Biografie Levensbeschouwing Maurice Mans Voorschoolse periode Op 18 maart 1976 ben ik geboren in het Sint Barbara ziekenhuis te Geleen. Mijn vader was destijds buschauffeur bij een touringcar maatschappij mijn moeder werkte bij een financieel administratiekantoor. Ik was een blije baby die veel lachte, volgens mijn ouders. We woonden in een klein Limburgs dorpje, Obbicht. Opa en oma Mans woonden naast ons, dat was heel fijn. De basisschoolperiode (kleuterschool en lagere school, 1980 - 1988) Ik ging naar de crèche in Guttecoven, omdat mijn moeder in dat dorp werkte. Mijn vader reed veel met de bus naar Spanje en Italië. Hij was dus best vaak van huis. Vervolgens ging ik naar de Sint Jozef kleuterschool in Obbicht. Mijn moeder had me in de voorschoolse periode al veel geleerd, zo kon ik voordat ik naar de kleuterschool ging bijvoorbeeld al best aardig schrijven.
1980 kleuterschool Sint Jozef Obbicht De kleuterschool was leuk. Ik kreeg vriendjes en vriendinnetjes en we hadden leuke juffrouwen. Soms hoefde ik niet naar school. Mama en ik mochten dan mee met papa met de bus naar Italië. Daarna ging het touringcarbedrijf failliet. Mijn vader kwam zonder werk te zitten. Ook merkte ik dat mijn vader en moeder steeds meer ruzie maakten. Ik kon daar slecht tegen. Ik was erg verdrietig als mijn ouders ruzie hadden. Ze schreeuwen hard en zeiden vervelende dingen tegen elkaar. Ik ging graag naar opa en oma. Opa Mans was mijn beste vriend, hij was een grote vriendelijke man. We ging iedere zondagmorgen wandelen. Ook ging ik vaker in de pauze van school bij opa en oma eten. Op mijn vierde kreeg ik een keyboard cadeau van goede vrienden van mijn ouders. Zij hadden zelf geen kinderen, ik werd dus wel een beetje verwend door hen. Ik was autodidactisch, ik leerde mezelf een aantal liedjes. Op mijn zesde ging ik samen met een aantal klasgenootjes, waaronder mijn goede vriend Marc, op voetbal. Ik bleek wel een aardig balletje te kunnen trappen. Ik ging dan ook graag naar het voetbalveld. Nadat mijn vader een tijdje een WW-uitkering had ontvangen, besloot hij samen met mijn moeder een eigen zaak op te starten. Ik ging inmiddels naar de ‘lagere’ school, zoals dat toen heette. De eerste klas was even wennen bij Juffrouw Urlings. Het was een oude strenge vrouw, meen ik mij te herinneren. Mijn moeder had zelf vroeger op de lagere school in Urmond nog les van haar gehad. We werkten veel met de letterdoos. Dat vond ik niet echt leuk, zeker als de letters weer eens door elkaar heen lagen. In klas 2 kreeg ik een meester. Meester Jo, een man die humor had en leuke en spannende verhalen kon vertellen. Ik ging graag naar school, ik deed goed mijn best en behaalde 1
goede punten. Ik zat op een katholieke school en werd katholiek opgevoed, ik deed in klas 2 dan ook de eerste Heilige Communie. Enkele weken na mijn Communie stierf mijn grote vriend, opa Mans, op 80-jarige leeftijd. Dit vond ik heel erg. Voor mijn communie kreeg ik een orgel van mijn ouders cadeau. Ik was muzikaal, en ik vond het een geweldig instrument. Per toeval kwam wijlen Nick Demandt, de toetsenist van de groep ´Highlight´ bij mijn ouders thuis. Hij scoorde meerdere top 40-noteringen en speelde met zijn band door heel Nederland en Duitsland. Hij hoorde mij spelen en zei dat ik talent had en les moest nemen. Dit gebeurde dan ook. In klas 3 kreeg ik weer een juffrouw. Juffrouw Hover heette ze. Ze was oud, ze reed in een Daf 66 en ze had de wijzerplaat van haar horloge altijd onder haar pols hangen. Na een paar maanden ging ze met pensioen. Ze werd vervangen door juf Miriam, de dochter van het hoofd van de school. In de bovenbouw kreeg ik alleen meesters. In klas 4 en 6 meester Sef en in klas 5 meester Math. Meester Sef was mijn favoriete leerkracht. Hij legde rekenen en taal goed uit, hij maakte grapjes, hij wist veel over wereldoriëntatie en de actualiteit en gaf veel complimenten. Hij stonk alleen vreselijk naar de rook. Meester Math wist mooie verhalen bij geschiedenis te vertellen over de Bokkenrijders, Willem van Oranje (die in Obbicht in 1568 de Maas overstak om te vluchten voor de hertog van Alva), de Obbichtse schrijver Pieter Ecrevisse en het verzet tegen de NSB in de Tweede Wereldoorlog. Ik had het naar mijn zin op school. Mijn rapporten zagen er prima uit.
1987 rapport klas 5 (groep 7)
1988 rapport klas 6 (groep 8)
2
De middelbare schoolperiode (1988-1995) Vol vertrouwen ging ik de pubertijd tegemoet. Ik presteerde goed op school, ik was een prima voetballer bij de plaatselijke voetbalvereniging, ik kon aardig muziek maken en had voldoende vriendjes en vriendinnetjes. Maar over één ding was ik toch vaak erg verdrietig: de relatie van mijn ouders. Ze maakten nog steeds veel ruzie en schreeuwden tegen elkaar. Vaak zette ik de radio harder zodat ik het ruziën niet meer hoorde. Na de lagere school, die vanaf klas 4 opeens basisschool heette, ging ik naar de brugklas van het Bisschoppelijk College te Sittard. Het was een spannende periode. Ik was 12 jaar en opeens ging ik met een aantal andere kinderen uit mijn dorp met de fiets naar Sittard. Ik leerde ook snel nieuwe vrienden kennen. Het was wel even wennen dat je voor ieder vak een andere leerkracht had, maar ook wel heel erg leuk. Op het einde van de brugklas had ik 14 pluspunten. Vanaf 11 pluspunten mocht je naar het Gymnasium. Ik was trots op mezelf, en mijn ouders die waren nog trotser. Ook werd ik gescout voor het ‘regionaal elftal’ bij voetbal, een soort voorselectie van het Limburgs elftal. Met gemak fietste ik door de eerste jaren van het Gymnasium heen. Tevens ging ik steeds meer naar feestjes van school, klassenfuiven en verjaardagsfeestjes. Op mijn 15e ging ik met een aantal vrienden van school of de jongens van het voetbalteam naar de kroeg of disco. Met het voetbalteam werden we ook nog kampioen in de B-jeugd. Ik was aanvoerder van het voetbalteam en scoorde dat seizoen zo’n 40 goals.
1993 kampioen met de B1 Op mijn zestiende veranderde ik wel behoorlijk. Ik was een echte recalcitrante puber. Voetbalclub Roda JC had nog even interesse, maar eigenlijk deed mij dat niet zoveel. De resultaten op school werden opeens ook minder. Gevolg: Op de vijfde klas van het Gymnasium bleef ik zitten. Toch slaagde ik gelukkig in 1995 voor het Gymnasium. Universiteit (1995 – 1999) Ik besloot naar de Universiteit in Maastricht te gaan om de studie Nederlands Recht te gaan volgen. Waarom ik destijds deze keuze heb gemaakt? Geen idee, wellicht wilde ik onrechtvaardigheid bestrijden. Ik behaalde mijn propedeuse. Eindelijk weer een succesmoment, vol goede moed begon ik dan ook aan het basisdoctoraal Nederlands Recht. Ik had een leuke vriendin, ik voetbalde in het eerste elftal van de plaatselijke voetbalvereniging, ik had veel vrienden, ik was gelukkig op dat moment. Toen besloot mijn moeder van mijn vader te scheiden. Ik begreep er helemaal niks van. Je maakt eerst 30 jaar ruzie met elkaar en dan pas besluit je om te gaan scheiden? Een vervelende periode brak aan, zeker gezien het feit dat mijn ouders wel nog samen als V.O.F. in de zaak verder gingen. Dit betekende dat zij elkaar wel nog dagelijks zagen, het geruzie ging dus gewoon door. 3
Mijn relatie liep toen ook stuk, mijn vriendin ging er met een ander vandoor. Ik kan me nog een kerstavond uit die periode herinneren. Ik was met mijn hond gaan wandelen. Bij sommige huizen keek ik een beetje door het raam naar binnen. Ik zag gezinnen samen eten, drinken, surprises uitpakken bij de kerstboom. Ik kreeg van mijn ouders altijd dure cadeaus, maar ik had al die cadeaus willen ruilen tegen één avond warmte en liefde die ik bij andere gezinnen zag. Ook had ik graag een broer of zusje gehad, want dan hadden we elkaar kunnen steunen op moeilijke momenten. Ik was het geruzie zó moe! Mijn rechtenstudie ging ook niet goed op dat moment, ik behaalde nog wel wat vakken in de bachelor-fase, maar opeens kwam ik niet meer verder. Ik werd onzeker, ik kreeg last van faalangst, ik voelde me een mislukkeling. Ik durfde het mijn ouders niet te vertellen. Toch vertelde ik het thuis, maar tot mijn verbazing waren ze niet echt boos. In 1999 besloot ik aan de HEAO-dagopleiding in Sittard te gaan studeren. Een slechte en ondoordachte keuze, binnen twee maanden was ik erachter dat dit helemaal niets voor mij was. Ik schreef me in bij enkele arbeidsbureaus, want ik wilde onafhankelijk zijn en zelf geld verdienen. Binnen enkele weken kon ik op gesprek bij Nationale-Nederlanden, Rabobank en ABN-AMRO. Het was het jaar 2000, we zaten nog in de hoogtijdagen van het bank- en verzekeringswezen. Het vertrouwen in de branche was enorm, beleggingshypotheken en -pensioenen werden veelvuldig afgesloten. Ik kon dan ook zonder een afgeronde studie bij alle drie de banken beginnen. Uiteindelijk koos ik voor NationaleNederlanden, omdat daar de beste doorgroeimogelijkheden waren en er veel nadruk op interne opleidingen lag. Ontwikkeling eigen identiteit Nationale Nederlanden (2000 – 2015) Allereerst kwam ik met een aantal andere ‘juniors’ in een opleidingsklas. We simuleerden echte pensioencontracten en deden veel fictieve pensioenberekeningen. Na enkele maanden in de opleidingsklas te hebben gezeten, mocht ik naar de echte pensioenafdeling. Ik kwam in een FE (functionele eenheid) terecht met ervaren mensen, maar ik werd slecht begeleid door mijn mentor. Mijn werk lag wekenlang in een kast en ik kreeg bijna nooit feedback. Na een tijdje ben ik dan ook het gesprek aan gegaan met de senior-manager. Ik gaf aan dat ik niet tevreden was en twijfelde of dit wel het werk was wat ik wilde. Toch werd enkele maanden later het jaarcontract omgezet in een contract voor onbepaalde tijd. Ik kreeg in 2001 een eigen werkstroom, de zogenaamde ‘waardeoverdrachten’, toebedeeld. Ik voelde me verantwoordelijk, nu kon ik eindelijk laten zien wat ik in huis had. Het ging prima, ik kreeg twee stagiaires om op te leiden. Daarna werden mij uitzendkrachten toegewezen, vervolgens kwamen er zelfs vaste werknemers van NN in mijn eenheid. Ik mocht naar Den Haag om daar uitleg te geven hoe ik deze werkstroom gestroomlijnd had. Ik mocht meedenken en processen verbeteren. Ook ging ik les geven aan een klas externe medewerkers. Dit vond ik ontzettend leuk om te doen. Deze functie heb ik tot 2005 met veel plezier vervuld.
4
Mijn partner Sabine In 2001 leerde ik ook mijn huidige vrouw Sabine kennen. Zij was een persoon bij wie ik me op mijn gemak voelde. We vertrouwden elkaar, we dachten over veel dingen hetzelfde in het leven. We gingen in 2002 al officieel samenwonen, in 2004 vroeg ik haar ten huwelijk en in 2005 trouwden we. In deze periode ging ik ook fanatiek met muziek maken aan de slag. Ik formeerde een coverband en we traden veel op. We hadden een vaste aanhang, mijn vrouw ging vaak mee naar de optredens. Het was een gezellige tijd. Door Sabine kreeg ik enorm veel zelfvertrouwen.
2005 ons huwelijk In 2005 besloot ik dat het tijd werd voor een nieuwe uitdaging op het werk. Ik werd contractbeheerder collectieve beleggingsverzekeringen. Ik kwam in een nieuwe FE terecht. Ik was enthousiast, we hadden een leuke club mensen bij elkaar, ik slaagde voor het diploma pensioenpraktijk en we behaalden mooie resultaten. In 2007 werd ik dan ook bevorderd tot senior contractbeheerder. Maar niet alleen op het werk werd ik senior. Sabine werd zwanger en hier waren we ontzettend blij mee, omdat zij verminderd vruchtbaar was door endometriose. Het heeft dan ook meer dan twee jaar geduurd voordat zij zwanger raakte. Onze zoon Nicky Op 3 september 2007 werd onze zoon Nicky geboren. Twee maanden te vroeg, het was enorm schrikken. We kregen een kindje waar we natuurlijk harstikke blij mee waren, maar we hadden ook een heleboel zorgen omdat hij prematuur was.
2007 de geboorte van onze zoon 5
Daarbij zat mijn vrouw Sabine er de eerste maanden na de bevalling compleet doorheen, zowel fysiek als mentaal. Ik probeerde zoveel mogelijk de constante factor in het gezin te zijn, maar ook ik maakte een vermoeide indruk zowel thuis als op mijn werk. Tevens was ik in de weekenden vaak weg door optredens en kwam ik dus ook nog eens laat ik bed. In 2008 kreeg ik opeens flinke rugklachten, op het werk ging het wat minder en onze relatie zat ook in een dip. Vervolgens kreeg Sabine steeds meer last van endometriose, ze had erg veel pijn. De huisarts stelde ons voor de keus: of de baarmoeder laten verwijderen (en dus geen tweede kindje meer krijgen) of zo snel mogelijk voor een tweede zwangerschap gaan. We besloten samen om voor het eerste te gaan omdat wij het beiden belangrijk vonden dat Sabine zo snel mogelijk van de pijn verlost was en er ook kon zijn voor Nicky. Vanaf dit moment veranderde er iets in ons leven. We leerden namelijk tevreden zijn met wat we hadden. We hadden ons eigen huisje, onze zoon, we waren gezond en we waren weer gelukkig met elkaar. Muziek Muziek was al jaren een grootte passie, maar in 2008 kwam alles in een stroomversnelling. Onze band ‘PitchLight’ was een hechte club. We speelden regelmatig en we groeiden als muzikanten, maar ook als personen. Eigenlijk was onze band de ultieme coöperatieve werkvorm. Er was een wederzijdse afhankelijkheid, we voelden ons saamhorig. Er blonk niemand echt uit, we waren een ijzersterk collectief. Onze bassist kwam met het idee om ons in te schrijven voor een landelijke talentenwedstrijd. Iedere voorronde werden we uitgeroepen tot beste band door de jury of het publiek. Opeens stonden we zomaar in de poptempel de Bosuil te Weert. Wauw, wat een eer om hier te mogen spelen. We wonnen de publieksprijs bij de Limburgse finale en ik werd genomineerd als beste toetsenist. Daarna volgde de landelijke halve finale in Paradiso Amsterdam en de landelijke finale in de 013 te Tilburg. Locaties waar je als popmuzikant alleen maar van kunt dromen. Voor ons was spelen in Paradiso en de 013 al een hoofdprijs. Gesteund door twee volle touringcars met publiek gingen we naar Amsterdam en Tilburg. En ja, we wonnen in 2009 zowaar de Landelijke finale van ‘The Clash of the Coverbands’. Alles klopte die avond. Er gingen daarna allerlei deuren voor ons open. We speelden op de mooiste locaties van Nederland, we kwamen op radio en Tv, in de kranten. We gingen de studio in en namen de single ‘Mash up the Pieces’ op. Ik was grotendeels verantwoordelijk voor het arrangement van deze single, het voelde dus ook een beetje als ‘mijn kindje’. Op een donderdagnacht belde opeens de manager (Ja, we hadden opeens een soort godfather die zich over ons ontfermde): ‘Jullie komen morgen binnen in de Mega Top 100’. Ik kon het niet geloven.
2009: krantenartikel over PitchLight 6
We stonden uiteindelijk 6 weken in de Mega top 100. We speelden samen met (inter)nationale acts als Earth, Wind & Fire, Mother’s Finest, Waylon, Rowwen Heze, Belle Perez. Maar ons succes had ook een keerzijde: enkele bandleden konden de vele optredens door het hele land niet combineren met werk of privéleven. Hierdoor moesten we afscheid nemen van een aantal kameraden. Daarbij bleek onze manager opeens minder betrouwbaar dan we dachten. We deden veel optredens voor hem, maar de betalingen bleven uit. Verschillende B.V. ’s van hem gingen failliet, ook B.V. ‘s waar wij dus betalingen uit zouden krijgen. Een domper op al onze successen, waar we zo hard voor gewerkt hadden. Er ontstond een juridisch touwtrekken. Dit vergde erg veel energie, zeker omdat ik het aanspreekpunt van de band naar de buitenwereld was. Burn-out Bij Nationale Nederlanden was er inmiddels een andere wind gaan waaien. In 2009 was er een reorganisatie geweest, waardoor iedereen een soort super-contractbeheerder moest worden. Geen ruimtes meer voor specialisatie, generalisatie was het toverwoord. Hierdoor werd naar mijn mening heel veel talent en creativiteit verspild. Ook de sfeer veranderde binnen het bedrijf. Ik werd accountmanager binnendienst van regio Rijnmond, een grote portefeuille met een flink premievolume. Daarbij was ik ook nog kwaliteitscontroleur en aanspreekpunt beleggingsverzekeringen. In augustus 2012 ging het mis. Ik ging op maandagochtend naar het kantoor in Heerlen. Ik weet dat ik opeens in de parkeergarage van mijn werk was, maar hoe ik op mijn werk was gekomen wist ik niet meer. Ik kon me niks meer herinneren van de rit naar Heerlen. Mijn kop zat ‘vol’, rillingen liepen over mijn lijf, ik transpireerde hevig. Ik ben na een paar uur naar huis gegaan, want dit voelde niet goed. Ik kon gelijk naar de huisarts gaan. Dokter Link, de vader van een jeugdvriend van me, zag gelijk dat er iets niet klopte. Hij gaf aan dat het verstandig was om eens een tijdje niet te gaan werken. Ik vroeg of het een burn-out was, omdat al 4 werknemers op mijn afdelingen thuis zaten met een burn-out. Dokter Link antwoordde: ‘Het maakt niet uit hoe je het noemt, ik weet alleen dat jij rust nodig hebt en dus een tijdje niet gaat werken’. Nou, ik voelde me een totale mislukkeling. ‘36 Jaar en dan thuis zitten met een burn-out, dan heb je het mooi voor elkaar’, zei ik tegen cynisch mezelf. Maar ik besloot om terug te vechten. Samen met de steun van de huisarts, psycholoog, mijn gezin, mijn (schoon)ouders en mijn vrienden, klom ik uit het dal. In januari 2013 ging ik weer fulltime aan het werk. Ik kwam in een nieuwe functionele eenheid terecht, er werd goed samengewerkt. Ik kreeg een portefeuille van een dikke 18 miljoen premievolume toebedeeld, ik was weer helemaal terug. Toen kwam er opeens in november 2013 het bericht dat er de komende jaren flink gereorganiseerd zou worden en dat er behoorlijk wat banen zouden verdwijnen. Een andere weg Ik besloot om in gesprek te gaan met een loopbaancoach om erachter te komen wat ik wilde. Jolien zag passie en creativiteit in me. Zij raadde mij aan om eens goed na te denken of ik niet mijn carrière buiten NN wilde voortzetten. In april 2014 kwam opeens de klap voor alle werknemers: Kantoor Heerlen zou dichtgaan per 1 oktober 2014. In de tussentijd had ik netjes mijn huiswerk gedaan bij de loopbaancoach. Ik was erachter wat ik wilde. Ik wilde iets met kinderen gaan doen. Sinds mijn zoontje Nicky vanaf 2012 naar de basisschool ging, was ik erg geïnteresseerd geraakt in het basisonderwijs en pedagogiek. Ik had tevens een aantal keren gesproken met de directeur van deze basisschool over het tekort aan mannelijke leerkrachten in het basisonderwijs. Op de basisschool van Nicky waren er vanaf de peuterspeelzaal t/m groep 8 hoofdzakelijk juffrouwen. Een klasgenootje van Nicky verwoordde het heel toepasselijk: “volgend jaar is onze juf waarschijnlijk een man”. Ik ben van mening dat weer meer mannen voor de klas moeten staan, zodat er een gezonde mix en een realistische afspiegeling van de samenleving is, ook op de basisscholen. In het verleden was ik ook veel met en voor kinderen bezig geweest. Van 1993 tot en met 1998 ben ik trainer geweest bij diverse jeugdvoetbal-elftallen bij de plaatselijke voetbalvereniging. In 1999 en 2000 was ik commissielid jeugdzaken bij de politieke fractie GOB, gemeente Sittard-Geleen. 7
Jolien stelde voor om het geplande loopbaangesprek niet in een kantoorruimte te doen, maar om ergens op de heide te gaan wandelen. Tijdens onze wandeling vertelde ik dat ik in de richting van pedagogiek en kinderpsychologie dacht, omdat het mij leuk leek om met kinderen te werken. Jolien vroeg mij waarom ik niet de Pabo ging doen. Ik reageerde met de opmerking dat ik beter één op één werkte dat voor een groep. Toen ik terug naar huis reed, dacht ik bij mezelf; beter één op één werken? Wat een onzin! Ik wist dat de Pabo 4 jaar duurde en dit leek in eerste instantie een niet haalbare missie. Pabo Toch bleef de Pabo in mijn hoofd zitten. Ik voerde gesprekken met mijn mobiliteitsmanager, met de loopbaancoach, collega’s, vrienden van mij die in het onderwijs zaten en met mijn partner. Ik kwam erachter dat er Tilburg een tweejarige variant was, misschien was dit een optie. Ik ging naar de open dag, maar al snel werd mij duidelijk dat ik zonder een afgeronde HBO- of WO-opleiding niet in aanmerking kwam voor de verkorte variant. Diezelfde avond was ook open dag op de Pabo in Eindhoven, tipte mij iemand in Tilburg. Nou, dan daar maar gaan kijken. Ik kwam in een file terecht. Er was een ongeluk gebeurd en ik moest via Den Bosch naar Eindhoven rijden. Ik kwam nog net op het nippertje aan. Ik kan me nog herinneren dat ik die avond met Mattie Wethlij en Paul Sas heb gesproken. Ik kreeg er een goed gevoel bij. De volgende dag ging ik weer praten met mijn mobiliteitsmanager. En vooral ook rekenen: hoe kon ik vier jaar studeren financieel overbruggen? Ik was altijd de hoofdkostwinner, mijn vrouw werkte sinds de geboorte van Nicky parttime. Maar ik had het geluk dat Nationale Nederlanden een mooi sociaal plan had. In september 2014 plaatste ik onderstaand bericht op social media: In april kregen we bij Nationale-Nederlanden een mededeling waar we niet om lachten, na precies 40 jaar zou ons kantoor in Limburg sluiten, hier stonden we echt niet op te wachten. Onzekere tijden breken voor de meesten van ons aan, nu we niet meer verzekerd zijn van een baan. Maar onze werkgever heeft een mooi sociaal plan, Hier maak ik dan ook graag gebruik van, Per 1 oktober sluiten ze de tent, Ik zeg naar 15 jaar: “Bedankt Nationale-Nederlanden, ik word Pabo-student” Inmiddels loop ik stage en sta voor de stoere kids van groep 8, Dit had ik in april toch echt niet gedacht…… Voor mezelf voelt een nieuwe studie tevens als een tweede kans. Nu heb ik dan eindelijk de mogelijkheid om een Bachelor-diploma te halen en deze kans ga ik ook met beide handen aangrijpen. Inmiddels heb ik mijn propedeuse behaald met overtuigende resultaten.
2015 Uitreiking propedeuse
Life always offers you a second chance, it’s called tomorrow! 8