dossier
1
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Energie zonder kern- of steenkoolcentrales
De ecologische voetafdruk van België is te groot Vraag en antwoord over duurzame energie Je dak verhuren en 100 procent groene stroom krijgen
Dit dossier is een initiatief van read me - a content company bvba en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
© Shutterstock.com
Biogasinstallatie is als een betonnen koe
2
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
België heeft veel te grote ecologische voetafdruk Met het Living Planet Report maakt de milieuorganisatie WWF om de twee jaar een evaluatie van de gezondheid van onze planeet. Uit de recente achtste editie blijkt dat België slecht scoort op het vlak van zijn ecologische voetafdruk. Maar we zijn niet de enige: we hebben met z’n allen 4,4 keer de aarde nodig om in onze behoeften te voorzien. Kort gezegd is de ecologische voetafdruk de landoppervlakte in hectare die een mens nodig heeft om in zijn behoeften te voorzien. Iedere bewoner van de aarde verbruikt natuurlijke rijkdommen: om te eten, om zijn afval te verwerken, om zich te verplaatsen, enzovoort. De ruimte die beschikbaar is voor de productie van die rijkdommen, noemen we de biocapaciteit van de aarde. Het gaat vooral om landbouw- en visgronden, bossen, grasland en bebouwde grond. Hoe meer je van die ruimte nodig hebt om je dagelijkse leven te leiden, hoe groter je ecologische voetafdruk. En hoe sterker je doen en laten onze planeet beïnvloedt. William Rees en Mathis Wackernagel, twee Canadese wetenschappers, ontwikkelden de methode in het begin van de jaren negentig.
Op grote voet Willen we de aarde redden, dan moeten we afstappen van economische groei zonder respect voor mens en milieu. Want de cijfers voorspellen weinig goeds en tonen dat het evenwicht tussen mens en planeet al een tijd zoek is. Ieder van ons kan op 1,8 hectare ruimte van de wereldwijde biocapaciteit aanspraak maken. Maar de harde realiteit is dat de mens een ecologische voetafdruk van 2,7 hectare heeft. Dat was in 1961 slechts de helft. En in
1985 was de aarde net groot genoeg om ons voldoende biocapaciteit te geven. Vandaag heeft de wereldbevolking 50 procent meer grondstoffen nodig dan de aarde te bieden heeft. De voetafdruk van de rijke landen blijft stijgen en is vijf keer groter dan die van de ontwikkelingslanden. Ook in economisch sterk groeiende landen, zoals China, Brazilië en India neemt hij bijzonder snel toe. En in België? Ons land staat op de vierde plaats in het lijstje van landen met een te grote voetafdruk. Twee jaar geleden bekleedden we nog de zeventiende plaats.
CO2-uitstoot De ecologische voetafdruk is sinds 1961 verdubbeld en de CO2-uitstoot is vertienvoudigd. Die moet naar beneden door meer efficiëntie in het energiegebruik in te bouwen en door hernieuwbare energie te ontwikkelen. De uitstoot in Europa mag dan gedaald zijn, in India en China neemt die meer toe dan wat we hier als daling bereiken. Laten we daarom de handen in elkaar slaan en ijveren voor een milieubewuste aanpak. Verduurzaming begint in eerste instantie bij onszelf.
Tien tips voor een maatje kleiner Wat kun je zelf doen om je ecologische voetafdruk te verkleinen? Tien nuttige tips van het WWF:
Ga voor fair trade
Zo ben je zeker dat de plaatselijke boeren een eerlijke vergoeding krijgen. Bovendien is zorg voor het milieu heel vaak een voorwaarde om een fair-tradelabel te krijgen. (www.maxhavelaar.be)
Scheid je afval
Zo kan het eenvoudiger worden gerecycleerd. Breng je giftige afval naar het containerpark, dan wordt het op een verantwoorde en milieuvriendelijke manier verwerkt. (www.ovam.be)
Eet eens vegetarisch
De vleesindustrie is verantwoordelijk voor heel wat schadelijke broeikasgassen. Komt de carnivoor in je toch naar boven? Kies dan vlees van biologisch gekweekte dieren. Een dag geen vlees eten komt overeen met een energiebesparing van 5,7 procent. (www.donderdagveggiedag.be)
Vraag ecocheques aan je werkgever
Daarmee kun je tal van milieuvriendelijke producten en diensten kopen, zoals spaardouchekoppen, spaarlampen, compostvaten, enz. (www.vlaanderen.be)
Eet seizoensgroenten en -fruit van lokale boeren
Aardbeien in de winter? Die moeten van ver komen of zijn in serres geteeld. Hoe dan ook is er veel energie nodig om ze op je bord te krijgen. Door het aantrekken van seizoensgebonden streekproducten geef je de regionale economie een duwtje in de rug. (www.lne.be)
Spring zuinig om met water
Installeer een spaarknop op het toilet, stop de wasmachine zo vol mogelijk en koop een spaardouchekop. Met een goede spaardouchekop bespaar je 40 tot 50 procent water. (www.waterloketvlaanderen.be)
Schakel over op groene stroom
Die wordt lokaal geproduceerd op milieuvriendelijke manieren, bijv. met zonnepanelen, biomassa, windmolens of waterturbines. (Vlaanderen: www.vreg.be; Brussel: www.ibgebim.be; Wallonië: www.cwape.be)
Kies zuinige huishoudtoestellen
Je huishoudtoestellen zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk stuk van je energiefactuur. Kies apparaten met een A+ of A++ label. Die zijn het zuinigst. (www.klimaat.be)
Ga dichterbij huis met vakantie
Vliegtuigreizen verslinden energie en vervuilen onze leefomgeving. Kies liever een avontuurlijke en energiezuinige trip met de trein of de boot. Of haal eens een frisse neus op de fiets naar het werk. Vertrek je toch met de auto? Gebruik dan ter plaatse zo veel mogelijk het openbaar vervoer. Deelnemen aan de 24 hours cycling@Zolder kan ook. (www.eneco24hourscycling.be)
Kleef een antireclamesticker op je brievenbus
Zo verspil je minder papier. Het grootste deel van het reclamedrukwerk belandt toch meteen in de papiermand. De antireclamesticker op je brievenbus levert een papierbesparing op van ten minste 35 kg per jaar. (www.ovam.be)
COLOFON
Dit dossier is een initiatief van read me - a content company (www.read-me.be) Redactie: read me - a content company Verantwoordelijke uitgever: Dirk De Moor Vormgeving: Tom Lesaffer - www.cdesign.be
Een bijlage op maat, over uw bedrijf of sector? Neem contact op met read me - a content company: Dirk De Moor (09-233 17 14 -
[email protected])
BIJLAGE BIJ DE STANDAARD VAN DINSDAG 16 NOVEMBER. VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE.
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Groene energie blijft duren België scoort slecht op het vlak van ecologische voetafdruk. En het is vijf voor twaalf. Dat betekent hoog tijd om volop te kiezen voor hernieuwbare energie. Gelukkig is er aan mogelijkheden geen gebrek.
Hernieuwbare energie is afkomstig van onuitputtelijke energiebronnen zoals de zon, wind, water en biomassa (mest, slib, afval van groenten, fruit, hout, speciale maïssoorten, …). Die duurzame energiebronnen kunnen telkens opnieuw worden gebruikt en belasten bovendien het milieu niet door de uitstoot van CO2 of andere broeikasgassen. Groene stroom is de bekendste vorm van groene energie. Je kunt ze op verschillende manieren opwekken.
Warmtekrachtkoppeling Warmtekrachtkoppeling betekent dat je tegelijk elektriciteit en warmte opwekt. Anders dan in een gewone elektriciteitscentrale, gaat de warmte die vrijkomt bij de verbranding niet verloren, maar wordt die gebruikt voor bijvoorbeeld verwarming of industriële processen. Zowel op de industriële als de residientiële markt wordt warmtekrachtkoppeling toegepast.
Fotovoltaïsche zonnepanelen
Windturbines Bij een windturbine – te vergelijken met een enorme dynamo – zet de kracht van de wind grote rotoren in beweging. Een generator zet die beweging vervolgens om in groene stroom. Windturbines worden almaar hoger, efficiënter en krachtiger. En daardoor daalt de prijs van de stroom die ze produceren. In het landschap verrijzen meer en meer windturbines, een knap staaltje van vooruitstrevende techniek. Windturbineparken vind je ook in zee, zoals het park C- Power voor de Belgische kust in de Noordzee.
Biomassa Onder biomassa verstaan we verschillende soorten organisch materiaal, van hout-, groenteen fruitafval tot slib, koeienmest en speciale maïssoorten. Door die te laten gisten of te verbranden kun je groene stroom en warmte opwekken. Uit biomassa kun je methaangas (ook wel biogas genoemd) halen en dat verbranden om elektriciteit te produceren. Bij de productie van biomassa komt CO2 vrij. Maar omdat de planten waaruit biomassa gemaakt is evenveel CO2 uit de lucht halen, spreken we toch van een groene energiebron. Bovendien is biovergisting een CO2-neutraal proces. Want de CO2 die vrijkomt bij de verbranding in de warmtekrachtkoppelingmotor (wkk-motor), wordt opnieuw opgenomen door gewassen in de velden. Die zetten de CO2 vervolgens om in biomassa, die later tot biogas kan worden verwerkt.
Waterkracht Met waterkracht haalt een door water aangedreven turbine energie uit stromend of vallend water en drijft daarmee generatoren aan die elektriciteit produceren. Behalve voldoende water is er ook een voldoende hoogteverschil nodig om de turbines in beweging te brengen. Daarom heb je zonder watervallen geen grote waterkrachtcentrales. Wel kun je het beperkte natuurlijke verval van het water vergroten, door water in de bedding van een beek of rivier op te stuwen. Zo zijn heel wat oude watermolens om te bouwen tot kleine waterkrachtcentrales.
3
Als je thuis groene stroom opwekt, doe je zelf aan decentrale en duurzame productie van groene energie. Een zonnepaneel zet licht om in elektriciteit en een omvormer zorgt ervoor dat die groene stroom bruikbaar is in huis. Is je installatie aan het elektriciteitsnet gekoppeld, dan geef je het overschot aan stroom terug via de (terugdraaiende) teller. Als je meer produceert dan je verbruikt, verdien je geld. Een zonneboiler of zonnecollector vangt zonnewarmte op en gebruikt die energie om het water in je warmwaterketel te verwarmen. Op jaarbasis is dat goed voor zowat de helft van het sanitaire water van een doorsnee gezin. Als je een zonneboiler aansluit op de woningverwarming, krijg je bovendien 10 tot 25 procent van de warmte in de winter gratis. Een warmtepomp is een zuinig alternatief voor de klassieke verwarmingsketel. Die technologie zet energie uit de natuur (buitenlucht, bodem of grondwater) om in warmte en is tot 60 procent zuiniger. Met de warmtepomp kun je bovendien het sanitaire warm water op de juiste temperatuur brengen. Of in de zomer zelfs koelen dankzij de ingebouwde koelfunctie. Een houtpelletketel is een volautomatisch centraal verwarmingssysteem op houtpellets, dat 90 procent van de warmte nuttig gebruikt. De kachel regelt zelf – op basis van de buitentemperatuur – de aanvoer van de pellets uit een speciale opslagruimte. Een micro-wkk of mini-wkk is een nieuwe generatie van verwarmingsketels, ook wel HRE-ketel genoemd (Hoog Rendement Elektra). Het toestel levert via warmtekrachtkoppeling, uit één energiebron (bijvoorbeeld aardgas) zowel warmte, warm water als elektriciteit, dankzij moderne condensatietechnieken en een motor die energie in elektriciteit omzet. Subsidiemogelijkheden vind je op www.energiesparen.be.
4
5
© Shutterstock.com
© Shutterstock.com
1
Thuis groene energie maken
2
© Eneco
Individuele zonnecellen worden tot zogenaamde zonnepanelen (ook PV-modules of zonnegeneratoren genoemd) aaneengeschakeld, die zonlicht in elektrische gelijkstroom omzetten. Daarna wordt de geproduceerde gelijkstroom met behulp van een omvormer veranderd in wisselstroom, die voor het elektriciteitsnet bruikbaar is. Dat toestel wordt tussen de zonnepanelen en de meterkast aangebracht. Een zonnepaneel benut dus het zonlicht en levert ook stroom als de hemel bewolkt of helemaal bedekt is.
1: Organisch materiaal, bijvoorbeeld maïs kan worden omgezet in warmte en elektriciteit. 2: Verwarmen met houtpellets zorgt voor 90 procent nuttige warmte.
© Shutterstock.com
3: Zonnepanelen zetten het zonlicht om in groene stroom. 4: Een waterval kan via een turbine zorgen voor energie. 5: Een windturbine is als een enorme dynamo.
© Sarie Van den Bossche
3
4
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Europees energiebedrijf zonder kern- of steenkoolcentrales De zelfstandige keuze van het energiebedrijf Eneco voor een duurzame strategie is vrijwel uniek. Als relatief kleine speler kwam het bedrijf net na de vrijmaking van de energiemarkt in België op de markt met een uitgesproken visie en durf. Rond die tijd belandden nationale energiemarkten in handen van buitenlandse energiereuzen. Dankzij zijn maximale focus op de lokale productie van hernieuwbare energie groeide de Europese energiegroep Eneco uit tot een solide en snel groeiende duurzame energieleverancier met vestigingen in Nederland, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en sinds 2003 ook België.
Legende wind biogas zon biomassa
Tegen 2030 wil Eneco voor de volle 100 procent decentraal duurzame energie opwekken met windturbines, zonnepanelen en biomassa. © zimbo.be
De voorraden fossiele brandstoffen geraken stilaan uitgeput, de klimaatverandering stelt nieuwe (milieu)eisen aan de manier waarop energie wordt gebruikt, en samenlevingen worstelen met de vraag hoe ze onafhankelijk kunnen worden of blijven in hun energievoorziening. Die evolutie overtuigt Eneco ervan dat alleen via een duurzame weg de continuïteit van energie kan worden gegarandeerd. Daarom trekt het als energiebedrijf resoluut de kaart van de hernieuwbare energie om tegen 2030 een voor 100 procent duurzame energieproductie te bereiken. Tegelijk beschikt de onderneming over een bijzondere competentie op het vlak van aardgas, als overgang naar een volledig duurzame productie.
Maximale focus op hernieuwbare energie
Duurzaam, decentraal, samen
Eneco is een van de weinige allroundenergiebedrijven in Europa die geen elektriciteit opwekken in kern- of steenkoolcentrales. Zo kan het gemakkelijker dan andere energiebedrijven kiezen voor een maximale focus op zo veel mogelijk hernieuwbare energie. Het bedrijf is bovendien internationaal op vooruitgang gericht. En om zijn plannen op het gebied van verduurzaming te verwezenlijken speelt het zijn unieke kennis en ervaring vastberaden uit. Zo verlegt Eneco telkens opnieuw grenzen. Een belangrijke troef van het bedrijf is dat het alle soorten technologie op het gebied van hernieuwbare energie onder één dak verenigt. Bedrijven kunnen er terecht voor de levering van elektriciteit en aardgas, maar even goed voor de installatie van systemen om energie te winnen uit zonnepanelen, biomassa of windturbines.
Volledig duurzame energie in 2030: dat wil Eneco bereiken dankzij de strategie ‘duurzaam, decentraal, samen’. Dat betekent investeren in de ontwikkeling van grootschalige energieprojecten en kleine en grote niet-commerciële energieproducenten vergoeden voor hun overproductie. Eneco is ervan overtuigd dat een kleinschalige, decentrale energievoorziening de toekomst is, waarbij consumenten schone, veilige en kostenbesparende oplossingen aangereikt krijgen om energie te kopen, er zelf te produceren of beide. Het energiebedrijf is gegroeid door lokale samenwerking en overleg, en zal op dezelfde manier blijven groeien. Zo verandert de rol van Eneco als energieleverancier in die van energieregisseur.
Air Energy: groene stroom uit wind In 2001 richtten twee ondernemers Air Energy op als een ontwikkelaar van windparken en producent van groene stroom uit hernieuwbare energie. Het bedrijf doet aan projectontwikkeling, bouwcoördinatie en uitbating. Eind 2003 was het eerste windpark in dienst en leverden zes windturbines groene stroom.
Omdat Air Energy zich al jaren op windenergie toelegt, bouwde het een benijdenswaardige competentie op in de projectontwikkeling, de constructie en de uitbating van windturbines. Zowel in landelijke als in industriële omgevingen. Door deel uit te maken van Eneco kan Air Energy bovendien unieke oplossingen aanbieden aan de Belgische industrie: de combinatie van de installatie van windturbines en de levering van elektriciteit.
De volgende jaren kwam er jaarlijks een windpark bij en sinds 2008 maakt Air Energy deel uit van het energiebedrijf Eneco. Naast de windparken op het land beschikt de onderneming over een
De soepele structuur van het bedrijf is er helemaal op gericht om bijvoorbeeld bedrijven of ge-
concessie (North Sea Power) in de Noordzee, die – zodra die operationeel is in 2014 of 2015 – een
meenten van groene stroom uit windenergie te voorzien. Als onderdeel van een energieleverancier,
capaciteit van 400 MW zal kunnen hebben. Met ondertussen een vijftigtal eigen windturbines – en
onderscheidt Air Energy zich op een unieke manier ten opzichte van een zuivere windturbine- of
een twintigtal extra in de pijplijn – behoort het bedrijf tot de topvijf van windenergieproducenten in
windparkontwikkelaar.
België. De windturbinetechnologie is overigens dankzij haar maturiteit kostenefficiënt.
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Van energieleverancier naar energieregisseur Toen Ecostream in 2009 op zoek was naar een partner, kwam het al sinds 2003 in België gevestigde Eneco op de proppen met een opvallende businessdoelstelling: een volledig duurzame energievoorziening tegen 2030. De vonk sloeg over en vandaag ontpopt Ecostream zich in ons land tot de trendsettende zonnepoot van een groep die gelooft dat kleinschalige, gedecentraliseerde energievoorziening de toekomst mee zal bepalen.
Ecostream werd opgericht door Geert Lenoir, huidig voorzitter van BelPV, de beroepsfederatie voor thermische zonne-energie, en is al 20 jaar actief op het vlak van duurzame energie. Meer in het bijzonder in de levering en installatie van turnkeyzonne-energiesystemen voor zowel particulieren als bedrijven en overheid. Toen huidig directeur Johan Konings voor Ecostream op zoek ging naar een partner, bleek Eneco, actief op het vlak van duurzame energieproductie, de meest geschikte kandidaat. “Eneco sluit uitstekend aan bij onze natuurlijke activiteit: zonne-energieoplossingen ontwikkelen, verkopen en integreren”, legt Konings uit. “De Europese groep Eneco is een holding die energie produceert, verdeelt, verhandelt en levert met een duurzame focus.” Christophe Degrez, algemeen directeur van Eneco België, voegt toe: “Onze groep, sinds 2003 actief op de Belgische energiemarkt, heeft de ambitie om de meest duurzame energieleverancier van het land te worden, met de klemtoon op duurzaam. We innoveren, installeren duurzame energietechnologie en herverdelen de energie die de klanten zelf opwekken. Daardoor verandert Eneco’s rol van energieleverancier naar energieregisseur waarbij we de consumenten en bedrijven begeleiden in het proces om zelf te voorzien in hun energiebevoorrading.”
Heldere missie De groep is ervan overtuigd dat kleinschalige, gedecentraliseerde duurzame energieproductie door wind, bio, zon en water – ondersteund met schone gascentrales – de toekomst vormt en uiteindelijk de productie door de klassieke grootschalige centrales zal vervangen. De groeiende maatschappelijke trend naar ‘vergroening’ onderbouwt die stelling. “Ecostreams missie sluit perfect aan bij die visie”, vervolgt Konings. “Als schone en constante energiebron speelt zonne-energie een cruciale rol in Eneco’s streven naar een volledig duurzame energievoorziening. Bovendien staan we met ons product al heel dicht bij de klant omdat we de zonne-energie lokaal of decentraal produceren. Toch was – en is het nog altijd – een hele uitdaging om de theoretische modellen die bij zo’n overname worden gemaakt, succesvol in de praktijk om te zetten.”
Duidelijke synergie Op het eerste gezicht gaan duurzaam en decentraal niet hand in hand: een energieleverancier die de productie lokaal bij de klant organiseert, kannibaliseert als het ware de eigen basisactiviteit: energie leveren. “Kan Eneco zijn eigen mission statement wel waarmaken?”, vroeg ook Konings zich aanvankelijk af. “Nu, een jaar later zeg ik volmondig ja. Op korte termijn lijkt het misschien dat Eneco als partner van Ecostream zijn eigen markt uitholt. Maar op lange termijn leidt de integratie tot betere resultaten. Met Eneco als moeder die alle energiestromen in haar portfolio heeft, zoeken we voor de klant de meest rendabele energieoplossing. De klant vraagt initieel misschien wel om zon, maar wie zegt dat bijvoorbeeld wind niet rendabeler is. Ecostream laat alle pistes open en dat speelt in ieders voordeel.”
De klant wint De grote winnaar is uiteindelijk de klant die bij een en dezelfde leverancier terecht kan met al zijn energievraagstukken. Volstaat de zon niet voor zijn bevoorrading, dan verzekert dezelfde leverancier hem van andere – even duurzame – energiestromen. “Onze klanten beschouwen we daarbij als partners in de duurzame opwekking”, aldus nog Degrez. Want particulieren en bedrijven die zelf warmte en elektriciteit opwekken, kunnen het overschot aan elektriciteit terugsluizen naar het openbare net.” Degrez en Konings geloven in hun sociaal innovatief businessmodel (zie ook kaderstuk onderaan). De technologie om energie duurzaam te produceren en te verdelen is rijp. Bovendien groeit het duurzaamheidsbesef bij brede lagen van de bevolking en wordt die evolutie ook vanuit het beleid gestimuleerd. In het kielzog van die trends ontwikkelen zich nieuwe marktsegmenten. (naar een artikel in Forward, het magazine van het VBO / red. Johan Van Praet)
Johan Konings
“Onze consumenten kopen niet alleen energie, ze produceren er ook.” Christophe Degrez
Sociale businessinnovatie is meer dan een facelift Een sociaal innovatief ondernemer werkt marktgeoriënteerd en geeft via zijn bedrijf een intelligent én winstgevend antwoord op een sociaal-maatschappelijke evolutie. Dat model wijkt dus sterk af van het gangbare Belgische model: een ondernemer die sterk gesubsidieerd wordt. Toon Diegenant, medeoprichter en partner bij i-propellor(*), definieert een aantal sleuteleigenschappen van de sociaal innovatieve ondernemer: 1. Hij herkent een belangrijke sociaal-maatschappelijke trend en ziet die als een kans om zijn corebusiness op een winstgevende manier te versterken. “Sociaal innovatief ondernemen is meer dan een CSR-rapport publiceren of elk jaar een som overschrijven voor een goed doel. Het versterkt de kernactiva, zodat het bedrijf beter kan inspelen op groeimarkten. Het is een strategische keuze, die vanwege zijn rendabiliteit niet beperkt blijft tot een vrijblijvende oefening.” 2. Hij laat zich leiden door de vraag van de markt en niet omgekeerd. “Wat vandaag nog nichesegmenten zijn, kunnen morgen stevige groeimarkten worden.”
3. Hij durft de klassieke marktbenadering in te ruilen voor een intelligent model op maat van de maatschappelijke trend. “Hij benadert de innovatie op een meer holistische manier. En hij doet een beroep op partners die de sociaal waardevolle invulling actief kunnen helpen uitbouwen omdat dat nu eenmaal hun corebusiness is. Bijvoorbeeld: er zijn in ons land sociale ondernemingen heel actief op het vlak van recyclage. Laat hun knowhow niet links liggen als je plannen hebt om zelf een innovatieve recyclageoplossing te lanceren.” 4. Hij is oprecht sociaal gedreven. “Wie sociaal engagement misbruikt als pr-stunt of marketingfacelift, puur uit kortetermijnwinstbejag, ondergraaft zijn succes.” 5. Hij stelt het ‘experience innovation’-concept centraal. “Durf als ondernemer je klant optimaal te begeleiden, ook als dat betekent dat je hem moet doorverwijzen omdat je zelf de dienst niet kunt aanbieden. Op lange termijn zal de klant jou zien als de beste keuze, de ideale partner in zijn beslissingsproces.” (red. Johan Van Praet) (*) i-propellor helpt bedrijven bij de ontwikkeling van innovatieve diensten die sociaal en winstgevend zijn. Het laat zich inspireren en drijven door maatschappelijke trends.
5
6
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Groene stroom en aardgas voordeliger voor kmo’s Bedrijfsleiders van een kmo zoeken naar manieren om hun onderneming efficiënter te doen draaien. Ook kostenefficiëntie is daarbij van belang, bijvoorbeeld op het vlak van energie. Maar veel tijd om de beste leverancier van elektriciteit of aardgas te zoeken heeft de bedrijfsleider niet. Het valt bovendien niet mee om in die complexe wereld door de bomen het bos te zien. Het Europese energiebedrijf Eneco, dat na de liberalisering van de energiemarkt ook in België actief is, maakt het kmo’s – dankzij een transparante aanpak en heldere tarieven – gemakkelijk om te kiezen voor voordelige groene stroom en voordelig aardgas. Met een verbruik van 500 MWh stroom per jaar loopt de factuur bij een klassieke leverancier snel op tot een bedrag van 72.000 tot 96.000 euro per jaar. Maar met Flex, de innovatieve Eneco-tariefformule voor kmo’s met een doorsnee verbruik tussen 100 MWh en 1 GWh per jaar, is een besparing tot 10 procent geen uitzondering.
Challenger op de markt Eneco is goedkoper dan zijn concurrenten omdat het 43 procent van de elektriciteit die het verdeelt – overigens voor 100 procent hernieuwbaar – zelf in België produceert met windmolens, zonnepanelen en biogasinstallaties. Op die manier is het bedrijf heel wat onafhankelijker dan zijn concurrenten en kan het voordeligere tarieven hanteren. Bovendien neemt het geen marge op de distributiekosten. Eneco is op de Belgische energiemarkt een challenger in de echte zin van het woord: het investeert met diverse soorten technologie in duurzame productie op het Belgische grondgebied en verdeelt die energie lokaal tegen interessante tarieven.
Windenergie Energie uit biogas
Uw bedrijf
Zonne-energie
Zo is het energiebedrijf niet afhankelijk van de grote gascontracten tussen verre landen, en zijn de aardgasproducten van Eneco niet rechtstreeks aan de aardolieprijs gekoppeld. De onderneming transporteert het gas zelfs zonder enige afhankelijkheid van andere partijen naar België. Eneco bouwde de voorbije jaren op het gebied van aardgas een benijdenswaardige knowhow op. Dat is maar goed ook, want België is als het om aardgas gaat behoorlijk complex.
Snel en voordelig Een voordelig tarief is één zaak, prijsdalingen snel doorrekenen aan de klant een andere. Ook daar heeft Eneco een voorsprong op de concurrentie. De meeste andere leveranciers baseren zich voor hun aardgastarief op de aardolieprijs, met als neveneffect dat de aardgasprijs die van aardolie pas met zes maanden vertraging volgt. Daalt de aardolieprijs sterk, dan voel je als kmo pas een halfjaar later dat positieve effect. En dat is erg lang. Eneco stemt zijn tarief af op de Nederlandse gasbeurs, waardoor zijn klanten al de volgende maand genieten van prijsdalingen. Willen kmo-bedrijfsleiders meer weten over voordelige groene stroom en aardgas bij Eneco, dan volstaat het om even te bellen. Ze krijgen geen stemcomputer aan de lijn maar een heuse persoon. Ook de eerste keer wanneer ze bellen om hun huidige energiefactuur te bespreken en te weten te komen hoeveel ze kunnen besparen.
Nederland LNG Terminal
GOS Elektriciteitscabine
Producent:
Transformator
GOS
Transportnetbeheerder
Uw bedrijf
Uw bedrijf
Distributienetbeheerder Transformator
© zimbo.be
Eneco is goedkoper dan zijn concurrenten omdat het 43 procent van de elektriciteit die het verdeelt – overigens voor 100 procent hernieuwbaar – zelf in België produceert.
LNG
Liquified Natural Gas
GOS
Geaggregeerd Ontvangstation Landinjectiepunt High Caloric Gas Low Caloric Gas
Een variabel tariefplan, ook voor aardgas Dankzij de tariefformule Flex, een variabel tariefplan met een looptijd van één jaar, kunnen kmo’s snel en eenvoudig besparen op hun energiefactuur. Zonder dat daar veel rekenwerk bij komt kijken. Maar goed ook, want kmo-bedrijfsleiders hebben geen tijd om de energiemarkt te onderzoeken en leveranciers met elkaar te vergelijken. Dat bij veel energiebedrijven nodeloos ingewikkelde prijsformules een eenvoudige vergelijking bemoeilijken, helpt ook al niet. Met Flex hoeven ondernemers niet te rekenen en te vergelijken: ze kunnen zich volop op hun kernactiviteiten richten. Naast elektriciteit neemt ook aardgas een aardige hap uit het energiebudget van een kmo. En ook daar biedt Eneco met de tariefformule Flex een oplossing. Met dat variabele tariefplan met een looptijd van één jaar kan een kmo die jaarlijks 500 MWh aardgas verbruikt, al gauw 5 tot 10 procent per jaar besparen. Vooral kmo’s met een verbruik tussen 150 MWh en 1 GWh per jaar halen maximale winst uit Flex. Voor Eneco is aardgas de ideale overgangsbrandstof in de uitbouw van een voor 100 procent duurzame energieportefeuille. Aardgas is overigens in België niet te vinden: het komt altijd uit het buitenland. En daar beschikt Eneco over een belangrijke troef, want het heeft rechtstreeks toegang tot de aardgasvelden in Nederland en reserveert grote hoeveelheden voor onder meer de Belgische markt.
}
België
Fluxys
Distributienetbeheerder
Eneco is niet afhankelijk van de grote gascontracten tussen verre landen.
© zimbo.be
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Duurzame, flexibele energiepartner Al jaren voert Latexco uit Tielt een energiebewust beleid. Afvalverwerking, energieverbruik, hernieuwbare grondstoffen, … op verschillende vlakken draagt de latexfabrikant zijn steentje bij aan een beter milieu. Bovendien neemt het groene stroom af bij Eneco en liet het Eneco ook zonnepanelen op het dak installeren. Sinds begin oktober 2010 wekken 2600 zonnepanelen van Eneco op het dak van het West-Vlaamse Latexco Solutions, een dochteronderneming van Latexco, 467.500 kWh aan groene stroom op. “Verantwoord ondernemen zit ons in het bloed”, legt Alexander Bolliou, commercieel directeur bij Latexco, uit. Naast het hoofdkantoor in Tielt – waar de zonnepanelen liggen – telt de latexfabrikant productievestigingen in Spanje en de Verenigde Staten. Zowat 90 procent van de latexkernen, -hoofdkussens en -plaatjes die er van de band rollen, vinden hun weg naar matrasfabrikanten over de hele wereld.
Flexibiliteit en ervaring Latexco kende Eneco al als leverancier van 100 procent groene stroom. Maar waarom ging de onderneming ook voor zijn zonne-installatie in zee met dit energiebedrijf? “We hebben een offerteaanvraag uitgestuurd naar energieleveranciers op de Belgische markt en Eneco bleek de beste keuze. Hun scherpe prijs was een belangrijke factor voor een energie-intensief bedrijf zoals het onze. Maar hun flexibiliteit bij de contractbesprekingen en expertise bleken minstens zo doorslaggevend.
Energiebewuste onderneming “We hechten heel veel belang aan onze ecologische verantwoordelijkheid en aan duurzaam ondernemen. Daarom verlichten en verwarmen we onze West-Vlaamse vestiging al vier jaar met 100 procent groene stroom van Eneco. Ook onze machines worden met die duurzame elektriciteit aangedreven.” Niet zonder trots legt Alexander Bolliou de ecologische kaarten van Latexco op tafel. Maar het houdt niet op bij groene stroom. “Minder energie verbruiken is ook een vorm van verantwoord zakendoen. Dankzij verschillende optimalisaties konden we het energieverbruik van onze productieprocessen drastisch terugdringen. Zo hergebruiken we tegenwoordig meer dan 90 procent van ons afvalwater. We maken bovendien deel uit van het Vlaamse Convenant Energiebenchmarking, dat een voortdurend betere energie-efficiëntie oplegt aan zijn leden.”
“Verantwoord ondernemen zit Latexco in het bloed.” Alexander Bolliou Ook aan de grondstoffen- en afvalkant levert Latexco aanzienlijke inspanningen. Bolliou: “Naast synthetische latex, die uit aardolie wordt gewonnen, gebruiken we vaak natuurlatex. Die komt van de rubberboom en is dus een hernieuwbare grondstof. Bovendien tovert ons eigen afvalverwerkingsbedrijf onze restproducten om tot herbruikbare grondstoffen voor bijvoorbeeld de verpakkings-, voedings- en landbouwindustrie. En natuurlijk zamelen we onze verpakkingsmaterialen selectief in.”
Natuurlatex komt van de rubberboom en is dus een hernieuwbare grondstof.
We speelden al langer met het idee van zonnepanelen en eventueel zelfs een biogasinstallatie. Eneco is een voortrekker op dat vlak, geen volger. Bovendien denken hun deskundigen actief met ons mee en deden ze al heel veel ervaring op tijdens soortgelijke opdrachten voor industriële bedrijven.” Ook op het vlak van de dienstverlening is het tevredenheid troef bij Latexco. “Onze vaste contactpersoon bij Eneco staat ons bij met raad en daad. Bovendien krijgen we een wekelijkse e-nieuwsbrief met daarin het reilen en zeilen op de energiemarkt. Via de Eneco-website kunnen we overigens de prijs voor elektriciteit raadplegen. Is die voordelig, dan klikken we onze prijs voor een periode naar keuze vast.”
Maïsstroom: groene stroom van Eneco, speciaal voor bedrijven Bij Eneco houden we het graag simpel en natuurlijk. Met de kracht die we uit biomassa – waaronder energiemaïs – halen door bijvoorbeeld vergisting, voorzien we duizenden bedrijven van groene energie. Zo dragen we bij tot een betere en schone omgeving. Door om te schakelen naar groene energie of aardgas bespaart u op uw energiefactuur en levert u een rechtstreekse bijdrage aan een duurzame leefomgeving. De komende weken trekt ons popcornteam door heel Vlaanderen met duizenden porties popcorn, gemaakt met behulp van onze 100 procent groene energie. Surf naar www.maisstroom.be voor een gratis en vrijblijvend bezoek aan uw bedrijf. Zo genieten al uw werknemers en collega’s van een heerlijke portie popcorn, dankzij Eneco natuurlijk!
www.maisstroom.be
7
8
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Zonne-energie maakt mensen gelukkig Het gezin van Claude Desmet en Petra Maes uit Zulte-Olsene is geen energievreter. Toch kozen ze onlangs voor elektrische stroom uit zonne-energie en monteerde Ecostream achttien zonnepanelen op het dak. Zonne-energie was niet bepaald nieuw voor Claude. “Je hoeft maar langs de Vlaamse wegen te rijden om te zien dat almaar meer gezinnen zonnepanelen op hun dak laten installeren. Op basis van ons gemiddelde elektriciteitsverbruik berekende Ecostream het aantal zonnepanelen dat ons gezin nodig heeft om voldoende elektriciteit te produceren. Sinds vorig jaar leveren de achttien panelen op de zuidkant van ons hellend dak zelfs meer elektriciteit dan we vandaag nodig hebben. Dat is maar goed ook, want met twee opgroeiende dochters zal ons verbruik de komende jaren nog wel wat toenemen.”
“Onze elektriciteit is gratis en we helpen het milieu een handje.” Claude Desmet Dankzij de grondige voorstudie volstonden twee dagen om de installatie op het dak te monteren: geen rompslomp of kopzorgen. “We zijn heel tevreden”, zegt Claude. “Je kunt ons sowieso geen elektriciteitsvreter noemen want we leven met ons viertjes zo duurzaam mogelijk. Maar sinds we de zon als duurzame energiebron gebruiken zagen we op een jaar tijd de elektriciteitsfactuur krimpen tot nul.” Ook fiscaal deed het gezin voordeel bij de installatie van het zonnesysteem. “Via de personenbelasting krijgen we een flink stuk van de investering van 19.000 euro terug. We voelen ons nog beter in ons vel omdat we bijdragen aan het welzijn van onze planeet. Wat goed is voor onze portemonnee, is het ook voor het milieu.”
Claude, Petra, Lies en Fien genieten nu nog veel meer dan vroeger van de zon.
Zonne-energie, iets voor jou?
Groenestroomcertificaten voor eigen stroom
De Belgische overheid helpt mensen met een groen hart een handje door diverse vormen van subsidie ter beschikking te stellen voor het opwekken van hernieuwbare energie.
Groenestroomcertificaten doen een aardige duit in het zakje als het om zonneenergie gaat. Per 1.000 kWh elektriciteit van je zonne-installatie, krijg je een groenestroomcertificaat. Voer je tellerstand in op de website van de VREG (de Vlaamse regulator voor de gas- en elektriciteitsmarkt) en twee weken later staat het bedrag op je rekening.
www.energiebesparen.be
In het eerste jaar verdiende het gezin Desmet-Maes 1800 euro aan groenestroomcertificaten en het gezin Van Hove-De Baets 2250 euro.
Voor het gezin Vanhove-De Baets uit Aalter is zonne-energie bijzonder aangewezen. In het huis dat ze kochten is elektriciteit de enige energiebron. En ook al helpt dan wel het nachttarief, rechtstreeks de zon aanspreken is nog beter. Bij het gezin van Isabelle en Marjo installeerde Ecostream 31 zonnepanelen op de zuidwestkant van het zadeldak. Die leveren via twee omvormers volop elektriciteit. “Onze volledige energiehuishouding werkt met elektriciteit”, legt Isabelle uit. “We verwarmen met convectoren en ook ons water wordt elektrisch verwarmd. We verbruiken dus wel wat energie, ook al nemen we vooral stroom af tegen het voordelige nachttarief. Met de zonnepanelen zouden we een aardige duit kunnen besparen.”
“Ons zonnedak is de beste investering die we konden doen.“ Isabelle De Baets Isabelle moet niet lang nadenken over de voordelen van de zonne-installatie. “We hebben onze rekening voor elektriciteit zien dalen van 150 naar 100 euro per maand. En door de warmwaterboiler om te schakelen van nacht- naar dagtarief (dus zonnetarief) zullen we wellicht 20 procent extra besparen. En dan zijn er nog de fiscale voordelen. Als privépersoon kun je de kosten voor aankoop en installatie fiscaal inbrengen. Op die manier ‘recupereren’ we fiscaal meer dan 10.000 euro op onze investering van circa 26.000 euro. Zo werd de forse investering – omdat we heel wat elektrische stroom nodig hebben – haalbaar. Als we alle financiële voordelen samentellen, zullen we onze zonne-installatie wellicht in zes tot zeven jaar terugverdienen.”
Isabelle, Noa en Manon glunderen bij zo veel besparingen dankzij de zon.
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Coole oplossing voor Northfreeze Als je bedrijfsactiviteit de opslag van koude of diepvriesgoederen in uitgestrekte magazijnen omvat, dan rijst je energiefactuur de pan uit. Gelukkig kun je daar iets aan doen. Bijvoorbeeld door op die magazijnen zonnepanelen neer te leggen. Northfreeze uit Brugge sprak
“Alles samen levert onze investering liefst 135.000 euro per jaar op.” Dirk Boone
Ecostream aan om die installatie voor zijn rekening te nemen. Northfreeze slaat koude, droge (vooral voeding) en diepvriesgoederen op in magazijnen in Brugge en Evergem. Die komen uit de Vlaamse zeehavens per container bij Northfreeze aan. De medewerkers maken de containers leeg en slaan de goederen op in de magazijnen. Van daaruit worden ze aan de klanten van de opdrachtgevers, grote en internationale b-to-b-klanten, geleverd. Maar om de temperatuur in een magazijn permanent op ongeveer -20 of 4 graden Celsius te houden, heb je erg veel elektriciteit nodig. Het kost de vestiging in Brugge alleen al ongeveer 85.000 euro per jaar. Terwijl de marges – gezien de forse concurrentie – klein zijn. “In 2007 begon bovendien de energieprijs drastisch toe te nemen”, weet oprichter en managing director Dirk Boone. “Omdat energie 20 tot 25 procent van de operationele kost bedraagt, moest ik ingrijpen. Ik vroeg een vijftal leveranciers van zonne-installaties om een voorstel. Al gauw bleek dat Ecostream uit Maldegem de beste partner zou zijn. Niet alleen op het vlak van deskundigheid en ervaring met gelijkaardige projecten, maar ook op het gebied van continuïteit. Ecostream bestaat al meer dan twintig jaar en behoort tot Eneco, een grote energiegroep.” Al die elementen overtuigden Boone om Ecostream de opdracht, een investering van anderhalf miljoen euro, toe te vertrouwen.
Juiste beslissing De cijfers bewijzen intussen dat de investering de juiste beslissing was. Op een jaarlijkse energiefactuur van 85.000 euro bespaart Northfreeze 20.000 euro dankzij de eigen zonne-energie. “Maar ons voordeel is dubbel. Want we krijgen van de overheid ook groenestroomcertificaten per 1000 kWh elektriciteit die we zelf produceren. Alles samen levert onze investering liefst 135.000 euro per jaar op. Bovendien verkopen we ons teveel aan elektriciteit aan een elektriciteitdistributeur.” De waarde per groenestroomcertificaat bedraagt voor installaties na 2009 minder, maar daar staat tegenover dat ook de prijs van zonnepanelen is gedaald. Ondertussen overlegt Northfreeze opnieuw met Ecostream over een nieuwe, grotere zonne-installatie in de vestiging in Evergem. “Na de installatie van een zonnesysteem in Evergem, zal ik samen met een buurbedrijf in Brugge misschien ook een windmolen plaatsen. Dan vullen zonne-energie en windenergie elkaar aan en is Northfreeze op het vlak van energie zelfbedruipend.”
HANGAR58: groene evenementenhal Bedrijven die hun congressen, seminaries, evenementen of feesten groener willen aanpakken zijn almaar meer op zoek naar een groene gloednieuwe evenementenhal te midden van de natuurpracht op het
“We verhuren het dak en krijgen zo 100 procent lokale groene stroom.”
domein van Bokrijk. HANGAR58 is een groen gebouw in een groene
Wim Gommers
oplossing. Om op die trend in te spelen, bouwde Dennenhof nv een
omgeving, met tal van energiebesparende maatregelen. “HANGAR58 is ontstaan uit de behoefte om in Bokrijk grote groepen en bedrijven een comfortabele locatie te bieden voor een seminarie, congres of feest.”, licht Wim Gommers, afgevaardigd bestuurder van Dennenhof nv toe. Dennenhof nv verzorgt de catering op het volledige domein, in de Grenslandhallen, in het cultureel centrum Hasselt en op andere locaties. “Liever dan telkens weer een tijdelijke constructie te moeten bouwen met tenten, stampten we in 2009 de evenementenhal HANGAR58 uit de grond.”
De ecologische investeringen in Hangar58 gaan verder dan zonne-energie alleen. Zo is het gebouw uitgerust met energievriendelijke ledverlichting. Binnen én buiten. Want ’s avonds gaan ook in de Oude Stad de spaarzame ledlampen aan en baadt het marktplein in een aantrekkelijk spel van kleur- en lichteffecten. Bovendien worden de toiletten doorgespoeld met regenwater en maken zuiverende rietvelden het vuile sanitaire water weer schoon.
Aangenaam buitengevoel
Unieke oase van rust
De opdracht voor de architect? Ontwerp een hedendaags, multifunctioneel gebouw voor evenementen of feesten, dat opgaat in de omgeving. “Dat is gelukt: aan de voorzijde is HANGAR58 ingegraven in een heuvelwand. En achteraan geeft een immense glaspartij uit op het marktplein van de Oude Stad. Dat zijn vijftien oude gebouwen die destijds werden afgebroken aan de Antwerpse Scheldekaai en hier letterlijk steen voor steen weer zijn opgebouwd.”
Dankzij de unieke ligging en faciliteiten is Hangar58 de plek bij uitstek om ontspannen te genieten van een feest of om in alle rust te vergaderen. “We willen bedrijven de kans geven om in een groene omgeving een congres, seminarie of feest te organiseren. Hangar58 en de Oude Stad baden in het groen en liggen midden in de rustgevende oase die Bokrijk is. Om van het openluchtmuseum nog te zwijgen.”
Het historische karakter van het aanpalende plein geeft extra cachet aan het grote en moduleerbare pand, dat flexibel kan inspelen op het type evenement en het aantal bezoekers. Zo is er plaats voor maximaal tweeduizend staande en dertienhonderd zittende personen. Bovendien is HANGAR58 dankzij de uitstekende, moderne faciliteiten het hele jaar door geschikt als evenementenlocatie. “Modern sanitair, een perfecte thermische en akoestische isolatie, een rokersruimte met terras, een ruime vestiaire, een parking in het groen voor vierduizend auto’s, … We hebben kosten noch moeite gespaard om het onze klanten zo comfortabel en aangenaam mogelijk te maken.”
Ecostream als groene partner Een groen gebouw in een groene omgeving: volgens die filosofie werd HANGAR58 gebouwd. Daarom zijn tal van ecologische en energievriendelijke technieken toegepast. Zoals op het platte dak, waar 1500 m² zonnepanelen continu groene stroom leveren. Dennenhof nv riep hiervoor de hulp in van Ecostream. “Zij leverden de panelen, huren het dak en innen de groenestroomcertificaten. En in ruil krijgen wij een voordelig stroomtarief. Een bonus is dat de strakke zonnepanelen de unieke sfeer van de historische gebouwen hier vlakbij niet in het gedrang brengen.” Achter de evenementenhal met zonnepanelen ligt de Oude Stad.
9
10
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
OCMW Brugge bespaart fors dankzij 4560 zonnepanelen Het OCMW van Brugge gelooft in de maatschappelijke rol van groene energie. Dat bewijzen de 4560 zonnepanelen die het eind 2009 liet installeren. De erg krappe deadline vereiste snel en doeltreffend teamwerk. Dankzij een optimale samenwerking van het OCMW met Ecostream was alles tijdig klaar en verwezenlijkt het OCMW een forse besparing op de energiefactuur. Het OCMW van Brugge schenkt volop aandacht aan het energieverbruik. OCMW-voorzitter Frank Vandevoorde: “Bij nieuwe bouwprojecten passen we zo veel mogelijk energiebesparende maatregelen toe, zoals maximale isolatie. Bovendien proberen we om ons energieverbruik zo goed mogelijk te dekken met hernieuwbare energie.”
Die zullen groene stroom leveren aan de twintig laadpalen die het OCMW zal installeren op de parkings. Vandevoorde: “Op die plekken kun je dan een elektrische auto opladen. Het is de bedoeling dat we binnen een tweetal jaar het grootste deel van ons wagenpark vervangen door elektrische wagens, bijvoorbeeld voor de maaltijdbedeling.”
“Bij nieuwe bouwprojecten passen we zo veel mogelijk energiebesparende maatregelen toe.” Frank Vandevoorde
In de zomer van 2009 besloot het OCMW om het groots aan te pakken. “We kozen ervoor om zo veel mogelijk zonnepanelen te plaatsen op en rond ons hoofdgebouw in Ruddershove en deden daarvoor een beroep op Ecostream uit Maldegem”, legt OCMW-secretaris Hubert Parrein uit. Hij was de drijvende kracht achter het project. “We beschikken nu over 4560 panelen. Kostprijs van al dat ecologische geweld: 4,8 miljoen euro. Elk stukje beschikbare ruimte werd benut, zoals de platte daken van de OCMWgebouwen en de nieuwe overkappingen over de parkings. Zelfs op de velden rond de gebouwen staan zonnepanelen op de grond.
De nieuwe overkappingen hebben nog een ander nut. “We recupereren het regenwater dat van de daken stroomt en gebruiken het om de toiletten door te spoelen”, aldus de voorzitter van het OCMW.
Indrukwekkende cijfers Luc Verbrugghe, bestuurssecretaris van de technische dienst maakte uiteraard alles van dichtbij mee. “Zowel het bestuur, de architect, onze eigen technische mensen als Ecostream hebben keihard gewerkt om alles tijdig klaar te krijgen. Op 30 december 2009 werd het project goedgekeurd. De groenestroomcertificaten leveren het OCMW gespreid over twintig jaar tijd meer dan 7 miljoen euro op. Bovendien bespaart het in dezelfde periode meer dan 2 miljoen euro op de elektriciteitsfactuur. En voortaan vliegt er jaarlijks 370 ton CO2 minder de lucht in. Frank Vandevoorde: “Het initiatief is geen groen eindpunt. Telkens als we een nieuw gebouw optrekken, onderzoeken we of zonnepanelen een valabele optie zijn. Binnenkort bouwen we in Zeebrugge trouwens een energiezuinig kinderdagverblijf, mét eerlijk hout uit onze Ardense bossen. Dat we bewust ecologisch blijven denken maakt deel uit van onze maatschappelijke rol.”
Frank Vandevoorde: “Onze panelen leveren samen een vermogen van 1 megawattpiek, goed voor 60 procent van ons jaarlijkse stroomverbruik en het equivalent van het jaarverbruik van ongeveer driehonderd gezinnen.” De groene stroom van de zonnepanelen gaat naar het hoofdgebouw van het OCMW, de centrale keuken en het kinderdagverblijf en de technische dienst. Tijdens het weekend en op feestdagen – wanneer er in die gebouwen weinig of geen activiteit is – wordt de elektriciteit afgeleid naar het woon- en zorgcentrum De Vliedberg. Op die manier worden de zonnepanelen optimaal benut.
Elektrische laadpalen Na de installatie van de zonnepanelen besloot het OCMWbestuur om twee van de parkings te overkappen met hout van eigen duurzaam beheerde bossen in de Ardennen. En ook op die nieuwe houten daken kwamen zonnepanelen.”
Groene stroom samen Kiest u als onderneming, school of vereniging voor zonnepanelen? Nodig dan uw medewerkers, leerkrachten, verenigingsleden én hun familie uit om hetzelfde te doen. Met een groepsaankoop werkt u mee aan de terugdringing van de CO2-uitstoot en verwerft u een imago van duurzaamheid. U biedt uw medewerkers, leerkrachten of verenigingsleden (en hun familie) een kans op duurzame, schone energie. En u helpt bij de terugdringing van hun energiefactuur. Bovendien hebben alle betrokkenen – eigenaar of huurder – recht op een groenestroomcertificaat per 1000 kWh die de zonne-installatie produceert.
Hubert Parrein (vooraan), Luc Verbrugghe en Frank Vandevoorde (rechts).
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Iedereen heeft recht op duurzame energie Het is een goede zaak dat sommige bedrijven het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen inzien. Zo steunen Eneco en Ecostream op diverse plaatsen in de wereld – veraf én dichtbij – een aantal humanitaire projecten. In Yalanhuitz en Pojom (Guatemala) helpen gratis zonnepanelen op gezondheidsposten en schooltjes de lokale bevolking aan elektriciteit. En in Haïti kwam er gratis een zonnesysteem op het dak van een vormingscentrum van Wereldsolidariteit. Maar ook dichter bij huis zijn er mensen met minder kansen. Zo kreeg het Koninklijk Werk IBIS aan onze kust in 2010 een complete zonne-
Van schip naar pand Ondertussen is het schip vervangen door een stenen pand, dat uitkijkt over de spuikom tussen Oostende en Bredene. Daar zet het Koninklijk Werk IBIS zijn activiteit verder. Voorzitter van de vzw is admiraal (b.d.) Willy Herteleer en directeur is Philip Declercq. IBIS is een gezinsvervangende ankerplaats voor honderd jongens, die in de internaatformule alle noodzakelijke zorg krijgen en ook in het weekend en tijdens de vakanties worden opgevangen. Als onderwijsinstelling biedt IBIS tegenwoordig lager en maritiem technisch secundair onderwijs. Het leven aan boord van de Albacore was ronduit spartaans en ook nu heerst er bij IBIS nog heel wat discipline. Omdat de toevertrouwde kinderen belang hebben bij structuur, in een sfeer van rust en veiligheid. Zo krijgen ze een optimale kans om te slagen als leerling en als mens.
installatie.
Zon aan zee
Prins Albert, de latere koning Albert I, was vaak in Oostende en merkte dat jongens van op zee vergane – en veelal kroostrijke – vissers vaak zelf in woelige wateren terechtkwamen. Oostende verloor toen jaarlijks vier tot vijf vissersschepen. Meisjes werden in het klooster opgevangen, maar jongens konden nergens terecht. Prins Albert wilde die jongens een thuis, opvoeding en vorming geven en klopte voor financiële middelen aan bij kennissen van hem, zoals de families Solvay en Empain. Daarna ontspon zich een boeiend verhaal dat in 1906 leidde tot de inrichting van een schip – de Albacore – tot een nieuwe thuis waar jonge wezen een vissersopleiding konden volgen. Het Koninklijk Werk IBIS was geboren.
Het Koninklijk Werk IBIS leiden en de jongens begeleiden vergt erg veel inzet. En natuurlijk ook middelen. Daarom stak Ecostream in 2010 een handje toe met een gratis zonneinstallatie op een van de IBIS-daken. Die zal de energiefactuur aanzienlijk drukken en meer middelen vrijmaken voor de uitbouw van deze thuis voor kansarme kinderen. Voorlopig alleen jongens, maar na aanpassingen aan de infrastructuur ook meisjes. Johan Konings, directeur van Ecostream: “Ik feliciteer admiraal Willy Herteleer, directeur Philip Declercq en hun voltallige team met hun onverdroten inzet voor alle IBIS-kinderen. We zijn oprecht gelukkig dat we met ons team zonne-energie voor meer mensen bereikbaar kunnen maken.” (www.ibisschool.be)
De IBIS-jongens en hun thuis, vroeger en nu.
11
12
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Zonne-energie? Vraag maar raak! Wat is zonne-energie?
Wat is de levensduur van een zonne-installatie?
Zonne-energie is de energie die uit zonnestraling wordt gewonnen. De zon is de grootste en rijkste energiebron die de mensheid ter beschikking heeft. Zelfs op de afstand waarop de aarde om de zon draait (150 miljoen km) levert ze onafgebroken enorme hoeveelheden energie in de vorm van straling. Per dag zo’n 15.000 maal de dagelijkse primaire energiebehoefte van de totale wereldbevolking. Dat betekent dat we met zonnecentrales op slechts 3 procent van het oppervlak van de Sahara de energiebehoefte van Europa en Afrika zouden kunnen dekken.
Zonnepanelen hebben een gemiddelde levensduur van meer dan 30 jaar. De standtijd van de omvormer is in principe op meer dan 20 jaar berekend, maar dat wordt niet altijd bereikt. Indien nodig kan hij probleemloos en tegen aanvaardbare kosten vervangen worden. Voor de hele installatie kun je met openbare instralinggegevens op jaarbasis eventuele defecten snel detecteren. In zulke gevallen kunnen experts de oorzaken analyseren en verhelpen.
Wat is teruglevering aan het net? De energie die de zonnepanelen opwekt, is direct bruikbaar voor apparaten die op het huisstroomnet zijn aangesloten. Als je die energie niet gebruikt, wordt ze aan het stroomnet (aan dagtarief) teruggeleverd. Alle kWh-tellers in gebouwen kunnen achteruit draaien. Indien je over een digitale versie beschikt die dat niet kan, dan moet de distributienetbeheerder gratis een bidirectionele teller plaatsen.
Moet je een zonne-installatie elke week schoonmaken? De installatie vereist nagenoeg geen onderhoud want de regen houdt panelen schoon bij een hellingshoek van minstens 10 tot 15 graden. Indien nodig kun je de panelen met een doek, spons of borstel reinigen.
Krijg je een schok als je een zonnepaneel aanraakt?
Hoe snel verdien je je zonne-installatie terug?
Door het paneel zelf loopt geen stroom hoewel toch gevaarlijke spanningen kunnen ontstaan bij serieschakeling van panelen. Maar door de hoge isolerende eigenschappen zijn goede panelen even ongevaarlijk als andere huishoudelijke elektrische apparaten.
Dat hangt af van de investeringskosten – en dus van de verkoopprijzen. In de regel geldt hoe groter de installatie, hoe gunstiger de kosten per kWh, en hoe sneller de installatie lonend is.
Is er meer gevaar voor blikseminslag?
Wat is een groenestroomcertificaat (GSC)? Een groenestroomcertificaat is alleen van toepassing bij netgekoppelde installaties. Voor elk gegenereerde MWh (= 1000 kWh), zelf opgebruikt of teruggestuurd in het stroomnet, ontvang je een GSC ter waarde van 350 euro voor een in 2010 gekeurde installatie (330 euro in 2011). Dat GSC vraag je in Vlaanderen aan bij de VREG door regelmatig de tellerstand op te geven. Telkens je een schijf van 1000 kWh overschrijdt, ontvang je het bedrag op je bankrekening.
Wat brengt een installatie aan energie op? De opbrengst van een PV-installatie in België is te berekenen door het totaal PV-vermogen met een factor 0,8 tot 0,85 te vermenigvuldigen. Een voorbeeld: je hebt een installatie van 1000 Wp. Bereken dan 1000 Wp x 0.85 = 850 kWh per jaar. Een installatie van 1,25 kW x 850 = 1062 kWh, levert al één groenestroomcertificaat op per jaar.
Wat is een netgekoppelde zonne-installatie? Een netgekoppelde zonne-installatie is op het openbare elektriciteitsnet aangesloten. Het stroomnet werkt daarbij als een groot meer, dat uit allerlei bronnen gevoed wordt en via een groot aantal tappunten (huishoudens, bedrijven, industrie) stroom laat uitvloeien. Hoe meer zonnestroom er in het net belandt, hoe schoner de energie van dat net wordt.
Wat is een netonafhankelijke zonne-installatie? Autonome of netonafhankelijke systemen vind je op plaatsen waar geen netaansluiting voorhanden is of waar zo’n aansluiting te duur zou zijn gezien de geringe elektriciteitsbehoefte. Enkele voorbeelden zijn lichtboeien op zee, straatlantaarns op afgelegen terreinen, verlichting van borden op snelwegen en dergelijke.
Heb je een bouwvergunning nodig? Zonne-installaties bij of op gebouwen kunnen meestal zonder bouwvergunning worden aangelegd. Voor beschermde gebouwen is een vergunning nodig.
Wat is de dakhelling?
Neen, want onderzoek heeft uitgewezen dat het gevaar voor blikseminslag niet groter wordt met een zonnepaneleninstallatie op het dak. Wel is de elektronica, en vooral de omvormer, zoals elk elektronisch apparaat, gevoelig en loopt die bij blikseminslag in de nabije omgeving gevaar op beschadiging. Het risico van inductieschade is uiterst klein. Maar als het toch gebeurt, is de schade groot: een blikseminslag kan apparaten vernielen. In die gevallen is de schade gedekt door de verzekering.
Welke bijdrage lever je voor het milieu? Natuurlijk investeer je met een eigen zonne-installatie ook in het milieu. Zo zorgt bijvoorbeeld een zonne-installatie met een paneeloppervlak van 8,5 m2 en een vermogen van 1 kWp bij een doorsnee jaaropbrengst van 850 kWh in België voor een vermindering aan CO2-uitstoot in de dampkring van jaarlijks circa 500 kg. Over twintig jaar gerekend is dat liefst tien ton. Bovendien kan met een installatie van deze grootte het eigen zonnedak ruim een kwart van het stroomverbruik van een doorsnee vierpersoonshuishouden leveren. Maar het is zo mogelijk nóg belangrijker dat je door je keuze een markt stimuleert die producten ontwikkelt waarmee, tegen lagere kosten, nog gevoelig meer CO2 kan worden bespaard.
Wat zijn rendement en vermogen van een zonnecel? Het vermogen van een zonnecel is voor kristallijne cellen temperatuurafhankelijk. Hoge celtemperaturen leiden tot een verlaagd vermogen en daardoor tot een lagere opbrengst. Het rendement op zich (ook celrendement genoemd) geeft aan hoeveel van de ingestraalde lichthoeveelheid in nuttige elektrische energie wordt omgezet. Hoe hoger het rendement van een cel, hoe beter ze in staat is om lichtstraling in stroom om te zetten. Hoe hoger het rendement, hoe meer vermogen een bepaalde oppervlakte produceert. Zo wekt een zonnepaneel met een rendement van 12,5 procent een vermogen op van 125 Watt (p) per vierkante meter. Bij 10 procent rendement is het vermogen 100 Watt (p). Het gaat hier om het piekvermogen, onder standaard testomstandigheden met 1000 W lichtinstraling per vierkante meter.
Wat betekent Wp? Watt piek (Wp) geeft het vermogen aan van een zonnepaneel onder standaard testomstandigheden, de zogeheten Standard Test Conditions (1.000 W/m2 instraling, 25 °C paneeltemperatuur, lichtspectrum ‘AM1,5’).
Het begrip dakhelling gaat niet over de hellingshoek van het dak maar over die van de zonnepanelen. Dankzij een geschikte opstelling en bevestiging kunnen zonnepanelen ook bij een ongunstige dakhelling of oriëntatie in een geschikte positie worden gebracht. Voor een optimale benutting van de zonnestraling moet die loodrecht op het paneel vallen. De optimale hellings- of opstellingshoek komt overeen met de breedtegraad van de locatie. Voor België is een helling tussen 20 en 50 graden optimaal.
Wat betekent kWp?
Wat is de optimale oriëntatie van een zonne-installatie?
Wat betekent kWh?
Verwar de hellingshoek niet met het richten naar het zuiden: dat is oriëntatie. Voor België is een goede oriëntatie zuidelijk, waarbij een afwijking van 45 graden oost of west geen rendementsverlies geeft. In de praktijk veroorzaken afwijkingen van de ideale helling of uitrichting slechts een geringe rendementsvermindering. Een tijdelijke beschaduwing van de zonnepanelen is ook nadelig voor de opbrengst, maar op jaarbasis soms verwaarloosbaar.
kWh is de afkorting voor kilowattuur (in het Engels: kilowatt per hour). Het is een eenheid van energie. 1 kWh komt overeen met een gedurende één uur geleverd vermogen van 1000 W. In die eenheden berekent je energiebedrijf de prijs van de stroom die je verbruikt.
De afkorting kWp staat voor het piekvermogen (1.000 Wp = 1 kWp) of het normvermogen van een installatie. Dat wil zeggen het vermogen dat onder bepaalde testomstandigheden (zie Wp) wordt bereikt. kWp duidt dus niet het afgegeven vermogen aan, maar het hoogste vermogen dat een installatie onder optimale omstandigheden zou kunnen opbrengen.
dossier
13
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Groene stroom uit biomassa Industriële of landbouwbedrijven kunnen hun organische afval en mestoverschotten tegenwoordig op een ecologische manier kwijt in een biogasinstallatie. Daar worden al die stoffen verwerkt tot een milieuvriendelijke, hernieuwbare energiebron: methaan. Maar hoe werkt het principe eigenlijk? Prof. dr. ir. Erik Meers, gastprofessor aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent, legt uit.
Droog of nat? De ene biogasinstallatie is de andere niet, zo blijkt. Professor Meers: “Grofweg kun je de systemen onderverdelen in droge vergisters, die vooral GFT verwerken en natte vergisters. In de eerste tref je een echte pap aan die niet roerbaar is. Natte vergistingsinstallaties van hun kant werken met een roerbare ‘soep’ die maar 10 procent droge stoffen bevat. Een ondercategorie van deze systemen zijn de landbouwvergisters. Die komen in Vlaanderen wel vaker voor.” Welke stoffen worden zoal verwerkt tot biogas? “Klassiek bestaat een aanzienlijk deel van de ‘voeding’ uit mest en maïs, zowat 30 procent elk. De overige 40 procent is vloeibaar OBA (organisch-biologisch afval), als nevenstroom uit de voedingsindustrie. Ik denk aan bleekaarde uit de graanindustrie, glycerine als bijproduct van biodieselproductie en nog andere afvalstromen.”
Een waarheid als een koe Zoals wel vaker blijkt de technologie de mosterd te halen bij de natuur. Want een geavanceerde biogasinstallatie lijkt qua principe nog het best op een alledaags boerderijdier: de koe. “Eigenlijk is zo’n systeem een grote betonnen koe die biomassa verteert tot methaan. Doordat een koe vier magen heeft, beschikt ze over de juiste bacteriën om cellulose af te breken. Zulke bacteriën moeten ook in je bioreactor aanwezig zijn. Eerst voer je die zelf aan uit andere biogasinstallaties, later worden ze vanzelf op peil gehouden doordat je het systeem met mest ‘voedt’.” Om zo veel mogelijk biogas te produceren, is de juiste balans tussen de verschillende bacteriën cruciaal. “Alle bacteriën in de keten zijn perfect op elkaar ingespeeld. Doet één groep zijn werk niet naar behoren, dan heeft dat een invloed op de rest. Daarom moet je voortdurend kwaliteitscontroles uitvoeren op de ‘voeding’. Vooraf, zodat geen vervuild afval in de reactor belandt. Maar ook tijdens het hele proces: de temperatuur, zuurtegraad, ‘voeding’ … alles heeft een invloed op de bacteriën. Vooral de balans tussen koolhydraten, vetten en eiwitten, en de verhouding tussen stikstof en koolstof moeten goed zitten. Indien nodig, kun je bijsturen door bijvoorbeeld mineralen of sporenelementen, zoals magnesium en zink, toe te voegen, net zoals bij mens of dier.”
Hoezo, CO2? De controles zijn nodig om de kwaliteit van het gistingsproces te garanderen. Maar ook om te zorgen dat het residu aan het einde van dat proces vrij is van schadelijke stoffen. “We noemen dat het digestaat. Dat gaat niet verloren, maar wordt geperst, gedroogd en verwerkt tot bodemverbeteraar. Het merendeel gaat daarna naar Frankrijk. Een leuke ecologische bonus, want zo voeren we eigenlijk een mestoverschot uit, terwijl er in Frankrijk net een tekort is.” Maar een biogasinstallatie is op nog wel meer vlakken goed voor het milieu, zo blijkt. “De duurzame, hernieuwbare energie uit een installatie vervangt fossiele brandstoffen. Bovendien is biovergisting een CO2-neutraal proces. Want de CO2 die vrijkomt bij de verbranding in de wkk-motor, wordt opnieuw opgenomen door gewassen in de velden. Die zetten de CO2 vervolgens om in biomassa, die later tot biogas kan worden verwerkt. Een echte cradle-to-cradlecyclus dus.”
“Met een doorsnee biogasinstallatie kun je al gauw zes- tot zevenduizend gezinnen van hernieuwbare stroom voorzien.” Prof. dr. ir. Erik Meers Hetzelfde geldt voor de nutriënten, zoals stikstof en fosfor, in de ‘voeding’ van de biogasinstallatie. Ook die krijgen een tweede leven. “Vroeger werden mest en OBA gezien als afvalproducten, maar nu beschouwen we ze als een nieuwe grondstof. Want die voedingstoffen komen aan het eind in het digestaat terecht, worden verwerkt tot bodemverbeteraar en helpen zo nieuwe gewassen om te groeien. Zo is de hele keten gesloten. Bovendien is het digestaat een ecologisch alternatief voor de schadelijkere kunstmeststoffen uit fossiele brandstoffen.”
Hernieuwbare economie Mest, vergisting, GFT … stinkt zo’n biogassysteem eigenlijk niet? “Een goede installatie ruikt niet en is perfect veilig. Het is wel een probleem dat Vlaanderen zo dichtbebouwd is, want er is altijd wel iemand die bezwaar heeft tegen zulke grote bioreactoren. Zoals met veel dingen, geldt in Vlaanderen jammer genoeg het motto ‘onbekend is onbemind’. Ten onrechte, want de energieschaarste zal de komende decennia almaar groter worden en dat zal wegen op onze economie. Elke nieuwe technologie botst eerst op weerstand. Denk maar aan de trein, die bij zijn introductie in de negentiende eeuw hele massabetogingen veroorzaakte. Minder dan vijftig jaar later was de trein niet meer uit onze maatschappij weg te denken. We moeten vandaag al de stap zetten naar een hernieuwbare economie, voor het te laat is. Op dat vlak kunnen we nog wat leren van Duitsland en Denemarken, waar men al heel wat verder staat.”
© Shutterstock.com
“Om biogas – eigenlijk de hernieuwbare tegenhanger van aardgas – te maken, laat je biomassa gisten in grote vergistingstanks of bioreactoren. Het lijkt dus veel op het gewone composteringsproces, met het grote verschil dat er in de reactoren geen zuurstof is. Daardoor breken de aanwezige micro-organismen de biomassa niet af tot CO2, wel tot methaan of biogas. We spreken dan ook van biovergisting of biomethanisatie.” Met dat biogas kun je vervolgens groene stroom opwekken. ”Dat doe je door met het gas een warmtekrachtkoppelingmotor of wkk-motor aan te drijven. Die produceert elektriciteit en warmte. Met een doorsnee installatie kun je al gauw zes- tot zevenduizend gezinnen van stroom voorzien. De warmte die vrijkomt gaat niet verloren, maar wordt doorgaans gebruikt om uit de restproducten van het gistingsproces bodemverbeteraars te puren.”
14
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Biogas als extra dimensie aan het boerenbedrijf In Merkem, in de biogasinstallatie op het terrein van kippenkweker Ives Sap, belandt elk jaar 60.000 ton biomassa. Zo wordt via vergisting groene stroom voor een equivalent van 6500 gezinnen geproduceerd. De landbouwer moet zijn kippenmest dus niet langer voor verwerking wegvoeren. Ook de andere boeren in de regio zijn er welkom met de mest van runderen, varkens of kippen, en met andere biomassa. Bij Ives Sap is sinds februari dit jaar een biogas-installatie operationeel. Na twee jaar voorbereiding op het vlak van vergunningen en constructie wordt er volop biomassa vergist, tot 60.000 ton per jaar. De West-Vlaamse kippenkweker is – naast onder meer Eneco – aandeelhouder in het project en waakt er als siteverantwoordelijke, samen met twee operatoren, over dat de installatie met drie vergisters optimaal werkt. Met 30.000 kippen is het in de stallen een gekakel van jewelste. Ook aan kippenmest is met 800 ton per jaar geen gebrek. Nu betaalt de kweker om de mest te laten composteren of uit te strooien op akkers. Maar binnenkort wordt die kippenmest – naast varkensmest – grondstof in de biogasinstallatie op zijn eigen terrein. Ook andere landbouwers in de regio volgen zijn voorbeeld: de biogasinstallatie is vlakbij, ze betalen er niet meer dan elders en ze zijn na de levering helemaal van de mest verlost.
Kwaliteitscontrole De aanvoer van biomassa naar de drie vergisters met elk een inhoud van 4000 m3 gebeurt gestructureerd en in de juiste verhoudingen. Elke vergister heeft overigens zijn eigen voortank waar de biomassa wordt gemengd. Er is een aanvoer van vaste biomassa, zoals maïs en een biograanmix (delen van graan die niet voor de voedingsindustrie geschikt zijn). En van vloeibare biomassa, zoals vloeibaar organisch-biologisch afval uit de voedingsindustrie. Dierenmest kan vast of vloeibaar zijn, afhankelijk van de herkomst. In totaal gaat er per jaar 60.000 ton biomassa (waarvan 30 procent mest) door de vergistingsinstallatie. Alles wordt streng gecontroleerd, want schadelijke stoffen kunnen de zuurstofloze processen in de vergisters in de war sturen. En zelfs de kwaliteit van het digestaat – wat na de vergisting overblijft – moet van goede kwaliteit zijn. Het wordt na onder meer een droogproces als bodemverbeteraar naar vooral Frankrijk uitgevoerd.
Foto’s pagina’s 14 & 15 © Frank Bahnmüller.
Een warmtekrachtkoppelingmotor zet het biogas om in groene elektriciteit en warmte.
Omdat biogas onder lage druk wordt opgeslagen is er geen ontploffingsgevaar.
Strenge kwaliteitscontroles zijn belangrijk tijdens het hele proces.
Een biogasinstallatie ie helemaal veilig voor de omgeving.
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Groene stroom voor 6500 gezinnen Het methaangas dat tijdens de vergisting vrijkomt, drijft een warmtekrachtkoppelingmotor of wkk-motor aan. Een generator zet een deel van de energie om in groene stroom voor het elektriciteitsnet, wat groenestroomcertificaten en een bijbehorende vergoeding oplevert. De rest van de energie (de warmte die tijdens het proces vrijkomt) gebruik je om het digestaat te drogen. Dat zinvolle gebruik van warmte levert op zijn beurt warmtekrachtcertificaten op. De installatie in Merkem zal – op een groene manier – het equivalent van elektrische stroom voor 6500 gezinnen opwekken. Werk je als landbouwer mee aan zo’n biogasinstallatie, als aandeelhouder of als leverancier van biomassa, dan voeg je aan het boeren een nieuwe dynamiek en een extra dimensie toe. En je werkt mee aan een innovatief project voor hernieuwbare energie. Kras, als je bedenkt hoe het vroeger ging. Het paard kreeg haver (biomassa) om het landbouwwerk aan te kunnen en zijn uitwerpselen (digestaat) bemestten de bewerkte grond. Ook nu kunnen we dankzij moderne technologie de kringloop sluiten en bovendien het gebruik van kunstmest beperken. We halen mineralen in de vorm van een product (gewas) van het land en stoppen ze als bijproduct in de vergister. Wat later keren ze via het digestaat naar de grond terug. Of je via duurzame landbouw voedsel of energie produceert – beide zijn afgeleiden van zonlicht – maakt uiteindelijk niet uit. In de vergistingstanks wordt er door de gisting methaangas geproduceerd.
Het digestaat wordt verwerkt tot een bodemverbeteraar en loosbaar water.
Biogas? Vraag maar raak! Wat zijn zuurstofloze of anaërobe processen?
Wat gebeurt met het gefilterde water?
Een zuurstofloos of anaëroob proces – in dit geval gisting – ontstaat in een luchtdichte omgeving. Dat is essentieel om bacteriën de biomassa om te laten zetten in biogas. De luchtdichtheid van de vergisters garandeert bovendien dat er geen gas of geur kan ontsnappen.
Het gezuiverde water voldoet aan de normen van VLAREM (Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning), de strengste in Europa. Een gemiddelde biogasinstallatie produceert ongeveer 40.000 m³ water per jaar, wat overeenkomt met 110 m³ per uur of 7 tot 8 emmers water per minuut. Het water kan gebruikt worden voor de irrigatie van velden, de reiniging van groenten of de schoonmaak van stallen.
Stinkt een biogasinstallatie? Neen, de aanvoer van mest en bijproducten gebeurt in volledig gesloten vrachtwagens en door erkende mesttransporteurs. Bovendien zijn de silo’s voor vergisting luchtdicht afgesloten. De loods voor de eindbewerking van het digestaat of het overblijfsel na vergisting staat in onderdruk. Onderdruk kun je vergelijken met een dampkap waarbij alle ‘vuile’ lucht wordt weggezogen en gewassen voor elk contact met de buitenlucht.
Veroorzaakt een biogasinstallatie transporthinder? Het aantal aan- en afvoertransporten wordt beperkt tot 8 of 9 per dag. Er wordt bovendien alleen gereden tussen 7 en 19 uur en niet op zon- en feestdagen. Elke geplande locatie wordt nog voor de milieuvergunningsaanvraag nauwkeurig getoetst aan de voorschriften van ruimtelijke ordening.
Maakt een biogasinstallatie lawaai?
Is de opslag van biogas gevaarlijk?
Pompen, roerders, filters, enzovoort zitten in een afgesloten loods en de gasmotor bevindt zich in een geluidsdichte loods op dempingblokken. Bovendien gelden in landbouwgebieden bijzonder strenge normen. Het geluidsniveau buiten de container schommelt rond 30dB. Dat is minder dan het geluid van een geruisloze afwasmachine (40 tot 45dB).
Biogas wordt opgeslagen in een volledig afgesloten ruimte. Het is ook alleen bij een precieze samenstelling van lucht en gas ontvlambaar. Omdat het gas onder lage druk (<3 mbar) is opgeslagen bestaat er geen kans op ontploffing.
Kan de bodem verontreinigd worden?
Nadat de biomassa is uitgegist, blijft er een bruine pap zonder energie over: het digestaat. Eneco ontwikkelde een technologie om dat digestaat volledig te verwerken. In tegenstelling tot in Duistland en Nederland mag het in Vlaanderen niet op het veld worden uitgereden maar moet het worden verwerkt tot een exporteerbare mestkorrel en loosbaar water.
Alle bereden oppervlaktes zijn verhard met beton en alle stoffen worden opgeslagen in afgesloten silo’s, loodsen, … Er is dus geen enkel risico voor bodemverontreiniging.
Wordt er slachtafval verwerkt? Alleen bijproducten – zoals beschreven in de omzendbrief R02006/01 – uit de agroen bio-industrie kunnen worden gebruikt. Bovendien verstoren verkeerde producten het biologisch proces en doen ze de vergisting mislukken. Dus geen slachtafval, wel groentenafval zoals schillen, pitten, …
Wat is digestaat?
15
16
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Duurzame innovatie samen met Vlaamse kenniscentra Duurzaamheid en innovatie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om de komende uitdagingen op het vlak van hernieuwbare energie aan te kunnen, zet Eneco volop in op innovatieve concepten en vernieuwende technologie. In Vlaanderen is het energiebedrijf voor verschillende projecten nauw verbonden met overheidsadministraties en – via Prof. dr. ir. Erik Meers, gastprofessor aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van UGent – met kenniscentra, zoals universiteiten en hogescholen.
Project Graskracht Grasmaaisel als grondstof voor groene energie In Vlaanderen liggen tienduizenden hectaren grasland in natuurgebieden en op de bermen langs de wegen. En gras groeit snel: een oogst maaisel van 5 tot 10 ton per hectare per jaar is normaal. Dat betekent een grote berg groenafval en een ongewenste piek in de composteringsinstallaties. Nochtans kun je met dat maaisel of groenafval duurzame energie opwekken. Hoeveel energie het Vlaamse maaisel kan opleveren en of de verwerking rendabel is, dat moet het project Graskracht aantonen. Voor het project Graskracht slaat het energiebedrijf Eneco de handen in elkaar met Natuurpunt, de Administratie Natuur en Bos, en met diverse Vlaamse kenniscentra. Samen voeren ze onderzoek naar de mogelijkheid om groene afvalstromen, zoals grasmaaisel, om te zetten in groene energie. Het project heeft als doel om biomassa afkomstig uit diverse natuurgebieden samen met mest, energiegewassen en organische bijproducten via een biologisch proces van vergisting om te zetten in biogas, een soort hernieuwbaar aardgas. Dat wordt verbrand in een motor die groene warmte en elektriciteit produceert (warmtekrachtkoppeling). Ook het restproduct is bruikbaar, als bodemverbeteraar. En de link met de veehouderij is snel gelegd, want boeren rijden soms honderden kilometers ver om de mest van hun dieren – perfecte biomassa – weg te brengen. Dat het maaisel weggehaald wordt, heeft ook een natuurbonus. Zo verstikt het niet langer de vegetatie en wordt de bodem niet te rijk voor de natuurlijke begroeiing.
Biomassa als groene grondstof Biomassa zoals gras (of hout) kan – samen met wind- en zonne-energie – een rol spelen in het behalen van de Europese normen op het vlak van hernieuwbare energie. In sommige landen van Europa maakt biogas al meer dan de helft van de hernieuwbare energiebronnen uit. Ook in Vlaanderen komen er ondertussen tientallen vergistinginstallaties bij. Het tweejarige project Graskracht kost bijna een miljoen euro. Daarvan is 473.031 euro Vlaams geld (instanties en kenniscentra) en bijna 400.000 euro komt van het Europees fonds voor regionale ontwikkeling. Ook Eneco draagt als enige industriële partner zijn steentje bij.
Aan gras is in natuurgebieden en op wegbermen geen gebrek. Prof. dr. ir. Erik Meers
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Project Korteomloophout Toekomst voor met metaal verontreinigde grond Als gevolg van historische industriële activiteiten is in de Belgische en Nederlandse Kempen een gebied van ongeveer 700 km² (waarvan 280 km² in Vlaanderen) onregelmatig verontreinigd met zware metalen, voornamelijk cadmium en zink. De metaalopeenhoping in de bodem vormt een bedreiging voor het regionale ecosysteem en voor de volksgezondheid. Sinds enige tijd wordt er ter plekke met goed gevolg geëxperimenteerd met de saneringstechniek fyto-extractie. In het onderzoek naar de bruikbaarheid van korteomloophout als biomassa voor groene energie is Eneco een van de hoofdpartners. In sommige van de gebieden in de Kempen worden oogsten van voedergewassen geweigerd wegens een te hoog metaalgehalte. De Kempische bodems hebben een zandige structuur, waardoor de biobeschikbaarheid en uitloogbaarheid van de metalen verhoogt, en dus de risico’s voor besmetting van de voedselketen of van het bodem- en grondwater toenemen. Vanwege de grote oppervlakte en de eerder matige verontreiniging is klassieke sanering, zoals onder meer afgraven, niet haalbaar.
Voortdurende bodemsanering Dergelijke gronden komen wel in aanmerking voor de teelt van biomassa voor nonfood-doeleinden, zodat ze nog altijd als landbouwgrond kunnen worden gebruikt. Als de geteelde biomassa veilig kan worden verwerkt, betekent dat een economisch alternatief voor gronden die almaar minder voor voedselproductie in aanmerking (zullen) komen. Deze biomassateelten zullen bovendien ook de bodem zelf geleidelijk verbeteren omdat ze de metalen in de loop der jaren verwijderen. Zo leidt de geleidelijke sanering ook tot een hogere vastgoedwaarde van de bodem. In 2006 werd er in Lommel, op met metaal verontreinigde gronden, vier hectare korteomloophout aangeplant, met steun van OVAM in het kader van het project Benekempen. De helft van het hout bestaat uit gecommercialiseerde wilgen- en populierenklonen, de andere helft zijn experimentele klonen van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO). Vier jaar lang verrichtten UGent, UHasselt en het INBO onderzoek om het proces en succes van fyto-extractie met korteomloophout in kaart te brengen, uit te spitten en te optimaliseren. Zo bleek dat de metaalopname veel hoger is in houtige dan in eenjarige gewassen. De geproduceerde biomassa kan worden ingezet als een hernieuwbare grondstof voor energieproductie. En ze kan worden verbrand in centrales die zowel groene elektriciteit als warmte produceren. De oogst gebeurt bovendien in de traditioneel ‘stille’ periodes van het jaar – het late najaar en de winter – en kan dus ook een extra economische winteractiviteit opleveren voor landbouwers en loonwerkers.
Korteomloophout als biomassa kan dienen als grondstof voor hernieuwbare energie.
“De oogst van korteomloophout gebeurt in het late najaar en de winter.” Prof. dr. ir. Erik Meers
17
18
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Fan van duurzaam, dus fan van fietsen! Eneco is natuurlijk geen wielerfabrikant, maar als duurzame energieleverancier legt het bij sponsoring bewust de focus op wielrennen en duurzame projecten. De onderneming is zich als geen ander bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid en investeert mede daarom in evenementen die dicht bij de mensen staan en voor iedereen toegankelijk zijn. Denk maar aan de Eneco Tour en de Eneco 24 hours cycling@Zolder. Met deze evenementen verbindt Eneco zijn naam aan twee grote fietshappenings, die zowel de professionele wielrenner als de recreatieve fietser – mannen, vrouwen en kinderen – een leuke uitdaging bezorgen. Fietsen is ook een teamsport, en wie teamsport zegt, zegt meteen ook samenwerken. Het is dus niet toevallig dat Eneco ook met zijn klanten een duurzaam partnership nastreeft, liever dan een gewone relatie als leverancier en klant. Beide wielerevenementen zijn ook een verlengstuk van Eneco’s strategie. De editie van de Eneco Tour in 2010 was de eerste CO2-neutrale wielerwedstrijd ooit. En bij de 24 hours cycling@Zolder worden gemotoriseerde voertuigen op en rond het circuit resoluut geweerd. Dat zijn mooie resultaten, waarover Eneco terecht trots communiceert. En er is meer, want het energiebedrijf is fan van de fiets omdat het een bijzonder duurzaam transportmiddel is. Door wat vaker de fiets te nemen, voorkomen we allemaal samen heel wat CO2-uitstoot. Bovendien heeft fietsen nog tal van andere positieve effecten: de buitenlucht, de natuur, ontspanning, beweging, geestelijke en lichamelijke gezondheid, … Je merkt het: Eneco is fan van duurzaam en dus fan van fietsen. En na elke eindstreep verschijnt alweer een nieuwe uitdaging. Dat geldt evengoed voor duurzame energie.
Eneco Tour Duitse renner als eerste over de streep De zesde editie van de Eneco Tour, de enige meerdaagse etappewedstrijd van Nederland en België in de UCI ProTour, ging in augustus 2010 van start in Steenwijk (Nederland) en eindigde in Genk (België). Dankzij Tony Martin – Team Columbia - HTC – verhuist de witte leiderstrui van de Eneco Tour voor een jaar naar Duitsland. Het 25-jarige wielertalent deed meer dan standhouden in de afsluitende tijdrit: hij won de strijd tegen de klok in Genk en kroonde zich ook tot koning van het jongerenklassement! De beste Belg was Dominique Cornu. De eerste tien in het klassement: 1 Tony Martin Team Columbia - HTC 2 Koos Moerenhout Rabobank 3 Edvald Boasson Hagen Team Sky 4 Richie Porte Team Saxo Bank 5 Svein Tuft Garmin - Transitions 6 Lars Boom Rabobank 7 Maarten Tjallingii Rabobank 8 Andreas Klöden Team RadioShack 9 Dominique Cornu Skil - Shimano 10 Jürgen Roelandts Omega Pharma-Lotto
28.50’57” op 0’31” op 1’46” op 1’57” op 2’04” op 2’11” op 2’17” op 2’18” op 2’35” op 2’37”
Eneco is geen fietsfabrikant, dat merk je. Maar een leverancier van duurzame energie zijn we des te meer, ook in België, al sinds 2003. En we zijn fan van fietsen.
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Eneco 24 hours cycling in Zolder adrenaline alom In augustus 2010 weerklonken er in Zolder – een week na de 24-uren-race voor auto’s – geen motorengeronk of gierende autobanden. Wat er aan de hand was? De Eneco 24 hours cycling@Zolder, een sportief evenement voor de recreatieve fietser van 17 tot 72 jaar jong, in wielerclub- of bedrijfsverband, of solo, streek neer op de Limburgse omloop. Liefst 250 teams – in totaal 1500 fietsers – reden op een racefiets gedurende 24 uren zoveel mogelijk rondes op het 4 kilometer lange gesloten en ’s nachts verlichte circuit van Zolder. In totaal werden er 193.868 km door alle deelnemers samen afgelegd, ongeveer 48.467 rondes. De formule van de Eneco 24 hours cycling@Zolder is een unieke aflossingsproef voor teams tot 8 fietsliefhebbers. De teams zijn volledig vrij in het bepalen van hun strategie en kunnen zo vaak wisselen als ze willen. Om ook de mindere goden van de regionale wielrennerij een kans op glorie te schenken, zijn alleen recreatieve fietsers toegelaten. De 24 hours cycling@Zolder legt dan ook de nadruk op de uitdaging en niet op het eindresultaat. Dat neemt niet weg dat de adrenaline door de bloedvaten gierde bij de meeste deelnemers afgelopen zomer. Bezoekers hebben gedurende het hele weekend gratis toegang tot het evenement om de fietsende helden toe te juichen. Een barbecue, animatie en fietstochten garanderen plezier met het hele gezin in een ongedwongen sfeer.
De volgende editie van de Eneco 24 hours cycling@Zolder vindt plaats in het weekend van 25 en 26 juni 2011. Inschrijven kan vanaf 1 januari 2011. Hou de website www.eneco24hourscycling.be in de gaten voor meer nieuws.
19
20
dossier
Hernieuwbare energie 16 november 2010
Wij gaan voor samen duurzaam. Sluit u aan? Onze visie is een toekomst waarin duurzame energie voor iedereen beschikbaar en betaalbaar is. En waarin consumenten niet alleen energie kopen, maar tegelijk de rol van energieproducent vervullen en de overproductie van stroom terugleveren aan het net. Daarom investeren wij samen met onze klanten en partners in energie uit schone bronnen. We verenigen diverse soorten technologie op het gebied van hernieuwbare energie onder één dak. Zo kunnen bedrijven bij ons terecht voor de levering van elektriciteit en aardgas. En om met onze hulp ook zelf energie te winnen uit de zon, biomassa of wind. Neem contact op via onderstaande gegevens en sluit uzelf vandaag nog aan!
Zandvoortstraat C47/11 B-2800 Mechelen T 015 40 41 40
[email protected]
Krommewege 24D B-9990 Maldegem T 050 71 51 01
[email protected]
www.eneco.be
www.ecostream.be