Biodiversiteit in de stad: ‘use it or lose it?!’ Martin Hermy
KU Leuven,
[email protected]
Gentbrugge, 8 maart 2014
1
2
Inhoud 1/ Biodiversiteit in steden
2/ Effecten urbanisatie
3/ Biodiversiteitfuncties & ED’s, vben
5/ Besluit
1/ Biodiversiteit in steden Stadsniveau Spontane plantensoorten !! aantal soorten
800 700
Tot # soorten Inheems
600 500 400
Ingeburgerde spp.
300
archeofyt neofyt
200
adventief
100 0
Gent Gent
Stadskern stadsrand aanpalende aanpalende landelijk gebied stadsrand Stadskern landelijk gebied
Steden : “hotspots” inzake soortenrijkdom Duidelijke gradiënt in soortenrijkdom Stadsrand >> soortenrijker en meer kwaliteit dan stadskern en landelijke omgeving
Hermy 2005 – Stadsecologie. In: “Groenbeheer, een verhaal met toekomst”
1/ Biodiversiteit in steden Spontane fauna (invertebraten) •
Ts 2004-08: inventarisatie spinnenfauna van Antwerpen (zonder de aangrenzende bossen, landelijke zones en het havengebied) onderzocht in het kader van het Antwerps Spinnenonderzoeksproject (ASOP).
• 249 soorten werden aangetroffen ( 1/3 Belgische spinnen-fauna, > 40% Vl.spinnenfauna), waaronder – vier nieuwe soorten voor België – 41 Rode Lijstsoorten http://www.arachnology.be/antwerpen/pages/introductie.html
1/ Biodiversiteit in steden
Spontane fauna (invertebraten) Algemene soorten
http://upload.wikimedia.org/ wikipedia/commons/thumb/8 /87/Araneus_diadematus%2C _Livorno_1.JPG/533pxAraneus_diadematus%2C_Liv orno_1.JPG
Kruispin (Araneus diadematus)
Thermofiele soorten
http://www.eurospiders.co m/family_Lycosidae.htm
Kust- of Duinwolfspin (Xerolycosa miniata)
Zuidelijke soorten
Wesp- of Tijgerspin (Argiope bruennichi)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wes pspin
Spinnendiversiteit per subhabitat, gecorrigeerd voor bemonsteringsintensiteit (cijfers voor subhabitats "In Buildings", "Sewers" & "Greenhouses" weggelaten wegens onvoldoende statistische significantie)
Hitte-eiland, klimaatseffect en het belang van parken, braakland, grote tuinen, …
1/ Biodiversiteit in steden Taxonomische groep
Bijen Bladwespen Dagvlinders Duizendpoten Gaasvliegen Hooiwagens Inheemse bloemplanten Lieveheersbeestjes Loopkevers Mieren Nachtvlinders (macro's) Oorwormen Sluipwespen Sprinkhanen en krekels Wespen Zweefvliegen Totaal aantal soorten
Aantal soorten in tuin
51 58 21 7 18 10 166 9 28 2 263 1 533 3 41 91 1302
Tuinoppervlakte in Vl.= ~16% van alle groen
aantal soorten % # soorten in tuin Aantal soorten planten en in GB t.o.v. GB dieren in een klassieke
252 481 62 46 55 23 1500 24 342 36 881 4 2028 28 297 256 6315
20 12 34 15 33 43 11 38 8 6 30 25 26 11 14 36 21
tuin in Leicester (GB). Tuinoppervlakte: 741m² en onderzoek duurde 15 jaar. Tevens vergelijking met het aantal soorten in GB (Owen 1991).
Uniek onderzoek Maar: slechts 1 tuin Hotspot Populatiegroottes? (MVP)
7
1/ Biodiversiteit in steden Besluiten: • Ondanks versnippering, kleine groenoppervlakte toch (zeer)hoge diversiteit aan soorten (hotspots: parken, tuinen, braakterreinen, ook zeldzame en/of bedreigde soorten, <<MVP) ark van Noach ? zeer kwetsbaar vaak ook kennisleemten
2/ Effecten urbanisatie Spontane plantensoorten !! =x =O
Erfenis van de transformatie van het half-natuurlijk landschap naar urbane ontwikkeling blijven eeuwen zichtbaar & Moderne steden hebben potentieel een exinctieschuld !
Hahs et al. 2009_A global synthesis of plant extinction rates in urban areas. Ecol. Lett. 12: 1165_1173
Belang van halfnatuurlijke relicten (& andere oude urbane ecosystemen)
9
2/ Effecten urbanisatie Spontane plantensoorten !!
Turnhout – 5605ha & ca. 40.000 inwoners
1880
Pâques 1880, 1883, 1884 & Adriaensen & Haeck 1892 455 plantensoorten (alleen inheemse) ~ ca. 35% Vlaamse flora
2000
Florabank: Van Landuyt et al. 2000 (19721999) 604 spp. ~ca. 47% Vlaamse flora
Extinctie 121 soorten van de 455 soorten over periode van 119 jaren = 25,5% (totale gebied); voor deelgebieden: 35 tot 84% !
Grote veranderingen in landbedekking (& gebruik): urbanisatie
Extinctiesnelheid: 0,22% per jaar of ca. 1 soort per jaar, specialisten > generalisten Van der Veken et al. Flora 199
2/ Effecten urbanisatie Typische verspreidingspatronen: Urbanofobe Urbanoneutrale Urbanofiele soorten
Marzluff & Rodewald 2008_Cities and the Environment 1
10
11
2/ Effecten urbanisatie stadsniveau: spontane plantensoorten inheems vs. uitheems Medianen
Exoten (%)
Inheemse spp. (%)
Totaal # spp.
6 Vlaamse steden
25,9
74,1
716
38 Europese steden
37,7
61,4
802
Ingeburgerde soorten: Neofyten (>1500) Archaeofyten (< 1500)
2/ Effecten urbanisatie The new 2014 edition lists ca. 75,000 plants
• Globalisering en wereldwijde transportnetwerken Bewuste/onbewuste introductie van soorten
Tuinen: Total # spp.= 1056 Native (%) 30 Aliens (%) 70
propagule druk
BUGS2 (Loram et al. 2008 – J Veg Sc 19)
http://alienplantsbelgium.be/
België: 1969 uitheemse spp. ts 1800 & 2005, in 2008 nog eens 144 nieuwe taxa
Hoste et al 2009_Dumortiera 97 Hoste 2013 Dumortiera 102
12
2/ Effecten urbanisatie Silene rubella
Mediterrane containerexoten uit tuincentra in 2008 in België
Status in België Inheems s.l. (incl. archeofyten en minstens
ingeburgerd, adventief of (nog) niet gesignaleerd in Spanje of Italië
27
0
16
12
Niet eerder gesignaleerd
30 16
14 7
totaal
89
regionaal goed ingeburgerde neofyten) Niet inheems, maar wel relatief wijd verbreid (standhoudend of met tendens tot inburgering)
Containerfloristiek
Inheems in Spanje of Italië
Adventief (louter efemeer; doorgaans zeer zeldzaam en zeer lokaal)
33
Hoste et al 2009_Dumortiera13 97 Hoste 2013 Dumortiera 102
2/ Effecten urbanisatie Impact urbanisatie
Biologische effecten
Habitatverlies, fragmentatie & verstoring --> snelheid van verandering kan zeer groot zijn
Verlies in soortenrijkdom & eveness --> biotische homogenisatie; Pieken in diversiteit bij intermediaire niveaus van urbanisatie (vnl planten & vogels) Groeiend aandeel van exotische soorten & verspreiding van exoten naar semi-natuurlijke gebieden (stadsvlucht) (bv. wegen, waterlopen) Gewijzigde nutriëntencycli, primaire productie & plantengroei
Introductie van soorten (bewust & onbewust)
Verhoogde luchttemperaturen & gewijzigde atmosferische condities (bv. Nox, aërosolen, zware metalen, ozon, CO2) Gewijzigde milieucondities (bv. lawaai, bodems, Lokale adaptatie, evolutie a.g.v. veranderingen in gedrag, waterbalans) morfologie & genetica (bv. verandering in vogelzang) Verhoging verzegeling bodemoppervlakte (eff. hydrologie: runoff↑, infiltratie↓, verdamping↓)
Daling in biodiversiteit, hoge nutriëntenladingen & verhoogde primaire productie o.m. in waterlopen
Gewijzigde productiviteit, competitie & predatie
• •
Veranderingen in trofische structuur & voedselwebben 1. Opkomst & inburgering exoten, niet Publiek – geen ervaring met (beheer) biodiversiteit + alleen door verhoogde introductie, Goddard al. 2009. Trends Ecol & Evol 25 maar ooketindicatie hegemonie van de privé ‘tyranny of small decisions’ omgevingscondities (aangepast) Urbanisatie vervreemding van de natuur (appreciatie 2. Stedeling, geen onderscheid tussen natuur vs. groen, inheems vs. heel beperkt & kennis van voordelen klein) uitheems (“de stad is natuur”) Turner et al. 2004. BioScience 54
2/ Effecten urbanisatie Fig. 3-5
Dus: de abiotische & biotische kenmerken van steden en verstedelijkte gebieden wijken sterk af t.o.v. van die van een landelijke omgeving “novel ecosystems”
Invulling terzelfdertijd
3/ Biodiversiteitfuncties & Ecosysteemdiensten • Milieubufferfunctie (“groene long”-functie) • Esthetische functie (“kijkgroen”) • Recreatieve functie (“ontspanningsgroen”) • Stedenbouwkundige functie (“vormgroen”) • Cultuur-historische functie • Educatieve functie • (sociaal)-psychologische functie • Natuurbehoudsfunctie • Economische functie Millennium Ecosystem Assessment (2005)
17
3/ Biodiversiteitfuncties & Ecosysteemdiensten Biodiversiteit positieve invloed op het functioneren van (urbane) ecosystemen The grey polygon represents the 95% confidence interval, whereas red dots give maximum and minimum values of the most or least productive species grown alone in monoculture (see main text about uncertainties associated with the upper bound)
Cardinale et al. 2012. Biodiversity loss and its impact on humanity. Nature 486 Cardinale et al. 2012 (fig1)
3/ Biodiversiteitfuncties & Ecosysteemdiensten •
Biodiversiteitsonderzoek: focus op inheemse (ingeburgerde) soorten, neg. houding tegenover uitheemse (exoten) spp. • Dogma dat we overal inheemse soorten moeten gebruiken (het ‘alleen-inheemse’ soorten-beleid; E. ’native only policy’) houdt in steden weinig steek Biodiversiteit bekijken naar de functies en diensten
ondersteunende & regulerende diensten bladoppervlakteindex (E. Leaf Area Index : LAI).
Grote variatie in groenelementen, en grote variatie in functies (en diensten)
18
19
3/ Biodiversiteitfuncties & Ecosysteemdiensten
Groendaken: Energiebalans van een gebouw: isolerend (beperkt), koelend (aanzienlijk) Gevelgroen: analoge werking
20
3/ Biodiversiteitfuncties & Ecosysteemdiensten – Retentie van water wordt in Vlaanderen als de belangrijkste reden gebruikt voor de aanleg (subsidiëring), maar er zijn opnieuw tal van redenen om een groendak aan te leggen Waterretentiefunctie: reductie en vertraging piekafvoer!
Groendak -type
Opbouwdikte(cm)
Begroeiing
Waterretentie Jaarbasis (%)
Afvloeiwaarden
Extensief
2-20
Mos-Sedum tot gras-kruid
40 - 60
0.60
Intensief
> 20 15-25
Grasland, Kruiden en Dwergstruiken, struiken en bomen
60- >90
0.40
21
4/ Besluit i.t.t. veel civieltechnische oplossingen (één functie)
• Biodiversiteit (inheems, uitheems) veelzijdige functies (diensten) om – milieu-impacten van onze levenswijze te verminderen en – een aangenamere & gezondere leefomgeving te creëren in onze meer en meer verstedelijkte wereld
• Biodiversiteit koesteren en inzetten, ‘Use it, or lose it’= SLEUTEL op toekomst
Dank u voor de aandacht & de uitnodiging