltreffender is een stakingsvordering op grond van artikel 95 WMPC. Een schending van artikel 1 vzw-wet wordt immers beschouwd als een ‘met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad’. Daarvan kan een concurrerende onderneming waarvan de beroepsbelangen geschaad worden of kunnen worden, de onmiddellijke staking (= stopzetting) eisen in een procedure ‘zoals in kortgeding’. Wordt de eiser in het gelijk gesteld dan moet de vzw onmiddellijk na de betekening van de uitspraak alle activiteiten staken, op straffe van een dwangsom. Onze ervaring leert dat dergelijke stakingsvorderingen door misnoegde concurrenten handig worden benut om vzw’s met activiteiten die hen bedreigen op hun ‘markt’, op een zeer korte termijn in een procedureslag te betrekken. Het spreekt voor zich dat dit veel onzekerheid en verlies van tijd, energie en middelen betekent. Fiscaal risico: een in België gevestigde vzw of stichting is enkel onderworpen aan de rechtspersonenbelasting, op voorwaarde dat haar economische activiteiten kwantitatief beperkt zijn en niet volgens nijverheids- of handelsmethodes worden gevoerd (artikel 182, 3° WIB92) of op voorwaarde dat haar activiteiten zich situeren op door de wet bevoorrechte gebieden (artikel 181 WIB92).
72
Van zodra meer dan louter bijkomstige economische activiteiten worden uitgeoefend, vindt de algemene regel toepassing die stelt dat een rechtspersoon die een onderneming exploiteert of verrichtingen van winstgevende aard verricht aan de vennootschapsbelasting onderworpen is. Onder voorbehoud van onderzoek van meer gegevens, vermoeden wij dat de Sociale Kruidenier in de vennootschapsbelasting zal getaxeerd worden (of riskeert getaxeerd te worden). ALTERNATIEF Gelet op haar handelsvorm, kan de vennootschap met Sociaal Oogmerk (VSO) onbeperkt commerciële activiteiten ontwikkelen met andere doelstellingen dan louter winstverdeling zoals voor een klassieke vennootschap. Omdat er geen verbod is op handelsactiviteiten, is er geen risico op een vordering tot ontbinding op een vordering tot staking tot stopzetting van de commerciële activiteiten. Hierdoor vormt de VSO een beter alternatief voor de ontplooiing van de commerciële activiteiten met een sociaal doel. DE MIJLPALEN DIE BIJDROEGEN TOT DEZE KEUZE Tijdens de uitwerking van het project werd er lang gedacht over de opstart van een vzw die later omgeschakeld kon worden naar een CVBA-VSO. Een dikke maand voor de inleverdatum van het project werd echter duidelijk, dat een vzw niet tot de mogelijkheden behoort. Dit maakte dat aan het einde van het project een versnelling hoger gewerkt moest worden om de statuten, voor het einde van de inleverdatum af te werken. Daarnaast was het zo dat een groot deel van het voorbereidend werk reeds werd gedaan voor de projectaanvraag werd ingediend en goedgekeurd. De belangrijkste partners zaten reeds rond de tafel, de missie en de visie waren reeds geschreven, vanuit de praktijk van de sociale kruidenier op Leren Ondernemen vzw konden een heel aantal vragen snel beantwoord worden en er bestond reeds een uitgebreid klanten- en leveranciersbestand. Deze droegen er toe bij dat de projectuitvoerder zich een jaar heeft kunnen concentreren op het coöperatieve verhaal en de reeds bestaande contacten verder kon uitbouwen. Door de veelheid aan organisaties is er veel expertise aanwezig en samen beschikt de stuurgroep over een enorm groot netwerk. Voor organisaties die van nul moeten beginnen en die een soortgelijk project willen opzetten, zal een jaar tijd hoogstwaarschijnlijk te kort zijn. Er werd regelmatig de bedenking gemaakt dat de einddatum van het project iets te vroeg komt. Dit zou een struikelsteen kunnen zijn. De Sociale Kruidenier Leuven beschouwt dit echter als een incentive om haar pioniersrol verder te zetten. Daarnaast werd er uitgebreid gebruik gemaakt van dit grote netwerk en werd er advies ingewonnen vanuit verschillende hoeken. Iedereen die een soortgelijk project ontwikkeld wordt aangemoedigd om dit net zo aan te pakken. Verschillende meningen, vanuit verschillende achtergronden, dragen bij tot een breed omvattende dekking en laten de projectuitvoerder stil staan bij vragen waar anders niet of minder bij werd stilgestaan. Voor het huidige project was de toekenning van middelen uit het Stedenfonds een enorme boost. Dit betekent dat er vanaf 2013 kan gewerkt worden aan de verdere uitbouw van de Sociale Kruidenier Leuven, dat er voldoende tijd kan worden vrijgemaakt voor de implementatie en eventuele kinderziektes weggewerkt kunnen worden. Er is, financieel gezien, druk van de ketel en indien het project trager dan verwacht op gang komt, is er voldoende financiële marge. Verder zijn er momenteel veel lopende projecten die samen met de kruidenier versterkend kunnen zijn. Deze projecten zijn, net als het voorliggende, nog volop in ontwikkeling. Ze kunnen dus nog niet versterkend zijn. Denk bijvoorbeeld aan de pilootprojecten georganiseerd door Kabinet Lieten (zie eerder), het project ‘Open Schuur’ ondersteunt door de provincie Vlaams Brabant, besprekingen met vzw Voedselteams, … In de loop van
73
het project werd direct duidelijk dat het een dynamische organisatie zal worden, die maximaal inspeelt op deze ontwikkelingen en ze waar nodig betrekt in de organisatie. De coöperatie is hier de geschikte vorm voor. DE COÖPERATIE ALS MEEST GESCHIKTE VORM In het eerste deel van deze blauwdruk werd reeds stilgestaan bij de waarden die de coöperatie ten grondslag liggen, en de redenen waarom de Sociale Kruidenier Leuven voor deze vorm kiest. In een studie die enkele maanden geleden door Levanto werd gedaan, werd duidelijk aangegeven wat de voordelen zijn voor een sociale kruidenier om zich in een coöperatie te verenigen. Deze voordelen waren van doorslaggevend belang. De voordelen van de coöperatie zijn:
Sterk participatief karakter – al de stakeholders worden betrokken. Vooral voor de primaire doelgroep, mensen in armoede, is dit voordeel van doorslaggevend belang. Ze nemen deel aan de organisatie, maar zijn ook verantwoordelijk voor de verder uitbouw van het project. Sterkere onderhandelingsmacht – in deze organisatie worden het gros van de sociale actoren op welzijnsvlak in Leuven verenigd. Dit maakt de onderhandelingspositie, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van subsidies een stuk sterker. Maar ook naar leveranciers toe en bij de zoektocht naar aandeelhouders draagt de brede gedragenheid bij tot een sterkere machtspositie. Betere toegang tot de markt – op verschillende plaatsen in Leuven openen sociale kruideniers, deze geografische spreiding zorgt voor een toenemende toegankelijkheid en een duidelijkere zichtbaarheid. Deze dragen bij tot een groter klantenbestand en dus een betere toegang tot de markt. Met slechts één kruidenier (zoals de huidige situatie) is dit veel minder het geval. Kosten verlagen – de producten die in de winkel aangeboden worden, kunnen in grotere oplages aangekocht worden, dit drukt op de aankoopprijs. Verder zijn er een heel aantal gemeenschappelijke diensten waarvan de kostprijs in een coöperatie kunnen gedeeld worden: logistiek, opslagruimte, administratie, boekhouding,… Kan een marktvacuüm opvullen – mensen in armoede hebben een behoefte aan een aanbod van gezonde en kwalitatieve voeding. Momenteel is de prijs voor deze producten echter te hoog, waardoor velen op zoek naar goedkope alternatieven zoals kant – en klare maaltijden. Daarnaast kan de sociale kruidenier ook bijdragen tot de sociale cohesie in de buurt. Zorgt voor een draagvlak – Er zijn enorm veel partners betrokken in het verhaal van de sociale kruidenier, het gaat over sociale organisaties, leveranciers, lokale overheden, buurtbewoners,… Doordat ze met zovelen zijn, wordt er een draagvlak gecreëerd.
Uit een panelgesprek georganiseerd door Levanto kwam naar voren dat de coöperatie een interessante organisatievorm is voor de sociale kruidenier, mits er rekening gehouden wordt met onderstaande uitdagingen:
Streven naar financiële onafhankelijkheid De huidige modellen van de sociale kruidenier zijn structureel afhankelijk van subsidies of een donatie van een externe partner zoals een overheid. Deze afhankelijkheid gaat lijnrecht in tegen de principes van de coöperatieve vennootschap (zelforganisatie en onafhankelijkheid van de overheid). Er wordt echter gestreefd naar financiële onafhankelijkheid en naar alternatieve bronnen van inkomsten. Vanzelfsprekend streeft de Sociale Kruidenier Leuven naar financiële onafhankelijkheid. Enkel op die manier kan er een volwaardig onderscheid bewerkstellingen tussen de voedselbanken en de andere traditionele voedselbedelingen. Om een organisatie te creëren die niet afhankelijk is van giften, zowel in natura als in de vorm van subsidies, moet de kruidenier anders worden ingericht. De producten zullen worden aangekocht bij producenten, in plaats van bij de warenhuizen zoals
74
dat nu in verschillende gevallen nog gebeurt. Door de creatie van een sociale mix van klanten in de kruidenier kan een vaste inkomstenstroom gegarandeerd worden die bijdraagt tot een financiële onafhankelijkheid.
De klant wordt co-producent Als de sociale kruidenier financieel onafhankelijker wilt worden, zullen er bijkomende diensten aangeboden moeten worden. Hierop worden de klanten aangesproken. Zij zijn niet enkel klant en dus ontvanger van diensten, maar ze worden ook actoren in het aanbieden van diensten. De klanten worden mede-eigenaar en regisseur van de onderneming. Op deze manier kan iemand in armoede stapsgewijs ervaring op doen, actief participeren, terug geloven in eigen kunnen en een kritisch bewustzijn ontwikkelen (de sociale rechten en plichten volledig kennen). De klant als coproducent werkt op deze manier empowerend. Deze aanpak respecteert twee principes, met name iedereen krijgt de mogelijkheid om maximaal zijn eigen competenties in te zetten. Verder is er een groeipad mogelijk. De rol van de co-producent is geen lineair verhaal. Niet iedereen kan en wil dit op dezelfde manier opnemen. Dit naar de praktijk omzetten is niet eenvoudig. Een van de belangrijkste elementen van de Sociale Kruidenier Leuven is het tewerkstellingsluik. De doelgroep staat zelf in de winkel en dit kan in verschillende statuten (vrijwilligers tot art 60.). In de kruidenier leren ze over zichzelf en de ander. En uit de ervaringen van Leren Ondernemen vzw blijkt dat de jobs in de winkel erg gegeerd zijn. Door een uitbereiding van de bestaande winkel met 1 extra winkel en 5 afhaalpunten worden er extra plaatsen gecreëerd.
Diensten worden samen met de klant ontwikkeld In navolging van de bovenstaande uitdaging betekent dit dat mensen in armoede die klant zijn mee de dienstverlening bepalen en ontwikkelen die zij wensen aan te bieden. De klanten bepalen samen de strategie die ze wensen te realiseren. Vanuit de sterktes en zwaktes van de klanten en inspelend op de opportuniteiten in de omgeving, wordt de dienstverlening ontwikkeld. Doorheen het hele verhaal van de Sociale Kruidenier Leuven wordt de input van de doelgroep maximaal benut. Het initiatief is er een van en door mensen in armoede. Het is dus belangrijk hen in alle aspecten van het ontwikkelingsproces te betrekken. Zij bepalen mee welke producten in de winkels horen te liggen en welke dienstverlening hier aan gekoppeld wordt. De verschillende kruideniers die binnenkort hun deuren zullen openen, beschikken elk over eigen faciliteiten: een sociaal restaurant, een gemeenschappelijke keuken, een kinderwerking, mogelijkheden tot vorming,… Deze worden aangewend naar behoeften van de klanten en zij vullen het gebruik ervan zelf in.
Mensen in armoede zijn A-aandeelhouders Vanuit de idee een coöperatieve structuur in te richten, zijn het niet enkel mensen in armoede die aandeelhouders zijn. Zij zijn net diegene die weinig middelen hebben om in te brengen. Voor de sociale kruidenier wordt dan ook uitgegaan van een multistakeholdercoöperatie waarbij de klanten en dus ook de mensen in armoede A-aandeelhouders zijn. Ook in het project Sociale Kruidenier Leuven is het belangrijk om mensen in armoede aandeelhouders te maken. Zij zijn echter weinig kapitaalkrachtig, waardoor er een alternatief gevonden moet worden om aandelen aan te kopen. Zowel FebeCoop als CoopConsult werden
75
geconsulteerd rond deze materie met de expliciete vraag hoe dit probleem kan ingevuld worden. Zij raden aan om toch een redelijk bedrag te vragen voor een aandeel en ze niet kosteloos aan te bieden zoals oorspronkelijk een idee was. Hun uitgangspunt voor de aankoop van een aandeel is: De kostprijs moet voldoende hoog zijn, van die hoogte dat je het bedrag niet dagelijks op zak hebt. De kostprijs moet dermate hoog zijn dat je er een nacht over moet slapen of je het bedrag zal uitgeven of niet. Voor mensen in armoede zal dit over een bedrag gaan dat een stuk lager ligt dan voor de andere aandeelhouder , maar dat wel minstens dezelfde rechten en plichten opent. De aankoop van een aandeel kost 5 euro.
Iedereen heeft toegang tot deze nieuwe buurtwinkel Om minder afhankelijk te worden van subsidies is het aangeraden om de sociale kruidenier open te stellen voor iedereen. Hierbij staat het inclusief gedachtengoed en het principe van solidariteit tussen rijken en minder rijken centraal. Doordat rijkere mensen een hogere prijs betalen, kunnen sociale kruideniers een lagere prijs vragen aan mensen in armoede. Op deze manier dekken de sociale kruideniers deels het huidige verlies. Een tweede reden voor de brede toegang is de versterking van het sociale netwerk en buurtnetwerk dat een gemengde samenstelling kent. De buurtwinkel wordt opnieuw een ontmoetingsplek in de buurt. Van cruciaal belang is een debat te voeren in welke type buurten deze winkels best ingepland worden. In het model Sociale Kruidenier Leuven staat het systeem sociale mix centraal. Zoals in de studie van Levanto duidelijk wordt, zijn de extra inkomsten van de rijke klanten noodzakelijk om het verlies van de minder rijke klanten te dekken. Er zijn ook andere ingrepen mogelijk die een deel van het verlies kunnen dekken, maar in eerste fase lijkt het opportuun om enkel een prijsdifferentiatie in te voeren. Op die manier kan deze piste voldoende onderzocht en uitgewerkt worden. En worden er geen stappen in dit onderzoeksproces over geslagen. Het is belangrijk veel tijd te steken in de zoektocht naar mogelijke klanten , marketing van de Sociale Kruidenier. Andere pistes die in een volgende fase onderzocht kunnen worden zijn: aan huis levering bij minder mobiele buurtbewoners, soepronde op industrieterrein, start van een café in het buurthuis, organisatie van workshops (betalend voor de rijke klanten),… Dit plan gaat uit van de opening van verschillende sociale kruideniers in Leuven geënt op reeds bestaande sociale organisaties. Deze sociale organisaties zijn gehuisvest op die plaatsen waar zij de grootste aansluiting vinden op de door hun te bereiken buurt. Het gaat onder andere over de Ridderbuurt, Sint Maartensdal, Schorenshof, Broekveld en Mannenstraat. Dit zijn buurten waar de nood aan dergelijke werkingen erg hoog is. De organisatie van een sociale kruidenier in die buurten is de ideale aanvattingsbasis voor ontmoeting en een doorbreken van sociaal isolement.
Er is nood aan schaalgrootte Volgens de studie van Levanto is een sociale kruidenier op zich niet rendabel en is te klein om aan voldoende inkomsten te komen enkel via de eigen dienstverlening. Uit de praktijk van Leo m> de sociale kruidenier op Leren Ondernemen en op basis van de verhalen van Sociale Kruideniers Vlaanderen vzw, kan dit inderdaad beaamt worden. Dit noodzaakt dus tot samenwerking om een minimum aan schaalgrootte te verwerven.
76
Deze schaalgrootte creëert een grotere capaciteit om een duurzame dienstverlening te ontwikkelen en ook om kapitaal te bekomen, de financiële draagkracht te vergroten en efficiënter de dienstverlening te organiseren. Schaalgrootte bekomen kan volgens twee verschillende modellen afhankelijk van de context: Verschillende sociale kruideniers bundelen hun krachten en organiseren samen in een bepaalde regio de kruideniers en dienstverlening Verschillende complementaire organisaties bundelen de krachten zoals de sociale kruidenier, het sociale restaurant, lokale bewegingen,… De combinatie van deze twee vormen van samenwerking. Er worden verschillende winkelpunten georganiseerd, de handen worden in elkaar geslagen en zo kan het schaalvoordeel bekomen worden. Omdat er op Vlaams niveau een samenwerking is met Sociale Kruideniers Vlaanderen, kan ook met deze winkelpunten een schaalgrootte bekomen worden. In de Leuvense deelnemende organisaties zijn vaak diensten aanwezig die complementair aan de winkelpunten kunnen zijn. Bijvoorbeeld: Leren Ondernemen vzw heeft naast een sociale kruidenier ook een sociaal restaurant.
Het concept is ingebed in het breder lokaal sociaal beleid De sociale kruidenier heeft een maatschappelijke doelstelling. Van bij de start is het daarom essentieel om in het ruimer lokaal sociaal beleid in te bedden. Dit is belangrijk op vlak van toeleiding, realisatie van complementariteit met de bestaande activiteiten actoren en creatie van draagvlak voor activiteit. Naast inbedding in het lokaal sociaal beleid is het belangrijk met verschillende andere stakeholders in gesprek te gaan zoals lokale producenten, UNIZO,… Een heel specifieke vorm van samenwerking kan ook op het niveau van de producenten en meer specifiek in de landbouwsector. De link tussen de traditionele landbouw en de biologische landbouw die vaak in de handen van sociale economie is, biedt nieuwe mogelijkheden. Deze zijn op een aantal vlakken reeds aanwezig, zoals de Brabander. Het Stedenfonds heeft voor de verdere ontwikkeling van de Sociale Kruidenier Leuven middelen vrijgemaakt. De lokale overheden ondersteunen met andere woorden het project, wat naar nieuwe stakeholders en investeerders een doorslaggevende factor kan zijn. Zoals reeds uitgebreid werd aangehaald heeft het project een brede gedragenheid bij sociale organisaties in Leuven en nemen ze deel aan de verdere uitwerking. Voor de aanvoer van de goederen wordt samengewerkt met lokale producenten. Zo zal De Brabander, een sociaal economie project in Vlaams-Brabant, het brood aanleveren. Maar er wordt ook nauw samengewerkt met de Mechelse veiling en lokale boeren. Voor de organisatie van de logistiek wordt samengewerkt met sociale economieprojecten uit de regio ( Spit Kringwinkel en Wonen en Werken). In de regio zijn vele voorzieningen ter beschikking die vanuit een gelijkaardige visie en met een gelijkaardige doelgroep samenwerken. Een samenwerking met deze partners ligt dus in het logische verlengde.
Het werkingsmodel is verschillend volgens de lokale context Volgens de lokale context zullen er verschillen zijn: Op vlak van inbedding
77
-
-
Op vlak van netwerk waar men samen de werking en de dienstverlening opzet: dit zal zijn in functie van het aantal sociale kruideniers in de regio en de andere actoren zoals sociaal restaurant, sociale verenigingen,… Op vlak van diensten die worden aangeboden. De diensten die ze zullen aangeboden worden hangt af van sociale kruidenier tot sociale kruidenier en hang af van regio tot regio. De sociale kruideniers uit een stad of een landelijke regio zullen samen met de klanten op zoek gaan naar welke dienstverlening zij het beste kunnen aanbieden. Uit het voorgaande werd duidelijk dat deze uitdaging werd aangepakt. De verschillende kruideniers vullen hun dienstverlening op basis van de infrastructuur waarover ze beschikken. Het geheel wordt ingebed in de reeds bestaande basiswerkingen.
De uitdagingen die in de studie van Levanto worden aangehaald, zijn allemaal zorgvuldig onder loep genomen en op de vragen werd een eerste antwoord geformuleerd. Geen van deze uitdagingen moet een belemmering vormen bij de uitwerking van een coöperatief model, de antwoorden zijn accuraat en voldoende dekkend. Hieruit kan besloten worden dat de coöperatieve vennootschap de gepaste organisatievorm is. ERKENNING DOOR HET NRC (NATIONALE RAAD VOOR COÖPERATIES) Om door de NRC erkent te worden, dient men te voldoen aan de volgende erkenningsvoorwaarden:
De toetreding tot een coöperatieve vennootschap is vrij. De aandelen scheppen dezelfde rechten en verplichtingen. De stemming van de vennoten op Algemene Vergadering is democratisch. De beheerders en de commissarissen worden door de algemene vergadering van de vennoten benoemd. De aan de vennoten uitgekeerde rentevoet is beperkt. Het mandaat van de beheerders en commissarissen is niet bezoldigd. De vennoten – klanten genieten van ristorno’s. De vennootschap heeft als doel in de behoeften van haar vennoten te voorzien.
Een erkende coöperatieve vennootschap krijgt een specifiek statuut en geniet enkele voordelen, met name:
Het dividend dat de erkende coöperatie uitkeert is voor een bedrag van 180 euro vrijgesteld van belastingen, zowel voor de erkende coöperatie als voor de coöperatieve aandeelhouders. Voor bestuurders wiens belangrijkste activiteit het dagelijks beheer of de dagelijkse leiding van een erkende coöperatie is, is het sociaal statuut van werknemers van toepassing. De erkende coöperatie wordt vrijgesteld van de toepassing van de financiële reglementering over het openbaar beroep op het spaarwezen, voor zover ze minder dan 2,5 miljoen euro kapitaal per jaar ophaalt bij het grote publiek. Wanneer je als coöperatie erkend wordt, kan dit de coöperatieve identiteit versterken. Tegelijk maakt de coöperatie zo deel uit van een platform waar ook andere coöperaties vertegenwoordigd zijn. Dit biedt een forum voor verdere uitwisseling van activiteiten.
Er wordt geopteerd voor een erkenning door de NRC, de Sociale Kruidenier Leuven voldoet immers aan de criteria die noodzakelijk zijn en een erkenning biedt een zekere geloofwaardigheid naar mogelijke investeerders. Het is een duidelijk signaal naar de vennoten dat de coöperatieve vennootschap garant staat voor een aantal belangrijke eigenschappen. De aanvraag is nog niet ingediend, maar dit staat gepland voor 2013. EEN COOPERATIE MET SOCIAAL OOGMERK
78
Sociale Kruidenier Leuven zal een CVBA met sociaal oogmerk worden (VSO). Deze term werd al enkele malen aangehaald. Onderstaand duiding bij wat dit precies inhoudt:
De vso biedt een alternatief voor de vzw met een economische activiteit Vrijstelling van roerende voorheffing voor aandeelhouders/natuurlijk personen op de eerste schijf van dividenduitkering, ten belope van 170 euro. De vennoten streven geen of een beperkte vermogensvoordeel na. Niemand mag aan de stemming aan de algemene vergadering deelnemen met meer dan één tiende van het aantal stemmen verbonden aan de ter vergadering vertegenwoordigde aandelen. Indien een of meer vennoten de hoedanigheid hebben van personeelslid wordt deze maximale stemkracht verlaagd tot één twintigste. Verplichte werknemersparticipatie Ieder personeelslid wordt de mogelijkheid geboden om uiterlijk een jaar na zijn indienstneming door de vennootschap de hoedanigheid van vennoot te krijgen op voorwaarde dat het gaat om volledig handelingsbekwame personeelsleden. De statuten bevatten de wijze waarop reserves worden gevormd. De stemming gebeurt in de Algemene Vergadering met maximaal 10% (of 5 %) per deelnemer. Het vermogensvoordeel van de aandeelhouders is niet hoger dan het door het Koning vastgestelde voordeel. Tot op heden is dit 6 procent. In het jaarlijks verslag dient aangegeven te worden waarop het sociale oogmerk werd verwezenlijkt. Er is een duidelijke en specifieke bestemming van de winst. In de statuten moet duidelijk vermeld worden hoe de winst wordt bestemd. Aldus moet op voorhand bepaald worden op welke wijze de winst wordt besteed overeenkomstig het interne en externe oogmerk van de vennootschap, en op welke wijze de reserves worden gevormd. Bij het bepalen van deze hiërarchie, beschikt men over een relatief grote vrijheid. Men moet enkel rekening houden met de verplichte vorming van een wettelijke reserve én de wettelijke beperkingen tot 6 procent van het werkelijk gestort kapitaal.
In de bijlage 5 en 6 is bijkomende uitleg over de VSO terug te vinden. Voor de Sociale Kruidenier Leuven vormen deze bepalingen geen probleem, integendeel, ze versterken het geheel. Iedere vennootschapsvorm kan een vso zijn, ook een coöperatieve. Wanneer de organisatie een vso vorm aanneemt, dan heeft de organisatie sowieso een vzw karakter, wat wil zeggen dat er limiteren van de winst mogelijk wordt gemaakt. De CVBA is in de praktijk de meest populaire vorm voor de VSO, en dit om twee redenen: 1. 2.
De kapitaalstructuur van de CVBA (vast gedeelte en veranderlijk gedeelte) maakt een vlotte toe- en uitreding van vennoten mogelijk zonder dat tot een statutenwijziging moet worden overgegaan. Door de vermindering van het vaste gedeelte van het minimumkapitaal en van de minimum – volstorting van de CVBA-VSO zullen ook kleinere organisaties een oprichting van of omvorming naar een VSO op hun maat overwegen.
CONCLUSIE Er werd voor de CVBA-VSO organisatievorm gekozen omdat deze organisatievorm het mogelijk maakt om een evenwicht tussen economische en sociale belangen in te bedden in de organisatie. Om te vermijden dat er in de toekomst een onaanvaardbaar spanningsveld zou ontstaan tussen de economische belangen van de Sociale Kruidenier en de ethisch verantwoorde aanpak ten aanzien van de doelgroep mensen in armoede, werd voor de CVBA-VSO gekozen. Deze organisatievorm doet de finaliteit van de Sociale Kruidenier beter tot zijn recht
79
komen en biedt betere garanties aan de klanten en aan mensen in armoede dat de basisintenties van de Sociale Kruidenier in de toekomst gegarandeerd worden. In de CVBA-VSO organisatievorm kan er, ongeacht de inbreng van de vennoten, een machtsverhouding en – evenwicht worden gegarandeerd in de statuten van de vennootschap die de rechten van mensen in armoede optimaal en maximaal waarborgt. DE VENNOTEN IN DE CVBA-VSO ‘SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN’ Er wordt gekozen voor een multistakeholders coöperatie. In dit type van coöperatie worden verschillende belanghebbende verenigd. Het kan om een gediversifieerd gamma aan aandeelhouders gaan. Omdat in dit project verschillende deelnemers zijn, is dit de meest voor de hand liggende coöperatievorm. Een overzicht van de verschillende stakeholders vindt u in een volgend punt terug. In de CVBA-VSO wordt met verschillende aandeel categorieën gewerkt. Deze zijn:
A-aandeelhouders: de stichtende leden van de CVBA-VSO B-aandeelhouders: sociale organisaties die een sociale kruidenier aan hun basiswerking toevoegen C-aandeelhouders: open categorie die voor verschillende types van aandeelhouders toegankelijk is. D-aandeelhouders: mensen in armoede en werknemers.
Elk van deze aandelen hebben een andere prijs en er zijn ook verschillende rechten aan verbonden. Wat betreft de prijs voor de aankoop van een aandeel:
A-aandeel: 1000 euro B-aandeel: 250 euro C-aandeel: 50 euro D-aandeel: 5 euro. De prijs voor aandelen in deze laatste categorie is bewust laag gehouden zodat de drempel voor mensen in armoede niet te hoog is om vennoot te worden. In deze categorie kan men slechts één aandeel aankopen. Op die manier wordt het geheel democratisch gehouden. Indien er bijvoorbeeld mensen zijn die wensen meer aandelen aan te kopen (bijvoorbeeld werknemers), kunnen zij dit in de derde categorie.
NIEUWE VENNOTEN AANTREKKEN De komende jaren zullen er nieuwe aandeelhouders aangetrokken worden. Uit verschillende gesprekken met andere coöperatieve vennootschappen, kwam de suggestie naar voren om ook aandeelhouders uit de privé te betrekken. Dit is doorslaggevend om het aspect economie gecombineerd met sociaal helemaal door te trekken. Dan moeten ook leveranciers,… aangetrokken worden in plaats van de beperking tot sociale organisaties en lokale overheden. Hoe dit zal worden aangepakt, zal in de maand oktober en november worden onderzocht en in een draaiboek gegoten. Op die manier kan de nieuwe coördinator hier in januari direct mee van start gaan. In het deel rond communicatie werd al aangehaald op welke communicatiemiddelen hiervoor ingezet zullen worden. DE MODALITEITEN WAARMEE VENNOTEN IN DE COÖPERATIE TOETREDEN, UITTREDEN,… De vennoten die aandeelhouders zijn van de CVBA-VSO zijn allemaal erkend door de raad van bestuur. Het is hierbij belangrijk dat de aandeelhouders de doelstellingen van de coöperatieve vennootschap onderschrijven.
80
A-aandeelhouders: Deze categorie is louter voorbehouden voor de oprichters rechtspersonen en voor die rechtspersonen die door de houders van de A-aandelen worden aanvaard bij unanimiteit.. B-aandeelhouders: Deze categorie is voorbehouden voor rechtspersonen die gericht zijn op het ondersteunen van mensen in armoede én die een sociaalwinkelpunt of een sociaal afhaalpunt exploiteren. Deze aandeelhouders zijn door de raad van bestuur aanvaard. C-aandeelhouders: dit is een open categorie, voor iedereen toegankelijk (rechtspersonen en natuurlijke personen). Het mogelijk aan te kopen aandelen is onbeperkt. Deze rechtspersonen onderschrijven de doelstellingen van de coöperatieve vennootschap en zijn als vennoot door de raad van bestuur aanvaard. D-aandeelhouders: de criteria om als doelgroep ‘mensen in armoede’ erkend te worden, zijn vastgesteld in het huishoudelijk reglement en door de raad van bestuur aanvaard. De werknemers moeten minsten één jaar in dienst zijn van de CVBA-VSO en volledig handelingsbekwaam zijn.
Bovenstaande bepalingen zijn belangrijk om het sociale oogmerk van de CVBA-VSO te handhaven. HET STEMRECHT Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft slechts één stem in de algemene vergadering. Daarenboven heeft elke groep aandeelhouders een maximum van 25 procent van de totale stemmen, en moet er daarenboven voor de goedkeuring telkens een meerderheid van de stemmen gehaald worden bij de vennoten van categorie A. De eerste bepaling werd ingevoerd omdat de C en in mindere mate de D categorie een erg grote omvang kunnen krijgen. Dit zijn immers twee open categorieën waar ‘onbeperkt’ aandeelhouders tot kunnen toetreden. Voor de A en B aandeelhouders zijn de eisen om toe te treden strenger, maar zij vormen wel de bezieling van de CVBA. Dit mechanisme werd ingevoerd om een evenwicht tussen de verschillende categorieën te bewaren. Daarenboven moet de A categorie altijd een meerderheid van de stemmen hebben bij het doorvoeren van een bepaalde beslissing. Zij kunnen met andere woorden eventuele contraproductieve beslissingen voor de CVBA blokkeren. HET WINSTBELEID In de statuten kan u terug vinden hoe de winstuitkering zal gebeuren. De bepalingen hieromtrent zijn strikt omlijnd, de financiële leefbaarheid en reserves zijn het prioritaire doel. Indien er financiële reserves zijn, kan tot dividend uitkering worden overgegaan. Het is de Raad van Bestuur die beslist aan welke categorie wordt uitgekeerd en hoe hoog het dividend zal zijn. Er wordt hierbij vooral gedacht aan de uitbaters van sociale kruideniers die een grote investering maakten om een winkel of afhaalpunt in te richten. Wel wordt er nagedacht over de uitkeer van ristorno’s. Dit zijn geen dividenden, maar kunnen eventuele potentiele aandeelhouders overtuigen om effectief een aandeel aan te kopen. Wat zijn ristorno’s? Dit zijn vergoedingen of kortingen die aan aandeelhouders kunnen gegeven worden voor hun transacties met de coöperatie. Ristorno’s worden niet beschouwd als winstuitkering, in die zin is de beperking die geldt op basis van het VSO statuut geen hinderpaal. Curia adviseert ons wel enkel ristorno’s toe te kennen als er effectief winst wordt gemaakt. Ze dienen enkel te worden toegekend in verhouding met de omvang van de verrichtingen met de vennootschap. De toekenning ervan dient te gebeuren voor het vaststellen van de definitieve jaarrekening (zij wordt als bedrijfskost geboekt). In de statuten staat duidelijk dat de raad van bestuur de bevoegdheid heeft om aan de vennoten van categorie D een ristorno toe te kennen in verhouding met de omvang van hun aankopen. De beslissing omtrent de toekenning, de grootheid, de uitbetalingsvoorwaarden en – termijnen zijn de bevoegdheid van de Raad van Bestuur.
81
Een voorstel van systeem: elke 12 maanden wordt er een bon toegekend voor een bepaald bedrag dat overeenstemt met een percentage van de aankopen in het afgelopen jaar. Stakeholdermanagement BELANGRIJKSTE STAKEHOLDERS
Mensen in armoede -
-
De stuurgroep Sociale Kruidenier Leuven -
-
-
-
Leren Ondernemen vzw is een vereniging van en voor mensen in armoede. Binnen de Sociale Kruidenier Leuven vormen ze centrale stakeholders. Binnen de vereniging waar armen het woord nemen, worden ze betrokken als volwaardige partners in de uitbouw van het project. Mensen in armoede leveren ervaringsdeskundigheid vanuit de praktijk van leo m > en hun eigen leven. De inbreng van mensen in armoede is essentieel om te komen tot een duurzaam initiatief dat de missie en de visie van de Sociale Kruidenier Leuven in de praktijk kan brengen. De deelnemende organisaties (stuurgroep) consulteerden hun doelgroep met vragen rond prijszetting, aanbod, aankoop van aandelen,… Dit gebeurde onder andere aan de hand van een participatiegroep, face to face gesprekken,… Dit was een continue bevraging, niet telkens op vastgestelde tijdstippen.
De stuurgroep Sociale Kruidenier Leuven bestaat uit Leren Ondernemen vzw, OCMW Leuven, CAW Regio Leuven, Stad Leuven Integratiedienst, Stad Leuven Stedelijk Buurtwerk, RISO Vlaams-Brabant, Buurtwerk ’t Lampeke, Wijkgezondheidscentrum De Central en Kringwinkel SPIT als vaste leden. Deze stuurgroep van sociale partners werd opgericht op de gedragenheid van het project te vergroten en de ontwikkeling van een model voor heel Leuven mogelijk te maken. De leden van de stuurgroep gaven mee vorm aan de missie en visie van de Sociale Kruidenier Leuven en tekenen mee het ondernemingsplan uit op basis van eigen expertise en bevraging van mensen in armoede die zij bereiken. Daarnaast fungeren ze ook als doorverwijzers naar de sociale kruidenier. Via deze brede groep sociale partners kan er bij de ontwikkeling van de organisatie een maximale participatie van de doelgroep en het sociaal werkveld in al zijn diversiteit gegarandeerd worden. Het netwerk van deze partners is dan ook essentieel in de verwezenlijking van de missie en de visie van de Sociale Kruidenier Leuven. Deze werd uitgebreid geconsulteerd tijdens de vergaderingen die minstens een maal per maand plaats vinden. De verslagen hiervan vindt u in de bijlage. Zij kregen regelmatig ‘huiswerk’ mee, vragen die ze moesten beantwoorden, samen met hun doelgroep of die ze moesten aftoetsen bij hun bestuur
Privé-partners -
Er wordt gezocht naar partnerschap met een brede groep privé partners om het maatschappelijk draagvlak te verbreden naar de bedrijfswereld toe. Reeds bestaande partnerschappen zijn de samenwerkingsovereenkomsten met Bioplanet Leuven, de Veiling Sint Katelijne Waver en de Voedselbank Brussel – Vlaams Brabant. Via het OCMW Leuven heeft Sociale Kruidenier Leuven toegang tot BIRB producten. Deze zullen aangevuld worden
82
-
-
De Sociale Kruidenier Vlaanderen vzw -
-
met partnerschappen met de lokale land- en tuinbouwsector en lokale leveranciers met oog op korte keten. Deze partners hebben een breed gamma aan activiteiten, vooral in de voedingsindustrie. Er wordt bewust gekozen voor lokale inbedding met oog op duurzame consumptie en productie (korte keten, biolandbouw,…). Deze partners leveren diensten en expertise. Ze worden dan ook expliciet uitgenodigd tot aandeelhouderschap in de coöperatieve structuur.
Leren Ondernemen vzw is lid van de Raad van Bestuur van deze vzw. Via ‘Sociale Kruidenier Vlaanderen vzw’ kan er bijgedragen worden tot de uitbouw van een model dat over heel Vlaanderen navolging kan krijgen. De Sociale Kruidenier Vlaanderen vzw heeft een belangrijke vertegenwoordigersfunctie als spreekbuis voor de sociale kruideniers in Vlaanderen. In de Raad van Bestuur wordt met collega-organisaties gewerkt aan de uitbouw van een kwaliteitslabel en een haalbaar model sociale kruidenier. Het is een belangrijke overlegplek op bovenlokaal niveau.
Werknemers van de CVBA-VSO In een VSO is het bij wet bepaald dat de werknemers van de organisatie de mogelijkheid moeten krijgen om lid te worden van de vennootschap. Dit past in het geheel van het project en zal ook bij de werknemers worden aangemoedigd.
Lokale overheden Buurtbewoners Sympathisanten Diverse externe partners Onderstaand vindt u een opsomming van de verschillende externen die werden geconsulteerd en wat hun rol was in het project.
EXTERNE ONDERSTEUNING Onderstaand vindt u een opsomming van de partners en deskundigen waar mee werd samen gewerkt om het project als dusdanig in te richten.
Hefboom vzw Contactpersoon: Herman Verhoeven Wat doen ze? Hefboom levert financiering en advies aan projecten die werk maken van een sociale en duurzame samenleving. Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Advies over het reeds opgestelde financiële plan plus een uitwisseling over de mogelijkheden om van de sociale kruidenier een zelfbedruipend project te maken.
Levanto Contactpersoon: Naas Keller Wat doen ze? Levanto is een sociale onderneming die werkzoekenden en werknemers versterkt bij het ontdekken en ontwikkelen van arbeidskansen via begeleiding, opleiding, werkervaring en bemiddeling. Zij organiseren de Samenaankoop voor Sociale Kruideniers Vlaanderen vzw
83
Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Nadenken over hoe Sociale Kruidenier Leuven economische en sociale principes kan verenigen, advies over zoektocht naar leveranciers, nadenken over toekomstige samenwerking Levanto en Sociale Kruidenier Leuven voor de uitbreiding van het aanbod.
Passwerk Contactpersoon: Dirk Rombaut Wat doen ze? Passwerk beschrijft zichzelf als een uniek bedrijf met een nieuwe visie op ondernemen met mensen met een autismespectrumstoornis. Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Uitwisseling over de opstart van een coöperatie, nadenken over rechten en plichten voor vennoten, uitwisseling over het schrijven van het businessplan.
CERA Contactpersoon: Lieve Jacobs en Sofie Donneaux Wat doen ze? Cera groepeert de aandelen van de vroegere vennoten van CERA Banken en tegelijk herbront ze de oude coöperatieve waarden. De filosofie en de werking van Cera steunen op de grondprincipes van de coöperatie. Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Verfijnen projectaanvraag, keuze voor coöperatie of vzw faciliteren, hulp bij opstellen statuten vzw.
Febecoop Contactpersoon: Peter Bosmans Wat doen ze? Febecoop is een adviesbureau voor sociale economie en begeleidt bedrijven bij het opstellen van ondernemingsplannen, budgetplannen,… Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Verfijnen van de projectaanvraag, keuze voor coöperatie of vzw faciliteren, gedachtenwissel project.
Curia Contactpersoon: Anneleen Steeno Wat doen ze? Advocatenkantoor dat zijn diensten aanbiedt aan ondernemingen Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Keuze voor coöperatie of vzw faciliteren, onderzoek rond concurrentievervalsing, juridisch advies opstart nieuwe organisatie.
Rene Bouwen - K.U.Leuven Wat doen ze? Gespecialiseerd in organisatieprocessen en organisatiemodellen Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Verfijnen project, vormelijke correcties.
PwC Contactpersoon: Sven Van De Wiele Wat doen ze? PwC levert sectorgerichte diensten op vlak van audit, fiscaliteit en adviesverlening voor klanten in zowel de publieke als de privesector, in België en internationaal. Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Uitwerken financieel plan, advies rond financiële constructie, overlopen financieel plan op mogelijke mankementen.
ACW Antwerpen Contactpersoon: Catherine Evrard Wat doen ze? Koepel van christelijke werknemersorganisaties
84
Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Werken ook een pilootproject sociale kruidenier uit, uitwisseling van ideeën, aftoetsen plannen.
Stad Leuven Contactpersoon: Jaak Brepoels en Denise Van de Voort Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Nadenken over financiering Sociale Kruidenier Leuven, onderzoek logistiek verhaal, kritische noten bij uitwerking project.
OCMW Leuven Contactpersoon: Koen Dresselaers Wat doen ze? Openbaar Centrum Maatschappelijk Welzijn – Sociale Zaken Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Nadenken over financiering Sociale Kruidenier Leuven, onderzoek logistiek verhaal, kritische noten bij uitwerking project
Voedselteams vzw Contactpersoon: Wim Merckx Wat doen ze? Voedselteams is een vzw die bestaat uit lokale teams, boeren en producenten, vrijwilligers en betaalde medewerkers. Zij trachten voedsel terug dichter bij de consument te brengen. Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Mee onderzoeken logistiek verhaal, uitwisseling rond voedselveiligheid, nadenken over opstart gezamenlijk project, uitwisseling ervaring,…
Provincie Vlaams-Brabant Contactpersoon: Wendy Broos Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Financiering project mee onderzoeken, partners voedselbedeling Vlaams-Brabant samenbrengen.
VOSEC vzw Contactpersoon: Pieterjan Robijn Wat doen ze? Vlaams Overleg Sociale Economie Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier concurrentievervalsing.
Leuven
gedaan?
Advies
rond
aspect
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen Contactpersoon: Nele DeWulf Wat doen ze? Ondersteunen en versterken van kwetsbare groepen, samenwerking met diensten en organisaties. Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Werken ook een pilootproject sociale kruidenier uit, uitwisseling ervaringen, informatie over korte keten.
ACW Vlaams - Brabant Contactpersoon: Maarten Milloen Wat doen ze? Koepel van christelijke werknemersorganisaties Wat hebben ze voor Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Ondersteuning project.
Pol Van Camp Wat doen ze? Geïnteresseerde – uitgebreide economische ervaring Wat hebben ze voor de Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Advies, objectieve opmerkingen.
85
LUDI Contactpersoon: Lucie Evers Wat doen ze? Geven advies aan organisaties of ondernemingen die bijdragen tot een duurzame samenleving. Wat hebben ze voor de Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Uitwisseling missie en visie sociale kruideniers, marketing, eigenheid doelgroep
Kabinet Lieten Contactpersoon: Magda De Meyer Wat doen ze? Ministerie armoedebestrijding Wat hebben ze voor de Sociale Kruidenier Leuven gedaan? Organisatie overleg tussen de verschillende voedingsactoren in Vlaanderen, ondersteunen van het pilootproject voedselverlies, verder nadenken over project rond verwerken van voedselverlies
Naast deze externe experts en deskundigen, werd de Sociale Kruidenier Leuven ook ondersteunt door de stuurgroep die de nodige expertise hebben wat betreft de doelgroep. De mensen in armoede, de belangrijkste stakeholders, werden vanzelfsprekend, in heel het proces betrokken. Aanbevelingen – persoonlijke noot ‘Ik raad iedereen aan om zoveel mogelijk externen te contacteren en hen bij het project te betrekken. Iedereen heeft andere opmerkingen, afhankelijk van de eigen insteek en de eigen ervaringen. Op die manier krijg je een objectief zicht op het project, wat na verloop van tijd nodig kan zijn. Verder is het onmogelijk om over alles alles te weten. Je kan van alles de basisprincipes leren, maar het is vooral belangrijk om telkens de doelgroep voor ogen te houden en hun stem weer te geven. Dat was mijn taak als projectuitvoerder. De meeste van de experten hebben hier geen ervaring mee, waardoor er soms in vooroordelen vervallen wordt. Het is volgens mij belangrijker om er op zo een moment als ‘expert armoede’ te staan en in gesprek te gaan met iemand ‘expert coöperatie’. (Lalynn Wadera – projectcoördinator coöperatieve sociale kruidenier)
86
FINANCIEEL PLAN
87
FINANCIEEL PLAN Een evenwichtige financiële structuur is van groot belang voor elke onderneming. De behoefte aan financiering kan op twee manieren worden ingevuld: met eigen vermogen of met vreemd vermogen. Het eigen vermogen bestaat voornamelijk uit zelffinanciering (reservering van ondernemingswinst) en in de coöperatie uiteraard de financiële inbreng van oprichters en vennoten. Het vreemd vermogen wordt gevormd door de schulden (vb. leningen) van het bedrijf. Het is een uitdaging van de coöperatieve vennootschap om een gezonde verhouding te vinden tussen financiering met eigen – en met vreemd vermogen. In het financiële verslag zijn de verschillende kostenposten terug te vinden. Het financieel verslag is terug te vinden in bijlage7. Per element wordt een verduidelijkende uitleg toegevoegd (zie onder). Onderstaand worden de belangrijkste posten nog even kort geduid. INVESTERINGEN Op korte termijn zullen er weinig investeringen gemaakt moeten worden. Er wordt veel gewerkt met uitbesteding en detachering, wat maakt dat enkele grote investeringen kunnen uitgesteld worden. Verder zal de coördinator tijdelijk in de gebouwen van Leren Ondernemen vzw worden ondergebracht, waardoor er voorlopig geen investeringen moeten gemaakt worden wat betreft bureaumateriaal. Er wordt met veel partners samengewerkt, die elk een bijdrage leveren. Zo stelt de KULeuven een opslagruimte van 200 m² ter beschikking. Ook dit is kosteloos. Op korte termijn zal er slechts één investering gemaakt moeten worden, namelijk een elektrische vrachtfiets die aangekocht wordt bij Vélo. Deze kost 2500 euro. EIGEN VERMOGEN Om de CVBA-VSO op te starten, is er een startkapitaal van 6150 euro nodig. Dit moet slechts voor een deel volstort zijn. Er wordt voor geopteerd om samen met de A en de B-aandeelhouders het kapitaal van 6150 euro bij mekaar te krijgen. Deze vormen het vast kapitaal. Voor het variabel kapitaal wordt er naar de andere aandeel categorieën gekeken. Vermits er van uit wordt gegaan dat er over drie jaar minstens tot een verdubbeling van het aantal klanten kan worden overgegaan, worden er de komende drie jaar inspanningen geleverd om extra aandeelhouders aan te trekken. Daarnaast wordt er 50 000 euro vrijgemaakt vanuit het Stedenfonds voor loonkosten en een deel werkingskosten. Ook deze kunnen tot het eigen vermogen gerekend worden. Deze som kan echter niet gebruikt worden voor de aankoop van aandelen. VREEMD VERMOGEN In een eerste fase wordt er niet gewerkt met vreemd vermogen. Voor de aankoop van rollend materiaal kan er op termijn (na 3 jaar) worden overgegaan tot het verwerven van vreemd vermogen. Dit zal afhangen van de verworven winst en een eventuele samenwerking met partners. Aan onze partners werd de expliciete vraag gesteld dat indien zij over een afgeschreven vrachtwagen beschikken, of die aan de CVBA-VSO kan worden doorgegeven. Hier werd positief op gereageerd. SUBSIDIES
88
De Stad Leuven geeft 50 000 euro aan Sociale Kruidenier Leuven voor de verdere uitwerking van het project. De subsidie wordt eenmalig en voor een jaar toegekend. Deze som kan enkel gebruikt worden om de loonkost van de coördinator te dekken en een deel van de werkingskosten te financieren. Deze som wordt toegekend op 1 januari 2013, vanaf dan treedt de coördinator in dienst. Verder zijn er ook andere subsidieaanvragen ingediend, waar een deel van de investeringen en verder onderzoek mee gefinancierd zou kunnen worden. Voorlopig is nog niet duidelijk of deze aanvragen goedgekeurd zijn. In het financieel plan wordt hier dan ook geen uitspraak over gedaan. Indien blijkt dat ze worden toegekend, dan zijn dit extra’s die voor de verdere ontwikkeling kunnen gebruikt worden. Het gaat over: Leuven Inc: deze subsidie kan gebruikt worden voor enkele concrete investeringen die de werking van de nieuwe coöperatie kunnen vergemakkelijken: de aankoop van een vrachtfiets, de aankoop van infrastructuur voor in het depot, een database waar de verschillende klanten in kunnen worden opgenomen,… Deze subsidie is eveneens eenmalig en is goed voor een bedrag van 12 500 euro. De eventuele goedkeuring wordt in de loop van oktober meegedeeld.
Provincie Vlaams Brabant – Duurzaamheidsdossier: In de loop van november wordt een projectaanvraag ingediend bij de provincie in kader van duurzaamheid. De projecten die voor de subsidiëring in aanmerking komen, moeten een duidelijke educatieve en sensibilisatiewaarde hebben, waarbij minstens de ecologische pijler van duurzame ontwikkeling wordt ingevuld. Het initiatieven moeten vernieuwend zijn en aansluiten bij:
-
Sensibilisatie rond duurzaam energiegebruik Sensibilisatie rond duurzaam watergebruik Sensibilisatie rond duurzame mobiliteit Sensibilisatie rond duurzaam bouwen Sensibilisatie rond duurzaam en gezond wonen, werken en leven (duurzame consumptie- en leefpatronen, duurzaam productgebruik, ecologische voetafdruk, ….)
Vooral deze laatste heeft betrekking op het huidige project. Hier kan bijvoorbeeld het dossier omtrent de samenwerking met de Voedselteams worden ingediend om de samenwerking met de Sociale Kruidenier Leuven te onderzoeken. De subsidie bedraagt 80 procent van de totale kostprijs van het project. Het exacte bedrag is voorlopig niet duidelijk. FINANCIEEL PLAN - DUIDING Voor de uitwerking van het financieel plan van Sociale Kruidenier Leuven, werd Leren Ondernemen vzw ondersteund door PwC, Price Waterhouse Cooper. Deze organisatie levert sectorgerichte diensten op vlak van audit, fiscaliteit en adviesverlening voor klanten in de publieke en de privésector. In kader van hun opdracht rond maatschappelijk verantwoord ondernemen bestond er reeds een uitgebreide samenwerking tussen PwC en Leren Ondernemen vzw. Omwille van de goede samenwerking in deze eerdere projecten, werd er ook in dit project op verder gebouwd. PwC voorzag Leren Ondernemen vzw van een tabel waar de verschillende vaste en variabele kosten, eventuele subsidies ingevoerd konden worden. Op basis hiervan werd een balans, cashflow en een resultatenrekening berekend.
89
Onderstaand worden de verschillende elementen van het financieel plan overlopen, rekenblad per rekenblad met een duidelijke motivering voor de keuze voor een bepaalde waarde. In de bijlage vindt u de resultatenrekening, de balans en een overzicht van de cashflow. Algemene assumpties Een eerste sheet van het financiële plan bestaat uit de algemene assumpties, het gaat hier over betalingsuitstel, aantal jaren dat een bepaald goed wordt afgeschreven,… Als het gaat over betalingsuitstel van leveranciers en van klanten, in casu de sociale organisaties, werden volgende waarden gebruikt:
Betalingsuitstel voor leveranciers van handelsgoederen: 10 dagen Betalingsuitstel voor leveranciers van andere goederen: 7 dagen Betalingsuitstel voor de klanten van de koepel: 5 dagen
In het laatste geval gaat het uitsluitend over de sociale organisaties die een bestelling plaatsen bij de koepel. Hun klanten, zijnde mensen in armoede en buurtbewoners, kopen niet rechtstreeks bij de koepel, maar in de winkelpunten. Daar is geen betalingsuitstel van toepassing, de klanten betalen immers direct voor de door hun aangekochte producten. De keuze voor deze korte periodes van betalingsuitstel ligt voor de hand. Voor een goed beheer van kasmiddelen, leverancierskrediet en betalingstermijnen voor klanten is immers cruciaal om een optimale liquiditeitspositie na te streven. Het is niet verstandig om onze klanten voor een lange termijn betalingsuitstel te geven, vermits de koepel zeer regelmatig nieuwe producten nodig heeft en dus ook heel frequent leveranciers moet betalen. Bij een eventuele voorfinanciering van de leveranciers beperken we de kasmiddelen en dus ook de groeimogelijkheden van de Sociale Kruidenier Leuven. Een ander onderdeel van dit rekenblad is ‘andere assumpties’. Hier worden volgende gegevens gebruikt:
Winstbelasting: Voor een vennootschap bedraagt de winstbelasting 33,99 procent. Voor een CVBAVSO kan er eventueel een vrijstelling van deze belasting worden aangevraagd bij de dienst belastingen. Dit kan pas van zodra de CVBA-VSO in voege is en er effectief zicht is op de winst. Aantal jaren afschrijvingen: gebouwen – 20 jaar, installaties en uitrusting – 5 jaar, rollend materieel – 5 jaar Intrest op cash rekening: 0,50 procent – dit is een laag percentage gezien het huidige lage intrestpercentage op rekeningen. Intrest op cash overdraft: 10 procent – hier wordt gekozen voor een intrest van 10 procent. Dit percentage ligt waarschijnlijk hoger dan in de werkelijkheid, maar voor de financiële zekerheid wordt 10 in plaats van 5 procent genomen. Er kan immers van uitgegaan worden dat een reguliere bank strenge regels zal hanteren voor de Sociale Kruidenier Leuven. Het is geen ‘normale’ ondernemen, de hoofddoelgroep zijn mensen in armoede die per definitie weinig kapitaalkrachtig zijn. Een conservatieve houding van de bank behoort dan ook tot de reële mogelijkheden. 10 procent intrest is daar de veruitwendiging van. Eigen vermogen van de VZW: 5000 euro – er wordt uitgegaan van een eigen vermogen van 5000 euro. Dit kan bij elkaar gezocht worden door de sociale organisaties, of bij lokale overheden die het project verder wensen te ondersteunen. Een start met 5000 euro is noodzakelijk om enkele eerste uitgaven te kunnen maken en met het project van start te kunnen gaan.
Er is op vraag van Leren Ondernemen vzw ook een apart onderdeel in het financieel plan toegevoegd, namelijk subsidies. In het eerste jaar zal Leren Ondernemen vzw 50 000 euro ontvangen. Deze werden in de eerste sheet ingevoerd. Het plan zoals het hier neerligt, kan op die manier als een werkdocument dienen om bij eventuele investeerders aan te kloppen. Overzicht van de producten en de verwachte verkoop
90
In dit rekenblad werden de verschillende prijscategorieën en het aantal kopers geschat. Zoals reeds aangegeven start de koepel in een eerste fase enkel met de verkoop van groenten, fruit, aardappelen en brood. Dit kan na verloop van tijd aangevuld worden met andere producten als zuivel. Om de prijzen van de groenten en het fruit te bepalen werd er vertrokken van de prijzen van groenten en fruit in de veiling. Deze aankoopprijzen werden vergeleken met de prijzen van de Colruyt. De prijzen van de producten die worden aangeboden aan de klanten zonder korting, moeten immers gelijklopend zijn met de prijzen van de normale grossiers. Enkel op die manier kan concurrentievervalsing vermeden worden, namelijk als de Sociale Kruidenier Leuven marktconforme prijzen aanbiedt. De Sociale Kruidenier Leuven heeft op geen enkel moment de bedoeling om zware concurrentie te voeren met buurtwinkels en grootwarenhuizen. Het project bestaat van en voor mensen in armoede, het aanbieden van producten aan ‘normale’ prijzen, wordt enkel toegevoegd om het project financieel leefbaar te houden. Uit de vergelijking van de prijzen, wordt direct duidelijk dat er grote verschillen kunnen bestaan tussen de prijzen van de veiling en die van de Colruyt. De ene keer zijn de producten 7 keer duurder in de Colruyt, de andere keer slechts 0,5 maal duurder. Hier zijn verschillende redenen voor. De prijzen zijn afhankelijk van het seizoen, van de grootte van de oogst, van eventuele afspraken tussen leverancier en winkel,… Om de juiste verkoopprijs te bepalen, werd er maximaal rekening gehouden met de geldende prijzen. Er worden drie groepen klanten onderscheiden: -
Mensen in armoede. Zij kopen de producten aan aan de aankoopprijs met een surplus van 20 procent. Mensen in armoede voor wie deze prijs nog te hoog is: zij kunnen de producten aan de aankoopprijs aankopen (100 procent). Mensen met een normaal inkomen. Zij betalen de marktconforme prijs. Deze ligt soms tot 5 keer hoger dan de prijzen in de veiling.
Let wel, het gaat hier telkens om inschattingen. Er werd getracht een verhouding van het soort klanten te berekenen. Hierbij werd vertrokken van het aantal kansarmen die de organisatie tracht te bereiken met hun sociale kruidenier. De verschillende organisaties maakten op basis van een bevraging bij hun cliënten een inschatting van het aantal mensen die ze wensen te bereiken. AANTAL MENSEN IN KANSARMOEDE Per organisatie gaat het over:
Leren Ondernemen vzw: 150 gezinnen per week (zowel grote als kleine, varieert van week tot week). Buurthuis ’t Lampeke: 30 kleine gezinnen per week Fabota: 50 grote gezinnen per week Buurtcentrum Mannenstraat: 25 gezinnen per week Buurtcentrum Sint Maartensdal: 25 gezinnen per week Buurtcentrum Broek: 25 gezinnen per week Buurtcentrum Wilsele -dorp: 25 gezinnen per week CAW Leuven: 50 gezinnen
TOTAAL: 380 gezinnen (er wordt vanuit gegaan dat de helft van deze gezinnen meer dan 3 gezinsleden heeft, de anderen zijn alleenstaand of met minder dan 3 gezinsleden). Deze eerste groep heeft twee keer zoveel producten nodig als de laatste groep. Deze kan afgeleid worden uit de praktijk van Leo m>. AANTAL MENSEN IN ARMOEDE VOOR WIE BOVENSTAANDE PRIJS NOG TE HOOG IS In het financiële plan wordt er voor gekozen om deze groep kleiner dan de eerste groep te houden. Het is voorlopig moeilijk in te schatten over hoeveel klanten het gaat. Daarenboven zullen klanten in deze groep ook vaker voor een korte periode in deze categorie zitten, bijvoorbeeld als ze in een acute nood situatie zitten. De mobiliteit in deze groep is dan ook hoog, de personen in de categorie fluctueren. Er wordt vertrokken van de
91
idee dat er 50 klanten per week uit deze doelgroep klant zijn bij de sociale kruideniers/afhaalpunten. Dit aantal kan aangepast worden in de toekomst, en is geen vast cijfer. AANTAL MENSEN DIE MARKTCONFORME PRIJS BETALEN Deze groep is met meest cruciale om het financieel plan haalbaar te houden. Deze groep betaalt immers de marktconforme prijs. Eventueel kan in de toekomst worden gevraagd of deze klantengroep een instapkost betaalt. Voorlopig werd hier nog niets definitief rond beslist. Uit de gesprekken die reeds gevoerd werden, kwam het bedrag 25 euro als instapkost als redelijk naar voren. Deze beslissing werd genomen toen nog met de idee van een vzw werd gespeeld. Vermits dit juridisch niet mogelijk is en er een CVBA-VSO wordt gestart, zal dit herbekeken moeten worden. Een andere mogelijkheid is om marktconforme klanten een aandeel te laten aankopen. De komende maanden zal hier een knoop worden doorgehakt. De marktconforme prijs Deze komt overeen met de prijzen van groenten en fruit in de Colruyt. De coördinator van de koepel zal deze prijzen continue moeten aanpassen aan de heersende prijzen. Enkel op die manier kan concurrentievervalsing vermeden worden. Aantal mensen in deze groep In het huidige plan wordt er uit gegaan van 150 marktconforme klanten per week. Deze zijn nodig om de werkingskosten te betalen. Er zullen middelen moeten ingezet worden om deze groep van dergelijke grote te maken. Het gaat om de promotie die eerder in het businessplan aan bod kwam. Deze groep zal voor een deel bestaan uit het personeel van de deelnemende organisaties, het personeel met een normaal, niet gesubsidieerd loon. Verder zullen buurtbewoners en andere sympathisanten ook actief aangetrokken moeten worden. Om hen tot de Sociale Kruidenier Leuven te krijgen is het aspect ‘nabijheid’ een belangrijk argument. De winkels en afhaalpunten zijn in hun buurt en dicht bij huis gevestigd. 150 marktconforme klanten gespreid over vier organisaties, met 9 openingsmomenten, komt neer op ongeveer 17 ‘markconforme prijs’ klanten per week per openingsmoment. Dit is realistisch en niet onoverkomelijk. De verschillende sociale organisaties hebben ook een zekere verantwoordelijkheid bij het werven van deze extra doelgroep of zullen zelf als klant fungeren om de toekomst van het project te waarborgen. De verhouding van deze groepen is:
65 procent van de klanten zijn mensen in armoede 9 procent van de klanten zijn mensen armoede voor wie de aangepaste prijs nog te hoog is. 26 procent van de klanten bestaat uit buurtbewoners, sympathisanten en personeel van de organisaties. Zij betalen een marktconforme prijs.
Onderstaand vindt u een overzicht van de verschillende producten, de prijzen en de geschatte verkoopvolumes. Voor de groenten en fruit werd gebruik gemaakt van de gemiddelde prijzen voor 2011 zoals ze aangeboden werden in de Mechelse veiling. Vervolgens werden deze prijzen vergeleken met de overeenkomstige producten bij Colruyt. Hier werd geopteerd om de goedkoopste gelijkaardige producten te gebruiken. De derde groep klanten, krijgt de producten aan een marktconforme prijs, een prijs die met andere woorden overeenkomt met de prijzen van de Colruyt. Deze zijn een momentopname, maar geven normaal een redelijk volledig zicht op de prijzen. Onderstaand vindt u deze vergelijking terug. Producten
Aantal
Aardappelen Aardbeien
Kg Po/DS
Prijzen veiling 2011/Gemiddeld euro 0,28 1,37
Prijzen Colruyt – Everyday – euro
Verschil Colruyt/veiling
1,39 1,49
0,2 1,08
92
Appels Asperges groen Asperges wit Bloemkool Broccoli Champignons Courgettes Eikenblad Groen Eikenblad Rood Peren Groene selder Ijsbergsla Kerstomaten Keukenrapen Knolselder Knolvenkel Komkommers Oesterzwammen Openluchtsla Paprika Peterselie Prei Radijs Rode kool Serresla Serresnijbonen Spinazie Tomaten los Trostomaten Tuinkers Veldsla Winterbloemkool Witloof Witte kool Witte selder Wortelen per bussel Zilveruien
Kg B/S/K B/S/K St KG Kg St/KG St St Kg St/Bs St Ds B/K/S St St St Kg St Kg Bs Bs/Kg Bs St St Kg Kg Kg Kg Ds Kg St Kg St St Bs Bs
0,40 1,77 3,35 0,59 0,80 1,26 0,15 0,25 0,24 0,72 0,23 0,33 0,44 0,48 0,63 0,35 0,24 2,56 0,16 0,90 0,26 0,59 0,21 0,36 0,29 2,15 1,12 0,62 0,77 0,56 2,92 0,72 0,75 0,43 0,27 0,37 0,33
2,09 2,98 7,98 1,19 1,36 1,98 0,55 0,99 0,99 1,69 0,99 0,65 0,80 1,19 1,39 1,00 0,44 7,59 0,68 2,29 0,99 2,69 0,69 1,79 0,68 4,00 3,32 1,29 0,99 0,79 11,20 1,19 1,49 0,84 1,59 1,29 0,69
5,2 1,68 2,3 2,01 1,7 1,57 3,6 3,96 4,1 2,34 4,3 1,96 1,8 2,4 2,2 2,8 1,83 2,96 4,25 2,5 3,8 4,5 3,28 4,9 2,3 1,86 2,96 2,08 1,28 1,41 3,8 1,65 1,98 1,95 5,8 3,4 2,09
Het gebeurt dat de prijzen van de veiling quasi gelijklopend zijn met die van Colruyt. Het gaat om de aardbeien, trostomaten, tuinkers. Dan wordt er voor gekozen om het prijsverschil op onderstaande manier door te voeren:
120 procent voor mensen in armoede 100 procent voor mensen in armoede, meest precaire groep. 160 procent als marktconforme prijs.
Voor al de producten wordt er een dag vertraging tussen aankoop en verkoop genomen. Enkel voor brood wordt er geen verliesdag gerekend. Deze worden op de dag zelf vers aangekocht. Voor groenten en fruit kan een of meerder verliesdagen doorgaans geen kwaad. Overzicht van gegevens eerste jaar Sociale Kruidenier Leuven Om een inschatting te kunnen maken van het aantal verkochte goederen, moet er duidelijkheid zijn over het aantal klanten bij de sociale kruideniers in Leuven.
93
Er wordt vanuit gegaan dat de CVBA-VSO tegen maart 2013 van start kan gaan en de kleine winkel- en afhaalpunten kan bevoorraden. Aan de deelnemende kruideniers werd gevraagd hoeveel klanten zij denken te bereiken (met doorverwijzingen). De resultaten van deze bevraging kwamen reeds in een vorig punt aan bod. Voor het eerste jaar wordt er verwacht dat er 580 klanten per week bij de sociale winkel- en afhaalpunten over de vloer komen. Deze verwachting zal hoogstwaarschijnlijk niet direct van bij de start bereikt worden. Daarom wordt er vanuit gegaan dat het aantal gradueel zal stijgen. Er wordt van een minimumscenario uitgegaan. Onderstaand het overzicht van het verwachte klantenpotentieel per week: Maand Januari
Aantal verwachte klanten per week /
Februari
/
Maart
250 klanten – waarvan de helft grote gezinnen. Weekbasis: 375 klanten Maandbasis: 1500 klanten
April
300 klanten – waarvan de helft grote gezinnen Weekbasis: 450 klanten Maandbasis: 1800 klanten 350 klanten – waarvan de helft grote gezinnen Weekbasis: 525 klanten Maandbasis: 2100 klanten
Mei
Opmerkingen Het systeem gaat pas in voege in maart. Het systeem gaat pas in voege in maart In het huidige systeem (Leo m>) zijn er per week 150 klanten. Vermits er in totaal 8 openingsmomenten, op verschillende plaatsen bijkomen, wordt er minimum per openingsmoment 12 klanten verwacht Groei van 6 klanten per openingsmoment
Groei van 6 klanten per openingsmoment
Juni
400 klanten – waarvan de helft grote gezinnen Weekbasis: 600 klanten Maandbasis: 2400 klanten
Groei van 6 klanten per openingsmoment
Juli
400 klanten – waarvan de helft grote gezinnen Weekbasis: 600 klanten Maandbasis: 2400 klanten
Augustus
400 klanten – waarvan de helft grote gezinnen Weekbasis: 600 klanten Maandbasis: 2400 klanten
September
500 klanten – waarvan de helft grote gezinnen
Zomermaanden, uit de praktijk blijkt dat er dan minder klanten zijn. Omdat er wel gerekend wordt op een groei van nieuwe klanten, blijft het aantal klanten die periode gelijk. Zomermaanden, uit de praktijk blijkt dat er dan minder klanten zijn. Omdat er wel gerekend wordt op een groei van nieuwe klanten, blijft het aantal klanten die periode gelijk. Groei van 12 klanten per openingsmoment
-
Weekbasis: 750 klanten Maandbasis: 3000
94
klanten Oktober
550 klanten – waarvan de helft grote gezinnen -
November
December
Weekbasis: 825 klanten Maandbasis: 3300 klanten
580 klanten – waarvan de helft grote gezinnen -
Groei van 6 klanten per openingsmoment
Verwachte capaciteit is bereikt. Aantal kan stijgen.
Weekbasis: 870 klanten Maandbasis: 3480 klanten
580 klanten – waarvan de helft grote gezinnen Weekbasis: 870 klanten Maandbasis: 3480 klanten
Verwachte capaciteit is bereikt. Aantal kan stijgen.
Aan het einde van het jaar, worden er 580 gezinnen verwacht die klant zullen zijn bij de kruidenier, ongeacht de prijs die ze betalen. Er wordt vanuit gegaan dat de helft van deze gezinnen een groot gezin is (meer dan drie gezinsleden), wat wilt zeggen dat zij doorgaans een dubbele portie zullen aankopen van bepaalde producten. Het blijkt immers uit de praktijk dat gemiddeld de helft van de klanten een groot gezin is. Bij het invullen van de producten, werd daarenboven maximaal rekening gehouden met de seizoenen. Dit past in het geheel van duurzaamheid en bewustwording rond gezonde voeding. Zie hiervoor het schema in de bijlage. Daarnaast worden de ervaringen uit de praktijk van Leo m> ook gebruikt om een zicht te krijgen op welke producten goed verkopen. Deze zijn:
Alle soorten kolen – omdat één kool vaak te groot is voor een klein gezin of voor een alleenstaande, worden deze momenteel in helften verkocht. Bij het ingeven van de cijfers werd hier rekening mee gehouden. Brood Aardappelen Witloof Prei Fruit algemeen
Daarenboven wordt ervan uitgegaan dat luxeproducten als oesterzwammen en asperges niet in even grote aantallen gekocht zullen worden door de doelgroep. Deze zijn, zelfs aan aankoopprijs, nog steeds relatief duur. Er wordt verder vanuit gegaan dat bekende producten als appelen meer zullen verkopen als minder bekende producten als venkel. Bepaalde producten komen in de lijst twee keer voor, maar onder een andere vorm (bijvoorbeeld trostomaten en losse tomaten). Hier werd bij het ingeven van de cijfers rekening mee gehouden. Bijvoorbeeld: Brood
In totaal bereikt de Sociale Kruidenier Leuven 580 gezinnen Er wordt gerekend op minstens 290 grote gezinnen – deze vragen een dubbele portie, dus twee broden per week, kleine gezinnen kopen 1 brood per week.
95
Totaal aantal verkochte broden per week: 580 plus 290. Dit zijn 870 broden per week (aan het einde van het jaar) Op maandbasis gaat het over 3480 broden per maand. In het rekenblad wordt uitgegaan van gemiddeld 2760 broden per maand. Uitgangspunt: minimumscenario.
Deze uitgangspunten werden gebruikt om een inschatting te maken wat betreft het aantal verkochte producten. HUUR VAN DE WINKELPUNTEN De koepel hoeft deze kost niet in rekening te brengen, dit is immers een kost die volledig gedragen wordt door de winkelpunten en dus de sociale organisatie zelf. ENERGIE VAN DE WINKELPUNTEN Hier geldt dezelfde redenering als boven. De winkelpunten draaien zelf voor deze kost op en dit onderdeel moet dus niet opgenomen worden in deze resultatenrekening. HUUR VAN DE DEPOT (VOOR DE OPSLAG VAN DE PRODUCTEN BESTELD DOOR DE KOEPEL) De K.U.Leuven stelt de Sociale Kruidenier Leuven (ism Leren Ondernemen vzw) kosteloos een opslagruimte van 200 vierkante meter ter beschikking. Aan de hand van een samenwerkingsovereenkomst garandeerden zij bovendien dat Leren Ondernemen vzw ook nadat deze opslagruimte afgebroken zou worden (in 2014), een nieuwe ruimte van dezelfde grootte ter beschikking krijgt. In eerste instantie is de huur van dit depot dus kosteloos. Indien na verloop van tijd tot uitbreiding zou worden overgegaan en de ruimte niet voldoende is, kan gezocht worden naar een andere locatie. ENERGIE VOOR HET DEPOT In het depot zullen frigo’s en eventueel diepvriezers aanwezig zijn. Deze vragen heel wat energie. Voor de energiekost gaan we uit van 2100 euro per jaar, wat overeenkomt met 175 euro per maand. PERSONEELSKOSTEN WINKELPUNTEN Ook deze kostenpost wordt volledig gedragen door de sociale organisaties zelf. Zij voorzien vrijwilligers, een begeleider,… voor de praktische organisatie van de winkel. Dit biedt vooral tewerkstellingsmogelijkheden voor de doelgroep, wat een van de belangrijkste doelstellingen van de Sociale Kruidenier Leuven is. PERSONEEL COÖRDINATIE EN ADMINISTRATIE Deze kostenpost wordt volledig gedragen door de koepel. In een eerste fase wordt er uitgegaan van een minimumscenario waarbij er slechts één voltijds personeelslid aanwezig is, namelijk een coördinator. Het profiel van deze coördinator zal veelzijdig moeten zijn. Er wordt verwacht dat hij/zij de administratie van de koepel voor zijn/haar rekening kan nemen, de boekhouding doet en de logistieke schema’s uitwerkt, de contacten legt met de leveranciers en met de verschillende sociale kruideniers in Leuven. Dit werd reeds in een eerder punt besproken. In een volgende fase kan er extra personeel bijkomen. De kostprijs van dit personeel kan terug gevonden worden in het volgende rekenblad (gegevens jaarlijks). Naast de coördinator kan er een werknemer artikel 60 worden ingezet voor de praktische organisatie van de koepel. De persoon in kwestie is verantwoordelijk voor de organisatie, de levering van de producten aan de afhaalpunten, het onderhoud van het magazijn, … Vermits deze persoon in principe in dienst is van het OCMW Leuven, is deze werkkracht kosteloos. Voor het loon van de voltijds coördinator werd er 50 000 euro ter beschikking gesteld door het Stedenfonds Leuven. Deze werden al in het eerste tabblad ingevuld (onder de rubriek subsidies). Het maandloon wordt
96
daarom hier weggelaten. Omdat het in het eerste tabblad staat, worden de berekeningen automatisch gemaakt in de resultatenrekening. TRANSPORT Als het gaat over transport zijn er twee vervoersmodi die maximaal gebruikt zullen worden voor de organisatie van de logistiek van de Sociale Kruidenier Leuven: vrachtwagens en vrachtfiets. In het stuk rond klant gerelateerde processen kwam het aspect transport al uitgebreid aan bod. Uit de analyse die daar gemaakt werd, werd direct duidelijk dat het goedkoper is om een elektrische vrachtfiets aan te kopen. Deze fiets moet wel bemand worden. Dit kan door een persoon tewerkgesteld in een artikel 60 van het OCMW. De investeringen voor de vrachtfiets worden ingegeven op het volgende rekenblad, onder de post investeringen door de koepel. In het aspect rond dienstverlening worden de kosten van de vrachtwagenchauffeurs,… ondergebracht. Het gebruik van de wagens valt onder de post vrachtwagens, de kostprijs van de arbeid, valt onder dienstverlening. De kostprijs van het transport is niet eenvoudig te bepalen. Er zijn verschillende organisaties in het Leuvense die een logistiek apparaat ter beschikking hebben en die tegen betaling gebruikt kan worden. Er zijn telkens zeker 2 chauffeurs nodig. Er werd een gesprek aan gegaan met de verschillende partners en uit deze gesprekken kwamen volgende cijfers naar voren:
SPIT vzw Prijs voor huur van een Peugeot Boxer: 1,25 euro per kilometer. Prijs voor de chauffeur en/of bijrijder: 16 euro per uur of 4 euro per begonnen kwartier
Wonen en Werken vzw Prijs per kilometer: 1,25 euro per kilometer Prijs voor de chauffeur en/of bijrijder: 13,31 euro per uur
OCMW Leuven Prijs per kilometer: 0,40 cent Prijs voor de chauffeur en/of bijrijder: 30 euro per uur
Er wordt geopteerd om elke organisatie een vaste dag te geven, op die dag bevoorraden ze sociale kruideniers of halen ze de groenten en fruit op van de winkel. Onderstaand vindt u een schema terug met de waarschijnlijke openingsmomenten van de sociale kruideniers:
Openingsmoment Voormiddag
Maandag /
Dinsdag CAW Leuven
Woensdag /
Namiddag
/
Leren Ondernemen vzw
/
Donderdag Buurthuis ’t Lampeke Buurtwerk Stad Leuven
Vrijdag
Leren Ondernemen vzw en CAW Leuven
Er werd getracht om de openingsuren op drie dagen te houden. Dan zou er slechts voor drie dagen transport moeten verzorgd worden. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid wordt er voor geopteerd om zo weinig mogelijk gebruik te maken van de vrachtwagens. Deze worden enkel ingezet voor het ophalen in de veiling en de grote leveringen. Voor de andere verplaatsingen wordt er zoveel mogelijk met de aangekochte vrachtfiets gewerkt. Vermits het telkens over kleine winkels gaat, vormt dit in principe geen probleem. Het transport is ook een van de duurste elementen in dit hele plan, het wordt een oefening om de kosten hiervan zoveel mogelijk te drukken.
97
In dit plan wordt ervan uit gegaan dat er drie halve dagen per week nood is aan groot transport, dit is, transport met een vrachtwagen. Daarenboven wordt er gerekend op een verplaatsing van ongeveer 20 000 kilometer per jaar, wat neer komt op 1666 km per maand. Hiervan wordt de helft afgelegd met de vrachtfiets, de andere helft met de vrachtwagen. Per maand gaat het dan over 833 kilometer. Deze aantal kilometer wordt verdeeld tussen de drie organisaties. Elk leggen zij per maand ongeveer 277 kilometer af. De prijs hiervoor werd als volgt berekend:
SPIT vzw Twee chauffeurs gedurende 4 uur per week: 128 euro en dus 512 euro per maand. Prijs voor de kilometers per maand: 346,25 euro per maand
Wonen en Werken vzw Twee chauffeurs gedurende 4 uur per week: 106,48 euro en dus 425,92 euro per maand. Prijs voor de kilometers per maand: 346,25 euro
OCMW Leuven Twee chauffeurs gedurende 4 uur per week: 240 euro en dus 960 euro per maand Prijs voor de kilometers per maand: 110,8 euro
TOTAAL: 2700 euro per maand voor transport. In het businessplan is er uitgegaan van transportkost per maand van 2900 euro (dienstverlening plus huur vrachtwagens). Deze 200 euro per maand extra is een inschatting van de eventuele meerkost die bijvoorbeeld files met zich meebrengen, …. Dit is een van de grootste uitgavenposten van de Sociale Kruidenier Leuven. Het zal de grootste uitdaging zijn voor de nieuwe coördinator om deze post zoveel mogelijk te drukken en blijvend uit te kijken naar alternatieve vervoersmodi, pistes voor de aankoop van eigen vrachtwagen onderzoeken, bijvoorbeeld via de aanvraag van subsidies,… OVERHEADKOSTEN Voor deze kosten werd een zo accuraat mogelijke schatting gemaakt, op basis van enkele algemene waarden en de eerder gemaakte kosten bij Leren Ondernemen vzw. Voor internet en telefonie wordt er uitgegaan van een kost van 600 euro per jaar. Dit is 50 euro per maand. Voor drukwerk wordt gerekend op 50 euro per maand, de eerste maand wordt dit bedrag verdrievoudigd. Met dit geld kunnen onder andere informatiebrochures gemaakt worden. Vooral in de eerste maand is dit van belang, dan moet er immers meer reclame gemaakt worden om het klantenbestand uit te breiden. Dit komt in totaal neer op 700 euro per jaar (zie eerder – promotie product). Vervoersonkosten vormen ook een belangrijk onderdeel van de overheadkosten. Omdat het gros van de winkelpunten binnen de Leuvense ring gelegen zijn, kan op deze post gedrukt worden. De winkelpunten, het depot en Leren Ondernemen vzw zijn immers op wandel- of fietsafstand van elkaar verwijderd. De verplaatsingen voor de coördinator zijn dus beperkt. Wel is er op regelmatige basis overleg met Sociale Kruideniers Vlaanderen, worden er seminaries bijgewoond,… Er wordt gerekend op 50 euro per maand, wat neer komt op 600 euro per jaar. Voor verzekering wordt een algemene prijs genomen, die ontleend is aan de prijzen voor verzekering die nu betaald worden door Leren Ondernemen vzw voor het runnen van hun werking. Er wordt gerekend op 200 euro per maand, wat 2400 euro per jaar maakt. Het kantoor van de coördinator kan zich niet in de depot bevinden. De huidige depot is hier niet geschikt voor. Er zal dus een nieuw kantoor voor de persoon in kwestie ingericht moeten worden. Dit kan op verschillende plaatsen, een optie hiervoor is het gebouw van Leren Ondernemen vzw.
98
Vanzelfsprekend zal deze huurkost ook verrekend moeten worden. Deze is ondergebracht in de rubriek ‘andere’. Het eerste jaar zal de coördinator van de CVBA-VSO bij Leren Ondernemen vzw worden ondergebracht. Met Leren Ondernemen vzw werd de afspraak gemaakt dat er het eerste jaar geen huurkosten betaald zullen worden. Zij zijn bereid deze kost volledig te dragen. De volgende jaren zal er wel een kost worden ingegeven. Zie later. De coördinator moet ook over bepaald materiaal beschikken om zijn/haar job uit te oefenen, het gaat over een computer, een telefoon, een faxmachine en een printer. Dit zijn eenmalige investeringen. Deze worden ook onder de post ‘andere’ verrekend. AANTAL VOLUMES GESCHAT OP JAARBASIS Hier werd een schatting gemaakt van het aantal producten dat verkocht zal worden op jaarbasis. Als uitgangspunt werden hier de cijfers van 2013 genomen, waar telkens 500 eenheden per jaar bijgeteld werden. Dit wilt zeggen 40 extra klanten per maand. Dit is de minimaal geschatte groei per jaar. Jaarlijkse operationele kosten LOKALEN Zoals reeds eerder werd aangegeven zijn de sociale organisaties zelf verantwoordelijk voor het inrichten van de lokalen. De koepel draagt met andere woorden geen kosten voor de inrichting van de lokalen, noch voor de energie. De huur van de depot zal de eerste jaren nog steeds kosteloos zijn, zoals in de samenwerkingsovereenkomst met de K.U.Leuven beschreven staat . De kost voor de energie zal wel gedragen moeten worden gedragen. Hier werd een schatting gemaakt en rekening gehouden met een eventuele indexatie en stijging van de prijzen. In 2013 werd uitgegaan van 2100 euro per jaar. Per jaar wordt er gerekend op een indexering van 2 procent. Dit is een algemeen aanvaard uitgangspunt (cfr. Herman Verhoeven – Hefboom) PERSONEEL WINKELPUNT LEUVEN Deze kosten worden gedragen door de winkel- en afhaalpunten zelf. Deze uitgaven komen niet terug in de begroting van de koepel. PERSONEEL COORDINATIE EN TRANSPORT Zoals reeds eerder werd aangegeven, zal er de eerste jaren enkel een coördinator in dienst zijn van de koepel. Dit personeelsbestand kan na verloop van tijd uitgebreid worden met twee voltijdse chauffeurs, maar enkel op voorwaarde dat er vrachtwagens aangekocht of gekregen zijn. Tot dan blijft de koepel gebruik maken van de logistieke voorzieningen van andere organisaties. Voor de coördinator wordt gerekend om 60 000 euro per jaar. Dit is reeds een overschatting van het exacte bedrag. Er wordt dus geen indexering toegevoegd. Voor het transportpersoneel wordt er vanaf 2015 gerekend op twee voltijdse chauffeurs, elk aan gemiddeld 30 000 euro per jaar. TRANSPORT Voor transport wordt er enerzijds vanuit gegaan dat er vanaf 2015 zelf zal geïnvesteerd worden in een vrachtwagen. Op die manier valt de kostprijs voor het huren van de vrachtwagens weg. De benzine en verzekeringskosten moeten wel nog betaald worden. Voor het geheel wordt uitgegaan van een indexering van 2 procent elk jaar. OVERHEAD KOSTEN
99
Bij de berekening van de kosten van internet en telefonie worden dezelfde waarden genomen als bij 2013, met elk jaar een vermeerdering van 50 euro wat bij benadering overeenkomt met een indexering van 2 procent. Voor drukkosten wordt uitgegaan van de idee dat er elk jaar voor ongeveer 700 euro onkosten gemaakt zullen worden. Deze zijn nodig voor de promotie van Sociale Kruidenier Leuven. Ook voor vervoerskosten worden dezelfde assumpties gemaakt als in 2013, 3000 euro per jaar is normaal voldoende om de gemaakte vervoersonkosten te dekken. Voor de verzekeringen en voor ‘andere’ wordt van dezelfde gegevens uitgegaan als in 2013. Het gaat respectievelijk over 2400 en 4800 euro per jaar met opnieuw een indexering van 2 procent per jaar. INVESTERINGEN SOCIALE KRUIDENIER LEUVEN In deze eerste fase zullen er geen investeringen gemaakt moeten worden wat betreft de terreinen en de gebouwen. Het depot wordt ter beschikking gesteld, de gebouwen moeten de sociale organisaties zelf voorzien. De aankoop van installaties, machines en uitrusting is voor dit project niet noodzakelijk. De inrichting wordt door de winkels zelf verzorgd, en heeft dus geen neerslag in dit financieel plan. De aankoop van printer, telefoontoestel,… zijn investeringen die geraamd worden op 2500 euro. Op termijn zal er geïnvesteerd moeten worden in transport, namelijk de aankoop van een vrachtwagen. Het is voorlopig moeilijk in te schatten hoeveel deze zal kosten en of er bij de aankoop kan samengewerkt worden met derden of er subsidies aangevraagd kunnen worden. Dit laatste zou ideaal zijn. Ook Leren Ondernemen vzw heeft zich een eigen wagen kunnen aanschaffen door de toekenning van subsidies. Daarenboven wordt er gekeken met de deelnemende partners, die over een logistiek apparaat beschikken of afgeschreven vrachtwagens niet door de koepel kunnen overgenomen worden. Om een duidelijk beeld te geven, wordt er in het derde jaar 10 000 euro voorzien in de begroting voor de aankoop van een vrachtwagen. In het eerste jaar wordt direct geïnvesteerd in een vrachtfiets. Het aankoopbedrag ligt relatief laag en ligt lager dan de huur of leasing van een fiets gedurende een heel jaar. Deze onkosten zijn dus snel terug verdiend. Resultaat In de bijlage kan u de werk- en rekenbladen terug vinden met al deze gegevens in. Onderstaand vindt eveneens het resultaat terug:
100
De resultatenrekening
De balans
101
Lessons learned
102
LESSONS LEARNED UIT HET PROJECT Er werd gedurende een jaar gewerkt aan dit project. Dit was een heel proces, van onderzoek, gesprekken, evaluaties, … om uiteindelijk te komen tot het resultaat dat hier voorligt. Onderstaand vindt u een opsomming van de ondervonden moeilijkheden en successen. Deze zijn ongetwijfeld nuttig voor organisaties die een zelfde of gelijkaardig traject wensen af te leggen. MOEILIJKHEDEN
Samenwerking met verschillende organisaties, visies De Sociale Kruidenier Leuven is ontstaan uit een brede samenwerking tussen verschillende sociale organisaties in Leuven. Dat is een sterkte van het geheel, maar aan de andere kant is het geen sinecure om de verschillende visies van de organisaties volledig op elkaar afgestemd te krijgen. Elk van de organisaties heeft immers een eigen doelstelling, een eigen doelgroep en een eigen wereldbeeld, maar ook een eigen werking. Zo heeft een OCMW bijvoorbeeld een duidelijk zicht op iemands financiële situatie, terwijl een buurtwerking dat vaak niet heeft, maar misschien meer tijd vrijmaakt voor een persoonlijk gesprek en op basis daarvan een doorverwijzing doet. In de stuurgroep en de werkgroepen die werden georganiseerd om enkele inhoudelijke knopen door te hakken, kwam dit sterk naar voren. OPLOSSING: Ieder lid van de stuurgroep heeft andere motieven, maar anders is zeker niet gelijk aan beter of slechter. Als projectverantwoordelijke was het noodzakelijk dit steeds voor ogen te houden en de slaagkansen van het project als belangrijkste uitgangspunt te nemen. Er zijn verschillende compromissen gesloten en deze zijn in een missie en een visie gegoten. Op moeilijke momenten kan deze redding bieden en kan hier op terug gevallen worden. Ze geven richting in een discussie. Het is dan ook belangrijk om hier de nodige aandacht aan te besteden en deze uit te werken tot een document waar iedereen ten volle achter staat. In het voorliggende geval is dit ook gebeurd en nam het ook de nodige tijd in beslag. Maar uiteindelijk loont het de moeite om voldoende bij een gedragen missie en visie stil te staan.
Tweede groep – meningsverschillen Deze tweede moeilijkheid leunt nauw aan bij het vorige, maar werd hier apart vermeld omdat het een goed voorbeeld is van waar de verschillende visies van de organisaties toe kunnen leiden. Voor bepaalde organisaties in de stuurgroep was het noodzakelijk een tweede groep ‘mensen in armoede’ af te bakenen. Het gaat om de zogenaamde ‘werkende armen’, mensen die aan de slag zijn in bijvoorbeeld een sociale economie organisatie of die tewerkgesteld zijn in een tewerkstellingsmaatregel. De lonen van deze groep zijn minimumlonen en als de budgetstandaard ten harte wordt genomen, komen ze in aanmerking om klant te worden van de sociale kruidenier. Bepaalde organisaties vonden echter niet dat zij automatisch aanspraak maakten om lid te worden van de kruidenier: werk is een hefboom en werkt activerend. Tegelijkertijd waren ze van mening dat mensen ook op hun verantwoordelijkheden gewezen dienen te worden. Budgetteren hoort daar voor sommigen bij. Andere organisaties waren het hier niet mee eens: kansarmoede is een kluwen van problemen die met elkaar verbonden zijn en het hebben van een job is in vele gevallen niet de oplossing om de cyclus te doorbreken. Dit meningsverschil droeg er toe bij dat sommigen niet achter het project konden staan en hun lidmaatschap in de stuurgroep hier van af kon hangen. OPLOSSING: Samen met de stuurgroep werd gezocht naar een oplossing die voldoende gedragen werd door al de partijen. De missie en de visie die eerder opgesteld werden dienden als leidraad.
103
Er werd gekozen voor een duidelijke omschrijving van de twee groepen en de mogelijkheid van mobiliteit en flexibiliteit tussen beide kon op heel wat bijval rekenen. Tegelijk droeg het bij tot activering en verantwoordelijkheid bij de doelgroep. Maar er bestaat voldoende aandacht voor maatwerk en case per case kan bekeken worden wie aan welke groep wordt toegewezen.
Rol Leren Ondernemen vzw in de stuurgroep versus neutrale voorzitter Leren Ondernemen vzw is de initiatiefnemer van het project, heeft een eigen kruidenier en kon dus als expert ter zake beschouwd worden. In de stuurgroep zat een vertegenwoordiger van Leren Ondernemen vzw, de projectuitvoerder was de neutrale voorzitter die compromissen tussen de verschillende sociale organisaties trachtte te realiseren. Maar tegelijk was de projectuitvoerder ook werknemer bij Leren Ondernemen vzw. Maar de rollen konden eenvoudiger gescheiden worden doordat de vertegenwoordiger de stem van Leren Ondernemen vzw vertegenwoordigde. De projectuitvoerder fungeerde als neutrale partij. Halverwege het project viel de vertegenwoordiger van Leren Ondernemen vzw weg en er kon niet direct vervanging worden voorzien. De projectuitvoerder werd bijgevolg geconfronteerd met conflicterende rollen. OPLOSSING: Het was niet mogelijk om een nieuwe vertegenwoordiger van Leren Ondernemen vzw in zetten in de stuurgroep, wegens drukke agenda’s of onvoldoende kennis van het project. Er werd samen met de stuurgroep besproken dat de projectuitvoerder de rol van neutrale voorzitter zou bewaren, bij vraagtekens of moeilijkheden zou eerst intern terug gekoppeld worden om op een volgende vergadering opnieuw bij het probleem stil te staan. Voor de stuurgroep vormde dit geen probleem. Op termijn wordt tot een nieuwe aanwerving overgegaan en deze persoon neemt opnieuw de rol als vertegenwoordiger op zich. De huidige constructie dient als voorlopige oplossing waar iedereen zich in kan terug vinden. Hier is opnieuw wat overleg aan vooraf gegaan, maar in een project als dit, is dat noodzakelijk en essentieel.
CONCLUSIE: Deze moeilijkheden zijn eigen aan het project en vloeiden voort uit de sterkte van het geheel. Het is zeker niet de bedoeling deze moeilijkheden te overdrijven, over het algemeen is er goed samen gewerkt tussen de verschillende partijen. Toch is het nuttig om er even bij stil te staan, zeker voor diegene die een soortgelijk project wensen op te zetten. TIPS
Ruim laten adviseren Het is onmogelijk om zowel juridisch, financieel als sociaal van alles op de hoogte te zijn. Het is dan ook belangrijk dat men zich bij een project als deze, zich voldoende uitgebreid laat omringen door experten ter zake. Bovenstaand vindt u een overzicht van de verschillende personen die in kader van dit project geconsulteerd werden. Deze adviezen werden ondersteund door literatuur en zo werd een brede spreiding van kennis bereikt. Dit advies is belangrijk omdat het objectief is en telkens nieuwe blinde vlekken of nieuwe vraagtekens blootlegt, waarvoor nieuwe mensen gecontacteerd worden die op hun beurt nieuwe opmerkingen hebben. Na verloop van tijd komen dezelfde vragen en opmerkingen terug, dan heeft men zich voldoende laten adviseren.
Belangrijk om de doelgroep niet uit het oog te verliezen
104
Dit project is ontstaan vanuit een concrete nood van de doelgroep. Het is dan ook belangrijk om hen te blijven consulteren en hen doorheen de uitwerking een volwaardige stem te geven. Dit kan door de veelheid aan partners soms uit het oog verloren worden. Hun expertise situeert zich vaak op een ander domein (bijvoorbeeld economisch of juridisch). Zij hebben weinig of geen affiniteit met de doelgroep en hebben geen zicht op hun concrete noden. Als projectverantwoordelijke is het dan belangrijk de stem van de doelgroep te blijven vertegenwoordigen in dit overleg. KRITISCHE SUCCESFACTOREN
Bottom up benadering In bovenstaande beschrijving wordt ruimschoots aandacht besteed aan de bottom up benadering die eigen is aan de vereniging en die perfect past binnen het coöperatief gedachtengoed. Het project ontstond uit een concrete noodzaak die werd aangeven door de doelgroep, bij de ontwikkeling van het project wordt maximaal terug gekoppeld naar mensen in armoede en geven zij aan wat ze belangrijk vinden bij het inrichten van een sociale kruidenier. Elke sociale organisatie heeft deze bottom up benadering anders ingevuld, de werkwijze die ze gebruikten past binnen de eigen visie. Voor sommigen was dat een bevraging in het aanwezige sociale restaurant, voor anderen een face to face bevraging in een andere context. Hoe dan ook, bij de uitwerking staat de doelgroep en wat zij belangrijk vinden centraal. Deze ingebedde participatie van de doelgroep is een onontbeerlijk element in het welslagen van het project. Op Leren Ondernemen vzw werd een participatiegroep ingericht. Zo werd er maximaal plaats gegeven aan de noden van de toekomstige klanten van de sociale kruidenier.
Brede gedragenheid van het project Dit project brengt een heterogene groep mensen (sociale sector, mensen in armoede, bedrijven,…) samen in een breed netwerk rond een gemeenschappelijk doel. Deze brede maatschappelijke gedragenheid droeg bij tot de verankering van het project. Deze maakte de slaagkansen van het project erg groot. De door de partners geleverde expertise en middelen binnen het samenwerkingsverband Sociale Kruidenier Leuven zijn essentieel voor het uitwerken en het verankeren van een duurzaam concept. Er werd met een enorme variëteit aan partners samengewerkt, zowel sociale partners, als lokale overheden, lokale producenten,… Elk van deze partners was enthousiast over het project, en werd uiteindelijk een ambassadeur van het project. Ze werkten mee aan de verdere bekendmaking van het project, legden mee hun oor te luister bij mogelijke nieuwe partners,…
SUCCESSEN
Zelfbedruipende sociale kruidenier mogelijk Velen zijn sceptisch over de mogelijkheid van een zelfbedruipende sociale kruidenier, omdat ze het zelf probeerde en het niet lukte, of omdat het moeilijk is om sociale en economische motieven met elkaar te verenigen. Na veel rekenwerk en onderzoek, blijkt echter dat een zelfbedruipende sociale kruidenier wel tot de mogelijkheden behoort. Om hier toe te komen zijn er voldoende ‘rijke’ klanten nodig die een marktconforme prijs betalen, maar dit aantal is realistisch. Om het geheel betaalbaar het houden, zijn er 150 ‘rijke’ klanten per week nodig, voor zes winkelpunten. Dit komt neer op 25 klanten per week per winkelpunt, een behapbaar aantal.
105
Vanuit deze optiek zou de Sociale Kruidenier Leuven vanaf 2014 winstgevend kunnen zijn. Deze winst kan gebruikt worden voor de verdere uitwerking van de coöperatieve.
Middelen Stedenfonds vrijgemaakt De Stad Leuven maakte, na een voorstelling van het project, een budget van 50 000 euro vrij, om het project het eerste jaar verder te ondersteunen. Met dit bedrag kan de loonkost en een deel van de werkingskosten gedekt worden. Deze zijn beide een grote kostenpost. Het laat toe het project verder te ontwikkelen, de eerste kinderziektes uit het businessplan te halen,… Het geef het geheel iets meer ademruimte, wat enkel een voordeel kan zijn.
CONCRETE VOLGENDE STAPPEN Om het businessplan in voege te kunnen laten treden zal de nieuwe coördinator van de CVBA-VSO enkele praktische zaken moeten uitwerken. Deze worden in de, loop van november in een draaiboek gegoten. Onderstaand al een opsomming van de prioriteiten:
Hoe zullen de klanten betalen? Zullen er in de winkels verschillende prijzen geafficheerd worden? Of wordt er gewerkt met een gemeenschappelijk betaalsysteem dat centraal en aan verschillende prijzen kan worden aangekocht? Gesprek aangaan met sociale partners in Leuven over hoe de meest kwetsbare groep kan bereikt worden en dit eventueel aan een korting. Blijvend contacteren van lokale producenten om verhaal korte keten in het verhaal van de Sociale Kruidenier toe te voegen. Rijschema’s van de verschillende logistieke partners uitwerken Aankoop van een vrachtfiets Uitbreiding goedkeuring BIRB
106
BRONVERMELDING BRONVERMELDING www.socialekruideniersvlaanderen.be www.armoedebestrijding.be www.vlaandereninactie.be www.ocmwleuven.be Belgische Federatie van Voedselbanken - Voedselhulp in België 1994-2007: ingezamelde hoeveelheid, aantal geholpen instellingen, aantal begunstigde hulpbehoevenden en handelswaarde. M. Vanhove, Samen werken aan de toekomst. De kracht van coöperaties, Cera, 2003 Het Journaal, 19/01/2012, Studie Europese Unie, Interview Bart Staes Koppenreportage, december 2011, voedselverlies Studie Levanto over de sociale kruidenier als coöperatie - http://www.expertisepunt.be/onderzoek/749 Voortgangsrapport 2012 van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding. Atlas van achtergestelde buurten - http://geo.kuleuven.be/geography/projects/atlasdeprivednbh/ Vandermotten Christian, Kesteloot Christian, Ippersiel Bertrand e.a., Dynamische analyse van de buurten in moeilijkheden in de Belgische stadsgewesten, ULB, KUL, ICEDD, 2007. CoopConsult, Startersgids: licht op groen voor coöperaties, CoopConsult, Antwerpen, 2011 Wat heeft een gezin minimal nodig? Een budgetstandaard voor Vlaanderen? Berenice Storms, Karel Van de Bosch – KHKempen – mei 2009 Uitgebreid overleg met: Cera (met name Coopconsult) – contact met Lieve Jacobs en Sofie Donneaux Febecoop – contact met Peter Bosman Curia – contact met Anneleen Steeno Externe ondersteuning – zie lijst blauwdruk Infosessies Infosessies en workshops in de Vooruit te Gent Seminarie ‘De coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk’, georganiseerd door FEBECOOP, op 27 juni 2012 INTERESSANTE LINKS www.lerenondernemenvzw.org
107
www.socialekruideniersvlaanderen.be www.thenewfoodfrontier.be www.komosie.be http://www.vlaamsbrabant.be/welzijn-gezondheid/voor-organisaties-enprofessionelen/armoede/groepswerking-armoedebestrijding/publicatie-dossier-armoede-cd-rom-.jsp Studie Levanto over de sociale kruidenier als coöperatie - http://www.expertisepunt.be/onderzoek/749 Sociale Kruideniers Vlaanderen vzw schreef een uitgebreide brochure over de opstart van een sociale kruidenier, waarmee rekening te houden,… De brochure kan aangevraagd worden bij de voorzitter Yves Bocklandt via
[email protected]. In Antwerpen werd een soortgelijk project opgezet, namelijk de solidaire buurtwinkel. Ook zij schreven een blauwdruk. Deze kan aangevraagd worden bij Catherine Evrard via
[email protected]. BIJLAGEN Bijlage 1: Kostprijs voor de opening van een sociaal winkelpunt of een sociaal afhaalpunt Bijlage 2: Open Schuur Leuven Bijlage 3: Statuten CVBA-VSO Bijlage 4: Kilometers per jaar Bijlage 5: ADVIESNOTA Sociale Kruidenier Leuven - Febecoop Bijlage 6: ADVIESNOTA Sociale Kruidenier Leuven - Curia Bijlage 7: Financieel plan ism PwC
108