BINNENVAART #4
BINNENVAART#8
t
30 juni 2014
m.t. HARM 2, ENI 02310073, bunkerboot, foto: TVDZ, 21-5-2014, Zwolle. 1957 opgeleverd door J.G. Wortelboer & Co., Gouderak (391) als SHELL 83 aan N.V. Shell Nederland Verkoop Mij., ‘s-Gravenhage. Zusterschepen SHELL 82, SHELL 84 (bouwnummer 392) en SHELL 85 (bouwnummer 393). 40 ton, 17,41 x 3,73 x 1,53 x . meter, 80 PK, Rennes. 19-- vervangen door 77 PK, 56 kW, D.A.F. 19-- verkocht en herdoopt TONY. 19-- verkocht aan Veka, Zwolle, herdoopt HARM 2. 36 ton. -- verkocht aan van Hulst van de Runstraat, Lithoijen.
De SHELL 85, IVR 2310226, is als FEMMY van Almere B.V. te Urk in juli 2008 gesloopt bij Auto- en Scheepssloperij Treffers B.V. te Haarlem. (Foto: TVDZ, Urk, 2-9-1993).
De FEMMY bij Treffers te Haarlem, wachtend op de sloop, foto: L. Schuitemaker, 6-7-2006
KUNDRY 2303483. Foto: Fritz Bubenheim, collectie H. Platje. Rotterdam, 26 augustus 1914. Van de Scheepswerf "De Noord" te Alblasserdam, is te water gelaten het Rijnschip "S.H.V.22" groot 3000 ton, gebouwd voor de N.V. Steenkolen Handels Vereeniging te Rotterdam. (De Telegraaf, 28-08-1914). 1914 opgeleverd als S.H.V.22 door N.V. Scheepswerf "De Noord", Alblasserdam aan N.V. Steenkolen Handelsvereeniging, Rotterdam. IVR 2303483. 2.923 ton. 110,20 x 13,08 x . x 2,870 meter. 1930 verkocht aan N.V. Nederlandsche Transport Maatschappij, Rotterdam, herdoopt KUNDRY. 1953 verkocht aan N.V. Nederlandsche Rijnvaartvereeniging, Rotterdam. 1968 verkocht aan N.V. Europese Waterwegtransporten, Rotterdam, herdoopt EWT 213. 1970 verkocht aan N.V. Nederlandsche Rijnvaartvereeniging, Rotterdam, herdoopt ORANJESINGEL. 1972 verkocht aan Pols B.V., Zwijndrecht. 1989 gesloopt.
n.p. ABEONA 2 2303482, foto: TVDZ, 20-5-1992, Beneden Leeuwen. 1914 opgeleverd door C. van der Giessen & Zn., Krimpen a/d IJssel als SHV 20 aan N.V. Steenkolen Handelsvereeniging, Rotterdam. 2.956 ton. 110.25 x 13.10 x . x 2.900 meter. 1920 verkocht aan N.V. Nederlandsche Transport Maatschappij, Rotterdam, herdoopt TITUREL. 1953 verkocht aan N.V. Nederlandsche Rijnvaartvereeniging, Rotterdam. 1963 verkocht aan J.H. Hoenderop, Rotterdam, herdoopt ABEONA 2. 1989 verkocht aan F.J. & J.H. Hoenderop, Rotterdam. 1996 verkocht voor sloop, gesloopt bij Scheepssloperij Nederland B.V., 's-Gravendeel in 1996.
Bochtafsnijding Delftse Schie lijkt er eindelijk te komen De Raad van State gaat vermoedelijk binnen enkele weken definitief goedkeuring geven aan de verlegging van de Delftse Schie bij Overschie. Een milieuvereniging in het Rijnmondgebied maakte bezwaar tegen de ontgrondingsvergunning die nodig is voor de zogenoemde bochtafsnijding. Maar die klacht komt te laat. (Bron: schuttevaer.nl, 31-5-2014, foto JULISKA 03250294 bij Overschie: TVDZ, 16-4-2014).
EMERALD STAR SUCCESSFULL ON RIVER TRIALS Tolkamer 07/05/2014 - Today at 14.00 hours the 135 meter river cruise vessel Emerald Star, our yard number 464, has successfully completed her official river trials. In the next few days the vessel shall be completed for her delivery. DE HOOP DELIVERS EMERALD STAR (464) Tolkamer 15/05/2014 – Today, the 135 metre cruise vessel Emerald Star has been delivered to the Australian client Emerald Waterways. The vessel features 91 cabins and has capacity to host a total of 182 passengers. The Emerald Star has been outfitted with large luxury suites most of which include a balcony. This up market cruise concept debut a revolutionary mid-level 6x4m pool with a bar, located in a multifunctional area at the rear of the ship. By night this area will convert to a cinema with seating for over 30 people. (Bron en foto: dehoop.net).
SIROCCO. Het blijft een spectaculair gezicht: een schip dat voor het eerst het water in glijdt. De tewaterlating van de gastanker Sirocco verliep woensdag 28 mei 2014 vlekkeloos. Dat gebeurde bij Shipyard Constructions Hoogezand Nieuwbouw in Foxhol. De werf bouwt de gastanker voor Chemgas. Vlag: Luxemburg. (Bron: rtvnoord.nl, foto: Jeroen Berkenbosch/ rtvnoord.nl).
STADT LINDENFELS (ENI 04301210), foto: Henry Platje, 21-3-2010, Spelle. 1958 opgeleverd door Bayerische Schiffswerft, Erlenbach (898) als UNION IX aan Braunkohle Reederei G.m.b.H., Wesseling-West Duitsland. 964 ton. 72.08 x 8.22 x . x 2.500 meter. Na verlenging 1.280 ton. 84.86 x 8.22 x .x 2.800 meter. 600 PK Deutz 6M545, Klöckner-Humboldt-Deutz A.G., Keulen. 19-- herdoopt BRAUNKOHLE B. 19-verkocht aan Kaufer G.m.b.H., Würzburg, herdoopt IPHOVEN. 19-- verkocht aan Sigrid Barthel, Würzburg, herdoopt SANDRA. 1992 verkocht aan Detlef Seimke, Horstel, vlag: Duitsland, herdoopt STADT LINDENFELS. 2014 verkocht aan Fa. Mors, Wrocław-Polen (Breslau), 2-6-2014 te Bergeshövede overgedragen aan de nieuwe eigenaar. De naam bleef STADT LINDENFELS. De eigenaar (Detlef Seimke) heeft samen met zijn vrouw 22 jaar op dit schip gevaren zonder personeel. Zijn vrouw kreeg een hersenbloeding en kon niet langer meer blijven varen. Het schip is voorzien van zeer zware luiken die nog uit de tijd van de Braunkohle zijn. Op ieder luik konden drie (Deutz) tractoren staan. (Info: binnenvaart.eu en Henry Platje). Wrocław (Geluidsfragment [vrɔtswaf] (info/uitleg); Duits: Breslau, Silezisch Duits: Brassel, Tsjechisch: Vratislav, Latijn: Vratislavia) is een stad in Centraal-Europa in het zuidwesten van Polen, gelegen aan de rivier de Oder. In Wrocław, stak twee belangrijke handelsroutes - Via Regia en Barnsteenroute. De stad behoorde tot de Hanze. Wrocław is de belangrijkste historische stad van Silezië en was de hoofdstad van de Pruisische provincie Neder-Silezië. Momenteel Wrocław is de hoofdstad van Neder-Silezië woiwodschap. Wrocław telt 632.996 inwoners (31 december 2010), waarmee het de vierde stad van Polen is. In 1871 was Breslau de derde stad van Duitsland, na Berlijn en Hamburg. (Bron: wikipedia.org).
137 Jahre alter Raddampfer wird aus Murray River gehoben Die Bergung des historischen Raddampfers “Avoca”, der auf dem Murray River bei Mildura vor über einem Monat sank, soll in dieser Woche beginnen. Eigner Stefano Di Pieri beauftragte damit die Maritime Services. Das 137 Jahre alte Schiff war am Anzac Day gesunken, kurz nachdem es bei einer Auktion für 55,000 Dollar verkauft worden war. Mit Bargen und Kränen soll es wieder an die Wasseroberfläche geholt werden. Das Gerät wurde am 2.6. vor Ort erwartet. Dem aus Mildura stammenden Koch Stefano de Pieri wurden von den Behörden zwei Wochen zur Hebung des 38 Meter langen Schiffes eingeräumt und sieben weitere Tage, um es aus dem Waser zu holen. (Quelle: Tim Schwabedissen, 02.06.14, foto: ESYS).
De Murray is met zijn 2.508 kilometer de langste rivier van Australië en ontspringt in de Australische Alpen. De rivier doorkruist de binnenlanden van Australië waarbij hij de grens vormt tussen de staten Nieuw-ZuidWales en Victoria. De Murray stroomt in eerste instantie naar het noordwesten, alvorens af te buigen en 500 kilometer zuidwaarts te stromen. De wateren van de Murray stromen door verschillende meren (die verschillen in saliniteit), waaronder Lake Alexandrina en de Coorong, voordat hij bij Murray Mouth in de Zuidelijke Oceaan uitmondt. (Bron: Wikipedia, foto AVOCA: alwynsimple.blogspot.com).
Binnenschiff saß in Zutphen fest Das belgische Binnenschiff “La Mattanza”, 1459 ts (EU-Nr.: 02316051), lief in den Mittagsstunden des 3.6. unter der IJssel-Brücke in Zutphen auf Grund. Die Brücke wurde für den Verkehr bis 17.15 Uhr gesperrt. Zu dieser Zeit steckte das Schiff noch fest, doch nachdem das Ruderhaus unter dem Bauwerk hervorgezogen werden konnte, konnte der Verkehr bereits wieder freigegeben werden. Um 19.30 Uhr wurde
der mit Steinen beladene Havarist dann von dem holländischen Binnenschiff “Anna” wieder flottgemacht. (Quelle: Tim Schwabedissen, 04.06.14, foto MONTANARA 2316051: TVDZ, 11-7-1992, Kaub). Belgisch schip loopt vast onder de oude IJsselbrug in Zutphen Het verkeer van en naar Zutphen is dinsdagmiddag rond kwart voor zes enige tijd gestremd geweest omdat het wegdek van de brug er geruime tijd uit lag. Ook de spoorbrug was langer dan gepland omhoog met als gevolg dat ook het treinverkeer ontregeld raakte. Een Belgische binnenschipper komend vanuit Deventer liep met een enorme lading zware keien vast onder de IJsselbrug. Vermoedelijk was niet alleen de smalle doorgang het probleem ook de betrekkelijk lage waterstand speelde de binnenschipper parten. Met steun van zijn Nederlandse collega van het schip Anna uit Cuyk, werd het Belgische schip La Mattanza rond half zeven vlot getrokken. Het verkeer was toen alweer enige tijd op gang, omdat de stuurhut, waarvoor de brug omhoog moest, ver voorbij de onderdoorgang uit was gekomen. Daarom kon de brug vrij snel weer naar beneden. (Bron: de Stentor, 4-6-2014).
Feuer auf Binnenschiff in Zwartsluis Am Morgen des 4.6. wurden die Feuerwehren aus Hasselt und Zwartsluis zu einem Brand an Bord des holländischen Binnenschiffes "Alm", 1525 ts (EU-Nr. 02308670), gerufen, das gerade bei der Werft Bosch in Zwartsluis lag. Der Brand entstand gegen acht Uhr bei Arbeiten im Vorschiff. Die Arbeiter der Werft hatten bereits mit Löscharbeiten begonnen, die dann von der Feuerwehr fortgesetzt wurden, die das Feuer rasch unter Kontrolle hatte. Mit einer Hitzekamera wurde das Vorschiff auf verbliebene Brandnester kontrolliert und der Sauerstoffgehalt in den Räumen gemessen, ehe ein Betreten als ungefährlich eingeschätzt wurde. (Quelle: Tim Schwabedissen, 04.06.14, foto ALM 02308670: Dieter Henken, 28-11-2012, Dordrecht).
Großeinsatz auf Amrum nach Kollision der “Adler Express” mit 27 Verletzten Zu einem Großeinsatz von Rettungskräften kam es am Vormittag des 4.6. in Wittdün auf Amrum, nachdem die Fähre "Adler-Express", 328 BRZ (IMO: 9073098), der Westerländer Adler-Reederei den Fähranleger mit acht Knoten Fahrt rammte. Die “Adler-Express“ hatte um 9.15 Uhr in Strucklahnungshörn auf der Halbinsel Nordstrand abgelegt. Nach zwei Zwischenstopps auf der Hallig Hooge und Amrum sollte sie um 11.50 Uhr in Hörnum auf Sylt festmachen. Doch beim Anlegen in Wittdün kam es zu einem verhängisvollen Defekt bei der Motorsteuerung. Es gelang nicht mehr, das Schiff aufzustoppen. Kurz vor dem Aufprall rief der Kapitän über Bordlautsprecher die Fahregäste auf, sich festzuhalten. Viele der insgesamt 233 Passagiere, die neben der sechsköpfigen Crew an Bord waren, hatten bereits ihre Sitzplätze verlassen. Sie standen mit ihrem Gepäck an Deck und warteten, aussteigen zu können. Etliche Menschen wurden beim abrupten Aufstoppen gegen die Wände geschleudert wurden und stürzten übereinander. Taschen und Koffern flogen durch die Luft. Insgesamt wurden 27 Menschen verletzt, davon sechs schwer. Etliche von ihnen erlitten Frakturen, Kopfverletzungen oder Schürfwunden. Eine erhebliche Anzahl von ihnen stand auch unter Schock. Auf der Insel wurde umgehend Großalarm ausgelöst. Nach den ersten Meldungen wurde schnell der Notfallapparat hochgefahren. Acht Hubschrauber wurden alarmiert und brachten Notärzte auf die Insel.
Der Seenotkreuzer „Vormann-Leiss“, Amrumer Ärzte, die Freiwillige Feuerwehr Amrum sowie mehreren Rettungswagen waren vor Ort und wurden rasch von Kräften der Bundespolizei und der Bundeswehr unterstützt. Am Anleger wurde ein provisorisches Notfallzentrum eingerichtet. Die sechs schwer Verletzten wurde ausgeflogen. Sie kamen in Krankenhäuser in Heide, Husum, Flensburg und das Universitätskrankenhaus in Kiel. Zwei von ihnen schwebten in Lebensgefahr. Viele der Fahrgäste hatten sich nicht halten können und stürzten beim Aufprall. Sie fielen Treppe hinab auf tiefer gelegene Decks. Die Menschen lagen durcheinander, und überall war Blut, als die Feuerwehr eintraf. Sie versammelte alle vermeintlich Leichtverletzten und brachten sie in den Warteraum des Reedereigebäudes der W.D.R., wo die erste notärztliche Versorgung stattfand. Zum Zeitpunkt des Unfalls waren sehr viele Personen auf dem Anleger, die die verschiedenen Ausflüge und Schiffsabfahrten nutzen wollten. Es galt in dem Durcheinander, keinen Verletzten aus den Augen zu verlieren. Doch schon nach kurzer Zeit hatten die Notärzte und Rettungsassistenten einen Überblick erlangt, sodass entsprechend der Verletzungen die Fahrgäste versorgt werden konnten. Ein Seaking von Helgoland flog zusätzliches Rettungsdienstpersonal aus Husum ein. In Schwesing bei Husum wurde ein Notfallzentrum eingerichtet, in das die Fahrgäste geflogen wurden. Neben den Rettungskräften von Amrum, die durch Ärzte aus örtlichen Kurkliniken und freiwilligem medizinischen Personal unterstützt wurden, waren 120 Mitarbeiter des nordfriesischen Rettungsdienstes alarmiert worden. Die Wasserschutzpolizei beendete ihren Einsatz am Nachmittag. Auf der "Adler-Express" wartete man auf Vertreter des Germanischen Lloyd. Nach der Abarbeitung der Lage wurde die sehr gute Zusammenarbeit aller Einsatzkräfte durch den Einsatzkoordinator vom Rettungsdienst Nordfrieslang gelobt. Man habe eine sehr gut strukturierte Lage vorgefunden und konnte daher den Nachschub von weiteren Einsatzkräften vom Festland stoppen.
Reeder Sven Paulsen war ebenfalls auf die Insel geeilt und sprach sein Bedauern aus. Er entschuldigte sich bei allen zu Schaden gekommenen Fahrgästen und dankte allen an der Rettungsaktion beteiligten Hilfskräften von Amrum und dem Festland für ihren professionellen und schnellen Einsatz. Nachdem der Germanische Lloyd die „Adler Express“ begutachtete, durfte sie in der Nacht zum 5.6. den Hafen von Wittdün verlassen und traf gegen vier Uhr früh bei der Husumer Schiffswerft ein. Bis zur Reparatur müssen die anderen Schiffen der Reederei einen Notfallfahrplan fahren. Der Sachschaden lag nach ersten Schätzungen bei rund 20.000 Euro. Der verstärkte Bug war erheblich eingedrückt worden. Als Grund für den Ausfall nannte die Reederei ein defektes Schaltmodul, das die zwei Wasserjets antrieb. Bei Rückwärtsfahrt. müssen die Steuerdüsen abgesenkt und damit der Schub umgekehrt werden. Durch den Fehler konnte die Geschwindigkeit nicht, wie geplant, reduziert werden. Die „Adler V“ wurde von Nordstrand aus in Marsch gesetzt, um die gestrandeten Fahrgäste von Amrum und Hallig Hooge am Abend zurück nach Strucklahnungshörn auf der Halbinsel Nordstrand zu bringen. Die meisten Passagiere waren in Nordstrand an Bord gegangen, rund 70 Touristen kamen auf der Hallig Hooge dazu. Auch zwei Schulklassen aus Braunschweig und Bad Segeberg waren an Bord. Die "Adler-Express" kann maximal 420 Passagiere transportieren. Sie wurde 1993 bei der schwedischen Werft Marinteknik Verkstads AB in Öregrund erbaut. Die Kiellegung fand am 14. September 1992, der Stapellauf im Mai 1993 statt. Die Fertigstellung des Schiffes erfolgte im Juni 1993. Angetrieben wird das für die Küstenfahrt zugelassene Schiff von zwei von MTU Friedrichshafen konstruierten Zwölfzylinder-Viertakt-Schiffsdieselmotoren 12 V 396 mit einer Leistung von je 1260 kW, die nicht auf Propeller, sondern einen Wasserstrahlantrieb mit zwei Wasserstrahlhochdruckdüsen wirken. Das Schiff ist nach Angaben der Reederei das schnellste deutsche Einrumpffahrgastschiff. Es erreicht eine Höchstgeschwindigkeit von 33 Knoten, wird allerdings aufgrund von Geschwindigkeitsbeschränkungen, die in der Verordnung über das Befahren der Bundeswasserstraßen in Nationalparken im Bereich der Nordsee festgelegt sind, mit einer Höchstgeschwindigkeit von 24 Knoten gefahren. Weiterhin verfügt es über zwei Bugstrahlruder mit einer Leistung von jeweils 13 kW. Die Fähre verkehrt vorwiegend im nordfriesischen Wattenmeer zwischen Nordstrand, der Hallig Hooge und den Inseln Amrum und Sylt. Die “Adler Express” ist 41 Meter lang, 7,9 Meter breit, hat 1,27 Meter Tiefgang und eine Tragfähigkeit von 33 Tonnen. Bereits im September 2012 hatte im Wittdüner Hafen die Fähre "Eilun" den Anleger gerammt. Damals wurden 30 Kinder leicht verletzt, zehn kamen in Krankenhäuser. Insgesamt hatten sich damals 120 Kinder an Bord des Schiffes auf einer Kleintierfangfahrt durchs Wattenmeer befunden. Als Unfallursache war ein verstopfter Kraftstofffilter herausgefunden worden, der dazu geführt hatte, dass die Maschine nicht mehr gedrosselt werden konnte. (Quelle:Tim Schwabedissen, 06.05.14, foto: Sabine/Shipspotting, 12-5-2008, Amrum. Bugschaden ADLER EXPRESS: Sebastian Engel/ESYS. Bild: Kinka Tadsen/ESYS.) Fehlerhafter Potentiometer eines Joysticks Schuld an Havarie der „Adler Express“ (06.06.14) Einen Tag nach der Kollision der deutschen Fähre “Adler Express”, 328 BRZ (IMO-Nr.: 9073098), mit dem Kai des Fähranlegers in Wittdün waren alle Verletzten außer Lebensgefahr. Auch den beiden am schwersten Verletzten ging es deutlich besser, sie wurden stabilisiert und von der Intensiv- auf die Normalstation verlegt. Drei verletzte Kinder wurden bereits aus dem Krankenhaus entlassen und kehrten zu ihrer Schulklasse auf der Hallig Hooge zurück. Am Vormittag des 5.5. gingen zwei Mitarbeiter der Bundesstelle für Seeunfalluntersuchung (BSU), sowie Mitarbeiter der Wasserschutzpolizei und des Germanischen Lloyds an Bord der Fähre, die am Kai der Husumer Dock und Reparatur GmbH & Co. KG lag, um die genaue Unfallursache zu ermitteln. Dabei wurde das verhängnisvolle Manöver unter Aufsicht der BSU gemeinsam mit dem Kapitän noch einmal simuliert.
Es stellte sich dabei heraus, dass der Joystick für die Steuerung dem Antrieb falsche Signale gab. Der Kapitän hatte demzufolge bei dem Unfall keine Möglichkeit mehr zum Eingreifen gehabt, da der Ausfall eines Steuermoduls ihm keinen Zugriff auf den Antrieb ermöglichte und die Antriebsdüsen im entscheidenden Moment nicht zu regulieren waren. Der Joystick wurde ausgebaut und durchgemessen. Ein Fehler an einem Potentiometer wurde als Ursache des Versagens des Joysticks ermittelt. Der genaue Grund für das Versagen musste nun gemeinsam mit der Herstellerfirma bei der BSU untersucht werden. Bis zum 10.6. sollte der Joystick erneuert werden. Die Ermittler gingen auch der Frage nach, warum der Kapitän die Geschwindigkeit beim Einlaufen in Wittdün zwar von zunächst rund 20 auf acht Knoten reduzieren konnte, das Stoppmanöver dann aber fehlschlug. Für die Rekonstruktion der Ereignisse wertete die BSU auch den Voyage Data Recorder der „Adler-Express“ aus. Voraussichtlich am 6.6. sollte die „Adler-Express“ ins Trockendock der Werft gehen und dort der Schaden am Vorschiff repariert werden. Die Dauer wurde auf vier bis fünf Tage geschätzt. Als Ersatz sollten derweil die Fähren „Adler IV“ und „Adller V“ über Pfingsten zwischen Nordstrand und Sylt im Einsatz sein. Am 5.6. übernahm die „Adler V“ die Route Nordstrand – Hallig Hooge – Amrum, die „Adler IV“ bediente die Strecke Sylt – Amrum – Hooge –Amrum – Sylt vom 6.6. an. (Quelle: Tim Schwabedissen). Elbfähre von Steinen aufgerissen Auf der Elbe bei Havelberg ist am 4.6. die Fähre „Räbel“ bei einer Grundberührung leckgeschlagen. Es kam zu Wassereinbruch, als Steine die Unterseite auf etwa 30 Zentimeter Länge aufrissen. Die Fähre konnte den Anleger noch erreichen. Sie wurde inzwischen zur Werft Havelberg im Landkreis Stendal verholt. Der Fährbetrieb der Verbindung Räbel-Havelberg wurde bis zum 5.6. eingestellt. Bis zum Nachmittag sollte das Schiff repariert sein. Bis dahin mussten die Menschen im Norden Sachsen-Anhalts kilometerlange Umwege über Brücken in Kauf nehmen, da auch die Elbfähren Arneburg und Sandau nicht wegen erhöhten Wasserstandes bzw. eines technischen Defekts den Betrieb eingestellt hatten. (Quelle: Tim Schwabedissen, 05.06.14).
Binnenvaarder aan de grond Donderdagmiddag komt er een melding binnen van een motorboot aan de grond voor Almere. Binnenvaarder Poseidon is voor Muiderzand in problemen gekomen. Om 17.08 uur alarmeert de Kustwacht reddingboot Nikolaas Wijsenbeek voor een vaartuig aan de grond. Op het reddingstation wordt de melding telefonisch opgevraagd. Het blijkt te gaan om een motorboot die al ruim een uur aan de grond zou liggen voor Almere. De melding is vanaf de kant gedaan en meer informatie is er niet beschikbaar. Als de Nikolaas Wijsenbeek de haven van Huizen verlaat, ziet de bemanning al snel dat er op het Gooimeer voor Almere geen motorboot aan de grond ligt. De reddingboot vaart door richting het IJmeer, om daar voor de Marina Muiderzand te gaan kijken. Bij het passeren van de Hollandse Brug ziet de bemanning voor de Marina Muiderzand een binnenvaarder aan de grond liggen. Het lukt de binnenvaarder niet om op eigen kracht naar dieper water te varen. Ter plaatse wordt de situatie ingeschat. Het gaat om de Poseidon, een binnenvaarder van 85 meter en een tonnage van 300 ton. Het schip is ongeladen en heeft een diepgang van ongeveer één meter. De zuidwestenwind van 5 bft. duwt de binnenvaarder tegen de ondiepte aan. Het voorschip ligt nog vrij, het achterschip ligt aan de grond. In overleg met de Duitse schipper wordt besloten om één poging te wagen het schip vlot te trekken. In goed samenspraak maakt de Nikolaas Wijsenbeek vast aan het voorschip. Met vol vermogen trekt de Nikolaas Wijsenbeek de kop van de binnenvaarder in de wind, richting dieper water. De Poseidon gebruikt haar eigen motoren. Met vereende krachten komt de Poseidon los van de ondiepte en kan haar weg richting Amsterdam vervolgen. Na een bedankje van de schipper en een donatie voor de KNRM, gaat de Nikolaas Wijsenbeek weer retour reddingstation. (Bron en foto van het opdraaien: KNRM, 6-6-2014).
Kleines Rettungsboot half großem Binnenschiff Am Nachmittag des 5.6. lief das deutsche Binnenschiff "Poseidon", 1203 ts (EU-Nr.: 04400590), auf dem Muidersand vor Almere auf Grund. Um 17:08 Uhr verständigte die holländische Coast Guard das Rettungsboot "Nicholas Wijsenbeek" der KNRM-Station Huizen über ein havariertes Boot. Zunächst hielten die Seenotretter vergeblich nach einem entsprechenden Objekt Ausschau. Erst nachdem sie die Hollandbrücke passiert hatten, entdeckten sie die festsitzende, 85 Meter lange "Poseidon" unweit der Marina Muiderzand. Das unbeladene Schiff hatte einen Tiefgang von einem Meter und wurde in kabbeliger See von dem mit fünf Beaufoprt aus Südwest kommenden Wind stetig auf die Untiefe gedrückt, sodass es nicht aus eigener Kraft wieder freikam. Während der Bug noch auf tieferem Wasser lag, saß das Achterschiff auf. Das KNRM-Boot machte daraufhin am Bug fest und drehte ihn in den Wind. Danach gelang es, unterstützt von der Maschine der „Poseidon“, mit voller Kraft den hoch aufragenden Havaristen von dem Sand herunter zu bekommen. Danach konnte das Binnenschiff die Reise nach Amsterdam nicht ohne einen herzlichen Dank an die "Nicholas Wijsenbeek" fortsetzen. (Quelle: Tim Schwabedissen, 06.06.14). Nieuw riviercruiseschip MPS WILLIAM SHAKESPEARE gedoopt
WILLIAM SHAKESPEARE 02335914, 5-5-2014 te water gelaten in droogdok, 26-5-2014 uit dok, 2014 opgeleverd door VEKA Shipbuilding (Bijlsma Shipyard), Lemmer aan Euro Shipping Holding, vlag: Zwitserland. 3-6-2014 te Werkendam gedoopt WILLIAM SHAKESPEARE door Nova en Isa Versluis (dochters van Peter Versluis, directeur van Veka). 4-6-2014 aanvang eerste reis naar Keulen. Foto: Hans Heynen/Schuttevaer: Isa (zittend) en Nova Versluis, dochter van VEKA directeur Peter Versluis, doopten 4 juni in Werkendam het mps William Shakespeare. Peter Versluis roemde onder andere de naast hem staande Theo van Maastricht, directeur van Werkina, en projectmanager John van Cappellen van scheepswerf Bijlsma uit Lemmer waar het schip in recordtijd werd gebouwd. Afgelopen week is in Werkendam het nieuwe 5-sterren riviercruiseschip van Select Voyages het MPS William Shakespeare gedoopt. De doop werd verricht door de twee dochters van de directeur van Veka, Peter Versluis. De bouw van het schip op de Bijlsma-werf in Lemmer heeft slechts 9 maanden in beslag genomen. Het schip bevat 3 passagiersdekken (Romeo, Othello en Hamlet) waarop de in totaal 152 gasten kunnen genieten van de meest luxueuze installaties. In totaal zijn er 76 hutten aan boord die volledig zijn ingericht met grote hotelbedden, een zitje, safe, telefoon, haar droger, thee- en koffiefaciliteiten, satelliet tv en airconditioning. Vier van deze hutten zijn Deluxe Suites die naast een Frans balkon ook over een eigen serre beschikken. Cijfers MS William Shakespeare: Lengte: 110 m. Breedte: 11.40 m. Diepgang: 1.60 m. Aantal passagiers: 152. Aantal crew: 43. Openbare ruimtes: restaurant, Globe lounge en bar, Midsummer bar, Boutique, Bibliotheek, fitnessruimte en sauna, kapsalon, zonnedek met putting green, whirlpool en ligbedden en WIFI. (Bron: cruisereiziger.nl, door Marco, op 8 juni 2014, foto onder: Select Voyages).
WILLIAM SHAKESPEARE Binnenschiff auf Rhein auf Grund gelaufen Am 6.6. um 09:43 Uhr, lief das belgische Binnenschiff “Saketa” 1258 ts (EU-Nr.: 06004091) in Talfahrt von Strassburg nach Zoeterwoude auf dem Rhein auf Grund. Der Schiffsführer hatte sich von seinem Sohn vertreten lassen, der zwar auch Inhaber eines Großen Patentes war, jedoch nicht über eines für diesen Abschnitt geforderten Streckenzeugnisses verfügte. Wegen der fehlenden Ortskenntnis steuerte er bei Flusskilometer 524,30 ins Rüdesheimer Fahrwasser. Bei dem Versuch, nach Passieren der dort ausgelegten Fahrwassertrennungstonne ins Kemptener Fahrwasser zu wechseln, kam er mit seinem Vorschiff auf Grund und schlug leck. Durch ein anderes Binnenschiff konnte die“Saketa” nach Geisenheim zur dortigen Kiesverladestelle geschleppt werden und dort mit Unterstützung der Feuerwehr Geisenheim ausgepumpt werden. Durch ein Tauchunternehmen wurde das Leck abgedichtet und der Schiffsrumpf nach weiteren Beschädigungen abgesucht. Nach Abschluss der Maßnahmen wurde die Weiterfahrt bis zur Werft durch die Wasser- und Schifffahrverwaltung gestattet. (Quelle: Tim Schwabedissen, 10.06.14).
FUELTRANS 5 02306217, foto: P. Boers, 11-6-2014 tankschip met een lange historie van bekende eigenaren aan de reis met bestemming sloperij Treffers Haarlem. Naast de tanker een schip met een bord waarop de naam HOCHMEISTER staat.
1939 opgeleverd als GROOT-AMMERS 7 door N.V. Scheepswerf & Machinefabriek "De Merwede", Hardinxveld (42) aan N.V. Gebr. Broere, Groot-Ammers. IVR 2306217, 358 ton, 44,90 x 6,60 x . x 2,310 meter. -- na verlenging 513 ton. 56,80 x 6,63 x . x 2,350 meter. 150 PK, Benz. -- nieuwe motor, 365 PK Caterpillar. 1950 thuishaven: Dordrecht, herdoopt DORDRECHT 7. 1970 verkocht aan T. Kosten, Rotterdam, herdoopt BEGA. 1971 verkocht aan N.V. Osaka Tankvaart, Ridderkerk, herdoopt OSAKA. 1971 verkocht aan J. Ooms in Streefkerk, herdoopt MAREA. 1975 verkocht aan A.J. Meekeren, Zutphen, herdoopt ROSA. 1975 verkocht aan W.F. Aaldenburg, Zutphen. 1977 verkocht aan F.M.H. Faasse, Oosterhout. 1983 verkocht aan Slurink Zwaans B.V., Dordrecht, herdoopt ZWAANTJE 11. 1986 verkocht aan Butomus B.V., Sliedrecht, herdoopt BUTOMUS. 1996 verkocht aan Gebr. De Vos, Dordrecht. 2000 verkocht aan Calpam Nederland B.V., Rotterdam, herdoopt CALPAM 140. 2003 verkocht aan J.P. Wijgand, Dinteloord, herdoopt FUELTRANS 5. 2014 verkocht voor sloop aan Auto- en Scheepssloperij Treffers B.V. in Haarlem, 11-6-2014 door de duw- sleepboot PAULA naar Haarlem gebracht, 11-6-2014 passage Vreeswijk naar Haarlem, gesloopt in 2014.
LUCIFER 04022230, 1943 opgeleverd door Scheepswerf Meijer, Zaltbommel als W.T.A.G. 146 aan Westfälische Transport A.G., Dortmund. Sleepvrachtschip, 1.262 ton. 80,18 x 9,05 x . x 2,530 meter. 1965 verkocht aan P. Preugschat, Heidelberg, herdoopt LENA. 1965 verbouwd tot motorvrachtschip, 640 PK, M.W.M. TRH438SU, Motorenwerke Mannheim A.G. IVR 04022230. 1987 verkocht aan H. Preugschat, St Leon-Rot. 1996 verkocht aan U. & W. Abheiden, Papenburg, herdoopt URSULA-ANNETTE. 2008 verkocht aan Mattheij Handel & Scheepvaart, Amsterdam en Sluiskil, in beheer bij Desirée Tanya Mattheij (Willem Carel Mattheij), Sluiskil. 2010 herdoopt LUCIFER. Op 24-01-2013 is Mattheij Handel- En Scheepvaart te Sluiskil (Zeeland) door de rechtbank in Zeeland-WestBrabant failliet verklaard. Als curator is aangesteld mr. B.J. van de Wijnckel. Het insolventienummer van deze zaak is F.02/13/50. De (hoofd)activiteit van Mattheij Handel- En Scheepvaart is vervoer over water. Het faillissement in beëindigd door een verbindende uitdelingslijst. (Foto: D. Henken, 19-9-2010, Rotterdam).
SANDRIA 2 2310313, ex MANNESMANN 5, foto: TVDZ, Kaub.
HADES 2310426, Motorvrachtschip. 1959 opgeleverd door Ewald Berninghaus, Duisburg(767) als NESKA 64 aan N.V. Nederlandsche Rijnvaart Vereeniging, Rotterdam. 654 ton. 56,90 x 7,06 x . x 2,650 meter. -- verlengd. 859 ton. 66,85 x 7,06 x . x 2,710 meter. 500 PK, Deutz. -- nieuwe motor, 610 PK, Deutz. -- nieuwe motor, 675 PK, Cummins KTA19M3. 1962 verkocht aan N.V. Steenkolen Handelsvereeniging, Utrecht, herdoopt PAM 21. 1970 verkocht aan N.V. Calpam Nederland, Utrecht, herdoopt CALPAM 21. 1975 verkocht aan Coan Oil B.V., Weesp, herdoopt ALTER NOVUS. 1975 verkocht aan Transco B.V., Weesp. 1977 verkocht aan Swets Handel & Scheepvaart B.V., Schiedam, herdoopt ALTER NOVUS. 1978 verkocht aan C.J. Bink, Raamsdonksveer, herdoopt JOANSICO B. 1983 verkocht aan Mercurius B.V., Zwijndrecht, herdoopt DEVEL. 1983 verkocht aan E.L.M. Claus, Rotterdam, herdoopt ERIK-V. 1999 verkocht aan Claus De Witte V.o.F., Capelle a/d IJssel. 2008 verkocht aan F. Eier, Terneuzen, herdoopt HADES. (Foto: L. Schuitemaker).
PIZ BIANCO 2317964, foto: D. Henken, 14-4-2004, Hirzenach. 8-1973 te water gelaten, 8-1973 opgeleverd door Meidericher Schiffswerft G.m.b.H. & Co. K.G., Duisburg (361) als CARL GELDNER aan Geldner Rheinlager A.G., Bazel-Zwitserland. IVR 7000973. 2.159 ton. 92,06 x 11,04 x 3,60 x 3,000 meter. 1.500 EPK, 1.103 kW, 2 x 8 cyl, 4 tew, 220 x 280, Deutz SBA8M528, Klöckner-Humboldt-Deutz A.G., Keulen. 19-verlengd, 2.659 ton, 110,00 x 11,04 x 3,60 x 3,000 meter. 19-- nieuwe motoren, 2.120 PK, 1.559 kW, 2 x Wärtsilä. 1986 verkocht aan Antricol B.V., Millingen, herdoopt OLAF. 1989 verkocht aan Hanssen Beheer B.V., Millingen. 2001 verkocht aan Antricol B.V., Millingen, herdoopt PIZ BIANCO. Het Biancograat werd voor het eerst betreden op 12 augustus 1876 door Henry Cordier, Thomas Middlemore, Johann Jaun en Casper Mauer. Zij werden echter zo afgeschrokken door de laatste rotspassage naar de top, dat zij op de Piz Bianco omkeerden.
2002 verkocht aan Öl Pool A.G., Busch, vlag: Zwitserland, europanummer 7001801. 2014 verkocht naar Nigeria. 13-6-2014 samen met de tanker NIC ex ELINIC (04005050) vertrokken van Rotterdam achter de sleepboot MTS VICTORY naar Nigeria, 27-6-2014 ETA te Las Palmas. 18-6-2014 van Torquay. 24-6-2014 passage Lissabon, 27-6-2014 ETA te Las Palmas. 27-6-2014 gearriveerd te Las Palmas om te bunkeren. 286-2014 van Las Palmas naar Benin, 15-7-2014 ETA te Benin.
NIC ex ex ELINIC (04005050), ZESTIENHOVEN 02204097 en HYDOVAC-9 03310413, foto: Pieter Boers, 85-2014 opgelegd aan de Rietbaan te Hendrik Ido Ambacht. ELINIC: 10-1969 opgeleverd door Arminiuswerft G.m.b.H., Bodenwerder (379) als DETTMER TANK 27 aan Dettmer & Co. Reederei G.m.b.H., Bremen. 1.352 ton. 80.00 x 9.00 x 2,70 x 2.720 meter. Na verlenging 1.448 ton. 85.00 x 9.00 x 2,70 x 2.720 meter. 900 PK Deutz RBV6M545, Klöckner-Humboldt-Deutz A.G., Keulen.-- vervangen door 1.065 PK Caterpillar. 1994 verkocht aan T.A.M Driessen, Viernheim-Duitsland, herdoopt ELINIC. 2009 verkocht aan Elinic B.V., Hendrik Ido Ambacht. 4-2014 opgelegd te Hendrik Ido Ambacht als NIC.
Dampfer aus der Belle Époque rammte Kai in Genf Das Dampfschiff “Vevey” der Genfer Schifffahrtsgesellschaft (CGN) rammte am 12.6. von Yvoire kommend um 13.05 Uhr den Quay de Mont Blanc in Genf. Dabei wurde einer der 16 Passagiere verletzt. Die Fahrgäste wurden mit einem Dienstboot des Schifffahrtsamtes von Bord geholt. Das Schiff lief mit eigener Kraft die Werft in Lausanne-Ouchy an, wo der am Bug entstandene Schaden während der nächsten ein bis zwei Wochen repariert werden sollte. Die 1907 erbaute "Vevey" war unlängst überholt worden und nahm 2013 wieder den fahrplanmäßigen Verkehr auf. (Quelle: Tim Schwabedissen, 13.06.14. Bild Dampfschiff “Vevey” steckt im Kai: Jean Mabut/ESYS) .
Elbe für Schiffsbergung gesperrt Das tschechische Binnenschiff "Apollo", 1004 ts (EU-Nr.: 8451013), sitzt seit dem 8.6. auf der rechten Seite der Elbe nahe der Fährstelle Kötitz auf Grund. Es war flussabwärts nach Tschechien unterwegs und hatte 500 Tonnen Dünger an Bord, als es aus dem Fahrwasser und mit voller Länge auf Grund geriet. Seither war der Wasserpegel der Elbe von rund 1,4 Metern auf nur noch 87 Zentimeter gesunken, wodurch der Druck auf den Rumpf zunahm und das Schiff zu brechen drohte. Bislang hatte es die Havarie
unbeschadet überstanden. Deshalb wurde am 17.6. der Fluss komplett für den Schiffsverkehr gesperrt, um ein Leichterschiff im Fahrwasser zu verankern, dass die Ladung übernehmen sollte. Am 13.6. war ein erster Versuch, das Schiff zu bergen, durch den Schlepper "Beskydy" aus Böhmen fehlgeschlagen. Die tschechischen Behörden hatten eigens Staudämme in Ústí und Labem geöffnet, um den Flusspegel kurzzeitig um 30 Zentimeter zu heben. In Könitz war die Welle aber nur noch 15 Zentimeter hoch gewesen, sodass der Schlepper die Bemühungen nach rund vier Stunden einstellen musste. Ursache der Havarie war wohl ein Fahrfehler gewesen. Die „Apollo“ hat drei Mann Crew an Bord. (Quelle: Tim Schwabedissen, 18.06.14, foto: Norbert Millauer/ESYS). Apollo-Mission geglückt – Elbe wieder frei Am 17.6. um 15.04 Uhr läutete die Glocke des tschechischen Binnenschiffes “Apollo”, 1004 ts, fünfmal: Nach über sechs Stunden war es der deutsch-tschechischen Bergungsmannschaft gelungen, das auf ,der Elbe bei Kötitz festsitzende Schiff von der Untiefe am rechten Ufer zu ziehen. Um kurz nach neun Uhr hatte das Baggerschiff “Meissen” des Wasser- und Schifffahrtsamtes Dresden begonnen, das Phosphatgranulat in einen Schubleichter, den der tschechische Reeder der “Apollo” von dem Schubleichter “Rio 2” nach Kötitz hatte bugsieren lassen, umzuladen. Seit den Mittagsstunden des 16.6. und dem Morgen des 17.6. war der Elbepegel erneut um fünf Zentimeter gefallen, was den Druck auf den Rumpf weiter erhöhte. Um 12.40 Uhr wurde ein erster Bergungsversuch durch die “Rio 2” durchgeführt. Doch dabei brach eine der drei Schlepptrossen, sodass nun die “Rio 2” längsseits gelegt und auch die letzten Reste der 500 Tonnen Dünger aus dem Vorschiff geholt wurden. Bis zum frühen Nachmittag waren beide Leichter bis an die Kapazitätsgrenze beladen. Kurz vor 15 Uhr kam im zweiten Anlauf die „Apollo“, deren Tiefgang einen halben Meter reduziert worden war, knirschend vom Kiesgrund frei und wurde achteraus ins Fahrwasser gezogen. Da sie die Havarie ohne größere Schäden überstanden hatte, konnte sie die Reise nach Tschechien anschließend fortsetzen. (Quelle: Tim Schwabedissen, 18.06.14).
Gemeente Grave lijdt schipbreuk op faillissement scheepswerf Terwijl er nog nooit zo veel passagiersschepen werden afgebouwd en nieuwe besteld, ging Scheepswerf Grave failliet. Dit was het gevolg van gezamenlijk blunderen door de burgemeester en wethouders van de Gemeente Grave. De hoofdrolspeler en agrarisch georiënteerde wethouder Eric Daandels heeft dat altijd ontkend maar Rob van Kessel heeft thans de definitieve uitspraak van de Raad van State op zak. Die onderschrijft de bestuurlijke onkunde van het college dat daarmee zwaar schipbreuk lijdt. Uit de stukken blijkt onomwonden dat het college van B en W van Grave geen kaas heeft gegeten van de essentiële bestuurlijke regels. De besluiten zijn nietig verklaard en thans alsnog in het voordeel van de werf uitgesproken en geldig verklaard. Ze mogen 135- meter schepen bouwen. Maar de werf is failliet; het personeel raakte zijn toekomst kwijt en er worden geen schepen meer gebouwd. Lees in De Binnenvaartkrant van 1 juli het complete interview met Rob van Kessel, directeur van de werf. (Bron: Binnenvaartkrant, 19-06-2014, foto: arenalokaal.nl). Kollision auf Maas-Waal-Kanal Das holländische Binnenschiff "Factofour", 6438 ts (EU-Nr.: 02330686), wurde am Morgen des 18.6. von dem französischen Binnenschiff "Cervantes", 725 ts (EU-Nr.: 02311316), in der Zufahrt des Maas-WaalKanal unweit von Weurt gerammt. Die "Factofour" war mit einer Ladung Containern von Duisburg nach Rotterdam unterwegs und hatte gerade die Schleuse verlassen und eingedreht, als die "Cervantes", die auf der Fahrt von Maasbracht nach Rotterdam war, ihr in die Backbordseite lief. Der Rumpf wurde aufgerissen, doch wegen der Doppelhüllenkonstruktion kam es zu keinem Wassereinbruch. Da sich in der Ladung aber auch Gefahrgut befand, wurde die Feuerwehr alarmiert, während die “Factofour” an die Dalben ging. Die “Cervantes” hatte erheblichen Schaden am Backbordvorschiff erlitten und machte am Kai fest. Die “Factofour” konnte später nach Antwerpen
weiterlaufen, wo sie am 19.6. um 4.30 Uhr im Containerhafen festmachte. Die Landelijke Eenheid (ehemals KLPD) leitete eine Untersuchung ein. (Quelle: Tim Schwabedissen, 19.06.14, foto: Dieter Henken, 24-032010, Dordrecht). Binnenvaartschepen botsen bij Weurt Op de Waal ter hoogte van de ingang met het Maas-Waalkanaal heeft woensdagochtend een aanvaring plaatsgevonden tussen twee binnenvaartschepen. Door nog onbekende oorzaak kwam een schip beladen met ijzer in aanvaring met een containerschip dat onder meer gevaarlijke stoffen vervoerde. Het containerschip (Factofour), varende over de Waal, werd in de flank geramd door het Franse binnenvaartschip (Cervantes). Dit gebeurde het Franse schip de haven uitdraaide. Beide schepen maakten geen water, aldus een woordvoerder van de brandweer. Er vielen geen gewonden. De Landelijke Eenheid (voormalige KLPD) gaat onderzoek doen naar de toedracht van de aanvaring. Beide schepen liepen als gevolg van de aanvaring forse schade op. (Bron: 112Gld-zuid.nl).
Shipyard De Hoop levert Scenic Gem op aan Australische reder
Shipyard De Hoop heeft drie nieuwe schepen opgeleverd aan twee verwante Australische reders, die onder de namen Scenic Tours en Emerald Waterways opereren. Het laatste schip in de serie van drie, de nieuwste toevoeging aan de Scenic vloot, is Scenic Gem (bnr 463) gedoopt en gaat cruisen op de Seine. Rond de jaarwisseling van 2012 naar 2013 hebben de cruisemaatschappijen het contract getekend met Shipyard De Hoop voor de levering van twee 135m riviercruiseschepen, de Emerald Sky (bnr 462) en Emerald Star (bnr 464), voor Emerald Waterways en het kleinere vaartuig voor Scenic Tours. Seine-cruises Het specifiek voor Scenic Tours ontworpen 110 meter lange schip heeft een accommodatie voor 130 passagiers, verdeeld over 65 hutten. De riviercruiser is uitgerust met een aantal zeer luxe suites op het Donau- en Rijn-dek en voorzien van een balkon. De Scenic Gem is speciaal ontwikkeld om de rivier de Seine tot Honfleur te bevaren en biedt dezelfde ruime indeling als op andere Scenic schepen, maar voor meer intieme gezelschappen. Het interieurontwerp is identiek aan de stijl en standaard, die voor de rest van de vijf-sterren vloot wordt gehanteerd. De vele luxe voorzieningen zullen naar verwachting toonaangevend zijn voor het ‘nieuwe cruisen' op de Seine. Het '110m / 2,5-deks' ontwerp wordt gekenmerkt door een gereduceerde hoogte van het voorste deel van de accommodatie, waardoor alle dekapparatuur, dekmeubilair en zelfs het stuurhuis kunnen blijven staan bij het passeren van hoogtebeperkende obstakels. Om de verminderde kruiplijnhoogte te bereiken, hoeft men slechts waterballast in te nemen en de masten omlaag te scharnieren. Groter vrijboord Hoewel het schip is gebaseerd op andere riviercruisers van De Hoop, worden er voor het specifieke vaargebied van de ‘Gem' een aantal aanvullende eisen aan het schip gesteld, waardoor een herbeschouwing van het volledige ontwerp noodzakelijk werd. Het vaargebied van het schip loopt tot Honfleur, hetgeen zeer dicht bij de monding van de rivier en de kustwateren van Frankrijk ligt, hierdoor zijn er andere regels van toepassing. Deze regels zijn strenger dan voor schepen die ‘slechts' op binnenwateren varen, hetgeen effect heeft op de sterkte van de constructie, het vrijboord, de waterdichte indeling, (lek)stabiliteit, alsmede de benodigde reddingsmiddelen en -faciliteiten aan boord. Door aan deze strengere eisen en richtlijnen te voldoen, is het schip automatisch ook zeer geschikt voor de meeste andere Europese rivieren, kanalen en meren. De hoofdafmetingen zijn: lengte oa 110,00m, breedte oa 11,45m, holte 3, 25m, diepgang operationeel 1,50m en in ballast 2,10m, kruiplijnhoogte 6,00m. Tankcapaciteiten 100 cub brandstof, 200 cub drinkwater, 350 cub ballastwater. Aan boord is capaciteit voor 130 passagiers in 65 dubbele hutten en 44 bemanningsleden in 20 dubbele en 4 enkele hutten. (Bron: schuttevaer.nl/Shipyard de Hoop, 20-6-2014, foto: Shipyard de Hoop).
PETRUS 2316286, foto: P. Boers, 10-3-2007, Amsterdam. 1930 opgeleverd door Ewald Berninghaus, Duisburg als SEAM 8 aan N.V. Seam Scheepvaart & Agentuur Maatschappij, Rotterdam. Sleepvrachtschip, IVR 2304802, 2.308 ton. 95,95 x 12,10 x . x 2,840 meter. 1951 verkocht aan F. van der Spek, Raamsdonk, herdoopt MATHELIAN. 1979 verkocht aan Pollux A.G., Bazel-Zwitserland, herdoopt POLLUX. IVR 7001156. 1981 verkocht aan D.H.J. van Duinen in Maasbracht, herdoopt PETRUS. IVR 2316286. 2014 verkocht voor sloop aan STOLK Recycling B.V./ Stolk's Handelsonderneming B.V., Hendrik Ido Ambacht.
PETRUS 02316286. Vandaag was de oude SEAM 8 thans de PETRUS van Van Duinen voor het laatste aan de reis met als bestemming de Rietbaan Hendrik Ido Ambacht voor de sloop. Naast de LINUS en VITALIS behoorde ze tot de grootste nog bestaande sleepschepen. (Info en foto's: P. Boers, 21-6-2014, Lexmond).
PETRUS 2301404, 4-1906 kiel gelegd, 9-1906 te water, 1906 opgeleverd door T. van Duijvendijk, Lekkerkerk als PETRUS aan J.C. van Alphen, Teteringen. 913 ton. 64,62 x 8,48 x . x 2,300 meter. 1927 verkocht aan J. van Loon, Rotterdam. IVR 2301404. 1970 verbouwd tot motorvrachtschip. 514 PK Stork. -nieuwe motor, 635 PK Detroit Diesel. 1971 verkocht aan A.J. Gerlach, Rotterdam. 1980 verkocht aan W.T. van Craeymeersch, Rotterdam. 1980 verkocht aan P.T. Buitendijk, Hendrik Ido Ambacht. 1992 verkocht
aan Euromaritime B.V., Terneuzen. 1993 verkocht aan R. Veldman, Rotterdam. 1995 verkocht voor sloop en gesloopt.
SOMTRANS XXVIII 02334948, foto: L. Schuitemaker, 21-6-2014, Schelde-Rijn Kanaal. 2014 opgeleverd door VEKA, Werkendam als SOMTRANS XXVIII aan R. Somers B.V.B.A., Antwerpen. 6.280 ton. 135,00 x 15,00 x meter. 2.557 PK, 2 x Mitsubishi S12R-MPTAW. Veka levert Somtrans XXVIII met “sleutel op de deur” File filtert haast en zelfs op zaterdag is het weer zover. Vertraagd komen familie en genodigden 17 mei aan de kade in Werkendam. Eenmaal compleet gidst Ronald Somers zijn gasten over de door Veka “sleutel op de deur” opgeleverde tanker. We ervaren 135 x 15 meter functie/veiligheid van boeg tot spiegel in de lak, achttien tanks, totaal 6.800 cbm, 6.280 ton op 4.30, uitgerust met tweemaal Mitsubishi, Werkinaelektriciteit, van comfort voorzien door Willemsen en last but not least: walkapitein Ben Grootenboer hield de vinger aan de pols. Indrukwekkend, grootscheeps, keurig afgeleverd! Kijken en luisteren naar aalmoezenier Bernard van Welzenes tijdens een scheepsdoop beweegt het gemoed. Het is een bewijs dat schip en bemanning de belevingswereld van genodigden aanspreken. Immers: voor de bouw en exploitatie is risico genomen en door de opdrachtgever evenals de makers hard gewerkt. Doopvrouw Lies Vangeel. Moed Vandaag is het 22 graden, strak blauw en Van Welzenes is er om de Somtrans XXVIII te zegenen, maar eerst geeft hij het voortouw aan de doopvrouw Lies Vangeel. Met een charmante zwier begeleid door: ‘Ik wens u en bemanning behouden vaart’, slaat de champagnefles bruisend aan scherven. Applaus echoot in de Biesboschhaven. Peter Versluis pakt de microfoon en bedankt Ronald Somers voor het
vertrouwen dat Veka deze Somtrans XXVIII mocht realiseren, de volgende reeds in afbouw is en er daarna nog één of twee op het programma staan. En dat in een tijd van economische tegenspoed. Zoiets vergt moed en visie! Als metafoor voor het zakeninstinct van zijn opdrachtgever noemde Versluis “de witte raaf” die de windtunnels vindt om tot zijn doel te komen. Optimaal veilig materiaal Op de vraag wat de Somtrans-filosofie ten aanzien van nieuwbouw is in een tijd waarin overcapaciteit heerst, zou Ronald Somers tijdens het drink and walking dinner in restaurant De Waterman opmerken: ‘We streven in het segment grote schepen sterk te zijn in de markt. Onze opdrachtgevers hebben er werk voor; wij bieden hen optimaal veilig materiaal en trachten ons werk zo goed mogelijk te doen. Het is daarom dat we reeds veertien schepen van 135 meter in de vaart hebben.' 'Voor een deel varen we met Tsjechische medewerkers. Sommigen van hen zijn reeds meer dan vijftien jaar in onze dienst. Nieuwe mensen krijgen eerst een interne opleiding waarbij het accent ligt op taal! ‘Voor afvloeiing van tonnage hebben we met Veka de overeenkomst om enige enkelwandige schepen naar overzeese bestemmingen te verkopen.’
Mitsubishi Voor de technische man van de firma, Ben Grootenboer, is dit inmiddels het vijftiende nieuwbouwschip. Routine? Ja dat wel, niettemin ontwikkelen techniek en materiaal voortdurend; uitvoering is altijd weer anders. De grootste veranderingen zijn hier wel de Mitsubishi-motoren. Voor Ronald Somers – fan van ABC – zijn de Mitsubishi’s van Koedood een première. Eveneens afwijkend is de stuurhut van Wessels en de betimmering van Willemsen Interieurbouw. Somers, altijd met accent op bemanningscomfort en ieder schip een ander karakter te geven, switchte naar strak en zwart-wit. Huisleverancier Dik den Hollander accentueerde de stijl met modern materiaal. Wat betekent groen voor Somtrans?, vragen we Grootenboer. ‘Zo veel dat we met het oog op volgende nieuwbouw de ins and outs onderzoeken betreffende 100 procent gas, dual fuel of gasolie in combinatie met hybride voortstuwing. Natuurlijk voeren we inmiddels de installaties zodanig uit dat het een Green Award rechtvaardigt. Betreffende gas willen we eerst zekerheid van een bunkerstation.’ Zijn telefoon onderbreekt ons gesprek over het Somtrans Shipdocs- systeem, waarin alles van schepen, papieren, veiligheid, onderhoud en medewerkers ligt opgeslagen. Elke maand worden de basisveiligheidsoefeningen aan boord geregistreerd, begeleid door foto’s. Vanaf het kantoor kan er worden ingelogd op Shipdocs. We lopen nog even over dek en zien onder andere een fraaie stuurhut van Wessels, pompen van Kampers en John Deere voor de Veth boegschroeven en het pompbedrijf. Van der Velden-roeren houden de Somtrans XXVIII in het vaarwater. De politiek aan boord Op campagne voor de Europese verkiezingen bezocht Cora van Nieuwenhuizen scheepsbouwer Veka in Werkendam. De nummer 2 op de lijst voor de VVD was in gezelschap van partijgenoot en minister van Economische Zaken Henk Kamp. Peter Versluis presenteerde met de Somtrans XXVIII als visitekaart wat scheepsbouw en binnenvaart vandaag de dag betekenen. Zoals we uit vorig nieuws vernamen heeft Kamp onder andere zorgen over Shipyard Peters en bijvoorbeeld dat Nederlandse scheepsbouwers (zoals Barkmijer) tegen concurrerende
subsidies aanlopen. Over dat buitenlandse opdrachtgevers bij order 20 procent betalen en daarna zonder interimbetalingen het restbedrag eerst bij oplevering, kwam Kamp bij Veka eveneens zijn licht opsteken. Bij grote projecten zou een overheidsgarantie voor tussentijdse betalingen de scheepsbouwsector helpen. Nadat het gezelschap van boord was, lag de Somtrans XXVIII onmiddellijk op koers naar de terminal. (Bron: binnenvaartkrant.nl, 06-06-2014, foto Lies Vangeel: Johan de Witte/binnenvaartkrant.nl, foto SOMTRANS XXVIII: L. Schuitemaker, 21-6-2014).
BRITANNIA (4200180), foto: TVDZ, 30-7-1990, Beneden Leeuwen. 22-3-1969 te water gelaten, 17-5-1969 opgeleverd door Chr. Ruthof, Mainz-Kastel (1476) als BRITANNIA aan Köln-Düsseldorfer Deutsche Rheinschiffahrt AG, Keulen. IVR 4200180. 68 ton, 110,00 x 11,60 x . x 1,450 meter. 184 passagiers. 2.060 EPK, 1.512 kW, 4 x Deutz FM716, Klöckner-Humboldt-Deutz A.G., Keulen.
BRITANNIA (07001701), foto: Dieter Henken, 11-06-2013, Dordrecht.
1996 Europanummer 7001701. 1997 verkocht aan WestKD Schiffs Invest A.G., Bazel-Zwitserland. 2000 verkocht aan Premicon A.G., München, thuishaven en vlag: Bazel-Zwitserland. MMSI: 269056059. 22-62014 varend op de IJssel bij Zutphen lek geraakt, tegen de kant gezet en door de brandweer leeggepompt, 23-6-2014 vertrokken van Arnhem. 24-6-2014 gearriveerd bij Oranjewerf Scheepsreparatie B.V. te Amsterdam en in dok gezet.
Cruiseschip bij Zutphen geëvacueerd na lek Op de IJssel in Zutphen zijn een kleine 200 mensen van een cruiseschip gehaald, dat lek was geraakt en water maakte. Er waren 154 passagiers aan boord en vermoedelijk rond de 40 bemanningsleden. De passagiers waren vooral ouderen uit Duitsland en Oostenrijk. Het riviercruiseschip, de Britannia, is 110 meter lang en ligt aan de IJsselkade in Zutphen. Het was op weg van Deventer naar Keulen. De opvarenden, die allemaal ongedeerd zijn gebleven, worden opgevangen in een sporthal in Zutphen. Pompen Het schip is aan de achterzijde lek geraakt. Hoe dat kon gebeuren, is niet duidelijk. Met pompen wordt geprobeerd het water uit het schip te krijgen, om te voorkomen dat het zinkt. Er zijn zeker 80 man van de brandweer, politie, Rijkswaterstaat, gemeente Zutphen en de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland ingezet. De IJssel is ter plaatse voor het scheepvaartverkeer gestremd. Het schip is van het Duitse bedrijf Nicko Tours. Dat heeft enkele tientallen schepen en is gespecialiseerd in cruises op Europese rivieren. (Bron: NOS.nl, 22 juni 2014, foto: ANP/Piroschka van de Wouw; Met veel materieel is de brandweer in Zutphen bezig om water uit een lekgeslagen passagiersschip te pompen om te voorkomen dat het zinkt). Feuerwehr in Zutphen bewahrte Flusskreuzfahrer vor dem Untergang – 154 Senioren evakuiert Am neunten Tag endete die Flusskreuzfahrt von 154 Passagieren der Schweizer "Britannia" (EU-Nr.: 04200180), (MMSI: 269056059), die sich auf dem Weg von Deventer nach Köln befanden, am 21.6. gegen 22 Uhr abrupt auf der IJssel. Das Schiff hatte durch ein aus bislang unbekannter Ursache entstandenes, rund 1x1 Meter großes Leck schweren Wassereinbruch erlitten und konnte nur noch an den Kai von Zutphen gebracht werden. Hier mussten die meist älteren Fahrgäste sowie die 40-köpfige Crew eilends evakuiert werden, während das Schiff übers Heck mit Steuerbordschlagseite wegzusacken drohte. Passagiere hatten erst einen Ruck wahrgenommen, und wenig später drang schon Wasser in die Kabinen ein. Sie wurden erst in den Nachtclub Le Boulevard und dann in die mit Feldbetten versehene Hanze-Halle gebracht und vom Roten Kreuz betreut, ehe sie am 22.6. in andere Unterkünfte weiter verteilt wurden. Am 23.6. ging es per Bus weiter nach Köln. Die Feuerwehr brachte unterdessen Pumpen aus der gesamten Region in Stellung und nahm den Kampf gegen das Wasser auf. Dabei wurde sie von der Polizei, Rijkswaterstaat und ehrenamtliche Helfer der Zutphen-Kommune unterstützt. Die IJssel wurde für die Schifffahrt gesperrt. Taucher der Bergungsfirma Smit Tak untersuchten den Rumpf und versuchten, das Leck mit einer Holzpatsche abzudichten. Erst am Vormittag des 22.6. gelang es, den Flusskreuzfahrer soweit zu stabilisieren, dass er nicht mehr zu sinken drohte. Gegen Mittag wurde dieder Fluss wieder für private Boote freigegeben. Kurze Zeit später durften auch größere Schiffe wieder langsam passieren. die Unglücksstelle. Binnenschiffer waren gehalten, die Unfallstelle langsam zu passieren. Als Unglücksursache wurde der niedrige Wasserstand der IJssel bei Zutphen für möglich gehalten. Das Schiff könnte mit seinen 1.60 Metern Tiefgang auf Grund gelaufen sein. Rijkswaterstaat fand bei Untersuchungen des Flussgrundes keine Hindernisse. Nicht ausgeschlossen wurde auch die Kollision mit
Treibgut. Der Kapitän übergab am 22.6. alle Nahrungsmittel an Bord der Ernährungsbank in Zutphen, damit sie nicht verkamen. Am 23.6. machte der Schubschlepper “Hebo” am Bug fest, und assistiert von einem weiteren Schlepper am Bug wurde der Havarist in eine Amsterdamer Werft gebracht. Bei der "Britannia" handelt es sich um ein älteres Schiff, es wurde 1969 bei der Werft Chr. Ruthof in MainzKastel erbaut für die Köln-Düsseldorfer Rheinschifffahrts AG, die sie wegen wirtschaftlicher Schwierigkeiten 1997 in die Schweiz verkaufte. Seit 2006 läuft sie für die Breeze River Cruises GmbH in Basel. Die “Britannia” hat eine Länge von 110,00 Metern, eine Breite von 11,60 Metern, einen Tiefgang von 1,45 Metern und eine Passagierkapazität von 236 Personen. (Quelle: Tim Schwabedissen, 23.06.14). Lekgeslagen schip in Zutphen weggesleept Het lekgeslagen schip (BRITANNIA) in Zutphen is maandagochtend weggesleept. Het is nu onderweg naar Amsterdam waar het zal worden gerepareerd. Zondagavond is het gat in de romp provisorisch gedicht met houten planken en is het binnengestroomde water weggepompt. Het is nog altijd niet duidelijk hoe het lek is ontstaan. Rijkswaterstaat heeft onderzoek gedaan in de vaargeul. Daar waren geen obstakels te vinden die het gat veroorzaakt zouden kunnen hebben. De politie doet nog onderzoek of het gat is geslagen door iets dat in het water dreef. (Bron: Omroep Gelderland, 23-6-2014). Vastgelopen schip op IJssel weer los Op de IJssel bij De Steeg heeft dinsdag een groot deel van de dag een binnenvaartschip vastgelegen. Het schip dat grind en zand vervoert, liep 's middags vast. Op allerlei manieren werd geprobeerd het schip in beweging te krijgen. Pas rond 21:30 uur 's avonds lukte het om het schip vlot te trekken nadat een deel van de lading was overgeladen op een ander schip. Het schip belemmerde in eerste instantie het andere scheepsverkeer niet omdat het buiten de vaargeul lag. Na enkele sleeppogingen verschoof het schip zo dat de vaargeul geblokkeerd werd en de scheepsvaart tijdelijk gestremd raakte. Het schip liep vast doordat de schipper moest uitwijken voor een ander schip. Waardoor dat kwam is niet duidelijk. Op de IJssel is genoeg plek voor twee schepen om langs elkaar op te varen. Rijkswaterstaat probeerde van alles Rijkswaterstaat probeerde verschillende dingen om het schip in beweging te krijgen. Zo werd de hulp ingeroepen van andere binnenvaartschepen. Die moesten met hoge snelheid langs varen. Rijkswaterstaat hoopte dat de golfslag die dat veroorzaakt het schip los kan maken. Ook werd er een binnenvaartschip ingezet als sleepboot. (Bron: Omroep Gelderland, 24-6-2014). Weer schip vastgelopen op IJssel Op de IJssel bij Giesbeek is woensdagochtend een schip vastgelopen. De scheepvaart had daar enkele uren last van. Kort voor de middag is het vaartuig volgens Rijkswaterstaat weer vlotgetrokken. Het is het 2e schip dat in korte tijd vastliep. Dinsdagavond ging het om een met zand beladen schip, dat bij De Steeg moest uitwijken. Dat zorgde voor een stremming van 1,5 uur. Lage waterstand Volgens Rijkswaterstaat kunnen schippers de lage waterstand niet de schuld geven. Dagelijks worden de peildiepten bekendgemaakt, waardoor schippers precies weten hoeveel lading ze kunnen vervoeren, aldus een woordvoerder. (Bron: BN De Stem, 25-6-2014).
Rijnvaart beperkt door gestrande schepen en explosieven Het Nederlandse koppelverband Maranta is woensdag 25 juni 's ochtends vroeg omhoog gevaren op de Rijn bij Keulen (kmr 687), meldt de Wasserschutzpolizei. Nadat de bak was losgekoppeld vielen zowel het schip als de bak dwars op de stroom en liep ook het schip vast. Voor de overige scheepvaart werd een oploopverbod ingesteld. Nadat een deel van de lading kolen door het kraanschip Kranvogel was gelicht, kon het motorschip aan het begin van de middag van de ondiepe Deutzer Platte beneden de Severinsbrücke worden gesleept. De duwbak zou later in de middag worden gelicht, nadat eerst de in de war geraakte ankerkettingen waren binnengehaald. De ontkoppelde bak raakte bij het dwarsvallen het aan de Stadtmauer afgemeerd liggende passagiersschip Rivercloud. Het bleef bij lakschade, meldt de Kölner Stadtanzeiger. De krant vernam van een WSA-woordvoerder dat er voor de Deutzer Platte geen melding van Fehltiefen of andere beperkingen gold. Explosieven Boven Mannheim (kmr 428,5 tot 442,0) werd de Rijn woensdagochtend gestremd in verband met het opruimen van explosieven opruiming, in de opvaart vanaf 09:30 uur en in de afvaart vanaf 11 uur, beide tot nader bericht. De uitvaart bij Lampertheimer-, Sandhofener Altrhein en Nordhafen BASF werd verboden. Gestremd Een dag eerder, dinsdagmorgen 24 juni, liep een koppelverband geladen met soja omhoog op de Rijn bij Hirzenach (bij St Goar, kmr 562). Twee sleepboten trokken de beide duwbakken relatief snel weer vlot, voor de berging van het motorschip Damar werd de Rijn tot de avond gestremd. Het 85 meter lange Duitse motorvrachtschip Karin, met 560 ton kunstmest onderweg van Amsterdam naar Bulgarije, liep dinsdag wegens laag water op de Donau omhoog bij Deggendorf. Het schip viel dwars en blokkeerde de vaargeul in beide richtingen. Later op de dag kwam het door iets opkomend water op eigen kracht weer vrij. (Bron: Schuttevaer, 25-6-2014, foto MARANTA 2322959: L. Schuitemaker, 29-07-2010, Volkeraksluizen). Binnenschiff saß auf der Donau fest Am 24.6. lief wegen des gegenwärtig herrschenden Niedrigwassers auf der Donau bei Deggendorf das deutsche Binnenschiff "Karin", 1170 ts (EU-Nr.: 04700110), auf Grund. Das 85 Meter lange Schiff war mit 560 Tonnen Kunstdünger beladen. Kurz nach Passieren der Autobahnbrücke der A92 kam es fest und driftete quer zum Fahrwasser, das es daraufhin in beiden Richtungen blockierte. Nachdem es aber im Oberlauf der Donau geregnet hatte und der Pegel bei Deggendorf um knapp fünf Zentimeter angestiegen war, konnte sich der Frachter, der vom Amsterdam nach Bulgarien unterwegs war, aus eigener Kraft wieder befreien. Er musste aber auf Anweisung von Wasserschutzpolizei und Schifffahrtsbehörde an der Wallnerlände in Deggendorf festmachen. Mit einem Peilschiff wurde derweil untersucht, ob es durch die Havarie zu Kiesbewegungen im Fahrwasser gekommen war, die eine Ausbaggerung vonnöten machten. Frühestens in den Mittagsstunden des 25.6. sollte die Schifffahrt wieder freigegeben werden. (Quelle: Tim Schwabedissen, 25.06.14).
Aufgelaufenes Binnenschiff blockierte die IJssel In den Mittagsstunden des 24.6. lief das holländische Binnenschiff "Nelly V", 919 ts (EU-Nr.: 02313629), auf der IJssel bei De Steeg mit einer Ladung Sand auf Grund. Zunächst war der passierende Schiffsverkehr nicht beeinträchtigt, doch bei erfolglosen Versuchen, sich zu befreien, geriet das Schiff in das Fahrwasser hinein. Rijkswatersaat versuchte, es in Bewegung zu bekommen, indem andere Schiffe die Unfallstelle mit hoher Fahrt passierten. Diese Manöver blieben aber zunächst ebenso erfolglos wie ein Bergungsversuch durch ein anderes Binnenschiff. Erst nachdem ein Teil der Ladung durch das Baggerschiff “Hemmes” geleichtert war, das an
Backbordseite festgemacht hatte, gelang es um 21.30 Uhr dem Schlepper "Flumar“, den Havaristen wieder in tieferes Wasser zu bugsieren. (Quelle: Tim Schwabedissen, foto: Binnenschiff NELLY V: Bild: Ronald van den Langenberg/ESYS, 25.06.14).
Zweite Havarie auf der IJssel binnen 24 Stunden Auf der IJssel unterhalb von Giesbeek lief am 25.6. wieder ein Binnenschiff auf Grund. Wie bereits am Vortag, als das holländische Binnenschiff "Nelly V", 919 ts (EU-Nr.: 02313629), bei De Steeg festgekommen war, wurde der 23 Meter lange Schlepper „Flumar“ (MMSI-Nr.: 244710579) aus Giessendam herbei gerufen, um den tschechischen Havaristen zu bergen. Nach mehreren Stunden gelang es ihm, ihn übers Heck in tieferes Wasser zurück zu ziehen. Das Binnenschiff hatte für den aktuellen Flusspegel 20 Zentimeter zu viel Tiefgang. (Quelle: Tim Schwabedissen, 26.06.14, foto FLUMAR (ENI 02321998) ex BLIERSHEIM: Dieter Henken, 27-11-2013, Dordrecht).
STEINDAMM 6001729, foto: TVDZ, Koblenz, 26-6-1990. 10-1972 opgeleverd door Cassens G.m.b.H., Emden (110) als STEINDAMM aan Max Sötje Reederei G.m.b.H., Hamburg. 797 BRT. 1.300 ton. 74.21 x 9.52 x . x 3.300 meter. -- na verlenging 1.634 DWT. 84.70 x 9.52 x 3,33 x 2.900 meter. Tankinhoud 1.887 m³, 950 PK, Deutz. -- vervangen door 1.519 EPK, 1.118 kW, Caterpillar Tractor Co., Peoria NE-99. 1979 verkocht aan Intermas Rederij B.V.B.A., Gent, IVR 6001729. 1994 verkocht aan Verbeke Bunkering N.V., Brasschaat. 2010 verkocht aan Aegean Nwe. N.V., Brecht. -- verkocht aan Synergy Shipping B.V., Zwijndrecht. 2014 verkocht naar Nigeria. 16-6-2014 (m) vanaf H.I. Ambacht gearriveerd in de Waalhaven.
Belgische binnenvaarttankers naar Nigeria Aan de tros van de Engelse sleper MTS Vengeance van de MTS Group uit Falmouth zijn de voormalige Belgische binnenvaarttankers Steindamm en Rana naar Nigeria vertrokken. Daar worden zij na aankomst als opslagtanker ingezet. (Bron: schuttevaer.nl/PAS Publicaties, 1 juli 2014). (Foto: TVDZ, 5-6-1993, Kaub).
MTS VENGEANCE 8616269 met m.t. STEINDAMM 06001729 en m.t. RANA 06002254 van Waalhaven Rotterdam naar Nigeria met assistentie over de Nieuwe Waterweg van de ANNA MARIE. Foto: TVDZ, 29-62014, Nieuwe Waterweg t.h.v. Maassluis). MTS VENGEANCE 8616269, 1988 opgeleverd door Cochrane Shipbuilders Ltd., Selby als LADY SYBIL. 1999 verkocht aan Fairplay Schleppdampfschiffs-Reederei Richard Borchard G.m.b.H., St. John-Antigua & Barbuda, in beheer bij Fairplay Towage B.V., Rotterdam, 2007 verkocht, herdoopt FAIRPLAY X. 21-5-2007 vertrokken van Rotterdam. 7-6-2007 (e) verkocht aan Marine & Towage Service Group Ltd. (MTS Group Ltd.), Falmouth, herdoopt MTS VENGEANCE. 10-4-2014 vertrokken van Rotterdam met de binnenvaarttankschepen MARINA 02315116 en EILTANK 11 04606330 naar Nigeria. 27-4-2014 van Las Palmas naar Lagos, 17-5-2014 ETA te Lagos. 27-6-2014 gearriveerd te Gorinchem met ESNAAD 715 (IMO 9673355, Offshore Supply Ship, 9-11-2013 (e) te water gelaten onder bouwnummer DAMEN GORINCHEM 547239, 25-11-2013 proefvaart in de Europoort, 15-12014 (BV) opgeleverd door Damen Shipyards B.V., Gorinchem aan Esnaad, Abu Dhabi, vlag: United Arab Emirates, roepsein A6E2386. 4-2-2014 tijdens een reis van Rotterdam naar Abu Dhabi in slecht weer op 50 mijl ten westen van La Coruña in de problemen gekomen en dreigde te zinken, 5 opvarenden zijn gered met een helikopter en overgebracht naar Viveiro (Lugo), 6-2-2014 op 55 mijl ten noorden van Cabo Ortegal getracht vast te maken door de sleepboot SAR GAVIA (9525742, SASEMAR, Spanje (Remolques Maritimos S.A.), bouwjaar 2011, 907 BRT), 8-2-2014 binnen gebracht te Ferrol). 27-6-2014 MTS VENGEANCE in de Waalhaven te Rotterdam. 29-6-2014 met assistentie van de duwboot ANNA MARIE (2318905) met de STEINDAMM en RANA vertrokken naar Nigeria. 2-7-2014 gearriveerd bij Brixham. 2-7-2014 MTS VENGEANCE vertrokken naar Rotterdam. 4-7-2014 te Rotterdam.
RANA 06002254, IMO 8718823. 1-1988 opgeleverd door Van der Giessen de Noord B.V., Krimpen a/d IJssel (940) als GRANAT aan Salp S.A., Antwerpen. 757 BRT. 1.774 DWT. 83,52 (80,83) x 9,55 x 3,26 x 3,170 meter. 12 tanks. Tankinhoud 1.793 m³. 870 PK, 640 kW, S.K.L. 6NVD48A-2U -- vervangen door 750 PK, 552 kW, Deutz NE-88. 2001 verkocht aan Wiljo Bunkering N.V., Antwerpen. 2008 verkocht aan Amelie Shipping S.a.r.l., Remich, vlag: Luxemburg. 2011 verkocht aan Amelie Shipping S.A.R.L., Rotterdam, vlag: Luxemburg, in beheer bij Erik Verstraeten, herdoopt RANA. 2014 verkocht aan Nigeria. (Foto: Frank Behrends/Shipspotting, 10-8-2012, Hansweert).
ASOKA 06002220, MMSI: 205203190, foto: Pieter Boers, 2-7-2014, passage Nieuw Lekkerland met de duw- sleepboot PAULA. 1928 opgeleverd door Jabon, Ombret als ASOKA aan R. de Rijck, Temse. Sleepvrachtschip. 699 ton. 55,00 x 6,60 x . x 2,620 meter. -- verkocht aan Cargo B.V.B.A., Schoten. 1955 verbouwd bij scheepswerf De Hondt te Antwerpen tot motorvrachtschip. 2 x 300 PK Detroit Diesel. 13-52014 te Antwerpen. 2014 verkocht voor sloop aan Auto- en Scheepssloperij Treffers B.V., Haarlem, 3-72014 gearriveerd te Haarlem.
SCHELDESTROOM 02104418, foto: TVDZ, 27-3-1990. 1970 opgeleverd door Gebr. Kooiman B.V., Zwijndrecht (121) als SCHELDESTROOM aan N.V. Van Der Sluijs Tankrederij, Geertruidenberg. 481 ton. 49,46 x 6,59 x 2,50 x 2,520 meter. 380 PK Stork. 19-- nieuwe motor geplaatst, 379 EPK, 279 kW, S.A.C.M. France, Mulhouse NE-93.
2007 verkocht aan Ships Waste Oil Collector (SWOC) B.V., Rotterdam, herdoopt AQUA SCALDIS. (Foto: TVDZ, 28-6-2014, Rotterdam).
PESANTE 03230166, 1924 opgeleverd door Deutsche Werft, Hamburg als Reichschleppbetriebs Monopol, Minden. Sleepboot. 20.38 x 5,44 x . x 1,960 meter. Motoren: 120 PK Daimler Benz. -- vervangen door 200 PK, Deutz, Klöckner-Humboldt-Deutz A.G. -- vervangen door 600 PK, 441 kW, G.M. M204 16V92, General Motors Corp. 1952 verkocht aan F. Looijen, Gorinchem, herdoopt PETER. 1963 verkocht aan Th. J.A. Hartmans, Amsterdam, herdoopt BERNANDA II. 1967 verkocht aan H. Hartmans, Amsterdam. 1974 verkocht aan J. van der Veen, Abbega, herdoopt PESANTE. 1983 verkocht aan Van der Veen Bagger & Bodemegalisatie, Ommen. 1993 verkocht aan De Vries & van der Wiel, St. Maartensvlotbrug. 2006 verkocht aan Janico Scheepvaart & Transportbedrijf, Dordrecht. 2014 verkocht aan Nuala Consulting A.G., ChâtelSaint-Denis, 2-6-2014 geregistreerd te Bazel, herdoopt BO CHRIS JR. (Foto: Dieter Henken, 20-1-2014, Dordrecht).
DORTSMAN II (ENI 02330155). Casco gebouwd door Csainty Shipbuilding, Yiangduj, 2008 opgeleverd door TeamCo Shipyard B.V., Heusden als DORTSMAN II aan Dortsman Scheepvaartbedrijf V.o.F., Hendrik Ido Ambacht. Vrachtschip, 6.047 ton. 135,00 x 17,10 x . x 3,770 meter. 498 TEU. 1.673 PK Caterpillar 3512 (C) DI-TA electronic. 2014 verkocht aan Staatsman B.V., Hendrik Ido ambacht, herdoopt STAATSMAN. 2014 bij scheepswerf De Gerlien van Tiem B.V. te Druten verbouwd tot motortankschip. 7640 ton. 23 ladingtanks. 135,00 x 17,10 x . x 4,810 meter. Dortsman “verloopt” door economisch tij tot Staatsman Door Johan de Witte Na inspanning van zijn proefvaart draait de Staatsman met een sierlijke boog noord Volkerak binnen. In de zoeker van de lens draait hij dwars van de palen rond over bakboord. Een pluim rook uit 3512 Cat op het voorschip toont medewerking van de VethJet om de koers van uitvaart niet te hinderen. Gedurende de halve pirouette, showt ze haar lijn. Even later valt het machtig fraaie schip als een veertje tegen de palen. Niets verraadt dat het als een mcs gebouwd is en De Gerlien van Tiem er een tanker van realiseerde. Cosmetisch is ze nog een schoonheid! Perspectief ‘En dat was nu precies de bedoeling. Op papier hebben we onder andere de boeiing aangepast zodat het lijkt dat voor- en middenschip met hetzelfde potlood zijn getekend’, vertelt Arjan van Loon, die we meteen maar naar het waarom vragen van deze grootst bekende ombouw in de binnenvaart. ‘We pasten met 135 x 17,10 meter commercieel niet in de containervaart. Twee jaar geleden stopten we ermee. Met wat er dan over is, heb je geringe kans. Je hoopt op een economisch wonder. Intussen ben je binnen je constructieve mogelijkheden met diverse partijen in gesprek. Het schip is onder BV gebouwd. Dit opende onder andere het perspectief tot ombouw. In ons geval zag de Rabobank het zitten. De Gerlien van Tiem zei het te kunnen, et voila! Aan ons zal het niet liggen om de Staatsman boven water te varen.’ 23 tanks Op de dag van de proefvaart heeft projectleider Marcel van Tiem de lijvige map met certificaten en onderliggende documenten gelukkig aardig onder controle’ hij heeft even tijd om met ons terug te gaan naar het begin. Is zo’n ombouw in elke fase en uitvoering te coördineren zoals bij nieuwbouw? ‘Nee. In tijd hebben we het karwei weliswaar volgens afspraak in zes maanden afgerond, maar dat is tot stand gekomen doordat we met alle betrokkenen de dialoog van innovatieve aanpak konden handhaven. Zeg maar: alle neuzen stonden dezelfde kant op. Je komt bij zo’n ingreep dingen tegen die om een unieke oplossing vragen. In een bestaand schip is het belangrijk om de originele dimensie aan te houden! Daarom zijn overal stutten aangebracht zodat het casco geen millimeter bewegen kon.’ ‘Eerst hebben we het pijpgebint en de containerdummy’s verwijderd. Daarna de zijbeunen open gebrand en verbreed. Een nieuw langsschot boven op zaadhouten gezet. 23 tanks gecreëerd. Een trunkdek gemaakt en verhoogd waarbij de bestaande denneboom is gebruikt. Het schip heeft ook meer diepgang gekregen.’ ‘De secties bouwde Van der Zalm Constructie uit Brakel en Anko Piping realiseerde het leidingwerk. Vanzelfsprekend hebben we het ladinggedeelte technisch aangepast aan het voor- en achterschip. Van Tiem Elektrotechniek was er voor de elektrische installatie.’ Een ontbrekend document vangt de aandacht van Marcel; ook de mannen van Lloyds hebben nog wat opmerkingen en we moeten het met deze info doen. Rondje aan dek Twee bemanningleden poetsen de brug hagelwit, dat maakt nieuwsgierig zodat we nog even in de machinekamer kijken. Het is meer een motorkamer met de kuisheid van een keuken. Boven op het trunkdek moet je met een rei oneffenheden meten; de las lijkt geplamuurd. Maar weinig zo’n glad trunkdek gezien. Bravo voor Van der Zalm en Van Tiem! We lezen 7.684 ton, tellen 23 Marflex-pompen. De nieuwe connectie trunk/voordek/boeiing leggen we onder de loep: naadloos! De vier motorenuitlaten op het voorschip staan in een cluster RVS naar de vier windrichtingen als een fraaie handtekening van De Gerlien van Tiem. Mts Staatsman is een fier schip met karakter. De Binnenvaartkrant wenst Arjan van Loon een goede vaart en dat het economisch tij een wassend karakter zal vertonen. (Bron: Binnenvaartkrant.nl/J. de Witte, 3-6-2014). SS Maria Theresa te water bij Groningen Shipyard Onder het toeziend oog van tientallen belangstellenden gleed op dinsdagmiddag 3 juni bij Groningen Shipyard het casco van cruiseschip Maria Theresa te water. De Groningse werf bouwde het casco in opdracht van De Gerlien van Tiem uit Druten, die hoofdaannemer is van deze nieuwbouw voor het Amerikaanse Uniworld. De Amerikanen bouwen dit ‘superschip’ van 135 bij 11,45 meter voor cruises op de Rijn en Donau. ‘De opdrachtgever noemt dit een “superschip”, omdat het dieselelektrisch aangedreven cruiseschip in luxe bijna niet te overtreffen valt’, vertelt Eric Rietveld van De Gerlien van Tiem.
Na de tewaterlating – waarvoor het bovendek van het casco werd versterkt met stalen H-profielen – werd het schip voor afbouw overgebracht naar de werf van de hoofdaannemer. Het is de bedoeling dat de SS Maria Theresa – die plaats gaat bieden aan 160 passagiers en 60 bemanningsleden – op 31 januari 2015 in de vaart komt. ((Bron: Binnenvaartkrant.nl/tekst Jan Johan ten Have, 17-6-2014, foto Simon/kustvaartforum.com, 3-6-2014). SAVOR van Scylla tours in de vaart
Vrijdag (6-6-2014) is de SAVOR in de vaart gebracht door Scylla tours. Het schip is 135 meter lang en 11,45 mtr. breed en er kunnen maximaal 142 passagiers aan boord. Het is een 5 sterren schip waarbij de indeling van de hutten op een creatieve manier zijn ingericht, zodat de passagiers zich snel thuis zullen voelen. Het casco is geleverd door Vahali en het schip is zoals gebruikelijk bij Dacapo afgebouwd. (Bron en foto: jonkmanfotografie.nl, 07 juni 2014). SAVOR 07001997, casco gebouwd door Vahali Shipyard Belgrado, Servië, transport naar Nederland: IZB Cargo & Co. G.m.b.H., 6-6-2014 opgeleverd als SAVOR door Dacapo B.V. aan Scylla A.G., BazelZwitserland. 142 passagiers, PK, 2.130 PK, 2 x Caterpillar 3508C.
Reünie Van Ommeren Binnentankvaart Bas Brand en Anja Muller organiseren op 18 oktober een reünie voor vroegere werknemers van Van Ommeren Binnentankvaart. Die wordt gehouden op zaterdag 18 oktober en duurt van 10.00 tot 17.00 uur. Het grote feest der herkenning vindt plaats op de duwboot Rene Siegfried van Vereniging de Binnenvaart (afgemeerd aan de Maasstraat in Dordrecht). De reünie is bestemd voor alle mensen die ooit bij Van Ommeren Binnentankvaart gevaren en gewerkt hebben. Dus naast de mensen van de vloot ook het kantoorpersoneel en de mensen van de Omnia. Behalve bijpraten en oude herinneringen ophalen met collega’s bestaat de mogelijkheid het museum van Vereniging de Binnenvaart te bekijken. Toepasselijk is de wisselende tentoonstelling van dit jaar: die gaat over de tankvaart. ‘Er wordt door ons een hapje en een drankje verzorgd’, beloven Bas en Anja. ‘Hiervoor zullen wij u helaas wel kosten moeten berekenen. Maar we streven er naar deze kosten zo laag mogelijk te houden. De kosten zijn afhankelijk van het aantal deelnemers: hoe meer mensen, hoe lager de kosten. Wij kunnen op dit moment nog geen exacte prijs noemen.’ Opgeven voor de reünie kan per email:
[email protected]. Per post kan ook: Anja Muller, Gladioolveld 26, 2914 PD Nieuwerkerk aan den IJssel. Vermeld uw naam en uw emailadres en/of telefoonnummer, zodat de organisatoren belangstellenden op de hoogte kunnen houden. (Bron: binnenvaartkrant.nl, 1-7-2014, foto's: TVDZ, 7-1994, onder 1-8-1993).