BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Atenativ, poeder voor infusievloeistof 500 IE en 1000 IE. Humaan antitrombine III (500 IE, 1000 IE) Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u dit geneesmiddel gebruikt Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts In deze bijsluiter: 1. Wat is Atenativ en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Atenativ gebruikt 3. Hoe wordt Atenativ gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Atenativ 6. Aanvullende informatie 1. WAT IS ATENATIV EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT Atenativ is een belangrijke remmer van de bloedstolling. Het bevat antitrombine III dat is geïsoleerd uit menselijk plasma. Antitrombine III is een normaal bestanddeel van menselijk plasma. Atenativ wordt gebruikt als preventie en behandeling van complicaties in de bloestolling bij een aangeboren of verworven antitrombine III-tekort. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U ATENATIV GEBRUIKT
Gebruik Atenativ niet - als u allergisch (overgevoelig) bent voor menselijk antitrombine III of voor een van de andere bestanddelen van Atenativ (zie onder aanvullende informatie). Wees extra voorzichtig met Atenativ Licht uw arts in als u andere aandoeningen heeft. Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Allergische of anafylactische reacties (ernstige en soms levensbedreigende allergische reacties) vereisen een directe beëindiging van de injectie of infusie. Mildere reacties kunnen behandeld worden met z.g. corticosteroïden en/of antihistaminica. De richtlijnen voor shocktherapie dienen gevolgd te worden bij ernstige reacties Virale veiligheid Wanneer geneesmiddelen uit humaan bloed of plasma worden bereid, worden een aantal maatregelen genomen om te voorkomen dat infecties op patiënten worden overgedragen. Deze omvatten: zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om mogelijke dragers van infectieziekten uit te sluiten, het testen van elke donatie en ‘ge-pooled’ plasma op tekenen van virussen/infectie
pil
de invoering van stappen in de verwerking van bloed of plasma, die virussen kunnen inactiveren of verwijderen. Desondanks kan de overdracht van infecties niet volledig worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen toegediend worden die bereid zijn uit humaan bloed of plasma. Dit geldt ook voor nieuwe, tot op heden onbekende virussen en andere soorten ziekteverwekkers. De genomen maatregelen worden als effectief beschouwd tegen virussen met een eiwitmantel zoals humaan immuundeficiëntie virus (HIV) hepatitis B virus en hepatitis C virus en tegen het geen eiwitmantel bevattende hepatitis A virus. De maatregelen, kunnen van beperkte waarde zijn tegen virussen zonder eiwitmantel zoals parvovirus B19. Infectie met parvovirus B19 kan ernstige gevolgen hebben voor zwangere vrouwen (foetale infectie) en voor personen met immuundeficiëntie of bepaalde vormen van anemie (bijv. sikkelcelanemie of hemolytische anemie) Telkens als u een dosis van Atenativ toegediend krijgt, zal dit in een administratie worden bijgehouden van welke charge het product gebruikt is. Uw arts kan u adviseren inenting tegen hepatitis A en B te overwegen als u regelmatig/herhaaldelijk uit menselijk plasma bereidde antithrombineproducten krijgt toegediend. Gebruik met andere geneesmiddelen Licht uw arts in als u andere medicijnen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt, ook als het gaat om medicijnen die zonder recept verkrijgbaar zijn. De werking van antitrombine wordt versterkt door heparine. Dit kan de halfwaardetijd van antitrombine sterk verminderen. Behandeling met heparine tijdens normalisatie van de antitrombine III concentratie, verhoogt het risico op bloedingen. De toediening van heparine aan een patiënt met een verhoogd bloedingsrisico dient zorgvuldig overwogen te worden. Wanneer wordt besloten om heparine te gebruiken, dient slechts een lage dosis standaardheparine toegediend te worden. De effecten op de stolling en op de antitrombineconcentratie dienen nauwlettend te worden gecontroleerd. Gebruik van Atenativ met voedsel en drank Er zijn geen effecten waargenomen. Zwangerschap en borstvoeding Ervaring met het gebruik van Atenativ tijdens de zwangerschap of borstvoeding is beperkt. U moet uw arts raadplegen alvorens Atenativ te gebruiken tijdens de zwangerschap of tijdens de periode van borstvoeding. Humaan antitrombine III is een normaal bestanddeel van humaan plasma en studies in zwangere vrouwen hebben niet aangetoond dat antitrombine III het risico voor het ongeboren kind verhoogt, wanneer het tijdens de laatste drie maanden van de zwangerschap wordt toegediend. Rijvaardigheid en bediening van machines Er zijn geen aanwijzingen dat Atenativ de rijvaardigheid of het vermogen machines te bedienen beïnvloedt.
pil
Stoffen in Atenativ waarmee u rekening moet houden Dit geneesmiddel bevat 6,3-10,5 mmol (of 144,9-241,5 mg) natrium per dosis (30-50 IE/kg). Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een beperkt natriumdieet. 3.
HOE WORDT ATENATIV GEBRUIKT
Uw arts beslist of u Atenativ nodigt heeft en in welke dosis. Atenativ wordt door een arts of verplegend personeel toegediend in de vorm van een infusie. Tijdens de behandeling wordt uw toestand met behulp van laboratoriumtests gecontroleerd. Dosering en wijze van toediening Dosering De dosering en de duur van de therapie is afhankelijk van de ernst van de ziekte en het klinische beeld. De dosering dient individueel te worden bepaald op geleide van de behoefte van de patiënt en is gebaseerd op de medische beoordeling van de behandelend arts en de laboratoriumwaarden. Eén eenheid antitrombine III is equivalent aan de hoeveelheid anti-trombine die aanwezig is in 1 mL plasma . Deze concentratie wordt beschouwd als 100%. De toediening van 1 eenheid antitrombine III per kg lichaamsgewicht verhoogt de antitrombineconcentratie met ongeveer 1%. De benodigde dosis wordt met behulp van de volgende formule bepaald: Benodigde eenheden=lichaamsgewicht (kg) x [gewenste concentratie (%)-actuele antitrombine concentratie (%)]. Een antitrombineconcentratie van minstens 100% dient in het begin van de behandeling bereikt te worden en deze moet dan gehandhaafd worden boven 80% tijdens de gehele periode van behandeling. De dosis dient ingesteld te worden aan de hand van laboratoriumbepalingen van de antitrombine III concentratie. Deze dient men minimaal twee keer per dag te bepalen totdat de patiënt is gestabiliseerd, daarna één keer per dag en altijd onmiddellijk voor de volgende infusie. Men dient rekening te houden met het feit dat de halfwaardetijd van antitrombine sterk kan zijn verminderd bij sommige aandoeningen, zoals bij gedissemineerde intravasale stolling (een aandoening waarbij kleine bloedstollingen in de bloedvaten optreden, waardoor de bloedvoorziening naar de organen wordt gehinderd en bloedingen kunnen optreden). Wijze van toediening De oplossing dient langzaam intraveneus toegediend te worden. De gebruikelijke toedieningssnelheid bij volwassenen is 50 IU per minuut en dient niet te groter zijn dan 100 IU/minuut. Wat u moet doen als er meer Atenativ is toegediend dan noodzakelijk Er zijn geen verschijnselen van overdosis met Atenativ bekend. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Atenativ te gebruiken Uw arts zal ervoor zorgen dat Atenativ wordt toegediend en dat de laboratoriumwaarden daarmee binnen het aangegeven bereik blijven.
pil
Als u stopt met het gebruik van Atenativ Op basis van uw laboratoriumwaarden evalueert uw arts mogelijke risico’s en beslist hij of zij wanneer de toediening van Atenativ wordt stopgezet. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Atenativ bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Overgevoeligheidsreacties of allergische reacties treden zelden op, bijvoorbeeld plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv. keel of tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag (angio-oedeem), een brandend en stekend gevoel op de injectieplaats, rillingen, blozen, huiduitslag (urticaria), hoofdpijn, lage bloeddruk (hypotensie), slaapzucht (lethargie), misselijkheid, rusteloosheid, versnelde hartslag (tachycardie), een gevoel van beklemming op de borst, tintelingen, braken, piepende ademhaling en kunnen zich in sommige gevallen verder ontwikkelen tot ernstige, levensbedreigende allergische reactie (anafylaxie) waaronder shock (toestand met als kenmerken sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid en verminderd bewustzijn). In geval van een allergische reactie moet de toediening onmiddellijk worden stopgezet. De behandelende arts moet de richtlijnen naleven die van toepassing zijn voor de behandeling van shock. De volgende symptomen werden waargenomen, maar de frequentie ervan is niet bekend: ernstige allergische reactie voor bepaalde stoffen, waarbij sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid en verminderd bewustzijn optreden als gevolg van een plotselinge, sterke vaatverwijding (anafylactische shock) versnelde hartslag (tachycardie) lage bloeddruk (hypotensie) kortademigheid (dyspneu) huiduitslag (urticaria) rugpijn pijn in de borst koorts reactie op de plaats van injectie overmatig zweten (hyperhidrose) Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts. Het melden van bijwerkingen Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw <arts> <,>
. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel. HOE BEWAART U ATENATIV Buiten bereik en zicht van kinderen bewaren. Bewaren bij een temperatuur tussen 2 C en 8 C. Bewaar de flacons in de buitenverpakking om het geneesmiddel tegen licht te beschermen.
pil
Na bereiding dient het product binnen 12 uur te worden toegediend. Gebruik Atenativ niet meer na de houdbaarheidsdatum die is vermeld op het etiket en de verpakking na de afkorting EXP. De houdbaarheidsdatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Niet gebruikte oplossing dient niet bewaard te worden vernietigd. Geneesmiddelen mogen niet via het riool worden afgevoerd of bij het huisvuil worden gegooid, maar dienen bij de apotheek te worden ingeleverd 5.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Atenativ - Het werkzame bestanddeel is menselijke antitrombine III (50 IE/ml). - De andere bestanddelen zijn: Poeder: Natriumchloride, menselijk albumine, N-acetyltryptofaan en caprylzuur. Oplosmiddel: Water voor injecties Hoe ziet Atenativ eruit en wat is de inhoud van de verpakking Atenativ is een poeder en oplosmiddel voor voor oplossing voor infusie. De verpakking bestaat uit een poeder in een flacon (type II-glas) en een oplosmiddel (water voor injecties) in een flacon (type I of II-glas), dat wordt gebruikt voor het oplossen van het poeder. In de regel is de oplossing helder of enigszins opaalkleurig. De bereide oplossing bevat 50 IE/ml menselijke antitrombine III. Atenativ is verkrijgbaar in drie verschillende verpakkingsgrootten: 500 IE of 1000 IE . Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgrootten worden aangeboden. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Registratiehouder: OCTAPHARMA GmbH Elisabeth-Selbert-Str. 11 D-40764 Langenfeld Duitsland Tel : 0049 (0)2173 917 0 Fax : 0049 (0)2173 917 111 E-mail: [email protected] Voor inlichtingen en correspondentie: EuroCept B.V. Trapgans 5 1244 RL Ankeveen Tel : 0031 (0)35 52 88 377 Fax : 0031 (0)35 54 24 086 E-amil: [email protected]
pil
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen: RVG 17 400 Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in maart 2015 -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Atenativ, poeder voor infusievloeistof 500 IE en 1000 IE
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddeel Humaan antitrombine III (500 IU, 1000 IU) Kwantitatieve samenstelling Wanneer de oplossing klaar is voor infusie bevat deze 50 IU humaan antitrombine per ml.
3.
FARMACEUTISCHE VORM Atenativ wordt geleverd als een gelyofiliseerd poeder. Het concentraat wordt intraveneus toegediend na reconstitutie met het bijgeleverde water voor injecties.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1. Therapeutische indicaties Profylaxe en behandeling van trombo-embolische complicaties bij een aangeboren of verworven tekort aan antitrombine III. 4.2. Dosering en wijze van toediening Behandeling dient te gebeuren onder supervisie van specialisten met ervaring in het behandelen van patiënten met antitrombine deficientie. Dosering De dosering en de duur van de substitutietherapie is afhankelijk van de ernst van de conditie en het klinische beeld. De dosering dient individueel te worden bepaald op geleide van de behoefte van de patiënt en gebaseerd op de medische beoordeling van de behandelend arts en de laboratoriumwaarden. Eén eenheid antitrombine III is equivalent aan de hoeveelheid antitrombine die aanwezig is in 1 ml ge-pooled plasma afkomstig van een groot aantal donoren. Deze concentratie wordt beschouwd als 100%. De toediening van 1 eenheid antitrombine III per kg lichaamsgewicht verhoogt de antitrombineconcentratie (activiteit) met ongeveer 1%. De benodigde dosis wordt met behulp van de volgende formule bepaald: Benodigde eenheden = lichaamsgewicht(kg) x [gewenste spiegel(%) - actuele antitrombine spiegel(%)].
pil
Een antitrombinespiegel van minstens 100% dient in het begin bereikt te worden en deze moet dan gehandhaafd worden boven 80% tijdens de gehele periode van behandeling. De dosis dient ingesteld te worden aan de hand van laboratoriumbepalingen van de antitrombine III concentratie (activiteit). Deze dient men minimaal twee keer per dag te bepalen totdat de patiënt is gestabiliseerd, daarna één keer per dag en altijd onmiddellijk voor de volgende infusie. Men dient rekening te houden met het feit dat de halfwaardetijd van antitrombine sterk kan zijn verminderd bij sommige aandoeningen, zoals bij gedissemineerde intravasale stolling. Wijze van toediening De oplossing dient langzaam intraveneus geïnfundeerd of geïnjecteerd te worden. De gebruikelijke toedieningssnelheid bij volwassenen is 50 IU per minuut en dient niet groter te zijn dan 100 IU/minuut. 4.3. Contra-indicaties Eerder doorgemaakte allergische reactie op een van de bestanddelen van het product. 4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Net als bij alle intraveneuze producten die eiwit bevatten, kunnen er allergische overgevoeligheidsreacties optreden. Patiënten moeten nauwgezet worden gecontroleerd en zorgvuldig geobserveerd voor symptomen gedurende de infusie periode. Patiënten moeten worden geïnformeerd over de eerste tekenen van overgevoeligheidsreacties, waaronder netelroos, gegeneraliseerde urticaria, beklemd gevoel op de borst, kortademigheid, lage bloeddruk en anafylaxie. Als deze symptomen optreden na toediening, moeten de patiënten contact opnemen met de behandelende arts. Als allergische of anafylactische reacties optreden moet de injectie/infusie onmiddellijk worden gestopt. De toepasselijke richtlijnen voor de behandeling van shock moeten gevolgd worden. Standaard maatregelen ter preventie van infecties door het gebruik van geneesmiddelen bereid uit menselijk bloed of plasma omvatten selectie van donoren, het testen van individuele donaties en gepooled plasma op specifieke markers van infectie en het aan het productieproces toevoegen van effectieve stappen voor de inactivatie / verwijdering van virussen. Desondanks kan bij de toediening van geneesmiddelen bereid uit menselijk bloed of plasma de mogelijkheid van overdracht van ziekteverwekkers niet helemaal worden uitgesloten. Dit geldt ook voor onbekende of opkomende virussen en andere ziekteverwekkers. De genomen maatregelen worden als werkzaam beschouwd tegen ‘enveloped’ virussen zoals humaan immuundeficiëntie virus (HIV), Hepatitis B virus (HBV) en Hepatitis C virus (HCV), en tegen het ‘non-enveloped’ hepatitis A virus (HAV). De maatregelen zijn mogelijk minder doeltreffend tegen de ‘non-enveloped’ virussen zoals parvovirus B19. Infectie met parvovirus B19 kan ernstige gevolgen hebben voor zwangere vrouwen (foetale infectie) en voor personen met immuundeficiëntie of verhoogde erythropoiese (bijv. hemolytische anemie). Er moet een geschikte vaccinatie (hepatitis A en B) worden overwogen bij patiënten die regelmatig uit humaan plasma bereidde antitrombineconcentraten krijgen Het wordt ten stelligste aanbevolen om de naam en het lotnummer van het product te registreren telkens als Atenativ wordt toegediend aan een patiënt, om een verband te houden tussen de patiënt en het gebruikte lot/charge. Klinische en biologische bewaking wanneer antitrombine met heparine wordt gebruikt: om de heparinedosering aan te passen en een sterke verminderde stolbaarheid van het bloed te voorkomen, dient de mate van antistolling (aPTT en, indien van toepassing, anti-FXa-activiteit) regelmatig te worden gecontroleerd, met kleine intervallen en vooral gedurende de eerste minuten/uren na het begin van het antitrombinegebruik. dagelijkse meting van antitrombineniveaus om de individuele dosis aan te passen vanwege het risico van verlaging van de antitrombineniveaus door langdurige behandeling met nietgefractioneerde heparine. Dit geneesmiddel bevat 6,3-10,5 mmol (of 144,9-241,5 mg) natrium per dosis (30-50 IE/kg). Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een beperkt natriumdieet.
pil
4.5. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie De werking van antitrombine wordt versterkt door heparine. Dit kan de halfwaardetijd van antitrombine sterk verminderen. Behandeling met heparine tijdens normalisatie van de antitrombine III concentratie verhoogt het risico op bloedingen. De toediening van heparine aan een patiënt met een verhoogd bloedingsrisico dient zorgvuldig overwogen te worden. Wanneer wordt besloten om heparine te gebruiken, dient slechts een lage dosis standaardheparine toegediend te worden. De effecten op de coagulatieparameters en op de antitrombineconcentratie(activiteit) dienen nauwlettend te worden gecontroleerd. 4.6. Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding De veiligheid van humaan antitrombine III voor gebruik bij zwangerschap of bij het geven van borstvoeding is nog niet vastgesteld in gecontroleerde klinische onderzoeken. Experimentele dierstudies zijn niet voldoende om de veiligheid met betrekking tot reproduktie, ontwikkeling van het embryo of de foetus, het verloop van de zwangerschap en de peri- en postnatale ontwikkeling te bepalen. Humaan antitrombine III is een normaal bestanddeel van humaan plasma en studies in zwangere vrouwen hebben niet aangetoond dat antitrombine III het risico op foetale afwijkingen verhoogt, wanneer het tijdens het derde trimester van de zwangerschap wordt toegediend. 4.7. Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Niet van toepassing. 4.8. Bijwerkingen - Overgevoeligheidsreacties of allergische reacties (waaronder angio-oedeem, een brandend en stekend gevoel op de injectieplaats, rillingen, blozen, uitgebreide urticaria, hoofdpijn, niet-uitgebreide urticaria, hypotensie, lethargie, misselijkheid, rusteloosheid, tachycardie, een gevoel van beklemming op de borst, tintelingen, braken, piepende ademhaling) zijn zelden waargenomen en kunnen zich in sommige gevallen verder ontwikkelen tot ernstige anafylaxie (waaronder shock). - In zeldzame gevallen is koorts waargenomen. MedDRA gecodeerd Immuunsysteemaandoeningen
Hartaandoeningen Bloedvataandoeningen Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Huid- en onderhuidaandoeningen Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Reactie Frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) anafylactische shock anafylactische reactie overgevoeligheid anafylactoïde reactie tachycardie hypotensie dyspneu urticaria allergische dermatitis rugpijn pijn in de borst koorts reactie op de plaats van injectie hyperhidrose
Diuretische en vasodilatoire effecten zijn waargenomen in enkele patiënten met ernstige gedissemineerde intravasale stolling Voor de veiligheid wat overdraagbare agentia betreft, zie 4.4. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend
pil
worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb Website: www.lareb.nl
4.9. Overdosering Er zijn geen symptomen van overdosering met antitrombine III bekend.
5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1. Farmacodynamische eigenschappen Antitrombine III is een belangrijk coagulatieremmer in het bloed. De remmende werking is gebaseerd op de formatie van een covalente binding tussen antitrombine III en het actieve centrum van serineproteasen. Deze remmer-coagulatie-enzymcomplexen worden verwijderd door het reticuloendotheliale systeem. De factoren die het sterkst geremd worden zijn trombine en factor Xa, andere zijn de geactiveerde vormen van de factoren IX, XI en XII. Heparine werkt als een katalysator die de reactie versnelt. De antitrombine III-activiteit varieert van 80 - 100% in volwassenen en ongeveer de helft van de activiteit wordt gevonden in neonaten. Atenativ wordt gedistribueerd en gemetaboliseerd op dezelfde manier als de fysiologische stof. 5.2. Farmacokinetische eigenschappen De biologische halfwaardetijd is ongeveer 3 dagen. Bij gelijktijdige behandeling met heparine kan de halfwaardetijd verminderen tot ongeveer 1,5 dagen. Bij situaties met een groot verbruik kan de halfwaardetijd verminderen tot enkele uren. 5.3. Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Toxicologische eigenschappen Humaan antitrombine III is een normaal bestanddeel van humaan plasma. Single dose toxiciteitsstudies zijn van een beperkte waarde en kunnen geen gegevens verstrekken met betrekking tot de vaststelling van toxische- of letale doses of een dosis-effect relatie. Herhaalde doses toxiciteitsstudies in dieren zijn onuitvoerbaar en van geen waarde als gevolg van de ontwikkeling van antilichamen. Associatie van antitrombine III met embryo-foetale toxiciteit, oncogeen of mutageen potentieel is niet gerapporteerd. Er zijn geen symptomen van acute toxiciteit beschreven in diermodellen.
6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen Atenativ Natriumchloride humaan albumine gestabiliseerd met acetyltryptofaan en caprylzuur Oplosmiddel Water voor injecties
500 IU 90 mg 100 mg 2 mg 1,5 mg
1000 IU 180 mg 200 mg 4 mg 3 mg
10 ml
20 ml
6.2. Gevallen van onverenigbaarheid Er zijn geen gevallen van onverenigbaarheid bekend. 6.3. Houdbaarheid Atenativ is 3 jaar (bij 2-8º C) houdbaar en kan gebruikt worden tot de op de verpakking vermelde datum. Fysisch-chemische stabiliteit van het gereconstitueerde product is aangetoond voor 48 uur bij kamertemperatuur.
pil
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het product na reconstitutie onmiddellijk gebruikt worden. Als het gereconstitueerde product niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de condities en duur van bewaren voor gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en normaal gesproken niet langer dan 12 uur bij 2-8°C, tenzij reconstitutie heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities. 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaar Atenativ, buiten invloed van licht bij 2-8°C. Ongebruikte oplossing dient niet bewaard te worden. Gebruik Atenativ niet na de op de verpakking vermelde datum.
6.5. Aard en inhoud van de verpakking Atenativ is verpakt in glasflacons, type II glas (Ph. Eur.), van 50 of 100 ml. De stoppen zijn vervaardigd uit broombutylrubber en ze zijn geseald met een aluminium pull off cap. 6.6. Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen De gelyofyliseerde droge substantie dient gereconstitueerd te worden in het aanbevolen oplosmiddel, dat van te voren op kamertemperatuur is gebracht. Produkten die na reconstitutie nog enig residu vertonen dienen niet gebruikt te worden. Atenativ is verenigbaar met isotone zoutoplossing (0,9% m/v) en isotone glucoseoplossing (5,0% m/v) in infusieflacons van glas en van plastic. Niet gebruikte oplossing dient te worden vernietigd.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Octapharma GmbH Elisabeth-Selbert-Str. 11 D-40764 Langenfeld, Duitsland
8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Atenativ is in het register ingeschreven onder RVG 17 400
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING 11 april 1996
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste gedeeltelijke wijziging betreft rubrieken 4.8: 31-03-2015
pil