Bijpraten Beraber konuşalım Nr. 70 aug. 2015
Crisismeldpunt: 088-3580999
Crisisdienst:088-3571999
Ma t/m vrijdag 17.00–09.00 uur.
Op werkdagen, tijdens kantooruren.
Buiten kantooruren, in het weekend en tijdens feestdagen.
Vakantie-informatie pag. 2 en 3 Er zijn nog enkele plaatsen! Met vele verschillende ervaringsverhalen Meer informatie over vele zaken: www zaanspraatcafe.nl
Bijpraten nr. 70 aug. 2015 pag. 1.
Inhoud
pag. 1
Vakantie-informatie
pag. 2
Bestuur en OMC
pag. 3
Zomerstress
pag. 4/5
Persbericht Leger des Heils
pag. 5
Wie ben jij
pag. 4
Repelsteeltje
pag. 6/7/8
Dankbaar
pag. 8
Jeugdzorg
pag. 9/10
Cannabis
pag. 10
Muren
pag. 11/12/13
Lief mens
pag. 13
Kom uit de kast
pag. 14/15/16
Zonnesteek
pag. 16/17
Eva
pag. 18
Zorgboerderij
pag. 19/20
Radicaal kiezen
pag. 20/21
Verziekt systeem
pag. 21/22
Een vriend
pag. 23
Recept
pag. 24
Colofon
pag. 24
Wilt u “Bijpraten” per email ontvangen laat dat ons per mail weten. Wij worden financieel ondersteun door:
Bijpraten nr. 70 aug. 2015 pag. 2
Met touroperator CORENDON hebben wij afspraken kunnen maken over een optie tot 31 augustus voor een vlucht naar en van Antalya en een vakantie verblijf in het All Inclusief hotel:
Grand Park Lara-Turkije. Van
28 oktober tot/met 4 november 2015.
Er zijn nog enkele plaatsen Beschikbaar! Wil je nog mee dan voor 30 augustus,
€ 350,00 overmaken op NL72RABO 01507257 T.n.v. St. tot instandhouding van Zaans Praatcafe. En je naam en adres door geven via email: zaanspraatcafe@planet nl per telefoon: 075 631 51 91
Meer informatie: Website: “zaanspraatcafe.nl” Telefoon: 075 6315191. Tijdens de inlopen van 16.00 tot 17.00 uur in Westend Snooker, Westzijde 28, Zaandam. Ingang parkeerterrein. Website: Corendon Grand Park Lara
Bijpraten nr. 70 aug. 2015 pag.3
Van de besturen en OMC Er zijn nog plaatsen!! Onze coördinator heeft een week vakantie gevierd op het door ons geselecteerde, goedkoopste hotel aan de Turkse Riviera , Antalya, Lara. Het verblijf is goed bevallen. a. Korte transporttijd van het vliegveld naar het hotel. 20 minuten. b. Vriendelijk en hulpvaardig personeel waarvan een deel Nederlandstalig is. c. Dagelijks verschoning van het linnengoed en schoonmaak kamer. d. Goed eten en bijna de gehele dag zijn er op het terrein of aan het strand de mogelijkheid, om, gezond en ongezond, te eten en te drinken. e. Nederlandstalig aanspreekpunt van Corendon in de ochtenduren. f. Optie tot 31 augustus voor de vluchten en het verblijf. g. Gratis annuleren. Inmiddels is er contact opgenomen met Corendon en zijn de volgende afspraken gemaakt. a. Geen “aparte/zorgzame” benadering van de deelnemers. b. Geen apart vervoer van en naar het vliegveld. c. Geen aparte excursies. d. De kamers op het rustigste gedeelte van het complex. Dat wordt het meest rechtse gebouw op de foto. e. Kamers naast elkaar niet noodzakelijk. f. Kamerindeling bij de bevestiging van de verkregen op optie. g. Tomatensap in de koelkast op de kamers. [ter vervanging van de lithium die men verliest bij het transpireren]. h. Stoelreservering direct bij het boeken. Over de vluchttijden is nog niets met zekerheid te zeggen. Tot zover de nieuwste informatie over de te organiseren vakantie. Meer informatie: Website: “zaanspraatcafe.nl” Telefoon: 075 6315191. Website: Corendon Grand Park Lara Tijdens de inlopen van het Snookercentrum, ingang parkeerterrein. Opgevenvóór 30 augustus: per mail;
[email protected] of persoonlijk maandag en donderdag van 16.00 tot 17.00 uur in Westend Snooker, Westzijde 28, Zaandam je naam en adres doorgeven. Betalen vóór 30 augustus € 350,00 op rekening NL72RABO 0150725701 t.n.v. St. tot instandhouding van Zaans Praatcafe.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag. 4
Zomerstress Ik ken iemand die het hele jaar bezig is met zijn vakantie van drie weken. Je hoort hem al maanden van te voren aftellen. "Over een goed half jaartje zit ik weer met mijn kont op het strand van Gran Canaria.” Er gaat bijna geen dag voorbij of hij heeft het erover. "Nog drie maanden jongens! Nog twee... Nog een week!" En als het dan uiteindelijk bijna zover is lijkt hij in soort zwart gat te vallen. De voorpret is over. "Tot over drie weken hè!" En als hij weer terug is hoor je hem maandenlang vertellen dat dit zijn beste vakantie ooit was. Maar dat hoor je ieder jaar. Nu is dit niet eens het vervelendste aan de zomer. Wat mij nog het meest verontrust is dat na de eerste zonnestralen mensen, die je anders nooit ziet, uit hun grot kruipen. Hele horden onrustige bleke families kruipen in hun auto's om aan TomTom te vragen waar het strand, de duinen en de bossen ook al weer te vinden zijn. Knetterende scooters, honderdduizenden racefietsen, tot gettoblasters omgebouwde auto's. In iedereen borrelt een expansiedrift omhoog die ze zelf niet kunnen beteugelen. Het gaat met hen aan de haal. Kijk, dat beangstigt mij. Ik krijg het daar benauwd van. Misschien ben ik daarom wel een regenmens. Dan wordt alles om me heen weer zo rustig. Net zoals in de winter, de vroege lente en de herfst. Met dat idee in mijn achterhoofd ben ik een camping begonnen. Eerst was mijn camping alleen in de herfst open. Dus niet in de stressvolle zomer. Maar dat werkte niet. In die periode zit iedereen in zijn grot achter de computer gedoken, wachtend op de eerste zonnestralen. Ik heb het campingconcept daarom veranderd. Mijn camping was vanaf dat moment wel 's zomers geopend, maar dan alleen 's nachts. Vanaf 07:00 uur in de ochtend gingen de slagbomen dicht en mochten auto's de hele dag de camping niet meer op of af. Muziek, barbecueën of wat voor activiteit dan ook was vanaf dat tijdstip verboden en werden alle campinggasten geacht tussen 07:00 uur en 22:00 uur te gaan slapen of zich stil te houden totdat de nacht aanbrak. Om 22:30 uur ging de slagboom omhoog en de campingwinkel open, waar je ook kon ontbijten tussen 23:00 en 0:30 uur. Door het recreatieteam werden voor de kinderen tussen 01:00 uur en 03:00 uur spelletjes georganiseerd zoals voetballen en tikkertje en dergelijke. Omdat mijn camping midden in de dichte Brabantse bossen ligt, is er geen stroom en dus ook geen verlichting op het terrein. Dat vond ik zelf een erg prettig idee want met verlichting zou het teveel op een dagcamping gaan lijken en zou iedereen weer onuitstaanbaar druk gaan doen. Een paar nadelen waren dat de campingwinkel de vliegers uit het bestand haalde evenals de badmintonrackets en de bijbehorende shuttles. De frisbees haalden ze er later ook uit, want ook dat is een onmogelijke sport binnen mijn concept. Daardoor had het recreatieteam wel meer tijd voor het organiseren van bijvoorbeeld: verstoppertje en speurtochten. Maar in die tijd zijn we dusdanig veel kinderen kwijtgeraakt dat we daarmee zijn gestopt. Ook de fietstochten liepen op niets uit en korfbal werkte ook niet. Uiteindelijk besloten de meeste camping-
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag. 5
gasten ervoor om 's nachts maar naar bed te gaan. En omdat ze overdag, volgens het reglement, alleen maar mochten slapen, kozen alle gasten er uiteindelijk voor om een andere camping op te zoeken. En ook al was het concept geen succes, iedereen verliet het terrein als een uitgeruste bezoeker. Een veelgehoorde uitspraak was: "De camping is helemaal niks, maar ik ben wel uitgerust. Ik heb nog nooit zoveel geslapen." Fred.
PERSBERICHT Als Leger des Heils krijgen we veel aangeboden en we willen zo goed mogelijk met deze giften omgaan. Dat houdt in, dat wij veel boeken, grammofoonplaten, cd’s en dvd's krijgen. We hebben inmiddels ook een kleine bibliotheek gemaakt in ons gebouw Tuiniersstraat 30 in Zaandam. Als mensen bij ons boeken willen lenen, kunnen ze dat voor niets doen. We starten op 8 juni en elke maandagochtend kan er geleend worden v.a. 9.00 uur t/m 12.00 uur. Als het een succes wordt, gaan we eventueel uitbreiden. De boeken, die kapot zijn, gaan bij ons naar het oud papier, wat ons nog een paar euro's oplevert. Verder is het bij ons mogelijk om de vraag neer te leggen of wij een bepaald boek(en) hebben. Vriendelijke groeten en God zegene u Majoor William Koskamp.
Wie ben jij. Heb jij ook wel eens het gevoel dat je met de verkeerde dingen bezig bent. Heb jij ook wel eens het gevoel dat jij jezelf niet meer herkent. We hebben allemaal onze goede voornemens Maar waarom maak je nu niet je dromen waar Als je daar over nadenkt, is dat een begin Wat geeft jou leven zin. Maak je gedachte vrij. Wie ben jij. Alex.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag. 6
Niemand weet dat ik eigenlijk Repelsteeltje heet Ik ben Repelsteeltje en ik werk in een FACT-team als psycholoog en psychotherapeut in een middelgrote GGZ-organisatie. Begin jaren ’90 kreeg ik mijn eerste betaalde baan als psycholoog op een longstayafdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. Sindsdien ben ik niet meer weggegaan bij de GGZ. Tijdens mijn studie psychologie was ik twee jaar psychotisch. Mijn diagnose luidde siloaffectieve stoornis. De diagnose werd gesteld tijdens een gedwongen opname, met weken van separatie en dwangmedicatie. Want ik was niet bepaald coöperatief. Ik had het veel te druk met het redden van de wereld en het ontkomen aan geheime diensten. Daarbij liep de GGZ me flink voor de voeten. Maar na mijn herstel was ik een chick on a mission: ik wilde nu meer dan ooit een baan als psycholoog in de GGZ. Dat lukte. Soms was het een drama om met mijn psychotische ervaring als hulpverlener te manoeuvreren. Het was al een uitdaging de GGZ binnen te komen, maar ik probeerde zelfs om twee jaar van mijn leven weg te moffelen op mijn cv. Dat lukte ook. Ondanks mijn geschiedenis wilde ik naar de Rino-opleiding tot psychotherapeut. Zelfs dat lukte. Het leek me beter om die twee jaar psychose te verzwijgen in de selectieprocedure. Maar voor mijn leertherapie wilde ik wél open kunnen zijn. Na drie afwijzingen op grond van mijn psychose verleden, vond ik een vrouw met een herdershond op de grachtengordel. Zij ging met mij in zee. Haar frisheid en onbevangenheid waren van onschatbare waarde. Ik raakte keurig BIG-geregistreerd en zekerder van mijn zaak. Mijn psychose gevoeligheid hield zich gedeisd. Ik had geluk. Mijn psychose gevoeligheid heeft na die twee jaar ontregeling, nooit meer zo heftig opgespeeld. Maar er zijn wel moeilijke momenten geweest waarop ik alle zeilen moest bijzetten om op koers te blijven. Die momenten waren nooit tijdens het dagelijkse werk met cliënten. Dat waren momenten met collega’s. Mijn opvattingen over goede zorg stonden haaks op die van mijn collega’s. Ik wilde niet meewerken aan psyche-educatie waarin cliënten werd verteld dat een studie of betaalde baan definitief tot het verleden zou behoren. Of toen een jonge vrouw, herstellend van een psychose, begeleiding moest krijgen in het opgeven van haar kinderwens. Of toen een man moest stoppen te praten over zijn verleden van seksueel misbruik door een priester, omdat hij daardoor nog psychotischer zou worden. Of toen ze niet wilden dat ik een moeder ging begeleiden bij de herbegrafenis van haar dochtertje, omdat een goed hulpverlener gepaste afstand hoort te houden. Het was erg frustrerend om me niet vrij genoeg te voelen en mijn collega’s uit te kunnen leggen dat het niet altijd klopte wat ze dachten. Dat het zelfs kwaad kon doen. Dat het veel te zwart-wit was en dat we geen toekomst voor wie dan ook kunnen voorspellen,
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
7
laat staan dicteren. Ik dacht aan wat psychiaters en neurologen mij over mijn toekomst hadden voorspeld. Geen kinderen. Geen betaald werk. Pillen slikken tot aan je dood. Ik trok mijn eigen plan. Ik heb nu twee kinderen, drie honden en ik werk als psycholoog. Maar wat nou als ik wat volgzamer was geweest? Hoe had mijn leven er dan uitgezien? Ik vroeg me af hoe het anderen was vergaan na een psychose en of er meer hulpverleners rondwandelden in de GGZ met dezelfde achtergrond als ik. Ik weet het nog steeds niet. Ik denk dat iedereen liever zijn of haar mond dichthoudt. Daar zorgt de stigmatisering wel voor. Ik weet zeker dat ik niet de enige ben. Gelukkig had ik een paar, dat me steunden, die mijn achtergrond wel kenden. En soms was er opeens wél een collega, die mijn ideeën en handelswijze kon waarderen, waardoor een vruchtbare discussie volgde en ieder wat water bij de wijn kon doen. Zo ging dat, jaar in jaar uit, door alle veranderingen en reorganisaties heen. De meeste collega’s houden er strenge ideeën op na, hoe de ideale professionele hulpverlener eruit moet zien. Stressbestendig, rationeel, gezond, professionele afstand kunnen houden, een stevige thuisbasis en gelukkig getrouwd. Hoe dit alles meetbaar bijdraagt aan de ideale professionaliteit, is mij een raadsel. Iedereen ziet het, behalve ik. Als anderen het hadden over professionele afstand, zag ik verwaarlozing en devaluatie. Bij sollicitaties en evaluaties was iedereen het altijd roerend eens. Ze is niet voldoende stressbestendig. Ze heeft een psychiatrisch verleden. Hij is over betrokken. Hij heeft geen partner. En er werd een hokje aangevinkt: ongeschikt. Ik legde mezelf langs de meetlat van ideale hulpverlener. Alleenstaand, een psychiatrisch verleden en nog een chronische lichamelijke aandoening ook. Ik hield nog maar eventjes mijn mond. Ondertussen putte ik juist vaak uit mijn eigen ervaringen met psychose en behandeling. De laatste jaren verandert het klimaat in de GGZ. Ondanks alle zorgelijke ontwikkelingen, opgedrongen door de politiek en zorgverzekeraars, zijn er ook grote lichtpunten. Er zijn ervaringsdeskundigen aan het werk gegaan. Er ontstaat het besef dat stigmatisering na een psychose schadelijker en zelfs dodelijker kan zijn dan de psychose zelf. Een psychiater vertelde dat bezorgde collega’s hem adviseerden om heel terughoudend te zijn over zijn zus die psychoses had. Omdat het mogelijk zou kunnen leiden tot stigmatisering. Mogelijk is hij zelf erfelijk belast en dus kwetsbaar. Kan hij dan nog wel een goede psychiater zijn? Deze voorbeelden dragen bij tot reflectie, óók binnen de eigen beroepsgroep. Ik hoorde Kim Helmus spreken over de antistigma missie. Ik schrok me rot. Het ging over mij. Maar ook over zoveel andere mensen. Mensen die hun mond houden. Mensen die jaren wegpoetsen op hun cv. Mensen die binnen de GGZ werken en juist door hun ervaring veel meer te bieden hebben.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
8
Inmiddels heb ik voorzichtig een paar collega’s in vertrouwen genomen. Voorzichtig en afgaand op de hier-geen-stigma-signalen. Ik ben niet afgerekend op mijn psychosegevoeligheid. Er wordt niet getwijfeld aan mijn professionaliteit. Er wordt niet geroddeld. Ik word niet buitengesloten. Het is wéér gelukt. Ik voel mij helemaal thuis in twee rollen: die van psycholoog en die van ervaringsdeskundige. Ik gebruik mijn herinneringen, kennis en vaardigheden al heel lang naast elkaar. En voel mij betrokken bij mijn collega’s en mijn cliënten. Mijn enige wens was nog om helemaal te stoppen met bang te zijn voor stigmatisering. Clara.
Dankbaar Als de zon haar warmste dag in haar avondrood verlaat tel ik alvast elke ster die in mijn geheugen staat Als de vogels in de lucht zich dan niet meer laten zien tel ik alle witte wolkjes die ik eerder heb gezien Als de maan in vol ornaat mij die avond stil bewaakt tel ik alle mooie dingen die mij diep hebben geraakt Als de zon zich weer aandient met haar stralen in haar pracht dank ik ieder blij moment van het leven in haar kracht Gisele
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
9
Jeugdzorg; Waar staat zij voor? Omdat ik met Jeugdzorg te maken heb, luister ik wat aandachtiger naar de berichtgeving hierover. In 2013 is er een zeer kritisch rapport geschreven over Jeugdzorg door de kinderombudsman. In het programma “Buitenhof”, [het wekelijkse discussieprogramma van AVROTROS, VARA en VPRO] werd daarover met de vicevoorzitter van Jeugdzorg de heer J.D. Sprokkeneef gesproken. Hij ontkende de aantijgingen van de ombudsman niet, maar verdedigde Jeugdzorg als zijnde een professionele organisatie, die in moeilijke omstandigheden zijn werk moet doen. Verbetering voor de toekomst zag hij in scholing en in het nauwkeuriger werken. De uitzending was eind 2013 en 1 januari 2015 was de invoering van de decentralisatie van de Jeugdzorg een feit, met daarbovenop een bezuiniging van 15 procent. Tijdens dat gesprek was de decentralisatie al bekend. De heer Sprokkeneef werd gevraagd hoe hij tegenover de verandering stond. Zijn antwoord was een herhaling van zijn eigen standpunten en hij ging niet in op de eventueel te verwachte moeilijkheden door de decentralisatie. Maar misschien kon hij dat ook wel niet, want ik begreep, tussen de regels door, dat de organisaties de Jeugdzorg in den landen nogal verschillen in hun werkwijze. Dat zal door de decentralisatie niet veranderen als iedere gemeente zijn eigen beleid gaat voeren voor hun jeugd. De “Jeugdzorg” bestaat dus eigenlijk niet. De interviewer vertelde dat de decentralisatie zonder bezuiniging in Denemarken heel moeilijk was verlopen. Deze uitspraak verleidde de heer Sprokkeneef niet tot terughoudendheid tot de door politiek doorgevoerde veranderingen. Tot mijn verbazing zette hij geen vraagtekens bij de decentralisatie. Ik werd daar erg boos over. Want Jeugdzorg gaat over mij en mijn gezin. Ik had liever gezien dat hij Jeugdzorg als een eigen [zelfstandige??] organisatie had neergezet en iets had verteld over hoe de verandering invloed zou hebben op de uitvoering van de Jeugdzorg. In het radioprogramma “Twee dingen” staat een persoon in het middelpunt. Kortgeleden kwam de net afgezwaaide directeur van Jeugdzorg Amsterdam Erik Gerritsen in de uitzending aan het woord. Hij was blij. Hij was gepromoveerd naar een werkplaats[of functie] in Den Haag. De stadregio Amsterdam had het volgens Den Haag voor de jeugd goed gedaan. En waarom? Omdat 70 procent van de bureaucratie er uitgehaald was. De “professional” kon het prima [zonder dossier vorming].
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
10
Vreemd. Het staat zo haaks op wat een directeur van Jeugdzorg in 2013 heeft gezegd. Het loslaten van schriftelijke formaliteiten is wel heel erg in tegenspraak met het nauwkeuriger werken. Denk daarbij o.a. aan overdracht en vervanging. In het geval van een kennis van mij zijn er in zijn regio vele steken gevallen. In haar geval is daardoor niet goed gehandeld. Ook de ombudsman heeft dit jaar een achteruitgang bij Jeugdzorg geconstateerd. Ik hoop dat de [nu gemeentelijke] organisatie het opbrengt inhoudelijk met Jeugdzorg bezig te zijn, en dat het niet om mooie praatjes en behoud van posities gaat. Nicolette.
Gehoord! Komt er een aardige juffrouw, die nog niet eens haar eigen veters kan strikken, mij vertellen hoe ik mijn zoon van 16 moet opvoeden! Redactie.
Cannabis en psychose Ik drink en blow niet. Het kost me zonder al moeite genoeg om mijn geest onder controle te krijgen. In het verleden heb ik wel veel gedronken en als ik er geen angsten van kreeg, had ik het misschien nu nog gedaan. Drie maanden heb ik flink gedronken en ik had geen leven in die tijd. Ik dronk mijzelf in een soort trance, sliep dan heel lang en zo ging de werkelijkheid aan me voorbij. Dat heb ik dan ook niet lang volgehouden. Zonder hulp ben ik ervan afgekomen. Maar ik heb die tijd als zeer treurig ervaren. Daarom ben ik blij dat de leeftijd om alcohol te gebruiken flink is opgeschroefd. Hetzelfde heb ik met blowen gehad. Laatst las ik een artikel wat cannabis met je hersenen kan doen. Je weet nooit helemaal zeker wat cannabis met je doet. Je kunt er o.a. een psychose van krijgen. Vooral als je nog jong bent, heb je hier aanleg voor. Ik ben meteen naar You Tube gaan kijken, wat een psychose precies is. Daarop staat een filmpje waardoor je kunt ervaren wat een psychose is. Het ziet er angstaanjagend uit. In verschillende interviews, zie je mensen die een heel succes vol leven hadden. Maar zij kregen na gebruik een psychose. Het heeft hun hele leven veranderd. Dat zet je toch wel even aan het denken. Alex.
Het Strand, de beste plek om je gedachten uit te laten.
Loesje
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
11
De muren praten niet terug Stel je voor het is een winterse dag, een dag waarbij je het allerliefste binnen blijft omdat het daar warm is en buiten niets of nauwelijks wat te doen is. Aan het einde van de werkdag komt jouw partner thuis en vraagt hoe de dag was, dan is het antwoord: “Je bent de eerste tegen wie ik spreek vandaag. De muren praten niet terug.” Je was die winterse dag dus alleen. Je deed de dingen die noodzakelijk zijn in huis, zoals de afwas, stofzuigen, het bed opmaken, enzovoorts. Het vervelende is dat je hiermee niet de hele dag kunt vullen, dus blijft er tijd over en die vul je met televisie kijken, de krant lezen en een uiltje knappen op de bank. Nu is zo'n dag alleen zijn wel vol te houden en zelfs een paar dagen op rij ook, maar daarna kan het toch knap vervelend worden. Je ziet en spreekt niemand. Er zijn wel mensen die het langer volhouden, zoals kluizenaars. Maar toch gaat het gaat knagen, want wij mensen zijn in feite groepsdieren die gezelligheid, genegenheid en liefde nodig hebben. Als je dat niet vindt wordt het alleen zijn al snel eenzaamheid. Ik kan mij voorstellen wanneer je oud en alleen bent dat het prettig is om wekelijks een praatje te maken met iemand die speciaal voor jou komt en dat leek mij zinvol vrijwilligerswerk. Met de hulp van Humanitas zocht en vond ik een alleenstaande man, die medisch gezien nogal wat mankeert en een rommeltje van zijn leven heeft gemaakt. Hij heet Cees, is 77 jaar oud en woont in een tweekamerwoning in Zaandam. Zijn familie bestaat uit zijn zuster en haar man die in Nieuw-Zeeland wonen met hun inmiddels volwassen dochters, die op hun beurt gezinnen hebben gesticht. Twintigduizend kilometer verderop op de koffie gaan is niet iets wat je wekelijks laat staan dagelijks kunt doen. De contacten beperken zich vooral tot telefoongesprekjes, brieven en een enkele keer bezoek van de familie in Nederland of Cees in het land van de Kiwi's. Vrienden heeft Cees niet. Niet geheel verwonderlijk, want zijn sociale contacten zijn niet optimaal. Het is meer een praatje hier en daar in de buurt, daar blijft het dan bij. En toch krijgt hij heel veel volk over de vloer, namelijk drie keer per dag een verpleegster van Evean die hem bijstaat om de benodigde medicijnen toe te dienen; één keer per week een huishoudelijke hulp van TSN die als een witte tornado door het huis gaat voordat het vervuilt en één keer per week een maatschappelijk werkster van Evean die de stand van zaken doorneemt inclusief de post en financiën. Allemaal mooi, maar dan nog heeft Cees behoefte aan contact met iemand die niet beroepshalve bij hem thuiskomt. Iedere dinsdagmiddag ben ik van twee tot vijf uur bij hem. Hij lucht dan zijn hart over de dingen die hem aangaan, stelt vragen omdat hij bepaalde zaken niet begrijpt en wij gaan samen op pad, zoals boodschappen doen. Daarnaast ga ik regelmatig met hem naar de huisarts en het ziekenhuis voor controle en zelfs operaties. Dit jaar is hij voor de tweede keer gedotterd; is zijn conditie nog minder geworden; heeft hij slecht zicht; zaten wij bij de eerste hulp en de afgelopen jaren heeft hij
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
12
voor diverse kwalen in het ziekenhuis gelegen. Zijn lichaam is op. Toen wij onlangs voor een akkefietje bij de huisartsenpost kwamen en Cees klaagde over pijn in zijn nek vroeg de dienstdoende arts welk soort werk Cees heeft gedaan en het antwoord was: “Ik heb in fabrieken gewerkt, en als wegenbouwer. O ja, en als stratenmaker op zee.” Aan humor en zelfspot ontbreekt het bij Cees niet, het houdt hem op de been. Zo sprak ik eens met hem over de dood en hij antwoordde: “Doodgaan daar heb ik geen tijd voor, want ik wil nog heel lang met jou op stap.” Een goed verstaander begrijpt ook dat het wekelijks bezoek gewaardeerd wordt. En toch is het als maatje niet altijd makkelijk om bij Cees te zijn. Hij beschouwt je als 'de' uitlaatklep tegen wie alles gezegd kan worden tot scheldpartijen aan toe. En dat laatste is niet gezellig, maar in zo'n geval heeft hij stoom afgeblazen. Soms kan zo'n periode langer duren en ik moet bekennen dat ik op het punt heb gestaan om te stoppen met hem. Door een stevig gesprek met Cees aan te gaan en de afspraken indien nodig aan te passen keerde het tij. Onrustig wordt hij door de vele veranderingen of beter gezegd bezuinigingen. Met ingang van 1 januari 2013 kreeg hij in plaats van twee ochtenden in de week één keer in de week thuishulp. En dat was te merken, je kon het ruiken en je zag het in huis. Etensresten lagen op de grond; het toilet was te vies om bij hoge nood daar gebruik van te maken; je kon je naam in het vuil op de ramen schrijven, enzovoorts. Door ingrijpen van professionals kreeg Cees één keer in de maand een ochtendje extra thuishulp erbij, zodat de leefomstandigheden iets aangenamer zijn in huis. Maar nu wacht hij met spanning af op het 'keukentafelgesprek' dat nog komt in het kader van de volgende bezuinigingen. Mopperen kan Cees als geen ander. Zo vroeg ik hem naar zijn tevredenheid over de thuishulp. Het antwoord was: “Die doet niks, zij wacht drie uur lang bij mij in de badcel op de bus.” Je moet als thuishulp stevig in de schoenen staan, want kritiek krijgen omdat je niets zou doen is niet bepaald prettig. Wat Cees werkelijk wil, is dat en zijn huis schoon is, en dat hij een praatje kan maken. Gelukkig heeft hij wel ontzag voor de dame in kwestie. In de supermarkt vroeg hij of ik weet waar de latex handschoenen liggen. Cees zei: “Zij vindt het zeker vies bij mij thuis.” Hij kocht de latex handschoenen. De zwakke gezondheid speelt een belangrijke rol in zijn dagelijks levensritme. De nadelen voor Cees zijn dat hij niet echt weg kan, want de verpleegster komt bijvoorbeeld tussen acht en elf uur 's morgens. De ochtend is zo om en zo geldt dat ook voor de middag en de avond. Er komen altijd mensen om hem vlug bij te staan en dan gaan zij weer. Is Cees eenzaam? Op die vraag gaf hij als antwoord: “Weet ik niet. Wel met verjaardagen en tijdens de kerstdagen, dan denk ik aan mijn vader en moeder die er al lang niet meer zijn. En ik denk aan de broers die ik niet heb.”
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
13
Je kunt enorm eenzaam zijn in een propvol voetbalstadion met zestigduizend man, maar thuis dus ook, al komen er dagelijks professionals over de vloer. Zo kwam ik na een vakantie van veertien dagen bij Cees thuis en hij begroette mij met de woorden: “Ik heb je zo gemist.” Daarna kwam een stortvloed van verhalen van zijn kant. Tja, zoals gezegd de muren praten niet terug, maar mensen wel. Mijn advies is daarom: “Word maatje van iemand die eenzaam is, want dat geeft iedereen levensvreugde en dan zijn zeker die winterse dagen aangenamer.” Willem.
Lief mens Als jij geen lichtje ziet kijk dan eens in je hart hoe zuiver mooi jij bent als mens bijzonder en apart Lief mens Als alles donker is brand ik voor jou een kaars schenk jou mijn hand zodat wij twee de duisternis verslaan Lief mens Soms vinden woorden niet hun weg lijkt alles op elkaar maar weet dat juist op zo’n moment ik met dit klein gebaar je zeggen wil vanuit mijn hart - lief mens jij bent het waard Gisele.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
14
Een psychisch probleem? Kom uit de kast” Patrick Corrigan weet goed waar het etiket van psychiatrische patiënt voor staat. Omdat hij het zelf draagt. Maar ook omdat hij er al vijftien jaar onderzoek naar doet. In het Belgische dagblad “De Morgen” vertelt hij zijn verhaal aan Femke van Garderen en geeft hij zijn visie over wat werkt in de stigmabestrijding. (Bron: http://www.demorgen.be/lifestyle/-een-psychisch-probleemkom-uit-de-kast-a2353951/) “Ik ken de schaamte. De schaamte die je voelt wanneer je de zoveelste psychiater voor de zoveelste keer je verhaal moet vertellen. De schaamte die je voelt als je kinderen je bezoeken in een psychiatrisch instituut. De schaamte om hen, wanneer je op de spoeddienst belandt na een ongeluk, uit te leggen dat ‘papa deze keer niet gek is geworden’. Aan het woord is Patrick Corrigan. De Amerikaanse professor geldt als dé wetenschappelijk expert inzake bestrijding van het psychiatrisch stigma. De man, die vorige week door de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie in Belgie is uitgenodigd, verklaart aan de telefoon waarom hij er zoveel tijd en zoveel papier aan dit thema wijdt. De klinisch psycholoog blijft onder de indruk van wat zo’n stigma kan veroorzaken. “Ik begeleid al dertig jaar mensen met psychische problemen, en ik zie dag in dag uit hoe moeilijk het voor hen blijft om een job te pakken te krijgen, een appartement, een partner.” De vooroordelen zorgen er ook voor dat mensen die de behandeling nodig hebben, er geen gebruik van maken. “Uit angst voor het label dat daarna volgt.” ‘De beste manier om het stigma aan te pakken is mensen met psychische problemen hun ervaringen laten delen met de gemeenschap’. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hoe doen we dat? Corrigan: “Traditioneel worden er bij stigmabestrijding drie pistes opgeworpen: die van het protest, die van het onderwijs en die van het contact. Ik geloof dat die eerste twee geen verschil maken. De straat opgaan om mensen te zeggen wat ze wel en niet mogen denken – dat heeft een averechts effect. Educatie is niet veel beter. Vertellen over de verschillende ziektebeelden, over MRI-scans en over genen – dat is makkelijk, maar de effecten blijken niet groot. Ze ebben ook snel weer weg. “De beste manier om attitudes en gedrag te veranderen so far blijkt mensen met psychische problemen in contact brengen met de gemeenschap om hen hun ervaringen te laten delen.” Volgens u zijn niet alle verhalen helpend. “Klopt. Dat blijkt toch uit studies die we gedaan hebben. Die bestonden erin om studenten in contact te brengen met drie types van mensen met psychische problemen. Er waren bekende mensen, mensen die aan lager wal waren geraakt en geen dak meer boven
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
15
hun hoofd hadden, en gewone mensen met een huis en fulltime job. Allemaal vertelden ze over hun problemen. Bij de eerste twee categorieën bleken de stereotypes grotendeels overeind te blijven. De gemeenschap kan zich niet met zulke personen identificeren. Jan met de pet bracht het grootste effect teweeg. Dat is logisch. Je voelt je meer aangetrokken tot wie naast je in de kerk of op het werk zit.” U stelt dat mensen met een psychische problematiek een voorbeeld zouden moeten nemen aan de homogemeenschap. “Ja, want zij stonden jaren geleden voor dezelfde uitdagingen als wij nu. Door naar buiten te treden hebben zij hun steentje bijgedragen. Elke homo, elke lesbienne die dat gedaan heeft, heeft een beetje mee het stigma onderuit gehaald. “Het anti-stigmaprogramma dat ik in Hasselt zal voorstellen, is ook een Coming Out Proud-programma. Dat moet een leidraad zijn voor wie met zijn psychische problemen naar buiten wil treden.” De homogemeenschap stond jaren geleden voor dezelfde uitdagingen als wij nu. Is het niet makkelijk om die verantwoordelijkheid door te schuiven naar de patiënten? “Ik ga niet ontkennen dat er geen risico’s aan zo’n coming-out verbonden zijn. Maar die risico’s zijn niet groter dan die waarmee de homogemeenschap geconfronteerd wordt. Ik wil ook niet doen alsof het makkelijk is. Ik heb er zelf ook twintig jaar over gedaan om met mijn verhaal naar buiten te durven komen. Daarbij heb ik veel steun gekregen van mijn gezin. “De mensen met psychische problemen die ik ontmoet, zeggen dat het uiten daarvan trouwens heel bevrijdend is. Het is wel zaak van niet naïef te zijn. Niet al je problemen zijn zo van de baan. Het blijft moeilijk. Dat merk ik zelf ook. Ondanks mijn bekende naam in de wetenschappelijke wereld, betrap ik mezelf toch nog op de angst om, door mijn psychische problematiek, niet serieus genomen te worden en publicaties mis te lopen.” Is er niets dat de overheid kan doen? “Jawel. Stoppen met investeren in voorlichtings- en bewustmakingscampagnes op tv, radio en internet. Met die politiek correcte nonsens bereik je niets. Die boodschap gaat verloren tussen de vele andere over kanker, kindermisbruik, milieubewust leven, enzovoort. “Er zijn wel andere zaken die van overheidswege georganiseerd kunnen. In Canada geeft wat mij betreft het beste voorbeeld. Daar hebben ze hun middelen in mensen gestoken. Mensen die hun psychische problemen overwonnen hebben en weer volop in het leven staan. Hen hebben ze op school en in bedrijven laten spreken. “Je kunt het psychiatrisch stigma natuurlijk niet alleen wegwerken door alleen patiënten te laten zeggen. ‘Hey, er is niets mis met mij’. Je hebt een extra duw nodig. Mensen met een psychische problematiek moeten bijvoorbeeld ook geholpen kunnen worden op het werk.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.16
In ons land zijn er wetten die werkgevers verplichten om voor hen, net als voor die met een fysieke handicap, redelijke aanpassingen te doen opdat ze hun taken kunnen blijven uitvoeren. Dat kan het verhuizen naar een bureau in een prikkelarme ruimte zijn, maar evengoed tijd in het werkschema voorzien om naar een psycholoog of psychiater te gaan.” Hoe schat u de situatie in? Stigmatiseren wij meer of minder? “Ik heb dit niet bestudeerd, maar ik geloof van niet. Het stigmatiseren van psychiatrische patiënten is zowel in Europa, Amerika als Canada even erg. De media spelen daarin een grote rol. Hun schrijven over mentale problemen is allesbehalve gebalanceerd. Te vaak nog worden psychische problemen gelinkt aan misdaad, aan gevaarlijke figuren. De positieve verhalen van mensen die hun problemen overwinnen en weer aan een job en een appartement zijn geraakt, blijven onderbelicht.” Kunt u, na uw vijftien jaar verdieping, zeggen dat het de goede kant op gaat? “Het is een proces, een heel langzaam proces. Om nog eens de link met de homogemeenschap te leggen: ook voor hen is het niet van de ene dag op de andere veranderd. Voor psychiatrische patiënten zal dat niet anders zijn. Er is ook wel degelijk een verschuiving aan de gang. Tijdens het schrijven van mijn laatste boek geraakte ik veel makkelijker aan getuigenissen. Er begint dus wel wat te beteren. Al is het maar de vraag of het ooit volledig beter wordt. Ik heb moeite om te geloven dat er op een dag geen stigma’s meer zouden zijn.” Foto uit de serie Anita is opgenomen van de KRO.
Zonnesteek Vermoeit nog, slaperig en slaapdronken stap ik in de trein. Heerlijk zo mee te deinen op de onschuldige geluiden van een tuffend treintje. Langs de spoorwegovergangen, vertrouwde waarschuwingsbellen en het gedeng, gedeng van elke kilometer spoor. Op een enkele uitzondering na, want na het passeren van een viaduct, dat is toch weer even wakker schrikken. Om daarna weer vredig bij het ritme van de rails in te dutten. Heerlijk zo kilometers af te leggen zonder er veel van te merken, behalve bij een stuk waar veel auto’s toeterend veel lawaai makend, de in slaap gesukkelde passagiers weer tot de realiteit roept. Of als de toch even bijkomende passagier, na één van zijn vele hazenslaapjes, een overheerlijke traktatie nuttigt. Van de thuis zorgvuldig voorbereide en meegenomen crackers en vruchtencake, voor de kleine lichte hongerige trek, op momenten van even bijkomen in een zomers verlichte treincoupe. Wat is het toch fijn in zo’n zomers treinstel met een fruitige hap mee te dommelen met de rest van de zonnig, zomers uitgedoste medepassagiers.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
17
In zo’n moment van bijkomen en bij het je bewust zijn van zo’n mooie dag, nog meer genietend, van de vrolijke zomerse opgewektheid van de gesprekken die gevoerd worden, krijg je natuurlijk dorst. In de zorgvuldig meegebrachte thermosfles zat dan natuurlijk een van je favoriete vruchtendranken met een grote dosis ijs. Waarvan je gedurende de gehele treinreis kan genieten. In momenten van wakker schrikken en in de brandende hitte van het achter glas waarneembaar op de warmer wordende huid van het gezicht en de armen. In de momenten van groter wordende oplettendheid natuurlijk aandachtig de stations in de gaten houden, om met spanning je te verheugen op de komende dag aan het drukke, warme strand. Dan is het toch eindelijk zover, dat je in toenemend bewustzijn van het naderende strand met grote aandacht bij het uitzicht uit één van de raampjes van de trein zoekt naar de juiste naamsaanduiding. Het is zover!!! Schuin uit het treinstelraampje kijkend, klopt de plaatsnaam en de grote zomers uitgedoste mensenmassa’s, vrolijk het perron sierend, moet dit op het eindpunt van de treinreis duiden. Wat onzeker en slaapdronken stap ik de treintreden af, terechtkomend op het perron. Wat een heerlijke treinreis was het toch. Zo ontspannen onderuit in een comfortabele stoel, achter verwarmd glas, leek het wel een zonnebank. En wat een tijd om wat te mijmeren en je gedachten te laten gaan over van alles en nog wat. Over wat voor stuk je nu weer in het tijdschrift “Bijpraten” kan schrijven, als belevenissen in de vakantie. Alle leuke dingen die elk moment meespelen en op je afkomen, beleef je weer even in dromenland. Wat zal er straks gebeuren op het strand? Wat voor leuke dingen staan er nog meer te gebeuren met het mooie weer op komst? Over deze dingen kan ik nog heel veel verzinnen. Ook zijn er af en toe bezorgde gedachten. Is alles wel ingepakt en meegenomen? En de kinderen? Die hoor of zie ik niet meer, ze hebben het vast naar hun zin. Het is zover, de zoute lucht wervelt al door de neusvleugels en de warme zonnestralen worden naarmate het duin vordert al brandender en brandender. Aan het strand gekomen zoeken de kinderen een goede plek en dan ga ik met mijn blote voeten door het warme schuimende water lopen. Jakkes, af en toe spoelt het zeewier langs mijn tenen. Je ziet ook niet waar je loopt met die felle zon. In alle commotie vergeten de zonnebril uit de tas te halen en op te zetten. Compleet verblind loop ik naar de plaats, waar ik denk dat mijn kinderen zitten. Een parasol, handdoeken en zonnecrème, ja, dat lijkt er wel op, Ik ga uitgebreid onderuit en wordt oeps weer moe. Een middagdutje moet kunnen. Maar wat raar, mijn kinderen blijven wel erg lang weg. Een ijsje kopen kan toch niet zo lang duren? En die handdoeken ruiken zo anders als ik gewend ben. Dan hoor ik roepen “hallo, hallo, wij zitten hier hoor! Ergens rechts, meters verderop hoor ik een bekende stem. Ik moet een zonnesteek gehad hebben. Leontine.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
18
Eva Ik ben bang. Dat ben ik vaker en regelmatig banger dan nodig. Hoe reëel mijn huidige angst is, kom ik pas in 2016 te weten. Tot die tijd huiver ik bij de gedachten over weer uitgeput, overprikkeld en depressief raken als ene optie en over gedwongen verkoop van ons huis als andere optie. Ik heb een Wajong uitkering en er staat mij (en vele anderen) een herkeuring te wachten. Ik ben voor 100% afgekeurd om onzichtbare redenen. Dat viel toen al niet mee, want misbruik van uitkeringen ligt op de loer. Ik heb een diagnose, maar de ene persoon met asperger is nu eenmaal de andere niet. De diagnose zegt niets concreets over mijn belastbaarheid, prikkelgevoeligheid en vermogen in een groep te functioneren. Het zegt hooguit dat daar 'iets' mee is. Men moet mij maar geloven. Destijds vond ik spreken met vreemden lastiger dan nu. Mijn moeder ging mee naar de keuring en deed grotendeels het woord. Inmiddels geef ik interviews en sprak ik zelfs voor een groep. Destijds was ik depressief en uitgeput. Inmiddels gaat dat beter. Helaas is mijn belastbaarheid nauwelijks veranderd. Ik ben bang dat mijn groei op bepaalde vlakken, mijn handicap nog onzichtbaarder heeft gemaakt. Mijn huidige balans komt door veel rust. Ik kan – volgens een recent zelfonderzoek – nog steeds geen werkdruk verdragen: Twee keer in de maand maak ik een cartoon voor een boekenwebsite. Daarmee stoppen overweeg ik drie keer in de week. Het neemt mijn hoofd zo in beslag dat ik minder andere taken aankan. Maar ik wil niet opgeven, ik wil iets bereiken en betekenen. Daarom geef ik interviews over mijn asperger, maakte ik een kinderboek over autisme, ben ik ambassadeur van het Fonds Psychische Gezondheid en deel ik hier dat ik bang ben, want ik ben vast niet de enige. Dat kan allemaal in mijn tempo. Traag en soms te snel met daarna maanden rust. Ik zie het gesprek bij een baas al voor me. 'Ik heb deze week acht uur gewerkt en heb nu drie weken vrij nodig om te herstellen, maar het kunnen er ook zes worden.' 'Geen probleem, Eva. Tot later en veel sterkte!' Bij een herkeuring heb ik niets om te laten zien. Ik heb alleen mijn woorden. Zou het helpen als ik vertel dat ik álles heb geprobeerd en elke dag mijn best doe? En dat mijn toekomstdroom nooit was om afgekeurd te worden? Ik zou in elk geval het lef niet hebben om te liegen Eva.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
19
Dagbesteding op maat Er zijn plekken waar je echt met de kwetsbaarheid en verscheidenheid van mensen wordt geconfronteerd. In zorgboerderij “Vredesbest” in Assendelft levert BC Works dagbesteding op maat voor jongvolwassenen met verstandelijke beperking. Ook komen er jongeren uit de jeugdzorg of van school met een leerontzegging. Linda van den Berg en Paul Constant zijn enige jaren geleden met deze dagbestedingplek begonnen. De laatste zit tegenover mij en zal wat meer vertellen over deze zorg. Ondertussen trekt een jongen met hulp een overall aan en mag een paar bijpassende laarzen uitzoeken. Je merkt dat hij blij is dat hij aan de slag kan. Bij de rondleiding laat hij trots de tuin zien waar hij werkt. Hij kijkt naar de paarden in de wei. Op de vraag of hij erop zou willen zitten komt het antwoord met een glimlach: ‘ik ben bang dat ik eraf val’. Ik zie een meisje op zoek naar een doosje om eieren te verzamelen bij de kippen. Structuur en dus bezigheden lijken een magisch recept. Uit de woorden van Paul blijkt een grote betrokkenheid en zowel hij als Linda hebben een ruime ervaring. Een houtwerkplaats en een moestuin maken deel uit van het activiteitenprogramma. Daarnaast wordt ondersteuning geboden bij klusjes op de boerderij, zoals verzorging van schapen en kippen. Het in detail kijken naar de interesse die iemand heeft en of hij of zij in de groep past, is een belangrijk onderdeel. Aan tafel tijdens het gesprek worden de contouren zichtbaar van een categorie jongeren die moeilijk nog ergens terecht kan. De stroom uit het onderwijs neemt toe. Deze groep met een zogenaamde leerontzegging is niet meer op school te handhaven. De inspectie verleent dan een ontheffing aan iemand die dan niet meer naar school kan. Dan begint ook een moeilijke weg of en waar een plek kan worden gevonden. Hier in de boerderij gaat het in ieder geval om een individuele benadering. Hoewel schaalvergroting teneinde kosten te drukken meer algemeen in beeld komt, kan dit voor het individu negatieve gevolgen hebben. Men kijkt dan bijvoorbeeld minder kritisch naar de persoon. Door de kleinschaligheid, waar hier voor is gekozen, is het daadwerkelijk mogelijk het sociale gedrag te veranderen. Mensen zijn zeer divers en ook dat pleit voor zorg op maat. Door een dynamische omgeving kunnen vaardigheden gemakkelijker worden aangeleerd. Paul is een voorstander van een verschuiving naar de microbenadering. Veelal weten mensen niet dat deze soort dagbesteding bestaat. Netwerken is het devies om meer bekendheid te krijgen. Het is ook hier duidelijk dat de maatschappij in feite op werkelijk alle fronten aan grote verandering onderhevig is. Geldgedreven ‘oplossingen’, waarbij welzijn dikwijls in het gedrang komt. De mens wordt hieraan als het ware ondergeschikt gemaakt. Er wordt teveel politiek bedreven in plaats van te kijken naar de menselijke benadering en te
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
20
zorgen voor een werkelijke oplossing’. Het is een uitspraak die ik kan onderschrijven, maar wordt nog eens bevestigd door bizarre gevallen. Een vrouw heeft dagbesteding in een gemeente, die gaat reorganiseren. Men sluit de faciliteit en zij moet naar een andere stad. Nu blijken echter de taxikosten te hoog en dus loopt het systeem hier vast. De dagbesteding in Assendelft wordt betaald via de PGB’s van de deelnemers. Dit jong en kwetsbare bedrijf heeft door de bekende problemen drie maanden geen geld ontvangen. Er komen steeds meer verhalen van mensen die het systeem niet begrijpen. Het is de onzekerheid die zorgt dat de onrust toeneemt. Koffiekring Zaanstad: Een onafhankelijk initiatief van een vrijwilliger om mensen die getroffen worden door de maatschappelijke veranderingen een stem te geven.
Soms moet je radicaal kiezen © Mona van den Berg. Martha Visser Tot groep 4 ging het goed op school, daarna niet meer. Mijn haar is in brand gestoken, ik werd bewerkt met punaises, ik ben geslagen Martha Visser (32) is gelukkig sinds ze enkele onconventionele keuzes maakte. Toch pleegde ze bijna zelfmoord toen ze elf was. Later kwam die neiging terug. "Sinds ruim een jaar gaat het echt goed met me. Ik ben opener geworden en durf mezelf kwetsbaarder op te stellen. Ik ben zonder er iemand te kennen naar Den Haag verhuisd vanuit Harlingen en heb in korte tijd veel nieuwe vrienden gemaakt. Laatst werd ik wakker en dacht: ik wil een knuffel! Ik maakte free hugs-bordjes en ging naar het station. Het was een heerlijke dag. Anderen hebben net zoveel behoefte aan warmte als ik, weet ik nu. Meestal voel ik me nu gelukkig. Maar hiervoor heb ik het meerdere keren niet zien zitten. De echte omslag is pas gekomen toen ik een aantal radicale keuzes maakte en écht voor mezelf koos. Dat begon toen ik nog samenwoonde met mijn ex en onze twee kinderen en ik zwanger was van ons derde kind. Ik vermagerde heel snel en voelde me zo ziek dat ik bang was dood te gaan. Ik besloot de zwangerschap af te breken. Mijn partner steunde me. Eenmaal hersteld koos ik ervoor om veganistisch te gaan eten, en ik verdiepte me in de veganistische filosofie. Verdriet Heel inspirerend. Ik kreeg vleugels, maar mijn man en ik vervreemdden van elkaar en scheidden. Een bezoek aan Den Haag maakte me verliefd op de stad. Mijn kinderen bleven bij hun vader. Ik heb nog een goede band met ze en ze mogen altijd bij mij komen wonen als ze dat willen. In Harlingen ligt zoveel verdriet van mij. Dat begon al op de lagere school. Mijn ouders
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
21
hadden een café. Daar woonden we boven. Ze waren druk en ik was als nakomertje veel alleen. Tot groep 4 ging het goed op school, daarna niet meer. Mijn haar is in brand gestoken, ik werd bewerkt met punaises, ik ben geslagen, geschopt en kreeg, eens een mes op mijn keel. Ik was te lief. Maar ik ben ook eigenzinnig. Elke dag ontmoette ik een jongetje op een brug. Hij spuugde in mijn gezicht. Maar ik weigerde om voor hem om te lopen. Langzaam maar zeker werd ik steeds ongelukkiger. In mijn slaapkamer was een haak aan het plafond. Ik pakte een stevig touw, stapte op een stoel en deed het touw om de haak. Ik was elf, doodmoe en had een sterk gevoel van heimwee. Misschien naar de baarmoeder of misschien wilde ik los en vrij zijn van mijn lichaam. Ik deed de lus om mijn nek, maar ik deed hem uiteindelijk weer af. Ineens zag ik mijn moeder voor me. Ze kan niet zonder mij, dacht ik. Ik stortte in en heb uren liggen huilen. Herkansing Vervolgens vertelde ik niemand wat er gebeurd was. Ik moet zelf mijn emoties oplossen, dacht ik. Ik geef mezelf een herkansing. Ik besloot de pesters anders, positiever te benaderen. Geleidelijk ging het beter. Op mijn vijftiende voelde ik me goed. Maar jaren later kwam dat gevoel van heimwee weer terug. Ik was 22, had een gelukkige relatie en was net moeder geworden. Maar het lukte me niet om een gelukkige moeder te zijn, iets wat ik heel graag wilde. Steeds wilde ik met kinderwagen en al het water in lopen. Weer vertelde ik niemand hoe ik me voelde. Gelukkig ligt die tijd achter me. Ik heb nooit hulp gezocht en ben er op eigen kracht uitgekomen. Mijn ervaringen hebben me wel veranderd. Depressies bij anderen herken ik snel. Iemand kan glimlachen, maar in ogen zie je leegte als iemand depressief is. Zelf ben ik er niet bang meer voor. Nare periodes komen en gaan, maar ze zijn niet meer levensbedreigend."
Verwarde mensen zijn slachtoffer van een verziekt systeem Bezuinigingen op de GGZ doen meer kwaad dan goed. Het lijkt de omgekeerde wereld, maar het is staande praktijk: zeventig procent van de ‘verwarde personen’ die de politie van straat haalt, komt in de cel terecht. Niet omdat de agenten dat willen, maar omdat de zorg voor deze mensen niet goed is geregeld. Ze vallen tussen wal en schip: hun bed in de instelling is er niet meer, voor ambulante zorg is te weinig geld, de dagopvang gaat dicht en de buurvrouw heeft wel iets anders aan haar hoofd. De politie bellen, bijvoorbeeld. Om die schreeuwende man weg te halen in plaats van op de koffie te vragen. Meer incidenten Maandag vond in de Tweede Kamer een hoorzitting plaats over ‘verwarde personen’.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
22
Wie dat precies zijn is onduidelijk, want ‘verward’ is een breed begrip. Iemand die helemaal overstuur is, aan het dementeren is, thuis automutileert of op straat loopt te schelden; allemaal zijn ze in de war, en allemaal hebben ze hulp nodig. Dezer dagen richt de aandacht zich vooral op de overlastgevers: de mensen die rondlopen op straat, en wier gedrag – zo lijkt het – een groter probleem is geworden dan vroeger. De politie noteert een toenemend aantal incidenten met verwarde personen. Misschien zijn agenten zelf alerter geworden, misschien trekt het publiek sneller aan de bel uit intolerantie of angst. ‘Verwarde personen’ komen regelmatig in het nieuws als ‘gevaarlijke personen’. Wanneer een psychiater oproept om verwarde mensen in de gaten te houden zoals je ook alert moet zijn op verdachte pakketjes, dan weet je het wel. Dan moeten die mensen als de sodemieter van straat worden gehaald. Absurd Hoeveel plek maken we in onze maatschappij voor verwarde mensen? Op de dagbesteding wordt bezuinigd; de mogelijkheden om ze aan werk te helpen nemen af; en hun inkomenspositie verslechtert. De afname van het aantal bedden in de GGZ is niet gecompenseerd met investeringen in de ambulante zorg. Er zijn in Nederland ongeveer 200 FACT-teams actief (multidisciplinaire teams die ambulante zorg geven), maar volgens de Raad voor Volksgezondheid en Zorg zijn er 400 tot 500 nodig. De wachttijden in de GGZ zijn fors: een derde van de GGZ-zorgaanbieders laat volwassenen langer wachten dan volgens de vastgestelde norm acceptabel is, en bij kinderen geldt dat zelfs voor bijna de helft. Het aantal dwangopnamen in de GGZ is tussen 2003 en 2013 met twintig procent toegenomen. Het aantal voorwaardelijke rechterlijke machtigingen steeg in die periode volgens het Trimbos instituut zelfs van 57 naar 4.699! Dat is absurd. Verwarde systemen. Van alle slachtoffers die het beleid maakt, zijn met name dakloze psychiatrische patiënten het kind van de rekening: ze zijn onverzekerd of staan niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen, waardoor een zorgverzekeraar hen een basispolis kan weigeren. Hebben ze die basispolis wel, dan hebben ze geen geld voor het eigen risico van 375 euro. Daklozen hebben vaak een daklozenuitkering: een bijstandsuitkering die de gemeente kort, want ja, een dakloze heeft geen woonlasten. De Federatie Opvang geeft de gemeente Vlaardingen als voorbeeld. Die kort een bijstandsuitkering voor daklozen met 60 procent. Dat is toch mesjogge! Wie zo handelt, moet niet verbaasd zijn dat mensen vervuild, verward en verwaarloosd in de goot liggen. Die doet precies het omgekeerde van wat nodig is: mensen stabiliteit en rust geven, een dak boven hun hoofd, en structurele ondersteuning en zorg. Die bouwt niet mee aan ‘eigen kracht’, maar duwt mensen juist over het randje. Edwin ten Holte (reclasseringsorganisatie SVG) twitterde tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer. Malou.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag. 23
Een vriend is iemand die om je geeft Joan Walsh Anglund. Een vriend is iemand die om je geeft. Het kan een jongen zijn………..het kan een meisje zijn……….. of een poes…………of een hond…………..of zelfs een witte muis. Een boom kan óók je vriend zijn. Hij praat niet tegen je, maar je weet dat hij om je geeft omdat je appels van hem krijgt……of peren…… of kersen……… of soms een sterke tak om te schommelen. Een beekje kan je vriend zijn op een heel speciale manier. Het praat tegen je met zachte kabbelgeluidjes. Het spoelt om je voeten en laat je stilletjes aan zijn oever zitten als je geen zin hebt om te praten. Ook de wind kan je vriend zijn. Hij zingt ’s avonds zachtjes voor je, als je slaperig bent en je alleen voelt. Soms wil de wind met je spelen. Hij duwt je van achteren óp en laat de blaadjes voor je dansen. Hij is altijd bij je, waar je ook bent, en daaraan merk je dat hij om je geeft. Soms weet je helemaal niet wie je vrienden zijn. Soms zijn ze er aldoor, maar je loopt ze zó voorbij en merkt niet dat ze op een heel speciale manier om je geven. En dan denk je dat je geen vrienden hebt. Je moet dan eens niet meer zo hollen en rennen……… maar heel langzaam lopen en goed uitkijken of er niet iemand op een speciale manier tegen je glimlacht…… of er niet een hondje extra hard kwispelt als het je ziet……. of er niet een boom is die je makkelijk in zijn takken laat klimmen…….. of een beekje dat je rustig laat zitten als je zin hebt om stil te zijn. Soms moet je zóeken naar je vriend. Sommige mensen hebben massa’s en massa’s vrienden…………. en sommigen mensen hebben maar een paar vrienden………….. maar iedereen………iedereen op de hele wereld heeft minstens een vriend. Heb jij de jouwe al gevonden? Ingezonden.
Op onze website “zaanpraatcafe.nl” vindt u meer informatie, ervaringsverhalen, zelf geschreven verhalen en gedichten, tips en goedkope makkelijk te maken recepten.
Bijpraten nr. 70 juli 2015 pag.
24
Recept Fred is met vakantie.
Van alles met shoarma vlees In het door de slager aangeboden gekruide shoarmavlees zit veelal uien en paprika. Met shoarma vlees kan je veel verschillende gerechten maken. Bijv. In plaats van gehaktballetjes in de tomaten soep. Het vlees bakken in olie, wel of niet met extra uien, paprika en tomaten Dit mengsel kan je eten met rijst. Rijst kan je vervangen door bijna alle boonsoorten of [geroosterd] brood of pita broodjes. Waarbij zilveruitjes, plakjes komkommer, tomaat of augurken en sla erg lekker is. Ook kan je mayonaise, tomatenketchup of knoflooksaus erbij serveren. Experimenteer naar je eigen smaak met shoarmavlees. Eet smakelijk.
Colofon: "Bijpraten". Redactieadres: Zaans Praatcafé, Oldebroeksraat 33,1507 LA Zaandam. Telefoon: 075 - 631 51 91. E-mail:
[email protected] Bankrekeningnummer: NL72RABO0150725701 T.n.v. Stichting Zaans Praatcafé, in Zaandam. Oplage: 940 exemplaren. Wordt ook per mail verzonden naar: Gemeenten, zorgaanbieders, organisaties, instellingen, wijkteams enz., In de ons subsidiërende gemeenten in Zaanstreek/Waterland en privéadressen. Medewerkers: Agnes, Alex, Fred, Gisele, Klaas, Kokkie Dance, Linda, Lous, Michel, Nicolette, Thea, Wil.
Drukwerk Het Watermerk. Industrieweg 1 Wormerveer
Wilt u Bijpraten op papier ontvangen, laat dit weten aan de redactie. E-mailadres:
[email protected]
"Wij, mensen die zorg nodig hebben van de GGZ, wilden voor onszelf een ontspannende ontmoetingsgelegenheid buiten de zorg". Waar wij elkaar en anderen op een recreatieve manier kunnen ontmoeten. In de 15 jaar hebben wij, en anderen, onze vrienden- of kennissenkring daardoor kunnen vergroten en onze ervaringen kunnen delen." Vanuit deze ontmoetingen kunnen onze belangen behartigd worden.
Ontmoetingsmogelijkheden Iedere maandag Van 14:30 tot 16:30 uur In
Westend Snooker € 1,50 p.p.
Westzijde 28 in Zaandam.
Iedere maandag en donderdag Van 15.00 tot 17.00 uur In
Westend Snooker Westzijde 28 in Zaandam. In de zaak is een inpandige
rookgelegenheid.
Eerste kopje koffie/thee wordt u aangeboden door onze gastheren/-vrouwen.
Iedere donderdag Zwembad de Slag, Van 10:00 tot 11:00 uur Koningsgeelstraat 3 in Zaandam. Kosten € 2,00 verrekening tijdens de donderdag inloop.
Geen indicatie, geen eigen bijdrage. Meer informatie: Tijdens de ontmoetingsmogelijkheden. Per telefoon: 075 6315191 Per email:
[email protected]