Samenvatting Levensbeschouwing Deel I. Van mysterie naar ontluistering 1. Geloof en Christendom, onderhevig aan tijd? Christelijk geloof (en religie in het algemeen) is hier en nu geen vanzelfsprekendheid meer Reacties hierop : - Radicale afwijzing van het Christendom - Gehele onverschilligheid - Vastklampen aan laatste zekerheid (fundamentalisme) - Groeien naar een nieuwe religieuze openheid Oorzaken crisis: 1. Cultuur historische ontwikkelingen Premoderne denken: - geen enkel probleem met religie - Christendom bood antwoord op alle vragen (bijbel als historisch relaas) - De cultuur zelf was religieus (religie en cultuur onlosmakelijk verbonden) - Resultaat: stabiele wereld waarin ieder zijn plaats en taak kende, en waar voor elke vraag een antwoord voor handen was Opkomst moderniteit Differentiëring op structureel gebied - Men percipieert de werkelijkheid niet langer als één alomvattend geheel, maar gaat het opsplitsen in onderscheiden, autonome deelgebieden/ sferen - Ook de religie krijgt een eigen domein toegewezen, oefent geen allesbepalende invloed meer uit op andere domeinen in samenleving ( religie hoort thuis in privésfeer ) - Christelijke samenleving bestaat niet meer Functionele rationalisering - Vloeit voort uit verlangen naar veiligheid en zekerheid - Men zoekt verklaringen voor elk van de ontstane deelcomponenten (inzicht in werkelijkheid) - wat niet objectief, meetbaar of controleerbaar is, wordt subjectief (zo ook religie) - het geloof in het bestaan van god is afhankelijk van bewijzen die niet te leveren zijn (mens is dus op zichzelf aangewezen) - Paradox: hoe meer inzicht men verkreeg, hoe meer men besefte dat men veel nog niet weet Post moderniteit: - moderne rationaliteit lost niet alles op/ kan niet alles verklaren - stelt opnieuw de vraag naar de bindende factor: religie Religie heeft van oudsher te maken met krachten en machten die ons overkomen, waarop we geen greep hebben, deze noemt men TRANSCEDENT : zaken die het waarneembare, beschrijf/maak bare te boven gaan - ‘religie zonder god’ (bv. paranomale, holisme, new age, …) lijkt niet voorbijgestreefd - Monopoliepositie Christendom is voorbij, maar is één van de antwoorden 1
2. Intrinsiek (fundament Christendom = bijbel) Enkel wat rationeel verklaarbaar was, kon historisch aanvaardbaar zijn Enkel wat historisch bewijsbaar was, kon waarheid bevatten en van waarheid zijn Bijbelwetenschappen: ontwikkeling historisch- kritische methode en tendens tot ontmythologisering - Archeologie moest bewijzen aanleveren - Verhalen zonder evidentie werden minder belangrijke
2. De bijbel, een ‘vreemd’ fundament Inleiding Het Christendom zelf is in feite vreemd Bijbel: - groot aantal boeken, - verschillende inhoud, - diverse literaire genres - verschillende auteurs en redacteur tijdspanne van verschillende eeuwen Bijbelse tekst heeft bemiddeling nodig van ‘exegese’ Exegese = discipline die zich bezighoudt met de uitleg van de bijbel - Streeft ernaar de bijbelse teksten te verklaren - Dagdagelijkse bezigheid: mensen trachten op het spoor te komen wat bedoeld wordt in wat ze horen, lezen of waarnemen - Interpretatie is wezenlijk voor elke vorm van communicatie (bv. verkeersborden, wetteksten, …) - Communicatie en interpretatie zijn samenspel van verschillende factoren Zijde van het subject (schrijver en de lezer Vorm waarin wordt gecommuniceerd Context waarin communicatie tot stand komt Twee factoren die het correcte begrip en juiste interpretatie van een tekst bepalen : 1. Mate waarin schrijver en lezer dezelfde ervaringswereld delen 2. De mate waarin de inhoud en de uitdrukkingsvorm van de boodschap specifiek en / of gespecialiseerd van aard zijn A. Exegeten als ‘outsiders’ - Hedendaagse bijbellezers lezen in feite teksten die in eerste instantie niet tot hen gericht zijn - Geen enkel actuele lezer maakt deel uit van de originele leefwereld van de auteurs B. Taalbarrière - Oude testament geschreven in Hebreeuws, Grieks en Arameens, dus moeilijk om de exacte betekenis te achterhalen van sommige woorden - Elke vertaling is een interpretatie (geen 1 op 1 relatie) - Dus lezer interpreteert in het kwadraat of op het tweede niveau ‘Traduire c’est trahir’ C. Culturele kloof Geschreven in oude nabije oosten - Patriarchale cultuur - Geen vrouwenemancipatie 2
-
Samenleving sterk geconcentreerd rond lokale steden en dorpen (niet mondiaal) Landbouw en veeteelt stonden centraal Aanvaarding slavernij Geen geneeskunde
Culturele kloof impliceert dat de bijbelse tekst vaak (historisch- culturele) verduidelijking nodig heeft Tekst bevat expliciete verwijzingen naar culturele gegevenheden die ons vandaag vreemd zijn Maar er worden ook impliciete veronderstellingen gehanteerd die het correcte begrip van een tekst bemoeilijken D. Chronologische kloof - Meer dan 2 millenia tussen oorsprong van teksten en huidige tijd - Oudtestamentische geschriften zijn zelf over een periode van 8 eeuwen tot stand gekomen - Noodzakelijk de historische context van elke tekst te achterhalen, welke met voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden E. Gegroeide geschriften - Geen enkel oudtestamentisch boek is door één enkele auteur geschreven - Historische zekerheid over eender welke auteur van de bijbelse teksten is onbestaande - Geen bronvermeldingen. Men citeerde anderen zonder te benoemen om wie het ging F. Een veelheid aan teksten - Bijbelse literatuur is de neerslag van cultureel en theologisch gedachtengoed uit diverse perioden - Neergeschreven door verschillende auteurs over verscheidene eeuwen heen - Verzameling boeken die veelal herhaaldelijk bewerkt werden - Bijbeltekst die wij hanteren is niet ‘de tekst’ maar eerder ‘een bijbeltekst’ - Vertalingen geven, als interpretaties, vaak een van de gestandaardiseerde tekst afwijkende versie weer (redactionele transformaties toepassing op situatie op dat moment) G. Heilige Schrift voor joden en christenen - Teksten fungeren binnen een geloofsgemeenschap - Bijbel heeft binnen een groep mensen een autoriteit verworven - Lezer is vaak geneigd de bijbeltekst te lezen in het licht van een eeuwenoude traditie waarbij andere mogelijke en legitieme interpretaties onopgemerkt kunnen blijven Tekst spreekt niet meer zelf, maar lezer legt betekenis in de tekst die er niet in vervat zit = ‘eisegese’ - Bijbel is fundament waarop hele joods-christelijke traditie en westerse beschaving gestoeld is - Bijbelse overlevering blijft een vreemd en van ons vervreemd fundament Conclusie Crisis in geloof en christendom het gevolg van: - Cultureel- historische ontwikkeling van premoderniteit via moderniteit naar postmoderniteit - Groeiende bewustwording van het vreemde karakter van de bijbelse geschriften Beide factoren resulteren in een ontluistering van de gelovige praxis en de autoriteit van de bijbel als fundament daarvan. ( waaier van mogelijke reacties : deel 2 )
3
Deel II. Respons op de ontluistering Mogelijke reactie op ontluistering: Afwijzing van Christendom (religie) Meest radicale positie en wordt maar kort in dit boek behandeld - Praktisch atheïsme: God heeft geen functie meer en is afwezig - Rationeel onderbouwd atheïsme: men betwijfelt het bestaan van God in sterke mate of ontkent het volkomen - Irenisch atheïsme: men wil er zonder God het beste van maken - Polemische atheïsme(agressief ): men is er van overtuigd dat elke vorm van godsgeloof en religie bestreden moet worden Praktisch is een leven zonder geloof onmogelijk Verder: negatieve en positieve antwoorden
1. Ontreddering en kramp, de bekommernis om waarheid en realiteit 1.1 kinderlijke naïviteit Kinderen twijfelen niet aan de mooie (bijbelse) verhalen waarin onwaarschijnlijke dingen gebeuren Geleidelijk aan rijzen kritische bedenkingen bij deze voorstellingen Men kan doen alsof er niets aan de hand is en het kritische denken eenvoudig weg uitschakelen Gevolg: terug naar kinderlijke, pre-kritisch geloof waarbij men zich geen vragen (meer) stelt of hoeft te stellen
1.2 Historisering van bijbelse verhalen 1.2.1 Inleiding Historiseringstendens: gebeurtenissen en verschijnselen in bijbelse verhalen moete rationeel geduid worden willen ze ‘overleven’ Vorm van bijbels fundamentalisme: - Geen overstijging van ontluistering !!!! - Tracht op een moderne manier te redden wat er te redden valt om de bijbel gelijk te kunnen geven - Reflex om te bewijzen dat het bijbelse verhaal toch letterlijk begrepen mag worden 1.2.2 Illustratie: het plagenverhaal in Exodus 7, 14-11, 10 DOORLEZEN Tien catastrofen overkomen Egypte, als gevolg van de hardnekkige weigering van de farao om de Israëlieten te laten vertrekken Gebeurtenissen in plagenverhaal gerelateerd aan diverse natuurverschijnselen die zich voordoen in het Egyptische milieu 1.2.2.1 Het Egyptische Ecosysteem Basis: ongewoon zware regenval op het Oost-Afrikaanse plateau Men ging ook op zoek naar chronologie in de plagen - Vaak wordt aangenomen dat het zich afspeelt tussen juni en april Plaag 1 : water verandert in bloed - Veel rode aarddeeltjes worden meegevoerd in de Nijl, komende van Ethiopië - Vissterfte is te wijten aan grote hoeveelheid bacteriën die de stroom meevoerde Plaag 2 : opkomen van massa kikkers 4
- Te wijten aan overstromingen Plaag 3+ 4 : insectenplagen - Larven nestelden zich rond de rottende kikkerkadavers Plaag 5 : pestepidemiën vee - Dode kikkers zorgen voor bacteriële verspreiding van de pest - Vee graasde langs de velden waar het water van de Nijl zich had teruggetrokken na overstroming Plaag 6 : pestepidemie mens - Veroorzaakt door de vierde plaag Plaag 7 : hagel en storm - Zeldzaam fenomeen in Egypte - Veroorzaakt door bepaalde atmosferische voorwaarden welke ook andere plagen konden verklaren Plaag 8 : sprinkhanenplaag - Sprinkhanen zijn met de wind meegevoerd Plaag 9 : duisternis - Optreden van een hete woestijnwind die door de enorme stofwolken alles verduisterde Plaag 10 : de dood van de eerstgeborenen - Verschillende soorten pest 1.2.2.2 Een vulkaanuitbarsting op Santorini Vulkaanuitbarsting zou in de wijde omtrek van het eiland heel wat ongewone natuurverschijnselen veroorzaakt hebben Het vulkanische steengruis werd door de wind in zuidoostelijke richting meegevoerd en kwam neer in Egypte Roos- rode as kwam neer in de Nijl zodat men dacht dat het water bloed werd Het as besmette de rivier waardoor de kikkers toevlucht moesten zoeken op het land Besmette kikkers stierven door de droogte en trokken insecten aan De insecten brachten pest voor de dieren en zweren voor de mensen Verhoogde hoeveelheid waterdamp en as in de atmosfeer zorgde voor hevig onweer, regen en hagel Deze stormwinden brachten sprinkhanen in beweging Verschillende mogelijke oorzaken voor duisternis - Zon werd verduisterd door enorme hoeveelheid as - ‘chamsin’ wind - Veroorzaakt door bijzonder grote zwerm sprinkhanen Dood van eerstgeborenen: massa’s as die aangevoerd werden deden de daken van de huizen instorten, waardoor veel Egyptenaren- waaronder de eerstgeborenen- het leven lieten 1.2.3 conclusie Historiseringstendens tracht (natuurlijke) verklaringen te vinden die het verhaal rationeel aanvaardbaar moeten maken Gevolg: de verhalen worden niet geïnterpreteerd zoals ze bedoeld zijn Interesse voor bijbelteksten verplaatste van historisch naar literair en theologisch vlak Natuurlijke achtergrond wordt gezien als inspiratiebron voor de literaire beschrijving Verhalen maken ook gebruik van een aantal literaire motieven Men komt tot een radicale afwijzing van de natuurlijke verklaringen van de plagen Bijbelse auteurs: wilden profetisch een gelovige interpretatie van de werkelijkheid doorgeven Verhaal tracht enkel een bevestigende verkondiging te zijn van het feit dat God Israël bevrijd heeft 5
Theologische boodschap is fundamenteel (metaforen zijn geplukt uit dagelijkse leven) De naturalistische en historiserende verklaringen hebben op een moderne wijze getracht de waarheid van de bijbel vast te houden Wat als modern en wetenschappelijk overkomt is in feite een ontkenning van wat de bijbelse verhalen beogen 1.3 Fundamentalisme tussen letterlijke en symbolische lezing 1.3.1 Benaderingswijzen van fundamentalisme Problematiek om tot een juiste definitie te komen ? (2 ) 1. Binnen fundamentalistische bewegingen zijn er veel varianten we beperken ons tot het religieuze fundamentalisme 2. Bijna geen enkele beweging gaat zichzelf fundamentalistisch noemen - Eerder negatieve zelfbevestiging: iemand anders fundamentalist noemen, impliceert dat je zelf anders ben. ‘ zo ben ik niet ‘ Als reactie tegen de kritische bijbelstudies, die het gezag van de bijbel leken te ondermijnen zijn er 5 punten vooropgesteld als de fundamenten van het christelijke geloof : 1. Woordelijke onfeilbaarheid van de bijbel 2. De goddelijkheid van Christus 3. Maagdelijke geboorte van christus 4. De leer van het plaatsvervangende zoenoffer van Christus 5. De lichamelijk opstanding bij de tweede komst van Christus aan het einde der tijden Maar ook deze omschrijving van de fundamenten van het christelijk geloof kunnen niet als definitie van christelijk fundamentalisme aangenomen worden. Waarom ? : Dit omdat verschillende elementen die typisch lijken te zijn voor actuele, uit het protestantisme gegroeide fundamentalistische bewegingen, zijn erin onderbelicht. 1.3.2 Kenmerken van het religieuze fundamentalisme 1.3.2.1 Fundamentalistische religie als ultieme zekerheid Elke vorm van religieus fundamentalisme lijkt een reactie te zijn tegen de aantasting van de religieus geschraagde identiteit - Zekerheden die door religie werden aangereikt, zijn verloren gegaan ( van pre naar post ) - Elke vorm van religieus fundamentalisme neemt de verdediging op zich van de verloren gegane levensstijl - Hierbij spelen vooral ethische consequenties van de religie een sleutelrol Politiek actief wanneer er kwesties ter sprake komen die men als inherent aan de christelijke identiteit aanzie (bv. abortus, homoseksualiteit, …) Op economisch vlak is de stem zelden hoorbaar 1.3.2.2 fundamentalisten zijn een minderheid Men ziet zichzelf als minderheid, die strijd levert tegen een niet- begrijpende meerderheid Afwijking van de regels wordt niet geduld kritische dialoog en het sluiten van compromissen met andersdenkenden is onmogelijk Minderheidspositie kan verschillende vormen aannemen
6
-
Minderheid trekt zich terug uit de meerderheid en leidt een op zichzelf geplooid bestaan - Openlijk de confrontatie aangaan met de buitenwereld : Wordt gevoed door een streng dualistische opdeling Sterk dualistische opdeling tussen goed (‘wij’) en kwaad (‘zij’) - fundament hiervan ligt in interpretatie van bijbelse verhalen 1.3.2.3 apokalyptisch denken Overdreven nadruk op apocalyptische denkwijzen Inspiratie uit apocalyptische literatuur Apocalyptiek bestaat uit een aantal visioenen over het einde van de huidige wereld en het aanbreken van een nieuwe tijd - Auteur ziet omwentelingen van nieuwe tijd niet in verre toekomst, maar staat weldra te gebeuren (moeten dus niet als voorspellingen gezien worden) - Als stroming ontstaan in 3de eeuw V. Chr. : Jodendom werd geconfronteerd met vervolgingen, oorlogen en bezetting door hellenistische overheersing - Men ging hoop richten op eindtijdelijke verlossing (wereldbrand die wereld vernietigt ) auteurs: tijdgenoten oproepen tot volharding Hoofdkenmerk: uitgesproken aandacht voor het aanbreken van een periode van heil in een andere wereldorde, volgend op een periode waarin onheil en allerhande crises hoogtij vieren Uitverkorenen hadden hun dromen en visioenen op schrift gesteld - Voorgesteld dat geschriften zeer oud waren, maar pas vlak voor het aanbreken van de eindtijd, openbaar werden - MAAR het gaat om verschillende gebeurtenissen die reeds voorgevallen waren, welke als toekomst voorgesteld werden Voorbeeld: blz. 49-50 - Twee passages uit het boek daniël Het gaat dus om bemoedigingsliteratuur voor vervolgde groepen in een minderheidspositie in de samenleving welgekomen teksten voor allerhande fundamentalistische minderheden De eschatologische component (= het geloof dat het eindtijdelijke ingrijpen van God de rechtvaardigen zal redden tot een eeuwig goddelijk rijk) is veelal een centraal gegeven in de christelijke fundamentalistische bewegingen 1.3.2.4 Millennarisme of Chiliasme Perikoop over het duizendjarige rijk speelt cruciale rol binnen de meeste vormen van christelijk fundamentalisme Twee strekkingen - Gemeenschappelijk: radicale breuk tussen het heden en het aanbreken van de heilstijd 1. Post millennarisme Duizendjarige rijk is een aanduiding van een periode van rust en vrede die letterlijk duizend jaar duurt (volgens sommige trekkingen) en die voorafgaat aan de wederkomst van Christus Na een periode van morele vooruitgang, zal Christus werderkomen. 7
Deze terug komst is het hoogtepunt van het duizendjarig rijk
2. Pre- millennarisme Wereld gaat van kwaad naar erger. Op het dieptepunt zal Christus terug keren en het duizendjarig rijk stichten. ‘Als de nood het hoogst is, is de redding nabij’ Zullen steeds wijzen op de negatieve kanten van de hedendaagse samenleving 3. A- millennarisme (nu-millenarisme) In tegenstelling tot pre en post gelooft men hier dat : Duizendjarige rijk een symbolische aanduiding is die refereert aan de tijdspanne tussen het aardse leven van christus en de uiteindelijke voltooiing van het Rijks God 1.3.2.5 Bijbels fundamentalisme Uitgesproken fundamentalistisch gebruik van de bijbel Men aanvaardt wat de bijbel zegt, kritische vragen worden steevast als ketters aanzien A. woordelijke onfeilbaarheid van de Schrift : - =inerrantia - Overtuiging dat de bijbel als woord van God geheel en al vrij van dwaling is - De Bijbel heeft altijd gelijk (en wanneer hij geen gelijk heeft, zorgt men ervoor dat hij gelijk krijgt) - Bijbel als soort receptenboek voor het oplossen van allerhande actuele problemen, zonder rekening te houden met de maatschappelijke en literaire context waarbinnen de bijbelse tradities vorm hebben gekregen B. de bijbel wordt zeer selectief gelezen en geïnterpreteerd : - Bv. veroordeling mannelijke homoseksualiteit , menstruerende vrouwen mijden - Ook al zijn de particuliere wetten veelal geheel onbruikbaar omwille van de grote culturele en historische kloof tussen ons en de periode waarin ze hun oorsprong vinden, toch kunnen de achterliggende motieven van de wetteksten wel nog steeds een rol spelen en inspirerend werken (zie verder ) C. voorspellingen uit een ver verleden over een toekomst die in de 21ste eeuw heden wordt ten dele te wijten aan het woord in het oude Griekenland : Griekse term ‘profètès’ betekende oorspronkelijk spreekbuis of boodschapper -
Profeet was iemand die namens de godheid boodschappen aan het volk overbracht Dubbele taak (2) : 1. Critici: Onthullen hoe en waarom Israël zich van zijn opdracht en eigenheid heeft afgekeerd Profeten zijn protestanten: ze bestrijden de dwaalleer dat alles goed is zoals het is en zo ook blijven moeten 2. Visionairs: Verkondigen namens God een toekomstige, de actuele realiteit overtreffende werkelijkheid
8
Wanneer ze spreken over de toekomst, gaat het over de nabije toekomst waarvan het verloop duidelijk wordt uit wat er in het heden misgaat en in het verleden verkeerd liep Pas wnr het verloop van de geschiedenis hun in naam van God uitgesproken boodschap bevestigt, worden ze naar waarde geschat
D. literalisme - Men leest de bijbel letterlijk, waarbij men de bijbelse overlevering op sommige punten zonder meer als een betrouwbaar verslag van historische gebeurtenissen of als accurate informatie aanziet - Meestal wordt niet alles wat in de bijbel staat letterlijk gelezen, maar schippert men naar willekeur tussen een letterlijke en een symbolische lezing van de bijbeltekst zonder enig fundament Vb : Eva is letterlijk uit de rib van Adam geschapen E. uit de context halen van bijbelteksten - naargelang de gehanteerde bijbeltekst, kan men de doodstraf zowel legitimeren als verbieden - Erger wordt het wanneer men uit de context gehaalde bijbelcitaten of afzonderlijke letters uit de bijbel in willekeur met elkaar gaat combineren Extreem voorbeeld: bijbelcode (zie blz. 56) F. bijbelse fundamentalisme heeft het gelijk altijd aan zijn kant ( dus niet alleen de bijbel zelf) - Er is één uitleg die door een centrale instantie wordt gegeven en die als dusdanig aanvaard moet worden - De wijze waarop de bijbel moet gelezen en geïnterpreteerd worden, is gekenmerkt door eenduidigheid - Dus geen plaats voor een kritische omgang met het Schrift Vb : vraag naar de oorsprong van de collectie boeken is voor een bijbelse fundamentalist eenvoudig, nl. de profeet Mozes 3.3 illustratie: bijbels fundamentalisme bij de Getuigen van Jehovah Nalezen blz. 58 e.v. ( omtrent getuigen van Jehovah) 3.3.1 Een rechtschapen minderheid versus een verdorven meerderheid Sterk getekend door een fundamentalistische benadering van de bijbel - Bieden daardoor ook een zeer eenduidig en daardoor simplistisch antwoord op allerhande vragen - Uitleg is enkel zwart of wit en te nemen of te laten Het feit dat ze als minderheid (goeden) het moeten opnemen tegen de anderen, is gebaseerd op één vers uit het paradijsverhaal Werkwijze: bijbelcitaten naar believen met elkaar combineren Slang en vrouw krijgen symbolische betekenis : - Slang: satan - Vrouw: symbolische echtgenoot van Jehovah - Aan de hand hiervan het dualisme tussen het kwaad en de goedheid trachten te legitimiseren 9
Gods profetie betreft ook het zaad van de slang en van de vrouw - Zaad van de vrouw : Jezus Christus en 144.000 verzegelde christenen - De nefaste invloed van het ‘menselijke zaad’ van satan menen de Getuigen van Jehovah al in het beginstadium van de menselijke geschiedenis te kunnen onderkennen, reeds de eerste mens die op een gewone wijze werd geboren, Kaïn. -
Invloed van Satans zaad is drievoudig ( In babylon zijn deze verschillende elementen ontstaan : Politieke machten Oneerlijke handelaars Valse religie
Deze bijbelse fundering van het dualisme tussen slang en vrouw en hun respectieve ‘zaad’, met andere woorden tussen goed en kwaad, is noodzakelijk als achtergrond om de leer van de Getuigen van Jehovah te kunnen begrijpen en dit vertaalt zich in de Getuigen van Jehovah vs. de rest van de wereld.
3.3.2 tussen letterlijke en symbolische interpretatie Vaak gebeurd het ongefundeerd zwalpen tussen een letterlijke en een symbolische lezing teneinde de bijbel in overeenstemming te brengen met resultaten van wetenschappelijk onderzoek die de bijbelse voorstelling tegenspreken 3.3.3 voorspelling, apocalyptiek en millenarisme Bijbel als boek vol futuristische voorspellingen Het jaar 1914 is cruciaal: het begin van de ‘dag des Heren’ - Satan is uit de hemel verstoten (met als gevolg WO 1) - De Getuigen besluiten dit op basis van een willekeurige combinatie van bijbelteksten (zie blz. 63 e.v.) 3.3.4 conclusie De manier waarop de Getuigen van Jehovah de bijbel lezen is intrinsiek fout en dient verworpen te worden
10
2. De ontluistering overstegen, verrijking in kritische omgang 2.1 Bijbel en historiciteit 2.1.1
Bijbel versus archeologie ‘Heeft de bijbel ‘historisch’ gelijk of niet ? Welke rol speelt de archeologie in dat debat ?’
Vaak onderzoek naar de historische betrouwbaarheid van de bijbelse overlevering De historische betrouwbaarheid van de bijbel heeft een deuk gekregen door de opkomst van de moderniteit en het prevaleren van de natuurwetenschappen Ook disciplines die oorspronkelijk tot doel hadden het gezag van de bijbel te vrijwaren en veilig te stellen, hadden geleidelijk aan vragen bij het historische gehalte van wat in de bijbel te lezen staat Door de identificatie van de bijbelse plaatsnamen met daardwerkelijk identificeerbare sites beoogde men aan te tonen dat de gebeurtenissen in de bijbel reëel hebben plaatsgevonden Sinds de verlichting kwam de archeologie geleidelijk aan los van haar taak om theologie te dienen - Men trachtte de oorsprong van Israël te achterhalen - De oorsprong en geschiedenis van Israël is complexer dan wat de bijbel voorspiegelt Vb: er is nog altijd geen zuivere archeologische vondst die toelaat ook maar iets als een Israëlitische inbezitneming van Kanaän aan te nemen.
2.1.2
Bijbelse geschiedenis versus geschiedenis in de bijbel
Als we ons baseren op het oude testament, dan valt de geschiedenis van het oude Israël samen met de lotgevallen van één enkel familie waarvan Abraham de stamvader is In het verleden heeft men vaak gepoogd om aan de hand van de chronologische gegevens die het oude testament verschaft, de geschiedenis van het oude Israël te reconstrueren en de hoogtepunten ervan nauwkeurig te dateren : 1. Geleerden waren genoodzaakt zelf een chronologie op te stellen 2. Men stelde een algemeen kader op waarin de gebeurtenissen relatief ten op zichte van elkaar werden gedateerd Archeologie speelde hierbij een belangrijke rol 3. Dan trachtte men binnen deze chronologie enige absolute data vast te stellen Astronomie was hierbij van belang Hoe verder men teruggaat in de tijd, hoe groter de onzekerheid wordt aangaande een nauwkeurige datering van de opeenvolgende heersers 4. De verkregen chronologie is van belang voor de reconstructie van de geschiedenis van het oude Israël Aangezien het oude testament een overvloed aan chronologische gegevens verschaft, heeft men gepoogd uitgaande van de verkregen absolute data, de gebeurtenissen waarover het Oude Testament verhaalt, te dateren Opmerkingen : - De chronologie die op basis van het oude testament werd geschetst, doet geen uitspraak over de historiciteit van het verhaalde WANT niet de verhouding tot de omringende volken
11
-
en landen staat erin centraal. Wél de relatie tussen Israël en zijn God, die Israël als zijn volk heeft uitverkoren DUS een religieuze geschiedenis Het feit dat bepaalde voorstellingen uit de bijbel niet met de werkelijkheid overeenstemmen, impliceert niet dat het gehele Schrift een verzinsel is Archeologie en bijbelwetenschap moet de achterliggende werkelijkheid en theologische inkleding in de verschillende bijbelteksten identificeren
2.2 De opkomst van de historisch- kritische exegese 2.2.1
Van twijfel naar stellingname
Tot ongeveer midden 17de eeuw was er geen argwaan ten aanzien van de historiciteit van de oudtestamentische voorstelling van de geschiedenis In de tweede helft van de 17de eeuw komt er verandering in deze houding 1. Historisch- kritische benadering van oud testament komt op 2. Men was niet langer overtuigd van de historische betrouwbaarheid Vooral vanaf de 18de eeuw trad de vraag naar de historiciteit van de bijbelse overleveringen manifest op de voorgrond Vaststellingen (bv. kon noah en zijn vrouw al die dieren voederen?) en louter literaire problemen liggen aan de basis van de historisch- kritische exegese Begin 20ste eeuw: exegetische wetenschap heeft onomstotelijk aangetoond dat de oudtestamentische verhalen niet langer als een objectief ooggetuigenverslag van historische feiten mochten geïnterpreteerd worden ‘Het oude testament is in eerste instantie literatuur die wil verkondigen in plaats van beschrijven’ 2.2.2
illustratie: verkondigende en gegroeide literatuur
Zie blz. 74-75 2.2.3
niet echt gebeurd en toch waar?
‘ De resultaten die archeologie en bijbelwetenschap sinds de 19e E boekten, brachten het traditionele bijbelverstaan in een diepe crisis’ Verschillende houdingen mogelijk na de crisis tegenover het historische karakter : 1. Gemakkelijkheidsoplossing: bijbel zonder meer als opeenstapeling van hersenspinsels aan de kant schuiven 2. Bijbels fundamentalisme : Verworvenheden van wetenschappelijk onderzoek negeren en op een fundamentele wijze aan de onfeilbaarheid van de bijbel willen vasthouden en deze trachten te bewijzen 3. Studieresultaten van verschillende wetenschappen ernstig nemen : Onderscheid maken tussen historische werkelijkheid en theologische interpretatie Onderliggende boodschap van de teksten op het spoor komen
12
Historiciteit in en door het bijbelse verhaal kritisch duiden tegen de achtergrond van het inzicht dat de bijbel in de eerste plaats een gegroeide, religieuze literatuur is. ‘ Elke bijbelse tekst is immers de neerslag van een gelovige kijk op de reële ervaringen die het oude Israël heeft meegemaakt’
2.3 van diachronische tot synchronische benadering ‘ Drie-voudige ontwikkeling’ 2.3.1
van ‘historisch- literaire’ belangstelling naar ‘literair- historische’ interesse (STAP 1)
Oudere klassieke historisch- kritische benadering: 1. Men beschouwde de tekst als een historisch document dat voor onderzoek voorlag In hoofdzaak 2 vragen : 1. Hoe is de tekst ontstaan ? 2. Wat is zijn historisch gehalte ? Alle aandacht was gericht op historische feitelijkheid Meer en meer kreeg de exegese aandacht voor het literaire aspect (vanaf 19e eeuw meer nadruk op literaire compositie) 1. Enkel nog diachronische teksstudie = de aandacht richt zich op het ontstaan en de ontwikkeling van een tekst, meer bepaald tegen de achtergrond van literaire vragen. Vb: hoe is de tekst gegroeid ? Vb: Wat is het literaire genre ? Vb: Wat is de overleveringsgeschiedenis ? Aanpak werd literair- historisch waarbinnen nog 2 evoluties plaatsvinden (2.3.2 en 2.3.3) 2.3.2
van ‘bronnenkritiek’ naar ‘redactiekritiek’ ( STAP 2 )
In de diachronisch gerichte tekststudie stond de vraag naar de groei van de teskt centraal Op grond van verscheidene bronnen ging men de tekst opsplitsen in 4 delen : 1. J (Jahwistisch document) 2. E (Elohistisch document) 3. D ( Deuteronomisch document) 4. P( Priesterlijk document) Deze aanpak veranderde geleidelijk aan : 1. Onderzoek begon zich meer toe te leggen op de algemene, brede onderliggende redactionele lagen in de literaire groei van de eindtekst 2. Men benadrukte de invloed van verschillende redacties in de ordening van de tekst, de structurele en de inhoudelijk- theologische aspecten van het verhaal als geheel Mondelinge overlevering verwierf belangrijke aandeel in totstandkoming tekst 3. Er kwam meer aandacht vrij voor de theologische componenten in het onstaan van het literaire werk = aandacht voor theologische betekenis ( zie stap 3) 13
2.3.3
van ‘literair- historische’ aanpak naar ‘literair- theologische’ benadering (STAP 3 )
Nieuwe ontwikkeling sinds 1970 Het recente onderzoek werkt vaak niet meer diachronisch maar synchronisch = Focus op de eindtekts: men beschouwt in deze benaderingswijze de literaire compositie die nu voor ons ligt als een eigenstandige en finale tekstvorm, die uitnodigt om als zodanig gelezen te worden. Voorgrond: vraag naar de manier waarop de tekst functioneert en wat zijn betekenis is. De finale tekst is de enige bron van kennis van zowel de mondelinge en de schriftelijke tradities als van de historische gebeurtenissen achter het verhaal 1. Structuur van finale tekst is hierbij cruciaal 2. Tekst kan bijdrage leveren tot een visie over de wisselwerking tussen traditie en redactie Synchronische studie van bijbelverhalen brengt op deze wijze ook de theologische boodschap expliciet aan de orde OPMERKINGEN : - De synchronische analyse van een verhaal mag niet leiden tot een te geringe aandacht/ het vergeten van de gelaagdheid en de literaire groei van de tekst - De diachrone en synchrone benadering moeten elkaar dus aanvullen !
14
Deel III. De Bijbel een (g)oude(n) gids 1. De veroudering tussen Oude en Nieuwe Testament 1.1 onbekend is onbemind De bijbel van de christenen bevat twee delen: oude en nieuwe testament - Oude testament wordt in Christelijke milieus steeds als van minder belang, minder doorslaggevend en minder actueel gezien dan het nieuwe testament Als men teruggaat naar de wortels van het Christendom zien we nochtans iets anders : - Vóór Jezus bestond het nieuwe testament nog niet - De boeken van het oude testament waren normatief - Oude testament wordt veelvuldig geciteerd in het nieuwe testament - In de joodse bijbel werden geen veranderingen aangebracht - Vroege kerk zag het oude testament als fundament van het Christendom Het nieuwe testament kan niet zonder het oude testament Cruciale probleem: hoe verhouden beide Testamenten zich tot elkaar?
1.2 diverse denkmodellen De zoektocht naar de concrete invulling van de verhouding tussen oude en nieuwe testament resulteerde in de ontwikkeling van een aantal denkmodellen (waarbij Oude testament altijd het onderspit delft) Recent bemerkt men binnen de katholieke kerk een hernieuwde interesse voor de eigen waarde van het oude testament Maar toch wordt het oude testament (= het eerste en meest omvangrijke deel ) niet ten volle naar waarde geschat 1.2.1
het contrastmodel
Regelrechte tegenstelling tussen Oude en Nieuwe testament Tegenstelling uit zich voornamelijk in twee facetten : - Enerzijds : Tegenover het particularisme en het nationalisme van het oude verbond het universele van het nieuwe verbond staan - Anderzijds : De antithese tussen wet en evangelie wordt benadrukt Rooms-katholieke kerk heeft deze dualistische houding ( die dicht aanleunt tegen marcionisme) krachtig afgewezen
1.2.2
het vervullingsmodel
Beschouwt het nieuwe testament als de vervulling van de in het oude testament gedane belofte Centrale plaats voor oudtestamentische perikoop Jeremia - In een bepaalde Christelijke interpretatie wordt deze tekst als programmaverklaring van het christendom aanzien - Middeleeuwse Jodendom heeft het nieuwe verbond geheel naar de messiaanse tijd verschoven Het nieuwe bestaat erin dat in de messiaanse tijd het verbond niet meer kan worden verbroken 15
Jodendom beklemtoont dat het typische kenmerk van het nieuwe verbond nog niet in vervulling is gekomen met name dat iedereen God zal kennen en volgens zijn geboden zal leven. - ! zowel in de joodse als christelijke traditie gaat men de oorspronkelijke bedoeling van de tekst voorbij Tekst behoort tot troostboek ( tracht boodschap van hoop te brengen) ten tijde van de Babylonische ballingschap Christelijke poging om de bedoeling van de tekst te verzoenen met de visie dat het oude testament de komst en het optreden van Jezus anticipeert en voorspelt en als dusdanig tot vervulling komt - Sensur plenior= refererend naar een diepere betekenis die God in de tekst heeft gelegd, die door de menselijke auteurs niet duidelijk geëxpliceerd werd en waarvan de auteurs ook niet bewust waren - Deze theorie heeft door gebrek aan objectiviteit het wetenschappelijk discours verlaten Het vervullingsmodel baseert zich vooral op oudtestamentische woorden die in het nieuwe testament vervuld zouden zijn De typologische lezing heeft meer betrekking op gebeurtenissen uit het oude testament (typos) die in het nieuwe testament een anti- typos zouden kennen (bv. blz. 93) 1.2.3
het evolutiemodel
Het oude testament is de voorbereiding op het nieuwe testament Men gaat hier bij vaak uit van een evolutie van primitief naar ontwikkeld, van goed naar slecht Het oude testament is een soort proloog bij het nieuwe testament: het bereid het nieuwe testament voor en kan niet op zichzelf worden gelezen Zowel vervullings- als evolutiemodel gaan er impliciet van uit dat het oude testament slecht voorlopig, onaf en onvolmaakt is - Oude testament is als verzameling boeken af - Theologieën staan centraal in oude testament (niet christologie) Het oude testament moet op een andere manier gelezen worden, wil het iets betekenen voor de hedendaagse Christenen Oude testament bezit wel degelijk waarde op zichzelf en moet zo gerespecteerd worden!
1.3 het oude testament: een boek over Leven Wat het oude testament voor christenen vandaag nog kan betekenen: 1. Het oude testament bevat getuigenis van een leven en in het leven ingrijpende God - Basisaxioma oude testament: de bijbelse god is een levende god, die zich kenbaar maakt in het leven van wie hem erkent en zijn geboden onderhoudt 2. Oude testament brengt geluk en verlossing veeleer in verband met daadwerkelijke inzet op het politieke en maatschappelijke vlak - De vele ervaringen van verlossing zijn een oproep om zelf verlossend op te treden 3. Het oude testament biedt wegwijzers en bemoediging in het alledaagse leven - Het oude testament kent de hoogten en laagten in een mensenleven - Oude testament nodigt de mens uit om van het leven hier en nu te genieten en er vreugde in te vinden (in het nieuwe testament is deze vreugde meestal gespiritualiseerd)
16
- Het gaat om een boek van mensen, voor mensen, over een God die alle begrip te boven gaat maar hen en on tegelijk in liefde overstijgt 2.Oorsprong en doel van het mens-zijn. Het scheppingsgedicht Inleiding In de loop van het wetenschappelijk onderzoek heeft men vaak beklemtoond dat de thematiek van God als Schepper zelf in het oude testament secundair zou zijn Scheppingsverhaal plaatste men in het begin van de bijbel - De eerste hoofdstukken stellen niet de relatie tussen Jahweh en het volk Israël centraal, maar de relatie tussen God en de mens tout court - God is de God die de ganse wereld, inclusief alle mensen, heeft geschapen. Nog vooraleer men enkel Joden en Christenen aan God linkten. - Implicatie: het verwijt aan het Oude testament (namelijk dat en oude testament een particularistisch godsbeeld voorstelt en niet universalistisch zoals in nieuwe testament) gaat niet op in de eerste hoofdstukken van de bijbel
2.1 In het begin… twee scheppingsverhalen 2.1.1
twee scheppingsverhalen
Twee onderscheiden scheppingsverhalen: na een tijdsspanne van 6/7 dagen waarin alles geschapen is, zegt het bijbelse verhaal plots weer dat er niets is - God begint helemaal opnieuw met de schepping Vocabulaire in de twee verhalen is verschillend Stijl van de verhalen verschilt - Genesis 1: eerder een gedicht - Genesis 2-3 een dramatisch verhaal Beide scheppingsverhalen hebben het overleefd en zijn opgenomen in de bijbel ze worden dus niet gezien als een historisch verslag. - Beide teksten werden geschreven om de actuele werkelijkheid te verklaren en willen in eerste instantie verkondigen hoe de schepping eruit zou moeten zien 2.1.2
De afbakening van de tekst
In de meest recente vertalingen wordt Genesis 2,4a aangeduid als het slot van het eerste scheppingsverhaal Het tweede deel (b) van Genesis 2,4 wordt gezien als het begin van het paradijsverhaal Deze opsplitsing is gebaseerd op de traditionele bronnenkritische analyse van het boek Genesis, die in de 20ste eeuw haar hoogtepunt kende - Eerste scheppingsverhaal: Priesterlijk - Tweede scheppingsverhaal: Jahwistische bron Godsbenamingen verschillen in beide delen : - Paradijsverhaal gebruikt een combinatie van beide godsaanduidingen (Jahweh Elohim) - In eerste scheppingsverhaal komt enkel Elohim voor - Het afwisselend gebruik binnen de scheppingsterminologie lijkt typisch te zijn voor het vocabulaire van het eerste scheppingsverhaal - De toledot formule (‘ dit is de geschiedenis van…’)fungeert veelal als een verbindend element tussen twee gehelen en wil daarmee niet zozeer een onderdee afsluiten of een nieuw deel beginnen. 17
2.2 Genesis 1,1-2,4: een perfecte wereld voor ogen 2.2.1
Tekst
Blz. 102-103 lezen Genesis 1 bedt Gods scheppingsverhaal in binnen het schema van 7 dagen Structuur van de week is er een van volledigheid Door het verhaal binnen de week te kaderen, wil de auteur duidelijk maken dat de schepping volledig en af is ‘Het gedicht zegt niet hoe het ooit geweest is, het wil beklemtonen hoe de schepping zou moeten zijn, met name perfect’
Perfectie wordt ook vormelijk nagestreefd 2.2.2
de structuur van Genesis 1,1-2,4
Genesis 1,1: titelvers Genesis 2,4: slotvers Zowel in titel als in slotvers komen de uitdrukkingen ‘hemel en aard’ en het werkwoord ‘scheppen’ voor Vers 3: begin eigenlijke scheppingsactiviteit (vanaf hier begint elk vers met ‘God zei’) De zevende dag wordt gekenmerkt door volkomen en voltooide orde en rust Tegenover de orde en rust stelt Genesis 1,2 de chaos en de onrust centraal: het verwarde en chaotische van de oersituatie wordt opgeroepen In het corpus van de tekst bevinden zich de 6 werkdagen - Duidelijk 2 delen te onderscheiden De eerste 3 dagen beschrijven de schepping van de ruwbouw De volgende drie dagen beschrijven de toerusting van de ruwbouw Uitrusting van de 4de dag komt overeen met ruwbouw van eerste dag - Corpus van scheppingsverhaal is zeer rigide gestructureerd Elke vers eindigt met “ het werd avond en het werd ochtend: dat was de zoveelste dag” Bij dag 3 en dag 6 zien we echter twee scheppingsactiviteiten voordat de slotzin komt Schema van de structuur van Genesis: zie blz. 105 2.2.3
structuur binnen de afzonderlijke scheppingsactiviteiten
Relatief stereotype opbouw van elke scheppingsactiviteit - Begin: “en God zei” - Daarna volgt de goddelijke opdracht “Er moet zijn” - Dan volgt het effect (met uitzondering van 5de dag) “en er was” - Evaluatie scheppingsactiviteit (met uitzonderdering 2de dag) “en god zag dat het goed was” - Afsluitende formule “en het werd avond, en het werd ochtend” Dit volmaakte schema wordt herhaaldelijk doorbroken Zinvol om de stereotiepe elementen die de scheppingsactiviteiten gemeenschappelijk hebben, te onderscheiden van de varianten. - varianten betreffen vooral het gebruik van werkwoorden 18
-
de verschillende types werkwoorden die worden gebruikt in de gemeenschappelijke delen en in de varianten, verraden twee verschillende concepten van schepping stereotiepe delen: God schept door zijn wil om te scheppen (God spreekt en dingen verschijnen) varianten: God moet zelf handelen
-
gevolg: het lijkt dat twee scheppingsvisies door redacteur verwerkt zijn in één enkel gedicht - De auteur wilde de sabbat legitimeren vandaar dat hij anderzijds ook de voorstelling over het scheppend werken van god wilde vrijwaren. God heeft immers niet veel nood aan rust wanneer hij slechts heeft gesproken. Na 6 dagen arbeid is er voor God de zevende dag van absolute rust ! 7de dag (sabbat) is rustdag, welke zowel geld voor God als voor mensen = absoluut heilig
2.3 Theologische functie en betekenis 2.3.1
Een historisch betrouwbaar verslag?
Wie de tekst ernstig neemt moet besluiten dat het scheppingsverhaal allesbehalve een historisch betrouwbaar verslag van de wording van de wereld beoogt Bv. zie blz. 107 Elke poging om de bijbelse scheppingsmythe in overeenstemming te brengen met de resultaten van het positief-wetenschappelijk onderzoek is uit den boze en moet noodzakelijk eindigen in een hopeloos bijbels fundamentalisme De bijbel is in eerste instantie een gelovige getuigenis, dat niet beoogt een wetenschappelijk verslag te zijn. Wetenschap en bijbel spreken elk hun eigen taal Bijbelse scheppingsverhaal kan men dus een mythe noemen - !! Met mythe wordt geen vervalsing, fictie of illusie bedoeld - De term refereert aan pogingen om doormiddel van een symbolisch verhaal het transcendente dat intuïtief wordt aangevoeld (‘God staat aan het begin van alles’), te verwoorden 2.3.2
Wat het scheppingsverhaal duidelijk wil maken 2.3.2.1 God als machtige schepper
Je moet dit scheppinngsverhaal situeren ten tijde van de Babylonische ballingschap Tegen de achtergrond van ontgoocheling en vertwijfeling proclameert het scheppingsgedicht in het eerste hoofdstuk God als machtige schepper Impliceert dat Jahweh machtiger is dan eender welke godheid ( dit blijkt ook door maan en zon – wie als goden beschouwd werden bij bepaalde volkeren – niet bij naam te noemen, enkel te refereren als twee grote lichten) 2.3.2.2 Een betrouwbare God Door de ordening van het scheppingsverhaal blijkt dat men met de tekst wilde getuigen van een betrouwbare god God spreekt én handelt naar zijn woord ‘Hij meent wat hij zegt, zegt wat hij meent en doet ook wat hij zegt’
19
2.3.2.3 De zevende dag, een dag van rust Voor Israëlitische ballingen was de sabat een nieuwe houvast Daarom wil het scheppingsverhaal met zijn nadruk op de sabat zowel legitimeren als verklaren - Legitimeren waarom mensen op de 7de dag van de week tot rustdag moeten nemen (omdat God ook op de 7de dag rustte van het werk dat hij verricht had) - Verklaring geven voor het bestaan van de sabbat als religieuze instelling Waarschijnlijk is oorsprong te vinden in oud landbouwers gebruik. Dit oude gebruik is later op religieuze wijze ingevuld en tot rustdag ter ere van God uitgeroepen 2.3.2.4 Van chaos naar orde De verteller wijst er hier echter op ( met ballingschap in achterhoofd ) dat God zelfs in de ergste chaos orde kan bregen. Schepping komt niet vanuit niets; het is de omvorming van chaos naar orde en kosmos De orde wordt gekwantificeerd: ze is goed De sombere en bedreigende duisternis van de oerchaos krijgt een plaats binnen de geordende kosmos (licht is dag, duisternis is nacht)Dus door het een naam te geven 2.3.2.5 De mens is bijzonder Mens neemt bijzondere plaats in de schepping in De mens kan niet zonder de natuur maar natuur is wel onderschikt aan de mens Antropocentrische visie: op verschillende wijze wordt duidelijk gemaakt dat de mens het hoogtepunt van de schepping is Redenen : 1. De paragraaf van de schepping van de mens is veel uitgebreider dan de andere scheppingsactiviteiten 2. De natuur is geschapen vanuit het land zelf, de mens komt rechtstreeks van God 3. God schept de mens als zijn evenbeeld en op ons gelijkend Als beeld van God wordt de mens doorheen heel de bijbelse traditie als uiterst waardevol aanzien Achter deze nadruk op de mens schuilt ook een polemiek tegen andere scheppingsvisies: mens als bekroning van de schepping (en niet als slaaf van goden) De mens is op de wereld georiënteerd : de mens moet heersen over de wereld Gelijkenis met God ligt niet op fysieke gelijkenis want hier wordt niks over gezegd, wel ligt de gelijkenis in het feit dat beiden over de schepping kunnen heersen. 4. Bij de schepping van dieren en planten zijn er verschillende soorten, bij de mens niet Gelijkwaardigheid binnen de mensheid benadrukken Gelijkwaardigheid is eerder ideaal dan realiteit (scheppingsverhaal heeft dan ook als een doel een ideale wereld te schetsen en niet een bepaalde wereld van vroeger) Conclusie: - Scheppingsgedicht spreekt over een ideale toestand, een situatie van rust en harmonie, een wereld zonder geweld en dood - Dit is niet de wereld zoals hij ooit is geweset - Scheppingsverhaal schildert een wereld zoals die zou moeten zijn
20
-
Scheppingsgedicht is een oproep aan het adres van de mens om te streven naar een wereld van rust en harmonie
3. De verwerkelijking van menselijk ‘samen -leven’ 3.1 Van mens tot mens, van mens tot God Het belang en impact van de decaloog (de tien geboden) kan in de ontwikkeling van het joodschristelijk denken nauwelijks overschat worden Generaties lang zijn de tien geboden het ethische richtsnoer geweest voor het menselijke enken en handelen 3.1.1 De decaloog in Exodus 20, 1-17 3.1.1.1 De tekst Zie blz. 116 3.1.1.2 Situering in de literaire context Noodzakelijk om de tekst te situeren in zijn literaire context opdat men ze wil begrijpen Perikoop maakt deel uit van het grotere geheel van Exodus 19-40 waarin verhaald wordt hoe Israël en God op een verbond sluiten dat de voorwaarden opgeeft en het fundament legt voor het leve in het beloofde land Dus Exodus 20,1-17 vormt zowel inhoudelijk als door zijn plaats in het literaire geheel, de kern of de leidraad van Gods bepalingen 3.1.1.3 Een historisch gesitueerde, gegroeide tekst Bijbelse tekst is minder eenduidig dan het tien geboden rijmpje dat aangeleerd wordt Er bestaat discussie ten aanzien van de telling, de indeling en de volgorde van de overgeleverde voorschriften Telling: - Verschil tussen joodse opvatting, rooms-katholieke visie en de optie van Oosterse kerken - Centraal: de vraag of de inleiding van Exodus 20,2 zelf ook fungeert als gebod, of Exodus 20,3-6 gesplitst wordt in twee afzonderlijke voorschriften en of hetzelfde ook gebeurt met Exodus 20,17 Volgorde: verschillend in diverse overleveringen van de tekst Moment van totstandkoming van de huidige versie van Exodus 20 - duidelijk is dat de tien geboden niet aan het begin van de ontwikkeling kunnen staan, maar uit de aard van de zaak zelf pas het resultaat kunnen zijn van synthetische reflectie die als het ware een credo van de relatie van Israël tot zijn God beoogde weer te geven - In hun actuele vorm wss pas tijdens of na de Babylonische ballingschap Oorspronkelijk aangesproken publiek: - lijkt in eerste instantie Israël te zijn, met name de volwassen mannen - vrouwen, kinderen en slaven worden er niet (rechtstreeks) in betrokken 21
-
dit is het gevolg van een bepaalde historisch- culturele context maar impliceert niet dat ook zijn voorschriften slecht bedoeld zouden zijn voor één groep de geboden blijken niet enkel de mannelijke Israëliet te beschermen, maar gelden voor alle Israëlieten (deze sociale bekommernis komt expliciet naar voor in het sabbatgebod)
Conclusie : decaloog is het resultaat van een complex groeiproces waar meerdere redacteurs aan gewerkt hebben, zodus gegroeide literatuur. 3.1.1.4 theologische betekenis en functie zowel vorm als inhoud getuigen van een diepgaande reflectie over de kern van de relatie tussen mensen onderling en hun God Vormelijk: - eerste bepalingen zijn niet als geboden geformuleerd, maar als verboden - verboden kunnen op weerstand botsen in de huidige tijd van absolute autonomie voor ieder individu - maar het feit dat de vorm overwegend uit verboden bestaat, creëert juist een grote mate van vrijheid verbod geeft een grens aan die niet overschreden mag worden, maar binnen de grenzen mag je doen wat je wil een gebod beslist wat je moet doen, zonder enige keuzevrijheid in die zin doet de decaloog een beroep op onze eigen verantwoordelijkheid Inhoudelijk: - twee soorten voorschriften eerste deel bepaalt de relatie tussen Israël en God tweede deel betreft vooral de regelgeving van sociale aard, de relatie tussen mensen - inleidende verzen bevatten 3 fundamentele kenmerken van de oudtestamentische spiritualiteit: 1. historische verankering 2. beeldverbod 3. Jahweh’s exclusiviteitsaanspraak (henotheïstisch vooral) De tien geboden luiden het verbondsboek Drie kenmerken onderlijnen de kracht van zijn voorschriften 1. Het gebruik van het getal 10 onderstreept het belang van de decaloog 2. Grammaticale gebruik: Jahweh verkondigt zelf de voorschriften en spreekt ze uit 3. Decaloog lijkt te functioneren als een soort interpretatiekader In de decaloog vindt men als het ware de uitdrukking van de onveranderlijke ethische waarden, waar andere regels en voorschriften meer betrekking hebben op veranderlijke gegevenheden en tijdsgebonden aangelegenheden 3.1.2 Het verbod op moord in Exodus 20,13 3.1.2.1 De tekst en zijn oorspronkelijke betekenis Letterlijk vertaald: “je mag niet moorden” 22
Feitelijk gesproken is de betekenis van deze tekst in zijn oorspronkelijke context tamelijk beperkt - Concreet gesproken heeft het gehanteerde werkwoord enkel betrekking op het doden van een mens door een mens - In de specifieke context van de decaloog gaat het meer dan waarschijnlijk wel degelijk om moord met voorbereidheid - Naast de letterlijke betekenis van moord kan het verbod ook figuurlijk geïnterpreteerd worden (bv. uitbuiting, vals getuigen,…) = onrechtstreeks doden In dit verbod gaat het in eerste plaats om een sociale regel - Verbod op moord moet in de eerste plaats het ondermijnen van de samenleving verhinderen - Het verwoordt een verbod op het doden van de medemens als ‘vergrijp tegen de gemeenschap’ 3.1.2.2 Het verbod op moord en zijn bijbelse doorwerking Het vers is in de loop van de bijbelse receptiegeschiedenis veel breder geïnterpreteerd - Werd aangewend als argument tegen de doodstraf, tegen oorlogsvoering als oplossing voor conflicten Het gebod wordt niet enkel letterlijk geïnterpreteerd, wat er toe geleid heeft dat het verbod op moord omgevormd werd tot een gebod om de medemens lief te hebben Het verbod wordt verruimd in het perspectief van een diepgeworteld, fundamenteel respect voor het leven waarover enkel Jahweh beschikt en beslist. Daarnaast wordt het in het kader van de hoop op messiaanse vrede opmerkelijk verrijkt Oude testament is doordrongen van de profetisch geïnspireerde verwachting van het aanbreken van de messiaanse tijd - Gezegende tijd: vrede tussen mensen, tussen mens en dier en tussen dieren en ultieme overwinning op de dood a. Enerzijds door de wilde dieren uit te schakelen, want ze vormen een bedreiging voor de mens b. Anderzijds door de wilde dieren in het vredesperspectief in te sluiten. Het vredevolle samen leven van dieren die elkaar in normale omstandigheden zouden verscheuren wordt in deze teksten een symbolische verzuchting naar een nieuwe tijd. -
Opvallend is dat de volken zich bewust onder leiding van God plaatsen: de ultieme vrede is dus geen louter menselijke verworvenheid
Als zodanig is JaHWeH Heer van de schepping en Meester over leven en dood. Hem alleen behoort het leven toe. -
Tenslotte mondt de Messiaanse droom van algehele vrede in de latere bijbelboeken uit in de overwinning op de dood zelf.
23
Conclusie: - Exodus 20,13 kan en mag in zijn onmiddellijke context niet ruim geïnterpreteerd worden - Toch kan men stellen dat andere oudtestamentische perikopen het verbod op moord opmerkelijk opengetrokken hebben - Het is ook de taak van de actuele lezer om over de strikte betekenis van het vers heen verder te denken en gestalte te geven aan de echo van de diepere intentie van dit bijbelse voorschrift 3.1.3
De decaloog en de relevantie van bijbelse ethiek
Hoe kan de bijbelse ethiek in het algemeen en de decaloog in het bijzonder nog wezenlijk relevant zijn bijna drieduizend jaar later? Twee houdingen zijn te mijden 1. Fundamentalistisch aanvaarden van de letterlijke tekst als wet 2. Het fundamentalistisch gladstrijken van de moeilijkheden in de tekst De teksten bieden geen pasklaar antwoord voor hedendaagse ethische problemen Drie fundamentele kwesties 1. De teksten zelf zijn soms choquerend of op zijn minst bizar te noemen 2. Tweede moeilijkheid betreft het gegeven dat er in het oude testament heel veel teksten zijn die ethische implicaties hebben, maar die dit, eenvoudigweg omdat ze ontstaan zijn in een periode die misschien wel duizend jaar beslaat, op een zeer verscheiden en soms zelf contradictorische wijze doen 3. De oudtestamentische teksten redeneren en argumenteren tegen de achtergrond van morele categorieën die vaak de onze niet meer zijn Er zijn teksten die na een bepaalde tijd geheel voorbijgestreefd zijn, maar er zijn ook teksten die op zodanige wijze de kern van mens en menselijkheid raken dat de boodschap universeel en onbeperkt blijft aanspreken De geboden bevatten waarheden en waarden die dermate diepmenselijk zijn dat ze voor alle tijden verheldering en inzicht kunnen bieden Paradox: hoe algemeen menselijk en universeel de ethische kern van het oude testament ook moge zijn, de vertolking van deze gegevens gebeurt des te concreter en veelvoudiger - Het gros van de ethische richtlijnen en implicaties wordt aangereikt in het kader van zeer concrete verhalen over zeer contingente mensen en gebeurtenissen Conclusie De decaloog beoogt in zijn algemene formulering een richtinggevende leidraad te zijn, geenszins als een aantal absolute wetten. Deze kan ook vandaag als morele inspiratiebron fungeren en moet steeds opnieuw concreet ingevuld worden De decaloog fungeert als ethisch appél tot verantwoordelijkheid in vrijheid Hoe concreet en cultuurhistorisch bepaald ook, de decaloog geeft blijk van een zodanig diepmenselijke bekommernis dat ze ook vandaag een appél aan onze menselijkheid is Ze kan in onze huidige maatschappij niet meer onmiddellijk toegepast worden
24
3.2 Sociale rechtvaardigheid NIET KENNEN
4. God en de menselijke lotgevallen 4.1 God, geweldig of gewelddadig? 4.1.1 Het oude testament: een boek vol geweld? Het gewelddadige karakter van vele passages is het meest massieve verwijt aan het oude testament De God waarover het oude testament spreekt is een wreedaardige, wraakzuchtige en gewelddadige god die in schrik contrast staat met de vredelievende en barmhartige god waarvan in het nieuwe testament sprake is Veel oudtestamentische verhalen staan bol van geweld+ veel goddelijk geweld in oude testament Als je op basis van deze teksten het oude testament in zijn geheel afwijst, ga je fundamentalistisch te werk Het gewelddadige karakter van de teksten kunnen uitsluitend worden begrepen binnen hun onmiddellijke en ruimere literaire context Het oude testament behandelt het geweld vanuit verschillende invalshoeken - Historische kern van de verhalen is uiterst klein - Wil in eerste plaats getuigenissen van geloofservaringen afleggen - De teksten zijn in de eerste plaats verhalen die het geloof en de hoop van hun auteurs en hun tijdgenoten weerspiegelen 4.1.2
Gruwel om Gods geweld: een kwestie van perspectief?
Verhalen over Israëls uittocht uit EgyptePlagenverhaal - Geweld van God expliciet aanwezig Het gladstrijken van welke problemen dan ook in de bijbelse tekst getuigt van een onkritische en fundamentalistische ingesteldheid In het verhaal worden we geconfronteerd met het standpunt van waaruit deze verhalen geschreven zijn - Vanuit het perspectief van de Israëli, die lijden onder het bewind van Egypte, helpt God hen en verlost hen uit hun lijden - Vanuit het perspectief van Egypte is het eerder een kwaadaardige God die het slecht met hen voor heeft - God staat niet neutraal tegenover het onrecht dat wordt bedreven Het standpunt waarin we ons bevinden beïnvloedt steeds onze waarnemingen van de feiten fundamenteel. Vb het feit dat we steeds kiezen voor de kant van het slachtoffer. De geweldverhalen zijn dus een boodschap van hoop voor de onderdrukten en tegelijk een oproep tot ommekeer voor de onderdrukkers 25
De teksten zijn geschreven vanuit het geloof en de hoop dat God aan de kant van de zwakken staat. In die tijd een opbeurend en bemoedigend relaas.
4.1.3
Gods wezen of menselijk godsbeeld?
Oudtestamentische verhalen zijn in de eerste plaats verhalen door en voor mensen geschreven, en daardoor wezenlijk beïnvloed en bepaald. Concreet betekent dit dat ook de bijbel niet weet wie of wat God in essentie is Verbod op afbeeldingen van God: als je een afbeelding maakt, legt dat een persoon vast op één bepaald moment in één bepaalde gelaatsuitdrukking en gemoedsgesteldheid, wat nooit een integrale weergave van de hele persoon kan zijn Al wat men weet of denkt te weten, al wat men ooit neergeschreven heeft over God is het resultaat van een behoedzaam vermoeden en een doordachte bereflecteerde geloofservaring - Steeds tot stand gekomen op basis van analogieën met het (inter-) menselijke bestaan Het oude testament bevat geen uitspraken over God in sé. Steeds gaat het over een God voor zover hij in relatie treedt met de wereld en de mensen. Zowel in het oude als in het nieuwe testament zijn het geweld en de liefde attributen van één en dezelfde God - Maar Gods liefde overwint telkens - Op geweld antwoord God met geweld - In Babylonische teksten: verschillende Goden, een God voor het kwade, een god voor het goede - In bijbel worden deze goden samengevoegd tot 1 god welke dus zowel het kwade als het goede in zich moet hebben Het vloedverhaal vertelt niet iets over een reële gebeurtenis die echt historisch heeft plaatsgevonden, toen een toornige God de aarde met een gigantische catastrofe heeft getroffen. Zelfs wanneer God die alles heeft geschapen wegens de slechtheid van zijn schepselen de aarde ooit nog eens met een vloed zou moeten treffen dan nog zal hij het nooit doen.
4.1.4 -
Conclusie De confrontatie met intermenselijk en goddelijk geweld in de oudtestamentische verhalen is vanuit hun intrinsieke band met de dagdagelijkse werkelijkheid effectief aan de orde Dit gegeven is eerst en vooral een literair gegeven dat geen aanspraak op historische realiteit maakt Of men zich stoort aan het geweld is in sterke mate bepaald door het perspectief van waaruit men het verhaal leest In geen enkel verhaal gaat het om de absolute weergave van Gods essentie In het geheel bekeken is het oude testament niet gewelddadig
4.2 God en lijden Wanneer mensen worden getroffen door lijden – tegenslag, ziekte of dood -, dan steekt steevast de waarom-vraag de kop op. 26
Het boek Job worstelt met de vraag naar het waarom tout court, met de vraag naar de betrokkenheid van God in het lijden, maar vooral ook met het ontbreken van een sluitend antwoord erop. 4.2.1 Het boek job: opbouw en raamverhaal Twee grote onderdelen 1. Raamvertelling: geschreven in proza 2. Het corpus van het boek: poëtische literatuur Beide delen reflecteren verschillende visies op Jobs lijden en de relatie tussen lijden en God 4.2.1.1 de proloog Bij de aanvang van de raamvertelling wordt Job voorgesteld als een rechtvaardig en gelovig man Door de verbinding tussen Jobs rechtschapenheid en zijn welstand wordt de gangbare wijsheidsvisie uitgedrukt: wie goed doet, goed ontmoet Al gauw komt Jobs tegenspeler naar voor: de Satan (letterlijk: de tegenstander) - Trekt de zuiverheid van Jobs rechtschapenheid en ontzag voor God in twijfel - Gaat weddenschap aan met God Ondanks zware verliezen van bezittingen (veestapel en kinderen komen om) houdt Job vast aan zijn vroomheid Job wordt overdekt met zwerenhij zegent God niet meer, maar legt nog alleen de nadruk op het aanvaarden van zijn lijden Jobs vrouw heeft echter tegengestelde reactie “waarom blijf je zo onberispelijk? Vervloek God toch en sterf” - Reactie van Afkeer van God is frequent voorkomen bij mensen die met lijden te maken hebben 4.2.1.2 de epiloog De laatste verzen geven de indruk dat Job uiteindelijk om zijn geduldige en gelatengelovige aanvaarding van het lijden door God wordt beloond De invulling van de raamvertelling banaliseert het lijden van mensen: hoe groter het lijden, des te groter de beloning, als men maar vasthoudt aan zijn geloof in God ‘wie goed doet, goed ontmoet’ 4.2.2
het centrale gedeelte van het boek: Job en de ‘vrienden’ in gesprek
4.2.2.1 de argumentatie van de ‘vrienden’ Wanneer het kwaad mensen treft, krijgt men verschillende antwoorden op de vraag naar het waarom van het lijden Eerste reactie van de vrienden: medeleven Het tweede deel van het boek vangt aan met een uitgebreide klacht van Job - Reactie: vrienden doorbreken het stilzwijgen - Drie gespreksrondes: allen ondernemen ze pogingen om Jobs lijden te verklaren en te legitimeren en Jobs klacht van repliek te dienen 1. Lijden wordt verklaard door te refereren naar de menselijke contingentie en nietigheid 27
2. Het lijden is het gevolg van schuld : ‘wie rampspoed zaait, zal het ook oogsten’ 3. Job wordt ervan beschuldigd allerlei misstappen te hebben begaan die aan de basis van zijn lijden zouden liggen 4.2.2.2 Jobs protest Job revolteert tegen zijn lijden en weigert zich neer te leggen bij de verklaringen van zijn vrienden Geheel anders dan zijn vrienden legt hij de schuld van zijn lijden juist bij God Auteur toont aan dat er geen sluitend antwoord is op het probleem van het menselijk lijden
4.2.2.3 Elihu, de verdediging van God hij keert zich zowel tegen Job als tegen de vrienden hij verwijt Job dat hij zichzelf rechtvaardiger acht dan God hij verwijt de drie vrienden dat ze er niet in geslaagd zijn om Job tot inzicht te brengen dat zijn lijden een reden heeft hij beklemtoont vooral de goddelijke bedoeling van het lijden: het lijden is een vorm van goddelijke vermaning die tot doel heeft de mens van het verkeerde levenspad af te brengen ‘Wie zijn kind lief heeft, spaart de roede niet.’ 4.2.3
God zelf aan het woord. Eindelijk een antwoord?
Gods redevoering bestaat uit twee delen waarop Job kort repliceert In zijn toespraken acht God het niet eens waard om op de argumenten van de vrienden in te gaan Het enige wat god in de twee toespraken doet is de grootsheid van de schepping ter sprake brengen - Eerste toespraak: schepping als mysterie: grootsheid van de schepping en haar ordening wordt benadrukt - Tweede toespraak: refereren naar het chaotische in de schepping God schept de wereld vanuit de chaos Er wordt gesuggereerd dat het lijden eenmaal deel uitmaakt van de chaos, dus onlosmakelijk deel van de schepping - Het lijden was er al voor God de schepping tot stand bracht - In de schepping heeft God aan deze chaos grenzen opgelegd, maar ze blijft bestaan 4.2.4
Conclusie
Lijden is deel van de chaos Verhaal gaat vooral over de houding die de mens ten aanzien van God aanneemt, wanneer hij door het lijden als manifestatie van de chaos wordt geconfronteerd De bijbelse literatuur is fundamenteel en existentieel verworteld in het menselijke leven. Ze kan dan in heel wat opzichten ‘vreemd’ zijn, in geen geval ‘levensvreemd’...
28
4.3 Liefde met de L van bijbel: de laatste letter, het laatste woord? Liefde kan het menselijk leven fundamenteel tekenen, kneden en vorm geven, het helemaal vullen en vervullen Daarbij gaat het om liefde in de volle betekenis van het woord De liefde wordt, uitzonderlijk en in tegenstelling tot de boven genoemde boeken, voornamelijk vanuit het standpunt van de vrouw beschreven. 4.3.1 een liefdesgedicht in een anti-erotische traditie? Eén van de meest gehoorde verwijten ten aanzien van de joods-christelijke traditie houdt verband met haar houding ten aanzien van liefde en seksualiteit Geworteld in een lezing van het tweede scheppingsverhaal Verbinding tussen zonde en seksualiteit !! het gaat hier wel op een bepaalde interpretatie van de bijbelse tekst Zie Blz. 177 - Blz. 179 4.3.1 ontstaan en interpretatie van het boek Hooglied Men heeft steeds moeilijkheden gehad met dit werk - Blijkt uit de hoogoplopende discussie over de vraag of dit werk al dan niet een plaats in de bijbel moest krijgen - God komt er geen enkele keer ondubbelzinnig in ter sprake - Zowel Christendom als Jodendom hebben Hooglied uiteindelijk beschouwd als deel van het heilige Schrift Lange tijd heeft men aangenomen dat de reden waarom het een plaats heeft gekregen in de officiële lijst van de bijbelse geschriften te maken had met de allegorische wijze waarop men het werk las - Jodendom: jongen en meisje als metafoor voor God en Israël en onderlinge liefdesrelatie - Christendom: verliefden als beeld voor Christus en de kerk of Maria aanzien Eén van de redenen waarom men dacht Hooglied allegorisch te moeten lezen moet gezocht worden in de plaats die het boek aan het motief ‘wijngaard’ toedicht - In verschillende teksten fungeert wijngaard als beeld voor het volk Israël - Huwelijk tussen mensen en de mogelijke huwelijksproblemen worden gezien als beeld over de relatie tussen God en Israël Sedert 17e eeuw heeft men vooral de oorspronkelijke betekenis en functie van het boek opnieuw weten te beklemtonen - Hooglied is erotische poëzie waarin het totale bereik van zintuigelijke liefde wordt bezongen 4.3.2 Betekenis en functie: ‘goddelijke’ liefde tussen mensen Men kan onmogelijk beweren dat het fundament van de joods- christelijke traditie de erotisch seksuele liefde als slecht of zondig zou aanzien Door opname in de bijbel blijkt dat Hooglied niet on-theologisch is Verschillende elementen in Hooglied maken het plausibel dat de erotisch- seksuele liefde tussen man en vrouw als een terugkeer naar het paradijs wordt geduid - Motief van de tuin 29
-
Ongelijkheid tussen man en vrouw wordt onderuit gehaald Meisje krijgt het eerste en het laatste woord Lichamelijk seksuele liefde overstijgt de mens Hooglied is een pleidooi voor één personele liefde en tegen een zielloze seksualiteit. Maar langs de andere kant ook bewust van de dreigingen die op de loer liggen
4.4 conclusie Het mag duidelijk geworden zijn dat de diepste menselijke emoties ook in de bijbelse, oudtestamentische literatuur hun weerslag gevonden hebben. Ook over God en zijn betrokkenheid in ons menselijk bestaan is op die wijze geschreven in beelden vanuit zijn raakpunten met ons ‘ Tegen deze achtergrond heeft de bovenstaande bespreking aangetoond dat de oudtestamentische literatuur geenszins levens-of wereldvreemd is. Integendeel, ze blijkt intrinsiek verankerd in de condition humaine, het dagdagelijks leven en werken van mensen die zoeken en zuchten, pijn kennen en lijden, maar evenzeer in staat zijn zichzelf te overtreffen in alles vervullende, bijna transcedente liefde. En misschien is dat het overpeinzen waard : wellicht heeft liefde toch het laatste woord...’ ALGEMENE CONCLUSIE Handig om te lezen nadat men alles geleerd heeft en er zit ook een heel mooie moraal in.
30