BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE 1e GRAAD 2 LESUREN O TR
5
IN
GIDS VOOR DE LEERKRACHT
2
BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
INTRO 5
BIO: ETEN & WETEN DOELEN
AANSLUITING BIJ (DETAILS ZIE BIJLAGE EINDTERMEN)
WAT EN HOE?
LESVERLOOP (10 MIN)
(4 X 10 MIN)
• De leerlingen kunnen uitleggen wat bio inhoudt door enkele voorbeelden te beschrijven uit de biolandbouwpraktijk. • De leerlingen kunnen bioproducten herkennen. • De leerlingen ontwikkelen zich in het onderscheiden van variëteiten aan smaken en oefenen zich in het beschrijven ervan. • De leerlingen analyseren het prijsverschil tussen verschillende producten. • De leerlingen staan stil bij de vraag ‘Kies ik voor bio?’ • De leerlingen verwoorden hun mening en luisteren naar de mening van anderen. DE VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN
Milieueducatie Gezondheidseducatie Sociale vaardigheden Leren leren Opvoeden tot burgerzin Technisch-technologische vorming Muzisch-creatieve vorming Aan de hand van proevertjes, leesteksten, opdrachten en de opbouw van een gedachteweb willen we eten en weten. ETEN: wortelen, appelsap, eieren en aardbeienyoghurt WETEN: voeding, natuur en milieu, landbouw, gezondheid We ontdekken verschillen tussen bio en niet-bio producten. • AAN TAFEL! De leerlingen worden in groepen gedeeld en gaan aan verschillende tafels zitten. Op elke tafel staat één voedingsproduct: yoghurt, eieren, wortelen of appelsap, telkens zowel een biologische als een niet-biologische versie. Op het bord wordt een aanzet gegeven tot een gedachteweb rond deze producten. • ETEN & WETEN: 4 ronden De leerlingen proeven en vullen de werkbladen in. Op elke tafel ligt ook een leesfiche met informatie over het product. Nadien schuiven ze door naar een volgende tafel. Intussen groeit het gedachteweb op het bord.
(10 MIN)
• KOFFIEKLETS Klasgesprek: leerlingen vertellen over de woorden die ze op het bord schreven.
(10 MIN)
• DE SMAAK VAN BIO De leerlingen vertellen over hun smaakervaringen en geven hun mening.
(10 MIN)
• BIO IN DE PORTEMONNEE De leerlingen vergelijken prijzen en proberen het prijsverschil te verklaren.
(10 MIN)
• BIO OP ÉÉN BLAD We zetten de belangrijkste kenmerken van biovoeding en -landbouw nog eens op een rij. De leerlingen vullen klassikaal het syntheseblad in.
(10 MIN)
1 2 3
• STELLINGENSPEL De leerlingen verwoorden hun mening over bio.
= 2 X 1 LESUUR INTRO 5
BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
3
VOORAF PROEVERTJES
MATERIAAL
Aankopen bij kruidenier - supermarkt - natuurvoedingswinkel - boerderijwinkel (Raadpleeg www.biodichtbijhuis.be) • • • • • • • •
8 8 2 2 8 8 6 2
gangbare wortelen biowortelen l gangbaar appelsap l bioappelsap gangbare eieren bio-eieren potjes vruchtenyoghurt van 3 verschillende merken potjes biovruchtenyoghurt
• • • • • • • •
48 ondoorzichtige bekers papier en elastiekjes om de bekers af te dekken rietjes, 1 per leerling lepeltjes, 1 per leerling 8 bordjes pen en etiketten om de producten te labelen: A, B, C en D krijt 8 leesfiches (in drievoud) - Fiche 1-A: Wortelen, thema natuur en milieu - Fiche 1-B: Wortelen, thema natuur en milieu - Fiche 2-A: Yoghurt, thema natuur en milieu en dierenwelzijn - Fiche 2-B: Yoghurt, thema gezondheid en dierenwelzijn - Fiche 3-A: Appelsap, thema natuur en milieu - Fiche 3-B: Appelsap, thema gezondheid - Fiche 4-A: Eieren, thema dierenwelzijn - Fiche 4-B: Eieren, thema dierenwelzijn
• Werkbladen voor de leerlingen, met: - Aan tafel!: Gedachteweb - Invulfiche 1: Wortelen - Invulfiche 2: Yoghurt - Invulfiche 3: Appelsap - Invulfiche 4: Eieren - Koffieklets - De smaak van bio - Bio in de portemonnee - Bio op één blad - Stellingenspel
VOORBEREIDING
4
• Kook de eieren 10 min. • Kopieer de bundel werkbladen (voor elke leerling 1 bundel). • Kopieer de fiches voor op de tafels (Fiche 1-A, 1-B, 2-A, 2-B, 3-A, 3-B, 4-A, 4-B: elk 3 maal (=3 identieke fiches per tafel). • Vul op de etiketten (p.5) de juiste prijzen in en kopieer deze pagina (kopieer 2 maal als er meer dan 16 leerlingen zijn). • Knip de etiketten uit. • Elke leerling krijgt één etiket. Verdeel de etiketten gelijkmatig volgens het aantal leerlingen dat plaats neemt aan de 8 tafels. In totaal moeten er 8 groepen zijn: voor 4 producten telkens een groep A en een groep B.
BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
INTRO 5
DIT LABEL ZEGT: ‘DIT IS GEPRODUCEERD VOLGENS DE PRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DIT WERD GECONTROLEERD EN GOEDGEKEURD.’
EIEREN €
DIT LABEL ZEGT: ‘DIT IS GEPRODUCEERD VOLGENS DE PRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DIT WERD GECONTROLEERD EN GOEDGEKEURD.’
EIEREN /st.
€ EIEREN
EIEREN €
DIT LABEL ZEGT: ‘DIT IS GEPRODUCEERD VOLGENS DE PRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DIT WERD GECONTROLEERD EN GOEDGEKEURD.’ DIT LABEL ZEGT: ‘DIT IS GEPRODUCEERD VOLGENS DE PRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DIT WERD GECONTROLEERD EN GOEDGEKEURD.’
/st.
APPELSAP
€
€
/
/
APPELSAP
APPELSAP
€
€
DIT LABEL ZEGT: ‘DIT IS GEPRODUCEERD VOLGENS DE PRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DIT WERD GECONTROLEERD EN GOEDGEKEURD.’
DIT LABEL ZEGT: ‘DIT IS GEPRODUCEERD VOLGENS DE PRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DIT WERD GECONTROLEERD EN GOEDGEKEURD.’
€
/st.
APPELSAP
DIT LABEL ZEGT: ‘DIT IS GEPRODUCEERD VOLGENS DE PRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DIT WERD GECONTROLEERD EN GOEDGEKEURD.’
DIT LABEL ZEGT: ‘DIT IS GEPRODUCEERD VOLGENS DE PRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW. DIT WERD GECONTROLEERD EN GOEDGEKEURD.’
/st.
/
/
WORTELEN
WORTELEN
€
€
/kg
/kg
WORTELEN
WORTELEN
€
€
/kg
/kg
YOGHURT
YOGHURT
€
€
/
/
YOGHURT
YOGHURT
€
€
/
1
/
VOORAF IN DE KLAS
2
Op het bord als voorbereiding voor het gedachteweb:
BORDSCHEMA
INTRO 5
WORTELEN
BIOWORTELEN
APPELSAP
BIOAPPELSAP
EIEREN
BIO-EIEREN
YOGHURT
BIOYOGHURT
BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
3
5
VOORBEREIDING
Klasschikking voor groepswerk: 8 tafels met 2 tot 4 stoelen voor de leerlingen. Het is de bedoeling dat de leerlingen bio- en niet-bioproducten proeven zonder dat ze vooraf weten welk het biologisch product is. Daarom krijgen alle producten een etiket (A, B, C en D) en worden appelsap en yoghurt in bekers gegoten. Let op dat je als leerkracht onthoudt welk product achter het etiket zit. Houd een voorraad proevertjes met etiketten aan de kant. Vul telkens na het doorschuiven de tafels aan. Op de tafels: Tafel 1: Wortelen - 1 biowortel (A) en 1 gangbare wortel (B) - een krijtje - Fiche 1-A Tafel 2:
Wortelen - 1 biowortel (A) en 1 gangbare wortel (B) - een krijtje - Fiche 1-B
Tafel 3: Yoghurt - 1 beker met biologische fruityoghurt (C) en 3 bekers met andere vergelijkbare fruityoghurt van verschillende merken (A, B en D) - lepeltjes om te proeven - een krijtje - Fiche 2-A Tafel 4: Yoghurt - 1 beker met biologische fruityoghurt (C) en 3 bekers met andere vergelijkbare fruityoghurt van verschillende merken (A, B en D) - lepeltjes om te proeven - een krijtje - Fiche 2-B
6
Tafel 5:
Appelsap - 1 beker met bioappelsap (B) en 1 beker met gangbaar appelsap (A) - een krijtje - Fiche 3-A
Tafel 6:
Appelsap - 1 beker met bioappelsap (B) en 1 beker met gangbaar appelsap (A) - een krijtje - Fiche 3-B
Tafel 7:
Eieren - 1 bio-ei (hardgekookt) (A), 4 stukjes op een bord - 1 gangbaar ei (hardgekookt) (B), 4 stukjes op een bord - een krijtje - Fiche 4-A
Tafel 8:
Eieren - 1 bio-ei (hardgekookt) (A), 4 stukjes op een bord - 1 gangbaar ei (hardgekookt) (B), 4 stukjes op een bord - een krijtje - Fiche 4-B
BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
INTRO 5
AAN TAFEL! STAP 1: OPDRACHT (5 MIN)
Tafelindeling
STAP 2: OPDRACHT (5 MIN)
Gedachteweb
8 groepen worden verdeeld over tafel 1 tot 8 • Trek een etiketje met de naam van een artikel en de prijs. • Zoek het juiste artikel en de juiste tafel (hetzelfde als op je etiketje) • Let op er moet aan elke tafel minstens 1 iemand zitten met een etiketje van een bioproduct.
Maak de aanzet van een gedachteweb rond wortelen, appelsap, eieren en yoghurt. • Trek lijnen vanuit deze woorden. • Schrijf aan het eind van de lijnen woorden waaraan je denkt bij deze begrippen. • Bekijk de nieuwe woorden. Maak nieuwe takken aan de lijnen voor de woorden waar je nu aan denkt. Maak maximum drie vertakkingen bij elk woord.
VOORBEELD Een fragment van het gedachteweb bij het begin van de les: KAAS
VLEES KOE
MELK YOGHURT
BIOYOGHURT
1 2 3
INTRO 5
BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
7
ETEN EN WETEN De leerlingen proeven en vullen de werkbladen in. Op elke tafel ligt ook een leesfiche met informatie over het product.
STAP 1: PROEFOPDRACHT (5 MIN) STAP 2: WERKBLAD (5 MIN) RONDE 2, 3 EN 4 HERHAAL STAP 1 EN 2
• Smaakt bio anders? • Wat lust jij het liefst? • Vul de werkbladen in. • Vul het gedachteweb aan. • Doorschuiven volgens schema
Ronde 1 (10 min.)
Ronde 2 (10 min.)
Ronde 3 (10 min.)
Ronde 4 (10 min.)
Groep 1
Tafel 1: Wortelen 1-A
Tafel 3: Yoghurt 2-A
Tafel 5: Appelsap 3-A
Tafel 7: Eieren 4-A
Groep 2
Tafel 2: Wortelen 1-B
Tafel 4: Yoghurt 2-B
Tafel 6: Appelsap 3-B
Tafel 8: Eieren 4-B
Groep 3
Tafel 3: Yoghurt 2-A
Tafel 5: Appelsap 3-A
Tafel 7: Eieren 4-A
Tafel 1: Wortelen 1-A
Groep 4
Tafel 4: Yoghurt 2-B
Tafel 6: Appelsap 3-B
Tafel 8: Eieren 4-B
Tafel 2: Wortelen 1-B
Groep 5
Tafel 5: Appelsap 3-A
Tafel 7: Eieren 4-A
Tafel 1: Wortelen 1-A
Tafel 3: Yoghurt 2-A
Groep 6
Tafel 6: Appelsap 3-B
Tafel 8: Eieren 4-B
Tafel 2: Wortelen 1-B
Tafel 4: Yoghurt 2-B
Groep 7
Tafel 7: Eieren 4-A
Tafel 1: Wortelen 1-A
Tafel 3: Yoghurt 2-A
Tafel 5: Appelsap 3-A
Groep 8
Tafel 8: Eieren 4-B
Tafel 2: Wortelen 1-B
Tafel 4: Yoghurt 2-B
Tafel 6: Appelsap 3-B
TIP
Probeer het tijdschema te respecteren. Als niet alle leerlingen de leesfiches hebben gelezen, of als de werkbladen niet volledig zijn ingevuld is dat niet erg. De actie primeert. In het lesuur dat volgt zal er voldoende tijd zijn om op de inhoud van de fiches terug te komen. De antwoorden worden klassikaal overlopen bij het lesonderdeel ‘De smaak van bio’ en ‘Bio op één blad’.
TIP
Noteer aan het eind van het lesuur het gedachteweb op een blad als het vervolglesuur niet onmiddellijk op het eerste lesuur volgt, zo kan je gemakkelijk de draad weer opnemen.
VOORBEELD
Een fragment van het gedachteweb aan het eind van de les:
KAAS
VITAMINES LEKKER
VLEES NATUUR
KOE
MELK YOGHURT
BIOYOGHURT
LEKKER HAMBURGER
8
GEZOND
PLANTEN BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
NATUUR
AFVAL INTRO 5
(10 MIN)
KOFFIEKLETS • We bekijken het gedachteweb. • Wie wil er vertellen over het woord dat hij (of zij) gekozen heeft?
(10 MIN)
DE SMAAK VAN BIO De leerlingen vertellen over hun smaakervaringen en geven hun mening. • Herken je bio aan de smaak? Je kan het verschil tussen bio en niet-bio niet altijd proeven, maar soms wel. Biogroenten uit volle grond zijn vaak krachtiger van smaak (ze bevatten vaak minder water). Bioyoghurt bevat geen kunstmatige smaakstoffen, de smaak is vaak anders dan die van gangbare yoghurt.
(10 MIN)
BIO IN DE PORTEMONNEE De leerlingen vergelijken prijzen en proberen het prijsverschil te verklaren.
INFO
• Waarom zijn biologische producten vaak duurder? Bioboeren hebben meestal een lagere opbrengst per hectare grond die ze bewerken, of per stal waarin ze dieren houden. Juist omdat ze op een meer natuurlijke wijze werken en omdat dierenwelzijn belangrijk is. Enkele voorbeelden: • De bioboer gebruikt geen herbiciden maar zet mechanische of thermische methoden in tegen onkruid. Dus geen milieuverontreiniging door herbiciden en meer arbeidsuren voor de beheersing van onkruid. Arbeid is duur, wat zich vertaalt in een hogere prijs voor het bioproduct. • Dieren krijgen meer ruimte en een vrije uitloop buiten. Daardoor kan de biologische boer minder dieren houden in één stal en op zijn weiden. Toch zijn de kosten voor de bouw van de stal en de grondprijzen even hoog als voor zijn gangbare collega’s. Conclusie: een hoger dierenwelzijn, maar per stal of weide minder dieren. Daarom vraagt de bioboer meer voor zijn biovlees(waren).
1
Dit illustreert dat de bioboer in de praktijk aandacht besteedt aan bijkomende maatschappelijke aspecten: kwaliteit, milieu, dierenwelzijn,... Ook de veelzijdigheid van biobedrijven eist meer werktijd. Ten slotte betalen ze ook voor de controles die garanderen dat hun producten bio zijn. Omdat Vlaanderen nog niet zoveel bioboeren telt, zijn de kosten voor bijvoorbeeld transport en bewaring relatief hoog. Zo rijden er dagelijks enkele melkophaalwagens heel Vlaanderen rond om biomelk op te halen. Er zijn nog te weinig biomelkboeren om dit per regio te organiseren. Dit alles verklaart waarom je als consument meer betaalt voor bio.
2 3
Gangbare producten lijken goedkoop. Maar wat je in de winkel bespaart, daar draai je uiteindelijk toch voor op als belastingbetaler. Via milieubelastingen betaal je mee voor de vervuiling door onder meer de gangbare landbouw. Maar die prijs zit niet verrekend in wat je in de winkel betaalt voor gangbare producten. Als bioconsument betaal je dus eigenlijk twee keer. Eén keer bij de aankoop van het duurdere bioproduct, hoewel het milieu minder belast werd, INTRO 5
BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
9
en de tweede keer als belastingbetaler voor de gangbare vervuiling. Dat is niet fair. Maar het verklaart wel waarom gangbare voeding zo goedkoop kan zijn. Een tip nog voor prijsbewuste bioconsumenten: - koop seizoensgebonden groenten en fruit. - probeer wat minder vlees te eten. Goed om weten: het modale Vlaamse gezin geeft tegenwoordig nog maar 12% van zijn inkomen uit aan voeding. In 1950 was dat nog bijna de helft. Geen wonder dat de waardering voor voeding verloren is gegaan. De bereidheid om meer geld voor kwaliteitsvoeding uit te geven is vaak veeleer een kwestie van instelling dan van inkomen. Vooral eiwitrijke voeding weegt zwaar door in het biobudget. Je kan beter minder vlees eten, maar dan biologisch vlees. Dat helpt. Niet alleen voor je gezondheid, maar ook voor het milieu.
(10 MIN)
BIO OP ÉÉN BLAD We zetten de belangrijkste kenmerken van biovoeding en -landbouw nog eens op een rij. De leerlingen vullen het syntheseblad in. De antwoorden kan je vinden in de leesfiches (1-A, 1-B, 2-A, 2-B, 3-A, 3-B, 4-A, 4-B). Elke leerling heeft maximum 4 van de 8 fiches gelezen. Ze zullen elkaar moeten aanvullen om een volledige synthese te maken.
(10 MIN)
STELLINGENSPEL De leerlingen verwoorden hun mening over bio. • Stellingenspel akkoord/niet akkoord. De leerlingen kiezen per stelling hun positie: vooraan in de klas is akkoord, achteraan in de klas is niet akkoord. Stelling 1: Als ik kies voor bio, kies ik voor een beter milieu. Stelling 2: Als ik bio eet ben ik gezonder dan iemand die nooit bio eet. Stelling 3: Biologisch? Dat is allemaal bedrog. Stelling 4: Nu ik weet waar bio voor staat, kies ik vaker voor bioproducten.
MEER INFO? Websites: www.biotheek.be Brochure: Bio in vraag. Met antwoord! Gratis te bestellen bij BioForum. Download: www.bioforum.be/update/download/123_Biotheek_bioboekje.pdf
10
BIO
ETEN
&
WETEN
- GIDS
VOOR DE LEERKRACHT
INTRO 5