Inhoud LAPP-Topverslag 2011 Voorwoord
5
Bio-Farmaceutische Wetenschappen: Hoe werkt een geneesmiddel?
7
Griekse en Latijnse taal en cultuur: Klassieke conflicten: Van Thucydides in Irak tot Plato in de rechtzaal
9
Informatica: Computer Science: Working Smarter!
10
Italiaanse taal en cultuur: De Ronde van Italië
12
Life Science and Technology: Het belang van DNA
14
Midden-Oostenstudies: De muezzin roept: Het Midden-Oosten en de Islam
16
Molecular Science and Technology: Moleculair koken
18
Natuurkunde voor meisjes: Beweging in de cel op nanoschaal bekeken
19
Natuurkunde: Nanotechnologie
21
Psychologie: Bijna iedereen is wel eens blij…of bang…of boos…
22
Rechtsgeleerdheid: Strafrecht en mensenrechten
24
Slavische talen en culturen & Ruslandkunde: Rusland- ver weg en toch zo dichtbij
25
Sterrenkunde: Ontdekkingsreis door het heelal
27
Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap: Taal – de levende tijdmachine
29
Wijsbegeerte: Wikilogie
31
Wiskunde: Onveranderlijkheid geeft grip op een wereld in beweging
33
Deelnemers LAPP-Top 2011
35
Colofon
38
3
4
Voorwoord Waarom zijn planten groen? Dit was een vraag die aan de orde kwam bij het programma van Wiskunde. In de laatste colleges ging het onderwerp namelijk wat meer de biologische kant op. De leerlingen hadden het over de werking van cellen en waarom planten groen zijn. Maar er kwamen nog veel meer vragen langs tijdens de diverse programma’s: “Krijgen kinderen te snel een label?”, ”Is de digitalisering een vloek of een zegen voor de samenleving?”, “Wat zijn de effecten van geneesmiddelen?” of “Zijn computerspelletjes wel goed voor een kind?” Dit jaar hebben 301 leerlingen uit heel Nederland zich gestort op het beantwoorden van vragen zoals deze. In colleges, werkgroepen en practica maakten zij onder begeleiding van enthousiaste docenten en begeleiders kennis met de wetenschap. In dit verslag kunt u lezen welke onderwerpen de leerlingen hebben behandeld, hoe zij de vragen te lijf gingen en hoe hun ervaringen zijn geweest. Ik licht een tipje van de sluier op aan de hand van enkele citaten uit de verslagen van de leerlingen: “Al met al heb ik genoten van LAPP-Top en ik zou het met liefde volgend jaar weer doen als dat zou kunnen.” (deelnemer Italiaanse taal en cultuur) “Wat zou Sartre hebben gevonden van de digitale revolutie waarin wij ons bevinden?” (deelnemer Wijsbegeerte) “In de weken na de colleges kwam ik opeens allemaal ‘LAPP-Top wiskundestof’ tegen. Toeval? Geen idee. Maar ik vond het in ieder geval leuk om te weten wat ermee werd bedoeld! Stiekem voelde ik me ook wel slim toen ik uit kon leggen aan anderen wat de gulden snede is en hoe je een matrixvergelijking oplost!” (deelnemer Wiskunde) In dit verslag kunt u de verhalen van de leerlingen zelf lezen. Tussen de regels door en in het fotomateriaal proeft u ook de sfeer die tijdens de LAPP-Top-bijeenkomsten is ontstaan. Het is voor ons een signaal dat de deelnemers en andere betrokkenen het LAPP-Top bijzonder waarderen. Ik wens u veel leesplezier! Mw. prof. dr. M.C.E. van Dam-Mieras Vice-Rector Magnificus Universiteit Leiden
5
6
Bio-Farmaceutische Wetenschappen: Hoe werkt een geneesmiddel? College 1: Prof.dr. Douwe Breimer vertelde over het BioSciencepark. Vervolgens leerden wij elkaar een beetje kennen door elkaar eerst een paar vragen te stellen, waarna wij dit deelden met de rest van de groep. Verder vertelde hij over bijwerkingen en de structuur van bepaalde geneesmiddelen en besprak hij de symptomen en oorzaken van een paar hart- en vaatziekten, Parkinson en dementie. Ook vertelde hij welke geneesmiddelen voor deze ziektes al ontdekt waren en welke nog niet. Hij eindigde met het uitdelen van de bijsluiter van carbasalaatcalcium ratiopharm en raadde ons aan altijd de bijsluiter te lezen, voordat je een geneesmiddel gebruikt. College 2: Het college, “ontdekking en ontwerp van geneesmiddelen,” werd gegeven door prof.dr. Ad IJzerman. Hij gebruikte cafeïne uitgebreid als voorbeeld voor een “actieve stof” in een geneesmiddel. De structuren van cafeïne en adenosine werden besproken. Adenosine is een lichaamseigen stof en kan binden aan adenosinereceptoren in de hersenen. Bij hoge concentraties zorgt dit voor slaap. De interessante werking van cafeïne is dat dit stofje ook aan deze receptoren kan binden, zo de ‘plaatsen’ voor adenosine bezet houdt en dus tegen slaperigheid werkt. College 3: Prof.dr. Douwe Breimer ging het hebben over “lotgevallen van een geneesmiddel in het lichaam”. We hadden het alleen over de toedieningsvorm tablet, waardoor het medicijn door het maag-darmkanaal gaat. Een groot deel van de actieve stof wordt door de poortader naar de lever vervoerd, waarna het non-actief wordt gemaakt (het “first-pass” effect). Dit gebeurt door biotransformatie. Het molecuul wordt veranderd en de lever plaatst er een SO4+-molecuul of glucosegroep aan, waardoor het direct naar de nieren gaat. De rest van het medicijn komt d.m.v. passieve diffusie in de darmwand in het bloed. Eenmaal in het bloed, komt het medicijn overal in het lichaam, maar het heeft alleen effect, als er een receptor zit voor dat medicijn. Het medicijn wordt daarna uitgescheiden via de nieren.
College 4: In het college ‘Van de lotgevallen naar de effecten van geneesmiddelen’ werden de effecten van geneesmiddelen en hoe deze tot stand komen besproken. Eerst vertelde prof.dr. Meindert Danhof over de verschillende fases in de ontwikkeling van geneesmiddelen. Verder kregen we allerlei grafieken te zien waarin de invloed van concentratie, verschillende receptoren en de activiteit van de stof op de werkzaamheid uiteen werd gezet. Voor de werkzaamheid van een stof is ook belangrijk of de stof een volle agonist is of een partieel agonist. Een volle agonist kan – eenmaal gebonden aan een receptor – het systeem maximaal activeren en een partieel agonist kan dit maar gedeeltelijk. College 5: In dit college, ‘Hart- en vaatziekten: belang van onderzoek voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen’ begon dr. Miranda van Eck met een uitleg over wat harten vaatziekten eigenlijk zijn. Hart- en vaatziekten worden veroorzaakt door atherosclerotische plaques in de bloedvaten. Deze plaques worden steeds groter, waardoor ze het bloedvat (deels) blokkeren. Vervolgens legde zij ons uit dat er twee typen cholesterol zijn, HDL en LDL. LDL is het ‘slechte’ cholesterol. Dit hoopt op onder de bloedvatwand, waardoor de plaques ontstaan. HDL ruimt LDL op, dus HDL kan mogelijk gebruikt worden om een nieuw geneesmiddel te maken om hart- en vaatziekten te voorkomen. College 6: Tijdens dit college zijn we op excursie geweest naar het bedrijf to-BBB. To-BBB is gevestigd in het Bio Science Park in Leiden. Het is een biotech bedrijf dat is gespecialiseerd in medicatie transport door de bloedhersenbarrière. De bloedhersenbarrière beschermt de hersenen tegen schadelijke stoffen uit het bloed, maar helaas houdt deze barrière vaak ook medicijnen voor hersenziektes tegen. ToBBB is al lange tijd bezig met een technologie waarbij deze medicijnen toch door de bloedhersen-barrière kunnen komen en op die manier helpen bij de behandeling van 7
hersenziektes. Gedurende dit college hebben Willem van Weperen en Pieter Gaillard ons iets verteld over hoe zij in dit vak terecht zijn gekomen, over het ontstaan van het bedrijf en alle moeilijkheden die daarbij komen kijken. Ook is er verteld hoe de financiering van een biofarmaceutisch bedrijf in elkaar zit en uiteraard is er ook ingegaan op het medicijn dat to-BBB op dit moment aan het ontwikkelen is. College 7: Prof.dr. Wim Jiskoot ging ons in dit college iets vertellen over de ‘toedieningsvormen voor geneesmiddelen’. Hij begon zijn college met aan ons te vragen wat er allemaal in een geneesmiddel zit en welke toedieningsvormen wij al kenden. Vervolgens ging hij ons vertellen waarom bepaalde medicijnen niet oraal kunnen worden ingenomen, terwijl dat de makkelijkste en fijnste toedieningsvormen voor de patiënt zijn. Dit komt omdat niet alle stoffen door de darm worden opgenomen of omdat de stof bij de ‘first pass’ gelijk door de lever worden veranderd zodat het niet meer werkt. Als laatste legde hij ons uit hoe men vroeger pillen draaide en hoe tabletten nu gemaakt worden. College 8: In dit college vertelde dr. Nicole Datson over ‘Stress: van mechanisme naar geneesmiddel?’. Eerst werd uitgelegd hoe stress ontstond, een stressvolle gebeurtenis beïnvloedt gebieden in de hersenen, die vervolgens de bijnieren aansturen het stresshormoon cortisol aan te maken. Ook werd uitgelegd dat een beetje stress wel goed is, maar niet teveel of te lang, hier kun je depressief van raken. Wereldwijd zijn er maar liefst 120 miljoen mensen depressief, er is dus een grote behoefte aan nieuwe geneesmiddelen voor depressie, want de huidige zijn vaak niet erg effectief. Verder ging het over de link tussen stress en gen expressie, door te onderzoeken welke genen actief worden bij stress, is het mogelijk nieuwe ‘moleculaire targets’ te vinden voor het ontwikkelen van een nieuw geneesmiddel. College 9: Dr. Aarstma heeft ons in dit college verteld over de ziekte van Duchenne. Deze ziekte is een erfelijke aandoening die alleen bij jongens
voorkomt. Een Duchennepatiënt mist bepaalde exonen. Daardoor kunnen zij het eiwit dystrofine niet maken. Hierdoor verslappen de spieren en belandt de patiënt vaak al voor zijn twaalfde in een rolstoel. Rond hun dertigste zijn de spieren van de patiënt vaak al zo ver aangetast dat de patiënt niet meer goed kan ademhalen en komt te overlijden. De ziekte van Duchenne is tot nu ongeneeslijk. Wel is men bezig nieuwe behandelingsmethoden te ontwikkelen. Één van deze methoden die tamelijk succesvol is gebleken is exonskipping. Exonen hebben vormen waardoor ze in elkaar passen. Mist een persoon bijvoorbeeld exon 47 en 48 en exon 46 past niet aan exon 49 dan heeft deze de ziekte van Duchenne. Bij exonskipping wordt de stof AON in de spier gespoten. Door deze stof in te spuiten kunnen exonen 45 en 46 ook worden overgeslagen zodat exon 44, die dezelfde vorm heeft als exon 48, wel aan exon 49 past. Zo is de keten weer compleet en kan de patiënt weer dystrofine maken. De patiënt kan echter nooit genezen, alleen verbeteren. College 10: Prof.dr. Bob van de Water heeft ons in het laatste college verteld over toxiciteit (giftigheid) van een geneesmiddel. Dit heeft alles te maken met de zogenaamde dosiseffect relatie. Paracelsus zei hier rond 1500 al over: ‘Alles is gif, niets is geen gif. Alleen de dosis zorgt ervoor, dat iets niet giftig is.’ Geneeskrachtige stoffen zijn meestal in kleine hoeveelheden al giftig. Als stoffen in de darmen in het bloed opgenomen worden, gaan ze eerst naar de lever. Daar worden ze door bepaalde stoffen omgezet in stoffen die het lichaam via de urine weer kan lozen. Als je echter te veel van een geneesmiddel neemt, kan er niet genoeg van die stof direct omgezet worden in uitscheidbare stoffen, omdat de stoffen die daarvoor zorgen, verbruikt zijn. De concentratie van het giftige medicijn in het bloed is dan te hoog, waardoor vergiftiging optreedt. Verder hebben we het in dit college nog gehad over vormen van celdood ten gevolge van vergiftiging en het ontwikkelen van mogelijke medicijnen die selectief tumorcellen kunnen doden. Dit was echter zo ingewikkeld dat het hier niet in een paar regels uitgelegd kan worden. Deelnemers LAPP-Top Bio-Farmaceutische Wetenschappen 2011
8
Grieks en Latijnse Taal en Cultuur: Klassieke conflicten: Van Thucydides in Irak tot Plato in de rechtzaal Het LAPP-Top programma geeft excellerende leerlingen van de middelbare school de kans om alvast te proeven van het universitaire leven. Verschillende studies bieden dit aan, onder andere Grieks en Latijnse Taal en Cultuur. De leerlingen krijgen tien colleges van verschillende docenten, en sluiten af met een middag waarbij ze datgene wat ze hebben geleerd presenteren aan leerlingen van andere LAPP-Top programma’s. Mijn eerste LAPP-Top college werd gegeven door Ineke Sluiter. Zij ging ons vertellen over de relevantie van klassieke taal en cultuur vandaag de dag. Zelf dacht ik hierbij aan literaire waarde (bijvoor-beeld van Homeros) en ethische waarden (eed van Hipppocrates). Ik dacht hier echter veel te vaag. Ineke Sluiter heeft in Amerika gewerkt en kwam met een paar sprekende voorbeelden van rechtszaken waarbij een classicus als getuige werd opgeroepen. De eerste zaak ging over homowetgeving. Een Amerikaanse staat wilde het tegengaan van discriminatie van homo’s verbieden, maar verschillende steden kwamen daartegen in opstand. Zij dachten dat de staat vanuit het Christelijk geloof redeneerde en een wet mag niet gebaseerd zijn op religieuze gronden. De staat zei echter hier helemaal niet religieus over na te denken, maar puur ethisch. De steden vonden het onmogelijk dat iemand homoseksualiteit kan afkeuren zonder beïnvloed te zijn door het geloof. De staat moest met bewijzen aankomen. En dat is waar de classicus tevoorschijn moest komen.
worden afgespeeld werd een classicus gevraagd de film te bekijken. Toen de rechter vroeg of de seks historisch verantwoord was, gaf de classicus als antwoord: ‘Yes, everything, except for the fisting.’ Dit zijn natuurlijk twee extreme voorbeelden van hoe de klassieken interessant worden gemaakt, maar ze zijn wel heel sprekend. Telkens weer word de link naar het heden getrokken. Dit is heel belangrijk voor het imago van de vakken. Immers, onder de meeste leerlingen geldt het motto: ‘Latijn is een taal, zo dood als een pier. Geen hond spreekt het nog dus waarom leren wij het hier?’ Tijdens de colleges kom je achter het nut van de conjunctivus als je naar Thucydides’ teksten kijkt. Je leert hoe je verantwoord burgerlijk ongehoorzaam kunt zijn als je Antigone leest. Je vergelijkt Caesars oorlogen met de Irak-oorlog en bekijkt in hoeverre welke een rechtvaardige oorlog is. De nadruk ligt hier niet op de grammaticale rijtjes, maar op de interpretatie van teksten en hoe actueel ze nog zijn. Tijdens een college van Arjen van Veelen mochten we zelf discussiëren over het nut van het bestuderen van de klassieken en eigenlijk waren we het er allemaal wel over eens dat het een zeer belangrijk vak is. Door deze colleges houdt de universiteit de studies levendig voor middelbare scholieren en worden de onderwerpen eens goed afgestoft. Francine Maessen
Om een filosoof te vinden die onmogelijk door het Christendom beïnvloed kan zijn moet men vóór het Christendom zoeken. De gevraagde classica werd gezegd een klassieke tekst te vinden van een filosoof waarin hij homoseksualiteit afkeurde. Uiteindelijk vond zij een tekst van Plato waarin hij claimde dat homoseksualiteit verwerpelijk is en aan de hand van die tekst kwam de wet erdoor. Het tweede voorbeeld ging over een film die zich afspeelde in het oude Griekenland. De makers claimden dat het een historische film was, maar anderen vonden hem pornografisch. Om te kijken hoeveel stoelen de zaal mocht hebben waarin hij mocht 9
Informatica: Computer Science: Working Smarter! LAPP-Top Informatica bestond dit jaar uit colleges en practica gerangschikt over vier hoofdthema’s. De deelnemende LAPPToppers hebben elk een korte impressie geschreven van de opgedane ervaringen inzichten. Hieronder volgt een selectie. Thema 1: Games and Puzzles “De bijeenkomst begon met het uitleggen van kansen, berekeningen en mogelijk-heden door middel van spellen. Bij Tomografie hebben we als voorbeeld nonogrammen gehad, en de manieren om ze op te lossen. Bij het oplossen van nonogrammen gebruik je meerdere regels: logische regels (de spelregels), heuristieken (vuistregels, zoals ‘eerst kolommen dan rijen’.). De beste (en meestal als enig mogelijke) keuzes hangen af van de regels van het nonogram. Back-tracking is het opsplitsen van een hoofdprobleem in deelproblemen. Door deze ieder apart af te handelen wordt het veel makkelijker om iets (een zet in een spel bijvoorbeeld) op te lossen, omdat je onnodige zetten niet uitrekent. Je combineert dus de hoogst mogelijke waarden van je verschillende deelvragen om een zo hoogst mogelijk resultaat te krijgen. Ik vind het erg goed gedaan hoe deze wiskundige principes via spellen worden uitgelegd, wat mij veel meer boeit en op dezelfde tijd dieper op de informatie in gaat als op school. Ik vond de lessen goed voorbereid, goed gegeven en het programmeren was een leuke additie.” Jeremy Ernst Thema 2: Molecular Computational Biology “De derde dag in Leiden, een nieuw onderwerp met inmiddels bekende gezichten. We beginnen direct met een interessante opgave: Bavarian Beer Party, waarbij je een bepaald aantal professoren die aan een ronde tafel zitten op verschillende manieren moet laten toasten zonder dat de armen kruisen (bv. een tafel met 4 personen kan je alleen met degene naast je toasten, dus 1 met 2 en 3 met 4, want als 1 met 3 toast kruisen hun armen met die van 2 en 4). En om het interessanter te maken heeft elke professor een bepaald biermerk, en als professoren met hetzelfde biermerk met elkaar toasten geeft het 1 punt, en wanneer ze met een verschillend biermerk toasten geeft dit 0 punten. Daarna leerden we
hoe we hieruit de meeste punten kregen met behulp van een tabel, die mooi liet zien hoe je het beste resultaat eruit kon krijgen en hoe je de computer dat ook zo kon laten doen. Na het practicum Werken met Excel was de dag afgelopen en ik vond het direct ook een geslaagde dag. De opgave was een hele leuke om te doen die direct ook mooi liet zien hoe je zelf een zo slim mogelijke oplossing kan bedenken voor een probleem. De tweede dag kregen we eerst wat theorie over DNA, wat al bekend was voor mij aangezien ik biologie volg. Maar daarna werd het al snel interessanter aangezien we dit gingen toepassen op een RNA-string. Je moest hier een zo goed mogelijke RNA-string krijgen. We gingen hierbij alignment toepassen. Het moeilijke was om te bepalen hoe goed een bepaalde string is, aangezien de ene fout erger is dan de ander. Uiteindelijk waren we op weer een tabel gestuit. Alleen deze was anders, omdat je hier het optimum van je omgeving moest krijgen en deze in het vakje moest stoppen. Op het einde kon je dan een spoor terug volgen en kon je de beste RNA-string vinden. Ook hierna gingen we met Excel aan de slag, toepassen wat we hiervoor geleerd hadden. Het oordeel van het 2e onderwerp blijkt net zo positief te zijn als dat van de eerste dag en ik heb dan ook genoten van de eerste helft van LAPP-Top. Op naar onderwerp 3!” Joost Mertens Thema 3: Multimedia Technology “Ik heb tijdens deze sessies meer geleerd over wat 3D-modelling inhoudt, kennis gemaakt met een mooi programma waarmee je deze model-len kan maken en een paar voorbeelden gezien van modellen (zelfs een zo ingewikkeld als het hart van een schildpad). Ook heb ik samen met een aantal anderen met de computer aan een 3D model van een schildpadoog gewerkt, aan de hand van MRIafbeeldingen.” Fiona Home Thema 4: Modern Software Engineering “Het zevende en het achtste college werden gegeven door dhr. Farhad Arbab. Het waren de eerste colleges die werden gegeven in het Engels, wat even wennen was voor de groep, maar eenmaal gewend hinderde het de communicatie niet. Dhr. Arbab vertelde over een manier om verschillende losstaande 10
programma’s aan elkaar te koppelen zonder dat de programma’s hier zelf voor hoeven te worden veranderd. Dit is handig omdat er dan geen kennis nodig is van de programma’s zelf en van de talen waar ze in geschreven zijn. Een voorbeeld van een toepassing van dit principe is een matrixbord waar om en om de temperatuur en de tijd wordt getoond. De drie losse programma’s – een die de temperatuur meet, een die de tijd bijhoudt en een die een waarde toont – moeten gekoppeld worden. Het is dan handig als kennis van de losse programma’s niet vereist is om deze koppeling te maken. Om dit voor elkaar te krijgen is Reo bedacht. Dit is een visuele program-meertaal waarin verschillende compo-nenten of programma’s aan elkaar kunnen worden gekoppeld d.m.v. het gebruik van channels. Er zijn een paar simpele basis channels die op allerlei manieren met elkaar in contact kunnen worden gebracht om complexe systemen te creëren. Zo kan er bijvoorbeeld een zogeheten sequencer worden gemaakt waarmee wordt geregeld dat meerdere datastromen om en om informatie leveren naar één punt. Dit kan gebruikt worden in het eerdere voorbeeld van het matrixbord. Tijdens het zevende college legde dhr. Arbab eerst de werking van de verschillende basischannels uit. Vervolgens kregen we een aantal programma’s te zien waarbij we moesten proberen uit te leggen hoe het werkte. Daarna kregen we een paar vraagstukken die we zelf moesten proberen op te lossen m.b.v. de verschillende channels. Tijdens het achtste college konden we in het computer lab werkelijk aan de slag met de software. We kregen weer een aantal steeds complexere problemen en probeerden die op te lossen. Wat heel leuk was aan de software is dat er een animatie getoond kon worden van de datastromen. Dit verduidelijkte de uitleg enorm en hielp zeker bij het oplossen van de problemen, hoewel deze soms toch echt te moeilijk waren. Met begeleidende uitleg van dhr. Arbab was het allemaal achteraf wel erg logisch, maar in een aantal gevallen was het te ingewikkeld om zelf met een oplossing te komen. Al met al heb ik veel plezier beleefd aan het LAPP-Top programma. Ik heb veel geleerd over de verschillende onderwerpen en overweeg het zeker om na de middelbare school informatica te gaan studeren. De groep leerlingen was ook gezellig en de docenten waren erg goed.” Mark van den Bergh
11
Italiaanse taal en cultuur: De Ronde van Italië Inleiding in de Italiaanse taal Bij het eerste college werden we welkom geheten door Enrico Odelli. Meneer Odelli zou de eerste twee colleges geven en ons hierbij kennis laten maken met de Italiaanse taal. Tijdens het eerste college hebben we kennis met elkaar gemaakt in het Italiaans. Hierbij hebben we geleerd ons voor te stellen, te vertellen hoe oud we waren, waar we vandaan kwamen en wie onze vrienden waren. Door luisterfragmenten te beluisteren hebben we ook kennis gemaakt met de uitspraak van het Italiaans. We hebben ons bezig gehouden met het onderwerp in viaggio. Ook hebben we leren tellen en het alfabet in het Italiaans geleerd. We hebben opdrachten mee naar huis gekregen met luisterfragmenten om ons voor te kunnen bereiden op het tweede college. Tijdens het tweede college hebben we het onderwerp la famiglia uitgewerkt. Hierbij leerden we over onze familie te praten. We leerden onze familieleden te benoemen en hun naam en leeftijd te vertellen. Ook de beroepen van onze familie konden we uiteindelijk benoemen. Ook hebben we ons bezig gehouden met de grammatica en met de uitspraak van het Italiaans. Al met al was het een hele leuke kennismaking met de Italiaanse taal en heeft het mij absoluut gemotiveerd de taal verder te gaan leren. Maria van Oosterhout Goed en kwaad in de kunst: Michelangelo en de sixtijnse Kapel In dit college hebben we veel geleerd over de multigetalenteerde Michelangelo Buonarroti. We hebben twee verschillende beelden van Michelangelo besproken : de Pietà (in de Sint-Pieter) en de David (In Florence). Daaruit hebben wij geconcludeerd dat Michelangelo een zeer talentvol beeldhouwer was. Naast de twee beelden hebben wij ook het grafmonument, dat hij voor Paus Julius II maakte, besproken. Dit monument heeft hij maar half afgemaakt, en was eigenlijk een beetje een mislukking.
Ook zijn beroemde schildering op het plafond van de Sixtijnse Kapel hebben wij uitvoerig besproken. We hebben gekeken naar de fresco's van verhalen en personen uit het Oude Testament: het Scheppingsverhaal, de Zondvloed, de Ark van Noè en nog vele anderen. Als laatste hebben wij een enorm fresco van Michelangelo bekeken: het Laatste Oordeel, geschilderd op één van de wanden van de Sixtijnse Kapel. Daarop is te zien hoe Christus de goeden scheidt van de kwaden. De goeden gaan naar de hemel, de kwaden naar de hel. Michelangelo's uitbeelding bleek veel dynamischer te zijn dan die van zijn voorgangers, en maakte een verpletterende indruk op zijn tijdgenoten. Dit fresco was het belangrijkste onderdeel van het college, aangezien het ging over goed en kwaad; een onderwerp wat in meerdere colleges terugkwam. Wij vonden dit college heel erg leuk, en hebben er erg van genoten. Goed en kwaad in de contemporaine Italiaanse literatuur In dit college hebben wij nagedacht over goed en kwaad in de Italiaanse literatuur, en hoe deze werden uitgebeeld. We hebben 2 teksten (in vertaling) en een gedicht (in het Italiaans) gelezen. In een tekst van Italo Calvino (De burggraaf) was er sprake van een burggraaf die in tweeën gespleten was; de ene helft deed kwaad, de ander deed goed. En in de tekst van Primo Levi (Se questo è un uomo) werd er gesproken over een concentratiekamp ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Beide teksten waren interessant om te lezen, en we hebben er met z'n allen over gediscussieerd en nagedacht. We kregen ook een gedicht te lezen van Eugenio Montale (Spesso il male di vivere). Hij was een getalenteerd man die veel gedichten schreef over de natuur en de gevangenschap van de mens. Het gedicht gaat over goed en kwaad in het leven. Het is een kort, maar mooi gedicht uit een dichtbundel waar deze man zelfs een Nobelprijs voor heeft gekregen! We vonden dit college erg interessant, de verhalen waren droevig maar ook grappig. Danielle Rietkerk
12
Taalkunde, dialecten en de Romaanse talen Behalve over de taal zelf en over de literatuur van Italië hebben wij het de laatste twee colleges vooral gehad over de taalkunde en de ontwikkeling van talen en dialecten. Zo hebben we het gehad over hoe Romaanse talen met elkaar verwant zijn en welke dingen er nog steeds hetzelfde zijn, en dat het simpelweg aan politieke redenen ligt of iets een taal of een dialect is. Zoals het ons verteld werd: een taal is een dialect met een leger. In het eerste college leerden we Romaans en het herkennen van verscheidene Romaanse talen en na het tweede college konden wij (bijna) feilloos benoemen uit welk gebied het Italiaanse dialect dat we te horen kregen kwam.
Onze groep was gezellig klein (we waren slecht met z’n achten) en dit zorgde voor een super gezellige en ontspannen sfeer zowel tijdens de colleges als daarna. Al met al heb ik genoten van LAPP-Top en ik zou het met liefde volgend jaar weer doen als dat zou kunnen. Anne Kruijt
Maar dit zijn slechts kleine stukjes van het enorme gebied van de taalkunde. Taal is een ingewikkeld iets en in de colleges hebben wij naar de meer biologische delen ervan gekeken. Want waar in de hersenen bevindt zich nu eigenlijk taal en is de taal een menselijk iets of hebben dieren dat ook? Door voorbeelden als de bijendans en uitleg over hoe in het verleden er onderzoek werd gedaan naar de werking van de hersenen (nee, niet door de schedels van levende mensen open te snijden) kwamen wij uiteindelijk tot een antwoord op deze vragen. Beide colleges werden gegeven in het Engels, maar waren prima te volgen.
13
Life Science and Technology: Het belang van DNA Ook dit jaar hebben 24 scholieren van diverse scholen meegedaan aan het LAPP-Top programma van Life Science and Technology (LST). Onze visie is al jaren dat wij met zijn allen gedurende de wintermaanden interactief veel leren over het belang van DNA. Fundamenteel en toegepast DNA onderzoek In het eerste college werd de historie en het heden van DNA-onderzoek besproken. Uitvoerig werd besproken welke bijdragen onder andere de (bio)chemische geniën als Watson en Crick, Rosalind Franklin, en Wilhelm Johansson hebben geleverd voor het huidige begrip van het DNA. Het college van mw.dr. Brandsma nam de LAPP-Top deelnemers mee naar het onderzoek van nu. Het organisme gist bleek een bijzonder goed model te zijn voor modern kankeronderzoek. De diverse toegepaste moleculaire technieken waren hier en daar “pittig” maar een week later konden de meesten er al mee om gaan alsof ze al jaren in een laboratorium hadden gestaan. In het tweede college werd het belang van fundamenteel en toegepast DNA-onderzoek besproken. Kreten als “splicing” en “heterochromatine” zijn nu voor de deelnemers geen onbekenden meer. Het college maakte duidelijk dat het fundamentele DNA onderzoek heel veel methoden heeft aangeleverd voor het moderne forensische DNA onderzoek. Bezoek aan Delft Tijdens het 3e college hebben wij een bezoek gebracht aan het Kluyver Laboratorium in Delft waar de afdeling Biotechnologie (BT) is gevestigd. Een aantal microbiologische processen en micro-organismen werden besproken. Dr. Gerard Muijser vertelde bijvoorbeeld dat met behulp van bacteriën ons water optimaal gezuiverd kan worden en dat min of meer bij toeval de bacterie Anammox is ontdekt die in zowel fundamenteel als toegepast opzicht een doorbraak bleek te zijn voor de zuivering van onze oppervlaktewateren. Na afloop van deze lezing werd het beroemde Beijerink en Kluyver archief bezocht onder leiding van mw.dr. Robertson. Beijerink en Kluiyer zijn de pioniers geweest in het microbiologische onderzoeksgebied en dat niet alleen in Nederland.
DNA schade en kanker Het vierde college behandelde het repareren van ons DNA. Zuurstof en UV uit het zonlicht “bedreigen” ons DNA dagelijks en een aantal enzymcomplexen zorgen ervoor dat de DNAschade verholpen zal worden. Ons DNA loopt dagelijks per cel duizenden beschadigingen op, die door een aantal eiwitten minutieus verwijderd en hersteld worden. De LAPP-Top deelnemers leerden welke eiwitten de schade herkenden en welke er voor kunnen zorgen dat het DNA weer hersteld wordt. Defecten aan deze eiwitten kan leiden tot het ontstaan van (huid)kanker. Aan de slag met DNA Het 5e college bestond uit een practicum. De leerlingen hebben naar hartenlust hun DNA geïsoleerd, vermenigvuldigd en gekarakteriseerd op een agarosegel. Iedereen heeft ‘blind’ een short tandem repeat (STR) gebied in zijn eigen DNA op lengte kunnen bepalen. Niemand, behalve de desbetreffende leerling weet de lengte van zijn of haar STR stukje. Wat is een STR? Geen van de deelnemers kon deze vraag voor aanvang van het LAPP-Top programma beantwoorden. Na afloop wel, tot tevredenheid van de LAPPTop deelnemers en de LAPP-Top docenten.
Agarosegels met resultaten van het eigen STR DNA onderzoek
Maar nu weet u, ouder van uw zoon of dochter, of docent van uw leerling(e) die meedeed aan LAPP-Top nog niets. STR staat voor “short-tandem repeat”. Dit zijn kleine DNA stukjes in ons genoom die zijn opgebouwd uit DNA volgorden die in verschillende aantallen aanwezig kunnen zijn. Van een bepaalde STR heeft u 4 stuks (repeats) en ik bijvoorbeeld 5. Als we dit stukje STR analyseren zien we dus een verschil tussen mijn en uw DNA.
14
De leerlingen waren allemaal trots om op deze wijze “hun eigen DNA” zichtbaar te hebben gemaakt. Van de 24 experimenten bleken maar 5 niet gelukt te zijn. Als al onze proeven een slagingspercentage van bijna 80% hebben, zijn wij dik tevreden. Goed gewerkt!!!
bètaperformance bewonderen tijdens de afsluitende LAPP-Top bijeenkomst.
Ook hadden we voor de studenten een “DNAgrapje” bedacht. Zij mochten bepaalde DNA mengsels op een agarosegel scheiden en samen met de assistenten bekijken. Onder de UV lamp verschenen voor hen bekende letters van een “Leuke opleiding”. Op een luchtige wijze hebben de scholieren ervaring op kunnen doen met de onderzoekswereld van het molecuul van ons leven: het DNA.
Prof.dr. Mathieu Noteborn Coördinator LAPP-Top programma LST Opleidingsdirecteur LST
Ook in 2011 was het wederom een voorrecht aan uw zoon of dochter, leerling of leerlinge “les” te mogen geven.
Agarosegels van de “LST” DNA fragmenten
“Ongezond” DNA Het 6e college behandelde het ontstaan van ziekten door het ontstaan van mutaties in het menselijke genoom. De kennis van het DNA laat niet alleen zien waarom je helaas ziek kunt worden, maar draagt ook mogelijkheden aan voor het behandelen van ziekten die ontstaan zijn door defecten in het DNA. De leerlingen waren blij verrast te zien wat er zoal mogelijk is met kennis over DNA. DNA expression Het laatste college van het LAPP-Top LST programma is misschien wel het leukste onderdeel. De leerlingen konden “het geleerde” op een creatieve wijze verbeelden. De excursie kreeg de aandacht als ook het onderwerp apoptose, dat ook wel geprogrammeerde celdood genoemd wordt. In een variant van het programma “wie is de Mol” werd dit toch moeilijke en abstracte onderwerp op een leuke en creatieve wijze behandeld. Het sprookje over het transport van eiwitten in onze cel bleek door de jury, die samengesteld was uit de deelnemers en ondergetekende, uiteindelijk de beste te zijn. De kennis over eiwittransport bleek van bijzonder hoog niveau en de “dames” wisten de kennis bijzonder boeiend over te kunnen dragen. U kunt op 28 april deze creatieve 15
Midden-Oostenstudies: De muezzin roept: Het Midden-Oosten en de Islam
De verdieping die de colleges brachten hebben er zeker voor gezorgd dat we de recente gebeurtenissen met andere, vooral
''Een lente van democratie in de Arabische wereld'', zei de Tunesische oppositieleider Moncef Marzouki eind januari dit jaar. Dit positieve beeld hebben vele bewoners van het Midden-Oosten voor de toekomst. Ze zien hoe de opstanden in Tunesië tot succes hebben geleid en dit geeft hen moed. Ze willen af van de armoede en de hoge werkloosheid, ze willen meer vrijheid en meer gelijkheid en ze willen af van de huidige, al dan niet corrupte, manier van regeren. Om deze dromen voor de toekomst in vervulling te laten gaan, moet er eerst behoorlijk wat veranderen. En dit gaat niet zomaar. Huidige leiders en beheerders van hoge posities zijn niet bereid hun plaatsje zomaar op te geven. Om hen van hun plaats te krijgen is ‘de Arabische revolutie’ nodig, die eind 2010 van start ging in Tunesië en gevolgd werd door onder andere Egypte, Libië, Jemen en Syrië. Alsof het was voorbestemd begonnen in deze tijd ook de colleges van het LAPP-Top programma over Midden-Oosten studies dit jaar rond deze tijd. Door de colleges is voor velen van ons een hele nieuwe wereld opengegaan. We ontdekten dat wij vanuit het westen een heel eenzijdig beeld krijgen van het MiddenOosten, iets wat versterkt wordt door de vaak onvolledige en incorrecte berichtgeving vanuit de media. Misschien wel het belangrijkste dat we geleerd hebben is minder snel te oordelen en te beseffen dat wij alles vanuit de westerse optiek bekijken. Zo werden we tijdens het college over Islamitisch recht in de moderne samenleving met onze neus op de feiten gedrukt: dat we allen eigenlijk niet genoeg verstand hadden van de Shari’a om er een oordeel over te kunnen vellen, iets wat we toch allemaal doen. We leerden dat de Shari’a niet per se gaat over het afhakken van handen, maar vooral over familierecht. En, niet onbelangrijk, dat het volgens de Shari’a de bedoeling is die hele zware straffen zoals handen afhakken en steniging zo min mogelijk te gebruiken. In het westen is over de shari’a zo’n vertekend beeld ontstaan dat het verfrissend is er eens wat dieper op in te gaan, en tot de conclusie te komen dat het allemaal veel genuanceerder ligt dan we eigenlijk altijd denken.
nieuwsgieriger ogen hebben bekeken. Het was vooral interessant omdat we kritischer naar de berichtgeving konden kijken. Dit niet zozeer omdat we het in de colleges veel over de opstanden hebben gehad, maar omdat we een correcter beeld van het Midden-Oosten kregen door de colleges. Pas in het laatste college kregen we veel te horen over de Jasmijnrevolutie en diens gevolgen, waarbij de link werd getrokken naar de opstanden in de voormalige Sovjet-Unie. Het was voor een beter begrip van de gebeurtenissen in Libië en de andere landen ook erg belangrijk en leuk om te begrijpen in hoeverre de Arabische wereld eigenlijk als één wereld kan worden gezien. Veel van ons hadden het idee dat het Midden-Oosten als het ware een soort Europese Unie is, maar dan Arabisch. De colleges leerden ons dat er veel minder eenheid is dan wij dachten, dat ‘het’ Arabisch ook niet bestaat en dat elk land totaal verschillende culturen en bevolkingsgroepen bevat. Een boeiend onderwerp uit het LAPP-Top programma, dat voor de meesten van ons eigenlijk nieuw was, was de aandacht voor de culturele en economische bloei die in het Midden-Oosten evengoed als in het Westen heeft plaatsgevonden. In de beeldvorming van het Midden-Oosten komt toch vaak naar voren dat het Midden-Oosten eigenlijk een 16
beetje een achtergebleven regio is, waar nooit een verlichting of een renaissance heeft plaatsgevonden, zoals Wilders zegt, en dat ook qua handel ver achter is gebleven op het Westen. Door de colleges hebben we gemerkt dat dit een heel verkeerd beeld is. We hebben geleerd dat het Midden-Oosten ook een hele rijke, ontwikkelde en mooie geschiedenis heeft gehad. Vaak wordt het Midden-Oosten en de islam gezien als een cultuur die op economisch, wetenschappelijk en filosofisch gebied altijd heeft achtergelopen op onze cultuur hier in West-Europa. Dit is echter helemaal niet waar, want in bijvoorbeeld de 9e eeuw was er in het Midden-Oosten een enorme culturele bloei (wat overigens in West-Europa toen totaal niet het geval was). Vanuit de stad Bagdad kwam er in het Midden-Oosten steeds meer welvaart, onder andere door de rivier de Tigris. Deze rivier zorgde in Bagdad voor veel schoon drinkwater en het land er omheen was perfect voor landbouw, omdat het zo vruchtbaar was. Door deze omstan-digheden ontstond er natuurlijk steeds meer handel. Deze handel was ontzettend groot, om een beeld te geven; er zijn zelfs Islamitische munten uit deze tijd gevonden in Japan en Scandinavië! Door deze opbloeiende economie werden de mensen rijk genoeg om zich bezig te houden met wetenschap, geneeskunde, filosofie etc. In deze tijd zijn er dan ook ontzettend veel teksten geschreven. Vele volken uit de buurt, onder andere de Grieken, kwamen naar Bagdad, maar ook mensen vanuit India. Zo werden wetenschappers en filosofen geïnspireerd door meerdere culturen en kennis en gingen de mensen rationeler denken, er is dus wel degelijk sprake geweest van een verlichting in de Islamitische wereld.
Jij kan de mensen zien, maar zij zien jou niet. Niet iedereen vindt dat prettig, maar het geeft wel aan dat er meerdere manieren zijn om tegen gezichtsbedekking aan te kijken. Iedere streek in ieder land uit het Midden-Oosten heeft andere kledingcodes, ook voor de vrouwen. Deze kledingcodes luisteren heel nauw. Zo hebben de vrouwen in de stad een blauwe sluier, maar die op het platteland een zwarte. Tegenwoordig zie je dat de hoofddoek en moderniteit zeer goed gemixt kan worden. Het moderne Turkije loopt daarin voorop. De vrouw van de Turkse president Erdogan kleedt zich modern en met hoofddoek. Hiermee geeft ze aan dat ze vooruitstrevend is en toch de tradities behoudt. Het is waarschijnlijk wel duidelijk dat al deze verschillende invalshoeken die de colleges boden ons veel genuanceerder hebben laten kijken naar het Midden-Oosten. De opstanden in de Arabische wereld hebben we met een kritischer blik en meer interesse kunnen bekijken, het was een ontzettend leuk toeval dat deze spannende tijden juist gelijk vielen met onze LAPP-Top colleges. Deelnemers LAPP-Top Midden-Oostenstudies 2011
Naast de verdieping in het islamitisch recht en de cultuur, hebben we ook een blik geworpen op de kledinggewoontes uit het MiddenOosten. Er is ons in het Textile Research center uitgelegd dat de hoofddoek, toch een heikel punt in Nederland, niet per definitie een teken van onderdrukking van de vrouw is. We leerden dat de hoofddoek is ontstaan ver voor het begin van de islam, voor als de vrouw alleen naar buiten wilde. Zij nam zo ‘het huis’ mee en was beschermd. Wij hebben zelf ook een niqaab en een burka aangehad en deze sluiers voelden, verrassend genoeg, heel veilig.
17
Molecular Science and Technology: Moleculair koken De MST, Molecular Science and Technology, module van 2011 had als thema “Moleculair koken”. De module werd gegeven door dr.ing. M. Overhand. Les één bestond uit een inleidend verhaal over het moleculair koken en de basis van de
organische chemie. Er werd kennis gemaakt met de basisreacties die plaatsvinden bij koken. In de tweede les gingen we dieper in op de chemie. Er werd duidelijk uitgelegd hoe de processen zich voltrokken en wat de werking van de proteasen, eiwitenzymen, is. De derde les vond plaats in het Junior Science Lab, waar de heren Eke Marien en Jan Groenewold een uitgebreide demonstratie van hun chemische kookkunsten gaven. Ook mocht er veel worden uitgeprobeerd van de gemaakte recepten en de smaken werden uitgebreid vergeleken.
De vierde les mochten we zelf aan de slag. De groep werd in tweeën gesplitst: Groep Banaan en groep Biefstuk. Deze groepen werden ook onderverdeeld in subgroepen die aan de slag gingen met verschillende proeven. Iedere proef werd ter controle twee of drie keer uigevoerd, zodat eventuele fouten opgemerkt
konden worden. In de vijfde les werden onafgemaakte en mislukte proeven opnieuw gedaan en werd er naar resultaten van de afgelopen proeven gekeken. In de zesde les werden de resultaten van de laatste afgeronde proeven genoteerd en vergeleken. De laatste grafieken werden gemaakt en er werd een verslag opgesteld.
Op deze manier werd er kennis gemaakt met de moleculaire chemie. Ook kon de nieuwe kennis over moleculen, die opgedaan was in de eerste en tweede les, worden toegepast tijdens de onderzoeken. Lisa, Peter en Kim
18
Natuurkunde voor meisjes: Beweging in de cel op nanoschaal bekeken
Tijdens één van de twee practica uit de LAPPTop, werd naar de groei van bacteriekolonies gekeken. Verschillende mutanten van dezelfde bacterie kunnen bepaalde voedingsstoffen wel of niet meten, en dus wel of niet naar deze stof toe zwemmen. Daardoor gaan ze zich wel of niet verspreiden door het medium om deze voedingsstof achterna te gaan. Door het verspreidingspatroon in de loop van de tijd te volgen met foto-opnamen kunnen de mutanten worden geïdenti-ficeerd. Het proces wat hier wordt gevolgd heet chemotaxis: het meten van een stof door een cel, het verwerken van het meetsignaal en het zich vervolgens in beweging zetten. Dit proces wordt in de cursus besproken, net als andere vormen van beweging van cellen en binnenin cellen. Mw.dr. Jante Salverda Gedurende het LAPP-Top programma heb ik veel geleerd. We hebben veel informatie ontvangen tijdens de colleges over actief transport en diffusie. Ik vond het heel leuk om wat meer te leren over dit onderwerp, zeker omdat het nog niet zo bekend is maar veel mogelijkheden heeft voor onderzoek. Bovendien wordt er op school nog niet zoveel aandacht besteed aan dit onderwerp waardoor het soms wel lastig was maar daarom ook aantrekkelijker om er wat meer over te weten te komen. Ik was vooral geïnteresseerd in het toepassen van deze informatie, ik wil hier dan ook graag mee doorgaan door hierover mijn profielwerkstuk te maken en me er verder in te verdiepen. Ik kijk dan ook erg uit naar het uitstapje naar AMOLF zodat we een kijkje
kunnen nemen bij het onderzoek dat er nu op dit gebied plaatsvindt. Michelle Brouwer Ik heb meegedaan aan het LAPP-Top programma natuurkunde. Het onderwerp was beweging in de cel. Dit onderwerp sprak me vanaf het begin al aan, want ik vind het functioneren van organismen heel interessant. Gedurende dit programma leerden we onder andere hoe transport in de cel plaatsvindt en wat de wiskunde achter diffusie in een cel precies inhoudt. De drie colleges fristen onze kennis op en vulden die aan met nieuwe informatie, waardoor we de twee practicamiddagen zonder problemen door kwamen: de practica (over de verspreiding van bacteriekolonies en de transportsnelheid in een cel) waren beide geslaagd. Al met al vond ik het LAPP-Top programma erg leuk en heb ik er veel van geleerd! Roos de Blécourt Het allereerste college van deze LAPP-Top ging over cellen. Met welke technieken de bewegingen in de cellen kunnen verlopen (passieve en actieve beweging) en over hoe je naar deze bewegingen kunt kijken, dus met welke microscopen en met welke technieken je het meest kunt zien. Zo kun je bijvoorbeeld met een speciale techniek naar de beweging van een molecuul kijken! Tijdens het tweede college leerden we hoe je de diffusieconstante kunt berekenen en hoeveel invloed wrijving heeft op de mate van beweging op nanoschaal. Het derde college was een gastcollege van Marileen Dogterom. We hebben het gehad over de motoreiwitten die stoffen over filamenten door de cel heen vervoeren. Tijdens de vierde bijeenkomst hebben we twee practica gedaan. Een practicum over de snelheid van de verspreiding van bacteriën en een practicum over de snelheid waarmee motoreiwitten over microtubuli lopen. Ik vond het erg interessant om deze proefjes te doen omdat je zo de geleerde stof in werkelijkheid kan zien. Het vijfde college werd vooral gebruikt om de resultaten van de proeven uit te werken zodat je kon zien hoe snel de motoreiwitten eigenlijk liepen en zodat we de snelheid waarmee de bacteriekolonies waren gegroeid 19
konden uitrekenen. Ook hebben we een proefopstelling van onderzoekers bekeken. Ik vond het erg fascinerend om te zien dat mensen met zo’n klein beetje onderzoek maanden bezig kunnen zijn. De zesde bijeenkomst was niet op de universiteit, maar we zijn toen naar het onderzoekslaboratorium AMOLF geweest. We hebben toen een klein college gehad en hebben we naar een onderzoeksopstelling gekeken. Ik vond het erg interessant om de verschillende raakvlakken tussen biologie en natuurkunde te zien, deze LAPP-Top is daar erg geschikt voor. Marthe Peeters
20
Natuurkunde: Nanotechnologie Piëzo is een materiaal dat een grote spanning produceert als het ingedrukt wordt. Zo’n materiaal zit bijvoorbeeld in een elektrische gasaansteker, die een vonkje maakt als je de knop indrukt. Dit werkt ook omgekeerd; als je spanning op piëzo zet, wordt het korter of langer. Van dat laatste wordt gebruik gemaakt in een piëzomotor. Die zit bijvoorbeeld in een STM, waar in een ander artikel meer over verteld wordt. Er zijn twee verschillende soorten piëzomotoren die in STM’s zitten, één soort verplaatst het naaldje, in andere modellen wordt het preparaat verplaatst. Het idee achter de eerste soort is heel simpel. Door spanning te zetten op een balkje van piëzo, kan je het naaldje wegduwen of naar je toe trekken. Met drie balkjes kan je dan in drie dimensies het naaldje bewegen. De tweede manier is het best uit te leggen met een voorbeeld. Als je op de juiste manier hard aan een tafelkleed trekt, kan je het kleed van tafel trekken zonder dat het servies dat erop staat verschuift. Op deze manier kan je ook een bord over de tafel verplaatsen. Eerst trek je het tafelkleed met bord en al een stukje de goede kant op, en dan trek je het tafelkleed snel wel op zijn plaats zonder het bord mee terug te nemen. Als je dit vaak genoeg doet, kan je het bord van de ene naar de andere kant van de tafel krijgen. Dat wordt ook met het preparaat gedaan, alleen zit hier het tafelkleed vast aan een piëzomembraan. Dit kan doorbuigen, doordat één kant van het membraan van piëzo is en dus van lengte kan veranderen. Door het doorbuigen wordt het preparaat met ondergrond en al een beetje verschoven, en als het membraan met de ondergrond in één keer terugklapt, blijft het preparaat op z’n plek.
Overdreven en schematische weergave van een piëzomembraan dat een preparaat verschuift.
Ik vond het leuk om te doen, omdat we hem zelf konden maken en de theorie in de praktijk konden zien. Iedereen kon zijn eigen motor mee naar huis nemen. Een STM mee naar huis nemen kan natuurlijk niet, dus dit is een goed alternatief. Ook is dit een betere demonstratie, want bij een STM is de piëzomotor te klein om goed te kunnen zien.
Wij hebben zelf een piëzomotor gemaakt die op deze manier werkt. Alle onderdelen hebben we zelf aan elkaar gesoldeerd. Als je hem aanzet, zie je een gewichtje over de ondergrond, een paperclip, bewegen. Het membraan zelf zie je niet bewegen, omdat dat zo snel gaat. Je hoort hem wel tikken.
21
Psychologie: Bijna iedereen is wel eens blij…of bang…of boos… Op maandag 28 februari was het zover: ons eerste college over psychologie. Als 'bruggers' liepen wij een beetje onwennig door het gebouw op zoek naar het goede lokaal. Maar het eerste college was heel leerzaam en de gesprekken en discussies kwamen snel op gang. Van Carolien Rieffe leerden we de beginselen over 'emoties'. Wat zijn emoties? Hoe ontstaan emoties? En welke functie hebben ze? Emoties zijn een belangrijk communicatiemiddel. Vooral één van de basisemoties, boosheid, hebben we uitvoerig besproken. Als je boos bent, wil je gedragsverandering zien van de andere persoon. Soms denkt men dat emoties irrationeel zijn, maar Carolien vertelde ons dat dit absoluut niet waar is. Emoties kunnen niet zonder cognitie. Er zijn drie fases in het emotieproces: 1. the primary appraisel, de eerste inschatting, 2. the latency time, de tijd van relativering en als derde the secondary appraisel, de uiteindelijke beslissing. In het eerste college hebben we veel nieuwe dingen en vaktermen geleerd, we mochten ook veel bespreken en discussiëren. Het eerste college was een goed begin en we keken uit naar het volgende college! En dan een week later: 7 maart, ons tweede college psychologie. Dit keer gingen we het hebben over culturen en verschillende emoties. Vertonen verschillende culturen emoties ook anders? En herkent en kent iedereen dezelfde emoties? Op het eerste gezicht zou je zeggen: Emoties, iedereen kent verdriet, vrolijkheid en blijheid. Klopt! Maar de complexere emoties blijken wat lastiger uit te leggen in het buitenland. Zo zijn er in het Nederlands geen woorden voor sommige emoties die in Engeland veelvuldig gebruikt worden, bijvoorbeeld embarassment. Het woord schaamte dekt dit begrip niet. Ook gewoonten in andere culturen zijn anders. Zo worden bij begrafenissen in Afrikaanse landen vrouwen en mannen ingehuurd om heel hard en opzettelijk te huilen. In Nederland zouden we zeggen: ‘’Doe niet zo overdreven! Doe even normaal’’. Toen wij een filmpje van zo’n begrafenis keken, was een mening hierover vormen lastig. Het past niet in je eigen cultuur, maar daar is het een teken van respect en nabestaanden ondervinden hier veel steun van. Op het gebied van emoties is een heleboel hetzelfde, maar ook zeker heel
veel anders. Nummer 2 zat er weer op. Het volgende college een heel ander onderwerp: Autisme en emoties. Deze twee weken dus het college van Lucinda Pouw over autisme en emoties. Bij mensen met autisme gaat het vaak mis bij de empathie. Empathie is te onderscheiden in vier fases: de besmetting (je neemt alleen de emoties over), de empathische stress (heb je last van die besmetting?), de Theory of Mind (het begrijpen van die emotie) en het prosociale gedrag (wat ga je ermee doen?). Mensen met autisme hebben met de eerste twee fases nog niet veel moeite, maar bij het begrijpen van die emoties ontstaat het probleem. Ze ondervinden meer stress van de emotie, omdat ze niet begrijpen waar het vandaan komt. Zo kan een autist naar onze mening heel raar reageren in bepaalde situaties (bijvoorbeeld heel hard gaan lachen zonder duidelijke aanleiding of juist helemaal geen reactie, waar je het wel zou verwachten). Bij mensen met autisme met een groot cognitief vermogen zal dit een minder groot probleem zijn, omdat zij kunnen leren te kijken waar die emotie vandaan komt en waarom. Er zijn verschillende soorten autisme. Mensen met het syndroom van Asperger hebben vaak een groter cognitief vermogen, waardoor zij meer empathisch vermogen kunnen hebben. Een ander onderwerp van deze twee colleges was dat mensen met autisme vaak een label krijgen (volgens de DSM-criteria, dit zijn criteria over autisme. Je moet aan een bepaald aantal van deze criteria voldoen om het label ‘autisme’ te krijgen). Krijgen kinderen te snel een label? Zijn er steeds meer kinderen met een diagnose autisme, omdat het door het label meer onder de aandacht komt, of worden er steeds meer kinderen met autisme geboren? Ook kan het zo zijn dat wij een ideaalbeeld hebben waar mensen steeds meer aan moeten voldoen. Hierover hebben wij gediscussieerd, en de meningen waren verdeeld! Op maandag 28 maart kregen we een college over emoties vanuit een andere, maar toch soortgelijke invalshoek. We zouden ons dit college namelijk bezig houden met de emoties van dove kinderen door Maartje Kouwenberg. Hoewel het op het eerste gezicht lijkt alsof deze kinderen alleen maar verschillen in de mate van gehoor, blijkt dat ze ook op emotioneel vlak verschillen vertonen. Het is niet iets waar je snel over nadenkt, maar dove 22
kinderen kunnen natuurlijk ook niet horen hoe beslissingen tot stand komen en eigenlijk is het logisch dat ze zich hierdoor meer richten op de uitkomst. Als de uitkomst dan negatief is zijn ze eerder verdrietig dan boos, want verdriet is een emotie die je voelt als je je ergens bij neer moet leggen en niet meer van plan bent voor je belang te vechten. Het lijkt lastig om al die emoties te uiten als je niet kunt praten, maar iedereen die aanwezig was bij ons college, heeft geleerd dat dit totaal niet het geval hoeft te zijn. Nu we een beter inzicht hebben in de emoties van dove kinderen, waren we er klaar voor om in het volgende college een stapje verder te gaan. Op maandag 4 april stond alweer het laatste college op het programma. In dit college vertelde Lizet Ketelaar ons wat over het effect van een cochleair implantaat op het emotioneel functioneren van dove kinderen. We leerden dat het cochleair implantaat in het oor wordt geplaatst zodat er door elektrische pulsjes toch geluiden kunnen worden opgevangen. Een kind moet daarna bij specialisten een heel traject volgen. Als dit is gelukt zal het kind een 1 op 1 gesprek kunnen voeren, maar het is nog steeds lastig door bijvoorbeeld achtergrondgeluiden. Dus is het duidelijk dat het cochleair implantaat geen wondermiddel is. Maar hoe jonger de kinderen een cochleair implantaat krijgen, hoe beter de resultaten in de toekomst zullen zijn. Daarom besluiten veel ouders hun dove kinderen op jonge leeftijd een cochleair implantaat te geven omdat er in voorlopige conclusies van onderzoeken naar voren komt dat kinderen met een cochleair implantaat zich beter ontwikkelen op emotioneel gebied en op het gebied van taal dan dove kinderen.
‘3 2 1: Cheese!’ Stel je voor: je bent op vakantie en staat met je hele familie op het strand. Je moeder vraagt een voorbijganger om een foto van jullie te nemen. De man neemt de camera aan en begint af te tellen… 3, 2, 1, CHEESE! Iedereen zet z’n beste glimlach op, dit wordt een kiekje om te onthouden! Voor ons klinkt dit tafereel waarschijnlijk heel gewoon, maar voor mijn achternichtje Milo, die PDD NOS heeft, is dit heel moeilijk. Laatst keek ik door een van onze fotoboeken en het viel me op dat Milo op elke foto hetzelfde keek. Dit komt doordat het voor mensen met een autistische stoornis erg moeilijk is om emoties te tonen. Vaak zijn basisemoties als boos, blij, verdrietig en bang wel te doen, maar de complexere emoties als jaloezie zijn voor hen moeilijk onder de knie te krijgen. Dit komt doordat je voor emoties als jaloezie andere mensen nodig hebt. En dit is nou juist niet de sterkste kant van iemand met een autistische stoornis. Milo heeft toevallig een zware vorm van PDD NOS en heeft het dus moeilijk met bijna elke emotie. Ik ben het onlangs gewend, dus het was om iets nieuws over haar te leren! Olga Boer, Davita Coronel, Naomi Linder, Puck Terpstra
Na elke bijeenkomst hebben wij in groepjes een stukje geschreven over een zelfgekozen onderwerp, met als rode draad het onderwerp waar we het over gehad hadden. De beste tien stukjes zijn samengevoegd in onze ‘Emotiekrant’. Het volgende stukje is als beste stukje gekozen. Charlotte, Marliese, Janneke, Anna, Rachel en Annabel
23
Rechtsgeleerdheid: Strafrecht en mensenrechten Rechten… Als een nieuweling verwacht je spektakel en sensatie. Harde beschul-digingen en die maar proberen te ontkrachten. Woorden die zeker erbij horen, maar geen hoofdzaak zijn. In de weken die we hebben gehad hebben we veel theorieën behandeld en een basis gelegd voor een echte rechtszaak. Daarnaast houden we steeds de vraag in ons achterhoofd: gaat dit in tegen de mensenrechten van het individu? Wat zijn nou de eisen waaraan voldaan dient te zijn voordat iemand kan worden veroordeeld? Welke rol spelen mensenrechten daarin? En waar zijn alle regels, o.a. over wat nu precies strafbaar is (of mag zijn) eigenlijk geregeld? Kan een verdachte zonder schuld maar wel met daad vrij worden gesproken? Hiermee bedoelen wij dat het nog niet vaststaat of de verdachte ervoor gestraft mag worden omdat het een mensenrecht betreft. Het is dus een basisvraag die zeker niet onbelangrijk is met het recht spreken. De eerste week Zenuwachtig voor het lokaal staan en wachten op de docent. Persoonlijk dacht ik dat het een man was. Het was dus een grote verassing toen er een vrouw aan kwam lopen die het Leids kwartiertje in acht nam. Met z’n allen zocht je een stoel uit en de docent nam het woord. We kregen al meteen al te horen dat het geen rustig bijtje was onze docent. Nee, de volgende ochtend vloog ze naar Istanbul en daarna nog “even” naar een tropisch oord (de naam weet ik even niet meer) om rechter te spelen. Een basis werd meteen gelegd met het Wetboek van Strafrecht en verdere uitleg over andere wetten en verdragen, vooral het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Pauze, dat hadden we wel nodig. Na de pauze ging je weer lekker door met stampen en ving je weer leuke nieuwe weetjes en feiten op zoals het legaliteitsbeginsel. Een van de belangrijkste beginselen die wij hebben als mensheid. Omdat we uitgaan van een Leids kwartiertje, gaan we natuurlijk ook een kwartiertje door en zo sloten we netjes af om kwart over 5. Het laatste halfuur hebben we vooral wat casussen behandeld van wat nou eigenlijk strafbaar is (en mag zijn).
Ik leg u er 1 voor: Een aantal mannen hebben een SM-feestje. Ze doen dit geheel vrijwillig. Helaas voor hen lekt de video uit en ze worden ervoor bestraft. Ze gaan naar Straatsburg (Na de Hoge Raad kan je hier nog in beroep gaan, kost alleen wel wat tijd want ze hebben een wachtlijst van 500.000 zaken), omdat ze vinden dat ze onterecht zijn behandeld. Wat denkt u dat Straatsburg heeft gezegd? Ze vonden dat het land het goed had besloten: het was strafbaar. Best lullig voor die mannen. Verdere weken We gaan steeds dieper op de stof in. Zo hebben we een uur over de voorwaarden waar straffen aan moeten worden voldoen behandeld en daarna nog een uur over het belangrijkste beginsel: het legaliteitsbeginsel. De week daarna hebben we het er over gehad hoe wetten en verdragen er eigenlijk uitzien. Wist u bijvoorbeeld dat er vele mensenrechtelijke bepalingen ook nog een uitsluitinggrond instaat? Vaak in de paragrafen eronder wordt vermeld dat in een situatie een ander soort recht of regel geldt, zodat een inbreuk op dat recht wel mogelijk is. Nu zijn we bezig met Eerlijk Proces. Is dit bij wet geregeld? Is het bij het EVRM (Europees Verdrag van de Rechten van de Mens) geregeld? Welke speciale opsporingsmiddelen zijn er en mogen die legaal gebruikt worden door de politie? Een leuk feitje: als u in Engeland bent zou ik me maar gedragen, want u kunt zomaar opgepakt worden. U vraagt zich natuurlijk af waarom: u wordt vanuit elke hoek bekeken door beveiligingscamera’s die overal hangen. Inbreuk op je privacy? Blijkbaar niet. Algemene indruk Nu u dit hoort denkt u vast: saaie boel daar. Het tegendeel juist. We hebben het geluk dat we er een leuke mevrouw hebben die het graag interactief maakt met liedjes, vragen, casussen. Er is veel ruimte voor eigen inbreng en ze staat ook open voor vragen. Ze weet eigenlijk van elke zaak wat de uitspraak is, eigenlijk onvoorstelbaar. Ik heb een nu duidelijker beeld van de opleiding Rechten. Het komt saai over, maar het is het zeker niet. Thomas Verburg
24
Slavische talen en culturen & Ruslandkunde: Rusland – ver weg en toch zo dichtbij
De kapitein van het land der sovjets leidt ons van de ene overwinning naar de andere Dit project heb ik heel leuk gevonden. Alle onderwerpen, die behandeld werden tijdens de colleges, waren zo goed als nieuw voor mij, en er was daarnaast ook een grote verscheidenheid aan onderwerpen. Hierdoor kreeg je een erg goed beeld over de studie, omdat deze ook cultuur en geschiedenis bevat. Bovendien bleef het project door deze verscheidenheid interessant, iedere week was weer iets anders. Stijn Brinkman Tijdens de eerste les voelde ik me gelijk op mijn gemak. De anderen die voor Slavische talen en culturen & Ruslandkunde hadden gekozen waren allemaal erg aardig en ook de docent die we voor het eerste college hadden was leuk. We kregen een korte, enthousiaste inleiding op de Slavische talen en dit was erg leuk. Het viel me mee dat we geen huiswerk zouden krijgen, hoewel ik dat wel verwacht had. Het was leuk om met een nieuwe taal en een nieuw alfabet bezig te zijn en het was leuk om te merken hoe snel je het kon leren. De lessen die volgden gingen afwisselend over de taal, de cultuur en de geschiedenis van Rusland. Vooral de geschiedenisles verraste mij positief. Ik dacht dat het saai zou zijn om met de geschiedenis bezig te zijn, maar ik vond het erg interessant. Ik vond het nu ook niet erg om wat huiswerk te krijgen in de vorm van een verslag, hier ben ik dan ook enthousiast mee bezig geweest. De taallessen waren ook ontzettend leuk, dit was ook een van de redenen voor mijn keuze. Het was leuk om al heel snel korte gesprekjes te kunnen voeren en wat woordjes te leren. De docente was ook erg leuk, ze was heel vrolijk en lachte vaak, dit werkte weer positief in de lessen. Roos Bulthuis
Tijdens het doornemen van de Russische zinnetjes werd er ook op meer dan een punt gefocust, dus niet alleen of we de zinnetjes konden oplezen, (die in het Cyrillische alfabet waren geschreven) maar ook op de uitspraak van de letters en woorden en de regels die daarmee gepaard gaan. Nicolette Sun Het LAPP-Top programma Slavische taal en cultuur en Ruslandkunde was voor mij een unieke ervaring. De inhoud van het programma heeft mijn verwachtingen overtroffen. Je maakt namelijk kennis met de universiteit Leiden en je leert iets over de Slavische talen en hun oorsprong, ook leer je wat van de Russische taal en de Russische geschiedenis. Het was voor mij dus een leerzame en leuke tijd. We hebben een echte Russische film (The Return – Vozvrasjtsjenie) gezien. We hebben het Stalinisme van binnenuit bekeken en we hebben een klein beetje Russisch leren spreken. Dat allemaal in acht maal twee uur! Felix Wagner
r 25
Ook hebben we aan de hand van Nina, een meisje die leefde in de tijd van Stalin, veel geleerd over de geschiedenis van Rusland. Met geschiedenis hadden wij het wel over het stalinisme gehad, maar op deze manier zie wat deze theoretische geschiedenis deed en doet met de mensen zelf. Zo kwam, ook tijdens het maken van mijn werkstuk, het stalinisme een stuk dichterbij. Ik maakte mijn werkstuk over het boek Kinderen van Stalin. Zo leerde ik ook zelf de geschiedenis vanuit bepaalde personen te onderzoeken. Joanne van Straalen
26
Sterrenkunde: Ontdekkingsreis door het heelal Op woensdag 16 maart stond college nummer acht op het programma, een excursie naar de radiotelescopen van Westerbork en Dwingeloo. De bus richting Drenthe zou al om 09:00 uur vertrekken vanaf Leiden CS, en omstreeks 21:00 uur zouden wij weer terug zijn. Na een aantal uur in de bus kwamen we aan in Westerbork, waar de WSRT (Westerbork Synthese Radio Telescoop) is gevestigd. De veertien antennes staan opgesteld over een lengte van bijna 3 kilometer. Door middel van de radiosynthese techniek kan op deze manier een telescoop met een diameter van bijna 3 kilometer gemaakt worden.
pinnen waar we in Westerbork de proefmodellen ook al hadden gezien. Toen gingen we naar buiten, naar de oudste telescoop die er staat. En hij wordt nog gebruikt! Mensen hebben een contract om daar voor één euro per jaar kleine onderzoeken te doen. We kregen een uitleg over die telescoop en we kregen een soort geluidsgolven te horen die er 25 jaar over gedaan hadden om ons te bereiken. Ook lieten ze voor ons de schotel draaien zodat wij dat een keer konden zien en meemaken.
De WSRT wordt beheerd door de Stichting Astronomisch Onderzoek Nederland (ASTRON) in Dwingeloo. Na het bezoek aan de telescoop werd ons ook een ‘nieuw soort telescoop’ getoond. In een schuur waren een soort van metalen pinnen gevestigd die radiosignalen ontvangen. Uiteindelijk zat het bezoek aan Westerbork er op. De bus vertok in de middag naar Dwingeloo, waar het hoofdkantoor van Astron is gevestigd. Aangekomen in het laboratorium van Astron in Dwingeloo kregen we een hapje en een drankje, daarna een rondleiding en presentatie. De presentatie ging over het doel van Astron, het mogelijk maken van astronomisch onderzoek. We kregen een voorproefje van het idee om een ontzettend groot gebied vol te plaatsen met het systeem van de metalen
27
Binnen kregen we een rondleiding in hun werkplaats. We kregen verschillende dingen te zien, zoals grote computers, een kooi van Faraday, een ruimte die geluiddicht is voor
experimenten (wat niet echt bleek toen we Ferdinand zijn meisjesgil nog steeds hoorde nadat we hem daarin hadden opgesloten), en een paar apparaten die de weersomstandigheden van een hele lange periode in een kortere tijd kan nabootsen om te testen of materialen geschikt zijn. Na afloop van die rondleiding kregen we te eten en gingen een lange reis terug naar Leiden tegemoet.
28
Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap: Taal – de levende tijdmachine Les 1 Blij dat ik eindelijk het goede gebouw gevonden had, plofte ik neer op een stoeltje in een ruimte waar de anderen al zaten. We moesten nog even wachten - het zogenaamde Leidse kwartiertje - dus konden we alvast een beetje kennismaken. Nadat meneer Kloekhorst de trap af was gelopen, schuifelden we verlegen het lokaal in. Na een kort voorstelrondje begonnen we - natuurlijk - bij het begin: het ontstaan van het schrift. We leerden over de Sumeriërs, waarom het schrift is ontstaan en waarom spijkerschrift spijkerschrift is. Na twee uur gingen we zeer onder de indruk weer naar huis, benieuwd naar de volgende les. Les 2 De tweede les was weer heel anders de eerste. Deze keer gingen we namelijk op excursie! We gingen naar het Rijksmuseum der Oudheden. Hier leerden we over de dingen die we de week daarvoor hadden besproken, maar nu kregen we die dingen in real-life te zien. Zo zagen we hiërogliefen, zuilen met Latijnse teksten en andere oude geschriften. Les 3 Deze les hebben we geleerd over de verschillende Indo-Europese talen, en hoe men er eigenlijk achter kwam dat talen verwant kunnen zijn. Een van de eersten die overeenkomsten zag tussen talen en bedacht dat talen wel eens met elkaar verwant konden zijn, was de Leidse hoogleraar Marcus Zuerius van Boxhorn. Hij zei dat het Grieks, het Latijn en het Duits met elkaar verwant waren, en ontstaan uit een taal, het Scytisch. Het Sanskriet leidde tot inzichten in de verwantschap tussen talen. Men ontdekte overeenkomsten tussen het Sanskriet en het Grieks en Latijn en kwam zo tot de conclusie dat deze talen een gemeenschappelijke oorsprong moesten hebben. Om te kunnen stellen dat talen verwant zijn, moet er een groot aantal overeen-komsten zijn tussen verschillende woorden. Het kan namelijk toeval zijn als twee woorden op elkaar lijken. De Indo-Europese taalfamilie bestaat uit dertien groepen: het Indisch, Iraans, Anatolisch, Tochaars, Armeens, Grieks, Albanees, Italisch, Keltisch, Germaans,
Baltisch en het Slavisch. De dertiende groep bestaat uit resttalen. Deze talen zijn allemaal uitgestorven en bovendien is er weinig van over, waardoor men niet weet tot welke groep ze behoren. Les 4 Natuurlijk waren we deze keer weer benieuwd waar de les over zou gaan. Dit keer ging het globaal gezien over de klinkerdriehoek. We hadden alleen niet gedacht dat meneer Kloekhorst alle klanken na ging doen, waarna wij vervolgens de dezelfde klanken moesten maken, wat, naast de aparte gezichten, goed de indruk gaf wat nou eigenlijk labiale, plof-, dentale, nasale, stemhebbende en stemloze klanken waren. We hebben deze informatie kunnen verwerken in het huiswerk dat we hadden opgekregen, de opdracht bij het OudIers was namelijk de juiste woorden in vullen van het Oud-Iers, door middel van het herkennen van verschillende klanken. Les 5 Deze les leerden we hoe taalwetenschap oude talen kan reproduceren. De sprekers van een taal zijn namelijk lui, en proberen altijd dingen zo eenvoudig mogelijk uit te spreken. Natuurlijk doen ze dat niet actief, maar tijdens het bestaan van een taal slijten er toch veel eigenschappen vanaf. Als zo’n verandering eenmaal begonnen is, is het niet te stoppen - uiteindelijk ondergaat elke klank in die omstandigheden dezelfde verandering. Maar een taal vervalt niet alleen, ook zullen er vanzelf nieuwe dingen bijkomen, omdat het dan logischer is. Zo is een taal tegelijk in verval en repareert het zichzelf weer. Les 6 Vandaag gingen we Bijbelteksten vergelijken, in het Middelnederlands, Oudhoogduits en Gotisch. Bijbelteksten zijn handige teksten om talen met elkaar te vergelijken, aangezien we van sommige talen Bijbelteksten als enige bron hebben. Verder was er nog een grappig weetje: In het Grieks heb je het woord Βόσπορος (Bosporus) en in het Nederlands het woord Coevoorde. Beide betekent dit een doorwaadbare plaats waar de koeien de rivier konden oversteken. Βόσ en Coe betekenen beide ‘’koe’’ en πορος en voorde betekenen beide een doorwaadbare plaats in de rivier. Les 7 Voor deze week hadden we als huiswerk opgekregen, de vergelijking tussen de talen 29
Gotisch, Latijn en Grieks. we moesten erachter zien te komen, hoe deze talen corresponderen. Zo kwamen we erachter dat er een regel is om te weten hoe iets verandert, dan zal altijd het gene gebeurtd zijn, waar zo min mogelijk aanpassingen voor nodig zijn. Ook verandert de uitspraak van woorden regelmatig, omdat mensen uit luiheid de klanken automatisch veranderen. Les 8 Jammer genoeg, was vandaag al weer de laatste les. We begonnen met het bespreken van het huiswerk. Dat was deze keer de vergelijking tussen het Romani (taal van de zigeuners) en het Sanskriet. Verder mochten we ook omdat dit de laatste les was, nog vragen stellen over dingen die we graag wilden weten. Zo kwam er een vraag over kleuren, toen vertelde meneer Lubotsky dat in Rusland je geen ‘’blauw’’ kent, maar alleen de termen ‘’lichtblauw’’ of donkerblauw’’. Toen de les was afgelopen, gingen we gezellig met z’n allen uit eten. We gingen naar de Grote Beer, vlakbij de Universiteit. Dit was zeer geslaagd; het eten was lekker en de sfeer was top! Na het eten namen we afscheid van elkaar, het was nu toch echt afgelopen. Gelukkig zouden we elkaar nog een keer zien, bij de Slotbijeenkomst op 28 april!
30
Wijsbegeerte: Wikilogie
Geen baarden en toga’s meer De afgelopen zes colleges van LAPP-Top hebben wij de filosofie gecombineerd met hedendaagse topics, die vooral ons jongeren erg aangaan. Wij hebben ons namelijk bezig gehouden met Hyves, Facebook, Wikileaks, Twitter en allerlei andere moderne onderwerpen die ons leven tegenwoordig beïnvloeden. Vele filosofen kwamen ter sprake, en niet alleen maar de oude bekenden als Socrates en Plato, maar ook modernere (voor velen onbekende) filosofen zoals bijvoorbeeld Neil Postman. We begonnen met, aan de hand van een stuk van Socrates, het te hebben over de ‘logos’ (= het woord) en het verschil in waarde tussen het geschreven woord en het gesproken woord en hoe die veranderd is in de vorige eeuwen. Wij hebben ook onder andere gesproken over hoe de moderne technologie ons denken beïnvloed, of internet ons lui maakt of niet en hoe het ons begrip van vriendschap en communicatie verandert. Interessant vond ik vooral het bespreken van hoe Wikileaks en Google onze levens hebben veranderd in de zin van het constant zoeken naar informatie. Om niet alleen in het verleden te blijven steken, en eens meer iets dan slechts een geschiedenisles en hier en daar eens een socratisch gesprek te houden is weer eens wat anders. Je leert zo ook alles wat je eerder hebt gehad toe te passen op hele moderne kwesties. De colleges wijsbegeerte hebben mij niet alleen erg geboeid, ze hebben ook al mijn twijfels over mijn studiekeuze weggenomen. Ik weet nu vrijwel zeker dat ik filosofie als studie wil nemen. Tália Cliteur Le paradis, c’est...? Als ik iets geleerd heb van de zes donderdagmiddagen in Van Wijkplaats 4, is het dat één concept oneindig veel filosofische dimensies kan hebben. De digitalisering,
bijvoorbeeld, roept meer vraagstukken op dan: “Zijn computerspelletjes wel goed voor een kind?” Vele filosofen hebben zich in deze recente ontwikkeling verdiept, en een aantal ervan hebben wij ter discussie gesteld in onze meetings. We hebben het onder andere gehad over de grenzen van het menselijk brein, de orde der dingen en de naderende singulariteit, maar er was één onderwerp dat ik bovenal interessant vond: De oneindige vrijheid van het menselijk bewustzijn. ‘L’enfer, c’est les autres,’ heeft Jean-Paul Sartre ooit gezegd. Wat Sartre met deze hel bedoelde, is de belemmering van individuele vrijheid. Volgens Sartre beschikt ieder mens namelijk over onbeperkte keuzevrijheid, vanaf het moment dat hij geboren is tot zijn dood. Natuurlijk betekent dit niet dat wij al onze dromen fysiek uit kunnen laten komen, maar wel dat wij, in tegenstelling tot dieren, ons leven in kunnen richten naar eigen ontwerp. Authenticiteit is volgens hem het hoogste streven bij deze inrichting. Mensen moeten hun eigen keuzes maken, zonder zich achter een groep te verschuilen. Groepen proberen mensen namelijk te indoctrineren en hun keuzevrijheid te beperken. Door zich los te maken van een groep kan een individu volle verantwoordelijkheid nemen voor zijn acties. Want, persoonlijke vrijheid gaat samen met persoonlijke verantwoordelijkheid. Wat zou Sartre dus gevonden hebben van de digitale revolutie waarin wij ons bevinden? Hij zou een voorstander zijn van de onbeperkte mogelijkheden die het internet te bieden heeft, het platform waarop iedereen in dezelfde mate in staat is zijn mening te verkondigen. Wel zou hij kanttekeningen plaatsen bij de anonimiteit die samengaat met de toegankelijkheid van het internet. Uitspraken kunnen gedaan worden zonder met de daadwerkelijke spreker geassocieerd te worden. Wellicht zou een kleinere mate van anonimiteit de opinie op internet inderdaad meer doordacht maken. Dit laatste verbeterpunt daargelaten, valt me op dat internet, als uithangbord voor de eindeloze, onbeperkte mogelijkheid, steeds meer begint te lijken op het ideaal van het existentialisme, de hemel van Sartre. Mirjam Goedkoop Dat de samenleving digitaliseert is een feit. Denk aan de invoering van de OV-chipkaart, onze afhankelijkheid van internet en de populariteit van social media als Facebook en 31
Hyves. Sommige mensen verafschuwen deze ontwikkelingen, anderen zijn er juist onverminderd positief over: is de digitalisering een vloek of een zegen voor de samenleving? Deze vraag stond centraal in de zes colleges wijsbegeerte, gegeven door Jan Sleutels. Hij leidde ons via Socrates, de komst van de telegraaf en Wikileaks naar Wereld 2.0, de wereld zoals hij er nu uitziet: snelheid, dynamiek en vervlakking zijn hierbij sleutelwoorden. Voor ieder college lazen wij stukken van verschillende denkers, waarin zij hun ideeën uitten over de modernisering van de samenleving. Zo hekelde Socrates het geschreven woord en spraken Clark en Chalmers over de ‘natuurlijk geboren Cyborg’, terwijl Tapscott en Williams het fenomeen Wikipedia de hemel in schreven. Aan de hand van deze zeer uiteenlopende gedachtegangen gaf Jan Sleutels ons in de colleges de kans onze mening te slijpen aan onderlinge discussies. Zelf trad hij op als advocaat van iedere denker, om hun ideeën te verduidelijken en ons, namens de filosoof, van repliek te dienen. Zoals Socrates het al zei: “geschreven woorden kunnen zichzelf niet verdedigen”. Ik vond het erg leuk om op deze manier een beetje meer inzicht te krijgen in zo een groot en wereldveranderend proces. De filosofische benadering waarmee wij te maken kregen, vereist wel het vermogen om ‘buiten de lijntjes’ te kunnen denken: niet alle theorieën zijn direct toegankelijk. Maar toen ik ze eenmaal door begon te krijgen, en de samenhang tussen verschillende denkwijzen ging zien, begon ik wel enthousiast te raken voor deze manier van het kijken naar de wereld. Kennis verdiepen, anders naar de wereld leren kijken én alvast kunnen ruiken aan het universiteitsleven maakte LAPP-Top voor mij een toffe ervaring! Gijs Weijers
32
Wiskunde: ‘Onveranderlijkheid geeft grip op een wereld in beweging’
College II: Rangorde in het World Wide Web: Google’s PageRank
De wereld om ons heen is continu aan het veranderen. Wiskunde en de natuurwetenschappen richten zich op het beschrijven, begrijpen en voorspellen van die veranderingen. Opmerkelijk genoeg is weten wat juist niet verandert, een belangrijke bron van informatie over die veranderende wereld.
Ik vond het weer een leuke dag. Voor mijn gevoel was het lastiger dan het eerste college, maar het was nog precies allemaal te volgen. Ook ging de tijd weer zo om. Rens van Voskuijlen
We zijn dit aan de hand van een drietal voorbeelden te weten gekomen: de PageRank van Google, die orde schept in het World Wide Web; het oplossen van ingewikkelde vergelijkingen met behulp van iteratie; en vaste patronen die 'vanzelf' ontstaan vanuit het DNA van fruitvliegjes, zodat zij bijvoorbeeld altijd uit het ei kruipen, zoals gecodeerd in dat DNA. College I: Onbeweeglijkheid in dynamische systemen Allereerst moet ik zeggen dat ik er erg van genoten heb. Ik heb erg veel opgestoken van het college. Vele malen meer dan ook maar 1 wiskunde les bij mij op de middelbare school. Het college duurde zo ongeveer 3 uur dat aanvoelde als een klein halfuurtje. Dat zie ik natuurlijk als iets positiefs. Waarschijnlijk komt dat door hoe de docenten hun stof hebben overgebracht: met veel enthousiasme. Ik vond het ook nog goed te volgen. Ik moest wel af en toe even goed nadenken en bij de stof stilstaan. Iets wat ik bij mijn wiskundelessen nog nooit heb hoeven doen. Rens van Voskuijlen Ik vond de lesstof aardig ingewikkeld op het eerste gezicht, maar het werd allemaal steeds helderder. Na een paar uur hard werken ontzettend gezellig gegeten in de Leidse binnenstad. Al met al een zeer geslaagd begin. Björn van Dongen Wat een leuk onderwerp! Ik ben deze dag veel wijzer geworden. Het eten was gezellig. Ik vond het leuk om op deze manier iedereen te leren kennen. Op naar volgende week! Sharon den Outer
Het college over het World Wide Web met Google in het bijzonder was erg indrukwekkend en leerzaam. Bij het practicum is het ook erg leuk dat je nog wat studenten spreekt en daardoor de sfeer nog beter proeft dan tijdens een college. Het was weer een erg leerzaam, maar vooral gezellig college. Heleen Otten College III: Verbeter je eigen ranking Het derde college ging verder over het World Wide Web. We gingen nog wat dieper in op de matrices met betrekking tot links op internetpagina’s naar andere pagina’s en de manier om hiermee de waarde van de PageRank van een pagina te berekenen. Het was wel interessant om te lezen hoe Google, wat je zo vaak gebruikt zonder erbij na te denken, werkt. Je typt iets in en je krijgt direct allemaal relevante pagina’s, maar daar is heel wat denkwerk aan vooraf gegaan. Heleen Otten Het was interessant om te leren hoe mensen probeerden te voorspellen hoe Google te werk gaat met PageRank en wat voor formules worden gebruikt om dit te verklaren. Het was een zeer nuttig en een leuk onderwerp. Stender Kwakernaak College IV: Vastepuntenstellingen Dit college ging weer over basiskennis en meer algemene berekeningen. En een beetje herhaling van het eerste college. Er waren wel een paar dingen die ik heel interessant vond om te weten. De algemene berekeningen hebben we ook toegepast op Google. Ook al vind ik het wel moeilijk, ik ben wel van plan om meer over de berekening achter Google te weten te komen. Elke Salzmann
33
College V: Waarom zijn planten groen? In de laatste colleges ging het onderwerp wat meer de biologische kant op. We hadden het over waarom planten groen zijn en over de werking van cellen. Ondanks het feit dat ik al twee jaar geen biologie meer op school heb, was dit goed te volgen, omdat het over onderwerpen ging die bij biologie ook nauwelijks behandeld waren en die dus voor iedereen nog uitgelegd moesten worden. Heleen Otten College VI -- Onveranderlijkheid bij de expressie van genen Het laatste college ging over genexpressie. Eerst kregen we weer uitleg over cellen en wat makkelijke biologische processen. Uiteindelijk werd een deel van een cel schematisch weergegeven. Daar konden dan wiskundige vergelijkingen uit afgeleid worden. Ook al zag het er ingewikkeld uit, ik vond het wel heel interessant. Elke Salzmann Achteraf... In de weken na de colleges kwam ik ineens allemaal ‘LAPP-Top wiskunde’-stof tegen. Toeval?! Geen idee. Maar ik vond het in ieder geval leuk om te weten wat ermee werd bedoeld! Stiekem voelde ik me ook wel slim toen ik uit kon leggen aan de rest wat de gulden snede is en hoe je een matrixvergelijking oplost! Sharon den Outer
Het model van fotosynthese
34
Deelnemers LAPP-Top 2010
Daniel
Bio-Farmaceutische Wetenschappen Ruby Börger Yara van Boven Renée Burger Julia Busselaar Dámaris Engelschman Jill de Gier Laura van Gils Rineke Gordijn Merlijne den Heijer Dinja van der Hoorn Keri Janse Lennart Kleibergen Fleur Kleiburg Aron van Nieuwkoop Eveline Pham Annelotte Pries Stefan van der Sar Jenke Scheen Lisa Simonis Sippora Stellingwerf Michelle van der Stoel Loïs Vaars Maartje Valkema Joren Verhoog Anna Vlot Ying Chao Weng Lisette Willems Thérèse van Woerkom
Italiaanse taal en cultuur Sarah Amrani Casper Driever Marthe Groenveld Anne Kruijt Eva Meijboom Maria van Oosterhout Danielle Rietkerk Lulu Zhuang
Griekse en Latijnse taal en cultuur Xu Shan Gao Wouter Glastra van Loon Paula Hart Nathasja van Luijn Francine Maessen Job Meijer Willeke Ravensbergen Max Regtuit Wouter Salman Alina Shatrova Cécile van Steen Remco Tuijt Folker de Witte Informatica Mark Jeremy Albert Fiona Joost Joost Harmen Peter Jasper
van den Bergh Ernst Groen Horne Martens Nibbeling van Pelt Sprietsma Strijder
de
Vos
Life Science & Technology Sara Baak Jip Buwalda Eveline Castelein Ward Doelman Kinga Droog Janneke Elzinga Iris Geerlof Evianne de Groot Joosje Heimovaara Sanne Hendriks Sebastiaan van Kempen Emiel Leegwater Anouk Lie-Piang Maaike Linders Alex Mandersloot Ruben Meijs Ha Ngo Charlie Pieterman Marleen van Smoorenburg Suk Ying Tam Marjolein Verhoeven Christiaan Vermaas Miriam van der Waal Jana Zwetsloot Molecular Science & Technology Farah Belahcen Eline van Berlo Jos Boukema Jari Gool Miles Holborough-Kerkvliet Sjoerd Kapteijn Servaas Kievits Anneke Kraamer Roy Kreekel Philip Lambermon Lisa van Leeuwen Marleen Meij Claudia Mui Laura Mulder Jence Mulder Peter van Munnen Laura Paardekooper Dido Prins 35
Kim Glenn Natuurkunde Sasja Richelle Simon Pieter Stijn Erik Thomas Alexander Luke Bob Henrieke Tim Jan Maurits Ilse Onno Nima Monica Bram Oleksey Tara Ricky Christoph Lieselotte Dirk-Jan Pieter Jeroen Bas
Verschuren Viveen Baerends Boone Bothof Bouwmeester Burger Essink Genis van der Hoek van Koppen Ligtvoet Minnema Neutel Nouws Oostenbroek Plaisier Postema Rounaghi van Santbrink Schoffelmeer Shumanskyy Smid Spierenburg Teichert van Tol Toot van Wermeskerken Zijlmans Zoutendijk
Natuurkunde voor meisjes Roos de Blécourt Michelle Brouwer Livia Dominicus Margo van Gent Melissa Joosse Tyrza van Leeuwen Lianne van der Meel Marthe Peeters Lucia Thielman Lisa Vork Psychologie Jan Charlotte Jolien Olga Sanne Annabel Davita Elianne Iris Anna Hanna
Akkerhuis Baarlen Bekhoven Boer van den Brink Cornelissen Coronel van Egmond Heemskerk Kampert Kerssemeijer
van van
Sanne Rachel Naomi Thijs Emma Janneke Puck Marliese
van van
Leeuwen Leeuwen Linder van der Plas van der Poest Clement Sillen Terpstra Vollebregt
Rechtsgeleerdheid Pleuni Jolien Marieke Suze Jan Adriaan Renate van Felicia Chenella Pamela van Ida van Boudewijn van Christien van der Samuel Karlijn van der Bram Roos Janneke Tina Liesbeth Lisanne de Alex Viresh Eva Luce Eva Daniël Inge Thomas Josefien Edward Marieke van der Joanneke van Yolande Veysel Serena Emma Eline van
Beentjes Berends Bettelheim Bloks Brabander Brabander Breugel Dekker Dewnarain Dongen Dorp Eerd Harst Hayden Heijden Kleinhout Mulder Pont Pourjalili Rhijnsburger Rooij Santema Sewnath Sistermans Smithuijsen Sneep Stuijt Toornstra Verburg Vreeken Wang Westen Wijk Wu Yigit Zaccà Zurcher Zwet
Slavische talen en culturen/Ruslandkunde Jan van Berkel Stijn Brinkman Roos Bulthuis Daphne Frik Walid Jerab Joanne van Straalen 36
Nicolette Karel Felix Niklas Vicky
Sun Temmink Wagner Westerling van der Zee
Sterrenkunde Suthes Ivo Ferdinand Cathelijne Britt Daan Jordi David Abe Mark David Dieuwertje Allard Daphne Joost Dominique Else Sander Rutger Tatiana Marthijn Mathijs Nils Esther Elise
Balasooriyan Bodin Boers ter Burg Dhaenens van Dijk van Ditmar Gardenier Jukema Kwakernaak Meijers Modder Niesten van Pelt van der Ploeg Reijtenbagh de Ridder Schouws Smids van Steveninck Sunder Verhagen Verhagen Ywema Zuurbier
Midden-Oostenstudies Hugo Bijmans Milena Bussink Anna van Delft Lisa van Dijck Fokke Dijkstra Adriaan van Doorn Miriam van Gent Wies de Greef Laurence Herfs Ruben Homan Els Honkoop Frédérique ten Hove Nikki Kimpel Rianne van Ladesteijn Marijne de Man Sjoerd den Ouden Tanya Schaap Charlotte Waltz Sarah Wildeboer Claire Willighagen Bas Zoutendijk
Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap Solongo Altangerel Tim Baanen Anselma Emerenciana Lilia Hendrikse Els van Kolfschooten Isabel Koopmanschap Dinah Meyer Yara Sleebos Anne Tilanus Adri Wessel Wijsbegeerte Dagmar Charlotte Tom Olivier Tália Cathérine Mirjam Dieks Sam Melchior Simon Steven Annemarie Eliane Yvette Judith Hamid Joris Jasper Key Merijn Gijs Sophie Anne Tieme
van de
van
de
Bosma Bouwman Brunner Bus Cliteur Frissen Goedkoop Gogh Groot Keijdener Koeleman Lankhorst Mannee Odding Piggelen Polak Rhezouani Schoemaker Schotborgh Tengeler Vink Weijers Wijer Wijffels Witte
Wiskunde Björn Pim Sietske Stender Heleen Sharon Sem Elke Cyrus Puck Rens
van de van der den
van van
Dongen Haan Honing Kwakernaak Otten Outer Riemens Salzmann Tirband Dastgerdi Trier Voskuilen
37
Colofon LAPP-Top wordt aangeboden door het Pre-University College van de Universiteit Leiden. Het Pre-University College richt zich met het onderwijsaanbod op de getalenteerde, ambitieuze en gemotiveerde leerling in de bovenbouw van het vwo. Kijk voor meer informatie op: pre-universitycollege.leidenuniv.nl Het Aansluitingsprogramma vwo-wo biedt activiteiten gericht op het maken van de juiste studiekeuze, zoals Aansluitingsmodules (via Internet), gastlessen en Proefstuderen. Voor meer informatie zie aansluitingsprogramma.leidenuniv.nl Dit verslag kwam mede tot stand dankzij de inhoudelijke bijdragen van de deelnemende leerlingen. Editie 2011: april 2011 Redactie en opmaak: Louise de la Motte en Jurgen van Oostenrijk, Pre-University College Teksten Deelnemende leerlingen, opleidingen en Pre-University College Vormgeving: Ratio Design, Haarlem Pre-University College Wassenaarseweg 62A Postbus 905 2300 AX Leiden Tel: 071 527 71 68 E-mail:
[email protected] www.pre-universitycollege.leidenuniv.nl
Aansluitingsprogramma vwo-wo Wassenaarseweg 62A Postbus 905 2300 AX Leiden Tel: 071 527 34 78 E-mail:
[email protected] www.aansluitingsprogramma.leidenuniv.nl
Met dank aan: Bio-Farmaceutische Wetenschappen: prof.dr. D.D. Breimer, drs. E. de Vries Griekse en Latijnse taal en cultuur: mw.drs. T.A. van Berkel, dr. R.M. van den Berg Informatica: dr. A. Deutz Italiaanse taal en cultuur: dr. P.A.W. van Heck Life Science and Technology: prof.dr. M. Noteborn Molecular Science and Technology: dr.ing. M. Overhand, P.J.E. van Dooren Natuurkunde: prof.dr. T. Oosterkamp, dr. M. Rost, prof.dr. J. Frenken, prof.dr. J. van Ruitenbeek Natuurkunde voor meisjes: mw.dr. J.M. Salverda, mw.prof.dr. M. Dogterom Psychologie: mw.dr. C.J. Rieffe Rechtsgeleerdheid: mw.mr.dr. F.P.. Olcer Slavische talen en culturen: prof. dr. J. Schaeken, mw. drs. T. Bouma Sterrenkunde: dr. J. Lub, dr. P. van der Werf, mw.drs. J. Drost Talen en culturen van het Midden-Oosten: prof. dr. P.M. Sijpesteijn, mw. O. Akkerman MA Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap: prof.dr. A.M. Lubotsky, drs. A. Kloekhorst Wijsbegeerte: dr. J.J.M. Sleutels Wiskunde: dr. S. Hille, dr. R.S. de Jong En natuurlijk veel dank aan alle docenten en andere betrokkenen, mede dankzij hen is LAPP-Top 2011 weer een groot succes geworden!
38