newton 1
MEI 2013
newton
Magazine ter inspiratie van E.ON-relaties
special
BIO MAS SA
6 Biomassa Nederlands nieuwe glorie?
18
“Biomassa grootste duurzame energiebron in Europa”
20
Biomassa wereldwijd razend populair
newton 2
Newton
Sir Isaac Newton, Brits natuurkundige, wiskundige, filosoof en alchemist (4 januari 1643 - 31 maart 1727). In de wiskunde ontdekte hij onder meer de differentiaalrekening en de integraalrekening (met Leibniz) en het Binomium van Newton. In zijn hoofdwerk Philosophiae Naturalis Principia Mathematica uit 1687 beschreef Newton onder andere de zwaartekracht en de drie wetten van Newton, waardoor hij de grondlegger van de klassieke mechanica werd. Op het gebied van optica schreef
11
hij het standaardwerk Opticks, vond hij de Newtontelescoop uit en ontwikkelde hij een theorie over kleuren, gebaseerd op het prisma, dat van wit licht een zichtbaar spectrum maakt. Door de leden van de Britse Royal Society is Newton in 2005 gekozen als de grootste geleerde in de hele geschiedenis van de wetenschap.
16 3
Is biomassa essentieel om onze klimaatdoelen te behalen? 1 vraag voor 5 personen 6 Volop kansen met biomassa 11 Rotterdam duurzaam? Als de CO2-prijs het wil Een verslag van het FD-Energiedebat
14
Slimme centrale
16
Port of Rotterdam
27 Colofon
18
”Flexibiliteit biomassa is groot voordeel” Interview met Maria van der Hoeven, IEA Newton is een publicatie van E.ON Benelux voor zakelijke relaties. 20 Bio-energie wereldwijd razend populair Redactie Beschikbaarheid een grote uitdaging
24 27
Van koolzaad tot zeewier
Zagerij IBV maakt de hele boom lonend 30 Hoe halen we energie uit biomassa?
Maxim Brouwer Ellen Breugem Edwin Kotylak Jacinta Janmaat
Contactgegevens E.ON Benelux Postbus 8642 3009 AP Rotterdam www.eon.nl
[email protected]
Tekstbijdragen Jan Bletz, Wilmie Geurtjens, Maarten van der Schaaf, Pilgrims Productions Vormgeving LVB Networks, Amersfoort Productie Pilgrims Productions Drukwerk Mediacenter, Rotterdam Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelen of beeldmateriaal is toestemming nodig van E.ON Benelux.
Fotografie & beeldmateriaal ANP Photo, IBV, Hollandse Hoogte, Thinkstock, Aeroview
In de meeste gevallen zal die graag worden verleend. De mening van personen of organisaties in de artikelen vertegenwoordigt niet het standpunt van E.ON Benelux, tenzij
Afbeelding cover: vloeibare biomassa
nadrukkelijk aangegeven.
KENNIS
mensen
1
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
newton 3
1 vraag 5 personen
Is biomassa essentieel om onze klimaat doelstellingen te behalen?
‘‘Klimaatimpact biomassa is vaak niet te controleren’’
1/5 ja
Willem Wiskerke campagneleider bio-energie Greenpeace ‘Maar er zitten de nodige haken en ogen aan biomassa. We gaan ervan uit dat tegen 2050 vijftien procent van de energievoorziening afkomstig uit biomassa zal moeten zijn, maar dan wel uit goede, verantwoorde biomassa. Greenpeace maakt zich zorgen over de toename van biobrandstoffen uit voedselgewassen. Landbouwgrond wordt steeds
vaker aangewend voor de productie van deze biobrandstoffen. De druk op het landbouwareaal leidt tot concurrentie met de voedselvoorziening, wat prijsstijgingen van voedsel tot gevolg heeft. Ook leidt het tekort aan vruchtbare grond tot ontbossing. Daarbij komt zoveel CO2 vrij dat de meeste biobrandstoffen niets helpen tegen klimaatverandering. Centraal probleem bij alle vormen van bio-energie is het feit dat je tegen oncontroleerbare problemen oploopt zodra het grootschalig wordt, omdat bio-energie dan gaat concur-
reren met andere, vaak betere, toepassingen voor biomassa. Die markteffecten heb je nauwelijks in de hand, maar bepalen wel of biomassa werkelijk klimaatwinst oplevert, of niet. Greenpeace geeft de voorkeur aan bio-energie die afkomstig is uit afval die geen andere nuttige toepassingen meer heeft. Greenpeace waarschuwt voor de trend om grootschalig houtige biomassa uit bossen te halen. Dat leidt vooral tot minder CO2 in bossen en meer in de lucht.’’ >>
newton 4
1
KENNIS
mensen
Is biomassa essentieel om onze klimaat doelstellingen te behalen?
zaken
dialoog
inspiratie
‘‘Combinatie met CO2opslag essentieel’’
‘‘Niet in kolen centrales’’
e.on
2/5 ja Sible Schöne Programmadirecteur Hier Klimaatbureau ‘‘Biomassa is in alle mij bekende ‘twee graden scenario’s’ - waarin ervan uit wordt gegaan dat de temperatuur op termijn niet meer dan twee graden Celsius mag stijgen een deel van de oplossing. Over de omvang van dit deel is terecht wel veel discussie. Verder is het belangrijk om
3/5 ja Ron Wit Hoofd Energie Natuur & Milieu ‘‘Net als andere hernieuwbare bronnen zoals wind, zon, waterkracht en aardwarmte, is ook biomassa essentieel om de klimaatdoelstellingen op lange termijn te halen. Randvoorwaarde is wel dat vooral gewassen en (voedsel)reststromen worden gebruikt die leiden tot zo min mogelijk landgebruik en op een duurzame wijze worden geproduceerd. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van duurzame biomassa in de wereld is het van belang dat deze bron vooral wordt ingezet in sectoren waar weinig alternatieven zijn.
te beseffen dat klimaatverandering zich traag voltrekt. De opwarming die we nu zien is niet het gevolg van onze uitstoot, maar van de uitstoot tot pakweg 1970. Het is goed mogelijk dat internationaal de komende decennia te traag wordt gehandeld of dat een groot draagvlak ontstaat voor een lagere doelstelling. In beide gevallen wordt het noodzakelijk de CO2-concentratie in de atmosfeer te verlagen. Dat kan alleen via de combinatie biomassa plus CO2-opslag.’’
Natuur & Milieu is van mening dat de toepassing van biomassa in kolencentrales niet past in een duurzame energievoorziening. Ten eerste omdat kolencentrales snel moeten worden ontmanteld en de bijstook na 2025 niet meer kan concurreren met andere duurzame vormen van elektriciteitsopwekking. Ten tweede omdat een kolencentrale met bijvoorbeeld zestig procent bijstook van hout, nog steeds meer CO2-uitstoot dan een gascentrale. Ten slotte omdat bijstook van biomassa in kolencentrales leidt tot een laagwaardige toepassing ervan zonder dat het bijdraagt aan innovatie of de bouw van een duurzame energieinfrastructuur.’’
newton 5
‘‘Biofuel ontwikkelt zich sneller dan de mens’’
5/5 nee Paulus Jansen lid van de Tweede Kamer voor de SP ‘‘Biomassa uit voedselgewassen is sowieso uit den boze, zowel op de korte termijn als de lange termijn. Voedsel is niet bedoeld om te verbranden voor energie. Het drijft de prijs van voedsel op en er zijn meestal goedkopere alternatieven - denk aan biomassa uit afval, zoals de resten van houten pallets die worden gebruikt om mee te stoken in energiecentrales. Maar ook over deze aanwending van biomassa is de SP niet
4/5 ja Jos Cozijnsen consultant emissiehandel (Emissierechten.nl) ‘‘Ik kan me niet voorstellen dat we rond 2050 op negatieve broeikasgasemissies uitkomen zonder gebruik te maken van biomassa. Er is discussie of biomassabijstook de beste duurzame energie levert en of bijmenging van biofuels in benzine wel zin heeft als je er bomen voor gaat kappen. Die discussie is begrijpelijk. En terecht willen we liever biofuels van landbouwafval
enthousiast. Op lange termijn zullen er veel hoogwaardiger en duurzamer technieken komen dan het verbranden van biomassa. Als we te zeer op biomassa vertrouwen - wat in het huidige regeerakkoord gebeurt - dreigen we te weinig te investeren in alternatieven, zoals wind op zee. Biomassa als noodzakelijke tussenstop dan? Nee, zeker niet als het gaat om verbranden van biomassa. Er zijn nu al betere mogelijkheden, zoals vergassing • van biomassa.’’
maken dan van tarwe en mais. Het streven is naar duurzame biomassa, waarmee we tegelijk het bos sparen en de landbouw verduurzamen en productiever maken. Er zijn nu al mogelijkheden om boslanden te helpen met bosbeheer en -bescherming, waardoor de export van biomassa en biofuels emissiereductie oplevert. De ontwikkeling gaat heel snel. De generaties biofuels volgen elkaar sneller op dan bij de mens! Twee recente rapporten onderstrepen de belangrijke rol van biomassa. In de eerste plaats het Speciale Rapport van de IPCC over duurzame energie-
‘‘Investeer in betere alternatieven’’
voorziening: daarin staat dat bio-energie vooral voor de ontwikkelingslanden erg belangrijk wordt. In de tweede plaats het rapport van Ecofys voor de IEA. Hieruit blijkt dat CO2-afvang en -opslag het lucratiefst is in combinatie met biomassa: stook van duurzame biomassa in een energiecentrale, gevolgd door afvang en opslag van de vrijkomende, klimaatneutrale CO2, leidt tot een negatieve emissie. There you go!’’
newton newton 6 6KENNIS
MENSEN mensen ZAKEN
zaken DIALOOG
dialoog INSPIRATIE
E.ON
e.on
Nederland mag dan volgens velen de duurzame slag gemist hebben bij windenergie of zon, met biomassa kan het nog steeds koploper worden. Biomassa en energieopwekking zijn nu wellicht nog geen goede vrienden, die verhouding wijzigt de komende jaren. Biomassa levert de snelste en grootste bijdrage aan de noodzakelijke vergroening van onze energievoorziening. Nederland vervult internationaal een vooraanstaande positie op het gebied van biomassatechnologie en is met Rotterdam spin in een groot internationaal logistiek web. Kansen genoeg.
BIOMASSA Hollands nieuwe glorie? Ondanks de ingrepen in de staatsfinanciën, gaat Nederland voor een uitbreiding van duurzame opwekkingscapaciteit. De 2,4 miljard euro die Rutte II beschikbaar stelt, moet extra investeringen van de grond krijgen waarmee de zeer ambitieuze 16 procent duurzame energie wordt gerealiseerd. De meningen over de haalbaarheid verschillen. Opvallend was in dit verband het onderzoek ‘An Outlook for Renewable Energy in The Netherlands’ dat Rabobank in 2012 presenteerde. Nederland komt volgens de Rabobank
op slechts op 9 procent uit bij vigerend beleid en er moet 24 miljard aanvullend worden geinvesteerd bovenop de geplande 12 miljard. Nog niet op niveau De productie van duurzame elektriciteit is in 2012 gestegen ten opzichte van 2011 naar 12,2 miljard kWh, ongeveer 10 procent van het totale elektriciteitsverbruik in Nederland. De elektriciteitsproductie van windmolens groeide met 4 procent door uitbreiding van de capaciteit met 100 megawatt
tot 2431 megawatt. 40 procent van de duurzame elektriciteit komt uit windenergie. Het leeuwendeel van Nederlands duurzame elektriciteit komt uit biomassa. Energie uit deze biomassa kan nog steeds niet concurreren met fossiel. Bain & Company berekende in 2012 dat stroom uit biomassa gemiddeld in Europa tussen 90 en 100 euro per MWh kost, en dat het daarmee veel duurder is dan fossiele stroom. Subisidiering is dus voorlopig nodig om concurrerend te zijn. De overeenkomst zoals >>
newton 7
newton 8
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
het aandeel duurzaam in het totale elektriciteitsverbruik (in %) bron cbs
12 10 8 6 4 2 0 ‘95
‘96
‘97
Biomassa
‘98
‘99 wind
‘00
‘01
‘02
‘03
‘04
‘05
‘06
‘07
‘08
‘09
‘10
‘11
‘12
zon en water
gemaakt in de nationale Green Deal helpt om drempels te verlagens, maar lijkt onvoldoende om zelfs meestook van biomassa in kolencentrales rendabel te krijgen. Beschikbaarheid Het huidige kabinet ziet kansen voor biomassa en duurzame elektriciteit. Dit moet vooral gebeuren via bijstook in kolencentrales en de ontwikkeling van nieuwe biomassacentrales. Al deze plannen vergen veel grondstoffen. Meer dan Nederland kan opbrengen. ECN stelt vast dat Nederland in 2020 tussen 13,4 en 16,4 miljoen ton droge stof aan biomassa beschikbaar heeft voor energieopwekking. Dit is 30 tot 40 procent van de biomassa die Nederland jaarlijks verbruikt. Daarmee kan 53 tot 94 PJ aan finale energie worden opgewekt en 101 tot 157 PJ aan fossiele energie worden vermeden. Het restant van 60 procent, 24 miljoen ton droge stof, komt via import. In Nederland is met name de industriële biomassamarkt sterk ontwikkeld. Qua import van houtpellets staat Nederland met ruim 0,9 miljoen ton in 2010 na Denemarken (met 1,6 miljoen ton) op de tweede plaats in de wereld. Het betreft hier houtpellets die vooral afkomstig zijn uit Canada en de Verenigde Staten en die worden bijgestookt in de elektriciteitscentrales. De bijstook van houtpellets in Nederland heeft echter niet geleid tot een structurele verandering van de binnenlandse biomassamarkt. Om de geschatte mogelijke beschikbare biomassa ook daadwerkelijk te ontwikkelen, zullen extra maatregelen in Nederland nodig zijn. Het zou bijvoorbeeld voor biogasproductie helpen als digestaat (het restproduct van de biogasproductie) als kunstmestvervanger mag worden aangemerkt. Daarnaast zou Nederland veel baat hebben bij technologie waarmee op kosteneffectieve wijze primaire bijproducten
zoals tak- en tophout en gewasresten geoogst en voorbehandeld kunnen worden. Nederland heeft ongeveer 360.000 hectare bos, ongeveer 10 procent van het totale landoppervlak van Nederland. In dit bos wordt per jaar 1,36 miljoen ton aan CO2 vastgelegd, vergelijkbaar met de uitstoot van 280.000 huishoudens. Nederland oogst in bos en landschap jaarlijks 1,2 miljoen kubieke meter hout, vooral van de grove den, populier, douglas, lariks en fijnspar. Met dit volume kan 10 procent van de houtbehoefte worden vervuld. De rest komt uit Scandinavië en midden-Europa. De helft van het Nederlandse hout gaat naar papier, karton en plaatmateriaal, 40 procent wordt gezaagd hout. De overige 10 procent wordt gebruikt voor paalhout, brandhout en biomassa. Nederland heeft een grote achterstand in onderhoud van het bos. Er kan daarom nog jarenlang 0,5 miljoen ton extra aan top- en takhout gewonnen worden boven het niveau van duurzaam onderhoud. kansen Nederland kan net als de haar omringende landen niet aan de eigen biomassavraag voldoen. En dat is goed nieuws voor de haven van Rotterdam. Een biomassahub biedt volop nieuwe kansen voor overslag en transport. In 2011 werd ongeveer 800.000 ton biomassa aangevoerd. Het overgrote deel daarvan, 600.000 ton, kwam uit Noord-Amerika. De rest komt uit Scandinavië en Rusland. Rotterdam verwacht
newton 9
dat de biomassa-overslag de komende jaren groeit tot 8 miljoen ton in 2020. De McKinsey Stichting heeft in samenwerking met het Holland Financial Center enige jaren geleden becijferd dat de potentie zeker 2 miljard euro omzet per jaar voor de regionale Rotterdamse economie zou kunnen betekenen. Zover is het nog niet, al is een toename van biomassa in de haven zichtbaar. De export van biomassa kwam rond het jaar 2000 goed op gang. Het hout kwam toen voornamelijk uit Brits-Columbia. Inmiddels komt er ook veel biomassa uit het zuiden van de Verenigde Staten, uit de staten Texas en
op het gebied van pyrolyse is Nederland hard op weg naar een
koppositie
Louisiana. Canada kan tegenwoordig ook grote hoeveelheden verschepen. Het land heeft veel extra biomassa beschikbaar uit de gigantische productiebossen die daar de afgelopen decennia zijn aangelegd voor papierproductie. De papiermarkt zit al enige tijd op slot. Er is minder nieuw papier nodig, we zamelen steeds meer in voor hergebruik en oud papier mag niet worden gebruikt voor verbranding. De Canadese bossen vinden hun weg daarom naar de verbrandingsoven van de kolencentrales, ook al voelt het voor gewone consumenten vaak vreemd dat houtsnippers de wereld over worden vervoerd om in Nederland voor duurzame energie te zorgen. Waardevolle technologie Biomassa begint economisch een steeds belangrijkere rol te spelen. Ook op het vlak van technologie is er veel potentie. Vooral op het gebied van pyrolyse (vloeibare olie uit organische materialen) zijn kennisinstituten, universiteiten, producenten en afnemers in
de energiesector samen inmiddels hard op weg naar een koppositie in de wereld. Bij pyrolyse wordt onder zuurstofloze omstandigheden een organische reststroom verhit tot enkele honderden graden. Daardoor verdwijnt het water uit de biomassa, andere verbindingen komen vrij en er blijft een geconcentreerde stof over. Bij langzame of lagetemperatuurpyrolyse (torrefactie) kan de massa geperst worden tot staafjes of briketten. Er zijn inmiddels een paar bedrijven in Nederland die dat goed kunnen en er goede zaken mee doen. Stamproy Green Coal produceert zo’n 45.000 ton biokolen. Torr Coal in het Limburgse Dilsen-Stokkem produceert zo’n 36.000 ton en Topell, een dochterbedrijf van Essent, zal naar verwachting de hele capaciteit draaien voor haar Nederlandse centrales. Upcycling Pyrolyse is ook economisch zeer interessant. Zeker als je het procedé goed onder de knie hebt en heel veel soorten biomassa kunt gebruiken. Bioliquids BV, een spin-off van de TU Twente, is hier al ruim 10 jaar mee bezig en voert snelle pyrolyse uit met diverse biomassastromen. Hun onderzoek toont aan dat de praktische omzetting moeilijker is dan gedacht. Bovendien zien belangrijke Nederlandse partijen als Bioliquids of Stramproy Green Coal de kansen vooral >>
newton newton 10
KENNIS
MENSEN
ZAKEN
DIALOOG
INSPIRATIE
E.ON
GESCHIEDENIS
Productie hernieuwbare elektriciteit uit biomassa (in %) 3 2011 2012
2 1 0 AfvalverbranMeestoken dinginstallatie elektriciteits centrales
overige biomassa
verbranding biogas bron cbs
buiten Nederland, omdat volgens hen de ‘groene’ OPEC landen als Canada, Brazilië of Maleisië deze markt pas echt zullen aanslingeren. Energieonderzoeksbedrijf ECN mikt nóg hoger in de keten dan de reguliere biomassa uit houtresten of agrarisch afval. Zij onderzoeken wat pyrolyse kan doen met afval dat vrijkomt bij papierproductie. Zulke producten hebben een waarde van ruim 10.000 euro per ton, een prachtig voorbeeld van hoogwaardige upcycling. Productie groeit Naast alle inspanningen op universiteiten en onderzoeksinstituten worden er ook flinke stappen gezet met de directe inzet van biomassa voor energieopwekking en daarmee de verduurzaming van onze energievoorziening. Biomassa kreeg in 2012 een flinke steun in de rug met een Green Deal. Branchevereniging Energie-Nederland, Stichting Platform Bio-energie, Vereniging van Afvalbedrijven en Vereniging Platform Hout hebben afgesproken om in Nederland aantoonbaar meer duurzame biomassa in te zetten voor energie. De oproep begin 2013 van acht Zeeuwse organisaties voor
een nieuw duurzaam project in Zeeland haalde de voorpagina’s. Zij pleiten voor de ombouw van een kolencentrale naar een 100 procent biomassacentrale. De realisatie van dit plan zou een grote stap betekenen richting de duurzame stroomambitie van Nederland en sneller dan enige andere vorm van verduurzaming. De Zeeuwse organisaties rekenen op nationale steun in navolging van de subsidie die vanuit Europa een half jaar eerder werd vergund aan het consortium Woodspirit, dat bestaat uit BioMCN, Siemens Nederland, Linde en Visser & Smit Hanab. Zij kreeg 199 miljoen euro subsidie uit het Europese NER300 programma voor grootschalige projecten voor ontwikkeling van technologie en productie van duurzame energie. Woodspirit gaat duurzaam bio-methanol produceren uit restmateriaal uit de bosbouw en houtverwerkende industrie in een biobrandstofraffinaderij van 500 miljoen euro. De duurzame bijdrage zit hem vooral in het voorkomen van CO2-uitstoot. Daarnaast levert de investering in Woodspirit een stevige stap in de verduurzaming van de chemiesector en is het natuurlijk een meer dan welkome stimulans voor de economie. Bovenstaande voorbeelden vormen maar een kleine greep uit de vele ontwikkelingen. Want hoewel Nederland zelf een beperkte hoeveelheid biomassa produceert, doet het veel • met biomassa. Meer informatie: www.avih.nl/biomassakaart
Certificering
TOETS de Kwaliteit én duurzaamheid van biomassa Om zeker te stellen dat biomassa duurzaam is
Het certificatiesysteem is erkend door de Ne-
bosgebied gecertificeerd. Dit komt overeen met
verkregen en geen voedselproductie verdringt,
derlandse overheid en de Europese Commissie.
een oppervlakte van 12 maal Nederland. Het
gelden verschillende certificeringssystemen.
Duitsland hanteert een certificaatsysteem onder
bosbeheer wordt door onafhankelijke certificatie-
Daarnaast zijn er certificaten voor bijvoorbeeld
de naam ISCC. Dit systeem is echter van oorsprog
instellingen gecontroleerd.
duurzaam bosbeheer of de kwaliteit van houtpel-
gericht op (de agrarische teelt van) vloeibare
lets.
biobrandstoffen. In mei 2012 is ISCC PLUS gelan-
ENplus en DIN+
ceerd voor de certificatie van o.a. vaste biomassa.
ENplus en DIN+ staan garant voor houtpellets
NTA 8080
van hoge kwaliteit en gaan in op de herkomst
Op basis van het Nederlandse ‘Toetsingskader
FSC en PEFC
van de gebruikte grondstoffen. Beide certi-
voor duurzame biomassa’ zijn in samenwerking
Al meer dan 10 jaar bestaan er certificaten voor
ficatiesystemen zijn gebaseerd op dezelfde
met de industrie en een grote groep stakeholders
duurzaam bosbeheer. De bekendste zijn FSC (Fo-
Europese norm: de EN 14961. Het ENplus-certifi-
Nederlands Technische Afspraken ontwikkeld
rest Stewardship Council) en PEFC (Programme
catiesysteem werkt voor de controle samen met
voor duurzaamheidscriteria voor biomassa (NTA
for the Endorsement of Forest Certification sche-
onafhankelijke certificatie-instellingen die tevens
8080) en voor biomassacertificatie (NTA 8081).
mes). In 2012 was meer dan 400 miljoen hectare
het certificaat uitreiken.
KENNISM KENNIS KENNIS
ENSEN mensen
zAKEN zaken
DIALOOG dialoog
INSPIRAT inspiratie
E.ON e.on
newton 11 11
Rotterdam Duurzaam? ALS de co2-prijs het wil
Rotterdam wil de duurzaamste havenstad van Europa worden. De ‘duurzame energyport’ van Noordwest Europa. Maar gaat dat lukken? Daarover ging het onlangs gehouden energiedebat van Het Financieele Dagblad. Voorlopige conclusie: lastig, zolang de CO2-prijs zo laag is. De gemeente Rotterdam wil in 2025 een CO2-reductie van vijftig procent ten opzichte van 1990 bereiken. De haven denkt in 2015 in een kwart van de energiebehoefte van de Nederlandse industrie en huishoudens te voorzien. Samen met energieproducenten en het bedrijfsleven wil Rotterdam de basis leggen voor de circulaire economie waar herbruikbaarheid van grondstoffen en energie-efficiency voorop staan.
Zijn deze torenhoge ambities bereikbaar? Wel volgens Alexandra van Huffelen, wethouder Binnenstad, Buitenruimte en Duurzaamheid van de gemeente Rotterdam en een van de sprekers tijdens het zevende energiedebat van E.ON en Het Financieele Dagblad. “De ligging van Rotterdam is uitstekend om een centrum voor duurzame energie te worden. En er zijn allerlei partijen die willen meewerken om onze doelstellingen te bereiken. Het Rotterdam Climate Initiative, bijvoorbeeld en bedrijven als Vopak.” En Rotterdam zou Rotterdam niet zijn als het niet ook de daad bij het woord voegde. De stad heeft een vooruitstrevend programma voor LPG als schone transportbrandstof voor scheepvaart en wegtransport. Er zijn in de haven twee initiatieven voor LNG-tankstations (vloeibaar gas) voor vrachtwagens >>
newton 12
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
en een LNG-bunkerstation voor binnenvaartschepen. Ook beloont het Havenbedrijf Rotterdam schonere schepen met korting op de havengelden.
“waarschijnlijk zouden bedrijven zich pas bij 20 euro per ton werkelijk pas geprikkeld voelen”
Van Huffelen wijst erop dat Rotterdam zwaar inzet op biobrandstoffen en energiebesparing. Bas Hennissen, directeur chemische industrie en massagoederen bij de haven van Rotterdam, geeft aan dat er op Maasvlakte 2 een windturbinepark komt en dat er plannen bestaan om zonnepanelen te plaatsen. Met Antwerpen worden er pijpleidingen tussen de twee havens aangelegd een duurzaam alternatief voor transport via weg, water en spoor. Spotgoedkoop Tijdens het debat wordt er slechts kort stilgestaan bij deze en vele andere Rotterdamse duurzaamheidsinitiatieven. De discussie draait steeds weer om de vraag of het doel om de CO2-emissies drastisch terug te dringen realistisch is. De emissierechten zijn momenteel spotgoedkoop, klinkt het keer op keer. “De markt liegt”, zoals Hans Altevogt, campagneleider Klimaat en Energie bij Green-
peace, het verwoordt: “een bedrijf dat een ton CO2 uitstoot, beschadigt het milieu voor rond de 150 euro. De prijs om een ton CO2 uit te stoten bedraagt echter geen 150 euro per ton, maar schommelt rond de 4 euro. En waarschijnlijk zouden bedrijven zich pas bij 20 euro per ton werkelijk geprikkeld voelen om op grote schaal emissies te beperken door CO2 af te vangen - al zijn er nu allerlei pilots op het gebied van Carbon Capture and Storage.” Als de prijs van CO2 niet omhoog gaat, kan Rotterdam zijn groene ambities wel vergeten, stelt Alexander Weissink, correspondent voor Het Financieele Dagblad in Rotterdam. “Dan loont het voor bedrijven niet om emissierechten te verdienen door te verduurzamen.” Meer dan de helft van de duurzaamheidsdoelstellingen van Rotterdam zijn CO2-gerelateerd - en vallen of staan dus met een hoge CO2-prijs. Het zijn ‘fossiele’ doelstellingen, zoals onderzoeker Rick Bosman (Dutch Research Institute for Transitions, DRIFT) ze noemt: “Verduurzaming kan ook door radicale vernieuwingen van nieuwe spelers komen. Een bedrijf als Google, bijvoorbeeld, dat zwaar investeert in duurzame energie. Daar heb ik mijn hoop op
newton 13
Den Haag 12 juni 2013
Nationaal Energieakkoord: heeft het nut? De SER komt binnenkort met een nationaal energieakkoord voor duurzame groei. Een van de kernproblemen in het Nederlandse energie- en klimaatbeleid is dat er - op dit moment - een gebrek aan continuïteit, samenhang en voorspelbaarheid is. Er is teveel onzekerheid, zowel voor energiebedrijven, ondernemers en investeerders als voor de burgers die willen weten of hun investeringen in energiebesparing, zonnepanelen en dergelijke rendabel zijn. Dit belemmert het creëren van een schone, betaalbare en betrouwbare energievoorziening.
gevestigd. Maar dit debat besteedt vooral aandacht aan de stapsgewijze vernieuwingen van bestaande partijen met gevestigde belangen.” Ingewikkeld Om een lang verhaal kort te maken: Rotterdam wikt, maar de CO2-prijs beschikt of de havenstad werkelijk kan verduurzamen. Of liever gezegd: of de havenstad erin slaagt de CO2-uitstoot drastisch te verminderen en aanverwante ‘ fossiele’ doelstellingen kan bereiken. Van Huffelen is vol vertrouwen over de mogelijkheden om de prijs van CO2 op een hoger peil te krijgen en (dus) dat Rotterdam zijn ambities kan waarmaken. “We moeten er met elkaar voor zorgen dat die prijs omhoog gaat. Bij voorkeur door in Europees verband ons CO2-handelssysteem te verbeteren. Maar ook nationaal kunnen we wel wat voor elkaar krijgen. Zo is er een SER-akkoord in de maak om de opvang van CO2 te stimuleren. Daarnaast kunnen we wereldwijd naar klimaatverdragen streven, hoe ingewikkeld dat ook is.” Zo uitgesproken optimistisch als Van Huf-
felen is verder niemand tijdens het debat. Zeker Weissink niet. “De CO2-prijs verhogen? Dat is niet zo maar gedaan. En als je het wel lukt, loop je het gevaar dat je bedrijven uit Rotterdam verjaagt naar landen waar ze lagere energiekosten hebben - landen als China en Amerika, die niet meedoen aan het CO2-handelssyteem.” Altevogt is het met hem eens: “Je zou willen dat we een wereldregering hadden, die de CO2-prijs kon dicteren. Maar in plaats daarvan hebben we overheden die niet in staat zijn het marktfalen te corrigeren. Sterker nog, als het gaat om duurzaamheid is de overheid - zeker de Nederlandse - met haar inconsistente en op de korte termijn gerichte beleid geen goede marktmeester, maar eerder een ‘hindermacht’ die verduur• zaming tegenwerkt.”
Het Nationaal Energieakkoord zal afspraken bevatten over energiebesparing, schone energietechnologieën en klimaatbeleid en tegelijkertijd aanzetten tot duurzame groei en (groene) werkgelegenheid. Naast een lagere energierekening voor bedrijven, instellingen en burgers en milieuwinst, levert dit ook nieuwe banen op in de bouw en aanverwante sectoren. Voor kennisintensieve Nederlandse bedrijven liggen er grote kansen op de snel groeiende wereldmarkt voor schone energietechnologie. Vertegenwoordigers van burgerinitiatieven, natuur- en milieuorganisaties, bedrijven en overheden hebben inmiddels input gegeven voor thema’s van het Energieakkoord. De SER stelt zich tot doel het Energieakkoord uiterlijk zes maanden na de kabinetsformatie tot stand te brengen, dus zomer 2013. Wat moet in dit Nationaal Energieakkoord komen te staan? Zal Nederland groener worden met dit akkoord? Hoe zorgen we er voor dat het leidt tot actie? Zal Nederland groener worden met een Nationaal Energieakkoord? Onder andere deze vragen staan centraal tijdens het komende FD Energiedebat. Debatteer mee en meld u aan op fd.nl/ fdenergiedebat
newton 14
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Slimme centrale
Alleen nog stroom uit biomassa Plan Ombouwen van de E.ON energiecentrale
Klimaat De provincie Limburg wil in 2020 kli-
in Langerlo bij het Belgische Genk. Nu draait hij op een combinatie van steenkool, aardgas en biomassa. Straks alleen nog op houtige biomassa. Door ombouwen kan de centrale uit 1975 honderd procent groene stroom gaan leveren, en blijft bruikbaar tot zeker 2025. In 2005 is begonnen met bijstook van 26.613 ton biomassa. Anno 2013 wordt deze hoeveelheid bijna in een kwartaal bijgestookt.
maatneutraal zijn. De energieproductie binnen haar grenzen veroorzaakt 25 procent van de CO2-uitstoot. Goed nieuws dus dat, zelfs met het transport van de grondstof, de verwachte CO2-uitstoot van Langerloop-biomassa twee miljoen ton minder is dan bij de huidige bedrijfsvoering. Dat is tachtig procent.
Bonus Restwarmte in de vorm van warm water en stoom. Bruikbaar voor de verwarming van bedrijven en gebouwen in de buurt van de centrale. Momenteel loopt een onderzoek naar de beste manieren om die groene warmte bij gebruikers te brengen.
Grondstof In de nabij gelegen Ardennen produceert IBV pellets uit zaagafval van PEFCgecertificeerd hout (Programme for the Endorsement of Forest Certification). Het bedrijf wil voor de centrale in Langerlo de productie verdubbelen. Een ander deel van de grondstof zal aangevoerd worden uit Noord-Amerika. E.ON heeft aparte richtlijnen voor de inkoop van biomassa. Deze móet duurzaam gecertificeerd zijn, om te voorkomen dat natuurlijke bossen worden gekapt of dat voedsel wordt gebruikt als brandstof.
Werk De omgebouwde centrale blijft werk bieden aan het huidige personeel, zo’n 130 mensen. Zij hebben al veel kennis van en ervaring met biomassa, die zo behouden blijven voor het bedrijf en de regio.
Verkeer
Brandstof wordt zoveel mogelijk aangevoerd per schip, via de haven van Antwerpen. Dat betekent beduidend minder vrachtverkeer en dus minder luchtverontreiniging.
Kosten
Voor de aanvoer en opslag van de houtige biomassa zijn aanpassingen nodig. Er moet een overdekte opslag komen met transportbanden, afzuigsystemen en een nieuwe losinstallatie. Ook zijn aanpassingen nodig aan bestaande molens, branders, het verbrandingsluchtsysteem en het elektrofilter. Desondanks is stroom opwekken uit biomassa per MWh nog steeds goedkoper dan met zonnepanelen of windmolens. Omdat het ook beschikbaar is als de zon niet schijnt of de wind niet • waait.
newton 15
Naam E.ON Centrale Langerlo Functie de regio Genk voorzien van elektriciteit Eerste baan 1975 – elektriciteit maken uit stookolie Vermogen 556 MW Richtlijnen E.ON: http://www.eon.com/ en/sustainability/fieldsof-action/responsibleprocurement.html
TITEL
newton newton 16 16KENNIS
KENNISMENSEN mensen ZAKEN
zaken DIALOOG
dialoog INSPIRATIE
inspiratie E.ON
e.on
Een schone, duurzame haven heeft de toekomst © Aeroview
newton newton 17 17
Maasvlakte 2
De Rotterdamse haven loopt voorop bij het ontwikkelen van initiatieven om bedrijven zo energie-efficiënt mogelijk te laten werken, fossiele energie ‘schoner’ te maken, nieuwe energiebronnen aan te boren en de uitstoot van CO2 drastisch te beperken. Maasvlakte 2 wordt aangelegd om mainport Rotterdam te versterken en de leidende positie te behouden. Naast de havenuitbreiding van Rotterdam, zijn het vergroten van de leefbaarheid en het verbeteren van het milieu minstens zo belangrijk. Deze twee ledige doelstelling is verankerd in het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). PMR bestaat uit drie deelprojecten. Naast de aanleg van Maasvlakte 2 bestaat dit project uit de verbetering van Bestaand Rotterdams Gebied en de aanleg van 750 hectare aan natuur- en recreatiegebieden. Daarnaast wordt de natuur die met de aanleg van Maasvlakte 2 verloren gaat gecompenseerd door het instellen van een bodembeschermingsgebied en uitbreiding van duingebied.
newton 18
KENNIS Kennis
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
“Flexibiliteit biomassa is groot voordeel” PERSONALIA NAAM: Maria van der Hoeven FUNCTIE: executive director Internationaal Energie Agentschap
Maria van der Hoeven verruilde het Nederlandse landsbestuur in 2011 voor de IEA. Met zichtbaar genoegen zet zij haar brede kennis van internationale energiethema’s en de vertaling naar overheidsbeleid in voor ’s werelds grootste energie-agentschap. Wij vroegen haar specifiek naar de rol van biomassa. Hoe belangrijk is biomassa voor de Europese energievoorziening? “Het interessante van biomassa is de flexibiliteit. Het is geschikt voor de productie van elektriciteit, warmte en transportbrandstoffen. Biomassa is met een aandeel van acht procent de grootste duurzame energiebron in Europa. Het aandeel biomassa levert vier procent van de elektriciteit en vier procent van de biobrandstoffen. Biomassa wordt daarnaast steeds
belangrijker voor warmtevoorziening binnen de industrie en de bebouwde omgeving.” Hoe kijkt IEA naar de ontwikkeling van biomassa voor energie versus high–end biotech? “Biomassa is een zeer breed inzetbare grondstof. Stimulerend overheidsbeleid voor duurzame energie resulteerde in flinke groei van biomassa voor energie en een navenant grotere vraag naar laagwaardige houtpro-
ducten. Intussen ontstaat er ook een andere bio-industrie en kunnen we meer vraag verwachten naar biomassa als grondstof voor bioplastic en biochemicals. De economische waarde van deze producten is meestal hoger dan die van energie. We gaan er daarom vanuit dat er meer bioraffinaderijen komen die high-end bioproducten maken en goedkopere biobrandstoffen, of warmte en elektriciteit.” Biomassa lijkt onlosmakelijk verbonden met de vraag over ‘food for fuel’. Wat is de positie van IEA in dit maatschappelijk debat? “Het debat over ‘food for fuel’ gaat vooral over de impact van biobrandstoffen uit voedselproducten op de commodityprijzen in de landbouw. In dat opzicht is biomassa voor warmte of elektriciteit niet echt een thema, omdat die meestal uit bossen komt waar landbouw niet mogelijk is. Ongeveer twee
newton 19
procent van het wereldwijde landbouwareaal wordt gebruikt voor biobrandstoffen. Dit is een relatief klein aandeel. Zaken als het weer, economische groei, de prijs van energie, wisselkoersen hebben ook invloed op de commodity prijzen van agrarische producten. Natuurlijk beïnvloeden biobrandstoffen de marges van landbouwprijzen ook, zeker als de markt toch al onder druk staat, door bijvoorbeeld een slechte oogst. Je kunt op verschillende manieren de spanning tussen ‘biomass for food’ en ‘biomass for fuel’ oplossen. Op de eerste plaats door meer flexibiliteit in de productie van biobrandstoffen te brengen. De markt kan dan makkelijker inspelen op prijsstijgingen van landbouwproducten. De Braziliaanse overheid past bijvoorbeeld voortdurend het quotum aan voor ethanol uit suikerriet, afhankelijk van de situatie op de internationale suikermarkt. Ten tweede moeten overheden het gebruik stimuleren van tweede generatie biobrandstoffen uit afval en reststromen. Ten derde moeten we het probleem van food for fuel niet primair benaderen vanuit energieperspectief, maar vanuit de intentie om beter landbouwbeleid te willen en extra investeringen.” In Scandinavische landen is biomassa integraal onderdeel van een decentraal duurzaam energiesysteem. Wat kunnen we hiervan leren? “De meeste Scandinavische landen hebben enorme voorraden biomassa en een goed ontwikkelde houtverwerkende industrie. De ware reden echter waarom bioenergie er groot is, is hun CO2-belasting. Die heeft gezorgd voor een level playing field waarbinnen bio-energie kan concurreren met fossiele brandstoffen en het deze deels kan vervangen. Daarnaast heeft de hoge warmtevraag in deze landen gezorgd voor veel lokale warmtenetwerken met bijbehorend logistiek systeem en de inzet van warmtekrachttechnologie.” Grote biomassaleveranciers verschepen houtpellets vanuit Australië naar Oostenrijk om ze daar voor energie te verbranden. De financiële argumenten zijn misschien te vatten, de duurzame logica moeilijker. Wat vindt IEA hiervan? “Ik ken dit specifieke geval niet. Wij zien een groeiende internationale handel in houtpel-
lets van bijvoorbeeld Noord-Amerika naar Europa, en binnen Europa zelf. Dit is een teken dat pellets een commodity zijn en dat de markt functioneert. Ik kan me voorstellen dat mensen het vreemd vinden dat houtpellets over de wereld worden gesleept. We moeten niet vergeten dat we dat met olie of gas niet anders doen. Vervoer per schip is de meest efficiënte manier van transport. De invloed van de transportkosten op de pellets en bijdrage aan de CO2-uitstoot binnen de totale levenscyclus is gering. Het verschepen van pellets van Brits-Columbia
“We moeten duurzame energie stap voor stap blootstellen aan de marktrisico’s” in Canada naar Europa bijvoorbeeld kost slechts tien procent van de besparing van CO2-emissies die biomassa oplevert ten opzichte van de kolen die het vervangt.” Nederland staat op het punt om het leveranciersmodel in te voeren. Kern van dit model is dat een minimum hoeveelheid van de totale levering van een energiebedrijf duurzaam moet zijn. Om dit aandeel te halen zullen producenten biomassa meestoken in kolencentrales. Is dit de manier om de energieproductie te vergroenen? “Meestoken van biomassa is interessant, omdat bijna alle kolencentrales kleinere hoeveelheden biomassa (5-10 procent) kunnen verbranden zonder technische aanpassingen te hoeven doen. Meestoken is dus een kostenefficiënte manier om CO2-uitstoot te verlagen bij kolencentrales. De IEA is bezig met een studie naar het Nederlandse energiebeleid en het beleid op het gebied van duurzame energie. Het huidige feed-in model voldoet niet en er zullen aanzienlijk meer inspanningen nodig zijn om de 16 procent in 2020 te halen. De discussie over overheidssteun voor het leveranciersmodel blijft bestaan. Want zoals bij elke vorm van overheidssteun, het model
heeft voor- en nadelen. In plaats van alle aandacht op het leveranciersmodel te richten, blijkt uit onze analyse dat de consistentie van overkoepelend beleid veel belangrijker is als je een breed portfolio duurzame energietechnologie wilt ontwikkelen.” Nederland heeft te maken met een bijzondere situatie: hypermoderne gascentrales staan stil omdat zij niet rendabel kunnen draaien door hoge gasprijzen, gesubsidieerde groene energie uit Duitsland of kolencentrales met biomassa. Wat vindt u als voormalig architect van de Nederlandse energiestrategie van deze situatie? “Zover ik de situatie kan inschatten, hebben de gascentrales in Nederland, net als elders binnen de EU, te maken met een bijzondere samenloop van omstandigheden. De vraag is laag, het prijsverschil tussen kolen en gas is hoog, de CO2-prijzen zijn laag en een razendsnelle groei van duurzame energie krijgt steun van milieuvriendelijk overheidsbeleid. Wij denken dat het economisch herstel dat in 2014 voor Europa wordt verwacht ook meer vraag naar elektriciteit betekent en dat het wat druk van de gassector zal halen. Los daarvan pleit de IEA voor maatregelen die de markt meer in balans brengen. Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) moet worden hervormd zodat we investeringen kunnen baseren op realistische CO2prijzen. We moeten duurzame energie stap voor stap gaan blootstellen aan reguliere marktrisico’s en het moet gaan bijdragen aan de kosten voor het totale systeem. Verschillende Europese landen overwegen om hun energiemarkt te hervormen, bijvoorbeeld op het gebied van capaciteit, zodat het commercieel interessant blijft om te investeren in flexibele elektriciteitsproductie. Ik ben er namens de IEA, net als toen ik minister was, groot voorstander van dat dit soort hervormingen Europees worden afgestemd. Een goed geïntegreerde energiemarkt biedt iedereen namelijk grote • voordelen.”
newton 20
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Bio-energie wereldwijd razend populair In 2011 ontwikkelde het Internationale Energie Agentschap (IEA) een scenario voor groei van bio-energie in de wereld. IEA verwacht dat in 2050 ruim 3.100 TWh elektriciteit komt van bio-energieinstallaties
mix zijn Tsjechië (85 procent), Litouwen (85 procent), Letland (82 procent), Finland (77 procent), Denemarken (72 procent) en Bulgarije (69 procent). Stuk voor stuk wat kleinere landen. Hoe zit dat eigenlijk met de grotere economieën binnen de EU en daarbuiten??
(2010: 280 TWh), ongeveer 7,5 procent van de dan geldende vraag. Bioenergie wordt nu vooral voor gezinnen en kleinschalige industrie opgewekt, in 2050 zal ook de industrie bio-energie hebben omarmd.
De Europese Commissie deelt het optimisme van het IEA. De energiemix in de EU bestaat nu nog voor driekwart uit fossiele brandstoffen. Het aandeel duurzaam groeit echter snel en bio-energie levert daarin met 64 procent het grootste aandeel. Anders gezegd: van de 15 Mtoe* hernieuwbare energie in 2010 in de EU, kwam 118 Mtoe* uit biomassa en afval. Dat komt overeen met ruim 8 procent van het totale energieverbruik in Europa. EU landen gebruiken biomassa vooral voor warmte (75 procent). Binnen het Europese programma ‘Biomass Future’ is bio-energie in kaart gebracht aan de hand van nationale duurzaamheidsplannen (NREP’s). Als alle plannen worden gehaald, zal het duurzame energieverbruik in 2020 in de EU tussen 20,2 en 22,4 procent uitkomen. Ruim 54 procent daarvan komt van biomassa. Landen met het hoogste aantal bio-energie in hun duurzame energie-
Verenigd Koninkrijk In Groot-Brittannië speelt bio-energie nog geen rol van betekenis met slechts 2 procent van het totale verbruik. Dat aandeel moet wel stevig groeien. Het Verenigd Koninkrijk kent sinds 2012 een Green Investment Bank. Naar verwachting zal deze zo’n 3 miljard Britse pond gaan investeren in nieuwe duurzame opwekking via consortia of eigen fondsen. Het initiatief klonk in 2012 al door in een besluit van Royal Bank of Scotland om 400 miljoen pond te committeren voor duurzame energie. De Britse bio-energiesector heeft in 2012 ook een duw in de rug gekregen door de verklaring van de overheid dat bio-energie in 2020 tussen 8 en 11 procent van de nationale warmte en stroom behoefte moet leveren. Het VK hoopt daarmee een forse achterstand in te halen op EU-koplopers Duitsland en Zweden. >>
* 1 Mtoe = 11.630.000.000 kWh
KENNIS
mensen
dialoog
inspiratie
e.on
newton 21 21
Europa’s Biomassaverbruik aandeel van biomassaverbruik in Kton
is
ANders Biobrandstoffen vloeibare biomassa Biogas Vaste biomassa
FiN
Est
GB 20.000-
40.000-
15.000-
15.000-
10.000-
10.0005.000-
5.00040.000- Ger DEN
0-
NL FR
0-
35.00030.000-
35.000-
25.000-
30.000-
20.000-
5.000-
25.000-
15.000-
0-
20.000-
10.000-
15.000-
5.000-
10.000-
0-
CZE 10.000-
5.000-
POR
LV
5.000-
0-
ita
SVK
0-
SVN
ROu
20.000-
10.000-
15.000-
5.000-
10.000-
0-
5.0000-
BUL
5.0000-
GR
LT
newton newton 22
KENNIS
mensen
Zweden In 1981 draaide negentig procent van de Zweedse elektriciteitscentrales nog op fossiele brandstoffen. Twintig jaar later is de verhouding omgedraaid met 90 procent alternatieve grondstoffen en 10 procent fossiel. Het milieuresultaat mocht er in 2001 ook zijn: twintig procent minder CO2-uitstoot. De transformatie is vooral te danken aan een specifieke beleidsmaatregel. In 1991 voerde Zweden een carbon tax in die het ten opzichte van ethanol, turf en afval duurder maakte om olie, steenkool en andere fossiele brandstoffen te verbranden. De technologie achter het Zweedse succes is warmtedistributie op basis van eenvoudige warmtekrachtcentrales. Deze WKK’s staan al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw in steden vanaf tienduizend inwoners. Het milieuvoordeel van het concept werd pas volledig geïncasseerd toen de fossiele brandstoffen werden vervangen door biomassa. Zweden heeft een grote houtindustrie, die bergen houtsnippers als afval produceert. Door deze actief in te zetten werd niet alleen duurzame elektriciteit opgewekt maar werd de restwarmte, samen met andere industriële restwarmte, hoogwaardig toegepast voor verwarming van huizen. Het omarmen van deze technologie, met name in grootstedelijk gebied, ging niet vanzelf. Zweden moest flink investeren in een langer
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
en flexibeler leidingen-netwerk. Soms moest warmte meer dan vijftig kilometer getransporteerd worden van centrale naar dorpen en steden. Duitsland Biomassa is de belangrijkste duurzame energiebron in Duitsland, zelfs na de forse groei van wind- en zonne-energie. Biomassa wordt voor zowel stroomopwekking als warmtevoorziening gebruikt. In 2011 werd 36,9 TWh stroom uit biomassa opgewekt en werd 9 procent van de totale warmtebehoefte uit biomassa geleverd. Deze marktaandelen blijven groeien omdat Duitsland hoog inzet op duurzame energie. Er is veel land beschikbaar voor de winning van biomassa. De ruim 11 miljoen hectare bos bijvoorbeeld is de belangrijkste leverancier van resthout met een jaarlijkse productie van ongeveer 130 miljoen m3 hout. Deze biomassa vindt zijn weg vooral naar biomassa wkk’s en kleinschalige decentrale biomassa-kachels.
“Japan grijpt na Fukushima alle mogelijkheden aan voor nieuwe duurzame energieproductie” gens de Duitse Fachagentur Nachwachsende Rohstoffe vertegenwoordigt de bio-energiesector op dit moment zo’n 6 miljard euro aan waarde en verschaft het zo’n 130.000 banen.
Biogas is ook goed ontwikkeld in Duitsland. Al decennialang wordt gewerkt aan een goed netwerk van biogascentrales en biovergisters. Ze verwerken niet alleen mest of (natte fracties) landbouwafval. Van de 12 miljoen hectare landbouwgrond wordt 2 miljoen hectare (17 procent) specifiek gebruikt voor verbouwing van gewassen die als grondstof dienen voor biogas- en ethanol-productie. De Duitse over-
visie van IEA op ontwikkeling van elektriciteit uit biomassa (2012) EJ* 3.500-
heid wil dit areaal in 2020 bijna verdubbeld hebben tot 4 miljoen hectare. Energie is een belangrijk strategisch instrument voor Duitsland. Hoewel met gemengde politiek strategische gevoelens vanuit Europa wordt gekeken naar de financiering van het energiebeleid, is er ook bewondering voor de manier waarop de verduurzaming plaatsvindt. En dat laat ook economisch zijn sporen na. Vol-
Zuid Korea Gangnam style maakte de wereld in 2012 in een keer duidelijk wat in Zuid Korea popmuziek is. De immense populariteitsgolf heeft een andere niet onbelangrijke ontwikkeling
1.000-
Afrika en het Midden-Oosten Centraal- en Zuid-Amerika opkomende economieën Azië China Oost Europa en voormalige Sovjet staten OECD-landen Azië en Oceanië OECD-landen Europa OECD-landen Amerika Aandeel wereldwijde opwekking
500-
OECD - Organisation for Economic Co-operation
3.0002.5002.0001.500-
02009
2015
2020
2025
2030
2035
2040
2045
2050
and Development (www.oecd.org)
* Exa Joule
newton 23 23
Visie van IEa op groei aandeel elektriciteit uit biomassa (2012) EJ* 70overstemd. Echte energiefans zal die zeker niet zijn ontgaan. Om de snel groeiende Zuid Koreaanse economie te voeden met energie heeft het land besloten fors in te zetten op hernieuwbare energie met een belangrijke rol voor biomassa. Dat betekent nogal wat. Zuid Korea staat op de 109de plaats op de wereldranglijst van landmassa, maar staat 10de op de energieconsumptieladder. Energiebedrijven in Zuid Korea moeten snel hernieuwbare energie gaan omarmen. Vanaf nu tot 2020 moet elk jaar minimaal 2 procent meer duurzame energie worden geleverd. Zuid Korea kijkt ook naar wind en zon, maar het merendeel (60 procent) moet echter uit biomassa komen. Omdat Zuid Korea zelf niet over de grondstof beschikt, moet het de biomassa importeren. De situatie in Zuid Korea is geen unieke ontwikkeling. Wereldwijd groeit de vraag naar biomassa omdat steeds meer landen biomassa als steunpilaar gebruiken in hun verduurzaming. Zoals bijvoorbeeld ook Japan. Na de kernramp bij Fukushima zet het land stevig in op duurzaam en grijpt het alle mogelijkheden aan voor nieuwe duurzame energieproductie. Experts verwachten dat op korte termijn de huidige vraag van 1,5 miljoen ton pellet-equivalent zal stijgen naar 3 tot 3,5 miljoen ton in 2015. Japan zal dan moeten gaan importeren om aan deze vraag te voldoen. China China mag in dit overzicht natuurlijk niet ontbreken. Het land lijkt vooralsnog biomassa vooral voor eigen duurzame energie te willen inzetten. Begin 2011 schatte de Chinese Academy of Engineering de biomassa-energiecapaciteit op 2,5 keer die van waterkracht en 3,5 keer die van wind. Het uitgestrekt binnenland biedt enorme energiepotentie. Als China de landbouwgebieden die dicht tegen de energieslurpende grote steden en industrieën aanliggen volledig zou ontwikkelen, dan kan het daarmee zo’n 1,2 miljard ton kolen vervangen, ongeveer 1,3 keer het totale jaarlijkse Chinese energieverbruik. Voor het zover is, moet er nog wel wat gebeuren in beleid, attitude en marktontwikkeling. China produceert bijvoorbeeld per jaar nu nog zo’n 700 miljoen ton stro, daarvan gaat 150 miljoen letterlijk in rook op. China begint in te zien dat deze ommezwaai
60-
50_ 40-
anders Landbouw, visserij etc. industrie Gebouwen
30201002009 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050
niet alleen noodzakelijk is voor verduurzaming en vermindering van de luchtvervuiling, maar ook dat het nieuwe economische kansen biedt, zeker voor de arme boeren op het platteland. USA Een andere energiereus, de Verenigde Staten, wordt niet met biomassa geassocieerd. De fossiele geschiedenis en de nieuwe schaliegasrevolutie overschaduwen vaak de activiteiten op duurzaam energiegebied. De VS heeft in 2012 opnieuw toch een stevige groei laten zien in duurzame energieopwekking. Met een groei van 12,8 procent in 2012 komt het totaal aandeel duurzaam op 5,4 procent van de opgewekte elektriciteit, een verdubbeling in 5 jaar tijd. Zonne-energie groeide met 139 procent, wind met 16,6 procent. Biomassa nam met 1,5 procent toe. De getallen voor de VS zijn gebaseerd op de energievoorzieningen die aangesloten zijn op het net. Omdat grote gebieden zichzelf voorzien van energie via zon en wind en los staan van enig netwerk, zijn de werkelijkheid percentages waarschijnlijk nog positiever voor duurzame opwekking. Als gevolg van de duurzame groei produceerden oliegestookte eenheden vorig jaar bijna 25 procent minder elektriciteit, kolencentrales maakten 12,5 procent minder elektriciteit en nucleair leverde 2,5 procent in. Kolengestookte centrales leveren jaar na jaar in. Dat is des te opvallender omdat de VS op een grote voorraad makkelijk te winnen kolen zit. Met dank aan de relatief hoge kolenprijs worden deze vooral verscheept naar grootafnemers in
* Exa Joule
Europa. De VS merkte daarnaast in 2012 voor het eerst het voordeel van schaliegas. De productie van schaliegas zit enorm in de lift. De ontwikkeling past in het scenario van Obama om als land weer zelfvoorzienend te zijn, en, liefst een exporteur van energiegrondstoffen. Naast kolen zullen we daarom ook meer en meer biomassa van het Amerikaanse continent naar Europa en Azië verscheept zien worden. Voorraden Bio-energie neemt in alle duurzame scenario’s een prominente plaats in. Tellen we alle verwachtingen en voorspellingen bij elkaar op dan is het maar de vraag of er voldoende grondstoffen beschikbaar zijn om die verwachtingen volledig waar te maken. Een kritische studie van W. Kolby Smith in 2010 stelt dat er te weinig bekend is over beschikbaar grondgebied en de opbrengsten om het echte potentieel voor biomassa te kunnen bepalen. En dat het dus gevaarlijk is te denken dat we volop op biomassa kunnen inzetten. De wereldbevolking gaat naar 9,1 miljard mensen, de economie groeit, voedselproductie vergt nieuwe landbouwgrond. Biotech neemt ook een hoge vlucht en vergt steeds meer biomassa voor hoogwaardige oplossingen, zoals medicijnen, bouwmaterialen of bioplastics. De betekenis van al deze ontwikkelingen voor het razend populaire bio-energie laat zich nog niet volledig uittekenen. Maar het is duidelijk dat bio-energie wereldwijd niet meer is weg te • denken.
TITEL
newton 24
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
BIOMASSA
Van koolzaad >> zeewier Biomassa is de belangrijkste bron van duurzame energie in Nederland. Het wemelt van de biomassabronnen, maar de duurzaamheidsprestaties verschillen.
Koolzaad, suikerriet, mais, graan, tarwe, jathropa, sorghum, palmolie, cassave. De eerste generatie biomassa bestaat uit een lange rij voedselgewassen. Door deze gewassen te vergisten wordt bio-ethanol of biodiesel gemaakt, een biobrandstof waarop auto’s kunnen rijden en schepen kunnen varen. Brazilië is wereldwijd koploper op dit terrein: het Braziliaanse wagenpark verbruikt meer bio-ethanol dan benzine. Ook in de Verenigde Staten en Europa neemt het gebruik van biobrandstoffen toe, deels door overheidssti-
muleringen. Zo moet in Europa bijvoorbeeld 10 procent van de benzine en diesel uit biobrandstof bestaan in 2020. In 2006 bleek echter dat de sterk toegenomen vraag naar biofuels leidt tot stijgende voedselprijzen (meer mais en suikerriet werd gebruikt als transportbrandstof in plaats van als voedsel) en de versnelde vernietiging van oerbossen zoals het Amazoneregenwoud. Daarop werd de aandacht verlegd naar agrarische restproducten, zoals stro, mest en groente-, fruit- en tuinafval. Deze zogenaamde tweede generatie biomassa concurreert niet met de voedselproductie en kan dus wel een duurzame bron vormen van energie. Resthout Resthout behoort tot een van de populairste vormen van deze tweede generatie biomassa. Resthout bestaat voornamelijk uit zaagsel en afval uit de houtindustrie. Dat wordt samengeperst tot pellets zodat het makkelijk te vervoeren is naar kolen- en gasgestookte elektriciteitscentrales
newton 25 25
waar dit hout wordt verbrand, het zogenaamde bijstoken. Op die manier kunnen conventionele elektriciteitscentrales hun elektriciteitsproductie deels vergroenen. E.ON denkt bijvoorbeeld 30 procent van de elektriciteitsproductie in zijn nieuwe kolencentrale op de Rotterdamse Maasvlakte te kunnen genereren door het bijstoken van houtpellets. In de andere nieuwe kolencentrale die in Nederland wordt gebouwd - door RWE/Essent in de Eemshaven – zal maximaal
10 procent van de elektriciteit worden opgewekt door middel van het bijstoken van houtpellets. Houtpellets worden niet alleen gebruikt voor het vergroenen van de elektriciteitsproductie, maar ook voor het produceren van groen aardgas. In dat geval worden houtpellets vergast in plaats van verbrand. Aangezien er in Nederland onvoldoende resthout aanwezig is om voldoende te kunnen bijstoken of vergassen, zullen houtpellets moeten worden geïmporteerd uit landen met een grote houtindustrie zoals Canada, de Verenigde Staten, Brazilië, Scandinavië of de Baltische Staten. Het energieverlies als gevolg van het verschepen van het resthout naar Nederland is volgens Energiecentrum Nederland (ECN) naar schatting 5 procent van de verscheepte biomassa. Overkomelijk, vinden voorstanders. Critici geven de voorkeur aan het verbranden en vergassen van resthout op de locatie waar dit wordt gewonnen. Zij wijzen bovendien op het risico dat niet alleen resthout wordt gebruikt, maar dat er ook oerbossen zullen worden gekapt om in de vraag naar biomassa te kunnen voorzien.
Afgewerkt frituurvet Een bijzondere vorm van tweede generatie biomassa. Dit restproduct uit de keuken is recent veelbesproken omdat het Amsterdamse bedrijf SkyNRG, een spin off van KLM, frituurvet gebruikt om biokerosine te produceren. KLM gebruikt die biokerosine op kleine schaal. Hoewel KLM veel publiciteit wist te genereren met deze biokerosine is frituurvet geen duurzame wonderbrandstof voor de luchtvaartindustrie. Het ophalen, verzamelen en verwerken kost veel brandstof. Daarnaast is er wereldwijd simpelweg te weinig frituurvet beschikbaar om een significant aantal vluchten te laten vliegen op biokerosine uit frituurvet. Algen en zeewier De derde generatie biomassa bestaat uit algen en zeewier die speciaal worden gekweekt voor de biobrandstofproductie. Gedurende het groeiproces nemen algen en zeewier CO2 op. In dat groeiproces produceren ze olieën >>
newton 26
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Ontwikkeling biomassa 1e generatie
2e generatie
3e generatie
Lange voedsel gewassen koolzaad suikerriet maïs graan tarwe palmolie
Agrarische restproducten Stro Mest Groente-fruit-tuinafval resthout frituuvet
geteelde waterplanten Algen Zeewier
die kunnen worden gebruikt als brandstof. De CO2 die tijdens het proces wordt opgenomen uit de lucht wordt weer uitgestoten als de olie wordt verbrand in de verbrandingsmotor van auto’s of andere voertuigen. Algen en zeewier zijn daarmee een CO2-neutrale brandstof. In de Noordzee bij Texel test duurzaam onderzoeksbureau Ecofys momenteel de mogelijkheden van zeewierteelt, geschikt voor integratie in een offshore windpark. Hoewel de algen- en zeewierteelt nog in de ontwikkelingsfase zit, lijkt het potentieel enorm: algen kunnen in potentie veel meer biomassa opleveren per hectare dan de hoogst renderende plantaardige gewassen. Een ander voordeel is dat de algenkweek kan plaatsvinden in open bassins op verzilte grond die ongeschikt is voor de landbouw. De grootschalige teelt van zeewier vindt plaats op open zee. Beide alternatieven nemen dus geen landbouwgrond in beslag en kan in eigen land plaatsvinden waardoor er geen rendement verloren gaat als gevolg van transport. Ten slotte worden algen en zeewier nauwelijks gegeten en concurreren beide dus slechts in beperkte mate met de voedselproductie. Certificaat voor duurzame biomassa Nu biomassa op zoveel verschillende methoden en locaties wordt geproduceerd, klinkt de roep om transparantie. Producenten en consumenten willen immers weten hoe duurzaam de biomassa is die zij verkopen en gebruiken. Sinds 2006 wordt er al gewerkt aan het opstellen van duurzaamheidscriteria voor
de productie van biomassa. In februari 2007 bracht een onderzoekscommissie onder leiding van de latere milieuminister Jacqueline Cramer een rapport uit met duurzaamheidscriteria. Deze criteria stellen eisen aan biomassa met betrekking tot broeikasgasemissies gedurende het gehele productieproces, concurrentie met voedselproductie, impact op de biodiversiteit en de algehele impact op milieu, welvaart en welzijn. Een groot deel van deze duurzaamheidscriteria zijn in 2009 door de Europese Commissie overgenomen in de Europese richtlijn hernieuwbare energie. Op basis van deze duurzaamheidscriteria heeft het Nederlandse Normalisatie instituut (NEN) samen met marktpartijen, overheid en maatschappelijke organisaties in Nederland een certificatiesysteem ontwikkeld. Bedrijven die biomassa produceren, verhandelen of verwerken dat aan deze criteria voldoen kunnen het zogenaamde NTA 8080 certificaat krijgen. Nederland loopt hiermee vooruit op • toekomstige Europese certificering.
Meer weten Energie uit frituurvet
www.skynrg.com
Algen/Zeewieren www.noordzeeboerderij.nl Certificaten www.duurzame-biomassa.org
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
newton 27 27
Iets zinvols teweeg brengen in de wereld
Zagerij IBV maakt de hele boom lonend Christian Gebele
Van eenvoudige zagerij naar gediversifieerd houtbedrijf én energieproducent. IBV in het Belgische Vielsalm kreeg het in amper een decennium voor elkaar.
Josef Haas
Zagerijen zijn in de Ardennen een voor de hand liggende vorm van bedrijvigheid, want de streek heeft een overvloed aan sparren, dennen en lariksen. Ook de nabij gelegen Belgische en Duitse Eiffel, Luxemburg en Noord-Frankrijk zijn rijk aan bossen. Een van die Ardenner zagerijen is IBV (Industrie du Bois de Vielsalm), met twee vestigingen in Wallonië en een in de Duitse Eiffel. Net als vele anderen produceerde IBV lange tijd alleen ruwe planken en rondhout voor de handel. Zaagsel en spaanders gingen voor een zacht prijsje naar de papier- en spaanplaatindustrie. >>
TITEL
newton 28
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
Nieuwe eigenaren, nieuwe richting De combinatie van nieuwe eigenaren en, een aantal jaren later, een wijziging van de Belgische energiewetgeving, betekende een drastische verandering van het hele bedrijf. Investeerders Joseph Haas, van oorsprong jurist en houthakker, en Roland Jost, eigenaar van een groot transportbedrijf, kochten IBV in 1999. Beide mannen komen uit de regio en zijn grote liefhebbers van bos en woud. Ze besloten het bedrijf zowel te moderniseren als te diversifiëren. Om het eerste doel te realiseren werd in 2001 het machinepark volledig vernieuwd. WTT, het eigen ingenieursbureau van de IBV Groep, ontwierp de nieuwe zaaglijn. Tweehonderd meter machines achter elkaar, die in een doorlopend proces planken maken van stammen. Met groot gemak verwerken ze liefst 136 meter boomstam per minuut. Meerdere poten De wetswijziging in 2006, die het mogelijk maakte om zelf opgewekte energie terug te leveren aan het net, gaf de impuls voor het bouwen van een eigen biomassainstallatie. Daarmee zou IBV kunnen werken aan het tweede doel: het bedrijf op meerdere poten zetten, door naast ruw ook gedroogd en geschaafd hout te gaan leveren. Een proces dat waarde toevoegt, maar wel veel energie vergt. Een biomassacentrale zou de warmte leveren voor de droogkamers en stroom voor het schaven. Overtollige elektriciteit zou verkocht kunnen worden aan een energieproducent. En het productieafval, met zo’n 57 procent meer dan de helft van de boom, werd dan rendabel. Specialistenwerk Kon het eigen ingenieursbureau de slimme zaaglijn ontwerpen, voor een haalbaarheidsonderzoek naar de bouw van een biomassacentrale schakelde directeur Joseph Haas een gespecialiseerd Duits adviesbureau in. Ingenieur Christian Gebele, die het onderzoek uitvoerde, zag legio kansen voor het project. Zoveel zelfs, dat hij van begin tot eind betrokken wilde zijn. Hij zegde zijn baan bij het adviesbureau op en kwam in dienst bij WTT als Head of Energy Department. Een geweldige stap, zegt hij zelf, omdat hij zich daardoor beroepsmatig enorm heeft kunnen ontwikkelen. Hij maakte het ontwerp voor de biomassainstallatie en deed het volledige projectmanagement.
e.on
Sinds 2009 is de biomassacentrale van IBV, de grootste van België, in gebruik. Dagelijks zijn er veertig mensen aan het werk. Warmte, stroom en pellets In de centrale worden schors en snijresten verbrand, die deels uit de eigen bossen komen, deels elders worden aangekocht. Dat levert genoeg warmte op om alle droogkamers te laten functioneren, en ook nog om stoom te maken die wordt omgezet in elektriciteit. Het gaat niet om kinderachtige hoeveelheden. Jaarlijks produceert de biomassacentrale 250.000 m3 warmte en 160.000 elektriciteit MWh. IDV gebruikt de zelfgemaakte groene stroom voor de bestaande bedrijfsprocessen, en kon er nog een nieuw proces en product aan toevoe-
Van de totale stroomproductie resteert een forse zeventig procent. Die levert IBV terug aan het net, vergezeld van een verhandelbaar groencertificaat. gen. Van het ‘edele’ afval, zaagsel en spaanders, worden hoogcalorische pellets geperst. Deze dienen als brandstof voor verwarming bij bedrijven en particulieren en als bijstook in energiecentrales, in plaats van olie of gas. Zo verwarmt bijvoorbeeld de Universiteit Luik met houtpellets al haar gebouwen, terwijl ze bovendien CO2certificaten krijgt voor het gebruik van groene energie. Dan is het nog niet op. Van de totale stroomproductie
newton 29 29
resteert een forse zeventig procent. Die levert IBV terug aan het net, vergezeld van een verhandelbaar groencertificaat. Biomassacentrales in Europa Door de bouw van haar eigen centrale werd IBV/WTT leverancier van nog een product: kennis van biomassa installaties. Christian Gebele: “Doordat ik van begin tot eind betrokken was, zie ik waar het beter kan.” Lachend: “En de mensen die er dagelijks mee werken, vertellen me ook waar ik fouten heb gemaakt.” De opgedane kennis gebruikte IBV bij de bouw van een complete installatie voor Siat Braun, een grote zagerij in de Franse Elzas. Momenteel loopt een haalbaarheidsonderzoek bij een klant in Ierland. Gebele: “Veel Europese landen zijn er mee bezig. Duitsland en Oostenrijk waren voorlopers, daar wordt weinig nieuw gebouwd. Maar ik zie grote mogelijkheden in bijvoorbeeld Engeland, dat sinds kort het bijstoken van pellets in energiecentrales toestaat.” Grote investeringen De vestiging in Vielsalm blijft in ontwikkeling. Voor de komende jaren is verdubbeling van de pelletproductie gepland. Onder andere voor gebruik in de E.ON energiecentrale in Langerlo. Het plan is om die centrale om te bouwen en volledig te stoken met zuiver hout in plaats van met kolen. Verder wil IBV eind dit jaar beginnen met de bouw van een nieuwe installatie in Nièvre, in de Franse regio Morvan. De vergunningen zijn rond, de plaatselijke politiek is blij met de werkgelegenheid en de schone energie. Het wordt een nog grotere investering dan die in Vielsalm. Daar was 90 miljoen Euro mee gemoeid. In Frankrijk worden het er 150 miljoen. Gebele: “Veel geld inderdaad, maar het loont de moeite. Als je alleen bomen, zaagt heb je weinig méér te bieden dan planken. Nu maken we de hele boom lonend.”
Weerstand overwinnen Hij heeft nog wel een paar wensen voor de toekomst. Als eerste natuurlijk dat de installatie in Frankrijk gebouwd wordt, en IBV nog heel veel interessante projecten mag ontwikkelen. En als tweede dat de bevolking in de gebieden waar biomassainstallaties gebouwd worden deze vorm van energie verwelkomt. “Het is soms lastig om mensen te overtuigen. Daarom is de communicatie met inwoners zeer intensief. In het begin is er altijd weerstand. Ze willen geen kolen en geen kernenergie, maar ook geen windmolens in hun ‘achtertuin’ of biomassa van bos. Terwijl, als ze zich goed informeren, ze weten dat niet één vorm van energie de beste is. We moeten een mix hebben, waar mogelijk van hernieuwbare energie. Biomassa uit hout is hernieuwbaar, we planten voortdurend nieuw bos aan. Ik vind het fijn als de bevolking waardeert dat er ondernemers zijn die zo’n project willen opzetten.” Iets teweeg brengen Waarom gaat IBV eigenlijk telkens zulke grote projecten aan? “Wij moeten dat doen”, zegt directeur Joseph Haas eenvoudig. “Gewoon omdat we de technische en juridische kennis hebben. Als jurist weet ik dat een groene energiemarkt alleen functioneert met goede wetgeving. Ik kan de wetten lezen, analyseren en bepalen wat de meest optimale manier is om er een rendabel project van te maken. Daarmee help ik ook anderen in deze branche. De sector is nog jong, er valt nog veel te ontwikkelen en te leren. Het is prachtig als je iets • zinvols teweeg kunt brengen in de wereld.”
Meer weten www.ibv-cie.be www.erscia-france.fr
newton newton 30
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Het aantal energiecentrales dat biomassa als brandstof gebruikt neemt toe. Tijd voor een overzicht van de verschillende soorten.
Hoe halen we
energie
uit biomassa? Biomassavergisters Op boerderijen wordt biogas geproduceerd door middel van het vergisten van natte biomassa, zoals mest en agrarische afval. Tijdens het vergistingsproces worden organische stoffen in een afgesloten, zuurstofarme ruimte afgebroken door bacteriën. Dat biologische proces zorgt ervoor dat methaangas ontstaat. Bij het vergisten van suikerhoudend organisch materiaal ontstaat ethanol. Zowel methaangas als ethanol kunnen worden opgewerkt tot transportbrandstoffen zoals groen gas en bioethanol. Aangezien het opwerken van biogas tot groen gas of bio-ethanol een ingewikkeld en duur proces is – er moet C02 en schadelijke gassen als zwavel en chloor worden onttrokken – kiezen veel boeren ervoor om biogas om te zetten tot elektriciteit met behulp van een warmtekrachtkoppelinginstallatie (WKK).
Zonde, want bij de omzetting naar elektriciteit gaat veel energie verloren, vaak ruim 60 procent. Daarom zijn er in Nederland plannen om biovergisters op boerderijen met elkaar te verbinden zodat het biogas op een centrale locatie kan worden opgewerkt tot groen gas en kan worden toegevoegd aan het aardgasnetwerk. Op die manier kunnen de kosten worden gedeeld en de efficiëntie worden verhoogd. Op zo’n centrale locatie kunnen ook rioolwaterzuiveringsinstallaties worden aangesloten. Rioolwaterzuiveraars verspillen momenteel op een vergelijkbare wijze energie als boerderijen: biogas opgewekt door het vergisten van organische stoffen uit afvalwater zetten ze via een WKK-installatie om in elektriciteit. Ten slotte kan biogas ook worden gebruikt voor de productie van vloeibaar biogas (bio-LNG).
newton 31
Biomassaverbranders
Biomassavergassers Een relatief nieuwe technologie is de vergassing van droge biomassa. Vergassing vindt plaats bij zeer hoge temperatuur (zo’n 850 graden Celsius) en onder beperkte toevoer van zuurstof. Hierdoor ontstaat gas met een hoge energetische waarde. Vergassing wordt al langer gebruikt om elektriciteit op te wekken uit kolen, maar is ook geschikt voor energieopwekking uit droge biomassa. Deze technologie heeft twee grote voordelen. Allereerst komen bij vergassing geen schadelijke gassen vrij. Ten tweede levert de technologie een zeer hoog rendement op, hoger dan bij verbranden of vergisten. Daardoor wordt het importeren van droge biomassa uit andere landen relatief aantrekkelijker, dat wil zeggen, het rendementsverlies door de import van droge biomassa uit bijvoorbeeld Canada wordt gecompenseerd door het hogere rendement. ECN heeft tien jaar gewerkt aan de ontwikkeling van de unieke vergassingstechnologie voor biomassa. In Alkmaar wordt dit jaar een eerste proefproject gebouwd in samenwerking met HVC, Gasunie en Taqa. Ook internationaal is er interesse in de technologie: ECN heeft in de Indiase fabrikant van afvalverbranders Thermax een ambitieuze partner die de biomassavergasser wil uitrollen op het Indiase subcontinent en in de rest van Azië.
Kolencentrales kunnen behalve kolen ook zuivere droge biomassa, zoals resthout, oud papier, olijfpitten of cacaoschillen verbranden. Bij de verbranding komt warmte vrij die gebruikt wordt om een stoomturbine aan te drijven. Zo’n turbine wekt elektriciteit op. Niet zuivere biomassa kunnen ook worden verbrand met behulp van een voorgeschakelde vergasser. Alle nieuwe kolencentrales in Nederland zijn verplicht om behalve kolen ook biomassa te verbranden. Behalve het bijstoken van biomassa in een kolen- of gasgestookte elektriciteitscentrale, worden oude kolencentrales ook omgebouwd om volledig op biomassa te draaien. Zo verbouwt E.ON momenteel zijn Belgische kolencentrale Langerlo waar nu 10 procent biomassa wordt bijgestookt, maar waar vanaf 2014 alleen nog maar biomassa – resthout, om precies te zijn – zal worden verbrand.
Ook zijn er plannen om de kolencentrale bij Borssele die uiterlijk in 2016 dicht moet om te bouwen tot een biomassacentrale. Afvalverbrandingsinstallaties kunnen ook worden gezien als energiecentrales die gebruik maken van biomassa. De warmte die vrijkomt bij het verbranden van huishoudelijk afval wordt in de meeste afvalverbranders in Nederland gebruikt om elektriciteit op te wekken. De helft van die elektriciteit kan worden beschouwd als duurzame energie omdat 50 procent van het afval bestaat uit organisch materiaal. Afvalverwerkingsbedrijven onttrekken vaak ook stortgas aan hun vuilnisbergen. Dat giftige gas kan worden opgewerkt tot groen gas.
toegepast bij droge biomassa zoals hout, bagasse (een restproduct van suikerproductie) en stro. Bij toepassing van deze technologie ontstaat geen biogas of groene elektriciteit, maar bio-olie. Pyrolyse vindt ook in de natuur plaats, op grote diepte in de aarde, maar dat proces duurt alleen miljoenen jaren. Het Enschedese bedrijf Biomass Technology Group (BTG) heeft nu een technologie ontwikkeld om het pyrolyseproces radicaal te versnellen. Als een van de weinige bedrijven ter wereld heeft BTG een techniek ontwikkeld om organisch materiaal in 2 seconden om te zetten in olie. Met Pyrolyse behulp van pyrolyse kunnen ook allerlei chemiTen slotte kan er ook bio-olie worden gewonnen sche grondstoffen worden geproduceerd voor uit biomassa. Dat kan door middel van pyrolyse. de industrie. Normaal gesproken wordt daarvoor Pyrolyse is een technologie waarbij biomassa aardolie gebruikt. BTG heeft in Hengelo een wordt verhit tot wel 1000 graden Celsius zonder proeffaciliteit gebouwd. Ook deze technologie dat er zuurstof bijkomt. Pyrolyse kan alleen worden heeft een enorm potentieel. Kort- en langcyclische CO2 Biomassa wordt ‘CO2-neutraal’ genoemd, of men spreekt over ‘kortcyclische CO2’. Dit is omdat de grondstoffen – de biomassa – tijdens de groei en bloei CO2 vastleggen. Als je dat daarna opstookt dan komt de CO2 weer vrij maar die is relatief kort daarvoor vastgelegd en die tel je niet mee.
Daar staat tegenover dat CO2 die door een centrale wordt uitgestoten, ongeacht zijn bron, leidt tot een verhoging van de atmosferische concentratie. Men schat dat minimaal moet worden gerekend met 100 jaar, en maximaal met duizend(en) jaren voordat de CO2 afgebroken is.
newton newton 32 32KENNIS
KENNISMENSEN mensen ZAKEN
zaken DIALOOG
dialoog INSPIRATIE
inspiratie E•ON
e.on
Eén oogopslag
de wereld rond
5 JAAR
Als je een bos omhakt en de bomen vervolgens in een elektriciteitscentrale stopt, dan breng je in één klap een hoeveelheid CO2 in de atmosfeer die dat bos decennialang heeft opgebouwd. De tijdspanne tussen de uitstoot van de CO2 door verbranding van de biomassa, en de toekomstige heropname ervan door de aangroei van nieuwe biomassa, wordt de carbon debt genoemd. Volgens een studie uit 2011 bedraagt die carbon debt in het geval van houtpellets uit Canadese bossen maar liefst 38 jaar. De omgehakte bossen moeten dus 38 jaar de tijd krijgen om opnieuw aan te groeien. Dat betekent niet dat het verbranden van pellets (of andere biomassa) gemaakt uit levende bossen een slecht idee is. Uit onderzoek blijkt dat als pellets worden ingezet voor de productie van warmte, in plaats van stookolie, de carbon debt al na 5 jaar wordt afgelost. Houtpellets importeren uit Canadese bossen om ze hier te verbranden, kan dus nuttig zijn.