Blackboard Academic Suite Handleiding voor cursusleiders

Blackboard Academic Suite™

Handleiding voor cursusleiders Blackboard Learning System™ Blackboard Community System™ Blackboard Learning System - Basic Edition Release 8

Handleiding voor cursusleiders

Blackboard Academic Suite

Handleiding voor cursusleiders (doc.nr. 174002)

Publicatiedatum: November 2007

Wereldwijd Hoofdkantoor

Internationaal Hoofdkantoor

Blackboard Inc.

Blackboard International B.V.

1899 L Street, NW, 5th Floor

Dam 27 2nd Floor

Washington, DC 20036-3861 Verenigde Staten

1012 JS Amsterdam Nederland

800-424-9299 (gratis in de Verenigde Staten en Canada) +1-202-463-4860 (VS) telefoon

+31 (0)20 520 6884 (NL) telefoon

+1-202-463-4863 (VS) fax www.blackboard.com

global.blackboard.com

Blackboard, het Blackboard-logo, Blackboard e-Education Suite, Blackboard Learning System, Blackboard Learning System ML, Blackboard Community System, Blackboard Transaction System, Building Blocks en Bringing Education Online zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Blackboard Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Sun, Solaris, UltraSPARC en Java zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Oracle is een gedeponeerd handelsmerk van Oracle Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Red Hat is een gedeponeerd handelsmerk van Red Hat, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Linux is een gedeponeerd handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en/of andere landen. Apache is een handelsmerk van The Apache Software Foundation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macromedia, Authorware en Shockwave zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Real Player en Real Audio Movie zijn handelsmerken van RealNetworks in de Verenigde Staten en/of andere landen. Adobe en Acrobat Reader zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh and QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. WordPerfect is een gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Crystal Reports is een handelsmerk van Crystal Decisions in de Verenigde Staten en/of andere landen. WebEQ is een handelsmerk van Design Science, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. JSpell is een handelsmerk van The Solution Café in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere hier genoemde producten bedrijfsnamen kunnen handelsmerken zijn van de respectievelijke eigenaren. Patenten aangevraagd.

© 2007 Blackboard Inc. Alle rechten voorbehouden. Gemaakt en gedrukt in de Verenigde Staten.

Volledige of gedeeltelijke reproductie van deze handleiding of bekendmaking in enige vorm of op welke wijze dan ook, is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever, Blackboard Inc.

© 2006 Blackboard Inc. Alle rechten voorbehouden.

Pagina 2 van 425



Inhoud Informatie over de handleiding voor cursusleiders voor Blackboard Academic Suite

10

Welkom bij Blackboard Academic Suite

11

Cursussen Cursusmenu Cursusoverzicht Configuratiescherm Cursusrollen

11 13 15 17 18

Werken met Blackboard Academic Suite

21

Navigatie Taalpakketten Snel bewerken Gebruikers en cursussen zoeken Tekst invoeren Visuele tekstvakeditor Datums selecteren HTML-tips Koppeling naar bestand Multimediabestand invoegen Informatie over spellingcontrole Spellingcontrole gebruiken Tool voor wiskundige en wetenschappelijke notatie - Vergelijkingseditor voor WebEQ Vergelijkingen toevoegen en bewerken

21 22 24 25 27 29 37 38 41 42 45 46 48 49

Wizard Cursus maken

50

Wizard Cursus maken - Cursusinformatie Wizard Cursus maken - Cursusmaterialen Wizard Cursus maken - Cursusontwerp Wizard Cursus maken - Cursusmenu Wizard Cursus maken - Beschikbaarheid en duur Wizard Cursus maken - Cursusinschrijving Inhoudsgebieden Cursusinhoud Items Bestandsbijlagen SCORM-, IMS- en NLN-inhoud toevoegen Mappen Metagegevens voor inhoud Externe koppelingen Cursuskoppeling Leereenheden Toetsen beheren Toetsopties Opdrachten Tools koppelen

50 51 52 54 55 57 58 59 62 65 67 71 72 74 75 76 77 79 83 84


Pagina 3 van 425



Inhoud kopiëren en verplaatsen Inhoudsspeler volgens open standaarden Syllabus Adaptieve inhoud Functies voor adaptieve inhoud Criteria voor adaptieve inhoud Doorneemstatus Gebruikersvoortgang Prestatieoverzicht Statistiekentracering

85 86 88 91 94 97 103 105 106 108

Cursustools

110

Mededelingen Mededeling toevoegen of wijzigen Docenteninformatie Profiel toevoegen of wijzigen Agenda Agendagebeurtenis toevoegen of wijzigen Sneltoegang naar Agenda Taken Taak toevoegen of wijzigen E-mail verzenden E-mail opstellen en verzenden Digitaal postbakje Bestand toevoegen aan digitaal postbakje Bestand verzenden vanuit digitaal postbakje Woordenlijstbeheer Woordenlijstterm toevoegen Woordenlijst downloaden Woordenlijst uploaden Berichten

110 111 113 114 116 117 118 119 120 121 121 124 125 126 127 128 129 130 132

Samenwerkingstools

133

Samenwerkingstools Samenwerkingssessies Samenwerkingssessie maken of wijzigen Virtueel klaslokaal Menubalk Tools voor klaslokaal Whitebord Groepsbrowser Cursusoverzicht Vraag stellen Postvak IN voor vragen Chat Persoonlijke berichten Gebruikersinformatie Opnamemenu

134 137 139 140 141 142 143 145 146 147 148 149 150 151 152


Pagina 4 van 425



Sessieopnamen Opname-eigenschappen

153 154

Discussieruimte

155

Informatie over de discussieruimte Discussieruimte-inhoud weergeven en ordenen Een discussielijn starten Reageren op een discussieruimtebericht Cijfer geven aan discussieruimtedeelname Controle door medestudenten via de discussieruimte Discussieruimte-inhoud veilig houden Discussieruimtebeheer delegeren Forums opnemen in het leerproces Discussieruimtestatistieken

155 157 165 166 167 169 170 172 173 174

Cursusopties

175

Cursusmenu beheren Nieuw inhoudsgebied toevoegen Nieuw toolgebied toevoegen Nieuwe cursuskoppeling toevoegen Externe koppeling toevoegen Cursusontwerp Cursusbanner Tools beheren Blackboard-tools inschakelen Building Block-tools inschakelen Inhoudstypen inschakelen

175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185

Cursusinstellingen

186

Naam en beschrijving van cursus Cursusbeschikbaarheid Gasttoegang Waarnemertoegang Cursusduur Inschrijvingsopties Cursus categoriseren Cursusbeginpunt instellen

186 187 188 189 190 191 192 193

Kopiëren, importeren, archiveren en hergebruiken

194

Cursus hergebruiken Cursus kopiëren Cursusmateriaal kopiëren naar een nieuwe cursus Cursusmateriaal kopiëren naar een bestaande cursus

194 195 196 199

Grade Center Grade Center - Functies Aan de slag met Grade Center Grade Center aanpassen


203 204 206 209

Pagina 5 van 425



Slimme weergaven maken in Grade Center Gegevens van Grade Center delen

215 223

Grade Center en planningsbeoordeling instellen

224

Cijfertoekenningsschema's maken Categorieën maken Cijfertoekenningsperioden maken Kolommen van Grade Center wijzigen Studenten invoeren in Grade Center E-mail versturen vanuit Grade Center

226 228 230 233 235 237

Werken met Grade Center

238

Cijfers invoeren Opmerkingen toevoegen voor een cijfer Cijfers wijzigen Cijferoverzicht CijfersCijfers verwijderen en herstellen Cijfers uitsluiten Externe Grade Center-items uploaden Cijfers berekenen Rapporten maken Grade Center-statistieken bekijken Gegevens en instellingen van Grade Center opslaan en hergebruiken Gegevens van Grade Center downloaden Cursussen archiveren en kopiëren

239 241 242 244 246 248 249 252 266 269 272 273 275

SafeAssign

278

Informatie over SafeAssign Een SafeAssignment maken Inzendingen beheren SafeAssign-originaliteitsrapporten Direct verzenden Cursus kopiëren met gebruikers (exacte kopie) Pakket importeren Export-/archiefbeheer Cursus exporteren Cursus archiveren

278 280 282 283 284 286 287 290 291 293

Course Cartridges

294

Course Cartridge importeren Informatie over Chalk Titles Chalk Titles beheren

294 296 298

Gebruikersbeheer

299

Gebruikers weergeven/wijzigen Wachtwoord wijzigen Gebruiker maken en Gebruiker wijzigen Gebruikers voor cursus maken (batch)

299 300 301 304


Pagina 6 van 425



Gebruiker inschrijven Gebruikers verwijderen uit de cursus Groepen beheren Groep toevoegen en Groepseigenschappen Groep wijzigen Gebruikers toevoegen aan groep Gebruikers in groep weergeven Gebruikers verwijderen uit groep

306 307 308 309 310 311 312 313

Beoordeling

314

Informatie over beoordelingen Toetsbeheer Toets maken of wijzigen Toetsinformatie Toetsbord Instellingen voor het maken van toetsen Vraagvoltooiingsstatus Vraagmetagegevens Meerkeuzevragen Waar/onwaar-vragen Meerkeuzevragen Invuloefeningen Vragen met meerdere antwoorden Combinatievragen Sorteervragen Open vragen Vragen met een berekende formule Vragen met een berekend numeriek antwoord Vragen met een bestandsantwoord Hotspotvragen Vragen met meervoudige invuloefening Vragen met verhaspelde zin Opinieschaal/Likert-vragen Vragen met een kort antwoord Of/of-vragen Vragen uit vragenpakket Willekeurig blok toevoegen/wijzigen Vragen uploaden Zoeken in pools en beoordelingen Enquêtebeheer Poolbeheer Pool importeren

314 316 318 319 320 321 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 335 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 348 350 351 353

Cijferlijst

354

Cijferlijst Cijferlijstitem toevoegen/wijzigen Items beheren Werkbladinstellingen

354 356 358 359


Pagina 7 van 425



Categorieën beheren Itemcategorie maken/wijzigen Weergaveopties beheren Cijferweergaveopties maken/wijzigen Cijfers wegen Totaal en gewogen totaal berekenen in de cijferlijst Cijferlijst downloaden Cijferlijst uploaden Kolom kiezen om te importeren: Items Kolom kiezen om te importeren: studenten Cijfer wijzigen: beoordeling Cijferbeoordeling Itemopties: toetsen en enquêtes Itemcijfers weergeven Itemdetail weergeven Beoordelingsstatistieken Beoordelingsresultaten downloaden Cijfers wijzigen: opdracht Opdracht beoordelen Itemopties: opdrachten Opdracht downloaden Opdrachtbestanden verwijderen Gebruikersopties Gebruikersinformatie weergeven Gebruikerscijfers weergeven Gebruikersdetail weergeven Cijferlijstweergaven Cijfers weergeven op cijferlijstitem Cijfers weergeven op gebruiker Cursusstatistieken

360 361 362 364 365 367 372 373 374 375 376 377 378 379 380 381 382 383 384 386 387 387 389 390 391 392 393 394 395 396

Systeem voor vroege waarschuwing

397

Inleiding tot het systeem voor vroege waarschuwing Regels van systeem voor vroege waarschuwing beheren Waarschuwingen controleren en gebruikers op de hoogte stellen

397 399 401

Inhoud ordenen en beheren

403

Inhoud ordenen in mappen Mapmachtigingen ordenen Tools voor delen en zoeken van inhoud Cursusmappen ordenen

403 405 406 408

Inhoud uit Content System gebruiken

410

Content System-items toevoegen aan een cursus Portfolio’s toevoegen aan een cursus Koppelingcontrole voor cursussen Bestanden naar Content Collection kopiëren Content System-items tijdens exporteren/importeren en archiveren/herstellen

410 412 414 416 420


Pagina 8 van 425



Cursus kopiëren en Content System-items

421

Bibliotheekinhoud gebruiken

422

Bibliotheekgebieden e-Reserves-mappen Bibliotheekinhoud toevoegen aan cursussen

422 423 424


Pagina 9 van 425



INFORMATIE OVER DE HANDLEIDING VOOR CURSUSLEIDERS VOOR BLACKBOARD ACADEMIC SUITE Overzicht De handleiding voor cursusleiders bevat gedetailleerde informatie over het opzetten en beheren van cursussen in Blackboard Learning System. Blackboard Community System biedt dezelfde verzameling functies en voorzieningen voor het beheren van een organisatie. Indeling van de handleiding De handleiding voor cursusleiders voor Blackboard Academic Suite begint met een overzicht van de les- en leeromgeving voor cursusleiders. In het grootste gedeelte van de handleiding worden functies beschreven die beschikbaar zijn voor cursusleiders in het configuratiescherm. Conventies in de handleiding In deze handleiding wordt een aantal conventies gehanteerd om het gebruik ervan te vereenvoudigen. S YMBOO L

B ESCHRIJVIN G

Vet lettertype

Een knop- of veldnaam.

Courier-lettertype

Tekst die gebruikers moeten typen.

Cursieve tekst in een titel

Aanvullende informatie in een titel die mogelijk niet is opgenomen op de webpagina.

[v]

Verplicht veld

Gebruik van deze handleiding Deze handleiding moet worden gebruikt ter referentie. Lees deze niet helemaal van voor naar achter. Updates van de handleiding Deze handleiding wordt regelmatig bijgewerkt. Controleer de datum van de laatste revisie aan het begin van de handleiding om er zeker van te zijn dat u over de meest recente versie beschikt. De HTML-versie is beschikbaar door te klikken op Online beheerdershandleiding in het configuratiescherm en is tevens beschikbaar op het http://www.blackboard.com/products/services/support. Op deze site is de handleiding ook beschikbaar als PDF-bestand. Neem voor opmerkingen of suggesties met betrekking tot deze handleiding contact op met Blackboard-ondersteuning.


Pagina 10 van 425



WELKOM BIJ BLACKBOARD ACADEMIC SUITE CURSUSSEN Overzicht Cursussen bevatten inhoud en tools voor onderwijs en studie. De cursusleider die aan een cursus is toegewezen, kan de cursus beheren via het configuratiescherm. Een cursusleider kan de cursus beheren, terwijl de beheerder opheffingsinstellingen kan instellen waardoor cursusgebieden en tools worden beperkt of vereist. Een cursus bestaat uit het cursusmenu en een inhoudsframe. Via het cursusmenu hebben gebruikers toegang tot inhoud en tools. De inhoud en tools worden weergegeven in het inhoudsframe. Organisatiewebsites Organisatiewebsites werken op dezelfde manier als cursussen. De leider van de organisatie gebruikt hetzelfde configuratiescherm dat in cursussen wordt weergegeven om zo een online omgeving voor de organisatie te bieden. Organisaties zijn alleen beschikbaar met Blackboard Community System. Functies In de onderstaande tabel is informatie opgenomen over de onderdelen van een cursus. De namen van de gebieden kunnen worden gewijzigd door de cursusleider of systeembeheerder. G EBIED

B ESCHRIJVIN G

Mededelingen

Mededelingen bevatten tijdgevoelige informatie die van essentieel belang is voor het succes van een cursus. Klik in het cursusmenu op Mededelingen om mededelingen weer te geven.

Docenteninformatie

Hier wordt achtergrond- en contactpersooninformatie weergegeven over cursusleiders en onderwijsassistenten.

Cursusgebieden

Cursusgebieden kunnen een grote verscheidenheid aan inhoudsitems bevatten, zoals beoordelingen, opdrachten, leereenheden en multimediabestanden.

Communicatie

Via het gebied Communicatie kunnen gebruikers:

•

Berichten verzenden en ontvangen

•

Discussieruimten openen

•

Virtueel klaslokaal openen

•

Naamlijst weergeven

•

Groepspagina’s weergeven

Externe koppelingen

Via externe koppelingen krijgen gebruikers toegang tot studiemateriaal dat niet is opgenomen in Blackboard Academic Suite.

Tools

Tools die u kunt gebruiken in de cursus. Tot deze modules behoren: Digitaal postbakje, Homepagina, Persoonlijke gegevens, Agenda, Cijfers weergeven, Gebruikershandleiding, Taken, The Electric Blackboard en Adresboek.


Pagina 11 van 425



G EBIED

B ESCHRIJVIN G

Cursusoverzicht

U kunt navigeren door een mapstructuur die u kunt samenvouwen.


Pagina 12 van 425



CURSUSMENU Informatie over het cursusmenu Het cursusmenu wordt links van een cursus weergegeven en bevat koppelingen naar materialen en tools binnen de cursus. De cursusleider kan de vormgeving van het cursusmenu aanpassen, alsmede de inhoud en de tools die beschikbaar zijn voor gebruikers. Er kunnen twee weergaven beschikbaar worden gemaakt voor gebruikers. Wanneer beide weergaven beschikbaar zijn, kunt u hiertussen schakelen.

•

Snelweergave - Toont cursusmaterialen op het hoogste niveau. Koppelingen kunnen worden weergegeven als knoppen of als tekst.

•

Detailweergave - Toont cursusmaterialen die zijn weergegeven in het cursusoverzicht. Deze weergave wordt uitgevouwen zodat de hiërarchie van cursusnavigatie zichtbaar wordt.

Er wordt een toolpaneel weergegeven als onderdeel van het cursusmenu. Dit paneel kan koppelingen bevatten met het cursusoverzicht, communicatietools en/of cursustools. Koppelingen met tools kunnen ook worden toegevoegd aan het hoofdgedeelte van het cursusmenu zodat deze worden weergegeven in Detailweergave of in het cursusoverzicht. Het formaat van het cursusmenuframe kan worden aangepast. Plaats de muis op de rand die de rechterkant van het cursusmenu vormt. Er wordt een pijlaanwijzer weergegeven. Sleep deze rand met de muis en maak het frame groter of kleiner. Het cursusmenu bevat ook informatie over de datum/tijd waarop het cursusmenu voor het laatst is vernieuwd. Plaats de muis op het pictogram Vernieuwen om de datum en tijd weer te geven waarop het menu voor het laatst is vernieuwd. In Detailweergave wordt deze informatie onder in het scherm weergegeven. Nieuwe inhoud weergeven Wanneer inhoud wordt toegevoegd aan het cursusmenu of het cursusoverzicht, duurt het 20 minuten voordat deze is gecached. Dit betekent dat nieuwe inhoud in het cursusmenu of het cursusoverzicht pas na 20 minuten wordt weergegeven. Wanneer u inhoud wilt weergeven binnen de eerste 20 minuten nadat deze is toegevoegd, klikt u op Vernieuwen. Opties voor menuweergave instellen De cursusleider kan Snelweergave en/of Detailweergave beschikbaar maken binnen een cursus. Volg de onderstaande stappen om de weergave te wijzigen. 1.

Selecteer Cursusontwerp in het configuratiescherm.

2.

Selecteer Beheren op de pagina Cursusontwerp.

3.

Selecteer een standaardweergave voor het cursusmenu. OPMERKING: beheerders bepalen de standaardvormgeving van het cursusmenu voor het gehele systeem. Dit beperkt cursusleiders niet in de mogelijkheid wijzigingen door te voeren in hun cursussen maar bepaalt alleen de vormgeving van het standaardcursusmenu.


Pagina 13 van 425



OPMERKING: het cursusoverzicht kan worden weergegeven met een ander kleurenschema wanneer het worden geopend via Snelweergave. Wanneer in Snelweergave tekstkoppelingen worden gebruikt (geen knoppen), kan de kleur van de koppelingen worden gewijzigd. Wanneer de kleur is gewijzigd, wordt de kleur van de items in het cursusoverzicht hetzelfde als die van de tekstkoppelingen. Weergave toolsvak instellen U kunt instellen dat het toolpaneel koppelingen bevat naar cursustools, communicatietools en/of het cursusoverzicht. De weergave van het toolpaneel wordt afzonderlijk beheerd voor Detailweergave en Snelweergave. Op die manier kunnen cursusleiders het toolpaneel in de twee afzonderlijke weergaven anders instellen. Volg de onderstaande stappen om de weergave van het toolpaneel voor Snelweergave in te stellen: 1.

Selecteer Cursusontwerp in het configuratiescherm.

2.

Selecteer Toolpaneel beheren op de pagina Cursusontwerp.

3.

Selecteer Opties voor snelweergave van toolpaneel of Opties voor detailweergave van toolpaneel op de pagina Toolpaneel beheren.

4.

Selecteer welke koppelingen worden weergegeven in het vak en voer een naam in als koptekst wordt weergegeven. Wanneer geen opties zijn geselecteerd, wordt het toolpaneel niet weergegeven in het cursusmenu. Als het vak Kopnaam leeg wordt gelaten, wordt geen koptekst weergegeven in het toolpaneel. U kunt ook de achtergrondkleur en tekstkleur voor de koptekst selecteren.


Pagina 14 van 425



CURSUSOVERZICHT Informatie over het cursusoverzicht Het cursusoverzicht is een mapstructuur die u kunt samenvouwen en die wordt gebruikt om te navigeren binnen een cursus. Het cursusoverzicht kan worden opgevraagd via het cursusmenu, samenwerkingssessies en het prestatieoverzicht en kan worden gebruikt als selectievenster. Informatie over de datum/tijd waarop het cursusoverzicht het laatst is vernieuwd, wordt onder aan het overzicht weergegeven. Cursusoverzicht weergeven via het cursusmenu U kunt het cursusoverzicht openen via Detailweergave en Snelweergave in het cursusmenu. Selecteer Cursusoverzicht in het toolpaneel in het cursusmenu om het cursusoverzicht te openen. Alle beschikbare inhoud en tools worden weergegeven in het cursusoverzicht. Wanneer het cursusoverzicht wordt weergegeven via het cursusmenu, ziet de cursusleider de inhoud zoals een gebruiker deze ziet. Wanneer bijvoorbeeld een item beschikbaar is gemaakt voor een groep met behulp van een regel voor adaptieve inhoud en de cursusleider is geen lid van die groep, kan hij of zij het item niet zien via het cursusmenu. Cursusoverzicht weergeven via het prestatieoverzicht Wanneer het cursusoverzicht wordt weergegeven via het prestatieoverzicht, wordt de beschikbaarheid van items, tools en doorneemstatus voor de specifieke gebruiker weergegeven. Selecteer het pictogram in de kolom Adaptieve inhoud om het cursusoverzicht weer te geven voor een specifieke gebruiker. De beschikbaarheid van elk item en de doorneemstatus voor de geselecteerde gebruiker wordt aangegeven. In de onderstaande tabel worden de pictogrammen beschreven die worden gebruikt in het prestatieoverzicht. S YMBO LEN

VO OR AD AP TIEVE INHOUD EN DOO RNEEMSTATU S :

Zichtbaar - Dit item is zichtbaar voor de cursusgebruiker. Onzichtbaar - Dit item is niet zichtbaar voor de cursusgebruiker. Doorgenomen - Dit item is door de cursusgebruiker gemarkeerd als doorgenomen. Niet doorgenomen - dit item wordt voor de cursusgebruiker weergegeven als Markeren als doorgenomen.

Cursusoverzicht weergeven via een virtueel klaslokaal Het inhoudsoverzicht is vergelijkbaar met het cursusoverzicht, met dit verschil dat de mapstructuur alleen beschikbare cursusgebieden bevat. U kunt niet naar andere cursusgebieden navigeren zoals tools. Selecteer Inhoudsoverzicht in de tools voor klaslokaal van een virtueel klaslokaal om het inhoudsoverzicht te openen.


Pagina 15 van 425



Cursusoverzicht gebruiken als selectievenster Er kan vanaf verschillende pagina’s binnen een cursus een koppeling worden gemaakt naar cursusgebieden en items, zoals de pagina Mededeling toevoegen en Cursuskoppeling toevoegen. Dit selectieproces maakt gebruik van het cursusoverzicht dat kan worden benaderd door te klikken op de knop Bladeren. Het cursusoverzicht dat via de pagina’s wordt benaderd, bevat alle inhoudsitems binnen een cursus. Klik op een koppeling in het cursusoverzicht om een item of een tool te selecteren.


Pagina 16 van 425



CONFIGURATIESCHERM Overzicht Het beheer van alle cursussen wordt geregeld via het configuratiescherm. Dit gebied is alleen beschikbaar voor gebruikers met een van de volgende gedefinieerde cursusrollen:

•

Cursusleider

•

Onderwijsassistent

•

Corrector

•

Systeembeheerder

Zoek het configuratiescherm 1.

Open een cursus.

2.

Klik op Configuratiescherm in het cursusmenu.

Functies Het configuratiescherm bestaat uit zes gebieden: O NDERDEEL

F UNCTIE

Inhoudsgebieden

Bevat de tools voor het toevoegen van tekst, bestanden en informatie aan een cursus.

Cursustools

Bevat de communicatietools voor het verzenden van e-mail, het maken van taken en het werken met groepen.

Cursusopties

Bevat beveiligings- en aanpassingsopties.

Gebruikersbeheer

Bevat tools voor het beheer van gebruikers en inschrijvingen.

Beoordeling

Bevat tools voor het opzetten van beoordelingen, het opslaan van cijfers en het volgen van gebruikersactiviteiten.

Ondersteuning

Bevat contactpersonen voor ondersteuning en online documentatie.


Pagina 17 van 425



CURSUSROLLEN Overzicht Cursusrollen bepalen de toegang tot de inhoud en tools die binnen een cursus ter beschikking staan. Elke gebruiker krijgt een rol toegewezen voor elke cursus waar hij/zij aan deelneemt. Zo kan een gebruiker die voor de ene cursus de rol Onderwijsassistent heeft voor een andere cursus de rol Student hebben. De cursusrol wordt vastgelegd op het moment dat de gebruiker wordt ingeschreven. Deze kan ook worden aangepast na inschrijving via het configuratiescherm.

•

Cursusrollen:

•

Cursusbouwer

•

Corrector

•

Gast

•

Cursusleider

•

Student

•

Onderwijsassistent OPMERKING: beheerders kunnen de bevoegdheden van verschillende cursusrollen aanpassen. Daarom hoeven niet alle vermelde bevoegdheden van toepassing te zijn. Beheerders kunnen tevens de namen van cursusrollen wijzigen.

Cursusbouwer Cursusbouwers hebben toegang tot de meeste gebieden van het configuratiescherm. Met deze rol kunnen gebruikers de cursus beheren zonder dat ze toegang hebben tot studentencijfers. OPMERKING: een cursusbouwer heeft ook toegang tot de cursus wanneer deze niet beschikbaar is voor studenten. Een cursusbouwer heeft niet de bevoegdheid een cursusleider te verwijderen uit een cursus.

Cursusbouwers hebben toegang tot de volgende gebieden van het configuratiescherm:

•

*Cursusinformatie

•

Instellingen

•

*Cursusdocumenten

•

Course Cartridge importeren

•

*Opdrachten

•

Pakket importeren

•

*Externe koppelingen

•

*Bronnen

•

*Mededelingen

•

Cursus kopiëren

•

*Cursusagenda

•

Cursus exporteren

•

*Docenteninformatie

•

Gebruikers weergeven/wijzigen


Pagina 18 van 425



•

*Taken

•

Gebruiker maken

•

*Discussieruimten

•

Gebruikers voor cursus maken (batch)

•

*E-mail verzenden

•

Gebruiker inschrijven

•

*Samenwerking

•

Gebruikers verwijderen uit de cursus

•

*Digitaal postbakje

•

*Groepen beheren

•

Cursusmenu beheren

•

*Toetsbeheer

•

Cursus archiveren

•

*Enquêtebeheer

•

Cursus hergebruiken

•

*Poolbeheer

•

*Tools beheren

•

* Instellingen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*), kunnen niet door de beheerder worden aangepast. Deze bevoegdheden zijn altijd beschikbaar voor deze cursusrol. Corrector Een corrector kan de cursusleider helpen bij het maken, beheren en bezorgen van beoordelingen en enquêtes, en bij het geven van cijfers daarvoor. Een corrector helpt de cursusleider ook bij het beheer van de cijferlijst. OPMERKING: een corrector kan een cursus niet zelf beoordelen als deze niet toegankelijk is voor studenten.

Correctoren hebben toegang tot de volgende gebieden van het configuratiescherm:

•

*Mededelingen

•

*Enquêtebeheer

•

*Cursusagenda

•

*Poolbeheer

•

*Digitaal postbakje

•

*Cijferlijst

•

Gebruikers weergeven/wijzigen (inhoud wijzigen niet mogelijk)

•

*Cijferlijstweergaven

•

*Toetsbeheer

•

*Cursusstatistieken

* Instellingen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*), kunnen niet door de beheerder worden aangepast. Deze bevoegdheden zijn altijd beschikbaar voor deze cursusrol. Gast Gebruikers met de rol Gast hebben geen toegang tot het configuratiescherm. Gebieden binnen de cursussen kunnen toegankelijk worden gemaakt voor gasten. Bezoekers zoals toekomstige studenten, alumni of ouders kunnen de rol Gast krijgen.


Pagina 19 van 425



Cursusleider Cursusleiders hebben toegang tot alle gebieden in het configuratiescherm. Deze rol wordt meestal toegewezen aan personen die klassen ontwikkelen, onderwijzen of mogelijk maken. Cursusleiders hebben ook toegang tot een cursus die niet beschikbaar is voor studenten. Beheerders kunnen toegang tot de volgende functies beperken:

•

Gebruikers weergeven/wijzigen

•

Cursus kopiëren

•

Gebruiker maken

•

Cursus hergebruiken

•

Gebruikers voor cursus maken (batch)

•

Course Cartridge importeren

•

Gebruikers verwijderen uit de cursus

•

Cursus exporteren

•

Gebruiker inschrijven

•

Cursus archiveren

•

Instellingen

•

Cursusmenu beheren

Student Student is de standaardcursusrol. Studenten hebben geen toegang tot gebieden in het configuratiescherm. Onderwijsassistent Onderwijsassistenten hebben toegang tot de meeste functies. Ook als de cursus niet toegankelijk is voor studenten, hebben onderwijsassistenten wel toegang tot de cursus. Onderwijsassistenten worden niet weergegeven in de cursuscataloguslijst voor de cursus. OPMERKING: een onderwijsassistent kan een cursusleider niet uit een cursus verwijderen.


Pagina 20 van 425



WERKEN MET BLACKBOARD ACADEMIC SUITE NAVIGATIE Overzicht Alleen het materiaal in het inhoudsframe verandert wanneer u naar een nieuw gebied of nieuwe pagina gaat. De tabbladen en het kopframe blijven zichtbaar zodat u altijd toegang hebt tot de navigatiefuncties. N AVI G ATIETOO L

B ESCHRIJVIN G

Tabblad

Klik op een tabblad om het te openen.

Knop

Klik op een knop om te navigeren naar een pagina binnen Blackboard Academic Suite. Sommige knoppen bieden toegang tot gebieden buiten Blackboard Academic Suite. Met knoppen kunt u tevens functies uitvoeren.

Koppeling

Klik op een hypertekstkoppeling om naar een andere webpagina te gaan binnen Blackboard Academic Suite. Koppelingen kunnen ook websites openen buiten Blackboard Academic Suite.

Pad

Klik op een van de hypertekstregels die worden weergegeven in het navigatiepad om die pagina te openen. Het navigatiepad wordt boven aan pagina’s weergegeven zodat u kunt teruggaan naar de vorige pagina.

Koppeling naar cursus maken Als u een koppeling wilt maken naar een cursus, kopieert u de URL vanuit de adresbalk op het web. Koppelingen naar cursussen kunnen worden gepost binnen of buiten Blackboard Academic Suite. Gebruikers worden verzocht verificatie te verschaffen, voordat zij de cursus kunnen benaderen.


Pagina 21 van 425



TAALPAKKETTEN Informatie over taalpakketten Via Taalpakketten wordt Blackboard Academic Suite weergegeven in de taal van verschillende gebruikers en met inachtneming van hun culturele normen. De instellingen voor taalpakketten worden gedefinieerd op systeemniveau, op cursus- of organisatieniveau en uiteindelijk op gebruikersniveau. Op systeemniveau definieert de beheerder een taalpakket als de systeemstandaard. Dit is het taalpakket dat wordt weergegeven wanneer geen andere taalpakketten worden opgegeven op cursusniveau of gebruikersniveau. Op cursusniveau kan de cursusleider een taalpakket opgeven en deze afdwingen. Door een taalpakket af te dwingen, moeten alle gebruikers dat taalpakket gebruiken. Wanneer het taalpakket niet wordt afgedwongen en een gebruiker een voorkeurstaalpakket heeft dat is gekoppeld aan zijn of haar account, wordt het cursustaalpakket genegeerd. Op gebruikersniveau kunnen individuele gebruikers hun voorkeurstaalpakket selecteren. OPMERKING: aangepaste namen, zoals de gewijzigde naam van een inhoudsgebied, worden niet gewijzigd door het taalpakket. Deze waarden blijven in alle taalpakketten hetzelfde. De standaardnamen in het systeem worden vertaald en zijn in elk taalpakket anders. Landinstelling opgeven voor een cursus Volg de onderstaande stappen om een landinstelling op te geven voor een cursus. 1.

Klik op Instellingen in het configuratiescherm.

2.

Klik op Taalpakket instellen.

3.

Selecteer een taalpakket in de keuzelijst.

4.

Klik op Taalpakket doorvoeren om de cursus altijd weer te geven met het geselecteerde taalpakket.

5.

Klik op Verzenden.

Wanneer voor een cursus geen taalpakket wordt gekozen, wordt de cursus weergegeven in het voorkeurstaalpakket van de gebruiker. Als de gebruiker geen voorkeurstaalpakket heeft opgegeven, wordt de cursus in het systeemstandaardtaalpakket weergegeven. Cursusgebieden die niet worden beïnvloed door het gekozen taalpakket Meestal wordt het configuratiescherm in het geselecteerde taalpakket van een cursus weergegeven; het wordt niet weergegeven in het taalpakket dat voor de gebruiker is geselecteerd. In enkele gedeelten van een cursus wordt het systeemstandaardtaalpakket of het voorkeurstaalpakket van de gebruiker toegepast in plaats van het cursustaalpakket. De volgende pagina’s worden niet weergegeven in het geselecteerde cursustaalpakket:

•

Configuratiescherm > Cursusinformatie > Item wijzigen, Item kopiëren, Item toevoegen en Item verwijderen.

•

Configuratiescherm > Bestanden naar Content Collection kopiëren.

•

Configuratiescherm > Discussieruimte > Forum toevoegen.


Pagina 22 van 425


•


Configuratiescherm > Mededelingen > Bevestigingsbericht.

Spellingcontrole en taalpakketten De tool Spellingcontrole ondersteunt Amerikaans-Engels, Brits-Engels, Frans en Spaans. De tool Spellingcontrole werkt niet met andere taalpakketten. Als Spellingcontrole het taalpakket niet herkent, wordt een ondersteunde woordenlijst gebruikt.


Pagina 23 van 425



SNEL BEWERKEN Overzicht Met Snel bewerken kunnen cursusleiders wijzigingen in inhoud aanbrengen in de cursusweergave en hoeven ze het configuratiescherm niet te gebruiken om inhoud te bewerken. Wanneer een cursusleider de cursus bekijkt via de studentenweergave, kan de cursusleider deze snelkoppeling gebruiken om cursusinhoud te bewerken zonder het configuratiescherm te openen. Er staan knoppen voor Snel bewerken in de navigatiebalk van elk cursusgebied en in alle submappen. Systeembeheerders kunnen deze functie uitschakelen. OPMERKING: de koppeling Bewerkweergave wordt weergegeven voor gebruikers met de rol Cursusleider, Onderwijsassistent, Cursusbouwer of Systeembeheerder. De pagina’s voor het bewerken van inhoud zijn groot en daarom wordt deze bewerkingsmethode niet aanbevolen bij een schermresolutie van 800x600. Functies Selecteer Bewerkweergave om het cursusgebied of inhoudsitem te openen en te bewerken. Er wordt een Voorbeeldweergave-koppeling weergegeven in de hoek rechts boven in het configuratiescherm van de inhoudspagina. Selecteer Voorbeeldweergave om terug te keren naar de cursusweergave van dezelfde inhoudspagina. Cursusleiders kunnen Bewerkweergave en Voorbeeldweergave gebruiken om te schakelen tussen de bewerkings- en voorbeeldweergave van cursusinhoud.


Pagina 24 van 425



GEBRUIKERS EN CURSUSSEN ZOEKEN Overzicht Er zijn diverse gebieden in Blackboard Academic Suite waar gebruikers kunnen zoeken naar andere gebruikers. Zoekopties gebruiker In de onderstaande tabel worden de opties beschreven die beschikbaar zijn bij het zoeken naar gebruikers. Niet alle opties zijn beschikbaar in alle zoekvakken. H AN DELIN G . . . Zoeken naar gebruiker op achternaam of gebruikersnaam

A C TIE . . . 1.

Selecteer het tabblad Zoeken.

2.

Voer een achternaam of gebruikersnaam in.

3.

Selecteer de optie Achternaam of de optie Gebruikersnaam. Alle overeenkomende vermeldingen worden weergegeven.

Zoeken naar een groep achternamen of gebruikersnamen die beginnen met een bepaalde letter of een bepaald cijfer

1.

Selecteer het tabblad A-Z, 0-9.

2.

Klik op de eerste letter van de achternaam of van de gebruikersnaam. Alle overeenkomende vermeldingen worden weergegeven.

Zoeken met een waarde in de naam van de gebruiker

1.

Selecteer het tabblad Geavanceerd.

2.

Voer een waarde in het veld Bevat in.

3.

Alle gebruikers met die waarde in hun gebruikersnaam worden weergegeven.

4.

Schakel de selectievakjes in en selecteer waarden in de keuzelijst om de zoekopdracht te verfijnen.

1.

Selecteer het tabblad.

2.

Klik op Alle weergeven voor een overzicht met de namen van alle ingeschreven gebruikers. Alle vermeldingen worden weergegeven.

Alle gebruikers weergeven

Zoekopties voor cursussen De volgende opties zijn beschikbaar wanneer u een cursus zoekt:

•

Zoeken: de zoekparameters op dit tabblad kunnen apart of samen worden gebruikt om de gegenereerde lijst te beperken. U gebruikt dit tabblad als volgt: klik op Cursus-ID, Cursusleider of Titel/beschrijving. Voer in het veld een waarde in. Klik vervolgens op Alle cursussen, Maand of Dag om de lijst te definiëren op basis van het moment waarop de cursussen zijn gemaakt. Er wordt een lijst gemaakt van cursussen die overeenkomen met de ingestelde waarde.


Pagina 25 van 425



•

A-Z, 0-9: klik op de letter of het cijfer dat staat voor het eerste teken van een cursus-ID. U krijgt een lijst met alle cursussen met een ID die met dat teken begint.

•

Alle weergeven: klik op Alle weergeven om alle cursussen in het systeem weer te geven.


Pagina 26 van 425



TEKST INVOEREN Overzicht Tekst wordt in Blackboard Academic Suite standaard links uitgelijnd, met tekengrootte 12 en lettertype Arial. Eventuele andere opmaak moet worden opgegeven met behulp van HTML-codes of via de tekstvakeditor. Tekstvakken kunnen worden weergegeven wanneer Visuele tekstvakeditor wordt gebruikt of bij de onderstaande opties. Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over Visuele tekstvakeditor. Tekstvakopties De volgende opties zijn beschikbaar in de meeste tekstinvoervakken in Blackboard Academic Suite: O PMAAK OPTIE

G EDR AG

Slimme tekst

Een koppeling die in het tekstvak wordt ingevoerd, wordt automatisch herkend. Bij het gebruik van slimme tekst wordt de toets Enter herkend als alineacode en worden HTML-codes geaccepteerd. Bij het gebruik van slimme tekst wordt u tevens gevraagd afbeeldingen te laden wanneer een code voor een afbeeldingsbron wordt weergegeven. Webadressen die worden ingevoerd als URL’s, worden geconverteerd naar koppelingen. De URL moet beginnen met ’http://’ en er moet een spatie worden opgenomen voor ’http://’ om dit te scheiden van het woord dat ervoor staat. Wanneer een afbeeldingscode, , wordt ingevoerd bij slimme tekst, wordt u in Blackboard Academic Suite automatisch gevraagd de afbeelding te uploaden.

Tekst zonder opmaak

Tekst wordt weergegeven zoals deze in het tekstgebied wordt ingevoerd. Bij tekst zonder opmaak kan geen HTML-code worden gebruikt. HTML-code wordt weergegeven als tekst.

HTML

Tekst wordt weergegeven zoals deze door de gebruiker wordt ingevoerd met behulp van HTML-codes (Hypertext Mark-up Language).

OPMERKING: de opties Slimme tekst en Tekst zonder opmaak zijn alleen beschikbaar wanneer de beheerder de tekstvakeditor heeft uitgeschakeld of wanneer de gebruiker geen Windows-besturingssysteem gebruikt in combinatie met Internet Explorer versie 5.x of hoger.

Als u een bestand weergeeft in een inhoudsitem, kunt u geen beschrijving met slimme tekst of tekst zonder opmaak toevoegen. Voeg de beschrijving toe als een apart inhoudsitem en geef het bestand weer in het volgende inhoudsitem. In Tekstvakeditor kunt u Slimme tekst, Tekst zonder opmaak en HTML gebruiken. Via de opties onder in het vak kunt u van keuze wisselen.


Pagina 27 van 425



Slimme tekst moet worden gebruikt wanneer de tekst exact moet worden weergegeven zoals deze is ingevoerd. Regelterugloop, tabs en andere toetsenbordopmaak blijven behouden in Slimme tekst. Bij Tekst zonder opmaak wordt elke opmaak verwijderd uit de tekst, met uitzondering van regelterugloop. Dit resulteert in volledig onopgemaakte tekst. Dit kan handig zijn wanneer u veel van de inhoud moet kopiëren en plakken of als het de bedoeling is code-informatie weer te geven. Wanneer u bijvoorbeeld wilt laten zien hoe iets moet worden geschreven in HTML, moet u Tekst zonder opmaak gebruiken om de HTML-codes te behouden in de inhoud. Tekst zonder opmaak werkt niet met MathML of de vergelijkingseditor. Wanneer u een tekstvak wijzigt dat een wiskundige formule bevat, wordt de formule met Tekst zonder opmaak onleesbaar. De HTML-optie moet worden gebruikt wanneer u HTML kent en ervoor kiest HTML-codes op te nemen in Tekstvakeditor. Dit resulteert in inhoud die is opgemaakt door de gebruikte HTML-codes. Bestandsnamen Blackboard staat alle tekens in bestandsnamen toe. Het besturingssysteem en de browser van de gebruiker kunnen een limiet stellen aan de toegestane tekens. Sommige browsers accepteren bijvoorbeeld geen tekens die uit meerdere bytes bestaan.

Detectie van ontbrekend bestand in tekstvakeditors De functie voor het detecteren van een ontbrekend bestand is beschikbaar wanneer een gebruiker:

•

HTML met een verbroken afbeelding plakt in Tekstvakeditor en de optie HTML selecteert;

•

HTML met een verbroken afbeelding plakt in Tekstvakeditor en de optie Slimme tekst selecteert.

De functie voor het detecteren van een ontbrekend bestand is niet van toepassing wanneer een gebruiker:

•

HTML met een verbroken afbeelding plakt in Tekstvakeditor en de optie Tekst zonder opmaak selecteert;

•

een koppeling maakt naar een HTML-bestand in Content Collection met een verbroken afbeelding (via de derde rij in Visuele tekstvakeditor of als een URL in Tekstvakeditor). OPMERKING: afbeeldingen worden met de HTML-structuur opgeslagen met de volgende syntaxis: . De bronlocatie moet tussen twee enkele aanhalingstekens staan.


Pagina 28 van 425



VISUELE TEKSTVAKEDITOR Informatie over Visuele tekstvakeditor Visuele tekstvakeditor bevat besturingselementen voor het invoeren en opmaken van tekst, vergelijkingen en multimediabestanden. Wanneer Visuele tekstvakeditor is ingeschakeld, wordt deze in het systeem de standaardeditor wanneer u tekst toevoegt via een tekstvak. Als Visuele tekstvakeditor niet wordt weergegeven, controleert u de lijst met browsers om er zeker van te zijn dat de huidige browser compatibel is. Als dat zo is, controleert u of Visuele tekstvakeditor is ingeschakeld in uw persoonlijke instellingen. Als Visuele tekstvakeditor vervolgens nog steeds niet wordt weergegeven, is deze waarschijnlijk uitgeschakeld door de systeembeheerder. Gebruikers die via ondersteunende technologie toegang hebben tot het systeem, moeten standaardtekstinvoeropties gebruiken in plaats van Visuele tekstvakeditor. Zie Tekst invoeren voor meer informatie.

Compatibele browsers Visuele tekstvakeditor is compatibel met de volgende browsers op een computer met een Windows-besturingssysteem:

•

Microsoft Internet Explorer 6.0

•

Mozilla Firefox 1.0

•

Netscape 8.0

Visuele tekstvakeditor werkt niet met oudere versies van deze browsers. In plaats van Visuele tekstvakeditor worden de standaardopties voor het invoeren van tekst weergegeven. Visuele tekstvakeditor is compatibel met de volgende browsers op een computer met een Macintosh-besturingssysteem:

•

Safari 2.0

•

Mozilla Firefox 1.0

De Lite-versie van Visuele tekstvakeditor wordt weergegeven wanneer u het programma uitvoert via Safari. De Lite-versie bevat voor diverse functies geen knopbesturingselementen, aangezien Safari nog geen bewerkingsopties voor rich text ondersteunt. Sommige functies die niet toegankelijk zijn via een knop in de Lite-versie, kunnen worden geactiveerd met behulp van sneltoetscombinaties. De functies Knippen, Kopiëren en Plakken kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt via sneltoetscombinaties. Macintosh-gebruikers kunnen ook de gratis webbrowser Mozilla Firefox 1.0 (of hoger) downloaden om alle functies van de tekstvakeditor te kunnen gebruiken. Firefox-gebruikers moeten een extra stap uitvoeren om de functies Knippen, Kopiëren en Plakken in te schakelen. Wanneer zij voor het eerst tekst knippen, kopiëren of plakken in Visuele tekstvakeditor, wordt een bericht van Firefox weergegeven, waarin wordt vermeld dat de actie niet is toegestaan. Dit bericht bevat tevens een koppeling naar informatie over hoe de functies Knippen, Kopiëren en Plakken kunnen worden ingeschakeld door een configuratiebestand van Firefox te bewerken. De koppeling verwijst momenteel naar http://www.mozilla.org/editor/midasdemo/securityprefs.html. Raadpleeg Firefox voor de meest recente informatie over het gebruik van de functies Knippen, Kopiëren en Plakken voor rich text. Dit lost het probleem voor Macintosh-gebruikers niet volledig op, met name omdat Firefox het plakken van tekst vanuit Microsoft Office-bestanden op de Mac niet toestaat. In dat geval moet tekst worden geplakt in een standaardteksteditor zoals Teksteditor of Kladblok en vervolgens worden geplakt in Visuele tekstvakeditor.


Pagina 29 van 425



Functies van Visuele tekstvakeditor

Visuele tekstvakeditor bevat drie rijen met knoppen die u kunt samenvouwen. In de onderstaande tabellen wordt de functie van elke knop beschreven en wordt aangegeven of de knop beschikbaar is in de Lite-versie die wordt uitgevoerd via de Safari-browser. E ERSTE

RI J

- S TAND AAR D AC TIES

K NOP

B ESCHRIJVIN G

Tekenstijl

Hiermee selecteert u een stijl voor de tekst. De opties komen overeen met standaard-HTMLstijltypen.

Tekengrootte

Hiermee selecteert u de grootte van de tekst.

Lettertype

Hiermee selecteert u het lettertype.

J

Vet

Hiermee wordt geselecteerde tekst vet weergegeven.

J

Cursief

Hiermee wordt geselecteerde tekst cursief weergegeven.

J

Onderstrepen

Hiermee wordt geselecteerde tekst onderstreept weergegeven.

J

Doorstrepen

Hiermee wordt tekst weergegeven met een horizontale lijn door de tekens. Bijvoorbeeld doorstrepen.

Superscript

Hiermee wordt tekst weergegeven op dezelfde regel, maar iets boven de huidige tekst. de Bijvoorbeeld 7 .

Subscript

Hiermee wordt tekst weergegeven op dezelfde regel, maar iets onder de huidige tekst. bijvoorbeeld H20.

Links uitlijnen

Hiermee wordt tekst links uitgelijnd.

J

Centreren

Hiermee wordt tekst gecentreerd.

J

Rechts uitlijnen

Hiermee wordt tekst rechts uitgelijnd.

J

Genummerde lijst

Hiermee maakt u een genummerde lijst of voegt u een genummerd item toe.

Niet-genummerde lijst

Hiermee maakt u een lijst met opsommingstekens of voegt u een item toe met een opsommingsteken.

Inspringing verkleinen

Hiermee verplaatst u tekst naar links.

Inspringing vergroten

Hiermee verplaatst u tekst naar rechts.


L ITE - VERSIE ?

Pagina 30 van 425



T WEEDE

RIJ

- A ANVULLENDE

STAND AARD ACTIES

K NOP

B ESCHRIJVIN G

L ITE - VERSIE ?

Spellingcontrole

Selecteer ABC om Spellingcontrole te starten.

J

Knippen

Hiermee knipt u geselecteerde items.

Kopiëren

Hiermee kopieert u geselecteerde items.

Plakken

Hiermee plakt u gekopieerde of geknipte inhoud.

Opmaak wissen

Hiermee verwijdert u opmaakcodes die worden weergegeven in Pathfinder onder in het tekstvak. Markeer de opmaakcode die u wilt verwijderen in Pathfinder en klik vervolgens op Opmaak wissen om de code te verwijderen. Dit is handig wanneer u tekst kopieert en plakt uit een andere toepassing die tegenstrijdigheden in de opmaak oplevert.

Ongedaan maken

Selecteer de draaiende pijl die naar links wijst om de vorige actie ongedaan te maken.

J

Opnieuw

Selecteer de draaiende pijl die naar rechts wijst om de vorige actie opnieuw uit te voeren.

J

Hyperlink

Hiermee voegt u een hyperlink toe. De volgende typen zijn mogelijk: file, ftp, gopher, http, https, mailto, news, telnet en wais. Wanneer u een hyperlink maakt, wordt de tekst die wordt opgenomen op de pagina los van de informatie van de koppeling weergegeven. Informatie over waar de koppeling naar verwijst, wordt opgeslagen in code rondom de tekst. Het is dan ook mogelijk de koppeling te wijzigen zonder de tekst te wijzigen die gebruikers te zien krijgen. Ga voorzichtig te werk bij het maken van koppelingen om er zeker van te zijn dat de tekst consistent is met de locatie waarnaar gebruikers worden geleid wanneer ze klikken op de koppeling.

Tabel maken

Hiermee voegt u een tabel toe.

Horizontale lijn

Hiermee voegt u een lijn toe.

Achtergrondkleur

Hiermee voegt u een markeerstiftkleur toe aan geselecteerde tekst.

J

Tekstkleur

Hiermee geeft u de kleur van de tekst aan.

J


Pagina 31 van 425



T WEEDE

RIJ

- A ANVULLENDE

STAND AARD ACTIES

WebEQ-editor

Hiermee opent u het pictogram van de vergelijkingseditor voor WebEQ (_x) waarmee u een vergelijking kunt toevoegen. U kunt geen vergelijkingen toevoegen aan een cel in een tabel. Maak in plaats daarvan de vergelijking buiten de tabel, knip de vergelijking en plak deze vervolgens in de cel.

MathML-editor

Hiermee opent u het pictogram van de vergelijkingseditor voor MathML waarmee u een vergelijking kunt toevoegen.

Voorbeeld

Hiermee geeft u een voorbeeld weer van de inhoud zoals eindgebruikers deze te zien krijgen.

HTML-weergave

Hiermee kunt u de HTML-code weergeven/verbergen die is gegenereerd door Visuele tekstvakeditor. U kunt de HTML in deze weergave eventueel bewerken. Klik nogmaals op HTML-weergave om de standaardweergave weer in te schakelen.

J

De onderstaande tabel bevat een beschrijving van een aantal opties dat specifiek is voor elk type bestandsbijlage. Deze rij wordt alleen weergegeven wanneer u een bestand of een koppeling naar een bestand kunt bijvoegen in Blackboard Content System. D ERDE

RIJ

- A C TIES

VOO R BE STANDSBI JLAGEN EN SPECI ALE OP TIES

K NOP

B ESCHRIJVIN G

Bestand bijvoegen

Hiermee voegt u een bestand toe aan het tekstgebied. De pagina Koppeling invoegen naar bestand wordt weergegeven.

Afbeelding bijvoegen

•

Bladeren: hiermee selecteert u een bestand op de lokale computer.

•

Koppeling naar Content Collection: hiermee selecteert u een item of een map in Content Collection indien Content System-integratie is toegestaan.

•

Bron-URL opgeven: hiermee geeft u de URL op waar het item zich bevindt.

•

Naam van koppeling naar bestand: hiermee geeft u een beschrijvende naam op voor de inhoud. Op die manier kan de gebruiker de koppeling in context lezen in plaats van alleen de naam van het bestand waarmee een koppeling is gemaakt.

•

Openen in nieuw venster: hiermee geeft u aan of het bestand moet worden geopend in het huidige venster of in een nieuw browservenster.

L ITE - VERSIE ?

Hiermee voegt u een afbeelding toe aan het tekstgebied. De pagina Afbeelding invoegen wordt weergegeven.


Pagina 32 van 425



D ERDE

RIJ

- A C TIES

VOO R BE STANDSBI JLAGEN EN SPECI ALE OP TIES

MPEG/AVI bijvoegen

Hiermee voegt u MPEG/AVI-media toe aan het tekstgebied. De pagina MPEG-bestand invoegen wordt weergegeven.

QuickTime toevoegen

Hiermee voegt u Apple QuickTime-media toe aan het tekstgebied. De pagina QuickTime-bestand invoegen wordt weergegeven.

Audio toevoegen

Hiermee voegt u een audiobestand (zoals .mp3, .midi of .wav) toe aan het tekstgebied. De pagina Audiobestand invoegen wordt weergegeven.

Flash/Shockwave toevoegen

Hiermee voegt u Macromedia Flash- of Shockwavemedia toe aan het tekstgebied. De pagina SWFbestand invoegen wordt weergegeven.

Bestanden bijvoegen in Visuele tekstvakeditor U kunt verschillende typen bestanden bijvoegen in Visuele tekstvakeditor. Kopieer en plak een bestand niet van het ene tekstvak in het andere, dit resulteert in fouten. Zie Multimediabestanden invoegen voor meer informatie over de opties die beschikbaar zijn bij het toevoegen van multimediabestanden. In de onderstaande tabel wordt beschreven welke knop in de derde rij van Visuele tekstvakeditor moet worden gebruikt voor het toevoegen van verschillende bestandstypen. T YPE

BESTANDSBIJLAGE

Bestand bijvoegen

.doc, .exe, .html, .htm, .pdf, .ppt, .pps, .txt, .wpd, .xls, .zip


.gif, .jif, .jpg, .jpeg, .tiff, .wmf

MPEG/AVI bijvoegen

.avi, .mpg, .mpeg

QuickTime toevoegen

.qt

Audio toevoegen

.aiff, .asf, .moov, .mov, .mp, .wav, .wma, .wmv

Flash/Shockwave toevoegen

.swa, .swf

Sneltoetscombinaties voor Visuele tekstvakeditor Visuele tekstvakeditor ondersteunt de sneltoetscombinaties die zijn opgenomen in de onderstaande tabel. Macintosh-gebruikers moeten de Cmd-toets gebruiken in plaats van de Ctrl-toets. OPMERKING: wanneer de sneltoetsen worden gebruikt waarmee geselecteerde items een teken naar links, rechts, omhoog of omlaag worden verplaatst, wordt het verplaatste object absoluut gepositioneerd. Een absoluut gepositioneerd element wordt bepaald aan de hand van pixels. Met andere woorden, wanneer u dit eenmaal omhoog verplaatst, wordt het een pixel omhoog verplaatst.


Pagina 33 van 425



S NELTOETSC OMBIN ATIES Verplaatsen PIJL-RECHTS

Een teken naar rechts verplaatsen.

PIJL-LINKS

Een teken naar links verplaatsen.

PIJL-OMLAAG

Een regel omlaag verplaatsen.

PIJL-OMHOOG

Een regel omhoog verplaatsen.

CTRL+PIJL-RECHTS

Een woord naar rechts verplaatsen.

MAC: CMD+PIJL-RECHTS CTRL+PIJL-LINKS

Een woord naar links verplaatsen.

MAC: CMD+PIJL-LINKS END

Naar het einde van de regel verplaatsen.

HOME

Naar het begin van de regel verplaatsen.

CTRL+PIJL-OMLAAG

Een alinea omlaag verplaatsen.

MAC: CMD+PIJL-OMLAAG CTRL+PIJL-OMHOOG

Een alinea omhoog verplaatsen.

MAC: CMD+PIJL-OMHOOG PAGE DOWN

Een pagina omlaag verplaatsen.

PAGE UP

Een pagina omhoog verplaatsen.

CTRL+HOME

Naar het begin van de tekst verplaatsen.

MAC: CMD+HOME CTRL+END

Naar het einde van de tekst verplaatsen.

MAC: CMD+END Selecteren SHIFT+PIJL-RECHTS

De selectie uitbreiden met een teken naar rechts.

SHIFT+PIJL-LINKS

De selectie uitbreiden met een teken naar links.

CTRL+SHIFT+PIJL-RECHTS

De selectie uitbreiden met een woord naar rechts.

MAC: CMD+SHIFT+PIJLRECHTS CTRL+SHIFT+PIJL-LINKS

De selectie uitbreiden met een woord naar links.

MAC: CMD+SHIFT+PIJLLINKS SHIFT+PIJL-OMHOOG

De selectie uitbreiden met een regel omhoog.

SHIFT+PIJL-OMLAAG

De selectie uitbreiden met een regel omlaag.

SHIFT+END

De selectie uitbreiden tot het einde van de huidige regel.

SHIFT+HOME

De selectie uitbreiden tot het begin van de huidige regel.

SHIFT+PAGE DOWN

De selectie uitbreiden met een pagina omlaag.

SHIFT+PAGE UP

De selectie uitbreiden met een pagina omhoog.

CTRL+SHIFT+END

De selectie uitbreiden tot het einde van het document.


Pagina 34 van 425



S NELTOETSC OMBIN ATIES CTRL+SHIFT+HOME

De selectie uitbreiden tot het begin van het document.

MAC: CMD+SHIFT+HOME CTRL+A

Alle elementen in het document selecteren.

MAC: CMD+A Bewerken BACKSPACE

De selectie verwijderen. Of, wanneer het geen selectie betreft, het teken links van de cursor wissen.

CTRL+BACKSPACE

Alles van een woord links van de cursor wissen.

MAC: CMD+BACKSPACE CTRL+C

De selectie kopiëren.

MAC: CMD+C CTRL+V

Gekopieerde of geknipte inhoud plakken.

MAC: CMD+V CTRL+X

De selectie knippen.

MAC: CMD+X DELETE

De selectie verwijderen.

INSERT

Schakelen tussen invoegen en overschrijven van tekst.

CTRL+Z

De meest recente opmaakopdracht ongedaan maken.

MAC: CMD+Z CTRL+Y MAC: CMD+Y

De meest recent ongedaan gemaakte opdracht opnieuw uitvoeren.

CTRL+F

Tekst zoeken.

MAC: CMD+F SHIFT+F10

Contextmenu weergeven. Dit is gelijk aan klikken met de rechtermuisknop.

Opmaken CTRL+B

Schakelen tussen vet en niet vet.

MAC: CMD+B CTRL+I

Schakelen tussen cursief en niet cursief.

MAC: CMD+I CTRL+U

Schakelen tussen onderstreept en niet onderstreept.

MAC: CMD+U

Detectie van ontbrekend bestand in tekstvakeditors

De functie voor het detecteren van een ontbrekend bestand is beschikbaar wanneer een gebruiker:


Pagina 35 van 425


•


HTML met een verbroken afbeelding plakt in HTML-weergave of Visuele tekstvakeditor.

De functie voor het detecteren van een ontbrekend bestand is niet van toepassing wanneer een gebruiker:

•

HTML met een verbroken afbeelding plakt in Visuele tekstvakeditor;

•

een HTML-bestand met een verbroken afbeelding uploadt via de derde rij in Visuele tekstvakeditor;

•

een koppeling maakt naar een HTML-bestand in Content Collection met een verbroken afbeelding (via de derde rij in Visuele tekstvakeditor of als een URL in Tekstvakeditor). OPMERKING: afbeeldingen worden met de HTML-structuur opgeslagen met de volgende syntaxis: . De bronlocatie moet tussen twee enkele aanhalingstekens staan.

Verschillen tussen Tekstvakeditor en Visuele tekstvakeditor U kunt zowel via Tekstvakeditor als via Visuele tekstvakeditor opgemaakte tekst invoeren in Blackboard Academic Suite. Met Tekstvakeditor kunt u kiezen voor Tekst zonder opmaak, Slimme tekst en HTML-opmaak. Met Visuele tekstvakeditor kunt u inhoud wijzigen via een interface die lijkt op die van een woordprocessor. Bovendien kunt u basis-HTML-functies uitvoeren zonder dat u kennis hoeft te hebben van HTML. Dit omvat onder andere het maken van tabellen, lijsten met opsommingstekens, hyperlinks en horizontale lijnen. U kunt tevens tekst en alinea’s opmaken en multimediabestanden uploaden. Beide editors bevatten de functies WebEQ, MathML en Spellingcontrole.


Pagina 36 van 425



DATUMS SELECTEREN Overzicht U kunt de beschikbaarheid van de cursus en afzonderlijke inhoudsitems, waaronder beoordelingen en leereenheden, op datum sorteren. Inhoud is soms alleen beschikbaar binnen een bepaald bereik, beschikbaar van een bepaalde datum tot het einde van de cursus of beschikbaar vanaf de datum dat de cursus werd gemaakt tot een opgegeven einddatum. Beschikbaarheid op datum instellen Datums kunnen worden ingesteld met keuzelijsten waarin de dag, maand, jaar en soms tijd kan worden geselecteerd. Er is ook een kalender waarmee u de datum kunt selecteren.

•

Als u de beschikbaarheid wilt instellen op een ingesteld bereik, selecteert u zowel een begin- als een einddatum.

•

Als u de beschikbaarheid wilt instellen vanaf de huidige tijd tot een bepaalde datum, moet u alleen een einddatum instellen.

•

Als u de beschikbaarheid wilt instellen van een datum tot het eind van de cursus, moet u alleen een begindatum instellen.


Pagina 37 van 425



HTML-TIPS Overzicht In dit gedeelte worden enkele eenvoudige HTML-codes en tips voor HTML beschreven waarmee u een cursus een eenvoudige opmaak kunt geven. Aan het eind van dit gedeelte worden enkele aanvullende bronnen weergegeven die meer informatie over HTML bevatten. Wat is HTML? HTML is de verzameling codes die wordt gebruikt voor de opmaak (of ’mark up’) van webpagina’s. Een enkele HTML-code wordt ook wel een ’tag’ genoemd. HTML-codes staan tussen punthaken (’<’ en ’>’). Deze codes worden per twee gebruikt. De twee HTML-codes die worden gebruikt om tekst vet weer te geven, zien er bijvoorbeeld als volgt uit:

Deze tekst wordt vet weergegeven.

De code betekent ’vet begint hier’. De eindcode betekent ’vet eindigt hier’. Eindcodes hebben altijd een slash (/). Opmaak van alinea’s In HTML wordt een alinea-afbreking gebruikt om een enkele lege regel tussen alinea’s te plaatsen. Bij een harde return wordt geen lege regel ingevoegd. De code kan alleen worden gebruikt aan het eind van een alinea of als een paar. Wanneer twee codes worden gebruikt, kan de bepaling ’align=left|center|right’ worden ingevoegd in de begincode om de plaatsing te regelen. De volgende code wordt bijvoorbeeld gebruikt om een rechtsuitgelijnde alinea te maken:
Zevenentachtig jaar geleden brachten onze voorvaderen op dit continent een nieuwe natie voort.
Tekstopmaak De volgende codes worden gebruikt voor eenvoudige tekstopmaak. Code Vet weergegeven tekst: tekst Code cursief weergegeven tekst: tekst Code onderstreept weergegeven tekst: tekst Opmaakcodes voor lettertypen: tekst (Lettertypeopmaak omvat FACE=stijl COLOR=kleur SIZE=grootte) De code FONT moet minimaal één modificator (FACE, COLOR of SIZE) hebben. De modificator FACE kan voor elk lettertype worden ingesteld, maar bij de persoon die de pagina


Pagina 38 van 425



bekijkt, moet het lettertype ook op de computer zijn geïnstalleerd. Daarom kunt u het beste gewone lettertypen gebruiken, zoals Times New Roman, Arial of Courier New De modificator COLOR herkent de basiskleuren, zoals zwart, wit, grijs, rood, blauw, geel, groen, paars, oranje, cyaan, magenta, enzovoort. De modificator SIZE verwijst niet naar normale lettertypepuntgrootten. In HTML kunnen lettertypen de grootten 1 tot en met 7 hebben. De standaardgrootte voor lettertypen is 3. OPMERKING: omdat elke gebruiker de standaardpuntgrootte voor lettertypen kan instellen waarmee de browser tekst weergeeft, kunnen deze lettertypegroottes betrekkelijk zijn. Een gebruiker kan bijvoorbeeld de standaardgrootte voor lettertypen op Times van 10 punten hebben staan, terwijl iemand anders standaard Times van 12 punten gebruikt. De HTML-code maakt dan tekst in Times 10 punten op de eerste computer en 12 punten voor de tweede computer omdat 3 de standaardgrootte is. Gebruikers kunnen plus- of mintekens gebruiken om grootten ten opzichte van de standaardwaarde aan te geven. Met de volgende HTML-code wordt bijvoorbeeld tekst gemaakt die twee stappen groter is dan de standaardgrootte voor het lettertype: Groter, Beter, Sneller! Koppelingen maken met HTML Koppelingen worden gemaakt met de code ’anker’. Klikbare tekst In het volgende voorbeeld worden de woorden ’Blackboard Inc.’ bijvoorbeeld in een koppeling veranderd waarmee gebruikers naar de homepagina van Blackboard gaan.

Blackboard Inc. HTML maken met een andere tool Cursusontwikkelaars hoeven niet alles over HTML te weten. Ze kunnen ook ontwikkeltools voor internet gebruiken om HTML te maken. Er zijn vele toepassingen die u hiervoor kunt gebruiken. Enkele voorbeelden: ©

©

©

•

Tekstverwerkingsprogramma’s - Microsoft Word™, Corel WordPerfect™, Apple © AppleWorks™, Sun StarOffice™ en bijna alle andere moderne tekstverwerkers kunnen tekstverwerkingsdocumenten converteren in een webpagina met HTML-codes. De conversie van een tekstverwerkingsdocument naar een webpagina in HTML is vaak niet perfect, zeker niet bij documenten met een ingewikkelde opmaak.

•

WYSIWYG (What You See Is What You Get) ontwikkeltools voor internet - Deze tools bieden een omgeving die lijkt op een tekstverwerker voor het ontwikkelen van webpagina’s en volledige websites. Er zijn vele producten die u kunt gebruiken, zoals © © © © Macromedia Dreamweaver, Adobe GoLive, NetObjects Fusion en Microsoft FrontPage.

•

HTML-editors - Toepassingen zoals BBEdit van BareBones Software en Allaire © HomeSite™ van Macromedia bieden een bewerkingsomgeving voor HTML-documenten. Hoewel ze niet volgens het WYSIWYG-principe werken, hebben HTML-editors meestal een ’voorbeeld’-modus waarmee gebruikers kunnen schakelen tussen de onbewerkte HTML-codes en het voorbeeld van hoe deze codes er in de browser uitzien. Met deze producten kunt u sneller en eenvoudiger HTML schrijven, maar er wordt van uitgegaan dat gebruikers al enige kennis van HTML hebben.


©

Pagina 39 van 425



HTML integreren met behulp van andere toepassingen Cursusleiders kunnen kiezen om inhoud die met HTML is gemaakt, te integreren in andere toepassingen in hun cursus. Er zijn twee mogelijkheden bij het invoegen van deze inhoud: Sla de inhoud op als HTML-bestand en laad het HTML-bestand in Blackboard Learning System. Selecteer in het cursusgebied naast het veld Speciale actie de optie Koppeling maken naar dit bestand. In Blackboard Learning System worden automatisch afbeeldingen in een HTML-bestand waargenomen en wordt gevraagd of de afbeeldingen ook moeten worden geüpload. Kopieer en plak de HTML-code in een tekstvak. Volg de onderstaande stappen om HTML-code te kopiëren en te plakken: 1.

Bekijk de HTML-code. De meeste tools die hierboven zijn besproken, bevatten een functie (meestal in het menu Beeld) waarmee de gebruiker de HTML-broncode kan zien.

2.

Kopieer alle HTML-codes tussen de codes en , maar niet de codes zelf. Blackboard Learning System genereert HTML boven en onder de BODY-codes dynamisch, dus dit deel van de HTML-broncode mag niet worden gekopieerd.

3.

Plak de gekopieerde HTML in het tekstvak.

4.

Kies de tekstopmaakoptie HTML.

5.

Verzend het formulier.

6.

Wanneer -codes in de HTML staan, neemt Blackboard Learning System ze automatisch waar wanneer de pagina wordt verzonden. Gebruikers zien een tweede pagina waarop wordt gevraagd de juiste afbeeldingen te uploaden.

Problemen oplossen Blackboard raadt gebruikers aan het volgende niet te gebruiken in een cursus:

•

Gebruik geen meerdere frames.

•

Voeg geen webpagina’s toe die extra navigatie-items bevatten, zoals knoppen. Voeg alleen koppelingen in die direct naar een URL wijzen.

•

Voeg geen -, -, -,
- of -codes toe. Wanneer u deze codes invoert, kunnen er problemen ontstaan wanneer de pagina wordt weergegeven.

•

Gebruik geen inline opmaakmodellen. Inline opmaakmodellen worden niet door alle browsers ondersteund.

•

Gebruik geen -codes in het tekstvak. Deze codes kunnen fouten in de inhoud veroorzaken.

Overige HTML-bronnen Er zijn vele online bronnen met aanvullende informatie over HTML. Een belangrijke pagina is die van het World Wide Web Consortium op www.w3.org.


Pagina 40 van 425



KOPPELING NAAR BESTAND Overzicht U kunt via de tekstvakeditor een koppeling toevoegen naar een bestand. Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Koppeling invoegen naar bestand: V ELD

B ESCHRIJVIN G

Koppeling invoegen naar bestand Bladeren

Klik op Bladeren om een bestand te zoeken.

Of URL opgeven

Voer een URL in om een koppeling te maken naar een bestand buiten het lokale systeem. De URL van een centrale opslagplaats voor afbeeldingen kan bijvoorbeeld zijn: http://blackboard/images/picture1.jpeg.

Opties voor koppeling naar bestand Naam van koppeling naar bestand

Voer de naam in van de koppeling waarop gebruikers kunnen klikken om het bijgevoegde bestand te openen.

Openen in nieuw venster

Selecteer Ja om het bestand te openen in een afzonderlijk venster. Selecteer Nee om het bestand te openen in het inhoudsframe.


Pagina 41 van 425



MULTIMEDIABESTAND INVOEGEN Overzicht Gebruikers kunnen de volgende multimediabestanden invoegen bij het maken van inhoud via de tekstvakeditor.

•

Afbeelding.

•

MPEG of AVI. MPEG-bestanden (Moving Picture Expert Groups) zijn audiovisuele bestanden in een digitale, gecomprimeerde indeling. AVI (Audio Video Interleave) is de bestandsindeling van Microsoft voor het opslaan van audio- en videogegevens.

•

QuickTime. QuickTime is een video- en animatiesysteem dat de meeste indelingen ondersteunt, waaronder JPG en MPEG. Gebruikers met een pc hebben een QuickTimestuurprogramma nodig om QuickTime-bestanden weer te geven. Gebruikers van een Macintosh hebben dit stuurprogramma niet nodig.

•

Audio.

•

Flash of Shockwave. Macromedia Flash- en Shockwave-bestanden ondersteunen audio, animatie en video en zijn bovendien browseronafhankelijk. Browsers hebben specifieke invoegtoepassingen nodig om Flash- en Shockwave-bestanden uit te voeren.

De opties om in te stellen hoe een multimediabestand wordt weergegeven (bijvoorbeeld of het moet worden herhaald en of besturingselementen moeten worden weergegeven) zijn niet meer beschikbaar nadat het bestand is ingevoegd. Als u deze opties wilt aanpassen, kunt u de HTMLweergave gebruiken. Daarin kunt u de opties rechtstreeks bewerken. Afbeeldingsvelden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Afbeelding invoegen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Afbeelding invoegen Bladeren


Of URL opgeven


Afbeeldingsopties Breedte instellen

Stel de breedte van de afbeelding in pixels in.

Hoogte instellen

Stel de hoogte van de afbeelding in pixels in.

Rand

Kies een rand voor de afbeelding. Als u ’0’ kiest, zal de afbeelding geen rand hebben.

Alt-tekst

Voer tekst in die wordt weergegeven als de afbeelding niet wordt geladen. Alternatieve tekst is belangrijk voor slechtzienden die gebruikmaken van internet.


Pagina 42 van 425



MPEG- of AVI-velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina MPEGbestand invoegen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

MPEG-bestand invoegen Bladeren


Of URL opgeven


MPEG-bestandsopties Breedte instellen

Stel de breedte van de video in pixels in.

Hoogte instellen

Stel de hoogte van de video in pixels in.

Automatisch starten

Selecteer Ja om het afspelen te starten wanneer de pagina wordt geopend. Selecteer Nee om gebruikers het afspelen handmatig te laten starten nadat de pagina is geopend.

Besturingselementen

Selecteer de grootte van de besturingselementen die worden weergegeven. Er moeten besturingselementen beschikbaar zijn als gebruikers de video handmatig moeten starten.

QuickTime-velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina QuickTime-bestand invoegen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

QuickTime-bestand invoegen Bladeren


Of URL opgeven


QuickTime-bestandsopties Breedte instellen

Stel de breedte van de video in.

Hoogte instellen

Stel de hoogte van de video in.

Automatisch starten


Herhalen

Geef aan of het bestand continu moet worden herhaald.

Besturingselementen

Geef aan of besturingselementen moeten worden weergegeven.


Pagina 43 van 425



Audiovelden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Audiobestand invoegen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Audiobestand invoegen Bladeren


Of URL opgeven


Audiobestandsopties Automatisch starten


Herhalen


Besturingselementen

Geef aan of besturingselementen moeten worden weergegeven.

Flash- of Shockwave-velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina SWFbestand invoegen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

SWF-bestand invoegen Bladeren


Of URL opgeven


SWF-bestandsopties Breedte instellen

Stel de breedte van de video in.

Hoogte instellen

Stel de hoogte van de video in.

Automatisch starten


Herhalen


Kwaliteit instellen

Selecteer de kwaliteit van de afbeeldingen die moeten worden weergegeven. Hoe beter de kwaliteit, hoe groter het bestand. Het openen van grotere bestanden neemt meer tijd in beslag.


Pagina 44 van 425



INFORMATIE OVER SPELLINGCONTROLE Overzicht De functie Spellingcontrole ondersteunt een volledig Nederlandse woordenlijst, een aanvullende woordenlijst die is geconfigureerd door de systeembeheerder en aangepaste woordenlijsten die worden opgeslagen als cookie op de lokale computer van een gebruiker. De functie Spellingcontrole is overal beschikbaar waar gebruikers tekstblokken kunnen invoeren. De functie is tevens beschikbaar als module bij Blackboard Community System. Woordenlijsten Spelfouten worden bepaald op basis van de volgende drie bronnen:

•

Woordenlijst van spellingcontrole: een volledig Nederlandse woordenlijst met woorden die niet worden gemarkeerd ter correctie. De woordenlijst is tevens de enige bron voor suggesties. Deze woordenlijst kan niet worden aangepast.

•

Aanvullende woordenlijst: een lijst met aanvullende termen die zijn toegevoegd door de systeembeheerder en niet voorkomen in de standaardwoordenlijst.

•

Persoonlijke woordenlijst: deze woordenlijst wordt opgeslagen als cookie op de lokale computer van elke gebruiker. Met de functie Leren worden woorden toegevoegd aan deze lijst. De woorden in de persoonlijke woordenlijst worden niet gemarkeerd ter correctie. Deze woorden worden niet weergegeven als suggestie voor verkeerd gespelde woorden.

Uitgebreide persoonlijke woordenlijsten kunnen de prestaties van de functie Spellingcontrole verminderen. Persoonlijke woordenlijst en cookies De persoonlijke woordenlijst wordt opgeslagen als cookie op de lokale computer van de gebruiker. De cookie is niet gebruiker- of installatiespecifiek. Als gevolg hiervan hebben gebruikers altijd toegang tot hun woordenlijsten wanneer ze de functie Spellingcontrole gebruiken op dezelfde lokale computer. Wanneer een andere gebruiker zich aanmeldt op dezelfde computer, wordt de persoonlijke woordenlijst op die computer ook gebruikt in de functie Spellingcontrole. Wanneer een gebruiker bijvoorbeeld een persoonlijke woordenlijst maakt op een computer in een computerlab, is deze woordenlijst beschikbaar voor alle gebruikers die deze computer gebruiken in het lab. De gebruiker kan deze woordenlijst niet meenemen naar een andere computer.


Pagina 45 van 425



SPELLINGCONTROLE GEBRUIKEN Overzicht Wanneer de spellingcontrole wordt gestart, wordt het tekstblok gecontroleerd en worden de woorden die niet worden herkend, weergegeven ter controle. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in de spellingcontrole. H AN DELIN G . . .

A C TIE . . .

Woord vervangen door een correctie of suggestie

Voer in het veld Vervangen door een correctie in of selecteer een suggestie in de lijst. Klik op Vervangen om het woord in de tekst te vervangen door het woord in het veld Vervangen door. Als het verkeerd gespelde woord nogmaals voorkomt in het tekstblok, wordt het opnieuw gemarkeerd ter correctie.

Een woord in de gehele tekst vervangen door een correctie of suggestie

Voer in het veld Vervangen door een correctie in of selecteer een suggestie in de lijst. Klik op Alle vervangen om het woord in de gehele tekst te vervangen door het woord in het veld Vervangen door.

Woord negeren en niet corrigeren

Klik op Negeren. Het woord wordt niet gewijzigd. Als het woord nogmaals voorkomt in het tekstblok, wordt het opnieuw gemarkeerd ter correctie.

Woord negeren in het gehele tekstblok

Klik op Alle negeren. Het woord wordt niet gewijzigd en in deze tekst wordt het woord niet meer gemarkeerd ter correctie.

Spellingcontrole leren het woord te herkennen als correct

Klik op Leren. Het woord wordt toegevoegd aan de persoonlijke woordenlijst. Wanneer de spellingcontrole wordt uitgevoerd op de lokale computer, wordt het woord herkend en niet gemarkeerd.

Spellingcontrole sluiten zonder deze te voltooien

Klik op Voltooien.

Herkende fouten De spellingcontrole is als volgt ingesteld:

•

Dubbele woorden worden herkend als fouten.

•

Onregelmatig gebruik van hoofdletters wordt niet herkend als een fout.

•

Hoofdletters aan het begin van zinnen worden niet gecontroleerd.


Pagina 46 van 425



•

Woorden in hoofdletters worden gecontroleerd op spelfouten.

•

Woorden die cijfers bevatten, worden herkend als fouten.

•

Een woord dat wordt weergegeven in de aanvullende of persoonlijke woordenlijst, moet tijdens een spellingcontrole worden ingevoerd als een correctie (deze woorden worden niet weergegeven als suggesties). De tool Spellingcontrole moet nogmaals worden uitgevoerd om te controleren of het woord correct is gespeld.


Pagina 47 van 425



TOOL VOOR WISKUNDIGE EN WETENSCHAPPELIJKE NOTATIE - VERGELIJKINGSEDITOR VOOR WEBEQ Overzicht De tool voor wiskundige en wetenschappelijke notatie (vergelijkingseditor voor WebEQ) is een vergelijkingseditor voor algemeen gebruik. Met deze tool kunnen gebruikers wiskundige en wetenschappelijke notatie gebruiken. Gebruikers kunnen vergelijkingen toevoegen, bestaande vergelijkingen bewerken en vergelijkingen verplaatsen binnen de vergelijkingseditor. Alle symbolen in de vergelijkingseditor zijn gebaseerd op MathML, een wiskundige opmaaktaal op het web. MathML is een subset van XML. ®

Het wordt aanbevolen Internet Explorer 6.0 te gebruiken op een computer met een Windows besturingssysteem ®

Voor gebruik op een Macintosh wordt aanbevolen: Mac OS X v10.2 Netscape® 6.2.3 (of hoger) Installeer de MRJ-invoegtoepassing. http://homepage.mac.com/pcbeard/MRJPlugin/ Vergelijkingseditor voor MathML De vergelijkingseditor voor MathML werkt op dezelfde manier als de tool voor wiskundige en wetenschappelijke notatie. In plaats van symboolknoppen wordt een leeg tekstvak weergegeven waarin gebruikers XML kunnen invoeren. Functies In de onderstaande tabel wordt aangegeven hoe de vergelijkingseditors kunnen worden gestart. H AN DELIN G . . .

K LIK

Vergelijkingseditor voor WebEQ starten

het pictogram van de tool voor wiskundige en wetenschappelijke notatie.

XML invoeren

het pictogram van de vergelijkingseditor voor MathML.

OP

...


Pagina 48 van 425



VERGELIJKINGEN TOEVOEGEN EN BEWERKEN Overzicht Zodra een vergelijking is gemaakt, kan deze worden gekopieerd en opnieuw worden gebruikt of worden gewijzigd met behulp van de tool voor wiskundige en wetenschappelijke notatie. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in de tool voor wiskundige en wetenschappelijke notatie. H AN DELIN G . . .

A C TIE . . .

Naam opgeven voor de vergelijking

Voer een naam in het veld Naam van vergelijking: in. Wanneer u de standaardnaam wilt accepteren, verandert u deze niet.

Vergelijking maken

Gebruik de vergelijkingssymbolen op het toetsenbord of op de werkbalk om vergelijkingen te maken.

Bestaande vergelijking wijzigen

Selecteer de vergelijking in de keuzelijst Vergelijking bewerken:. De vergelijking wordt weergegeven in de editor. Klik op Wijzigen om de wijzigingen op te slaan.

Vergelijking en de naam ervan verzenden

Klik op Toevoegen.

Tip Wanneer een vergelijking meer dan één regel lang is of in een groot lettertype wordt weergegeven, wordt deze mogelijk afgekapt in een cursus getoond. Voeg na de laatste regel in de vergelijking een lege regel toe om dit te voorkomen.


Pagina 49 van 425



WIZARD CURSUS MAKEN WIZARD CURSUS MAKEN - CURSUSINFORMATIE Overzicht De wizard Cursus maken bestaat uit een serie pagina’s, waardoor de talrijke aspecten van het proces van het maken van een cursus worden ingedeeld in een aantal overzichtelijke onderdelen. Via de pagina Cursusinformatie kunnen cursusgegevens worden ingevoerd, zoals de titel en de cursus-ID. Velden In de onderstaande tabel worden de invoervelden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cursusinformatie. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Cursusinformatie Cursusnaam

Voer een naam in voor de cursus.

Cursus-ID

Voer een unieke cursus-ID in. De cursus-ID mag geen spaties of andere tekens dan cijfers en letters, streepjes (-), onderstrepingstekens (_) en punten (.) bevatten. Gebruik geen speciale tekens. Speciale tekens zijn onder andere %&#<>=+ en spaties. Een goede vuistregel voor het maken van kenmerken is dat u alleen alfanumerieke tekens, onderstrepingstekens, punten en streepjes gebruikt.

Beschrijving

Voer een beschrijving van de cursus in. De beschrijving wordt met de cursusnaam en de ID weergegeven in de lijst. De cursusbeschrijving moet een samenvatting en inschrijvingsinstructies bevatten.

OPMERKING: wanneer de gebruiker de cursus heeft gemaakt en vervolgens terugkeert naar deze pagina, is de pagina alleen-lezen. De gegevens in deze velden kunnen niet worden gewijzigd nadat de wizard is voltooid.


Pagina 50 van 425



WIZARD CURSUS MAKEN - CURSUSMATERIALEN Overzicht De wizard Cursus maken bestaat uit een serie pagina’s, waardoor de talrijke aspecten van het proces van het maken van een cursus worden ingedeeld in een aantal overzichtelijke onderdelen. Via de pagina Cursusinhoud kan worden aangegeven of de nieuwe cursus moet worden gebaseerd op een sjabloon, een bestaande cursus of een Course Cartridge. Gebruikers kunnen ook een geheel nieuwe cursus maken. Velden In de onderstaande tabel worden de opties beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cursusinhoud. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Een nieuwe cursus maken

Selecteer deze optie als u een cursus wilt maken die niet is gebaseerd op een bestaande cursus, sjabloon of Course Cartridge.

De cursus maken op basis van een sjabloon

Selecteer deze optie als u een cursus wilt maken op basis van een cursussjabloon in het systeem.

Keuzelijst met sjablonen

Een lijst met cursussjablonen die beschikbaar zijn in het systeem. Selecteer een sjabloon voor deze cursus. Wanneer een sjabloon wordt gebruikt, wordt de cursusinhoud in de sjablooncursus gekopieerd naar de nieuwe cursus. Wanneer de wizard is voltooid, kan de cursusleider de cursusinstellingen en -inhoud van de doelcursus wijzigen.

De cursus maken door een bestaande cursus te kopiëren

Selecteer deze optie als u de cursus wilt maken door een bestaande cursus te kopiëren.

Keuzelijst CursusID

Een lijst met cursussen waarin de gebruiker een cursusleider, onderwijsassistent of cursusbouwer is. Selecteer de cursus die u wilt kopiëren om een nieuwe cursus te maken. Alleen de cursusinhoud (niet de gebruikersgegevens) wordt gekopieerd van de bestaande cursus naar de nieuwe cursus. De cursusleider kan de cursusinhoud in de doelcursus wijzigen.

De cursus maken op basis van een Course Cartridge

Selecteer deze optie als u een cursus wilt maken op basis van een Course Cartridge.

Downloadsleutel voor Course Cartridge

Voer de downloadsleutel voor de Course Cartridge in.


Pagina 51 van 425



WIZARD CURSUS MAKEN - CURSUSONTWERP Overzicht De wizard Cursus maken bestaat uit een serie pagina’s, waardoor de talrijke aspecten van het proces van het maken van een cursus worden ingedeeld in een aantal overzichtelijke onderdelen. Via de pagina Cursusontwerp kunnen cursusleiders de vormgeving van een cursus instellen. Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cursusontwerp. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Menustijl selecteren Menustijl

Selecteer Knoppen om de gebieden van het cursusmenu weer te geven als knoppen. Selecteer Tekst om de gebieden van het cursusmenu weer te geven als tekst.

Knopstijl selecteren Wanneer u de menustijl Knoppen kiest, moet u enkele aanvullende instellingen opgeven. In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn in het gebied met stijleigenschappen voor knoppen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Stijleigenschappen selecteren Knoptype

Kies het knoptype in de keuzelijst.

Knopvorm

Klik op een optie om de knopvorm te selecteren.

Knopstijl

Gebruik de keuzelijst om de kleur van de knoppen te selecteren. Klik op Knoppengalerie om alle opties voor knoppen weer te geven.

Kleuren voor tekstmenu’s selecteren Wanneer u de menustijl Tekst kiest, moet u enkele aanvullende instellingen opgeven. In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn in het gebied met stijleigenschappen voor tekst. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Stijleigenschappen selecteren Achtergrondkleur voor menu selecteren

Klik op Kiezen en selecteer een achtergrondkleur voor het cursusmenu.


Pagina 52 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G

Tekstkleur voor menu selecteren

Klik op Kiezen en selecteer een kleur voor de tekst in het cursusmenu.


Pagina 53 van 425



WIZARD CURSUS MAKEN - CURSUSMENU Overzicht De wizard Cursus maken bestaat uit een serie pagina’s, waardoor de talrijke aspecten van het proces van het maken van een cursus worden ingedeeld in een aantal overzichtelijke onderdelen. Via de pagina Cursusmenu kan worden aangegeven welke opties moeten worden weergegeven in het cursusmenu. Functies Wanneer de gebruiker de optie voor het maken van een nieuwe cursus heeft geselecteerd, kan hij of zij items toevoegen aan en verwijderen uit het cursusmenu. Wanneer de gebruiker op de pagina Cursusinhoud een optie heeft geselecteerd voor het gebruik van een sjabloon, een bestaande cursus of een Course Cartridge, kan hij of zij het cursusmenu niet wijzigen. Het cursusmenu wordt automatisch uit de bestaande cursus, sjabloon of Course Cartridge gekopieerd. Gebruikers kunnen het cursusmenu in het configuratiescherm aanpassen nadat de cursus is gemaakt. Wanneer de gebruiker een menu-item toevoegt, wordt er een cursusgebied gemaakt waarvoor de gebruiker een naam moet opgeven. Nieuwe cursusgebieden zijn automatisch beschikbaar voor studenten, maar niet voor gasten en waarnemers.


Pagina 54 van 425



WIZARD CURSUS MAKEN - BESCHIKBAARHEID EN DUUR Overzicht De wizard Cursus maken bestaat uit een serie pagina’s, waardoor de talrijke aspecten van het proces van het maken van een cursus worden ingedeeld in een aantal overzichtelijke onderdelen. Via de pagina Cursusbeschikbaarheid en -duur kan de toegang tot de cursus en de cursusduur worden beheerd. Velden In de onderstaande tabel worden de opties beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cursusbeschikbaarheid en -duur. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Gasttoegang Gasttoegang

Selecteer Ja of Nee om de cursus al dan niet beschikbaar te maken voor gasten.

Cursusbeschikbaarheid Beschikbaarheid

Selecteer Ja of Nee om de cursus al dan niet beschikbaar te maken voor gebruikers. Wanneer de cursus is ingesteld als Beschikbaar, is deze toegankelijk voor alle gebruikers die deelnemen aan de cursus. Wanneer de cursus is ingesteld als Niet beschikbaar, is toegang afhankelijk van de cursusrol. Cursussen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven in de cursuscatalogus.

Cursusduur Doorgaand

Selecteer deze optie als u wilt instellen dat de cursus doorgaand beschikbaar is. Als u deze optie selecteert, is de cursus altijd beschikbaar.

Datums selecteren

Selecteer deze optie om de cursus een bepaald aantal dagen beschikbaar te maken. Selecteer de begin- en einddatum van de cursus in de keuzelijst of klik op het kalenderpictogram om datums te selecteren in het pop-upvenster Kalender. De cursus kan ook op een bepaalde datum beginnen en geen specifieke einddatum hebben. Na de einddatum is de cursus niet meer beschikbaar voor studenten, maar verder wordt er niets gewijzigd. Voor studenten die zich proberen aan te melden, wordt het bericht weergegeven dat de cursus is beëindigd.

Dagen vanaf datum van inschrijving

Selecteer deze optie als u een tijdslimiet wilt instellen voor een cursus waarvoor studenten zelf het tempo kunnen bepalen. De cursus is beschikbaar gedurende het ingestelde aantal dagen, vanaf het moment dat een student zich inschrijft. Wanneer het aantal dagen bijvoorbeeld is ingesteld op 10, is de cursus tien dagen beschikbaar voor elke student die zich inschrijft.


Pagina 55 van 425



Beschikbaarheid per cursusrol In de onderstaande tabel wordt beschreven welk type toegang verschillende gebruikersrollen hebben tot een cursus die niet beschikbaar is. C URSUSRO L

T OEG ANG

Studenten

Cursussen die zijn ingesteld op Niet beschikbaar, worden voor studenten niet weergegeven in de module Mijn cursussen op het tabblad Mijn instelling of de cursuslijst op het tabblad Cursussen. Studenten hebben geen toegang tot een cursus die is ingesteld op Niet beschikbaar.

Cursusleiders

Cursussen die zijn ingesteld op Niet beschikbaar, worden weergegeven in het gedeelte Cursussen die u geeft: van de module Mijn cursussen en in de cursuslijst op het tabblad Cursussen. Hoewel de cursus is ingesteld op Niet beschikbaar, is deze wel toegankelijk voor de cursusleider.

Cursusbouwers en onderwijsassistenten

Cursussen die zijn ingesteld op Niet beschikbaar, worden weergegeven in het gedeelte Cursussen waaraan u deelneemt: van de module Mijn cursussen en in de cursuslijst op het tabblad Cursussen. De cursus wordt aangegeven als Niet beschikbaar. De cursus is nog steeds toegankelijk voor cursusbouwers en onderwijsassistenten.

Correctors

Cursussen die zijn ingesteld op Niet beschikbaar, worden weergegeven in het gedeelte Cursussen waaraan u deelneemt: van de module Mijn cursussen en in de cursuslijst op het tabblad Cursussen. Hoewel de cursus voor andere gebruikers is ingesteld als Niet beschikbaar, is deze wel toegankelijk voor correctors.

W ANNEER DE CU RS US NIET BESC HIKB AAR IS


Pagina 56 van 425



WIZARD CURSUS MAKEN - CURSUSINSCHRIJVING Overzicht De wizard Cursus maken bestaat uit een serie pagina’s, waardoor de talrijke aspecten van het proces van het maken van een cursus worden ingedeeld in een aantal overzichtelijke onderdelen. Via de pagina Cursusinschrijving kunnen cursusleiders het inschrijvingsproces voor een cursus instellen. Inschrijving kan bovendien worden beperkt tot een bepaalde periode en worden voorbehouden aan goedgekeurde gebruikers die een toegangscode hebben ontvangen. Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cursusinschrijving. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Inschrijvingsopties selecteren Cursusleider / Systeembeheerder

Selecteer deze optie om de cursusinschrijving te laten leiden door de cursusleider en beheerder. Schakel het selectievakje in om een koppeling te maken waarmee studenten per e-mail een inschrijvingsaanvraag kunnen verzenden naar de cursusleider. De koppeling wordt weergegeven in de cursuscatalogus.

Zelfinschrijving

Selecteer deze optie als u studenten wilt toestaan zich in te schrijven voor een cursus op basis van de beperkingen die zijn gedefinieerd in de begindatum, einddatum en toegangscode.

Inschrijvingsopties selecteren Begindatum

Selecteer deze optie om een begindatum voor inschrijving in te stellen. Kies een begindatum voor inschrijving door op de vervolgkeuzepijl te klikken en datumwaarden te selecteren. U kunt ook op het kalenderpictogram klikken om een datum te selecteren in het pop-upvenster Kalender. Als de optie Zelfinschrijving is geselecteerd, moet u een datum opgeven.

Einddatum

Selecteer deze optie om een einddatum voor inschrijving in te stellen. Kies een einddatum voor inschrijving door op de vervolgkeuzepijl te klikken en datumwaarden te selecteren. U kunt ook op het pictogram klikken om een datum te selecteren in het pop-upvenster Kalender. Als de optie Zelfinschrijving is geselecteerd, moet u een datum opgeven.

Toegangscode vereisen voor inschrijving

Selecteer deze optie als u een toegangscode wilt vereisen voor inschrijving. Voer een toegangscode in die wordt verzonden naar goedgekeurde studenten. Als dit is geselecteerd, moet een student deze toegangscode invoeren om zich te kunnen inschrijven voor de cursus.


Pagina 57 van 425



INHOUDSGEBIEDEN Informatie over inhoudsgebieden Met inhoudsgebieden kunnen alle cursusinhoudmaterialen worden geordend. Een koppeling naar elk inhoudsgebied vormt het eerste niveau van de mapstructuur van de cursusmap. Cursusontwikkelaars ordenen en beheren inhoudsgebieden via het configuratiescherm. Cursusleiders hebben praktisch volledige controle over de inhoudsgebieden via het configuratiescherm. Beheerders kunnen standaardwaarden instellen waarmee de namen en de standaardbeschikbaarheid van cursusgebieden in elke cursus kunnen worden gedefinieerd. Inhoudsgebied toevoegen Standaard wordt een specifiek aantal inhoudsgebieden weergegeven in een cursus. Cursusleiders kunnen extra inhoudsgebieden toevoegen of bestaande inhoudsgebieden wijzigen. Er kan bijvoorbeeld een inhoudsgebied voor beoordelingen worden toegevoegd en de naam van het opdrachtengebied kan worden gewijzigd in Huiswerk. Volg de onderstaande stappen om een inhoudsgebied toe te voegen. 1.

Selecteer Cursusmenu beheren onder Cursusopties in het configuratiescherm.

2.

Selecteer Inhoudsgebied toevoegen.

3.

Voltooi de pagina Nieuw gebied toevoegen. Via deze pagina kunt u ook de beschikbaarheid van dit gebied instellen. Het nieuwe inhoudsgebied kan beschikbaar worden gemaakt voor gasten, waarnemers en/of studenten in de cursus.

4.

Bestaande inhoudsgebieden kunnen worden gewijzigd door te klikken op Wijzigen naast een inhoudsgebied op de pagina Cursusmenu beheren en de gegevens bij te werken.

Inhoudsgebieden beheren Zodra inhoudsgebieden zijn gemaakt voor de cursus, kan de inhoud worden gemaakt. Alle inhoud wordt toegevoegd aan en gewijzigd in de inhoudsgebieden. Selecteer een inhoudsgebied via het configuratiescherm om de hoofdpagina van het inhoudsgebied te openen. Alle acties met betrekking tot het beheren van inhoud is beschikbaar via deze pagina. Dit omvat:

•

Items toevoegen, verwijderen en bewerken

•

Volgorde van items bepalen

•

Regels voor adaptieve inhoud toevoegen en beheren

•

Metagegevens voor inhoud maken en wijzigen

•

Statistiekentracering beheren

•

Doorneemstatus inschakelen/uitschakelen

•

Gebruikersvoortgang weergeven


Pagina 58 van 425



CURSUSINHOUD Informatie over inhoudstypen Cursusleiders kunnen verschillende inhoudstypen toevoegen aan cursusinhoudsgebieden; dit worden inhoudstypen genoemd. Inhoudstypen kunnen worden onderverdeeld in twee verschillende categorieën:

•

Inhoud - Inhoud die gegevens toevoegen aan een cursus, zoals een bestand of een leereenheid.

•

Referentie - Inhoud die verwijst naar iets buiten het inhoudsgebied, zoals een externe koppeling of een cursuskoppeling.

Alle inhoud deelt een aantal overeenkomsten; elk inhoudsgedeelte bevat een naam en een beschrijving. Vele inhoudstypen staan cursusleiders ook toe opties in te stellen, zoals beschikbaarheids- en datumbeperkingen Beschrijvingen van inhoudstypen Inhoudstypen kunnen worden geselecteerd via de actiebalk en keuzelijst op een inhoudsgebiedpagina. I NHOUDSTYPE

B ESCHRIJVIN G

Item

Een algemeen inhoudsgedeelte waaraan items kunnen worden bijgevoegd.

Toets

Online evaluaties van kennis en vaardigheden van studenten. Toetseigenschappen, zoals beschikbaarheid en presentatie, worden beheerd via het cursusgebied waar de toets wordt weergegeven. Zie Een beoordeling maken voor meer informatie over het opstellen van toetsen en andere beoordelingen.

Opdracht

Inhoud die cursusleiders kunnen markeren op basis van een bepaald aantal mogelijke punten, zoals groepswerk.

Leereenheid

Een inhoudsset die een gestructureerd pad omvat voor voortgang door de items.

Map

Een map binnen een inhoudsgebied waaraan andere inhoudstypen kunnen worden toegevoegd. Met behulp van mappen kunnen cursusleiders een inhoudsgebied ordenen tot een gestructureerd gebied met een hiërarchie of categorieën.


Pagina 59 van 425



I NHOUDSTYPE

B ESCHRIJVIN G

Externe koppeling

Een koppeling naar een externe website.

Cursuskoppeling

Een koppeling naar een ander item in een cursus.

Enquête

Net als toetsen zijn enquêtes handig voor peilingen en evaluaties. Er kunnen geen punten worden toegewezen aan vragen in enquêtes en er kan geen cijfer worden gegeven voor enquêtes.

Tool

Een koppeling naar een tool in de cursus, zoals een discussieruimte of een virtueelklaslokaalsessie.

Offline inhoud

Een direct pad naar een opgegeven bestand op een schijf, meestal een cd-rom. Gebruikers moeten de juiste cd-rom in de computer hebben om dit bestand te kunnen benaderen.

Syllabusbouwer

Een inhoudsitem waarmee een cursusleider een cursussyllabus kan maken via een aantal stappen.

SCORM-inhoud

Inhoud die voldoet aan de SCORMnormen (Sharable Content Object Reference Model).

IMS-inhoud

Inhoud die voldoet aan IMS-specificaties. Ga naar http://www.imsproject.org voor meer informatie

NLN-inhoud

Een inhoudspakket dat is ontwikkeld door National Learning Network (NLN). Ga naar http://www.nln.ac.uk voor meer informatie.

Beschikbaarheid van inhoud Wanneer een inhoudsitem is toegevoegd aan een cursus, is het niet automatisch beschikbaar. Via een beschikbaarheidsoptie op de pagina Kopiëren en Wijzigen kan de inhoud worden ingesteld op beschikbaar of niet beschikbaar. Hierdoor kan de cursusleider inhoud maken en opslaan als concept voordat deze beschikbaar wordt gemaakt binnen een cursus. Deze beschikbaarheidsinstelling staat los van adaptieve inhoud. Wanneer een item niet beschikbaar is, kunnen gebruikers het niet benaderen, ongeacht de regels voor adaptieve inhoud. Inhoudsopties Wanneer een item is toegevoegd aan een inhoudsgebied, is een aantal opties beschikbaar op de pagina Toevoegen. De beschikbare opties verschillen per inhoudstype; niet alle opties zijn altijd beschikbaar. Via deze opties kunnen beschikbaarheid, datumbeperkingen en tracering worden ingesteld. Hierna volgt een beschrijving van alle opties die beschikbaar kunnen zijn.


Pagina 60 van 425



I NHOUDSTYPE

B ESCHRIJVIN G

Inhoud beschikbaar maken

Selecteer Ja om de inhoud beschikbaar te maken voor gebruikers. Wanneer u Nee selecteert, is deze inhoud niet beschikbaar, ongeacht de regels voor adaptieve inhoud.

Openen in nieuw venster

Selecteer Ja om het item te openen in een afzonderlijk browservenster. Op die manier kunnen gebruiker het inhoudsgebied zien naast het item.

Datumbeperkingen kiezen

Selecteer het bereik van de datums waarop dit item moet worden weergegeven. Schakel het selectievakje Weergeven vanaf in om het item te laten weergeven vanaf een specifieke datum. Nadat deze optie is ingeschakeld, selecteert u de gewenste datum en tijd. Schakel het selectievakje Weergeven tot in om het item te laten weergeven tot een specifieke datum. Nadat deze optie is ingeschakeld, selecteert u de gewenste datum en tijd.

Aantal keren weergegeven bijhouden

Selecteer Ja om de cursusstatistieken te traceren en rapporten te genereren over gebruik en activiteit met betrekking tot het item.


Pagina 61 van 425



ITEMS Informatie over items Items zijn algemene inhoudsonderdelen die worden toegevoegd aan een cursus waaraan items kunnen worden bijgevoegd. Item toevoegen Volg de onderstaande stappen om een item toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.

Open een inhoudsgebied, bijvoorbeeld Cursusdocumenten, via het configuratiescherm.

2.

Selecteer Item toevoegen op de actiebalk.

3.

Voer de gevraagde informatie in op de pagina Item toevoegen en klik op Verzenden.

Bestand bijvoegen bij een item Bestanden van een lokaal systeem kunnen worden bijgevoegd bij een item in een inhoudsgebied. Zie Bestandsbijlagen voor aanvullende informatie over bestandstypen en bestandsnamen. Volg de onderstaande stappen om een bestand bij te voegen bij een item. 1.


2.

Selecteer Item toevoegen op de actiebalk.

3.

Voltooi gedeelte 1 - Inhoudsinformatie op de pagina Item toevoegen.

4.

Klik op Bladeren naast Lokaal bestand bijvoegen of Koppeling naar Content Collection-item. Selecteer het bestand.

5.

Vul het veld Naam van koppeling naar bestand in. Dit is de naam van de koppeling die zichtbaar is voor gebruikers. Gebruikers selecteren deze koppeling om het bijgevoegde bestand te openen.

6.

Selecteer een optie in de keuzelijst bij het veld Speciale actie. Zie Speciale acties voor meer informatie over deze opties.

7.

Voltooi gedeelte 3 - Opties en klik op Verzenden. Bestanden kunnen ook worden bijgevoegd bij een Content Collection-item. Selecteer in stap 4 Bladeren naast Koppeling naar Content Collection-item. Selecteer het bestand in het Content Collection-venster dat wordt weergegeven.

OPMERKING: Blackboard Learning System kan extra bestandstypen herkennen en toepassingen daaraan koppelen wanneer een MIME-extensie wordt toegevoegd. Neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie over het toevoegen van MIME-extensies.

OPMERKING: gebruikers voor wie de derde rij in Visuele tekstvakeditor beschikbaar is, kunnen de opties op de derde rij gebruiken om items toe te voegen.


Pagina 62 van 425



Speciale acties Gedeelte 2 van de pagina Item toevoegen bevat het veld Speciale actie waarmee gebruikers het gedrag kunnen selecteren van bestanden die zijn bijgevoegd bij een item. De volgende speciale acties zijn beschikbaar.

•

Koppeling maken naar dit bestand: bestand bijvoegen bij het item. Er wordt automatisch een koppeling ingevoegd onder de documenttitel waarmee het bestand kan worden benaderd.

•

Mediabestand binnen de pagina weergeven: Mediabestand binnen de pagina weergeven: Bepaalde typen media moeten in de pagina zelf worden ingesloten, in plaats van een koppeling te maken. Wanneer deze optie wordt geselecteerd, wordt het bestand niet weergegeven in het veld Momenteel bijgevoegde bestanden nadat de pagina is verzonden. De afbeelding of afbeeldingscode voor het bestand wordt weergegeven in de tekstvakeditor. (De afbeelding kan in een zwart of transparant vak worden weergegeven.) bepaalde typen media insluiten binnen de pagina zelf in plaats van een koppeling te maken. Wanneer deze optie wordt geselecteerd, wordt het bestand niet weergegeven in het veld Momenteel bijgevoegde bestanden nadat de pagina is verzonden. De afbeelding of afbeeldingscode voor het bestand wordt weergegeven in de tekstvakeditor. (De afbeelding kan in een zwart of transparant vak worden weergegeven.) Wanneer deze optie wordt geselecteerd, moet het bijgevoegde bestand een indeling hebben die kan worden herkend door Blackboard Learning System. Wanneer dit niet het geval is, wordt automatisch een koppeling gemaakt naar het bestand.

•

Dit bestand uitpakken: het systeem moet het bestand uitpakken voordat het wordt weergegeven. OPMERKING: wanneer de bestandsindeling niet een van de ondersteunde indelingen voor digitale media is, wordt de optie Mediabestand binnen de pagina weergeven standaard ingesteld op Koppeling maken naar dit bestand.

Afbeeldingsbestanden insluiten Afbeeldingsbestanden kunnen worden ingesloten in items. Hieronder wordt beschreven hoe u een afbeeldingsbestand (bijvoorbeeld een jpg-bestand) kunt insluiten in een inhoudsgebied. 1.


2.

Selecteer op de pagina van het inhoudsgebied Item toevoegen op de actiebalk. De pagina Item toevoegen wordt weergegeven.

3.

Voer een titel in voor het inhoudsitem en voer in het tekstvak een beschrijving of een inleiding in van de afbeelding.

4.

Klik op Bladeren naast Lokaal bestand bijvoegen en zoek de afbeelding die u wilt toevoegen.

5.

Het veld Naam van koppeling naar bestand hoeft niet te worden ingevuld. De afbeelding wordt weergegeven op de pagina.

6.

Selecteer Mediabestand binnen de pagina weergeven in de keuzelijst Speciale actie.

7.

Selecteer de gewenste opties voor het item.

8.

Klik op Verzenden en vervolgens op OK. De pagina Inhoudsacties wordt weergegeven.

9.

Selecteer de positie van de afbeelding in de velden Uitlijning en Plaatsing.

10. Voer de breedte en hoogte van de afbeelding in pixels in de velden Breedte instellen en Hoogte instellen in.


Pagina 63 van 425



11. Als u een koppeling wilt maken naar een bestand buiten het lokale systeem, voert u in het veld Doel-URL van afbeelding de URL in. De URL van een afbeelding in een centrale opslagplaats kan bijvoorbeeld zijn: http://blackboard/images/picture1.jpeg. 12. Selecteer via de keuzelijst bij Rand een rand voor de afbeelding. Met deze optie kunt u de dikte van de rand om de afbeelding bepalen. Als u ’0’ kiest, zal de afbeelding geen rand hebben. 13. Voer in het veld Alt-tekst een beschrijving in van de afbeelding. Alternatieve tekst is van belang voor slechtzienden. Met alternatieve tekst wordt aangegeven wat moet worden weergegeven wanneer de afbeelding niet wordt getoond. 14. Selecteer Ja bij Openen in nieuw venster als u wilt dat de afbeelding wordt weergegeven in een afzonderlijk venster. Dit is met name van belang als u een URL hebt ingevoerd in het veld Doel-URL van afbeelding. 15. Klik op Verzenden. OPMERKING: het bestand wordt niet weergegeven in het veld Momenteel bijgevoegde bestanden nadat de pagina is verzonden. De afbeelding of afbeeldingscode voor het bestand wordt weergegeven in het tekstvak.


Pagina 64 van 425



BESTANDSBIJLAGEN Informatie over bestandsbijlagen Bestandsbijlagen kunnen worden toegevoegd aan verschillende plekken in een cursus, bijvoorbeeld aan een item, een opdracht of een bestand in een leereenheid. Er zijn twee opties voor het toevoegen van bestandsbijlagen:

•

Bestanden in lokale netwerk: selecteer Bladeren naast Bladeren in lokale bestanden om te navigeren naar een bestand op het netwerk.

•

Bestanden in Blackboard Content System: selecteer Bladeren naast Koppeling naar Content Collection-item om te navigeren naar een bestand in Blackboard Content System.

Gebruikers openen het bestand door te klikken op een koppeling naar het bestand dat wordt weergegeven in de cursus. Nadat u een bij te voegen bestand hebt geselecteerd, kunt u een naam invoeren voor de koppeling naar het bestand. Deze naam wordt weergegeven in plaats van de naam van het document. Gebruikers zien bijvoorbeeld Biologiesyllabus in plaats van syllabus_bio_101.doc. Toegestane tekens in bestandsnamen Blackboard staat alle tekens in bestandsnamen toe. Het besturingssysteem en de browser van de gebruiker kunnen een limiet stellen aan de toegestane tekens. Sommige browsers accepteren bijvoorbeeld geen tekens die uit meerdere bytes bestaan. Herkende inhoudsbijlagen De volgende bestandstypen worden herkend door Blackboard Learning System. Deze bestanden kunnen worden weergegeven binnen een inhoudsitem. OPMERKING: Blackboard Learning System kan extra bestandstypen herkennen en toepassingen daaraan koppelen wanneer een MIME-extensie wordt toegevoegd. Neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie over het toevoegen van MIME-extensies. E XTENSIE .aam

B ESTANDS TYPE Multimedia

A AN

HET BESTAN DSTYPE GEK OPPELDE PROGR AMMA ’ S ®

®

Macromedia Authorware invoegtoepassing Het aam-bestand is het startpunt voor een reeks bestanden die in een zipbestand moeten worden opgenomen.

.aiff

Audio

Audioprogramma

.asf

Multimedia

Microsoft .NET™ Show

.au

Audio

Real Audio Player™

.avi

Video

Videospeler (niet compatibel met ® Macintosh )


®

Pagina 65 van 425



E XTENSIE

B ESTANDS TYPE

A AN

HET BESTAN DSTYPE GEK OPPELDE

PROGR AMMA ’ S ®

®

.doc

Tekst

Microsoft Word of andere tekstverwerker

.exe

Uitvoerbaar bestand

Uitvoerbaar bestand

.gif

Afbeelding

Grafisch programma of webbrowser

.html, .htm

Webpagina

HTML-editor of webbrowser

.jpg, .jpeg

Afbeelding


.jif

Afbeelding


.mp3

Audio

Audioprogramma

.mpe

Audio/video

Audioprogramma

.mpg, .mpeg

Afbeelding


.moov,movie

Film

QuickTime -film

.mov

Video

Film- of mediaspeler

.pdf

Tekst

Adobe Acrobat Reader

.png

Afbeelding

Portable Network Graphics

.ppt, .pps

Diavoorstelling

Microsoft PowerPoint en ® PowerPoint Player

.qt

Film

QuickTime

.ra

Audio

Real Audio Player™

.ram

Video

Real Audio Movie™

.rm

Audio

Audioprogramma

.rtf

Tekst

Rich Text Format

.swf

Multimedia

Macromedia Shockwave invoegtoepassing

.tiff, .tif

Afbeelding


.txt

Tekst

Tekst- of HTML-editor, tekstverwerker

.wav

Audio

Audioprogramma

.wma

Audio

Audioprogramma

.wmf

Afbeelding

Microsoft Windows

®

®

.wmv

Media/audio

Microsoft Windows

®

®

.wpd

Tekst

WordPerfect of andere tekstverwerker

.xls

Werkblad

Microsoft Excel

.zip

Tekst


®

®

®

®

®

®

®

®

®

®

®

WinZip

®

®

Pagina 66 van 425



SCORM-, IMS- EN NLN-INHOUD TOEVOEGEN Overzicht De processen voor het toevoegen van SCORM-, IMS- of NLN-inhoud zijn meestal dezelfde. Interactieopties voor navigatie, cijferlijstopties en inhoudsopties worden nu ingesteld. SCORM-inhoud toevoegen In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina’s SCORM-inhoud toevoegen en wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Vereiste gegevens Titel

Selecteer een naam die de inhoud goed beschrijft.

Content Package toevoegen

Klik op Bladeren om een SCORM-pakket toe te voegen. Deze optie wordt alleen weergegeven op de pagina SCORMinhoud toevoegen.

Naam van koppeling

De standaardnaam van de koppeling is Klikken om te starten. U kunt deze naam wijzigen op de pagina SCORM-inhoud wijzigen.

Tekst

Voeg instructies of andere tekst toe op de pagina SCORMinhoud wijzigen.

Interactieopties Type navigatiebesturingselement

Als Keuze is geselecteerd, kan de gebruiker een navigatiemenu aan de linkerzijde gebruiken om te selecteren welke inhoud hij/zij wil zien. Als Vaste volgorde is geselecteerd, wordt navigatiemenu aan de linkerzijde niet weergegeven en moet de gebruiker de knoppen Volgende en Vorige gebruiken om de inhoud achter elkaar te bekijken.

Cijferlijstopties Cijferlijstitem toevoegen

Selecteer Ja om een cijferlijstitem toe te voegen aan de cijferlijst voor het inhoudsitem. De naam is de naam van het pakket. Deze naam kan na het toevoegen vanuit de cijferlijst worden gewijzigd en beheerd.

Mogelijk aantal punten

Voer het mogelijk aantal punten voor dit item in. Wanneer er niets wordt ingevoerd, krijgt het item een mogelijk aantal punten van 0. De eigenschappen van deze en andere cijferlijstitems kunnen vanuit de cijferlijst worden gewijzigd en beheerd.

Pogingdetails bijhouden

Selecteer Ja om de interactie van de gebruiker met de inhoud weer te geven, zoals de totale weergavetijd en antwoorden op vragen. Klik op de pagina Cijfer wijzigen op de knop


Pagina 67 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G Weergeven om de pogingdetails te bekijken.

Alleen eerste poging

Wanneer Ja is geselecteerd voor Alleen eerste poging, worden pogingdetails alleen weergegeven als de gebruiker de inhoud voor de eerste keer bekijkt. Als de gebruiker niet het hele pakket doorwerkt, worden daarop volgende pogingen niet bijgehouden. Wanneer u deze waarde op Nee laat staan, worden altijd de gegevens van de laatste poging weergegeven. Deze instelling wordt alleen gebruikt voor het bijhouden van gegevens. Hiermee wordt niet bepaald hoe vaak de inhoud door de gebruiker mag worden bekeken.

Inhoudsopties Wilt u de opdracht zichtbaar maken?

Selecteer Ja om de SCORM-inhoud beschikbaar te maken.

Wilt u het aantal aanvragen bijhouden?

Selecteer Ja om het aantal keren bij te houden dat gebruikers dit item hebben bekeken. Gebruik de pagina Cursusstatistieken om een uitgebreid verslag te bekijken.

Beschikbaarheidsdatums

Selecteer het bereik van de datums waarop de inhoud moet worden weergegeven.

IMS-inhoud toevoegen In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina’s IMSinhoud toevoegen en IMS-inhoud wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G




Klik op Bladeren om een IMS-pakket toe te voegen. Deze optie wordt alleen weergegeven op de pagina IMS-inhoud toevoegen.

Naam van koppeling

De standaardnaam van de koppeling is Klikken om te starten. U kunt deze naam wijzigen op de pagina IMS-inhoud wijzigen.

Tekst

U kunt instructies of andere tekst toevoegen op de pagina IMS-inhoud wijzigen.


Als Keuze is geselecteerd, kan de gebruiker een navigatiemenu aan de linkerzijde gebruiken om te selecteren welke inhoud hij/zij wil zien. Als Vaste volgorde is geselecteerd, wordt navigatiemenu aan de linkerzijde niet weergegeven en moet de gebruiker de knoppen Volgende en Vorige gebruiken om de inhoud achter elkaar te bekijken.

Cijferlijstopties


Pagina 68 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G

Cijferlijstitem toevoegen

Wanneer u Ja selecteert, wordt een cijferlijstitem toegevoegd aan de cijferlijst voor het inhoudsitem. De naam is de naam van het pakket. Deze naam kan na het toevoegen vanuit de cijferlijst worden gewijzigd en beheerd.




Selecteer Ja om de interactie van de gebruiker met de inhoud weer te geven, zoals de totale weergavetijd en antwoorden op vragen. Klik op de pagina Cijfer wijzigen op de knop Weergeven om de pogingdetails te bekijken.




Selecteer Ja om de IMS-inhoud beschikbaar te maken.





NLN-inhoud toevoegen In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina’s NLNinhoud toevoegen en NLN-inhoud wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G




Klik op Bladeren om een NLN-pakket toe te voegen. Deze optie wordt alleen weergegeven op de pagina NLN-inhoud toevoegen.


Pagina 69 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G

Naam van koppeling

De standaardnaam van de koppeling is Klikken om te starten. U kunt deze naam wijzigen op de pagina NLN-inhoud wijzigen.

Tekst

U kunt instructies of andere tekst toevoegen op de pagina NLN-inhoud wijzigen.


Als Keuze is geselecteerd, kan de gebruiker een navigatiemenu aan de linkerzijde gebruiken om te selecteren welke inhoud hij/zij wil zien. Als Vaste volgorde is geselecteerd, wordt het navigatiemenu aan de linkerzijde niet weergegeven en moet de gebruiker de knoppen Volgende en Vorige gebruiken om de inhoud achter elkaar te bekijken.

Cijferlijstopties Cijferlijstitem toevoegen

Wanneer u Ja selecteert, wordt een cijferlijstitem toegevoegd aan de cijferlijst voor het inhoudsitem. De naam is de naam van het pakket. Deze naam kan na het toevoegen vanuit de cijferlijst worden gewijzigd en beheerd.




Selecteer Ja om de interactie van de gebruiker met de inhoud weer te geven, zoals de totale weergavetijd en antwoorden op vragen. Klik op de pagina Cijfer wijzigen op de knop Weergeven om de pogingdetails te bekijken.




Selecteer Ja om de NLN-inhoud beschikbaar te maken.






Pagina 70 van 425



MAPPEN Informatie over mappen Mappen zijn handig voor het ordenen en structureren van inhoud in een inhoudsgebied. Cursusleiders kunnen bijvoorbeeld mappen aan een inhoudsgebied toevoegen voor elke week van een cursus of het inhoudsgebied ordenen op onderwerp, zoals een aparte map voor opdrachten, beoordelingen en groepsprojecten. Nadat een map is gemaakt, kan er inhoud en submappen aan worden toegevoegd. Alle inhoudstypen die beschikbaar zijn in inhoudsgebieden, kunnen aan een map worden toegevoegd. Map toevoegen Volg de onderstaande stappen om een map toe te voegen aan een inhoudsgebied: 1.


2.

Selecteer Map toevoegen op de actiebalk.

3.

Voer de gevraagde informatie in op de pagina Map toevoegen en klik op Verzenden.

Beschikbaarheid van mapinhoud De beschikbaarheid van items in een inhoudsgebied kan per item afzonderlijk worden ingesteld. Of een item daadwerkelijk aan een gebruiker wordt weergegeven, hangt af van de beschikbaarheid van de hoofdmap in het inhoudsgebied. Als een hoofdmap niet beschikbaar is, zijn de items in de map ook niet beschikbaar. Als een map bijvoorbeeld is ingesteld op Niet beschikbaar, maar items in de map zijn ingesteld op Beschikbaar, kunnen gebruikers de items in de map niet bekijken. Dit geldt ook voor items met regels voor adaptieve inhoud. Als voor een map een regel is ingesteld waardoor de map niet beschikbaar is voor studenten, is alle inhoud in de map ook niet beschikbaar voor studenten.


Pagina 71 van 425



METAGEGEVENS VOOR INHOUD Informatie over metagegevens voor inhoud Metagegevens voor inhoud bevatten informatie over een inhoudsgedeelte. Dankzij metagegevens is IMS-compatibiliteit mogelijk wanneer inhoud wordt geïmporteerd en geëxporteerd. Klik op Beheren naast het item in het inhoudsgebied om de pagina Item beheren te openen. Deze pagina bevat een koppeling naar de metagegevens. OPMERKING: de gegevens die worden ingevoerd in metagegevens voor inhoud, kunnen niet worden getraceerd of vastgelegd. Deze kunnen alleen worden bekeken op de pagina Metagegevens voor inhoud als referentie voor het inhoudsitem. Metagegevensopties In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Metagegevens voor inhoud. Selecteer Bewerken om de velden in elk gedeelte weer te geven. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Itemgegevens Titel

De titel van het inhoudsitem.

Catalogusvermelding

De catalogus- en versiegegevens in de velden Bron en Vermelding. Zodra een catalogusvermelding is gemaakt, wordt naast het item een selectievakje weergegeven. Schakel het selectievakje in en klik op Verzenden om een vermelding te verwijderen.

Bron

De naam van de catalogus of bron van de inhoud.

Vermelding

Het nummer of de versie van de catalogus.

Taal

De taal van het inhoudsitem.

Beschrijving

Een beschrijving van het inhoudsitem.

Levenscyclusgegevens Aanmaakdatum

De datum en de tijd waarop het inhoudsitem is gemaakt.

Medewerkers

De namen van personen die hebben bijgedragen aan dit inhoudsitem. Zodra een medewerker is ingevoerd, wordt naast het item een selectievakje weergegeven. Schakel het selectievakje in en klik op Verzenden om een medewerker te verwijderen.

Persoon

De naam van de auteur of de editor.

Rol

De rol van de persoon, zoals auteur, medewerker of editor.

Organisatie

De naam van de organisatie van de persoon.

Datum

De datum waarop de persoon deze wijzigingen heeft gemaakt


Pagina 72 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G of gegevens heeft bijgewerkt.

Technische gegevens Bronindeling

Het type toepassing dat door dit inhoudsitem wordt gebruikt.

Bronlocatie

De locatie van het item.

Informatie betreffende het beheer van rechten Gratis bron

Geef aan of de inhoud gratis was of moest worden gekocht.

Auteursrecht/beperking

Geef aan of op deze inhoud auteursrecht van toepassing is of dat hierop beperkingen van toepassing zijn.

Beschrijving

Geef eventuele gebruiksvoorwaarden voor dit item aan.


Pagina 73 van 425



EXTERNE KOPPELINGEN Informatie over externe koppelingen Koppelingen met externe websites kunnen worden toegevoegd aan inhoudsgebieden als externe koppelingen. Voer bij het opgeven van een URL altijd het volledige webadres in van de koppeling. Bijvoorbeeld: http://www.sitenaam.com, niet www.sitenaam.com of sitenaam.com. Externe koppeling toevoegen Volg de onderstaande stappen om een externe koppeling toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.


2.

Selecteer Externe koppeling toevoegen op de actiebalk.

3.

Voer op de pagina Externe koppeling toevoegen een Naam, Beschrijving en URL in voor de koppeling. De URL is verplicht.

4.

Klik op Verzenden.


Pagina 74 van 425



CURSUSKOPPELING Informatie over cursuskoppelingen Met cursuskoppelingen kunnen koppelingen worden gemaakt naar andere items binnen een cursus. Alle items die worden weergegeven in het cursusoverzicht, kunnen worden gekoppeld met behulp van een cursuskoppeling. Een cursusleider kan bijvoorbeeld een discussieruimte maken waar gebruikers lesmateriaal bespreken. Een koppeling naar de discussieruimte kan worden opgenomen in het inhoudsgebied waar de artikelen worden gepost, zoals Cursusdocumenten. OPMERKING: een cursuskoppeling kan worden weergegeven zolang deze beschikbaar is voor de gebruikers in de cursus. De cursuskoppeling kan worden geopend wanneer de gebruiker toegang heeft tot het item op basis van itembeschikbaarheid en regels voor adaptieve inhoud. Wanneer een gebruiker bijvoorbeeld geen toegang heeft tot het item, wordt er een melding weergegeven wanneer hij of zij de koppeling selecteert. Cursuskoppeling toevoegen Volg de onderstaande stappen om een cursuskoppeling toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.


2.

Selecteer Cursuskoppeling toevoegen op de actiebalk. De pagina Cursuskoppeling toevoegen wordt weergegeven.

3.

Voer in gedeelte 1 van de pagina een naam en een beschrijving in. Klik in gedeelte 2 op Bladeren om het cursusoverzicht te openen. Klik op de koppeling voor een item in het cursusoverzicht om deze te selecteren als cursuskoppeling. Stel in gedeelte 3 de opties in voor de cursuskoppeling. Klik op Verzenden.


Pagina 75 van 425



LEEREENHEDEN Informatie over leereenheden Met leereenheden kunnen cursusleiders een gestructureerd pad instellen voor het verwerken van inhoud in een cursus. Hierdoor kunnen studenten inhoud weergeven in een intuïtieve stijl waarbij zij zelf het tempo kunnen bepalen. Een leerinhoud kan alle typen inhoud bevatten, zoals items, opdrachten en beoordelingen. De cursusleider kan studenten toestaan om inhoud van een leereenheid niet-lineair te bekijken of hen dwingen om het in een vastgestelde volgorde te bekijken. Een cursusleider heeft bijvoorbeeld een leereenheid over Shakespeare gemaakt, inclusief bestanden, opdrachten en een beoordeling. De cursusleider kan instellen dat studenten door de leereenheid moeten gaan in een specifieke, vastgelegde volgorde of in een volgorde die zij zelf kunnen bepalen. Cursusleiders kunnen inhoud in een leereenheid op dezelfde manier toevoegen en beheren als inhoud in een map. De leereenheid is een structuur waaraan andere inhoud, zoals bestanden, kan worden toegevoegd. Leereenheden kunnen net als elk ander item in een inhoudsgebied worden gewijzigd. Leereenheid toevoegen Volg de onderstaande stappen om een leereenheid toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.

Selecteer een inhoudsgebied, zoals Cursusdocumenten, in het configuratiescherm.

2.

Selecteer Leereenheid in de keuzelijst op de actiebalk en klik vervolgens op Start.

3.

Voer de gevraagde informatie in op de pagina Leereenheid toevoegen en klik op Verzenden.

Diavoorstelling voor een leereenheid maken Nadat u een leereenheid aan een inhoudsgebied hebt toegevoegd, kunt u een diavoorstelling voor de leereenheid maken. Met deze diavoorstelling kunnen gebruikers de inhoud van een leereenheid bekijken in een vastgestelde volgorde. 1.

Open het inhoudsgebied dat de leereenheid bevat.

2.

Klik op de naam van de leereenheid om deze te openen.

3.

Selecteer Bestand toevoegen op de actiebalk. Op de pagina Bestand toevoegen kunt u bestanden aan de leereenheid toevoegen en een diavoorstelling maken. Onder bestanden vallen cursuskoppelingen, koppelingen naar lokale bestanden en koppelingen naar bestanden in Blackboard Content System naar de leereenheid. U kunt deze optie meerdere keren gebruiken als u meerdere bestanden wilt toevoegen aan een leereenheid.

4.

U kunt de inhoud ordenen met de cijfers links van elk item. Als de leereenheid in een vastgestelde volgorde moet worden bekeken, is dit de volgorde waarin de inhoud wordt weergegeven.

Opeenvolgende en niet-opeenvolgende weergave van leereenheden Leereenheden kunnen opeenvolgend of niet opeenvolgend worden weergegeven. Als u een opeenvolgende weergave afdwingt, wordt de leereenheid voor studenten weergegeven in de volgorde waarin items in de leereenheid zijn opgenomen. Studenten kunnen niet naar een pagina in de leereenheid gaan zonder dat ze de vorige pagina hebben bekeken. Als u geen opeenvolgende volgorde afdwingt, kunnen studenten via de inhoudspagina items in een leereenheid in elke willekeurige volgorde bekijken.


Pagina 76 van 425



TOETSEN BEHEREN Informatie over toetsen in inhoudsgebieden Toetsen zijn online evaluaties die kunnen worden gebruikt om de kennis van de student te meten met betrekking tot de cursus. Toetseigenschappen, zoals beschikbaarheid en presentatie, kunt u beheren via het inhoudsgebied waaraan de toets is toegevoegd. Zie Een beoordeling maken voor informatie over het opstellen van een toets. OPMERKING: cursusleiders kunnen toetsen die de studenten hebben verzonden, weergeven en er een cijfer voor geven via de cijferlijst. Verzonden toetsen kunnen niet worden weergegeven en er kan geen cijfer aan worden gegeven via het inhoudsgebied waar de toets is gepost. Toets toevoegen aan een inhoudsgebied Volg de onderstaande stappen om een toets toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.

Selecteer een inhoudsgebied, zoals Cursusdocumenten, in het configuratiescherm.

2.

Selecteer Toets toevoegen op de actiebalk.

De pagina Toets toevoegen bevat twee opties voor het toevoegen van een toets.

•

Nieuwe toets maken - klik op Maken.

•

Bestaande toets selecteren - selecteer een toets in het vak Toets toevoegen en klik op Verzenden.

Nadat u een toets hebt toegevoegd aan een inhoudsgebied, wordt de pagina Toets wijzigen weergegeven. Deze pagina bevat koppelingen naar de pagina Toetsbord, waar u de toets zelf kunt wijzigen, en naar de pagina Toetsopties. De pagina Toetsopties bevat opties voor het instellen van de beschikbaarheid, de feedback en de presentatie van de toets. OPMERKING: de instellingen op de pagina Enquêteopties zijn gelijk aan die op de pagina Toetsopties, met uitzondering van Enquêtefeedback.

• Waarschuwing: wanneer u de optie Toets wijzigen selecteert, wordt een waarschuwing weergegeven wanneer een student een toets al heeft gemaakt. Bepaalde delen van de toets kunnen niet worden gewijzigd wanneer de toets al door studenten is gemaakt. • Wanneer de cursusleider een toets wijzigt nadat een student deze heeft verzonden, ziet de student de nieuwe, gewijzigde toets wanneer hij of zij het cijfer en de feedback bekijkt. De oorspronkelijke beoordeling die de student heeft voltooid, wordt niet weergegeven. Gedistribueerde beoordeling verwijderen Wanneer u een beoordeling verwijdert uit een inhoudsgebied, wordt deze verwijderd uit dat inhoudsgebied, alsmede alle pogingen die de student heeft gedaan. De beoordeling blijft


Pagina 77 van 425



beschikbaar in Toetsbeheer en Enquêtebeheer. De cijfers kunnen behouden blijven, maar de details van de pogingen door de student gaan verloren. Wanneer u een beoordeling verwijdert uit een inhoudsgebied, wordt de beoordeling niet tevens uit het systeem verwijderd. De beoordeling moet worden verwijderd uit Toetsbeheer of Enquêtebeheer om deze volledig uit de cursus te verwijderen. TIP: wanneer een beoordeling al is gemaakt door een student, moet u voorzichtig te werk gaan bij het verwijderen van de beoordelingen en rekening houden met de gevolgen. Het wordt aanbevolen een beoordeling eerst in te stellen op Niet beschikbaar voordat u overweegt de beoordeling te verwijderen.

Volg de onderstaande stappen om een beoordeling te verwijderen uit een inhoudsgebied. 1.

Open het cursusgebied vanuit het configuratiescherm.

2.

Ga naar de beoordeling en klik op Verwijderen naast de beoordeling.

Er wordt een waarschuwing weergegeven. Klik op Ja om door te gaan. Wanneer een student nog geen beoordelingspoging heeft gedaan, wordt de beoordeling verwijderd uit het cursusgebied. De beoordeling is nog steeds beschikbaar in Toetsbeheer en Enquêtebeheer. Wanneer een student al een beoordelingspoging heeft gedaan, gaat u door met stap 5. Selecteer de juiste optie en klik op Verzenden.

•

Behouden - Met deze optie wordt de beoordeling verwijderd uit het cursusgebied. De cijfers in de cijferlijst met betrekking tot deze beoordeling blijven behouden, maar de beoordeling zelf wordt verwijderd. In dit geval blijft het cijfer behouden, maar worden de beoordeling en alle pogingen verwijderd. Antwoorden van de student op vragen kunnen niet meer worden weergegeven. Dit kan grote gevolgen hebben. Wanneer bijvoorbeeld nog een cijfer moet worden gegeven aan een open vraag, is dit na verwijdering van de beoordeling niet meer mogelijk omdat daarmee de gegevens van de poging zijn verwijderd. Houd er rekening mee dat als u de beoordeling opnieuw distribueert, deze als een nieuwe beoordeling wordt toegevoegd. De eerste en tweede distributie van de beoordeling zijn niet gerelateerd en hebben geen gedeelde gegevens en worden in de cijferlijst behandeld als afzonderlijke cijferlijstitems.

•

Verwijderen - Met deze optie verwijdert u de beoordeling uit het cursusgebied en wist u elke record met betrekking tot de beoordeling uit de cijferlijst. Hiermee worden alle prestatiegegevens van studenten verwijderd met betrekking tot de beoordeling.

Beoordeling verwijderen uit Toetsbeheer of Enquêtebeheer U kunt een beoordeling verwijderen door in Toetsbeheer of Enquêtebeheer te klikken op de knop Verwijderen. U kunt een beoordeling alleen verwijderen uit Toetsbeheer of Enquêtebeheer wanneer deze niet is gedistribueerd naar een cursusgebied. Wanneer in Toetsbeheer of Enquêtebeheer de knop Verwijderen voor een beoordeling niet wordt weergegeven, moet u de instructies volgen bij Gedistribueerde beoordeling verwijderen voordat u de beoordeling verwijdert uit Toetsbeheer of Enquêtebeheer. Wanneer u een beoordeling verwijdert uit Toetsbeheer of Enquêtebeheer, wordt de beoordeling verwijderd maar heeft dit verder geen gevolgen voor de cijferlijst.


Pagina 78 van 425



TOETSOPTIES Informatie over toetsopties Via de toetsopties kan de cursusleider de naam en beschrijving van een toets, de beschikbaarheid, presentatie en feedback voor een toets wijzigen. Deze opties zijn alleen beschikbaar nadat een toets is toegevoegd aan een inhoudsgebied. Nadat u een toets hebt toegevoegd, wordt de pagina Toets wijzigen weergegeven. Selecteer De toetsopties wijzigen om de pagina Toetsopties te openen. Wanneer u bestaande toetsopties wilt wijzigen, selecteert u Wijzigen naast de toets in het inhoudsgebied. Toetsbeschikbaarheid wijzigen U kunt de toetsbeschikbaarheid pas instellen nadat u een toets hebt toegevoegd aan een inhoudsgebied. De beschikbaarheid kunt u beheren via de pagina Toetsopties. OPMERKING: wanneer een beoordeling niet-beschikbaar is, wordt deze gedistribueerd naar een inhoudsgebied maar wordt geen koppeling weergegeven voor studenten. De niet-beschikbare beoordeling kunt u weergeven wanneer u het cursusgebied benadert via het configuratiescherm.

Hieronder worden de toetsbeschikbaarheidsopties beschreven: O PTIE

B ESCHRIJVIN G

De koppeling beschikbaar maken

Selecteer Ja als u wilt dat de koppeling van deze beoordeling wordt weergegeven voor studenten. Wanneer u bij deze optie Nee selecteert, wordt de koppeling niet weergegeven. Cursusleiders kunnen de koppeling beschikbaar maken en vervolgens de velden Weergeven vanaf en Weergeven tot gebruiken om een tijdsduur op te geven voor de weergave van de koppeling.

Een nieuwe mededeling aan deze toets toevoegen

Selecteer Ja om een mededeling voor de toets te maken. De mededeling bevat de datum en de melding ’een beoordeling is beschikbaar gemaakt in [cursusgebied dat de koppeling bevat naar de beoordeling]’. Deze mededeling wordt weergegeven in de cursusmededelingen.

Meerdere pogingen toestaan

Met deze optie hebben studenten de mogelijkheid de toets meerdere keren te maken. De status van meerdere pogingen wordt voor studenten weergegeven boven aan de beoordeling. Selecteer Onbeperkt aantal pogingen toestaan als studenten de toets zo vaak mogen doen als ze maar willen. Selecteer aantal pogingen toestaan om aan te geven dat een specifiek aantal pogingen is toegestaan. Vul bij


Pagina 79 van 425



O PTIE

B ESCHRIJVIN G het toegestane aantal pogingen in.

Voltooiing afdwingen

Wanneer Voltooiing afdwingen is ingeschakeld, moeten studenten de beoordeling voltooien zodra ze deze hebben geselecteerd. Studenten mogen in dat geval de beoordeling niet afsluiten om er op een later tijdstip mee verder te gaan. De knop Opslaan is beschikbaar zodat studenten de beoordeling kunnen opslaan tijdens het maken, maar zij mogen de beoordeling niet afsluiten en later opnieuw starten. Wanneer de optie Voltooiing afdwingen is ingeschakeld, wordt dit boven aan de beoordeling voor de studenten aangegeven en uitgelegd. Wanneer Voltooiing afdwingen niet is ingeschakeld, kunnen studenten hun voortgang opslaan en op een later tijdstip de beoordeling voltooien.

Tijdslimiet instellen

Schakel dit selectievakje in om een tijdslimiet in te stellen voor het voltooien van de beoordeling. Wanneer u deze optie hebt geselecteerd, voert u de toegestane tijdsduur in voor de toets in de vakken Uren en Minuten. De verstreken tijd wordt weergegeven tijdens het maken van de beoordeling. Tevens wordt de student één minuut voor het verstrijken van de tijdslimiet gewaarschuwd.

Weergeven vanaf

Selecteer de datum en de tijd waarop de toets beschikbaar wordt gemaakt voor studenten. Dit veld is optioneel, cursusleiders kunnen de beschikbaarheid ervan beheren via de optie De koppeling beschikbaar maken zonder dat zij hierbij specifieke datums opgeven.

Weergeven tot

Selecteer de datum en de tijd waarop de toets niet langer beschikbaar moet zijn voor studenten. U kunt dit veld leeg laten.

Wachtwoord

Schakel dit selectievakje in als u wilt dat studenten een wachtwoord moeten opgeven voor toegang tot deze beoordeling. Wanneer u dit selectievakje hebt ingeschakeld, voert u in het tekstveld een wachtwoord in. Wachtwoorden kunnen maximaal 15 tekens bevatten. Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.

Deze toets opnemen in scoreberekeningen voor de cijferlijst

Selecteer deze optie om deze toets op te nemen in scoreberekeningen voor de cijferlijst. Als de toets niet wordt opgenomen, heeft de score geen invloed op de scoreberekeningen voor de cijferlijst.

De score van deze toets verbergen in de cijferlijst

Selecteer deze optie om de score van deze toets te verbergen in de cijferlijst. Als deze optie wordt geselecteerd, werkt dit item als enquête. In de cijferlijst wordt Voltooid/niet voltooid weergegeven en op de pagina met cijferdetails wordt n.v.t. of nul weergegeven.


Pagina 80 van 425



Niet-beschikbare beoordelingen Er is een verschil tussen niet-beschikbare beoordelingen en verwijderde beoordelingen. Verwijderde beoordelingen zijn beoordelingen die zijn verwijderd uit Toetsbeheer of Enquêtebeheer. Niet-beschikbare beoordelingen zijn beoordelingen die zijn gedistribueerd naar een cursusgebied maar waarvan de koppeling niet wordt weergegeven voor studenten. De beoordeling wordt weergegeven wanneer u het cursusgebied benadert via het configuratiescherm. De beschikbaarheid van beoordelingen kunt u beheren via de pagina Toetsopties. Voor de beschikbaarheid van de beoordeling kunt u een specifieke tijdsduur opgeven via de velden Weergeven vanaf en Weergeven tot. De beschikbaarheid kunt u ook open laten door alleen een startdatum of alleen een einddatum in te stellen. Wanneer de koppeling naar de beoordeling beschikbaar is en er geen datum is ingesteld, wordt de beoordeling onmiddellijk en altijd beschikbaar gemaakt. Toetsfeedback Via de toetsfeedbackmodus kunt u het type resultaten bepalen die gebruikers ontvangen nadat zij een toets hebben verzonden. Er kunnen een of meer opties worden geselecteerd. FEEDBACKMODUS

B ESCHRIJVIN G

Score

De eindscore voor de studenten wordt weergegeven.

Verzonden antwoorden

De antwoorden van de student worden weergegeven.

Juiste antwoorden

De juiste antwoorden op de vragen worden weergegeven.

Feedback

De feedback op vragen van de student wordt weergegeven.

Verschillen tussen toetsfeedback en enquêtefeedback Wanneer u een toets distribueert, worden op de pagina Toetsopties vier opties weergegeven voor toetsfeedback. Wanneer u een enquête distribueert, zijn maar twee opties beschikbaar:

•

Status - Studenten kunnen zien of de enquête wel of niet is voltooid.

•

Verzonden antwoorden - Gebruikers kunnen de antwoorden zien die zij hebben verzonden.

Toetspresentatie wijzigen Er is een aantal opties beschikbaar voor het weergeven van toetsen aan studenten. Via de pagina Toetsopties kunt u deze opties wijzigen. Hieronder worden de opties beschreven:


Pagina 81 van 425



O PTIE

B ESCHRIJVIN G

Allemaal tegelijkertijd

De volledige beoordeling wordt weergegeven op één scherm.

Eén tegelijk

Er wordt een vraag tegelijk weergegeven. Het scherm bevat navigatietools waarmee u kunt navigeren door de vragen. De knop Verzenden wordt alleen weergegeven op de laatste pagina van de toets.

Terugstappen niet toestaan

Voorkomen dat studenten naar de vragen terugkeren die ze al hebben beantwoord. Wanneer terugstappen niet is toegestaan, zijn de knoppen <<, < of >> niet beschikbaar voor de studenten tijdens het maken van de toets. Deze knoppen worden wel weergegeven als terugstappen is toegestaan.

Vragen in willekeurige volgorde aanbieden

Gedurende het maken van een beoordeling worden de vragen weergegeven in een willekeurige volgorde.


Pagina 82 van 425



OPDRACHTEN Informatie over opdrachten Met behulp van opdrachten kunnen cursusleiders ’huiswerk’ maken en de cijfers en feedback voor elke student afzonderlijk beheren. Cursusleiders kunnen opdrachten maken met de naam, puntenwaarden en beschrijving van de opdracht en zij kunnen bestanden bijvoegen. Nadat een opdracht is toegevoegd aan een inhoudsgebied, kunnen studenten deze benaderen, voltooien in een afzonderlijk bestand en terugsturen naar de cursusleider. De cursusleider kan reageren op elke afzonderlijke student, hen opmerkingen sturen over hun opdracht en eventueel bestanden bijvoegen. OPMERKING: zodra een student een opdracht heeft voltooid en verzonden, kan de cursusleider dit bestand openen via de cijferlijst. Opdracht toevoegen Volg de onderstaande stappen om een opdracht toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.


2.

Selecteer Opdracht toevoegen op de actiebalk.

3.

Voer de gevraagde informatie in op de pagina Opdracht toevoegen en klik op Verzenden.


Pagina 83 van 425



TOOLS KOPPELEN Informatie over toolkoppelingen U kunt op alle plekken in een cursus waar inhoud kan worden opgenomen toolkoppelingen toevoegen. Tools zoals forums en virtueel-klaslokaalsessies kunnen in hetzelfde inhoudsgebied staan als inhoud zoals diavoorstellingen van leereenheden, bestanden en beoordelingen. Wanneer tools worden toegevoegd aan mappen, ontstaat een perfecte leeromgeving voor gebruikers omdat al het materiaal met betrekking tot een bepaald onderwerp toegankelijk is via één locatie. Wanneer cursusleiders een tool toevoegen aan het inhoudsgebied, kunnen zij ook context van de tool geven, zoals een beschrijving van het bedoelde gebruik en bijgevoegde bestanden. De cursusleider kan bijvoorbeeld een koppeling toevoegen naar een discussieruimte, melden dat gebruikers moeten deelnemen aan het forum tijdens een bepaalde week en een artikel bijvoegen die door hen moet worden besproken. Tool toevoegen aan een inhoudsgebied Volg de onderstaande stappen om een tool toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.

Selecteer een inhoudsgebied, bijvoorbeeld Cursusdocumenten, in het configuratiescherm.

2.

Selecteer een tool in de keuzelijst op de inhoudsgebiedpagina of in een geneste map en klik op Start. De pagina Tool toevoegen wordt weergegeven.

3.

Maak een koppeling naar de tool, een instantie van de tool of een nieuwe instantie. Maak bijvoorbeeld een koppeling naar de pagina Discussieruimte waar gebruikers een forum kunnen selecteren, een directe koppeling naar een bestaand forum kunnen maken of een nieuw forum kunnen maken met een koppeling naar dat forum. Klik op Verzenden om de tool toe te voegen aan de map.


Pagina 84 van 425



INHOUD KOPIËREN EN VERPLAATSEN Informatie over kopiëren en verplaatsen Cursusleiders kunnen inhoud kopiëren of verplaatsen en opnemen in een ander gebied binnen dezelfde cursus of in een andere cursus. Gehele mappen en leereenheden kunnen ook worden gekopieerd. Cursusleiders moeten een cursusleiderrol hebben in de doelcursus wanneer inhoud wordt gekopieerd of verplaatst naar een andere cursus. Cursusleiders kunnen ervoor kiezen een item te verwijderen nadat het is gekopieerd (door te verplaatsen) of dit te behouden op de oorspronkelijke plek (door te kopiëren). De opties Kopiëren en Verplaatsen zijn niet beschikbaar in Blackboard Learning System - Basic Edition.

OPMERKING: mappen kunnen niet worden gekopieerd uit andere delen van een cursus naar een leereenheid.

Inhoud kopiëren of verplaatsen Volg de onderstaande stappen om inhoud te kopiëren of te verplaatsen. 1.

Open het inhoudsgebied met de betreffende inhoud via het configuratiescherm.

2.

Selecteer Kopiëren naast de inhoud. (Wanneer Kopiëren niet wordt weergegeven, is deze optie niet beschikbaar.) De pagina Item kopiëren of verplaatsen wordt weergegeven

3.

Voer op de pagina Item kopiëren of verplaatsen de volgende gegevens in.

•

Doelcursus: selecteer een doel voor het item in de keuzelijst. Alleen cursussen waarvoor de cursusleider een cursusleiderrol heeft, worden weergegeven in de lijst.

•

Doelmap: selecteer Bladeren om het cursusoverzicht te openen. Selecteer een map in het cursusoverzicht en klik op Verzenden.

•

Item verwijderen na kopiëren: wanneer u het item kopieert (en het dus voorkomt op meerdere plekken), selecteert u Nee. Wanneer u het item verplaatst naar een andere locatie, selecteert u Ja. Wanneer u Ja selecteert, wordt het item verwijderd uit het huidige inhoudsgebied.


Pagina 85 van 425



INHOUDSSPELER VOLGENS OPEN STANDAARDEN Informatie over het Building Block Inhoudsspeler Met het Building Block Inhoudsspeler kan een cursusleider inhoud toevoegen aan een cursus die voldoet aan de SCORM-, IMS- of NLN-standaard. Voor cursusleiders wordt IMS, SCORM en NLN (afhankelijk van het feit of de beheerder deze heeft ingeschakeld) als extra inhoudstypen weergegeven in de keuzelijst op de actiebalk in inhoudsgebieden. Inhoudsspeler gebruiken in een cursus Cursusleiders en gebruikers kunnen IMS-, SCORM- en NLN-inhoud op dezelfde manier gebruiken als andere inhoudstypen. IMS-, SCORM- of NLN-inhoudsitems zijn voor gebruikers op dezelfde manier toegankelijk als alle andere cursusinhoud. Gebruikers kunnen IMS-, SCORM- of NLNinhoud zelfs toevoegen aan een leereenheid. Wanneer een cursusleider SCORM-, IMS- of NLN-gegevens toevoegt, kan hij of zij daarbij de gewenste navigatie- en weergave-instellingen selecteren. Wanneer de cursusleider een item wil toevoegen aan de cijferlijst, kan hij of zij dit ook doen via de pagina Inhoud toevoegen. Wanneer een gebruiker met de inhoud werkt, kan de cursusleider naast het geven van een cijfer in de cijferlijst bovendien de voortgang van de gebruiker weergeven, inclusief totale weergavetijd en voltooiingsstatus. SCORM-, NLN- en IMS-pakketten Het Building Block Inhoudsspeler volgens open standaarden biedt ondersteuning voor de SCORMstandaard, de IMS-standaard voor webinhoud en NLN-inhoud die voldoet aan SCORM en IMS. De inhoud die is gemaakt om aan deze specificaties te voldoen, wordt een pakket genoemd omdat alle bestanden worden verzameld in een zip-bestand. Inhoudsspeler pakt de pakketten uit en gebruikt de benodigde onderdelen. OPMERKING: de cursusleider hoeft niet te weten welk pakkettype wordt geüpload. Inhoudsspeler bepaalt het type zodat de inhoud correct wordt afgespeeld.

IMS-inhoud Het Building Block Inhoudsspeler biedt ondersteuning voor inhoud die voldoet aan de IMS Content Packaging-standaard 1.1.2 voor het webinhoudkenmerk. Wanneer u een inhoudstype toevoegt aan een cursus, moet u er rekening mee houden dat het merendeel van deze pakkettypen geen gegevens bijhouden met betrekking tot pogingen van gebruikers. Anders worden geen grote verschillen opgemerkt. Ga voor meer informatie over IMS-inhoud naar: http://www.imsproject.org SCORM-inhoud Het Building Block Inhoudsspeler biedt ondersteuning voor inhoud die voldoet aan de SCORM 1.2standaard en de SCORM 2005-standaard. De cursusleider hoeft niet vooraf te bepalen of de inhoud compatibel is met de 1.2- of 2005-standaard aangezien beide typen kunnen worden gebruikt. Ga voor meer informatie over SCORM-inhoud naar: http://www.adlnet.org NLN-inhoud


Pagina 86 van 425



Met het Building Block Inhoudsspeler wordt NLN-inhoud ondersteund die voldoet aan de SCORMen IMS-standaarden. Het NLN Materials Team in het Verenigd Koninkrijk is verantwoordelijk voor het uitgeven en ontwikkelen van e-learningmateriaal voor NLN en geeft advies over de integratie van NLN-materiaal in onderwijs- of leerplannen. Ga voor meer informatie over NLN-inhoud naar: http://www.nln.ac.uk/ De makers van de inhoud De inhoudpakketten worden zo gemaakt dat ze voldoen aan de afzonderlijke standaarden. Elke instelling kan een beleid hebben over de gebruikte inhoud en de oorsprong daarvan. Een aantal instellingen bouwt eigen SCORM- of IMS-pakketten en diverse privé-bedrijven produceren tevens de inhoud. Sommige inhoud is mogelijk ook beschikbaar voor algemeen gebruik. OPMERKING: zodra de gebruiker met SCORM-, IMS- of NLN-inhoud werkt, wordt de interne navigatie en interactie bepaald door de inhoudpakketten en niet door Blackboard Learning System. Inhoudstypen beheren U kunt de beschikbaarheid van de inhoudstypen beheren op de pagina Tools beheren via het configuratiescherm. De inhoudstypen kunt u beheren via de pagina Beschikbaarheid inhoudstype. Afhankelijk van de instellingen van de beheerder kunnen een of alle inhoudtypen van Inhoudsspeler beschikbaar zijn voor de cursusleider. Poginggegevens Wanneer de cursusleider een cijferlijstitem koppelt aan het SCORM-, IMS- of NLN-inhoudsitem, kan hij of zij gegevens weergeven met betrekking tot de interactie van de gebruiker met de inhoud. Deze gegevens worden poginggegevens genoemd. De details kunnen de totale hoeveelheid tijd betreffen gedurende welke de gebruiker elk leerobject, de voltooiingsstatus, antwoorden op vragen in het pakket en de juistheid van die antwoorden heeft weergegeven. Met de poginggegevens kan de cursusleider een cijfer proberen te bepalen voor het cijferlijstitem. Deze gegevens op de pagina Pogingdetails weergeven: 1.

Klik op Cijferlijst.

2.

Klik op de gebruikerspoging om de pagina Cijfer wijzigen te openen.

3.

Klik op Weergeven op de pagina Cijfer wijzigen om de pagina Pogingdetails te openen. OPMERKING: niet alle pakketten zijn ontworpen om alle gegevens bij te houden. Wanneer het pakket geen gegevens bevat over Blackboard Learning System, worden de gegevens aangeduid als ’n.v.t.’.


Pagina 87 van 425



SYLLABUS Informatie over de syllabus Een syllabus is inhoud die kan worden toegevoegd aan een willekeurig inhoudsgebied. Hiervoor maakt u een koppeling naar een bestaand document dat u als syllabus wilt gebruiken of maakt u een nieuwe syllabus met de opgegeven sjabloon. Cursusleiders kunnen een bestand toevoegen vanaf de lokale computer of een koppeling maken naar een bestand in hun Content Collection als Content Collection is ingeschakeld door de beheerder. Wanneer de gebruiker een nieuwe syllabus heeft gemaakt, kan hij of zij vooraf het gewenste aantal lessen bouwen of één les per keer bouwen. Daarbij kan de gebruiker een aangepast ontwerp voor de syllabus toepassen. TIP: bij het maken van een nieuwe syllabus met de syllabustool, kan de gebruiker hiervoor eerst een aangepast inhoudsgebied maken. Wanneer u een syllabus hebt toegevoegd aan het eigen inhoudsgebied, hebt u eenvoudig en snel toegang tot het juiste inhoudsgebied. Syllabus toevoegen Volg de onderstaande stappen om een syllabus toe te voegen aan een cursusinhoudsgebied. 1.

Selecteer een inhoudsgebied, bijvoorbeeld Cursusdocumenten, in het configuratiescherm of de bewerkweergave van die pagina.

2.

Selecteer Syllabus in de keuzelijst op de actiebalk en klik vervolgens op Start.

3.

Voer de gegevens in op de pagina Syllabus toevoegen en klik op Verzenden.

4.

Zie Nieuwe syllabus maken als u de optie Nieuwe syllabus maken hebt geselecteerd.

5.

Wanneer u de optie Bestaand bestand gebruiken selecteert, wordt het bestand toegevoegd aan de pagina Item toevoegen. Zie Item toevoegen voor meer informatie.

Een bestaand bestand of een syllabusbouwer gebruiken Er zijn twee opties beschikbaar voor het toevoegen van een syllabus: u kunt een bestaand bestand toevoegen of de syllabusbouwer gebruiken. Tijdens het toevoegen van een bestand wordt de cursusleider gevraagd een bestand te selecteren vanaf zijn of haar lokale computer. Wanneer de cursusleider een koppeling maakt naar een item in Content Collection, kan hij of zij een item selecteren in Content Collection. Via beide opties wordt een syllabus gemaakt waarmee u het bijgevoegde of gekoppelde document eenvoudig kunt openen. Er zijn geen ontwerpopties beschikbaar voor deze selectie. Wanneer u de syllabusbouwer gebruikt, wordt de pagina Syllabusbouwer weergegeven. Met de syllabusbouwer kunt u lesstructuren maken (batch) en aangepaste ontwerpen voor de syllabus toepassen. U kunt altijd lessen toevoegen, wijzigen, anders ordenen of verwijderen. De ontwerpopties kunnen zelfs na het maken van de syllabus worden gewijzigd. Nieuwe syllabus maken In het eerste gedeelte van de pagina Syllabusbouwer worden drie tekstvakken weergegeven met de aanbevolen namen voor de inhoud: Beschrijving, Onderwerpen en Benodigde materialen. De titels kunnen worden bewerkt en in de tekstvakken kan inhoud worden opgenomen.


Pagina 88 van 425



De gebruiker kan een ontwerpoptie selecteren en de kleuren en patronen van het ontwerp wijzigen. Zie Syllabus ontwerpen voor meer informatie. Lesstructuren zijn tijdelijke aanduidingen voor een bepaald aantal lessen die de gebruiker wil toevoegen aan de syllabus. U kunt lesstructuren maken door Lessen bouwen te selecteren en het aantal lessen in te voeren dat u wilt maken. OPMERKING: Lessen bouwen is alleen beschikbaar tijdens het maken van een syllabus. Nadat u een syllabus hebt gemaakt, klikt u op Les toevoegen op de actiebalk van de pagina Lessen om lessen te maken. Zie Syllabuslessen voor meer informatie. Wanneer u klikt op Verzenden, wordt de volgende pagina weergegeven voor het maken, wijzigen, sorteren en verwijderen van lessen. Zie Syllabuslessen voor meer informatie. Syllabus ontwerpen De syllabus bevat zes stijlopties: Afbeelding document, Kladblok, Modern, Klassiek, Eigentijds en Geen. Elke stijl is uniek met een opvallend koplettertype en dunne of dikke randen rondom de inhoud. Bij een aantal stijlen kunt u een achtergrond selecteren uit een lijst van patronen. In de onderstaande tabel wordt het ontwerp beschreven en de optionele instellingen voor elke stijl. S YLLAB USSTI JLEN Stijl

Beschrijving

Kleuropties

Afbeelding document

Hoofdzakelijk wit met een afbeelding van een document vaag zichtbaar op de achtergrond.

Koppen, randen, tekst

Kladblok

Deze stijl lijkt op een vel van een kladbok met op de achtergrond vage blauwe horizontale lijnen.

Koppen, randen, tekst

Modern

De gehele syllabus wordt omringd door een dunne rand.

Koppen, randen, tekst, achtergrond (kleur of patroon)

Klassiek

De gehele syllabus wordt omringd door een breder kader.

Koppen, randen, tekst, frame, achtergrond (kleur of patroon)

Eigentijds

De inhoud wordt omringd door een breder kader, maar wordt opgedeeld in twee vakken door de leskoptekst.

Koppen, randen, tekst, frame, achtergrond (kleur of patroon)

Geen

Dit item is zoals andere inhoudsitems opgemaakt zonder randen of kaders.

Koppen, tekst

Syllabuslessen Nadat de gebruiker de pagina Syllabusbouwer heeft verzonden, wordt het volgende deel van de syllabusbouwer, de pagina Lessen, weergegeven. Deze pagina wordt ook weergegeven wanneer u Wijzigen selecteert op de inhoudsgebiedpagina nadat de syllabus is gemaakt. De inhoud op de pagina Lessen wordt weergegeven met het ontwerp dat u hebt gekozen op de pagina Syllabusbouwer. Wanneer u klikt op de knop Wijzigen boven aan de koptekstgegevens, wordt de pagina Syllabusbouwer weergegeven. Met de knop Wijzigen kunt u de beschrijving en overige tekst boven in de syllabus en de stijlen inhoudsopties wijzigen, zoals de beschikbaarheidsdatum.


Pagina 89 van 425



Lessen worden weergegeven onder de koptekstgegevens. Via deze lijst kunt u lessen toevoegen, verwijderen, wijzigen of anders ordenen. Klik op Les toevoegen: op de actiebalk om een les toe te voegen. Via de selectievakjes kunt u instellen of u al dan niet een datum en tijd wilt weergeven bij de lessen.


Pagina 90 van 425



ADAPTIEVE INHOUD Informatie over adaptieve inhoud Adaptieve inhoud bevat besturingselementen om inhoud aan gebruikers vrij te geven op basis van een set regels die is ingesteld door de cursusleider. De regels kunnen betrekking hebben op beschikbaarheid, datum en tijd, afzonderlijke gebruikers en gebruikersgroepen (zoals cursusgebruikers), scores of pogingen op een cijferlijst, doorneemstatus of een ander item uit de cursus. Deze functie is beschikbaar voor alle cursusleiders en cursusontwikkelaars. Sommige cursusleiders en cursusontwikkelaars kunnen hun voordeel doen met geavanceerde regelfunctionaliteit om geavanceerde combinaties te maken van regels voor items. Anderen kunnen de standaardregelfunctionaliteit gebruiken om inhoud vrij te geven voor specifieke gebruikers of groepen en/of om gebruikers toe te staan inhoud weer te geven op basis van hun prestaties bij een opdracht. U kunt kiezen uit de volgende opties:

•

Adaptieve inhoud - Standaardregels maken voor een item. U kunt slechts een enkele regel maken per item.

•

Adaptieve inhoud: geavanceerd - Geavanceerde regels maken voor een item. U kunt meerdere regels maken.

•

Gebruikersvoortgang - Details weergeven van een item voor alle gebruikers in een cursus. Deze pagina bevat informatie over de zichtbaarheid van een item voor de gebruiker en of de gebruiker het item heeft gemarkeerd als Doorgenomen.

Regels en criteria voor adaptieve inhoud Een regel voor adaptieve inhoud bestaat uit een set criteria die de zichtbaarheid definieert van een inhoudsitem voor gebruikers. Criteria zijn de onderdelen die de regel vormen. Datum en lidmaatschap zijn bijvoorbeeld twee typen verschillende criteria. Elk inhoudsitem kan meerdere regels hebben en elke regel kan bestaan uit meerdere criteria. Een gebruiker moet aan alle vereisten van de regel voldoen om een item te bekijken. Dit betekent dat als een regel meerdere criteria heeft, de gebruiker aan alle criteria moet voldoen voordat het item beschikbaar is. De cursusleider kan bijvoorbeeld een opdracht toevoegen aan een cursus. Een regel voor deze opdracht kan alle gebruikers in groep A toestaan de opdracht te zien vanaf een specifieke datum. Deze regel zou bestaan uit lidmaatschaps- en datumcriteria. Een andere regel voor deze opdracht kan alle gebruikers in groep B toestaan de opdracht te zien nadat zij Huiswerk 1 hebben voltooid. Deze regel zou bestaan uit lidmaatschaps- en cijferlijstcriteria. OPMERKING: voor elke regel kunnen slechts een enkel lidmaatschapscriterium en een enkel datumcriterium worden gemaakt. Aan elke regel kunnen meerdere cijferlijsten doorneemstatuscriteria worden toegevoegd. Adaptieve inhoud in- en uitschakelen De systeembeheerder regelt de beschikbaarheid van de functie Adaptieve inhoud. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunnen cursusontwikkelaars een standaardregel of een geavanceerde regel voor adaptieve inhoud toevoegen.


Pagina 91 van 425



Wanneer de tool Adaptieve inhoud is uitgeschakeld door de beheerder, verdwijnen alle regels die zijn gemaakt. In dat geval verdwijnen tevens koppelingen naar Adaptieve inhoud op de pagina Beheren. Wanneer de tool later opnieuw wordt ingeschakeld, worden de koppelingen weergegeven op de pagina Beheren en worden eventuele gegevens met betrekking tot adaptieve inhoud (zoals regels) opgeslagen. Eventuele regels voor adaptieve inhoud die eerder zijn ingesteld, worden opnieuw weergegeven. Zichtbaarheid van items met regels voor adaptieve inhoud Zodra een regel voor adaptieve inhoud is vastgelegd voor een item, wordt de zichtbaarheid ervan beperkt tot die gebruikers die voldoen aan de criteria voor die regels. Voorbeeld: de cursusleider maakt een inhoudsitem met de naam Inleiding en stelt het item beschikbaar in Cursusdocumenten. Alle cursusgebruikers kunnen dit inhoudsitem zien. Vervolgens maakt de cursusleider een regel waarmee het item wordt beperkt tot gebruikers in groep A. Nu kunnen alleen leden van groep A het inhoudsitem Inleiding zien. Alle andere cursusgebruikers (die geen lid zijn van groep A), zien dit inhoudsitem niet. De cursusleider voegt vervolgens andere criteria toe aan deze regel en beperkt het gebruik van het inhoudsitem tot leden van groep A die ten minste een score van 80 hebben behaald voor Toets 1. Nu kunnen alleen leden van groep A die een score van 80 of hoger hebben behaald voor Toets 1 het inhoudsitem Inleiding zien. Alle andere cursusgebruikers (inclusief leden van groep A die een score lager dan 80 behaalden voor Toets 1), zien dit inhoudsitem niet. Wanneer geen regels voor adaptieve inhoud wordt gemaakt, is het item beschikbaar voor alle gebruikers in de cursus, afhankelijk van de beschikbaarheid van het item en de datum/tijd die is ingesteld op de pagina Item toevoegen. Beschikbaarheid van item weergeven op pagina Gebruikersvoortgang Cursusleiders kunnen een of meer regels maken voor adaptieve inhoud die de beschikbaarheid van een inhoudsitems verfijnen. Het kan lastig zijn om te herinneren welke gebruikers in een cursus toegang hebben tot bepaalde inhoudsgedeelten. De pagina Gebruikersvoortgang bevat details over de beschikbaarheid van een inhoudsitem en de regels voor adaptieve inhoud met betrekking tot dat item. Deze pagina geeft bijvoorbeeld de zichtbaarheid aan van één item per gebruiker. Wanneer Doorneemstatus is ingeschakeld voor het item, wordt een pictogram weergegeven dat aangeeft of de gebruiker het item al dan niet heeft doorgenomen. Tevens worden de datum en tijd aangegeven waarop het doornemen is geregistreerd voor die gebruiker. Wanneer geen regels voor adaptieve inhoud zijn gemaakt voor dat item, wordt de zichtbaarheid gebaseerd op de beschikbaarheid van het item zelf. Wanneer het item bijvoorbeeld beschikbaar is, wordt het pictogram Zichtbaar weergegeven voor alle gebruikers. Verschillen tussen standaard en geavanceerde adaptieve inhoud Via geavanceerde adaptieve inhoud kunnen gebruikers meerdere regels maken per item. Wanneer een gebruiker verschillende criteria wil maken voor verschillende gebruikers tegelijk, zal hij of zij meerdere regels moeten maken. Wanneer bijvoorbeeld verschillende regels van toepassing zijn op verschillende groepen in een cursus, moet geavanceerde adaptieve inhoud worden gebruikt. De cursusleider kan een regel opstellen voor groep A waardoor alle gebruikers in de groep een item kunnen bekijken wanneer zij een score van 85 behalen voor een toets. De cursusleider kan een afzonderlijke regel opstellen voor groep B waardoor alle gebruikers in die groep hetzelfde inhoudsitem kunnen bekijken wanneer zij een score van 80 behalen voor de toets. Niet-beschikbare items en regels voor adaptieve inhoud De itembeschikbaarheid die is ingesteld op de pagina Item toevoegen, gaat boven alle regels voor adaptieve inhoud. Wanneer het item niet beschikbaar is, is het niet beschikbaar voor geen van de


Pagina 92 van 425



gebruikers, ongeacht de ingestelde regels. Hierdoor kunnen cursusontwikkelaars hun eigen regels maken en items pas beschikbaar maken wanneer zij klaar zijn met het maken van regels. Inhoud weergeven met regels in de gehele cursus Wanneer cursusleiders inhoudsgebieden weergeven via de cursus zoals een student dat zou doen (in tegenstelling tot via het configuratiescherm via Snel Bewerken), wordt de weergave gebaseerd op itembeschikbaarheid en regels voor adaptieve inhoud. Wanneer adaptieve inhoud bijvoorbeeld wordt gebruikt om een item beschikbaar te maken voor een groep, kunnen gebruikers die geen lid zijn van die groep het item niet zien wanneer zij dit benaderen via het cursusmenu. Dit is ook van toepassing op niet-beschikbare items. Wanneer een item is toegevoegd aan een cursus maar niet beschikbaar is gemaakt, kan de cursusleider het item niet zien wanneer hij of zij het inhoudsgebied benadert via het cursusmenu.


Pagina 93 van 425



FUNCTIES VOOR ADAPTIEVE INHOUD Standaardregel voor adaptieve inhoud toevoegen Met behulp van de standaardregel voor adaptieve inhoud kunnen cursusleiders een regel toevoegen en aanpassen voor een enkel inhoudsgedeelte. Deze enkele regel kan meerdere criteria bevatten. De regel kan bijvoorbeeld vereisen dat de gebruiker voldoet aan zowel de datumcriteria als de doorneemstatuscriteria voordat de inhoud beschikbaar wordt gemaakt. OPMERKING: gebruik geavanceerde regels voor adaptieve inhoud om meerdere regels toe te voegen aan een enkel inhoudsgedeelte.

Volg de onderstaande stappen om een standaardregel voor adaptieve inhoud te maken. 1.

Open een inhoudsgebied via het configuratiescherm.

2.

Selecteer Beheren naast het inhoudsitem. De pagina Beheren wordt weergegeven.

3.

Selecteer Adaptieve inhoud. De pagina Adaptieve inhoud wordt weergegeven.

4.

Voltooi een of meer gedeelten van de pagina Adaptieve inhoud en selecteer vervolgens Verzenden.

Geavanceerde regel voor adaptieve inhoud toevoegen Met behulp van een geavanceerde regel voor adaptieve inhoud kunnen cursusleiders meerdere regels toevoegen aan een enkel inhoudsonderdeel. Wanneer meerdere regels worden gemaakt, is de inhoud zichtbaar voor de gebruiker wanneer aan een van de regels wordt voldaan. Elke regel kan meerdere criteria bevatten. Met één regel kan bijvoorbeeld aan gebruikers in groep A met een score hoger dan 85 voor een toets worden toegestaan het inhoudsitem te bekijken. Met een andere regel voor hetzelfde item kan aan gebruikers in groep B worden toegestaan het inhoudsitem te bekijken vanaf een specifieke datum. Volg de onderstaande stappen om een geavanceerde regel voor adaptieve inhoud te maken. 1.


2.


3.

Selecteer Adaptieve inhoud: geavanceerd. De pagina Adaptieve inhoud: geavanceerd wordt weergegeven.

4.

Selecteer Regel toevoegen op de actiebalk. De pagina Regel toevoegen wordt weergegeven. Voer een naam in voor de regel en klik op Verzenden.

5.

Gebruik de opties op de actiebalk op de pagina Criteria beheren om de regel op te stellen. Selecteer bijvoorbeeld Datum toevoegen om datumcriteria toe te voegen aan de regel. Wanneer die criteria zijn voltooid, kunt u een andere optie selecteren op de actiebalk. Klik op OK wanneer de regel is voltooid.

6.

Herhaal stap 4 tot en met 6 om meerdere criteria toe te voegen aan een item.

Regel voor adaptieve inhoud kopiëren Cursusleiders kunnen ook een regel voor adaptieve inhoud kopiëren in plaats van een geheel nieuwe regel te maken. Zodra de regel is gekopieerd, kan de naam ervan worden gewijzigd en kan de regel worden aangepast. Regels mogen alleen worden gekopieerd binnen een enkel inhoudsitem. Een regel kan dus niet van het ene inhoudsitem worden gekopieerd naar het andere inhoudsitem.


Pagina 94 van 425



Volg de onderstaande stappen om een regel voor adaptieve inhoud te kopiëren. 1.


2.

Selecteer Beheren naast het inhoudsitem met de regel die u wilt kopiëren. De pagina Beheren wordt weergegeven.

3.


4.

Schakel het selectievakje naast de te kopiëren regel in en selecteer Kopiëren op de actiebalk.

5.

Een exacte kopie van de regel wordt weergegeven onder aan de lijst. Deze heeft dezelfde naam als de oorspronkelijke regel, met ’Kopie van’ ervoor.

6.

Klik op Wijzigen naast de nieuwe regel om de naam of criteria te wijzigen.

Regel voor adaptieve inhoud wijzigen Regels worden beheerd en gewijzigd via de pagina Adaptieve inhoud. De criteria van een regel en de naam van een regel worden afzonderlijk beheerd. Volg de onderstaande stappen om de naam van een regel te wijzigen. 1.


2.


3.


4.

Selecteer Beheren naast de regel die u wilt bijwerken. De pagina Regel beheren wordt weergegeven. Wijzig de regelnaam en selecteer Verzenden.

Volg de onderstaande stappen om de criteria van een geavanceerde regel te wijzigen. 1.


2.


3.


4.

Selecteer Wijzigen naast de regel die u wilt bijwerken. De pagina Criteria beheren wordt weergegeven. U kunt criteria toevoegen, wijzigen en verwijderen. Klik op OK wanneer de wijzigingen zijn voltooid.

5.

Herhaal stap 4 om eventueel extra regels toe te voegen met betrekking tot het inhoudsitem.

Volg de onderstaande stappen om een standaardregel voor adaptieve inhoud te wijzigen: 1.


2.


3.

Selecteer Adaptieve inhoud. De pagina Adaptieve inhoud wordt weergegeven.

4.

Voer wijzigingen door en selecteer Verzenden. OPMERKING: deze stappen kunnen ook worden gebruikt om een regel met een criterium te wijzigen die op de pagina met geavanceerde regels voor adaptieve inhoud is gemaakt.


Pagina 95 van 425



Regel voor adaptieve inhoud verwijderen Volg de onderstaande stappen om een regel voor adaptieve inhoud te verwijderen. 1.


2.

Selecteer Beheren naast het inhoudsitem met de regel die u wilt verwijderen. De pagina Beheren wordt weergegeven.

3.


4.

Schakel het selectievakje in naast de regel die u wilt verwijderen. U kunt meerdere regels selecteren. Klik op Verwijderen. OPMERKING: standaardregels voor adaptieve inhoud worden ook verwijderd van de pagina Adaptieve inhoud: geavanceerd.

Regels voor adaptieve inhoud tijdens kopiëren, archiveren en exporteren De regels voor adaptieve inhoud en gegevens over gebruikersvoortgang worden alleen opgenomen in een kopie van een gehele cursus met gebruikers en tijdens archiveren en herstellen. De regels voor adaptieve inhoud en gegevens over gebruikersvoortgang worden niet opgeslagen tijdens het kopiëren van cursusmaterialen in een nieuwe cursus of een bestaande cursus. Deze worden ook niet opgeslagen tijdens exporteren en importeren.


Pagina 96 van 425



CRITERIA VOOR ADAPTIEVE INHOUD Informatie over criteria voor adaptieve inhoud Criteria zijn de onderdelen die een regel voor adaptieve inhoud bepalen. Cursusleiders kunnen een of meer criteria toepassen op elke regel. Een regel kan bijvoorbeeld inhoud beschikbaar maken vanaf een specifieke datum, terwijl een aan andere regel, met meerdere criteria, inhoud beschikbaar kan maken voor een cursusgroep vanaf een specifieke datum. Er zijn verschillende typen criteria beschikbaar voor cursusleiders. Hierna volgt een korte beschrijving van elk beschikbaar criterium. C RITERI A

B ESCHRIJVIN G

Datum/tijd

Weergave van inhoud gebaseerd op datum of tijd. Beschikbare opties:

•

vanaf een specifieke datum

•

Tot een specifieke datum

•

Vanaf een specifieke datum en tot een specifieke datum

Gebruikersnaam

Weergave van inhoud voor een of meer gebruikers.

Groep

Weergave van inhoud voor leden van een of meer groepen in een cursus.

Cijferlijst: item met ten minste een poging

Weergave van inhoud gebaseerd op een vastgelegde poging door de gebruiker. De gebruiker heeft bijvoorbeeld een toets voltooid of er is een cijfer ingevoerd voor een opdracht.

Cijferlijst: Item met een specifieke score

Weergave van inhoud gebaseerd op een vereiste score. Beschikbare opties:

•

kleiner dan of gelijk aan

•

groter dan of gelijk aan

•

gelijk aan

Cijferlijst: Item met een score tussen X en Y

Weergave van inhoud gebaseerd op een reeks scores. Bijvoorbeeld een student die een score behaald tussen 85 en 100 voor een tentamen.

Doorneemstatus van een item

Weergave van inhoud voor de gebruiker alleen nadat een bijbehorende items is gemarkeerd als Doorgenomen door de gebruiker.

Informatie over datumcriteria Met behulp van datumcriteria kan inhoud worden weergegeven op basis van datum en tijd. Inhoud kan worden weergegeven vanaf een specifieke datum, tot een specifieke datum of vanaf een specifieke datum en tot een specifieke datum. De cursusleider kan bijvoorbeeld datumcriteria gebruiken om collegeaantekeningen vrij te geven nadat het college is gegeven of om een bepaalde groep, bijvoorbeeld studenten met leerproblemen, meer tijd te bieden om inhoud te benaderen dan andere groepen.


Pagina 97 van 425



Datums voor beschikbaarheid kunnen worden ingesteld wanneer het item is gemaakt of gewijzigd onder Opties of via een regel voor datumcriteria. De cursusleider kan ervoor kiezen de datumbeperkingen op de pagina Wijzigen en de regel voor datumcriteria te gebruiken. Het item kan bijvoorbeeld beschikbaar worden gesteld op de pagina Wijzigen van 1 december – 30 december. Het item kan daarna beschikbaar worden gesteld voor een kleine groep gebruikers van 1 december – 15 december en voor een andere kleine groep van 16 december – 30 december. OPMERKING: Wanneer de datum wordt gewijzigd van het item zelf, bijvoorbeeld op de pagina Item wijzigen, en er bestaan al datumcriteria, wordt een waarschuwing weergegeven. Dit is ook van toepassing wanneer de gebruiker probeert datumcriteria toe te voegen en een datum is ingesteld voor het item via de pagina Toevoegen of Wijzigen. Datumcriteria toevoegen aan een regel Datumcriteriavelden worden gevuld met dezelfde gegevens voor zowel standaardregels voor adaptieve inhoud als geavanceerde regels voor adaptieve inhoud. Cursusleiders kunnen extra criteria toevoegen aan een regel, naast datumcriteria, om de beschikbaarheid van een item verder te verfijnen. Volg de onderstaande stappen om datumcriteria toe te voegen aan een geavanceerde regel voor adaptieve inhoud. 1.


2.


3.


4.

Selecteer Regel toevoegen op de actiebalk om een nieuwe regel toe te voegen. De pagina Regel toevoegen wordt weergegeven. Voer een naam in voor de regel en klik op Verzenden. De criteria kunnen ook worden toegevoegd aan een bestaande regel. Selecteer hiertoe Wijzigen naast een regel op de pagina Adaptieve inhoud.

5.

Datum selecteren op de actiebalk. De pagina Datum wordt weergegeven.

D ATUMCRI TERIUM

I NSTELLING

Item weergeven vanaf een specifieke datum

Schakel het selectievakje naast Weergeven vanaf in. Selecteer een datum en een tijd in de keuzelijsten. Het item wordt weergegeven vanaf deze datum en tijd.

Item weergeven tot een specifieke datum

Schakel het selectievakje naast Weergeven tot in. Selecteer een datum en een tijd in de keuzelijsten. Het item wordt weergegeven tot deze datum en tijd.

Item weergeven vanaf een specifieke datum en tot een specifieke datum

Schakel het selectievakje naast Weergeven vanaf en Weergeven tot in. Selecteer een datum en een tijd in de keuzelijsten. Het item wordt weergegeven gedurende de periode tussen deze datums en tijden.

Informatie over lidmaatschapscriteria Met behulp van lidmaatschapscriteria kan inhoud worden weergegeven op basis van gebruikersnaam en cursusgroep. De cursusleider kan criteria instellen die een of beide van deze opties gebruiken, hij of zij kan dit item beschikbaar maken voor een cursusgroep of voor een cursusgroep en andere specifieke personen.


Pagina 98 van 425



Inhoud beschikbaar maken voor specifieke gebruikers Lidmaatschapscriteria zijn nuttig om inhoud beschikbaar te maken voor een bepaalde gebruiker. Wanneer bijvoorbeeld een student een manier aanvraagt om meer punten te behalen, kan de cursusleider hiermee akkoord gaan, maar ertoe besluiten deze optie niet beschikbaar te maken voor de gehele cursus. De cursusleider maakt een inhoudsitem voor extra punten en geeft deze alleen vrij voor die ene student met behulp van lidmaatschapscriteria. Inhoud beschikbaar maken voor groepen Lidmaatschapscriteria kunnen worden gebruikt om inhoud te beheren voor groepen binnen een cursus. Een klas kan bijvoorbeeld zijn opgedeeld in drie groepen en elke groep heeft een andere opdracht. Zij moeten het onderwerp leren en vervolgens het materiaal presenteren aan de gehele klas. De cursusleider heeft materialen voor elke groep. De cursusleider laadt het materiaal voor groep 1 als inhoudsitems en geeft dit alleen vrij voor groep 1. Daarna laadt de cursusleider het materiaal voor groep 2 als inhoudsitems en geeft dit alleen vrij voor groep 2. Ditzelfde wordt gedaan voor groep 3. Wanneer een groep het materiaal aan de klas presenteert, kan de cursusleider de regel wijzigen voor dat materiaal, zodat het beschikbaar wordt gemaakt voor de gehele klas. (Wanneer de cursusleider de datum van de presentatie van tevoren weet, kan hij of zij de datumcriteria gebruiken om de inhoud beschikbaar te maken voor de gehele klas.) Lidmaatschapscriteria toevoegen aan een regel Lidmaatschapscriteriavelden worden gevuld met dezelfde gegevens voor zowel standaardregels voor adaptieve inhoud als geavanceerde regels voor adaptieve inhoud. Cursusleiders kunnen extra criteria toevoegen aan een regel, naast lidmaatschapscriteria, om de beschikbaarheid van een item verder te verfijnen. Volg de onderstaande stappen om lidmaatschapscriteria toe te voegen aan een geavanceerde regel voor adaptieve inhoud. 1.


2.


3.


4.


5.

Lidmaatschap selecteren op de actiebalk. De pagina Lidmaatschap wordt weergegeven.

L IDMAATSCH APSCRI TERIUM I NSTELLING Inhoud beschikbaar maken voor specifieke gebruikers

Voer in het veld Gebruikersnaam een of meer gebruikersnamen in, gescheiden door komma's of klik op Bladeren om namen te zoeken. Zoek via het zoekvenster naar gebruikersnamen en selecteer deze om ze toe te voegen aan het veld. Geselecteerde gebruikersnamen worden onderin weergegeven.

Inhoud beschikbaar maken voor groepen

Alle groepen in de cursus worden weergegeven in Beschikbare cursusgroepen, zelfs de groepen die niet beschikbaar zijn. Gebruik de pijlen om groepen te verplaatsen van het veld Beschikbare cursusgroepen naar het veld Geselecteerde cursusgroepen. Inhoud wordt weergegeven voor alle groepen in het veld Geselecteerde cursusgroepen.


Pagina 99 van 425



Informatie over cijferlijstcriteria Met behulp van cijferlijstcriteria kan inhoud beschikbaar worden gemaakt op basis van itempoging en -score. Een aantal verschillende scorewaarden kan worden geselecteerd, zoals:

•

Een score groter dan een ingestelde waarde

•

Een score kleiner dan een ingestelde waarde

•

Een score gelijk aan een specifieke waarde

•

Een score die binnen een bereik van waarden valt

Inhoud beschikbaar maken op basis van cijferlijstpoging Cijferlijstcriteria zijn handig voor cursusleiders die inhoud zichtbaar willen maken afhankelijk van pogingen van studenten met betrekking tot beoordelingen of opdrachten. Een cursusleider kan een voorafgaande toets voorbereiden voor studenten waarmee ze zich kunnen voorbereiden op het eindtentamen. Op die manier kunnen studenten zichzelf testen voordat ze voorbereidingsmateriaal te zien krijgen, zodat ze kunnen nagaan hoeveel ze zich kunnen herinneren zonder extra studie. Met cijferlijstcriteria maakt de cursusleider voorbereidingsmaterialen, maar geeft deze alleen vrij voor studenten die de voorafgaande toets ten minste een keer hebben uitgevoerd. Een ander voorbeeld van een criterium op basis van poging zijn enquêtes. Sommige instellingen vereisen het gebruik van enquêtes voordat het eindtentamen wordt afgenomen. In dit geval kan de cursusleider het eindtentamenitem beschikbaar maken nadat de enquête ten minste een keer is uitgevoerd. Inhoud beschikbaar maken op basis van cijferlijstscore Cijferlijstcriteria kunnen worden gebruikt om inhoud beschikbaar te maken op basis van de score van een student. Bij veel cursussen, zoals een cursus vreemde talen, moeten de studenten een onderwerp leren voordat zij doorgaan met een volgend onderwerp. Wanneer een cursusleider geavanceerde werkwoordvervoegingen wil bespreken maar wil dat studenten eerst de opdracht met betrekking tot standaardwerkwoordvervoegingen hebben behaald, moet hij of zij een regel maken zodat alleen studenten die ten minste een score van 70 hebben behaald voor die opdracht het materiaal met betrekking tot geavanceerde werkwoordvervoegingen te zien krijgen. Cursusleiders kunnen ook een bereik van waarden instellen voor inhoudsvrijgave, zodat een item bijvoorbeeld alleen beschikbaar wordt gemaakt voor gebruikers die een score hebben behaald tussen 70 en 80 en enige extra hulp nodig hebben, maar minder hulp dan gebruikers met een score lager dan 70. In dit geval maakt de cursusleider twee inhoudsitems en stelt het ene item beschikbaar voor studenten met een score binnen het bereik 70-80 en het andere voor studenten met een score lager dan 70. Cijferlijstcriteria toevoegen aan een regel Cijferlijstcriteria worden gevuld met dezelfde gegevens voor zowel standaardregels voor adaptieve inhoud als geavanceerde regels voor adaptieve inhoud. Cursusleiders kunnen extra criteria toevoegen aan een regel, naast cijferlijstcriteria, om de beschikbaarheid van een item verder te verfijnen.


Pagina 100 van 425



TIP: er kan slechts een cijferlijstitem worden geselecteerd voor elk cijferlijstcriterium. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk een criterium te gebruiken om een item zichtbaar te maken op basis van de score voor twee verschillende cijferlijstitems. Er kunnen wel meerdere cijferlijstcriteria worden toegevoegd aan een enkele geavanceerde regel voor adaptieve inhoud. De cursusleider kan een criterium instellen voor het beschikbaar maken van Project A nadat Toets 1 is voltooid, en een ander criterium in dezelfde regel om Project A beschikbaar te maken nadat Toets 2 is voltooid. In dit voorbeeld kunnen alleen studenten die Toets 1 en Toets 2 hebben voltooid Project A bekijken.

Volg de onderstaande stappen om cijferlijstcriteria toe te voegen aan een geavanceerde regel voor adaptieve inhoud. 1.


2.


3.


4.


5.

Selecteer Cijferlijstitem op de actiebalk. De pagina Cijferlijstitem wordt weergegeven.

6.

Selecteer het cijferlijstitem waarop dit criterium wordt gebaseerd in de keuzelijst Selecteer cijferlijstitem. Er mag slechts een item worden geselecteerd.

C IJFE RLI JSTC RITER IUM

I NSTELLING

Inhoud beschikbaar maken op basis van cijferlijstpoging

Selecteer de optie Item heeft tenminste een poging.

Inhoud beschikbaar maken op basis van kleiner dan, groter dan of gelijk aan score

Gebruik de opties in de keuzelijst Score om Kleiner dan, Groter dan, of Gelijk aan te selecteren. Voer in het veld voor de score een waarde in waarop dit criterium wordt gebaseerd. Voer een geheel getal in.

Inhoud beschikbaar maken op basis van een score binnen een bereik van waarden

Selecteer de optie Score tussen _ en _. Voer het bereik van waarden in de velden in.

Informatie over doorneemstatuscriteria Met behulp van doorneemstatuscriteria kan inhoud beschikbaar worden gemaakt op basis van het doornemen van een specifiek inhoudsitem door de student. De cursusleider kan bijvoorbeeld criteria instellen waarmee Opdracht 1 alleen beschikbaar wordt gemaakt nadat studenten Huiswerk 1 hebben gemarkeerd als Doorgenomen. Doorneemstatuscriteria toevoegen aan een regel Doorneemstatuscriteria worden gevuld met dezelfde gegevens voor zowel standaardregels voor adaptieve inhoud als geavanceerde regels voor adaptieve inhoud. Cursusleiders kunnen extra criteria toevoegen aan een regel, naast doorneemstatuscriteria, om de beschikbaarheid van een


Pagina 101 van 425



item verder te verfijnen. Doorneemstatus kan worden toegepast op een leereenheid maar niet op afzonderlijke bestanden binnen een leereenheid. Volg de onderstaande stappen om doorneemstatuscriteria toe te voegen aan een geavanceerde regel voor adaptieve inhoud. 1.


2.


3.


4.


5.

Selecteer Doorneemstatus op de actiebalk. De pagina Doorneemstatus wordt weergegeven.

6.

Selecteer Bladeren om het cursusoverzicht te openen. Klik op een item in het cursusoverzicht om dit te selecteren voor doorneemstatuscriteria. Doorneemstatus wordt ingeschakeld voor het item. Gebruikers moeten het item markeren als Doorgenomen voordat de inhoud in deze regel beschikbaar wordt gemaakt.


Pagina 102 van 425



DOORNEEMSTATUS Informatie over de doorneemstatus Met de tool Doorneemstatus kan de cursusleider het door een gebruiker doornemen van specifieke inhoudsitems volgen. Zodra de cursusleider de tool inschakelt voor een item, volgt elke student zijn of haar voortgang. De knop Markeren als doorgenomen wordt weergegeven bij het item wanneer de gebruiker het inhoudsgebied opent. Nadat het item is doorgenomen, kan de student op deze knop klikken om het item te markeren als Doorgenomen. De cursusleider kan de status van door studenten al dan niet doorgenomen items controleren via de pagina Gebruikersvoortgang. Als de systeembeheerder de tool Doorneemstatus heeft ingeschakeld, is deze optie standaard in alle cursussen ingeschakeld. Doorneemstatus uitschakelen binnen een cursus Wanneer de tool Doorneemstatus is uitgeschakeld op beheerders- of cursusniveau, verdwijnen de Doorneemstatuskoppelingen op de pagina Beheren, alsmede de knoppen Doornemen en Markeren als doorgenomen op de cursuspagina. Wanneer de tool later opnieuw wordt ingeschakeld, worden de koppelingen en knoppen opnieuw weergegeven en worden de gegevens met betrekking tot Doorneemstatus (zoals de voortgang van een individuele gebruiker) hersteld. Volg de onderstaande stappen om Doorneemstatus uit te schakelen binnen een cursus. 1.

Selecteer Tools beheren onder Cursusopties in het configuratiescherm.

2.

Selecteer Toolbeschikbaarheid op de Toolbeschikbaarheid wordt weergegeven.

3.

Het selectievakje naast Doorneemstatus bevat een vinkje. Klik op dit selectievakje om het uit te schakelen (het vinkje verdwijnt). Klik op Verzenden.

pagina

Tools

beheren.

De

pagina

Doorneemstatus inschakelen voor een item Wanneer Doorneemstatus is ingeschakeld voor een item, wordt de knop Markeren als doorgenomen weergegeven naast het item wanneer het inhoudsgebied wordt geopend door de gebruiker. De gebruiker kan met de knop het item markeren als Doorgenomen. Volg de onderstaande stappen om Doorneemstatus in te schakelen voor een item binnen een cursus. 1.

Open het inhoudsgebied met het item via het configuratiescherm.

2.


3.

Selecteer Doorneemstatus. De pagina Doorneemstatus wordt weergegeven.

4.

Selecteer Inschakelen en klik op Verzenden. De nieuwe status wordt weergegeven op de pagina Beheren onder de koppeling Doorneemstatus.

Status weergeven van door gebruiker doorgenomen items Zodra Doorneemstatus is ingeschakeld voor een item, kan de cursusleider de status van door studenten al dan niet doorgenomen items controleren via de pagina Gebruikersvoortgang of via Prestatieoverzicht. Op beide pagina’s wordt aangegeven of een student een item heeft gemarkeerd als Doorgenomen.


Pagina 103 van 425



Via de pagina Gebruikersvoortgang kan de cursusleider de doorneemstatus zien van het item voor alle gebruikers in de cursus. Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikersvoortgang te openen. 1.

Open het inhoudsgebied met het item dat u wilt controleren via het configuratiescherm.

2.


3.

Selecteer Doorneemstatus: gebruikersvoortgang. Er wordt een selectievakje weergegeven in de kolom Doorgenomen naast elke gebruiker die het item heeft gemarkeerd als Doorgenomen. De tijd en datum dat het item werd doorgenomen, wordt weergegeven.

Via Prestatieoverzicht kan de cursusleider de doorneemstatus bekijken van alle momenteel beschikbare items voor een individuele gebruiker in de cursus. Volg de onderstaande stappen om de status van het item weer te geven in Prestatieoverzicht. 1.

Selecteer Prestatieoverzicht onder Beoordeling in het configuratiescherm. Het prestatieoverzicht wordt weergegeven.

2.

Selecteer het nummer onder de kolom Doorneemstatus naast de gewenste gebruiker. De pagina Doorneemstatus voor deze gebruiker wordt weergegeven. De cursusleider kan de doorneemstatus voor elk item met Doorneemstatus ingeschakeld controleren, via een regel voor adaptieve inhoud of de optie Doorneemstatus. OF Klik op het pictogram Adaptieve inhoud om het cursusoverzicht te openen. In het overzicht wordt de doorneemstatus voor alle items in de cursus voor die gebruiker weergegeven. OPMERKING: wanneer de gebruiker de status van een afzonderlijk item wijzigt van Doorgenomen in Markeren als doorgenomen, worden alle records van de vorige status gewist. De cursusleider wordt niet op de hoogte gebracht van de wijziging, hij of zij kan dit alleen nagaan via de pagina Gebruikersvoortgang of het prestatieoverzicht.

Doorneemstatus tijdens kopiëren, archiveren en exporteren van een cursus De instellingen voor doorneemstatus en gebruikersstatus worden alleen opgenomen in een kopie van een gehele cursus met gebruikers en tijdens archiveren en herstellen. De instellingen voor doorneemstatus en gebruikersstatus worden niet opgeslagen tijdens het kopiëren van cursusmaterialen in een nieuwe cursus of een bestaande cursus. Dit is ook van toepassing op exporteren en importeren.


Pagina 104 van 425



GEBRUIKERSVOORTGANG Informatie over gebruikersvoortgang Via de pagina Gebruikersvoortgang kunt u de beschikbaarheid controleren en de status weergeven voor een specifiek inhoudsitem. Deze pagina is alleen beschikbaar wanneer adaptieve inhoud of doorneemstatus is ingeschakeld. De cursusleider kan via deze pagina alle gebruikers in de cursus, de beschikbaarheid van het item, hun doorneemstatus en de datum en tijd waarop het item was doorgenomen weergeven. Wanneer regels zijn gemaakt voor adaptieve inhoud, wordt ook een regeloverzicht weergegeven. Gebruikersvoortgang weergeven De pagina Gebruikersvoortgang geeft alle gebruikers weer die zijn ingeschreven voor een cursus. Via een koppeling boven aan de pagina kan de cursusleider regels weergeven en wijzigen voor dit item. Alle kolommen met unieke gegevens in de lijst kunnen worden gesorteerd. Hierin worden de voornaam, achternaam, gebruikersnaam en rol van elke gebruiker vermeld. Bovendien wordt aangegeven of het item zichtbaar is voor de gebruiker. Wanneer het item zichtbaar is voor de gebruiker, wordt in de kolom een geopend oog weergegeven. Wanneer het item niet zichtbaar is voor de gebruiker, wordt een gesloten oog weergegeven. Tevens wordt de doorneemstatus weergegeven op de pagina, samen met de datum waarop het item is doorgenomen. Deze kolom wordt alleen weergegeven als de doorneemstatus is ingeschakeld voor het item, via de optie Doorneemstatus of via een regel voor adaptieve inhoud.


Pagina 105 van 425



PRESTATIEOVERZICHT Informatie over het prestatieoverzicht De tool Prestatieoverzicht biedt een overzichtsvenster met alle typen gebruikersactiviteiten in een cursus of organisatie. Alle gebruikers die voor de cursus zijn ingeschreven, worden weergegeven met relevante informatie over de voortgang en de activiteiten van de gebruiker in de cursus. Prestatieoverzicht inschakelen Als de systeembeheerder deze tool beschikbaar heeft gemaakt, is deze toegankelijk via Prestatieoverzicht in het gedeelte Beoordeling van het configuratiescherm. Prestatieoverzicht weergeven Beheerders moeten het prestatieoverzicht inschakelen voordat het in cursussen wordt weergegeven. Als de beheerder het prestatieoverzicht heeft ingeschakeld, wordt het standaard ingeschakeld in alle cursussen. U kunt het prestatieoverzicht openen via het gebied Beoordeling van het configuratiescherm. Deze pagina bevat de volgende informatie •

Achternaam

•

Voornaam

•

Gebruikersnaam

•

Rol

•

Laatste aanmelding

•

Aantal dagen sinds laatste aanmelding

•

Doorneemstatus (wordt alleen weergegeven wanneer deze tool is ingeschakeld). Geeft weer hoeveel items zijn doorgenomen. Mogelijk wordt een gedetailleerde weergave van items in een nieuw venster weergegeven.

•

Vroege waarschuwing - Geeft informatie weer over het aantal waarschuwingen en het totaal aantal regels dat een waarschuwing kan activeren. Wanneer op de gegevens in deze kolom wordt geklikt, wordt het systeem voor vroege waarschuwing geopend. Deze kolom wordt alleen weergegeven als de tool beschikbaar is in de cursus.

•

Adaptieve inhoud (wordt alleen weergegeven wanneer deze tool is ingeschakeld). U kunt een overzicht van het studentenpad openen in een nieuw venster.

•

Discussieruimte (wordt alleen weergegeven wanneer deze tool is ingeschakeld). Bevat koppelingen naar opmerkingen in de discussieruimte.

•

Cijfers weergeven - wordt alleen weergegeven wanneer de cijferlijst is ingeschakeld. Deze optie bevat koppelingen naar de pagina Gebruikercijfers weergeven: [gebruikersnaam].

Gebruikers kunnen op Afdrukken klikken om de pagina in een nieuw venster te openen dat kan worden afgedrukt. U kunt alle toepasselijke kolommen sorteren.


Pagina 106 van 425



Informatie over de indicator voor de doorneemstatus De cijfers in de kolom Doorneemstatus van het prestatieoverzicht geven het aantal items aan dat de student als doorgenomen heeft gemarkeerd. Met regels voor adaptieve inhoud in een cursus kunnen meerdere sporen worden gemaakt die een student kan volgen. Hierdoor geldt voor elke student mogelijk andere vereisten voor het markeren van bepaalde items in de cursus als Doorgenomen. Items in het spoor van een student kunnen op elk moment in een cursus al dan niet zichtbaar zijn voor de student. Het prestatieoverzicht bevat een actuele weergave van de beschikbaarheid van elk item en de voortgang van de student wat betreft het doornemen van items. De indicator voor de doorneemstatus bevat een koppeling naar een lijst met items die voor de cursusgebruiker wordt weergegeven als Doorgenomen en Markeren als doorgenomen in de cursus. De kolom Doorneemstatus is alleen zichtbaar als de tool Doorneemstatus is ingeschakeld voor de cursus. Koppelen naar adaptieve inhoud Met de indicator voor adaptieve inhoud in het prestatieoverzicht kunt u voor elke gebruiker een cursusoverzicht openen, dat elk item in de cursus bevat. Met symbolen wordt voor elk item in het cursusoverzicht aangegeven of het item zichtbaar is voor de cursusgebruiker. Tevens wordt de doorneemstatus weergegeven als dit voor een item is vereist. S YMBO LEN

VO OR AD AP TIEVE INHOUD EN DOO RNEEMSTATU S :

Zichtbaar - Dit item is zichtbaar voor de cursusgebruiker. Onzichtbaar - Dit item is niet zichtbaar voor de cursusgebruiker. Doorgenomen - Dit item is door de cursusgebruiker gemarkeerd als doorgenomen. Markeren als doorgenomen - Dit item wordt voor de cursusgebruiker weergegeven als Markeren als doorgenomen.

De kolom Adaptieve inhoud is alleen zichtbaar als de tool Adaptieve inhoud is ingeschakeld voor de cursus.


Pagina 107 van 425



STATISTIEKENTRACERING Informatie over statistiekentracering Met behulp van statistiekentracering op inhoudsitemniveau kunnen cursusleiders gedetailleerde statistieken weergeven over inhoudsitemgebruik voor alle cursusgebruikers. Naast de informatie over beschikbaarheid en doorneemstatus op de pagina Gebruikersvoortgang, kunnen cursusleiders aan de hand van deze gedetailleerde statistieken bepalen hoe vaak het specifieke inhoudsitem is bekeken en wanneer. Selecteer Beheren naast een item in een inhoudsgebied om statistiekentracering in te schakelen, uit te schakelen en weer te geven. Statistiekentracering staat los van cursusstatistieken die worden geopend via het configuratiescherm. Cursusstatistieken bieden informatie over de toegang tot inhoudsgebieden, terwijl via statistiekentracering de toegang per item wordt weergegeven voor een inhoudsitem. Statistiekentracering in- of uitschakelen De cursusleider kan statistiekentracering inschakelen via de pagina Beheren van een inhoudsitem. 1.

Selecteer Beheren naast een item in het inhoudsgebied. De huidige status wordt weergegeven op de pagina.

2.

Selecteer Statistiekentracering. De pagina Statistiekentracering wordt weergegeven.

3.

Selecteer Tracering inschakelen/uitschakelen.

4.

Selecteer Inschakelen om tracering in te schakelen.

Wanneer u statistiekentracering wilt uitschakelen, volgt u de bovenstaande stappen. Selecteer in stap 3 Uitschakelen op de pagina Tracering inschakelen/uitschakelen. OPMERKING: statistieken worden alleen opgeslagen in de database wanneer statistiekentracering is ingeschakeld. Wanneer statistiekentracering wordt ingeschakeld nadat enkele gebruikers het inhoudsitem hebben benaderd, kan de record van hun toegang niet worden hersteld. Er worden alleen gegevens weergegeven voor die gebruikers die het inhoudsitem hebben benaderd nadat statistiekentracering is ingeschakeld.

Statistieken weergegeven voor een inhoudsitem Wanneer statistiekentracering is ingeschakeld, is de koppeling Statistieken weergeven actief op de pagina Statistiekentracering. (Deze koppeling wordt weergegeven maar is niet actief wanneer statistiekentracering niet is ingeschakeld voor het inhoudsitem.) Volg de onderstaande stappen om statistieken weer te geven voor een inhoudsitem. 1.

Selecteer Beheren naast een item in het inhoudsgebied. De huidige status wordt weergegeven op de pagina.

2.

Selecteer Statistiekentracering. De pagina Statistiekentracering wordt weergegeven.

3.

Selecteer Statistieken weergeven op de pagina Statistiekentracering.

4.

Selecteer de tijdsperiode voor het rapport.


Pagina 108 van 425



5.

Selecteer het gewenste gebruikersfilter: Alle gebruikers of Geselecteerde gebruikers. Druk op CTRL om meerdere gebruikers te selecteren in de lijst.

6.

Selecteer Verzenden om het rapport uit te voeren.

Het rapport is opgedeeld in drie gedeelten met gegevens: toegang op datum, toegang op tijdstip en toegang op dag van de week. Het gedeelte Toegang/datum bevat informatie over alle ingeschreven gebruikers. Toegangsinformatie voor gasten en niet ingeschreven gebruikers (eerder ingeschreven gebruikers die zijn verwijderd uit de cursus) worden weergegeven als gebruiker Gast. De toegang tot inhoudsitems door waarnemers wordt niet bijgehouden. Rapport wijzigen, afdrukken en exporteren Selecteer Filter wijzigen om de rapportquery te wijzigen (meer gebruikers toevoegen, gebruikers verwijderen of datumbereik wijzigen). Wijzig de geselecteerde tijdsperiode en/of gebruikers en selecteer vervolgens Verzenden om het rapport uit te voeren. Selecteer Afdrukken om het rapport naar een printer te verzenden. Het rapport wordt exact zo afgedrukt als het wordt weergegeven op het scherm. Selecteer Gegevens exporteren om de rapportgegevens te exporteren voor verdere gegevensanalyse. Sla de gegevens op via het pop-upvenster Bestand downloaden dat wordt weergegeven. Het csv-bestand (door komma’s gescheiden waarden) kan nu worden geopend in een programma voor statistische analyse (zoals Microsoft Excel).


Pagina 109 van 425



CURSUSTOOLS MEDEDELINGEN Overzicht Mededelingen bevatten tijdgevoelige informatie die van essentieel belang is voor het succes van een cursus. De cursusleider kan mededelingen toevoegen, wijzigen en verwijderen via de pagina Mededelingen. Dit is een ideale plek voor het posten van materiaal met tijdsbeperkingen zoals:

•

Datum/tijd waarop beoordelingen moeten worden ingeleverd

•

Wijzigingen in de syllabus

•

Correcties/uitleg van materiaal

•

Tentamenschema’s

Wanneer cursusleiders een mededeling toevoegen, kunnen zij de mededeling ook als e-mailbericht verzenden aan studenten in de cursus. Met deze optie zorgt u dat studenten de mededeling ontvangen, ook al melden zij zich niet aan bij de cursus. Locatie van pagina Klik op Mededelingen onder Cursustools in het configuratiescherm om de pagina Mededelingen te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. H AN DELIN G . . .

K LIK

Mededeling toevoegen

Mededeling toevoegen. De pagina Mededeling toevoegen wordt weergegeven.

Mededelingen weergeven voor een andere periode

een tabblad voor het weergeven van gebeurtenissen voor vandaag, de laatste 30 dagen, de laatste 7 dagen of alle mededelingen. De standaardwaarde is Laatste 7 dagen.

Mededeling wijzigen

Wijzigen. De pagina Mededeling wijzigen wordt weergegeven.

Mededeling verwijderen

Verwijderen. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Wanneer u een mededeling verwijdert, kunt u dit niet ongedaan maken.


OP

...

Pagina 110 van 425



MEDEDELING TOEVOEGEN OF WIJZIGEN Overzicht De pagina Mededeling toevoegen wordt gebruikt om mededelingen toe te voegen aan de cursus. De mededelingen worden weergegeven in de volgorde waarop ze worden gepost, met de meest recente mededeling eerst. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Mededeling toevoegen te openen. Klik op Mededelingen onder Cursustools in het configuratiescherm. Klik op Mededeling toevoegen of Mededeling wijzigen. Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina's Mededeling toevoegen en Mededeling wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Mededelingsgegevens Onderwerp

Voer een onderwerp in voor de mededeling. Dit wordt de titel van de mededeling.

Bericht

Voer de mededeling in door deze direct in het veld te typen of door de tekst uit een ander document te kopiëren en te plakken.

Opties Permanente mededeling

Selecteer Ja om een permanente mededeling te maken. De mededeling wordt automatisch weergegeven vanaf het moment dat deze is gemaakt. Er is geen einddatum voor deze mededeling, tenzij u de optie Weergeven tot selecteert.


Gebruik deze opties om een mededeling gedurende een bepaalde tijd weer te geven. Selecteer de datum waarop de mededeling begint bij Weergeven vanaf en de datum waarop de mededeling eindigt bij Weergeven tot.

Cursuskoppeling Locatie

Klik op Bladeren om inhoud in de cursus te zoeken die moet worden gekoppeld aan de mededeling. Wanneer de koppeling verwijst naar een inhoudsitem dat niet beschikbaar is, wordt de koppeling pas weergegeven in de mededeling nadat de inhoud beschikbaar is gemaakt. Wanneer u inhoud verwijdert, wordt de koppeling naar de inhoud in de mededeling ook verwijderd, maar de mededeling zelf blijft staan.


Pagina 111 van 425



E-mailmededeling

Selecteer deze optie om een e-mailbericht met de inhoud van de mededelingen te verzenden naar alle cursusgebruikers. Met deze optie zorgt u dat alle gebruikers zich bewust zijn van de mededeling, ook al melden zij zich niet aan bij de cursus.


Pagina 112 van 425



DOCENTENINFORMATIE Overzicht Via de pagina Docenteninformatie kunnen cursusleiders informatie posten over zichzelf, onderwijsassistenten, gastsprekers en andere cursusleiders. De pagina biedt gebruikers een plek waar zij namen, e-mailadressen, kantooruren en foto’s kunnen bekijken. Locatie van pagina Klik op Docenteninformatie onder Cursustools in het configuratiescherm om de pagina Docenteninformatie te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. H AN DELIN G . . .

K LIK

Docentenprofiel toevoegen

Profiel toevoegen. De pagina Profiel toevoegen wordt weergegeven.

Nieuwe map toevoegen

Map toevoegen. De pagina Map toevoegen wordt weergegeven.

Profiel wijzigen

Wijzigen. De pagina Profiel wijzigen wordt weergegeven.

Map wijzigen

Wijzigen. De pagina Map wijzigen wordt weergegeven.

Item of map verwijderen

Verwijderen. U krijgt een waarschuwing. Wanneer u een docentenprofiel of map hebt verwijderd, kunt u dit niet ongedaan maken.

Profielen sorteren

de vervolgkeuzepijl en selecteer een cijfer. De items worden weergegeven op de pagina Docenteninformatie in de geselecteerde volgorde.

OP

...


Pagina 113 van 425



PROFIEL TOEVOEGEN OF WIJZIGEN Overzicht Docentenprofielen kunnen worden toegevoegd of gewijzigd via de pagina Profiel toevoegen of Profiel wijzigen. De velden op de pagina Profiel toevoegen en de pagina Profiel wijzigen zijn hetzelfde. De pagina Profiel toevoegen wordt geopend met lege velden terwijl de pagina Profiel wijzigen wordt geopend met een profiel met inhoud. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Profiel toevoegen te openen. 1.

Klik op Docenteninformatie onder Cursustools in het configuratiescherm.

2.

Klik op Profiel toevoegen. Klik op Profiel wijzigen om een profiel te wijzigen.

Velden In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina’s Profiel toevoegen en Profiel wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Profielinformatie Titel

Voer de titel van de docent in. Deze titel wordt vóór de voornaam weergegeven.

Voornaam

Voer de voornaam in.

Achternaam

Voer de achternaam in.

E-mailadres

Voer het e-mailadres in.

Telefoon werk

Voer een telefoonnummer (werk) in.

Kantoorlocatie

Voer de kantoorlocatie in.

Kantooruren

Voer de kantooruren in.

Aantekeningen

Voer eventuele extra informatie over de docent in.

Opties Profiel beschikbaar maken

Selecteer Ja of Nee om het profiel al dan niet beschikbaar te maken voor studenten. Wanneer u Nee selecteert, kunnen studenten de informatie die op deze pagina wordt ingevoerd niet zien.

Huidige afbeelding

De afbeelding die wordt weergegeven bij het docentenprofiel.


Voer het pad in naar een afbeeldingsbestand met een foto van de docent of klik op Bladeren om te zoeken naar een bestand. Deze afbeelding wordt ingevoegd naast het docentenprofiel op de pagina Docenteninformatie.


Pagina 114 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G

Persoonlijke koppeling

Voer de URL in voor de homepagina van de docent. Voeg een URL toe als http://www.sitenaam.com, niet als www.sitenaam.com of sitenaam.com. Deze koppeling wordt weergegeven bij het docentenprofiel op de pagina Docenteninformatie.


Pagina 115 van 425



AGENDA Overzicht Cursusleiders kunnen de agenda gebruiken om belangrijke gebeurtenissen met betrekking tot de cursus aan te geven. De datums en gebeurtenissen die in de agenda worden weergegeven, gelden voor alle gebruikers in de cursus. Enkele items die cursusleiders in de agenda kunnen opnemen, zijn:

•

Sectievergaderingen

•

Inleverdatums van opdrachten

•

Tentamens

•

Gastsprekers

Locatie van pagina Klik op Cursusagenda in Cursustools om de pagina Agenda te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Agenda. H ANDE LIN G . . .

K LIK

OP

...

Gebeurtenis maken en toevoegen aan de agenda

Gebeurtenis toevoegen. De pagina Agendagebeurtenis toevoegen wordt weergegeven.

Gebeurtenissen weergeven voor een specifieke datum of tijd

Sneltoegang. De pagina Sneltoegang wordt weergegeven. Selecteer een datum en een tijd. De gebeurtenissen voor die tijd worden direct weergegeven.

Gebeurtenissen weergeven op dag, week of maand

het bijbehorende tabblad om gebeurtenissen weer te geven voor de huidige dag, week, maand of jaar.

Gebeurtenissen in het verleden of in de toekomst weergeven

de pijl-rechts om gebeurtenissen in de toekomst weer te geven; klik op de pijl-links om gebeurtenissen in het verleden weer te geven.

Gebeurtenisgegevens weergeven

de agendagebeurtenis om gegevens zoals datum, tijd en categorie weer te geven.

Gebeurtenis wijzigen

Wijzigen voor een gebeurtenis om wijzigingen door te voeren.

Gebeurtenis verwijderen

Verwijderen bij een gebeurtenis om deze te verwijderen uit de agenda. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt.


Pagina 116 van 425



AGENDAGEBEURTENIS TOEVOEGEN OF WIJZIGEN Overzicht Gebeurtenissen kunnen worden toegevoegd of gewijzigd via de pagina Agendagebeurtenis toevoegen of de pagina Agendagebeurtenis wijzigen. De velden op de pagina Agendagebeurtenis toevoegen en de pagina Agendagebeurtenis wijzigen zijn hetzelfde. Op de pagina Agendagebeurtenis toevoegen worden lege velden weergegeven. Op de pagina Agendagebeurtenis wijzigen wordt een gebeurtenis met inhoud weergegeven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Agendagebeurtenis toevoegen te openen. 1.

Klik op Cursusagenda onder Cursustools in het configuratiescherm.

2.

Klik op Gebeurtenis toevoegen op de pagina Agenda. Wanneer u een gebeurtenis wilt wijzigen, klikt u op Wijzigen naast een gebeurtenis. De pagina Gebeurtenis wijzigen wordt weergegeven.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Gebeurtenis toevoegen en de pagina Gebeurtenis wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Informatie over de gebeurtenis Naam van gebeurtenis

Voer de titel van de gebeurtenis in. Deze titel wordt weergegeven op de pagina Agenda bij de datum en tijd die is opgegeven bij de velden Tijd van gebeurtenis en Datum van gebeurtenis.

Beschrijving van gebeurtenis (maximaal 4000 tekens)

Voer een beschrijving van de gebeurtenis in. Het maximum aantal tekens is 4000.

Tijd van gebeurtenis Datum van gebeurtenis

Selecteer de datum van de gebeurtenis in de keuzelijst of klik op het pictogram om een datum te selecteren in de agenda.

Begintijd

Selecteer in de keuzelijst de tijd waarop de gebeurtenis begint.

Eindtijd

Selecteer in de keuzelijst de tijd waarop de gebeurtenis eindigt.


Pagina 117 van 425



SNELTOEGANG NAAR AGENDA Overzicht Via de pagina Sneltoegang naar Agenda krijgen gebruikers toegang tot een maand, week of dag in de agenda. Sneltoegang naar Agenda is nuttig voor het bekijken van gebeurtenissen die maanden van tevoren zijn gepland. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Sneltoegang te openen. 1.

Klik op Cursusagenda onder Cursustools in het configuratiescherm.

2.

Klik op Sneltoegang op de pagina Agenda.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Sneltoegang naar agenda. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Sneltoegang naar Agenda Selecteer de gewenste datum.

Klik op de vervolgkeuzepijl en selecteer een agendadatum of klik op het pictogram om een datum te selecteren in de agenda. De pagina Agenda wordt weergegeven met de geselecteerde datum.

Selecteer het gewenste type weergave voor de opgegeven datum.

Selecteer een optie om het type agendaweergave aan te geven:

•

Maand. Geef de maand weer waarin de datum valt.

•

Week. Geef de week weer waarin de datum valt.

•

Dag. Geef alleen die datum weer.


Pagina 118 van 425



TAKEN Overzicht Via de pagina Taken kunt u projecten of activiteiten (taken) ordenen door de taakprioriteit te definiëren en de taakstatus bij te houden. Een gebruiker kan taken maken en deze vervolgens posten op de pagina Taken. Elke gebruiker kan persoonlijke taken op zijn of haar pagina posten, cursusleiders kunnen taken posten voor gebruikers die deelnemen aan hun cursussen en systeembeheerders kunnen taken posten op de pagina Taken van alle gebruikers. Taakinformatie wordt geordend in kolommen voor prioriteit, taaknaam, status en vervaldatum. Locatie van pagina Klik op Taken onder Cursustools in het configuratiescherm om de pagina Taken te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Taken. H AN DELIN G . . .

K LIK

Taak en details van de taak weergegeven

de taakkoppeling.

Taak maken en posten

Taak toevoegen om de pagina Taak toevoegen te openen. De pagina Taak toevoegen wordt weergegeven.

Taak wijzigen

Wijzigen om de pagina Taak wijzigen voor een bepaalde taak te openen. De pagina Taak wijzigen wordt weergegeven.

Taak verwijderen

Verwijderen om een taak te verwijderen. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt.

Sorteren

de koppeling boven aan de kolommen Prioriteit, Onderwerp of Vervaldatum.


OP

...

Pagina 119 van 425



TAAK TOEVOEGEN OF WIJZIGEN Overzicht Taken kunnen worden toegevoegd of gewijzigd via de pagina Taak toevoegen of de pagina Taak wijzigen. De velden op de pagina Taak toevoegen en de pagina Taak wijzigen zijn hetzelfde. De pagina Taak toevoegen wordt geopend met lege velden terwijl de pagina Taak wijzigen wordt geopend met een taak met inhoud. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Taak toevoegen of Taak wijzigen te openen. 1.

Klik op Taken onder Cursustools in het configuratiescherm.

2.

Klik op Taak toevoegen op de pagina Taken. Klik op Wijzigen om een taak te wijzigen. De pagina Taak wijzigen wordt weergegeven.

Velden In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina’s Taak toevoegen en Taak wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Taakinformatie Titel van taak

Voer de titel van de taak in.

Beschrijving

Voer een beschrijving van de taak in.

Einddatum

Selecteer de datum waarop de taak moet worden uitgevoerd in de keuzelijst of klik op het pictogram om een datum te selecteren in de agenda.

Taakopties Prioriteit

Selecteer een prioriteit. De opties zijn:

•

Laag (de taak wordt weergegeven met een blauwe pijlomlaag)

•

Normaal

•

Hoog (de taak wordt weergegeven met een rode pijl-omhoog)


Pagina 120 van 425



E-MAIL VERZENDEN Overzicht Cursusleiders kunnen via de pagina E-mail verzenden e-mailberichten verzenden naar personen die deelnemen aan de cursus. E-mailberichten kunnen worden verzonden naar individuele gebruikers of naar groepen gebruikers binnen een cursus, bijvoorbeeld naar alle onderwijsassistenten. Cursusleiders kunnen met de functie E-mail verzenden geen e-mailberichten verzenden naar anderen via internet. Locatie van pagina Klik op E-mail verzenden onder Cursustools in het configuratiescherm om de pagina E-mail verzenden te openen. Functies De pagina E-mail verzenden bevat de volgende functies. F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Alle gebruikers

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar alle gebruikers in een opgegeven cursus.

Alle studenten

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar alle gebruikers in de cursus.

Alle groepen

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar alle groepen in een opgegeven cursus.

Alle onderwijsassistenten

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar alle onderwijsassistenten in de cursus.

Alle cursusleiders

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar alle cursusleiders in de cursus.

Alle waarnemers

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar alle waarnemers in een opgegeven cursus.

Afzonderlijke/geselecteerde gebruiker(s)

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar een enkele gebruiker of geselecteerde gebruikers in de cursus.

Afzonderlijke/geselecteerde groep(en)

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar een enkele groep of geselecteerde groepen in de cursus.

Afzonderlijke/geselecteerde waarnemer(s)

Hiermee wordt een e-mailbericht verzonden naar een enkele waarnemer of geselecteerde waarnemers in de cursus.

E-MAIL OPSTELLEN EN VERZENDEN


Pagina 121 van 425



Overzicht Met de functie E-mail verzenden kunnen gebruikers een e-mailbericht verzenden naar klasgenoten, cursusleiders, onderwijsassistenten of groepen binnen een cursus. Opmerking: De ontvangers van e-mailberichten krijgen het e-mailadres van andere ontvangers niet te zien. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina E-mail verzenden - Bericht opstellen te openen. 1.

Klik op E-mail verzenden onder Cursustools in het configuratiescherm.

2.

Klik op een van de opties om de ontvangers te selecteren. De weergave Bericht opstellen wordt getoond.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina E-mail verzenden. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Berichtgegevens invoeren Aan

In dit veld worden de ontvangers weergegeven. Indien het emailbericht voor een bepaald publiek is bedoeld, wordt een interface weergegeven waarin u gebruikers kunt selecteren. Deze interface wordt niet weergegeven wanneer het e-mailbericht voor alle gebruikers is bedoeld. U selecteert de gebruikers voor wie het e-mailbericht is bedoeld in de kolom Beschikbaar en klikt vervolgens op de pijl om deze te verplaatsen naar de kolom Geselecteerd. U kunt een gebruiker uit de lijst van ontvangers verwijderen met behulp van de pijlterug. De interface bevat tevens een knop Omkeren. Klik op Omkeren en de geselecteerde gebruikers zijn niet langer geselecteerd, terwijl de niet-geselecteerde gebruikers nu zijn geselecteerd.

Van

Het e-mailadres van de afzender wordt automatisch weergegeven in dit veld.

Onderwerp

Voer het onderwerp van het e-mailbericht in.

Bericht

Voer de tekst van het e-mailbericht in. Vergeet niet dat een kopie van het bericht tevens wordt verzonden naar de afzender. Nadat het bericht is verzonden, wordt een bevestigingspagina weergegeven met alle geadresseerden. Deze bevestigingspagina bevestigt niet dat de gebruikers het bericht hebben ontvangen! Het bevestigt uitsluitend dat het bericht is verzonden. In de e-mailtool mag HTML-opmaak worden gebruikt in emailberichten.

Retourbevestiging

Schakel dit selectievakje in om een kopie van dit bericht met de


Pagina 122 van 425



lijst van ontvangers te ontvangen. Wanneer dit vakje niet is ingeschakeld, ontvangt de verzender een kopie van het bericht zonder de lijst met ontvangers. Bijlagen toevoegen Toevoegen

Klik hier om bijlagen toe te voegen. Selecteer Bladeren en ga naar het bestand dat u wilt toevoegen als bijlage. Nadat u een bestand hebt toegevoegd, wordt de optie weergegeven om nog een bestand toe te voegen.


Pagina 123 van 425



DIGITAAL POSTBAKJE Overzicht Via het digitale postbakje kunnen studenten bestanden uitwisselen met de cursusleider. OPMERKING: een bestand dat is toegevoegd aan het digitale postbakje, is pas zichtbaar voor de cursusleider nadat het is verzonden. Zodra een bestand is verzonden naar de cursusleider, kan het niet worden verwijderd uit het postbakje. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Digitaal postbakje te openen. 1.

Open een cursus.

2.

Klik op Configuratiescherm.

3.

Selecteer Digitaal postbakje.

Functies Op de pagina Digitaal postbakje zijn de volgende functies beschikbaar. F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Bestand toevoegen

Upload bestanden naar het postbakje.

Bestand verzenden

Verzend een bestand naar de cursusleider.

Verwijderen

Verwijder een bestand uit het postbakje.

Tijdstempels De volgende datum- en tijdgegevens worden opgenomen bij bestanden.

•

Bij bestanden die zijn verzonden naar de cursusleider, worden de datum en tijd van verzending weergegeven.

•

Bij bestanden die aan het postbakje zijn toegevoegd maar niet zijn verzonden, worden de datum en tijd van posten weergegeven.

•

Bij bestanden die zijn verzonden door de cursusleider, worden de datum en tijd van ontvangst weergegeven. OPMERKING: de datum en tijd die worden weergegeven, zijn niet de datum en tijd op de computer van de gebruiker, maar die op de Blackboard Academic Suite-server.


Pagina 124 van 425



BESTAND TOEVOEGEN AAN DIGITAAL POSTBAKJE Overzicht Bestanden worden toegevoegd aan het digitale postbakje via de pagina Bestand toevoegen. Als een bestand is geplaatst in het postbakje via de optie Bestand toevoegen, wordt het bestand niet automatisch verzonden. Bestanden moeten worden verzonden via de optie Bestand verzenden. Bij bestanden die aan het postbakje zijn toegevoegd maar niet zijn verzonden, worden de datum en tijd van posten weergegeven. Nadat het bestand is verzonden, worden de datum en tijd van verzenden weergegeven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Bestand toevoegen te openen. 1.

Open een cursus.

2.


3.


4.

Klik op Bestand toevoegen.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Bestand toevoegen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Bestandsinformatie Titel

Voer de titel van het bestand in.

Bestand

Klik op Bladeren om te zoeken naar een bestand of om het exacte pad in te voeren.

Opmerkingen

Voer eventueel opmerkingen in met betrekking tot het bestand. Deze opmerkingen worden weergegeven onder de titel op de pagina Postbakje.


Pagina 125 van 425



BESTAND VERZENDEN VANUIT DIGITAAL POSTBAKJE Overzicht Gebruikers kunnen een bestand selecteren dat zich al in het digitale postbakje bevindt voor verzending. Gebruikers kunnen ook via de pagina Bestand verzenden een bestand selecteren dat zich niet in het digitale postbakje bevindt. Een bestand dat niet al in het postbakje van de gebruiker aanwezig is, wordt na verzending aan zijn/haar postbakje toegevoegd. Bij bestanden die aan het postbakje zijn toegevoegd maar niet zijn verzonden, worden de datum en tijd van posten weergegeven. Nadat het bestand is verzonden, worden de datum en tijd van verzenden weergegeven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Bestand verzenden te openen. 1.

Open een cursus.

2.


3.


4.

Klik op Bestand verzenden.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Bestandsinformatie Bestand selecteren

Klik op de vervolgkeuzepijl en selecteer een bestand.

Titel

Voer de titel van het bestand in.

Bestand

Klik op Bladeren om een bestand te uploaden en dit te verzenden naar de cursusleider.

Opmerkingen

Voer eventueel opmerkingen in met betrekking tot het bestand. Deze opmerkingen worden onder de titel weergegeven.


Pagina 126 van 425



WOORDENLIJSTBEHEER Overzicht Elke cursus heeft een eigen woordenlijst met termen. Elke invoer bestaat uit een term en de bijbehorende definitie. Voordat de studenten hem kunnen bekijken, moet de woordenlijst door de cursusleider worden ingeschakeld. U kunt een woordenlijst activeren door hem als een cursustool in te schakelen en daarna aan het cursusmenu toe te voegen. Met woordenlijstbeheer beheert u alle vermeldingen in de woordenlijst van de cursus. Locatie van pagina Klik op Woordenlijstbeheer in het configuratiescherm. Velden In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Woordenlijstbeheer. H AN DELIN G . . .

K LIK

Term toevoegen

Term toevoegen op de actiebalk. Er wordt een pagina weergegeven met invoervelden om een term te maken.

Term verwijderen

Verwijderen. Elke term in de woordenlijst heeft een koppeling Verwijderen.

Term wijzigen

Wijzigen. Elke term in de woordenlijst heeft een koppeling Wijzigen.

Bestand met termen uploaden

Woordenlijst uploaden op de actiebalk.

Woordenlijst downloaden

Woordenlijst downloaden op de actiebalk.

OP

...


Pagina 127 van 425



WOORDENLIJSTTERM TOEVOEGEN Overzicht Woordenlijsttermen kunnen één voor één worden toegevoegd via de pagina Woordenlijstterm toevoegen. Via deze pagina kan een cursusleider een enkele term en de bijgehorende definitie toevoegen. Met de functie Woordenlijst uploaden kan een aantal termen tegelijk worden geladen in de woordenlijst. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Woordenlijstterm toevoegen te openen. 1.

Klik op Woordenlijstbeheer in het configuratiescherm.

2.

Klik op Term toevoegen op de actiebalk op de pagina Woordenlijstbeheer.

Velden In de onderstaande tabel worden de invoervelden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Woordenlijstterm toevoegen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Term

Voer een term in die moet worden toegevoegd aan de woordenlijst.

Definitie

Voer een definitie in voor de term. Definities kunnen eenvoudige HTML bevatten voor het wijzigen van tekst, maar geavanceerde HTML kan beter niet worden gebruikt. Daarnaast wordt een regelterugloop niet herkend wanneer een definitie wordt ingevoerd, maar een HTML-code voor een onderbreking in de tekst werkt wel.


Pagina 128 van 425



WOORDENLIJST DOWNLOADEN Overzicht Wanneer u een woordenlijst downloadt, wordt een gegevensbestand met komma’s als scheidingsteken (.csv) gemaakt van de woordenlijst. Elke vermelding wordt gescheiden door een harde return en binnen elke vermelding worden de term en de definitie gescheiden door een komma. Het downloaden van een woordenlijst is nuttig voor het toevoegen van termen aan een andere cursus. De woordenlijst kan off line worden gewijzigd en vervolgens worden geladen naar een andere cursus. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Woordenlijstterm downloaden te openen: 1.


2.

Klik op Woordenlijst downloaden op de actiebalk op de pagina Woordenlijstbeheer.

Woordenlijst downloaden Klik op Downloaden om een woordenlijst te downloaden. De woordenlijst kan worden bewerkt in een spreadsheetprogramma zoals Excel of in een tekstverwerkingsprogramma zoals Kladblok. Zie het onderwerp Woordenlijst uploaden voor meer informatie over de opmaak van een woordenlijstbestand.


Pagina 129 van 425



WOORDENLIJST UPLOADEN Overzicht Een woordenlijst uploaden is een snelle manier om veel termen toe te voegen aan de woordenlijst. Via het uploaden van een woordenlijst kunt u de bestaande woordenlijst vervangen of deze uitbreiden door de termen in het bestand aan de bestaande woordenlijst toe te voegen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Woordenlijst uploaden te openen: 1.


2.

Klik op Woordenlijst downloaden op de actiebalk op de pagina Woordenlijstbeheer.

Velden In de onderstaande tabel worden de invoervelden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Woordenlijst uploaden. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Uploadbestand opgeven Csv-bestand

Voer het volledige pad naar de woordenlijst in. Het woordenlijstbestand moet een gegevensbestand met komma’s als scheidingsteken (.csv) zijn. U kunt ook klikken op Bladeren om in de bestanden op uw computer te zoeken naar woordenlijstbestanden.

Opties bestandsupload Voeg de termen in dit bestand toe aan de bestaande woordenlijst

Selecteer deze optie om de bestaande woordenlijst aan te vullen met een lijst met nieuwe termen. Wanneer een term in zowel de bestaande woordenlijst als het bestand staat, vervangt de definitie in het bestand de definitie in de bestaande woordenlijst. Wanneer dezelfde term twee keer of vaker in het bestand voorkomt, wordt de laatste definitie van de term in de woordenlijst geplaatst.

Verwijder alle bestaande woordenlijsttermen en vervang ze door de termen in dit bestand

Selecteer deze optie om de bestaande woordenlijst te verwijderen en te vervangen door termen in het uploadbestand.

Opmaak woordenlijstbestand In het csv-bestand wordt elke vermelding gescheiden door een harde return en worden de term en de definitie gescheiden door een komma. Voorbeeld:


Pagina 130 van 425



’Appel’,’Rood fruit’. ’Ui’, ’Een groente’. Hoewel het niet altijd nodig is de term en de definitie tussen aanhalingstekens te zetten, raden wij u aan dit wel te doen om fouten bij de verwerking te voorkomen. Voorbeeld: ’Appel’,’Een heerlijke fruitsoort, meestal rood van kleur. Appels worden overal in de wereld geteeld en vormen een belangrijk religieus en mythisch symbool in diverse culturen. De noordwestelijke kust van de Verenigde Staten, met name de staat Washington, staat bekend om zijn appels.

Toch zijn de meest verfijnde appelliefhebbers het er over eens dat de beste appels uit de vallei van de Hudson River in New York komen. Dat is misschien ook de reden geweest dat New York City zijn bijnaam ’’The Big Apple’’ kreeg.’ ’Uien’,’De ui is een smakelijke groente met groene stengels en een witte, gele of rode bol. Ga voor de beste uien naar de \’Uienhoofdstad van de wereld\’, Pine Island, New York.’

Aanhalingstekens die in een definitie of term voorkomen, moeten met een escape-teken worden ingevoerd. Dit betekent dat het aanhalingsteken geïdentificeerd moet worden als deel van de definitie, anders wordt het teken gelezen als het einde van de definitie. U kunt bij aanhalingstekens het escape-teken aangeven met een backslash (\’) of andere aanhalingstekens (’’) gebruiken.


Pagina 131 van 425



BERICHTEN Overzicht Met de functie Berichten beschikt elke cursus over een persoonlijk en beveiligd communicatiesysteem waarvan de werking vergelijkbaar is met die van e-mail. Houd er rekening mee dat geen berichten kunnen worden verzonden naar of kunnen worden ontvangen van gebruikers buiten de cursus. Berichten zijn normaalgesproken toegankelijk via het gebied Communicatie van een cursus. Zoals voor de meeste functies geldt, kan de cursusleider de toegang tot deze functie echter beperken of de indeling van het cursusmenu wijzigen, zodat berichten rechtstreeks toegankelijk zijn. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Blackboard Academic Suite voor meer informatie over het gebruiken van berichten als gebruiker. Locatie van pagina Berichten kunnen worden geopend via het gebied Communicatie in het cursusmenu. Cursusleiders kunnen berichten openen via het configuratiescherm.


Pagina 132 van 425



SAMENWERKINGSTOOLS Overzicht Samenwerkingstools bieden gebruikers en cursusleiders de mogelijkheid om synchroon te communiceren. In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: O NDERWERP

B ESCHRIJVIN G

Samenwerkingstools

Biedt een overzicht van de functies Virtueel klaslokaal en Chat.

Samenwerkingssessies

Beschrijft hoe instanties van elke samenwerkingstool worden geordend.

Samenwerkingssessie maken of wijzigen

Beschrijft hoe een sessie kan worden gemaakt.

Virtueel klaslokaal

Biedt een overzicht van het virtuele klaslokaal.

Menubalk

Beschrijft de beschikbare functies op de menubalk van het virtuele klaslokaal.

Tools voor klaslokaal

Beschrijft de beschikbare functies in het toolsvak van het virtuele klaslokaal.

Whitebord

Beschrijft de functie Whitebord in het virtuele klaslokaal.

Groepsbrowser

Beschrijft hoe tijdens een sessie websites als groep kunnen worden bekeken.

Cursusoverzicht

Beschrijft hoe u vanuit het virtuele klaslokaal toegang hebt tot cursusinhoud.

Vraag stellen

Beschrijft hoe gebruikers een vraag kunnen stellen aan de sessiemoderator.

Postvak IN voor vragen

Beschrijft hoe de moderator vragen ordent en beantwoordt.

Chat

Beschrijft de tool Chat.

Persoonlijke berichten

Beschrijft hoe u met een andere gebruiker in de chatsessie kunt communiceren zonder dat de rest van de klas deze berichten kan lezen.

Gebruikersinformatie

Beschrijft hoe u meer informatie kunt weergeven over een andere gebruiker in de chatsessie.

Opnamemenu

Beschrijft de functies voor het opnemen van een sessie.

Sessieopnamen

Beschrijft hoe gebruikers naar de opname van een eerdere sessie kunnen gaan.

Opname-eigenschappen

Beschrijft de kenmerken van een sessieopname.


Pagina 133 van 425



SAMENWERKINGSTOOLS Overzicht De samenwerkingstools stellen gebruikers in staat deel te nemen aan real-time lessen en discussies. Voorbeelden van dergelijke sessies zijn real-time, online discussies, onderwijsassistentsessies en live vraag-en-antwoordforums. Er zijn ook opnamen beschikbaar van eerdere sessies die kunnen worden doorgenomen. Gastsprekers kunnen ook sessies leiden met behulp van de samenwerkingstools. Gebruikers kunnen zoeken naar samenwerkingssessies, eraan deelnemen en sessiearchieven bekijken. Samenwerkingstools De volgende samenwerkingstools zijn beschikbaar. T OOL

B ESCHRIJVIN G

Virtueel klaslokaal

Gebruikers kunnen deelnemen aan real-time discussies met andere gebruikers, gebruikmaken van internet en deelnemen aan vraag-enantwoordforums. Gebruikers kunnen ook het whitebord gebruiken om tekst en afbeeldingen weer te geven.

Chat

Chat is onderdeel van het Virtueel klaslokaal. De tool Chat kan ook worden gestart zonder gebruik te maken van het virtuele klaslokaal. Via Chat wordt alleen de tool Chat gestart.

Java-invoegtoepassing Java 2 Runtime Environment is vereist om de samenwerkingstools te kunnen gebruiken. De invoegtoepassing kan worden gedownload vanaf de pagina die wordt weergegeven wanneer een gebruiker deelneemt aan een samenwerkingssessie. De invoegtoepassing bevindt zich ook op http://java.sun.com/products/plugin/index.html. Het wordt aanbevolen versie 1.5 van Java 2 Runtime Environment (JRE) te gebruiken, maar de samenwerkingstools werken ook met versie 1.4. U moet eventuele bestaande Java-invoegtoepassingen verwijderen voordat u een nieuwe versie installeert. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Samenwerkingssessies te openen. 1.

Klik op Communicatie in het cursusmenu.

2.

Selecteer Samenwerking.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina.


Pagina 134 van 425



H AN DELIN G . . . Sessies op pagina filteren

K LIK de

OP

...

de pijl naast de keuzelijst en selecteer het type sessie dat u wilt weergegeven. Klik op Filter. De filters zijn:

•

Alles weergeven - Het standaardfilter waarmee alle samenwerkingssessies worden weergegeven.

•

Open sessies - Hiermee worden alle sessies weergegeven die in gebruik zijn.

•

Sessies met archieven - Hiermee worden voltooide sessies weergegeven die een archief hebben.

•

Sessies beschikbaar in de toekomst - Hiermee worden sessies weergegeven die zijn gepland in de toekomst.

Sessie zoeken

de optie Sessienaam, Begindatum of Einddatum en voer vervolgens een waarde in het veld in. Klik op Zoeken.

Deelnemen aan een sessie

Deelnemen naast de sessie.

Toegang tot opnamen voor een sessie

Opname naast de sessie.

Gebruikersrollen Er zijn twee rollen beschikbaar voor gebruikers in samenwerkingssessies: passief en actief. De sessiebeheerder kan gebruikerstoegang en functionaliteit tijdens een samenwerkingssessie instellen door de rol Passief of Actief toe te wijzen. Sessiebeheerders bepalen bijvoorbeeld welke gebruikers kunnen chatten, persoonlijke berichten kunnen verzenden of vragen kunnen stellen tijdens een sessie door specifieke toegangsrechten toe te kennen aan de verschillende rollen. Naast studenten die actief zijn, wordt het pictogram Student weergegeven in de kolom Rol. Studentenrollen kunnen veranderen gedurende de samenwerkingssessie. Gebruikers die passief zijn maar actieve rechten willen hebben, kunnen de sessiebeheerder waarschuwen door te klikken op het handpictogram. De sessiebeheerder maakt vervolgens de gebruiker actief. Macintosh en samenwerkingstools Macintosh-gebruikers met Mac OS X en Netscape moeten Netscape 7 gebruiken. Wanneer de samenwerkingstool wordt geopend, wordt de tool in Netscape mogelijk in de achtergrond geplaatst. In dat geval staat de samenwerkingstool in het menu Venster. Netscape 6.2 werkt niet goed met de samenwerkingstool en moet worden vervangen door Netscape 7. Gebruikers die Safari willen gebruiken, moeten de functie voor het blokkeren van pop-upvensters uitschakelen. Toegankelijke samenwerkingstool Er is een toegankelijke versie beschikbaar van de samenwerkingstool. Er wordt een koppeling weergegeven naar deze versie wanneer Deelnemen wordt geselecteerd op de pagina Samenwerkingssessies. Via deze koppeling wordt de toegankelijke versie van de samenwerkingstool geopend. In deze versie worden koppelingen weergegeven naar items die zijn opgenomen in het virtuele klaslokaal, zoals items in het cursusoverzicht en de groepsbrowser.


Pagina 135 van 425



Documenten die worden gemaakt op het whitebord, kunnen worden weergegeven als de sessiebeheerder een momentopname maakt. Er wordt een koppeling gemaakt naar de momentopname die door gebruikers kan worden weergegeven. Alle deelnemers horen het geluid van een deur die open of dicht gaat wanneer een gebruiker een sessie binnenkomt of verlaat via de toegankelijke versie.


Pagina 136 van 425



SAMENWERKINGSSESSIES Overzicht De pagina Samenwerkingssessie wordt gebruikt om de samenwerkingstools te beheren die beschikbaar zijn in Blackboard Learning System. Via deze pagina heeft de cursusleider toegang tot alle samenwerkingssessies voor de cursus, inclusief de sessies die al hebben plaatsgevonden en zijn gearchiveerd en de sessies die voor een later tijdstip zijn gepland. Cursusleiders kunnen ook nieuwe samenwerkingssessies plannen en wijzigingen doorvoeren in sessies die al zijn gepland via deze pagina. Locatie van pagina Klik op Samenwerking onder Cursustools in het configuratiescherm. Standaardsamenwerkingssessies Elke cursus en organisatie begint met twee standaardsamenwerkingssessies. Virtueel klaslokaal is standaard ingesteld op Collegezaal, Beperkte chat op Kantooruren. Deze standaardsessies kunnen worden verwijderd. Wanneer u een sessie hebt verwijderd, kunt u deze actie niet ongedaan maken. Functies De pagina Samenwerkingssessies bevat de volgende functies. H AN DELIN G . . .

K LIK

Nieuwe samenwerkingssessie maken

Samenwerkingssessie maken. De pagina Samenwerkingssessie maken wordt weergegeven.

Sessies op de pagina filteren

de pijl naast de keuzelijst en selecteer het type sessie dat u wilt weergegeven. Klik op Filter. De filters zijn:

OP

...

•

Alles weergeven - Het standaardfilter waarmee alle samenwerkingssessies worden weergegeven.

•

Open sessies - Hiermee worden alle sessies weergegeven die momenteel in gebruik zijn.

•

Sessies met opnamen – Hiermee worden voltooide sessies weergegeven die een opname hebben.

•

Sessies beschikbaar in de toekomst - Hiermee worden sessies weergegeven die zijn gepland in de toekomst.

Sessie zoeken

de optie Sessienaam, Begindatum of Einddatum en voer vervolgens een waarde in het veld in. Klik op Zoeken.

Deelnemen aan een sessie

Deelnemen naast de sessie. Voor deze sessie wordt Virtueel klaslokaal of Chat geopend.

toegang tot opnamen

Opnamen naast de sessie. De pagina Sessieopnamen wordt


Pagina 137 van 425



H AN DELIN G . . .

K LIK

voor een sessie

weergegeven.

Naam, beschikbaarheid of tools wijzigen die tijdens de sessie worden gebruikt.

Beheren naast de sessie. De pagina Samenwerkingssessie wijzigen wordt weergegeven.

Sessie verwijderen

Verwijderen naast de sessie. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt.

OP

...


Pagina 138 van 425



SAMENWERKINGSSESSIE MAKEN OF WIJZIGEN Overzicht Op de pagina Samenwerkingssessie maken kunnen cursusleiders nieuwe samenwerkingssessies maken met Virtueel klaslokaal of Chat. Cursusleiders kunnen sessies plannen voor specifieke datums en tijden. De pagina Samenwerkingssessie maken en de pagina Samenwerkingssessie wijzigen werken op dezelfde manier. Op de pagina Samenwerkingssessie maken worden lege velden weergegeven. Op de pagina Samenwerkingssessie wijzigen wordt al een bestaande sessie weergegeven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Samenwerkingssessie maken of de pagina Samenwerkingssessie wijzigen te openen. 1.

Klik op Samenwerking onder Cursustools in het configuratiescherm.

2.

Klik op Samenwerkingssessie maken op de pagina Samenwerkingssessies of op Beheren naast een samenwerkingssessie.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Samenwerkingssessie maken. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Naam geven aan sessie Sessienaam

Voer de naam in van de nieuwe sessie.

Beschikbaarheid plannen Datums van beschikbaarheid selecteren

U kunt een begin- en einddatum instellen voor de samenwerkingssessie, maar dit is niet verplicht. Als deze niet worden ingesteld, is de sessie altijd geopend en beschikbaar voor gebruikers.

Beschikbaar

Selecteer Ja om de sessie beschikbaar te stellen.

Samenwerkingstools Samenwerkingstool kiezen voor deze sessie

Selecteer Virtueel klaslokaal of Chat.


Pagina 139 van 425



VIRTUEEL KLASLOKAAL Overzicht Gebruikers kunnen vragen stellen, notities maken op het whitebord en deelnemen aan parallelsessies via het virtuele klaslokaal. De sessiebeheerder bepaalt welke tools toegankelijk zijn voor gebruikers van het virtuele klaslokaal. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om het virtuele klaslokaal te openen. 1.

Klik in het cursusmenu op Communicatie.

2.

Selecteer Samenwerkingstools.

3.

Klik op Deelnemen naast een virtueel-klaslokaalsessie.

Gebieden virtueel klaslokaal In de onderstaande tabel worden de gebieden beschreven van het virtuele klaslokaal. O NDERDEEL

F UNCTIE

Menubalk

Hiermee kan de sessiebeheerder het virtuele klaslokaal beheren. Dit omvat het beheren van deelname, het controleren van parallelsessies en het beëindigen van de sessie.

Tools voor klaslokaal

Bevat alle tools die tijdens de virtueel-klaslokaalsessie worden gebruikt. Hiertoe behoort het zoeken naar websites, het stellen en beantwoorden van vragen, het gebruik van het whitebord en toegang tot het cursusoverzicht.

Chat

Hiermee kunnen gebruikers berichten opstellen, hun ’hand opsteken’ om vragen te stellen en persoonlijke berichten activeren.


Pagina 140 van 425



MENUBALK Overzicht Alle gebruikers hebben toegang tot de opties op de menubalk. De menubalk bevat onder andere de volgende functies:

•

Weergeven - Optie kiezen voor de weergave van persoonlijke berichten in het virtuele klaslokaal.

•

Wissen - Sessieweergave wissen.

•

Parallelsessies - Een ruimte maken voor een groep gebruikers voor een parallelsessie.

Weergeven Selecteer In hoofdvenster weergeven om persoonlijke berichten weer te geven binnen het chatgebied. Selecteer In apart venster weergeven om persoonlijke berichten weer te geven in een afzonderlijk venster. Wissen Hiermee wordt de chatweergave van de gebruiker gewist. Parallelsessies Schakel de selectievakjes in voor de gebruikers die zullen deelnemen aan de parallelsessie. Gebruikers kunnen alleen deelnemen aan een parallelsessie als ze zijn geselecteerd door de maker ervan. Gebruikers die deelnemen aan een parallelsessie zijn nog steeds actief in de hoofdsessie (virtueelklaslokaalsessie). Wanneer een parallelsessie wordt gesloten, zijn de gebruikers nog steeds actief in de hoofdsessie. Parallelsessies hebben standaard dezelfde instellingen als de hoofdsessie.


Pagina 141 van 425



TOOLS VOOR KLASLOKAAL Overzicht Als de sessiebeheerder u toegang heeft verleend tot deze tools, kunt u gebruikmaken van het whitebord, websites openen en het cursusoverzicht weergeven. De tools voor klaslokaal worden links van het virtuele klaslokaal weergegeven. Klik op de naam van de tool die u wilt gebruiken. Tools De volgende tools zijn beschikbaar. T OOL

B ESCHRIJVIN G

Whitebord

Hiermee kunt u verschillende typen gegevens op dezelfde wijze weergeven als op een bord in een conventioneel klaslokaal.

Groepsbrowser

Hiermee kunt u tegelijkertijd met andere gebruikers bladeren op het web.

Cursusoverzicht

Hiermee kunt u bladeren door de cursussen terwijl u zich in een virtueel klaslokaal bevindt.

Vraag stellen

Hiermee kunt u vragen stellen tijdens de sessie.

Postvak IN voor vragen

Hiermee kunt u vragen beantwoorden die door andere gebruikers zijn verzonden tijdens een sessie.


Pagina 142 van 425



WHITEBORD Overzicht Met het whitebord kunnen gebruikers in een virtueel klaslokaal verschillende typen gegevens op dezelfde wijze weergeven als op een bord in een conventioneel klaslokaal. Met de tools in het palet Whitebordtools kunnen gebruikers afbeeldingen tekenen, tekst typen en vergelijkingen weergeven. De sessiebeheerder bepaalt of deze functie wel of niet beschikbaar is voor gebruikers. Functies In de onderstaande tabel worden de tools beschreven die beschikbaar zijn op het whitebord. H AN DELIN G . . .

K LIK

Item selecteren

de pijltool. Klik vervolgens op het item dat u wilt selecteren. U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren op geselecteerde items:

Vrije vorm tekenen

OP

...

•

Vergroten: klik op een van de kleine zwarte vierkantjes die rond het item worden weergegeven en sleep dit tot het item de gewenste grootte heeft.

•

Verplaatsen: klik op het item en verplaats dit naar de gewenste locatie.

•

Knippen: klik op het whiteborditem. Klik vervolgens op het pictogram Knippen.

•

Kopiëren: klik op het whiteborditem. Klik vervolgens op het pictogram Kopiëren.

•

Plakken: klik op het whiteborditem. Klik vervolgens op het pictogram Plakken.

•

Verwijderen: klik op het whiteborditem. Klik op het geselecteerde object. Klik vervolgens op het pictogram Verwijderen.

•

Items groeperen: klik op de whiteborditems. Klik vervolgens op het pictogram Groeperen.

•

Groepering opheffen: klik op een whiteborditem in een groep. Klik vervolgens op het pictogram Groepering opheffen.

•

Naar voorgrond: klik op het whiteborditem. Klik op het geselecteerde object. Klik vervolgens op het pictogram Naar voorgrond.

•

Naar achtergrond: klik op het whiteborditem. Klik op het geselecteerde object. Klik vervolgens op het pictogram Naar achtergrond.

•

Alle figuren op het whitebord selecteren: Klik op het pictogram Alle figuren selecteren.

de pentool. Kies de kleur van de pen in de keuzelijst Opvulkleur.


Pagina 143 van 425



H AN DELIN G . . .

K LIK

Tekst invoeren met het toetsenbord

de teksttool (T) en klik op het whitebord. Het vak Tekstinvoer voor whitebord wordt weergegeven. Typ de tekst in het vak en klik vervolgens op Invoegen. Gebruik de opties in het palet Tools om de kleur, het lettertype en de grootte te selecteren.

Rechte lijn tekenen

de tool met de schuine lijn.

Iets markeren met een pijl

de aanwijzer.

Rechthoek tekenen

de vierkanttool. Kies de kleur van het vierkant in de keuzelijst Opvulkleur.

Cirkel tekenen

de ovaaltool. Kies de kleur van de cirkel in de keuzelijst Opvulkleur.

Vergelijking invoeren

het pictogram voor de tool voor wiskundige en wetenschappelijke notatie (∑). De vergelijkingseditor wordt weergegeven. Voer de vergelijking in en klik vervolgens op Vergelijking invoegen.

OP

...


Pagina 144 van 425



GROEPSBROWSER Overzicht Via de groepsbrowser kunnen gebruikers gezamenlijk bladeren op internet. Deze tool opent een URL die door alle gebruikers kan worden weergegeven. URL's die tijdens de sessie worden gebruikt, worden vastgelegd in de opname indien deze wordt gemaakt. De sessiebeheerder bepaalt of deze functie wel of niet beschikbaar is voor gebruikers. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in de groepsbrowser. H AN DELIN G . . .

K LIK

Website openen

het veld Voer adres in en typ de URL.

Locatie weergave website kiezen

van van

OP

...

Weergeven aan klas om het venster weer te geven in het whitebord of klik op Voorbeeld in nieuw venster om de website te openen in een nieuw browservenster. Het voorbeeldvenster wordt alleen weergegeven bij de gebruiker die het heeft geopend.


Pagina 145 van 425



CURSUSOVERZICHT Overzicht Via het inhoudsoverzicht kunnen gebruikers bladeren door de cursus terwijl zij zich in een virtueel klaslokaal bevinden. De sessiebeheerder heeft standaard toegang om het inhoudsoverzicht te beheren. Gebruikers moeten actieve bevoegdheden hebben om het inhoudsoverzicht te kunnen gebruiken in een virtueel klaslokaal. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in het inhoudsoverzicht. H AN DELIN G . . .

K LIK

Element weergeven in het overzicht voor alle gebruikers

het cursusgebied in het inhoudsoverzicht en selecteer Weergeven aan klas in de keuzelijst.

Element weergeven in het overzicht in een afzonderlijk venster

het cursusgebied in het inhoudsoverzicht en selecteer Voorbeeld in nieuw venster in de keuzelijst. Het nieuwe venster is alleen zichtbaar voor de gebruiker die het heeft geopend.

Inhoudsoverzicht vernieuwen tijdens een samenwerkingssessie

Structuur vernieuwen in de keuzelijst. Hiermee wordt het inhoudsoverzicht bijgewerkt zodat het overeenkomt met het cursusmenu.

OP

...


Pagina 146 van 425



VRAAG STELLEN

Overzicht Gebruikers kunnen vragen stellen gedurende de sessie. Wanneer gebruikers vragen verzenden gedurende de sessie, kan de sessiebeheerder deze weergeven en beantwoorden.

OPMERKING: alleen gebruikers met een actieve rol kunnen vragen stellen.

Vraag stellen Selecteer Opstellen in het gebied Vraag stellen om een vraag te stellen. Voer de vraag in het tekstvak in en klik vervolgens op Verzenden.


Pagina 147 van 425



POSTVAK IN VOOR VRAGEN Overzicht Vragen van gebruikers worden tijdens een virtueel-klaslokaalsessie verzonden naar het postvak IN voor vragen. Het postvak IN voor vragen wordt gebruikt om vragen te beheren en te beantwoorden tijdens een samenwerkingssessie. Functie In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in het postvak IN voor vragen. H AN DELIN G . . .

K LIK

Vraag beantwoorden

de gebruikersnaam in de lijst Van en klik vervolgens op het pictogram Vraag beantwoorden. Het pop-upvenster Vraag beantwoorden wordt weergegeven.

Vraag verwijderen

de gebruikersnaam in de lijst Van en klik vervolgens op het pictogram Verwijderen.

Alleen vragen weergeven die niet zijn beantwoord

het selectievakje naast Alleen onbeantwoorde vragen weergeven.

OP

...

Velden Vraag beantwoorden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn in het pop-upvenster Vraag beantwoorden. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Vraag

De verzonden vraag.

Antwoord

Voer het antwoord op de vraag in.

Persoonlijk

Schakel dit selectievakje in om een persoonlijk antwoord op de vraag te geven. Als Persoonlijk is ingeschakeld, wordt het antwoord alleen verzonden naar de persoon van wie het bericht afkomstig is.


Pagina 148 van 425



CHAT Overzicht Via de tool Chat kunnen gebruikers met elkaar communiceren door het invoeren van tekstberichten. Chat is onderdeel van het Virtueel klaslokaal. De tool Chat kan ook worden gestart zonder gebruik te maken van het virtuele klaslokaal. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om een chatsessie te openen. 1.

Klik in het cursusmenu op Communicatie.

2.

Selecteer Samenwerkingstools.

3.

Klik op Deelnemen naast een chatsessie.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in de tool Chat. H AN DELIN G . . .

A C TIE . . .

Bericht invoeren voor de klas

Typ het bericht in het veld Opstellen. Klik op Verzenden. Het bericht wordt weergegeven in het chatgebied. Chatberichten kunnen uit maximaal 1000 tekens bestaan.

Actieve gebruiker worden

Klik op het symbool van het handje. Er wordt een handje weergegeven naast de gebruikersnaam. De sessiebeheerder klikt op het handje om u actief te maken.

Gebruikersgegevens weergeven

Selecteer een gebruikersnaam in de lijst van deelnemers en klik vervolgens op Gebruikersinformatie.

Persoonlijk bericht verzenden naar een gebruiker

Selecteer een gebruikersnaam in de lijst van deelnemers en klik vervolgens op Persoonlijk bericht.


Pagina 149 van 425



PERSOONLIJKE BERICHTEN

Overzicht Gebruikers kunnen persoonlijke berichten naar elkaar verzenden wanneer de sessiebeheerder deze tool heeft opgenomen in de sessiebesturingselementen. Persoonlijke berichten worden niet vastgelegd of gearchiveerd.


Pagina 150 van 425



GEBRUIKERSINFORMATIE Overzicht Het pop-upvenster Gebruikersinformatie bevat persoonlijke gegevens van een gebruiker, zoals naam, e-mailadres en andere informatie die de gebruiker heeft toegevoegd aan zijn/haar profiel. Klik op Gebruikersinformatie in het chatgebied om het pop-upvenster Gebruikersinformatie weer te geven. Persoonlijk bericht verzenden Klik op Persoonlijk bericht om een bericht te verzenden naar de gebruiker. Het pop-upvenster Persoonlijk bericht opstellen wordt weergegeven.


Pagina 151 van 425



OPNAMEMENU Overzicht Virtueel-klaslokaal- en chatsessies kunnen worden opgenomen en gearchiveerd. Opnamen kunnen tijdens de sessie worden gestart, gestopt, onderbroken en voortgezet door de cursusleider. Een sessie kan meerdere opnamen hebben. Als de cursusleider Einde selecteert om een sessie te stoppen, wordt de opname van de sessie automatisch beëindigd. Opnamemenu In de onderstaande tabel worden de knoppen beschreven die beschikbaar zijn in het opnamemenu. K NOP

B ESCHRIJVIN G

Start

Klik op Start om de opname van een sessie te beginnen. De gebruiker wordt gevraagd de opname een naam te geven.

Pauze

Klik op Pauze om een opname te onderbreken nadat deze is gestart. Klik nogmaals op deze knop om de opname te hervatten. De tijden waarop wordt onderbroken en hervat, worden gemarkeerd en weergegeven in het archief.

Stop

Klik op Stop om de opname van een sessie te beëindigen. Wanneer Stop wordt geselecteerd, wordt de opname voltooid. Aan het einde van de opname worden een stopmarkering, tijd en datum weergegeven.

Bladwijzer

Klik op Bladwijzer om een bladwijzer in te voegen in de opname van de sessie.

Whiteboard vastleggen De knop Momentopname op de werkbalk Whiteboard wordt gebruikt om het whiteboard vast te leggen in de opname. De cursusleider klikt op de knop Momentopname om een afbeelding van het whiteboard vast te leggen. De afbeelding van het whiteboard in de opname komt overeen met het whiteboard dat is vastgelegd. De knop Momentopname kan alleen worden geactiveerd wanneer de sessie wordt opgenomen. Sessieopnamen Studenten kunnen een opname alleen weergeven als deze door de cursusleider beschikbaar is gemaakt. Zie Oopname-eigenschappen voor meer informatie.


Pagina 152 van 425



SESSIEOPNAMEN Inleiding Op de pagina Opnamen kunnen gebruikers samenwerkingssessies bekijken. Sessies worden op datum gearchiveerd. Sessiearchieven worden pas weergegeven als de sessieleider de opname van de sessie heeft beëindigd. OPMERKING: als een cursusleider de opname niet beëindigt en de samenwerkingssessie niet afsluit, wordt de opname niet voltooid en worden er geen gegevens vastgelegd in de kolom Duur van opname. Pas wanneer de cursusleider de opname of sessie beëindigt, wordt de opname beëindigd en wordt de duur weergegeven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Opnamen te openen. 1.

Open Samenwerking onder Cursustools in het configuratiescherm.

2.

Klik op Opnamen voor een sessie.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. H AN DELIN G . . .

K LIK

Zoeken naar een opname in samenwerkingssessie

de optie Naam van opname of Aanmaakdatum in het veld Zoeken op. Voer de naam van de opname of de datum waarop deze is gemaakt in het veld in en klik op Zoeken.

Een opname openen

de opname onder de kolom Naam van opname.

Naam of beschikbaarheid van een opname wijzigen

Beheren. De pagina Opname-eigenschappen wordt weergegeven.

Een opname verwijderen

Verwijderen. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt.

OP

...


Pagina 153 van 425



OPNAME-EIGENSCHAPPEN Inleiding Op de pagina Opname-eigenschappen kan de cursusleider de naam en beschikbaarheid van een opnamesessie wijzigen. OPMERKING: opnamen zijn standaard beschikbaar voor studenten.

Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Opname-eigenschappen te openen. 1.

Klik op Samenwerking onder Cursustools in het configuratiescherm.

2.

Klik op Opnamen voor een sessie.

3.

Klik op Beheren voor een cursus.


B ESCHRIJVIN G

Opnamenaam bewerken Opnamenaam

Voer de naam van de opname in of wijzig deze.

Beschikbaarheid voor studenten Beschikbaar

Wanneer u Ja selecteert, kunnen studenten deze opname weergeven. Wanneer u Nee selecteert, kunnen studenten deze opname niet weergeven.


Pagina 154 van 425



DISCUSSIERUIMTE INFORMATIE OVER DE DISCUSSIERUIMTE Overzicht De discussieruimte is een resultaatgerichte studietool die op verschillende manieren kan worden toegepast om het leerproces te verbeteren en prestaties te meten. Discussieruimtetermen In de onderstaande tabel worden de termen beschreven die worden gebruikt voor functies in discussieruimten. T ERM

D EFINI TIE

Discussielijn

Het eerste bericht en de gehele reeks reacties op dat bericht binnen een forum.

Discussielijndetails

De pagina met de uitgevouwen weergave van alle berichten in een discussielijn bij het geselecteerde bericht.

Bericht

Een vermelding in de discussieruimte die is gepost in een discussielijn of waarmee een discussielijn is gestart. Posten wordt gebruikt als werkwoord om het verzenden van een bericht aan te duiden.

Forumrol

Een roltype dat is toegewezen aan alle leden van de discussieruimte voor elk forum en dat specifieke bevoegdheden binnen het forum biedt. Een gebruiker kan een enkele rol per forum hebben, maar een gebruikersrol kan per forum verschillen.

Geblokkeerd

Een forumrol die de gebruiker blokkeert zodat hij of zij geen toegang heeft tot het forum.

Lezer

Een forumrol die de gebruiker het recht geeft de inhoud van een forum te lezen. Gebruikers met deze rol kunnen alleen inhoud weergeven en kunnen geen berichten toevoegen of reageren op berichten.

Deelnemer

Een forumrol die de gebruiker de machtigingen Lezen en Schrijven geeft in het forum.

Corrector

Een forumrol die de gebruiker deelnemersmachtigingen geeft en de machtiging tot het geven van cijfers aan het forum.

Moderator

Een forumrol die de gebruiker deelnemersmachtigingen geeft en de mogelijkheid tot het wijzigen, verwijderen en vergrendelen van berichten. Wanneer een wachtrij voor controle wordt gebruikt, kan de moderator tevens berichten in de wachtrij goedkeuren of afwijzen.

Manager

Een forumrol die alle machtigingen biedt.

Cijfer geven aan forum

Het proces van het geven van een cijfer aan een gebruiker


Pagina 155 van 425



T ERM

D EFINI TIE voor zijn of haar prestaties binnen een forum.

Cijfer geven aan discussielijn

Het proces van het geven van een cijfer aan een gebruiker voor zijn of haar prestaties binnen een discussielijn.

Cijfer geven aan bericht

Het proces van het evalueren van een bericht op basis van een vaste schaal, lopend van 1 tot 5.

Berichten verzamelen

Het proces van het selecteren van een of meer berichten of discussielijnen voor opname op een pagina die kan worden gesorteerd, gefilterd, afgedrukt en opgeslagen als document. De verzameling wordt bijeengebracht in een indeling die kan worden gesorteerd, gefilterd, afgedrukt en opgeslagen als document dat kan worden weergegeven in een browser.

Vlag

Een markering waarmee aandacht wordt gevestigd op het bericht.

Forum kopiëren

Het proces van het maken van een kloon van een forum of de foruminstellingen in dezelfde discussieruimte of een andere discussieruimte binnen dezelfde cursus of organisatie.

Berichten opslaan

Het opslaan van een bericht als concept.

Gepubliceerd bericht

Een bericht dat is verzonden en, indien van toepassing, is goedgekeurd door een moderator.

Berichtpositie

De positie van een bericht in een discussielijn ten opzichte van de andere berichten.

Concept

Een bericht dat is opgeslagen voor toekomstige bewerking.

Vergrendelde discussielijn

Een discussielijn die zichtbaar is en kan worden gelezen maar niet kan worden gewijzigd. Gebruikers mogen geen berichten posten in een vergrendelde discussielijn.

Niet-beschikbare discussielijn

Een discussielijn die verborgen is en niet toegankelijk voor gebruikers, met uitzondering van forummanagers.

Verborgen discussielijn

Een vergrendelde discussielijn die standaard niet zichtbaar is. Gebruikers kunnen verborgen discussielijnen weergeven door de functie Verborgen discussielijnen weergeven in te schakelen.

Wachtrij voor controle

Een lijst met berichten die moeten worden goedgekeurd voordat ze worden weergegeven in de discussieruimte.


Pagina 156 van 425



DISCUSSIERUIMTE-INHOUD WEERGEVEN EN ORDENEN Overzicht Forums kunnen op elke gewenste plaats in een cursus worden gebruikt. Elke groep kan ook een afzonderlijke discussieruimte hebben met forums die alleen beschikbaar zijn voor gebruikers die deel uitmaken van de groep. Alle forums die geen deel uitmaken van een groep, zijn vanuit diverse punten in de cursus of via de tool Discussieruimte te benaderen. De tool Discussieruimte brengt alle forums in de cursus samen op een centrale plaats. Wanneer gebruikers de Discussieruimtetool openen, kunnen ze alleen de forums zien waartoe ze toegang hebben. Niet-beschikbare forums kunnen alleen worden weergegeven door cursusleiders, beheerders en andere gebruikersrollen met vergelijkbare machtigingen. De status van een forum wordt weergegeven op de pagina Discussieruimte, onder de naam van het forum. Zoeken In de discussieruimte wordt boven aan elke pagina een zoekfunctie weergegeven (een pictogram met een vergrootglas). Klik op dit pictogram om de zoekvelden weer te geven of te verbergen, zodat u desgewenst meer schermruimte hebt. De zoekfunctie omvat een trefwoordenveld, datum- en tijdbeperkingen en opties voor de locatie waar moet worden gezocht. De zoekfunctie begint op het huidige niveau en u kunt via het opgeven van opties in hogere niveaus zoeken. In een discussielijn wordt standaard bijvoorbeeld alleen gezocht in die lijn, maar u kunt opties kiezen om het volledige forum of alle forums te doorzoeken. Met de zoekfunctie kunnen gebruikers zoeken in alle forums in de cursus, inclusief forums die worden weergegeven in de groepen van de gebruiker. Discussielijnstatus De forummanager kan de status van een discussielijn wijzigen in een van de volgende statussen:

•

Gepubliceerd: een gepubliceerde discussielijn is beschikbaar voor gebruikers.

•

Vergrendeld: gebruikers kunnen de discussielijn lezen maar geen toevoegingen of wijzigingen doorvoeren. Door een discussielijn te vergrendelen, kunnen cijfers worden gegeven zonder dat gebruikers berichten bijwerken of wijzigen.

•

Ontgrendeld: door een discussielijn te ontgrendelen, kunnen gebruikers toevoegingen of wijzigingen doorvoeren.

•

Verborgen: verborgen discussielijnen worden alleen weergegeven wanneer de gebruiker daarvoor kiest. Verborgen discussielijnen kunnen niet worden gewijzigd. Door discussielijnen te verbergen, kunt u verouderde discussielijnen verwijderen en het zoeken naar relevante inhoud vergemakkelijken.

•

Niet beschikbaar: niet-beschikbare discussielijnen zijn alleen zichtbaar voor forummanagers. Ook in dat geval moeten forummanagers kiezen voor weergave van deze discussielijnen. Door discussielijnen niet-beschikbaar te maken, kunnen gebruikers de betreffende discussielijnen niet meer bekijken.

Volg de onderstaande stappen om de status van een discussielijn te wijzigen: 1.

Open een forum in de discussieruimte.

2.

Selecteer discussielijnen.


Pagina 157 van 425



3.

Kies een nieuwe status voor de geselecteerde discussielijnen met de keuzelijst Status wijzigen in:.

4.

Klik op Start.

Forumweergave De forumweergave toont de discussielijnen in het forum en bevat alle opties voor het weergeven en beheren van discussielijnen. Het forum kan in twee verschillende contexten worden bekeken: structuurweergave of lijstweergave. De gekozen weergave blijft van kracht totdat de gebruiker een andere weergave kiest. De weergave kan op ieder moment worden gewijzigd. De verschillende weergaven staan boven de actiebalk. Structuurweergave In de structuurweergave worden de beginberichten en de onderliggende berichten van een discussielijn weergegeven. De onderliggende berichten kunnen worden uitgevouwen en samengevouwen met het plus/min-pictogram naast een bericht. Ongelezen discussielijnen en berichten worden vet weergegeven. Als het beginbericht van een discussielijn ongelezen onderliggende berichten heeft, wordt het beginbericht vet weergegeven als de onderliggende berichten zijn samengevouwen. Boven aan de pagina staan een zoekfunctie en een actiebalk met de volgende functies: F UNCTIE

D OELEINDE

Discussielijn toevoegen

Een nieuwe discussielijn starten.

Verwijderen

De geselecteerde berichten verwijderen uit het forum. Verwijderde berichten kunnen niet worden hersteld. Met de functie Niet beschikbaar kunt u berichten volledig verbergen voor gebruikers zonder de discussielijnen daadwerkelijk te verwijderen.

Verzamelen

Geselecteerde berichten verzamelen op een pagina waar ze kunnen worden gesorteerd, gefilterd of afgedrukt.

Vlag

Een bericht markeren voor latere verwerking. Deze optie wordt alleen weergegeven in de structuurweergave.

Vlag wissen

Een vlag verwijderen die is toegepast op een bericht. Deze optie wordt alleen weergegeven in de structuurweergave.

Markeren als gelezen

Geselecteerde berichten als gelezen markeren.

Markeren als ongelezen

Geselecteerde berichten als ongelezen markeren.

Lijstweergave In de lijstweergave wordt de lijst met discussielijnen in tabelvorm weergegeven. De discussielijnen kunnen worden gesorteerd door te klikken op het driehoekje boven aan een kolom: K OLOM

B ESCHRIJVIN G

Selectievakje

Voor afzonderlijke selectie van discussielijnen.

Vlag

Deze kolom bevat een indicator voor discussielijnen met

IN LI JSTWEER G AVE


Pagina 158 van 425



K OLOM

B ESCHRIJVIN G

IN LI JSTWEER G AVE

gemarkeerde berichten. Abonnement

De abonnementsstatus van de gebruiker voor een discussielijn. Deze kolom is alleen beschikbaar als de functie Abonnementen is ingeschakeld.

Discussielijn

Hier wordt de titel van de discussielijn weergegeven.

Auteur

Hier wordt de auteur van de discussielijn weergegeven.

Datum

Hier worden de datum en de tijd weergegeven waarop de discussielijn is gemaakt.

Status

Hier wordt de status van de discussielijn weergegeven.

Labels

Hier worden labels weergegeven die zijn toegepast op de discussielijn. De kolom is alleen zichtbaar als de functie Labels is ingeschakeld.

Ongelezen berichten

Het aantal ongelezen berichten in de discussielijn. Dit cijfer is een koppeling waarmee u een Collections-pagina opent met alle ongelezen berichten.

Totaalaantal berichten

Het totale aantal berichten in de discussielijn.

Berichten in de discussielijn worden weergegeven door te klikken op de naam van de discussielijn met een hyperlink in de kolom Discussielijn. Actiebalk De functies boven aan de pagina omvat de optie Weergeven waarmee discussielijnen met een andere status en een zoekfunctie worden weergegeven. Ongelezen discussielijnen en berichten worden vet weergegeven. Er is tevens een actiebalk beschikbaar met de volgende functies: F UNCTIE

W ELKE

D OELEINDE


Beide weergaven

Klik hierop om een discussielijn toe te voegen.

Verwijderen

Beide weergaven

Klik hierop om de geselecteerde discussielijnen te verwijderen uit het forum.

Verzamelen

Beide weergaven

Geselecteerde discussielijnen verzamelen op een pagina waar berichten kunnen worden gesorteerd, gefilterd of afgedrukt.

Vlag

Structuurweergave

Een bericht markeren voor latere verwerking.

Vlag wissen

Structuurweergave

Een vlag verwijderen die is toegepast op een bericht.


Beide weergaven

Geselecteerde berichten als gelezen

WEERG AVE ?


Pagina 159 van 425



F UNCTIE

W ELKE

D OELEINDE

WEERG AVE ?

markeren. Markeren als ongelezen

Beide weergaven


Abonneren/Opzeggen

Beide weergaven

Klik hierop om een abonnement te nemen op de discussielijn of om het abonnement op te zeggen.


Beide weergaven

Klik hierop om een cijfer te geven aan een bepaald forum (alleen correctors en beheerders). Deze optie wordt alleen weergegeven als de functie Cijfertoekenning is ingeschakeld voor dit forum.

Status wijzigen in:

Lijstweergave

De beschikbaarheidstatus van de geselecteerde discussielijnen bijwerken.

De functies boven aan de pagina omvat de optie Weergeven waarmee discussielijnen met een andere status en een zoekfunctie worden weergegeven. Er is tevens een actiebalk beschikbaar met de volgende functies: F UNCTIE

D OELEINDE


Een nieuwe discussielijn starten.

Discussielijn verwijderen

De geselecteerde discussielijnen verwijderen uit het forum. Verwijderde discussielijnen kunnen niet worden hersteld. Met de functie Niet beschikbaar kunt u discussielijnen volledig verbergen voor gebruikers zonder de discussielijnen daadwerkelijk te verwijderen.

Verzamelen

Geselecteerde discussielijnen verzamelen op een pagina waar berichten kunnen worden gesorteerd, gefilterd of afgedrukt.


Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer cijfertoekenning voor het forum is ingeschakeld.

Status wijzigen in:

De beschikbaarheidstatus van de geselecteerde discussielijnen bijwerken.

Discussielijnweergave Wanneer u op een discussielijn in een forum klikt, worden de discussielijndetails weergegeven. De discussielijnweergave is verdeeld in drie delen. Functies voor het weergeven en beheren van berichten worden boven aan de pagina weergegeven. In het midden van de pagina wordt een lijst met berichten weergegeven, met reacties genest onder het oorspronkelijke bericht. Onder aan de pagina wordt het huidige bericht weergegeven. Ongelezen berichten worden vet weergegeven. De volgende opties zijn beschikbaar bij het weergeven van een discussielijn:


Pagina 160 van 425



F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Actiebalk Verzamelen

Berichten groeperen in een geordende, filterbare en sorteerbare set.

Vlag

Een bericht markeren voor latere verwerking.

Vlag wissen

Een vlag verwijderen die is toegepast op een bericht.

Cijferdiscussielijn

Een cijfer invoeren voor een gebruiker op basis van zijn of haar prestaties in een discussielijn. Deze optie wordt alleen weergegeven voor correctors of beheerders en als Cijfertoekenning is ingeschakeld voor de discussielijn.





Abonneren/Opzeggen

Klik hierop als u een e-mailwaarschuwing wilt ontvangen wanneer een bericht is bijgewerkt of een gebruiker een reactie post. Deze optie wordt alleen weergegeven als abonnementen op discussielijnen zijn toegestaan. Klik nogmaals als u geen e-mailwaarschuwingen meer wilt ontvangen.

Berichtenlijst Weergaveknoppen

Drie knoppen boven aan de berichtenlijst bieden verschillende weergave-opties: • Wisselen omhoog/ Wisselen omlaag. Met deze optie verplaatst u de berichtenlijst omhoog of omlaag op de pagina Discussielijn. • Verbergen/Herstellen naar minimum. Met deze optie verbergt u de berichtenlijst of geeft u een minimum aantal berichten weer. • Maximaliseren/Minimaliseren. Met deze optie geeft u alle berichten in de berichtenlijst weer, inclusief de onderliggende berichten, of geeft u een minimum aantal berichten weer.

Discussielijnen selecteren

Een discussielijn selecteren door het bijbehorende selectievakje in te schakelen of de opties Alles selecteren of Alle selecties opheffen te gebruiken. Geselecteerde discussielijnen worden meegenomen in bewerkingen via de actiebalk.

Vorige discussielijn/ Volgende discussielijn

Klik op deze opties om te navigeren door de berichten in het forum.

Vernieuwen

Klik hierop om een discussielijn te vernieuwen.

Vervolgkeuzelijst Selectie

Gebruik deze vervolgkeuzelijst om alle berichten op deze pagina te selecteren, de selectie van alle berichten op deze pagina op te heffen of de huidige selectie om te wisselen.

Berichten uitvouwen/samenvouwen

Klik op het plus/minus-pictogram naast een bericht om het bovenliggende bericht en alle onderliggende berichten uit te


Pagina 161 van 425



F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G vouwen (plus) of samen te vouwen (min).

Huidig bericht Beantwoorden

Een reactie genereren op een bericht.

Letterlijke tekst

Klik hierop om de tekst van het huidige bericht in te voegen in een reactie op dat bericht. Deze optie wordt alleen weergegeven als deze functie is ingeschakeld voor dit forum.

Wijzigen

De inhoud van het bericht wijzigen. Deze optie wordt alleen weergegeven als deze functie is ingeschakeld in het forum of als de gebruiker een forumbeheerder of moderator is.

Vlag instellen/Vlag wissen

Klik hierop om dit bericht te markeren of de markering ervan te verwijderen. Hiermee wijzigt u of de gebruiker dit bericht al dan niet heeft gemarkeerd.

Verwijderen

Hiermee verwijdert u het bericht. Wanneer u een bericht verwijdert, worden alle reacties op dat bericht ook verwijderd.

Vorig bericht/ Volgend bericht

Klik op deze opties om te navigeren door de berichten in de discussielijn.

Algemene waardering

Een score selecteren voor het bericht op een schaal van 1 tot 5. Deze optie wordt alleen weergegeven als de beoordelingsfunctie is ingeschakeld.

Bovenliggend bericht weergeven

Klik hierop om de tekst van het bovenliggende bericht weer te geven. Deze optie blijft van kracht voor de gebruiker totdat de instelling wordt gewijzigd.

Bovenliggend bericht verbergen

Klik hierop om de tekst van het bovenliggende bericht te verbergen. Deze optie blijft van kracht voor de gebruiker totdat de instelling wordt gewijzigd.

Verzamelingen Verzamelingen bestaan uit berichten in afdrukbare en sorteerbare vorm. Verzamelingen zijn een handige manier om berichten te ordenen zodat u ze snel kunt lezen. De pagina Verzamelingen bevat de volgende opties: F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Actiebalk Afdrukken

Klik hierop om de geselecteerde berichten af te drukken.





Label toevoegen

Selecteer berichten in de lijst, typ een label in het veld en klik op Start om deze label toe te voegen


Pagina 162 van 425



F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G aan de berichten. Deze optie wordt alleen weergegeven voor beheerders en alleen als labels zijn ingeschakeld voor het forum.

Filter Auteur

Selecteer een auteur in de vervolgkeuzelijst om alleen berichten van die gebruiker weer te geven.

Status

Selecteer een status in de vervolgkeuzelijst om alleen berichten met die status weer te geven.

Leesstatus

Selecteer een leesstatus in de vervolgkeuzelijst om alleen berichten met die leesstatus weer te geven.

Labels

Selecteer een label in de vervolgkeuzelijst om alleen berichten met die label weer te geven. Deze optie wordt alleen weergegeven als labels zijn ingeschakeld voor het forum.

Berichtenlijst Vervolgkeuzelijst Selectie

Gebruik deze vervolgkeuzelijst om alle berichten op deze pagina te selecteren, de selectie van alle berichten op deze pagina op te heffen of de huidige selectie om te wisselen.

Sorteren op

Selecteer een van de volgende opties om de berichten op deze pagina te sorteren: •

Voornaam van auteur

•

Achternaam van auteur

•

Datum

•

Onderwerp

•

Discussielijn

•

Algemene waardering

In … volgorde

Kies de sorteervolgorde Oplopend of Aflopend.

Labels

Hier worden de labels weergegeven die aan dit bericht zijn gekoppeld. Beheerders kunnen labels toevoegen door op Toevoegen te klikken, de naam van de label te typen en op Start te klikken. Verwijder labels door op de rode "X" naast de label te klikken.

Beantwoorden

Een reactie genereren op een bericht.

Letterlijke tekst

Klik hierop om de tekst van het huidige bericht in te voegen in een reactie op dat bericht. Deze optie wordt alleen weergegeven als deze functie is ingeschakeld voor dit forum.


Pagina 163 van 425



F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G


Klik hierop om het huidige bericht als ongelezen te markeren.

Berichten markeren Forumbeheerders kunnen zelf tekstlabels maken en deze toepassen op berichten in een forum. Andere gebruikers van de discussieruimte kunnen berichten lezen, filteren en zoeken op deze labels, maar ze kunnen geen labels maken. Met behulp van labels kunt u berichten groeperen, ongeacht de discussielijn waarvan ze deel uitmaken of de status van de discussielijn. Volg deze stappen om labels te maken en toe te passen: 1.

Selecteer specifieke berichten en klik op Verzamelen. De pagina Verzameling wordt weergegeven.

2.

Gebruik de selectievakjes in de berichtenlijst om de berichten te selecteren die u wilt markeren. Selecteer alle berichten door Alles selecteren te kiezen en op Start te klikken.

3.

Typ een naam voor de nieuwe label in het veld Label toevoegen.

4.

Klik op Start om de nieuwe label toe te passen. TIP: Pagina's van Discussieruimte worden sneller geladen als u het toevoegen van berichtlabels niet toestaat. Als cursusleiders constateren dat het weergeven van de pagina's van Discussieruimte erg lang duurt, kunnen ze ervoor kiezen alleen op bepaalde momenten tijdens de cursus het toevoegen van labels toe te staan en de functie weer uit te schakelen als het forum veel in gebruik is. Het opnieuw toestaan van labels aan het einde van de cursus zorgt ervoor dat alle eerder ingevoerde labels zichtbaar zijn op de pagina's.


Pagina 164 van 425



EEN DISCUSSIELIJN STARTEN Overzicht Discussielijnen zijn een reeks berichten met betrekking tot een bepaald onderwerp. Bij het maken van een forum kan de cursusleider gebruikers wel of niet toestaan om discussielijnen te starten. Als aan discussielijnen een cijfer wordt gegeven, kunnen gebruikers geen discussielijnen starten. Over het algemeen bepaalt het doel van het forum of gebruikers al dan niet discussielijnen kunnen starten. Een forum met een moderator die cijfers geeft, en dat wordt gebruikt om de prestaties van studenten te evalueren, wordt meestal scherp gecontroleerd. In dat geval zou het niet juist zijn gebruikers toe te staan discussielijnen te starten. Andere forums worden opgezet om gebruikers de kans te geven hun meningen te delen over al dan niet verwante onderwerpen. In dat geval is het mogelijk gebruikers toe te staan discussielijnen te starten en discussies te houden. Een discussielijn starten Volg de onderstaande stappen om een discussielijn te starten. 1.

Open een forum.

2.

Klik op Discussielijn toevoegen op de actiebalk. De pagina Bericht toevoegen wordt weergegeven.

3.

Voer een onderwerp en een bericht in. U kunt ook bestanden toevoegen bij het bericht.

4.

Klik op Opslaan om een concept van het bericht op te slaan of klik op Verzenden om de discussielijn te maken.


Pagina 165 van 425



REAGEREN OP EEN DISCUSSIERUIMTEBERICHT Overzicht Discussielijnen worden steeds langer naarmate gebruikers reageren op het eerste bericht en opvolgende berichten. Antwoorden volgen op antwoorden en vormen zo een conversatie. Reageren op een bericht Volg de onderstaande stappen om te reageren op een bericht. 1.

Open een discussielijn in een forum.

2.

Zoek een bericht.

3.

Klik op Beantwoorden voor het betreffende bericht.

4.

Voer een onderwerp en een bericht in. U kunt ook bestanden toevoegen bij het bericht. Met de functie Bijlage onder het tekstvak kan slechts een enkel bestand worden toegevoegd. Wanneer u de visuele tekstvakeditor gebruikt, kunt u meerdere bestanden toevoegen.

5.

Klik op Opslaan om een concept van het bericht op te slaan of klik op Verzenden om de discussielijn te maken.

6.

Het bericht wordt weergegeven in de discussielijn onder het oorspronkelijke bericht.


Pagina 166 van 425



CIJFER GEVEN AAN DISCUSSIERUIMTEDEELNAME

Overzicht In het klaslokaal wordt van studenten vaak verwacht dat ze deelnemen aan discussies. Hun bijdrage aan de discussie weegt mee in de beoordeling van hun prestaties. Deze bijdrage is niet altijd gemakkelijk te beoordelen. Zo is het soms moeilijk om onderscheid te maken tussen studenten die actief deelnemen maar de discussie niet verder brengen en studenten die veel minder zeggen maar bij wie het weinige dat ze zeggen een groter effect op de discussie heeft. De interacties van de studenten met de discussieruimte zijn een permanent verslag van hun deelname. De cursusleider kan studenten beoordelen op forumniveau en op discussielijnniveau. Op deze wijze kan de cursusleider de bijdrage van studenten nauwkeurig vergelijken met de van tevoren opgestelde verwachtingen. OPMERKING: Cijfertoekenning is een Enterprise License-optie.

Cijfertoekenning inschakelen Cijfertoekenningsopties worden ingeschakeld wanneer het forum wordt opgezet of gewijzigd. Klik in de discussieruimte op Wijzigen voor een forum om de instellingen van dat forum te wijzigen. Als u de functie Cijfertoekenning inschakelt, wordt er een cijferlijstitem gemaakt en moeten alle geavanceerde beheerfuncties die kunnen worden toegepast op dat item worden beheerd vanuit die lijst. De Cijfer-instellingen worden weergegeven onder aan de pagina's Forum toevoegen en Forum wijzigen. Selecteer Cijfer geven aan forum en voer een puntwaarde in om de prestaties van de deelnemers in het hele forum te evalueren. Selecteer Cijfer geven aan discussielijn om de prestaties van de deelnemers in elke afzonderlijke discussielijn te evalueren. Wanneer u de optie Cijfer geven aan discussielijn gebruikt, wordt telkens wanneer een discussielijn wordt gestart, een Mogelijk aantal punten weergegeven. Als Cijfer geven aan discussielijn voor het forum is ingeschakeld, kunnen gebruikers zelf geen nieuwe discussielijnen starten. Forumbeheerders kunnen instellen dat gebruikers discussielijnen direct vanuit de lijst met discussielijnen een cijfer kunnen geven (op een forum waarvoor het cijfers geven aan een discussielijn is ingeschakeld). Volg hiervoor deze stappen: 1.

Klik op de knop Inschakelen in de kolom Cijfer van de gewenste discussielijn. De pagina Cijfer instellen: wordt weergegeven.

2.

Typ het cijfer dat u wilt geven in het veld Mogelijk aantal punten en klik op Verzenden

Cijfer geven voor gebruikersdeelname aan een forum Volg de onderstaande stappen om prestaties in een forum te beoordelen. 1.

Open de discussieruimte. Een lijst met forums wordt weergegeven. Voor elk forum waaraan een cijfer kan worden toegekend, wordt een pictogram weergegeven in de kolom Cijfer.


Pagina 167 van 425



2.

Klik op het pictogram in de kolom Cijfer. Alleen gebruikers met de forumrol Corrector of Beheerder mogen een cijfer toekennen aan een forum. Correctors mogen hun eigen werk niet bekijken.

3.

Een lijst met gebruikers wordt weergegeven. Klik op Cijfer voor een gebruiker.

4.

Er wordt een verzameling weergegeven van gebruikersberichten in het forum. Evalueer de berichten en geef een cijfer.

5.

Klik op Verzenden om het cijfer toe te voegen aan de cijferlijst. OPMERKING: Alleen gebruikers met de forumrol Corrector of Beheerder mogen een cijfer toekennen aan een forum. Correctors mogen hun eigen werk niet bekijken.

Cijfer geven voor gebruikersdeelname aan een discussielijn Volg de onderstaande stappen om prestaties in een discussielijn te beoordelen. 1.

Open de discussieruimte. Een lijst met forums wordt weergegeven. Voor elk forum waaraan een cijfer kan worden toegekend, wordt een pictogram weergegeven in de kolom Cijfer.

2.

Open een forum en selecteer een discussielijn.

3.

Klik op Cijfer geven aan discussielijn. Deze knop wordt alleen weergegeven bij gebruikers met de forumrol Corrector of Beheerder.

4.

Een lijst met gebruikers wordt weergegeven. Klik op Cijfer voor een gebruiker.

5.

Er wordt een overzicht weergegeven van de berichten die de gebruiker heeft bijgedragen aan de discussielijn. Bekijk de berichten en typ een cijfer in het veld Cijfer boven aan de pagina.

6.

Klik op Verzenden om het cijfer toe te voegen aan de cijferlijst. OPMERKING: de corrector ziet een waarschuwing voor mogelijk verlies van cijfergegevens als hij/zij klikt op een knop waarmee het cijfer niet wordt toegevoegd aan de cijferlijst. Klik op Verzenden om het cijfer op te slaan voordat u de pagina verlaat.

Cijfer van discussieruimte wijzigen Volg deze stappen om het cijfer van een discussieruimte te wijzigen: 1.

Ga naar de pagina Cijfer:.

2.

Klik op het cijfer in het veld Cijfer of klik op Cijfer wissen om het toegekende cijfer te wissen.

3.

Voer een nieuw cijfer in en klik op Verzenden.

Cijfertoekenning uitschakelen voor een forum of discussielijn U kunt de cijfertoekenningsoptie wijzigen door in de functie Forum wijzigen Geen cijfertoekenning te selecteren. Als er al cijfers zijn ingevoerd voor het forum of de discussielijnen, krijgt u de waarschuwing dat de bijbehorende cijferlijstitems zullen worden verwijderd als u de instelling wijzigt. Klik op OK om door te gaan of klik op Annuleren om de cijferlijstitems te behouden.


Pagina 168 van 425



CONTROLE DOOR MEDESTUDENTEN VIA DE DISCUSSIERUIMTE Overzicht Een veel toegepast leermiddel in de klas is om studenten feedback te laten geven over elkaars werk. Studenten maken bijvoorbeeld een essay of een practicumverslag en laten dit lezen aan hun medestudenten, of geven een presentatie voor de klas. De andere studenten geven commentaar op het werk en doen suggesties voor verbetering. Dit proces helpt de studenten om hun werk te verbeteren, maar is minstens zo waardevol voor de studenten die het werk van hun medestudenten doornemen. Werk van een ander doorlezen en beoordelen versterkt het leerproces en geeft de beoordelaar de kans om belangrijke communicatievaardigheden te oefenen. De discussieruimte is de beste plaats in de cursus voor een beoordeling door medestudenten. Elke student kan een discussielijn beginnen en werk meesturen met het eerste bericht. Vervolgens kunnen andere studenten het werk bekijken, een waardering toekennen aan het eerste bericht en in hun respons commentaar leveren. De feedback wordt uitgebreid naarmate meer gebruikers reageren en de opmerkingen van andere studenten ondersteunen of erop voortbouwen. Gebruikers kunnen op een bericht reageren door middel van een waarderingssysteem op basis van vijf sterren. Selecteer, als u een forum maakt, Leden toestaan cijfers toe te kennen aan berichten om deze functie in te schakelen. Reageren op een discussieruimtebericht Open een discussielijn en bekijk de berichten. Elk bericht heeft een veld Algemene waardering met vijf sterren. De sterren geven de totaalwaardering weer die het bericht heeft ontvangen van de gebruikers. Klik op de keuzelijst Cijfer geven aan dit bericht en selecteer een aantal sterren (tussen de 0 en de 5) in de lijst. Uw waardering wordt nu verwerkt in de Algemene waardering en uw individuele waardering wordt weergegeven in het veld Cijfer geven aan dit bericht. Elke gebruiker kan hetzelfde bericht maar één keer waarderen.


Pagina 169 van 425



DISCUSSIERUIMTE-INHOUD VEILIG HOUDEN Overzicht Discussieruimten bieden studenten de mogelijkheid hun gedachten en meningen over onderwerpen vrij te delen met andere gebruikers. Soms komt het voor dat studenten materiaal in de discussieruimte inbrengen dat niet geschikt is voor een forumdiscussie. Afhankelijk van de leeftijd en de gevoeligheid van de studenten die aan de cursus deelnemen, is het aan te bevelen om studentenberichten te controleren op ongeschikte inhoud voordat ze beschikbaar worden gemaakt voor de andere studenten. Cursusleiders kunnen discussieruimtegebruikers aanwijzen als moderators. Moderators nemen berichten door voordat deze aan een discussielijn worden toegevoegd en ter lezing worden aangeboden aan de overige studenten. De moderator kan de cursusleider zijn of een andere verantwoordelijke deelnemer. Het is ook mogelijk te voorkomen dat een bepaalde gebruiker berichten op het forum plaatst. Door een gebruiker de forumrol Geblokkeerd toe te wijzen voorkomt u dat de gebruiker toegang krijgt tot het forum. Wanneer u een gebruiker de rol Lezer toewijst, kan deze gebruiker inhoud op de discussieruimte bekijken maar zelf geen inhoud op het forum zetten. Beveiligingsinstellingen Wanneer u een discussieruimte maakt, zijn de volgende instellingen beschikbaar om ervoor te zorgen dat de inhoud geschikt is. I NSTELLING

B ESCHRIJVIN G

Anonieme berichten toestaan

Wanneer deze functie is uitgeschakeld, worden gebruikers geïdentificeerd via hun gebruikersnaam wanneer zij een antwoord posten. Wanneer leden verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud die zij posten, werkt dit als een afschrikmiddel tegen gebruikers die ongepaste inhoud willen posten. Denk goed na voordat u deze functie uitschakelt, er zijn situaties waarin anonieme berichten nuttig kunnen zijn, met name wanneer gevoelige onderwerpen worden besproken. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kan aan het forum geen cijfer worden gegeven.

Auteur toestaan eigen berichten te verwijderen en Auteur toestaan eigen gepubliceerde berichten te wijzigen

Leden zullen minder snel berichten met ongepaste inhoud posten wanneer zij geen controle hebben over de inhoud zodra deze is gepost.

Leden toestaan eigen discussielijnen te maken

Door te voorkomen dat leden discussielijnen starten, zullen hun berichten meer gericht zijn op het onderwerp.

Controle van berichten afdwingen

Voor het wijzigen van berichten, moeten alle berichten worden doorgenomen door een verantwoordelijke persoon voordat de inhoud wordt gedeeld met de klas.


Pagina 170 van 425



Een forum wijzigen Stel een moderator in via de pagina Forumgebruikers beheren. Anders moet de forummanager de verantwoordelijkheid nemen voor het goedkeuren van berichten. Volg de onderstaande stappen om forumberichten te wijzigen. Open het forum. 1.

Klik op Forum wijzigen. De knop Forum wijzigen wordt alleen weergegeven op de actiebalk wanneer u de forumrol Manager of Moderator hebt.

2.

De wachtrij voor controle wordt weergegeven met een lijst berichten die moeten worden goedgekeurd. De berichten worden weergegeven in chronologische volgorde. De berichten boven aan de lijst staan al langer in de wachtrij dan de berichten onder aan de lijst.

3.

Klik op Wijzigen voor een bericht. De pagina Bericht wijzigen wordt weergegeven met het betreffende bericht.

4.

Selecteer Publiceren of Retourneren. Wanneer u het bericht retourneert, moet u een bericht toevoegen voor de auteur met de reden waarom het bericht wordt geretourneerd en een aantal suggesties voor het wijzigen van het bericht zodat het geschikt wordt voor de discussie.

5.

Klik op Verzenden. Wanneer u het bericht goedkeurt, wordt het weergegeven in het forum. Wanneer het bericht wordt afgekeurd, is het in het forum alleen zichtbaar voor de auteur en de moderator. Het bericht wordt gemarkeerd als geretourneerd en de opmerkingen van de moderator bij retournering worden weergegeven als een antwoord.

Voorkomen dat een gebruiker berichten post Er kunnen zich situaties voordoen waarbij moet worden voorkomen dat een gebruiker berichten post, bijvoorbeeld naar aanleiding van het posten van ongepaste berichten in het verleden of als de gebruiker gedurende de gehele cursus niet heeft deelgenomen aan discussies. Wijs een gebruiker de forumrol Lezer toe wanneer de gebruiker het forum mag bekijken maar geen inhoud mag toevoegen. Wijs een gebruiker de forumrol Geblokkeerd toe om te voorkomen dat de gebruiker toegang krijgt tot het forum.


Pagina 171 van 425



DISCUSSIERUIMTEBEHEER DELEGEREN Overzicht Discussieruimten kunnen in een cursus voor verschillende doeleinden worden gebruikt. In veel gevallen wil de cursusleider niet actief betrokken zijn bij de discussieruimte en geeft hij of zij er de voorkeur aan om het hele beheer van de discussieruimte of een deel daarvan te delegeren aan een andere verantwoordelijke gebruiker. Forums bevatten rollen voor elke gebruiker die aan het forum deelneemt. Deze rollen definiëren bevoegdheden binnen het forum. De forumrollen en de beheerrollen die aan gebruikers in een forum kunnen worden toegekend zijn de volgende:

•

Manager

•

Moderator

•

Corrector

Manager Managers hebben volledige controle over het forum. Managers kunnen de foruminstellingen wijzigen, berichten wijzigen en cijfers geven. De rol van manager moet alleen worden toegewezen aan de cursusleider of een persoon met soortgelijke verantwoordelijkheden. Gebruikers met de cursusrol Cursusleider of Onderwijsassistent krijgen deze forumrol standaard toegewezen. Moderator Moderators nemen berichten door voordat deze beschikbaar worden gemaakt voor alle gebruikers in de cursus. Moderators mogen tevens alle berichten in een forum verwijderen en wijzigen, zelfs wanneer het forum geen wachtrij voor controle heeft. Zorg dat de moderators verantwoordelijk zijn en de criteria voor geschikte berichten begrijpen. Gebruikers met de cursusrol Cursusbouwer krijgen deze forumrol standaard toegewezen. Corrector Correctors nemen discussieruimteberichten door en voeren cijfers in de cijferlijst in. De rol van corrector geeft tot op zekere hoogte toegang tot de cijferlijst en mag alleen worden toegekend aan gebruikers die verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van studenten en de evaluatie van studieprestaties, zoals cursusleiders en onderwijsassistenten. Correctors hebben geen toegang tot het configuratiescherm als deel van hun forumbevoegdheden. Gebruikers met de cursusrol Corrector krijgen deze forumrol standaard toegewezen. Een gebruikersrol definiëren in een forum Volg de onderstaande stappen om een rol toe te wijzen aan een gebruiker in een forum. 1.

Open de discussieruimte.

2.

Klik op Beheren voor een forum.

3.

De pagina Forumgebruikers beheren wordt weergegeven.

4.

Selecteer een rol voor gebruikers in de keuzelijst. De standaardwaarde is Deelnemer. Deelnemers kunnen berichten lezen en posten, maar hebben geen administratieve bevoegdheden.

5.

Klik op OK. De forumrollen zijn nu toegewezen.


Pagina 172 van 425



FORUMS OPNEMEN IN HET LEERPROCES Overzicht U hebt toegang tot forums vanaf de tool Discussieruimte. Hier vindt u een lijst met alle forums in de cursus. Deze centrale weergave is een gemakkelijke ingang, maar de forums kunnen ook op andere manieren worden bereikt om de gebruiker in het leerproces te betrekken. U kunt forums bijvoorbeeld in elk inhoudsgebied plaatsen. Zo kan een forum volgen op de collegeaantekeningen over hetzelfde onderwerp. Ook kunt u er door middel van adaptieve inhoud of datumbeperkingen voor zorgen dat het forum pas wordt weergegeven nadat de gebruikers een les hebben afgerond of de cursusleider het college heeft gegeven. Een forum toevoegen aan een inhoudsgebied Volg de onderstaande stappen om een forum toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.

Open het configuratiescherm en navigeer naar het inhoudsgebied en de map waar het forum moet worden weergegeven.

2.

Selecteer aan de rechterkant van de actiebalk Discussieruimte uit de keuzelijst Selecteren. Klik op Start.

3.

Kies Een forum selecteren en selecteer een forum uit de lijst. Klik op Volgende. De optie Pagina Discussieruimte opent de pagina Discussieruimte en geeft alle forums in de cursus weer. Klik op Nieuw forum maken om een nieuw forum te maken. Het forum wordt pas in het gewenste inhoudsgebied weergegeven nadat het is gemaakt. Ga terug naar het inhoudsgebied en plaats het nieuwe forum op de gewenste plaats met de optie Een forum selecteren.

4.

Voeg op de volgende pagina informatie toe over de koppeling. Dit bepaalt hoe de koppeling naar het forum in het inhoudsgebied wordt weergegeven. Klik op Verzenden.

Vereisten definiëren voor weergave van het forum Koppelingen naar discussieruimten kunnen worden gebonden aan datumbeperkingen en beperkingen voor adaptieve inhoud. Wanneer deze beperkingen zijn toegepast, hebben gebruikers geen toegang tot het forum vanuit het inhoudsgebied of in de discussieruimtetool. De cursusleider heeft altijd toegang tot elk forum via het configuratiescherm.


Pagina 173 van 425



DISCUSSIERUIMTESTATISTIEKEN Overzicht In het prestatieoverzicht worden de gebruikersactiviteiten gedurende de cursus bijgehouden, inclusief de discussieruimte. Met deze informatie kunnen cursusleiders snel studenten identificeren die buiten het normale deelnamebereik vallen. Cursusleiders kunnen deze informatie gebruiken om prestaties te belonen en studenten te helpen die moeite hebben met het materiaal. Discussieruimtestatistieken weergeven Volg de onderstaande stappen om de discussieruimtestatistieken voor een gebruiker weer te geven. 1.

Klik op Prestatieoverzicht in het configuratiescherm.

2.

Het aantal forums waarin een gebruiker berichten heeft gepost, wordt weergegeven als een koppeling in de kolom Discussieruimte. Klik op de koppeling om meer details weer te geven.

3.

Er wordt een pagina weergegeven met de volgende informatie:

•

Totaalaantal berichten

•

Datum van laatste bericht

•

Gemiddelde berichtlengte (aantal tekens)

•

Minimum berichtlengte (aantal tekens)

•

Maximum berichtlengte (aantal tekens)

•

Gemiddelde berichtpositie

•

Cijfer (als het bericht nog niet met een cijfer is beoordeeld, kan de cursusleider op een koppeling in de cijferlijst klikken om een cijfer toe te voegen)


Pagina 174 van 425



CURSUSOPTIES CURSUSMENU BEHEREN Overzicht U kunt cursusgebieden toevoegen en wijzigen via de pagina Cursusmenu beheren. U kunt bijvoorbeeld gebieden kiezen voor docenteninformatie, bepaalde inhoud en cursuskoppelingen. Cursusgebieden kunnen het volgende omvatten:

•

Mappen met inhoud zoals bestanden, leereenheden, beoordelingen en opdrachten.

•

Bepaalde items zoals een cursussyllabus.

•

Externe koppelingen (koppelingen naar URL’s buiten de cursus).

•

Cursuskoppelingen (koppelingen naar andere gebieden in de cursus).

•

Cursusleiders kunnen maximaal tien verschillende gebieden opnemen in een cursus. OPMERKING: beheerders kunnen beperkingen voor opties instellen om een consistente vormgeving voor alle cursussen te behouden. De cursusleider kan sommige gebieden bijvoorbeeld onbeschikbaar maken of permanente gebiedsnamen instellen.

Locatie van pagina Klik op Cursusmenu beheren in het configuratiescherm om de pagina Cursusmenu beheren te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. H AN DELIN G . . .

K LIK

Cursusgebied toevoegen

Cursusgebied toevoegen. De pagina Nieuw gebied toevoegen: cursusgebied wordt weergegeven.

Toolgebied toevoegen

Toolgebied toevoegen. De pagina Nieuw gebied toevoegen: toolgebied wordt weergegeven.

Externe koppeling toevoegen

Externe koppeling toevoegen. De pagina Nieuw gebied toevoegen: externe koppeling wordt weergegeven.

Cursuskoppeling toevoegen

Cursuskoppeling toevoegen. De pagina Nieuw gebied toevoegen: cursuskoppeling wordt weergegeven.

Gebied wijzigen

Wijzigen.

Gebied verwijderen


Cursusgebieden in een bepaalde volgorde weergeven

de vervolgkeuzepijl en selecteer een cijfer. Cursusgebieden worden in de geselecteerde volgorde weergegeven in het cursusmenu.

OP

...


Pagina 175 van 425



NIEUW INHOUDSGEBIED TOEVOEGEN Overzicht Op de pagina Nieuw inhoudsgebied toevoegen kan de cursusleider een nieuw cursusgebied aan een cursus toevoegen en instellen welke cursusrollen toegang hebben tot de inhoud. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Nieuw inhoudsgebied toevoegen te openen. 1.

Klik op Cursusmenu beheren onder Cursusopties in het configuratiescherm.

2.

Klik op Inhoudsgebied toevoegen.


B ESCHRIJVIN G

Gebiedseigenschappen instellen Type

Hiermee wordt aangegeven dat dit een cursusgebied is.

Naam [v]

Selecteer een naam voor het gebied in de keuzelijst of maak een nieuwe naam in de ruimte daaronder.

Gasttoegang toestaan

Schakel het selectievakje in om dit gebied beschikbaar te maken voor gasten in de cursus.

Waarnemertoegang toestaan

Schakel het selectievakje in om dit gebied beschikbaar te maken voor waarnemers in de cursus.

Beschikbaar voor Student/Deelnemergebruikers

Schakel dit selectievakje in om dit gebied beschikbaar te maken voor gebruikers die zijn ingeschreven voor de cursus.


Pagina 176 van 425



NIEUW TOOLGEBIED TOEVOEGEN Overzicht Via de pagina Nieuw toolgebied toevoegen kan de cursusleider tools aan het cursusmenu toevoegen en kiezen welke gebruikers toegang hebben. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Nieuw toolgebied toevoegen te openen. 1.


2.

Klik op Toolgebied toevoegen.


B ESCHRIJVIN G


Selecteer een tool die u aan het cursusmenu wilt toevoegen.

Naam [v]

Voer een naam in voor de tool. De ingevoerde naam wordt weergegeven in het cursusmenu.




Pagina 177 van 425



NIEUWE CURSUSKOPPELING TOEVOEGEN Overzicht Een koppeling naar een ander deel van de cursus toevoegen aan het cursusmenu. Cursusleiders kunnen een koppeling toevoegen naar een opdracht of een beoordeling die moet wordt gemaakt. Het item wordt vervolgens weergegeven in een cursusgebied, alsmede in het cursusmenu. Een koppeling naar de discussieruimte kan ook worden toegevoegd aan het cursusmenu. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursuskoppeling toevoegen te openen. 1.


2.

Klik op Cursuskoppeling toevoegen.


B ESCHRIJVIN G


Dit veld geeft aan dat het een cursuskoppeling betreft.

Naam [v]

Voer een naam in voor het gebied.

Locatie

Klik op Bladeren. Het venster Cursusoverzicht wordt weergegeven. Selecteer een map of item in het cursusoverzicht waarnaar u wilt koppelen en klik op Verzenden.


Schakel dit selectievakje in om dit gebied beschikbaar te maken voor gasten die de cursus bekijken.


Schakel dit selectievakje in om dit gebied beschikbaar te maken voor waarnemers die de cursus bekijken.




Pagina 178 van 425



EXTERNE KOPPELING TOEVOEGEN Overzicht Voeg een externe koppeling toe aan het cursusmenu. Wanneer gebruikers dit gebied selecteren in het cursusmenu, wordt automatisch de URL geopend die aan dit gebied is gekoppeld. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Externe koppeling toevoegen te openen. 1.


2.

Klik op Externe koppeling toevoegen.


B ESCHRIJVIN G


Hiermee wordt aangegeven dat dit een externe koppeling is.

Naam [v]

Voer een naam in voor het gebied.

Doel [v]

Voer het websiteadres in dat moet worden geopend met de koppeling. Wanneer u een URL toevoegt, moet u de notatie http://www.sitenaam.com gebruiken, niet www.sitenaam.com of sitenaam.com.

In nieuw venster openen

Schakel het selectievakje in als de URL in een nieuw venster moet worden geopend.


Schakel dit selectievakje in om dit gebied beschikbaar te maken voor gasten die de cursus bekijken.


Schakel dit selectievakje in om dit gebied beschikbaar te maken voor waarnemers die de cursus bekijken.




Pagina 179 van 425



CURSUSONTWERP Overzicht Via de pagina Cursusontwerp kunnen cursusleiders de vormgeving van het cursusmenu beheren. Zij kunnen kiezen tussen het gebruik van knoppen of tekstkoppelingen, en de kleuren en ontwerpfuncties selecteren. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusontwerp te openen. 1.

Klik op Cursusontwerp onder Cursusopties.

2.

Klik op Cursusontwerp.

Nieuwe stijl selecteren Selecteer Knoppen om de items in het cursusmenu weer te geven als knoppen. Selecteer Tekst om de items in het cursusmenu weer te geven als tekstkoppelingen. Knopstijlopties Stel de volgende opties in als u de menustijl Knoppen hebt opgegeven. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Stijleigenschappen selecteren Knoptype

Kies het knoptype in de keuzelijst.

Knopvorm

Klik op een optie om de knopvorm te selecteren.

Knopstijl

Gebruik de keuzelijst om de kleur van de knoppen te selecteren.

Tekststijlopties selecteren Stel de volgende opties in als u de menustijl Tekst hebt opgegeven. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Stijleigenschappen selecteren Achtergrondkleur voor menu selecteren

Klik op Kiezen en selecteer een achtergrondkleur voor het cursusmenu.

Tekstkleur voor menu selecteren

Klik op Kiezen en selecteer een kleur voor de tekst in het cursusmenu.


Pagina 180 van 425



CURSUSBANNER Overzicht Via de pagina Cursusbanner kunnen cursusleiders boven in het mededelingsgebied van de cursus een banner toevoegen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusbanner te openen. 1.

Klik op Cursusontwerp onder Cursusopties in het configuratiescherm.

2.

Klik op Cursusbanner.


B ESCHRIJVIN G

Cursusbanner selecteren Huidige banner

Hier wordt de banner weergegeven die momenteel boven in het mededelingsgebied wordt weergegeven.

Nieuwe banner

Voer het pad naar het nieuwe bannerbestand in of klik op Bladeren om een nieuwe cursusbanner te laden.

Deze banner verwijderen

Schakel dit selectievakje in om de bannerafbeelding uit de cursus te verwijderen.


Pagina 181 van 425



TOOLS BEHEREN Overzicht Cursusleiders kunnen op de pagina Tools beheren de beschikbaarheid van tools instellen. Cursusleiders kunnen tools inschakelen voor gebruik tijdens een cursus en kunnen tevens instellen welke tools toegankelijk zijn voor gasten en waarnemers. Locatie van pagina Klik op Tools beheren onder Cursusopties in het configuratiescherm om de pagina Tools beheren te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Blackboard-tools inschakelen

Selecteer de Blackboard-tools die beschikbaar zijn in de cursus.

Beschikbaarheid Building Block-tool

Selecteer Building Blocks die beschikbaar zijn in de cursus.

Beschikbaarheid inhoudstype

Selecteer inhoudstypen die beschikbaar zijn in de cursus.


Pagina 182 van 425



BLACKBOARD-TOOLS INSCHAKELEN Overzicht Cursustools worden direct in het cursusmenu van het tabblad Cursussen weergegeven of in gebieden van het cursusmenu (bijvoorbeeld onder Tools). Cursusleiders kunnen de beschikbaarheid van deze tools, zoals samenwerkingstools, het postbakje en e-mail, beheren via de pagina Blackboard-tools inschakelen. Cursusleiders kunnen ook instellen welke tools gasten en waarnemers kunnen weergeven. OPMERKING: cursusleiders kunnen via de pagina Cursusmenu beheren tools toevoegen aan het cursusmenu. Op de pagina Blackboard-tools inschakelen kunnen cursusleiders tools beschikbaar maken voor gebruik in een cursus. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Blackboard-tools inschakelen te openen. 1.

Klik op Tools beheren onder Cursusopties in het configuratiescherm.

2.

Klik op Blackboard-tools inschakelen.


B ESCHRIJVIN G

Beschikbaar

Schakel dit selectievakje in voor de tools die u wilt gebruiken in de cursus.

Gast toestaan

Schakel dit selectievakje in voor de tools die gasten moeten kunnen weergeven. Als een tool wordt aangegeven als N.v.t., kunnen gasten de tool niet bekijken.

Waarnemer toestaan

Schakel dit selectievakje in voor de tools die waarnemers moeten kunnen weergeven. Als een tool wordt aangegeven als N.v.t., kunnen waarnemers de tool niet bekijken.

Mededelingen uitschakelen Als de cursusleider de tool Mededelingen uitschakelt en het cursusbeginpunt instelt op een ander gebied dan Mededelingen, zijn cursusmededelingen voor studenten nog steeds beschikbaar via het tabblad Mijn instelling. Verwijder elke mededeling of maak ze onbeschikbaar als u wilt voorkomen dat gebruikers ze kunnen weergeven.


Pagina 183 van 425



BUILDING BLOCK-TOOLS INSCHAKELEN Overzicht Building Blocks zijn tools die zijn toegevoegd aan Blackboard Learning System. Met Beschikbaarheid Building Block-tool kan de cursusleider alle externe tools beheren die de systeembeheerder beschikbaar heeft gemaakt. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Beschikbaarheid Building Block-tool te openen. 1.


2.

Klik op Beschikbaarheid Building Block-tool.

OPMERKING: Blocks zijn niet beschikbaar in Blackboard Learning System - Basic Edition.


B ESCHRIJVIN G

Ingeschakeld

Schakel het selectievakje in voor de tools die in de cursus worden gebruikt.

Gast toestaan

Schakel de selectievakjes in voor tools die gasten mogen bekijken. Als een tool wordt aangegeven als N.v.t., kunnen gasten de tool niet bekijken.


Pagina 184 van 425



INHOUDSTYPEN INSCHAKELEN Overzicht Een inhoudstype is een nieuwe indeling voor inhoud die aan een cursus kan worden toegevoegd. Via deze pagina kan de cursusleider instellen welke typen inhoud in de cursus kunnen worden opgenomen. Inhoudstypen die zijn ingeschakeld, kunnen overal in de cursus worden toegevoegd. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Beschikbaarheid inhoudstype te openen. 1.


2.

Klik op Beschikbaarheid inhoudstype.

Beschikbaarheid inhoudstype Schakel het selectievakje Ingeschakeld in voor de inhoudstypen die in de cursus worden gebruikt. Als een inhoudstype niet is geselecteerd, is dit niet beschikbaar.


Pagina 185 van 425



CURSUSINSTELLINGEN NAAM EN BESCHRIJVING VAN CURSUS Overzicht Cursusleiders kunnen de naam, de beschrijving en het type studiegebied van een cursus wijzigen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Naam en beschrijving van cursus te openen. 1.

Selecteer Instellingen onder Cursusopties in het configuratiescherm.

2.

Klik op Naam en beschrijving van cursus.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Naam en beschrijving van cursus. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Cursustitel/-beschrijving Cursusnaam

Voer de naam van de cursus in. Deze naam wordt als de naam van de cursus weergegeven in Blackboard Academic Suite.

Beschrijving

Voer een beschrijving van de cursus in.

Classificatie Studiegebied

Selecteer het studiegebied dat de cursus het best beschrijft.

Vakgebied

U kunt het studiegebied verder definiëren door het vakgebied op te geven.


Pagina 186 van 425



CURSUSBESCHIKBAARHEID Overzicht U kunt op de pagina Cursusbeschikbaarheid de toegang tot de cursus instellen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusbeschikbaarheid te openen. 1.


2.

Klik op Cursusbeschikbaarheid.

Beschikbaarheid per cursusrol Selecteer Ja of Nee om de cursus al dan niet beschikbaar te maken voor gebruikers. Wanneer de cursus is ingesteld als Beschikbaar, is deze toegankelijk voor alle gebruikers die deelnemen aan de cursus. Wanneer de cursus is ingesteld als Niet beschikbaar, is toegang afhankelijk van de cursusrol. OPMERKING: cursussen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven in de cursuscatalogus. Velden In de onderstaande tabel wordt beschreven welk type toegang verschillende gebruikersrollen hebben tot een cursus die niet beschikbaar is. C URSUSRO L

T OEG ANG

Studenten

De cursus is niet beschikbaar voor studenten.

Cursusleiders, cursusbouwers, onderwijsassistenten en correctors

Cursussen die zijn ingesteld op Niet beschikbaar, worden weergegeven voor de gebruiker. Hoewel de cursus is ingesteld als Niet beschikbaar, is deze wel toegankelijk.

W ANNEER DE CU RS US NIET BESC HIKB AAR IS


Pagina 187 van 425



GASTTOEGANG Overzicht Via de pagina Gasttoegang kunt u instellen of gasten (gebruikers die niet deelnemen aan de cursus) toegang hebben tot de cursus. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Gasttoegang te openen. 1.


2.

Klik op Gasttoegang.

Gasttoegang Selecteer Ja of Nee om de cursus al dan niet beschikbaar te maken voor gasten.


Pagina 188 van 425



WAARNEMERTOEGANG Overzicht Cursusleiders kunnen instellen of waarnemers toegang hebben tot een cursus. Een gebruiker met de rol Waarnemer wordt aangewezen om specifieke gebruikers te volgen in Blackboard Learning System, maar kan geen systeeminhoud wijzigen. Waarnemers kunnen de cursus weergeven en de voortgang van studenten volgen. Daarnaast kan de cursusleider meldingen van het systeem voor vroege waarschuwing doorgeven aan waarnemers en studenten of alleen aan de waarnemers van studenten. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Waarnemertoegang te openen. 1.


2.

Klik op Waarnemertoegang.

Waarnemers toestaan Selecteer Ja in het veld Waarnemers toestaan: om waarnemers toegang te geven tot de cursus. Wanneer u deze optie instelt op Ja, hebben waarnemers toegang tot inhoud van de cursus. Waarnemers hebben geen toegang tot beoordelingen of opdrachten. Op individuele basis kan voor waarnemers de toegang tot inhoud of tools worden beperkt. Via de pagina Cursusmenu beheren kunt u voor waarnemers de toegang tot inhoud beperken. Via de pagina Tools beheren kunt u voor waarnemers de toegang tot tools beperken. De opties Cursusmenu beheren en Tools beheren vindt u onder Cursusopties in het configuratiescherm.


Pagina 189 van 425



CURSUSDUUR Overzicht Via de pagina Cursusduur kunnen cursusleiders de lengte van de cursus instellen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusduur te openen. 1.


2.

Klik op Cursusduur.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cursusduur. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Cursusduur instellen Doorgaand

Selecteer deze optie als u wilt instellen dat de cursus altijd beschikbaar is.

Datums selecteren

Selecteer deze optie als u de beschikbaarheid van de cursus wilt instellen voor bepaalde dagen. De cursus kan ook op een bepaalde datum beginnen en geen specifieke einddatum hebben. Na de einddatum is de cursus niet meer beschikbaar voor studenten, maar verder wordt er niets gewijzigd.

Dagen vanaf datum van inschrijving

Selecteer deze optie als u een tijdslimiet wilt instellen voor een cursus waarvoor studenten zelf het tempo kunnen bepalen. De cursus is beschikbaar gedurende het ingestelde aantal dagen, vanaf het moment dat een student zich inschrijft.


Pagina 190 van 425



INSCHRIJVINGSOPTIES Overzicht Cursusleiders kunnen de inschrijving leiden door inschrijvingsverzoeken van studenten te verwerken via het configuratiescherm. Inschrijving kan daarnaast worden beperkt tot een bepaalde periode en worden voorbehouden aan gebruikers die een toegangscode ontvangen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Inschrijvingsopties te openen. 1.


2.

Klik op Inschrijvingsopties.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Inschrijvingsopties. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Inschrijvingsopties selecteren Cursusleider / Systeembeheerder

Selecteer deze optie om de cursusinschrijving te laten leiden door de cursusleider. Schakel het selectievakje in om een koppeling te maken waarmee studenten per e-mail een inschrijvingsaanvraag kunnen verzenden naar de cursusleider. De koppeling wordt weergegeven in de cursuscatalogus.

Zelfinschrijving

Selecteer deze optie om studenten toe te staan zich in te schrijven voor een cursus.

Begindatum

Selecteer deze optie om een begindatum voor inschrijving in te stellen. Als de optie Zelfinschrijving is geselecteerd, moet u een datum opgeven.

Einddatum

Selecteer deze optie om een einddatum voor inschrijving in te stellen. Als de optie Zelfinschrijving is geselecteerd, moet u een datum opgeven.

Toegangscode vereisen voor inschrijving

Selecteer deze optie als u een toegangscode wilt vereisen voor inschrijving. Voer een toegangscode in en stel goedgekeurde studenten op de hoogte van deze code. Studenten moeten deze toegangscode invoeren om zich te kunnen inschrijven voor de cursus.


Pagina 191 van 425



CURSUS CATEGORISEREN Overzicht Cursusleiders kunnen op de pagina Cursus categoriseren opgeven waar een cursus in de cursuscatalogus wordt weergegeven. De cursusleider kan meerdere categorieën selecteren. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursus categoriseren te openen. 1.


2.

Klik op Cursus categoriseren.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cursussen categoriseren. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Cursus categoriseren Categorie toevoegen

Selecteer een cataloguscategorie. Klik op Toevoegen. U kunt meer dan één categorie selecteren. Herhaal de procedure om een andere categorie toe te voegen. De cursus wordt weergegeven onder de geselecteerde categorieën.

Gecategoriseerd in

Hier worden de cataloguscategorieën vermeld die zijn geselecteerd. Als u een categorie wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen naast de categorie die u wilt verwijderen.


Pagina 192 van 425



CURSUSBEGINPUNT INSTELLEN Overzicht Standaard is de pagina Mededelingen ingesteld als cursusbeginpunt. In sommige cursussen kan het voordelig zijn om het beginpunt te verplaatsen naar een ander gebied. U kunt dit doen op de pagina Cursusbeginpunt instellen. OPMERKING: wanneer een nieuw cursusbeginpunt wordt ingesteld, wordt deze wijziging onmiddellijk doorgevoerd. De gebruiker die het nieuwe cursusbeginpunt instelt, moet zich echter eerst afmelden en weer aanmelden bij Blackboard Learning System om het effect van de wijziging te zien. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusbeginpunt instellen te openen. 1.


2.

Klik op Cursusbeginpunt instellen.

Veld Klik op de vervolgkeuzepijl in het veld Beginpunt en selecteer het cursusgebied dat moet worden weergegeven wanneer een gebruiker de cursus opent. Wanneer het cursusbeginpunt is gewijzigd, moet de cursusleider de cache wissen of het systeem vernieuwen om de wijziging te zien. Als u wilt vernieuwen in Internet Explorer, gaat u naar Weergave en klikt u op Shift + Vernieuwen. Selecteer bij Macintosh Shift + Vernieuwen.


Pagina 193 van 425



KOPIËREN, IMPORTEREN, ARCHIVEREN EN HERGEBRUIKEN CURSUS HERGEBRUIKEN Overzicht De pagina Cursus hergebruiken is een nuttige tool die cursusleiders aan het einde van een cursus kunnen gebruiken. Hiermee kunnen cursusleiders gegevens selecteren om uit de cursus te verwijderen. De rest van de cursusgebieden wordt opgeslagen voor toekomstig gebruik. U kunt bijvoorbeeld studenten en cijfers verwijderen, maar de inhoud bewaren. In Hergebruik van cursus worden alle gebruikers met de rol van student uit de cursus verwijderd. Onderwijsassistenten, correctors en cursusbouwers worden niet verwijderd. OPMERKING: gebruik Cursus archiveren om een permanente record van de cursus te maken voordat u deze hergebruikt. Locatie van pagina Klik op Cursus hergebruiken onder Cursusopties in het configuratiescherm om de pagina Cursus hergebruiken te openen. Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Selecteer inhoudmateriaal om te verwijderen Schakel het selectievakje in voor elk cursusgebied dat u wilt verwijderen. Wanneer u het gebied Docenteninformatie selecteert, worden bijvoorbeeld alle gegevens in Docenteninformatie verwijderd. Selecteer ander materiaal om te verwijderen Schakel het selectievakje in voor elk cursusgebied dat u wilt verwijderen. Wanneer u het gebied Discussieruimte selecteert, worden bijvoorbeeld alle discussieruimten in de cursus verwijderd.


Pagina 194 van 425



CURSUS KOPIËREN Overzicht U kunt de functie Cursus kopiëren op verschillende manieren gebruiken:

•

Kopieer geselecteerd cursusmateriaal naar een nieuwe cursus om een nieuw gedeelte van dezelfde cursus te maken.

•

Kopieer geselecteerd cursusmateriaal naar een bestaande cursus om inhoud uit verschillende cursussen te delen zonder de inhoud opnieuw te hoeven maken in elke cursus.

•

Kopieer alleen inschrijvingen (of inschrijvingen en geselecteerde inhoud en tools) om gebruikers gemakkelijk van een cursus naar de volgende cursus te kunnen verplaatsen.

•

Maak een exacte kopie van een cursus, inclusief inschrijvingen en gebruikersgegevens. OPMERKING: een gebruiker kan alleen materiaal kopiëren naar een cursus waarin hij of zij de rol van cursusleider, onderwijsassistent of cursusbouwer heeft.

Locatie van pagina Selecteer Cursus kopiëren in het configuratiescherm om de pagina Cursus kopiëren te openen. Beschikbare functies De pagina Cursus kopiëren bevat de volgende functies. H AN DELIN G . . .

K LIK

Cursusmateriaal geheel of gedeeltelijk naar een nieuwe cursus kopiëren

Cursusmateriaal kopiëren naar een nieuwe cursus.

Cursusmateriaal geheel of gedeeltelijk naar een bestaande cursus kopiëren

Cursusmateriaal kopiëren naar een bestaande cursus.

Exacte kopie van een cursus maken, inclusief inschrijvingen

Cursus kopiëren met gebruikers (exacte kopie).

OP

...

Content System-items Wanneer een cursus wordt gekopieerd, worden koppelingen naar Content Collection-items in de cursus eveneens gekopieerd. De machtigingen voor deze items moeten worden bijgewerkt zodat gebruikers in de nieuwe cursus deze koppelingen kunnen openen. Zie Cursus kopiëren en Content System-items voor meer informatie.


Pagina 195 van 425



CURSUSMATERIAAL KOPIËREN NAAR EEN NIEUWE CURSUS Overzicht Als u cursusmateriaal naar een nieuwe cursus kopieert, wordt een cursus in het systeem gemaakt en wordt deze gevuld met inhoud uit een cursus die al in het systeem bestaat. Het cursusmenu dat in de broncursus is opgegeven, vervangt het standaardcursusmenu in de nieuwe cursus. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusmateriaal naar een bestaande cursus kopiëren te openen. 1.

Klik op Cursus kopiëren in het configuratiescherm.

2.

Klik op de pagina Cursus kopiëren op Cursusmateriaal kopiëren naar een nieuwe cursus.

Doelcursus-ID Voer een cursus-ID in voor de nieuwe cursus die wordt gemaakt en met inhoud uit de huidige cursus wordt gevuld. Voor de nieuwe cursus-ID moet de naamgevingsconventie van de instelling worden gebruikt. De cursus-ID mag bovendien geen spaties of andere tekens dan cijfers en letters, streepjes (-), onderstrepingstekens (_) en punten (.) bevatten. De cursus-ID moet uniek zijn en statisch blijven. Deze kan niet worden gewijzigd. Cursusmateriaal selecteren Schakel de selectievakjes in voor alle cursusgebieden en tools in de cursus die u naar de nieuwe cursus wilt kopiëren. In de onderstaande tabel worden de selecteerbare opties voor het kopiëren beschreven. Opmerking: de bewerking Cursus kopiëren kan niet worden voltooid als de gebruiker niet minstens een van de volgende gebieden selecteert: Inhoud, Docenteninformatie of Instellingen. Als geen van deze opties wordt geselecteerd, wordt er een waarschuwing weergegeven. C URSUSMATERI AAL

G EDR AG

Inhoud

Cursusmateriaal wordt gekopieerd, inclusief geüploade bestanden, leereenheden en koppelingen. Gebruikers kunnen er ook voor kiezen om cursusinformatie, cursusdocumenten, opdrachten en externe koppelingen op te nemen.

Mededelingen

Alle mededelingen worden naar de nieuwe cursus gekopieerd. Als deze optie niet wordt geselecteerd, worden de koppelingen in mededelingen naar beoordelingen verbroken.


B IJ K OPIËREN

Pagina 196 van 425



Toetsen, enquêtes en pools

Alle beoordelingen en enquêtes, inclusief vragen en opties voor de distributie, worden gekopieerd. Alle pools worden naar de nieuwe cursus gekopieerd.

Agenda

Alle agendagebeurtenissen worden naar de nieuwe cursus gekopieerd.


Samenwerkingssessies worden gekopieerd.

Cursusinstellingen

Sommige cursusinstellingen worden gekopieerd. Zie Cursusinstellingen hieronder voor meer informatie.

Discussieruimte

Forums, inclusief het eerste bericht in elk forum, worden naar de nieuwe cursus gekopieerd.

Cijferlijstitems en -instellingen

Items op de cijferlijst en de bijbehorende instellingen, zoals type, categorieën en weergaveopties, worden naar de nieuwe cursus gekopieerd.

Groepsinstellingen

Deze instellingen omvatten de namen van de groepen, de instellingen voor de beschikbaarheid van tools en de namen van de forums.

Docenteninformatie

Alle docenteninformatie wordt naar de nieuwe cursus gekopieerd.

Course Cartridge-inhoud De inhoud van een cassette met kopieerbeveiliging wordt alleen gekopieerd als de optie Course Cartridge-materiaal is geselecteerd. Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer er inhoud van een cassette met kopieerbeveiliging in de cursus is opgenomen. De doelcursus behoudt de beschikbaarheidsinstellingen van de broncursus. Cursusinstellingen Wanneer Instellingen wordt geselecteerd, worden bepaalde instellingen naar de nieuwe cursus gekopieerd. Het betreft de volgende velden:

•

Cursusnaam

•

Cursusbeschrijving

•

Cursusbeginpunt

•

Cursusontwerp

•

Cursusbanner

•

Toolinstellingen die nog niet bestaan worden toegevoegd. Bestaande instellingen worden niet overschreven.


Pagina 197 van 425



De volgende instellingen worden niet als onderdeel van deze bewerking gekopieerd:

•

Cursus-ID

•

Cursusbeschikbaarheid

•

Gasttoegang

•

Waarnemertoegang

•

Cursusduur

•

Inschrijvingsopties

Inschrijvingen selecteren Als u Inschrijving selecteert, wordt de lijst met gebruikers van de cursus gekopieerd. Gebruikersrecords in de cursus worden niet gekopieerd. Dit betreft de volgende recordtypen:

•

Cijferlijstrecords

•

Forumberichten (inclusief groepsforumberichten)

•

Gearchiveerde forumberichten (inclusief groepsforumberichten)

•

Bestanden uit het Postbakje

•

Beoordelingspogingen

•

Verzonden opdrachten

•

Cursusstatistieken

•

Logbestanden van samenwerkingssessies

•

Homepagina’s van gebruikers

•

The Electric Blackboard®-vermeldingen

Gebruikersrecords worden alleen gekopieerd als de optie Cursus kopiëren met gebruikers (exacte kopie) wordt geselecteerd.


Pagina 198 van 425



CURSUSMATERIAAL KOPIËREN NAAR EEN BESTAANDE CURSUS Overzicht Via de pagina Cursusmateriaal naar een bestaande cursus kopiëren kunnen cursusleiders inhoud van een cursus kopiëren naar een andere cursus die zij geven. Cursusleiders kunnen gebieden selecteren die moeten worden gekopieerd, zoals mededelingen, docenteninformatie en cursusgebieden. Met de functie Cursus kopiëren wordt inhoud aan een cursus toegevoegd, maar wordt er geen bestaande inhoud verwijderd. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusmateriaal naar een bestaande cursus kopiëren te openen. 1.


2.

Klik op Cursusmateriaal kopiëren naar een bestaande cursus op de pagina Cursus kopiëren.

Doelcursus-ID Voer een cursus-ID voor de doelcursus in of klik op Bladeren om de functie Zoeken in een apart venster te openen. Cursusmateriaal selecteren Schakel de selectievakjes in voor alle cursusgebieden en tools in de cursus die u naar de bestaande cursus wilt kopiëren. In de onderstaande tabel worden de selecteerbare opties voor het kopiëren beschreven. OPMERKING: de bewerking Cursus kopiëren kan niet worden voltooid als de gebruiker niet minstens één van de volgende gebieden selecteert: Inhoud, Docenteninformatie of Instellingen. Als geen van deze opties wordt geselecteerd, wordt er een waarschuwing weergegeven. C URSUSMATERI AAL

G EDR AG

Inhoud

Cursusmateriaal wordt gekopieerd, inclusief geüploade bestanden, leereenheden en koppelingen. Gebruikers kunnen er ook voor kiezen om cursusinformatie, cursusdocumenten, opdrachten en externe koppelingen op te nemen.

Mededelingen

Alle mededelingen worden naar de nieuwe cursus gekopieerd. Als deze optie niet wordt geselecteerd, worden de koppelingen in mededelingen naar beoordelingen verbroken.


Alle beoordelingen en enquêtes, inclusief vragen en opties voor de distributie, worden gekopieerd. Alle pools worden naar de nieuwe cursus gekopieerd.


B IJ K OPIËREN

Pagina 199 van 425



C URSUSMATERI AAL

G EDR AG

Agenda

Alle agendagebeurtenissen worden naar de nieuwe cursus gekopieerd.


Samenwerkingssessies.

Cursusinstellingen

Sommige cursusinstellingen worden gekopieerd. Zie Cursusinstellingen hieronder voor meer informatie.

Discussieruimte

Forums, inclusief het eerste bericht in elk forum, worden naar de nieuwe cursus gekopieerd.


Items op de cijferlijst en de bijbehorende instellingen, zoals type, categorieën en weergaveopties, worden naar de nieuwe cursus gekopieerd.

Groepsinstellingen


Docenteninformatie

Alle docenteninformatie wordt naar de nieuwe cursus gekopieerd.

B IJ K OPIËREN

Cursusinstellingen Wanneer u Instellingen selecteert, worden bepaalde instellingen naar de bestaande cursus gekopieerd. Het betreft de volgende velden:

•

Cursusbeginpunt

•

Cursusontwerp

•

Cursusbanner

•

Toolinstellingen die nog niet bestaan worden toegevoegd. Bestaande instellingen worden niet overschreven.

De volgende instellingen worden niet als onderdeel van deze bewerking gekopieerd:

•

Cursus-ID

•

Cursusnaam

•

Cursusbeschrijving

•


•

Gasttoegang

•

Waarnemertoegang

•

Cursusduur

•

Inschrijvingsopties

Cursusmenu-items omzetten Wanneer u inhoud en tools uit een cursus naar een bestaande cursus kopieert, wordt het cursusmenu omgezet naar de doelcursus. In de onderstaande tabel wordt beschreven hoe cursusmenu-items worden omgezet.


Pagina 200 van 425



A LS . . .

D AN . . .

een cursusgebied in de broncursus niet bestaat in de doelcursus

wordt het gebied toegevoegd aan het cursusmenu in de doelcursus.

het cursusgebied in de broncursus en het cursusgebied in de doelcursus dezelfde naam hebben en van hetzelfde type zijn (bijvoorbeeld externe koppelingen, docenteninformatie of inhoud)

wordt de inhoud uit de broncursus toegevoegd aan de inhoud in het gebied binnen de doelcursus, maar zal deze die inhoud niet vervangen.

het cursusgebied in de broncursus en het cursusgebied in de doelcursus dezelfde naam hebben, maar van verschillende typen zijn

wordt het cursusgebied uit de broncursus onder een andere naam toegevoegd aan de doelcursus. Aan de nieuwe naam wordt een oplopend cijfer toegevoegd (Cursusmaterialen wordt bijvoorbeeld Cursusmaterialen1).

Koppelingen Koppelingen naar delen van een cursus die niet in de kopieerbewerking zijn opgenomen, zijn verbroken wanneer de koppelingen in de doelcursus worden weergegeven. Als er in een cursusgebied een koppeling naar een toets staat en beoordelingen niet worden gekopieerd, zal de koppeling naar de toets bijvoorbeeld verbroken zijn. Course Cartridge-inhoud De optie Course Cartridge-materiaal wordt alleen voltooid als de broncursus inhoud op een cassette met kopieerbeveiliging bevat en de doelcursus geen cassette-ID heeft. Als deze optie is geselecteerd, wordt de inhoud van de cassette met kopieerbeveiliging naar de doelcursus gekopieerd met de toegewezen cassette-ID. Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer er inhoud van een cassette met kopieerbeveiliging in de broncursus is opgenomen. Als de doelcursus al een cassette-ID heeft (als er dus al inhoud op een cassette met kopieerbeveiliging is opgenomen), wordt de cassette-inhoud noch de cassette-ID van de broncursus naar de doelcursus gekopieerd. Als de optie Course Cartridge-materiaal is geselecteerd, kan er worden gekopieerd. Met een opmerking in het ontvangstbericht wordt aangegeven dat het Course Cartridge-materiaal niet wordt gekopieerd. Als de broncursus en de doelcursus dezelfde cassette-ID hebben, kan de inhoud worden gekopieerd. Inschrijvingen selecteren Als u Inschrijving selecteert, wordt de lijst met gebruikers van de cursus gekopieerd. Gebruikersrecords in de cursus worden niet gekopieerd. Dit betreft de volgende recordtypen:

•

Cijferlijstrecords

•

Forumberichten (inclusief groepsforumberichten)

•

Gearchiveerde forumberichten (inclusief groepsforumberichten)

•

Bestanden uit het Postbakje

•

Beoordelingspogingen

•

Verzonden opdrachten

•

Cursusstatistieken


Pagina 201 van 425


•

Logbestanden van samenwerkingssessies

•

Homepagina’s van gebruikers

•

The Electric Blackboard®-vermeldingen


Gebruikersrecords worden alleen gekopieerd als de optie Cursus kopiëren met gebruikers (exacte kopie) wordt geselecteerd.


Pagina 202 van 425



GRADE CENTER Overzicht De uitzonderlijke flexibiliteit van Grade Center betekent dat het kan worden ingesteld op de behoeften van gewone gebruikers en ervaren gebruikers, van instellingen en van allerlei soorten studenten. Cursusleiders beschikken over een centrale weergave waarmee ze eenvoudig en efficiënt vrijwel alle Grade Center-activiteiten kunnen uitvoeren. Grade Center bevat functies voor het rechtstreeks communiceren beoordelingsgegevens met studenten, ouders en administratief personeel van rapportagefunctie stelt cursusleiders en andere betrokkenen in staat een beeld voortgang van studenten en goed onderbouwde beslissingen te nemen om verbeteren.

en delen van de instelling. De te krijgen van de de prestaties te

In dit gedeelte worden de verschillende beoordelingsfasen in een cursus besproken. Eerst worden de functies van Grade Center behandeld, waarna aandacht wordt besteed aan planningsbeoordelingen en het werken met Grade Center. Het gedeelte wordt afgesloten met instructies voor het opslaan en hergebruiken van de cijferlijst. Gebruikers die ervaring hebben met de hulpmiddelen van Blackboard Academic Suite en eerdere Grade Center-conventies hoeven eigenlijk alleen het navigatiegedeelte te bekijken en kunnen dan Grade Center gaan instellen en actief gebruiken. Nieuwe gebruikers van Blackboard kunnen beter eerst het onderdeel Planningsbeoordeling doornemen voordat ze Grade Center gaan instellen en gebruiken. Dit gedeelte Dit gedeelte bevat de volgende hoofdstukken: HOOFDSTUK

BESCHRIJVING

Grade Center – functies en navigatie

Hierin worden de belangrijkste functies van Grade Center besproken en wordt uitgelegd hoe Grade Center is gekoppeld aan andere systemen in de Academic Suite.

Grade Center en planningsbeoordeling instellen

Hierin wordt aandacht besteed aan cijfertoekenningsschema's, categorieën, cijfertoekenningsperioden en het gebruiken en opslaan van slimme weergaven (aangepaste weergaven met Grade Center-gegevens).

Werken met Grade Center

Hierin wordt uitgelegd hoe u cijfers kunt invoeren, bekijken, wijzigen en herstellen. Er wordt ook aangegeven hoe u studenten toevoegt en verwijdert, cijfers beschikbaar stelt aan studenten, automatisch of handmatig kolommen genereert, en externe items importeert.

Gegevens en instellingen van Grade Center opslaan en hergebruiken

Hierin wordt beschreven hoe u Grade Center-gegevens kunt downloaden, instellingen kunt opslaan, e cursussen met Grade Center-gegevens kunt kopiëren en archiveren.


Pagina 203 van 425



GRADE CENTER - FUNCTIES Overzicht Grade Center is een centrale opslagplaats voor gegevens van beoordelingen, studenteninformatie en aantekeningen van cursusleiders. Het is ook een interactieve tool voor communicatie en rapportage waarmee studenten, cursusleiders, administratief personeel en andere betrokkenen de voortgang van studenten kunnen volgen en goed onderbouwde beslissingen kunnen nemen over het verbeteren van de leerprestaties. Interactie met andere systemen Grade Center kan samenwerken met verschillende onderdelen van Blackboard Academic Suite. Als u begrijpt hoe en waar deze interactie plaatsvindt, beschikt u over een goede kennis van Grade Center en kunt u gebruikers helpen optimaal te profiteren van de functionaliteit en mogelijkheden van dit programma. In de volgende tabel wordt aandacht besteed aan het programma Grade Center en de interactie met andere systemen en functies binnen Blackboard Academic Suite: GEBIED

INTERACTIE

Cursusinhoud

Opdrachten, beoordelingen en discussieruimten die in aanmerking komen voor cijfertoekenning krijgen automatisch een kolom toegewezen in Grade Center. Items met een einddatum kunnen op basis van die datum automatisch worden toegewezen aan een cijfertoekenningsperiode. Zie Kolommen toevoegen aan Grade Center voor meer informatie over het automatisch toevoegen van items voor cijfertoekenning aan Grade Center. Zie Cijfertoekenningsperioden maken voor meer informatie over cijfertoekenningsperioden.

Systeem voor vroege waarschuwing

Het systeem voor vroege waarschuwing is een op regels gebaseerde communicatiefunctie waarmee automatisch emailberichten worden verstuurd naar studenten en hun waarnemers wanneer aan de criteria van de regel wordt voldaan. U kunt bijvoorbeeld een regel instellen om een e-mail te sturen naar alle studenten die lager dan 60 scoren voor een tentamen. Het bericht wordt dan verzonden op het moment dat de cijfers voor het tentamen automatisch of handmatig worden ingevoerd in Grade Center.

Waarnemers

Een waarnemer kan zich aanmelden en de cijfers bekijken die in Grade Center zijn vastgelegd en beschikbaar gesteld voor de studenten die onder zijn/haar verantwoordelijkheid vallen. Dit kan worden ingeschakeld via Cursusinstellingen.

De tool Cijfers weergeven

Wanneer cursusleiders cijfers vrijgeven aan studenten, kunnen studenten hun cijfer bekijken in Grade Center door op het tabblad Mijn instelling de tool Cijfers weergeven te starten. Er verschijnt dan een lijst met de cursussen waarvoor de student zich heeft ingeschreven. Als een student op de naam van een cursus klikt,


Pagina 204 van 425



wordt de pagina Cijfers weergeven van de cursus geopend in Grade Center. De cursustool Mijn cijfers

Wanneer cursusleiders cijfers vrijgeven aan studenten, kunnen studenten binnen een cursus op de tool Mijn cijfers klikken om de pagina Cijfers weergeven van Grade Center te openen.

De module Studierapport

Als de systeembeheerder de module Studierapport beschikbaar heeft gesteld, kunnen studenten deze module toevoegen aan het tabblad Mijn instelling. In de module worden de cijfers vermeld die een cursusleider heeft toegekend aan een student. Dit worden externe cijfers genoemd in Grade Center. Via een koppeling kunnen studenten de pagina Cijfers weergeven van Grade Center openen.

Prestatieoverzicht

Cursusleiders en onderwijsassistenten kunnen Grade Center openen via Prestatieoverzicht, een onderdeel voor het bekijken en bijwerken van cijfers.

E-mail

De mogelijkheid bestaat om rechtstreeks vanuit Grade Center emailberichten te sturen naar geselecteerde studenten, alle studenten, geselecteerde waarnemers of alle waarnemers. Via de koppeling E-mail wordt de pagina E-mail verzenden geopend. Zie E-mail versturen vanuit Grade Center voor meer informatie.

Externe gegevens uit andere systemen voor cijfertoekenning

Het is mogelijk gegevens te importeren uit en te exporteren naar Grade Center door bestanden met scheidingstekens te uploaden en downloaden. Zie Externe Grade Center-items uploaden voor meer informatie over het importeren en exporteren van gegevens.

Communicatie en onderbouwde besluitvorming Cursusleiders kunnen gebruikmaken van de verschillende interactieve functies van Grade Center om ervoor te zorgen dat alles goed verloopt en dat studenten weten hoe ze ervoor staan. Aan de hand van gegevens in Grade Center kunnen knelpunten worden vastgesteld voor studenten, waarna ze advies kunnen krijgen om hiermee aan de slag te gaan (bijvoorbeeld door extra leerstof of verdieping). De communicatietools bieden studenten de mogelijkheid meer betrokken te raken bij academische studies en kunnen ook worden gebruikt om studenten te waarschuwen dat ze op bepaalde punten slecht presteren. De rapportagefuncties maken het mogelijk een meer uitgebreide beoordeling van studenten en het aangeboden materiaal te maken doordat studentengegevens inzichtelijker worden gepresenteerd en beter kunnen worden geanalyseerd. Het volgende voorbeeld laat zien hoe de verschillende functies van Grade Center zijn geïntegreerd: Een cursusleider heeft een voortgangstoets gepland die op een bepaalde dag en een bepaald tijdstip zal worden afgenomen. Deze toets maakt deel uit van het standaardcurriculum voor het onderwerp en is in eerdere cursussen gebruikt als benchmark om te bepalen in hoeverre de studenten bekend zijn met de vereiste materie. Studenten moeten minimaal 70 scoren om het vervolg van de cursus met goed succes te kunnen afleggen. In deze cursus (sectie) heeft de cursusleider een groep gemaakt met de studenten die de taal waarin de cursus wordt gegeven niet als moedertaal hebben. De cursusleider heeft ook een groep gedefinieerd met studenten die tussentijds zijn overgestapt naar de instelling en die mogelijk nog niet voldoen aan alle gestelde voorwaarden van de cursus. Deze groepen met studenten zijn opgenomen in twee slimme weergaven van Grade Center, zodat hun gegevens afzonderlijk kunnen worden bekeken.


Pagina 205 van 425



De cursusleider heeft de toets samengesteld en heeft besloten de score niet meteen vrij te geven aan de studenten, maar dit voor alle studenten tegelijkertijd op een bepaald moment te doen. Nadat de einddatum voor de toets is verstreken, ontvangt de cursusleider een melding van Grade Center dat de toets is ingestuurd door de studenten en dat deze moet worden beoordeeld (het is dus geen toets die volledig automatisch wordt beoordeeld). De cursusleider kan voor iedere inzending opmerkingen toevoegen. Sommige opmerkingen worden samen met de cijfers beschikbaar gesteld aan de studenten, maar andere opmerkingen worden niet gepubliceerd en zijn alleen zichtbaar voor de cursusleider. Dit is een directe en persoonlijke vorm van feedback die studenten ontvangen voor een bepaald item. Terwijl de cursusleider via Grade Center cijfers invoert voor de gemaakte toets, krijgen studenten met een score lager dan 70 automatisch een gepersonaliseerde e-mail. Deze e-mail wordt ook aan de waarnemers van de studenten gestuurd en bevat het verzoek om een afspraak te maken om de beoordeling te bespreken. Een student die vanuit een andere sectie is overgestapt, had de toets al gemaakt en wordt daarom uitgesloten. (Dit houdt in dat het toegekende cijfer niet wordt meegenomen bij de berekening van het eindcijfer.) Nadat alle cijfers zijn ingevoerd, opent de cursusleider de slimme weergaven met de speciale groepen studenten. De informatie in deze weergaven kan worden gebruikt om waar nodig taallessen te adviseren voor studenten die de taal van de cursus niet als moedertaal hebben. Daarnaast kan aan de hand van deze informatie worden vastgesteld welke kennis er ontbreekt bij studenten die zijn overgestapt van een andere instelling en kunnen hiervoor acties worden ondernomen. Deze acties en aanbevelingen worden als opmerkingen toegevoegd voor later gebruik en worden ook doorgegeven aan de administratieve afdeling, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij de verwerking van aanvragen van studenten die naar de instelling willen overstappen. Een week nadat de studenten de voortgangstoets hebben gemaakt en de cijfers zijn toegekend, worden deze vrijgegeven aan de studenten. Een student die het niet eens was mijn zijn beoordeling, heeft dit kenbaar gemaakt aan de cursusleider. Als gevolg van dit gesprek heeft de cursusleider het cijfer van de student aangepast, evenals het cijfer van enkele andere studenten. Deze wijzigingen zijn automatisch vastgelegd in het cijferoverzicht, zodat altijd kan worden gecontroleerd wanneer en door wie een cijfer is gewijzigd. De studenten die per e-mail waren geïnformeerd over een lage score krijgen extra taken om er zeker van te zijn dat ze de rest van de cursus met succes kunnen afleggen.

AAN DE SLAG MET GRADE CENTER Overzicht Grade Center bestaat uit rijen en kolommen met gegevens van studenten en items voor cijfertoekenning. Cellen in het raster bevatten gegevens die specifiek zijn voor de betreffende student. Alle cellen en kolomkoppen bevatten menu's voor het uitvoeren van verschillende bewerkingen. De gebruiker kan gegevens opvragen of naar andere pagina's navigeren om te werken met Grade Center. Het uiterlijk van Grade Center kan volledig worden aangepast. Zie Slimme weergaven maken in Grade Center en Grade Center sorteren voor meer informatie over het aanpassen van Grade Center. De pagina Grade Center bestaat uit de volgende gebieden, van boven naar beneden en van links naar rechts:


Pagina 206 van 425


•


Actiebalk – Een balk met een aantal tools voor het uitvoeren van diverse bewerkingen.

• Grade Center – Kolommen, rijen en cellen die samen de huidige weergave van de Grade Center-gegevens bepalen. •

Cijferinformatiebalk – Een rij met informatie over een geselecteerde kolom.

• Pictogramlegenda – Informatie over de betekenis van pictogrammen die worden weergegeven in cellen. OPMERKING: nieuwe of herstelde cursussen bevatten standaard twee kolommen: de kolom Totaal aantal punten en de kolom Gewogen cijfer. De gebruiker moet de instellingen configureren van deze twee kolommen. Zie Cijfers berekenen voor meer informatie over kolommen met berekende cijfers. Actiebalk De volgende pictogrammen (knoppen) worden weergegeven in de werkbalk van de pagina Grade Center: • Cijferkolom toevoegen – Een pictogram voor het maken van een cijferkolom in Grade Center. Zie Cijferkolommen toevoegen aan Grade Center voor meer informatie over het maken van kolommen. • Berekende kolom toevoegen – Een vervolgkeuzelijst met opties voor het maken van berekende kolommen in Grade Center. Zie Cijfers berekenen voor meer informatie over het maken van berekende kolommen. • Beheren– Hiermee worden de opties voor het beheren van Grade Center weergegeven nadat er op de koppeling Actie is geklikt. De volgende opties zijn beschikbaar: o

Uploaden van gegevens naar Grade Center vanuit een extern bestand.

o

Downloaden van gegevens naar Grade Center uit een bestand met scheidingstekens.

o

Categorieën classificaties van kolommen met items voor cijfertoekenning, zoals "Toets" of "Opdracht".

o

Slimme weergaven aangepaste weergaven van Grade Center-gegevens gemaakt door cursusleiders en opgeslagen voor herhaald gebruik.

o

Cijfertoekenningsperioden door de gebruiker gedefinieerde segmenten binnen Grade Center voor Perioden, Semesters, Kwartalen, Jaren, enzovoort.

o

Cijfertoekenningsschema's functie om items waaraan een cijfer is toegekend op een bepaalde manier weer te geven aan de gebruiker.

o

De optie Gebruikers weergeven/verbergen bepaalt of de gegevens van een student al dan niet zichtbaar zijn in Grade Center.

o

Grade Center ordenen biedt cursusleiders de gelegenheid de volgorde en zichtbaarheid van kolommen te wijzigen en kolommen toe te wijzen aan cijfertoekenningsperioden en categorieën.

o

Gebruikers weergeven en verbergen stelt cursusleiders in staat gebruikers weer te geven of te verbergen in Grade Center.

• E-mail– Hiermee worden de opties voor e-mail weergegeven nadat er op de koppeling Actie is geklikt. Zie E-mail versturen vanuit Grade Center voor meer informatie over het versturen van email vanuit Grade Center.


Pagina 207 van 425



• Rapporten – Hiermee wordt een pagina weergegeven voor het genereren van rapporten voor de cursus. Zie Rapporten maken voor meer informatie over rapporten. • Cijferoverzicht – Hiermee wordt een cijferoverzicht voor de geselecteerde studenten weergegeven. Zie Cijferoverzicht voor meer informatie over het cijferoverzicht. • Huidige weergave – Een vervolgkeuzelijst met alle beschikbare weergaven van Grade Center, die allemaal als standaardweergave kunnen worden ingesteld. De lijst Huidige weergave bevat de volgende opties: o

Volledig Grade Center: deze weergave is standaard beschikbaar en bevat alle kolommen en rijen van Grade Center

o

Voorbeeld van Mijn cijfers: deze weergave is standaard beschikbaar. De weergave bevat de kolommen die zichtbaar zijn voor studenten.

o

Weergave eindcijfer: deze weergave is standaard beschikbaar. In deze weergave worden alle kolommen weergegeven, inclusief een vooraf gedefinieerde kolom Totaal aantal punten en een kolom Gewogen cijfer.

o

Slimme weergaven van Grade Center; zie Slimme weergaven maken in Grade Center voor meer informatie over slimme weergaven.

o

Weergaven per cijfertoekenningsperiode; zie Cijfertoekenningsperioden voor meer informatie over cijfertoekenningsperioden.

• Als standaard instellen – Hiermee wordt de weergave die is gekozen bij Huidige weergave ingesteld als de standaardweergave van Grade Center. • Kolommen sorteren op – Een vervolgkeuzelijst met de sorteeropties voor kolommen. Zie Grade Center sorteren voor meer informatie over het sorteren van kolommen. Cijferinformatiebalk De cijferinformatiebalk bevat relevante informatie over de cel die is geselecteerd in een cijferkolom in Grade Center. Afhankelijk van de relevante of ingevoerde informatie, bevat de cijferinformatiebalk enkele of alle van de volgende velden: •

Het type cijfer in de cel. De volgende cijfertypen zijn mogelijk: o

Gewogen cijfer

o

Totaal aantal punten

o

Gemiddeld cijfer

o

Minimum/Maximum

o

Opheffen

o

Cijfer

Zie Cijferkolommen toevoegen aan Grade Center en Cijfers berekenen voor meer informatie over de beschikbare cijfertypen. OPMERKING: als er een vervangend cijfer wordt ingevoerd, heeft dit cijfer prioriteit over alle kolomtypen en wordt dit cijfer weergegeven in de cijferinformatiebalk.

•

Het mogelijke aantal punten dat kan worden toegekend aan een item voor cijfertoekenning.

• De opmaak van het cijfer. Zie Cijfertoekenningsschema's maken voor meer informatie over de weergave van cijfers.


Pagina 208 van 425



• Of de kolom wordt weergegeven in de studentenweergave. Zie Gegevens van Grade Center delen voor meer informatie. Pictogramlegenda De pictogramlegenda bevat informatie over de pictogrammen die worden weergegeven in Grade Center-cellen. Toegankelijkheid van Grade Center Om Grade Center voor zo veel mogelijk mensen toegankelijk te maken, zijn er twee hoofdweergaven beschikbaar: Interactief en Niet-interactief. Standaard wordt de interactieve weergave gebruikt. In de niet-interactieve weergave worden de gegevens van Grade Center gepresenteerd in een vereenvoudigd raster. Er is geen ondersteuning voor inline bewerken en kolommen kunnen niet worden bevroren. Hierdoor kan er eenvoudiger via het toetsenbord worden genavigeerd en werken schermlezers beter. Als Grade Center de eerste keer wordt geopend door gebruikers met een schermlezer, kunnen ze direct aangeven of ze de niet-interactieve weergave willen gebruiken. In zowel de niet-interactieve als de interactieve weergave kan de cursor met de Tab-toets tussen kolommen worden verplaatst. In beide weergaven kunt u met de pijltjestoetsen op het toetsenbord bladeren door de cellen met gegevens in Grade Center. In de interactieve weergave kunnen kolommen wel worden bevroren en zijn er functies voor inline bewerking. Volg de onderstaande stappen om handmatig over te schakelen van de interactieve weergave naar de niet-interactieve weergave: 1. Ga naar de pagina Grade Center en beweeg de muisaanwijzer over het pictogram helemaal rechts in de gele balk, met de functies Huidige weergave en Kolommen sorteren op. 2.

Selecteer Niet-interactieve weergave. OPMERKING: deze instelling wordt niet samen met de sessie opgeslagen. De weergave wordt alleen gebruikt tijdens de huidige sessie. Nadat de browser is gesloten, wordt de interactieve weergave van Grade Center hersteld.

GRADE CENTER AANPASSEN Overzicht Alle functies van Grade Center worden gestart vanaf de pagina Grade Center. Deze pagina kan worden aangepast, zodat cursusleiders de mogelijkheid hebben items op de gewenste manier te sorteren en gegevens van studenten zo weer te geven dat er nauwelijks hoeft te worden geschoven in de weergave om alles te kunnen zien. Afzonderlijke kolommen kunnen worden weergegeven of verborgen in Grade Center. Daarnaast kunnen kolommen worden toegewezen aan categorieën, zodat u gegevens kunt filteren of sorteren op categorie. Ten slotte kan er een cijfertoekenningsperiode worden toegewezen aan kolommen, wat een andere manier is om gegevens te sorteren. Het definiëren van categorieën en cijfertoekenningsperioden wordt beschreven in Grade Center en planningsbeoordeling instellen.


Pagina 209 van 425



In Grade Center worden standaard eerst de voor- en achternamen van studenten weergegeven. Het is ook mogelijk studenten weer te geven op gebruikersnaam of student-ID, afhankelijk van de manier waarop Grade Center is geordend. De pagina bevat ook kolommen met items voor cijfertoekenning en berekeningen van items waaraan een cijfer is toegekend. Via pictogrammen in de cellen wordt de beschikbaarheid van studenten aangegeven, evenals de zichtbaarheid van items voor studenten en de status van items voor cijfertoekenning. OPMERKING: gebruik de contextmenu's van een cel of kolomkop om de Grade Center-weergave te configureren en kolommen en cellen te beheren. Werkstroom voor het aanpassen van Grade Center Hieronder ziet u een schema van de werkstroom die een cursusleider kan volgen om het Grade Center aan te passen.

Grade Center sorteren Cursusleiders, onderwijsassistenten en correctors kunnen de gegevens in Grade Center op verschillende manieren weergegeven door alle zichtbare kolommen te sorteren op basis van verschillende criteria, zoals: • Categorieën – Door de gebruiker gedefinieerde categorieën of standaardcategorieën om het type item voor cijfertoekenning te identificeren, zoals “Test” of “Practicarapport”. Einddatum – Een door de cursusleider gedefinieerde vervaldatum voor een item voor • cijfertoekenning. • Aanmaakdatum – De datum waarop een item voor cijfertoekenning is ingevoerd in het systeem. Mogelijk aantal punten – Het door de cursusleider gedefinieerde totale aantal punten dat kan • worden toegekend aan een item. • Weergavenaam – Een door de cursusleider gedefinieerde naam voor het item voor cijfertoekenning. OPMERKING: het sorteren op basis van de hier beschreven criteria geldt per sessie en de sorteercriteria worden dus niet opgeslagen met de sessie. De criteria worden alleen gebruikt tijdens de huidige sessie. Nadat de browser is gesloten, wordt de standaardweergave van Grade Center hersteld. Gebruikers weergeven en verbergen U kunt gebruikers verbergen in de weergave van Grade Center, zodat er minder rijen worden weergegeven in het raster. Verborgen gebruikers worden niet verwijderd uit Grade Center en kunnen op elk moment weer zichtbaar worden gemaakt. Volg de onderstaande stappen om gebruikers te verbergen: 1.

Klik op Beheren in de de actiebalk van Grade Center.

2.

Selecteer Gebruikers weergeven/verbergen in het contextmenu.

3.

Selecteer de gebruikers die u wilt verbergen.

4.

Klik op Gebruikers verbergen.

5. Klik op Verzenden.


Pagina 210 van 425



Verborgen gebruikers worden lichter gekleurd weergegeven op de pagina Gebruikers en zijn niet zichtbaar in Grade Center. Volg de onderstaande stappen om verborgen gebruikers weer te geven: 1.


2.

Selecteer Gebruikers weergeven/verbergen in het contextmenu.

3.

Selecteer de gebruikers die u wilt weergeven.

4.

Klik op Gebruikers weergeven.

5. Klik op Verzenden. Weergegeven gebruikers worden in zwarte tekst weergegeven op de pagina Gebruikers en zijn zichtbaar in Grade Center. Grade Center ordenen De pagina Grade Center ordenen kunt u gebruiken voor het configureren van de weergave van Grade Center. Grade Center kan als volgt worden aangepast: • Kolommen bevriezen of vrijgeven. Als een kolom bevroren is, blijft de kolom zichtbaar wanneer u door Grade Center bladert. •

Kolommen weergeven of verbergen.

•

De categorie van kolommen wijzigen.

•

De cijfertoekenningsperiode van kolommen wijzigen.

Sommige van deze bewerkingen kunnen worden uitgevoerd via slepen-en-neerzetten. Volg de onderstaande stappen om de weergave van Grade Center te wijzigen: 1.


2.

Selecteer Grade Center ordenen in het contextmenu.

3. Selecteer de Grade Center-kolom (op het scherm weergegeven als een rij) die u wilt verplaatsen door de muisknop ingedrukt te houden op een deel van de rij. 4.

Verplaats de rij met slepen-en-neerzetten naar de gewenste locatie.

5.

Klik op Verzenden om de wijzigingen op te slaan.

Nadat de weergavevolgorde van de kolommen is gewijzigd, worden alle nieuwe kolommen die worden toegevoegd aan Grade Center aan het einde van de weergavevolgorde geplaatst, tenzij een kolom is gekoppeld aan een bepaalde cijfertoekenningsperiode. In dat geval wordt de kolom binnen de juiste cijfertoekenningsperiode weergegeven in Grade Center. OPMERKING: als de pagina Grade Center ordenen tegelijkertijd door twee gebruikers wordt gewijzigd, worden de wijzigingen van de eerste gebruiker overschreven wanneer de andere gebruiker de doorgevoerde wijzigingen opslaat. Grade Center-kolommen weergeven en verbergen in Grade Center Cursusleiders kunnen aangeven dat bepaalde kolommen niet worden weergegeven in Grade Center. Het verbergen van een kolom betekent niet dat de gekoppelde gegevens verloren gaan, alleen dat de kolom niet zichtbaar is in Grade Center. Het verbergen van kolommen die niet in gebruik zijn, betekent dat de lengte van het raster wordt beperkt en er minder hoeft te worden geschoven in de weergave. Volg de onderstaande stappen vanaf de pagina Grade Center om een kolom te verbergen: 1.

Beweeg de cursor over de kolom die u wilt verbergen.


Pagina 211 van 425


2.

Klik op de koppeling Actie om het contextmenu weer te geven.

3.

Selecteer Kolom verbergen.


Of 1.


2.


3.

Schakel de selectievakjes in van de Grade Center-kolommen die u wilt verbergen.

4.

Klik op Weergeven/verbergen.

5.

Selecteer Kolom verbergen in het contextmenu. Verborgen kolommen worden lichter gekleurd weergegeven in de Grade Centerweergave.

6.


Cursusleiders kunnen verborgen kolommen samen met alle gekoppelde gegevens weer zichtbaar maken en zo hun weergave in Grade Center herstellen. Volg de onderstaande stappen om verborgen kolommen weer te geven: 1.


2.


3.

Schakel de selectievakjes in van de Grade Center-kolommen die u wilt weergeven.

4.

Klik op Weergeven/verbergen.

5.

Selecteer Kolom weergeven in het contextmenu.

6.


Kolommen zichtbaar maken in alle weergaven van Grade Center De weergave van Grade Center kan op verschillende manieren worden aangepast, zoals met cijfertoekenningsperioden (zie Cijfertoekenningsperioden maken voor meer informatie over het maken van cijfertoekenningsperioden.) Om consistentie te garanderen in verschillende weergaven van Grade Center, kan voor bepaalde kolommen (zoals de kolom Eindcijfer) worden ingesteld dat deze in alle weergaven van Grade Center zichtbaar zijn. Kolommen die worden vermeld onder Getoond in alle Grade Center-weergaven zijn zichtbaar in alle weergaven. Volg de onderstaande stappen om kolommen in alle weergaven zichtbaar te maken: 1.


2.


3. Selecteer de Grade Center-kolom (op het scherm weergegeven als een rij) die u wilt verplaatsen naar de tabel Getoond in alle Grade Center-weergaven door de muisknop ingedrukt te houden op een deel van de rij. 4. Verplaats de rij met slepen-en-neerzetten naar de tabel Getoond in alle Grade Centerweergaven. 5.


Volg de onderstaande stappen om kolommen te verwijderen uit de tabel Getoond in alle Grade Center-weergaven: 1.


2.


3. Selecteer de Grade Center-kolom (op het scherm weergegeven als een rij) die u wilt verwijderen uit de tabel Getoond in alle Grade Center-weergaven door de muisknop ingedrukt te houden op een deel van de rij.


Pagina 212 van 425



4. Verplaats de rij met slepen-en-neerzetten van de tabel Getoond in alle Grade Centerweergaven naar een andere tabel. 5.


Kolommen bevriezen en vrijgeven U kunt Grade Center-kolommen bevriezen, zodat ze zichtbaar blijven terwijl u door andere gegevens bladert. De kolommen met de voor- en achternamen van studenten zijn standaard bevroren. Terwijl u door andere kolommen bladert, blijven bevroren kolommen zichtbaar aan de linkerkant van Grade Center. U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om overal binnen Grade Center gegevens te bekijken van een student die u hebt geselecteerd. Cursusleiders kunnen kolommen bevriezen en vrijgeven via de pagina Grade Center ordenen. Volg de onderstaande stappen om een kolom van Grade Center te bevriezen of vrij te geven: 1.


2.


3.

Een kolom bevriezen:

4.

5.

a.

Sleep de donkergrijze balk onder de gewenste rij.

b.

Sleep een rij boven de donkergrijze balk.

Een kolom vrijgeven: a.

Sleep de donkergrijze balk boven de gewenste rij.

b.

Sleep een rij onder de donkergrijze balk.

Klik op Verzenden om de wijzigingen op te slaan. TIP: u kunt de weergave van Grade Center consistent maken door de kolommen Gewogen cijfer en Totaal aantal punten te bevriezen.

Kolomcategorieën wijzigen Via de pagina Grade Center ordenen kan de cijfercategorie van bestaande kolommen worden gewijzigd. Een categorie in Grade Center is een classificatie van een Grade Center-kolom voor een cursus. “Huiswerk”, “Toets” of “Vragenlijst” zijn voorbeelden van categorieën waaraan Grade Center-kolommen kunnen worden gekoppeld. Volg de onderstaande stappen op de pagina Grade Center ordenen om de categorie van een cijfer te wijzigen: 1.


2.


3.

Selecteer de gewenste kolommen door de bijbehorende selectievakjes in te schakelen.

4.

Selecteer de nieuwe categorie in de lijst Categorie wijzigen.

5.

Selecteer de categorie die u wilt toewijzen aan de kolom of kolommen.

6.


Cijfertoekenningsperioden wijzigen via de pagina Grade Center ordenen Via de pagina Grade Center ordenen kan de cijfertoekenningsperiode worden gewijzigd waaraan kolommen zijn gekoppeld. Cijfertoekenningsperioden zijn segmenten die handig zijn voor het beheren van Grade Center. Voorbeelden van cijfertoekenningsperioden zijn Perioden, Semesters, Kwartalen en Jaren. Binnen een cijfertoekenningsperiode kunnen datumbereiken worden gedefinieerd om de periode nog verder te verfijnen. Er zijn standaard geen


Pagina 213 van 425



cijfertoekenningsperioden beschikbaar in Grade Center. Als hieraan behoefte is, moeten ze worden toegevoegd door cursusleiders. Volg de onderstaande stappen om de cijfertoekenningsperiode van een kolom te wijzigen: 1.


2.


3.

Selecteer de gewenste kolommen door de bijbehorende selectievakjes in te schakelen.

4. Selecteer in het contextmenu cijfertoekenningsperiode voor de kolom.

onder

Cijfertoekenningsperiode

wijzigen

de

Als u een nieuwe cijfertoekenningsperiode wilt maken, klikt u op de koppeling Cijfertoekenningsperioden beheren boven aan de pagina. 5.


Of 1.


2.


3.

Geef de gewenste cijfertoekenningsperiode weer door op + te klikken.

4.

Verplaats de kolom met slepen-en-neerzetten naar de gewenste periode. U kunt maar één kolom tegelijkertijd verplaatsen.

5.



Pagina 214 van 425



SLIMME WEERGAVEN MAKEN IN GRADE CENTER Overzicht Slimme weergaven zijn weergaven van Grade Center gebaseerd op verschillende criteria voor studenten. Cursusleiders hebben zo de mogelijkheid om bepaalde weergaven te maken van Grade Center, gebaseerd op prestatiecriteria voor items met cijfertoekenning zoals beoordelingen of opdrachten. Op deze manier kunnen snel de gegevens worden weergegeven van specifieke studenten. Er zijn vier slimme weergaven beschikbaar om studenten te selecteren: • Met de slimme weergave Groep kunnen cursusleiders een groep selecteren die is gedefinieerd binnen de cursus. Groepen zijn subsecties die kunnen worden gemaakt via Gebruikersbeheer in het Configuratiescherm. Een groep bestaat uit een aantal studenten die door de cursusleider zijn geselecteerd. • De slimme weergave Benchmark biedt cursusleiders de gelegenheid studenten te selecteren op basis van hun prestaties. • De slimme weergave Focus stelt cursusleiders in staat afzonderlijke studenten te selecteren. • Met de weergave Onderzoeken kan de cursusleider een keuze maken uit een lijst met alle kenmerken voor studenten. Deze slimme weergave combineert de opties van de andere drie slimme weergaven. Nadat u een slimme weergave hebt samengesteld en opgeslagen, kunt u de weergave selecteren in de keuzelijst Huidige weergave van de pagina Grade Center. Op deze manier kunt u eenvoudig schakelen tussen verschillende weergaven. Alle slimme weergaven kunnen als standaardweergave van Grade Center worden ingesteld. U kunt op ieder moment een andere standaardweergave kiezen. Een slimme weergave van het type Groep toevoegen Slimme weergaven van Grade Center-gegevens kunnen worden gebaseerd op groepen die zijn gemaakt in een cursus. OPMERKING: er moeten groepen beschikbaar zijn voordat deze kunnen worden geselecteerd voor een slimme weergave. Zie het gedeelte over groepen in de handleiding voor cursusleiders voor meer informatie over het maken van een groep.

Volg de onderstaande stappen om een slimme weergave te maken op basis van groepslidmaatschap: 1.


2.

Selecteer Slimme weergaven in het contextmenu.

3.

Klik op Slimme weergave toevoegen.

4. Typ een naam voor de weergave. Dit is een verplicht veld en de ingevoerde naam wordt weergegeven in het contextmenu Huidige weergave op de pagina Grade Center. De naam komt bovendien als koppeling naar de slimme weergave beschikbaar op de pagina Slimme weergaven beheren. 5. Typ een beschrijving van de weergave. Deze beschrijving wordt weergegeven op de pagina Slimme weergaven beheren.


Pagina 215 van 425



6.

Selecteer het type zoekactie Groep door het bijbehorende keuzerondje te selecteren.

7.

Selecteer de voorwaarde voor de groep. U kunt kiezen uit de volgende opties:

8.

•

Gelijk aan

•

Niet gelijk aan

Selecteer de waarde van de groep. Deze waarde wordt gebruikt als de groepsnaam.

9. Gebruik de keuzelijst Kolommen voor weergave in resultaten om aan te geven welke resultaten u wilt zien. U kunt kiezen uit de volgende opties: •

Alle kolommen

•

Geen

•

Alle Grade Center-kolommen die zichtbaar zijn voor studenten

•

Alle kolommen die NIET zichtbaar zijn voor studenten

•

Alleen geselecteerde kolommen - selecteer vervolgens de gewenste kolommen in de keuzelijst of de lijst met kolommen.

•

Alleen geselecteerde categorieën - selecteer vervolgens de gewenste categorieën in de lijst met categorieën.

•

Alleen geselecteerde cijfertoekenningsperioden - selecteer vervolgens de gewenste cijfertoekenningsperioden in de lijst met cijfertoekenningsperioden.

OPMERKING: als u meerdere items wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u op de gewenste items klikt.

10. Schakel het selectievakje Inclusief verborgen gegevens als u verborgen kolommen wilt opnemen. 11. Klik op Verzenden om de slimme weergave op te slaan. Klik op Annuleren om de bewerking af te breken en terug te gaan naar de pagina Slimme weergaven beheren. Een slimme weergave van het type Benchmark toevoegen Een slimme weergave van het type Benchmark is een weergave van Grade Center op basis van de prestaties van studenten voor een specifiek item met cijfertoekenning, zoals een tussentijds tentamen. Volg de onderstaande stappen om een slimme weergave van het type Benchmark te maken: 1.


2.


3.


4. Typ een naam voor de weergave. Dit is een verplicht veld en de ingevoerde naam wordt weergegeven in de keuzelijst Huidige weergave op de pagina Grade Center. De naam komt bovendien als koppeling naar de slimme weergave beschikbaar op de pagina Slimme weergaven beheren. 5. Typ een beschrijving van de weergave. Deze beschrijving wordt weergegeven op de pagina Slimme weergaven beheren. 6.

Selecteer bij Type zoekactie het keuzerondje Benchmark.

7.

Selecteer bij Studentencriteria kolommen van Grade Center.


Pagina 216 van 425


8.


Selecteer de voorwaarde voor de criteria. U kunt de volgende opties kiezen: •

Gelijk aan

•

Groter dan

•

Groter dan of gelijk aan

•

Kleiner dan

•

Kleiner dan of gelijk aan

•

Tussen

•

Status is gelijk aan

9. Selecteer de waarde voor de voorwaarde. U moet voor alle voorwaarden een waarde opgeven, behalve voor Tussen, waarvoor u twee waarden moet opgeven, en voor Status is gelijk aan, waarvoor u de status van het cijfer moet kiezen. 10. Gebruik de keuzelijst Kolommen voor weergave in resultaten om aan te geven welke resultaten u wilt zien. U kunt kiezen uit de volgende opties: •

Alle kolommen

•

Geen

•


•


•

Alleen geselecteerde kolommen - selecteer vervolgens de gewenste kolommen in de lijst met kolommen.

•


•



11. Schakel het selectievakje Inclusief verborgen gegevens als u verborgen kolommen wilt opnemen. 12. Klik op Verzenden om de slimme weergave op te slaan. Klik op Annuleren om de bewerking af te breken en terug te gaan naar de pagina Slimme weergaven beheren. Een slimme weergave van het type Focus toevoegen Slimme weergaven van Grade Center-gegevens kunnen worden gebaseerd op een eenvoudige subset van studenten en kolommen met items voor cijfertoekenning. Volg de onderstaande stappen om een slimme weergave van het type Focus te maken: 1.


2.


3.


4. Typ een naam voor de weergave. Dit is een verplicht veld en de ingevoerde naam wordt weergegeven in de keuzelijst Huidige weergave op de pagina Grade Center. De naam komt


Pagina 217 van 425



bovendien als koppeling naar de slimme weergave beschikbaar op de pagina Slimme weergaven beheren. 5. Typ een beschrijving van de weergave. Deze beschrijving wordt weergegeven op de pagina Slimme weergaven beheren. 6.

Selecteer het type zoekactie Focus door het bijbehorende keuzerondje te selecteren.

7. Geef aan of u criteria wilt selecteren voor Alle studenten of Geselecteerde studenten. Als u Geselecteerde studenten inschakelt, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u klikt op de gewenste studenten. 8. Gebruik de keuzelijst Kolommen voor weergave in resultaten om aan te geven welke resultaten u wilt zien. U kunt kiezen uit de volgende opties: •

Alle kolommen

•

Geen

•


•


•


•


•



9. Schakel het selectievakje Inclusief verborgen gegevens als u verborgen kolommen wilt opnemen. 10. Klik op Verzenden om de slimme weergave op te slaan. Klik op Annuleren om de bewerking af te breken en terug te gaan naar de pagina Slimme weergaven beheren. Een slimme weergave van het type Onderzoeken toevoegen Slimme weergaven van Grade Center-gegevens kunnen worden gebaseerd op een complexe query van kenmerken voor studenten en kolommen. Volg de onderstaande stappen om een slimme weergave van het type Onderzoeken te maken: 1.


2.


3.


4. Typ een naam voor de weergave. Dit is een verplicht veld en de ingevoerde naam wordt weergegeven in de keuzelijst Huidige weergave op de pagina Grade Center. De naam komt bovendien als koppeling naar de slimme weergave beschikbaar op de pagina Slimme weergaven beheren. 5. Typ een beschrijving van de weergave. Deze beschrijving wordt weergegeven op de pagina Slimme weergaven beheren. 6.

Selecteer het type zoekactie Onderzoeken door het bijbehorende keuzerondje te selecteren.

Selecteer een optie voor Studentencriteria in de 7. “Deelcijfer”. Hieronder worden alle beschikbare criteria genoemd.. 8.

lijst.

Selecteer

bijvoorbeeld

Selecteer een voorwaarde in de lijst. De beschikbare opties verschillen per itemtype.


Pagina 218 van 425



a.

Voor namen moet u de voorwaarde instellen op Begint met of Bevat.

b.

Voor datums moet u de voorwaarde instellen op Voor of Na.

c.

Voor scores of percentages kunt u diverse opties kiezen, zoals Gelijk aan, Kleiner dan of Groter dan.

9. Voer een waarde in voor de voorwaarde. De ingevoerde waarde is afhankelijk van het geselecteerde criterium. Voor datumcriteria moet u specifieke datumwaarden opgeven en voor namen specifieke letters of namen. De ingevoerde waarden bepalen de studentencriteria voor de slimme weergave. Als u bijvoorbeeld “60” invoert als waarde voor een tussentijdse toets, worden alle studenten geselecteerd die 60 of minder hebben gescoord voor de toets. Zie Formule voor zoekcriteria handmatig wijzigen voor meer informatie over het handmatig invoeren en bewerken van query's. 10. Als u een tweede criterium voor het selecteren van studenten wilt toevoegen, klikt u op Studentencriteria toevoegen en voegt u het criterium toe. Criteria worden altijd toegevoegd als EN-operatoren. De formule voor de query wordt weergegeven in het vak Formulevoorbeeld. Als u de formule handmatig wilt bewerken, klikt u op Handmatig wijzigen en past u de formule aan. Zie Formule voor zoekcriteria handmatig wijzigen voor meer informatie over het handmatig invoeren en bewerken van query's. 11. Gebruik de keuzelijst Kolommen voor weergave in resultaten om aan te geven welke resultaten u wilt zien. U kunt kiezen uit de volgende opties: •

Alle kolommen

•

Geen

•


•


•


•


•


12. Schakel het selectievakje Inclusief verborgen gegevens als u verborgen kolommen wilt opnemen. 13. Klik op Verzenden om de slimme weergave op te slaan. Voorbeeld van zoekcriteria voor een slimme weergave van het type Onderzoeken In het volgende voorbeeld ziet u hoe u een slimme weergave van het type Onderzoeken met verschillende zoekcriteria maakt. Met behulp van dergelijke gedetailleerde slimme weergaven kunnen cursusleiders Grade Center-gegevens op exact de gewenste manier ordenen, waardoor ze in staat zijn informatie te verstrekken aan studenten waarmee deze hun prestaties verder kunnen verbeteren. Een cursusleider geeft een cursus met twee items voor cijfertoekenning die zeer belangrijk zijn voor de berekening van het cijfer voor een semester, namelijk een tussentijds tentamen en een eindtentamen. De cursusleider heeft de studenten die deelnemen aan de cursus onderverdeeld in twee groepen, Hoofdvak en Bijvak, en er is ook nog een groep met geselecteerde studenten die de naam Speciaal heeft. Dit scenario levert vijf criteria op: GROEPSWAARDE BESCHRIJVING 1

Cijfer voor tussentijds tentamen lager dan 60 (drempel voor zakken)

2

Cijfer voor eindtentamen lager dan 60 (drempel voor zakken)


Pagina 219 van 425



3

De groep Hoofdvak (studenten die een hoofdvak hebben dat aansluit bij het onderwerp van de cursus)

4

De groep Bijvak (studenten die een hoofdvak hebben dat niet aansluit bij het onderwerp van de cursus of die geen hoofdvak hebben opgegeven)

5

De groep Speciaal (studenten die speciale aandacht vereisen omdat ze een verleden hebben van het niet-voltooien van cursussen)

De cursusleider wil zien welke studenten voor een van beide tentamens een score van minder dan 60 hebben gehaald, van welke groep deze studenten deel uitmaken en of ze ook tot de groep Speciaal behoren. Aan de hand van deze gegevens kan de cursusleider vaststellen of er verschil is tussen het zakkingspercentage van studenten uit de verschillende groepen. Om een dergelijke complexe query in te voeren, moet de cursusleider de formule handmatig bewerken in het tekstvak Formule-editor. Dit is de eerste formule die de cursusleider moet invoeren: ([1 or 2] and [3 or 4]) and 5 Hiermee worden alle studenten uit de groep Speciaal (5) weergegeven met een score lager dan 60 voor het tussentijdse tentamen (1) of het eindtentamen (2) die ook deel uitmaken van de groep Hoofdvak (3) of Bijvak (4). Dit is de tweede formule die de cursusleider moet invoeren: (1 or 2) and (3 or 4 or 5) Hiermee worden alle studenten weergegeven met een score lager dan 60 voor het tussentijdse tentamen (1) of het eindtentamen (2) die deel uitmaken van de groep Hoofdvak (3), Bijvak (4) of Speciaal (5). Als de cursusleider de slimme weergaven analyseert die het resultaat zijn van deze formules, komt er informatie beschikbaar over de studenten die een van de tentamens niet hebben gehaald, welke studenten uit de verschillende groepen zijn gezakt voor een van de tentamens en welke van de gezakte studenten deel uitmaken van de groep Speciaal. Er kunnen nog andere vergelijkingen worden gemaakt, bijvoorbeeld om te kijken of er meer studenten zijn gezakt uit de groep Hoofdvak of de groep Bijvak en of studenten uit de groep Speciaal hetzelfde zakkingspercentage hebben als studenten uit de groepen Hoofdvak en Bijvak. Aan de hand van al deze gegevens kan de cursusleider besluiten de cursus in het volgende semester alleen aan te bieden aan studenten van wie het hoofdvak aansluit bij de cursus en aan studenten die voldoen aan specifieke voorwaarden. De cursusleider kan ook informatie over studenten in de groep Speciaal terugkoppelen naar andere afdelingen binnen de instelling. Formule voor zoekcriteria handmatig wijzigen Cursusleiders kunnen complexe query's samenstellen om slimme weergaven van Grade Centergegevens te maken door de selectieformule handmatig te wijzigen in het tekstvak Formule-editor. Volg de onderstaande stappen om de formule te wijzigen: 1. Selecteer een optie voor Studentencriteria in de keuzelijst. De beschikbare criteria staan in de tabel hieronder. 2. Selecteer een voorwaarde in de lijst. De beschikbare voorwaarden staan in de tabel hieronder. 3.

Voer een waarde in voor de voorwaarde. De toegestane waarden staan in de tabel hieronder.

4. Tijdens het selecteren van gegevens, verschijnt er een formule voor de query in het tekstvak Formulevoorbeeld. De eerste set met studentencriteria heeft de naam “1”.


Pagina 220 van 425



5. Als u een tweede criterium voor het selecteren van studenten wilt toevoegen, klikt u op Studentencriteria toevoegen en voegt u het criterium toe. De tweede set met studentencriteria krijgt de naam “2”, enzovoorts. 6. Klik op Handmatig wijzigen om formule te wijzigen door de operatoren aan te passen en haakjes in te voegen. 7. Selecteer bij Filterresultaten opties om alleen de gewenste gegevens en kolommen weer te geven. 8. Klik op Verzenden om de slimme weergave op te slaan. Klik op Annuleren om de bewerking af te breken en terug te gaan naar de pagina Slimme weergaven beheren. Studentencriteria CRITERIA

VOORWAARDEN

TOEGESTANE WAARDEN

Beschikbaarheidsstatus

gelijk aan

U kunt kiezen uit Beschikbaar en Niet beschikbaar.

Gebruikersnaam

begint met; bevat; is gelijk aan

Tekstinvoer

Voornaam


Tekstinvoer

Achternaam


Tekstinvoer

Student-ID


Tekstinvoer

Laatste cursustoegang

gelijk aan; voor; na

Datuminvoer

Groepslidmaatschap

gelijk aan; niet gelijk aan

Maak een keuze uit alle gemaakte groepen.

Cijfer voor item (tekst)


Null; Uitgesloten; Wordt uitgevoerd; Cijfer nodig; Door gebruiker gedefinieerd

Cijfer voor item (Voltooid/Niet voltooid)


Wordt uitgevoerd; Voltooid; Niet voltooid; Cijfer nodig

Cijfer voor item (alle andere weergavetypen)

minder dan; minder dan of gelijk aan; groter dan; groter dan of gelijk aan; gelijk aan; tussen

Waarden in de primaire weergave van de kolom, zoals scores of percentages; numerieke invoer, letters of symbolen op basis van het cijfertoekenningsschema.


Pagina 221 van 425



Een slimme weergave wijzigen Nadat een slimme weergave is gemaakt, kunt u de weergave altijd wijzigen. Volg de onderstaande stappen om een slimme weergave te wijzigen: 1.


2.


3.

Zoek de weergave die u wilt wijzigen en klik op Wijzigen.

4.

Breng de gewenste wijzigingen aan.

5.

Klik op Verzenden om de wijzigingen op te slaan. Klik op Annuleren om de bewerking af te breken en terug te gaan naar de pagina Slimme weergaven beheren.

Een slimme weergave verwijderen U kunt slimme weergaven verwijderen als u ze niet meer gebruikt. Het verwijderen van een slimme weergave heeft geen gevolgen voor gegevens die in het systeem zijn opgeslagen. Volg de onderstaande stappen om een slimme weergave te verwijderen: 1.


2.


3.

Zoek de weergave die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.

4. Klik op OK om de slimme weergave te verwijderen. De standaardweergave van Grade Center instellen De optie Huidige weergave voor Grade Center is standaard ingesteld op Volledig Grade Center. Volg de onderstaande stappen om een andere standaardweergave in te stellen voor Grade Center: 1. Beweeg de cursor over het contextmenu Huidige weergave en selecteer de gewenste slimme weergave. De beschikbare weergaven in de lijst zijn Volledig Grade Center, alle opgeslagen slimme weergaven en alle gedefinieerde cijfertoekenningsperioden. 2.

Klik op Start.

3.

Klik op Als standaard instellen.

Deze weergave wordt gebruikt voor alle sessies en de geselecteerde weergave verschijnt wanneer een gebruiker Grade Center opent. U kunt op ieder moment een andere standaardweergave kiezen.


Pagina 222 van 425



GEGEVENS VAN GRADE CENTER DELEN Overzicht Cursusleiders kunnen gegevens van beoordelingen die zijn ingevoerd in Grade Center delen met onderwijsassistenten, correctors, studenten, waarnemers en andere geïnteresseerde personen. Dit geldt trouwens ook voor andere gegevens in Grade Center. De rol van deze gebruikers bepaalt welke toegang ze hebben tot Grade Center en gegevens van Grade Center. Gegevens van Grade Center kunnen alleen worden gedeeld met andere gebruikers als deze gebruikers zijn toegevoegd aan Blackboard Academic Suite. Daarnaast is het voor sommige gebruikers noodzakelijk dat ze worden toegevoegd aan de cursus en moeten er enkele cursusinstellingen worden aangepast. De onderstaande secties bieden basisinformatie over het delen van Grade Center-gegevens met andere gebruikers. Grade Center delen met onderwijsassistenten en correctors Nadat onderwijsassistenten en correctors zijn toegevoegd aan een cursus, hebben ze dezelfde toegang tot functies en tools in Grade Center als cursusleiders. Onderwijsassistenten en correctors kunnen de gegevens van Grade Center op verschillende manieren weergeven door te sorteren en te filteren. Zie Grade Center aanpassen voor meer informatie over het weergeven van gegevens. Onderwijsassistenten en correctors kunnen ook slimme weergaven maken en deze opslaan voor hergebruik. Zie Slimme weergaven maken in Grade Center voor meer informatie over het maken en opslaan van slimme weergaven. Waarschuwing: als er tegelijkertijd meerdere gebruikers werken in Grade Center, bestaat de kans dat de wijzigingen van een gebruiker worden overschreven door de wijzigingen van een andere gebruiker. Dit kan worden voorkomen als elke gebruiker een slimme weergave van zijn studenten maakt. Grade Center delen met studenten Cursusleiders bepalen welke gegevens van Grade Center toegankelijk zijn voor studenten en wanneer deze gegevens beschikbaar komen. Voor elke kolom in Grade Center kan worden ingesteld of deze al dan niet zichtbaar is voor studenten. Beschikbare kolommen worden weergegeven in de tools Cijfers weergeven en Mijn cijfers en kunnen afzonderlijk worden opgenomen in de module Studierapport. Kolommen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven in deze tools en in deze module. Statistieken van Grade Center kunnen eveneens beschikbaar worden gesteld aan gebruikers. Als er statistieken beschikbaar zijn voor een kolom, worden deze weergegeven als de kolom wordt weergegeven. Er zijn verschillende manieren om kolommen van Grade Center weer te geven of te verbergen voor gebruikers, afhankelijk van de taak of werkstroom die de cursusleider uitvoert. Volg een van de onderstaande procedures om de beschikbaarheid van Grade Center-kolommen in te stellen. Tijdens het toevoegen van een nieuwe Grade Center-kolom: 1. Schakel onder Opties, Deze kolom weergeven in Mijn cijfers het selectievakje Ja in als studenten de kolom mogen zien in Mijn cijfers. Selecteer Nee om de kolom niet beschikbaar te stellen. 2.

Selecteer Ja of Nee bij Deze kolom opnemen in berekeningen voor Grade Center.

3.

Klik op Verzenden om de instellingen op te slaan.


Pagina 223 van 425



Tijdens het werken met de pagina Grade Center: 1.

Klik op de koppeling Actie in de kop van de gewenste kolom om het contextmenu te openen.

2.

Selecteer Kolom wijzigen.

3.

Wijzig de beschikbaarheidsopties voor de kolom.

4.


Grade Center delen met waarnemers Gegevens van Grade Center kunnen alleen worden gedeeld met waarnemers die een gebruikersaccount hebben met de systeemrol Waarnemer. Daarnaast moeten waarnemers zijn gekoppeld aan studenten die zich hebben ingeschreven voor de cursus en moeten ze toegang tot de cursus hebben. Als aan deze voorwaarden is voldaan, kunnen waarnemers de beschikbaar gestelde gegevens van hun studenten bekijken. Cijfers kunnen worden weergegeven via het waarnemeroverzicht of via tools voor waarnemers binnen de cursus. Waarschuwing: Om de privacy van studenten te beschermen en te voldoen aan internationale, nationale en regionale wetten en voorschriften, is het belangrijk dat u het privacybeleid van de instelling en eventuele richtlijnen bestudeert voordat u gegevens van studenten vrijgeeft aan waarnemers of andere gebruikers.

GRADE CENTER EN PLANNINGSBEOORDELING INSTELLEN Overzicht Cursusleiders zijn veel tijd kwijt met het plannen en samenstellen van lessen, het afstemmen van lessen op leerdoelen en het evalueren of aan deze doelen is voldaan. Het evalueren van leerdoelen kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, zoals via tentamens, projecten en werkstukken. Het toekennen van waarde aan deze afzonderlijke beoordelingen en het configureren van een cijfertoekenningsschema voor het weergeven van cijfers aan studenten voor een cijfertoekenningsperiode of cursus zijn zaken die door elke cursusleider en voor elke cursus anders worden uitgevoerd. Blackboard Academic Suite bevat daarom een cijfertoekenningsschema dat standaard wordt geïnstalleerd. De systeembeheerder kan dit schema aanpassen om het aan te laten sluiten bij het cijfertoekenningsschema dat algemeen wordt gebruikt binnen de instelling. In alle cursusgedeelten van Blackboard Academic Suite is een exemplaar beschikbaar van het standaardcijfertoekenningsschema. Cursusleiders kunnen dit schema aanpassen en de wijzigingen opslaan in hun cursusgedeelten. Daarnaast kunnen cursusleiders aanvullende cijfertoekenningsschema's maken binnen hun cursussecties. Tijdens een cursus is het altijd mogelijk afzonderlijke cijfers, cijferkolommen en berekende kolommen aan te passen. Het zorgvuldig plannen van alle beoordelingen, het toekennen van waarde hieraan en het vooraf samenstellen van een cijfertoekenningsschema op basis van deze waarden zorgt er echter voor dat cursusleiders minder tijd nodig hebben voor het bewerken en opnieuw configureren van afzonderlijke cijfers en dat studenten en andere geïnteresseerden beschikken over consistente cijferinformatie. In dit hoofdstuk


Pagina 224 van 425



In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen beschreven: ONDERWERP

BESCHRIJVING

Cijfertoekenningsschema's maken

Hierin wordt uitgelegd hoe u cijfertoekenningsschema's kunt maken en bewerken om de weergave van cijfers aan studenten te bepalen

Categorieën maken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u bestaande categorieën, zoals toetsen, enquêtes en opdrachten, kunt gebruiken voor cijfers en hoe u zelf categorieën kunt maken.

Cijfertoekenningsperioden maken

Hierin wordt uitgelegd hoe u Grade Center kunt onderverdelen in cijfertoekenningsperioden, zoals semesters, kwartalen of andere tijdsegmenten

Cijferkolommen toevoegen aan Grade Center

In dit gedeelte leest u hoe u cijferkolommen kunt toevoegen aan Grade Center.

Kolommen van Grade Center wijzigen

Hierin wordt uitgelegd hoe u bestaande kolommen van Grade Center kunt wijzigen.

Studenten invoeren in Grade Center

In dit gedeelte staan instructies voor het invoeren van studenten in Grade Center.

E-mail versturen vanuit Grade Center

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u Grade Center kunt gebruiken om via e-mail rechtstreeks te communiceren met studenten waarnemers.


Pagina 225 van 425



CIJFERTOEKENNINGSSCHEMA'S MAKEN Overzicht Een cijfertoekenningsschema is een diagram op basis van percentagebereiken waarin scores worden gekoppeld aan bepaalde cijferweergaven. De ruwe score van een student voor een vragenlijst die maximaal 100 punten oplevert is 88. In een cijfertoekenningsschema waarin een percentage van 87,5 tot 89,5 overeenkomt met een B+, levert deze score een B+ op. Als de weergaveoptie Letter is gekozen, wordt er B+ weergegeven aan de student. Cijfertoekenningsschema's kunnen worden gewijzigd en worden toegevoegd aan een lopende cursus. De cijfers worden dan automatisch aangepast op basis van het gewijzigde of nieuwe schema. In alle cursusgedeelten is een exemplaar beschikbaar van het standaardcijfertoekenningsschema. Cursusleiders kunnen dit schema aanpassen en de wijzigingen opslaan in hun cursusgedeelten. Daarnaast kunnen cursusleiders ook zelf cijfertoekenningsschema's maken binnen hun cursusgedeelten. Op deze manier kunnen ze voorzien in de behoefte om gedurende de cursus verschillende beoordelingsschema's te hanteren. Een cijfertoekenningsschema toevoegen Als er een cijfertoekenningsschema wordt toegepast, worden cijfers in Grade Center afhankelijk van de gekozen optie voor cijferweergave automatisch omgezet en weergegeven volgens het actieve cijfertoekenningsschema. Als voor een kolom bijvoorbeeld is ingesteld dat Geslaagd moet worden weergegeven voor alle percentages hoger dan 70%, wordt er na het invoeren van 89% door de cursusleider Geslaagd weergegeven in Grade Center. Er geldt geen limiet voor het aantal cijfertoekenningsschema's dat een cursusleider kan maken. Als u een cijfertoekenningsschema hebt gemaakt, kan het schema worden gekozen voor de optie Primaire weergave en Secundaire weergave tijdens het maken van een cijferkolom of berekende kolom. Er zijn ook standaardopties beschikbaar voor de weergave van cijfers in Grade Center. Zie Cijferkolommen toevoegen aan Grade Center of Cijfers berekenen voor meer informatie over het maken van een cijferkolom of een berekende kolom. Volg de onderstaande stappen om een cijfertoekenningsschema toe te voegen aan Grade Center: 1.


2.

Selecteer Cijfertoekenningsschema in het contextmenu.

3.

Klik op Cijfertoekenningsschema toevoegen.

4. Typ een naam voor het schema. De naam wordt weergegeven in de keuzelijsten Primaire weergave en Secundaire weergave en kan daarin worden gekozen bij het toevoegen van een item aan Grade Center. De naam verschijnt ook op de pagina Cijfertoekenningsschema beheren. 5. Typ een beschrijving voor het schema. De beschrijving wordt weergegeven op de pagina Cijfertoekenningsschema beheren en is handig bij het identificeren van schema's. 6. Voer gegevens in voor Schematoewijzing. Een nieuw cijfertoekenningsschema heeft standaard twee percentagebereiken: van 50% tot 100% en van 0% (nul) tot minder dan 50%. Een schema voor het weergeven Geslaagd/Gezakt kan er bijvoorbeeld zo uitzien: Cijfers met score tussen

zijn gelijk aan

Cijfers handmatig ingevoerd als

worden berekend als

50% en 100%

Geslaagd

Geslaagd

100%


Pagina 226 van 425



0% en minder dan 50%

Gezakt

Gezakt

0%

7. Klik op de pijl om een nieuwe rij toe te voegen aan het schema voor het invoeren van extra weergavenwaarden. OPMERKING: u kunt geen streepje “—“ gebruiken als invoer. Een streepje geeft namelijk een null-waarde aan. Elk weergavesymbool moet uniek zijn binnen het cijfertoekenningsschema. Het percentagebereik voor een cijferwaarde moet beginnen met de laagste waarde. De waarden moeten elkaar overlappen. Voorbeeld: A = 90 – 100%, B = 80 – 90%, C = 70 – 80%, enzovoort. Bereiken moeten op deze manier worden ingesteld om te voorkomen dat een score niet wordt weergegeven omdat deze niet wordt gedekt door het bereik. Het bereik 80 – 90% omvat alle cijfers tot 90%. Het hoogste bereik omvat wel 100%. Klik op Rij verwijderen om een waardebereik (rij) te verwijderen uit het schema. 8.

Klik op Verzenden om het cijfertoekenningsschema op te slaan.

Een cijfertoekenningsschema wijzigen Nadat een cijfertoekenningsschema is toegevoegd, kunt u het schema altijd wijzigen. Volg de onderstaande stappen om een cijfertoekenningsperiode te wijzigen: 1.


2.


3.

Zoek het schema dat u wilt wijzigen en klik op Wijzigen.

4. Wijzig de waarden voor Naam, Beschrijving of Weergavesymbolen en de bijbehorende percentages. 5. Klik op Verzenden. Nadat de wijzigingen zijn verzonden, worden alle kolommen met dit cijfertoekenningsschema automatisch bijgewerkt. Een cijfertoekenningsschema kopiëren Nadat een cijfertoekenningsschema is toegevoegd, kunt u het schema kopiëren en opnieuw gebruiken. De naam van het gekopieerde schema bestaat uit “Kopie van”, gevolgd door de naam van het oorspronkelijke schema. Volg de onderstaande stappen om een cijfertoekenningsperiode te kopiëren: 1.


2.


3.

Zoek het schema dat u wilt kopiëren en klik op Kopiëren.

Gekopieerde cijfertoekenningsschema's kunnen worden gewijzigd met de stappen uit het gedeelte Een cijfertoekenningsschema wijzigen (hierboven). Een cijfertoekenningsschema verwijderen Cursusleiders kunnen het standaardcijfertoekenningsschema alleen verwijderen als ze het schema hebben gewijzigd. Cursusleiders kunnen alle schema's verwijderen die ze zelf hebben gemaakt, op voorwaarde dat de schema's niet in gebruik zijn. Een cijfertoekenningsschema dat in gebruik is, wordt dan ook weergegeven zonder de knop Verwijderen. Het verwijderen van een cijfertoekenningsschema kan niet ongedaan worden gemaakt. Volg de onderstaande stappen om een cijfertoekenningsperiode te verwijderen: 1.



Pagina 227 van 425


2.


3.

Zoek het schema dat u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.

4.

Klik op OK.


CATEGORIEËN MAKEN Overzicht Een categorie in Grade Center is een classificatie van een Grade Center-kolom van een cursus. “Huiswerk”, “Toets” of “Vragenlijst” zijn voorbeelden van categorieën waaraan Grade Centerkolommen kunnen worden gekoppeld. Categorieën zijn handig bij het ordenen en gebruiken van Grade Center. Een cursusleider kan Grade Center sorteren op een bepaalde categorie om te zien hoe alle studenten hebben gescoord in bijvoorbeeld de categorie "Huiswerk". Categorieën kunnen ook worden gebruikt bij het maken van slimme weergaven (een opgeslagen weergave van Grade Center-gegevens) die bestaan uit kolommen die zijn gekoppeld aan een of meer categorieën. Categorieën kunnen worden geïntegreerd met Grade Center-kolommen, zoals kolommen voor gewogen cijfers, totaal aantal punten of gemiddelde cijfers. Stel dat een cursusleider een kolom Gemiddeld cijfer maakt om statistieken te berekenen voor alle kolommen in de categorie "Huiswerk". Als er nu items voor cijfertoekenning worden toegevoegd aan de cursus die zijn gekoppeld aan de categorie "Huiswerk", worden deze items automatisch opgenomen in de berekening van het gemiddelde cijfer. Zie Cijfers berekenen voor meer informatie over het maken van deze Grade Center-kolommen. Categorieën kunnen ook worden gebruikt bij het genereren van rapporten. Een cursusleider kan een afdrukbaar rapport maken met de prestatiestatistieken van alle kolommen in een bepaalde categorie. Deze informatie kan door cursusleiders worden gebruikt om beslissingen te nemen over onderwijs, planning en beoordeling. Zie Rapporten maken voor meer informatie over rapporten. OPMERKING: via de pagina Grade Center ordenen kunnen kolommen worden toegewezen aan categorieën. Zie Grade Center aanpassen voor meer informatie. Standaardcategorieën van Grade Center Grade Center bevat standaardcategorieën die zijn gebaseerd op de Grade Center-kolommen die worden gemaakt via Blackboard Learning System. Dit zijn de standaardcategorieën: •

Opdracht

•

Discussie

•

Enquête

•

Toets

Cursusleiders kunnen ook zelf cursuscategorieën maken, zoals Practica, Groepswerk en Vragenlijst. Hiervoor moeten ze de pagina Categorieën beheren gebruiken. Nieuwe categorieën maken


Pagina 228 van 425



Nieuwe categorieën kunnen worden toegevoegd via de pagina Categorieën beheren. Op deze pagina worden de standaardcategorieën weergegeven, plus eventuele andere categorieën die zijn gemaakt. In elke categorie worden de Grade Center-kolommen weergegeven die aan die categorie zijn gekoppeld. Volg de onderstaande stappen om een nieuwe categorie te maken: 1.


2.

Selecteer Categorieën in het contextmenu.

3.

Klik op Categorie toevoegen.

4.

Typ een naam voor de categorie.

5.

Typ tekst in het veld Beschrijving. Gebruik dit veld om onderscheid te maken tussen categorieën en om de functie van een categorie toe te lichten.

6. Klik op Verzenden. Kolommen die zijn gekoppeld aan een categorie worden vermeld op de pagina Categorieën beheren. Zie Cijferkolommen toevoegen aan Grade Center voor informatie over het koppelen van een kolom aan een categorie. TIP: Grade Center-items die tijdens het maken ervan niet worden toegewezen aan een categorie, worden automatisch toegewezen aan "Geen categorie". U kunt dit voorkomen door categorieën te definiëren voordat u Grade Center-items gaat maken. Het koppelen van Grade Center-items aan categorieën is handig bij het samenstellen van slimme weergaven. Zie Slimme weergaven maken in Grade Center voor meer informatie over slimme weergaven. Een categorie wijzigen Standaardcategorieën kunnen niet worden gewijzigd. U kunt wel categorieën wijzigen die zijn gemaakt door gebruikers. Volg de onderstaande stappen om een bestaande categorie te wijzigen: 1.


2.


3.

Zoek de categorie die u wilt wijzigen en klik op Wijzigen.

4.

Wijzig de naam of de beschrijving van de categorie.

5. Klik op Verzenden. Een categorie verwijderen Standaardcategorieën kunnen niet worden verwijderd uit Grade Center. U kunt alleen categorieën verwijderen die zijn gemaakt door gebruikers en die niet worden gebruikt in een cursus. Volg de onderstaande stappen om een categorie te verwijderen: 1.


2.


3.

Zoek de categorie die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. OPMERKING: de knop Verwijderen wordt alleen weergegeven voor categorieën die u uit Grade Center kunt verwijderen.



Pagina 229 van 425



CIJFERTOEKENNINGSPERIODEN MAKEN Overzicht Cijfertoekenningsperioden zijn door de gebruiker gedefinieerde segmenten die handig zijn voor het efficiënt beheren van Grade Center. Voorbeelden van cijfertoekenningsperioden zijn Perioden, Semesters, Kwartalen en Jaren. Binnen een cijfertoekenningsperiode kunnen datumbereiken worden gedefinieerd om de periode nog verder te verfijnen. Er zijn standaard geen cijfertoekenningsperioden beschikbaar in Grade Center. Als hieraan behoefte is, moeten ze worden toegevoegd door cursusleiders. Het definiëren van cijfertoekenningsperioden en het koppelen van Grade Center-kolommen aan een periode zorgt ervoor dat cursusleiders gegevens in Grade Center op een logische manier kunnen ordenen en verwerken in rapporten. Cursusleiders kunnen de inhoud van Grade Center filteren op cijfertoekenningsperiode om alleen de kolommen voor die periode weer te geven. Een cursusleider kan zo bijvoorbeeld alleen kolommen voor het eerste kwartaal weergeven in Grade Center, wat het zoeken van gegevens natuurlijk aanzienlijk vereenvoudigt. Cijfertoekenningsperioden kunnen ook worden gebruikt voor de volgende bewerkingen: •

De prestaties van studenten in een bepaalde cijfertoekenningsperiode bekijken.

•

Een rapport maken met de prestaties voor een bepaalde cijfertoekenningsperiode.

•

Een cijferkolom berekenen voor een bepaalde cijfertoekenningsperiode.

Hoewel het werken met cijfertoekenningsperioden nooit verplicht is, zijn het handige hulpmiddelen bij het uitvoeren en beheren van de volgende taken: •

Grade Center weergeven en aanpassen

•

Slimme weergaven maken van Grade Center

•

Rapporten maken

•

Grade Center-kolommen toevoegen

•

Cijferberekeningen maken, zoals voor een gewogen cijfer of een eindcijfer.

Een cijfertoekenningsperiode maken Volg de onderstaande stappen om een cijfertoekenningsperiode te maken: 1.

Klik op Beheren in de actiebalk van Grade Center.

2.

Selecteer Cijfertoekenningsperioden in het contextmenu.

3.

Klik op Cijfertoekenningsperiode toevoegen.

4. Typ een naam voor de periode. Deze naam wordt weergegeven op de pagina Cijfertoekenningsperioden beheren. 5.

Typ tekst in het veld Beschrijving. Een beschrijving is handig om onderscheid te maken tussen verschillende cijfertoekenningsperioden en om de perioden te ordenen.

6.

Selecteer een waarde voor Datums cijfertoekenningsperiode. Selecteer Geenof stel een bereik in op basis van Begindatum en Einddatum, inclusief maand, dag en jaar. Als er een datumbereik is opgegeven, kunt u Bestaande items koppelen inschakelen om alle eerder gemaakte cijferkolommen en berekende kolommen met een einddatum koppelen aan de juiste cijfertoekenningsperiode.

7.

Klik op Verzenden.


Pagina 230 van 425



Waarschuwing: Grade Center-items kunnen maar aan één cijfertoekenningsperiode worden gekoppeld. Een nieuwe cijfertoekenningsperiode met hetzelfde of een overlappend datumbereik overschrijft de instellingen van een bestaande cijfertoekenningsperiode. Alle items die zijn gekoppeld aan de bestaande cijfertoekenningsperiode worden dan gekoppeld aan de nieuwe periode. Een cijfertoekenningsperiode wijzigen Volg de onderstaande stappen om een bestaande cijfertoekenningsperiode te wijzigen: 1.


2.


3.

Zoek de periode die u wilt wijzigen en klik op Wijzigen.

4.

Breng de wijzigingen aan.

5. Klik op Verzenden. Een cijfertoekenningsperiode verwijderen Volg de onderstaande stappen om een cijfertoekenningsperiode te verwijderen: 1.


2.


3.

Zoek de periode die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. Alle Grade Center-items die zijn gekoppeld aan deze periode worden ingesteld op “Niet in een cijfertoekenningsperiode”.

4.

Klik op OK.

Een cijfertoekenningsperiode en de bijbehorende Grade Center-kolommen weergeven U kunt de kolommen bekijken die zijn gekoppeld aan een cijfertoekenningsperiode door de periode te selecteren in de lijst Huidige weergave en te klikken op Start. Als u deze weergave voortaan wilt gebruiken, klikt u op Als standaard instellen. De standaardweergave kan onbeperkt worden gewijzigd. De gebruiker kan dus zelf aangeven welke weergave het eerst wordt gebruikt. Een cursusleider kan de standaardweergave bijvoorbeeld wijzigen van Eerste kwartaal in Tweede kwartaal wanneer het tweede kwartaal begint. Cijfertoekenningsperioden op de pagina Grade Center ordenen Op de pagina Grade Center ordenen worden alle cijferkolommen en berekende kolommen weergegeven in tabellen. In de bovenste tabel, Getoond in alle Grade Center-weergaven, worden alle kolommen weergegeven. Vervolgens wordt voor per cijfertoekenningsperiode een tabel weergegeven. Cijferkolommen en berekende kolommen die niet zijn gekoppeld aan een cijfertoekenningsperiode worden weergegeven in de laatste tabel: Niet in een cijfertoekenningsperiode. OPMERKING: Als er geen cijfertoekenningsperioden zijn gedefinieerd, heeft de onderste tabel de naam Alleen getoond in geselecteerde weergaven. Kolommen kunnen via de pagina Grade Center ordenen worden gekoppeld aan cijfertoekenningsperioden. Volg de onderstaande stappen om een kolom te koppelen aan een


Pagina 231 van 425



cijfertoekenningsperiode, te koppelen aan een andere cijfertoekenningsperiode of los te koppelen van een cijfertoekenningsperiode: 1.


2.


3.

Selecteer de items die u wilt koppelen of loskoppelen.

4.

Klik op Cijfertoekenningsperiode wijzigen.

5.

Selecteer de cijfertoekenningsperiode waaraan u de kolom wilt koppelen.

6. Klik op Verzenden. Cijfertoekenningsperioden en cijferberekeningen Cijfertoekenningsperioden kunnen worden gebruikt bij het berekenen van cijfers voor een cursus. Koppel eerst cijferkolommen aan een cijfertoekenningsperiode. Maak vervolgens een berekende kolom met alle cijferkolommen van die periode. Alle huiswerkopdrachten binnen een bepaald datumbereik zijn bijvoorbeeld gekoppeld aan Periode 1. Vervolgens maakt u een berekende kolom voor het totaal aantal punten voor alle huiswerkopdrachten uit de cijfertoekenningsperiode Periode 1. Op deze manier wordt in de kolom Totaal aantal punten het cijfer weergegeven op basis van een verhouding tussen het mogelijke aantal punten en het toegekende aantal punten voor alle huiswerkopdrachten. Het is niet mogelijk een kolom aan verschillende cijfertoekenningsperioden te koppelen. Een kolom kan dus niet worden opgenomen in zowel de cijfertoekenningsperiode Kwartaal 1 als de periode Semester 1. TIP: hoewel het niet mogelijk is kolommen aan meerdere cijfertoekenningsperioden te koppelen, kunt u wel een kolom maken om snel en eenvoudig een eindcijfer te berekenen. Als u bijvoorbeeld twee kolommen hebt, Kwartaal 1 en Kwartaal 2, met de cijfers voor de betreffende cijfertoekenningsperioden, kunt u een kolom Semester maken die wordt berekend aan de hand van de kolommen Kwartaal 1 en Kwartaal 2. Zie Cijfers berekenen voor meer informatie over het maken van Grade Centerkolommen voor het berekenen van cijfers.


Pagina 232 van 425



KOLOMMEN VAN GRADE CENTER WIJZIGEN Overzicht Gemaakte Grade Center-kolommen kunnen worden aangepast wanneer dit nodig is. Kolommen die zijn toegevoegd aan Grade Center vanuit een extern bestand kunnen alleen worden gebruikt voor het berekenen van cijfers nadat de kolommen zijn omgezet van een tekstkolom in een ander type kolom en het mogelijke aantal punten is ingevoerd. Stappen Volg de onderstaande stappen om een Grade Center-kolom te wijzigen: 1.

Klik op de koppeling Actie in de kop van de gewenste kolom.

2.

Klik op Kolom wijzigen.

3.

Breng de gewenste wijzigingen aan.

4.


In de volgende tabel worden alle velden beschreven die kunnen worden gebruikt of gewijzigd voor het maken of wijzigen van kolommen. VELD

BESCHRIJVING

Itemgegevens Kolomnaam

Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in de werkbladweergave van Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven voor Weergavenaam Grade Center. De kolomnaam is de naam waarnaar wordt verwezen in alle andere gebieden van Grade Center, niet de weergavenaam. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven.

Weergavenaam Grade Center

Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. Alleen de eerste 15 tekens van de naam worden weergegeven in de kolomkop. Deze naam wordt alleen gebruikt in de werkbladweergave van Grade Center.

Beschrijving

Een beschrijving van de Grade Center-kolom.

Primaire weergave

De gekozen opmaak is de primaire of enige (als er geen secundaire weergave is geselecteerd) opmaak voor dit gewogen cijfer in de werkbladweergave van Grade Center. De beschikbare opties verschillen per cijfertoekenningsschema. De volgende opties zijn mogelijk: Score, Percentage, Tekst, Voltooid/niet voltooid, Standaardschema (letter). Zie Cijfertoekenningsschema's maken voor meer informatie.

Secundaire weergave

Een keuzelijst met de mogelijke opmaken voor het weergeven van het cijfer. Deze opmaak wordt tussen


Pagina 233 van 425



haakjes samen met de primaire weergave weergegeven. De opties verschillen per cijfertoekenningsschema en de volgende opties zijn beschikbaar: Score, Percentage, Tekst, Voltooid/niet voltooid, Standaardschema (letter). Zie Cijfertoekenningsschema's maken voor meer informatie. Categorie

Hiermee wordt het item voor cijfertoekenning gekoppeld aan een categorie. Er moet ten minste één categorie zijn gemaakt om hier een keuze te kunnen maken. De volgende standaardcategorieën zijn beschikbaar: Opdracht, Enquête, Discussie, Toets.


Het maximum aantal punten dat kan worden toegekend aan dit item voor cijfertoekenning of het toegewezen aantal punten voor dit item. De invoer moet numeriek zijn.

Datums Cijfertoekenningsperiode

De cijfertoekenningsperiode waaraan dit item voor cijfertoekenning wordt toegewezen. Deze optie is niet beschikbaar als er geen cijfertoekenningsperioden zijn gemaakt.

Aanmaakdatum

De datum waarop deze Grade Center-kolom is gemaakt.

Einddatum

Geen of Einddatum, inclusief de maand, de dag en het jaar. Deze optie bepaalt de datum waarop studenten de opdracht moeten hebben uitgevoerd.

Opties Kolom opnemen in Grade Center-berekeningen

Selecteer deze optie als dit item moet kunnen worden gekozen tijdens het maken van formules voor het berekenen van cijfers, zoals een kolom Gewogen cijfer of Totaal aantal punten.

Deze kolom weergeven in Mijn cijfers

Selecteer deze optie om de kolom weer te geven aan gebruikers.

Statistieken (gemiddelde en mediaan) voor deze kolom weergeven in Mijn cijfers

Selecteer deze optie om statistieken (gemiddelde en mediaan) weer te geven aan studenten en waarnemers.


Pagina 234 van 425



STUDENTEN INVOEREN IN GRADE CENTER Overzicht Studenten worden toegevoegd aan Grade Center op het moment dat ze worden ingeschreven voor een cursus of sectie. Afhankelijk van de instelling, kan inschrijving automatisch plaatsvinden via het SIS (studenteninformatiesysteem), door de cursusleider met behulp van een batchbewerking of door de studenten zelf. Gebruikers automatisch toevoegen aan en verwijderen uit Grade Center Als een instelling het SIS gebruikt om de gegevens van cursussen en secties in te voeren, worden studenten automatisch toegevoegd aan en verwijderd uit Grade Center. Afhankelijk van het moment en de manier waarop gegevens worden ingelezen uit de SIS-database en doorgegeven aan Blackboard, kan het toevoegen en verwijderen van studenten met verschillende intervallen plaatsvinden. Raadpleeg voor meer informatie over het integreren van SIS-gegevens in Blackboard de handleiding Advanced Integration and Data Management. Deze handleiding is verkrijgbaar via Behind the Blackboard. Gebruikers handmatig toevoegen aan Grade Center Cursusleiders kunnen studenten handmatig aan Grade Center toevoegen door ze in te schrijven voor een cursus of sectie. Dit is alleen mogelijk als de student een geregistreerde gebruiker is in het systeem. Volg de onderstaande stappen om een student handmatig toe te voegen aan Grade Center. De student is al een gebruiker van Blackboard: 1.

Navigeer in de cursus naar het Configuratiescherm.

2.

Klik op Gebruiker inschrijven.

3.

Selecteer de gebruiker door te zoeken of alle gebruikers weer te geven.

4.

Schakel het selectievakje van de student in om deze in te schrijven voor de cursus.


OPMERKING: u kunt op deze manier meerdere studenten tegelijk inschrijven voor een cursus. Als u extra studenten wilt inschrijven die op een andere pagina staan, verstuurt u eerst de studenten van de eerste pagina door op Verzenden te klikken. Navigeer vervolgens naar de tweede pagina en schrijf de gewenste studenten in. U kunt maar per pagina meerdere studenten selecteren. De student is nog geen gebruiker van Blackboard: 1.


2.

Klik op Gebruiker maken.

3.

Vul de vereiste velden in.

4.

Selecteer de rol Student.

5.

Selecteer Ja om de student beschikbaar te maken voor de cursus.


Pagina 235 van 425



6. Klik op Verzenden. Een gebruiker die handmatig via het Configuratiescherm van een cursus is toegevoegd, wordt automatisch ingeschreven voor de cursus en weergegeven in Grade Center. Volg de onderstaande stappen om handmatig meerdere gebruikers toe te voegen aan een cursus: 1.


2.

Klik op Gebruiker maken (batch).

3.

Blader naar het bestand met scheidingstekens dat de gebruikersrecords bevat.

4.

Selecteer het type scheidingsteken.

5. Klik op Verzenden. Gebruikers die handmatig via het Configuratiescherm van een cursus zijn toegevoegd, worden automatisch ingeschreven voor de cursus en weergegeven in Grade Center. Gebruikers handmatig verwijderen uit Grade Center Gebruikers die worden verwijderd uit een cursus worden ook verwijderd uit Grade Center. Volg de onderstaande stappen om gebruikers handmatig uit een cursus te verwijderen: 1.


2.

Klik op Gebruikers verwijderen uit cursus.

3.

Selecteer de gebruikers door te zoeken of alle gebruikers weer te geven.

4.

Schakel het selectievakje in van de gebruikers die u uit de cursus wilt verwijderen.

5.

Typ het woord Ja in het tekstvak om het verwijderen te bevestigen.



Pagina 236 van 425



E-MAIL VERSTUREN VANUIT GRADE CENTER Overzicht Cursusleiders kunnen vanuit Grade Center communiceren met studenten, hun waarnemers en anderen door een e-mail te sturen. Deze vorm van direct contact stelt cursusleiders in staat actief te communiceren met relevante partijen terwijl ze cijfers toekennen in Grade Center. Dergelijke directe feedback kan betekenen dat er indien nodig snel actie wordt ondernomen, wat gunstig is voor studenten. E-mail versturen vanuit Grade Center U kunt op twee manieren e-mail versturen vanuit Grade Center, afhankelijk van de rol waarmee de cursusleider wil communiceren. Volg de onderstaande stappen om een e-mail te sturen naar een groep geselecteerde studenten, de studenten en hun waarnemers of alleen de waarnemers voor de geselecteerde studenten: 1.

Selecteer op de pagina Grade Center de gewenste studenten door hun selectievakje in te schakelen.

2.

Klik op E-mail in de actiebalk.

3.

Selecteer in het contextmenu het type ontvangers: Geselecteerde studenten, Geselecteerde studenten en hun waarnemers, Waarnemers voor geselecteerde studenten of Overige.

4.

Vul op de pagina E-mail verzenden de velden Onderwerp en Bericht in.

5.

Schakel desgewenst het selectievakje Retourbevestiging in.

6.

Klik op Bestand bijvoegen om een bijlage aan het bericht toe te voegen.


OPMERKING: hoewel er een e-mail wordt verzonden naar de geselecteerde groep, zien de ontvangers niet dat anderen de e-mail ook hebben ontvangen.

Volg de onderstaande stappen om e-mail te versturen naar afzonderlijke studenten: 1.

Plaats de cursor in de cel Voornaam of Achternaam van de gewenste student.

2.

Klik op Personen om de vervolgkeuzelijst weer te geven.

3.

Klik op E-mail verzenden.

4.

Vul op de pagina E-mail verzenden de velden Onderwerp en Bericht in.

5.

Schakel desgewenst het selectievakje Retourbevestiging in.

6.

Klik op Bestand bijvoegen om een bijlage aan het bericht toe te voegen.



Pagina 237 van 425



WERKEN MET GRADE CENTER Overzicht Tijdens het verloop van een cursus kunnen er verschillende soorten gegevens worden ingevoerd in Grade Center. Dit gebeurt automatisch in het geval van online toetsen, tentamens en discussieruimten, of handmatig wanneer de cursusleider, corrector of onderwijsassistent cijfers toekent of deze importeert uit een externe bron. Cijfers kunnen worden gewijzigd en herberekend terwijl er gegevens van beoordelingen beschikbaar komen. Cijferwijzigingen worden bijgehouden in het cijferoverzicht. Met behulp van opmerkingen kunnen er andere gegevens met betrekking tot de voortgang van studenten worden ingevoerd. De verzamelde gegevens van beoordelingen kunnen worden uitgevoerd als voortgangsrapporten. Deze rapporten kunnen op verschillende manieren worden gefilterd en gesorteerd. Gegevens van beoordelingen kunnen ook als statistieken voor studenten en kolommen worden weergegeven in Grade Center. Cursusleiders beschikken zo over nuttige informatie over de prestaties van studenten en de behaalde resultaten voor items voor cijfertoekenning. In dit hoofdstuk In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen beschreven: ONDERWERP

BESCHRIJVING

Cijfers invoeren

Hierin wordt beschreven hoe cijfers worden ingevoerd in Grade Center, inclusief automatisch toegekende cijfers en cijfers voor meerdere pogingen, hoe u cijfers uit een extern bestand kunt uploaden en hoe u handmatig cijfers kunt invoeren.

Opmerkingen toevoegen voor een cijfer

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u opmerkingen kunt invoeren voor een cijfer in Grade Center.

Cijfers wijzigen

In dit gedeelte wordt aandacht besteed aan het wijzigen van ingevoerde cijfers en het vervangen van cijfers.

Cijferoverzicht

Hierin wordt beschreven hoe u het cijferoverzicht kunt gebruiken om de cijfers te bekijken die zijn gewijzigd en door wie dit is gebeurd. Dit gedeelte bevat ook instructies voor het downloaden van het cijferoverzicht.

Cijfers verwijderen en herstellen

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een cijfer kunt verwijderen, een cijfer kunt herstellen of op nul kunt zetten.

Cijfers uitsluiten

Hierin wordt beschreven hoe u cijfers kunt uitsluiten voor een student.

Externe Grade Centeritems uploaden

In dit gedeelte leest u hoe u items van Grade Center kunt uploaden naar Grade Center vanuit een extern bestand.

Cijfers berekenen

Hierin wordt uitgelegd hoe u cijfers kunt berekenen met verschillende formules. Ook wordt er aandacht besteed aan gewogen cijfers en het berekenen van het totale aantal punten.

Rapporten maken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u cijfer- en voortgangsrapporten kunt maken en afdrukken vanuit Grade Center.


Pagina 238 van 425



Grade Center-statistieken bekijken

Hierin worden de statistische gegevens beschreven die beschikbaar zijn in Grade Center en hoe u deze kunt delen met studenten.

CIJFERS INVOEREN Overzicht Om cursusleiders en andere gebruikers maximale flexibiliteit te bieden voor het invoeren van cijfers, zijn hiervoor verschillende methoden beschikbaar in Grade Center. Scores voor items met cijfertoekenning die zijn toegevoegd aan de inhoud van een cursus, zoals online toetsen, tentamens en enquêtes worden automatisch ingevoerd in Grade Center. Het is ook mogelijk cijfers uit een externe bron, zoals een door komma's gescheiden bestand of een Excel-spreadsheet, te uploaden naar Grade Center, zodat deze niet dubbel hoeven te worden ingevoerd. Andere cijfers kunnen via een van de weergaven van Grade Center handmatig worden ingevoerd. Automatisch ingevoerde cijfers Cijfers van beoordelingen die worden toegevoegd aan de inhoud van een cursus en die online worden toegekend, worden automatisch ingevoerd in de bijbehorende kolom van Grade Center. Automatisch toegekende cijfers kunnen handmatig worden gewijzigd. Zie Cijfers wijzigen voor meer informatie. Beoordelingen die worden toegevoegd aan de inhoud van een cursus kunnen worden gewijzigd om studenten meerdere pogingen te geven voor het maken van de beoordeling. De cursusleider kan een onbeperkt aantal pogingen toestaan of via Toets wijzigen > Toetsopties een specifiek aantal opgeven. Cursusleiders kunnen instellen hoe er een score moet worden toegekend als er meerdere pogingen worden gebruikt. Hiervoor moeten de eigenschappen van de kolom van de beoordeling worden gewijzigd. Volg de onderstaande stappen om meerdere pogingen toe staan via de eigenschappen van een kolom: 1.

Zoek in Grade Center de kolom die u wilt wijzigen.

2.

Beweeg de cursor over de kolomkop en klik op de koppeling Actie.

3.

Selecteer Kolom wijzigen in het menu.

4.

Selecteer in de lijst Score toekennen aan pogingen met de methode voor het toekennen van een score bij meerdere pogingen. Maak een keuze uit de volgende opties: TYPE POGING

BESCHRIJVING

Laatste poging

Dit is de standaardwaarde. De score voor de laatste poging wordt weergegeven in de werkbladweergave van Grade Center.

Eerste poging

De score voor de eerste poging wordt weergegeven.

Hoogste poging

De hoogste score wordt weergegeven.


Pagina 239 van 425



5.

Laagste poging

De laagste score wordt weergegeven.

Pogingengemiddelde

De gemiddelde score voor alle pogingen wordt weergegeven. Het gemiddelde wordt berekend door de som van het aantal punten te delen door het aantal pogingen. Indien nodig wordt het gemiddelde afgerond op twee (2) cijfers achter de komma.


Als cijfers ook een secundaire weergave hebben, wordt deze weergave ook aangepast wanneer de cijfers voor meerdere pogingen veranderen. Cursusleiders kunnen via de pagina Cijferdetails toegang krijgen tot alle pogingen voor een beoordeling. Zie Werken met Grade Center voor meer informatie over deze pagina. De cijfers voor alle pogingen worden opgeslagen in het cijferoverzicht. Cijfers uit externe bronnen uploaden Om te voorkomen dat gegevens van Grade Center in verschillende tools moeten worden ingevoerd, kunnen cursusleiders ervoor kiezen cijfers offline toe te kennen en de cijfers vervolgens te uploaden naar Grade Center. Cursusleiders kunnen cijfers uploaden uit externe bronnen zoals een door komma's gescheiden bestand of een Excel-spreadsheet. De gegevens moeten een specifieke opmaak hebben om goed te kunnen worden geüpload en te worden gesynchroniseerd met bestaande Grade Center-gegevens. Zie Externe Grade Center-items uploaden voor meer informatie over het uploaden van cijfers. Cijfers handmatig invoeren Cijfers kunnen rechtstreeks worden ingevoerd in een cel of slimme weergave van Grade Center. U kunt hiervoor ook de pagina Cijferdetails gebruiken. Volg de onderstaande stappen om een cijfer in te voeren via Grade Center: 1.

Plaats de cursor op de gewenste cel en klik.

2.

Typ het cijfer.

3.

Druk op Enter. OPMERKING: als er niet op Enter wordt gedrukt en de gebruiker de cel of Grade Center wil verlaten, verschijnt er een bericht met de vraag of het cijfer moet worden opgeslagen. Door op OK te klikken in het bericht wordt het cijfer alsnog opgeslagen.

Volg de onderstaande stappen op de pagina Cijferdetails om een cijfer voor een poging in te voeren: 1.

Plaats de cursor op de gewenste cel.

2.


3.

Klik op Cijferdetails.

4.

Klik op Poging bewerken.

5.

Typ een waarde in het tekstvak Huidig cijfer.


Pagina 240 van 425



6.

Typ eventueel tekst in het vak Feedback voor gebruiker of Aantekeningen cursusleider.

7.

Klik op Opslaan.

8.

Klik op OK om terug te keren naar de pagina Grade Center.

Volg de onderstaande stappen op de pagina Cijferdetails om een cijfer te vervangen: 1.


2.


3.


4.

Klik op Vervangend cijfer of Wijziging bewerken.

5.


6.


7.

Klik op Opslaan.

8.

Klik op OK om terug te keren naar de pagina Grade Center. OPMERKING: het laatst ingevoerde of enige vervangende cijfer heeft prioriteit over alle andere ingevoerde cijfers, inclusief cijfers voor verschillende pogingen. Een cijfer dat wordt ingevoerd in Grade Center voor een automatisch gegenereerde cijferkolom, zoals een cijfer voor een beoordeling, opdracht of discussieruimte, wordt beschouwd als een vervangend cijfer.

OPMERKINGEN TOEVOEGEN VOOR EEN CIJFER Overzicht Het toevoegen van opmerkingen voor een cijfer biedt cursusleiders de mogelijkheid studenten extra feedback te geven over hun prestaties. Daarnaast kunnen cursusleiders op deze manier de beoordeling toelichten of notities maken voor toekomstig gebruik of ter informatie van andere cursusleiders, onderwijsassistenten of correctors. Aan alle cijfers kunnen opmerkingen worden toegevoegd. Dit is mogelijk via de pagina Cijferdetails of rechtstreeks via Grade Center. Opmerkingen in het tekstvak Feedback voor gebruiker zijn zichtbaar voor studenten en waarnemers als die de cijfers bekijken. Opmerkingen in het tekstvak Aantekeningen cursusleider zijn niet toegankelijk voor studenten of waarnemers. Opmerkingen invoeren via de werkbladweergave van Grade Center U kunt pas opmerkingen invoeren voor een cijfer nadat het cijfer is ingevoerd. Volg de onderstaande stappen om een opmerking in te voeren: 1.

Beweeg de cursor in de actiebalk van Grade Center over een ingevoerd cijfer.

2.

Klik op de koppeling Actie en selecteer Opmerking toevoegen in het contextmenu.

3.

Typ in het tekstvak Feedback voor gebruiker de opmerking die u wilt delen met de student.


Pagina 241 van 425



4.

Typ in het vak Aantekeningen cursusleider opmerkingen voor later gebruik. Deze aantekeningen zijn beschikbaar voor andere gebruikers, zoals onderwijsassistenten en correctors, die toegang hebben tot Grade Center.

5.

Klik op Verzenden om de opmerkingen op te slaan.

Opmerkingen invoeren via de pagina Cijferdetails Volg de onderstaande stappen om een opmerking, feedback voor de gebruiker of aantekeningen voor de cursusleider in te voeren via de pagina Cijferdetails: 1.

Beweeg de cursor in Grade Center over een ingevoerd cijfer.

2.

Klik op de koppeling Actie en selecteer Cijferdetails in het contextmenu.

3.

Klik in de kolom Acties op de pagina Cijferdetails op Poging bewerken. U kunt ook bij Huidig cijfer op Wijziging bewerken klikken. Er verschijnen nu tekstvakken voor het invoeren van aantekeningen voor de cursusleider en feedback voor de gebruiker.

4.

Typ de tekst en klik op Opslaan in de kolom Acties. OPMERKING: het huidige vervangende cijfer en de bijbehorende opmerkingen, of het huidige cijfer voor de poging en de bijbehorende opmerkingen (als er geen vervangend cijfer is ingevoerd), worden weergegeven voor de student en de cursusleider. Alle cijfers en opmerkingen die worden ingevoerd via de pagina Grade Center nadat er een vervangend cijfer en de bijbehorende opmerkingen zijn ingevoerd via de pagina Cijferdetails, worden beschouwd als vervangende invoer.

CIJFERS WIJZIGEN Overzicht Vanwege de veranderende onderwijsmethoden en de verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de prestaties van studenten tijdens een beoordeling, kunnen alle cijfers die zijn vastgelegd in Grade Center worden gewijzigd door de cursusleider, de onderwijsassistent of de corrector van de cursus. Als cijfers worden gewijzigd, worden de nieuwe gegevens automatisch en direct verwerkt in bestaande kolommen voor gewogen cijfers, totaal aantal punten of berekende cijfers. Gewijzigde cijfers worden in Grade Center aangegeven met een driehoekje. Elke keer dat een cijfer wordt gewijzigd, wordt er een vermelding toegevoegd aan het cijferoverzicht. Zie Cijferoverzicht voor meer informatie over het cijferoverzicht. Een cijfer vervangen


Pagina 242 van 425



Cijfers kunnen handmatig worden vervangen via Grade Center of de pagina Cijferdetails. Een andere manier is om een extern bestand met nieuwe gegevens te uploaden. Zie Externe Grade Center-items importeren voor meer informatie over het uploaden van externe bestanden. Volg de onderstaande stappen om een cijfer via Grade Center te wijzigen of te vervangen: 1.

Plaats de cursor in de cel met het cijfer dat u wilt wijzigen en klik.

2.

Voer een waarde in.

3.

Druk op Enter. OPMERKING: Als er niet op Enter wordt gedrukt en de gebruiker de cel of Grade Center wil verlaten, verschijnt er een bericht met de vraag of de wijziging moet worden opgeslagen. Door op OK te klikken in het bericht wordt de wijziging alsnog opgeslagen.

Volg de onderstaande stappen op de pagina Cijferdetails om een cijfer te wijzigen: 1.


2.


3.


4.

Klik op Opheffen.

5.


6.


7.

Klik op Opslaan.

Cijferoverzicht Elke keer dat een cijfer wordt gewijzigd, ongeacht of het cijfer wordt aangepast of er nieuwe opmerkingen worden toegevoegd, wordt er een vermelding toegevoegd aan het cijferoverzicht. Het cijferoverzicht geeft een beeld van alle wijzigingen die voor cijfers zijn doorgevoerd. Gewijzigde cijfers worden in Grade Center aangegeven met een groen driehoekje. Zie Cijferoverzicht voor meer informatie.


Pagina 243 van 425



CIJFEROVERZICHT Overzicht De pagina Cijferoverzicht in Grade Center fungeert als een logboek waarin alle wijzigingen worden bijgehouden van cijfers voor een cursus. Op de pagina worden alle gegevens weergegeven voor cijfers die binnen een bepaald datumbereik zijn toegekend. De weergave van deze gegevens kan op verschillende manieren worden aangepast en de gegevens kunnen ook worden geëxporteerd. De pagina Cijferoverzicht bevat de volgende kolommen: KOLOM

BESCHRIJVING

Datum

De datum waarop er een cijfer is toegekend voor het item of waarop het cijfer is gewijzigd.

Kolom

De naam van de kolom in Grade Center die hoort bij de cijferwijziging.

Gewijzigd door

De naam van de gebruiker die het cijfer het laatst heeft gewijzigd. Als u hierop klikt, worden de gebruikersnaam en de rol weergegeven van de persoon die het cijfer heeft gewijzigd. Als het cijfer is ingevoerd via een online beoordeling, wordt hier Automatisch weergegeven.

Student

De naam van de student waarvoor het cijfer is gewijzigd.

Waarde

De waarde van het cijfer zoals weergegeven in Grade Center, plus het type waarde en invoer, zoals Cijfer voor poging of Vervangend cijfer.

Poging verzonden

De datum waarop een poging voor een beoordeling is verzonden. Deze datum wordt automatisch gegenereerd door Blackboard Learning System.

Opmerkingen

Eventuele opmerkingen die zijn toegevoegd voor het cijfer.

De weergave van het cijferoverzicht wijzigen De pagina Cijferoverzicht kan worden gefilterd om alleen invoer voor een bepaald datumbereik weer te geven. Verder kan de weergave worden gesorteerd om items weer te geven op kolomnaam, score of datum. Volg de onderstaande stappen om alleen de items voor een bepaald datumbereik weer te geven: 1.

Klik in de actiebalk van Grade Center op Cijferoverzicht.

2.

Blader naar het einde van de pagina Cijferoverzicht.

3.

Selecteer de gewenste optie in de keuzelijst Vermeldingen uit het verleden weergeven. De volgende opties zijn beschikbaar: •

1 dag

•

7 dagen


Pagina 244 van 425


4.

•

14 dagen

•

30 dagen

•

Afgelopen 6 maanden

•

Alle


Klik op Start.

Als u de items wilt sorteren op een bepaalde kolom, klikt u op de betreffende kolomkop. Afhankelijk van de gekozen kolom, worden de gegevens in oplopende volgorde alfabetisch, op score of op datum weergegeven. Het cijferoverzicht exporteren en downloaden U kunt het cijferoverzicht exporteren als een bestand met scheidingstekens en vervolgens downloaden naar een lokale computer. Volg de onderstaande stappen om het cijferoverzicht te exporteren: 1.

Klik op de pagina Cijferoverzicht op Exporteren.

2.

Selecteer bij Type scheidingsteken Komma of Tab.

3.

Selecteer Ja of Nee bij Inclusief opmerkingen om opmerkingen al dan niet te exporteren.

4. Klik op Verzenden. 5.

Klik op Downloaden om het bestand op te slaan op een lokale computer.

Het cijferoverzicht wissen U kunt het cijferoverzicht wissen door te klikken op Cijferoverzicht wissen. Deze actie is definitief en kan niet ongedaan worden gemaakt. Het is dan ook raadzaam het cijferoverzicht eerst te downloaden en dan pas te wissen. Het cijferoverzicht uitschakelen U kunt het cijferoverzicht uitschakelen, zodat er geen gegevens van cijfers worden bijgehouden. •

Klik hiervoor op Cijferoverzicht uitschakelen.

•

Klik op Cijferoverzicht inschakelen om het cijferoverzicht weer te gebruiken. OPMERKING: dit is een instelling die mogelijk niet beschikbaar is voor cursusleiders.


Pagina 245 van 425



CIJFERSCIJFERS VERWIJDEREN EN HERSTELLEN Overzicht Er zijn situaties waarin de cursusleider een cijfer moet verwijderen of herstellen, bijvoorbeeld om een student een nieuwe kans te geven als er sprake was van technische problemen tijdens een toets. Cursusleiders kunnen cijfers verwijderen of herstellen via Grade Center. Een cijfer verwijderen Cijfers kunnen worden verwijderd uit Grade Center. In dat geval worden ook het vervangende cijfer en eventuele opmerkingen verwijderd. Volg de onderstaande stappen om een cijfer te verwijderen uit Grade Center: 1.

Beweeg de cursor over het cijfer dat u wilt verwijderen en klik.

2.

Druk op Delete of Backspace om het cijfer te verwijderen.

3.

Druk op Enter.

4.

Klik op OK om het cijfer op 'leeg' te zetten. Lege cijfers worden aangegeven met een streepje ( - )

OPMERKING: Een cijfer kan ook worden verwijderd door rechtstreeks een streepje te typen in de cel.

OPMERKING: als er niet op Enter wordt gedrukt en de gebruiker de cel of Grade Center wil verlaten, verschijnt er een bericht met de vraag of de wijziging moet worden opgeslagen. Door op OK te klikken in het bericht wordt de wijziging alsnog opgeslagen.

Volg de onderstaande stappen om een cijfer te verwijderen via de pagina Cijferdetails: 1.

Beweeg de cursor over de gewenste cel in Grade Center en klik op de koppeling Actie om het contextmenu weer te geven.

2.


3.

Klik in de kolom Acties op Poging wissen.

4.

Klik op OK.

Een cijfer herstellen Cijfers die zijn vervangen, kunnen worden hersteld om het vervangende cijfer te verwijderen en het juiste cijfer te registreren. Volg de onderstaande stappen om een cijfer te herstellen: 1.

Plaats de cursor in Grade Center in de cel van het cijfer dat u wilt herstellen en klik op de koppeling Actie.

2.

Klik op Cijferdetails om de pagina Cijferdetails weer te geven.


Pagina 246 van 425



3.

Klik op Herstellen om de vorige waarde van het cijfer te herstellen. Er verschijnt een waarschuwing waarin u de bewerking moet bevestigen.

4.

Klik op OK.


Pagina 247 van 425



CIJFERS UITSLUITEN Overzicht Cursusleiders kunnen studenten uitsluiten van een item voor cijfertoekenning, bijvoorbeeld voor studenten die overstappen van een andere instelling of die pas later deelnemen aan een cursus. Uitgesloten items worden niet opgenomen in statistieken of berekeningen van totaalcijfers. Bestaande cijfers die later zijn uitgesloten, worden niet verwijderd maar worden genegeerd in alle statistieken en berekeningen van totaalcijfers. Er wordt geen secundaire weergave gebruikt voor uitgesloten items. Uitzonderingen die zijn ingevoerd voor door het systeem gegenereerde kolommen worden opgeslagen als vervangende cijfers. Uitzonderingen voor handmatig gemaakte kolommen worden opgeslagen als het cijfer voor de kolom als er geen vervangend cijfer bestaat. Een cijfer uitsluiten Cursusleiders kunnen cijfers via de pagina Grade Center of Cijferdetails uitsluiten. Als een cijfer is uitgesloten, wordt er in de cel van het uitgesloten cijfer een speciaal pictogram weergegeven. Er kunnen opmerkingen worden toegevoegd voor een uitgesloten cijfer. Volg de onderstaande stappen om een cijfer uit te sluiten in Grade Center: 1.

Beweeg de cursor over het cijfer dat u wilt uitsluiten en klik op de koppeling Actie om het contextmenu weer te geven.

2.

Klik op Cijfer uitsluiten.

Als u de uitsluiting ongedaan wilt maken en het cijfer weer mee wilt laten tellen, klikt u op Uitsluiting wissen in het contextmenu. Volg de onderstaande stappen om opmerkingen toe te voegen voor een uitsluiting: 1.

Beweeg de cursor over de cel met het uitgesloten cijfer en klik op de koppeling Actie om het contextmenu weer te geven.

2.

Klik op Opmerking toevoegen.

3.

Typ tekst in de vakken Feedback voor gebruiker en Aantekeningen cursusleider.

4. Klik op Verzenden. Volg de onderstaande stappen om een cijfer uit te sluiten via de pagina Cijferdetails: 1.

Plaats de cursor in Grade Center in de cel van het cijfer dat u wilt uitsluiten en klik op de koppeling Actie om het contextmenu weer te geven.

2.


3.

Klik op Poging bewerkenof Wijziging bewerken.

4.

Schakel het selectievakje Student uitsluiten van dit item in.

5.

Klik op Opslaan.


Pagina 248 van 425



EXTERNE GRADE CENTER-ITEMS UPLOADEN Overzicht Om te voorkomen dat gegevens van Grade Center in verschillende tools moeten worden ingevoerd, kunnen cursusleiders ervoor kiezen cijfers offline toe te kennen en de cijfers vervolgens te importeren in Grade Center. Cursusleiders kunnen cijfers uploaden uit externe bronnen zoals een door komma's gescheiden bestand of een Excel-spreadsheet. De gegevens moeten een specifieke opmaak hebben om goed te kunnen worden geüpload en te worden gesynchroniseerd met bestaande Grade Center-gegevens. Externe bestanden geschikt maken voor uploaden Externe gegevens kunnen alleen worden gesynchroniseerd met gegevens in Grade Center als elke student en elke kolom een unieke ID heeft in Grade Center. De unieke ID voor studenten bestaat uit de gebruikersnaam. De unieke ID voor kolommen bestaat uit een kolomnummer. Kolomnummers worden gegenereerd door het systeem en mogen niet worden gewijzigd of verwijderd. Als een geüpload bestand kolommen zonder kolomnummer bevat, worden er nieuwe kolommen gemaakt in Grade Center. WAARSCHUWING: kolommen die vanuit een extern bestand worden toegevoegd aan Grade Center, worden toegevoegd als tekstkolommen waarvan de waarde mogelijk wordt ingesteld op nul punten. Tekstkolommen kunnen niet worden opgenomen in berekende kolommen, zoals Gewogen cijfer, Totaal aantal punten en Gemiddeld cijfer (zie Cijfers berekenen voor meer informatie). Converteer tekstkolommen naar een ander kolomtype en voeg het mogelijk aantal punten toe door de kolom na het uploaden te wijzigen. Zie Grade Centerkolommen wijzigen voor informatie over het wijzigen van kolommen.

Elk gegevensbestand dat wordt geüpload naar Grade Center moet een koptekstrij bevatten met daaronder één record per regel. De opmaak van het gegevensbestand dat wordt geüpload naar Grade Center wordt bepaald door het type scheidingsteken dat wordt gebruikt om de gegevens te verdelen in kolommen. Gegevensbestanden kunnen zijn gescheiden door tabs (extensie XLS) of door komma's (extensie CSV). De gegevens in de kolommen van een door komma's gescheiden bestand (extensie CSV) moeten tussen aanhalingstekens staan (meestal " " ). Dit is niet nodig voor de gegevens in de kolommen van door tabs gescheiden bestanden. TIP: Blackboard adviseert door tabs gescheiden bestanden te gebruiken voor het uploaden van gegevens naar Grade Center. U hoeft dan geen aanhalingstekens toe te voegen en deze bestanden kunnen rechtstreeks worden geopend in Microsoft Excel.

TIP: Blackboard adviseert door tabs gescheiden bestanden te gebruiken voor het downloaden van gegevens uit Grade Center, aangezien deze bestanden rechtstreeks kunnen worden geopend in Microsoft Excel.

TIP: u kunt in het bezit komen van een bestand dat op de juiste manier is


Pagina 249 van 425



opgemaakt voor uploaden door eerst Grade Center volledig te downloaden en het bestand te openen in een teksteditor of een spreadsheet. Bestaande kolommen hebben een kolomnummer dat moet worden gebruikt in toekomstige uploads. Zie Gegevens van Grade Center downloaden voor informatie over het downloaden van Grade Center. In de voorbeeldbestanden hieronder bevat de naam van kolommen die al bestaan in Grade Center een kolomnummer. De kolom Aanwezigheid heeft geen kolomnummer en wordt dus als een nieuwe kolom toegevoegd aan Grade Center. Er bestaan ook geen gegevens voor de nieuwe kolom, aangegeven met een dubbele set aanhalingstekens in het CSV-bestand. Gegevens voor de kolom Aanwezigheid kunnen handmatig worden ingevoerd via Grade Center of worden geüpload uit een ander bestand. Voorbeeld van door tabs gescheiden bestand (XLS) Gebruikersnaam wezigheid aanker

Anker

bbeersma

Voornaam Huiswerk|188

Anne

10

Beersman Bert

caandeweg ddavids

Achternaam

Davids

25

7

Aandeweg

5

20

Ceriel Daan

Project|190 Eindcijfer|191 Aan

3 9

12 23 17

2 19

Voorbeeld van door komma's gescheiden bestand (CSV) "Gebruikersnaam","Achternaam","Voornaam","Huiswerk|188","Tussentijds|189","Project|190","E indcijfer|191","Aanwezigheid" "aanker","Anker',"Anne","10","25","25","25","" "bbeersma","Beersma","Bert","7","20","12","24","" "caandeweg","Aandeweg","Ceriel","3","20","23","22","" "ddavids","Davids","Daan","9","15","17","19","" Een bestand uploaden naar Grade Center Volg de onderstaande stappen om een bestand te uploaden naar Grade Center: 1.


2.

Selecteer Uploaden in het contextmenu.

3.

Blader naar het bestand. U kunt bestanden uploaden van een lokale computer of uit Content System, indien beschikbaar.

4.

Selecteer het scheidingsteken dat in het bestand wordt gebruikt: Komma, Tab of Auto. Selecteer Auto als automatisch moet worden vastgesteld welk scheidingsteken in het geselecteerde bestand wordt gebruikt.

5.

Klik op Verzenden om het geselecteerde bestand te uploaden.

6.

Bekijk de gegevens uit het bestand dat u wilt uploaden. Schakel de selectievakjes uit van gegevens die u niet wilt uploaden. Op deze manier kunt u alleen de gewenste kolommen met gegevens uploaden. Bekijk de kolom Voorbeeld van gegevens om er zeker van te zijn dat de juiste gegevens worden geüpload. Als er gegevens onjuist worden weergegeven, kan dit betekenen dat het bestand niet goed is opgemaakt. In de kolom Voorbeeld van gegevens worden slechts enkele gegevens uit elke kolom in het bestand weergegeven.


Pagina 250 van 425



De verwerking van grote bestanden neemt veel tijd in beslag en er wordt dan ook een waarschuwing weergegeven voor dergelijke bestanden. U kunt de verwerkingstijd beperken door grotere bestanden op te splitsen en afzonderlijk te uploaden. 7.

Klik op Verzenden om het geselecteerde bestand te uploaden. OPMERKING: als een geüpload bestand de waarde Niet voltooid bevat voor een cijfer, wordt er geen cijfer of tekst weergegeven voor die waarde. Als een geüpload bestand de waarde Voltooid bevat voor een cijfer en de primaire weergave voor de kolom is ingesteld op Voltooid/niet voltooid in Grade Center, wordt deze waarde gewijzigd in een vervangend cijfer met het maximum aantal mogelijke punten (100% voor een item voor cijfertoekenning). Als een geüpload bestand een numerieke invoer bevat, wordt deze invoer ongewijzigd overgenomen.

Cijfers downloaden uit Grade Center Volg de onderstaande stappen om cijfers te downloaden uit Grade Center: 1.


2.

Selecteer Downloaden in het contextmenu.

3.

Schakel de keuzerondjes in van de gegevens die u wilt downloaden: OPTIE

BESCHRIJVING

Volledig Grade Center

Alle kolommen en bijbehorende gegevens

Geselecteerde kolom

Selecteer in de keuzelijst de gewenste kolom om deze samen met de bijbehorende gegevens te downloaden. Schakel het selectievakje Inclusief opmerkingen voor deze kolom in om ook de opmerkingen voor de kolom te downloaden.

Geselecteerde cijfertoekenningsperiode

Selecteer een cijfertoekenningsperiode in de lijst. U kunt alleen een cijfertoekenningsperiode kiezen als er een of meer cijfertoekenningsperioden zijn gemaakt. Zie Cijfertoekenningsperioden maken voor meer informatie.

Alleen studenteninformatie

Alleen kolommen met gegevens van studenten, zoals Gebruikersnaam, worden opgenomen.

4.

Selecteer het scheidingsteken dat in het bestand wordt gebruikt: Komma of Tab.

5.

Schakel de optie Inclusief verborgen gegevens in of uit om wel of niet verborgen gegevens te downloaden. Verborgen gegevens bestaan uit kolommen en studenten die zijn verborgen in de weergave.


Pagina 251 van 425



6.

Selecteer de locatie voor de download. Bestanden die worden gedownload naar Content System moeten worden opgeslagen in een map in Content System. Klik op Bladeren om de map te selecteren.

7.

Klik op Verzenden als u klaar bent.

CIJFERS BEREKENEN Overzicht Een cursusleider kan in Grade Center cijfers berekenen door verschillende kolommen te combineren om zo prestatieresultaten te verkrijgen, zoals groepsgemiddelden, eindcijfers op basis van een wegingsschaal of totaalpunten, enzovoort. Deze kolommen worden berekende kolommen genoemd. Deze kolommen bevatten prestatieresultaten en kunnen worden weergegeven aan studenten of alleen beschikbaar worden gesteld aan de cursusleider, onderwijsassistent en corrector. De volgende kolommen zijn voorbeelden van berekende kolommen: •

Gewogen cijfer

•

Gemiddeld

•

Totaal

•

Minimum/maximum

De cursusleider kan zelf de kolommen kiezen voor het samenstellen van een berekening die recht doet aan de organisatie, toetsing of opbouw van een cursus. OPMERKING: nieuwe of herstelde cursussen bevatten standaard twee kolommen: de kolom Totaal aantal punten en de kolom Gewogen cijfer. De gebruiker moet de instellingen configureren van deze twee kolommen.

TIP: u kunt ervoor zorgen dat een berekende kolom altijd zichtbaar is, ook als er andere kolommen worden toegevoegd, door de kolom te bevriezen. Zie Kolommen bevriezen voor meer informatie. Informatie over gewogen cijfers Een gewogen cijfer is een berekende kolom waarin het berekende resultaat wordt weergegeven van verschillende beoordelingen en de bijbehorende percentages. Een gewogen cijfer kan als een kolom worden weergegeven in Grade Center. Cursusleiders bepalen de weergave van de kolom in Grade Center en geven ook aan of de kolom zichtbaar is voor studenten en andere gebruikers. Een cursusleider kan bijvoorbeeld een kolom Gewogen cijfer maken om het cijfer voor een bepaald kwartaal te berekenen, waarbij elke categorie (zoals Toets, Enquête en Opdracht) een percentage vertegenwoordigt van het uiteindelijke kwartaalcijfer. Een andere manier is dat de cursusleider een gewogen cijfer berekent dat het eindcijfer vormt voor een cursus, waarbij de kwartaalcijfers en tentamens worden meegenomen in het gewogen cijfer. Cursusleiders kunnen een onbeperkt aantal kolommen Gewogen cijfer maken, inclusief een kolom Gewogen cijfer binnen een andere kolom Gewogen cijfer. Voorbeeld


Pagina 252 van 425



(Vragenlijst = 20%) + (Huiswerk = 10%) + (Deelname = 20%) + (Tentamen = 50%) = (Kwartaalcijfer) (Kwartaal 1 = 25%) + (Kwartaal 2 = 25%) + (Kwartaal 3 = 25%) + (Kwartaal 4 = 25%) = (Jaarcijfer) Cursusleiders kunnen een gewogen cijfer berekenen op basis van elke kolom of gebaseerd op een categorie in Grade Center. OPMERKING: Grade Center-kolommen met tekst als de primaire weergave kunnen niet worden gebruikt bij de berekening van gewogen cijfers. Eenvoudige werkstroom voor berekenen van gewogen cijfer Het onderstaande schema bevat de werkstroom voor het samenstellen van een kolom Gewogen cijfer op basis van vier (4) kolommen: •

Tussentijds tentamen = 20%

•

Eindtentamen = 30%

•

Opdrachten = 25%

•

Vragenlijsten = 25%

Werkstroom voor berekenen van gewogen cijfer voor een cijfertoekenningsperiode Het onderstaande schema bevat de werkstroom voor het samenstellen van een kolom Gewogen cijfer voor een cijfertoekenningsperiode (Semester 1) op basis van drie (3) kolommen: •

Toetsen = 20%

•

Opdrachten = 50%

•

Discussie = 30%

Een kolom Gewogen cijfer maken Volg de onderstaande stappen in de werkbladweergave van Grade Center om een kolom Gewogen cijfer te maken in Grade Center: 1.

Beweeg de cursor over het pictogram Berekende kolom toevoegen in de actiebalk van Grade Center.

2.

Selecteer Gewogen in het contextmenu.

3.

Typ een waarde in het veld Kolomnaam. Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven voor Weergavenaam Grade Center. Het is een verplicht veld. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven.

4.

Typ een naam voor de kolom in het veld Weergavenaam Grade Center. Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. De naam mag uit maximaal 15 tekens bestaan. Deze naam wordt alleen gebruikt in Grade Center.

5.

Typ tekst in het veld Beschrijving. Een beschrijving maakt duidelijk aan cursusleiders en andere correctors waarvoor de kolom is bedoeld.


Pagina 253 van 425



6.

Selecteer een optie voor Primaire weergave in de vervolgkeuzelijst. De gekozen opmaak is de primaire of enige (als er geen secundaire weergave is geselecteerd) opmaak voor dit gewogen cijfer in Grade Center.

7.

Selecteer een optie voor Secundaire weergave in de vervolgkeuzelijst. Deze optie bepaalt de secundaire opmaak voor gewogen cijfers in Grade Center. De secundaire weergave wordt aangegeven met haakjes.

8.

Selecteer een optie voor Cijfertoekenningsperiode in de keuzelijst. Hierdoor wordt de kolom gekoppeld aan een cijfertoekenningsperiode. OPMERKING: het veld Cijfertoekenningsperiode wordt alleen weergegeven als er cijfertoekenningsperioden zijn gedefinieerd. Zie Cijfertoekenningsperioden maken voor meer informatie over cijfertoekenningsperioden.

9.

Selecteer de items voor de kolom Gewogen cijfer en voer de percentages in voor elke kolom of categorie die van belang is voor het berekenen van het cijfer. •

Te selecteren kolommen – Een lijst met alle kolommen in Grade Center. Selecteer de kolom en klik op de pijl om deze op te nemen in de berekening van de kolom Gewogen cijfer.

•

Te selecteren categorieën – Een lijst met alle categorieën in Grade Center. Selecteer de categorie en klik op de pijl om deze op te nemen in de berekening van de kolom Gewogen cijfer.

10. Nadat alle kolommen en categorieën zijn geselecteerd, voert u het percentage in voor elke kolom en categorie. Als u een categorie selecteert, worden er verschillende andere opties weergegeven: •

Selecteer in de keuzelijst een cijfertoekenningsperiode voor de categorie . U kunt alleen een periode kiezen als er minimaal één cijfertoekenningsperiode is gedefinieerd. Alleen kolommen met de geselecteerde cijfertoekenningsperiode worden opgenomen in de berekening van het gewogen cijfer.

•

Selecteer Evenredig of Proportioneel om aan te geven hoe u kolommen wilt wegen binnen de categorie. Kies Evenredig om alle kolommen binnen een categorie even zwaar mee te laten wegen. Kies Proportioneel om de weging te bepalen op basis van de toegekende punten in vergelijking met andere kolommen in de categorie.

•

Geef aan of het hoogste of laagste cijfer binnen de categorie moet vervallen of dat het hoogste of laagste cijfer in de categorie moet worden gebruikt.

Als een item of categorie niet moet worden opgenomen in de berekening, klikt u op de rode “x”. OPMERKING: een Grade Center-kolom waarvoor de optie Opnemen in scoreberekeningen voor Grade Center is ingesteld op Nee, wordt niet weergegeven in de selectielijst. 11. Berekenen als voorlopig totaal – Selecteer Ja om het gewogen cijfer te berekenen als een voorlopig totaal op basis van alleen de kolommen met een cijfer. Selecteer Nee om alle items op te nemen in de berekening. 12. De kolom Gewogen cijfer delen met gebruikers. U kunt de volgende machtigingen selecteren om de kolom toe te voegen aan Mijn cijfers: •

Kolom opnemen in Grade Center-berekeningen – De kolom kan ook worden gebruikt in andere berekeningen.

•

Deze kolom weergeven in Mijn cijfers – De kolom weergeven in Mijn cijfers.


Pagina 254 van 425



• 13.

Statistieken (gemiddelde en mediaan) weergeven aan studenten– De statistieken van de kolom Gewogen cijfer weergeven in Mijn cijfers. Klik op Verzenden om op te slaan.

In de volgende tabel worden alle velden van de pagina Item met gewogen cijfer toevoegen of wijzigen uitgelegd: VELD

BESCHRIJVING Kolomgegevens

Kolomnaam

Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven voor Weergavenaam Grade Center. Het is een verplicht veld. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven.


Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. De naam mag uit maximaal 15 tekens bestaan.

Beschrijving

Een beschrijving van de kolom Gewogen cijfer in Grade Center.

Primaire weergave

De opmaak die in eerste instantie wordt gebruikt voor het weergeven van cijfers in Grade Center. Afhankelijk van het cijfertoekenningsschema, kunt u kiezen uit Score, Percentage, Tekst, Voltooid/niet voltooid, Standaardschema (letter) of een ander gedefinieerd cijfertoekenningsschema.

Secundaire weergave

Deze opmaak van een cijfer wordt tussen haakjes weergegeven, naast de primaire weergave in Grade Center. De standaardopties komen overeen met die voor Primaire weergave. Datums


De cijfertoekenningsperiode waaraan dit gewogen cijfer wordt toegewezen. Deze optie is alleen beschikbaar als er een cijfertoekenningsperiode is gedefinieerd.

Aanmaakdatum

De datum waarop dit gewogen cijfer is gemaakt in Grade Center. Kolommen selecteren

Opnemen in gewogen cijfer

De items of categorieën van Grade Center die moeten worden opgenomen in de berekening van het gewogen cijfer.

Geselecteerde cijferkolommen en categorieën

De kolommen en categorieën die moeten worden opgenomen in de berekening van het gewogen cijfer.

Te selecteren kolommen

Alle items en categorieën van Grade Center die kunnen worden opgenomen in de berekening van het gewogen cijfer.

Kolomgegevens

Informatie over de geselecteerde kolom in Grade Center, waaronder de categorie van de kolom en het mogelijke aantal punten.

Geselecteerde kolommen

De Grade Center-kolommen die zijn geselecteerd voor de kolom Gewogen cijfer in Grade Center


Pagina 255 van 425



Te selecteren categorieën

De categorieën die kunnen worden opgenomen in de berekening van het gewogen cijfer.

Categoriegegevens

Alle Grade Center-kolommen van de geselecteerde categorie.

Berekenen als voorlopig totaal

Een voorlopig totaal bevat alleen items waaraan een cijfer is toegekend. Als u deze optie niet inschakelt, worden items zonder cijfer ook opgenomen in de berekening (met de waarde 0).

Kolom opnemen in Grade Center-berekeningen

Hiermee komt de kolom beschikbaar voor gebruik in andere berekeningen.


Selecteer deze optie om de kolom Gewogen cijfer weer te geven aan gebruikers in Grade Center.

Statistieken weergeven aan studenten

De statistieken van de kolom Gewogen cijfer weergeven in Mijn cijfers.

Informatie over de berekening van het puntentotaal De kolom Totaal aantal punten in Grade Center bevat een cijfer dat is gebaseerd op het cumulatieve aantal punten dat is ontvangen, in verhouding tot het maximale aantal punten. De volgende items kunnen worden geselecteerd om het totale aantal punten te berekenen: •

Alle cijferkolommen – Alle afzonderlijke cijferkolommen die zijn toegevoegd aan Grade Center.

•

Cijferkolommen in een cijfertoekenningsperiode – Alle cijferkolommen die zijn toegevoegd aan een cijfertoekenningsperiode.

•

Geselecteerde kolommen en categorieën waaraan een cijfer kan worden toegekend – Een cijferkolom en alle of bepaalde categorieën.

Een cursusleider kan bijvoorbeeld een kolom maken om het eindcijfer voor het eerste kwartaal te bepalen door in Grade Center een kolom Totaal aantal punten te maken waarin alle kolommen uit de cijfertoekenningsperiode Eerste kwartaal worden opgenomen. De cursusleider kan ook een kolom Totaal aantal punten maken waarin de percentages van een bepaalde Grade Center-kolom of een of meer categorieën worden weergegeven. OPMERKING: cijferkolommen met tekst als de primaire weergave kunnen niet worden gebruikt bij de berekening van het totale aantal punten. Een kolom Totaal aantal punten maken Volg de onderstaande stappen om een kolom Totaal aantal punten te maken in Grade Center: 1.


2.

Selecteer Totaal in het contextmenu.

3.

Typ een waarde in het veld Kolomnaam. Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven


Pagina 256 van 425



voor Weergavenaam Grade Center. Het is een verplicht veld. De naam mag uit maximaal 15 tekens bestaan. 4.

Typ een naam voor de kolom in het veld Weergavenaam Grade Center. Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven. Deze naam wordt alleen gebruikt in Grade Center.

5.


6.

Selecteer een optie voor Primaire weergave in de vervolgkeuzelijst. De gekozen opmaak is de primaire of enige (als er geen secundaire weergave is geselecteerd) opmaak voor dit item in Grade Center.

7.

Selecteer een optie voor Secundaire weergave in de vervolgkeuzelijst. Deze optie bepaalt de secundaire opmaak voor de kolom Totaal aantal punten in Grade Center. De secundaire weergave wordt aangegeven met haakjes.

8.


9.

Selecteer de items die u wilt opnemen in de kolom Totaal aantal punten. U kunt de volgende opties kiezen: •

Alle kolommen waaraan een cijfer kan worden toegekend

•

Alle kolommen waaraan een cijfer kan worden toegekend in een cijfertoekenningsperiode. Selecteer de gewenste periode in de keuzelijst. U kunt alleen een periode kiezen als er minimaal één cijfertoekenningsperiode is gedefinieerd.

•

Geselecteerde kolommen en categorieën waaraan een cijfer kan worden toegekend Selecteer de items in het tekstvak en klik op de pijl. Selecteer de categorieën in het tekstvak en klik op de pijl. Als een item niet moet worden opgenomen in de berekening, klikt u op de rode “x”. OPMERKING: een kolom waarvoor de optie Opnemen in scoreberekeningen voor Grade Center is ingesteld op Nee, wordt niet weergegeven in de selectielijst.

10. Berekenen als voorlopig totaal – Selecteer Ja om het gewogen cijfer te berekenen als een voorlopig totaal op basis van alleen de kolommen met een cijfer. Selecteer Nee om alle items op te nemen in de berekening. 11. Deel de kolom Totaal aantal punten met andere gebruikers. U kunt de kolom op verschillende manieren delen met andere gebruikers:

12.

•


•


•

Statistieken (gemiddelde en mediaan) voor deze kolom weergeven in Mijn cijfers – De statistieken van de kolom Totaal aantal punten weergeven in Mijn cijfers. Klik op Verzenden om op te slaan.

In de volgende tabel worden alle velden van de pagina De kolom Totaal aantal punten toevoegen of wijzigen uitgelegd:


Pagina 257 van 425



VELD


Kolomnaam

Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in de werkbladweergave van Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven voor Weergavenaam Grade Center. Het is een verplicht veld. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven.


Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. De naam mag uit maximaal 15 tekens bestaan.

Beschrijving

Een beschrijving van de kolom Totaal aantal punten in Grade Center.

Primaire weergave


Secundaire weergave



De cijfertoekenningsperiode waaraan deze kolom Totaal aantal punten wordt toegewezen. Deze optie is alleen beschikbaar als er een cijfertoekenningsperiode is gedefinieerd.

Aanmaakdatum

De datum waarop de kolom Totaal aantal punten is gemaakt. Deze datum kan niet worden gewijzigd. Kolommen selecteren

Opnemen in totaal

De items of categorieën van Grade Center die moeten worden opgenomen in de berekening van het totale aantal punten.

Alle cijferkolommen

Alle kolommen die zijn gemaakt in Grade Center.

Alle cijferkolommen in de cijfertoekenningsperiode

Alle kolommen in een bepaalde cijfertoekenningsperiode.


De kolommen en categorieën die moeten worden opgenomen in de berekening van het totale aantal punten.


Alle items en categorieën van Grade Center die kunnen worden opgenomen in de berekening van het totale aantal punten.


Pagina 258 van 425



Kolomgegevens



De items voor cijfertoekenning in Grade Center die zijn geselecteerd voor de kolom Totaal aantal punten in Grade Center.


De categorieën die kunnen worden opgenomen in de berekening van het totale aantal punten.

Categoriegegevens



Een voorlopig totaal bevat alleen cijferkolommen. Als u deze optie niet inschakelt, worden kolommen zonder cijfer ook opgenomen in de berekening (met de waarde 0).


Hiermee komt de kolom beschikbaar voor gebruik in andere berekeningen.


Selecteer deze optie om de kolom Totaal aantal punten weer te geven aan gebruikers in Grade Center.


De statistieken van de kolom Totaal aantal punten weergeven in Mijn cijfers.

Informatie over minimum-/maximumkolommen In de cijferkolom Minimum of Maximum wordt het laagste of hoogste cijfer weergegeven voor een selectie van kolommen. Deze kolommen kunnen worden weergegeven aan de studenten of alleen aan de cursusleider. De cursusleider heeft de volgende mogelijkheden bij het maken van een cijferkolom Minimum/Maximum: •


•


•


Een cursusleider kan er bijvoorbeeld voor kiezen de laagste scores voor alle toetsen in een cijfertoekenningsperiode te bepalen en deze alleen weer te geven aan cursusleiders. OPMERKING: kolommen met tekst als de primaire weergave kunnen niet worden gebruikt als kolom Minimum of Maximum. Een kolom Minimum/Maximum maken Volg de onderstaande stappen om een kolom Minimum/Maximum te maken in Grade Center:


Pagina 259 van 425



1.


2.

Selecteer Minimum/Maximum in het contextmenu.

3.

Typ een waarde in het veld Kolomnaam. Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven voor Weergavenaam Grade Center. Het is een verplicht veld. De naam mag uit maximaal 15 tekens bestaan.

4.

Typ een naam voor de kolom in het veld Weergavenaam Grade Center. Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven. Deze naam wordt alleen gebruikt in Grade Center.

5.


6.

Selecteer een optie voor Primaire weergave in de vervolgkeuzelijst. De gekozen opmaak is de primaire of enige (als er geen secundaire weergave is geselecteerd) opmaak voor de kolom Minimum/Maximum in Grade Center.

7.

Selecteer een optie voor Secundaire weergave in de vervolgkeuzelijst. Deze optie bepaalt de secundaire opmaak voor de kolom Minimum/Maximum in Grade Center. De secundaire weergave wordt aangegeven met haakjes.

8.


9.

Stel het type berekening in op Minimum of Maximum.

10. Selecteer de items voor het berekenen van de kolom Minimum/Maximum. U kunt kiezen uit: •


•


•

Geselecteerde kolommen en categorieën waaraan een cijfer kan worden toegekend Selecteer de items in het tekstvak en klik op de pijl. Selecteer de categorieën in het tekstvak en klik op de pijl. Als een item niet moet worden opgenomen in de berekening, klikt u op de rode “x”. OPMERKING: een kolom waarvoor de optie Opnemen in scoreberekeningen voor Grade Center is ingesteld op Nee, wordt niet weergegeven in de selectielijst.

11. Berekenen als voorlopig totaal – Selecteer Ja om het gewogen cijfer te berekenen als een voorlopig totaal op basis van alleen de kolommen met een cijfer. Selecteer Nee om alle kolommen op te nemen in de berekening. 12. De kolom Minimum/Maximum delen met gebruikers. U kunt de kolom op verschillende manieren delen met andere gebruikers: •


•



Pagina 260 van 425



• 13.

Statistieken (gemiddelde en mediaan) voor deze kolom weergeven in Mijn cijfers – De statistieken van de kolom Minimum/Maximum weergeven in Mijn cijfers. Klik op Verzenden om op te slaan.

In de volgende tabel worden alle velden van de pagina De kolom Minimum/Maximum toevoegen of wijzigen uitgelegd: VELD


Kolomnaam

Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven voor Weergavenaam Grade Center. Het is een verplicht veld. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven.


Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven.

Beschrijving

Een beschrijving van de kolom Minimum/Maximum in Grade Center.

Primaire weergave


Secundaire weergave



De cijfertoekenningsperiode waaraan dit minimum-/maximumcijfer wordt toegewezen. Deze optie is alleen beschikbaar als er een cijfertoekenningsperiode is gedefinieerd.

Aanmaakdatum

De datum waarop de kolom Minimum/Maximum is gemaakt. Deze datum kan niet worden gewijzigd. Kolommen selecteren

Berekeningstype

Het type (Minimum of Maximum) dat moet worden weergegeven in deze kolom.

Opnemen in berekening van Minimum/Maximum

De kolommen of categorieën van Grade Center die moeten worden opgenomen in de berekening van het minimum-/maximumcijfer.


Alle kolommen opnemen die zijn gemaakt in Grade Center.


Pagina 261 van 425



Alle kolommen in de cijfertoekenningsperiode waaraan een cijfer kan worden toegekend

Alle kolommen in een bepaalde cijfertoekenningsperiode opnemen.


De kolommen en categorieën die moeten worden opgenomen in de berekening van het minimum/maximumcijfer.


Alle kolommen van Grade Center die kunnen worden opgenomen in de berekening van het minimum-/maximumcijfer.


De Grade Center-kolommen die zijn geselecteerd voor het berekenen van het minimum/maximumcijfer.


De categorieën van Grade Center die kunnen worden gebruikt bij de berekening van het minimum-/maximumcijfer.

Categoriegegevens



Een voorlopig totaal bevat alleen items waaraan een cijfer is toegekend. Als u deze optie niet inschakelt, worden items zonder cijfer ook opgenomen in de berekening (met de waarde 0).


Selecteer deze optie om de kolom te gebruiken in andere Grade Center-berekeningen.


Selecteer deze optie om de kolom Minimum/Maximum weer te geven aan gebruikers in Grade Center.


De statistieken van de kolom Minimum/Maximum weergeven in Mijn cijfers.

Informatie over kolommen met gemiddelde cijfers Een kolom Gemiddeld cijfer bevat het gemiddelde van een aantal scores. Bij de berekening van de kolom Gemiddeld cijfer kunnen de volgende numerieke kolommen worden gebruikt: •


•


•


Een cursusleider kan bijvoorbeeld het gemiddelde voor alle toetsen weergeven of het gemiddelde cijfer voor studenten in een bepaalde cijfertoekenningsperiode. OPMERKING: kolommen met de primaire opmaak Tekst kunnen niet worden gebruikt bij het berekenen van een gemiddeld cijfer.


Pagina 262 van 425



Als categorieën items bevatten waarvoor de optie Opnemen in scoreberekeningen voor Grade Center is ingesteld op Nee, worden deze items genegeerd bij het berekenen van het gemiddelde cijfer. Een kolom Gemiddeld cijfer maken Volg de onderstaande stappen in de werkbladweergave van Grade Center om een kolom Gemiddeld cijfer te maken in Grade Center: 1.


2.

Selecteer Gemiddeld in het contextmenu.

3.

Typ een naam in het veld Kolomnaam. Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven voor Weergavenaam Grade Center. Het is een verplicht veld. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven.

4.

Typ een naam voor de kolom in het veld Weergavenaam Grade Center. Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. De naam mag uit maximaal 15 tekens bestaan. Deze naam wordt alleen gebruikt in Grade Center.

5.


6.

Selecteer een optie voor Primaire weergave in de vervolgkeuzelijst. De gekozen opmaak is de primaire of enige (als er geen secundaire weergave is geselecteerd) opmaak voor dit gemiddelde cijfer in Grade Center.

7.

Selecteer een optie voor Secundaire weergave in de vervolgkeuzelijst. Deze optie bepaalt de secundaire opmaak voor gemiddelde cijfers in Grade Center. De secundaire weergave wordt aangegeven met haakjes.

8.


9.

Selecteer de kolommen die u wilt opnemen in de kolom Gemiddeld cijfer. U kunt kiezen uit: •


•


•

Geselecteerde kolommen en categorieën waaraan een cijfer kan worden toegekend Selecteer de items in het tekstvak en klik op de pijl. o

Te selecteren kolommen – Een lijst met alle kolommen in Grade Center. Selecteer de kolom en klik op de pijl om deze op te nemen in de berekening van de kolom Gemiddeld cijfer.

o

Te selecteren categorieën – Een lijst met alle categorieën in Grade Center. Selecteer de categorie en klik op de pijl om deze op te nemen in de berekening van de kolom Gemiddeld cijfer. Als u een categorie selecteert, worden er verschillende andere opties weergegeven:


Pagina 263 van 425



Selecteer in de keuzelijst een cijfertoekenningsperiode voor de categorie. U kunt alleen een periode kiezen als er minimaal één cijfertoekenningsperiode is gedefinieerd. Selecteer Evenredig of Proportioneel om aan te geven hoe u kolommen wilt wegen binnen de categorie. Kies Evenredig om alle kolommen binnen een categorie even zwaar mee te laten wegen. Kies Proportioneel om de weging te bepalen op basis van de toegekende punten in vergelijking met andere kolommen in de categorie. Geef aan of het hoogste of laagste cijfer binnen de categorie moet vervallen of dat het hoogste of laagste cijfer in de categorie moet worden gebruikt. Als een item niet moet worden opgenomen in de berekening, klikt u op de rode “x”. OPMERKING: een Grade Center-kolom waarvoor de optie Opnemen in scoreberekeningen voor Grade Center is ingesteld op Nee, wordt niet weergegeven in de selectielijst.

10. Selecteer desgewenst de optie Gemiddelde berekenen als voorlopig totaal. Als u deze optie selecteert, worden alleen kolommen van Grade Center gebruikt waaraan een cijfer is toegekend. Selecteer Ja of Nee. 11. De kolom Gemiddeld cijfer delen met gebruikers. U kunt de kolom op verschillende manieren delen met andere gebruikers:

12.

•


•


•

Statistieken (gemiddelde en mediaan) voor deze kolom weergeven in Mijn cijfers – De statistieken van de kolom Gemiddeld cijfer weergeven in Mijn cijfers. Klik op Verzenden om op te slaan.

In de volgende tabel worden alle velden van de pagina De kolom Gemiddeld cijfer toevoegen of wijzigen uitgelegd: VELD


Kolomnaam

Dit is een formele naam voor de kolom. Deze naam wordt alleen weergegeven in Grade Center als er geen waarde wordt opgegeven voor Weergavenaam Grade Center. Het is een verplicht veld. De naam mag uit maximaal 15 tekens bestaan.


Deze naam wordt gebruikt als de kolomkop in Grade Center. In de kolomkop worden alleen de eerste 15 tekens van de naam weergegeven.

Beschrijving

Een beschrijving van de kolom Gemiddeld cijfer in Grade Center.

Primaire weergave

De opmaak die in eerste instantie wordt gebruikt voor het weergeven van cijfers in Grade Center. Afhankelijk van het cijfertoekenningsschema, kunt u kiezen uit Score, Percentage, Tekst,


Pagina 264 van 425



Voltooid/niet voltooid, Standaardschema (letter) of een ander gedefinieerd cijfertoekenningsschema. Secundaire weergave



De cijfertoekenningsperiode waaraan dit gemiddelde cijfer wordt toegewezen. Deze optie is alleen beschikbaar als er een cijfertoekenningsperiode is gedefinieerd.

Aanmaakdatum

De datum waarop de kolom Gemiddeld cijfer is gemaakt in Grade Center Kolommen selecteren

Opnemen in gemiddelde

De kolommen of categorieën van Grade Center die moeten worden opgenomen in de berekening van het gemiddelde cijfer.


Alle kolommen opnemen die zijn gemaakt in Grade Center.

Alle kolommen in de cijfertoekenningsperiode waaraan een cijfer kan worden toegekend

Alle kolommen in een bepaalde cijfertoekenningsperiode opnemen.


De kolommen en categorieën die moeten worden opgenomen in de berekening van het gemiddelde cijfer.


Alle kolommen van Grade Center die kunnen worden opgenomen in de berekening van het gemiddelde cijfer.


De Grade Center-kolommen die zijn geselecteerd voor het berekenen van het gemiddelde cijfer.

Kolomgegevens



De categorieën van Grade Center die kunnen worden gebruikt bij de berekening van het gemiddelde cijfer.

Categoriegegevens



Selecteer deze optie om de kolom te gebruiken in andere Grade Center-berekeningen.


Selecteer deze optie om de kolom Gemiddeld cijfer weer te geven aan gebruikers in Grade Center.


Pagina 265 van 425




De statistieken van de kolom Gemiddeld cijfer weergeven in Mijn cijfers.

RAPPORTEN MAKEN Overzicht Cursusleiders kunnen afdrukbare rapporten maken voor hun cursussen en studenten. Een cursusleider kan bijvoorbeeld een rapport maken, zoals een voortgangsrapport, met alle cijfers uit een bepaalde periode voor een specifieke groep studenten in een klas, zoals studenten met speciale behoeften of zij-instromers. Dit rapport kan dan worden afgedrukt en worden overhandigd aan de betreffende studenten, ouders of opvoeders. In rapporten kunt u gegevens opnemen van alle of bepaalde studenten, groepen; cijferkolommen of berekende kolommen, cijfertoekenningsperioden, of van alle kolommen in een categorie. Rapporten kunnen op verschillende manieren worden aangepast, inclusief de koptekst en de voettekst. Daarnaast kunt u rapporten opmaken met een paraafregel, de datum, cursusinformatie, enzovoort. Rapporten bevatten altijd één student per pagina. Een rapport maken Volg de onderstaande stappen om een rapport met het kenmerk Alleen-lezen te maken en af te drukken: 1.

Klik op Rapporten in de actiebalk van Grade Center.

2.

Geef aan welke onderdelen u wilt opnemen in de koptekst van het rapport: KOPTEKSTGEGEVENS

BESCHRIJVING

Rapportnaam

De titel van het rapport weergeven.

Datum

De datum weergeven waarop het rapport is gemaakt. Deze datum kan worden gewijzigd.

Naam van instelling

De standaardnaam van de instelling weergeven. Deze naam kan worden gewijzigd

Cursusinformatie

De naam en ID van de cursus weergeven. Deze gegevens kunnen worden gewijzigd.

Namen van cursusleiders

De naam van de cursusleider weergeven.

Namen

De namen van de onderwijsassistenten weergeven.


Pagina 266 van 425



onderwijsassistenten Aangepaste tekst

3.

Typ tekst in het tekstvak om deze weer te geven in het rapport.

Selecteer de studenten die moeten worden opgenomen in het rapport: •

Alle studenten Hiermee worden alle studenten die deelnemen aan de cursus opgenomen in het rapport.

•

Alle studenten in groep Selecteer een groep die moet worden opgenomen in het rapport. Er moeten al groepen zijn gemaakt om een groep te kunnen kiezen voor een rapport.

•

Geselecteerde studenten Selecteer een of meer studenten die deelnemen aan de cursus. Als u meerdere studenten wilt selecteren, klikt u op de namen terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. OPMERKING: cursusleiders kunnen alleen studenten kiezen binnen het cursusgedeelte dat wordt gebruikt.

4.

5.

Geef aan welke gegevens van studenten u wilt opnemen in het rapport: STUDENTENINFORMATIE

BESCHRIJVING

Voornaam

Deze informatie wordt standaard opgenomen in een rapport. Geef aan of u de voornaam van studenten wilt weergeven in het rapport.

Achternaam

Deze informatie wordt standaard opgenomen in een rapport. Geef aan of u de achternaam van studenten wilt weergeven in het rapport.

Student-ID

Geef aan of u de ID van studenten wilt weergeven in het rapport.

Gebruikersnaam

Geef aan of u de gebruikersnaam van studenten wilt weergeven in het rapport.

Datum van laatste toegang tot cursus

Geef aan of u de datum wilt toevoegen aan het rapport waarop studenten de cursus het laatst hebben geopend.

Selecteer de cijferkolom of de berekende kolom die u wilt opnemen in het rapport. U kunt kiezen uit de volgende opties:


Pagina 267 van 425



6.

7.

KOLOM

BESCHRIJVING

Alle Grade Centerkolommen

Selecteer deze optie om alle kolommen van Grade Center op te nemen in het rapport.

Alle kolommen in cijfertoekenningsperiode

Selecteer deze optie om alle kolommen voor een bepaalde cijfertoekenningsperiode op te nemen in het rapport.

Alle kolommen in categorie

Selecteer deze optie om alle kolommen van een bepaalde categorie op te nemen in het rapport. Selecteer een categorie om de kolommen van de categorie weer te geven.


Selecteer de kolommen die u wilt weergeven in het rapport.

Verborgen kolommen opnemen in rapporten

Selecteer deze optie om ook kolommen op te nemen die niet zichtbaar zijn in de Grade Centerweergave.

Selecteer de kolomgegevens die moeten worden opgenomen in het rapport: Dit zijn de gegevens die zijn gekoppeld aan een bepaalde cijferkolom of berekende kolom. Deze gegevens worden aangemaakt tijdens het toevoegen van een kolom. De kolomnaam en het huidige cijfer worden automatisch opgenomen in het rapport en kunnen niet worden verwijderd. •

Beschrijving Selecteer deze optie om de kolombeschrijving op te nemen in het rapport.

•

Einddatum Selecteer deze optie om de einddatum van de kolom op te nemen in het rapport.

•

Statistieken Selecteer deze optie en geef vervolgens aan of u voor elke berekende kolom of cijferkolom het gemiddelde, de mediaan of beide wilt weergeven voor de groep.

Selecteer de voettekstgegevens die u wilt weergeven in de voettekst van het rapport: Het betreft de volgende gegevens: •

Aangepaste tekst Selecteer deze optie en typ de tekst die u wilt weergeven in de voettekst van het rapport

•

Paraafregel Selecteer deze optie om een paraafregel op te nemen in het rapport.

•

Datum Selecteer deze optie om de aanmaakdatum van het rapport op te nemen. Deze datum kunt u wijzigen.

•

Cursusinformatie Selecteer deze optie om de naam en de ID van de cursus te vermelden in het rapport.

8.

Klik op Voorbeeld om het rapport te openen in een nieuw browservenster. Het rapportbewerkingsvenster blijft ook geopend.

9.

Klik op Verzenden. Het rapport wordt geopend in een nieuw browservenster, maar het rapportbewerkingsvenster wordt gesloten en Grade Center wordt opnieuw weergegeven.

10. U kunt het rapport afdrukken via de afdrukfunctie in het browservenster.


Pagina 268 van 425



TIP: u kunt een rapport opslaan via het browservenster. Kies terwijl het rapport wordt weergegeven de optie Opslaan als in het menu Bestand. Kies de locatie voor het rapport. Het rapport wordt opgeslagen als een webpagina.

GRADE CENTER-STATISTIEKEN BEKIJKEN Overzicht Cursusleiders kunnen verschillende statistische gegevens bekijken die zijn verzameld voor een kolom of een student. De pagina Kolomstatistieken bevat diverse statistieken voor een item voor cijfertoekenning, zoals gemiddelde, mediaan, standaardafwijkingen, enzovoort. Op de pagina Studentstatistieken zijn de statistieken van een student onderverdeeld in categorieën. OPMERKING: de pagina's met statistieken hebben het kenmerk Alleen-lezen, wat betekent dat u geen cijfers of andere gegevens kunt wijzigen. Statistieken per student bekijken Op de pagina Studentstatistieken zijn de statistieken van een student onderverdeeld in verschillende categorieën. Volg de onderstaande stappen om de statistieken van een student te bekijken: 1.

Beweeg de cursor over de voornaam, de achternaam of de gebruikersnaam van de gewenste student en klik op de koppeling Actie om het contextmenu weer te geven.

2.

Klik op Studentstatistieken.

Een student mailen vanaf de pagina Studentstatistieken Als u een e-mail wilt sturen naar de student, klikt u op het e-mailadres van de student. Studentstatistieken De volgende gegevens worden weergegeven voor de student: •

Student – voornaam, achternaam en gebruikersnaam

•

Student-ID – De ID van de student

•

Contactpersoon – Contactgegevens, zoals het adres, telefoonnummers en e-mailadres. Deze gegevens worden opgehaald uit de gebruikerseigenschappen van de student.

•

Voltooide items – Het percentage en het totale aantal items dat op dit moment is voltooid in de cursus.

De volgende statistieken van een student worden weergegeven in een tabel op de pagina Studentstatistieken:


Pagina 269 van 425



KOLOM

BESCHRIJVING

Categorie

Alle mogelijke categorieën in Grade Center, dus zowel door de gebruiker toegevoegde categorieën als standaardcategorieën.

Gemiddeld

De gemiddelde waarde van een bepaalde categorie, uitgedrukt als een percentage.

Cijfer gegeven

Het aantal items in een bepaalde categorie waaraan een cijfer is toegekend.

Wordt uitgevoerd

Het aantal items voor cijfertoekenning dat in uitvoering of niet voltooid is.

Cijfer nodig

Het aantal items voor cijfertoekenning waaraan geen cijfer is toegekend.

Uitgesloten

Het aantal items dat niet wordt meegerekend bij de cijferbepaling.

Schakel het selectievakje in om statistieken weer te geven voor de huidige weergave van Grade Center en klik op Vernieuwen. Standaard worden statistieken voor Grade Center als geheel weergegeven, maar als een bepaalde weergave is geselecteerd, verschijnen alleen de statistieken voor die weergave op het scherm. Zie Slimme weergaven maken in Grade Center voor meer informatie over slimme weergaven. De statistieken van een andere student weergeven op de pagina Studentstatistieken Als u vanaf de pagina Studentstatistieken de gegevens van een andere student wilt bekijken, selecteert u de naam van de gewenste student in de keuzelijst en klikt u op Start. Met de knoppen pijl-links en pijl-rechts kunt u in alfabetische volgorde naar de vorige of volgende student bladeren. Statistieken per kolom bekijken De pagina Kolomstatistieken bevat diverse statistieken voor een item voor cijfertoekenning, zoals gemiddelde, mediaan, standaardafwijkingen, enzovoort. Volg de onderstaande stappen om de statistieken van een kolom te bekijken: 1.

Beweeg de cursor over de gewenste kolom in de actiebalk van Grade Center en klik op de koppeling Actie om het contextmenu weer te geven.

2.

Klik op Kolomstatistieken.

Niet-beschikbare studenten weergeven op de pagina Kolomstatistieken Volg de onderstaande stappen om statistieken van studenten met de status Niet beschikbaar weer te geven: 1.

Schakel het selectievakje Niet-beschikbare studenten opnemen in statistieken in.

2.

Klik op Vernieuwen.

Kolomstatistieken In de volgende tabel worden alle onderdelen van de pagina Kolomstatistieken beschreven: NAAM

BESCHRIJVING


Pagina 270 van 425



Kolom

De kolom die wordt weergegeven in Grade Center.


Het mogelijke aantal punten voor deze kolom.

Beschrijving

De beschrijving van de kolom die tijdens het definiëren van de kolom is ingevoerd. Statistieken

Aantal

Het aantal items in de berekeningen waaraan een cijfer is toegekend.

Minimumwaarde

De laagste waarde uit alle kolommen met een toegekend cijfer in Grade Center.

Maximumwaarde

De hoogste waarde uit alle kolommen met een toegekend cijfer in Grade Center.

Bereik

Het numerieke bereik tussen het hoogste en het laagste cijfer voor een item.

Gemiddeld

Het statistische gemiddelde van het item.

Mediaan

De mediaanscore van de items.

Standaardafwijking

Het verschil tussen de waarden van het item en het gemiddelde van het item.

Variantie

Een statistische aanduiding van de spreiding of variantie van de items. Statusverdeling

Null

Het aantal lege cijferkolommen of berekende kolommen.

Wordt uitgevoerd

Het aantal items voor cijfertoekenning dat in uitvoering is.

Cijfer nodig

Het aantal items voor cijfertoekenning waarvoor een cijfer moet worden toegekend.

Cijferverdeling

Een tabel met de statistieken voor de cijfertoekenningsschema's van de items voor cijfertoekenning.

De statistieken voor een andere kolom weergeven op de pagina Kolomstatistieken U kunt vanaf de pagina Kolomstatistieken de statistieken van een andere kolom weergeven. Selecteer hiervoor de gewenste kolom in de keuzelijst en klik op Start. Met de knoppen pijl-links en pijl-rechts kunt u in naar de vorige of volgende kolom bladeren.


Pagina 271 van 425



GEGEVENS EN INSTELLINGEN VAN GRADE CENTER OPSLAAN EN HERGEBRUIKEN Overzicht Instellingen en gegevens van Grade Center zijn zeer waardevol voor cursusleiders en onderwijsinstellingen omdat ze inzicht geven in de prestaties van studenten en een analyse van het curriculum mogelijk maken. Grade Center-gegevens kunnen worden geëxporteerd en gebruikt om cijfertoekenning in een externe tool uit te voeren of om een vergelijking te maken met eerdere Grade Center-gegevens in spreadsheets of statistische programma's. Grade Center-instellingen kunnen worden opgeslagen in een cursusarchief of gekopieerde cursus om consistentie binnen cursussecties te garanderen. Cursusleiders die tijd hebben besteed aan het ontwerpen van slimme weergaven en formules kunnen al hun instellingen bewaren in gearchiveerde en gekopieerde cursussen. In dit hoofdstuk In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen beschreven: ONDERWERP

BESCHRIJVING

Gegevens van Grade Center downloaden

Instructies voor het downloaden van Grade Center-gegevens.

Cursussen archiveren en kopiëren

Hierin wordt uitgelegd welke instellingen er worden behouden wanneer u cursussen archiveert en kopieert.


Pagina 272 van 425



GEGEVENS VAN GRADE CENTER DOWNLOADEN Overzicht Cursusleiders kunnen gegevens van Grade Center downloaden als een bestand met scheidingstekens, zodat de gegevens kunnen worden gebruikt in andere programma's, zoals spreadsheets of programma's voor statistische analyse. Cursusleiders kunnen alleen specifieke gegevens downloaden of de complete set met Grade Center-gegevens. Gedownloade bestanden kunnen worden opgeslagen op een lokale schijf of in Content System als deze voorziening beschikbaar is. Cursusleiders die Grade Center-gegevens willen uploaden uit een extern programma, zoals een programma voor cijfertoekenning of spreadsheet, kunnen eerst Grade Center-gegevens downloaden om te beschikken over een bestand met scheidingstekens dat de juiste opmaak voor uploaden heeft. Zie Externe Grade Center-items uploaden voor meer informatie over het uploaden van bestanden naar Grade Center. Gegevens van Grade Center downloaden Volg de onderstaande stappen om gegevens van Grade Center te downloaden: 1.


2.

Selecteer Downloaden in het contextmenu.

3.

Schakel de keuzerondjes in van de gegevens die u wilt downloaden:

4.

Volledig Grade Center

Alle kolommen en bijbehorende gegevens

Geselecteerde kolom

Selecteer in de keuzelijst de gewenste kolom om deze samen met de bijbehorende gegevens te downloaden. Schakel het selectievakje Inclusief opmerkingen voor deze kolom in om ook de opmerkingen voor de kolom te downloaden.

Alleen studenteninformatie

Alleen kolommen met gegevens van studenten, zoals Gebruikersnaam, worden opgenomen.

Geselecteerde cijfertoekenningsperiode

Selecteer een cijfertoekenningsperiode in de lijst. U kunt alleen een cijfertoekenningsperiode kiezen als er een of meer cijfertoekenningsperioden zijn gemaakt. Zie Cijfertoekenningsperioden maken voor meer informatie.

Downloaden per slimme weergave

Deze optie is alleen beschikbaar als er een slimme weergave actief is.

Selecteer het scheidingsteken dat in het bestand wordt gebruikt: Komma of Tab.


Pagina 273 van 425



Door komma's gescheiden bestanden bevatten gegevens die tussen aanhalingstekens staan en hebben de extensie CSV. Deze bestanden kunnen niet rechtstreeks worden geopend in Microsoft Excel. Door tabs gescheiden bestanden bevatten geen aanhalingstekens en hebben de extensie XLS. Deze bestanden kunnen wel rechtstreeks worden geopend in Microsoft Excel. 5.

Schakel de optie Inclusief verborgen gegevens in of uit om wel of niet verborgen gegevens te downloaden. Verborgen gegevens bestaan uit kolommen en studenten die zijn verborgen in de weergave.

6.

Selecteer de locatie voor de download. Bestanden die worden gedownload naar Deze computer worden standaard op het bureaublad opgeslagen. Bestanden die worden gedownload naar Content System moeten worden opgeslagen in een map in Content System. Klik op Bladeren om de map te selecteren.

7.

Klik op Verzenden als u klaar bent.

Het cijferoverzicht exporteren en downloaden U kunt het cijferoverzicht exporteren als een bestand met scheidingstekens en vervolgens downloaden naar een lokale computer. Volg de onderstaande stappen om het cijferoverzicht te exporteren: 1.

Klik op de pagina Cijferoverzicht op Exporteren.

2.

Selecteer bij Type scheidingsteken Komma of Tab.

3.

Selecteer Ja of Nee bij Inclusief opmerkingen om opmerkingen al dan niet te exporteren.

4. Klik op Verzenden. 5.

Klik op Downloaden om het bestand op te slaan op een lokale computer.


Pagina 274 van 425



CURSUSSEN ARCHIVEREN EN KOPIËREN Overzicht Het bewaren van cursusmateriaal dat gedurende een cursus is gegenereerd om dit te kunnen evalueren, hergebruiken en verbeteren, is belangrijk voor een permanente ontwikkeling van de kwaliteit van onderwijs en studie. Instellingen en gegevens van Grade Center kunnen daarom op verschillende manieren worden opgeslagen binnen een cursus, afhankelijk van de manier waarop de cursus zelf wordt opgeslagen. Instellingen en gegevens van Grade Center bewaren In de onderstaande tabel worden de verschillende manieren beschreven waarop Grade Centerinstellingen en -gegevens samen met een cursus kunnen worden opgeslagen. FUNCTIE

DE VERWERKING VAN GRADE CENTERGEGEVENS EN -INSTELLINGEN

Archiveren

Er wordt een complete kopie van de cursus gemaakt. Deze kopie wordt opgeslagen in een zip-bestand. Alle kolommen met cumulatieve cijfers, studentencijfers en de bijbehorende instellingen in de gearchiveerde broncursus worden opgenomen in het cursuspakket.

Herstellen

Hiermee kan een gearchiveerde cursus worden hersteld om een nieuwe cursus te maken. Alle kolommen met berekende cijfers, studentencijfers en de bijbehorende instellingen in de geselecteerde gearchiveerde cursus worden hersteld in de doelcursus. De standaardkolommen met het uiteindelijke puntentotaal en de definitieve gewogen cijfers in de nieuwe cursus worden overschreven door de kolommen met cumulatieve cijfers in het gearchiveerde cursuspakket.

Cursusmateriaal kopiëren naar een nieuwe cursus

U kunt bepaalde materialen uit een bestaande cursus kopiëren naar een nieuwe cursus. Grade Center-instellingen van de oorspronkelijke cursus worden ook naar de nieuwe cursus gekopieerd. Alle kolommen met berekende cijfers en de bijbehorende instellingen in de broncursus worden gekopieerd naar de doelcursus wanneer Grade Center is geselecteerd als onderdeel van de kopieerbewerking. De standaardkolommen met het uiteindelijke puntentotaal en de definitieve gewogen cijfers in de nieuwe cursus worden overschreven door de kolommen met cumulatieve cijfers in de broncursus.

Cursusmateriaal kopiëren naar een bestaande cursus

U kunt bepaalde materialen uit een bestaande cursus kopiëren naar een andere bestaande cursus. Grade Centerkolommen uit de gekopieerde cursus worden toegevoegd


Pagina 275 van 425



aan bestaande kolommen in de doelcursus. Alle kolommen met berekende cijfers en de bijbehorende instellingen in de broncursus worden gekopieerd naar de doelcursus wanneer Grade Center is geselecteerd als onderdeel van de kopieerbewerking. De bron- en doelcursus worden samengevoegd en er wordt niets overschreven in de doelcursus. De doelcursus bevat alle kolommen met berekende cijfers uit beide cursussen. Dit kan tot gevolg hebben dat de doelcursus twee kolommen met het uiteindelijke puntentotaal en twee kolommen met de definitieve gewogen cijfers bevat. Cursus kopiëren met gebruikers (exacte kopie)

Hiermee wordt een exacte kopie gemaakt van een bestaande cursus, inclusief alle gebruikers en hun gegevens. Alle kolommen met cumulatieve cijfers, studentencijfers en de bijbehorende instellingen in de broncursus worden gekopieerd naar de doelcursus. De standaardkolommen met het uiteindelijke puntentotaal en de definitieve gewogen cijfers in de nieuwe cursus worden overschreven door de kolommen met berekende cijfers in de broncursus.

Exporteren

U kunt alle of bepaalde onderdelen van een bestaande cursus selecteren en deze toevoegen aan een zip-bestand. Gegevens van studenten worden niet geëxporteerd. Alle kolommen met berekende cijfers en de bijbehorende instellingen in de broncursus worden opgenomen in het cursuspakket wanneer Grade Center is geselecteerd als onderdeel van de exportbewerking.

Importpakket

Gebruik deze functie om geselecteerde cursusmaterialen vanuit een geëxporteerd zip-bestand te uploaden naar een cursus. U kunt het volledige zip-bestand uploaden of alleen bepaalde delen van het bestand. Alle kolommen met berekende cijfers en de bijbehorende instellingen in het geëxporteerde cursuspakket worden geïmporteerd in de doelcursus wanneer Grade Center is geselecteerd als onderdeel van de importbewerking. Het cursuspakket en de doelcursus worden samengevoegd en er wordt niets overschreven in de doelcursus. De doelcursus bevat alle kolommen met berekende cijfers uit beide cursussen. Dit kan tot gevolg hebben dat de doelcursus twee kolommen met het uiteindelijke puntentotaal en twee kolommen met de definitieve gewogen cijfers bevat, maar dit is toegestaan.

Cursussen archiveren Een gearchiveerde cursus is een exacte kopie van alle inhoud en gegevens in de cursus, zoals aanwezig in de cursus op het moment van archivering. Gearchiveerde cursussen worden opgeslagen als zip-bestanden. Gearchiveerde cursussen kunnen worden gedownload en opgeslagen op een lokale computer of worden opgeslagen in Content System. Gearchiveerde


Pagina 276 van 425



cursussen kunnen opnieuw worden geactiveerd via de functie Cursus herstellen in het configuratiescherm voor systeembeheerders. Volg de onderstaande stappen om een cursus te archiveren: 1.

Klik in het configuratiescherm van de cursus op Cursus archiveren.

2.

Klik op Archiveren om een nieuw zip-bestand te maken.

3.

Schakel het selectievakje Inclusief Grade Center-overzicht in om dit bestand toe te voegen aan het archief. Als het een uitgebreid overzicht is, neemt zowel de bestandsgrootte van het archief als de verwerkingstijd toe.

4.

Als Content System is geïnstalleerd en u kopieën wilt opnemen van inhoudsitems die aan de cursus zijn gekoppeld, selecteert u Ja. Selecteer Nee als u deze items niet wilt opnemen in het archief.

5. Klik op Verzenden. Cursussen kopiëren Cursusmateriaal kunt u kopiëren met of zonder gebruikers. Gekopieerd materiaal kan worden toegevoegd aan een nieuwe cursus of aan een bestaande cursus. In de voorgaande tabel, Instellingen en gegevens van Grade Center bewaren, wordt beschreven hoe de instellingen en gegevens in verschillende situaties worden verwerkt. Als u de Grade Center-kolommen voor opdrachten, discussieruimten, vragenlijsten en enquêtes wilt kopiëren, moet u deze onderdelen samen met de Grade Center-items en -instellingen selecteren.


Pagina 277 van 425



SAFEASSIGN INFORMATIE OVER SAFEASSIGN Overzicht SafeAssign vergelijkt ingezonden opdrachten met een set academische verhandelingen om vast te stellen of er sprake is van overlap tussen de ingezonden opdracht en bestaand materiaal. SafeAssign kan worden gebruikt om plagiaat te voorkomen en om studenten duidelijk te maken hoe ze bronvermelding kunnen toepassen in plaats van bestaand werk anders geformuleerd over te nemen. SafeAssign kan dus worden gebruikt als afschrikmiddel maar ook als leermiddel. SafeAssign maakt standaard deel uit van Blackboard Learning System—Enterprise. De werking van SafeAssignments SafeAssign is gebaseerd op een uniek tekstvergelijkingsalgoritme dat exacte en inexacte overeenkomsten tussen een werkstuk en bronmateriaal vaststelt. De ingezonden opdrachten (SafeAssignments) worden vergeleken met verschillende databases, waaronder: • Internet – een uitgebreide index van documenten die openbaar toegankelijk zijn op internet; • ProQuest ABI/Inform – bevat meer dan 1100 titels van publicaties en ongeveer 2,6 miljoen artikelen vanaf 1990 tot heden, wordt wekelijks bijgewerkt (niet vrij toegankelijk); • Documentarchieven van onderwijsinstellingen – bevat alle werkstukken die door gebruikers van de verschillende instellingen zijn aangeboden voor verwerking door SafeAssign; • Algemene naslagdatabase – bevat werkstukken die vrijwillig zijn ingediend door studenten van instellingen die werken met Blackboard om plagiaat tussen onderwijsinstellingen te voorkomen. Algemene naslagdatabase De algemene naslagdatabase van Blackboard is een afzonderlijke database waarin studenten op vrijwillige basis werkstukken kunnen opslaan om plagiaat tegen te gaan. De database is niet gekoppeld aan de lokale database van instellingen waarin alle werkstukken worden opgeslagen van een instelling. Studenten kunnen er ook voor kiezen hun werkstukken alleen op te slaan in de lokale database, en dus niet ook in de algemene naslagdatabase. Studenten zijn vrij om hun werkstukken op te slaan in de algemene naslagdatabase, maar ze hebben niet de mogelijkheid opgeslagen werkstukken achteraf te verwijderen. Werkstukken in de algemene naslagdatabase zijn kopieën en zijn uitsluitend bedoeld om plagiaat te voorkomen. Opgeslagen werkstukken blijven eigendom van de auteur en Blackboard kan geen enkele aanspraak maken op het eigendom van werkstukken in de algemene naslagdatabase. SafeAssign-originaliteitsrapporten Nadat een werkstuk is verwerkt, wordt er een rapport gegenereerd met het percentage tekst in het ingezonden werkstuk dat overeenkomt met bestaande bronnen. Het rapport bevat ook de mogelijke bronnen van de onderdelen van het werkstuk waarvoor overeenkomsten zijn gevonden in de database. Cursusleiders kunnen deze bronnen verwijderen uit het rapport en het rapport vervolgens opnieuw genereren. Dit is handig als het werkstuk een vervolg is op een eerder ingediend werkstuk van dezelfde student. Aangezien SafeAssign alle overeenkomende blokken tekst herkent, is het belangrijk het rapport zorgvuldig door te lezen en vast te stellen of er een bronvermelding voor het tekstblok is toegevoegd.


Pagina 278 van 425



Scores van SafeAssign interpreteren Scores voor zinsovereenkomsten geven het kanspercentage aan dat twee zinnen dezelfde betekenis hebben. Omgekeerd kan deze score ook worden geïnterpreteerd als de kans dat deze twee zinnen toevallig op elkaar lijken. Een score van bijvoorbeeld 90 procent betekent dat er een kans is van 90 procent dat de twee zinnen hetzelfde zijn en een kans van 10 procent dat ze toevallig overeenkomsten vertonen en niet omdat het ingezonden werkstuk materiaal uit de bestaande bron bevat (ongeacht of er sprake is van een juiste bronvermelding). De totaalscore geeft een indicatie van het percentage van het ingediende werkstuk dat overeenkomt met bestaande bronnen. Deze score is alleen een indicatie en het is dus belangrijk dat werkstukken goed worden gecontroleerd om vast te stellen of de bronnen van de overeenkomsten zijn vermeld. • Scores lager dan 15 procent: deze werkstukken bevatten meestal enkele citaten en een paar veelgebruikte formuleringen of blokken tekst die ook voorkomen in andere documenten. In de meeste gevallen vereisen deze werkstukken geen verdere analyse, aangezien er geen bewijs is van mogelijk plagiaat in deze werkstukken. • Scores tussen 15 en 40 procent: deze werkstukken bevatten veel geciteerd of anders geformuleerd materiaal of er is mogelijk sprake van plagiaat. Deze werkstukken moeten worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat de bronvermelding in orde is. • Scores hoger dan 40 procent: de kans is aanzienlijk dat tekst in dit werkstuk is gekopieerd uit andere bronnen. Deze werkstukken bevatten een uitzonderlijke hoeveelheid geciteerde of anders geformuleerde tekst en moeten worden gecontroleerd op mogelijk plagiaat. SafeAssignments naar een andere cursus kopiëren of verplaatsen Nadat u een cursus hebt gekopieerd of een bepaalde SafeAssignment hebt verplaatst naar een andere cursus, is er nog een stap nodig om de SafeAssignment te activeren in de nieuwe cursus. Ga naar het configuratiescherm en klik bij SafeAssign onder Cursustools op Deze cursus synchroniseren om een koppeling tot stand te brengen tussen de SafeAssignment en de centrale SafeAssign-server.


Pagina 279 van 425



EEN SAFEASSIGNMENT MAKEN Overzicht SafeAssignments worden in cursussen weergegeven als een nieuw inhoudstype en kunnen worden toegevoegd aan elk inhoudsgebied van een cursus. SafeAssignments zijn niet hetzelfde als opdrachten en de inhoudstypen worden op geen enkele manier aan elkaar gekoppeld. Het is dan ook niet mogelijk een bestaande opdracht om te zetten in een SafeAssignment zonder helemaal opnieuw te beginnen. SafeAssignments worden wel net als gewone opdrachten geïntegreerd in Grade Center. Een SafeAssignment maken Volg de onderstaande stappen om een SafeAssignment te maken: 1.

Selecteer in de keuzelijst Selecteren in een inhoudsgebied van een cursus het inhoudstype SafeAssignment en klik op Start.

2.

De pagina SafeAssignment toevoegen wordt weergegeven.

3.

Vul de pagina in aan de hand van de onderstaande tabel en klik op Verzenden.

Velden op de pagina SafeAssignment toevoegen De pagina SafeAssignment toevoegen bevat de volgende velden. VELD

BESCHRIJVING Titel

Voer een titel in voor de SafeAssignment.


Voer het mogelijk aantal punten voor de SafeAssignment in. Deze waarde wordt ook gebruikt voor het Grade Centeritem dat wordt gemaakt voor de SafeAssignment.

Tekst

Voer instructies in voor het uitvoeren van de SafeAssignment.

Beschikbaar

Geef aan of de SafeAssignment zichtbaar moet zijn voor studenten.


Stel het datumbereik in waarbinnen studenten deze SafeAssignment kunnen gebruiken. Het is niet mogelijk om alleen een begindatum of een einddatum in te stellen.

Concepten

Hiermee kunnen studenten hun werkstuk wel valideren, maar zonder het werkstuk op te slaan in de database van de instelling. Deze optie is handig om studenten duidelijk te maken hoe ze bronvermelding kunnen toepassen in plaats van bestaand werk anders geformuleerd over te nemen.

Zichtbaar voor studenten

Deze optie bepaalt of studenten het rapport kunnen zien dat wordt gegenereerd na het indienen van een werkstuk.

Urgent

Hiermee wordt aangegeven dat het werkstuk met hoge


Pagina 280 van 425



VELD

BESCHRIJVING prioriteit moet worden verwerkt.

Optionele mededeling Maken

Selecteer Ja om een mededeling te maken voor de SafeAssignment.

Onderwerp

Voer een onderwerp in voor de mededeling.

Bericht

Typ de tekst voor de mededeling.


Pagina 281 van 425



INZENDINGEN BEHEREN Overzicht Inzendingen van studenten en de bijbehorende SafeAssign-rapporten kunt u weergeven via de koppeling SafeAssign in het Configuratiescherm, onder de kop Cursustools. In het gebied SafeAssign worden de SafeAssignments uit de cursus vermeld. Klik op een SafeAssignment om inzendingen te bekijken en een cijfer te geven. Inzendingen weergeven Volg de onderstaande stappen om de inzending van een student te bekijken: 1.

Open het gebied SafeAssign onder Cursustools.

2.

Zoek de gewenste SafeAssignment in de lijst en klik op Weergeven.

3.

Er wordt een lijst met inzendingen van studenten weergegeven.

4.

De volgende kolommen worden voor elke SafeAssignment weergegeven: Tekst: selecteer deze optie om het werkstuk en eventuele opmerkingen van de student te bekijken. Bestand: selecteer deze optie om de inzending van de student te downloaden. Combineren: het weergegeven percentage is het percentage van het werkstuk dat overeenkomt met andere bronnen. Lees het volledige rapport om vast te stellen of geciteerd materiaal op de juiste wijze van een bronvermelding is voorzien. SA-rapport: selecteer deze optie om het volledige SafeAssignment-rapport te bekijken. Poging wissen: selecteer deze optie om de inzending te verwijderen uit de database, bijvoorbeeld omdat de student het verkeerde bestand heeft geüpload.

Een cijfer toekennen aan een inzending SafeAssignments zijn geïntegreerd in Grade Center en kunnen net als gewone opdrachten rechtstreeks vanuit Grade Center worden geopend en beoordeeld. SafeAssignments krijgen niet automatisch een cijfer. Net als bestaande opdrachten voor handmatige beoordeling, worden ze aangegeven met een ‘!’ om de cursusleider erop te wijzen dat beoordeling gewenst is.


Pagina 282 van 425



SAFEASSIGN-ORIGINALITEITSRAPPORTEN Overzicht SafeAssign-originaliteitsrapporten bevatten gedetailleerde informatie over de overeenkomsten die zijn gevonden tussen een ingezonden werkstuk en bestaande bronnen. In het SafeAssign-rapport worden alle overeenkomende blokken met tekst aangegeven. Het is de verantwoordelijkheid van de docent en de student vast te stellen of de bronnen van deze tekst juist zijn vermeld. Het gedetailleerd weergeven van elke overeenkomst voorkomt detectiefouten als gevolg van verschillen in bronvermelding. Rapportopmaak SafeAssign-rapporten zijn onderverdeeld in drie secties: • Rapportgegevens: deze sectie bevat gegevens van het werkstuk, zoals de auteur, het percentage overeenkomsten en de datum van verzending. Verder bevat deze sectie opties voor het downloaden, e-mailen en afdrukken van het rapport. Een afgedrukte versie van het rapport is met name handig voor gebruikers met een beperking die gebruikmaken van Blackboard Learning System. • Gegevensbronnen: hierin worden de bronnen vermeld waarin tekst voorkomt die exact overeenkomt met tekst in het ingezonden werkstuk. Gebruikers kunnen bronnen selecteren, uitsluiten voor nadere bestudering en het werkstuk vervolgens opnieuw verwerken. Dit is handig als een bron bestaat uit eerder werk van dezelfde student voor dezelfde opdracht of als er een andere reden is waarom er lange stukken tekst uit een bepaalde bron voorkomen in het werkstuk. Het opnieuw verwerken van het werkstuk resulteert in een nieuwe waarde voor het percentage overeenkomsten omdat de uitgesloten bronnen niet worden geraadpleegd. • Manuscripttekst: deze sectie bevat het ingezonden werkstuk. Alle overeenkomende blokken met tekst zijn gemarkeerd. Klik op een blok om informatie over de oorspronkelijke bron weer te geven en over de kans dat het blok of de zin is gekopieerd uit de bron.


Pagina 283 van 425



DIRECT VERZENDEN Overzicht Met de functie Direct verzenden kunt u SafeAssign-rapporten genereren voor werkstukken die niet zijn ingediend via een SafeAssignment en kunt u werkstukken toevoegen aan de database van de instelling. Aangezien de functie Direct verzenden niet is geïntegreerd met Grade Center, moeten cursusleiders indien mogelijk SafeAssignments gebruiken om inzendingen te ontvangen. Via Direct verzenden kunnen cursusleiders werkstukken afzonderlijk indienen of batchgewijs door ze op te nemen in een zip-bestand. Zip-bestanden mogen niet meer dan 100 werkstukken bevatten. Bovendien is het raadzaam niet meer dan 300 werkstukken per sessie te verzenden. Het is niet mogelijk op deze manier werkstukken in te zenden die uit meer dan 5000 zinnen bestaan of die groter zijn dan 10 MB. Werkstukken indienen via Direct verzenden Volg de onderstaande stappen om werkstukken in te dienen via Direct verzenden: 1.

Klik in het Configuratiescherm op SafeAssign onder Cursustools.

2.

Klik op het tabblad Direct verzenden.

3.

Er verschijnt een lijst met mappen en werkstukken. Deze lijst bevat werkstukken die al zijn geüpload via Direct verzenden. Het is niet raadzaam deze bestanden te verwijderen uit de lijst, aangezien ze dan ook worden verwijderd uit de database met bestaande materialen.

4.

Navigeer naar de map waarin de werkstukken zijn opgeslagen die u wilt uploaden.

5.

Klik op Werkstukken verzenden.

6.

Kies Bestand uploaden en selecteer het bestand. U kunt afzonderlijke werkstukken uploaden, maar ook werkstukken die zijn opgeslagen in een zip-bestand. Selecteer eventueel Document kopiëren/plakken en voeg de tekst van het document toe aan het veld.

7.

Selecteer de uploadopties: Als concept verzenden: er wordt een SafeAssign-rapport gegenereerd, maar het werkstuk wordt niet toegevoegd aan de database en wordt niet gebruikt voor het controleren van andere werkstukken. Geen controle op plagiaat: de werkstukken worden toegevoegd aan de database zonder dat er wordt gecontroleerd of inhoud is overgenomen uit bestaand materiaal. Deze functie is handig als een cursusleider werkstukken uit een eerdere cursus wil uploaden om te voorkomen dat nieuwe studenten dit materiaal niet kopiëren.

8. Klik op Verzenden. Gedeelde mappen en persoonlijke mappen Gedeelde mappen van Direct verzenden zijn toegankelijk voor gebruikers die bevoegd zijn de functie Direct verzenden te gebruiken. Cursusleiders en onderwijsassistenten hebben toegang tot gedeelde mappen om inzendingen voor een cursus te bekijken. Persoonlijke mappen zijn een extra hulpmiddel voor cursusleiders om werkstukken te beheren. Deze mappen 'volgen' de cursusleider en zijn overal in de cursus beschikbaar, op voorwaarde dat de gebruiker de juiste bevoegdheden heeft.


Pagina 284 van 425



Ondersteunde bestandstypen De functie Direct verzenden ondersteunt de volgende bestandstypen: • Microsoft Word-document: .doc • Rich Text Format: .rtf • HTML: .htm of .html • Tekst: .txt • Gecomprimeerde bestanden: .zip voor het uploaden van meerdere bestanden


Pagina 285 van 425



CURSUS KOPIËREN MET GEBRUIKERS (EXACTE KOPIE) Overzicht Met de functie Cursus kopiëren met gebruikers maakt u een volledige kopie van de cursus. Dit is de enige kopieeroptie waarmee u gebruikersrecords, zoals cijfers en forumberichten, naar een nieuwe cursus kunt kopiëren. Deze optie is nuttig als een cursus is opgesplitst in meerdere gedeelten. De cursusleider kan een exacte kopie maken en vervolgens bepaalde studenten uitschrijven om twee gedeelten te maken van dezelfde cursus.

OPMERKING: alle inhoud op de cursuscassette wordt gekopieerd wanneer een cursus inclusief gebruikers wordt gekopieerd. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursus kopiëren met gebruikers (exacte kopie) te openen. 1.


2.

Klik op Cursus kopiëren met gebruikers (exacte kopie) op de pagina Cursus kopiëren.

Cursus kopiëren Voer de cursus-ID voor de doelcursus in en selecteer Verzenden. De nieuwe cursus bevat dezelfde inhoud, gebruikersinschrijvingen en docententoewijzingen als de huidige cursus. Voor de nieuwe cursus-ID moet de naamgevingsconventie van de instelling worden gebruikt. De cursus-ID mag bovendien geen spaties of andere tekens dan cijfers en letters, streepjes (-), onderstrepingstekens (_) en punten (.) bevatten. De cursus-ID moet uniek zijn en statisch blijven. Deze kan niet worden gewijzigd.


Pagina 286 van 425



PAKKET IMPORTEREN Overzicht Cursusleiders kunnen via de pagina Pakket importeren cursusmateriaal van een andere cursus uploaden. Als een cursusleider bijvoorbeeld een cursus heeft geëxporteerd, kan hij/zij het gehele cursuspakket of alleen geselecteerde delen van de cursus importeren via de pagina Pakket. U moet een exportpakket nooit uploaden dat na het maken en downloaden ervan gewijzigd werd. Wanneer u het zip-bestand opent en bestanden wijzigt in het exportpakket, resulteert dit in instabiel en onvoorspelbaar gedrag wanneer de cursus wordt geïmporteerd. Locatie van pagina Klik op Pakket importeren onder Cursusopties in het configuratiescherm om de pagina Pakket importeren te openen. Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Pakket importeren. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Cursus selecteren Doelcursus-ID

Geeft de cursus-ID van de cursus weer.

Pakket selecteren Klik op de knop Bladeren om de locatie van het pakketbestand van de cursus te selecteren.

Voer het pad in naar het cursuspakket of klik op Bladeren om naar het cursuspakket te zoeken.

Cursusgebieden Selecteer opties voor elk cursusgebied en elke tool in de cursus die u wilt importeren. In het gedeelte Cursusmateriaal selecteren hieronder worden de beschikbare opties beschreven. Cursusmateriaal selecteren In de onderstaande tabel worden de selecteerbare opties beschreven die met een pakket kunnen worden geïmporteerd.


Pagina 287 van 425



C URSUSMATERI AAL

G EDR AG

Inhoud

Hiermee worden cursusmaterialen van het pakket geïmporteerd, waaronder:

B IJ K OPIËREN

•

Geladen bestanden

•

Leereenheden

•

Koppelingen

•

Cursusinformatie

•

Cursusdocumenten

•

Opdrachten

•

Externe koppelingen

•

Building Block-inhoud

Mededelingen

Alle mededelingen worden geïmporteerd. Als in cursusgebieden koppelingen naar beoordelingen worden weergegeven, moet u deze optie selecteren, anders worden de koppelingen naar de beoordelingen verbroken.


Alle beoordelingen en enquêtes, inclusief vragen en opties voor de distributie, worden geïmporteerd. Alle pools wordt geïmporteerd naar de nieuwe cursus.

Agenda

Alle agenda-items wordt geïmporteerd naar de nieuwe cursus.

Cursusinstellingen

Sommige cursusinstellingen worden geïmporteerd. Zie Cursusinstellingen hieronder voor meer informatie.

Discussieruimte

Forums, inclusief het eerste bericht in de discussieruimte, worden geïmporteerd.


Items in de cijferlijst en hun instellingen, zoals type, categorie en weergaveoptie, worden geïmporteerd.

Groepsinstellingen


Docenteninformatie

Alle docenteninformatie wordt geïmporteerd.

Cursusinstellingen Bepaalde instellingen worden geïmporteerd in de cursus wanneer Cursusinstellingen is geselecteerd. Het betreft de volgende velden:

•

Cursusnaam

•

Cursusbeschrijving

•

Cursusbeginpunt

•

Cursusontwerp

•

Cursusbanner


Pagina 288 van 425



Toolinstellingen die nog niet bestaan worden toegevoegd. Bestaande instellingen worden niet overschreven. De volgende instellingen worden niet als onderdeel van deze bewerking geïmporteerd:

•

Cursus-ID

•


•

Gasttoegang

•

Waarnemertoegang

•

Cursusduur

•

Inschrijvingsopties

Cursusmenu-items omzetten Bij het importeren van een pakket, moet het cursusmenu worden omgezet in de doelcursus. In de onderstaande tabel wordt beschreven hoe cursusmenu-items worden omgezet. A LS . . .

D AN . . .

een cursusgebied in het pakket niet bestaat in de doelcursus

wordt het gebied toegevoegd aan het cursusmenu in de doelcursus.

het cursusgebied in het pakket en het cursusgebied in de doelcursus dezelfde naam hebben en van hetzelfde type zijn (zoals Externe koppelingen, Docenteninformatie of inhoud)

wordt de inhoud van het pakket toegevoegd maar vervangt deze niet de inhoud in het gebied binnen de doelcursus.

het cursusgebied in het pakket en het cursusgebied in de doelcursus dezelfde naam hebben maar van een ander type zijn

wordt het cursusgebied in het pakket toegevoegd aan de doelcursus met een andere naam. Aan de nieuwe naam wordt een oplopend cijfer toegevoegd (Cursusmaterialen wordt bijvoorbeeld Cursusmaterialen1).

Cursuskoppelingen Koppelingen met onderdelen van een cursus die niet zijn opgenomen in het exportpakket, worden verbroken wanneer de koppelingen worden weergegeven in de doelcursus. Wanneer er bijvoorbeeld een koppeling bestaat naar een toets in een cursusgebied en toetsen, enquêtes en pools niet worden geëxporteerd, wordt de koppeling naar de toets verbroken.


Pagina 289 van 425



EXPORT-/ARCHIEFBEHEER

Overzicht Op de pagina Export-/archiefbeheer worden alle export- en archiefpakketten bijgehouden die van de cursus zijn gemaakt. Wanneer de cursus wordt geëxporteerd of gearchiveerd, wordt er een koppeling naar het pakket op deze pagina weergegeven. De cursusleider kan het pakket naar een lokale computer downloaden en het later gebruiken bij het importeren of herstellen. Wanneer een pakket wordt geëxporteerd of gearchiveerd, wordt dit niet onmiddellijk op deze pagina weergegeven. Er wordt een e-mailbericht naar de gebruiker verzonden zodra het systeem het pakket heeft gemaakt. Vervolgens kan de gebruiker deze pagina openen om het pakket te downloaden. OPMERKING: het wordt aanbevolen pakketten van deze pagina te verwijderen wanneer ze zijn gedownload. Elk pakket telt mee voor het quotum van de cursus. Als de pakketten op deze pagina blijven staan, kan de ruimte beperkt worden en kan er geen inhoud meer aan de cursus worden toegevoegd. Locatie van pagina Klik op Cursus exporteren in het configuratiescherm om de pagina Export-/archiefbeheer te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Export/archiefbeheer. H AN DELIN G . . .

K LIK

Een cursus exporteren

Exporteren op de actiebalk. De pagina Cursus exporteren wordt weergegeven.

Een cursus archiveren

Archiveren op de actiebalk. De pagina Cursus archiveren wordt weergegeven.

Een cursuspakket downloaden

de koppeling naar het pakket in de kolom Bestand. Sla het zip-bestand op een lokale computer op.

De logboekgegevens weergeven

Logboek naast het pakket. De pagina Logboeken wordt weergegeven.

Aanmaakgegevens pakket weergeven

Gedetailleerd logboek naast het pakket. De pagina Gedetailleerd logboek wordt weergegeven met uitleg van de verschillende delen van de bewerking.

Een cursuspakket verwijderen

Verwijderen naast het pakket.

OP

...


Pagina 290 van 425



CURSUS EXPORTEREN Overzicht Met de functie Cursus exporteren maakt u van de cursusinhoud een pakket dat later in Blackboard kan worden geïmporteerd en kan worden gebruikt voor een andere cursus met dezelfde inhoud. In tegenstelling tot de functie Cursus archiveren maakt u met de functie Cursus exporteren pakketten die geen gebruikersinteractie met de cursus bevatten. Alleen de inhoud en de tools van de cursus worden in het pakket opgenomen. Exportpakketten worden gedownload als gecomprimeerde zip-bestanden en worden geïmporteerd in dezelfde indeling. Als u een exportpakket uitpakt of bestanden uit het pakket verwijdert, wordt het pakket niet juist geïmporteerd. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina voor het beheren van exports te openen. 1.

Klik op Cursus exporteren in het configuratiescherm.

2.

Klik op Exporteren op de actiebalk van de pagina Export-/archiefbeheer.

Cursusmateriaal selecteren In de onderstaande tabel worden de selecteerbare opties beschreven die met een pakket kunnen worden geëxporteerd. C URSUSMATERI AAL

G EDR AG

Inhoud

Cursusmateriaal wordt geëxporteerd, inclusief geüploade bestanden, leereenheden en koppelingen. Gebruikers kunnen er ook voor kiezen om cursusinformatie, cursusdocumenten, opdrachten en externe koppelingen op te nemen.

Mededelingen

Alle mededelingen worden geëxporteerd.


Alle beoordelingen en enquêtes, inclusief vragen en opties voor de distributie, worden geïmporteerd. Alle pools worden geëxporteerd.

Agenda

Alle agenda-items worden naar de nieuwe cursus geëxporteerd.

Cursusinstellingen

Sommige cursusinstellingen worden geëxporteerd. Zie Cursusinstellingen hieronder voor meer informatie.

Discussieruimte

Forums, inclusief het eerste bericht in elk forum, worden geëxporteerd.


Items op de cijferlijst en de bijbehorende instellingen, zoals type, categorieën en weergaveopties, worden geëxporteerd.


B IJ EXPOR TEREN

Pagina 291 van 425



C URSUSMATERI AAL

G EDR AG

Groepsinstellingen


Docenteninformatie

Alle docenteninformatie wordt geëxporteerd.

B IJ EXPOR TEREN

Cursusinstellingen Wanneer u Cursusinstellingen selecteert, worden instellingen geëxporteerd. Het betreft de volgende velden:

•

Cursusnaam

•

Cursusbeschrijving

•

Cursusbeginpunt

•

Cursusontwerp

•

Cursusbanner

•

Blackboard-tools

•

Building Block-tools

•

Inhoudstools

•

Cursus-ID

•


•

Gasttoegang

•

Waarnemertoegang

•

Cursusduur

•

Inschrijvingsopties

OPMERKING: zie Pakket importeren voor informatie over welke instellingen bij het importeren worden meegenomen. Het cursuspakket downloaden Wanneer de pagina Cursus exporteren is verzonden, maakt het systeem een cursuspakket. Wanneer het pakket compleet is, ontvangt de cursusleider die de bewerking heeft gestart een emailbericht. Nadat het e-mailbericht is ontvangen, kunnen de cursusleiders de pagina Export/archiefbeheer in de Blackboard-toepassing openen en het cursuspakket naar de lokale computer downloaden.


Pagina 292 van 425



CURSUS ARCHIVEREN Overzicht Op de pagina Cursus archiveren maakt u een permanente record van een cursus, inclusief alle inhoud en gebruikersinteractie. Gearchiveerde cursussen worden opgeslagen als zip-bestanden. Wanneer een cursus wordt gearchiveerd, wordt deze niet uit het systeem verwijderd. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursus archiveren te openen. 1.

Klik op Cursus archiveren in het configuratiescherm.

2.

Klik op Archiveren op de actiebalk van de pagina Export-/archiefbeheer .

Archief maken Selecteer Verzenden om de cursusinhoud te archiveren en op te slaan voor later gebruik. Het cursuspakket downloaden Wanneer de pagina Cursus archiveren is verzonden, maakt het systeem een cursuspakket. Wanneer het pakket compleet is, ontvangt de cursusleider die de bewerking heeft gestart een emailbericht. Nadat het e-mailbericht is ontvangen, kunnen de cursusleiders de pagina Export/archiefbeheer in de Blackboard-toepassing openen en het cursuspakket naar de lokale computer downloaden.


Pagina 293 van 425



COURSE CARTRIDGES COURSE CARTRIDGE IMPORTEREN Overzicht Met Course Cartridges hebben cursusleiders toegang tot volledige verzamelingen leermiddelen die worden aangeboden door wetenschappelijke uitgevers. Cursusleiders kunnen op één centrale locatie relevant, door de uitgever gemaakt materiaal vinden. Wanneer het materiaal is gedownload naar een cursus in Blackboard Learning System, kunnen cursusleiders de inhoud desgewenst aan de cursusinhoud aanpassen door materiaal toe te voegen en te verwijderen. Course Cartridges kunnen fungeren als aanvulling op bestaande online cursussen, maar zijn ook uitermate geschikt als startpunt voor faculteitsleden die net zijn begonnen met het ontwikkelen van online onderwijsstrategieën. Cursusleiders profiteren van het gebruiksgemak, de verscheidenheid en de professionele kwaliteit van het beschikbare materiaal in Course Cartridges. Cursusleiders downloaden Course Cartridges uit de opslagplaats voor Course Cartridges en installeren de cassettes via het configuratiescherm naar cursussen. Locatie van pagina Klik op Course Cartridge importeren onder Cursusopties in het configuratiescherm om de pagina Course Cartridge importeren te openen. Veld Voer de downloadsleutel voor de Course Cartridge in het betreffende veld in. De inhoud van de Course Cartridge wordt toegevoegd aan het cursusmateriaal. OPMERKING: downloadsleutels worden verstrekt door de uitgever. Zonder downloadsleutel kunt u geen Course Cartridge-inhoud toevoegen. Kopieerbeveiliging Cassettes kunnen van een kopieerbeveiliging zijn voorzien of vrij toegankelijk zijn. Een cursus kan slechts één cassette met kopieerbeveiliging bevatten. Vrij toegankelijke cassettes kunnen door cursusleiders naar cursussen worden gedownload die al cassette-inhoud bevatten. Een cursus kan dus één cassette met kopieerbeveiliging en meerdere vrij toegankelijke cassettes bevatten. Wanneer een vrij toegankelijke cassette aan een cursus wordt toegevoegd, werkt de inhoud van deze cassette net als andere inhoud. Deze inhoud onderscheidt zich niet tijdens bewerkingen, zoals het kopiëren van een cursus. Course Cartridge downloaden Volg de onderstaande stappen om een Course Cartridge te downloaden. 1.

Selecteer een tekstboek met een bijbehorende Course Cartridge in de Course Cartridgecatalogus op http://cartridgecatalog.blackboard.com/catalog/

2.

Vraag de downloadsleutel voor cursusleiders aan bij de uitgever van het tekstboek.

3.

Begin met het maken van de cursus.


Pagina 294 van 425



4.

Terwijl u de cursus maakt, voert u de downloadsleutel voor cursusleiders in die u hebt aangevraagd in stap 2.

5.

Klik op Verzenden om de cursus te maken.

6.

U ontvangt een e-mailbericht wanneer de Course Cartridge in de nieuwe cursus is geladen.

Hoe studenten Course Cartridges openen Studenten moeten de onderstaande stappen volgen om Course Cartridge-materiaal te openen. 1.

Schrijf studenten in voor de cursus.

2.

Vertel studenten dat ze het verplichte tekstboek moeten aanschaffen of ander door de uitgever aangeboden materiaal dat de toegangssleutel bevat.

3.

Wanneer een student de cursusinhoud voor het eerst opent, moet hij of zij een toegangssleutel invoeren. Wanneer de toegangssleutel is gevalideerd, hebben studenten deze sleutel niet meer nodig.

Functionaliteit van de cassette Er zijn geen beperkingen op de inhoud van vrij toegankelijke cassettes tijdens het importeren, exporteren, archiveren, herstellen of kopiëren. De inhoud wordt net als andere inhoud in de cursus behandeld. De inhoud van cassettes met kopieerbeveiliging werkt als volgt:

•

Archiveren: wanneer een cursus wordt gearchiveerd, wordt alle cassette-inhoud in de cursus opgeslagen in het archief.

•

Herstellen: wanneer een gearchiveerde cursus wordt hersteld door de systeembeheerder, wordt de cassette-inhoud opgenomen in de herstelde cursus.

•

Exporteren: wanneer een cursus wordt geëxporteerd, wordt de cassette-inhoud niet opgenomen.

•

Importeren: de inhoud van de cassette wordt alleen bij het importeren van een cursus opgenomen als het pakket als een archief was gemaakt. De inhoud van de cassette wordt niet bij geëxporteerde pakketten opgenomen.

•

Kopiëren: de inhoud van de cassette wordt altijd opgenomen wanneer een cursus met gebruikers wordt gekopieerd (exacte kopie). De gebruiker heeft de mogelijkheid de inhoud van de cassette als onderdeel van het cursusmateriaal te kopiëren naar een nieuwe cursus of het cursusmateriaal toe te voegen aan een bestaande cursus. OPMERKING: de inhoud van slechts één cassette met kopieerbeveiliging kan naar een cursus worden gekopieerd.


Pagina 295 van 425



INFORMATIE OVER CHALK TITLES Overzicht Chalk Titles zijn Course Cartridges die met externe programma’s en inhoud van uitgevers zijn geïntegreerd. Chalk Titles omvatten zowel inhoud als tools. De tools die een Chalk Title bevat, zijn verbonden met een externe bron om elke tool uit te voeren. Chalk Titles worden op dezelfde manier geïnstalleerd als andere Course Cartridges. Voor Chalk Titles zijn net als voor andere Course Cartridges een downloadsleutel en studenttoegangssleutels nodig. Belangrijke functies in Chalk Titles:

•

Integratie met de cursus: met Chalk Titles worden cursussen gekoppeld aan programma’s die op de servers van de uitgever worden uitgevoerd. Deze programma’s zijn vaak populaire tools waarmee cursusleiders vertrouwd zijn. Neem contact op met de uitgever voor meer informatie over de programma’s die in een Chalk Title zijn opgenomen.

•

Enkele aanmelding: gebruikers die zich voor een cursus hebben aangemeld, hebben ook toegang tot de programma’s van de uitgever die aan de cursus zijn gekoppeld. Gebruikers kunnen naadloos tussen de cursus en het programma van de uitgever schakelen.

•

Naamlijsten synchroniseren: gebruikers die voor de cursus zijn ingeschreven, worden automatisch ingeschreven voor het programma van de uitgever.

•

Cijfers doorgeven: cijfers die zijn behaald in een programma van de uitgever, worden doorgegeven aan de cursus.

Tools voor een Chalk Title worden onder Tools in het configuratiescherm weergegeven nadat een Chalk Title aan de cursus is toegevoegd. Cursusleider kunnen de beschikbaarheid van Chalk Titletools op dezelfde manier beperken als de beschikbaarheid van andere tools. De systeembeheerder kan beperkingen instellen voor de beschikbaarheid van Chalk Title-tools in alle cursussen. Standaard is ingesteld dat cursusleiders Chalk Titles-tools in cursussen kunnen gebruiken. Chalk Title-tools kunnen met de cijferlijst in een cursus worden gesynchroniseerd om een rapport van de prestaties van de student te maken. Pogingen die de student heeft gedaan, worden opgeslagen op de server waarop de tool wordt uitgevoerd, niet in de cursus. Dit betekent dat studentpogingen niet worden opgenomen wanneer de cursus wordt gearchiveerd. Het gerapporteerde cijfer is de enige informatie die wordt opgenomen over een studentpoging. Chalk Title-tools werken niet wanneer een cursus die Chalk Title-tools bevat, wordt geëxporteerd of gearchiveerd en vervolgens wordt toegevoegd aan een systeem waarop Chalk Titles niet worden ondersteund. Problemen oplossen Wanneer u problemen met een Chalk Title rapporteert, moet u zich realiseren dat Chalk Title-tools en -inhoud zijn gekoppeld aan externe servers waarvoor uitgevers als host optreden. In veel gevallen kan het probleem worden veroorzaakt door de server van de uitgever. Neem contact op met de systeembeheerder wanneer een probleem betrekking heeft op een Chalk Title-tool.


Pagina 296 van 425



Privacyinstellingen Wanneer een gebruiker volledig wil gebruikmaken van koppelingen die aan een cursus worden toegevoegd door een Chalk Title, moet de browser worden ingesteld op Alle cookies accepteren of moet deze zo worden ingesteld dat cookies van de aanbieder van Chalk Titles worden geaccepteerd. Als de privacyinstellingen van de browser zijn ingesteld op Gemiddeld of Hoog, wordt inhoud van derden, inclusief Chalk-programma’s, geblokkeerd zonder dat de gebruiker hiervan op de hoogte wordt gesteld. Er wordt een foutbericht weergegeven wanneer een gebruiker probeert de koppelingen voor een Chalk Title te openen. De privacyinstellingen kunnen op Gemiddeld of Hoog worden ingesteld wanneer de gebruiker instelt dat de browser cookies moet accepteren van de server van de aanbieder van de Chalk Title. Neem voor meer informatie contact op met de uitgever van de Chalk Title.


Pagina 297 van 425



CHALK TITLES BEHEREN Overzicht Wanneer u een Chalk Title beschikbaar maakt voor studenten, moet u rekening houden met de privacy van gebruikers. Externe servers gebruiken persoonlijke gegevens, zoals namen en emailadressen, om de tool beschikbaar te maken en te koppelen aan de cijferlijst. De pagina Chalk Title beheren bevat opties waarmee de toegang tot persoonlijke gegevens kan worden beperkt. Cursusleiders kunnen studenten verplichten een machtigingsformulier in te vullen voordat ze een Chalk Title openen. Cursusleiders ontvangen een privacyverklaring wanneer ze een Chalk Title voor het eerst openen. U kunt instellen dat dit bericht altijd wordt weergegeven wanneer een cursusleider een Chalk Title opent. Wanneer een cursus door meerdere gebruikers wordt gegeven, kunt u het best instellen dat dit bericht altijd wordt weergegeven. Locatie van pagina Klik op Chalk Title beheren in het configuratiescherm. Velden De pagina Chalk Title beheren bevat de volgende velden. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Studentenmachtiging Moet iedere student een online machtiging geven voordat de persoonlijke gegevens van de betreffende student aan de Uitgever kunnen worden getoond?

Selecteer Ja om in te stellen dat studenten een machtiging moeten geven om hun persoonlijke gegevens vrij te geven aan de server van de uitgever.

Opmerking voor de cursusleider De privacyverklaring altijd weergeven voor cursusleiders wanneer zij een bron van de Uitgever opvragen?

Selecteer Ja als de privacyverklaring altijd moet worden weergegeven wanneer een cursusleider een Chalk Titletool opent.


Pagina 298 van 425



GEBRUIKERSBEHEER GEBRUIKERS WEERGEVEN/WIJZIGEN Overzicht Via Gebruikersbeheer kunnen cursusleiders de gebruikers in hun cursussen beheren. Op de pagina Gebruikers weergeven/wijzigen kunnen cursusleiders rollen van gebruikers in cursussen wijzigen en gebruikersprofielen bijwerken. Cursusleiders kunnen ook e-mailberichten verzenden naar gebruikers. Als een gebruiker niet beschikbaar is, heeft die gebruiker geen toegang tot Blackboard Learning System. Wanneer de inschrijvingsrecord van de gebruiker niet beschikbaar is, heeft de gebruiker wel toegang tot het systeem, maar kan deze de cursus niet openen. Indien van toepassing op de gebruikersrecord wordt naast de gebruikersnaam met een pictogram de status Niet beschikbaar aangegeven. Indien van toepassing op de inschrijvingsrecord van de gebruiker wordt het pictogram weergegeven naast de rol van de gebruiker. Gebruikersrecords of inschrijvingsrecords van de gebruikers die op Niet beschikbaar zijn gezet, worden voorafgegaan door een cirkel met een schuine streep erdoor. Bovendien wordt de tekst van de record grijs weergegeven, met uitzondering van het e-mailadres, waarop gewoon kan worden geklikt om een bericht naar de gebruiker te verzenden. Wanneer u een record beschikbaar wilt maken, klikt u op Eigenschappen om de inschrijvingsrecord van de gebruiker en de beschikbaarheidsinstelling te wijzigen.

Locatie van pagina Wanneer u de pagina Gebruikers weergeven/wijzigen wilt openen, selecteert u Gebruikers weergeven/wijzigen onder Gebruikersbeheer in het configuratiescherm. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Gebruikers weergeven/wijzigen. H AN DELIN G . . .

K LIK

Een e-mailbericht naar een gebruiker verzenden

het e-mailadres om de pagina E-mailbericht opstellen te openen.

Gebruikerswachtwoord bewerken

Wachtwoord.

Een gebruikersprofiel bewerken

Eigenschappen.

OP

...


Pagina 299 van 425



WACHTWOORD WIJZIGEN Overzicht Cursusleiders kunnen via de pagina Wachtwoord wijzigen een gebruikerswachtwoord bijwerken. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Wachtwoord wijzigen te openen. 1.

Selecteer Gebruikers weergeven/wijzigen onder Gebruikersbeheer in het configuratiescherm.

2.

Zoek een gebruiker.

3.

Klik op Wachtwoord wijzigen naast een gebruiker.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Wachtwoord wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Wachtwoord wijzigen Wachtwoord [v]

Voer het nieuwe wachtwoord in.

Wachtwoordbevestiging [v]

Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in.


Pagina 300 van 425



GEBRUIKER MAKEN EN GEBRUIKER WIJZIGEN Overzicht Op de pagina Gebruiker maken kunnen cursusleiders een profiel voor een gebruiker maken. Wanneer een gebruiker in een cursus wordt gemaakt, wordt deze automatisch ingeschreven voor de cursus. Wanneer de cursusleider een gebruiker heeft gemaakt, kan deze via de pagina Gebruikerseigenschappen wijzigen de profielgegevens van deze gebruiker, inclusief de cursusrol, bijwerken. OPMERKING: de systeembeheerder kan de namen van deze velden wijzigen. Als boven aan deze pagina een koppeling wordt weergegeven, wordt er verbinding gemaakt met een ander informatiesysteem waarin enkele van de waarden die op deze pagina worden weergegeven, kunnen worden bewerkt. Locatie van pagina Klik op Gebruiker maken in Gebruikersbeheer in het configuratiescherm om de pagina Gebruiker maken te openen. Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikerseigenschappen wijzigen te openen. 1.

Selecteer Gebruikers weergeven/wijzigen onder Gebruikersbeheer in het configuratiescherm.

2.

Zoek een gebruiker.

3.

Klik op Eigenschappen naast een gebruiker.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina’s Gebruiker maken en Gebruiker wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Persoonlijke gegevens Voornaam [v]

Voer de voornaam van de gebruiker in.

Voorvoegsel

Voer het voorvoegsel in de naam van de gebruiker in.

Achternaam [v]

Voer de achternaam van de gebruiker in.

E-mail [v]

Voer het e-mailadres van de gebruiker in.

Student-ID

Voer de student-ID van de gebruiker in, zoals gedefinieerd door de instelling.

Accountgegevens Gebruikersnaam [v]

Voer een gebruikersnaam voor de nieuwe gebruiker in. Gebruik geen spaties. Dit veld is vereist.


Pagina 301 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G

Wachtwoord

Voer een wachtwoord in voor de account van de gebruiker. Het wachtwoord moet uit ten minste één teken bestaan en mag geen spaties bevatten.

Wachtwoordbevestiging

Voer het wachtwoord nogmaals in. Gebruik de pagina Wachtwoord wijzigen om het wachtwoord van een bestaande gebruiker te wijzigen.

Overige gegevens Geslacht

Voer het geslacht van de gebruiker in.

Geboortedatum

Selecteer de geboortedatum van de gebruiker.

Opleidingsniveau

Voer het opleidingsniveau van de gebruiker in.

Bedrijf

Voer het bedrijf van de gebruiker in.

Functie

Voer de functie van de gebruiker in.

Afdeling

Voer de afdeling van de gebruiker in.

Straat 1

Voer het adres van de gebruiker in.

Straat 2

Voer eventuele aanvullende adresgegevens in.

Plaats

Voer de plaats van de gebruiker in.

Provincie

Voer de provincie van de gebruiker in.

Postcode

Voer de postcode van de gebruiker in.

Land

Voer het land van de gebruiker in.

Website

Voer de URL in van de persoonlijke website van de gebruiker. Wanneer u een URL toevoegt, moet u de volgende notatie gebruiken: http://www.sitenaam.com, niet www.sitenaam.com of sitenaam.com.

Telefoon thuis

Voer het privé-nummer van de gebruiker in. Het telefoonnummer wordt exact zo weergegeven als het wordt ingevoerd.

Telefoon werk

Voer het werknummer van de gebruiker in. Het telefoonnummer wordt exact zo weergegeven als het wordt ingevoerd.

Fax werk

Voer het faxnummer van de gebruiker in. Het faxnummer wordt exact zo weergegeven als het wordt ingevoerd.

Mobiele telefoon

Voer het mobiele nummer van de gebruiker in. Het telefoonnummer wordt exact zo weergegeven als het wordt ingevoerd.

Rol en beschikbaarheid Rol en beschikbaarheid

Selecteer een rol. Beschikbare rollen:

•

Student: de gebruiker heeft toegang tot de beschikbare cursusinhoud en ontvangt beoordelingscijfers.

•

Cursusleider: de gebruiker kan via het configuratiescherm alle aspecten van de cursus beheren.

•

Onderwijsassistent: de gebruiker kan via het configuratiescherm de meeste aspecten van de cursus beheren.


Pagina 302 van 425



V ELD

Beschikbaar (alleen deze cursus)

B ESCHRIJVIN G

•

Corrector: de gebruiker heeft toegang tot alle gebieden onder Beoordelingen.

•

Cursusbouwer:: de gebruiker kan via het configuratiescherm inhoud toevoegen aan de cursus.

•

Gast: gasten kunnen gebieden van de cursus weergeven, maar op geen enkele manier deelnemen.

Selecteer Ja of Nee in de keuzelijst. Wanneer Ja is geselecteerd, heeft de gebruiker toegang tot de cursus. Wanneer Nee is geselecteerd, heeft de gebruiker geen toegang tot de cursus. Deze optie kan worden gewijzigd nadat de gebruiker is gemaakt. Op deze manier kan de toegang worden geregeld gedurende de volledige looptijd van de cursus van de gebruiker.


Pagina 303 van 425



GEBRUIKERS VOOR CURSUS MAKEN (BATCH) Overzicht Cursusleiders kunnen via de pagina Gebruikers maken (batch) snel een aantal gebruikers aan de cursus toevoegen. Gebruikers kunnen met elke gewenste cursusrol worden toegevoegd. OPMERKING: wanneer u een batchbestand gebruikt dat is gemaakt voor een vorige versie van Blackboard Learning System, moet u controleren of de velden in de juiste volgorde staan voor de huidige versie. Locatie van pagina Klik op Gebruikers maken (batch) onder Gebruikersbeheer in het configuratiescherm om de pagina Gebruikers maken (batch) te openen. Batchbestanden Batchbestanden zijn tekstbestanden (.txt) met grote hoeveelheden gegevens die in het systeem kunnen worden geladen. Elke batchfunctie bevat specifieke instructies voor het maken van een batchbestand. De volgende richtlijnen gelden voor elk batchbestand.

•

Velden moeten tussen dubbele aanhalingstekens (") worden geplaatst. Voorbeeld: "Bert"

•

De velden moeten van elkaar worden gescheiden door een bepaald scheidingsteken. Dit kan een komma, dubbelepunt of tab zijn, maar er mogen in één batchbestand nooit verschillende scheidingstekens worden gebruikt. Voorbeeld: "Bert","Bos"

•

De records moeten worden gescheiden door een harde return. Voorbeeld: "Bert","Bos" "Joost","Bos"

•

Elk batchbestand mag niet meer dan 500 records bevatten. Dit houdt verband met de time-out die de meeste browsers geven na een bepaalde tijd.

•

Plaats geen lege regels tussen de records. Een lege regel wordt verwerkt en resulteert in een fout.

•

Als in een veld aanhalingstekens worden weergegeven, moet u een escape-teken gebruiken zodat het volgende teken niet wordt beschouwd als een teken dat het einde van het veld aangeeft. Het escape-teken is een backslash (\). Voorbeeld: "\"BIJNAAM\"".

Velden


Pagina 304 van 425



In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Gebruikers maken (batch). V ELD

B ESCHRIJVIN G

Bestand uploaden Bestandslocatie

Voer de locatie van het batchbestand met gebruikers in.

Type scheidingsteken

Selecteer Komma, Tab of Dubbelepunt als scheidingsteken voor het bestand. Als u Automatisch selecteert, wordt het scheidingsteken automatisch bepaald.


Pagina 305 van 425



GEBRUIKER INSCHRIJVEN Overzicht Cursusleiders kunnen via de pagina Gebruiker inschrijven een bestaande gebruiker inschrijven voor de cursus. Locatie van pagina Klik op Gebruiker inschrijven in Gebruikersbeheer in het configuratiescherm om de pagina Gebruiker inschrijven te openen. Gebruikers inschrijven Schakel het selectievakje in naast de namen van gebruikers die u wilt inschrijven en klik op Verzenden. Er worden slechts twintig namen weergegeven op een pagina. Als in de zoekopdracht meer dan twintig gebruikers worden gevonden, kunt u meerdere pagina’s weergeven. Cursusleiders kunnen alleen gebruikers op één pagina tegelijk selecteren en verzenden. Wanneer de zoekopdracht bijvoorbeeld drie pagina’s met gebruikers oplevert, moet de cursusleider de gewenste gebruikers op de eerste pagina selecteren en klikken op Verzenden voordat hij of zij naar de volgende pagina gaat. Gebruikers worden standaard ingeschreven met de cursusrol Student.


Pagina 306 van 425



GEBRUIKERS VERWIJDEREN UIT DE CURSUS Overzicht Cursusleiders kunnen gebruikers uit een cursus verwijderen. Wanneer een gebruiker uit een cursus wordt verwijderd, worden alle gegevens verwijderd die bij die gebruiker horen, zoals cijferlijstgegevens en bestanden in zijn of haar postbakje. OPMERKING: verwijderde gebruikers kunnen niet worden hersteld. Wanneer u een verwijderde gebruiker wilt herstellen, moet u de gebruiker weer inschrijven voor de cursus. Locatie van pagina Klik op Gebruikers verwijderen uit de cursus onder Gebruikersbeheer in het configuratiescherm om de pagina Gebruikers verwijderen uit de cursus te openen. Schakel het selectievakje in voor de gebruikers die u wilt verwijderen. Typ vervolgens Ja in het veld onder aan de pagina. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd te bevestigen dat de gebruiker moet worden verwijderd. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt. Er worden slechts twintig namen weergegeven op een pagina. Als in de zoekopdracht meer dan twintig gebruikers worden gevonden, kunt u meerdere pagina’s weergeven. Cursusleiders kunnen alleen gebruikers op één pagina tegelijk selecteren en verwijderen. Wanneer de zoekopdracht bijvoorbeeld drie pagina’s met gebruikers oplevert, moet de cursusleider de te verwijderen gebruikers op de eerste pagina selecteren en klikken op Verzenden voordat hij of zij naar de volgende pagina gaat.


Pagina 307 van 425



GROEPEN BEHEREN Overzicht Op de pagina Groepen beheren kunnen cursusleiders studie- of projectgroepen maken. Cursusleiders kunnen via deze pagina ook groepen verwijderen en wijzigen. De cursusleider bepaalt of een groep toegang heeft tot de volgende functies:

•

Discussieruimte

•

Virtueel klaslokaal

•

Bestandsuitwisseling voor groep

•

E-mail voor groep

De geselecteerde functies worden op de pagina Groepen beheren weergegeven onder de groepsnaam. Locatie van pagina Klik op Groepen beheren in Gebruikersbeheer in het configuratiescherm om de pagina Groepen beheren te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. H AN DELIN G . . .

K LIK

Groep toevoegen

Groep toevoegen. De pagina Groep toevoegen wordt weergegeven.

OP

...

Wanneer een groep is gemaakt, moeten hieraan studenten worden toegevoegd. Klik op Wijzigen om de pagina Groepen beheren te openen en gebruikers toe te voegen aan de groep. Groep wijzigen

Wijzigen. De pagina Groep beheren wordt weergegeven. Op de pagina Groepen beheren kunt u groepseigenschappen wijzigen, nieuwe studenten toevoegen, groepsgebruikers weergeven of wijzigen en gebruikers uit de groep verwijderen.

Groep verwijderen



Pagina 308 van 425



GROEP TOEVOEGEN EN GROEPSEIGENSCHAPPEN Overzicht Op de pagina Groep toevoegen kunt u groepen maken. Op de pagina Groepseigenschappen kunt u de instellingen van deze groepen wijzigen. Locatie van pagina Op de pagina Groepen beheren: 1.

Klik op Groep toevoegen om een nieuwe groep te maken.

2.

Klik op Wijzigen om de eigenschappen voor een bepaalde groep te wijzigen.


B ESCHRIJVIN G

Basisinformatie over groep Groepsnaam

Voer een groepsnaam in.

Beschrijving

Voer een beschrijving van de groep in.

Groepsopties Functie Forums voor groep inschakelen

Schakel dit selectievakje in om aan te geven dat deze groep toegang heeft tot de forumfuncties. Wanneer dit selectievakje niet is ingeschakeld, heeft deze groep geen toegang tot de forumfuncties.

Functie Virtueel klaslokaal voor groep inschakelen

Schakel dit selectievakje in om aan te geven dat deze groep toegang heeft tot de functies van Virtueel klaslokaal.

Functie Bestandsuitwisseling voor groep inschakelen

Schakel dit selectievakje in om aan te geven dat deze groep toegang heeft tot de functie Bestandsuitwisseling voor groep.

Functie E-mail voor groep inschakelen

Schakel dit selectievakje in om aan te geven dat deze groep toegang heeft tot de functie E-mail voor groep.

Groep nu zichtbaar maken

Klik op Ja om de groep beschikbaar te maken.


Pagina 309 van 425



GROEP WIJZIGEN Overzicht Nadat een groep is gemaakt, kunnen cursusleiders de groep wijzigen en er gebruikers aan toewijzen. De cursusleider kan de volgende functies instellen voor een groep: Discussieruimte, Virtueel klaslokaal, Bestandsuitwisseling en E-mail. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Groep beheren te openen. 1.

Klik op Groepen beheren onder Gebruikersbeheer in het configuratiescherm.

2.

Klik op Wijzigen naast een groep.

Functies De pagina Groep beheren bevat de volgende functies. F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Groepseigenschappen

De naam, beschrijving en opties van de groep wijzigen.

Gebruikers toevoegen aan groep

Gebruikers toevoegen aan de groep.

Gebruikers in groep weergeven

Gebruikers in een groep weergeven.

Gebruikers verwijderen uit groep

Gebruikers verwijderen uit een groep.


Pagina 310 van 425



GEBRUIKERS TOEVOEGEN AAN GROEP Overzicht Op de pagina Gebruikers toevoegen aan groep kunt u gebruikers toevoegen aan groepen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikers toevoegen aan groep te openen. 1.


2.


3.

Klik op Gebruikers toevoegen aan groep.

Gebruiker toevoegen aan een groep Wanneer de zoekopdracht is voltooid, schakelt u het selectievakje in voor de gebruiker die u wilt toevoegen aan de groep. Vervolgens klikt u op Verzenden. Er worden slechts twintig namen weergegeven op een pagina. Als in de zoekopdracht meer dan twintig gebruikers worden gevonden, kunt u meerdere pagina’s weergeven. Cursusleiders kunnen alleen gebruikers op één pagina tegelijk selecteren en verzenden. Wanneer de zoekopdracht bijvoorbeeld drie pagina’s met gebruikers oplevert, moet de cursusleider de gewenste gebruikers op de eerste pagina selecteren en klikken op Verzenden voordat hij of zij naar de volgende pagina gaat.


Pagina 311 van 425



GEBRUIKERS IN GROEP WEERGEVEN Overzicht Via de pagina Gebruikers in groep weergeven kunt u gebruikers in een groep weergeven en contact opnemen met deze gebruikers. Klik op een e-mailadres om een bericht te verzenden naar een gebruiker. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikers in groep weergeven te openen. 1.


2.


3.

Klik op Gebruikers in groep weergeven.


Pagina 312 van 425



GEBRUIKERS VERWIJDEREN UIT GROEP Overzicht Cursusleiders kunnen gebruikers uit een groep verwijderen. Wanneer een gebruiker uit een cursus wordt verwijderd, worden ook alle gegevens verwijderd die bij die gebruiker horen, zoals bestanden in Bestandsuitwisseling en forumberichten. Verwijderde gebruikers kunnen niet worden hersteld. Verwijderde gebruikers moeten opnieuw worden toegevoegd. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikers verwijderen uit groep te openen. 1.


2.


3.

Klik op Gebruikers verwijderen uit groep.

Gebruiker verwijderen uit de groep Schakel het selectievakje in voor iedere gebruiker die u wilt verwijderen. Typ Ja in het invoerveld onder aan de pagina en klik vervolgens op Verzenden. De geselecteerde gebruikers en de gegevens die bij deze gebruikers horen, worden verwijderd uit de groep. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt. Er worden slechts twintig namen weergegeven op een pagina. Als in de zoekopdracht meer dan twintig gebruikers worden gevonden, kunt u meerdere pagina’s weergeven. Cursusleiders kunnen alleen gebruikers op één pagina tegelijk selecteren en verwijderen. Wanneer de zoekopdracht bijvoorbeeld drie pagina’s met gebruikers oplevert, moet de cursusleider de te verwijderen gebruikers op de eerste pagina selecteren en klikken op Verzenden voordat hij of zij naar de volgende pagina gaat.


Pagina 313 van 425



BEOORDELING INFORMATIE OVER BEOORDELINGEN Overzicht Cursusleiders gebruiken beoordelingen om de kennis van studenten te toetsen, de voortgang van studenten te meten en om informatie over studenten te verzamelen. Er zijn enkele punten die cursusleiders in overweging moeten nemen voordat ze de beoordeling maken:

•

De structuur van de beoordeling en het soort vragen dat in de beoordeling wordt opgenomen

•

Distributie en instellingen, zoals de toetspresentatie en feedback

•

De cijfertoekenningsmethode en het al of niet toestaan van meerdere pogingen

Een beoordeling maken Alvorens een beoordeling te maken, moet de cursusleider duidelijk voor ogen hebben welk type kennis hij of zij gaat testen en vragen selecteren die zijn toegesneden op het onderwerp. Een Engelse toets kan bijvoorbeeld het best bestaan uit een serie vragen met korte antwoorden, terwijl exacte vakken beter kunnen worden getoetst met een combinatie van meerkeuzevragen, combinatievragen en invuloefeningen. Het is ook nuttig om bij de toekenning van punten aan antwoorden een zekere mate van flexibiliteit in te bouwen. Zijn deelpunten acceptabel voor sommige of alle vragen? Zijn sommige vragen extra moeilijk, en kunnen de studenten voor die vragen extra punten krijgen? De vragen op de pagina Toetsbord kunnen opnieuw worden ingedeeld of van volgorde worden veranderd. De volgorde waarin u de vragen toevoegt is dus niet van belang.

Distributie en instellingen van beoordelingen Voordat u een beoordeling maakt, is het belangrijk om te bepalen hoe de beoordeling zal worden gedistribueerd en welke instellingen u aan de beoordeling gaat toekennen. In dit gedeelte bespreken we een aantal gevallen en geven we voorbeelden voor de verschillende beschikbare opties. OPMERKING: u kunt de distributie en instellingen voor een beoordeling selecteren op de pagina Toetsopties. Deze pagina wordt weergegeven wanneer u een beoordeling toevoegt aan een inhoudsgebied.

Cursusleiders die praktijkoefeningen begeleiden, willen de studenten wellicht meerdere pogingen toestaan. Het aantal pogingen kan al of niet van tevoren worden vastgesteld. Als de praktijkoefening deel uitmaakt van een standaardtoets, kan het zinvol zijn om een tijdslimiet in te stellen. Met zelfbeoordelingsopties kan de cursusleider bepalen hoe de beoordelingen worden behandeld in de cijferlijst. Wanneer de optie De score van deze toets verbergen in de cijferlijst is ingeschakeld, kan de cursusleider het cijfer bekijken, maar telt de score niet mee voor het eindcijfer. Zo kan de cursusleider de gebieden zien waarvoor extra instructie nodig is en de studenten adviseren om bepaalde onderwerpen nog eens te bekijken. De optie De score van deze


Pagina 314 van 425



toets verbergen in de cijferlijst stimuleert de studenten om zelf dingen te ontdekken en om zelfstandig te werken. Met de opties in het gedeelte Toetspresentatie kan de cursusleider bepalen hoe de toets er voor de studenten uitziet. Elke optie heeft weer andere voordelen. De optie Allemaal tegelijkertijd kan nuttig zijn voor korte vragenlijsten, bijvoorbeeld een vragenlijst met tien meerkeuzevragen. Wanneer een beoordeling uit meer dan 25 vragen bestaat, is het beter om de optie Eén tegelijk in te schakelen. Bij deze optie worden de antwoorden op de vragen automatisch opgeslagen terwijl de student de lijst met vragen afwerkt. De studenten kunnen zich steeds op één vraag tegelijk concentreren en de cursusleider kan zo nodig terugstappen toestaan, zodat de studenten een al beantwoorde vraag nogmaals kunnen bekijken.

Cijfers geven aan beoordelingen Cursusleiders kunnen zeer flexibel cijfers toekennen aan beoordelingen. De cijfertoekenning is in Blackboard geautomatiseerd, maar is flexibel genoeg om te worden ingepast in alle scenario’s die in het onderwijs worden gehanteerd. Wanneer meerdere pogingen voor een beoordeling zijn toegestaan, kan de cursusleider de cijfertoekenning aanpassen. Wanneer bijvoorbeeld de optie is geselecteerd om het cijfer te laten bepalen door de gemiddelde score, kan de cursusleider dit altijd wijzigen. De cursusleider kan de score bijvoorbeeld baseren op de hoogste score in plaats van op het gemiddelde om de studenten een bonus te geven. De opties Opheffen en Pogingen wissen kunnen ook nuttig zijn in bepaalde scenario’s. Met Pogingen wissen kunnen cursusleiders een cijfer uit de cijferlijst wissen. De cursusleider kan de studenten bijvoorbeeld een proefbeoordeling laten maken in de klas en de cijfers van de proefbeoordeling verwijderen voordat de studenten de definitieve beoordeling maken. In het geval van een technische storing kan de cursusleider alle pogingen voor de beoordeling verwijderen die op die datum zijn uitgevoerd. Ook kan de cursusleider met behulp van deze optie een student een toets over laten doen als dit nodig is. Met de optie Opheffen kan de cursusleider een cijfer invoeren om een bestaand cijfer of bestaande cijfers (in het geval van meerdere pogingen) in de cijferlijst te vervangen. In het geval van bijzondere omstandigheden tijdens het examen kan de cursusleider de optie bijvoorbeeld gebruiken om het cijfer van de student te verhogen of te verlagen. Deze score wordt gebruikt om het cijfer te berekenen.

OPMERKING: cijfers worden beheerd in de Cijferlijst.


Pagina 315 van 425



TOETSBEHEER Overzicht Met Toetsbeheer kunt u toetsen maken, wijzigen en verwijderen. OPMERKING: enquêtes bevatten veelal dezelfde voorzieningen en functionaliteit als toetsen. De verschillen tussen toetsen en enquêtes worden in dit gedeelte beschreven. Enquêtes beheert u via Enquêtebeheer. Die functie werkt op vrijwel dezelfde manier als Toetsbeheer. Locatie van pagina Klik op Toetsbeheer onder Beoordeling van het configuratiescherm om de pagina Toetsbeheer te openen. Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. Handeling . . .

Klik op . . .

Toets maken

Toets toevoegen. De pagina Toetsinformatie wordt weergegeven.

Toets wijzigen

Wijzigen naast de toets. De pagina Toetsbord wordt weergegeven.

Toets verwijderen

Verwijderen naast de toets. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt.

Toets exporteren

Exporteren naast de toets. De pagina Toets exporteren wordt weergegeven. Toetsen kunnen worden geëxporteerd naar de lokale computer of naar Content Collection.

Toets importeren

Importeren. De pagina Toets importeren wordt weergegeven. Toetsen kunnen worden geïmporteerd vanuit een lokaal bestand of vanuit Content Collection.Tests moeten worden geïmporteerd uit bestanden die zijn gemaakt in Blackboard en zijn geëxporteerd.

Vragen die u zichzelf moet stellen voordat u een beoordeling maakt Hieronder staan vragen die u zichzelf moet stellen bij het plannen van een beoordeling. •

Hoeveel vragen?

•

Zijn er instructies nodig voor deze beoordeling?

•

Welk type vragen ga ik stellen?

•

Welke puntenwaarde moet ik aan de vragen koppelen?


Pagina 316 van 425



Waarschuwing Er wordt een waarschuwing weergegeven wanneer studenten de toets aan het maken zijn of al hebben gemaakt op het moment dat Wijzigen wordt geselecteerd. Bepaalde delen van de toets kunnen niet worden gewijzigd wanneer de toets al door studenten is gemaakt. Wanneer de cursusleider een beoordeling wijzigt nadat een student deze heeft verzonden, ziet de student de nieuwe, gewijzigde beoordeling wanneer hij of zij het cijfer en de feedback weergeeft. De oorspronkelijke beoordelingspoging wordt niet weergegeven.


Pagina 317 van 425



TOETS MAKEN OF WIJZIGEN Overzicht In dit onderwerp wordt beschreven hoe u een toets maakt. Locatie van pagina Klik op Toetsbeheer onder Beoordeling van het configuratiescherm om de pagina Toetsbeheer te openen. Toets maken Volg de onderstaande stappen om een toets te maken. 1.

Selecteer Toets toevoegen op de pagina Toetsbeheer.

2.

Voer een naam, beschrijving en instructies in en klik op Verzenden.

3.

Selecteer een vraagtype op het toetsbord en klik op Start.

4.

Maak een vraag.

5.

Voer de puntwaarde voor deze vraag in.

6.

Voeg een bestand of URL toe.

7.

Voer de antwoorden in waaruit kan worden gekozen en selecteer het juiste antwoord.

8.

Voer feedback in die studenten op basis van hun antwoord te zien krijgen.

9.

Herhaal stap 3 tot en met 8 totdat u klaar bent met het toevoegen van vragen.

Toets beschikbaar maken Volg de onderstaande stappen om een toets beschikbaar te maken. 1.

Open een cursusgebied en selecteer Toets toevoegen.

2.

Selecteer de toets die u wilt toevoegen en klik op Verzenden.

3.

Selecteer de eigenschappen en de opties voor beschikbaarheid, feedback en presentatie voor de toets.


Pagina 318 van 425



TOETSINFORMATIE Overzicht Via de pagina Toetsinformatie begint de cursusleider met het maken van een toets door een naam, beschrijving en instructies te selecteren. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Toetsinformatie te openen. 1.

Selecteer Toetsbeheer in het configuratiescherm.

2.

Klik op Toets toevoegen.

1.

Selecteer Toetsbeheer in het configuratiescherm.

2.

Klik op Wijzigen naast een bestaande toets.

3.

Klik op Wijzigen in het eerste gedeelte op het toetsbord.

OF

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Toetsinformatie. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Toetsinformatie Naam [v]

Voer de naam van de toets in. Wanneer de naam van de toets wordt gewijzigd nadat deze is gemaakt, wordt de naam van de toets in de cijferlijst niet bijgewerkt. Wanneer u ook de naam van de toets in de cijferlijst wilt wijzigen, bewerkt u de itemgegevens in de cijferlijst.

Beschrijving

Voer een beschrijving van de toets in.

Instructies

Voer instructies in voor de gebruikers die de toets maken.


Pagina 319 van 425



TOETSBORD Overzicht De pagina Toetsbord staat centraal bij het maken van toetsen. Cursusleiders kunnen hier de naam en instructies wijzigen van de toets, vragen toevoegen aan de toets, vragen wijzigen en toetsen weergeven. Met uitzondering van kleine tekstwijzigingen, zoals het corrigeren van typefouten, mogen beoordelingen niet worden gewijzigd wanneer studenten al zijn begonnen met het maken ervan. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Toetsbord te openen. 1.

Selecteer Toetsbeheer onder Beoordeling in het configuratiescherm.

2.

Klik op Wijzigen naast een bestaande toets.

Volg de onderstaande stappen om de pagina Toetsbord te openen voor een nieuwe toets. 1.


2.


3.

Voer de gegevens in op de pagina Toets toevoegen en selecteer Verzenden.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Toetsbord. H AN DELIN G . . .

K LIK

Vraag toevoegen

de keuzelijst in het veld Vraag toevoegen, selecteer het vraagtype dat u wilt toevoegen en klik op Start.

Vraag toevoegen tussen bestaande vragen

de keuzelijst in het veld Vraag toevoegen, selecteer het vraagtype dat u wilt toevoegen en klik op Hier vraag toevoegen op de plaats waar de vraag moet komen te staan.

Instellingen voor deze toets wijzigen

Instellingen voor maken. De pagina Instellingen voor het maken van toetsen wordt weergegeven. Met Instellingen voor maken kan de cursusleider het standaardaantal punten, de opties voor feedback bij vragen en het opnemen van afbeeldingen aanpassen.

Naam, beschrijving of instructies voor de toets wijzigen

Wijzigen rechts van de titel, beschrijving en instructies.

Vraagvolgorde wijzigen

de keuzelijst links van de vraagkop. Geef een nieuwe volgorde voor de vragen aan via de cijfers in de keuzelijst.

Vraag wijzigen Vraag verwijderen

OP

...

Wijzigen rechts van de vraagkop. Verwijderen rechts van de vraagkop. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Deze actie kan niet ongedaan worden gemaakt.


Pagina 320 van 425



INSTELLINGEN VOOR HET MAKEN VAN TOETSEN Overzicht Via de pagina Instellingen voor het maken van toetsen kunnen cursusleiders de instellingen voor een toets aanpassen. Met deze instellingen bepalen zij opties zoals feedback bij vragen, de indeling van vragen in categorieën en het standaardaantal punten per vraag. OPMERKING: de pagina Instellingen voor het maken van pools en de pagina Instellingen voor het maken van enquêtes werken op dezelfde manier als de pagina Instellingen voor het maken van toetsen. Het verschil is dat de optie Standaardpuntwaarden voor vragen opgeven niet beschikbaar is op de pagina Instellingen voor het maken van pools en de pagina Instellingen voor het maken van enquêtes. Tevens is de optie Categorieën aan vragen toevoegen niet beschikbaar op de pagina Instellingen voor het maken van enquêtes. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Instellingen voor het maken van toetsen te openen. 1.


2.


3.

Voer de gegevens in op de pagina Toets toevoegen en selecteer Verzenden.

4.

Selecteer Instellingen voor maken.


B ESCHRIJVIN G

Instellingen voor maken Feedback voor afzonderlijke antwoorden geven

Schakel dit selectievakje in om feedback te geven voor afzonderlijke antwoorden in plaats van een enkele set met feedback voor juiste of onjuiste antwoorden. U kunt geen feedback voor afzonderlijke antwoorden geven op antwoorden op waar/onwaar-vragen, vragen met meerdere antwoorden, sorteervragen of combinatievragen.

Afbeeldingen, bestanden en URL’s aan vragen toevoegen.

Schakel dit selectievakje in als u afbeeldingen, bestanden en URL’s wilt kunnen toevoegen aan vragen.

Afbeeldingen en bestanden aan antwoorden toevoegen

Schakel dit selectievakje in als u afbeeldingen en bestanden wilt kunnen toevoegen aan antwoorden.


Pagina 321 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G

Categorieën en trefwoorden aan vragen toevoegen

Schakel dit selectievakje in als u categorieën wilt kunnen maken voor vragen. Met deze optie kunnen cursusleiders trefwoorden toevoegen aan vragen. Bij het zoeken naar vragen uit een vragenpool of andere toetsen, kunnen cursusleiders zoeken naar vragen op categorie en op trefwoord.

Standaardpuntwaarde voor vragen opgeven

Selecteer deze optie als u wilt dat aan alle vragen automatisch dezelfde puntwaarde wordt toegekend. Voer het aantal punten in het veld Standaardpuntwaarde. Dit is slechts een standaardwaarde.

Deelpuntopties voor antwoorden opgeven

Selecteer deze optie om deelpunten beschikbaar te maken voor vragen die zijn opgenomen in deze beoordeling. Als deze optie is geselecteerd, wordt een optie weergegeven voor het geven van deelpunten wanneer vragen worden gemaakt.

Extra punten voor vragen opgeven

Selecteer deze optie om extra punten beschikbaar te maken voor vragen die zijn opgenomen in deze beoordeling. Als deze optie is geselecteerd, wordt een optie weergegeven wanneer elke vraag wordt gemaakt. Met deze optie kan de cursusleider van de vragen extra-puntenvragen maken in plaats van gewone vragen. Als deze optie is geselecteerd, worden punten toegevoegd aan de score wanneer vragen juist worden beantwoord. Er worden geen punten afgetrokken wanneer vragen onjuist worden beantwoord.

Standaardpuntwaarde Cursusleiders moeten de standaardpuntwaarde instellen voordat zij vragen maken, anders werkt die waarde niet. Wijzigingen in de standaardpuntwaarde zijn alleen geldig voor vragen die na de wijziging zijn gemaakt. Vragen die vóór de wijziging zijn gemaakt behouden de oude puntwaarde. Stel bijvoorbeeld de standaardpuntwaarde in op tien en maak vervolgens de vragen voor de beoordeling. Deze vragen hebben dan een puntwaarde van tien. Wijzig vervolgens de standaardpuntwaarde naar 15 en maak extra vragen voor de beoordeling. Deze nieuwe vragen hebben een puntwaarde van 15, maar de vragen die u in eerste instantie maakte, hebben nog steeds een puntwaarde van tien.


Pagina 322 van 425



VRAAGVOLTOOIINGSSTATUS Informatie over vraagvoltooiingsstatus De indicator voor de vraagvoltooiingsstatus is een tool waarmee u snel op elk gewenst moment een actueel beeld kunt krijgen van uw voortgang (voltooide of onvoltooide vragen) in een beoordeling. De knop Opslaan naast elke vraag biedt een visuele herinnering aan studenten dat ze hun werk regelmatig moeten opslaan. Wanneer een student een beoordeling maakt, wordt de voltooiingsstatus van beoordelingsvragen weergegeven boven aan de pagina. De status van de vragen (welke wel/niet zijn beantwoord), wordt boven aan de pagina weergegeven, net onder het vak met de naam en instructies. Wanneer de gebruiker een vraag beantwoordt en verdergaat naar de volgende pagina bij het maken van een beoordeling waarbij de vragen een voor een worden weergegeven, wordt het statusvak bijgewerkt op de volgende pagina om aan te geven dat de vorige vraag is beantwoord. Wanneer de gebruiker een vraag niet beantwoordt en verdergaat naar de volgende pagina bij het maken van een beoordeling waarbij de vragen een voor een worden weergegeven, wordt het statusvak bijgewerkt op de volgende pagina om aan te geven dat de vorige vraag niet is beantwoord. De gebruiker kan door vragen navigeren door te klikken op een vraagnummer in de statusindicator. Deze mogelijkheid is alleen beschikbaar bij beoordelingen die allemaal tegelijkertijd worden gedistribueerd of per vraag wanneer terugstappen is toegestaan Bij de optie Allemaal tegelijkertijd kan de gebruiker met de knop Opslaan naast elke vraag de specifieke vraag opslaan zonder steeds naar het einde van de pagina te bladeren om de pagina op te slaan. Door het opslaan van een enkele vraag of alle vragen die zijn beantwoord (met de knop Opslaan onder aan de pagina), verandert de statusindicator om aan te geven welke vragen zijn voltooid.


Pagina 323 van 425



VRAAGMETAGEGEVENS Overzicht Cursusleiders hebben de mogelijkheid categorieën, trefwoorden, leerdoelstellingen en moeilijkheidsgraden te maken voor vragen waarmee zij deze voor toekomstig gebruik kunnen ordenen. OPMERKING: de opties voor vraagmetagegevens zijn alleen beschikbaar wanneer Categorieën en trefwoorden toevoegen aan vragen is geselecteerd onder Instellingen voor maken. Metagegevens toevoegen aan een vraag Volg de onderstaande stappen om metagegevens toe te voegen aan een vraag. 1.


2.

Maak een nieuwe toets of selecteer Wijzigen naast een bestaande toets.

3.

Selecteer een nieuwe vraag in het veld Vraag toevoegen: of selecteer Wijzigen naast een bestaande vraag.

4.

Klik op Categoriseren om een categorie toe te voegen, op Studiedoelstelling instellen om een studiedoelstelling toe te voegen of op Moeilijkheidsgraad instellen om een moeilijkheidsgraad in te stellen. Voer in het veld Trefwoorden de gewenste woorden in, gescheiden door komma’s.

5.

Selecteer een waarde in de keuzelijst en klik op Toevoegen. De metagegevens worden toegewezen aan de vraag. Klik op Beheren om de lijst met beschikbare waarden te ordenen.

Metagegevens beheren U kunt waarden voor metagegevens toevoegen, verwijderen en wijzigen. Metagegevens die in een vraag zijn gemaakt, kunnen worden gebruikt bij het maken van andere vragen binnen dezelfde cursus. Volg de onderstaande stappen om waarden toe te voegen voor metagegevens. 1.


2.

Maak een nieuwe toets of selecteer Wijzigen naast een bestaande toets.

3.

Selecteer een nieuwe vraag in het veld Vraag toevoegen: of selecteer Wijzigen naast een bestaande vraag.

4.

Klik op Categorieën beheren, Studiedoelstelling instellen of Moeilijkheidsgraad instellen.

5.

Wanneer u een waarde wilt toevoegen aan een lijst met beschikbare waarden, voert u deze in het veld in en klikt u vervolgens op Toevoegen. De beschikbare waarden worden weergegeven. Klik op Wijzigen om de naam van een waarde te wijzigen of op Verwijderen om de waarde te verwijderen uit de lijst.


Pagina 324 van 425



MEERKEUZEVRAGEN Informatie over meerkeuzevragen Bij meerkeuzevragen moeten gebruikers het juiste antwoord kiezen uit een aantal keuzemogelijkheden. Bij meerkeuzevragen kiezen gebruikers het juiste antwoord door een optierondje te selecteren. Het maximum aantal keuzemogelijkheden is 20. OPMERKING: gebruik het vraagtype vragen met meerdere antwoorden om meerkeuzevragen te maken met meerdere antwoorden.

Locatie van pagina 1.

Open het toetsbord voor een beoordeling.

2.

Selecteer Meerkeuze in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.

Voer de vraagtekst in.

4.

Wijs een puntwaarde toe en geef deelpuntopties op, indien van toepassing.

5.

Selecteer het aantal antwoorden en voltooi de antwoordopties.

6.

Stel geavanceerde functies voor de vragen in zoals is gedefinieerd in de instellingen voor het maken van de beoordeling.

7.

Klik op Verzenden om de vraag toe te voegen aan de beoordeling.


Pagina 325 van 425



WAAR/ONWAAR-VRAGEN Informatie over waar/onwaar-vragen Bij waar/onwaar-vragen moet een gebruiker kiezen of de stelling waar of onwaar is. Hierbij is de antwoordkeuze beperkt tot de opties Waar en Onwaar. Een waar/onwaar-vraag maken 1.


2.

Selecteer waar/onwaar in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.

Voer de vraagtekst in. Dit moet een stelling zijn waarvan gebruikers kunnen aangeven of deze waar of onwaar is.

4.

Wijs een puntwaarde toe.

5.

Selecteer de antwoordrichting en het juiste antwoord op de vraag.

6.


7.



Pagina 326 van 425



MEERKEUZEVRAGEN Informatie over meerkeuzevragen Bij meerkeuzevragen moeten gebruikers het juiste antwoord kiezen uit een aantal keuzemogelijkheden. Bij meerkeuzevragen kiezen gebruikers het juiste antwoord door een optierondje te selecteren. Het maximum aantal keuzemogelijkheden is 20. OPMERKING: gebruik het vraagtype vragen met meerdere antwoorden om meerkeuzevragen te maken met meerdere antwoorden.

Locatie van pagina 1.


2.

Selecteer Meerkeuze in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.

Wijs een puntwaarde toe en geef deelpuntopties op, indien van toepassing.

5.

Selecteer het aantal antwoorden en voltooi de antwoordopties.

6.


7.



Pagina 327 van 425



INVULOEFENINGEN Informatie over invuloefeningen Antwoorden op invuloefeningen worden geëvalueerd op basis van een exacte tekstovereenkomst. Het is dan ook belangrijk dat de antwoorden eenvoudig worden geformuleerd en worden beperkt tot zo weinig mogelijk woorden. Antwoorden zijn niet hoofdlettergevoelig, maar worden wel geëvalueerd op basis van spelling. Gebruik de onderstaande tips bij het maken van vragen en antwoorden voor invuloefeningen:

•

Geef antwoorden waarin gebruikelijke spelfouten voorkomen.

•

Geef antwoorden waarin afkortingen of gedeeltelijke antwoorden voorkomen.

•

Stel de vraag zo dat studenten weten wat de beste manier is om de vraag te beantwoorden.

•

Stel de vraag zo dat slechts één antwoord mogelijk is.

Beperk antwoorden tot een enkel woord om niet-overeenkomende antwoorden als gevolg van extra spaties of volgorde van antwoorden te voorkomen. Als het antwoord uit meer dan een enkel woord kan bestaan, moet u alle mogelijkheden als antwoorden opnemen. Als bijvoorbeeld het antwoord ’Benjamin Franklin’ is, moet u ’Benjamin Franklin’, ’Franklin’ en ’Ben Franklin’ opnemen als juiste antwoorden. OPMERKING: gebruik het vraagtype Meervoudige invuloefening om een vraag te maken met meerdere antwoorden.

Invuloefening maken 1.


2.

Selecteer Invuloefening in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.

Voer de vraagtekst in en wijs een puntwaarde toe.

4.

Voer alle mogelijke antwoorden op de vraag in.

5.

Stel geavanceerde functies voor de vraag in zoals is gedefinieerd in de instellingen voor het maken van de beoordeling.

6.



Pagina 328 van 425



VRAGEN MET MEERDERE ANTWOORDEN Informatie over vragen met meerdere antwoorden Bij vragen met meerdere antwoorden kunnen gebruikers meer dan één antwoord kiezen. Het maximum aantal keuzemogelijkheden is 20. Dit type vraag kan worden gebruikt wanneer er meerdere goede antwoorden zijn; gebruikers kunnen de onjuiste antwoorden selecteren. Op medisch gebied kan dit type vraag bijvoorbeeld worden gebruikt om de symptomen te selecteren die gepaard gaan met een ziekte. Vraag met meerdere antwoorden maken 1.


2.

Selecteer Meerdere antwoordmogelijkheden in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.

Selecteer de opties voor het weergeven van antwoorden. Dit omvat:

•

Antwoordnummering - bepaalt hoe de antwoorden zijn genummerd.

•

Antwoordrichting - bepaalt of antwoorden verticaal of horizontaal worden weergegeven.

•

Deelpunten toestaan - selecteer deze optie als u punten wilt toekennen voor deels juiste antwoorden. Studenten krijgen deelpunten voor ieder goed antwoord en bij een fout antwoord wordt hetzelfde aantal deelpunten in mindering gebracht. Het aantal deelpunten voor ieder antwoord wordt afgeleid van het totale aantal punten voor de vraag gedeeld door het aantal antwoorden. Er worden geen minpunten gegeven en 0 is de laagste score voor de vraag.

•

Antwoorden in willekeurige volgorde weergeven - geeft antwoorden in een willekeurige volgorde weer wanneer gebruikers de beoordeling maken.

5.

Voer het aantal antwoorden in en voltooi het tekstvak voor ieder antwoord. Geef de goede antwoorden aan door het selectievakje links van de vraag in te schakelen.

6.


7.



Pagina 329 van 425



COMBINATIEVRAGEN Informatie over combinatievragen Met combinatievragen kunnen studenten items in een kolom koppelen aan items in een andere kolom. Cursusleiders kunnen een verschillend aantal vragen en antwoorden opnemen in een combinatievraag. Een vraag kan bijvoorbeeld een lijst met dieren bevatten en een lijst met voedsel dat zij eten (herbivoor, carnivoor, omnivoor). De gebruikers moeten elk dier combineren met het bijbehorende voedsel. Studenten kunnen deelpunten ontvangen voor een combinatievraag als zij een deel van de vraag juist beantwoorden. Als een vraag bijvoorbeeld acht punten waard is en de student de juiste antwoorden geeft voor de helft van de combinaties, krijgt deze vier punten.

Combinatievragen maken 1.


2.

Selecteer Combinatievraag in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.

Selecteer opties voor vraagopmaak en deelpunten.

5.

Selecteer het aantal vragen en voer de tekst in voor elke vraag. Het aantal vragen en het aantal antwoorden hoeven niet overeen te komen. De cursusleider kan bijvoorbeeld extra antwoorden opnemen om de vraag moeilijker te maken.

6.

Selecteer het aantal antwoorden en voer de tekst in voor elk antwoord. Klik op Volgende.

7.

Combineer elke vraag met het juiste antwoord.

8.


9.



Pagina 330 van 425



SORTEERVRAGEN Overzicht Bij sorteervragen moeten gebruikers een antwoord geven door de juiste volgorde te kiezen voor een reeks items. Een cursusleider kan bijvoorbeeld gebruikers een lijst met historische gebeurtenissen geven en hen vragen deze gebeurtenissen in chronologische volgorde te zetten. Gebruikers kunnen deelpunten ontvangen voor sorteervragen als zij een deel van de vraag juist beantwoorden. Als een vraag bijvoorbeeld acht punten waard is en de student voor de helft van de items de juiste volgorde geeft, krijgt deze vier punten.

Sorteervragen maken 1.


2.

Selecteer Sorteervraag in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.

Selecteer opties voor nummering en deelpunten.

5.

Selecteer het aantal antwoorden en voer deze in de juiste volgorde in. Klik op Volgende.

6.

Selecteer de volgorde waarin de antwoorden moeten worden weergegeven.

7.


8.



Pagina 331 van 425



OPEN VRAGEN Overzicht Bij open vragen moet de cursusleider studenten een vraag stellen of een stelling voorleggen. Studenten kunnen een antwoord invoeren in een tekstveld. Ter referentie kunnen voorbeeldantwoorden worden toegevoegd voor gebruikers of correctors. Aan dit type vragen moet handmatig een cijfer worden toegekend via de pagina Cijferbeoordeling. Voor open vragen kan de tool voor wiskundige en wetenschappelijke notatie worden gebruikt. OPMERKING: er zijn tevens vragen met een kort antwoord beschikbaar; dit type vraag stelt de cursusleider in staat de lengte van het antwoord te beperken. Vragen met een kort antwoord worden net als open vragen handmatig van een cijfer voorzien. Andere vraagtypen waarbij gebruikers informatie kunnen invoeren, zijn Bestandsantwoord, Invuloefening en Meervoudige invuloefening. Een open vraag maken 1.


2.

Selecteer Open vraag in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.

Voer een voorbeeldantwoord in dat gebruikers samen met de vraag te zien krijgen.

5.



Pagina 332 van 425



VRAGEN MET EEN BEREKENDE FORMULE Informatie over vragen met berekende formule Een vraag met berekende formule bevat een formule waarvan de variabelen kunnen worden ingesteld voor elke afzonderlijke gebruiker. Het bereik van variabelen wordt gemaakt door een minimumwaarde en een maximumwaarde op te geven. Antwoordsets worden willekeurig gegenereerd. Het juiste antwoord kan een specifieke waarde of een reeks waarden zijn. Er kunnen deelpunten worden toegekend voor antwoorden die binnen een reeks vallen. Aangezien deze vraag het de cursusleider mogelijk maakt de waarde van variabelen in een vergelijking in willekeurige volgorde aan te bieden, kan dit vraagtype nuttig zijn voor wiskundetoetsen waarbij studenten dicht in elkaars buurt zitten. Het toevoegen van een vraag met berekende formule aan een beoordeling gebeurt in drie stappen:

•

Vraag en formule maken.

•

Waarden voor variabelen definiëren.

•

Variabelen en antwoorden bevestigen.

Vraag en formule maken De vraag is de informatie die wordt gepresenteerd aan studenten. De formule is de wiskundige uitdrukking die wordt gebruik om het antwoord te vinden. De variabelen moeten worden opgenomen tussen vierkante haken. Volg de onderstaande stappen om de vraag en de formule te maken. 1.


2.

Selecteer Berekende formule in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.

Voer de weer te geven informatie in het vak Vraagtekst in. Neem variabelen op tussen vierkante halen, bijvoorbeeld [x]. De waarde voor deze variabele wordt bepaald aan de hand van de formule. In het voorbeeld [x] + [y] = z, worden [x] en [y] vervangen door waarden wanneer deze worden weergegeven. Studenten moeten vervolgens de variabele z definiëren. Variabelen kunnen bestaan uit letters, cijfers (0-9), punten (.), onderstrepingstekens (_) en streepjes (-). Als de zin een vierkante openingshaak ([) bevat die niet is bedoeld om een variabele aan te duiden, moet u hiervoor een backslash (\) plaatsen. De namen van de variabelen moeten uniek zijn en kunnen niet opnieuw worden gebruikt.

4.

Definieer de formule die als antwoord geldt voor de vraag in het vak Formule. Bewerkingen, bijvoorbeeld x + y, kunnen worden gekozen met de knoppen boven aan het vak Formule.

5.

Geef een puntenwaarde op voor de vraag. Er kan een aantal andere opties worden weergegeven op basis van de instellingen.

6.

Zie Antwoordbereik. Dit definieert welke verzonden antwoorden worden gemarkeerd als juist. Wanneer een exacte waarde moet worden ingevoerd, voert u 0 in en selecteert u Numeriek in de keuzelijst. Wanneer het antwoord kan variëren, voert u een waarde in en selecteert u Numeriek of Procent. Numeriek markeert elk antwoord als juist dat binnen het bereik valt (plus of min) van het Antwoordbereik van het exacte antwoord. Procent markeert elk antwoord als juist dat binnen een percentage valt (plus of min) van het Antwoordbereik van het exacte antwoord.


Pagina 333 van 425



7.

Selecteer Ja of Nee bij Vereiste eenheden. Wanneer u Ja selecteert, moeten juiste antwoorden de juiste meeteenheid bevatten, zoals seconden of gram. Voer de juiste meeteenheid in en geef aan of deze hoofdlettergevoelig is. Het antwoord kan nog steeds een deelpunt krijgen wanneer de meeteenheid onjuist is. Voer een percentage in het vak Eenheden in puntenpercentage in. De meeteenheid bepaalt dat percentage van het totale aantal punten.

8.

Definieer deelpunten voor antwoorden die buiten het juiste Antwoordbereik vallen. Selecteer Ja of Nee bij Deelpunten toestaan. Voer een waarde in voor Deelpuntenpercentage. Stel nu het bereik in voor deelpunten door een waarde in te voeren en Numeriek of Procent te selecteren voor het deelpuntenbereik. Antwoorden die binnen dit bereik vallen, krijgen een deel van het totale aantal punten dat kan worden behaald voor de vraag, gelijk aan het deelpuntenpercentage.

9.

Wanneer u klaar bent met de vraag, klikt u op Doorgaan om verder te gaan.

Variabelen definiëren Vervolgens geeft u de variabelen op voor de formule. Volg de onderstaande stappen om de variabelen te definiëren. 1.

Stel voor elke variabele een minimum- en maximumwaarde in.

2.

Selecteer voor elke variabele een decimaal in de keuzelijst die wordt weergegeven in de kolom Decimalen.

3.

Selecteer onder Antwoordsetopties Decimalen voor antwoord in de keuzelijst. Studenten moeten het juiste antwoord geven op deze decimaal.

4.

Voer het aantal verschillende antwoordsets in. De antwoordsets worden in willekeurige volgorde aangeboden zodat verschillende studenten een andere set variabelen te zien krijgen.

5.

Klik op Doorgaan. U kunt ook klikken op Terug om terug te gaan naar de vorige pagina, of op Berekenen om de variabelen opnieuw in te stellen nadat u een wijziging hebt doorgevoerd.

Variabelen en antwoorden bevestigen De antwoordsets worden weergegeven in een tabel. Voor elke set wordt elke variabele en het antwoord weergegeven. Voer eventuele wijzigingen door, verwijder eventuele ongewenste antwoordsets en klik vervolgens op Berekenen. Onder de antwoordsets worden de standaardopties weergegeven voor het toevoegen van feedback op en metagegevens voor vragen.


Pagina 334 van 425



VRAGEN MET EEN BEREKEND NUMERIEK ANTWOORD Informatie over vragen met berekend numeriek antwoord Deze vraag lijkt op een invuloefening. De student voert een getal in om een stelling te voltooien. Het juiste antwoord kan een bepaald getal of een bereik getallen zijn. Het antwoord moet numeriek zijn, niet alfanumeriek. In een geografiecursus kan de cursusleider bijvoorbeeld vragen naar het geschatte aantal inwoners van een bepaalde stad. Vraag met berekend numeriek antwoord maken Volg de onderstaande stappen om een vraag met een numeriek antwoord te maken. 1.


2.

Selecteer Numeriek in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.

Wijs een puntwaarde toe. Stel geavanceerde functies voor de vraag in zoals is gedefinieerd in de instellingen voor het maken van de beoordeling.

5.

Voer het juiste antwoord in. Deze waarde moet een getal zijn.

6.

Voer het antwoordbereik in. Wanneer een exact antwoord moet worden gegeven om punten te behalen, voert u 0 in. Elke waarde hoger of lager dan Juist antwoord onder de waarde van Antwoordbereik, wordt gemarkeerd als juist.

7.

Voltooi de vraag door optionele feedback toe te voegen op juiste en onjuiste antwoorden. Geef metagegevens op voor de vraag.

8.



Pagina 335 van 425



VRAGEN MET EEN BESTANDSANTWOORD Informatie over vragen met bestandsantwoord Gebruikers kunnen een bestand uploaden vanaf de lokale schijf en via Content Collection als antwoord op de vraag. Dit type vraag wordt handmatig van een cijfer voorzien. Dit vraagtype is een goede optie als de cursusleider wil dat studenten ergens aan werken voorafgaand aan een toets en hun werk verzenden met een toets, of als wordt verwacht dat het lezen van de antwoorden op de vragen veel tijd in beslag zal nemen. Door het antwoord op deze manier te verzenden, kan de cursusleider de vraag lezen en er een cijfer aan geven zonder zich zorgen te maken over een timeout van de browser. OPMERKING: Vragen met korte antwoorden en Open vragen kunnen ook worden gebruikt voor vragen waarvoor een korter antwoord nodig is van een student. Ook bij deze vraagtypen moet handmatig een cijfer worden gegeven. Andere vraagtypen waarbij gebruikers informatie kunnen invoeren, zijn Bestandsantwoord, Invuloefening en Meervoudige invuloefening.

Vraag met bestandsantwoord maken Volg de onderstaande stappen om een vraag met een bestandsantwoord te maken. 1.


2.

Selecteer Bestandsantwoord in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.


5.

Geef metagegevens op voor de vraag.

6.



Pagina 336 van 425



HOTSPOTVRAGEN Informatie over hotspotvragen Gebruikers kunnen het antwoord aangeven door een specifiek punt in een afbeelding te markeren. Met een reeks pixelcoördinaten wordt het juiste antwoord gedefinieerd. Hotspot slaat op het gebied van de afbeelding dat moet worden geselecteerd om het juiste antwoord op te leveren. Hierna volgt een aantal voorbeelden van het gebruik van dit vraagtype.

•

Anatomie - de onderdelen van het lichaam lokaliseren

•

Geografie - gebieden op een kaart lokaliseren

•

Vreemde taal - kledingstukken selecteren

Hotspotvraag maken Volg de onderstaande stappen om een hotspotvraag te maken. 1.


2.

Selecteer Hotspot in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.


5.

Voer het pad naar het bestand in het veld Lokaal bestand bijvoegen onder de kop Afbeelding uploaden in. Zorg dat u de afbeelding in het juiste veld uploadt. Bij Instellingen voor maken kan een bestand worden geüpload als deel van de vraagtekst.

6.

Klik op Volgende. De geladen afbeelding wordt weergegeven.

7.

Klik en sleep de muis om een rechthoek te maken op de positie van het juiste antwoord. Wanneer studenten een punt binnen de rechthoek selecteren, krijgen zij punten voor een juist antwoord. Het gebied van het hotspot wordt gedefinieerd in pixels. Klik op Wissen om de hotspot te verwijderen en een nieuwe hotspot te selecteren.

8.

Voltooi de vraag door optionele feedback toe te voegen op juiste en onjuiste antwoorden. Plaats de vraag in een categorie of selecteer andere metagegevens.

9.



Pagina 337 van 425



VRAGEN MET MEERVOUDIGE INVULOEFENING Informatie over vragen met meervoudige invuloefening Dit vraagtype bestaat uit invuloefeningen met meerdere antwoorden die kunnen worden ingevoegd in een zin of alinea. Er worden afzonderlijke antwoordsets gedefinieerd voor elke lege ruimte. Dit vraagtype kan worden gebruikt als er meerdere variabelen zijn, zoals ’Welke kleur heeft de Italiaanse vlag?’. Dit vraagtype is ook handig voor vreemde-taalcursussen. In dat geval kunnen het lidwoord en het bijvoeglijk naamwoord leeg blijven in een zin, zodat het geslacht van een onderwerp niet wordt verraden. Vraag met meervoudige invuloefening maken Volg de onderstaande stappen om een vraag met meervoudige invuloefening te maken. 1.


2.

Selecteer Meervoudige invuloefening in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.

Voer de vraagtekst in. Voer voor elke selecteerbare optie een variabele in tussen vierkante haken. Bijvoorbeeld: William [invulling_1] schreef Romeo en [invulling_2]. Variabelen kunnen bestaan uit letters, cijfers (0-9), punten (.), onderstrepingstekens (_) en streepjes (-). Als de zin een vierkante openingshaak ([) bevat die niet is bedoeld om een variabele aan te duiden, moet u hiervoor een backslash (\) plaatsen. De namen van de variabelen moeten uniek zijn en kunnen niet opnieuw worden gebruikt.

4.


5.

Klik op Volgende.

6.

Er wordt een lijst weergegeven met variabelen die zijn gevonden in de vraag. Voer voor elke variabele een of meer juiste antwoorden in.

7.


8.



Pagina 338 van 425



VRAGEN MET VERHASPELDE ZIN Informatie over vragen met verhaspelde zin Gebruikers krijgen een zin te zien waarbij een paar stukken van de zin als variabele worden weergegeven. De gebruiker moet voor elke variabele het juiste antwoord selecteren in de keuzelijsten om een correcte zin samen te stellen. Er wordt slechts één set antwoorden gebruikt voor alle keuzelijsten. Dit vraagtype kan handig zijn bij het uitleggen van de juiste grammatische volgorde in een zin, zoals de locatie van een zelfstandig naamwoord, werkwoord of bijvoeglijk naamwoord. Vraag met verhaspelde zin maken Volg de onderstaande stappen om een vraag met een verhaspelde zin te maken. 1.


2.

Selecteer Verhaspelde zin in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.

Voer de vraagtekst in. Voer voor elke selecteerbare optie een variabele in tussen vierkante haken. Variabelen kunnen bestaan uit letters, cijfers (0-9), punten (.), onderstrepingstekens (_) en streepjes (-). Als de zin een vierkante openingshaak ([) bevat die niet is bedoeld om een variabele aan te duiden, moet u hiervoor een backslash (\) plaatsen. De namen van de variabelen moeten uniek zijn en kunnen niet opnieuw worden gebruikt.

4.


5.

Selecteer het aantal antwoorden en voer een waarde voor elk antwoord in. Deze waarden worden voor elke variabele in een keuzelijst weergegeven wanneer gebruikers de vraag bekijken. Voer de antwoorden in de volgorde in waarin u deze voor studenten wilt weergeven in de keuzelijst.

6.

Klik op Volgende.

7.

De vraag wordt weergegeven met de keuzelijsten op de locaties van de variabelen. Selecteer de juiste antwoorden.

8.


9.



Pagina 339 van 425



OPINIESCHAAL/LIKERT-VRAGEN Informatie over opinieschaal/Likert-vragen Dit is een vraagtype op basis van een cijferschaal dat is ontworpen om houdingen of reacties te meten. Dit vraagtype wordt veel gebruikt in enquêtes om een vergelijkbare opinieschaal te bewerkstelligen. Gebruikers kunnen het meerkeuzeantwoord kiezen dat het best hun houding of reactie weergeeft. Wanneer de cursusleider een opinieschaal-vraag maakt, worden zes antwoordvelden automatisch gevuld met de volgende antwoorden:

•

Volledig mee eens

•

Mee eens

•

Niet mee eens of oneens

•

Niet mee eens

•

Volledig mee oneens

•

Niet van toepassing

Opinieschaal/Likert-vraag toevoegen/wijzigen Volg de onderstaande stappen om een opinieschaal/Likert-vraag te maken. 1.


2.

Selecteer Opinieschaal in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.


5.

Geef op hoe de antwoorden worden weergegeven door de opties Antwoordnummering en Antwoordrichting in te stellen.

6.

Als u het selectievakje Deelpunten toestaan inschakelt, kunt u onder elk antwoord een percentage van het aantal mogelijke punten toewijzen.

7.

De antwoordenvelden zijn standaard ingevuld met waarden op een Likert-schaal. Selecteer een juist antwoord en wijzig een van de antwoordwaarden.

8.

Voltooi de vraag door optionele feedback toe te voegen op juiste en onjuiste antwoorden. Wijs metagegevens voor de vraag toe.

9.



Pagina 340 van 425



VRAGEN MET EEN KORT ANTWOORD Informatie over vragen met korte antwoorden Vragen met korte antwoorden zijn gelijk aan open vragen. De lengte van het antwoord kan worden beperkt tot een aangegeven aantal rijen in het tekstvak. Open vragen en Vragen met korte antwoorden moeten handmatig van een cijfer worden voorzien. Het aantal rijen dient als richtlijn bij het invoeren van een antwoord, het betreft geen absolute beperking van de antwoordlengte. Vraag met kort antwoord maken Volg de onderstaande stappen om een vraag met een kort antwoord te maken. 1.


2.

Selecteer Kort antwoord in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.


5.

Selecteer een aantal rijen voor het antwoord.

6.

Voer een voorbeeld in van een juist antwoord ter ondersteuning van correctors.

7.


8.



Pagina 341 van 425



OF/OF-VRAGEN Informatie over of/of-vragen Er wordt een stelling gegeven en gebruikers moeten hierop reageren via een selectie van vooraf gedefinieerde keuzen van twee antwoorden, zoals:

•

Ja/Nee

•

Mee eens/Niet mee eens

•

Goed/Fout

Dit vraagtype is handig in enquêtes om de opinies van gebruikers te peilen. Het is een variatie op het vraagtype Waar/onwaar, alleen moeten antwoorden worden gebruikt die meer beschrijvend en veelzeggend zijn. Of/of-vraag maken Volg de onderstaande stappen om een of/of-vraag te maken. 1.


2.

Selecteer Of/of in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.


5.

Klik op het juiste antwoord en selecteer een positieve waarde en een negatieve waarde in de keuzelijsten.

6.

Voltooi de vraag door optionele feedback toe te voegen op juiste en onjuiste antwoorden. Geef metagegevens op voor de vraag.

7.



Pagina 342 van 425



VRAGEN UIT VRAGENPAKKET Informatie over vragen uit vragenpakket Met behulp van vragen uit vragenpakket kunnen leuke en creatieve toetsen worden gemaakt, zoals zelfbeoordelingen. Er wordt een antwoord weergegeven en de gebruiker voert in een tekstvak de bijbehorende vraag in. Een antwoord moet een zin en een vraagwoord bevatten, zoals wie, wat of waar, dat moet worden gemarkeerd als juist. De vraag kan bijvoorbeeld zijn ’De persoon die de katoenzuiveringsmachine heeft uitgevonden’, waarbij het antwoord ’Wie is Eli Whitney’ is. Er kunnen deelpunten worden gegeven wanneer het vraagwoord niet is opgenomen in het antwoord.

Vraag uit vragenpakket maken Volg de onderstaande stappen om een vraag uit vragenpakket te maken. 1.


2.

Selecteer Vragenpakket in de keuzelijst met vraagtypen. Klik op Start.

3.


4.


5.

Klik op Deelpunten toestaan en voer een percentage punten in. Dit zijn de punten die worden gegeven voor antwoorden die de juiste zin bevatten maar niet het juiste vraagstellingswoord.

6.

Selecteer het aantal vraagstellingswoorden. Voer elk acceptabel vraagstellingswoord in de velden in. Een van deze woorden moet voorkomen in het antwoord van de student om het volle aantal punten te behalen.

7.

Selecteer het Aantal antwoordfrasen. Voer in het veld elke acceptabele zin in. Een van deze zinnen moet voorkomen in het antwoord van de student om punten te behalen.

8.


9.



Pagina 343 van 425



WILLEKEURIG BLOK TOEVOEGEN/WIJZIGEN Overzicht Met willekeurige blokken kan de cursusleider een willekeurige selectie vragen uit een pool gebruiken. Het is echter niet mogelijk een willekeurig blok vragen uit een andere toets of enquête toe te voegen. OPMERKING: u kunt geen willekeurige blokken opnemen in een enquête of pool.

Locatie van pagina Klik op Toevoegen of Vraag wijzigen op het toetsbord. Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Zoeken Zoek in onderstaande pools:

Selecteer een pool waaruit u de groep vragen wilt ophalen.

Kies het type vragen dat u wilt importeren.

Schakel de selectievakjes in naast de vraagtypen die u in het willekeurige blok wilt opnemen. Wanneer u Alle selecteert, kunt u geen andere opties meer kiezen. Wanneer u Alle niet selecteert, kunt u een of meer opties kiezen.

Aantal te importeren vragen

Voer het aantal vragen in dat u in het willekeurige blok wilt opnemen.

Punten per vraag

Voer het aantal punten in dat elke vraag in het willekeurige blok waard is.


Pagina 344 van 425



VRAGEN UPLOADEN Overzicht Cursusleiders kunnen bestanden met vragen importeren in een beoordeling. De vragen in het geüploade bestand moeten overeenkomen met de bestandsstructuur die hieronder wordt beschreven. Het bestand kan open vragen, sorteervragen, combinatievragen, invuloefeningen, meerkeuzevragen en waar/onwaar-vragen bevatten. OPMERKING: in pools en enquêtes kunt u bestanden met vragen importeren. Bij het uploaden van een bestand naar een enquête, wordt de toekenning van een juist/onjuist antwoord genegeerd, hoewel het bestand dezelfde indeling moet hebben zoals beschreven voor toetsen en pools.

Deze functie is niet beschikbaar in Blackboard Learning System - Basic Edition. De volgende informatie is belangrijk bij het importeren van beoordelingsvragen.

•

Na het uploaden kunnen de vragen worden bewerkt, net als andere vragen die u hebt gemaakt binnen de beoordeling.

•

Wanneer een vraag binnen een bestand een fout bevat, wordt alleen de vraag met een fout niet geüpload. Vragen zonder fouten worden wel geüpload.

•

Er wordt niet gecontroleerd op dubbele vragen. Het is de taak van de cursusleider dit aspect van de beoordelingsvragen te beheren.

Locatie van pagina Selecteer Vragen uploaden op het toetsbord. Functie Klik op Bladeren om het te uploaden bestand voor deze beoordeling te zoeken. Alle vragen in dit bestand worden toegevoegd aan de beoordeling. Puntwaarde Bij het importeren van vragen krijgen deze automatisch de standaardpuntwaarde die is ingesteld onder Instellingen voor maken. Wanneer de standaardwaarde niet is ingesteld bij Instellingen voor maken, krijgen vragen automatisch de puntwaarde ’0’ en moeten de cursusleiders zelf een puntwaarde invoeren voor elke vraag. Bestandsstructuur Vragen in het bestand moeten een specifieke structuur hebben voordat ze kunnen worden geüpload naar een beoordeling. Elk veld in het bestand is gescheiden door tabs. Elke rij is een afzonderlijke vraag.


Pagina 345 van 425



Meerkeuzevragen zijn als volgt gestructureerd: ’MC’ TAB vraagtekst (TAB antwoordtekst TAB ’juist’ of ’onjuist’) De tekst tussen () kan worden herhaald voor elk van de antwoorden die bij de meerkeuzevraag horen. Het maximum aantal antwoorden is 20. Vragen met meerdere antwoorden zijn als volgt gestructureerd: ’MA’TAB vraagtekst (TAB antwoordtekst TAB ’juist’ of ’onjuist’) De tekst tussen () kan worden herhaald voor elk van de antwoorden die deel uitmaken van de vraag met meerdere antwoorden. Het maximum aantal antwoorden is 20. Waar/onwaar-vragen zijn als volgt gestructureerd: ’TF’ TAB vraagtekst TAB ’waar’ of ’onwaar’ Open vragen zijn als volgt gestructureerd: ’ESS’ TAB vraagtekst TAB [voorbeeld] De tekst binnen [ ] is optioneel. De cursusleider kan ervoor kiezen een open vraag toe te voegen als voorbeeld of deze optie niet te benutten. Sorteervragen zijn als volgt gestructureerd: ’ORD’ TAB vraagtekst (TAB antwoordtekst) De tekst tussen () kan worden herhaald voor elk van de antwoorden die bij de sorteervraag horen. Het maximum aantal antwoorden is 20. De volgorde in het bestand is de juiste volgorde. De antwoorden worden willekeurig gerangschikt. Combinatievragen zijn als volgt gestructureerd: ’MAT’ TAB vraagtekst (TAB antwoordtekst TAB overeenkomende tekst) De tekst tussen () kan worden herhaald voor elk van de antwoorden die bij de combinatievraag horen. Het maximumaantal antwoorden is 20. De antwoorden en vragen worden willekeurig gerangschikt. Bij het uploaden van een combinatievraag, moet er een een-op-een-relatie bestaan tussen vragen en antwoorden. Als dit niet het geval is, kunnen juiste antwoorden fout worden gerekend wanneer meer dan één antwoord dezelfde waarde heeft. Invuloefeningen zijn als volgt gestructureerd: ’FIB’ TAB vraagtekst (TAB antwoordtekst) De tekst tussen () kan worden herhaald voor elk van de antwoorden die bij de invuloefening horen. Het maximum aantal antwoorden is 20. Vragen met een bestandsantwoord zijn als volgt gestructureerd: ’FIL’ TAB vraag Vragen met een numeriek antwoord zijn als volgt gestructureerd: ’NUM’ TAB vraag TAB antwoord TAB [optioneel]tolerantie Vragen met een kort antwoord zijn als volgt gestructureerd: ’SR’ TAB vraag TAB voorbeeld_antwoord Opinieschaal/Likert-vragen zijn als volgt gestructureerd: ’OP’ TAB vraag Meervoudige invuloefeningen zijn als volgt gestructureerd: ’FIB_PLUS’ TAB vraag TAB variabele1 TAB antwoord1 TAB antwoord2 TAB variabele2 TAB antwoord3 De indeling bestaat uit een lijst met variabele antwoorden waarbij elk variabel antwoord


Pagina 346 van 425



bestaat uit de naam van de variabele en een lijst van de goede antwoorden voor die variabele. Variabele-antwoorden worden gescheiden door een leeg veld. Vragen met een verhaspelde zin zijn als volgt gestructureerd: ’JUMBLED_SENTENCE’ TAB vraag TAB keuze1 TAB variabele1 TAB keuze2 TAB TAB keuze3 TAB variabele2 De indeling bestaat uit een lijst van keuzeantwoorden waarbij elk keuzeantwoord bestaat uit de keuze gevolgd door een lijst van variabelen waarvoor die keuze het juiste antwoord is. Een leeg veld geeft het einde van een keuzeantwoord aan. Een keuze die onmiddellijk gevolgd wordt door een leeg veld geeft aan dat de keuze niet het juiste antwoord is voor een willekeurige variabele. Vragen uit vragenpakket zijn als volgt gestructureerd: ’QUIZ_BOWL’ TAB vraag TAB vraag_woord1 TAB vraag_woord2 TAB zin1 TAB zin2 De indeling bestaat uit een lijst met geldige vraagwoorden, gevolgd door een leeg veld en een lijst met geldige antwoordzinnen.


Pagina 347 van 425



ZOEKEN IN POOLS EN BEOORDELINGEN Overzicht In dit gedeelte wordt beschreven hoe u specifieke vragen uit pools en andere beoordelingen kunt selecteren. Cursusleiders kunnen vragen kiezen op basis van categorie, trefwoord en vraagtype. Locatie van pagina Klik op Zoeken in pools en beoordelingen voor een vraag op de pagina Toetsbord. Veld In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Zoek in onderstaande pools en beoordelingen

Selecteer een toets of vragenpool waaruit u de vragen wilt selecteren.

Vraagtypen

Selecteer Alle om vragen van allerlei vraagtypen te kiezen of selecteer een of meer vraagtypen.

Gerelateerde categorieën

Selecteer een categorie waaruit u de vragen wilt kiezen. Deze optie staat op het tabblad Geavanceerd.

Trefwoorden

Voer trefwoorden in voor het zoeken naar vragen. Als u meer dan één trefwoord wilt invoeren, plaatst u een komma tussen de verschillende trefwoorden. Als u meer dan één trefwoord hebt ingevoerd, worden alleen vragen met alle trefwoorden geselecteerd. Deze optie staat op het tabblad Geavanceerd.

Punten Na het importeren van vragen uit een pool in een toets, moet er een puntwaarde aan worden toegekend. Wanneer een standaardpuntwaarde is ingesteld onder Instellingen voor het maken van toetsen, geldt de standaardwaarde automatisch voor de geïmporteerde vragen. Vragen kiezen Selecteer een of meer vragen die u in de toets wilt opnemen. Klik op Voorbeeld als u de vraag wilt bekijken zoals deze in de toets wordt weergegeven. Cursusleiders kunnen 20 vragen tegelijk uit een pool of andere beoordeling selecteren om toe te voegen aan een toets. Nadat de zoekopdracht is uitgevoerd, worden 20 vragen weergegeven op de pagina. Wanneer de zoekopdracht meer dan 20 vragen heeft opgeleverd, worden meerdere


Pagina 348 van 425



pagina’s weergegeven. Cursusleiders kunnen slechts van één pagina tegelijk vragen selecteren en verzenden. Wanneer de zoekopdracht bijvoorbeeld resulteert in drie pagina’s met vragen, moet de cursusleider de toe te voegen vragen selecteren op de eerste pagina, klikken op Verzenden en daarna verdergaan met de tweede pagina met zoekresultaten, vragen selecteren op die pagina, Verzenden selecteren, enzovoort totdat alle vragen zijn geselecteerd.


Pagina 349 van 425



ENQUÊTEBEHEER Overzicht Met enquêtes beschikken cursusleiders over een beoordelingsmiddel dat nuttig is voor peilingen, evaluaties en het steekproefsgewijs testen van kennis. Met Enquêtebeheer kunt u enquêtes maken, toevoegen, bekijken, wijzigen en verwijderen. Locatie van pagina Klik op Enquêtebeheer onder Beoordeling in het configuratiescherm om Enquêtebeheer te openen. Functies Enquêtebeheer werkt op dezelfde manier als Toetsbeheer en bevat vrijwel dezelfde opties voor het maken en beheren van enquêtes, enquêtevragen en -instellingen. Enquêtes verschillen ook op de volgende manieren van toetsen:

•

Er kunnen geen punten worden toegekend aan vragen in enquêtes.

•

Enquêtes kunnen geen willekeurige blokken met vragen bevatten.

•

Cursusleiders kunnen studenten geen feedback geven.

•

Er kan geen cijfer worden gegeven aan enquêtes.

•

Vragen in enquêtes kunnen niet worden ingedeeld in categorieën.

•

In een enquête kunnen vragen worden geïmporteerd. Vragen die worden geïmporteerd in een enquête, mogen geen juiste en onjuiste antwoorden bevatten.

Instellingen voor het maken van enquêtes De instellingen voor het maken van enquêtes werken op dezelfde manier als de Instellingen voor het maken van toetsen. Het enige verschil is dat de opties Categorieën aan vragen toevoegen en Standaardpuntwaarden voor vragen opgeven ontbreken. Resultaten van enquêtes Cursusleiders kunnen de resultaten van enquêtes bekijken via de pagina Beoordelingsstatistieken. Op deze pagina wordt met een percentage aangegeven hoe studenten de vragen in de enquête hebben beantwoord.


Pagina 350 van 425



POOLBEHEER Overzicht Met Poolbeheer kunnen cursusleiders vragen opslaan voor herhaald gebruik. Cursusleiders kunnen nieuwe vragen maken die zij kunnen opnemen in pools en vragen toevoegen die in andere toetsen of pools zijn gemaakt. Via Poolbeheer kunt u pools van andere cursussen importeren. Met uitzondering van kleine tekstwijzigingen, zoals het corrigeren van typefouten, mag een pool niet worden gewijzigd als studenten al zijn begonnen met een beoordeling waarvoor vragen uit de pool zijn gehaald. OPMERKING: bij het maken van vragenpools voor enquêtes moeten cursusleiders de correcte antwoorden toevoegen, net zoals bij het maken van toetsvragen. Deze antwoorden worden genegeerd op het moment dat de vraag wordt gekopieerd naar een enquête. Locatie van pagina Klik op Pool beheer onder Beoordeling in het configuratiescherm om de pagina Poolbeheer te openen. Functies Poolbeheer werkt op dezelfde manier als Toetsbeheer en bevat precies dezelfde opties voor het maken en beheren van pools. Het verschil tussen pools en toetsen is dat toetsen kunnen worden toegevoegd aan cursusgebieden die gebruikers kunnen weergeven en invullen. Pools bevatten vragen die in een toets kunnen worden opgenomen. Poolvragen kunnen niet aan studenten worden aangeboden, tenzij ze zijn geïntegreerd in een toets. Pools verschillen ook op de volgende manieren van toetsen:

•

Er kunnen geen willekeurige blokken worden toegevoegd aan pools.

•

Aan poolvragen zijn geen puntwaarden gekoppeld. Op het moment dat een poolvraag aan een toets wordt gekoppeld, kan de cursusleider een puntwaarde toekennen.

•

U kunt een bestand met poolvragen importeren vanuit de pagina Poolbeheer door Importeren te selecteren.

•

U kunt een bestand met poolvragen exporteren vanuit de pagina Poolbeheer door Exporteren te selecteren. De geëxporteerde pool wordt ingepakt in een zip-bestand. Na het exporteren van een pool mogen er geen vragen meer aan toe worden gevoegd.

Instellingen voor het maken van pools De instellingen voor het maken van pools werken op dezelfde manier als de Instellingen voor het maken van toetsen. Het enige verschil is dat de optie Standaardpuntwaarden voor vragen opgeven ontbreekt. Aan poolvragen worden geen scores toegekend totdat deze aan een toets worden toegevoegd. Waarschuwing


Pagina 351 van 425



Als er vragen uit een pool worden geselecteerd om te worden opgenomen in een toets, worden er voor die vragen koppelingen gecreëerd tussen de toets en de pool. Cursusleiders mogen geen wijzigingen aan de poolvragen in de toets aanbrengen nadat studenten zijn begonnen met het maken van de toets. Er wordt een waarschuwing weergegeven als studenten de toets aan het maken zijn of al hebben gemaakt op het moment dat Wijzigen wordt geselecteerd in Poolbeheer. Bepaalde delen van de vragen kunnen niet worden gewijzigd als de toets al door studenten is gemaakt. Als de cursusleider een poolvraag wijzigt nadat een student een toets heeft verzonden waarin deze vraag was opgenomen, ziet de student de nieuwe, gewijzigde vraag als deze het cijfer en de feedback weergeeft. De oorspronkelijke vraag wordt niet weergegeven. Pool exporteren U kunt een vragenpool exporteren door Exporteren te selecteren op de pagina Poolbeheer. De geëxporteerde pool wordt ingepakt in een zip-bestand. Na het exporteren van een pool mogen er geen vragen meer aan toe worden gevoegd. Cursusleiders kunnen een vragenpool exporteren naar hun lokale computer of naar Blackboard Content System (als dit beschikbaar is). Als Blackboard Content System niet beschikbaar is, wordt cursusleiders gevraagd de pool op hun lokale computer op te slaan wanneer ze Exporteren selecteren. Als cursusleiders kiezen om de pool te exporteren naar Blackboard Content System, moeten ze een bestemming invoeren door een geldig pad te typen of op Bladeren te klikken. Als ze op Bladeren klikken, wordt Blackboard Content System in een nieuw venster geopend. Cursusleiders kunnen elke map selecteren waarvoor ze over de machtiging Schrijven beschikken. Het is niet mogelijk een pool te exporteren naar een bestaand bestand, zodat alleen mappen binnen Blackboard Content System kunnen worden geselecteerd. Als een cursusleider handmatig een pad naar Blackboard Content System invoert zonder te beschikken over de machtiging Schrijven voor dat pad, wordt een foutbericht weergegeven. Als door het exporteren van een pool de quota van het doelpad wordt overschreden, wordt een foutbericht weergegeven en wordt er niet geëxporteerd. OPMERKING: Blackboard Content System-doelpaden die handmatig worden ingevoerd, zijn hoofdlettergevoelig.


Pagina 352 van 425



POOL IMPORTEREN Overzicht Cursusleiders kunnen een pool met vragen importeren voor gebruik in toetsen. Pools worden geëxporteerd uit Blackboard Learning System en geïmporteerd als ZIP-pakket. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Pool importeren te openen. 1.

Selecteer Poolbeheer onder Beoordelingen in het configuratiescherm.

2.

Klik op Importeren op de actiebalk.

Veld Cursusleiders kunnen een pool importeren vanaf hun lokale computer of vanuit Blackboard Content System, indien beschikbaar. Cursusleiders kunnen handmatig een pad invoeren in het veld Lokaal bestand bijvoegen of in het veld Bestand kopiëren van Content System. Cursusleiders kunnen ook op de knop Bladeren naast een veld klikken om de juiste locatie van het pakketbestand te selecteren. Als de cursusleider zowel een lokaal pad als een pad naar Blackboard Content System invoert, wordt een foutbericht weergegeven. Als de cursusleider op Bladeren klikt naast Bestand kopiëren van Content System, wordt Blackboard Content System geopend in een nieuw venster. Selecteer het juiste pakketbestand en klik op Verzenden. Er kunnen geen mappen worden geselecteerd en er worden alleen bestanden weergegeven waarvoor de cursusleider beschikt over de machtiging Lezen.


Pagina 353 van 425



CIJFERLIJST CIJFERLIJST Overzicht In de cijferlijst worden alle cijfers van toetsen en opdrachten weergegeven die een student heeft gemaakt. In de cijferlijst vindt u ook scorecijfers voor werk dat buiten Blackboard Learning System is voltooid. Cursusleiders kunnen via de cijferlijst ook de resultaten van enquêtes bekijken. De cijferlijst wordt geopend op de pagina Werkbladweergave cijferlijst. Op het werkblad staan de studenten in rijen en de toegekende cijfers in kolommen. U kunt alle functies van de cijferlijst openen via het werkblad. De items in de cijferlijst zijn in categorieën verdeeld. Cursusleiders kunnen het volgende doen:

•

Items sorteren en filteren op categorie. De cursusleider kan bijvoorbeeld uitsluitend de items in de examencategorie op de pagina Werkbladweergave weergeven.

•

Bepaalde categorieën een ander gewicht geven. De cursusleider kan bepalen dat items in de huiswerkcategorie minder zwaar meetellen dan items in de examencategorie. OPMERKING: beoordelingen die niet door studenten kunnen worden bekeken, staan niet in de cijferlijst.

Locatie van pagina Klik op Cijferlijst onder Beoordeling in het configuratiescherm om de cijferlijst te openen. Functies De pagina Werkbladweergave cijferlijst bevat de volgende functies. H AN DELIN G . . .

K LIK

Een cijferlijstitem toevoegen

Item toevoegen. De pagina Cijferlijst toevoegen/wijzigen wordt weergegeven.

Items beheren

Items beheren. De pagina Items beheren wordt weergegeven.

De weergave en opties van het werkblad wijzigen

Cijferlijstinstellingen. De pagina Cijferlijstinstellingen wordt weergegeven.

Gewogen berekeningen beheren

Cijfers wegen. De pagina Cijfers wegen wordt weergegeven.

Cijfers downloaden

Cijfers downloaden. De pagina Cijferlijst downloaden wordt weergegeven.

Cijfers uploaden

Cijfers uploaden. De pagina Cijferlijst uploaden wordt weergegeven.

Een cijfer wijzigen

het cijfer dat moet worden aangepast. De pagina Cijfers weergeven wordt weergegeven.


OP

...

Pagina 354 van 425



H AN DELIN G . . .

K LIK

De gegevens van een beoordeling weergeven en wijzigen

de beoordelingsnaam. De pagina Itemopties wordt weergegeven.

De gegevens van een opdracht weergeven en wijzigen

de opdrachtnaam. De pagina Itemopties wordt weergegeven.

Statistieken weergeven voor een bepaalde gebruiker

de gebruikersnaam. De pagina Gebruikersopties wordt weergegeven.

Items sorteren

een optie in de keuzelijst Items sorteren op: om items te sorteren op:

OP

...

•

Categorie

•

Toegevoegd op

•

Positie

•

Titel

Klik op Start. Een specifieke categorie cijferlijstitems weergeven

een optie in de keuzelijst Items filteren op categorie: en klik vervolgens op Start. Op de werkbladweergave worden uitsluitend items van dat type weergegeven.

Cijferlijstlegenda Voor elke student wordt voor elk cijferlijstitem een bepaalde waarde toegekend. Als deze waarde geen beoordeling vertegenwoordigt, kan het een van de volgende symbolen zijn:

•

Hangslot: wordt uitgevoerd. Een student heeft de beoordeling of de opdracht momenteel in gebruik.

•

Streepje: geen informatie. Een student heeft de beoordeling niet gemaakt of de opdracht niet verzonden.

•

Uitroepteken: cijfer nodig. Het item is door de student ingezonden en moet door de cursusleider worden gecontroleerd. Toetsen met open vragen krijgen dit symbool als ze worden ingezonden.

•

Vraagteken: cijferlijstfout.

•

Markeringsteken: item is door de student voltooid.

•

Sterretje: item is niet zichtbaar.


Pagina 355 van 425



CIJFERLIJSTITEM TOEVOEGEN/WIJZIGEN Overzicht Vanaf de pagina Cijferlijstitem toevoegen/wijzigen kunt u cijferlijstitems toevoegen of wijzigen. Cursusleiders kunnen items en cijfers aan de cijferlijst toevoegen voor werk dat buiten Blackboard Learning System is gedaan. Als studenten bijvoorbeeld een project handmatig inleveren, kan de cursusleider dit item en alle bijbehorende cijfers toevoegen aan de cijferlijst. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijferlijstitem toevoegen/wijzigen te openen. 1.

Selecteer Cijferlijst onder Beoordelingen in het configuratiescherm.

2.

Selecteer Item toevoegen. OF

3.


4.

Selecteer de naam van een cijferlijstitem.

5.

Klik op Itemgegevens op de pagina Itemopties.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cijferlijstitem toevoegen/wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Itemgegevens Itemnaam [v]

Geef een titel op voor het nieuwe cijferlijstitem. Wanneer u een itemnaam wijzigt bij het bewerken van een opdracht of een beoordeling die in de cursus is gemaakt, verandert alleen de itemnaam in de cijferlijst. Als u wilt dat studenten de nieuwe naam zien, moet u de naam ook wijzigen in het cursusgebied waar het item voorkomt.

Categorie

Selecteer een categorie in de keuzelijst, zoals Huiswerk of Vragenlijst.

Beschrijving

Geef een beschrijving op van het cijferlijstitem.

Einddatum

Selecteer een datum voor het cijferlijstitem in de keuzelijst of klik op het kalenderpictogram en kies een datum. Deze datum kan worden gebruikt in het systeem voor vroege waarschuwing om een waarschuwing te genereren als een opdracht of beoordeling niet is verzonden voor de vervaldatum.


Geef het maximum aantal punten op dat voor dit item kan worden behaald.

Weergeven als

Selecteer in de keuzelijst hoe het cijfer moet worden weergegeven.


Pagina 356 van 425



Score toekennen aan pogingen met

Selecteer de score die is gebruikt in de cijferlijst voor deze beoordeling.

Opties Item beschikbaar maken voor gebruikers

Selecteer Ja zodat studenten het item kunnen bekijken.

Item opnemen in scoreberekeningen voor de cijferlijst

Selecteer Ja om dit item op te nemen in de berekeningen voor de cijferlijst. Selecteer Nee als u dit item niet wilt opnemen in de berekening van de totaalkolom.

Opmerkingen Cursusleiders kunnen opmerkingen toevoegen aan elke poging waaraan puntenaantal is toegekend. Opmerkingen worden weergegeven aan studenten wanneer deze hun cijfers controleren. Bovendien zijn alle beoordelingen die middels Blackboard zijn gegenereerd, beschikbaar voor opmerkingen terwijl de beoordeling wordt gemaakt of nadat deze is voltooid. Handmatige cijfers moeten echter worden ingevoerd om er een opmerking aan te kunnen toevoegen. Ga als volgt te werk als u een opmerking wilt toevoegen: 1.

Ga naar de pagina Cijfer wijzigen door op een cijfer, koppelteken of vergrendelingssymbool in het werkblad met de cijferlijst te klikken.

2.

Selecteer Wijzigen Opmerkingen op de pagina Cijfer wijzigen om een opmerking toe te voegen of te wijzigen. Zorg ervoor dat pop-upblokkeringen zijn uitgeschakeld.

Of 1.

Klik op een opdracht.

2.

Ga naar de pagina Itemopties en selecteer Cijferlijst van item.

3.

Selecteer Opmerkingen wijzigen.


Pagina 357 van 425



ITEMS BEHEREN Overzicht Op de pagina Items beheren kan de cursusleider cijferlijstitems wijzigen en de volgorde bepalen waarin de items in de cijferlijst worden weergegeven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Items beheren te openen. 1.


2.

Selecteer Items beheren.

Functies De pagina Items beheren bevat de volgende functies. H AN DELIN G . . .

K LIK

De volgorde instellen voor items die op de pagina Werkbladweergave cijferlijst worden weergegeven

de keuzelijst naast de naam van elk item en kies de gewenste volgorde.

Cijferlijstitem wijzigen

Wijzigen. De pagina Cijferlijstitem toevoegen/wijzigen wordt weergegeven.

Cijferlijstitem verwijderen

Verwijderen. U krijgt een waarschuwing. Het verwijderen van een cijferlijstitem kan niet ongedaan worden gemaakt.

Een cijferlijstitem toevoegen

Item toevoegen. De pagina Cijferlijstitem toevoegen/wijzigen wordt weergegeven.

OP

...

Items verwijderen Items die naar de cijferlijst zijn geladen of rechtstreeks in de cijferlijst zijn geplaatst, kunnen vanaf deze pagina worden verwijderd. Items die in Blackboard Learning System zijn gemaakt, zoals toetsen, enquêtes en opdrachten, moeten worden verwijderd vanuit het gebied waar ze zijn gemaakt. Zo moet een toets die in Blackboard Learning System is gemaakt, worden verwijderd vanuit Toetsbeheer.


Pagina 358 van 425



WERKBLADINSTELLINGEN Overzicht Op de pagina Werkbladinstellingen kan een cursusleider de studentgegevens aanpassen die in de cijferlijst worden weergegeven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Werkbladinstellingen te openen. 1.

Selecteer Cijferlijst in het configuratiescherm.

2.

Klik op Cijferlijstinstellingen.

3.

Klik op Werkbladinstellingen.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Werkbladinstellingen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Opties Naam: Achternaam, voornaam

Schakel dit selectievakje in als u eerst de achternaam en daarna de voornaam van studenten wilt weergeven.

Naam: Voornaam, achternaam

Schakel dit selectievakje in als u eerst de voornaam en daarna de achternaam van studenten wilt weergeven.

Gebruikersnaam

Schakel dit selectievakje in als u gebruikersnamen op het werkblad wilt weergeven.

Student-ID

Schakel dit selectievakje in als u student-ID’s op het werkblad wilt weergeven.

OPMERKING: u kunt meer dan één selectievakje inschakelen. Cursusleiders kunnen bijvoorbeeld kiezen om zowel de naam van de student als de gebruikersnaam op het werkblad op te nemen. Houd Ctrl ingedrukt als u meer dan één optie wilt selecteren. Houd rekening met het feit dat met de filter op het werkblad wordt gefilterd op achternaam, ook als de achternaam van gebruikers niet wordt weergegeven.


Pagina 359 van 425



CATEGORIEËN BEHEREN Overzicht Op de pagina Categorieën beheren worden categorieën en beschrijvingen van categorieën in de cijferlijst weergegeven. Cursusleiders kunnen nieuwe cijferlijstcategorieën maken. Categorieën kunnen worden gebruikt bij het wegen van cijfers. Aan items in de examencategorie kunt u bijvoorbeeld een groter gewicht toekennen dan aan items in de beoordelingscategorie. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Categorieën beheren te openen. 1.


2.


3.

Klik op Cijferlijstcategorieën beheren.


K LIK

Categorie toevoegen

Categorie toevoegen. De pagina Itemcategorie maken/wijzigen wordt weergegeven. Op de pagina Categorie toevoegen kunt u nieuwe categorieën invoeren.

Categorie wijzigen

Wijzigen. De pagina Itemcategorie maken/wijzigen wordt weergegeven. Op de pagina Categorie wijzigen kunt u de naam en de beschrijving van de categorie wijzigen.

Categorie verwijderen

Verwijderen. U krijgt een waarschuwing. Het verwijderen van een categorie kan niet ongedaan worden gemaakt.

OP

...

OPMERKING: u kunt categorieën die zijn opgenomen in Blackboard Learning System, niet wijzigen of verwijderen.


Pagina 360 van 425



ITEMCATEGORIE MAKEN/WIJZIGEN Overzicht Cursusleiders kunnen op de pagina Categorieën beheren nieuwe cijferlijstcategorieën maken of wijzigingen aanbrengen in bestaande categorieën. Op de pagina Itemcategorie toevoegen/wijzigen kunt u categorieën toevoegen aan de cijferlijst of categorieën wijzigen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Itemcategorie toevoegen/wijzigen te openen. 1.


2.


3.

Klik op Cijferlijstcategorieën beheren.

4.

Klik op Categorie toevoegen.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Itemcategorie toevoegen/wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Categoriegegevens Naam [v]

Geef de naam op van de cijferlijstcategorie.

Beschrijving

Geef een beschrijving op van de cijferlijstcategorie.


Pagina 361 van 425



WEERGAVEOPTIES BEHEREN Overzicht Cursusleiders kunnen op de pagina Weergaveopties beheren wijzigingen aanbrengen in de weergaveopties. Met de weergaveopties bepaalt u de schaal voor de weergave van de cijfers. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Weergaveopties beheren te openen. 1.


2.


3.

Klik op Weergaveopties beheren.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Weergaveopties beheren. H AN DELIN G . . .

K LIK

Een cijferweergaveoptie toevoegen

Weergaveoptie toevoegen. De pagina Cijferweergaveopties toevoegen/wijzigen wordt weergegeven. Op de pagina Cijferweergaveopties toevoegen/wijzigen kunt u nieuwe opties maken en een naam, symbolen en waarden toevoegen.

Een cijferweergaveoptie wijzigen

Wijzigen. Op de pagina Cijferweergaveopties toevoegen/wijzigen wordt alle huidige informatie weergegeven. U kunt op de pagina Cijferweergaveopties de naam, symbolen en waarden wijzigen. U kunt de weergaveopties voor de score en het percentage niet wijzigen.

Een cijferweergaveoptie kopiëren

Kopiëren. De pagina Weergaveopties wordt weergegeven met alle informatie ingevuld. U kunt de kopie wijzigen door Wijzigen te selecteren. U kunt de weergaveopties voor de score en het percentage niet kopiëren.

Een cijferweergaveoptie verwijderen

Verwijderen. Er wordt een waarschuwingsvenster weergegeven. Het verwijderen van een categorie kan niet ongedaan worden gemaakt. U kunt weergaveopties die zijn opgenomen in Blackboard Learning System, niet verwijderen. Er is dan ook geen knop Verwijderen voor deze opties beschikbaar.

OP

...

Cijferweergaveopties De volgende cijferweergaveopties zijn opgenomen in Blackboard Learning System: Score - Score is de globale score van de student. Deze score is beperkt tot 6 cijfers. bijvoorbeeld 100,00 of 123456.


Pagina 362 van 425



Percentage - Percentage wordt berekend met behulp van de volgende berekening: (globale score/mogelijke punten) * 100 Letter - Letter is een beoordeling in de vorm van een letter, die staat voor een specifiek bereik van percentages. A staat bijvoorbeeld voor 94% tot 97%. In Blackboard Learning System zijn de volgende letterbeoordelingen ingebouwd. Op de pagina Cijferweergaveopties wijzigen kunnen cursusleiders deze opties wijzigen.

•

97% tot 100% (of hoger) = A+

•

94% tot 97% = A

•

90% tot 94% = A-

•

87% tot 90% = B+

•

84% tot 87% = B

•

80% tot 84% = B-

•

77% tot 80% = C+

•

74% tot 77% = C

•

70% tot 74% = C-

•

67% tot 70% = D+

•

64% tot 67% = D

•

60% tot 64% = D-

•

59% of lager = F

Tekst - Met de optie Tekst kan een cursusleider een willekeurige tekenreeks opgeven als score voor een cijferlijstitem. Er is geen sprake van een berekenbare waarde. Van scores die als tekst worden opgegeven, kan geen numeriek bereik worden gemaakt. U kunt deze weergaveoptie niet kopiëren en u kunt evenmin de mogelijke waarden wijzigen. Voltooid/niet voltooid - Deze optie geeft aan dat een student een item heeft voltooid. Het is de standaardoptie voor enquêtes.


Pagina 363 van 425



CIJFERWEERGAVEOPTIES MAKEN/WIJZIGEN Overzicht Cursusleiders kunnen opties voor de weergave van cijfers in de cijferlijst toevoegen en wijzigen op de pagina Cijferweergaveopties toevoegen/wijzigen. Zo kan een cursusleider een bepaald cijferbereik koppelen aan een letter, of nieuwe cijferweergaven maken, zoals voldoende/onvoldoende. Cijferweergaveopties zijn hoofdlettergevoelig. Een A en een a hebben in de cijferlijst een verschillende betekenis. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijferweergaveopties toevoegen/wijzigen te openen. 1.


2.


3.

Klik op Cijferweergaveopties beheren.

4.

Selecteer Weergaveoptie toevoegen.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cijferweergaveopties toevoegen/wijzigen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Naam Naam [v]

Geef een naam op voor de nieuwe cijferweergaveoptie.

Symbolen en waarden toevoegen Items waaraan automatisch een cijfer is toegekend van

Geef de numerieke waarden op voor het bereik van elk cijfer. Het systeem behandelt de numerieke waarden binnen elk bereik op dezelfde wijze.

Items waaraan handmatig een cijfer is toegekend dat is ingevoerd als

Geef het symbool op dat de cursusleider gebruikt om handmatig cijfers toe te kennen. Elk symbool correspondeert met het bereik van de automatisch toegekende cijfers.

Worden berekend als

Geef een numerieke waarde op voor elk symbool in de kolom voor handmatig toegekende cijfers. Het cijfer in deze rij wordt gebruikt bij de berekeningen voor de cijferlijst, zoals voor het eindcijfer en gewogen berekeningen.

Toevoegen

Klik op Toevoegen om een rij toe te voegen in het gedeelte Symbolen en waarden toevoegen.

Verwijderen

Klik op Verwijderen om een rij te verwijderen in het gedeelte Symbolen en waarden toevoegen.


Pagina 364 van 425



CIJFERS WEGEN Overzicht Cursusleiders kunnen elk cijferlijstitem een bepaald gewicht geven om een eindcijfer te bepalen. Het cijfer van een eindtentamen kan bijvoorbeeld 25 procent uitmaken van het eindcijfer, terwijl een vragenlijst niet meer dan 10 procent waard is. Cursusleiders kunnen het gewicht van cijfers aanpassen volgens categorie of item. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijfers wegen te openen. 1.


2.

Selecteer Cijfers wegen.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cijfers wegen. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Wegingsfactor Wegingsfactor op categorie

Klik op Wegingsfactor op categorie om cijfers op categorie te wegen. Alle opdrachten krijgen bijvoorbeeld een bepaald gewicht, terwijl alle vragenlijsten een ander gewicht kunnen krijgen. Geef het percentage voor het gewicht van elke categorie op in de vakjes aan de rechterkant.

Wegingsfactor op item

Klik op Wegingsfactor op item om cijfers te wegen op grond van de naam die in de cijferlijst wordt weergegeven. Een tussentijds tentamen kan bijvoorbeeld een ander gewicht krijgen dan het eindtentamen. Geef het percentage voor het gewicht van elk item op in de vakjes aan de rechterkant.

Gewogen totaal Bij het wegen van cijfers is de volgende informatie van belang:

•

Cijferlijstitems die nog niet door een student zijn voltooid, worden meegewogen. Cursusleiders kunnen items uitsluiten van de berekeningen op de pagina Cijferlijstitem toevoegen/wijzigen.

•

De percentages in de gekozen optie (Wegingsfactor op categorie of Wegingsfactor op optie) moeten samen 100 procent zijn. Als de som van de percentages niet 100 procent is, krijgt u een foutmelding.


Pagina 365 van 425


•


Als een item een gewicht van 0 procent heeft, wordt dit item niet meegerekend in de cijferweging. Dit kan zich voordoen als een nieuw cijferlijstitem wordt toegevoegd en er geen percentage voor dit item in de kolom Wegingsfactor op item wordt opgegeven.

Wanneer u Wegingsfactor op categorie selecteert, is de volgende informatie van toepassing:

•

Elk item in een categorie krijgt hetzelfde gewicht, ongeacht het puntentotaal. Als vragenlijsten als categorie bijvoorbeeld 25% waard zijn, telt een vragenlijst die 50 punten oplevert niet zwaarder mee dan een vragenlijst die 15 punten oplevert.

•

Het gewicht voor elk item wordt berekend door het gewicht voor de categorie te delen door het aantal items in die categorie.

•

Het aantal items in de categorie is het aantal items dat de cursusleider in de categorie heeft geplaatst. Als vragenlijsten een gewicht hebben van 100% en een student legt een tentamen af met een maximale score, is zijn of haar gewogen totaal 100%. Als de cursusleider een tweede vragenlijst toevoegt, zakt het gewogen totaal van de student naar 50%, aangezien het gewicht voor elk item door twee wordt gedeeld. De score voor de tweede vragenlijst is 0, aangezien de student het tweede tentamen nog niet heeft afgelegd.


Pagina 366 van 425



TOTAAL EN GEWOGEN TOTAAL BEREKENEN IN DE CIJFERLIJST Informatie over totalen Huidige cijferlijstberekeningen voor het totaal en gewogen totaal bevatten items waarvoor nog geen punten zijn behaald. Zo wordt bijvoorbeeld het cijfer voor een cursus bepaald door twee toetsen die gelijk worden gewogen. Met behulp van de huidige cijferlijstinstellingen behaalt een student met een score van 90 procent voor de eerste vragenlijst een gewogen totaal van 45 procent. Dit geeft aan dat de student een score van ten minste 45 procent heeft behaald in de cursus. Application Pack 3 bevat een nieuwe optie waarmee items waarvoor geen cijfer is gegeven, niet worden meegenomen bij het berekenen van het totaal en het gewogen totaal. In het bovenstaande voorbeeld zou de score van de student dan 90 procent zijn. Wanneer items zonder cijfer worden genegeerd, worden de kolomnamen Totaal en Gewogen totaal in de cijferlijst gewijzigd in Voorlopig totaal en Voorlopig gewogen totaal. Totaal en gewogen totaal berekenen In de onderstaande tabel wordt beschreven hoe de voortgang van een student wordt berekend in de cijferlijst. Voorlopig totaal en Voorlopig gewogen totaal worden berekend zonder items op te nemen waarvoor geen cijfer is gegeven. B EREKEND W EGINGSFACTOR W EERGAVEOP TIE / ITEM

BEREKENING

F ORMULE

Totaal en Voorlopig totaal


∑ (Item.PointsPossible)

Totaal

Score

∑ (Item.Attempt.PointsGiven)

Voorlopig totaal Totaal

Score

Gelijk aan Totaal hierboven

Percentage

∑ (Item.Attempt.PointsGiven) ∑ (Item.PointsPossible)

Voorlopig totaal

Percentage

∑ (Item.Attempt.PointsGiven) ∑ (Item.PointsPossible zonder items waarbij Attempt.PointsGiven=NULL)

Item


∑ (Item.PointsPossible * Item.Weight)

Categorie


∑ (Item.PointsPossible * Category.Weight)

Gewogen totaal en Voorlopig gewogen totaal Gewogen totaal en Voorlopig gewogen totaal


/ /

Pagina 367 van 425



B EREKEND W EGINGSFACTOR W EERGAVEOP TIE / ITEM

BEREKENING

F ORMULE ∑ (Item.Attempt.PointsGiven * Item.Weight) ∑ (Category1.Attempt.PointsGiven) * Category1.Weight + ∑ (Category2.Attempt.PointsGiven) * Category2.Weight + ∑ (Category3.Attempt.PointsGiven) * Category3.Weight + Gelijk aan item Gewogen totaal hierboven

Gewogen totaal Gewogen totaal

Item

Score

Categorie

Score

Voorlopig gewogen totaal Voorlopig gewogen totaal Gewogen totaal

Item

Score

Categorie

Score

Gelijk aan categorie Gewogen totaal hierboven

Item

Percentage

∑ [ (Item.Attempt.PointsGiven Item.PointsPossible) * Item.Weight]

/

/

∑ (Item.Weight) Gewogen totaal

Categorie

Percentage

∑ [ (Item.Attempt.PointsGiven Item.PointsPossible) * (Category.Weight / Category.Number-Of-Items) ]

/

/ Voorlopig gewogen totaal

Voorlopig gewogen totaal

Item

Percentage

∑ (Category.Weight)

∑ [ (Item.Attempt.PointsGiven Item.PointsPossible) * Item.Weight]

/

/ Categorie

Percentage

∑ (Item.Weight zonder items waarbij Attempt.PointsGiven=NULL)

∑ [ (Item.Attempt.PointsGiven Item.PointsPossible) * (Category.Weight / Category.Number-Of-NonNULLItems) ]

/

/

∑ (Category.Weight zonder ALLE items waarbij Attempt.PointsGiven=NULL) De tabel geeft aan dat bij berekening op basis van Mogelijk aantal punten het negeren van items waarvoor geen cijfer is gegeven geen effect heeft. TIP: Voorlopig totaal en Voorlopig gewogen totaal moeten gebruikmaken van de weergaveoptie met percentages of symbolen als u items wilt negeren waarvoor geen cijfer is gegeven. Hierdoor worden de prestaties van de student alleen weergegeven met betrekking tot voltooide items.


Pagina 368 van 425



Totaal of Gewogen totaal instellen zodat items waarvoor geen cijfer is gegeven, worden genegeerd De mogelijkheid items waarvoor geen cijfer is gegeven te negeren, is niet beschikbaar in alle cursussen. De beheerder moet de functie eerst inschakelen. In bestaande cursussen worden items waarvoor geen cijfer is gegeven, opgenomen totdat deze functie in de specifieke cursus is ingeschakeld. Nadat de optie beschikbaar is, volgt u de onderstaande stappen om de cijferlijst zo in te stellen dat items waarvoor geen cijfer is gegeven, worden genegeerd. 1.

Open de cijferlijst.

2.

Klik op Totaal of Gewogen totaal. Nadat u de ene optie hebt ingesteld op het negeren of opnemen van items waarvoor geen cijfer is gegeven, moet u de volgende optie ook instellen.

3.

Klik op Itemgegevens.

4.

Selecteer Ja of Nee voor Pogingen zonder puntenaantal negeren.

Voorbeeld van een berekening waarbij items waarvoor geen cijfer is gegeven, worden genegeerd Het onderstaande voorbeeld toont het effect van het negeren van items waarvoor geen cijfer is gegeven op de vastgelegde voortgang van een student in een cursus. Houd rekening met het volgende:

•

Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van vier vragenlijsten, twee toetsen, een paper en een eindtentamen.

•

Het eindcijfer wordt bepaald door de scores van alle cijferlijstitems bij elkaar op te tellen en deze te wegen op type. Vragenlijsten zijn in totaal 20 procent waard. Toetsen zijn 20 procent waard. De paper is 20 procent waard. Het eindtentamen is 30 procent waard.

•

De cijferlijst geeft scores weer als percentages.

•

In de onderstaande tabellen zijn de cijfers opgenomen in chronologische volgorde. Percentage zijn afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.

De onderstaande tabel bevat het Totaal en Gewogen totaal dat wordt weergegeven nadat elke opdracht is voltooid. Items waarvoor geen cijfer is gegeven, zijn opgenomen in de berekening. De formules voor het generen van Totaal en Gewogen totaal zijn:

•

•

Totaal: ∑ (Item.Attempt.PointsGiven) (Item.PointsPossible)

/

∑

Gewogen totaal: ∑ [ (Item.Attempt.PointsGiven / Item.PointsPossible) * (Category.Weight / Category.NumberOf-Items) ]

/

∑ (Category.Weight)

C IJFE RLI JSTITEM

C IJFE R

T OTAAL

G EWOGEN

Vragenlijst 1

85

10%

4%

Vragenlijst 2

90

22%

9%

Toets 1

88

33%

18%

Vragenlijst 3

75

42%

21%

Vragenlijst 4

80

52%

25%

Paper

90

63%

52%


TO TAAL

Pagina 369 van 425



C IJFE RLI JSTITEM

C IJFE R

T OTAAL

G EWOGEN

Toets 2

80

73%

60%

Eindtentamen

92

85%

88%

Eindcijfer

TO TAAL

88%

De onderstaande tabel bevat het Voorlopig totaal en Voorlopig gewogen totaal dat wordt weergegeven nadat elke opdracht is voltooid. Houd er rekening mee dat items waarvoor geen cijfer is gegeven, zijn opgenomen in de berekening. De formules voor het generen van Totaal en Gewogen totaal zijn:

• •

/

Voorlopig totaal: ∑ (Item.Attempt.PointsGiven) (Item.PointsPossible zonder lege waarden)

∑

Voorlopig gewogen totaal: ∑ [ (Item.Attempt.PointsGiven / Item.PointsPossible) * (Category.Weight / Category.NumberOf-NonNULL-Items) ] / ∑ (Category.Weight zonder ALLE items waarbij Attempt.PointsGiven=NULL)

C IJFE RLI JSTITEM

C IJFE R

V OOR LOPIG

TOTAAL

V OOR LOPIG GEWOGEN TO TAAL

Vragenlijst 1

85

85%

85%

Vragenlijst 2

90

88%

88%

Toets 1

88

88%

88%

Vragenlijst 3

75

84%

86%

Vragenlijst 4

80

84%

85%

Paper

90

85%

87%

Toets 2

80

84%

86%

Eindtentamen

92

85%

88%

Eindcijfer

88%

Voor meer inzicht in cijferlijstberekeningen wordt hier getoond hoe het Voorlopig gewogen totaal wordt berekend nadat de student een cijfer heeft gekregen voor de paper. De formule voor het berekenen van het Voorlopig gewogen totaal is: ∑ [ (Item.Attempt.PointsGiven / Item.PointsPossible) * (Category.Weight / Category.Number-Of-NonNULL-Items)] / ∑ (Category.Weight zonder ALLE items waarbij Attempt.PointsGiven=NULL) V1: [(85/100) * (,2/4)] = ,0425 V2: [(90/100) * (,2/4)] = ,045 T1: [(88/100) * (,2/1)] = ,176

V3: [(75/100) * (,2/4)] = ,0375


Pagina 370 van 425



V2: [(80/100) * (,2/4)] = ,04 P:

Som

[(90/100) * (,3/1)] = ,27

Voorlopig totaal

= ,611

= ,611/,7 = ,873


Pagina 371 van 425



CIJFERLIJST DOWNLOADEN Overzicht Cursusleiders kunnen een cijferlijst downloaden en opslaan als csv-bestand (door komma’s gescheiden waarden) voor gebruik in een werkbladprogramma. U kunt dit bestand, of de cijferlijstitems in dit bestand, op een later tijdstip uploaden naar een cijferlijst. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijferlijst downloaden te openen. 1.


2.

Selecteer Cijfers downloaden.

Cijferlijst downloaden Klik op Downloaden en geef aan waar u het cijferlijstbestand wilt opslaan. Bij het downloaden van een cijferlijst gaan geen cijferlijstgegevens verloren. OPMERKING: de kolommen met het totaal en het gewogen totaal worden in het gedownloade cijferlijstbestand opgenomen. Deze kolommen worden bij het uploaden van een cijferlijst echter niet opgenomen aangezien ze worden gegenereerd op grond van berekeningen binnen de cijferlijst. De cursusleider kan de gegevens voor deze gebieden bewerken.


Pagina 372 van 425



CIJFERLIJST UPLOADEN Overzicht Cursusleiders kunnen via de pagina Cijferlijst uploaden cijferlijstgegevens uploaden naar Blackboard Learning System. Het uploaden van de cijferlijst mislukt als niet voor elke rij een gebruikersnaam aanwezig is. Bovendien kunnen gegevens voor een gebruikersnaam van een student die niet als gebruiker staat ingeschreven bij de Blackboard Learning System-cursus, niet in de cijferlijst worden verwerkt. Wijzigingen in de kolommen met voornamen en achternamen worden niet verwerkt. OPMERKING: cursusleiders kunnen het best een cijferlijst bewerken en uploaden die is gedownload vanuit Blackboard Learning System (Release 6 of een hogere versie). Het wordt niet aangeraden een nieuwe cijferlijst helemaal vanaf het begin te maken en vervolgens te uploaden. Daarnaast is het niet mogelijk om een cijferlijst te uploaden vanuit een vroegere versie van Blackboard Learning System, zoals Blackboard 5. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijferlijst uploaden te openen. 1.


2.

Klik op Cijferlijst uploaden.

Cijferlijst uploaden Klik op Bladeren om het bestand te selecteren dat u wilt uploaden naar de cijferlijst. De pagina Kolom kiezen om te importeren wordt weergegeven. Via deze pagina kan de cursusleider aangeven welk item hij of zij wil uploaden naar de cijferlijst. Wanneer de cijferlijst is geüpload, worden de bestaande cijfers niet automatisch overschreven of verwijderd. Op de volgende webpagina’s geeft de cursusleider aan welke gegevens hij of zij wil uploaden en overschrijven. Cijferlijsten kunnen worden geladen als csv-bestanden (met werkblad) of als tekstbestanden (kaartenbakken). Zorg ervoor dat bij het uploaden als tekstbestand de volgende indeling wordt gebruikt: ’Achternaam, voornaam (gebruikersnaam) | StudentID’,’item1’,’item2’,’test 4’,’enquête’,’Totaal’,’Gewogen totaal’ Houd er rekening mee dat de waarden van het totaal en het gewogen totaal niet als onderdeel van de upload worden verwerkt. Alleen de scores voor de afzonderlijke cijferlijstitems worden geladen. De gebruiker krijgt een melding als de naam van een kolom in het bronbestand niet overeenkomt met de naam van een kolom in het doelbestand. Na de melding kan de gebruiker beslissen of de bewerking al dan niet moet worden voortgezet. OPMERKING: de kolommen voor totaal en gewogen totaal kunnen niet in de upload van een cijferlijst worden opgenomen, omdat deze gegevens worden gegenereerd door berekeningen binnen de cijferlijst. De cursusleider kan de gegevens voor deze gebieden niet bewerken.


Pagina 373 van 425



KOLOM KIEZEN OM TE IMPORTEREN: ITEMS Overzicht Cursusleiders kunnen zelf selecteren welke items van een cijferlijstbestand ze willen uploaden naar Blackboard Learning System vanaf de pagina Kolom kiezen om te importeren. Cursusleiders kunnen ervoor kiezen een bestaand item te overschrijven of een nieuw cijferlijstitem te maken. In het eerste geval worden de cijfers van een student niet automatisch overschreven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Kolom kiezen om te importeren te openen. 1.


2.


3.

Selecteer op de pagina Cijferlijst uploaden het bestand dat u wilt uploaden en klik op Verzenden.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Kolom kiezen om te importeren. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Geïmporteerd item kiezen Selecteer de kolom in het bestand die u wilt uploaden naar de cijferlijst. Bestaand item kiezen Selecteer de kolom in de cijferlijst waar de naam van het geladen cijferlijstitem moet komen. Als u de informatie in een nieuwe kolom in de cijferlijst wilt zetten, kiest u Nieuw cijferlijstitem maken. Wanneer u Nieuw cijferlijstitem hebt geselecteerd, wordt de optie Cijferlijstitem wijzigen weergegeven. Functies Als u in Geïmporteerd item kiezen een cijferlijstitem naar een bestaand item uploadt, wordt uitsluitend de naam van het cijferlijstitem geladen en gewijzigd. De cursusleider bepaalt welke cijfers van een student worden geüpload en naar de pagina Kolom kiezen om te importeren: Studenten worden geschreven.


Pagina 374 van 425



KOLOM KIEZEN OM TE IMPORTEREN: STUDENTEN Overzicht Bij het uploaden van cijferlijstgegevens selecteren cursusleiders een of meer items in een cijferlijstbestand dat ze willen uploaden van de eerste pagina van Kolom kiezen om te importeren. Op de tweede pagina van Kolom kiezen om te importeren kiest de cursusleider welke studentgegevens uit het cijferlijstbestand worden geladen. Alleen de cijfers die op deze pagina worden geselecteerd, worden naar het doelbestand geladen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Kolom kiezen om te importeren: studenten te openen. 1.


2.


3.

Selecteer op de pagina Cijferlijst uploaden het bestand dat u wilt uploaden en klik op Verzenden.

4.

Selecteer het item in het bestand dat u wilt uploaden en klik op Verzenden.

Functies In de onderstaande tabel vindt u een beschrijving van de functies op de pagina Kolom kiezen om te importeren: Studenten. H AN DELIN G . . .

K LIK

Gegevens van een of meer studenten uploaden uit het bestand

de selectievakjes naast de namen van de studenten.

Gegevens van alle studenten in het bestand toevoegen aan de cijferlijst

Alles selecteren. Alle selectievakjes naast de namen van de studenten worden ingeschakeld.

Selectievakjes naast alle namen van de studenten uitschakelen

Geen. Alle selectievakjes naast de namen van de studenten worden uitgeschakeld.

De studenten selecteren van wie het selectievakje niet is ingeschakeld.

Omkeren. De selectievakjes van de geselecteerde studenten worden uitgeschakeld en die van de niet-geselecteerde studenten worden ingeschakeld.

OP

...


Pagina 375 van 425



CIJFER WIJZIGEN: BEOORDELING Overzicht Op de pagina Cijfer wijzigen kan een cursusleider het cijfer van een student wijzigen. Ook kan de cursusleider op deze pagina opmerkingen plaatsen voor de student. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijfer wijzigen: beoordeling te openen. 1.


2.

Selecteer een cijfer op het werkblad.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. Als meerdere pogingen zijn toegestaan voor het item, wordt elke poging opgenomen met dezelfde set opties. H AN DELIN G . . .

A C TIE . . .

Het cijfer wijzigen dat een student voor een beoordeling heeft gekregen

Geef het nieuwe cijfer op in het veld Cijfer. U kunt niet meer dan 6 cijfers in dit veld plaatsen, bijvoorbeeld 100,00 of 123456.

De gegevens weergeven van de beoordeling die de student heeft verzonden

Klik op Weergeven om de pagina Cijferbeoordeling: beoordelingsnaam te openen. Op deze pagina kan de cursusleider de antwoorden op toetsvragen bekijken die de student heeft ingezonden, evenals de correcte antwoorden. Ook kan de cursusleider het aantal punten wijzigen dat een student voor de vraag krijgt toegekend.

Cijfer wissen

Poging wissen. Het cijfer voor het item wordt teruggezet naar de oude waarde.

Cijfer wijzigen Cursusleiders kunnen op deze pagina het cijfer van de student wijzigen in de kolom met het berekende cijfer. U kunt de punten die een student voor specifieke vragen ontvangt, wijzigen op de pagina Cijferbeoordeling: beoordelingsnaam, die u kunt openen door te klikken op Weergeven. Vervangend cijfer Cursusleiders kunnen handmatig het cijfer van een student op deze pagina vervangen in het veld Vervangend cijfer. Dit cijfer wordt weergegeven in de cijferlijst, ongeacht de gekozen cijfertoekenningsoptie. Als de cursusleider bijvoorbeeld heeft gekozen voor weergave van de laagste scores in de cijferlijst maar in het veld Vervangend cijfer een hogere score invoert dan de laagste, wordt die score weergegeven.


Pagina 376 van 425



CIJFERBEOORDELING Overzicht In de cijferlijst kan een cursusleider alle aspecten van de beoordeling van een student beheren. Op de pagina Cijferbeoordeling kan de cursusleider de antwoorden van een student op de beoordelingsvragen zien, evenals de juiste antwoorden. Cursusleiders kunnen ook het aantal punten wijzigen dat een student heeft gekregen voor een antwoord op een vraag. Opmerking: cursusleiders kunnen ook op deze pagina open vragen lezen en beoordelen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijferbeoordeling te openen. 1.


2.

Selecteer een cijfer op het werkblad. De pagina Cijfer wijzigen wordt geopend.

3.

Klik op Cijfers.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. H AN DELIN G

A C TIE

De inzending van de student wissen zodat hij of zij de beoordeling opnieuw kan maken.

Klik op Poging wissen. De student kan de beoordeling opnieuw maken.

Het aantal punten wijzigen dat een student heeft behaald voor een vraag

Wijzig het aantal punten in het veld dat bij de vraag hoort. Het aantal punten dat een student behaalt voor een open vraag kan hier worden ingevuld.

Opmerkingen Cursusleiders kunnen opmerkingen toevoegen aan elke poging waaraan puntenaantal is toegekend. Opmerkingen worden weergegeven aan studenten wanneer deze hun cijfers controleren. Klik op Opmerkingen op de pagina Cijfer wijzigen om een opmerking toe te voegen of te bewerken.


Pagina 377 van 425



ITEMOPTIES: TOETSEN EN ENQUÊTES Overzicht Op de pagina Itemopties hebben cursusleiders toegang tot gebieden waar ze cijferlijstitems kunnen wijzigen en itemstatistieken kunnen weergeven. Met deze opties kan een cursusleider het volgende doen:

•

de cijfers van alle studenten voor dit item weergeven

•

gegevens en statistieken weergeven van het cijferlijstitem, zoals het gemiddelde van de groep en de hoogste en laagste score

•

het item weergeven en wijzigen, zoals wijzigingen aanbrengen in de beschrijving of de beschikbaarheid van het item wijzigen

Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Itemopties te openen. 1.


2.

Selecteer een cijferlijstitem.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Cijferlijst van item

Lijst weergeven van studenten en hun cijfers voor deze beoordeling.

Itemdetail

Beoordelingsstatistieken weergeven, zoals de gemiddelde score en het percentage studenten dat vragen goed en fout heeft beantwoord.

Itemgegevens

Gegevens van het cijferlijstitem wijzigen, zoals de naam en de beschrijving.

Details beoordelingspoging

Statistieken weergeven van hoe studenten vragen van een beoordeling hebben beantwoord.

Resultaten downloaden

Resultaten van toetsen en enquêtes downloaden.


Pagina 378 van 425



ITEMCIJFERS WEERGEVEN Overzicht Op de pagina Itemcijfers weergeven kunnen cursusleiders een lijst bekijken van de cijfers die studenten voor een bepaald cijferlijstitem hebben behaald. OPMERKING: wanneer deze pagina wordt geopend voor een enquête, bevatten de velden een vinkje voor studenten die de enquête al hebben voltooid. Voor enquêtes worden geen cijfers gegeven, daarom staan op deze pagina geen cijfers voor afzonderlijke studenten. Als een gebruiker de tijdslimiet heeft overschreden die voor een enquête is ingesteld, wordt een uitroepteken weergegeven. De cursusleider kan in het veld Cijfer een waarde invullen. Zodra de waarde is ingevuld, wordt in de cijferlijst voor de enquête een vinkje geplaatst. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Itemcijfers weergeven te openen. 1.


2.

Selecteer een cijferlijstitem. De pagina Itemopties wordt weergegeven.

3.

Klik op Cijferlijst van item.

Poging weergeven Cursusleiders kunnen een studentpoging weergeven door op het cijfer te klikken dat wordt weergegeven in het veld Gepubliceerd cijfer. Vervangend cijfer Cursusleiders kunnen het cijfer dat een student heeft gekregen overschrijven in het veld Vervangend cijfer. Voer het nieuwe cijfer in en klik vervolgens op Verzenden. Als deze optie wordt gebruikt, zal het cijfer dat in dit veld wordt ingevoerd altijd worden gebruikt om het eindcijfer te berekenen. Als de cursusleider bijvoorbeeld meerdere pogingen heeft toegestaan en de optie Hoogste cijfer kiest voor de beoordeling, wordt toch de score in de kolom Vervangend cijfer gebruikt om het eindcijfer te berekenen, en niet het hoogste cijfer. Pogingen wissen voor alle studenten Met de optie Pogingen wissen voor alle studenten kan de cursusleider een beoordelingspoging voor alle studenten in de klas verwijderen. De cursusleider kan er bijvoorbeeld voor kiezen dat een hele klas een vragenlijst die op een bepaalde datum is gemaakt moet overdoen; deze optie kan dan worden gebruikt om de bestaande cijfers van de betreffende dag te verwijderen. Selecteer een optie in de keuzelijst en klik op Start. Als bijvoorbeeld de optie Poging met laagste score is geselecteerd, wordt voor iedere student de laagste score verwijderd.


Pagina 379 van 425



ITEMDETAIL WEERGEVEN Overzicht Cursusleiders kunnen op de pagina Mijn cijfers de gegevens van een cijferlijstitem bekijken. Het betreft de volgende gegevens: het aantal mogelijke punten het groepsgemiddelde de hoogste score van de groep de laagste score van de groep de verschillen betreffende hoe ver scores afwijken van het gemiddelde OPMERKING: deze pagina is uitsluitend voor uw informatie. U kunt geen gegevens wijzigen of verwijderen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Itemdetail weergeven te openen. 1.


2.


3.

Klik op Itemdetail.

Enquêtes Wanneer deze pagina wordt geopend voor een enquête, bevatten de velden geen gegevens. Voor enquêtes worden geen cijfers gegeven en de vragen in enquêtes leveren geen punten op.


Pagina 380 van 425



BEOORDELINGSSTATISTIEKEN Overzicht Op de pagina Beoordelingsstatistieken kan een cursusleider de statistieken bekijken van een bepaalde beoordeling en specifieke beoordelingsvragen. Statistieken bevatten de volgende gegevens:

•

de gemiddelde score van studenten bij de beoordeling

•

het gemiddelde aantal punten dat een student heeft behaald voor elke vraag

•

het percentage juiste en onjuiste antwoorden op elke vraag OPMERKING: deze pagina is louter informatief. U kunt geen gegevens wijzigen of verwijderen.

Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Beoordelingsstatistieken te openen. 1.


2.


3.

Klik op Details beoordelingspoging.

Enquêtes Op deze pagina kan een cursusleider de resultaten van een enquête bekijken. Er worden geen resultaten van enquêtepogingen van afzonderlijke studenten weergegeven.


Pagina 381 van 425



BEOORDELINGSRESULTATEN DOWNLOADEN Overzicht U kunt beoordelingsresultaten downloaden voor statistische analyse. Voor de analyse hebt u een ander programma nodig, zoals Microsoft Excel. De gedownloade beoordelingsresultaten bevatten alleen resultaten van meerkeuzevragen en waar/onwaar-vragen, omdat deze vragen een beperkt aantal gedefinieerde antwoorden kennen. Andere vraagtypen, zoals open vragen of invuloefeningen, worden niet opgenomen. Het bestand dat u downloadt, is een csv-bestand (door komma’s gescheiden waarden). Beoordelingsresultaten downloaden Volg de onderstaande stappen om beoordelingsresultaten te downloaden. 1.

Klik op een cijferlijstitem op de werkbladweergave van de cijferlijst.

2.

Klik op Resultaten downloaden op de pagina Itemopties.

3.

Geef aan of u de resultaten wilt downloaden Op gebruiker of Op vraag en gebruiker.

4.

Klik op OK op de pagina Resultaten downloaden.

5.

Het downloadvak wordt geopend. Selecteer een locatie en een naam voor het bestand. OPMERKING: wanneer de beoordeling uit meer dan 40 vragen bestaat, selecteert u de optie Op vraag en gebruiker. Wanneer de optie Op gebruiker is geselecteerd, kan er een foutmelding worden weergegeven. OPMERKING: de cursusleider kan merken dat een of meer pogingen in de download ontbreken. Dit kan komen door een slechte invoer, corrupte gegevens of dergelijke. Er wordt dan een waarschuwing weergegeven in het logboekbestand van de beheerder met de melding ’Gradebook grade entry found with no matching attempt. Possible database corruption.’

Gegevens analyseren Bij de analyse van de resultaten zijn de volgende punten van belang:

•

Elke rij bevat informatie over één beoordelingspoging. Als een gebruiker tweemaal een beoordelingspoging doet, wordt alleen de meest recente poging weergegeven.

•

Bij vraag en antwoord wordt de volgorde aangehouden zoals ze werden weergegeven voor de student. Als een beoordeling vragen in willekeurige volgorde bevat, geeft elke regel in de resultaten de vragen in een andere volgorde weer. Zo kan vraag 1 voor de ene student, voor de andere student vraag 5 zijn.

•

Resultaten van enquêtes geven niet de gebruikersgegevens voor elke poging weer.

•

De resultaten van een gebruiker die de rol van cursusleider, corrector of onderwijsassistent vervult, worden niet weergegeven.


Pagina 382 van 425



CIJFERS WIJZIGEN: OPDRACHT Overzicht Een opdracht die een student inzendt, wordt in de cijferlijst geplaatst waar de cursusleider de opdracht kan openen en beoordelen. Op de pagina Cijfers wijzigen kan een cursusleider het cijfer van een bepaalde student wijzigen, aantekeningen maken en opmerkingen voor de student toevoegen. Studenten kunnen via het cursusmenu hun cijfers bekijken en opmerkingen van de cursusleider lezen. OPMERKING: u kunt opdrachten maken door Opdracht toevoegen te kiezen in een cursusgebied. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijfers weergeven: opdracht te openen. 1.


2.

Selecteer een opdrachtcijfer op de pagina Werkbladweergave cijferlijst.


A C TIE . . .

Het cijfer opgeven of wijzigen dat een student voor een opdracht heeft behaald

Geef het nieuwe cijfer op in het veld Cijfer. U kunt niet meer dan 6 cijfers in dit veld plaatsen, bijvoorbeeld 100,00 of 123456.

De opdracht weergeven en opmerkingen toevoegen

Klik op Weergeven om de pagina Opdracht beoordelen: opdrachtnaam te openen. Op deze pagina kan de cursusleider de opdracht bekijken die de student heeft ingezonden. De cursusleider kan een cijfer geven, opmerkingen voor de student verzenden en bestanden uploaden.

Cijfer wissen

Poging wissen. Het cijfer voor het item wordt teruggezet naar de oude waarde.


Pagina 383 van 425



OPDRACHT BEOORDELEN Overzicht Wanneer een student een opdracht verzendt, wordt een koppeling naar de opdracht weergegeven in de cijferlijst waarmee de cursusleider de opdracht kan doornemen, erop kan reageren en kan beoordelen. Cursusleiders kunnen de opdracht van de student doornemen op de pagina Opdracht beoordelen. Studenten kunnen een opdracht slechts eenmaal verzenden, tenzij de poging door de cursusleider is gewist op de pagina Opdracht beoordelen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Opdracht beoordelen te openen. 1.


2.

Klik op de score van een individuele gebruiker waarvoor een cijfer moet worden gegeven.

3.

Klik op Weergeven op de pagina Cijfer wijzigen.

Veld In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Opdrachtinformatie Naam

De naam van de opdracht.

Instructies

De instructies voor de opdracht.

Opdrachtbestanden

Bestanden die door de cursusleider zijn geüpload bij het maken van de opdracht.

Poging wissen

Klik op Poging wissen om de opdracht van de student te verwijderen. Wanneer u deze optie hebt gekozen, kan de student de opdracht opnieuw verzenden.

Werk van student Opmerkingen van student

Opmerkingen die door de student zijn ingevoerd bij het verzenden van de opdracht.

Bestanden van student

Bestanden die door de student zijn geüpload bij het verzenden van de opdracht.

Feedback voor student Cijfer

Voer een cijfer in voor de opdracht.

Opmerkingen

Voer opmerkingen in voor de student die worden weergegeven wanneer deze het cijfer voor de opdracht bekijkt.

Lokaal bestand bijvoegen

Klik op Bladeren om een lokaal opgeslagen bestand te selecteren. Klik op Verzenden of Nog een bestand toevoegen


Pagina 384 van 425



om het bestand bij te voegen. Bestand kopiëren vanuit Content Collection

Klik op Bladeren en selecteer een bestand uit Content Collection om als bijlage toe te voegen.

Momenteel bijgevoegde bestanden

Geeft de bestanden weer die momenteel zijn bijgevoegd bij de opmerkingen van de cursusleider. Studenten kunnen deze bestanden weergeven wanneer zij hun cijfer voor de opdracht bekijken. Als u meerdere bestanden wilt bijvoegen, klikt u op Nog een bestand toevoegen om extra bestanden toe te voegen.

Bestand verwijderen

Nadat u een bestand hebt toegevoegd, wordt de knop Verwijderen naast het bestand weergegeven. Klik op deze knop om het bestand te verwijderen.

Aantekeningen cursusleider Aantekeningen

Voer aantekeningen in voor deze opdracht. Deze aantekeningen kunnen alleen worden bekeken door de cursusleider.

Lokaal bestand bijvoegen

Klik op Bladeren om een lokaal opgeslagen bestand te selecteren. Klik op Verzenden of Nog een bestand toevoegen om het bestand bij te voegen.

Bestand kopiëren vanuit Content Collection

Klik op Bladeren en selecteer een bestand uit Content Collection om als bijlage toe te voegen.

Momenteel bijgevoegde bestanden

Geeft de bestanden weer die momenteel zijn bijgevoegd bij de aantekeningen van de cursusleider. Deze bestanden kunnen alleen worden bekeken door de cursusleider. Als u meerdere bestanden wilt bijvoegen, klikt u op Nog een bestand toevoegen om extra bestanden toe te voegen.

Bestand verwijderen

Nadat u een bestand hebt toegevoegd, wordt de knop Verwijderen naast het bestand weergegeven. Klik op deze knop om het bestand te verwijderen.

Bestanden kopiëren vanuit Content Collection U kunt bestanden selecteren in Content Collection en deze toevoegen aan verschillende cursusgebieden, zoals Opdrachten, items en Beoordelingen. Selecteer Bladeren naast Bestand kopiëren van Content Collection. Er wordt een nieuw venster geopend met de Content Collection-weergave. Zodra het bestand is geselecteerd, kiest u Verzenden of Nog een bestand toevoegen om het bestand bij te voegen. Wanneer bestanden zijn bijgevoegd, moeten gebruikers Lokaal bestand bijvoegen of Bestand kopiëren van Content Collection selecteren. Wanneer bestanden moeten worden verzonden die zowel lokaal zijn opgeslagen als in Content Collection, gebruikt u een van de opties om een bestand te selecteren, klikt u op Nog een bestand toevoegen en gebruikt u vervolgens de andere optie om de overige bestanden te selecteren. OPMERKING: de optie Bestand kopiëren vanuit Content Collection is alleen beschikbaar als Blackboard Content System is geïnstalleerd en de optie beschikbaar is gemaakt door de systeembeheerder.


Pagina 385 van 425



ITEMOPTIES: OPDRACHTEN Overzicht Een opdracht die een student inzendt, wordt in de cijferlijst geplaatst waar de cursusleider de opdracht kan openen en beoordelen. Op de pagina Itemopties hebben cursusleiders toegang tot gebieden waar ze de opdracht kunnen beoordelen, de studentenstatistieken voor de opdracht kunnen bekijken en bestanden kunnen verwijderen die aan de opdracht zijn gekoppeld. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Itemopties: opdrachten te openen. 1.


2.

Selecteer een opdrachtitem in de cijferlijst.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina: F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Cijferlijst van item

Lijst weergeven van studenten en hun cijfers voor deze opdracht.

Itemdetail

Statistieken weergeven voor de opdracht.

Itemgegevens

Gegevens van het cijferlijstitem wijzigen, zoals de naam en de beschrijving.

Itembestanden downloaden

Opdrachten downloaden die door studenten zijn verzonden.

Itembestanden opruimen

Bestanden voor specifieke studenten verwijderen.


Pagina 386 van 425



OPDRACHT DOWNLOADEN Overzicht Een opdracht die een student inzendt, wordt in de cijferlijst geplaatst waar de cursusleider de opdracht kan openen en beoordelen. Vanaf de pagina Opdracht downloaden kan de cursusleider opdrachten van studenten downloaden en ze opslaan. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Opdracht downloaden te openen. 1.


2.

Selecteer een opdrachtitem in de cijferlijst. De pagina Itemopties wordt weergegeven.

3.

Klik op Itembestanden downloaden.


B ESCHRIJVIN G

Studenten selecteren Alles selecteren

Selecteer deze optie als u de bestanden wilt downloaden van alle studenten op de lijst die opdrachten hebben ingezonden.

Zonder puntenaantal selecteren

Selecteer deze optie om de selectievakjes in te schakelen en de bestanden te downloaden van studenten van wie de opdrachten nog niet zijn beoordeeld.

Alles deselecteren

Selecteer deze optie als u alle selectievakjes wilt uitschakelen.

Opdrachten downloaden De cursusleider schakelt de selectievakjes in naast de opdrachten die hij of zij wil downloaden. U kunt een of meer selectievakjes inschakelen. Nadat u Verzenden hebt geselecteerd, wordt de pagina Opdracht downloaden geopend. Klik op de koppeling op deze pagina om de geëxporteerde opdrachten op te slaan naar een locatie op de vaste schijf, waar u de bestanden kunt openen. De bestandsnaam omvat automatisch de gebruikersnaam van de student die het bestand heeft verzonden. Een bestand dat als opdracht voor week 1 wordt verzonden door Mark Wallage (gebruikersnaam: mwallage), krijgt bijvoorbeeld de volgende naam: Week_1_Opdracht_mwallage

OPDRACHTBESTANDEN VERWIJDEREN


Pagina 387 van 425



Overzicht Een opdracht die een student inzendt, wordt in de cijferlijst geplaatst waar de cursusleider de opdracht kan openen en beoordelen. Op de pagina Opdrachtbestanden verwijderen kan de cursusleider bestanden verwijderen die als bijlage bij een opdracht zijn meegestuurd. Dit omvat:

•

bestanden die de student heeft verzonden

•

bestanden die horen bij de feedback van de cursusleider op de pagina Opdracht beoordelen

•

bestanden die horen bij de aantekeningen van de cursusleider op de pagina Opdracht beoordelen

Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Opdrachtbestanden verwijderen te openen. 1.


2.

Selecteer een opdrachtitem in de cijferlijst. De pagina Itemopties wordt weergegeven.

3.

Klik op Itembestanden opruimen.


B ESCHRIJVIN G

Studenten selecteren Alles selecteren

Selecteer deze optie als u alle bestanden wilt selecteren en verwijderen die bij een opdracht horen.

Alle bestanden van student selecteren

Selecteer deze optie als u alle bestanden wilt selecteren en verwijderen die een student voor een opdracht heeft verzonden.

Alle bestanden van cursusleider voor studenten selecteren

Selecteer deze optie als u de bestanden wilt selecteren en verwijderen die een cursusleider naar aanleiding van een opdracht naar een student heeft verzonden. Deze bestanden worden als bijlage toegevoegd aan de pagina Opdracht beoordelen: opdrachtnaam te openen.

Alle persoonlijke bestanden van cursusleider selecteren

Selecteer deze optie als u de bestanden met persoonlijke aantekeningen wilt verwijderen die een cursusleider als bijlage aan een opdracht heeft toegevoegd. Deze bestanden worden als bijlage toegevoegd aan de pagina Opdracht beoordelen: opdrachtnaam te openen.

Beoordeelde bestanden selecteren

Selecteer deze optie als u de bestanden wilt selecteren en verwijderen van opdrachten die zijn beoordeeld.

Alles deselecteren

Selecteer deze optie als u alle selectievakjes wilt uitschakelen.

OPMERKING: u kunt een of meer bestanden met de selectievakjes aan de linkerkant selecteren door te klikken op Ctrl.


Pagina 388 van 425



GEBRUIKERSOPTIES Overzicht Cursusleider kunnen op de pagina Gebruikersopties de gegevens van een student weergeven. Deze gegevens zijn deels persoonlijk, zoals adres en telefoonnummer, en deels statistisch, om de prestaties in de cursus weer te geven. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikersopties te openen. 1.


2.

Selecteer de naam van een student op het werkblad.

Functies In de onderstaande tabel worden de functies beschreven die beschikbaar zijn op deze pagina: F UNCTIE

B ESCHRIJVIN G

Gebruikerscijferlijst

Lijst weergeven van studenten en hun cijfers voor deze beoordeling.

gebruikersdetail

Statistieken weergeven voor een student, zoals een gemiddeld cijfer van een beoordeling.

Gebruikersinformatie

Informatie weergeven over een student, zoals naam en adres.


Pagina 389 van 425



GEBRUIKERSINFORMATIE WEERGEVEN Overzicht Op de pagina Gebruikersinformatie weergeven kan een cursusleider studentgegevens bekijken, zoals adressen en telefoonnummers. OPMERKING: deze pagina is louter informatief. U kunt geen gegevens wijzigen of verwijderen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikersinformatie weergeven te openen. 1.


2.

Selecteer de naam van een student op het werkblad. De pagina Gebruikersopties wordt weergegeven.

3.

Selecteer Gebruikersinformatie.


Pagina 390 van 425



GEBRUIKERSCIJFERS WEERGEVEN Overzicht Op de pagina Gebruikerscijfers weergeven kan een cursusleider alle cijfers van een bepaalde student bekijken. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikerscijfers weergeven te openen. 1.


2.


3.

Selecteer Gebruikerscijferlijst.

Functie Op de pagina Gebruikerscijfers weergeven kan een cursusleider de cijfers van een student bekijken en wijzigen. Als u een cijfer wilt wijzigen, geeft u het nieuwe cijfer op in het vak Opheffen naast het Berekende cijfer en klikt u vervolgens op Verzenden. Het cijfer wordt in de cijferlijst bijgewerkt. OPMERKING: Voor enquêtes worden geen cijfers gegeven, daarom staan op deze pagina geen cijfers voor afzonderlijke studenten. In plaats van het cijfer wordt een vinkje weergegeven. Als een gebruiker de tijdslimiet heeft overschreden die voor een enquête is ingesteld, wordt een uitroepteken weergegeven. De cursusleider kan in het veld Cijfer een waarde invullen. Zodra de waarde is ingevuld, wordt voor de enquête een vinkje geplaatst.


Pagina 391 van 425



GEBRUIKERSDETAIL WEERGEVEN Overzicht Op de pagina Gebruikersdetail weergeven vindt u de volledige cijferlijststatistieken voor een student, zoals het gemiddelde cijfer. OPMERKING: deze pagina is louter informatief. U kunt geen gegevens wijzigen of verwijderen. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Gebruikersdetail weergeven te openen. 1.


2.


3.

Selecteer Gebruikersdetail.


Pagina 392 van 425



CIJFERLIJSTWEERGAVEN Overzicht In de cijferlijstweergaven kan een cursusleider de cijferlijst per item of per gebruiker weergeven. Dit is met name handig om gegevens op te zoeken en te wijzigen van cursussen met een groot aantal gebruikers en een groot aantal cijferlijstitems. Met de koppelingen op de pagina Cijferlijstweergaven kunt u de gebruikers in de cijferlijst of de items in de cijferlijst weergeven. Dit is een tool waarmee u snel kunt zoeken in de cijferlijst. Locatie van pagina Klik op Cijferlijstweergaven onder Beoordeling in het configuratiescherm om deze pagina te openen. Functies De pagina Cijferlijstweergaven bevat de volgende functies. H AN DELIN G . . .

K LIK

Een lijst met cijferlijstitems openen

Cijfers weergeven op item.

Een lijst met gebruikers in de cijferlijst openen

Cijfers weergeven op gebruiker.

OP

...


Pagina 393 van 425



CIJFERS WEERGEVEN OP CIJFERLIJSTITEM Overzicht Op de pagina Cijfers weergeven op cijferlijstitem vindt u een lijst van alle items in de cijferlijst. U hebt op deze pagina toegang tot de cijferlijstgegevens van elk item. Ook bevat de pagina een filter om het zoeken naar items te vergemakkelijken. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijfers weergeven op cijferlijstitem te openen. 1.

Klik op Cijferlijstweergaven in het configuratiescherm.

2.

Klik op Cijfers weergeven op item.

Functies Op de pagina Cijfers weergeven op cijferlijstitem zijn de volgende functies beschikbaar. H AN DELIN G . . .

K LIK

Items sorteren

het driehoekje boven aan elke kolom om de lijst met items te sorteren op die kolom. De items kunnen in alfabetische volgorde (a tot en met z), in chronologische volgorde (meest recente tot de oudste) of in numerieke volgorde (van groot naar klein) worden weergegeven.

Alleen bepaalde items weergeven

de keuzelijst Items filteren op categorie en kies een categorie. Klik op Start om een lijst met items in die categorie weer te geven.

Gegevens van een bepaald item weergeven

de naam van het item in de lijst. De pagina Itemopties voor die itemcategorie wordt geopend.

OP

...


Pagina 394 van 425



CIJFERS WEERGEVEN OP GEBRUIKER Overzicht De pagina Cijfers weergeven op gebruiker bevat een lijst van alle gebruikers in de cijferlijst. U hebt op deze pagina toegang tot de cijferlijstgegevens van elke gebruiker. Ook bevat de pagina een filter om het zoeken naar gebruikers te vergemakkelijken. Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cijfers weergeven op gebruiker te openen. 1.

Klik op Cijferlijstweergaven in het configuratiescherm.

2.

Klik op Cijfers weergeven op gebruiker.

Functies Op de pagina Cijfers weergeven op gebruiker zijn de volgende functies beschikbaar. H AN DELIN G . . .

K LIK

Alleen bepaalde gebruikers weergeven

de keuzelijst Gebruikers filteren op achternaam en selecteer een letter. Klik op OK om een lijst met gebruikers weer te geven van wie de achternaam met de gekozen letter begint.

Gegevens van een bepaalde gebruiker weergeven

de naam van de gebruiker in de lijst. De pagina Gebruikersopties wordt geopend.

OP

...


Pagina 395 van 425



CURSUSSTATISTIEKEN Overzicht Cursusleiders kunnen met behulp van de cursusstatistieken rapporten genereren over het gebruik van een cursus en de bijbehorende activiteiten. Zo kan de cursusleider het gebruik per student bekijken en bepalen of studenten de cursus daadwerkelijk actief gebruiken. Het rapport bestaat uit grafische diagrammen. Als u rapporten bekijkt waarin statistieken van hits of toegangsactiviteiten zijn opgenomen, moet u niet vergeten dat telkens wanneer een aanvraag naar Blackboard Learning System wordt verzonden, een hit wordt geteld. Als u bijvoorbeeld het gebruik van het gebied Communicatie bekijkt, tellen de volgende hits: een student opent het gebied Communicatie (1 hit), klikt op Discussieruimte (2 hits), klikt op een forum (3 hits) en opent een bericht om dit te lezen (4 hits). Locatie van pagina Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusstatistieken te openen. 1.

Selecteer een cursus die u geeft en open het configuratiescherm.

2.

Klik op Cursusstatistieken onder Beoordelingen.

Velden In de onderstaande tabel worden de velden beschreven die beschikbaar zijn op de pagina Cursusstatistieken. V ELD

B ESCHRIJVIN G

Rapportfilter selecteren Rapport selecteren

Maak een keuze uit de volgende rapporten:

•

Algemeen overzicht van gebruik

•

Toegang per cursusgebied

•

Toegang per groep

•

Toegang per forum

Periode

Klik op Begindatum en kies een begindatum voor het rapport. Klik op Einddatum en kies een einddatum voor het rapport. Als u geen Einddatum opgeeft, begint het rapport op de Begindatum en eindigt op de huidige datum.

Gebruikers

Selecteer Alle gebruikers als u een rapport wilt bekijken met informatie over alle gebruikers die de cursus hebben geopend. Selecteer Geselecteerde gebruikers als u een rapport wilt bekijken met informatie over bepaalde gebruikers. Wanneer u deze optie selecteert, kunt u in het vak onder de optie de gebruikers kiezen die u in het rapport wilt opnemen. Wanneer u Shift of Ctrl ingedrukt houdt, kunt u meer dan een gebruiker selecteren.


Pagina 396 van 425



SYSTEEM VOOR VROEGE WAARSCHUWING INLEIDING TOT HET SYSTEEM VOOR VROEGE WAARSCHUWING Informatie over het systeem voor vroege waarschuwing Het systeem voor vroege waarschuwing is een tool waarmee studenten of waarnemers waarschuwingen ontvangen over een beginnend prestatieprobleem of over een probleem dat erger is geworden. Waarschuwingen kunnen worden gegenereerd op basis van beoordeelde prestaties, te laat ingeleverd of ontbrekend studiewerk of aan-/afwezigheid bij de online cursus. De cursusleider kan bepalen of de waarschuwing alleen naar de student, naar de student en een ouder of mentor die is aangewezen als waarnemer of alleen naar de waarnemer van de student moet worden verzonden. Daarnaast bepaalt de cursusleider de inhoud van het bericht dat wordt verzonden. De cursusleider kan het standaardbericht gebruiken of het standaardbericht aanpassen om de ernst van de situatie duidelijker aan te geven. Belangrijke informatie over het systeem voor vroege waarschuwing Wanneer u het systeem voor vroege waarschuwing gebruikt, moet u rekening houden met de volgende belangrijke punten:

•

De cursus wordt niet continu gecontroleerd door het systeem voor vroege waarschuwing. De cursusleider moet het systeem voor vroege waarschuwing regelmatig controleren en op Vernieuwen klikken om prestaties van studenten te vinden die een waarschuwing genereren. In het systeem voor vroege waarschuwing worden deze resultaten geconsolideerd zodat de cursusleider eenvoudig melding kan maken van problemen. Problemen worden niet automatisch gedetecteerd en aan studenten en waarnemers gemeld. U moet regels regelmatig handmatig vernieuwen.

•

De systeembeheerder kan de toegang tot het systeem voor vroege waarschuwing uitschakelen op basis van het beleid van de instelling. Als het systeem voor vroege waarschuwing op systeemniveau is ingeschakeld, kan de cursusleider het systeem nog wel uitschakelen in de cursus.

•

In het systeem voor vroege waarschuwing wordt een logboek bijgehouden met de waarschuwingen die naar gebruikers zijn verzonden. Het logboek kan worden doorzocht en worden gebruikt om te controleren of een student op de hoogte is gesteld van een probleem.

Systeem voor vroege waarschuwing en de cijferlijst Het systeem voor vroege waarschuwing is ontworpen om in combinatie met de cijferlijst te worden gebruikt. In de regels van het systeem voor vroege waarschuwing worden cijferlijstresultaten gebruikt om regels te maken en waarschuwingen voor studieprestaties te maken op basis van die regels. Dit komt er op neer dat het systeem voor vroege waarschuwing een waarschuwing kan genereren op basis van de vastgelegde cijfers in de cijferlijst. Daarnaast kunnen ook waarschuwingen worden geactiveerd door opdrachten of beoordelingen die op de deadlinedatum niet zijn voltooid. Systeem voor vroege waarschuwing en het prestatieoverzicht Het prestatieoverzicht bevat informatie over de waarschuwingen van het systeem voor vroege waarschuwing. In de kolom Systeem voor vroege waarschuwing wordt informatie weergegeven over het aantal waarschuwingen en het totaal aantal regels dat een waarschuwing kan activeren. Wanneer op de gegevens in deze kolom wordt geklikt, wordt het systeem voor vroege


Pagina 397 van 425



waarschuwing geopend. Deze kolom wordt alleen weergegeven als de tool beschikbaar is in de cursus.


Pagina 398 van 425



REGELS VAN SYSTEEM VOOR VROEGE WAARSCHUWING BEHEREN Overzicht Regels bepalen wanneer de prestaties van studenten worden gemarkeerd in het systeem voor vroege waarschuwing. Het is de taak van de cursusleider om de waarschuwing via het meldingslogboek door te geven aan de gebruiker. Er zijn drie opties voor regels:

•

Regel voor cijfer: hiermee wordt aangegeven wanneer de prestatie van een student voor een opdracht, beoordeling of handmatig beoordeeld item gelijk is aan of onder een bepaald niveau valt. Het is ook mogelijk om een regel voor cijfer in te stellen waarmee wordt aangegeven wanneer een gebruiker een bepaald prestatieniveau overschrijdt. Dit kan nuttig zijn voor het geven van positieve feedback.

•

Regel voor einddatum: hiermee wordt aangegeven wanneer een student cursuswerk niet op tijd heeft voltooid. Een regel voor einddatum kan alleen worden gebruikt om een opdracht of beoordeling te volgen die is gemaakt via Blackboard Learning System. Voor handmatig beoordeelde items kunnen geen regels voor einddatum worden gemaakt.

•

Regel voor laatst geopend: hiermee wordt aangegeven wanneer een student de cursus het laatst online heeft geopend.

Regels worden niet continu op de achtergrond uitgevoerd om controles uit te voeren. U moet het systeem voor vroege waarschuwing regelmatig controleren om de regels uit te voeren en te controleren of er gebeurtenissen zijn opgetreden die een waarschuwing genereren.

Regel toevoegen Volg de onderstaande stappen om een regel toe te voegen. 1.

Open het configuratiescherm.

2.

Selecteer Systeem voor vroege waarschuwing.

3.

Klik op Regel voor cijfer toevoegen, Regel voor einddatum toevoegen of Regel voor laatst geopend toevoegen.

4.

Voer de naam en beschikbaarheid voor de regel in en stel vervolgens de regelcriteria in.

Regel wijzigen Volg de onderstaande stappen om een regel te wijzigen. 1.


2.


3.

Klik op Wijzigen voor een regel in de lijst.

4.

Wijzig de regelgegevens en -criteria.

U kunt ook de beschikbaarheid van een regel wijzigen door deze te selecteren in de lijst op de pagina Systeem voor vroege waarschuwing en vervolgens op Beschikbaar of Niet beschikbaar op de actiebalk te klikken.


Pagina 399 van 425



Regel verwijderen Volg de onderstaande stappen om een regel te verwijderen. 1.


2.


3.

Selecteer een of meer regels in de lijst.

4.

Klik op Verwijderen. Bevestig dat de geselecteerde regels moeten worden verwijderd.

Regels vernieuwen Volg de onderstaande stappen om regels te vernieuwen. 1.


2.


3.

Selecteer een of meer regels in de lijst.

4.

Klik op Vernieuwen op de actiebalk. De geselecteerde regels worden uitgevoerd en de gebeurtenissen die de regel activeren, genereren een waarschuwing.


Pagina 400 van 425



WAARSCHUWINGEN CONTROLEREN EN GEBRUIKERS OP DE HOOGTE STELLEN Overzicht Met het systeem voor vroege waarschuwing kunnen cursusleiders studenten en waarnemers op de hoogte stellen wanneer er een waarschuwing wordt geactiveerd. Cursusleiders kunnen waarschuwingen weergeven en meldingen verzenden door op een regel op de pagina Systeem voor vroege waarschuwing te klikken.

Waarschuwingen weergeven Volg de onderstaande stappen om waarschuwingen weer te geven die zijn gegenereerd op basis van een regel. 1.


2.


3.

Klik op de naam van een regel in de lijst.

4.

De pagina Regelstatus controleren wordt weergegeven.

Op de pagina Regelstatus controleren worden alle gebruikers in de cursus weergegeven. Daarnaast wordt aangegeven of hun prestaties voldoen aan de criteria voor de regel en worden gegevens over hun prestaties weergegeven. Als de cursusleider een regel voor cijfer heeft ingesteld om een waarschuwing te activeren voor alle gebruikers met een score lager dan 65, wordt voor die gebruikers in de kolom Voldoet aan criteria de waarde Ja weergegeven. Op de pagina wordt ook aangegeven wanneer de gebruiker het laatst een waarschuwing heeft gekregen over zijn of haar prestaties. Er wordt nooit automatisch een waarschuwing naar gebruikers verzonden. De cursusleider kan het bericht aanpassen en instellen wie de waarschuwing ontvangt. Klik ten slotte op de gebruikersnaam om een gedetailleerd overzicht van de prestaties van de gebruiker op basis van alle regels weer te geven. E-mail verzenden Volg de onderstaande stappen om gebruikers op de hoogte te stellen wanneer hun prestaties een waarschuwing genereren. 1.


2.


3.

Klik op een regel in de lijst.

4.

Selecteer in de lijst de gebruikers die op de hoogte moeten worden gesteld.


Pagina 401 van 425


5.


Selecteer in de keuzelijst Melden de gebruikers die een waarschuwing moeten ontvangen. De opties zijn: Alleen studenten: met deze optie wordt het waarschuwingsbericht alleen naar de geselecteerde studenten verzonden. Alleen waarnemers: met deze optie wordt de waarschuwing alleen naar de gebruikers verzonden die zijn ingesteld als waarnemer voor de geselecteerde studenten. Studenten en waarnemers: met deze optie wordt het waarschuwingsbericht naar de student en de ingestelde waarnemers verzonden. Overige: met deze optie kan de afzender e-mailadressen invoeren voor de ontvangers van de waarschuwing. Bij alle opties kan de afzender extra e-mailadressen invoeren als BCC-ontvangers.

6.

Klik op Start. De pagina Melding verzenden wordt weergegeven en in het veld Aan zijn de namen ingevuld van de gebruikers die de melding ontvangen.

7.

Bewerk de inhoud van de velden Onderwerp en Bericht en klik op Verzenden om de melding te verzenden. De melding kan bijlagen bevatten. Daarnaast kan de afzender het bericht ook naar zichzelf verzenden.

Meldingslogboek Het meldingslogboek fungeert als een record voor de meldingen van het systeem voor vroege waarschuwing aan gebruikers. Het logboek kan worden gebruikt om te bevestigen dat studenten op de hoogte zijn gesteld van problemen met hun prestaties. Volg de onderstaande stappen om het logboek weer te geven. 1.


2.


3.

Klik op Meldingslogboek op de actiebalk.

In het meldingslogboek worden de meldingen per gebruiker weergegeven. Daarnaast is hierin een zoekfunctie opgenomen waarmee het aantal resultaten kan worden beperkt om een bepaalde melding te vinden.


Pagina 402 van 425



INHOUD ORDENEN EN BEHEREN INHOUD ORDENEN IN MAPPEN Informatie over inhoud ordenen Voordat u inhoud toevoegt aan Content Collection, moet u plannen hoe u de inhoud wilt beheren. Op die manier kunt u inhoud ordenen op een manier die het best aansluit op uw behoeften. In Content Collection worden bestanden geordend in een boomstructuur waarin ook geneste mappen en inhoudsgebieden worden weergegeven. Dit betekent dat elke map andere submappen en bestanden kan bevatten. De term ’items’ heeft betrekking op bestanden en mappen. In een map kunt u zowel bestanden als andere mappen opslaan. Mappen zijn automatisch beschikbaar voor de gebruiker die de map heeft toegevoegd. Wanneer ook andere gebruikers de map en de inhoud ervan moeten kunnen weergeven, moet deze worden gedeeld. Met uitzondering van de hoofdmap (/) bevinden alle mappen zich in andere mappen. Hoofdmappen zijn mappen waarin alle andere mappen zijn opgenomen. Inhoudsgebieden, zoals Gebruikers, Cursussen, Instelling en Bibliotheek, zijn mappen die zijn opgeslagen onder de hoofdmap. Eén bovenliggende map mag niet twee submappen met dezelfde naam bevatten. In de map met gebruikersnaam mogen bijvoorbeeld niet twee mappen met de naam Groepsprojecten worden gemaakt. Een map mag ook niet twee bestanden met dezelfde naam bevatten. Ruimte voor persoonlijke en openbare inhoud Het is zeer nuttig aparte mappen te maken voor persoonlijke inhoud (persoonlijke ruimte) en mappen die beschikbaar zijn voor andere gebruikers (openbare ruimte). Op die manier kunnen gebruikers persoonlijke inhoud opslaan in mappen die alleen voor hen beschikbaar zijn. Eén persoonlijke map kan bijvoorbeeld papers en projecten bevatten waaraan u nog werkt, terwijl een andere map professionele inhoud bevat die u nog niet wilt delen, zoals cv’s en sollicitatiebrieven. Voor deze persoonlijke mappen worden geen aanvullende machtigingen toegekend aan andere gebruikers. Wanneer u een document wilt delen, kunt u het kopiëren of verplaatsen naar een openbare map. Wanneer een cursusleider bijvoorbeeld aan een cursusdocument werkt, kan hij of zij een conceptversie maken in een persoonlijke map. Zodra het document is voltooid, kan het vervolgens worden verplaatst naar een openbare map. De gedeelde map wordt gedeeld met alle gebruikers die zijn ingeschreven voor de klas (openbare ruimte die alleen beschikbaar is voor cursusleden). Samenwerking is dan mogelijk. Een persoonlijke map maken Net als andere mappen in Content Collection worden ook persoonlijke mappen gemaakt met de optie Map toevoegen. Of een map persoonlijk is, hangt af van de toegekende machtigingen voor die map. In de map met gebruikersnaam is een persoonlijke map een submap die niet wordt gedeeld met andere gebruikers. Een gebruiker kan in zijn of haar map met gebruikersnaam een submap maken en geen machtigingen voor de map toekennen aan anderen. Een cursusmap kan een persoonlijke map bevatten speciaal voor de cursusleider of deze kan toegankelijk zijn voor gebruikers met andere cursusrollen. Een persoonlijke submap kan bijvoorbeeld worden gemaakt met machtigingen die zijn toegekend aan de cursusleider, onderwijsassistent en cursusbouwer. Deze map is niet beschikbaar voor studenten die zijn ingeschreven voor de cursus.


Pagina 403 van 425



Een openbare map maken Net als persoonlijke mappen worden ook openbare mappen gemaakt met de optie Map toevoegen. Of een map beschikbaar is voor meerdere gebruikers en gebruikersgroepen, hangt af van de toegekende machtigingen voor die map. Elke gebruiker met de machtiging Beheren kan het item delen met een grotere groep gebruikers. In een map met gebruikersnaam kan een openbare map worden gemaakt en gedeeld met een gebruikersgroep die samenwerkt aan een project. In een cursusmap kan een openbare map worden gemaakt en gedeeld met alle gebruikers die zijn ingeschreven voor de cursus. Deze map bevat meestal cursusinformatie of artikelen die de hele klas moet lezen.


Pagina 404 van 425



MAPMACHTIGINGEN ORDENEN Mappen ordenen Het is raadzaam mappen zo te ordenen dat u machtigingen per map kunt beheren in plaats van per bestand. U kunt bijvoorbeeld een map maken voor alle bestanden die worden gebruikt in een groepsproject. Op die manier kunt u de gehele map delen met de groepsleden en hoeft u geen machtigingen te beheren voor afzonderlijke items die zijn opgeslagen in verschillende mappen. Aan een map op het hoogste niveau, bijvoorbeeld de map met gebruikersnaam, moet alleen de machtiging Lezen worden toegekend. Wanneer een machtiging wordt toegevoegd of gewijzigd voor de map op het hoogste niveau, moet u controleren of aan de persoonlijke submappen en bestanden in de map niet per ongeluk machtigingen zijn toegekend waardoor bepaalde informatie niet meer wordt beveiligd. Mappen delen Wanneer u mappen en bestanden toevoegt aan Content Collection, moet u rekening houden met de gebruikers en gebruikerslijsten waarmee de inhoud zal worden gedeeld. Probeer mappen te maken waarvan alle items moeten worden gedeeld met dezelfde gebruikers. Wanneer items die worden gedeeld met dezelfde gebruikers zich in verschillende mappen bevinden, wordt het beheren van deze items lastig. Wanneer u bijvoorbeeld documenten wilt maken die toegankelijk moeten zijn voor alle gebruikers in de instelling, moet u een map maken die wordt gedeeld met alle systeemgebruikers en de betreffende items toevoegen aan deze map. Bestanden delen Bestanden zijn automatisch beschikbaar voor de gebruiker die het bestand heeft toegevoegd. Wanneer ook andere gebruikers het bestand moeten kunnen weergeven, moet deze worden gedeeld. Voor bestanden gelden dezelfde machtigingen als voor de map waarin deze bestanden zijn opgenomen. Voegt u een bestand toe aan een map waarvoor bepaalde gebruikers of gebruikerslijsten al over de machtigingen Lezen en Schrijven beschikken, dan hebben deze gebruikers dezelfde machtigingen voor het nieuwe toegevoegde bestand. Overschrijvenoptie in mappen Wanneer u machtigingen voor een bovenliggende map wijzigt of toevoegt, kunt u aangeven dat alle bestanden en submappen deze machtigingen moeten overnemen. Wanneer u bijvoorbeeld de machtigingen Lezen en Schrijven toevoegt aan de map terwijl voor een item in de map al de machtigingen Lezen, Schrijven en Verwijderen zijn ingesteld, wordt de machtiging Verwijderen uit dat bestand verwijderd. Voor alle submappen en bestanden in de bovenliggende map worden de machtigingen Lezen en Schrijven toegekend. Wanneer u deze optie niet selecteert, worden eventuele extra machtigingen voor de bovenliggende map automatisch overgenomen voor de bestanden en submappen in de map. De bestaande machtigingen worden echter niet verwijderd. Wanneer u bijvoorbeeld de machtigingen Lezen, Schrijven en Beheren toevoegt aan de map terwijl voor een item in de map al de machtigingen Lezen, Schrijven en Verwijderen zijn ingesteld, wordt de machtiging Beheren toegevoegd. Nadat u machtigingen voor een map hebt gewijzigd, kunt u de machtigingen voor een item wijzigen, maar deze worden overschreven zodra de machtigingen voor de bovenliggende map worden gewijzigd. Dit is een reden waarom het beheren van machtigingen aanzienlijk eenvoudiger wordt wanneer items met hetzelfde doel en voor dezelfde gebruikers zijn opgeslagen in één map.


Pagina 405 van 425



TOOLS VOOR DELEN EN ZOEKEN VAN INHOUD Informatie over tools voor delen en zoeken van inhoud Er is een aantal tools beschikbaar om het delen van inhoud en het zoeken naar gedeelde inhoud mogelijk te maken. Deze opties zijn onafhankelijk van het niveau van de gedeelde map, zoals een machtiging die is toegekend voor een map op het hoogste niveau versus een submap. Wanneer een map wordt gedeeld, zijn de toegewezen machtigingen van toepassing op alle inhoud in de map. Map zoeken Met de optie Map zoeken kunnen gebruikers zoeken naar mappen op het hoogste niveau waarvoor zij een machtiging hebben, bijvoorbeeld wanneer een andere gebruiker hem of haar de machtiging Lezen heeft toegekend voor een map met gebruikersnaam. Wanneer een gebruiker machtigingen heeft voor een map op het hoogste niveau, kan hij of zij naar de map zoeken met de optie Map zoeken en deze toevoegen aan zijn/haar Content Collection-menu. Op die manier wordt het regelmatig gebruik van de map eenvoudiger. Gebruikers kunnen ervoor kiezen een map op het hoogste niveau te delen met een andere gebruiker en vervolgens de machtigingen voor de inhoud ervan aanpassen om de inhoud te beperken waartoe deze gebruiker toegang heeft. U kunt bijvoorbeeld een gebruiker de machtiging Lezen toekennen voor de map met gebruikersnaam. Open vervolgens de map en verwijder de machtiging Lezen voor de inhoud die deze gebruiker niet mag zien. De betreffende gebruiker kan nog steeds de optie Map zoeken gebruiken, maar kan alleen specifieke inhoud van de map weergeven. Zoeken Via Zoeken kunnen gebruikers zoeken naar alle bestanden en mappen die met hen zijn gedeeld. Wanneer een zoekactie wordt uitgevoerd, worden alleen de items waarvoor een gebruiker machtiging heeft, opgenomen in de zoekresultaten. Als machtigingen zijn toegekend voor een geneste map (en niet voor de map op het hoogste niveau), kan de gebruiker zoeken naar de map en deze voorzien van een bladwijzer. De optie Map zoeken kan niet worden gebruikt op geneste mappen. Direct naar locatie Met de optie Direct naar locatie kunnen gebruikers direct naar een specifieke map gaan die met hen is gedeeld in Content Collection. Met deze tijdsbesparende optie kunnen gebruikers het pad opgeven om een map te openen en de locatie gelijk voorzien van een bladwijzer. Bladwijzers Bladwijzers maken snelle toegang tot veel gebruikte inhoud mogelijk zonder dat de gebruiker hoeft te navigeren door meerdere mappen. Bladwijzers kunnen worden geordend in mappen en submappen. Deze tool is handig wanneer machtigingen zijn toegekend voor geneste mappen, waar de optie Map zoeken niet kan worden gebruikt. Werkstroomactiviteiten


Pagina 406 van 425



Wanneer een gebruiker actie moet nemen of moet reageren op een item, is het handig met het item een werkstroomactiviteit mee te sturen. Wanneer een werkstroomactiviteit wordt gemaakt, worden gebruikers geselecteerd waarmee het item moet worden gedeeld en worden machtigingen toegekend. Het is ook mogelijk een e-mailbericht te verzenden naar deze gebruikers waarin staat aangegeven dat dit item met hen is gedeeld en dat een werkstroomactiviteit is bijgevoegd. Passen Passen kunnen worden gebruikt om gedurende een specifieke tijdsduur een bestand te delen met een gebruiker. Dit is met name handig voor het delen van bestanden met gebruikers zonder systeemaccount. Wanneer een pas wordt gemaakt, bepaalt de gebruiker of de machtiging Lezen of de machtigingen Lezen en Schrijven wordt toegekend voor het bestand met de pas. Wanneer de toegekende tijd voor de pas is verlopen, kan de gebruiker het bestand niet meer openen. Portfolio’s Met portfolio’s kunnen gebruikers bestanden verzamelen en ordenen op aangepaste webpagina’s. Deze portfolio’s kunnen vervolgens worden gepresenteerd aan individuele gebruikers en groepen gebruikers. Het is van belang dat gebruikers de machtigingen die worden toegekend voor bestanden die zijn gekoppeld in een portfolio goed overwegen. Als een andere gebruiker machtigingen heeft (behalve de machtiging Lezen) voor een bestand dat is gekoppeld met een portfolio, kan het bestand worden gewijzigd of verwijderd, waardoor gebruikers van de portfolio problemen kunnen ondervinden.


Pagina 407 van 425



CURSUSMAPPEN ORDENEN Informatie over cursusmappen Standaard wordt een cursusmap voor elke cursus weergegeven onder Cursussen. Wanneer de map voor het eerst wordt gemaakt, gelden voor deze map de volledige machtigingen (Lezen, Schrijven, Beheren en Verwijderen) voor de standaardrollen cursusleiders, onderwijsassistenten en cursusbouwers. De beheerder kan deze standaardinstelling wijzigen. De beheerder kan deze instelling bijvoorbeeld zo wijzigen dat op het moment dat de cursusmap voor het eerst wordt gemaakt alleen cursusleiders en onderwijsassistenten beschikken over volledige machtigingen. Het is van belang te begrijpen welke machtigingen zijn toegekend voor de map voordat verder wordt gegaan met het instellen van submappen en aanvullende machtigingen. Elke gebruiker die beschikt over de machtiging Beheren voor de cursusmap kan extra machtigingen voor die map toekennen aan andere gebruikers. Een cursusleider kan alle studenten in de cursus bijvoorbeeld de machtiging Lezen toekennen voor de cursusmap plus de machtigingen Lezen en Schrijven voor de openbare map onder de hoofdcursusmap. Inhoud van een enkele cursus opslaan Vanwege de tijdelijke aard van cursussen, is de cursusmap (die is gekoppeld aan de cursus-ID) handig voor het opslaan van inhoud die specifiek voor een enkele cursus geldt. Wanneer de cursus wordt verwijderd, is de map die aan de cursus-ID is gekoppeld niet langer toegankelijk. Wanneer de inhoud die in de cursusmap is opgeslagen kan worden hergebruikt, zijn opties voor het kopiëren en verplaatsen van items beschikbaar. Mogelijk is het eenvoudiger inhoud die in meerdere cursussen wordt gebruikt, op te slaan in de instellingsmap of de gebruikersmap van de cursusleider. Dit hangt tevens af van de wijze waarop de beheerder de instellingsmap definieert en van de beschikbaarheid van die map. Houd in gedachten dat wanneer cursusgerelateerde inhoud is opgeslagen in een gebruikersmap, deze mogelijk niet is gedeeld. De inhoud is dan niet beschikbaar wanneer de gebruiker de instelling verlaat en wordt verwijderd uit het systeem. Mapvoorbeelden In submappen binnen de cursusmap kunt u zowel persoonlijke als openbare inhoud opslaan. Hieronder wordt een aantal voorbeelden beschreven van mappen die u kunt maken in de cursusmap. Persoonlijke map Een map die wordt gedeeld met de cursusleider, onderwijsassistent en andere toepasselijke cursusrollen en die persoonlijke cursusinformatie bevat, zoals (proef-)toetsresultaten. Deze gebruikers beschikken allemaal over de machtigingen Lezen, Schrijven, Beheren en Verwijderen voor deze map. OPMERKING: de cursusleider kan besluiten de cursusmap te behouden als werkruimte voor de cursus en gebruikers geen toestemming te geven voor toegang tot de items in de cursusmap. De cursusleider kan in plaats daarvan koppelingen toevoegen naar Content Collection-items vanuit de cursus. In dit scenario wordt de gehele cursusmap een persoonlijke map.

Groepsmappen


Pagina 408 van 425



Mappen die worden gedeeld met cursusgroepen en kunnen fungeren als gebieden voor groepssamenwerking. Er is een aantal opties beschikbaar voor het instellen van deze mappen: Aan alle studenten in de cursus op het hoogste niveau van de cursusmap de machtiging Lezen toekennen. De machtiging Lezen verwijderen voor studenten in alle persoonlijke mappen. Machtigingen toevoegen voor elke groep voor de respectievelijke groepsmap. Met deze optie kunnen studenten via de optie Map zoeken de groepsmap vinden. Aan elke cursusgroep een machtiging toekennen voor hun eigen groepsmap in de cursus (geen machtigingen toekennen aan cursisten voor een cursusmap op het hoogste niveau). De studenten kunnen de map vinden via Zoeken, Direct naar locatie en Bladwijzers. Openbare map Map die met alle cursisten wordt gedeeld en waar zij toegang hebben tot cursusgerelateerd materiaal, zoals een syllabus of de leeslijst. Er is een aantal opties beschikbaar voor het instellen van deze mappen:

•

Aan alle studenten in de cursus op het hoogste niveau van de cursusmap de machtiging Lezen toekennen. De machtiging Lezen verwijderen voor studenten in alle persoonlijke mappen. Machtigingen voor gebruik van de openbare map toekennen aan alle cursisten. Met deze optie kunnen studenten via de optie Map zoeken de openbare map vinden.

•

Aan elke cursist machtigingen verstrekken voor de openbare map (geen machtigingen toekennen aan cursisten voor de cursusmap op het hoogste niveau). De studenten kunnen de openbare map vinden via Zoeken, Direct naar locatie en Bladwijzers.


Pagina 409 van 425



INHOUD UIT CONTENT SYSTEM GEBRUIKEN CONTENT SYSTEM-ITEMS TOEVOEGEN AAN EEN CURSUS Overzicht Voor cursusleiders is het handig dat zij snel materiaal uit Content Collection kunnen toevoegen aan hun Blackboard Learning System-cursussen. Content Collection-items worden op dezelfde manier ondersteund als andere typen inhoud die aan een cursus kunnen worden toegevoegd, zoals leereenheden. Cursusleiders kunnen items uit Content Collection op twee manieren toevoegen aan een cursus: via de pagina Inhoud toevoegen uit Content Collection, beschikbaar in inhoudsgebieden, of met de actieknoppen op de derde rij in de tekstvakeditor.

OPMERKING: de systeembeheerder kan de tekstvakeditor uitschakelen. De derde rij met actieknoppen is niet beschikbaar wanneer deze functie is uitgeschakeld. Content System-inhoud toevoegen aan een cursus Content Collection-inhoud kan worden toegevoegd aan elk inhoudsgebied in een cursus, zoals cursusinformatie of cursusdocumenten. Volg de onderstaande stappen om een item uit Content Collection toe te voegen aan een inhoudsgebied. 1.

Open het configuratiescherm voor een cursus.

2.

Open een inhoudsgebied, zoals Cursusdocumenten.

3.

Klik op Item toevoegen. Op de pagina Item toevoegen selecteert u Bladeren in Koppeling naar Content Collection.

Koppeling toevoegen naar een Content System-item via de tekstvakeditor Gebruikers kunnen via de tekstvakeditor koppelingen toevoegen naar items in Content Collection. Volg de onderstaande stappen om een koppeling toe te voegen naar een Content Collection-item: 1.


2.

Open een cursusgebied waarin inhoud kan worden opgenomen en waar de tekstvakeditor beschikbaar is, zoals een mededeling of een discussieruimte.

3.

Selecteer een optie in de derde rij van de tekstvakeditor.

Selecteer op de pagina die wordt weergegeven het Content Collection-item waarnaar u een koppeling wilt opnemen. Selecteer Bladeren naast het veld Koppelen vanuit Content Collection. Content Collection wordt geopend in een nieuw venster. Zoek het Content Collection-item, selecteer dit en klik op Verzenden. Het is van groot belang dat u de velden Bladeren en URL opgeven leeg laat. Deze velden worden niet gebruikt voor het toevoegen van items uit Blackboard Content Collection. Afhankelijk van het type item dat wordt toegevoegd, kunnen nog meer opties op deze pagina worden weergegeven. Zie het onderwerp Tekstvakeditor in deze handleiding voor meer informatie. OPMERKING: de systeembeheerder kan koppelingen voor de tekstvakeditor uitschakelen. De derde rij met actieknoppen is niet beschikbaar wanneer deze functie is uitgeschakeld.


Pagina 410 van 425



Toegekende machtigingen voor items die zijn toegevoegd aan cursussen Wanneer een item uit Content Collection is toegevoegd aan een cursus, beschikken alle gebruikers in de cursus automatisch over de machtiging Lezen voor het item. Op de pagina Machtigingen voor het item in Content Collection wordt aangegeven dat alle cursisten de machtiging Lezen hebben.


Pagina 411 van 425



PORTFOLIO’S TOEVOEGEN AAN EEN CURSUS Overzicht Voor cursusleiders is het handig dat zij snel portfolio’s uit Content Collection kunnen toevoegen aan hun Blackboard Learning System-cursussen. Alle gebruikers die zich hebben ingeschreven voor de cursus, kunnen deze portfolio’s bekijken. OPMERKING: de systeembeheerder kan portfolio’s uitschakelen. Wanneer deze tool is uitgeschakeld, is deze optie niet beschikbaar binnen cursussen. Portfolio delen met een cursus 1.

Portfolio’s die zijn gemaakt in Content Collection, kunnen worden gedeeld met gebruikers in een Blackboard Learning System-cursus. Volg de onderstaande stappen om een portfolio te delen met een cursus.

2.

Selecteer de mapweergave voor het Content Collection-menu.

3.

Klik op Mijn portfolio’s onder de kop Portfolio’s.

4.

Selecteer Beheren naast de portfolio die u wilt delen met de cursus.

5.

Klik op Portfolio delen.

6.

Selecteer Delen met cursus in de keuzelijst op de actiebalk en klik vervolgens op Start.

7.

Voer de cursus-ID van de cursus in. De portfolio kan worden gedeeld met verschillende cursussen. Scheid meerdere cursus-ID’s door komma’s.

8.

Er wordt een bevestigingspagina weergegeven met de melding welke cursussen toegang krijgen tot de portfolio.

Nadat een portfolio is gedeeld, moet deze beschikbaar worden gemaakt in de cursus voordat gebruikers er toegang toe kunnen krijgen. Portfolio’s beschikbaar maken voor gebruikers in een cursus Portfolio’s zijn voor gebruikers in een cursus toegankelijk via het cursusmenu. Voordat de cursusleider portfolio’s aan het cursusmenu toevoegt, moet hij of zij het gebruik van portfolio’s in de cursus inschakelen. Volg de onderstaande stappen: 1.

Selecteer Tools beheren onder Cursusopties in het configuratiescherm.

2.

Selecteer Blackboard-tools inschakelen.

3.

Selecteer de optie Beschikbaarheid naast Portfolio’s.

4.

Keer terug naar het configuratiescherm.

5.

Selecteer Cursusmenu beheren onder Cursusopties.

6.

Selecteer Toolgebied toevoegen.

7.

Selecteer Portfolio in de keuzelijst met gebiedstypen en vul een naam in voor het gebied (bijvoorbeeld Cursusportfolio’s) in het veld Naam. Selecteer de optie Beschikbaar voor Student/Deelnemergebruikers.

De cursusportfolio wordt weergegeven in het cursusmenu. Gebruikers kunnen portfolio’s bekijken die in dit gebied zijn gedeeld met de cursus.


Pagina 412 van 425



Locatie van portfolio’s in het configuratiescherm Op de pagina Cursusportfolio’s worden alle portfolio’s weergegeven die zijn gedeeld met een cursus. Volg de onderstaande stappen om de pagina Cursusportfolio’s te openen. 1.

Open het configuratiescherm voor een Blackboard Learning System-cursus.

2.

Selecteer Cursusportfolio’s onder Cursustools.

3.

Klik op de titel van een portfolio om deze te openen en te bekijken.


Pagina 413 van 425



KOPPELINGCONTROLE VOOR CURSUSSEN Overzicht Met Koppelingcontrole voor cursussen kunnen cursusleiders de koppelingen naar Content Collection-items controleren die zijn toegevoegd aan een cursus. Wanneer bijvoorbeeld een item in Content Collection wordt verwijderd nadat de cursusleider een koppeling naar dat item heeft toegevoegd aan een cursus, wordt dit opgemerkt door Koppelingcontrole voor cursussen, waarna de cursusleider op de hoogte wordt gesteld van de verbroken koppeling. Afhankelijk van de situatie kunnen sommige verbroken koppelingen worden hersteld, terwijl dat met andere niet het geval is. Wanneer een koppeling naar een Content Collection-item is toegevoegd aan een cursus, beschikken alle gebruikers in de cursus over de machtiging Lezen voor het item in Content Collection. Bij het uitvoeren van Koppelingcontrole voor cursussen wordt alleen de machtiging Lezen voor alle gebruikers van een cursus gecontroleerd. Koppelingcontrole voor cursussen inschakelen Cursusleiders kunnen Koppelingscontrole voor cursussen in- of uitschakelen voor elk van hun cursussen. Bij het maken van een cursus is de tool standaard uitgeschakeld. Volg de onderstaande stappen om de tool Koppelingcontrole voor cursussen in te schakelen. 1.

Open het configuratiescherm voor een Blackboard Learning System-cursus.

2.

Selecteer Tools beheren onder Cursustools.

3.


4.

Schakel het selectievakje onder Beschikbaar voor Koppelingcontrole voor cursussen in en klik op Verzenden. OPMERKING: de systeembeheerder kan de tool Koppelingcontrole voor cursussen uitschakelen voor het gehele systeem. Wanneer de systeembeheerder deze tool heeft uitgeschakeld, is deze niet beschikbaar binnen cursussen.

Cursusgebieden die worden gecontroleerd door Koppelingscontrole voor cursussen Items kunnen worden toegevoegd aan cursussen via de pagina Inhoud toevoegen uit Content Collection, beschikbaar in inhoudsgebieden, of met de actieknoppen (derde rij) in de tekstvakeditor. Koppelingscontrole voor cursussen spoort verbroken koppelingen op in de inhoud die via de optie Inhoud toevoegen uit Content Collection is toegevoegd. Koppelingscontrole voor cursussen spoort via de tekstvakeditor verbroken koppelingen op in de volgende gebieden:

•

Inhoudsgebieden (bijvoorbeeld Cursusdocumenten, Cursusinformatie en Opdrachten)

•

Mededelingen, Agendagebeurtenissen en Taken

•

Leereenheden

•

Discussieruimten OPMERKING: koppelingen naar Content Collection-items die zijn toegevoegd aan beoordelingen (waaronder toetsen, enquêtes en vragenpools), worden niet gecontroleerd via Koppelingscontrole voor cursussen.


Pagina 414 van 425



Koppelingcontrole voor cursussen gebruiken Wanneer u koppelingen naar Content Collection-items toevoegt aan een cursus, is het van belang dat u van tijd tot tijd Koppelingscontrole voor cursussen uitvoert. Dit is met name belangrijk na het kopiëren, herstellen of importeren van een cursus. Gebruikers met toegang tot items in Content Collection mogen items verplaatsen en verwijderen of de machtigingen voor een item wijzigen. Deze handelingen hebben mogelijk invloed op de validiteit van een koppeling naar het item binnen een cursus. Wanneer bijvoorbeeld een koppeling naar een Content Collection-item is toegevoegd aan een cursus, beschikken alle gebruikers in de cursus automatisch over de machtiging Lezen voor het item in Content Collection. Wanneer een gebruiker met de machtiging Beheren voor het item deze machtiging later verwijdert, resulteert het selecteren van de koppeling binnen de cursus in een foutmelding. Stappen voor het gebruiken van Koppelingcontrole voor cursussen Het uitvoeren van Koppelingscontrole voor cursussen is heel eenvoudig. 1.

Open het configuratiescherm en selecteer Koppelingcontrole voor cursussen onder Cursustools.

2.

Selecteer Verzenden op de pagina Koppelingcontrole voor cursussen. Dit proces kan enkele minuten duren, afhankelijk van het aantal koppelingen in een cursus.

3.

Lees de resultaten en repareer verbroken koppelingen.

4.

Nadat Koppelingcontrole voor cursussen is uitgevoerd, wordt een resultatenpagina weergegeven waarop de status van elke koppeling naar een Content Collection-item wordt vermeld. Sommige verbroken koppelingen kunnen worden hersteld door de cursusleider, terwijl dat met andere niet het geval is.

L EGENDA

B ESCHRIJVIN G

EN OPLOSSI N G

Geldige koppeling Deze items zijn gekoppeld en er is geen verdere actie nodig. Herstelbare machtigingsfout Geen van de gebruikers van de cursus beschikt over de machtiging Lezen voor deze Content Collection-items. Wanneer een gebruiker via een koppeling toegang probeert te krijgen tot een item in een cursus, wordt de foutmelding ’Bestand niet gevonden’ weergegeven. De cursusleider beschikt over de machtiging Beheren voor de items en kan deze koppelingen herstellen. Schakel de selectievakjes naast deze items in en klik vervolgens op Herstellen. Aan alle gebruikers van de cursus wordt de machtiging Lezen toegekend voor deze items. Pad niet gevonden De items zijn verplaatst, verwijderd of de naam ervan is gewijzigd binnen Content Collection. De koppelingen zijn verbroken en de cursusleider moet deze verwijderen uit de cursus. Zodra de nieuwe locaties of namen van de items bekend zijn, kunnen nieuwe koppelingen worden gemaakt. Machtigingsfout De koppelingen naar de items zijn geldig, maar geen van de gebruikers van de cursus beschikt over de machtiging Lezen voor deze Content Collection-items. De cursusleider beschikt niet over de machtiging Beheren voor de items en kan deze koppelingen niet herstellen. De cursusleider moet deze koppelingen verwijderen uit de cursus of contact opnemen met een gebruiker met de machtiging Beheren voor deze items om de juiste machtiging toe te kennen.


Pagina 415 van 425



BESTANDEN NAAR CONTENT COLLECTION KOPIËREN Overzicht Via de optie Bestanden naar Content Collection kopiëren kunnen cursusleiders inhoud van hun cursussen in Blackboard Learning System kopiëren naar een map in Content Collection. Dit is heel handig voor cursusleiders die bestanden buiten Content Collection hebben gekoppeld aan cursusinhoudsgebieden. Items die zijn toegevoegd via Content Collection, kunnen worden gebruikt in nieuwe cursussen, worden gedeeld met andere gebruikers en worden toegevoegd aan portfolio’s. Deze tool is ontwikkeld om nieuwe inhoud toe te voegen aan Content Collection, niet voor het detecteren van Content Collection-items die zijn toegevoegd aan een cursus of voor het doorvoeren van wijzigingen in de cursus zelf.

OPMERKING: de systeembeheerder kan de tool Bestanden naar Content Collection kopiëren uitschakelen. Wanneer de systeembeheerder deze tool heeft uitgeschakeld, is deze niet beschikbaar. Typen inhoud die kunnen worden gekopieerd Met de tool Bestanden naar Content Collection kopiëren worden bestanden gekopieerd die zijn bijgevoegd bij de cursusinhoudsgebieden. Deze bestanden zijn oorspronkelijk toegevoegd aan de cursus via de optie Bij te voegen bestand die beschikbaar is op specifieke pagina’s in de toepassing, of met de actieknoppen (derde rij) in de tekstvakeditor. Met de tool Bestanden naar Content Collection kopiëren, worden items gekopieerd die zijn bijgevoegd bij:

•

Inhoudsmappen

•

Inhoudsitems

•

Cursuskoppelingen

•

Opdrachten

•

Instructies

•

Externe koppelingen

•

Leereenheden OPMERKING: alle bijlagen met betrekking tot onbeveiligde Course Cartridges worden gekopieerd; beveiligde Course Cartridge-inhoud wordt niet gekopieerd.

Typen inhoud die niet kunnen worden gekopieerd Bijlagen die zijn toegevoegd aan de volgende gebieden van een cursus worden NIET toegevoegd aan Content Collection wanneer de tool Bestanden naar Content Collection kopiëren wordt uitgevoerd.

•

Bijlagen die zijn toegevoegd aan het gebied Beoordelingen (toetsen, enquêtes en pools).


Pagina 416 van 425



•

Bijlagen die zijn toegevoegd aan discussieruimteberichten, inclusief berichten voor discussieruimten voor een groep.

•

Bestanden die door cursusleiders zijn geüpload naar het digitale postbakje.

•

Items die zijn toegevoegd aan de pagina Opdracht beoordelen worden niet gekopieerd. Deze items bevatten opmerkingen voor een specifieke gebruiker en worden verzonden nadat de opdracht is beoordeeld. (Items die door een cursusleider zijn toegevoegd aan de pagina Opdracht toevoegen worden wel gekopieerd.)

Bestanden van studenten die zijn toegevoegd aan een cursus worden ook niet gekopieerd. Dit omvat:

•

Bestanden die door gebruikers zijn geüpload naar het digitale postbakje.

•

Bestanden die door gebruikers zijn geüpload naar Opdrachten.

Bestanden naar Content Collection kopiëren inschakelen Cursusleiders kunnen de tool Bestanden naar Content Collection kopiëren in- of uitschakelen voor elk van hun cursussen. Bij het maken van een cursus is de tool standaard uitgeschakeld. Volg de onderstaande stappen om de tool Koppelingcontrole voor cursussen in te schakelen.

•


•

Selecteer Tools beheren onder Cursustools.

•


•

Schakel het selectievakje onder Bestanden naar Content Collection kopiëren in en klik op Verzenden. OPMERKING: de systeembeheerder kan de tool Bestanden naar Content Collection kopiëren uitschakelen voor het gehele systeem. Wanneer de systeembeheerder deze tool heeft uitgeschakeld, is deze niet beschikbaar binnen cursussen.

Bestanden naar Content Collection kopiëren gebruiken Cursusleiders hebben toegang tot de tool Bestanden naar Content Collection kopiëren via het configuratiescherm van een cursus. Volg de onderstaande stappen om de tool Bestanden naar Content Collection kopiëren uit te voeren. 1.

Open het configuratiescherm en selecteer Bestanden naar Content Collection kopiëren onder Cursustools. De pagina Bestanden naar Content Collection kopiëren wordt weergegeven.

2.

Schakel onder Cursusmateriaal selecteren de selectievakjes in van de gebieden die moeten worden gekopieerd. Bijgevoegde items worden uit elk geselecteerd gebied gekopieerd naar Content Collection.

3.

Het pad in het veld Doel verwijst standaard naar de locatie van de cursusmap in Cursusinhoud in Content Collection. U kunt een pad invoeren naar een andere map. OPMERKING: gebruikers kunnen alleen inhoud kopiëren naar mappen in Content Collection waarvoor zij de machtiging Schrijven hebben.


Pagina 417 van 425



4.

Na het kopiëren wordt een bevestigingspagina weergegeven. Hierop worden alle gebieden aangegeven die wel en die niet zijn gekopieerd.

5.

De gekopieerde items worden in Content Collection weergegeven in een map met de naam Gekopieerde inhoud.

Tool meerdere keren uitvoeren De tool Bestanden naar Content Collection kopiëren kan meerdere keren worden uitgevoerd voor dezelfde cursus. Dit kan handig zijn in de volgende situaties.

•

Er is te veel of te weinig inhoud geselecteerd om te kopiëren en er is een ’schone’ kopie nodig.

•

Wanneer bestanden zijn gekopieerd aan het begin van een onderwijsperiode, moet de tool mogelijk aan het einde van de onderwijsperiode worden uitgevoerd om aanvullende bestanden te kopiëren die zijn geüpload.

Elke keer als de tool wordt uitgevoerd, wordt een nieuwe set mappen weergegeven in Content Collection. Wanneer de inhoud wordt gekopieerd naar hetzelfde gebied, bijvoorbeeld Cursusinhoud, wordt de map Gekopieerde inhoud bijgewerkt met het getal van de kopieeractie. De map die bijvoorbeeld wordt gemaakt nadat de tool voor een tweede keer is uitgevoerd, krijgt de naam Gekopieerde inhoud (2) van cursus-ID. Bestandsstructuur in Content Collection Alle bestanden die worden gekopieerd naar Content Collection, worden opgeslagen in de doelmap die is geselecteerd op de pagina Doel selecteren. Alle inhoud van de cursus wordt opgeslagen in een map waarvoor de volgende naamgevingsconventie wordt aangehouden: Gekopieerde inhoud van cursus-ID. De structuur van bestanden binnen Gekopieerde inhoud komt overeen met de structuur van de bestanden in de cursus. Voorbeeld De kopie van Geschiedenis100 omvat cursusdocumenten en cursusinformatie. De map Cursusdocumenten bevatte:

•

Een cursusitem met het bijgevoegde bestand Syllabus.doc.

•

De cursusmap Hoofdstuk Een (zonder bijgevoegde items).

•

Een cursusitem met het bijgevoegde bestand WeekEen.doc in de map Hoofdstuk Een.

De map Cursusinformatie bevatte: Een cursusitem met het bijgevoegde bestand Cursusoverzicht.doc. De structuur van de bestanden binnen Content Collection zal als volgt zijn: >Map Geschiedenis100 >Map Gekopieerde inhoud van Geschiedenis100 >Map Cursusdocumenten >Syllabus.doc >Map Hoofdstuk Een >WeekEen.doc >Map Cursusinformatie >Cursusoverzicht.doc Speciale bestandsbijlagen kopiëren


Pagina 418 van 425



In een klein aantal gevallen krijgt gekopieerde inhoud een speciale behandeling in Content Collection. Inhoud die wordt geüpload naar Blackboard Learning System als pakketbestanden (zoals zipbestanden) waarbij de gebruiker Dit bestand uitpakken heeft geselecteerd, wordt gekopieerd naar Content Collection in de indeling van het zip-bestand met de uitgepakte items onder een map met de volgende indeling: dir_bestandsbijlagenaam.bestandsextensie. Een bestand met de naam unzipme.zip wordt bijvoorbeeld uitgepakt in de hoofdmap van de map Cursusinformatie. Content Collection zal zowel het bestand unzipme.zip hebben in de hoofdmap van de map Cursusinformatie als het bestand dir_unzipme.zip dat de inhoud bevat van het oorspronkelijke bestand. Alle bestanden die via de tekstvakeditor worden geüpload, worden gekopieerd naar afzonderlijke submappen met de naam embedded(uniek nr.). Dit geldt ook voor bestanden die zijn geüpload via het tekstveld wanneer de tekstvakeditor niet beschikbaar is. Wanneer een HTML-bestand met verwijzingen naar afbeeldingen wordt geüpload, wordt de gebruiker gevraagd de afbeeldingen te uploaden. Dit zijn ontbrekende afbeeldingen. Ontbrekende afbeeldingen worden gekopieerd naar een map met de volgende indeling: dir_bestandsbijlagenaam.bestandsextensie

Bestanden met dezelfde naam kopiëren In Content Collection kan een map niet meerdere bestanden bevatten met dezelfde naam. Dit type duplicatie is wel toegestaan binnen cursussen in Blackboard Learning System. Dat geldt ook voor mappen met dezelfde naam. Wanneer bestanden en mappen met dezelfde naam worden gekopieerd naar dezelfde map in Content Collection, wordt aan de naam een nummer toegevoegd. Wanneer bijvoorbeeld twee bestanden met de naam Syllabus.doc worden gekopieerd naar dezelfde map, worden deze opgenomen als Syllabus.doc en Syllabus1.doc.


Pagina 419 van 425



CONTENT SYSTEM-ITEMS TIJDENS EXPORTEREN/IMPORTEREN EN ARCHIVEREN/HERSTELLEN Overzicht Bij het exporteren of archiveren van een cursus in Blackboard Learning System, worden koppelingen naar Content Collection-bestanden meegenomen. Na het importeren of herstellen van een pakket, worden deze koppelingen opgenomen in de inhoud. Het gedrag van deze koppelingen is afhankelijk van de status van de items in Content Collection. Items blijven behouden in Content Collection Wanneer de items zijn opgeslagen op dezelfde locatie binnen Content Collection, werken de koppelingen naar deze items in de cursus goed. De cursusleider moet de machtigingen voor deze items controleren, omdat deze mogelijk moeten worden bijgewerkt. Machtigingen voor dit item moeten worden toegekend aan de lijst van cursusgebruikers, zodat alle gebruikers die zich voor deze cursus hebben ingeschreven, toegang hebben tot de items. Wanneer gebruikers geen machtigingen voor toegang tot het item hebben, wordt de melding ’Toegang geweigerd’ weergegeven wanneer zij op de koppeling klikken. Items die zijn hersteld of geïmporteerd in een cursus zonder dat Content Collection is geïnstalleerd Wanneer een cursuspakket wordt hersteld of geïmporteerd in een cursus in Blackboard Learning System en Content Collection is niet geïnstalleerd, worden alle koppelingen naar Content Collection-items verbroken in de geïmporteerde of herstelde cursus. Dit komt omdat een koppeling wordt opgeslagen naar elk item in de cursus, niet naar de daadwerkelijke bestanden. De cursusleider moet de koppelingen naar deze items verwijderen uit de cursus. Wanneer de items toegankelijk zijn, kunnen deze aan Content Collection worden toegevoegd en kunnen er opnieuw koppelingen naar worden gemaakt vanuit de cursus. OPMERKING: wanneer Content Collection is verplaatst of verwijderd, doet het bovenstaande zich ook voor. Alle koppelingen naar Content Collection-items worden dan verbroken.


Pagina 420 van 425



CURSUS KOPIËREN EN CONTENT SYSTEM-ITEMS Overzicht Koppelingen naar Content Collection-items in een cursus worden gekopieerd tijdens het kopiëren van een cursus. Aangezien koppelingen naar Content Collection-items worden gekopieerd en niet fysieke bestanden, moeten alle gebruikers beschikken over machtigingen binnen Content Collection om deze bestanden weer te geven. Gebruikers in de nieuwe cursus hebben de juiste machtiging niet. Zodra een gebruiker zonder de juiste machtiging voor het Content Collection-item een koppeling selecteert naar het item in een cursus, wordt de melding ’Toegang is geweigerd’ weergegeven. De cursusleider moet voor deze gebruikers een machtiging toevoegen voor het Content Collectionitem. De systeembeheerder kan de kopieerinstellingen ook zo instellen dat de machtigingen automatisch worden bijgewerkt na het kopiëren van een cursus. OPMERKING: het automatisch bijwerken van machtigingen geldt alleen voor gekopieerde cursussen. Wanneer u een cursus herstelt of importeert, worden de machtigingen van gebruikers voor Content Collection-items waarnaar koppelingen in de cursus zijn opgenomen, niet automatisch bijgewerkt. Het bovenstaande doet zich dan voor. Alle koppelingen naar Content Collection-items worden dan verbroken. Machtigingen voor Content Collection-items automatisch bijwerken Voor systeembeheerders is de optie Kopieerinstellingen beschikbaar. Hiermee kunnen zij de machtigingen voor Content Collection-items beheren die zijn opgenomen bij het kopiëren van een cursus. De systeembeheerder kan twee opties in het systeem inschakelen (één of beide). Wanneer deze opties zijn ingeschakeld, worden de machtigingen voor Content Collection-items in nagenoeg alle cursusgebieden automatisch bijgewerkt.

•

Machtigingen bijwerken voor algemene koppelingen - Wanneer deze optie is geselecteerd, krijgen alle gebruikers die zijn ingeschreven voor de gekopieerde cursus automatisch de machtiging Lezen voor Content Collection-items waarnaar een koppeling bestaat in de cursus.

•

Machtigingen bijwerken voor e-Reserves-koppelingen - Wanneer deze optie is geselecteerd, krijgen alle gebruikers die zijn ingeschreven voor de gekopieerde cursus automatisch de machtiging Lezen voor e-Reserves-items waarnaar een koppeling bestaat in de cursus. OPMERKING: beoordelingen vormen hierop de enige uitzondering. De machtigingen voor Content Collection-items die aan toetsen, enquêtes en vragenpools zijn gekoppeld, worden niet automatisch bijgewerkt. De cursusleider moet de machtigingen voor deze items handmatig bijwerken via Content Collection.

Itemmachtigingen in Content Collection Wanneer een Content Collection-item wordt gekopieerd via het kopiëren van een cursus en de machtigingen automatisch worden bijgewerkt, zijn de nieuwe machtigingen voor het item zichtbaar in Content Collection. Wanneer het Content Collection-item wordt weergegeven in Content Collection, beschikken alle cursusgebruikers over de machtiging Lezen.


Pagina 421 van 425



BIBLIOTHEEKINHOUD GEBRUIKEN BIBLIOTHEEKGEBIEDEN Informatie over bibliotheekgebieden Er zijn standaard twee hoofdgebieden binnen de bibliotheek: Bibliotheekinhoud en e-Reserves. Extra gebieden kunnen worden toegevoegd aan de bibliotheek om te voldoen aan specifieke instellingsbehoeften. Bibliotheekinhoud U kunt de bibliotheekinhoud ordenen in overeenstemming met de vereisten van de instelling. Dit gebied is bedoeld voor inhoud die kan worden gedeeld in de gehele instelling. Toegang door gebruikers tot bibliotheekinhoud Standaard hebben alle gebruikers leestoegang tot alle items in Bibliotheekinhoud. Toegang door cursusleiders tot bibliotheekinhoud Cursusleiders kunnen binnen Blackboard Learning System items uit de bibliotheek toevoegen aan hun cursus. e-Reserves e-Reserves worden automatisch geordend op cursus. Elke cursus in Blackboard Learning System heeft een overeenkomende cursus in e-Reserves. e-Reserves zijn alleen beschikbaar voor cursussen en niet beschikbaar voor organisaties. Toegang door gebruikers tot e-Reserves Alle gebruikers hebben automatisch leestoegang tot e-Reserves voor cursussen waarvoor zij zijn ingeschreven. De e-Reserves-mappen voor overige cursussen worden niet weergegeven in de bestandsstructuur. Toegang door cursusleiders tot e-Reserves Cursusleiders kunnen items uit de bibliotheek toevoegen aan hun cursus binnen Blackboard Learning System. OPMERKING: de systeembeheerder moet e-Reserves hebben ingeschakeld. Als de beheerder dit gebied niet heeft ingeschakeld, wordt e-Reserves niet weergegeven in de bibliotheek.


Pagina 422 van 425



E-RESERVES-MAPPEN Cursusmappen genereren in e-Reserves Cursusmappen worden binnen e-Reserves automatisch gegenereerd wanneer de cursusleider, onderwijsassistent of cursusbouwer Content Collection de eerstvolgende keer opent nadat de cursus is gemaakt. Wanneer een cursus wordt toegevoegd aan Blackboard Learning System, wordt de e-Reserves-cursusmap voor gebruikers weergegeven wanneer de cursusleider Content Collection voor het eerst opent. Cursusbeschikbaarheid en e-Reserves Wanneer de cursus niet-beschikbaar is gemaakt, hangt de mogelijkheid om de e-Reservescursusmap weer te geven af van de cursusrol van de gebruiker. Cursusleiders, cursusbouwers en onderwijsassistenten kunnen de map weergeven, ongeacht of de cursus wel of niet beschikbaar is. Studenten kunnen de e-Reserves-cursusmap alleen weergeven wanneer de cursus beschikbaar is. Cursus verwijderen en e-Reserves Als een cursus wordt verwijderd uit Blackboard Learning System, wordt tevens de e-Reserves-map en de gehele inhoud hiervan verwijderd.


Pagina 423 van 425



BIBLIOTHEEKINHOUD TOEVOEGEN AAN CURSUSSEN Inhoud van de bibliotheek toevoegen aan een cursus Cursusleiders kunnen items uit de bibliotheek toevoegen aan hun cursusinhoudsgebieden. Dit geldt voor items die in hun cursusmappen in e-Reserves worden weergegeven, evenals voor items in de map Bibliotheekinhoud. Volg de onderstaande stappen om een item uit de bibliotheek toe te voegen aan een cursus: 1.

Selecteer een cursus en open het configuratiescherm voor cursussen.

2.

Selecteer een inhoudsgebied, zoals Cursusdocumenten. De pagina Cursusdocumenten wordt weergegeven.

3.

Selecteer Content System-inhoud toevoegen in de keuzelijst op de actiebalk en klik vervolgens op Start. De pagina voor het toevoegen van een Content Collection-item wordt weergegeven.

4.

Voltooi de pagina voor het toevoegen van een Content Collection-item door de volgende gegevens in te voeren:

V ELD

B ESCHRIJVIN G

Inhoudsinformatie Naam

Voer een titel in voor het inhoudsitem. Deze titel wordt weergegeven in de cursus.

Tekst

Voer een beschrijving in voor het inhoudsitem. U kunt de tekst opmaken met de opties voor de tekstvakeditor.

Content Collection-item of -map kiezen Bladeren naar bestanden uit Content Collection

Voer het pad in naar het inhoudsitem in de bibliotheek of klik op Bladeren om het bestand te zoeken en te selecteren in een map in de bibliotheek (bijvoorbeeld Bibliotheekinhoud of e-Reserves).

Naam van koppeling naar bestand

Voer de naam in van de koppeling die gebruikers kunnen selecteren om het bijgevoegde bestand te openen.

Opties Inhoud beschikbaar maken

Selecteer Ja als u de inhoud onmiddellijk aan studenten beschikbaar wilt stellen. Selecteer Nee als u de inhoud voor studenten wilt verbergen. Als u de beschikbaarheid wilt laten afhangen van datumbeperkingen, selecteert u Ja in dit veld.

Aantal keren weergegeven bijhouden

Selecteer Ja als u dit item wilt opnemen in rapporten over het aantal keren dat studenten dit item hebben bekeken. Selecteer Nee als u niet wilt dat wordt bijgehouden welke studenten de inhoud hebben bekeken.

Metagegevens toevoegen

Selecteer Ja als u metadata wilt toevoegen aan het item. Metagegevens zijn gegevens die zijn gerelateerd aan het item. In Blackboard Learning System worden metagegevens voornamelijk gebruikt om te voldoen aan de normen die voor de branche gelden. Selecteer Nee als u geen metagegevens wilt toevoegen.


Pagina 424 van 425



V ELD

B ESCHRIJVIN G


Selecteer Weergeven vanaf en selecteer een datum in de keuzelijst. Hierdoor wordt de inhoud verborgen tot de aangegeven datum. Selecteer Weergeven tot en selecteer een datum in de keuzelijst. Hierdoor wordt de inhoud verborgen na de aangegeven datum. De functies Weergeven vanaf en Weergeven tot kunt u combineren om inhoud slechts gedurende een bepaalde tijd weer te geven.

Cursusleiders kunnen tevens items in Content Collection toevoegen aan cursussen via de tekstvakeditor. Via de optie Item toevoegen in de derde rij met actieknoppen van de tekstvakeditor kunt u items in Content Collection zoeken en toevoegen. OPMERKING: alleen items in de e-Reserves-cursusmap die overeenkomen met de cursus, kunnen aan de cursus worden toegevoegd. Inhoud in e-Reservescursusmappen voor andere cursussen die u geeft, wordt mogelijk niet toegevoegd. Alle items in de map Bibliotheekinhoud zijn beschikbaar voor gebruik in een cursus.


Pagina 425 van 425

Copyright © 2024 ADOC.PUB. All rights reserved.
About Us | Privacy Policy | Terms of Service | Copyright | Contact Us | Cookie Policy

Sign In

Email

Password

Remember me Forgot password?

Our partners will collect data and use cookies for ad personalization and measurement. Learn how we and our ad partner Google, collect and use data. Agree & close

Blackboard Academic Suite Handleiding voor cursusleiders

Recommend Documents