BIJLAGE 1A
familiale landbouw
Bron Oxfam, Globo juni 2011 1 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 1A
familiale landbouw
Familiale landbouw kan de wereldbevolking voeden en doet dat grotendeels al! Een voorbeeld ter illustratie uit een recent landbouwonderzoek in Brazilië. Familiale landbouwers en producenten bezitten er slechts 24,3% van de landbouwgronden. Toch stellen ze samen 84,4% van alle landbouwexploitaties van het land voor en scheppen ze drie keer meer betaalde banen dan de agro-industrie. (In Brazilië zijn de lonen in de agro-industrie erg laag en doken recent zelfs gevallen op van slavernij.)
Hoe is dit mogelijk terwijl zo vaak gezegd wordt dat de industriële landbouw productiever is? Denk aan wat je gezien hebt in voorgaande les. De industriële landbouw is productiever per werkkracht dankzij machines, chemische producten, monocultuur … Dit betekent dat één persoon een enorme hoeveelheid kan produceren.
Het kwart landbouwgrond dat door familiale landbouwers wordt bewerkt, is goed voor 87% van de totale productie maniok, 70% van de totale productie snijbonen, 46% van de maïs, 34% van de rijst, 58% van de melk, 50% van het gevogelte, 59% van het varkensvlees, 30% van het rundvlees en ten slotte 38% van de koffie en andere voedingsproducten.
De familiale landbouw heeft meer werkkrachten nodig, maar produceert echter meer voedsel op een zelfde oppervlakte (productiviteit per hectare).
De landbouwers bezitten minder dan 25% van de landbouwgrond, maar staan wel in voor 40% van de waarde van de totale landbouwproductie. Brazilië wordt internationaal erkend voor zijn zogenaamde productiviteit en efficiëntie van zijn nationale en multinationale landbouwindustrie, en voor de concentratie ervan in handen van enkele rijken. Desondanks zijn het de boeren en kleine Braziliaanse producenten die de Braziliaanse bevolking voeden. Een vaststelling die ook geldt in andere delen van de wereld.
Indien we, bij de berekening van de productiviteit, rekening zouden houden met de schade die de industriële landbouw veroorzaakt aan het milieu (bijvoorbeeld: het zuiveren van door pesticiden vervuild water), zou het industriële landbouwmodel niet meer zo productief lijken. Zo worden ook de negatieve effecten, anders gezegd de nefaste sociale en ecologische gevolgen in rekening genomen bij de berekening van de productiviteit. Omgekeerd wordt bij de berekening van de productiviteit van de familiale landbouw geen rekening gehouden met de positieve effecten. Bijvoorbeeld: het behoud van de biodiversiteit. De familiale landbouw doet dus meer dan de wereldbevolking van voedsel voorzien, ze is multifunctioneel.
Bron
2 BIJlage: Voedsel voor de Brein
Via Campesina, « L’Agriculture familiale, paysanne et durable peut nourrir le monde”, 2010 (vertaald naar het Nederlands)
BIJLAGE 1B
familiale landbouw
De verschillende functies van de landbouw: • • • • • •
Voldoende en voldoende kwalitatief voedsel leveren tegen een voor de consument aanvaardbare prijs Een inkomen garanderen door voor de landbouwgrondstoffen een prijs te betalen die de productiekosten dekt en aan de productievoorwaarden gekoppeld is. Milieubehoud door landbouwpraktijken toe te passen die de bodem niet uitputten, het water niet vervuilen en die het landschap en de biodiversiteit respecteren. Werkgelegenheid behouden en stimuleren door de familiale landbouwers te bevoordelen, door de productie in achtergestelde zones te stimuleren, door diversificatie aan te moedigen. Lokaal voedsel verzekeren door landbouwproductie voor de lokale markten, verwerking op de boerderij en korte ketens van producent tot consument aan te moedigen en te bevoordelen. Dit alles om een gediversifieerde landbouwproductie te versterken. Deelnemen aan de strijd tegen de klimaatopwarming door de impact van de landbouw op de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Bron 3 BIJlage: Voedsel voor de Brein
vzw Oranjehuis, project de Heerlijkheid
BIJLAGE 1c
familiale landbouw
Door de liberalisering, of anders gezegd het verlagen van de belastingen en het openstellen van de grenzen1, moeten landbouwers wereldwijd met elkaar concurreren. Zo wordt elke ton graan, tomaten of rijst quasi aan dezelfde prijs verkocht. Nochtans zijn de kosten niet voor elke producent gelijk: • • • •
In Afrika moet de familiale landbouwer zijn ton graan aan 500 euro verkopen als hij ervan wil leven. In Europa moet de landbouwer 200 euro vragen. In de Verenigde Staten heeft hij voldoende met 150 euro En in Brazilië verdient de agro-industrie eraan door aan 60 euro te verkopen.
En het is de laagste prijs die aan iedereen wordt opgelegd. In deze omstandigheden zijn de kleine landbouwers veroordeeld tot het faillissement. Wereldwijd verlaten elk jaar 50 miljoen landbouwers de landbouwsector. Nochtans kan Brazilië de wereld niet voeden. Daarom moeten we strijden voor het behoud van de familiale landbouw en voor een prijs die boeren toelaat om te overleven. Er is dus politieke steun nodig om de familiale landbouw te redden!
1) Als gevolg van de internationale onderhandelingen, in het bijzonder met de Wereldhandelsorganisatie
Bron 4
BIJlage: Voedsel voor de Brein
Vincent Bruno, Je mange donc je suis, 2009 (vertaald naar het Nederlands)
BIJLAGE 1D
familiale landbouw
Landbouwproductie
11-15%
Wijziging landgebruik & ontbossing
15-18%
Verwerking, transport, verpakking & distributie
15-20%
Verspilling
Voedsel en CO2-uitstoot
(Bron: GRAIN, 28 september 2011)
Andere uitstoot los van voedsel
43-56% 2-4%
De landbouw is wereldwijd verantwoordelijk voor 15% van de uitstoot van broeikasgassen, de gassen die de klimaatverandering veroorzaken. Maar dit cijfer houdt enkel rekening met het bewerken van het veld. Eens rekening wordt gehouden met de alle fases van het industriële voedingssysteem, is de landbouw verantwoordelijk voor minimum 44% van de uitstoot die de planeet bedreigt.
Bron Oxfam, Globo, december 2011
5 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 1d
familiale landbouw
Uitstoot van broeikasgassen door de industriële landbouw Terwijl de familiale landbouw de meeste mensen op aarde voedt, is het duidelijk dat de industriële landbouw het grootste aandeel heeft in de uitstoot van de broeikasgassen.
Greenpeace, “Cool farming”, 2008 6 BIJlage: Voedsel voor de Brein
bijlage 1E
Familiale landbouw
Bron ABC News, United States, 15 maart 2012 (vertaald naar het Nederlands) 7 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 1F
familiale landbouw
Bron Swoopify cartoons and drawings 8 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 1G
familiale landbouw
Bron Oxfam, De wereld om de Hoek, Bolivia atelier 9 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 1H
familiale landbouw
Bron Corinne Gouget, “Wat zit er in uw eten?”, 2007 10 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 1I
familiale landbouw
Bron Oxfam, Oxfam en Partners, 2007 11 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 1I
familiale landbouw
Bron Slotverklaring Nyeleni, 2011 12 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 1j
familiale landbouw
Bron 13 BIJlage: Voedsel voor de Brein
Mo magazine, “Hardop dromen van een betere wereld”, 30 mei 2011
BIJLAGE 1j
familiale landbouw
Bron Mo magazine, “Hardop dromen van een betere wereld”, 30 mei 2011 14 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 2A
INDUSTRIËLE LANDBOUW
Wereld moet meer voedsel produceren door snelle bevolkingsgroei Door een onzer redacteuren Rotterdam, 13 okt. De wereldvoedselproductie moet in 2050 met 70 procent zijn toegenomen om de snelle groei van de wereldbevolking op te vangen. Als dat niet gebeurt, dreigen vooral in ontwikkelingslanden, waar de bevolkingsgroei het grootst is, ernstige voedseltekorten. Volgens deskundigen van de Wereldvoedselorganisatie FAO, de afgelopen dagen bijeen in Rome, moet de productie van granen stijgen van 2,1 miljard ton per jaar naar 3 miljard ton om aan de vraag te voldoen. De vleesproductie zou moeten stijgen van 200 miljoen ton naar 470 miljoen ton. De wereldbevolking zal de komende veertig jaar naar verwachting groeien met 34 procent, van 6,7 miljard mensen nu, naar 9,1 miljard mensen in 2050. Die groei vindt voor het overgrote deel plaatst in ontwikkelingslanden. In die landen is bovendien sprake van een snelle trek naar de steden, waardoor het platteland steeds verder leegloopt. FAO-directeur Jacques Diouf verwacht dat „de combinatie van bevolkingsgroei, inkomensgroei en verstedelijking” in ontwikkelingslanden leidt tot bijna een verdubbeling van de vraag naar „voedsel en veevoer”. Landbouwgrond wordt schaarser omdat de voedselproductie concurreert met de lucratieve productie van grondstoffen voor biobrandstof. Daarnaast dreigt de productiviteit van de landbouwgrond vooral in ontwikkelingslanden te worden aangetast door klimaatverandering. Door „hogere temperaturen, onzekerheid over neerslag, meer extreme weersomstandigheden zoals droogte en overstromingen” kan volgens Diouf het rendement van oogsten met 20 tot 30 procent afnemen. De FAO becijfert dat daarom in ontwikkelingslanden jaarlijks een extra investering nodig is van 83 miljard dollar (51 miljard euro) om de voedselproductie op peil te houden. Nu al is er een fors tekort in landbouwinvesteringen. Volgens de FAO zou jaarlijks een investering nodig zijn van 130 miljard euro; in werkelijkheid is slechts 88 miljard dollar beschikbaar. De productiegroei moet volgens de FAO in ontwikkelingslanden voor 80 procent komen uit een verbetering van de opbrengst per hectare, en slechts voor 20 procent uit een uitbreiding van de hoeveelheid landbouwgrond. Maar in de praktijk is de productiviteit van de landbouw in arme landen juist gedaald (met 3,2 procent in 1960 en 1,5 procent in 2000). Onderzoek naar nieuwe landbouwtechnieken kunnen helpen om de voedselvoorziening te verbeteren, aldus de FAO. Iedere euro die daarin wordt geïnvesteerd levert volgens onderzoekers 1,3 tot 1,7 euro op. Ook met de genoemde investeringen zal de honger in de wereld niet zijn verdwenen, stelt de FAO. Voedselprijzen zijn, na de voedselcrisis in 2008 weliswaar licht gedaald, maar nog steeds heel hoog.
Bron Nrc.nl, “Wereld moet meer voedsel produceren door snelle bevolkingsgroei”, 13 oktober 2009 15 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 2B
INDUSTRIËLE LANDBOUW
Monsanto is een toonaangevend producent van oplossingen en producten voor de landbouw. Met onze uitgebreide kennis en ervaring, en onze wil om blijvend te innoveren, proberen we de productiviteit van de landbouw te vergroten en tegelijk de kosten te verminderen. Monsanto staat in de eerste plaats voor een niet aflatende zoektocht naar oplossingen en nieuwe mogelijkheden, die zowel de producent, het leefmilieu als de consument ten goede komen. We zijn dan ook trots op de ‘Monsanto-pledge’ die een weergave is van onze visie.
De Plechtige Belofte Dialoog Wij luisteren aandachtig naar de verschillende standpunten en gaan diepzinnige dialogen aan om onze kennis van zaken uit te diepen, zodat we beter kunnen inspelen op de noden en bekommernissen van de mensen en de maatschappij. Delen Wij delen kennis en technologie om wetenschappelijk inzicht te stimuleren, om de landbouw en het milieu te verbeteren, om de oogst te bevorderen en om landbouwers in ontwikkelingslanden te helpen. Voordelen Wij leveren producten van topkwaliteit die heilzaam zijn voor onze klanten en het milieu, die steunen op degelijk en innovatief wetenschappelijk onderzoek en die verstandig en efficiënt worden beheerd. Respect Wij respecteren de religieuze, culturele en ethische bekommernissen van de mensen overal ter wereld. De veiligheid van onze werknemers, de gemeenschappen waarin we actief zijn, onze klanten, consumenten en het milieu zijn onze hoogste prioriteit.
Bron Monsanto, De Plechtige Belofte 16 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 2C
INDUSTRIËLE LANDBOUW
De oplossing bestaat! Ze is technologisch en politiek getint! De oplossing: ongeveer 20 miljoen bijkomende moderne boerderijen (betere gronden, onteigening van boeren, vlotte toegang tot de financiële markten om te ontwikkelen, toegang tot de consumentenmarkt etc.) zouden kunnen produceren wat de koopkrachtige stedelijke consumenten nog bij de familiale landbouw kopen.
Jean Grain, landbouwexpert: “Zoals deze oplossing aangeeft, heeft de industriële landbouw maar weinig arbeidskrachten nodig om de wereldbevolking te voeden. Daar heeft de ontwikkeling van de technologie alles mee te maken (genetisch gemanipuleerde gewassen, biotechnologie, nog grotere oppervlaktes, mechanisatie, etc.). De boeren zijn zo vrijgesteld van hun werk en kunnen in de industrie gaan werken om hun land te ontwikkelen! Om de hele wereldbevolking te kunnen voeden, moeten de laatste belemmeringen op handel en op het vrijemarktverkeer nog weggewerkt worden. Het voedsel dat door de landbouwbedrijven van morgen wordt geproduceerd, kan op die manier over heel de wereld tegen een lage prijs verkocht worden. Zeker als we de nodige financiële steun (subsidies) van de overheid blijven krijgen.”
Bron Gresea, « Pouvoir et stratégie des multinationales de l’agroalimentaire », 2006 (vertaald naar het Nederlands) 17 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 2D
INDUSTRIËLE LANDBOUW
Bron Vlaams infocentrum land- en tuinbouw, “FAO bepleit inzet van gentechnologie tegen honger”, 2004 18 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 2E
INDUSTRIËLE LANDBOUW
Argumenten voor gentechnologie in voedsel en katoen. Waarom wordt er gentechnologie gebruikt bij de productie van voedsel en katoen? In de producten die nu op de markt zijn in de EU, is gentechnologie toegepast (via planten en micro-organismen) om één van de volgende redenen: een micro-organisme dat een voedseladditief produceert, kan door de modificatie meer van dit additief produceren; een voedseladditief kan geproduceerd worden in een micro-organisme dat makkelijk te kweken is, maar dat die stof van nature niet produceert; een plant is resistent gemaakt tegen één onkruidverdelger, zodat dit middel het hele seizoen gebruikt kan worden zonder dat de geteelde plant er zelf last van heeft; in een plant is een insecticide ingebouwd, zodat zij resistent is tegen bepaalde insecten. Als achterliggend argument bij de laatste twee redenen wordt vaak aangevoerd dat het de opbrengst van het gewas zou verhogen. Verder zijn en worden er gewassen ontwikkeld waarin gentechnologie nog op andere manieren gebruikt wordt, zij het dat die niet in de EU op de markt zijn: de meeste zijn nog in ontwikkeling, sommige zijn elders op de markt. Zo zijn er planten gemaakt waarin voedingsstoffen ‘ingebouwd’ zijn die normaliter niet voorkomen in deze planten. Een voorbeeld is rijst met provitamine A en ijzer: deze zou helpen om bepaalde ondervoedingsziekten in arme landen te bestrijden. Ook kunnen dergelijke planten een nieuwe generatie ‘functionele voedingsmiddelen’ worden, die de gezondheid van de westerse consument moeten bevorderen door de ingebouwde voedingsstoffen. Daarnaast worden er planten gemaakt die op zoute of droge bodems kunnen groeien: het intensieve gebruik van kunstmest heeft namelijk geleid tot verzilting van de bodem (waardoor kostbare landbouwgrond verloren gaat); en slecht waterbeheer leidt op vele plaatsen tot droogte. Bijna alle toepassingen worden tot slot ook onderbouwd met het argument dat ze een bijdrage leveren aan bestrijding van de honger. In de jaren tachtig en negentig werd zelfs ook wel gezegd dat gentechnologie dè oplossing voor de honger in de wereld was, maar tegenwoordig wordt alleen gesproken van een ‘bijdrage aan de bestrijding’ ervan. Deze argumenten roepen echter een reeks vragen op.
Bron 19 BIJlage: Voedsel voor de Brein
Stichting Genethica Genethics foundation, " Argumenten voor gentechnologie in voedsel en katoen.", 2012
BIJLAGE 2F
INDUSTRIËLE LANDBOUW
Bron 20 BIJlage: Voedsel voor de Brein
Vlaams infocentrum land- en tuinbouw, «OESO maakt reclame voor WTO-akkoord », 2006
BIJLAGE 2G
INDUSTRIËLE LANDBOUW
bron Pedagogisch dossier bij de tentoonstelling "AAN TAFEL! Van de akker tot het bord", p 63 21 BIJlage: Voedsel voor de Brein
bijlage 2H
INDUSTRIËLE LANDBOUW
Bron Pedagogisch dossier bij de tentoonstelling "AAN TAFEL! Van de akker tot het bord", p 17 22 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 3A Jury
VOEDSEL IS MEER DAN EEN KOOPWAAR! ZICH VOEDEN IS EEN RECHT. In het eerste rapport voor de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties definieerde Jean Ziegler het recht op voedsel als volgt: “Het recht om op een regelmatige, continue en vrije manier toegang te hebben tot kwantitatief en kwalitatief voldoende voedsel; ofwel rechtstreeks ofwel door middel van financiele aankoopmiddelen. Deze voeding dient bovendien overeen te komen met de culturele tradities van het volk waartoe de consument behoort teneinde een genoegzaam en waardig leven te leiden, zowel op psychisch, fysisch, individueel als collectief vlak, vrij van kommer en kwel.” Het recht op voedsel wordt zowel in artikel 11 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele (ESC) Rechten als in artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vermeld. Na afloop van de Wereldvoedseltop in 1996 werkte het Comité voor ESC-rechten aan een volledigere, preciezere definitie van het recht op voedsel. Bron Jean Ziegler, oud-rapporteur voor het recht op voedsel en FIAN 23 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 3B Jury
De familiale en industriële landbouw moeten internationaal met elkaar concurreren. Kleine boeren worden gedwongen om hun opbrengst te verkopen aan de minimumprijs, een prijs die amper de productiekosten dekt. Daardoor zien zij hun inkomen dalen en zijn er wereldwijd miljoenen boeren die geen andere uitkomst zien dan de landbouw de rug toe te keren.
ENKELE CIJFERS: Het aantal landbouwbedrijven in België daalde met 63%, 100.000 arbeiders verlieten de sector. Het aantal landbouwers in Europa daalde in 50 jaar tijd met 75%. Wereldwijd verlaten elke dag 50 miljoen boeren de landbouwsector. Maar al deze landbouwers die uit de sector stappen, zijn bijkomende monden die gevoed moeten worden. Het agro-industriële systeem belooft hen van voedsel te voorzien, maar dan moeten ze wel eerst competitief zijn. Nochtans heeft iedereen recht op voedsel.
Getuigenis van Fatou, ex-landbouwster, inwoonster van Niamey (Niger): “Tijdens de hongersnood van 2005 was er in Niger wel voedsel op de markt, maar het was te duur! Het probleem herbegon met de voedselcrisis in 2008. Zeggen dat er geen voedsel is klopt niet! Het is er, maar we kunnen het niet kopen. We zijn naar de stad gegaan om een beter leven te kunnen leiden, maar nu hebben we geen veld meer dat ons een beetje voedsel geeft. Het echte probleem is de armoede!”
Bron Vincent Bruno, « Je mange donc je suis », 2009 (vertaald naar het Nederlands) 24 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 3c Jury
Bijna een miljard mensen dat honger lijdt… Te weinig energie om te werken. Geen kracht om initiatief te nemen. Mannen, vrouwen, kinderen die doodgaan van niks. De eerste millenniumdoelstelling die de staatshoofden in 2000 ondertekenden, voorziet de halvering van honger tegen 2015. Nee, het ontbreekt de wereld niet aan straffe verklaringen. Maar veel zicht op beterschap is er anno 2010 niet. Nochtans hoeft honger niet uitzichtloos te zijn. Tweederde van die hongerigen leeft in een boerenfamilie. In de eerste plaats moeten boeren daarom hun werk kunnen doen, én ervan kunnen leven. Daar is meer voor nodig dan geld en technische ondersteuning. Daar is goed beleid voor nodig. Een beleid dat zorgt voor stabiele markten, vrij van de wurggreep van speculanten. En een landbouw- en handelsbeleid dat niet vertrappelt wat ontwikkelingssamenwerking moeizaam tot stand brengt. Beste politici, de budgetten zijn krap. Dat weet iedereen. Maar zulke maatregelen brengen op. Maak van wereldvoedseldag een echte feestdag. Zorg er mee voor dat boeren en boerinnen, waar ook ter wereld, écht kunnen leven van de liefde… voor hun stiel.
Deze advertentie (PDF) is een initiatief van de Coalitie tegen de Honger, en wordat onderschreven door 11.11.11 Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging, ADG-Développement, Boerenbond, Broederlijk Delen, Caritas InternationalBelgië, CNCD-11.11.11, Collectif Stratégies Alimentaires, Entraide et Fraternité, FIAN, Fédération Unie de Groupements d’Eleveurs et d’Agriculteurs – FUGEA, Le Monde selon les Femmes, Oxfam-Magasins du Monde, Oxfam Solidariteit, Oxfam Wereldwinkels, SOS Faim, Trias, Vredeseilanden, Wervel. Met de steun van het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid.
Bron Coalitie tegen de honger 25 BIJlage: Voedsel voor de Brein
BIJLAGE 3d Jury
GRAFIEK : HET BELANG VAN HET STIMULEREN VAN EEN PRODUCTIVITEIT PER HECTARE Agricultural area (hectares per capita)
38
1.6
37
1.4
36
1.2
35
1.0
34
0.8
33
0.6 2006
2004
2000
1996
1992
1988
1984
1980
1976
1972
1968
1964
1961
Source Calculated from FAO, http://faostat.fao.org/site/377/default.aspx
MALIK DUPONT, LANDBOUWEXPERTE: De laatste 40 jaar is er steeds minder landbouwgrond beschikbaar om iedereen te kunnen voeden. Nochtans worden steeds meer bossen gekapt, waardoor extra landbouwgrond wordt gecreëerd. Tegelijkertijd gaan echter ook veel gronden verloren door vervuiling. Dat verlies kan niet gecompenseerd worden door de nieuwe gronden die vrij komen door ontbossing. Daardoor moet een maximum aan voedsel geproduceerd worden per hectare, als we het probleem van de honger willen aanpakken.”
Bron Gresea, “Macht en strategie van de multinationals in de voedingsindustrie”, 2006 26 BIJlage: Voedsel voor de Brein
(hectares per capita)
(% of global land area)
Agricultural area (% of global land area)
BIJLAGE 3e
Jury
Bron 27 BIJlage: Voedsel voor de Brein
Volkskrant nl, “Wereldwijd hebben 500 miljoen boeren honger”, 22 oktober 2010
Bijlage 3F
Jury
Bron Pedagogisch dossier bij de tentoonstelling "AAN TAFEL! Van de akker tot het bord", p 35 28 BIJlage: Voedsel voor de Brein
Bijlage 3g Jury
Bron Pedagogisch dossier bij de tentoonstelling "AAN TAFEL! Van de akker tot het bord", p 17 29 BIJlage: Voedsel voor de Brein
Bijlage 3h Jury
Kleinschalige landbouwhuishoudens
Ondervoeding per regio (2010, miljoen)
elde wikk Onti n en oste land en-O ka Midd ord-Afri o ka en N meri ns A n Latij raïbe & Ca ra Saha Suba Afrik
Azië & Pacific
Bronnen: UN Millennium Project - FAO
30
BIJlage: Voedsel voor de Brein
Waar is ondervoeding? Waar hEbben mensen honger?
Ondervoeding per type huishouden (schatting in 2005) Stedelijke huishoudens
20% Landloze rurale huishoudens
20%
ers viss r ers, Herd t use 10% fores en « houlds» e hous
bron
Oxfam Solidarieit, 2012